Horizon - ABC Redactie
Horizon - ABC Redactie
Horizon - ABC Redactie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Calvijnjaar<br />
Calvijn en de Psalmen horen<br />
bij elkaar. Calvijn gaf de aanzet tot<br />
het vertalen, berijmen en op muziek<br />
zetten van de psalmteksten. Het<br />
is aan hem te danken dat we deze<br />
eeuwenoude schat nog altijd in<br />
zijn geheel, alle 150, terugvinden<br />
in het Liedboek voor de kerken.<br />
De grootste zorg<br />
In het eerste artikel van deze serie<br />
(<strong>Horizon</strong> nummer 3, 13 februari)<br />
schreef ik over het ontstaan van het<br />
Psalmboek van Genève. Twee zeer<br />
vakbekwame dichters, Clément Marot<br />
en Théodore de Bèze berijmden in<br />
opdracht van Calvijn alle 150 psalmen<br />
in een voor de gemeente goed zingbare<br />
vorm. We zagen dat Marot en De Bèze<br />
daarbij hebben geprobeerd zo dicht<br />
mogelijk bij de Hebreeuwse grondtekst<br />
te blijven. Als goede poëten hadden ze<br />
daarbij niet alleen veel aandacht voor<br />
de inhoud maar ook voor de vorm van<br />
hun verzen: strofenbouw, accenten,<br />
versvoeten, ritmiek, rijmschema – aan<br />
alles werd de grootste zorg besteed.<br />
Om eenvormigheid te vermijden,<br />
hanteerden ze voor de 150 psalmen<br />
maar liefst 108 verschillende<br />
strofevormen, wat de componisten<br />
inspireerde tot het schrijven van 124<br />
verschillende melodieën. *)<br />
Gemeentezang in Straatsburg<br />
We spreken meestal van het<br />
‘Psalmboek van Genève’ of ‘Geneefse<br />
Psalter’. De eerste uitgave kwam<br />
echter niet tot stand in Genève maar<br />
in Straatsburg. Calvijn was in 1536 in<br />
Genève als predikant aangesteld, maar<br />
moest in 1538 vertrekken vanwege<br />
een conflict met het stadsbestuur, dat<br />
Calvijns opvattingen te streng vond. Hij<br />
werd toen voorganger van de Franse<br />
vluchtelingengemeente in Straatsburg<br />
(zie ook de bijdrage van Jaap Doolaard<br />
in <strong>Horizon</strong> nummer 2). In 1541, na<br />
een raadswisseling in Genève, keerde<br />
Calvijn naar die stad terug.<br />
Straatsburg is altijd een belangrijke (en<br />
6 <strong>Horizon</strong> 8, 24 april 2009<br />
Wim Kloppenburg<br />
Titelpagina en Psalm 1 uit het Straatsburgse<br />
boekje. Er zijn in de melodie van Psalm 1<br />
later enkele wijzigingen aangebracht, maar<br />
in feite is dit dezelfde melodie als in ons<br />
Liedboek.<br />
ook vaak bevochten) schakel geweest<br />
tussen Frankrijk en Duitsland. In de<br />
Duitstalige reformatorische gemeente<br />
in Straatsburg was de gemeentezang al<br />
vroeg tot bloei gekomen, vooral door<br />
de invloed van Luther. In 1525 schrijft<br />
een bezoeker van de Duitse dienst:<br />
De prediking gaat gepaard met liederen,<br />
die uit het Hebreeuwse Psalmboek in<br />
de volkstaal zijn vertaald, waarbij de<br />
vrouwenstemmen zich zo wonderlijk mooi<br />
vermengen met die van de mannen, dat het<br />
een vreugde is om er naar te luisteren.<br />
Ongetwijfeld is Calvijn geïnspireerd<br />
geraakt door de gemeentezang in<br />
deze zustergemeente; hij heeft zelfs<br />
een aantal melodieën overgenomen.<br />
Sommige Straatsburgse melodieën<br />
komen dus zowel in de Duits-lutherse<br />
als in de Frans-calvinistische traditie<br />
voor. Een bekend voorbeeld is de<br />
melodie ‘Es sind doch selig alle die…’,<br />
oorspronkelijk behorend bij de Duitse<br />
berijming van Psalm 119. In de Duitslutherse<br />
wereld is deze melodie vooral<br />
bekend geworden met de tekst ‘O<br />
Mensch, bewein dein Sünde groß’<br />
(onder meer door Bach gebruikt in<br />
de Matthäus Passion); in de Franscalvinistische<br />
traditie is deze melodie<br />
(met slechts een kleine wijziging)<br />
gebruikt voor Psalm 36/68.<br />
Calvijn en de<br />
Hetzelfde geldt voor de melodie<br />
die in Straatsburg werd geschreven<br />
voor Psalm 137, ‘An Wasserflüßen<br />
Babylon’. Bij de lutheranen werd deze<br />
melodie later vooral gebruikt voor het<br />
passielied ‘Ein Lämmlein geht und<br />
trägt die Schuld’ (zie Gezang 187 in het<br />
Liedboek); in de calvinistische bundels<br />
vinden we de wijs genoteerd bij de<br />
Lofzang van Zacharias (Gezang 67).<br />
Eerste bundeltje psalmen<br />
Het eerste bundeltje met Franse<br />
psalmen verscheen in 1539 in<br />
Straatsburg onder de titel Aulcuns<br />
pseaulmes et cantiques mys en<br />
chant. De bundel bevat negentien<br />
psalmberijmingen en drie gezangen:<br />
de Lofzang van Simeon, de Tien<br />
Geboden en de Geloofsbelijdenis.<br />
Negen berijmingen zijn van de<br />
hand van Calvijn, de overige zijn<br />
gemaakt door Clément Marot. Marot<br />
was als hofdichter verbonden aan<br />
het Franse hof, maar hij moest in<br />
1535 vanwege zijn reformatorische<br />
sympathieën vluchten. Hoe hij precies<br />
met Calvijn in contact is gekomen<br />
en hoe hij betrokken is geraakt bij<br />
het berijmen van de psalmen, is niet<br />
geheel duidelijk. Maar je kunt uit zijn<br />
medewerking aan de psalmberijming<br />
de verrassende conclusie trekken dat<br />
Calvijn veel minder ‘calvinistisch’ was<br />
dan velen van zijn volgelingen. Marot<br />
had namelijk als hofdichter behalve<br />
serieuze dichtwerken ook een aantal<br />
frivole en erotische chansons op zijn<br />
naam staan. Voor Calvijn was dat<br />
blijkbaar geen bezwaar; hij herkende de<br />
vertaalkundige en poëtische kwaliteiten<br />
van Marots werk en besloot zijn eigen<br />
berijmingen terug te nemen. In de<br />
latere Geneefse psalmboeken komen<br />
we geen teksten van Calvijn meer<br />
tegen. De oudste berijmingen zijn van<br />
Marot, de latere teksten zijn van de<br />
hand van Théodore de Bèze.<br />
De melodieën<br />
Het is boeiend om na te gaan hoe<br />
Loys Bourgeois en de overige, deels<br />
anonieme, componisten te werk zijn<br />
gegaan bij het schrijven van melodieën