12.07.2015 Views

De dood in het leven - Uitgeverij W.v.d.Oever

De dood in het leven - Uitgeverij W.v.d.Oever

De dood in het leven - Uitgeverij W.v.d.Oever

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Te denken geven7<strong>De</strong> <strong>dood</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong><strong>Uitgeverij</strong> W.v.d. <strong>Oever</strong>Etten-Leur


BEO-werkgroep<strong>De</strong> <strong>dood</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong>Te <strong>De</strong>nken Geven7Een lessenserieover <strong>leven</strong>sbeschouwelijke en ethische aspectenrondom <strong>dood</strong> en sterven<strong>Uitgeverij</strong> W.v.d. <strong>Oever</strong>Etten-Leur


Te denken geven7<strong>De</strong> <strong>dood</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong><strong>leven</strong>sbeschouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de tweede fase v.o.Samenstell<strong>in</strong>g:werkgroep BEO, bestaande uitWillem AdriaensenKees BroosWil EggenkampWim J. Mathijssen (e<strong>in</strong>dredacteur)Jacques QuaijtaalVormgev<strong>in</strong>g:Illustraties:W.J. MathijssenArchief W.v.d.<strong>Oever</strong>© 2000 <strong>Uitgeverij</strong> W.v.d.<strong>Oever</strong>Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemm<strong>in</strong>gvan de uitgeefster:Lange Brugstraat 9, 4871 CL Etten-LeurEerste druk: november 2000Tweede druk: juli 2003<strong>De</strong>rde druk: juni 2007 [als POD-versie, <strong>in</strong>houd is <strong>het</strong>zelfde geb<strong>leven</strong>, <strong>het</strong> formaat en daarmee depag<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g is veranderd]


Inleid<strong>in</strong>gEen van de grote <strong>leven</strong>svragen is die van de e<strong>in</strong>digheid van de mens. Dood blijkt voor velen eentaboe te zijn, waar je liever niet over praat. Door te leren praten en nadenken over de <strong>dood</strong> wordtmogelijk ook de betekenis van <strong>het</strong> <strong>leven</strong> duidelijker.ProbleemDood is een reëel probleem <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong> van iedere mens. Van de ene kant zijn we bang om <strong>dood</strong>te gaan, bang voor onze eigen <strong>dood</strong>; van de andere kant zijn we als de <strong>dood</strong> voor <strong>het</strong> sterven vananderen, vooral van hen die we liefhebben. Dood is daardoor een loodzware last op een mensen<strong>leven</strong>,zeker als gevoelens daaromtrent niet geuit (mogen) worden. Een serieus gesprek, open naaralle kanten, kan overbodige angst gedeeltelijk wegnemen. Weten hoe leeftijdsgenoten en anderenmet de <strong>dood</strong> omgaan kan je helpen een eigen standpunt - gevoelsmatig en verstandelijk - erover <strong>in</strong>te nemen.1. Het dom<strong>in</strong>ante perspectiefLevensbeschouwelijke opvatt<strong>in</strong>gen komen niet uit de lucht vallen. Ze ontstaan op een concreteplaats bij concrete mensen die concrete ervar<strong>in</strong>gen meegemaakt hebben. Ze ontstaan ook b<strong>in</strong>neneen bepaalde samenlev<strong>in</strong>g, die al een heel arsenaal aan opvatt<strong>in</strong>gen met zich mee draagt. B<strong>in</strong>nende samenlev<strong>in</strong>g zijn er altijd opvatt<strong>in</strong>gen die de boventoon voeren: de dom<strong>in</strong>ante <strong>leven</strong>sbeschouw<strong>in</strong>g<strong>in</strong> die samenlev<strong>in</strong>g.<strong>De</strong>ze dom<strong>in</strong>ante <strong>leven</strong>sbeschouw<strong>in</strong>g of dom<strong>in</strong>ante <strong>leven</strong>sbeschouwelijke opvatt<strong>in</strong>gen komenmeestal over als heel natuurlijk. Ze spreken vanzelf, ze geven de <strong>in</strong>druk dat ze al eeuwen bestaan.3


Het is alsof <strong>het</strong> nooit anders is geweest en ook nooit anders hoeft te zijn. We noemen dat <strong>het</strong> dom<strong>in</strong>anteperspectief.<strong>De</strong>nkend over <strong>leven</strong>sbeschouw<strong>in</strong>g zijn we tot de slotsom gekomen, dat niets natuurlijk, niets vanzelfsprekendis. Wat gisteren gek leek, wordt vandaag bejubeld als de hoogste wijsheid. Wat we tienjaar geleden als zeer goed en juist en verstandig beschouwden, durven we nu niet meer hardop teherhalen.Willen we serieus met <strong>leven</strong>sbeschouw<strong>in</strong>g - en dus ook met onszelf - bezig zijn, dan moeten we alsuitgangspunt hanteren, dat alles onderzocht en gewogen moet worden om tenslotte over te houdenwat ons als waar, juist en mooi lijkt te zijn.Het uitgangspunt van ieder <strong>leven</strong>sbeschouwelijk zoeken dient ons <strong>in</strong>ziens <strong>het</strong> stellen van drie simpelevragen te zijn:* Wat is <strong>het</strong> dom<strong>in</strong>ante perspectief <strong>in</strong> onze samenlev<strong>in</strong>g ten aanzien van dit <strong>leven</strong>sbeschouwelijkeprobleem? Waarom is dat zo?* Zijn er andere perspectieven dan dit zo vanzelfsprekende dom<strong>in</strong>ante perspectief? Waar v<strong>in</strong>d ik dieen hoe zien die eruit?* Wat is tenslotte voor mij persoonlijk <strong>het</strong> beste perspectief? En waarom?Dood <strong>in</strong> de westerse samenlev<strong>in</strong>gHieronder volgt een aantal teksten die <strong>het</strong> dom<strong>in</strong>ante perspectief <strong>in</strong> onze samenlev<strong>in</strong>g m<strong>in</strong> of meervertolken.a.<strong>De</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw kende een typische houd<strong>in</strong>g tegenover de <strong>dood</strong>. Met name <strong>in</strong> de meest geïndustrialiseerdeverstedelijkte gebieden van de Westerse samenlev<strong>in</strong>g. Het is die van de <strong>dood</strong> achtergesloten deuren. Het leed kunnen we niet meer aan en dus zwijgen we erover en bannen alles wateraan doet denken uit onze omgev<strong>in</strong>g. <strong>De</strong>stervende wordt geïsoleerd <strong>in</strong> <strong>het</strong> ziekenhuis.<strong>De</strong> rouw is iets geworden waarvoor men zicheigenlijk schaamt.Terwijl er nu een soort taboe rust op <strong>het</strong>spreken over de eigen <strong>dood</strong> en over <strong>het</strong>vanzelfsprekende karakter van <strong>het</strong> sterven,worden we via de media vaak en <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gendgeconfronteerd met de gewelddadige <strong>dood</strong>,verschrikkelijke ongelukken, aanslagen enziekten. Eigenlijk wordt ons voortdurend <strong>het</strong>idee opgedrongen dat de <strong>dood</strong> abnormaal,sensationeel en totaal onverwacht is. Menheeft dit wel de ‘pornografie van de <strong>dood</strong>’genoemd en gewezen op <strong>het</strong> feit dat door <strong>het</strong>taboe op de ‘natuurlijke’ <strong>dood</strong> juist een z<strong>in</strong>nenprikkelendeweergave van de ‘onnatuurlijke’<strong>dood</strong> is ontstaan <strong>in</strong> film en literatuur.Inonze cultuur is geen sprake meer van eenvoorbereid<strong>in</strong>g op je eigen <strong>dood</strong>. Hoogstensmaken <strong>leven</strong>sverzeker<strong>in</strong>gen gebruik van de angst om <strong>dood</strong> te gaan. Een verzeker<strong>in</strong>g verschaft eenmateriële voorzien<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>dien nodig, maar geen geestelijke voorbereid<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> sterven. Wij v<strong>in</strong>denalleen <strong>het</strong> <strong>leven</strong> belangrijk. Zelfs bij de kerken die zich van oudsher bezighielden met <strong>het</strong> <strong>leven</strong> nade <strong>dood</strong> ziet men een zich afwenden van de problemen rondom de <strong>dood</strong>.”b.‘In de Amsterdamse crematoria duurt een uitvaart gemiddeld 17 m<strong>in</strong>uten.”Krantenkop <strong>in</strong> 19974


c.‘Nabestaanden hebben behoefte aan een luisterend oor of gewoon de aanwezigheid van een vriendof een familielid. Wat je niet moet doen is <strong>het</strong> gesprek over de gestorvene vermijden of niet meerlangskomen, doen alsof er niets aan de hand is. In de twee jaar die <strong>De</strong> Keijser als rouwperiodehanteerde, nam <strong>het</strong> laatste gedrag toe. Nabestaanden hebben langer verdriet dan de omgev<strong>in</strong>gdenkt.”Trouw, 22-2-97d.‘Rouwen is niet iets, waarmee de westerl<strong>in</strong>gen worden opgevoed. ‘Je krijgt een hand <strong>in</strong> de kerk tijdensde rouwplechtigheid en <strong>het</strong> gewone <strong>leven</strong> wordt daarna weer opgepikt alsof er niets is gebeurd.<strong>De</strong> kerk zat vol, maar thuis tref je een leeg huis aan. <strong>De</strong> meesten lijken je vergeten. <strong>De</strong>genen die mijgesteund hebben tijdens de periode kort na <strong>het</strong> overlijden van mijn vrouw waren vooral vrouwen.Het aantal mannen dat mij bezocht heeft, is op de v<strong>in</strong>gers van een hand te tellen. ....Jan van Berkomher<strong>in</strong>nert zich nog goed dat de hele buurt meerouwde toen zijn broertje was overleden. ”Iedereenh<strong>in</strong>g witte lakens voor de ramen als teken dat er iemand was <strong>dood</strong>gegaan. Hou me ten goede: ikverlang niet terug naar die tijd. Wel zou <strong>het</strong> fijnzijn, als mensen wat langer stil zouden staan bij<strong>het</strong> verdriet van nabestaanden en er niet met eenboog omheen blijven lopen.”J. van Berkom, Een volle kerk, een leeg huis”Ik had er meer mijn hoofd bij moeten houden.Alles heb ik aan de uitvaartleider overgelaten.En toen is niet gebeurd wat ik <strong>in</strong> ieder geval hadwillen laten gebeuren: voor we naar <strong>het</strong> kerkhofreden nog éénmaal langs ons huis te gaan. Vooreen laatste groet aan de plek waar we zoveel liefen leed hebben gedeeld. Nu twee jaar na de <strong>dood</strong>van mijn man heb ik daar nog spijt van.”uit ”Leven en <strong>dood</strong>. Partners op afstand” doorJoke Forceville van Rossum en Rokus vanOosten, pg. 190.”Illustratief voor <strong>het</strong> belang van een afscheidsritueelis <strong>het</strong> verhaal van een jonge vrouw dieplotsel<strong>in</strong>g haar man door een auto-ongeluk verloor.<strong>De</strong> crema tie plechtigheid verliep m<strong>in</strong> of meerbuiten haar om, ze liet anderen beslissen wat er moest gebeuren, ze had zelf alleen de muziek uitgezocht.Na tien jaar kwam ze tot de conclusie dat ze de <strong>dood</strong> van haar man emotioneel nog steeds niethad verwerkt en organiseerde ze met vrienden opnieuw een crematieplechtigheid. ’Toen heb ik despeech gehouden die ik tien jaar ervoor had willen houden. Het was goed om die speech te houden,ik had <strong>het</strong> gevoel: nu neem ik ook echt afscheid van hem’”Uit: Zand erover door Marjan Sax e.a. pg 78Opdracht 1a. geef met je eigen woorden weer welke kenmerken <strong>het</strong> dom<strong>in</strong>ante perspectief <strong>in</strong>houdt.b. Kun je verklaren waarom we dit perspectief met name tegenkomen?c. Welke vragen roepen de bovenstaande teksten bij je op?d. Kun je aangeven welke waarden er achter de gegeven teksten schuilen?5


2. Levensbeschouwelijkeverkenn<strong>in</strong>g t.a.v. de <strong>dood</strong>A.Opdracht 2Beantwoord de volgende enquêtevragen. We bespreken ze vervolgens <strong>in</strong> de klas. Met de bedoel<strong>in</strong>gom te kijken welke ervar<strong>in</strong>gen ieder met de <strong>dood</strong> heeft en om te kijken welke vragen er naar aanleid<strong>in</strong>gvan <strong>het</strong> gesprek naar voren zijn gekomen.1. Wat voor plaats dient de <strong>dood</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> bestaan te hebben?2. Wat kun je zeggen over de relatie tussen <strong>dood</strong> en <strong>leven</strong>? Wil je daarover een uitspraak <strong>in</strong>één z<strong>in</strong> doen.3. Wat zou je doen als je nog 3 maanden te<strong>leven</strong> had?4. Heb je weleens een goede vriend(<strong>in</strong>) of naastefamilielid aan de <strong>dood</strong> verloren?5. Was je wel eens aanwezig bij <strong>het</strong> sterven van eenmens?6. Heb jij ooit een bezoek aan een mortuariumgebracht danwel een dode opgebaard zien liggen?7. Heb je wel eens een begrafenis of een crematiebijgewoond? Wat wil je daarbij op?8. <strong>De</strong>nk je wel eens aan <strong>het</strong> feit te moeten sterven?9. Welke gevoelens heb jij bij de <strong>dood</strong>?O onverschilligO angst of vreesO hoop of vertrouwenO opstandigO berust<strong>in</strong>g10. Als je ongeneeslijk ziek zou zijn en nog maar korte tijd te <strong>leven</strong> hebt, zou je dan willen dat de waarheidaltijd verteld wordt?11. Na mijn <strong>dood</strong> zou ik graag <strong>in</strong> de her<strong>in</strong> ner<strong>in</strong>g achterblijven door:O door de d<strong>in</strong>gen waar ik goed <strong>in</strong> wasO door mijn persoonlijkheidO door mijn goedheid (karakter)O door mijn <strong>in</strong>telligentieO door iets anders, nl.: ...12. Als je kon kiezen, hoe zou je dan zelf willensterven?O een tragische <strong>dood</strong>O plotsel<strong>in</strong>g, maar niet gewelddadigO rustig en waardig6


O na een geweldige prestatieO door zelfmoord (eigen besliss<strong>in</strong>g)O met vrienden om me heenO weet ik niet...13. Wat zou je willen na je <strong>dood</strong>?O uitgebreide begrafenisO aangeklede crematieO alleen met goede vriendenO <strong>in</strong> alle stilteO zoals mijn nabestaanden <strong>het</strong> willenO ter beschikk<strong>in</strong>g stellen vande wetenschapO maakt mij niets uitO iets anders ...14. Geloof jij:O <strong>in</strong> reïncarnatie (wedergeboorte)O dat er na de <strong>dood</strong> toch iets isO dat er na de <strong>dood</strong> NIETS isO dat alleen goede mensen <strong>leven</strong> na de <strong>dood</strong>O dat slechte mensen gestraft worden na de <strong>dood</strong>O dat we volmaakt en eeuwig gelukkig zijn bij God?15. Heb jij wel eens een bijdrage geleverd aan de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van een afscheidsdienst?Uitleg...B.We kijken naar een documentaire, waar<strong>in</strong> allerlei aspecten van omgaan met de <strong>dood</strong> naar vorenkomen.Opdracht 3Noteer de zaken die aan de orde komen, zorg dat je diverse verschillende vormen kunt navertellen.Noteer ook de zaken die je opgevallen zijn en maak een notitie van de vragen die naar aanleid<strong>in</strong>gvan de documentaire of <strong>het</strong> gesprek erna bij je opkomen.7


Opdracht 4a. Welke <strong>leven</strong>sbeschouwelijke en ethische vragen zijn we tot nu toe tegengekomen?Het kan zijn dat anderen vragen hebben geformuleerd waar jij (nog) niet aan gedacht hebt. Noteerdie eveneens.b. Welke ervar<strong>in</strong>gen die je gezien of gehoord hebt, zijn volgens jou anders dan gewone ervar<strong>in</strong>gen?Waarom? Wat is <strong>het</strong> kenmerk ervan?Als we de vragen <strong>in</strong> de klas geïnventariseerd hebben, proberen we de vragen onder te brengen b<strong>in</strong>neneen van de volgende grote vragen:a. Wat is de relatie tussen <strong>dood</strong> en <strong>leven</strong>? Wat hebben <strong>dood</strong> en <strong>leven</strong> met elkaar te maken?b. Hoe kunnen of moeten we omgaan met <strong>dood</strong> en sterven, met mensen die sterven?c. Hoe kunnen we menswaardig afscheid nemen?3. Mijn waardenHieronder volgen tien uitspraken.Opdracht 5Noteer voor jezelf <strong>het</strong> antwoord op de volgende vragen bij ieder van de uitspraken.a. Welke gevoelsmatige reactie - positief of negatief - roept de uitspraak bij je op?b. Hoe heftig is de reactie op een schaal van 0 tot 5, waarbij 5 <strong>het</strong> hevigst is?c. Waarom geef jij die reactie? Wat zit erachter volgens jou? Heeft <strong>het</strong> met bepaalde waarden vanjezelf te maken? Formuleer die.1. Dood is geen goed gespreksonderwerp.2. Dood is <strong>het</strong> e<strong>in</strong>de van alles.3. Zonder de <strong>dood</strong> heeft <strong>het</strong> <strong>leven</strong> geen betekenis.4. Ik ben nieuwsgierig naar wat er na de <strong>dood</strong> is.5. Bij de begrafenis of crematie van een vriend(<strong>in</strong>) zou ik graag iets persoonlijks zeggen.6. Bij een afscheid moet je zorgvuldig zijn.7. Mensen die gaan sterven worden anders door dit vooruitzicht.8. <strong>De</strong>nken over de <strong>dood</strong> doet je de waarde van <strong>het</strong> <strong>leven</strong> beseffen.9. <strong>De</strong> <strong>dood</strong> leert je je ware ik kennen.10. Datgene wat mensen <strong>in</strong> hun <strong>leven</strong> betekend hebben, gaat door over de <strong>dood</strong> heen.8


Opdracht 6a. We bespreken de verschillende reacties en kijken <strong>in</strong> hoeverre er verschillend gedacht wordt overde uitspraken. Neem een uitspraak waar je een negatief gevoel bij hebt en een die je positieflabelt om beide voor de klas te kunnen uitleggen.b. Noteer de vragen die naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> gesprek bij je op komen. Je hebt ze later hardnodig.4. Communiceren met andereperspectievenIn dit hoofdstuk gaan we aan de hand van lees- en kijkmateriaal de 3 grote vragen die eerder geformuleerdwerden verder uitdiepen.Opdracht 7Maak goede aanteken<strong>in</strong>gen bij de videofragmenten en de leesteksten, eveneens n.a.v. de gesprekkendie erover gevoerd worden. In hoofdstuk 5 moet je met die vragen aan de slag!4.1. Relatie <strong>dood</strong> en <strong>leven</strong>4.1.1. <strong>De</strong> opvatt<strong>in</strong>gen van Ernst BeckerIs de angst voor de <strong>dood</strong> natuurlijk of aangeleerd? Over deze vraag zijn de geleerden <strong>het</strong> nog steedsniet eens en <strong>het</strong> aantal boeken dat zich daarmee bezighoudt, groeit nog jaarlijks.Aan de ene kant staan de mensen ‘met een gezonde geest’, die <strong>het</strong> er op houden dat de angst voorde <strong>dood</strong> niet natuurlijk is voor een mens. Een k<strong>in</strong>d tot ongeveer vijf jaar heeft geen weet van de<strong>dood</strong>, daar is <strong>het</strong> een veel te ab stract begrip voor. Pas rond <strong>het</strong> negende jaar duikt <strong>het</strong> besef van deonvermijdelijkheid van de <strong>dood</strong> op.<strong>De</strong> andere school van denkers, filosofen en psychiaters stelt, dat dit niet helemaal onwaar is endat verkeerde opvoed<strong>in</strong>g de angst voor de <strong>dood</strong> kan vergroten, e.d., maar houdt verder vast aan <strong>het</strong>idee, dat de angst voor de <strong>dood</strong> natuurlijk is en <strong>in</strong> iedereen aanwezig, wat de fundamentele menselijkeangst is die alle andere angsten beïnvloedt. Niemand is immuun voor deze angst. Hoewelde angst voor de <strong>dood</strong> zelden zijn ware gezicht laat zien, is onder alle schijn de angst voor de <strong>dood</strong>universeel aanwezig.Biologische noodzaak<strong>De</strong> psychoanalyticus Gregory Zilboorg is van men<strong>in</strong>g dat de angst voor de <strong>dood</strong> een biologisch enevolutionair probleem is. <strong>De</strong> angst voor de <strong>dood</strong> is immers een immens sterke drijfveer om wegente zoeken tot zelfbehoud, om de gevaren die <strong>het</strong> <strong>leven</strong> be dreigen te overmeesteren. “Een dergelijkevoortdurende <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g van psychologische energie ten behoeve van <strong>het</strong> behoud van <strong>het</strong> <strong>leven</strong>zou onmogelijk zijn als de angst voor de <strong>dood</strong> niet even voortdurend was.” Anders gezegd: als wegrote perioden zonder angst voor de <strong>dood</strong> zouden kennen, was <strong>het</strong> met <strong>het</strong> <strong>leven</strong> snel gedaan. Dan9


zou de menselijke <strong>in</strong>zet om <strong>het</strong> <strong>leven</strong> te behouden onvoldoende zijn en zou <strong>het</strong> menselijke <strong>leven</strong> alsnel <strong>het</strong> loodje leggen. <strong>De</strong> angst voor de <strong>dood</strong> moet achter al ons normale functioneren aanwezigzijn, zodat <strong>het</strong> organisme gewapend is voor zelfbehoud. Tegelijk mag de angst voor de <strong>dood</strong> nietpermanent <strong>in</strong> <strong>het</strong> bewustzijn van de mens aanwezig zijn, want dan zou hij niet meer kunnen functioneren.“<strong>De</strong> angst moet op gepaste wijze verdrongen worden om ons <strong>in</strong> een enigsz<strong>in</strong>s redelijk welzijnte laten <strong>leven</strong>. We weten heel goed dat verdr<strong>in</strong>gen meer betekent dan wegbergen en vergeten watweggeborgen is en op welke plaats <strong>het</strong> verborgen is. Het betekent ook een voortdurende psychologische<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g om <strong>het</strong> deksel gesloten te houden en <strong>in</strong>nerlijk nooit onze waakzaamheid te latenverslappen.”Normaal werkt de verdr<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g effectief. In normale tijden bewegen we ons werkelijk alsof we nooitkunnen sterven. Iedereen zegt weleens, dat hij weet eens te zullen sterven, maar hij maakt zich erniet werkelijk ongerust om. Hij geniet van <strong>het</strong> <strong>leven</strong>, denkt niet na over de <strong>dood</strong> en hij wil er zichook geen zorgen over maken.Pas wanneer <strong>het</strong> <strong>leven</strong> anders loopt, worden de verdr<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gen losgewrikt. Toen <strong>in</strong> Zuid-Californiëaardschokken gerapporteerd werden, werd een toename van angstneuroses bij k<strong>in</strong>deren geconstateerd.Voor deze k<strong>in</strong>deren was de ontdekk<strong>in</strong>g dat <strong>het</strong> <strong>leven</strong> werkelijk catastrofale gevaren <strong>in</strong>hieldte veel voor hun nog niet volmaakte ontkenn<strong>in</strong>gssysteem. Vandaar de openlijke uitbarst<strong>in</strong>gen vanangst. Bij volwassenen zien we de uit<strong>in</strong>g van angst wanneer ze tegenover een dreigende catastrofestaan <strong>in</strong> de vorm van paniek. Bekend is dat er bij sommige gebeurtenissen meer slachtoffers vallendoor de paniek, waarmee mensen zich naar de uitgang of elders haasten dan door de catastrofezelf. Wie de moed opbrengt niet te gaan panieken, brengt <strong>het</strong> er meestal beter van af dan de hordesongericht handelende mensen. Op een startbaan sloeg een motor van een vliegtuig terug. <strong>De</strong> schokdie dit terugslaan veroorzaakte, bracht een ware paniek teweeg bij de rustig zittende passagiers.Een nooduitgang van <strong>het</strong> vliegtuig werd opengebroken en mensen sprongen van de vleugel naarbeneden. Verscheidene mensen liepen gebroken ledematen en andere verwond<strong>in</strong>gen op terwijl erniets aan de hand was. Aan dergelijke <strong>in</strong>cidenten kunnen we zien, dat verdr<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g plotsel<strong>in</strong>g nietmeer werkt en de pure <strong>dood</strong>sangst zich baanbreekt. vgl. ook scènes bij een film als The Tower<strong>in</strong>gInferno of andere rampenfilms.Het was de denker Ernest Becker, die geprobeerd heeft de angst voor de <strong>dood</strong> en de ontkenn<strong>in</strong>gervan diepgaand te bestuderen.God èn wormIn zijn boek “<strong>De</strong> ontkenn<strong>in</strong>g van de <strong>dood</strong>” (1973) stelt hij, dat de mens voor zichzelf en voor de andereen onoplosbaar probleem vormt. Hij zit zo <strong>in</strong> elkaar dat hij zowel een god als een worm <strong>in</strong> zichbergt. Een god omdat hij streeft naar een situatie waar<strong>in</strong> hij zichzelf als een niet-schepsel kan zien.Hij ziet zichzelf als oorzaak van zichzelf door te heersen over de d<strong>in</strong>gen en de anderen. Meesterzijn van de wereld doet hem -tijdelijk - vergeten, dat hij ook een worm is, <strong>in</strong> die z<strong>in</strong>, dat hij volstrektonderworpen is aan de natuur, de <strong>dood</strong>, de oncontroleerbare dierlijkheid van <strong>het</strong> lichaam. Hijweigert deze confrontatie van uitersten aan te gaan en hij zoekt een uitweg door een wereld vansymbolen en illusies te scheppen. Godsdiensten, <strong>in</strong>tellectualisme, sociale spelletjes en psychotherapiedienen als camouflage om <strong>het</strong> lot van <strong>het</strong>lichaam te maskeren, dat door de d<strong>in</strong>gen wordtbeheerst, dat vervalt en aan de <strong>dood</strong> wordt prijsgegeven.Volgens Becker heeft de psychologie ons latenzien, dat we allesbehalve zelfstandig denkendeen handelende wezens zijn. In dat geval zalde vraag gesteld moeten worden naar de werkelijkekrachtbron van <strong>het</strong> menselijke <strong>leven</strong>.<strong>De</strong> grote psycho-analytici als Freud, Reichen Rank tonen aan, hoe we karakter en cultuuropbouwen om ons af te schermen tegen<strong>het</strong> verbijsterende besef van onze uite<strong>in</strong>delijkehulpeloosheid en tegen de verschrikk<strong>in</strong>g vanonze onvermijdelijke <strong>dood</strong>. Ieder van ons construeerteen persoonlijkheid, een <strong>leven</strong>sstijl,een ‘karakterpantser’, <strong>in</strong> een ijdele pog<strong>in</strong>g <strong>het</strong>fundamentele feit van onze dierlijkheid te ont-10


kennen. Wij willen niet toegeven, dat we er alleen voor staan. “Daarom identificeren we ons met eenmachtiger persoon, een zaak, een vlag of de omvang van onze bankreken<strong>in</strong>g.”Becker koppelt hieraan een beeld vanuit de denkwereld van de grote godsdiensten en hun denkers:de mens is een schepsel <strong>in</strong> wiens aard <strong>het</strong> ligt zijn eigen schepsel zijn te ontkennen. <strong>De</strong> mens dieniet accepteert, dat hij ‘maar’ schepsel is, zal alle moeite doen om boven zijn nietigheid uit te stijgen.Becker meent dan ook dat alle kwaad, dat door de mens zelf wordt aangericht, berust op depog<strong>in</strong>g van de mens zijn schepsel-zijn te ontkennen. Alle raketten, alle bommen, alle menselijkebouwsels zijn pog<strong>in</strong>gen om de eeuwigheid te tarten door luid te verkondigen dat men geen schepselis, maar iets bijzonders. “Het zoeken naar een zondebok komt voort uit dezelfde behoefte om ietsbijzonders te zijn. Zoals Arthur Miller zei: “heeft iedereen zijn jood nodig.” Wij hebben elk een jood ofeen neger nodig, iemand die we kunnen trappen om ons bijzonder te voelen. Wij hebben een vijandnodig om omlaag te kunnen halen, iemand die we kunnen vernederen om ons boven de positie vanschepsel uit te kunnen werken. Ik v<strong>in</strong>d dit gegeven van ongelofelijke betekenis: deze idee, dat dekrachten van <strong>het</strong> kwaad <strong>in</strong> wezen berusten op een ontkenn<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> schepsel-zijn. Het is duidelijk,dat daarmee ook gezegd wordt, dat wie <strong>het</strong> schepsel-zijn accepteert niet meer zo nodig hoeft tebenadrukken, dat hij iets bijzonder is.”Heldendom<strong>De</strong> mens is een dier dat iets moet doen aan de kortstondigheid van <strong>het</strong> <strong>leven</strong>. Hij wil daar bovenuitkomen en kunnen zeggen: “Kijk, ik heb een bijdrage aan <strong>het</strong> <strong>leven</strong> geleverd, ik heb <strong>het</strong> <strong>leven</strong>bevorderd, ik heb de <strong>dood</strong> verslagen, ik heb de wereld gezuiverd.” <strong>De</strong> mens heeft behoefte om deheld te spelen. Wij moeten allen helden zijn om mens te zijn. <strong>De</strong> populariteit van een beweg<strong>in</strong>gals <strong>het</strong> nazisme komt voort uit de behoefte aan eenheroïsche rol. <strong>De</strong> mensen bloeien vooral dan op als ze<strong>het</strong> gevoel hebben, dat ze zuiverheid en <strong>het</strong> goede <strong>in</strong>de wereld brengen, dat ze beperktheid en <strong>het</strong> ongelukuitbannen. In zijn laatste <strong>in</strong>terview, toen hij al bijna<strong>dood</strong> was van de kanker, zei Becker over held-zijn:”Zoals ik <strong>het</strong> hanteer, heeft de idee van heroïek eenbrede betekenis. Een held zijn betekent iets nalatendat de waarde van <strong>het</strong> <strong>leven</strong> verhoogt en een getuigenisis van de z<strong>in</strong>volheid van <strong>het</strong> bestaan. Het makenvan een prachtig meubelstuk kan iets heroïsch zijn. Envoor de gemiddelde mens is, denk ik, <strong>het</strong> onderhoudenen verzorgen van een gez<strong>in</strong> heroïsch genoeg. In verhalenen toneelstukken wordt vaak de draak gestokenmet de ouden van dagen die zeggen:”Ik heb toch altijdvoor je gezorgd. Ik heb je toch steeds gevoed.” Maartoch is dat de heroïek van de gemiddelde mens. Menmag dat beslist niet ger<strong>in</strong>gschatten. Ik verondersteldat de Amerikaanse heroïek <strong>in</strong>houdt, dat men goed<strong>in</strong> zijn <strong>leven</strong>sonderhoud heeft kunnen voorzien, eengoede kostw<strong>in</strong>ner is geweest, die niet <strong>in</strong> de steun hoefde te lopen: de held die van niemand afhankelijkis.”Becker is van men<strong>in</strong>g dat er veel manieren zijn waarop verdr<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g werkt om <strong>het</strong> bange menselijkedier te kalmeren, zodat hij helemaal niet meer angstig hoeft te zijn. Ieder mens zal op zijn manierzoeken naar een middel om zich af te schermen tegen de angst.“Ons hele karakterpantser dient ervoor ons af te schermen voor de wetenschap dat de verschrikk<strong>in</strong>gheel plotsel<strong>in</strong>g kan toeslaan. <strong>De</strong> mensen zijn <strong>in</strong> feite breekbaar en onzeker. Dat is de waarheid. Eris een hele mooie regel <strong>in</strong> de film ‘The Pawnbroker’, de pandjesbaas, waar<strong>in</strong> de hoofdrolspeler zegt:“Ik kon niets uitrichten. Ik kon niets uitrichten.” We doen er alles aan om ons af te schermen voorde wetenschap dat we <strong>in</strong> feite niets kunnen doen. We construeren enorme controlemach<strong>in</strong>erieën.Tijdens <strong>het</strong> communistische bew<strong>in</strong>d <strong>in</strong> Rusland bijvoorbeeld maakte men geen meld<strong>in</strong>g van rampenzoals <strong>het</strong> neerstorten van een vliegtuig. In <strong>het</strong> paradijs wordt van deze zaken verwacht dat zeuitgebannen zijn. Dit is dan <strong>het</strong> controle-aspect van <strong>het</strong> karakterpantser dat van <strong>leven</strong>sbelang isvoor <strong>het</strong> menselijke wezen. Ik zou niet weten wat mensen zouden doen, als ze zouden moeten <strong>leven</strong>met <strong>het</strong> feit dat catastrofes hen onverhoeds zouden kunnen overvallen. Je kunt gewoon niet <strong>in</strong> zorgenzitten over <strong>het</strong> feit dat elke auto op straat je k<strong>in</strong>d op weg naar school kan raken. Maar dat kan11


gebeuren. Het is voor de mens een natuurlijke zaak dat hij een geschift dier is: hij moet een geschift<strong>leven</strong> leiden door zijn wetenschap van de <strong>dood</strong>.GodsdienstEen van de manieren die tot voor kort goed functioneerden om de angst voor de <strong>dood</strong> op een afstandte houden en z<strong>in</strong>vol de held te spelen was godsdienst. Elke godsdienst is een stelsel van symbolenen tekens, dat zijn bron v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> <strong>het</strong> verschijnsel van de <strong>dood</strong>. Menswetenschappers, maar ook deman <strong>in</strong> de straat, zijn ervan overtuigd dat de godsdienst juist bestaat om <strong>het</strong> probleem van de <strong>dood</strong>te helpen oplossen. <strong>De</strong> <strong>dood</strong> is de kern waar <strong>het</strong> hele religieuze systeem om draait, de spil waaromheen zijn hele organisatie is gebouwd. In tijden waar<strong>in</strong> de <strong>leven</strong>sverwacht<strong>in</strong>g van mensen hoogstensdertig, vijfendertig jaar was, en de <strong>dood</strong> ook bij pasgeborenen toesloeg, was godsdienst evennoodzakelijk en gewoon als eten en dr<strong>in</strong>ken. Alle grote godsdiensten zijn dan ook gebaseerd op <strong>het</strong>idee van <strong>het</strong> voortbestaan van de menselijke ziel voorbij de grens van de biologische <strong>dood</strong>.Voor veel mensen, vooral <strong>in</strong> de westerse landen, heeft de godsdienst <strong>in</strong> deze haar aantrekk<strong>in</strong>gskrachtverloren. Dat heeft niets te maken met <strong>het</strong> verlangen naar onsterfelijkheid , een verlangen datonuitroeibaar is. Het heeft alles te maken met de overtuig<strong>in</strong>g, dat een persoonlijke god, de absoluteheerser over de aarde en al wat daar op is, niet meer hanteerbaar is voor de moderne mens. Hij heeftzogenaamd een zo sterk toegenomen controle over en <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de natuur gekregen, dat die Goddaar niet <strong>in</strong> past.In de tijd dat zijn voorouders amper te <strong>leven</strong> hadden, kan de moderne mens nauwelijks iets gebeuren.Hij kan vele jaren zorgeloos <strong>leven</strong> <strong>in</strong> de waan, dat hij de heer en meester van de aarde is,onsterfelijk en <strong>in</strong> staat de anderen naar zijn pijpen te laten dansen. Hij heeft <strong>het</strong> idee, dat zijn ‘ik’ <strong>in</strong><strong>het</strong> middelpunt van <strong>het</strong> heelal staat <strong>in</strong> plaats van God. Maar <strong>in</strong> die wereld staat de verschrikk<strong>in</strong>gvan de <strong>dood</strong> op de achtergrond te grijnzen.NarcismeKenmerkend voor de wereld van de jaren zeventig en beg<strong>in</strong> tachtig is de ontwikkel<strong>in</strong>g van de narcistischepersoonlijkheid. Narcissus was de Griekse held, die verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld.Een van de kenmerken van de narcistische persoonlijkheid is de angst voor de ouderdom. <strong>De</strong>zepaniek duikt al vroeg op <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong>. Een uit<strong>in</strong>g ervan is <strong>het</strong> toegenomen aantal ‘midlifecrises’, zoomtrent de veertig jaar. <strong>De</strong>ze crisis van de middelbare leeftijd is eigenlijk <strong>het</strong> besef dat de ouderdomom de hoek ligt. <strong>De</strong> veertigste verjaardag wordt gezien als <strong>het</strong> beg<strong>in</strong> van <strong>het</strong> e<strong>in</strong>de. <strong>De</strong> beste jarenvan iemands <strong>leven</strong> worden zo overschaduwd door de angst voor wat komen gaat.<strong>De</strong>ze nergens op gebaseerde angst voor de ouderdom en <strong>dood</strong> houdt verband met <strong>het</strong> optreden vande narcistische persoonlijkheid als overheersend type <strong>in</strong> de maatschappij. <strong>De</strong> narcist beschikt overzo we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>nerlijke reserves, dat hij bij anderen bevestig<strong>in</strong>g zoekt voor zijn gevoel van eigenwaarde.Hij moet bewonderd worden om zijn schoonheid, charme, beroemdheid of macht - kwaliteitendie <strong>in</strong> de loop der jaren uiteraard verbleken. Wie de narcistische persoon -<strong>in</strong> onze streken met namete v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de yuppies- bezig ziet, moet wel bedenken dat de drijvende kracht achter deze leefwijzede ontkenn<strong>in</strong>g van de <strong>dood</strong> is.Onthullend is bijvoorbeeld <strong>in</strong> dit verband dat zelfs bij jongeren van 16 en 17 jaar gezondheid als éénvan de belangrijkste waarden naar voren komt. Dat wat er met mijn lijf gebeurt, is <strong>het</strong> belangrijkste<strong>in</strong> mijn <strong>leven</strong>. “Ronduit verbijsterend is <strong>het</strong> fanatisme, waarmee de moderne mens zich afjakkert,aan zijn lichaam knoeit, eraan trekt, rukt of <strong>het</strong> met de meest riskante stoffen vergiftigt met alsenig doel steeds maar weer de grenzen ervan te verleggen, de beperk<strong>in</strong>gen ervan tegen te gaan,<strong>het</strong> natuurlijk verval op te schorten,” schrijft prof. Diekstra <strong>in</strong> zijn <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> boek van Becker.“Voor zijn eigen oppervlakkige <strong>in</strong>zicht doet hij dit uit gezondheidsoverweg<strong>in</strong>gen, om meer jaren aanzijn <strong>leven</strong> toe te voegen of meer <strong>leven</strong> aan de jaren. Geen wetenschappelijk onderzoek heeft tot nutoe ondubbelz<strong>in</strong>nig vast kunnen stellen dat al dat fitness-gedoe <strong>in</strong>derdaad gezondheidsbevorderendof <strong>leven</strong>verlengend is. Het is dus niet meer dan <strong>het</strong> geloof <strong>in</strong> <strong>het</strong> effect, dat de jogger doet voortsjokken.Achter dat geloof gaat de oeroude fantasie van de eeuwige jeugd en de onsterfelijkheidschuil, die <strong>in</strong> feite niets anders is dan een ontkenn<strong>in</strong>g van en een tegengif tegen de angst voor de<strong>dood</strong>. Maar diep <strong>in</strong> zich voelt ieder <strong>in</strong>dividu dat hij bezig is met een uiterst moeizame strijd tegeneen vijand die hij nooit zal kunnen verslaan, die hem uite<strong>in</strong>delijk toch te grazen zal nemen, al zijngymnastisch gespartel ten spijt. “12


4.1.2. <strong>De</strong> ballade van de <strong>dood</strong>(Door Harrie Jekkers)Er was eens een kon<strong>in</strong>g, machtig en grootdie had slechts een vijand en dat was de <strong>dood</strong>Waarom moest de <strong>dood</strong> toch zijn <strong>leven</strong> bederven?Waarom was hij zo bang, zo bang om te sterven?<strong>De</strong> kon<strong>in</strong>g ontbood toen al zijn geleerdendie te paard en per koets aan <strong>het</strong> hof arriveerdenMôge geleerden, zei de kon<strong>in</strong>g beleefdik zit met een vraag waar niemand antwoord op heeft<strong>De</strong> jongste geleerde, een ijdele snaakriep: vraagt u maar, sire, vraagt u maar raakWilt u soms weten hoeveel sterren er zijn?of hoe zwaar al <strong>het</strong> zand weegt van de grote woestijn?of hoe de belast<strong>in</strong>g massaal wordt ontdoken? of hoe....maar toen werd hij abrupt onderbrokenWelnee, zei de kon<strong>in</strong>g, een tikje afwezigWaarom gaan we <strong>dood</strong>? kijk, dát houdt me bezigNiet een der geleerden had zo’n vraag verwachtAl sla je me <strong>dood</strong>, zei de jongste heel zacht<strong>De</strong> oudste geleerde nam toen <strong>het</strong> woord en zei:Sire, sommige mensen worden vermoordanderen komen per ongeluk ommaar de meesten sterven van ouderdom<strong>De</strong> kon<strong>in</strong>g zei kribbig: dat wist ik al langmaar wat is de <strong>dood</strong>, waarom ben ik zo bang?<strong>De</strong> knapste geleerde zei toen: mag ik soms even?misschien moet u, sire, met de <strong>dood</strong> leren <strong>leven</strong><strong>De</strong> kon<strong>in</strong>g sprong op, zijn woede was grootHij schreeuwde: ik eis een antwoord, wat is de <strong>dood</strong>?Toen sprak een geleerde met veel fantasie:zal ik eens vertellen sire, hoe ik dat nu zie:de <strong>dood</strong> komt je halen, de <strong>dood</strong> raakt je aandus de <strong>dood</strong> moet <strong>in</strong> <strong>leven</strong>de lijve bestaanWe moeten hem vangen, dan zijn we erafleve <strong>het</strong> <strong>leven</strong>, weg met <strong>het</strong> graf!Ach de <strong>dood</strong>, zei de knapste, is niet te verslaanwant als je hem beetpakt, dan ga je eraanToen kreeg de kon<strong>in</strong>g een schitterend planHij zei: ik ken een stokoude, <strong>dood</strong>zieke manHij heeft, schat ik, nog maar een uurtje te gaandus de <strong>dood</strong> komt hem halen, de <strong>dood</strong> komt eraanWe bouwen een glazen kooi om zijn beden de deur wordt uitnodigend open gezetIs de <strong>dood</strong> eenmaal b<strong>in</strong>nen, op weg naar zijn prooidan sluiten we snel de deur van zijn kooiAldus werd besloten, men g<strong>in</strong>g aan de slagen de <strong>dood</strong> werd gevangen nog diezelfde dagSomber en treurig zat hij achter <strong>het</strong> glasalsof hij een <strong>leven</strong>d museumstuk wasNog nooit was <strong>het</strong> volk zo gelukkig geweestJaren en jaren vierde men feestMaar op den duur g<strong>in</strong>g <strong>het</strong> feesten vervelen13


en g<strong>in</strong>g men gevaarlijke spelletjes spelenMen sprong van torens, <strong>in</strong> diepe ravijnenMen stoeide met leeuwen en wilde zwijnenMen dronk liters en liters vergiftigde wijnen voerde oorlog, gewoon voor de ge<strong>in</strong>En niemand g<strong>in</strong>g <strong>dood</strong>, geen mens g<strong>in</strong>g verlorenmaar er werden wel steeds meer baby’s geborenHet werd alsmaar drukker, men kreeg <strong>het</strong> benauwdEr werden zelfs mensen de zee <strong>in</strong> gedouwdEn honderd jaar later was de lol er van afen g<strong>in</strong>g men weer verlangen naar de rust van <strong>het</strong> graf<strong>De</strong> kon<strong>in</strong>g dacht: goed, ik ben niet meer bangmaar ik v<strong>in</strong>d alles zo saai, en ik regeer al zo langOpnieuw riep hij toen de geleerden bijeenen zei: wat een ellende, waar moet dat heen?<strong>De</strong> knapste geleerde, <strong>in</strong>middels zo’n twee eeuwen oudzei: bevrijd toch de <strong>dood</strong> want zo gaat <strong>het</strong> foutMaar de jongste geleerde zei: ja, wie laat hem los?Wie de deur open doet is als eerste de klos<strong>De</strong> kon<strong>in</strong>g stond op en zei theatraal:laat mij <strong>het</strong> maar doen, gegroet allemaalmijn angst voor de <strong>dood</strong> is nu wel genezenik heb, geloof ik, meer van <strong>het</strong> eeuwige <strong>leven</strong> te vrezenHij schreed naar de kooi, machtig en grooten stierf <strong>in</strong> de armen van de gretige <strong>dood</strong>Leve de <strong>dood</strong>, riep <strong>het</strong> volk gelukkigen ze leefden nog lang en stierven... dolgelukkig.4.1.3 Bijna <strong>dood</strong> ervar<strong>in</strong>gen:‘bde leert hoe je zou moeten <strong>leven</strong>’<strong>De</strong> bde blijkt een universele ervar<strong>in</strong>g te zijn, waarvan over de gehele wereld en door alle tijdenheen meld<strong>in</strong>g is gemaakt, en die onafhankelijk is van leeftijd, geslacht, <strong>in</strong>tellect, godsdienst, ras encultuur. In de beschrijv<strong>in</strong>gen van bde’s is steeds sprake van een of meer van de volgende gewaarword<strong>in</strong>gen:<strong>het</strong> besef <strong>dood</strong> te zijn; de ervar<strong>in</strong>g uit <strong>het</strong> eigen lichaam te treden en dat van buitenaf tekunnen waarnemen; gevoelens van rust en vrede en de afwezigheid van pijn; <strong>het</strong> gevoel zich <strong>in</strong> eendonkere ruimte te bewegen en dan door een tunnel naar <strong>het</strong> licht toe te gaan.<strong>De</strong> waarnem<strong>in</strong>gen na de tunnelervar<strong>in</strong>g kunnen variëren van prachtige landschappen, muziek,onuitsprekelijk mooie bloemen en kleuren, tot ontmoet<strong>in</strong>gen met overleden familieleden of bekendenen met een ‘stralende gestalte’ of een ‘stralend licht’ waarvan vrede en liefde uitgaat en dateen gevoel geeft van volledige acceptatie. In aanwezigheid van die lichtgestalte ken de ‘<strong>leven</strong>sfilm’worden afgedraaid, waar<strong>in</strong> de betrokkene <strong>in</strong> vogelvlucht zijn <strong>leven</strong> terugziet. Van Lommel: ,,Er issprake van <strong>in</strong>zicht ín, geen oordeel óver <strong>het</strong> eigen <strong>leven</strong>. Je leert hoe je echt zou moeten <strong>leven</strong> - datonvoorwaardelijk liefhebben de enige manier is en dat geestelijke groei de enige reden is van onsbestaan op aarde.” In de laatste fase van de bde neemt men een ‘grens’ waar, waarachter geenterugkeer meer mogelijk zal zijn. Daarop volgt de terugkeer <strong>in</strong> <strong>het</strong> eigen lichaam.Sommigen ervaren die terugkeer <strong>in</strong> de begrenz<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> vaak ernstig zieke en pijnvolle lichaamals een hevige teleurstell<strong>in</strong>g, maar na verloop van tijd zijn de meeste mensen met een bde blij dat zezijn teruggekomen. ,,Ze hebben <strong>het</strong> idee gekregen dat ze nog een opdracht te vervullen hebben. <strong>De</strong>z<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g van hun <strong>leven</strong> is hun duidelijk geworden. <strong>De</strong> bde heeft hun <strong>in</strong>zicht gegeven <strong>in</strong> de essen-14


ties van <strong>het</strong> <strong>leven</strong> en de <strong>dood</strong>. Maar <strong>het</strong> kan jaren duren,”aldus Van Lommel, ,,voordat iemand zover is. Vaak wordenmensen met een bde niet geloofd door artsen enfamilieleden en willen de omstanders er ook liever nietsover horen. Bovendien is <strong>het</strong> een haast onuitsprekelijkeervar<strong>in</strong>g, die zó <strong>in</strong>tensief is, dat praten erover nog steedsheftig emotioneert, ook na tw<strong>in</strong>tig jaar nog.”Dat dat <strong>in</strong>derdaad zo is, werd duidelijk toen MachteldBlickman over haar bijna-<strong>dood</strong>-ervar<strong>in</strong>g vertelde. ,,Onzetaal is niet bij machte de <strong>in</strong>tensiteit van de ervar<strong>in</strong>g ookmaar te benaderen,” zei ze met trillende stem. ,,Alles watik zeg moet je verduizendvoudigen.’ThuiskomenHaar relaas: ,,Tijdens mijn bde, buiten mijn lichaam, sloot ik aan op vroegere gevoelservar<strong>in</strong>gen enwerd ik opnieuw verbonden met iets dat groter is den wij. Ik voelde me helemaal vrij en bij totaalbewustzijn. Het overviel mij dat ik sterfelijk was. Ik zag dat mijn ziekte mij openspleet. Ik zag deangst om los te laten wat mij dierbaar was. Alles was mij heel helder. Toen g<strong>in</strong>g ik over <strong>in</strong> gewichtloosheid.Ik had geen lichaam meer, geen bewustzijn van aardse zaken, maar was heel wakker. Ikkreeg een gevoel van heelword<strong>in</strong>g en thuiskomen. Ik raakte <strong>in</strong> een staat van zijn, zo heerlijk en volvervull<strong>in</strong>g. Ik was een met <strong>het</strong> geheel en alles was <strong>in</strong> mij. Ik begreep <strong>in</strong>eens alles - dat we samenmet elkaar verbonden zijn en ieder verantwoordelijk voor een stukje. Ik zag de voorkant van <strong>het</strong>tapijt, met de prachtigste patronen en kleuren waarvan ik altijd alleen de achterkant had gezienmet de loshangende draadjes en onduidelijke structuur. Ik voelde liefde, vrede en harmonie. Ookkreeg ik een terugblik op mijn <strong>leven</strong>, waar ik zelf over oordeelde. Ik zag de pijn die ik anderen hadaangedaan en die mij is aangedaan. Het was zo heerlijk, ik wilde daar blijven. Maar toen sloot mijnlichaam als een gevangenis om mij heen.”Machtelds <strong>leven</strong> kreeg een andere betekenis na deze onuitsprekelijke var<strong>in</strong>g. ,,lk g<strong>in</strong>g mijn <strong>leven</strong>als geschenk zien, als een uitdag<strong>in</strong>g te leren. Niets was meer vanzelfsprekend.” Maar gemakkelijkwas <strong>het</strong> allerm<strong>in</strong>st om na deze ,,reis naar <strong>het</strong> licht” de draad weer op te pakken. ,,lk had <strong>het</strong> gevoeldat ik e<strong>in</strong>dexamen had gedaan en weer naar de eerste klas werd teruggezet. Ik had geen b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gmeer met wie ik geweest was, met de normen en regels waarmee ik vertrouwd was. Het was mijonduidelijk wie ik moest worden. Na acht jaar zwijgen zocht ze, door depressies gedreven, naarhulp. Elisabeth Kübler-Ross heeft haar uite<strong>in</strong>delijk kunnen helpen haar aardse <strong>leven</strong> voort te zetten.,,Dankzij haar ben ik opnieuw thuisgekomen, maar nu <strong>in</strong> mijn eigen lichaam.”15


Verander<strong>in</strong>gMachteld Blickman is fundamenteel veranderd door haar bde. Dat deelt zij met alle anderen diezo’n ervar<strong>in</strong>g hebben gehad. Het <strong>leven</strong> wordt nooit meer zoals <strong>het</strong> geweest is. <strong>De</strong> meeste mensenmet een bde hebben duidelijk <strong>het</strong> gevoel dat zij nog een opdracht te vervullen hebben. Het <strong>leven</strong>krijgt een diepere spirituele betekenis, waarbij men liefde en kennis nastreeft. Vaak ook treedt ereen verwijder<strong>in</strong>g op met echtgeno(o)t(e), familie en vrienden, omdat zij de persoon <strong>in</strong> kwestie nietterugkennen.Voor Machteld liep haar verander<strong>in</strong>g uit op een echtscheid<strong>in</strong>g. ,,Het was niet mogelijk voor mij omte delen wat er <strong>in</strong> mij omg<strong>in</strong>g. Dat werkt vervreemdend, zowel van mijzelf als van mijn omgev<strong>in</strong>g. Ikhad ook duidelijk <strong>het</strong> gevoel dat mijn teruggekregen <strong>leven</strong> een opdracht was, dat ik iets moest doenmet vrede en met k<strong>in</strong>deren. Ik ben een heel andere moeder geworden voor mijn drie k<strong>in</strong>deren.’Trouw, datum onbekend4.1.4. Doodgaan is bikkelhard vechten,een humanistische visieZeventien maanden lang volgde journaliste Yoeke Nagel samen met fotograaf Michiel Wijnbergh <strong>het</strong>ziekte- en sterfproces van Anneke de Jong. Dat leverde een aangrijpend en rauw relaas op, waar<strong>in</strong>je de <strong>dood</strong> recht <strong>in</strong> <strong>het</strong> gezicht kijkt. Je ziet Anneke marchanderen met de <strong>dood</strong>, ermee flirten, hemontkennen, ernaar verlangen, hem weer wegduwen. Om er zich uite<strong>in</strong>delijk aan over te geven.Yoeke Nagel ontmoette de toen 41-jarige Anneke de Jong op <strong>het</strong> verjaardagsfeest van een wederzijdsevriend. Daar hoorde ze haar vertellen dat ze haar k<strong>in</strong>deren naar een pleeggez<strong>in</strong> had gebracht,want <strong>het</strong> g<strong>in</strong>g echt niet meer. <strong>De</strong> kanker was over haar hele lijf uitgezaaid, ze zou nog maar korte tijdte <strong>leven</strong> hebben. Ze wilde op tijd geregeld hebben dat haar k<strong>in</strong>deren ergens verder konden <strong>leven</strong>,zodat met haar <strong>dood</strong> voor hen niet alles tegelijkzou veranderen. Dat <strong>in</strong>trigeerde Yoeke. Ze trok destoute schoenen aan en belde haar om te vragen‘hoe <strong>het</strong> is om <strong>dood</strong> te gaan’Yoeke Nagel: ‘Anneke moest lachen toen ik haardat zo recht op de man af vroeg. Ze was nietiemand die zich stilletjes achter beleefdheidsnormenverschool. Zeker nu ze nog maar zo kortte <strong>leven</strong> had, vond ze dat verspilde tijd. Ze zei:‘Kom maar eens langs’. Dat leidde tot een langen openhartig gesprek aan haar bed, waaruit <strong>het</strong>idee voor <strong>het</strong> boek ontstond.Anneke wist veel over de <strong>dood</strong>, maar vooral <strong>in</strong>theoretische en filosofische z<strong>in</strong>. Maar over haar<strong>dood</strong>gaan <strong>in</strong> de praktijk, wist ze niets. <strong>De</strong> lichamelijkeaftakel<strong>in</strong>g en pijn, de toenemende afhankelijkheid,<strong>het</strong> voortdurende loslaten en afscheidnemen, de worstel<strong>in</strong>g om met jezelf <strong>in</strong> <strong>het</strong> re<strong>in</strong>ete komen, de gedachten die maar niet stoppen.Dat alles kostte haar meer moeite dan ze ooithad gedacht. Ze had nogal romantische ideeënover <strong>dood</strong>gaan, was bijvoorbeeld helemaal nietvoorbereid op de pijn. Ook merkte ze dat ze haargrenzen steeds opschoof. Eerst dacht ze: als ik niet meer naar de kroeg kan of geen sociale contactenmeer heb, dan hoeft <strong>het</strong> voor mij niet meer. Later: als ik geen seks meer kan hebben of niet meer kaneten, houdt <strong>het</strong> echt op. Ze wilde aanvankelijk geen chemotherapie, geen pijnstillers, maar heeft <strong>het</strong>allemaal gehad. Zo gaat <strong>het</strong> dus. Je verschuift je grenzen steeds meer. Dat verbaasde haar zelf ook.<strong>De</strong> <strong>dood</strong> is geen langzaam afglijden maar gaat met veel strijd gepaard, dat is wat Yoeke heeftgezien. <strong>De</strong> <strong>dood</strong> is <strong>in</strong> stijl met <strong>het</strong> <strong>leven</strong> dat iemand geleefd heeft, denk ik nu. Mijn grootvader, diewas oud en bescheiden; hij g<strong>in</strong>g rustig heen, zoals dat heet. Maar Anneke g<strong>in</strong>g schreeuwend en gil-16


lend ten onder. <strong>De</strong> andere kant van <strong>het</strong> verhaal is dat Anneke veel nieuwe <strong>in</strong>zichten kreeg. Ze bleefnadenken, groeien en ontdekken. <strong>De</strong> buitenkant takelde af, maar van b<strong>in</strong>nen werd ze rijker.‘Na deze ervar<strong>in</strong>gen ben ik anders gaan denken over de <strong>dood</strong>’, zegt Yoeke. <strong>De</strong> <strong>dood</strong> maakt nu veelmeer deel uit van mijn <strong>leven</strong>. Ik ben er m<strong>in</strong>der bang voor. Vroeger wilde ik niet nadenken over devraag of ik gecremeerd of begraven wilde worden. Alleen al <strong>het</strong> idee: vlammen of wormen aan mijnlijf, brrr jakkes! Maar nu weet ik zo duidelijk: ik woon er niet meer. Als je <strong>dood</strong>gaat, trek je uit je lijf.Ik durf nu ook naar een <strong>dood</strong> vogeltje te kijken of vissen schoon te maken. Dat durfde ik voorheenniet; iets dat <strong>dood</strong> is, vond ik vies, eng. Dat doe je weg. Dat komt ook, omdat onze maatschappij de<strong>dood</strong> ver weg gestopt heeft. Je kunt er niet mee oefenen of aan wennen. Hierdoor is de <strong>dood</strong> de groteonbekende geworden. En niets is zo eng als dat wat je niet kent. We hebben geen beelden meer overde <strong>dood</strong>, vullen die <strong>in</strong> met angsten of wenden ons hoofd af.’Ik hoop dat we <strong>in</strong> de toekomst ons meer met de <strong>dood</strong> gaan bezighouden. Niet als een ziekelijkgluren, maar om de <strong>dood</strong> weer terug te halen <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong>. Want we hebben <strong>het</strong> <strong>leven</strong> veel te kl<strong>in</strong>ischgemaakt. Het moest allemaal zo schoon, maar <strong>het</strong> <strong>leven</strong> is niet schoon en de <strong>dood</strong> ook niet.Doodgaan is prullen, janken, worstelen, krabben, bijten.Het gaat nu veel meer om <strong>het</strong> terugnemen van de <strong>dood</strong>. Zeker nu we af zijn van de dogma’s van dekerk, blijft er niets over dan de rauwe <strong>dood</strong>. Punt uit. Dat is natuurlijk schrikken, want <strong>het</strong> houdt nietalleen een keer op, er is ook nog eens geen hemel. Oh help! Daarom ook hebben we de <strong>dood</strong> <strong>in</strong> deijskast gezet. Het is nu tijd om hem er uit te halen en laten zien hoe hij werkelijk is. Dat moet je nietop een sensationele manier doen, want dat vergroot de angst alleen maar. Maar ga er <strong>in</strong>teger meeom, dan wordt de <strong>dood</strong> weer een natuurlijk onderdeel van <strong>het</strong> <strong>leven</strong>’.(Een <strong>in</strong>terview met Yoeke Nagel uit ‘<strong>De</strong> Humanist’, maart 1998)Verdiep<strong>in</strong>gsstofEnkele stukken uit ‘Grondslagen van humanisme’ van J. van Praag<strong>De</strong> mens zal altijd voorbereid moeten zijn op <strong>het</strong> leed, omdat <strong>het</strong> bij <strong>het</strong> <strong>leven</strong> hoort. Zelfs als menzou menen dat <strong>in</strong> een toekomstige samenlev<strong>in</strong>g meer saamhorigheid en vrede zouden heersen, endat hygiëne en techniek ziekte en natuurkrachten meer en meer zouden beheersen, dan nog zou <strong>het</strong>onvoorziene steeds weer nieuw leed kunnen veroorzaken en hen die ons na staan bedreigen.Het leed is zozeer een bestanddeel van <strong>het</strong> <strong>leven</strong>, dat <strong>het</strong> iedereen ten deel kan vallen. Het is juistverbijsterend dat niemand loon naar werken krijgt. Het leed schijnt de mensen willekeurig te overvallen.Het lijden loutert, zegt men, maar men kan niet volhouden dat juist zij door <strong>het</strong> leed getroffenworden, die deze louter<strong>in</strong>g <strong>het</strong> meest behoeven. Louteren doet alleen <strong>het</strong> leed, dat <strong>in</strong>nerlijk verwerktkan worden en <strong>in</strong>gepast <strong>in</strong> de totaliteit van <strong>het</strong> bestaan. Leed is een aanman<strong>in</strong>g om schroomvalligmet elkaar om te gaan, om de maatschappelijke oorzaken van leed weg te nemen, om <strong>het</strong> lijden en<strong>het</strong> bestaan voor elkaar te veraangenamen. Misschien is de enige z<strong>in</strong> van <strong>het</strong> leed, dat <strong>het</strong> ons <strong>het</strong><strong>leven</strong> doet zien <strong>in</strong> een nieuwe kwaliteit; dat wij de vreugde leren verstaan en eigenlijk pas lerenwaarderen tegen de achtergrond van <strong>het</strong> leed, zoals <strong>het</strong> <strong>leven</strong> zelf niet werkelijk ervaren kan wordenzonder de achtergrond van de <strong>dood</strong>. Zo scheppen <strong>leven</strong> en <strong>dood</strong>, vreugde en leed, pas <strong>in</strong> hun samenhangde werkelijkheid van <strong>het</strong> bestaan. Zonder dat zou <strong>het</strong> ons als onwezenlijk voor komen.Zo kan de <strong>dood</strong> de vervull<strong>in</strong>g zijn van <strong>het</strong> <strong>leven</strong>, als alle vermogens tot ontplooi<strong>in</strong>g gekomen zijnen <strong>leven</strong>s eb <strong>in</strong>treedt. Daarom is juist de <strong>dood</strong> van zovele jonge mensen- door geweld, ziekte, ongelukken-zo onverdraaglijk. Maar erkend moet worden dat <strong>het</strong> bestaan ten alle tijde een <strong>leven</strong> naarde eigen <strong>dood</strong> toe is, waaraan elk bestaan op ieder moment onderworpen is. Alleen als een menshiervan doordrongen is, kan hij <strong>het</strong> be<strong>leven</strong> <strong>in</strong> zijn unieke onherhaalbaarheid.<strong>De</strong> z<strong>in</strong> van de <strong>dood</strong> ligt <strong>in</strong> de e<strong>in</strong>digheid van <strong>het</strong> <strong>leven</strong> met zijn onvermijdelijke leed, zijn onwaardeerbarevreugden en zijn onherhaalbare ontplooi<strong>in</strong>g. In die ontplooi<strong>in</strong>g ervaar je de betrokkenheidop wat je zelf overstijgt: gez<strong>in</strong>, vriendenkr<strong>in</strong>g, werk en cultuur, waar<strong>in</strong> een duurzame vorm van <strong>leven</strong>zich kenbaar maakt. En daar<strong>in</strong> zit een stuk z<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g, zelfbestemm<strong>in</strong>g over de grens van je eigen<strong>leven</strong> heen die mensen met de e<strong>in</strong>digheid kan verzoenen. Hier<strong>in</strong> dr<strong>in</strong>gt <strong>het</strong> besef op uniek te zijn enniet voor niets geleefd te hebben.Zonder de <strong>dood</strong> zou <strong>het</strong> <strong>leven</strong> van de mens geen menselijk <strong>leven</strong> meer zijn. In feite is de <strong>dood</strong> dealtijd aanwezige mogelijkheid , die de mens terugwerpt op <strong>het</strong> ene onherhaalbare nu, dat tusseneen voorbij verleden en een onzekere toekomst <strong>het</strong> enige moment <strong>in</strong> tijd en ruimte is, waarover de17


mens beschikt voor de verwerkelijk<strong>in</strong>g van zijn menselijkheid. Het weten van de <strong>dood</strong> verleent <strong>het</strong><strong>leven</strong> juist zijn volle <strong>in</strong>tensiteit, omdat <strong>het</strong> geleefd wordt <strong>in</strong> <strong>het</strong> besef van zijn tijdelijkheid. Als <strong>het</strong><strong>in</strong> dit besef geleefd wordt, kan <strong>het</strong> de mens verzoenen met zijn eigen <strong>dood</strong> als voltooi<strong>in</strong>g van zijnbestaan.4.2. Omgaan met <strong>dood</strong> en sterven, stervenden4.2.1. Suzi’s storyEen aantal jaren geleden werd een documentaire met deze titel uitgezonden. Het is <strong>het</strong> verhaal vaneen jonge Amerikaanse vrouw, danseres, die trouwt met een Australische manager. Ze heeft vierjaar een relatie met hem en als ze zwanger is gaan ze trouwen. Meteen daarna hoort ze dat ze aidsheeft en dat <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d dat ze ter wereld brengt eveneens de gevreesde ziekte heeft. In de documentairezien we haar strijd tegen de ziekte, de reacties van de familie en anderen en de gesprekkentussen de hoofdpersonen. Uite<strong>in</strong>delijk bezwijkt Suzi aan de ziekte. Haar zoon Troy wordt door steedsnieuwe bloedtransfusies <strong>in</strong> <strong>leven</strong> gehouden.Opdracht 8Kijk naar de verschillende personen <strong>in</strong> de documentaire en noteer de verschillende manierenwaarop de mensen met de komende <strong>dood</strong> van Suzi omgaan. Noteer ook je eigen reacties op de verschillendehoud<strong>in</strong>gen.4.2.2. Youp van ‘t Hek en <strong>het</strong> stervenBeg<strong>in</strong> 2000 voerde Youp van ‘t Hek een gesprek met een vrouw, die ten dode opgeschreven was. Hetgesprek werd opgenomen en uitgezonden. Het is een <strong>in</strong>drukwekkend document geworden, zeggenvelen. Niets wordt uit de weg gegaan. Beiden spreken open over <strong>dood</strong> en sterven, zonder valse sentimentaliteit.Opdracht 9Maak aanteken<strong>in</strong>gen over de opvatt<strong>in</strong>gen ten aanzien van <strong>dood</strong> en <strong>leven</strong>, zoals die <strong>in</strong> dit gespreknaar voren komen. Noteer eveneens je vragen, als <strong>het</strong> gesprek daar aanleid<strong>in</strong>g toe geeft. Je zou ooknaar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> gesprek enkele stell<strong>in</strong>gen kunnen bedenken waaraan <strong>in</strong> <strong>het</strong> gesprek als<strong>het</strong> ware vastgehouden wordt.18


4.3. Waardig afscheid nemen4.3.1 Afscheid nemen <strong>in</strong> multicultureel NederlandNa de tweede wereldoorlog hebben zich vele niet-westerse mensen <strong>in</strong> Nederland gevestigd:Indonesiërs, Molukkers, Ch<strong>in</strong>ezen, Sur<strong>in</strong>amers, Turken, Marokkanen, Ghanezen, H<strong>in</strong>doestanen,enzovoort. Alle groepen hebben hun eigen culturele uit<strong>in</strong>gen, die we ook terug zien komen <strong>in</strong> hunbegrafenisrituelen.Tussen 1990 en 1998 heeft de Rotterdamse fotografe Marrie Bot toestemm<strong>in</strong>g gevraagd en gekregenom <strong>het</strong> afscheidsritueel van de diverse bevolk<strong>in</strong>gsgroepen op foto vast te leggen. Ze las erover enliet zich <strong>het</strong> verhaal door de mensen zelf vertellen. Dat werk van jaren resulteerde <strong>in</strong> een boek van280 pag<strong>in</strong>a’s, waar<strong>in</strong> ze verslag doet van de rouw- en uitvaartrituelen <strong>in</strong> multicultureel Nederland.<strong>De</strong> titel is ‘een laatste groet’. Goede <strong>in</strong>formatieve teksten en honderden foto’s maken duidelijk hoegroot de verscheidenheid is als <strong>het</strong> gaat om afscheid nemen.Een voorbeeld geven we uit <strong>het</strong> h<strong>in</strong>doeïsme:<strong>De</strong> stervende wordt voortdurend door de familie omr<strong>in</strong>gd. Men geeft hem water te dr<strong>in</strong>ken afkomstiguit de Ganges, de rivier die een symbool is van de verbondenheidmet <strong>het</strong> Brahman, <strong>in</strong> <strong>het</strong> water heeft men fijngesnipperde blaadjesvan de toelsi (een geurig plantje) gedaan. Toelsi is ook één vande vele goden en god<strong>in</strong>nengestalten uit de h<strong>in</strong>doemythologie.Een aanwezige pandit kan Brahman vragen om barmhartigheiden genade voor de stervende en diens karma.<strong>De</strong> dode wordt door de familie aangekleed en keurig opgemaakt,want men moet een goed beeld ter her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g kunnen meedragen.Na <strong>het</strong> sterven houdt men zich aan strenge rouwvoorschriftenen naast zwart (van christenen overgenomen) is ook wit eenkleur van rouw. Er komen heel veel mensen op rouwbezoek. Aan<strong>het</strong> hoofde<strong>in</strong>de van de kist staat een schaaltje van rood aardewerk,waar<strong>in</strong> een pitje brandt. Het zal de ziel van de overledenebeschijnen en beschermen tegen kwade geesten. Er is een panditaanwezig die de mensen bezoekt en mantra’s citeert (korte verzenuit de heilige boeken)Soms z<strong>in</strong>gt men <strong>het</strong> volgende gebed: “Heer, Krisna, sta ons bij.Verlos ons van verdriet en leed. Want u bent degene die <strong>het</strong> verdrieten <strong>het</strong> leed van de mens begrijpt. Als <strong>het</strong> overal donker is, bent u degene die ons naar <strong>het</strong> lichtvoert”.<strong>De</strong> crematieEen mannelijk familielid wordt aangesteld als hoofdrouwende of offeraar. Hij heeft de leid<strong>in</strong>g (bijgestaandoor de pandit) bij alle rituelen. Hij moet helemaal re<strong>in</strong> zijn omdat de rituelen anders niet<strong>het</strong> gewenste resultaat zullen bereiken bij de overledene. Als teken van re<strong>in</strong>heid wordt zijn hoofdhaarafgeschoren. <strong>De</strong> dode wordt gecremeerd. Het verbranden <strong>in</strong> <strong>het</strong> vuur is de snelste en zuiverstemanier om <strong>het</strong> lichaam terug te geven aan de kosmos. <strong>De</strong> pandit verricht bij de crematie allerleirituele handel<strong>in</strong>gen volgens een vaststaande rite. Het lichaam van de offeraar wordt besprenkeldmet water: bron van <strong>leven</strong> en zuiverheid. <strong>De</strong> offeraar biedt zich via een gebed officieel aan aan deoverledene en de goden. Er worden offers gebracht van vijf P<strong>in</strong>da’s (eivormige ballen van rijstmeel,boter, melk, suiker, hon<strong>in</strong>g en sesamzaad), Ze hebben alle een eigen symbolische betekenis bedoeldom de gang van de overledenen naar <strong>het</strong> crematorium te beschermen. Er is ook een vuuroffer om degunst af te smeken van beschermgoden tijdens de crematie (<strong>in</strong> een speciale vierkante metalen bak).<strong>De</strong> offeraar legt kle<strong>in</strong>e stukjes toelsiblad op de lippen van de dode, zodat de geest van de dode <strong>in</strong><strong>het</strong> lichaam blijft tot tijdens de crematie. <strong>De</strong> dode wordt nog gezegend met <strong>het</strong> licht, met <strong>het</strong> lichtjedat <strong>in</strong> de rode aardewerkschaal brandt. Onder <strong>het</strong> z<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> Krisnalied wordt de dode weggedragen.Op weg naar en <strong>in</strong> <strong>het</strong> crematorium worden door de offeraar nog meer rituele handel<strong>in</strong>gen verricht.In <strong>het</strong> crematorium loopt iedereen langs de open kist ten afscheid en <strong>het</strong> lichaam wordt bestrooid19


met bloemblaadjes en met rozenwater besprenkeld. Men brengt een laatste groet: OM Shaanti,shaanti, shaanti”. Men laat de tranen de vrije loop, jammert en schaamt zich er niet voor veel verdriette tonen als de kist bedekt met bloemblaadjes daalt. <strong>De</strong> familie moet zelf de verbrand<strong>in</strong>g van<strong>het</strong> dode lichaam <strong>in</strong> gang zetten. Op de borst van de dode plaats men <strong>het</strong> aardewerkschaaltje metde brandende lont. Zo zet men <strong>het</strong> lichaam op symbolische wijze <strong>in</strong> vlam. <strong>De</strong> rouwtijd duurt over <strong>het</strong>algemeen tot 13 dagen na de crematie. Tijdens deze periode worden er offerrituelen gehouden voorde overledenen zodat de geest gerust afscheid kan nemen. <strong>De</strong>ze rituelen bestaan uit vaste gebruikenen teksten, ze zijn bedoeld als afscheid, er worden geschenken gegeven en veel gebruiken zijnook bedoeld als re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsritueel.Opdracht 10a. Kies een van de groepen uit <strong>het</strong> boek van Marrie Bot en maak een verslag van de gebruiken diedeze groep hanteert bij <strong>het</strong> afscheid nemen.b. Geef zoveel mogelijk aan, wat de culturele of religieuze achtergrond van de verschillende rituelenis.c. Probeer je <strong>in</strong> te <strong>leven</strong> <strong>in</strong> hun manier van denken en doen. Geef vervolgens aan, wat jij waardevolleelementen <strong>in</strong> hun manier van afscheid nemen v<strong>in</strong>dt. Geef aan waarom. Noteer ook diezaken waarmee jij ondanks alle respect voor hun manier van afscheidnemen toch moeite hebt.4.3.2 Het katholieke ritueelEen <strong>leven</strong>sbeschouw<strong>in</strong>g die heel wat werk heeft gemaakt van <strong>het</strong> afscheidnemen is <strong>het</strong> roomskatholiekegeloof. Meer dan de protestantse zusterkerken heeft de katholieke kerk een stevig ritueelontwikkeld om de gang van <strong>het</strong> laatste afscheid dragelijker te maken. Het ziet er met alle verscheidenheiddie ook daar aanwezig is, ongeveer zo uit:a. Mensen kunnen thuis sterven - als er de mogelijkheid is- en afscheidnemen temidden van hun familieleden. Zo kan de kilte van <strong>het</strong> ziekenhuisontlopen worden.b. Als de <strong>dood</strong> nadert, kan de stervende met zijn familie <strong>het</strong> sacramentder stervenden ontvangen. Te midden van zijn familieleden wordenvoorhoofd, handen en voeten gezalfd, samen bidt men en vraagtmen om kracht voor de zieke en de komende nabestaanden omsamen deze moeilijke tijd door te kunnen maken. In bepaalde katholiekegebieden heet <strong>het</strong>: ”Mijn oma is gisteren bediend.”c. <strong>De</strong> gestorven mens kan <strong>in</strong> bepaalde omstandigheden thuis opgebaardworden <strong>in</strong>, naast of boven <strong>het</strong> bed, waar<strong>in</strong> hij of zij geleefd,gelachen, gevreeën, k<strong>in</strong>deren gekregen en gehuild heeft.d. Als de dode thuis is opgebaard kan er een dodenwake gehoudenworden. Wie behoefte heeft om afscheid te nemen kan dat doen.Door op deze manier geconfronteerd te worden met de dode begrijpenmensen vaak beter dat <strong>het</strong> nu echt afgelopen is. Vaak is dat ietswat men heel moeilijk kan geloven.e. Als de dode elders opgebaard staat - <strong>in</strong> een mortuarium bijvoorbeeld- zijn er meestal bepaalde bezoektijden, tijdens welke men afscheidkan nemen. Sommige mensen weigeren stelselmatig afscheid tegaan nemen van een dode, omdat ze er niet tegen kunnen een opgebaardlijk te zien. Anderen weigeren op deze manier afscheid tenemen, omdat ze <strong>het</strong> beeld van de mens, toen hij of zij nog <strong>in</strong> <strong>leven</strong>was, niet willen laten bederven door <strong>het</strong> beeld van de mens, nu hijof zij <strong>dood</strong> is.f. In katholieke kr<strong>in</strong>gen is <strong>het</strong> vaak gebruikelijk <strong>in</strong> de kerk nog eenavondwake te houden, een gebedsdienst om samen de dode tegedenken en om kracht te bidden voor de komende moeilijke tijden.g. Enkele dagen na <strong>het</strong> overlijden wordt de dode gecremeerd of ter aarde besteld. Dat is sterk afhankelijkvan de eigen <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. Sommigen kunnen de gedachte te zullen verteren <strong>in</strong> de aarde nietverdragen en zien <strong>in</strong> crematie een zuiverder vorm van verdwijnen van <strong>het</strong> lijk. Voor anderen is20


de gedachte, dat je aan de aarde wordt toevertrouwd, waaruit je voortgekomen bent, een prettige.Bovendien heb je als nabestaande ook een plek waar je naar toe kunt gaan om je geliefdete gedenken en dat is m<strong>in</strong>der goed mogelijk <strong>in</strong> <strong>het</strong> geval van cremeren. <strong>De</strong> urn wordt een tijdbewaard en als er geen andere voorzien<strong>in</strong>gen worden getroffen, wordt de as verstrooid over <strong>het</strong>strooiveld bij <strong>het</strong> crematorium.h. Na de uitvaart - tenzij die <strong>in</strong> besloten kr<strong>in</strong>g heeft plaatsgevonden- is er de mogelijkheid de nabestaandente condoleren en vooral <strong>in</strong> Brabantse katholieke kr<strong>in</strong>gen is <strong>het</strong> regel dat aan genodigdefamilieleden en vrienden een koffietafel wordt aangeboden om zo samen langzaam de overstapnaar <strong>het</strong> dagelijkse <strong>leven</strong> te maken.i. Gedurende een hele tijd wordt er <strong>in</strong> bepaalde diensten aandacht besteed aan de overledene, omhaar te gedenken, te bidden voor haar zielerust en als nabestaanden te laten zien dat je haar nietvergeten bent. Zoiets heet een ”mis ter <strong>in</strong>tentie van...”j. In de katholieke kalender is er een dag <strong>in</strong> <strong>het</strong> jaar waarop de doden van de gemeenschap extrabedacht worden. Op 2 november, Allerzielen, gedenkt de gemeenschap alle leden die <strong>het</strong> afgelopenjaar <strong>in</strong> haar midden gestorven zijn. <strong>De</strong> namen van de gestorvenen worden vaak hardopvoorgelezen en <strong>in</strong> een bidprentje uitgedeeld. Mensen bezoeken <strong>het</strong> kerkhof, zetten bloemen, m.n.witte chrysanten, bij de grafsteen, maken die schoon, alles om te laten merken dat ze de dode nietvergeten zijn.Opdracht 11Hierboven kwamen de volgende keuzes aan bod <strong>in</strong> verband met <strong>dood</strong> en sterven:- thuis sterven- sacrament der stervenden- thuis opbaren- avondwake- cremeren of op kerkhof begraven- kist laten zakken of <strong>in</strong> crematorium de kist zien verdwijnen- uitvaartdienst- condoleancemogelijkheid- maaltijd na de plechtigheid- dode gedurende bepaalde tijd <strong>in</strong> de gemeenschap gedenken- AllerzielenWelke daarvan spreken je totaal niet aan? Waarom?Welke v<strong>in</strong>d je z<strong>in</strong>vol?Wat zou volgens jou bij een dodenafscheid beslist niet mogenontbreken?Welke -evt andere - rituelen rondom de <strong>dood</strong> heb jij <strong>in</strong> je <strong>leven</strong>al eens meegemaakt? Hoe kwamen die bij je over?4.3.3. Nieuw vraag naar oude rituelenGeen officiële kerkdienst maar wel een <strong>in</strong>tens religieus gebeuren”, zei de begrafenisondernemer nade uitvaartdienst van Danja Macaré, die <strong>in</strong> 1991 op 23-jarige leeftijd aan aids overleed.Een half jaar daarvoor had zij nog met kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Beatrix gesproken, die bij de heropen<strong>in</strong>g van degerestaureerde Mozes en Aäronkerk was. Om de kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> bloemen aan te bieden had Danja enkeleuren de aidsafdel<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> AMC kunnen verlaten. In dezelfde kerk werd een half jaar later haaruitvaart gehouden.Jan Ruijter, coörd<strong>in</strong>ator van <strong>het</strong> Mozeshuis <strong>in</strong> Amsterdam, waar de Taakgroep aids van deAmsterdamse Raad van Kerken gehuisvest is, leidde haar uitvaartdienst: ,,Ze overleed thuis, <strong>in</strong>haar eigen kamer en werd door haar moeder verzorgd. Poppen van vroeger, foto’s, de dwarsfluit,haar lievel<strong>in</strong>gskled<strong>in</strong>gstukken, <strong>het</strong> werd op de bank en haar tafel gedrapeerd. Die kwamen ook <strong>in</strong>de kerk tijdens haar dienst. Danja was veilig, zei ik tijdens de vier<strong>in</strong>g, waar ook haar moeder engrootmoeder spraken, haar lichaam lag tussen ons als <strong>in</strong> een huiskamer, prenten, k<strong>in</strong>derfoto’s, eenhalf afgebreide trui als symbool van haar onvoltooide <strong>leven</strong>.”21


Zoals rituelen of riten uit de cultuur verdwenen zijn, zo is volgens pater van Kilsdonk ook <strong>het</strong> begripverdwenen van wat riten zijn. ,,Mensen denken nogal eens dat wanneer je je elke dag op <strong>het</strong>zelfdetijdstip op dezelfde manier scheert, je dan te maken hebt met een rite. Onz<strong>in</strong>. Een zich herhalendehandel<strong>in</strong>g is niet gelijk aan een rite, of ritueel. Dat ik mij scheer, heeft geen betekenis, geen voltage.Het is louter een technische, liefst zo praktisch mogelijke handel<strong>in</strong>g. Een kle<strong>in</strong>e vorm van arbeidvoor <strong>het</strong> werk.”Een ritueel is meer een gebaar van <strong>het</strong> lichaam, een uit<strong>in</strong>gdie niet <strong>in</strong> de sfeer ligt van de arbeid, maar van <strong>het</strong> spel,een ernstig spel. Ernstig is niet per se zwaarmoedig, wel<strong>in</strong>houdrijk. Het is een gebaar dat niets anders heeft dantekenkracht. Arbeid maakt de handen productief, maar <strong>in</strong>de rite zijn ze juichend naar boven geheven, of uit verdrietmachteloos en eerbiedig voor de borst gehouden. Of, zoalsVan Kilsdonk <strong>het</strong> formuleert: ,,<strong>De</strong> rite is een spelen van <strong>het</strong>lichaam met de elementen: met zuster water, broeder vuur,zuster olie. En met de kaars. <strong>De</strong> kaars is een van de subliemevondsten van de Westerse beschav<strong>in</strong>g. <strong>De</strong> kaars is <strong>het</strong>geheim. Een geheim dat je niet hoeft te duiden. Een kle<strong>in</strong>evlam die een kathedraal verlicht. Het ontsteken van eenkaars is bescheiden ritueel. Niet wij spreken over de kaars;de kaars spreekt, stil.”Rite is behalve tegen arbeid ook af te grenzen tegen taal,juister gezegd, tegen de welsprekende, redenerende taal.Rite is een taal aan woorden voorbij. ,,Bij een uitvaart v<strong>in</strong>dtvaak een toespraak plaats, een biografische toespraakwaar<strong>in</strong> de grootheid en de grenzen van deze gestorveneworden getekend. Toch ben je snel uitgesproken - al doe jeer een half uur over. <strong>De</strong> <strong>dood</strong> is een en al geheim. Daar e<strong>in</strong>digt <strong>het</strong> spreken, er treedt een stilte opzonder een gebed en de priester <strong>in</strong> oude tijden buigt, acht maal.”Een verpleegster uit <strong>het</strong> AMC vertelde dat aidspatiënten steeds vaker thuis blijven, wanneer <strong>het</strong>sterven dichterbij komt. Professionele ondersteun<strong>in</strong>g, die tegenwoordig makkelijker te verkrijgen isdan vroeger, maakt dat mogelijk. Aids blijkt een <strong>in</strong>haalprocedure te forceren rond taboes van onzetijd: <strong>leven</strong>sbegeleid<strong>in</strong>g van zwaar zieken, die vaak een louter<strong>in</strong>g doormaken en allerlei verbrokencontacten uit <strong>het</strong> verleden herstellen, stervensbegeleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong>clusief mogelijke suïcide, euthanasieen rouwverwerk<strong>in</strong>g. Over de begeleid<strong>in</strong>g van vrienden en familie bij de <strong>dood</strong> van een vriend, vriend<strong>in</strong>zei Jan Ruyter eens: ,,Wat is er beter dan dat de hand die je bij <strong>het</strong> heengaan vasthoudt, je heeftgestreeld en verschoond? En wet is er beter dan dat de mond die de laatste afscheidswoorden tot jespreekt, je heeft gekust?”Een verklar<strong>in</strong>g waarom juist mensen met aids oude, soms versleten rituelen opnieuw betekenisgeven of op een creatieve manier vervangen door alternatieve vormen van afscheid nemen, ziet JanRuijter <strong>in</strong> <strong>het</strong> feit dat de aids-epidemie vooral één groep treft: de homofiele man. Bij iedere uitvaartvan een aidspatiënt zijn er lotgenoten die beseffen dat zij wellicht de volgende zijn, waardoor debetrokkenheid bij <strong>het</strong> afscheidsritueel uiteraard groot is.B<strong>in</strong>nen de gay-community, die volgens Van Kilsdonk sterker is dan de vrijmetselarij of een religieuzeorde, wordt een morele verantwoordelijkheld voor elkaar gevoeld. Dat leidde behalve tot buddy-zorg(buddy betekent maat, kameraad) tot hele netwerken van vrienden en vriend<strong>in</strong>nen die samen metde vaak nog <strong>leven</strong>de ouders een hecht gezelschap vormen. Niet alleen voor <strong>het</strong> sterven, gedurende<strong>het</strong> sterven, maar ook na <strong>het</strong> sterven willen zij blijk geven van hun betrokkenheid. ,,Riten mogen nietbedacht zijn, niet abstract”, meent pater van Kilsdonk. ,,Ze zijn zo elementair dat je eigenlijk maarwe<strong>in</strong>ig patronen hebt. Als iemand aan mij vraagt: ‘Kent u nieuwe riten?’ vraag ik terug: ‘Kent u eennieuwe vorm van kussen?’ Ons lichaam is e<strong>in</strong>deloos soepel, maar vastgelegd <strong>in</strong> een structuur. Zo is<strong>het</strong> met riten ook. Daarmee bedoel ik niet dat er geen nieuwe rituelen kunnen ontstaan, maar weldat een rite niet orig<strong>in</strong>eel is.”In de katholieke kerk bestaat de traditie van <strong>het</strong> zalven. Om gesterkt te worden en om de zon-22


den te vergeven. Veel pastores, ook Van Kilsdonk, duiden de zalv<strong>in</strong>g echter als een vorm vandanken. Alleen als de stervende vraagt om de sacramentele zalv<strong>in</strong>g dient Van Kilsdonk die toe.,,Merkwaardigerwijze zijn er de laatste tijd weer aidspatiënten die mij vragen om de laatste zalv<strong>in</strong>g.Dat jonge mensen mij vragen om <strong>het</strong> Heilig Oliesel had ik tien jaar geleden voor onmogelijkgehouden. Je zalft <strong>het</strong> voorhoofd, de oogleden, als dank voor de ogen die zoveel gezien hebben, deneusvleugels, voor <strong>het</strong> vele dat de neus heeft mogen ruiken, de handpalmen en voetzolen. Laatstdeed een jongen zijn pyjamajasje open en vroeg ‘Wilt u ook mijn hart zalven, mijn borst?’ ”Niet alleen bij mensen die van huis uit kerkelijk zijn, valt een herwaarder<strong>in</strong>g van de oude rituelente constateren; <strong>het</strong> komt <strong>in</strong> de Mozes en Aäronkerk vaker voor dat aids-patienten van huis uitniet gelovig zijn dan wel. Hoewel Jan Ruijter niet geregeld wijwater sprenkelt, of wierook zwaait,gebeurde dit wel tijdens een vier<strong>in</strong>g waarbij de overledene te kennen had gegeven zoveel mogelijkmet oude gebruiken begraven te willen worden. In de dienst werd door een koor gregoriaans gezongen,een deel uit een requiem. En er was water, wijwater. ,,lk had van <strong>het</strong> Begijnhof een wierookvaten een wijwatervat geleend, heb eerbiedig met <strong>het</strong> water de kist besprenkeld. Daarna hield ik dewijkwast vragend <strong>in</strong> mijn hand en keek naar de voorste rij: moeder, vriend, broer? Zij begrepen <strong>het</strong>gebaar onmiddellijk, kwamen naar voren en besprenkelden de baar. Met de wierook gebeurde datop dezelfde manier. Op zo’n moment wordt een oud ritueel, <strong>het</strong> water en de wierook, eeuwenlangvoorbehouden aan de clerus, op een nieuwe manier geladen.”Behalve de herlev<strong>in</strong>g van oude gebruiken ontstaan er ook totaal nieuwe vormen van afscheidnemen.Willem Boode, die aids had <strong>in</strong> de term<strong>in</strong>ale fase, wilde zijn uitvaart niet aan zijn ouders overlaten;hij was van huis uit katholiek, maar wenste <strong>in</strong> geen geval via de kerk begraven te worden: ,,Mijn<strong>leven</strong> is van mij, maar mijn <strong>dood</strong> net zo goed.” Zijn as moest <strong>in</strong> een columbarium worden bewaard.<strong>De</strong> urn wilde hij laten bedekken met kle<strong>in</strong> spiegels, zodat degenen die hem gedenken zich spiegelen<strong>in</strong> zijn schamele resten. Het ontwerp is een tw<strong>in</strong>tigste-eeuws ‘memento mori`. Een aantal wekengeleden was Jan Ruijter aanwezig bij zijn rouwdienst. ,,Het was precies zoals Willem Boode verteldhad. Hij lag <strong>in</strong> een witte kist. Een zwarte roos lag op de kist. Een zee van witte, alleen witte bloemen,lag eromheen. Willem was te beluisteren via een bandje. <strong>De</strong> spiegels voor de urn en nis stondenrondom de kist. Het is <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gend om te zien hoe iemand zo met zijn eigen <strong>dood</strong> bezig is, en <strong>het</strong> daardoorbeter heeft kunnen verdragen dat hij op zo’n jonge leeftijd stierf.”Rituelen worden collectief beleefd. Zowel pater Van Kilsdonk als Jan Ruijter spreekt over <strong>het</strong> ‘vieren’van de rouw. <strong>De</strong> Aids Memorial Day noemt Van Kilsdonk ,,louter rite”. Op die dag worden de aanaids overledenen herdacht met lichtjes, fakkels, met <strong>het</strong> fluisteren en roepen van de namen van degestorvenen met <strong>het</strong> z<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> Amaz<strong>in</strong>g Grace, met <strong>het</strong> oplaten van ballonnen, met <strong>het</strong> meedragenvan quilt (In oorsprong is de quilt een gestikte deken, maar <strong>in</strong> de homo-wereld is dit begripgehecht aan een doek, een vlag waarop de naam en soms iets van de belev<strong>in</strong>gswereld van eenoverleden aids-patiënt zijn genaaid.) Ook <strong>in</strong> Amsterdam is al verschillende keren Aids MemorialDay gevierd, <strong>in</strong> de Oude Kerk, de Nieuwe Kerk en <strong>in</strong> de Beurs van Berlage.P. Steenhuis, Trouw 29 mei 19934.3.4. Afscheid <strong>in</strong> eigen handSterven doe je maar een keer en afscheid nemen van een dode derhalve ook. Wat gedaan is, isgedaan en je kunt <strong>het</strong> niet overdoen of <strong>het</strong> een volgende keer beter doen. Daarom is <strong>het</strong> des te verwonderlijkerdat mensen zo we<strong>in</strong>ig nadenken over de wensen en ideeën die zij hebben ten aanzienvan begraven of cremeren. Vaak is <strong>het</strong> zo, dat de nabestaanden zelf moeten bepalen welke keuze zijwillen maken ten aanzien van deze twee mogelijkheden. Terwijl een dergelijke keuze wel degelijkgrote gevolgen kan hebben. Een graf is alleen maar z<strong>in</strong>vol als <strong>het</strong> bezocht en verzorgd wordt. Nietsis vervelender den een graf te moeten bezoeken, terwijl men dat helemaal niet gewild heeft. Ofandersom: iemand geeft terloops aan gecremeerd te willen worden, terwijl de anderen meer behoeftehebben aan een reëlere blijk van nabestaan. Een gesprek daarover zou verhelderend kunnenwerken. Per slot van reken<strong>in</strong>g zijn alle mensen verschillend en moet men de ander die nabestaandewordt, de ruimte geven om na te denken over de consequenties die een bepaalde keuze zal hebben.23


In de praktijk van alledag worden mensen dikwijls vrij plotsel<strong>in</strong>g met overlijden geconfronteerd enze komen dan <strong>in</strong> een gevoelsmatig vacuüm terecht, waar<strong>in</strong> de hele wereld zonder hen lijkt door tedraaien. Mensen tollen geestelijk <strong>in</strong> <strong>het</strong> rond terwijl er zoveel moet gebeuren. <strong>De</strong> uitvaart<strong>in</strong>dustrieheeft daar goed op <strong>in</strong>gespeeld en maakt <strong>in</strong> haar reclame duidelijk dat ze <strong>het</strong> gehele proces voorhaar reken<strong>in</strong>g zal nemen. Jij hoeft slechts achter de kist aan te gaan en de uitvaartpremie steedsbetaald te hebben.OngenoegenSteeds meer mensen gaat deze procedure tegenstaan. Vooral ook omdat wensen die <strong>in</strong> een anderepersoonlijkere richt<strong>in</strong>g gaan snel voor onmogelijk worden gehouden. Ze staan haaks op <strong>het</strong> standaardgebeurenen leveren alleen maar last op.Niet zelden krijgt de nabestaande ook te horen datbepaalde d<strong>in</strong>gen niet kunnen, niet mogen, zelfsverboden zijn. Sommigen laten zich wijsmakendat een overledene niet thuis opgebaard magworden. Anderen kregen te horen dat je buitende uitvaartondernemer om geen lijkwagen kunthuren. Een nabestaande: ‘Wel heb ik kritiek op deuitvaartondernem<strong>in</strong>g. Ze hebben niet de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gom met de mensen mee te denken wat nu <strong>het</strong> bestebij hen past, je te laten praten en dan met suggestieste komen dat je <strong>het</strong> zus of zo aan kunt pakken.Het heeft er natuurlijk mee te maken dat ze eenstandaardpakket voor een bepaalde prijs hebbenen alles wat daarvan afwijkt brengt extra moeiteen kosten met zich mee. Het is een commercieelbedrijf, ze doen tien uitvaarten op een dag, dusveel extra aandacht kan er niet vanaf. Je kunt welvoor elkaar krijgen wat je wilt, maar dan moet jestevig <strong>in</strong> je schoenen staan, anders gebeurt <strong>het</strong>niet.’ <strong>De</strong> tijd dat de <strong>dood</strong> omgeven was met allerleitradities is voor de meeste mensen <strong>in</strong> Nederlanddef<strong>in</strong>itief voorbij. Voor de oude gewoonten is niets<strong>in</strong> de plaats gekomen, behalve de efficiency vande uitvaart<strong>in</strong>dustrie. Als mensen later niet metallerlei negatieve gevoelens geconfronteerd willenworden, dient er een grotere betrokkenheidvan de nabestaanden hij <strong>het</strong> vormgeven en organiserenvan <strong>het</strong> afscheid gerealiseerd te worden.Vaak is er bij de nabestaanden wel behoefte aan‘iets’, hadden ze ook graag uitgebreider afscheidwillen nemen, maar wisten ze niet hoe dat moest en of <strong>het</strong> kon. In situaties van overlijden blijkteen traditie zekere voordelen te hebben. Je hoeft <strong>het</strong> wiel niet opnieuw uit te v<strong>in</strong>den. <strong>De</strong> katholiekeuitvaartliturgie heeft een aantal basiselementen waarmee te werken is en waar<strong>in</strong> men zijn eigenaccenten kan aanbrengen. Zaken als <strong>het</strong> zegenen van <strong>het</strong> lichaam <strong>in</strong> de kist, wierook laten branden,gebeden die tot een persoonlijk gebed herschreven zijn, enkele traditionele gebeden die je meezegtzonder eigenlijk op de <strong>in</strong>houd te letten, omdat je met je hart bij de dode bent. Op deze manierwordt <strong>het</strong> afscheid nemen uitgebreid tot een bijeenkomst van enige omvang. Geruime tijd kunnenmensen zich met <strong>het</strong> afscheid van de overledene bezighouden. Het gebeurt niet <strong>in</strong> een vloek en eenzucht. Waar die tradities niet zijn, kun je <strong>het</strong> meemaken, dat een mens b<strong>in</strong>nen vijftien m<strong>in</strong>uten ‘rijp’gemaakt wordt voor crematie. Je komt b<strong>in</strong>nen, een ‘zwarte kraai’ formuleert enkele nietszeggendez<strong>in</strong>nen en iedereen kan langs de kist lopen, knikt ten afscheid en is vervolgens op weg naar dekoffie. Hoewel uitgeholde tradities veel kwaad kunnen doen, zijn ze dan soms nog beter dan <strong>het</strong>kwartiertje ritueel, dat nog m<strong>in</strong>der gevoelsmatige <strong>in</strong>houd heeft. Voor mensen die afscheid van detradities <strong>in</strong> godsdienstig of kerkelijk opzicht genomen hebben, wordt daarmee <strong>het</strong> ritueel bij eenafscheid stukken moeilijker. Je staat plotsel<strong>in</strong>g oog <strong>in</strong> oog met de <strong>dood</strong>, je bent verward en leeg vanb<strong>in</strong>nen. Toch moet er iets gebeuren want wie boven <strong>het</strong> vijftien m<strong>in</strong>utenwerk uit wil komen zal <strong>het</strong>afscheid op de een of andere manier vorm moeten geven. In zo’n situatie bouw je als <strong>het</strong> ware een24


afscheidsdienst vanuit <strong>het</strong> niets op. <strong>De</strong> geijkte rituelen en symbolen kun je nauwelijks gebruikenwant die wil men niet meer. Nieuwe rituelen en symbolen worden niet zo maar gevonden; die komenslechts moeizaam tot stand. Teksten over <strong>dood</strong> en <strong>leven</strong> over sterven en e<strong>in</strong>digheid zijn er genoeg,maar probeer die maar eens te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> zo’n korte, verwarrende tijd. Eigenlijk zou iedereen zich opeen regenachtige middag eens moeten bezighouden met <strong>het</strong> hoe en wat van zijn eigen uitvaart. Eenaantal teksten die je ooit ontroerd hebben <strong>in</strong> een lade leggen. Ze kunnen <strong>in</strong> geval van overlijden eenpersoonlijk accent aan <strong>het</strong> laatste afscheid geven.<strong>De</strong> moderne begrafenisw<strong>in</strong>kel biedt urnen en kisten<strong>in</strong> vrolijk geschilderde kleuren aanDrummend broertjeIn mijn eigen omgev<strong>in</strong>g maakte ik enkele maanden geleden mee hoe zoiets kan helpen <strong>het</strong> verdriette verwerken. <strong>De</strong> bijna vijftienjarige dochter van een kennis stierf als gevolg van een verkeersongeluk.<strong>De</strong> ouders waren verbijsterd, wisten niet hoe en waar ze moesten beg<strong>in</strong>nen om afscheid vanhun k<strong>in</strong>d te nemen. Het moest wel even duren, hadden ze gezegd, we willen ruim aandacht aan <strong>het</strong>afscheid van onze dochter besteden. Er mochten geen religieuze elementen <strong>in</strong> de dienst zitten.Dan beg<strong>in</strong> je met een leeg blad dat uit moet groeien tot een persoonlijk doorleefde dienst vanzo’n drie kwartier. <strong>De</strong>dochter had bepaaldelievel<strong>in</strong>gsmuziek;die zou ten gehoregebracht kunnenworden. Ze had zelfeen aantal gedichtengeschreven waar<strong>in</strong>een behoorlijke volwassenheidvooreen meisje van bijnavijftien naar vorenkwam. Haar moedermaakte een keuze enschreef enkele <strong>in</strong>leidendeteksten erbij.We zochten enkeleteksten over <strong>dood</strong>,<strong>leven</strong> en troost. Eenwoord van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g was ook welkom. Tot slot bekende <strong>het</strong> twaalfjarige broertje dat hij een van delievel<strong>in</strong>gsliedjes kon drummen op zijn drumstel waarop we hem vroegen dat <strong>in</strong> de afscheidsdienstte doen. <strong>De</strong> dienst bleek goed te werken. <strong>De</strong> persoonlijke betrokkenheid van iedereen was groot.Zowel de vader als de moeder van <strong>het</strong> meisje gaven <strong>in</strong> een persoonlijk stukje hun gevoelens tenaanzien van <strong>het</strong> sterven en <strong>het</strong> meisje zelf weer. Het broertje drumde er lustig op los, was helemaalopgenomen <strong>in</strong> <strong>het</strong> geluid om op deze manier afscheid van zijn zusje te nemen. Hij besefte toen waarschijnlijknog niet wet <strong>het</strong> is om iemand te verliezen. <strong>De</strong> ernst van de situatie drong toen nog niettot hem door. Als hij er zich later wel mee bezig gaat houden, kan hij <strong>in</strong> ieder geval tegen zichzelfzeggen: ik heb op een waardige wijze, passend bij mijn zusje, afscheid van haar genomen. Mijn<strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g is dat hem dat zal helpen <strong>het</strong> verdriet te verwerken. Toch reageerden mensen heel verschillendop dit element. Voor de een klonk de muziek bloedstollend, zij kreeg er kippenvel bij. Voorde ander was <strong>het</strong> bijna een onaangename onderbrek<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> afscheid. Ik blijf erbij dat alles watmensen willen <strong>in</strong> een dienst ook moet kunnen. Het zijn hun eigen gevoelens en hun eigen maniervan verwerken, die iemand anders hen niet kan afnemen.Doe <strong>het</strong> zelfIn dit kader kan <strong>het</strong> geen kwaad nog eens te wijzen op een boekje, dat iedereen eigenlijk een keerzou moeten lezen, ook als hij volstrekt niet van plan is spoedig <strong>dood</strong> te gaan. In 1989 schreven MarjanSax, Knaar Visser en Marjo Boer een boek over afscheid en uitvaart naar eigen <strong>in</strong>zicht. Het boekje isgetiteld ‘Zand erover?’ (uitgeverij Schorer Amsterdam, 1991).Het boek bestaat uit twee delen. In <strong>het</strong> eerste deel staan <strong>in</strong>terviews, afgewisseld met korte beschouwendehoofdstukken: over de manier waarop we met verdriet omgaan wanneer iemand <strong>dood</strong>gaat,hoe we tegen de <strong>dood</strong> aankijken, welke tradities er waren en welke nieuwe rituelen er aan <strong>het</strong> ont-25


staan zijn rond begrafenissen en crematies en hoe de uitvaart<strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> elkaar zit.Het tweede deel bestaat uit praktische <strong>in</strong>formatie en geeft een handleid<strong>in</strong>g, stap voor stap, bij allezaken waarmee men te maken krijgt bij een sterfgeval. Dat kan zelfs een werkvoorbeeld zijn om eeneigen kist te maken. Veel mensen hebben een hekel aan de officiële kisten van een kistenfabriek.Timmerlieden willen vaak geen kist maken, kistenfabrikanten leveren alleen aan begrafenisondernemers,dus je moet <strong>het</strong> zelf wel doen.In <strong>het</strong> boek staat een ontroerend verhaal van een vader, die zijn baby van vier maanden aan wiegen<strong>dood</strong>ziet sterven en op zoek gaat naar een timmerman die een houten kistje zou willen timmeren.Aan de verschrikte reacties van de timmerlui begreep de vader dat hij <strong>het</strong> toch zelf moest doen: ‘Ikben terecht gekomen bij een doe-<strong>het</strong>-zelf zaak waar ik <strong>het</strong> hout op maat heb laten zagen. Ernaastwas een werkplaats met bankschroeven en gereedschap en toen heb ik gevraagd of ik <strong>het</strong> daar <strong>in</strong>elkaar mocht zetten. Het was er heel koud, geen verwarm<strong>in</strong>g. Terwijl ik aan <strong>het</strong> werk was, kwameen bediende mij vragen wet ik eigenlijk aan <strong>het</strong> maken was. Ik vertelde <strong>het</strong> hem en hij g<strong>in</strong>g heelstilletjes weg. Even later kwam de baas zeggen dat ik maar moest vertellen als ik iets nodig had,handgrepen of iets anders. Dat hoefde niet, maar <strong>het</strong> was aardig. Na een tijdje kwam iemand mekoffie brengen en zeggen dat ik me <strong>in</strong> de ruimte ernaast kon warmen bij de kachel als ik <strong>het</strong> te koudhad. Voor de rest lieten ze me daar helemaal alleen met de deur dicht. Ik heb daar <strong>in</strong> mijn eentje datkistje <strong>in</strong> elkaar staan zetten. Toen ik klaar was en g<strong>in</strong>g afrekenen, zei de baas, nadat de bediendemet trillende v<strong>in</strong>gers had opgeteld hoeveel hout ik gebruikt had, dat ik niet hoefde te betalen. Eengoeie vent.’ Het belangrijkste dat je meekrijgt bij <strong>het</strong> lezen van de persoonlijke manieren waaropsterke mensen met de <strong>dood</strong> zijn omgegaan is ten eerste, dat mensen veel mogelijkheden hebben omafscheid te nemen van geliefden en vrienden. ‘Wij pleiten voor een afscheid meer <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>gmet leefstijl en de wensen van de dode. Daarom zou <strong>het</strong> zo goed zijn als mensen opschrijvenwet hun laatste wensen zijn.’ Ten tweede blijkt uit <strong>het</strong> boek hoe belangrijk een actieve rol van denabestaanden is <strong>in</strong> <strong>het</strong> organiseren van <strong>het</strong> afscheid. ‘Alles uit handen geven is vaak niet de bestemanier om verdriet te verwerken.’26


Vormen om een afscheidsdienst gestalte te gevenTaalvormentoesprakengebedgedichten - sfeer, troost- t.a.v. <strong>dood</strong>- t.a.v. gestorvenedit alles zowel eigen als van anderen overgenomenmuziekvorm <strong>in</strong>strumenteel - zelf doen- bandjezang- zelf doen- bandlievel<strong>in</strong>gsmuziek van de dodesfeermuzieksamen z<strong>in</strong>gensymboolvorm iets van de dode presenterenbijvoorbeeld bij <strong>het</strong> naar b<strong>in</strong>nen drageniets van onszelfbijvoorbeeld afscheid voor de kist nemeniets te doen door iedereenkaarsbloemfotoboekje met teksten om de dienst te volgen5. Standpuntbepal<strong>in</strong>gen verwerk<strong>in</strong>gAls <strong>het</strong> goed is, beschik je nu over een groot aantal vragen die verband houden met de verschillendemanieren van denken over de <strong>dood</strong>. Tegelijkertijd heb je een aantal ideeën gelezen, beluisterd,bepraat en zelf ook geformuleerd. Dat zal de nodige pag<strong>in</strong>a’s van je werkschrift <strong>in</strong> beslag nemen.Het moment is nu aangebroken om te oogsten. Hieronder tref je drie opdrachten aan die beoordeeldzullen worden en waarover aan <strong>het</strong> e<strong>in</strong>de van deze module nader gesproken kan worden.Opdracht 12A.Kies een leervraag uit de eerste twee gebieden ‘relatie <strong>dood</strong> en <strong>leven</strong>’ en ‘omgaan met stervenden’en probeer die <strong>in</strong> dialoog met de diverse perspectieven te beantwoorden.Je tekst zal beoordeeld worden aan de hand van de volgende criteria:• Geef je de visies van de diverse mensen correct weer?• Maak je gebruik van de verschillende perspectieven die aan de orde zijn geweest?• Gebruik je argumenten en voorbeelden <strong>in</strong> voldoende mate, al dan niet ontleend aan de tekstenen beelden die gezien en besproken zijn?• Laat je zien dat je antwoord een voorlopig antwoord is, dat voor verander<strong>in</strong>g vatbaar is?• Maak je duidelijk hoe je staat tegenover <strong>het</strong> dom<strong>in</strong>ante perspectief en waarom je die visie hebt?• Heeft de docent de ervar<strong>in</strong>g dat dit stuk een tekst van jou en jou alleen is en niet een tekst van 13<strong>in</strong> een dozijn?• Is de tekst leesbaar, goed Nederlands en is de <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g ook overzichtelijk?27


• Voldoet de tekst aan de gestelde lengte: 3 kantjes getypt regelafstand 1, Times 12 pts?B.1. Schrijf een afscheidsrede van 1,5 kantje, waar<strong>in</strong> je op persoonlijke wijze afscheid neemt vaniemand of iets. Het gaat hier om de vaardigheid om een afscheidstekst te schrijven. Het hoeft nietover mensen te gaan. Sommige leerl<strong>in</strong>gen zijn bijgelovig en willen niet over een <strong>leven</strong>d iemandiets ten afscheid schrijven. Daarom kun je ook over d<strong>in</strong>gen schrijven: je laatste keer <strong>in</strong> je kamervoor je g<strong>in</strong>g verhuizen, <strong>het</strong> afscheid van je dierbare schoenen, hond, tennisballen, speelplek,jeugd, etc.2. Bedenk een orde van dienst bij <strong>het</strong> afscheid van een medemens. Op pag<strong>in</strong>a 33 staat een reeksvan mogelijkheden. <strong>De</strong> duur moet tenm<strong>in</strong>ste drie kwartier zijn. Het moet goed doordacht zijn. Eenbegrafenis is een vorm van drama. Je zult derhalve na moeten denken over de volgorde van deteksten, sprekers e.d. Iemand die dicht bij de dode betrokken was, wordt uiteraard geplaatst na<strong>het</strong> woordje van een medewerker van <strong>het</strong> bedrijf, anders valt de laatste erg uit de toon.6. Communicatie en evaluatieTot slot willen we ook enkele mensen aan <strong>het</strong> woord laten die aan <strong>het</strong> e<strong>in</strong>d van de lessenreeks hunideeën op een rijtje hebben gekregen. Het kan daarbij gaan om de uitgewerkte opdrachten van fase5.Tevens willen we je vragen al dan niet schriftelijk - afhankelijk van de eis van de docent(e) - devolgende evaluatieve vragen te beantwoorden:A. Is de leervraag voldoende uitgediept? Welke perspectieven hebben daartoe bijgedragen?B. Is je standpunt <strong>in</strong> deze op de een of andere manier gewijzigd, toegespitst of verdiept?C. Is <strong>het</strong> mogelijk geweest b<strong>in</strong>nen dit thema dialoog en communicatie te beoefenen?D. Welke onderdelen - teksten/video’s - zou je vervangen willen hebben? Welke werken goed <strong>in</strong> jouwogen?E. Wat heb je gemist?28

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!