Een doos als ontwerpopgave - Architectuur Lokaal
Een doos als ontwerpopgave - Architectuur Lokaal
Een doos als ontwerpopgave - Architectuur Lokaal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
pagina 10<strong>Een</strong> <strong>doos</strong> <strong>als</strong> <strong>ontwerpopgave</strong>Over bedrijfshallen en bedrijventerreinenJetse Oosterbaan MartiniusLangs de Nederlandse snelwegen staan bedrijfshallen, bouwmarkten en meubelboulevardssteeds vaker vol in het zicht. De automobilist ziet al van verre het strakke bedrijfsgebouwmet zijn pregnante logo’s en zijn strakke vorm. Bedrijventerreinen lijken uit nietveel meer te bestaan dan parkeerplaatsen met wat dozen ertussen. Het merendeel vandie dozen wordt allang niet meer door architecten ontworpen, maar door tekenaars bijeen bouwbedrijf. En dat is jammer volgens het architectenbureau DaF-architecten, dateen studie heeft verricht naar de architectuur van bedrijfshallen.Bedrijventerreinen en havens met grote fabriekenen zichtbare activiteiten verdwijnen steeds meer uithet Nederlandse landschap. Het bedrijventerreinanno 2005 bestaat vooral uit platte dozen, en hier endaar een kantoorgebouw. Gewerkt wordt er allangniet meer in de bedrijfshallen, want ze zijn vooralbedoeld voor (tijdelijke) opslag. <strong>Een</strong> neutrale <strong>doos</strong>met een flexibele plattegrond voor wisselende productieof opslag is de meest geëigende vorm gewordenvoor huisvesting van transportbedrijven. Debouw van dergelijke neutrale hallen is alleen mogelijkdoor de productie van gestandaardiseerdebouwelementen en is daardoor uit het architectonischedenken verdwenen <strong>als</strong> <strong>ontwerpopgave</strong>. Dedozen ontstaan tegenwoordig op de tekentafel vanbouwbedrijven. En dat is zonde, want er is wel degelijkeer te behalen aan het ontwerpen van dozen,architecten kunnen daar dus een waardevolle bijdrageaan leveren.perfecte dozenIn de studie De Perfecte <strong>doos</strong>, over de architectuur vanbedrijfshallen in Nederland heeft het bureau DaFarchitectende problematiek rond de architectuurvan de bedrijfshal nader onderzocht. Met het onderzoekwordt aandacht gevraagd voor dit type architectuuren wordt benadrukt dat het gaat om eenarchitectonische <strong>ontwerpopgave</strong>. De studie plaatstde hal in de historie van de industriële architectuuren geeft een overzicht van de aspecten die bij de totstandkomingvan een bedrijfshal aan de orde zijn.Ook wordt de hal architectonisch gedefinieerd doorverschillende typen te onderscheiden.De kritiek van DaF-architecten richt zich mede opde geslotenheid van bedrijfshallen. Gevels vanbedrijfshallen zijn vaak gesloten omdat er toch geenmensen aan het werk zijn en er dus geen behoefte isaan daglicht. Daardoor is het volgens DaF-architectenvan buitenaf onzichtbaar wat er binnen gebeurt,terwijl een bedrijfsgebouw door een interessanterelatie tussen binnen en buiten zijn expressieloosheidkwijtraakt. Pas dan worden de dozen ‘leesbare’objecten voor mensen die niets met de bedrijvigheidte maken hebben: het gebouw functioneert dan <strong>als</strong>visitekaartje.De auteurs menen dat regelgeving en coördinatievan gemeenten geen garantie bieden voor ruimtelijkekwaliteit. Gemeenten die met de ontwikkelingvan bedrijventerreinen economisch hun slag willenslaan, zijn het grootste probleem. In de concurrentiemet andere gemeenten worden visionaire plannenen regels over aankleding en inpassing nietgemaakt of (te) ruim geïnterpreteerd.Bij de bouw van bedrijfshallen is de rol van eenarchitect vaak miniem. Hoogstens wordt hij ingezet<strong>als</strong> een soort esthetisch consulent die mag zorgenvoor de verfraaiing van de gevel, het materiaal- enschilderadvies en het logo-ontwerp. Eén van de conclusiesuit het onderzoek is dan ook dat de architectzich weer zou moeten mengen ‘in de ontwikkelingvan het bouwproduct en weer meester wordt overzijn vormgevingsmogelijkheden. Dat biedt hoopvoor de toekomst’. De auteurs van De Perfecte <strong>doos</strong>illustreren hun stelling onder andere aan de handvan een aantal projecten van het architectenbureauCepezed. Dit bureau bouwde de laatste jaren eenreeks bedrijfsgebouwen en bemoeit zich nadrukkelijkmet productontwikkeling van bouwmateriaal.Cepezed of het aan hen gelieerde bedrijf BouwteamGeneral Contractors fungeert vaak <strong>als</strong> hoofdaannemer.Er wordt gestreefd naar montage van geprefabriceerdeproducten. Het ontwerp wordt ter vergemakkelijkingopgedeeld in op zichzelf staandeelementen, die seriematig geproduceerd kunnenworden. Dat kan een gevelpaneel, een vloerelementof een gehele sanitaire unit zijn. Deze manier vanwerken levert tijdswinst op en kan daardoor quakosten concurreren met een door een bouwbedrijfontworpen reguliere hal.de opdrachtgever op terreinniveauDe conclusie uit het onderzoek van DaF-architectenis dat architecten vaker dan zij nu doen, een belangrijkerol zouden moeten spelen bij het ontwerpenvan afzonderlijke bedrijfshallen. Op zich is dat eengoed idee, maar ik zou daar nog iets aan toe willenvoegen, namelijk voor wie deze conclusies interessantzijn. Het lijkt erop dat de auteurs van De Perfecte<strong>doos</strong> zich richten tot architecten, en hoewel er wordtgezegd dat regels van lokale overheden geen garantievoor kwaliteit bieden, verzuimen zij om aan tegeven dat juist dáár de verantwoordelijkheid ligt: bijde opdrachtgevers. Deze opdrachtgevers op terreinniveauzijn overigens niet meer alleen de gemeenten,steeds vaker mengen projectontwikkelaars zichin het proces. Juist deze opdrachtgevers op hetterreinniveau kunnen regels (laten) formuleren voorde bebouwing van een bedrijventerrein. Bij verschillendebedrijventerreinen die <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> inde studie Werk in uitvoering heeft beschreven, werdbijvoorbeeld geëist dat het gebouw door een ingeschrevenarchitect werd ontworpen. Ook kan deopdrachtgever een architect of stedenbouwkundigeinschakelen om een beeldkwaliteitplan te maken entoe te zien op de naleving daarvan. Dus óók op terreinniveauis een rol weggelegd voor de ontwerpendedisciplines.Of de opdrachtgevers op terreinniveau nu eisen stellenaan de gebouwen of niet, uiteindelijk bepaalt deopdrachtgever op kavelniveau wie het pand gaatontwerpen. Er ligt dus ook een grote verantwoordelijkheidbij de bedrijven zelf, die <strong>als</strong> opdrachtgevervoor hun eigen gebouw optreden.Twee voorbeelden kunnen dit illustreren. ProjectontwikkelaarBallast Nedam gaf voor het bedrijventerreinIJsseloord 2 in Arnhem aan architect PhilipVencken van bureau GroupA Aukett opdracht hetstedenbouwkundig plan en het beeldkwaliteitplanop te stellen. Ook trad Vencken op <strong>als</strong> supervisor encontroleerde de ontwerpen van nieuwe bedrijfspandenaan het beeldkwaliteitplan. Volgens Vencken hoevendozen helemaal niet ‘lelijk’ te zijn. Als ze allemaal maaraan relatief eenvoudige maar strakke regels voldoen,kan volgens hem ruimtelijke kwaliteit ontstaan.Vencken wilde eenheid in materiaalgebruik; in zijnbeeldkwaliteitplan stelde hij <strong>als</strong> eis, dat er een aluminiumgevelplaat moest worden aangebracht endat bij voorkeur hout zou moeten worden gebruikt.Ook werden er eisen gesteld aan reclamegebruik(reclame-uitingen mogen niet boven het dak uitsteken)en aan de kleuren van de gebruikte materialen.<strong>Een</strong> ander voorbeeld is bedrijventerrein FlightForum in Eindhoven. In het beeldkwaliteitplan datarchitectenbureau MVRDV in opdracht van degemeente Eindhoven en Schiphol Real Estate maakte,wordt het ontwerpen van dozen tot ware kunstverheven. Het terrein bestaat uit zes clusters, waarvan er vijf bebouwd worden met ‘luchtvaartgerelateerdebedrijven’, transportbedrijven dus, die veelalin dozen huizen. De eisen van MVRDV voor FlightForum gingen nog iets verder dan op IJsseloord 2.De clusters moesten uiteindelijk volledig volgebouwdzijn. De gebouwen van bedrijven die eenkavel op een van de clusters kochten, moesten dusde volledige kavel bedekken. En omdat de kavelgrenzenvloeiend zijn, ontstonden geen standaarddozenmet rechte lijnen en scherpe hoeken. Daarnaastmoesten kopers van een kavel dus een gebouw neerzetten,dat aansloot op het gebouw van de buren.Verder dienden de volumes in één materiaal ofpatroon te worden uitgevoerd en mochten er geenluifels uitsteken.architectuur lokaal #50. 10-2005
pagina 11porsche zentrum-stuttgart,ontwerp, architectenbureau cepezed b.v.foto: fas keuzenkampkavels en terreinenDe auteurs van De Perfecte <strong>doos</strong> concluderen dat hetontwerpen van een lege hal wel degelijk een uitdagingkan zijn voor architecten. Dat mag zo zijn, maarde opgave voor opdrachtgevers op terreinniveau ismisschien nog wel belangrijker. Dan gaat het om debasisvoorwaarden, waaronder een beter geheel kanontstaan dan op het gemiddelde bedrijventerrein.De studie van DaF-architecten geeft aan dat de wilbij architecten om hallen te ontwerpen aanwezig is,het is nu aan de opdrachtgevers om hen te betrekken,bij het ontwerp van bedrijventerreinen.informatieHet boek Werk in uitvoering, opdrachtgeversen bedrijventerreinen is te bestellen viawww.arch-lokaal.nl en kost € 22,50(excl. verzendkosten).De perfecte <strong>doos</strong>. Over de architectuur vanbedrijfshallen in Nederland,is te bestellen via daf@luna.nlbeeldkwaliteitplan mvrdvi.o.v. de gemeente eindhovenen schiphol realestate voorbedrijventerrein flight forumin eindhovenvan boven naar onder:bedrijfshal flight forum, eindhovenbedrijfshal ijsseloord 2, arnhembedrijfshal ijsseloord 2, arnhembedrijfshal fight forum, eindhovenfoto’s: joost brouwersarchitectuur lokaal #50. 10-2005