12.07.2015 Views

Detector Magazine 80 - De Detector Amateur

Detector Magazine 80 - De Detector Amateur

Detector Magazine 80 - De Detector Amateur

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

<strong>80</strong>mei 2005VERENIGINGSBLAD VAN ‘DE DETECTOR AMATEUR’<strong><strong>De</strong>tector</strong>magazineIN DIT NUMMER:- Fragment wrijfschaal- Pelgriminsignes- Op pad met... Rafaël


InhoudM E I 2 0 0 5<strong>80</strong>Van het Bestuur5Beste ledenThomas BecketPAGINA 36• Van het bestuur 5• Gebruikerservaring DS 318-B 8• Vondst van het Jaar 13• Vondstberichten 16• Uitslag Vondst van het Jaar 2004 23• Boekrecensie ‘Van Solidus tot Euro’ 26• Op pad met... Rafaël van der Sanden 32• Museumnieuws 34• Pelgriminsignes Thomas Becket 36• Oproepjes 39• Vraagbaak 41Op 21 mei zal er weer een ledenvergaderingplaats vinden te Apeldoorn. <strong>De</strong> reden dat dezeerg snel op de vorige volgt is de volgende.Doordat er een fout was geslopen in de gewijzigdestatuten konden we deze wijziging nietdoor laten gaan. Dit hebben we als bestuur nuopgelost. Reden te meer om allen op deze vergadering aanwezigte zijn. Voor een ieder geldt dan ook, ook uw mening isbelangrijk en ook uw stem telt.Ik zie u dus graag onder het genot van een kopje koffie inApeldoorn. Tevens wil ik u vragen om uw hulp, nog steeds zijnwij op zoek naar een goede locatie voor onze zoekdag, hetliefst in het zuiden van het land.Uiteraard zitten wij zelf ook niet stil maar het is niet eenvoudigom een groot veld en een geschikte accommodatie samen tevinden. Mocht u iets weten, dan graag een mail naar:zoekdag@detectoramateur.nlTot zaterdag 21 mei. Met vriendelijke groet,Roy Hutters,voorzitterVan de redactieBestuursledenVoorzitterRoy HuttersKerkstraat 52-18194 LX VeessenTel. (057) 86 31 125wcr.hutters@detectoramateur.nlExterne betrekkingen/archeologieWouter van den BrandhofDorpsstraat 26672 LC HemmenTel. 06 48 812 352w.vd.brandhof@detectoramateur.nlEindredactie magazineMart HoffmannVan Beresteynstraat 852614 EB <strong>De</strong>lftTel. (015) 21 36 298m.hoffmann@detectoramateur.nl<strong>De</strong>terminatie/redactieJohan KoningRoodborststraat 208916 AG LeeuwardenTel. (058) 21 65 573j.koning@detectoramateur.nlPenningmeester/secretariaatNatasja VerburghBanckertstraat 43814 SZ AmersfoortTel. (033) 45 63 739n.d.verburgh@detectoramateur.nlAlgemeen/externe betrekkingen(onder voorbehoud, in afwachting vangoedkeuring jaarvergadering)Martin de WitteKapelweg 573818 BE AmersfoortTel. 06 26 694 987m.de.witte@detectoramateur.nlInternet:www.detectoramateur.nlBeste leden, nummer <strong>80</strong> van het blad is wederom goed gevuldmet fraaie en informatieve artikelen. Een interessant artikelover een fragment van een wrijfschaal en de vondsten rondeen klooster.Ook een artikel over het aanmelden van vondsten. Dit is zekerde moeite van het lezen waard, want dat het ook fout kangaan met het zoeken, is te lezen in een ander artikel over hetdetectieverbod bij onze oosterburen. Verder een detectortestvan de DS 318B. Uiteraard zijn er ook nog de vaste rubrieken,de vraagbaak, een boekrecensie, museumnieuws, en eeninzending voor de vondst van het jaar. Ook staan er nog eenpaar oproepen in, waarbij we u als leden hard nodig hebbenom het te laten slagen.Wat betreft de inhoud van het blad gaat het mijns inziens debetere kant op, er zijn de laatste tijd een aantal nieuwe vasteschrijvers bijgekomen met vaste rubrieken. Dit is natuurlijkprachtig, maar wat is een detectorblad zonder de mooievondsten die u en uw medezoekers in het land vinden? Wilt ueen aantal van deze vondsten met ons delen, schrijf dan eenseen leuk stukje. Heeft u een specialisatie of heeft u een verza-


6Van de redactieLidmaatschapmelgebied van bijvoorbeeld fibulae, munten, gespen of ietsanders? Met een artikel in het magazine kunt u anderen bereiken,die u misschien weer verder kunnen helpen. Niet geschotenis altijd mis, want vergeet niet dat de archeologischewereld dit blad ook leest en wij als vereniging zeer nauwsamenwerken met deze wetenschappers. Mogelijk kan uwartikel tot een samenwerking leiden.Het lidmaatschap van deze vereniging loopt altijd per kalenderjaar en wordtzonder opzegging altijd stilzwijgend verlengd met een jaar. <strong>De</strong>genen die inde loop van het jaar toetreden, ontvangen alle reeds eerder verschenen nummersvan het lopende jaar. Opzegging dient uiterlijk op 1 november schriftelijk binnente zijn. <strong>De</strong> contributie bedraagt € 26,—. Prijs steunleden € 8,— enbuitenlandse leden € 33,—.Postbank 1675000 t.n.v. <strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong>, LeeuwardenEen verandering die velen mogelijk is opgevallen, is de nieuweverpakking waarin het magazine bij u op de mat valt. We zijnovergestapt van gesloten enveloppen naar doorzichtig (dunne)folie. Bij de enveloppen moest het blad (1850 stuks) met dehand worden ingestoken en van een etiket worden voorzien.Omdat het verpakken in folie grotendeels automatisch gaat,levert dat de vereniging een aanzienlijke kostenbesparing op.Wij streven altijd naar een bepaalde datum waarop het magazinebij u in de brievenbus ligt. Stukjes en artikelen voor heteerstvolgende magazine dienen daarom zo’n vijf weken ervoorbij de redactie binnen te zijn. Dit in verband met de tijd die deredactie nodig heeft en de tijd die de opmaak en drukken vanhet magazine kost. Hieronder staat een schema met de datavoor het inleveren van de kopij, en de data wanneer het magazineongeveer bij u in de brievenbus valt.<strong>Magazine</strong> 81Kopij 1 juni bij de redactie,magazine rond 6 juli in huis.<strong>Magazine</strong> 83Kopij 1 oktober bij de redactie,magazine rond 5 novemberin huis.<strong>Magazine</strong> 82Kopij 29 juli bij de redactie,magazine rond 6 septemberin huis.<strong>Magazine</strong> 84Kopij 14 november bij deredactie, magazine rond23 december in huis.Belangrijke adressenVeel brieven, vragen enz. komennogal eens bij de verkeerde personenvan de vereniging terecht. Vandaardat we de adressen weer eens opeen rijtje zetten. Wilt u zoveelmogelijk schrijven/mailen in plaatsvan bellen?!!ActiviteitencommissieVoor vragen, suggesties enz. overzoekdagen, determinatiedagenkunt u terecht bij: G. Lukassen,Meerpaal 218, 9732 AM Groningen,Tel. (050) 5413396.zoekdag@detectoramateur.nlKopij magazineOpgave schriftelijk aan:C.B. Leenheer, Hanebalken 153,9205 CL Drachten.Fax (0512) 545117.redactie@detectoramateur.nlC olofon<strong>De</strong>terminatie/vraagbaakVoor determinatie van door ugevonden voorwerpen dient u eenfoto of duidelijke zwart-wittekening op te sturen naar:Johan KoningRoodborststraat 208916 AGLeeuwardenvraagbaak@detectoramateur.nlLedenadministratieOpgave van leden, adreswijzigingen,vragen over de contributie:Natasja VerburghBanckertstraat 43814 SZ Amersfoortadministratie@detectoramateur.nlWe proberen een artikel altijd vrij snel te plaatsen. Maar het isaltijd mogelijk dat een artikel niet direct, maar één of meerderemagazines later wordt geplaatst.Bij de Vraagbaak kan het voorkomen dat een bepaald voorwerpwat langer ‘onderweg’ is. Dat wil zeggen, als men niet zekerweet wat het is, en er een andere expert naar moet kijken. Wewillen dan ook voorkomen dat een ingezonden stukje welke uitdiverse vragen bestaat in ‘stukken’ wordt geplaatst, waardooreen lid eerst twee voorwerpen behandelt ziet en een bladverder de rest.Mocht u nog vragen hebben, of is er iets niet goed gegaan,stuurt u dan een bericht naar de redactie, we zullen u zospoedig mogelijk proberen te helpen.Mart Hoffmannredactie<strong><strong>De</strong>tector</strong> magazine is het verenigingsblad van‘<strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong>’ en verschijnt 6 keer per jaar.Sluitingsdatum kopij en advertenties: 1 juni 2005.RedactieM. Hoffmann, (eindredacteur)C.B. Leenheer (hoofdredacteur),J. Koning, W. van den Brandhof, K. BotAdviseurs en medewerkers redactie:J. Zijlstra, H.J.E. van Beuningen, M.A. HoltmanRedactieadres<strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong>, Hanebalken 153,9205 CL Drachten, Fax (0512) 54 51 17,e-mail: redactie@detectoramateur.nlAdvertentiesTarieven op aanvraag bij Grafisch bureau Creatype. Het bestuur behoudt zichhet recht voor advertenties zonder opgave van redenen te weigeren.Vormgeving en layoutGrafisch buro Creatype, Drachten, (0512) 54 52 40Druk:<strong>De</strong> Marne, LeensISSN: 1386-5935© Copyright: Niets uit deze uitgave mag wordenverveelvuldigd en/of openbaar gemaakt doormiddel van druk, fotografie, microfilm, internet ofop welke wijze dan ook, zonder voorafgaande,schriftelijke toestemming van de redactie.


7<strong>De</strong>tectieverbod inDuitslandGeacht bestuur en collega detectoramateurs,Hier vanuit Duitsland enige bevindingen.Bijna een jaar geleden is er op de tv-zender WDR Rh.P(Rheinland Pfalz) een uitzending geweest waarin werd medegedeelddat het zoeken met metaaldetectors in vrijwel geheelDuitsland verboden is en was, óók op privé grond.Dit is een maatregel die komt van de diverse “Landesamtenfür <strong>De</strong>nkmalpflege und Archäologische <strong>De</strong>nkmalpfege”waarvan die voor Rheinland Pfalz zetelt in Speyer.Alhoewel ik bewust ben van dit verbod, men heeft mij getipt,had ik tot voor kort nooit meegemaakt dat ik door de DuitsePolitie werd weggestuurd of nog erger, bekeurd werd.Integendeel, men bedankte mij hartelijk als ik aangifte deedvan de vondst van explosieven waarna men mij succes wenstemet zoeken.In een van de vorige afleveringen van het “<strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong>”heb ik geschreven dat ik door toeval in contact kwam met‘de’ archeoloog van de deelstaat waarin ik woon, hij speeltbadminton bij mijn vereniging, en zodoende heb ik weliswaargeen geschreven toestemming om te zoeken gekregen maarwel zijn kaartje en dat helpt ook.Ik heb geen geschreven toestemming gekregen omdat datbetekent dat ik overal zou kunnen zoeken daar de politie nietweet welke gebieden ‘hot’ zijn voor de archeologie.Ik heb een opgave gedaan van de gebieden die ik afzoek endat is geaccepteerd, echter met instructies -wat-te-doenindien-en niet dieper te gaan dan ± 30 cm.<strong>De</strong> laatste twee maanden ben ik driemaal ‘aangehouden’, delaatste keer zelfs tweemaal op één dag door twee verschillendeinstanties , de polizei en de “Bundes Grenzschütz”.Na een telefoontje met ‘mijn’ archeoloog kon ik weer verderzoeken. Zij vertelden mij dat zij al twee detectoramateursbekeurd hadden en dat voor deze mensen bij een volgendeconfrontatie inbeslagname van de detector zou plaatsvinden.Nederlandse Collega's: - WEES GEWAARSCHUWD - !!Ik had gelukkig die dag geen scherpe munitie in mijn tasje,alleen musketkogels, maar anders was het nog mis geweest.Het goede dat ik te melden heb is het volgende.Een half jaar geleden heb ik in het bos een zilveren muntgevonden wat later bleek een <strong>De</strong>nar van Otto I te zijn ± 1100jaar oud en geslagen in… Speyer.Ik heb de vondst van deze munt uiteraard aangegeven en nublijkt dat de archeologische dienst in Speyer deze munt nogniet bezit. Men verzocht mij de munt aan de archeologischedienst te schenken voor een premie van 50 euro wat ik zonderna te denken direct gedaan heb. Niet voor het geld, natuurlijkeen leuke bijkomstigheid, maar omdat ik vind dat dit soortdingen niet in een kastje ergens in huis behoren te liggenmaar op een plaats waar iedereen ze kan zien.Bovendien heb ik een hoop goodwill gekweekt met deze actiebij de dienst in Speyer. Indien ik de munt aan iemand zouwillen laten zien, kan ik hem ophalen en uiteraard weerterugbrengen. Hierbij als bijlage de brief met de premie.Hartelijke groeten vanuit Duitsland,Hans Meulensteen


8GEBRUIKERSERVARING<strong><strong>De</strong>tector</strong>test:DS-318-BMART HOFFMANNFoto’s:Johan Bosma, DrachtenPim Gaiser, <strong>De</strong>lftDirk de Jong, RidderkerkIn de middle of nowhere lopen drie mannendoor de steeds hardere regen naar een autoen stappen in. Na ongeveer vijf minutenkomt er een tweede auto aangereden, debestuurder van deze auto stapt uit en gaatachter in de eerste auto zitten. Er wordt watgepraat en als de regen bijna is op gehoudenkomen ze met zijn drieën uit de auto.Ze gaan vervolgens naar de tweede autowaar uit de bagageruimte een bruine dooste voorschijn komt en deze wordt over geladennaar de eerste auto.Dit lijkt een duister verhaal, waarbijwe aan criminele activiteiten denken,maar dat valt wel mee. Wehadden met Kees Leenheer afgesprokenom te gaan zoeken. Entoevallig zaten we in de auto omdathet te hard regende en we niet wildedat onze detectors verzopen. In deauto vroeg Kees of ik een detectorwilde testen die hij in de achterbakvan zijn auto had liggen.Het betrof een Chinese detectorwaar ik al eerder van had gehoord.Eigenlijk zijn deze goedkope naamloze‘nieuwe’ detectors kopieën vanmerkdetectors. Men haalt een goede(merk)detector uit elkaar en bekijktwat erin zit aan componenten enbouwt deze met goedkopere onderdelenna. Hierdoor heeft men eengoedkopere detector verkregen dietoch redelijk mee kan doen met degrotere ‘jongens’.Nou weet ik nog wel van vroeger datde Tandy, de zeer goedkope Microntaverkocht, die nauwelijks enigediepgang had. Het zag er goedkoopuit en was verkrijgbaar in tweeuitvoeringen. Een paar jaar geledenzag ik op de Haagse Markt eendetector die er spannend uit zag.<strong>De</strong> verkoper vertelde me dat het eenperfecte detector was die al mijndromen zou verwezenlijken. Toen ikverder vroeg en er een paar vaktermentegenaan gooide werd het aande andere kant van de kraam steedsstiller. Toen de verkoper merkte datik er aardig wat verstand van had,vroeg hij wat het eigenlijk was enwat het apparaat allemaal kon.Na een korte inspectie (een luchttest)kon ik niet anders concluderendan dat het niet veel voorstelde.<strong>De</strong> laatste tijd komen er steedsmeer goedkope detectors op demarkt en lijkt de kwaliteit betergeworden. In mijn vooronderzoekheb ik eerst een beroep gedaan opdiverse testen die in de TreasureHunting magazine hebben gestaan.Het betrof de Black Knight I,(zie ook <strong><strong>De</strong>tector</strong> magazine 75)de Maplins 3010/GC-1010 en deBlack Knight Pro III. Allen kwamenredelijk tot goed uit de test.


GEBRUIKERSERVARING 9<strong>De</strong> detector die ik ga testen is deDS-318-B. Als ik het apparaat uit dedoos haal, ziet het er leuk uit. Watme gelijk opviel, was dat de kabelvan de schotel vastzit in de controlekast(dit was ik niet meer gewendsinds mijn C-Scope VLF-TR 990B).<strong>De</strong> detector bestaat uit drie onderdelen,een schotel met ondersteel,een tussenstuk en een bovenstukmet controlekast en een armsteun.Het in elkaar zetten gaat redelijkstroef, omdat aan de binnenzijdevan het tussenstuk een klein blokje(dat de steel vast zet als die aangedraaidwordt) iets te veel uitsteekt.Met een beetje duwwerk komt hettoch nog goed, en zit het verderperfect en stevig in elkaar.<strong>De</strong> controlekast is voorzien van eenmeter, een sensitivityknop, eendiscriminatieknop, een adjustknop,een aansluiting voor de koptelefoon(kleine oordopjes zijn bijgeleverd)en een batterijcontrolelampje.<strong>De</strong> batterijen (twee 9-volts) kunnenieder aan een zijkant van de controlekastworden geplaatst achter eenklepje dat mijn inziens niet fijn dichtgaat. Maar eenmaal dicht is dicht.Hierbij moet ik toch wel evenopmerken dat de batterijen heel erglang meegaan. <strong>De</strong> DS-318-B gebruiktdus heel weinig energie.In het bijgeleverde instructieboekjewordt duidelijk uitgelegd hoe de DS-318-B werkt, dus beginners hoevenniet bang te zijn dat ze er nietuitkomen. <strong>De</strong> DS-318-B is eenanaloge motion/nonmotion metaaldetector.<strong>De</strong> lengte is instelbaar totca. 150 cm en met een gewicht van1290 gram zeker niet te zwaar.<strong>De</strong> eerste test die ik uitvoer is meteen twintig eurocent munt, dezetest is positief want de detectorgeeft hem goed aan met een mooivol signaal, ook de ‘diepte’ van dezeluchttest is mooi, ruim vijftiencentimeter. Er volgen nog een paarniet ijzeren voorwerpen en die geeftde DS-318-B goed aan. IJzerenvoorwerpen worden goed sputterendaan gegeven, terwijl de grotereijzeren voorwerpen een goed signaallaten horen. Tot zover de eerste17e eeuws boekbeslagindruk die de DS-318-B op memaakte. Ik ben helaas niet de persoondie heel lang uitwijd over detechnische kanten van een detectoren hoe geweldig de luchttest welniet is. Dit laatste heb ik voor mezelfgedaan om een beetje een indrukvan het apparaat te krijgen, en daarwerd ik wel vrolijk van. Waar hetuiteindelijk om gaat met metaaldetectorenis natuurlijk de praktijk.Ik moet eerlijk bekennen dat ik vrijlang over deze test heb gedaan, dithad diverse redenen. Ten eerste isdit geen alledaagse detector, het isallemaal vrij nieuw, zeker gezien deresultaten die de andere detectorenvan dit soort type en prijsklassehebben. Om een zo goed mogelijkidee van deze detector te verkrijgen,ben ik ermee naar verschillendezoeklocaties geweest en hebben erdiverse mensen mee gezocht.Tijdens de zoekacties die anderen(voor de test) hebben ondernomenheb ik altijd de instellingen ingesteld,wat vrij eenvoudig is.<strong>De</strong> veldtest (algemeen)In de afgelopen paar maanden hebik de DS-318-B regelmatig meegenomenop mijn zoekacties.<strong>De</strong> eerste actie was naast een kerkwaar grond uit deze kerk was gegravent.b.v. een nieuwe vloer. <strong>De</strong>grond was gedumpt naast een hegdie was bevestigd aan grof kippengaas.Tijdens het instellen van deDS-318-B ging alles goed, tot ik bijde berg kwam (en in de buurt vande heg) en de DS-318-B erg moeilijkdeed (heel veel signalen). Het bleekdat de DS-318-B het gaas ‘oppakte’als één groot voorwerp. Er viel enkelte zoeken als ik de schotel niet in derichting van de heg liet komen.<strong>De</strong> vondsten waren wat recentmuntgeld, een fietssleuteltje, nagelsvan kisten en nog wat zooi. Alleswerd goed aangegeven. Wat metijdens deze eerste test wel gelijkopviel was dat ik niet fijn kon zoekenmet m’n eigen hoofdtelefoon(ik had m’n eigen hoofdtelefoonopgezet, en niet de meegeleverdeoordopjes). <strong>De</strong> geluiden kwamenslecht door, maar het zoeken zonderhoofdtelefoon was geen enkelprobleem en de luidspreker gafvoldoende geluid. Alles was goed tehoren, ook als het ijzer (sputterend)was.Op een Romeinse stortplaats heb ikde DS-318-B regelmatig uitgetest,helaas heb ik er weinig mooievoorwerpen mee gevonden. Net alsde andere detectoren gaf ook de DS-318-B ijzeren nagels goed aan, dusals er iets bijzonders had gelegenhad ie het zeker ‘gepakt’. Toch hebik er nog wat recente voorwerpen(blikjes,trekringen en folie) meegevonden die al waren vergravendoor het vele graafwerk daar. In deregel waren de vondsten erg schaarsdus aan de DS-318-B kan het daarniet hebben gelegen.Tijdens een zoektocht heb ik deDS-318-B gebruikt bij het afzoekenvan een berg met oude stadsgrond.Dit leverde wel het een en ander aanleuke voorwerpen op. Ik vond er een>>


1010GEBRUIKERSERVARINGOord van Hollandia>>paar duiten, een gesp, musketkogelsen een paar knopen. Dit waren in deregel ook wel de voorwerpen die erwerden gevonden. <strong>De</strong> signalenwerden goed aangegeven.Op een in de buurt gelegen recreatiestrandjewas het compleet raak.Ik heb er een goed uur gezocht enhet leek na afloop alsof er eenfragmentatiebom was ontploft. Hetwas voornamelijk trekringen en folievan de strandgasten van de zomer,maar er lagen ook dieper gelegensignalen die goed werden weergegeven.Helaas werden er geen bijzonderevoorwerpen zoals ringen ofkettingen gevonden, maar ik vondnog wel wat kleingeld.BeginnersMocht u een keer iemand willenmee nemen met een zoekactie dankunt u gerust deze detector gebruiken.Voor deze test ben ik twee keermet absolute beginners op padgeweest. Bij de eerste betrof het eenoud opgravingsterrein van eenRomeinse nederzetting (met toestemmingvan de archeologischedienst). Na een korte instructie konhet feest beginnen. Helaas werd erniets interessants gevonden (ookdoor mezelf niet), zodat het niet aande DS-318-B kon liggen. Wel werdener door de DS-318-B nog kleinefragmentjes en recente troep (zilverpapieren trekringen van blikjes)gevonden. Bij het nalopen met mijneigen detector van het stuk grondBikkel, 18e eeuwwaar men met de DS-318-B gezochthad, kon ik niet echt merken dat erveel voorwerpen waren gemist.Bij de tweede zoekactie op een stortwas het gelukkig een stuk betergesteld met de vondsten. Ook hierwas iemand het ‘bokkie’ om eraante geloven. Wederom eerst een korteinstructie en hoe te lopen en gaan.Na afloop had de ‘proefpersoon’een fraaie ijzeren sintel gevondenuit de 15e eeuw. Verder de nodigetrekringen, folie en nog het één enander aan ijzeren voorwerpen dieals we mazzel hadden gehad ookeen pijlpunt of stillus hadden kunnenzijn.KinderenVoor kinderen is het een heel leukedetector om mee te beginnen. Voordeze test hebben mijn kinderen eraan moeten geloven met een redelijkresultaat. Mijn jongste zoon(toen 7) kon er maar even meezoeken, de detector was eigenlijk tegroot voor hem. Mart die 10 waskon er goed mee uit de voeten enkon er, daar de DS-318-B niet ergzwaar is, redelijk goed en een tijdmee zoeken. Enkel de grootte vande detector was een probleempje.Het was duidelijk dat de armsteuniets te wijd was waardoor de detectorwat onevenwichtig werd, dit isop te lossen door een klittenbandriempjete gebruiken. Helaas vielende vondsten tegen op de bezochtelocaties.<strong>De</strong> conclusie<strong>De</strong> DS-318-B is voor de prijs van79,00 euro een detector die op veelterreinen kan worden ingezet. In detijd dat de test heeft geduurd heb ik‘m niet echt gespaard en heeft hijgewoon meegedaan met het ‘echte’-werk. Hier is de DS-318-B goeduitgekomen. Ook wat betreft dieptehoeft u niet bang te zijn dat hetapparaat u in de steek laat. Tevensworden de voorwerpen goed aangegeven,zeker zonder hoofdtelefoon,wees niet bang, de ingebouwdeluidspreker is zeer goed.In feite kan iedereen er mee zoekenmet succes, van groot tot klein, metof zonder ervaring.Zijn er nog nadelen? Voor eenervaren zoeker wel vrees ik, vooralals hij veel ervaring heeft met anderedetectors. Één van de nadelen isde (in mijn ogen) te grote schotelvan 26 cm. Op sommige terreinenis dit een nadeel, omdat er dan teveel voorwerpen kunnen wordengemaskeerd. Een ander nadeel ishet niet kunnen wisselen van schotelsal naar gelang de zoeklocatie (ikweet het, ik ben verpest). Maar ja,dan wil je ook teveel, dit kan jenatuurlijk ook niet voor deze prijsverwachten.Wie en wanneer?Voor beginners is het een zeergoede detector waar ze de eerstekneepjes van het zoeken zeker meeonder de knie kunnen krijgen.En ook voor de ervaren zoeker is hetgeen weggegooid geld. Als je metweinig geld een redelijke detectorwilt hebben voor ‘erbij’ voor bijvoorbeeldachter in de auto. <strong>De</strong> DS-318-Bis handig als je ergens een akkertjeof een stort ziet en er een eersteindruk van wilt krijgen. Of voor opvakantie, want je weet maar nooitwaar je terecht komt.Al met al is dit voor ons ‘onbekende’detectormerk in zijn geheel zekerniet verkeerd en hoeft men er nietbang voor te wezen dat het echtniets is. Het zal me dan ook nietverbazen als er over een aantal jarenwerkelijke topdetectors uit het verreChina komen. Als je ziet wat ertegenwoordig voor electronica uitChina komt. Net na de TweedeWereldoorlog waren het de Japannersdie de Duitse kwaliteit fotocamera’skopieerden en er eengoedkope uitvoering van maakten.Nu komen alle camera’s uit hetVerre Oosten. Ik ben benieuwd hoede detectormarkt er over 10 jaaruitziet.<strong>De</strong> DS 318-B wordt geleverd door:<strong><strong>De</strong>tector</strong>shop, Musselkanaal,Tel.: (0622) 54 51 93www.detectorshop.nl


Leon Mijderwijk 11Gevaarlijke ijsberenen gebraden poolvossen<strong>De</strong> overwintering op Nova Zembla<strong>De</strong> overwintering op Nova Zembla<strong>De</strong> drie ontdekkingsreizen onderleiding van Willem Barentsz zijnmoeilijk een succes te noemen.Een doorgang via het noorden,over Russische gebieden, naarChina, Japan en Indië werd nietgevonden. Zowel in 1594, ’95 als’96 strandden de schepen oppoolijs, dat verder varen onmogelijkmaakte. Niettemin zijn dezereizen, ondanks of dankzij hetmislukken, bekend geworden.<strong>De</strong> ondernemingen van Barentszom zich een weg door het ijs tebanen en de avontuurlijke overwinteringop het eiland Nova Zemblavormen een vast onderdeel van degeschreven Nederlandse geschiedenismet daaraan onlosmakelijkverbonden de schoolplaat van dehand van Johan Isings. (Afb. 1).Niet in de laatste plaats is de vermaardheidvan de reis te dankenaan de rijkdom van de bronnen,zowel geschreven als archeologische.Om de Noord?Willem Barentsz was niet de eerstedie naar het noorden voer. Ook depogingen van zijn voorgangerswaren tevergeefs geweest. In 1594en 1595 zonden de Staten vanHolland en Zeeland opnieuwexpedities uit. Op eigen kostenzond ook Amsterdam een schipwaarop Barentsz het bevel voerde.Na twee mislukkingen zagen deStaten af van een nieuwe poging.Ze kozen ervoor een beloning uit tereiken aan degene die op eigenAfb. 2 Topografische kaart westelijk deel NoordelijkeIJszeegebied. <strong>De</strong> grote bosatlas (49e druk1981; Groningen 1987) 86.initiatief de doorgang vond.Amsterdam liet zich niet weerhoudenom nog een vloot uit te rusten.Twee schepen voeren op 10 mei1596 uit. Barentsz was de wetenschappelijkleider, de schipper wasJacob van Heemskerck. Het tweedeschip, waarop Jan Cornelisz. deRijp bevel voerde, zou in de zomeral terugkeren richting Holland.Barentsz en Heemskerck probeerdenlangs de westkust van NovaZembla noordelijker te komen.(Afb. 2).Dankzij Gerrit de Veer, een bemanningslid,is een bron overgeleverdover deze helse tocht. <strong>De</strong> Veerbeschreef en tekende in Vertellinghevande derde seylagie overhet reilen en zeilen van de bemanning.Hun toevallige ontmoetingenmet ijsberen en de pogingenom deze dieren te weren, sprekentot de verbeelding.Echt benauwd werd de situatietoen het ijs de doorvaart en deterugtocht onmogelijk maakte.Afb. 1 Fragment “Behouden Huijs” op Nova Zembla. Tekening van J. H. Isings.Gulden Sporen (Groningen 1976) 26-49, aldaar 41.Op 26 augustus 1596 was het schipvolledig omringd door schotsen. <strong>De</strong>bemanning was gedwongen de“geheelen couden winter metgrooten armoedt, ellende endeverdriet” op Nova Zembla te overwinteren.Met drijfhout en delenvan het schip bouwden zij een hutdie het Behouden Huijs werdgedoopt. (Afb. 3).<strong>De</strong> ijsberen en de steeds ijzigerwordende poolwind maakten hetverblijf er niet bepaald aangenamerop. <strong>De</strong> rantsoenen die van het schipwaren gehaald, werden af en toeafgewisseld met een gebradenpoolvos, waarvan het vlees aangenaamsmaakte “als conijnen doen”.<strong>De</strong> hut werd ingericht met spullendie van het schip kwamen, waarbijAfb. 3 Leven bij HetBehouden Huijs.


12het warm houden van de koudelichamen de grootste aandachtkreeg. Dagen achtereen bleef debemanning in de kooi, bij het vuurof in de sauna, die was gemaakt vaneen wijnvat. Met berenvet hieldmen de lampen brandend. <strong>De</strong>zeomstandigheden eisten enkeleslachtoffers en er waren enkelezieken, onder wie Willem Barentsz.Afb. 6 Vondsten van Nova Zembla. Op de voorgrond het cedelken.In mei 1597 begonnen de mannenaan het zeewaardig maken van tweesloepen. Op 13 juni verlieten zij hetHuijs. Voor latere ontdekkingsreizigersliet Barentsz een rapportachter waarin hij schreef over hetdoel van de reis, de overwinteringen het vertrek “om weder thuijs temoegen comen”. <strong>De</strong> reis van ruim2000 kilometer huiswaarts vormdeeen avontuur op zich. Een avontuurdat Barentsz niet zou overleven.Twaalf mannen bereikten de kustvan het Russische vasteland.In Kola, een plaats 60 kilometerlandinwaarts, lag oude bekende JanCornelisz. de Rijp voor anker. Methem voeren zij mee naar Holland.Gerrit de Veer hield van de gebeurtenissentijdens de reis een dagboekbij dat reeds in 1598 werd uitgegeven.Het wonderlijk verslag kendegretig aftrek en werd spoedigvertaald in het Latijn, Frans,Duits, Italiaans en Engels.Archeologisch verslagOndanks de bekendheid van desite duurt het tot 1871 voordat hetBehouden Huijs opnieuw werdbezocht. <strong>De</strong> Noorse kapiteinElling Carlsen ontdekte de ruïneen treft een interieur aan zoals hetin 1597 was achtergelaten. In 1876ging de Engelsman Chr. Gardinersamen met Carlsen naar het Huijsen verzamelde nog eens 112 voorwerpen.Ook het rapport vanBarentz, het zogenaamde cedelken,werd aangetroffen. Hoewel aangetast,was de tekst nog goed te lezen.(Afb. 4).Archeologisch gezien waren devondstomstandigheden uitzonderlijk.<strong>De</strong> vorst beschermde de voorwerpentegen oxydatie en verrotting.Het bodemarchief is zelden‘toegerust’ voor de overlevering vanpapier en textiel. Maar de kledingstukkenhadden zelfs hun oorspronkelijkekleur behouden. OpSpitsbergen, een eiland dat zo wasgenoemd door Willem Barentsz,werden volledig intacte kledingstukkengevonden van walvisvaardersuit de zeventiende eeuw die daar denederzetting Smeerenburg bouwden.(Afb. 5).Het verhaal van Gerrit de Veerkrijgt door de archeologische vondsteneen nog tastbaarder dimensie.<strong>De</strong> vondsten roepen een beeld opvan de overwinteraars die nietwisten hoe snel zij hun verblijfmoesten verlaten, hoewel zij wistendat hen een barre tocht te wachtenstond. Materiaal waar zij tijdenshun reis geen nut van zoudenAfb. 5 Wollen en lerenvondsten vanSpitsbergen. Fragmentkrantenartikel: Ruiter,F.G. de, ‘Smeerenburgherleeft met geur vanlevertraan’ (1983?).Afb. 4 Het cedelken, het rapport van Willem Barentsz.hebben, werd achtergelaten omeeuwen later in situ te wordengevonden. <strong>De</strong> bemanning namalleen mee wat van belang was:voedsel, eetgerei en warme kleding.In dezelfde kledij, een poolvossenmutsincluis, werden zij in Amsterdamonthaald. Daar was het eigenlijkeavontuur definitief voorbij.Dankzij de bronnen die ervangetuigden, zou het echter nog velemalen worden herbeleefd.Epiloog<strong>De</strong> vondsten van Carlsen en Gardinerbevinden zich in het Rijksmuseumin Amsterdam: internetadres.<strong>De</strong>ze en andere vondsten staan ineen catalogus: J. Baart e.a. red.,Behouden uit het Behouden Huijs:catalogus van de voorwerpen van deBarentsexpeditie (1596), gevondenop Nova Zembla. <strong>De</strong> Rijksmuseumcollectieaangevuld met Russischeen Noorse vondsten (Amsterdam1998). (Afb. 6).Het verhaal van Gerrit de Veer is in2004 opnieuw uitgegeven: Gerritde Veer, Nova Zembla, de tochtenvan Willem Barentsz en de overwinteringin het behouden huis(vertaald door Vibeke Roeper enDiederick Wildeman) (Amsterdam2004).


Ingezonden voor deOm mee te doen met de “Vondst van het jaar” dient u een verhaal, van tenminste 150 woorden,te schrijven over het door u gevonden object. Natuurlijk stuurt u duidelijke foto’s van hetvoorwerp mee. Voorwerpen van archeologische waarde dienen te worden aangemeld.vondstVAN HETjaar200513Binnen 7 jaar!!!Het is ongeveer 5 jaar geleden dat Wilko Rook hier in mijn woonplaatsMarknesse tijdens de feestweek met een kraampje op demarkt stond met detectors en bodemvondsten. En daar lagen tochmooie knoepers van zilveren munten uit 1600-1700! (Daar valt jeoog als leek het eerst op, toch?!). Ik was toen eigenlijk al verkocht.Gouden engel van Henry VIII, 1509-1547, 29 mm diameterIk ben die middag nog eenkeer bij de kraam langsgelopen om bij de vondstente kijken, ik kon me toenhelemaal niet voorstellen datdit spul jaren in de grond hadgelegen.Ik heb die dag nog eenafspraak gemaakt, en kon dieavond nog langskomen.Wel makkelijk als je er 500meter vandaan woont.Ik ben die avond de deuruitgegaan met een White’sClassic SSLII, een boek vanGert Gesink en een paar<strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong>s, waar ikgelijk lid van geworden ben.Er stond toen ook een keereen artikel in dat je als zoekervolgens de statistiekengemiddeld één keer in de 7jaar, goud vindt. Nou, ikmoest eerst maar eens deeerste zilveren munt vinden.Nou die vond ik een jaar later,op een akker in de buurt vanVollenhove, het waren twee 6stuiver stukken van <strong>De</strong>venter1690 en 1681 en ze lagen driemeter uit elkaar, ik haddaarvoor natuurlijk ook welWillempies en Wilhelmina’sgevonden maar die grote,daar doe je het voor, dat zijnde krenten in de pap!!!HET ZOEKEN….Ik weet nog goed dat ik deeerste keer op pad ging, bijnade hele dag gezocht en ik had‘één’ duitje gevonden.Ik was de koning te rijk.Hij zit voorin, in mijn munten-album,het was een oordof dubbele duit van Hollandz.j. Maar elke keer ging hetbeter, je leert het apparaatsteeds beter af te regelen ende geluiden te herkennen.En dan komen de vondstenook steeds meer. Daar hadWilko ook gelijk in, ze komenvanzelf, de aanhouder wintaltijd.We schrijven nu over 2004.Ik heb de detector een jaardaarvoor ingeruild voor eenXP Adventis. Nu dacht ik datik al een goed zoekjaar had;zo haalde ik een keer eenmuntschat naar boven. Drierijderschillingen en 20 duiten,een Willem 2 gulden uit 1846,toen 3 blokgewichten, waarvaneen zeldzame van Vollenhove,en de nodige duiten.Het was zaterdag 27-11-04,en weer eens een keer droog,dus ’s middags de autogepakt en een mooi akkertjeopgezocht, in de buurt vanSteenwijk. Na wat duiten ofhoe je ze ook noemen wilt,die zijn toch bar slecht hier,vond ik musketkogels en denodige rommel. Ik dacht, ikstop ermee, en liep naar deauto, al zoekend, 50 metervan de auto toch nog eenpiep. Zonder hoge verwachtingde schep weer in degrond. Ik zag wat goudkleurigsin de grond zitten. <strong>De</strong>eerste gedachte was dat heteen dubbelgevouwen melkdopwas, en toen: “het zaltoch niet waar zijn...!” Maartoen ik het in mijn hand hadzag ik dat het een goudenmunt was. Dat geef je zo’ngoed gevoel, geweldiggewoon. Ik heb de munt thuisgelijk onder de warme kraanschoongemaakt en voorzichtigstukje voor stukje weerwat terug gebogen.Vervolg op pagina 152 stuiver Gelria, 17861 gulden Willem II, 1846


14Een bijzonderwrijfschaalfragmentOngeveer een jaar geledenging ik met m’n detectorzoeken op een akker bij mij in deomgeving. Het stuk land had ik al meerderemalen bezocht en ik had er ook al goede resultatenbehaald. Na ongeveer een uur gezocht te hebben,viel mijn oog op een stuk oranje steen. Het leek in eersteinstantie op een fragment van een Romeinse dakpan oftegula, maar het bleek een fragment van een wrijfschaal ofmortarium van het type Stuart 149A te zijn. Het was eendeel van een rand met een gedeelte van de tuit er nog aan.Ik wreef met m’n hand de modder eraf en zag tot mijnverbazing er een stempel in staan met de inscriptieEGVIVIC. Voor de E had nog een letter gestaan. Na veelspeurwerk ben ik er achter gekomen dat de inscriptieLEGVIVIC moest zijn. Dat wil zeggen Legio VI Victrixofwel het Zesde Legioen Victrix.


VONDST VAN HET JAAR 2005 151/8 pond, 62,84 gramvermoedelijk Vollenhove.Sander Medendorp heeft devouw er zo goed mogelijkuitgehaald. Ik heb de munt ’savonds gelijk op de site:www.onzepagina.com gezet.Daar helpen we mekaar ookaltijd. Henk Sieben enSebastiaan Struik hebbenhet voor mij uitgezocht (nogbedankt hè!). Dat Henk eerstdacht dat het een chocolademuntwas van de Hema,vergeef ik hem. Ook heb ik demunt voor determinatie naarde vraagbaak gestuurd.Met deze ‘gouden engel’wil ik graag meedoen metde vondst van het jaar incategorie 2.Jan van Schendel<strong>De</strong> munt is aangemeld bij hetGeld-+Bankmuseum in Utrecht.<strong>De</strong>terminatie blokgewicht:Rio HoltmanWrijfschalen<strong>De</strong> Latijnse benaming voor wrijfschaal is mortarium.Een wrijfschaal is een schaal met fijne kwartssteentjes aan debinnenzijde. <strong>De</strong> wrijfschaal werd gebruikt om gekruidesauzen te mengen en om fijn te wrijven. Als de schaal intensiefis gebruikt, dan zijn de kwartssteentjes goed zichtbaar.<strong>De</strong> wrijfschaal vond veel toepassing in onze streken. Wrijfschalenwerden van gladwandig aardewerk gemaakt en hetbaksel heeft vaak een witte kleur. Verder hebben we nog hetNijmeegs-Holdeurns aardewerk, dat een oranje-rode kleurheeft. Het is gemaakt van dezelfde klei als waar Romeinsetegulae van werden gemaakt. Nijmeegs-Holdeurnse wrijfschalenwerden vooral in Berg en Dal (bij Nijmegen) vervaardigd.Het type dat ik gevonden heb, is waarschijnlijk Nijmeegs-Holdeurns.Wrijfschalen met een legioensstempelzijn vrij zeldzaam. Wrijfschalen werden wel vaker gestempeld,maar dan met een stempel van de maker, of met stempelvan het Tiende Legioen Gemina.Legio VI VictrixHet Zesde Legioen Victrix was een trouw instrument voorRomeinse machthebbers. Keizer Nero kende de titel Victrixtoe als dank voor bewezen diensten. In 69 na Chr. kwamende Bataven in opstand tegen de Romeinen. Keizer Vespasianusstuurde twee van zijn Spaanse legioenen, waaronderLegio VI Victrix, naar Neder-Germanie om de opstandelingenleidervan de Bataven, Julius Civilis, en zijn Germaansebondgenoten uit te schakelen. Na de Bataafse opstand vonder een grootscheepse reorganisatie van legioenen plaats.In 70 na Chr. werd het Zesde Legioen gestationeerd inNovaesium (Neuss). Daar begon het legioen aan de wederopbouwvan het verwoeste castellum. Het Zesde Legioenbewees ook zijn trouw aan keizer Domitianus. In het jaar 89na Chr. krijgt Legio VI Victrix dan ook een andere titel: PiaFidelis Domitiana. <strong>De</strong>ze tekst betekent ‘toegewijd en trouwaan Domitianus’. Omstreeks het jaar 104 na Chr. verhuisthet legioen naar Xanten. Het verblijft daar tot 122 na Chr.Daarna wordt het legioen door keizer Hadrianus overgeplaatstnaar York in Engeland.Tot slotHet wrijfschaalfragment is nauwkeurig te dateren. Het ZesdeLegioen wordt omstreeks 70 na Chr. in Duitsland gelegerd.In 89 na Chr. krijgt het legioen de genoemde titel Pia FidelisDomitiana. Aangezien deze titel niet op het wrijfschaalfragmentgenoemd wordt, kan de vondst tussen 70 en 89 na Chr.worden gedateerd. Wat dit wrijfschaalfragment zo bijzondermaakt is het stempel. Uit een recente inventarisatie vanstempels op wrijfschalen blijkt dat dit stempel nog nieteerder in Nederland is aangetroffen. Er zijn wel wrijfschalenin Nederland gevonden met legioenstempels, maar dezeverwijzen naar het Negende en Tiende Legioen. Het zal altijdde vraag blijven hoe dit fragment op de akker is terechtgekomen. Ik zou tot slot willen zeggen, gebruik niet alleen jemetaaldetector maar geef je ogen ook goed de kost. Je weetmaar nooit.Cees-Jan v/d PolLiteratuur: W. van den Brandhof, ‘Een bijzonder wrijfschaalfragment’(uit: Master Thesis 2004)Foto’s: Kees Leenheer


16‘Vondstberichten’DOOR JAN ZIJLSTRAVan Monnikenen<strong><strong>De</strong>tector</strong>istenFragment tegelvloer uit klooster Lidlum (ca. 110 x 45 cm.)naar literatuurvoorbeelden samengesteld uit los in de terpgevonden tegels. Zeer waarschijnlijk is dit de tegelvloerwelke wordt vermeld in de vita van abt Hoyto (1236-1275)Eén van de grote rijke kloosters in Friesland was depremonstratenser abdij Mariëndal (Vallis SancteMarie) te Lidlum tussen Tzummarum enOosterbierum.Het werd in 1182 gesticht als dochterklooster vanMariëngaard te Hallum. In 1234 werd hetlandinwaarts verplaatst (op de Lidlumer terp)omdat men met wateroverlast te kampen kreeg.In 1290 zouden er 600 mensen hebben gewoond,maar dit is waarschijnlijk overdreven.Wegens het verloren gaan van veel(middeleeuwse) bronnen is van demeeste Friese kloosters niet erg veelbekend. <strong>De</strong> kloosters Mariëngaardeen Lidlum (Mariëndal) vormenhierop een gelukkige uitzondering.In het bijzonder wat betreft Lidlumis dat te danken aan de kanunnikSibrandus Leo (ca. 1528-1583) dieeen kloosterkroniek schreef:Abtenlevens der Friesche kloostersMariëngaard en Lidlum. (VitaeAbbatum) Sibrandus, die de ondergangvan het klooster meemaakte(in 1572 werd het door de geuzenverwoest en in 15<strong>80</strong> onteigend enopgeheven door de Friese staten),kon putten uit het in zijn tijd nogaanwezige kloosterarchief.<strong>De</strong> betrouwbaarheid van 16e-eeuwseauteurs, historici en chroniqueursstaat echter geregeld ter discussieen het is dan ook een gelukkigtoeval dat aan de hand van de rijkevondsten door detectorzoekers ophet Lidlumer kloosterterrein reedsbekende informatie (bij Sibrandus)als het ware getoetst kan worden opbetrouwbaarheid. Een aantal namenvan abten en andere kloosterlingen,door Sibrandus genoemd, komeninclusief functie en herkomst(plaatsnaam) voor op gedetecteerdezegelstempels uit de 13e en 14e eeuw.>>Zegelstempel (afdruk) Lidlum;zegel van de abt van MariëndalZegelstempel (afdruk) Lidlum; zegel vanWibrand Wobbinga van Weidum. Wibrandwas de 15e abt van Lidlum (1347-1351)


Boekbeslag Lidlum voor 157217


18Zegelstempel (afdruk) Lidlum;zegel van Doedeke (kleineDoede), geestelijke van Hoorn.Zegelstempel (afdruk) Lidlum;zegel van Keimpe van Weidum,13e abt van Lidlum (1332-1336).Zegelstempel (afdruk) Lidlum;zegel van broeder Paulus,kanunnik.Zegelstempel (afdruk) Lidlum;zegelstempel van Lambertus.Zegelstempel (afdruk) Lidlum;zegel van Johannes vanMenaldum, pastoor aldaar enkanunnik van Mariëndal tentijde van Abt Wibrandus II.>>Daarnaast ook tot voorheen onbekendenamen en gegevens. Ook veelboekbeslag, soms nog met leerrestanten,pauselijke bulla’s en tallozefragmenten. <strong>De</strong> uitzonderlijk goedeconserveringstoestand van metname zegelstempels en boekbeslagzou er op kunnen wijzen dat (eendeel van) het archief en de bibliotheekin 1572 door de geuzen in een(afval)put is gedeponeerd.Tenslotte de bouwgeschiedenis.Ook met betrekking tot de ophelderingdaarvan hebben detectoristeneen bijdrage geleverd. Sommige vanhen hebben namelijk de goedegewoonte ook scherp te letten op“oogvondsten”, dat wil zeggen opvoorwerpen van andere materialendan metaal die dus niet met eenmetaaldetector kunnen wordengevonden. Er zijn op de Lidlumerterp op die maniertalloze (fragmentenvan) kleine vloertegelsmet slibversieringopgeraapt. <strong>De</strong>zetegels (c.q. tegelvloeren)worden meestalin de 13e-14e eeuwgedateerd.Eerdergenoemde “Abtenlevens” vanSibrandus vermeldt de aanschaf vaneen gekleurde tegelvloer ten tijdevan abt Hoyto (1236-1275) en het isnauwelijks aan twijfel onderhevigdat het inzake de teruggevondentegels om dezelfde vloer gaat, zodateen wat scherpere datering mogelijkis. Het is tenslotte nogal uniek datin het bronnenarme Friesland een13e-eeuwse tegelvloer gedateerd kanworden doormiddel van een schriftelijkeoverlevering.Foto’s: Johan KoningSeptember/oktoberZoekdag in het zuidenvan het land


Hij beloofde het te proberenen zei dat we hem de volgendedag weer kondenkomen ophalen.19‘mijn eerste goud’Toen mijn broer (Arne v/d Berg) en ik begin augustusbesloten samen te gaan zoeken hadden we die weekerg veel geluk. Hij is al een ervaren zoeker en ik hebmijn detector nog maar kort.We vertrokken maandagochtend vroeg om de stroomstrandliefhebbers voor te zijn. We hadden beslotenom te gaan zoeken in een recreatieplas, dus dewaadpakken en waadscheppen mee de auto in. Toenwe eenmaal in het water stonden was het meteenraak, na 5 stappen gelopen te hebben al een zilverenring. Die ochtend haalden we veel ringen uit hetwater. In het totaal 5 zilveren en 3 neppers. 1 zilverenbleek een trouwring te zijn en was dus ook een heledikke (zie afbeelding, linksboven).<strong>De</strong> volgende morgen hadden we vroeg afgesprokenen we gingen natuurlijk naar dezelfde plas. <strong>De</strong>ze keerhadden we minder geluk. Na een uur zoeken haddenwe 1 ring en 3 muntjes. Toen we even later op de kantzaten uit te rusten, kwam er een visser naar ons toeen zei, dat er een eindje verderop ook nog een heelklein strandje lag. Maar veel mensen wisten dat nieten er was volgens hem ook nog nooit gezocht.Omdat het toch al niet erg goed ging, gingen we eensop dat kleine strandje kijken. <strong>De</strong> visser had nietgelogen: het strandje was hooguit 10 meter lang en 5meter breed. Je kon ook maar een paar meter hetwater in lopen want het liep erg snel af. Toch wildenwe het graag eens proberen in het watertje. En jahoor, mijn broer viste er een mooie gouden ring uit(zie afbeelding, rechtsboven). Verder vonden we nogeen aantal zilveren ringen maar ook erg veel afvalomdat er nooit zoekers waren geweest die het afvalop de kant hadden gegooid.Na een half uurtje zoekenhadden we het watertjeafgezocht, en gingen wij opweg naar huis.<strong>De</strong> volgende dag (woensdag)gingen we niet zoeken.Maar eens lekker languitslapen, omdat we haddenafgesproken donderdag heelvroeg te gaan. Dus donderdagheel vroeg de auto inom nog maar eens naaronze, toen al geluksplek toete gaan. We dachten dat ernog wel veel meer moestliggen in de grote plas.En we kregen gelijk: na eendrietal uren gezocht tehebben haalde mijn broeralweer een gouden ring uithet water (zie afbeelding,linksonder). Helaas had hijde ring een paar keer geraaktmet de waadschep en zat erdus weinig vorm meer in.Verder vonden we die dagnog 4 zilveren ringen, 2neppers, 1 zilveren oorbel en1 zilveren hangertje. Voor wenaar huis gingen, reden weeerst langs de juwelier, omte vragen of hij nog wat vandie ring kon maken.Toen we vrijdagochtend weergingen zoeken (in dezelfdeplas natuurlijk) begon hetniet erg goed. Er liep nogiemand in het water tezoeken. Ook begon het nogeens te regenen zodat wehet water uit moesten om teschuilen. Na een half uurtjekonden we het water weerin. Na de vele trekringen enbierdoppen die ik deze dagal had gevonden had ik nuook eens echt ‘beet’. Na eenduidelijk signaal uit mijnkoptelefoon begon ik hoopvolte graven. En ja hoor natwee keer scheppen lag ereen hele mooie gouden ringin mijn waadschep te fonkelen(zie afbeelding, rechtsonder).Ik wist niet hoe snelik bij mijn broer moestkomen om te zeggen dat ikmijn eerste goud had. Verdervonden we die dag nog eenaantal zilveren ringen.Helaas begon het weer teregenen en we gingendaardoor al vroeg weer naarhuis. Maar eerst langs dejuwelier natuurlijk, die dering van gisteren had proberente maken. En weerhadden we geluk. Omdat dering zo uit model was haddenwe het niet gezien, maarer bleek een diamantje in tezitten! Wat een geluk dezeweek. In deze week (4 dagenzoeken) hadden we maarliefst 3 gouden ringen, 14zilveren ringen, 6 nep ringen,2 zilveren oorbellenen 39 muntjes.Wij zijn zeker van plan omnog eens terug te keren naardeze ‘goudmijn’!Groeten vanHugo v.d. Berg


20Vorig voorjaar was ik met mijn vrouw op visite bij familiein Zuid-Oost Friesland. Nadat wij gezellig koffie haddengedronken bleek dat mijn vrouw en schoonzus plannenhadden waar ze mij eigenlijk niet bij konden gebruiken.Gelukkig had ik mijn andere “grote liefde” in de kofferbakvan onze auto verstopt en ben ik daarmee naar eenbos in de buurt gereden.Het raadselvan de‘gekleurde’centenIn de beginjaren van de oorlog was daar een barakkenkampwaar joden te werk werden gesteld om in deomgeving heide te ontginnen en de boeren bij hetoogsten te helpen. Na de oorlog werden er Molukserepatrianten gehuisvest en nu is dit alles verdwenen enweer vrij voor iedereen toegankelijk.Hier wilde ik nu eens mijn geluk beproeven, maar datviel mij toch wat tegen, heel veel ijzeren rommel enbouwafval en dan wordt mijn “Garrettje” zenuwachtig.Ik belandde uiteindelijk op een stukje open terrein waarhet gras niet al te hoog stonden daar kreeg ik zowaar tochnog een leuke piep, gravendus, en ja een fel rood schijfjeter grote van een centkwam te voorschijn. Bijnadere beschouwing bleekhet ook een echte cent te zijndie rood was geverfd. Schouderophalend “piepte” ikmaar weer verder en noggeen meter verder was hetweer raak, nu één die aan deéne kant geel en aan deandere kant wit geverfd was.Ik vond dit maar vreemd enzo na een poosje zoeken hadik al een negental van dezerode, witte en oranje geverfdecenten.Verder vond ikeigenlijk niets bijzonders.Toen ik later thuis de boelhad schoongemaakt blekende centen uit de jaren 1970-85 te zijn.Niemand van de familie ofkennissen kon er een redelijkeverklaring voor geven enze belandden later thuis danook in mijn muntenbakje.Begin december jl. waren wijweer eens op visite bij mijnschoonzus en je weet hoezoiets gaat, ik belandde metmijn “liefje” toch nog weerop datzelfde grasveldje. Dus“pieper” aan, koptelefoon op(houdt je oren lekker warm)en zoeken maar. En ja, naeen poosje een korte en fellepiep, schopje in de grond endaar lag wèèr zo’n kleinegekleurde rakker. Ik zitzowat, mijmerend op mijnhurken, mijn “vondst” tebekijken en te bedenken vanhoe en waarom?!Dan ineens, ik schrik mij roten donder bijna vooroverwant op dat moment springtmij wat op de rug, ik kijkverschrikt achterom en daarstaat een grote hond achtermij te kwispelen en komtzijn baas lachend op mij toelopen en roept van: “..........”.Maar ja, dan moet je geenkoptelefoon opzetten natuurlijk,want liplezen heb iknooit geleerd. Belangstellendvraagt hij dan: “Geschrokken?”,en: “Al wat gevonden??”En dan vertel ik hemmijn verhaal en laat mijnraadselachtige “vondst” zien.Hij bekijkt het en begint telachen en zegt, dat raadseltjekan ik je gauw oplossen.Een tiental jaren terug werdhier door een groepje ouderenuit de buurt, wekelijkseen spel gespeeld. Dat spelleek op het (vroeger??)in Friesland gespeelde“piksmieten” en dat werd bijmijn weten vaak op het ijsgespeeld als het begon tedooien.Er werd dan een “baksteen”op zijn smalle kant gezet endaarop werd door elke spelereen cent gelegd.Het kwam er verder bij ditspel op neer, te proberen desteen met centen om tegooien of een andere deelnemeruit te schakelen en ditgebeurde met behulp vaneen stalen kogel of eenverzwaard houten balletje.“Kop” en “Munt” speelde bijdit spel ook een grote rol endaarom waren mijn vondstenvolgens hem ook steedstweekleurig en waren decenten ook gemakkelijkerterug te vinden in het gras enwas in één oogopslag te zienof “kop” of “munt” bovenlag. En na nog even gezelligte hebben staan napraten,kon ik thuis de oplossingvertellen van “het raadsel vande gekleurde centen”.Zo zie je maar weer datachter een op zich heleonbenullige vondst toch weereen leuk verhaal kan zitten.Groeten en veel succes methet zoeken,Tjibbe NoppertSpijk


22Ringedingetjes (5)I: Opvallend goed broedresultaat heeft dekerkuil onder onze vogelbevolking. In hetbegin van deze eeuw was deze nuttigeongedierteverdelger (muizen en ratten) invele streken, ook in Friesland, een algemenebroedvogel. Broedvogel in kerktorens, oudegebouwen, molens en vooral achter hetuilenbord van boerderijen, zodat menigeveehouder in het gelukkige bezit was vaneen kerkuilenpaar in zijn schuur.Aan het einde van de jaren veertig vond ik inhet uitgezakte rieten dak van een oudeboerderij aan de rand van het dorp Akkrumtwee witte ovaalronde eieren van dezenachtjager. Door het verdwijnen van graanopslagin de schuren en (gelukkig voor deagrariërs) het daardoor minder voorkomenvan veldmuizenplagen in de landerijen,komen de statige kerkuilen steeds mindervoor onder onze vogels.In de zeer strenge winter van 1962-1963luidde voor de kerkuil in Nederland denoodklok. Maar in de jaren tachtig hersteldede soort zich of nam toe! Dit ondanks destrenge winters van 1985 en 1986 (Elfstedentochtwinters)en de barre winter van1987. Het herstel is te danken aan speciaalvoor de kerkuilen gebouwde nestkasten inde nok van een schuur of molen en debijvoedering in strenge winters in boerderijenwaar deze soort vertoeft.Ook zeer verheugend is, dat sommigeveehouders de broedruimte achter hetuilenbord in de nok van hun schuren weervoor de kerkuilen bereikbaar maken. Zijschieten daartoe de van glas voorzienevliegopening in het uilenbord met eenwindbuks stuk.Vogels staan niet als voorkeursgerecht ophet menu van de kerkuil, maar worden weleens genuttigd of op z’n minst verjaagd,bijvoorbeeld een boerenzwaluw of eenspreeuw. Uit de Doopsgezinde Kerk teAkkrum werd een kauw door een kerkuilenechtpaarverjaagd (1953). Een godsdiensttwist?Van Anne de Boer te Burgum – eenvriend van het eerste uur – ontving ik eenring: Vogeltrekstation Arnhem, Holland5.316.655. Die had hij op 7 oktober 2004 opde grond in het Noordermeer te Burgummet een metaaldetector gevonden. Navraagbij het vogeltrekstation leverde het volgendegegeven op: het was een kerkuil, geringd op11 oktober 1996 te Burgum (in de Soestpolder)als één van de twee jongen. Afstand: 0km, verstreken tijd: 2918 dagen.Het gaat goed met de kerkuil, zelfs uitzonderlijkgoed wat broeden betreft. In Nederlandheeft men nu meer dan 2.500 broedparenvan deze roofvogel (in Friesland bijna600 paren). Dat komt alleen maar door develdmuizen, vooral in of achter de boerderijenof..... langs de snelweg.Romke van der Veen te Damwoude ringdevoor het laatst in zijn gebied op 17 november(!) 2004 jongen van deze vogels. <strong>De</strong> tweede,of misschien wel de derde leg. Maar langs dewegen wordt menig slachtoffer van deze uilgevonden. Mijn zoon Auke de Vries teLeeuwarden, werkzaam bij Rijkswaterstaat,vond zes (!) dode geringde kerkuilen langsde rijkswegen in Friesland (A6, A7 en A32in oktober, november en december 2004rond Heerenveen). <strong>De</strong> vogels waren allen in2004 geboren! Ze waren dus jong en onervaren.II: Broedende stormmeeuwen komen inNederland voor op de eilanden en langs deNoordzeekusten van Zeeland en Noord-Holland. Ik schat het aantal op tienduizendenparen. In het winterseizoen trekkenonze stormmeeuwen merendeels naarGroot-Brittannië en naar het zuiden (Belgiëen Frankrijk). In het winterseizoen is onsland vergeven van stormmeeuwen uit hetnoorden en oosten. Tijdens de winters metsneeuw en ijs vingen wij op de vuilnisbelt teOuwsterhaule en in een tuin te Molenendmet een zogenaamd slagnet stormmeeuwendie daar geringd werden. Diverse geringdeoosterse stormmeeuwen zaten dan onderhet net. Dat konden wij zien aan het ringetjeom de poot of aan de ringterugmelding diewij later uit die winters kregen.Ze kwamen uit Rusland, Finland en deBaltische staten (Letland, Litouwen enEstland). Eind jaren zeventig en tachtigprobeerden wij ’s winters in de tuin van Tj.Bil te Molenend stormmeeuwen te vangenen nadien te ringen en met succes. Tienduizendenmeeuwen hebben we gevangen,bestudeerd en geringd. Niet alle meeuwenvlogen naar het oosten, met name de vogelmet de ring: Vogeltrekstation Arnhem,Holland 3.411.022. Die ring hadden we omde poot van een stormmeeuw gedaan op 26februari 1986 te Molenend, vlakbij Leeuwarden.Die melding kreeg ik van S. Van derPloeg te Drachten die met een metaaldetectoralleen de ring had gevonden in deRijperkerksterpolder, op 19 april 1996. Op26 februari 1986 werd de stormmeeuw doorons bestudeerd en we kwamen tot de conclusiedat de meeuw ouder dan 4 jaar was. <strong>De</strong>afstand bleek maar 3 km te zijn (stormmeeuwenvliegen ’s winters naar hetzelfdegebied). <strong>De</strong> verstreken tijd tussen ringen envinden was 10 jaar (3705 dagen). Hoe langwas de stormmeeuw al dood? Slachtoffervan een roofvogel?III: In 1971 werden er jonge zilvermeeuwengeringd op het piepkleine, onbewoonbareeiland Rotummerplaat, een buureiland vanSchiermonnikoog. Ik kreeg de ring vanJohan Vegelien uit Lambertschaag (Noord-Holland), die hem gevonden had met eenmetaaldetector in zijn omgeving. Te weten:Vogeltrekstation Arnhem, Holland5.030.848. Het was een oude versleten ring.Navraag bij het vogeltrektstation leverde hetfraaie gegeven op: op 18 juni 1971 werd opRottumerplaat (provincie Groningen) eennestjong van een zilvermeeuw geringd. Pasop 15 oktober 2003 werd de ring opgedieptuit een akker in de omgeving van Lambertschaag.Afstand tussen beide plaatsen: 130km. Verstreken tijd: 11<strong>80</strong>7 dagen (!), 33 jaaroud? Aan de ouderdom van de ring denk ikeerder dat de meeuw de ring 25 jaar droeg(een oudje). Die zilvermeeuw deed medenken aan het jaar 19<strong>80</strong>, waarin we 1000jonge zilvermeeuwen ringden in de Kobbeduinenop Schiermonnikoog in juni en juli(zie <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong> 75). Een prachtigemelding van een zilvermeeuw kreeg ik indatzelfde jaar 19<strong>80</strong>.Te weten: Vogeltrekstation Arnhem, Holland5.159.386. Wij probeerden ’s winters opde vuilnisbelt te Ouwsterhaule (een gigantischeberg rommel en afval, waaronder brooden afvalvlees) meeuwen te vangen met eennet. Toen wij op 20 december 19<strong>80</strong> weereens met een slagnet meeuwen op de beltvingen, controleerden wij tot onze verbazingen met enthousiasme één van de meeuwendie op 12 juli 19<strong>80</strong> als nestjong was geringdop Schiermonnikoog. Een toevallig ontmoeting.Ik gaf de vogel een spreekwoordelijkschouderklopje en wenste het exemplaarveel sterkte toe in het veelbewogen zilvermeeuwenleven.Afstand: 58 km, verstrekentijd: 154 dagen. Nu zit ik te wachten op dederde melding van nummer 5.159.386.Verheugd ben ik als ik nieuwe ringen krijg.Ik geef dan de gegevens aan jullie door.(Wordt vervolgd)Jaap de Vries, Meezenstraat 30, 9271 EXZwaagwesteinde. Tel.: 0511 44 42 16


Ingezonden voor deUitslag vondst van het jaar 2004Na telling van de retour gezonden kaartjes (114) krijgen we devolgende uitslag.METAALVONDSTENvondstjaarVAN HET19 Robin Dijkstra Zilveren gesp37 Elly van Santen Zwaantje,Vroeg-Middeleeuwse fibula29 Henk van Hoek Spaanse Escudo23 Th. Heinsbergen Diverse Romeinse vondsten31 M.A. Ouwehand Hoofdnaald zilver19 Gérard Buhr Halve gouden rijder12 Corné van Krieken Chinese munt23 Frederik Draaijer 30 stuiverstuk, <strong>De</strong>venter, 188626 Marcel Jansen Gouden Triens6 Tjibbe Noppert Drie klootkernen90 J. Karsten Goudschat van 31 munten32 Johan Postma Gouden filigrain broche58 Piet van Schuppen Bronzen hielbijl7 Rienk van der Sluis Rijksdaalder 157814 Johan Bosma Vijf zilveren + 1 koperen munt,16e eeuw62 Ton van Bon Pelgrimsinsigne200435 Rafael v/d Sanden Leeuwendaalder, 1576, Schijfibula22 J. Faber en B. Poiesz ZegelstempelBIJVONDSTEN (Maar één inzender, dus automatisch winnaar):Marcel Julsing Vuistbijl van helleflint<strong>De</strong> vier DDA-boekenpakketten ter waarde van 50 euro gaan naar:Ton van Bon, Piet van Schuppen, Elly van Santen en MarcelJulsing. Winnaar van de Creatype-prijs van 90 euro is de heerJ. Karsten.Uit de ingestuurde antwoordkaarten is H. Van der Kleij uit Goudaals winnaar van de bodywarmer getrokken. Hij/zij kan contactopnemen met bestuurslid Roy Hutters om de maat en de kleurdoor te geven.COLUMN 23Af en toe verhuizen is zo gek nog nietOns gezin lijkt net een stel Nomaden. We slaan ergens ons tentjeop en na een tijdje hebben we het wel weer bekeken. We gaan danweer op zoek naar een nieuwe stek. We vinden het fijn om teverhuizen en weer allemaal nieuwe mensen te ontmoeten. Het isook leuk om af en toe eens flink de bezem door het huis te halenen allerlei overtollige tuttemereintjes weg tegooien. Wat kan een mens wat spul bijeenvergaren in een paar jaar. Vooral het speelgoedvan de kinderen, een hoeveelheid waarmenig weeshuis jaloers op zou zijn. Maargoed al die overtollige dingen gaan in dozenen huppakee naar de kringloopwinkel.Maar ja, vaders kan wel klagen over hetspeelgoed van de kinderen, hij heeft zelf ookeen behoorlijke collectie oud ijzer. Dus ook ik ben genoodzaaktom af en toe weer eens flink te schiften. Het vreemde is, dat hetnooit echt opschiet. Je hebt een voorwerpje in je hand en droomtgelijk weer weg bij het verhaal dat er bijhoort. Als vrouwlief dan afen toe haar hoofd om de hoek van de deur steekt, kom je weerterug op aarde.Als de rommelbak is geïnspecteerd, is het tijd voor de vitrinekast.Ja, dat is natuurlijk weer een apart hoofdstuk. Terwijl de verhalenbij de vondsten door je hoofd spoken, druk je ze één voor één ineen plastic zakje.Zo kom ik ineens weer dat kleine zielige gouden ringetje tegen.Het is wat men noemt een slavenringetje. Hij heeft een ereplaatsjein mijn vitrinekast. Op zich bijzonder omdat ik hem zelf nooitgevonden heb. Het is een heel oud gevalletje zonder stempeltjesen gemaakt van het echte oude goud. U weet wel; zwaar gehalte,zacht en behoorlijk geel van kleur.Nee, ik heb hem gekregen van mijn moeder. Bij de ring hoortnatuurlijk ook een verhaal: Toen ik nog een klein Klaasje was,waren ik en mijn ouders vaak te vinden op het strand van Elburg.Mensen die er wel eens geweest zijn herkennen het wel als “Hetstille strand”.Net als altijd zaten we in het zand te genieten van al het goedeom ons heen. Ik bouwde zoals menig kind een mooi zandkasteelen mijn moeder speelde met het zand tussen haar tenen. Op eengegeven moment kwam haar voet weer boven uit het mulle zand.<strong>De</strong> gouden ring versierde haar middelste teen. Tja, daar kan geenenkele detector tegenop. Dit voorval heeft toen een behoorlijkeindruk op mij gemaakt.Nog iedere keer als ik ergens met mijn gezin op het strand zit,zeef ik het zand met mijn vingers. Stilletjes hoop ik dat ook mij ditgeluk eens gegund wordt. Maar ja, veel verder dan een roestigekroondop ben ik niet gekomen. Ook ik moet bekennen, dat ikmaar beter mijn pientere stokje mee kan nemen. Die heeft metot nu toe meer geluk gebracht.Klaas Bot


26Leon MijderwijkBoekrecensie: Van Solidus tot EuroVan Solidus tot Euro is een bundel met artikelen over geld inNederland vanaf de Romeinse Tijd tot aan de invoering van de Euroin 2002. <strong>De</strong> artikelen zijn literaire versies van lezingen die op eensymposium zijn voorgedragen. Dit symposium werd georganiseerddoor de Stichting Archeologie en Historie SCHI in samenwerkingmet het Koninklijk Penningkabinet. Aanleiding was de invoer van deEuro op 1 januari 2002.Hoewel het begrip ‘geld’ breder is dan munten alleen, zijn demeeste artikelen wel gewijd aan munten. Niet verwonderlijk,aangezien papier-, giraal- en electronisch geld een relatief kortbestaan kennen. Alle auteurs hebben vanuit een eigen vraagstellinggewerkt waardoor een gevarieerde bundel is ontstaan. Een rodedraad is hierdoor moeilijk te ontdekken. Niettemin zijn twee hoofdthema´saan te wijzen. Ten eerste komt aan bod hoe men in verschillendeperioden tegen geld aankeek aangaande productie enbesteding; ten tweede hoe archeologen en historici aan de handvan vondsten tot bepaalde inzichten komen. Daarmee heeft dezebundel een meerwaarde naast de catalogi en boeken zoals VanGelders <strong>De</strong> Nederlande munten waarin het voornamelijk om deverschillende muntuitgaven gaat. Alvorens een beoordeling van degehele bundel te geven, zal ik aandacht schenken aan de artikelenzelf.FIBULAE EN VIKINGZILVERHet openingsartikel ‘Fibelvaria te Katwijk Zanderij’ van R.H.P.Proos heeft direct betrekking op de metaaldetectie. <strong>De</strong> auteur wilaantonen dat als het aantal losse metaaldetectievondsten grootgenoeg is, dit materiaal een zorgvuldige analyse verdient, ondankshet gebrek aan een archeologische context. <strong>De</strong> opsomming van devondsten van de Romeinse tot de Frankische periode is tekenendvoor de continue activiteiten in Katwijk. <strong>De</strong> idee dat zonder dedetectievondsten er een heel ander beeld zou zijn, heb ik echterniet. Huisplattegronden en graven die bij regulier archeologischonderzoek zijn aangetroffen, wijzen immers al op een plek vanintensieve bewoning. <strong>De</strong> munten complementeren en illustrerenhoogstens het beeld. Proos zegt in de conclusie dat munten weldegelijk “een verhaal vertellen” (p.18). <strong>De</strong> nadruk voor de Katwijksesituatie ligt mijns inziens teveel op de zinsnede “in combinatie metandere vondstcategoriëen” (p.18). Dat de auteur een lans wilbreken voor het nut van de metaaldetectie is toe te juichen. Hethad iets overtuigender gemogen.In de bijdrage ‘Scandinavisch gewichtsgeld in Nederland in deVikingperiode’ neemt J.C. Besteman de ontwikkeling van hetVikinggeld onder de loep. Hij doet dit aan de hand van de schatvondstenWesterklief I en II, respectievelijk verborgen in ca. 850 en8<strong>80</strong> na Chr.. Hoewel slechts enkele decennia beide vondstenscheiden, is duidelijk een ontwikkeling zichtbaar. <strong>De</strong> oudste schatbestaat uit sieraden, zilverbaren en denarii. <strong>De</strong>ze kostbaarhedendienden om de status van de bezitter te tonen. Men spreekt vanprestigegeld. Westerklief II symboliseert de overgang naar geld alsbetaalmiddel. Zilver diende als gewichtsgeld; hakzilver en munten,werden tot gewenste ‘denominatie’ gehakt. Onder de muntenbevinden zich vele Arabische exemplaren die via Rusland in Scandinavieterechtkwamen. Besteman staat ook stil bij de vorming vande schatten. <strong>De</strong>ze kunnen het gevolg zijn van succesvolle handeldoor Friezen, die niet terughoudend stonden tegenover de acceptatievan ongeslagen zilver. Ook waren er Vikingen die de bodem alsgeschikt depot zagen. Aangezien grote delen van de schattenverzameld waren inScandinavië, kunnenze als aanwijzinggelden dat de Vikingenzich in Frieslandwilden vestigen. Alszij slechts op rooftochtwaren, is hetniet waarschijnlijk datzij hun zilver vanuithun thuisland meenamenom het in Friesland achter te laten. Het artikel iseen rijke bron over het gebruik van geld in de Vikingtijd, maar ookover deze periode in het algemeen. <strong>De</strong> hoge informatiedichtheiddoet overigens geen afbreuk aan de leesbaarheid van de tekst.Bouke Jan van der Veen schrijft over ‘Een Utrechtse munt, getuigendvan de investituurstrijd tijdens Koenraad van Zwaben enHendrik IV’. <strong>De</strong>ze munt is in 1997 gevonden met een detector.Naar aanleiding van de titel was mijn verwachting dat aan de handvan deze munt de strijd om de investituurstrijd, het conflict tussende paus en de Duitse keizer om de benoeming van bisschoppen,werd bekeken. Een strijd waarin de Utrechtse bisschop de keizersteunde. <strong>De</strong> munt zou als propagandamiddel dit standpunt krachtbij kunnen zetten. Hoewel Van der Veen hier aandacht aanbesteedt, gaat zijn interesse vooral uit naar de numismatische zijdevan het verhaal. Hij is als deskundige verbonden aan het Geld- enBankmuseum dus zijn focus wekt geenszins verbazing. Het vergelijkendonderzoek waarbij meerdere aspecten van de munt, zoalsdikte, afbeelding en randschrift, een rol spelen, geeft inzicht in dewijze waarop numismaten te werk gaan.Dit inzicht wordt ook door J.J. Grolle gegeven in ‘Floris V op depenning’. Hij geeft een opsomming van de verschillende muntuitgavenvan de Hollandse graaf Floris V en de imitaties die in navolgingdaarvan werden geslagen. Ter determinatie zeker nuttig, maarom nu te zeggen dat het vlot leest... Het artikel ademt de sfeer vande klassieke numismatiek.GELD IN DE POTHerbert Sarfatij staat in ‘Kluisjesvan aardewerk’ stil bij de droom vanmenig detectoramateur: een pot volmunten. <strong>De</strong> archeologische waardestaat daarbij voor hem centraal. Aande datering wordt om die reden denodige aandacht besteed. Ondermeerslijtage en de stratigrafie vande munten in de pot worden bestudeerd,maar ook de aardewerkenpot zelf kan aanwijzingen gevenover de ouderdom van de schat. <strong>De</strong>geschiedenis van het gebruik van demuntpot in Nederland had meerruimte verdiend omdat muntpotvondstenveelal slechts afzonderlijkbeschreven worden. Sarfatijsgeneraliserende opmerkingen gevenaan dat het gebruik varieert in tijden regio. Roerige tijden leidden totEen Jacobakan van 27 cm.Bevatte een muntschat(Woerden 1972).


27rampschatten; de opkomst van banken in de negentiende eeuwbetekende het einde voor de ‘kluis van aardewerk’. Volgens Sarfatij isde archeologische waarde van muntpotten gestegen door de vondstop een zorgvuldige wijze te analyseren. Een schrale troost voordegenen die ze eens verborgen.Het volgende artikel sluit in zekere zinaan bij de voorgaande bijdrage. <strong>De</strong> aard van de informatiebron isechter anders. H.W. Jacobi verdiept zich in ‘Een archivalische schatvondstuit 1597’ in een boedelbeschrijving uit Leiden. Zoals de auteurzelf concludeert is deze papieren vondst van belang voor de geldgeschiedenis.Tot de boedel behoorden ondermeer twee potten metgouden munten onder een keukenkast. Niet alleen blijkt dat menmunten verborg als appeltje voor de dorst, maar van deze begravenpotten zijn zelfs de eigenaren bekend. Voor zestiende-eeuwers dievan plan waren om een schat te vormen is het te hopen dat zij niet teveel munten van de muntmeesters van het geslacht Van Eembruggehadden verzameld. Cor de Graaf brengt in ‘<strong>De</strong> bende van Anthonisvan Eembrugge’ de kwalijke praktijken van deze familie voor hetvoetlicht. Anthonis was hagemunter in Hedel en Thorn waar hijmunten sloeg met een lager gehalte en gewicht dan de munten diedoor officiele overheden werden uitgegegeven. Over deze hagemuntenhing nog een zweem van legaliteit dankzij het muntrecht dat deheer van Hedel bezat. Voor het valsemunten waaraan Van Eembruggezich schuldig maakte, was geen excuus te vinden. Hij werd hiervoordan ook beschuldigd, gevangengezet en tot driemaal toe veroordeeld.<strong>De</strong> laatste maal met fatale afloop: dood door wurging. Enkele handlangerswerden eveneens geëxecuteerd. Interessant is de schattingdie de Graaf maakt van de schade door c.q. verdiensten met, afhankelijkvan welke kant het wordt bekeken, de valsemunterspraktijken.PAPIER- EN EUROKOORTSMet de komst van de Fransen naar Nederland in 1795 brak de tijd aanvan het papiergeld. Hetzij tijdelijk, zoals blijkt in ‘Bajonet op de keel’.Hierin maakt N.L.M. Arkesteijn duidelijk dat de aanname van deassignaten, Frans papiergeld, de Nederlandse winkeliers met geweldwerd opgedrongen. Steden en provincies probeerden misbruik tevoorkomen. <strong>De</strong> schrik voor biljetten zat er echter goed in. Tot halverwegede negentiende eeuw bleef die argwaan bestaan.M.L.F. van der Beek gaat in op ‘<strong>De</strong> nationalisering van de muntomloopin Nederland’. Voor detectoramateurs is dit artikel zeker relevantaangezien er wordt verklaard waarom zoveel buitenlandse munten inNederland circuleerden (en in de bodem verdwenen). Tot in denegentiende eeuw werden buitenlandse munten onder bepaaldevoorwaarden geaccepteerd als betaalmiddel. Dit kon omdat demunten van edelmetaal waren gemaakt dat sowieso een bepaaldewaarde vertegenwoordigde. Binnen de grenzen van een politiekeeenheid kan men ervoor kiezen een hogere waarde aan een munt toete kennen dan de metaalwaarde, vertrouwensgeld dus.<strong>De</strong> bundel zou niet compleet zijn zonder aandacht te besteden aande Euro. In ‘<strong>De</strong> Euro en wat er aan voorafging’ schetst W.F.V. Vanthoorde gebeurtenissen in het naoorlogse Europa waar landen metname op economisch gebied gingen samenwerken. Dit leidde, in eengroot deel van de lidstaten, tot de invoering van een gezamenlijkemunt. Vanthoor benadrukt dat de munt “het symbool is van depolitieke wil van de lidstaten” (p.161).DIVERSITEITOnderdeel van de kritiek op menig bundel is dat de eenheid ontbreekt.Naar mijn oordeel zat de redactie daar ook mee. <strong>De</strong> noodzaakvan de aanwezigheid van de ‘Nabeschouwing vanuit een numismatischoogpunt’ door E.J.A. van Beek kan ik anders niet verklaren. In deslottekst worden alle artikelen nog eens nagelopen, maar het smeedtdeze geenszins tot een eenheid. Als Van Beek op Sarfatijs veronderstellingdat “het overgrote deel van de schatten in haast en tengevolge van een plotselinge beslissing begraven zijn” (p.169) directJacobi’s conclusie laat volgen dat “er geen dreigend gevaar geweesthoeft te zijn om een schat te verbergen” (p.169), zou een kritischerhouding toch gepast zijn. Maar helaas, er wordt geen enkel vergelijkgemaakt tussen de twee haaks op elkaar staande stellingen. Ergo, desamenvatting van Van Beek voegt weinig toe. Dat de bundel geengeneraliserend oordeel over of compleet beeld geeft van geld inNederland, vind ik geen bezwaar. <strong>De</strong> diversiteit van ‘Van Solidus totEuro’ is juist een pré. Hoewel de auteurs op specifieke munten ofvondsten ingaan, wordt er voor gezorgd dat de lezer een veelzijdigbeeld van de Nederlandse geldgeschiedenis krijgt met geen opvallendehiaten qua tijdperken.Het boek is op een mooie, sobere wijze uitgegeven. <strong>De</strong> zwart-witafbeeldingenondersteunen de tekst of beter gezegd: zijn daar als hetware onderdeel van. Een nadeel dat wel aan deze bundel kleeft, is datniet iedere auteur erin slaagt even onderhoudend te schrijven. <strong>De</strong>betdaaraan is de vraagstelling en de schrijfstijl. Aan de deskundigheidvan de auteurs hoeft niet getwijfeld te worden. Velen hebben hunsporen verdiend in de numismatiek of archeologie. <strong>De</strong>ze bundel isdan ook zeker informatief. Als ik dit oordeel toespits op de metaaldetectiewijs ik op twee punten: diverse vondsten die aan de ordekomen zijn afkomstig uit detectie-onderzoek; diverse ontwikkelingendie door de tijd hebben plaatsgevonden op het gebied van geldbieden een verklarende achtergrond voor de munten die wordengevonden. Dat kennis voor het uitoefenen van metaaldetectie onontbeerlijkis, daarop wijst Besteman expliciet. Hoewel hij zich toespitstop de herkenning van hakzilver van de Vikingen, doet zijn stelling dat“de toenemende deskundigheid van (detector)archeologen (...) zalbijdragen aan de verduidelijking van het geschetste beeld” (p.37)opgeld voor alle takken van numismatisch en archeologisch onderzoek.Dit boek is geen verkeerde keus om die deskundigheid aangaandede geschiedenis van het geld in Nederland te vergroten.E.H.P. Cordfunke en H. Sarfatij red.,VAN SOLIDUS TOT EUROGeld in Nederland in economisch-historisch en politiek perspectief,SCHI-reeks 3 (Hilversum 2004).ISBN 90-6550-829-5, 176 blz., € 19,-.Uitgeverij Verloren, www.verloren.nlOp de tolerantielijst werdaangegeven welk buitenlandsgeld in omloop mocht zijn.


Jan Zijlstra 29RegistratieMiddeleeuwsezegelstempelsVindplaats:Vorm en materiaal:Collectie/data:Randschrift:Voorstelling:Datering:Kimswerd, (omgeving)spitsovaal met (doorgesleten) oog;bronsJ. Glazema; 2004 (is ook de vinder)S` REINDACHI SACERDOTIS D`WELDIGE = zegel van Reindagh,priester (afkomstig) van Wons(zie opmerkingen)Maria met kind; daaronder knielendepriester met maan en ster14e eeuw (waarschijnlijk 1e helft)Literatuur: --Foto: Johan KoningFoto: J. KoningOpmerkingen<strong>De</strong> naam Reindach is zeldzaam; ik ken geen ander voorbeeld in Friesland.<strong>De</strong> plaatsnaam Weldige heeft boven de letters IG een afkortingsbalk.Waarschijnlijk moet tussen deze?letters een N worden gelezen; we komendan uit op Weldinge, en dat is een middeleeuwse vorm van Wons(o.a. Wildinge, Weldenzie etc.).Reacties kunnen naar: e-mail j.koning@detectoramateur.nlof: J. Koning, Roodborststraat 20, 8916 AG Leeuwarden.We vragen wel een zo duidelijk mogelijke beschrijving inclusief datering. Onder degoede inzenders zal een boek worden verloot. <strong>De</strong> inzendtermijn sluit op 1 juni 2005.79In Raad de Foto 79 lieten we een ijzeren schoennagel van een Romeinse schoen zien.<strong>De</strong>ze zaten in verschillende serie’s/vormen onder de schoen, in de schoenzool bevestigd.Hier kwam geen enkel antwoord op binnen. In o.a. het boek: Van Romeinse soldatenen Cananefaten, Gebruiksvoorwerpen van de Scheveningeweg, ISBN 90-73166-33-0is een hoofdstuk gewijd aan schoeisel uit de Romeinse tijd. <strong>De</strong> nagel die getoond werdis afkomstig van het stort bij Alphen aan de Rijn waar ze regelmatig werden gevonden.Johan KoningRaad de foto <strong>80</strong><strong>De</strong> nieuwe Raad de Foto is een rond bronzen voorwerp, diameter 23 mm, dikte 2,2 mm,met aan de achterzijde een stukje pin. <strong>De</strong> binnenste inleg is lichtgroen met in hetmidden een witte stip met een donkergroene afzetting. Graag willen we weten waar hetvoor diende en uit welke tijd dit stukje afkomstig is.


detectornieuws31MAZ hoofdtelefoon nieuws:Je koopt een goede koptelefoon en op enig momentbreekt de kabel of er ontstaat in de kabel een breukje.Bij erg veel koptelefoons kan dat een groot probleemopleveren. Bij MAZ hoofdtelefoons zeker NIET.Alle MAZ hoofdtelefoons hebben nuinplugbare kabels in de oorschelp die,als er een breuk ontstaat, directvervangen kunnen worden.Wij leveren bij een eventuelebreuk GRATIS een nieuwe kabel.Leverbaar bij zowel de BIG BLUE(89,50) em de BIG BLACK (69,50)van MAZ. (Bij aankoop doen weer als extra service alvast 1gratis bij zodat je bij pechdirect verder kunt zoeken).Topkwaliteit met een topservice:<strong>De</strong>tection Systems Holland.BIG BLUE€ 89,50


32Koen van Santvoord - Ludo BothOP PAD MET…Het zoeken zit bij Rafaël in het bloed, dat kan niet anders. Al opzesjarige leeftijd zwierf hij over de akkers rondom de boerderij vanzijn oma, op zoek naar pijpenkopjes, scherven en andere oudespullen. Via zijn neef kreeg hij de smaak van het schatzoeken tepakken. Hij had een detector en nam Rafaël regelmatig mee.Zo werd hij besmet met het detectorvirus, terwijl zijn neef juistafhaakte. Een jaar of drie is Rafaël nu actief. Zo’n drie keer perweek gaat hij op pad, meestal voor een paar uurtjes. “Ik zoek hetliefst op akkers”, zegt hij. “En liefst een beetje achteraf, ik hou nietzo van pottenkijkers.”In het begin zocht hij vooral inNuenen. Nu zoekt hij overalwaar hij met de fiets kankomen, dus ook in Eindhoven,Gerwen, Son en Nederwetten.Binnenkort, als ze met hetgezin een weekje naar Portugalgaan, gaat de detectorgewoon mee. “Ik heb al uitgezochthoe ik ‘m het vliegtuigin krijg, dus dat moet geenproblemen opleveren.”Welke kamer in huize Van derSanden aan Rafaël toebehoort,daar kan geen twijfel overbestaan. Op het bureau ligteen stapeltje archeologischeboeken en staat een bak volmet oude koperen duiten;munten die elke schatgravermaar al te vaak uit de grondhaalt. Tegen de muur prijkentwee detectors, een XP Advensisen een Bounty HunterTracker IV. Daarnaast staatzijn grote trots: een tweemeter hoge vitrinekast,waarin de vondsten keurigliggen uitgestald. Gespen,knopen, munten, fibula’s,medaillons, rijwielbelastingplaatjes,vingerhoedjes, eenpaar zilveren munten, eengouden ring; eigenlijk alleswat een zoeker maar kanvinden. Hij heeft Romeinsgevonden, voorwerpen uit deBronstijd en de IJzertijd. Hijkijkt naar zijn vitrine. “Eenruwe schatting: ik denk dathier zo’n duizend tot vijftienhonderdzoekuren in zitten.”Zijn topvondsten zijn eenLeeuwendaalder uit 1576 eneen bronzen kokerbijl uitongeveer duizend voorChristus. Met die vondsthaalde hij nog de lokalekrant. “Hij werd getaxeerd op200 euro”, zegt Rafaël.“Maar de taxatie was verrichtdoor een handelaar die welerg nonchalant deed. Ik sluitniet uit dat de werkelijkewaarde een stuk hoger ligt.”Zijn moeder Ria typeertRafaël als een echte doorzetter.“Een paar jaar geledenvonden we hem nog te jongom alleen te gaan zoeken,zeker op afgelegen akkers.Dan gingen mijn man en ikmee. Hij kan uren doorgaan,hij geeft nooit op. Zijndoorzettingsvermogen isecht ontzettend groot.”En zoals elke detectoramateurweet, wordt doorzettenvaak beloond. Dat blijktmaar weer eens tijdens onzezoektocht op een nabijgelegenakker in Nuenen.<strong>De</strong> akker lijkt op het oog nietIn deze tweede afleveringvan ‘Op pad met .....’trekken we eropuit metRafaël van der Sanden (16)uit Nuenen. <strong>De</strong>ze jongedetectoramateur beschiktal over de nodige ervaringen ook zijn vondstenmogen er zijn.bijster interessant. Er ligtamper oppervlaktemateriaal -al zegt dat niet alles - en inhet eerste half uur vinden wehelemaal niets. Terwijl deverslaggevers zich al hardopafvragen of het niet verstandigeris een andere akker opte zoeken, wil Rafaël vangeen wijken weten. Gestaagzoekt hij door, geroutineerdzwaaiend en pinpointendmet zijn XP. Na een kwartierheeft hij alsnog bingo. Eerstvindt hij twee duitjes. “Diezijn voor de rommelbak.Ik probeer altijd snel evente kijken wat het is, maarhelemaal schoonmaken doeik meestal niet, daarvoor zijnze niet interessant genoeg.”Even later vindt hij zelfs eenverzilverd knoopje, toch eenaardige vondst.Laatst kon hij zijn hobbyzelfs nog te gelde maken.Hij werd gevraagd of hij eenzegelring met rode edelsteenkon opgraven, die iemandverloren was op een grasveldje.Dat lukte en daar verdiendehij nog 50 euro mee.Maar voor het ‘grote geld’gaat Rafaël niet. “Ik vind hetvooral leuk om buiten te zijn.Zolang je regelmatig watvindt, blijft het leuk om tezoeken. Ik heb eens dertigmunten in één middaggevonden, dat is supernatuurlijk. Elke vijf minuten


33haalde ik een munt naarboven, dat was ontzettendgaaf. Maar het is niet zo datik dan de hele avond blijfdoorzoeken of de volgendedag meteen weer terugga.Ik vind liever drie keer éénzilveren munt, dan ineensdrie munten.”Niet alleen het zoeken, ookhet determineren vindt hijeen leuke bezigheid. Viaboeken en internet breidt hijzijn archeologische kennissteeds verder uit. “Ik doe nueindexamen Mavo, hiernawil ik door naar de Havo,dan een jaartje HBO en dande stap maken naar deuniversiteit. Ik zou graagarcheoloog willen zijn, vanmijn hobby mijn beroepmaken.”Rafaël zoekt geroutineerd.Hij zwaait breeduit en als hijeen piepje hoort, dan gaat depionierschep direct naar degrond. Dan zakt hij door deknieën, legt de detectornaast zich neer en zwaaitmet zijn hand langs de schijftot hij het voorwerp tepakken heeft. Alle kuilengooit hij keurig dicht.Hij bereidt zijn zoektochtenoverigens niet voor. “Nee, ikdoe geen huiswerk. Ik fietswat rond en als ik een mooieakker zie, dan begin ik. Enmeestal vind ik dan wel wat.Ik zoek ook niet echtgestructureerd, ik trek geenbaantjes, dat vind ik saai.Misschien mis ik dan weleens wat, maar dat vind ikdan een andere keer welweer.” Soms vraagt hijtoestemming aan de landeigenaar,maar niet altijd.“Het is vaak moeilijk teachterhalen van wie het landis. Als ik bezig ben, komt erweleens iemand naar metoe. En als ik uitleg wat ikdoe, vinden ze het vaakprima. Nee, ik hebdaar nooit problemenmeegehad. Wattrouwenswelgrappigwas, is datik een tijdterug op eenakker heel veelduivenringetjes tegenkwam.Waar komen dietoch vandaan, dacht ik.Een paar tellen later vallener zomaar drie duiven naarbeneden, ze hadden zichdood gevlogen tegen eenelektriciteitskabel.”Langzamerhand raakt Rafaëlsteeds meer ingeburgerd inhet wereldje. In Eindhovenkomt hij maandelijks bijeenmet een clubje detectoramateurs,over het algemeenwat oudere mannen. Hij ismet afstand de jongste daar,maar dat vind hij geenprobleem. “We praten overde vondsten die we gedaanhebben en wisselen zoektipsuit. Al moet je je daar nietteveel van voorstellen.Iemand tipt pas een akkerals ie ‘m zelf heeft leeggezocht, haha.” Ook bezoekthij regelmatig zoekdagen enbinnenkort gaat hij zelfsnaar Engeland met de ledenvan de Cultural HeritageGuardians. Meestal zoekt hijalleen. Wel heeft hij eentweedehands Bounty Huntergekocht voor als een vriendmee wil gaan zoeken. “MijnXP heb ik voor een deel zelfbetaald. Mijn broer kreegeen seizoenkaart van PSV,ik hoefde die niet, ik hadliever een bijdragevoor een detector.“Ik zougraag archeoloogwillen zijn, van mijnhobby mijn beroepmaken.”Mijn oudershebben toenmeebetaald.”Zoals demeestezoekersenthousiast zijnover hun eigen merkdetector, zo is Rafaël ergte spreken over zijn XPAdventis. “Hij gaat lekkerdiep, het pinpointen gaatook makkelijk. Ik hadvroeger een oude C-Scope,die moest ik zowat in degrond drukken om eensignaal op te vangen.”Rafaël heeft al veel gevondenen is nog jong. <strong>De</strong> komendejaren kan zijn collectie nogeen spectaculaire omvangaannemen. Wat hoopt hijnog te vinden? “Ik zou nogwel een zegelstempel willenvinden, die heb ik nog niet.Of iets van tin, een lepelofzo.” Het tekent zijnbescheidenheid.


34 MUSEUMNIEUWSONDER JE VOETENArcheologische hoogtepunten uit de regioVan 26 februari 2005 t/m 12 juni 2005Museum Het Domein in SittardHet grondgebied van de gemeente Sittard-Geleen is dankzij de gunstige ligging, de aanwezigheidvan vruchtbare bodem en de vele waterlopen,al eeuwenlang bewoond. Het gebiedtussen Maas en Kollenberg herbergt dan ook eenschat aan grondsporen. ONDER JE VOETENbevinden zich overal letterlijk de bewijzen vanactiviteiten van vorige bewoners.In samenwerking met de Werkgroep ArcheologieSittard is een tentoonstelling samengesteld vanvondsten uit de prehistorie tot de late Middeleeuwen.Naast bruiklenen van belangrijke instituten,zoals het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden,hebben ook vele particulieren voorwerpen terbeschikking gesteld.Uitgangspunt is de archeologischeverwachtings- en advieskaart die bijgelegenheid van de opening van detentoonstelling officieel wordt gepresenteerd.Op deze kaart is een grootaantal archeologische vindplaatsenaangegeven. Er wordt inzicht verschaftin de aanwezigheid en hetkarakter van de archeologischevindplaatsen. Daarnaast is op basisvan analyse van de resultaten vanarcheologisch onderzoek een verwachtingsmodelopgesteld.<strong>De</strong> gebieden waar volgens dit modelnog bewoningssporen uit het verledente verwachten zijn wordenaangegeven. Bij toekomstige graafwerkzaamhedenin de gemeente kanhiermee rekening gehouden worden.<strong>De</strong> tentoongestelde vondsten, zoalsde topstukken uit de Bandkeramiek,het Romeinse haantje van Buchtenen het middeleeuwse kandelaartje uitLahrhof zijn afkomstig van plekkendie reeds onderzocht zijn. Met namebij de aanleg van nieuwbouwwijkenen wegen of bij de restauratie vankerken is de kans groot op sporenvan menselijke activiteit en artefacten.Informatie:kitty.jansen@hetdomein.nlZie ook voor het totale tentoonstellingsprogramma:www.hetdomein.nlSuPERTERPENNieuwe presentatie archeologiein het Fries Museumin LeeuwardenVan 13 maart 2005t/m 31 december 2008<strong>De</strong> nieuwe presentatie archeologie‘Super Terpen’ die vanaf 13 maart inhet Fries Museum te zien is, vertelthet verhaal van de Friese terpen engaat over de bewoners die in deperiode van 600 voor Christus totongeveer 1000 na Christus dezekunstmatig opgeworpen heuvelsbewoonden. In de presentatie staatde geschiedenis van leven én overlevenop de terp centraal. Een meterslangepanoramafoto, animaties engeluidsfragmenten nemen je alsbezoeker mee naar de terpen-tijd.En natuurlijk staan in ‘Super Terpen’de topstukken uit de archeologischecollectie van het Fries Museum in deschijnwerpers, zoals de mantelspeldvan Wijnaldum en het boomkistgraf.<strong>De</strong> presentatie - vooral bedoeld voorkinderen in de leeftijd van 8 tot 14jaar - heeft met diverse doe-dingeneen sterk educatief karakter.In de Friese kuststrook bouwdenmensen terpen om zich te beschermentegen het water dat in dit gebiedvrij spel had. Dijken bestonden toennog niet. Gedurende 1500 jaar werdende terpen alsmaar aangevuld enopgehoogd met allerlei afvalmaterialenen plaggen. Een terp bereikte eenhoogte tussen de zes en tien meter.In de 19e en deels in de 20e eeuw zijnveel terpen voor een groot gedeelteaf- en opgegegraven. Hierbij kwameen enorme hoeveelheid voorwerpentevoorschijn. Met behulp van dezevoorwerpen wordt de terpgeschiedenisin ‘Super Terpen’ gereconstru-


35eerd. Van de ongeveer 950 terpen dieooit hebben bestaan, is de terp vanHogebeintum met circa 9 meter dehoogste, nog bestaande terp.Verschillende vragen rondom terpenkomen in ‘Super Terpen’ aan bod.Wat is een terp eigenlijk, waarom enhoe woonden mensen op een terp enhoe zijn de terpen in de loop der tijduitgegroeid tot kleine leefgemeenschappen?Huidige dorpskernen enbinnensteden zijn vaak ontstaan uitde voormalige terpen. Plaats- enstraatnamen verwijzen hier nog naar.In de presentatie wordt duidelijk waarde mensen die op de terpen gingenwonen vandaan kwamen. Rond 600voor Christus trokken de eerstemensen uit het gebied van de huidigeprovincie Drenthe en delen vanDuitsland naar de vruchtbare kleigrondvan Friesland. Hier was - integenstelling tot de zandgrondenwaar ze vandaan kwamen - voldoendevoedsel voor hun vee.In latere tijd krijgt het gebied ook nogte maken met de komst van Romeinen,gevolgd door mensen uit deScandinavische landen en wederomDuitse gebieden (Angelen, Saksen enJutlanders). Aansluitend wordt hetgebied ingelijfd door de Franken. Eengroot aantal objecten in ‘SuperTerpen’ herinnert aan de cultuur vanal deze verschillende terpbewoners.In de presentatie is ook aandachtvoor de Friese koningen. <strong>De</strong>ze koningen,of een soort elite, hadden het inhet terpengebied voor het zeggen enbepaalden de handel. Voor hunhandel waren de bewoners zeerinternationaal georiënteerd. Dit blijktuit de vondst van objecten uit verschillendegebieden over de helewereld. Daarnaast wordt duidelijkhoe de terpbewoners omgingen metreligie en dood. Aan de manierwaarop mensen werden begraven ende geschenken die iemand meekreegin het graf, valt af te leiden hoebelangrijk een persoon was.In een zogenaamd ‘woonstalhuis’krijgen bezoekers van ‘Super Terpen’een indruk van de leefsituatie van deterpbewoners. Hier beoefenden debewoners allerhande ambachtenzoals pottenbakken, weven en hetmaken van sieraden. ’s Avondsvermaakte men zich met dobbelspelenof het vertellen van verhalen bijhet haardvuur. In deze ruimte heefthet publiek de mogelijkheid om zelfstof te weven op een weefgetouw ofmanden te vlechten.Ook kent de nieuwe presentatie eenspannende en onderzoekende ruimte:een soort dwarsdoorsnede van hetbinnenste van een terp. Hier zie je destapeling van aardlaag op aardlaagmet daartussen terpvondsten. In deruimte staat een steiger die hetpubliek kan beklimmen om ook devoorwerpen die hoger liggen tebestuderen.<strong>De</strong> presentatie ‘Super Terpen’ is inhet bijzonder bedoeld voor kinderenin de leeftijd van 8 tot 14 jaar. Voorbasisonderwijs groep 5 t/m 8 is eenspeciale museumles ontwikkeld:‘Beleef de terp met Bard Bernlef…’Wie meer informatie wil over diteducatief programma, kan contactopnemen met de afdeling educatievan het Fries Museum, tel. 058 - 25555 14.Openingstijden Fries Museum:dinsdag t/m zondag: 11.00 - 17.00uurtweede pinksterdag 16 mei geopendwoensdag gratis entreewww.friesmuseum.nlMuseum AgendaBron: www.sna.nlNamen - 21 februari 2004 t/m 29 mei 2005DE VILLA ET VILLAE. LA CAMPAGNE GALLO-ROMAINEDU 1ER AU 4E SIÈCLESamen met het archeologisch museum in Athorganiseert het museum in Namen een tentoonstellingover het leven op het platteland enin het bijzonder in en rond de Gallo-Romeinsevilla.Inlichtingen: Espace archéologique Saint-Pierre,23 Route Merveilleuse, Namen, 0032-81-25 0283, espacestpierre@mrw.wallonie.beLeiden - 12 september 2003 t/m zomer 2005HET MOOISTE UIT DE ARCHEOLOGIE VAN NEDER-LAND<strong>De</strong> vaste presentaties 'Nederland in de prehistorie'en 'Nederland in de Middeleeuwen' wordenvernieuwd. Tijdens de voorbereidingsperiodehiervan zijn de mooiste stukken uit beidecollecties te zien in een tijdelijke opstelling.Inlichtingen: Rijksmuseum van Oudheden,Rapenburg 28, Leiden, 071-516 31 63,www.rmo.nlLandelijk - t/m oktober 2005ONZE OUDE BUREN, VONDSTEN EN VERHALEN UITDE BODEM VAN DE STADInlichtingen: Convent van GemeentelijkeArcheologen, www.gemeente-archeologen.nlAmsterdam - 18 mei 2004 t/m eind 2005DE ONTDEKKING VAN DE WERELD<strong>De</strong>ze tentoonstelling richt zich op de belevenissenvan de Nederlandse ontdekkingsreizigerstussen 1590 en 1650.Inlichtingen: Nationaal Scheepvaart Museum,Kattenburgerplein 1, Amsterdam, 020-523 22 22,www.scheepvaartmuseum.nl


36P. van WanzeeleThomas BecketRedelijkerwijs metaaldetectoronderzoek te Ieper leidt totsporen van middeleeuwse verering tot de heilige Thomas Becket<strong>De</strong> Ieperse bevolkingsaangroei op het einde van de twaalfde eeuw maakte hetreeds noodzakelijk om ruimtelijke ordening te plannen voor bewoning stroomafwaartsde Ieperlee. <strong>De</strong>ze uitbreiding was ongetwijfeld ook het directe gevolg vande bloeiende lakennijverheid. Tijdens het eerste kwart van de 13e eeuw breidde hetgrondgebied van de stad dan ook grootschalig uit. Vanaf 1215 werd rond de ingebruik genomen gronden - waaronder de Grote Markt - een nieuwe verdedigingsgrachtgegraven. Op het einde van de 13e eeuw was deze gracht door de verderoprukkende bebouwing op de meeste plaatsen opnieuw dicht. <strong>De</strong> stad met vierbuitenparochies telde toen ongeveer 40.000 inwoners.Beeldje Thomas Becket, lood-tin.Hoogte 89 mmDatering 1300-1325, Ieper.<strong>De</strong> contouren van de genivelleerde stadsgrachtkan men nog steeds in het Iepers stratenplanterugvinden. Onderzoek van bestrating vanhistorische steden behoort tot de zuivere detectormaterie.<strong>De</strong> archeologie kan er niet zoveeluitrichten en wat aan het licht komt is meteenook uit context gerukt en behoorteven later tot het domein vanwaardeloze stortgrond. Systematischonderzoek met de metaaldetectorvan stedelijke straatophogingenbrengen soms onverwachteBeschrijving ampullaVoorkant: Bisschopsfiguur in nimbusmet mijter, kazuifel en pallium; houdtmet beide handen de kromstaf vast, dienaar rechts krult.Ampulla, zilverblikHoogte 84 mmDatering 1250-1300, IeperAchterkant: Twee monniken in profielbij een opengeslagen boek; één van henhoudt een kromstaf horizontaal in delinkerhand; op de voorgrond tussen henin een met ruiten en stippen versierdelijkwade die het lichaam van de gestorvenebedekt. Het hoofd is links zichtbaar.Het geheel rust op een lijkbaar.Hier zijn de absouten afgebeeld,d.i. het bidden om kwijtschelding vanstraf voor de overledene.Toestand: gaaf


37voorwerpen aan het licht. HetVlaams gezegde “zo oud als destraat” kan men zelfs ter plaatsevia verloren munten aflezen endateren. <strong>De</strong> Middeleeuwers verlorennogal wat zaken of gooidenbewust het afval op de openbareweg. Sommige straten werden ineen periode van 100 jaar tot wel 2meter opgehoogd.In 1991 en 1992 werd op verschillendelocaties en langs een stukstadsgracht (H. Cartonstraat)nieuwe riolering aangelegd.<strong>De</strong> oude infrastructuur werdmachinaal verwijderd en de bedding30 cm dieper uitgegraven.Uiteraard was dit een enige gelegenheidom de vulling van degracht en de straat te doorzoeken.Alle metaalvondsten uit het tracévan de graafwerken vermelden isquasi onmogelijk. In dezebeschrijving houden we het hieralleen bij insignes en attributenvan de welbekende heilige ThomasBecket.Het leven van Thomas BecketThomas Becket (1117-1170) was dezoon van een Engels-Normandischkoopman. Hij studeerde theologiein Parijs en kwam in dienst van debisschop van Canterbury die hemnaar Bologna en Auxerre stuurdeom kerkelijk recht te studeren.In 1154 werd hij aartsdiaken vanCanterbury en het jaar erop kanseliervan de Engelse koning HendrikII. Hij vervulde briljant dezefunctie en werd de vertrouwelingvan de koning. In 1162 werd hijdaar bovenop nog aartsbisschopvan Canterbury. Hendrik II mispaktezich evenwel aan ThomasBecket. In plaats van een willooswerktuig van de koning te zijn,ontpopte Thomas zich als devoornaamste tegenstrever van dekoninklijke pogingen om via dezogenaamde Clarendonse debikelende greep van de troon op deEngelse kerk te vergroten.Hij diende zelfs tijdelijk naarFrankrijk te vluchten.Na enige verzoening met dekoning kon hij terugkeren. Kortdaarop rees een nieuw conflicttussen de koning en de aartsbisschoprond de excommunicatievan enkele bisschoppen.Een provocerende uitspraak vande vorst in aanwezigheid vanenkele ambitieuze ridders leiddetenslotte tot de moord op Becketvoor het altaar van zijn kathedraalte Canterbury.Op bedevaart naar CanterburyKort na zijn dood werd hij heiligverklaard. Er viel hem als martelaarvoor de vrijheden van de kerkal spoedig een algemene volksvereringte beurt. Koning Hendrik IIzag zich gedwongen om bij hetgraf van Becket openlijk boete tedoen. Het graf van de heiligeThomas was het belangrijkstebedevaartsoord van Engeland totkoning Hendrik VIII in 1538 hetschrijn liet vernietigen in hetkader van het anglicanisme.<strong>De</strong> Ieperse vondsten behoren totde vroege zeldzame bewijzen inVlaanderen van bedevaarten naarCanterbury.Bij onderzoek met de metaaldetectortijdens de graafwerken aan deH. Cartonstraat kwam welgeteld 1blikzilveren handvormig objectaan het licht. Tezamen met anderevondsten allemaal te dateren voor1290. Naarmate het centrum vande stad meer werd aangesneden,hoe rijker het vondstmateriaalwerd. Op de hoek van de GroteMarkt en de Menenstraat ontdektenwe in de afgevoerde grondzowaar een gave unieke 8 cm hogetinnen ampul. Met afgebeeld langsbeide zijden een mee ingegotenvoorstelling met betrekking tot deeredienst voor de heilige Thomas.Dit 2 meter dikke pakket van deGrote Markt was volledig 13eeeuws.Insignes<strong>De</strong> graafmachines verplaatsen zichin 1992 naar de zuidkant van destad. Langs de Zuiderring vanafBisschopshandschoenenLood-tin25 mm1325-1350het station richting Rijselstraatwaren de middeleeuwse sporenvolledig opgeslorpt door invloedenvan W.O. I. <strong>De</strong> Rijselstraat leverdeonverwacht, in de sleuf net naastde weg, het gros van de ThomasBecket insignes.<strong>De</strong> handvormige relicten (enkeleen dubbele bisschopshandschoenenmet daarbij afgebeeld debisschopsring) konden allemaal indezelfde context gedateerd worden.Op de achterzijde van al dezevlakke insignes zit een mee aangegotendraagspeld. Omstreeks 1325-1350 was het dragen van profanelood-tinnen spelden een algemeenmiddeleeuws verschijnsel in West-Europa.Lood-tinnen beeldjeHet laatste - ietwat beschadigde -Thomas Becket-beeldje is net voorde neus van de graafmachines uitontdekt in de wand van deBollaertbeek. <strong>De</strong> situering is teplaatsen tussen de 17e-eeuwsevoorvestingen en de Picanollaan.>>


38>>In middeleeuwse tijden was dit deomgeving van de Ieperlee enbehoorde deze rijke bewoning totde St. Michielparochie.<strong>De</strong> datering van het beeldje moetgeplaatst worden in het eerstekwart van de 14e eeuw.<strong>De</strong> genoemde vondsten zijn duidelijkgesitueerde middeleeuwsepelgrimagebewijzen, meegebrachtuit Canterbury naar Ieper.Dit is dus het beknopte relaasvan de uit Canterbury naar Iepermeegebrachte attributen en deverering in Vlaanderen van deheilige Thomas Becket. Op andereplaatsen in Vlaanderen zijn slechtsenkele archeologische vindplaatsenbekend, o.a. Brugge en eenfragment uit Kortrijk. ThomasBecket insignes blijven zeldzaamvoor Vlaanderen.Patrick van Wanzeele


Oproep!39Beste leden, hierbij een oproep omeen oudere dame op weg te helpenmet onze mooie hobby. <strong>De</strong> dame isin het bezit van een C-scope, maarze kan er nauwelijks mee overweg,en wil dat wel graag leren.Is er iemand die deze dame(ze woont in Hellevoetsluis) wilhelpen zodat ze weet hoe haar detectorwerkt en waar ze het beste kangaan zoeken? Ze zou er ontzettendmee geholpen zijn.U kunt uw reactie doorgeven aan:Natasja VerburghBanckertstraat 43814 SZ Amersfoortn.d.verburgh@detectoramateur.nlBij voorbaat hartelijk dank,Mart HoffmannLezershulpgevraagd:[ ]ZoekmaatgezochtArjen de Haan (tel. 06 - 219 270 62)uit Groesbeek zoekt een zoekmaat.Liefst in de omgeving van Oss,Noord-Limburg of de Achterhoek.Arjen is licht verstandelijkgehandicapt, hij kan helaas nietlezen en schrijven.Naar aanleiding van mijn vorigeadvertentie in jullie blad, ben ik opmijn mobiel gebeld door een mevrouwvan ‘Man bijt hond’. Ze vroeg of zevan mij en van mijn hobby een reportagemocht maken. Dit vond ik welgrappig. Een paar dagen later stonder een cameravrouw voor de deur.Ze heeft me gefilmd op mijn kamer,waar ik me in een noodvaart hebomgekleed om te gaan zoeken hier inde regio. Om in het autootje van‘Man bijt hond’ te zitten vond ikgeweldig. Ik vond het leuk dat ze mijvragen stelde en ik heb haar ook mijn‘museum’ laten zien. Ook daar zijnnog opnamen gemaakt.Dit alles vond ik een erg leuke ervaringen ik hoop dat er op mijn oproepwordt gereageerd.Tijdens de determinatiedagin Tilburg, afgelopen herfstkwam Jan Buster uit Waspikbij me langs met een heelmooi gepatineerd voorwerp.In eerste instantie lijkt het op een afgebroken stuk van de bek vaneen tang. <strong>De</strong> beide bekken zijn enigszins hol van binnen en zijnmooi versierd. Beide stelen met bek zijn ongeveer 17,5 cm lang enlijken afgebroken.Het bronzen voorwerp is zeer zeker geen tang om kogels te maken.In ons team heeft echter nog niemand een goede determinatiekunnen doen. We vragen dan ook de hulp van onze lezers. Wie, owie denkt het te weten? Mail of schrijf naar de vraagbaak en zogauw we meer weten zullen we het in het magazine vermelden.Tekst & foto’s: Johan KoningTe koop:• Z.g.a.n. Tesoro Silver Sabre micromaxMet veel instelmogelijkheden. <strong><strong>De</strong>tector</strong>weegt slechts 900 gram waardoor er langdurigmee gezocht kan worden. Inclusiefbeschermkap voor de spoel.• Zes jaargangen van het <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong>.• Speciaal schepje en hoofdtelefoon.P.n.o.t.k.: tonnie@box.nlTonnie Raemakers,Oosterhout (Noord-Brabant)Arjen de Haan


40 41 VRAAGBAAKVraagbaak ?Vragen kunt u opsturen naarJ. Koning, Roodborststraat 20,8916 AG Leeuwarden.U kunt uw vragen natuurlijk ook d.m.v.een e-mail naar ons verzenden.E-mail: vraagbaak@detectoramateur.nl41Aan deze vraagbaak werkten mee: J. Zijlstra, R. Reijnen, A. Koster, G.Henzen, D. Dijs, M. Hoffmann, D. Eekhof, Marilou den Outer (Geledraak.nl),F. Groenendijk, J.Koning.Van de redactie:Van W. Groenewegen kregen we onderstaande reactie die volledig terecht is,ook in onze papieren staat het genoemde jaartal, waarvan akte.Eerst even een opmerking: In ons verenigingsblad Nr. 79 maart 2005 bijde VRAAGBAAK vraag 6, wilde ik proberen achter de naam van de zilversmidte komen, dat is me niet gelukt. Wat me wel opviel dat de “m” in hetartikel naar 1912 verwijst, echter volgens het boekje British and Irish SilverAssay Office Marks 1544-1968 (uitgever J.W. Northend Ltd. WestStreet.Sheffield, S1 3SH England) moet het 1911 zijn.Nu mijn vraag: in <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong> 7 (1992) op blz. 23 staat een artikelomtrent “Paranormaal brons”. Daar ik nu ook zo’n vondst heb gedaan benik geïnteresseerd in de determinatie van dit stukje brons (35 gram).WAT IS HET? Wellicht kunt u mij de naam en adres van de vorige vindergeven n.l.: J.v.D. te DHJ 8/92. Bij voorbaat bedankt voor jullie moeite!!!W. Groenewegen.Wat dat laatste betreft moeten we Groenewegen teleurstellen. Helaaskunnen we niet meer achterhalen wie bij deze afkorting hoort. We vragendan ook onze lezers of zij weten wie de schrijver was en misschien leest deschrijver dit, we verzoeken hem dan om contact met de redactie op tenemen.Vraag 2Geacht determinatieteam. Graag zouik van dit mes- of vorkheft de dateringweten. Ik heb dit heft gevondenop een voormalig borgterrein welkenu in gebruik is als fruitkwekerij enik heb zelf zo het idee dat het weleens van de voormalige borg afkomstigzou zijn, maar zou het toch graagwat nauwkeuriger gedateerd willenhebben. <strong>De</strong> borg zelf wordt algenoemd in 1464 en is gesloopt in1825, op zich dus al een behoorlijklange periode. Bijgaand een tekeningvan het heft. Bijvoorbaat bedanktvoor de moeite en veel succes metons prachtige blad. Vriendelijkegroeten,Tjibbe Noppert, Spijk (Gr.)Eén van die redenen was de ronde kern aan de onderkantvan het voorwerp. <strong>De</strong> vier mogelijkheden zijn:• Heftje van een mes of vork, datering zo rond 1700• Handgreep van een spanjolet.• Handgreep van een gordijnenkoord.• Handgreep van een pook.<strong>De</strong>ze laatste drie zorgen voor een datering in de19e eeuw. Wijsheid is om dit voorwerp te tonen opeen zoekdag aan <strong>De</strong>nnie Dijs, Dick Eekhof en EvertKramer. Vooral laatstgenoemde is goed op de hoogtevan de borgen in Groningen en <strong>De</strong>nnie is een verzamelaarvan mesheften van zo rond 1700.Vraag 3Geachte heer Koning, Een paar maanden geledenheb ik op een akker in de Betuwe deze gouden ringgevonden. <strong>De</strong> ring is voorzien van de tekst "VARN".<strong>De</strong>ze tekst is er ingeciseleerd en volgens mij daarnaopgevuld met niëllo. Ik ben ermee naar TussenKunst en Kitsch geweest maar daar konden ze mijniets vertellen over de herkomst. Hopelijk weet u mijwat meer over deze ring te vertellen. Ik ga hem ooknog aanmelden, maar het leek mij toch wel interessantom hem u ook te laten zien.Met vriendelijke groeten, Olav Koolen.Antwoord:Uiteraard bedankt voor je tekeningmet de vele details. Jouw voorwerpheeft het determinatieteam wel eenbeetje verdeeld in hun oordeel.


VRAAGBAAKAntwoord:<strong>De</strong> gouden ring heeft een afgevlakte, rechthoekigeplaat die langs de randen en op de overgang naar deeigenlijke ring versierd is met ingegraveerde lijnen.Op de rechthoekige plaat is binnen de omlijsting deinscriptie VARN aangebracht. Op grond van de vormvan de ring en de vorm van de letters kan zeker wordengesteld dat de ring Romeins is. <strong>De</strong>rgelijke ringen(soms voorzien van inscripties) komen voor in goud,zilver en brons. Ringen van deze vorm dateren uit de2e eeuw tot aan het begin van de 3e eeuw na Chr.<strong>De</strong> inscripties die op veel van deze ringen zijn aangebrachtzijn in hoofdzaak wijdingen aan goden zoalsHercules, Juno, Jupiter, Mars, Minerva, Venus, <strong>De</strong>aeMatres of het zijn uitroepen zoals Ama, Ave, Pia, Vita,Vivas. (zie: F. Henkel, Die römischen Fingerringe derRheinlande un der benachbarten Gebiete, Berlin 1913,237). <strong>De</strong> inscriptie VARN zou betrekking kunnenhebben op de naam van de Rijnlandse locale godheidVarneno of Varnenus. Zijn naam is bekend uit eentempelcomplex bij Cornelimünster ten zuidoosten vanAken (zie: F.M. Heichelheim, in: Paulys Realencyclopädie1955, 414, Varneno).<strong>De</strong> vinder is gevraagd om de vindplaats aan de officiëleinstanties door te geven, omdat in de buurt daarvanmisschien wel een tempel van Varneno gezocht zoukunnen worden.Op de voorzijde (foto 2) het kasteel van Tours (chatel de Tournois) met alsvermoedelijke tekst (ik kan het op de foto niet duidelijk zien) IE SVI DELATON BEL (letterlijk "ik ben van goed messing"). Op de keerzijde (foto 1)een kruis met de vermoedelijke tekst: AVE MARIA GRACIA PE (of PLE ofPLEI) d.w.z. “weest gegroet Maria vol van genade”Literatuur: Mitchiner, “Jetons, medalets & tokens, the medieval period andNuremberg”, nrs. 514 t/m 518.Zo te zien een mooi gaaf exemplaar, maar geen gouden munt.Vraag 5Redactie: Verleden week nog een leuk (volgensons) Romeins beslag gevonden. Kloptdit? Met vriendelijke groeten,Ton van BonAntwoord:We denken dat dit ook (hout) beslag is, geletop de lengte van de bevestigingspunten aande achterzijde. Helaas kunnen we zo niet metzekerheid vertellen of het Romeins is.Het lijkt wel op een saterkop. Laat maar eenszien op een determinatiedag, ook omdat defoto op details aan de voorzijde niet hetgehele gezicht laat zien.Vraag 4Beste <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong>. Zouden jullie mij kunnenhelpen bij de determinatie van deze - door mijnvrouw gevonden - munt. Het betreft een “goudkleurige”munt met een doorsnee van ongeveer 24 mm.Hierbij stuur ik ook twee foto's mee, waarvan ik hoopdat ze duidelijk genoeg zijn. Ik hoop dat jullie onskunnen helpen en alvast bedankt voor de moeite.Met vriendelijke groet, Jacco Meijer.VRAAGBAAKVraag 6Geachte heer Koning,Hierbij drie vondsten, is hier achter tekomen wat het is en hoe oud het is? <strong>De</strong>zevoorwerpen zijn door mij gevonden opverschillende locaties in Groningen. Vooralnaar het voorwerp met de mooie groenepatina ben ik benieuwd! (komt uit eenwierde).Bij voorbaat dank,E. van Twuyver.Antwoord:Voorwerp 1: Kop, geheel rondom behaarten bebaard, kastbeslag stukje, datering zorond 1750-1<strong>80</strong>0.Antwoord:Aan de foto’s te zien is het volgens mij een rekenpenninguit de tijd van Charles VI, zo tussen 1375 en 1415.Voorwerp 2: Haak, gordelhaak, een sabeldragerof een degenhanger, de dateringbegin 18e eeuw. Gezien de klinknagel enhet plaatje metaal erachter zou het eventueeldraaibaar bevestigd kunnen zijn, watde functie als degenhaak/hanger zouonderschrijven.


VRAAGBAAK43alleen weten we niet precies wat voor munt het is.Munt 3 is een leeuwengroot (?) maar van wie enwanneer? <strong>De</strong> munt is van een zeer slecht gehaltezilver geslagen.Voorwerp 3: Broche, de randzetting is hier vanaf, datering ook zo rond1900. Een heel mooie vondst en werkelijk mooi gemaakt.Munt 4 heeft eveneens een doorsnede van 19 mm,op de voorzijde een koning of adelaar in een wapenschildmet kroon. Randschrift is waarschijnlijk:“mono.geo (of gfo).alb.p.f. jaartal 1717”? <strong>De</strong> keerzijdeheeft als randschrift “in deo spes mea” met rond hetkruis de letters “o.f.s.x” (?). Misschien Noorwegen of<strong>De</strong>nemarken? Hopelijk weten jullie het antwoord.Groetjes en alvast bedankt, Richard van der Schuur.Vraag 7Hallo, als onervaren detectoramateur is het voor mij erg moeilijk om bijeen vondst vast te stellen om wat voor materiaal (meestal metaal) het gaat.Is er een manier (bijv. een website of boek) waar ik informatie kan krijgenomtrent het herkennen van materiaal, c.q. het uitzoeken om wat voormateriaal het gaat bij een gevonden voorwerp? Graag enige info, als ditmogelijk is. Met vriendelijke groet, Gé Huijs.Antwoord:Beste Gé, de praktijk is nog altijd de beste leermeester. Het zou dus mooizijn als je een zoekmaat zou treffen die je een beetje op weg kan helpen,door zijn collectie te laten zien. Voorts zijn er diverse trucs om er zelf achterte komen, bijvoorbeeld bij munten. Als je een munt hebt gevonden en jekan deze terug vinden in een catalogus, dan staat er vaak bij uit wat vooreen metaal deze is vervaardigd. Wat je kunt doen is kijken op de site vanProspector Vlaanderen (www.ppvl.be) daar staan op het forum gedeelteook veel vragen van zoekers over vondsten met foto’s erbij, waarop eenantwoord wordt gegeven. Je kunt er ook vragen ( voor jou belangrijk, maarvoor een ander misschien heel simpel of logisch) stellen, en je krijgt dan alvrij snel een antwoord. Natuurlijk kun je op onze eigen site (www.detectoramateur.nl)materiaal vinden die je verder op weg kan helpen. Via onzehomepage’s kun je sinds kort een aantal interessante artikelen downloaden.Natuurlijk kun je bij twijfel altijd ook deze rubriek inschakelen. Bezoek ookdeterminatiedagen. Door alleen al toe te kijken aan de tafels waar gedetermineerdwordt, kun je al veel opsteken. Hopelijk hebben we je hiermee eenstuk de goede richting opgeholpen.Antwoord:Jammer genoeg is de scan erg slecht, waardoor demunten moeilijk te lezen zijn. Het lijkt echter om devolgende munten te gaan:1. Rijksstad AkenFrederik II,1215-1250<strong>De</strong>nar3. VlaanderenLodewijk van Nevers,1322-1346, Halve groot2. Stad <strong>De</strong>venterPlak 1466v.d.Chijs 13,1; FD.144. Ost-FrieslandStüber 1717, KM.156<strong>De</strong>ze toeschrijvingen zijn onder voorbehoud.Als u betere scans naar mij (G.H.) kunt mailen(of er mee langs komt) kunt u een definitievetoeschrijving krijgen.P.S. Laat het ons weten wat je ervan vindt, als het lukt. Wij als DDA kunnendan ook anderen weer helpen met dit soort vragen.Vraag 8Beste Johan, hierbij stuur ik je een foto van 4 zilveren munten. <strong>De</strong>ze zijnal enige tijd in ons bezit, maar we kunnen ze maar niet determineren.Zouden jullie een poging willen doen?Munt 1 heeft een doorsnede van 19 mm. Op de ene zijde staat eenkoning/keizer met een staf en een koningsappel in de handen. Het randschriftis niet goed leesbaar, maar begint met “rex ro.....”. Op de anderezijde staat een figuurtje op de voorgrond, met achter zich een kerk/paleis.Randschrift begint met “moneta...”. Munt 2 is een munt van <strong>De</strong>venter,


44ADRESSENprovinciaal archeologen enbeleidsmedewerkers archeologie:FrieslandProvincie Friesland, Afd. Ruimtelijkeplannen Dhr. G. de Langen, Postbus 20120,8900 HM Leeuwarden Tel.: 058 - 292 59 25GroningenProvincie Groningen, Dienst Ruimte enMilieu Dhr. H.A. Groenendijk, Postbus 630,9700 AP Groningen Tel.: 050 - 316 49 11DrentheErfgoedhuis van Drenthe Dhr. W.A.B. vander Sanden, Stationsstraat 20, 9401 KXAssen Tel.: 0592 - 365 555E-mail: w.sanden@erfgoeddrenthe.nlOverijsselHet Oversticht Mw. S. Wentink, Postbus 531,<strong>80</strong>00 AM Zwolle Tel: 038 - 421 32 57 (alg.)FlevolandProvincie Flevoland, Afdeling SPVDhr. A.A. Kerkhoven, Postbus 55, 8200 ABLelystad Tel.: 0320 - 265 265GelderlandDienst REW, Afdeling Monumenten enArcheologie Mw. F. de Roode, Postbus9090, 6<strong>80</strong>0 GX Arnhem Tel.: 026 - 359 97 78UtrechtBureau RSM, Dienst Ruimte en Groen,Afd. RO Mw. K. van der Graaf, Pythagoraslaan101 Postbus <strong>80</strong>300, 3508 TH UtrechtTel.: 030 - 258 91 11Noord-HollandProvincie Noord Holland, bureau Monumentenen Archeologie Dhr. W. Blazer,Gebouw Mercurius, Veerdijk 32, 1531 MSWormer Tel.: 075 - 647 45 14E-mail: blazerw@noord-holland.nlZuid-HollandProvincie Zuid Holland, Bureau CultuurDhr. W. van der Kraan / Dhr. R. Proos,Postbus 90602, 2509 LP <strong>De</strong>n HaagTel.: 070 - 441 66 11ZeelandStichting Cultureel Erfgoed ZeelandArcheologie Dhr. R.M. van Dierendonck,Postbus 49, 4330 AA MiddelburgTel.: 0118 - 64 36 03E-mail: r.v.dierendonck@zeelandnet.nlBezoekadres: Armeniaans Schuitvlot 1Noord-BrabantProvincie Noord Brabant, Afdeling Welzijn,Educatie en Cultuur Dhr. M. Meffert,Postbus 90151, 5200 MC 's-HertogenboschTel.: 073 - 681 28 12LimburgProvincie Limburg, Hoofdgroep WelzijnMw. G. Jansen, Postbus 5700, 6202 MAMaastricht Tel.: 043 - 389 99 99vondstenaanmeldenRegelmatig kunt u in het <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong> lezen dat vondsten van archeologischewaarde worden aangemeld bij archeologische instanties. Niet elke detectoramateurweet dat het melden van zijn vondsten zelfs wettelijk verplicht is.Anderen denken ten onrechte dat de archeologische dienst of de overheid de vondstenna het aanmelden niet meer terug geeft. Omdat het alweer enige tijd geleden is dat weaandacht hebben besteed aan het melden van vondsten, en er over het melden nogalwat misverstanden bestaan, zetten we in het kort één en ander op een rijtje.Waarom?Waarom zou u uw vondsten aanmelden? Allereerstbestaat er dus de al eerder genoemde wettelijkemeldingsplicht voor vondsten die u met de detectorhebt gedaan. Dit is niet omdat de overheid devondsten wil afnemen, maar vanwege de informatiewaardedie uit de aanwezigheid van vondsten kanworden afgeleid. Mede aan de hand van uw vondstenkan de ROB namelijk een inschatting maken ofer in uw zoekgebied archeologische waarden aanwezigof te verwachten zijn.Een mooi voorwerp in de vitrinekast vinden wenatuurlijk allemaal mooi, maar door uw vondst temelden kunt u mogelijk een waardevolle bijdrageleveren aan het verhaal over ons verleden. Eenrecent voorbeeld hiervan is de vondst door eendetector amateur van een Romeinse bronzen plaatmet inscriptie in de buurt van Leersum(zie <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong> 76, pag. 19).Wat?Wat moeten we melden? Niet elke vondst heeftvoldoende belang om te worden aangemeld. Hetmelden van duiten heeft geen zin omdat dezezelden iets toevoegen aan de reeds bestaandekennis op dat gebied. Grofweg kan worden gestelddat vondsten van vóór 1600 dienen te wordenaangemeld. Dus vondsten uit de steentijd, zoalsbijvoorbeeld een vuistbijl, Romeinse fibulae, maarook Middeleeuwse munten. Vondsten welke vanakkers komen die in het verleden vaak met stadsvuilzijn opgehoogd, zijn archeologisch gezienvaak niet interessant omdat de oorspronkelijkecontext van deze vondsten niet is te achterhalen.werk meld dit dan ook. Heeft utwijfels of bepaalde voorwerpenmoeten worden aangemeld, laat zeeen keer zien aan het determinatieteamop een zoekdag of stuur eenfoto naar het magazine. Ook kunt uzich wenden tot de provinciaalarcheoloog of een van zijn medewerkers.Gooi in twijfelgevallen nooitvoorwerpen weg.Munten van vóór 1600 kunt u voordatu deze aanmeldt bij de archeoloog,eerst laten determineren bij hetGeld-+bankmuseum in Utrecht.Vindt u op een akker echter een aantal Romeinseof vroeg-middeleeuwse vondsten dan kunnendeze op plaatselijke bewoning wijzen en dient u zewel aan te melden. Vindt u op de zoekplek ook(verbrand) bot of scherfmateriaal van vroeg aarde-


45Via www.geldmuseum.nl kunt u vrijgemakkelijk uw munten melden enkrijgt u een determinatie terug.Doormeldingen van het Geld-+bankmuseumnaar het Archis systeem zijnnog niet mogelijk, dus u zult na hetontvangen van de determinatie demunt wel moeten melden bij deprovinciaal archeoloog of gemeentearcheoloog.Hoe?Het aanmelden van de vondsten kuntu doen d.m.v. het invullen van eenARCHIS vondstmeldingsformulier.Dit formulier is te downloaden viahttp://www.detectoramateur.nl/content/archeologie/vondsten_aanmelden/Jammer genoeg is het formulier nogniet via Internet in te vullen, dus uzult het eerst moeten printen.Als u voor het eerst het formuliergaat invullen is het raadzaam eerstde handleiding goed door te lezen.Het is belangrijk het formulier zovolledig mogelijk in te vullen. Eengoede beschrijving van hetvoorwerp met een duidelijketekening, scan offoto en uiteraard deexacte vindplaats.<strong>De</strong> vindplaats hetliefst met decoördinaten of eenfotokopie uit detopografische atlas.Heeft u de muntenlaten determineren, voegdan een kopie van de determinatietoe.Vindt u op uw favoriete zoekplekregelmatig vondsten die eigenlijkaangemeld dienen te worden, dankunt u het beste de vondsten verzamelenen en de vondsten eens in dezoveel maanden melden. Dat scheeltde archeoloog veel werk.Waar?Meldingen van vondsten (ook munten)kunt u doen bij de (assistent)provinciaal archeoloog van de provinciewaar u de vondst heeft gedaan.Veel grote steden en gemeentenhebben vaak een eigen archeoloogen de vondst kunt u ook daarmelden.Een actuele lijst van provincialearcheologen vindt u hiernaast.Een lijst van gemeente-archeologenvindt u op:http://www.gemeentearcheologen.nl/Romeinse bronzen plaat met inscriptie uit de buurt van Leersum(<strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong> 76, pag. 19)


Wordt nu lid van<strong>De</strong> <strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Amateur</strong>Wordt nu lid en krijghet nieuwste<strong><strong>De</strong>tector</strong> <strong>Magazine</strong> omde twee maandenin de bus!Kijk voor meerinformatie opwww.detectoramateur.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!