12.07.2015 Views

Goedgekeurde krachtlijnen.indd - ACV Waas En Dender

Goedgekeurde krachtlijnen.indd - ACV Waas En Dender

Goedgekeurde krachtlijnen.indd - ACV Waas En Dender

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

WAARDIG EN DUURZAAM WERKENIN WAAS EN DENDERGOEDGEKEURDE KRACHTLIJNEN EN DOEPUNTENWaardig werk en duurzame ontwikkeling zijn twee begrippen die de laatste jaren opgang maken en stilaaningeburgerd zijn. Niet alleen in vakbondsmiddens. Ook in de ruimere samenleving. Maar al te vaak blijfthet echter nog bij woordenkramerij en zijn te weinig resultaten zichtbaar op het terrein. Daar willen wij –samen met anderen – verandering in brengen.Waardig werk is volgens de definitie van de Internationale Arbeidsorganisatie een vrij gekozen werk, datiemand waardigheid en ontwikkeling biedt en met een inkomen dat de gezinsbehoeften dekt. Waardigwerk berust op vier pijlers: een vrij gekozen en productieve job, respect voor de fundamentele arbeidsrechten,sociale bescherming (sociale zekerheid, sociale bijstand, veiligheid en gezondheid op het werk)en sociale dialoog.Duurzame ontwikkeling voorziet in de behoeften van de huidige generatie wereldburgers, zonder datdaarbij het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoefte te kunnen voorzien ingevaar wordt gebracht, aldus de definitie van de Verenigde Naties.In Nationale en Vlaamse <strong>ACV</strong>-congressen werden al heel wat besluiten genomen die te maken hebbenmet waardig werk en duurzaamheid.Met dit Verbondscongres bepalen we <strong>krachtlijnen</strong> en doepunten, waarin we deze besluiten concretiseren.Concretiseren voor onze streek, en voor onze organisatie. <strong>En</strong> waarbij we ons richten naar drie thema’s:kansengroepen, sociale tewerkstelling en bedrijven(zones).De komende jaren willen we dan ook vooruitgang boeken op deze terreinen. Waardig en duurzaam werkenin <strong>Waas</strong> en <strong>Dender</strong> moet een realiteit worden!Verbondscongres 21 mei 2011


KANSENGROEPENMet kansengroepen bedoelen we mensen die het moeilijker hebben dan anderen om een plaats te verwerven,en te behouden op de arbeidsmarkt. Binnen de context van het statutair Verbondscongres 2011hebben we gekozen voor drie doelgroepen:- kortgeschoolden- allochtonen- personen met een (arbeids)handicapOm een duurzame tewerkstelling van deze kansengroepen te bevorderen zien we vijf uitdagingen vooronze samenleving én voor onze organisatie.Krachtlijn 1: Betere tewerkstellingskansen voor kansengroepenVoor het <strong>ACV</strong> blijft werk één van de betere manieren om zich te integreren. Dat betekent ook dat kansengroepen,die nu vaak in slecht betaalde en onzekere jobs terechtkomen, meer kansen moeten krijgenop duurzaam en waardig werk. Wij zullen ervoor blijven ijveren dat toeleiders naar de arbeidsmarkt denodige aandacht besteden aan deze groepen. <strong>En</strong> dat bedrijven meer gestimuleerd worden om hen op eenduurzame manier aan de slag te helpen. Specifieke tewerkstellingsmaatregelen voor kansengroepen zijneen goed instrument, maar vereenvoudiging dringt zich op.Bij aanwerving, onthaal en tewerkstelling willen we voor kansengroepen een kwalitatief uitgebouwd peter-en/of meterschap. Met duidelijke afspraken en voldoende tijd voor de peters en meters.Voor kansengroepen vragen we niet alleen materiële aanpassingen, maar ook aanpassingen naar tempoen productiviteit doorheen de loopbaan.De sollicitatieprocedure bij zowel overheid als privé moet aandacht hebben voor en ook afgestemd zijnop kansengroepen. Zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de procedure, moeten mensen met eenbeperking kunnen gebruikmaken van hulpmiddelen tijdens de selectieprocedure.Er moet vooral competentiegericht aangeworven worden, waardoor de focus niet enkel en alleen op diploma’skomt te liggen. De overheid kan hiervoor een voorbeeld worden.- blz. 2 -We vragen binnen elke vorm van arbeidstraject- en loopbaanbegeleiding meer aandacht en begeleidingvoor kansengroepen die op meerdere terreinen (taal, scholing, handicap, …) problemen kennen.


Doepunt 1Via onze ondernemingsmilitanten zullen wij jobcoaching (het individueel ondersteunen van eenwerknemer en zijn werkgever door een bedrijfsexterne of -interne coach, met het oog op het verwervenvan een duurzame en kwaliteitsvolle tewerkstelling) meer bekend maken.We zullen, in samenwerking met <strong>ACV</strong>-Openbare Diensten, nagaan of onze lokale besturen en andereopenbare diensten voldoende inspanningen leveren om kansengroepen tewerk te stellen. Wij vragenaan <strong>ACV</strong>-Openbare diensten om met de lokale besturen concrete streefcijfers voor tewerkstelling vandeze kansengroepen af te spreken. Tevens zullen we nagaan of er een personeelsbeleid gevoerd wordt,gestoeld op evenredige arbeidsdeelname. <strong>En</strong> of de wettelijke streefcijfers voor tewerkstelling van personenmet een (arbeids)handicap gehaald worden. We pleiten daarnaast ook nog voor het opnemenvan sociale clausules in overheidsaanbestedingen.Wij willen meer aandacht en respect vragen voor solliciterende werkzoekenden. Daarom zullen weklachten over discriminatie of onwaardige behandeling door werkgevers meer onder de publieke aandachtbrengen.Vandaar dat we ook vacatures zullen toetsen op hun echtheid en op het realistisch karakter van degevraagde vereisten. Wij zullen dan ook het gebruik van ‘COMPETENT’ (een door de SERV in samenspraakmet de VDAB ontwikkelde databank, met informatie over wat mensen moeten kunnen endoen in tal van beroepen) bij vacatureformulering en matching van werkzoekenden promoten.Om onze militanten toe te laten in dit alles een degelijke rol te kunnen spelen, zullen we de nodigesensibiliserings- en vormingsinitiatieven organiseren. Tevens zullen we zelf als organisatie een voorbeeldfunctievervullen.Wij vragen aan het <strong>ACV</strong> om de nodige inspanningen te doen om de tewerkstellingsmaatregelen voorkansengroepen te vereenvoudigen en te versterken.Krachtlijn 2: Het onderwijs beter afstemmen op kansengroepenOnderwijs is de eerste stap naar een goede integratie van kansengroepen op de arbeidsmarkt. Essentieelis echter dat in het onderwijs meer aandacht gaat naar een positieve waardering van competenties vanmensen en dat het ‘al doende leren’ opnieuw gewaardeerd wordt. We zijn dan ook voorstander van hetinbouwen van werkplekleren in alle arbeidsmarktgerichte opleidingen van het secundair onderwijs.In het kader van de besprekingen over de hervorming van het secundair onderwijs dienen hiervoor meeraandacht en middelen te zijn.Doepunt 2Een vlottere overgang tussen onderwijs en arbeidsmarkt blijft een aandachtspunt. We zullen actievoeren voor kwalitatief betere, aan de noden en mogelijkheden aangepaste en degelijk begeleideschoolstages. Met ook aandacht voor training van arbeidsattitudes. Hiervoor zullen we, in samenspraakmet alle actoren, een actieplan ontwikkelen.Vanuit onze opdrachten als dienstverlener en als beweging zullen we - o.a. via onze scholenwerking -jongeren meer kennis bijbrengen over het functioneren van de arbeidsmarkt.Omwille van de problematiek van mensen met een handicap toe te leiden naar een job, zal <strong>ACV</strong> <strong>Waas</strong>en <strong>Dender</strong> uitzonderlijke aandacht besteden aan de werking en de kwaliteit van de jobcoaching vano.a. GTB.- blz. 3 -


Krachtlijn 3: Levenslang leren versterkt de kansengroepen op de arbeidsmarktWij zijn ervan overtuigd dat levenslang leren een opdracht is voor iedere werknemer en werkzoekende.Door zichzelf bij te scholen behoudt en versterkt de werknemer of werkzoekende zijn competenties endus ook zijn positie op de arbeidsmarkt.Daarom pleiten we dan ook voor ‘lerende en leefbare loopbanen’, waar ‘leren’ wezenlijk ingebed is in‘werken’.Om die redenen blijven we ons dan ook verzetten tegen de afbouw en beknotting van de verschillendemogelijkheden van ‘vormingsverlof’. Stimuli van financiële en andere aard zijn meer op hun plaats.Vorming- en opleidingsverstrekkers dienen dan ook, zowel in rekrutering als in opleidingsaanbod enmethodieken, meer aandacht te hebben voor de toegankelijkheid voor kansengroepen.Het volgen van tweedekansonderwijs, alfabetiseringscursussen, Nederlandse taallessen, inburgeringscursussen…zien we als een wezenlijk onderdeel van levenslang leren voor kansengroepen.Doepunt 3Wij zullen zelf in onze eigen organisatie meer aandacht geven aan sensibilisering en mobilisering voorlevenslang leren. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor onze bijblijfwerking en onze loopbaandienstverlening.Maar ook in onze eerstelijnsdienstverlening naar werkenden en werkzoekenden verdientdit meer aandacht.Krachtlijn 4: Een betere integratie van kansengroepen in onze samenlevingOnze hedendaagse samenleving verlangt van kansengroepen dat zij een inspanning doen om zich beter teintegreren. Terecht. Maar ook alle geledingen van onze samenleving hebben de plicht om inspanningente doen om kansengroepen meer en beter te betrekken, om hen volwaardige kansen op betere integratiete geven.Doepunt 4We willen de kennis over sociale zekerheid, rechten en plichten van werkzoekenden en werknemers, …vergroten. Via een informatiecampagne zullen we hier werk van maken. Gericht naar de brede samenlevingmaar in het bijzonder naar kansengroepen.Daarnaast gaan we proberen om binnen de inburgeringcursussen (zo lokaal mogelijk) een rol te krijgen.Om uitleg te geven over het belang en de rol van de vakbeweging, over de sociale zekerheid en overrechten en plichten van werkzoekenden en werknemers. We werken hiervoor aangepaste methodiekenuit.- blz. 4 -


Krachtlijn 5: Een betere integratie van kansengroepen in onze organisatieWe vragen aan werkgevers en aan onze samenleving om actief te werken aan de integratie van kansengroepen.Wij willen hierbij een voortrekkersrol spelen en blijven werken aan een betere integratie vankansengroepen in onze organisatie. We hopen hiermee niet alleen goede praktijkvoorbeelden te ontwikkelen,maar we willen ook kansen bieden aan onze militanten, personeelsleden en leden om meer ervaringenop te doen met kansengroepen.Doepunt 5We vragen onze militantenkernen om meer aandacht te hebben voor het betrekken van kansengroepenin ons bewegingswerk.We informeren ons grondig over bestaande onderzoeken die aantonen dat meer diversiteit op de werkvloeriedereen ten goede komt, en zullen hierover een campagne uitwerken om dit bekend te maken.We zullen zelf nog meer de rol op ons nemen om werknemers te informeren en te sensibiliseren over demeerwaarde van diversiteit op de werkvloer.In de diversiteitsplannen dient meer aandacht te gaan naar kansengroepen. We zullen dit stimulerenen bewaken via onze deelname aan de Commissie Diversiteit van RESOC – SERR <strong>Waas</strong> & <strong>Dender</strong>.Tevens pleiten we er voor om alle gemeenten en OCMW’s (en dus niet enkel de centrumsteden) de mogelijkheidte geven een diversiteitsplan op te maken. We zullen dit bepleiten via alle mogelijke kanalen.Daarnaast bouwen we ons netwerk met zelforganisaties en belangenverenigingen van kansengroepenverder uit. Hiermee willen we o.a. dat onze werking en het belang van onze organisatie beter bekendwordt. Dat aangeboden opleidingen en openstaande vacatures beter tot bij de kansengroepen doorstromen.<strong>En</strong> dat onze militanten, personeelsleden en leden meer ervaringen opdoen met kansengroepen.- blz. 5 -


SOCIALE TEWERKSTELLING“Eigenlijk zou economie altijd sociaal moeten zijn.” Maar de realiteit toont ons vaak een ander beeld.Typisch aan sociale economie is dat duurzame tewerkstelling van (doelgroep)werknemers centraal staaten niet het winstbejag.Als <strong>ACV</strong> willen wij echter ook beklemtonen dat sociale tewerkstelling niet mag leiden tot afbouw vanreguliere tewerkstelling.Sociale tewerkstelling vind je terug in beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen, buurt- ennabijheidsdiensten, invoegbedrijven, kringloopcentra en andere sociale economie projecten.Krachtlijn 6: Een andere regelgeving is nodigDe Vlaamse en federale regelgeving geeft de werking van sociale economie niet altijd vleugels. Vaakverhindert ze de uitbouw van verscheidene sociale economie projecten. De strakke regels vormen meermaalseen belemmering voor de groei van sociale tewerkstelling.Onze voorstellen ter zake zijn:- Een goede afstemming op elkaar van de verschillende tewerkstellingsvormen binnen de socialeeconomie (beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen, lokale diensteneconomie en arbeidszorg)moet er voor zorgen dat doelgroepwerknemers niet meer door de mazen van het net kunnen vallen;- Er dienen meer uitbreidingsmogelijkheden te komen, zowel qua projecten als qua aantal arbeidsplaatsen;- Subsidiëring moet er voor zorgen dat er meer nadruk ligt op het sociale in de sociale economie (bv.meer subsidie om aangepast werk en de nodige begeleiding te voorzien, om o.a. rendementsverlies opte vangen);- Noodzakelijk is een betere regelgeving over arbeidszorg en een statuut voor wie in dit kader actief is.Als <strong>ACV</strong> streven we naar een eerlijk, waardig en leefbaar loon. Ook voor werknemers in sociale economieprojecten. Daarom pleiten we voor een hogere verloning dan de momenteel vaak gehanteerdeminimumlonen.- blz. 6 -


Doepunt 6Wij zullen onze voorstellen aankaarten, zowel binnen de verschillende <strong>ACV</strong>-instanties als op anderefora. Met als uiteindelijke bedoeling in overleg te treden met de betrokken regelgevers.Krachtlijn 7: Diverse en beter gekende sociale economie projectenOmwille van de doelgroep pleiten we, zowel voor vrouwen als voor mannen, voor een verscheidenheid inactiviteiten en voor een evenwichtige spreiding van de initiatieven in <strong>Waas</strong> en <strong>Dender</strong>. Voor mensen metverschillen in opleiding, werkervaring, arbeidsmogelijkheden, … Dit vergroot de kans op een haalbare enzinvolle tewerkstelling. Verscheidenheid moet ook kansen geven op doorgroeimogelijkheden.Tevens pleiten we voor een lokale verankering en uitbouw van sociale tewerkstelling. Voor bepaaldedoelgroepwerknemers is het kleinschalige (dat geborgenheid geeft) een belangrijke factor om detewerkstelling haalbaar te maken.Doepunt 7Wij zullen er voor ijveren dat onder de vleugels van RESOC - SERR <strong>Waas</strong> & <strong>Dender</strong> een forum ‘SocialeTewerkstelling’ wordt opgericht.Doelstellingen voor dit forum zijn ondermeer:- overleg voorzien tussen de bestaande sociale economie projecten;- een dialoog op gang brengen met alle actoren (werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties,sociale economie projecten, lokale besturen, …);- uitbouw van nieuwe initiatieven in de ‘blinde-vlekken-gebieden’ en aanboren van nieuwe niches;- uitbouw van nieuwe initiatieven voor doelgroepen die onvoldoende aan bod komen;- indien gewenst, opzetten van intergemeentelijke samenwerking, om zo ook een aanbod te kunnenvoorzien in kleinere gemeenten;- het voorzien van opleidingsmogelijkheden in de streek.Wij zullen mee zorgen voor een betere beeldvorming over sociale tewerkstelling. We moeten socialeeconomie projecten meer in de kijker plaatsen. Voor onze militanten, personeelsleden en leden is dewerking vaak onbekend (en dus onbemind).We informeren ondernemingsmilitanten over de mogelijkheden van sociale tewerkstelling, ook in huneigen bedrijf.Bij bedrijven, die nu bepaalde activiteiten uitbesteden aan sociale economie projecten dringen we aanom zich te ‘outen’. Als een positief voorbeeld dat navolging verdient.De lokale <strong>ACV</strong>-werkingen in <strong>Waas</strong> en <strong>Dender</strong> onderzoeken of sociale tewerkstelling in hun gemeentekan opgestart of verder uitgebouwd worden. Een samenwerking met de andere sociale partners en hetgemeentebestuur is hierbij aangewezen.- blz. 7 -


BEDRIJVEN(ZONES)Het <strong>ACV</strong> ijvert mee om de klimaatopwarming terug te dringen, door op alle niveaus ambitie u ze e neffectieve maatregelen proberen af te dwingen. Wij willen in de komende jaren effectief een bijdrageleveren om ook in onze regio de ecologische voetafdruk zwaar te beperken. Vandaar dat duurzaam enwerkbaar ondernemen onze groene draad wordt. We gebruiken en ontwikkelen daarom tal van instrumentenom onze militanten sterker te betrekken. <strong>En</strong> in de diverse overlegorganen zetten we alles op allesvoor duurzame en werkbare bedrijven(zones) in <strong>Waas</strong> en <strong>Dender</strong>.Krachtlijn 11: Groene jobs in een groene economieOnze toekomst moet groen, in een groene economie met groene jobs. <strong>En</strong> dit met de creatie van nieuwegroene jobs en het vergroenen van bestaande jobs. In lokale en bovenlokale fora waar wij deel vanuitmaken, zetten we in op het maximaal benutten van de tewerkstellingskansen van de ecologischeuitdagingen. Ondermeer via sociale economie en met aandacht voor de kwaliteit van die jobs. De ‘groeneomslag’ die ook een weerslag zal kennen in tal van bedrijven in onze regio dient goed ondersteund enbegeleid te worden.Doepunt 11Wij zullen op korte termijn meer investeren in duurzaamheid door:- dit thema te laten opnemen door een verbondspropagandist, die ook beschikt over de nodigemilieudeskundigheid;- een gerichte bewustmakingscampagne ‘groene economie’ op te starten;- in de lokale werking hierrond laagdrempelige initiatieven te ontwikkelen (bezoeken, fietstochten,...) enconcrete acties op te zetten, al dan niet in samenwerking met bestaande initiatieven en organisaties;- een krachtig beleid op streekniveau na te streven om werknemers te ondersteunen en te begeleidennaar een groene economie.- blz. 10 -


Krachtlijn 12: Voor een rationeel energiegebruik en meer hernieuwbare energieHet aandeel van hernieuwbare energie in de energievoorziening moet drastisch omhoog. Bedrijven kunnenhier een voortrekkersrol spelen en kiezen voor ondermeer een duurzaam aankoopbeleid, energiebeheeren materialen- en afvalbeheer (bv. cradle to cradle).Ook de lokale overheden dienen resoluut voor duurzaamheid te gaan door strenge ecologische normenop te leggen aan eigen diensten, én aan leveranciers en bedrijven die voor hen werken.Ook de betaalbaarheid van energie dient te verbeteren, met een bijzondere aandacht voor de laagsteinkomens.Doepunt 12Het aandeel van hernieuwbare energie moet omhoog en daarom zullen we:- militanten ondersteunen door meer vorming te organiseren, vormingsmodules op maat aan tebieden en het instrument ‘Duurzaam van 9 tot 5’ (vzw Arbeid en Milieu) intens te gebruiken;- deze thematiek regelmatig aankaarten in de overlegorganen in de onderneming en opvolgen in onzewerking;- het lokaal beleid trachten te beïnvloeden om de betaalbaarheid van energie te verbeteren metaangepaste stimuli en subsidieregelingen, en de nodige stappen te zetten om te komen tot (inter)gemeentelijke energieloketten.- in eigen organisatie de ingeslagen weg van duurzaamheid verder bewandelen (bv. gebruik vanhernieuwbare energie, energiezuinigheid,..) en dit in uitvoering van krachtlijn 52 van de Vlaamse<strong>ACV</strong>-dagen van 2009.Krachtlijn 13: Anders en beter mobielIn onze regio dienen de ‘missing links’ in het transportnetwerk (wegen, water en spoor) weggewerkt teworden. Wij kiezen voor een duurzaam, veilig en geïntegreerd mobiliteitsbeleid. Waarbij zoveel mogelijkvrachtvervoer overgeplaatst wordt van de weg naar het water en het spoor.Dit sluit niet uit dat er dringend een aantal mobiliteitsproblemen over de weg in onze regio moetenaangepakt worden.Ook het woon-werkverkeer moet in <strong>Waas</strong> en <strong>Dender</strong> dringend beter en duurzamer worden. Veel meeraandacht en stimuli moeten gaan naar een woon-werkverkeer dat veilig en goed uitgerust is voor fietsers(fietsenstallingen aan stations en in de bedrijven, fietsenverhuur, bedrijfsfietsen, douches, fietspaden, …),met een maximaal versterkt, goed bereikbaar en betaalbaar openbaar en collectief vervoer, met meercarpoolparkings. Hiervoor zijn geïntegreerde bedrijfs(zone)vervoerplannen noodzakelijk.- blz. 11 -


Doepunt 13Om een duurzaam woon-werkverkeer te bekomen zullen wij onze militanten en de betrokkenwerknemers begeleiden bij de opmaak van bedrijfs(zone)vervoersplannen. Plannen met aandacht vooralle mogelijke vervoersmiddelen en voorrang aan milieuvriendelijke oplossingen.Daartoe zullen we voor onze militanten ondermeer een informatiecampagne rond carpoolingorganiseren. Dit moet hen in staat stellen om bedrijfsvervoerplannen rond carpooling af te sluiten.Wij roepen onze ondernemingsmilitanten op bij de onderhandelingen de fietsvergoeding op de agendate zetten.Wij zullen daarnaast verder mee blijven ijveren voor de realisatie van de doelstellingen en voorstellenvan maatregelen die opgenomen zijn in het Streekpact van RESOC – SERR <strong>Waas</strong> & <strong>Dender</strong>.Krachtlijn 14: Duurzame bedrijvenzonesOok in <strong>Waas</strong> en <strong>Dender</strong> is er nood aan meer bedrijfsruimte. Daarvoor is een doordacht beleid inzakeruimtelijke ordening en inplanting van bedrijven noodzakelijk. Voor ons moet het beleid prioritair leegstandin zones aanpakken. Daarnaast moet verwaarlozing van bestaande bedrijventerreinen voorkomenworden en moeten nieuwe terreinen aan scherpe duurzaamheidscriteria voldoen. Tevens dienenvervuilde bedrijventerreinen (brownfields) gesaneerd te worden zodat ze kunnen hergebruikt worden omeconomische activiteiten te ontplooien.Duurzaam omspringen met ruimte betekent ook dat een gemiddelde tewerkstelling van 25 arbeidsplaatsenper hectare dient gehaald te worden.In onze ‘bedrijven-zone-zorg’ staan duurzaamheid en CO2-neutraliteit centraal, weliswaar gekoppeld aanmaximale tewerkstelling.De bedrijventerreinen moeten goed ontsloten worden door het openbaar vervoer, dat afgestemd moetzijn op ploegenarbeid. Ook het zachte wegverkeer (voetgangers en fietsers) mag niet uit het oog wordenverloren: van de rijweg gescheiden voet- en fietspaden, bushokjes, …Tevens dient voldoende aandacht te gaan naar groenvoorzieningen en verfraaiing (groene buffer tussenbedrijven en leefomgeving, groenonderhoud, …) en hernieuwbare energie in de bedrijventerreinen.Gemeenschappelijke projecten die bijdragen tot meer duurzaamheid dienen gestimuleerd te worden (bv.energieproductie, afval- en recyclagebeleid, sanitaire voorzieningen, …).Doepunt 14Onze ‘bedrijven-zone-zorg’ willen we intens opvolgen door:- onze visie en voorstellen ruim bekend te maken en consequent te verdedigen in de diverse fora enoverlegorganen;- vanaf het werkjaar 2011-2012 een analyse-instrument ‘bedrijven-zone-zorg’ aan te bieden, voorzowel ondernemingsmilitanten als kernleden uit de lokale werking, dat kansen biedt om onze visieover uitbouw van bedrijventerreinen te realiseren;- blz. 12 -- het creëren van een syndicaal overlegplatform in bedrijvenzones.


Krachtlijn 15: Waardig werk is ook meer werkbaar werkMaak ons sterk en creëer werkbaar werk. De groei van de werkzaamheid en deze van de werkbaarheidmoeten hand in hand lopen. We geven daarom nog meer aandacht in onze werking, actie envertegenwoordigingswerk aan werkbaar werk: om de werkstress zeer grondig aan te pakken, motivatieen leermogelijkheden te stimuleren en een gezonde werk-privé-balans te bewerkstelligen.Wij trekken daarbij voluit de kaart van gezinsvriendelijke bedrijven: een arbeidsorganisatie die maximaalaangepast wordt aan de zorgnoden (en niet omgekeerd). Wij ijveren ook voor de uitbouw van nietbedrijfsgebondengezinsondersteunende diensten.Doepunt 15Meer werkbaar werk willen we op korte termijn realiseren door:- de toolkit ‘Werkbaar werk’ van de Stichting Innovatie & Arbeid te hanteren in vorming enondernemingswerking;- meer ondernemingsmilitanten en -kernen actief te laten werken met de <strong>ACV</strong>-checklist‘gezinsvriendelijke bedrijven’;- bij de verdere uitbouw van gezinsondersteunende diensten een goede wisselwerking te realiserentussen onze centrales en het verbond, waarbij de noden op de werkvloer worden opgelijst om zo tekomen tot voorstellen, die ingebracht worden in de verschillende fora en overlegorganen;- de campagne ‘Werkvriendelijke gemeente’, ook in het vooruitzicht van de gemeenteraadsverkiezingen,te herlanceren en op te volgen.- blz. 13 -


VERKLARENDE BEGRIPPENLIJSTArbeid en Milieu vzw: het samenwerkingsverband tussen de milieubeweging (Bond Beter Leefmilieu) en de drievakbonden aan Vlaamse zijde: <strong>ACV</strong>, ABVV en ACLVB. Arbeid & Milieu wil bijdragen aan een sociaal en ecologischverantwoorde economie en samenleving. Dit doen ze door contact en begrip tussen de vakbonden en de milieubewegingte bevorderen. Concreet organiseren ze overlegmomenten, verspreiden ze informatie en geven zebeleidsadvies. Hun globale kader is duurzame ontwikkeling: een leefbare wereld voor iedereen in Vlaanderen enelders, nu en later.Met het project 'Duurzaam van 9 tot 5' richt Arbeid & Milieu zich in eerste instantie tot de werknemers en hunvakbondsafgevaardigden. Hoofddoelstelling is het stimuleren van bedrijven om duurzamer te gaan ondernemen.Hierbij kunnen vakbondsafgevaardigden het voortouw nemen, want het zijn net de délégués die een aantal praktischeinstrumenten in handen hebben om hun bedrijf tot duurzaam ondernemen aan te zetten. <strong>En</strong>erzijds om zich- via de Ondernemingsraad of het Comité ter Preventie en Bescherming op het Werk - te informeren over de 'duurzaamheidsaspecten'van het beleid van de onderneming.Anderzijds heeft de délégué via dezelfde organen enkele rechten in handen, om de onderneming tot duurzaamheidin al z'n facetten aan te sporen.arbeidstrajectbegeleiding: het geheel van activiteiten, om gedrag, gedachten en gevoelens van de werkzoekendete beïnvloeden, in combinatie met bemiddeling, zodanig dat diens positie op de arbeidsmarkt verbetert en leidt totreïntegratie. Arbeidstrajectbegeleiding kan bestaan uit voorlichting, bemiddeling, controle (met eventueel sanctie),psychologische diagnose (met eventueel doorverwijzing naar diensten die de werkzoekende uit een psychischvastgelopen situatie helpen), evaluatie en nazorg.CO2-neutraliteit: een CO2-neutraal elektriciteitsverbruik van bedrijven op een bedrijventerrein of compensatie vanhun CO2-uitstoot tengevolge van hun elektriciteitsverbruik. De bedrijven kunnen dus voldoen aan deze voorwaardetot CO2-neutraliteit door hetzij groene stroom te verbruiken (ongeacht of zij deze zelf produceren of aankopen),hetzij door grijze stroom te verbruiken, maar de CO2-uitstoot van de productie daarvan te compenseren door hetbetalen van een vergoeding voor de uitstoot van luchtvervuilende gassen, of door een combinatie van beidemaatregelen.competentie: een observeerbare eigenschap onder de vorm van kennis, kunde of een gedragsvaardigheid diebijdraagt tot succesvol functioneren in een specifieke rol of functie. Competenties zijn je eigen talenten om kennis(theoretische en praktische kennis), vaardigheden (het doen) en attitudes (op de juiste manier) in je werk, en hetleven in het algemeen toe te passen, met een goed resultaat als gevolg. Een competentie bezit een aantal typischeeigenschappen, ze is meetbaar (je kan weten wie er beter of slechter scoort voor een bepaalde competentie),herkenbaar (te zien in het gedrag, je kan een competentie zintuiglijk waarnemen) en ontwikkelbaar (je kan beterworden voor een competentie).cradle to cradle: (letterlijke vertaling: van wieg tot wieg) de centrale gedachte van de cradle to cradle filosofie, is datalle gebruikte materialen na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Dekern van het cradle to cradle principe ligt in het concept ‘afval is voedsel’.ecologische voetafdruk: de geschatte oppervlakte aarde die een persoon of een groep personen nodig heeft om teproduceren wat wordt geconsumeerd en te absorberen wat wordt weggeworpen. Het gaat om een hypothetischgetal, gemeten in mondiale hectares.evenredige arbeidsdeelname: evenredige participatie van alle bevolkingsgroepen op de arbeidsmarkt om zo ‘eenactieve welvaartsstaat te worden die alle burgers ongeacht hun afkomst of aanleg laat participeren aan de samenlevingdoor duurzame werkgelegenheid’.- blz. 14 -


groene omslag: verwijst naar de dringende sociaal rechtvaardige hervorming van onze samenleving die via ambitieuzemaatregelen zorgt voor het terugdringen van de klimaatopwarming (onder de 2° Celsius), het voorkomen vande uitputting van de grondstofvoorraden en de natuurlijke rijkdommen en het oplossen van de milieuvraagstukken.Het gaat over een zware beperking van onze ecologische voetafdruk. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid vanoverheden, bedrijven en burgers en van alle economische en maatschappelijke sectoren. De verandering moetgebeuren in evenwicht en verstrengeld met onze sociale doelstellingen inzake arbeid en inkomen, met bijzondereaandacht voor duurzame tewerkstelling en een sociaalrechtvaardige transitie (= een structurele verandering die hetresultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen op het gebied van onder meer economie,milieu en technologie).inburgeringscursus: een traject dat toelaat dat ‘nieuwe burgers’ op alle vlakken hun plaats in de samenleving vinden.Om hun rol te kunnen opnemen als burger, ouder, werknemer, ondernemer, student, lid van een vereniging, …Inburgering biedt hen daarvoor een eerste opstap. Het inburgeringstraject laat inburgeraars toe de nodige kennis opte doen en hun vaardigheden verder te ontwikkelen. Het primaire inburgeringstraject, dat door het onthaalbureaugeorganiseerd wordt, bestaat daarom uit een vormingsprogramma, ondersteund door een individuele begeleidingop maat van de inburgeraar. Het vormingsprogramma wordt samengesteld uit maatschappelijke oriëntatie, lessenNederlands en loopbaanoriëntatie.invoegbedrijf: een onderneming die bereid is kansengroepen een duurzame tewerkstelling te garanderen metaandacht voor opleiding en begeleiding in een arbeidsomgeving waar maatschappelijk verantwoord ondernemencentraal staat. Een invoegbedrijf stelt invoegwerknemers tewerk. De invoegwerknemer is een persoon met hoogstenseen diploma hoger secundair onderwijs die de dag voor zijn aanwerving beantwoordt aan één van volgendekenmerken: jonger dan 50 jaar en min. 12 maanden inactief; ouder dan 50 jaar en min. 6 maanden inactief; min.6 maand leefloongerechtigd of arbeidsgehandicapt; deeltijds werkzoekende leerling van het deeltijds beroepssecundaironderwijs en een dag inactief. Invoegbedrijven kunnen beroep doen op loonlastverminderingen en eeninschakelingscoaching. Deze vormt een extra begeleiding bovenop de al bestaande opleiding die het invoegbedrijfaanbiedt aan haar invoegmedewerkers. Een inschakelingscoach zal de nieuwe invoegmedewerker gedurende maximaalzes maanden begeleiden om de integratie te bevorderen.jobcoaching: de begeleiding op de werkvloer van een (nieuwe) werknemer uit de kansengroepen en van zijn werkgeverdoor een bedrijfsexterne, neutrale coach, met als doel de aanwerving te faciliteren en duurzaam te maken.Deze begeleiding betreft werkattitudes, omgangsvormen, communicatie, … geen jobtechnische vaardigheden. Erkan daarnaast ook gewerkt worden aan taal- en communicatievaardigheden. De werkomgeving wordt actief betrokkenin het coachingsproces. De jobcoaches begeleiden en ondersteunen werkgevers bij de volwaardige integratievan nieuwe werknemers in hun nieuwe functie en werknemers door ze kwalitatief te integreren op de werkvloer,duurzame tewerkstelling te bevorderen en hen de mogelijkheid te geven om de eigen competenties te ontwikkelen.Krachtlijn 52 van de Vlaamse <strong>ACV</strong>-dagen 2009:Het <strong>ACV</strong> zal zelf het goede voorbeeld geven inzake duurzaam energiegebruik.Het <strong>ACV</strong> engageert zich om:a. duurzaam energieverbruik te agenderen op het sociaal overleg in de sectoren en de ondernemingen;b. dit thema op een geïntegreerde wijze aan bod te laten komen in de militantenvorming;c. het vormingsaanbod en de activiteiten die de vzw Arbeid & Milieu hiervoor ontwikkelt te valoriseren;d. vaststellend dat voor sommige aspecten van duurzame ontwikkeling externe deskundigheid nodig is,zullen we allianties aangaan en steun zoeken bij andere groepen uit het maatschappelijk middenveld(milieubewegingen, mensenrechtenorganisaties, internationale vakbeweging) zowel hier als in het Zuiden.Wij willen deze netwerken verder uitbouwen.e. in eigen organisatie duurzamer om te springen met energie en mobiliteit, door dit te agenderen op hetoverleg binnen het Comité Preventie en Bescherming, door een energieaudit uit te voeren voor de eigengebouwen en door een energieplan met concrete maatregelen op te stellen.kortgeschoold: zonder diploma of getuigschrift van het hoger secundair onderwijs (dus ten hoogste een diplomalager onderwijs, lager secundair onderwijs, middenstandsopleiding of deeltijds beroepssecundair).loopbaanbegeleiding: biedt een persoon de kans om, ondersteund door een professionele begeleider, uit te zoekenhoe zijn of haar (levens)loopbaan er op zijn best uit zou zien en op welke manier dit optimaal bereikt kan worden,rekening houdend met zijn of haar vaardigheden, persoonlijkheid en wensen en gegeven zijn of haar actuele entoekomstige familiale en professionele context- blz. 15 -


matching van werkzoekenden: proberen werkgevers en werkzoekenden bij elkaar te brengen waardoor zij een arbeidsrelatietot stand kunnen brengen. Via matchingsoftware wordt gekeken of er geen openstaande vacatures zijndie beantwoorden aan het profiel van de werkzoekende. Wanneer men effectief één of meer passende vacaturesvindt (als er dus m.a.w. een ‘match’ is), laat men aan de werkzoekende weten dat er één (of meer) vacatures zijndie hem of haar zouden kunnen interesseren. Als de werkzoekende interesse betoont, worden de vacatures ook effectiefbezorgd, in dat geval is er sprake van een ‘mededeling’.missing link: (letterlijke vertaling: ontbrekende schakel) ontbrekende belangrijke en noodzakelijke infrastructuurverbindingenin de verschillende verkeersnetwerken (wegennet, waterwegennet en spoorwegnet).niche: een klein specifiek afgeschermd stuk van een grotere markt; een kleine gespecialiseerde markt voor een bepaaldegroep producten of diensten; klein marktsegment dat nog ontginningspotentieel biedt.RESOC – SERR:Regionaal Sociaal-Economisch Overlegcomité: tripartite overleg tussen vertegenwoordigers van werkgevers(UNIZO, VOKA en Boerenbond) en werknemers (<strong>ACV</strong>, ABVV en ACLVB) en van lokale besturen (gemeenten, OCMWen provincies). Zij staan in voor het verschaffen van advies inzake materies met een sociaal-economische dimensieen bovendien zijn ze verantwoordelijk voor het opmaken van een streekpact.Sociaal Economische Raad van de Regio: het overleg- en adviesorgaan van de werkgevers- en werknemersorganisatiesop streekniveau. De raad organiseert het socio-economisch overleg en advies van de sociale partners van destreek, verstrekt advies met betrekking tot economisch beleid en werkgelegenheidsbeleid van de diverse overhedenen is bevoegd voor het plegen van sociaal overleg inzake sociaal-economische aangelegenheden relevant voorde regio.sociale clausules in overheidsaanbestedingen: bepalingen in een bestek van een overheidsopdracht die een doelstellingop het vlak van vorming of socio-professionele inschakeling van laaggeschoolde werkzoekenden, leerlingenof stagiairs nastreven. Overheidsopdrachten kunnen als instrument voor een sociaal beleid op twee manieren aangewendworden: ondernemingen bevorderen die specifieke tewerkstellingsbevorderende acties voeren of de maatregelkomt rechtstreeks ten goede van een welbepaald publiek dat het in meerdere of mindere mate moeilijk heeftop de arbeidsmarkt.Stichting Innovatie en Arbeid: het onderzoekscentrum van en voor de Vlaamse sociale partners dat deel uit maaktvan het grote SERV-huis (SERV = Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen). Centrale onderzoeksthema’s zijn dekwaliteit van de arbeid (of werkbaar werk), organisatieverandering en personeelsbeleid. De sociale partners bepalengezamenlijk welke onderzoeksprojecten de Stichting aanpakt en zijn ook betrokken bij de uitwerking ervan.Naast het uitvoeren van de onderzoeken besteedt de Stichting Innovatie & Arbeid veel aandacht aan het valoriserenvan de projectresultaten. Dat gebeurt in de eerste plaats naar de verschillende SERV-partners, maar ook naarVlaamse beleidsinstanties.streekpact: één van de belangrijkste opdrachten van het RESOC is de opmaak van een streekpact voor de sociaaleconomischeontwikkeling van de regio. Het streekpact vormt als het ware een beleidsdocument van het subregionaleniveau en heeft tot doel een lange termijn strategie voor de sociaal-economische ontwikkeling van de regiovast te leggen, die gedragen wordt door alle streekactoren. Het streekpact vertrekt van de twee voornaamste beleidsdomeinenvan het RESOC, nl. economie en tewerkstelling, met aandacht voor aanpalende beleidsdomeinen enaspecten van streekontwikkeling (onderwijs, mobiliteit, ruimtelijke ordening, welzijn, …).toolkit: (letterlijk: gereedschapskist) een set van hulpmiddelen en instrumenten, met name voor een specifiek typevan werk (al dan niet bewaard in een speciale doos of tas).Toolkit ‘Werkbaar werk’: een elektronische toolkit, die vanaf de zomer 2011 te vinden zal zijn op www.werkbaarwerk.be. Binnen de toolkit komen drie modules: (1) leermogelijkheden-motivatie, (2) werk-privébalans en (3) werkstress.Telkens gaat er aandacht naar zowel achtergrondinformatie, cijfermateriaal uit de monitor, als naar tips, tools enpraktijkvoorbeelden om organisaties te inspireren de stap te zetten en er werk van te maken. Hierbij kan het gaanom het herkennen van mogelijke problemen, het bepalen van prioriteiten en het aanreiken van oplossingspistes.- blz. 16 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!