12.07.2015 Views

Buitengewoon onderwijs - Katholieke Hogeschool Leuven

Buitengewoon onderwijs - Katholieke Hogeschool Leuven

Buitengewoon onderwijs - Katholieke Hogeschool Leuven

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DEPARTEMENTLERARENOPLEIDINGBachelor na bachelor<strong>Buitengewoon</strong> <strong>onderwijs</strong>INFOBROCHUREBANABA BuO


INHOUDWaar kriebelt het bij jou? 4Een opleiding vanuit ervaring 5Voor wie is deze opleiding bedoeld? 5Wat houdt de opleiding in? 6Een praktijkgerichte opleiding: de stage 8Toelichting bij de modules 11• De gemeenschappelijke modules 11• Het keuzetraject 11Keuzetraject eenjarige opleiding 12Keuzetraject tweejarige opleiding 16Keuzetraject voor beide opleidingen 20Hoe kan je leertraject eruit zien? 21Evaluatie 22Een campus waar je je thuis kan voelen 23© 2009 KH<strong>Leuven</strong> DLOVerantwoordelijke uitgever:Wim Bergen, Hertogstraat 178, B-3001 Heverlee3


Waar kriebelt het bij jou?Je wil je inleven in de leefwereld vankinderen en jongeren en hen aanmoedigenen helpen zodat ze gestimuleerd worden inhun ontwikkeling.Alle kinderen…ook zij, die het om wat voor reden ook,moeilijker hebben om te leren.Als jeje deskundigheid wil vergroten, beter wilvoldoen aan de verwachtingen die men in hetleerzorgkader van jou als leerkracht heeft,andere leerkrachten wil ontmoetendie deze zorg met jou delen,dan zit je goed in de opleiding‘bachelor na bachelor: buitengewoon<strong>onderwijs</strong>’ in Heverlee.Want hier willen we alle registersrond zorg opentrekken,zorg voor kinderen binnen het gewoon enhet buitengewoon <strong>onderwijs</strong>.4Je basisdiploma uitbreiden kan je onmiddellijkna je studie of na enkele jaren praktijk.Je kunt je opleidingsprogramma spreidenover twee jaren of het voltijds in één jaarafmaken. Bovendien bieden we jou de kansom je eigen zorgtraject uit te stippelen,zodat de inhouden zoveel mogelijktegemoet komen aan jouwopleidingsbehoeften.


Een opleiding vanuit ervaringJe zal lesgevers ontmoeten met een jarenlangeervaring in buitengewoon en inclusief <strong>onderwijs</strong>.Hun deskundigheid zal een onmiddellijke steunin je praktijk betekenen. Jouw inbreng en julliewederzijdse betrokkenheid staan borg voor echtleren uit ervaring.Voor wie is deze opleiding bedoeld?Je mag starten in de opleiding ‘bachelor na bachelor:buitengewoon <strong>onderwijs</strong>’ (BABu) als je:1 in het bezit bent van een diploma leraaren in het buitengewoon <strong>onderwijs</strong> zou willenwerken of er reeds tewerkgesteld bent;en/of in het gewone <strong>onderwijs</strong> GON- ofinclusieprojecten wil ondersteunen, zorgcoördinatorwil worden, mee wil werken aanhet bieden van Gelijke Onderwijskansen (GOK).2 niet in het bezit bent van een lerarendiplomamaar reeds tewerkgesteld bent in hetbuitengewoon <strong>onderwijs</strong>.3 in het bezit bent van een bachelordiplomaen bereid bent stage te lopen in hetbuitengewoon <strong>onderwijs</strong>.Als je in geval 2 of 3 bent, zal je begeleid wordenom je leerkrachtenvaardigheden te ontwikkelen.5


Wat houdt de opleiding in?Het programma kan gevolgd worden in éénacademiejaar of gespreid worden over twee jaar.Beide opleidingen zijn praktijkgebondenen coachen mensen in de eigen werk- ofstagesituatie. De opleiding gebeurt dus‘in-service’. Wie nog niet werkt in het buitengewoon<strong>onderwijs</strong> kiest in overleg met decoördinatoren van de opleiding een stageschool.De theoretische cursussen worden gegevendoor ervaringsdeskundigen.De praktijkbegeleiding gebeurt door een mentorop school. Er wordt door de BABu een specialeopleiding aangeboden voor deze mentoren.De inhoud van de cursus wordt voor een grootstuk bepaald door de specifieke vragen enbehoeften van de cursisten. Hoor- en werkcollegesworden aangevuld met bezoeken aanscholen, diensten en instellingen.Er is een constante wisselwerking tussen theorieen praktijk. Aan elke module zijn praktijkopdrachtengekoppeld. Deze taken dienen zowelom de hoor- en werkcolleges voor te bereiden alsom de leerinhouden in de praktijk van het<strong>onderwijs</strong> effectief toe te passen.DE EENJARIGE (VOLTIJDSE)OPLEIDINGDeze opleiding is een voltijdse opleiding.Je doet twee dagen per week stage (maandagen dinsdag) in een school voor buitengewoon<strong>onderwijs</strong>, in GON- of inclusieprojecten.De ervaring die je daar opdoet, wordt opwoensdag en donderdag uitgediept inhoor- en werkcolleges in de hogeschool.Op vrijdag heb je tijd om aan je taken,voorbereidingen en studie te werken ofintervisie met je collega’s te houden.In deze opleiding kies je naast degemeenschappelijke modules voor eeneigen leertraject.Je kan kiezen uit een heel ruim aanbod:• Een keuze uit de verschillende hulpvragenvan de leerlingen waarmee je wil werken(cluster* 2, 3 en 4)b.v. leerlingen met autismespectrumstoornissen,ernstige visuele beperkingen, leerlingen metmotorische problemen, met gedragsproblemen,enz.• Het cognitief niveau van de leerlingen(cluster 2 en 3),b.v. leerlingen met leerproblemen, leerlingen meternstige verstandelijke beperkingen…• De leeftijd van de leerlingenb.v. kleuters, adolescenten…• Een onderwerp waarin je je meer wilverdiepen b.v. sociale vaardigheden, autisme…• Het onderwerp van je actieonderzoekMeer informatie vind je op p 11 ‘toelichtingbij de modules’ of op onze website.* De term ‘cluster’ is conform het leerzorgkader6


DE TWEEJARIGE (DEELTIJDSE)OPLEIDINGDeze opleiding richt zich tot mensen die reedstewerkgesteld zijn in het BuO of die eenbachelordiploma op zak hebben en minstensgedurende 7u per week stage willen lopen.Naast persoonlijk werk omvat de opleiding120 contacturen per jaar en praktijkbegeleidingdoor een schooleigen mentor. De ervaringenop je werkplek diepen we in de hogeschooluit in hoor- en werkcolleges en insupervisiesessies.Je volgt gemeenschappelijke modules endaarnaast stippel je een eigen leertraject uit.Bij de keuze van dit traject kan je je latenleiden door:• de hulpvraag van de leerlingen waarmeeje werkt (cluster* 2, 3 en 4): b.v. leerlingen metleerproblemen, leerlingen met visuele beperkingenof leerlingen met een meervoudige handicap enz.• door je specifieke functie:b.v. leraar beroepsgerichte vakken, paramedicus…of door persoonlijke interesse.• door je persoonlijke interessesUiteraard kunnen verschillende dingen samenmeespelen. Dit eigen leertraject wordt bepaald inoverleg met de coördinatoren van de opleiding.In het eerste jaar gaan de lessen door opzaterdagvoormiddag en op dinsdagavond.In het tweede jaar kan je lessen hebben opzaterdagvoormiddag en/of op woensdagnamiddagonder meer afhankelijk van jegekozen traject.Meer informatie vind je op p 11 ‘toelichtingbij de modules’ of op onze website.* De term ‘cluster’ is conform het leerzorgkader7


Een praktijkgerichte opleiding: de stageDeze BABu is een praktische opleiding. Concreetgebeurt je opleiding ‘in-service’. Een schooleigenmentor staat aan je zijde om je te begeleiden ente coachen.Deze volgt best de korte opleiding voor mentorenvan de BABu die gratis aangeboden wordt ofhet postgraduaat mentorenopleiding van hetdepartement Lerarenopleiding van de KH<strong>Leuven</strong>.DE EENJARIGE OPLEIDINGJe doet twee dagen per week stage in eenschool voor buitengewoon <strong>onderwijs</strong> of ineen gewone school waar je mee het zorgbeleidondersteunt b.v. in een inclusie- of GON-project*Er zijn twee stageperiodes:1 vanaf half september tot net voorde kerstvakantie2 na de kerstvakantie tot einde mei.DE TWEEJARIGE OPLEIDINGJe bent al tewerkgesteld in het buitengewoon<strong>onderwijs</strong>. Je combineert deze opleidingmet je werk.Als je nog niet werkt in het buitengewoon<strong>onderwijs</strong> doe je minstens 7 uur stage perweek in een school voor buitengewoon<strong>onderwijs</strong> of in een inclusie- of GONproject.Waar jij stage loopt, hangt af van verschillendefaktoren zoals de keuze die je maakt in demodules 2 en 3, je eigen voorkeur, jewoonplaats en het advies van decoördinatoren.Je krijgt steeds de kans om in je stageuitgebreid kennis te maken met het GON.Je doet ook tijdens een volledige week in eeninstelling of opvanginitiatief voor personenmet een functiebeperking, nieuwe ervaringen op.8* GON: geïntegreerd <strong>onderwijs</strong>


Toelichting bij de modulesHet leertraject van de BABu bestaat uit4 gemeenschappelijke modules die dooriedereen gevolgd worden en keuzemodules.In de eenjarige opleiding erkennen we destage als een aparte module, in de tweejarigeopleiding is het werkplekleren geïntegreerd inde andere modules.DE GEMEENSCHAPPELIJKE MODULESIn de eerste gemeenschappelijke modulevertrek je vanuit een analyse van je taak in jestageschool. Hierdoor krijg je een beter zichtop je opleidingsbehoeften, waardoor je eenmeer gerichte keuze kan maken uit hetopleidingsaanbod.We verdiepen ons in het specifieke van elke<strong>onderwijs</strong>vorm. Hoe zitten de clusters enzorgniveaus in elkaar? Wat kan de nieuwefunctie van scholen voor buitengewoon<strong>onderwijs</strong> zijn? Hoe kan je tegemoetkomenaan de specifieke noden van leerlingen enkan dit alleen binnen de structuur van hetbuitengewoon <strong>onderwijs</strong>? Je leert er werkenmet handelingsplanning, beter samenwerkenmet ouders, collega’s en externe diensten.Je verdiept je in recente ontwikkelingen zoalsinclusief <strong>onderwijs</strong>, integrerend <strong>onderwijs</strong>,gelijke <strong>onderwijs</strong>kansen, zorgcoördinatie enz.De maximale ontwikkeling van elke leerlingongeacht zijn mogelijkheden en beperkingenen ongeacht de plaats waar hij/zij schoolloopt is hierbij ons uitgangspunt.de linken tussen de theorie en jouw praktijk.Je leert je eigen kennis en vaardighedendoorgeven aan anderen en hen ondersteunenbij de uitvoering van hun taak.HET KEUZETRAJECTJe hebt reeds een basisdiploma op zak. DeBABu betekent volwassenenvorming. Daarommoet je er voortdurend kiezen. Jij bent zelfverantwoordelijk voor je keuze. De opleidingprobeert in samenspraak met jou een heelruim aanbod te formuleren dat afgestemd isop hetgeen jij nodig vindt. Jij hebt inspraakin de keuze van de inhouden die aangebrachtworden.We geven je al enkele richtlijnen om je tehelpen kiezen. Voor sommige modules verschiltde uitwerking enigszins tussen de eenjarige ende tweejarige opleiding. Let hierop als je detoelichtingen leest en je keuze al watwil bepalen.Bezoeken aan scholen en instellingen wisselende theoretische sessies af. Je diept je ervaringenuit samen met je collega’s en een coördinatorvan de opleiding, je zoekt voortdurend naar11


KEUZETRAJECT EENJARIGE OPLEIDING VOLTIJDSE OPLEIDINGVertrekken vanuit de cognitievemogelijkheden van je leerlingen.Leerstoornissen (cluster 2) ofverstandelijke functiebeperkingen(cluster 3)• Als je de keuze maakt ‘leerlingen metmatige tot ernstige verstandelijke beperkingen’(cluster 3) kies je voor een stage in eenschool voor buitengewoon <strong>onderwijs</strong> type 2of in een inclusiestage ter ondersteuning vandeze leerlingen.12Je kiest tussen twee ontwikkelingsniveaus:• leerlingen met leerproblemen of eengeringe ontwikkelingsachterstand (lichteverstandelijke beperkingen – cluster 2)• leerlingen met een matige tot ernstigeverstandelijke beperking (cluster 3).Je kiest dus één van deze twee opties. In deeerste optie wordt de leerinhoud regelmatigspecifiek benaderd voor het basis- of hetsecundair <strong>onderwijs</strong>.De keuze van deze modules is bepalendvoor één van je stages.• Als je de keuze maakt voor ‘leerlingen metleerproblemen of een geringe verstandelijkebeperking’ (cluster 2) kies je voor een stagein het buitengewoon <strong>onderwijs</strong> type 1/8of voor een GON- of zorgproject terondersteuning van deze leerlingen.Je kiest voorleerlingen met leerproblemen of een geringeverstandelijke beperking (cluster 2)Je loopt stage in het buitengewoon <strong>onderwijs</strong>type 1/8 of in een GON- of zorgproject terondersteuning van deze leerlingen.Wanneer je deze keuze gemaakt hebt kom jeterecht in het buitengewoon <strong>onderwijs</strong> type 1,type 8 of in het gewoon <strong>onderwijs</strong>.Hier situeren zich de leerlingen met leerstoornissen,geheugen- en automatisatieproblemen,aandacht- en werkhoudingsproblemen,autismespectrumstoornissen(met een relatief normaal leervermogen).Je maakt kennis met de verschillendediagnostische materialen en je leert deresultaten ervan interpreteren. Je leertleerlingen met dyslexie of andere lees- enschrijfproblemen, leerlingen met rekenproblemen,met ontwikkelingsdyspraxie,NLD e.d. herkennen en onderwijzen.Omdat de meeste leerproblemen gepaardgaan met geheugen- en inprentingsproblemen,krijg je allerlei technieken meeom kinderen te trainen.Tenslotte leer je de verschillende soortenwerkhoudingsproblemen kennen, leer jeeen onderscheid maken tussen aandachtproblemenen ADHD en maak je kennismet de zelfinstructiemethode vanMeichenbaum.


Je kiest voorleerlingen met matige tot ernstigeverstandelijke beperkingen (cluster 3)Je loopt stage in een school voorbuitengewoon <strong>onderwijs</strong> type 2 of in eeninclusiestage ter ondersteuning van dezeleerlingen.In verscheidene types van het buitengewoon<strong>onderwijs</strong> ontmoeten we leerlingen met eenmatige tot ernstige verstandelijke beperking.Een kennismaking met deze leerlingenbetekent op de eerste plaats zicht krijgenop hun functioneren, hun belevingswerelden hun persoonlijke wensen. Vervolgensbekijken we de specifieke noden, deontwikkelingsdoelen en de mogelijkeaanpak in de klas. Leerlingen met eenverstandelijke beperking hebbenmeermaals nood aan aangepastecommunicatieondersteuning.Verder behoren aandacht voorlichaamsbeleving, lichamelijk comforten basale stimulatie tot de basisaanpak bijdeze leerlingen. Op klasniveau schenkenwe vervolgens aandacht aan een specifiekedidactische aanpak voor lees-, schrijf- enreken<strong>onderwijs</strong>, muzische vorming,zelfredzaamheid, leren leren. Onafhankelijkvan de ernst van de verstandelijke beperkingbehandelen we tenslotte ook thema’s alshet stimuleren van eigen initiatieven enpersoonlijke planning, naast relationele enseksuele vorming en aanpak van gedragsproblemen.13


Je kiest voorSpecifieke doelgroepenHier mag je twee keer kiezen: een major en eenminor.In de major gaan we ons intens verdiepen in deproblematiek en het <strong>onderwijs</strong> van specifiekedoelgroepen.Om je de kans te geven ook iets over anderehulpvragen te leren kan je de minor kiezenover een andere hulpvraag dan deze die je inde major behandelde.MajorJe kan kiezen uit• leerlingen met autismespectrumstoornissen• leerlingen met gedrags- en/of emotioneleproblemen• leerlingen met motorische problemen• leerlingen met visuele problemen• leerlingen met auditieve en/of spraaktaalproblemenMinorJe kan kiezen uit• leerlingen met autismespectrumstoornissen• leerlingen met gedrags- en/of emotioneleproblemen• leerlingen met motorische problemen• leerlingen met visuele problemen• leerlingen met auditieve en/of spraaktaalproblemenMajor:leerlingen met autismespectrumstoornissen(cluster 4)Je loopt stage in een autiklas ineen school voor buitengewoon<strong>onderwijs</strong> (cluster 4) of je ondersteuntéén of meerdere leerlingenmet autismespectrumstoornissen inhet gewoon en/of buitengewoon<strong>onderwijs</strong>.We vertrekken vanuit de beeldvorming:de reikwijdte van hetautistisch spectrum komt uitvoerigaan bod, oorzaken en gevolgenworden besproken met bijzondereaandacht voor de grote verschillentussen personen met ASS die medebepaald worden door hun mentalemogelijkheden.We onderzoeken samen hulpvragenen mogelijke antwoorden. Westaan uitgebreid stil bij demogelijkheden van concretecommunicatie. Daarnaast komener ook een aantal randthema’saan bod waarbij rekeninggehouden wordt met de inbrengvan cursisten.14


Je kiest voorJe kiest voorJe kiest voorJe kiest voorMajor:leerlingen met gedrags- en/ofemotionele problemen (cluster 4)Je loopt stage in een schoolvoor buitengewoon <strong>onderwijs</strong>type 3 (cluster 4) of je ondersteuntéén of meerdere leerlingen metgedrags- en/of emotioneleproblemen in het gewoon<strong>onderwijs</strong>.We vertrekken vanuit de beeldvorming:wie zijn deze leerlingen,wat is de oorzaak van hunproblemen e.d. We geven heelconcrete probleemverlagende tips.Deze worden aan de praktijkgetoetst en telkens opnieuwbesproken op de theoretischesessies. De klemtoon ligt oppreventie (het creëren van eenpreventief klas- en schoolklimaat).Ook geven we handvatten voorhet reageren op acute probleemsituaties.Major:leerlingen met motorischeproblemen (cluster 3)Je loopt stage in een schoolvoor buitengewoon <strong>onderwijs</strong>type 4 (cluster 3) of je ondersteuntéén of meerdere leerlingen metmotorische problemen in hetgewoon <strong>onderwijs</strong>.We vertrekken vanuit de beeldvorming:welke verschillendeproblemen bestaan er, wat zijnde gevolgen ervan op sociaalemotioneelen cognitief vlak,hoe kunnen we hun leerprocesondersteunen, waar komen dezeleerlingen uiteindelijk terecht…De klemtoon ligt uiteraard opde klaspraktijk maar we zien ookverschillende vormen van therapieen allerhande hulpmiddelen.Indien je kiest voor deze majorbreng je ook een volledige dagin een rolstoel door om je beterte kunnen inleven in de situatievan een aantal leerlingen metmotorische beperkingen.Major:leerlingen met visueleproblemen (cluster 3)Je loopt stage in een schoolvoor buitengewoon <strong>onderwijs</strong>type 6 (cluster 3) of je ondersteuntéén of meerdere leerlingen metvisuele problemen in het gewoon<strong>onderwijs</strong>.We vertrekken vanuit de beeldvorming:je maakt kennis metverschillende oogaandoeningen.Je leert ook over de gevolgen voorde persoon en gaat op zoek naarhoe je als leerkracht je lesgevenhierop afstemt. Het verschil tussenblinden en slechtzienden maarook tussen mensen met al danniet een meervoudige handicapis hierbij belangrijk.Je krijgt getuigenissen van mensendie leven met een visuelehandicap en aan de hand vansimulatiemateriaal laten we je ookzelf ervaren wat het kan betekenenom te leven met een visuelebeperking. We bezoeken ookenkele scholen.Major:leerlingen met auditieveen/of spraaktaalproblemen(cluster 3)Je loopt stage in een school voorbuitengewoon <strong>onderwijs</strong> type 7(cluster 3) of je ondersteunt één ofmeerdere leerlingen met auditieveen/of spraaktaalproblemen in hetgewoon <strong>onderwijs</strong>.We vertrekken vanuit de beeldvorming:welke zijn de verschillendeauditieve beperkingen gaandevan doofheid tot verminderdgehoor. De verschillende vormenvan taal- en spraakstoornissenkomen aan bod. Je leert hoe jehet best in je klas het leerprocesvan deze leerlingen kan stimuleren.Je bestudeert ook allerhandespecifieke hulpmiddelen.Er wordt ook ingegaan opde problematiek van degebarentaal en/of het leren vanorale taal. Ook dovencultuurwordt behandeld.15


KEUZETRAJECT TWEEJARIGE OPLEIDINGDEELTIJDSE OPLEIDINGVertrekken vanuit de cognitievemogelijkheden van je leerlingen.Leerstoornissen (cluster 2) ofverstandelijke functiebeperkingen(cluster 3)In deze gevallen zal je keuze gemakkelijk gemaaktzijn. Ook als je werkt in een ander type van BuOof werkt in het gewone <strong>onderwijs</strong> probeer je nate gaan welke de cognitieve mogelijkheden vanje leerlingen zijn (leerlingen van cluster 3 of 4met motorische, visuele, auditieve, gedragsen/ofemotionele problemen of autismespectrumstoornissen).Je sluit aan bij die optiedie het best aansluit bij deze mogelijkheden.Je kan kiezen tussen twee ontwikkelingsniveaus:• leerlingen met leerproblemen of een lichteverstandelijke beperking (cluster 2)• leerlingen met een matige tot ernstigeverstandelijke beperking (cluster 3)Je kiest dus één van deze twee opties. In deeerste optie wordt de leerinhoud regelmatigspecifiek benaderd voor het basis- of het secundair<strong>onderwijs</strong>. Je kiest dan uiteraard het niveau waarinje tewerkgesteld bent (of wil worden).Deze module richt zich vooral op de beeldvormingvan deze leerlingen. Indien je dit wenst kanje deze hulpvraag verder uitdiepen in de moduleover de leerdomeinen.Suggesties om je keuzeproces te vergemakkelijken.Je leerlingen hebben bepaalde cognitievemogelijkheden die niet altijd gelinkt zijn aande <strong>onderwijs</strong>context waarin je werkt.Je kiest voorleerlingen met leerproblemen of een geringeverstandelijke beperking (cluster 2).Beeldvorming. Welbevinden en betrokkenheid.We definiëren wat leerproblemen zijn enwat een ontwikkelingsachterstand betekent.Je maakt kennis met de verschillendediagnostische materialen en je leert deresultaten ervan interpreteren.Je leert er meer over enkele leerstoornissenzoals aandacht- en werkhoudingsproblemen,autisme…Indien er voldoende geïnteresseerden zijnkan je in deze module al enkele sessiesspecifiek voor het BUSO OV3 volgen.Je kiest voorleerlingen met matige tot ernstigeverstandelijke beperkingen (cluster 3).Beeldvorming. Welbevinden en betrokkenheid.Een kennismaking met deze leerlingenbetekent op de eerste plaats een beeldvormenvan hun functioneren, hun belevingswerelden hun persoonlijke wensen. Je krijgt heelwat informatie over medische factoren,gedragsproblemen en autisme.16Als je lesgeeft in het buitengewoon <strong>onderwijs</strong>type 1 of 8 (cluster 2) kies je voor de eerste optie,als je lesgeeft in type 2 (cluster 3 verstandelijkebeperkingen) kies je voor de tweede optie.


Specifieke doelgroepenJe kan na de module over beeldvorming van hetcognitief niveau van leerlingen kiezen uit eenheel rijk aanbod.Hoe dit concreet in zijn werk gaat verneem jenog tijdens de contactmomenten. Je kan bijde aanvang van je opleiding waarschijnlijk noggeen volledige keuze maken. We laten je alvastproeven van de mogelijkheden.Op die manier krijg je een zicht op een mogelijkeinvulling van dit opleidingsonderdeel. We hebbende opties gerangschikt per hulpvraag. Voorsommige opties is een specifieke voorkennis ofervaring vereist. Als dat het geval is staat hettelkens vermeld.Je hebt waarschijnlijk interesse in meer dan ééndoelgroep, daarom kies je een tweede keer vooreen andere problematiek in een kortere module:de minor.Deze module gaat door op woensdagnamiddag17


Leerlingen met een matige toternstige verstandelijke beperking(cluster 3) leerdomeinenNoodzakelijke voorkennis:je volgde de module ‘beeldvormingvan leerlingen met een verstandelijkebeperking’.Je leert er over lichaamsbeleving,lichamelijk comfort en basale stimulatieals basisaanpak bij deze leerlingen.Op klasniveau schenken we vervolgensaandacht aan een specifieke didactischeaanpak voor lees-, schrijf- enreken<strong>onderwijs</strong>, muzische vorming,zelfredzaamheid, leren leren.Onafhankelijk van de ernst van deverstandelijke beperking behandelen wetenslotte ook thema’s als het stimulerenvan eigen initiatieven en persoonlijkeplanning, naast relationele en seksuelevorming, aanpak van gedragsproblemen.Deze module gaat door opzaterdagvoormiddag.Leerlingen met leerproblemen ofeen geringe verstandelijke beperking(cluster 2) leerdomeinenNoodzakelijke voorkennis:je volgde de module ‘beeldvormingvan leerlingen met leerproblemen ofeen geringe verstandelijke beperking’(cluster 2).Je leert leerlingen met dyslexie ofandere lees- en schrijfproblemen,leerlingen met rekenproblemen, metontwikkelingsdyspraxie, NLD e.d.herkennen en onderwijzen. Omdat demeeste leerproblemen gepaard gaanmet geheugen- en inprentingsproblemen,krijg je allerlei techniekenmee om kinderen te trainen en opdie manier leerstof beter op te slaan.Tenslotte leer je de verschillendesoorten werkhoudingsproblemenkennen, leer je een onderscheidmaken tussen aandachtproblemen enADHD en maak je kennis met de zelfinstructiemethodevan Meichenbaum.Deze module gaat door opzaterdagvoormiddag.Handelingsplanningals paramedicusOnderzoeksmethoden, testen,observaties van de eigen en vanandere disciplines, integrale beeldvorming,handelingsplanning,samenwerken met leerkrachten enmet andere paramedici.Ruimtelijk visuele en geheugenvaardigheden,bezoek aantherapeuten en centra voorontwikkelingsmaterialen.Specifieke doelgroepen:Major: leerlingen met gedragsen/ofemotionele problemen(cluster 4)Je werkt in een school voor buitengewoon<strong>onderwijs</strong> type 3 (cluster 4)of je ondersteunt één of meerdereleerlingen met gedrags- en/ofemotionele problemen in hetgewoon <strong>onderwijs</strong>.We vertrekken vanuit de beeldvorming:wie zijn deze leerlingen,wat is de oorzaak van hun problemene.d. We geven heel concreteprobleemverlagende tips. Dezeworden aan de praktijk getoetst entelkens opnieuw besproken op detheoretische sessies. De klemtoonligt op preventie (het creëren vaneen preventief klas- en schoolklimaat).Ook geven we handvattenvoor het reageren op acute probleemsituaties.Deze module gaat door opwoensdagnamiddag.18


Specifieke doelgroepen:Major: leerlingen met visueleproblemen (cluster 3)Je werkt in een school voor buitengewoon<strong>onderwijs</strong> type 6 (cluster 3)of je ondersteunt één of meerdere leerlingenmet visuele problemen in hetgewoon <strong>onderwijs</strong>.We vertrekken vanuit de beeldvorming:je maakt kennis met verschillendeoogaandoeningen. Je leert ook over degevolgen voor de persoon en gaat opzoek naar hoe je als leerkracht je lesgevenhierop afstemt. Het verschiltussen blinden en slechtzienden maarook tussen mensen met al dan niet eenmeervoudige handicap is hierbij belangrijk.Je krijgt getuigenissen van mensendie leven met een visuele handicap enaan de hand van simulatiemateriaallaten we je ook zelf ervaren wat het kanbetekenen om te leven met een visuelebeperking.We bezoeken ook enkele scholen.Deze module gaat door opwoensdagnamiddag.Specifieke doelgroepen:Major: leerlingen met auditieveen/of spraaktaalproblemen(cluster 3)Je werkt in een school voor buitengewoon<strong>onderwijs</strong> type 7 (cluster 3en doelgroep STOS), of je ondersteuntéén of meerdere leerlingenmet auditieve en/of spraaktaalproblemenin het gewoon <strong>onderwijs</strong>.We vertrekken vanuit de beeldvorming:welke zijn de verschillendeauditieve beperkingen gaande vandoofheid tot verminderd gehoor.De verschillende vormen van taal- enspraakstoornissen komen aan bod.Je leert hoe je het best in je klas hetleerproces van deze leerlingen kanstimuleren. Je bestudeert ook allerhandespecifieke hulpmiddelen.Er wordt ook ingegaan op deproblematiek van de gebarentaalen/of het leren van orale taal.Ook dovencultuur wordt behandeld.Deze module gaat door opwoensdagnamiddag.Specifieke doelgroepen:Major: leerlingen met motorischeproblemen (cluster 3)Je werkt in een school voor buitengewoon<strong>onderwijs</strong> type 4 (cluster3),of je ondersteunt één of meerdereleerlingen met motorische problemenin het gewoon <strong>onderwijs</strong>.We vertrekken vanuit de beeldvorming:welke verschillende problemen bestaaner, wat zijn de gevolgen ervan opsociaal-emotioneel en cognitief vlak,hoe kunnen we hun leerproces ondersteunen,waar komen deze leerlingenuiteindelijk terecht… De klemtoon ligtuiteraard op de klaspraktijk maar wezien ook verschillende vormen vantherapie en allerhande hulpmiddelen.Indien je kiest voor deze major brengje ook een volledige dag in eenrolstoel door om je beter te kunneninleven in de situatie van een aantalleerlingen met motorischebeperkingen.Deze module gaat door opwoensdagnamiddag.Specifieke doelgroepen:Major: leerlingen met autismespectrumstoornissen(cluster 4)Je werkt in een autiklas in eenschool voor buitengewoon <strong>onderwijs</strong>(cluster 4) of je ondersteunt één ofmeerdere leerlingen met autismespectrumstoornissenin het gewoonen of buitengewoon <strong>onderwijs</strong>We vertrekken vanuit de beeldvorming:de reikwijdte van hetautistisch spectrum komt uitvoerigaan bod, oorzaken en gevolgenworden besproken met bijzondereaandacht voor de grote verschillentussen personen met ASS die medebepaald worden door hun mentalemogelijkheden.We onderzoeken samen hulpvragenen mogelijke antwoorden. We staanuitgebreid stil bij de mogelijkhedenvan concrete communicatie.Daarnaast komen er ook een aantalrandthema’s aan bod waarbijrekening gehouden wordt met deinbreng van studenten.Deze module gaat door opwoensdagnamiddag.19


KEUZETRAJECT VOOR BEIDE OPLEIDINGENMODULE ‘LERAAR WORDEN’MODULE ‘VERDIEPING’MODULE ‘ACTIEONDERZOEK’Deze module is gericht naar studenten die geenlerarendiploma hebben. Gedurende een aantalvrijdagen in het eerste semester krijg je inputrond didactische principes, lesvoorbereidingenmaken, klasmanagement, werkvormen,materialen, …Via het bespreken van lessen, microteachingen intervisie krijg je feedback op je didactischfunctioneren.We komen ook op stage naar lessen kijken die jegeeft en geven zo individuele procesbegeleiding.Je bent na deze module geen onderwijzer(es)of kleuterleid(st)er, maar je krijgt <strong>onderwijs</strong>bevoegdheidvoor de vakken van je bachelordiploma.Hier kan je kiezen om je in één onderwerpgrondig te verdiepen.Bij voldoende interesse worden één vande volgende thema’s aangeboden.• Sociale vaardigheden• Muzische vorming• Ontwikkelend <strong>onderwijs</strong>• GON en inclusief <strong>onderwijs</strong> in hetnieuwe leerzorgkader• GOK en kansarmoede• Godsdienst• W.O.• Sport en handicapJe kan ook zelf onderwerpen aanbrengenJe volgt tijdens je opleiding een leerling ofgroepje leerlingen. Je vormt je een goedbeeld van deze leerling(en), je ontwerpt eenstappenplan voor hen, je voert dit uit enbeschrijft het hele proces. Je doet dit inoverleg met het team waarin je werkt, jebrengt dit regelmatig naar voor in een kleingroepje bestaande uit collega’s cursisten eneen coördinator van de opleiding.ie van de cursistenwordt op een zeer specifieke wijze aangepakt.De begeleiding van jouw persoonlijk leerengroeiproces staat hierin centraal. Je stuurtonder begeleiding voortdurend je eigen leerprocesbij. Je zal kennis envaardigheden verwerven, nieuwe inzichtenproberen toe te passen in je eigen werkplek.Deze ervaringen zal je uitwisselen met collega’sen met begeleiders van de BANABA-opleiding.Je hoort er de ervaringen van anderen,je onderzoekt in onderling overleg, je probeertdit terug in je klaspraktijk, je evolueert als ‘leerkracht’:je leert. Dit betekent dat we van jouverwachten dat je toont dat je wil veranderen.20We zullen je daarom vragen belangrijkemomenten uit de opleiding grondig uit te spitten,na te denken over wat je leert in de opleiding,


Hoe kan je leertraject eruit zien?ENKELE VOORBEELDENEENJARIGE OPLEIDINGJe volgt de gemeenschappelijke modulesTWEEJARIGE OPLEIDINGJe volgt de gemeenschappelijke modulesJe bentgeïnteresseerd in:Stage Leertraject Je werkt in:Je bentgeïnteresseerd in:Je leertraject is:InclusieprojectenLeerlingen metverstandelijkebeperkingenstage:Ondersteuning bijinclusie in gewoon<strong>onderwijs</strong>1 leerling met ASSzorgniveau 32 leerling metsyndroom vanDownStage in een schooltype 2 (cluster 3)Modules overleerlingen metverstandelijkebeperkingenEen BuBaschoolvoor leerlingen metleerstoornissen(cluster 2)GedragsproblemenSocialevaardighedenModules: beeldvormingen leerdomeinenvanleerlingen metleerproblemenModule ‘minor’leerlingen metgedragsproblemenModule:verdieping socialevaardighedenAutismespectrumstoornissenAutismespectrumstoornissenGedragsproblemenMuzische vormingModule ‘major’ASSModule ‘minor’:gedragsproblemenVerdieping:muzische vormingActieonderzoek:leerling 2: handelingsplanninginverband metmuzische vormingbij leerling metASS in gewoon<strong>onderwijs</strong>Een BuSOschoolOV3KansarmoedeActieonderzoek:sociale vaardigheden bevorderenbij leerlingen uit mijn klasModules voorleerlingen metleerproblemen inhet BuSO beeldvormingenleerdomeinenMinor:autismespectrumstoornissenVerdieping: GOKActieonderzoek: beroepsgerichtevaardigheden ontwikkelen bij eenvan jouw leerlingen met ASS21


Evaluatie:een intensieve begeleiding van jouw leertraject22De evaluatie van de cursisten wordt op een zeerspecifieke wijze aangepakt. De begeleiding vanjouw persoonlijk leer- en groeiproces staat hierincentraal. Je stuurt onder begeleiding voortdurendje eigen leerproces bij. Je zal kennisen vaardigheden verwerven, nieuwe inzichtenproberen toe te passen in je eigen werkplek.Deze ervaringen zal je uitwisselen met collega’sen met begeleiders van de BABu. Je hoort erde ervaringen van anderen, je onderzoekt inonderling overleg, je probeert dit terug in jeklaspraktijk, je evolueert als ‘leer-kracht’:je leert. Dit betekent dat we van jou verwachtendat je toont dat je wil veranderen.We zullen je daarom vragen belangrijkemomenten uit de opleiding grondig uit tespitten, na te denken over wat je leert in deopleiding, stil te staan bij twijfels en vragen.Een coördinator zal feedback geven op jevragen, je aanmoedigen om dieper te graven…en dit via een persoonlijke correspondentie.Op het einde van de opleiding toon je in eenafrondingsgesprek je persoonlijk groeiprocesmet betrekking tot je professionaliteit alsleerkracht ‘special needs’.Omdat dit een hoogst persoonlijk groeiproces is- jouw leertraject en je eigen werk of stageplekzijn niet te vergelijken met die van anderecursisten - is competitie uit den boze.


Een campus waar je je thuis kan voelenWAAR VOLG JE JE OPLEIDING?AARSCHOTVESTIGING HEVERLEE<strong>Katholieke</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Leuven</strong>Departement Lerarenopleiding BANABA BuOCampus HertogstraatHertogstraat 178B-3001 <strong>Leuven</strong> (Heverlee)Tel. +32(0) 16 37 56 21 - +32(0) 16 37 56 30E-mail: marie-claire.goossens@khleuven.beBRUSSELUitrit 17MECHELENUitrit 18RINGHASSELTDIESTAARSCHOTDIESTBEREIKBAARHEIDzie www.khleuven.beA2E314Grote MarktStation <strong>Leuven</strong>TERVURENNaamsepoortTIENENPARKING CAMPUS HERTOGSTRAATKerspelstraatOOSTENDEBRUSSELGENTStation HeverleeINSCHRIJVINGENVan maandag tot en met vrijdagvan 9 tot 12.30 u. en van 13.30 u. tot 17 u.E-mail: marie-claire.goossens@khleuven.beWAVERE40Naamse steenwegHertogstraatKH<strong>Leuven</strong>NAMENKerspelstraatGeldenaaksebaanUitrit 23ExpreswegLUIKTIENENST. TRUIDEN23


www.khleuven.beBANABA BuO – 016 37 56 30

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!