12.07.2015 Views

nummer 5

nummer 5

nummer 5

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Fachausbildung RechtSeminare zur Förderungder fachlichen Qualifikation• JUS-update• Allgemeine Verwaltung und Verfahren• Sicherheitsverwaltung• Legistik• Sozialwesen• Technik/Gewerbe- und Umweltrecht• Rufbereitschaft und Katastrophenschutz• Weitere Materiengesetze• Europarecht – EuropapolitikAus dem Leitbild des steirischen Landesdienstes:Wir entwickeln uns ständig weiterund steigern die Qualität unserer Leistungen.Fachausbildung Recht 31


uitspraak hof van beroep antwerpenin proces demol/de man versus goeman/hermans over het boek “het gevaar demol”I Eric Goeman, Ron Hermans INa zeven jaar procederen is een abrupt en verontrustend einde gekomen door de merkwaardige uitspraak vanHet Hof van Beroep in Antwerpen vandaag.Johan De Mol krijgt niet zijn morele schadevergoeding toegewezen(en ook Filip De Man niet) maar zijn naam wordt wel gezuiverd enhij krijgt het recht (zoals zijn advocaat gevraagd had aan het Hofvan Beroep) om het vonnis te laten publiceren in het dagblad DeMorgen, paginagroot (tussen de 20.000 en 25.000 euro) door deveroordeelde auteurs te betalen.Zeven jaar geleden spande Demol met kompaan De Man eenkortgeding in om het boek uit de handel te krijgen. Hij verloor hetkortgeding.Daarna spanden ze een proces ten gronde in. In 2003 kreeg datproces eindelijk zijn beslag voor de Rechtbank van Eerste Aanleg diede zaak ontvankelijk verklaarde, maar ongegrond. De auteurskregen gelijk.Demol en De Man gingen echter in 2004 in beroep. Dekampioenen van de vrijheid van meningsuiting zijn de eersten omkritische onderzoekers en auteurs te proberen muilkorven.Enkele maanden geleden gaf het Openbaar Ministerie eenpositief advies over de auteurs en het boek aan het Antwerpse Hofvan Beroep. Het advies van de procureur-generaal verklaarde deeisen van Demol en De Man ongegrond en beide auteurs haddenvolgens het Openbaar Ministerie een voldoende zorgvuldigwerkstuk geproduceerd.Vandaag bij de uitspraak hebben de rechters het advies van hetOpenbaar Ministerie naast zich neergelegd.H E T BOEKHet boek “Het gevaar Demol” onderzoekt de achtergronden van de“superflik” Johan Demol (op Vlaams Belang meetings steevastaangekondigd als “Robocop”), die Vlaamse bekendheid krijgt dooreen reportage van het VTM-programma Telefacts en daarnanationale bekendheid omdat hij als politiecommissaris inSchaarbeek ontslagen wordt door de toenmalige Minister vanBinnenlandse Zaken omdat hij gelogen had over zijn verleden bijhet extreem-rechtse Frontde la Jeunesse, daarna afgedaan als een jeugdzonde.De raciale segregatie op een achtergrond van zware sociaaleconomischeongelijkheden maakte van Schaarbeek een idealebiotoop waar Demol zijn ‘law and order’-bedje kon spreiden in eenstrategie van steeds meer repressie tot nultolerantie. Het boeklegde voor het eerst de link tussen een sociaal-economische analyseen de politiek-ideologische strategie van extreem-rechts en JohanDemol. Het boek werd uitgegeven door Uitgeverij EPO.Natuurlijk moeten we ons neerleggen bij de uitspraak van een Hofvan Beroep in een democratische rechtsstaat, maar we hebben welonze bedenkingen over deze uitspraak in een «democratischerechtsstaat».We hebben vier belangrijke bemerkingen en vaststellingen dienogal merkwaardig en ook verontrustend zijn :1. De gapende kloof tussen het advies van het OpenbaarMinisterie en de uiteindelijke beoordeling en uitspraak van het Hofvan Beroep.2. Het Openbaar Ministerie ging in zijn advies aan het Hof uit vande «persvrijheid, het recht op vrije meningsuiting» in eendemocratische rechtsstaat (hetgeen volgens ons een zeer belangrijkdemocratisch principe is) terwijl het Hof van Beroep uitgaat nietvan de vrijheid van meningsuiting, niet van de persvrijheid, maarvan «de eer en de goede naam van Johan Demol». Dat is eenbelangrijke tegenstelling.3. Van de meer dan 100 klachten die verzameld waren door Demolen De Man tegen de auteurs weerhield het Hof van Beroep eruiteindelijk 3 ! Maar op basis van deze drie werd het boek wel als«laster» veroordeeld en Demols «naam gezuiverd». Verontrustendevaststelling : de drie passages zijn volledig gebaseerd op hetofficiële rapport van de Tweede Bendecomissie die maandenlanggewerkt en gewroet heeft. Betekent dat nu dat dit officiële rapportvan het Belgische parlement in de vuilnisbak moet want eigenlijkvanaf vandaag «tot laster» is gedegradeerd ? Het zou misschieninteressant zijn om de reacties van enkele betrokken politicihierover te vernemen.4. Een van de drie gedeeltes waarvoor we veroordeeld wordengaat over het feit dat we Johan Demol een «leugenaar» noemen. Alser nu iets is waarvan we Johan Demol kunnen betichten is toch welhet feit dat hij altijd in alle omstandigheden tot op het laatsteogenblik is blijven «ontkennen» nauwe banden gehad te hebbenmet extreemrechts (en dan gaat het hier over het Front de laJeunesse, een gewelddadige extreemrechtse organisatie die zichspecialiseerde in raids en aanvallen op progressieve boekhandels enlinkse organisaties). Toen hij uiteindelijk zijn banden met Front de laJeunesse «bekende» werd hij door de toenmalige Minister vanBinnenlandse Zaken, Johan Vande Lanotte, geschorst en ontslagenals politiecommissaris van Schaarbeek. Is hij dan geen «leugenaar»of is een leugenaar iets anders?***** *Dit proces is de zoveelste stap in de oorlog van het Vlaams Bloktegen de vrijheid van meningsuiting. Al jaren oefenen ze op allemogelijke manieren druk uit op de media en de journalisten om zeaan banden te leggen, bijv. door een regen recht op antwoorden enprocessen.******Plooien voor de zwijgplicht die het Belang wil opleggen, kan ertoeleiden dat men in de kortste tijd terechtkomt in een maatschappijwaarin men zich moet ‘verantwoorden’ wanneer men de publiekeopinie wil informeren over het extreemrechtse gedachtegoed.Vandaag hebben we een nieuw dieptepunt bereikt in deze strijd.De auteursEric Goeman, voorzitter Democratie 2000, woordvoerder AttacVlaanderenRon Hermans, woordvoerder Groen.■VOOR DE VUIST 55Vrede | nr. 376 | november-december 2005


inhoud nr. 376 | november-december 2005EDITORIAAL – EU grondwet in Vlaams Parlement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3UITKIJK – Vrouwen in de politiek: met de hakken over de sloot. . . . . . . . . . 4INTERVIEW– “Armoede is geen neutraal begrip maar een ideologischeconstructie” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6MENSELIJKE VELIGHEID – Kapitalisme en catastrofe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10MIDDEN-OOSTEN – Iraakse grondwet lost problemen niet op . . . . . . . . . . . . . . . 13– Presidentsverkiezingen in Egypte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15AFRIKA– Enkel migratie kan Burundi en Rwanda reddenvan totale chaos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18AZIË – Obstakels voor de ‘demokrasi’ in Indonesië . . . . . . . . . . . . . . . 21JONGEREN – Samen in zee - All in the Same Boat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24DOSSIERRECHT OP ANTWOORD– Voor de schone schijn? Achter de gordijnen van deinternationale instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26– Speech van Hugo Chavez voor de VS op 15 sept. 2005. . . . . 27– VN hervorming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28– WTO: handel tegen ontwikkeling Europese bedrijvenrijker maken op de kap van de armen . . . . . . . . . . . . . . . . . 31– Onfatsoenlijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33– Brief van de Israëlische ambassadeur en onsantwoord daarop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34GEOPOLITIEK – Het strategisch belang van de Bakoe-Pijplijn. . . . . . . . . . . . . 38ENERGIE – Peak Oil: einde van de globalisering? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40MAATSCHAPPIJ – De kruistocht tegen de evolutieleer anno 2005 . . . . . . . . . . 43ZUID-AMERIKA– Het volstaat niet in het palaeis te geraken.Kritische beschouwingen bij de Zuid-Amerikaanselinkerzijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46OORLOG & – Stappen naar een atoomwapenvrij Korea . . . . . . . . . . . . . . . 48BEWAPENING – Waarom Hiroshima bombarderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49CULTUUR – Boekbespreking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50– Filmbespreking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51AGENDA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52VOOR DE VUIST– Uitspraak Hof van Beroep Antwerpen in procesDemol/De man Versus Goeman/Hermans over hetboek “Het gevaar Demol” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55sedert 1957tweemaandelijks tijdschriftvrede vzwstudie- en informatiecentrum internationalepolitiek, vredes- en ontwikkelingsproblematiekredactie-beheer-publiciteitFilips Van Arteveldestraat 35, 9000 Gentprk 000-0956015-80tel 09 233 46 88fax 09 233 56 78e-mail: vrede@vrede.beinternet: www.vrede.beleesgeld:3,75 euro: los <strong>nummer</strong>20 euro: 6 <strong>nummer</strong>s/jaar22,50 euro: instellingen met factuur35 euro: Nederland en E.U.40 euro: rest vd wereldsteunabonnement: 30 eurocombinatie-abonnement met vredescahiers:40 euro42,5 euro met factuurcombinatie/steun: 50 euroabonnementendienst: L. Verwest, J. Nganduwordt gedrukt op kringlooppapieroffset druk: Nevelland, B.W. 9850 Nevelelayout-concept: Filip Coopmantekening dossier: Walterkernredactie:Ludo De Brabander, Georges Spriet,Marie-Jeanne Vanmol, Antoine Uytterhaeghe,Soetkin Van Muylemredactieleden:Lucien Bollaert, Paula Burghgraeve,Merel De Smet, Tieneke Holvoet,Mohamed Kabbar, Yordi Lesaffer,Francine Mestrum, Marleen Renders,Jennie Van Lerberghe, Paul Vanden Bavière,Wouter De Vriendt, Geert Goemanverantwoordelijke uitgever:Marc De Smet,V. de Saedeleerstraat 63, 9300 Aalst***De ondertekende artikels beantwoorden nietnoodzakelijkerwijze aan ons standpunt.Overname van artikels is slechts toegelatenmits bronvermelding en toezending van eenpresentexemplaar.TE ZOT OM LOS TE LOPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56Werkten mee aan dit <strong>nummer</strong>.Georges Spriet, Jennie Vanlerberghe, Ludo De Brabander, Marie Jeanne Vanmol, Paul Vanden Bavière, Soetkin Van Muylem, Stijn De Reu, Jeroen Adam, LiesVan Neck en Dries Valgaeren, Marc Maes, Jean Marie Brom, stéphane Lhomme, F. William Engdahi, Pieter Teirlinck, Pablo Stefanoni, Eric Goeman, RonHermans, Vandrome.


editoriaalI Georges Spriet Ieu grondwet in vlaams parlementBelgië heeft de EU grondwet nog nietgeratificeerd. In het federaal parlement isde tekst goedgekeurd, in het Waals en inhet Brussels Parlement ook, maar nog nietin het gewest Vlaanderen. Het staatgeagendeerd voor binnen enkele weken.Hoewel de Vlaamse regering achterdeze grondwet staat, was er eerst nog watweerwerk van Minister Bourgeois die eengarantie wilde dat Vlaanderen over elketoekomstige evolutie en wijziging in detekst, haar zeg zou kunnen hebben.Vervolgens was er het initiatief vanDebunne, Sleeckx, Van Outrive om via eenverzoekschrift het Vlaams Parlement toteen consultatie te nopen van de bevolking,onder de vorm van maatschappelijkdebat en een hoorzitting in het Parlement.Parlementsvoorzitter De Batselier meende dat dit een gegrondevraag was, en de nodige 15000 handtekeningen werdenhem half september overhandigd. Hierop volgt nu in novemberde organisatie van een parlementaire hoorzitting, met deelnemersuit de verschillende geledingen van de Vlaamse samenleving,zoals dat heet.Je kan dit moeilijk een grondige consultatie noemen, maarhet is in elk geval een kans om onze volksvertegenwoordigerste confronteren met een andere mening dan het neoliberaleeenheidsdenken, of het uiterst rechtse conservatieve nationalisme.U kent ons standpunt over de EU grondwet wel, neem ikaan. We verwerpen deze tekst omdat hij neoliberalisme verankertin de Unie, omdat vrijemarktconcurrentie de leidraadvormt voor alle hoofdstukken, omdat het democratisch deficitniet wordt weggewerkt, omdat er onvoldoende sociale garantieszijn ingebouwd, omdat het buitenlands beleid geaxeerd isop het fort Europa en de veiligheidsdimensie ons naar nieuwemilitaire ontwikkelingen voert.Wat Vrede al geregeld heeft aangekaart is dat de grondwetde verschillende elementen van een militair industrieel complexin Europa naar hogere niveaus stuwt. Even opgesomd :het defensieagentschap voor coördinatie met de wapenindustrie,nieuwe impulsen voor een EU-leger, een hogere versnellingvoor structurele militaire samenwerking onder koplopers,politieke en beleidstechnische functiesen instellingen. De grondwet legt daarenbovenelke lidstaat de verplichting opom geleidelijk de militaire capaciteitente verhogen. Dit leger moet op kunnentreden voor vredeshandhaving, voorpeace enforcement en voor ontwapeningsopdrachten.Dat alles kadert volgensde grondwettekst in de bestrijdingvan het terrorisme.Verder zegt deze grondwet dat de beslissingenover de militaire ontwikkeling inovereenstemming moeten staan met deverplichtingen die (de meeste) lidstatenhebben ten opzichte van de NAVO. Hetgeheel van buitenlandse zaken en militaireaangelegenheden wordt gecoördineerdin een nieuwe functie: de minister van buitenlandsezaken.Onder de parlementsleden hoor je weinig over deze ontwikkelingen.Ze stellen de militaire samenwerking voor als eenpositieve stap naar wereldvrede. Hun denken zit toch welzwaar ingebed in een soort eurocentristisch superioriteitsgevoel,en negeert het feit dat de Unie een kapitalistischewereldspeler is, die de eigen belangen wil verdedigen.Het probleem met onze volksvertegenwoordiging is dat ze erabsoluut van uitgaat dat zij, omwille van haar aanstelling viameerpartijenverkiezingen, de incarnatie van de democratievormt, en gedurende vier jaar niet meer naar de samenlevingmoet luisteren. Van een democratisch bestuur wordt echtermeer verwacht. Dat hebben de Franse en Nederlandse politiekeelites duidelijk ondervonden.Het is nog niet duidelijk hoe de hoorzittingen zullen wordeningevuld, wie er wordt uitgenodigd als spreker bijvoorbeeld.Maar we moeten dit moment zeker aangrijpen om onzestem te laten horen, en onze visie op de grondwet opnieuwkenbaar te maken. We hebben dit najaar een ganse reeksdebatten helpen opzetten over de grondwet, met ruimte voorde antineoliberale kijk. Hoe groot het deel van de samenlevingis dat wij direct vertegenwoordigen is misschien moeilijkmeetbaar, maar zoals het blijkt in andere landen leeft de afwijzingvan dit eenheidsdenken wel degelijk.■EDITORIAAL3Vrede | nr. 376 | november-december 2005


vrouwen in de politiek:met de hakken over de slootI Jennie Vanlerberghe IDe politiek heeft haar glans verloren.De politici hebben zolang aan hun eigenimago gekrabd tot hun geloofwaardigheidsgehalteonder nul is gezakt. Nu endan zie je nog eens een icoon, als Schiltzof Eyskens, wat waarheden verkondigen,maar dan denk ik steeds: als je al dieoplossingen weet, waarom heb je datvroeger niet zelf opgelost? Naar het luidegeschal aan de poorten van de luchtkastelenvan een Dewinter en Dedecker wordtblijkbaar toch nog geluisterd en de perfectgeföhnde ‘sérieux’ van Leterme zou ookweer aanslaan.Die onverschilligheid voor politiek isjammer. Want politici hebben wel degelijkveel macht. Meer dan we soms denken. Ja,natuurlijk is er de democratie en zijn er deverkiezingen. We kunnen ons ongenoegenuitten door ze naar huis te sturen of wekunnen nieuwe politici aanwijzen om hunmacht op te nemen. De vraag is: hoe doenwe dat? Niet goed in elk geval en dat zienwe vooral door de aanwezigheid of lieverafwezigheid van de vrouwen in de politiek!Decennia hadden mannen alle macht.En geef toe, we hebben al een paar oorlogenachter de rug. Mannen hebben, enkelgeïnspireerd door stemmengewin,bepaald wanneer (1948) vrouwen mochtenstemmen. Enige dankbaarheid daaromtrentwerd niet in de wind geslagen.Slechts enkele jaren geleden werd nogflink gedebatteerd waar en hoeveel vrouwenop kieslijsten mochten staan. Op diemanier raakten vrouwen tussen ritsengeklemd. Want als de kiesrits zich sluit,blijken er nogal altijd meer mannen aande goede kant te hangen. Je denkt dan, nazoveel jaren discriminatie en onderdrukkingwordt die situatie in een paar jaarrecht gezet? Tenslotte, is meer dan dehelft van de bevolking vrouwelijk. Helaas,niks is minder waar. Als je even rondvraagt,ook aan vrouwen, “hoe komt hetdat vrouwen het in de politiek niet makenen er niet massaal wordt op gestemd?”Dan is het meest gehoorde antwoord: wekiezen voor bekwaamheid en niet voor desekse. Hoe? Bekwaam? Wil dat dan zeggendat de mannen bekwamer zijn dan devrouwen? Komaan. Akkoord, mannen envrouwen zijn niet gelijk. Maar waarom ishet verkeerd dat vrouwen anders zijn?Mogelijk zelfs beter zijn? Is de zorgzaamheidbijvoorbeeld niet echt in vrouweningebakken? Is zorgzaamheid geen politiekgegeven misschien? En hebben vrouwenniet veel meer gezond verstand? Zie je vrouwennu echt roekeloos hun mannen enzonen stomme oorlogen insturen?Gelijk zijn wordt al eens met gelijke rechtenverward. Gelijkwaardig was het streefdoelvan de vrouwenstrijd en niet het ‘gelijk’ zijn.En dat vergeten vrouwen die zich in de politieklanceren al eens. Neem ex-premierTatcher, ze wou niet alleen gelijk zijn aanhaar mannelijke collega’s, ze wou ze vooralovertreffen. Ze leed aan overacting. Vandaardat de tachtig jarige lady de vrouwen nogsteeds als voorbeeld van onbekwame vrouwenpolitiekom de oren wordt geslagen.Hoe dan ook, van uitgespeelde sex-appealkon je haar moeilijk betichten. Natuurlijkzijn er ook dametjes die hét wel doen engraag met hun ‘vrouwzijn’ uitpakken. Neemde hooggehakte Van Brempt die aan deandere kant van de sloot graag haar bloteknietjes laat bewonderen, waardoor de aandachtvan de boodschap verzwakt. Maar iszij daarom luchthartiger dan heel wat mannen?Helemaal niet.Liever op een paar mooie benen kijken,dan op het haantjesgedrag binnenbijvoorbeeld de blauwe familie “Ik maakgeen ruzie meer als ik minister mag worden!”“Jekrijgt mijn snoepje als ik jouwpotlood krijg.” Pure kinderpraat van eengrijsharige judocoach. En terwijl de topverder bakkeleit, wrijft Annemie Neytsover de blauwe plekken op haar billen. Zewerd meermaals weggeschopt, weg vande beloofde functies, ze moest het steedsweer tegen het mannenbastion afleggen.Mannen hebben, enkel geïnspireerd doorstemmengewin, bepaald wanneer (1948)vrouwen mochten stemmen.Het mannenbastion waar in de achterkamertjesde afspraakjes worden gemaakt.Toch gaat ze door. Naar een nieuwe functiebinnen de Europese Commissie. “Ik gaer voor, ik zet met honderd procent in!” zeize onlangs. Je moet al uit apart houtgesneden zijn.Net als Leona Detiège diemoest toekijken hoe heel het land smalendover haar shopping gedrag oordeeldetijdens de visa-affaire. Heeft er iemandenig idee waar mannelijke politici hun jasjeskopen? Vooral de vrouwen kregen hettijdens dit visa-schandaal zwaar te verduren.Kathy Lindekens liet zich niet afmakenen vertrok. En terwijl Chantal Pauwelsen Leona het steeds weer aan deAntwerpenaren probeerden uit te leggen,nam een reclameman ongegeneerd detroon in. Misschien wordt Mia Devidts welmet enig tromgeroffel teruggehaald uitde Europese vergeetput. Er zijn veel teveel rode vlaggen die haar schaduw missen.Met de Europese vergeetput bedoel ikniet dat er in commissies niet hard wordtgewerkt. Integendeel. Maar we leven nu4UITKIJKVrede | nr. 376 | november-december 2005


eenmaal in een sterk gemediatiseerdesamenleving en wie niet regelmatig optelevisie komt, wordt vergeten. Zo heeftAnne Van Lancker zich met heel veel overgaveen dossierkennis ingegraven in deernstige en moeilijke problemen waarEuropa mee worstelt. Ze wil vooruit, ze wiloplossen. Maar, waar is Anne Van Lancker?Waar blijft het beeld van die gedrevenpolitica? Natuurlijk is het leuker te kijkennaar een voormalig cafébaas uit Limburgdie handig zijn eigen carrière uitbouwde,dan naar iemand die het over zware dossiersheeft. Dossierkennis is overigens ietswaar Sabine de Bèthune, kan mee uitpakken.Waarom komt zij niet meer prominentnaar voren? Waarom krijgt het heimweevan de gebroeders Van Rompuy meeraandacht dan haar nooit aflatende inzetvoor de Derde Wereld en haar ‘gender’thema’s.Kortom, witte raaf Freya Van denBossche niet te na gesproken, zijn de vrouwenin de politiek nog niet waar ze horente zijn. En dat is overal. En duidelijk. Een50/50 aanwezigheid is zelf niet meer dannormaal. En wie twijfelt aan de discriminatie,hoeft maar een lijstje te maken.Enerzijds het aantal mannelijk ministersen staatssecretarissen en anderzijds devrouwelijke. En vlag dan misschien ookeven de bekwaamste aan. De uitslag kanpercentsgewijze verrassend zijn.Jennie Vanlerberghe is journaliste en voorzittervan Moeders voor Vrede.■Huidige stand van zakenDe vrouwelijke politieke participatiegaat de laatste jaren gestaag omhoog.Bij de federale verkiezingen van juni2003 werd de magische grens van 30%bereikt.• 29% vrouwen in het EuropeesParlement• 33% vrouwen in het FederaalParlement• 30% vrouwen in de Federale regering• 32% vrouwen in het VlaamsParlement• 30% vrouwen in de VlaamseRegering• 29,5% vrouwen in de Provincieraden• 31% vrouwelijke gemeenteraadsleden,20% vrouwelijke schepenen,7,5% vrouwelijke burgemeesters.Het Peking-Actie-Platform stelt dat “De gelijke participatie van vrouwen in hetbesluitvormingsproces is niet alleen een vereiste voor louter rechtvaardigheid ofdemocratie, maar kan ook worden gezien als een noodzakelijke voorwaarde omrekening te houden met de belangen van vrouwen.”Honderd en zestien regeringen, waaronder de Belgische regering, onderschrevendeze aanbeveling.1920 • vrouwen vanaf 21 jaar kregen stemrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen1921 • passief stemrechtVrouwen krijgen het recht om zich politiek kandidaat stellen.1921 • eerste vrouw in Belgisch parlementMarie Spaak-Janson wordt via de weg van coöptatie senator voor deBelgische Werkliedenpartij.1949 • actief vrouwenstemrecht1965 • eerste vrouw in de Nationale Regering1974 • aantal vrouwen in het parlement stijgt tot 15.42%1994 • Wet Tobback-Smet: Opgelegd quotum van 1/3 van hetzelfde geslacht opde verkiezingslijsten en dit voor alle verkiezingsniveaus. Deze wet werdprogressief ingevoerd: voor gemeente- en provincieraadverkeizingen vanoktober ’94 gold een 1/4- toepassing van de wet. Pas bij de parlementsverkiezingenvan ’99 werd de wet volledig van kracht.2002 • De quotawetten. Op elk van de verkiezingslijsten mag het verschil tussenhet aantal kandidaten van elk geslacht niet groter zijn dan één. De eerstetwee kandidaten moeten van een verschillend geslacht zijn.• FEDERAAL PARLEMENTAantal vrouwelijke parlementsleden, 1987 -2003% vrouwen % vrouwen % vrouwenKamer Senaat Parlement21987 0 8.4 0 8.1 0 8.31991 9.4 10.8 10.11995 12.0 23.9 15.81999 23.3 28.2 24.92003 34.6 29.6 33.0• VROUWEN IN NATIONALE REGERINGEN 2001Land %vrouwen %vrouwennationale regering nationale parlementZweden 50.0 44.3Denemarken 42.9 38.3Finland 38.9 37.0Duitsland 38.6 29.8Nederland 36.0 32.4Verenigd Koninkrijk 32.9 17.0Oostenrijk 31.3 27.1Frankrijk 29.4 8.3Luxemburg 28.6 16.7Ierland 21.9 14.2Spanje 17.6 27.1Griekenland 12.5 8.7Italië 10.3 10.2Portugal 9.8 20.0UITKIJK5Vrede | nr. 376 | november-december 2005


‘armoede is geen neutraal begrip maar eenideologische constructie’Interview met Francine MestrumI Ludo De Brabander IFrancine Mestrum volgt al enkele jaren de armoedepolitiek van de Wereldbank op de voet.In haar in 2002 verschenen boek, ‘Globalisering en armoede. Over het nut van armoede in de nieuwe wereldorde’toonde ze al aan dat armoedebestrijding binnen de Wereldbank, IMF en andere internationale instellingen meertegemoet kwam aan de behoeften van de neoliberale globalisering dan werkelijk de armoede en ongelijkheid te bestrijden.In haar nieuw boek, ‘De rattenvanger van Hameln’ ontleedt ze het vertoog van de Wereldbank verder tot op het bot.Met de titel van je boek wijs je op deverleidingstechnieken van deWereldbank, die een vertoog hanteertdat goed in de oren klinkt van socialeorganisaties. In werkelijkheid, zobeweer je, heeft de Wereldbank haarbeleid niet veranderd.Francine Mestrum: De Wereldbank pastvoortdurend haar vertoog aan. Aan denoden van de tijd, aan andere partners,aan de Verenigde Naties, maarook omdat het beleid van deWereldbank in het verleden mislukt is.De Wereldbank maakt graag gebruikvan nieuwe begrippen. Het nieuwstein de reeks is het begrip ‘ongelijkheid’.De Wereldbank heeft door dat debaten van de economische groei nietterechtkomen bij de onderste lagenvan de bevolking. Dat zien we heelduidelijk in Zuid-Amerika. Wat doet deWereldbank met ongelijkheid? Zeheeft het uitsluitend over ongelijkheidvan kansen, niet over ongelijkheid vaninkomen. Nochtans is 10 procent vande Wereldbevolking in het bezit van 54procent van de rijkdom. Er is een enormprobleem van inkomensongelijkheid,zeker in ontwikkelingslanden. Op dezelfdewijze gaat de Wereldbank tewerk metandere begrippen. Dat is zo voor armoede,sociale bescherming, democratie,… Aan dekern van het beleid van de Wereldbankwordt niet geraakt. Dat is nog altijd deWashington Consensus (zie kader), of simpelweghet neoliberale beleid.Volgens jou is het beleid van deWereldbank mislukt. De instelling zelf enook de Wereldhandelsorganisatie (WTO)beweren daarentegen dat ongelijkheid enarmoede nog bestaan juist door eengebrek aan neoliberaal beleid.Francine Mestrum: Ik geloof dat niet. Hetneoliberale beleid heeft meer negatieve danpositieve gevolgen met zich meegebracht.De Wereldbank beweert bijvoorbeeld datde armoede is verminderd.Maar is dat zo?Dat klopt voor Chinaen India, maar dat zijnnu net twee landen diede neoliberale politiekniet hebben toegepast.In Zuid-Amerika is ereen stagnatie van dearmoede, maar er moetenmeer mensen veelmeer werken voor hetzelfdeinkomen alstwintig jaar geleden. InAfrika blijft de armoedetoenemen. Er is trouwensveel gegoochelmet cijfers. Voor extremearmoede is de norm1 dollar, voor gewonearmoede is dat 2 dollar.Armoede is moeilijk temeten. Afhankelijk vande instelling vind jeandere cijfers en normen.Er is ook een probleem voor internationalevergelijkingen omdat de nationalemunt moet worden omgerekend in koopkrachtpariteiten.Armoede is ook geen neutraalbegrip. Het gaat om een ideologischeconstructie. Armoede wordt anders ingevuldnaargelang wat men er mee wil doenof bewijzen. Sociale wetenschappers en economenmoeten eens dringend rond tafelzitten om te komen tot een eenduidigevisie op armoede.6INTERVIEWVrede | nr. 376 | november-december 2005


In jouw boek lijkt het alsof je ook deVerenigde Naties (VN) een veeg uit de pangeeft?Francine Mestrum: Dat moet ik nuanceren.Ik wil de VN zeker wat betreft het begripontwikkeling niet aanvallen. Ik laat mewel kritisch uit over de zogenaamdeMillenniumdoelstellingen (MDG’s, ziekader). Daarin staat dat de extremearmoede met de helft moet verminderdworden tussen 1990 en 2015. Maar dereferenties zijn dusdanig aangepast dathet eigenlijk om slechts 19 % gaat. Stel wehalen deze doelstelling dan tellen we in2015 210 miljoen armen minder. Wat metde andere armen? Het gaat wel overarmoede waar mensen aan sterven, bijvoorbeeldkinderen als gevolg van diarree,sterfgevallen in het kraambed, en dergelijkemeer. Dat is dus alles behalve ambitieus,want het betekent dat we aanvaardendat er nog vele tientallen miljoenensterven als gevolg van armoede. Wat deVN betreft, volgens mij staat de grotemeerderheid van de andersmondialistenachter de VN. Het is de enige instantiemet gezag waar ook andere dan machtigelanden een stem hebben. Het probleem isdat de VN zich teveel laten meeslependoor het discours van Wereldbank of hetInternationaal Monetair Fonds (IMF). Ende VN heeft ook totaal geen middelen omhaar mooie woorden ook door daden telaten volgen.Maar ook binnen de VN zijn het in essentiede grote economische blokken die delakens uitdelen.Francine Mestrum: Als je bijvoorbeeld deteksten van Secretaris-Generaal KofiAnnan er op napluist, dan zie je inderdaaddat hij er zich in zekere mate inschikkelijktoont tegenover de machtige landen.Anderzijds blijft in deze teksten de aandachtlevendig voor oude, onderbelichteeisen. De VN hebben bijvoorbeeld belangrijkedocumenten uitgegeven over ongelijkheid,zoals inkomensongelijkheid.Binnen de derdewereldbeweging voertmen campagne rond de MDG’s. Jouw kritiekwordt daar blijkbaar niet gevolgd?Een echte armoede-strategie is zich bezighouden met de vraag hoe mensen aaneen inkomen geraken, arbeidsnormenverdedigen of ijveren voor goede arbeidsomstandigheden.INTERVIEWFrancine Mestrum: Kijk, ethisch gezien kanje gewoon niet tegen armoedebestrijdingzijn. Het gaat om een consensusthema.Politiek daarentegen, zou je er wel tegenmoeten zijn omdat het de aandachtafleidt van waar het wel om moet gaan.Armoede is een maatschappelijk probleem.Dat betekent dat het ook een zaakis voor de rijken in de samenleving. Watwe nodig hebben is een sociale en economischeontwikkeling gekoppeld aan socialebescherming en dit geldt voor de helesamenleving.Ten eerste verwijt ik de wereldwijdebeweging van NGO’s, maar er zijn natuurlijkuitzonderingen, dat ze zich te veellaten meeslepen in het MDG-verhaal. Ikheb daar problemen mee omdat de MDG’sniet leiden tot een andere wereld. Tentweede maakt armoedebestrijding elksociaal beleid onmogelijk. We hebben tijdensde G8-top met de Britse campagne‘make poverty history’ een perfectesamenwerking gezien tussen de regeringBlair, zijn minister van Financiën Brown,de Wereldbank en de popsterren BobGeldof en Bono, en daarnaast nog eenaantal ngo’s. Het gaat om allesbehalvegrote voorstanders van een ‘anderewereld’. Als ik de speech zie van de nieuweman van de Wereldbank, Paul Wolfowitz(de voormalige onderminister vanDefensie van de VS en notoir neoconservatief),begin september dan spreekt hij metdezelfde woorden: ‘make poverty history’of nog: ‘development is a mysterious process’(je kan de bewuste speech opvragenvia:http://www.imf.org/external/am/2005/speeches/pr02e.pdf)Nochtans zie ik toch ook heel wat kritischehoudingen tegenover de MDG’s, zoals bijvoorbeeldbij de Vlaamse koepel van dederdewereldbeweging 11.11.11Francine Mestrum: In België is het duidelijkdat 11.11.11 een kritiek hanteert dienauw aansluit bij de mijne, maar ik vermoeddat die voor een stuk ook binnenskamerswordt gehouden en in elk gevalniet voldoende in de campagne wordtRijk en arm7Vrede | nr. 376 | november-december 2005


gebracht. Binnen de derdewereldbewegingis er immers discussie over de MDG’sen niet iedereen wil zich even kritisch uitlaten.De Wereldbank werkt niet met MDG’smaar met zogenaamde Poverty ReductionStrategy Programs (PRSP’s, zie kader)Francine Mestrum: In tegenstelling tot watde Wereldbank beweert vormen de PRSP’sgeen echte armoedestrategie.De PRSP’s zijn neoliberaalgekleurd. Dereguleringen of hetvrijmaken van investeringenmaken deel uit van de strategievan de Wereldbank. Indien er alsprake kan zijn van een echtearmoedestrategie dan zou deWereldbank zich in de eersteplaats bezig houden met devraag hoe mensen aan een inkomengeraken, ze zou ookarbeidsnormen verdedigen ofijveren voor goede arbeidsomstandigheden.De Wereldbankstopt de PRSP’s vol met voorwaarden,maar niet de voorwaardendie ik net heb opgesomd.Je zou bijvoorbeeld in dePRSP’s iets kunnen opnemenover het herinvesteren van dewinst van Multinationale ondernemingen,die nu het land verlaat.Zeg je nu dat de Wereldbankabsoluut niet geïnteresseerd is ineen sociaal beleid?Francine Mestrum: De Wereldbankgebruikt een sociaal discours, maar verstaatdaar iets anders onder dan wat pakwegde vakbonden verdedigen. Sindsenkele jaren publiceert de Wereldbankeen verslag, ‘Doing Business’. In het jongsteverslag worden landen gerangschiktop basis van hun competitiviteit. Volgensde Wereldbank is competitiviteit noodzakelijkom tot ontwikkeling te komen. Inhet derde rapport krijgen landen slechtepunten omdat ze over een arbeidswetgevingbeschikken die stelt dat er een wettelijkevrije dag is. Slechte punten zijn er ookwanneer er minder dan 66 uur wordtgewerkt of als er een ontslagregelingbestaat met vergoeding (zie voor inzagein dit rapport op http://www.doingbusiness.org/, nvdr.). Al deze en nog veel meerpunten staan haaks op wat de vakbondenverdedigen, haaks ook op een sociaalbeleid.Wat met de InternationaleArbeidsorganisatie (ILO)?Francine Mestrum: Dat ontgaat hen niet.Vakbonden reageren scherp op het beleidWe gaan de armoede in de wereld halverenvan de Wereldbank. Tegelijk voelen ze zichertoe aangetrokken omdat ze denken datde instelling aan het veranderen is. Ikmoet er wel bij vertellen dat dit komtomdat sommige vakbonden verregaandgeïnstitutionaliseerd zijn. Wat je ook zietis dat vakbonden die niets gedaan krijgenvan hun regering, naar de Wereldbankstappen. Hier zie je dat de mondialiseringwerkt. Vakbonden denken dat ze op hulpkunnen rekenen van de Wereldbankomdat deze samen met het IMF in landenactief is via de PRSP’s. En die zijn, zoals ikal zei, in eerste instantie neoliberaal.Conclusie, schaf instellingen als deWereldbank maar beter af?Francine Mestrum: Neen, daar ben ik hetniet mee eens. Hoe dan ook is er eenbestuur nodig die zorgt voor financiëlestabiliteit of een bank die zorgt voor denodige investeringen. Wat we nodig hebbenis een nieuw IMF en een nieuweWereldbank. Trouwens, indien de statutenvan de Wereldbank zouden gevolgd worden,dan was er een veel minder grootprobleem. Daar staat onder meer in dat erwordt gewerkt aan de verbetering van delevensstandaard.Uiteraard zal je met dezeinstellingen geen socialismekrijgen, wel eentotaal ander beleid.Indien ze grondig wordenhervormd kunnen zezelfs werken aan eenpostkapitalistischesamenleving. Daarvooris het wellicht ook nodigdat er nieuwe instellingenkomen zoals bv. vooreen milieupolitiek of eenmondiaal belastingssysteem.Eens deWereldbank en het IMFgedemocratiseerd zijnkunnen de leden zelfbeslissen welke politieker gevolgd moet worden.Is dat niet naïef? Deleden bestaan immers uitlanden en tussen die landenspelen machtsrelatiesFrancine Mestrum: Dat klopt, daarommoet er ook in de eerste plaats dringendiets gedaan worden aan de inkomensongelijkheidom tot een beter machtsevenwichtte komen. Trouwens, binnen deWTO hebben we al gezien dat wanneerderdewereldlanden samen optreden zewel degelijk een machtige positie kunneninnemen.Het is nochtans grotendeels door hetoptreden van de supermacht VS dat dejongste VN-top is mislukt.Francine Mestrum: De VS blokkeren alles.Bolton is gewoon faliekant tegen de VN.Met zo iemand valt er gewoon niets tebereiken. Maar dat is niet het einde.8INTERVIEWVrede | nr. 376 | november-december 2005


President Bush krijgt het moeilijk in eigenland. In vergelijking met de VS staat de EUdan wel meer open voor de belangen vande derdewereldlanden. Maar dat is uiteraardrelatief. De huidige CommissieBarroso, met mensen als Mandelson, staatduidelijk rechts. Er zijn wel mogelijkhedenom druk uit te oefenen. De Commissie iszeer divers samengesteld. Het is eenpubliek geheim dat het niet goed boterttussen Commissaris voor Handel PeterMandelson en Commissaris voorOntwikkelingssamenwerking LouisMichel. Michel is tegen een handelsembargoop Zimbabwe, want Afrika zit al aanzijn limieten.gramma uitdragen, zodat er binnen degrote andersmondialiseringsbewegingdrie, vier, vijf grote stromingen ontstaan.Dat bevordert het democratisch debat enverheldert de situatie. Sommigen denkenmeer in de richting van socialisme, anderenaan enkele sociaal-democratische hervormingen,nog anderen aan ecologischekleinschaligheid, en daarnaast heb je diegenendie wars zijn van elke vorm vanhiëerarchie. Het is goed dat deze ideeënen visies worden uitgewisseld. Er is nunog te veel angst voor verdeeldheid. Er isook het besef dat de machtsverhoudingenniet van vandaag op morgen kunnen wordenveranderd, dat men blijft hangen tussenutopie en haalbaarheid. Veel organisatieswerken ook rond slechts een beperktaantal thema’s. Neem nu Attac. Rond eenaantal onderwerpen is Attac zeer duidelijk.Maar op thema’s waar Attac minder inthuis is, komt men moeilijker tot eenstandpunt, omdat de beweging te diversis samengesteld. Dat komt de duidelijkheidniet ten goede. Op termijn zal datmoeten veranderen als men echt dewereld wil veranderen.Ludo De Brabander is stafmedewerker bijVZW Vrede.■Hoe ziet de toekomst voor de internationaleinstellingen eruit?Francine Mestrum: Ik zie drie mogelijkescenario’s. Het eerste komt voort uit deaanhoudende druk vanuit de andersmondialistischebeweging die leidt tot eengrondige hervorming van de instellingen.Het tweede scenario bestaat er uit dat dedruk op de ketel zo groot wordt dat er eensoort van wereldrevolutie uit voort groeit.Een derde scenario is de ontwikkeling vanbijvoorbeeld een ecologische crisis al danniet gekoppeld aan een gewelddadig conflict,waardoor het hele systeem inmekaar kan stuiken. Persoonlijk vrees ikdat het derde scenario zich zal voltrekken.Voor het eerste scenario rest ons te weinigtijd, waardoor we automatisch naarhet derde gaan.Is het niet zo dat de altermondialistischebeweging een veelkleurige club is, metgoede analyses en kritieken, maar niet instaat blijkt om een alternatief te formuleren?Ook dat lijkt me niet meteen bij tedragen tot het voltrekken van het eerstescenario.Francine Mestrum: Eerst en vooral, er zijnwel degelijk alternatieven naar voorgeschoven. In mijn boek achteraan som iker een aantal op. Sommige zijn al oud,zoveel totaal nieuwe ideeën vallen er nietmeer te bedenken. Alleen vormt de beweginggeen homogeen geheel, en ze is tebang om de verscheidenheid ook concreetgestalte te laten krijgen. Ik vind de verscheidenheidpositief, het zou goed zijnmochten een aantal bewegingen hun pro-WASHINGTON CONSENSUSOnder Washington Consensus verstaat men tien beleidshervormingendie op een Conferentie van het ‘Institute for International Economics’ innovember 1989 werden geformuleerd als therapie voor Latijns-Amerika.Het gaat om een consensus omdat de instellingen in Washington(Wereldbank, IMF, Witte Huis, Congres en Federal Reserve Bank,…) het erover eens zijn. Het gaat om zaken als begrotingsdiscipline (geen begrotingstekortvan meer dan 1 tot 2 procent), overheidsbestedingen bij voorkeurnaar omlaag, lage belastingen, financiële liberalisering, eventuelemuntdevaluatie om export te doen groeien, handelsliberalisering, verwelkomenvan rechtstreekse buitenlandse investeringen, privatiseringen,dereguleringen en respect voor eigendomsrechten.MILLENNIUMDOELSTELLINGENIn september 2000 legde de Algemene Vergadering van de VerenigdeNaties een verklaring af. 189 landen beloofden toen om tegen 2015 en invergelijking met 1990 de armoede en ongelijkheid uit de wereld te helpen.Het gaat om: 1. Uitbannen van extreme armoede en honger 2.Zorgen voor universeel basisonderwijs 3. Gelijke kansen voor mannen envrouwen 4. Verminderen van kindersterfte 5. Verbeteren van de gezondheidvan moeders 6. Bestrijden van HIV/AIDS, malaria en andere ziekten7. Waarborgen voor duurzaam milieu 8. Mondiaal partnerschap voor ontwikkeling(zie de VN-website: http://www.un.org/millenniumgoals/ )PRSPOm in aanmerking te komen voor financiering moeten de arme landeneen Poverty Reduction Strategy Programme (PRSP) indienen. Het gaat omeen omvangrijk programma waarbij de betrokken landen zelf hun strategiebepalen rond tal van beleidsterreinen (landbouw, milieu, onderwijs,gezondheid,…) en daarbij zorgen voor participatie, zowel van overheidsdienstenals de civiele maatschappij en donors. Het hoofddoel van PRSP’sis een uitgebreide structurele aanpassing met accent op economischegroei en verder de klassieke neoliberale recepten (privatisering, liberalisering,deregulering)INTERVIEW9Vrede | nr. 376 | november-december 2005


kapitalisme en catastrofeI Marie Jeanne Vanmol IDe gevolgen van de doortocht van de orkaan Katrina in New Orleans hebben op een schrijnende wijze de verwoestendegevolgen duidelijk gemaakt waarmee de grote Amerikaanse steden de zwarte en Spaanssprekende gemeenschappen enhun infrastructuur aan hun lot overlaten. Elk aspect van de catastrofe werd gestigmatiseerd door racisme en armoede,door de ongelijkheid in klasse en ras. De ongelofelijke incompetentie van het Federal Emergency Management Agency(FEMA) bewijst dan weer de absurditeit om een publieke verantwoordelijkheidspost van zo een vitale federale instellingover te laten aan vriendjespolitiek.MEDIA E N D E PROBLEMEN R ASE N ARMOEDEIn het begin negeerden de media het feitdat het grootste aantal slachtoffers zwartenwaren. De berichtgeving van de eerstedagen focuste zich op plundering doorzwarte mensen die uit wanhoop en inpaniek voedsel zochten voor hun familie.De media brandmerkte hen als criminelenen schoften. Ras was het onuitgesprokenthema in dat soort berichtgeving. Hetplaatje was volledig toen de gouverneurKathleen Blanco zei dat de soldaten zoudenschieten om te doden om de orde teherstellen. De focus van de berichtgevingveranderde slechts na enkele dagen wanneerde lijken in de straten dreven. Na vijfdagen was de bevolking uitgehongerd enstierven baby’s en oudere mensen.Aangehouden aandacht voor de uitgebreidheidvan de tragedie, over de vraagwie de verantwoordelijkheid had over demensen opgesloten in de Super Dome,over de gedwongen migratie van mensennaar een overbevolkte plaats, dat soortverhalen kwamen niet aan bod in de pers.Volgens Pamela Newkirk, van deCornell Universiteit in New York gaf dereporter van NBC op een bepaald ogenbliktoe dat hij nog nooit zoveel armoede enchaos had gezien. “De reporter sprak vanuitzijn hart, over racisme en armoede; hijtoonde een stuk Amerika waarvoor demeeste Amerikanen de ogen sluiten. Dathadden ze zich niet kunnen voorstellen.De reportage was afschrikwekkend en eenuniek moment in de Amerikaanse berichtgeving”.FEDERALE BESNOEIINGENDe Bush-adminstratie heeft systematischde dwingende noden van de staatLouisiana naast zich neergelegd. Eenbelangrijk heropbouwplan van de kustmoerassen(Coast 2050) die de vrucht wasvan jarenlang onderzoek en onderhandelingenwerd op de lange baan geschovenen de administratie sneed meerdere kerenin de budgetten voor het onderhoud ende bouw van de dijken. De infrastructuurwerkenom het water van het meerPontchartrain binnen haar oevers te houden,werden niet afgewerkt. De besnoeiingvan de huidige administratie in debudgetten voor de militaire genie tonende prioriteiten: belastingsverminderingvoor de rijken, financiering voor de oorlogin Irak, en ironische gezien, meer geld voorde “binnenlandse veiligheid”. Zonder deonderliggende politieke bedoelingen meete tellen: New Orleans is een stad metoverwegend zwarte burgers die tijdens deverkiezingen de balans meestal ten gunstevan de democraten laat doorslaan.Waarom zou de huidige administratie aanhaar tegenstrever 2,5 miljard dollar schenkenvoor de constructie van een beschermingssysteemtegen een orkaan categorie5 in New Orleans? Washington besteeddewel ontzaglijke sommen in Louisiana voorinfrastructuurwerken die ten goede kwamenaan de haven en de maritiemebedrijven.FEMADaarbij kwamen dan de besnoeiingen vande FEMA. Ten tijde van Clinton, onder hetdirecteurschap van James Lee Lewit (dietoen de rang had van minister), was hetFEMA een pareltje van de administratie.Bij de overstroming van de Mississippi in1993 en de aardbeving in Los Angeles in1994 werd de efficiëntie van deze overheidsinstellingunaniem bejubeld. Bij hetaantreden van de Bush-administratie in2001 snoeide de toenmalige directeur M.Allbaugh in menig preventief programmategen de overstromingen. Hij verliet zijnpost in 2003 en hij werd de rijkelijkbetaalde adviseur in dienst van firma’s diein Irak op zoek waren naar contracten. Hijduikt nu op in Louisiana waar hij zijntalenten verkoopt aan Shaw Group enKellog, Brown & Root die hun deel van dewinst willen opstrijken in de contractenvoor de opruiming en heropbouw. Bushbenoemde als opvolger Michael Brown,een expert in de verkoop van sperma vanvolbloed Arabische paarden maar volledigonkundig op het gebied van federale rampenbestrijding.Onder zijn beleid en sindshet FEMA werd ondergebracht in hetdepartement voor binnenlandse veiligheid(DHS) werden ganse onderdelen vanhet FEMA ontmanteld en stil gelegd voorde strijd tegen het terrorisme en Al Qaida.10MENSELIJKE VEILIGHEIDVrede | nr. 376 | november-december 2005


Al de expertise van het FederaalAgentschap ging grotendeels verloren.LOKALE ONKUNDEGedurende de laatste 100 jaar werdenongeveer 1,2 miljoen acres (485 640 ha)vochtige grond voor een groot deel opgeofferdvoor zowel olie-, gasontginning enhoutkap en voor industriële, commerciële,agrarische en residentiële ontwikkeling.Die ontwikkeling bracht veranderingen inhet landschap teweeg zoals de aanleg vandijken, kanalen en de infrastructuur voordrainagewerken. Die vochtige grondenwaren een belangrijke beschermingsgordeldie als een spons de dreiging vanstormvloeden opzoog. De open wateroppervlaktesdie nu in de plaats zijn gekomenhebben de orkaan aangewakkerd. Denieuwe aangelegde compacte gronden,het beton en de bestrating kunnen destorm of de aanhoudende regens nietopzuigen en al het water stroomt terugnaar de Golf. Economische groei heeft zichvertaald in meer water, meer gevaar eneen grotere catastrofe.De doodstrijd van New Orleans is grotendeelste wijten aan de onkunde van defederale regering maar de gouverneur ende burgemeester gaan ook niet vrijuit. Inlaatste instantie was de burgemeester(een democraat), Ray Nagin, een Afro-Amerikaan die een telecommunicatiebedrijfleidt en verkozen werd met 87% vande stemmen van de blanke kiezers(die 3%van het kiezerspotentieel uitmaken) verantwoordelijkvoor de veiligheid van zijnburgers waarvan een vierde te arm ofgehandicapt is om een voertuig te bezitten.Zijn ongelooflijke onkunde om voldoendemiddelen bijeen te garen voor deevacuatie van de niet gemotoriseerde burgersen de patiënten van de hospitalenbewijst meer dan persoonlijke incompetentie:het toont het egoïsme van de elitevan de stad, zwart of blank, die ongevoeligis voor het lot van hun arme medeburgersin de arme vervallen wijken en marginaleregio’s.Een gedeelte van de zwarte inwonerskunnen de incompetentie van hun burgemeesterin het licht zien van de dieperaciale kloof die New Orleans karakteriseert.Iedereen weet dat de lokale economischeelite en hun acolieten van hetstadhuis ervan dromen om de armstezwarten uit te drijven omdat aan degemeenschap een hoog percentage vandelinquentie wordt toegeschreven. Hieren daar werden al, voor de doortocht vande orkaan Katrina, populaire wijken metde grond gelijk gemaakt en vervangendoor luxueuze appartementen en grootwarenhuizen.Er geldt ook de “nultolerantie”:de inwoners kunnen uit hun woningen uit de wijk gedreven worden wanneerde kinderen de avondklok niet respecteren.Het objectief schijnt een groot attractieparkte zijn om de armen uit het zichtvan de toeristen te houden door ze naarcaravans en gevangenissen aan de randvan de stad te verdrijvenEEN BLANK N E W ORLEANS?New Orleans toont al de eerste symptomenvan etnische zuivering. Zelfs toen deburgemeester opriep voor een tweedeevacuatie keerden vooral blanken terugnaar de drooggebleven wijken. Terwijl zijdie geen huizen meer hadden om naarterug te keren vooral zwarten waren. Ditis geen samenzwering: het is pure demografie:een weerspiegeling van het feit datde rijkdom in New Orleans op de hogergelegen delen van de stad gevestigd is. Insommige drooggebleven wijken zoalsAlgiers woonden voor de storm grotegroepen zwarten met een laag inkomenmaar in al de budgetten voorzien voor deheropbouw is geen geld voorzien voor deterugkeer van de vluchtelingen vanuit deverafgelegen onderkomens waar zeterechtkwamen. Zelfs wanneer de terugkeermogelijk wordt zullen er velen zijndie zich dat financieel niet zullen kunnenveroorloven.Katrina is dus een onverhoopte kansDe heropbouw van New Orleans staatvan in het begin in het teken van eenideologische obsessie: het bouwen vaneen radicaal geprivatiseerde eigendomsmaatschappij.voor de aanhanger van een blanker NewOrleans. Een republikein uit New Orleansverkondigde: “Eindelijk zijn de cités vanNew Orleans uitgekuist. Wat wij niet kondendoen heeft God voor ons gedaan.”Hetzelfde voor de burgemeester Nagin:“Voor de eerste keer is onze stad gereinigdvan drugs en geweld en we willen het zobehouden.” New Orleans dreigt een etnischezuivering te ondergaan wanneer defederale regering en de lokale autoriteitenniet snel werk maken van goedkopewoningen voor de tienduizenden armeinwoners die nu nog ondergebracht zijn invoorlopige schuilplaatsen. Men spreekt alvan de ombouw van enkele zeer arme wijkendie onder de zeespiegel liggen tot eenopvangkuip om de rijke wijken te beschermen.Wat de vorige inwoners van de armstewijken belet ooit nog te kunnen terugkeren,was het adequate commentaar vanWall Street Journal.D E CONTRACTEN VOOR D E HER-OPBOUWCongresleden van beide partijen onderzochtenbegin oktober elk aspect van hetantwoord van de Bush-administratie opde orkaan Katrina. Ze richtten hun ongenoegenop verdachte contracten ter waardevan honderden miljoenen dollars diezonder openbare aanbesteding aan devrienden van Bush werden uitgedeeld. DeNew York Times rapporteerde dat 80%van de tot nog toe door FEMA uitgegevencontracten ter waarde van 5,1miljard dollarzonder opbod werden uitbesteed. Deheropbouw van New Orleans staat van inhet begin in het teken van een ideologischeobsessie: het bouwen van een radicaalgeprivatiseerde eigendomsmaatschappij.Het is een obsessie dat van inMENSELIJKE VEILIGHEID11Vrede | nr. 376 | november-december 2005


het begin zijn greep had op de rampenzonedoor hulp voor slachtoffers uitgedeelddoor het Rode Kruis, Wal-Mart, en heropbouwcontractenvoor Bechtel, Fluor,Halliburton en Shaw, dezelfde bende dieerin slaagde zich miljarden dollars te latenuit betalen terwijl het faalde in de heropbouwvan de essentiële basisvoorzieningenin Irak. Reconstructie, of het nu in Bagdad ofin New Orleans is een blauwdruk voor eenmassieve ononderbroken transfer van rijkdomvan publieke naar privé-ondernemingen.De visie werd op papier gezet doorblijven zitten omdat de catastrofe alsvoorwendsel wordt gebruikt om hun huizente vervangen door nieuw gebouwdeherenhuizen voor de midden- en de hogereklassen.DUURZAME HEROPBOUW METDEMOCRATISCHE INSPRAAKDe reconstructie zou anders kunnen verlopen:De opbouw van scholen en hospitalenzouden kunnen heropgebouwd wordendoor en voor de bevolkingsgroep die hetmeest heeft geleden. De heropbouw zouduizenden banen kunnen creëren en aanhun hebben en houden kwijt. Ze hebbenonze ondersteuning nodig. Een massievetoevloed van cash geld en vrijwilligers zijnnodig om de terugkeer van de geëvacueerdente bespoedigen die nu verspreid zijndoorheen 41 staten en om ze op te leidentot een politieke invloedrijke factor. Demeest dringende vraag is waar de geëvacueerdenkunnen leven. Het gevaar is grootdat ze een beetje liefdadigheid zullen ontvangenen verder noordwaarts zullen trekken.Mohammed Curtis van de CommunityLabor United eist het recht op terugkeer. Alsde geëvacueerden een perspectief zoudenhebben van huizen en scholen zouden zezeker terugkeren en ervoor vechten.leden van een republikeins studiecentrum,een groep van meer dan 100 conservatieveregeringsvertegenwoordigers. De groepstelde een lijst op van “32 pro-free-Marketideas for responding to Hurrican Katrineand High Gasprices” : de rampen regioomvormen tot een vrije handelszone waarvoorkeurstarieven gelden voor de grotebedrijven en de ganse regio uitroepen toteen economische competitieve zone.Het lijkt erop dat de heropbouw vanNew Orleans de slachtoffers van de stormvoor een tweede maal zal slachtofferen. De10,5 miljard dollar van het congres en de500 miljoen dollar ingezameld door de privéliefdadigheidsinstellingen zijn eigendomvan de slachtoffers. De instellingen zoalsFEMA, het Rode Kruis en de andere organisatiesdie dat geld ophalen zouden aan henverantwoording moeten afleggen. Eencoalitie van Lage Inkomens in NewOrleans zegt dat ze niet bij de pakken zaltalrijke mensen een opleiding bieden. TheDouglass Community zou de opbouw kunnenleiden. Deze groep was voor de stormeen samenkomst van ouders, leraars, studentenen kunstenaars die de stad probeerdenuit de armoede te halen door deFrederick Douglass Senior High School omte vormen in een model voor een gemeenschapsschool.Ze deden al het moeilijkewerk om tot een consensus te komen overonderwijshervorming. Nu dat er geld komtzouden zij niet in staat zijn om alle vervallenscholen in hun buurt terug herop tebouwen vraagt Naomi KleinOm dit heropbouwproces mogelijk temaken (en om te beletten dat nog meercontracten naar Halliburton zouden gaan)moeten de geëvacueerden een centralebeslissingrol toegedeeld krijgen. Maar deAfro-Amerikaanse bevolkingsgroep kon opgeen enkele ondersteuning van de regeringrekenen. Vele van de civiele organisaties zijnTERUGKEERDie terugkeer zou reeds kunnen beginnen.Vele wijken in New Orleans stonden reedsleeg voor de komst van Katrina. Volgens decensus van 2000 stonden in het LowerDistrict 17,4% (702 huizen) leeg. Vermitsdeze wijk amper onder water kwam zoudende geëvacueerden kunnen terugkomen indeze nog steeds leegstaande huizen. In deFrench Quarter stonden 37% van de huizenleeg maar de eigenaars verkiezen hunwoningen vrijstaand te laten dan de huur teverlagen. Nog in andere wijken die slechtsweinig schade opliepen zijn er ten minste 11600 lege appartementen en huizen. AlsJefferson Parish er bij geteld wordt rijst hetaantal tot 23 270.Met drie mensen in elkeeenheid zouden ongeveer 70 000 geëvacueerden( op de 200 000) kunnen terugkeren.Leegstaande huizen kunnen omgevormdworden tot betaalbare woningen.Volgens de democratische vertegenwoordigsteruit Houston kunnen de steden mitseen administratieve aanpassing de huurvoor de teruggekeerden betalen totdat zewerk hebben gevonden. Naast het verschaffenvan onderkomen zou de maatregel dedeelname van de zwarten aan de beslissingenvoor de heropbouw bevorderen.Zwarten hebben het volledig het recht omdeel te nemen aan de beslissingen voor deheropbouw. Maar dat zal een zware strijdworden.Marie Jeanne Vanmol is stafmedewerker bijVrede vzw■12MENSELIJKE VEILIGHEIDVrede | nr. 376 | november-december 2005


iraakse grondwet lost problemen niet opI Paul Vanden Bavière ITien dagen heeft het geduurd om de ja- en neen-stemmen te tellen. Zoals Amerikanen en Irakezen al aankondigden vóórhet referendum over de Iraakse grondwet op 15 oktober werd gehouden, werd de nieuwe constitutie goedgekeurd.Reden tot juichen is dat niet, want de algemene, onprecieze en soms contradictorische tekst moet nog worden in praktijkomgezet. Met andere woorden hij lost de problemen van Irak niet op.De goedkeuring geeft wel een adempauzeaan de Amerikaanse regering, die in eigenland met oorlogsvermoeidheid te kampenheeft. Een vermoeidheid die nog zal toenemen,nu het aantal gesneuveldeAmerikanen de kaap van de 2.000 heeftbereikt. Ook de Iraakse politici krijgenmeer tijd om alsnog te pogen tot eenwerkbaar compromis te komen. De oplossingvan de grote problemen – de autonomievoor de Koerden en de sjiieten en de rolvan de godsdienst in de staat – is verschovennaar volgend jaar. Ze zal moeten wordengevonden door het nieuwe parlementdat op 15 december moet worden gekozen.Maar het is weinig waarschijnlijk datde goedkeuring – juist omwille van hetfeit dat de tekst geen concrete oplossingenbiedt – ook een adempauze in hetgeweld zal betekenen. Het deel van hetIraakse verzet dat godsdienstig geïnspireerdis, verwierp immers het referendumomdat Irak in zijn visie al een grondwetheeft: de koran. En de soennieten in hetalgemeen zijn nog niet zeker van een voorhen aanvaardbare inbreng in het uitwerkenvan een nieuw bestel. Ze hebben dus geengoede reden om de wapens neer te leggen.De Iraakse regering en parlement probeerdenop alle mogelijke manieren degoedkeuring van de grondwet te verkrijgen.Eerst door te stellen dat de afwijzingmet een meerderheid van tweederden indrie provincies sloeg op het totaal aantalstemgerechtigden per provincie, niet ophet aantal mensen dat effectief zijn stemzou uitbrengen. Met andere woorden, erwerd in de drie soennitische provincies Al-Anbar, Salahuddin en Ninive gehoopt opeen boycot door meer dan één derde vande kiesgerechtigden. Deze al te doorzichtigemanipulatie werd echter ongedaangemaakt onder druk van de VerenigdeNaties.Een tweede stap om de soennietenalsnog te overtuigen, bestond erin desoennieten een aantal beloften te doen.Zo werd hen verzekerd dat binnen de viermaanden na de verkiezingen van 15december een aantal grondwetswijzigingenzullen worden doorgevoerd. Zo zal inartikel 1 worden opgenomen dat Irak “eenunitaire staat” is en dat de grondwet deeenheid van het land zal garanderen. Ookzouden de werkzaamheden van hetComité voor de de-Baathificering aan bandenworden gelegd en onder supervisiekomen van het te verkiezen parlement.Een gewoon lidmaatschap van deBaath(Hergeboorte)-partij van SaddamHoessein – een noodzaak voor zeer veleIrakezen om werk te krijgen – zou geengrond meer zijn voor gerechtelijke vervolging.Ten slotte zou het Arabisch ook inKoerdisch gebied een officiële taal blijven.Vraag is of die beloften ook uitvoering zullenkrijgen. Ze moeten immers met eentwee derden meerderheid in het nieuw tekiezen parlement worden goedgekeurd endaarna nog eens in een referendum aande bevolking worden voorgelegd. En diebevolking kan ze afwijzen als er in drie provincieseen tweederde meerderheid tegenstemt… Wat waarschijnlijk is, want de “eenheid”van Irak is in tegenspraak met de feitelijkeonafhankelijkheid die de grondwetvoor het Koerdische gebied – met inbegripvan een eigen leger - voorziet. En met deregiovorming door de sjiieten.Ten slotte is de vraag gerezen of deverkiezingen wel eerlijk zijn verlopen.Buitenlandse journalisten spraken onmiddellijkhun verbazing uit over de meegedeeldeopkomstcijfers, die hen ongewoonhoog leken. Zelfs in de Koerdische provincies,waarvan verwacht werd dat dieenthousiast voor de grondwet zoudenstemmen, werden veel te hoge aantallengemeld. Zo stelden journalisten in deKoerdische hoofdstad Arbil vast dat ermaar weinig kiezers kwamen opdagen.Maar volgens de officiële cijfers stemdendaar echter 90% van de kiesgerechtigden.De Iraakse kiescommissie beloofde alvastte onderzoeken of er fraude was. Ook hetfeit dat er tien dagen nodig waren om jaen nee te tellen, laat toe te veronderstellendat er mogelijks gesjoemeld werd omhet gewenste resultaat te verkrijgen.Verder hadden de Irakezen de mogelijk-MIDDEN-OOSTEN13Vrede | nr. 376 | november-december 2005


heid om het even waar gaan stemmen.Dus was het perfect mogelijk ja-stemmersnaar de provincie Ninive te brengen, waarde soennitisch-Arabische meerderheidniet zo absoluut is als in Al-Anbar enSalahuddin. In hoeverre, en op welkeschaal, dit gebeurd is, is nog onduidelijk.In elk geval sprak zich in de provincieNinive slechts 55% uit tegen de grondwet(96% in Al-Anbar en 81% in Salahuddin).Uiteindelijk draait het allemaal rondde vraag of er vrije en eerlijke verkiezingenkunnen worden gehouden onder eenvreemde buitenlandse bezetting. Ook eengehate bezetting zoals blijkt uit een inThe Sunday Telegraph uitgelekte geheimeBritse militaire opiniepeiling in Irak. (…)Ook de vraag naar de waarde van wettekstenin een land zonder enige democratischetraditie van eerbied voor de wetmag worden gesteld. Zeker als de voornaamsteknelpunten nog moeten wordenopgelost. Dat kan afhangen van toevalligecoalities. Totnogtoe hebben Koerden ensjiieten samengewerkt. Maar er lijken barstenin die alliantie te komen en waarnemerssluiten niet uit dat het tot eensamenwerking tussen soennitische en sjiitischeArabieren zal komen na de verkiezingenvan 15 december.Dat zou dan een ferme streep door derekening van de Koerden zijn. Die hopenKirkoek bij hun regio in te lijven en er hunhoofdstad van de te maken. Dit is één vande voornaamste twistpunten bij de afbakeningvan de Koerdische regio. Uiteraardheeft dat veel te maken met de olierijkdommenvan Kirkoek. En met de vrees vande soennitische Arabieren dat ze, alseveneens het olierijke sjiitische zuiden zijneigen weg zou gaan, veroordeeld zoudenworden tot de bedelstaf. En dat voor eenbevolkingsgroep van 20 tot 25% van deIraakse bevolking, die na de EersteWereldoorlog (1914-1918) door de Brittenaan de macht werd gebracht – en daarbleef tot de Amerikaanse invasie van2003. Vandaar ook de hardnekkigheid vanhet verzet.Om de territoriale afbakening van deautonome gebieden zal dus wel nog eenrobbertje, vermoedelijk ook letterlijk, wordengevochten. Waarbij de Koerden ookrekening zullen moeten houden met deburen Syrië, Turkije en Iran die er alles zullenaan doen om een autonoomKoerdistan te fnuiken.Een niet minder belangrijke, ideologischestrijd zal worden uitgevochten overhet karakter van de staat. Volgens degoedgekeurde grondwet is de islamimmers de officiële godsdienst van destaat en is die een “fundamentele bron”voor de wetgeving. Dat wordt nog aangescherptdoor een bijgevoegd artikel datbepaalt dat er “geen wet kan worden aangenomendie in tegenspraak is met deonbetwiste grondbeginselen van deislam”. Dat houdt in dat er in het “nieuweIrak”, dat volgens Amerikanen en Britteneen democratische en niet-religieuze staatzou worden, maar weinig plaats is voordemocratie, en des te meer voor de dictatenvan de godsdienst.(…) Zowel soennitische als sjiitische extremisteneisen dat vrouwen een chador, dezwarte mantel die de vrouw van hoofd totvoeten bedekt, zouden dragen.Drankwinkels, die vooral door christenenworden uitgebaat, zijn vernield en gesloten.Hun eigenaars dikwijls ook vermoord.Het islamitische recht, dat onder meer eenminderwaardige positie voor de vrouwbetekent, is weer van kracht.PROCES SADDAM HOESSEINHet enige “verzetje” voor de Irakezen in ditonontwarbaar politiek en gewelddadigkluwen is het proces tegen de voormaligeleider Saddam Hoessein, dat op 19 oktobervan start is gegaan om meteen al enkeleweken te worden uitgesteld. Het is éénvan hele reeks processen tegen de ex-dictator.De Amerikanen, die het speciale tribunaalhebben opgericht en het financierenmet 128 miljoen dollar, hadden officieelliever één proces gehad. Maar deIrakezen verkozen te beginnen met éénzaak betreffende de dood van 143 burgersin het sjiitische dorp Dujail in 1982 na eenmislukte moordaanslag op SaddamHoessein aldaar. Saddam riskeert daarvoorde doodstraf. En de kans is groot dat die alsnel na het beroep van de oud-presidentzal worden uitgevoerd. Tenzij men zouwachten met een uitspraak in beroepvooraleer de andere zaken – de massamoordenop Koerden en sjiieten – zoudenzijn behandeld. Maar dat is niet zeker.Onder meer de Amerikanen zijn nietgeneigd Saddam Hoessein een tribune tegeven, van waarop hij haarfijn kan uitleggenhoe goed de wederzijdse relatieswaren tijdens de Eerste Golfoorlog (1980-1988) tussen Irak en Iran. De Amerikanenleverden hem niet alleen wapens eninlichtingen , maar ook hebben deAmerikanen geprobeerd het gebruik vangifgas in de Koerdische stad Halabja in1988 in de schoenen van de Iraniërs teschuiven.Een eerlijk proces kan het nauwelijksworden genoemd. Eerst was een neef vande Amerikaanse lieveling Ahmed Chalabi,de leider van het Iraaks NationaalCongres, tot rechter aangeduid door deAmerikanen. Na een verkoeling van derelaties tussen Washington en Chalabiwerd die overigens incompetente neef terzijde gestuwd en werd de leiding van hettribunaal aan een Koerd toevertrouwd.Ook werden de rechten van de verdedigingop alle mogelijke manieren geschonden.Daarom ware het beter geweest hetUiteindelijk draait het allemaal rond devraag of er vrije en eerlijke verkiezingenkunnen worden gehouden onder eenvreemde buitenlandse bezetting.proces toe te vertrouwen aan het speciaalvoor zulke zaken opgerichteInternationaal Strafgerechtshof in DenHaag.Paul Vanden Bavière is journalist.■14MIDDEN-OOSTENVrede | nr. 376 | november-december 2005


presidentsverkiezingen in egypteI Soetkin Van Muylem IOp 7 september 2005 werden in Egypte voor de allereerste keer in de geschiedenis presidentsverkiezingen georganiseerdmet meerdere kandidaten. In de lente werd artikel 76 van de grondwet geamendeerd zodat er niet langer voor of tegenéén bepaalde presidentskandidaat gestemd moet worden. Negen genomineerden, naar voor geschoven door de ‘legale’oppositiepartijen, namen het in september op tegen president Husni Moebarak. Hij heeft er vier termijnen opzitten maarop 77-jarige leeftijd vond hij dat er nog wel 6 jaartjes bij konden.PRESIDENTSCHAPHet ambt van president is, ondanks dedrastische veranderingen in de grondwet,echter niet voor iedereen weggelegd.Leden van verboden partijen zoals deMoslimbroederschap (de grootste en populairstepolitieke beweging van het land)of extreem-links kunnen geen kandidatuurindienen en voor ‘onafhankelijken’zijn de voorwaarden behoorlijk bij hethaar getrokken. Een persoon die niet aaneen partij verbonden is moet de handtekeningenverzamelen van ten minste 65leden uit het lagerhuis, van 25 leden uithet hogerhuis en van tien leden van delokale besturen uit ten minste 14 provincies,om in aanmerking te komen als presidentskandidaat.Gezien zowel het parlementals de lokale besturen gedomineerdworden door de regerende NationaleDemocratische Partij (NPD) is de haalbaarheidvan een onafhankelijke kandidatuurin de praktijk quasi nihil. Twee van degrootste officiële oppositiepartijen, delinkse Tagammu partij en deNasseristische partij, besloten om de presidentsverkiezingente boycotten omdatze die oneerlijk achtten. Samen met dezetwee partijen hadden ook de Wafd-partij,de Ghad-partij en de Moslimbroederschapeerder al het referendum rond de wijzigingvan artikel 76 van de grondwetgeboycot. Allemaal vonden ze dat de voorgesteldewijzigingen er eigenlijk opgericht waren om de NPD te bevoordelen.Het resultaat van al het voorgaande wasdat nagenoeg alle kandidaten voor de presidentsverkiezingenillustere onbekendenwaren uit kleine legale partijtjes. Van denegen oppositionele kandidaten waren ermaar twee prominente politici: NumanGumaa, de leider van de oudsteEgyptische partij, de Wafd en Ayman Nour,de leider van de liberale Ghad partij. Tweeverassende kandidaten, gezien de eerderesteun van hun beider partijen aan de boycottegen het referendum die de verkiezingenonder de huidige regelgevingmogelijk maakte. Sommige critici bewerendat deze kandidaten op één of anderemanier omgekocht zijn door de regeringom mee te dingen. De electorale opkomstvan de verkiezingen was namelijk vanlevensbelang voor het regime. Een lageopkomst zou immers betekenen dat deEgyptische bevolking niet geloofde dathet echte ‘eerlijk gecontesteerde’ verkiezingenwaren. Hoewel de winnaar van deverkiezingen volgens waarnemers al opvoorhand vastlag, heeft de regering zijnuiterste best gedaan om in de aanloopnaar de verkiezingen de indruk te wekkendat het allemaal heel spannend verliep endat Moebarak effectief moest strijden omhet hoogste ambt te kunnen veroveren.POLITIEKE LIBERALISATIEDe belangrijkste reden waarom Moebarakplotseling met een meer democratischimago naar buiten wil komen is voor eengroot stuk te wijten aan Amerikaansedruk. Als belangrijkste geldschieter vanhet arme Egypte (volgens hetOntwikkelingsrapport 2005 van deWereldbank leeft 43,9 percent van deEgyptenaren met minder dan 2 dollar perdag) houdt men de Verenigde Staten bestten vriend. Op gebied van economischeIn de aanloop naar de voorbije verkiezingenwas duidelijk sprake van een grotereopenheid in de Egyptische maatschappij.De mate waarin er vrijheid van expressieheerste in de oppositionele en onafhankelijkekranten was ongezien.liberalisatie was Egypte al langer één vande beste leerlingen van de klas in de regio,maar Amerika vond al geruime tijd dateen politieke liberalisatie niet kon achterblijven.Moebarak heeft goed opgemerkt dat ervoor de Amerikanen blijkbaar geen groterbewijs van politieke openheid bestaat dan‘vrije verkiezingen’ (kijk maar naar hetAmerikaans beleid in Afghanistan en Irak).Het feit dat verkiezingen op zich doorgaanen in tweede instantie de opkomst,zijn de belangrijkste democratie-meters.De concrete organisatorische en inhoude-MIDDEN-OOSTEN15Vrede | nr. 376 | november-december 2005


lijke invulling van die verkiezingen en decontext zijn blijkbaar minder belangrijk. Ineen toespraak voor de verkiezingen op deuniversiteit van Cairo stelde CondoleezzaRice nog dat internationale observatorenongehinderd hun job zouden moeten kunnendoen in Egypte. Moebarak heeftzowel internationale als onafhankelijkeEgyptische waarnemers verboden de verkiezingente monitoren. Uiteindelijk verklaardende Amerikanen dat een verkiezingmet meerdere kandidaten al eengrote stap in de goede richting was. Lofalom.GROTERE OPENHEIDDat de presidentsverkiezingen op zicheigenlijk niet zo democratisch warenneemt niet weg dat de verandering in degrondwet naar presidentsverkiezingenmet meerdere kandidaten een enormestap is voor Egypte. Sinds de moord oppresident Anwar Al-Sadat in 1981 wordt demaatschappij bijzonder kort gehouden viade van kracht zijnde noodwetten.Moebarak bewaart een volledige en striktecontrole over het politieke leven vanhet land. Het is daarom een opmerkelijkevaststelling dat in de aanloop naar devoorbije verkiezingen duidelijk sprake wasvan een grotere openheid in de Egyptischemaatschappij. Oppositiekandidaten klaagdenwel dat ze veel minder zendtijd kregenop de televisie dan Moebarak, maaronafhankelijke waarnemers, zoals hetCairo Instituut voor Mensenrechten(CHIS), stelden nochtans vast dat er verassendveel tijd toegewezen werd aan anderekandidaten op de staatstelevisie. Zekerin vergelijking met de ongelijke verhoudingenin de bevooroordeelde nationalepers. Ook de mate waarin er vrijheid vanexpressie heerste in de oppositionele enonafhankelijke kranten in de aanloop naarde verkiezingen was ongezien.Onderwerpen die normaal gezien striktverboden zijn, werden dagelijks besproken.Kritiek op het regime zoals hetgebruik van marteltechnieken en berichtgevingenover Moebarak’s familie, zoalsde rol van zijn vrouw in de politiek of hetvoorbereiden van zijn zoon Gamal op heterven van de politieke macht, kondenongestraft aangehaald worden. Brederepolitieke thema’s en analyses die indruisentegen het nationalistische discoursvan de regeringspartij werden tot eenpaar maanden voor de verkiezingen nooitaangeraakt door de pers uit angst voorrepressie. Maar de presidentsverkiezingenluidden een duidelijke sfeerveranderingin. Het valt natuurlijk nog af te wachtenof dit fenomeen slechts tijdelijk was.Maakte deze grotere openheid deel uitvan een democratische schijnvertoning ineen periode waarin alle ogen op Egyptegericht waren? Het is nog te vroeg omdaar een antwoord op te geven, maar deimpact van het doorbreken van een helerits politieke taboes, zelfs al is het maartijdelijk, kan echter niet onderschat worden.Een grotere openheid in de pers heeftbijvoorbeeld een onvermijdelijke enbelangrijke invloed op de civiele maatschappij.CIVIELE MAATSCHAPPIJIn de aanloop naar de afgelopen verkiezingenprofiteerde in het bijzonder deciviele maatschappij van de nieuwe openheidom echte hervormingen te eisen.Verschillende burgerinitiatieven lieten vanzich horen. De bekendste organisatie isKifaya, een niet partijgebonden bewegingdie zich verzette tegen een vijfde termvoor Moebarak en zich nog altijd verzettegen de overdracht van de macht opMoebarak’s zoon en tegen de noodwetten.De leden zijn journalisten, activisten,intellectuelen, enz. van verschillende politiekeachtergrond. Sinds hun eerste betogingop 12 december 2004 is Kifaya er ingeslaagd verschillende demonstraties teorganiseren. Ondanks het feit dat hetvreedzame protesten zijn, zijn vele ledenopgepakt, gezien betogen zonder de explicietemaar bijna onmogelijk te verkrijgentoestemming van de minister van binnenlandsezaken verboden is. Kifaya heeft eenoproep gedaan om de presidentsverkiezingente boycotten maar heeft weiniggehoor gekregen. Voor organisaties zoalsKifaya is het heel moeilijk om een groteaanhang te veroveren, ondanks de sympathievan velen voor hun boodschap.Enerzijds is er de angst van de bevolkingvoor het repressieve regime, anderzijdsheeft het regeringsmonopolie op depublieke en politieke sfeer het politiekeleven verstijfd. Het vuur van het activismeis herleidt tot een klein vlammetje.Gecontroleerde educatie en media, eenzeer machtige regering en een hoge graadvan analfabetisme hebben hun effect opde bevolking niet gemist. Als er al deruimte voor gecreëerd wordt, zullen demensen sowieso wat tijd nodig hebbenom te leren participeren. Misschienkomen de parlementsverkiezingen innovember nog iets te vroeg, nochtanszouden deze een grotere impact kunnenhebben op het politieke landschap inEgypte dan de eerder symbolische herverkiezingvan Moebarak.RELIGIE E N POLITIEKEen andere opvallende evolutie in de strijdom de kiezer was het uitdrukkelijk inzet-16MIDDEN-OOSTENVrede | nr. 376 | november-december 2005


ten van religie in de verkiezingscampagne.DeMoslimbroederschap isde grootste politiekebeweging in Egypte maaris officieel uitgeslotenvan het politieke spel.Toch werd voor de verkiezingendruk gespeculeerdover hun positie in dezevernieuwde politiekesituatie. Zowel de NPDals de twee grootste rivaliserendepartijen probeerdenkrampachtig deelectorale steun van depopulaireMoslimbroederschap tebekomen. In interviewsvoor de verkiezingenbekritiseerde de leidervan de Moslimbroeders,Ali Abd al-Fattah, Moebarak omdat hijreeds 24 jaar aan de macht was en omdathij nog nooit werkelijke hervormingenhad doorgevoerd. Maar de broedersbetuigden evenmin hun steun aan éénvan de andere kandidaten. Op 21 augustusstelde de Broederschap dat ze geen“onderdrukker konden steunen of kondensamenwerken met een corrupte persoonof een tiran”. Maar er werd niet opgeroepenom de verkiezingen te boycotten. Hetstatement van 21 augustus moedigde deEgyptenaren integendeel aan, om testemmen op degene waarvan ze dachtendat het een oprechte en eerlijke leider zouzijn. Het was een verassend statement ensommige waarnemers beweren dat deBroederschap misschien wel beloftes heeftgekregen van de regering in ruil voor hetniet oproepen tot een verkiezingsboycot.Maar de Broederschap ontkende onderhandeldte hebben met de regering, ondanks devrijlating van veertien Moslimbroeders inaugustus voor de verkiezingen. De voorbijeverkiezingen probeerde het regime, naastde goedkeuring van de Moslimbroeders, ookde expliciete steun te verkrijgen van anderereligieuze elementen in de maatschappij.Belangrijke religieuze leiders werden ingezetom de mensen te overtuigen hun stemuit te brengen. Door een beroep te doen opreligie om de mensen tot stemmen aan tezetten, doorbrak de regering haar eigenjarenlange streven om de politiek vrij tehouden van religie. Het was onder meer ditstreven dat aan de basis lag voor het grondwettelijkverbod op religieuze politieke partijen.Welk blijvend effect een grotere rolvoor religie zal hebben op het Egyptischepolitieke landschap en de maatschappij inhet algemeen, zal blijken in de toekomst.VREDESCAHIER 2/2005IranZicht op het centrum van Caïro vanaf de Nijl.(Pauline Wesselin/samsam)Soetkin Van Muylem is stafmedewerker bijVrede.Bronnen:TADROS Mariz, ‘Egypt’s Election All About Image,Almost’, Merip, 6/09/2005.TAMMAN Hussam, ‘Révisions douloureuses pour lesFrères musulmans d’Egypte’, Le MondeDiplomatique, 09/2005.www.bbcworld.comwww.demorgenonline.be■VREDESCAHIER 3/2005Soedanzal binnenkort verschijnenBestellen bij Vrede vzwTel. 09 233 46 88Prijs: per cahier 10 euro + 1,32 europortkosten te storten op rekeningnr.000-0956015-80 van Vrede vzwMet vermelding‘cahier Iran 2/2005’; cahier Soedan3/2005Of via e-mail: vrede@vrede.beMIDDEN-OOSTEN17Vrede | nr. 376 | november-december 2005


“enkel migratie kan burundi en rwandaredden van totale chaos”I Stijn De Reu IIn Afrika hebben drie landen te maken met overbevolking: Nigeria, Rwanda en Burundi. Nigeria heeft eenbevolkingsdichtheid van 170 inw./km2, Burundi 280 en Rwanda telt zelfs 330 inw./km 2 .In de meeste andere Afrikaanse landen ligt de bevolkingsdichtheid ver beneden de 100 inw./km 2 .Het West-Afrikaanse Nigeria is het dunstbevolkt van de drie bovenvermeldde landen.Daarenboven heeft Nigeria het gelukover grote olievoorraden te beschikken. Deharde valuta die deze grondstof opbrengt,zorgt ervoor dat dit land zo goed en zokwaad als het kan zichzelf behelpt. Detwee andere overbevolkte landen, deCentraal-Afrikaanse buurlanden Rwandaen Burundi, kennen minder geluk. Dezeheuvelrijke landen zijn overbevolkt enbezitten geen enkele grondstof. DeBurundese en Rwandese bevolking leeftdan ook hoofdzakelijk van de landbouw.Het verbouwen van koffie, thee, aardappelen,bananen, bonen, etc. biedt een basisinkomenaan meer dan 90% van de bevolkingvan deze landen. Maar voor het cultiverenvan deze landbouwproducten is ergrond nodig, en precies daar wringt hetschoentje: in Rwanda en Burundi is te weinigbeschikbare grond voorhanden.De overbevolking in Rwanda enBurundi valt met verschillend cijfermateriaalte staven. De bevolkingsdichtheid inRwanda ligt rond de 330 inw./km2, terwijldit in buurland Tanzania slechts 30inw./km2 is. In Burundi, een land dat 100keer kleiner is dan buurland Congo, ligthet aantal Burundesen even hoog als 15%van de totale Congolese bevolking.Niet alleen cijfermateriaal bewijst deoverbevolking in het gebied. Ook meteigen ogen merk je dat er in Burundi enRwanda veel, te veel mensen wonen. Alsje met de bus vanuit Oeganda het heuvelachtigeRwanda binnenrijdt, of als je vanuitTanzania de grens met Burundi oversteekt,valt dat onmiddellijk op. In Rwandaen Burundi zie je op de straten massa’smensen. Terwijl in Tanzania en Oegandade bussen met een hoog tempo van dorpnaar dorp scheren, is het in Rwanda enBurundi voortdurend uitkijken geblazenopdat er niemand onder de wielen terechtzou komen. Het is laveren tussen eenmassa mensen.HISTORISCHE OORSPRONGDe overbevolking in beide landen is geennieuw fenomeen. Zo was het tien jaargeleden een van de hoofdoorzaken voorhet uitbreken van de genocide in Rwanda.Het is echter ook geen probleem dat reedsmeerdere generaties aansleept. Honderdjaar geleden was er geen sprake van overbevolkingin het gebied dat toen alsRuanda-Urundi bekend was. De heuvelswaren dun bevolkt, en werden voornamelijkgebruikt als toevluchtsoord voor debevolking uit de laagvlaktes van Tanganyika(het huidige Tanzania). Ze zochten dehoger gelegen heuvels op om aan dewarmte en de malaria te ontsnappen.Toen eind 19 de eeuw de DuitsersTanganyika en Ruanda-Urundi koloniseerden,bleven deze bevolkingsverplaatsingentussen de laag- en hoogvlaktesbestaan. Maar door de nederlaag van hetDuitse Rijk op het einde van de EersteWereldoorlog, werden de Duitse koloniesonder de overwinnaars verdeeld. In eersteinstantie was het de bedoeling het gehelegebied (Tananyika plus Ruanda-Urundi)onder mandaatschap van het VerenigdKoninkrijk te plaatsen. Maar België, dieEen migratie van Rwandezen enBurundezen naar de vruchtbare moerasstreekin het binnenland van Tanzaniëzou de productiecapaciteit van dat landsterk doen toenemen.het tijdens WOI zwaar te verduren kreeg,wou compensatie voor de geleden verliezen.Er werd dan ook besloten Ruanda-Urundi als mandaatgebied aan België toete wijzen.Deze Europese beslissing had voor debewoners van de regio verregaande gevolgen.Van de ene dag op de andere werd debevolking van Rwanda en Burundi afgeslotenvan Tanzania. De Hutu’s, Tutsi’s enBatwa, de drie etniën die in beide landenvertegenwoordigd zijn, zaten plots ingeslotentussen hun grote buurlanden. Debevolking zat gevangen op de heuvels enkon niet meer naar de laagvlaktes vanTanzania, Oeganda en Congo immigreren.En op deze duizenden heuvels zittenze nog steeds, alleen is hun aantal de laatstedecennia sterk toegenomen. InBurundi leven er vandaag ongeveer18AFRIKAVrede | nr. 376 | november-december 2005


7.000.000 mensen, waarvan 25% tijdensde burgeroorlog hun grond één of meerderekeren hebben ontvlucht. Sinds deondertekening van het staakt-het-vurenakkoord tussen het regeringsleger en devoormalige rebellen van CNDD-FDD kerenveel van deze vluchtelingen terug naarhun voorouderlijke gronden. In Rwandalopen er vandaag iets meer dan8.000.000 mensen rond. Het is cynisch testellen, maar de Rwandese genocide in1994 heeft de bevolkingsdruk in Rwandaeven afgeremd. In enkele maanden tijdvonden er tijdens de genocide om en bijde 800.000 mensen de dood.NIEUWE BRON VAN CONFLICTEN?“Waarom probeert men mij steeds het nutvan vrede uit te leggen terwijl ik sterf vande honger”, jammerde een dakloze inBujumbura, de hoofdstad van Burundi.“Door de oorlog heb ik mijn grond moetenverlaten, en nu heb ik niets meer. Geef meeen stuk grond zodat ik niet moet stelen ofmoorden om te overleven”. Dit is maar eenvan de verhalen die je te horen krijgt bijde vele landlozen in Burundi en Rwanda.Door de conflicten zijn veel mensen vanhun grond verjaagd, en daar opnieuwaanspraak op maken, blijkt niet steedseven eenvoudig.Sprekend is het voorbeeld vanBurundi. Hier is enkele jaren geleden doorde Tutsi-regering een wet gestemd dieIn Burundi wordt elk mogelijk stuk grond bewerktzegt dat mensen die 30 jaar geleden hungronden ontvlucht zijn (vooral de Hutuvluchtelingenvan de massamoorden van1973) geen eigenaar meer zijn van dezegronden. Tienduizenden, zoniet honderdduizendenmensen dolen nu landloosdoor Burundi.In Rwanda verklaarde presidentKagame enkele jaren geleden tegen 2020het aantal boeren te willen halveren endoor de uitbouw van het onderwijs deeconomie te diversifiëren. Dit zou de drukop het land moeten afremmen. Maar vandaagblijkt duidelijk dat de boeren nietgeconsulteerd worden, zodat de doelstellingeen dode letter blijft.Ook de internationale gemeenschapreageert lauw op de uitdaging die deoverbevolking creëert. Er wordt voornamelijkin termen van optimalisering vanhet grondgebruik, of intensiever gebruiken diversificatie van de productie gesproken.Nieuwe landbouwtechnieken en hetinvoeren van pesticiden en meststoffenmoeten ervoor zorgen dat de boer metminder land meer opbrengst krijgt.En de bevolking, die door de conflictenniet meer vooruit durft te kijken, reageertdoor de laatste stukjes tropisch regenwoudleeg te kappen en de vrijgekomenstukken grond in cultivatie te nemen. Denefaste effecten op de natuur en het wildparkzijn ronduit dramatisch, en de erosiezorgt voor een degradatie van de grond.Het mag dan ook niemand verbazendat de landproblematiek een van degrootste uitdagingen voor Burundi enRwanda is. Een grote uitdaging, maar ookerg groot risico voor nieuwe conflicten inde regio.De eerste botsingen tussen terugkerendevluchtelingen en de lokale bevolkingzijn in Burundi al opgetekend, en ookin Rwanda worden de spanningen rondlandtoegang opnieuw opgedreven. Debevolking heeft nood aan meer grond, ende officiële hulpprogramma’s kunnen denoden niet lenigen. Er wordt dan ook naarandere manieren gezocht om aan debevolkingsdruk te ontlopen.Een hooggeplaatste bron bij deBurundese regering, die anoniem wenstte blijven, vertelde me: “We zouden hier inBurundi in feite hetzelfde moeten doen alsRwanda.” Hij lachte toen hij dit vertelde,maar zijn ogen spraken boekdelen “Ook dewapens opnemen en onder het mom vanhet bestrijden van rebellenbewegingengewapenderhand stukken Congoinpalmen.”Het is al lang geen geheim meer datRwanda stukken van Oost-Congo ondercontrole heeft. Onder het mom vanbestrijden van gewapende rebellengroeperingenis het Rwandese leger massaalaanwezig in Oost-Congo. De echte redenis echter economisch en politiek van aard.De exploitatie van grondstoffen uit Oost-Congo brengt heel wat deviezen in deRwandese staatskas, en door het inpalmenvan grondgebied neemt de bevolkingsdrukaf. De annexatie van deCongolese regio Kivu is zelfs in zo’n vergevorderd stadium dat menig reisgids deCongolese grensstad Goma als Rwandesestad omschrijft. “En de internationalegemeenschap weet best dat Rwanda helegebieden Congolees land inpalmt, maarhet wordt allemaal gedoogd”, vervolgdem’n bron.MIGRATIE ALS OPLOSSING?Het feit dat in de hoogste regionen van deBurundese politiek zulke hypotheses in demond genomen worden, mag niet zomaargenegeerd worden. In de regio bestaatwel degelijk het risico dat in de toekomstdoor het gebruik van geweld aan landannexatiegedaan kan worden. Daarom dur-AFRIKA19Vrede | nr. 376 | november-december 2005


ven sinds kort een steeds groter wordendegroep internationale waarnemers eengeladen discours in de mond te nemen.“Als men toekomstige conflicten rondlandtoegang wil bestrijden, zit er maar éénding op”, vertelde een bron binnen deBelgische Ambassade in Burundi onomwonden.“Een massale migratie vanHet intens gecultiveerde Rwandese landschapBurundesen en Rwandesen naar de dunbevolktebuurlanden. Als we zelfs geen discussiedurven aan te gaan over dit discours, danzal binnen tien of twintig jaar de situatieniet meer houdbaar zijn” vervolgde hij.Vandaag is de discussie over begeleidemigratie nog een taboe, vooral omdat inhet Gebied van de Grote Meren, dat eenwaar kruidvat is, zo’n idee politiek niet teverkopen valt. Ingo Wiederhofer, MDRP(Multi-Country Demobilisation andReintegration Program) Operation Officervan de Wereldbank stelde het als volgt:“We kunnen vandaag onmogelijk aanTanzania of Congo gaan vertellen dat zeplots tienduizenden Burundesen enRwandesen op hun grondgebied moetentoelaten. Dit is in de huidige politieke situatiecompleet irreëel”.Vandaar dat landen zoals Tanzaniafinancieel moeten overtuigd worden hungrenzen open te stellen. “In plaats van miljoeneneuro’s in peacebuilding-initiatievente investeren, zou men beter investeren ineen duurzame migratiepolitiek” vervolgdede bron. “Je mag niet vergeten dat de grenzenvan Rwanda, Burundi, Tanzania, Congo,Oeganda, etc. artificiële grenzen zijn, doorde kolonisator uitgetekend”.Vooral de vruchtbare moerasstreek inEen migratie van Rwandezen en Burundezen naar de vruchtbare moerasstreek in het binnenlandvan Tanzanië zou de productiecapaciteit van Tanzania sterk doen toenemen.het binnenland van Tanzania zou eenideale locatie zijn om inwijkelingen eennieuwe start te geven. Een migratie vanRwandesen en Burundesen naar dezegebieden zou niet alleen goed zijn voor debevolkingsdruk in deze landen, ook deproductiecapaciteit van Tanzania zou sterkde hoogte ingaan. Burundesen enRwandesen zijn gekend als een van demeest actieve volkeren in Centraal-Afrika.De situatie op het terrein toont echtereen omgekeerde beweging. De ondertekeningvan het Burundese vredesakkoordzorgt voor een massale terugkeer vanmeer dan 100.000 vluchtelingen vanuitde Tanzaniaanse vluchtelingenkampen. DeUNHCR (The United Nations HighCommissioner for Refugees) spreekt overeen vrijwillige terugkeer, maar getuigenissenvan menig vluchteling leggen eenander verhaal bloot.De UNHCR en de Tanzaniaanse regeringzouden namelijk bewust de levensomstandighedenbinnen de vluchtelingenkampenzodanig moeilijk maken datde vluchtelingen geen andere keuze hebbendan terugkeren. “De watertoevoerwordt afgesloten en we mogen niet meernaar de velden om deze te bewerken. Ofhet is hier een langzame pijnlijke dood sterven,of het is mijn kans wagen in Burundi.Ik wordt in ieder geval liever op mijn moedergrondbegraven dan hier in het vluchtelingenkamp.Ik keer dus terug” verteldeJacqueline Rukundo, een vluchtelinge diejarenlang in Tanzania verbleef.Uit de getuigenissen blijkt duidelijkdat vandaag noch de regionale, noch deinternationale politiek klaar is om eenopen discussie rond migratie aan te gaan.De nationale grenzen blijven het heiligstegoed, ook al verscheuren ze oude volkerenbanden.Deze houding is des te pijnlijkerdaar de regio cruciale jaren doormaakt.In Burundi verloopt het vredesprocesmatig tot goed, zodat nieuwe conflictstimulerendefactoren zoals de overbevolkingbeter zo snel mogelijk aangepaktworden. “Er is in Burundi niet veel nodigom het land opnieuw in chaos te stortten”,vertelde Bob, een journalist van de populaireradiozender RPA. En in Rwanda, waarmomenteel verzoeningsprocessen gehoudenworden die de genocide voorgoedmoeten doen vergeten, blijft de overbevolkingeen van de sluimerde conflictoorzaken.Het overbevolkingprobleem negerenis dus gevaarlijk. De regio leeft op een tijdbom,en het Westen sluit de ogen en blijftgeld pompen is vaak zinloze ontwikkelingsprojecten.Bewust de migratiediscussieuitstellen, zou wel eens kunnen uitdraaienop een zoveelste historische foutin Centraal-Afrika.Stijn De Reu is freelance journalist. Hij startmomenteel de vzw Rock Bujumbura die viahet spelen van pop/rock/raggeamuziek dejongeren in Burundi over de etniciteitgrenzenheen een doel willen geven in hetleven. (rockbujumbura&yahoo.com).■20AFRIKAVrede | nr. 376 | november-december 2005


obstakels voor de ‘demokrasi’ in indonesiëI Jeroen Adam INa jaren van institutionele onzekerheid, economische moeilijkheden en etnisch/religieuze spanningen, moest 2005het jaar van de comeback van Indonesië worden. Door de verkiezing van Susilo Bambang Yudhyono (SBY) als president vanIndonesië in oktober 2004 leek het land eindelijk de sterke leider te hebben waar het al sinds de val van de autoritaireNieuwe Orde in 1998 op wachtte.De kracht van SBY zit er hem hierbij vooralin dat hij een democratisch, modern enintellectueel aura weet te verenigen meteen krachtdadig en lijnrecht imago.Enerzijds is hij degene die in de VS studeerdeen een doctoraat in de economiebehaalde, anderzijds is hij de stoere exgeneraal.Als gevolg hiervan begonneninvesteerders Indonesië dan terug te zienals het economische groeiwonder dat hetvoor de Aziatische financiële crisis van‘97/’98 was.Al snel kwamen verschillende zakenroet in het eten gooien. Een tsunami in denoordelijke punt van Sumatra toonde oppijnlijke wijze aan hoe gering de capaciteitvan de Indonesische staat, en in hetverlengde daarvan van SBY, was om metdergelijke natuurrampen om te gaan.Daarnaast deden de schommelingen vande Rupiah buitenlandse investeerdersafschrikken om grote economische avonturenin Indonesië te wagen. Sinds dezemaand zijn daar nog twee grote problemenbijgekomen. Eerst en vooral lijkt metde recente bomaanslagen in Bali de terroristischedreiging van de nochtans fel verzwakteJemaah Islamiyah niet volledigweggeëbd en ook de sterke stijging vande brandstofprijzen maakt de politiekeelite in Jakarta zeer onrustig. Ondanks deinternationale aandacht voor alles dat ookmaar enigszins gerelateerd is aan internationaalterrorisme, zijn het vooral de stijgingvan de brandstofprijzen die Jakartahet meeste kopzorgen baren. Dit is namelijkeen probleem dat alle lagen van debevolking aantast en een directe weerslagheeft op het leven van miljoenenIndonesiërs. Deze brandstofprijzen zijntemeer een extra gevoelig onderwerpomdat deze de directe aanleiding hebbengegeven voor de val van Soeharto en deNieuwe Orde in 1998.GEÏNSTITUTIONALISEERDECORRUPTIEOm de reikwijdte van bovenstaande problemente begrijpen, moeten deze allemaaltegen de volgde vraag geplaatstworden: ‘Hoe moet het verder met dedemocratiseringsbeweging die met de valvan het autoritaire Nieuwe Orde regime in1998 werd ingezet?’ Een belangrijke subvraaghierbinnen is de volgende: hoemoet de presidentsverkiezing van SusiloBambang Yudhyono (SBY) in oktober 2004hierin gezien worden en hoe gaat hij metde hierboven geschetste problemen om?Het antwoord hierop is uitermate complexen kan misschien het best met volgendevoorbeeld geïllustreerd worden. Indecember 2004 verscheen in het weekblad‘The Economist’ een speciaal dossierover Indonesië. 1 Onderstaande was in dieperiode in Jakarta en tot mijn verbazingwas dit dossier weg genomen in alle ‘TheEconomists’ die uitgegeven werden inIndonesië. Even groot was mijn verbazingtoen ik in België dit dossier in handenkreeg en las hoe op de eerste pagina eenjubelzang wordt gegeven op de florerendepersvrijheid van Indonesië. Dit voorbeeldillustreert perfect hoe dubbelzinnig politiekin Indonesië kan zijn. Sinds de val vande Nieuwe Orde in 1998 zijn er inderdaadenorme stappen gezet op gebied vanInstitutionele onduidelijkheid, bureaucratischerompslomp en ver doorgedrevencorruptie zijn verantwoordelijk voorhet feit dat Indonesië moeilijk uit heteconomische moeras geraakt sinds definanciële crisis.democratisering, mensenrechten en persvrijheid.Even goed blijkt daarentegen datde corruptie sterker floreert dan ooit voorheenmaar nu veel diverser gespreid istussen verschillende militair-politieke elites.Even goed is het een niet te ontkennenfeit dat in 2003 Indonesiës bekendstemensenrechtenactivist Munir werd vergiftigd,hoogst waarschijnlijk door toedoenvan de geheime diensten. 2 Veel van deenorme complexiteit van de hedendaagseIndonesische politiek kan verklaard wordendoor volgend citaat uit bovengenoemddossier uit ‘The Economist’, namelijk:‘Indonesia’s political institutions are sonew that no one is sure how they aremeant to work’ 3 Het gevolg hiervan is datde Indonesische politiek de speeltuin isAZIË21Vrede | nr. 376 | november-december 2005


geworden van rivaliserende patrimonialenetwerken die zich inwerken in ministeries,commissies, kabinetten, rechtbanken…Geïnstitutionaliseerde corruptie meteen democratisch vernislaagje lijkt danook soms de beste beschrijving van hetpolitieke leven vandaag, zowel in Jakartaals in regionale provinciesteden. Een sterkstaaltje hiervan werd nog gegeven toen indecember 2004, Jusuf Kalla, vice – premiervan Indonesië, zich tot voorzitter liet verkiezenvan de belangrijkste oppositiepartij,Golkar. Vooral Golkar was hiermee zeertevreden, gezien hun toegang tot enkelebelangrijke ministeriële kabinetten nuverzekerd is. Watdus duidelijk blijkt,7 jaar na de val vande Nieuwe Orde, isdat Indonesië nietzomaar het zoveelsteland is dat probleemlooszijnwagon aan de treinvan de liberaaldemocratieweet tehangen, hoewelmen in Jakarta zijnbest doet om zichzo te profileren naarde buitenwereld.externe veiligheid (aanvallen van buurlanden)als voor interne veiligheid. Met de valvan de Nieuwe Orde werd vanuit het militairapparaat een politiemacht opgezetdie zich moest concentreren op de interneveiligheid terwijl de nieuw opgerichtemilitaire macht (TNI) zich moest concentrerenop buitenlandse veiligheid. Despanningen tussen deze twee institutenzijn tot op de dag van vandaag intens ener zijn verschillende voorbeelden waarbijhet tot een openlijk militair treffen kwamtussen politie en leger. Hieraan gerelateerdeproblemen inzake interne veiligheidzijn: de incapaciteit en onderbemanningVERTRAGING E NBLOKKERINGBetekent dit dan dat er een abrupt eindekan komen aan de processen van ‘demokrasi’,‘reformasi’ en decentralisasi’ die in1998 zo moedig werden gestart. ZoalsSidney Jones van International CrisisGroup betoogt zal dit, hoogst waarschijnlijk,niet gebeuren gezien geen enkelegroep van enige omvang in Indonesië echtvoordeel heeft bij een nieuwe institutioneleimplosie van het land. 4 Wat echterwel kan gebeuren is dat het proces vandemocratisering op bepaalde niveaus vertraagdof uiteindelijk zelfs geblokkeerdwordt. Hierbij zijn volgende drie puntenessentieel.– Interne veiligheid: Misschien wel degrootste uitdaging waar Indonesië de volgendejaren mee zal geconfronteerd worden.Tijdens de Nieuwe Orde was het militairapparaat zowel verantwoordelijk voorvan de politie en de nog altijd disproportionelepolitieke en economische machtvan de militairen. Zeer veel ambitie omorde op zaken in dit wespennest te krijgenheeft SBY nog niet vertoond, hoewel moetvermeld worden dat zijn (gelukt) terugtrekkingsplanvan de militairen in Acehgetuigt van een zeker gezag over het militairapparaat.– Decentralisatie: Sinds de val van deNieuwe Orde is een decentralisatieprocesingezet waarbij zowel meer politiekebevoegdheden naar een gedecentraliseerdniveau worden doorgegeven en er tegelijkmeer provincies en districten wordengecreëerd. In veel van deze provincies endistricten worden dit jaar verkiezingengehouden. Hieruit blijkt dat, in sommigegevallen althans, dit decentralisatieprocesgeweld en onzekerheid in de hand werkt.Kwesties zoals welke etnische groep depolitieke macht in handen krijgt, welkestad hoofdstad van een provincie magworden… bevorderen soms bestaande,onderhuidse spanningen, zoals recent noggebeurde in Mamasa, Sulawesi. 5 Mochthet met deze decentralisering tot grootschaligereen duurzamere conflictenkomen, zal dit een bom leggen onder hetimago van Indonesië naar de buitenwereldtoe, de geloofwaardigheid van hetpresidentschap van SBY en finaal de stabiliteitin Jakarta en het gehele land. Deregio’s die hier potentieel onderhevig aanzijn, zijn in de eerste plaats die regio’s diein het verleden al het toneel waren warengrootschalige etnisch/religieuze spannigenzoals Maluku, Noord Sulawesi of WestKalimantan.– Institutionele onduidelijkheid: Zoalsreeds vermeld bestaat er in Indonesië eenzeer hoge mate van institutionele onzekerheiden onduidelijkheid. Commissiesworden opgericht om toe te zien op hetverloop van verkiezingen, andere commissiesworden opgericht om toezicht te houdenop deze verkiezingscommissies…Binnen dit kluwen wordt een zeer moeilijkte begrijpen spel van machtspolitiekgespeeld tussen rivaliserende en fluctuerendepatrimoniale netwerken dat opalle politieke niveaus doorspeelt. Dit heeftvele internationale commentatoren maarook vele Indonesiërs zwaar ontgoocheld,in die zin dat de val van de Nieuwe Ordeniet het grote begin van het moderne,democratische Indonesië betekende maarveel eerder een transformatie is waarbijelites uit het oude regime onder een22AZIËVrede | nr. 376 | november-december 2005


democratisch vernislaagje grotendeelshun macht hebben behouden. Uit alleanalyses blijkt dan ook dat in tegenstellingtot andere Zuid-Oost Aziatische groeieconomieënzoals Thailand of Maleisië hetgrootste economisch probleem vanIndonesië een politiek probleem is.Institutionele onduidelijkheid, bureaucratischerompslomp en ver doorgedrevencorruptie zijn de hoofdverantwoordelijkenvoor het feit dat Indonesië moeilijk uit heteconomische moeras geraakt waar hetsinds de financiële crisis is in gesukkeld.BESLUITMoeten we uit bovenvernoemde obstakelsbesluiten dat het de verkeerde kantopgaat met het democratiseringsproces inIndonesië? Nee. Evenmin moeten we hieruitbesluiten dat geweld noodzakelijkgepaard met democratisering en een landdat zo divers en uitgestrekt is alsIndonesië beter af is met een autoritairregime. We hoeven maar naar het voorbeeldvan Oost Timor te verwijzen om aante tonen hoe geweld eveneens een onderdeelvan de Nieuwe Orde was en hoe heteinde van de Nieuwe Orde uiteindelijk, nate veel bloedvergieten, een einde aan dezecrisis heeft bewerkstelligd. Wat uit hetbovenstaande echter wel blijkt is eenmatiging van een idealistische, bijna messianistischedemocratische heilsboodschap.Democratie is geen wondermiddeldat in een maatschappij kan geïnjecteerdworden, maar is veel eerder een procesdat met veel moeilijkheden en ontgoochelingenbeleefd wordt. Degenen die wenstendat Indonesië met het aftreden vanSoeharto de ideale liberaal–democratischestaat zou zijn, kwamen van een kale reisterug. Degenen die wensten dat met hetpresidentschap van SBY Indonesië eensklapsvan zijn problemen verlost zou zijn,kwamen eveneens van een kale reis terug.Tegelijk zou in 1997 het idee dat Oost –Timor onafhankelijk zou worden, de zoonvan Suharto in de gevangenis zou zitten,mensen in een relatief stabiel klimaat eenpresident kunnen kiezen en een einde isgekomen aan het geweld in Aceh, totaalongeloofwaardig geklonken hebben.Jeroen Adams is onderzoeker ConflictResearch Group, vakgroep Studie van deDerde Wereld, Universiteit Gent–––––1 Time to deliver. A survey of Indonesia, in:The Economist, December 11th 2004.2 Munir murder motive ‘made up’, 16 augustus2005, HYPERLINK“http://news.bbc.co.uk/1/hi/world/asia-pacific/4155938.stm”http://news.bbc.co.uk/1/hi/world/asia-pacific/4155938.stm3 Time to deliver. A survey of Indonesia, in:The Economist, December 11th 2004, p. 13.4 JONES (S.), What’s Indonesia Going To LookLike In Five Years?, paper presented at theKNAW conference ‘Indonesia in Transition’,Amsterdam, 25 th August 2004, HYPERLINK“http://www.knaw.nl/indonesia/pdf/keynote_jones.pdf”http://www.knaw.nl/indonesia/pdf/keynote_jones.pdf5 Decentralisation and Conflict in Indonesia:The Mamasa Case, ICG Asia Briefing No. 37, 3May 2005.■INDONESIËBevolking: 225 313 459 miljoen inwoners; Oppervlakte:1 904 570 km2; Hoofdstad: Jakarta; Munteenheid: roepia;Taal: Baha IndoneesIndonesië is de grootste archipelstaat in de wereld. Hetbestaat uit ongeveer 13 700 eilanden. De meest belangrijkezijn Borneo (Kalimatan), Sumatra, Java, Celebes, Bali, deMolukken, West-Papua en Timor. Ze liggen aan de beide kantenvan de evenaar zodat het eiland een tropisch regenklimaaten regenwoud heeft. De bevolking, de vierde grootstein de wereld, is ongelijk verspreid: Java heeft de hoogstebevolkingsdichtheid (640 mensen per km2) terwijl in Borneominder dan 10 mensen per km2 wonen. Naast koffie, theerubber en palmolie wordt vooral rijst verbouwd. Indonesiê isde tiende grootste in de rij van olieproducenten en de derdegrootste producent van tin.86% van de bevolking is Moslim, ongeveer 10% is Christen,2% Hindoe (vooral in Bali) 1% Boeddhist, en kleine groepenminderheden met traditionele godsdienstige praktijken. Destaat erkent Islam, Protestantse en Katholieke christenen,Hindoeïsme en BoeddhismeVrouwenrechten: Sinds 1945 hebben de vrouwen stemrechten kunnen ze verkozen worden. Tussen 1995 en 2000 daaldede vrouwelijke vertegenwoordiging van 13 naar 11% en inministeriële posten van 6% naar 3%. In 2000 maakten vrouwen41% van de werkkracht uit: 42% werkt in de landbouw,16% in de industrie, en 42% in de dienstensector. 89% van dezwangere vrouwen genieten van prenatale zorg (data van1997) maar slechts 64% van de geboorten gebeuren ondermedisch toezicht (data van 1999).Kinderhandel, seksuele uitbuitingvan kinderen en kinderarbeid(zelfs in het gezin) enhet groot aantal kinderen dat op straat leeft zijn de belangrijkstebezorgdheden van kinderwelzijnsorganisaties.Voor een bondige omschrijving van de Indonesische maatschappij,geschiedenis en cultuur zie “Indonesië” van Dirk Vlasblom (in delandenreeks van 11.11.11., Novib en Koninklijk Instituut voor deTropenAZIË23Vrede | nr. 376 | november-december 2005


samen in zee - all in the same boatI Lies Van Neck en Dries Valgaeren IZeven Belgische jongeren namen van 19 tot en met 28 augustus deel aan een kamp dat we vermoedelijk niet snel zullenvergeten: “Samen in zee – All in the same boat”, een uitwisselingsproject georganiseerd als zeilkamp waar ook Nederlanders,Israëli’s, Palestijnen en Arabische Israëli’s participeerden. Het zeilkamp was georganiseerd door de Nederlandse stichtingCon-Young-Tion, in samenwerking met de Belgische vzw Vrede en met de steun van Euromed, het jeugdprogramma van deEuropese Unie.Voor we in augustus richting Nederlandzouden trekken hadden we 2 ontmoetingenmet de Belgische delegatie. Dezebestond uit 6 deelnemers (Nederlands- enFranstaligen) en Liselot, onze jeugdverantwoordelijke.Tijdens de eerste ontmoetingleerden we elkaar kennen en kregen meerinformatie over de hele opzet van de uitwisseling.We zouden 10 dagen op kampgaan met een internationale groep, wezouden deelnemen aan workshops en alsontspanning waren er zeiltochtjesgepland. Tijdens de tweede bijeenkomstwerden we al een echte groep; we discussieerdenover hoe we ons Belgenlandjezouden voorstellen tijdens de geplande‘country presentations’ avond en wat wezouden klaarstomen voor de multicultureleavond.Dan was het eindelijk zover… Op 19augustus reisden we – Liselot, Sarah,Maud, Eva, Jan, Dries en Lies – per treinnaar de kampplaats: een zeilboerderij inhet Friese dorpje Uitwellingerga. Na vijfuur op de trein kwamen we eindelijk aanen daar maakten we snel kennis met alleanderen. Of toch bijna alle anderen, wantdoor problemen met hun visa (deels tewijten aan een sterk staaltje bureaucratieop de Nederlandse ambassade inJordanië) zouden de Palestijnse deelnemers,op hun groepsleider na, pas woensdagin Nederland geraken.Ibrahim, de Palestijnse jeugdleider dieal langer een visum had en dus wel doorde douane was geraakt, liep er een beetjetriest bij. De eerste avond was voor iedereennog wat onwennig, maar toch werder meteen behoorlijk verbroederd en washet ijs snel gebroken. Het contact tussende Israëli’s en de Palestijnen die in Israëlwonen, verliep al bij al vrij vlot van in hetbegin.Vanaf de volgende dag zouden weongeveer iedere dag gaan zeilen op deprachtige Friese meren, een ideale manierom mensen van verschillende nationaliteitente doen samenwerken. De avond datwe in het donker zijn gaan varen met dezeilboten, de dag dat we in hevige winden regen naar het naburige Sneek zeilden,het zal ons altijd bijblijven. Verder warener iedere dag een aantal workshops,geleid door mensen met ervaring in hetpeace-keeping werk in conflictgebieden.We kregen workshops rond o.a. stereotypering,non-violence en bemiddeling. Hierleerden we om op een geweldloze manierconflicten te benaderen en onze gevoelensuit te drukken. Uiteraard was er ookiedere dag voldoende tijd voor ontspanningen plezier, zoals de multicultureleavond wanneer iedereen enkele typischegerechten uit zijn eigen cultuur kon klaarmaken.De groep werd stilletjes aan ééngrote vriendengroep.Soms waren er ook heel emotionelemomenten. Bijvoorbeeld tijdens de landenpresentatieop de tweede avond,waarbij elke landengroep zijn eigen landmoest voorstellen. Na de zeer gekleurdePalestijnse landenpresentatie (doorIbrahim op zijn eentje) laaiden de emotieshoog op bij de Israëli’s, sommige Israëli’swaren heel erg aangedaan en traantjesvloeiden rijkelijk. Ook voor ons buitenstaanderswas dit heel moeilijk, om van zodichtbij geconfronteerd te worden methet hele Palestijns-Israëlisch conflict. Voorde Belgen en Nederlanders waren dit heelnieuwe ervaringen en emoties, die weHet bewijs werd geleverd dat het mogelijkis om samen te leven. Deze boodschapmoeten we meedragen en zeker ookuitdragen.voordien in ons dagelijkse leven niet kenden.Wat ook zo aangrijpend was, was dataan het einde van de avond Ibrahim enYuval (de Israëlische jongerenleider) elkaarals vrienden in de armen vielen.Middenin de week was er tijd vooreven iets heel anders: een tweedaagsbezoek aan Amsterdam op woensdag endonderdag. Daar aangekomen konden wedan eíndelijk de Palestijnen welkomheten, en konden ook zij stilletjes aan inde groep integreren. Op het programmastond verder een bezoek aan AmnestyInternational – dat ons een weblog voorstelde,een ideale manier om contact tehouden met elkaar – en een bezoek aande gebedshuizen van de 3 verschillendegodsdiensten: een synagoge, een kerk eneen moskee.Het was echt een hele interessanteervaring, in de moskee mochten we zelfseen gebed bijwonen. Wat ook opviel was24JONGERENVrede | nr. 376 | november-december 2005


dat eens we de moskee binnengingen diestoere Palestijnse jongens allemaal eerstgingen bidden.Terug in Uitwellingerga was er dan delangverwachte bemiddeling tussen deIsraëli’s en de Palestijnen, waarbij iederegroep in het conflict (Israëli’s, Palestijnenen Palestijnen die in Israël wonen) zijnverhaal kon doen, gevolg door een face-tofacediscussie tussen Israëli’s enPalestijnen. Ook de Belgen enNederlanders werkten hieraan actief mee,bijvoorbeeld door bemiddelaar te zijn diede discussie in goede banen moesten leiden,of door de verschillende groepen tehelpen in het beschrijven van hun situatie.De bemiddeling was wel heel spannend,want terugdenkend aan zaterdag wistenwe echt niet wat we moesten verwachten.Maar onze vrees bleek ongegrond: van bijhet begin waren de groepen heel duidelijk:“heel het conflict is niet onze schuld!”en dat was een heel mooi gebaar. Er werdheel wat gediscussieerd, maar de meestenhadden bewezen dat ze echt open-mindeden bereid waren te praten, en op heteinde van de avond kon iedereen met eengoed gevoel gaan slapen.De laatste dagen vlogen voorbij en nahet laatste avondfeest brak dan snel dedag van het afscheid aan. Best wel pijnlijk,na negen dagen intens met elkaar te hebbensamengeleefd. We zouden er zo veelmeer over kunnen vertellen, maar het isallemaal heel moeilijk te verwoorden.Tijdens die tien dagen zijn we echt eenvriendengroep geworden; we hadden ookzo veel emoties met elkaar gedeeld:vreugde, boosheid, verdriet, liefde en heelveel vriendschap en medeleven. Hetafscheid op zondag 28 augustus viel iedereendan ook heel zwaar. We hopen allemaalzo veel mogelijk contact te kunnenhouden. Het is de bedoeling dat we hethier niet bij laten… 28 augustus was niethet einde van ‘Samen in zee’; nee, het zoueen begin moeten zijn!Na deze ervaring te hebben meegemaaktzijn de leden van de Belgischegroep ervan overtuigd dat er in deze tweegroepen die met elkaar in conflict leven,ook veel mensen zijn die willen praten, dieeen oplossing willen vinden en die eenbeter leven willen, waarin ze in vrede kunnensamenleven met alle mensen van detwee bevolkingsgroepen. Deze uitwisselingis voor ons allemaal een onvergetelijkebelevenis geweest, die ons stuk voorstuk een beetje veranderd heeft. Hetbewijs werd geleverd dat het mogelijk isom samen te leven. Deze boodschap moetenwe meedragen en zeker ook uitdragen!Eindredactie: Liselot Fleebus■studieweekend in lombardsijdeOnze vredesbeweging meent dat de situatie in het Midden Oostenvan essentieel belang is voor de wereldvrede. Daarom zetten de jongereneen studieweekend op: informatie, discussie, actiepunten.van vrijdag 18 november 19u tot zondagnamiddag 20 novembervoor wie jonger is dan dertigin vakantiecentrum De LombardeElisabethlaan 4 8434 Middelkerke-Lombardsijde(kusttram uit Oostende richting De Panne, halte Lombardsijde Bad)voorlopig programma– De VS politiek in het Midden Oosten– Bewapeningsproblematiek in de regio (kernwapens, wapenhandel,...)– Islam en politiek– getuigenissen over reisbezoeken– rol van Turkije– Israëlische PalestijnenHaast je om in te schrijven, de plaatsen zijn echt beperkt!pieter@vrede.beOORLOGSJUNKSJoel Andreas heeft een originele maniergevonden om relatief zware materie,“het buitenlands beleid van deVerenigde Staten in historisch perspectief”op een ludieke en luchtige manierte brengen zonder aan ernst in te boeten.Een aanrader voor iedereen.Georges Spriet Vrede vzwJONGEREN25Vrede | nr. 376 | november-december 2005


dossiervoor de schone schijn?achter de gordijnen van de internationaleinstellingenMarc Maes, Georges Spriet, Jean Marie Brom * en Stéphane Lhomme *Sinds het einde van de Koude Oorlog en de groeiende globalisering kunnen internationale instellingen rekenen optoenemende aandacht. Er is een soort tweestrijd aan de gang tussen de Verenigde Naties en haar instellingen enerzijdsen organisaties als Wereldbank, IMF en Wereldhandelsorganisatie anderzijds die los staan van de VerenigdeNaties. Volgens het Handvest moeten de Verenigde Naties er over waken dat internationale disputen niet langer inoorlog en geweld uitmonden. Daarnaast groeiden ze uit tot een forum en in sommige gevallen zelfs belangenverdedigervan derdewereldlanden. Nobele principes. In plaats van vrede, kwam de koude oorlog die warm werd uitgevochtenin derdewereldlanden. Landen als de Verenigde Staten verbergen intussen niet langer dat ze de macht en legitimiteitvan de Verenigde Naties willen ondergraven. Zij kiezen voor andere instellingen zoals de wereldhandelsorganisatieof eerder informele fora zoals de G8. Het gaat om organisaties die met meer verve het neoliberalisme verdedigenen waarin multinationals gemakkelijker aan hun trekken komen.–––––* Artikels met dank overgenomen uit Le Monde26DOSSIERVrede | nr. 376 | november-december 2005


speech van hugo chavez voor deverenigde naties op 15 september 2005Geachte Excellenties, vrienden, goede namiddagDe oorspronkelijke opzet van deze vergadering werd volledigscheef getrokken. Het opgelegde thema voor het debatwas het zogenaamde hervormingsproces dat de meest dringendeproblemen overschaduwt, die de volkeren van dezewereld met aandrang eisen: de bekrachtiging van de maatregelendie de obstakels voor een duurzame ontwikkeling engroei zouden aanpakken.Vijf jaar na de Millenium Top toont de realiteit dat hetovergrote deel van de doelstellingen - die al vrij bescheidenwaren - niet zullen bereikt worden.We beweerden dat in het jaar 2015 de 842 miljoen hongerlijdendemensen tot de helft zouden herleid worden. Aan hethuidige ritme zal deze doelstelling slechts in 2215 verwezenlijktworden. Is er iemand van de aanwezigen die dit feit wil vieren?(…)We eisten voor iedereen een basisschoolopleiding tegenhet jaar 2015. Aan het huidige ritme zaldeze doelstelling slechts bereikt worden inhet jaar 2100. (…)Vrienden van de wereld, dit leidt onstot een triestige vaststelling: de VerenigdeNaties hebben dit werkmodel uitgeput enhet gaat niet enkel over hervorming. De21 ste eeuw eist grondige veranderingen endat zal maar alleen mogelijk zijn wanneer een nieuwe organisatiewordt opgericht. Het huidige VN-model werkt niet. Wemoeten het durven zeggen. Het is de waarheid.Die veranderingen- dezen waarnaar Venezuela verwijsthebbenvolgens ons, twee fases: de onmiddellijke fase en deaspiratie fase, een utopia. De eerste fase is ingebed in deakkoorden die in het oude systeem werden overeengekomen.We lopen niet weg. We brengen zelfs concrete voorstellen indat oude model. Maar de droom van een duurzame vrede, eendroom dat niet wordt beschaamd door honger, ziekte, ongeletterdheid,extreme behoeften, basisbenodigdheden moet zijnvleugels kunnen spreiden en vliegen.We zijn ons bewust van een afschrikwekkende neoliberaleglobalisering, maar daar is ook de realiteit van een verbondenwereld die we niet als een probleem moeten bekijken maar alseen uitdaging. We zouden op basis van nationale gegevenskennis kunnen uitwisselen, markten integreren, maar tezelfdertijdmoeten we begrijpen dat er problemen zijn waar ergeen nationale oplossing voor bestaat: radioactieve wolken,wereldolieprijzen, ziekten, opwarming van de planeet of hetgat in de ozonlaag. Dit zijn niet enkel nationale huiselijke problemen.Als we streven naar een nieuw model voor deVerenigde Naties brengen wij vier onmisbare en dringendeDe 21 ste eeuw eist grondige veranderingen endat zal alleen maar mogelijk zijn wanneer eennieuwe organisatie wordt opgericht. Het huidigeVN-model werkt niet.voorstellen voor hervorming naar deze Vergadering: de eerste:de uitbreiding van de Veiligheidsraad zowel in zijn permanenteals in zijn niet-permanente bezetting zodat zowel nieuwe ontwikkelendeen ontwikkelingslanden tot de permanente en deniet permanente categorieën worden toegelaten. Ten tweede:we moeten de nodige verbetering aanbrengen aan werkmethodesom de transparantie te vermeerderen, niet te verminderen.Ten derde: we moeten onmiddellijk - we hebben dit inVenezuela de laatste 6 jaar herhaaldelijk herhaald- het vetorechtin de Veiligheidsraad opheffen . Het is een elitair trekjedat onverenigbaar is met de principes van gelijkheid en democratie.En ten vierde: We moeten de rol van de secretaris-generaalverstevigen; zijn of haar politieke functies inzake preventievediplomatie, die rol moet bevestigd worden. De ernst van aldeze problemen vereist diepgaande veranderingen.Oppervlakkige hervormingen zijn onvoldoende voor de realisatievan al datgene waar wij, de volkeren van de wereld opwachten. In Venezuela gaan stemmen op voor de stichting vaneen nieuwe Verenigde Naties of zoals de leraar van SimonBolivar zei: “Ofwel zijn we inventief ofwel mislukken we.”Tijdens de bijeenkomst van het Wereld Sociaal Forum inPorto Allegre in januari dit jaar, vroegen verschillende personaliteitendat de VN hun zetel buiten de Verenigde Staten zoudenvestigen indien de herhaalde schendingen van hetInternationaal Recht zouden blijven doorgaan. Vandaag wetenwe dat er geen massavernietigingswapens in Irak aanwezigwaren. De bevolking van de VS vroeg steeds met aandrang dathun leiders de waarheid zouden vertellen; de volkeren van dewereld vroegen hetzelfde. Er zijn op geen enkel ogenblik massavernietigingswapensin Irak geweest. Nochtans werd Irakgebombardeerd, bezet en het is het nog steeds bezet. Datgebeurde allemaal over het hoofd van de VN. Daarom stellenwe voor dat de VN dit land, dat de gestemde resoluties vandeze vergadering negeert, zou verlaten. Sommige voorstellenwijzen naar Jeruzalem, een internationale stad, als een alternatiefaan. Het voorstel is genereus genoeg om een oplossing tebieden voor het lopende conflict dat de Palestijnen treft.Nochtans zal dat moeilijk te verwezenlijken zijn. Daarommaken we een voorstel dat werd opgemaakt , in 1815 doorDOSSIER27Vrede | nr. 376 | november-december 2005


Nu meer dan ooit moeten we de ideeënoppikken die we onderweg hebben achtergelatenzoals het voorstel goedgekeurd in 1974betreffende een Nieuwe Internationale Orde.Simon Bolivar, de grote bevrijder van het Zuiden. Bolivar steldede oprichting voor van een internationale stad dat het idee vaneenheid zou belichamen.We geloven dat het tijd wordt om na te denken over deoprichting van een internationale stad met haar eigen soevereiniteit,met haar eigen sterkte en moraliteit om alle natiesvan de wereld te vertegenwoordigen. Zo een internationalestad zou het tegengewicht moeten vormen voor vijf eeuwenongelijkheid. De hoofdkwartieren van de VN moeten naar hetZuiden verhuizen.vn hervormingI Georges Spriet IDames en heren, we staan voor een ongekende energiecrisiswaarbij een niet te stoppen vraag naar energie gevaarlijkehoogten bereikt zowel in het onvermogen van meer energietoevoeren het perspectief van verminderde oliereserveswereldwijd. De voorraad energie geraakt uitgeput.Tegen het jaar 2020 zal de dagelijkse vraagnaar olie 120 miljoen vaten per dag bedragen.Zo een vraag, zelfs zonder rekening tehouden met toekomstige stijging van deaanvraag, zou in 20 jaar opgebruiken watde mensheid tot nu toe heeft verbruikt.Het betekent dat nog meer CO2 in deatmosfeer vrij komt en dus ook de toenamevan de opwarming van de planeet.Orkaan Katrina was een pijnlijk voorbeeld wanneer zulkerealiteiten worden genegeerd. De opwarming van de oceaan isde fundamentele factor achter de verwoestende kracht van deorkanen die we de laatste jaren hebben gezien. Laten wegebruik maken van deze gelegenheid om ons medeleven teDe topbijeenkomst van meer dan 150 regeringsleiders op 15 en 16 september 2005 is een maat voor niets geweest.Of eigenlijk toch niet. John Bolton, VN ambassadeur van de USA, heeft met succes de voorstellen van Kofi Annan weten te counteren.Wat is er gebeurd? Na de basistekst van Kofi Annan “in groterevrijheid”, werd er onder leiding van Gabon, voorzitter van deAlgemene Vergadering, aan een document gewerkt dat bij eenreeks landen werd afgetoetst. Daarin zaten voorstellen overonderwerpen die gingen van non-proliferatie, ontwapening toteen nieuwe structuur: de Raad voor Mensenrechten.John Bolton, die toen nog maar pas was aangesteld als VNambassadeur door een “recess appointment” 1 , haalde toen zijnrode pen boven en stelde meer dan 700 veranderingen voor.Hoewel die wellicht niet allemaal onzinnig waren, nam deze houdinghet hek van de dam. Een hele reeks andere landen begonnenook wijzigingen voor te stellen, en voorzitter Gabon was de moeilijkbereikte consensus kwijt.In de uiteindelijke slottekst van de top staat er nu niks meerover ontwapening en non proliferatie. Kofi Annan noemde heteen “disgrace”, een schande. Dank zij Washington is men het inde VN niet langer eens dat “vooruitgang op het vlak van ontwapeningen non proliferatie essentieel is om internationale vredeen veiligheid te versterken”. Ook de oproep werd geschrapt omnieuwe effectieve maatregelen te zoeken om de verspreiding vannucleaire, chemische en biologische wapens te verhinderen en tebestrijden, alsook de transfer van deze massavernietigingswapensnaar “non-State actors”. Ook geen steun aan het AlgemeenTeststop Verdrag, aan het Verdrag over landmijnen, en aan verminderingvan de nucleaire voorraden.In de sectie ‘terrorisme’ werd het vaagheid troef. Een duidelijkedefinitie werd weggelaten en nu staat er een veroordeling van“terrorisme in al zijn uitingen, door gelijk wie, gelijk waar en metgelijk welke bedoelingen gepleegd, daar het de ernstigste bedreigingvoor vrede en internationale veiligheid is.” Hoe vager, hoeruimer de interpretatie moeten de machtshebbers hebbengedacht.“Naties zullen straffeloosheid beëindigen voor de ernstigstemisdaden zoals genocide, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden”.Deze tekst werd geschrapt. John Bolton aanvaarddeimmers geen enkele verwijzing naar het InternationaalStrafhof. Ook het compromis dat opriep voor “samenwerking methet Internationaal Strafhof, in overeenstemming met onzerespectieve wettelijke verplichtingen”, vond geen genade.Wel staan er drie artikels onder de hoofding “verantwoordelijkheidom te beschermen tegen genocide, oorlogsmisdaden,etnische zuivering en misdaden tegen de mensheid”. Ze zeggenenerzijds dat elk land de verantwoordelijkheid heeft de bevolkingte beschermen, en anderzijds dat de internationale gemeenschapde staten daarin moet helpen, en geëigende diplomatieke, humanitaireen andere vreedzame middelen moet gebruiken ombevolkingen te beschermen. Ook dat de VN bereid is tot collectieveactie via de Veiligheidsraad indien de vreedzame weg niethelpt, en de nationale autoriteiten manifest tekortschieten indeze taak.28DOSSIERVrede | nr. 376 | november-december 2005


etuigen aan het Amerikaanse volk. De mensen zijn broers enzusters van ons allemaal in Midden- en Zuid-Amerika en vande rest van de wereld.Het is onpraktisch en ethisch niet verantwoord om demensheid op te offeren aan een socio-economisch model dateen verwoestende capaciteit ten toon spreidt. Het is suïcidaalhet te verspreiden en het op te leggen als een remedie voor alhet kwaad waarvan het zelf de oorzaak is.Niet zo lang geleden reisde de president van de VerenigdeStaten naar een samenkomst van de Organisatie vanAmerikaanse Staten om aan Latijns Amerika en de CaraïbischeStaten maatregelen voor een vrije markteconomie voor te stellen.Neo-liberalisme is nu precies de fundamentele oorzaak vande tragedies waaronder onze volkeren gebukt gaan: het neoliberalismeen de Consensus van Washington. Dat heeft allemaalgeleid tot een groot deel van de miserie, ongelijkheid enonmenselijke tragedie voor al de volkeren van dit continent.Wat we meer dan ooit nodig hebben, Mijnheer deVoorzitter, is een nieuwe internationale orde. Ik breng U in herinneringde Algemene vergadering van de Verenigde Naties inzijn zesde buitengewone zittingsperiode in 1974, 31 jaar geleden,wanneer een nieuw actieplan voor een NieuweInternationale Orde met een overweldigende meerderheidwerd aangenomen: 120 stemmen voor de motie, 6 stemmentegen en 10 onthoudingen. Dat was de periode dat er in deVerenigde Naties nog werd gestemd. Nu worden documentenzoals deze goedgekeurd die ik ten bate van Venezuela bestempelals waardeloos. De regering van Venezuela zal ze openbaarmaken. We aanvaarden geen openbare en schandelijke dictatuurin de Verenigde Naties. Deze materie moet op tafel gelegdworden en ik vraag mijn collega’s staatshoofden en regeringsleidersom dit document te bediscussiëren.…………………………….Luister hier, Mijnheer de Voorzitter: indien we dit documentgoedkeuren dan zijn we verloren. Laat ons de lichten doven enramen en deuren sluiten. Dat zou ongelooflijk zijn: dat we eendictatuur in deze vergaderruimte aanvaarden.Nu meer dan ooit moeten we de ideeën weer oppikken dieDit hoofdstuk houdt dus een machtiging (een mandaat vande Veiligheidsraad) voor militair optreden om een genocide tevoorkomen. Als een militaire interventie inderdaad effectief daarvoordient, dan is dit positief. Vraag is echter steeds of dit de warereden vormt voor militaire plannen van sommigen. Zoeken zijniet eerder een humanitaire dekmantel voor militaire belangenverdediging?Bovendien, precies door het schrappen van de referentiesover straffeloosheid, ontneemt men de VN een maatschappelijkinstrument dat een zeer ernstige afschrikking in kanhouden voor mogelijke genocideurs.Er werd wel afgesproken om een Commissie voorVredesopbouw te creëren, die landen moet helpen om na eenvredesbestand niet opnieuw in conflict te hervallen. Daarin zoudende Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad, deWereldbank, het IMF, en andere regionale organisaties (EuropeseUnie, Afrikaanse Unie) vertegenwoordigd worden. Vrijwillige bijdragenmoeten het Peacebuilding Fund financieren.De nieuwe Raad voor Mensenrechten moet zo snel mogelijksamengesteld kunnen worden, nog tijdens deze 60 ste zitting vande Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, zegt de tekst.Deze Raad moet de vroegere Commissie vervangen omdat daarvolgens de EU en de VS ook leden in zaten die zelfs systematischemensenrechtenschenders zijn zoals Libië en Soedan. Niemandlijkt de vraag te stellen of na Irak, na Falluja, en na Guantanamode VS wel in die Raad mogen zetelen.De eindtekst herhaalt de wil om de millenniumdoelstellingente bereiken, is tevreden dat het er naar uit ziet dat de officiëleontwikkelingshulp jaarlijks met 50 miljard dollar zal stijgen, enonderstreept dat de oplossing van de schuldproblemen van ontwikkelingslandenheel belangrijk is. Het ontbreekt dus wel duidelijkaan concrete voorstellen en afspraken.Waar erg werd naar uitgekeken was de hervorming van deVeiligheidsraad. Kofi Annan had daar twee scenario’s voor uitgetekend,een met nieuwe permanente leden zonder vetorecht, eneentje met nieuwe hernieuwbare vierjaartermijnen ook zondervetorecht. Er was een samengaan van Duitsland, Japan, India enBrazilië om hun kandidatuur aan mekaar te klitten, maar daarhadden zowel de VS als China reeds hun afstandelijkheid tegenovergetoond. Voorlopig is men niet verder gekomen dan de noodaan hervorming te stellen in het kader van bredere representativiteit,efficiëntie en transparantie, en ook om de legitimiteit vande beslissingen te verstevigen. De Algemene Vergadering wordtgevraagd om de vooruitgang in dit hervormingsdossier tegeneind 2005 te bekijken.Hervorming van een instelling waar de geprivilegieerde landen(de vijf permanente leden van de veiligheidsraad) zelf desleutel van in handen houden, is geen evident proces. De fundamentelekritiek dat de beslissingen van de Veiligheidsraad nietalleen legaal moeten zijn (dwz in overeenstemming met het VNCharter) maar ook legitiem (dwz ontdaan van machtspolitiek)kent bij dit alles nog niet een begin van aanpak. Een hervormingmoet de VN duidelijk democratisch, aansprakelijk, transparantmaken. Het voor zich uit schuiven van de noodzakelijke hervormingvan de veiligheidsraad is geen goed teken. Het ziet er dusniet naar uit dat we goed zijn gestart.Bronnen:www.aktionsprogramm2015.dewww.vmpeace.orgwww.globalsolutions.orgVrede, juli-aug 2005, dossier.2005 World Summit Outcome, document A/60/L.1■–––––1 D.w.z. een benoeming door de VS president zelf tot de volgende senaatsverkiezingenaangezien de senaat hem niet wilde aanstellen.DOSSIER29Vrede | nr. 376 | november-december 2005


we onderweg hebben achtergelaten: zoals het voorstel goedgekeurddoor deze Vergadering in 1974 betreffende eenNieuwe Economische Internationale Orde. Artikel 2 van dezetekst bevestigt het recht van de naties om eigendommen ennatuurlijke grondstoffen die aan buitenlandse investeerderstoebehoorden te nationaliseren. Het stelde voor kartels vanproducenten van ruwe grondstoffen op te zetten. In de resolutie3021 van mei 1974maakte de AlgemeneVergadering zijn intentieduidelijk dringend werkte maken van eenNieuwe EconomischeWereldorde gebaseerdop –luister goed –billijkheid,soevereine gelijkheid,interafhankelijkheid,gemeenschappelijkebelangen en samenwerkingtussen de statenongeacht hun economischeen sociale systemenmet de bedoelingde onrechtvaardighedenen ongelijkheden tebestrijden en de huidigeen de toekomstige generaties vrede, rechtvaardigheid en duurzamesociale en economische groei te verzekeren.Het belangrijkste doel van de Nieuwe EconomischeInternationale Orde was de oude economische orde opgesteldin Breton Woods te veranderen.Wij, het volk van Venezuela eisen een nieuwe internationaleeconomische orde. Maar een nieuwe internationale politiekeorde is eveneens dringend nodig. We mogen niet toelaten datenkele landen trachten de regels van het Internationaal Rechteen andere interpretatie te geven om nieuwe doctrines zoalspreventieve oorlogen op te dringen. Oh, ze bedreigen ons metpre-emptieve oorlog? En wat dan met de doctrine vanVerantwoordelijkheid voor Bescherming? We moeten ons afvragen:wie gaat ons beschermen? Hoe gaan zij ons beschermen?Ik geloof dat een van de landen die de meeste beschermingnodig heeft de Verenigde Staten zijn. Dat werd pijnlijkblootgelegd met de tragedie na de doortocht van de orkaanKatrina. Zij hebben geen regering die hen beschermt tegenaangekondigde natuurrampen als we al zouden praten overelkaar te beschermen. Dit zijn gevaarlijke concepten die hetimperialisme en interventionisme vorm geven omdat ze schendingvan nationale soevereiniteit legaliseren. Het volle respectvoor de principes van het Internationaal Recht en het chartervan de Verenigde Naties moeten, Mijnheer de Voorzitter, detoetssteen worden voor internationale betrekkingen in dewereld van vandaag en de basis voor de nieuwe orde die wij nuvoorstellen.Internationaal terrorisme moet dringend en op een efficiëntemanier worden bestreden. Maar we mogen de strijd nietgebruiken als een dekmantel voor militaire agressies die deInternationale Wetgeving schaden. Dit is de gevolgde doctrinesinds 9/11.Alleen een hechte samenwerking en het einde van een dubbeldiscours van dezelfde noordelijke landen inzake terrorismekunnen deze tragedie stopzetten.Na zeven jaar Bolivariaanse revolutie kunnen deVenezolanen terugkijkenop belangrijkesociale en economischevooruitgang.Een miljoen vierhonderdenzesduizendVenezolanen leerdenlezen en schrijven. Wezijn met een totaal van25 miljoen. Ons land zaleen gebied worden vrijvan ongeletterdheid.Drie miljoenVenezolanen diewegens armoede warenuitgesloten maken nudeel uit van het primaire,secundaire en hogeschoolonderwijs.Zeventien miljoen Venezolanen –bijna 70% van de bevolking-genieten nu voor de eerste keer van gratis gezondheidszorg.Meer dan een miljoen zevenhonderd ton voedsel wordenverdeeld aan gesubsidieerde prijzen aan 12 miljoen mensen,bijna de helft van de bevolking. Een miljoen krijgt het voedselvolledig gratis omdat ze nog in een overgangsperiode zijn.Meer dan zevenhonderd duizend banen werden gecreëerdzodat de werkloosheid met negen punten daalde. Al deze verwezenlijkingenkwamen tot stand temidden van interne enexterne agressie zoals een staatsgreep en de boycot van deolie-industrie georganiseerd door Washington. Ongeacht desamenzweringen, de leugens welke de machtige mediaconcernsverspreiden en de permanente dreiging van het imperiumen zijn geallieerden -ze riepen zelfs op om de president tevermoorden. De Verenigde Staten zijn het enige land waar eenpersoon kan oproepen voor de moord op een regeringshoofd.Dat was het geval van Pat Robertson die goede bindingenheeft met het Witte Huis. Hij riep op om mij te vermoorden enhij is nog steeds in vrijheid. Dat is internationaal terrorisme.We zullen vechten voor Venezuela, voor de integratie vanLatijns Amerika in de wereld. We bevestigen ons onvoorwaardelijkgeloof in de mensheid. We zijn hongerig naar vrede enrechtvaardigheid opdat de mensheid zou overleven. SimonBolivar de stichter van ons land en het voorbeeld van onzerevolutie zwoer dat hij nooit zou rusten alvorens hij de ketensdie ons aan het imperium binden zou verbreken. Nu is de tijdgekomen om ons in te zetten totdat we de mensheid hebbengered.■30DOSSIERVrede | nr. 376 | november-december 2005


wto : handel tegen ontwikkelingeuropese bedrijven rijker maken op de kapvan de armenI Marc Maes IVan 13 tot 18 december vindt in Hong Kong de zesde Ministerconferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) plaats.Het is de zoveelste etappe in een lang verhaal over de liberalisering van de wereldeconomie dat ondertussen al aansleeptvan ergens in de tweede helft van de jaren 1990. De Europese Unie (EU) wilde toen per se dat de WTO-leden een nieuwegrote onderhandelingsronde zouden starten voor de vrijmaking van de handel in diensten, industriële producten enlandbouw; voor de liberalisering van de investeringen en de overheidsaanbestedingen; voor het opstellen vanconcurrentieregels, enz.Een eerste poging voor de lancering van zo een ronde misluktein Seattle in 1999. Een tweede poging in Qatarese hoofdstadDoha in 2001 lukte wel en sindsdien spreekt men in de WTOvan de “Doha Ronde”. Sommigen noemen die zelfs de “DohaOntwikkelingsronde”. De meeste ontwikkelingslanden warennamelijk niet geïnteresseerd in nieuwe onderhandelingen ende rijke landen hebben in Doha moeten beloven dat ze in dezeronde bijzondere aandacht zouden besteden aan de belangenvan de ontwikkelingslanden. Om te laten zienhoe ernstig ze dit engagement namen begonnenze zelfs van een “ontwikkelingsronde” tespreken.Van in het begin zeiden we al dat dit maar“spin” was, mooie woorden om de echtebedoelingen te verdoezelen. Ondertussen ishet van kwaad naar erger gegaan, en is hethoe langer hoe duidelijker dat het in dezeronde, zoals altijd, gewoon draait om hetnaakte eigenbelang van de rijke landen, of lievervan de industriële belangen in die landen.Eén van de voorwaarden van de ontwikkelingslandenom mee te doen aan de ronde was dat er eerstzou gepraat worden over het bijschaven van de bestaandeWTO-akkoorden (die in 1994 waren afgesloten) zodat ze beteruitvoerbaar zouden worden én zodat de bijzondere maatregelenvoor ontwikkelingslanden die men er toen had ingezet,echt iets zouden betekenen. In 1994 had men namelijk ook aleens hele reeks beloftes gedaan om de ontwikkelingslandenmee te krijgen. Maar de meeste van die beloftes die, in de verdragtekstenwerden opgenomen, waren zo vaag dat er nadienniets mee gebeurd is. In 2001 beloofden de rijke landen dusnog maar eens dat ze dat zouden corrigeren. Ondertussen isvan het bijschaven van ongeveer 180 artikels uit de bestaandeWTO-verdragen ondanks het aandringen van ontwikkelingslandenna vier jaar onderhandelen nog altijd niets in huisgekomen. Een poging einde juli om nog voor het zomerrecesop zijn minst een oplossing te vinden voor amper vijf van dezeIn een echte ontwikkelingsrondezouden ontwikkelingslanden de ruimtemoeten krijgen om zelf te kiezen hoever en hoe snel ze willen gaan en welkebijdrage ze leveren aan de liberaliseringvan de wereldeconomie.artikels liep nog maar eens op niets uit.Een andere voorwaarde van de ontwikkelingslanden in2001 was dat de WTO uitdrukkelijk het recht zou bevestigendat landen dwanglicenties kunnen opleggen aan farmaceutischebedrijven en dat ze generische geneesmiddelen voorHIV/Aids, malaria, tbc, enz. zouden kunnen aanmaken of invoeren.De WTO nam inderdaad zo een verklaring aan, maar deuitwerking van de regels voor de handel in generische geneesmiddelenliet nog twee jaar op zich wachten tot augustus2003. Toen werd een zeer ingewikkelde en belastende regelingaanvaard. Nu, alweer twee jaar verder, is van een definitieve eneenvoudige regeling nog altijd niets in huis gekomen.Ondertussen is de levensverwachting in de HIV/aids pandemischelanden verder gedaald tot ergens rond de 40 jaar, wat nietalleen een menselijk drama is maar ook diepe economischekraters slaat.Ondertussen wil, nee eist, de EU -samen met de andererijkste landen ter wereld- dat ontwikkelingslanden huninvoertaksten op industriële producten drastisch naar benedenhalen (in het zogenaamde NAMA-hoofdstuk van de onderhandelingen),want, zo zegt de Europese Commissie, Europa wileen échte uitbreiding van haar markttoegang tot de ontwikkelingslanden.De minst ontwikkelde en de zwakste ontwikkelingslandenwil de EU daarbij nog wel ontzien, maar de “grote-DOSSIER31Vrede | nr. 376 | november-december 2005


e ontwikkelingslanden” (waaronder nochtans niet alleen (hetoverigens straatarme) India, China en Brazilië, maar ook SriLanka, Papua Nieuw Guinea, Fiji, Kenya, Ghana, Jamaica, enz)moeten sterk in hun tarieven snoeien volgens een éénvormigemathematische formule.Nu kan liberalisering van de markt en vermindering vaninvoertarieven inderdaad bijdragen tot ontwikkeling, maar nietals het in het blinde weg gebeurt. Cijfers van VN-instellingenhebben tot in den treure aangetoond dat een “grove borstel”-operatie leidt tot sterke verstoringen van de handelsbalans,sterke inkrimping van het overheidsinkomen, afname van deindustriële capaciteit, toename van de werkloosheid en eensterke stijging van de armoede. De meest succesvolle liberaliseringis er één die geleidelijk en doordacht gebeurt en ingebedis in een ruimere ontwikkelingsstrategieen eengeheel van begeleidendemaatregelen. In een échteontwikkelingsronde zoudenontwikkelingslandendus de ruimte moetenkrijgen om zelf te kiezenhoe ver en hoe snel zewillen gaan en welke bijdrageze leveren aan deliberalisering van dewereldeconomie. Maardat vindt de EU te weinig“ambitieus”, lees: “datlevert de Europese industriete weinig op”.In het onderdeel“handel in diensten” ishet al niet beter. Het dienstenakkoord (GATS) van de WTO zegtuitdrukkelijk dat landen zelf mogen bepalen welke diensten zeaanbieden voor liberalisering en hoeveel. Het is onder dezevoorwaarde dat de ontwikkelingslanden in 1994 het GATSakkoordhebben aanvaard. Alle relevante landen hebbenondertussen ook zo een aanbod geformuleerd. Maar deEuropese dienstenindustrie is zéér ontevreden en zo ook dusde Europese lidstaten en de Commissie. De EU vindt dat deWTO-leden namelijk te wéinig hebben aangeboden! Het ESF,de Europese vereniging van de dienstenbedrijven (banken, verzekeringen,watermaatschappijen, consultanties, telecommunicatiebedrijven,prive-postbedrijven, enz) klopt in Brussel voortdurendop tafel en eist dat de Europese Commissie er inGeneve de zweep oplegt. De Europese Commissie spant zichdus nu al maanden in om de flexibiliteit van het GATS-akkoordongedaan te maken. Samen met een reeks andere rijke landenprobeert ze “benchmarks of “streefdoelen” door te drukken dieiedereen zou moeten volgen, zodat er niet meer kan gekozenworden hoeveel diensten landen kunnen liberaliseren en hoe,maar enkel nog welke diensten. De beleidsruimte en de keuzevan de ontwikkelingslanden zal dus opnieuw moeten wijkenvoor de hebzucht van het rijke Noorden.In het landbouwluik van de onderhandelingen daarentegenis de EU veel minder “ambitieus”. In GATS en NAMA eist zevergaande marktopening voor de eigen bedrijven. In de landbouwwil ze liever niet te veel liberaliseren of marktopeningverlenen. De afschaffing van de subsidies voor de export zal erwel komen, maar die zijn op dit ogenblik niet zo belangrijkmeer. De EU heeft trouwens nog niet gezegd tegen wannéér zezullen afgeschaft worden. De subsidies aan de boeren en delandbouwproductie echter zullen niet verminderen. Dat moetook niet per se: niet de hoeveelheid subsidies is belangrijk, welhoe ze worden toegepast. Als subsidies er toe leiden dat de EUlandbouwproducten kan uitvoeren onder de kostprijs (=dumping),dan schaadt dit de belangen van boeren in andere landen,vooral van kleine boeren in ontwikkelingslanden. Maar hetaanpakken van dezedumping staat helaasNIET op de agenda vandeze “ontwikkelings”-ronde. Het resultaat is datde landbouwmarktengeleidelijk meer opengaan, terwijl de aanpassingvan de subsidieszodat ze niet tot dumpingleiden, niet dezelfdetrend houdt, zodat boerenin het Zuiden (waarmen zich geen subsidieskan permitteren) uiteindelijktoch weer de meesteklappen krijgen.En tot slot misschien noghet meest cynische. Zoalsgezegd wil de EU sommige landen wel ontzien. Welnu, met dielanden (de zogenaamde ACP landen, landen uit Afrika, deCariben en de Stille Oceaan) voert de EU afzonderlijke onderhandelingenbuiten de WTO. Deze onderhandelingen moetenleiden tot de ondertekening van zogenaamde EconomischePartnerschaps Akkoorden of EPAs. Van deze akkoorden zegt deEU dat het “instrumenten moeten worden voor ontwikkeling”.Welnu, in deze onderhandelingen verwacht de EU dat deACP–landen hun tarieven op het grootste gedeelte van hun handelniet zozeer zouden verminderen, maar gewoon hélémaalafschaffen!De hypocrisie, het cynische en het egoïsme van het Europesehandelsbeleid kent blijkbaar geen grenzen.Wat er in Hong Kong gaat gebeuren is nog niet duidelijk.Hopelijk houden de ontwikkelingslanden ook dit keer het beenstijf zoals in Cancun in 2003 waar de vijfde WTO ministerconferentiemislukte. Liever dat, dan dat het Zuiden scherpe dienstenliberaliseringenen tariefverminderingen moet slikken omhet Noorden weer eens wat rijker te maken.Marc Maes is medewerker Europees handelsbeleid van 11.11.11■32DOSSIERVrede | nr. 376 | november-december 2005


onfatsoenlijkI Jean-Marie Brom en Stéphane Lhomme IIn Le Monde schreven de auteurs een opiniestuk om hun afkeer te uiten over de toekenning van de Nobelprijs voor de vredeaan het internationaal atoomenergieagentschap (IAEA). Deze internationale instelling verdient die prijs gewoonweg niet,is hun stelling. We vertaalden voor u enkele passages (red.)Volgens haar statuten van 1957 heeft het IAEA « tot doel om de bijdragevan atoomenergie voor vrede, gezondheid en welvaart van dewereld te verbeteren en te versnellen ». Het agentschap is dus eeninstantie die de nucleaire verspreiding promoot, en niet het omgekeerde.Elk land dat vandaag over het atoomwapen beschikt dankt ditaan het feit dat het over een of meerdere civiele nucleaire reactorenbeschikt. Trouwens, de huidige overdrukwaterreactoren van Europazijn directe erfgenamen van de Amerikaanse reactoren die uitsluitenddienden om plutonium voor de atoombom te produceren.Vredesactivisten verwijten dus, niet zozeer de verspreiding van deciviele opwekking voor kernenergie, maar wel dat het agentschapeen belangrijke verantwoordelijkheid heeft in de nucleaire proliferatievoor militaire doeleinden.Het stilzwijgen van het agentschap bij elkekernbomproefneming – een sterk bewijs dat deciviele kennis kan worden omgeleid naar militaire– is een duidelijk teken van haar onbekwaamheid.Het agentschap zou veel overtuigender klinkenmocht ze het militair ‘misbruik’ van het plutoniumuit civiele centrales aanklagen. Ondanks deveelvuldige inspecties in echt verdachte landen isze steeds van een kale reis teruggekomen. Door zichzelf te promotenals een controleagentschap dat toezicht houdt op de nucleaireproliferatie voor militaire doeleinden misleidt het IAEA de publiekeopinie, en laat het de mensheid wegzakken naar een onherstelbaresituatie. Door landen aan een nucleaire industrie te helpen is hetIAEA een brandweer pyromaan dat meewerkt aan de verspreidingvan het nucleaire risico dat ze trouwens zelf niet kàn controleren.Daar moeten we nog aan toevoegen dat het Agentschap dikwijlsde gevolgen van het nucleaire niet onder ogen heeft willenzien. Dat was bijvoorbeeld recent nog het geval met haar rapportdat de reële gevolgen van Tsjernobil erg minimaliseerde.Sedert 1959 mag de Wereldgezondheidsorganisatie zich nietuitspreken over de gevolgen van het nucleaire op de volksgezondheidzonder voorafgaand akkoord van het IAEA. Dit Agentschapstaat dus duidelijk ten dienste van de nucleaire industrie die zichontwikkeld heeft op het puin van Hiroshima en Nagasaki.De werkzaamheden van het agentschap geven dus helemaalgeen aanleiding om haar een prijs toe te kennen voor haar bijdrageaan « de bescherming van de mensenrechten, bemiddeling bijinternationale conflicten, de controle van arsenalen en aan de ontwapening», zoals het Nobelcomité het stelde.IAEA’S EIGEN VISITEKAARTJEHet Internationaal Atoomenergie Agentschap werd opgericht omde bijdrage van atoomenergie voor vrede, gezondheid en welvaartvan de wereld te verbeteren en te versnellen. Het zal er voorzorgen, voor zover als het kan, dat de geleverde ondersteuningniet op een manier gebruikt zal worden dat het militaire doeleindenzou kunnen dienen. 1De vorige algemeen secretaris was de Zweed Hans Blix, dehuidige is de Egyptenaar Mohamed El Baradei.Er zijn vandaag drie hoofddoelstellingen: het promoten van beveiligingen verificatie, het promoten van veiligheid, en het promotenvan wetenschap en technologie.De IAEA is de wereldwijde nucleaire inspectie, met meer danveertig jaar verificatie-ervaring. Inspecteurs controleren of hetHet stilzwijgen van het atoomagentschapbij elke kernbomproefneming is een duidelijkteken van haar onbekwaamheid.beveiligde nucleair materiaal en nucleaire activiteiten niet wordengebruikt voor militaire doeleinden.Het Agentschap helpt landen hun nucleaire veiligheid verhogen,en bereidt hen voor om op noodsituaties te kunnen reageren.Er is interactie met internationale conventies, standaarden enexpertise. De hoofddoelstelling is om mens en milieu te beschermenvan blootstelling aan schadelijke straling.Het IAEA is het steunpunt van de wereld om vreedzame toepassingvan nucleaire wetenschap en technologie te mobiliserenvoor de ergste behoeften van ontwikkelingslanden. Haar activiteitendragen bij tot de strijd tegen armoede, ziekte, milieuverontreinigingen andere doelstellingen van duurzame ontwikkeling.Jean-Marie Brom is een Frans kernfysicusStéphane Lhomme is woordvoerder van het netwerk « Sortir dunucléaire ».––––––1 http://www.iaea.org/about/statute_text.html■DOSSIER33Vrede | nr. 376 | november-december 2005


ief van de israëlische ambassadeur enons antwoord daaropOnze tribune in De Standaard heeft ook een reactie uitgelokt van de Heer Juhudi Kinar, ambassadeur van Israël.We plaatsen deze brief hier integraal gevolgd door ons uitgebreid antwoord.Geachte Heer De Brabander,Hierbij mijn reactie op uw stuk, verschenenin ‘De Standaard’ van maandag3 oktoberjl.De titel “selectief doorgeprikt” past mijnsinziens beter bij de argumenten die regelmatigdoor ‘Vrede’ worden ontwikkeldbetreffende het conflict in het NabijeOosten. Inderdaad, van uw organisatie enaanverwante verenigingen krijgt mensteeds hetzelfde refrein te horen dat Israëlde VN resoluties voortdurend aan zijnlaarzen lapt, terwijl het conflict juist hetgevolg is van de verwerping, door de onsomringende landen, van Resolutie 181 vande VN over de verdeling van het mandaatgebiedPalestina.Israël wordt door u steeds in de verdomhoekgeplaatst en voorgesteld als hetabsolute kwaad, oorzaak van het steedsonopgelost conflict met de Palstijnen. Metgeen woord wordt gerept over dePalestijnse terreur en het blijvend geweldgericht tegen de Israëlische burgers.Vrede, geachte Heer De Brabander, isgeen eenrichtingsbedrijvigheid, maarwordt tussen twee partijen gesloten. Alsgeslaagde voorbeelden geef ik U onze vredesakkoordenmet Egypte en Jordanië,trouwens gebaseerd op Resolutie 242waarvan uw lezing ook selectief blijkt tezijn. Onze voormalige Ambassadeur bij deVerenigde Naties en oud-Minister vanBuitenlandse Zaken Abba Eban had destijdsbeweerd dat indien de Arabische landeneen Resolutie zouden voorstellen, datde wereld vierkant is, deze resolutie inieder geval ook met een absolute meerderheidin de VN zou worden goedgekeurd.Misschien dat dit u tot wat nadenkenaanspoort.En over atoomwapens gesproken, devraag of Israël er al dan niet over beschiktis niet zo relevant. Israël heeft nooitgedreigd om een ander land te vernietigen.Iran daarentegen is het enige land inde internationale gemeenschap dat openlijkdreigt met de vernietiging van eenander land, m.n. Israël (zoals vroeger deArabische landen en de Palestijnen deden). Waarom reageert de organisatie ‘Vrede’niet tegen dat vreedzaam - of wreedzaam- land?Het gaat hier niet, geachte heer DeBrabander, om de vraag of er al dan nietkritiek wordt uitgebracht op Israël of ophaar regering. Dergelijke kritiek is perfectlegitiem. Het gaat hier wel om de vraag ofde vrede tussen twee volkeren bevorderden aangemoedigd wordt als één partijvoortdurend gestigmatiseerd en gedemoniseerdwordt.Hopelijk overweegt U om mijn reactieongeselecteerd te publiceren en aan uwleden kenbaar te maken.Hoogachtend,Jehudi KinarAmbassadeur van Israëlhet antwoord op de reactie van de ambassadeurGent, 7 oktober 2005Aan de heer Jehudi Kinar - Ambassadeur van IsraëlBetreft: uw brief van 6 oktober 2005gericht aan Ludo De Brabander, vzwVredeGeachte Heer ambassadeur,Dank voor uw reactie op onze tribune inDe Standaard van 3 oktober.Ik weet dat het weinig zin heeft om ute overtuigen van de zaak die we verdedigen.Het is immers uw taak om de belangenvan de staat Israël te verdedigen endat is niet altijd verenigbaar met de zaakdie wij proberen te dienen: streven naarvrede en rechtvaardigheid. Toch vond ikhet belangrijk om u onderstaande reactiete bezorgen als antwoord op uw schrijvenvan 6 oktober. Ik probeer zo eerlijk mogelijkte antwoorden, ook al beschuldigt ume (ons) van selectiviteit. Wat dat laatstebetreft: als het verdedigen van de belangenvan onderdrukten selectiviteit is, danweze dat zo. Het vormt wel een belangrijkprincipe voor onze organisatie.1. De geschiedenis. Ik denk dat hetbeter is nog verder terug te gaan inde tijd om de discussie over hetoprichten van de staat Israël in eencorrect daglicht te plaatsen. Tijdenshet Ottomaanse Rijk bestond de joodsebevolking uit slechts een kleineminderheid. De eerste zionistische34RECHT OP ANTWOORDVrede | nr. 376 | november-december 2005


immigraties aan het begin van de20 ste eeuw konden al meteen rekenenop het verzet van de plaatselijkebevolking. De historische feiten zijnimmers dat het ontstaan van de staatIsraël een gevolg is van aankopen (hetJoodse Nationale Fonds) en vervolgensroof van grond van plaatselijke bewoners,de Palestijnen. De WereldZionistische Congressen haddenbepaald dat in dit nochtans al bevolktegebied de staat Israël (en in de ideologievan het Zionisme, een zo zuivermogelijke staat) zou worden opgericht.De Zionistische leiders zagenzich hierin gesteund door de Britsekolonisator (het ‘joods Nationaaltehuis’ van Balfour). Ik herinner u eraan dat de naar schatting 750.000Palestijnen, gevlucht voor de oorlog (iklaat in het midden wat de reden wasvoor hun vertrek, want dit alleen al isal voorwerp van discussie) het rechtop terugkeer werd ontzegd (in strijdmet VN-resolutie 194 van de AV van deVN). Hun huizen werden in beslaggenomen en in de meeste gevallenmet de grond gelijk gemaakt. Ik brengu deze feiten in herinnering omdat ze,zoals ik al meermaals mocht ervarentijdens mijn bezoeken in Israël, uit hetcollectieve geheugen lijken te zijngewist. De vluchtelingen zijn echterhet levende bewijs dat Israël niet opniemandsland is gebouwd. Ik weet datu hierop meteen de Bijbelse geschiedenisuit de kast kan halen. Laat onsdaarin redelijk zijn. De feiten waar ikhet over heb, kennen nog altijd levendegetuigen.2. Terreur.a. Terreur vormde altijd al een begrip datgebruikt en misbruikt en vooral selectiefgebruikt wordt. Het andere kamppleegt altijd terreur. Het eigen kampvoert een ‘vrijheidsstrijd’ of in hetgeval van Israël een ‘verdedigingtegen de terreur’. Het terroriseren vande burgerbevolking is iets wat wealtijd hebben aangeklaagd, van welkezijde ook. Burgers mogen onder geenbeding het slachtoffer zijn van willekeuriggeweld. Terreuraanslagen opbussen of markten door Palestijnseorganisaties moeten veroordeeld worden.Daar kan niet op worden ingebonden,onschuldige burgers moetenzoveel mogelijk beschermd wordenvoor daden van geweld, dat is gelukkigook bepaald in het internationaal(oorlogs)recht. Maar dat geldt evenzeervoor de slachting in pakwegJenin, nu drie jaar geleden (waarbijnaast strijders ook burgers zijngedood en een hele wijk is gesloopt)of voor de schietpartij door een aanhangervan de radicale kolonisten opPalestijnse busreizigers in Gallilea. Deverklaring van het ministerie vanDefensie luidde dat “volgens deIsraëlische wetgeving alleen aanvallenvan vijanden van Israël als terrorismeworden gezien”. Dat lijkt me toch weleen zeer duidelijk voorbeeld van selectiviteit.b. Het is een aloude techniek van Israëlen bondgenoot VS om oorzaak engevolg om te draaien. Het geweldkomt niet uit de lucht vallen, maar iseen gevolg van eerst de soms vrijagressieve immigratie, gevolgd doorde in Palestijnse ogen volstrektonrechtvaardige verdeling van hetmandaatgebied Palestina, de bezettingvan de Palestijnse gebieden, deeconomische blokkades en de represaillesen strafexpedities van hetIsraëlische leger. Er is een cirkelgegroeid van geweld en tegengeweld,terreur en tegenterreur. In de grond ishet echter zo dat al midden de jarenzeventig de VN het verzet tegen debezetting als een legitieme vorm vangeweld beschouwen. Voor sommigePalestijnse groeperingen is Israëlgebouwd op Palestijnse grond en dusDe historische feiten zijn immers dat hetontstaan van de staat Israël een gevolg isvan aankopen en vervolgens roof vangrond van plaastelijke bewoners, dePalestijnen.eveneens bezet gebied. De meestegrote fracties hebben zich formeel ofdefacto echter bij het bestaan van destaat Israël neergelegd en eisen nietmeer of minder het stopzetten van debezetting. Dat weet u beter dan ik.Aan de terreur kan slechts een eindekomen als het volledige grondgebiedaan de Palestijnen wordt teruggevenen de rechten van de vluchtelingenworden hersteld. Noch het een, nochhet ander is gebeurd en dus zalgeweld blijven deel uitmaken vanbeide samenlevingen. Israël draagtdaarin een grote verantwoordelijkheid.Het is eerst de bezetting ontmantelenen dan kan er pas een eindekomen aan het geweld, niet omgekeerd.Geen enkel volk verdraagtbezetting.c. De geschiedenis van de terreur in hetMidden-Oosten begint niet bij deoprichting van de PLO, of de eerste entweede intifada maar veel vroeger. Deeerste grote terreurdaden werdengepleegd door brigades als Irgun en(het ervan afgesplitste) Stern. Vanafeind de jaren dertig tot eind jaren ’40zijn deze brigades verantwoordelijkvoor tal van terreuraanslagen opmarkten en gebouwen zowel burgeralsmilitaire doelen (met veel burgerslachtoffers).Een Brits ‘White paper’van 24 juli 1946 was getiteld ‘terrorismein Palestina’ waarbij het JoodsAgentschap wordt beschuldigd vanmedeplichtigheid aan terrorisme metIrgun en Stern Brigades. Ook BenGoerion werd van medeplichtigheidaan terreur beschuldigd. De paper verscheentwee dagen na de terreuraanslagdoor Irgun op het King DavidRECHT OP ANTWOORD35Vrede | nr. 376 | november-december 2005


Hotel waarbij 92 mensen omkwamen(Britten, Joden en Arabieren). Onder devele terreurdaden noem ik nog demassaslachting in Deir Yassin doorLehi en Irgun Brigades (9 april 1948).De verantwoordelijken claimden zelfdat ze 254 mensen hebben afgeslacht(nagenoeg allemaal burgers). Ik verwijsu naar de uitstekende reconstructievan deze feiten door Ami Isseroffvan de Peace Middle EastDialog Group (ziehttp://ariga.com/peacewatch/dy/)d. Uw premier, Ariel Sharon,wordt trouwens zelf geregeldgenoemd als oorlogsmisdadigeren is dus slechtgeplaatst om anderen overterreur de les te spellen. Alsofficier en leidende commandantvan eenheid 101,verantwoordelijk voor ‘vergeldingsactiestegen hetArabisch terrorisme’, heefthij in 1953 geen onschuldigeoperaties gevoerd. Inaugustus 1953 vonden naarschatting 50 vluchtelingende dood als gevolg van eendergelijk actie in het kampEl Bureij (het ging om willekeuriggeweld, door o.a. hetgooien van granaten doorde ramen). In oktober vanhetzelfde jaar was het debeurt aan het dorp Qibya.Reden: het vermoorden van een moederen twee kinderen in een Israëlischdorp, een daad die trouwens doorJordanië was veroordeeld met eenaanbod om te helpen bij het onderzoekernaar. Er was trouwens helemaalgeen duidelijkheid over eenmogelijk verband tussen Qibya en demoordpartij. Desondanks werden 69burgers (waaronder vrouwen en kinderen)gedood en 45 huizen met degrond gelijk gemaakt. Militaire waarnemersvan de VN hebben de aanvalals ‘gruwelijk’ omschreven. Het magazineTime stelde dat Sharons soldaten“elke man vrouw en kind neerschotendie ze konden vinden. Het geschreeuwvan de stervenden waren te horenmidden de explosies.” Begin jarenzeventig was Sharon verantwoordelijkvoor de ‘pacificatie’ van de Gazastrook.Hij maakte zich schuldig aan de vernietigingvan honderden huizen enzorgde zo opnieuw voor vele duizendenvluchtelingen, de latere acties inde Gaza zijn dus heus geen nieuwwapenfeit. In 1983 zou de Israëlischeparlementaire Kahan CommissieDefensieminister Sharon ‘indirect verantwoordelijk’achten voor de slachtpartijenin de Libanese vluchtelingenkampenSabra en Shatilla, etc… Ik hoefu dit wellicht niet te vertellen. Ik wil uer wel op wijzen dat Israël moreelslecht geplaatst is om het geweld ende terreur van de Palestijnen te veroordelenen tegelijk over de eigen terreurdadente zwijgen. Het is onze taakom dit aan te klagen, omdat uw landzeker in de Angelsaksische pers in datverband op veel krediet kan rekenen.We hopen op die manier de zaken watin beter perspectief te brengen en vindendaarin trouwens een bondgenootin de Israëlische vredesbewegingwaarmee we samenwerken.3. VN-resolutie 181. Dat Israël de verdelingvan het gebied zou hebben aanvaardwordt betwist door verschillendehistorici uit Israël, die op basis vande openbaarmaking van de archieven,een reconstructie hebben gemaaktvan de gebeurtenissen tussen 1947 en1949. Deze zogenaamde ‘nieuwe historici’hebben aangetoond dat Israëluit was op verdere gebiedsuitbreiding,meer bepaald door o.m. eenopening naar de stadJeruzalem te forceren, die doorde internationale gemeenschapuitgeroepen was tot ‘corpusseparatum’. DeHaganahleiding (de voorlopersvan het IDF, het Israëlischeleger) had immers het planDalet (plan D) aangenomendat zeer snel evolueerde naareen agressieve offensieve strategiemet als belangrijkenevendoelstelling zoveelmogelijk grondgebied in beslagte nemen. Dat dit altijd eenbelangrijke doelstelling isgeweest bewijzen de velemaatregelen die nadien zijngenomen om het veroverdegebied te consolideren, zonderenige intentie te onderhandelenover teruggave van grondgebied.In 1980 heeft deKnesset na een geforceerdedemografisch gunstige politiekvoor de joden, de stad uitgeroepenals (ondeelbare) hoofdstad vande staat Israël. Daarmee werdenopnieuw de rechten van de Palestijnenaangetast. In uw reactie zwijgt u zedigover de door Israël gevoerde bevolkingspolitiekin deze stad: het verleggenvan de grenzen van de metropool,de actuele aanhechting van de grotekolonies (Maale Adumim), de pasjespolitiek,het niet verlenen van bouwvergunningenaan Palestijnse bewoners,de recente grootschalige onteigeningenen de bouw van de muur diede Palestijnen afsnijdt van hun scholenen werk. Conclusie: de staat Israëlheeft geen officiële grenzen en datmaakt het mogelijk om steeds meergrondgebied van de Palestijnen af te36RECHT OP ANTWOORDVrede | nr. 376 | november-december 2005


knabbelen. Dat zijn de blote feiten,niets anders. Israël heeft zich dus helemaalniet neergelegd bij de bestandslijnen,zoals u suggereert. Dat bewijstvandaag nog altijd de kolonisatiepolitiekop de Westelijke Jordaanoever enin de Golan. De annexatieplannenworden openlijk beleden in het ‘disengagement-plan’en verduidelijkt in talvan uitspraken van premier Sharon.Israël heeft juist handig gebruikgemaakt van het gebrek aan vastgelegdegrenzen om in versneld tempohet gebied dat ze bezet houdt wederrechterlijkte bevolken. Het traject vande muur/het hekken toont duidelijkdat Israël de bestandslijn al lang nietmeer als toekomstige grensbeschouwt. De staat Israël heeftbovendien tijdens het zogenaamde‘vredesproces’ in de jaren negentig (ikspreek liever van het Oslo-proces), dekolonisatie van de bezette gebiedengeïntensiveerd: aan tafel werd er overvrede en teruggave gepraat, op hetterrein verdubbelde tussen 1993 en1999 de kolonistenpopulatie. De thesevan de ‘natuurlijke aanwas’ is te belachelijkom er verder op in te gaan.4 Kernwapens. De vraag of Israël overatoomwapens beschikt is wel degelijkrelevant. Uw antwoord ligt in de lijnvan de Israëlische politiek van ‘ambuigiteit’.Dat betekent ten eerste: jegeeft niet toe dat je ze hebt om internationaleproblemen te vermijden,want Israël is geen lid van het nonproliferatieverdrag(in tegenstellingtot Iran) waardoor er ook geen controledoor het InternationaalAtoomenergieagentschap kan gebeuren.Ten tweede je suggereert dat je zewel hebt omdat de kernwapens daneen strategische functie vervullen:afschrikking. U verzwijgt trouwenseen deel van de waarheid. Israël heeftniet gedreigd met het vernietigen vaneen ander land, maar schuwt welgeen geweld om het nucleaire monopoliein Israëlische handen te houden.Dat gebeurde begin jaren ’80 met deaanval op Osirak. En nu wordtopnieuw gedreigd met een aanval opnucleaire installaties in Iran. Hetgevaar op een escalatie als gevolg vanzo’n militaire actie is groot. Met zelfverdedigingheeft dat niets van doen.Bovendien heeft Israël wel al verschillendekeren indirect gedreigd met hetinzetten van kernwapens. Want hoemoet ik het begrijpen als Israëlischeleiders dreigen dat ze zich ‘het rechtvoorbehouden’ om deesnoods met‘alle middelen’ te reageren (zoals deboodschap was op crisismomentenrond Irak). Ondertussen is er discussieover een verandering van strategie, zijhet allemaal in verdoken (gezien hettaboe rond het onderwerp) termen.David Ivry, in 1998 de directeur-generaalvan het ministerie van Defensie,spreekt over een ‘second strike capability’en alludeerde op de VS-doctrinetijdens de Koude Oorlog, de ‘wederzijdseverzekerde vernietiging’ (MAD),“als model voor Israël”. Hoewel Israëlhet NPV niet heeft getekend verhinderdedat niet dat beide landen in1998 een ‘Memorandum ofAgreement’ hebben afgesloten tegendreigingen van regionale raketten enmassavernietigingswapens. In hetmemorandum geen woord over hetgevaar van Israëlische preventieveaanvallen, noch over het Israëlischearsenaal massavernietigingswapens.Israël bezit een nucleair monopolie inhet Midden-Oosten zonder dat erzicht is op de nucleaire strategie, hetarsenaal en zonder enige controle vanexterne instanties. Dat is een gevaarlijkesituatie. Uitspraken van hoge officierenen defensiespecialisten tonendat wel eens meer dan louter afschrikkingin het geding zou kunnen zijn.Generaal-majoor Yitzhak Ben-Yisrael,hoofd van deBewapeningsadministratie voorOnderzoek en Ontwikkeling stelt datbehalve een afschrikkingpolitiek ookeen preventieve aanvalscapaciteitnoodzakelijk is. “Een klein land kanniet voor lange periodes in gevechtgaan. Een preventieve aanval is daarmeein overeenstemming”. En hij vervolgt:“je kunt niemand afschrikkenbehalve door je capaciteit te tonen”.Vooral het debat in Israëlische defensiekringenover hoe reageren in gevalvan een aanval met chemische of biologischewapens doet het ergste vrezen.Shai Feldman, directeur van hetJaffa Centrum voor StrategischeStudies aan de universiteit van TelAviv zegt dat Israël er op voorbereiddient te zijn om elk wapen te gebruiken– nucleaire wapens inbegrepen –indien het wordt aangevallen metchemische en biologische wapens. Ikdenk dat de wereld er bij gebaat is dathet Midden-Oosten, zonder uitzonderingnucleair ontwapent (ook dewereld trouwens). Het feit dat Israëlover een kernwapenarsenaal beschiktis evengoed een bedreiging voor debuurstaten en kan als argumentgebruikt worden om zelf massavernietigingswapenste produceren en ermee te dreigen. Ook hier ligt opnieuween belangrijke verantwoordelijkheidbij de staat Israël, ipv alsmaar naarIran of Irak te verwijzen als ultiemargument om de zaken op hun beloopte laten. Je kunt het ene land niet verbiedenwat je zelf hebt.5. Het vredesakkoord met Jordanië enEgypte. Daar ga ik niet veel woordenaan vuil maken, want dit is een veelcomplexer verhaal dan u laat uitschijnen.Deze landen hebben eieren voorhun geld gekozen. De belangen van dePalestijnse bevolking vallen immersniet samen met die van de regeringvan beide landen. Bovendien werdenze voor deze vrede zwaar beloond.Zowel Jordanië als Egypte kunnensindsdien rekenen op zware steunvanuit de VS. Je zou evengoed kunnenzeggen dat ze de vrede afgekocht hebbenof nog anders de Palestijnse zaakuitverkocht. Hangt ervan af van welkekant je dit bekijkt.Ik hoop hiermee voldoende argumentente hebben aangebracht die onze houdingverduidelijken.Hoogachtend,Ludo De Brabander is Stafmedewerker vzwVrede■RECHT OP ANTWOORD37Vrede | nr. 376 | november-december 2005


het strategisch belang van de bakoe-pijplijngeopolitiek en “kleurenrevoluties’’ tegen de tirannieënI F. William Engdahl INa een lichte daling van de olieprijzen onder het niveau van 65 dollar per barrel steeg de olieprijs weer naar 70 dollar.Aan deze prijsschommelingen naar boven komt voorlopig geen einde. De opening van een grote oliepijplijn van deKaspische Zee naar de wereldmarkt zou de stijgende olieprijs kunnen afremmen.Momenteel ligt de wereldwijde vraag naarolie voor het tweede semester van 2005gemiddeld 3 miljoen barrel per dag hogerdan in het eerste semester van dit jaar.Volgens de schatting van OPEC zou dewereldwijde vraag naar olie voor het vierdekwartaal 86 miljoen barrel per dag bedragen.In juni hebben de Amerikaanse raffinaderijenop hoge toeren, ongeveer 97 % van hun capaciteit,gewerkt wat een gevaarlijk hoogniveau is. Irak is bij een productie van 1,5 miljoenbarrel per dag blijven steken, dat is veronder het vooroorlogse niveau en ver onderde 2,5 tot 3 miljoen barrel of meer per dagdat door Cheney en Washington was vooropgesteld.In juli of augustus zouden 225.000barrel per dag uit de Bonga olievelden uitNigeria toekomen, wat het grootste olieprojectbuiten de Kaspische regio is.OPENING VAN DE KASPISCHE OLIE-LIJNIn deze situatie loont het de moeite om debelangen van de in mei in gebruik genomenoliepijplijn van Bakoe naar Ceyhan nader teonderzoeken. Deze 1762 km lange pijplijn wasenkele maanden eerder klaar dan oorspronkelijkgepland. Men is met de bouw van dezeaanvoerlijn van Bakoe via Tiflis naar Ceyhan(BTC) in 2002 gestart, na vier jaren intensieveonderhandelingen. Het prijzenkaartjebedraagt 3,6 miljard dollar waardoor het eenvan de duurste olieprojecten is. De belangrijksteinvesteerder is British Petroleum (BP)waarvan de voorzitter lord Brown, eenbelangrijke raadgever van Tony Blair is. BPbouwde de pijplijn samen met een consortium,waarvan het Amerikaanse UNOCAL, hetTurkse Petroleum Inc. en nog enkele kleinereinvesteerders deel uit maken. Het zal tot eindseptember duren om het vereiste volumevan 10,4 miljoen barrel op te werken alvorensmet het doorpompen van de olieleveringennaar de Turkse terminal van Ceyhan kanbegonnen worden. Ceyhan is gunstig gelegenin de nabijheid van de Amerikaanseluchtmachtbasis van Inçirlik. Sinds de steunvan Clinton in het jaar 1998 heeft BTC eenstrategische hoge prioriteit. De Amerikaansestaatssecretaris voor energie, SamuelBodman bracht tijdens de openingsceremoniede persoonlijke gelukwensen vanPresident G.W.Bush over. De politieke structuurvan de Centraal Aziatische Kaspischeregio is zeer complex. De olierijke regio vande Kaspische zee wordt sinds de implosie vande Sovjet-Unie door andere machtsblokkengegeerd en dan vooral door de VerenigdeStaten. Er zijn twee in het oogspringendepokerspelers. Aan de ene zijde is er het verbondVS– Turkije-Azerbeidzjan en sinds dezogenoemde tulpenrevolutie in Georgiëbehoort ook dit kleine maar belangrijke landonmiddellijk gelegen aan de pijplijn routetot deze groep. Aan de andere zijde hebbenwe Rusland die door de gevolgde route vandeze oliepijplijn de controle over de oliewinningin de Kaspische zee tot aan de Iraansekustlijn verliest. Daarom onderhoudt Ruslandeen vastbesloten alliantie met Iran enArmenië als verweer ten opzichte van degroep rond de Verenigde Staten. Deze opdelingin twee kampen is belangrijk om de ontwikkelingin de regio te begrijpen nu de BTColiepijpleiding klaar is en de route doorheenGeorgië in handen is van dezen dieWashington ondersteunen. Hoe zal Moskouhierop reageren? Heeft Poetin trouwensmogelijkheden -tenzij het allerlaatste, eennucleair ingrijpen? In de voorbije maanden iseen geopolitiek model duidelijker geworden.Door zowel een openlijke als verdekte steunen financiering door Washington zijn regimesin de gewezen sovjetstaten die in debuurt van de BTC oliepijplijn lagen de een nade andere aan de macht gebracht met hetdoel de controle van de oliepijpleiding uit dehanden van Moskou te houden.38GEOPOLITIEKVrede | nr. 376 | november-december 2005


De Oekraïne is nu min of meer in de handenvan een door Washington gesteund“democratisch“ regime onder de leiding vanhun gunsteling Viktor Juschenko. De officiëlecorruptie nam sinds september zo eenomvang, dat Juschenko zijn eerste ministeren miljardair Julia Timoschenko moest ontslaanom zijn eigen huid te redden. JuliaTimoschenko is in de Oekraïne schatrijkgeworden als regeringsbeambte in dubieuzehandelstransacties met Gazprom. Sindsdienis ze bekend onder de naam van “gasprinses“.De geloofwaardigheid van de Juschenkoregeringin eigen land vermindert zienderogennu de euforie over de Oekraïense oranjerevolutieplaats maakt voor de economischerealiteit. Op 16 juni was Juschenko noggastheer van een speciale bijeenkomst vanhet Davos Economisch Forum rond mogelijkeinvesteringen in de nieuwe Oekraïne. Opdeze bijeenkomst in Kiev kondigde de regeringonder leiding van Timoschenko aan datze een nieuwe oliepijpleiding vanuit deKaspische regio doorheen de Oekraïne naarPolen zouden bouwen waardoor hun afhankelijkheidvan de Russische olie en gas zouverminderen. Ze onthulde ook dat deOekraïense regering over dit project in ernstigeonderhandeling was met Chevron, devroegere firma van Condoleeza Rice. Hetwordt voor iedereen duidelijk dat een dergelijkproject de Russische belangen in de regioschaadtEen reden voor de sterke steun vorig jaarvan Washington aan Juschenko was debeslissing van de Kutschma regering en hetparlement om de olietoevoer van deBrody–Odessa pijpleiding van de geplanderoute van haven van de Zwarte Zee naarPolen te wijzigen. Daardoor zou de bindingvan de Oekraïne met het westen in gevaarzou komen. Nu onderhandelt de Oekraïnemet Chevron over de bouw van een nieuweoliepijpleiding, die de dezelfde doelstellingheeft. Op dit ogenblik komt 80% van deOekraïense energiebehoefte uit Rusland. Eentweede project dat de regering en de staatsondernemingNAK (Naftogas Oekraïne) voorstaanis een project met de Franse ondernemingGaz de France voor de bouw vanuit Iranvan een gaspijpleiding die de gastoevoer uitRusland moet vervangen. Dit project zou debanden zowel tussen Rusland en Iran als tussenRusland en Frankrijk verzwakken. Op debijeenkomst van Kiev maakte de regeringvan Kazakstan bekend dat tijdens een internationalebijeenkomst van investeerders inAlma Ata gesprekken liepen met Kiev om deolie uit Kazakstan door de voorgesteldeOekraïense oliepijpleiding naar de Baltischeregio te pompen. Ook hier is Chevron debelangrijkste speler in een consortium dat inTengiz de olie van Kazakstan naar bovenpompt. De connecties van US Big Oil met deBushadministratie zorgen ervoor datCondoleeza Rice, Dick Cheney en deAmerikaanse administratie een belangrijkerol spelen in de gesprekken over de aan teleggen oliepijpleidingen. De Bakoe–Ceyhanoliepijpleiding werd oorspronkelijk door BPen anderen als het “project van de eeuw”bestempeld. Zbignieuw Brzezinski, die tijdensde Clintonperiode een belangrijke raadgevervan BP was, heeft in Washington aangedrongenom dit project de nodige steun te geven.Het was inderdaad ook Brzezinski, die in1995, in opdracht van Clinton, in Bakoe eenofficieuze ontmoeting had met de Azerischepresident Haidar Aliyev, om over de Bakoepijpleidingen inclusief de latere BTC- pijpleidingte onderhandelen.DE VS-AZERI VERBINDINGBrezinski zit ook in de leiding van de VS-Azerbeidjaanse handelskamer (USACC). Devoorzitter van USACC in Washington is eenEon-Mobil directeur,Tim Cejka, president vanEONMobil Exploration. Naast Brezinski hebbenook Henry Kissinger en James Baker IIIzitting in bovenvermelde Amerikaanse handelskamer.Baker is de man die in 2003 persoonlijknaar Tiflis ging, om Schewardnadsete overhalen plaats te maken voor de inAmerika opgeleide Georgische presidentMichail Sakaschwili. Ook Brent Scowcroft zitnu in het bestuur van USACC. Dick Cheneywas ook lid van de club tot hij vice-presidentvan de VS werd. Dit is een Amerikaansmachtsteam van zwaargewichten en geopolitiekemachtsmanipulatoren. Het moet trouwensgezegd worden dat de machtselite inWashington normalerwijze hun tijd niet inDoor steun en financiering vanuit Washingtonzijn regimes in de gewezen sovjetstaten in debuurt van BTC oliepijplijn aan de macht gekomen.zulke machtconcentraties verspillen tenzijvoor een hoogst belangrijk geostrategischgebied. Nu de oliepijplijn BTC naar Ceyhan isafgewerkt, wordt in een tweede fase eenpijpleiding onder de zeebodem van deKaspische zee aangelegd naar Kazakstan enTurkmenistan met zijn rijke gasreserves. Diekunnen mogelijkerwijze de energiebronnenvan China richting westen brengen. In dezesamenhang is het opvallend, dat presidentBush zelf in mei van dit jaar naar Tiflis reisdeen op het Vrijheidsplein een rede hield omaanhang te winnen voor de oorlog tegentirannie. Hij prijsde de door de VS gesteundekleurenrevoluties van de Oekraïne totGeorgië. Dan bekritiseerde hij de opdelingvan Europa tengevolge van de akkoorden vanJalta in 1945. Hier gaf hij de volgende verklaringaf:“We zullen de vergissingen van anderegeneraties niet herhalen, door sussendeposities tegenover de tirannie in te nemen ofze te verontschuldigen en de vrijheid op teofferen aan het tevergeefs zoeken naar stabiliteit…Wehebben onze les geleerd, niemandsvrijheid mag opgeofferd worden. Op langeretermijn hangt onze veiligheid en duurzamestabiliteit van de vrijheid van de anderen af”.Vervolgens zei Bush:“Nu zien we dwars doorheende Kaukasus, Centraal Azië en hetMidden-Oosten in de harten van de jongemensen hetzelfde verlangen naar vrijheidbranden. Ze eisen hun vrijheid op en ze zullenze bekomen” .(wordt vervolgd)In het volgend <strong>nummer</strong> worden AzerbeidjanKirgizie en Oezbekistan besproken.Vertaald en bewerkt: A.U.Bron: art. Geopolitik und Farben RevolutiongegenTyranneien – www.zeit-fragen.ch––––––1 Zie ook vrede sept-okt 2005: CIA alsKameleon.■GEOPOLITIEK39Vrede | nr. 376 | november-december 2005


peak oil: einde van de globalisering?I Pieter Teirlinck IDe meeste experts lijken het stilaan eens te worden over de wereldwijde olievoorraden.We zijn door de helft van onze voorraden heen. Hoe komen ze daarbij? En waarom wordt dat door anderen in twijfelgetrokken? Wat zijn de implicaties voor een wereld(economie) die vandaag bijna volledig draait op goedkope olie?Komt er een einde aan de globalisering, aan de wereldwijde fysieke verbinding via vliegtuigen, boten en vrachtwagens?D E OLIEPIEK, WAT I SDAT?De theorie van de oliepiek ishelemaal niet nieuw. DeAmerikaanse geoloog M.Hubbert voorspelde reedsin 1956 dat de Amerikaanseolievoorraden in de jaren’70 zouden pieken. Grafischkan dit voorgesteld wordenvia een belvormige curve:van de eerste olieontdekkingennaar altijd maarmeer ontdekkingen en viaeen bepaald hoogtepunt(oliepiek) naar altijd maarminder nieuwe ontdekkingen.De olieproductie volgt een gelijkaardige curve want de gemakkelijk bereikbare oliereserveszullen eerst geëxploiteerd worden en pas later de minder interessante voorraden(vb. diepzee). Hubbert werd pas geloofd nadat de feiten in ’70 zijn theorie bevestigden: deAmerikaanse olieproductie begon effectief te dalen. Het verschil met toen is dat de meestegezaghebbende analysten het eens geworden zijn over een wereldwijde oliepiek.D E WESTERSE OLIEAFHANKELIJK-HEIDZowel voor industriële activiteiten, transportals verwarming is de hele wereld - enmeer bepaald de Westerse wereld - zeerafhankelijk van olie. De lidstaten van deOESO (Organisatie voor Samenwerking enOntwikkeling waaronder de VS en de EU)namen in 2003 51,5% van het totalewereldenergieverbruik voor hun rekening.En meer dan de helft daarvan bestond uitolieconsumptie. 55% van de olie wordtgebruikt voor transport: 10% wordt geraffineerdtot kerosine, als brandstof voorvliegtuigen en 45% wordt verwerkt totbrandstof voor motorvoertuigen.STIJGENDE OLIEVRAAG E N OLIE-PRIJZENIn 2005 zal gemiddeld 83,4 miljoen vaten(1 vat = 159 liter) per dag verbruikt worden.Dit cijfer blijft snel groeien, aan eenkleine 2% per jaar. Maar de enorme groeieconomieënzoals China en India laten ditcijfer veel sneller groeien. De Chinese olieconsumptiealleen al steeg vorig jaar met17%! Daarom is het land dringend op zoeknaar toegang tot olievoorraden. En hetbuitenland wil natuurlijk graag een graantjemeepikken van die enorme Chineseoliemarkt: van het installeren van pompstationstot de aanleg van asfaltwegen.De oliegiganten BP (GB) en ExxonMobel(VS) wedijveren met elkaar, in de zoektochtnaar een substantiële participatie inhet Chinese staatsbedrijf Sinopec. 1De olieprijzen volgen de toenemende olievraag.Sinds de historisch lage olieprijsvan 1999 is de olieprijs gedurig blijven stijgen.De gemiddelde olieprijs/vat steegvan 2002 (24,3 $) en 2003 (28,1 $) tot 2004(36 $). In 2005 lijken we in een nieuweolieschok beland te zijn, met olieprijzentot meer dan 70$ per vat. De eerste tweeolieschokken waren het gevolg van eentijdelijke schaarste op de oliemarkt, uitgeloktdoor een OPEC-olieboycot (1973,Arabische reactie op Yom-Kippoeroorlog)en ten gevolge van de Iraanse revolutie ende oorlog tussen Iran en Irak (1979). Dehuidige olieschok is een gevolg van eenchronisch probleem om de stijgende olievraag(productie, transport en raffinage)te blijven volgen, in combinatie met politieke(oorlog Irak, sabotage van pijpleidingen),klimatologische (orkanen in Golf vanMexico) en speculatieve redenen.De economische regels van vraag en aanbodlijken niet langer te gelden: aanbodkan de vraag niet langer bijhouden.Normaal daalt de vraag omwille van dehoge olieprijzen, echter nu blijft die vraagnaar olie toenemen. Hoe is het vandaaggesteld met het aanbod? Bestaat er nogcapaciteit voor veel extra olieproductie?En valt er überhaupt nog veel petroleumop te pompen?PRODUCTIE E N VOORRADENDe bewezen wereldwijde olievooraadbedraagt anno 2005 zo’n 1277 miljardvaten olie, waarvan tweederden in hetMidden-Oosten. Algemeen gesproken zijn40ENERGIEVrede | nr. 376 | november-december 2005


OLIERESERVES E N VERBRUIKBewezen oliereserves 2005 (EIA): 1.278miljard vaten (met inbegrip van ‘zandolie’)Niet bewezen oliereserves (USGS): 2.947miljard vatenWereldwijd olieverbruik:In 2002 (IEA): 78 miljoen vpdIn 2005 (IEA): 83,4 miljoen vpd of 30 miljardvaten/jaarVerwacht olieverbruik 2006 (IEA): 85, 2miljoen vpdVerwacht olieverbruik 2015 (EIA): 103 miljoenvpdhet aantal nieuwe olieontdekkingen sindsde jaren ’60 aan het dalen. Sinds 1980wordt er jaarlijks meer olie opgepomptdan er nieuwe olie gevonden wordt. Deproductie moet uiteindelijk de dalendetendens van de olievoorraden volgen.Enige vraag rest: wanneer? De optimisten,zoals het Energy Information Agency (EIA)van de Amerikaanse overheid, verwachtende oliepiek niet voor 2030. 2De pessimisten echter vermoeden dat wede piek ongeveer bereikt hebben. Nemenwe huidige productie en voorraden eensonder de loep, en laat ons daarbij eenkorte toekomstprojectie maken tot 2010met een constante olieproductie als referentie.Grofweg worden de olieproducerendelanden onderverdeeld in drie groepen.Landen van de voormalige Sovjet-Unie, de OPEC en de rest. In die laatstegroep daalt de olieproductie al jaren, zoalsin de VS (oliepiek in ‘70/71), GB enNoorwegen. Zelfs al kunnen landen zoalsAngola, Nigeria, Brazilië en Mexico hunproductie nog opvoeren, dan nog daalt detotale productie van deze groep landennetto met 7 à 8 miljoen vaten per dag(vpd) tegen 2010. 3In de voormalige SU (Rusland,Azerbeidjaan, Kazakstan) kan de olieproductienog enkele jaren opgevoerd wordenmet een maximum van 2 à 3 miljoenvpd tegen 2010.Rest er dus een tekort van ongeveer 5 miljoenvpd tegen 2010 om een gelijkblijvendeolieconsumptie te voeden. Klein detail:de vraag naar olie blijft niet constantmaar stijgt jaarlijks. Om dit groter wordendtekort op te vangen wordt er gerekendop de landen van de OPEC en in hetbijzonder op Saudie-Arabië. 4 Dit landalleen zorgt momenteel voor ongeveereen tiende van de wereldwijde productieen beschikt over de grootste olievoorraden(264 miljard vaten, ongeveer een vierdevan de wereldvoorraad). Maar ofSaudie-Arabie de productie wel kan blijvenopvoeren, wordt in twijfel getrokkendoor een geruchtmakend rapport van2004. 5 De Saudische olievoorraden zoudenhelemaal niet zo groot zijn als eerderwerd geclaimd door de Saudische oliemaatschappijAramco, maar eerder dehelft. Bovendien wordt bijvoorbeeld deproductie van het grootste Saudische olieveldnu al kunstmatig op sterkte gehoudendoor het injecteren van 6 miljoenvaten zeewater per dag! De Saudischeminister van Olie Ali al-Naimi probeerdeeind september nog de oliemarkten tesussen in het kader van de stijgende olieprijzen.De olievoorraden van Saudi-Arabiëzouden volgens hem eerder bijna dubbelzo groot zijn als eerst geschat. 6 Geenpaniek dus aan het oliefront. Of toch wel?BETROUWBAARHEID VAN CIJFERSE N VOORUITZICHTENDe ongeloofwaardigheid van de bewezenolievoorraden zou immers op alle OPEClanden van toepassing zijn. Daarvoor haddenze in de jaren ’80 een zeer goedereden: de invoering van het quotasysteem.7 Hoe groter de olievoorraden vaneen OPEC lid, hoe meer olie het landmocht produceren. Het is dus nietondenkbaar dat er hier en daar serieuswerd overdreven met de cijfers. Omdezelfde redenen zullen OPEC-leden ooknooit toegeven dat de voorraden te grootgeschat werden. Dat deed olieproducentShell verrassend genoeg wel vorig jaar,hoewel de aandeelhouders dat helemaalgeen leuk nieuws vonden. 8Onafhankelijke controle van de cijfers inde OPEC landen wordt niet toegestaan,dus is de omvang van hun olievoorradenniet te verifiëren.Niet alleen de geloofwaardigheid van deOPEC maar ook die van de gerenommeerdegrote onderzoeksinstituten zoalsInternational Energy Agency (IEA, Parijs)en de Amerikaanse Energy InformationAdministration (EIA) en US GeologicalSurvey (USGS) worden zeer sterk in twijfelgetrokken door sommige waarnemers. 9De voorspellingen qua olieontdekkingen, -productie en -consumptie zoudenextreem optimistisch zijn en gebaseerd opmathematische modellen 10 die niet in lijnzijn met de huidige geologische vaststellingen.Zo gaat het EIA er bij de berekeningenvan uit dat er zich geen productieproblemenzullen voordoen ten gevolge vanpolitieke, klimatologische of economischeredenen. Verder zal elke theoretischewinstgevende investering in de olie-industrieongetwijfeld gebeuren en zal de OPECelk mogelijk olietekort ten alle tijde kunnenopvangen. De feiten tonen aan dathet EIA van een weinig realistisch uitgangspuntvertrekt.Onafhankelijke controle van de cijfers inde OPEC landen wordt niet toegestaan,dus is de omvang van hun olievoorradenniet te verifiëren.INVESTEREN I N MINDERCONVENTIONELE OLIEWINNING?Volgens de markttheorie zullen hogereolieprijzen duurdere investeringen verantwoorden.Daardoor kunnen bestaandeoliebronnen mischien beter renderen: inplaats van de huidige 30%, zou misschientot 40% van de totale hoeveelheid olie uiteen bron opgepompt geraken mitsgebruik van –vooralsnog onbestaande-ENERGIE41Vrede | nr. 376 | november-december 2005


nieuwe technologieën. Hogere olieprijzenkunnen ook investeringen in diepzeeboorplatformenverantwoorden, eenmoeilijke en zeer risicovolle klus voor eenmagere opbrengst van maximum tweekeer de huidige wereldjaarproductie aanolie. Of men kan naar olie boren in heelkwetsbare natuurgebieden zoals Alaska.Zulke oplossingen betekenen enkel korstondiguitstel van executie.Een ander door de industrie vooruitgeschoven alternatief vormt de ontginningvan teerduinen. 11 De twee grootstevindt men in Canada en Venezuela. InCanada alleen zouden er 175 miljard vaten‘zandolie’ zeker te ontginnen zijn.Daarmee promoveerde Canada recentelijktot tweede olierijkste land ter wereld, netna Saudi-Arabië. Het proces om teerzandte ontginnen en om te zetten naar bruikbareolie is evenwel duur en zeer milieuonvriendelijk(water- en gasverslindend).De uitstoot van CO2 ligt tot tien keerhoger dan bij gewone olieontginning, watCanada’s Kyotoverplichtingen in hetgedrang brengt. De productie van conventioneleolie kost zo’n 2$ per vat, terwijl datvoor olie uit teerzand 15$ kost. Zulke investeringenzijn enkel te verantwoorden bij(aanhoudende) hoge olieprijzen. En degrootte van de investeringen in deCanadese teerzandontginning zijn van dieaard, dat het er op lijkt dat de olieindustriegelooft in aanhoudende dure olieprijzen.Anno 2005 produceert Canada effectiefreeds 1 miljoen vaten olie per dag uitteerzand, bijna volledig geëxporteerd naarde VS. Tegen 2015 voorziet men een verdrievoudiging.In de VS begint men warmte lopen voor deze nieuwe ‘goldrush’,immers het land verbruikt per dag 20 miljoenvaten olie waarvan het 60% importeerto.a. uit Venezuela en Saudi-Arabië. 12De politieke stabiliteit, nabijheid en vriendelijkebetrekkingenmaken vanCanada een aantrekkelijkerimportland.W A T DOEND E BELEIDS-MAKERS?Hoewel er noggeen beleidsmakersofficieel hetprobleem van deoliepiek aangekaarthebben,begint de algemeneconcensusbij de optimistenen de industrietoch scheurtjeste vertonen. Ineen IEA rapportvan oktober2005 heeft menvoor het eerst detheorie van deoliepiek aangekaart.De IEA isniet meer zooptimistisch,maar gelooft toch dat voldoende investeringenen nieuwe technologieën het probleemkunnen overstijgen. 13 ZelfsChevron, het tweede grootste olieconcernvan de VS, plaatste een advertentie in ‘Theeconomist’ en ‘Financial Times’ waarin hetstelt dat de tijd van de ‘gemakkelijk te vinden’olie voorbij is.Het is dus erg onwaarschijnlijk dat de olieprijzennog opnieuw sterk zullen dalen.Dit zou een belangrijke motivatie kunnenzijn om te investeren in niet-fossiele,milieuvriendelijke, duurzame energie entechnologieën, in lijn met de Kyoto-doelstellingen(CO2-reductie). In plaats daarvanlijkt de industrie het oliepad nog niette willen verlaten.Wat de implicaties zijn voor de globaliseringen de idee van de groei-economiekomen in het volgende magazine aan bod.Pieter Teirlinck is lid van de redactieraad.–––––1 ‘BP plans a pioneering drive into China’,http://www.guardian.co.uk/business/story/0,3604,1591817,00.html, 14 okt. 20052 ‘International Energy Outlook 2005’, EnergyInformation Administration (US government),http://www.eia.doe.gov/oiaf/ieo/oil.html3 ‘The countdown for the peak of oil hasbegun.’http://www.energybulletin.net/2544.html4 ‘International Energy Outlook 2005’, EnergyInformation Administration (US government),http://www.eia.doe.gov/oiaf/ieo/oil.html5 Tot boek verwerkt in ‘Twilight in the desert’van Matthew Simmons, 2005.6 ‘Oil reserves are double previous estimates,says Saudi.’ The Independent, 28 sept. 2005.7 The end of cheap oil’, Dan Box, in: TheEcologist, okt. 2005.8 ‘Despite panic buying, oil prices expectedto drop’, International Herald tribune, 3 apr.2004.9 ‘The countdown for the peak of oil hasbegun.’http://www.energybulletin.net/2544.html10 EIA onderscheidt 3 soorten reserves: (1) debewezen reserves, (2) de bijkomende reservesdoor verbeterde output van oude oliebronnendoor nieuwe technologie en (3) de nog niet ontdektevoorraden: samen 2,5 keer de bewezenoliereserves.11 ‘Tar sands’, http://www.eenews.net/specialreports/tarsands/sr_tarsands1.htm,18 aug.200512 ‘Brief Country analysis: USA’,http://www.eia.doe.gov/emeu/cabs/usa.html,jan. 200513 ‘International Energy Agency confrontsPeak Oil’, Adam Porter,http://www.peakoil.net/IEA2005.html■42ENERGIEVrede | nr. 376 | november-december 2005


de kruistocht tegen de evolutieleer anno 2005I Marie Jeanne Vanmol IHet conflict tussen wetenschap en religie is niet nieuw. Ze begon nog voor de publicatie van het boek van Darwin,“De oorsprong der Soorten” dat in 1859 verscheen. Intelligent Ontwerp (Intelligent Design, ID) is de laatste versie vancreationisme in een pseudo-wetenschappelijk kleedje.De meest beruchte controverse was hetproces van Galileo in 1633 voor de publicatievan zijn boek “Dialoog” dat de theorievan Copernicus ondersteunde: de aardedraait rond de zon en niet andersom zoalsde bijbel suggereert. Het zogenaamdeScopes proces in Dayton, (Tennesee) in1925, was één van de meest spraakmakendeuit de Amerikaanse geschiedenis. Kortdaarvoor was in die staat een wetgestemd dat het onderwijs van Darwinstheorie verbood. De unie van burgerrechtenwas daar niet gelukkig mee en vond inJohn Scopes, een jonge biologieleraar inDayton de ideale man om de wet te testen.Scopes beweerde dat hij Darwinstheorie had onderwezen en werd aangeklaagd.“Het proces werd een clash tussentwee Amerikaanse intellectuele gigantenen hun respectievelijke wereld- en mensbeelden.Clarence Darrow, een briljantepleiter en zelfverklaarde agnosticus,tegenover Williams Jennings Bryan, presidentskandidaaten fundamentalistischechristen. Duizenden mensen maakten het“apenproces” mee, de aandacht van demedia was internationaal” 1 . Scopes werdin hoger beroep vrij gesproken wegenseen technische kwestie maar het HogerGerechtshof gaf toen geen antwoord opde vraag of het eerste amendement vande grondwet, dat de scheiding tussen kerken staat regelt, aan staten de toelatinggeeft een theorie uit de schoolboeken teschrappen dat het geloof tegenspreekt.Dat gebeurde pas in 1968 in het procesEpperson versus Arkansas waar hetHoger Gerechtshof oordeelde dat zulkecensuur enkel religieuze doeleindennastreefde en in tegenstrijd was met heteerste amendement. In 1987, in de zaakAguillard versus Edwards werd bovendienvastgelegd dat het ongrondwettelijk isom van leraars te eisen dat ze naast deevolutietheorie ook het creationismemoeten onderwijzen..INTELLIGENT DESIGNID is geen wetenschap en ook geen bijbelsverhaal. De aanhangers geloven niet dathet universum in zes dagen werd geschapen,dat de aarde slechts tienduizend jaaroud is of dat fossielen afkomstig zijn uitde tijd van de Ark van Noah. Ze zijn geencreationisten. De voorstanders van intelligentdesign trekken de aandacht op tweeontwikkelingen die volgens hen de leervan Darwin ondermijnen. De eerste is demoleculaire revolutie in de biologie.Startend in het begin van de jaren ’50 ontdektende moleculaire biologen eenonverwachte graad van complexiteit binnenin de cellen van de levende organismen.En die complexiteit, zeggen de IDaanhangers, ligt buiten het bereik van demogelijkheden van de leer van Darwin omze te verklaren. Ten tweede zijn er volgensde ID-aanhangers wiskundige bevindingendie de macht van de natuurlijke selectiein twijfel trekken. Selectie kan een rolspelen in de evolutie maar kan dat nietbewerkstelligen wat de biologen ervanverwachten. De wetenschappelijke voorstandersvan het ID-principe zijn MichaelJ. Behe, professor biologische wetenschappenaan de Lehigh universiteit (en lid vanhet Discovery Institute) en de wiskundigeWilliam Dembski. De bioloog MichaelBehe zegt dat cellen structuren bevattendie niet meer tot andere onderdelen teherleiden zijn. Dat betekent dat indienmen een enkel onderdeel uit de cel verwijdertdie cel ook niet meer kan functioneren.Behe geeft een voorbeeld van zo een“niet reduceerbare complexiteit”: deHet is ongrondwettelijk om van leraars teeisen dat ze naast de evolutietheorie ookhet creationisme moeten onderwijzen.staart van een bacterie, die zich in eenwaterig milieu beweegt. De staart (flagellum)bevat een dertigtal proteïnen dieheel nauwkeurig zijn opgesteld: alleonderdelen zijn nodig en als er een wordtverwijderd stopt de beweging. Een andervoorbeeld dat de ID aanhangers graaggebruiken zijn de bloedplaatjes die voorde bloedstolling zorgen. De functie van debloedplaatjes, zeggen de ID-aanhangers, iste essentieel en te ‘intelligent’ opgebouwdom aan toeval en mutatie te worden overgelaten.De wiskundige William Dembskigebruikt daarom theorema’s en wiskundigealgoritmen om de ID argumentatie teondersteunen. Recent wetenschappelijkonderzoek toont nu aan dat zijn theorema’sgeen stand houden bij co-evolutie,wanneer twee of meerdere soorten eenevolutie doormaken in respons op elkaar.En de meeste evolutie is co-evolutie.Organismen spenderen hun tijd niet omMAATSCHAPPIJ43Vrede | nr. 376 | november-december 2005


op een vooropgesteld voorbeeld of perfecteblauwdruk te lijken. Ze worden voortdurenduitgedaagd door virussen, parasieten,roofdieren en prooien. Die voortdurendeuitdaging, zegt de evolutieleermaakt dat een eerdere mutatie soms ookweer vernietigd wordt met het doel deoverlevingskansen en dus de natuurlijkeselectie te vergroten. Een voorbeeld: sommigevissoorten die langzaamaan opgrote diepte in de duisternis zijn gaanleven waar ogen nutteloos worden, vertonendikwijls gedegenereerde ogen ofogen overtrokken met een vlies. Welkeintelligente ontwerper zou zich dit veroorloven?ID voldoet niet aan de criteria van eenonderzoekswetenschap. Voor wetenschappersis een goede theorie één die tot nieuweexperimenten leidt en onverwachteinzichten oplevert in tot nu toe gekendeverschijnselen. Volgens deze standaardenis het darwinisme één van de beste theorieënin de geschiedenis van de wetenschap:het heeft aanleiding gegeven tottalloze belangrijke experimenten en nieuweinzichten in tot nu toe complexelevenspatronen. In tegenstelling echterDARWINDe theorie van Darwin toont aan hoe defantastische complexe kenmerken vanorganismen- ogen, hersenen,- kondenontstaan zonder de interventie van eenontwerper. Volgens Darwin weerspiegeltde evolutie grotendeels de gecombineerdeactie van een toevallige mutatie ennatuurlijke selectie. Een toevallige mutatiein elke fijn afgestemde machine is altijdhachelijk omdat niemand op voorhand dekennis heeft of de verandering een verbeteringof een verslechtering van de functiezal teweeg brengen. Maar ooit om dezoveel tijd, zal een toevallige mutatie inéén van de genen waaruit het DNA issamengesteld een lichte verbetering vande functie van een orgaan met zich meebrengen en meer kansen bieden op deoverleving van het organisme. Een voorbeeld:voor een diersoort waarvan deogen niet meer zijn dan een primitievevlek van lichtgevoelige cellen, kan een toevalligemutatie die ervoor zorgt dat dievlek zich ombuigt tot een bolvormigeschaal de kansen voor overleven vergroten.Met een platte lichtvlek is het organismebewust wanneer er licht is of niet.Met de mutatie kan het organismebewust worden van de richting van waaruithet licht of de schaduw komt.Schaduwen betekenen soms roofdieren endat kan een waardevolle informatie zijnen dus meer overlevingskansen biedenvoor de volgende generatie.Het nieuwe verbeterde organisme zalEen goede wetenschappelijke theorieleidt tot nieuwe experimenten en onverwachteinzichten in tot nu toe gekendeverschijnselen.daarom meer afstammelingen hebben inde volgende generatie. Dat is natuurlijkeselectie. Indien dit zich over miljardenjaren herhaald zal dit proces van gestadigeverbetering organismen producerendie uitstekend aangepast zijn aan hunomgeving alsof ze er voor ontworpenwaren. Rond 1870, ongeveer 10 jaar na hetverschijnen van het boek “The Origin OfSpecies” waren alle biologen het erovereens dat het leven een gestadige evolutiedoormaakt en rond 1940 was de meerderheidhet erover eens dat natuurlijke selectieeen drijvende kracht was achter dezeevolutie.werd in de tien jaren na de publicatie vanBehe’s boek over ID geen belangrijkeexperimenten uitgevoerd en heeft IDgeen nieuwe inzichten in de biologieopgeleverd. Met de jaren die voorbijgaanlijkt het er minder en minder op dat ID dewetenschap is waar ze zich voor uitgeeften lijkt ze meer op een uitgebreide oefeningin polemieken.GENDUPLICATIEDe biologen kennen voor het ogenblik eengroot deel van de evolutie van biochemischesystemen of ze nu complex zijn ofniet. Toevallig kan het stuk DNA dat eenspecifiek gen aanmaakt gekopieerd wordenzodat er twee versies van het genontstaan Gedurende meerdere generatieszal één versie van het gen zijn originelefunctie behouden terwijl de andere langzaamzal veranderen door mutatie ofselectie en daarmee een nieuwe maartoch verwante functie zal kunnen uitvoeren.Het idee werd het eerst naar voorgebracht door H.J. Muller die in 1939deNobelprijswinnaar voor genetica kreeg.Het proces van genduplicatie heeft hetbestaan gegeven aan een hele reeks familiesvan proteïnen die gelijkaardige functieshebben; ze functioneren dikwijls in44MAATSCHAPPIJVrede | nr. 376 | november-december 2005


dezelfde biochemische reacties of zittenin dezelfde cellulaire structuur. Er is geentwijfel dat genduplicatie de verklaringgeeft voor het ontstaan van complexe celstructurendoor middel van selectie enmutatie. Met andere woorden ook binnende complexe celstructuur blijft de wet vande evolutieleer van Darwin overeind.POLITIEKE AGENDABiologen zijn gealarmeerd omdat ID junkwetenschapis maar het DiscoveryInstitute heeft de steun van het wetenschappelijkeestablishment niet nodig ombij het publiek gekend te zijn. Meer dan80% van de Amerikanen zijn van meningdat God ofwel de mensen heeft geschapenin hun huidige vorm of ten minstehun ontwikkeling “intelligent” heeftgeleid. In de laatste tien jaren kreeg hetinstituut met zijn wetenschappelijke centrumvoor ID voet aan de grond in scholen,in de media met opinieartikels enpraatprogramma’s en via wetsvoorstellenin het congres: het is gegroeid tot een “evenwaardig wetenschappelijk alternatief”voor de evolutietheorie. ID speelt eencentrale rol in biologielessen en in tekstboekenin het wetenschappelijk onderwijsover de ganse Verenigde Staten. “ID gaatover politiek en religie, niet over wetenschap,zegt Barbara Frost , professor filosofieaan de universiteit van Louisiana.Ondertussen zijn er al in meer dan twintigAmerikaanse staten voorstellen neergelegddie de evolutietheorie in twijfel trekken.In New York werd in de senaat eenwetsvoorstel gebracht dat het onderwijsvan ID in alle openbare scholen zou introduceren.De raad voor Onderwijs van deGenoeg biologie. Nu gaan we over naar de les burgerzin waar we leren dat de kerk gelijk isaan de staat.staat Kansas overweegt nieuwe normenvoor de lessen biologie opgesteld dooraanhangers van de ID theorie die de evolutieleervan Darwin in vraag stellen. In1998 verkreeg ID haar eerste overwinningtoen de Amerikaanse senator RickSantorum (Pennsilvanië) een clausuleintroduceerde in het Federale “No ChildLeft Behind” project. De bepaling diegelukkig werd losgekoppeld van de uiteindelijketekst van het project in een nietbindendevoorwaarde, roept op om in descholen de studenten te onderwijzen overhet hele gamma van wetenschappelijkeinzichten inzake onderwerpen die controversekunnen opwerpen.T H E WEDGE: D E RELIGIEUZEAENDAIn 1999 plaatste het Discovery Instituteeen document op het Internet. Het Wedgedocument, zoals het wordt genoemd,beschrijft niet alleen de doelstellingen oplange termijn maar ook de strategieën omhet gestelde doel te bereiken.Het document begint met het idee datgod het menselijke leven naar zijn evenbeeldheeft geschapen, één van de pijlerswaarop de westerse beschaving werdgebouwd. Het gaat verder met de “catastrofaleerfenis van Darwin, Marx en Freuddegrondleggers van een materialistischeconceptie van de realiteit, een concept datelke deel van onze cultuur heeft geïnfecteerd”.De missie van de wetenschappelijkevleugel van het “Discovery Institute”wordt dan duidelijk naar voor gebracht:niets minder dan “het verslagen van hetmaterialisme en zijn culturele erfenis”.Het document gaat verder met uit te leggenhoe het zijn ideeën wil promoten,onder andere publicaties in kranten,praatprogramma’s en de productie vandocumentaires.Zoals het document bewijst is de aanvalop wetenschap een deel van de bredererechts agenda van de rechterzijde datde vernietiging van sociale programma’snastreeft. Een deel van de regerende elite,vooral deze van de Bushadministratievoert een weloverwogen campagne overkwesties zoals de evolutieleer, stamcelonderzoeken de zaak Terri Shiavo met debedoeling de reactionaire traditioneleklasse een hart onder de riem te stekendat de basis vormt voor militarisme eneen rechtse economische politiek.Een aanval op de wetenschap is eenkritisch onderdeel van de rechtse agendaomdat een begrip van de werkelijkenatuur van het materialisme en socialerechtvaardigheid een bewustwordinginluidt die zich verzet tegen het bestaandesysteem van sociale ongelijkheid. Het isniet verwonderlijk dat het DiscoveryInstutute naast Darwin ook Marx als zijngrootste vijand ziet en daarmee de hechteverwantschap bevestigt tussen de strijdvoor de wetenschap en de strijd voorrechtvaardigheid en duurzame democratie.Marie Jeanne Vanmol is stafmedewerker bijVrede vzwBronnen: The Nation, The New Yorker,www.wsws.org––––––1 Zie Johan Braeckman: Een foutje in hetintelligent ontwerp (Intelligent Design)www.skepp.be■MAATSCHAPPIJ45Vrede | nr. 376 | november-december 2005


het volstaat niet in het paleis te geraken.kritische beschouwingen bij dezuid-amerikaanse linkerzijde.I Pablo Stefanoni IRaul Zibechi is verantwoordelijk voor de internationale sectie van het weekblad Brecha van Montevideo, Uruguay.Hij is ook docent en auteur van verschillende boeken over de sociale bewegingen in Uruguay en Argentinië.In een interview afgenomen door Pablo Stefanoni van het Boliviaanse weekblad Pulso, toont hij zijn enthousiasme over denieuwe sociale bewegingen in de regio, en duidt ook op de grenzen van de linkse regeringen in Zuid-Amerika.Beleven we een draai naar links in LatijnsAmerika?Ik leef met het gevoel dat we tot 2003 eenconjunctuur beleefden in Zuid-Amerika, dieervoor gezorgd heeft dat we in EcuadorLucio Gutiérrez aan de macht kregen, inArgentinië Nestor Kirchner, in Brazilië InacioLula da Silva, en dat in Venezuela HugoChavez zijn positie wist te versterken nadater tegen hem een staatsgreep voor petroleumwas gepleegd. Behalve in Brazilië zijndeze regeringswissels voorafgegaan door eenintense sociale mobilisatie die het neoliberaalmodel tot het bankroet bracht. Er bestondengrote verwachtingen dat er zich een continentaleommekeer zou ontwikkelen…En is die ommekeer er gekomen?Ik moet daar ja en nee op antwoorden.Enerzijds is er een inderdaad een ommekeer,aangezien er nieuwe regeringen aande macht kwamen die enkele interessantegevolgen met zich mee brachten.Bijvoorbeeld, dank zij de diplomatie van hetBraziliaanse Ministerie van BuitenlandseZaken (Itamaraty), wordt de kans veel kleinerdat de Verenigde Staten een globaalvrijhandelsakkoord voor Amerika (FTAA, FreeTrade Area for America) weten af te sluiten.Maar anderzijds blijft de economischebasislijn van al die landen gebaseerd op hetneoliberaal model met uitzondering vanVenezuela. Dat land gaat veel verder endoet een ernstige poging om met het neoliberalemodel te breken.Wil dat zeggen dat links in Latijns Amerikazich achter de leuze “Chaves si, Lula no…”moet scharen?46Inderdaad, hoewel dat misschien iets tesimplistisch gesteld is. Het is duidelijk datde buitenlandse politiek van Chavez agressievertegen de VS ingaat. Waarschijnlijk isdit mede veroorzaakt door het feit datWashington hem twee keer heeft willenafzetten, gekoppeld aan de enorme petroleuminkomstendie hem in staat stellen eensociale politiek te financieren. Maar tegelijkertijdis het ook zo dat zijn binnenlandsbeleid een verderzetting is van het neoliberaalmodel dat de sociale bewegingen heeftverzwakt en haar tegenstanders versterkt.We nog moeten afwachten welke gevolgendit zal hebben op middellange termijn maarhet is duidelijk dat de regering Chavez uithet neoliberalisme tracht te geraken.Bij Lula spelen andere krachtsverhoudingen.Hij kwam aan de macht in een periode vanzware terugval van de sociale beweging ende krachtsverhoudingen in Brazilië zijn nietgunstig voor politieke verandering. Lulaheeft in het Parlement 90 afgevaardigdenop 513 en de Braziliaanse burgerij is een vande sterkste van de wereld. Ik meen dat hijeen interessant buitenlands beleid heeftuitgestippeld dat de multipolariteit trachtte versterken.ZUID-AMERIKASommigen geloven dat Lula zelfs elk perspectiefop verandering heeft opgegeven…Ik zie het inderdaad ook zo. Tijdens het eerstejaar kwam zijn kans op een ommezwaaivan het economische beleid; die veranderingis er echter niet gekomen. Eerst kon jenog denken dat hij vast zat aan de “vervloekteerfenis” van de vorige regering vanF.H.Cardoso: met name de hoge inflatie enenorme buitenlandse schuld. Maar vandaaglijkt Lula overtuigd te zijn van een alliantiemet rechts. Ik heb de indruk dat regeringen“Indien de nieuwe bewegingen voldoendeinventief kunnen zijn, zullen we misschienaan de basis van de samenleving kleine,niet kapitalistische eilanden kunnen creëren.het niet hebben aangedurfd stappen te zettenom uit het neoliberalisme te geraken,wegens de enorme angst voor een socialeen politieke destabilisering. En dat is preciesde prijs die Chavez heeft moeten betalentoen hij in confrontatie moest gaan met demedia, de middenklassen, het Imperium, enuiteraard met de Venezolaanse burgerij.Vormen de corruptieschandalen rond deBraziliaanse Arbeiderspartij (PT) het beginvan het einde, of althans het einde van de PTin de vorm zoals we ze totnogtoe kenden ?Volgens mij was het politiek kapitaal van dePT vooral gebaseerd op het ethische, en datis ze nu kwijt. Ik verneem zopas dat de voor-Vrede | nr. 376 | november-december 2005


malige algemeen secretaris van de partij,Silvio Pereira, een luxe auto zou hebbenaanvaard van een ondernemer. De schatbewaardervan de partij hield een dubbele kasbij. Dergelijke zaken kan je niet meer terugschroeven:wie het ethische verliest kaneventueel nog wel verkiezingen winnen,maar er is duidelijk iets gebroken. Het gaatmij dus om iets anders dan de uitslag vande volgende verkiezingen. De identificatievan een deel van de armen in Brazilië metLula stopt immers niet van een dag op deandere.Mikt de elite op een nieuwe termijnvoor Lula?De economische en politieke eliteszijn niet radicaal tegen Lula, maar zeverkiezen ongetwijfeld ex-presidentF.H. Cardoso of deSociaaldemocratische Partij om hunbelangen te verdedigen. De enigereden waarom Washington zou kunnenaansturen op een wissel betreft deBraziliaanse buitenlandse politiek. Op hetvlak van het binnenlands beleid zijn er geenproblemen. Het buitenlands beleid van Luladaarentegen is verschillend van zijn voorgangers.Het is een beleid gericht tegen hetAmerikaans Vrijhandelsakkoord, (FTAA) enter verdediging van de landen van hetAmazonebekken.Catalogeert u Kirchner (Argentinië) onder deprogressieve regeringen?Dat is een moeilijke vraag. In vergelijkingmet zijn voorgangers, zoals Carlos Menemof Eduardo Duhalde en nog enkel anderen,is hij progressief te noemen. Kirchner voertgeen beleid van massale repressie van hetsociaal protest, hoewel het soms wel omeen selectieve repressie gaat, zoals in zijneigen provincie Santa Cruz. Hij heeft aandachtvoor de mensenrechten, wat nietgeheel nieuw is in een land als Argentinië.Op economisch vlak valt er een continuïteitte noteren binnen het neoliberaal model.Een uitzondering vormt het thema van debuitenlandse schuld, waar hij een gedurfderbeleid volgt dan Brazilië. Maar in feite konhij toch niet anders, want het land kon nietlanger zijn schulden afbetalen. Hij doet duswel een paar interessante dingen, die hijgrotendeels echter verplicht was: hij kwamimmers aan de macht met slechts 22% vande stemmen, temidden van een van dezwaarste crisissen van de laatste decennia(vanaf 1999 ging de Argentijnse economiein een crisis met als absoluut laagtepunt2002, toen het Argentijns BNP met 11%terugviel, red.)Welke perspectieven ziet u voor de ‘piquetero-beweging’(de werklozen) in Argentinië ?Men kan stellen dat de beweging erg verdeeldis: een deel is intern aan het versterken,en een ander deel hangt vast aan dewerkloosheidsuitkeringen van de overheid.De regering reageert eigenlijk zonderrepressie en met een heel concreet sociaalbeleid op de sociale kwestie. Een deel van depiquetero-beweging – ongeveer een derde,geconcentreerd rond de Federacion de Tierray Vivienda (de federatie voor land en huisvesting)- werd in feite door de regeringgecoöpteerd. Een tweede deel - met namede Corriente Clasista y Combativa (de klasseen strijd stroming) onder leiding van demaoïsten - stelt zich autonomer op, maarvalt de regering niet frontaal aan. En vervolgenszijn er nog de groepen zoals deMovimientos de Trabajadores deDesocupados (de arbeiders- en werklozenbewegingen)die kozen voor een internopbouw en niet om voortdurend actie tevoeren.Wat er in Brazilië gebeurt is een waarschuwingvoor links. Hoe kan men voorkomendat de schema’s van traditionele corruptiezich herhalen ?Dat kan men niet. Vroeger dacht men datde ideologie een vaccin tegen corruptie konzijn, maar na de Sovjet Unie, na Nicaragua,na de PT van Brazilië en andere processen,denk ik dat een dergelijk vaccin niet bestaat.Ik geloof wel dat het opzetten van permanentepolitieke apparaten, die van hun basisen het dagelijks leven zijn afgesneden en‘levenslange’ leiders hebben, een situatiecreëert van grote kwetsbaarheid vanaf hetogenblik dat de partij aan de macht komten door het systeem wordt gecoöpteerd.Dat geldt in feite het geval voor de PT, eenpartij die al 25 jaar dezelfde leiding heeft.Vandaag is de crisis van de partijen, een crisisvan de representatie, verbonden met decrisis van de nationale staten. En ondanksde eventuele goede wil van de regeringen,probeert men deze crisissen aan te pakkenvia het cliëntilisme.Uruguay lijkt iets verder weg van zo’ncrisis, met een sterk geïnstitutionaliseerdelinkerzijde…In Uruguay heeft de geschiedenis vaneen sterke staat tot een systeemgeleid met sterke politieke partijen, enbijgevolg ook een sterke aanwezigheidvan de linkerzijde in dat partijsysteem.Maar links had, vooraleer depolitieke hegemonie te verwerven,reeds de hegemonie op sociaal en cultureelvlak. Alleen al in Montevideo had het FrenteAmplio op het einde van de militaire dictatuur(begin ’80) 500 basiscomités. Vandaagis één op drie à één op vier kiezers van hetFrente Amplio, lid van een organisatie. InUruguay is de culturele wereld (het theater,het wereldvermaarde carnaval, de muziek)rechtstreeks verbonden met de politieke linkerzijdevan het land.Het enige wat een linkse regering vandaagnog kan doen is een meer sociaal beleid uitstippelen?Dat is het maximum dat men vanuit destaat kan doen. Het is vandaag de dag duidelijkdat het niet langer volstaat om “hetpaleis te bezetten”. Vanuit de samenlevingkan men andere zaken doen. Er zijn zeerinteressante experimenten bezig binnen desociale bewegingen: experimenten op hetvlak van productie en educatie, die zich nietin de kapitalistische logica inschrijven.Indien de nieuwe bewegingen voldoendeinventief kunnen zijn, zullen we misschienaan de basis van de samenleving kleine,niet-kapitalistische eilanden kunnen creëren,die de basis vormen voor een anderemaatschappij.Pablo Stefanoni, Semanario PULSO,La Paz (Bolivia)■ZUID-AMERIKA47Vrede | nr. 376 | november-december 2005


stappen naar een atoomwapenvrij koreaI Georges Spriet INoord-Korea heeft al herhaaldelijk zelf verklaard dat het over atoomwapens beschikt.Zuid-Korea heeft in het recente verleden een beginnend programma voor uraniumverrijking gehad.De VS en Noord-Korea hebben nog altijd geen vredesakkoord getekend. Het zeslandenoverleg poogtvia onderhandelingen een uitweg te vinden uit dit conflict dat Washington in rechtstreekse oppositie met Pyonyang zet.Zopas is in Peking de vierde ronde afgesloten. In november 2005 moet er een vijfde ronde volgen.Noord- en Zuid-Korea,China, Japan, Rusland ende Verenigde Staten voerennu inderdaad al eentijdje onderhandelingen.De inzet is de denucleariseringvan hetKoreaanse schiereiland,en alle deelnemendelanden zeggen klaar enduidelijk dat ze dit opeen vreedzame manierwillen bereiken. In eengemeenschappelijke verklaringvan 19 september2005 zegt Noord-Korea dat het landbereid is al zijn kernwapenste elimineren, alsookde bestaande nucleaireprogramma’s en dathet op korte termijnterug lid wil worden vanhet Non-ProliferatieVerdrag en zich wil houdenaan de veiligheidsvoorschriftenvan hetIAEI. Het verklaart weluitdrukkelijk recht tehebben op vreedzaamgebruik van nucleaireenergie. Washington vanzijn kant zegt dat hetgeen nucleaire wapensop het Koreaanse schiereiland heeft endat het niet de intentie heeft om Noord-Korea aan te vallen of te bedreigen metnucleaire noch met conventionelewapens. Zuid Korea heeft op dit ogenblikgeen kernwapens op haar grondgebied enzal er in de toekomst ook geen (laten) ontplooien.Alle betrokkenen zeggen respectte hebben voor de vraag van Pyongyangnaar een lichtwaterreactor. Ze gaanakkoord dit ten gepaste tijde te bediscussiëren,aldus nog de gemeenschappelijkeverklaring. Je krijgt zo deindruk dat een akkoordwel mogelijk moet zijn.Alleen lijkt elk van de partijenschrik te hebben omde eerste stap te moetenzetten. Zeker wat het dossierbetreft over de leveringvan een reactor.In dit verband meent deAmerikaanse vertegenwoordigerbijvoorbeelddat Noord-Korea steedsnieuwe voorwaarden zitte bedenken. Noord-Korea stelt daar dantegenover dat ze al altijdhet recht op civiele kernenergieheeft opgeëisten dat de levering vaneen lichtwaterreactordaar slechts een concretiseringvan is. Hetexcuus waar de VS zichachter verstopt, alduseen Noord-Koreaansewoordvoerder, namelijkdat Pyongyang geen lidmeer is van de IAEA, is dezaak omkeren. “Wij zijner precies uitgestaptomdat ze ons geen reactorwilden geven, waardoorons energieprobleemsteeds maar groter werd.” VoorNoord-Korea is die levering wel een absolutevoorwaarde om haar engagementenvan de gemeenschappelijke verklaring nate komen. “De Verenigde Staten moetener nog niet van dromen dat we onze kern-48OORLOG & BEWAPENINGVrede | nr. 376 | november-december 2005


wapens ontmantelen alvorens ons eenreactor ter beschikking worden gesteld.”Japan staat duidelijk aan de zijde vande Verenigde Staten, en meent dat hetverleden bewijst dat Noord-Korea niet tevertrouwen is. China, Rusland en Zuid-Korea ondersteunen principieel het rechtvan Noord-Korea op een civiel kernprogrammaop voorwaarde dat het de internationalenormen respecteert.Maar er wordt ook aan vertrouwenwekkendemaatregelen gewerkt. In degemeenschappelijke verklaring lezen wetoch enkele elementen die in deze richtingwijzen. Vooreerst is er de uitdrukkelijkeverklaring dat Noord-Korea en de VSbesloten om mekaars soevereiniteit teerkennen, vreedzaam samen te leven, enstappen te ondernemen om hun relatiesVoor Noord-Korea is de levering van eenreactor een absolute voorwaarde omhaar engagementen van de gemeenschappelijkeverklaring na te komen.te normaliseren in het kader van hunrespectief bilateraal beleid.Concretere punten staan ook opgesomdin een economisch hoofdstukje. Dezes betrokken partijen zullen hun economischebetrekkingen op het vlak vanenergie, handel en investeringen verbeteren,hetzij op bilateraal hetzij op multilateraalniveau. China, Japan, Zuid-Korea,Rusland en de VS hebben verklaard bereidte zijn om aan Noord-Korea energiehulpte bieden. Zuid-Korea bevestigde nogmaalshaar voorstel om twee miljoenkilowatt elektrische stroom te leverenaan het Noorden.Afwachten maar of de onderhandelingsrondevan november een doorbraakkan inhouden.Georges Spriet is secretaris van vzw Vrede.waarom hiroshima bombarderen?In vredeskringen gaat men er van uit dat het gebruik van de atoombom militair technisch niet nodig was om Japantot overgave te dwingen. Japan had al te kennen gegeven te willen capituleren op voorwaarde dat het bestaan zelfvan het land Japan, en het keizerschap, zouden worden gerespecteerd. De bom heeft dan in de eerste plaats gediendom de macht en het wereldleiderschap van de VS (tegenover de Sovjetunie) te garanderen.Journalist Frank Krüger 1 maakt nog een andere analyse die we u, beste lezer, graag kort presenteren.De Amerikaanse opperbevelhebberGeorge C. Marshall had eind 1944 een specialespionage-eenheid opgericht, deTarget Intelligence Committee (TICOM).Deze eenheid wist de Duitse decoders vanRussische berichten tot medewerking teovertuigen. Generaal Marshall werd op diemanier op de hoogte gesteld van deRussische plannen om Japan aan te vallen.Stalin had onmiddellijk na Jalta in februari1945 de opdracht gegeven een aanval opJapan voor te bereiden. Al in juni 1945waren de Sovjettroepen klaar om hetnoordelijke eiland Hakaido binnen te vallen.De Amerikaanse landing (OperationOlympic) in Japan was pas voor november1945 gepland. Washington moest dus snelhandelen wilde het niet voor voldongenfeiten geplaatst worden.Dat snel handelen was immers nodigom de dominante positie van de Noord-Amerikaanse economie in de periode nade oorlog te verzekeren. In Japan ging hetnamelijk om een gigantische oorlogsbuitvan vele honderden miljoenen dollar gouddat het keizerlijk leger sedert 1937 systematischuit de Zuid-Oost-Aziatische landenhad geroofd. De hand leggen op dezegoudreserves was voor Washington vanessentieel belang. Dat goud bezorgde deVS garantiemogelijkheden voor onmiddellijkeen grote liquiditeiten, wat van cruciaalbelang was sedert de Bretton Woodsakkoorden van 1944. Daar was immersovereengekomen dat er een goud-dollarstandaardzou worden ingevoerd. Datwilde eigenlijk zeggen dat theoretisch eendollarbiljet kon worden omgewisseld voorzijn waarde in goud. Dat maakte de dollartot dé munt voor alle internationale transacties.Grote Amerikaanse goudreservesmoesten de wereld makkelijker overtuigendat een werelddollareconomie eengezond idee was, dat ze het vertrouwenwaard was.VS president Truman kon eenSovjetinvasie enkel nog met een onverwachtemeesterzet verhinderen. Hij haddaar sinds zeer korte tijd het middel toe:de atoombom. Stalin gaf in de laatsteminuten eerst nog het bevel tot het startenvan de operaties, maar trok die in deletterlijk laatste seconden weer in. Hijdurfde of wilde geen rechtstreekse militaireconfrontatie met de Verenigde Statenaangaan. Hij had besloten zich vooral opzijn veiligheidsbuffer in Centraal Europa teconcentreren.––––1 Frank Krüger. Amerika, dat japanischeRaubgold und Hiroshima. Warum die A-Bombenwirklich fielen. http://www.zeitfragen.ch/ARCHIV/ZF_132b/T07.HTM■OORLOG & BEWAPENING49Vrede | nr. 376 | november-december 2005


oekbesprekingde wereldbank als rattenvangerI Ludo De Brabander IFrancine Mestrum kennen we als geëngageerd academicus die in 2002 in haar boek ‘globalisering en armoede’scherpe kritiek leverde op de Wereldbank. De ‘Rattenvanger van Hameln’ kan gezien worden als een vervolg daarop.Niet zomaar een analyse van de neoliberale politiek, wel van het vertoog dat de Wereldbank hanteert, de sociale inkledingvan haar beleid als antwoord op de kritiek die deze internationale instelling al jaren te slikken krijgt.Wat Francine Mestrum op overtuigendewijze aantoont is dat de armoedebestrijdingvan de internationale instellingen eenvoudigwegde nieuwe verpakking vormt van eenneoliberaal beleid. Armoede is een hinderlijkfenomeen. Tot zover volgt de Wereldbank.Alleen maakt de instelling er een cijferverhaalvan, losgekoppeld van sociaal-economischerechten of breder nog, van het vraagstukover hoe onze maatschappij sociaal eneconomisch georganiseerd moet worden.Armoede is een maatschappelijk probleem,aldus Mestrum, dat niet zomaar losgekoppeldkan worden van de machtsverhoudingenin een samenleving. Armoedebestrijdingis tot mislukken gedoemd als niet tegelijk deongelijkheid wordt weggewerkt. DeWereldbank beschouwt armoede als eenziekte. Het zijn de armen die moeten veranderen,die zich moeten ‘empoweren’, gekoppeldaan een stelsel waar economische groeien vrije markt centraal staan. Dat alles leidtde aandacht af van de essentie, namelijk datarmoede een gevolg is van verrijking, een verhaaldus van ongelijkheid en machtsverhoudingen.Vrije markt is alleen maar voordeligvoor wie al een machtige economische positieinneemt. Omgekeerd zal vrijhandel deeconomische zwakken verder in de armoededuwen. De allerrijksten hebben hun vermogenmet 7,7 procent zien groeien, terwijl demondiale groei slechts 2,6 procent bedraagt.Dat wil zeggen dat 5,1 procent van de groeiwordt verwezenlijkt door het te gaan halenbij de armen.Wie de armoede echt wil aanpakkenzal de rijkdom, de toenemende concentratievan kapitaal bij een kleine groep rijkenmoeten bestrijden.“Armoede bestuderenzonder tegelijk de rijkdom te bekijken is redelijkfutiel. Armoede en rijkdom zijn twee kantenvan dezelfde medaille.” (p. 73)Maar dat is uiteraard niet het verhaalvan de Wereldbank en andere internationaleinstellingen. De Wereldbank grijpt graag naarcijfers over de recente daling van de mondialearmoede om het succes van haar receptente staven. Maar, zo stelt Mestrum terecht, dearmoededaling is in de eerste plaats te dankenaan landen als India en China, die beidenu net een ander beleid voerden dan wat deConsensus van Washington voorschrijft.Volgens het ontwikkelingsprogramma vande Verenigde Naties (UNDP) zijn daarentegen54 landen armer geworden dan ze al in 1990waren.De titel van het boek vormt eigenlijk meeeen kritiek op de NGO’s, die nogal gemakkelijkmeegaan in het mainstream-vertoog vande armoedebestrijding. De Wereldbank heeftvolgens haar met succes concepten van dederdewereldbeweging geïntegreerd in haarneoliberale vertoog, maar wel met een anderebetekenis. Armoede wordt losgekoppeldvan het inkomensvraagstuk (en dus ook vanongelijkheid). Sociale bescherming, betekentniet langer beschermen tegen de vrije markt,maar staat ten dienste van de vrije markt.Omdat de Wereldbank risico’s (zoals de economiezelf) beschouwt als een natuurlijk verschijnsel,is het ook zinloos om deze te proberenvermijden. De mensen moeten lerenleven met risico’s, sociale bescherming wordteen individuele verantwoordelijkheid. Ookbegrippen als cultuur en democratie of de rolvan de staat krijgen een nieuwe (neoliberale)invulling. De staat die de Wereldbank voorogen heeft is zeker geen verzorgingsstaat. DeWereldbank besteedt weliswaar meer aandachtaan de institutionele ontwikkeling,maar dat betekent geenszins dat de overheideen belangrijke rol mag spelen in de economie.Wat de Wereldbank wil is goed bestuuren efficiënte staten, ten dienste van de markten de economische groei.“De ‘economische’opdracht van de staten bestaat erin de voorwaardente creëren – wetgeving op de concurrentie,op eigendomsrecht… - waarin demarkt optimaal kan functioneren, nooit magde markt op een of andere manier gehinderdof verstoord worden. Elke marktverstoring, zowordt onderstreept, is in het nadeel van dearmen” (p. 119)DE GROENE WATERMAN.Alle boeken die in Vrede besproken worden, kan je verkrijgen bijDe Groene Waterman, Wolstraat 7 Antwerpen T.03/232.93.94 ofgroenewaterman@groenewaterman.be - www.groenewaterman.be50≤CULTUURVrede | nr. 376 | november-december 2005


Francine Mestrum begint haar boek metde zin:“Dit boek is ontstaan uit boosheid enbezorgdheid”.‘Boosheid’ geldt de vermarktingvan de wereld, waar met veel poehanieuwe neoliberale recepten uit de hoedworden getoverd, terwijl dat beleid juistarmoede veroorzaakt. De ‘bezorgdheid’ slaatop de NGO’s die zich laten vangen aan hetverhaal van de ‘armoedebestrijding’ en dienet iets te enthousiast op de plannen alsMDG’s springen.Ik weet niet of die laatste opmerkingterecht is. Het klopt dat de derdewereldbewegingeen campagne bouwt rond deMDG’s, maar als je het recent verschenenNoord-Zuid cahier ‘Millenium doelstellingen.2015: de tijd loopt’ grondig leest, dan merk jetoch wel dat heel wat vraagtekens wordengeplaatst bij de armoedepolitiek van de internationaleinstellingen. Rudy De Meyer van11.11.11 heeft het net als Francine Mestrumover de valkuilen die in de doelstellingen liggeningebakken. Volgens hem zijn de MDG’seen “onvolledige lijst met technisch realiseerbaredoelstellingen op middellange termijn”.Hij hekelt onder meer het sterk onderbelichtenvan Arbeid in de MDG’s en het feit dathet verminderen van de werkloosheid geendoelstellingen vormt. Net als FrancineMestrum stelt hij vast dat de InternationaleArbeidsorganisatie (ILO) die nochtans heelwat werk rond het thema arbeid heeft verricht,blijkbaar miskend wordt.Wat wellicht wel klopt, is dat een aantal(internationale) NGO’s en hun netwerken,gevaarlijk dicht bij de internationale instellingenaanleunen en daardoor dreigen hun kritischezin in te leveren. Bezorgdheid is er ookover de altermondialistische bewegingomdat die er maar moeilijk in slaagt om totconcrete alternatieven te komen. Het gaatdan ook om een zeer heterogene club. Zelffilmbesprekinggeeft Francine Mestrum dan maar een aanzetmet het formuleren van (gerecycleerde)maatregelen en initiatieven die samen eensoort alternatief kunnen bieden voor de neoliberalepolitiek. Heel origineel zijn die niet,maar het is wel leuk dat we alles eens op eenrijtje krijgen.Francine Mestrum. De rattenvanger vanHameln. De Wereldbank, armoede enontwikkeling. Uitgeverij EPO, Berchem, 2005,222 blz. Winkelprijs 22 EuroRudy De Meyer en Nathalie Holvoet (red).Milleniumdoelstellingen. 2015:De tijd loopt. Wereldmediahuis,Brussel. Noord Zuid Cahier, nr 1,maart 2005, 119 blz. Prijs 8 Euro■‘avenge but one of my two eyes’I Pieter Teirlinck IDe jongste film/documentaire van dezeIsraëlische filmmaker lokte in Israël geenvolle zalen. Dat oogst geen verwondering,want de film houdt de Israëlische maatschappijeen spiegel voor. En dat is op zijnzachtst gezegd geen fraai zicht.Palestijnse boeren die het ploegen moetenstaken omwille van een of andereabsurde legerverordening. Een oudevrouw die gehinderd wordt om een ambulancete nemen naar het ziekenhuis.Kinderen die na school tevergeefs op deIsraëlische soldaten staan te wachten aaneen dubbele afsluiting om doorgelaten teworden. Uren onnodig oponthoud en pesterijenaan de checkpoints voor Palestijnsearbeiders en vrachtwagenchauffeurs. Hetlijkt wel alsof de Palestijnen niet als gelijkwaardigemensen worden beschouwd.Avi Mograbi probeert de kijker daaromeen blik te gunnen in de denkwereld diede jonge Israëli’s meekrijgen doorheen hetonderwijs en de opvoeding. In die denkwereldneemt de bijbelse held Samsoneen belangrijke plaats in. Een held diegevangen genomen werd door zijn gehatevijand: de Filistijnen. Maar liever dan zichte onderwerpen sleurde hij er zoveelmogelijk mee de dood in tijdens een ‘zelfmoordactie’.Niet alleen bijbelse figurenworden gebruikt als moreel richtsnoervoor het hedendaagse leven, ook degeschiedenis reikt belangrijke lessen aan.Het heldhaftige verzet van de Zelotentegen de gehate Romeinse bezetters prentde jonge geesten opnieuw het belang invan het strijden tot der dood. Vijandbeeld,heldhaftig verzet tot der dood, het wordter allemaal goed ingelepeld en zelfs gecultiveerddoor de openlijk racistische Joodsebeweging Kahane.Het is een zeer geloofwaardige filmgeworden, soms humoristisch dochmeestal zeer hard. Een geslaagde pogingvan een geëngageerde Israëlische filmmakerom het morele verval van zijn land aande kaak te stellen. Absolute aanrader.Een film van Avi Mograbi, Israël, 2005■CULTUUR51Vrede | nr. 376 | november-december 2005


16-11-2005 - VOC HasseltGeert Van Istendael ‘de Europese grondwetis een slecht boek’,becommentarieerd door Herman Michielin VOC, Rodenbachstraat 18, 3500 Hasseltom 20u17-11-2005 - CC Den Blank Overijsetweegesprek: Van Istendael (auteur) enSaid El Khadraoui (Europarlementslid SPa)“De Europese grondwet is een slechtboek”.In CC Den Blank, Begijnhofplein, 3090Overijse om 20u3017-11-2005 - Walburgkasteel Sint NiklaasDebat : EUROPA, een beleid op mensenmaat?Donderdag 17 november om 20 u in hetWalburgkasteelSprekers: Nelly Maes ( Spirit ), Bart Staes (Groen! ) en Eric Coryn (VUB)DEBATTENREEKS OVER DE EUROPESE GRONDWETWWW.EUGRONDWETTERDISCUSSIE.BE24-11-2005 - Brugge Provinciaal Hof,Markt 3 19u30“De EUuhh??? Mogelijke uitwegen vooreen Europese crisis”Met Kartika Liotard (EP Nederlandse SP) ,Ivan Vanden Berghe (UniversiteitAntwerpen), Bart Staes (EP voor Groen!)en Jan Durnez - o.v. - (gedeputeerde vande Provicie West-Vlaanderen)..08-12-2005 - ‘t Pand GentDe EU-grondwet van de sterkste? Kan deUnie wat socialer? debat 19u30Anne Van Lancker (SP.a), Bart Staes(Groen!), Dirk Sterckx (VLD), Eric Goeman(Attac), Harry Van Bommel (SP-Nl) wordenondervraagd door Ludo Horemans (Europanti poverty network), Chris Reniers(ACOD), Ronald Janssens (adviseur EVV),Stephen Bouquin (arbeidssocioloog UnivAmiens). Gastoptreden van Mong Rosseel..12-12-2005 - Theatercafé De Illusie,Oostendetweegesprek: Van Istendael en Tine Vander Straeten, “De Europese grondwet,een slecht boek”.In theatercafe De Illusie, Graaf De SmetDe Naeyerlaan 19 8400 Oostende om 20u13-12-2005 - Oratoriënhof Leuventweegesprek: Van Instendael en AnneVan Lancker (o.v.)in Oratoriënhof, Mechelse straat Leuven.18-12-2005 - Nieuwbeek AalstVan Istendael “De grondwet is een slechtboek”causerie met hapje en drankje inNieuwbeek Nieuwbeekstraat 35 9300Aalst zondag 18 december om 11uNoord-Zuid Beurs Wereldcentrum vzwvrijdag 25 november (14u)Waar? Wereldcentrum vzw - Bank van de Arbeid,Voldersstraat 1 te 9000 GentToegang gratis. Info en inschrijven: Tel: 09/233.75.46. –Fax.: 09/224.49.14E-mail: info@wereldcentrum.be - www.Wereldcentrum.be********************************Slotactie ‘gebruik je hoofd tegen de muur’Meer dan 20.000 mensen gebruiken hun hoofd tegen de MuurHet Actieplatform Palestina stevent af op een feestelijk slotmomentNa een succesvolle zomertoer op de Vlaamse festivalweiden is het aantalhoofden tegen de Muur flink opgekrikt tot een officiële 17.538. Op29 november zetten we definitief een punt achter deze campagne. Danplannen we de overhandiging van de campagneresultaten aan de voorzittersvan de Vlaamse politieke partijen, minister van buitenlandsezaken De Gucht en eerste minister Verhofstadt.We heten dus alle vrijwilligers, actievoerders en geïnteresseerden vanharte welkom op zaterdagnamiddag 26 november te Brussel.De exacte locatie en tijdstip delen we later nog mee. www.jehoofdtegendemuur.be***********************************Drie auteurs over mondialisering, armoede, angst, chaos enontwikkelingConcertzaal De Rode PompNieuwpoort 59 (dichtbij Vlasmarkt en Sint-Jacobs) 9000Gent.Woensdag 30 november 2005 om 20uPeter Verhelst (auteur) over “Zwerm”, Francine Mestrum (doctor Socialewetenschappen ULB) over “De Rattenvanger van Hameln”, JohnVandaele (journalist Mo magazine) over “Het recht van de rijkste.Eddy Boutmans (ex-staatssecretaris voor ontwikkelingssamenwerking)ondervraagt drie auteurs over hun nieuwste boek en brengt ze ingesprek met elkaar.Organisatie: Attac Gent i.s.m. Rode PompSeminarie Irandonderdag 22 december om 13u30 tot 18uGeuzenhuis te Gent (100 plaatsen)Iran is een belangrijke olieproducent en regionalemacht. De laatste tijd ligt Iran onder vuur omwille vaneen vermeend atoomwapenprogramma. De nieuwe presidentAhmadinejad lijkt niet echt onder de indruk vande politieke druk of zelfs militaire dreigingen en heeft ervoor gekozen om het kernprogramma gewoon verder tezetten. Intussen is de kans reëel dat het dossier op deVeiigheidsraad van de Verenigde Naties al dan nietgevolgd door sancties teen Teheran.Concreet ziet het programma er als volgt uit13u30 Inleiding: doelstelling, belang van het opzet,voorstelling proramma13u40 Iran en de binnenlandse ontwikkelingenSpreker: Paul Aarts (Universiteit vanAmsterdam)15u15 Koffiepauze15u30 Iran een regionale macht?Spreker: Gerd Nonneman (Universiteit vanLancaster)16u20 Iran en het nucleaire dossierSpreker: Karel Koster (PENN Nederland -project voor nucleaire non-proliferatie17u20 ConclusiesSamenwerking: 11.11.11., Vrede vzw en de Middle East andNorth Africa Research Group (Universiteit Gent)Inlichtingen vrede vzw:vrede@vrede.be of via telefoon 09 233 46 8852AGENDAVrede | nr. 376 | november-december 2005


VredesconferentieVoor de schone schijn?Achter de gordijnen van de internationale instellingenZaterdag 10 decemberDe Markten, Oude Graanmarkt 5, 1000 Brusselvan 10u15 tot 17u15Inkom: 3 Euro - Inschrijving gewenst via Vrede@vrede.be of 09/233.46.88Programma10u15 Onthaal10u45 Plenum inleiding: Is er nog een toekomst voor de Verenigde Naties?Inleiding door John Vandaele (journalist van MO* en auteur van het boek ‘het recht van de rijkste’).Polemische interventies van Ludo De Brabander (vzw Vrede) en Erik De Meester (Vonk)moderator Jan Soetewey (Christenen voor het Socialisme)12u tot 13u15 Middagpauze Broodjesmaaltijd is voorzienWerkgroepenDe werkgroepen worden telkens ingeleid door één of twee sprekers. We voorzien veel ruimte voor de deelnemersom te participeren aan de discussie. In elke werkgroep zetelt een voorzitter en een verslaggever.13u15-14u30: eerste reeks werkgroepen1. Internationale instellingen versus soevereiniteit van naties (inleiding door Freddy De Pauw - Uitpers).2. Interventies (inleiding door Georges Spriet - vzw Vrede)3. Economische en financiële instellingen (WTO, IMF, Wereldbank) (Inleiding door Xavier Declercq - OxfamSolidariteit)4. Gebrek aan democratische legitimiteit? (inleiding door John Vandaele - MO*)5. De hervorming van de Verenigde Naties (inleiding nog niet bekend)14u30 - 14u45: Pauze14u45 - 16u tweede reeks werkgroepen6. Navo, militaire arm van economische blokken (inleiding door David Dessers - SAP en Jan Vermeersch - studiemedewerkerSP.a)7. Internationale democratie (inleiding door Lieven De Cauter - Brussells Tribunal)8. De millenniumdoelstellingen (inleiding door Francine Mestrum - Attac en Ann De Jonghe - BroederlijkDelen)9. NGO’s, waterdragers van de huidige globalisering (inleiding door Marc Van De Pitte - Christenen voorSocialisme en Xavier Declercq - Oxfam Solidariteit)10. Staan multinationals boven het (internationaal) recht? (inleiding door Saskia Bouwmans gevraagd -Transnational Information Exchange)16u15 - 17u15: Slotdiscussie (plenair)Inleiding door prof. Peter Strutynski (gevraagd) van de Duitse Friedensratschlag - Universiteit KasselHet Vredesnetwerk is een samenwerkingsverband van volgende organisaties: Attac, Bevrijde Wereld,Christenen voor het Socialisme, Imavo, KP, LEF, Masereelfonds, Oxfam Solidariteit, SAP/Socialisme zonderGrenzen, UCOS, Uilekot Herzele en Werkgroep internationale Solidariteit, Vonk, Vrede vzw.AGENDA53Vrede | nr. 376 | november-december 2005


Steunfonds vrede sept-oktVREDESFONDS 000-0956015-80RC Gent 20,-; JVH Zomergem 5,-; LS Gent 10,-; KS Gent 60,-; CC Haasrode 10,-; NB A’pen 20,-; LB Sint-Eloois-Vijve9,92; LB Wilrijk 4,96; UC Torhout 5,-; MC Bredene 2,49; AC Mariakerke 14,-; JC Antw 4,96; EDB Sint-Michiels 4,96;JDL Aalst 4,96; WDR ’s Gravenwezel 12,40; JDS Luik 4,96; CDS Aalst 5,-; HDS Assebroek 8,-; CDS Gent 4,96; M-TDDe Pinte 9,92; ED Veldegem 4,96; JE Mechelen 4,96; JPE Gent 20,-; YG Hoevenen 4,96; SL Oostende 4,96;KL Gentbrugge 5,-; EM Gent 4,96; RM Oostende 7,44; LM Drongen 24,78; BP Oostende 9,92; GR Kontich 10,-;MT Zwalm 24,78; JT A’pen 14,88; FVV Gent 10,-; FVZ Bornem 4,96; MV Gent 5,-; RV Ranst 4,96; HV Oostende 7,44;M-LV Pollare 6,-; NVV Assebroek 12,40; CV Sint-Niklaas 6,-; LV A’pen 9,92; WW Kortrijk 4,96.54VARIA ???????Vrede | nr. 376 | november-december 2005

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!