12.07.2015 Views

Tussenrapport van de Verkenningscommissie Klassieke Talen - Stilus

Tussenrapport van de Verkenningscommissie Klassieke Talen - Stilus

Tussenrapport van de Verkenningscommissie Klassieke Talen - Stilus

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Tussenrapport</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>Verkenningscommissie</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>september 2009


Verantwoording© 2009 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Ensche<strong>de</strong>Alle rechten voorbehou<strong>de</strong>n. Mits <strong>de</strong> bron wordt vermeld is het toegestaan om zon<strong>de</strong>rvoorafgaan<strong>de</strong> toestemming <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgever <strong>de</strong>ze uitgave geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk tekopiëren dan wel op an<strong>de</strong>re wijze te verveelvoudigen.Auteurs: De <strong>Verkenningscommissie</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> on<strong>de</strong>r voorzitterschap <strong>van</strong>Professor dr. C.H.M. (Caroline) Kroon en professor dr. I. (Ineke) SluiterIn opdracht: Ministerie <strong>van</strong> OCWInformatieSLOSecretariaat twee<strong>de</strong> fasePostbus 2041, 7500 CA Ensche<strong>de</strong>Telefoon (053) 4840 661Internet: www.slo.nlE-mail: twee<strong>de</strong>fase@slo.nlAN: 3.4755.240


Inhoud1. Inleiding 52. Werkwijze <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Verkenningscommissie</strong> 53. Structuur en doel <strong>van</strong> dit tussenrapport 64. Doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> in het vwo 75. Verhouding taal-cultuur 96. Diagnose <strong>van</strong> <strong>de</strong> problematiek 107. Naar een oplossing 138. Een nieuwe visie 149. Rechtvaardiging en te voorziene gevolgen 1910. Aanbevelingen 2111. Vervolgtraject 2212. Slotopmerking 23Literatuur 25Bijlagen 27Bijlage 1 De opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Verkenningscommissie</strong> 27Bijlage 2 Samenstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Verkenningscommissie</strong> en werkwijze 29


1. InleidingDe Griekse en Romeinse cultuur hebben een eigen plaats in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse samenleving. Netals in an<strong>de</strong>re Europese lan<strong>de</strong>n zijn onze geschie<strong>de</strong>nis en cultuur me<strong>de</strong> bepaald door <strong>de</strong>klassieke erfenis. Verwijzingen naar algemeen beken<strong>de</strong> klassieke gebeurtenissen, personen engezeg<strong>de</strong>s doorspekken nog altijd het publieke <strong>de</strong>bat. Er verschijnt een onophou<strong>de</strong>lijke stroomaan vertalingen <strong>van</strong> klassieke auteurs, waarvoor dui<strong>de</strong>lijk een markt aanwezig is en elk jaar zijner theaterproducties <strong>van</strong> klassieke tragedies. En Griekenland en Italië zijn populairevakantiebestemmingen – het aangename klimaat zal daaraan niet vreemd zijn, maar <strong>de</strong>aantrekkingskracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> culturen is ook niet te on<strong>de</strong>rschatten.De gymnasiumopleiding is <strong>de</strong> plaats waar het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> Griekse en Latijnse taal en cultuurformeel gestalte krijgt en daar stuiten we op een paradox. Enerzijds bloeit <strong>de</strong>gymnasiumopleiding als een schoolvorm die onze intellectueel meest getalenteer<strong>de</strong> leerlingen<strong>de</strong> grootste uitdagingen kan bie<strong>de</strong>n en is het aantal leerlingen dat examen in Grieks en/of Latijndoet <strong>de</strong> laatste jaren sterk gestegen. Maar an<strong>de</strong>rzijds staat toch <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakkenGrieks en Latijn veelvuldig ter discussie. Directe aanleiding tot die discussie zijn veelal <strong>de</strong>ein<strong>de</strong>xamenresultaten en motivatieproblemen bij <strong>de</strong> leerlingen.Voor <strong>de</strong> staatssecretaris waren die laatste signalen aanleiding om een <strong>Verkenningscommissie</strong>in te stellen, met als opdracht een analyse te maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> feitelijke situatie in het on<strong>de</strong>rwijs in<strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en <strong>de</strong> maatschappelijke context daar<strong>van</strong>; die situatie te beoor<strong>de</strong>len enaanbevelingen te doen voor <strong>de</strong> toekomst. 12. Werkwijze <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Verkenningscommissie</strong> 2De <strong>Verkenningscommissie</strong> kon werken met een schat aan materiaal. De problemen rond <strong>de</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> zijn zeer uitgebreid geïnventariseerd, waarbij vooral het Vakdossier <strong>van</strong>Mannus Goris uit 2007 vermelding verdient. Maar classici blijken überhaupt goe<strong>de</strong> analisten: tal<strong>van</strong> bijdragen in het bulletin <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vereniging Classici Ne<strong>de</strong>rland (VCN) getuigen <strong>van</strong>ge<strong>de</strong>tailleerd inzicht in <strong>de</strong> problematiek en <strong>van</strong> <strong>de</strong> vele creatieve pogingen om on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lendaar<strong>van</strong> aan te pakken. De <strong>Verkenningscommissie</strong> heeft <strong>de</strong> analyses bestu<strong>de</strong>erd enbesproken. Daarbij constateer<strong>de</strong> <strong>de</strong> commissie dat er een hobbel lag bij het stadium na <strong>de</strong>inventarisatie: bestaan<strong>de</strong> analyses waren niet gefocust op het aanbrengen <strong>van</strong> een hiërarchiein <strong>de</strong> problemen of op het samenbrengen <strong>van</strong> het materiaal op een hoger niveau. Daarom bleekhet in <strong>de</strong> praktijk moeilijk om problemen an<strong>de</strong>rs dan per probleem aan te pakken. Criteria om tekiezen tussen oplossingsrichtingen ontbraken.De volgen<strong>de</strong> stap <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie was dan ook het besluit om aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant tebeginnen: Wat is eigenlijk <strong>de</strong> doelstelling <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>? Hoeverhoudt die zich tot <strong>de</strong> taken die <strong>de</strong> wet stelt aan het vwo? En, eveneens een vraag die <strong>de</strong>commissie bewust vooraf heeft willen stellen en beantwoor<strong>de</strong>n: Hoe moet <strong>de</strong> verhouding gezienwor<strong>de</strong>n tussen taal en cultuur?1 Zie Bijlage I voor <strong>de</strong> opdracht aan <strong>de</strong> <strong>Verkenningscommissie</strong>2 Voor ver<strong>de</strong>re <strong>de</strong>tails over <strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Verkenningscommissie</strong> en <strong>de</strong> werkwijze, zie Bijlage 2 5


De commissie heeft in <strong>de</strong>ze principiële kwesties bewust stevige standpunten ingenomen. Zijvoel<strong>de</strong> zich daarbij gesteund door voortschrij<strong>de</strong>nd kritisch inzicht met betrekking tot <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijsontwikkelingen in <strong>de</strong> afgelopen perio<strong>de</strong>, vooral toegespitst op <strong>de</strong> zwakke plekken in <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> fase en een terugkerend besef in <strong>de</strong> maatschappij dat het on<strong>de</strong>rwijs gebaat kan zijn bijhogere eisen aan kennis, vaardighe<strong>de</strong>n en attitu<strong>de</strong>s. Steviger inzet op kwalitatief en kwantitatiefgoed on<strong>de</strong>rwijs hoeft daarbij geenszins mo<strong>de</strong>rnisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> lesinhoud en didactiek in <strong>de</strong> wegte staan. Overigens realiseert <strong>de</strong> commissie zich ter<strong>de</strong>ge dat er altijd een zekereslingerbeweging zal zijn in het <strong>de</strong>nken over het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs tussen het‘ontwikkelperspectief’ en het ‘prestatieperspectief’. De <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> hebben bij bei<strong>de</strong>uitgangspunten veel te bie<strong>de</strong>n, maar een goe<strong>de</strong> balans tussen <strong>de</strong>ze uitgangspunten isnoodzakelijk om <strong>de</strong> ambitieuze doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken te realiseren.Op basis <strong>van</strong> haar discussies en standpunten over doelstellingen en <strong>de</strong> verhouding tussen taalen cultuur heeft <strong>de</strong> commissie vervolgens or<strong>de</strong>ning aangebracht in <strong>de</strong> probleemanalyse envastgesteld dat niets doen geen optie is. Vervolgens heeft <strong>de</strong> commissie een nieuwe visie ophet on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> ontwikkeld. Die visie heeft twee aspecten: het eerste heeftte maken met <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> voor <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong> het gymnasium en met <strong>de</strong>daaruit voortvloeien<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> ten opzichte <strong>van</strong> die vakken. Het twee<strong>de</strong> aspect heeft te makenmet <strong>de</strong> inhoud en organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken.Ten slotte heeft <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> consequenties <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe visie doordacht enaanbevelingen geformuleerd aan alle 'stake-hol<strong>de</strong>rs'; daarbij heeft zij zich bewust niet beperkttot aanbevelingen aan <strong>de</strong> staatssecretaris. In afwachting <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong>veldraadpleging is het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el ‘aanbevelingen’ in <strong>de</strong>ze versie nog niet (of slechts zeerbeperkt) ingevuld.3. Structuur en doel <strong>van</strong> dit tussenrapportDit tussenrapport volgt het hierboven geschetste traject. Het bespreekt achtereenvolgens <strong>de</strong>doelstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> in het vwo; <strong>de</strong> verhouding tussen taal en cultuur; <strong>de</strong>diagnose <strong>van</strong> <strong>de</strong> problematiek; <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> commissie tot een oplossing heeft willenkomen; <strong>de</strong> nieuwe visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie; <strong>de</strong> consequenties en <strong>de</strong> aanbevelingen.Het doel <strong>van</strong> dit tussenrapport is tweeledig: De commissie wil het veld informeren en raadplegen over <strong>de</strong> tot nu toe ontwikkel<strong>de</strong> visie. De commissie wil input verzamelen in een stadium waarin <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën nog niet volledig zijnuitgekristalliseerd. 6


4. Doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> in het vwoWettelijk ka<strong>de</strong>rVolgens het gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wettelijk ka<strong>de</strong>r heeft het vwo als geheel tot doel bij te dragen tot <strong>de</strong>algemene maatschappelijke voorbereiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen en tot hun persoonlijke vorming; 3het moet voorberei<strong>de</strong>n op het hoger on<strong>de</strong>rwijs in het algemeen en ook bijzon<strong>de</strong>re voorbereiding(op specifieke vakken) bie<strong>de</strong>n. Daarnaast plaatst <strong>de</strong> wet dit on<strong>de</strong>rwijs in een pluriformesamenleving, me<strong>de</strong> als voorbereiding op actief burgerschap en sociale integratie en me<strong>de</strong>gericht op kennismaking met verschillen<strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n en culturen <strong>van</strong> leeftijdgenoten. 4De rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>Het bestaansrecht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en hun bijzon<strong>de</strong>re bijdrage aan het vervullen <strong>van</strong> diedoelstellingen ligt op het terrein <strong>van</strong> i<strong>de</strong>ntiteit en zelfontplooiing, het na<strong>de</strong>nken over <strong>de</strong>verhouding tussen individu en gemeenschap, reflectie op <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> burgerschap, op <strong>de</strong>ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> Europa en op <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne tijd <strong>van</strong>uit een historisch besef enperspectief. Het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> richt zich daarbij in het bijzon<strong>de</strong>r op <strong>de</strong>verwevenheid <strong>van</strong> taal en cultuur en <strong>de</strong> historische contingentie <strong>van</strong> die twee en speciaal ookhet besef <strong>van</strong> taal als een historisch object. Daarnaast bie<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze vakken een ‘hid<strong>de</strong>ncurriculum’ <strong>van</strong> aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n: langzaam lezen, precieze analyse,nauwkeurigheid, doorzettingsvermogen.De formulering <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie Sicking (1971) <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoofddoelstelling <strong>van</strong> het vak was <strong>de</strong>‘confrontatie <strong>van</strong> het eigene en het vreem<strong>de</strong>’. Die paste toen in recente maatschappelijke enwetenschappelijke ontwikkelingen. De oudheid was <strong>van</strong>af <strong>de</strong> Renaissance als bij uitstek ‘eigen’beleefd, maar on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> het Franse structuralisme werd in <strong>de</strong> jaren 70 en 80 <strong>van</strong> <strong>de</strong>vorige eeuw met een nieuwe, antropologische blik naar <strong>de</strong> oudheid gekeken. Opeens was er bijuitstek oog voor ‘het vreem<strong>de</strong>’. Dat had ook te maken met maatschappelijke bewegingen:emancipatie <strong>van</strong> vrouwen en <strong>van</strong> min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n (qua ras en seksuele geaardheid) open<strong>de</strong> <strong>de</strong>blik voor wat er an<strong>de</strong>rs was aan <strong>de</strong> antieke wereld, met zijn burgerschap alleen voor mannen enmet zijn slavernij.Tegenwoordig, na het postmo<strong>de</strong>rnisme, is niet ‘het vreem<strong>de</strong>’ het probleem, maar het ‘eigene’:Wat is dat eigenlijk? Wat is i<strong>de</strong>ntiteit en hoe komt die tot stand? Hoe functioneert een individu inverschillen<strong>de</strong> rollen? Hoe werkt groepsvorming en wat is <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> het (groeps-)verle<strong>de</strong>ndaarin? Hoe werkt culturele herinnering?Zo’n slingerbeweging in het <strong>de</strong>nken over i<strong>de</strong>ntiteit en an<strong>de</strong>rs-zijn maakt in feite geen verschilvoor het nut <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> antieke wereld: met <strong>de</strong> thematiek kunnen <strong>de</strong> classicihoe dan ook prima uit <strong>de</strong> voeten. De unieke bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> in het vwocurriculumis daarbij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>: mensen blijken niet gemakkelijk in abstracto over dit soortgrote problemen te <strong>de</strong>nken. We re<strong>de</strong>neren en argumenteren bij voorkeur aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong>saillante voorbeel<strong>de</strong>n: dus geen abstracte gedachten over vrijheid <strong>van</strong> meningsuiting,gewetensvrijheid en relatie tussen individu en staat, maar reflectie op het optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong>Antigone, <strong>van</strong> Socrates, <strong>van</strong> Cicero en <strong>de</strong> overeenkomsten en verschillen tussen hun situatie enmo<strong>de</strong>rne contexten. De <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> zijn in het vwo <strong>de</strong> ‘hoe<strong>de</strong>rs’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> verhalen en <strong>de</strong>literatuur die <strong>de</strong> gemeenschappelijke voorraad aan voorbeel<strong>de</strong>n lever<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> West-3 Wet Voortgezet On<strong>de</strong>rwijs art. 12 lid 24 Wet Voortgezet On<strong>de</strong>rwijs art. 17 7


Europese reflectie door <strong>de</strong> eeuwen heen op <strong>de</strong>ze thema’s. Die voorbeel<strong>de</strong>n zijn in<strong>de</strong>rdaadgeschikt om reflectie op <strong>de</strong> grote thema’s te dragen of te initiëren. Maar bovendien geldt dat alswij aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> diezelf<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n reflecteren op <strong>de</strong>ze thema’s, wij ons <strong>de</strong>nken in eenEuropese traditie plaatsen.Het nieuwe belang <strong>van</strong> ‘Europa’ versterkt <strong>de</strong> rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> kennisnemen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gezamenlijkevoorgeschie<strong>de</strong>nis en <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuur die door alle Europese lan<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> bakermat <strong>van</strong> <strong>de</strong>eigen beschaving wordt gezien. Het resultaat daar<strong>van</strong> kan trouwens net zo goed een pro-Europees als een Euro-sceptisch standpunt opleveren. Tegelijk scherpt <strong>de</strong>ze kennis <strong>van</strong> <strong>de</strong>oudheid ook weer <strong>de</strong> blik op <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne tijd, waarin Engels <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> Latijn overneemt –voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> reflectie en kritische attitu<strong>de</strong>vorming die door <strong>de</strong> studie <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassiekeoudheid wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd. Behalve kennis <strong>van</strong> <strong>de</strong> gezamenlijke voorgeschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> Europa,schuilt ook in het leren <strong>van</strong> vooral <strong>de</strong> taal Latijn een eenheidsscheppend element: het is eenge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> ervaring <strong>van</strong> grote groepen leerlingen in Europa die zich voorberei<strong>de</strong>n op eenuniversitaire studie. Dat herkenningseffect valt met vertalingen niet te bewerkstelligen enmogelijk ook niet op een an<strong>de</strong>re manier.De commissie sluit zich aan bij <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën <strong>van</strong> Derek Bok, presi<strong>de</strong>nt <strong>van</strong> Harvard University, diein zijn ‘presi<strong>de</strong>ntial address’ <strong>van</strong> 2007 het volgen<strong>de</strong> over <strong>de</strong> ‘humanities’ zei:The new ad<strong>van</strong>ces in sciences offer the possibility of prolonging human life,<strong>de</strong>stroying human life, transforming human life artificially in ways that challengethe very meaning of what it is to be human. In the face of such prospects, thetraditional focus of the humanities on questions of value, of meaning, of ethics, aremore important than ever before. Such questions are extremely difficult. They donot lend themselves to testable theories or to empirically verified results. But theyare no less essential if we are to make sense of the changes that science thrustsupon us and create a society in which we all can live fulfilling lives. 5Deze visie op het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> Geesteswetenschappen, <strong>van</strong> ‘cultivating humanity’, om metMartha Nussbaum te spreken, on<strong>de</strong>rschrijft <strong>de</strong> commissie en ziet zij als <strong>de</strong> ultieme rationale <strong>van</strong>het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en antieke cultuur in <strong>de</strong> gymnasiumopleiding.Correspon<strong>de</strong>ntie tussen doelstelling en eindtermen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>De <strong>Verkenningscommissie</strong> is <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindtermen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong><strong>Talen</strong> nog steeds een goe<strong>de</strong> reflectie vormen <strong>van</strong> het maatschappelijke en aca<strong>de</strong>mischeeinddoel dat met dit on<strong>de</strong>rwijs beoogd wordt en dat hierboven is weergegeven. Die eindtermenzijn:• reflectie op klassieke teksten;• reflectie op <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> antieke cultuur en <strong>de</strong> latere Europese cultuur;• zelfstandige oor<strong>de</strong>elsvorming;• oriëntatie op studie en beroep;• informatievaardighe<strong>de</strong>n.Het eerste item omvat wat we vroeger on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong>n in taalreflectie en tekstreflectie – eenon<strong>de</strong>rscheid dat goed opnieuw geëxpliciteerd zou kunnen wor<strong>de</strong>n, het twee<strong>de</strong> itemcorrespon<strong>de</strong>ert met cultuurreflectie.5 Citaat ontleend aan het rapport Duurzame Geesteswetenschappen, 2008. 8


5. Verhouding taal-cultuurOm <strong>de</strong> hoofddoelstellingen te kunnen realiseren is het <strong>van</strong> belang een hel<strong>de</strong>r beeld te hebben<strong>van</strong> <strong>de</strong> relatie en <strong>de</strong> samenhang tussen het taal-<strong>de</strong>el en het cultuur-<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>. Deze discussie neemt al gauw abusievelijk <strong>de</strong> vorm aan <strong>van</strong> een ‘zero-sumgame’: het lijkt dan alsof <strong>de</strong> tijd die er aan taal wordt besteed afgaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuur enan<strong>de</strong>rsom. Maar in feite bie<strong>de</strong>n juist <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> een unieke kans om te <strong>de</strong>monstrerendat <strong>de</strong> studie <strong>van</strong> taal en cultuur hand in hand behoren te gaan en elkaar dan versterken: taal isnatuurlijk een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> een cultuur. Bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal leidt tot een beter begrip <strong>van</strong><strong>de</strong> cultuur als geheel (taal als entree voor <strong>de</strong> cultuur). Bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuur als geheelhoort <strong>de</strong> omgang met <strong>de</strong> teksten te vergemakkelijken (taal als aspect <strong>van</strong> een cultuur). In hetvwo-curriculum is bovendien alleen bij <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> evi<strong>de</strong>nt ook <strong>de</strong> taal zélf een historischobject: 6 aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze do<strong>de</strong> talen kunnen we laten zien dat elke taal, ook die <strong>van</strong>onszelf, in een bepaal<strong>de</strong> historische en culturele context thuishoort. Zo is het besef <strong>van</strong> <strong>de</strong>verwevenheid <strong>van</strong> taal en cultuur een belangrijk leerdoel, dat ook tot een bewustere omgangmet <strong>de</strong> eigen taal zou moeten lei<strong>de</strong>n. Naar het oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie geldt dit in principezowel voor het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw als in <strong>de</strong> bovenbouw.Een kort voorbeeld kan dit verhel<strong>de</strong>ren. Het Latijnse amicitia vertalen we met ‘vriendschap’.Maar onze mo<strong>de</strong>rne i<strong>de</strong>eën over ‘vriendschap’ bevatten aspecten die vreemd zijn aan amicitia,terwijl wij tegenwoordig <strong>de</strong> opportunistische politieke allianties die in het Latijn amicitia hetenniet snel zon<strong>de</strong>r meer als vriendschap zou<strong>de</strong>n classificeren. Er is veel te zeggen voor hetwerken met vertalingen, omdat die het mogelijk maken langere teksten te lezen; maar met <strong>de</strong>oorspronkelijke tekst ernaast kan het begrip aanzienlijk verdiept wor<strong>de</strong>n, omdat dui<strong>de</strong>lijk wordtdat hetzelf<strong>de</strong> Griekse of Latijnse begrip in het Ne<strong>de</strong>rlands vaak verschillen<strong>de</strong> vertalingen blijkt tebehoeven, terwijl an<strong>de</strong>rzijds er meer<strong>de</strong>re Griekse of Latijnse alternatieven blijken te zijn die wijallemaal met bijvoorbeeld ‘moed’ of met ‘woe<strong>de</strong>’ vertalen. Het feit dat vertalingen gedateerdraken wijst er bovendien op dat hetzelf<strong>de</strong> woord ook in verschillen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>s verschillendvertaald zal wor<strong>de</strong>n. Is er een verschil tussen <strong>de</strong> originele termen? En wat zegt dat dan over <strong>de</strong>interpretatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst en over <strong>de</strong> culturele context?De bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> Grieks en Latijn helpt ook om taalreflectie in meer algemene zin testimuleren, om bewust te leren omgaan met concepten als taalveran<strong>de</strong>ring, standaardtaal, oftaalnorm. De complexe grammatica is een goe<strong>de</strong> aanleiding om aandacht te beste<strong>de</strong>n aan taalals systeem en aan grammatica als ‘mensenwerk’, als een systeem dat dient om communicatietot stand te brengen.Vanzelfsprekend is er ook een schat aan verhalen en i<strong>de</strong>eën die overgebracht moeten wor<strong>de</strong>nen waarvoor dat op hoofdlijnen ook mogelijk is zon<strong>de</strong>r diepgaan<strong>de</strong> studie <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal. Ook <strong>de</strong>materiële cultuur (beeldhouwkunst, hoe ziet een antiek theater eruit) kan los <strong>van</strong> tekstenbestu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n en hoort tot het hart <strong>van</strong> het vakgebied. Maar voor <strong>de</strong> reflectie op <strong>de</strong> grotevraagstukken die centraal staat als einddoel <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> zijn taal encultuur onlosmakelijk verbon<strong>de</strong>n, en dat geldt ook voor reflectie op <strong>de</strong> receptie en doorwerking<strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieke cultuur. Bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen, taal en cultuur, verdienen aandacht.6 De aandacht voor historische taalstadia bij Ne<strong>de</strong>rlands en <strong>de</strong> Mo<strong>de</strong>rne Vreem<strong>de</strong> <strong>Talen</strong> isnoodzakelijkerwijs beperkt. 9


In <strong>de</strong>ze visie is er dus een nauwe samenhang tussen het hoofddoel <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en het verband tussen taal en cultuur. Naar het inzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>Verkenningscommissie</strong> is er een grote congruentie tussen hoofddoel, relatie taal-cultuur en <strong>de</strong>huidige eindtermen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>. De problemen liggen dus in <strong>de</strong>praktische omzetting <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze doelen.6. Diagnose <strong>van</strong> <strong>de</strong> problematiekNaar <strong>de</strong> ervaringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> beroepsgroep verloopt het uitwerken <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen in <strong>de</strong>praktijk niet vlekkeloos. Zoals al opgemerkt, kon <strong>de</strong> <strong>Verkenningscommissie</strong> beschikken overreeds bestaan<strong>de</strong> uitvoerige probleemanalyses. Vooral het Vakdossier 2007 verdient hiervermelding en <strong>de</strong> commissie verwijst graag naar <strong>de</strong> uitputten<strong>de</strong> opsomming <strong>van</strong> problemenaldaar. Hier volgen <strong>de</strong> voornaamste probleemvel<strong>de</strong>n, met telkens een korte bespreking en hetvaststellen per veld <strong>van</strong> een kernprobleem of kernvraag.1. De maatschappij2. De scholen3. De docent4. De leerling5. De vakinhoud6. Het examen1. De maatschappijMaatschappelijk gesproken doen zich twee fenomenen voor die aandacht verdienen. In <strong>de</strong>eerste plaats slagen <strong>de</strong> classici er kennelijk niet steeds in <strong>de</strong> maatschappelijke rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong>hun vak dui<strong>de</strong>lijk uit te leggen – een lot dat zij lijken te <strong>de</strong>len met <strong>de</strong> universitaireGeesteswetenschappen. 7 Maar belangrijker is dat <strong>de</strong> maatschappelijke rol <strong>van</strong> het gymnasiumveran<strong>de</strong>rd is. Aan <strong>de</strong> ene kant groeien <strong>de</strong> categoriale gymnasia en is er een dui<strong>de</strong>lijke behoefteaan een vwo+ markt, waar leerlingen vroeg uitgedaagd wor<strong>de</strong>n en kunnen excelleren. Maaran<strong>de</strong>rzijds dankt het gymnasium zijn populariteit ook en misschien vooral aan sociologischefactoren. Het gymnasiumdiploma heeft en geeft status. Maar als dat ook zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong><strong>Talen</strong> zou kunnen, zou dat veel ou<strong>de</strong>rs ook prima zijn.Kern: Welke positie kunnen <strong>de</strong> gymnasiumopleiding en <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>innemen in <strong>de</strong> huidige maatschappij?2. De scholenBij <strong>de</strong> scholen geldt dat <strong>de</strong> problemen op scholengemeenschappen en op zelfstandigegymnasia verschillend en soms tegengesteld zijn. Op zelfstandige gymnasia zijn <strong>de</strong> klassengroot en intellectueel heterogeen, terwijl op scholengemeenschappen soms jaarklassen wor<strong>de</strong>nsamengevoegd om een re<strong>de</strong>lijke groepsgrootte te verkrijgen; ook dat leidt tot heterogeniteit.Binnen <strong>de</strong> scholen wor<strong>de</strong>n leerlijnen en leerdoelen meestal binnen vakken en niet tussenvakken geformuleerd. Daarmee verliest men oog voor <strong>de</strong> complementariteit <strong>van</strong> kennis envaardighe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vakken aan het vwo-diploma kunnen bijdragen. Op veelscholen met gymnasiumopleiding ontbreekt wat het rapport Waslan<strong>de</strong>r-Barkmeijer-Holwerda7 Zie het rapport Duurzame Geesteswetenschappen 10


(2009) ‘<strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid’ heeft genoemd. 8 Op scholen waar <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong><strong>Talen</strong> een vak on<strong>de</strong>r alle vakken zijn, een vak dat ook weggelaten kan wor<strong>de</strong>n uit het curriculumals geheel, is niet veel begrip voor <strong>de</strong> grotere hoeveelheid uren en inspanning die <strong>de</strong>ze vakkenkosten. Waar <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> gezien wor<strong>de</strong>n als een essentieel element <strong>van</strong> <strong>de</strong>gymnasiumopleiding en zodoen<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteitsbepalend zijn, is er een positieve correlatie metein<strong>de</strong>xamenresultaten, motivatie en inzet <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>rs en leerlingen, <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> het vak enhet welbevin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> docenten. Overigens lijkt er hier een kans te liggen in verband met <strong>de</strong>algemene maatschappelijke trend om een leerklimaat te beogen dat meer waar<strong>de</strong> hecht aan het‘hid<strong>de</strong>n curriculum’ <strong>van</strong> discipline, doorzettingsvermogen en precisie.Kern: Hoe kan vorm gegeven wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> binnen <strong>de</strong> gymnasiumopleiding? Hoe kan een holistischevisie op gymnasiale vorming gestalte krijgen?3. De docentHet docentencorps <strong>van</strong> <strong>de</strong> classici is zeer betrokken en actief. In die zin liggen er bij <strong>de</strong>docenten eer<strong>de</strong>r kansen dan bedreigingen. De commissie heeft zeer veel materiaal gezienwaaruit blijkt dat <strong>de</strong> docenten zich bewust zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>elproblemen en tal <strong>van</strong> pogingen in hetwerk stellen om die zelf op te lossen, bijvoorbeeld door het maken <strong>van</strong> lesmateriaal. Decommissie is er zich zeer <strong>van</strong> bewust dat <strong>de</strong>ze gemotiveer<strong>de</strong> beroepsgroep een steun in <strong>de</strong> rugverdient. Het voornaamste probleem met betrekking tot <strong>de</strong> docenten is dat er te weinig <strong>van</strong> zijnen dat er dus relatief veel lessen ofwel niet gegeven kunnen wor<strong>de</strong>n, ofwel gegeven moetenwor<strong>de</strong>n door onbevoeg<strong>de</strong> docenten. Een twee<strong>de</strong> punt is dat het momenteel beschikbaredidactische arsenaal niet goed aansluit bij het realiseren <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoofddoelstellingen <strong>van</strong> het vakals boven geformuleerd en dat er dus ook daar steun nodig is bij het uitbrei<strong>de</strong>n en verdiepen<strong>van</strong> didactische bekwaamhe<strong>de</strong>n.Kern: Hoe kan het lerarentekort wor<strong>de</strong>n aangepakt? Hoe kan <strong>de</strong> didactischetoerusting geoptimaliseerd wor<strong>de</strong>n?4. De leerlingVanzelfsprekend liggen er ook bij <strong>de</strong> leerlingen eer<strong>de</strong>r kansen dan bedreigingen. Bij <strong>de</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> werken we met <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>misch meest getalenteer<strong>de</strong>n. Toch zijn ook hier welmoeilijkhe<strong>de</strong>n aan te wijzen. De leerlingen zitten vaak niet op het zelfstandige gymnasium<strong>van</strong>wege <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>, en bij scholengemeenschappen is <strong>de</strong> kans op uitstroom na <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rbouw groot – het gemak waarmee dat gebeurt, lijkt verband te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>gesignaleer<strong>de</strong> motivatieproblemen. De vakken staan bekend als moeilijk, en ze vereisenhuiswerk. De centrale doelstelling <strong>van</strong> het vak is <strong>de</strong> leerlingen vaak onvoldoen<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk, endat geldt ook voor <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken binnen <strong>de</strong> gymnasiale opleiding als geheel. Hetwachten lijkt vaak op het moment dat men <strong>de</strong> vakken kan laten vallen. Alternatieven als <strong>de</strong>8 Dit rapport gaat over zelfstandige gymnasia. Omdat het sterk <strong>de</strong> kracht benadrukt <strong>van</strong> door een schoolzelf uit te dragen congruentie tussen <strong>de</strong> positionering <strong>van</strong> <strong>de</strong> school in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsmarkt en <strong>de</strong> praktijk enattitu<strong>de</strong>s binnen <strong>de</strong> school zelf, lijken hier ook kansen te liggen voor scholengemeenschappen. Eenvervolgon<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> op scholengemeenschappen is een <strong>de</strong>si<strong>de</strong>ratum en is invoorbereiding. 11


Groningen route’ 9 resulteren in minimale inspanningen bij <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en lei<strong>de</strong>n vooralbij Latijn tot een groep extreem laag scoren<strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenkandidaten met een onevenrediggrote (negatieve) invloed op gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n en slagingspercentages. Het ‘hid<strong>de</strong>n curriculum’ <strong>van</strong><strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> trekt een zware wissel op het puberbrein. De veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> situatie in het(primair) on<strong>de</strong>rwijs maakt dat veel elementaire kennis, bijvoorbeeld over grammatica, niet isaangelegd. Het gevolg ook daar<strong>van</strong> is gebrek aan motivatie. Ook met betrekking tot <strong>de</strong> leerlinggeldt dat <strong>de</strong> omslag <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke opinie over het gewenste leerklimaat, met meerruimte voor het hid<strong>de</strong>n curriculum kansen, biedt.Kern: Hoe kan <strong>de</strong> vicieuze cirkel <strong>van</strong> <strong>de</strong>motivatie en kennisgebrek wor<strong>de</strong>ndoorbroken?5. De vakinhoudHoewel er heel veel tijd en moeite wordt gestoken in het vervaardigen <strong>van</strong> leermid<strong>de</strong>len enexamenbun<strong>de</strong>ls, zijn er in het gestalte geven aan <strong>de</strong> vakinhoud dui<strong>de</strong>lijke spanningen. Diehebben te maken met onhel<strong>de</strong>re posities over <strong>de</strong> relatie tussen het taal- en cultuur-on<strong>de</strong>rwijs(waarbij <strong>Klassieke</strong> Culturele Vorming (KCV) zich in toenemen<strong>de</strong> mate inhou<strong>de</strong>lijk enorganisatorisch lijkt te hebben losgezongen <strong>van</strong> het taalon<strong>de</strong>rwijs); <strong>de</strong> taalvaardigheid; hetBildungsi<strong>de</strong>aal; het doel <strong>van</strong> het vak, en <strong>de</strong> vraag ‘wat is eigenlijk een gymnasium?’ Uit eenhel<strong>de</strong>re stellingname over <strong>de</strong>ze punten moet dui<strong>de</strong>lijkheid voortvloeien over <strong>de</strong> manier waaropwe <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> het vak bepalen en er gestalte aan geven.Kern: Wat moet <strong>de</strong> vakinhoud zijn, gegeven <strong>de</strong> doelstelling <strong>van</strong> het vak?6. Het examenDe ein<strong>de</strong>xamenresultaten <strong>van</strong> het Centraal Examen (CE) Latijn zijn al jaren een punt <strong>van</strong> zorg.Kennelijk (me<strong>de</strong>) door <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Fase met <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> halvering <strong>van</strong> <strong>de</strong>urentabel valt er jaarlijks, ook bij een fikse N-factor, een groot percentage onvoldoen<strong>de</strong>s. 10Deze slechte resultaten werken uiteraard <strong>de</strong>motiverend en hebben een negatieve invloed op <strong>de</strong>vakkeuze door leerlingen die bijvoorbeeld moeten inloten voor <strong>de</strong> studie geneeskun<strong>de</strong> en eenhoog gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> nodig hebben. Voor Grieks geldt dit overigens niet, hetgeen verklaard kanwor<strong>de</strong>n door het feit dat Latijn veelal <strong>de</strong> <strong>de</strong>fault-keuze is; bij Grieks zijn er kleinere engemotiveer<strong>de</strong>re groepen. Ver<strong>de</strong>r verdient <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefvertaling aandacht. Vertalen is eenheel specifieke (en belangrijke) vaardigheid, die veel training vergt. Traditioneel neemt <strong>de</strong>proefvertaling <strong>van</strong> een ongelezen stuk tekst <strong>de</strong> plaats in <strong>van</strong> een ‘meesterproef’, hoewel <strong>de</strong>vertaling op zich maar een ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> eindtermen reflecteert. Leerlingen vin<strong>de</strong>n dit eenmoeilijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el, ze scoren er veelal slecht op, en omdat <strong>de</strong> vertaling zwaar meeteltbeïnvloedt dit <strong>de</strong> cijfers na<strong>de</strong>lig. Tegelijkertijd drukt <strong>de</strong> proefvertaling als belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<strong>van</strong> het ein<strong>de</strong>xamen een (te) groot stempel op het on<strong>de</strong>rwijs (examentraining). Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elvertaling werkt sterk on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd in het CE, d.w.z. dat sterke leerlingen dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el goedmaken en zwakke leerlingen slecht. Dit geldt trouwens voor <strong>de</strong> CE vragen als geheel, eenpositief kenmerk <strong>van</strong> het huidige CE. Maar <strong>de</strong>ze observatie heeft slechts betrekking op <strong>de</strong>validiteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> examens, niet op <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> examens in <strong>de</strong> huidige vorm wenselijk zijn.9 De ‘Groningen route’ houdt in dat gymnasiumleerlingen aan <strong>de</strong> zelfstandige gymnasia nog na hetein<strong>de</strong>xamen <strong>de</strong> klassieke taal on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n kunnen laten vallen, als ze op een onvoldoen<strong>de</strong>voor <strong>de</strong> klassieke taal zou<strong>de</strong>n zakken. Deze leerlingen krijgen daarmee een Atheneumdiploma.10 In 2010 doet <strong>de</strong> eerste lichting leerlingen ein<strong>de</strong>xamen die met een urentabel <strong>van</strong> 600 uur gewerkthebben. In <strong>de</strong> oorspronkelijke Twee<strong>de</strong> Fase staat er 480 uur voor Latijn en 480 uur voor Grieks. 12


Het gevoel bestaat dat het huidige CE weliswaar hoge cijfers toekent aan sterke leerlingenmaar dat die tegelijkertijd nog steeds niet echt hebben kunnen laten zien wat zij kunnen, en datbelangrijke leerdoelen onvoldoen<strong>de</strong> gereflecteerd wor<strong>de</strong>n in het huidige CE. Te <strong>de</strong>nken valt danvooral aan <strong>de</strong> reflectie op <strong>de</strong> ‘grote vragen’ die centraal staat in <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak.Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> huidige resultaten zijn niet goed en tegelijk wordt het examen niet (op<strong>de</strong> juiste punten) uitdagend en representatief genoeg bevon<strong>de</strong>n. Het test niet per se het juiste.Kern: Hoe kunnen examens, exameneisen en examenresultaten optimaal inovereenstemming wor<strong>de</strong>n gebracht met <strong>de</strong> rol en doelstelling <strong>van</strong> het vak in<strong>de</strong> maatschappij en het vwo?Sommige problemen lenen zich min<strong>de</strong>r voor aanpak via een <strong>Verkenningscommissie</strong> <strong>Klassieke</strong><strong>Talen</strong> dan an<strong>de</strong>re. Veelal gaat het daarbij om problemen zoals het lerarentekort, inclusief <strong>de</strong>vraag naar alternatieve lesbevoegdhe<strong>de</strong>n of lerarenregisters, die niet specifiek zijn voor <strong>de</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>. De commissie heeft ervoor gekozen om zich te concentreren op hoofdlijnen enop problemen die in samenhang vakspecifiek aan te pakken lijken.7. Naar een oplossingNiets doen is geen optieHet spreekt zeker niet <strong>van</strong>zelf dat ingrijpen altijd <strong>de</strong> beste optie is. Daarom heeft <strong>de</strong> commissiezich expliciet afgevraagd wat er gebeurt als we niets doen. Maar <strong>de</strong> hierboven gegevenprobleemanalyse sluit die optie uit. Er is een zichtbare ‘mismatch’ tussen doelstelling eneindtermen enerzijds en <strong>de</strong> condities waaron<strong>de</strong>r die gerealiseerd moeten wor<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>rzijds.Een gevolg daar<strong>van</strong> is dat <strong>de</strong> doelstellingen en eindtermen uit zicht dreigen te raken. Niets doenbetekent onherroepelijk achteruitgang. De vraag is hoe een hernieuw<strong>de</strong> bewustwording enhernieuw<strong>de</strong> explicitering <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelstellingen dusdanig geborgd kunnen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>vakpraktijk dat onze vakken optimaal kunnen bijdragen aan het vwo-curriculum, <strong>de</strong> vorming <strong>van</strong><strong>de</strong> leerlingen en <strong>de</strong> maatschappij.De suggesties <strong>van</strong> het vakdossierHet al eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> vakdossier is een bijzon<strong>de</strong>r waar<strong>de</strong>vol document: in haar eigenanalyses heeft <strong>de</strong> commissie geen punten kunnen i<strong>de</strong>ntificeren die het vakdossier niet al op éénof an<strong>de</strong>re manier bespreekt. Het vakdossier gaat ook ver<strong>de</strong>r dan die bespreking en beschrijfteen aantal scenario’s om <strong>de</strong> problemen op te lossen. Maar <strong>de</strong> manier waarop die scenario’s totstand zijn gekomen, drukt een zwaar stempel op <strong>de</strong> uitkomst. Het vakdossier gaat uit <strong>van</strong> éénhoofdprobleem: <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenresultaten. Om daar iets aan te doen bedient het twee‘knoppen’: die <strong>van</strong> het centraal ein<strong>de</strong>xamen zelf en die <strong>van</strong> <strong>de</strong> condities <strong>van</strong> hetgymnasiumdiploma. Dat levert drie scenario’s op: één zon<strong>de</strong>r veran<strong>de</strong>ringen op die tweepunten, één met veran<strong>de</strong>ringen in het ein<strong>de</strong>xamen en één met veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> condities.Bij alle scenario’s wor<strong>de</strong>n lijsten voor- en na<strong>de</strong>len gegeven. Maar wat ontbreekt, is <strong>de</strong> visie opbasis waar<strong>van</strong> je tot een keuze voor één scenario zou kunnen komen.Een an<strong>de</strong>r aggregatieniveauZoals aangekondigd, heeft <strong>de</strong> commissie gekozen voor een bena<strong>de</strong>ring die weliswaar<strong>van</strong>zelfsprekend recht moet doen aan het probleem <strong>van</strong> het ein<strong>de</strong>xamen – ook volgens <strong>de</strong>commissie een belangrijke indicator dat er ergens iets niet goed zit. Maar <strong>de</strong> commissie wil <strong>de</strong>problemen op een hoger aggregatieniveau bijeen brengen en <strong>de</strong> oplossingen tot meer in <strong>de</strong> 13


diepte uitwerken. Een bena<strong>de</strong>ring dus die <strong>de</strong> hoogte en <strong>de</strong> diepte ingaat, zon<strong>de</strong>r het zobelangrijke niveau ‘waarop het allemaal moet gebeuren’ te verwaarlozen.Kort recapitulerend: <strong>de</strong> commissie kiest ervoor uit te gaan <strong>van</strong> haar weloverwogen visie op <strong>de</strong>hoofddoelstelling <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>, zowel in <strong>de</strong> maatschappij als in hetvoortgezet on<strong>de</strong>rwijs. Die doelstelling brengt consequenties met zich mee voor <strong>de</strong> verhoudingtussen taal en cultuur. Van daaruit wil <strong>de</strong> commissie tot een coherente visie op <strong>de</strong> geheleproblematiek komen.Randvoorwaar<strong>de</strong>n1. Scholen die het nu goed doen mogen geen na<strong>de</strong>el on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorgestel<strong>de</strong>maatregelen.2. De consequenties voor zowel scholengemeenschappen als zelfstandige gymnasia moetenaanvaardbaar zijn en zoveel mogelijk positief.3. De nieuwe visie moet dui<strong>de</strong>lijkheid bie<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> het Grieks.4. De nieuwe visie moet dui<strong>de</strong>lijkheid bie<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> KCV (geïntegreerd?zelfstandig? examinering? om<strong>van</strong>g?).5. Het moet dui<strong>de</strong>lijk zijn dat er re<strong>de</strong>lijkerwijs een positief effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe visie teverwachten valt voor <strong>de</strong> geï<strong>de</strong>ntificeer<strong>de</strong> probleemvel<strong>de</strong>n.8. Een nieuwe visieDe <strong>Verkenningscommissie</strong> heeft verschillen<strong>de</strong> oplossingsrichtingen verkend en daarbij ookdrastische i<strong>de</strong>eën niet geschuwd. Zou <strong>de</strong> gymnasiumopleiding moeten inzetten op grotereselectiviteit? Of juist op differentiatie, eventueel met het accepteren <strong>van</strong> aanpassing (lees:verlaging) <strong>van</strong> het niveau? Zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> classici moeten inzetten op een keuze voor alleen Latijn(of, theoretisch, alleen Grieks) en antieke cultuur? Ie<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze oplossingsrichtingen heeftweliswaar enige voor<strong>de</strong>len, maar geen er<strong>van</strong> biedt een aantrekkelijke nieuwe visie op het vak.De commissie wil een coherente visie formuleren, met drie gegevens als uitgangspunt:1. De hierboven geformuleer<strong>de</strong> doelstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en KCV.2. De specifieke bijdrage die die vakken kunnen leveren aan <strong>de</strong> vervulling <strong>van</strong> <strong>de</strong> eisen die <strong>de</strong>wet aan het Voortgezet On<strong>de</strong>rwijs stelt.3. Het gymnasium als een ‘sterk merk’, een zich on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> speler op <strong>de</strong> vwo+-markt.In <strong>de</strong>ze coherente visie komen twee aspecten bij elkaar: enerzijds <strong>de</strong> algehele omgang met <strong>de</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>, <strong>de</strong> positie in <strong>de</strong> school en <strong>de</strong> uitstraling in <strong>de</strong> maatschappij <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasialevorming. An<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> visie op <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken, <strong>de</strong> didactiek en <strong>de</strong> examens. Dezetwee aspecten behan<strong>de</strong>len we in <strong>de</strong> twee volgen<strong>de</strong> paragrafen.Aspect 1: ‘attitu<strong>de</strong>’; <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheidUit het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> Waslan<strong>de</strong>r, Barkmeijer en Holwerda (2009) blijkt dat gymnasia metrelatief goe<strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenresultaten zich kenmerken door consistentie tussen wat ze naarbuiten uitdragen en wat ze binnen <strong>de</strong> school zelf doen: waar<strong>de</strong> hechten aan Bildung vertaaltzich in een goed leerklimaat en een situatie waarin <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> niet terdiscussie staat. De gymnasiumopleiding zou in <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie naar binnen en naarbuiten (binnen <strong>de</strong> school en in <strong>de</strong> positionering en presentatie naar buiten, naar ou<strong>de</strong>rs enleerlingen) moeten inzetten op het on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en gebruikmoeten maken <strong>van</strong> het feit dat het gehele palet <strong>van</strong> vakken op het gymnasium door <strong>de</strong> vaste 14


aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> verrijkt en uitgebreid wordt. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, hetcurriculum <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasiumopleiding als geheel on<strong>de</strong>rscheidt zich door <strong>de</strong> plaats die <strong>de</strong>bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieke oudheid inneemt. Gymnasiale vorming legt nadruk op persoonlijkeontplooiing, op vraagstukken <strong>van</strong> i<strong>de</strong>ntiteit en an<strong>de</strong>rs-zijn, via taalreflectie, tekstreflectie encultuurreflectie. Bij toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid’ valt ook aanverschillen<strong>de</strong> ‘good practices’ te <strong>de</strong>nken, waarbij <strong>de</strong> samenhang tussen het curriculum <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re vakken zichtbaar is: een praktisch voorbeeld is het aanbie<strong>de</strong>n<strong>van</strong> een grammaticablok <strong>van</strong> drie maan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> uren <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>, waarbij <strong>de</strong> nuvaak ontbreken<strong>de</strong> grammaticakennis voor alle talen aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> Latijn en Ne<strong>de</strong>rlandswordt aangelegd. Ook scholengemeenschappen met een gymnasiumaf<strong>de</strong>ling kunnen naarverwachting <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid inzetten. 11Aspect 2: inhoud; Grieks, Latijn, en een nieuw vak: Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC)op het gymnasiumBij onze visie op <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> het vak hebben we ons laten lei<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> holistischebena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> taal en cultuur als boven gepropageerd en door <strong>de</strong> visie op <strong>de</strong> taal- encultuurstudies die ook aan <strong>de</strong> universiteiten gangbaar is. De vakvernieuwing sluit zich dus aanbij een veran<strong>de</strong>ring die zich in het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek al heeft voltrokken,en betekent in die zin een stap vooruit. Tevens zien wij mogelijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> recenteherwaar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> een leerklimaat waarin hogere eisen mogen wor<strong>de</strong>n gesteld en waarin meerwaar<strong>de</strong> wordt gehecht aan kennisoverdracht. De <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> zijn, als gezegd, gebaat bijeen goe<strong>de</strong> balans tussen kennisoverdracht en nadruk op ontplooiing <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerling. Daarbijpast een kwalitatieve en kwantitatieve versterking <strong>van</strong> vakinhoud. Kwantitatieve versterking, datwil zeggen <strong>de</strong> feitelijke inspanning die we <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen vragen, valt te rechtvaardigen opgrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> als beschreven in <strong>de</strong> vorige paragraaf; kwalitatieve versterking heeft temaken met <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie op <strong>de</strong> doelstelling en dus inhoud <strong>van</strong> het vak. Op grondhier<strong>van</strong> stelt <strong>de</strong> commissie een nieuwe inrichting voor <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>en een nieuwe inbedding in het curriculum.• On<strong>de</strong>rbouw: net als nu wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw <strong>de</strong> vakken Latijn en Grieks aangebo<strong>de</strong>n.Bij bei<strong>de</strong> vakken wordt een stevige grammaticale basis gelegd, met aandacht voor inzichtin het taalsysteem; <strong>de</strong> grammaticale basis past in <strong>de</strong> doorlopen<strong>de</strong> leerlijn naar het examen.Tevens wordt een a<strong>de</strong>quate woor<strong>de</strong>nschat verworven. Tegelijk wordt op geïntegreer<strong>de</strong>wijze aandacht besteed aan cultuur-historische on<strong>de</strong>rwerpen, bijvoorbeeld door hettaalon<strong>de</strong>rwijs te verbin<strong>de</strong>n met thematisch georganiseer<strong>de</strong> teksten. Te <strong>de</strong>nken valt aanmythologie, met daarbij <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> zulke verhalen voor een groep. Het iswenselijk dat voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw een basismodule (algemene) grammatica wordtontwikkeld (woordsoorten, zinsontleding, grammaticale terminologie), eventueel insamenwerking met Ne<strong>de</strong>rlands, gevolgd door vervolgmodules, waarbij ook een didactiekontwikkeld wordt die aansluit bij het werken met woor<strong>de</strong>nboeken en vertalingen.• In <strong>de</strong> bovenbouw (<strong>van</strong>af <strong>de</strong> 4e klas) volgen alle leerlingen aan een gymnasiumopleidinghet vak GLTC, Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> benaming die ook voor <strong>de</strong>universitaire studie geldt. In dit vak is KCV volledig geïntegreerd, om recht te doen aan <strong>de</strong>samenhang <strong>van</strong> taal- en cultuuron<strong>de</strong>rwijs. Het vak krijgt een om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> 760 uur, dat wilzeggen 600 uur die nu voor Grieks of Latijn staat, aangevuld met <strong>de</strong> uren <strong>van</strong> KCV. Bij ditvak wordt zowel Grieks als Latijn gedaan (met in bei<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> cultuurcomponentgeïntegreerd). In bei<strong>de</strong> gevallen wor<strong>de</strong>n originele teksten gelezen, maar het grootste <strong>de</strong>el<strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd zal dit gebeuren aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> tweetalige edities: Latijn of Grieks met een11 Zoals boven vermeld, zou het wenselijk zijn als hiernaar on<strong>de</strong>rzoek verricht zou wor<strong>de</strong>n naar analogie<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek Waslan<strong>de</strong>r-Barkmeijer-Holwerda (2009). 15


Ne<strong>de</strong>rlandse vertaling ernaast. Deze praktijk sluit aan bij <strong>de</strong> ook nu al vigeren<strong>de</strong> notie datvertalingen tot <strong>de</strong> ‘geëigen<strong>de</strong> hulpmid<strong>de</strong>len’ behoren. Bij <strong>de</strong> didactiek zal veel aandachtbesteed moeten wor<strong>de</strong>n aan het verstandige gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze tweetaligheid in heton<strong>de</strong>rwijs en aan <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die erdoor gebo<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n voor toetsing <strong>van</strong> taal- entekstbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> originele teksten. Die taalcomponent blijft met nadruk <strong>de</strong>el uitmaken<strong>van</strong> <strong>de</strong> kern <strong>van</strong> het vak; bij <strong>de</strong> (grammatica-)didactiek kan voor<strong>de</strong>el gehaald wor<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong>mogelijkhe<strong>de</strong>n tot systematische verwijzing <strong>van</strong> Grieks naar Latijn en an<strong>de</strong>rsom. Maartegelijk moet het on<strong>de</strong>rwijs zodanig wor<strong>de</strong>n ingericht dat recht wordt gedaan aan <strong>de</strong>eveneens centrale rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuur en <strong>de</strong> reflectie op <strong>de</strong> eigen maatschappij. Eenthematische aanpak ligt daarbij voor <strong>de</strong> hand: bij een thema als ‘dissi<strong>de</strong>ntie’ kunnenbijvoorbeeld Sophocles’ Antigone en Plato’s Apologie gelezen wor<strong>de</strong>n (<strong>de</strong>len in hetorigineel, <strong>de</strong>len in vertaling met verwijzing naar <strong>de</strong> grondtekst), Cicero en Sallustius overCatilina, stukken Tacitus. Daarbij teksten over burgerlijke ongehoorzaamheid en<strong>de</strong>mocratie, en mo<strong>de</strong>rne casuïstiek.• In <strong>de</strong> bovenbouw wor<strong>de</strong>n naast het vak GLTC in <strong>de</strong> klassen vijf en zes twee keuzevakkenaangebo<strong>de</strong>n: Latijn en Grieks. Deze vakken beslaan ie<strong>de</strong>r 480 uur. De groep leerlingen diehiervoor kiest zal zich toeleggen op het lezen <strong>van</strong> <strong>de</strong> teksten in het origineel, waarbijtekstbegrip me<strong>de</strong> blijkend uit een proefvertaling een expliciet leerdoel is. Vanzelfsprekendhebben zij daarbij voor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het feit dat ze óók GLTC volgen, waarin ook voor <strong>de</strong>beheersing <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen aandacht blijft. Het te verwachten eindniveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakkenGrieks en Latijn zal dus niet lager zijn dan tegenwoordig en <strong>de</strong> betere inbeddinggecombineerd met <strong>de</strong> selectiviteit <strong>van</strong> een keuzevak zal lei<strong>de</strong>n tot betereein<strong>de</strong>xamenresultaten. Bij <strong>de</strong>ze vakken ligt meer nadruk op <strong>de</strong> taal- en letterkundigeaspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> literatuur.• Ein<strong>de</strong>xamens (met name CE) en eindtermen: GLTC: Het centraal examen GLTC moet recht doen aan <strong>de</strong> geïntegreer<strong>de</strong>bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> taal en cultuur, maar ook aan het feit dat <strong>de</strong> teksten onzevoornaamste entree zijn tot <strong>de</strong> cultuur. Taal- en tekstbegripvragen over gelezen stofhoren daarbij, ook in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> vragen naar een vertaling <strong>van</strong> een of meertekstge<strong>de</strong>eltes. Ook vragen over een ongelezen stuk eenvoudig Grieks of Latijn,eventueel <strong>de</strong>els gepresenteerd in tweetalige vorm, horen tot <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n. De(volledige) proefvertaling <strong>van</strong> een ongelezen tekstge<strong>de</strong>elte maakt geen <strong>de</strong>el uit <strong>van</strong>dit CE. Daarmee komt <strong>de</strong> noodzaak <strong>van</strong> langdurige ‘vertaaltraining’ in <strong>de</strong> lessen tevervallen, terwijl taal- en tekstbeheersing tot <strong>de</strong> doelstellingen blijven behoren (<strong>de</strong>nkaan kennis <strong>van</strong> lexicale begrippen, tekstsamenhang, relatie tussen tekst en culturelecontext, vergelijking tussen i<strong>de</strong>eën in <strong>de</strong> tekst en in latere perio<strong>de</strong>n etcera.) Grieks/Latijn: voor <strong>de</strong> vakken Grieks en Latijn zijn <strong>de</strong> eindtermen veel sterker gerichtop taalbeheersing, en taalwetenschappelijke en literatuurwetenschappelijke reflectie.Door die focus on<strong>de</strong>rscheidt het vak zich met een eigen i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong> het (meer)cultuurwetenschappelijk georiënteer<strong>de</strong> vak GLTC. Een ongeziene proefvertalingmaakt <strong>de</strong>el uit <strong>van</strong> <strong>de</strong> toetsing <strong>van</strong> het CE.• Taalon<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> nieuwe opzet: <strong>de</strong> kerndoelen <strong>van</strong> <strong>de</strong> taalcomponent <strong>van</strong> het nieuwecurriculum, voor zover los te benoemen <strong>van</strong> het complex taal en cultuur, zijn: taalinzicht,taalbeheersing, taalreflectie. Het gaat om inzicht in en reflectie op het taalsysteem met alsuitgangspunt dat talige verschijnselen een communicatieve functie hebben. Inzicht in enreflectie op het systeem helpt bij het begrijpen, or<strong>de</strong>nen en toepassen <strong>van</strong> <strong>de</strong> grammaticabij het lezen <strong>van</strong> teksten. Naast vormleer en syntaxis gaat het hierbij ook omcommunicatieve/pragmatische aspecten <strong>van</strong> taal en <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len waarover een taal 16


eschikt om tekstsamenhang te creëren. 12 Ook retorica, argumentatietheorie en stilistiekspelen hier een rol. Het is niet nodig om <strong>de</strong> vormleer en <strong>de</strong> syntaxis helemaal te beheersenvoordat <strong>de</strong> communicatieve aspecten aan bod komen: <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len moeten insamenhang en wisselwerking wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n. Ook gedachtevorming over <strong>de</strong>betekenis <strong>van</strong> grammatica (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> een menselijk ontwikkelingsproces, taal alsmensenwerk en als communicatiemid<strong>de</strong>l) en over taalveran<strong>de</strong>ring kunnen bijdragen aaneen holistische visie op het hele vak.• Positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen in het examen: het zal dui<strong>de</strong>lijk zijn dat <strong>de</strong> commissie veel gewichthecht aan een <strong>de</strong>gelijke grammaticale basis voor het vak GLTC en aan cultuuron<strong>de</strong>rwijsdat verankerd is in <strong>de</strong> teksten en <strong>de</strong> talige vormgeving daar<strong>van</strong>. De commissie heeft nogsteeds een situatie voor ogen waarin originele teksten centraal staan in het on<strong>de</strong>rwijs enwaarbij <strong>de</strong>len daar<strong>van</strong> langzaam en zorgvuldig en met oog voor taalkundig <strong>de</strong>tail wor<strong>de</strong>ngelezen. Leerlingen moeten in staat zijn om <strong>van</strong> hun tekstbegrip te doen blijken doormid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een vertaling <strong>van</strong> gelezen stof. De commissie benadrukt evenwel dat <strong>de</strong>proefvertaling <strong>van</strong> ongelezen teksten niet <strong>de</strong> toetsvorm is die op <strong>de</strong> meest logische wijzesamenhangt met doelstellingen en eindtermen <strong>van</strong> het vak GLTC. Een ongezieneproefvertaling is niet <strong>de</strong> enige en in veel contexten ook niet <strong>de</strong> beste manier om taal- entekstbegrip te toetsen, terwijl in <strong>de</strong> huidige on<strong>de</strong>rwijspraktijk (noodzakelijkerwijs) veelaandacht uitgaat naar vertaaltraining. Alternatieve manieren <strong>van</strong> toetsing <strong>van</strong> taal- entekstbegrip zijn bijvoorbeeld vragen naar een vergelijking tussen originele tekst en(literaire) vertaling(en); het schrijven <strong>van</strong> een essay naar aanleiding <strong>van</strong> een origineletekstpassage, waarbij bepaal<strong>de</strong> tekstelementen uit die tekst verwerkt moeten zijn op eendusdanige manier dat het tekstbegrip daaruit blijkt; vertalen <strong>van</strong> specifieke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong>een originele tekst (zon<strong>de</strong>r vertaling <strong>van</strong> het geheel te vragen); taalbeheersingvragengelieerd aan interpretatie of aan culturele kernbegrippen etcetera.In <strong>de</strong> keuzevakken Grieks en Latijn ligt dat gezien <strong>de</strong> eigen doelstellingen <strong>van</strong> die vakkenan<strong>de</strong>rs. Daarbij houdt <strong>de</strong> commissie vast aan <strong>de</strong> ongeziene proefvertaling als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<strong>van</strong> het ein<strong>de</strong>xamen.• Positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> cultuurhistorische component: <strong>de</strong> geïntegreer<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> het vak enhet feit dat ook <strong>de</strong> cultuurhistorische component getoetst wordt in het centraal examenGLTC zal het gewicht vergroten dat aan KCV wordt toegekend en erkennen dat ookcultuur een centrale positie inneemt in het vak.De commissie is zeer geïnteresseerd in <strong>de</strong> input <strong>van</strong> het veld over <strong>de</strong> doelstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong>vakken Grieks en Latijn in dit voorstel.Ook het gewicht dat vertaalvaardigheid in het ein<strong>de</strong>xamen moet hebben is nadrukkelijk punt <strong>van</strong>discussie; <strong>de</strong> commissie is zeer geïnteresseerd in <strong>de</strong> reacties <strong>van</strong> het veld op dit punt.12 Dit is geformuleerd <strong>van</strong>uit het theoretische perspectief <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘discourse analysis’, waarmee <strong>de</strong> meesteuniversitaire stu<strong>de</strong>nten GLTC zijn opgeleid. 17


9. Rechtvaardiging en te voorziene gevolgenDe hierboven geformuleer<strong>de</strong> voorstellen sluiten rechtstreeks aan op <strong>de</strong> analyse,randvoorwaar<strong>de</strong>n en visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie: De opzet doet recht aan <strong>de</strong> doelstelling <strong>van</strong> het vak. De opzet doet recht aan <strong>de</strong> holistische bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> taal en cultuur. De opzet doet recht aan <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasiale vorming als geheel en aan <strong>de</strong>positie <strong>van</strong> onze vakken in <strong>de</strong> maatschappij. De opzet doet recht aan <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en <strong>de</strong> KCV. De opzet doet recht aan het besef in <strong>de</strong> maatschappij dat het on<strong>de</strong>rwijs gebaat kan zijn bijhogere eisen aan kennis, vaardighe<strong>de</strong>n, en attitu<strong>de</strong>s. Scholen die het nu al goed doen zullen naar verwachting geen negatieve gevolgenon<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze voorstellen. Er is aanleiding tot optimisme over <strong>de</strong> gevolgen voor categoriale gymnasia (zie noot 8);voor scholengemeenschappen verdient dit punt zorgvuldig na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek.De te verwachten effecten zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>: Op het lerarentekort valt niet onmid<strong>de</strong>llijk effect te verwachten, maar zoals eer<strong>de</strong>r gezegd:dat is een probleem dat niet specifiek is voor <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en het stond dus nietcentraal in <strong>de</strong> beschouwingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie. Wel zullen alle ein<strong>de</strong>xamenleerlingenein<strong>de</strong>xamen GLTC hebben gedaan, hetgeen ze zal moeten kwalificeren om GLTC te gaanstu<strong>de</strong>ren. Het is mogelijk dat dit nieuwe vak een gunstige uitwerking heeft op <strong>de</strong>universitaire instroom – en op <strong>de</strong>n duur dus ook op <strong>de</strong> uitstroom <strong>van</strong> classici die leraarwillen wor<strong>de</strong>n. De motivatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen kan door <strong>de</strong>ze maatregelen, mits goed uitgevoerd,verbeteren: <strong>de</strong> leerlijnen lopen beter door <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rbouw naar bovenbouw en alles wat in<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw bestu<strong>de</strong>erd wordt, draagt bij aan studiesucces in het bovenbouwvak GLTC,waarin in elk geval ein<strong>de</strong>xamen gedaan zal wor<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> leerling een gymnasiumdiplomawil behalen. De motivatieproblemen <strong>van</strong> leerlingen in <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>/vier<strong>de</strong> klas, die tot nu toeeen <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> talen kon<strong>de</strong>n laten vallen, zullen daardoor naar verwachting vermin<strong>de</strong>ren.Overigens moet ook met betrekking tot <strong>de</strong> algemene attitu<strong>de</strong>s <strong>van</strong> leerlingen vastgesteldwor<strong>de</strong>n dat het hier om een problematiek gaat die niet specifiek is voor <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>. Er zal een grote slag geleverd moeten wor<strong>de</strong>n om een goe<strong>de</strong> invulling te geven aan hetnieuwe vak GLTC, met behulp <strong>van</strong> nieuw te ontwikkelen lesmateriaal en didactiek; maar inelke probleemanalyse die we gezien hebben wordt benadrukt dat sowieso inspanningverricht moet wor<strong>de</strong>n om het didactisch repertoire te verbeteren. De vakinhoud zal beter afgestemd kunnen wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> doelstellingen <strong>van</strong> het vak, gezien<strong>de</strong> hernieuw<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijkheid daar<strong>van</strong>. Er is een dui<strong>de</strong>lijker verband tussen <strong>de</strong> vakken Grieks en Latijn in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw en het vakGLTC in <strong>de</strong> bovenbouw; <strong>de</strong> bovenbouwvakken Grieks en Latijn bouwen eveneens voort op<strong>de</strong> vakken Grieks en Latijn in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw, maar met een meer specifieke invulling. De positie <strong>van</strong> het Grieks is in het curriculum verankerd en versterkt ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong>huidige situatie. De positie <strong>van</strong> KCV is in <strong>de</strong> nieuwe structuur inhou<strong>de</strong>lijk verankerd; dit komt ook totuitdrukking in het ein<strong>de</strong>xamen. Het nieuwe vak GLTC zal in een CE getoetst moeten wor<strong>de</strong>n. Dit examen moet recht doenaan <strong>de</strong> vakinhoud. In het ein<strong>de</strong>xamen GLTC zal in ie<strong>de</strong>r geval ook taalbeheersing entaalinzicht getoetst moeten wor<strong>de</strong>n, maar dat kan in een an<strong>de</strong>re vorm plaatsvin<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong>huidige proefvertaling. De proefvertaling ou<strong>de</strong> stijl hoort alleen thuis in het CE <strong>van</strong> <strong>de</strong>vakken Grieks en Latijn. 19


Terugkoppelend naar <strong>de</strong> zes kernproblemen die hier boven zijn geformuleerd valt <strong>van</strong> <strong>de</strong>voorgestel<strong>de</strong> visie voor allemaal een positief effect te verwachten:• Maatschappij: hel<strong>de</strong>re positiebepaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> schoolsoort gymnasium, met het vak GLTCals i<strong>de</strong>ntiteitsbepalend element.• Scholen: GLTC als <strong>van</strong>zelfsprekend element in <strong>de</strong> gymnasiumopleiding; draagt bij aanholistische visie op gymnasiale vorming.• Docent: lerarentekort is probleem voor alle vakken; aan didactisch repertoire moet bijie<strong>de</strong>re ingreep (en zelfs bij niets doen) aandacht wor<strong>de</strong>n besteed; bij <strong>de</strong>ze visie gerichte enmotiveren<strong>de</strong> didactische verdieping.• Leerling: attitu<strong>de</strong> is probleem voor alle vakken; motivatie wordt positief beïnvloed doorrele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken tot en met het ein<strong>de</strong>xamen en door maatschappelijk inspireren<strong>de</strong>invulling <strong>van</strong> het vakgebied.• Vakinhoud: betrokkenheid op hoofddoelstellingen <strong>van</strong> het vak en integratie <strong>van</strong> taal encultuur scheppen hel<strong>de</strong>rheid over vakinhoud.• Examen: dui<strong>de</strong>lijkheid over doelstelling en positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen leidt tot nieuw CE voorGLTC en voor Grieks en Latijn; met name <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> ongeziene proefvertaling islogischer ingepast in <strong>de</strong> nieuwe visie.Voor zover er bezwaren kleven aan <strong>de</strong>ze visie zijn die goed<strong>de</strong>els <strong>van</strong> organisatorische aard: hetzal enige tijd duren voor het nieuwe vak is geïmplementeerd; er moet een nieuwe didactiekwor<strong>de</strong>n ontwikkeld; er moet nieuw lesmateriaal gemaakt wor<strong>de</strong>n en/of bestaand lesmateriaalmoet wor<strong>de</strong>n aangepast; er moeten nieuwe ein<strong>de</strong>xamens wor<strong>de</strong>n ontwikkeld; er moetenvoldoen<strong>de</strong> en voldoen<strong>de</strong> geschool<strong>de</strong> docenten zijn.Aan <strong>de</strong> laatste drie punten zou bij elke aanpak <strong>van</strong> <strong>de</strong> problemen bij het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> iets gedaan moeten wor<strong>de</strong>n. Overigens valt te hopen dat, wanneer <strong>de</strong> eerstejaargang leerlingen die <strong>de</strong> vakken Grieks en Latijn met een studielast <strong>van</strong> 600 in plaats <strong>van</strong> 480uur hebben gevolgd in 2010 ein<strong>de</strong>xamen doen, <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenresultaten in elk geval voorlopigeen verbetering zullen laten zien.Enkele mogelijk meer problematische gevolgen laten zich nu al voorzien:• Een mogelijk gevolg kan zijn dat sommige scholen in <strong>de</strong> bovenbouw naast GLTC slechtséén <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken Grieks of Latijn zullen aanbie<strong>de</strong>n, of zelfs alleen GLTC tout court. In datlaatste geval hebben alle leerlingen zon<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>ring nog steeds in een stevig vakein<strong>de</strong>xamen gedaan. In dat vak zitten Grieks én Latijn én cultuur geïntegreerd. Ze zijn dantoch al op een hoogwaardige manier in aanraking gekomen met <strong>de</strong> taal en cultuur <strong>van</strong> <strong>de</strong>klassieke oudheid en <strong>de</strong> vraagstukken die aan <strong>de</strong> hand daar<strong>van</strong> zo goed bediscussieerdkunnen wor<strong>de</strong>n.• An<strong>de</strong>rzijds is er ook <strong>de</strong> mogelijkheid dat gymnasiumopleidingen zich juist krachtigerkunnen profileren door een expliciete keuze voor het aanbie<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Grieks en/of Latijnnaast het vak GLTC.• De mogelijk verschillen<strong>de</strong> gevolgen voor zelfstandige gymnasia enscholengemeenschappen zullen speciaal <strong>de</strong> aandacht <strong>van</strong> het veld behoeven: eenmogelijk gevolg is dat op scholengemeenschappen <strong>de</strong> leerlingenpopulatie die voor <strong>de</strong>gymnasiumopleiding kiest kleiner zal wor<strong>de</strong>n, juist omdat bei<strong>de</strong> talen tot het ein<strong>de</strong>xamenon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el blijven uitmaken <strong>van</strong> het vak GLTC. De verkenningscommissie hoopt speciaalop dit punt op input alvorens <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve versie <strong>van</strong> het rapport op te stellen.• Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Athenea met Latijn: naar verwachting zullen dieenerzijds goed uit <strong>de</strong> voeten kunnen met het on<strong>de</strong>rscheid tussen <strong>de</strong> vakken Grieks, Latijn,en GLTC, omdat het vak Latijn in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw in hun geval een voortzetting vindt inLatijn in <strong>de</strong> bovenbouw. Het vak dat <strong>de</strong> gymnasiale i<strong>de</strong>ntiteit bepaalt, GLTC, en waarvoorkennis <strong>van</strong> het Grieks nodig is, bie<strong>de</strong>n zij niet aan. 20


Maar dat zou an<strong>de</strong>rzijds wel betekenen dat zij bij het vak Latijn in <strong>de</strong> bovenbouw (480 uur)niet <strong>de</strong> steun on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het vak GLTC dat op <strong>de</strong> gymnasiumopleidingen doorie<strong>de</strong>reen gevolgd wordt. Een mogelijke oplossing is dat <strong>de</strong>ze Athenea met Latijn er in elkgeval 120 uur bij krijgen voor een KCV component, al dan niet te integreren in het vakLatijn. Overigens moet opgemerkt wor<strong>de</strong>n dat dit slechts een gering aantal scholen betreft.Bij <strong>de</strong>ze oplossing blijft ook het vak KCV mogelijk voor niet-gymnasiasten opscholengemeenschappen.• Een an<strong>de</strong>r punt <strong>van</strong> overweging is wat er überhaupt moet gebeuren met KCV voor an<strong>de</strong>redoelgroepen, bijvoorbeeld Atheneum 4 en 5. De uitruilmogelijkheid met CKV blijft in <strong>de</strong>zevoorstellen niet zon<strong>de</strong>r meer in stand.Over al <strong>de</strong>ze punten moet in een vervolgfase wor<strong>de</strong>n nagedacht. I<strong>de</strong>eën erover zijn nu alwelkom.10. AanbevelingenN.B. De aanbevelingen zijn in verband met <strong>de</strong> veldraadpleging nog zeer summier enonvolledigAan <strong>de</strong> staatssecretaris De <strong>Verkenningscommissie</strong> adviseert <strong>de</strong> instelling <strong>van</strong> een vak GLTC in het vwo. Het vakomvat 760 uur en behelst <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grieks-Romeinse oudheid aan <strong>de</strong> hand<strong>van</strong> originele teksten met intensief gebruik <strong>van</strong> vertalingen; daarbij staat een geïntegreer<strong>de</strong>bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> taal en cultuur centraal.[Waar het vak zich op richt is na<strong>de</strong>r in te vullen op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> veldraadpleging]. De <strong>Verkenningscommissie</strong> adviseert <strong>de</strong> instelling <strong>van</strong> een keuzevak Latijn en eenkeuzevak Grieks in het vwo. Ie<strong>de</strong>r keuzevak beslaat 480 uur en behelst respectievelijk <strong>de</strong>bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> originele Latijnse en Griekse teksten met nadruk op eenliteratuurwetenschappelijk, taalwetenschappelijk en filologisch perspectief. Tekstbegripme<strong>de</strong> blijkend uit <strong>de</strong> vertaling <strong>van</strong> een ongelezen stuk tekst is hierbij een expliciet leerdoel. De <strong>Verkenningscommissie</strong> adviseert tot instelling <strong>van</strong> een vervolgcommissie.[De specifieke talen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vervolgcommissie moeten nog wor<strong>de</strong>n ingevuld].In <strong>de</strong> commissie moeten vertegenwoordigers zitting hebben <strong>van</strong> on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>universiteiten, <strong>de</strong> VCN, <strong>de</strong> vakdidactici, <strong>de</strong> docenten. Duale trajecten ...Aan Cito/CEVO Bij instelling <strong>van</strong> een nieuw CE GLTC is het streefpercentage onvoldoen<strong>de</strong>s 25-27%,waarmee GLTC in lijn zou komen met <strong>de</strong> MVT. In <strong>de</strong> overbruggingsperio<strong>de</strong> zou ernaar gestreefd moeten wor<strong>de</strong>n om het percentageonvoldoen<strong>de</strong>s bij Latijn (39% in 2007; 41% in 2008; 37% in 2009) gelei<strong>de</strong>lijk terug tebrengen tot ca. 30%. 21


Aan <strong>de</strong> schoolleiding Kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid. Opleiding en begeleiding jonge en onbevoeg<strong>de</strong> docenten. Duale trajecten.Aan <strong>de</strong> VCN (Kwaliteitsbewaking); beroepsstandaar<strong>de</strong>n; lerarenregister? Coördinatie ontwikkeling didactiek?Aan <strong>de</strong> vakdidactici Ontwikkeling didactiek. ...Aan <strong>de</strong> KT docenten in het vwouitwisseling best practices<strong>de</strong>elname aan vaknetwerken …Aan <strong>de</strong> universiteiten Er moet een groter aanbod <strong>van</strong> vakdidactische nascholing komen. Zorg dragen voor goe<strong>de</strong> aansluiting <strong>van</strong> het GLTC curriculum bij het vwo-GLTC-curriculumnieuwe stijl. duale trajecten en vakdidactisch on<strong>de</strong>rzoek stimuleren.11. VervolgtrajectNajaar 2009:Voorjaar 2010:Dit tussenrapport is inzet <strong>van</strong> een uitvoerige veldraadpleging.De <strong>Verkenningscommissie</strong> rondt haar werkzaamhe<strong>de</strong>n af en brengt advies uitaan <strong>de</strong> staatssecretaris.Vervolgens• Een vervolgcommissie doet voorstellen voor <strong>de</strong> nieuwe vakinhoud; consequenties voordidactiek en metho<strong>de</strong>s.• Pilot op enkele scholen; ontwikkeling ein<strong>de</strong>xamens.• Evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> pilot en <strong>de</strong> examenresultaten op zelfstandige gymnasia enscholengemeenschappen.• Lan<strong>de</strong>lijke introductie. 22


12. SlotopmerkingIn juli 1968 publiceer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Commissie Leerplanontwikkeling <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> haar eersteinterim-rapport in het oprichtingsnummer <strong>van</strong> Lampas. In 1996 haal<strong>de</strong> prof. dr. C.M.J. Sickinghet Ten gelei<strong>de</strong> aan, dat <strong>de</strong> Lampas-redactie aan dat rapport meegaf. Hij <strong>de</strong>ed dat naaraanleiding <strong>van</strong> een zojuist gepubliceerd eindrapport over onze vakken in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase <strong>van</strong> <strong>de</strong>‘Vakontwikkelgroep’ voor Grieks, Latijn en <strong>Klassieke</strong> Culturele Vorming. Het Ten gelei<strong>de</strong> luidt(Lampas 1.1, p. 1):Dit betekent in feite dat wij op een tweesprong staan. De ene weg leidt via een verschralingnaar <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>rgang <strong>de</strong>r klassieke vorming, immers welke maatschappij zal prijsblijven stellen op een klassieke vorming zon<strong>de</strong>r vlees en bloed? De an<strong>de</strong>re weg kan via eenheroriëntatie en reorganisatie lei<strong>de</strong>n naar een type klassieke vorming, dat waarschijnlijk vrijaanzienlijk zal afwijken <strong>van</strong> het huidige, maar zeer waar<strong>de</strong>vol kan blijken voor <strong>de</strong>toekomstige maatschappij.Prof. Sicking vervolgt (1996, 81):Wie terugziet stelt vast dat <strong>de</strong> classici (natuurlijk) <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> weg zijn gegaan, en dat hettype ‘klassieke vorming’ dat <strong>de</strong> vernieuw<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase zal kunnen bie<strong>de</strong>n in<strong>de</strong>rdaad ‘vrijaanzienlijk’ af zal wijken <strong>van</strong> wat vóór 1968 gebruikelijk was. De afwijking is zelfs zó grootdat sommige classici geneigd zullen zijn te vin<strong>de</strong>n dat in feite <strong>de</strong> eerste weg is gegaan. Zalhet in <strong>de</strong> toekomst mogelijk zijn iets te realiseren dat ook maar in <strong>de</strong> buurt komt <strong>van</strong> <strong>de</strong>ambitieuze doelstellingen waarop het on<strong>de</strong>rwijs is gericht, of zal blijken dat we weliswaarnog steeds <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vlaggen voeren, maar dat <strong>de</strong> lading intussen goed<strong>de</strong>els is verdwenenof onverkoopbaar is gewor<strong>de</strong>n?De <strong>Verkenningscommissie</strong> is opnieuw <strong>de</strong> ‘twee<strong>de</strong> weg’ ingegaan, en is er<strong>van</strong> overtuigd dat <strong>de</strong>kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieken precies gelegen is in hun vermogen om langs steeds nieuwe ‘twee<strong>de</strong>wegen’ een belangrijke bijdrage te blijven bie<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> intellectueel meestcapabele leerlingen <strong>van</strong> het vwo. 23


Literatuur1. Blom, S. (2001), ‘Alleen nog maar nut’, NRC Han<strong>de</strong>lsblad, 3 november 2001.2. Bolkestein, F. (2005), ‘Re<strong>de</strong> bij het lustrum <strong>van</strong> Vrien<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het Gymnasium’,Trouw, 22 oktober 2005.3. Buykx, M. (2009), ‘De markt voor het gymnasium in <strong>de</strong> 21e eeuw’, VCN-Bulletin 34,nr. 130, 30 – 9.4. Dam, <strong>van</strong>, N. (2008), ‘Gymnasiumdiploma voor leerling die Latijn ab-so-luut nietbeheerst’, Het on<strong>de</strong>rwijsblad 12 , 30-31, 14 juni 2008.5. Goris, M., Boelhouwer, H. (2003). Eindrapport <strong>van</strong> <strong>de</strong> enquête situatie on<strong>de</strong>rwijs<strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en KCV in het schooljaar 2001/2002. Ensche<strong>de</strong>, SLO.6. Goris, M. (2007). Vakdossier Twee<strong>de</strong> Fase, <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>, Ensche<strong>de</strong>, SLO.7. Huygen, M. (2008), ‘Met zwakke prestaties in <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> heeft het gymnasiumgeen bestaansrecht meer’, NRC Han<strong>de</strong>lsblad, 7 juni 2008.8. JCT (The Journal of Classics Teaching), 17 (2009), ISSN 1741-7627.9. Kuitenbrouwer, P. (2009). ‘Het klassiek curriculum, een sterk fundament’, Vakwerk,le<strong>de</strong>nblad vereniging Beter On<strong>de</strong>rwijs Ne<strong>de</strong>rland, januari 2009, 21-2.10. Mee, <strong>van</strong> <strong>de</strong>r, G. (2009), De markt voor gymnasia lijkt onverzadigbaar. In: HetOn<strong>de</strong>rwijsblad nr.12, 27 juni 2009.11. Mourik, <strong>van</strong>, C.A., Wijk, <strong>van</strong> <strong>de</strong>r, D (2008), ‘Een pensum Neolatijn: Utopie?!’, in: Eenan<strong>de</strong>re wereld/<strong>de</strong> wereld <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r, Actualisatie aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> Neolatijnseteksten. SLO, Ensche<strong>de</strong>.12. Nussbaum, M. (2000, 3e dr.) Cultivating Humanity. A Classical Defense of Reform inLiberal Education. London.13. Ritsema, B. (1996), ‘Inzicht’, NRC Han<strong>de</strong>lsblad, maart 1996.14. Sicking, C.M.J. (1968), ‘De doelstellingen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in Grieks en Latijn opgymnasia en gymnasiale af<strong>de</strong>lingen <strong>van</strong> lycea’, Lampas 1 (1968-1969), 62 – 79.15. Sicking, C.M.J. (1996), ‘1996: De toekomst komt steeds dichterbij!’, Lampas 29.1(1996), 80-8.16. Sluiter, I. (2005), Reactie op Bolkestein (2005), Trouw, 5 november 2005.17. Steeman, L. , Weijers, F. (2007), ‘Ontwikkelingsgericht leren op het gymnasium. Opzoek naar een klassiek, eigentijds en vernieuwend leerconcept’, MESO magazine,27 nr. 154, 19- 24.18. Tielens, F., Leusink, L. (2002), Toekomstperspectief <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en KCV ophavo en vwo: conclusies en aanbevelingen naar aanleiding <strong>van</strong> een studiedag <strong>van</strong>classici op 11 maart 2002 te Amersfoort. SLO, Ensche<strong>de</strong>.19. Veire, <strong>van</strong> <strong>de</strong>, F. (2006), ‘Vertrouw <strong>de</strong> meester nou maar gewoon’, De GroeneAmsterdammer, 23 juni 2006.20. Vrien<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het Gymnasium (1989), De moeite waard. Beschouwingen over nut enwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> het Latijn en Grieks en <strong>de</strong> antieke cultuur voor vwo en universiteit.Amsterdam.21. Vries, <strong>de</strong> , J. (2008), "Bildung is iets voor in het weekend", interview met GrahameLocke, De Groene Amsterdammer, 22 augustus 2008.22. Waslan<strong>de</strong>r, S., Barkmeijer, I., Holwerda, A (2009), Latijn en <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>van</strong>zelfsprekendheid, Een on<strong>de</strong>rzoek naar succesbevor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> ensuccesbelemmeren<strong>de</strong> factoren bij het vak Latijn op zelfstandige gymnasia.Groningen. 25


BijlagenBijlage 1 De opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Verkenningscommissie</strong>De taak <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Verkenningscommissie</strong>De <strong>Verkenningscommissie</strong> maakt een te publiceren adviesrapport aan <strong>de</strong> staatssecretaris metdaarin:1. Een (na<strong>de</strong>re) analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> feitelijke situatie <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong><strong>Talen</strong>/cultuur, me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten er<strong>van</strong>.2. Een analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontwikkelingen in (opvattingen over) doelstellingen <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijsin <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en cultuur, nadrukkelijk me<strong>de</strong> in relatie tot bre<strong>de</strong>re recente en teverwachten ontwikkelingen in het on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> wetenschap, <strong>de</strong> samenleving en <strong>de</strong>cultuur.3. Een beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> positie, het actuele belang en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n enonmogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> in het huidige on<strong>de</strong>rwijs, op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong>resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r 1 en 2 genoem<strong>de</strong> analyses.4. Het doen <strong>van</strong> aanbevelingen op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> in het voorgaan<strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> analyses enbeoor<strong>de</strong>ling.Na<strong>de</strong>re uitwerking en randvoorwaar<strong>de</strong>n1. De <strong>Verkenningscommissie</strong> besteedt in elk geval aandacht aan (in samenhang): <strong>de</strong> positie<strong>van</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en cultuur binnen het geheel <strong>van</strong> <strong>de</strong> profielen (in inhou<strong>de</strong>lijk enpraktisch opzicht), <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken en het te bereiken niveau (in zo concreetmogelijke termen), <strong>de</strong> relatie <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en cultuur/gymnasium/scholengemeenschap,<strong>de</strong> relatie on<strong>de</strong>rbouw/bovenbouw, <strong>de</strong> relatie met het vervolgon<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong>examenprogramma’s, <strong>de</strong> examens (centraal examen en schoolexamen), <strong>de</strong> didactischepraktijk, <strong>de</strong> leraren, <strong>de</strong> leerlingen.2. De <strong>Verkenningscommissie</strong> gaat uit <strong>van</strong> een fundamenteel-inhou<strong>de</strong>lijke analyse, maarhoudt rekening met <strong>de</strong> praktische mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> scholen (gymnasia enlycea/scholengemeenschappen), leraren en leerlingen, me<strong>de</strong> gelet op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstijd (i.e.studielast) die volgens <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regelgeving in <strong>de</strong> bovenbouw voor <strong>de</strong>ze vakkenbeschikbaar is.3. De <strong>Verkenningscommissie</strong> besteedt aandacht aan <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> taalkundig-formeleen <strong>de</strong> cultureel-inhou<strong>de</strong>lijke aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken vakken. Daarbij is uitgangspunt datalle betrokken leerlingen zowel moeten beschikken over (ver)taalvaardigheid als overenige kennis <strong>van</strong> en inzicht in rele<strong>van</strong>te elementen <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieke culturen, waaron<strong>de</strong>reen (kritisch) inzicht in <strong>de</strong> doorwerking <strong>van</strong> die culturen in latere perio<strong>de</strong>n. 27


Bijlage 2 Samenstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Verkenningscommissie</strong> enwerkwijzeSamenstellingDe <strong>Verkenningscommissie</strong> bestaat uit <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n:1. Professor dr. C.H.M. (Caroline) Kroon, hoogleraar Latijnse taal- en letterkun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> VrijeUniversiteit Amsterdam (samen met prof. Sluiter voorzitter, tevens lid).2. Professor dr. I. (Ineke) Sluiter, hoogleraar Griekse taal- en letterkun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> UniversiteitLei<strong>de</strong>n (samen met prof. Kroon voorzitter, tevens lid).3. Drs. J. (Jeanette) Raap, docent <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>/cultuur OSG West- Friesland te Hoorn,eer<strong>de</strong>r bestuurslid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vereniging Classici Ne<strong>de</strong>rland (VCN).; 134. Drs. M. (Michiel) Simons, docent <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>/cultuur Erasmiaans Gymnasium teRotterdam, eer<strong>de</strong>r voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> VCN.5. Drs. D. (Dynke) <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Wijk, docent <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>/cultuur Esdal College te Emmen,eer<strong>de</strong>r bestuurslid <strong>van</strong> <strong>de</strong> VCN.6. Dr. K. (Karel) Kits, bioloog, rector <strong>van</strong> het gymnasium Felisenum te Velsen, eer<strong>de</strong>ron<strong>de</strong>rwijsdirecteur <strong>van</strong> <strong>de</strong> faculteit Aard- en Levenswetenschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> VrijeUniversiteit Amsterdam.7. Drs. M.H.J.G. (Math) Osseforth, classicus, conrector Gymnasium Camphusianum teGorinchem, voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> Belangengroep Gymnasiale Vorming <strong>van</strong> <strong>de</strong> Aob.8. Drs. P. (Paul) Groos, vakdidacticus verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> lerarenopleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> RadboudUniversiteit Nijmegen, tevens docent <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>/cultuur Ste<strong>de</strong>lijk GymnasiumNijmegen.9. Drs. A. (Alessandra) Corda, Italiaanse opleiding klassieke taal- en letterkun<strong>de</strong> entaalwetenschap, <strong>de</strong>skundige op het gebied <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne vreem<strong>de</strong>talen, in het bijzon<strong>de</strong>r met behulp <strong>van</strong> ICT.10. Drs. F. (Frank) Vleeskens, classicus, lid <strong>van</strong> het faculteitsbestuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> Faculteit gedragsenmaatschappijwetenschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen (portefeuille mid<strong>de</strong>len),eer<strong>de</strong>r universitair docent intellectuele geschie<strong>de</strong>nis en directeur <strong>van</strong> diverse faculteitenaan <strong>de</strong> Erasmusuniversiteit Rotterdam.11. Prof. dr. S. (Sietske) Waslan<strong>de</strong>r, hoogleraar sociologie, in het bijzon<strong>de</strong>r beleid en <strong>de</strong>sociologische praktijk (social consultancy); recent werk o.a. op het gebied <strong>van</strong> innovatie inhet voortgezet on<strong>de</strong>rwijs en het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> (resp. op verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong>VO-Raad en <strong>de</strong> Vereniging Rectoren Zelfstandige Gymnasia) [door tijdsgebrek heeft prof.Waslan<strong>de</strong>r zich na twee verga<strong>de</strong>ringen moeten terugtrekken uit <strong>de</strong> commissie].12. Drs. R. (Rosanne) Bekker, secretaris <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie; leerplan<strong>de</strong>skundige <strong>Klassieke</strong><strong>Talen</strong>/cultuur bij SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling te Ensche<strong>de</strong> enleraar <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>/cultuur Spinoza Lyceum te Amsterdam, eer<strong>de</strong>r bestuurslid <strong>van</strong> <strong>de</strong>VCN.Als waarnemer <strong>van</strong> het Ministerie trad aan<strong>van</strong>kelijk op drs. R. Offerein en later mw.drs. I. Har<strong>de</strong>bol.WerkwijzeDe <strong>Verkenningscommissie</strong> heeft veel tijd besteed aan een diepgaan<strong>de</strong> probleemanalyse. In driewerkgroepen wer<strong>de</strong>n drie thematische gebie<strong>de</strong>n geanalyseerd en in verslagen aan <strong>de</strong> voltallige<strong>Verkenningscommissie</strong> voorgelegd; <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n besloegen respectievelijk een macro-, micro-,13 De Vereniging Classici Ne<strong>de</strong>rland fungeert on<strong>de</strong>r meer als beroepsvereniging <strong>van</strong> <strong>de</strong> leraren <strong>Klassieke</strong><strong>Talen</strong> in Ne<strong>de</strong>rland. 29


en meso-niveau. De bespreking <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten in <strong>de</strong> voltallige commissie leid<strong>de</strong> telkens tottoespitsing <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragen voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> werkgroep, maar ook tot terugkoppeling naar heteer<strong>de</strong>r besprokene. Vanzelfsprekend kwam een aantal on<strong>de</strong>rwerpen in alle drie <strong>de</strong>werkgroepen terug.De werkgroepen gingen over <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen:Werkgroep I [macro-niveau]: De maatschappelijke positie <strong>van</strong> het vak.Werkgroep II [micro-niveau]: Het on<strong>de</strong>rwijs: vakinhoud, eindtermen, didactiek, <strong>de</strong> leerlingWerkgroep III [meso-niveau]: Het on<strong>de</strong>rwijs: <strong>de</strong> school, <strong>de</strong> docent.De agenda <strong>van</strong> Werkgroep I: Maatschappelijke context:- <strong>de</strong> klassieken en Europa;- taal/cultuur of taal en cultuur?- positieve en negatieve waar<strong>de</strong>ring? Motivatie ou<strong>de</strong>rs/leerlingen/rectoren:- mismatch tussen waar<strong>de</strong>ring voor het gymnasium/waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>;- het gymnasium niet langer monopolist;- <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> in <strong>de</strong> vwo+-markt;- psychologisch/feitelijk civiel effect schooltypen; Doelstellingen en eindtermen <strong>van</strong> het vak in het licht <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke positie:- <strong>de</strong> discussie rond ‘het eigene en het vreem<strong>de</strong>’;- i<strong>de</strong>ntiteit;- ‘culturele herinnering’;- burgerschap/ ‘vorming zelfstandige individuen’; Positie <strong>van</strong> het vak binnen het curriculum <strong>van</strong> <strong>de</strong> school als geheel: taakver<strong>de</strong>ling,leerlijnen:- doelstelling <strong>van</strong> het vwo (suggereert het bestaan <strong>van</strong> het Atheneum dat die doelstellingook zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> KT te realiseren is?);- intrinsieke versus instrumentele doelen <strong>van</strong> het vak;- taal als historisch object/ou<strong>de</strong> taalfasen; ‘Bestaansrecht <strong>van</strong> het vak’.De agenda <strong>van</strong> Werkgroep II [micro-niveau]: Vakinhoud en eindtermen:- vrijheid en voorschrift;- scholengemeenschap en categoraal gymnasium;- geïntegreerd curriculum, leerlijnen over vakgrenzen heen. De leerling:- motivatie;- eigenschappen. Didactiek:- lesmetho<strong>de</strong>n;- woor<strong>de</strong>nboek;- vertalingen;- pater-noster mo<strong>de</strong>l [instappen en uitstappen op verschillen<strong>de</strong> niveaus]. Ein<strong>de</strong>xamen:- aansluiting bij eindtermen.De agenda <strong>van</strong> Werkgroep III [meso-niveau] Het belang <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> docenten in het algemeen en voor <strong>de</strong> KT in het bijzon<strong>de</strong>r. 30


Competenties <strong>van</strong> <strong>de</strong> docenten (ook in licht <strong>van</strong> mogelijk veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> eisen, bijv.benutten <strong>van</strong> nieuwe technieken als ELO, smartboard, etc.).Beroepsstandaar<strong>de</strong>n en lerarenregister.Opleiding: naar een permanente opleiding? (bijv. naar mo<strong>de</strong>l beroepsvereniging advocaten); standards for teacher training (die zijn er, maar wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eindtermen gehaald?)competenties (ook in licht <strong>van</strong> voorzet groep I); opleidingsscholen en universitaire lerarenopleiding; afstemming VO-WO (wat heeft VO nodig, wat levert WO in praktijk?).Lerarentekort: prognoses op korte en langere termijn; evaluatie plannen universiteiten; zij-instroom; onbevoeg<strong>de</strong> (stu<strong>de</strong>nt-)docenten; motivatie zitten<strong>de</strong> en toekomstige docenten (o.a. duale trajecten en an<strong>de</strong>reontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n; carrièreperspectief; differentiatie in urenaantallen etc. ); differentiatie lesbevoegdhe<strong>de</strong>n (G+L+KCV; en alle <strong>de</strong>nkbare an<strong>de</strong>re combinaties); invoering twee<strong>de</strong>graadsbevoegdheid (ook in het licht <strong>van</strong> het paternoster-mo<strong>de</strong>l:moeten <strong>de</strong> docenten allemaal nog wel het zelf<strong>de</strong> kunnen, of mag er ook verschil inniveau zijn? Kansen en bedreigingen!); imago en waar<strong>de</strong>ring leraarschap; selectie (in relatie met imago en waar<strong>de</strong>ring leraarschap; zie Fins mo<strong>de</strong>l: leidt strengeselectieprocedure niet alleen tot betere, maar misschien ook tot meer leraren?); (te) geringe instroom stu<strong>de</strong>nten GLTC (bijv. on<strong>de</strong>rbenutting bètatalent? En in hoeverrespeelt een rol dat op veel scholen <strong>de</strong> combinatie <strong>van</strong> Latijn + Grieks omroostertechnische re<strong>de</strong>nen ontmoedigd wordt (of zelfs onmogelijk is)?De docent binnen <strong>de</strong> school: <strong>de</strong> onervaren docent (voldoen<strong>de</strong> toegerust voor geven <strong>van</strong> taalon<strong>de</strong>rwijs?; aantallesuren; meester-gezel constructie); <strong>de</strong> ervaren docent; sectie en schoolleiding; inbedding in curriculum als geheel; verschil werken op scholengemeenschap of zelfstandig gymnasium; samenwerking met an<strong>de</strong>re vakken; kennismaking met en gebruikmaking <strong>van</strong> didactiek<strong>van</strong> an<strong>de</strong>re vakken;Frustraties: vorm ein<strong>de</strong>xamen; ‘teaching to the test’; motivatie leerlingen; ontplooiingsmogelijkhe<strong>de</strong>n en carrièreperspectief; werkdruk;Kansen, uitdagingen, positieve gelui<strong>de</strong>n en ervaringen.Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> zeer uitvoerige diagnose heeft <strong>de</strong> commissie een kernproblematiekgeformuleerd en een aantal mogelijk oplossingsrichtingen verkend door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> SWOTanalyses. Bij het zoeken naar criteria om tussen <strong>de</strong>ze oplossingsrichtingen te kunnen kiezen,teken<strong>de</strong>n zich <strong>de</strong> contouren <strong>van</strong> <strong>de</strong> opbouw <strong>van</strong> dit tussenrapport af. Het tussenrapport zelf is inverschillen<strong>de</strong> stadia tot stand gekomen. Het beoogt in <strong>de</strong>ze fase concentratie te bie<strong>de</strong>n ophoofdproblemen, richting te geven aan <strong>de</strong> vervolgdiscussie, maar voldoen<strong>de</strong> openheid te latenom <strong>de</strong> resultaten te optimaliseren en recht te kunnen doen aan <strong>de</strong> input <strong>van</strong> het veld. 31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!