12.07.2015 Views

Sportverenigingen: tussen tradities en ambities - Mulier Instituut

Sportverenigingen: tussen tradities en ambities - Mulier Instituut

Sportverenigingen: tussen tradities en ambities - Mulier Instituut

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

<strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong>:<strong>tuss<strong>en</strong></strong> <strong>tradities</strong> <strong>en</strong> <strong>ambities</strong>


<strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong>:<strong>tuss<strong>en</strong></strong> <strong>tradities</strong> <strong>en</strong> <strong>ambities</strong>Jan Boess<strong>en</strong>kool, Jo Lucass<strong>en</strong>, Maikel Waard<strong>en</strong>burg <strong>en</strong> Fons Kemper (red.)Deze publicatie is tot stand gekom<strong>en</strong> in het kader van het onderzoeksprogramma Sport: Passie,Praktijk <strong>en</strong> Profijt (2007-2010) van het W.J.H. <strong>Mulier</strong> <strong>Instituut</strong> dat gesubsidieerd is door hetMinisterie van Volksgezondheid, Welzijn <strong>en</strong> Sport.


ISBN 978-90-5472-170-3NUR 488Opmaak:P<strong>en</strong>cilpoint - Reclamemakers & Vormgevers, Woerd<strong>en</strong>Pack & Parcel B.V., NieuwegeinFotografie omslag: Kitty VerheulDrukwerk: ????W.J.H. <strong>Mulier</strong> <strong>Instituut</strong>c<strong>en</strong>trum voor sociaalwet<strong>en</strong>schappelijk sportonderzoekPostbus 1885201 AD D<strong>en</strong> BoschT. 073-6126401F. 073-6126413E. info@mulierinstituut.nlI. www.mulierinstituut.nl© 2011 Arko Sports Media, NieuwegeinBehoud<strong>en</strong>s uitzondering door de wet gesteld mag, zonder schriftelijke toestemmingvan de rechthebb<strong>en</strong>de(n) op het auteursrecht, c.q. de uitgever van deze uitgave door derechthebb<strong>en</strong>de(n) gemachtigd nam<strong>en</strong>s hem (h<strong>en</strong>) op te tred<strong>en</strong>, niets uit deze uitgave word<strong>en</strong>verveelvoudigd <strong>en</strong>/of op<strong>en</strong>baar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm ofanderszins, hetge<strong>en</strong> ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking.De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derd<strong>en</strong> verschuldigdevergoeding<strong>en</strong> voor kopiër<strong>en</strong>, als bedoeld in art. 17 lid 2. Auteurswet 1912 <strong>en</strong> in het KB van20 juni 1974 (Stb. 351) ex artikel 16b., te inn<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of daartoe in <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> rechte op te tred<strong>en</strong>.


Tuss<strong>en</strong> <strong>tradities</strong> <strong>en</strong> <strong>ambities</strong>...VoorwoordVaak al meer dan tachtig jaar oud zijn ze, die krachtige sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> in Nederland. Tochzijn over het mooie onderlinge sam<strong>en</strong>spel van sport<strong>en</strong>de vrijwilligers in de sportver<strong>en</strong>igingde afgelop<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> met regelmaat pessimistische voorspelling<strong>en</strong> gedaan. De individualiseringvan de maatschappij zou e<strong>en</strong> gevaar zijn voor de traditioneel georganiseerdesportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>. En de <strong>ambities</strong> van de sport zelf om meer marktpartij te word<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>maatschappelijk extra nuttig te zijn, zoud<strong>en</strong> niet goed te rijm<strong>en</strong> zijn met de ver<strong>en</strong>iging alsorganisatievorm.M<strong>en</strong> bleek er aardig naast te zitt<strong>en</strong>. Het hoge perc<strong>en</strong>tage Nederlanders dat lid is van e<strong>en</strong>sportver<strong>en</strong>iging is de afgelop<strong>en</strong> twintig jaar opvall<strong>en</strong>d stabiel geblev<strong>en</strong>. Net als het formidabeleaantal vrijwilligers dat steeds ruim bov<strong>en</strong> de 1 miljo<strong>en</strong> uitkomt. En wat de maatschappelijkepot<strong>en</strong>tie van de sportver<strong>en</strong>iging betreft: nog niet eerder wordt die overal zo explicietonderschrev<strong>en</strong> als nu.Maar daar gaat het in de praktijk eig<strong>en</strong>lijk helemaal niet om. Bij e<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging gaathet om wat de led<strong>en</strong> daar zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor elkaar realiser<strong>en</strong>. Ik heb als ge<strong>en</strong> ander ervar<strong>en</strong>, <strong>en</strong>ervaar eig<strong>en</strong>lijk nog steeds, hoe belangrijk het is om naast je professionele werk of opleidingook e<strong>en</strong> aantrekkelijk sportief <strong>en</strong> sociaal lev<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> zijn zo sterk omdat er op alle niveaus altijd weer sporters, begeleiders <strong>en</strong>bestuurders zijn die er plezier in hebb<strong>en</strong> zelf de hand<strong>en</strong> uit de mouw<strong>en</strong> te stek<strong>en</strong>. Of je motivati<strong>en</strong>u uit de sport zelf komt, uit maatschappelijke betrokk<strong>en</strong>heid of omdat je graag erg<strong>en</strong>s bijwilt hor<strong>en</strong>, het leidt er toe dat je wat voor je eig<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging wilt do<strong>en</strong>. Bij veel ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>krijg<strong>en</strong> deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ook de ruimte zichzelf te ontwikkel<strong>en</strong>. Daar word<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>vanzelfsprek<strong>en</strong>d ook beter van.En nu is er dus ook e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke bundel over die voor Nederland zo ‘gewone’ sportver<strong>en</strong>iging.E<strong>en</strong> bundel waarin tot mijn grote vreugde ook ruimte is gemaakt voor het beschrijv<strong>en</strong>van de dagelijkse praktijk van <strong>en</strong>kele sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>. Daarmee br<strong>en</strong>gt deze bundel deliteratuur <strong>en</strong> de theorie dicht bij de praktijk. En dan zal ongetwijfeld blijk<strong>en</strong> dat juist uit de <strong>tradities</strong>van de sportver<strong>en</strong>iging heel uitdag<strong>en</strong>de <strong>ambities</strong> voortkom<strong>en</strong>, telk<strong>en</strong>s weer <strong>en</strong> telk<strong>en</strong>sook aangepast aan e<strong>en</strong> nieuwe tijd.Ik b<strong>en</strong> erg blij met de bundel <strong>en</strong> zal er zeker mijn voordeel mee do<strong>en</strong>!André Bolhuisvoorzitter NOC*NSF


Inhoud1. Inleiding – Jan Boess<strong>en</strong>kool, Maikel Waard<strong>en</strong>burg <strong>en</strong> Jo Lucass<strong>en</strong> .............. 111.1 <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> overlev<strong>en</strong>, maar hoe? ......................................... 111.2 Tr<strong>en</strong>ds in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig ..................................................... 121.3 Vertrekpunt .................................................................... 131.4 Verantwoording <strong>en</strong> leeswijzer ................................................... 182. <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong>: e<strong>en</strong> plaatsbepaling – Jan Boess<strong>en</strong>kool .......................212.1 Inleiding ......................................................................... 212.2 Sport<strong>en</strong> doe je met ‘soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>’ ................................................. 222.3 Het vrijwillige karakter ........................................................... 232.4 Passie als basis ................................................................... 252.5 Sport als doel <strong>en</strong> sport als middel ................................................. 262.6 De spagaat <strong>tuss<strong>en</strong></strong> gepassioneerd <strong>en</strong> professioneel ................................ 262.7 <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> als object van onderzoek ...................................... 282.8 Tot slot ........................................................................... 303. Marktgerichtheid: de (on)mogelijkhed<strong>en</strong> van sportbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> -ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> –Marije van ’t Verlaat <strong>en</strong> Janine van Kalmthout .................................... 313.1 Inleiding. ......................................................................... 313.2 Veranderd sportbeleid ............................................................ 333.3 Marktgerichtheid als nieuwe norm ................................................ 343.4 Het Strategisch Marketing Project ................................................ 353.5 Gevolg<strong>en</strong> op het niveau van sportbond<strong>en</strong> ......................................... 363.6 Afhankelijkheid van de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> ............................................. 373.7 Gevolg<strong>en</strong> op het niveau van sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> ................................... 393.7.1 Marktgerichte <strong>ambities</strong> <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> ................... 403.7.2 (On)mogelijkhed<strong>en</strong> van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> in marktgerichtheid ................. 443.8 Conclusie ......................................................................... 47Casus: De proeftuin voorbij . ................................................................. 49sv SaestumFons Kemper6 SPORTVERENIGINGEN: TUSSEN TRADITIES EN AMBITIES


4. <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> als maatschappelijke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers – Jo Lucass<strong>en</strong> <strong>en</strong>Janine van Kalmthout ..............................................................554.1 Inleiding <strong>en</strong> achtergrond. ......................................................... 554.2 Opvatting<strong>en</strong> van beleidspartij<strong>en</strong> <strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> over hunmaatschappelijke rol <strong>en</strong> de feitelijke invulling van die rol ......................... 564.2.1 NOC*NSF <strong>en</strong> het Ministerie van VWS ...................................... 564.2.2 Sportgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> stevig acc<strong>en</strong>t op maatschappelijke functiesportclubs .................................................................. 584.2.3 Zi<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> maatschappelijke rol voor zichzelf <strong>en</strong> hoeziet die rol er feitelijk uit? .................................................. 604.3 Ondersteuningsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het maatschappelijk verantwoord ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> .. 654.3.1 Segm<strong>en</strong>teringsschema innovatieve sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> ...................... 654.3.2 MOVE. ..................................................................... 664.3.3 Maatschappelijk Verantwoord Ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> (MVV) ........................... 674.3.4 Impuls combinatiefuncties ................................................. 694.4 Ervaring<strong>en</strong> met de maatschappelijke bijdrage van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> .................. 714.4.1 Kinderopvang <strong>en</strong> BOS-impuls .............................................. 714.4.2 Meedo<strong>en</strong> Alle Jeugd door Sport <strong>en</strong> sportzorgtraject<strong>en</strong> ...................... 734.5 Conclusies <strong>en</strong> discussie ........................................................... 754.5.1 Verborg<strong>en</strong> maatschappelijke inzet van sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> .................. 754.5.2 <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> als beleidsuitvoerders .................................. 775. De sportver<strong>en</strong>iging in de buurt - Jan Boess<strong>en</strong>kool <strong>en</strong> Meinou Steemers .........795.1 Inleiding. ......................................................................... 795.2 Impuls<strong>en</strong> in de praktijk ........................................................... 825.3 Versnippering <strong>en</strong> korte termijn ................................................... 885.4 Kleinschaliger <strong>en</strong> van onderaf .................................................... 89Casus: Professioneel op vrijwillige grondslag . ................................................. 91cgv Die HagheFons KemperINHOUD7


6. Sam<strong>en</strong>werking, hybridisering <strong>en</strong> fusies bij sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> - Jo Lucass<strong>en</strong><strong>en</strong> Jan-Willem van der Roest .......................................................956.1 Waarom gaan sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met andere organisaties? ......... 956.2 Sam<strong>en</strong>werking in gradaties ....................................................... 976.2.1 Steunstichting .............................................................. 986.2.2 Omnisportverband<strong>en</strong> ...................................................... 996.2.3 Succesvolle sam<strong>en</strong>werking ................................................ 1006.3 Hybridisering: sam<strong>en</strong>werking van voetbalver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> voetbalschol<strong>en</strong> ....... 1026.3.1 Hybridisering ............................................................. 1026.3.2 De geschied<strong>en</strong>is van het voetbalschoolidee ................................ 1056.4 Fusies van sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> .................................................... 1106.5 Discussie <strong>en</strong> conclusies .......................................................... 1137. <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> de Civil Society 2.0. <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>nieuwe (burger)initiatiev<strong>en</strong> – Jo Lucass<strong>en</strong> .......................................1157.1 Introductie ...................................................................... 1157.2 Sport<strong>en</strong> in de netwerksam<strong>en</strong>leving .............................................. 1167.3 Verandering<strong>en</strong> in sportw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> .................................................. 1187.4 Naar nieuwe vorm<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong>heid bij sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> .................. 1197.5 Informele sportgroep<strong>en</strong> als alternatief? .......................................... 1227.6 Nieuwe sportclubs <strong>en</strong> nieuwe sportinitiatiev<strong>en</strong> .................................. 1257.6.1 Nieuwe burgerinitiatiev<strong>en</strong> ................................................ 1257.6.2 Onderzoek bij nieuwe ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> ....................................... 1267.6.3 Ontwikkeling<strong>en</strong> bij drie bond<strong>en</strong> ........................................... 1277.7 Conclusies <strong>en</strong> discussie: het glas is meer dan halfvol ............................. 1328 SPORTVERENIGINGEN: TUSSEN TRADITIES EN AMBITIES


8. Vrijwilligerswerk professionaliser<strong>en</strong>? – Jan Boess<strong>en</strong>kool <strong>en</strong>Maikel Waard<strong>en</strong>burg ............................................................. 1358.1 Professionals in de sportver<strong>en</strong>iging .............................................. 1358.2 E<strong>en</strong> complexe omgeving ......................................................... 1368.3 De onmisk<strong>en</strong>bare tr<strong>en</strong>d .......................................................... 1388.3.1 Opkomst betaalde kracht<strong>en</strong> ............................................... 1388.4 De ver<strong>en</strong>igingsmanager ......................................................... 1408.5 Teg<strong>en</strong> de tr<strong>en</strong>d in: pleidooi voor e<strong>en</strong> andere b<strong>en</strong>adering .......................... 142Casus: Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met professionele ondersteuning ........................................ 145Stichting de NoordpuntFons Kemper9. Autonome organisaties? <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong>, nationaal sportbeleid <strong>en</strong>het Olympische Plan 2028 – Maikel Waard<strong>en</strong>burg ...............................1519.1 Inleiding. ........................................................................ 1519.2 <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> het overheidsbeleid: e<strong>en</strong> historische analyse invogelvlucht ...................................................................... 1519.3 Van impliciete naar expliciete veronderstelling<strong>en</strong> ................................ 1559.4 NOC*NSF: belang<strong>en</strong>behartiger van de georganiseerde sport? .................... 1579.5 Follow that Star: sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> het Olympisch Plan 2028 ................. 1589.5.1 De <strong>ambities</strong> van het Olympisch Plan 2028 ................................. 1599.5.2 Implicaties voor de sportver<strong>en</strong>iging ....................................... 1619.6 Conclusie ........................................................................ 163INHOUD9


10. Toekomst van de sportver<strong>en</strong>iging: Hoe nu verder? – Jan Boess<strong>en</strong>kool,Maikel Waard<strong>en</strong>burg <strong>en</strong> Jo Lucass<strong>en</strong> ............................................ 16510.1 Inleiding. ........................................................................ 16510.2 Perspectiev<strong>en</strong> op de sportver<strong>en</strong>iging ............................................. 16710.2.1 Ver<strong>en</strong>igingsperspectief: de passie c<strong>en</strong>traal. ................................ 16710.2.2 Beleidsperspectief: het publiek belang c<strong>en</strong>traal ............................ 16710.2.3 Marktperspectief: profijt c<strong>en</strong>traal .......................................... 16710.3 Spanningsveld<strong>en</strong>: zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wicht .................................... 16810.3.1 Passie versus doelrationaliteit ............................................. 16810.3.2 Vrijwilligheid versus professionaliteit ..................................... 16910.3.3 Autonomie versus sturing ................................................. 17010.3.4 Profijt versus publiek belang .............................................. 17110.3.5 Zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wicht ................................................ 17210.4 Less<strong>en</strong> uit de theorie ............................................................. 17210.5 Realistische <strong>ambities</strong>: allianties <strong>tuss<strong>en</strong></strong> passie, publiek <strong>en</strong> profijt ................. 174Nawoord ................................................................................. 176Not<strong>en</strong> .................................................................................... 177Literatuur ................................................................................ 179Over de auteurs .......................................................................... 19110 SPORTVERENIGINGEN: TUSSEN TRADITIES EN AMBITIES


InleidingHoofdstuk 1Jan Boess<strong>en</strong>kool (Universiteit Utrecht), Maikel Waard<strong>en</strong>burg(Universiteit Utrecht) <strong>en</strong> Jo Lucass<strong>en</strong> (W.J.H. <strong>Mulier</strong> <strong>Instituut</strong>)‘Piramidisering, commercialisering <strong>en</strong> professionalisering hebb<strong>en</strong> zo hun gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>.We hebb<strong>en</strong> het hier altijd heel gezellig gehad. Nu komt de KNVB met het<strong>en</strong>e voorschrift na het andere, ook de verplichte aanwezigheid van stewards dus.’voorzitter van de Amsterdamse amateurver<strong>en</strong>iging AFC, de Volkskrant, 20 augustus 20101.1 <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> overlev<strong>en</strong>, maar hoe?<strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> spel<strong>en</strong> op diverse wijz<strong>en</strong> in op de maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong>de veelal van buit<strong>en</strong> opgelegde verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> eis<strong>en</strong>. Sommig<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> zo ‘traditioneel’mogelijk functioner<strong>en</strong>, andere transformer<strong>en</strong> naar ‘moderne’ di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de organisaties.De meeste ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> erg<strong>en</strong>s <strong>tuss<strong>en</strong></strong> deze beide uiterst<strong>en</strong> in. Soms lijkt het op the survivalof the fittest: prober<strong>en</strong> in lev<strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong>, het liefst zelfstandig <strong>en</strong> op eig<strong>en</strong> b<strong>en</strong><strong>en</strong>. Andersfuser<strong>en</strong> <strong>en</strong> prober<strong>en</strong> door schaalvergroting de toekomst veilig stell<strong>en</strong>.Eind 2007 formuleerd<strong>en</strong> de Utrechtse School voor Bestuurs- <strong>en</strong> Organisatiewet<strong>en</strong>schap(USBO) <strong>en</strong> het W.J.H. <strong>Mulier</strong> <strong>Instituut</strong> e<strong>en</strong> onderzoeksplan waarin de achtergrond van e<strong>en</strong>meerjarig onderzoek is geschetst. Het functioner<strong>en</strong> van sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> staat onder drukdoor de w<strong>en</strong>s om ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> inspel<strong>en</strong> op (rec<strong>en</strong>te) maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong>.C<strong>en</strong>traal staat in het onderzoeksplan de vraag hoe sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> zich in bestuurlijke<strong>en</strong> organisatorische zin ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘deal<strong>en</strong>’ met de gesignaleerde verandering<strong>en</strong>. Andersgeformuleerd: Kunn<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> de externe invloed<strong>en</strong>, zich bestuurlijk <strong>en</strong>organisatorisch staande houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo ja, hoe dan? Blijv<strong>en</strong> positief gewaardeerde aspect<strong>en</strong> vanhet ver<strong>en</strong>igingslev<strong>en</strong> daarbij nog intact? Welke discrepanties, spanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> dilemma’s do<strong>en</strong>zich voor <strong>en</strong> wat zoud<strong>en</strong> deze moet<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong> voor toekomstig beleid?In de voorligg<strong>en</strong>de bundel schets<strong>en</strong> we de huidige stand van zak<strong>en</strong> met betrekking totsportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> anno 2010 in relatie tot de onderzoeksvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal in het oog spring<strong>en</strong>demaatschappelijke tr<strong>en</strong>ds.Alvor<strong>en</strong>s deze vrag<strong>en</strong> verder te explorer<strong>en</strong>, do<strong>en</strong> we eerst e<strong>en</strong> stap terug in de tijd. Al in de jar<strong>en</strong>neg<strong>en</strong>tig van de vorige eeuw zijn verschill<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong> gedaan naar de belangrijkste k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>van amateursportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verandering<strong>en</strong> die ze doormak<strong>en</strong>, zowel internals in relatie tot hun externe omgeving. We verwijz<strong>en</strong> hier vooral naar het programma ‘Waard<strong>en</strong><strong>en</strong> Norm<strong>en</strong> in de Sport’ (WNS) van NOC*NSF. E<strong>en</strong> van de rapportages daarvan is getiteld‘De sportver<strong>en</strong>iging <strong>tuss<strong>en</strong></strong> traditie <strong>en</strong> commercie’ (Anthoniss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Boess<strong>en</strong>kool, 1995). DaarinINLEIDING11


wordt al verhaald hoe vanuit externe druk sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> hun traditionele status <strong>en</strong> cultuurlangzaamaan noodgedwong<strong>en</strong> aan het verliez<strong>en</strong> zijn. Het is interessant de vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevinding<strong>en</strong>van destijds te vergelijk<strong>en</strong> met die welke we nu vijfti<strong>en</strong> jaar later b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>.1.2 Tr<strong>en</strong>ds in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tigDe w<strong>en</strong>s tot k<strong>en</strong>nis over ontwikkeling<strong>en</strong> in <strong>en</strong> bij de sportver<strong>en</strong>iging wordt in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tigvooral gevoed door de verme<strong>en</strong>de individualisering van de Nederlandse sporter die e<strong>en</strong> gevaarzou vorm<strong>en</strong> voor de traditioneel georganiseerde sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>. Vooral het ‘consumptievegedrag’ van het moderne ver<strong>en</strong>igingslid <strong>en</strong> de opkomst van commerciële sportaanbieders werd<strong>en</strong>b<strong>en</strong>oemd als ‘gevaarlijke’ ontwikkeling<strong>en</strong> voor de continuïteit van de Nederlandse ver<strong>en</strong>igingssport.Het leidde tot de vraag hoe het vitaliseringsproces – het proces waarin ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>zich aanpass<strong>en</strong> aan c.q. inspel<strong>en</strong> op verandering<strong>en</strong> die zich voordo<strong>en</strong> in de omgevingdan wel in de (sport)beleving van de led<strong>en</strong> – gestalte krijgt in de sportver<strong>en</strong>iging (Anthoniss<strong>en</strong><strong>en</strong> Boess<strong>en</strong>kool, 1995: 1). De laatstg<strong>en</strong>oemd<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op het in de literatuur dominantemanagem<strong>en</strong>tvertoog: ‘De al dan niet impliciete vooronderstelling [van dat vertoog] is dat desportver<strong>en</strong>iging die het jaar 2000 wil hal<strong>en</strong>, de sterke interne gerichtheid moet lat<strong>en</strong> var<strong>en</strong> <strong>en</strong>meer op<strong>en</strong> moet durv<strong>en</strong> staan voor de externe omgeving. Dit roept vraagtek<strong>en</strong>s op. Auteurslijk<strong>en</strong> voorbij te gaan aan het eig<strong>en</strong> karakter van sport <strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de vrijwilligebasis waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te participer<strong>en</strong>. Alsof er maar één functie <strong>en</strong> bijpass<strong>en</strong>deorganisatievorm voor de sport is’ (idem: 5).De auteurs stell<strong>en</strong> de doelrationele planningsmodell<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>de bij dit managem<strong>en</strong>tvertoogter discussie. Het is volg<strong>en</strong>s Anthoniss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Boess<strong>en</strong>kool (1995: 6) de vraag of dit doorLevi-Strauss g<strong>en</strong>oemde ‘ing<strong>en</strong>ieursd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>’ de <strong>en</strong>ige manier is om sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> van dezetijd verder te help<strong>en</strong>.Zij pleit<strong>en</strong> verder op basis van hun bevinding<strong>en</strong> voor g<strong>en</strong>uanceerde <strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerdevorm<strong>en</strong> van bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> manag<strong>en</strong>. Vier ideaaltypische oriëntaties word<strong>en</strong> aangedrag<strong>en</strong>: e<strong>en</strong>missionaire, e<strong>en</strong> professionele, e<strong>en</strong> commerciële <strong>en</strong> e<strong>en</strong> klantgerichte. Het vitaliseringsprocesdi<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s de auteurs vorm te krijg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> deze oriëntaties, waarbij bestuurders <strong>en</strong> professionalsrek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de specifieke context van e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging.In e<strong>en</strong> vervolgonderzoek naar best practices in amateursportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> werd aan betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>gevraagd wat in hun og<strong>en</strong> goede sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> welke belangrijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>deze clubs verton<strong>en</strong> (Boess<strong>en</strong>kool <strong>en</strong> De Jong, 2001). Uit dit onderzoek komt naar vor<strong>en</strong> datgoede sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> die ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> zijn ‘die hun financiën op orde hebb<strong>en</strong> zonder (al te)grote externe afhankelijkheid, veel aandacht hebb<strong>en</strong> voor het ver<strong>en</strong>igingskarakter <strong>en</strong> optimaalwill<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> aan de (individuele) w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong>. Om dit te bereik<strong>en</strong>, staat het principevan, voor <strong>en</strong> door led<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal’ (idem: 70).12 SPORTVERENIGINGEN: TUSSEN TRADITIES EN AMBITIES


In e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>danalyse (2000-2005) op basis van de Ver<strong>en</strong>igingsmonitor (Van Kalmthout et al., 2006)wordt geconstateerd dat stabiliteit bij de sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> overheerst. Veel ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>var<strong>en</strong> redelijk wel in e<strong>en</strong> maatschappelijke omgeving die behoorlijk dynamisch kan word<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemd. De analyse bevestigt de <strong>en</strong>orme variatie die het sportver<strong>en</strong>igingslev<strong>en</strong> in Nederlandk<strong>en</strong>merkt, maar toont ook e<strong>en</strong> stabiliteit die zichtbaar is in de led<strong>en</strong>opbouw, de sam<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> werkwijze van het bestuur <strong>en</strong> overig kader, de beleidsprioriteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> het financiële beleid.Op <strong>en</strong>kele front<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> zichtbaar. Zo wordt langzaamaan e<strong>en</strong> verzakelijking<strong>en</strong> professionalisering waarneembaar. Meer ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> aandacht aan planvorming<strong>en</strong> beleidsontwikkeling <strong>en</strong> aan hun maatschappelijke rol (sam<strong>en</strong>werking met schol<strong>en</strong> <strong>en</strong>geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>). Ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> iets breder scala aan financieringsbronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> schakel<strong>en</strong>vaker betaalde kracht<strong>en</strong> in op het sporttechnisch vlak. Ook hebb<strong>en</strong> de clubs de mogelijkhed<strong>en</strong>van ICT <strong>en</strong> internet in hoog tempo opgepakt.Terugblikk<strong>en</strong>d op deze rapportages lijkt het of we in grote lijn<strong>en</strong> nog steeds voor dezelfde vrag<strong>en</strong>staan. Of zijn er ontwikkeling<strong>en</strong> te meld<strong>en</strong> die wez<strong>en</strong>lijk anders zijn? Voorlopig merk<strong>en</strong>we op dat de destijds gesignaleerde tr<strong>en</strong>ds ‘individualisering’ <strong>en</strong> ‘commercialisering’ vijfti<strong>en</strong>jaar later (in verhevigde vorm) zijn voortgezet, maar dat deze door voorstanders vooral word<strong>en</strong>gezi<strong>en</strong> als kans, <strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong> gevaar voor de sportver<strong>en</strong>iging. Daarbij is verdergaande explicieteverschuiving van sport als doel naar sport als middel e<strong>en</strong> sterke uitingsvorm.1.3 VertrekpuntSinds de start van het huidige onderzoeksprogramma is e<strong>en</strong> groot aantal onderzoeksactiviteit<strong>en</strong>bij de USBO <strong>en</strong> het W.J.H. <strong>Mulier</strong> <strong>Instituut</strong> in gang gezet om relevante gegev<strong>en</strong>s overde ontwikkeling van de sportver<strong>en</strong>iging te verzamel<strong>en</strong>. Door zoveel mogelijk unieke lokalecontext<strong>en</strong> empirisch in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> we zicht gekreg<strong>en</strong> op de bestuurlijke <strong>en</strong>organisatorische diversiteit. Daarnaast is gebruikgemaakt van gegev<strong>en</strong>s van de jaarlijksever<strong>en</strong>igingsmonitor onder e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve groep (amateur)sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>. Opbasis van deze verschill<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we aangev<strong>en</strong> in welke richting<strong>en</strong> (traditionele)sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>teel evoluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat daar voor de gehele sportwereld vante ler<strong>en</strong> is.We staan eerst stil bij e<strong>en</strong> aantal ontwikkeling<strong>en</strong> waarbij vaak wordt gewez<strong>en</strong> naar het procesvan individualisering als oorzaak voor ‘vervel<strong>en</strong>de’ verandering<strong>en</strong> zoals stagner<strong>en</strong>de led<strong>en</strong>tall<strong>en</strong>,afnem<strong>en</strong>de betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> minder bereidheid tot het uitvoer<strong>en</strong> van vrijwilligerstak<strong>en</strong>.Individualisering zou ook aanleiding zijn voor de dal<strong>en</strong>de populariteit van teamsport<strong>en</strong>. VanBott<strong>en</strong>burg (2002b) heeft deze mythe al eerder ontmaskerd. Er zijn meer bronn<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> anderbeeld lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> als het gaat om de afnem<strong>en</strong>de betrokk<strong>en</strong>heid. Zo concludeert het SCP in deRapportage Sport 2008: ‘Vooralsnog wordt het aandeel vrijwilligers in de sport eerder gek<strong>en</strong>-INLEIDING13


merkt door stabiliteit dan door neergang’ (Gooss<strong>en</strong>s et al., 2008: 146). Datzelfde beeld komt ooknaar vor<strong>en</strong> in de Rapportage Sport 2010 (Dekker <strong>en</strong> De Hart, 2010).Ook lijk<strong>en</strong> sportvorm<strong>en</strong> die zogehet<strong>en</strong> weak ties in plaats van strong ties g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> aan populariteitte winn<strong>en</strong>. Van Bott<strong>en</strong>burg (2006: 28) beschrijft die weak ties als ‘band<strong>en</strong> die je kuntopzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> opzegg<strong>en</strong> wanneer je maar wilt, in plaats van langdurige lidmaatschapp<strong>en</strong>.Band<strong>en</strong> met meerdere netwerk<strong>en</strong> tegelijkertijd, in plaats van int<strong>en</strong>sieve binding<strong>en</strong> met ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>die om inzet <strong>en</strong> loyaliteit vrag<strong>en</strong>.’ De zog<strong>en</strong>oemde ‘tweede loopgolf’ alsook detoeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> deelname aan bijvoorbeeld toertocht<strong>en</strong>, skatetocht<strong>en</strong> <strong>en</strong> lokale beachvolleytoernooi<strong>en</strong>wijz<strong>en</strong> op de populariteit van deze vrijere vorm<strong>en</strong> van sportbeoef<strong>en</strong>ing. De verschuivingin motiev<strong>en</strong> voor sportdeelname kan gekoppeld word<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> meer algem<strong>en</strong>e tr<strong>en</strong>dwaarin beleving steeds meer c<strong>en</strong>traal staat. In Westerse economieën, zo wordt beweerd,gaat het teg<strong>en</strong>woordig niet meer zozeer om het product dat wordt geleverd of de di<strong>en</strong>st diewordt afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar om e<strong>en</strong> met het product of de di<strong>en</strong>st geassocieerde beleving (Pine <strong>en</strong>Gilmore, 1999). In de laatste dec<strong>en</strong>nia van de vorige eeuw zijn het vooral commerciële partij<strong>en</strong>,zoals fitnessclubs, vrijetijdsc<strong>en</strong>tra <strong>en</strong> touroperators, die op deze tr<strong>en</strong>d inspel<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>belangrijk deel van de groei van de sport<strong>en</strong>de bevolking voor hun rek<strong>en</strong>ing nem<strong>en</strong>. <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong>profiter<strong>en</strong> daar minder van dan andere partij<strong>en</strong>. Het gevolg is dat het marktaandeelvan de georganiseerde sport onder sportbeoef<strong>en</strong>aars terugloopt. Figuur 1.1 maakt dezeontwikkeling<strong>en</strong> zichtbaar.Figuur 1.1 Sportdeelname <strong>en</strong> lidmaatschap sportver<strong>en</strong>iging, algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> sport<strong>en</strong>de bevolkingvan 6-79 jaar, 1987-2007 (in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).10080604020Sportdeelname bevolking (1)Lidmaatschap sportver<strong>en</strong>iging,sport<strong>en</strong>de bevolking (2)Lidmaatschap sportver<strong>en</strong>iging,algem<strong>en</strong>e bevolking (3)01987 19951999 2003 20071. Perc<strong>en</strong>tage van de bevolking dat minimaal één keer per jaar aan sport doet, exclusief wandel<strong>en</strong> <strong>en</strong> fiets<strong>en</strong>.2. Deel van de sport<strong>en</strong>de bevolking dat voor t<strong>en</strong> minste één tak van sport lid is van e<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging,exclusief wandel<strong>en</strong> <strong>en</strong> fiets<strong>en</strong>.3. Deel van de algem<strong>en</strong>e bevolking dat voor t<strong>en</strong> miste één tak van sport lid is van e<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging.Bron: SCP, Rapportage Sport 2008 (AVO ’87-’07).14 SPORTVERENIGINGEN: TUSSEN TRADITIES EN AMBITIES


De sportdeelname van de bevolking laat al meer dan twintig jaar e<strong>en</strong> gestage opgaande lijn(1) zi<strong>en</strong>. Het aandeel sporters dat lid is van e<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging (3) loopt in diezelfde periodeechter langzaam terug.Deze verschuiving<strong>en</strong> in motiev<strong>en</strong> van sporters <strong>en</strong> de commercialisering van de sportmarktvorm<strong>en</strong> aanleiding voor NOC*NSF <strong>en</strong> sportbond<strong>en</strong> om marketingplann<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong> (ziehoofdstuk 3). Hiermee tracht<strong>en</strong> deze partij<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> ertoe aan te zett<strong>en</strong> nieuwedoelgroep<strong>en</strong> aan te bor<strong>en</strong>, het sportaanbod te vernieuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sportver<strong>en</strong>iging als geheel te‘vitaliser<strong>en</strong>’. Van belang is daarbij goed k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de karakteristiek<strong>en</strong>van de sportver<strong>en</strong>iging. In tabel 1.1 staan die in k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong>.Tabel 1.1 <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> in beeld.<strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong>AantalAangeslot<strong>en</strong> NOC*NSF 1 25.633Niet-aangeslot<strong>en</strong> 2 2.500Totaal 28.000Grootte 3 % 50 led<strong>en</strong> 3551-100 led<strong>en</strong> 19101-200 led<strong>en</strong> 19201-300 led<strong>en</strong> 9301-400 led<strong>en</strong> 5401-500 led<strong>en</strong> 3> 500 led<strong>en</strong> 9100Kader 4AantalAantal vrijwilligers in de sport 5 > 1.000.000Aantal vrijwilligers in de ver<strong>en</strong>iging Gemiddeld 40Aantal betaalde medewerkers in de ver<strong>en</strong>iging 6 Gemiddeld 2,5Ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> met 100% vrijwilligers 54%Financiën 2 %Inkomst<strong>en</strong>Led<strong>en</strong>/donateurs 58Kantine 13Sponsoring/reclame 11Subsidie 4Overig 14100Vervolg tabel op pagina 16INLEIDING15


Financiën 2 %Uitgav<strong>en</strong>Accommodatie 36Personeel 19Organisatie 13Bondsafdracht<strong>en</strong> 7Overig 25100Accommodatiebezit 2 %Sportaccommodatie <strong>en</strong> kantine 39Alle<strong>en</strong> sportaccommodatie 10Alle<strong>en</strong> kantine 5Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele accommodatie in bezit 461001. Smink <strong>en</strong> Van Veldhov<strong>en</strong> 2010.2. W.J.H. <strong>Mulier</strong> <strong>Instituut</strong>/NOC*NSF (Ver<strong>en</strong>igingsmonitor 2008).3. CBS (Statistiek Sportorganisaties 2006).4. W.J.H. <strong>Mulier</strong> <strong>Instituut</strong>/NOC*NSF (Ver<strong>en</strong>igingsmonitor 2009).5. 10 proc<strong>en</strong>t van de bevolking 16 jaar <strong>en</strong> ouder, SCP (AVO 2007).6. Betaalde medewerkers: medewerkers (0,5 fte) met e<strong>en</strong> uurvergoeding of salaris.Duidelijk is dat NOC*NSF vrijwel alle sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> -clubs in ons land repres<strong>en</strong>teert.Verder blijkt dat sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>d kleine organisaties zijn: bijna twee derde heefte<strong>en</strong> led<strong>en</strong>bestand van minder dan 200 led<strong>en</strong>. Het aantal vrijwilligers dat deze clubs draai<strong>en</strong>dehoudt, is aanzi<strong>en</strong>lijk <strong>en</strong> vormt daarmee e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>sk<strong>en</strong>merk van de clubs.Wat verder blijkt, is dat sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> al lang niet meer hun inkomst<strong>en</strong> hal<strong>en</strong> uitalle<strong>en</strong> contributies. Voor het mer<strong>en</strong>deel van de clubs is dit nog wel de belangrijkste inkomst<strong>en</strong>bron.Naast contributies, gift<strong>en</strong>, sponsoring <strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong> uit de kantine vorm<strong>en</strong> commerciëleactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> overheidsbijdrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> substantiële post.Het mag duidelijk zijn: de w<strong>en</strong>s tot meer marktgericht ondernem<strong>en</strong> door ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> detoeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> afhankelijkheid van overheidsinvestering<strong>en</strong> in de sport(ver<strong>en</strong>iging) leid<strong>en</strong> totexterne verwachting<strong>en</strong>. De druk op sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> om te verander<strong>en</strong> is sterk gerelateerdaan de verander<strong>en</strong>de maatschappelijke positie. Tot <strong>en</strong>kele dec<strong>en</strong>nia terug k<strong>en</strong>de de georganiseerdesport nog e<strong>en</strong> sterk intern gerichte cultuur. <strong>Sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong></strong> war<strong>en</strong> op ‘traditionele’leest geschoeide interessegebond<strong>en</strong> led<strong>en</strong>organisaties met e<strong>en</strong> mutual support-karakter. Passievoor e<strong>en</strong> specifieke sport vormde het c<strong>en</strong>trale <strong>en</strong> verbind<strong>en</strong>de cultuuraspect. In maatschappelijkopzicht behoord<strong>en</strong> de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> overduidelijk tot de derde sector, ofwel civil society(Dekker, 2002; Edwards, 2004; Scheerder, 2004; Braun, 2003; Eichberg, 2001). De ontwikkelin-16 SPORTVERENIGINGEN: TUSSEN TRADITIES EN AMBITIES


g<strong>en</strong> van de laatste jar<strong>en</strong> zijn te typer<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> verschuiving naar e<strong>en</strong> meer externe oriëntatievan de sport(ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>), waarbij de clubs meer verbinding<strong>en</strong> aangaan met de markt <strong>en</strong> depublieke sector. In figuur 1.2 is te zi<strong>en</strong> hoe dat eruit ziet.Figuur 1.2 Oriëntatierichting<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>.PassieVermarktingVermaatschappelijkingProfessionaliseringProfijtPubliekVanuit de oorspronkelijke (traditionele) invalshoek ‘passie’, gericht op het spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> het organiser<strong>en</strong>van het spel met <strong>en</strong> onder ‘soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>’ (gebaseerd op vrijwillige associatie), di<strong>en</strong><strong>en</strong>zich twee nieuwe pot<strong>en</strong> of (kern)tak<strong>en</strong> voor sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> in de 21 ste eeuw aan:• sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> als publieke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers (vermaatschappelijking, instrum<strong>en</strong>talisering);• sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> als op profijt gerichte organisaties (vermarkting).E<strong>en</strong> belangrijk gevolg van beide ontwikkeling<strong>en</strong> is dat van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> verwacht wordt datzij hun primaire taak op e<strong>en</strong> andere manier gaan uitvoer<strong>en</strong> of verbred<strong>en</strong>. Dit wordt aangeduidals e<strong>en</strong> verschuiving van sport als doel naar sport als middel die tegelijkertijd gepaard gaatmet professionalisering. Maar waar ligg<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan deze verschuiving? En in hoeverreis deze nog te rijm<strong>en</strong> met het idee van vrijwillige associatie <strong>en</strong> het principe ‘van, voor <strong>en</strong> doorled<strong>en</strong>’? Voor het meer marktgericht gaan werk<strong>en</strong> van sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> soortgelijkevrag<strong>en</strong>. Hoe dan ook stelt dit andere eis<strong>en</strong> aan de organisatie <strong>en</strong> leidt dit tot e<strong>en</strong> roep om meerprofessionalisering. Daarmee staat de volg<strong>en</strong>de vraag in deze bundel c<strong>en</strong>traal:Hoe ontwikkel<strong>en</strong> sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> zich, inspel<strong>en</strong>d op rec<strong>en</strong>te verandering<strong>en</strong>, in bestuurlijke<strong>en</strong> organisatorische zin <strong>en</strong> wat zal of kan dit betek<strong>en</strong><strong>en</strong> voor Nederland dat zich als ‘sportland’wil manifester<strong>en</strong>?INLEIDING17


Op basis van verzamelde onderzoeksdata <strong>en</strong> analyses word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele lijn<strong>en</strong> uitgezet voor detoekomst van de sportver<strong>en</strong>iging, met name in bestuurlijke <strong>en</strong> organisatorische zin. Want devraag is natuurlijk of ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> nog wel op dezelfde wijze georganiseerd <strong>en</strong> bestuurd kunn<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als thans het geval is.1.4 Verantwoording <strong>en</strong> leeswijzerOm de c<strong>en</strong>trale vraag van deze bundel te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>, zijn verschill<strong>en</strong>de onderzoeksstrategieëngehanteerd. T<strong>en</strong> eerste door veelvuldig te participer<strong>en</strong> in het (bestuurlijke)sportver<strong>en</strong>igingslev<strong>en</strong> op meerdere niveaus <strong>en</strong> op congress<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere debatfora. T<strong>en</strong> tweededoor het do<strong>en</strong> van docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>studie, vooral waar het beleidsdocum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderzoeksrapport<strong>en</strong>betreft. T<strong>en</strong> derde door tal van casestudies te (lat<strong>en</strong>) verricht<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> daarbijgebruikgemaakt van <strong>en</strong>kele promotietraject<strong>en</strong> <strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> afstudeeropdracht<strong>en</strong> op zowelbachelors- als mastersniveau. Op de vierde plaats is de jaarlijkse ver<strong>en</strong>igingsmonitor van hetW.J.H. <strong>Mulier</strong> <strong>Instituut</strong> e<strong>en</strong> uiterst waardevolle informatiebron geblek<strong>en</strong> als temperatuurmetervan de Nederlandse sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte is door ons stevig geleund op nationale <strong>en</strong>internationale publicaties, die met name de laatste ti<strong>en</strong> jaar op dit terrein zijn uitgebracht. Deuitgebreide literatuurverantwoording aan het slot van dit boek is daar het bewijs van.Zoals aangegev<strong>en</strong>, is de driehoek ‘passie-publiek-profijt’ de basis voor onze discussie; ‘passie’als uitgangspunt <strong>en</strong> ‘publiek’ <strong>en</strong> ‘profijt’ daarop inwerk<strong>en</strong>d. In hoofdstuk 2 prober<strong>en</strong> we e<strong>en</strong>antwoord te gev<strong>en</strong> op de vraag waartoe sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> alweer op aard war<strong>en</strong>/zijn. ‘Passie’heeft daarin e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale plek.In de hoofdstukk<strong>en</strong> 3 <strong>en</strong> 4 werk<strong>en</strong> we achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s de thema’s ‘de georganiseerdesport als marktpartij’ <strong>en</strong> ‘sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> als publieke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers’ uit. In de driehoekaangegev<strong>en</strong> met de respectievelijke hoekpunt<strong>en</strong> ‘profijt’ (dominant proces vermarkting) <strong>en</strong>‘publiek’ (dominant proces vermaatschappelijking). We gaan in op de vraag welke actor<strong>en</strong> e<strong>en</strong>rol spel<strong>en</strong> in de verander<strong>en</strong>de positie van de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke kracht<strong>en</strong> van invloed zijnop het organiser<strong>en</strong> ervan.In hoofdstukk<strong>en</strong> 5 tot <strong>en</strong> met 8 wordt besprok<strong>en</strong> wat de gevolg<strong>en</strong> zijn voor de sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>van de verander<strong>en</strong>de positie als gevolg van de op elkaar inwerk<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong>. Inhoofdstuk 5 gaat het om de sportver<strong>en</strong>iging in de wijk of buurt <strong>en</strong> hoe deze zich relateert aanandere partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> kracht<strong>en</strong> in de directe omgeving, inclusief de diverse stimuleringsmaatregel<strong>en</strong>van de (lokale) overheid. Hoofdstuk 6 laat zi<strong>en</strong> dat al dan niet gedwong<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsrelatiesleid<strong>en</strong> tot diverse organisatievorm<strong>en</strong>, zoals hybridisering. Hoofdstuk 7 borduurthierop voort met aandacht voor verander<strong>en</strong>de sportw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe sportinitiatiev<strong>en</strong> verwantaan de civil society waarbij er specifieke aandacht is voor de rol van internet. Hoofdstuk 8plaatst kritische kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de onmisk<strong>en</strong>bare tr<strong>en</strong>d tot professionalisering als gevolgvan de in voorgaande hoofdstukk<strong>en</strong> gesignaleerde ontwikkeling<strong>en</strong> voor de sportver<strong>en</strong>iging.18 SPORTVERENIGINGEN: TUSSEN TRADITIES EN AMBITIES


In hoofdstuk 9 staan we expliciet stil bij de consequ<strong>en</strong>ties die alle ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verandering<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> voor de beleidsmatige positionering van de Nederlandse sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>.Wat betek<strong>en</strong><strong>en</strong> deze ontwikkeling<strong>en</strong> historisch gezi<strong>en</strong> in het licht van onder meer rec<strong>en</strong>te<strong>en</strong> huidige sportbeleidag<strong>en</strong>da’s, zoals het Olympisch Plan 2028? Na beantwoording van dezevraag kom<strong>en</strong> we in hoofdstuk 10 toe aan de toekomst. We mak<strong>en</strong> de balans op <strong>en</strong> constater<strong>en</strong>dat de traditionele sportver<strong>en</strong>iging in transitie is waardoor de bestuurlijke <strong>en</strong> organisatorischediversiteit groot is. Dat het vervull<strong>en</strong> van publieke tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de druk vanuit de markt hun spor<strong>en</strong>nalat<strong>en</strong>, deels t<strong>en</strong> koste van de passie wat leidt tot e<strong>en</strong> aantal spanningsveld<strong>en</strong>. Aansluit<strong>en</strong>dbeoordel<strong>en</strong> we de w<strong>en</strong>selijkheid van de gesignaleerde tr<strong>en</strong>ds om daarmee de discussieover vitalisering van sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij sportbestuurders <strong>en</strong> beleidsmakers te voed<strong>en</strong>.De bundel bevat verder drie ‘ver<strong>en</strong>igingsportrett<strong>en</strong>’. Het gaat om concrete voorbeeld<strong>en</strong>van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> die gekoz<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bepaalde vorm van professionalisering. Deportrett<strong>en</strong> zijn beschrev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> drieluik. Het eerste luik br<strong>en</strong>gt de ver<strong>en</strong>iging in beeld <strong>en</strong>schetst de achtergrond van de gekoz<strong>en</strong> wijze van professionalisering. Het tweede luik laat in devorm van e<strong>en</strong> dagboek zi<strong>en</strong> welke activiteit<strong>en</strong> de aangetrokk<strong>en</strong> professional zoal ontplooit voorde ver<strong>en</strong>iging. In het derde luik beoordel<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> – meestal bestuurders – de in ganggezette verandering<strong>en</strong> <strong>en</strong> blikk<strong>en</strong> vooruit.Met deze bundel beog<strong>en</strong> we de literatuur <strong>en</strong> theorievorming <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de complexe praktijkanderzijds weer wat dichter bij elkaar te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> zodanige wijze dat ander<strong>en</strong>, niet inde laatste plaats verantwoordelijke bestuurders <strong>en</strong> beleidsmakers, er hun voordeel mee kunn<strong>en</strong>do<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> nog vitaler sportver<strong>en</strong>igingslev<strong>en</strong> in de naaste toekomst. Nederland Sportlandbetek<strong>en</strong>t immers verander<strong>en</strong>, vernieuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> vitaliser<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijke richting!INLEIDING19


20 SPORTVERENIGINGEN: TUSSEN TRADITIES EN AMBITIES

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!