13.07.2015 Views

Eindrapport Doelstelling 2 - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente ...

Eindrapport Doelstelling 2 - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente ...

Eindrapport Doelstelling 2 - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente ...

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

INVESTEREN IN MENSENGeachte lezer,Met deze uitgave laten we u zien wat we de afgelopen jaren in Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> hebben weten te realiseren metde Europese gelden vanuit het <strong>Doelstelling</strong> 2 programma.Dit Europese programma is in 2000 van start gegaan in een deel van ons stadsdeel. Het doel van dit programma wasom de economische structuur in het gebied te verbeteren. Dit door extra te investeren in de bedrijfsomgeving, maarbovenal in de bewoners. Zoals de titel van deze eindrapportage al aangeeft, hebben we met de 32 projecten danook vooral geïnvesteerd in het versterken van de sociaal-economische positie van onze bewoners. Veel bewonershebben veel talent, dat vaak nog onvoldoende tot zijn recht komt. Wij hebben mede dankzij dit Europese fonds zede kans kunnen bieden om zichzelf te ontplooien door bijvoorbeeld een eigen onderneming te starten of om eenbetere positie te krijgen op de arbeidsmarkt.Maar het D2 programma hebben we ook gebruikt om voorzieningen te realiseren in de Bijlmermeer, waar sinds 1992een grootscheepse vernieuwing van de woningen plaatsvindt. In dit gebied dat zo grondig wordt vernieuwd zijn weop zoek gegaan naar voorzieningen die aansluiten bij de behoeften van de bewoners. Hierbij denk ik aan betaalbareruimtes, zoals goedkope bedrijfsruimtes, waaronder ateliers of multifunctionele ruimtes, waardoor ook kerkgemeenschappenonderdak hebben gevonden.Het belangrijkste resultaat van het <strong>Doelstelling</strong> 2 programma is toch wel dat het heeft geleid tot zichtbare projectenin de wijken. En deze projecten leveren op hun beurt een wezenlijke bijdrage aan een betere sociaal-economischepositie van de bewoners. Bij de start van het programma hebben we vijf indicatoren of doelstellingen benoemd voorhet totale programma. Vier van de vijf indicatoren hebben we zeer ruim gehaald, zoals het aantal deelnemers aancursussen en bijeenkomsten. In plaats van de gestelde 200 mensen werden niet minder dan 27.000 mensen bereikt!De vijfde indicator, het aantal arbeidsplaatsen, hebben we nog niet gehaald. Een deel van het probleem schuilt inhet nog onvoldoende op elkaar aansluiten van de vraag naar arbeid en het aanbod van werk. Overigens verwachtenwe wel dat we ook deze doelstelling alsnog de komende jaren ruimschoots zullen realiseren.Hoewel we, zoals in deze uitgave is te lezen, enorm veel van de grond hebben gekregen, blijft de regelgeving enboekhouding een zeer complex proces. Gelukkig zie je dat deze signalen ook Europa hebben bereikt, waardoor bijvolgende subsidies er centraal expertise beschikbaar zal worden gesteld.Ik ben er dan ook zeker van dat Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> ook aan volgende Europese programma’s enthousiast zaldeelnemen. Deze geldstromen laten de wijk en haar bewoners namelijk echt tot bloei komen.Elvira Sweetstadsdeelvoorzitter


INVESTEREN6Inleiding<strong>Doelstelling</strong> 2 is één van de doelstellingen van hetEuropese regionale beleid. <strong>Doelstelling</strong> 2 (D2) richtzich op het verkleinen van regionaal-economischeverschillen binnen de Europese Unie en het scheppenvan economische en sociale cohesie. In de periode2000-2008 richtte D2 zich onder andere op hetondersteunen van stedelijke gebieden met structureleproblemen. In Nederland was Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>,meer specifiek de wijken Bijlmer & Amstel III,één van de 11 stedelijke gebieden die in aanmerkingkwamen voor financiële steun uit het Europees fondsvoor regionale ontwikkeling (EFRO). De afgelopenacht jaren is in totaal voor ruim 46 miljoen euro geïnvesteerd,waarvan ruim 14 miljoen (30%) door Europaen ruim 17,5 miljoen (38%) door Amsterdam zelf.De overige bijdragen (32%) kwamen van diverse publiekeen private partijen. Tijd om terug te kijken water is bereikt en hoe <strong>Zuidoost</strong> zich heeft ontwikkeld.Uitgangssituatie 1999Het gebied Bijlmer & Amstel III kwam in aanmerkingvoor Europese steun vanwege de relatief hoge concentratievan grootstedelijke problemen, zoals inkomensachterstand,een relatief laag geschoolde beroepsbevolkingen criminaliteit. De uitgangssituatieis in 1999 in kaart gebracht met een sterkte-zwakteanalyse. Het programmagebied kon op hoofdlijnenworden gekenmerkt als dynamisch met een potentieelsterk vestigingsklimaat waarbij echter sprake isvan relatief grote sociaal-economische problemen enleefbaarheid die onder druk staat.Dynamisch gebiedAmsterdam <strong>Zuidoost</strong> was en is een erg dynamischgebied. Het stadsdeel herbergt vele nationaliteitenen culturen. Aan het eind van de jaren negentig was78% van de bevolking niet uit Nederland afkomstig.Bovendien was het een erg jonge wijk. Zestig procentvan de inwoners moest nog 35 jaar worden. Inwonerswoonden er over het algemeen niet erg lang,gemiddeld 4,6 jaar. Het Amsterdams gemiddelde lagop bijna 8 jaar. Een vijfde deel van de bewoners wasieder jaar nieuw in de wijk. Vaak ging het dan ommensen met een relatief zwakke maatschappelijkepositie. Verhuizingen binnen het gebied kwamenweinig voor. Dit had tot gevolg dat de binding die debewoners met het gebied hadden erg laag was. Vandynamiek was zeker sprake. Het lukte echter onvoldoendeom deze te gebruiken voor versterking vande sociaal-economische ontwikkeling. Dit was jammer,want het is een bijzonder stukje Amsterdam.Sterk vestigingsklimaat<strong>Zuidoost</strong> stond aan de ene kant bekend als een probleemwijk,maar aan de andere kant ook als eenhoogwaardig economisch knooppunt. Beide imago’s<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 11Overzicht van de resultaten van de projecten, gerelateerd aan de oorspronkelijke streefwaardeIndicator Streefwaarde Gerealiseerdstartershuisvestingen 2 24starters 50 275deelnemers aan bijeenkomsten/cursussen en begeleidingsprojecten 202 27.348deelnemers aan matchingsprojecten 20 514aantal arbeidsplaatsen 227 154participeren van werklozen en uitkeringsgerechtigdenin de maatschappij. Aan deze 4 matchingsprojectenhebben 514 mensen deelgenomen, wat bovenverwachting genoemd mag worden.Deelnemers aan bijeenkomsten/ cursussen enbegeleidingsprojectenOm bewoners en ondernemers te enthousiasmerente investeren in hun eigen ontwikkeling zijn in hetprogramma diverse bijeenkomsten, cursussen en begeleidingsprojectengeorganiseerd. Het ging hierbijzowel om cursussen voor ondernemers als om cursussenen bijeenkomsten met culturele en socialedoeleinden. Doel van de bijeenkomsten was kennisoverdragen en ervaringen delen en daarnaast eenhelpende hand bieden in het (re-)activeren van mensen.Hierdoor zijn inwoners en ondernemers betervoorbereid op de toekomst. Een heel belangrijkeindicator voor het draagvlak van het programma isdat in plaats van het geplande aantal deelnemers van202 in totaal 27.348 personen hebben deelgenomenaan deze bijeenkomsten.Aantal arbeidsplaatsenAls indirect resultaat van de projecten wordt ook gestreefdnaar het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen.Waar veel projecten worden afgerond als de fysiekeinvestering is gedaan, ontstaan de nieuwe arbeidsplaatsenvaak in de jaren daarna. Dankzij een eersteinvestering met behulp van D2-geld wordt er op langeretermijn een veelvoud aan effecten gerealiseerd(multiplier). Dat is met name zo voor het creëren vannieuwe arbeidsplaatsen. Bij het afronden van hetprogramma zijn er in totaal 154 nieuwe arbeidsplaatsengerealiseerd. We verwachten dat het werkgelegenheidseffectvan D2 de komende jaren zal verdubbelentot 339.Hoewel sprake is van direct aantoonbare resultaten isde ontwikkeling van de sociaal-economische positievan de wijken Bijlmer & Amstel III afhankelijk van veelmeer factoren. Niettemin is duidelijk sprake van eengunstige bijdrage die boven verwachting is.Aantal deelnemers aan matchingsprojecten.Om de aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarktte verbeteren zijn er vier matchingsprojectenuitgevoerd. De matchingsprojecten spelen inop de mismatch tussen de relatief lager geschooldeberoepsbevolking en de vraag vanuit het bedrijfslevennaar relatief hoger geschoolde mensen. Destreefwaarde voor deze indicator was vooraf laag geschat,omdat verwacht werd dat een grotere focuszou moeten liggen op het eerst activeren en laten


IN MENSEN 13Eten en drinkenhoren bij <strong>Zuidoost</strong>Saskia Hartman is beleidsmedewerker bij deafdeling Economische Zaken van de sectorRuimtelijke Economische Ontwikkeling vanstadsdeel <strong>Zuidoost</strong>. Als account managerhorecabeleid houdt zij zich bezig met deuitwerking van het projectidee ‘World ofFood’.“Voor de komende jaren heeft hetstadsdeel twee ambities geformuleerd.Wij willen graag nieuwe horecaformulesin <strong>Zuidoost</strong> aantrekken,aanvullend op de bestaande horeca.De andere ambitie is om de gevestigdehoreca te ondersteunen en te faciliteren.De cateringbedrijven vormeneen grote groep in <strong>Zuidoost</strong>. Daarkomt het project ‘World of Food’ bijkijken. Er is onderzoek gedaan naarde haalbaarheid van een horecaverzamelgebouwin <strong>Zuidoost</strong>, hoe datzou moeten werken en waar eenmogelijke locatie aan zou moetenvoldoen. Zo’n gebouw zal de positievan de cateraars behoorlijk kunnenversterken.Een verzamelplekIn <strong>Zuidoost</strong> zijn veel kleinschalige horecaondernemers.Voor sommigen ishet moeilijk om de slag naar professioneelzelfstandig ondernemerschapte maken, ook omdat het aanbod vangoede en betaalbare bedrijfsruimteseen knelpunt is. <strong>Zuidoost</strong> is zeermulticultureel met meer dan 140 nationaliteiten.Veel evenementen, activiteitenen festiviteiten in <strong>Zuidoost</strong>gaan gepaard met eten en drinken.Dat hoort bij <strong>Zuidoost</strong>. Daarom is decateringbranche ook zo sterk vertegenwoordigd.Een food court is eengrote laagdrempelige ruimte waarvanaf een centrale balie allerlei restaurantshun waren aanbieden. Ineen gezamenlijke ruimte staan tafeltjeswaar de klanten hun eten kunnennuttigen. Je kunt het een beetjevergelijken met de horecahoek in deShopperhal, waar je bijvoorbeeld eensupertoko met Surinaamse etenswarennaast een pizzeria vindt. Het ideevan de World of Food is veel grootser,waar zowel cateraars als hoogwaardigerestaurants een plek krijgen.Kortom, een verzamelplek waarveel te doen is, waar men in verschillendeprijsklassen kan eten en waareen enorme diversiteit is met aanbodvanuit allerlei culturen. Dit zou danook een behoorlijke trekpleister zijnvoor Amsterdam.WerkgelegenheidVoor ons is het aspect van werkgelegenheidbelangrijk. De horecaondernemersin <strong>Zuidoost</strong> krijgen met eenfood court een enorme boost om zichte professionaliseren in hun bedrijfsvoering.De administratie, schoonmaak,inkoop, hygiëne, gebruik vankeukens, voorraadbeheer en kwaliteitscontroleworden gebundeld.Voor cateraars is dat heel aantrekkelijk.Er is een component leerwerkbedrijfwaar mensen worden opgeleiden meteen in de praktijk meewerken.En starters krijgen de kans zich verderte ontwikkelen.LocatieDe locatie is natuurlijk een belangrijkpunt. De bezoekersstroom is van essentieelbelang om een food court telaten slagen. In het centrumgebiedkomen veel mensen aan bij het station.Zij gaan lopend het gebied in.In de nabijheid van het station zou jedus een food court kunnen vestigen.Op het ogenblik zijn wij in de faseom het projectidee tot een plan uitte werken. Wat wij nodig hebben zijnpartijen die willen investeren om hetvan de grond te krijgen. Wij hebbentrouwens ook een aanvraag ingediendop het vervolg van het huidigeD2-programma, zodat we met nieuweEFRO middelen het traject kunnencofinancieren.AanknopingspuntenDe kracht van het D2-programmais dat de projecten niet op zichzelfstaan. Zo heeft het project World ofFood allerlei aanknopingspunten methet Ondernemershuis, het Startersfondsvoor het verstrekken van kredietenen The Way Up, waar mensenzich kunnen profileren op het gebiedvan de catering. Zonder steun vanuithet D2-programma hadden wij veelbeleidsvoornemens niet kunnen uitwerken.Wat dat betreft is het noodzakelijkgebleken om die middelenaan te wenden. De voorwaarden enspelregels waren voor de projectleiderssoms een taaie kluif. Maar hetis evident dat als je middelen uit deEuropese gemeenschap inzet, je daareen gedegen verantwoording overmoet afleggen.”


14Verbeteren fysiekebedrijfsomgevingBetaalbare ateliersKruitbergRealisatie van 1.690 m2 atelierruimte en werkplaatsenmet een lage netto huur in de flat KruitbergINVESTERENBetaalbare ateliersEchtensteinRealisatie van 660 m2 atelierruimte met een lagenetto huur in de flat EchtensteinMeer dan zestig kunstenaars in het Bijlmer vernieuwingsgebied trokken van de ene sloopflat naar de andere,waar ze in woningen tijdelijke werkruimte vonden. Al werkend in de ateliers, zichtbaar voor de hele buurt, viaprojecten met scholieren en door regelmatig de deuren open te zetten voor het grote publiek, droegen zeeen belangrijk steentje bij aan de sociale vernieuwing van de Bijlmer en de leefbaarheid van het gebied. Juistvanwege het gebrek aan goedkope bedrijfsruimtes in <strong>Zuidoost</strong>, startte stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> het programma ‘Betaalbareruimte’. De projecten Betaalbare ateliers Kruitberg en Echtenstein waren de eerste projecten die uit ditprogramma voortkwamen. In deze projecten werkte het stadsdeel samen met de Stichting Open Ateliers <strong>Zuidoost</strong>,een belangrijke organisatie voor kunstenaars, die geheel uit vrijwilligers bestaat en die tentoonstellingenen manifestaties organiseert. De Stichting Open Ateliers is verantwoordelijk voor het bestuur en de exploitatievan de ateliers in beide flats.Bij de renovatie van de flat Kruitberg heeft de projectuitvoerder,woningstichting Rochdale, de plint enbergingen verbouwd en ingericht tot betaalbare ateliersen werkplaatsen, die een broedplaats vormenvoor kunstenaars uit <strong>Zuidoost</strong>. In nauwe samenspraakmet de Stichting Open Ateliers <strong>Zuidoost</strong> voorzag hetproject ook in een professionaliseringstraject voorkunstenaars. De stichting organiseerde al tijdelijkeatelierruimte, tentoonstellingen en manifestaties inde sloopflats en heeft ook huisvesting gevonden inKruitberg. De ateliers en werkplaatsen in de plint zorgenvoor levendigheid, wat het gevoel van veiligheidin het gebied vergroot.In de flat Echtenstein zijn eveneens de plint en bergingenomgebouwd tot ateliers en werkplaatsen enook hier verzorgde de Stichting Open Ateliers <strong>Zuidoost</strong>de werving en selectie. Naast kunstenaars uit<strong>Zuidoost</strong> kunnen ook studenten aan de Rietveld-academieen andere kunstopleidingen atelierruimte huren.Startende kunstenaars hebben vooral in de eerstejaren na hun afstuderen behoefte aan betaalbareatelierruimte. Door deels aan startende kunstenaarste verhuren, wordt met name de broedplaatsfunctiebenadrukt. In de flat zijn ook studentenwoningen gebouwd,waardoor een aantrekkelijke combinatie vanwonen en werken mogelijk is gemaakt.Uitvoerder Woningstichting RochdaleProjectperiode 1 januari 2004 - 31 december 2005Totale kosten € 2.052.922, waarvan € 418.099 EFROUitvoerder Woningstichting RochdaleProjectperiode 1 juni 2006 - 1 juli 2007Totale kosten € 897.000, waarvan € 224.250 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 15Ik woon hier niet,maar ik leef en werk hierDelano Mac Andrew is één van de kunstenaars die eenatelier in de flat Kruitberg huurt. Drie dagen per weekwerkt hij als leraar beeldende vorming en daarnaastwerkt hij freelance. In zijn atelier ontvangt hij leerlingenmet wie hij workshops doet. Hij heeft een eigenstichting waarin hij, met subsidie van fondsen, kunsteducatieprojectenop scholen uitvoert. Ook werkt hijals freelancer voor de stichting Straat van Sculpturen,waarvoor hij het educatietraject heeft ontwikkeld.“Toen ik student beeldende vormingwas, had ik ruimte nodig. Die vond ikin een box van de flat waar ik woonde.Later heb ik met andere kunstenaarsvan Open Ateliers <strong>Zuidoost</strong> inverschillende sloopflats gezeten. Wijvonden het als kunstenaarsorganisatiegemakkelijk om bij elkaar te zitten,zeker als het gaat om het organiserenvan gezamenlijke activiteiten zoals dejaarlijkse open atelierroutes. Voor hetpubliek was het prettig dat we in éénbinnenstraat te vinden waren. Hetdroeg ook bij aan de veiligheid vande flats. Veel flats stonden leeg en wijhielden een oogje in het zeil. Kruitbergwas onze eerste stek in ons nomadenbestaan.Nu ben ik dus weerterug op de plek waar ik begon.NomadenbestaanAls zwervende kunstenaars moestenwij om de drie maanden verhuizen.Zo’n nomadenbestaan kan dan welromantisch klinken, maar wij werdenmoe van al die omzwervingen. Wij zagener dus wel heil in om een vastestek te hebben. Toen deze atelierswerden gebouwd, nam ik zitting in debegeleidingscommissie. We onderzochtenwaaraan de ateliers moestenvoldoen en hoeveel huur de kunstenaarskonden opbrengen. Voor onswas dat nieuw, want tot dan toe zatenwe gratis in de binnenstraten. In iedergeval konden wij aangeven wat voorruimtes de kunstenaars nodig hadden.Vandaar dat de ateliers ook heeldivers zijn qua afmetingen.Als bedrijf met je kunst omgaanIn de loop der tijd heb ik veel kunstenaarszien komen en gaan. Een aantalkunstenaars die de overstap hebbengemaakt naar vaste atelierruimteheeft het niet gered. Het valt nietmee om maandelijks een vast bedragte moeten betalen. Er is een bepaaldeprofessionaliteit voor nodig. Jemoet net even anders omgaan met jekunst, niet alleen als ambacht, maarook als bedrijf.Sociale functieHet hebben van een vaste plek geeftrust. Ik werkte vijf dagen per week inhet onderwijs en dan maakte ik vooral’s middags en ’s avonds gebruik vanhet atelier. Op een gegeven momentheb ik besloten er drie dagen van temaken, omdat ik deze plek had enook wilde benutten. Ik wil graag zelfbeeldend bezig zijn. De beslissing omdit atelier te huren is goed uitgevallen.Het atelier staat perfect middenin de wijk. Ik werk bijvoorbeeld metleerlingen uit de buurt. Ik woon hierniet, maar ik werk en leef hier. Ik denkdat de sociale functie die wij als OpenAteliers <strong>Zuidoost</strong> vervullen soms groteris dan het krijgen van waarderingvoor wie je als kunstenaar bent. Sommigekunstenaars hebben het daarmoeilijk mee. Zij willen niet alleen eensociale functie vervullen. Daaroverdiscussiëren wij onderling. Maar wijzijn het wel met elkaar eens dat wij erook voor de buurt moeten zijn.Enthousiast over <strong>Zuidoost</strong>Ik vind het beslist een pluspunt datdeze ateliers zijn gebouwd. In de eersteplaats zijn ze betaalbaar. Ik hebcontact met broedplaatsen buiten<strong>Zuidoost</strong> en dan merk je dat dezeateliers redelijk goed te betalen zijn.Er zitten hier veel ex-studenten vankunstacademies die een plek zochtenom te starten. Zij kenden het stadsdeelniet, maar zij zijn enthousiastgeraakt over <strong>Zuidoost</strong>. Er is voortdurendvraag naar ateliers en de ruimteshier in Kruitberg en in Echtenstein zijnaltijd gevuld. Daaraan merk je dat zevoldoen aan een behoefte.”


16Verbeteren fysiekebedrijfsomgevingBetaalbare bedrijfsruimteGerensteinRealisatie van 914 m2 bedrijfsruimte met een lagenetto huur in de flat GerensteinINVESTERENBetaalbare bedrijfsruimteGrubbehoeveRealisatie van 1.350 m2 bedrijfsruimte met een lagenetto huur in de flat GrubbehoeveOok de projecten betaalbare kleine kantoren en bedrijfsruimtes Gerenstein en Grubbehoeve kwamen voort uithet programma ‘Betaalbare Ruimte’. De projectplannen en subsidieaanvragen werden in gezamenlijk overlegtussen stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> en woningstichting Rochdale voorbereid. Rochdale voerde ook de projecten uit. Inde projecten werden middelen gereserveerd voor intake en promotie, dat wil zeggen, gerichte werving vanstartende ondernemers. De projecten richten zich op startende en doorstartende ondernemers. Uit onderzoekenbleek dat juist voor deze groep de behoefte aan betaalbare ruimte groot is en de draagkracht relatief laag.De kantoren/bedrijfsruimtes hebben een huur die lager ligt dan commerciële huur en lage servicekosten. Hethuurcontract wijkt op diverse punten af van een standaard huurcontract voor ondernemers. Zo zijn de huurperiodeskorter. Een voorwaarde is dat huurders na vijf jaar doorstromen naar duurdere bedrijfsruimtes om plaats temaken voor nieuwe startende ondernemers.In dit project werden betaalbare bedrijfsruimtes voor(door)startende ondernemers gebouwd en ingerichtin de plint van het nieuwbouwproject GerensteinGallery. Voor de indeling van de bedrijfsruimtes werdin een vroeg stadium contact gezocht met potentiëlehuurders om een algemene wensenlijst te inventariseren.Naast startende en doorstartende ondernemersuit het vernieuwingsgebied Bijlmer waren ookondernemers uit de rest van Amsterdam welkom omzich in de Bijlmer te vestigen. Er zijn 9 bedrijfsunitsgerealiseerd.Het project Grubbehoeve betreft de renovatie vande plint met voormalige bergingen en woningen opde eerste verdieping van de bestaande flat Grubbehoeve.Er is bedrijfsruimte gerealiseerd voor 18startende ondernemingen. Het aanzicht van de flatis hierdoor sterk verbeterd. De plint is nu levendig,de bedrijfsruimtes zijn licht en trekken bezoekers.De huurders hebben direct uitzicht op het maaiveld.Dit draagt bij aan de sociale cohesie en controle vanhet gebied. Grenzend aan de flat Grubbehoeve realiseerdeRochdale ook het project De Kandelaar, waardoorhet gebied een geheel vernieuwde uitstralingheeft gekregen.Uitvoerder Woningstichting RochdaleProjectperiode 1 december 2004 - 31 maart 2008Totale kosten € 1.488.427, waarvan € 258.371 EFROUitvoerder Woningstichting RochdaleProjectperiode 1 december 2004 -31 december 2007Totale kosten € 1.962.156, waarvan € 288.647 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 17Het heeft ons geholpenonze ambitie waarte makenEen van de ondernemingen die zich in Grubbehoevehebben gevestigd is leerwerkbedrijf PowerLady,een jonge innovatieve organisatie. De belangrijksteactiviteit van deze stichting is het uitbrengen vaneen magazine onder de naam PowerLady. GiovannaGill is samen met Urmilla Korver de projectleider eninitiatiefneemster.Urmilla Korver (links) en Giovanna Gill (rechts)“Ruim drie jaar geleden begonnen wijmet het opzetten van een magazinevoor meiden met een Caraïbischeachtergrond. Dit magazine, Power-Lady, groeide uit tot een steeds gewildermeidenblad. Ook vormde zichbij ons de gedachte om aan meidenintensieve begeleiding te bieden.Zo kwamen wij op het idee voor eenleerwerkbedrijf. Het magazine zoudaarbij als belangrijkste instrumentworden ingezet. Om dit te realiserenhebben wij de stichting PowerLadyopgericht. Dat was op 27 juli 2006.Wij begeleiden meiden die graagschrijven, fotograferen en grafischontwerpen. Bij ons leren ze basisvaardighedenen sociale vaardigheden enkunnen ze op allerlei gebieden ervaringopdoen. Wij vinden dat jongevrouwen die hun afstand tot de arbeidsmarktniet zonder hulp kunnenverkleinen speciale aandacht moetenkrijgen. Daarom geven wij ze een omgevingwaar ze zichzelf kunnen zijn,waar ze kunnen experimenteren, zichkunnen ontplooien en kunnen werkenaan een toekomst waarin zij actiefdeelnemen aan de maatschappij.De achterliggende gedachte is datwij ze bagage meegeven om aansluitingte vinden op de arbeidsmarkt. Bijons werken vrijwilligers, stagiaires enmensen die via het DWI en ROC opmaat een traject volgen.Midden in de wijkVia een jongerenorganisatie kregenwij een mailing over deze bedrijfsruimtes.Daar heb ik op gereageerd.Om in aanmerking te komen voordeze ruimte moesten wij een korteprojectopzet sturen. Uiteindelijk hebbenwij een contract met de makelaarkunnen sluiten. In oktober 2007 werddeze bedrijfsruimte opgeleverd enin januari 2008 begonnen wij met deinrichting. Omdat het maaiveld nogopen lag, konden wij officieel pas inaugustus 2008 hier met het projectbeginnen. Het mooie van deze bedrijfsruimteis dat wij midden in dewijk zitten. Onze doelgroep loopthier rond.Lage huurAls deze bedrijfsruimtes er niet waren,zou het voor ons een stuk moeilijkerzijn geweest om te starten. Inhet algemeen zijn bedrijfsruimtesbehoorlijk pittig aan de prijs. Vooronze subsidiegevers was het ook eenmotivatie om in ons project te investeren.Stichting Start Foundation enstichting MAMA hebben ons geholpenmet de financiering zodat wij inieder geval de eerste huur kondenbetalen. Als de kosten hoger warengeweest, hadden wij het niet gered.Deze lage huur heeft ons geholpen inonze ambitie om een eigen ondernemingneer te zetten. Voor dit projecthebben wij voor drie jaar subsidiegekregen. Wij moeten laten zien datwij na drie jaar zelfstandig kunnenfunctioneren en ook een hogere huurkunnen betalen. Dat betekent dat weer nu al voor moeten zorgen dat westraks zelfstandig verder kunnen. Wijstreven ernaar dat we dan ook inderdaadzelf een hogere huur kunnenopbrengen.Een goede doelstellingHet <strong>Doelstelling</strong> 2 programma kendeik eigenlijk niet. Van de makelaar kregenwij een boekje over de verbouwingvan de flat en informatie overhet programma. Ik kan me herinnerendat ik nog op internet heb gekekennaar uitleg over D2. Inhoudelijk kanik er dus niet veel over zeggen, maarwat mij betreft mag zo’n programmaweer precies zo worden uitgevoerd.Het feit dat zij willen stimuleren datstartende ondernemers betaalbarebedrijfsruimte krijgen, vind ik eenheel goede doelstelling.”


18Verbeteren duurzameeconomische kwaliteitVerbetering bereikbaarheidwinkelcentrum GanzenpoortVerbeteren toegankelijkheid van winkelcentrumGanzenpoort door aanleg van extra parkeervoorzieningen,laad- en losplaatsen en aanpassing van detoegangswegMet de ruimtelijke vernieuwing van de Bijlmermeerkwam er meer aandacht voor een goed ondernemersklimaaten werkgelegenheid. Het oude winkelcentrumGanzenhoef verdween en daarvoor in deplaats kwam een gloednieuw Ganzenpoort. De verkeerssituatiebij Ganzenpoort was echter niet optimaal.Daarom werden maatregelen getroffen om debereikbaarheid te bevorderen. De ontsluitingswegennaar de bedrijfs- en winkellocaties werden opnieuwingericht. Om de parkeerdruk te verminderen werdeen blauwe zone ingesteld en kwamen er verwijsbordennaar parkeervoorzieningen in de omgeving. Ookwerden de voorzieningen voor laden en lossen aangepasten er werden leuningen geplaatst bij de trappenvan de ventweg naar het winkelcentrum, zodatook mensen die niet zo goed ter been zijn het winkelcentrumgemakkelijker kunnen bereiken. Door deverbetering van de bereikbaarheid is winkelcentrumGanzenpoort aantrekkelijker geworden voor winkeliersom zich daar te vestigen en voor bezoekers omer te winkelen.INVESTERENRositaplanRealisatie van een dynamisch verkeersgeleidings- enparkeerverwijssysteem voor de Arena boulevard enwinkelcentrum Amsterdamse PoortRosita, een afkorting van Regulier Overleg Stadionin samenhang met Transferium Amsterdam, is eenproject voor de dynamische verkeersafwikkeling van,naar en in <strong>Zuidoost</strong>, zowel in een (werk-) dagsituatieals bij evenementen in het centrumgebied Arena.Het ArenAPoortgebied is het beoogde tweede uitgaanscentrumvan Amsterdam. Om dit gebied echtaantrekkelijk te maken, moeten de mensen er kunnenkomen, er de weg gemakkelijk kunnen vinden enmoet het een prettig verblijfsgebied zijn. De aanlegvan een uitgebreide verwijzing naar parkeerlocatiesen een lokale voetgangersverwijzing zorgt ervoordat het gebied goed bereikbaar is. Het project Rositais onderdeel van een groter project: een integraleaanpak om Amsterdam beter bereikbaar te maken.Rosita is specifiek voor <strong>Zuidoost</strong> opgezet en is in opdrachtvan de dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer(DIVV) uitgevoerd door het IngenieursbureauAmsterdam (IBA).Uitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector REOProjectperiode 1 oktober 2004 - 1 juni 2005Totale kosten €40.282, waarvan € 10.070 EFROUitvoerder Dienst IVV AmsterdamProjectperiode 1 januari 2006 -31 december 2008Totale kosten € 1.293.094 waarvan € 517.238 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 19Als je ergens gemakkelijkkan komen, ga je er ooksneller heenRutger Veldhuijzen van Zanten van het IngenieursbureauAmsterdam was verantwoordelijk voor deprojectadministratie van Rosita. Hij vertelt over deins en outs van het project.“Het ArenAPoortgebied is met hetopenbaar vervoer prima te bereiken.Maar ook komen veel bezoekers metde auto. Daar is een slimme verwijzingnaar de beschikbare parkeergaragesvoor gemaakt. Daarin zit hetdynamische deel van de parkeerverwijzing.In de omgeving zijn 18 garages.Al die garages hebben eenteller, waarmee gemeten wordt of zeal of niet vol zijn. Deze tellers geveneen signaal naar de verkeersbordenop straat, zodat automobilisten directkunnen zien waar ze het beste kunnenparkeren. Voor de treinreizigersen de automobilisten die hun auto alhebben geparkeerd is er een goedevoetgangersbewegwijzering, zodatze hun weg weten te vinden.Samenhang tussen twee gebiedenAls je kijkt naar de geografie van hetgebied, dan heb je aan weerszijdenvan de spoorlijn twee verschillendegebieden. De kant van de AmsterdamArenA is grootschalig en de openbareruimte is zo ingericht dat veelstromen mensen tegelijkertijd van Anaar B kunnen, bijvoorbeeld bij eenvoetbalwedstrijd of grote evenementen.De oostzijde, met de AmsterdamsePoort, is juist vrij kleinschalig.Het is echt een winkelgebied waar destraten nauwer zijn en de oriëntatievoor de voetgangers heel anders is.Er was weinig binding tussen de tweegebieden, want de spoorlijn was altijdeen barrière. Nu het station AmsterdamBijlmer ArenA als het wareomhoog is getild, loopt de openbareruimte vloeiend door tussen oost enwest. Een voetgangersbewegwijzeringhelpt mee om de samenhang tevergroten. Er zijn palen met wegwijzersen op strategische plekken staanplattegronden met informatie.Scenario’sDe parkeerverwijzingen werken metscenario’s. Het stadion AmsterdamArenA heeft plaats voor ruim 50.000mensen. Na een groot evenement ofeen voetbalwedstrijd moet het gebiedzo snel mogelijk leeg. Binneneen uur moeten 50.000 mensen hetgebied uit. Een groot deel komt weliswaarmet de trein, maar er is ookeen flink aantal auto’s. Het systeemis zo opgezet dat hierop gemakkelijkkan worden ingespeeld.Effecten op lange termijnDe economische effecten op langetermijn zijn een gunstig vestigingsklimaatvoor ondernemers, wat uiteindelijkgoed is voor de werkgelegenheid.Voor het winkelend publiek ishet vinden van een parkeerplaats eenbelangrijke reden waarom zij ergenswinkelen. Mensen van buiten Amsterdamkunnen bijvoorbeeld kiezentussen een meubelboulevard in huneigen omgeving of ze kunnen naar deArena boulevard gaan. Als je ergensgemakkelijk kan komen, ga je er ooksneller heen.Zetje in de rugIk denk dat het project niet was uitgevoerdals we geen Europese subsidiehadden gekregen. Er is niet eerst eenplan bedacht waarna gekeken werdwelke subsidie mogelijk is, maar erwas alleen een eerste idee en omdater subsidie was, was het de moeitewaard om dit idee uit te werken. Wijhebben een positieve ervaring methet D2-programma. Het was net datzetje in de rug dat we nodig hadden.De administratieve last van het werkenmet een Europees programmawas wel groot, vooral in het begintoen we veel formulieren moesteninvullen. Ook moest ik er erg aanwennen dat we allerlei documentenmoesten bewaren. Ik begrijp dat ditnodig is en vind het niet onterecht,maar een zorgvuldige documentatiekost veel tijd. Het hoort er echterbij. Van subsidie is bekend dat ereen administratieve last aan vastzit,maar daar staat geld tegenover. Eengoed punt van de subsidie was ookdat er druk op de ketel stond, omdater strikte regels zijn voor termijnen.Sommige beslissingen werden nusneller genomen.”


20Versterken bedrijfsleven enstimuleren ondernemerschapINVESTERENOmschakeling naarde EuroInformeren en ondersteuningvan ondernemers bij deomschakeling naar de euroIn augustus 2001 bleek dat ondanksoverheidscampagnes metname kleine ondernemingen inAmsterdam <strong>Zuidoost</strong> nog nietvoorbereid waren op de invoeringvan de euro. Om te voorkomendat deze ondernemers infinanciële moelijkheden zoudenraken, werd daarom in korte tijdeen project- en actieplan opgesteldom ze alsnog te bereiken.Via advertenties, radiospots,folders, posters, mailings en bezoekenaan ondernemersnetwerkenen verenigingen werdenzoveel mogelijk ondernemersgeïnformeerd over de komst vande euro. Ondernemers werdenactief aangezet tot het nemenvan maatregelen en kregen uitgebreideondersteuning middelsindividuele advisering en workshops.Hierdoor konden ze snel,soepel en veilig omschakelennaar de euro en hun bedrijfsvoeringerop aanpassen.OndernemershuisBasisdienstverleningHet geven van voorlichting enadvies aan, en begeleiding van(startende) ondernemersDe missie van het Ondernemershuisis het bevorderen van eengoed ondernemersklimaat in Amsterdam<strong>Zuidoost</strong>. Omdat stadsdeel<strong>Zuidoost</strong> een multiculturelebewonerspopulatie heeft, vereistdit specifieke maatregelen. HetOndernemershuis <strong>Zuidoost</strong> werdopgezet als experimenteel projectom hierin te voorzien. HetOndernemershuis is aanvullendop de bestaande taken van hetstadsdeel op het gebied van hetstimuleren van bedrijvigheid. Opeen zakelijke en profesisonelewijze biedt het Ondernemershuishulp aan zowel degenen die zichoriënteren op ondernemerschapals (door)starters en gevestigdeondernemers met specifieke vragenen problemen. De dienstverleningbestaat uit het geven vanvoorlichting, (bedrijfs)advies, begeleidingen het organiseren vanthemabijeenkomsten of kortecursussen.OndernemershuisIIVervolg van het succesvolleproject voor (startende) ondernemers,aangevuld met cursussenen trainingen op maatNa afronding van het projectOndernemershuis Basisdienstverleningbleek dat het Ondernemershuisin een duidelijke behoeftevoorziet en in kwantitatiefopzicht zelfs haar doelen ruimschootshaalde. Op grond hiervanwerd besloten het projectvoort te zetten in de vorm vanhet Ondernemershuis-II. Met ditvervolgproject werd het conceptvan het Ondernemershuis verdiepten uitgebreid, met ruimeaandacht voor het bevorderenvan de continuïteit van reeds gestartebedrijven en doorstartersen het verder stimuleren van hetaanwezige ondernemerspotentieelin Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>. Naafronding van het tweede projectin oktober 2007 is het Ondernemershuiszelfstandig verder gegaanmet de dienstverlening.Uitvoerderstadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector REOProjectperiode10 oktober 2001 - 30 juni 2002Totale kosten€145.862, waarvan €72.931 EFROUitvoerderstadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector REOProjectperiode1 januari 2000 - 1 januari 2003Totale kosten€ 1.509.422 waarvan € 714.990EFROUitvoerderstadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector REOProjectperiode1 april 2003 - 1 oktober 2007Totale kosten€ 2.261.140 waarvan € 1.130.570EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN21Ik ben heel positiefover wat wij hier doenen hebben gedaanSteve Osei-Owusu is vanaf de opening van hetOndernemershuis in februari 2000 als bedrijfsadviseurwerkzaam. In die tijd heeft hij een grootaantal startende ondernemers op weg geholpen.Hij heeft ruime ervaring met startende en gevestigdebedrijven en heeft een sterk netwerk opgebouwd.“Een kenmerk van <strong>Zuidoost</strong> is deomvangrijke informele economie.Daarmee bedoel ik kleinschalige ondernemersdie in hun eigen woningof in de garage een bedrijfje hebbengestart. In <strong>Zuidoost</strong> wonen veelmensen die in hun land van herkomstmisschien hoog zijn opgeleid, maardie in Nederland om uiteenlopenderedenen geen geschikt werk kunnenvinden. Ze zijn of werkloos, of ze komenterecht in laagbetaalde baantjes,bijvoorbeeld in de schoonmaak.Het opzetten van een eigen bedrijfis dan een goed alternatief. Veel vandie ondernemers beginnen echtervanuit een achterstandspositie. Zehebben bijvoorbeeld onvoldoendekennis, ervaring of beheersing van deNederlandse taal. In 1999 werd eenstudie gemaakt naar de omvang vandit soort ondernemingen. Het bleekdat veel ondernemers snel failliet gingen,omdat de bedrijfsvoering in Nederlandheel wat ingewikkelder wasdan zij gewend waren. Het stadsdeelkwam daarom met het voorstel omeen laagdrempelig adviesbureau opte zetten om deze marginale ondernemerste begeleiden naar professioneelondernemerschap.AdviesgesprekkenIk ben heel positief over wat wij hierdoen en hebben gedaan. Voordat hetOndernemershuis er was, was het nietzo gemakkelijk voor startende ondernemersom van hun bedrijf een succeste maken. Het Ondernemershuisbiedt gratis dienstverlening. Iedereenmet vragen over ondernemerschap iswelkom. Ondernemers kunnen bij onsterecht voor voorlichting, advies enbegeleiding. Wij organiseren themabijeenkomstenen netwerkbijeenkomsten.Ook geven wij cursussen overo.a. de Nederlandse regelgeving,inkomstenbelasting, administratie,presentatie en netwerken. De mensendie hier komen zijn een afspiegelingvan de bevolking van <strong>Zuidoost</strong>.Daar zijn ook Nederlanders bij, maarde meesten zijn geboren in Suriname,de Nederlandse Antillen of Ghana.Wij werken op basis van afspraken.Gemiddeld voeren wij per dag viergesprekken. Daarnaast lopen mensenbinnen voor informatie of korteadviezen. Ze vragen informatie overbedrijfspanden, de wetgeving of watje nodig hebt om een ondernemingte starten. Wij adviseren hen hoe zijhun bedrijfsidee kunnen concretiseren.FinancieringsmogelijkhedenHeel belangrijk is natuurlijk dat wijook informatie geven over financieringsmogelijkheden.Ongeveer driejaar geleden is het Startersfonds opgericht.Ondernemers die gebruikmakenvan een reguliere bank of kredietinstellingmoeten een goed planhebben over hun bedrijf en de markt.Dus werden en worden zij geholpenbij het schrijven van een bedrijfsplan.Voor veel mensen is dat erg moeilijk.Soms hebben zij goede ideeën, maarom dat in goed Nederlands op teschrijven is heel iets anders. De taalkan een belemmering zijn als je jeideeën niet op papier kunt zetten. Alswij menen dat een idee veelbelovendis, proberen wij de mensen zo goedmogelijk te helpen.InspiratieMet veel bedrijven die wij hebbenbegeleid hebben wij bijna geen contactmeer. Dit is een positieve ontwikkeling,want het betekent dat zij nuonafhankelijk zijn en ons niet meernodig hebben. Af en toe maken dieondernemers echter nog wel gebruikvan onze diensten, bijvoorbeeld vooraanvullende financiering of voor dedoorstart van hun bedrijf. De meesteondernemingen die wij helpen zijneenmansbedrijven. Ze werken in allemogelijke branches: de detailhandel,ambulante handel, reisbureaus, ictbedrijven,computerreparatie, kinderdagverblijf,import-export, noemmaar op. Van iedere branche kan ikwel voorbeelden noemen. Het ondernemerschapinspireert me en eris niets mooiers dan te zien dat eendroom wordt gerealiseerd. Het geeftme een kick als één van mijn klantenstart.”


22Versterken bedrijfsleven enstimuleren ondernemerschapMicrovervoer op maatOnderzoek naar vraag en aanbod van fijnmazigvervoer binnen stadsdeel Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>INVESTERENStartersfondsAmsterdam <strong>Zuidoost</strong>Oprichting van een Startersfonds <strong>Zuidoost</strong> waarondernemers een lening kunnen krijgen, gekoppeldaan persoonlijke coachingIn dit project werd onderzocht hoe groot de vraagis naar fijnmazig openbaar vervoer in Amsterdam<strong>Zuidoost</strong> (van deur tot deur) en welke doelgroepengebruik maken van de aangeboden vervoersmiddelen.Op de achtergrond speelde de discussie rond deillegale taxi’s (snorders) die bij veel bewoners in hetstadsdeel populair zijn, maar waar de politie hard tegenoptreedt. <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> wil daarom serieusnagaan of een vorm van kleinschalig, collectief vervoerin een behoefte voorziet en in het stadsdeel totde mogelijkheden behoort. Als hierdoor de werkgelegenheiden het ondernemerschap in de vervoerssectoreen impuls krijgen, heeft dit een gunstige invloedop de economische positie van het stadsdeel.De uitkomsten van het onderzoek worden gebruiktvoor een vervolgtraject.Een knelpunt waarmee zowel (door)starters als bestaandekleine ondernemers in Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>kampen is de financiering van hun onderneming enhun doorgroeiplannen. In de praktijk blijkt dat hetvoor deze groep erg lastig is om met name kleinekredieten te verkrijgen. Daarbij speelt dat in <strong>Zuidoost</strong>de startende ondernemers vaak een andere sociaalcultureleachtergrond hebben, waardoor de afstandtot tal van (financiële) voorzieningen nog vergrootwordt. <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> heeft daarom een eigenfinancieringsfonds voor het Bijlmergebied opgerichtvoor het verstrekken van kleine kredieten aan die ondernemersdie door de reguliere banken niet wordenbediend. Het Ondernemershuis <strong>Zuidoost</strong> is dedoorverwijzende instantie voor de starters die zichaanmelden. Het Ondernemershuis toetst de aanvragenop de criteria die zijn vastgesteld, met inbegripvan ondernemingsvaardigheden en de kwaliteit vande bedrijfsplannen.Uitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector REOProjectperiode 1 juni 2006 - 30 april 2008Totale kosten € 19.190, waarvan € 9.595 EFROUitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector REOProjectperiode 1 september 2006 - 30 juni 2009Totale kosten € 870.000, waarvan € 385.000 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 23Als je echt iets wilt,dan lukt het ookMilton Smith is een startende ondernemerdie met hulp van het Ondernemershuis enmet financiering van het Startersfonds zijneigen bedrijf heeft opgezet. Hij borduurt bedrijfslogo’sen afbeeldingen op alle mogelijketextiel, zoals T-shirts, zakdoeken, waaiers,Surinaamse pangi’s en anisa’s. Dit gebeurt allemaalmachinaal.“Het begon bij mij met een idee. Mijnvakgebied is programmeren en ikwerkte in het World Trade Center bijeen Japans telefoonbedrijf om spelletjesen menu’s voor mobiele telefoonste maken. Toen ik de eenvoudzag waarmee die Japanners het voorelkaar kregen zo’n groot project uitte voeren, dacht ik: als zij dat kunnen,moet het mij ook lukken. De inspiratievoor mijn bedrijf haalde ik uit een lezingdie ik bijwoonde. Die lezing gingover wat mensen in het algemeen belangrijkvinden. Dat is hun identiteit.Die koesteren zij. Ook is de mens ergop kleur gericht. Ik dacht daar zo overna en het kwam in me op om er ietsmee te gaan doen. Op de huishoudbeursin de RAI zag ik een borduurmachinestaan. Dat bracht mij op hetidee om machinaal te borduren. Dankun je met kleuren iets creëren wat jeidentiteit voorstelt. Ik heb zo’n machineaangeschaft en ben thuis begonnenmet het borduren van T-shirts.Ik kreeg er steeds meer plezier in enmijn motivatie en ambitie groeiden.In mijn hoofd begon zich het plan tevormen dat ik een eigen bedrijf wildebeginnen.Nieuw als ondernemerVia een organisatie in Hoorn heb ikmeerdere workshops gevolgd overalle facetten van het ondernemen,zoals belasting, promotie, administratie.In die tijd wist ik nog niet van hetbestaan van het Ondernemershuis af,maar ik leerde iemand kennen die bijhet Ondernemershuis betrokken was.Met hem heb ik mijn onderzoeksplanopgesteld. Wij kwamen twee keerper week bij elkaar en geleidelijk aanwerd het plan een geheel. Voor mijwas het nieuw om als ondernemer tewerken, want ik ben meer technischgericht. Nog later kwam ik met SteveOsei-Owusu van het Ondernemershuisin contact. Ik vertelde hem watik aan het doen was en hij heeft mijnplan meer vorm gegeven, zodat ereen goede samenhang kwam.“Dat moet je doen!”Al eerder had ik mijn plan ingediendbij een financieringsinstelling. Toenwerd het helaas afgewezen omdatzij er geen markt voor zagen. In hunogen was het geen rendabele onderneming.Maar het Ondernemershuiszag er wel wat in. Steve vond hetmeteen een leuk idee. Hij zei: “Ja,dat moet je zeker doen.” Hij was bereidmij te helpen. Je hebt soms situatieswaarbij je gaat twijfelen. Maarals je echt iets wilt, dan lukt het ook.Steve begreep dat. Hij had iets van:“Kom, we gaan ervoor.” Binnen eenpaar weken was alles voor elkaar. Ikheb mijn plan ingediend bij het Startersfonds.Zij gingen het ook checkenen verifiëren, en zij vonden mijn planwel levensvatbaar.BedrijfsruimteDoor het Ondernemershuis en hetStartersfonds kon ik mijn droom vervullen.Eerst werkte ik vanuit huis,maar het Ondernemershuis heeft megeholpen met het vinden van eenbedrijfsruimte. Daar staan een computergestuurdeborduurmachine die1500 steken per minuut maakt, eennaaimachine en een lockmachine.Een laser-snijmachine moet ik nogaanschaffen en dan is mijn uitrustingcompleet. Mensen kunnen online viawww.milfrana.com bij mij bestellen,maar ook ga ik bij bedrijven langs,bijvoorbeeld bij een schildersbedrijfof kapperszaak. Dan laat ik zienhoe ik hun logo op werkkleding kanborduren. Sportverenigingen willenook graag hun naam op T-shirts hebben.En zomers sta ik op het Kwakoefestival.In Suriname naaien mensenvaak met stof een applicatie ophun kleding, ik borduur het erop.”


24Stedelijke uitstraling eninformatie/kennisnetwerkenPromotiecampagnewinkelcentraPromotiecampagne winkelcentra in <strong>Zuidoost</strong> metreclamespotjes op de lokale televisiezender AT5over winkelen in <strong>Zuidoost</strong>INVESTERENStimulering ToerismeOntwikkelen van visie en beleid om toerisme naar<strong>Zuidoost</strong> te stimuleren en projecten uit te voeren terondersteuning van deze visieBelangrijk voor het imago van <strong>Zuidoost</strong> zijn bekendheid,veiligheid en aantrekkelijkheid. De promotiecampagnevoor de winkelcentra in Amsterdam<strong>Zuidoost</strong> werd opgezet om een breder publiek kenniste laten maken met de winkelcentra en hen telaten zien hoe aantrekkelijk het is om in <strong>Zuidoost</strong> tewinkelen. Daartoe ondersteunde het stadsdeel promotioneleactiviteiten van de plaatselijke winkeliersverenigingen,zoals braderieën, speciale markten enevenementen. Ook ontwikkelde het stadsdeel televisiespotjesvoor de lokale Amsterdamse zender AT5.Hierbij werden de winkeliersverenigingen van dewinkelcentra Amsterdamse Poort, Kraaiennest, Ganzenpoorten Arena boulevard betrokken. De spotjeswerden tijdens de zomermaanden van 2006 uitgezonden.Het project Stimuleren toerisme startte met een onderzoeknaar de toeristische ontwikkeling in <strong>Zuidoost</strong>als bijdrage aan de toename van de werkgelegenheid,met name voor bewoners van <strong>Zuidoost</strong>,economische ontwikkelingsmogelijkheden voor ondernemers,verbetering van het imago van het stadsdeelen het veiligstellen van de cultuur en recreatievewaarden in <strong>Zuidoost</strong>. In maart 2005 werd ‘bureau Toerisme’opgericht dat de fundamenten legde voor hetdrie jaar lang stimuleren van de kwaliteiten van <strong>Zuidoost</strong>op het gebied van toerisme. Het omvangrijksteonderdeel van het toeristisch beleid is het stimulerenvan evenementen en festivals. Evenementen die wegensgroot succes werden herhaald zijn onder meerhet Gospelfestival (ZO! Cultuur), het Dansifestival(stichting Breathing), Dance with the Kings (Wipsa)en het Torentijdfestival (stichting Torentijd). In eigenbeheer ontwikkelde het stadsdeel een toeristischefietskaart en de expositie ’40 jaar Bijlmer’. Ook opereertbureau Toerisme als samenwerkingspartner vande stichting Straat van Sculpturen voor de kunstmanifestatieOpen Source Amsterdam.Uitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector REOProjectperiode 1 mei 2005 - 31 augustus 2006Totale kosten € 40.934, waarvan € 20.467 EFROUitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector REOProjectperiode 1 januari 2005 - 30 juni 2009Totale kosten € 1.369.500, waarvan € 683.742 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 25Ik denk dat de mensenniet zullen weten wat zezienHelga Lasschuijt is de artistiek leider, of curator, van‘Open Source Amsterdam’, de eerste grote openbarekunstmanifestatie van de stichting Straat van Sculpturen.In de maanden mei en juni 2009 presenteren15 kunstenaars van internationaal niveau hun werklangs een route tussen Station Bijlmer ArenA en parkeergarageKraaiennest.“De geschiedenis van het projectbegon in 2004 toen stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>bewoners opriep om plannen tebedenken voor de ‘Straat van 1000culturen’, die dwars door de Bijlmerzou lopen. De prijsvraag werd gewonnendoor een groep mensen dieeen droom had om een kunstcollectiein de openbare ruimte van de Bijlmerte realiseren, maar dan van internationaleallure. Dat was de straat van1000 sculpturen. Het bijzondere vandeze groep is dat het mensen zijndie buiten de kunstwereld staan. Zijhebben iets met de Bijlmer omdat zehier wonen of werken. Zij lieten eenhaalbaarheidsstudie uitvoeren. Eenaanbeveling daaruit was om een artistiekplan voor de collectie te maken.Daarvoor hadden zij een curatornodig. Dat ben ik geworden.OntwikkelingsplanIk kreeg dus een geweldige opdracht:hoe realiseer je een collectie in deopenbare ruimte? Met een masterplanweet je precies hoe de collectieeruit komt te zien en wanneer je wataankoopt. Maar een probleem is datals je dan over 20 jaar die collectiehebt, het idee erachter verouderdis. Ik vond het ook niet bij de Bijlmerpassen. Het was niet avontuurlijkgenoeg. Daarom besloot ik eenontwikkelingsplan te maken met omde twee jaar een tijdelijke manifestatiemet 15 tot 20 werken. Vijf werkenblijven permanent staan en na tweemaanden gaat de rest weer weg. Opdeze manier kan de collectie groeienin de tijd.Verleden, heden en toekomstIk organiseer de eerste manifestatieen daarna geef ik het stokje over aaniemand anders. Deze manifestatieheet ‘Open Source Amsterdam’. Deopdracht die de kunstenaars meekregenis verleden, heden en toekomst.Ik heb dit thema gekozen omdat hetheel universeel is. Mensen gebruikenallemaal op hun eigen manier het verledenals een bron voor het heden enhet heden als geschenk voor de toekomst.Voor deze editie heb ik vijftienkunstenaars geselecteerd. Zij makenallemaal een uniek kunstwerk, speciaalvoor de Bijlmer.SamenwerkingHoewel wij heel ambitieus zijn, zijn wijeen project van <strong>Zuidoost</strong>. Wij wildengeen vreemde eend zijn in de Bijlmer.Daarom hebben wij bewust gezochtnaar samenwerking met de cultureleinstellingen die er in <strong>Zuidoost</strong> zijn. Aande Open Source Amsterdam doenmeer dan 20 instellingen mee die hundeuren openzetten. Dat betekentdat mensen die van buiten <strong>Zuidoost</strong>komen ook kunnen zien waar KraterTheater, Imagine IC, enzovoort, meebezig zijn. Wij kunnen meeliften ophet publiek van deze culturele instellingenen zij kunnen meeliften op hetpubliek dat wij aantrekken met dezemanifestatie.Betekenis voor het toerismeWij hebben fondsen en sponsorsmoeten werven. Omdat zo’n manifestatienog nooit eerder is gedaan,konden wij aan de subsidiegeversnog niets laten zien. Dat was lastig.Wij vatten de D2 subsidie op als eenzetje om door te gaan. Het evenementheeft natuurlijk veel betekenisvoor het toerisme in <strong>Zuidoost</strong>. Omdatwereldberoemde kunstenaars aan hetproject meedoen, komen de kunstliefhebbersniet alleen uit Nederland,maar ook uit het buitenland. De Bijlmerheeft nog een slecht imago. Ikmerk het als ik aan mensen vertel datik een project in de Bijlmer uitvoer. Zedenken dan dat het hier gevaarlijk is.Vaak zijn hun ideeën op niets gebaseerd,maar het is een vooroordeeldat nog steeds leeft. Met de manifestatiekomen mensen uit binnen- enbuitenland naar de Bijlmer toe en dankunnen ze aan den lijve ondervindenhoe geweldig het hier is. Ik denk datde mensen niet zullen weten wat zijzien.”Kunstenaar Thomas Hirschhorn bezig met de bouw van ‘The Bijlmer Spinozafestival’,één van de 15 kunstwerken in de openbare ruimte van de Bijlmer


26Verbeteren werkingarbeidsmarktInrichting RegionaalOpleidingscentrum vanAmsterdamBijdrage aan de meerkosten van de nieuwe huisvestingvan het ROC van Amsterdam aan deBurgemeester StramanwegINVESTERENVrouwen EmpowermentCentrum (VEC)Faciliteren en ondersteunen van vrouwenorganisatiesdie vrouwen begeleiden in scholing en arbeidIn december 2003 werd de nieuwe huisvesting vanhet ROC van Amsterdam aan de Burgemeester Stramanweg(nu Fraijlemaborg 141) in gebruik genomenmet onderwijsvoorzieningen voor beroepsopleidingenop het gebied van administratie, logistiek,beveiliging, automatisering en commerciële dienstverlening.Aan het huisvestingsplan lag een moderneonderwijsvisie ten grondslag voor onderwijsop maat, mogelijkheden om een leven lang te lerenen een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Metdeze nieuw ontwikkelde onderwijsconcepten werdingespeeld op de wensen van de huidige samenleving.Dit vereiste een leeromgeving die anders is danhet traditionele schoolgebouw. De vestiging van hetROC van Amsterdam in <strong>Zuidoost</strong> sloot naadloos aanop de marktbehoefte en economische ontwikkelingvan het gebied. De voorzieningen waarvoor D2 subsidiegeldenwerden ingezet betroffen extra aansluitmogelijkhedenvoor computergebruik, aanleg van(innovatieve) simulatielokalen met additionele ICTvoorzieningen en extra investeringen in de beveiligingvan het gebouw.<strong>Zuidoost</strong> kent een rijke schakering aan vrouwenorganisatiesvan diverse herkomst. Om deze organisatiesprofessioneel te ondersteunen werd het VrouwenEmpowerment Centrum (VEC) opgericht. Het VECbiedt huisvesting aan vrijwilligersorganisaties vanvrouwen in <strong>Zuidoost</strong> die bijdragen aan de empowermentvan vrouwen. De organisaties bieden activiteitenen trajecten aan op het gebied van arbeid,scholing, opvoeding, participatie, sociale zorg, veiligheid,wonen en sociale activering. De ruimte vanhet VEC bestaat uit een activiteitenruimte op de beganegrond en kantoorunits op de eerste verdieping.De units zijn flexwerkplekken en beschikken over allemoderne faciliteiten op het gebied van telecommunicatie,presentatie en kantoorwerk. Het pand is ideaalgesitueerd, direct naast het Cultureel EducatiefCentrum (CEC), maar met een zelfstandige ingang.Voor de dagelijkse gang van zaken en het operationelebeheer is een onafhankelijke beheerstichting inhet leven geroepen.Uitvoerder Roc van AmsterdamProjectperiode 1 januari 1999 - 31 december 2002Totale kosten € 5.181.336, waarvan € 680.670 EFROUitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector MOProjectperiode 1 januari 2000 - 31 december 2002Totale kosten € 267.590, waarvan € 119.577 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 27Het is een mengelmoesvan culturenMartine Fransman is voorzitter van het bestuur vanhet VEC. De vrouwengroepen zijn verantwoordelijkvoor de activiteiten in het VEC en het bestuur zorgtervoor dat het gebouw goed beheerd wordt en datalle beheersmatige zaken goed verlopen.“In het VEC zijn tien vrouwengroepenactief. Wij als bestuur zijn eenbeheerorganisatie die het facilitairmogelijk maakt dat groepen gebruikmakenvan het VEC. Wij hebbeneen organisatie ingehuurd diede dagelijkse gang van zaken voorons regelt. Iedere dag zijn beheerdersaanwezig die ervoor zorgen datde faciliteiten prima in orde zijn. Debeheerders houden ook bij wie wanneerde ruimte gebruikt en wanneerwelke activiteiten worden georganiseerd.Met opzet is ervoor gekozendat de beheerders mannen zijn. Voorvrouwengroepen is dat fijn, vooralals ze ’s avonds in het gebouw zijn.Ik vind het VEC een pracht van eenvoorziening waar echt plaats is voorvrouwengroepen om zich te organiserenen activiteiten te ontplooienom vrouwen uit een isolement te halen,ze te stimuleren om buitenshuisactief te worden, ze te empowerenen toe te leiden naar werk. Persoonlijkdenk ik dat er ruimte is voor meergroepen. De kantoren worden goedgebruikt, maar de activiteitenzaalwat minder. Het goede van het VECis dat vrouwen gratis gebruik van deruimtes kunnen maken. Waar anderskunnen ze iets organiseren wat geengeld kost?”Lucy GooswitLucy Gooswit is voorzitter van hetVrouwen Media Netwerk (VMN),één van de organisaties die gebruikmakenvan het VEC.“Wij begonnen met een plek voorvrouwen in een garage. Daaroverschaamden wij ons diep, want dekakkerlakken liepen langs de muur.Vanuit die plek maakten wij ons hardvoor een andere ruimte voor vrouwen.Toen de Europese subsidiekwam, zag het stadsdeel een mogelijkheidom ons een ander gebouwte geven. Toen werd het VEC opgericht.Dit gebouw stond hier toennog niet. Wij zaten eerst nog tijdelijkin een houten keet onder de metrobaan.Maar wij konden echt ons dingdoen en elkaar op een fatsoenlijkemanier ontmoeten. De vrouwen warenheel blij met die locatie. Je zagde vrouwen opbloeien. Veel groepensloten zich aan bij het VEC. Het waseen mengelmoes van culturen. Datvond ik het leuke eraan. Zonder hetVEC zouden veel activiteiten voorvrouwen niet georganiseerd kunnenworden. Met de komst van het VECwerd het voor veel vrouwen mogelijkgemaakt dat zij hun activiteiten kunnenontplooien.Martine FransmanHet VMN richt zich op vrouwen in<strong>Zuidoost</strong>. Wij maken radioprogramma’svoor en door vrouwen. Alleswat vrouwen belangrijk vinden, komenin die programma’s aan bod,van borstkanker tot huiselijk geweld.Ook hebben wij een jongerengroepdie programma’s maakt voor meisjesin de middelbare schoolleeftijd,bijvoorbeeld over waar je veilig kuntuitgaan. Op vrijdagavond hebben wijeen debatingclub waar we heel diversezaken bespreken, echt de dingendie bij vrouwen leven. Verder hebbenwij een meditatiegroep om vrouwenmet spanning op hun werk of methun kinderen een uitlaatklep te geven.Ook kunnen vrouwen bij ons terechtvoor raad en advies.”Een andere organisatie in het VECis de stichting Zami. Twie Tjoa ishier de voorzitter van.“Stichting Zami is een landelijk platformvoor zwarte migranten- envluchtelingenvrouwen. Zami staatvoor emancipatie, empowerment enparticipatie van deze vrouwen in deNederlandse samenleving. Wij biedenondersteuning en organiserenactiviteiten, zoals workshops en themabijeenkomstenover communicatie,ondersteuning in de opvoeding,huiselijk geweld, enzovoort. Taalbijeenkomstenorganiseren wij ook.Drie jaar geleden zijn wij in het VECgekomen. Het mooie van het VEC isde samenwerking met andere organisaties.Vooral met het VMN hebbenwij een mooie samenwerking kunnenopbouwen. Wij ondersteunen elkaarzoveel mogelijk.”


28Verbeteren werkingarbeidsmarktArenA InitiatiefVraag en aanbod van werk in <strong>Zuidoost</strong> op elkaarlaten aansluiten door samenwerkingsprojecten methet bedrijfslevenINVESTERENCreatieve coalitieAmsterdam <strong>Zuidoost</strong>Het in kaart brengen van de potentie van decreatieve industrie in <strong>Zuidoost</strong> en vorming van eencoalitie van partnersHet ArenA Initiatief werd opgericht als antwoord opde grote werkloosheid in Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>. In hetArenA Initiatief werkte het bedrijfsleven samen metoverheid, onderwijsinstellingen, uitzendorganisatiesen maatschappelijke organisaties om de inwonersvan <strong>Zuidoost</strong> te laten profiteren van de werkgelegenheidin het bedrijvengebied rondom de AmsterdamArenA. Het project heeft werkgevers ervan weten teovertuigen dat werkzoekenden in <strong>Zuidoost</strong> een waardevolwerknemerspotentieel vormen. Er werd eenTask Force ingesteld, een soort dagelijks bestuur vanhet ArenA Initiatief, die fungeerde als denktank. Tijdenshet project werden ontbijtconferenties rondomverschillende thema’s georganiseerd. Onder de vlagvan het ArenA Initiatief werden diverse aanjaagactiviteitenontwikkeld en uitgevoerd met als doel hettot stand brengen van een intensieve samenwerkingen afstemming tussen partners op de arbeidsmarkt,veelal branchegericht. Het ArenA Initiatief werd binnenen buiten <strong>Zuidoost</strong> een begrip en heeft een bijdragegeleverd aan de daling van de werkloosheid.De creatieve sector in <strong>Zuidoost</strong> is zeer divers. Om hetcreatieve vermogen zichtbaar te maken, is de CreatieveCoalitie <strong>Zuidoost</strong> opgericht, die samenwerkt methet bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen.Onder de creatieve sector wordt verstaan: kunsten,media & entertainment en creatieve dienstverlening.In de eerste fase van het project werd onderzochthoe de creatieve sector in <strong>Zuidoost</strong> het beste tot zijnrecht kan komen. Vervolgens werd een programmaopgesteld dat na afloop van het project tot uitvoerwordt gebracht. De creatieve klasse in <strong>Zuidoost</strong> is inopkomst, maar er moet nog een professionaliseringsslagworden gemaakt. Projectvoorstellen hebbendaarom betrekking op het ontwikkelen van talent,het aanbieden van mentoring en coaching en het opzettenvan creatieve netwerken. Een ander voorstelbetreft het oprichten van een creatieve broedplaatsmet betaalbare of lage huur waar de eerste stappenkunnen worden gezet naar zelfstandig ondernemerschap.Ook de organisatie van een meerdaags evenementstaat op het programma.Uitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector REOProjectperiode 1 januari 2001 - 1 januari 2003Totale kosten € 647.989, waarvan € 323.995 EFROUitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector SEVProjectperiode 1 september 2006 - 30 juni 2009Totale kosten € 227.000, waarvan € 113.500 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 29Er is heel veel talentin <strong>Zuidoost</strong>Orville Breeveld is de bedenker en artistiek leider van StichtingBreathing, die een podium biedt aan artiesten en kunstenaars, talentenscout en festivals organiseert, zoals het Breathing BijlmerFestival en het Dansi Festival. Orville is verantwoordelijk voor deprogrammering en artistieke leiding van de stichting en het festival.Daarnaast is hij zanger, gitarist, componist en bandleider vanThe Oxygen Quintet waarmee hij op nationale en internationalepodia staat. Verder maakt hij deel uit van ‘Vanuit Kracht’, eengroep creatieve bedrijven in <strong>Zuidoost</strong>. In deze hoedanigheid washij betrokken bij de totstandkoming van de creatieve coalitie.“Ik ben een <strong>Zuidoost</strong>-believer. Ik woonin <strong>Zuidoost</strong> en heb hier op school gezeten.Als bewoner investeer je in jebuurt. Om kunst en cultuur in <strong>Zuidoost</strong>te behouden is professionaliseringnodig. Daarbij is subsidie onmisbaar.Het D2-programma betekentvoor mij dan ook opportunities eneconomische impulsen. D2 slaat despijker op zijn kop door een sociaaleconomischeimpuls te willen geven.Als je in een gebied cultuur mogelijkmaakt, dan versterk je de economie.Dat vind ik een mooi effect dat uitde D2 subsidie voortkomt. Er is heelveel talent in <strong>Zuidoost</strong>. Nu is er eenduwtje nodig om die talenten op eenhoger niveau te brengen en ze tepromoten.Samen nadenkenDe intentie van het project CreatieveCoalitie vond ik daarom heel goed.<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> is uitzonderlijkin de dialoog met de bewoners. Hettraject Creatieve Coalitie was eenbeweging vanuit het stadsdeel. Daardoorwerd er politieke ondersteuninggegeven. Het mooie van de coalitieis dat verschillende partijen bij elkaarkwamen die normaal nooit bij elkaarzouden zijn gekomen, die samen nadachtenover wat in <strong>Zuidoost</strong> ontbreekten welke nieuwe ideeën mogelijkzijn. Voor het eerst waren allefondsen aanwezig. Dat was een kansvoor <strong>Zuidoost</strong>. Er is in kaart gebrachtwat de wensen zijn van iedereen. Hetis een goed onderzoek geworden.Een kleiner podiumIn <strong>Zuidoost</strong> zijn enorme podia, zoalsde Heineken Music Hall, de ArenA ende Ziggo Dome, maar wat ontbreektis een kleiner podium. Het BijlmerParktheater is een superversterking,daar ben ik heel blij mee. Persoonlijkvind ik dat de muziek gebaat zou zijnbij een podium zoals bijvoorbeeld DeBadkuip of De Melkweg, met goedehorecagelegenheid en waar je eengoede programmering kunt neerzetten.Mensen vasthoudenUit de coalitie kwam een mogelijk initiatiefvoor een nieuw evenement naarvoren, maar ik vind dat je er meer aanhebt om bestaande evenementen teverbeteren. Veel creatieven in <strong>Zuidoost</strong>hebben een barrière om zich inde rest van de stad te bewegen eneen netwerk te creëren. Breathingis er wel in geslaagd om productiesneer te zetten, maar ik kom dan ookuit de commerciële wereld. In <strong>Zuidoost</strong>zijn alle genres op het gebiedvan kunst en cultuur aanwezig, maarhet stadsdeel slaat de plank mis alszij niet het potentieel gebruiken watal aanwezig is, niet alleen creatief,maar ook zakelijk. Veel goede mensentrekken weg. Het gaat erom dezemensen vast te houden. Dan pas kunje een creatieve coalitie vormen. Eenbemiddelingsfunctie zou heel nuttigzijn, vooral om dingen te initiëren zoalseen cultuuragenda, een podium,beheer, enzovoort. Als Breathing willenwij het ondernemerschap stimuleren.Wij willen Breathing uitbreidennaar een impresariaatsfunctie, zodater een structurele vertegenwoordigingvan talent uit <strong>Zuidoost</strong> is. Dat isiets wat er in <strong>Zuidoost</strong> nog niet is. Eris nog geen podiumkantoor. Vanuitéén agentschap kun je <strong>Zuidoost</strong> voorheel lang op de kaart zetten, ookstructureel.”


30Verbeteren werkingarbeidsmarktONZ-MOETEen empowermentprogramma voor schoolverlatersdoor een combinatie van sociale activering,stageplaatsen, coaching en begeleiding van mbostudentenINVESTERENStartersbegeleidingThe Way UpJongeren ervaring laten opdoen als ondernemerIn <strong>Zuidoost</strong> maakt een groot aantal jongeren doorallerlei omstandigheden zoals geldgebrek, schulden,zwangerschap of gebrekkig onderdak hun schoolopleidingniet af. In het project ONZ-MOET volgdendeze risicojongeren een aangepaste beroepsleidingop mbo-niveau. Met een intensief en aantrekkelijkonderwijsprogramma werden de jongeren weer binnende schoolmuren gebracht, gemotiveerd en toegeleidtot een vervolgopleiding. In samenwerkingmet het ROC van Amsterdam en lokale organisatiesdie sport- en cultuurlessen aanbieden werd een onderwijsmethodiekontwikkeld om voortijdige schoolverlatersop weg te helpen naar een startkwalificatie.Ruim 150 jongeren in de leeftijd van 17 tot 23 jaarvolgden het project en ontwikkelden daarmee hunzelfbewustzijn. Door deelname aan ONZ-MOET warenze in staat om op een positieve manier invullingte geven aan hun toekomst. Een groot deel van dezejongeren stroomde door naar mbo-2 of hoger. Hetproject werd na afloop opgenomen in het reguliereonderwijsaanbod van het ROC van Amsterdam.In The Way Up kunnen jongeren ervaring opdoen indiverse branches met de mogelijkheid om als ondernemerte starten. Veel jongeren in <strong>Zuidoost</strong> hebbenweinig toekomstperspectief. Zij zijn niet in staat omhun leven op persoonlijk, sociaal en/of professioneelniveau ‘te managen’. Toch heeft deze groep potentie.In The Way Up ontwikkelen ze vaardigheden dieessentieel zijn om succesvol deel te nemen aan demaatschappij. Elke cursist werd gekoppeld aan eencoach. Het project wilde ook een brug slaan tussenhet bedrijfsleven en de jongeren. Voor de zakelijkebegeleiding kreeg iedere deelnemer een mentor uithet bedrijfsleven. Daarnaast werden goede samenwerkingsverbandenmet lokale organisaties opgezet.Na afloop van de D2 projectperiode is The Way Upondergebracht bij stichting Vrouwen OntwikkelingsNetwerk (VON) die begin 2007 werd opgericht vanuithet inmiddels beëindigde ESF-EQUAL projectWoman @ Work in Action.Uitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector MOProjectperiode 1 maart 2006 - 1 februari 2008Totale kosten € 108.965, waarvan € 40.865 EFROUitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector MOProjectperiode 1 juni 2006 - 30 juni 2008Totale kosten € 341.485, waarvan € 101.240 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 31Wat ik heb geleerd,pas ik nog steedstoeKwesi Anim Mensah en Amelia Fernhouthebben ambitie om een eigen bedrijf testarten. Kwesi gaat zich richten op lederwarenen Amelia op mode. Allebei kwamenze bij The Way Up terecht.Kwesi:“Samen met een vriend was ik al bezigmet een T-shirt-bedrijf. Wij lietenT-shirts drukken naar eigen ontwerpen verkochten deze door. Via eenvriendin van Amelia kwam ik bij TheWay Up. Ze vroeg mij mee te gaanen toen ben ik nooit meer weggegaan.Na de eerste les begreep ik datThe Way Up mij een richtlijn zou kunnengeven voor mijn bedrijf. Daarombleef ik de lessen volgen. Van T-shirtsben ik inmiddels overgestapt naar lederwaren.Daar ben ik parttime meebezig. Daarnaast werk ik bij de servicedeskvan een bank.Bewust van mijn eigen levenIk heb veel gehad aan het vak communicatie.Als je een eigen bedrijf hebt,moet je weten hoe je op kantoor kuntwerken, hoe je stressbestendig kuntzijn en hoe je communiceert metmensen. Wij leerden om een SWOTanalysete maken (strenght, weakness,opportunity, threats), waarmeeje de zwakke punten kunt veranderenen je de sterke punten behoudt enversterkt. Ook hebben wij een bezoekgebracht aan de ABN AMRO,waar wij allemaal een coach kregendie ons helpt met het schrijven vaneen bedrijfsplan en die kijkt hoe je jebedrijf verder kunt ontwikkelen. TheWay Up was voor mij een goed traject,omdat ik mensen ben tegengekomendie later echt van belang kunnenzijn. De lessen zelf vond ik ookheel goed. Ik werd mij bewust vanmijn eigen leven. Daardoor kreeg ikeen richtlijn om mij beter te focussenop wat ik wil bereiken.”Amelia:“Rieke Djemani, één van de trainersvan The Way Up, kwam bij ons in dekerk om over het traject te vertellen.Eerst leek het me niets, maar laterzocht ik toch contact met Rieke omte vragen of ik een cursus kon volgenop het gebied van kledingontwerp.Zij is mijn coach geworden. Aan heteind van het traject heb ik een modeshowgegeven met eigen ontworpenkleding, accesoires en sieraden. Mijnmodellen waren de medecursistendie aan het traject hadden meegedaan.Na het traject bleef ik contacthouden met Rieke. Met een aantalcursisten, waaronder ook Kwesi, volgenwij nog een cursus bedrijfsmanagement.Ik ben nog niet actief alsondernemer. Ik studeer mode aanhet ROC van Amsterdam. Volgendjaar ben ik klaar met mijn opleiding.Dan wil ik werken en sparen, zodatik binnen drie tot vier jaar mijn eigenbedrijf kan opzetten.Mind mappingBij The Way Up heb ik heel veel gehaalduit het vak ‘mind mapping’. Alleswat je in je hoofd hebt, zet je oppapier en dan heb je een overzichtdat je kunt gebruiken om je doel tebereiken. De taken die je al hebt gedaan,streep je af, zodat je daar nietmeer je energie in hoeft te stoppen.De lessen bij The Way Up hebben meecht goed geholpen. Je leert voornamelijkdingen die in de praktijk gebeuren.Het is dus niet alleen maartheorie, maar tijdens de lessen kregenwe veel voorbeelden hoe het in hetecht zou kunnen gaan en die we naspeelden.Zo krijg je een goed beeldvan het opzetten van een bedrijf, nietalleen van de positieve kanten, maarook de negatieve kanten. Wat ik hebgeleerd, pas ik nog steeds toe in mijndagelijks leven en op school.”


32Versterken sociaaleconomischpotentieelINVESTERENIntensiveringSchoonmaak- enVeiligheidscampagneUitbreiding beheer en schoonmaak,voorlichtingscampagneover het schoonhouden enintensivering van de handhavingSurveillanceKraaiennestAanstellen van surveillanten inwinkelcentrum KraaiennestVeiligheid ArenaboulevardPlaatsing van camera’s in hetwinkel- en uitgaansgebiedDit project was onderdeel van decampagne Schoon, Heel en Veilig(SHV) dat als doel had een impulste geven aan een schone leef- enwerkomgeving in het hoogbouwgebiedvan de Bijlmermeer en deVenserpolder, dat grenst aan deBijlmerhoogbouw en een belangrijkeschakel vormt met de economischefuncties in <strong>Zuidoost</strong>. Inhet project ging het om toenamevan toezicht en veiligheid dooreen omvangrijke opknapbeurt.Er werd intensief beleid gevoerdop het gebied van schoonmaak,het tegengaan van (zwerf)vuil,verbetering van voorlichting aande bewoners en handhaving vanmilieunormen.Als onderdeel van de Bijlmervernieuwingis in 2009 begonnenmet de bouw van een nieuw winkelcentrum‘De Kameleon’ tervervanging van het huidige winkelcentrumKraaiennest dat na deoplevering gesloopt zal worden.Om tijdens de overgangsfasehet werk-, winkel- en leefklimaatin winkelcentrum Kraaiennest tebeschermen, werden diverse veiligheidsmaatregelengenomen.Bovenop de bestaande formatievan surveillanten en naast een camerabeveiligingssysteemwerdenmet D2-subsidie twee surveillantenaangesteld. Het doel was ervoorte zorgen dat onveiligheidsgevoelensen onveilige situatieszowel bij het winkelend publiekals bij de ondernemers werdenvoorkomen en de economischefunctie en bedrijvigheid van hetwinkelcentrum zoveel mogelijkgehandhaafd konden blijven.Zwerfvuil, overlast van alcohol- endrugsverslaafden, rondhangendepersonen, geweldgebruik, inbraken,roof en vandalisme zijn bedreigingenvoor de bedrijvigheidvan een winkelcentrum. Om dittegen te gaan zijn in De AmsterdamsePoort camera’s geplaatst,waarmee het gebied vanaf deArena boulevard tot aan het Antonde Komplein bekeken kanworden. Gebleken is dat cameratoezichteen preventieve werkingheeft en een positief effect op hetsubjectieve veiligheidsgevoel vanmensen. Verder helpt cameratoezichtvia de opgenomen beeldenbij de opsporing van strafbarefeiten. Sinds de invoering van decamera’s is het aantal aangiftensterk gedaald. Het aantal drugsverslaafdendat rondhing in deAmsterdamse Poort is met 80%afgenomen.Uitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>,sector WijkbeheerProjectperiode1 januari 2000 - 31 januari 2003Totale kosten € 3.075.513,waarvan € 680.670 EFROUitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>,sector WijkbeheerProjectperiode 1 januari 2002 -31 december 2008Totale kosten € 514.124,waarvan €257.062 EFROUitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>,sector WijkbeheerProjectperiode1 april 2002 - 31 december 2006Totale kosten € 312.888,waarvan € 156.444 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN33De hele ‘look and feel’van de AmsterdamsePoort is verbeterdWinkelier Rob de Wit is voorzitter van de OndernemersverenigingAmsterdamse Poort. Daarnaastis hij secretaris van de stichting Promotie ArenABoulevard en lid van het kernbestuur van de MKBAmsterdam voor de sector detailhandel.“Bij alle organisaties waar ik lid vanben, heb ik dezelfde insteek, namelijkom mijn “thuisclub” <strong>Zuidoost</strong> zogoed mogelijk te ondersteunen metraad en daad. Het is heel veel werk,maar ik heb een mooie sleutelpositieom dingen voor elkaar te krijgen.Over het project Cameratoezicht inde Amsterdamse Poort kan ik alleenmaar lovend zijn. Het sluit ook prachtigaan op de overige investeringendie de overheid heeft gedaan in deopenbare ruimte. Er is nieuwe bestratinggekomen, waarbij goed is geletop de veiligheid. Eigenlijk werd deveiligheid op een natuurlijke maniergestuurd, door bijvoorbeeld fietsrekkenstrategisch neer te zetten, zodathet looppad ruimer werd. Het overzichtdat hierdoor is ontstaan, draagtbij aan de veiligheid en niet in deminste plaats ook aan de belevingvan de consument die het gebied ervaartals plezierig. Ik krijg reacties datmen zich hier thuisvoelt en het gezelligvindt.Een goede zet geweestDe reacties van de winkeliers op decamera’s waren verschillend. In eersteinstantie waren sommigen bang datzij consumenten zouden verliezen.Nu merk ik dat iedereen geweldig blijis met de hele ontwikkeling. Ze ziendat het een goede zet is geweest. Jezou bijna kunnen zeggen dat een winkelcentrumdat geen cameratoezichtheeft niet meer van deze tijd is. Ookwaren wij in het begin bang voor dereacties van het winkelend publiek.Er zijn wel reacties geweest als “Bigbrother is watching you”, maar nu zijnde camera’s een geaccepteerd fenomeen.Een verschil van dag en nachtDoor het cameratoezicht en de herinrichtingis er een omslag gekomenin de Amsterdamse Poort. Het is eenverschil van dag en nacht. De hele‘look and feel’ van de AmsterdamsePoort is verbeterd. Voor ons is heteen reden geweest om onze nieuwepromotiecampagne te richten op gevoel:mensen en beleving. Deze campagnekrijgt eind 2009 vorm. Onzeintentie is om de Arena boulevard ende Amsterdamse Poort in elkaar telaten smelten als één grote Poort, deArenAPoort. Doordat wij nu qua bestratingaansluiten op de boulevard,kunnen wij dit ook doen. Voordat hetcameraproject begon, hebben wijbedongen dat tijdens de verbouwinghet winkelen gewoon door moestgaan. Dat is absoluut aan de orde geweest.De samenwerking tussen hetstadsdeel en de woningbouwvereniging,winkeliers en politie was heelgoed. Zeker in de uitvoeringsfaseheeft dat bijgedragen aan het succes.Mijn complimenten aan degenen diehet project hebben uitgevoerd.Buren-belsysteemEr liggen plannen om als vervolg ophet camerasysteem te gaan werkenmet een hypermoderne vorm van hetzogenaamde “buren-belsysteem”,dat gekoppeld kan worden aan hetcameraproject. Een voorloper van ditsysteem werkte hier al in het verleden.Winkeliers konden elkaar bij onraadwaarschuwen. In overleg met ons enmet de politie heeft het stadsdeel bijde renovatie van het winkelcentrumde infrastructuur voor de aanleg voorglasvezel mogelijk gemaakt, omdatde grond toch al open lag. Er zijnlege buizen neergelegd tot aan depuien van de winkels. Als het nieuwesysteem doorgaat, worden in de winkelsminimaal drie camera’s opgehangenmet daarbij twee knoppen.Winkeliers kunnen dan bij onraad deburen waarschuwen en als er echt ietsernstigs aan de hand is, kan meldingworden gedaan bij de politie die danvia de camerabeelden meekijkt in dewinkel en het voorval op die manierkan afhandelen. Eind 2009 hopen wijmet vijftien winkeliers een pilot doen.Het wordt een uniek systeem, dat hetveiligheidsgevoel bij de ondernemerszeker ten goede zal komen. ”


34Versterken sociaaleconomischpotentieelAcademie voor beheeren veiligheidOntwikkelen van een samenwerkingsverband vanorganisaties in Amsterdam <strong>Zuidoost</strong> die werkzaamzijn op het gebied van opleiding en toeleiding vooreen baan in de beheer- en beveiligingsbrancheINVESTERENCentraal meeleescentrumRealisatie van een centrale plek waar camerabeeldenvan winkelcentra worden bekekenDe Academie voor Beheer en Veiligheid was eensamenwerkingsverband van stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, NVWerk, Het Leerwerkplein CEC, het ROC van Amsterdam,StIDA en SWAZOOM. Mensen met een laagopleidingsniveau die werkten in een gesubsidieerdebaan die werd opgeheven werden in staat gesteldeen aangepaste opleiding te volgen voor werkzaamhedenbinnen de beheer- en beveiligingsbranche.Met het behalen van een startkwalificatie op niveau 2mbo nam voor hen de kans op regulier werk toe. DeAcademie richtte zich ook op (langdurig) werkzoekendendie niet beschikten over een startkwalificatie.Een onderdeel van het project was om een haalbaarheidsonderzoekuit te voeren. Hieruit kwam naarvoren dat er goede arbeidsmarktperspectieven zijnvoor mensen die gediplomeerd zijn als beveiliger.<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> heeft in het <strong>Doelstelling</strong>-2-gebied,nl. Amsterdamse Poort, Kraaiennest, Ganzenpoorten Venserpolder, cameratoezicht in de openbareruimte ingevoerd. Door een groot aantal urenvan de dag de camerabeelden live uit te lezen, wordthet effect van cameratoezicht vergroot. Hiervoor ishet Meeleescentrum gerealiseerd. Bevoegd personeel,ingehuurd bij de Dienst Stadstoezicht, bekijktde camerabeelden en schakelt bij incidenten de politiein. Achter het Meeleescentrum staat een projectorganisatie,waarin het stadsdeel, Stadstoezicht ende politie samenwerken. Binnen de projectorganisatieworden operationele afspraken gemaakt, zoalsover opvolgingsprotocollen en aandachtsgebieden.De Europese subsidie werd gebruikt voor de verbouwingen inrichting van het pand in de AmsterdamsePoort, de bekabeling tussen de winkelcentra en hetmeeleescentrum, het aanstellen van drie fulltime medewerkersgedurende de eerste periode en het informerenvan de mensen in de winkelcentra over hetlive cameratoezicht.Uitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector Wijkbeheer-Projectperiode 1 juni 2004 - 31 maart 2005Totale kosten € 123.217, waarvan € 61.608 EFROUitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector WijkbeheerProjectperiode 1 mei 2005 - 1 april 2008Totale kosten € 614.240, waarvan € 307.120 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 35Cameratoezicht is eengoed middel om deoverlast op straat teverminderenHet cameratoezichtprojectteam, bestaande uit vertegenwoordigersvan stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, DienstStadstoezicht en de politie Amsterdam Amstelland,is verantwoordelijk voor de aansturing van het Meeleescentrum.Pieter Koning werkt bij de politie en isdaar projectleider van het project Cameratoezicht.“Wij zijn nu dik een jaar aan de gangom het cameratoezicht goed op derails te krijgen en het werkt goed.Er is cameratoezicht in de gebiedenGanzenpoort, Kraaiennest, Venserpolderen Amsterdamse Poort. Allecamerabeelden worden bekeken inhet Meeleescentrum. Dit centrumwordt bemand door personeel vande Dienst Stadstoezicht. Wij gevenaan op welke tijden wordt meegekeken.Die tijden zijn wisselend. De enekeer is het tot 23.00 uur ’s avonds ende andere keer voornamelijk overdag,afhankelijk van de situatie. Opmarktdagen en op zaterdag is het bijvoorbeeldhandig om overdag meete kijken. Als er overlast is van alcoholisten,drugsverslaafden, zwerversof bedelaars, dan kun je dat met decamera goed volgen, waardoor wijkunnen ingrijpen. In het begin wistende mensen die overlast veroorzakenniet dat er camera’s waren, maar nuzij het wel weten, is de overlast verminderd.Volgen met de cameraOveral hangen bordjes dat er cameratoezichtis, maar ik heb niet het ideedat het winkelend publiek zich er bewustvan is dat er camera’s geplaatstzijn. Nu is het wel zo dat de medewerkersvan het Meeleescentrum alleenkijken naar dingen die verdachtvoorkomen. Zij hebben zoveel ervaring,dat zij feilloos dit soort zakeneruit kunnen halen. Ze kijken naaroverlast, maar ook naar mensen diespullen aanbieden op straat of naarwinkeldiefstal. Als de medewerkersvan het Meeleescentrum iets verdachtszien, bellen zij ons wijkteam.Ondertussen blijven zij het volgenmet de camera. Elke week gebeurthet wel een paar keer dat er strafbarefeiten op de camerabeelden wordenvastgelegd. Zakkenrollen komt heelweinig voor, maar wel winkeldiefstalof straatberoving. Heel vaak wordende daders succesvol opgepakt. Hetcameragebied is natuurlijk beperkt.Als de daders buiten het gebiedgaan, dan hopen wij dat wij voor dietijd al ter plekke zijn. Maar ook al luktdat niet, dan hebben wij de mensentoch op videobeelden staan.PrivacyDe camerabeelden blijven vier dagenbewaard en kunnen eventueelachteraf worden bekeken om er achterte komen wie de overtreders zijngeweest. De politie is de enige dietoegang heeft tot die beelden. Eenbeperkt aantal politieagenten is geautoriseerdom de beelden terug tekijken. Als mensen bij ons beeldenachteraf willen uitkijken, registerenwij waarom en waarvoor zij dat willen.Aanvragen om beelden te bekijkenkomen bij mij. De aanvragers moetendan eerst een formulier invullen voordatzij toestemming krijgen. We gaanheel zorgvulding om met de privacyvan de mensen. Wij hebben deze bevoegdheidgekregen en die willen wegraag behouden.De goede kant opIk loop regelmatig in burger door deAmsterdamse Poort en ik kan welstellen dat je er veilig kunt lopen. Ikdenk dat veel mensen niet weten watvoor prachtig winkelcentrum wij hierhebben. Er zijn mooie winkels en jekunt hier veilig winkelen. Natuurlijkis het niet allemaal koek en ei, maarals ik zie hoe de overlast minder isgeworden en er veel minder delictenworden gepleegd, dan gaan wij zekerde goede kant op met <strong>Zuidoost</strong>.”


36Sociaal-economischeactiveringDigitale trapveldenRealisatie en exploitatie van drie laagdrempeligeICT-ruimtes voor bewoners, met begeleiding in hetgebruik van de computer en de programma’sINVESTERENCultureel EducatiefCentrum (CEC)Huisvesting van organisaties die zich in <strong>Zuidoost</strong>bezighouden met de arbeidsmarkttoeleidingOnder aansturing van projectbureau <strong>Zuidoost</strong> DigitaalActief (Zodiac) boden drie organisaties in <strong>Zuidoost</strong>digitale activiteiten aan, ieder vanuit een anderperspectief, om met name kansarme bewoners demogelijkheid te geven zich te laten bijspijkeren ophet gebied van ICT en nieuwe media. Stida verzorgdedigitale basisvaardigheden in een daartoe ingerichtcomputercentrum. Stichting Imagine IC was inhaar eigen ruimtes actief op het terrein van cultuuren media. Bij Swazoom nam de jeugd in activiteitencentrumDe Bonte Kraai deel aan het computerproject‘Wise Kids’, werkten jongeren met radio, TV eninternet in het project “Whut’s going on” en werdenvoor ouderen activiteiten met computers, media eninternet georganiseerd. Na afloop van het projectzijn alle organisaties doorgegaan met het aanbiedenvan digitale activiteiten. Ze doen dit inmiddels op eigenkracht en met eigen geld. In het project werdenmeer dan achttienduizend bezoekers/deelnemersgeregistreerd.Het Cultureel Educatief Centrum (CEC) werd opgezetals een één-loketvoorziening voor bewoners diever van de arbeidsmarkt afstaan. Het multifunctionelegebouw huisvest diverse professionele en maatschappelijkeorganisaties die zich bezighouden metinburgering en werk, reïntegratie, scholing, loopbaanbegeleidingen sociale participatie. Deze organisatieswerken nauw samen, wat een beter op elkaarafgestemde dienstverlening oplevert. De missie vanhet CEC is drieledig: “Niemand de deur uit zonderbaan” – het vanuit één loket aanbieden van dienstenrond arbeidsmarkttoeleiding, het zogenaamde leerwerkplein;“Levenslang leren” – verbetering van desociaal-economische positie van de bewoners van<strong>Zuidoost</strong>; en “Huis voor de buurt” – een laagdrempeligeontmoetingsfunctie waar je werk maakt van jetoekomst. Met deze drie doelstellingen realiseert hetCEC de ambitie om een nieuwe economische impulste geven aan <strong>Zuidoost</strong>. De D2-subsidie leverde eenbijdrage aan de inrichting van het gebouw.Uitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector MOProjectperiode 1 maart 2002 - 31 augustus 2006Totale kosten € 955.234, waarvan € 477.617 EFROUitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector REOProjectperiode 1 juni 2002 - 1 juni 2004Totale kosten € 7.446.258, waarvan € 1.819.224 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 37Ontmoet de wereldin het CECHandan Aydin is directeur van de stichting CEC. Destichting levert een “all in” concept, wat betekent datalle organisaties die in het gebouw zijn gehuisvesteen kant en klare werkplek hebben.“Zonder D2-subsidie had het CECniet gebouwd kunnen worden. Het iseen uitdagend project geweest, omdater samenwerking moest zijn. Eengebouw neerzetten en een gebouwgebruiken zijn twee verschillende dingen.Voor klanten is het handig datalles onder één dak zit. Er is hier ookéén centrale receptie. Voor organisatieswas het wennen om deel uit temaken van één geheel. Van naturezijn mensen die in een organisatiewerken geneigd om een eigen plekte hebben. Maar de functie van hetgebouw heeft zich dubbel en dwarsterugbetaald.De kracht van het pandHet CEC is een uniek gebouw. Ik kengeen ander gebouw in Nederlandwaarin, als een soort van communitycenter, organisaties samenwerken.Die samenwerking is de kracht vandit pand. In het CEC zijn 21 verschillendeorganisaties gehuisvest. Toenik hier in december 2007 kwam, hebik kritisch gekeken naar de doelstellingenvan het CEC en hoe wij dezekunnen herijken. Voor het educatievegedeelte is veel aandacht. Alles watmet scholing te maken heeft, is goedvertegenwoordigd. Ik streef ernaardat de culturele activiteiten ook meeraan bod komen.Klaarstomen voor een baanDe bedoeling van “Niemand de deuruit zonder baan” is dat mensen hierscholing krijgen en meteen kunnendoorstromen naar een baan. Veel bewonersvan <strong>Zuidoost</strong> zijn onbekendmet de mogelijkheden in de Nederlandsesamenleving. Het ontbreekthen aan netwerken en vaak hebbenze ook een taalbarrière, waardoor zetijdelijk of slecht betaald werk hebben.Wij willen deze mensen nietaan hun lot overlaten. In het CEC zijnorganisaties die de mensen klaarstomenvoor een baan. Er is kinderopvangin het gebouw, zodat mensendie overdag komen hun kinderenkunnen meenemen.Interactie met kunstenaarsAan “Levenslang leren” is ook veelgedaan, maar het CEC als “Huis voorde buurt” is een moeilijker opgave.Het CEC is een heel open pand, waardoorhet niet meteen gezellig is. Hetopen Atrium wil ik anders inrichten,zodat mensen er de hele dag doorkunnen zitten. Wij nodigen ieder jaareen kunstenaar uit om een kunstwerkvoor het Atrium te maken. Deze kunstenaarszijn dan ter plekke aan hetwerk. Vorige keer hing hier een grotevuurvogel. De mensen kwamen naarde kunstenares toe en begonnen eenpraatje met haar. Dat was ook de bedoeling,dat er interactie ontstaat tussende kunstenaar en de mensen diehier elke dag langskomen. Ik wil graagdat mensen worden blootgesteld aanandere indrukken. Verder hebben wijiedere twee maanden een wisselendeexpositie. Ons motto is “Ontmoet dewereld in het CEC”, want je komt hierzoveel verschillende culturen tegen.Een plek voor mensenHet CEC staat midden in de wijk.Mijn missie is dat het gebouw eenplatform biedt voor alles wat mogelijkis in <strong>Zuidoost</strong>, dat het niet alleeneen huis voor de buurt is waar je werkmaakt van je toekomst, maar dat erook samenwerking is, een gezamenlijkervoor gaan. Wij kunnen dat ookbieden, want zo’n soort gebouwzijn wij. Wij hebben een fantastischegymzaal die steeds meer voor andereactiviteiten wordt gebruikt dan alleenvoor sport. Ik wil het CEC gaan gebruikenals evenementenruimte. HetAtrium biedt plaats aan 500 mensen.Mijn ambitie is dat veel meer mensennaar het CEC komen. Er zijn zoveelorganisaties in <strong>Zuidoost</strong> die allerleidingen willen organiseren. Wij kunnendaar een plek voor zijn.”


38Sociaal-economischeactiveringRestart Sociale activeringProfessionalisering van lokale organisaties op hetgebied van sociale activering in <strong>Zuidoost</strong>INVESTERENHaalbaarheidsonderzoekBetaalbare ruimteEen onderzoek naar de mogelijkheden voor hetcreëren van betaalbare ruimte voor startende ondernemers,kunstenaars en maatschappelijke ondernemingen<strong>Zuidoost</strong> heeft veel lokale organisaties die een crucialerol vervullen op het gebied van sociale activering.Bewoners die vanwege leeftijd, gezinssituatieof persoonlijke omstandigheden weinig of geen perspectiefhebben op een baan worden via deze organisatiesbereikt. Vaak worden deze organisaties doorvrijwilligers gerund of beheerd en hebben ze professionaliseringnodig om te weten hoe ze hun achterbanhet beste kunnen ondersteunen. Het daartoeopgerichte bureau Restart ontwikkelde activiteitenvoor de verbetering van de bedrijfsvoering en eenmethodiek voor de begeleiding van de diverse doelgroepenvan de organisaties. Restart maakte gebruikvan een professionaliseringsladder om te meten watvoor begeleiding een organisatie nodig heeft. Tijdenshet traject werden twaalf mensen opgeleid tottrajectbegeleider sociale activering. Na afloop vanhet project werden de werkzaamheden van Restartovergedragen aan het Ondernemershuis en het VrijwilligersSteunpunt.<strong>Zuidoost</strong> heeft een geheel eigen “Bijlmer-cultuur”met kleinschalige bedrijvigheid, kunstenaars en maatschappelijkegroeperingen. Deze cultuur is belangrijkvoor de sociale samenhang en buurteconomie. Metde fysieke vernieuwing van de Bijlmer raakten veelbedrijven door de sloop van flats en ongebruikteparkeergarages hun werkruimte kwijt. <strong>Stadsdeel</strong><strong>Zuidoost</strong> heeft onderzocht welke vormen van bedrijfsruimtein het vernieuwsgebied Bijlmer mogelijkzijn. Er is behoefte aan goedkope kleinschalige kantoorunitsen bedrijfsruimtes voor ambachtelijke activiteiten,atelierruimte voor kunstenaars en ruimtesvoor bestaande maatschappelijke organisaties. Hethaalbaarheidsonderzoek heeft geleid tot het formulerenvan randvoorwaarden voor betaalbare huur,maximale bouwkosten, doelgroepen die mogen hurenen mogelijke locaties. Vervolgens werden partijengezocht die de gebouwen konden ontwikkelenen exploiteren. Het programma Betaalbare Ruimteheeft geresulteerd in het uitvoeren van zes deelprojecten:Betaalbare Ateliers Kruitberg en Echtenstein,Betaalbare kleine kantoren/bedrijfsruimtes Gerensteinen Grubbehoeve, Betaalbaar Cultuurgebouwen Voorportaal De Kandelaar.Uitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector MOProjectperiode 1 november 2002 - 28 februari 2007Totale kosten € 886.606, waarvan € 443.303 EFROUitvoerder stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, sector SEVProjectperiode 13 januari 2003 - 13 maart 2005Totale kosten € 173.136, waarvan € 86.568 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 39Een kans om te beginnenLiesbeth Hendriksen is managerwoonzaken bij WoningstichtingRochdale, vestiging <strong>Zuidoost</strong>. Zijheeft voor de projecten betaalbarebedrijfsruimtes Gerenstein enGrubbehoeve de toewijzing aan dehuurders begeleid. Hoe kijkt zij terugop het programma BetaalbareRuimte?“Ondernemerschap is echt iets voor<strong>Zuidoost</strong>. Er is hier veel handelszin,bijvoorbeeld kappers, pedicure, kinderopvang.In <strong>Zuidoost</strong> hebben wijveel bedrijfsruimte, maar vaak zijndeze voor startende ondernemersfinancieel niet bereikbaar. Veel mensenstarten hun bedrijven daarom inhun woning. Voor een klein administratiefbedrijfje is dat niet zozeer eenprobleem, maar bij bedrijven waarbijveel aanloop is, is de kans op overlastgroot. Dit probleem los je op doordie bedrijven uit de woningen te halenen in betaalbare bedrijfsruimteste plaatsen. Een woning is uitsluitendbedoeld om in te wonen, niet om eenbedrijf in te starten. Met het projectbetaalbare ruimte kregen startendeondernemers een kans op geschikteen betaalbare bedrijfsruimtes. Voorbedrijven is het belangrijk dat zij middeninhun afzetgebied zitten. In deBijlmer wordt namelijk weinig autogereden. Men doet alles te voet. Alsje binnen loopafstand zit, kun je goedzaken doen.ToewijzingDe toewijzing van huurders voor dekantoorunits Gerenstein en Grubbehoeveging gezamenlijk met het Ondernemershuis<strong>Zuidoost</strong> en de Kamervan Koophandel. Wij hebben startendeondernemers opgeroepen om zichte laten inschrijven. Een voorwaardewas dat ze uit de Bijlmer moesten komenof anders uit <strong>Zuidoost</strong>. Er warenzoveel mensen die interesse haddendat de ruimtes binnen de kortste kerenverhuurd waren. Gerenstein enGrubbehoeve zijn verschillende locaties.Wij hebben branchering toegepast,zodat geen twee dezelfdebedrijven op dezelfde locatie zoudenkomen.DoorstromenDe kantoren zijn nu een jaar verhuurd.Het gaat erg goed. Tot op heden iser geen enkele opzegging geweest.De mensen kunnen het financieel bolwerken.Wel maak ik me zorgen overhoe het over vier jaar gaat. Volgensde subsidieregeling moeten mensennamelijk na vijf jaar doorstromen naareen reguliere bedrijfsruimte. Zij zijndan immers geen startend bedrijfmeer en kunnen dan plaats makenvoor nieuwe startende bedrijven. Nietalleen betekent dit dat ze dan de hogerehuurprijs moeten betalen, maarook dat we alternatieve bedrijfsruimtebeschikbaar moeten hebben.Ontmoeting en kennisdelingBij de ateliers in Kruitberg en Echtensteinhadden wij het geluk dat deStichting Open Ateliers <strong>Zuidoost</strong> hethele proces heeft begeleid. Zij zorgenervoor dat de kunstenaars eensoort netwerk opbouwen en dat zij,met name op creatief gebied, op eenhoger niveau komen. De Kandelaar isweer een heel ander project. Het iseen bedrijfsverzamelgebouw. De D2subsidie is aangewend voor het Voorportaal.Daarin zitten maatschappelijkeorganisaties die toeleiden naarwerk en zorgen voor ontmoeting enkennisdeling, zodat zij elkaar meerwaardekunnen geven. Deze organisatieszijn echter kwetsbaar, omdat zijafhankelijk zijn van subsidie of inkomstenvanuit DWI.Betaalbare huurAls er weer een subsidieprogrammazou komen en als wij op dat momentrenovatieplannen hebben, dan zoudenwij er zeker weer gebruik vanmaken. Alles wat wij nu nieuw bouwenis commerciële ruimte. Voor startendebedrijven is dat vaak te duur.Met de Europese subsidie kondenwij onze plannen financieel rondmakenen bleef er betaalbare huur over.Een voordeel is ook dat de bedrijfsruimteszijn afgebouwd met toilet enpantry. Meestal worden bedrijfsruimteskaal afgeleverd, maar de mensenhebben vaak onvoldoende spaargeldom deze faciliteiten zelf te bekostigen.De Europese subsidie heeft ditmogelijk gemaakt.”


40Sociaal-economischeactiveringVoorportaal De KandelaarINVESTERENCultuurgebouwRealisatie van kantoor- en vergaderruimte voorlokale organisaties met een voorportaalfunctie naarde arbeidsmarkt in het multifunctionele gebouw DeKandelaarBouw van een broedplaats voor podiumkunsten voorjong talentDe Kandelaar is een multifunctioneel gebouw datbestaat uit een woontoren met 27 woningen, vijf zalenvoor kerkgenootschappen, een kinderdagverblijfen een horecavoorziening. Daarnaast is er 1,5 verdiepingkleine kantoren en vergaderzalen voor lokaleorganisaties met een voorportaalfunctie naar dearbeidsmarkt. Deze organisaties kunnen kwetsbaregroepen bewoners bereiken en zijn in staat hen temotiveren en te informeren over opleidingstrajectenen werk. Dit is van groot belang voor de Bijlmer, eenwijk met een in verhouding hoog aandeel werklozen,nieuwkomers uit diverse etnische groepen en mensenmet lage inkomens en uitkeringen. De D2-subsidieis gerelateerd aan de bouw van het Voorportaal ende werving, selectie en begeleiding van maatschappelijkeorganisaties die hier gezamenlijk gehuisvestzijn. De huur moest betaalbaar zijn omdat deze organisatiesweinig financiële draagkracht hebben. Ookmoeten ze goed bereikbaar zijn voor de doelgroepwaarvoor zij werken.Het Bijlmer Parktheater is met de werktitel ‘BetaalbaarCultuurgebouw’ een deelproject van het programma‘Betaalbare Ruimte’. Het gebouw wordt dethuisbasis van organisaties die actief zijn op het gebiedvan theater, nl. Circus Elleboog, Krater Theater,de Jeugdtheaterschool, de Theaterwerkplaats en de5 o’clock class van de Amsterdamse Hogeschool voorde kunsten. Door gezamenlijke huisvesting ontstaateen broedplaats van podiumkunsten in het hart vanhet stadsdeel. De organisaties zullen zich richten ophet aanbieden van stage- en werkervaringsplaatsenen het creëren van een arbeidsmarktperspectief voorjongeren. Het project wordt uitgevoerd door hetOntwikkelingsbedrijf van de <strong>Gemeente</strong> Amsterdam(OGA). Bij de oplevering draagt het OGA het theaterover aan stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> die dan eigenaar wordt.Het stadsdeel verhuurt het theater vervolgens aande stichting Bijlmer Parktheater. Op 9 oktober 2009is de officiële opening van het theater.Uitvoerder woningstichting RochdaleProjectperiode 1 juli 2005 - 1 februari 2008Totale kosten € 3.075.561, waarvan € 1.223.985 EFROUitvoerder Ontwikkelingsbedrijf <strong>Gemeente</strong>AmsterdamProjectperiode 1 mei 2005 - 30 juni 2009Totale kosten € 7.630.941, waarvan € 1.907.735 EFRO<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 41Er gebeurt iets met jeals je op het podium staatErnestine Comvalius is de directeur van Krater Theater, éénvan de toekomstige gebruikers van het Bijlmer Parktheater. Zijis nauw betrokken geweest bij de bouw van het theater. Watde podiumkunsten betekenen voor de inwoners van <strong>Zuidoost</strong>en wat het belang is van het Bijlmer Parktheater doet zij graaguit de doeken.“De inwoners van <strong>Zuidoost</strong> verdieneneen plek in het eigen stadsdeelwaar ze goede theatervoorstellingenkunnen bijwonen. Ik praat nu welover theater, maar wij programmerenook muziek- en dansvoorstellingenen concerten. Het gaat dus om podiumkunstenin de brede zin van hetwoord. Krater Theater vervult een belangrijkerol in het verrijken van hetcultuuraanbod in stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>.Voor het basisonderwijs verzorgen wijcultuureducatieve projecten: dans,drama, foto, video en beeldendekunst. De kinderen maken kennis metde kunst en andere aspecten daarvanzoals samenwerking, je durven uiten,over je gevoelens praten. Hun creativiteitwordt aangeboord. Wij zagendat kinderen op school in contactkwamen met theater, maar daarnakon <strong>Zuidoost</strong> niets bieden. Daaromhebben wij het initiatief genomen omde Jeugdtheaterschool op te zetten.Ook hebben wij onderzoek gedaannaar amateur theatergroepen in <strong>Zuidoost</strong>.Voor ons was het van belang zezichtbaar te maken en ze een podiumte bieden. Daardoor is de Theaterwerkplaatsontstaan. Wij hebben eenjaarlijks festival, ‘In the picture’, waargroepen zich kunnen presenteren enwaar workshops gegeven worden.Verder organiseren wij festivals, zoalshet Black Magic Womenfestival. Hiervoorhebben wij de cultuurprijs 2008van stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> gekregen.Belemmering van ambitiesToen ik hier in 1998 kwam, programmeerdeKrater Theater al jeugdvoorstellingen,maar verder was in dietijd de culturele infrastructuur nogalschraal. Ik kreeg de taak om Kraterzichtbaar te maken en ik heb de theaterprogrammeringvoor volwassen,waar net mee begonnen was, verderontwikkeld. Wij stuitten echter op hetprobleem dat wij niet verder kondengroeien. Het feit dat er geen goedelocatie was, belemmerde ons in onzeambities. Wij moesten gebruikmakenvan buurtcentra. Omdat wij hoge eisenstellen aan een theaterproductieging dit botsen. Het Bijlmer Parktheaterbiedt een kans om onze voorstellingende plaats te geven die ze verdienen.Het is een gebouw om trotsop te zijn. Het architectenbureau Paulde Ruiter heeft ons, de gebruikers,erbij betrokken. Dat geeft ons hetgevoel dat het theater ook van onsis, hoewel het stadsdeel de officiëleeigenaar is.LeerwerkplaatsEen doelstelling van het project ishet aanbieden van stageplekken aanjongeren. Dat hebben wij dan ookserieus opgepakt. Er is al een coördinatorstagebeleid aangesteld. Wij zijnnamelijk een leerwerkplaats en dieervaring, kennis en contacten nemenwij mee naar het Bijlmer Parktheater.Wat nieuw is, is dat er een volgsysteemzal komen voor de talenten diewij hebben gescout of die een tijd bijons les hebben genomen. Meerderejongeren zijn al doorgestroomd. Datis echter niet het enige doel, wantspeelplezier en ontwikkeling is almeer dan mooi, maar wij willen kunnenaangeven wat de resultaten zijn.Publiek wat je nergens anders vindtWij hebben een ambitieuze programmering,ook met experimenteel theater.Wij denken dat daar publiekvoor is. Maar tegelijkertijd zijn er ookpopulaire programma’s, zoals bijvoorbeeldJörgen Raymann. Destijdsheeft Krater hem naar Nederlandgehaald. Daarnaast willen wij ruimtemaken voor de amateurgroepen van<strong>Zuidoost</strong>, hen begeleiden, zodat zijhier met hun voorstelling kunnenstaan. Wij gaan cursussen organiseren,bijvoorbeeld een regiecursusof stand up comedy voor 18 plussers.De artiesten komen graag naar<strong>Zuidoost</strong> omdat hier publiek is wat jenergens anders vindt. Er gebeurt ietsmet je als je op het podium staat. Ikweet zeker dat het zal bruisen in hetnieuwe theater. Daar verheug ik mijnu al op.”


42INVESTEREN<strong>Eindrapport</strong> uitvoering programma <strong>Doelstelling</strong>-2<strong>Stadsdeel</strong> Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>


IN MENSEN 43De kerk heeft ook eensociale functieEmmanuel Koney is pastor van de Pentecost Revival Church, éénvan de kerken die gebruikmaken van De Kandelaar. Hij is tevensvoor de kerken huismeester van het gebouw. Ook is hij voorzittervan de immigrantenkerken in Nederland.“Vroeger hielden wij diensten in garages.Met de vernieuwing van de Bijlmerraakten veel kerken hun ruimtekwijt. Voor ons is De Kandelaar duseen geweldige oplossing. Het stadsdeelen woningstichting Rochdalehebben zich enorm ingezet om ditgebouw te realiseren. De D2 subsidieis ingezet voor de huisvesting vanmaatschappelijke organisaties in DeKandelaar. Ik ben het stadsdeel enwoningstichting Rochdale dankbaarvoor het moedige initiatief om eenkerkverzamelgebouw te laten bouwen.Voor de maatschappij is het eengrote stap geweest, zeker als je bedenktdat er scheiding is tussen kerken staat.Midden in de maatschappijMijn visie is dat een kerkgenootschapniet alleen geestelijk is, maar ookmidden in de maatschappij staat. Dekerk heeft een sociale functie voorde gemeenschap in <strong>Zuidoost</strong>. Wantwie in <strong>Zuidoost</strong> ‘kerk’ zegt, zegt ookopvang, zorg en dienstverlening. Zozetten wij ons onder andere in voorde opvang van daklozen, verslaafden,illegalen, hulp aan tienermoeders ofhulp bij psychische nood. De pastors,de kerkelijke leiders, houden op geregeldetijden spreekuur. Leden kunnendan hun vragen of problemen met depastor bespreken. Wij spenderen veeltijd aan hulp op maatschappelijk gebied.In de kerk worden bijvoorbeeldinburgeringscursussen gegeven. Vaakgaan leden van de kerk eerst om raadnaar de pastor en eventueel daarnanaar een maatschappelijke instantie.Wij kunnen ze de weg wijzen naarinstellingen waar ze hulp kunnen krijgen.De jeugd is belangrijkNet zoals in andere delen van Amsterdam,spelen ook in <strong>Zuidoost</strong> problemenmet de jeugd. Alle kerkgenootschappenvinden het belangrijkom deze problemen te voorkomenen bij te dragen aan een oplossing.Wij onderkennen dat de toekomstvan de Ghanezen in Nederland ligt.De mensen werken hier, hun kinderenworden hier geboren en gaanhier naar school. De kinderen zijn eengrote risicogroep, omdat zij de lastvan het ‘leven tussen twee culturen’meedragen. De verleidingen van deBijlmer voor deze kwetsbare kinderenzijn groot; drugs en alcohol liggen opde loer. Wij zien het dan ook als eenopdracht van de kerk om de opvoedingvan kinderen in goede banente leiden. Daarbij leggen wij de nadrukop goede scholing. Wij hebbenspeciale tienergroepen. Wij biedenze onder andere computerlessen oftaallessen aan. De jeugd is belangrijkvoor ons. Wij willen ze rekruteren ommee te helpen de gemeenschap opte bouwen.Een drukte van belangDe Kandelaar is werkelijk een geweldiggebouw. Iedere dag zijn er veelactiviteiten gaande. In het gebouwzijn maatschappelijke organisatiesgevestigd en er is een conferentiezaal.Voor het gebruik van die zaalwerken we samen met het stadsdeeldie hier regelmatig conferenties organiseert.Op de derde verdiepingis een grote kerkzaal die plaats biedtaan 300 mensen, maar soms looptdat wel tegen de 500. De lichtinvalis heel bijzonder. Dat geldt trouwensvoor alle kerkzalen, want alle ramenhebben gekleurd glas. In de hal op debegane grond is het doopvont. Als ereen doopdienst is, kunnen de mensendeze vanaf de eerste verdiepingvolgen. Verder zijn er in De Kandelaarnog vier kleinere kerkzalen. Meer dan12 kerken houden diensten in het gebouw.Op zondag wordt iedere zaaldoor drie verschillende kerken gebruikt.Er zijn diensten om 10.00 uur,12.00/13.00 uur en 14.00 uur. Het isdan een drukte van belang, maar diewisseling tussen de diensten heeftnog nooit problemen opgeleverd.Integendeel, het gaat allemaal heelvreedzaam toe, alsof je al halverwegede hemel bent.”


INVESTING44English summary‘Investing in people’IntroductionObjective 2 is one of the European regional policyobjectives, aiming to reduce regional economicdifferences within the EU and create economic andsocial cohesion. During 2000 to 2008, the focus ofO2 included supporting urban areas in difficulty. Inthe Netherlands, Amsterdam Southeast, especiallyits Bijlmer and Amstel III quarters, was one of the11 urban areas that qualified for funding from theEuropean Regional Development Fund (ERDF).During the last eight years, a total of more than 46million euros has been invested: 14 million (30%)from ERDF and more than 17.5 million (38%) fromAmsterdam itself. The remaining 32% of contributionscame from various public and private sources.Time to look back on what has been achieved andhow Amsterdam Southeast has developed.Initial situation in 1999Bijlmer and Amstel III qualified for European supportdue to the relatively high concentration of bigcity /metropolitan problems, such as incomes belowpar, relatively poorly educated working population,and crime. The area could be typified generally asdynamic with potentially strong conditions for businessdevelopment, but where there were relativelymajor socio-economic problems and quality of lifeunder pressure.StrategyThe aim in the development objective reads:The strengthening of the area’s local economy bycontinuing the urban regeneration process.Amsterdam Southeast’s regeneration process includesphysical and social components. The O2 programmefocuses on the area’s residents. Activelyinvolving the residents tries to make them part ofthe solution rather than part of the problem. Thusthe programme’s starting point was the residents’needs, highlighting the opportunities the area offersits residents. This used a bottom-up approach for developingand implementing projects together withresidents, business people and other stakeholders.The result is a programme implemented for and byresidents in the Southeast district council’s area. Thisimproved the resident’s economic and social abilityto fend for themselves and made the best possibleuse of the area’s strengths.The strategy used to try to reduce the area’s socioeconomicdeprivation is based on three pillars, withemphasis in the O2 programme on the resident’sparticipation, integration and empowerment. Physicalinvestments and spatial renewal also took place.At the economic level, efforts were concentrated oncontinuity of investments, creating employment andpromoting industriousness.These elements are interwoven into the three prioritiesforming the framework for the O2 programme.The priorities are:Priority 1 ‘Urban economic environment’This involves creating physical space to attract newactivity and upgrading the physical business environmentto retain existing activities. Spatial renewal andeconomic development are combined in this priority.Priority 2 ‘Promoting industriousness’Promoting industriousness is done by improving thecompetitive position for existing businesses, as wellas encouraging and facilitating starting businesses,and acquiring new activities. This requires upgradingof the physical business environment and encouragingthe building and maintaining of networks. Toenable the programme area’s residents to obtainmaximum benefit from job opportunities, attentionwas also paid to improving the matching betweensupply and demand on the local job market.Priority 3 ‘Strengthening socio-economic potential’The most important priority, from the programme’sstrategy perspective, focuses on the strengtheningof the resident’s social and economic starting position,and improving the social cohesion in the programmearea. This endeavours to retain businessesand residents for the area. An important conditionfor this was that extra facilities were provided to enablethis development and bring together networksof people and organisations. A preventive approachwas also offered, focusing on preventing crime, togive residents and businesses confidence in the positivedevelopment of the district.


IN PEOPLE 45ResultsThe socio-economic development of the Bijlmerand Amstel III O2 area provides hope, and the effectsof the investments via the O2 programma willcertainly make a considerable contribution in the futuretoo. The programme’s most important direct results,of course, are the realisation of visible projectsthat have provided real contributions to the area’ssocio-economic development. At the programme’skick-off, indicators were linked to the strategy andtarget values were set. The European support enabledthe implementation of 32 projects that havejointly strengthened both the conditions for businessdevelopment and the socio-economic developmentin Amsterdam Southeast. Below is a summary of theresults relative to the original target values.StartersThe affordable space concept enabled more startersto be accommodated in the programme area thananticipated. This success underlines the favourableconditions for business development in Southeastand this in the Bijlmer and Amstel III quarters too.The D2 programme has been a catalyser for businessinitiatives in the area.Participants in meetings/courses andcounselling projectsTo kindle enthusiasm among residents and entrepreneursfor investing in their own development, variousmeetings, courses and counselling projects werealso organised in the programme. These were bothcourses for entrepreneurs, and courses and meetingswith cultural and social goals. The meetings’ goalswere sharing knowledge and experience, as well asproviding a helping hand to activate and reactivatepeople. This resulted in residents and entrepreneursbeing better prepared for the future. A significant indicatorfor support for the programme is that 27,348people attended these meetings rather than the 202anticipated.Number of participants in matching projectsFour matching projects were implemented to improvethe matching between supply and demandon the jobs market. The matching projects respondto the mismatch between the relatively poorly educatedworking population and demand for relativelyhigher educated people from businesses. The targetvalue for this indicator was estimated low in advance,because it was anticipated that there must be morefocus on first activating unemployed people and socialbeneficiaries in the community for subsequentparticipation. These four matching projects had 514participants, which was above expectations.Number of jobsThe aim of creating new jobs was also seen as an indirectresult of the projects. Where many projects arecompleted when the physical investment is made,new jobs often emerge in subsequent years. Thanksto initial investments assisted by O2 funds, a multiplieris realised providing several effects in the longerterm. This is particularly the case for creating newjobs. A total of 154 new jobs have been realised atthe completion of the programme, but we anticipatethat the O2 job creation effect will double this to 339during the coming years.Although there are directly demonstrable results,many more factors affect development of the socioeconomicposition of the Bijlmer and Amstel III quarters.Nevertheless, there has clearly been a beneficialcontribution that exceeds expectations.Summary of the results relative to the original target valuesIndicator Target value Realisedstarters accommodation 2 24starters 50 275participants in meetings/courses and counsilling projects 202 27.348participants in matching projects 20 514number of jobs 227 154


INVESTING46Project Description Total cost,ERDF (€)Priority 1: Improving urban economic environment1.1. Improving physical business environmentMatchpointMulticultural restaurant feasibilitystudy in SoutheastKruitberg affordable studiosEchtenstein affordablestudiosGerenstein affordable smalloffices / business premisesGrubbehoeve affordablesmall offices / businesspremises1.2. Improving sustainable economic qualityImproving accessibility toGanzenpoort shoppingcentreRosita planPriority 2: Promoting industriousnessBringing together supply and demand for business premises inAmsterdam Southeast by gathering and providing informationconcerning business properties and accommodation options,particularly for small firmsStudy into location and concept for a multicultural restaurant forboth starting and established catering entrepreneurs.Realisation of 1,690 m2 artist’s studios and workplaces with a lownet rental in the base of the Kruitberg flat complexRealisation of 660 m2 artist’s studios with a low net rental in thebase of the Echtenstein flat complexRealisation of 914 m2 business premises with a low net rental inthe base of the Gerenstein flat complexRealisation of 1,350 m2 business premises with a low net rental inthe base of the Grubbehoeve flat complexImproving accessibility to Ganzenpoort shopping centre byconstructing additional parking facilities, loading and unloadingspaces and modifying the access roadRealisation of a dynamic traffic control and parking directionsystem for the Arena Boulevard and Amsterdamse Poort shoppingcentre2.1. Strengthening the business community / encouraging entrepreneurshipChangeover to eurosAmsterdam SoutheastEntrepreneurs’ HouseBasic servicesEntrepreneurs’ House IIMicro transportmade-to-measureAmsterdam SoutheastStarters FundInforming and supporting entrepreneurs with the changeover toeurosProviding information and advice to, and guiding starters andentrepreneursFollow-up to the successful project for starters and entrepreneurssupplemented with courses and tailor-made trainingSurvey of supply and demand for flexible transport within theAmsterdam Southeast districtSetting up a Southeast Starters Fund to provide micro credits tothose entrepreneurs who are not served by the normal banks,linked with personal coaching2.2. Urban image and information / knowledge networksPromotion of shoppingcentresEncouraging TourismPromotion campaign for the shopping centres in Amsterdam Southeast,including advertising spots about shopping in Southeast onthe AT5 local televisionDeveloping a vision and policy to encourage tourists to come toAmsterdam Southeast, and developing projects to implement thispolicy90,21145,10642,86021,4302,052,922418,099897,000224,2501,488,427258,3711,962,156288,64740,28210,0701,293,094517,238145,86272,9311,509,422714,9902,261,1401,130,57019,1909,595870,000385,00040,93420,4671,369,500683,742


IN PEOPLE 472.3. Improving the operation of the jobs marketEquipping the RegionalTraining Centre ofAmsterdamWomen ’s EmpowermentCentreArenA InitiativeCreative coalition: AmsterdamSoutheast creativeindustry network forming‘ONZ MOET’‘The Way Up’Starters CoachingContributing to the additional expenses of the new premises forthe Regional Training Centre of Amsterdam on the BurgemeesterStramanweg next to the Amsterdam ArenAFacilitating and supporting women’s organisations that coachwomen with education and workProjects in partnership with the business community to matchsupply and demand for work in Amsterdam SoutheastIdentifying the strength of creative industry in AmsterdamSoutheast and forming a creative coalition in which the districtcouncil cooperate with the business community and socialorganisationsAn empowerment programme for school-leavers using acombination of social activation, on-the-job training places,coaching and supervising participantsEnabling young people to gain some experience in various sectorswith the opportunity to start as an entrepreneurPriority 3: Strengthening socio-economic potential3.1. Local commitment, environment and safetyIntensifying Cleanup andSafety campaignKraaiennest SurveillanceExtending control and cleanup, a public information campaignabout keeping things clean and an intensification of theenforcement policyAppointing surveillance officers in the Kraaiennest shopping centreduring transition to a new shopping centre5,181,336680,670267,590119,577647,989323,995227,000113,500108,96540,865341,485101,2403,075,513680,670514,124257,062Arena Boulevard Security Placing surveillance cameras in the shopping and nightlife area 312,888156,444Pilot joint venture forlearning and working incontrol and securityCentral surveillance centre3.2. Socio-economic activationSoutheast CulturalEducation Centre (CEC)Digital starting pointsSocial Activation RestartOfficeAffordable businesspremises feasibility studyDe Kandelaar Entry AreaCultural buildingDeveloping a joint venture of organisations in AmsterdamSoutheast that work in the area of training and introduction to ajob in the control and security sectorImplementing a centre where surveillance camera pictures ofshopping centres are monitoredAccommodation for organisations involved with the introductionto the job market in Amsterdam SoutheastSetting up and running three low-threshold ICT rooms forresidents, providing guidance in use of computers and softwareProfessionalising local organisations in the field of social activationin Amsterdam SoutheastA study into the opportunities for creating affordable businesspremises for starting entrepreneurs, artists and social enterprisesin the BijlmermeerRealisation of office space and meeting rooms in the multifunctionalbuilding ‘De Kandelaar’ for local organisations with afunction of providing an entry into the job marketConstructing a performance arts breeding place for young talentof the organisations Krater Theatre, Youth theatre school, CircusElleboog and Theatre workshop123,21761,608614,240307,1207,446,2581,819,224955,234477,617886,606443,303173,13686,5683,075,5611,223,9857,630,9411,907,735


Colofon‘Investeren in mensen’ is een uitgave van<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong>, sector ConcernstafEindredactie Isaac AcheampongInterviews Wiebrig CalderheadInleiding William van den Bungelaar,Jos van den BroekOntwerp Wiebrig CalderheadFoto’s Edwin van Eis, m.u.v. :pag. 18: Doriann Kransberg (Rositaplan),pag. 24: archief stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>,pag. 28: Marques Malacia (Creatieve coalitie),pag. 29: Stichting Breathing,pag. 30: archief ROC van Amsterdam (ONZ-MOET),pag. 36: Germen Oosterhof (Digitale trapvelden),pag. 38: Gerard Ausems (Restart Sociale activering),pag. 41: Achmed Peroti (voorstelling Krater Theater)Drukwerk Stadsdrukkerij Amsterdam NVOplage 1.000 exemplarenMet dank aan iedereen die heeft meegewerktaan deze uitgaveAmsterdam, mei 2009<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong>Postbus 124911100 AL Amsterdam <strong>Zuidoost</strong>www.zuidoost.amsterdam.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!