13.07.2015 Views

cursussen algemeen.pdf

cursussen algemeen.pdf

cursussen algemeen.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Cursussen <strong>algemeen</strong>Gerrit FronikInhoudsopgave6.9.1 Samenvatting6.9.2 Achtergronden6.9.2.1 Peter Petersen6.9.2.2 Kees Both6.9.2.3 Henk Hansma6.9.2.4 Een aantal kenmerken van cursus in het <strong>algemeen</strong>6.9.3 Praktische uitwerkingen6.9.3.1 Relatie met groepering6.9.3.2 Relatie met ruimte6.9.3.3 Relatie met leerplan6.9.3.4 Relatie met basisactiviteiten6.9.3.5 Relatie met tijd6.9.3.6 Voorbeeld van een pedagogische situatie6.9.4 Literatuur6.9.1 SamenvattingIn onderstaande opmerkingen van kinderen en groepsleiders is te lezen tegen welkeproblemen we aan lopen bij het begrip <strong>cursussen</strong> in een jenaplanschool. Om er maar een uit telichten: vindt de cursus plaats in de stamgroep, in (verkapte) jaargroepen, niveaugroepen,cursusgroepen of in instructiegroepen. In dit hoofdstuk willen we een kader aangevenwaarmee in de groep gewerkt kan worden.Opmerkingen van kinderen• Het is leuker als je zelf mag bepalen wat je wanneer doet, omdat je soms ergens zinin hebt en soms niet ( groep 6)• Soms gaat de juf iets uitleggen, terwijl we het in dezelfde tijd allang zelf haddenkunnen doen. (groep 6)


• Het is soms wel stom, maar je leert er wel van ( groep 4/5)• Een meester of juf hoeft niet gelijk alles uitgebreid uit te leggen; alleen als iemandaangeeft dat hij het nog niet snapt ( groep 8)* Ik vind het niet leuk als het te makkelijk is. Ik vind het niet leuk als ik een antwoordtelkens meteen weet. ( groep 8)Opmerkingen van een groepsleider• Kinderen vinden het leuk om na te denken over een planning en doen ook beter hunbest als ze zelf gekozen hebben.• Ik heb veel niveauverschillen in de groep. Ik vind het lastig daar mee om te gaan.• De kinderen kijken zelf hun werk na. Dat vinden ze prachtig. Ik moet ze nog welbeter leren daarmee om te gaan. Dat ze bijvoorbeeld niet het goede antwoordoverschrijven. En dat lukt ook, want uiteindelijk willen ze het het liefst zelfontdekken.(citaten uit: Zin in School van Luc Stevens e.a. )6.9.2 AchtergrondenWe gaan hier kort in op verschillende bronnen die de cursus als onderwerp hebben. Dit doenwe, omdat velen wat betreft <strong>cursussen</strong> niet goed weten waarom we de dingen doen zoals weze doen.6.9.2.1 Peter PetersenPetersen heeft het in Het Kleine Jenaplan (pagina 59 en verder) over:• Inleidings<strong>cursussen</strong>Daarin wordt minimumleerstof van rekenen, spelling, aardrijkskunde en geschiedenisovergedragen. Er wordt gewerkt met leerlijnen.• Inscholings<strong>cursussen</strong>Hierin komen vaardigheden, leerstof of werktechnieken aan bod die in een korteperiode aangeleerd kunnen worden, bijvoorbeeld het gebruik van de atlas. Petersengeeft hier overigens aan dat deze <strong>cursussen</strong> niet gegeven worden in een vast schemaof in een voor alle kinderen hetzelfde tempo. Ieder kind mag zelf uit maken waar enwanneer hij gebruik wil maken van deze inscholingsmomenten.• Oefen<strong>cursussen</strong>Naar behoefte wordt een deel van de groep of de hele groep bijeengebracht worden,bijvoorbeeld bij een bijzonder rekenkundig vraagstuk die een uitvoeriger, voor allenbestemde toelichting van de groepsleiding vergen.6.9.2.2 Kees Both


In Jenaplan 21 staan in het hoofdstuk WERK (pagina 98 en verder) staan behartenswaardigezaken over <strong>cursussen</strong>. Hij onderscheidt:• Inleidings<strong>cursussen</strong>, gericht op het zelfstandig hanteren van werkmiddelen.• Inscholings<strong>cursussen</strong>, gericht op het verwerven van kennis en vaardigheden.Daaronder vallenoolanglopende <strong>cursussen</strong> , bijvoorbeeld voor rekenen, spelling e.d.kortlopende <strong>cursussen</strong>, bijvoorbeeld kaartgebruik, grafieken,kunstzinnige technieken, computergebruik e.d.• Keuze<strong>cursussen</strong>.Gericht op het ontwikkelen van persoonlijke bekwaamheden van kinderen, zoals kunstzinnigetechnieken, sterrenkunde en Duits.Kees Both wijst op het gevaar dat ook een jenaplanschool kan ontaarden in een cursusfabriek.Temeer omdat veel methodes geschreven zijn voor het jaarklassensysteem. Hij noemt eenbruikbaar criterium: wat kan nu al door de kinderen in Wereldoriëntatie toegepast worden.Wat dat betreft is het schema op pagina 116 van het Concept zeer verhelderend. Je leertzaken in de <strong>cursussen</strong> om het toe te passen binnen WO.6.9.2.3 Henk HansmaHansma heeft het in Kansrijke Taal beschreven als:• Beheersingsleren: oefenen, trainen, met inzicht oefenen.Kennis en vaardigheden onthouden en beheersen; in een meer lineair leerproces(leerlijnen); de groepsleiding of de leerlijn bepaalt wat het kind stap voor stap leert;het zijn afgeronde eenheden gericht ingezet, met ondersteuning door kring eninstructie.• Toepassingsleren:experimenteren, ontdekken en ontwerpen.Kennis en vaardigheden gebruiken, toepassen en integreren; een meer concentrischleerproces; uitdagende leersituaties en materialen, dus een rijke en doordachteleeromgeving met ondersteuning door kring en instructie.Bovenstaande invalshoeken van Petersen, Both en Hansma worden ondersteund door derecente opvattingen over het leren van kinderen, onder andere vanuit het sociaalconstructivisme ( zie elders in Groeien en Bloeien.)6.9.2.4 Een aantal kenmerken van cursus in het <strong>algemeen</strong>Minimale parate kennis voor allen en maximale individuele kennisMeer homogene groepen, met onderverdelingen; zakelijke , doch pedagogische leiding, soberetaal.


Zelfwerkzaamheid bevorderen: eerst zelf de leerwegen laten zoeken; napraten over de besteleerwegen ( dialoog) opdrachten die verschillende wegen mogelijk maken ( meervoudigeintelligentie.)Werkmiddelen gebruiken ( b.v. ICT)Prestaties in gezonde wedijver:- recht doen aan de zaak- uiterlijk keurig verzorgd- eerlijk, geen nabootsing.6.9.3 Praktische uitwerkingen6.9.3.1 Relatie met groeperingElke jenaplanschool kan groeperingsvormen zoeken die passen bij de eigen situatie. Allerleimogelijkheden liggen open. Het is wel zaak te blijven letten op het doel van dezegroeperingsvorm. Met andere woorden: het is goed om rekening te houden met de punten diehierboven genoemd zijn.Geen cursus met als doel de cursus: je leert iets ( beheersingsleren) om het toe te passenbinnen WO. ( toepassingsleren)6.9.3.2 Relatie met ruimteDaaruit volgt dat de te kiezen ruimte aangepast moet worden aan het doel. Deomstandigheden zoals gebrek aan ruimte, storende activiteiten, aantal kinderen vereisen eendoordachte keuze.6.9.3.3 Relatie met leerplanHet leerplan, schoolplan geeft de mogelijkheid de leerlijnen te omschrijven die inverschillende <strong>cursussen</strong>, vooral de langlopende, gebruikt worden. Soms kunnen dat leerlijnenzijn die in een methode ontwikkeld zijn. Een oud adagium luidt: je moet als groepsleidingboven de methode staan (zie ook de uitspraken van de kinderen boven aan dit artikel.6.9.3.4 Relatie met basisactiviteitenZoals aangegeven kan een cursus niet los staan van de andere basisactiviteiten zoals gesprek,spel en viering. In de (grote of kleine) kring kunnen cursuselementen aan bod komen: taal enWO. In de cursus moet gebruik gemaakt worden van spel, soms in combinatie metwerkmiddelen. Tenslotte kan in de viering aan de schoolgemeenschap getoond worden wat ergeleerd is en hoe het in WO toegepast kan worden.


6.9.3.5 Relatie met tijdZoals velen aan den lijve ondervonden hebben heeft de cursus de neiging zich uit te breiden(nog meer spelling instructie!) en meer tijd op te slorpen ten koste van de tijd in destamgroep; zeker als er een of meer methodes gebruikt worden. Een kritische blik op debestaande praktijk is aan de orde. Er is niets tegen methodes, wel tegen de manier waarop zijsoms gebruikt worden.6.9.3.6 Voorbeeld van een pedagogische situatieIn jenaplanschool is een project vanuit Kansrijke Taal gestart over de ontwikkeling van deschilderkunst in de loop der eeuwen. De schoolwoonkamer is ingericht met verschillendehoeken en werkplekken:• een atelier waarin schilderingen worden gemaakt van renaissanceschilders,pointilisten, kubisten, impressionisten, enz. De producten hangen in historischevolgorde aan de muren.• Een biografieschrijfhoek: van beroemde en minder beroemde schilders wordt eenbiografie gemaakt die als muurkranten aan de muur worden gehangen.• Een hoek waar interessante boeken liggen over schilderkunst.• Een hoek waar prentenboeken worden gemaakt in een bepaalde stijl.• Een werkplek waar drukwerk vervaardigd wordt.• Een plek waar gedebatteerd kan worden over schilderkunst: wat vind ik mooi enwaarom.Al deze hoeken en werkplekken vereisen korte instructies: hoe met deze werkplek om tegaan, hoe technieken gebruikt kunnen worden en wat het doel van de werkplek is.Doel is echter dat het geleerde toegepast kan worden in WO en in dit geval in deKunstzinnige vorming.6.9.4 LiteratuurHierbij een overzicht van een aantal bronnenboeken dat goed te gebruiken zijn bij de vormgeving van <strong>cursussen</strong> in het <strong>algemeen</strong>.Het didactische werkvormenboek: bijzonder veel soorten (meer dan 100 )werkvormen die veelal ook in de basisschool tegebruiken zijn.Coöperatief leren geeft veel suggesties. Eigenlijk voor iedere groepsleiding een must.De Rozentuin geeft op bladzijde 17 een goed instrument van basisregels vakmanschap om kinderen te begeleiden.Instrumenten voor Interne Begeleiders: geeft vele vragenlijsten, checklisten en andere instrumenten die te gebruiken zijn bij<strong>cursussen</strong>.Effectieve instructie van Veenman geeft veel handvatten om de instructie doeltreffend te laten zijn.Kansrijke Taaldidactiek geeft achtergronden, maar ook veel praktische zaken om bijvoorbeeld taal inderdaad Kansrijk te maken.Dat’s andere Taal, bouwstenen voor levend taalonderwijs. Hierin staat ook een groot aantal leerlijnen aangegeven die goed tegebruiken zijn.Basisboek ICT didactiek een boek vol suggesties hoe ICT in te passen is bij instructie en andere leergebieden.Piet Hoogeveen en Jos Winkels ( 2005) Het didactische werkvormenboek ISBN 90-232-4067-7


Joep van Vugt ( 2002) Coöperatief leren binnen adaptief onderwijs ISBN 90-5574-319-4NJPV: De Rozentuin.Koos Bokhorst, Peter de Vries (2004):Instrumenten voor Interne Begeleiders ISBN 90-5574-431-xHenk Hansma (2001)Kansrijke Taaldidactiek ISBN 90-5574-286-4NJPV en Freinetbeweging: Dat’s andere taal, Bouwstenen voor levend taalonderwijs.John Bronkhorst (2002): Basisboek ICT didactiek ISBN:90-5574-469-7En vele websites, zoalswww. Ontwerpatelierwww. TOMscholenwww. jenaplan.nl: met name artikelen uit Mensenkinderen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!