13.07.2015 Views

rapport Fontys hbo-ma Leraar Wiskunde - NVAO

rapport Fontys hbo-ma Leraar Wiskunde - NVAO

rapport Fontys hbo-ma Leraar Wiskunde - NVAO

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DEEL 11. MANAGEMENT SAMENVATTING1.1. Integraal adviesHobéon Certificering adviseert de <strong>NVAO</strong>, de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie, deaangegeven <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong>, verzorgd door <strong>Fontys</strong> LerarenopleidingTilburg, croho-nummer 45263 in al haar varianten te accrediteren.Dit advies wordt in onderhavig <strong>rapport</strong> gefundeerd.Algemene gegevensNaam van de instelling:Naam van de opleiding:Varianten van de opleiding:Locatie van de opleidingen:<strong>Fontys</strong> Lerarenopleiding Tilburg<strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong>voltijd, deeltijd en duaalTilburgNaam VBI: Hobéon Certificering b.v.Datum visitatie: 25, 26, 27 mei 2010Datum advies<strong>rapport</strong>: 30 november 2010BeoordelingskaderHet bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Accreditatiekader bestaandeopleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003).Samenstelling auditteamBij deze audit is gebruik ge<strong>ma</strong>akt van een kern-auditteam naast een vakspecifiek auditteamdat de verschillende <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> heeft beoordeeld. Kernteamleden <strong>ma</strong>akten ookonderdeel uit van de vakspecifieke auditteams. Het totale auditteam dat de <strong>ma</strong>steropleidingen<strong>Leraar</strong> van <strong>Fontys</strong> Hogeschool Tilburg bestond uit de volgende personen:De heer drs. R.B. van der Herberg*, voorzitter auditteam 1 ;De heer drs. P.J. Ronner*, werkvelddeskundige;De heer drs. H.M. Claessen MME, werkvelddeskundige;De heer drs. H. van Asseldonk; werkvelddeskundige;De heer prof. dr. H. van den Bergh*, vakdeskundige Nederlands;De heer dr. E. Kwakernaak, vakdeskundige Vreemde talen;Mevrouw drs. A. Bens, vakdeskundige Maatschappijleer;De heer drs. H. Beliën, vakdeskundige Geschiedenis;De heer prof. dr. R. van der Vaart, vakdeskundige Aardrijkskunde;De heer drs. A. Hoevers, vakdeskundige Economie;De heer prof. dr. K.T. Boers<strong>ma</strong>*, vakdeskundige Biologie;De heer prof. dr. G. Zwaneveld, vakdeskundige <strong>Wiskunde</strong>;De heer prof. dr. H. Eijkelhof vakdeskundige Scheikunde en Natuurkunde.1 De met een asterisk ge<strong>ma</strong>rkeerde auditoren <strong>ma</strong>akten deel uit van het kernteam.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 1


Mevrouw G.C. Versluis, secretaris;Mevrouw drs. P. Betlem, secretaris;De heer drs. G. Broers*, secretaris.Mevrouw O. Orlandini*, student;De heer R. van der Linden, student;De heer E. Jackson, student.De volgende auditoren waren betrokken bij de audit van de <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong>:• Dhr. Van der Herberg, vanouds sociaal geograaf, heeft ruime ervaring op het terrein vanhet auditeren van opleidingen in het hoger onderwijs. Zo heeft hij vorig jaar detweedegraads lerarenopleidingen beoordeeld van de Hogeschool van Amsterdam en van<strong>Fontys</strong> Hogescholen (FLOT). Ook beschikt hij over relevante onderwijservaringen alsvoor<strong>ma</strong>lig schoolleider van een grote onderwijsorganisatie in het midden van het land.• Dhr. Ronner studeerde Duitse Letterkunde en Ger<strong>ma</strong>nistiek, werkte in de periode 1995-1998 als vestigings<strong>ma</strong>nager en daarna als rector en vanaf 2005 als centraal directeur vanmiddelbare scholen. Daarnaast heeft hij zitting in verschillende besturen zoals de VO-Raad,het sectorbestuur Onderwijs Arbeids<strong>ma</strong>rkt, als voorzitter van de Scholenraad vmbovakcollegeAmersfoort.• Dhr. Boers<strong>ma</strong> was vanaf 1997 tot zijn emeritaat in juli 2010 hoogleraar Didactiek van deBiologie aan de Universiteit Utrecht (UU). Binnen de UU was hij voorzitter van hetopleidingsbestuur Masteropleiding Science Education & Communication en directeur van hetFreudenthal Instituut. Op dit moment is hij o.a. voorzitter van de Commissie VernieuwingBiologieonderwijs en de Raad voor Aard- en Levenswetenschappen van de KNAW.• Dhr. Van den Bergh studeerde Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij volgdeeen visiting fellowship aan de University of California, Los Angeles, en aan Princeton beginjaren negentig en werkte bij het Cito, de Inspectie van het Onderwijs en de UU. Sinds 2006is hij bijzonder hoogleraar Toetsing en Didactiek van het Taalonderwijs.• Dhr. Claessen studeerde scheikunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (nu deRadboud Universiteit) en is rector aan het Twents Carmel College in Oldenzaal. Hij heeft opgrond van zijn ervaring en positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit deverschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan eerstegraads leraren op<strong>hbo</strong>-niveau• Dhr. Zwaneveld studeerde wiskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is hoogleraarProfessionalisering van de <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> en Infor<strong>ma</strong>tica aan het Ruud de Moor Centrum,het centrum voor professionalisering van onderwijsgevenden, onderdeel van de OpenUniversiteit.• Mevr. Orlandini is tweedejaars student Engels aan de voltijds tweedegraadslerarenopleiding van de Hogeschool van Amsterdam en studeerde hiervoor drie jaartandheelkunde en een jaar psychologie.• Dhr. Van der Linden is derdejaars duaal student Geschiedenis aan de tweedegraadslerarenopleiding van de Hogeschool van Amsterdam.• Dhr. Broers heeft afgelopen twee jaren ruime ervaring opgedaan bij de visitatie vanPabo’s en tweedegraads lerarenopleidingen. In dit traject fungeerde hij als coördinerendsecretaris.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 2


• Mevr. Versluis heeft evenals dhr. Broers afgelopen twee jaren ruime ervaring opgedaanbij de visitatie van de Pabo’s en tweedegraads lerarenopleidingen. Zij was voorheenleerkracht en teamleider in het speciaal basisonderwijs en senior beleidsmedewerkerWelzijn & Onderwijs bij de gemeente Bodegraven.1.2. Samenvattende beoordelingHobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong><strong>Wiskunde</strong> op de volgende overwegingen:Algemeen beeldHet auditteam heeft geconstateerd, dat de <strong>ma</strong>steropleidingen van FLOT een duidelijke missiehebben geformuleerd, toegelicht in een van de centrale documenten binnen de opleidingen:‘Vakkundig, Vaardig, Vindingrijk’. Op basis hiervan zijn accenten gelegd op vakinhoud enonderzoek.De <strong>ma</strong>steropleidingen richten zich op de brede rol die de eerstegraads docent vervult binnenhet voortgezet hoger onderwijs. De opleidingen besteden, behalve aan de vakinhoud, daaromook aandacht aan de verantwoordelijkheid van de als <strong>ma</strong>ster opgeleide docent voor deontwikkeling en innovatie van het onderwijs binnen de vaksectie en de school. Naast hetvervullen van de brede docentrol zal de eerstegraads leraar steeds nadrukkelijker alsteamworker, onderzoeker en ontwikkelaar van leermiddelen gaan functioneren.Het lectoraat leerstrategieën speelt een belangrijke rol binnen de <strong>ma</strong>steropleidingen dooractuele kennis te generen en deze te laten doorwerken in de onderwijsprogram<strong>ma</strong>’s. Een aantal(recentelijk) gepromoveerde en door de opleidingen aangetrokken docenten helpen eveneenshet curriculum actueel te houden.Doelstellingen opleiding: voldoendeHet oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgendeoverwegingen hebben tot dat oordeel geleid.Sinds 2008 zijn de <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> bezig met de overgang van het hanteren vaneindkwalificaties gekoppeld aan beroepsrollen naar het hanteren van de competenties van deStichting Beroepskwaliteit Leraren (de zgn. SBL-competenties) inclusief bekwaamheidseisen incombinatie met een landelijke, vakspecifieke kennisbasis. De <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> vanFLOT hebben de competenties op <strong>ma</strong>sterniveau helder beschreven en deze geoperationaliseerdin meerdere bekwaamheidseisen. Deze zijn geordend volgens de vijf Dublin Descriptoren,waarmee de opleidingen het <strong>ma</strong>sterniveau borgen.De opleiding <strong>Wiskunde</strong> heeft in 2009 de vakspecifieke eindkwalificaties per kennisdomein vande wiskunde beschreven. Deze kennisdomeinen zijn: ‘Meetkunde’, ‘Modellen en kansrekening’,‘Analyse’, ‘Discrete wiskunde’, ‘Geschiedenis van de wiskunde’ en ‘Vakdidactiek’.De opleidingen hebben regel<strong>ma</strong>tig overleg over de eisen die gesteld worden aan deafgestudeerden, met vakgenoten en de beroepspraktijk, waaronder de Wetenschappelijke Raadvan Advies. Via laatstgenoemde partij zoeken de opleidingen nadrukkelijk aansluiting metuniversiteiten, vooral op het terrein van onderzoeksbekwaamheden binnen vakdidactiek enonderwijskunde. De opleiding <strong>Wiskunde</strong> van <strong>Fontys</strong> Tilburg werkt met de andere opleidingen<strong>Wiskunde</strong> aan de opzet van de kennisbasis voor de <strong>Wiskunde</strong>. Deze kennisbasis vormt straksde externe borging van het <strong>ma</strong>sterniveau.Daarnaast overlegt de opleiding <strong>Wiskunde</strong> regel<strong>ma</strong>tig met de eigen werkveldcommissie.Twee facetten van onderwerp 1 ‘Doelstellingen opleiding’ worden als goed beoordeeld voor dezeopleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extraaantekening’ aan het oordeel toegevoegd.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 3


Program<strong>ma</strong>: voldoendeHet oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgendeoverwegingen hebben tot dat oordeel geleid.De <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> hebben de eindkwalificaties in duidelijke leerdoelen en indicatorenvertaald. Het auditteam heeft o.a. een aantal generieke en vakspecifieke toetsen bestudeert.Zodoende heeft kunnen constateren dat de opleidingen de eindkwalificaties op een valide enbetrouwbare wijze toetsen en beoordelen. De toetscommissies van de opleidingen spelen bij dekwaliteitsborging een belangrijke rol.De opleidingsprogram<strong>ma</strong>’s zijn actueel, samenhangend en zorgen ervoor dat de studentenkennis en vaardigheden op <strong>ma</strong>sterniveau kunnen ontwikkelen. Dit gebeurt aan de hand van degenerieke program<strong>ma</strong>onderdelen ‘Algemene professionele vorming’ (‘APV’), ‘Voorbereidingonderzoek’, ‘Stage’ en een vakspecifiek deel per opleiding. Zo wordt de student bijvoorbeeld bij‘Voorbereiding onderzoek' verschillende onderzoeksmethoden en –technieken aangereikt enwordt tijdens hoor- en werkcolleges ingegaan op theoretische inzichten uit de literatuur, dievervolgens worden gebruikt voor de analyse van praktijkcasussen. Binnen de stage, die veelalplaatsvindt op de school waar de student al werkzaam is, oefent de student zijn pedagogischeen didactische beroepsvaardigheden.Ook in het vakinhoudelijke curriculum besteedt de opleiding <strong>Wiskunde</strong> aandacht aan de teontwikkelen beroepsvaardigheden. Studenten werken vakinhoudelijk samen en verzorgenvakinhoudelijke presentaties voor medestudenten. Ook ontwikkelen ze producten die ze via eenvertaalslag kunnen gebruiken in de eigen praktijk. Bij verschillende vakdidactische onderdelenbestuderen en analyseren de studenten (nieuw) ontwikkeld <strong>ma</strong>teriaal dat gebruikt wordt in hetvoortgezet onderwijs (vo). Ontwikkelingen op vakdidactisch gebied zijn in de onderdelen‘School- en computerwiskunde’, ‘Natuur, Leven en Technologie’ (NLT) en de keuzevakkenondergebracht.Binnen het didactisch concept, dat is gebaseerd op het competentiegericht leren, <strong>ma</strong>ken alleopleidingen gebruik van het ‘dubbele bodem-principe’: gebruikte en geproduceerde <strong>ma</strong>terialenen tijdens de cursussen opgedane ervaringen worden direct of met een vertaalslag inzetbaarge<strong>ma</strong>akt voor de eigen (toekomstige) onderwijsverstrekking van de student. Dit vindt hetauditteam heel sterk en ook studenten zijn daarover tevreden.Het program<strong>ma</strong> vindt het auditteam voldoende studeerbaar met een gemiddelde studielast vantwintig uur per week, waaronder gemiddeld zes tot acht contacturen op de opleiding. Dat allelessen op één dag gepland staan is voor de studenten ideaal. Door de combinatie van werk,studie en privé, vinden studenten de studie wel zwaar.Inzet van personeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgendeoverwegingen hebben tot dat oordeel geleid.De studieprogram<strong>ma</strong>’s voor de <strong>ma</strong>steropleidingen worden uitgevoerd door een vaste groepkerndocenten per opleiding. De docenten, die de generieke en vakspecifieke lessen verzorgenhebben regel<strong>ma</strong>tig contact met het werkveld of zijn daarin nog werkzaam. Bij de opleiding<strong>Wiskunde</strong> hebben tien van de veertien docenten gewerkt in het vo, waaronder vier recentelijk.Alle docenten hebben een <strong>hbo</strong>- of wo-opleiding gevolgd en elf hebben een eerstegraadslesbevoegdheid. Een aantal docenten heeft ook frequente internationale contacten. Daarnaastwerkt de opleiding <strong>Wiskunde</strong> samen met de Eindhoven School of Education, dewetenschappelijke <strong>ma</strong>steropleiding van de Technische Universiteit Eindhoven die (universitaire)eerstegraads leraren opleidt. Dit alles beschouwt het auditteam als zeer belangrijk. Dat ermomenteel geen van de opleidingsdocenten werkzaam is in het vo, vindt het auditteam eenaandachtspunt voor toekomstige benoemingen. Eveneens wordt aandacht gevraagd voor hetfeit, dat de externe, vakinhoudelijke contacten persoonsgebonden zijn en dus nietgeïnstitutionaliseerd.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 4


Dat bij de opleiding <strong>Wiskunde</strong> twee docenten zijn gepromoveerd en één docent bezig is metzijn promotietraject, vindt het auditteam goed. Deze docenten leveren een belangrijke bijdrageaan de inhoud van het <strong>ma</strong>ster <strong>Wiskunde</strong> en aan de begeleiding van de studenten bij het doenvan onderzoek, zo is tijdens de audit gebleken.De opleidingen zorgen er goed voor dat de kwaliteit van docenten is geborgd doorscholingsplannen en het competentie<strong>ma</strong>nagement van docenten op team- en op FLOT-niveau.Alle docenten van de opleiding <strong>Wiskunde</strong> hebben de afgelopen jaren aantoonbaar gewerkt aanhet bevorderen van hun eigen deskundigheid, o.a. door interne cursussen op het gebied vanonderzoek en intervisie, door jaarlijkse deelname aan wiskundeconferenties en viagezamenlijke studieweken.Studenten <strong>Wiskunde</strong> zijn zeer tevreden over de kwaliteit van hun docenten, hunvakinhoudelijke kennis en hun kennis van de beroepspraktijk.Twee facetten van onderwerp 3 ‘Inzet van Personeel’ worden als goed beoordeeld voor dezeopleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extraaantekening’ aan het oordeel toegevoegd.Voorzieningen: voldoendeHet oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgendeoverwegingen hebben tot dat oordeel geleid.Het gebouw waar de FLOT gevestigd is en de voorzieningen daarbinnen zijn recentelijkvernieuwd. De <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> <strong>ma</strong>ken gebruik van een digitale leeromgeving diealtijd en overal bereikbaar is, zowel op de studiecomputers als thuis.De structurele studiebegeleiding bestaat vooral uit het syste<strong>ma</strong>tisch voeren vanstudievoortganggesprekken. De studieloopbaanbegeleider en de <strong>ma</strong>sterstudent kunnen inoverleg de studieplanning bijsturen. De infor<strong>ma</strong>tievoorziening is voldoende met het oog op destudievoortgang.Interne kwaliteitszorg: voldoendeHet oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgendeoverwegingen hebben tot dat oordeel geleid.Gebleken is dat de FLOT op generiek niveau beschikt over een werkend systeem vankwaliteitszorg, toegespitst op de specifieke <strong>ma</strong>steropleidingen. Daarbij zijn zowel internepartijen, zoals docenten en studenten, <strong>ma</strong>ar ook externe partijen, zoals in dit geval hetonderwijsveld en de wetenschap (in de vorm van de Wetenschappelijk Raad van Advies)betrokken. De lijnen binnen de opleidingen zijn kort.De opleidingen binnen FLOT worden periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van meetbaredoelen. Studenten en auditteam zijn wel van mening, dat vanwege evaluatiemoeheid en dedaaruit volgende lage respons, er minder vaak geëvalueerd zou moeten worden.Aan de hand van de uitkomsten van de evaluaties heeft de opleiding <strong>Wiskunde</strong> aantoonbaarverbeter<strong>ma</strong>atregelen getroffen. Zo zijn een aantal cursussen waarin de studentensamenwerkend moeten leren en elkaar moeten presenteren gespreid, extra begeleidingsurenbij de door de studenten gekozen vrije keuzeonderdelen ingeroosterd, en zijn de cursussen‘Analysevak 2’ en ‘Grafentheorie’ in twee in plaats van één periode ingeroosterd, zodat hetaantal contacturen en begeleidingsuren voor deze vakken verdubbeld is. Het werken met eengedegen en deskundige toetscommissie, die stelsel<strong>ma</strong>tig tentamens beoordeelt en hieropstatistische analyses uitwerkt, draagt bij aan de kwaliteitsborging van de opleiding.Resultaten: voldoendeHet oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgendeoverwegingen hebben tot dat oordeel geleid.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 5


De opleiding borgt dat de studenten die afstuderen het gewenste <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>sterniveau hebbenbehaald. Dit toetst de opleiding aan de hand van de stage en het praktijkonderzoek. Derealisatie van de vakspecifieke eindkwalificaties toetst de opleiding door middel van een mixvan toetsen bij de vakspecifieke onderdelen.De student moet op basis van de stage aantonen dat hij de opleidingscompetenties beheerst enin staat is vakkennis en vakdidactiek te integreren. Bij het praktijkonderzoek moet de studentaantonen, dat hij zelfstandig proble<strong>ma</strong>tieken/the<strong>ma</strong>tieken kan onderkennen enonderzoeks<strong>ma</strong>tig kan benaderen.Het auditteam heeft geconstateerd, dat het praktijkonderzoek zich vaak sterk richt op hetmesoniveau van de onderwijsorganisatie waar studenten werkzaam zijn. Het auditteam zou hettoejuichen als het accent komt te liggen op vakdidactische praktijkonderzoeken. Dit heeft, zo isgebleken, ook al enige tijd de aandacht van de <strong>ma</strong>steropleidingen: die sturen hier al zoveelmogelijk op.De afstudeerwerkstukken van de opleiding <strong>Wiskunde</strong> die het auditteam bestudeerd heeft,hadden duidelijk <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>sterniveau. De afstudeerwerkstukken zijn degelijk, <strong>ma</strong>ar hetonderzoek gaat niet diep. Dat komt vooral door de (school)<strong>ma</strong>nagementonderwerpen die destudenten kiezen.De afstudeerwerken zouden nog in kwaliteit kunnen verbeteren als de begeleider in debeginfase sneller commentaar geeft op de procedurele en (vak)inhoudelijke voortgang en destudenten in een eerdere fase van de studie infor<strong>ma</strong>tie zouden krijgen over wat er van hen bijhet afstudeerwerk wordt verwacht. Dat laatste is ook de wens van de studenten die hetauditteam sprak.De <strong>ma</strong>steropleidingen van FLOT hebben de rendementsgegevens van 2002 tot en met 2008 inkaart gebracht. Uit de analyse blijkt, dat het definitieve rendement van de cohorten nog nietkan worden vastgesteld, omdat van elk van deze cohorten nog studenten studeren. Uitstudievoortganggesprekken die de opleiding voert, blijkt dat studievertraging veelal dezelfdeoorzaak heeft als het voortijdig verlaten van de opleiding: de combinatie van studie, werk engezin wordt als zwaar ervaren.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 6


2. INLEIDINGDit <strong>rapport</strong> bevat het advies aan de <strong>NVAO</strong> dat door Hobéon Certificering als Visiterende enBeoordelende Instantie (VBI) is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de <strong>hbo</strong><strong>ma</strong>steropleiding<strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong>, verzorgd door <strong>Fontys</strong> Lerarenopleiding Tilburg. Crohonummer:45263. De opleiding wordt aangeboden in de varianten voltijd, deeltijd en duaal.De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de ManagementReview en de daarbij behorende onderliggende documenten. Meer specifiek betrof het eenManagement Review Instituutsdeel en een Management Review van de individuele<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong>. De beschrijving van de opleiding in het Instituutsdeel is gebaseerd opde deeltijdvariant. Alleen wanneer de situatie bij de voltijd- of duale variant daarvan afwijkt, isdie apart beschreven.Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Accreditatiekader bestaandeopleidingen hoger onderwijs Nederland’ (d.d. 14 februari 2003).De audit heeft plaatsgevonden in de periode 25 t/m 27 mei 2010. Het volledige program<strong>ma</strong>,van de audit is opgenomen in Bijlage I.Het auditteam werd gevormd door dhr. Van der Herberg, dhr. Ronner, dhr. Boers<strong>ma</strong>,dhr. Van den Bergh, dhr. Claessen, dhr. Zwaneveld, dhr. Broers, mevr. Versluis en destudenten mevr. Orlandini en dhr. Van der Linden. De in dit team aanwezige expertise is inonderstaand sche<strong>ma</strong> zichtbaar.voorzitterR. van der Herberg, partner HobéonwerkvelddeskundigeP. Ronner, schoolleideronderwijsgemeenschapvakdeskundigeK. Boers<strong>ma</strong>, hoogleraarvakdeskundigeH. v.d. Bergh, hoogleraarwerkvelddeskundigeH. Claessen, rector vo-schoolvakdeskundigeG. Zwaneveld, hoogleraarstudentO. Orlandini, 2 e graadslerarenopleiding Engels Hogeschoolvan AmsterdamstudentR. v.d. Linden, 2 e graadslerarenopleiding GeschiedenisHogeschool van AmsterdamsecretarisG. Broers, adviseur HobéonsecretarisG. C. Versluis, adviseur Hobéonwerkveld vak /disciplineonderwijs kwaliteitszorg/auditX x xX x xXxXxX x xX x xxxxstudentperspectiefxx©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 7


Hobéon Certificering beoordeelt zoveel mogelijk facetten en onderwerpen uit het <strong>NVAO</strong>beoordelingskader,op een zo hoog mogelijk aggregatieniveau. Specifieke aspecten die percluster, opleiding en/of opleidingsvariant afzonderlijk en zelfstandig zijn beschreven, wordentelkens op dat niveau beoordeeld. Door de gemeenschappelijke aspecten slechts een<strong>ma</strong>al tebeoordelen, op het niveau waarop ze worden aangestuurd en geborgd, wordt deaccreditatielast voor de daaronder liggende niveaus beperkt.Hobéon Certificering heeft bij het beoordelen van de <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> explicietrekening gehouden met de afspraken tussen de <strong>NVAO</strong> en de VBI’s op dit terrein. Dit naaraanleiding van een brief van de staatssecretaris OCW aan de <strong>NVAO</strong> (d.d. 14 november 2007)inzake ‘Accreditatie van lerarenopleidingen’ en de brief van de voorzitter van de <strong>NVAO</strong> aan destaatssecretaris OCW, d.d. 22 november 2008 (<strong>NVAO</strong>/20073488/FV).Om de ‘externe legitimering’ verder te borgen zijn tijdens de audit additionele gesprekkengevoerd met (deels at random geselecteerde) studenten, docenten en werkveld. Evenals bij de‘reguliere’ eendaagse audits zijn ook bij deze audit (tussen)producten van studentenbeoordeeld waaronder portfolio’s, toetsen en werkstukken.Het curriculum van de verschillende <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> is door het auditteam uitvoerigtegen het licht gehouden. Concreet betekent dit dat gekeken is naar zowel de vakinhoudelijkekant ervan als naar de specifieke vakdidactiek.Wij merken hier op dat in de <strong>rapport</strong>age, zoals gebruikelijk, aandacht besteed is aan het aantalcontacturen (colleges, werk- en projectgroepen en individuele begeleiding waarbij de student indirect contact staat met de docent), de onderzoekscomponent binnen de opleiding i.c. het<strong>ma</strong>sterniveau van de lerarenopleiding, de docent-studentratio en het opleidingsniveau enonderzoekservaring van de docenten. Ook is voorafgaand aan en tijdens de audit (in dedocumentenanalyse) door het auditteam de wijze bestudeerd waarop de opleiding de contactenmet het relevante onderwijsveld heeft vormgegeven.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 8


3. KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING<strong>Fontys</strong> Lerarenopleiding Tilburg (FLOT) is met ruim 3.400 studenten één van de grootstelerarenopleidingen van Nederland en leidt studenten op tot leraar op bachelorniveau(tweedegraads) in zeventien vakken en tot leraar op <strong>ma</strong>sterniveau (eerstegraads) in dertienvakken in de varianten voltijd, deeltijd en duaal.OrganisatieDe <strong>ma</strong>steropleidingen zijn het onderwerp van deze <strong>rapport</strong>age. Zij zijn geclusterd in devolgende teams:• Nederlands/Frans;• Engels/Duits;• Geschiedenis/Aardrijkskunde/Maatschappijleer;• Algemene Economie/Bedrijfseconomie/<strong>Wiskunde</strong>;• Biologie;• Natuurkunde/Scheikunde.Naast de onderwijsteams is er binnen FLOT een expertisecentrum dat bestaat uit eenverzameling expertisegroepen, waaronder Vak<strong>ma</strong>nschap, Internationalisering, Toetsing enLoopbaan. De expertisegroepen zijn verantwoordelijk voor de onderwijsontwikkeling ophoofdlijnen en adviseren het <strong>ma</strong>nagement over de uitvoering van het curriculum.Een kenmerk van de <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> is hun kleinschaligheid waardoor de lijnen kortzijn. Getals<strong>ma</strong>tig studeren de meeste <strong>ma</strong>sterstudenten in Tilburg Geschiedenis en <strong>Wiskunde</strong>(resp. 102 en 101 studenten). Het aantal studenten Frans vormt de kleinste groep met 29<strong>ma</strong>sterstudenten (peildatum: begin april 2010). De opleidingen hanteren een studierooster datook studenten die ver weg wonen in staat stelt de colleges in Tilburg te volgen.MasterniveauUitgangspunt binnen de opleiding is om eerstegraads docenten op te leiden die via eensyste<strong>ma</strong>tische, onderzoeks<strong>ma</strong>tige benadering vraagstukken in de eigen beroepspraktijk kunnenoppakken en daardoor een bijdrage leveren aan de schoolorganisatie als geheel. Concreetbetekent dit dat de afgestudeerde eerstegraads docent naast vakdocent ook een functie heeftals ontwerper, ontwikkelaar en coach. Deze brede rol is door de <strong>ma</strong>steropleiding beschreven inde zes beroepsrollen. Deze beroepsrollen en eindkwalificaties zijn opgenomen in het eerdergenoemde document ‘Vakkundig, Vaardig, Vindingrijk’.Een belangrijk nieuw fenomeen binnen de <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> betreft het <strong>ma</strong>sterteam datbestaat uit de teamleider van de <strong>ma</strong>steropleidingen, de opleidingscoördinatoren van de<strong>ma</strong>steropleidingen en de docent Onderzoek. Dit team is ingericht als gevolg van de vorigevisitatie in 2004 (zie hierna) om zo de onderlinge afstemming tussen de afzonderlijke<strong>ma</strong>steropleidingen te verbeteren. Het <strong>ma</strong>sterteam komt elke twee weken bijeen onder leidingvan de teamleider en bespreekt onderwerpen die te <strong>ma</strong>ken hebben met onderwijs enorganisatie. Masterdocenten zijn zowel werkzaam in de bachelorlerarenopleidingen als in de<strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> en werken structureel samen in het <strong>ma</strong>sterteam.De opleiding kent een lectoraat Leerstrategieën. Het lectoraat ziet als belangrijkste opdracht:Het (leren) doen van praktijkonderzoek door leraren en door opleiders dat bijdraagt aan dekwaliteit van onderwijs en de professionalisering van het beroep. Het lectoraat moet zowelopleiders als studenten stimuleren om door praktijkonderzoek hun professionelehandelen kritisch te volgen en te ontwikkelen.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 9


De <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> kennen verder een aantal zgn. overlegplatforms die betrokkenzijn bij het niveau, de actualiteit en de beroepsoriëntatie van de opleidingen. Concreet wordengenoemd de Raad van Advies VO, waarin directies van scholen voor voortgezet onderwijs enandere lerarenopleidingen van <strong>Fontys</strong> vertegenwoordigd zijn, de Wetenschappelijke Raad vanAdvies die alleen ingesteld is voor de <strong>ma</strong>steropleidingen van FLOT, deinstituutsmedezeggenschapsraad (IMR) waarin medewerkers en studenten vertegenwoordigdzijn, de studentenraad die een klankbordgroep vormt voor de directie, het studentdocentoverlegper opleiding en ten slotte de opleidingscommissie voor de <strong>ma</strong>sters die in 2010is opgericht en twee<strong>ma</strong>al per jaar bijeenkomt. In de <strong>rapport</strong>age zal meerdere <strong>ma</strong>len verwezenworden naar deze gremia.Hbo-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong>De kennis- en vaardigheidsdomeinen van het vakspecifieke deel van de opleiding <strong>Wiskunde</strong> zijnafgestemd op de leerinhouden van de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en dekernconcepten en vakspecifieke vaardigheden van de discipline. De opleiding hanteert in hetprogram<strong>ma</strong> een indeling in kennisdomeinen, die ook op de universiteiten gebruikelijk is,namelijk: ‘Meetkunde’, ‘Modellen en kansrekening’, ‘Analyse’, ‘Discrete wiskunde’,‘Geschiedenis van de wiskunde’ en ‘Vakdidactiek’.De modules van het vakspecifieke deel van het curriculum zijn verdeeld over de zes domeinenen over de drie studiejaren. Daarnaast staan in het tweede studiejaar stage en de module‘Voorbereiding onderzoek’ geprogrammeerd en in het derde studiejaar ‘Uitvoering onderzoek’.Naast de voor elke student verplichte modules biedt de opleiding binnen het curriculum eenaantal onderdelen waar de student eigen keuzes in kan <strong>ma</strong>ken.Voor studenten die na hun bacheloropleiding en een deel van de <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding willendoorstromen naar de wo-<strong>ma</strong>ster van de Eindhoven School of Education (TU Eindhoven) is eenspeciaal doorstroomprogram<strong>ma</strong> ontwikkeld.Het curriculum is in de afgelopen tien jaar meerdere keren aangepast, waarbij o.a. een aantalcursussen is aangescherpt en de verdeling van het aantal te verkrijgen studiepunten voor elkecursus is herzien.In het studiejaar 2006 is na gezamenlijk overleg met de opleidingen Natuurkunde, Scheikunde,Biologie en Aardrijkskunde het onderdeel ‘Natuur, Leven en Technologie’ (NLT) ingevoerd inverband met het nieuwe schoolvak NLT. Dit onderdeel wordt volgen de studenten gezamenlijk.In 2009-2010 werkt de <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Wiskunde</strong> van <strong>Fontys</strong> Hogescholen samen met andere<strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> aan de totstandkoming van de landelijke kennisbasiswiskunde<strong>ma</strong>ster.StudentenpopulatieDe <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Wiskunde</strong> telde in 2009-2010 101 studenten en 14 docenten en is daarmeeeen van de grotere <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> binnen <strong>Fontys</strong> Tilburg.Het aantal instromende studenten schommelde tussen 2002 en 2008 tussen de 21 en 30.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 10


4. VORIGE ACCREDITATIEAccreditatie 2004GeneriekDe opleidingen gaan in de documentatie uitgebreid in op de resultaten van de vorige visitatie.De visitatie vond plaats in het najaar van 2004. Een aanvullend panelbezoek vond plaats inseptember 2005 nadat de VBI, de NQA, een lijst met verbeterpunten had vastgesteld.Vervolgens heeft FLOT voorafgaand aan het aanvullende bezoek een aantalverbeter<strong>ma</strong>atregelen genomen. Na het tweede visitatiebezoek beoordeelde het panel in hetdefinitieve beoordelings<strong>rapport</strong> ook de onderwerpen Doelstellingen en Program<strong>ma</strong> positief.Daarmee was het totaaloordeel over de <strong>ma</strong>steropleidingen positief.• Het visitatiepanel in 2004-2005 gaf aan dat de aansluiting met universiteiten m.b.t. deonderzoeksbekwaamheid op het gebied van de onderwijskunde en de vakdidactiekverstevigd zou moeten worden.• De <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> zouden met de opzet van de program<strong>ma</strong>’s meer naar elkaartoe moeten groeien. Ook zou de relatie tussen vakinhoud en didactiek verbeterd moetenworden.• Het toetsbeleid zou op onderdelen duidelijker geformuleerd moeten zijn in eentoetsbeleidsplan. De controle van toetsen op validiteit en betrouwbaarheid kon verderverbeterd worden.• Het visitatiepanel stelde vast dat docenten de verbinding konden leggen met deberoepspraktijk, <strong>ma</strong>ar gaf wel aan dat er expliciet personeelsbeleid geformuleerd engevoerd moest worden op dit gebied.• Doelen verdienden nadere concretisering, zodanig dat ze direct toetsbaar zouden zijn.• De opleidingen dienden <strong>ma</strong>atregelen te nemen om de studieduur van uitvallers tebeperken.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Tijdens de visitatie van 2004 bleek, dat de vakcomponent in de eindtermen van de exacteopleidingen (Natuurkunde, Scheikunde en <strong>Wiskunde</strong>) nader uitgewerkt diende te worden. In deaanvullende visitatie had de opleiding <strong>Wiskunde</strong> daarin al duidelijk verbetering aangebracht. Deberoepscomponent was ook duidelijk vergroot.Ook constateerde het visitatiepanel dat in de exacte opleidingen veel gebruik werd ge<strong>ma</strong>aktvan schriftelijke tentamens en in mindere <strong>ma</strong>te van presentaties en portfolioproducten.Verbeter<strong>ma</strong>atregelen naar aanleiding van de accreditatieGeneriek• Om de aansluiting met het wetenschappelijk onderwijs en de onderzoekscomponent binnende opleidingen te verbeteren hebben de <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> van FLOT een aantalbelangrijke acties ondernomen.Zo is in het studiejaar 2005-2006 een Wetenschappelijke Raad van Advies ingesteld. Hierinhebben acht vertegenwoordigers van nationale en internationale universiteiten zitting.Het lectoraat Leerstrategieën en de verschillende <strong>ma</strong>steropleidingen werken op het gebiedvan onderzoek samen met het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit. Daarnaastwordt via de Eindhoven School of Education samengewerkt met de educatieve<strong>ma</strong>steropleiding van de Technische Universiteit Eindhoven en is een samenwerking gestartmet de Universitaire Lerarenopleiding Tilburg. Ook zijn in het studiejaar 2006-2007 alleonderzoeksbegeleiders van de <strong>ma</strong>ster gedurende een jaar (0,1 fte peronderzoeksbegeleider) geschoold door het lectoraat Leerstrategieën in samenwerking metde Universiteit van Tilburg.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 11


• Om de afstemming tussen de <strong>ma</strong>steropleidingen te vergroten, is in 2006 het <strong>ma</strong>sterteamen een daaruit voortvloeiende overleg tussen de <strong>ma</strong>stercoördinatoren en de docentOnderzoek ingericht. Om de opleidingen meer naar elkaar toe te laten groeien, zijn ergenerieke afspraken ge<strong>ma</strong>akt over de opzet van het program<strong>ma</strong> op het terrein van: deverdeling van studiepunten over de studieonderdelen ‘Vak en vakdidactiek’, ‘Algemeneprofessionele vorming’ (‘APV’), onderzoek en stage. Met ingang van studiejaar 2008-2009is zowel de uitvoering als de beoordeling van ‘APV’ generiek opgezet. Dit geldt ook voor‘Voorbereiding onderzoek’, de stage en het praktijkonderzoek.• Om de relatie tussen vakinhoud en didactiek te verbeteren, legt elke opleiding deze relatieexpliciet vast in de module ‘Vakdidactiek’. Daarnaast krijgt die relatie in de vakinhoudelijkemodules aandacht in de opzet van opdrachten.• Het toetsbeleid is in 2005-2006 geïmplementeerd en naar aanleiding van de recentebacheloraccreditatie geherformuleerd. Elke <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> binnen FLOT beschiktover een toetscommissie die de kwaliteit van toetsen controleert.• In het personeelsbeleidsplan 2009-2012 wordt aandacht besteed aan de relatieberoepspraktijk en opleiding. Het belang van recente werkveldervaring voor FLOT wordthierbij benadrukt, ondersteund door docentstages. Ook wordt gestreefd naar een flexibeleschil van praktijkdocenten met een omvang van 15 tot 20 procent.• Inmiddels zijn er op de terreinen ‘personeel’, ‘student-docentratio’ en ‘rendementen’kwantitatieve doelen geformuleerd. Ook dienden de <strong>ma</strong>steropleidingen verbetertrajecten tefor<strong>ma</strong>liseren en op papier zichtbaar te <strong>ma</strong>ken. Over resultaten van evaluaties en oververbeteracties wordt thans gecommuniceerd via de notulen van onder andere het studentdocentoverleg,via de website van FLOT, via de digitale FLOT-nieuwsbrieven en in hetjaarverslag.• Uit exitgesprekken is inmiddels gebleken dat veel uitvallers hun studie staken omdat decombinatie met werk en gezin te zwaar is. Sinds de vorige visitatie is het intakegesprekvoor aanvang van de studie verbreed naar alle <strong>ma</strong>steropleidingen.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>• In het studiejaar 2006-2007 is het curriculum van de opleiding <strong>Wiskunde</strong> aangepast. Demodule ‘Computerwiskunde’ heeft de naam ‘School- en computerwiskunde’ gekregen en indat onderdeel staat de vakdidactiek centraal en worden de relaties met ontwikkelingen inhet beroepenveld gelegd. In totaal worden er nu mini<strong>ma</strong>al 6 EC’s volledig aan vakdidactiekbesteed. Afhankelijk van de keuze voor een bepaalde module kan dat oplopen tot 10 EC’s.• De opleiding heeft conform het toetsbeleid de spreiding in toetsvormen vergroot. Eenaantal modules wordt niet langer met een schriftelijke toets afgesloten.• In het studiejaar 2006-2007 is de module ‘Natuur, Leven en Technologie’ (NLT) ingevoerd,waarbij <strong>ma</strong>sterstudenten van de lerarenopleidingen <strong>Wiskunde</strong>, Natuurkunde, Biologie enAardrijkskunde zich samen in het nieuwe schoolvak NLT verdiepen. Daarmee is tevensingespeeld op de opmerking van het visitatiepanel dat samenwerking tussen deverschillende opleidingen ontwikkeld diende te worden.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 12


DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU5. ONDERWERPEN EN FACETTEN <strong>NVAO</strong>-ACCREDITATIEKADER1. Doelstellingen opleidingFacet 1.1. Domeinspecifieke eisen• De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door(buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan eenopleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)Oordeel: goedHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.Missie en uitgangspuntUitgangspunt binnen de opleidingen is om eerstegraads docenten op te leiden die via eensyste<strong>ma</strong>tische, onderzoeks<strong>ma</strong>tige benadering vraagstukken in de eigen beroepspraktijk kunnenoppakken en daardoor een bijdrage leveren aan de schoolorganisatie als geheel. Concreetbetekent dit dat de afgestudeerde eerstegraads docent naast vakdocent tevens een functieheeft als ontwerper, ontwikkelaar en coach. Deze brede rol is door de <strong>ma</strong>steropleidingbeschreven in de zes beroepsrollen. Deze beroepsrollen en eindkwalificaties zijn opgenomen inhet eerder genoemde document ‘Vakkundig, Vaardig, Vindingrijk’.BeroepscompetentiesGeneriekVanaf 2005 hanteren de <strong>ma</strong>steropleidingen eindkwalificaties gerelateerd aan de zesberoepsrollen. Deze eindkwalificaties zijn generiek, <strong>ma</strong>ar omvatten ook de vakspecifieke eisenop het gebied van kennis- en vaardigheden. Sinds 2008 zijn de <strong>ma</strong>steropleidingen bezig met deovergang van het hanteren van eindkwalificaties gekoppeld aan beroepsrollen naar hethanteren van SBL-competenties (zie hierna) inclusief bekwaamheidseisen in combinatie meteen landelijke, vakspecifieke kennisbasis. Deze transitie is onderdeel van de ontwikkeling vaneen doorgaande leerlijn vanuit de bachelor en sluit aan bij de Wet Beroepen In het Onderwijs(BIO) uit 2006.De <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> van FLOT hebben de competenties op <strong>ma</strong>sterniveau beschreven.Ook zijn de competenties geoperationaliseerd in meerdere bekwaamheidseisen en zijn bij elkecompetentie voorbeelden van indicatoren gegeven.In 2009 zijn de definitieve vakspecifieke kennisbases op bachelorniveau opgeleverd, nalegiti<strong>ma</strong>tie door de zogeheten legiti<strong>ma</strong>tiepanels. Wat betreft de kennisbasis op <strong>ma</strong>sterniveauverwijzen we naar het opleidingsspecifieke deel hierna. FLOT participeert in de redactieteamsvoor alle vakdelen en heeft een coördinator Kennisbasis op instituutsniveau. Daarnaast levertFLOT een van de drie landelijke projectleiders. In november 2010 worden de kennisbases vande verschillende vakken op <strong>ma</strong>sterniveau gelegitimeerd door panels waarin wetenschap,werkveld en vak- en beroepsverenigingen vertegenwoordigd zijn.Het auditteam is van mening dat de basiskwaliteit van de <strong>ma</strong>steropleidingen in orde is. Dit isgebleken uit de nadere bestudering van de competentieset en uit bestudering van hetstudie<strong>ma</strong>teriaal.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 13


Opleiding <strong>Wiskunde</strong>De opleiding <strong>Wiskunde</strong> heeft in 2009 de vakspecifieke eindkwalificaties per kennisdomein vande wiskunde beschreven. Deze kennisdomeinen zijn: ‘Meetkunde’, ‘Modellen en kansrekening’,‘Analyse’, ‘Discrete wiskunde’, ‘Geschiedenis van de wiskunde’ en ‘Vakdidactiek’.We geven een voorbeeld hiervan voor het domein ‘Meetkunde’:De startbekwame eerstegraads leraar:• beheerst de methoden en de achterliggende theorie van het leerstofgebied ‘VoortgezetteMeetkunde’ in het vwo-program<strong>ma</strong>;• heeft kennis en inzicht in de vlakke meetkunde aan de hand van specifieke meetkundigehoogtepunten, zoals onder meer de Rechte van Wallace, de negenpuntscirkel, de inversie,etc.;• kan zelfstandig een complex meetkundige tekst bestuderen en de essenties daarvanpresenteren.Zoals al in de inleiding is vermeld werkt de <strong>ma</strong>steropleiding leraar <strong>Wiskunde</strong> van <strong>Fontys</strong> Tilburgmet de andere opleidingen <strong>Wiskunde</strong> aan de opzet van de kennisbasis voor de <strong>ma</strong>sterwiskunde. Deze kennisbasis vormt straks de externe borging van het <strong>ma</strong>sterniveau.Onderzoekscompetenties en kennisbasisOp het terrein van onderzoeksvaardigheden is FLOT bezig een onderzoekslijn in het curriculu<strong>ma</strong>an te brengen. Het lectoraat Leerstrategieën van FLOT sluit hierop aan door hetpraktijkgericht onderzoek als een belangrijk middel voor de professionalisering van de docentte promoten. De Raad van Advies VO heeft het belang van praktijkonderzoek onderschreven.Daarnaast pleit de Wetenschappelijke Raad van Advies van de opleidingen voor de ontwikkelingvan de kennisbasis in het vakspecifieke deel van het opleidingsprogram<strong>ma</strong>.Bijdrage beroepenveldGeneriekTen aanzien van de vraag waar professionalisering van eerstegraads leraren zich op moetrichten, overlegt FLOT geregeld met de Raad van Advies Voortgezet Onderwijs, deWetenschappelijke Raad van Advies en het lectoraat. Zij zijn nadrukkelijk betrokken bij deinhoudelijke ontwikkelingen binnen het vakgebied.Het auditteam heeft uitgebreid gesproken met twee hoogleraren als vertegenwoordigers van deWetenschappelijk Raad van Advies. Gebleken is dat zij beschikken over kennis van en inzicht inhet onderwijsveld en een uitgesproken en op onderdelen kritische visie hebben op het vak vande eerstegraads docent. Het auditteam vindt deze kritische houding goed en uitdagend voor deopleiding. De Wetenschappelijke Raad van Advies discussieert regel<strong>ma</strong>tig met de opleidingenover ontwikkelingen in het vakgebied en de implicaties hiervan voor de opleidingen. Via deWetenschappelijke Raad zoeken de opleidingen nadrukkelijk aansluiting bij universiteiten,vooral op het terrein van onderzoeksbekwaamheden binnen vakdidactiek en onderwijskunde.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Daarnaast overlegt de opleiding <strong>Wiskunde</strong> zowel formeel als informeel met het eigenberoepenveld, waaronder de eigen werkveldcommissie.Oordeel studenten en alumniAfhankelijk van de opleiding geeft meer dan 80 procent van de alumni en derdejaarsstudentenaan de opleidingscompetenties relevant te vinden voor het functioneren op <strong>ma</strong>sterniveau.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 14


Facet 1.2. Niveau: Master• De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaalgeaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een MasterOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.Opleidingskwalificaties en Dublin DescriptorenFLOT geeft aan dat het onderscheid tussen bachelor- en <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> vooralgelegen is in de verdere verbreding en verdieping van de opleidingskwalificaties wat betreft devakinhoudelijke kennis van een tweedegraads leraar tot <strong>ma</strong>sterniveau. Binnen de<strong>ma</strong>steropleidingen worden eveneens de onderzoekscompetenties verder verdiept:<strong>ma</strong>sterstudenten richten zich op het doen van praktijkonderzoek waarbij ookschooloverstijgende praktijkvragen onderwerp van onderzoek kunnen zijn.Opleidingsniveau eerstegraads docentDe <strong>ma</strong>steropleidingen richten zich op de brede rol van de eerstegraads docent binnen hetvoortgezet hoger onderwijs. De opleidingen besteden daarom ook aandacht aan deverantwoordelijkheid van de als <strong>ma</strong>ster opgeleide docent voor de ontwikkeling en innovatie vanhet beleid en de onderwijspraktijk binnen de vaksectie en de school. In dit verband merkt hetauditteam op dat het allerminst vanzelfsprekend is dat <strong>ma</strong>sterstudenten in de huidigeschoolpraktijk voor <strong>ma</strong>nagementtaken moeten worden opgeleid. Het ligt meer voor de hand omde <strong>ma</strong>steropleiding te richten op verdere didactische professionalisering enonderzoeksvaardigheden, die de verdere vakinhoudelijke en vakdidactische ontwikkelingstimuleren, ook in de vorm van leermiddelen.De <strong>ma</strong>steropleidingen van FLOT hebben de verschillende opleidingscompetentiesgeoperationaliseerd in meerdere bekwaamheidseisen. In het onder 1.1 genoemde document‘Vakkundig, Vaardig, Vindingrijk’ zijn de bekwaamheidseisen bij elke competentie geordendvolgens de vijf Dublin Descriptoren. De opleidingen hebben verder in een apart document derelatie beschreven tussen de Dublin Descriptoren en de bekwaamheidseisen van de <strong>ma</strong>sters.In de formulering van de omschrijvingen van elke SBL-competentie en in de formulering vanafzonderlijke bekwaamheidseisen zijn de Dublin Descriptoren herkenbaar aanwezig. Zo is decompetentie ‘interpersoonlijk competent’ onder andere geoperationaliseerd in de volgende tweevakinhoudelijke-didactische bekwaamheidseisen. De docent voortgezet hoger onderwijs:• heeft een praktische kennis van veel voortkomende leerstoornissen en –belemmeringen(Dublin Descriptor: kennis en inzicht);• kan in overleg met collega-docenten beoordelen of en hoe ontwikkelings-, leer- en/ofgedragsproblemen bij individuele leerlingen aangepakt kunnen worden (Dublin Descriptor:oordeelsvorming).©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 15


Facet 1.3. Oriëntatie <strong>hbo</strong>• De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of insamenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/ofberoepscompetentieso Een <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>ster heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/ofleidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen,dan wel het niveau van functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarineen <strong>hbo</strong>-opleiding vereist is of dienstig isOordeel: goedHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemdeaspecten volledig in facet 1.1 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 16


2. Program<strong>ma</strong>Facet 2.1. Eisen <strong>hbo</strong>• Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan deberoepspraktijk ontleend studie<strong>ma</strong>teriaal en via interactie met de beroepspraktijken/of (toegepast) onderzoek• Het program<strong>ma</strong> heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in hetvakgebied / de discipline• Het program<strong>ma</strong> waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeftaantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijkOordeel: goedHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.Beroepsgericht curriculumHet reguliere opleidingsprogram<strong>ma</strong> van de <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> (voltijd, deeltijd en duaal)bestaat uit twee delen:• een generiek program<strong>ma</strong> dat opleidingsbreed wordt aangeboden;• een vakspecifiek program<strong>ma</strong> dat per opleiding wordt aangeboden.Het generiek deel van het opleidingsprogram<strong>ma</strong> bestaat uit de modules:• ‘Algemene professionele vorming’ (‘APV’);• ‘Voorbereiding onderzoek’;• ‘Stage’;• ‘Onderzoek’.In de <strong>ma</strong>steropleidingen wordt het theoretische kader voor het professioneel handelen verderuitgediept en verbreed. ‘APV’ omvat drie praktijkgerichte the<strong>ma</strong>’s:• Leren en instructie;• Kenmerken van de bovenbouwleerling;• Organisatie van de school en innovatie van het onderwijs.Het praktijkgedeelte is gericht op toetsing van de praktijk aan de hand van kennis en inzicht,aangebracht vanuit het theoretische kader. Daarnaast sturen de opleidingen binnen ‘APV’ opkennisontwikkeling, aan de hand van de zogenoemde complexe leertaak. Deze heeft betrekkingop een praktijkvraag van de student over de eigen beroepspraktijk. In het studiejaar 2008-2009 is ‘APV’ voor het eerst boven de afzonderlijke opleidingen uitgetild en <strong>ma</strong>sterbreedaangeboden. Om beter zicht te krijgen op de daadwerkelijke kennisbeheersing van studenten,wordt ‘APV’ in het huidige studiejaar voor het eerst afgesloten met een kennistentamen.Studenten gaven tijdens de audit aan dat zij niet tevreden waren over ‘APV’. Zo was voor henbijvoorbeeld de relatie met de onderwijspraktijk niet altijd duidelijk en waren zij niet altijdtevreden over de docenten. In een aparte sessie met het <strong>ma</strong>nagement van de opleidingen heefthet auditteam de evaluatie onder studenten over het studieonderdeel ‘APV’ besproken. Uit ditgesprek is naar voren gekomen dat de opleidingen inmiddels adequate <strong>ma</strong>atregelen hebbengenomen om dit studieonderdeel beter in te passen in het onderwijsaanbod. Daarbij zijn desuggesties van studenten meegenomen.In het studieonderdeel ‘Voorbereiding onderzoek’ worden de student verschillendeonderzoeksmethoden en –technieken aangeboden en wordt samen met de student toegewerktnaar een onderzoeksvoorstel.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 17


VakliteratuurGeneriekTijdens hoor- en werkcolleges wordt ingegaan op theoretische inzichten uit de literatuur, dievervolgens worden gebruikt voor de analyse van casussen uit de praktijk. De opleidingensturen hier op kennisontwikkeling aan de hand van de literatuur. De literatuurlijst wordtjaarlijks geactualiseerd, zodat de meest recente ontwikkelingen en de actuele stand van zakenrond de behandelde the<strong>ma</strong>’s worden meegenomen.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>De kennis- en vaardigheidsgebieden zijn herkenbaar terug te vinden in de verplichte enaanbevolen literatuur. De gebruikte literatuur is op <strong>ma</strong>sterniveau. De verplichte boeken van delijst hebben een degelijk niveau en zijn geschreven door hoogleraren <strong>Wiskunde</strong>. Eén van deboeken wordt ook op meerdere universiteiten in Nederland gebruikt in de bacheloropleiding.Dat is ook het niveau dat studenten van de <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>ster nog kunnen bevatten. De opleidingzorgt er bovendien voor dat de gebruikte literatuur goed aansluit bij de recente ontwikkelingenop het vakgebied. Engelstalige literatuur wordt alleen in de opleiding gebruikt als er geen goedNederlands boek voorhanden is. Dat vindt het auditteam een plausibel argument gezien het feitdat de studenten worden opgeleid voor de Nederlandse onderwijssituatie. Beperkt gebruik vanwetenschappelijke literatuur verdient volgens het auditteam wel aanbeveling.Materiaal uit de (internationale) beroepspraktijkOpleiding <strong>Wiskunde</strong>De opleiding <strong>ma</strong>akt adequaat gebruik van <strong>ma</strong>teriaal uit de beroepspraktijk. Bij verschillendevakdidactische onderdelen bestuderen en analyseren de studenten (nieuw) ontwikkeld<strong>ma</strong>teriaal dat gebruikt wordt in het vo. Voorbeeld hiervan is de analyse van de modules'Speltheorie' en 'Financieel rekenen' bij de keuzevakken <strong>Wiskunde</strong> C en D, die recentelijk zijnontwikkeld door medewerkers van de Universiteit van Tilburg.Stage en ontwikkelen beroepsvaardighedenGeneriekDe praktijkcomponent binnen de lerarenopleidingen neemt een belangrijke plaats in. De stageduurt mini<strong>ma</strong>al twintig lesweken. Studenten aan de deeltijd- en duale variant van deopleidingen lopen stage op de school waar zij werkzaam zijn. Studenten aan de voltijdvariantmoeten stage lopen op een stageschool. Binnen de stage oefent de student zijn pedagogischeen didactische beroepsvaardigheden aan de hand van onderwijsactiviteiten die hij moetuitvoeren.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Ook in het vakinhoudelijke curriculum besteedt de opleiding aandacht aan de te ontwikkelenberoepsvaardigheden. Studenten werken bij de onderdelen 'School- en computerwiskunde','Grafentheorie', 'Voortgezette meetkunde' en 'NLT' deels vakinhoudelijk samen en verzorgenvakinhoudelijke presentaties voor medestudenten. Ook ontwikkelen ze producten die ze kunnenvertalen naar gebruik in de eigen praktijk.Actualiteit van het studieprogram<strong>ma</strong>GeneriekDe actualiteit van het onderwijsprogram<strong>ma</strong> wordt ondersteund door het lectoraatLeerstrategieën. Dit lectoraat werd onder meer ingesteld om actuele kennis te generen en dezete laten doorwerken in onderwijsprogram<strong>ma</strong>’s. Het auditteam constateert dat dit op eenadequate wijze gebeurt. Een aantal (recent) gepromoveerde docenten helpen ook hetcurriculum actueel te houden.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 18


Relevante ontwikkelingen die gesignaleerd worden, vinden hun weg via de docenten naar deopleidingen. Voor de vakdidactische component richten de opleidingen zich met name op hetRuud de Moor Centrum. Het auditteam geeft ter overweging mee dat het goed zou zijn ookandere kennisinstituten op het terrein van algemene didactiek hierbij te betrekken; externegerichtheid zou meer geïnstitutionaliseerd kunnen worden om los te komen van de meertoevallige persoonsgerichte contacten.De opleidingen hebben voor de bewaking van de kwaliteit van de inhoudelijke studieonderdelencontact met medewerkers van universiteiten. Tijdens de audit gaven zij aan het wenselijk tevinden deze contacten op een meer structurele wijze vorm te geven.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Het auditteam constateert, dat de opleiding er voor zorgt dat het vakspecifieke program<strong>ma</strong>actueel is. Ontwikkelingen op vakdidactisch gebied zijn in de onderdelen ‘School- encomputerwiskunde’, ‘Natuur, Leven en Technologie’ (NLT) en in keuzevakken ondergebracht. In‘School- en computerwiskunde’ bijvoorbeeld ligt de focus bij actuele ontwikkelingen op hetgebied van schoolwiskunde: examenprogram<strong>ma</strong>'s, <strong>Wiskunde</strong> A, B, C en D, en software. Hetonderdeel ‘NLT’ is speciaal gericht op het nieuwe schoolvak NLT.Infor<strong>ma</strong>tie over actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk verkrijgt de opleiding ook in hetoverleg met de veldcommissie, door infor<strong>ma</strong>tie van de stagebegeleiders van de vakgroep endoor gastdocenten in te zetten.Interactie beroepspraktijkGeneriekDe opleidingen hechten veel belang aan de samenwerking met onderwijsinstellingen uit hetwerkveld. Zo wordt er samengewerkt op het terrein van kennisontwikkeling,beleidsontwikkeling, praktijkonderzoek en het verder verbeteren van de aansluiting opleidingen werkveld.De <strong>ma</strong>steropleidingen onderhouden banden met de beroepspraktijk via:• de beroepspraktijk en de stage van de student. De studenten brengen actueleontwikkelingen binnen het werkveld mee de opleiding in;• de <strong>Fontys</strong>-Contactdocenten die de studenten tijdens de stage begeleiden. Zij hebben veelcontact met het werkveld en zijn goed ingevoerd in de ontwikkelingen binnen deberoepspraktijk;• de docentopleiders die werken of recent werkzaam waren binnen het voortgezet onderwijs;• de Academische Opleidingsschool en de andere opleidingsscholen. Dit is eensamenwerkingsverband met middelbare scholen waar een onderzoekslijn loopt. Er is in2009 contact gelegd met deze scholen en er zijn afspraken ge<strong>ma</strong>akt met betrekking totsamenwerking;• het lectoraat Leerstrategieën. Het lectoraat is betrokken bij projecten in de beroepspraktijken volgt de ontwikkelingen in die beroepspraktijk;• de Raad van Advies Voortgezet Onderwijs;• de werkveldcommissie (per opleiding).Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Ook via vooraanstaande gastsprekers, die de opleiding elk jaar uitnodigt om over eeninteressant en actueel the<strong>ma</strong> te spreken, komen studenten en docenten <strong>Wiskunde</strong> in aanrakingmet de beroepspraktijk. Het auditteam constateert dat de <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Wiskunde</strong> geencontact heeft met Academische Opleidingsscholen. Het auditteam onderkent dat dit gezien delandelijke spreiding van de studenten ook moeilijk is, <strong>ma</strong>ar beveelt de opleiding aan na tedenken over mogelijkheden om studenten in aanraking te laten komen met interessanteonderzoeken die op deze scholen plaatsvinden.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 19


Internationale referentieGeneriekFLOT voert <strong>ma</strong>rktgerichte internationale projecten uit waarbij het kan gaan om innovatie vanhet onderwijs, projecten op het gebied van didactiek en projecten ten behoeve van hetvergroten en up-to-date brengen van vakkennis. Zo wordt er gewerkt aan een samenwerkingtussen de alfaopleidingen (talen) van FLOT en de Katholieke Universiteit Leuven. De eerstecontacten zijn inmiddels gelegd.Het auditteam constateert dat internationalisering een beperkte rol speelt binnen de<strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong>. Wel ziet het auditteam dat opleidingen steeds vaker anderstaligeliteratuur voorschrijven. Meer zichtbaarheid in het buitenland dan nu het geval is, ensamenwerking met lerarenopleidingen in het omringende buitenland, is met het oog op detoekomst zeker van belang.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>De opleiding <strong>Wiskunde</strong> participeert op internationaal terrein in het NUFFIC-project‘Strengthening Teacher and Research Education in Natural Sciences and Mathe<strong>ma</strong>tics’ waarinde opleiding samen met de Universiteit van Maputo (Mozambique), <strong>Fontys</strong> University of AppliedSciences en Eindhoven School of Education van de Technische Universiteit Eindhoven aandachtbesteedt aan curriculumontwikkeling, practicum, vakdidactiek en vakdidactisch onderzoek.Internationale studentuitwisseling vindt niet plaats, vanwege de baan die de studenten hebbenin het onderwijs. Het auditteam raadt de opleiding aan de studenten eens te laten uitzoekenwat de vakantiespreiding hierin aan mogelijkheden biedt.Praktijkgericht onderzoekHet deelnemen aan onderzoekstrajecten, bijvoorbeeld in het kader van het lectoraat, biedtstudenten en docenten de gelegenheid om aan te sluiten bij meer wetenschappelijkeontwikkelingen in het vakgebied.Voorafgaand aan het feitelijke praktijkonderzoek volgen studenten een cursus ‘Voorbereidingonderzoek’. Hierbij worden in de hoorcolleges en de literatuur verschillende methoden entechnieken gepresenteerd. Tijdens de werkcolleges worden de studenten begeleid bij hetuitwerken van hun onderzoeksvoorstel en bij hun keuze voor de methoden en technieken. Pasals het onderzoeksvoorstel goedgekeurd is, <strong>ma</strong>g een student starten met hetpraktijkonderzoek.De student verricht een praktijkonderzoek binnen de eigen lespraktijk of de praktijk van deeigen school (voor voltijdstudenten is dit de stageschool). Het praktijkonderzoek is gericht opeen situatie in de beroepspraktijk en dient een oplossing/aanbeveling voor de beroepspraktijkop te leveren.Het auditteam heeft geconstateerd, dat dit praktijkonderzoek zich vaak sterk richt op hetmesoniveau van de onderwijsorganisatie waarbinnen studenten werkzaam zijn. Het auditteamheeft aan dit aspect tijdens de audit uitgebreid aandacht besteed, daar zij van mening is dathet praktijkonderzoek zich sterker op de vakdidactiek zou kunnen richten. De docenten van deopleidingen delen deze mening. (Zie verder facet 6.1.)StudenttevredenheidGeneriekUit de evaluatie van de module ‘Voorbereiding onderzoek’ aan het eind van 2008-2009 bleekdat studenten beter toegerust willen worden voor de uitvoering van het praktijkonderzoek. Uitde evaluatie van de stages en het onderzoek onder afstudeerders bleek hetzelfde. Daaromwordt in 2009-2010 meer aandacht besteed aan de begeleiding van studenten bij het opstellenvan hun onderzoeksvoorstel.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 20


Uit het studenttevredenheidsonderzoek dat in het najaar van 2009 is gehouden, blijkt dat<strong>ma</strong>sterstudenten tevreden zijn over de beroepsoriëntatie, de actualiteit en het niveau van hetopleidingsprogram<strong>ma</strong>.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Uit het studenttevredenheidsonderzoek 2009 blijkt, dat studenten tevreden zijn over het niveau(score 4.1 op een vijfpuntsschaal), de aansluiting bij actuele ontwikkelingen (score 3.6) en deberoepsgerichtheid van het program<strong>ma</strong> (score 3.5). De studenten die het auditteam sprak,beamen dat het niveau van de opleiding hoog/pittig is. Als zij het voor het zeggen hadden,zouden zij meer uren besteden aan de vakinhoudelijke verdieping en minder tijd aan hetgenerieke program<strong>ma</strong>. Veel studenten staan al jaren voor de klas als leraar wiskunde in deonderbouw <strong>ma</strong>ar ook wel in de bovenbouw. Naar de mening van het auditteam zou deberoepsvoorbereiding daarom meer <strong>ma</strong>atwerk moeten worden.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 21


Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud program<strong>ma</strong>• Het program<strong>ma</strong> is een adequate concretisering van de eindkwalificaties quaniveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen• De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van)het program<strong>ma</strong>• De inhoud van het program<strong>ma</strong> biedt de studenten de mogelijkheid om degeformuleerde eindkwalificaties te bereikenOordeel: goedHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.Concretisering eindkwalificatiesGeneriekHet vakspecifieke opleidingsprogram<strong>ma</strong> levert een bijdrage aan de competentie ‘vak envakdidactisch competent’. Onderzoek en de brede rol van de docent krijgen aandacht binnenhet generieke program<strong>ma</strong> en omvat de onderdelen: ‘APV’, ‘Stage’ en ‘Onderzoek’ (gesplitst inde module ‘Voorbereiding onderzoek’ en ‘Praktijkonderzoek’). Het generiekeopleidingsprogram<strong>ma</strong> levert een bijdrage aan de ontwikkeling van alle anderecompetenties.Het studieprogram<strong>ma</strong> van in totaal 90 EC’s is verdeeld over het vakspecifiekeopleidingsprogram<strong>ma</strong> (55 EC’s) en het generieke opleidingsprogram<strong>ma</strong> (35 EC’s). Deverbreding en verdieping van de vakinhoud en de vakdidactiek vinden plaats binnen hetvakspecifieke program<strong>ma</strong>.De opleidingen hebben een zgn. ‘relatiesche<strong>ma</strong>’ opgesteld. Uit dit relatiesche<strong>ma</strong> blijkt metwelke leerdoelen een bijdrage wordt geleverd aan de competentie rond onderzoek, reflectie enontwikkeling.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>De opleiding <strong>Wiskunde</strong> heeft in het relatiesche<strong>ma</strong> per vakspecifiek studieonderdeel duidelijkvastgelegd wat de relatie is met de eindkwalificaties. Elke eindkwalificatie komt bij één ofmeerdere curriculumonderdelen terug.Vertaling eindkwalificaties naar niveaus en doelstellingenGeneriekDe <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> hebben de eindkwalificaties in leerdoelen vertaald en bieden destudenten een onderwijsprogram<strong>ma</strong> dat gericht is op het bereiken van de eindkwalificaties.Voor elk program<strong>ma</strong>onderdeel zijn leerdoelen geformuleerd die terug te vinden zijn in dediverse studiehandleidingen voor de opleidingen.De opleidingen hebben de competenties, kerntaken en bekwaamheidseisen overzichtelijk insche<strong>ma</strong> gebracht. Hieruit wordt duidelijk aan welke eindkwalificaties de student dient tevoldoen. Het auditteam constateert, dat de opleidingen de competenties nader hebbenuitgewerkt in gedragsbeschrijvingen per niveau met daarbij vermeld de benodigde kennis,inzichten en vaardigheden.BekwaamheidseisenDe opleidingen hebben verschillende bekwaamheidseisen geformuleerd die kenmerkend zijnvoor de afgestudeerde <strong>ma</strong>sterstudent. Zonder in dit verband uitputtend te willen zijn, merkthet auditteam op dat de afgestudeerde bijvoorbeeld werkt binnen de kaders van eenonderwijsorganisatie wat impliceert dat hij in staat moet zijn een bijdrage te leveren aan eenonderwijsvisie op adequaat didactisch handelen.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 22


De student wordt gestimuleerd om zich te verdiepen in vakinhoudelijke en vakdidactischeaspecten die van invloed zijn op zijn handelen in de klas. Bijvoorbeeld: de afgestudeerde kande situatie waarin een leerling zich bevindt analyseren, de aanwezige stimulerende enbeperkende factoren in kaart brengen en op basis hiervan <strong>ma</strong>atregelen nemen dan welspecialistische hulp inschakelen.Mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te behalenDe inhoud en de grote diversiteit aan werkvormen van het generieke en vakspecifieke deel vande opleidingen zorgen er goed voor dat de student elk leerdoel kan behalen, om zo eenvolwaardige bovenbouwdocent te worden.Oordeel studentenGeneriekUit onderwijsevaluaties onder de studenten komt naar voren dat de studenten tevreden zijnover de bijdrage van het onderwijs in de verschillende periodes aan de ontwikkeling van huncompetenties.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Uit gehouden studenttevredenheidsonderzoeken en periodieke cursusevaluaties en uitafstudeergesprekken en het student-docentoverleg, blijkt dat studenten <strong>Wiskunde</strong> over hetalgemeen tevreden zijn over de opleiding en het opleidingsprogram<strong>ma</strong>. Alleen op het ‘APV’-program<strong>ma</strong> hadden de studenten, zoals al onder facet 2.1. is vermeld, kritiek. ‘APV’ moet meer<strong>ma</strong>atwerk zijn en aansluiten bij de kennis en vaardigheden van studenten die al jaren voor deklas staan.Studenten <strong>Wiskunde</strong> bevelen de opleiding aan bij anderen als ‘goed’ (gemiddelde score 4.0 opeen vijfpuntsschaal).©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 23


Facet 2.3. Samenhang program<strong>ma</strong>• Het studieprogram<strong>ma</strong> is inhoudelijk samenhangendOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.Samenhang generieke en vakspecifieke opleidingsprogram<strong>ma</strong>De <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> hebben samenhang in het opleidingsprogram<strong>ma</strong> aangebracht opbasis van twee elementen: de vakspecifieke en generieke program<strong>ma</strong>onderdelen zijn beidegericht op de professional die een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van deberoepspraktijk. De wisselwerking tussen theorie en praktijk blijkt uit de uitwerking van allegenerieke program<strong>ma</strong>onderdelen.Horizontale samenhangGeneriekBestudering van het studieprogram<strong>ma</strong> laat zien dat de horizontale samenhang binnen destudiejaren wordt gerealiseerd door vanaf de start van de opleiding sterk beroepsgerichteopdrachten in het program<strong>ma</strong> op te nemen. Daarbij worden praktijksituaties vanuitverschillende invalshoeken belicht. Integratie vindt eveneens plaats door de stage waarin destudent met behulp van zijn stagewerkplan het geleerde in praktijk brengt.De samenhang tussen theorie en praktijk krijgt in het generieke opleidingsprogram<strong>ma</strong> verdervorm doordat de student de brug moet slaan tussen dat wat binnen de wetenschap wordtontwikkeld, onderzocht en waarover wordt gepubliceerd enerzijds en de problemen envraagstukken die zich vanuit de beroepspraktijk aandienen anderzijds. Zo kennen deprogram<strong>ma</strong>onderdelen ‘APV’ en ‘Onderzoek’ een theoretische component en eendaaropvolgende praktijkcomponent. In beide gevallen is de praktijkcomponent gericht op hetonderzoeken van de eigen beroepspraktijk.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Van een horizontale samenhang tussen de verschillende vakspecifieke curriculumonderdelen isbij de <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> minder sprake. Wel heeft de opleiding in het kader vande studielast gekeken naar de spreiding in verschillende werkvormen en afrondingsvormen,zodat studenten niet voor elke module bijvoorbeeld een dossier moeten <strong>ma</strong>ken of eenpresentatie moet verzorgen.Verticale samenhangGeneriekIn het eerste studiejaar <strong>ma</strong>akt de student een start met de verwerving van deberoepscompetenties door een aantal met elkaar samenhangende leertrajecten te volgen ophet terrein van theorieonderwijs, beroepspraktijkvorming en studieloopbaanbegeleiding.De onderdelen binnen het generieke program<strong>ma</strong> hebben als volgorde: ‘APV’, ‘Voorbereidingonderzoek’ en ‘Stage’, ‘Onderzoek’. In deze volgorde kennen de program<strong>ma</strong>onderdelen eentoename in complexiteit en <strong>ma</strong>ken studenten zich de daarvoor benodigde kennis envaardigheden eigen.Gebleken is dat studenten wel flexibel kunnen bepalen welk onderdeel zij wanneer volgen.Daarbij gelden twee beperkingen: de student <strong>ma</strong>g niet aan de stage beginnen, voordat deze‘APV’ binnen het generieke en Vakdidactiek binnen het vakspecifieke program<strong>ma</strong> afgerondheeft, en de student <strong>ma</strong>g niet aan zijn onderzoek beginnen voordat deze ‘APV’ heeft afgerond.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding binnen het vakspecifieke deel van hetprogram<strong>ma</strong> wel een duidelijke verticale samenhang realiseert. Zoals al in de inleiding isvermeld zijn de curriculumonderdelen over zes domeinen en over drie studiejaar verdeeld.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 24


De curriculumonderdelen binnen één domein zijn over meerdere studiejaren verdeeld en er isgelet op een logische aansluiting. Bij de cursus ‘Grafentheorie’ in het tweede studiejaar wordtbijvoorbeeld uitgegaan van de in de cursus ‘Combinatoriek’ in studiejaar één opgebouwdekennis. En als voorbereiding op de stage in het tweede studiejaar krijgen eerstejaars studentende cursus ‘School- en computerwiskunde’. In dat onderdeel komen de examenprogram<strong>ma</strong>'swiskunde A t/m D, program<strong>ma</strong>'s voor toetsing en afronding, educatieve software en andereontwikkelingen in het wiskundeonderwijs in het vo aan de orde. ‘Besliskunde 2’ en ‘Analyse 2’in het tweede studiejaar volgen op ‘Besliskunde 1’ en ‘Analyse 1’ in het eerste studiejaar.Tevens zijn de vakkenniscursussen verdiepend en/of verbredend ten opzichte van de cursussenin de tweedegraads lerarenopleiding.Samenhang binnen- en buitenschools program<strong>ma</strong>De samenhang binnen het studieprogram<strong>ma</strong> blijkt nadrukkelijk uit de wijze waarop deopleidingen de theorie- en de praktijkcomponent hebben vormgegeven: de praktijk ligt in hetverlengde van de theorie, <strong>ma</strong>ar levert ook weer voldoende leermomenten op om hier binnen dekaders van het binnenschoolse program<strong>ma</strong> dieper op in te gaan.StudenttevredenheidGeneriekUit het studenttevredenheidsonderzoek en uit gesprekken die het auditteam met studentenvoerde, is gebleken dat studenten de samenhang in het onderwijsprogram<strong>ma</strong> als voldoendeervaren. Voor de verschillende varianten is aangegeven aan welke competenties de studentwerkt en op welk niveau hij tijdens de praktijkleerperiode werkt. Uit de onderwijsevaluatiesonder studenten komt naar voren dat de studenten tevreden zijn over de bijdrage van hetonderwijs aan de ontwikkeling van hun competenties.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>De studenten van de opleiding <strong>Wiskunde</strong> waarderen de samenhang in het program<strong>ma</strong> volgenshet studenttevredenheidsonderzoek 2009 met een 3.8.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 25


Facet 2.4. Studielast• Het program<strong>ma</strong> is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op datprogram<strong>ma</strong> en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk wordenweggenomenOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.StudielastGeneriekHet opleidingsprogram<strong>ma</strong> kent in deeltijd een looptijd van drie jaren. Voltijdstudenten hebbende mogelijkheid het program<strong>ma</strong> sneller te doorlopen. Het program<strong>ma</strong> is gebaseerd op eengemiddelde studielast van twintig uur per week.De studielast is evenredig verdeeld binnen en tussen de studiejaren. De stage wordt doorstudenten, afhankelijk van de specifieke opleiding, uitgevoerd in het tweede of derdestudiejaar. Omdat studenten in de ‘APV’-evaluatie van 2008-2009 aangaven dat de studielastvan ‘APV’ te hoog was in combinatie met de studielast van het vakspecifieke program<strong>ma</strong>, zijnhet aantal the<strong>ma</strong>’s, de toetsing en de organisatie aangepast.De totale studielast en de studielast per onderdeel wordt geëvalueerd in de verschillendeonderwijsevaluaties en de student-docentoverleggen.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Voor de opleiding <strong>Wiskunde</strong> geldt dat de vakspecifieke studieonderdelen worden aangeboden inalle drie de studiejaren. In het tweede jaar lopen de studenten tevens stage en starten ze metde module ‘Voorbereidend onderzoek’ en in het derde studiejaar voeren de studenten hunafstudeeronderzoek uit. Binnen elk studiejaar zijn de vakmodules zoveel mogelijk over de vierperioden verdeeld. Daarbij heeft de opleiding ook gelet op de goede verdeling van deschriftelijke toetsen over het jaar, omdat studenten die toetsen als piekbelasting ervaren.De studielast is ook onderwerp van evaluaties en komt aan de orde in het studentdocentoverleg.Indien nodig worden aanpassingen gedaan.ContacturenGeneriekDe <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> werken met één contactdag per week. In de eerste tweestudiejaren zijn op die dag zes tot acht contacturen ingeroosterd; studenten geven aan dat ditook het werkelijke aantal contacturen is per week. Voor enkele opleidingen loopt hetvakspecifieke program<strong>ma</strong> door in het derde jaar en zijn ook in dat jaar nog contacturengeroosterd. Voor de meeste opleidingen is de contacttijd in het derde jaar echter nietgeroosterd, <strong>ma</strong>ar bestaat deze uit begeleidingsuren voor stage en onderzoek, die tot standkomen in overleg tussen student en docent.De module ‘APV’ beslaat twee perioden en heeft een totale contacttijd van zestien uur: om deweek vindt een bijeenkomst van twee uur plaats. ‘Voorbereiding onderzoek’ omvat ook tweeperioden en kent een contacttijd van twee uur per week.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>In het eerste studiejaar zijn er gemiddeld zes tot acht contacturen per week geroosterd. Instudiejaar twee zijn er per week gemiddeld vier contacturen geroosterd voor vakspecifiekeonderdelen en loopt de student daarnaast stage. In het derde studiejaar zijn eveneensgemiddeld vier contacturen per week geroosterd en doet de student daarnaast onderzoek. Hetauditteam is het met de opleiding eens dat dit een opti<strong>ma</strong>le planning is voor de continuïteit inde studie en het samenwerkend leren binnen de studentgroep.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 26


StudievoortgangIedere onderwijsperiode beslaat tien weken, waarvan acht weken onderwijstijd en twee wekendie bestemd zijn voor schriftelijke of mondelinge toetsing en/of het voldoen aan de vereistetoetsvorm door het afronden van een product.De studievoortgangsregistratie vindt vanaf cohort 2007 plaats in PeopleSoft. Voor studenten uiteerdere cohorten wordt Progress gebruikt. Beide systemen zijn voor studenten toegankelijk.De toetsresultaten zijn binnen tien werkdagen bekend. Deze afspraak geldt in beginsel voor alletoetsvormen, indien de opdrachten/werkstukken e.d. voor de afgesproken deadline wordenaangeleverd.StudentenoordeelGeneriekUit studievoortgang- en exitgesprekken die gehouden worden binnen de afzonderlijkeopleidingen en uit de gesprekken die het auditteam gevoerd heeft met studenten is geblekendat studenten de studielast van twintig uur in combinatie met werk en gezin als hoog ervaren.Hoewel studenten tijdens de intakegesprekken nadrukkelijk op de studielast gewezen wordenen geadviseerd worden om tijdelijk minder te gaan werken blijkt uit hetstudenttevredenheidsonderzoek dat meer dan de helft van de studenten 80 procent of meerwerkt.Positief beoordeelt het auditteam de bevindingen uit studentevaluaties waarin studentenaangeven het belangrijk te vinden om zoveel mogelijk bagage mee te krijgen. Ook dit gegevenzal (op een positieve wijze) studielastverhogend werken.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Ook voor studenten <strong>Wiskunde</strong> geldt bovenstaande. Ze werken gemiddeld 70 procent van huntijd in het onderwijs. De studenten die het auditteam sprak zeiden dat ze van tevoren moeilijkhadden kunnen inschatten hoe zwaar het echt voor hen zou zijn. Ze hadden dat zelf moetenondervinden. Door de invoering van de lerarenbeurs, die aan ruim eenderde van de studentenmet ingang van het studiejaar 2009-2010 is toegekend, ontstaat meer ruimte voor studie doorde vergoeding van de studiekosten en toekenning van studie-uren op de werkplek.Uit het studenttevredenheidsonderzoek 2009 blijkt dat de studenten <strong>Wiskunde</strong> redelijk tot zeertevreden zijn over de studielast (score 3.2), de spreiding over het jaar (score 3.4), het tijdigbekend<strong>ma</strong>ken van resultaten (score 4.4.) en infor<strong>ma</strong>tie over de inhoud van de opleiding (score4.1).©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 27


Facet 2.5. Instroom• Het program<strong>ma</strong> sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van deinstromende studenten:• <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>ster: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectieOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.Toelating en instroomDe <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> worden aangeboden in drie varianten: voltijd, deeltijd en duaal.Deeltijd- en duale studenten werken naast hun studie als docent, voltijdstudenten niet. In depraktijk zijn het vooral deeltijdstudenten die de <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> volgen.De opleidingen hebben in de Onderwijs- en Examenregeling de toelatingseisen voorinstromende studenten vermeld. Hieruit blijkt dat alle FLOT-<strong>ma</strong>steropleidingen de wettelijkevooropleidingseisen voor de instroom hanteren. Concreet betekent dit dat detoelatingsvoorwaarde tot een <strong>ma</strong>steropleiding in principe het bezit is een tweedegraads- ofbachelordiplo<strong>ma</strong> in hetzelfde vak. Voor degenen met een andere vooropleiding, bijvoorbeeldeen universitaire opleiding in hetzelfde vakgebied, kan in het intakegesprek een persoonlijkopleidingsplan opgesteld worden (zie verderop onder ‘Intakeprocedure’).Wie voldoet aan de toelatingsvoorwaarden en aantoonbaar in het bezit is van eerder verworvencompetenties in de vorm van een relevante vakwetenschappelijke vooropleiding en/ofeerstegraads onderwijservaring of onderwijsbevoegdheid in een verwant vak, kan bepaaldevrijstellingen krijgen. Zowel in het gesprek met de examencommissie en de toetscommissie alsin het gesprek met de studenten is gebleken dat de EVC-procedure ook daadwerkelijk wordttoegepast.Studenten die wat vakopleiding en eerder verworven competenties betreft een gelijkwaardigniveau als de bacheloropleiding hebben bereikt, kunnen via een op <strong>ma</strong>at ge<strong>ma</strong>akt trajectdeficiënties wegwerken binnen de bacheloropleiding in hetzelfde vak om toegelaten te wordentot de <strong>ma</strong>steropleiding.Intakeprocedure en opleiding op <strong>ma</strong>atGeneriekDe aansluiting van het program<strong>ma</strong> bij de individuele student krijgt de vorm van <strong>ma</strong>atwerk viade intakeprocedure van de <strong>ma</strong>steropleidingen. De opleidingen hebben deze beschreven in de‘Procedure Studieovereenkomst Master’. Deze procedure start voor het begin van de opleidingmet een intakegesprek met de coördinator van de betreffende opleiding, die tevens secretarisvan de toelatingscommissie is. In de intake wordt ingegaan op eerder gevolgde opleidingen,relevante werkervaring, ondersteuning door de werkgever, motivatie voor de opleiding,beschikbare tijd en privéomstandigheden voor zover relevant voor het volgen van de opleiding.Na dit gesprek wordt een program<strong>ma</strong> op <strong>ma</strong>at opgezet dat wordt vastgelegd in eenstudieovereenkomst. Deze wordt ondertekend door de student, de opleidingscoördinator en deteamleider van de <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong>, die tevens voorzitter van de toelatingscommissie is.In deze overeenkomst kan enerzijds sprake zijn van vrijstellingen op basis van eerderverworven competenties. Anderzijds wordt er, indien nodig, aandacht besteed aan hetwegwerken van deficiënties.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 28


Opleiding <strong>Wiskunde</strong>In het intakegesprek besteedt de opleiding <strong>Wiskunde</strong> expliciet aandacht aan de zwaarte van deopleiding, om studenten voor te bereiden op de pittige inhoud van deze vervolgstudie. In depraktijk blijkt dat sommige studenten het ondanks deze waarschuwing toch willen proberen ofwel moeten, omdat ze onbevoegd voor een bovenbouwgroep staan.De opleiding <strong>Wiskunde</strong> biedt studenten verschillende vrijstellingsmogelijkheden. Zo kan eenstudent, die naast zijn tweedegraads opleiding <strong>Wiskunde</strong> nog een andere opleiding heeftgevolgd, bijvoorbeeld vrijstellingen krijgen voor een curriculumonderdeel dat hij al op eenuniversitaire opleiding met een voldoende heeft afgesloten. Als hij al een eerstegraadsbevoegdheid heeft in een ander vak, kan hij vrijstelling krijgen voor ‘Algemene professionelevorming’.Voor studenten met een universitaire vak<strong>ma</strong>ster (of doctoraal) waarin veel wiskunde isopgenomen, wordt een apart opleidingsproject samengesteld bestaande uit modules van detweedegraads bachelor en de <strong>ma</strong>steropleiding. Deze studenten kunnen in twee tot drie jaar huneerstegraads bevoegdheid behalen.AansluitingGeneriekDe meeste potentiële studenten hebben een bachelorlerarenopleiding afgerond én zijnwerkzaam in de beroepspraktijk. Zij hebben een goed beeld van het docentenbestaan in hetvoortgezet hoger onderwijs.In dit verband is het van belang om op te merken dat binnen FLOT gewerkt wordt aan eendoorgaande leerlijn vanuit de bacheloropleiding <strong>Leraar</strong> naar de <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong>. Detransitie van beroepsrollen naar SBL-competenties in combinatie met een landelijkekennisbasis, <strong>ma</strong>akt hier deel van uit. Tevens is sprake van een doorgaande leerlijn vanuit hetFlankerend Onderwijs in de bacheloropleiding naar ‘APV’ in de <strong>ma</strong>steropleiding.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Zoals al hierboven is vermeld biedt de opleiding studenten verschillende vrijstellingen, zodathet program<strong>ma</strong> zo goed mogelijk aansluit op vooropleiding en ervaring. Oudere studenten, diepas na een flink aantal jaren aan de <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Wiskunde</strong> beginnen, krijgen als adviesvoor aanvang van de studie de kennisbasis van de tweedegraads opleiding 'op te halen'. Hetstudie<strong>ma</strong>teriaal daarvoor wordt door de opleiding gratis aangeboden.Studentenoordeel over de aansluitingGeneriekUit het studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat studenten redelijk tevreden zijn over deaansluiting van de opleiding op hun vooropleiding/beginsituatie.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Uit studievoortgang- en exitgesprekken blijkt dat de studie vooral door tweedegraadsstudenten die niet afkomstig zijn van de tweedegraads opleiding van <strong>Fontys</strong> LerarenopleidingTilburg als zwaar wordt ervaren. Deze studenten hebben bijvoorbeeld bepaalde onderdelen van‘Meetkunde’ minder of niet gehad. De opleiding verwacht dat de problemen kleiner worden nade landelijke invoering van de kennisbasis voor de tweedegraads bacheloropleiding.Uit het studenttevredenheidsonderzoek 2009 blijkt dat de studenten <strong>Wiskunde</strong> de aansluitingvan de <strong>ma</strong>steropleiding bij de vooropleiding over het algemeen voldoende tot goed vinden(score 3.8).©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 29


Facet 2.6. Duur• De opleiding voldoet aan de formele eis m.b.t. de omvang van het curriculum:o <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>ster: mini<strong>ma</strong>al 60 studiepuntenOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.De studiegids <strong>ma</strong>akt de omvang en de opbouw inzichtelijk via een curriculumoverzicht datopgenomen is in de studiegids. In het OER staat de omvang van de opleidingsprogram<strong>ma</strong>’s van90 EC’s en de verdeling van de studiepunten beschreven. Dit geldt voor de voltijd-, de deeltijdende duale variant.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 30


Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud• Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen• De werkvormen sluiten aan bij het didactisch conceptOordeel: goedHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.Didactisch conceptGeneriekHet didactisch concept is in de documentatie voor studenten en in het studie<strong>ma</strong>teriaaluitgebreid beschreven. Per studieonderdeel zijn de werkvormen aangegeven.Het didactisch concept is door de opleidingen vastgelegd in het kaderdocument ‘Vakkundig,Vaardig, Vindingrijk’.Het didactisch concept van de <strong>ma</strong>steropleidingen van FLOT is gebaseerd op twee pijlers: 1)competentiegericht opleiden en 2) het ‘dubbele bodem-principe’.Kenmerkend voor het gehanteerde didactische concept zijn zodoende de volgendeuitgangspunten:• In het leerproces staat de competentieverwerving van de student binnen de leeromgevingvan het opleidingsinstituut en de werkplek centraal. Het onderwijs bij FLOT ispraktijkgericht, geënt op de huidige beroepspraktijk.• De FLOT-opleidingen bevorderen het autonoom en zelfverantwoordelijk studeren op <strong>hbo</strong><strong>ma</strong>sterniveau.In het <strong>ma</strong>sterstudieprogram<strong>ma</strong> van de verschillende lerarenopleidingen issprake van docentgestuurde werkvormen en werkvormen die zijn afgestemd op meerautonoom functionerende studenten.• Binnen het didactisch concept wordt verder uitgegaan van het ‘dubbele bodem-principe’,waarbij gebruikte en geproduceerde <strong>ma</strong>terialen en tijdens de cursussen opgedaneervaringen direct of met een vertaalslag inzetbaar zijn voor de eigen (toekomstige)onderwijsverstrekking van de student).Hiermee geeft FLOT vorm aan het uitgangspunt dat het bij opleiden van <strong>ma</strong>sterleraren gaat omeen integratie van vak<strong>ma</strong>nschap en meesterschap.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Het ‘dubbele bodem-principe’ wordt bij de opleiding <strong>Wiskunde</strong> expliciet toegepast in een aantalcursussen. Zo moeten de studenten bij ‘Grafentheorie’, ‘Voortgezette meetkunde’, ‘<strong>Wiskunde</strong> inhistorisch perspectief’ en het keuzevak vakinhoudelijk samenwerken en presentaties verzorgenvoor medestudenten. Ook ontwikkelen de studenten in deze cursussen producten die met eenvertaalslag te gebruiken zijn in de lessen in het voortgezet onderwijs.WerkvormenGeneriekDe opleidingen <strong>ma</strong>ken gebruik van verschillende werkvormen die passen bij de ervaring van destudenten (volwassenen met vaak al jaren ervaring in het onderwijs), de verschillendeberoepscompetenties die de studenten moeten verwerven, of ondersteunen het verwerven vandeze competenties.Binnen het program<strong>ma</strong>onderdeel ‘APV’ beogen de opleidingen kennis over te brengen, die deprofessional ondersteunt in zijn handelen binnen de klas enerzijds en binnen de schoolanderzijds. De kennisoverdracht krijgt tijdens de contacturen gestalte in hoor- en werkcolleges.De onderzoeksmodule is gericht op kennisoverdracht rond de aard en de methoden entechnieken van praktijkonderzoek. Dit gebeurt deels in de vorm van hoorcolleges. Dehoorcolleges worden afgewisseld met werkcolleges, waarin de studenten een onderzoeksvraagformuleren en operationaliseren en een onderzoeksplan opzetten (waarin onder meer de keuzevan de te hanteren methoden en technieken wordt verantwoord).©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 31


Het buitenschoolse curriculum is gericht op het geïntegreerd beroepsgericht handelen in deeigen beroepspraktijk of de stageschool. Studenten worden in de stage niet langer gestuurddoor opdrachten die door de opleiding geformuleerd zijn, <strong>ma</strong>ar door de competenties die zij(nog) moeten ontwikkelen of verder uitbouwen om op <strong>ma</strong>sterniveau te kunnen functioneren.De student geeft in overleg met de <strong>Fontys</strong>-Contactdocent aan met behulp van welkeactiviteiten en/of producten hij werkt aan de opleidingscompetenties.Vanuit de praktijksituatie wordt door middel van een leertaak de verbinding met de theoriegelegd. De onderwijsactiviteiten betreffen hier een mix van beperkt praktijkonderzoek(interviews, observatie en reflectie) en zelfstudie aan de hand van literatuur, om de mogelijkeinvalshoeken voor de benadering van het praktijkprobleem theoretisch te onderbouwen.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Naast de al hierboven genoemde werkvormen vakinhoudelijk samenwerken, presentatiesverzorgen voor medestudenten en producten ontwikkelen, <strong>ma</strong>akt de opleiding ook gebruik vanandere werkvormen zoals producerend leren en groepsdiscussie bij de cursussen ‘School– encomputerwiskunde’ en ‘NLT’. De opleiding stimuleert de studenten om ook in hun eigenschoolpraktijk diverse en afwisselende werkvormen in te zetten.Daarnaast komen reflecteren en een eigen visie ontwikkelen in verschillende cursussen aan deorde en draagt de opleiding vakkennis over door middel van hoor- en werkcolleges.Studenten over de didactiek en de werkvormenGeneriekUit het studenttevredenheidsonderzoek van november 2009 blijkt dat de studenten tevredenzijn over de afwisseling in werkvormen binnen de opleidingen.Op basis van de ‘APV’-evaluatie uit 2008-2009 is een aantal hoorcolleges vervangen doorbijeenkomsten in kleinere groepen. Deze vernieuwde opzet wordt aan het eind van hetstudiejaar geëvalueerd.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Studenten <strong>Wiskunde</strong> waarderen de afwisseling in de gehanteerde werkvormen met eengemiddelde van 3.8. De gehanteerde werkvormen komen ook aan de orde in het studentdocentoverleg.Omdat de studenten de presentaties en samenwerkend leren als tijdsintensiefervaren, heeft de opleiding ervoor gekozen bepaalde cursussen te spreiden over deverschillende leerjaren. Dit waarderen de studenten, zo blijkt uit onderzoek.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 32


Facet 2.8. Beoordeling en toetsing• Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of destudenten de leerdoelen van (onderdelen van) het program<strong>ma</strong> hebbengerealiseerdOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.Relatie leerdoelen en toetsvormenGeneriekHet toetsbeleid van FLOT is voldoende helder beschreven in de notitie ‘Toetsbeleid <strong>ma</strong>sterleraar VHO’. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleidingen een relatie leggen tussende leerdoelen en de toetsvormen. Op een bij de praktijk aansluitende wijze moet de studentaantonen de competenties te beheersen. De theoretische component vormt hierbij eenbelangrijk toetsonderdeel. Met andere woorden, de student moet zijn handelen in eenonderwijssituatie kunnen motiveren vanuit een theoretisch kader.De opleidingen hebben beschreven op welk moment in het program<strong>ma</strong> en op welk niveau debetreffende competentie wordt getoetst. Dit vormt in feite de basis voor het toetsplan van dedrie opleidingsvarianten. Zo is voor alle betrokkenen, dus ook voor studenten, vastgelegd doormiddel van welke toetsen de competenties en kennis in de onderwijseenheden wordengetoetst. Een deel van de toetsing vindt tijdens het werkplekleren plaats.Bij de deeltijd- en duale variant gaan de opleidingen uit van dezelfde te toetsen onderdelen,toetscriteria en toetsprocedures als bij de voltijdvariant, <strong>ma</strong>ar vorm en tijdstip kunnenafwijken.De afronding en toetsing van de generieke beroepsvoorbereidende program<strong>ma</strong>onderdelen‘APV’, de stage en het praktijkonderzoek worden centraal aangestuurd en zijn voor alle<strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> identiek. De stage wordt beoordeeld aan de hand van decompetenties van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL-competenties). De beoordelingligt in handen van de afzonderlijke opleidingen en wordt uitgedrukt in een cijfer voor kennis- envaardigheidstoetsen tijdens vakinhoudelijke en vakdidactische program<strong>ma</strong>onderdelen.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding <strong>Wiskunde</strong> voor elke vakspecifieke cursusin de cursusbeschrijving de gehanteerde toetsvorm en de te toetsen leerstof duidelijk heeftomschreven. In het relatiesche<strong>ma</strong> heeft de opleiding de relatie tussen leerdoelen en detoetsvormen inzichtelijk ge<strong>ma</strong>akt.Bij opdrachten vermeldt de opleiding de beoordelingscriteria in de cursuswijzer of in een apartdocument, dat de student in de eerste bijeenkomst van de cursus krijgt uitgereikt.Variëteit aan toetsvormenGeneriekDe afzonderlijke <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>ma</strong>ken gebruik van een diversiteit aan toetsvormen. Voorde keuze van een valide toetsvorm bij een onderwijseenheid hanteren de <strong>ma</strong>steropleidingeneen <strong>ma</strong>trix die op basis van het validiteitsprincipe een overzicht geeft van de geschiktheid vande verschillende toetsvormen voor het toetsen van de verschillende eindkwalificaties van de<strong>ma</strong>ster.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 33


Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Er zijn acht vakcursussen, die worden afgesloten met een schriftelijk tentamen. De vier anderecursussen worden afgerond door een combinatie van studentpresentaties, inleveropdrachten,portfolio of een scriptie. Bij een aantal studieonderdelen vinden er bovendienvoortgangsgesprekken plaats.De examencommissieIedere <strong>ma</strong>steropleiding heeft een examencommissie die de toetsprocedures bewaakt. Desamenstelling, taken en verantwoordelijkheden van de examencommissies zijn vastgelegd inhet ‘Huishoudelijk reglement Examencommissies FLOT’.Kwaliteitsborging toetsen en beoordelingGeneriekBij de bewaking van de kwaliteit van de toetsing binnen de <strong>ma</strong>steropleidingen zijn deexamencommissies, de toetscommissies en de expertisegroep ‘Toetsing en Evaluatie’betrokken.De vakdocenten binnen de <strong>ma</strong>steropleidingen bepalen voor de verschillende onderwijseenhedende inhoud van de toets en de toetsvorm. De toets wordt samengesteld volgens de geldendeprotocollen van de <strong>ma</strong>steropleidingen. In de cursusbeschrijvingen van de generiekeprogram<strong>ma</strong>onderdelen worden de toetsvorm en de beoordelingscriteria beschreven.De leraren <strong>ma</strong>steropleidingen bevorderen de betrouwbaarheid van generieke toetsingskadersd.m.v. intervisiebijeenkomsten met de bij toetsing betrokken docenten. Dan worden concretestudentproducten in het licht van het beoordelingskader besproken. Indien nodig leidt dit totaanpassingen van het beoordelingskader.De toetscommissies van FLOT bewaken de verdere kwaliteit van de toetsing. Deze zijn ingerichtper team en behartigen de belangen van bachelor- en <strong>ma</strong>steropleidingen. Detoetscommissies worden ondersteund door de expertisegroep Toetsing en Evaluatie. Studentenkunnen in eerste instantie bij de examencommissie van de eigen opleiding in beroep gaan. Intweede instantie kunnen zij een bezwaar indienen bij het College van Beroep van <strong>Fontys</strong>. In dedigitale studiegids staan de beroepsmogelijkheden met betrekking tot toetsing en beoordelingbeschreven.De stage wordt beoordeeld aan de hand van de opleidingscompetenties. De stagiair voert eeneindbeoordelingsgesprek met de begeleiders. Dit gesprek vindt plaats op basis van hetstageportfolio. Op grond van het eindbeoordelingsgesprek stelt de <strong>Fontys</strong>-Contactdocent, insamenspraak met de schoolpracticumdocent (zie ook facet 6.1.) en de docent van de opleiding,het cijfer voor de stage vast.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Het auditteam constateert, dat de opleiding ervoor zorgt, dat de kwaliteit van de vakspecifieketoetsen goed is geborgd. In het geval van een schriftelijke toets <strong>ma</strong>akt de verantwoordelijkecursusdocent het tentamen en legt dat vooraf voor aan een collega. Indien gewenst kan hettentamen worden bijgesteld. Elk tentamen wordt ingeleverd bij de tentamenarchiefbeheerdervan de opleiding. De toetscommissie van de opleiding <strong>Wiskunde</strong> bekijkt elke periodesteekproefsgewijs een aantal tentamens. Als het zinvol is voert de commissie daarbij ook eenstatistische analyse uit. De resultaten van de analyse worden ge<strong>rapport</strong>eerd aan de docent, diehet tentamen ge<strong>ma</strong>akt heeft. De docent kan deze analyse gebruiken bij het <strong>ma</strong>ken van nieuwetoetsen.Het auditteam heeft ook een aantal toetsen wiskunde en de beoordelingen bekeken en is vanmening dat deze toetsen voldoende meten of de student de stof op <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>sterniveaubeheerst.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 34


Inzage en feedbackDe student ontvangt binnen tien werkdagen na het <strong>ma</strong>ken van een toets de beoordeling.Studenten ontvangen schriftelijke feedback op opdrachten, werkstukken, e.d. Conform deOnderwijs- en Examenregeling wordt een student in de gelegenheid gesteld om feedback ophet tentamenresultaat te vragen. Studenten kunnen hun tentamen inzien en het met dedocenten bespreken. Tentamens worden daartoe mini<strong>ma</strong>al zes <strong>ma</strong>anden bewaard.StudenttevredenheidGeneriekUit het studenttevredenheidsonderzoek van november 2009 blijkt dat studenten tevreden zijnover de toetsing. Zij geven ook aan dat vooraf duidelijk wordt aangegeven waarop zebeoordeeld worden.Wel blijkt uit gespreken met studenten en docenten dat de <strong>Fontys</strong>-Contactdocent niet altijdvoldoende inzicht heeft in specifieke vakinhoud om de stage goed te kunnen beoordelen en datde schoolpracticumdocent, als directe collega van de <strong>ma</strong>sterstudent, niet altijd kritisch genoegis. De FLOT besteedt inmiddels serieus aandacht aan dit punt.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>De studenten <strong>Wiskunde</strong> waardeerden het toetsen en beoordelen met gemiddelde een 3.6, deduidelijkheid waarop beoordeeld wordt een 3.9 en de aansluiting van de toetsing op dedoelstellingen van het onderwijs een 3.9.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 35


3. Inzet van personeelFacet 3.1. Eisen <strong>hbo</strong>• Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat eenverbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijkOordeel: goedHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.BeleidDe inzet van personeel ten behoeve van het onderwijs gebeurt vanuit de opleidingsteams envanuit het <strong>ma</strong>sterteam. Uitgangspunt bij het <strong>Fontys</strong>-beleid is dat docenten regel<strong>ma</strong>tigcontacten onderhouden met het werkveld. Docenten moeten dit realiseren door hun contactenmet de stagescholen in de rol van stagedocent (<strong>Fontys</strong>-Contactdocent), betrokkenheid bijvakverenigingen of vaktijdschriften, betrokkenheid bij de ontwikkeling van examens,betrokkenheid bij projecten in het werkveld en het auteurschap voor methoden voor vo/mbo ofandere betrokkenheid bij leermiddelenontwikkeling.Docenten generiek en vakspecifiekDe studieprogram<strong>ma</strong>’s voor de <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> worden uitgevoerd door een vastegroep kerndocenten per opleiding. Daarnaast zijn er docenten voor de generiekestudieonderdelen voor alle <strong>ma</strong>steropleidingen van FLOT: stagebegeleiding (door <strong>Fontys</strong>-Contactdocenten), ‘APV’ en ‘Voorbereiding onderzoek’. De laatstgenoemde docenten zijnafkomstig uit de verschillende teams die de <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> verzorgen.Achtergrond docenten in het werkveldOpleiding <strong>Wiskunde</strong>Uit de CV’s en de gesprekken tijdens de audit is gebleken, dat alle docenten van de opleiding<strong>Wiskunde</strong> op verschillende <strong>ma</strong>nieren in verbinding staan met de beroepspraktijk. Tien van deveertien docenten die in de <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Wiskunde</strong> werkzaam zijn, zijn leraar geweest in hetvo, waaronder vier recentelijk. De anderen waren werkzaam in mbo, <strong>hbo</strong> en wo. Eén van dedocenten geeft nog jaarlijks enkele wiskundelessen in 4/5 havo. Dat er momenteel geen van deopleidingsdocenten werkzaam is in het vo, vindt het auditteam een aandachtspunt voortoekomstige benoemingen.Relaties met het werkveldOpleiding <strong>Wiskunde</strong>Drie docenten zijn <strong>Fontys</strong>-Contactdocent en begeleiden stages. Andere docenten zijn viaprojecten betrokken bij het onderwijs in het vo of verzorgen daar nascholing. Een aantaldocenten is in het verleden betrokken geweest bij het <strong>ma</strong>ken van een bovenbouwmethode eneen van hen is tevens actief als hoofdredacteur van de Nieuwe Wiskrant, betrokken bij deNationale <strong>Wiskunde</strong>dagen en A-lympiade, een wedstrijd voor de bovenbouw havo/vwo. Alledocenten hebben een professioneel netwerk, bezoeken congressen en studiedagen en houdende vakliteratuur bij. Zeker vijf docenten hebben ook frequente internationale contacten.Het auditteam heeft wel geconstateerd, dat het bij bovengenoemde werkveldrelaties vooralgaat om individuele initiatieven van docenten en adviseert de opleiding ervoor te zorgen, datcontacten behouden blijven wanneer de betreffende docent vertrekt van de opleiding. Het iswel zo dat de docenten elkaar nu heel mooi aanvullen in contacten.Daarnaast onderhoudt de <strong>ma</strong>steropleiding via de eigen werkveldcommissie contact met hetwerkveld.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 36


StudenttevredenheidOpleiding <strong>Wiskunde</strong>Studenten <strong>Wiskunde</strong> tonen zich heel tevreden over de relatie die docenten leggen tussen deopleiding en de beroepspraktijk (score 4.1).©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 37


Facet 3.2. Kwantiteit personeel• Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteitte verzorgenOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.For<strong>ma</strong>tieplanning<strong>Fontys</strong> Hogescholen vindt het belangrijk om de naam van de <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> ‘in delucht’ te houden, ook al is de studenteninstroom bij verschillende opleidingen beperkt. In ditverband wijst FLOT erop dat het <strong>ma</strong>atschappelijke nut en het tekort aan eerstegraads docentenals belangrijk argument gehanteerd wordt om deze opleidingen ook in de toekomst te blijvenaanbieden. FLOT heeft normen geformuleerd om het aantal benodigde docenten te berekenenen daardoor te kunnen beschikken over voldoende daadwerkelijk beschikbare docenten.Voorafgaand aan elk studiejaar wordt op basis van prognoses door de teamleiders vanstudentenaantallen de benodigde inzet voor elke <strong>ma</strong>steropleiding berekend. De teamleidersnemen de planning op in hun teambegroting. Dit houdt in dat niet alleen beschreven wordthoeveel mensen er de komende jaren geworven moeten worden, <strong>ma</strong>ar ook dat wordt ingeschatwelke competenties van belang zijn om de uitdagingen voor de toekomst bij FLOT te realiseren.Bij de samenstelling van de zes onderwijsteams bij FLOT is bewust gekozen om grote en kleineopleidingen aan elkaar te koppelen. De kleinere opleidingen voegen, daar waar dat mogelijk is,bij bepaalde program<strong>ma</strong>onderdelen, jaargroepen van studenten samen, om zo voldoende‘groepsgrootte’ te realiseren.De studieprogram<strong>ma</strong>’s voor de <strong>ma</strong>steropleidingen worden zoals al onder 3.1. vermelduitgevoerd door een vaste groep kerndocenten per opleiding en docenten voor de generiekestudieonderdelen voor alle <strong>ma</strong>steropleidingen van FLOT.Feitelijke docent-studentratioOpleiding <strong>Wiskunde</strong>De <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> heeft een docent-studentratio van 1:33. Daarmee voldoetde opleiding aan de streefnorm van <strong>Fontys</strong> (1:40). In het cursusjaar 2009-2010 waren er 101studenten en 14 vakdocenten <strong>Wiskunde</strong> (3,1 fte).Werklast en werkdrukGeneriekIn de afgelopen jaren is gebleken dat de docenten van de opleidingen flexibel inzetbaar zijn,vooral bij het vervangen van colleges en cursussen van zieke docenten en het anticiperen op deaanmelding van studenten. Er is de afgelopen vijf jaar weinig (werkgerelateerd) ziekteverzuimgeweest onder docenten van de opleidingen.Per fte is 5 procent als vrije ruimte gereserveerd, die gebruikt kan worden om eventuelewerkdruk te nivelleren.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Elke docent die werkzaam is in de <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong>, verzorgt ook onderwijs inde bachelorlerarenopleiding <strong>Wiskunde</strong> en/of de bacheloropleiding Bedrijfswiskunde van <strong>Fontys</strong>Tilburg. Daardoor is ‘het zich eigenaar voelen van de <strong>ma</strong>steropleiding’ (nog) niet zo duidelijkaanwezig, constateert het auditteam.Aan elk curriculumonderdeel van de <strong>ma</strong>steropleiding zijn twee docenten gekoppeld dieverantwoordelijk zijn voor de uitvoering. Als er twee studentgroepen gevormd kunnen wordenin een cohort, verzorgen zij allebei onderwijs in de <strong>ma</strong>ster.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 38


Studenten over capaciteitsinzetOpleiding <strong>Wiskunde</strong>Over de bereikbaarheid van de docenten zijn de studenten zeer positief (score 4.4).©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 39


Facet 3.3. Kwaliteit personeel• Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige enorganisatorische realisatie van het program<strong>ma</strong>Oordeel: goedHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.Opleidingsniveau docentenHet auditteam heeft tijdens de audit de CV’s bestudeerd van de groep docenten die deopleidingen verzorgen.FLOT heeft zicht op de aanwezige en vereiste expertise en competenties van docenten.Daardoor is duidelijk in welke expertise en competenties in de toekomst moet wordengeïnvesteerd en welke kwaliteiten van een nieuwe medewerker zullen worden verwacht.Vak-, onderwijs- en organisatorische kwaliteitOpleiding <strong>Wiskunde</strong>Alle veertien vakdocenten van de <strong>ma</strong>steropleiding hebben een <strong>hbo</strong>- of wo-opleiding en elfdaarvan hebben een eerstegraads lesbevoegdheid. Twee docenten zijn gepromoveerd en ééndocent zit in de eindfase van haar promotieonderzoek. Twee docenten die het studieonderdeel‘Onderzoek’ begeleiden, hebben een onderwijskundige achtergrond. De helft van de<strong>ma</strong>sterdocenten heeft ook publicaties op zijn naam staan.De opleiding heeft duidelijk in beeld gebracht welke specifieke inhoudelijke expertise dedocenten hebben en voor welke curriculumonderdelen zij worden ingezet. Zoals al onder facet3.2 is vermeld zijn er voor elk curriculumonderdeel twee docenten verantwoordelijk voor deverzorging van de lessen. Een aantal docenten heeft ook coördinerende en begeleidende taken.Werving van docentenBij de werving van nieuwe docenten is het een criterium dat de docent recente werkervaringheeft in een relevante beroepspraktijk en in het bezit zijn van een <strong>ma</strong>ster- of doctoraaldiplo<strong>ma</strong>.Voor nieuwe medewerkers zijn er centrale infor<strong>ma</strong>tiebijeenkomsten. Tevens is er sprake vanindividuele begeleiding. De teamleiders van FLOT zijn er verantwoordelijk voor dat nieuwemedewerkers worden begeleid.In het eerste jaar van het dienstverband wordt een meer ervaren collega binnen het teamgevraagd om de nieuwkomer te begeleiden om sneller de weg te vinden binnen FLOT. Binnende vakgroep wordt elke beginnende docent ‘gekoppeld’ aan een zittende docent. In principe iser wekelijks overleg, wat in de loop van de tijd minder frequent wordt naar<strong>ma</strong>te de vragenminderen.PromotiebeleidOp grond van het beleid van <strong>Fontys</strong> Hogeschool worden docenten in toenemende <strong>ma</strong>te in degelegenheid gesteld te promoveren en onderzoeken uit te voeren die passen binnen deonderzoeksprogram<strong>ma</strong>’s. In het kader van versterking van de onderzoeksfunctie zal dit in deregel plaatsvinden door deelname aan de onderzoeken bij het lectoraat.Borging kwaliteit personeelHet op peil houden van de kwaliteit van docenten wordt geborgd door scholingsplannen en hetcompetentie<strong>ma</strong>nagement van docenten op team- en op FLOT-niveau. In het kader van hetingevoerde competentie<strong>ma</strong>nagement wordt structureel gewerkt aan de verbetering van dekwaliteit van de medewerkers. Over professionalisering worden afspraken ge<strong>ma</strong>akt tijdens decontracteringsgesprekken. Deze zijn vastgelegd in scholingsplannen.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 40


Sinds 2005 is er met de invoering van competentiegestuurd onderwijs aandacht besteed aan denieuwe rollen van docenten als:• studieloopbaanbegeleider;• assessor;• ontwikkelaar;• begeleider van onderzoek.Gezien het belang van het afstudeeronderzoek in de opleidingen moeten naar de mening vanhet auditteam alle docenten structureel de gelegenheid krijgen om met enige regel<strong>ma</strong>at ookzelf, eventueel samen met studenten, vakdidactisch onderzoek uit te voeren. Het kan nu wel<strong>ma</strong>ar zou op een meer structurele basis moeten plaatsvinden.ScholingGeneriekDe teams binnen FLOT doen in hun teamplannen voorstellen voor professionalisering enontwikkeling en vertalen deze naar kwaliteits-, scholing- en ontwikkelafspraken. Deteamplannen moeten passen binnen het beleid van FLOT.Alle <strong>Fontys</strong>-Contactdocenten ontmoeten elkaar acht <strong>ma</strong>al per jaar op een studieochtend waaractuele infor<strong>ma</strong>tie wordt verstrekt en ervaringen worden uitgewisseld. Daarvan zijn er tweestudieochtenden per jaar waarop de <strong>Fontys</strong>-Contactdocenten samen met de opleidingsdocentenvan de stagescholen een relevant the<strong>ma</strong> bespreken.FLOT stelt generiek voor alle docenten 15 procent van de tijd beschikbaar voorprofessionalisering. Zo zijn er bijeenkomsten tijdens innovatiedagen waar algemene zaken aanbod komen betreffende onderwijs, <strong>ma</strong>ar ook bijeenkomsten van de vakgroep waarbij opcursusniveau diverse ontwikkelingen worden besproken. De professionalisering en scholing ophet gebied van onderzoek omvat het volgende:• Ten behoeve van de ontwikkeling van het onderzoek binnen de <strong>ma</strong>steropleidingen, zijn in2006-2007 alle betrokken docenten in het doen en begeleiden van onderzoek geschoold.• Voor de ontwikkeling van de inrichting en aanpak vindt geregeld overleg plaats met hetlectoraat en met alle <strong>ma</strong>stercoördinatoren.• Daarnaast participeert een aantal docenten van de <strong>ma</strong>steropleidingen in de kenniskring vanhet lectoraat, waaronder ook de docent Onderzoek.Het auditteam acht het lid<strong>ma</strong>atschap van de Vereniging Lerarenopleiders Nederland (VELON)en het door enkele opleidingsdocenten beschikken over een VELON-registratie eenaandachtspunt voor de directe toekomst.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Alle docenten van de opleiding <strong>Wiskunde</strong> hebben zich de afgelopen jaren aantoonbaaringespannen om hun deskundigheid te bevorderen, zo blijkt uit de CV's en de gesprekkentijdens de audit. Jaarlijks nemen ongeveer vijf docenten deel aan de Nationale <strong>Wiskunde</strong>dagenen worden op die <strong>ma</strong>nier geschoold op het gebied van wiskunde en wiskundeonderwijs.Daarnaast namen verschillende docenten de afgelopen jaren deel aan interne scholing rondomonderzoek en intervisie.De opleiding <strong>Wiskunde</strong> werkt samen met de Eindhoven School of Education. De samenwerkingricht zich vooral op onderwijskunde en vakdidactiek. In 2009 is er een intervisiedag gehoudenwaarin het onderzoeksprogram<strong>ma</strong> centraal stond. In 2010 is er een studiedag waarin hetvakdidactische program<strong>ma</strong> van de opleidingen <strong>Wiskunde</strong>, Scheikunde en Natuurkunde centraalstaat.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 41


StudenttevredenheidGeneriekUit het studenttevredenheidsonderzoek van 2009 blijkt dat studenten tevreden zijn over zowelwat de didactische kwaliteiten als de inhoudelijke deskundigheid van hun docenten.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Voor de inhoudelijke deskundigheid van de docenten <strong>Wiskunde</strong> geven de studenten een zeerhoge score van 4.5 en voor de didactische kwaliteiten een 3.9.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 42


4. VoorzieningenFacet 4.1. Materiële voorzieningen• Huisvesting en <strong>ma</strong>teriële voorzieningen zijn toereikend om het program<strong>ma</strong> terealiserenOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.GebouwHet voorzieningenbeleid van FLOT valt onder dat van <strong>Fontys</strong> Hogescholen. Dit is onder meeruitgewerkt in een huisvestingsbeleidsplan, ict-beleidsplan en mediatheekbeleidsplan.De opleidingen van FLOT zijn gehuisvest in het Mollergebouw dat in 1986 in gebruik isgenomen. Gebouw en voorzieningen zijn recentelijk vernieuwd om te kunnen voldoen aan denieuwe eisen die de veranderingen in het onderwijs en de didactiek met zich meebrengen. De<strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> <strong>ma</strong>ken gebruik van een digitale leeromgeving die altijd en overalbereikbaar is, zowel op de computers in de school als thuis. Deze digitale leeromgeving isopgesplitst in internet en intranet.Het auditteam is op grond van eigen waarneming van mening, dat de voorzieningen in Tilburgtoereikend zijn om het program<strong>ma</strong> te kunnen verzorgen. In aparte lokalen, bijvoorbeeld pclokalen,is voldoende ruimte en <strong>ma</strong>teriaal aanwezig om specifieke vaardigheden te ontwikkelen.Mediatheek/ bibliotheekDe mediatheek/bibliotheek <strong>ma</strong>akt een verzorgde indruk. Er zijn pc’s beschikbaar voorstudenten waarop ze onder meer tijdschriften kunnen raadplegen, de ruimte is schoon enstudenten kunnen er in groepen werken. Wanneer studenten speciale literatuurverzoekenhebben wordt het benodigde voor de student opgevraagd bij een andere (Pabo)-opleiding van<strong>Fontys</strong> of een andere bibliotheek. Het auditteam miste wel voor de <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong>relevante buitenlandse literatuur in de bibliotheek. Een deel is weliswaar elektronischbeschikbaar <strong>ma</strong>ar een aantal goede tijdschriften in de zichtkast is wenselijk.IctWeb-enabled, plaats- en tijdsonafhankelijk studeren en werken is voor FLOT een belangrijkuitgangspunt bij de vormgeving van de pri<strong>ma</strong>ire processen. Dat heeft onder andere geleid totict-werkplekken voor alle studenten en medewerkers. De schoolpracticumdocenten,opleidingsdocenten en <strong>Fontys</strong>-Contactdocenten zien er ook op toe dat de <strong>ma</strong>teriëlevoorzieningen op de buitenschoolse werkplekken toereikend zijn om het studieprogram<strong>ma</strong> terealiseren. Dit wordt vastgelegd in een stageovereenkomst.In 2009-2010 zijn drie s<strong>ma</strong>rtboards binnen FLOT geplaatst. In 2010-2011 zijn er weer drievoorzien, evenals een digitalisering van het talenpracticum en aanschaf van apparatuur vooropname van colleges en die bekijken via internet.Opleidingspecifieke voorzieningenOpleiding <strong>Wiskunde</strong>De opleiding <strong>Wiskunde</strong> beschikt over een eigen wiskundewerklokaal. Daarin bevinden zichvoornamelijk op school gebruikte <strong>ma</strong>terialen die de student ook kan lenen voorstageopdrachten.De opleiding beschikt over specifieke wiskundeprogram<strong>ma</strong>tuur, zoals hetcomputeralgebrapakket Maple, de digitale toetsomgeving Maple TA, het meetkundeprogram<strong>ma</strong>Cabri en het program<strong>ma</strong> TI-interactive dat een uitbreiding en aanvulling is van de grafischereken<strong>ma</strong>chine van Texas Instruments.Daarnaast <strong>ma</strong>ken docenten bij hun onderwijs gebruik van elektronische leeromgevingen alsN@tschool en SharePointsites.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 43


Een docent van de vakgroep <strong>Wiskunde</strong> bestelt jaarlijks een aantal nieuw verschenenwiskundeboeken die als aanvullend <strong>ma</strong>teriaal gebruikt kunnen worden voor studenten van de<strong>ma</strong>steropleiding. <strong>Wiskunde</strong>studenten mogen ook gratis boeken lenen in de bibliotheek van deTechnische Universiteit Eindhoven.Studentenoordeel over voorzieningenniveauStudenten geven aan beperkt gebruik te <strong>ma</strong>ken van de voorzieningen van de opleidingen. Hetauditteam constateert dat dit komt doordat het grotendeels om deeltijdstudenten gaat, en dathet zeldzame gebruik wat dat betreft niet afwijkt van dat op andere opleidingen waardeeltijders studeren. Zij volgen op de opleiding met name lessen en werken vervolgens thuis ofop de werkplek aan opdrachten en dergelijke. De opleidingen zouden het gebruik van demediatheek/bibliotheek onder studenten meer kunnen stimuleren.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 44


Facet 4.2. Studiebegeleiding• De studiebegeleiding en de infor<strong>ma</strong>tievoorziening aan studenten zijn adequaatmet het oog op de studievoortgang• De studiebegeleiding en de infor<strong>ma</strong>tievoorziening aan studenten sluiten aan bij debehoefte van studentenOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.StudentbegeleidingGelet op de studentenpopulatie die een <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> volgt heeft de FLOT gekozenvoor de volgende begeleidingsvorm. De studiebegeleiding start met een intakegesprek vooriedere <strong>ma</strong>sterstudent waarna een studieovereenkomst wordt afgesloten. Daarnaast zijn erafspraken over de coaching van de <strong>ma</strong>sterstudenten. De structurele studiebegeleiding bestaatvooral uit het syste<strong>ma</strong>tisch voeren van studievoortganggesprekken.De afspraken over de inrichting van de stagebegeleiding staan beschreven in de DigitaleStudiegids van elke <strong>ma</strong>steropleiding.Ten behoeve van de stagebegeleiding van de <strong>ma</strong>sterstudenten zijn de taken en rollen van deschoolpracticumdocent, de opleidingsdocent en de <strong>Fontys</strong>-Contactdocent schriftelijk vastgelegd.In veel gevallen is de stageplaats de eigen werksituatie van de student. Indien de schoolwaaraan deze is verbonden tevens een <strong>Fontys</strong>-Contactdocent en een opleidingsdocent kent,dan dragen zij zorg voor de beroepsgerichte begeleiding volgens de afspraken en desyste<strong>ma</strong>tiek zoals die ook voor de bachelorstudenten gelden. Zo niet, dan wordt de studentbegeleid door een collega op de school waar hij werkzaam is en door de regio-<strong>Fontys</strong>-Contactdocent. Daarnaast wordt iedere student binnen zijn (stage)school vakinhoudelijkbegeleid door de schoolpracticumdocent .De studieloopbaanbegeleider en de <strong>ma</strong>sterstudent kunnen in overleg de studieplanningbijsturen. Als blijkt dat er andere begeleiding nodig is, bijvoorbeeld bij een nadereberoepskeuze of bij persoonlijke problemen, kan de student verwezen worden naar de decaan,de studentenpsycholoog, het loopbaancentrum en/of de vertrouwenspersoon van <strong>Fontys</strong>.Uit gesprekken met studenten is gebleken dat de stagebegeleiding op school kwetsbaar isdoordat studenten niet in alle gevallen gegarandeerd kan worden dat hun begeleiders overadequate vakinhoudelijke en didactische expertise beschikken. In dit verband zou een sterkerekoppeling tussen het vakdidactiekonderwijs en de stage wenselijk zijn zodat studenten deverbinding tussen theorie en praktijk goed kunnen leggen.Het studentvolgsysteem van PeopleSoft wordt zowel gebruikt voor de bacheloropleidingen alsvoor de <strong>ma</strong>steropleidingen. Iedere studieloopbaanbegeleider houdt een exitgesprek metstudiestakers conform het exitprotocol.Infor<strong>ma</strong>tievoorzieningGeneriekAlle infor<strong>ma</strong>tie over het opleidingsprogram<strong>ma</strong>, de organisatie van het onderwijs en de roostersstaan op de website van FLOT. Ook alle infor<strong>ma</strong>tie en formulieren voor de stage, zoals hetstageprotocol en evaluatieformulieren, staan op deze website. De infor<strong>ma</strong>tie en les<strong>ma</strong>terialenmet betrekking tot ‘APV’ en ‘Onderzoek’ zijn toegankelijk via de portal. De website en de portalzijn ook thuis voor studenten toegankelijk.Studenten kunnen indien gewenst voor nader overleg een afspraak <strong>ma</strong>ken met een docent. Inde praktijk lopen studenten tijdens de contactdagen binnen bij hun docenten enstudieloopbaanbegeleider. Verder kunnen studenten hun docenten bereiken via e-<strong>ma</strong>il.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 45


Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Het vakspecifieke studie<strong>ma</strong>teriaal waaraan studenten in groepjes moeten werken zetten dedocenten <strong>Wiskunde</strong> van tevoren op SharePoint. Het overige studie<strong>ma</strong>teriaal plaatsen dedocenten via e-modules op de eigen intranetsite van de opleiding. Daarop zijn ook de algemeneinfor<strong>ma</strong>tie, overzichten van behaalde cijfers, overzichten van studieprogram<strong>ma</strong>’ s etc. te vinden.Dit acht het auditteam voor de studievoortgang van de studenten belangrijk.Studenttevredenheid studieloopbaanbegeleidingUit het studenttevredenheidsonderzoek van november 2009 blijkt dat de <strong>ma</strong>sterstudententevreden zijn over de begeleiding door de studieloopbaanbegeleider.Studenttevredenheid infor<strong>ma</strong>tievoorzieningStudenten geven aan dat zij tevreden zijn over de infor<strong>ma</strong>tievoorziening. Veel infor<strong>ma</strong>tie isvoor hen online beschikbaar. Daar waar dit ontbreekt zijn medewerkers binnen de opleidinggoed bereikbaar om de benodigde infor<strong>ma</strong>tie te leveren. Een punt van aandacht, zo constateerthet auditteam na gesprekken met studenten, is de voorbereiding op het afstudeeronderzoek.Studenten geven aan dat het wenselijk is dat zij al in een vroeger stadium te horen krijgen water exact van hen verwacht wordt. Hier zou al in het eerste studiejaar mee begonnen moetenworden.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 46


5. Interne kwaliteitszorgFacet 5.1. Evaluatie resultaten• De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbarestreefdoelenOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.KwaliteitszorgcyclusUit de documentatie blijkt dat de wijze waarop de FLOT kwaliteitszorg uitvoert, past binnende visie en syste<strong>ma</strong>tiek van de Hogeschool. De kwaliteitszorg volgens de PDCA-cyclus die deopleidingen volgen, is uitvoerig beschreven. Per project is er een overzicht van het doel,het tijdspad, de verantwoordelijke, andere betrokken medewerkers, de momenten van(tussen-)<strong>rapport</strong>age en de beschikbare middelen.Kwaliteitszorg is een onderwerp voor het overleg binnen het <strong>ma</strong>nagementteam van FLOT.De frequentie van het syste<strong>ma</strong>tisch kwaliteitszorgoverleg tussen de directeur en dekwaliteitszorgcoördinator is met ingang van studiejaar 2009-2010 verhoogd tot een keerper <strong>ma</strong>and.Evaluatie <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong>De opleidingen binnen FLOT worden periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van meetbaredoelen. Voor het verzamelen van gegevens over de gerealiseerde kwaliteit op de verschillendefacetten <strong>ma</strong>ken de opleidingen gebruik van verschillende evaluatie-instrumenten. De FLOTevaluatiesworden afgenomen volgens de onderzoekskalender. Deze is door het auditteambestudeerd. Hierin wordt een onderscheid ge<strong>ma</strong>akt tussen de onderzoeksinstrumenten, hetdoel van de evaluatie, de frequentie en de verantwoordelijke functionaris voor de evaluatie. Hetis uiteindelijk de kwaliteitscoördinator die de onderzoekskalender bewaakt en tijdigafnamemomenten afkondigt bij het <strong>ma</strong>nagementteam.De algemene kwaliteitsdoelen zijn geoperationaliseerd, doordat voor diverse facetten doelenzijn geformuleerd. Dit blijkt uit de beleidselementen van de diverse facetten in de ManagementReview: ieder facet dat in dit zelfevaluatie<strong>rapport</strong> wordt behandeld, wordt ingeleid met deformulering van een aantal beleidsdoelstellingen. Bijvoorbeeld: ‘In het OER staan detoelatingseisen voor instromende studenten vermeld’ of ‘FLOT streeft naar een doorgaandeleerlijn vanuit de bachelor naar de <strong>ma</strong>ster’.Twee keer per zes jaar vindt een integrale evaluatie plaats van de opleidingen (op alle facettenvan het accreditatiekader). Eerst gebeurt dit via een interne audit door de <strong>Fontys</strong>-auditor,vervolgens door het schrijven van een zelfevaluatie, een bezoek van een visitatiecommissie enhet oordeel van de <strong>NVAO</strong>. Alle geledingen zijn hierbij betrokken.De opleiding kent verschillende organen die allen verantwoordelijk zijn voor een deel van dekwaliteitszorg. Zo is de Raad van Advies VO verantwoordelijk voor het verstrekken vaninfor<strong>ma</strong>tie over ontwikkelingen in het werkveld en is de Wetenschappelijke Raad van Adviesverantwoordelijk voor het adviseren over de aanpassingen van de eindkwalificaties en hetcurriculum en het verstrekken van infor<strong>ma</strong>tie over ontwikkelingen in het beroepenveld.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 47


Naast de Raad van Advies hebben ook de werkveldcommissies een belangrijke evaluerende enadviserende rol bij de invulling en veranderingen van de opleidingen. Met dewerkveldcommissies spreken de opleidingen o.a. over de opleidingsprofielen, gewensteveranderingen in het curriculum, organisatorische aspecten van de opleidingen en teverwachten ontwikkelingen. De werkveldcommissie brengt jaarlijks een advies uit aan deopleidingscoördinator en de teamleider van de opleiding.Studenten en docenten kunnen via de website van FLOT suggesties doen die de kwaliteit vande opleidingen ten goede komen. Ook kunnen ze hier hun klachten kwijt. Deverantwoordelijkheid voor de ‘verbetersuggesties’ ligt bij één van de adjunct-directeuren.De respons op sommige opleidingsspecifieke evaluaties is laag, waardoor het niet altijdmogelijk is om algemene conclusies te trekken over kwaliteitsaspecten vanprogram<strong>ma</strong>onderdelen en onderwijsactiviteiten. In het studiejaar 2008-2009 zijn dooropleidingen verschillende <strong>ma</strong>atregelen genomen om de respons van studenten te vergroten.Masterbreed hebben deze nog niet tot de gewenste kwantitatieve respons geleid. In dit verbandmerkt het auditteam op dat het goed is dat de opleidingen evalueren <strong>ma</strong>ar dat het risico van teveel evalueren dreigt. Overwogen kan worden om nieuwe studieonderdelen snel te evaluerenen bij voldoende resultaat een jaar over te slaan.Tevredenheid van de studentenStudenten geven aan dat er naar hun mening te veel geëvalueerd wordt. Tijdens de auditzeiden ze dat het aantal evaluaties wat hen betreft beperkt kan worden tot onderwerpen diehen direct aangaan, bijvoorbeeld de kwaliteit van de docent en het studie<strong>ma</strong>teriaal. Dergelijkeevaluaties kunnen na afloop van een toets door studenten worden ingevuld.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 48


Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering• De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbareverbeter<strong>ma</strong>atregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelenOordeel: goedHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.Na de evaluatiesGeneriekHet auditteam constateert in dit verband dat de opleidingen voldoende kritisch zijn wat betrefthet eigen functioneren. Wanneer niet aan de gestelde kwaliteitscriteria is voldaan of wanneer ersignalen uit het werkveld, van studenten of van medewerkers zijn over te nemenverbeter<strong>ma</strong>atregelen, dan ondernemen de opleidingen actie.Evaluatieresultaten die betrekking hebben op eenvoudig op te lossen zorgpunten, wordentussentijds en zonder veel bureaucratie opgepakt en opgelost.Evaluaties, waaronder het studenttevredenheidsonderzoek en module-evaluaties, zijnsignalerend van aard en leveren vrij algemene infor<strong>ma</strong>tie op over mogelijke knelpunten. Deresultaten van module-evaluaties worden nabesproken in de les. Uit de eerstvolgende evaluatieen uit bespreking in het student-docentoverleg blijkt of de ingezette verbeteracties hetgewenste effect sorteren.De <strong>ma</strong>stercoördinatoren komen elke twee weken onder leiding van de teamleider bij elkaar.Ook de docent Onderzoek is bij het overleg aanwezig. In het overleg worden problemen overonderwijs, organisatie en evaluatieresultaten besproken. Ook worden er gezamenlijkverbetervoorstellen geformuleerd.Bij tegenvallende resultaten wordt nader onderzoek gedaan naar de oorzaken van de gevondenkwaliteitsproblemen. De infor<strong>ma</strong>tie die uit de evaluaties, waaronder de eerder genoemdegedetailleerde studentenenquête, naar voren komt, stellen de FLOT in staat om gericht actie teondernemen.Een voorbeeld van een algemeen genomen verbeter<strong>ma</strong>atregel is dat de beschikbaarheid van deroosters is vervroegd. Een ander voorbeeld is dat op basis van de evaluatie onder studenten endocenten recent verbeteringen aangebracht zijn op het gebied van toetsing en begeleiding.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Voorbeelden van genomen acties/verbeter<strong>ma</strong>atregelen naar aanleiding van de schriftelijkeevaluaties en evaluaties in het student-docentoverleg in de afgelopen jaren zijn:• omdat de studenten de werkvormen ‘presentatie’ en ‘samenwerkend leren’ als tijdsintensiefervaren, heeft de opleiding ervoor gekozen een aantal cursussen te spreiden over deverschillende leerjaren;• omdat er te veel ‘zelfwerkzaamheidsvakken’ en te weinig contacturen waren in de eerstetwee periode van het derde studiejaar, zijn bij het onderdeel ‘keuzevakken’ in 2009-2010twee geroosterde werkuren ingevoerd, waarin twee docenten studenten intensieverbegeleiden bij het gekozen keuzeonderdeel;• omdat het gebruikte boek van Roe te abstract is en er te weinig voorbeelden in staan, heeftde opleiding gekozen voor een ander boek en daarnaast een eigen reader ontwikkeld;• omdat de cursussen ‘Analysevak 2’ en ‘Grafentheorie’ te kort waren ingeroosterd (slechtsvoor één periode) komen deze vakken nu in twee perioden voor en is het aantalcontacturen en begeleidingsuren zodoende verdubbeld.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 49


• Voorbeeld van genomen actie n.a.v. de vorige visitatie:• In het studiejaar 2006-2007 is het curriculum van de opleiding <strong>Wiskunde</strong> aangepast enstaat in de module ‘School- en computerwiskunde’ de vakdidactiek centraal en worden derelaties met ontwikkelingen in het beroepenveld gelegd.• De opleiding heeft conform het toetsbeleid de spreiding in toetsvormen vergroot. Eenaantal modules wordt niet langer met een schriftelijke toets afgesloten.• In het studiejaar 2006-2007 is de module ‘Natuur, Leven en Technologie’ (NLT) ingevoerd,waarbij <strong>ma</strong>sterstudenten van de lerarenopleidingen <strong>Wiskunde</strong>, Natuurkunde, Biologie enAardrijkskunde zich samen in het nieuwe schoolvak NLT verdiepen. Daarmee is tevensingespeeld op de opmerking van het visitatiepanel dat samenwerking tussen deverschillende opleidingen ontwikkeld diende te worden.Beheer van de verbetercyclusDe opleidingen hebben in sche<strong>ma</strong>vorm aangegeven wie binnen de opleiding verantwoordelijk isvoor welke verbeteractiviteiten. Bijvoorbeeld: de expertisegroepen die deel uit<strong>ma</strong>ken van de<strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> zijn verantwoordelijk voor het verbeterbeleid wat betreft hetopleidingskader, het program<strong>ma</strong>, de instroom, de studiebegeleiding, de planning en organisatieen de voorzieningen.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 50


Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld• Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en hetafnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokkenOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.FLOT-breedDe <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> worden gekenmerkt door kleinschaligheid. Op de vaste contactdagzijn deeltijdstudenten, docenten en de opleidingscoördinator aanwezig. De lijnen binnen deopleidingen zijn kort. Studenten die een (kwaliteits)probleem ervaren, spreken deopleidingscoördinator hier bijvoorbeeld tijdens de contactdag persoonlijk op aan.Communicatie met externe betrokkenen vindt plaats door de digitale FLOT-nieuwsbrieven, het<strong>ma</strong>gazine Vector voor de scholen in de regio en via de FLOT-website. Medewerkers, studenten,alumni en beroepenveld zijn betrokken bij de interne kwaliteitszorg voor de <strong>ma</strong>steropleidingen<strong>Leraar</strong>. We gaan hierna in op de betrokkenheid van deze partijen bij de kwaliteitszorg.StudentenGeneriekDe <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong> zijn in 2008-2009 gestart met student-docentoverleg. Tijdens ditoverleg wordt gesproken over kwaliteitsaspecten waaronder het niveau, de opbouw enuitvoering van het program<strong>ma</strong>, de begeleiding en de infor<strong>ma</strong>tievoorziening, het formuleren vanverbetervoorstellen en het volgen van de implementatie van het verbeterbeleid.Met ingang van studiejaar 2007-2008 is voor geheel FLOT de Studentenraad actief. Een<strong>ma</strong>alper <strong>ma</strong>and is er een overleg met de directie. Het auditteam is gebleken dat de punten dietijdens dit overleg aan de orde worden gesteld voor de opleidingen relevant zijn. Zo is er doorinspraak van de Studentenraad op het niveau van de Raad van Bestuur meer aandachtgekomen voor het probleem over het studievoortgangssysteem PeopleSoft.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Het student-docentoverleg van de <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> vergadert één- tottwee<strong>ma</strong>al per periode over o.a. roosters, gesignaleerde problemen en het onderwijs in deafgelopen periode. Van elk studiejaar is er één student vertegenwoordigd, die voorafgaand aanhet overleg infor<strong>ma</strong>tie verzamelt bij de achterban en hiervan een schriftelijk verslag uitbrengtaan de docenten. Na afloop van de vergadering koppelen deze studenten uitkomsten weerterug naar de medestudenten.OpleidingscommissieVoor de <strong>ma</strong>sters is begin 2010 een aparte opleidingscommissie van studenten opgericht,waarin de teamleider van de <strong>ma</strong>sters, een opleidingscoördinator en mini<strong>ma</strong>al zes<strong>ma</strong>sterstudenten (verdeeld over de opleidingen) zitting hebben. Deze commissie brengtgevraagd en ongevraagd advies uit over voor de opleiding relevante onderwerpen.DocentenOpleiding <strong>Wiskunde</strong>De medewerkers van de vakgroep wiskunde zijn o.a. via vakgroepoverleg, studiedagen,leerstofgroepen en NLT-groepsoverleg betrokken bij de kwaliteit van de opleiding. In hetvakgroepoverleg komen ook de uitkomsten uit het student-docentoverleg aan de orde.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 51


AlumnibeleidSinds het studiejaar 2006-2007 is er een start ge<strong>ma</strong>akt met de opzet van een FLOT-breedalumnibeleid. Inmiddels telt de alumnivereniging ongeveer tweehonderd leden (bachelors én<strong>ma</strong>sters). Ten minste een<strong>ma</strong>al per jaar ontvangen de opleidingen belangstellende oudstudenten.De bijeenkomsten hebben een tweeledig doel: het informeren van de oud-studentenover onderwijskundige ontwikkelingen binnen de lerarenopleiding en het uitwisselen vanexpertise tussen opleiding en beroepenveld.Wetenschappelijke Raad van AdviesDe Wetenschappelijke Raad van Advies is ingesteld in studiejaar 2005-2006 en adviseert de<strong>ma</strong>steropleidingen van FLOT. De leden van de Raad zijn vertegenwoordigers van universiteitenen lectoren die verbonden zijn aan <strong>Fontys</strong>.Raad van Advies VODe Raad van Advies VO is een FLOT-breed orgaan. De taak en samenstelling van de Raad vanAdvies zijn door de opleiding vastgelegd. De Raad bestaat uit rectoren van VO-instellingen uitde regio. Vanuit FLOT zijn de directie en de lector Leerstrategieën aanwezig bij debijeenkomsten van de raad. De Raad van Advies VO verstrekt infor<strong>ma</strong>tie over ontwikkelingen inhet werkveld en beroepenveld en adviseert over eindkwalificaties en het curriculum.WerkveldcommissieOpleiding <strong>Wiskunde</strong>Sinds studiejaar 2008-2009 is de werkveldcommissie voor de <strong>ma</strong>ster <strong>Wiskunde</strong> actief. Daarinhebben twee docenten uit het voortgezet onderwijs zitting die met de coördinator van deopleiding spreken over het profiel, en de inhoud en organisatie van de <strong>ma</strong>steropleiding.Tevredenheid van de studentenGeneriekUit het meest recente studenttevredenheidsonderzoek uit 2009 blijkt dat de studenten vindendat ze voldoende betrokken worden bij de verbetering van de opleiding.Hoewel resultaten van onderwijsevaluaties via verschillende kanalen gepubliceerd worden,worden studenten naar hun mening toch te weinig geïnformeerd over de uitkomsten vanonderwijsevaluaties.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Uit de studenttevredenheidsonderzoeken en uit de gesprekken van de leden van het auditteammet studenten blijkt dat de studenten van de opleiding <strong>Wiskunde</strong> vinden dat zij voldoendeworden betrokken bij de verbetering van de opleiding (score 3.5), voldoende geïnformeerdworden over de uitkomsten van onderwijsevaluaties (score 3.3) en dat de opleiding voldoendegebruik<strong>ma</strong>akt van de uitkomsten van onderwijsevaluaties (score 3.4). De studenten die hetauditteam sprak zouden niet zoveel enquêtes meer willen invullen, <strong>ma</strong>ar liever meer mondelingfeedback willen geven op de kwaliteit van de opleiding. Ze waren wat enquêtemoe. Hetstudent-docentoverleg vinden zij goed functioneren.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 52


6. ResultatenFacet 6.1. Gerealiseerd niveau• De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefdeeindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisenOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.InleidingHet auditteam heeft voorafgaand aan en tijdens de audit aandacht besteed aan hetgerealiseerde niveau. Concreet zijn er eindwerkstukken en andere uitgevoerdepraktijkonderzoeken opgevraagd bij de verschillende opleidingen en hebben werkveld- envakdeskundigen deze werkstukken bestudeerd. Hierna besteedt het auditteam aandacht aan:de wijze waarop de afsluitende toetsing plaatsvindt, de borging van het eindniveau, de meningvan alumni over het gerealiseerde niveau en het algemene beeld van het auditteam tenaanzien van de afstudeeropdracht.Afsluitende toetsingBinnen het generieke opleidingsprogram<strong>ma</strong> wordt het oordeel over het gerealiseerde niveau ende beroepsgerichte oriëntatie bepaald door de beoordeling van de stage en het afsluitendepraktijkonderzoek. De oriëntatie is herkenbaar in de doelstelling om professionals op te leidendie in de bovenbouw van het voorbereidend hoger onderwijs kunnen functioneren en daarbijeen bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling en verbetering van de beroepsuitoefeningdoor syste<strong>ma</strong>tisch onderzoek van de beroepspraktijk. De student moet in ieder geval op basisvan de stage aantonen dat hij de opleidingscompetenties beheerst en in staat is de vakkennisen vakdidactiek te integreren.Borging eindniveau, praktijkonderzoek en stageGeneriekDe opleidingen hebben ijkpunten geformuleerd voor beoordelingscriteria enbeoordelingsnormen voor het afsluitende praktijkonderzoek.Het afsluitend onderzoek binnen de <strong>ma</strong>steropleiding betreft een praktijkrelevant onderzoek.Met de term praktijkonderzoek geeft de opleiding aan dat het onderzoek start bij een vraag ofnotie over de eigen lespraktijk van de student of over de praktijk van de school. In de visie vanFLOT <strong>ma</strong>akt het praktijkonderzoek deel uit van de leerstrategie van een professional. Het gaatdan om het syste<strong>ma</strong>tisch onderzoeken van de praktijk en het betrekken van inzichten,theorieën, modellen en concepten bij het formuleren van oplossingen en aanbevelingen voor deverbetering of verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk. Zelfstandigproble<strong>ma</strong>tieken/the<strong>ma</strong>tieken kunnen herkennen en onderzoeks<strong>ma</strong>tig kunnen benaderenbehoort tot de competenties van de afgestudeerde <strong>ma</strong>sterstudent.Het is beleid binnen FLOT dat de student voor het afstudeeronderzoek in principe eenonderwerpkeuze kan <strong>ma</strong>ken dat direct gerelateerd is aan het onderwijs. Het onderwerp van hetpraktijkonderzoek dient door middel van literatuuronderzoek verkend te worden. Veelopleidingen sturen er inmiddels op dat studenten vakdidactische onderwerpen kiezen voor hetpraktijkonderzoek en studenten ervan afhouden algemeen pedagogische onderwerpen te kiezenin het domein van de schoolpraktijk.Naast het praktijkonderzoek laten verschillende opleidingen tevens een vakinhoudelijkonderzoek c.q. literatuuronderzoek doen ter afsluiting van het vakinhoudelijke gedeelte van destudie.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 53


Bij de beoordeling van het afstudeeronderzoek is naast de begeleider altijd een onafhankelijketweede beoordelaar betrokken. Dit is over het algemeen een vakdocent van de opleiding. Dezebeoordelaar controleert onder andere of de beoordelingscriteria op de juiste wijze zijntoegepast.De stage wordt beoordeeld aan de hand van de opleidingscompetenties en de bijbehorendeeisen. De opleiding heeft bij iedere competentie beschreven wat de student aan competentgedrag moet laten zien. Om de competenties aan te tonen, dient de student een portfoliosamen te stellen. Vooraf wordt met de <strong>Fontys</strong>-Contactdocent afgestemd waar het portfolio aanmoet voldoen. De wijze waarop de beoordeling van de stage plaatsvindt, is vastgelegd in het‘Stageprotocol Masteropleidingen’. Bij de beoordeling van de stage is een externe beoordelaarbetrokken: de schoolpracticumdocent. Als op de betreffende school een opleidingsdocentaanwezig is, dan is die eveneens bij de beoordeling betrokken.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>De realisatie van de vakspecifieke eindkwalificaties toetst de opleiding door middel vanschriftelijke tentamens, presentaties, inleveropdrachten, scriptie en portfolio's. Zoals al onderfacet 2.8 is vermeld zijn voor de vakspecifieke onderdelen beoordelingscriteria opgesteld.Alumni over het gerealiseerde niveauGeneriekDe waardering van het opleidingsniveau door alumni en afstudeerders blijkt uit hetstartbekwaamhedenonderzoek dat door FLOT in het najaar van 2009 is afgenomen onderalumni en derdejaars studenten van alle <strong>ma</strong>steropleidingen, behalve Biologie (de<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> Biologie is van start gegaan in september 2008 en kent nog geenalumni of derdejaarsstudenten).Opleiding <strong>Wiskunde</strong>98 procent van de respondenten van de wiskunde opleiding zegt te voldoen aan de DublinDescriptoren en 80 procent zegt de SBL-competenties te beheersen. Alle respondenten meldendat ze de opleiding als beroepsopleiding (zeer) adequaat vinden.Afstudeeronderzoek, algemeen beeldHet auditteam constateert dat door studenten een onderwerp gekozen wordt dat relevant isvoor de school waar de student werkzaam is. Het praktijkonderzoek richt zich zoals al onder2.1 is vermeld vaak sterk op het mesoniveau van de onderwijsorganisatie waar studentenwerkzaam zijn, ook al hebben studenten de mogelijkheid om ook vakdidactischpraktijkonderzoek te doen. De afstudeeronderzoeken hebben bijvoorbeeld betrekking op dekeuze van profielen door leerlingen, de aansluiting tussen onder- en bovenbouw.Zoals al hierboven vermeld, sturen veel opleidingen er inmiddels op dat studentenvakdidactische onderwerpen kiezen voor het praktijkonderzoek. Deze the<strong>ma</strong>tiek is al langeretijd onderwerp van gesprek geweest binnen FLOT. Het auditteam adviseert FLOT in dezethe<strong>ma</strong>tiek nu tot een beleid te komen en juicht het toe dat het accent komt te liggen opvakdidactische praktijkonderzoeken. Door met de onderwerpskeuze/onderzoeksvraag voor hetafstudeerwerk dichter bij het vak (vakinhouden en/of vakdidactiek) te blijven, komen deopleidingsdocenten door hun expertise op dit terrein beter tot hun recht.Oordeel auditteam over gerealiseerd niveauHet auditteam heeft steekproefsgewijs een aantal afstudeerwerkstukken van de afgelopenstudiejaren beoordeeld en is van mening, dat de studenten hierin aantonen, dat zij het <strong>hbo</strong><strong>ma</strong>sterniveauhebben bereikt, dat je van een zelfstandig en/of leidinggevendberoepsbeoefenaar <strong>ma</strong>g verwachten. De afstudeerwerkstukken zijn degelijk, <strong>ma</strong>ar hetonderzoek gaat niet diep. Dat komt vooral door de (school)<strong>ma</strong>nagementonderwerpen, die destudenten hadden gekozen.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 54


Het auditteam is van mening, dat de afstudeerbegeleiders de studenten sneller in de beginfasevan het onderzoek commentaar zouden moeten geven op de procedurele en (vak)inhoudelijkevoortgang van het onderzoek. Ook zouden de studenten al in een eerdere fase van de studiegeïnformeerd moeten worden over wat er van hen wordt verwacht bij het onderzoek. Dat is ookde wens van de studenten die het auditteam sprak. Nu krijgen ze die infor<strong>ma</strong>tie pas in hetderde studiejaar. Met deze <strong>ma</strong>atregelen kan de kwaliteit van het afstudeerwerk verderverhoogd worden.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 55


Facet 6.2. Onderwijsrendement• Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking metrelevante andere opleidingen• Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfersOordeel: voldoendeHet oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.StreefcijfersHet rendement van de opleidingen heeft betrekking op het percentage geslaagden na eenbepaald aantal jaren, de gemiddelde studieduur van de geslaagden en de gemiddeldestudieduur van studenten die vroegtijdig uitvallen (studiestakers).FLOT heeft <strong>ma</strong>sterbrede streefcijfers geformuleerd voor het rendement: mini<strong>ma</strong>al 70 procentgeslaagden, met een gemiddelde studieduur van <strong>ma</strong>xi<strong>ma</strong>al vier jaar, en <strong>ma</strong>xi<strong>ma</strong>al 30 procentuitvallers met een gemiddelde studieduur van <strong>ma</strong>xi<strong>ma</strong>al twee jaar.RendementenGeneriekHet definitieve rendement van de cohorten (alle <strong>ma</strong>steropleidingen <strong>Leraar</strong>) 2002 tot en met2008 kan nog niet vastgesteld worden, omdat van elk van deze cohorten nog studentenstuderen. Zo studeert van cohort 2002 nog ruim 12 procent en van cohort 2003 bijna 12procent. Op basis van eerdere ervaringen verwacht de opleiding dat de zittende studenten uiteerdere cohorten nauwelijks nog zullen uitvallen en voor het overgrote deel hun opleidingzullen afronden. De uitval van studenten die deel uit <strong>ma</strong>akten van de cohort 2002 bedroegbijna 10 procent. Dit percentage steeg in 2004 tot ruim 27 procent om in 2008 op bijna 8procent uit te komen.Van cohort 2005 is inmiddels bijna de helft afgestudeerd, voor de cohort 2006 is dit bijna 40procent. De reeds afgestudeerden van de cohorten 2007 en 2008 (zij laten een gemiddeldestudieduur zien van respectievelijk 1,6 en 1,2 studiejaar) beschikten veelal over eerderverworven competenties, waardoor zij het program<strong>ma</strong> versneld konden doorlopen.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Uit de rendementscijfers blijkt dat de opleiding voor de cohorten 2002 en 2003 inmiddels hetstreefcijfer van minstens 70 procent van de studenten slaagt heeft behaald. Het rendement vanlichting 2005 is inmiddels 64 procent en naar verwachting van de opleiding zal dit uiteindelijk73 procent bedragen. Het rendement van lichting 2006, nu 52 procent, zal waarschijnlijk 67procent worden, net wat lager dan 70 procent. Het rendement van lichting 2007 wordt naarverwachting aanzienlijk hoger dan in de voorafgaande jaren. Meteen na drie jaar heeft al 42procent het diplo<strong>ma</strong> gehaald. Het rendement van die lichting zal waarschijnlijk 81 procentworden. Alleen lichting 2004 heeft achteraf gezien niet voldaan aan het streefcijfer, met eenrendement van 43 procent.De gemiddelde studieduur van vier jaar van de geslaagden is in alle cohorten behaald en ookhet streefcijfer van <strong>ma</strong>xi<strong>ma</strong>al twee jaar studieduur van de uitvallers is behaald. Gemiddeldbedraagt het aantal studiestakers vanaf cohort 2002 25 procent. Het auditteam vindt dat eenzeer acceptabel gemiddelde, gezien de moeilijkheidsgraad van de studie.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 56


Gem.studieduur(jaar)Gem.studieduur(jaar)cohortInstroom(aantal)Diplo<strong>ma</strong>(%)Uitval(%)Uitval 1 ejaarUitval na 1 ejaarStuderend(%)2002 30 77% 3,0 23% 1,0 10% 13% 0%2003 23 78% 2,1 17% 0,6 17% 0% 4%2004 21 43% 3,1 48% 0,6 38% 10% 9%2005 22 64% 3,4 27% 0,9 23% 9% 9%2006 21 52% 2,7 33% 0,6 29% 5% 15%2007 26 42% 2,9 19% 0,5 19% 0% 39%2008 30 0% n.v.t. 23% 0,4 23% 0% 77%2009 43 0% n.v.t. 28% 0,4 28% n.v.t. 72%2010 27 0% n.v.t. 0% n.v.t. n.v.t. n.v.t. 100%Analyse en verbeter<strong>ma</strong>atregelenGeneriekHoewel de vergelijking van de kengetallen met de streefcijfers voor de opleiding geenaanleiding geeft tot ongerustheid, is men hier toch van mening dat een deel van de studentener te lang over doet om het diplo<strong>ma</strong> te behalen. Uit studievoortganggesprekken blijkt datstudievertraging veelal dezelfde oorzaak heeft als het voortijdig verlaten van de opleiding: decombinatie van studie, werk en gezin wordt als zwaar ervaren. De <strong>ma</strong>steropleiding kan op dezefactor weinig invloed uitoefenen. Daarbij is de studielast van de opleiding (twintig uur perweek) een gegeven. FLOT heeft het probleem besproken tijdens een bijeenkomst van de Raadvan Advies VO. Laatstgenoemde gaf aan een bijdrage te willen leveren aan een oplossing ervan.Na de visitatie in 2004 zijn de intakegesprekken voor aanvang van de studie <strong>ma</strong>sterbreeddoorgevoerd. Ook is er geïnvesteerd in studieloopbaanbegeleiding. Vanaf cohort 2004 ligt destudieduur van uitvallers beduidend lager en deze blijft voor elk cohort binnen de norm vantwee studiejaren.Opleiding <strong>Wiskunde</strong>Het gemiddelde aantal studiestakers ligt rond de 25 procent. Uit de exitgesprekken met destudenten is gebleken dat gemiddeld 40 procent van deze studiestakers stopt met de opleidingomdat deze te zwaar is combinatie met werk en privé, 48 procent stopt omdat de opleiding tehoog gegrepen is en 13 procent stopt om privéredenen zoals ziekte en (tijdelijke) beëindigingvan de baan in het onderwijs. Deze studenten komen veelal op een later tijdstip weer terug omde studie te hervatten. Opvallend is ook nog dat de meeste studiestakers afkomstig zijn vanandere tweedegraads lerarenopleidingen.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 57


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 58


6. OORDEELSCHEMAHBO-MASTEROPLEIDING LERAAR WISKUNDEVOLTIJD, DEELTIJD, DUAALOnderwerp / FacetOordeel1. Doelstellingen Opleiding V 21.1. Domeinspecifieke eisen G1.2. Niveau <strong>ma</strong>ster V1.3. Oriëntatie <strong>hbo</strong> G2. Program<strong>ma</strong> V2.1. Eisen <strong>hbo</strong> G2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud program<strong>ma</strong> G2.3. Samenhang program<strong>ma</strong> V2.4. Studielast V2.5. Instroom V2.6. Duur V2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud G2.8. Beoordeling en toetsing G3. Inzet van Personeel V 33.1. Eisen <strong>hbo</strong> G3.2. Kwantiteit personeel V3.3. Kwaliteit personeel G4. Voorzieningen V4.1. Materiële voorzieningen V4.2. Studiebegeleiding V5. Interne Kwaliteitszorg V5.1. Evaluatie resultaten V5.2. Maatregelen tot verbetering G5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld V6. Resultaten V6.1. Gerealiseerd niveau V6.2. Onderwijsrendement VSamenvattend oordeelVHobéon Certificering adviseert de <strong>NVAO</strong> de <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong>, verzorgddoor <strong>Fontys</strong> Lerarenopleiding Tilburg, croho-nummer 45263 in al haar varianten teaccrediteren.2 Extra aantekening: goed3 Extra aantekening: goed©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 59


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 60


7. BIJLAGEN©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 61


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 62


BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERSAuditprogram<strong>ma</strong> <strong>ma</strong>sters FLOT 25-26-27 mei 2010Kernteam: Van der Herberg, Van den Bergh, Boers<strong>ma</strong>, Ronner, Orlandini, Broers.Dinsdag 25 mei 2010Di. 8.15Di. 08:30 – 09:15InloopIntern overleg kernteam:Van der Herberg, Van den Bergh, Boers<strong>ma</strong>,Ronner, Orlandini, BroersGespreksonderwerpen:Status generiek en plaats in hetvervolgtrajectToelichting op het program<strong>ma</strong>Conclusies documentenanalyseBevindingen afstudeerwerkenAandachtspunten auditDi. 09:15 – 10:15ManagementteamKernteam: Van der Herberg, Van den Bergh, Boers<strong>ma</strong>, Ronner, Orlandini,BroersFLOT: directeur, adjunct-directeur en teamleider <strong>ma</strong>steropleidingenGespreksonderwerpen:strategisch beleid/visie/missie, <strong>ma</strong>rktpositie en instroom, relatieberoepenveld, plaats <strong>ma</strong>ster binnen de organisatie, in het bijzonder relatiebachelor- en <strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong>, internationalisering -rendementen/resultaten, toetsbeleidDrie accenten <strong>ma</strong>ster:• Onderzoekscomponent• Brede rol <strong>ma</strong>sterdocent• Vakinhoudelijke verdiepingDi 10:15 – 11:00Di 11:00 – 11:15PersoneelsbeleidDeel kernteam: Van der Herberg, Boers<strong>ma</strong>,OrlandiniFLOT: adjunct-directeur, teamleider<strong>ma</strong>steropleidingen, 2 teamleidersGespreksonderwerpen:kwantiteit en kwaliteit personeel - <strong>hbo</strong>personeel,binding praktijk en netwerken –functioneringsgesprekken –deskundigheidsbevordering –onderzoeksvaardighedenPauzeKwaliteitszorgDeel kernteam: Ronner,Van den Bergh, BroersFLOT: directeur,teamleider<strong>ma</strong>steropleidingen,coördinator kwaliteitszorg,1 opleidingscoördinatorGespreksonderwerpen:PDCA-cyclus - evaluatiesen verbeterbeleid -betrekken vanverschillende geledingenbij de interne kwaliteit vande opleidingenDi 11:15 – 12:00LectoraatKernteam: Van der Herberg, Boers<strong>ma</strong>,BroersFLOT: lectoren en docenten betrokken bijlectoraatGespreksonderwerpen:opdracht van het lectoraat - relatie enWerkveld/werkgeversKernteam: Ronner, Vanden Bergh, OrlandiniFLOT: vertegenwoordigingRaad van Advies VOGespreksonderwerpen:contacten met opleiding©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 63


Di 12:00 – 12:45Di 12:45 – 13:30Di 13:30 – 14:45betrokkenheid bij het onderwijs - onderzoek -kenniskring - participatie studenten –praktijkgericht onderzoekWetenschappelijke oriëntatieDeel kernteam: Van der Herberg, Boers<strong>ma</strong>,OrlandiniFLOT: vertegenwoordigingWetenschappelijke Raad van AdviesGespreksonderwerpen:Wetenschappelijke oriëntatie van alleopleidingen – verankeringonderzoekscomponent in het program<strong>ma</strong>,wat ook moet blijken uit de toetsing enbeoordeling – de verschillen tussen bacheloren<strong>ma</strong>steropleidingLunchpauze kernteamAPV en Onderzoekover onder andere:actuele ontwikkelingen endoorvertaling naarprogram<strong>ma</strong> - anderewensen vanuit hetwerkveld - stage enbegeleiding -onderzoekscomponentWerkplekleren/stageDeel kernteam: Ronner,Van den Bergh, BroersFLOT-vertegenw.:1 opleidingsdocent (vo),1 schoolpracticumdocent(vo), 1 <strong>Fontys</strong>-Contactdocent (FLOT),voorzitter expertisegroepmeesterschap en FCD,teamleider<strong>ma</strong>steropleidingen, adjunctonderwijsGespreksonderwerpen:program<strong>ma</strong>: inhoud ensamenhang – afspraken –begeleiding studenten–beoordeling - personeelwiezijn er bij hetwerkplekleren betrokken,welke taken enzovoort –kwaliteitszorg -onderzoekscomponentKernteam: V.d. Herberg, V.d. Bergh, Boers<strong>ma</strong>, Ronner, Orlandini, BroersFLOT: docenten APV en OnderzoekDi 14:45 – 16:00Gespreksonderwerpen:ontwikkeling en samenhang met het vakinhoudelijke program<strong>ma</strong> -overeenkomsten en verschillen tussen de program<strong>ma</strong>’s vt en dt - borgingactualiteit – internationalisering – studielast - aansluiting instromendestudenten - didactisch concept en werkvormen – methoden en technieken(er wordt een <strong>rapport</strong> over de generieke program<strong>ma</strong>onderdelen opgesteld)Toetsing en borging eindniveau generiekKernteam: V.d.Herberg, V.d. Bergh, Boers<strong>ma</strong>, Ronner, Orlandini, BroersFLOT: teamleider <strong>ma</strong>steropleidingen, vertegenwoordigersexamencommissies, voorzitter expertisegroep toetsing en docentonderzoekDi 16:00 – 17:00Gespreksonderwerpen:taken examencommissie en toetscommissie, vrijstellingen, borging enuitvoering, validiteit/objectiviteit - resultaten/rendementen -studeerbaarheid, studielast op partnerscholenGenerieke onderdelen: inzien documentenKernteam: Van der Herberg, Van den Bergh, Boers<strong>ma</strong>, Ronner, Orlandini,BroersDi 17:00 – 18:00Overleg kernteam, interne terugkoppeling generiek en <strong>ma</strong>altijd©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 64


Woensdag 26 meiTalenopleidingen: Duits, EngelsWo 08.30 – 09:15Wo 09:15 – 10:30Intern: Inpraten leden auditteam Talenopleidingen, opleidingenExacte vakken en M&M-opleidingen:Van der Herberg, Ronner, Claessen, van Asseldonk, Boers<strong>ma</strong>, Zwanenveld,Kwakernaak, Versluis, Betlem, Orlandini, Van der Linden, Broers.Duits: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: Kwakernaak, Betlem, v. Asseldonk, Ronner, OrlandiniFLOT: opleidingscoördinator DU, 2 - 4 docenten DUGespreksonderwerpen:relatie beroepenveld - internationalisering – <strong>ma</strong>teriële voorzieningen -deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hier vooralom wie de docent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, welke contactenhij heeft met het werkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebiedbij enzovoortWo 10:30 – 10:45Wo 10:45 – 12.00PauzeEngels: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: Kwakernaak, Betlem, v. Asseldonk, Ronner, OrlandiniFLOT: opleidingscoördinator EN, 2 - 4 docenten ENGespreksonderwerpen:Relatie beroepenveld – internationalisering – <strong>ma</strong>teriële voorzieningen -deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hier vooralom wie de docent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, zijn contactenmet het werkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebied bij,enzovoort.Wo 12:00 – 13:00Wo 13:00 – 14:00Lunchpauze auditteamToetsing en borging eindniveau DU+ENAuditteam: Kwakernaak, Betlem, v. Asseldonk, Ronner, OrlandiniFLOT: teamleider DU+EN, 2 opleidingscoördinatoren DU+EN, 1 docent DU,1 docent ENGespreksonderwerpen:taken examencommissie en toetscommissie, vrijstellingen, borging enuitvoering, validiteit/objectiviteit – resultaten/rendementen –studeerbaarheid, studielast – toetsen en beoordelen op partnerscholenWo 14:00 – 15:00At-randomgesprekken met studentenAuditteam: Kwakernaak, Betlem, v. Asseldonk, Ronner, OrlandiniFLOT: keuze uit studenten van alle <strong>ma</strong>steropleidingenWo 15:00 – 16:00Inzien documenten DU en ENAuditteam: Kwakernaak, Betlem, Orlandini©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 65


Opleidingen Exacte vakken: Biologie, <strong>Wiskunde</strong>Wo 08.30 – 09:15Wo 09:15 – 10:30Inpraten leden auditteam Talenopleidingen, opleidingen Exactevakken en M&M-opleidingen:Van der Herberg, Ronner, Claessen, van Asseldonk, Boers<strong>ma</strong>, Zwanenveld,Kwakernaak, Versluis, Betlem, Orlandini, Van der Linden, Broers.Biologie: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: Claessen, Boers<strong>ma</strong>, v.d. Herberg, Van der Linden, BroersFLOT: 2 opleidingscoördinatoren , 2 - 4 docenten BIGespreksonderwerpen:relatie beroepenveld - internationalisering – <strong>ma</strong>teriële voorzieningen -deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hier vooralom wie de docent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, welke contactenhij heeft met het werkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebiedbij enzovoort<strong>Wiskunde</strong>: inzien documentenAuditteam: ZwanenveldWo 10:30 – 10:45Wo 10:45 – 12.00Pauze<strong>Wiskunde</strong>: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: Claessen, Zwanenveld, v.d. Herberg, Van der Linden, VersluisFLOT: opleidingscoördinator WI, 2 - 4 docenten WIGespreksonderwerpen:relatie beroepenveld - internationalisering – <strong>ma</strong>teriële voorzieningen -deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hier vooralom wie de docent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, welke contactenhij heeft met ’t werkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebied bij.enz.Biologie: inzien documentenAuditteam: Boers<strong>ma</strong>Wo 12:00 – 13:00Wo 13:00 – 14:00Lunchpauze auditteamToetsing en borging eindniveau BIAuditteam: Boers<strong>ma</strong>, v.d. Herberg, Van der Linden, BroersFLOT: teamleider BI, opleidingscoördinator BI, docentGespreksonderwerpen:taken examencommissie en toetscommissie, vrijstellingen, borging enuitvoering, validiteit/objectiviteit – resultaten/rendementen –studeerbaarheid, studielast – toetsen en beoordelen op partnerscholenWo 13:00 – 14:00Toetsing en borging eindniveau WI + ECAuditteam: Zwanenveld, Claessen, VersluisFLOT: teamleider WI+EC, 3 opleidingscoördinatoren WI, AE+BE, docent WI,docent EC©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 66


Wo 14:00 – 15:00Gespreksonderwerpen:taken examencommissie en toetscommissie, vrijstellingen, borging enuitvoering, validiteit/objectiviteit – resultaten/rendementen –studeerbaarheid, studielast – toetsen en beoordelen op partnerscholenAd random-gesprekken met studentenAuditteam: Zwanenveld, Boers<strong>ma</strong>, Claessen, Versluis, Van der Linden,Broers, v.d. HerbergFLOT: keuze uit studenten van alle <strong>ma</strong>steropleidingenWo 15:00 – 15:30TerugkoppelingWo 15:30 – 16:00Auditteam: Boers<strong>ma</strong>, Zwanenveld, Claessen, v.d. Herberg, Versluis,Broers, Van der LindenGesprek met studenten Aardrijkskunde Gesprek metstudenten EconomieAuditteam: v.d. Herberg, Versluis, v.d. Linden,RonnerAuditteam: v.FLOT: 3 - 5 studentenAsseldonk, Orlandini,Broers, ClaessenFLOT: 3 -5 studentenWo 16:10 – 16:40Gesprek met studenten GeschiedenisAuditteam: v.d. Herberg, Versluis, v.d. Linden,RonnerFLOT: 3 -5 studentenGesprek metstudenten <strong>Wiskunde</strong>Auditteam:Zwanenveld, Claessen,Orlandini, v. Asseldonk,BroersFLOT: 3 -5 studentenWo 16:50 – 17:20Gesprek met studenten MaatschappijleerAuditteam: v.d. Herberg, Versluis, v.d. Linden, RonnerFLOT: 3 -5 studentenGesprek metstudenten BiologieAuditteam: Boers<strong>ma</strong>,Claessen, Orlandini, v.Asseldonk, BroersFLOT: 3 -5 studentenWo 17:20 – 19:00Diner auditteamWo 19.00 – 19:30Gesprek met studenten DuitsAuditteam: Kwakernaak, Betlem, Orlandini,Ronner, v. AsseldonkFLOT: 3 -5 studentenGesprek metstudentenNatuurkundeAuditteam: Claessen,v.d. Linden, BroersFLOT: 3 -5 studentenWo 19.40 – 20:10Gesprek met studenten EngelsAuditteam: Kwakernaak, Betlem, Orlandini,Ronner, v. AsseldonkFLOT: 3 -5 studentenGesprek metstudenten ScheikundeAuditteam: Claessen,v.d. Linden , BroersFLOT: 3 -5 studenten©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 67


Wo 20.20 – 20:50Gesprek met studenten FransAuditteam: Kwakernaak, Betlem, Orlandini, v.AsseldonkFLOT: 3 -5 studentenGesprek metstudenten NederlandsAuditteam: Ronner,Claessen, v.d. Linden,BroersFLOT: 3 -5 studenten©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 68


Donderdag 27 meiTalenopleidingen: Frans en NederlandsDo 08.30 – 09:15Do 09:15 – 10:30Inpraten leden auditteam Talenopleidingen, opleidingen Exacte vakken enM&M-opleidingen: Van der Herberg, Ronner, Claessen, van Asseldonk, Van derBergh, Kwakernaak, v.d. Vaart, Eijkelhof, Bens, Hoevers, Belien, Versluis, Betlem,Orlandini, v.d. Linden, Jackson, Broers.Frans: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: Kwakernaak, Betlem, Ronner, OrlandiniFLOT: opleidingscoördinator FA, 2 - 4 docenten FAGespreksonderwerpen:relatie beroepenveld – toetsen en beoordelen – internationalisering – <strong>ma</strong>teriëlevoorzieningen – deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hiervooral om wie de docent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, welke contacten hijheeft met het werkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebied bij enzovoortNederlands: inzien documentenAuditteam: v.d. BerghDo 10:30 – 10:45Do 10:45 – 12.00PauzeNederlands: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: v.d. Bergh, Betlem, Ronner, OrlandiniFLOT: opleidingscoördinator NE, 2 - 4 docenten NEGespreksonderwerpen:relatie beroepenveld – toetsen en beoordelen – internationalisering – <strong>ma</strong>teriëlevoorzieningen – deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hiervooral om wie de docent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, welke contacten hijheeft met het werkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebied bij enzovoortFrans, Engels en Duits: inzien documentenAuditteam: KwakernaakDo 12:00 – 13:00Do 13:00 – 14:00Lunchpauze auditteamToetsing en borging eindniveau FA+NEAuditteam: Kwakernaak, v.d. Bergh, Betlem, Ronner, OrlandiniFLOT: teamleider FA+NE, 2 opleidingscoördinatoren FA en NE, 1 docent FA, 1 docentNE,Gespreksonderwerpen:taken examencommissie en toetscommissie, vrijstellingen, borging en uitvoering,validiteit/objectiviteit – resultaten/rendementen – studeerbaarheid, studielast –toetsen en beoordelen op partnerscholenDo 14:00 – 15.00Inzien documenten talen, vooroverleg talenauditteam inzake terugkoppelingAuditteam: Kwakernaak, v.d. Bergh, Betlem, Ronner, Orlandini©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 69


Opleidingen Exacte vakken: Natuurkunde, Scheikunde, EconomieDo 08.30 – 09:15Inpraten leden auditteam Talenopleidingen, opleidingen Exacte vakken enM&M-opleidingen:Van der Herberg, Ronner, Claessen, van Asseldonk, Van der Bergh, Kwakernaak,Eijkelhof, Bens, v.d. Vaart, Hoevers, Belien, Versluis, Betlem, Orlandini, v.d. Linden,Jackson, Broers.Do 09:15 – 10:30Natuurkunde: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: Eijkelhof, Claessen, BroersFLOT: opleidingscoördinator NA, 2-4 docenten NADo 09:15 – 10:30Gespreksonderwerpen:relatie beroepenveld - internationalisering – <strong>ma</strong>teriële voorzieningen -deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hier vooral om wie dedocent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, welke contacten hij heeft met hetwerkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebied bij enzovoortEconomie: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: Hoevers, v. Asseldonk, JacksonFLOT: opleidingscoördinator EC, 2-4 docenten ECGespreksonderwerpen:relatie beroepenveld - internationalisering – <strong>ma</strong>teriële voorzieningen -deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hier vooral om wie dedocent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, welke contacten hij heeft met hetwerkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebied bij enzovoortDo 10:30 – 10:45Do 10:45 – 12.00PauzeScheikunde: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: Eijkelhof, Claessen, BroersFLOT: opleidingscoördinator SK, 2 - 4 docenten SKGespreksonderwerpen:relatie beroepenveld - internationalisering – <strong>ma</strong>teriële voorzieningen -deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hier vooral om wie dedocent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, welke contacten hij heeft met hetwerkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebied bij enzovoortDo 10.45 – 11.45Toetsing en borging eindniveau WI + ECAuditteam: Hoevers, v. Asseldonk, JacksonFLOT: teamleider WI+EC, 3 opleidingscoördinatoren WI, AE en BE, 1 docent WI, 1docent ECDo 12:00 – 13:00Gespreksonderwerpen:taken examencommissie en toetscommissie, vrijstellingen, borging en uitvoering,validiteit/objectiviteit – resultaten/rendementen – studeerbaarheid, studielast –toetsen en beoordelen op partnerscholenLunchpauze auditteam©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 70


Do 13:00 – 14:00Toetsing en borging eindniveau met NA+SKAuditteam: Eijkelhof, Claessen, Jackson, BroersFLOT: teamleider NA+SK , 2 opleidingscoördinatoren NA en SK , 1 docent NA, 1docent SK,Do 14.00 – 15.00Gespreksonderwerpen:taken examencommissie en toetscommissie, vrijstellingen, borging en uitvoering,validiteit/objectiviteit – resultaten/rendementen – studeerbaarheid, studielast –toetsen en beoordelen op partnerscholenNatuurkunde, Scheikunde en Economie: inzien documentenAuditteam: Eijkelhof, Claessen, Broers, Hoevers, v. Asseldonk, Jackson©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 71


Opleidingen M&M: Aardrijkskunde, Geschiedenis, MaatschappijleerDo 08.30 – 09:15Do 09:15 – 10:30Inpraten leden auditteam Talenopleidingen, opleidingen Exacte vakken enM&M-opleidingen: Van der Herberg, Ronner, Claessen, van Asseldonk, Van derBergh, van der Vaart, Kwakernaak, Eijkelhof, Bens, Hoevers, Belien, Versluis, Betlem,Orlandini, v.d. Linden, Jackson, Broers.Aardrijkskunde: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: v.d. Herberg, v.d. Vaart, Versluis, v.d. LindenFLOT: 1 opleidingscoördinator AK, 2 - 4 docenten AKGespreksonderwerpen:relatie beroepenveld - internationalisering – <strong>ma</strong>teriële voorzieningen -deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hier vooral om wie dedocent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, welke contacten hij heeft met hetwerkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebied bij enzovoortGeschiedenis: inzien documentenAuditteam: BelienDo 10:30 – 10:45Do 10:45 – 12.00PauzeGeschiedenis: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: v.d. Herberg, Belien, v.d. Vaart, Versluis, v.d. LindenFLOT: 1 opleidingscoördinator GS, 2 - 4 docenten GSGespreksonderwerpen:relatie beroepenveld - internationalisering – <strong>ma</strong>teriële voorzieningen -deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hier vooral om wie dedocent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, welke contacten hij heeft met hetwerkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebied bij enzovoortMaatschappijleer: inzien documentenDo 12:00 – 13:00Do 13:00 – 14:15Auditteam: BensLunchpauze auditteamMaatschappijleer: docenten en opleidingscoördinatorAuditteam: Bens, v.d. Herberg, Versluis, v.d. LindenFLOT: 1 opleidingscoördinator ML, 2 - 4 docenten MLGespreksonderwerpen:relatie beroepenveld - internationalisering – <strong>ma</strong>teriële voorzieningen -deskundigheidsbevordering/pop – studiebegeleiding. Het gaat hier vooral om wie dedocent zelf is, hoe hij het program<strong>ma</strong> uitvoert, welke contacten hij heeft met hetwerkveld, hoe houdt hij ontwikkelingen op het vakgebied bij enzovoortAardrijkskunde: inzien documentenAuditteam: v.d. Vaart©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 72


Do 14:15 – 15:15Toetsing en borging eindniveau met AK+GE+MLAuditteam: Belien, Bens, v.d. Vaart, v.d. Herberg, Versluis, v.d. LindenFLOT: teamleider AK+GE+ML, 3 opleidingscoördinatoren AK, GE en ML, 1 docent AK,1 docent GE, 1 docent MLGespreksonderwerpen:taken examencommissie en toetscommissie, vrijstellingen, borging en uitvoering,validiteit/objectiviteit – resultaten/rendementen – studeerbaarheid, studielast –toetsen en beoordelen op partnerscholenPending issues en terugkoppelingDo 15:15 – 15:45Pending issuesKernteam en vakdeskundigen: Van der Herberg, Ronner, Claessen, van Asseldonk,Van der Bergh, van der Vaart, Kwakernaak, Eijkelhof, Bens, Hoevers, Belien, Versluis,Betlem, Orlandini, v.d. Linden, Jackson, Broers.FLOT: In elk geval zijn de directie en de teamleiders beschikbaar en van elke opleidingmini<strong>ma</strong>al één docent.Do 16:00 – 16:30Mondelinge terugkoppeling voor alle opleidingenKernteam en vakdeskundigen: Van der Herberg, Ronner, Claessen, van Asseldonk,Van der Bergh, van der Vaart, Kwakernaak, Eijkelhof, Bens, Hoevers, Belien, Versluis,Betlem, Orlandini, v.d. Linden, Jackson, Broers.FLOT: De terugkoppeling op onderwerpniveau en op hoofdlijnen is bedoeld vooriedereen die werkt bij FLOT en benieuwd is naar de mening van het auditteam over dekwaliteit van de opleidingen.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 73


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 74


BIJLAGE II KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDINGStudenten 4 voltijd deeltijd duaalAantal studenten 20100 101 -(bij meerdere lesplaatsenhier alle lesplaatsen noemen)Instroom studenten2009 0 43 02008 0 30 02007 0 26 02006 0 21 0Vooropleiding studentenHbo:Wo:Overige:Hbo: 85Wo: 4Overige: 12Hbo:Wo:Overige:DocentenAantal aan de opleidingverbonden docenten14Aantal fte per variant3,1 fteDocent-studentratio pervariant1:33Aantal docenten tevenswerkzaam in beroepspraktijkAantal docenten met een<strong>ma</strong>steropleidingAantal docenten met een PhdAantal fte in kenniskringenVier docentenhebben recentewerkervaring inhet vo.Alle docentenhebben een <strong>hbo</strong>ofwo-<strong>ma</strong>steropleiding,waaronder 11 meteen eerstegraadsbevoegdheid<strong>Wiskunde</strong>.2 docenten zijngepromoveerd, 1docent zit in deeindfase van zijnpromotietraject.0,2 fte4 De laatste jaren waren er geen studenten die de opleiding voltijd of duaal volgden.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 75


RendementsgegevensDiplo<strong>ma</strong>rendement inaantallen en %voltijd deeltijd duaalaantal % aantal % aantal %cohort 2003 n.v.t. 78% n.v.t.cohort 2004 n.v.t. 43% n.v.t.cohort 2005 n.v.t. 64% n.v.t.cohort 2006 n.v.t. 52% n.v.t.ContacturenDefinitie: Tijdens een contactuur heeft de <strong>ma</strong>sterstudent rechtstreeks contact met een of meeropleiders tijdens de generieke onderdelen (‘Algemene professionele vorming’, stage en‘Voorbereiding onderzoek’) en vakspecifieke onderdelen, waaronder onderzoeksbegeleiding.Tijdens de wekelijkse contactdag zijn de studieleiding en de studieloopbaanbegeleiderspersoonlijk bereikbaar en op andere dagen via telefoon of e-<strong>ma</strong>il.Contacturen Voltijd deeltijd Duaal1 e leerjaar n.v.t. 6-8 uur per week n.v.t.2 e leerjaar n.v.t. gemiddeld 4 uur perweek3 e leerjaar n.v.t. gemiddeld 4 uur perweekn.v.t.n.v.t.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 76


BIJLAGE III CURRICULA VITAE ENONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN AUDITORENDrs. R.B. van der HerbergDe heer Van der Herberg was jarenlang eindverantwoordelijk schoolleider in het voortgezetonderwijs (Minke<strong>ma</strong> College). Hij heeft daar ruime ervaring opgedaan met bestuurlijkeverzelfstandiging, fusieprocessen, convenanten en sponsorcontracten tussen vmbo enbrancheorganisaties, personeelsbeleid en kwaliteitszorg. Als externe deskundige is hijbetrokken bij audits (Platform Bèta Techniek) en visitatieprocessen in het speciaal voortgezetonderwijs en voortgezet onderwijs. Tevens <strong>ma</strong>akte hij deel uit van de stuurgroep ‘Opleiden inde school’. Bij Hobéon zet hij zich sinds 2007 als senior adviseur in bij de accreditatieonderzoekendie worden uitgevoerd in het hoger beroepsonderwijs. Daarnaast adviseert hij hetvoortgezet onderwijs.Prof. dr. K. Boers<strong>ma</strong>Als afgestudeerd geoloog begon de heer Boers<strong>ma</strong> zijn carrière als doctoraalassistent enwetenschappelijk medewerker bij de Geologische Faculteit in Leiden. Tot voor kort as hijhonorair hoogleraar Didactiek van de Biologie bij de afdeling Biologie van de FaculteitBètawetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Hij ging juli 2010 met emeritaat. Daarvoor wasde heer Boers<strong>ma</strong> werkzaam als directeur bij het Freudenthal Instituut voor Didactiek van<strong>Wiskunde</strong> en Natuurwetenschappen (2006-2008) en als hoogleraar Didactiek van de Biologie.Hij is voorzitter van de door OCW ingestelde Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs (CVBO)en de Raad voor de Aard- en Levenswetenschappen van de Koninklijke Nederlandse Akademievoor Wetenschappen (KNAW). Daarnaast is hij voorzitter van het bèta5-overleg van de vijfcommissies voor de vernieuwing van de examenprogram<strong>ma</strong>’s havo/vwo. Hij is (co-)auteur vaneen groot aantal wetenschappelijk artikelen en van het boek Research and the Quality ofScience Education (Dordrecht, 2005).Prof. dr. H. v.d. BerghDe heer Van den Bergh studeerde psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 1989promoveerde hij op een proefschrift over een onderzoek naar de validiteit van examensNederlands voor lbo en <strong>ma</strong>vo. Op dit moment is hij bijzonder hoogleraar Toetsing en Didactiekvan het Taalonderwijs aan de Universiteit van Amsterdam. Hij was voor de Inspectie van hetOnderwijs betrokken bij de evaluatie van de basisvorming. In de jaren negentig was hij alsvisiting fellow verbonden aan de University of California te Los Angeles (UCLA) en aanPrinceton. De heer Van den Berg is sinds jaren betrokken bij een groot aantal projecten rond dekwaliteit van het onderwijs. Tot de opdrachtgevers behoren de Raad van Europa, de Inspectie,NWO en de Stichting voor Onderwijsonderzoek. Sinds 2008 heeft hij zitting in deadviescommissie ‘Veranderingen Centraal Examen havo/vwo Nederlands’ en in de periode2007-2009 in de commissie ‘Doorlopende leerlijnen’ van OCW.Drs. P.J. RonnerDe heer Ronner behaalde zijn doctoraal Ger<strong>ma</strong>nistiek aan de Universiteit van Amsterdam in1982, gevolgd door de afronding van de opleiding p&o op Hogeschool De Horst. Na een aantaljaren werkzaam te zijn geweest binnen het voortgezet onderwijs als docent en alsvakbondsbestuurder, werd hij vanaf 1995 bestuurder. In de periode 1995-1998 werkte hij alsvestigings<strong>ma</strong>nager, daarna als rector en vanaf 2005 als centraal directeur van middelbarescholen. Vanuit deze functies was hij o.a. verantwoordelijk voor de start van onderwijskundigeontwikkelingen, zoals de invoering van tweetalig resp. versterkt talenonderwijs, deUniversumschool en het vmbo-vakcollege. Daarnaast heeft hij zitting in verschillende besturenzoals de VO-Raad, het sectorbestuur Onderwijs Arbeids<strong>ma</strong>rkt, als voorzitter van deScholenraad vmbo-vakcollege Amersfoort en de Raad van Bestuur van de RabobankSoest/Baarn/Eemnes.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 77


Drs. H.M. Claessen, MMEDe heer Claessen heeft scheikunde gestudeerd aan de Katholieke Universiteit Nijmegen(momenteel Radboud Universiteit) en is rector van het Twents Carmel College (TCC) inOldenzaal. In de regio Twente wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een keurmerk‘Opleidingsschool’. Het TCC streeft ernaar om dit keurmerk te krijgen door op de locaties tewerken met een geschoold opleidingsteam (interne opleider en algemene coaches). Ditopleidingsteam draagt zorg voor de begeleiding van stagiaires, lio’s/dio’s, startende docentenen zittend personeel.Als lid van de Adviesraad van Twente School of Education (een samenwerkingsverband van deUniversiteit Twente, Saxion Hogescholen en <strong>hbo</strong> Edith Stein/Expertis) is de heer Claessen nauwbetrokken bij diverse scholings- en opleidingstrajecten van studenten, startende docenten enzittend personeel met als doel om ook <strong>ma</strong>atwerktrajecten te krijgen. Een meer bestuurlijkeverantwoordelijkheid vult hij in als lid van de Raad van Toezicht van <strong>hbo</strong> Edith Stein (Pabo) enExpertis schooladvies en -begeleiding.Prof. dr. G. ZwaneveldDe heer Zwaneveld is als hoogleraar verbonden aan het Ruud de Moor Centrum, het centrumvoor professionalisering van onderwijsgevenden, onderdeel van de Open Universiteit.Hij is hoogleraar Professionalisering van de <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> en Infor<strong>ma</strong>tica.In 1971 studeerde hij af als wiskundige aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is een aantaljaren werkzaam geweest als leraar en als conrector en werkt sinds 1986 bij de OpenUniversiteit Nederland. Eerst als cursusteamleider en vanaf 1994 als universitair hoofddocentbij de Faculteit Infor<strong>ma</strong>tica. In 1999 promoveerde hij met een proefschrift over hetstructureren van wiskundige competenties. Van 1998 tot 2006 was de heer Zwaneveldvoorzitter van een consortium van twaalf universiteiten en hogescholen, dat de omscholing toteerstegraads docent Infor<strong>ma</strong>tica heeft verzorgd. Daarnaast is hij voorzitter van de vaksectiewiskunde-A havo/vwo van de CEVO (Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven). Van1999 tot mei 2004 was de heer Zwaneveld, als voorzitter van de Commissie voor de Examensvan de Open Universiteit, nauw betrokken bij de invoering van de bachelor-<strong>ma</strong>sterstructuur.De heer Zwaneveld is/was (hoofd)redacteur van verschillende tijdschriften op het gebied vanwiskundedidactiek en infor<strong>ma</strong>ticaonderwijs. Naast de genoemde professionele activiteiten komtzijn rol in infor<strong>ma</strong>tie- en communicatietechnologie in het (wiskunde)onderwijs ook totuitdrukking door zijn vele lid<strong>ma</strong>atschappen en voorzittersrollen in diverse commissies zoalsAcademic Network Science and Technology van EADTU, klankbordgroep Natuur, Leven enTechniek, en commissies van de Nederlandse Vereniging van <strong>Wiskunde</strong>leraren. Verder is hijdiverse <strong>ma</strong>len lid geweest van program<strong>ma</strong>commissies van internationale conferenties overinfor<strong>ma</strong>ticaonderwijs en het gebruik van ict in het onderwijs van Working Group 3.1 (secondaryeducation) van de International Federation for Infor<strong>ma</strong>tion Processing.O. OrlandiniMevrouw Orlandini studeerde na het behalen van haar vwo-diplo<strong>ma</strong> drie jaar tandheelkunde eneen jaar psychologie. Daarna <strong>ma</strong>akte zij de overstap naar de tweedegraads lerarenopleidingEngels van de Hogeschool van Amsterdam. Vanuit die studie verzorgt zij nu steunlessen Engelsaan de onderbouw van het Cygnus Gymnasium te Amsterdam.R. van der LindenDe heer Van der Linden studeerde na zijn havo aanvankelijk S<strong>ma</strong>ll Business & RetailManagement, <strong>ma</strong>ar is daarna overgestapt naar de tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenisvan de Hogeschool van Amsterdam. Als derdejaars duaal student werkt hij nu aan het HerbertVissers College te Nieuw Vennep.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 78


Drs. G.W.M.C. BroersDe heer G.W.M.C. Broers werkt sinds 1997 als adviseur bij Hobéon. Sinds zijn afstuderen aande (toen<strong>ma</strong>lige) Rijksuniversiteit Leiden (RUL) in 1986 heeft hij gewerkt bij verschillendeorganisaties waaronder de RUL, ECABO, Van der Veldt Cursusontwikkeling en Cursusuitvoering(VCC) en het Rotterdams Instituut voor Sociologisch en Bestuurskundig Onderzoek (RISBO).Daarnaast heeft hij gepubliceerd in NRC Handelsblad en de tijdschriften Intermediair enPsychologie. Bij Hobéon houdt de heer Broers zich vooral bezig met arbeids<strong>ma</strong>rktonderzoekvoor (hoger) onderwijsinstellingen en het beoordelen van de onderwijskundige kwaliteit vanopleidingen volgens de <strong>NVAO</strong>-kaders.G.C. VersluisMevrouw Versluis is in 1979 afgestudeerd aan de Pedagogisch Academie. Tot 2001 is zijwerkzaam geweest in verschillende functies binnen het dovenonderwijs als leerkracht, internbegeleider en teamcoördinator. Daarna heeft zij een aantal jaren gewerkt als (senior)beleidsmedewerker Welzijn bij de gemeente Bodegraven. Het formuleren van (nieuw) beleid ophet brede terrein van welzijn was daar een van haar voornaamste taken.Bij Hobéon is zij sinds 2006 met name nauw betrokken bij de accreditatie van <strong>hbo</strong>-opleidingen.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 79


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 80


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 81


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 82


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 83


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 84


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 85


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 86


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 87


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 88


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 89


©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 90


BIJLAGE IV WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE ENBESLISREGELSBeoordelingsprocedure en werkwijzeBij de beoordeling van de betreffende voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen is uitgegaan vanhet door de <strong>NVAO</strong> vastgestelde ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs’.Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling vaneen opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan eenVBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld.Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldthet volgende:• De verschillende varianten hebben zich voor wat betreft beroepsprofiel,opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofielen de opleidingscompetenties zoals wettelijk vastgesteld (wet BIO) na landelijk overlegtussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld.• Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dathet in voldoende <strong>ma</strong>te gespecificeerd is en passend is voor een lerarenopleidingeerstegraads vo op <strong>hbo</strong>-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordelingbetrokken.Hiermee volgt Hobéon Certificering de toezeggingen van de voorzitter van de <strong>NVAO</strong> aan destaatssecretaris inzake de beoordeling van de kwaliteit van de lerarenopleiding (brief van devoorzitter <strong>NVAO</strong> aan de staatssecretaris OCW, d.d. 22 november 2008 (<strong>NVAO</strong>/20073488/FV).De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten:1 DocumentanalyseHet gaat hier om een analyse en beoordeling van door FLOT aangeleverde schriftelijkeinfor<strong>ma</strong>tie:• Management Review;• Studiegids;• Onderwijs- en Examenregeling (OER);• Visitatie<strong>rapport</strong>;• Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld:o strategische keuzen en de positie in de <strong>ma</strong>rkt,o interne organisatie,o de (syste<strong>ma</strong>tiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne<strong>ma</strong>nagement<strong>rapport</strong>ages en verbeter<strong>ma</strong>atregelen,o ontwikkelingen in het beroepenveld,o beroeps- en opleidingsprofielen,o (validatie) eindcompetenties,o curricula en de interne en externe evaluatie daarvan,o werkvormen,o toetsing en beoordeling,o kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid,o internationalisering,o instroombeleid,o studiebegeleiding,o onderwijsrendement.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 91


Op basis van de door opleidingen aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich eenbeeld kunnen vormen van de pri<strong>ma</strong>ire- en secundaire processen van de opleidingsvarianten.Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid,innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie,arbeids<strong>ma</strong>rktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen.Voorafgaand aan de visitatie werd het <strong>ma</strong>nagement van de betreffende <strong>ma</strong>steropleidingen<strong>Leraar</strong> op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijndocumentanalyse.2 AuditDe audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie 5 , uitgevoerd dooreen auditteam bestaande uit een kernteam en meerdere vakspecifieke teams met daarinexterne onafhankelijke vak- en werkvelddeskundigen, studenten van een verwanteeerstegraads lerarenopleiding, verschillende voorzitters en secretarissen, laatstgenoemdevanuit Hobéon.Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus(<strong>ma</strong>nagement, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) ofde in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerdeuitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatteinfor<strong>ma</strong>tie verifieerbaar is.Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds isaangegeven, meerdere <strong>ma</strong>len hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te besprekenen anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting ende <strong>ma</strong>teriële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming.De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde onder meer:• overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleidingen overlegvoeren;• verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld;• overzicht CV’s van (gast)docenten;• netwerkoverzicht docenten;• verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten;• verslagen van docentevaluaties;• verslagen van studievoortganggesprekken met studenten;• detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten;• stageverslagen en -beoordelingen;• de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd;• de ‘eindproducten’ van studenten.Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogtete stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogram<strong>ma</strong> en van dedaarmee samenhangende personele, organisatorische, <strong>ma</strong>teriële en ruimtelijke voorzieningen.Het auditteam heeft op deze wijze alle in het <strong>NVAO</strong>-Accreditatiekader vermelde facettenbeoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven.Een en ander werd vastgelegd in een concept<strong>rapport</strong> dat aan de opleidingen werd voorgelegdvoor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.5 Visitatie heeft op 25, 26 en 27 mei 2010 plaatsgevonden.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 92


BeslisregelsVolgens de <strong>NVAO</strong>-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’,‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaandebeslisregels toegepast.OnderwerpA. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en deoverige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplanbeschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’.B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannenzijn.FacetD. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam:• uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerenderegeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd;• pri<strong>ma</strong>ire processen wegen zwaarder dan secundaire.Extra aantekeningE. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt datals ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels:• een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van datonderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord; 6• een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van datonderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ ende overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord;• een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van datonderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.6 Het <strong>NVAO</strong>-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (‘Program<strong>ma</strong>’) acht facetten. Eén ervan betreftde duur van de opleiding.Het daarbij vermelde criterium is evenwel geen (kwaliteits)criterium, <strong>ma</strong>ar een formele vereiste waaraanhet program<strong>ma</strong> van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komenvoor een <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steraccreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan – bijvoorbeeld – ‘KwaliteitPersoneel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp ‘Program<strong>ma</strong>’ een extraaantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwinggelaten.©Hobéon® Certificering⏐ Advies<strong>rapport</strong> Accreditatie <strong>hbo</strong>-<strong>ma</strong>steropleiding <strong>Leraar</strong> <strong>Wiskunde</strong> FLOT, 1.0 ⏐ 93

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!