13.07.2015 Views

Kader Primair 4 - Avs

Kader Primair 4 - Avs

Kader Primair 4 - Avs

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong><strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> is een uitgave van de Algemene VerenigingSchoolleiders (AVS), dé vereniging voor alle leiding gevendenin het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong>verschijnt tien of elf keer per jaar. Oplage: 5.800. Overnamevan artikelen na overleg met de hoofd redacteur.ISSN 1384-1165RedactieTineke Snel (hoofdredactie), Vanja de Groot en JoëllePoortvliet (bureau- en eindredactie), Hans van denBerg, Jos Hagens, Carine Hulscher-Slot, Tom Roetert.Redactieadres: AVSMedewerkers deze maandJaan van Aken, Harm Beertema, Lisette Blankestijn,Susan de Boer, Theo van den Burger, Jos Collignon,Andrea Holwerda, Astrid van de Kerkhof, Chris Keulen/Hollandse Hoogte, Winnie Lafeber, Tycho Müller/Tycho’s EyePhotography, Marijke Nijboer, Hans Roggen, Jan Schraven,Martijn Senders, Heike Sieber (gastredacteur), Astrid vande Weijenberg, Michiel WigmanAbonnementenAVS-leden ontvangen <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> en <strong>Kader</strong>nieuws gratis.Abonnementprijs voor niet-leden: t 117 (excl. 6% BTW).Administratie: AVS-secretariaatGrafische vormgeving en drukThoben Offset NijmegenTelefoon: 024-3220287AdvertentiesRecent, Ray Aronds,Postbus 17229, 1001 JE AmsterdamTelefoon: 020-3308998, fax: 020-4204005E-mail: info@recent.nl www.recent.nlLedenserviceAVSPostbus 1003, 3500 BA UtrechtTelefoon: 030-2361010, fax: 030-2361036E-mail: info@avs.nl www.avs.nlHelpdeskVoor adviezen over wet- en regelgeving, functiewaardering,de individuele rechtspositie en arbeidsvoorwaarden.maandag t/m vrijdag: 09.00 – 17.00 uurtelefoon: 030-2361010BestuurTon Duif (voorzitter), Jan Morsink (secretaris), Petra van Haren(penningmeester), Hans PenningsLedenraadE-mail: ledenraad@avs.nlDecentraal Georganiseerd OverlegGaat uw bestuur DGO voeren, meld u dan bij de AVS, WinlanMan. De AVS overlegt namens het Ambtenarencentrum.Secretariaat: Winlan Man, w.man@avs.nl, tel. 030-2361010LidmaatschapLidmaatschap schooljaar 2011/2012Persoonlijk deel: t 139,50Managementdeel: t 201 – t 294, afhankelijk van het aantalleerlingen (1 x per school)Postactief lid: t 75Buitengewoon lid: t 75Los abonnement <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> en <strong>Kader</strong>nieuwsniet-directie leden: t 117 (excl. btw)Kijk voor het huidige actieaanbod en delidmaatschapsvoorwaarden op www.avs.nl/lidworden.De mening van in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> geïnterviewde personen isniet noodzakelijkerwijs de mening van de AVS. Ook duidt adverterenin dit blad niet op samenwerking of goedkeuring van de AVS met of voorde betreffende organisatie, behoudens de AVS Voordeelpartners.<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> wordt gedrukt op FSC ® gecertificeerd papier.Uitgelichtthema Tussenvoorzieningen: een nieuwelaag speciaal onderwijs?Een tussenvoorziening is een speciale groep voorzorgleerlingen op een reguliere basisschool onder hetmotto: apart, maar toch samen. Zijn deze ‘tussengroepen’een ongewenste nieuwe laag speciaal onderwijs of juist eenvorm van Passend onderwijs? pagina 22reportage Basisonderwijs bedient peutersOp dertig locaties doen scholen mee aan de pilot Startgroepen.Doel is peuters met een (taal)achterstand eengoede start te geven in het basisonderwijs. De regie ligt bijde schoolleider. Hoe verloopt de opstartfase met dezenieuwe, jonge doelgroep? pagina 36actueel2 Experimenten prestatiebeloning van startScholen bepalen zelf prestatie-indicatoren en normthema Leren van traditionelevernieuwingsscholenVernieuwingsscholen hebben een uitgesproken visieop de ontwikkeling van kinderen en hoe het onderwijsdaarop kan aansluiten. “Wij vinden onderwijs op maatgewoon.” Is Passend onderwijs daardoor op deze scholenmakkelijker te realiseren? pagina 14onderzoek ‘Inspectie moet eerstschoolleider aanspreken in plaats vanbestuur’De inspectie richt zich steeds vaker tot het schoolbestuur,blijkt uit een enquête van de AVS. Een meerderheid vande schoolleiders wil veel meer betrokken worden bijoverleg rond het inspectiebezoek. “Maak schoolleider enteam het eerste aanspreekpunt.” pagina 323 Afsluiten sociaal plan in kader van Passend onderwijs mogelijkHardheidsclausule toegevoegd5 Combinatiefunctionaris levert waardevolle bijdrageaan sport- en cultuuraanbod op schoolMonitor projectgroep Combifuncties Onderwijs 2011Foto omslag: Leerkracht Gerjanne Strijker van kbs De Wilgeroos in Beverwijk bespreekthet thema ‘regen’ met de peuters van de startgroep. Foto: Hans Roggen


Inhoud december<strong>Kader</strong>spel door ton duifthema Onderwijs op maat14 ‘Wij vinden onderwijs op maat gewoon’Traditionele vernieuwers: wat kunnen regulierescholen van ze leren?18 Passend onderwijsKans om maatwerk voor leerlingen te realiseren22 Apart en toch samenTussenvoorziening voor zorgleerlingen opreguliere basisschool26 Passend onderwijs begintmet inclusieve schooltaalJohn West-Burnham: ‘Passend taalgebruik baantde weg voor cultuurverandering’verder in dit nummer32 ‘Maak schoolleider en teamaanspreekpunt van inspectie’Inspectie richt zich steeds vaker tot schoolbestuur36 Leerkracht en peuterspeelzaal -medewerker verenigen krachtenvoor peutersPilot Startgroepen: een nieuwe doelgroep binnenhet basisonderwijs40 ‘Een schoolleidersdiploma betekenteen erkenning van het ambacht’AVS start schoolleidersopleiding met Centrumvoor Nascholingiedere maand13 Illustratie Jos Collignon16 Uw mening telt peiling29 Zo kan het ook! Good practiceHulp van om de hoek31 Speciaal (basis)onderwijsPassend onderwijs – een adaptief probleem45 Politieke columnHarm Beertema (PVV)46 Van de AVS50 AVS School for LeadershipWegens succes geprolongeerd: Opbrengstgerichtleiderschap52 Voor u geselecteerd53 BoekbesprekingBestaande schoolgebouwen geschikt makenvoor opvangStrafregelsschrijven is maareen deel van deoplossingDe onverkwikkelijke affaire van de adjunct-directeur, die door de politie vanschool werd opgehaald omdat hij een leerling (fysiek) uit het lokaal hadverwijderd, heeft de discussie doen oplaaien over orde en regelmaat binnende school en het klaslokaal.Ordeproblemen zijn van alle tijden. Wie weet dat niet uit eigen ervaring? Ishet niet als leerkracht, dan wel vanuit de eigen schoolervaring, toen menzelf nog in de klas zat. Voor de leerkracht geldt steeds opnieuw de afweging:wat accepteer ik wel en wat niet? Goede schoolregels zijn een eerstevereiste. In sommige scholen worden ze protocollen genoemd. Leerkrachtenen leerlingen hebben er recht op te weten wat wel en niet mag.Volgens een aantal schoolleiders in NRC nemen de ordeproblemen delaatste jaren enorm toe. Zou dit komen omdat de lesstof vaak niet meeraansluit bij de belevingswereld van de leerlingen? School is saai en weiniginspirerend voor de verwende internetgebruikers van nu. Nu kun je stellendat leerlingen ook moeten leren dat het leven niet altijd leuk is. Een goedeleerkracht weet hen dit ook duidelijk te maken en zoekt daarnaast naarmethoden die beter passen bij de kinderen van nu. Onderzoek wijst uit datkennis over social media juist bij leerkrachten zeer zwak is ontwikkeld. Juistdie wereld waarin zoveel kinderen vertoeven.De AVS gaat in het voorjaar speciale cursussen aanbieden om schoolteamste helpen een beter inzicht te krijgen in social media. Houd onze uitingendaarvoor in de gaten. En als laatste redmiddel zijn er dan altijd nog destrafregels, al is het maar om de protocollen en reglementen te dupliceren.Vergeet dan vooral niet te kijken of alle regels met dezelfde pen zijngeschreven. Dat herinner ik me nog van toen… kader primair december 2011 1


actueelscholen bepalen zelf prestatie-indicatoren en normExperimenten prestatiebeloningvan startSchoolbesturen kunnen vanaf medio november een aanvraag doen voor eenexperiment met prestatie beloning. De prestaties die leerkrachten extra moetenleveren worden daarin expliciet benoemd. Bij het bereiken daarvan, krijgenleerkrachten of teams een extra beloning. Om het effect op de kwaliteit en deleerprestaties van leerlingen te toetsen, kunnen het primair en voortgezet onderwijsen het mbo tussen 2011 en 2014 experimenteren met prestatiebeloning.Deze manier van belonenen benoemen van prestatiesdoorbreekt volgens het ministerievan OCW de gelijkheidscultuurin het onderwijs enmaakt excellente leerkrachtentot rolmodel. “Leerkrachtenzullen zich hierdoor aanelkaar optrekken en creatieveren effectiever werken omprestaties van leerlingen teverhogen.”Voordat prestatiebeloningstructureel wordt ingevoerd,laat staatssecretaris Zijlstravan OCW op grote schaalwetenschappelijk begeleideexperimenten uitvoeren diemoeten aantonen welke vormenvan prestatiebeloningeffectief en duurzaam zijn.Schoolbesturen besluiten zelfof ze meedoen aan zulke experimentenen welke variant zijwillen uitproberen. Bij iederexperiment staat het effectvoor de kwaliteit van hetonderwijs centraal. De experimentengeven ruimte om tevariëren naar type prestatiebeloning(individueel en team)en het soort beloning. Scholenbepalen zelf de prestatieindicatorenen de norm diedaarbij gehanteerd wordt.De experimenten zijn bij voorkeurmeerjarig om de effectenop de korte en op de lange termijnte kunnen beoordelen.In ieder experiment bepaalthet schoolbestuur samen meteen wetenschapper een goedewetenschappelijke opzet. Deopzet en verwachte opbrengstwordt beoordeeld door eenonafhankelijke wetenschappelijkebegeleidingscommissiemet experts op het gebied vanonderwijskwaliteit, prestatiebeloningen het ontwerpenvan experimenten. De begeleidingscommissiezal op basisvan de experimenten in 2015advies uitbrengen aan destaatssecretaris. Voor de experimentenis in 2012 10 miljoeneuro beschikbaar, oplopendtot 80 miljoen in 2015.Drie schoolbesturen hebbeninmiddels al het startseingekregen voor het experimenterenmet prestatiebeloning.In Amsterdam start de StichtingBijzonderwijs samen metde gemeente Amsterdam eenpilot. De pilot, onder begeleidingvan het Centraal Planbureau(CPB), duurt een jaar enbetreft voorlopig zeven basisscholenen 230 personeelsleden.In Noord-Holland-Noordstart een aantal vo-schoolbesturenmet een pilot teambeloningen in Zeeland start eenwetenschappelijk experimentmet individuele prestatiebeloningin de mbo-sector.WaarderingAVS-voorzitter Ton Duif sprakop 18 november op Radio 1over de experimenten metprestatiebeloning in hetonderwijs. Duif is niet tegenbeloningsdifferentiatie vanuithet oogpunt van waarderingvoor extra gas geven. “Het isnog wel de vraag of leerkrachtener ook echt beter vangaan presteren. De uitvoeringvraagt om veel transparantie.Ik sluit niet uit dat de meningvan leerlingen erbij wordtbetrokken.” Deze carrièregerichteaanpak kan volgensDuif meer, broodnodige mannenin het basisonderwijstrekken. Wel staat hem tegendat het geld hiervoor wordtweggehaald bij Passend onderwijs.“Het zou mooi zijn alswe door de investering in dezebeloningsexperimenten viaeen achterdeur met ontslagbedreigd personeel in hetkader van de bezuiniging opPassend onderwijs kunnenbehouden.” Meer informatie en aanmelden:www.prestatiebeloninginhetonderwijs.nl.Hier kunnen onder andereonderwijsbestuurders, schoolleiders,MR-voorzitters zichook aanmelden voor drieregionale voorlichtingsbijeenkomstenover de experimenten:op 13 december (Rotterdam),20 december (Zwolle)en 21 december (Eindhoven)aanstaande.‘Wereldwijd toegang tot onderwijs voor ieder kind’Maak het mogelijk. Word een WEF-school.Kijk op www.worldeducationforum.com/nl wat u kunt doen om te helpen.2


actueelactueelhardheidsclausule toegevoegdAfsluiten sociaal plan in kader vanPassend onderwijs mogelijkDe onderwijsvakorganisaties, waaronder de AVS, hebben met de PO-Raad eenakkoord bereikt over het ondertekenen van de sociaal plannen op decentraalniveau in het kader van de bezuinigingen op Passend onderwijs. Het akkoordhoudt in dat aan de te ondertekenen sociale plannen een hardheidsclausulewordt toegevoegd.De hardheidsclausule heeftals intentie dat als er wijzigingenop landelijk niveauplaatsvinden de betrokkenpartijen weer aan de tafelgaan zitten om het afgeslotenplan aan te passen en/of aante vullen. De partijen hebbenletterlijk het volgende afgesproken:“Niet uit te sluitenvalt dat na ondertekening vandit sociaal plan de komendetijd nog aanvullende wet- enregelgeving en/of afsprakenover beschikbaarheid van middelenvolgt in het kader vanPassend onderwijs, die vaninvloed zijn op de gemaakteafspraken. Partijen sprekenaf dat in dat geval zo spoedigmogelijk Decentraal GeorganiseerdOverleg (DGO) gevoerdwordt om te komen tot hernieuwdeafspraken. Partijenverplichten zich deze aanvullendewet- en regelgeving danwel landelijke afspraken inte passen in het overeengekomensociaal plan.”Zolang de discussies over Passendonderwijs en de gevolgendaarvan tussen ministerVan Bijsterveldt en de socialepartners (PO-Paad en onderwijsvakorganisaties)gaandewaren, konden nog geensociale plannen in dit kaderondertekend worden. Omdatvanuit het ministerie richtingde betrokken scholen brievenzijn verstuurd met daarin deaangekondigde bezuinigingen,dienden er wel stappengezet te worden om de voortgangop dit terrein niet tefrustreren. zaak anna van rijn college geseponeerdOM vindt ‘hardhandige’adjunct niet schuldigdecentralisatie arbeidsvoorwaardenMogelijke ontwikkelingnullijn geschetstHet Openbaar Ministerie (OM) in Utrecht vindtde adjunct-directeur die recent een leerling naherhaaldelijke waarschuwingen in de kraag vatte enuit de klas zette niet schuldig aan mishandeling. HetOM heeft de zaak daarom geseponeerd: de adjunctdirecteurwordt niet vervolgd.Staatssecretaris Zijlstra (OCW) heeft – voorafgaandaan de behandeling OCW-begroting 2012 – in een briefaan de Tweede Kamer de mogelijke ontwikkelingengeschetst rond de nullijn voor de salarissen in hetonderwijs. Dit in verband met decentralisatie vanarbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs.Nadat de partner van de moeder hiervan aangifte deed, werd deadjunct-directeur door de politie op school opgepakt en zat hijenkele uren in een cel. Het OM is van mening dat de adjunctdirecteurniet aangehouden had mogen worden, omdat er geensprake was van strafbare feiten. De korpsleiding van de politiein Utrecht heeft haar excuses aangeboden de aanhouding vande adjunct-directeur. De bewuste leerling van het NieuwegeinseAnna van Rijn College gaat naar een andere school.Minister Van Bijsterveldt vindt dat het duidelijk moet zijn dat deleerkracht de baas is in de klas: “Ouders en leerlingen moetenzich weer voegen naar het gezag van de leerkracht.” Een citaat uit de brief: “Door het hanteren van de nullijn blijftde loonontwikkeling in de onderwijssectoren in de periode2010/2011 achter bij die in de marktsectoren en de zorg- enwelzijnssectoren. Voor 2012 is er loonbijstelling gereserveerdop basis van de raming van de contractloonstijging in de marktin de Macro Economische Verkenning 2012. Besluitvormingover de uitkering van de loonbijstelling 2012 vindt plaats bijde Voorjaarsnota 2012.” Het wachten is nu dus op nieuw caooverleg.De uitkomsten van de behandeling van de OCW-begroting warenbij het ter perse gaan van deze <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> nog niet bekend.kader primair december 20113


actueelverhoging van 5 procent in poMinister past voorstelbeloningsmaximumschoolbesturen aansociale werkvoorziening‘Boris-project’ helptvso-leerlingen aanstage en baanMinister Van Bijsterveldt heeft haar voorstelvoor een sectoraal beloningsmaximum voorbezoldigde schoolbesturen bijgesteld. Het oorspronkelijkebeloningsmaximum van 153.000euro is aangepast naar 161.000 euro. Volgens deminister deed het eerste maximum onvoldoenderecht aan de toenemende complexiteit waarbinnenschoolbesturen in het primair onderwijs moetenopereren. Dit meldt de PO-Raad.Met de verhoging van 5 procent komt volgens van Bijsterveldtde beloning van bestuurders in het po meer in evenwicht metdie van bestuurders in het voortgezet onderwijs. Met dit voorstelblijft de beloning van bezoldigd bestuurders goed aansluiten bijhet loongebouw van de sector, aldus de bewindsvrouw.Het is aan de minister om de herziene maximum salarissen inhet <strong>Kader</strong>besluit Rechtspositie PO aan te passen. Daarna zal desector afspraken maken om tot een beloningsstructuur en eenarbeidsvoorwaardenpakket van bezoldigd bestuurders te komen.Van Bijsterveldt wil op termijn het nieuw gestelde maximum evalueren,gezien de ontwikkelingen binnen de sector po. Het 'Boris-project' is erop gericht om 400 leerlingenin het voortgezet speciaal onderwijs (vso) aan eenplek op de arbeidsmarkt te helpen. KenniscentrumECABO biedt hulp bij dit traject. Dit alles gebeurtin opdracht van het ministerie van OCW, in hetverlengde van de wet Sociale werkvoorziening.Deborah Schoenmakers van ECABO (regiomanager zuid): "Demeeste vso-scholen hebben weinig contact met het bedrijfslevenen zij weten daardoor niet hoe de beroepen eruitzien en welkemogelijkheden er zijn. ECABO heeft deze contacten en kenniswel. De VSO-school benadert ons met de vraag of wij een stageplekkunnen regelen voor hun leerling."De leerlingen worden begeleid in het kiezen van een beroep,krijgen een traject op maat aangeboden en worden ondersteundbij het vinden van een werkplek. Om dit te bereiken werken alle17 kenniscentra en de Stichting Speciaal Onderwijs samen met13 pilotscholen uit het vso.Mascotte Boris is de naam van een blindengeleidehond die zijnopleiding heeft afgerond en een passende baan heeft gevonden:zijn baas zelfstandigheid bieden. Meer informatie: www.ecabo.nlbrandbrief aan ministerToezichthouders bezorgd over Passend onderwijsDe Raden van Toezicht van zo’n 50 schoolbesturen van – voornamelijk – scholen voor (voortgezet) speciaalonderwijs maken zich grote zorgen over het invoeringstraject van Passend onderwijs. Dat schrijven ze ineen brief aan minister Van Bijsterveldt.Het invoeringstraject is volgensde briefschrijvers te korten de financiering onder demaat, zodat zij niet meer opeen verantwoorde maniertoezicht kunnen houden oponderwijsorganisaties voorkinderen met een beperking.Het tempo en de bezuinigingleidt ertoe dat het voorbesturen moeilijk wordt omaan de doelstellingen van Passendonderwijs te voldoen. DeRaden van Toezicht vinden datde schoolbesturen “onvoldoendein staat worden gesteldom de jarenlang opgebouwdeen zeer relevante kennis enexpertise verantwoord in tezetten.” De afzenders vindendat de minister het (v)so nietserieus neemt en grote aantallenzorgleerlingen aan hun lotoverlaat, omdat het regulieronderwijs nog niet voldoendeis toegerust om hen op tevangen. De toezichthoudersroepen de minister op omde adviezen van de ECPO ende Onderwijsraad serieus tenemen en snel met de besturenom de tafel te gaan om eenen ander aan te passen. De brief aan de ministeris te downloaden viawww.avs.nl/dossiers/onderwijsenleerlingzorg.4


actueelgedeeld leiderschap, gedeelde verantwoordelijkheidConferentie Opbrengstgericht leiderschap zoektafstemming tussen bestuurs- en schoolniveauLeidinggeven aan opbrengstgericht werken in het primair onderwijs, op alle niveaus. Daarover sprakenruim 500 schoolleiders en -bestuurders elkaar half november in Nieuwegein tijdens de conferentieOpbrengstgericht leiderschap.Tijdens de conferentie werdactief afstemming gezochttussen bestuurs- en schoolniveau,want “aandachtvoor opbrengsten geeftrichting aan alle niveausin de schoolorganisatie”,aldus PO-Raadvoorzitter KeteKervezee tijdens de plenaireinleiding. AVS-voorzitter TonDuif noemde het belang vandistributive leadership: “Maakonderscheid tussen formeelen informeel leiderschap.Stap uit je rol als het gaat omde inhoud en wissel onderlingkennis en ervaringen uit, alsteam, schoolleider en bestuur.Gedeeld leiderschap, gedeeldeverantwoordelijkheid. Organisatiesdie dat goed doenhebben goede opbrengsten.”Professor Roel in ’t Veldschetste de spanning tussenprikkels van buitenaf (bestuuren toezicht) en motivatie vanbinnenuit (professionals).“Beide partijen moeten zichhier bewust van zijn en zorgvuldigomgaan met beidemotivaties.” Schoolleider BertKraaijenbrink (Bosseschool)bezocht het hoorcollege vanGuuske Ledoux over watopbrengstgericht leiderschapnu eigenlijk is. “Het is goed erregelmatig over te horen. Jepikt er steeds weer dingen uitwaar je op dat moment wataan hebt. Bijvoorbeeld dat jeje moet richten op verbeterenin plaats van verantwoorden.”Hij bezocht ook de workshopvan De Klokbeker over een‘a a n d a c h t vo o r o p b r e n g s t e ngeeft richting aan alle niveausin de schoolorganisatie’ontwikkelingsperspectief voorelk kind. “Ik heb de mooisteschool van het land, maarzover zijn wij nog niet.”In de workshops verteldenmet name scholen en besturenuit het project Opbrengstgerichtleiderschap overhun ervaringen. Senior AVSadviseurCarine Hulscher-Slot,projectleider: “Een belangrijkedoelstelling van het projectis uitwisseling van kennisen ervaring binnen en tussenorganisaties. De projectdeelnemerszijn trots op de tot nutoe behaalde resultaten.” wetsvoorstel‘Met pabo-diploma weerbevoegd voor praktijkonderwijs’Staatssecretaris Zijlstra (Onderwijs) heefteen wetsvoorstel gedaan wat ervoor zorgt datleerkrachten met een pabogetuigschrift weer aan deslag mogen in het praktijkonderwijs. Bovendien wilhij dat docenten met een onderwijsbevoegdheid vooreen bepaald vak voortaan ook bevoegd zijn voor eennieuw, eraan gerelateerd vak.Een belangrijk thema tijdens de conferentie Opbrengstgericht werkenwas ‘durf te vragen’. Iedereen werd uitgenodigd een vraag te stellen enkennis te delen via waslijntjes. Bijvoorbeeld: ‘Hoe zet ik mijn krimpendeschool weer op de kaart?’ De waslijntjes hingen aan het eind van de dagvol met antwoorden. In de aansluitende workshop zagen deelnemersdirect hoe de sociale overwaarde van meedenkende anderen snel veeltips en onverwachte mogelijkheden oplevert. Foto: Tycho Müller/Tycho’sEye PhotographyDe Kamer heeft het voorstel enthousiast ontvangen. Op ditmoment is 20 procent van de docenten in het voortgezet onderwijsonbevoegd, aldus Dijsselbloem (PvdA). Hij komt met eenaanvullend voorstel dat op brede steun kan rekenen: een docentin het vo mag nog één jaar onbevoegd zijn, maar dan moet hijzich wel samen met zijn werkgever verplichten aan een opleidingdie de docent uiteindelijk bevoegd maakt. 6


actueelmeer belang hechten aan begeleiding, sfeer, kennisontwikkeling en contactBetrokken ouders zijn kritischer en mindertevreden over schoolDe mate waarin ouders betrokken zijn bij de school heeft invloed op hun tevredenheid. Ouders met eenhoge mate van betrokkenheid zijn kritischer en de algemene tevredenheid is lager, blijkt uit onderzoek vanScholen met Succes op ruim 400 basisscholen.Betrokken ouders geven deschool gemiddeld een 7,5 alsrapportcijfer, ouders met eenlage betrokkenheid geveneen 7,6. Ouders met een hogebetrokkenheid zijn vooral kritischerover de volgende onderdelen:begeleiding van leerlingenmet problemen, rust enorde in de klas, omgang van dekinderen met elkaar, aandachtcreatieve vakken, overblijventussen de middag, rust en ordeop school, informatie overhet kind. Ze zijn ook mindertevreden over de mate waarinde school het aanbod aan debuitenwereld presenteert en demate waarin (andere) oudersenthousiast over de schoolpraten. Verder blijkt dat oudersmet een hoge betrokkenheidmeer belang hechten aan begeleiding,sfeer, kennisontwikkelingen contact met de school.Cijfers betrokkenheid‘Het zijn altijd dezelfdeouders die zich inzetten voorde school’, een veelgehoordeklacht van zowel ouders alsschoolteams. Toch blijkt uitde peiling dat 72 procent vande ouders te typeren is alseen actieve ouder; 28 procentheeft een zeer lage betrokkenheidbij de school. De matewaarin ouders betrokken zijnverschilt per nationaliteit.Ouders met een Nederlandsenationaliteit zijn het meestbetrokken bij de school. OokMarokkaanse ouders hebbeneen hoge betrokkenheid. Antilliaanseouders zijn het minstbetrokken. De ouderbetrokkenheidwordt ook bepaalddoor het opleidingsniveau vande ouders. De betrokkenheidis groter bij ouders met eenhoge opleiding. Een actievevorm van ouderparticipatie ishet inzetten van hulpoudersen commissieleden. De meesteouders (42 procent) geven aansoms actief te zijn als hulpouderof commissielid op school.Een aanzienlijk gedeelte van deouders geeft aan hier niet aandeel te nemen (35 procent). Hetis voor scholen dus nog lastigom ouders écht actief te betrekkenbinnen de school.Ouderavonden en opendagenworden overigens goed bezocht(77 procent), maar nog niet alleouders zien het nut van deze bijeenkomstenin (20 procent gaatsoms en 2,6 procent nooit ). Bijnaalle ouders lezen de nieuwsbriefvaak. Het blijkt nog steedseen goed communicatiemiddelte zijn om ouders te informerenover de gang van zaken in deschool. Educatief partnerschap,ondersteuning bij het makenvan huiswerk, lijkt te werken: 60procent van de ouders geeft aanvaak te helpen bij het makenvan huiswerk. motie d66 aangenomenHomovoorlichting in kerndoelenMinister Van Bijsterveldt gaat toch over tot het uitvoeren van de motie van D66-leiderAlexander Pechtold en zijn partijgenoot Boris van der Ham uit 2009 om homovoorlichtingin het onderwijs te verplichten door het op te nemen in de kerndoelen.Een opvallende wending,omdat de minister sinds 2009(toen de motie werd ingediend)al een aantal keren had latenweten homovoorlichting niette zullen verplichten, omdatzij niet wilde dat het onderwijswordt opgezadeld met steedsnieuwe maatschappelijkethema’s. De kerndoelen voorhet onderwijs worden nu zoaangepast dat aandacht voorseksualiteit en seksuele diversiteitverplicht wordt.Het debat over deze aanpassingvond plaats tijdens het overlegover vorming in het onderwijs,naar aanleiding van het adviesvan de Onderwijsraad.HomobelangenorganisatieCOC is blij dat de ministeruiteindelijk toch gehoor geeftaan de argumenten van hetCOC, de moties van de TweedeKamer en de lobby van deVVD. Vooral in het bijzonderonderwijs, en dan met nameop streng-christelijke en islamitischescholen, bestaat weerstandtegen het opnemen vanhomovoorlichting in de kerndoelen.De VO-raad vindt hetnieuwe kerndoel een ‘papierentijger’. “De praktijk in de klasverandert niet door een wet.Het aanpassen van kerndoelenis slechts een symbolischemaatregel. Verplichte voorlichtinglost de problemen bij hetaanpakken van toenemendehomovijandigheid niet op.Concrete ondersteuningsprogramma’swel.”De minister gaat met spoed uitvoeringgeven aan de moties. Meer informatie:www.gayandschool.nlkader primair december 20117


actueelslechts 14 procent geeft zakgeld meteen uitKinderen sparen meerKinderen zijn spaarzamer geworden. Slechts 14 procent geeft het meeste zakgelddirect uit, terwijl dit in 2008 nog respectievelijk 23 procent in groep 5/6 en 30procent in groep 7/8 betrof. Dit blijkt uit de Wijzer in geldzaken Junior Monitor 2011.Acht op de tien kinderenvindt sparen belangrijk enbijna de helft weet altijd hoeveelgeld ze hebben. Jongensweten dit vaker dan meisjes.Kinderen hebben een goedbesef waar geld vandaan komten waar het naartoe gaat.Woonkosten en kosten vaneten en drinken zijn volgenskinderen belangrijkere uitgavendan nieuwe spullen ofuitjes als vakanties.Veel kinderen geven aan datze voor het eerst zakgeldkregen toen ze 6 of 7 jaarwaren. Dit wordt meestalwekelijks gegeven, maarnaarmate men ouder wordtvaker maandelijks. In groep5 krijgen de kinderen gemiddeldcirca Y 1,50 per week,in groep 8 gemiddeld circaY 2,30. 84 procent van debasisschoolkinderen tussende 8 en de 12 jaar krijgt zakgeld.Daarnaast heeft zes opde tien kinderen ook inkomstendoor af en toe klusjes tedoen.Jongens geven het merendeelvan hun geld uit aan speelgoeden computerspellen,meisjes aan spullen om zichmooi te maken en speelgoed.Kinderen uit groep 5 en 6geven meer geld uit aanspeelgoed, kinderen uit groep7 en 8 aan computergames.Het bezit van een mobieletelefoon neemt toe met deleeftijd; in groep 5 heeft éénop de zeven kinderen eenmobiele telefoon, in groep8 bijna driekwart. De kostenvoor de mobiele telefoon wordenmeestal door de oudersbetaald. voorleesprogramma prentenboekenEmotionele ontwikkeling kleuter gebaat bijmeelezen in plaats van voorlezenKleuters krijgen complexe emoties als verlegenheid en jaloezie beter in de gaten als leerkrachten zich meeropstellen als meelezer dan als voorlezer bij het lezen van prentenboeken. Dat blijkt uit onderzoek van AlettaKwant, die onlangs promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen.Foto: Hans RoggenDat prentenboeken een positiefeffect hebben op de taalontwikkelingvan kleuters wasal langer bekend. Kwant toontnu aan dit ook geldt voor desociaal-emotionele ontwikkelingvan jonge kinderen.Voorwaarde hierbij is dat leerkrachtende juiste prentenboekengebruiken en in staat zijnom hierover een gelijkwaardiggesprek met de kleuters tevoeren. De gangbare ‘uitlokkingsstrategie’van vragen stellendoor de leerkracht tijdensvoorleessessies leidt niet altijdtot de juiste interactie tussenleerkracht en kinderen, aldusKwant. “Maar door zelf lezersreactieste geven plaatst deleerkracht zich als medelezernaast de leerlingen, wateen gelijkwaardiger gesprekoplevert,” verduidelijkt ze.Haar onderzoek heeft geleidtot zogenoemde ‘sleutels’ bijeen set geselecteerde boeken,waarmee leerkrachtenkunnen werken. Kwant: “Delezersreacties van de leerkrachtvormen hierbij deeerste aanzet tot een gesprek.Daarna helpen gespreksstimulerendeaanwijzingen zoalsvervolgvragen de leerkrachtverder om in gesprek te gaanmet de kinderen.”Kwant ontwikkelde een specifiekvoorleesprogrammamet specifieke voorlees- engespreksaanwijzingen voorleerkrachten en onderzochtwelke prentenboeken hetmeest geschikt zijn voor desociaal-emotionele ontwikkelingvan kleuters. Met hetnieuwe voorleesprogrammableken met name complexeemoties beter herkend teworden. 8


actueelwinnaar bestuursbokaalPenta <strong>Primair</strong> uit Grootegast maaktbeste bestuursverslagHans Bol, algemeen directeur van Dyade, overhandigde onlangs op kasteel Nyenrode de Bestuurs bokaalaan een afvaardiging van schoolbestuur Penta <strong>Primair</strong> uit Grootegast. De bokaal is de prijs voor het bestebestuursverslag van Nederland in het primair onderwijs.Het juryrapport over hetbestuursverslag van Penta<strong>Primair</strong>: “Kenmerkend voordit bestuursverslag is dat hetcompleet is. (…) De jury is zeerte spreken over de toekomstparagraaf,waar ondermeerde gevolgen van de verwachtekrimp worden besproken. Hetbestuursverslag wordt afgeslotenmet een kort en bondig,maar wel overzichtelijk, financieeljaarverslag.”De prijs voor de beste presentatievan het bestuursverslag– de Presentatie Prijs – gingnaar De Linge uit Huissen. Hetkleurgebruik, de duidelijkheiden consistentie warendoorslaggevend.Bol van Dyade: “De kwaliteitvan de bestuursverslagenneemt ieder jaar enorm toe.Dit geldt zowel voor de financiëleinhoud als de vormgeving.Het is goed te zien dathet po veel waarde hecht aangoede verantwoording encommunicatie met de stakeholders.”scholen gaan verschillend om met richtlijnenSuccesvolle implementatie anti-pestmethodevraagt om zorgvuldige begeleidingVoor een goede implementatie en de effectiviteit van een anti-pestmethode is zorgvuldige begeleiding vangroot belang. Het Kohnstamm Instituut onderzocht hoe scholen een specifiek methode toepassen en omgaanmet de richtlijnen.Kohnstamm voerde het onderzoekuit aan de hand van Leefstijl,een methode voor sociaalemotioneleontwikkeling diezich richt op leerlingen, teamen ouders. Hoewel Leefstijlvergezeld gaat van intensievetraining en veel informatie,blijken zich verschillen voorte doen in de manier waaropindividuele scholen omgaanmet de richtlijnen. Conclusieis dat ontwikkelaars vanmethoden nóg meer aandachtmoeten besteden aan hetonderbouwen en verhelderenvan de theoretische uitgangspuntenvan de methode. Ookhet ontwikkelen van implementatieplannenen toezienop de uitvoering kan bevorderendat er goede resultatenbereikt worden.Kohnstamm wijst scholenop de volgende zaken die zijhierbij in acht moeten nemen:kies een methode die pastbij school, team, leerlingen,ouders; zorg dat iedereen –leerlingen, ouders, team enschool – zich betrokken voeltbij de methode; maak een heldere(begeleidings)structuur,waarbij een commissie of eencoördinator verantwoordelijkis voor een juiste uitvoeringvan de methode (volgens debedoelingen van de ontwikkelaars);rooster lessen in voorhet hele schooljaar; maak deervaringen met de methoderond pesten een vast agendapuntbij de teamvergaderingen;zorg voor systematischeevaluatie van het werken metde methode en bepaal systematischde effecten van demethode op de leerlingen. Meer informatie:www.kohnstamminstituut.uva.nlkader primair december 20119


actueelwerkbezoekMinister bezoekt basisscholen in AssenMinister Van Bijsterveldt heeft onlangs een werkbezoek gebracht aan christelijke basisscholenhet Kompas en het Krijt in Assen.De directeur van het Kompasleidde de minister rond doorhet schoolgebouw in MFAMarturia. De minister bezochtde activiteiten op de energiemarktdie de betreffendeochtend werd gehouden opeen van de leerpleinen vanhet Kompas. Vervolgens haddende kinderen van groep 4het geluk dat de minister henkwam voorlezen. Tenslotteging de minister in gesprekmet enkele ouders en dedirectie van de school. Zijwilde vooral graag weten inhoeverre ouderbetrokkenheidbelangrijk is voor de leeropbrengstenvan de kinderen.Op het Krijt kreeg ministerVan Bijsterveldt een rondleidingdoor MFA Kloosterveste.De huisvesting is bijzonderomdat onderwijs, voorschoolseopvang, kinderopvang,brede school, wijkgebouw,winkels en wonen onder ééndak gehuisvest zijn. Vervolgensging de minister ook opdeze school in gesprek metenkele ouders en teamleden.Hier ging het gesprek overopbrengstgericht werken ende rol die de inspectie speeltin het maken van (groeps)handelingsplannen. Tot slotspeelde de minister met dekinderen van groep 6 het‘Ren je rot’-spel. bijna allemaal bijles voor mbo-4 taalniveauStrengere taaleisen voor Rotterdamse peuterleidstersMedewerkers van Rotterdamse kinderdagverblijven en peuterspeelzalen krijgen strengere taaleisen opgelegd.Bijna allemaal moeten ze bijles krijgen, meldt de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG).Onderzoek van de gemeenteRotterdam wijst uit dat detaalbeheersing van de peuterleidstersniet best is. Slechts1 procent zou voldoen aan denieuwe eisen. Zo’n 15 procentvoldoet al niet aan de huidigelandelijke normen voortaalbeheersing.De onderwijsinspectieuitte in 2009 al bezorgdheidover het taalniveau van depeuterleidsters. Die moetennu een diploma op mbo-3niveau hebben. Rotterdamwil dat alle peuterleidsters deNederlandse taal beheersen opmbo-4 niveau. Het Rijk moetdeze eis nog goedkeuren.De strengere taaleisen gaangelden voor de circa 2000pedagogisch medewerkers vanRotterdamse peuterspeelzalenen kinderdagverblijven. Nieuw onderwijspersoneel nodig?Laat het weten aan 6.000 lezers!Uit lezersonderzoek blijkt dat personeelsadvertenties in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> en<strong>Kader</strong> nieuws vaak gelezen en goed gewaardeerd worden door bijna 6.000 abonnees.Plaats ook een vacature in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> en/of <strong>Kader</strong>nieuws! Neem contact op met Recent,tel. 020-3308998, info@recent.nl of kijk op www.recent.nl. NB: gratis doorplaatsing mogelijknaar www.werkeninhetprimaironderwijs.nl, dé vacaturesite van de AVS.10


actueelmediaopvoeding schiet tekort bij overgang po-voOuders: ‘Wij zijn primair verantwoordelijkvoor mediaopvoeding’Ouders vinden dat de eerste verantwoordelijkheid voor mediaopvoeding bij hen ligt en niet bij school,blijkt uit onderzoek van Dialogic, dat in opdracht van Mediawijzer.net is uitgevoerd en gepresenteerd tijdensde Week van de Mediawijsheid, die eind november plaatsvond. Ouders hebben in hun mediaopvoedingechter geen passend antwoord op veranderend mediagedrag van kinderen.Kinderen op de basisschoolvertonen nog weinig risicovolgedrag binnen de media. Ditverandert echter als ze naarhet voortgezet onderwijsgaan. Ze gaan dan intensievermedia gebruiken (met namesocial media), worden zorgelozeren ontwikkelen gebrekaan focus. Om risicogedragop latere leeftijd te voorkomen,is het belangrijk datouders hun kroost al in debasisschoolleeftijd onderwerpenaan mediaopvoeding enniet ‘verslappen’ zodra hunkinderen naar het vo gaan.Ouders worden dan echterterughoudender in mediaopvoedingen blijven sterk achterbij het gebruik van nieuwemedia in verhouding tot hunkinderen. Risico’s die oudersals een potentieel probleembeschouwen bij hun kind zijnonder andere digitaal pesten,ongewenste intimiteiten,misbruik van persoonlijkeinformatie en verslaving doorhoog gebruik. Ouders die zelfmedia-actief zijn schatten derisico’s hoger in. Meer informatie:www.mediaopvoeding.nl enwww.mediamasters2011.nlgeen halvering van uitsluitingArme kinderen doen vaker aan sport en cultuur,maar beleidsdoel is niet gehaaldHet aantal kinderen van 5-17 jaar dat meedoet aan sport, zwemles, cultuur, muziek, scouting enbuitenschoolse activiteiten neemt toe, concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).Begin 2010 deden 504.000 kinderen niet mee; 3 procent minder dan twee jaar eerder. Onder armebijstandskinderen is de afname verhoudingsgewijs sterker. De bereikte afname is echter mindergroot dan was beoogd in het kabinetsbeleid, dat uitging van een halvering binnen twee jaar.Gemeenten kregen in 2008en 2009 extra geld om datbeleidsdoel te realiseren. Hetbeleid kan volgens het SCPeffectiever door het meer terichten op specifieke groepenkinderen. Bijvoorbeeld aankinderen die minstens tweejaar onder de armoedegrenszitten. Ook zou het beleidal op de basisschoolleeftijdmoeten beginnen en wordenverbreed naar arme kinderenwaarvan de (werkende) oudersgeen bijstand ontvangen. Daarnaastis alleen het bieden vanfinanciële en materiële steunniet genoeg: als ouders zelfmeer maatschappelijk actiefzijn, vergroot dit de kans dathun kinderen meedoen.De SCP-studie vergeleek devrijetijdsbesteding van driegroepen: arme kinderen in debijstand, overige arme kinderenen niet-arme kinderen.Bijstandskinderen hebbenhun achterstand op de andereinkomensgroepen iets ingelopen.Ook de financiële hulpen ondersteuning in naturavoor de vrijetijdsbestedingnam bij de bijstandskinderenhet sterkst toe. In 2010 was erechter nog steeds een grootverschil: 44 procent van de bijstandskinderendeed niet aande genoemde activiteiten mee.Dat is ruim twee keer zoveelals in de niet-arme groep(19 procent).De doelstelling van het beleid– een halvering van het aantalkinderen dat om redenen vanarmoede niet maatschappelijkmeedoet – is echter bijlange na niet gehaald. Een vande verklaringen is dat armekinderen, van wie de oudersniet in de bijstand zitten, nietgoed in beeld zijn bij de uitvoerendeinstanties. Bovendienhangt de sociale participatievan arme kinderen niet alleenaf van financiële obstakels,maar ook van sociaal-culturelefactoren. Zo doen kinderenminder vaak mee wanneer hunouders weinig participeren inde samenleving. Daaraan isin het lokale beleid tot nu toeweinig aandacht besteed. Meer informatie: www.scp.nlkader primair december 201111


actueelmetacognitieve vaardigheden‘Virtuele agent’ leert kinderen beter lerenDoor computergebruik op de basisschool moeten leerlingen steeds meer hun eigen leerprocesvormgeven. Dat vereist specifieke vaardigheden. Leerkrachten kunnen leerlingen daarbij ondersteunendoor ze in kleine groepjes te laten samenwerken met een ‘virtuele agent’, blijkt uit onderzoek van UvApromovendaInge Molenaar. Op die manier leren de kinderen de vaardigheden van de agent én vanelkaar en gaan zij als groep beter presteren.Als leerlingen met de computerwerken, hebben ze vaardighedennodig om het eigenleren te sturen. Dit zijn dezogenoemde metacognitievevaardigheden (oriënteren,plannen, monitoren en evalueren).In het basisonderwijsgebruiken leerlingen de computervaak in kleine groepjes.Molenaar onderzocht hoe datleren in groepjes kan wordenondersteund met een virtueleagent: een cartoonachtigfiguurtje op het beeldschermdat de kinderen vragen steltof op andere manieren op weghelpt. Uit haar experimentenmet leerlingen bleek dat deagent inderdaad hielp ommetacognitieve activiteiten testimuleren en metacognitievekennis van de leerlingen teontwikkelen. Het programmalijkt een positieve invloed tehebben op groepsprestaties,maar het beïnvloedt niet dehoeveelheid vakinhoudelijkkennis van de leerlingen.Groepjes die ondersteuningkregen op het vlak vanmetacognitieve vaardighedendeden het in een aantalopzichten beter dan groepjesdie dat niet kregen. Ze voerdenmeer metacognitieve activiteitenuit en bleven dat ookdoen als de ondersteuningis gestopt. Daarbij blijkt datactiviteiten die een leerlingzelf doet, meer invloed opzijn of haar leren hebben danactiviteiten door anderen. Ookbleek uit Molenaars onderzoekdat wanneer de agentvragen stelt dat tot betere leerresultatenleidt dan wanneerde agent de metacognitieveactiviteiten voordoet aan deleerlingen (stellingen). Wanneerleerlingen meer voortbouwen op elkaars bijdrageis de kans groter dat dezemetacognitieve activiteitenhet groepsproces bevorderen.Molenaar: “Ik denk dat ondersteuningvan metacognitievevaardigheden bij kleine groepenaan kracht wint als kinderenonderling veel samen werken.Er zou vervolgonderzoekmoeten komen naar hoe computerondersteuningkan wordenontwikkeld die is gerichtop het stimuleren van desamenwerking rondom metacognitievevaardig heden.” zoeken naar leermateriaal vereenvoudigdWikiwijs vernieuwdDe nieuwe versie van Wikiwijs – het online platform voor leerkrachten om open,digitaal leermateriaal te zoeken, gebruiken, maken en delen – is sinds halfnovember beschikbaar. Het zoeken naar leermateriaal is vereenvoudigd en ookdocenten uit het hoger onderwijs kunnen nu leermateriaal delen.De nieuwe versie van Wikiwijsstelt leerkrachten in staatmeer te doen met open leermateriaal.Een van de verbeteringenis dat slimmer wordtomgegaan met zoekopdrachten.De nieuwe zoekbalk zorgtvoor een intelligente analysevan ingevoerde zoekwoorden,zodat er automatisch eenfiltering op zoekresultatenplaatsvindt. Daardoor komengebruikers sneller bij gewenstmateriaal terecht. Ook depresentatie van de resultatenverandert. De zoekresultatenzijn voortaan opgesplitst inleermaterialen en informatiebronnen(losse afbeeldingen,audio en teksten), waarmeehet voor leerkrachten makkelijkerwordt om direct inzetbaarleermateriaal voor lessente vinden.De nieuwe functionaliteitenzijn gebaseerd op reacties uithet onderwijsveld en bevindingenuit het jaarlijkse Wikiwijs-gebruikersonderzoek.Met de nieuwe versie voorziethet platform beter in detoenemende behoefte vanleerkrachten om gebruik temaken van open leermateriaal.Alleen al het aantal downloads,ruim 233.000 tot en metoktober 2011, verdubbelde invergelijking met 2010. Ookzijn er steeds meer partijenin het onderwijsveld die hunleermateriaal beschikbaarmaken via Wikiwijs. Bijna dehelft van alle leerkrachtenmaakt zelf leermateriaal en 78procent is bereid om het materiaalte delen met anderen. Meer informatie:www.wikiwijs.nl en www.wikiwijsinhetonderwijs.nl12


illustratie jos collignonkader primair december 201113


thema onderwijs op maattraditionele vernieuwers: watOver het themaVernieuwingsscholen hebben een uitgesprokenvisie op de ontwikkeling van kinderenTerwijl op internetfora de discussie overPassend onderwijs niet van de lucht is(‘Scholen zijn er nog lang niet klaar voor’),bracht de jarige onderwijsinspectie afgelopennajaar ter gelegenheid van het 210-jarigbestaan een essay uit waarin de inspectiede kwetsbare leerling en het bieden vanindividueel onderwijs als aandachtsgebiedenbenoemt: “Een van de belangrijksteonderwijskundige vragen (…) is het vraagstukvan de interne differentiatie. Lesgeven isdifferentiëren. (…) Leerkrachten hebbenin principe te maken met leerlingen dieverschillen wat betreft hun geslacht, leeftijd,godsdienst en sociaal milieu, maar bovenalwat betreft hun intelligentie, persoonlijkheid,inzet en motivatie. Lesgeven betekent omgaanmet deze verschillen.”Maar, zegt ook auteuren bijzonder hoogleraar Geschiedenis van hetOnderwijs Sjaak Braster in dezelfde publicatie:“Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.”Dit thema probeert door interviews meten verhalen van onderwijskenners enpraktijkmensen inspirerende voorbeelden ensuggesties voor onderwijs op maat te geven.Inclusief een beschouwing van AVS-directeurMichiel Wigman op het thema.De publicatie ‘Passie en pragmatisme –De onderwijs inspectie en de opkomst enondergang van het klassikaal onderwijs’(Sjaak Braster, 2011) is gratis te downloadenvia www.onderwijsinspectie.nl.en hoe het onderwijs daarop kan aansluiten.Dan ligt het voor de hand dat deze scholenbeter zijn in het bieden van onderwijs op maatdan reguliere scholen. Is Passend onderwijsdaardoor op deze scholen makkelijker terealiseren? Wat kunnen reguliere scholenvan deze vernieuwers leren?tekst susan de boerOok op traditionele vernieuwingsscholen bereidt menzich voor op de invoering van Passend onderwijs. Door denadruk op de persoonlijke, creatieve en sociaal-emotioneleontwikkeling van kinderen en de eigen verantwoordelijkheidvoor het leerproces is omgaan met verschillen op dezescholen al een vanzelfsprekend thema. Maar een succesvolleinvoering van Passend onderwijs is toch vooral eenkwestie van voldoende middelen en menskracht, blijkt uitgesprekken met schoolleiders van een montessori-, eendalton- en een vrije school. Liny Demandt, directeur vande Venlose Montessorischool, is het bijvoorbeeld oneensmet de stelling van deze maand (zie kader op pagina 16,red.): “Voor vernieuwingsscholen is Passend onderwijsgéén ‘eitje’. Ook zij hebben te maken met volle klassen enveel extra zorgleerlingen.” Wel zijn Demandt en de andereschoolleiders er beter op voorbereid en ingespeeld, omdatze van huis uit maatwerk leveren en persoonlijker onderwijsgeven. Ze zien voordelen van de op hun eigen pedagogisch-didactischeuitgangspunten gestoelde inrichting vanhet onderwijs.Persoonlijke instructie“Belangrijk in onze filosofie is de vrijheid en verantwoordelijkheidvan kinderen om zelf een keuze te maken”, verteltLiny Demandt. “Ieder kind krijgt persoonlijke instructie,aansluitend bij eigen ontwikkeling en tegemoetkomendaan de behoefte van het kind. Alle kinderen werken zelfstandig,volgens een zelfgekozen route en op een eigenniveau. Zorgleerlingen, maar ook hoogbegaafde kinderen,draaien hierin gewoon mee.”14


kunnen andere scholen van ze leren?‘Wij vinden onderwijsop maat gewoon’Liny Demandt is nu twee jaar schoolleider op deze school.Daarvoor werkte ze dertig jaar in het regulier onderwijs.“Op mijn vorige school wilde ik ook kinderen meer verantwoordelijkheidgeven en de persoonlijke ontwikkelingvan het kind meer centraal stellen. Dat lukte maar tendele. Nu zie ik wat we van het montessorisysteem haddenkunnen leren. Er heerst hier orde, rust, een klimaatgericht op hard werken. Dat komt door de zeer gestructureerdeaanpak. Er wordt gewerkt in rondes waarin deleerkracht alle leerlingen op maat begeleidt. Dat kanalleen als je klassenmanagement op orde is. De leerkrachtenhebben een tweejarige post hbo-opleiding gevolgden leren daar onder meer met grote heterogene groepenTerug naar de basisDe invoering van Passend onderwijs is voor Demandtgeen schrikbeeld, al zijn er wel grenzen. “We vindenonderwijs op maat gewoon. Ouders met een zorgleerlingkiezen graag voor onze school, en dat zal toenemen.Maar als we niet meer ondersteuning krijgen lopen ookwij vast. De belastbaarheid van de leerkracht houdtergens op. We kunnen niet de helft van de groep uitzorgleerlingen laten bestaan.” ‘Terug naar de basis’ ishet motto waaronder de Venlose Montessorischool zichvoorbereidt. Demandt: “Onder druk van de inspectie hebbenwe methodes en klassikaal onderwijs ingevoerd opsommige onderdelen, bijvoorbeeld bij begrijpend lezen.Dat gaan we weer loslaten, wegaan het weer op de montessorimanierdoen, met persoonlijkeinstructie.”De Venlose Montessorischool is georganiseerd in heterogene groepen van drie leeftijdsjarenbij elkaar. Schoolleider Liny Demandt: “Jongere kinderen zien wat ouderen doen en de ouderenleggen dingen aan jongere kinderen uit.”omgaan.” Ook scholen die niet het hele montessoripakketomarmen kunnen meer onderwijs op maat bieden,denkt Demandt. “Montessorionderwijs wordt niet belemmerddoor het denken vanuit de groep. Persoonlijkebegeleiding is de standaard en een bepaalde mate aanorganisatie is vanzelfsprekend. In het montessorionderwijsleren kinderen bewust te willen wat ze doen. Wijkunnen reguliere scholen laten zien dat het kan, dat jekinderen echt meer vrijheid en meer vertrouwen kuntgeven.”Taken toesnijdenOok binnen de daltonfilosofiebetekent omgaan met verschillenhet geven van verantwoordelijkheidaan leerlingen en het toesnijdenvan taken op individueleleerbehoeften. Groepsinstructiesen blokken waarin zelfstandigwordt gewerkt wisselen elkaar af.“De leerkracht maakt een taak opmaat voor de leerling. Het kindbepaalt zelf wanneer het eenbepaalde opdracht uitvoert”, vertelt Willem Wagenaar,directeur van Daltonschool G. Th. Rietveldschool in Badhoevedorp.“Ook kunnen kinderen zelf bepalen hoeveeltijd ze in een opdracht steken. Kinderen die taalzwak zijnen rekensterk zullen bijvoorbeeld meer tijd besteden aantaal en minder aan rekenen.”Dalton biedt veel handvatten voor omgaan met verschillen.Zo kan de groepsinstructie aan de hele groep gegevenworden of aan een deel. Terwijl kinderen zelfstandigwerken kan de leerkracht aan kleine groepjes verlengde>kader primair december 201115


instructie geven of voorinstructie. Deze aanpak maaktDalton ideaal voor toepassing in combinatieklassen. MaarWagenaar waarschuwt dat niet zomaar bouwstenen alszelfstandig werken of samenwerkend leren kunnen wordenovergenomen zonder de ‘specie’ van de daltonfilosofie. “Die‘specie’ is de opvatting dat een kind zelf eigenaar is van hetleerproces. Dalton is een totaalpakket.”Volgens Wagenaar is Dalton geschikter voor Passendonderwijs dan het reguliere onderwijs, omdat op daltonscholeneen klimaat heerst van verantwoordelijkheid,samenwerken en rekening houden met anderen. Maarook hij noemt (praktische) grenzen. Wagenaar: “Er is alveel bezuinigd. Ik heb 10 procent van de formatie moeteninleveren, daarvan had ik twee groepen kunnen vormen.We moeten voorkomen dat leerkrachten overbelast raken.”De Rietveldschool is gekwalificeerd als een zogenoemde‘smalle zorgschool’, wat betekent dat de school kinderenmet niet al te ernstige leerproblemen en/of lichte stoornissenkan opvangen. “Wat moeilijk blijft, is de gedragsproblematiek.Daltononderwijs betekent samen leven ensamen leren. Dat komt in het gedrang als leerlingen inhun gedragingen geen rekening houden met anderen ente storend gedrag vertonen. Daarover moet je goed kunnenpraten met ouders. De afgelopen jaren zijn we betermet ouders gaan communiceren, we vinden dat de triadeouders – school – kind stevig moet zijn.”Veel vakkenVrije scholen trekken omgaan met verschillen breder. Naasthet gangbare pakket van taal en rekenen en andere reguliereschoolvakken kent de vrije school veel creatieve vakkenzoals breien, blokfluit spelen, zingen, schilderen, toneelspelen.“Iedereen kan zich wel ergens in ontwikkelen”, zegtEdith Ploeg, schoolleider van Vrije School Parcival in Amstelveen.“Dat geldt ook voor kinderen die langzaam of juistsnel leren.” De opbrengsten in taal en rekenen leiden nietonder dit ruime assortiment. Ploeg: “We geven in januari enIn de reguliere groepen van Vrije School Parcival bevinden zichverschillende rugzakleerlingen. Ook heeft de school een aparte zmlklasvoor kinderen van 6 tot 12 jaar waarvan de meeste kinderen hetDownsyndroom hebben.juni gewoon de Citotoetsen. De scores van onze leerlingenzijn goed. In groep 3 zijn de scores lager dan het landelijkuw mening telt peilingDe afgelopen maand heeft u viawww.avs.nl kunnen reageren opde stelling:Voor traditionele vernieuwingsscholen(zoals jenaplan, dalton,montessori) is Passend onderwijseen eitje59%oneens23%deels eens18%eensDe reacties zijn (ingekorte) weergaven,ingezonden via de website.Tineke Deunk-Joldersma van Jenaplanschoolde Ratelaar in Deurne: “Eens. Mijn team isgewend om uit te gaan van al die verschillendekinderen. We vinden het boeiend dater verscheidenheid is en zien dat als eenverrijking en uitdaging. Door het werken metgroepsplannen hebben we goed in beeld watieder kind nodig heeft en hoe de leerkrachtdat vormgeeft. ‘Een eitje’ is wat overdrevengezegd, omdat er soms wel hele groteverschillen zijn. Een paar extra handen zoumeer dan welkom zijn in elke groep. We zijnin Berlijn gaan kijken en mede daardoor benik reuze trots op mijn team dat met mindermenskracht per groep heel goed in staat isom Passend onderwijs vorm te geven.”Stef van Wickeren van DaltonbasisschoolColumbus in Heerhugowaard: “Deels eens.Op vernieuwingsscholen wordt over hetalgemeen meer gewerkt vanuit een gemeenschappelijkekindvisie, waardoor ookindividuele ontwikkelingsbehoeften eerdermet elkaar gezien worden. De traditionelevernieuwingsscholen zijn minder afhankelijkvan het leerstofjaarklassensysteemen klassikale instructies, waardoor in deorganisatie gemakkelijker op onderwijsbehoeftenkan worden ingespeeld. ‘Een eitje’is Passend onderwijs verzorgen overigensnergens.”H. van Dijk uit Spijkenisse: “Oneens. Metname voor structuurgebonden leerlingen(ADHD, PDD-nos, ODD, ADD enz.) die baathebben bij een prikkelarme, gestructureerdeleeromgeving, valt het binnen deze onderwijsvormenhelemaal niet mee een rustige,prikkelarme werkplek te vinden.”16


thema onderwijs op maatgemiddelde omdat we later beginnen, maar dat trekt ingroep 5 en 7 bij.”In de reguliere groepen bevinden zich verschillende rugzakleerlingen,vooral kinderen met een lichte vorm vanautisme. Ook heeft de school een aparte zml-klas voor kinderenvan 6 tot 12 jaar waarvan de meesten het Syndroomvan Down hebben. “Deze kinderen leren apart met een zmlleerkrachten een assistent, maar ze doen gewoon mee metde gezamenlijke vieringen en integreren een keer per weekin een gewone klas met een eigen handelingsplan. Ze doenook mee met muziek, schilderen en gymnastiek. Een paarjaar geleden hebben we veel geïnvesteerd in hoogbegaafdekinderen. Het omgaan met verschillende intelligentieniveausheeft een meerwaarde voor alle kinderen. De oudersvan onze leerlingen vinden dat een positief aspect van deschool. ”Parcival bereidt zich voor op de invoering van Passend onderwijsdoor na te gaan over welke competenties de leerkrachtenmoeten beschikken om meer ‘andersbegaafde’ leerlingen tekunnen opvangen. “Scholing is belangrijk”, zegt Ploeg. “Werichten ons in het onderwijszorgprofiel op kinderen met hetSyndroom van Down en kinderen met autisme. Daarnaastkijken we bij elk kind dat wordt aangemeld of we de nodigecompetenties in huis hebben of kunnen halen. De leerkrachtenwillen zich graag bij- en nascholen, maar tegelijkertijdzien we op tegen de toenemende werkdruk.”OpbrengstenHet verzorgen van onderwijs op maat op de manier van eentraditionele vernieuwingsschool gaat niet ten koste van deopbrengsten, zeggen de schoolleiders. Integendeel bijna. “Uithet onderwijsverslag 2010 van de Inspectie van het Onderwijsblijkt dat de opbrengsten van traditionele vernieuwingsscholenop hetzelfde niveau liggen als die van het reguliereonderwijs”, zegt daltondirecteur Willem Wagenaar. “Leerlingenuit het traditioneel vernieuwend onderwijs zijn wel veelmeer eigenaar geworden van hun eigen onderwijsleerproces.”Liny Demandt: “Sinds de zaak van Karina Schaapmanin 1997 worden we met argusogen gevolgd. Ik kan niet vooralle montessorischolen spreken, maar wij presteren in iedergeval ruim voldoende tot goed, zowel op tussendoelen als opde Cito Eindtoets. Onze leerlingen doen het prima op het vervolgonderwijsen stromen ook uit op het gewenste niveau.” Ronald Pieck: “Eens. Maar als deze scholenniet denken in leeropbrengsten, hebben zeeen probleem. Pas als ze in dat proces zijnmeegegaan, is Passend onderwijs inpasbaar.Specifieke zorg is overigens altijd gebouwenomgevinggebonden (rolstoelvriendelijk,et cetera).”Har Boonen: “Oneens. Ik ben directeur vaneen jenaplanschool en ervaar net als anderebasisscholen dat met de huidige middelenvoor het inzetten van leerkrachten in hetprimaire proces de groepsgrootte toeneemten hiermee de mogelijkheden voor Passendonderwijs afnemen.”Tonneke Eissens van Vrije School De Es inAssen: “Deels eens. Het vrijeschoolonderwijsbiedt kinderen brede ontwikkelingskansen,omdat het hoofd, hart en handenop een evenredige manier aanspreekt. Datwil niet zeggen dat een vrije school voor allezorgvragen een passende oplossing heeft.Omvorming naar Passend onderwijs roepteen ‘creatief’ spanningsveld op. Behoud vanidentiteit en autonomie is een groot goed.Dat zal zeker voor alle traditionele vernieuwingsscholengelden.”Han van Soldt van Velzen van katholiekeDaltonschool De Vlier: “Deels eens. Je kuntmisschien wat makkelijker tijd vrij makenvoor kinderen die meer aandacht nodighebben, maar als je vier leerlingen hebtmet gedragsproblemen en nog een aantalmoeilijk lerende kinderen dan wordt hetmoeilijk. En dat geldt net zo goed voor eendaltonschool, waar ik directeur van ben. Ookmijn mensen kunnen hun hulp maar aan éénkind of groepje tegelijk bieden. Wel kunnenkinderen misschien zichzelf wat beter reddentijdens het zelfstandig werken, zodat deleerkracht gemiddeld wat meer tijd kan vrijmaken voor de kinderen die meer aandachtvragen. Daar zit vermoedelijk wel eenverschil.”Arie Cuppen van de Koning DavidSchool in Ede: “Deels eens. Wij werkenals jenaplanschool al jaren met gedifferentieerdonderwijs en met verlengdeinstructiemomenten.”Nieuwe peilingDe nieuwe stelling waarop u kuntreageren luidt:Minder budget leidt perdefinitie tot minder goedonderwijsGa naar www.avs.nl en geeft uwmening!kader primair december 201117


thema onderwijs op maatniet vanuit verantwoording, niet vanuit uitsluitend geld, maarPassend onderwijs:(vink aan)Bezigheidstherapie voorverantwoording naar inspectieKans om maatwerk voorleerlingen te realiseren18


vooral vanuit inhoudEen KOG-training in Velsen, ter voorbereiding opPassend onderwijs. De behoefte aan adequateopleiding is enorm. Foto’s: Hans RoggenDe hele Nederlandse onderwijssector is er al een paar jaar mee bezig, de wetgever laat op zichwachten en bezuinigt er ondertussen lustig op los. ‘Graag meer doen met minder middelen,maar wel met de beste mensen in het veld’ en ‘laat uw hart spreken en het komt allemaalgoed’ zijn veelgehoorde uitspraken. Helaas is het meestal maar eens in de vier jaar mogelijkom te stemmen en zit er voor nu weinig anders op dan oplossingen te bedenken waar deleerlingen beter van worden. En juist daar zou wel eens de positieve kant van deze wetgevingkunnen zitten, zonder dat dit naar alle waarschijnlijkheid ooit zo bedoeld is. Als wetgevingschoolleiders dwingt om bezig te zijn met hun vak, laat ze dat dan ook doen. Maar wel op hunmanier: niet vanuit verantwoording, niet uitsluitend vanuit geld, maar vooral vanuit inhoud.Een beschouwing door AVS-directeur Michiel Wigman.tekst michiel wigmanKeuzes maken lijkt niet de sterkste kant van onderwijsgevenden.Tegelijkertijd willen mensen uit het veld ook niet graagdat anderen keuzes voor hen maken. Dit gegeven kan leidentot onnodige vertraging in ontwikkelprocessen die scholennu hard nodig hebben om de gewenste ontwikkeling voortte zetten. Een dilemma dat vraagt om leiderschap. Nietalleen leerlingen hebben wat betreft hun onderwijs maatwerknodig, maar ook de professionals die hen begeleiden.De juiste vorm van leiderschap is hiervoor cruciaal.De AVS heeft door de studiedagen Kind op de Gang!®(KOG) en Leerling bij de Les!® (LBL) de laatste twee jaarmeer dan 60.000 leerkrachten en docenten en meer dan5.000 leidinggevenden binnen het funderend onderwijsgesproken over Passend onderwijs en kwaliteit vanonderwijs. Conclusies? De wil is groot en de behoefte aanadequate opleiding enorm. Bewustwording van de noodzaaktot vergroting van handelingsbekwaamheid is sterkaanwezig, ook op gebieden waarbij men niet direct staat>kader primair december 201119


te trappelen, maar waarbij men wel de maatschappelijkenoodzaak ziet.De meest gehoorde vraag tijdens de KOG- en LBL-studiedagenis: ‘Wat gaan we nu daadwerkelijk doen?’ Schoolontwikkelingen leiderschap zijn vervolgens de sleutelwoordendie steeds weer in de antwoorden terugkomen. Leiderschapop alle niveaus binnen de governance-kolom overigens; datbetekent ook duidelijkheid over de rolverdeling tussen dediverse spelers in die kolom.VerleidingIn de kern is de bedoeling van Passend onderwijs dat elkeleerling het juiste onderwijs krijgt en op de juiste plaatsterecht komt. De verleiding bestaat bij sommigen, vooralop bestuurlijk niveau, om deze uitdaging slechts te zienvanuit de financiële en verantwoordingskant: ‘We hebbenop papier alles prima geregeld, dus naar tevredenheid vande inspectie en daarmee klaar.’ Maar wat zou het mooi zijnals men die optimale ontwikkelplaats waar iedere leerlingrecht op heeft juist bekijkt vanuit de zoektocht naar en deontmoeting met de juiste leerkracht of docent, het juisteteam, de juiste schoolleider, de juiste methode en de juistegroep. Gaat het dan nog over het zoeken van oplossingenvoor een groep kinderen met een rugzak? Of over de totalekwaliteit van ons funderend onderwijs en dus ook over alleleerlingen? Onderstaande figuur maakt helder dat het omhet laatste gaat:HandelingsbekwaamheidKunde – Ambitie – GrensDiagnosticeringDe leerkrachtMatch?Handelingsgerichte aanpakDiagnosticeringDe leerlingDe basis van de AVS-studiedagen Kind op de Gang! ®en Leerling bij de Les! ® .Scholen zijn – als het mee zit – gewend om leerlingen optijd te diagnosticeren, wat leidt tot het in kaart hebben vanonderwijsbehoeften en een handelingsgerichte aanpak. Tevaak blijft echter de linkerkant van het schema onderbelicht:het diagnosticeren van de leerkracht en docent envan de daaruit voortvloeiende handelingsbekwaamheid ofjuist onbekwaamheid. Beide kanten zijn onlosmakelijk metelkaar verbonden. Als in beide kanten wordt geïnvesteerden de match tussen de twee wordt bereikt, pas dan is hetvergroten van de kwaliteit van onderwijs aan de orde, endaarmee dus ook Passend onderwijs.Zodra men inziet dat Passend onderwijs over de totalekwaliteit gaat, worden discussies aan de tafels waar beslissingenworden genomen fundamenteel andere gesprekken.Het scheelt nogal of je een oplossing voor een kleinegroep leerlingen wilt bereiken en daarin vermogen ‘moet’investeren, of dat je datzelfde vermogen in de volle breedteinzet voor het geheel aan kwaliteit.InzichtelijkEr zijn inmiddels al veel gegevens beschikbaar met hetoog op Passend onderwijs en er komen er steeds meer bij.De zorgprofielen, de inzichten in de basisprofielen in eenregio, de inzichten in financiële effecten, alle aanbevelingenuit de referentiekaders, de wetgevingsvereisten ende inspectiewensen. Wat kunnen schoolleiders met diedata? En wat gaat er gebeuren met de herinrichting van desamenwerkingsverbanden? Eén optie is nieuwe structurencreëren en de verantwoording zo inrichten dat daar weereen aantal fte’s voor nodig zijn. Of is het een idee om allegegevens en structuren zo inzichtelijk te maken dat schoolleidersze kunnen gebruiken om direct aan de gang te gaanmet duurzame schoolontwikkeling?Goed luisterend naar leerkrachten, docenten, directeuren,teamleiders en rectoren, ontbreekt het absoluut niet aanwil om leerlingen voldoende mee te geven binnen hun(basis)schoolcarrière. Het onderwijshart is in ruime mateaanwezig. De zoektocht bestaat uit het stellen van prioriteiten,uit het kiezen tussen bezig zijn met de verantwoordingsfabriekof juist met onderwijskundig leiderschap, uithet kiezen tussen het schrijven van handelingsplannen ofdat extra uur voor dat ene kind en uit het kiezen tussen detheorie en de praktijk. Ik wil in dit kader overigens geenpleidooi houden tegen verantwoorden als principe. Welwil ik nadrukkelijk aangeven dat verantwoording zich zoumoeten beperken tot het verantwoorden over de keuzes diewe zelfstandig moeten kunnen maken.Als schoolleiders erin slagen om via de juiste vorm vanleiderschap en het stellen van de juiste prioriteiten schoolontwikkelingdoor te zetten, dan is het veld bezig met hetverhogen van de kwaliteit van onderwijs, het verhogenvan de lol in het werk van de professional en het leverenvan maatwerk voor de leerlingen. En als dat lukt door dedreiging van een wet rondom Passend onderwijs, ben ik dewetgever dankbaar! 20


thema onderwijs op maat“Zodra men inziet dat Passend onderwijs over de totale kwaliteitgaat, worden discussies aan de tafels waar beslissingenworden genomen fundamenteel andere gesprekken”, aldusAVS-directeur Michiel Wigman.avs onderwijszorg- en ontwikkelprofielDe AVS stelt per januari 2012 een OnderwijsZorg- enOntwikkelProfiel (OZOP) ter beschikking aan scholen enbesturen van scholen en samenwerkingsverbanden. Dit omeen bijdrage te leveren aan de vertaalslag van Passendonderwijs naar kwaliteit en om de noodzakelijke brug te slaantussen de discussie over zorgprofielen en daadwerkelijkeschoolontwikkeling. In eerste instantie is het pakket gratisvoor scholen die de studiedag Kind op de Gang! ® (KOG) ofLeerling bij de Les! ® (LBL) hebben gevolgd.In hoofdlijnen houdt het OZOP in:1 Een webbased programma, waarbij elke directeur van elkedeelnemende school een unieke inlogcode krijgt.2 In een vragenlijst, in te vullen door de schooldirectie,worden automatisch de relevante gegevens uit eerdereinformatie die de AVS over de school heeft ingevoegd.3 In een aantal aanvullende vragen wordt informatieverzameld die wettelijk verplicht wordt (of in dereferentiekaders wordt aanbevolen), dan wel belangrijk isom in kaart te hebben voor de verdere schoolontwikkeling.4 Na het invullen van deze vragenlijst en de toevoeging vanreeds bestaande gegevens zijn een aantal dingen directmogelijk. De hoofdlijnen:a Op schoolniveau kan onmiddellijk een document wordengeprint dat voldoet aan de definitie van het zorgprofiel opschoolniveau.b Op schoolniveau heeft de directie alle noodzakelijkegegevens beschikbaar voor zowel verantwoordingals vertaling naar schoolontwikkeling. Prioriteiten enbeleidskeuzes worden helder.c De bestaande zorgzwaarte wordt in beeld gebracht omdaarmee op school- en bestuursniveau een vertaalslagnaar inzet van middelen te kunnen maken.d Samenvoeging van deze profielen is automatischmogelijk op bestuursniveau, zodat het bestuur en hetsamenwerkingsverband (swv) direct de optelsom vande schoolprofielen heeft en daarmee ook voldoet aaneen van de taken die zij straks moeten vervullen bij hetopstellen van het profiel op bestuursniveau en swv-niveau(regionaal onderwijszorgplan).e De financieel noodzakelijke gegevens om opbestuursniveau beleidsconsequenties financieel tevertalen worden geregistreerd en kunnen wordensamengebracht naar bestuursniveau.5 Daarnaast biedt het OZOP van de AVS schoolleiders demogelijkheid om op verschillende niveaus een zogenaamdebenchmark te laten uitvoeren. Tegen geringe kosten is degebruiker in de gelegenheid om de specifieke situatie vaneen aantal scholen, of van het bestuur als geheel, af tezetten tegen landelijke of regionale situaties. Aangezienmeer dan 2.500 scholen binnen het primair onderwijsinmiddels hebben deelgenomen aan KOG, is de AVSdatabasein staat deze benchmark in de meeste gevallen uitte voeren.6 De hele aanpak leent zich ervoor om de inrichting vanPassend onderwijs cyclisch te benaderen en dus jaarlijks teherhalen, zodat (bovenschoolse) directeuren jaarlijks eenactuele kijk op de gang van zaken hebben ten aanzien vanPassend onderwijs in het bijzonder en op de voortgang vande gewenste schoolontwikkeling.In de toekomst zal de AVS het OnderwijsZorg- en Ontwikkel-Profiel doorontwikkelen voor scholen die geen KOG- of LBLstudiedagenhebben gevolgd. Meer informatie: ozop@avs.nlZie ook www.kindopdegang.nl en www.leerlingbijdeles.nl.Actualiteiten op het gebied van Passend onderwijs zijn tevinden op www.avs.nl/dossiers/onderwijsenleerlingzorg/passendonderwijs.kader primair december 201121


thema onderwijs op maattussenvoorziening voor zorgleerlingen op reguliere basisschoolApart entoch samenEen tussenvoorziening is een speciale groep voor zorgleerlingen op een reguliere basisschool.De Dukdalf in Almere heeft een structuurgroep voor cluster 4-leerlingen. SWV Rijnstreek deedeen pilot met een trajectklas waarin kinderen met gedragsproblemen vier maanden kondenafkoelen. Zijn deze speciale ‘tussengroepen’ een ongewenste nieuwe laag speciaal onderwijs ofjuist een vorm van Passend onderwijs?tekst jaan van aken22


Twaalf leerlingen met Asperger, pdd-nos en andere stoornissenuit het autismespectrum zitten samen in de structuurgroepvan reguliere basisschool De Dukdalf in Almere.De kinderen van groep 4 tot en met 8 krijgen les van eenleerkracht die een autismeopleiding volgde en van eenonderwijsassistent. In een reguliere klas kun je deze kinderenniet bieden wat ze nodig hebben en dan voelen ze zichvaak niet veilig, weet schoolleider Elies Kok. “We willen dekinderen laten leren door hen binnen de speciale groepstructuur te bieden.” De school werkt samen met StichtingGewoon Anders (een stedelijk, clusteroverstijgend expertisecentrum)en Eduvier (REC 4 Flevoland). In Almere zijnook tussenvoorzieningen voor cluster 2 en 3-leerlingen.Het doel van de structuurgroep is leerlingen uiteindelijkte laten uitstromen naar het reguliere voortgezet onderwijs.Daartoe wil De Dukdalf kinderen met autisme sociaalen/of didactisch laten integreren in de eigen jaargroep.“De kinderen spelen in ieder geval samen op het plein enwe doen gezamenlijk demaandsluiting. De meerwaardeis dat leerlingenkunnen re-integreren in hetreguliere basisonderwijs.”In groep 8 zit een leerlingmet autisme die nagenoeggeïntegreerd is, nadat hijeerder vastliep op zijn oudebasisschool. “Hij is in destructuurgroep geplaatst enna een half jaar gaan integrerenin groep 8. Bij elkeleerling zoeken we de besteSchoolleider Elies Kok: “Wewillen de kinderen laten lerendoor hen binnen de specialegroep structuur te bieden.”vorm”, vertelt Kok. Een aantalkinderen heeft daarbijhulpmiddelen als een koptelefoon,dagritmekaart ensjomi nodig. Een sjomi iseen instrument waarmee het kind met kleuren van tevredengroen tot ontevreden felrood zijn gevoel kan aangeven.Kok merkt dat de structuurgroep goed is voor de heleschool. “We gebruiken ook in de andere groepen meerhulpmiddelen. Kinderen uit reguliere klassen volgen afen toe muziekles samen met de speciale groep. Ook heeftde betreffende groepsleerkracht tijdens de studiedag eenworkshop over klassenmanagement gegeven.”Spurt makenEen tussenvoorziening kan vele vormen hebben. Van eenvolledig aparte groep tot leerlingen die slechts enkeledagdelen in de speciale groep doorbrengen. Soms spelenleerlingen alleen samen op het plein, soms volgen leerlingenuit de speciale groep taal- en rekenles in de regulieregroep of knutselen er. De kern is dat kinderen met spraaken taal-, leer- of gedragsmoeilijkheden binnen de eigen(school)omgeving een speciaal onderwijsprogramma krijgenaangeboden.Simone Sarphatie begeleidt scholen, onder andere alsKind op de Gang!®-trainer voor de AVS, bij de invoeringvan Passend onderwijs en is auteur van het boek ‘Stappennaar passend onderwijs – het invoeren van een tussenvoorziening’.“Voor kinderen die perspectief hebben opterugkeer in een reguliere groep is de tussenvoorzieningeen oplossing”, stelt ze. Van daaruit maken kinderenmakkelijker de stap naar het reguliere onderwijs dan vanuithet speciaal onderwijs. “Vroeger zeiden ze: eens speciaalonderwijs, altijd speciaal onderwijs. Leerlingen in detussenvoorziening heb ik een spurt zien maken doordatze uitgedaagd werden, je zag ze groeien. De uitdaging zitin de sociale omgeving van de school op de hoek, waarze meer goede voorbeelden om zich heen zien. Kinderenleren heel veel van elkaar.” De omgeving van een kindkan ook een rol spelen. “Soms is de wens van de oudersom een kind op de reguliere school om de hoek te houden,waar broertjes of zusjes zitten en het met vriendjesin de buurt kan spelen”, weet ze.‘ vo o r k i n d e r e n m e t p e r s p e c t i e fop terugkeer in een regulieregroep is de tussenvoorzieningeen oplossing’Sarphatie vindt een voordeel van een tussenvoorzieningdat het uitnodigt om binnen het team in gesprek te gaan.“Als je bijvoorbeeld zeer moeilijk lerende kinderen in deklas hebt, wordt een school gedwongen te kijken wat eral aan zorg in huis is en hoe ze de deskundigheid van hetpersoneel kan stimuleren. Daar profiteren alle leerlingenvan.”Het speciaal onderwijs kan via een tussenvoorzieningkennis bieden aan reguliere scholen. Dat deden ze al viaambulante begeleiding, maar de tevredenheid daaroveris wisselend, merkt Sarphatie. “Door de ondersteuningte koppelen aan een tussenvoorziening kan die veel brederworden ingezet binnen een school en op die manierleiden tot onderwijsverbetering. Ambulante begeleiderskunnen bijvoorbeeld woordenschattraining aanbieden ofeen teamscholing omgaan met gedragsproblemen.”TrajectklasSWV Rijnstreek in Alphen aan den Rijn begon in 2009een proefproject met een trajectklas voor leerlingen metgedragsproblemen. Het was een aparte klas binnen eenschool voor speciaal basisonderwijs waar vanuit regulierebasisscholen in totaal twaalf kinderen zijn geplaatstgedurende het onderzoek. Wil Oud, onderzoeker bij hetKohnstamm Instituut van de Universiteit van Amsterdam,onderzocht de effecten van de pilot. “Het ging omleerlingen met gecompliceerde problemen als adhd enautisme, waarbij officieel nog geen indicatie was gesteld.>kader primair december 201123


De structuurgroep van reguliere basisschool De Dukdalf in Almere volgt muziekles. Foto’s: Hans RoggenHet voordeel van een trajectklas is dat het onderwijs wordtgecontinueerd en de kinderen niet thuis komen te zitten”,vindt ze.Het oorspronkelijke doel was dat leerlingen daar maximaalvier maanden zouden verblijven om na deze afkoelingsperiodete re-integreren in de eigen klas. Dit doel is nietgehaald. Op één na zijn alleleerlingen doorverwezennaar het speciaal (basis)onderwijs of een zorginstelling.Oud: “Scholen zagenorganisatorisch geen mogelijkhedenen leerkrachtenvoelden zich niet toegerustom deze leerlingen tebegeleiden.”Daarom hamert Oud op hetbelang van preventie en professionalisering.“Scholensignaleren problemen vaakWil Oud, onderzoeker bij hetKohnstamm Instituut van deUniversiteit van Amsterdam:“Om gedragsproblemen tehanteren is professionaliseringvan teams en schoolleidingnoodzakelijk.”te laat en reageren te traag.”Dat heeft met deskundigheidvan leerkrachten temaken, vervolgt ze. “Omgedragsproblemen te hanterenis professionaliseringvan teams en schoolleidingnoodzakelijk, evenals een‘het voordeel van een trajectklasis dat het onderwijs wordtg e c o n t i n u e e r d e n d e k i n d e r e nniet thuis komen te zitten’aangepaste organisatie. Dat wil niet zeggen dat je alle leerlingenop school kunt houden. Wel moet je escalatie proberente voorkomen.”Jan Willem Bos, bestuursvoorzitter van SWV Rijnstreek,vertelt dat de trajecklas – die 120.000 euro per jaar kostte– niet voldeed aan de wensen. Het samenwerkingsverbandbesloot een deel van het budget, 70.000 euro, voortaannaar de scholen over te hevelen. “Door specialisten als eenorthopedagoog in te zetten bij leerlingen met gedragsproblemenwillen we scholen preventief laten werken. Hetdoel is te voorkomen dat een kind de school uit gaat. Of datlukt, gaan we ontdekken.”Probleem of oplossingZijn tussenvoorzieningen een nieuwe laag speciaal onderwijsof juist een vorm van Passend onderwijs? En vormenze daarmee een probleem of een oplossing? Kok, Oud enSarphatie zijn het erover eens dat het een mogelijkheidis om Passend onderwijs te bieden. Oud zegt: “Het is eenmanier om leerlingen zoveel mogelijk binnen het reguliere24


thema onderwijs op maatSimone Sarphatie begeleidtscholen bij de invoering vanPassend onderwijs: “Dankzijeen tussenvoorziening wordtde school gedwongen te kijkenhoe ze de deskundigheid van hetpersoneel kan stimuleren.”onderwijs te houden. Datis van belang nu het aantalcluster 4-leerlingen sterkgroeit.”Sarphatie ervaart dat er opfora vrij negatieve gevoelensgeuit worden overPassend onderwijs en tussenvoorzieningen.“Dat hetverhullend, geldverspillingen speciaal onderwijs is.Terwijl je voor zorgleerlingenaltijd aanpassingen zultmoeten doen, omdat ze eenspecifiek aanbod nodig hebben;of dat nu binnen deeigen klas, een tussenvoorzieningof speciaal onderwijsis.” Valkuil kan zijndat een tussenvoorzieninguiteindelijk verzelfstandigt,zoals bijvoorbeeld Leonardoscholen vanuit ‘plusklassen’ zijnontstaan. “Tussenvoorzieningen moeten absoluut geen Leonardoscholenworden”, reageert Sarphatie. “Het schiet zijndoel voorbij als het om speciaal onderwijs in een reguliereschool gaat.” Een speciale groep biedt juist een kans op reintegratieop een reguliere basisschool, volgens haar. “In eentussenvoorziening kan een leerling makkelijker een groterstuk van het reguliere lesprogramma volgen. Dat kan vanuithet speciaal onderwijs ook, maar het is praktischer als ze inhet lokaal ernaast zitten.”Onderwijswetenschapper Michael Fullan zei: ‘Stuur nooiteen onveranderd kind terug in een onveranderde omgeving.’Dat gebeurt ook niet, aldus Sarphatie. “Leerkrachtenmoeten tools en vaardigheden krijgen om met deze kinderenom te gaan. Dan stromen kinderen en kennis dooren levert een tussenvoorziening een bijdrage aan Passendonderwijs en is het misschien wel Passend onderwijs.”‘de uitdaging zit ind e s o c i a l e o m g e v i n g v a nde school op de hoek’Dat zo’n klas een relatief dure voorziening is, komt volgensSarphatie doordat het niet op grote schaal gerealiseerd is.“Gezamenlijke inkoop van middelen, materialen en personeelscheelt in de kosten. Ik vraag me af of het duurderdan speciaal onderwijs is als er meer tussenvoorzieningenzouden komen die de middelen efficiënt inzetten. Dat zoueens doorgerekend moeten worden.”Nabij thuisSchoolleider Kok vindt dat de tussenvoorziening goed pastbinnen Passend onderwijs. “Voor speciaal onderwijs moestenkinderen in Almere voorheen naar Lelystad of Amsterdam.Passend onderwijs beoogt leerlingen nabij hun thuishet best mogelijke onderwijs te bieden. Ik denk dat onzestructuurgroep daarop het antwoord is. En als leerlingenecht speciaal onderwijs nodig hebben, gaan ze daarheen”,verzekert Kok.Ze is erg enthousiast over de speciale groep op De Dukdalf.“Je ziet kinderen leren waar dat in een andere situatie nietgelukt is. Na een gewenningsperiode passen ze zich aan degroep aan, het gedrag wordt rustiger en bijvoorbeeld hetmaken van geluiden verdwijnt. Ook ouders zijn vaak ontzettendblij dat hun kind hier zit, omdat er een oplossinggevonden is.” meer weten?Meer informatie over het boek ‘Stappen naarpassend onderwijs – het invoeren van eentussenvoorziening’: www.consultaal.nl. Het onderzoekvan Wil Oud naar de trajectklas is te downloaden viawww.kohnstamminstituut.uva.nl.kader primair december 201125


thema onderwijs op maatIn de reeks interviews met (inter)nationale onderwijsgoeroes dezekeer de Britse John West-Burnham. Hij is docent, schrijver, consultantin leiderschaps ontwikkeling en professor in educatief leiderschap aanuniversiteiten in het Engelse Twickenham en Bristol en Belfast in Noord-Ierland. West-Burnham schreef veel boeken en artikelen over onderwijsmanagementen -leiderschap, op het individu afgestemd onderwijs ende relatie tussen school en omgeving. Hij is een van de sprekers ophet AVS-congres 2012.tekst marijke nijboerpassend onderwijs begint met inclusieve schooltaal‘Passend taalgebruikbaant de weg voorcultuurverandering’Het is prettig praten met John West-Burnham. Hij is tegemoetkomend,lacht veel, neemt alle tijd, houdt denkpauzes,verzint voorbeelden. Dat begint al meteen wanneer hijde eerste vraag hoort.Onderwijs op maat: een mooie theorie, maar hoe maak je diewaar?“Dát is een van de grote uitdagingen. Ik denk dat hetbegint met de schoolcultuur. Die moet zo worden veranderddat inclusie de norm wordt. Er moet een breed gedragenovertuiging groeien dat Passend onderwijs de enigeechte manier is. Dat moet worden ondersteund met doeltreffendeondersteuning voor leerkrachten.”Hoe verander je de schoolcultuur?“Allereerst door de taal te veranderen. Zoek andere woordenvoor het praten over kinderen, over je verwachtingenvan je team. Veel leerkrachten zien het als hun taak omzo goed mogelijk vakonderwijs te geven. Als je met henpraat over het recht van kinderen op effectief onderwijs,verschuift de nadruk naar het helpen van leerlingen om teleren. Dat is een hele switch, waarin de schoolleider voorophoort te gaan. Die moet leerkrachten, leerlingen en oudersstimuleren om hun beeld van goed onderwijs bij te stellen.Op dat moment gaan schoolleiders en leerkrachteneen andere taal ontwikkelen, die ruimte biedt aan andereinzichten en verwachtingen. De verandering begint bij deschoolleider.”26


Hoe maak je echt verschil voor een leerling?“Door hem of haar als individu te zien. Een van de grootsteuitdagingen voor scholen is om zo te veranderen dat ze aanindividuele behoeften tegemoet kunnen komen. Dat is dekern van Passend onderwijs: de verschillende ontwikkelfasenen behoeften herkennen en respecteren. In Engelandzeggen we: stage, not age. We zouden de scholing eigenlijkmoeten organiseren rond de ontwikkeling van een kind,niet z’n leeftijd.”Veel Nederlandse leerkrachten vinden dat Passend onderwijshen wordt opgedrongen, en ze voelen zich hiervoor onvoldoendetoegerust.“De regering heeft absoluut het recht om te definiëren watvoor soort onderwijs zij wil; dat hoort bij haar taak. Hetis wel belangrijk dat de regering duidelijk maakt welkeverandering zij precíes wil en genoeg tijd biedt, zodat dieHerkent u de fase waarin Nederland zit?“Absoluut. De meeste onderwijssystemen in de wereldworstelen. Er zijn nauwelijks voorbeelden van snelle,ingrijpende veranderingen. Het duurt lang voordat vernieuwingeneen plek krijgen in het bestaande systeem.Grote veranderingen verlopen ook nooit gladjes. Sommigedingen werken hier wel en daar niet. Het duurt ookeven voordat alle neuzen dezelfde kant op wijzen. Alleenmet goed leiderschap en goede ondersteuning krijg jemensen zover dat ze hun persoonlijke aanpak willenheroverwegen.”‘o m b e w e g i n g t ekrijgen in een systeemmoet je heel hardwerken’Welke rol zou een inspectie moeten spelen als het gaat om Passendonderwijs?“Die moet de juiste richting aangeven en samenhang stimuleren.Ervoor zorgen dat iedereen op de hoogte is vanrelevante, goede praktijkvoorbeelden. Mensen veranderenhet snelst als ze het anderen zien voordoen. De inspectie isde vroedvrouw van de verandering.“Een patiënt geneest sneller als hij actief wordt betrokken bij debehandeling. In de school werkt het net zo”, aldus John West-Burnham.Foto: Martijn Sendersverandering zich kan voltrekken. Helaas trekken regeringenvaak slechts twee of drie jaar uit voor hun onderwijsbeleid.Fundamentele veranderingen vergen méér tijd. Verdermoeten de nodige middelen beschikbaar zijn. En het isheel belangrijk om de capaciteiten van mensen te versterken,zodat ze goed met die verandering kunnen omgaan. Jekunt veel op schoolniveau doen. Je benoemt de strategieënen technieken die moeten worden ontwikkeld en de schoolleiderzorgt dat mensen daaraan kunnen werken. Ook datproces heeft tijd nodig. Leerkrachten nieuwe vaardighedenbijbrengen is lastig, omdat dat hun persoonlijkheid raakt.Zij zijn gewend om op een bepaalde manier te werken.Om beweging te krijgen in een systeem moet je heel hardwerken.”Bij de inspectie denk je toch eerder aan controle?Natuurlijk moet er controle zijn. Maar kaders aangeven isóók belangrijk. In Engeland publiceert de inspectie veelstudies die verduidelijken hoe goed onderwijs eruit kanzien. Inspecteurs hebben een uniek overzicht over het heleonderwijsveld. Hun taak is om te specificeren wat ze nuprecies verwachten van een school. Leerkrachten veranderenecht niet omdat iemand zegt dat dat moet, of omdater een of andere studie is verschenen. Ze veranderen als zezien dat collega’s succes hebben.” (zie ook het artikel overhet functioneren van de inspectie op pagina 32, red.)Welke taak ziet u voor de samenwerkingsverbanden in Nederland?“Fundamentele veranderingen gebeuren vaak in samenwerkingsverbandentussen scholen. Scholen kunnen dat nietin hun eentje. Het hoeven niet per se grote geografischenetwerken te zijn; netwerken van scholen met dezelfdeleerstijl of religie kunnen ook heel effectief zijn. Hoe meersamenwerking er is, hoe beter. Uit onderzoek blijkt dat dekans op verandering groeit als er meer genetwerkt wordt. >kader primair december 201127


thema onderwijs op maat‘leerkrachtenveranderen als ze ziendat collega’s succeshebben’onontbeerlijk. Te vaak zie je dat onderwijsmensen geïsoleerdopereren. Als ze hun ervaringen delen en vergelijken,groeit er een gedeelde visie.”En de leerkracht?“In elke school is er een enorme variëteit aan ervaring enexpertise. Dat geldt ook voor de bereidheid om te veranderen.De schoolleider moet weten welke teamleden daarvooropenstaan. Met hen gaat hij of zij bouwen; de anderenworden ondersteund. Uiteindelijk gaat iedereen vooruit.Een goede leider beseft dat veranderen moeilijk is en guntmensen de tijd en de ruimte om dat te leren.”Dan verspreidt de onderwijsvernieuwing zich als eengriepepidemie. Het is essentieel dat scholen hun ideeënen ervaringen delen. Anders zitten mensen overal voortdurendhetzelfde idee uit te vinden.”Engeland kent vooral informele netwerken. Werkt dat beter daneen formeel samenwerkingsverband?“De meeste scholen zitten in allerlei netwerken. De informelelijken het beste te werken. Natuurlijk kunnen formelenetwerken ook effectief zijn, maar die worden vaak algauw bureaucratisch. De effectiviteit hangt ervan af hoeveelmensen erin investeren.”De schoolleider is de spil, zei u al.“Die moet overtuigd zijn van de gewenstheid van de verandering.Hij zegt: dit is wat er moet gebeuren, daar moetenwe naar toe. Schoolleiders moeten een persoonlijke visieontwikkelen. Daarbij is een netwerk van schoolleidersHoe moet de relatie met de leerling en de ouders zijn?“Leerlingen hebben een moreel recht om te weten wat erwordt gedaan op school, en waarom. Als de school daarnaarhandelt, kunnen leerlingen een sterke stimulerenderol spelen in het veranderingsproces van de leerkracht.Dan gaan ze meewerken, in plaats van wachten op instructies.En ze gaan elkaar ondersteunen. Leerlingen zijn hetbestaansrecht van de school. Vertel hen wat je onderwijsten waarom, hoe de school is georganiseerd, vraag hoe jehen het beste verder kunt helpen. Een patiënt geneest snellerals hij actief wordt betrokken bij de behandeling. In deschool werkt het net zo.Ook ouders moeten zich onderdeel voelen van het proces.Luister naar hun mening. Inclusief werken betekent datiedereen een stem moet hebben. Een kind brengt de meestetijd door in z’n gezin en maar 15 procent op school. Dat isnóg een reden om het gezin erbij te betrekken. Bovendienweten we dat hoe meer ouders zich betrokken voelen bijhet onderwijsproces, hoe beter hun kinderen het doen.” ‘meer tijd en training nodig’Jan de Wit, conrector en beleidsadviseur bij ScholengemeenschapLelystad, is bijna afgestudeerd als psycholoog. Zijn eindscriptiegaat over de invloed van voorlichting over Passend onderwijsop de attitude en eigen effectiviteitsverwachting van docenten.Volgens hem heeft 80 procent van de docenten behoefte aanmeer praktische kennis over en training in het omgaan met zorgleerlingen.“Het onderwijs is hier al zo lang gesegregeerd; leerkrachtenweten niet hoe ze met zorgleerlingen moeten omgaan.”De angst, onwetendheid en vooroordelen moeten wat hem betreftal tijdens de lerarenopleiding worden weggenomen door onderandere bezoeken aan het speciaal onderwijs. Leerkrachten moetentraining krijgen en bijvoorbeeld door middel van rollenspellenhun vaardigheden oefenen. De Wit: “Docenten moeten inziendat deze leerlingen in het reguliere onderwijs thuishoren. Deschoolleiding moet het integratieproces faciliteren en steunen. Enbeleidsmakers moeten accepteren dat het na 150 jaar segregatieenige tijd en training kost om deze ommezwaai te maken.”john west-burnhamop het avs-congres 2012…De Britse hoogleraar JohnWest-Burnham benadertde school niet als eenlosstaande eenheid,maar altijd als onderdeelvan de maatschappelijkeomgeving (ouders,buurt, gemeente). West-Burnham pleit ervoordat schoolontwikkelingingebed moet zijn in demaatschappelijke ontwikkeling en spreekt hierover tijdenshet AVS-congres op 16 maart 2012 en tijdens een masterclassop 15 maart. Meer informatieen inschrijven: www.avs.nl/congres2012extra:masterclassop 15 maart28


zo kan het ook ! good practiceScholen voor primair onderwijs lopen vaak tegen dezelfde uitdagingen aan.De aanpak kan bijzonder zijn en voor meerdere scholen nuttig. Deze maand inZo kan het ook!: Om de twee creatieve middagen in de week goed te kunneninvullen, schakelt basisschool De Zaaier in het Gelderse Teuge de hulp vanhandige dorpsbewoners in.tekst andrea holwerdahulp van om de hoekKinderen van De Zaaier krijgen breiles van oudere dorpsgenoten.Toen Jan-Willem Stegeman anderhalf jaargeleden directeur werd op basisschool DeZaaier, besloot hij twee belangrijke veranderingendoor te voeren. Allereerst wildehij in de ochtend horizontaal gaan werken.“Alle groepen zijn nu van half 9 tot 12 bezigmet rekenen, begrijpend lezen en taal. Zokunnen we groepoverstijgend werken enbeter inspelen op de verschillende niveausvan leerlingen.” En wie in de ochtend debasis op orde brengt, kan in de middag‘wat lucht uit de banden laten lopen’,stelt Stegeman. Dus bestempelde hij vanafdit schooljaar de maandag- en donderdagmiddagtot creatieve middagen. “En diemiddagen wilde ik goed invullen. Neembijvoorbeeld techniek. Dat kun je leren uiteen boek, maar beter is het te leren doorhet te doen. Alleen kun je niet van je teamverwachten dat ze datook nog kunnen.”Dus besloot Stegemancontact op te nemenmet dorpscontactpersoonMarianneWieggers, net aangesteldin Teuge voor hetorganiseren van activiteitenom talentenvan dorpsbewonersmeer te benutten enzo de leefbaarheid enonderlinge hulp enverbondenheid te verbeteren,bijvoorbeeldtussen jong en oud.“Ze had zo een aantalhandige mensen gevonden die voor nietswilden komen helpen. Een zoektocht waarik zelf nooit tijd voor had gehad.” Al snelwerd er meer geregeld dan alleen iemandvoor de techniekles. Wieggers: “Ik kendebijvoorbeeld ook mensen die wel met deleerlingen wilden breien. De kinderen kunnenop hun beurt ouderen mooi leren hoeze bijvoorbeeld moeten e-mailen.” DirecteurStegeman: “En dat vind ik dan weer eenmooie invulling van onze visie om leerlingente helpen vertrouwen op hun eigen kunnen.”Erg belangrijk vindt de directeur ookdat de hulp van buiten ervoor zorgt dat deleerlingen kennismaken met veel verschillendemensen. “Zo zijn er bijvoorbeeld ookdrie dames van het nabijgelegen Centrumvoor Niet Aangeboren Hersenletsel die onsnu helpen.”Iedere dorpsbewoner die op De Zaaier komthelpen, heeft van tevoren een gesprek metde directeur. “Dan laat ik weten wat ik vanze verwacht en kijken we of dat lukt. Ik hebinmiddels ontdekt dat ik in dat gesprekduidelijker moet uitleggen wat het niveauvan onze leerlingen is. De eerste mensenstaken wat te hoog in.” En soms moet hijhet enthousiasme wat afremmen, zoalskoken met groep 3/4/5. “Dat vind ik tegevaarlijk. Daarnaast zijn alle creatievemiddagen dit schooljaar gewoon vol. Hetlerarenteam vormt daarbij een belangrijkegraadmeter. Het is een vast agendapunt oponze vergadering.”Dat de aanpak werkt, is volgens Stegemannu al te zien. “De leerlingen vinden het fijnte weten wat we wanneer van ze verwachten.Daarnaast hebben we met de extrahulp wat druk bij de leerkrachten weggenomen.En het scheelt ons in de kosten. Wezorgen in principe zelf voor de materialen,maar steeds vaker hoor ik: ‘Ik regel welwat’.” Bovendien heeft de werkwijze deaandacht getrokken van nieuwe ouders.“Ook al liggen we met 115 leerlingen nu en110 volgend jaar een klas voor op de eerdereprognose van 90, we moeten blijven investerenin de toekomst. Ik zou dus tegen anderescholen zeggen: zorg dat je ook zo iemandvindt als onze dorpscontactpersoon, bijvoorbeeldeen ouder die overal goed bekend is,die je kan helpen de kar te trekken.” Ook een creatieve aanpak op uw school?Mail naar communicatie@avs.nl o.v.v.‘Zo kan het ook!’kader primair december 201129


Passend onderwijs, passende zorg!JSO helpt scholen bij het vormgeven van passend onderwijs.Passend onderwijs wil ieder kind passende zorg bieden. Datbegint bij het signaleren van zorgen en het communicerenmet ouders. JSO is expert op het gebied van zorgleerlingen,vroegsignalering, aanpak van kindermishandeling en demeldcode, opvoedingsondersteuning en ouderbetrokkenheid.U kunt bij JSO terecht voor o.a.:→ Trainingen in het signaleren en handelen bij deaanpak van kindermishandeling voor leerkrachten,intern begeleiders en aandachtsfunctionarissen;→ Ondersteuning bij de implementatie van deWet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;→ Scholing over interculturele communicatie;→ Versterken van de ouderbetrokkenheid binnen de school.WWW.JSO.NL | INFO @JSO.NL | 0182 547888 | NIEUWE GOUWE WESTZIJDE 1, 2802 AN GOUDA | POSTBUS 540, 2800 AM GOUDAadvertentieadvertentieSCHOOLONTWIKKELINGNaast de Master Special Educational Needs kunt u bij ons terecht voor coaching, scholing,begeleiding en maatwerk voor uw leraren of schoolorganisatie.Graag zijn wij uw partner bij de vormgeving van uw professionaliseringstrajecten. Neemt uvoor afstemming op uw situatie contact met ons op. www.seminarium.hu.nl -> contactVoor de Master SEN opleiding kunt u gebruikmaken van de lerarenbeurs.ER VALT NOG GENOEG TE LEREN30


speciaal (basis)onderwijspassend onderwijseen adaptief probleemHet speciaal basisonderwijshoudt zich steeds creatief met detoekomst bezig. Bijvoorbeeld door deontwikkeling tot expertisecentrum oforthopedagogisch-didactisch centrum.Of zelfs systeembegeleiding via eensoort schoolbegeleidingsdienst voorleerlingenzorg. Om sbo-scholenmet deze ambitie op weg te helpenformuleert senior AVS-adviseurJos Hagens een denkkader om hetgesprek over nieuwe functies aante gaan. “We moeten af van dedefensieve gedachte om de eigenvoorziening liefst zo groot mogelijk instand te houden.”tekst jos hagensEind 2010 schreef ik in deze rubriek over denieuwe, aangekondigde koers van staatssecretarisDijksma voor het speciaal (basis)onderwijs. Een citaat uit dat artikel:“Het is de uitdaging voor het speciaalonderwijs om een stevige herbezinningte organiseren op de vraag naar hetbestaansrecht en in het verlengde daarvande functie voor leerlingen en regulierescholen. Om vorm en inhoud te geven aaneffectieve ondersteuning en toerusting vanleerkrachten in het regulier onderwijs. Omdaadwerkelijk vorm en inhoud te geven aantussenvoorzieningen waarmee Passendonderwijs in partnerschap voor meerleerlingen mogelijk wordt. En een opvangvan hoge kwaliteit te zijn en te blijven voordie leerlingen waarvoor speciaal onderwijsbeslist nodig is. Alleen daarmee kunnen inonze ogen de bedreigingen omgezet wordenin kansen.”Inmiddels hebben we een nieuw kabinetmet weer een nieuwe koers. Vanuit hetperspectief van speciaal (basis)onderwijseen nog grotere bedreiging dan de koersvan Dijksma uit 2010. Want in de huidigeinsteek wordt er niet alleen geschovenmet middelen, maar er wordt ook nog eensflink bezuinigd. En voor die verminderdemiddelen wordt het samenwerkingsverbandverantwoordelijk.Een reden te meer om niet alleen creatiefop zoek te gaan naar wegen om de voorzieningenvoor de meest kwetsbare kinderenin stand te houden, maar om nog intenserte gaan bezinnen op de vraag naar defunctie voor leerlingen en het onderwijs. Heteerste is een benadering als een technischprobleem vanuit de gedachte dat het zichbinnen het huidige kader laat oplossen.Het tweede vraagt om een volstrekt nieuwkader van denken: een adaptief probleem.Nieuwe functiesSteeds vaker is zichtbaar dat specialebasisscholen zich creatief met hun toekomstbezig houden. Ze ontwikkelen zichbijvoorbeeld tot expertisecentra en voerendaarbinnen functies van het speciaal onderwijsuit, vaak in samenspraak met speciaalonderwijs. Ook zien we scholen op weggaan naar een orthopedagogisch-didactischcentrum (OPDC: een voorziening zonderingeschreven leerlingen met functies alstime-out, tijdelijke opvang, korte intensieveondersteuningen). Sommige scholen willenzich zelfs op het vlak van systeembegeleidingbegeven en een soort van schoolbegeleidingsdienstworden voor leerlingenzorg.Meestal hebben we hier te maken metondernemende, individuele scholen die eengoede neus hebben voor mogelijkhedenen kansen, en niet denken in bedreigingen.Om ook andere scholen op weg te helpenkan een denkkader om een gesprek overfuncties aan te gaan van pas komen.Zo’n denkkader ziet er als volgt uit:• Niveau 1: Wat zou onze functie kunnenzijn in de basiszorg?Hierbij valt te denkenaan functies als:Helpdesk voor zorgteams en intern begeleidersin reguliere scholen;Professionaliseringstrajecten voor schoolteamsin het realiseren van een passendonderwijsaanbod voor zorgleerlingen;Ondersteunen van de ontwikkelingen professionalisering van de internezorgstructuur.• Niveau 2: Wat zou onze functie kunnenzijn in de breedtezorg (ambulante begeleidingnieuwe stijl)?Professionaliseringstrajecten voor detoerusting van schoolteams voor de opvangvan nieuwe zorgleerlingen (in functie vande door het bevoegd gezag geformuleerdeambitie voor doorontwikkeling van debasiszorg);Ondersteunen van leerlingen, leerkrachtenen scholen bij het verbreden van de basiszorg.• Niveau 3: Wat zou onze functie kunnenzijn in de dieptezorg?Tijdelijke opvang van zorgleerlingen voortime-outof voor curatieve ondersteuning ofkortdurende therapeutische behandeling;Ondersteuning via ZAT-teams van scholenin vroegtijdige signalering en interventie bijzorgleerlingen;Speciale onderwijszorg voor complexe,meervoudige of diepe problematiek;Expertisecentrum voor behoud, ontwikkelingen innovatie van expertise voorzorgleerlingen.Deze bezinning vindt bij voorkeur plaats ineen gezamenlijk gesprek met alle speciaalonderwijsvoorzieningen in het samenwerkingsverbandPassend onderwijs. Met allescholen voor speciaal basisonderwijs ende scholen voor speciaal onderwijs binnendat samenwerkingsverband. Door hierovermet elkaar na te denken is een goed overlegmet het samenwerkingsverband op basisvan ondernemerschap beter mogelijk danvanuit een defensieve insteek om de eigenvoorziening liefst zo groot mogelijk in standte houden. Alleen dan kunnen bedreigingenomgezet worden in kansen. Jos Hagens (j.hagens@avs.nl) issenior adviseur op het gebied van(speciale) leerlingenzorg en hetbeleidvoerend vermogenvan schoolorganisaties.kader primair december 201131


onderzoekinspectie richt zich steeds vaker tot schoolbestuur‘Maak schoolleideren team aanspreekpuntvan de inspectie’Betrek schoolleiders veel meer bij overlegrond het inspectiebezoek. Dat vindt tweederdevan de AVS-leden, blijkt uit onderzoeknaar het functioneren van de inspectie.Steeds vaker spreekt de inspectie hetschoolbestuur aan als eerstverantwoordelijke.Maar 38 procent van de respondenten vindtdat de schoolleiding het eerste aanspreekpuntmoet zijn van de inspectie. Bijna de helftpleit voor een bespreking met het team ende inspecteur.tekst tineke snel“Het is maar afwachten of de school het inspectierapportonder ogen krijgt, dat moet anders”, zegt AVS-voorzitterTon Duif. “Het bevoegd gezag is formeel verantwoordelijk,maar maak de schoolleider en het team aanspreekpunt vande inspectie. En stuur het inspectierapport standaard zowelnaar de school als naar het bestuur.”De AVS heeft, in samenwerking met onderzoeksbureauReflexy een enquête gehouden onder haar leden over het32


functioneren van de inspectie. Aanleiding was de toenemendestroom aan klachten over de inspectie. Zo’n 1.300 leidinggevendenin het primair onderwijs hebben de vragenlijstingevuld, een representatieve respons.Bijna een kwart van de leden geeft aan dat de inspectie bijeen controle vooruitgelopen heeft op wet- en regelgeving, inhet bijzonder wat betreft het ontwikkelingsperspectief (OPP)en Passend onderwijs. Met betrekking tot het OPP wordt inde meeste gevallen genoemd dat dit in de beoordeling ismeegenomen en volgens sommige schoolleiders zelfs tot eenonvoldoende oordeel heeft geleid. Opmerkelijk, want in hetaangepaste toezichtkader van de inspectie van mei 2011 staat:“De aanpassing van het toezichtkader loopt uitdrukkelijk nietvooruit op wet- en regelgeving die nog in voorbereiding is,zoals de wetgeving Passend onderwijs en de voorgenomen wijzigingvan de Wet op het Onderwijstoezicht.” Duif: “Richtenop het ontwikkelingsperspectief is wel degelijk vooruitlopenop regelgeving. Dat is geen goede zaak.”60 procent van de schoolleiderservaart verschillen inprofessionaliteit tusseninspecteursMeer dan de helft van de leden vindt dat het bestuurmeer regie mag nemen richting de inspectie in plaatsvan te volgen en bijna de helft vindt dat er een betereafstemming nodig is in kwaliteitszorg tussen bestuurlijken schoolniveau. Vergeleken met het basisonderwijs zijnmet name leden werkzaam in cluster 2 van het speciaalonderwijs relatief vaker negatief over de invulling diewordt gegeven aan het aanspreken van het bestuur alseerstverantwoordelijke.Ruim een derde van de schoolleiders geeft aan dat hooren wederhoor niet geleid hebben tot aanpassing van het>Een onderwijsinspecteur aan het werk. Foto: Chris Keulen/Hollandse Hoogte>kader primair december 201133


eactie inspectie op enquête avsHoofdinspecteur primair onderwijs Leon Henkens zegt ineen reactie op de enquête van de AVS over het vermeendevooruitlopen door inspecteurs op de wet- en regelgeving(onder andere ontwikkelingsperspectief in combinatie metPassend onderwijs): “Omdat de inspectie de kwaliteit vanhet onderwijs in de basisscholen voor leerlingen die op eeneigen leerlijn zijn gezet wil bewaken en waarborgen, is in2009 het ontwikkelingsperspectief (OPP) in het toezichtkaderopgenomen, als middel om de opbrengsten van dezeleerlingen te verantwoorden. Dit moet worden gezien in hetlicht van stimulerend toezicht. Het OPP is nu ook opgenomenin het conceptwetsvoorstel Passend onderwijs, ter vervangingvan het handelingsplan. Als het OPP straks een wettelijkeverplichting is voor het speciaal onderwijs, zal de inspectiecontroleren of scholen aan dit voorschrift voldoen en zo nodighandhaven. Daar lopen we in onze benadering niet op vooruit,maar we vinden het wel verstandig om scholen hierop teattenderen.”‘ 10 tot 15 p r o c e n t v a n d ebesturen bespreekt hetrapport van de inspectie nietm e t d e s c h o o l l e i d i n g . d at i sjammer en onverstandig’Henkens vertelt dat de inspectie weliswaar rapporteert aanhet schoolbestuur, maar daarbij expliciet aan het bestuurvraagt de schoolleiding direct na ontvangst op de hoogte testellen van het rapport. “De inspectie treedt met het bestuur inoverleg over de uitkomsten van de kwaliteitsonderzoeken. Hetbestuur kan daarbij de directie van de school uitnodigen. Uiteigen enquêtes van de inspectie blijkt dat 10 tot 15 procent vande besturen het rapport van de inspectie niet bespreekt metde schoolleiding. Dat is jammer en onverstandig. Schoolleidersdoen er dan ook verstandig aan om zelf initiatieven te nemenrichting hun bestuur.”Over de klacht dat hoor en wederhoor niet altijd leiden totaanpassing van het inspectierapport zegt Henkens: “LangHoofdinspecteur primair onderwijs Leon Henkens: “Schoolleidersdoen er verstandig aan om zelf initiatieven te nemen richting hunbestuur.”niet altijd zijn de wederhoorargumenten steekhoudend. In datgeval worden ze niet overgenomen. Als we niet overnemen,beargumenteren we dat schriftelijk. Besturen die het niet eenszijn met de reactie van de inspectie hebben de mogelijkheid hunvisie aan het rapport toe te voegen. Maar dat gebeurt zelden.”De hoofdinspecteur vindt het verder logisch dat inspecteursnaast de cijfers ook op zijn eigen oordeelsvormingafgaan. De inspectie hecht veel belang aan deinterbeoordelaarsbetrouwbaarheid: aan gelijke beoordeling ingelijke situaties.Over de gewenste adviesfunctie van inspectie zegt Henkens:“Voor het gebruik maken van intercollegiale toetsing en bestpractices is primair een rol weggelegd voor het bestuur en deonderwijsorganisaties. De inspectie publiceert soms brochuresmet goede voorbeelden. Daarnaast vind ik dat inspecteurs nietmoeten schromen om scholen te wijzen op goede situaties inandere scholen.”Tot slot zegt Henkens over de uitkomsten van de AVS-enquête:“De inspectie wil bevindingen en reacties van scholen graagbenutten. Het onderzoek geeft aan dat er punten zijn waarophet nog beter kan. Dit betreft in elk geval de communicatie,van de inspecteur voor en na zijn onderzoek, maar ook van deinspectie in het algemeen. Dit was, is en blijft dan ook een vanonze speerpunten voor de komende jaren.”inspectierapport. De AVS vindt dat een behoorlijk hoogaantal: ruim een derde van de schoolleiders verschiltop onderdelen van mening met de inspecteur over hetrapport.VooringenomenheidDe schoolleiders vinden de inspecteur in het algemeendeskundig, transparant en op een goede maniercommuniceren. Maar de ene inspecteur is de andere niet,zo blijkt uit het onderzoek. Ten aanzien van de professionaliteitvan de inspecteur geeft 60 procent van de leden – diemet meerdere inspecteurs te maken hebben gehad – aanverschillen in professionaliteit te hebben ervaren tussendeze inspecteurs. Het betreft hier met name schoolleidersvan (zeer) zwakke scholen. Die verschillen in inspecteurszitten vooral in visie en voorkeuren, kennis en ervaring34


achtergrond“De inspecteur hoort objectiefte zijn”, vindt AVS-voorzitterTon Duif.met het onderwijs, werkwijze en houding. De AVS vindthet een hoog percentage, dat verschillen in professionaliteitvan de inspecteurs ervaart. Een ander kritisch punt isde onafhankelijkheid van de inspecteurs. Bijna een derdevan de schoolleiders vindt dat de inspecteur zich in deoordeelsvorming heeft laten leiden door zijn of haar eigenmening of die van een ander. Vooringenomenheid van deinspectie is een van de klachten die de AVS vaak hoort.“Ik vind het verwerpelijk, de inspecteur hoort objectief tezijn”, aldus AVS-voorzitter Duif.Veel schoolleiders zijn ontevreden over de mate waarinrekening wordt gehouden met de vrijheid van onderwijs.Dit geldt met name voor de leden uit het algemeen bijzonderonderwijs. Driekwart van de leden geeft aan vooralbehoefte te hebben aan meer oog voor de schoolspecifiekesituatie. De inspectie moet meer kijken naar de sociaalpedagogischecontext van deschool, vindt ook de AVS,want onderwijs is meer danhet aanleren van cognitievevaardigheden: het onderwijsheeft ook een maatschappelijkerol.De opbrengsten van hetinspectiebezoek en hetoordeel leiden bij de meesteschoolorganisaties tot concreteinterventies. Veel mindervaak leidt het tot eenherbezinning op het schoolbeleid.Bijna de helft van deleden laat zich, ongeacht deeigen speerpunten, in hetstrategisch beleid niet leidendoor het oordeel van de inspectie. Duif: “De inspectiebepaalt ook niet het beleid. De inspectie controleert of hetnaleven van regels gebeurt.”De schoolleiders vinden het belangrijk dat de inspectie dekwaliteit van het onderwijs beoordeelt en een controlerendetaak heeft en zijn hier ook positief over. Werken vanuitverdiend vertrouwen – hoe beter de kwaliteit, hoe minderintensief het toezicht – en aansluiten bij de instrumentenvan de school vinden leden belangrijke uitgangspuntenvan het toezicht. Minder waarde hechten ze aan het preventieftoezicht en het met voorrang onderzoeken vannalevingvoorschriften.Kritische vriendDe schoolleiders zien graag een stimulerende inspectie inde rol van kritische vriend en sparringpartner. Ze willeneen onafhankelijke inspecteur, die (positief-)kritisch is,zich kan inleven in de specifieke situatie en ervaring heeftin het onderwijs. Als verbeterpunten voor de taken van deinspectie geeft ruim tweederde van de leden dan ook aanbehoefte te hebben aan de rol van kritische vriend, 60 procentzou willen dat de inspecteur meer de rol van adviseurb i j n a d e h e l f t v a n d es c h o o l l e i d e r s l a at z i c h i nhet strategisch beleid nietleiden door het oordeel vande inspectieop zich neemt en 58 procent heeft behoefte aan de rolvan samenwerkingspartner. De AVS vindt dit enigszinsverrassend, want de taak van de inspectie is toch vooralcontroleren of regels worden nageleefd. Duif: “Ik vindwel dat de inspectie aan benchmarkingkan doen. Meertips aan scholen geven om te gaan kijken op andere scholenmet goede praktijkvoorbeelden.”Tien procent van de leden heeft gebruik gemaakt vande mogelijkheid kritische opmerkingen te plaatsen aanhet eind van de enquête. Deze hebben onder anderebetrekking op de werkwijze en positie van de inspectie:de nadruk ligt teveel op papier, er is te weinig maatwerkin de beoordeling en niet de inspectie, maar de beroepsgroepzou de kwaliteit moeten bewaken. Ten aanzien vande professionaliteit van de inspectie merken de schoolleidersop: te weinig persoonlijke benadering, te weinigmeedenkend en behoefte aan betere communicatie. Watbetreft de focus van het toezicht is er duidelijk behoefteaan een bredere kijk dan de leerresultaten. Sommigeleden willen meer duidelijkheid over de normverhogingof vinden dat het toezicht teveel gericht is op cijfers. Ookwordt aangegeven dat de normverhoging problemenoplevert voor kleine scholen. Het toezicht heeft volgensenkele leden geleid tot een afrekencultuur, een cultuurgericht op wantrouwen en op het negatieve. Een vijfdedeel van de opmerkingen is positief en gaat over de prettigecontacten, werken vanuit vertrouwen en het dienstbaarzijn van de inspectie aan het onderwijs.Ondanks alle kritische noten die de schoolleiders krakenen de verbeterpunten die ze aangeven, geven zede inspectie gemiddeld een 7+. Bovenschoolse leidinggevendengeven een hoger cijfer dan leidinggevendenop schoolniveau. Ook zijn er regionale verschillen in debeoordeling te zien. Leden in de regio Midden en Noordwestgeven een lager cijfer voor het inspectiebezoek danleden in de regio Oost. meer weten?Lees het volledige onderzoeksrapport op www.avs.nl/vereniging/meepraten (AVS Scholenpanel).kader primair december 201135


eportagepilot startgroepen: eennieuwe doelgroep binnenOp dertig locaties doen peuterspeelzalenen basisscholen mee aan de pilot Startgroepenvan het ministerie van OCW:een voorschool uitgebreid met een hboleerkracht,onder regie van de schooldirectie.Opbrengstgericht leren staatcentraal in de aanpak. Zo moeten kinderenvanaf 2,5 jaar met een (taal)achterstandeen goede start kunnen maken in hetbasisonderwijs. Hoe vergaat het hen indeze opstartfase?tekst astrid van de weijenbergLeerkracht en peuterveren igen krachJakub huilt. Hij kruipt met zijn duim in zijn mond bij jufGerjanne Strijker van kbs De Wilgeroos in Beverwijk opschoot. Kaan zit achterstevoren op zijn stoeltje, te spelenmet een speelgoedparapluutje. Dallas en Tess wachten rustigaf wat er gaat gebeuren. Juf Gerjanne heeft zojuist eenaantal kinderen bij elkaar geroepen rond de thematafel.Om hen heen zijn de overige peuters van de startgroep drukbezig met hun spel. Op de tafel staan attributen die metregen te maken hebben. “Wat is dit, Dallas?”, vraagt de juf.“Blauwe laarzen”, antwoordt Dallas voorbeeldig. De jongenszijn nauwelijks geïnteresseerd. Ze willen weg. Spelen.Gerjanne Strijker: ‘Ze zijn nog zó jong. Ze moeten nog ergwennen aan wat hier allemaal gebeurt. Soms kunnen zehun aandacht erbij houden, soms niet. Dan houden we hetheel kort.” Drie tot vier keer per ochtend haalt ze een kleingroepje kinderen bij elkaar in een hoekje van het lokaalom bijvoorbeeld nog eens uit te diepen wat er die ochtendin de grote kring van de startgroep is gedaan. Met veel aandachtvoor woordenschat. Dat gebeurt heel kort. Daarnagaan de kinderen weer door met hun eigen spel. Met gezamenlijkliedjes zingen, eten en drinken: activiteiten dienormaal ook op een peuterspeelzaal plaatsvinden.36


het basisonderwijsspeelzaalmedewerkerten voor peutersLeerkracht Gerjanne Strijker van kbs De Wilgeroos in Beverwijk aan de verteltafel met de peuters van de startgroep. Foto’s: Hans RoggenKbs De Wilgeroos en Stichting Welzijn Beverwijk, waartoede peuterspeelzaal behoort, zijn de startgroep na de herfstvakantiebegonnen in een van de groepsruimten van depeuterspeelzaal, met zestien kinderen in de leeftijd van 2of 3 jaar. Ze gaan vier dagdelen naar de startgroep. Schoolen speelzaal staan in een wijk met veel laagopgeleide,sociaalarme ouders en veel niet-Nederlandstalige, onderandere Turkse en Poolse kinderen. Voorwaarde voor deelnamewas dat speelzaal en basisschool al samenwerkten.De speelzaal zit in hetzelfde gebouw als de basisschool.De medewerkers kennen elkaar. Ze werken met hetzelfdeVVE-programma (PUK en KO voor de peuterspeelzaal enIK en KO voor de basisschool) en de peuterspeelzaalmedewerkersnemen geregeld deel aan nascholingsactiviteitenvoor de onderbouw van de school. Jaarthema’s worden opelkaar afgestemd en festiviteiten als Sinterklaas wordengezamenlijk gevierd. Daarom stond de startgroep al snelin de startblokken. De groep staat onder begeleiding vaneen pedagogisch medewerker van de peuterspeelzaal eneen hbo-leerkracht met een pabodiploma. Deze laatstewas gemakkelijk gevonden. Gerjanne Strijker begonhaar carrière twaalf jaar geleden namelijk op dezelfde >kader primair december 201137


peuterspeelzaal en deed tegelijkertijd de pabo. Ze werktsamen met pedagogisch medewerker Sjoukje Klaassens.Beiden zijn VVE-gecertificeerd. Niet alleen tijdens de kleinekring, maar op alle momenten van de dag is er aandachtvoor de ontwikkeling van kinderen, vertelt Sjoukje. “Jebent veel bewuster bezig met bijvoorbeeld rekenprikkels,zoals sorteren van klein naar groot. Past dit kleine papiertjeom deze grote doos?”‘we kijken nu veel bewusternaar de doorgaandeo n t w i k k e l i n g v a n p e u t e r n a a rkleuter en verder’De meerwaarde van deze pilot boven het gebruikelijkeVVE-programma zit volgens Wilgeroosdirecteur MaggieBersma in de toevoeging van een leerkracht als Gerjanne,die goed weet wat er op school verwacht wordt van een vierjarige.Die ook gewend is om opbrengstgericht te werken.Bersma is voorstander van opbrengstgericht werken in devoorschoolse periode en ziet ook de meerwaarde van eenpeutertoets. “Het is goed om te weten hoe ver een kind is.Dat zie je niet altijd aan de buitenkant. Een kind kan somsheel lekker babbelen, maar blijkt op een woordenschattoetstoch een E te scoren. Gerjanne weet waar ze naar toemoet werken en dat kan een eye openerzijn voor de peuter-speelzaalmedewerker. En Sjoukje weet weer heel goed hoeje op een speelse manier de ontwikkeling van kinderenstimuleert.”KrimpDe verschillende scholen die meedoen aan de pilot hebbendaar uiteenlopende redenen voor. Een impuls gevenaan de voorschoolse periode is niet altijd het enige argument.Zo is er een kleine groep deelnemers geselecteerd inkrimpgebieden. In de grensdorpen in Zeeuws-Vlaanderenbijvoorbeeld kiezen ouders vaak voor het Vlaamse kinderopvangsysteemen daarom ook voor het Vlaamse basisonderwijs.De kinderopvang is er goedkoper, met minderadministratieve rompslomp en de kinderen gaan er al met2,5 jaar naar school. Basisschool De Vlaswiek in Koewacht(Terneuzen) mist door de Vlaamse concurrentie veel leerlingen.Directeur Joop Lijbaart: “Was deze pilot er nietgeweest, dan waren we zelf met een vergelijkbaar projectbegonnen.” Zijn schoolbestuur neemt nu ook al een deelinspelen op het jonge kindOrthopedagoog en VVE-deskundigePaul Leseman weet te weinig van destartgroepen om er een oordeel overte geven, zegt hij. Wel publiceerde hijonlangs een rapport over de effectenvan VVE in de stad Utrecht. Die effectenzijn sterk afhankelijk van de invullingvan VVE door leidsters en leerkrachten.Leseman: “De sector kan nog wel eenverbeterslag gebruiken. Daarbij is hetopleidingsniveau (hbo of mbo) veelminder bepalend dan wij geneigd zijnte denken. Met een hbo’er gaat hetniet automatisch goed. Een mbo’er kanmet de juiste specialisatie heel goedmet jonge kinderen werken. Eigenlijkweten we al behoorlijk goed aan welkeknoppen we moeten draaien: een goedactiviteitenaanbod dat de ontwikkelingstimuleert op sociaal-emotioneel encognitief gebied. Waar het nu om gaatis goede training van het team en goedecoaching op de werkplek.”Op de scholingsdag voor de deelnemendeschooldirecteuren en leerkrachtenvan de pilotstartgroepenhield ontwikkelingspsycholoog EwaldVervaet een prikkelende bijdrage.Vervaet benadrukt dat leerkrachtenmoeten inspelen op de ontwikkelingvan de peuter. En die kan op die leeftijdenorm verschillen per kind. Je moetdus niet kijken naar de groep, maarnaar het individu, zegt Vervaet. Samenmet onder andere hoogleraar SienekeGoorhuis-Brouwer, orthopedagoog en‘ h e t o p l e i d i n g s n i v e a ui s v e e l m i n d e rb e pa l e n d d a n w i jg e n e i g d z i j n t ed e n k e n . m e t e e nhbo’er gaat het nietautomatisch goed’taalpatholoog aan de universiteit vanGroningen, heeft hij altijd gewaarschuwdtegen te vroeg beginnen met hetaanleren van schoolse vaardigheden.Om dit te voorkomen is de startgroepondergebracht bij de peuterspeelzaal engaan de jongste kinderen niet (al) naarde basisschool.Maar ook tegen VVE in de voorschoolvoert Goorhuis-Brouwer al jarenlang eenkruistocht. Wat een kind de ene dag nietkan, kan het de volgende dag wel en dedag erop weer niet. Dat grillige verloophoort bij de normale ontwikkeling vaneen kind, benadrukt Goorhuis-Brouwersteeds weer. “Een taalachterstandis pas aanwezig als kinderen minderpresteren dan 90 procent van hunleeftijd genootjes, wat overeenkomtmet een E-Citoscore. Een score onderhet gemiddelde mag niet verwardworden met een onvoldoende score.”(in Pedagogiek In Praktijk, oktober2011) Hierdoor krijgen te veel kinderente vroeg een etiket, vindt Goorhuis-Brouwer.Ib’er Tineke den Hartog denkt dat destartgroepkinderen op de Woltjerschoolin Rotterdam dat gevaar niet lopen.“Wij werken ontwikkelingsgericht. Datbetekent dat we de ontwikkelingslijnvan de kinderen volgen. Van daaruitproberen we de kinderen te brengen naarde zone van de naaste ontwikkeling.Dus steeds een stapje verder. Maar welsteeds op hun eigen niveau.”38


eportagePeuterspeelzaalmedewerker Sjoukje Klaassens weet heel goed hoe je op een speelse manier de ontwikkeling van kinderen stimuleert.van de kosten voor zijn rekening, zoals de uitbreiding vanuren van de peuterspeelzaalmedewerker.In Rotterdam grijpt de Dr. J. Woltjerschool ieder initiatiefaan om de samenwerking tussen speelzaal en basisschoolte verbeteren. De school doet sinds dit schooljaar ook meemet de vergelijkbare Groep 0-pilot van de gemeente Rotterdam.Intern begeleider Tineke den Hartog: “Het is allemaaleen voortzetting van wat we in 2000 begonnen zijn metVVE. Ik zie het als een logische stap op weg naar samenvoegingvan voorschool en basisschool. De peuterspeelzaalleidstersvroegen mij al geregeld om eens naar een kind tekomen kijken. Maar nu voelen ze zich er echt bij horen. Wekijken nu veel bewuster naar de doorgaande ontwikkelingvan peuter naar kleuter en verder.”Rol schoolleidersDe begeleiding van de OCW-pilot gebeurt door onderzoeks-en adviesbureau Oberon, de scholing door SLO, hetnationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. In descholing worden ook de directeuren van de basisscholenheel bewust meegenomen. “Heel goed”, vindt directeurMartin Weij van de Woltjerschool. Maar hij had naast deleerkracht van de startgroep ook graag een adjunct ofcoördinator mee willen nemen. “Zij zijn er toch iets nauwerbij betrokken.” Directeur Bersma van De Wilgerooszit juist zelf regelmatig om de tafel met de medewerkersvan de startgroep. Samen bepalen zij bijvoorbeeld het dagprogramma:welke activiteiten organiseren we om welkeontwikkelingsgebieden te stimuleren? De VVE-methode isdaarbij hun leidraad.De Wilgeroos is ook een van de weinige scholen die algestart is. Veel andere pilotscholen zitten nog in de voorbereidendefase. Zij zijn blij met de extra tijd, tot juni 2012,die ze hebben gekregen om alles in bedrijf te hebben. Eenander knelpunt is voor sommige scholen de financieringvanuit de gemeente. Gemeenten hebben voor de pilotgetekend, maar niet allemaal lijken ze zich ervan bewustgeweest dat dat ook financiële consequenties kan hebben.De gemeenten moeten meer dan de gebruikelijk drie dagdelenpeuterspeelzaal vergoeden. Vaak gebeurt dat al, omdatde kinderen van de startgroep tot de VVE-doelgroep behorenen al vier of vijf dagen naar de speelzaal gaan. Maar nietoveral. In Beverwijk selecteerde directeur Bersma een aantalkinderen voor de startgroep van wie de gemeente vond datze niet tot de doelgroep behoren. Ouders moesten daaromde extra dagdelen zelf betalen en haakten om die reden af.De manier waarop en door wie de meting naar de resultatenvan de pilots plaats zal vinden – wat is bijvoorbeeld heteffect van de inzet van de hbo-leerkracht en hoe luiden deopbrengsten onder de peuters – is nog niet bekend.Het is tijd voor de kinderen van de startgroep in Beverwijkom aan tafel te gaan voor limonade en een koekje. Jakubis nog nieuw en weet niet dat hij even moet wachten metdrinken. Eerst zingen de kinderen namelijk een liedje.Kaan, die vorige week nog alleen maar kon huilen, is drukmet zijn buurvrouw in de weer. Juf Sjoukje en Gerjanne kijkentoe: “Ongelooflijk, wat gaat dat wennen snel.” kader primair december 201139


achtergrondavs start schoolleidersopleiding met centrum voor nascholing‘Een schoolleidersdiplomaeen erkenning van het‘Gezocht: bekwame schoolleider.’ Door de vergrijzing dreigt er een tekort aan schoolleiders.Tegelijkertijd ontstaat er een kwalitatief probleem: de rol van schoolleiders wordt steedscomplexer en vraagt andere leiderschapskwaliteiten dan voorheen. De AVS biedt daarom sindskort met het Centrum voor Nascholing (CNA) een erkende schoolleidersopleiding aan.tekst lisette blankestijn40


“Veel schoolleiders zijn doeners, ze abstraherennog niet voldoende. Een schoolleider anno numoet conceptueel kunnen denken”, aldus CNAdirecteurBen van der Hilst. Foto: CNABen van der Hilst, directeur van CNA. “Er heeft de afgelopenjaren een omslag plaatsgevonden in het onderwijs. Deoverheid bepaalt steeds minder welke richting een schoolkiest, scholen hebben meer autonomie. Een school is vanuitvoeringsorganisatie ontwikkelingsorganisatie geworden.De richting is nu meer onderwijskundig, en afhankelijkvan leiderschap. Daarvoor is een nieuw soort leiderschapnodig. Sommige schooldirecteuren zijn meegegroeid metdie ontwikkeling, maar veel ook niet. Die kunnen op dewinkel passen, maar weten niet hoe ze moeten leidinggevenaan een team van professionals die zichzelf willenontwikkelen. Tijdens onze schoolleidersopleiding bestedenwe veel aandacht aan persoonlijk leiderschap. Ook hetambachtelijke stuk is heel belangrijk, denk aan sturingsdomeinenals de school- en onderwijsorganisatie, het personeel,facilitaire aangelegenheden, de cultuur die er heerstin je school. En: welke achtergrondfactoren spelen er mee?Wet- en regelgeving? Al dat soort zaken komt aan bod. Decrux is: een schoolleider anno nu moet conceptueel kunnendenken. Veel schoolleiders zijn doeners, ze abstraherennog niet voldoende. Maar als je vooruit wilt moet je tochover een helikopterblik kunnen beschikken. Daarom lerenwij schoolleiders diepgravend analyseren: wat is de oorzaakbetekentambacht’van je probleem, wat is het gevolg, hoe los je het op? Daarbijhebben we een centrale focus: het leren van leerlingen.Dat staat voorop, en daarvoor is een goede school nodigmet een gekwalificeerde leider. Een schoolleidersdiplomabetekent een erkenning van het ambacht.”De schoolleidersopleiding biedt twee programma’s. Eenvoor aankomende schoolleiders en schoolleiders die netgestart zijn, en een voor meer ervaren schoolleiders diehun kennis willen opfrissen of willen doorgroeien naarbovenschools management.KwaliteitsregisterEr zijn veel schoolleiders die naeen carrière als leerkracht geen diploma’s meer hebbengehaald. Misschien wel 80 procent, schat Van der Hilst.Dat is ongewenst, vindt AVS-directeur Michiel Wigman.“Je moet ervoor zorgen dat je gekwalificeerd bent, enmet een diploma kun je dat aan de buitenwereld tonen.Een verplichte registratie in een kwaliteitsregister voorschoolleiders zou goed zijn. Onze sector heeft geen internmechanisme dat kwaliteitseisen toetst, zoals dokters enadvocaten dat hebben. De klant, de ouder, heeft geenstructurele rol. Ik vind dat de beroepsgroep dit zelf moetorganiseren.” “Een soort kennisbasis voor schoolleiders,dat zou een mooie leidraad voor het register zijn,” vindtVan der Hilst, “en daar hoort het bijhouden van kennisdan bij. Schoolleiders hebben daarin een voorbeeldfunctievoor hun team. Maar in een register horen naast opleidingenook ‘prestaties thuis’. Heb je als schoolleider eenzwakke school weer op peil weten te krijgen? Dan is datrelevant.”ActualiteitSchoolleiders zien zich met tal van actueleontwikkelingen geconfronteerd: Passend onderwijs,terugloop van het leerlingenaantal, hoge werkdruk, etcetera. Van der Hilst: “In het curriculum pakken we al ditsoort sturingsvraagstukken op. Vervolgens koppelen weze aan de praktijk. Dat doen we langs drie lijnen: onderzoek,onderzoeksmatig leidinggeven en reflectie. Metonderzoek leren onze cursisten een probleem uit hunpraktijk uit te vergroten. Wat moet ik weten om dit tekunnen oplossen? Welke vakliteratuur hoort daarbij? Metdie vaardigheden leren ze onderzoeksmatig aan de slagte gaan. Stel: het leerlingenaantal loopt terug. Dan leer jeom dat probleem van alle kanten te bekijken. Je verzameltdemografische data, zoekt uit hoe andere scholen hetdoen, benut onderzoeksliteratuur. Zo ga je het probleemoplossen. In de reflectielijn besteden we aandacht aan dieontwikkeling van onderzoekscompetenties van jou alsschoolleider, maar ook aan de leerprocessen van je leerkrachten.Want ook zij moeten zich blijven ontwikkelen.Die reflectielijn bestaat dus uit twee componenten.”WildgroeiTal van kweekvijvers, cursussen en opleidingenproberen in het tekort aan goede schoolleiders tevoorzien. Hoe kies je als (aankomend) schoolleider eengoede opleiding? “Schoolbesturen denken te weinig integraalna over professionalisering, ” vindt Van der Hilst.Er worden veel incompany trajecten aangeboden, maareen opleiding met open inschrijving biedt altijd beterekwaliteit. Anders dreigt inteelt; voor je het weet zit jeweer samen te mopperen over de organisatie. Ik vind diehospitalisatie van het onderwijs een groot probleem,het is een gevaar voor dat soort kweekvijvers. Daaromraad ik iedereen aan om een open opleiding te kiezen.Geaccrediteerd, dat geeft veel meer zicht op de kwaliteitdan alleen een CEDEO-certificaat aan de muur. Kies altijdeen opleiding met een duaal karakter. Daarnaast vind >kader primair december 201141


advertentieAVS VoordeelVoor school en privéVeel scholen samen kunnen beteren goedkoper inkopen. Dat is hetidee achter AVS Voordeel. Om u tehelpen bij het kiezen uit het vaakversnipperde aanbod, hebben weafspraken met diverse aanbiedersgemaakt; met het oog op hogekwaliteit en een lage prijs.Schoolvoordeel:Administratie en informatie, Advies en begeleidingICT en multimedia, Verbruiksmateriaal, Educatie,HuisvestingPrivévoordeel:Financiën & administratie, ICT & multimedia, wet & rechten o.a. beauty & health, elektronica, ontspanning enmobiliteit.Meer informatie:www.avsvoordeel.nl of mail voordeel@avs.nladvertentieProfessionaliseerbij WindesheimBij Windesheim heeftu volop mogelijkheden: Master Special Educational Needs Master Learning and Innovation Lerarenopleiding Basisonderwijs Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs,Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Diverse (post-hbo) cursussen en trainingenKijk voor het complete overzicht opwww.windesheim.nlOPEN AVOND20 JANUARI 201242


achtergrondik het belangrijk dat er een verbinding is met kennisinstituten,vanwege de onderzoekscompetenties. Die onderzoekscompetentieszorgen voor de duurzaamheid van jeopleiding. Kennis veroudert immers. Als je weet hoe je ietsmoet onderzoeken en toetsen aan de praktijk, kun je kennisup to date houden. Onze opleiding onderscheidt zichvan andere opleidingen omdat we de eerste, geaccrediteerdemasteropleiding hebben, vanwege de aandacht vooronderzoek (het CNA is gelieerd aan de Universiteit vanAmsterdam en de Hogeschool van Amsterdam), én omdatwe een gecombineerde opleiding bieden voor schoolleidersuit het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaarberoepsonderwijs. Deelnemers vinden die mix eenverrijking.” “Wij hebben als AVS een nauwe verbindingmet het veld en de beleidsmakers en weten daardoor voorwelke uitdagingen schoolleiders zich gesteld zien”, voegtAVS-directeur Wigman toe. “Die kennisvoorsprong nemenwe mee in deze opleiding. Daarnaast is het leren vanen met elkaar in kleine groepen een bewezen succesvolconcept. Het heeft een duidelijk toegevoegde waarde inleerprocessen.”AlumnibeleidHet is duidelijk: met alleen deze opleidingben je er niet, als schoolleider. Hoe kun je je vakkennishet best bijhouden? Van der Hilst: “Door deel te nemenaan een community of practice, en daar verder te bouwen aanje portfolio. Met je studiegenoten van de schoolleidersopleidingbijvoorbeeld. Daarom werken we aan een alumnibeleid.Ik zou graag samen met de AVS regionaal gespreide,gecertificeerde kringen opzetten, waarin het alleen over leiderschapzal gaan. Niet over de inhoud van het onderwijs,maar over het leidinggeven daaraan.” Daar voelt Wigmanook voor. “Ik denk aan masterclasses en cursussen aan dehand van wetgeving. AVS en CNA zouden voor begeleidingkunnen zorgen. Het is belangrijk dat schoolleiders elkaarkunnen ontmoeten. Via alumnibijeenkomsten, maar ookonline. Zodat deelnemers op verschillende manieren duurzaamverbonden blijven met elkaar en de inhoud.”AVS-directeur Michiel Wigman: “We bedienen zo’n 5.000 schoolleidersen zien professionalisering van de beroepsgroep als onzetaak.” Foto: Hans RoggenProfessionalisering beroepsgroepWaarom hebbende AVS en CNA voor elkaar gekozen? “Vanwege de kwaliteit”,zegt Michiel Wigman. “CNA kon een erkende masteropleidingbieden. Deze schoolleidersopleiding vormtnu het hart van onze School for Leadership. De trajectenervoor (Kweekvijvers, Oriëntatie op management) en erna(Leidinggeven aan bovenschoolse en complexe organisatiesen opleidingen voor bestuurders) sluiten er logisch op aan.De totale opleidingslijn van de AVS wordt een essentieelonderdeel van een centrum voor educatief leiderschap, datkomend jaar voor het funderend onderwijs beschikbaarkomt. We bedienen zo’n 5.000 schoolleiders en zien professionaliseringvan de beroepsgroep als onze taak.” Van derHilst geeft aan dat CNA het landelijk netwerk van de AVSgoed kan gebruiken. En: “De AVS-adviseurs zorgen voor eenvertaling van de vraag van schoolleiders naar de opleiding.Ook is het interessant om ons alumnibeleid te koppelenaan de vereniging. Het is goed dat CNA samen met de AVSde opleiding uitvoert. Dan kan de AVS ons als belangenverenigingkritisch blijven volgen.” schoolleidersopleiding integraal leiderschap i & ii in het kort• Aangeboden door de AVS i.s.m. CNA• Doelgroep Integraal leiderschap I: adjunct-directeuren,ib’ers, bouwcoördinatoren, leerkrachten, teamleiderse.a. met leiderschapsambities (aspirant en beginnendeschoolleiders po)• Doelgroep Integraal leiderschap II: functioneelleidinggevenden met competenties op niveau I (ervarenschoolleiders po)• Mogelijkheid tot het volgen van de geaccrediteerde Masterin Educational Leadership• Vergoeding Lerarenbeurs mogelijk• Duur: één jaar, studielast circa 560 uur• Locaties: Amsterdam, later wellicht ook Utrecht en eenlocatie in Noord-NederlandMeer informatie en aanmelden: www.avspifo.nlof mail naar schoolforleadership@avs.nl.De speciale opleidingsbrochure kunt u ooktelefonisch opvragen bij de AVS, tel. 030-2361010.kader primair december 201143


Martine Fuite en Harm KlifmanInformatie- en interventiecanonOpbrengstgericht werkenin het primair onderwijsadvertentieNu al tweede drukDe doorbraak inopbrengstg ericht werkenWelke informatieheb ik nodig?1Hoe kom ik aaninformatie?23Hoe duid ikde informatie?45Hoe beïnvloed ikde opbrengsten?Wat is nodigom succesvolte zijn?In de publicatie ‘Weten en verbeteren; Informatie- eninterventie canon; Opbrengstgericht werken in het primaironderwijs’ is opbrengst gericht werken gekoppeld aan goodgovernance. Door deze koppeling wordt voor alle functiesbinnen een organisatie inzichtelijk wat wiens rol is als het omopbrengst gericht werken gaat. Hierdoor ontstaat een helderbeeld over hoe iedereen zijn of haar verantwoordelijkheidvoor de onderwijsopbrengsten kan invullen.Weten enverbeterenInformatie- en interventiecanonOpbrengstgericht werkenin het primair onderwijsWeten enverbeterenU kunt boeken bestellenvoor 22,50 exclusiefverzendkosten via www.vanbeekveldenterpstra.nlHarm Klifman en Martine Fuite verzorgen ‘op maat’trainingen over dit thema voor uw school of bestuur:harm.klifman@vbent.org of martine.fuite@vbent.orgNieuwe Steen 18 1625 HV HoornT 0229 – 24 42 24 E advies@vbent.orgwww.vanbeekveldenterpstra.nladvertentieadvertentieMultifilm: én warmtewering énlichtwering én kostenbesparingOok De Dorpsschool inBathmen heeft gebruik gemaaktvan AVS Voordeel en gekozenvoor Multifi lm zonwering.Koop Multifi lm voordeliger metAVS voordeel, lees op de websitemeer over de voordeelregeling ofga direct naar www.multifi lm.nlIngenieursburo De Leeuw44


politieke columnPolitici laten in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> hun licht schijnen op de gebeurtenissenin onderwijsland. Deze maand het woord aan Harm Beertema,woordvoerder (primair) onderwijs namens de PVV in de Tweede Kamer.miljoenen voor huisvestingblijven op de plank liggenIk vertel u geen nieuws als ik zeg dat degemiddelde ouderdom van schoolgebouwenveertig jaar is. Achterblijvende veiligheid,problemen met verwarming en ventilatie,gebouwen die wel groot zijn in vierkantemeters, maar niet functioneel, omdat ergeen andere activiteiten kunnen plaatsvindendan onderwijs. Eén van de veleproblemen is het slechte binnenklimaat.Op 80 procent van de scholen is de CO2-concentratie veel te hoog en is er sprakevan een ongezonde concentratie fijnstof.De luchtkwaliteit in schoolgebouwen isaanzienlijk slechter dan in kantoren engevangenissen.Toch komt nieuwbouw van basisscholenmoeilijk van de grond. Schoolbesturenzouden jaarlijks 1,4 miljard moeten ontvangenvia het Gemeentefonds, maar in2009 verdampte er 300 miljoen en in 2010nog eens 250 miljoen. Zoveel geld blijftop de plank liggen of het wordt door degemeenten voor andere doelen aangewend.Het geld is tenslotte niet geoormerkt, dusals er lantaarnpalen nodig zijn, dan komendie er. Zo zijn er over het land verspreid veleleerlingen die hun hele basisschoolcarrièrein bedompte noodgebouwtjes doorbrengen.Met mooie straatlantaarns voor de deur; datdan weer wel.Dat probleem schreeuwt om een oplossing.De PvdA wilde het oplossen doorscholenhuisvesting onder te brengen ineen investeringsfonds. Zo’n fonds zou deontwikkeling en de exploitatie van scholennaar zich toe trekken, vanaf de voorbereidingsfasetot en met de exploitatie,inclusief de verhuur en het onderhoud. Ookbestaande scholen zouden erin wordenondergebracht en worden terugverhuurdaan gemeenten. Institutionele beleggers,in het bijzonder pensioenfondsen, zoudeninteresse hebben om te investeren inschoolgebouwen. De PvdA heeft dat indertijddoor staatssecretaris Sharon Dijksmalaten onderzoeken.Als PVV-kamerlid was ik niet gecharmeerdvan alweer een instelling waarin veelgeld en dus macht is geconcentreerd. Debestuurlijke drukte in de corporatistischeonderwijsprovincie leidt altijd weer totongewenste machtsconcentraties en totafstand tussen partijen die er toe doen (indit geval de schoolbesturen) en de bestuurdersuit de kleilaag rond het onderwijs.Zo’n Investeringsfonds Scholenbouw heeftalle ingrediënten in zich om een concentratievan macht te worden, met waarschijnlijkveel ex-politici als bestuurder, zoals je dieook tegenkomt in woningcorporaties, sectorraden,kenniscentra, et cetera. De schaalwordt groot, omdat de gezochte samenwerkingmet pensioenfondsen pas gerealiseerdkan worden met een minimale pot van100 miljoen euro. In het primair onderwijsvinden we nog veel kleine besturen en diezullen naar mijn inzicht te afhankelijk wordenvan een dergelijk investeringsfonds.Ik zeg: niet doen! Maar wat dan wel?Het ligt het meest voor de hand om dehuisvestingsgelden, niet alleen voor hetbasisonderwijs, maar ook voor het voortgezetonderwijs, direct naar de scholen testuren en het tussenstation ‘Gemeente’ overte slaan. Net zoals de onderhoudsgeldenvoor het buitenonderhoud ook direct naarde scholen gaat, als de CDA-motie – die bijde Algemene Beschouwingen is aangenomen– uitgevoerd gaat worden. Vandaar datik de volgende motie heb ingediend:“... overwegende, dat scholen in Nederlandis staat gesteld moeten worden om allemiddelen die beschikbaar zijn ook daadwerkelijkin te zetten; constaterende dat ditten aanzien van de huisvestingsmiddelenniet voldoende gebeurt, getuige het feit datgemeenten jaarlijks honderden miljoeneneuro’s voor onderwijshuisvesting uit hetGemeentefonds onbenut laten of voorandere doelen inzetten; verzoekt de regeringom het huisvestingsbudget van scholenrechtstreeks en geoormerkt beschikbaar testellen aan de schoolbesturen die dat willenen die de competenties hebben om diemiddelen adequaat te beheren, net zoalsdat gebeurt met de middelen voor buitenonderhoud...“Als u deze column leest weet u inmiddels ofde motie het gehaald heeft of niet. Mocht zijhet halen, dan komen er honderden miljoenenbeschikbaar voor het onderwijs. De motie van Harm Beertema werd door deTweede Kamer aangenomen.kader primair december 201145


Van de AVSAVS Helpdesk – Vraag van de maandBij het reguliere inspectiebezoek werd een schoolaangesproken op het aantal gebroken schoolwekendat gepland was in schooljaar 2011/2012. Volgens deschool waren het er zeven; de inspectie dacht daaranders over. Welke normen gebruikt de inspectie nuprecies?tekst theo van den burgerDe inspectie hanteert bij het toetsen van de onderwijstijd devolgende uitgangspunten:1 In een schoolweek wordt aan de leerjaren 3 tot en met 8 inbeginsel op niet minder dan vijf dagen onderwijs gegeven.Dit uitgangspunt geldt niet voor de leerjaren 1 en 2.2 Scholen mogen niettemin voor de groepen 3 tot en met 8maximaal zeven keer per jaar een vierdaagse schoolweekinroosteren. Dit is naast de weken waarin een algemene feestdagvalt of waarin, naar plaatselijk gebruik, traditioneel een vrije dagwordt gegeven.3 Scholen mogen in principe voor de groepen 3 tot en met 8geen driedaagse of nog kortere schoolweken inroosteren.Uitzonderingen zijn:a De school plant een vrije dag voor of na een algemenefeestdag. Voorbeeld: de vrijdag na de donderdag vanHemelvaart. Of als men de meivakantie op Koninginnedag laatbeginnen en Koninginnedag niet op maandag of dinsdag valt.De onvolledige schoolweek die daardoor ontstaat telt wel meevoor de maxi maal zeven onvolledige schoolweken.b Het is voor de ontwikkeling van de school gewenst bij uitzondering een tweedaagse studiebijeenkomst voor hetteam te beleggen. Als deze tweedaagse is opgenomen in dejaarplanning, overeengekomen met de MR en gecommuniceerdmet de ouders, dan wordt dit toegestaan. De driedaagseschool week die daardoor ontstaat telt wel mee voor demaximaal zeven onvolledige schoolweken.c Een driedaagse schoolweek als gevolg van het plannen vaneen studie dag voorafgaand aan of volgend op een algemenefeest dag. Zo’n driedaagse schoolweek telt wel mee voor demaximaal zeven onvolledige schoolweken. Eendaagse oftweedaagse schoolweken als gevolg van een studiedag of vrijedag zijn niet toegestaan.4 Een school kan, als gevolg van de regeling spreiding zomervakantie,de zomervakantie verlengen met hoogstens twee dagenvoorafgaand aan of volgend op de door de overheid vastgesteldevakantieperiode. Een driedaagse of vierdaagse schoolweek dieals gevolg van deze regeling ontstaat is toegestaan. De drie- ofvierdaagse schoolweek die hierdoor ontstaat telt wel mee als éénvan de zeven onvolledige schoolweken.5 Via een overzicht van vakantie en vrije dagen/studiedagen in deschoolgids moet voor ouders duidelijk zijn in welke weken slechtsvier dagen wordt lesgegeven, zodat ouders al vóór het begin vanhet schooljaar hiervan op de hoogte zijn.Leden van de AVS kunnen de Helpdesk bellen met uiteenlopendevragen over vakgerelateerde zaken en hun eigen rechts positie.Iedere maand wordt één vraag beantwoord in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong>.Onderliggende documenten, aanvullende informatie en verwijzingenkunt u verkrijgen via de AVS Helpdesk. De helpdesk is allewerkdagen bereikbaar van 9.00 tot 17.00 uur via tel. 030-2361010of helpdesk@avs.nl. Vermeld altijd uw lidmaatschapsnummerwanneer u contact opneemt met de helpdesk. Veelgestelde vragenen antwoorden daarop staan ook op www.avs.nl/helpdesk.14 december aanstaandeverenigingOnderwijscafé over toetsenDe AVS, PO-Raad en VO-raad organiseren op woensdag 14 decemberin studio Dudok te Den Haag - naar aanleiding van steeds meerverplichtingen vanuit de overheid - een onderwijscafé ‘Toetsen vanof voor het onderwijs’. Gaat het nu om beoordelen en afrekenen ofom de versterking van het onderwijsleerproces? Meer informatie enaanmelden: www.hetonderwijscafe.nl2010jaar ve rsla g20 11Jaarverslag digitaalbeschikbaarHet AVS-jaarverslag over schooljaar 2010/2011 isverschenen. Het document is te downloaden viawww.avs.nl/vereniging/overdeavs/organisatie.46


c o n f e r e n t i e v r o u w e l i j k eschoolleidersPrima sfeer en inhoudelijkgeslaagde workshopsDe AVS organiseerde op 10 november voor de achtste keer een conferentiespeciaal voor vrouwelijke schoolleiders. Het thema was ‘Jijbent de bron’, over plezierig leiderschap. Het verhaal van inleider enjong managementtalent Louise van Nispen illustreert dat je met lef,optimisme en een beetje geluk ver kan komen. Via heldere doelstellingen,keuzes, taken en verantwoordelijkheden, duidelijke communicatie,waardering van initiatieven van medewerkers en het vierenvan successen vond ze haar weg naar love what you do. Plezierigleiderschap is volgens Van Nispen: “Een baas die vertrouwen geeft,geen politieke spelletjes speelt, doet wat ie zegt en duidelijke keuzesmaakt.” Samen met workshops over taal en miscommunicatie,opbrengstgericht systeemleiderschap en energiemanagementwas het een inhoudelijk geslaagde dag. Vrouwelijke schoolleiderswaarderen een conferentie speciaal voor hen. Enkele reacties: “Hetheeft wel wat, alleen vrouwen. Je gaat gemakkelijk met elkaar ingesprek.” En: “Met alleen vrouwen voel ik nog meer (h)erkenning.Dan denk ik: wat fijn, dat ik niet de enige ben.”Lees het complete verslag op www.avs.nl/conferentievrouwelijkeschoolleiders.t o o n g e r b r a n d s c e n t r a l e i n l e i d e rop avs-congres 2012Volledig programma AVS-congres bekendextra:masterclassesop 15 maartHet programma van hetAVS-congres 2012, datplaatsvindt op vrijdag16 maart in het NBC inNieuwegein, is rond. Maakgebruik van de aantrekkelijkevroegboekkorting enschrijf u in vóór 8 februariaanstaande!Deelnemers kunnen een keuze maken uit vier plenaire sessies en19 workshops. Deze zijn ingedeeld in twee thematische routes:‘Lerend leiden’ en ’Leidend leren’. De inleidende sessie wordtverzorgd door Toon Gerbrands, directeur van voetbalclub AZ en exbondscoachvan het Nederlands heren volleybalteam – waarmee hijEuropees kampioen en sportploeg van het jaar werd.Gerbrands is auteur van meerdere succesvolle boeken overteambuilding en motivatie. Dit jaar heeft de AVS vier internationalesprekers aan zich weten te binden: David Hopkins,John West-Burnham, Pasi Sahlbergen Jan Bommerez. Zij verzorgenook verdiepende masterclasses op donderdag 15 maart.Zoals elk jaar kent het AVS-congres een uitgebreide informatiemarkt,met voor het onderwijs relevante organisaties en partners.De congresdag wordt opgeluisterd met cabaret en muziek enafgesloten met een Drinks & Bites: napraten onder het genot vaneen uitgebreid assortiment aan (internationale) versnaperingen,ter plaatse door koks bereid.Lees het volledige congresprogramma in de bijgesloten brochure.Of kijk voor meer informatie en inschrijven voor de masterclassesen/of het congres op www.avs.nl/congres2012.kader primair december 201147


Teach Like aChampion49 technieken om leerlingen te laten excellerenTeach Like a Champion, dé bestseller uit de VS komt in januari '12 uit in NederlandVoor excellente leraren!Bezoek deTeach-conferentieop 18 januari49 techniekenMaak kennis met de Teach-technieken tijdens de conferentie op 18 januari inRotterdam en ontvang gratis de Nederlandse editie van Teach Like a Champion.The Big Mo Impro Theatre Show is erbij!Inschrijven: www.teachnederland.nlTwitter: @Teachnederlandwww.teachnederland.nladvertentieadvertentieadvertentie7218/ARCVoor álle vacaturesin het primaironderwijs!Ik zoek een...Meester!www.Onderwijsvacaturebank.nlMeld u nuaan voorde master!MASTER EDUCATIONAL LEADERSHIPNVAO geaccrediteerd!Bent u schoolleider en wilt u opbrengstgericht leiderschapBezoek deeffectief inzetten ter voorlichtingsavond verbetering van op leerlingresultaten?Schrijf u dan nu in voor 17 de november Master Educational 2011 Leadership!De master start in januari 2012.19:30 - 21:00 uurin UtrechtMeer informatie: www.pentanova.nl48


met t 100 korting op studiereisnaar krakau!Leer omgaan met PoolseleerlingenHoe organiseren Nederlandse scholen de eerste opvangvan Poolse leerlingen? Wat verwachten Poolse oudersvan de school en hoe communiceert de school met hen?Op verzoek van diverse leden organiseert de AVS van6 tot en met 9 maart 2012 een studiereis naar Krakau inPolen met als thema het onderwijs in Polen en Poolseleerlingen in Nederland. Ga mee met deze bijzonderereis en ontvang 100 euro korting bij inschrijven vóór15 januari aanstaande!De behoefte aan dezeeducatieve reis is eenrechtstreeks gevolg vande instroom van kinderenuit Poolse gezinnen in eenflink aantal Nederlandsescholen. Het ziet er naaruit dat deze gezinnen zichpermanent vestigen en dat in de nabije toekomst veel meer Poolseleerlingen onze scholen bevolken. Via schoolbezoeken, gesprekkenmet schoolleiders, leerkrachten en lokale autoriteiten ontstaatinzicht in de organisatie van het Poolse onderwijs en in de opvoedingsdoelenvan ouders en maatschappij.Krakau is de derde stad van Polen en volgens velen een van demooiste steden in Midden-Europa. De historische binnenstad, dieongeschonden de Tweede Wereldoorlog heeft overleefd, staat op deUnesco Werelderfgoedlijst.Meer informatie en inschrijven:www.avs.nl/vereniging/internationaal (Educatieve reizen)oproepKRO Brandpunt over relatieschool-oudersHebben ouders nog vertrouwen in schoolleiding en leerkrachtenof staan ze om het minste of geringste op hoge poten in de schoolom verhaal te halen? Hoe benadert de ouder van tegenwoordigschool en leerkracht? Het KRO-televisieprogramma Brandpuntwerkt aan een reportage over de verhouding tussen leerkrachten/docenten en ouders in het basis- en voortgezet onderwijs, die halfdecember wordt uitgezonden. De redactie is ter voorbereidingdaarvan op zoek naar schoolleiders en leerkrachten die (anoniem)over hun ervaringen willen praten. Interesse? Mail dan naar MyrtheBuitenhuis, myrthe.buitenhuis@kro.nl.lid wordenVoor slechts u 25 AVS-lid!Als u nu lid wordt van de AVS betaalt u tot 1 augustus aanstaandeslechts 25 euro (voor het persoonlijk deel van de) contributie – alsu (minimaal) lid blijft tot 1 augustus 2013 – en kunt u voor de ledenprijsnaar het AVS-congres 2012 (leden betalen ruim 50 procentminder dan niet-leden). Daar bovenop geldt een aantrekkelijkevroegboekkorting als congresdeelnemers zich vóór 8 februari 2012aanstaande inschrijven.Dus: word AVS-lid en/of maak uw collega(‘s) voordelig lid en bezoeksamen het AVS-congres! Bovendien profiteert u ook nog eens van deoplopende korting op uw eigen contributie bij het aanbrengen vaneen of meerdere leden.Meer informatie: www.avs.nl/lidwordenavs in de persOver prestatiebeloning, het vakinternet en WEFAVS-voorzitter Ton Duif sprak op 18 november op Radio 1 over deexperimenten met prestatiebeloning in het onderwijs. Duif is niettegen beloningsdifferentiatie vanuit het oogpunt van waarderingvoor extra gas geven. Wel staat hem tegen dat het geld hiervoorwordt weggehaald bij Passend onderwijs. Op 1 november ging Duifeveneens op Radio 1 in discussie over internet als apart vak in hetonderwijs. Duif is hier geen voorstander van maar wil internetgebruikdoor alle vakken heen toegepast zien. Internet als verplichtvak op de pabo juicht hij wel toe, omdat leerkrachten nog onvoldoendetoegerust zijn op dat vlak. Tot slot sprak Duif op 24 novemberop Radio 1 over de doelstellingen van het World EducationForum, www.worldeducationforum.com/nl.uw persoonlijke gegevensMijn AVSDe AVS heeft er belang bij dat de persoonlijke gegevens,zoals e-mailadressen, van leden up to date zijn.Via Mijn AVS kunnen leden deze gegevens inzien,wijzigen en aanvullen.Bijvoorbeeld een nieuw adres na verhuizing, een nieuw telefoonnummerof (ander) e-mailadres. Ga voor Mijn AVS naarwww.avs.nl/mijnavs. De volgende gegevens zijn nodig om in teloggen: achternaam, geboortedatum en lidmaatschapsnummer.kader primair december 201149


Professionaliserings- en InnovatiecentrumFunderend Onderwijsschool for leadershipRaadpleeg voor inhoudelijke omschrijvingen, overige opleidingen en trainingen,maatwerk, meer informatie en inschrijven de AVS Professionaliseringsgids2011/2012 of kijk op de nieuw ontwikkelde website www.avspifo.nl, van hetAVS Professionaliserings- en Innovatiecentrum Funderend Onderwijs voorleidinggevenden en organisaties in het funderend onderwijs. Inschrijven kanook via schoolforleadership@avs.nl.Trainingen & opleidingenJanuari 2012Opleiding/training Data Trainer/adviseur/contactpersoon• Theorie U in de school 12 januari Bob Ravelli i.s.m. Natuurlijk Leren• Opbrengstgericht leiderschap (2) 13 januari Bob Ravelli• Van IPB naar HRM 17 en 31 januari Tom Roetert• Minileergang Middenmanagement 18 januari Bob Ravelli• Meesterlijk coachen 19 en 20 januari Tom Roetert• Interim management, iets voor u? (slotdag opleiding 2010/2011) 20 januari Tom Roetert• Integraal leiderschap voor (startende) directeuren 25 januari Tom Roetert en CNA• Werk maken van de Lokaal Educatieve Agenda 25 januari Jos Hagens• Interim management, iets voor u? 26 en 27 januari Tom Roetert en Hans van den Berg• Human Dynamics deel 1 26 en 27 januari Margriet Beerdsen• Opbrengstgericht leiderschap (1) 26 januari Bob RavelliFebruari 2012Opleiding/training Data Trainer/adviseur/contactpersoon• Minileergang Middenmanagement 8 februari Bob Ravelli• Integraal leiderschap voor (startende) directeuren 8 en 9 februari Tom Roetert en CNA• Competentiegericht coachen 8 en 8 februari Tom Roetert en Ruud de Sain• Timemanagement 10 februari Tom Roetert• Presentatietechnieken 14 februari Tom Roetert• Rechten en regels bij personeel 14 februari Tom Roetert• Leren begroten en budgetteren 15 februari Tom Roetert• Op weg naar excellent schoolleiderschap 16 en 17 februari Ruud de Sain• Opbrengstgericht leiderschap (1) 16 februari Bob Ravelli• Opbrengstgericht leiderschap (2) 17 februari Bob Ravelli(onder voorbehoud)meer informatie, inschrijven en maatwerkKijk voor meer informatie en inschrijven op www.avspifo.nlof mail naar schoolforleadership@avs.nl. . Wilt u een training op maat voor uw organisatie of team? Neem dan contact op met de AVS,Ellen de Jong, maatwerk@avs.nl.50


Zes eendaagsen Start vanaf 13 januari 2012Wegens succes geprolongeerd: Opbrengstgericht leiderschapOpbrengstgericht leiderschap (OGL) staat bij scholen en deoverheid momenteel volop in de belangstelling. Vanwegede grote belangstelling voor de training OGL start de AVSvanaf januari 2012 een tweede reeks. Twee deelnemers vanhet eerste uur vertellen over de ‘opbrengst’ die de cursushen en hun scholen bracht. tekst winnie lafeberDe training richt zich op de vraag: wat is nodig in de school om hogeopbrengsten te realiseren en wat betekent dit voor leiderschap?Daarbij is het belangrijk op zoek te gaan naar de hefbomen – kleineinterventies met grote gevolgen – die opbrengstgericht leiderschapmogelijk maken, zoals systeemtools (stroomdiagrammen), datafeedback(om het eigen lesgedrag te verbeteren), learning communities(van elkaar leren) en een gesprekkencyclus om de gewensteopbrengsten in op te nemen.‘a l l e e n m e t e e ng e ï n s p i r e e r dt e a m k u n j eopbrengstgerichtwerken’Directeur Marianne van der Schee van sbo Koningin Julianaschoolin Culemborg startte afgelopen september met de maatwerkvariantvan de cursus OGL en geeft een voorbeeld van de toepassing vandeze hefbomen op haar school: “De learning communities zijn bijons de werkgroepen – waar leerkrachten ervaringen en nieuweinzichten delen -, het zorgteam en het hele schoolteam. De directielegt bij ons ook groepsbezoekenaf om de leesinstructiete optimaliseren.”Locatiedirecteur Tjitske deJager van sbo De Klimop inAlmere volgde de regulieretraining van maart tot juni2011 en ziet ook het belangvan de hefbomen: “Het isbelangrijk met z’n allen tewerken aan hetzelfde systeem.Leerkrachten moeten met elkaar in gesprek gaan over resultaten,succesformules delen en leren van elkaar. Als opbrengstgerichtleider is het belangrijk je niet op individuen te richten, maar op hetgroepsproces. Mijn volgende stap wordt in de gesprekkencyclusopnemen wat je opbrengsten moeten zijn.”In de (maatwerk)training wordt de nadruk gelegd op het belangvan de inner place. De Jager: “Het teruggaan naar het morele besef,passie en overtuiging van leerkrachten boeide me. Alleen met eengeïnspireerd team kun je opbrengstgericht werken. Hoe je dat danrealiseert, was een eye openervoor mij.”Zijn De Jager en Van der Schee andere leiders aan het worden sindsde cursus OGL? De Jager: “Er is geen blauwdruk voor het succes inje school, maar als opbrengstgericht leider zorg je er wel voor datde structuur, strategie en missie van de school duidelijk zijn en dathet doel helder is voor het team. Daarbij doe je een beroep op deverantwoordelijkheden en intenties van de leerkracht zelf.” Van derSchee: “Ik zorg voor een cultuur waarin leerkrachten samenwerkenFoto: Hans Roggenom hun onderwijs(resultaten) te verbeteren. Dat is geen vrijblijvendproces en kan ook alleen als er een veilige omgeving is. Dat vraagtleiderschap en daarbij kan ik terugvallen op de geleerde lessen uitde training.”De training sluit goed aan bij de focus op prestatiegerichtheidvanuit de overheid. Hoe staan de scholen daar tegenover? Van derSchee: “Het is goed dat de overheid urgentie geeft aan opbrengstgerichtonderwijs. Dit zijn langdurige processen, dus is het nietprettig als elk kabinet met nieuw beleid komt.” De Jager: “Ik vindhet een gezonde ontwikkeling. Maar het is ook de opdracht van deschool. Wel vind ik dat je prestaties breder moet trekken dan alleenrekenen en taal.” Van der Schee ziet opbrengstgericht werken ookals een professionele plicht, die aansluit bij de missie van haarschool. “Wij geloven in de unieke mogelijkheden van elk kind.Ik hoop dat deze focus niet het eindpunt is, maar de start van eenproces waarin wij als directieleden structureel gaan investeren inde capaciteiten van leerkrachten.”Beide schoolleiders kunnen de training aan hun collega’s aanraden.De Jager: “De training verbindt nieuwe onderwijsinzichten metelkaar en zet dit praktisch neer, zodat je er als schoolleider directmee aan de slag kunt. Het is inspirerend en verhelderend.”Doelgroep: (bovenschoolse) directies, middenkader (locatieleiders,interne begeleiders, bouwleiders) en ambitieuze leerkrachten.Data: 13 januari, 17 februari, 23 maart, 27 april, 16 mei en 1 juni 2012Kosten: leden t 2.149 / niet-leden t 2.449. Deelnemers ontvangen10 procent korting als zij ook de trainingen Elke school eenTOPschool of Theorie U in de school (gaan) volg(d)en.Uitvoering: Bob Ravelli (AVS) en/of Jan Jutten (Natuurlijk leren)Meer informatie en aanmelden: www.avspifo.nl of mail naarschoolforleadership@avs.nlMaatwerk: het maatwerktraject is ook geschikt voor een heel team,bijvoorbeeld directeuren van één bestuur. Wilt u de training op maatvoor u organisatie? Neem dan contact op het de AVS, Ellen de Jong,maatwerk@avs.nl.kader primair december 201151


tenslotte voor u geselecteerd Voor u geselecteerdvoor: onderwijsvan: Leximawanneer: 18 januari 2012trainingpublicatiewebsitecursuslespakketcongresrichtlijnconferentiediversenhandleidingsymposiuminformatievariawaar: schouwburg en congrescentrum Orpheus in Apeldoornwat: conferentieNationale Dyslexie ConferentieDe ontwikkelingen rond dyslexie en leerlingenzorg gaansnel. Het zorgprofiel wordt aangepast. Het wettelijke kaderverandert. De conferentie neemt met behulp van sprekers uitwetenschap, onderwijs en behandelpraktijk het dyslexiebeleidonder de loep. Over verwijzingsbeleid, Passend onderwijs,toetsing, het referentiekader, et cetera. Het ExpertisecentrumNederlands presenteert de evaluatie naar de effecten vande Vergoedingsregeling Dyslexiezorg voor het onderwijs.Aanmelden: http://www.lexima.nl/conferentie-2012voor: leerkrachten groep 1 en 2, pedagogisch medewerkerspeuterspeelzalen, kinderdagverblijven en vve-locatiesvan: SLO en Sardeswanneer: 15 februari, 7 maart, 21 maart, 4 april, 23 meien 13 juni 2012wat: trainingspilotsOpbrengstgericht werken metjonge kinderenBetrokkenen leren wat opbrengstgericht werken met jongekinderen betekent en hoe je het in de praktijk kunt vormgeven.Ook wordt aandacht besteed aan borging van hetopbrengstgericht werken binnen de instelling. De trainingwordt uitgeprobeerd in een aantal pilots. De pilotlocatieskrijgen extra intensieve begeleiding. Geïnteresseerden voor detrainingspilots kunnen zich melden bij SLO, Gäby van der Linde,tel. 053-4840287.voor: schoolleiders en -bestuurdersvan: PPSIwat: informatiebladOmgaan met de media bijincidenten op schoolHet nieuwe informatieblad ‘De pers. Vriend of vijand vanschool?’ geeft scholen in het primair en voortgezet onderwijshandreikingen voor het omgaan met de media zodra zich eengroot of klein incident voordoet op school. De kans dat een calamiteitde school treft is niet groot, maar ook kleine voorvallenkunnen uitgroeien tot een mediahype. Uit de praktijk blijkt datveel scholen ‘omgaan met de media’ niet opnemen in hun crisisprotocol.Gratis aanvragen: tel. 030-2856762 of ppsi@aps.nlvoor: leerkrachten, ib’ers, zorgcoördinatoren,vertrouwenspersonen, (school)maatschappelijk werkers,ZAT-teams, et ceteravan: Medilexwanneer: 1 februari 2012waar: Congrescentrum In de Driehoek, Utrechtwat: studiemiddagStap voor stap door demeldcode kindermishandelingVanaf 1 januari 2012 moet iedere organisatie die met kinderenwerkt de ‘Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld’ingevoerd hebben. Maar hoe doet u dat als school? Hoe zorgt udat alle betrokken ketenpartners de juiste informatie krijgen?En wanneer schakelt u het AMK in? De studiemiddag leidt deelnemersstap voor stap door de meldcode voor een optimalesamenwerking. www.medilex.nl/kindermishandelingvoor: po, vo, mbo, hbo en wovan: VNU Exhibitionswanneer: 25 en 26 januari 2012waar: Jaarbeurs Utrechtwat: gratis vakbeursOnderwijs & ICTMet seminars, live-demo's, workshops en een OnderwijsAcademie over trends en ontwikkelingen op het gebiedvan ict-innovaties binnen het onderwijs. Via de websitekunnen bezoekers een gratis toegangsbadge aanvragen.www.onderwijs-en-ict.org52


voor: schoolleidersvan: Edukanswat: uitwisselingsprogrammaWerelddocent voor schoolleidersJaarlijks gaan veel leerkrachten twee weken naar India,Malawi, Oeganda, Kenia en Ethiopië, waarin ze observeren,samenwerken, uitwisselen en zelf ook veel bijleren. De lesideeëndie samen met de Nederlandse onderwijsprofessionalsontwikkeld worden dragen bij aan kwalitatief beter onderwijs.Het programma Werelddocent is nu uitgebreid met een variantvoor schoolleiders (po en vo). Schoolleiders uit Nederlandgaan hun expertise delen met schoolleiders uit Oeganda enEthiopië. Meer informatie en aanmelden (vóór 8 januari 2012):www.edukans.nl/werelddocentvoor: po en vowanneer: 20 en 21 januari 2012waar: Jaarbeurs Utrechtwat: vakbeursLandelijke cultuur- enonderwijsbeursEerste editie van de Cultuur en Onderwijs Beurs (CEOB):beginnende en gevestigde aanbieders van cultuur laten zienwat zij kunnen betekenen voor het onderwijs. Doel is om cultuureducatieonder de aandacht te brengen van het completebasisonderwijs, voortgezet onderwijs, lokale en provincialecultuurinstanties en de Nederlandse gemeentes. Met een doorlopendprogramma van presentaties, workshops en optredens.Meer informatie: www.CEOB.nl (gratis aanmelden met codeceobactie2011)voor: onderbouwleerkrachten, pedagogisch medewerkers,schoolleiders en managersvan: OCGH Advies en OMJSwanneer: 8 februari 2012waar: conferentiehotel Willibrordhaege in Deurne (NB)wat: conferentieHet jonge kindMet een lezing en verschillende workshops waarbij de focusligt op het jonge kind in de leeftijd van 0-6 jaar. Een greep uitde onderwerpen: iPads en kleuters, ontdek de wiskunde-Aflap, onderzoekend gedrag bij jongens en meisjes, bouwhoek,buitenspelen, creatieve ontwikkeling met natuurlijke materialenen meer kansen met een rijke woordenschat. Ook is er eeninformatiemarkt. Inschrijven: www.inspiratiedagjongekind.nlboekbesprekingb e s ta a nde schoolgeb o u w engeschikt maken voor opvangDe groei van de kinderopvang doet een beroep opde flexibiliteit van bestaande schoolgebouwen. DeTU Delft deed hier onderzoek naar in opdracht vanhet Netwerkbureau Kinderopvang. De resultaten zijnvastgelegd in de uitgave ‘De transformatie van hetschoolgebouw’. tekst jan schraven, avsSchoolgebouwen moeten vaak (te) lang weerstand bieden aande tand des tijds. Het gaat niet alleen om normale slijtage,maar ook om nieuwe technische of onderwijskundige eisen,die aan het gebouw worden gesteld. De recente groei van dekinderopvang doet ook een beroep op de aanpasbaarheid van hetbestaande gebouwenbestand. Deze ontwikkeling vormde voorhet Netwerkbureau Kinderopvang aanleiding tot een uitgebreideanalyse van twintig schoolgebouwen, uitgevoerd door de TU Delft.De onderzoekers legden eerst een stevige theoretische basis,waarbij verschillende manieren van aanpassingen en gebouwtypologieënzijn onderscheiden. Zij keken hierbij verder dan de eisenvoor kinderopvang. Ook binnenklimaat, kleurgebruik, buitenruimte,economische afwegingen en de relatie met de omgevingzijn erbij betrokken. Hieruit rolde een reeks van adviezen en tipsdie zijn weergegeven in de publicatie. Een goed voorbeeld vanschoolgebouwen die zich relatief eenvoudig laten transformerenvoor meervoudig gebruik zijn de zogenaamde Openluchtscholen.Hier is gezocht naar een goede wisselwerking tussen binnen- enbuitenruimte. Dit levert een zekere overmaat, waarmee goed kanworden ingespeeld op veranderende situaties.De auteurs zijn erin geslaagd - naast architecten en andere bouwkundigonderlegde lezers - een breed lezerspubliek te bereiken,vooral door veel praktijkvoorbeelden voorzien van talloze illustraties.Lezenswaardig is ook de paragraaf over de geschiedenis vande scholenbouw in Nederland. Daaruit blijkt dat veel hedendaagseproblemen, zoals multifunctionaliteit en binnenklimaat, ookdecennia geleden al een uitdaging vormden.De verdienste van het boek is verder dat het aandacht vraagt voorde bestaande gebouwvoorraad. Studies en publicaties over scholenbouwgaan bijna altijd over nieuwbouwprojecten. Bestuurdersen directies van scholen, gemeentebestuurders en verantwoordelijkebeleidsmakers richten hun beschikbare capaciteit enmiddelen vaak ook te eenzijdig op nieuwbouw. Het boek is eenaantrekkelijke inspiratiebron om juist eens een creatieve blik tewerpen op bestaande (lees: ‘sleetse’) schoolgebouwen.De transformatie van het schoolgebouw,Sien van Dam, Susanne Komossa, LidwineSpoormans, uitgeverij THOT, Bussum,ISBN 978 90 6868 5817Alle eerder verschenen boekbesprekingenzijn terug te vinden op www.avs.nl/vereniging/publicatiesenproducten/kaderprimair/boekbesprekingen.kader primair december 201153


Met scholingscertificaatt.b.v. uw studiepunten2011-2012ProfessionaliseringfinancieelschoolmanagementBezuinigingen, onderwijsvernieuwingen en horizontale verantwoordingstellen nieuwe eisen aan de onderwijsmanager.Om bovenschools managers, schooldirecteuren, bestuurders,beleidsadviseurs en beleidsmedewerkers een handreiking te biedenbij het vormgeven van het financieel schoolmanagement organiseertComeet de leergang onderwijsfinanciën.In deze leergang worden alle facetten van het financieel management behandeld.De leergang bestaat uit 4 modules van elk 2 cursusdagen. U kunt per module inschrijven.Module 1: Elementaire financiële kennis2012: dinsdag 24 en woensdag 25 januari; Aristo Zalencentrum te EindhovenModule 2: Financiële kennis2012: donderdag 19 januari en vrijdag 20 januari; Grand hotel “Wientjes” te Zwolle2012: donderdag 15 maart en vrijdag 16 maart; Aristo Zalencentrum te EindhovenModule 3: Verdiepingscursus financiële kennis2012: dinsdag 17 januari en woensdag 18 januari; Zalencentrum NIMAC te Ede2012: dinsdag 13 maart en woensdag 14 maart; Grand hotel “Wientjes” te Zwolle2012: dinsdag 17 april en woensdag 18 april; Aristo Zalencentrum te EindhovenModule 4: Het maken van uw eigen financieel beleidsplan2012: donderdag 8 maart en vrijdag 9 maart; Zalencentrum NIMAC te Ede2012: donderdag 19 april en vrijdag 20 april; Grand hotel “Wientjes” te Zwolle2012: dinsdag 18 september en woensdag 19 september; Aristo Zalencentrum te EindhovenDe kosten van deelname aan deze tweedaagse modules zijn e 545,00(module 4 e 595,00 i.v.m. CD-rom) inclusief materialen, koffie/thee en lunch.Het aantal deelnemers bedraagt maximaal 30.Voor nadere informatie over deze cursussen verwijzen wij u naar onze website:www.comeet.nlVoor inschrijving en informatie kunt u zich wenden tot:Comeet, t.a.v. Els van den Heuvel,Postbus 7069, 3430 JB NieuwegeinTelefoon: 06-12509193E-mail: evandenheuvel@comeet.nlDe grote belangstellingnoopt ons tot inschrijvingin de volgorde vanbinnenkomst.www.comeet.nl54


Passend onderwijsUw zorgprofiel in kaart? Raadpleeg de AVS!Hoe ontwikkel ik een zorgprofiel en komen we tot eendekkend aanbod? Hoe vergroot ik de onderwijskwaliteit enpas ik mijn professionaliseringsbeleid daarop aan?Met de praktijksimulaties Kind op de Gang! ® (po) en Leerlingbij de Les! ® (vo) helpt de AVS u deze vragen te beantwoorden.Op school-, bestuurs- en samenwerkingsverbandniveau.Na afloop beschikt u over een actueel zorgprofiel, een planvan aanpak voor de ontwikkeling van nieuwe expertise en eenbasis voor het maken van beleidskeuzes.Al meer dan 2.700 teams binnen het po en vo en 60.000 leerkrachtenvolgden deze intensieve maatwerktraining.Meer informatie:www.kindopdegang.nl en www.leerlingbijdeles.nl Of mailnaar kindopdegang@avs.nl of leerlingbijdeles@avs.nl.De zorgprofielen zijn klaar. En dan? Hoe richt je desamenwerkingsverbanden nieuwe stijl in?Ook voor het vervolgtraject kunt u de AVS inschakelen. Heeft uvragen over hoe u met het zorgprofiel omgaat, wat uw rol isin de regio of het Samenwerkingsverband of hoe geldstromenlopen? De AVS kan u ondersteuning bieden en stelt ook eenOnderwijsZorg- en OntwikkelProfiel (OZOP) ter beschikking omde een brug te slaan tussen zorgprofielen en schoolontwikkeling(zie p. 21).Meer informatie: Michiel Wigman, m.wigman@avs.nlof ozop@avs.nlgoed onderwijs door visionair leiderschappostadres Postbus 1003 3500 BA Utrecht telefoon 030 2361010 fax030 2361036 e-mail info@avs.nl internet www.avs.nladvertentieSpiegelt u zich aan kwaliteit?Amstelwijs, stichting voor openbaar primair onderwijs, bestaande uit 12 scholen,waaronder 2 SBO, verzorgt met 350 personeelsleden het onderwijs aan ruim 3000leerlingen in Amstelveen en Ouderkerk a/d Amstel.Amstelwijs zoekt een daadkrachtig en verbindend leiderALGEMEEN DIRECTEUR / BEOOGD BESTUURDERVoor meer informatie kijk op www.amstelwijs.nl en www.osg.nl.Uitdagend genoeg? Wij ontvangen uw reactie graag voor5 januari 2012.Acquisitie wordt niet op prijs gesteld.kader primair december 201155


advertentieStichting Sint Josephscholen zoekteen daadkrachtige, ondernemende en inspirerende directeur m / v(wtf 0.8-1.0) voorbrede school Het KleurrijkThijmstraat 40C, 6531 CS NijmegenAlgemene informatieDe school maakt onderdeeluit van de Stichting SintJosephscholen. De stichting isgevestigd in Nijmegen en vormthet bevoegd gezag van 13 basisscholen.Met 3900 leerlingenen 370 personeelsleden staatde Stichting Sint Josephscholenvoor kwalitatief hoogstaandonderwijs.Onze professionele lerende organisatiestaat onder dagelijkseleiding van de directeur/bestuurderdie ondersteund wordt doorbeleidsmedewerkers van hetbestuursbureau. Er is een goedsamenwerkend directeurenberaad.De hoofdlijn van het beleidis professionalisering, onderwijsontwikkeling,kwaliteitsbeleiden versterking van de autonomievan de scholen. Bij onzestichting werken directeurendie inspirerend zijn, een positiefkritische houding en een gezondverantwoordelijkheidsgevoelhebben.Voor meer informatie kunt u terechtop www.josephscholen.nl.Samen met andere partnersvergroot brede school het Kleurrijkde ontwikkelingskansen vankinderen en ouders. Vanuit eenpositief pedagogisch klimaatinvesteert de brede school ineen gevarieerd aanbod van binnen-en buitschoolse activiteiten.Door een helder schoolbeleid,een enthousiast team, en eenrijk leeraanbod krijgen de kinderende mogelijkheid om eigencompetenties te ontdekken enverder te ontwikkelenDeze kleurrijke school heeft140 kinderen verdeeld over8 jaargroepen. Het team bestaatuit 18 personeelsledenwww.bshetkleurrijk.nlVoor deze functie zoeken wij iemand die:• aantoonbare ervaring heeft in het onderwijs en met het managenvan professionals;• een inspirerende onderwijskundig leider is die het nieuwe onderwijsconceptvan de school samen met het team verder weet uitte bouwen en te verdiepen;• de brede school samen met de andere deelnemende partnersvorm en inhoud weet te geven vanuit een gezamenlijk gedragenvisie;• het evenwicht bewaart tussen idealisme en realisme;• hart, oog en oor toont en daarmee een verbindende factor is tussende verschillende bevolkingsgroepen in de wijk en de school;• de kwaliteiten van de school naar buiten brengt en daarmeebouwt aan een positief imago voor de school;• helder, open, betrokken en respectvol communiceert met allegeledingen;• resultaatgericht en daadkrachtig is;• met collega directeuren op een collegiale wijze binnen de gegevenmanagementstructuur participeert in bovenschools overleg;• een managementopleiding voor schoolleiders heeft gevolgd ofbereid is deze te volgen;• de identiteitsnota van de Stichting Sint Josephscholen onderschrijften weet te vertalen naar de dagelijkse schoolpraktijk.Wij bieden:• een gedreven en enthousiast team;• ondersteuning bij de uitvoering van uw functie;• de mogelijkheid bij te dragen aan de bovenschoolse beleidsvoorbereiding;• een maximumsalaris schaal DB.Bij deze sollicitatieprocedure behoort een assessmentonderzoek tot de mogelijkheden.Voor nadere inlichtingen kan men zich wenden tot Mascha Mali – den Dulk, lid schoolmanagementteam(024-3551566) of tot de directeur/bestuurder van de Stichting SintJosephscholen, Rini Braat (024-3818283).Een schriftelijke sollicitatie, voorzien van een uitgebreid curriculum vitae, kan men vóór19 december 2011 richten aan de directeur/bestuurder van de Stichting Sint Josephscholen,R. Braat, Kelfkensbos 38, 6511 TB te Nijmegen of per e-mail: bestuur@josephscholen.nlDe 1e gespreksronde is gepland in week 2, 2012. De gesprekken vinden in de middag enavond plaats.Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.www.josephscholen.nl56


advertentie advertentiede avs zoekt op korte termijn:3 senior adviseursAllround, strategische bedrijfsvoeringen Passend onderwijsKijk voor meer informatie op www.avs.nl. De uitgebreide functieomschrijving is tevinden op www.selectionasart.nl. Belangstellenden voor deze functie(s) kunnen vialaatstgenoemde website solliciteren.‘t Eimink is onderdeel vangoed onderwijs door visionair leiderschappostadres Postbus 1003 3500 BA Utrecht telefoon 030 2361010 fax030 2361036 e-mail info@avs.nl internet www.avs.nlSamen sterk in ontwikkelingDe Dr. Schaepmanstichtingverzorgt het katholiekprimair onderwijs in de gemeenteHengelo. Onderde stichting ressorteren 10katholieke basisscholen en 1school voor speciaal basisonderwijs.Op 17 locatieszitten 4300 leerlingen. Bij destichting werken ruim 400personeelsleden.Het bestuur van de Dr. Schaepmanstichtingzoekt m.i.v. 1 oktober 2012 eenDIRECTEUR (wtf 0.8-1.0)voor RK basisschool ‘t Eiminkte Hengelo‘t Eimink heeft een enthousiast team,actieve ouders en 375 leerlingen.Geïnteresseerd?Op www.drschaepmanstichting.nl vindt u ons aanbod enonze verwachtingen. Uw brief met CV ontvangen wij graaguiterlijk 9 januari 2012.Samen sterk in ontwikkeling


Word nuvoordelig AVS-lidbetaal slechtsd 250 ipv d 510 !en kom met ruim 50% korting naar het congres!Als u nu lid wordt van de AVS betaalt u tot 1 augustus aanstaandeslechts 25 euro (voor het persoonlijk deel van de) contributie* enkunt u op 16 maart aanstaande voor de ledenprijs naar het AVScongres2012 ‘Lerend leiden, Leiden leren’ in het NBC in Nieuwegein.Leden betalen ruim 50 procent minder dan niet-leden! Daar bovenopgeldt een aantrekkelijke vroegboekkortingals congresdeelnemerszich vóór 8 februari aanstaande inschrijven.Dus: word AVS-lid en/of maak uw collega(‘s) voordelig lid en bezoek samenhet AVS-congres! Bovendien profiteert u ook nog eens van de oplopendekorting op uw eigen contributie bij het aanbrengen van een of meerdere leden.extra:masterclassesop 15 maartKijk voor het volledige congresprogramma in de bijgesloten brochure ofop www.avs.nl/congres2012 en meld u aan! Meer informatie over hetlidmaatschap: www.avs.nl/lidworden*Als u (minimaal) lid blijft tot 1 augustus 2013.goed onderwijs door visionair leiderschappostadres Postbus 1003 3500 BA Utrecht telefoon 030 2361010 fax030 2361036 e-mail info@avs.nl internet www.avs.nlDe Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) is de actieve belangen- en beroepsorganisatie voor alleleidinggevenden in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Voor meer dan 5.300 schoolleiders,bovenschools managers, adjunct-directeuren en locatieleiders verzorgen we belangenbehartiging,landelijke vertegenwoordiging, juridische hulp, beroepsondersteuning, scholing, collegialenetwerken en actueel en betrouwbaar vaknieuws.Goede scholen hebben altijd één ding gemeen: een goede leidinggevende.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!