Lawrie, T. A., Nardin, J. M., Kulier, R., & Boulvain, M. (2011). Techniques for the interruption of tubal patency forfemale sterilisation. Cochrane Database Syst.Rev., CD003034.Nardin, J. M., Kulier, R., Boulvain, M., & Peterson, H. B. (2002). Techniques for the interruption of tubal patencyfor female sterilisation. Cochrane Database Syst.Rev., CD003034.20
HOOFDSTUK 1AchtergrondinformatieInleidingIn 1972 werd in Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> eerste laparoscopische bipolaire coagulatie uitgevoerd. Devoor<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> laparoscopische techniek boven <strong>de</strong> meer invasieve technieken leid<strong>de</strong>n ertoe dat in 1973 <strong>de</strong> Hulka Clip ® en twee jaar later <strong>de</strong> Filshie Clip ® wer<strong>de</strong>n geïntroduceerd.Deze metho<strong>de</strong>n zijn door <strong>de</strong> Food and Drug Administration (FDA) toegelaten.Sinds <strong>de</strong> eerste hysteroscopische elektrocoagulatie in 1934 zijn diverse hysteroscopischesterilisatietechnieken beproefd. De Ovabloc ® metho<strong>de</strong> (1974) was als eerste re<strong>de</strong>lijksuccesvol, maar in <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten werd <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> door <strong>de</strong> FDA niet toegelaten,on<strong>de</strong>rmeer omdat <strong>de</strong> resultaten tegenvielen en <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> niet reversibel was, terwijl datoorspronkelijk beweerd werd. Twee an<strong>de</strong>re metho<strong>de</strong>n, Essure ® en Adiana ® , zijn inmid<strong>de</strong>lswel door <strong>de</strong> FDA goedgekeurd en geïntroduceerd in Europa in respectievelijk 2002 en 2009.In mei 2012, na het gereedkomen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze richtlijn is Adiana <strong>van</strong> <strong>de</strong> markt gehaald door <strong>de</strong>fabrikant in verband met hoge financiële claims ten gevolge <strong>van</strong> patentinbreuk.Epi<strong>de</strong>miologieWereldwijd zijn meer dan 180 miljoen <strong>vrouw</strong>en gesteriliseerd. Daarmee is het <strong>de</strong> meesttoegepaste vorm <strong>van</strong> anticonceptie. Ongeveer 75% <strong>van</strong> alle gesteriliseer<strong>de</strong> <strong>vrouw</strong>en leven inAzië (India en China). Daar wordt het grootste <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> sterilisaties abdominaaluitgevoerd, waar<strong>van</strong> ongeveer <strong>de</strong> helft tij<strong>de</strong>ns een sectio caesarea. De an<strong>de</strong>re helft, <strong>de</strong>zogenaam<strong>de</strong> intervalsterilisaties, vindt plaats met een minilaparotomie. Deze metho<strong>de</strong>, voorhet eerst beschreven door Uchida in 1961 gaat gepaard met een sneller herstel en betercosmetisch resultaat dan <strong>de</strong> laparotomie.(Uchida, 1975)Er zijn opvallen<strong>de</strong> culturele verschillen in het gebruik <strong>van</strong> sterilisatiemetho<strong>de</strong>n. In Ne<strong>de</strong>rlandlaten zich per jaar naar schatting 30.000 mannen en 10.000 <strong>vrouw</strong>en steriliseren (hetontbreekt aan een goed registratiesysteem en daarmee aan exacte data over sterilisatie). Invrijwel alle lan<strong>de</strong>n laten meer <strong>vrouw</strong>en dan mannen zich steriliseren (2012). In Frankrijk wassterilisatie <strong>van</strong> mannen en <strong>vrouw</strong>en tot het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze eeuw (2001) niet toegestaan enook nu nog laten weinig mannen in <strong>de</strong> mediterrane lan<strong>de</strong>n zich steriliseren (Van Lunsen e.a.,2005). In Ne<strong>de</strong>rland blijft het aantal sterilisaties bij mannen vrijwel gelijk. Bij <strong>vrouw</strong>endaarentegen is tussen 2003 en 2008 een daling in het aantal verrichte sterilisaties zichtbaar.21
- Page 5 and 6: Conclusies ........................
- Page 7 and 8: Onderbouwing en overwegingen ......
- Page 9 and 10: Gezien de risico’s van een laparo
- Page 11 and 12: Hysteroscopische sterilisaties moet
- Page 13 and 14: Afbakening en uitgangsvragenDe huid
- Page 15 and 16: In eerste instantie werd gezocht na
- Page 17 and 18: Tabel 2. Niveau van bewijskracht va
- Page 19: Implementatie en indicatorontwikkel
- Page 23 and 24: altijd werd aangenomen en dat de le
- Page 25 and 26: Peterson, H. B., Xia, Z., Hughes, J
- Page 27 and 28: Veiligheid2.1 Wat is meest optimale
- Page 29 and 30: Bipolaire coagulatie versus Filshie
- Page 31 and 32: hebben geantwoord, waarbij een succ
- Page 33 and 34: Klinische relevantie: kritiek / bel
- Page 35 and 36: Ringen 5,9 (3,3 - 8,5) 10,0 (6,4 -
- Page 37 and 38: Van alle in Nederland beschikbare s
- Page 39 and 40: LiteratuurAranda, C., Broutin, A.,
- Page 41 and 42: HOOFDSTUK 3Keuze van sterilisatieme
- Page 43 and 44: mislukken van de sterilisatie.In de
- Page 45 and 46: Uterus myomatosus en andere uterusa
- Page 47 and 48: Niveau 3En zijn aanwijzingen dat ee
- Page 49 and 50: HOOFDSTUK 4CounselingUitgangsvraag4
- Page 51 and 52: Kans op spijtDe meeste vrouwen neme
- Page 53 and 54: - Algemene voorgeschiedenis- Kans o
- Page 55 and 56: terwijl soms ook de hulp van een ma
- Page 57 and 58: een open verbinding - fistel - onts
- Page 59 and 60: Stel de zwangerschapstermijn vast e
- Page 61 and 62: HOOFDSTUK 6KwaliteitscriteriaUitgan
- Page 63 and 64: InleidingAls na een sterilisatie ee
- Page 65 and 66: BevestigingstestBij alle laparoscop
- Page 67 and 68: Bij analyse van zwangerschappen na
- Page 69 and 70: BIJLAGE 1 ZoekverantwoordingDeze ri
- Page 71 and 72:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 73 and 74:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 75 and 76:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 77 and 78:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 79 and 80:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 81 and 82:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 83 and 84:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 85 and 86:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 87 and 88:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 89 and 90:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 91 and 92:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 93 and 94:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 95 and 96:
ReferentieType studieKenmerken(stud
- Page 97 and 98:
ReferenceType studyCharacteristicsI
- Page 99 and 100:
ReferenceType studyCharacteristicsI
- Page 101 and 102:
ReferenceType studyCharacteristicsI
- Page 103 and 104:
ReferenceType studyCharacteristicsI
- Page 105 and 106:
ReferenceType studyCharacteristicsI
- Page 107 and 108:
ReferenceType studyCharacteristicsI
- Page 109 and 110:
ReferenceType studyCharacteristicsI
- Page 111 and 112:
ReferenceType studyCharacteristicsI
- Page 113 and 114:
ReferenceType studyCharacteristicsI
- Page 115 and 116:
ReferenceType studyCharacteristicsI
- Page 117 and 118:
* Uitkomst: de uitkomst en gebruikt
- Page 119 and 120:
119
- Page 121 and 122:
121