17.07.2015 Views

Gouda Waterstad - watererfgoed.nl

Gouda Waterstad - watererfgoed.nl

Gouda Waterstad - watererfgoed.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

VOORWOORD<strong>Gouda</strong> ligt als een parel in het Hartvan Holland, omgeven door water,water en nog eens water, maargebouwd door mensenhanden.De Stad is gebouwd “op dik water”zoals vele Gouwenaars zeggen.Er is door vele eeuwen heengezwoegd om het hoofd letterlijkboven het water en het veen tehouden.Het is steeds weer gelukt om<strong>Gouda</strong> op de kaart te zetten enandere steden rekening te latenhouden met de centrale positie van<strong>Gouda</strong>. Dit was vroeger zo, maarook nu nog steeds ligt <strong>Gouda</strong>centraal in de Randstad en komener vele wegen samen. Deinfrastructuur, de economie encultuur zijn belangrijk, maar vooralde ontmoeting van mensen metmensen uit alle windstreken diekortere of langere tijd of voor altijdhier blijven.Niet voor niets wordt <strong>Gouda</strong> welgezien als de stad van Erasmus enCoornhert, de stad van verdraagzaamheid,waar mensen zowel methun geest als met hun handendaadwerkelijk aan <strong>Gouda</strong> bouwenen hebben gebouwd.In dit boekje staat 20 jaarMuseumhaven <strong>Gouda</strong> centraal.Het roept herinneringen op aande historische bedrijfsvaartuigenen de beroepsvaart, die de stadzoveel welvaart brachten.Ook nu blijkt dat de geest vanweleer nog steeds in onze stadrondwaart: samen zaken ontwikkelen,samen waardevolle zakenbewaren en restaureren, samende handen in één slaan zowelprofessionals als vele, velevrijwilligers die gezame<strong>nl</strong>ijk hethart van <strong>Gouda</strong> zijn. <strong>Gouda</strong> blijfteen sociale stad, waar ieder trotsop kan zijn en waarin debewoners gelukkig kunnen zijn.De samenstellers van dit boekwens ik veel inspiratie om door tegaan en anderen te inspireren omzich ook in te zetten voor <strong>Gouda</strong>,de Parel in het hart van deRandstad.Joh. D. van DijkOud lid van de Gemeenteraadvan <strong>Gouda</strong>Oud lid van de Provinciale Statenvan Zuid-Holland2


Hoofdstuk 1De historische dagTrots staat Jack Brown aan de helmstok van zijn tjalk. Irma, zijnvrouw, heeft koffie geschonken. De luiken zijn gesloten, want aan dekzijn twee wethouders van <strong>Gouda</strong>, Jan Potharst en Adrie Melaard tegast. Enkele bevriende schippers en bestuursleden van hetBinnenhavenmuseum varen mee.Het is 5 april 1991: De haven voor historische schepen is een feitJare<strong>nl</strong>ange voorbereiding endiscussie gingen eraan vooraf.Burgemeester en Wethouders van<strong>Gouda</strong> hebben ‘ja’ gezegd, duskomt er een haven voor historischeschepen in de zwaaikom bij deMallegatsluis. Daar, aan de Bogen,worden ligplaatsen gemaakt voorhistorische bedrijfsvaartuigen. Er isook plaats voor een bescheidenrestauratiewerf. Een aanwinst voor<strong>Gouda</strong>. De omwonenden vanTurfsingel en Bogen kunnen overenkele jaren een unieke collectieschepen bewonderen.De Hoop 1991 aan De BogenJack is trots. Zijn schip, De Hoop,vaart als eerste de nieuwehistorische haven binnen. Hij kentzijn rol: hij laat zien hoe mooi zijnschip is.3Een echt historisch bedrijfsvaartuig,een Friese Tjalk, in 1909gebouwd op een werf in Makkum.De eerste jaren vervoerde het uienen penen, later zand en grind. In1986 komt het in particulierehanden. Brown kocht het in 1990en restaureerde het samen metzijn vrouw.Friese Tjalk als eersteHij laat zien hoe goed eenhistorisch schip past in dezeomgeving en hoe de omgevingmooier wordt door zo’n vaartuig.Vanaf de wal zien genodigden hoehet unieke historische schip deBogen nadert met de wind op kopen varend op de motor. Nogenkele luide klappen van deKromhout en De Hoop meertgeruisloos af aan de Bogen.Een droom gaat in vervulling voorde vrijwilligers van de werkgroep<strong>Gouda</strong> Havenstad en dewerkgroep BinnenhavenmuseumTurfsingel.Het eerste historische bedrijfsvaartuigis in <strong>Gouda</strong> de nieuwehaven voor historische schepenbinnengevaren


Groninger tjalk in Fries landschap4


Hoofdstuk 2Oude HavensRond 1200 ontstaan dorpen en steden langs de rivieroevers. Daarkomen ook de eerste markten. Naar de markt gaan in deMiddeleeuwen betekent handelen op en nabij het water. Daar wordtvracht gelost en per schip naar verderop gelegen steden en dorpenvervoerd. En waar veel schepen komen ontstaan ook havensAl duizenden jaren vóór onzejaartelling gebruikten bewoners inNederland de kano als vervoermiddel.Het grootste deel van hetland bestond uit moerassige grond,doorsneden met grote en kleinererivieren. Wegen waren ernauwelijks.Aan het begin van onze jaartellingvervoerden schepen voedsel enbouwmaterialen. Uit die tijd zijndaarvan ook enkele Romeinseschepen teruggevonden.Handel drijven aan water vraagtom vaarwegen en havensDe eerste havens ontstaan dooraan- en afvoer van de handelswarenwaren met schepen. En dedoorvoer naar verderop gelegensteden en dorpen zorgt voor hetontstaan van kleine handelscentraaan het water.Dat gebeurt vooral op plaatsenwaar schepen goed kunnenafmeren, zoals in een deel vaneen gracht. Soms wordt eengeschikte plek uitgegraven. Dezehandelscentra legden de basisvoor het ontstaan van echtehavens.HavenkwartierenDe groeiende havenactiviteitentrokken middenstanders endetaillisten aan. Zij vestigden zichin de buurt van de haven, evenalstoeleveranciers en ambachtslieden.De omgeving begon bij dehaven te horen en zo kreeg hetbegrip haven een nieuwe inhoud:water en kades, maar ook metaangrenzende huizen enbedrijven. Daar heerste grotebedrijvigheid. Men noemde dieomgeving ook wel Het Havenkwartier.Medio 20 ste eeuw ontstondenindustrieën. Kleinere havenswerden uitgebreid en zo nodigwerden nieuwe, veel grotere endiepere havens aangelegd.5


dweilen waren mijn werk vanalledag. Tijdens het laden e<strong>nl</strong>ossen kon je als scheepsjongennog wel eens vrij krijgen. Danmaakte ik een uitstapje in deomgeving. Er ging dan eenwereld voor mij open: De Kade!Toegang Haven <strong>Gouda</strong>Elke haven had eigen, bijzondereen plaatsgebonden eigenschappen,maar allen kenmerkten zich doordrukte, grote bedrijvigheid engezelligheid.Een van die havens enhavenkwartieren ontstond in <strong>Gouda</strong>,daar waar de rivieren deHollandsche IJssel en de Gouweelkaar ontmoettenHerinneringen van eenscheepsjongenHeddo Rentinck was ooitscheepsjongen. Nu is hij gepensioneerd.Hij herinnert zich de sfeerrondom de kade van een oudhavenstadje in 1960 nog goed:‘De schipper moest ervoor zorgendat het schip, na aankomst, zo snelmogelijk gelost werd. Dan moesthet schip nieuwe lading innemen.Het was belangrijk zo kort mogelijkin de haven te verblijven. Dan wasje minder havengeld aan dehavenmeester verschuldigd. Dehavenmeester hield toezicht op eenordelijk verloop van de zaken in dehaven.Als scheepsjongen had ik weinig temaken met de lading. Schrobben enKlapperende zeilen, spetterenderiemen, gefluit vanstoomschepenEen woud van masten. Schepentwee tot vier rijen dik naastelkaar, van allerlei tonnages,wachtend op vracht of een tekendat ze geschut mochten worden.Ik keek er met grote ogen naaren met diep ontzag. Ik verbaasdeme over zoveel druktetegelijkertijd.De schepen gaven geur, kleur engeluid aan de haven.Klapperende zeilen, spetterenderiemen, gefluit van stoomschepen,geschreeuw vanschippers en sjouwers en vooralde geuren van lijnolie en teerbepaalden de sfeer. Het gekrioelwas niet van de lucht. Overalliepen bonkige kerels te sjouwenmet karren en te sjorren aantouwen. Bevelen vlogen me omde oren zonder dat mij debetekenis duidelijk was.Die mannen met bovenarmen alsboomstammen rolden manshogetonnen over de kade en dedekken van de schepen. Ik vroegme steeds weer af wat er in dietonnen zat. Alles moest met dehand worden voortbewogen.6


Als het handwerk was verrichtnamen takels, lieren, gieken engaffels de spierkracht van mannenover. De molenaars werden om delading gestropt. Daarna werden zevia kabels over de soms vierwielsblokken gemanipuleerd. Ze werdenin grote karren geladen met stevigewerkpaarden ervoor.Ook dat vereiste behoorlijk watkracht. Het zweet gutste van degezichten. Maar ze lieten zich nietkennen.Onverstoorbaar gingen ze verdermet hun zware arbeid onderleiding van een opperheiser. Erleek zelfs een systeem in tezitten. Het had allemaal maar ééndoel: zorgen dat het schip zo snelmogelijk geladen of gelost werd.Als ik eraan terug denk ben iknog diep onder de indruk van diekrachtpatserij op de Kade.-0-7


Hoofdstuk 3MuseumhavensEen Museumhaven, wat is dat precies? Zijn er alleen Nederlandseschepen te zien? En wat is het verschil met een historische haven?Een museum beheert enonderhoudt historisch waardevolleen interessante zaken. Meestalworden ze ook in een musealeopstelling aan het publiek getoond.Een haven is, volgens hetwoordenboek Van Dale, een ‘totligplaats voor schepen geschikt,natuurlijk waterbekken aan de zeeof aan de oever van een rivier ofmeer, dat beschutting biedt tegenwind en golven’.Er is geen eenduidige definitie ofalgemeen erkende omschrijving vanwat een museumhaven is. Naasthet begrip museumhaven zien weook regelmatig het begriphistorische haven.Beheerders van de havens kiezenvoor een van beide begrippen alnaar gelang de accenten die zijwillen leggen. In 2010 ontstaat weereen nieuw begrip ‘Historischestadshavens’. <strong>Gouda</strong> ontwikkeldeeen historische haven en beslootdie naderhand als museumhavente benoemen.Schepen in de Museumhavensen Historische havens.Om in een museumhaven temogen liggen, moetenhistorische bedrijfsvaartuigenaan enkele eisen voldoen:- ze zijn op Nederlands waterbedrijfsmatig gebruikt- het oorspronkelijke karakter isoverwegend bewaard gebleven- de schepen zijn ouder dan 50jaar- ze zijn als scheepstypeinteressant en waardevol.De toelatingseisen zijn vaakgebaseerd op het register bij deFederatie Oud NederlandseVaartuigen (FONV)Museumhavens in NederlandIn de jaren ’80 van de vorigeeeuw richtten enkele gemeenten,vaak op initiatief van particulieren,hun oude havens in metligplaatsen voor historischeschepen. Schepen konden daarook gerestaureerd worden.8


Daarna volgden vaak initiatieven omdeze oude havens te gebruiken alsmuseumhaven. Hier kwame<strong>nl</strong>igplaatsen voor een collectiemuseale schepen. Rotterdam kreegin 1983 als eerste een museumhaven.Leiden volgde in 1984,Amsterdam in 1985. De vierdemuseumhaven kwam in 1990 in<strong>Gouda</strong>.Andere Museumhavens zijn tevinden in Den Helder, Goes,Groningen, Krimpen aan de Lek,Leeuwarden, Maassluis, TilburgNieuwegein, Tilburg, Vreeswijk,Woudrichem, Zierikzee en Zutphen.Soms zegt men: er is maar éénmuseumhaven, dat is de hal van hetZuiderzeemuseum in Enkhuizen.Historische havens bevinden zichonder meer in Dordrecht, Hoorn,Naarden, Rotterdam, Schiedam,Vlaardingen en Utrecht.Museumhaven <strong>Gouda</strong>In 1990 ontstond de HistorischeHaven <strong>Gouda</strong>. Personen enparticuliere instellingen vroegenaandacht voor de historischebetekenis van <strong>Gouda</strong> als water- enhavenstad. Omdat er een band wasmet een oude haven in debinnenstad van <strong>Gouda</strong> werdgekozen voor de naam Binnenhavenmuseum.Vanaf 1995 ontstaatde verkorte naam: Museumhaven<strong>Gouda</strong>Mooi om te zienEen museumhaven is mooi om tezien. De eigenaren zelf koesterenhun bedrijfsvaartuigen.Kenners en bezoekers uit binnenenbuite<strong>nl</strong>and zijn onder de indrukvan de museale schepen,bewonderen ze en genietenervan.Elke deuk heeft een verhaalAlle schepen dragen de sporenvan hun oude gebruik en hunscheepseigen geschiedenis. Elkedeuk heeft een verhaal. En elkeschipper kan het verhaal van zijnschip vertellen. In de museumhavensliggen zeer uitee<strong>nl</strong>opendetypen bedrijfsvaartuigen. Demeeste zijn van ijzer. Houtenvaartuigen zijn er nog sporadisch.Voor ingewijden en scheepskennerszijn de meeste schepenherkenbaar als historisch bedrijfsvaartuig.Veel van deze schependienen nu als woonschip.Sommigen zijn (bijna) vollediggerestaureerd naar een tijdsbepalendbeeld uit de bedrijfsmatigegeschiedenis van hetschip.9


Vaak is dat een beeld van ruimvijftig jaar geleden. Zij verzorgdentoen meestal vracht. Ook voeren zein de beurtvaart, waarbij lossegoederen volgens een dienstregelinglangs een vast aantalhavens werden vervoerd.WervenDe restauratie kost energie enveel vrije tijd en is ook eenkostbare zaak.De meeste scheepseigenarenhebben een baan of zijnzelfstandige ondernemer enrestaureren hun schip in hun vrijeuren.In een museumhaven liggenschepen met sporen van deberoepsvaart en de gezinnen dieaan boord leefden. De schepen zijnvaak gebouwd op kleine werven.Boerenwerven soms, zoals in Briltil(Groningen) of op een van de 400andere werven in het HogeNoorden. Beroemde werven lagenin Zuid- Holland langs de IJssel ende Oude Rijn, of langs de Maas ende Merwede, maar ook in hetGroene Hart in Zoeterwoude of inhet Westland.ScheepsrestauratieHet is interessant en somsspectaculair om de restauratie vanschepen te zien. Dit gaat metbehulp van oude technieken, zoalsklinken en lassen.De schipper restaureert aan dehand van de scheepseigengeschiedenis en bestaandescheepsdocumenten.Hij kan er weer een nieuw plaatjevan maken zonder het historischekarakter en het eigene van hetverleden van casco, opbouw entuigage aan te tasten.Hoe pakken de eigenaren zo’nrestauratie aan? Velen zijnafhankelijk van opgedaneervaringen met ‘zware’restauraties. Ze combineren goedgedocumenteerde scheepsbeschrijvingenmet de kennis van deleden van dezelfde vereniging ofde kennis van eigenaren metdezelfde schepen, die net weereen beetje verder zijn metonderzoeken, restauratie ofherstel. Ze lezen er boeken overof kijken naar andere historischeschepen.10


Cursussen scheepsrestauratie vanijzeren schepen zijn er nog niet.Eigenaren van schepen restaurerennaar eigen vermogen. Er zijn ookgeen toezichthouders. Wel kent eenmuseumhaven toelatingseisen, diemede bepalend zijn voor derestauratie. Ook is er vaak vanuit dehaven voortgangscontrole bij derestauratiewerkzaamheden.ScheepshistorieVeel oude vrachtschepen zijn eeneeuw oud, tientallen zelfs ouder.Daarom is het belangrijk dateigenaren de kennis van hun schipschriftelijk vastleggen. Veelgegevens worden verkregen vanoud opvarenden of oud eigenarenof van hun familieleden. Zoontstaat een beschrijving van hetschip met de geschiedenis ervan,maar ook met gegevens overeerder gevaren transportroutes ende ladingen die het vervoerde.Register voor varen demonumentenEr bestaan geen landelijkenormen voor toelating vanschepen in Museumhavens. Welbestaat er een register alsreferentiekader.Dit Nationaal Register VarendeMonumenten is door particulierenopgezet. In 1995 is het in<strong>Gouda</strong> ingesteld door deStaatssecretaris van Onderwijs,Cultuur en Wetenschappen. Heteerste schip dat werdingeschreven was Klipperaak deGoede Verwachting van defamilie Oostland. De sectieVarende Monumenten van deFONV beheert dit Register.Het register telt ruim 2.500schepen. Een bron van kennisvan historische bedrijfsvaartuigen.Het register krijgt steedsmeer aandacht van de landelijkeoverheid. Terecht, want dewaardering voor het behoud vanschepen op en in het watergroeit.BehoudsverenigingenSinds 1984 bestaat de LandelijkeVereniging tot Behoud van hetHistorisch Bedrijfsvaartuig,LVBHB (voorheen LVBZB)11


Samen met de LVBHB maken nogenkele behoudsorganisaties zichsterk voor de eigen doelgroep.Bijvoorbeeld: de VerenigingBotterbehoud (VBB), de Stichtingtot Behoud van AuthentiekeStoomvaartuigen en Motorsleepboten(BASM), de Vereniging DeMotorsleepboot (VDMS) en deVereniging Behoud Zalmschouwen(VBZ).12


Hoofdstuk 4Historische bedrijfsvaartuigenTjalken, klippers, steilstevens ……… in de Museumhaven zijn veelhistorische vaartuigen te zien. Wat voor scheepstypen bestaan ereige<strong>nl</strong>ijk? En sinds wanneer varen ze in Nederland?Vanaf de vroegste tijden kentNederland vervoer over water. Eerstvaren mensen in kleinere vaartuigen.Die dienden onder meer voor devisserij en het snijden van riet. Ooklandbouwproducten, personen envee werden over water vervoerd.Toen de handel opkwam werden deschepen groter. Grote rivieren zoalsde Rijn en Maas werden hoofdverkeerswegenvoor kooplieden enschippers. In 1200 kende ons land albinne<strong>nl</strong>andse beroepsvaart metkleinere schepen. In de kustvaartwerden alleen grotere schepengebruikt.De vracht bestond vaak uit landbouwproducten,zand, hout en turf.Het waren veelal zeilschepen. Destoommachine en dieselmotorwaren nog niet uitgevonden.Tot het begin van de twintigsteeeuw bleef zeilvaart degoedkoopste manier om goederen,vee en personen te vervoeren.Afhankelijk zijn van de windMeren, kanalen en riviertjes warenrond 1300 meestal ondiep.Binnenschepen hadden daaromweinig diepgang. Hun beperktelengte en breedte had alles te makenmet de vracht, de smalle sluizen,lage bruggen en scherpe bochten inhet vaarwater. Diverse soortenvrachtschepen werden ontwikkeld.Dat was soms lastig; afhankelijkzijn van de wind. Was er weinig ofongunstige wind, dan trokkenmensen of paarden het schip.‘Jagen’ wordt dat genoemd.Ook werden schepen soms voortgeboomd met een lange paal ofboom.13


Varen met motorRond 1920 deed de dieselmotor zijnintrede. Dat bleek een oplossing voorde beperkingen van de zeilvaart.Maar een motor in het ruim kosttewel veel laadruimte in de toch alkleine schepen. En minder vrachtleverde minder inkomsten op.Daarom kozen veel schippersaanvankelijk voor een hulpmotor inde vorm van een zijschroef, de‘lamme arm’. Dat was een lange asmet schroef die aan de zijkant vanhet schip in het water werd gelaten.Ook gebruikten ze een ‘opduwertje’,een klein bootje met sterke motorlangszij, of op de kont van het schip.De ‘lamme arm’ van de FrieslandScheepstypenIn de museumhavens zijn prachtigehistorische schepen te zien. Wegeven een summier overzicht vanscheepstypen. Voor die typologie isde vorm van de stevens (het voor- enachtereinde van een scheepsromp)bepalend.Globaal zijn de kenmerken van deverschillende scheepstypen:- Aken, tjalken en klippers zijn(zeilende) bedrijfsvaartuigen.- Aken zijn steve<strong>nl</strong>oze schepen. Zezijn van voren wat rond en robuust.- Tjalken hebben een ronde steven- Klippers hebben een holle overhangendesteven. Het zijn redelijksnelle zeilers. Ze hebben eenvooruitstekende, holle voorstevenen een sterk ‘gepiekt’ achterschip.Ze kunnen minder vracht vervoerendan de aken. Daarom heten ze ookwel ‘vrachtschepen voor de rijken’.- Steilstevens hebben een rechtevoorsteven, maar een achterschip vaneen aak. Door de lichte bouw kan desteilsteven tot 20 ton meer ladingmeenemen dan een vergelijkbareLuxeMotor. Erg geschikt dus voor hetvaren in de veenkoloniën. Het roerheeft dezelfde vorm als dat van eentjalk. Vrij veel steilstevens zijn lateromgebouwd tot motorschip.- Motorschepen werden vanaf hetbegin van de twintigste eeuwgebouwd. De beurtmotor heeft geenverhoogd achterdek, de LuxeMotorwel.- Tot slot de sleepboten en opduwers,die dienden om bijvoorbeeld schepenzonder motor te verplaatsen.De stoomsleepboten werden ook wel‘ijzeren paarden’ genoemd. Evenalsde opduwers horen zij bij de historievan de vrachtvaart en zullen daaromin veel museumhavens niet ontbreken.14


Varende monumentenSinds 1 januari 1989 bestaat denieuwe Monumentenwet. Velehistorische schepen vallen er onderen worden daarom vanaf 1990varende monumenten genoemd. Zijmaken nu deel uit van hetNederlands cultureel varend erfgoed.Dit betekent dat onderkend wordtwelk belangrijk aandeel zij gehadhebben in onze cultuurhistorie.<strong>Gouda</strong> was de eerste gemeente dieeen schip op de eigen gemeentelijkemonumente<strong>nl</strong>ijst zette Het is deVredebest, een oude boeieraak uit1883.De Vredebest kreeg enkele jare<strong>nl</strong>igplaats in de Museumhaven <strong>Gouda</strong>.Thans staat het niet meer op degemeentelijke monumente<strong>nl</strong>ijst.VredebestUnieke vaartuigen behoudenTegen het einde van de vorige eeuwvond men het jammer dat detraditionele zeilvaartuigen begonnente verdwijnen. Die hadden eenseen unieke rol gespeeld op derivieren, kanalen en binnenwaterenvan Holland. Op bijna alle oudeschilderijen die iets met het watergemeen hebben, komen zij voor.Ze konden in het begin van devorige eeuw niet meer concurrerenmet gemotoriseerde schepen. Zewaren te klein en te langzaam. Zijwerden daarop afgedankt en lagenher en der weg te rotten.Sommigen werden gered enkregen een nieuw leven alsdrijvende woningen. Maar velewerden eenvoudig gesloopt.Gelukkig waren er mensen dieinzagen dat een uniek stukgeschiedenis van de binnenvaartin Holland aan het verdwijnen was.Met veel enthousiasme endoorzettingsvermogen begonnenzij de oude bedrijfsvaartuigen weerop te bouwen. Anderen kochten deschepen op en verbouwden die totwoonboot.Aanvankelijk werden de nieuweeigenaren en hun schepenargwanend bekeken. Vooralhavenautoriteiten wilden deze‘oude rommel’ niet in hun haven.Later zagen ook provincies engemeenten in dat deze historischevaartuigen behouden moestenworden en niet mochtenverdwijnen en dat er ligplaatsen envaarmogelijkheden moestenkomen en daarnaast faciliteiten omde schepen te kunnen restaureren.15


Hoofdstuk 5<strong>Gouda</strong> HavenstadHoe ontstaat een haven? <strong>Gouda</strong> is daar een mooi voorbeeld van. Daarwaar de Hollandsche IJssel en de Gouwe samenvloeiden, ontstondhonderden jaren geleden het plaatsje <strong>Gouda</strong>. In 1244 wordt vanaf<strong>Gouda</strong> een kanaal gegraven, dat via Boskoop naar de Oude Rijn loopt.Zo ontstond een verbinding met de Zuiderzee en van daaruit ook metNoord-Duitse havens. <strong>Gouda</strong> ontwikkelde zich al snel tot eenbloeiende havenstad, bekend om de handel in vis, kaas en paarden.Door de gunstige omgeving van<strong>Gouda</strong> deden de inwoners vanaf1200 veel aan turfwinning. Ook werdhennep vervaardigd en verwerkt.Daarnaast bloeide de visserij op.Tussen 1300 en 1500 groeide ookhet aantal steenbakkerijen in en rond<strong>Gouda</strong>.Op de hoek van de Westhaven en deHoge Gouwe ontwikkelde zich hetoudste deel van de stad, die in 1272stadsrechten kreeg. Een eigenhandelscentrum ontstond. De oudstemarkt dateert van 1295 en trok vanheinde en verre mensen omproducten in en van de havenstad tekopen. De handel in kaas enpaarden was zelfs tot over delandsgrenzen bekend.Route van de handelswarenVia de Hollandsche IJssel vondenhandelswaren hun weg naar<strong>Gouda</strong>. Sommige schepen warente groot om verderop de Gouwe tebevaren. Daarom gingen velegoederen al in de haven van<strong>Gouda</strong> van boord. Daar worden zevervoerd naar opslagplaatsen of inkleinere schepen overgeladen.Deze brengen de goederendaarna verder. <strong>Gouda</strong> krijgt zo ookeen overslaghaven.Rondom de haven bloeit de handelop. Vooral tussen 1450 en 1500ging het in <strong>Gouda</strong> goed met dehandel. Schepen voeren af enaan. Steeds meer koopliedenbezoeken de stad.16


De Oosthaven, Westhaven, Spieringstraaten Peperstraat, die grenzenaan de haven, vormen dehandelskern van de stad.De straatnamen uit deze buurt: DeTurfmarkt, Komijnsteeg, Peperstraaten de Vismarkt herinneren aan dehandelswaar van die tijd.Ruim twee miljoen liter bierInwoners van <strong>Gouda</strong> hielden vanbier. De 9.000 stedelingen betrokkenrond 1500 van de Goudsebierbrouwerijen ruim twee miljoe<strong>nl</strong>iter bier. Daarnaast werd nog eenszo’n vijftien miljoen liter geëxporteerd.Niet dat de stadsbewonerszulke drinkers waren, maar hetdrinken van bier was veiliger engezonder dan het drinken van wateruit de grachten.Een drukke havenDe haven van <strong>Gouda</strong> trok steedsmeer bijkomende activiteiten aan.Ter hoogte van het CatharinaGasthuis stond ooit een grotehavenkraan voor laden en lossen enom de mast uit de schepen te tillen.De route richting Amsterdam kendenamelijk veel lage bruggen, waarhoge schepen, of schepen metstaande mast, niet onderdoorkonden. De duizenden schepen diede binnenstad passeren zorgen voorveel werkgelegenheid. Vooral demiddenstad profiteert hiervan. Deschepen legden in de stad eendrukke route af. Vanaf de HollandseIJssel voeren schippers de stad invia de havenmond naast het Tolhuis,Ze passeerden de Haven, voerendoor de Donkere Sluis om daarnavia het Amsterdams Verlaat deGouwe op te varen.De schepen hadden meestal eenplatte bodem en maar één mast.Van zwaarden had men nog nooitgehoord.De overslaghaven is hetcentrum van handel ennijverheidDe haven in <strong>Gouda</strong> was tot in delate middeleeuwen het centrumvan handel en nijverheid.Vanouds hadden veel schepen<strong>Gouda</strong> als eindbestemming. Zevervoerden enorme hoeveelhedengrondstoffen aan, die deGoudse industrie dagelijks nodighad: gerst turf en hop voor debierbrouwers, wol en verfstoffenvoor de lakenbereiders, hennepen vlas voor de touwslagers engarenspinners, kleiaarde en turfvoor de pottenbakkers enpijpenmakers. De schippershaalden in <strong>Gouda</strong> bier en lakens,touw, pijpen en aardewerk om dienaar alle windstreken tevervoeren. De meeste schepenmeerden af bij de Veerstal oflegden aan bij de kraan die aanhet begin van de Haven stond.Daar werden ze opgewacht door‘ijkerschippers’ die de vrachtoverlaadden in hun kleine, platteschuiten zonder mast, om dieverder te vervoeren over destadsgrachten. Manden- enzakkendragers losten de schepenen vervoerden de goederen opdoor paarden getrokken sleetjes,17


in karren of op hun rug naar depakhuizen, de klanten of naar deWaag.Schippers gebruikten hun verblijf inde haven om materialen voor dereis in te slaan. Een sterke tros, eensoepele lijn en een zeil koniedereen wel gebruiken. Ook warengeregeld reparaties aan de schepennodig. De houten schepen van toenwaren lang niet zo sterk als demoderne schepen van nu.Schippers en handelaren zorgdenvoor veel drukte en bedrijvigheid inde haven. Daarnaast bezorgen zeook werk aan touwslagers,zeilmakers, smeden, schilders enscheepstimmerlieden. Bakkers,brouwers en andere detailhandelarendeden goede zaken.Boeren uit de omgeving zorgdenvoor aanvoer van graan, vlees,boter, kaar en eieren. Nieuweproducten als aardewerk en deGoudse stenen pijpen zorgden dat<strong>Gouda</strong> nog meer naam maakte alsmarkt- en industriecentrum.Er heerste grote welvaart in de stad.Dat was ook te zien aan hetStadhuis en de Sint-Janskerk, die indeze tijd in <strong>Gouda</strong> gebouwd zijn.De stad groeit uit tot één van de zesgrote steden van ons land. Een stadmet allure, waar regenten een eigenstadsjacht bezaten om de Staten-Generaal van Holland en belangrijkeandere steden te bezoeken.Schepen komen en gaanEen nieuwe sector kwam op. Doorhet vele vrachtvervoer ontwikkeldezich een scheepvaartindustrie. Aanhet begin van de zeventiendeeeuw telde <strong>Gouda</strong> maar liefst 10werven.In zijn boek ‘De ontdekking vanNederland’ beschrijft G.C. Daviesin 1886 hoe hij van Boskoop naar<strong>Gouda</strong> voer:‘We stoomden (na Waddinxveen)verder over deze gladde vaart,waarbij we hoog uitstaken bovenhet vruchtbare land. Op dezeheerlijke dag zagen westoomboten, sleepboten, tjalken,schuiten en tweemasters. Terhoogte van <strong>Gouda</strong> had het kanaalveel scherpe bochten. En bovenop het jaagpad stonden palenvoor de treklijnen, waarvan dekatrollen helemaal uitgesletenwaren door de wrijving van detouwen. Bij de spoorbrug van<strong>Gouda</strong> moesten we samen meteen paar stoomschepen enzeilschepen enige tijd wachten,voordat deze open ging. DeAtalanta lag klem tussen tweestoomboten.Om te voorkomen dat mijn jolletjeverpletterd zou worden door deschepen die achterop voeren,kwamen we op het lumineuzeidee om de jol aan boord tenemen. Het verkeer is opbewonderenswaardige wijzegeregeld, want anders zouden ervoortdurende blokkades ontstaan.18


Vanaf de spoorbrug van <strong>Gouda</strong>maakt het kanaal een scherpebocht. ‘Kijk eens hoe mooi het is!’Het was inderdaad mooi, pittoresken tegelijkertijd vreemd, ouderwetsen buite<strong>nl</strong>ands. Alle adjectieven bijelkaar zijn niet voldoende om derealistische impressie te geven dieik zou willen geven.Er was een grote binnenhaven volmet schepen, die allemaal op hunbeurt wachtten om door de sluis tegaan. Toen we de sluisgepasseerd waren, kwamen we opeen snelstromende rivier, deIJssel.’- 0 –Palingen in de Peperstraat<strong>Gouda</strong> had veel vissersfamilies. Zijvisten in de stadsgrachten, maarook op de IJssel en op zee. Als menin <strong>Gouda</strong> rondwandelt, vindt mennog vele gevelstenen metafbeeldingen van oude vissersschepen,die herinneren aan dietijd. De vissers vingen zalm, steur,schelvis, snoek, karper, wijting,haring en paling.De paling kwam uit destadsgrachten, de zalm en steur uitde IJssel. Elk jaar werd de Peperstraatverhuurd voor depalingvisserij. In 1588 verschenende Visbanken aan de Gouwe.Daar verkochten de vissers hunvis.GevelsteenIn de eerste helft van de vijftiendeeeuw voeren Goudse schippersop verschillende steden in deLage Landen. Daarnaast was devaart op Engeland, Hamburg, hetOostzeegebied, Frankrijk envooral Antwerpen belangrijk. In1400 telde de stad niet minderdan 24 zeewaardige schepen.Enkele eeuwen later leverde<strong>Gouda</strong> veel opvarenden aan deVOC. Een herinnering daaraan ishet Admiraalshuis op deTurfmarkt 142. Het werd in dezeventiende en achttiende eeuwbewoond door admiraals, zoalsJohan de Haen en Roemer Vlacq.De Haen voer destijds ondercommando van Michiel de Ruyter.Vlacq was honderd jaar later eenvan de rijkste Gouwenaars.19


‘Inboorlingen’ van <strong>Gouda</strong>Ooit gehoord van de gebroeders DeHoutman? Zij waren de bekendsteVOC-schippers uit <strong>Gouda</strong>. Eenmonument in hetHoutmansplantsoen herinnert aan deeerste Nederlandse ontdekkingsreizennaar Oost-Indië van degebroeders Cornelis en Frederik deHoutman (1565-1599 en 1571-1627).Zoals het monument laat zien warenzij destijds ‘inboorlingen’ van <strong>Gouda</strong>.Zij voeren met vier schepen: ‘deAmstelredam’, ‘de Mauritius’, ‘deHollandia’ en het jacht ‘ Het Duyfken’en dreven handel met de Indianen opde eilanden van Oost-Indië, waarspecerijen werden ingeslagen.Het leven van de schippersNaast vissers en bierbrouwerswaren er ook veel schippersfamiliesin de stad. Tussen 1390 en 1515groeide hun aantal van elf naar 194.Zij behoren tot de middenklasse. Inde wintermaanden konden zij nietuitvaren en werden de schepenopgeknapt. De reders en koopluiwoonden aan de Haven, deschippers in het schipperskwartier,het gebied van de Kuiperstraat –Raam – Peperstraat.Schippers en hun gildenDe schippers verenigden zich ingilden. Eigenaren en huurders vangrote schepen waren al in 1510 lidvan het grootschippersgilde, hetGilde van St. Olof. In het eerstekwart van de zeventiende eeuwtelde dit gilde 278 leden. Tussen1630 en 1640 daalde het aantaltot 202. In 1768 waren er nogslechts 100 leden overMallegatsluis 1904Voor schippers op kleinereschepen was er eenkleinschippersgilde. Daarnaastbestond er voor de beurtschipperseen schuitenvervoerdersgilde. Zijonderhielden lijndiensten opAmsterdam en Leiden. Zakkendragershadden zich verenigd inhet zakkendragersgildeBinnen de gilden leggengroepsgenoten contacten metelkaar.Het gilde had ook een socialefunctie: armlastige schippers enweduwen kregen financiële steunvan de gilden. In de Sint-Janskerkhadden de gilden elk hun eigenaltaar. In 1818 ging hetGildenwezen ten onder doorwetgeving van koning Willem I.20


Stipt op tijd varende trekschuitenMidden zeventiende eeuw verloor dehandelsroute van het zuiden naar hetnoorden populariteit. <strong>Gouda</strong> beslootdaarom samen met Amsterdam metname voor het personenvervoer, eentrekvaart met jaagpad aan te leggen,dat dienst deed tot het einde van denegentiende eeuw. Steeds meerpersonen reisden met de trekschuit.Vanaf <strong>Gouda</strong> vertrokken trekschuitenvan het Amsterdams Verlaat via deGouwe naar Amsterdam enRotterdam. Door de relatief snellereistijd en de stipte dienstregelingenwaren de trekschuiten een warerevolutie in het personenvervoer.Dringen bij de MallegatsluisDe doorvaart door <strong>Gouda</strong> ging deschippers niet altijd even makkelijkaf. Schippers en opvarenden moetenhun best doen om vanuit de IJssel dehaven binnen te varen. Alleen metgestreken mast konden schippers destad doorvaren.De vaargeul in de Haven, met desmalle havensluisdeur en in deGouwe, was op sommige plaatsenbehoorlijk ondiep. Ook dat bevorderdede doorvaart niet. De vaarroute isdan aan verbetering toe! Hetstadsbestuur koos voor een nieuweroute vanuit de Hollandsche IJsselvia en oude schutsluis uit 1398 naarde Turfsingelgracht.Deze is in 1577 afgebroken en alsMallegatsluis weer opgebouwd.Pas in 1598 werd die sluisopengesteld voor grote vrachtschepen.De Mallegatsluis in 2010Schepen die te groot waren voorde oude havenroute kondenvoortaan via de Mallegatsluis door<strong>Gouda</strong> varen. Toch was ook bijdeze sluis niet alles in orde.Schutten was alleen mogelijk alshet water in de IJssel niet te hoogstond. Was een schip groter dande schutkolk, dan mocht het alleenschutten wanneer het water in deIJssel en de Turfsingel even hoogstond. Dat bezorgde schippersvaak 36 uur oponthoud Bovendienmoesten zij veel tol betalen. Desluis was dus niet populair. Veelschippers wrongen zich daaromliever door de nauwe doorgang inde stad. De binnenstad bleefdaardoor nog lang een belangrijkhavencentrum. In 1766 is detweede Mallegatsluis afgebroken.21


In het parkje naast hetSchipperswachtlokaal herinnert eengedenksteen aan die sluis. Er kwameen nieuwe Mallegatsluis, metdaarnaast een monumentalesluiswachterwoning.Ook de havenstad verdwijntIn de achttiende en negentiendeeeuw verdwenen veel industriëlebedrijven bijna geheel uit de stad.Ook daardoor verloor <strong>Gouda</strong>betekenis als havenstad. Rond1840 had <strong>Gouda</strong> nog maarweinig eigen scheepvaart.Daarna nam het scheepvaartverkeerweer toe door deopkomst van nieuwe industrieën.DE TURFSINGEL:Industrieel lint van bedrijvigheidSluiswachterwoningIn de buurt van de nieuweMallegatsluis ontstond in dezeventiende eeuw een nieuwhandelscentrum. Turfsingel, Vest enBogen namen daarbij een centraleplaats in.Einde Goudse overslagRond 1700 kozen steeds meerschippers voor een nieuwevaarroute via Delft, Leiden enHaarlem naar het Noorden.Vrachtvervoer via <strong>Gouda</strong> namsteeds verder af.Alleen schepen met vracht voor deeigen industrie bleven <strong>Gouda</strong>aandoen. Van de drukkeoverslaghaven bleef weinig over.De Turfsingel en omgeving werdencentra van industriële activiteiten.In haar boek: ‘Op Hoop vanZaken, de industrialisatie van<strong>Gouda</strong> 1813-1913’ beschrijftBregje de Wit die ontwikkelingaan de Turfsingelgracht.Over de Turfsingelgracht werdeneeuwe<strong>nl</strong>ang grote hoeveelhedenbenodigde turf aangevoerd.In de Middeleeuwen werd vrachtvervoerd voor de pijpen- enaardewerkindustrieIn de 17 e eeuw verrezen specialeturfschuren langs de Turfsingelvoor de opslag van dezebrandstof die in de omgeving van<strong>Gouda</strong> werd gewonnen.22


Na de Franse tijd moest de economieuit een diep dal klimmen. In het beginging dat proces traag. Vooral na 1850werd de industrie langs de Turfsingelverder uitgebreid en gevarieerder.In 1822 begon dat met de vestiging vanbierbrouwerij ‘De Hand’, die het wateruit de Turfsingel gebruikte alsgrondstof. De vestigingsfactorenmoeten wel zeer aantrekkelijk zijngeweest, want de Goudse brouwindustriewas toen al 2 eeuwen overhaar hoogtepunt heen.Van korte duur was de aanwezigheidaan de Turfsingel van een bokkingrokerijrond 1820.Een tras- en verfstoffenmolen,aangedreven door paarden, werd in1834 opgericht en een jaar later alvervangen door een windmolen ‘St.Joseph’, waar ook hennep werdgebeukt. In 1853 is de molen ingerichtvoor het malen van koren en mout. In1896 is deze molen veranderd in eenmachinale krijtmalerij, aangedrevendoor een gasmotor. In 1885 was er eenkleimalerij opgericht met eenstoommachine, in een pakhuis aan deTurfsingel, vlak bij de “ St. Joseph”, meteen spoorbaan naar de Turfsingel. Hetbedrijf is in 1900 verkocht aan A.Vingerling, een houthandelaar die bij destoomkrijtmalerij een uitgebreid houtbewerkingbedrijfbegon, waarin gebruikwerd gemaakt van de stoomkracht uitde krijtmalerij. Waarschij<strong>nl</strong>ijk heeftVingerling later de ‘St. Joseph’geannexeerd.Aan de binnenstadzijde van deTurfsingelgracht, de Vest, stonden in de19 e eeuw de windkorenmolens DeKorenbloem en De Roode Leeuw.Naast De Korenbloem verrees in 1834de windtras- en snuifmolen Het Fortuyn.In 1852 is De Korenbloem ookingericht voor het malen van schorsten behoeve van de leerlooierij.Molen de Roode LeeuwDe Roode Leeuw kreeg in 1904naast wind- ook mechanischeaandrijving.In 1844 breidde Adrianus Jonker zijnpottenfabriek aan de Turfsingel uit.Uit dit familiebedrijf kwam later dePlateelbakkerij Zuid-Holland (1898-1964) voort, die uiteindelijk eenenorm terrein tussen de Raam,Verloren Kost en de Vest zoubeslaan. Een bestaande scheepswerfbij het Buurtje wilde in de jaren40 uitbreiden, maar kreeg twee keergeen vergunning van de gemeente.Deze werf is waarschij<strong>nl</strong>ijk rond 1880opgeheven.Rond 1850 kwam de industrialisatiegoed op gang. <strong>Gouda</strong> kreeg in 1853een gasfabriek op een terrein tussenVerlorenkost, Nonnenwater, HogeGouwe en Vest.23


Toen in 1913 ten behoeve van deopslag van cokes en kolen een deelvan de Vest werd afgesloten, leidde dattot protesten van industriëlen uit deomgeving, die vreesden voorproblemen met aan- en afvoer via deTurfsingelgracht.In 1853 is aan de Vest de ijzergieterijvan Cosijn & Co opgericht, die zichontwikkelde tot fabriek vanstoomwerktuigen. In 1852 is een “ruwofmoutwijnstokerij”aan de Vestgebouwd, waarin (waarschij<strong>nl</strong>ijk) in1934 een machinefabriek enconstructiewerkplaats kwam.In 1858 verhuisde de kaarsenfabriekvan de Raam naar het Buurtje enontwikkelde zich tot een nog steedsbestaande multinational. In 1901-1902voegde zich bij de kaarsenfabriek dedoor haar overgenomen zeepfabriek.<strong>Gouda</strong> KaarsenIn 1861 kwam er een stoomgarenspinnerijaan de Turfsingel. Het in eenhouten loods begonnen bedrijf breiddetientallen jaren uit, resulterend in eengroot fabriekscomplex, waarvan hetfront langs het water behouden,gerestaureerd en hergebruikt werd.Over het water van de Turfsingelwerden overigens niet alleengrondstoffen en eindproductenvervoerd, maar ook de zwaremachinedelen, als de productiecapaciteitweer eens uitgebreid werd.Een grote korenwijnstokerijverscheen in 1876 aan de Vest.Waarschij<strong>nl</strong>ijk op diezelfde plekwerden in 1898 en 1912 de tweegrote kaaspakhuizen gebouwd. Ookbedrijven, die niet direct aan deTurfsingel lagen, gebruikten hetwater voor vervoer. Zo werd in 1888een glucosefabriek gebouwd aan deLazarussteeg, met een spoorbaantjedat liep van de Vest via deLazarussteeg naar het water van deRaam.Toen in 1885 H. Enno van Gelder,directeur van de GoudscheMachinefabriek (begonnen als Cosijn& Co) aan de Vest, een vijzeldokwilde maken aan de Turfsingel, kreeghij geen toestemming. De wal moestvrij blijven als aa<strong>nl</strong>egplaats voor descheepvaart. Overigens leverde ditbedrijf een jaar eerder al het ijzer- enkoperwerk voor het herstel van deMallegatsluis. In 1897 verscheen eennieuwe “machinefabriek en herstelwerkplaatsvoor stoom- en anderewerktuigen, elektrische verlichting enkrachtoverbrenging” aan deTurfsingel.Ook meester-smid Sas verhuisde zijnsmederij in 1909 naar de Turfsingel.24


Een rietplankenfabriek verrees in 1889aan de Turfsingel. Vanwege debreekbaarheid van het eindproduct washet een voordeel dat de rietplankendirect vanuit de fabriek in stoombotenkonden worden geladen.Gezien het eindproduct was voor ditbedrijf een directe transportmogelijkheidonder handbereik va<strong>nl</strong>evensbelang. Een van de afnemersvan het ijs was de iets verderopgelegen Goudsche Melkinrichting.Een graanmalerij met petroleummotorverhuisde in 1897 van de Westhavennaar de Vest. Enkele jaren later ginghet bedrijf over in de Coöperatievegraanmalerij van de Boerenbond. Hetgebouw is helemaal ingericht op het zodoelmatig mogelijk gebruiken van aanenafvoer via het water.In 1899 is voor de NV <strong>Gouda</strong> Fabriekvan Melkproducten (later de NV DeGoudsche Melkinrichting) naast deMachinale Garenspinnerij een nieuwgebouw neergezet.Recht tegenover deze fabriek lagenopen vuilnisschuiten in de Turfsingel.De directie van de melkfabriek vreesdeverontreiniging van de melk, die inkannen aangevoerd en in reservoirsovergestort werd. Door de vuilniskarrenop andere tijden te laten legen“verhielp” de gemeente dit probleem.In 1901 begon een houtdraaierij aan deVest, die echter al in 1903 naar deFluwelensingel verhuisde. De NV“Textiel Industrie <strong>Gouda</strong>” vestigde in1905 een kaarsenpittenfabriek aan deTurfsingel. Ook in dat jaar werd eensigarenfabriek met drogerij opgerichtaan de Vest, in 1906 volgde eenandere sigarenfabriek annex drogerij.In 1911 verrees aan de Vest eengebouw voor de CoöperatieveIJsfabriek Willem Barendsz.Rond de Turfsingel moeten ook veelpakhuizen hebben gestaan. Zij zijnmoeilijker te achterhalen dan de daargevestigde fabrieken, omdat voorfabrieken wèl allerlei vergunningennodig waren, met de bijbehorendepapieren rompslomp, en voorpakhuizen niet. In de archievenvinden we zo veel sporen van defabrieken en weinige van depakhuizen. Ondanks die lacune is hetduidelijk dat in het gebied een vanoverstelpende bedrijvigheid heerste,waarbij de ene tak van industrie deandere versterkte.0Tot in de jaren vijftig van devorige eeuw bleef de Turfsingelen omgeving van grooteconomisch belang voor deGoudse industrie.25


Nieuwe vormen van vrachtvervoerTot begin negentiende eeuw hadmen nog nooit gehoord van eenstoomtrein, een fiets of een auto. Opreis gaan was dus een helegebeurtenis! Mensen liepen, ofwaren afhankelijk van wind- enpaardenkracht. Over het water reisdeje met een zeilschip of schuit. Ging jeover de weg, dan kon je kiezentussen een rijpaard, paard-en-wagenof een koets.De komst van treinen en auto’sbrengt veel veranderingen metzich meede Nieuwe Haven, de Naaierstraat,Achter de Vismarkt, de Raam, deVerloren Kost en hetNonnenwater.Ophaalbruggen werden vast gelastof vervangen door vaste lagebruggen vervangen.Het stadsbeeld van <strong>Gouda</strong> ging erheel anders uitzien.In 1936 zijn de Julianasluizenaangelegd. Grotere schepenkozen voortaan hun weg via hetGouwekanaal, dus buiten <strong>Gouda</strong>om. De handelsvaart met groteschepen had in <strong>Gouda</strong> weinigmeer te zoeken, en verdwijntgrotendeels uit het stadsbeeld.De Tijma, het laatste beroepsschip in deTurfsingelgracht, schipper van Laar.Vooral het vrachtvervoer veranderde.Door de nieuwe vervoermiddelenkonden goederen sneller en beter opde juiste plekken komen. Omdat ergeen kleinere schepen meerkwamen verloren de grachten hunfunctie als vaarwegen.Veel oude grachten werden daaropgedempt. Wegen kwamen ervoor inde plaats, zoals de Tuinstraat, deGroeneweg, het Lommertse Water,Kaart 1936 met nieuwe GouwekanaalIn 1953 bleek hoe riskant dewaterkering bij de Havensluis(nabij het Tolhuis) was. Inafwachting van de Deltawerkenbouwde men een hoge,beschermende muur voor deVeerstal. Een duiker verving deHavensluis en sloot de Haven van<strong>Gouda</strong> definitief af voor vrachtvaarten doorvaart.26


Medio vorige eeuw zijn nagenoegalle vaartuigen uit de stadverdwenen. <strong>Gouda</strong> Havenstadbestond niet meer.De Turfsingelgracht, met deMallegatsluis als toegangspoort, lager nutteloos en verlaten bij.Havenstad weer in beeldEind twintigste eeuw leek er iets teveranderen. Steeds meerNederlandse steden kregen in dejaren zestig en zeventigbelangstelling voor hun verledenArchieven werden geraadpleegd,monumentale panden werdengerestaureerd. Ook in <strong>Gouda</strong> kwamde rijke historie weer in beeld. <strong>Gouda</strong>kreeg opnieuw belangstelling voorzijn verleden.In 1985 ontstonden ideeën om dehistorische verbondenheid met hetwater nieuw leven in te blazen. Erkwam een initiatief om de routetussen Hollandsche IJssel en Gouweweer bevaarbaar te maken, dezekeer voor de recreatievaart. Eenideaalbeeld ontstond: ‘met staandemast dwars door <strong>Gouda</strong>’ varen en zode stad weer verbinden met deGouwe en de Hollandsche IJssel.Dat alles onder de titel ‘<strong>Gouda</strong>Havenstad’Hans du Pré was een van deinitiatiefnemers en zegt ervan:Het idee om de vaarroute door debinnenstad weer open te makenontstond tijdens de strenge wintervan 1985/1986. We zaten aan destamtafel in café/restaurantBorsalino in de Naaierstraat.Enthousiaste waterliefhebbers,met belangstelling voor hetverleden, lieten hun fantasie devrije loop. Inspiratie deed Hans duPré op tijdens zeiltochten met eenTjalk op het IJsselmeer en hetWad. Oude havenstadjes werdenaangedaan. Hij vond bij JaapRebel, toen nog werkzaam alsingenieur havenbouw bij HBG,een gewillig oor. Samen werdenzij de trekkers van een initiatiefgroep‘<strong>Gouda</strong> Havenstad?’waar anderen zich bij aansloten.Nog dezelfde winter werden deeerste ideeën uitgewerkt voor eendoorvaart door <strong>Gouda</strong>.Op het ijs werden alledoorvaarthoogtes van bruggen ensluizen opgemeten en gefotografeerd,waarna ze in eenrapport werden vastgelegd.Tijdens de manifestatie "Zeylendein-tot in <strong>Gouda</strong>" in juni 1986 tradde werkgroep voor het eerst naarbuiten met een kraampje.27


Reclametekenaar Pim Sekerismaakte de tekening van het Tolhuismet brug en open havenmondingvoor de eerste poster. T-shirts met‘<strong>Gouda</strong> Havenstad’ en een varendekaaspunt werden vervaardigd.In juni 1987 werd het rapport van dewerkgroep, waarin gepleit werd om<strong>Gouda</strong> weer doorvaarbaar te makenen de stad weer een stad aan derivier te maken, aan hetgemeentebestuur aangeboden. Bijdhr. K.F. Broekens, burgemeesteren enthousiaste zeiler, maar ook bijandere bestuurders viel het plan ingoede aarde. In 1988 werd overhet aspect ‘<strong>Gouda</strong> stad aan derivier’ nog een tweede rapportuitgebracht met negen toekomstvisiesop de IJsseloevers bij<strong>Gouda</strong>. Daarin stonden ideeënvan verschillende bekende enminder bekende architecten metvisies die anno 2010 nog steedsactueel zijn.De stichting Open Monumentendagkwam in 1988 met debrochure ‘<strong>Gouda</strong> <strong>Waterstad</strong>’ enschonk veel aandacht aan hetwater en de waterwegen in<strong>Gouda</strong>.Voor de initiatiefgroep volgde ee<strong>nl</strong>ange reeks van lezingen voor wiehet maar horen wilde.Tijdens Open Monumentendag1988 verschijnt de brochure‘<strong>Gouda</strong> <strong>Waterstad</strong>’In feite waren dat de eersteHavenstaddagen. Dankzij destichting Historische scheepvaart uitDelft lag de Turfsingel dat jaar volmet historische schepen.Telkens weer werd uitgelegd datde plannen vooral voor de mensenin de stad een meerwaardehadden.De meeste moeite kostte het nogom personen en instanties teovertuigen die uiteindelijk over hetgeld beschikten. Ruwweg werd hetproject geraamd op 16 miljoengulden - ruim 7 miljoen euro.En dat voor een stad die al langejaren de ‘artikel-twaalf status’kende.Onhaalbaar?28


Langzaam groeide het enthousiasmeaan tot een niet te stuiten krachtbinnen <strong>Gouda</strong>.Een tweede poster van Wim Graasmet de rondvaartboot van Rederij ’tGroene Hart bij de Visbanken eneen fraaie Botter voor deGouwekerk deed wonderen. Vanvele kanten kreeg de initiatiefgroepbijval.De gemeente <strong>Gouda</strong> nam deplannen van de initiatiefgroep overen maakte het onderdeel van hu<strong>nl</strong>ange termijn beleid zonder daarbijde gehele financiering afgedekt tehebben.Een fraaie Botter voor deGouwekerk deed wonderenWel was besloten om alleonderhoudsbudgetten aan bruggenen kades in de route in die richtingte buigen en met veel creativiteit ensubsidie werd een flink deel van deroute vanaf de noordzijde in delaatste jaren van de twintigste eeuwgerealiseerd. In de Gouwe werd deSint Remeynsbrug bij deNieuwehaven weer beweegbaargemaakt evenals de Crabethbrugbij de Turfmarkt en de SintJoostbrug bij de LangeGroenendaal.De Turfbrug aan het begin van deTurfmarkt werd verhoogd en opplekken waar dat nodig waswerden steigers aangelegd.De brug bij de ingang van de stadbij het Regentessenplantsoenwerd gesloopt en er werd weereen echte haveningang gemaakt.In 2005 is de binnenrouteuitgebaggerd en weer opvaardiepte gebracht. Maar hetplan zal pas echt gaan levenwanneer de verbinding met deHollandsche IJssel weer ishersteld met een nieuwe sluis bijhet Tolhuis. Want dan zal er passcheepvaart te zien zijn op deroute. Dan kan aan <strong>Gouda</strong> weerecht zijn ligging aan de rivierteruggeven worden. Velebelangrijke aspecten van <strong>Gouda</strong>als Havenstad zullen dan ookweer zichtbaar zijn.- 0 –Nog een nieuw initiatiefEen ander initiatief bestond in dejaren tachtig en wel om dehistorische bedrijfsvaartuigen terugte brengen in de binnenstad.Daaruit ontwikkelde zich deMuseumhaven <strong>Gouda</strong>29


Hoofdstuk 6Van <strong>Gouda</strong> Havenstad naar <strong>Gouda</strong> <strong>Waterstad</strong><strong>Gouda</strong> leeft mét en ván water. Geen andere stad ligt lager onder hetNAP dan <strong>Gouda</strong>. <strong>Gouda</strong> en het water zijn historisch met elkaarverbonden. Het water is de ziel van <strong>Gouda</strong>.Op dinsdag negentien juli 1272, ‘dedag na Sinte Margrietendagh’,verleende Graaf Floris V,stadsrechten aan <strong>Gouda</strong>. De dagvan Sint-Margriet gold als de eerstevan de hondsdagen. Oude spreukenen volkswijsheden vertellen over derelatie van Sint Margriet met water:‘maar regent het op St. Margriet, zesweken regen in het verschiet’ en ‘SintMargriet houdt haar water niet’. Is hettoeval dat de <strong>Waterstad</strong> <strong>Gouda</strong> opnegentien juli stadsrechten kreeg?Leven van en met het water.De stad ontwikkelde zich tot eenbelangrijk industrie- en handelscentrum.Naar Nederlandse begrippenwas <strong>Gouda</strong> een belangrijkehandelsstad en een belangrijkehavenstad. De scheepvaart en devisserij waren bronnen voor werk eninkomen en het water was zoschoon dat er zalmen in zwommen.Het water was voor de stad vanonschatbare waarde.Ooit kende <strong>Gouda</strong> een open verbindingmet de Hollandsche IJssel.Eb en vloed waren voelbaar totver in de binnenstad. Om dat tereguleren werd een dam met eensluis gebouwd: de Donkere sluis.In 1436 volgde een nieuwe sluisbij het Amsterdams Verlaat. Zoontstond de langste schutkolk vanNederland, ca 400 meter lang. In1615 volgde de Havensluis bij hetTolhuis.Meer inwoners en het groteaantal bedrijven binnen destadsmuren vervuilden hetgrachtenwater. Er kwam eeningenieus waterwegenstelsel inde binnenstad. Door gebruik temaken van het hoge water in deIJssel kon het water met krachtdoor dat stelsel stromen om zo degrachten schoon te spoelen.‘Schuren’ wordt dat genoemd..30


Water in het middelpuntOp Open Monumentendag 1988werd, na vele jaren, weer volopaandacht geschonken aan hetbelang van het water voor de stad.De dag staat in het teken van hetthema ‘<strong>Gouda</strong> <strong>Waterstad</strong>’. Deuitgave met dezelfde naam belichttevele aspecten van het belang vanwater voor de stad.In de jaren negentig kwam hetaccent te liggen op <strong>Gouda</strong>Havenstad. Een nieuw evenement:de Havenstaddagen ontstond.Langzaam groeide in het begin vandeze eeuw het besef dat‘Havenstad’ slechts één aspectbelichtte. <strong>Gouda</strong> had een veelbredere relatie met het water.In 2002 ontstond Het GoudsWatergilde als commissie van deHistorische Vereniging ‘Die Goude’.Het Watergilde organiseerde vanaf2004 jaarlijks een Waterconferentie.Hans Suijs, die lid is van ‘HetGouds Watergilde’, ontwierp ookeen eigen logo.Het bestuur van de Museumhavenen leden van het Watergilde richttenin een nieuwe stichting ‘<strong>Gouda</strong><strong>Waterstad</strong>’ op. Met ambitieuzeplannen wilden zij <strong>Gouda</strong> alswaterstad in beeld brengen ondermeer tijdens de Havenstaddagen.De Havenstaddagen werdendaarop omgedoopt in ‘<strong>Gouda</strong><strong>Waterstad</strong>’.Het evenement kreeg mede alsdoel de Goudse Glorie uit hetverleden van <strong>Gouda</strong> als<strong>Waterstad</strong> onder de aandacht tebrengen<strong>Gouda</strong> en het water haddenelkaar weer gevonden.Logo Gouds Watergilde<strong>Gouda</strong> <strong>Waterstad</strong>Ik hou van jou, je bent mijn stadmet veel cultuur, een rijk verleden.Ik hou van jou al ben je nat,ja natter dan veel watersteden.Met water in je vele grachtenen in de Glazen van Sint-Jan,met schepen in museumhavenpronk jij als oude waterstad.Met over water confererenen Goudse Glorie in zijn prachtwordt voor- en nadeel van je natbij velen goed in beeld gebracht.Ik hou van jou, je bent mijn stad,de mooiste van veel watersteden.31


Hoofdstuk 7Binnenhavenmuseum Turfsingel <strong>Gouda</strong>Midden jaren tachtig van de vorige eeuw ontstonden plannen omhistorische bedrijfsvaartuigen terug te brengen in de binnenstad. Eenhaven voor historische schepen was doorvoor belangrijk.Enthousiaste vrijwilligers gingen aan de slag en de schepen kwamenterug. Langzaamaan ging <strong>Gouda</strong> weer lijken op de bruisendehavenstad die het ooit was.Lang geleden was <strong>Gouda</strong> een echtehavenstad en lag dicht bij deMallegatsluis een bruisendHavenkwartier.Tot het begin jaren dertig van devorige eeuw diende de Turfsingelnog voor de aanvoer vangrondstoffen voor de veleindustrieën. Maar tijden veranderenen de Turfsingelgracht verloor zijnbetekenis voor de beroepsvaart. Dezwaaikom in de Turfsingel- gracht bijde Mallegatsluis lag er verlaten entroosteloos bij.Een nieuw initiatiefIn de jaren tachtig ontwikkeldeJanPieter Janse ideeën om derijke scheepvaartgeschiedenis in<strong>Gouda</strong>, vooral in de Turfsingelgracht,vorm te geven.JanPieter JanseHet mooiste is dan natuurlijk omoude bedrijfsvaartuigen daarineen ligplaats te geven. De oudezwaaikom leek hiervoor hetmeeste geschikt.Zwaaikom in de TurfsingelgrachtFoto genomen vanaf CrodaHier schutte men ooit deschepen, die van Noord naar Zuidof andersom via <strong>Gouda</strong> onderwegwaren.32


De sluis uit de late achttiende eeuwvormde lange tijd het decor voorvele scheepvaartbewegingen. Dehandelsactiviteiten hadden zowel inde IJssel als in de Turfsingel op hetwater en langs de kaden plaatsgevonden. En langs de Turfsingelgrachtlag ooit een lint vanindustriële activiteiten, die opvrachtvervoer over water warenaangewezen.Samen met Marion Alma-Visservormde JanPieter Janse eenwerkgroep om Oudhollandsescheepstypen het begin van de 20 steeeuw en de daarbij behorendehavensfeer terug te brengen in hetstadsbeeld. Met hun inzet maken zeanderen enthousiast. Schipper Imede Boer, Dick Brouwer, TinekePrins, en Leo Sips, directeur vanscheepswerf Van Vlaardingen aande Hollandsche IJssel, sloten zichaan. In 1987 ging de ‘werkgroepTurfsingel Museumhaven’ aan deslag. De groep kwam geregeldbijeen. De koffie stond daarbij altijdklaar, dankzij de facilitaireondersteuning van Kees en Hennievan Leeuwen.Een stad met allureIn april 1988 hield de werkgroepeen informatieve bijeenkomst in hetStadhuis over restauratie vanzeilende bedrijfsvaartuigen en demogelijkheden om ligplaatsen tecreëren voor deze vaartuigen. Debijeenkomst trok veel publiek.<strong>Gouda</strong> Havenstad moest weerallure krijgen. Ook moet er weeraandacht geschonken wordenaan de oude binnenvaart in<strong>Gouda</strong>. Hoe kun je mensen daarenthousiast voor maken? Dewerkgroep nam het initiatief oudebedrijfsvaartuigen tijdens hetOogstfeest bij Molen de RoodeLeeuw te laten afmeren. In april1987 verscheen een artikel in deBokkepoot, het blad van deLandelijke Vereniging tot Behoudvan het Zeilend Bedrijfsvaartuig.(LVBZB) Daarin werdenschippers met historische zeilendebedrijfsvaartuigen uitgenodigdhet Oogstfeest van dat jaar methun schepen op te luisteren. ‘Alsdeze schippers kiezen voor ee<strong>nl</strong>igplaats in de Turfsingelgracht,kan iedereen tijdens hetOogstfeest zien hoe mooi oudeschepen in die omgeving passen’.Dit bleek een groot succes!De werkgroep voelde zichgesterkt en zorgde er voor datook tijdens Open Monumentendagin 1988 vele historischebedrijfsvaartuigen in de stadlagen.33


Ambitieuze plannenOp die Open Monumentendag 1988werden de plannen voor eenhistorische haven gepresenteerd.Een historisch bedrijfsvaartuigmocht bij die gebeurtenis natuurlijkniet ontbreken!Koos Persoon vervoerde voor degelegenheid onder grote publiekebelangstelling groenten vanWaddinxveen naar <strong>Gouda</strong>. Hijmanoeuvreerde zijn Westlander, deNieuwe Zorg, vakkundig via hetAmsterdamse Verlaat over deGouwe, door de Donkere Sluis endan verder door de Haven.Onderweg had hij veel problemen.De vracht groente was niet zwaargenoeg en zelfs veel extravrijwilligers en een stapel stoeptegelsaan boord zorgden niet voorvoldoende diepgang. Hij moest zelfsnog een stuk van de overloopafzagen om de eerste vaste brug bijde Nieuwe Haven, 70 cm hoog totaan de waterlijn, te kunnenpasseren. Hij vervolgde zijn tocht inde Haven met staande mast en volin de zeilen. Hij meerde af bij Kamervan Koophandel aan de Westhaven52.Om acht uur ’s avonds precies kondaar de presentatie van dekleinschalig opgezette, maar o zoambitieuze plannen beginnen.De volgende dag demonstreerde hijhet lossen van de vracht, samenmet zijn vrouw Willie, en verkochtde groenten voor een symbolischbedrag bij de Visbanken.Resultaat van de avond was: hetbelang van het behoud vanhistorische bedrijfsvaartuigen ende terugkeer ervan in debinnenstad kon verder wordenuitgewerkt.Artist impression op toekomstig inrichtingvan de haven door Frans van Driel enShil van Driel.Daartoe werd de StichtingBinnenhavenmuseum opgericht.In 1989 hield deze Stichting, toennog in oprichting, samen met deVan Waningstichting en deInitiatiefgroep <strong>Gouda</strong> Havenstadhet eerste Havenfeest bij Molende Roode Leeuw. Tweeopeenvolgende jaren planden zijdaarna zeiltochten met oudebedrijfsvaartuigen van <strong>Gouda</strong>naar Schoonhoven en weer terug.Strooptocht naar <strong>Gouda</strong>In 1990 maakte de Wilnisser Aakde ‘Vriendschap’ (bouwjaar 1887)een ‘strooptocht’ vanuit GroningenStad naar <strong>Gouda</strong>.De schippers, Gerard en MaartjeMeijer, brachten een lading vatenmet stroop naar <strong>Gouda</strong> alsgrondstof voor stroopwafels.34


Ook deze tocht trok veel publiek. Zevoeren zoals dat ging in het beginvan de vorige eeuw: laden e<strong>nl</strong>ossen met de hand, varen met eenopduwer en verder zeilend enbomend. Een paard jaagde de aakdoor de Drentsche Hoofdvaart enop andere plaatsen trokken deschipper en zijn knecht de aakvanaf het jaagpad. Zo kwamen zeuiteindelijk in <strong>Gouda</strong> aan. Ze lostende stroopbij de firma Boer aan deVest, opdrachtgever van dezelading. Van deze tocht uit 1990 iseen boek en een video gemaakt..Scheepsjager met schip op de Oude RijnPositieve reactiesDatzelfde jaar presenteerde dewerkgroep BinnenhavenmuseumTurfsingel een uitgebreid beleidsplan1990-1995. De gemeente<strong>Gouda</strong> reageerde positief.De gemeente had zelf ookbelangen. Een ambtelijk rapport vanoktober 1990 stelde:‘Een binnenhavenmuseum is eenzeer goed middel om de naam èninhoud van het begrip <strong>Gouda</strong><strong>Waterstad</strong> verder te profileren. Deplannen van de stichtingBinnenhavenmuseum Turfsingel<strong>Gouda</strong> passen goed in plannenvoor de Turfsingel en omgevingén in de ideeën voor ontwikkelingvan het stadsfront. Daarnaastsluit het Binnenhavenmuseumuitstekend aan op het Goudsemonumentenbeleid.’ En verder:‘Het museum levert eenbelangrijke bijdrage aan hettoeristische en economischeklimaat van <strong>Gouda</strong>.’Dat sloot aan bij de nieuwebestemmingsplannen, die degemeente sinds 1985 had voordeze buurt. Vooral voor KorteAkkeren en de Binnenstad Westwerd gewerkt aan verbetering vande buurt en de buurtstructuurrond de TurfsingelDe gemeente vond ook dat deBogen onderdeel moest wordenvan het plan IJsselfront. Veelaandacht ging uit naar dathavenfront, waar mooie plannenvoor bestonden. Een ambtelijkrapport daarover: ‘Eeneducatieve, recreatieve ruimte,waarin eventueel ook een nieuwestichting is gehuisvest, kan mededeze schakelfunctie vervullen.’PublieksfunctieVanaf het begin zijn deuitgangspunten duidelijk. ‘DeHaven’ moest een publieksfunctiehebben. Het was belangrijk datde belevingswaarde van deTurfsingel en omgeving doormiddel van een recreatiegebiedde leefbaarheid zou vergroten.35


Het publiek moest naar de schepenkunnen kijken en er omheenkunnen lopen. Bewoning van deschepen leek de werkgroep hetbeste. Met voldoende voorzieningenzouden schippers hier ook graagafmeren.Deskundige ondersteuningDe werkgroep had vanaf het begindeskundige adviseurs, onder wiePieter Blussé van Oud Alblas,voorzitter van de Stichting OpenLucht BinnenvaartmuseumRotterdam, Henk Dessens,conservator van het MaritiemMuseum Rotterdam en JacquesKuilenburg, accountant bij ArenthalsChaudron. Ook Bart Vermeer vande Stichting Technische RenovatieRijnmond en Hans Weijtjes,landschapsarchitect, voegden zichbij dit team.Peter Dekker, ambtenaar op deafdeling voorlichting, zette vanaf1993 de term ‘<strong>Gouda</strong> Havenstad’in de publiciteit. In zijn opdrachtontwikkelde Dick Hoogendoorneen nieuw logo. Peter Dekker zelfmaakte de jaren daarop ook deeluit van de werkgroep, die deHavenstaddagen zou organiseren.De Dienst Openbare Werken ende Havendienst boden vele jarengratis hulp bij de inrichting van deMuseumhaven. Ruim tien jaarlang gaf de gemeenteambtenaarAnton van der Linde ondersteuningbij de technischeuitwerking van het project.<strong>Gouda</strong> Havenstad weer inbeeld.Johan Blacquiere ontwierp ensponsorde het logo. In het logostaat, naast het silhouet van deoude brug van de Julianasluis,Molen de Roode Leeuw. In hetmidden ligt een historischbedrijfsvaartuig en helemaal rechtsstaat het logo van de LandelijkeVereniging voor Behoud van hetHistorisch Bedrijfsvaartuig (LVBZB).Beeldbepalend in het logo zijn detwee schepen van de bruine vloot.Zij symboliseren het binnenvaren enuitvaren van de haven: schepenkomen en schepen gaan.Zo ontstond in 1990 dehistorische haven. Een havenvoor oude bedrijfsvaartuigen, dieherinnert aan het verleden van<strong>Gouda</strong>: een stad die in het tekenstond van water schepen enhaven.Op 31 augustus 1990 is deStichting BinnenhavenmuseumTurfsingel <strong>Gouda</strong> opgericht.36


De StichtingDe stichting BinnenhavenmuseumTurfsingel <strong>Gouda</strong> wilde een bijdrageleveren aan het behoud vantraditionele Nederlandse scheepstypen.De voorkeur ging uit naar diescheepstypen uit de directeomgeving van <strong>Gouda</strong> en uit Zuid-Holland. Eigenaren en bewonersvan de historische bedrijfsvaartuigenkregen een ligplaats enkonden werken aan de restauratie,onderhoud en behoud van hunschepen.BestuurEen haven voor historischeschepen verdiende een goedeorganisatie. Immers ook beheerervan is belangrijk. Het bestuurwerd gevormd uit deskundigen ophet terrein van de bedrijfsvaartuigen,liefhebbers van schepenen enkele schippers uit demuseumhaven.Vanaf 1999 namen Commissarissenbestuurlijke taken op zichDe stichting kende toeneen schouwcommissaris,een havencommissaris,een werfcommissarisen een activiteitencommissaris.Deze laatste beheerde ook hetschipperswachtlokaal.Het waterHet water in de Turfsingelgrachtwas in 1990 nog eigendom van deProvincie Zuid-Holland.De Stichting, gemeente en deProvincie voerden intensiefoverleg.In de gracht gold eenaa<strong>nl</strong>egverbod, maar de Provinciewas, na langdurige besprekingenover de beheersconstructie,bereid aan de gemeenteontheffing van het algemeneaa<strong>nl</strong>egverbod te verlenen. Alsproef meerden de eerste vijfschepen in september 1990 af inde Turfsingelgracht.De eerste vijf schepenIn 1991 werden de eerste twintigmeerpalen geslagen. Aan de walkwamen elektrakasten enaansluitingen voor kabeltelevisie.De gemeente kon op 28 februari1991 800 vierkante meter waterte huren van de Provincie, waarineen museumhaven gerealiseerdkon worden.De Provincie Zuid Hollandverhuurde kort daarop aan <strong>Gouda</strong>een strook water van 1140vierkante meter, die weer werddoorverhuurd aan de Stichting. Alin 1992 werden het 1534vierkante meters. Het WaterschapRij<strong>nl</strong>and gaf in dat jaartoestemming voor het bouwenvan een steiger en het slaan vanpalen. Dat maakte extraligplaatsen mogelijk.Op 15 december 1995 beslotenProvinciale Staten van ZuidHolland vanaf één januari 1996een aantal zaken aan degemeente in beheer over tedragen.37


Het ging hierbij ‘om het beheer vande Turfsingelgracht als scheepvaartweg;de Turfsingelgracht metde oevervoorziening die daarbij ligt;de Nieuwe Gouwe met oevervoorzieningenen de loswal; heteigendom en onderhoud van deMallegatsluis, inclusief de brug in deSchielands Hoge Zeedijk en debijbehorende dubbele dienstwoning’.In 2002 groeide hetgehuurde wateroppervlak naar 2040m/2.Op zoek naar schepenDe locatie was geregeld. Nu deschepen nog. Dat bleek geenprobleem. Veel schippers methistorische bedrijfsvaartuigen melddenzich voor een ligplaats.Wat laten we toe?De stichting ontwikkelde een eigentoelatingsbeleid. Bedrijfsvaartuigen,die het beeld op het water in 1900bepaalden, kregen voorrang.Specifieker ging daarna de voorkeurgaat uit naar bedrijfsvaartuigen dieop <strong>Gouda</strong> of Zuid Holland gevarenhadden en/of daar gebouwd waren.De schepen moesten minimaal 50jaar oud zijn en zo veel mogelijkaan historische eisen voldoen. Voorschepen, die nog niet aan de eisenvoldeden, kon een restauratieplanworden ingediend. Dan kregen zijtoch een ligplaats, waardoorbehoud en verdere restauratiemogelijk werden. Veel aandachtging uit naar de originaliteit vande scheepsromp en naar de(plannen voor) opbouw entuigage.Strenge selectieEen schouwcommissie regeldede selectie en had zowel eencontrolerende als een adviserendetaak. De eigenaar van eenschip kon zelf kiezen hoe zijnschip van binnen werd ingericht.De buitenkant moest wel inoriginele staat blijven of daar naarterug gerestaureerd worden.Schepen met mast warenoorspronkelijk gebouwd voor hetzeilen. Veel schepen kondendaarnaast ook op een - latergeplaatste - motor varen. Dat wasvoor de commissie geenprobleem. De Regina was heteerste schip dat al helemaalgerestaureerd werd toegelaten.De eigenaren van de schepennamen deze plicht tot restauratieserieus en steken er veel energiein. Vooral in de weekenden werdde haven en omgeving dan ee<strong>nl</strong>evendige werkplek.De schippers sloten met deStichting ligplaatsenovereenkomsten.De daarbij behorendealgemene voorwaarden vertellende schippers hoe ze hun ligplaatsmogen gebruiken.38


Ligplaatsen en voorzieningenIn het begin hadden de schippersals vanouds vrije ligplaatsen.Onderling ruilden zij soms vanplaats. In 1997 kwamen er vasteaa<strong>nl</strong>egplaatsen, waar al een aantalfaciliteiten aanwezig waren, zoalseen aansluitmogelijkheid opstroomvoorzieningen en kabeltelevisie.Dicht bij de schepenbevonden zich ook watertappunten.Een gevolg was wel datde vaarbewegingen van de oudeschepen in de haven verminderden.Het historisch steeds wisselendebeeld van wachten voor de sluis,met een grote diversiteit vanschepen veranderde hierdoor in eenstatisch, minder dynamisch beeld.De opening en het vervolgOp 13 september 1993 is het daneindelijk zover: tijdens de OpenMonumentendag werd deHistorische haven geopend! In deMuseumhaven kunnen anno 201022 historische bedrijfsvaartuige<strong>nl</strong>iggen. Ze zijn nagenoeg allenbewoond.De schippers en tal van directomwonenden en bedrijvenvormen een kleine woon- e<strong>nl</strong>eefgemeenschap. Net als in hetvoormalige Havenkwartier van<strong>Gouda</strong>. Zij helpen elkaar, feestengezame<strong>nl</strong>ijk en delen elkaarszorgen.Om de onderlinge banden teversterken riepen ze eenvriendenkring in het leven enhielden gezame<strong>nl</strong>ijk een‘schippersoverleg. Schipper Wimde Groot van de Regina gafhiervoor in 1996 de aanzet. Hijbegon met ‘Havensnippers’ eeninformeel informatieblaadje voorde schippers. Het groeide sinds2003 onder de titel ‘GoudsPalaver’ uit tot een onafhankelijkbulletin van de Museumhaven.Daarmee wordt ook het publiekop de hoogte gehouden van deontwikkelingen in de Museumhaven.39


Van historische haven naarMuseumhavenDe eerste werkgroep BinnenhavenmuseumTurfsingel legde eenaccent op het ontwikkelen van eenhistorische haven met bedrijfsvaartuigenin hun historischeomgeving. Bewoonde schepen enveel vaarbewegingen zouden datgoed tot uitdrukking kunnenbrengen.Het bestuur van de stichting koosna 1990 voor een museale havenmet een collectie historischebedrijfsvaartuigen als uitgangspunt.Bij de toelatingscriteria werddaarom ook geformuleerd dat deschipper met zijn vaartuig eenbijdrage moest leveren aan hetmuseale karakter ervan.Publieksposter met openingsprogrammaNatuurlijk leverde dat somsspanningen op. Voor veel schipperswas een ligplaats in eenmuseumhaven de enige (financiële)mogelijkheid om aan een legaleligplaats te komen.Voor hen was een ‘woonhaven’belangrijk. Een haven bood heneen sociale samenhang, doordatmeerdere gelijkgezinde schippersmet dezelfde belangen endezelfde interesses bij elkaarliggen.‘Verzameling schilderijen’Fietsenrekken aan de wal,bloembakken of een eigen tuintjeverfraaiden wel de walkant, maarpasten volgens het bestuur nietbij het museale karakter van hetBinnenhavenmuseum.Dat leverde interessantediscussies op: ‘Bestuur, jullie zienons alleen maar als eenverzameling schilderijen, die jenaar eigen goeddunken aan demuur kunt hangen of verplaatsen,zonder rekening te houden metonze wens om een goedewoonomgeving te hebben’. Vanafde bestuurskant: ‘Jullie houden jeniet aan de afspraken dat jevolledige medewerking zult gevenbij de realisering en het behoudvan het museale karakter van deMuseumhaven’.Water verenigt en pratende metelkaar werden daar wel weeroplossingen voor gevonden.De haven ontwikkelt zichDe groei van de historischehaven verliep voorspoedig. Deomgeving van de haven en deinrichting van de wal vroegenextra aandacht.40


De gemeente gaf de walkant bijMolen de Roode Leeuw en deBogen een opknapbeurt. SchipperJan Hensema, wist voor de walveertien oude zware gietijzerenbolders uit de RotterdamseWaalhaven te bemachtigen.Wandelen rond de zwaaikomIn 1990 kreeg Unichema een nieuwhoofdkantoor. Tussen dat nieuwegebouw en de Turfsingelgrachtwerd, aan de Golfjeskade, eenwandelpad aangelegd en directeurJan Löwik schonk bij dezegelegenheid, namens UnichemaInternational, een loopbrug over deMallegatsluis. Achter de Kaaspakhuize<strong>nl</strong>egde de gemeente ee<strong>nl</strong>oopsteiger aan. Nu kunnenbezoekers helemaal rond dezwaaikom bij de Turfsingelgrachtwandelen en de historische bedrijfsvaartuigenin de Museumhavenbewonderen. Enkele jaren laterwerd de Mallegatsluis verbeterd enversterkt. Ook de loopbrug werdbreder.SchipperswachtlokaalHet IJsselhuisVlak bij de schoorsteen vanUnichema stond ooit eenkloostercomplex met een kleinkapelletje. Deze kapel, gewijd aande beschermheilige van de Goudseschippers, St. Odulfus, verdweenaan het einde van deMiddeleeuwen.Tot 1896 was het hier één grootpoldergebied met bossen,bleekvelden en akkers. In 1900verscheen het huidigeplantsoentje. Daar bouwde menin 1912 een wachtlokaal. DeTurfsingel en omgeving warentoen nog het middelpunt vanhandel en bedrijvigheid. De oudeweg van Rotterdam naar <strong>Gouda</strong>liep hier vanaf de dijk met eenbrug over de sluis. Reizigers,handelaren, schippers enscheepsvolk maakten zo gebruikvan dit wachtlokaal. Somsmoesten schippers lang wachtenom verder te kunnen varen. Hierkonden zij dan wat eten en opzoek gaan naar nieuwe vracht.Het IJsselhuis is een goedvoorbeeld van een wachtlokaal ofkoffiehuis. Het gebouw bestaat uitrode bakstenen en is eencombinatie van vakwerk enchaletbouw. Rond 1900 gebruiktemen deze stijl vooral voor grote,wit gepleisterde villa’s met fraaibewerkte houten kappen. Ooktuinhuisjes en prieeltjes haddendeze stijl.Van 1920 tot 1935 diende hetschipperswachtlokaal ook alskantoor voor betalingen aankolensjouwers die de schepe<strong>nl</strong>osten voor onder andere degasfabriek, de Plateelfabriek ZuidHolland, de firma Dessing en deGarenspinnerij.41


In 1923 kreeg de NederlandseVereniging tot afschaffing vanAlcoholische dranken, afdelingGoudse Drankweer Comité, hetbeheer. Jacob Stoute nam voorruim 25 jaar het beheer op zich.De drukte verdwijntsymbolische bedrag van ééngulden ‘met plicht tot restauratie’.De restauratie gebeurde in eigenbeheer. Ingenieur Frank Goppel,restauratiearchitect, hielp mee.Aannemer was de Firma Isomur-Bouw te Gouderak. Het Crabethcollegezorgde voor hetschilderwerk en het opknappenvan kozijnen.Voor ruim 100.000 gulden washet wachtlokaal weer zo goed alsnieuw en werd het omgedoopt totSchipperswachtlokaal met alsnaam ‘Het IJsselhuis’.Hulp van buitenafSchipperswachtlokaal in verval 1990In 1936 werd verderop in deHollandsche IJssel de Julianasluisgebouwd. Doordat schepen nietmeer door de Mallegatsluishoefden, werd het stiller in hetwachtlokaal. Toch bleef het tot 1975een soort koffiehuis. Een kruideniernam er tijdelijk intrek in en later eenkunstenaar met vermaarde feesten.Na 1980 raakte het totaal in verval.MonumentOp 3 juli 1990 plaatste de gemeentehet gebouw op de gemeentelijkemonumente<strong>nl</strong>ijst Een ANWB-paneelbeschrijft de functie en geschiedenisvan het wachtlokaal.In 1992 kocht de Stichting hetwachtlokaal aan voor hetHulp kwam van vele kanten. Eenkerk uit de Peperstraat leverdeeen gasgestookte (voorheenkolen-) kachel. Teun Bokhovenvan Isomur-Bouw schonk oudekerkbanken en tafels, die menaan het schipperswachtlokaalaanpasté. De familie Gardeniersvan rederij Den IJssel doneerdeeen tegeltableau. Het Crabethcollegemaakte een bar,keukenkastjes en de heleinrichting. De eigen technischecommissie, onder leiding vanDick Brouwer, Kees vanLeeuwen, Anton van der Linde,Frank Goppel en Hans Weitjes enTeun Bokhoven, begeleidde deinterne verbouwing. Vanaf datmoment diende het gebouw weerals koffielokaal en ontvangstruimte.42


Grote sponsoren maakten derestauratie mogelijk. Daarnaastverzamelden ruim dertig particulierengeld in, door ruitjes te kopen.Hun namen staan in de ruitjesgegraveerd. Wethouder JaapWarners heropende hetSchipperswachtlokaal op 12september 1992.Schipperswachtlokaal na herstel 1993De Haven, ’t Werfhuys en hetIJsselhuis vormen samen het harten het educatieve centrum van deMuseumhavenHet lokaal werd in gebruikgenomen. Bestuur en schippersmaken er gebruik van bijvergaderingen, of drinken er opvrijdagavond samen een borrel.In 2009 werd een extra toiletgeplaatst. Ook kreeg de keuken eenopknapbeurt, een vereiste voor eentapvergunning.Het Schipperswachtlokaal werdweer een publieksgericht café, enhoudt zijn deuren steeds langeropen voor bezoekers.Werf en ’t WerfhuysDe Museumhaven nam al mooievormen aan, maar was nog nietaf. Wat ontbrak was een eigenwerf met werfterrein. Hetaankopen van een gedeelte vande oude werf Van Vlaardingen,aan de overzijde van de IJssel,bleek te duur. De walkant aan deTurfsingelkom bood geen ruimtevoor een scheepshelling metwerfterrein. Bovendien zoudenolievervuiling en geluidsoverlastteveel hinder veroorzaken.Daarom bouwde men er in 1998een kleine loods: ’t Werfhuys, eenontwerp van restauratiearchitectFrank Goppel.De eerste paalWethouder Jaap Warners sloegde eerste paal. De bouw werdmogelijk dankzij een substantiëlesubsidie van de Provincie.Beschut tegen regen en wind iser ruimte voor klein herstelwerken de scheepseigenaren smeden,lassen, lakken en schuren naarlieve lust.Restauratie aan schepenVaak staan er kleinere bootjes ophet terrein, die een opknapbeurtnodig hebben. Scheepseigenarenvertellen graag over hun schip ende herstelwerkzaamheden.43


Aan de buitenzijde van de loodsplaatste de ANWB eenherinnerings- en informatiepaneel.Voor restauratiewerk aan debuitenzijde van schepen kreeghet museum van de Goudse firmaBoekamp een dekschuit: ‘DeKukel’. Deze is gebouwd op descheepswerf Van Vlaardingen.Deze werf, aan de overzijde vande Hollandsche IJssel tegenoverUnichema, ligt er nu verlaten ennog steeds verloren bij.Eigen gebruikenActiviteit op de WerfGeheel links de Kromhout uit de De HoopNaast de werfloods kwam tevenseen informatiebord met degegevens van alle schepen die inde Museumhaven zijn toegelaten. Inde daarop volgende jaren schaftede Museumhaven antiekewerktuigen en gereedschappenaan, die de schippers in de loodskunnen gebruiken. Als ondersteuningwil de Museumhaven in deloods nog een verzameling oudehandgereedschappen verwerven.Kleinere bootjes, die eenopknapbeurt nodig hebben, kunnenop het werfterrein geplaatst worden.Dank zij de firma Nederhoff kondende zware machines met hun kranenop het werfterrein geplaatst worden.Cees en Ron Nederhoff stelden hunkranen ook in de volgende jaren omniet beschikbaar. Dat was nodig alser weer een schuit uit de poldermoest worden opgehaald of als eenboot, zoals de turfschuit, vooronderhoud en reparatie uit hetwater getild moest worden.De kloot in de mastIn de binnenvaart hijsenschippers soms een ‘gouden bal’,de ‘gouden kloot’ in de mast,waarmee zij laten zien dat dehypotheek op het schip isbetaald. Geheel in lijn met dezetraditie klom schipper Joris deGroot bij de opening van dewerfloods in 1999 in dewerfkraan. Daar hing hij een halfgoudenkloot op. De kloot waseen geschenk van de oliehandelde Julianasluis.44


Naast de Mallegatsluis stond in1925 een eenpersoonssluiswachterhuisje. In 2008 kon hetbestuur dit dank zij een legaat doorde firma Veelenturf latenherbouwen. Er is ruimte voor kleinetentoonstellingen.Tijdens evenementen dient het alsinformatiepost.Noors huisjeEen museum voor iedereenDe Haven, de schepen, hetSchipperswachtlokaal, het werfterreinen ‘t Werfhuys hebben samengrote historische waarde.In de haven liggen de historischebedrijfsvaartuigen, allemaal in particulierbezit. Een Museumhaven dus,zonder een eigen collectie schepen.Een eigen dekschuit, de Kukel,vormt een uitzondering.Bezoekers kunnen de schepen nietvan binnen bekijken. In hetschipperswachtlokaal worden tentoonstellingengehouden. Vooral inhet weekend zijn schippers druk metrestauratiewerk, dat in het tekenstaat van oude ambachten.Een educatieve werkgroepontwikkelde een leskist en maaktehet mogelijk met ander educatiefmateriaal aan schoolklassen uit teleggen hoe met oude techniekenrestauraties aan schepen mogelijkzijn.EvenementenVanaf het begin organiseerde dehaven en medewerkers evenementen.Dan wordt het belanggetoond van het behoud vanhistorische schepen en hethebben van ligplaatsen in eeneigen Museumhaven.Na de zeiltocht in 1989 had in1990 een strooptocht plaats vanGroningen naar <strong>Gouda</strong>. In 1992voerde een strooptocht vanRotterdam naar <strong>Gouda</strong> en in 1993werd gevaren met State<strong>nl</strong>edenvan de Provincie Zuid Holland.De haven doet ook mee aanpublieksevenementen. Zo stalengeladen historische bedrijfsvaartuigende show tijdens deOogstfeesten in 1987 en 1988.Jaarlijks presenteren de schepenzich verlicht met vele lampjestijdens <strong>Gouda</strong> bij Kaarslicht.Vanaf 1997 zijn zij ook presenttijdens de Open Monumentendagen.Speciaal voor kinderen iser sinds 1997 jaarlijks indecember een boottocht metverlichte schepen. Dit heet deverlichte schepenavond.45


twee jaar, in de zomermaandenvanuit de Museumhavenvaartochten door de binnenstad.Bezoek over het waterSintIn 1993 kreeg het schip Olle eenverzoek om de aankomst van SintNicolaas, de patroonheilige voorzeelieden, scheepsbouwers, vissersen havensteden, mee teverzorgen. Dit werd een begin vaneen traditie. Sinds 1994 vaart deklipper Johanna de Sint jaarlijks viade Turfsingel feestelijk binnen.Ook personenvervoer is nu weermogelijk. Koos Persoon knapte eenoude turfschuit op voor kleineretochten met publiek. De trekschuitJan Salie maakt, sindsVanaf 1995 werkte deMuseumhaven, in het derdeweekend van juni, mee aan deorganisatie van de Havenstaddagen.Veel historische vaartuigen uitandere steden komen dan ‘opvisite’. Op deze dagen bruist dehele stad weer als vanouds.Schepen varen af en aan.Schippers uit de haven helpen opvele manieren bij de organisatievan het feest. Zij organiserenvaartochten, demonstreren oudeambachten, laten zien hoe zeilengehesen worden, hoe het ladenen lossen plaats vond of zijnactief in het schipperswachtlokaal.Op de wal zingt hetGoudse Shantykoor Westzuidwestoude scheepsliederensamen met andere maritiemegastkoren en het GoudseViswijvenkoor.<strong>Gouda</strong> Havenstad46


Tien jaar MuseumhavenHet tweede lustrum werd uitbundiggevierd met een boottocht over deIJssel tot aan Ouderkerk en dan viade Julianasluizen terug. Sponsors,vrienden van de Museumhaven,schippers en bestuur genoten vande tocht op de eigen schepen: deOlle, Marietje, Hendrika, De GoedeVerwachting en de Friesland.De voorzitter, Roland van Schelven,hield een toespraak met als thema‘Koos de Matroos vaart weg’.K(ompaskoers), D(eviatie),M(agnetische koers), V(ariatie),W(erkelijke koers). Hij zet deschippers en hun schepen in hetzonnetje. Dromend ziet hij deZilvermeeuw met Volharding overde Regina vliegen, terwijl Anna,Dora, Johanna, Marietje enElisabeth in Goede Verwachtingaan dek staan te dromen om metz’n allen uitbundig Ol(l)é teroepen als ze in Frieslandaankomen.Blik op de toekomstDe Museumhaven kijkt ookvooruit. Misschien volgt noguitbreiding van het aantalligplaatsen tot aan deGuldenbrug?Ook is de mogelijkheid van hetbouwen van een drijvende steigeraan de IJsselkade bestudeerd.Dan kunnen ook grotere schepenontvangen worden.De Museumhaven bestaat nu 20jaar.Een springlevend publieksgerichtmuseum met een mooie toekomsten veel varende schepen.Behouden Vaart47


Overzicht toegelaten schepen1990De Hoop, Friesche tjalk tot 1992Vredebest, vracht-boeierschuit tot20021991De Goede Verwachting, klippertot 2009Olle, steilstevenPanta Rhei, klipper tot 1999Elisabeth, Groninger tjalkMarietje, paviljoentjalk tot 20011992Zilvermeeuw, OostzeetjalkVolharding II, LuxeMotor tot 2002Hendrika, tjalk tot 1998Johanna, klipperRegina, klipperaak19951996Altijd Anders/Anna klipperaak tot2004Friesland, klipperaak tot 2005Kukel, dekschuit19992000Dora, sleepboot2001Op Hoop van Zegen,beurtvaartschip tot 2002Sytje van Makkum, klipperaakWilhelmina Henrica,paviljoentjalk tot 2005Een Westlander2002Quo Vadis, sleepbootGouwestroom, beurtvaartschipVriendschap van Selzaete,klipperaakGoede Verwachting 1913,Friese Groningse tjalk2004De Tijd zal ’t Leren, steilsteven2005Blijde Aankomst, klipperaakBreevaart, paviljoentjalk(naamwijziging)Mathilda, paviljoentjalk2007Anthonetta, LuxeMotorHoop Doet Leven,LuxeMotor48


KRONIEK<strong>Gouda</strong> <strong>Waterstad</strong> en de Museumhaven <strong>Gouda</strong>15 de 16 de en 17de eeuw <strong>Gouda</strong> Havenstad1940 einde <strong>Gouda</strong> Havenstad1986 Manifestatie Zeylende in-tot in <strong>Gouda</strong>1987 Eerste Oogstfeestbij Molen de Roode LeeuwHistorische schepen luisteren het feest opWerkgroep Binnenhavenmuseum Turfsingel ontstaat1988 Open Monumentendag. Historische schepen kiezen ligplaats in <strong>Gouda</strong>De brochure <strong>Gouda</strong> <strong>Waterstad</strong> verschijntDe plannen voor een nieuwe museumhaven worden gepresenteerd.Tocht van Ime de Boer met de klipper Spes Salutis naar Schoonhoven1989 Eerste Havenfeest1990 Wilnisser Aak Vriendschap vaart De Strooptocht van Groningen Stad naar<strong>Gouda</strong>1990 Presentatie beleidsplan 1990-1995 van de werkgroep BinnenhavenmuseumTurfsingel.De Stichting Binnenhavenmuseum Turfsingel <strong>Gouda</strong>, ook wel Bihatgenoemd, wordt opgericht op 31 augustusDe stichting sluit samen met Gemeente <strong>Gouda</strong> en de Provincie ZuidHolland onderhandelingen af over het realiseren van ligplaatsen in eentot dan nog Provinciale vaarweg. De stichting krijgt toestemming800 m/2 water te huren van de provincie ten behoeve van het makenvan een museumhaven.1991 De Friesche Tjalk De Hoop vaart op 5 april als eerste historisch .bedrijfsvaartuig de toekomstige Haven voor historische schepen, laterde museumhaven, binnen.1991 De eerste twintig meerpalen worden geslagen.1991 Huur van terrein t.b.v. het realiseren van een werf.1992 Bihat verkrijgt het Schipperswachtlokaal van de gemeente <strong>Gouda</strong> voorde symbolische prijs van één gulden1993 Officiële opening van de haven voor historische schepen tijdensOpen Monumentendag op 14 september.1992 Bihat huurt van de gemeente 1534 m/2 water.1994 Afscheid eerste voorzitter JanPieter Janse.1995 Bihat verleent voor het eerst medewerking aan de organisatie van deHavenstaddagen.<strong>Gouda</strong> ontvangt voor de eerste keer een vloot Zalmschouwen varendvanuit Zuid Nederland naar Sail Amsterdam.1996 De Provincie Zuid Holland draagt het beheer van de Turfsingelgrachten het eigendom van de Mallegatsluis en de sluiswachterwoning aande gemeente <strong>Gouda</strong> over. In de haven worden 10 meerpalen geslagen1997 Besloten wordt over te gaan op het invoeren van vaste ligplaatsen1998 Bouw van het Werfhuis.1999 Tijdens Open Monumentendag wordt de strooptocht uit 1990 herhaaldmet een lading turf van Coevorden via Amsterdam naar <strong>Gouda</strong>.49


2000 Viering tienjarig bestaan van de Museumhaven2002 Uitbreiding huur wateroppervlakte. Bihat huurt 2040 m/2 water.2005 Samen met de Historische Vereniging Die Goude wordt de stichting<strong>Gouda</strong> Havenstad opgericht.2008 Bihat herplaatst een sluiswachterhuisje nabij de Mallegatsluis2009 De stichting <strong>Gouda</strong> <strong>Waterstad</strong> wordt opgericht2010 Twintigjarig bestaan van de MuseumhavenSponsorenDe Museumhaven blijft zijn sponsoren dankbaar:- Gemeente <strong>Gouda</strong>- Provincie Zuid-Holland, districtWaterstaat Alphen aan den Rijn- Kamer van Koophandel <strong>Gouda</strong> o.o.- ANWB Zimmermanfonds- Crabeth college <strong>Gouda</strong>- EFM, verzekeringen Meppel- Frank Goppel, restauratiearchitect- Hans Weitjens, landschapsarchitect- De Hema (fotoafdrukken)- I & S Bouw Johan Blacquiere Juniorkamer <strong>Gouda</strong> Notariskantoor L. Westerhuis Mourik BV Groot, Ammers Buurtwinkel <strong>Gouda</strong> De Lionsclub Bloemendaal Cees en Ron Nederhoff,Firma Nederhoff <strong>Gouda</strong> Vianen Rabobank Gouwezoom Molenaars van de Roode Leeuw Mw. Sips van Vlaardingen Kees en Lia Boer Stichting Het Oude Mannenhuys Stichting <strong>Gouda</strong> Hart van Holland Van Norden, drukkerijen VSB-Fonds Voogt, assurantiën De Waard en Wagener, notarissen Unichema Uniqema CrodaInstellingenInstellingen die het initiatief steunden:o De ambtelijke ondersteuning vanuit de gemeente <strong>Gouda</strong> door Saskia Brok, PeterDekker, Frans van Driel en Shil van Driel, Harrie van Haaren, Anton van der Linde,Jan Kremers, Dick Visse e.a.o De VVV <strong>Gouda</strong> (Wim van Boxmeer, directeur ) en de Kamer van Koophandel (HansBrink, algemeen secretaris en Ton Nieuwpoort)o De gemeente <strong>Gouda</strong>o De Provincie Zuid Hollando Vele andere bedrijven en instellingen die als sponsor een ondersteuning gaven.Vrijwilligers 1990 - 2005De Museumhaven <strong>Gouda</strong> is ontstaan dankzij vele vrijwilligers. Inbestuursfuncties of als lid van diverse commissies leverden zij onschatbarebijdragen voor de realisering van de haven en de ontwikkeling en groeiervan. In dit boekje worden tal van vrijwilligers genoemd. Anderen steundende Museumhaven in anonimiteit met inzet en veel vrije tijd.50


Comité van aanbeveling (1992-1993)K.F. Broekens- BurgemeesterJ. Potharst, wethouderJ.C. Brink- dir. Kamer v. KoophandelD. Blusse van Oud Alblas- internistJ. Löwik, alg. dir UnichemaJ. Kremers, voorzitter VVV <strong>Gouda</strong>B.A.M. Verbiest, dir. VSB- fondsC.A. Bol, alg directeur De GoudscheCommissie van aanbeveling Schielands Hoge Zeedijk 1 (SWL) 1992B.A.M. Verbiest, Th.de Jong, H.Brink, T.Bokhoven, J.P. Janse, C.A. Bol,J.Kremers sr.BestuurssamenstellingIn de bestuursvergadering van november 1999 werd een nieuwe bestuursstructuur vastgesteld, waarbijbesloten werd over te gaan naar een actief - bestuur, met bestuurscommissariaten (aandachtsveldenmet bepaalde mandateringen) voor deelterreinen:Voorzitter, Secretaris en PenningmeesterLeden:Lid AB, commissaris in de havencommissie(verantwoordelijk voor realisering ligplaatsen en beheer haven)Lid AB, commissaris in de schouwcommissie (tevens zetel in ligplaatsencommissie)Lid AB, commissaris in de werfcommissie, (verantwoordelijk voor werf, werfterrein en Kukel)LID AB, commissaris activiteiten (beheer IJsselhuys, realisatie museale en educatieve kwaliteiten)Lid AB, juridische zaken2 leden AB, namens de schippersCommissiesIn 1996 werd ook voor het eerst een vastere structuur bereikt ten aanzien van ondersteunendecommissies.Vaste commissies, sinds 2001:-Ligplaatsencommissie-Schouwcommissie-ActiviteitencommissieCommissies ad hoc:-Commissie ontwikkeling Turfsingelgebied-Commissie overleg vuilwatertanks-Commissie Fondsenwerving-Werfcommissie-Financiële commissie-Bouwcommissie-Technische commissieVoorzitter:BestuursledenSecretaris92 - JanPieter. Janse 87 - Imme de Boer94 - Bart Poiesz 90 - Jan Faber99 - Roland van Schelven 93- Yvonne Pont02 - Paul Rietjens 97 - Piet Leijs06- Floor de Voogt08 Heleen SarinkPenningmeester90 - Jan Faber92- Ed van de Kraats en Wim van Boxmeer93 - Jos Schelfhout en Wim van Boxmeer93 - Wim van Boxmeer06 - Bas van BeukeringNotuliste:90- Ilse Duits 92 - Tineke Prins51


90- Ime de Boer90 - JanPieter Janse90 - D. Altena90 - Jan Faber90 - Jan Kremers jr90 - Regina de Graaff90 - Koos Persoon90 - Tineke Prins90 - Kees van Leeuwen90- Wim van Boxmeer90 - Leo Sips90 - Bart Poiesz90- Theo Elsink90 - H. Schippers91 - Heini Tel v. Beek91 - Jan TelBestuursleden:91 - Dick Brouwer91 -Ed van de Kraats92 - Jan Hensema92 - J.J. Kuilenburg92 - J. Goudszwaard92 - Jos Schelfhout92 - Ton W. Nieuwpoort92 - Yvonne Pont92 - G. Smits93 - Martine Bouman93 -Jan Verbeij96 - Suzanne Vuik96 - Jolanda Bouman97 - Piet Leijs97 - Anton vanRiemsdijk97 -Jan Smulders02 - Roland vanSchelven99 - Wim de Groot99- Koos Persoon00 -Dolph Blusse v..O.A00 - Ruud Booms00 -Harrie van Os01 -Janneke Kuysters02 - Berend Schilder03 - Floris Inge Housz02 - Paul Rietjens03 - Peter SluismanAdviseurs:90 - Bart Schipper, Piet Balk, Henk Dessens, Gert van de Linden, Bart VermeerSchouwcommissie92 - Dhr H.Dessens, R. de Graaf, J 3ensema, H. Sommer, D.Blusse v.O.AHavenmeester99 - Willem Jan Ribberink01 - Ria Hensema03 - Harrie van OsLigplaatsencommissie(functioneerde tot eind 2003, ging daarna op in de Havencommissie)92 - Jan Faber99 - Jan Verbij92 - Berend Schilder99 - Willem Jan Ribberink92 - Jan Hensema99 - Josien van Sandick92 - J.Vermeer00 - D. Blusse van O.A92 - mevr Verbey-Vink01 - Tjalling Hoogkamp99 - Roland van Schelven01 - Harrie van OsBeheer IJsselhuys91 - Dick Brouwer97 - Herman Coomans04 - Leens BoumansWerfcommissie92 Berend Schilder,Bart Poiesz, Leo Sips,Teun Bokhoven,J. v.d. Spek, Dick Brouwer,Koos Persoon99 - Anton van Riemsdijk99 - Koos Persoon01 - Andrew Sadler02 - Wim de Groot04 - Anne Opost04 - Marco HoogendijkBeheerder ’t Werhuys99 - Arjen Baars00 - Cor Havelaar00- Frans Titsing01 - Andrew Sadler5201 - Koos Persoon01 - Wim de Groot01 - Anton van Riemsdijk04 - Anne Oost


Beheerder werf:99 Arjan Baars00 Cor Havelaar + Frans Titsing01 Andrew Sadler + Frans Titsing + Anton van Riemsdijk.Een experiment van Andrew om het werfhuis bedrijfsmatig te exploiteren mislukte.Het bleek dat partijen (Andrew enerzijds en de schippers anderzijds) elkaar toch teveelhinderden.02 drie schippers: Wim de Groot, Andrew Sadler en Koos Persoon03 Anton van Riemsdijk, Koos Persoon en Anne OostHavenmeester93 - Frits Verheij97 - Wim de Groot00 - Josien v.Sandick03 - Jans de Groot05 - Tjalling HoogkampPR- commissaris02- Janneke Kuysters03 - Paul RietjensDiverse CommissiesActiviteitencommissie92 – G. Brauns, Cees v. Leeuwen, Tineke Prins, Hans Weitjens, F. Brown- Fokkema,Ruth Pols, Berend Schilder96 - Jolanda Bouman, Maarten Betlem, Joost van Loon, Willem Jan Ribberink,W. de Groot, Jan Smulders, Herman Coomans00 - Barbara Sjoerdsma, Noor Verheij, Toon Karsbergen01 - Jan Verbij03 - Peter SluismanBouwcommissie90 – H.Weitjens, J.Hensema, J.Kremers jr., A.v.d. Linde, T.Prins, H. Weitjens, D. Brouwer92 – D.Brouwer, J.P.Janse, J.Kremers, J.Vermeer, T.Bokhoven t.a.v. bouw SWL94 – H.Weitjens, A.v.d.Linde96 – T.Bokhoven, Jan Hensema, R.Kleberg, A.v.d. Linde, J.Kremers, J. Schalkwijk,H. Weitjens. (t.a.v. werf)Zij ontwikkelden nieuwe zaken en bereidden bouwtechnische zaken voorDe bouwcommissie kende van 1992 tot 1994 tevens een bouwbegeleidingsgroep waarin zitting hadden:Munniksma, Nieuwpoort en WeijtjensFinanciële commissie92 - J.Kuilenburg, E.v.d. Kraats, JP.Janse96 – Wim van Boxmeer, Jos Scelfhout, Frits Verhey en Jacques.KuilenburgTechnische commissie t.b.v. bouw (voorheen restauratiecommissie genoemd)92 - 95 J. van Dijk, C. van Leeuwen, Leo Sips, D. Brouwer, Koos Persoon,H.Haman, Jan Hensema96 - 99 Dick Brouwer, Koos Persoon, Jan . Hensema, H. Sommer, T.Nieuwpoort,Teun Bokhoven, J. SpekCommissie beheer en inrichting werfterrein, werfhuis, IJsselhuys99 - A. van Riemsdijk99 - K. Persoon99 - B. Schilder99 - W. van Boxmeer99 – W. de Groot01 - A. Sadler53


Commissie Bouw Werf/terrein ( 1997 – 1999)T.Bokhoven(aannemer), F.Goppel en H.Weijtjes (architecten) A. de Mooy (begeleiderbouwer),B.Borsboom(begeleider). P. Leys (secretaris) W.van Boxmeer (penningm.eester),J.Spek, B.Schilder en K.Persoon(schippers)subcommissie Kraan-plaatsen: T. Bokhoven (aannemer), W de GrootCommissie ontwikkeling Turfsingelgebied.98 - R.van Schelven98 - T.Bokhoven98 - P.LeijsCommissie overleg vuilwatertanks96 - Jan Verbey, Berend Schilder, Peter Fokkens,98 - P.Balk, F.Verheij, B.Schilder.Commissie Fondsenwerving98 - R.van Schelven, P.Leijs, W.v.BoxmeerCommissie Educatie90 – Adrie Blok98 - Jan Verbij98 - Martine Bouman98 - Josien van Sandick98- Suzanne Vuik.01- Wim de Groot01- Wim van Boxmeer02- Trees RoodHavencommissaris99 - H. van OsHavencommissie04 Tjalling Hoogkamp04- Suzanne Vuik04- Willem Jan RibberinkHavensnippers v.a 2003 Palaver96 - W. de Groot97 – B. Schilder01 - A Sadler en J. Hensema02 - P. RietjensExterne contacten:In Platform Bestemmingsplan BinnenstadWest:99 - Frits VerheijIn Werkgroep Raambuurt:99 - Ria Hensema54


VerantwoordingSamenstelling van dit boekje was mogelijk dankzij archiefonderzoek.Waardevolle gegevens zijn verkregen uit het archief van de StichtingBinnenhavenmuseum Turfsingel te <strong>Gouda</strong>.Dank aan de velen, die kritische opmerkingen plaatsten en aanvullingengaven bij de beschrijving van de historie. Onmisbaar was de inbreng van aldiegenen, die hun herinneringen uit de periode van twintig jaarMuseumhaven in <strong>Gouda</strong> in deze historische bundel lieten opnemen.De belangrijkste literatuur die geraadpleegd is:- Ach Lieve Tijd, NDB Habermehl e.a.1987. Uitgeverij Waanders bv. Zwolle.- De ontdekking van Nederland, G. Christopher Davies, Scepter Uitgeverij Amsterdam, 2001.- De Nederlandse Binnenscheepvaart. J de Hoog 1931- <strong>Gouda</strong>, Duizend jaar <strong>Gouda</strong>, P.H.A.M. Abels e.a. Uitgeverij Verloren Hilversum, 2002.- <strong>Gouda</strong>, <strong>Gouda</strong> van 1900 tot nu, deel 2. W.G.Janssen. Uitgeverij van Geyl producties, 1994.- Goudse Glorie, Ton Sevenhoven. Eburon Delft 2004- Oude zeilschepen en hun modellen, E.E. Petrejus, Uitg. Unieboek N.V. Bussum, 1992- Op Hoop van Zaken, De industrialisatie van <strong>Gouda</strong> 1813-1913. Bregje de Wit.Uitgave Boekhandel Verkaaik <strong>Gouda</strong> 2004- Schipperen, Zeven eeuwen tussen IJssel en Gouwe, 2008.Uitgave van de Stichting <strong>Gouda</strong> HavenstadColofonSamenstelling van de uitgave: Wim van BoxmeerTeksten: Wim van Boxmeer en JanPieter JanseTekstredactie: Olga Leever, de schone schrijfster/Sander Klos, MediaMaritiemFoto’szijn beschikbaar gesteld door de Museumhaven <strong>Gouda</strong>, door schippers en andereparticulieren. De foto op de voorpagina is een aquarel van de Regina in sepia van deplateelschilder Peter van der Kroef en is eigendom van Wim de GrootPag.4 schilderij met Groningse tjalk van A.J.Oudshoorn, familiebezit JanPieter. JanseLogo’s:Het logo van de Museumhaven <strong>Gouda</strong> is ontworpen door Johan BlacquiereHet logo van <strong>Gouda</strong> Havenstad is ontworpen door Dick Hoogendoorn BNO.Het logo van <strong>Gouda</strong> <strong>Waterstad</strong> is hetzelfde logo als het logo van Het Gouds Watergilde. Het isontworpen door Hans Suijs van het Gouds Watergilde. De Stichting <strong>Gouda</strong> Havenstad gebruikte hetenkele jaren met instemming van het Gouds Watergilde.Druk: Firma de Heij / Van Norden55


InhoudsopgavePaginaVoorwoord 2Hoofdstuk 1 Een historische dag 3Hoofdstuk 2 Oude Havens 5Hoofdstuk 3 Museumhavens 8Hoofdstuk 4 Historische bedrijfsvaartuigen 13Hoofdstuk 5 <strong>Gouda</strong> Havenstad 16Hoofdstuk 6 Van <strong>Gouda</strong> Havenstad naar <strong>Gouda</strong> <strong>Waterstad</strong> 30Hoofdstuk 7 Binnenhavenmuseum Turfsingel <strong>Gouda</strong> 32Kroniek van de Museumhaven 49Verantwoording 55Colofon 56Deze uitgave is mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van de Stichting B.A.S.M.,Kraanbedrijf Nederhoff, Golfslagadvies & Projecten en van de Museumhaven<strong>Gouda</strong>.www.museumhavengouda.<strong>nl</strong>www.golfslagadvies.<strong>nl</strong>-0-www.waterefgoed.<strong>nl</strong>Jubileumlogo Watererfgoed56

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!