Truze Lodder (Foto: Jeronimus van Pelt)Afscheid Truze LodderRoland de BeerNa 25 jaar is DNO nogsteeds een feest!Ze kwam bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> als een onbeschreven blad, maar groeide uit tot een van Europa’smeest gerespecteerde operadirecteuren. Een kwarteeuw bestierde Truze Lodder (64) alles wat aan hetWaterlooplein met organiseren en zakendoen te maken had. Een gesprek met haar over haar naderendeafscheid: ‘Wat ik meeneem, past in een handtas.’<strong>De</strong> opera en het calvinisme hebben geengroot gemeenschappelijk verleden. Maarmisschien moet je juist een ‘calvinistischmeisje’ zijn, zoals Truze Lodder zichzelf weleens heeft omschreven, om te kunnen uitgroeientot een fenomeen als Truze Lodder.<strong>De</strong> zakelijk directeur van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><strong>Opera</strong> die in oktober op haar 64ste afscheidneemt van het Waterlooplein, doet dat na eendienstverband van liefst 25 jaar. Dat kunnenweinig operadirecteuren in de wereld haarnazeggen. Er zijn niet veel collega’s op ditcomplexe werkterrein, waar idealen en mogelijkhedendoorgaans in een alarmerendestaat van wrijving verkeren, die hun zuinigheiden vlijt even makkelijk als Truze Lodderweten te combineren met ‘rechtlijnigheid,duidelijkheid, navolgbaarheid en integriteit’.Dat zijn de motieven die Truze Loddervanaf haar aantreden in oktober 1987 voorogen heeft gehad. In een bedrijf waar demeest uiteenlopende technische en artistiekespecialismen graag op onverwachtemomenten willen botsen, kan dat moeilijkeen luxe worden genoemd. <strong>De</strong> consistentiewaarmee Lodder haar motto’s in praktijkheeft gebracht, heeft haar ongemerkt doenuitgroeien tot een van de langstzittendedirecteuren uit de operageschiedenis – eenobservatie die er wat Truze Lodder betreftoverigens niet toe doet. ‘Een vraag zou kunnenzijn: is 25 jaar niet te lang?’ zegt ze, meteen intonatie die goed zou passen bij eenpittig functioneringsgesprek. ‘Ik heb heellang gedacht dat tien jaar op één plek voormij het maximum was.’Maar wat is lang? Saaiheid is een zeldzametoestand in de dagelijkse praktijk van hetoperabedrijf, en in de samenwerking metartistiek directeur Pierre Audi, zegt TruzeLodder, luidt elke dag zo ongeveer een nieuweperiode van avontuur en onvoorspelbaarheidin. Dat was iets om voor te willen vechten.‘En dat bleef het. Het bijzondere,’ zegtVoor <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> is de herfst van2012 een jaargetij van indringende personeleveranderingen. In oktober vertrekt zakelijkdirecteur Truze Lodder na een loopbaan van25 jaar aan het Waterloo plein. KoordirigentMartin Wright kreeg de kans zijn koers teverleggen naar de Chicago Lyric <strong>Opera</strong>.Zangersexpert Hein Mulders, hoofd artistiekezaken, is intendant geworden van de <strong>Opera</strong>van Essen. Artistiek directeur Pierre Audigaat zijn werk voortzetten in een nieuwe constructie:vanaf januari vormen <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><strong>Opera</strong>, Het Nationale Ballet en Het Muziektheateréén stichting, waarin de nieuwealgemeen directeur Els van der Plas wordtgeflankeerd door de directeuren TedBrandsen en Audi.4Truze Lodder, ‘is niet mijn directeurschap,maar de lange samenwerking tussen TruzeLodder en Pierre Audi.’GastvrijheidMenig DNO-bezoeker kan Truze Lodder dromen.Bij operapremières posteerde ze zichstrijk en zet in de hal van het Muziektheaterom binnenstromend publiek welkom te heten,en een hand te geven aan iedereen die daarschik in had. Soms geflankeerd door artistiekdirecteur Pierre Audi, vaak door het hoofdcommunicatie, straalde ze er de gastvrijheiden het moederlijk gezag bij uit van eenschoolhoofd – niet per se het hoofd enerSchool met den Bijbel – wier humeur doorniets of niemand kapot is te krijgen.Ziedaar de Truze Lodder van het ‘voorgebouw’,zoals de voor het publiek toegankelijkezones in het Muziektheater wordengenoemd. In het achtergebouw, het complexvan kantoren, studio’s en werkvloeren, waarde stoppenkasten zitten en de theatertrekken,de koffieautomaten, de repetitiepiano’s,de schermen en toetsenborden en vergadertafels,daar is ze eigenlijk net zo.Verschijnselen als tegenslag of intrige lijkenrond Truze Lodder amper te bestaan bij<strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> in het AmsterdamseMuziektheater, en dat heeft vermoedelijkmeer te maken met goed management enpersoneel dan met de intrinsieke aard vanhet operavak. Is er dan helemaal niemanddie het vertikt om samen met Truze Lodder ineen lift te staan? ‘Er zijn heus wel mensendie mij lastig, of liever: veeleisend vinden,’ ishaar geruststellende antwoord. ‘Maar zelfsdie respecteren mij wel, denk ik.’MiljoenentekortMet de harmonie aan het Waterloopleinstond het er wel eens anders voor. Toen TruzeLodder in 1987 aantrad als zakelijk directeurvan <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>, ressorterendonder de toenmalige intendant Jan vanVlijmen – sommigen zeiden: als diens waakhond– trof ze pijnlijke taferelen aan. ‘Ikkwam binnen in een sociaal gewonde organisatie,’zegt ze zelf. <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>huisde in een pas geopend, technisch magnifiekgeoutilleerd Muziektheater. Voor heteerst in de geschiedenis had de kunstvormopera in Nederland een eigen huis, zij hetom beurten met het ballet. Maar voor deoverstap naar de grote theatermaten en denieuwe internationale ambities werd tolbetaald. Toen Van Vlijmen eind 1987 afscheidnam, krap anderhalf jaar na de opening vande nieuwe tempel van architect Cees Dam,liet hij een <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> achter diegeplaagd werd door een miljoenentekort,door tweespalt tussen nieuw en oud personeel,en door slechte communicatie met detechnische diensten van het Muziektheater.En helaas, voor het wegwerken van eenmiljoenentekort lijken tweespalt en slechte
Truze Lodder:1948 geboren1965 eindexamen HBS-B,Charlois Lyceum Rotterdam1965-1974 Holland-Amerika LijnRotterdam. Eindfunctie: planning van cruises.1974-1984 AVRO, Hilversum. Eindfunctie:hoofd financieel beheer Radio en TV.1984-1986 Reklamebureau Prins, Meijer,Stamenkovits & Van Walbeek, Amsterdam.Eindfunctie: directielid, belast met financiëleen personele zaken.1986-1987 Noordervliet & Winninghoff/Leo Burnett BV, Amsterdam. Eindfunctie:plaatsvervangend algemeen directeur.1987-2012 <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>,zakelijk directeur,1992-2006 daarnaast directeurHet Muziektheater2006-2012 directievoorzitterHet Muziek theater.Truze Lodder zet na haar afscheid van de<strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> haar huidige nevenfunctiesvoort. Ze is sinds 2004 commissarisbij de <strong>Nederlandse</strong> Spoor wegen ensinds 2005 bij Van Lanschot Bankiers. Zewerd in 2007 Lid van de Raad van Toezichtvan de Universiteit Maastricht. Daarnaast isze lid van de Raad van Toezicht van hetVSBfonds en voorzitter van het NJO: de<strong>Nederlandse</strong> orkest- en ensembleacademie.communicatie niet de beste voorwaarden.Prominenten in het kunstenveld vroegen zichopenlijk af of de problematiek van de <strong>Opera</strong>überhaupt op te lossen viel. Aan zakelijkdirecteur Lodder, die eerder carrière maakteals hoofd financieel beheer bij de AVRO enals directielid van een reclamebureau, werdniet de passie, noch de ervaring toegeschrevendie nodig waren om zowel de boeken tesaneren als tegelijkertijd de operakunst nogeen beetje op gang te houden op een draaglijkniveau. ‘Ik was dat meisje uit de omroepen van de reclame,’ zegt Lodder. ‘Ik heb operapas geleerd toen ik binnenkwam.’Haar grote verdienste – zelfs scepticiwaren het daar snel over eens – is dat ze deknoop heeft ontward door aan alle eindentegelijk te trekken. ‘Dat het er slecht voorstond,was voor mij een enorme stimulans.’SaneringHet lag voor de hand dat een paar grootschaligenieuwe producties op het speelplan,waaronder Die Gezeichneten vanSchreker, voorlopig plaatsmaakten voorminder begrotelijke projecten. Het kostbareOrkest van de Achttiende Eeuw, dat deintendant had vastgelegd, moest wijken voorhet ‘om niet’ beschikbare NederlandsPhilharmonisch, het reguliere begeleidingsorkestvan <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>. Datscheelde al veel.Maar sowieso leed de artistieke begrotingte veel onder de druk van vaste personeelslasten,vond de net aangetreden zakelijkdirecteur. Goed dat inkrimping van de stafgelijk op kon gaan met eliminering van communicatieproblemenbinnen diezelfde staf.Van medewerkers die al op een zijspoorstonden werd afscheid genomen, of ze werdenjuist gereactiveerd.Truze Lodder: ‘<strong>De</strong> belangrijkste veranderingwas deze – je zou het tegenwoordig een5paradigma shift noemen: voor mijn komstwerd er altijd geklaagd over hoe weinig gelder was voor dirigenten en solisten. En hoe ergdat toch was voor de kwaliteit. Ik heb datomgedraaid: waartoe zijn wij hier? Wat wordter van ons verwacht? Hoe krijgen we dat voorelkaar? En dan pas: wat voor staf kunnen weons daarbij permitteren?’ <strong>De</strong> overheadkostenwerden drastisch gereduceerd.Haar succes lag in een operatie waarvanhet effect het grote publiek ontging. <strong>De</strong> miljoenendie het Rijk de <strong>Opera</strong> voorschoot teroverbrugging van het gapende gat, moestenverspreid over een aantal jaren worden vereffend.Dat is keurig gebeurd, volgens het afgesprokentijdschema. Maar Lodders saneringwierp eerder dan gepland haar vruchten af.Dat moest ook wel, want tijdens de saneringmoest het aantal voorstellingen per seizoenaanzienlijk groeien en daar was geld voornodig, dus werd besloten de megafoon thuiste laten. ‘Laten we het maar low profile houden,’was het motto op de derde etage.EvenwichtskunstenaarLodders grote waagstuk – ‘ik was niet deenige in de zoekcommissie, maar ik had ersamen met onze toenmalige bestuursvoorzitterBernard Sarphati wel de belangrijkstestem in’ – zat in de werving van een nieuweartistiek directeur, die, zoals de betrokkenezelf toegaf, nauwelijks ervaring had metopera. Het was de toen pas 31-jarigeLibanees Pierre Audi, die in Londen hetAlmeida Theatre had opgericht. Zijn kandidatuurwas onwaarschijnlijk, a far shot, volgenshet commissielid dat zijn naam noemde(die bijna niemand kende). Het Almeidahield het midden tusen – in Amsterdamsetermen – Mickery en <strong>De</strong> IJsbreker, meteigentijds theater en een zomerfestival volnieuwe muziek en muziektheater. Audi hader het organiseren en regisseren van prikkelendekleinschalige producties in de vingersgekregen. Van een Ring des Nibelungen waszijn knowhow nog lichtjaren verwijderd.Waarom we hem wilden? Het voeldegewoon goed. Het onorthodoxe van die jongensprak ons aan,’ zegt Truze Lodder, onderstrependdat bij een mooie sollicitatie deintuïtie de ratio fors kan overvleugelen. ‘Erwas een klik.’ En toen? ‘Toen werd het pasecht leuk, want doordat Pierre erbij kwam,werd mijn werk weer moeilijk. Het was meteenafgelopen met mijn snelle beslissingen,genomen met het oog op het gezond makenvan de organisatie: het artistieke werd vanafPierres komst de drijvende kracht.’<strong>De</strong> kunst was om het ook zakelijk en organisatorischgoed te blijven doen. TruzeLodder noemt zichzelf een ‘evenwichtskunstenaar’.‘Of een tolk-vertaler, tussen hetartistieke en de harde wereld.’ Zij en Audibesloten gelijk maar een tienjarenplan op testellen. Het moest een interne leidraad vormen,het zou het huis voorzien van een signatuur,en het zou naar buiten het signaalafgeven dat de directeuren niet van zinswaren de pijp na een jaartje of wat aanMaarten te geven. Het plan waarmee ze inoktober 1989 naar buiten kwamen, verbaastnog altijd door zijn detaillering, en door deconsequentie waarmee het is gerealiseerd:meerjarige accenten op Monteverdi, Berlioz,Schönberg. Eigentijdse, nieuw te schrijvenopera’s. Kleinschalig werk naast monsterprojectenals de Ring en Les Troyens.Betrokkenheid van beeldend kunstenaars,en van dirigenten als Pierre Boulez en FransBrüggen, van regisseurs als Peter Stein,Peter Sellars en Pierre Audi zelf.En als er voor een prominent onderdeelgeen ruimte was binnen die tien jaar, dankwam het wel een jaar later aan de beurt.Zoals Kopernikus/Rêves d’un Marco Polo vanClaude Vivier,’ zegt Truze Lodder, verwijzendnaar een DNO-productie in de Westergasfabriek,die haar is bijgebleven als ‘een vande absolute hoogtepunten’. In de catalogusvan haar geheugen is op bladzij 1 Il ritornod’Ulisse in patria van Monteverdi gegrift, deeerste regie in het Muziektheater van Audi,‘een productie waarmee hij definitief respectafdwong, ook van iedereen hier in huis.’En bij haar topmomenten zitten Audi’sWalküre, de sublieme Wozzeck van AlbanBerg door regisseur Willy <strong>De</strong>cker en dirigentHartmut Haenchen, Dialogues des Carmélitesin de regie van Robert Carsen, en Die Frauohne Schatten, met het dirigeerdebuut vanMarc Albrecht. ‘Dat vind ik de mooistemomenten: als ik voel dat alles klopt. Als ikerdoor opgetild word. Als ik blij word van hetproduct waar ik werk voor verzet. En als ikhet publiek blij zie. Dat je voelt dat je eentoegevoegde waarde voor de maatschappijhebt.’Ze leest alle (‘nou ja, bijna alle’) bezoekersbrievenaan <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>, envindt dat ze de onbevangenheid heeft van eenpublieke toeschouwer. ‘<strong>De</strong> generale repetitieis de eerste keer dat ik iets helemaal zie. Voorhet volgen van gewone repetities heb ik echtgeen tijd. Ik zeg wel graag tegen iedereen:kom een keer backstage, kom op het podium,ga mee met een rondleiding. Dan merk je datje vanuit je plek in de zaal niet alles ziet watde makers willen dat je ziet.’IntegratieEen internationaal samengestelde visitatiecommissieonder leiding van Brian McMaster,de voormalige directeur van het EdinburghFestival, bracht in 2010 rapport uit. Plaatsvan <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> in het bestel:excellent. Artistieke kwaliteit: excellent.Artistieke ontwikkeling en innovatie: excellent.Productiviteit: excellent. Financiëlegezondheid: excellent. Contact met geïnteresseerdepersonen en organisaties: ai –uitstekend slechts (niet excellent). Was datgeen domper? ‘Uitstekend is nog altijd meerdan goed, en ik ben nu eenmaal niet iemanddie eindeloos veel tijd besteedt aan lobbyenen iedereen te vriend houden,’ zegt Lodder.Kort na haar aantreden in 1987 ontdekteTruze Lodder dat in de boekhouding van hetpas geopende Muziektheater (het gebouw)vorderingen uitstonden op <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><strong>Opera</strong> (het gezelschap) die in de boekhoudingvan de <strong>Opera</strong> nergens als schuldenwaren te ontdekken. In de top van beideorganisaties zat een overlap van dezelfdefunctionarissen. <strong>De</strong> jaarrekeningen werdengetekend door dezelfde accountant. Lodderkwalificeerde die scheefstand als onbehoorlijkbestuur. ‘Ik trok meteen aan alle bellenen ben oplossingsgericht aan de slaggegaan.’<strong>De</strong> kans op dergelijke rariteiten is inmiddelsuitgesloten en dat blijft zo, nu de integratievan <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>, HetNationale Ballet en Het Muziektheater haarvoltooiing nadert in de vorm van een werke-