15.02.2016 Views

Ouders en jeugdwerk

zxealmw

zxealmw

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

opvoedingsmilieus) <strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> (cf. formeel of informeel) voordo<strong>en</strong> (Morreel, Van Avermaet,<br />

& Vanderlinde, 2012). Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid kan verschill<strong>en</strong>de functies di<strong>en</strong><strong>en</strong>, zoals de bevordering van de<br />

persoonlijke, de emotionele, de morele <strong>en</strong> de sociale ontwikkeling van de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het kan inzicht<br />

gev<strong>en</strong> in de behoeft<strong>en</strong> van de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij aansluit<strong>en</strong>d de beleidsvoering in organisaties t<strong>en</strong><br />

goede kom<strong>en</strong> (Van der Gaag, Gilsing, & Mak, 2013). Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid kan daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de<br />

gradaties tot uitdrukking kom<strong>en</strong>.<br />

Gek<strong>en</strong>de (onderwijskundige) modell<strong>en</strong> (o.a. Epstein, 1995; Verhoev<strong>en</strong>, Devos, Stass<strong>en</strong>, & Warmoes, 2003)<br />

situer<strong>en</strong> ouderbetrokk<strong>en</strong>heid op verschill<strong>en</strong>de niveaus (bv. betrokk<strong>en</strong>heid op school, betrokk<strong>en</strong>heid thuis,<br />

<strong>en</strong> communicatie tuss<strong>en</strong> school <strong>en</strong> ouders) <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de types van<br />

betrokk<strong>en</strong>heid (bv. formele participatie <strong>en</strong> informele betrokk<strong>en</strong>heid). Vaak gehanteerde indeling<strong>en</strong> zijn<br />

de vierstapp<strong>en</strong>indeling van ‘mee wet<strong>en</strong>’, over ‘mee lev<strong>en</strong>-meedo<strong>en</strong>’, naar ‘mee prat<strong>en</strong> <strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>spraak<br />

do<strong>en</strong>’ tot ‘besliss<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelf vorm gev<strong>en</strong>’ (zie o.a. Dom, Thirion, & De Clerck, 2014; Morreel, Van Avermaet, &<br />

Vanderlinde, 2012) <strong>en</strong> de vijftrapp<strong>en</strong>participatieladder: informer<strong>en</strong>, raadpleg<strong>en</strong>, adviser<strong>en</strong>, coproducer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

meebesliss<strong>en</strong> (zie o.a. Bolt, 2014; http://www.brunssum.nl).<br />

Meer sociaal-pedagogisch geïnspireerde kaders (o.a. Calabrese Barton, Drake, Gustavo Pereze, St. Louis,<br />

& George, 2004; Boeraeve, & Van Rijn, 2010; Morreel, Van Avermaet, & Vanderlinde, 2012) stell<strong>en</strong> het<br />

perspectief van ouders meer c<strong>en</strong>traal. Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid wordt daarin begrep<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> wederkerige<br />

relatie. De nadruk verschuift op twee spor<strong>en</strong>: (1) van hoe ouders e<strong>en</strong> positieve rol kunn<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong> in de<br />

organisatie naar wat de organisatie kan do<strong>en</strong> om beter aan te sluit<strong>en</strong> bij ouders <strong>en</strong> (2) van wat ouders<br />

(niet) do<strong>en</strong> naar het hoe <strong>en</strong> waarom (Smit, Driess<strong>en</strong>, Sluiter & Brus, 2007). In het model van Boeraeve &<br />

Van Rijn (2010), dat geïnspireerd <strong>en</strong> gebaseerd is op het model van Vett<strong>en</strong>burg & Samaey (2006), wordt<br />

ouderbetrokk<strong>en</strong>heid bijvoorbeeld geoperationaliseerd in zev<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sies: de k<strong>en</strong>nisdim<strong>en</strong>sie (cf. wat<br />

wet<strong>en</strong> ouders?), de emotionele dim<strong>en</strong>sie (cf. welke gevoel<strong>en</strong>s overheers<strong>en</strong>?), de rationele dim<strong>en</strong>sie (cf.<br />

welke kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse mak<strong>en</strong> ouders om al dan niet e<strong>en</strong> rol op te nem<strong>en</strong>?), de overtuigingsdim<strong>en</strong>sie<br />

(cf. is de ouder overtuigd van zijn rol?), de compet<strong>en</strong>tiedim<strong>en</strong>sie (cf. voelt de ouder zich compet<strong>en</strong>t om<br />

e<strong>en</strong> rol op te nem<strong>en</strong>?), de gedragsdim<strong>en</strong>sie (cf. hoe zet betrokk<strong>en</strong>heid zich om in concreet waarneembaar<br />

gedrag?) <strong>en</strong> de tijdsdim<strong>en</strong>sie (cf. hoeveel tijd besteedt de ouder aan het opnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> rol?).<br />

Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid is niet neutraal. Het is ge<strong>en</strong>szins e<strong>en</strong> statisch <strong>en</strong> lineair gegev<strong>en</strong>, maar komt tot<br />

ontwikkeling doorhe<strong>en</strong> de interactie <strong>en</strong> onderhandeling tuss<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> ‘andere’ context<strong>en</strong> (in dit geval het<br />

<strong>jeugdwerk</strong>). Percepties, overtuiging<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van ouders, van andere context<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de ruimere<br />

sam<strong>en</strong>leving gev<strong>en</strong> mee richting <strong>en</strong> invulling aan ouderbetrokk<strong>en</strong>heid (Morreel, Van Avermaet, & Vanderlinde,<br />

2012). Net daarom is het belangrijk om niet alle<strong>en</strong> zicht te krijg<strong>en</strong> op de mate waarin ouders betrokk<strong>en</strong><br />

will<strong>en</strong> zijn, maar ook op de mate waarin ouders daar door hun eig<strong>en</strong> context (cf. leef- <strong>en</strong> gezinssituatie, hun<br />

kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.), het <strong>jeugdwerk</strong> of andere context<strong>en</strong> in aangemoedigd dan wel belemmerd word<strong>en</strong>.<br />

Zo blijkt bijvoorbeeld dat vanuit het <strong>jeugdwerk</strong> zelf ouders soms bewust buit<strong>en</strong> de werking word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />

om zo de kinder<strong>en</strong> ook echt e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> plek te gev<strong>en</strong> (Copp<strong>en</strong>s, Vanclooster, & Van Aud<strong>en</strong>hove, 2013).<br />

Op ouderniveau <strong>en</strong> referer<strong>en</strong>d naar onderzoek over vrijwilligerswerk, blijkt dat de leeftijd van de ouders<br />

e<strong>en</strong> rol speelt. In de drukste periode in het lev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ouder, zijnde de periode dat hun kinder<strong>en</strong><br />

opgroei<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zij het minst ruimte om vrijwilligerswerk op te nem<strong>en</strong> (Hambach & Vanle<strong>en</strong>e, 2007;<br />

Loose, Gijselinckx, Dujardin, & Marée, 2007). De leeftijdsgroep van 35- tot 54-jarig<strong>en</strong> doet het minst<br />

vrijwilligerswerk, namelijk 17.2% teg<strong>en</strong>over 39.3% bij 15- tot 34-jarig<strong>en</strong> <strong>en</strong> 30.3% bij de 55- tot 74-jarig<strong>en</strong>.<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!