De Sijpekerk
Beschrijving van de hervormde kerk te Nieuw-Loosdrecht
Beschrijving van de hervormde kerk te Nieuw-Loosdrecht
Do you know the secret to free website traffic?
Use this trick to increase the number of new potential customers.
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
Een korte beschrijving
In tegenstelling tot wat het opschrift doet vermoeden heeft de Sijpekerk
een lange historie en is een korte beschrijving daarvan niet zo eenvoudig
te geven. Zo’n zeshonderd jaar geschiedenis staat hier voor u. Daarmee
is de Sijpekerk het oudste gebouw van Loosdrecht. In 1400 had de bisschop
van Utrecht toestemming gegeven om op de plaats waar eerst
slechts een kapel stond een kerk te bouwen. Het huidige koor aan de
oostkant van de kerk was misschien die kapel.
Deze kerk heeft in de loop van de geschiedenis door brand en
oorlogshandelingen heel wat geleden. Niettemin staat de toren nog
steeds fier overeind en is het kerkgebouw goed onderhouden.
De kerkenraad van de hervormde gemeente van Nieuw-Loosdrecht
biedt u dit boekje aan zodat u enige informatie krijgt over
Loosdrechts oudste monument. U mag zelf bepalen wat deze informatie u
waard is. Wij vragen u uw bijdrage in de daarvoor bestemde zuil aan de
ingang van de kerk te deponeren.
Vriendelijk dank.
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
De kerk
In de vroege middeleeuwen bestond Loosdrecht nog uit ondoordringbare
moerassen. Om deze veengebieden te ontginnen trokken veenarbeiders
steeds verder het gebied binnen; men veronderstelt niet alleen vanaf de
Vechtoever, maar ook vanaf de hoge Gooise gronden.
In de dertiende eeuw wordt Loosdrecht voor het eerst genoemd
en dan is er sprake van twee buurtschappen. Eén bij de driesprong (het
huidige Oud-Loosdrecht) en een in Sijp aan de Gooise kant.
Beide buurtschappen vielen onder de parochie van Loenen. De mensen
moesten een lange weg afleggen om – ook bij slecht weer en in de winter
– de kerk van Loenen te bereiken. Met het groeien van het aantal
inwoners kwam ook de vraag naar een eigen dorpskerk, een eigen
parochie dus.
In 1332 werd ‘Loesdregt’ (= Oud-Loosdrecht) een zelfstandige
parochie genoemd. Die kreeg rond 1350 een eigen kerkgebouw met een
pastoor die ook de buurtschap Sijp bediende. Daar was inmiddels een
kleine kapel gebouwd. Maar de pastoor had er ook moeite mee om bij
nacht en ontij in Sijp te komen, dus werd er een verzoek aan de bisschop
gedaan om te komen tot een eigen parochie aldaar.
In 1400 werd op verzoek van Wouter van Mijnden door Frederik
van Blankenheim, bisschop van Utrecht, de Zijpse kapel tot een zelfstandige
parochiekerk verheven en onder bescherming gesteld van de
apostel Paulus, van de heilige Antonius de Belijder en van Cornelius,
paus en martelaar. Vanaf dat moment sprak men over de ‘Nieuwe’ kerk
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
en over de ‘Oude’ kerk. Zo ontstonden de dorpsnamen Nieuw- en Oud-
Loosdrecht. De kerk heeft nooit de naam ‘Pauluskerk’ gedragen. De bevolking
bleef spreken van de Sijp (of Zijpe) en Oûkerck (ook wel: Oudekerk
of Ouderkerk).
In notariële akten vinden we onze kerk zelfs beschreven als de
“Zeipschen kerck”. Men had nog geen ‘groen’ boekje en men schreef een
naam zoals men die hoorde.
Op een kaart uit 1563 zien we “Die nieuwe kerck”, gelegen aan “Den
zijpschen dijck”
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
De toren
Naar men aanneemt duurde het
nog wel tot de tweede helft van de
vijftiende eeuw voordat ook de
kerktoren was gerealiseerd. De uit
drie geledingen opgetrokken toren
ligt gedeeltelijk ingebouwd en is
een typische Utrechtse dorpstoren,
zoals we die ook vinden in Loenen,
Westbroek, Eemnes-Buiten en
Soest. Ze zijn geïnspireerd op de
Domtoren in Utrecht. Tot de rondgang
is hij ongeveer 32 meter
hoog; de spits meet ruim 15 meter.
In de tweede geleding komen twee
smalle blinde spitsboogvensters
voor. De derde geleding heeft natuurstenen
hoekblokjes en is voorzien
van drie nissen, waarvan de
middelste geopend is en de twee
buitenste blind zijn. Onder de bakstenen
gotische balustrade van de
omloop onderscheidt men een archaïsche rondboogfries.
Bij binnenkomst door de hoofdingang in de
westgevel zien we in het plafond nog een viertal
oude witgeschilderde consoles, gemaakt van zandsteen
en in de vorm van gebeeldhouwde ridderhoofden.
Zij ondersteunen de ribben van het gewelf.
In dit kerkportaal hingen vroeger de klokkentouwen,
waar – onder toezicht van de koster/schoolmeester
– de oudere schoolkinderen wel eens de klok mochten
luiden.
Aan de zuidkant bevindt zich, naast het zogenaamde ‘stovenhok’, het
traptorentje. Het heeft een nauwe opening en hoge treden. Eerst wordt de
orgelgalerij bereikt, daarna komt men in de klokkenkamer. De daarin
aanwezige klokken wogen oorspronkelijk maar liefst 6000 pond. In het
rampjaar 1672 werden de dorpen Oud- en Nieuw-Loosdrecht door de
Franse troepen bezet. Ook de kerk werd door hen niet ontzien. De grote
klok werd geroofd en kapot geslagen. Toen zij in 1674 moesten vluchten
is er een kar met brokstukken bezweken en moest worden achtergelaten.
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
Na de oorlog werden deze resten verzameld en werd er een minder zwaar
exemplaar van gegoten. Daarin staat de volgende tekst:
‘K WYERD VAN 6000 PONT DOOR ’T FRANS GEBOEFT TOT GRVYS;
‘K WEECH 1700 NU EN DYEN OPNYEVW GODES HVYS. YAN
ADRYAENS OVDENSTEYN ENDE YAN GERRYTS ROEYC, KERCK
MESTERS YNDERTYT, ANNO 1675.
In 1769 werd een tweede, kleinere klok aangebracht met het opschrift:
“ME FECIT PIETER SEEST, AMSTELLODAMI” (Peter Seest uit Amsterdam
heeft mij gemaakt).
In al die jaren werd de toren vele malen door de bliksem getroffen. Vlak
na 1900 sloeg de bliksem twee gaten in de muren en op 7 mei 1910 stond
de spits in brand. Haan en kruis lagen brandend op de trans, terwijl een
vuurpluim boven de spits uit sloeg. Ook in 1911 en 1912 werden balken
geraakt en sloeg een rollaag stenen weg.
In de Tweede Wereldoorlog werd er door de Duitsers afweergeschut op
de toren geplaatst dat op 31 augustus 1941 voor het eerst in werking trad.
Gelukkig heeft de toren daar geen nadelige gevolgen van ondervonden,
maar….. de klokken werden opnieuw geroofd. Ze werden niet stukgeslagen,
maar op 25 februari 1943 naar beneden getakeld, waarna zij
werden afgevoerd. Groot was de blijdschap van de bewoners, toen na de
oorlog de grote klok bij een klokkengieterij in Heiligerlee werd teruggevonden.
De kleine klok was waarschijnlijk reeds in de smeltoven terecht
gekomen om verder verwerkt te worden in de wapenindustrie.
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
In 1973 werd besloten een nieuwe kleine klok te laten gieten, de
zogenaamde “papklok”. Dat werd gedaan op 17 augustus in de fabriek
van de klokkengieterij Petit & Fritsen in Aarle-Rixtel, vlak bij Helmond. De
klok kreeg het opschrift:
“TWEEMAAL GING IK REEDS VERLOREN, MAAR UIT GLOEIEND
BRONS GEBOREN, KLINKT MIJN STEM VOOR ’T EERST WEER
KLAAR, IN JULIANA’S ZILV’REN JAAR, 1673 – 1943 - 1973” (Koningin
Juliana herdacht in dat jaar haar zilveren regeringsjubileum).
De klok werd op 30 augustus 1973 op zijn plaats gebracht. Hij weegt 500
kg en heeft een doorsnee van 101 cm.
De toren is eigendom van de burgerlijke gemeente sinds Napoleon
aan het begin van de negentiende eeuw de kerktorens vorderde voor
militaire doeleinden. Regelmatig werd er grootonderhoud gepleegd aan
de kerk, maar de toren werd te lang ongemoeid gelaten. In 1937 was de
toren sterk in verval geraakt door blikseminslag, plantengroei en doorwaterende
muren. Restauratie daarvan kwam slechts met de grootste
moeite tot stand, omdat de provinciale bestuurders meenden dat de toren
van niet veel meer dan plaatselijke betekenis was. In dat jaar werd een
nieuwe ijzeren klokkenstoel aangebracht en de elektrisch verlichte klok in
de spits geplaatst.
Eind jaren tachtig was het voegwerk van de toren door invloeden
van o.m. zure regen zodanig ingevreten, dat restauratie weer noodzakelijk
was. Daarom werd in 1990 de toren nog eens grondig onder handen
genomen, waarbij o.a. de koperen haan opnieuw werd verguld met bladgoud.
In 2001 stonden er wéér steigers rond de toren: toen werden er
nieuwe Engelse leitjes op het dak van de toren gelegd.
Het interieur
Via de toreningang komen we door een tweede deur de kerk binnen.
Direct valt de iets hoger gelegen koorruimte op, die door een grote
triomfboog is omsloten. Daar staat in een halve cirkel de avondmaalstafel
opgesteld onder hoge spitsboogvensters met zacht groene, in lood
gevatte ruitjes. Opvallend is het groen-blauw geschilderde eikenhouten
plafond van koor en kerkruimte. De vensters in de zijbeuken zijn lager dan
die in het koor. Dit komt doordat de buitenmuren vrij laag zijn. Tussen de
acht hoge witgepleisterde pilaren hangen zes antieke petroleumlampen.
In de kerk hangen verder drie kaarsenkronen, twee in de grote ruimte van
het middenschip en een in het koor.
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
De herenbank
Bij binnenkomst ziet men rechts tegen de torenmuur de zogenaamde
‘herenbank’. Die is in 1727 in opdracht van ambachtsheer Gillis Graafland
vervaardigd. Boven deze dubbele zitbank voor zijn
gezin is het familiewapen aangebracht met
zinspeling op de familienaam: ‘hij graaft het land’:
drie molshopen, uit één kruipt een mol. Vaak heeft
hij er niet gezeten, want nog in datzelfde jaar is hij
overleden.
Hij was in 1710 gehuwd met
Anna de Haze, toen een van
de rijkste vrouwen van ons
land. Zij had in 1725 de
ambachtsheerlijkheid ‘de beide
Loosdrechten’ geërfd van haar
oom en tante Jeronimus de
Haze (1652-1725) en Magdalena
Clara de Haze (1651-1725).
Uit dankbaarheid voor deze
schenking liet zij twee grote
rouwborden vervaardigen. Het
ene hangt aan de noordzijde,
boven de zijuitgang, het ander
aan de zuidmuur. De beide middelste wapens zijn gelijk (De Haze), de
zogenaamde ‘kwartieren’ daaromheen zijn van hun beider voorouders.
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
De belleman
Links naast de toren (aan de noordkant) bevindt zich het zogenaamde
‘doophok’, een ruimte die nu gebruikt wordt voor tijdelijk verblijf van
kinderen en begeleiders. Het is afgesloten door een eikenhouten hek met
twee koperen doopboogjes uit 1655.
In deze ruimte vinden we, tegen de torenmuur bevestigd, de
belleman. Deze zat oorspronkelijk in de houten wand achter het orgel en
was verbonden met het uurwerk in
de toren. Hij was de opvolger van
de zandloper. Dit mannetje, dat een
luide slag op een bel kon geven,
was ooit verbonden met het uurwerk
in de toren en liet dus luid en
duidelijk tijdens een (lange) preek
horen hoe laat het was en dat de
dominee er nu maar eens een punt
achter moest zetten. Deze belleman
draagt als opschrift: “Ik ben
uijt Liefd’ en tot dit werk, alhier gestelt in dese kerk”. Vermoedelijk
werd later zijn werk niet meer zo op prijs gesteld, waarna de verbinding
met de torenklok werd verbroken.
Predikantenborden
In dezelfde ruimte
als de belleman
hangen twee predikantenborden
met daarop de
naamlijst van de
voorgangers vanaf
de reformatie,
te beginnen met
ds. Nicolaas Johannes
Thol, ook
wel Claes Jansen
genoemd. Hij was
eerder pastoor te
Oud-Loosdrecht.
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
Het doopvont
Rechtsvoor in de kerk staat het
doopvont. Dit uit zandsteen gemaakte
vroeggotische vont is
een van Loosdrechts oudste
monumenten. Het wordt al genoemd
in de stichtingsakte van
de Sijpekerk in 1400. Het verhaal
gaat dat het na de
reformatie ruim 250 jaar begraven
heeft gelegen in de pastorietuin
tot het rond 1840 daar
werd ontdekt bij het rooien van
oude fruitbomen in de boomgaard.
Bij de kerkhervorming
van 1578 zou het, tezamen
met twee heiligenbeelden, uit
de Sijpekerk zijn verwijderd en
zijn begraven in de tuin achter
de pastorie. Het vont kwam
terecht bij de ambachtsheer
Hacke van Mijnden die het in
zijn tuin zette. Daar heeft het
gestaan tot 1928. Toen heeft
Hacke het doopvont geschonken aan jonkheer Van Sypesteyn die het óók
weer dienst liet doen als bloembak bij zijn kasteel! Dat het nu weer als
doopvont voor in de kerk staat en als zodanig gebruikt wordt is te danken
aan de Van Sypesteynstichting, die ter gelegenheid van de voltooide kerkrestauratie
in 1963 toestemming gaf om het vont in bruikleen weer in de
Sijpekerk te plaatsen.
Gezien de afmetingen van het vont vermoedt men dat het indertijd
nog is gebruikt voor de immersio, de doop door onderdompeling. De voorstellingen
op de kom, omsloten door koraallijsten, zijn achtereenvolgens
(van rechts naar links): een mensfiguur (Mattheus), de arend (Johannes),
de leeuw (Marcus), de os (Lucas), een pelikaan (Christus-symbool), een
vierbladige vulling, een wijnrank met druiventros en een hert.
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
Uit de tijd van vóór de reformatie stamt nog het
restant van een wijwaterbakje, rechts naast de
noordelijke kerkdeur. Verder linksachter in het
koor een kleine spitsbogige nis die vrij zeker als
bewaarplaats van het Heilig Sacrament heeft
gediend. Ook de twee grotere rondbogige nissen
aan de zuidoostelijke en zuidwand stammen
uit die periode en werden mogelijk gebruikt als
zitplaats voor dienstdoenden op het altaar. De
altaartafel zelf is vermoedelijk de grote blauwhardstenen
plaat die in het koor ligt. Bij de
laatste restauratie van de vloer bleek, dat deze
steen een geprofileerde zijkant heeft, wat betekent dat die in het zicht is
geweest en dus niet als grafzerk heeft gediend.
De preekstoel
Tijdens de grote restauratie
van 1962 werd de oude
preekstoel, door jkvr. A.M.E.
Elias in 1834 aan de kerk
geschonken, vervangen door
een afkomstig uit de oude
gereformeerde kerk van Bergambacht.
Voor één gulden
werd de kerk eigenaar, maar
er moest nog veel aan veranderd
worden om hem goed op zijn plaats te
krijgen. Op de oude massief koperen lezenaar,
waarin het wapen van Loosdrecht is
verwerkt, ligt de kanselbijbel uit 1686.
De knielbankjes
In de Sijpekerk staan twee bijzondere knielbankjes
die gebruikt worden voor de huwelijksinzegening
en voor de belijdenis. Ze zijn
ontworpen door de Amsterdamse meubelontwerper
en binnenhuisarchitect Willem Penaat
(1875 -1957).
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
Het orgel
Tot 31 december 2008 heeft er in de Sijpekerk een prachtig orgel gestaan,
in 1884 geplaatst door Bakker & Timmenga uit Leeuwarden. Het
was afkomstig uit het Friese Âldtsjerk (Oudkerk) en zou al gebouwd zijn
omstreeks 1646 door Gijsbert Harmens Havinck en Harmen Jansz. Er is
ontzettend veel aan gerenoveerd en vernieuwd, maar er ontstonden zo
veel gebreken dat besloten werd tot de aanschaf van een ander orgel. Het
mooie orgelfront heeft 125 jaar lang de Sijpekerk gesierd.
Het oude orgel werd verkocht aan de Ontmoetingskerk op Schiermonnikoog
waar het inmiddels al weer vanaf 12 maart 2009 te bewonderen en te
beluisteren valt.
Een mooi historisch orgel werd gevonden in de Servisch Orthodoxe
Kerk van de H. Nicolaas van Myra, de z.g. Stationsstraatkerk, te
Zaandam. Het bouwjaar en de bouwer
van dit orgel zijn onbekend, maar het
dateert uit het midden van de negentiende
eeuw. Rond 1845 zou het in een
rooms-katholieke kerk in Roermond hebben
gestaan en in 1889 werd het door
de Roermondse gebroeders Franssen in
de toen nog Christelijk Gereformeerde
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
Kerk te Zaandam geplaatst. Van deze gebroeders Franssen is bekend,
dat zij bestaande orgels opkochten en nieuwe samenstelden uit oudere
onderdelen. Zo werd reeds in 1890 door hen een eerste ombouw gerealiseerd.
Een volgende restauratie vond plaats in 1940 en werd
uitgevoerd door Hendrik Wicher Flentrop uit Zaandam. Kleinere ingrepen
volgden in 1956 en 1975 door zijn zoon Dirk Andries Flentrop. In 1985
werd in eigen beheer door Bergsma en Woudstra een nieuwe kas
gemaakt, waarna in 1986 een grote restauratie werd uitgevoerd door
Flentrop Orgelbouw.
PKN-orgeldeskundige Peter
van Dijk en architect/organist Paul
van Vliet hebben gedurende de
opbouw van het orgel de diverse
veranderingen zorgvuldig begeleid.
Niet alleen het inwendige, maar ook
het aanzicht en het schilderwerk. Zo
werd definitief gekozen voor een
orgelfront in dezelfde zwarte kleur
als het balkon, het houtsnijwerk in
ivoorkleur en het lofwerk in goudbrons
en bladgoud. Meesterschilder
Gerard de Jongh en zijn medewerkers
van het gelijknamige schildersbedrijf
uit Waardenburg hebben met
groot vakmanschap het schilderwerk
gedaan. Zij zijn gespecialiseerd in dit restauratiewerk en het
opbrengen van bladgoud.
In maart en april 2010 volgde het langdurige intoneren en stemmen
van de meer dan elfhonderd (!) pijpen om tot een harmonieus geheel
te komen. Dit kan met recht ‘monnikenwerk’ genoemd worden. Het resultaat
mag er zijn: een magnifiek orgel, veel groter dan het oude van Bakker
& Timmenga en fantastisch passend in de beschikbare ruimte. Het lijkt
alsof dit orgel speciaal voor de Sijpekerk is ontworpen. Kenners spreken
van een orgel dat aan alle eisen voldoet voor duurzame en kwalitatief
hoogstaande hedendaagse orgelbouw en van een oorstrelende klankkwaliteit
die in de goede akoestiek van de Sijpekerk geheel tot zijn recht
komt.
Inmiddels is een COM-missie (Cantus, Organum et Musica –
Zang, Orgel en Muziek mèt een missie) opgericht, die ten doel heeft het
orgel meer toegankelijk te maken voor een breder publiek door enkele
malen per jaar orgelconcerten te organiseren en een afwisselend programma
te bieden.
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
Dispositie (met dank aan Peter van Dijk, orgeldeskundige):
Hoofdwerk I, C-f3 - lade 1889
Prestant 8 - C grenen, 1889; Cis-a2 front, 2009; b2-f3 op lade, 2009
Bourdon 8 - C-c grenen, gedekt; af cis metaal, roergedekt, oud
Octaaf 4 - oud
Fluit 4 - C-f2 gedekt, fis2-f3 open, conisch; oud, in 1986 geplaatst
Quint 3 - 1986
Octaaf 2 - oud
Mixtuur III-IV - 1940; in 2009 herzien
Cornet IV discant - 1890
Trompet 8 - 2009; naar voorbeeld Müller-orgel (1848) St. Lambertus, Kerkrade
Bovenwerk II, C-f3 - lade 1986
Fluit douce 8 - C-c grenen, gedekt; af cis metaal, gedekt; oud
Salicionaal 8 - C-H i.c.m. Fluit Douce 8' (2009; naar Müller-orgel (1848) St. Lambertus, Kerkrade)
Roerfluit 4 - oud
Nasard 3 - C-H gedekt; af c open, conisch; in 1975 geplaatst
Woudfluit 2 - open, conisch; 1914
Terts 1 3/5 - C-h roergedekt, in 1986 geplaatst; af c1 open, cilindrisch, fluitmensuur (in 1975
geplaatst)
Dulciaan 8 - 2009; naar Rijnlandse voorbeelden
Pedaal C-d1- lade 2009
Bourdon 16 - C-h grenen, gedekt; af c1 metaal, gedekt; oud
Bourdon 8 - C-d i.c.m. Bourdon 16'; af dis zelfstandig; metaal, gedekt; oud
Fagot 16 - 2009; naar analogie van de Dulciaan 8'
Tremulant – 1986 / Koppeling Hw-Bw / Koppeling Ped-Hw / Koppeling Ped-Bw /
Winddruk 65 mm wk / Stemtoonhoogte a = 440 Hz / Gelijkzwevende stemming
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
Buiten de kerk
Tegen de zuidmuur van de Sijpekerk staat de wit marmeren graftombe
van ds. Heirmans (Heirman betekent: legerman/soldaat/strijder). Hij was
predikant van 1653 tot 1684). Op de voorzijde
daarvan is een afbeelding aangebracht
van een gewapende man met een strijdhamer
over de schouder (de christenstrijder
uit Efeze 6:10). Deze afbeelding diende als
voorbeeld voor het huidige kerkzegel.
Achter de kerk staat nog een groot,
oud gebouw, ook een rijksmonument. Dit is
de zogenaamde ‘Oude Pastorie’. Alweer
een huis met een historie. De Franse troepen
hebben in de jaren 1672-’74 zeer gewelddadig
opgetreden in heel Loosdrecht.
De kerk was in gebruik als onderkomen van
soldaten en zelfs de paarden kregen een plaatsje binnen.
Bij het vertrek van de Fransen was de pastorie zo ernstig verwoest
en mogelijk vebrand, dat een nieuw huis gebouwd moest worden.
Maar er was geen geld en de bouw van dit nieuwe ‘Predikants Huys’ startte
pas in 1696. De toenmalige predikant (ds. Heyblom, zijn grafsteen is
nog te vinden in het koor van de kerk) heeft er tot aan zijn dood in 1718
gewoond.
Boven de ingang is een gedenksteen aangebracht met de
volgende tekst: “In’t eerste Vrede jaar. P.Heyblom, V.D.M. – K.Mr
W.P. Moen, P.P. Cos – Anno MDCXCVIII”. In Rijswijk werd in 1697
de vrede met Frankrijk gesloten, vandaar ‘in het eerste vrede jaar’.
V.D.M. betekent: Verbi Divini Minister = Dienaar van het Goddelijke Woord
De Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
Tekst, fotografie en lay-out: Ferry Brand