Mundikat Statuten en Reglementen 2024 v2

STATUTEN EN REGLEMENTEN
Versie 2024 v2

Inhoud - Content
STATUTEN VERENIGING MUNDIKAT .......................................................................................................................... 3
HUISHOUDELIJK REGLEMENT .................................................................................................................................... 7
VETERINAIR REGLEMENT ......................................................................................................................................... 13
STAMBOEK REGLEMENT .......................................................................................................................................... 17
TENTOONSTELLINGS REGLEMENT ........................................................................................................................... 24
DISCIPLINAIR REGLEMENT ....................................................................................................................................... 31

STATUTEN VERENIGING MUNDIKAT
voor het laatst gewijzigd op 7 juni 2017
NAAM EN ZETEL
Artikel 1
De vereniging draagt de naam Mundikat en is gevestigd te
Arnhem.
Artikel 6
1. Het lidmaatschap eindigt:
a) door de dood van het lid
b) door opzegging door het lid
c) door opzegging door de vereniging
DOEL
Artikel 2
1. De vereniging heeft ten doel: Het verenigen van
fokkers, liefhebbers en houders van katten ter
bevordering van het welzijn van de (ras)katten.
Mundikat bevordert het verantwoord fokken, houden
en verzorgen van (ras)katten.
2. Mundikat is lid van de Féderation Internationale
Féline (FIFe). Zij houdt zich aan de statuten en
reglementen van deze overkoepelende organisatie.
DUUR
Artikel 3
De vereniging is opgericht op één en twintig september
negentienhonderd zes en zeventig te Arnhem en is
aangegaan voor onbepaalde tijd.
LIDMAATSCHAP
Artikel 4
1. De vereniging kent gewone leden, ereleden,
gezinsleden en jeugdleden. Waar in deze statuten of
in krachtens deze statuten vastgestelde reglementen
of genomen besluiten sprake is van lid of leden
worden daaronder de gewone, zowel als de ereleden,
gezinsleden en jeugdleden begrepen, tenzij
uitdrukkelijk anders is bepaald of kennelijk anders is
bedoeld.
2. Gewone leden, gezinsleden en jeugdleden zijn zij die
zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld en na
een zekere periode, zoals bepaald in het
Huishoudelijk Reglement, als kandidaatlid
gefungeerd te hebben door het bestuur als zodanig
tot de vereniging zijn toegelaten.
3. Ingeval van niet-toelating door het bestuur staat
beroep open bij de algemene vergadering conform
artikel 3 lid 5 van het Huishoudelijk Reglement.
4. Ereleden zijn zij die, op grond van bijzondere
verdiensten voor de vereniging, als zodanig door de
algemene vergadering zijn benoemd en hun
benoeming hebben aanvaard.
Artikel 5
1. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet
vatbaar voor overdracht of overgang.
2. Uit hoofde van het gestelde in artikel 2.1. is het leden
van de vereniging Mundikat niet toegestaan lid te zijn
van andere FIFe-verenigingen dan wel van
verenigingen met soortgelijke doelstellingen als
Mundikat.
3. Alle leden zijn gehouden de regels en besluiten van
de FIFe na te leven.
d) door ontzetting
2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan
slechts schriftelijk geschieden en met inachtneming
van een opzeggingstermijn van ten minste vier
weken.
Niettemin is onmiddellijke beëindiging van het
lidmaatschap door opzegging mogelijk:
a) indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het
lidmaatschap te laten voortduren;
b) binnen een maand nadat een besluit, waarbij de
rechten van de leden zijn beperkt of hun
verplichtingen zijn verzwaard, aan een lid bekend
is geworden of medegedeeld, tenzij het betreft
een wijziging van de geldelijke rechten en
verplichtingen;
c) binnen een maand nadat een lid een besluit is
meegedeeld tot omzetting van de vereniging in
een andere rechtsvorm of tot fusie.
Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad,
loopt het lidmaatschap door tot het einde van het
eerstvolgende verenigingsjaar.
3. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging
geschiedt door het bestuur, schriftelijk en met
inachtneming van een opzeggingstermijn van ten
minste vier weken. Opzegging van het lidmaatschap
door de vereniging kan slechts plaatsvinden wanneer
redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan
worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden
uitgesproken wanneer een lid in strijd met de
statuten, reglementen of besluiten van de vereniging
handelt, of wanneer het lid de vereniging op
onredelijke wijze benadeelt.
De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het
betrokken lid ten spoedigste van het besluit, met
opgave van redenen in kennis stelt. De betrokkene is
bevoegd binnen een maand na ontvangst van de
kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene
vergadering. Gedurende de beroepstermijn en
hangende het beroep is het lid geschorst.
De algemene vergadering kan slechts tot ontzetting
besluiten door een daartoe strekkend besluit,
genomen met een meerderheid van ten minste
twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte
stemmen.
5. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een
verenigingsjaar eindigt, blijft desniettemin de
jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid
verschuldigd.
6. Het bestuur kan een lid dat handelt in strijd met de
statuten, reglementen of besluiten van de vereniging
of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt,
schorsen voor een door het bestuur te bepalen

periode van maximaal zes (6) maanden. Tegen de
schorsing is beroep mogelijk bij de algemene
vergadering. Het in lid 4 bepaalde aangaande
"beroep" is van overeenkomstige toepassing.
7. Ten aanzien van een bestuurslid geschiedt de
opzegging en de ontzetting door de algemene
vergadering. In het belang van de vereniging kan het
bestuur echter overgaan tot schorsing van het
desbetreffende bestuurslid.
Artikel 9 lid 9 en artikel 17 van het Huishoudelijk
Reglement zijn van overeenkomstige toepassing.
8. Voorts zijn van toepassing de overeenkomstige
artikelen van het Disciplinair Reglement.
GELDMIDDELEN
Artikel 7
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de
jaarlijkse bijdragen van de gewone leden,
gezinsleden en jeugdleden, erfstellingen, legaten,
schenkingen en andere inkomsten.
2. Ieder gewoon lid, gezinslid en jeugdlid is jaarlijks een
bedrag verschuldigd, welk bedrag wordt vastgesteld
door de algemene vergadering.
BESTUUR
Artikel 8
1. De bestuursleden worden door de algemene
vergadering benoemd uit de leden van de vereniging,
met uitzondering van de jeugdleden.
De algemene vergadering stelt het aantal
bestuursleden vast.
2. Het bestuur bestaat uit tenminste vijf en ten hoogste
negen natuurlijke personen, die uit hun midden een
voorzitter, een secretaris en een penningmeester
aanwijzen.
3. Bestuursleden kunnen te allen tijde onder opgaaf van
redenen door de algemene vergadering worden
geschorst en ontslagen. Ter zake van schorsing of
ontslag besluit de algemene vergadering met een
meerderheid van twee/derde van de geldig
uitgebrachte stemmen.
4. Indien ingeval van schorsing van een bestuurslid de
algemene vergadering niet binnen drie maanden
daarna tot zijn ontslag heeft besloten, eindigt de
schorsing. Het geschorste bestuurslid wordt in de
gelegenheid gesteld zich in de algemene vergadering
te verantwoorden en kan zich daarbij door een
raadsman doen bijstaan.
5. Bestuursleden worden benoemd voor een periode
van maximaal drie jaar.
Onder een jaar wordt te dezen verstaan de periode
tussen twee opeenvolgende jaarlijkse algemene
vergaderingen.
De bestuursleden treden af volgens een door het
bestuur op te maken rooster; een volgens het rooster
aftredend bestuurslid is onmiddellijk doch ten
hoogste driemaal herbenoembaar.
Als een bestuurslid driemaal aansluitend is
herbenoemd en aldus gedurende een periode van
maximaal twaalfjaar onafgebroken bestuurslid is
geweest, dan is deze pas weer opnieuw benoembaar
nadat na afloop van zijn laatste bestuursperiode
minimaal één jaar is verstreken. Onder een jaar ook
hier te verstaan de periode tussen twee
opeenvolgende algemene vergaderingen.
De bestuursleden zijn te allen tijde bevoegd zelf
ontslag te nemen.
6. In bestaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk
voorzien.
Een niet voltallig bestuur blijft bestuursbevoegd,
tenzij het aantal bestuursleden daalt tot beneden het
aantal van drie.
Artikel 9
1. Tenminste vijfendertig dagen voor de dag waarop de
algemene vergadering zal worden gehouden, en
waar door verkiezing één of meerdere vacatures in
het bestuur moeten worden vervuld, wordt (worden)
door de secretaris van het bestuur de naam (namen)
van degene(n), die door het bestuur kandidaat wordt
(worden) gesteld, ter kennis van de leden gebracht.
2. Tegenkandidaten kunnen worden gesteld, mits een
schriftelijke mededeling daaromtrent, rechtsgeldig
ondertekend door het daartoe vereiste aantal
stemgerechtigde leden, uiterlijk één en twintig dagen
voor de in lid 1 bedoelde vergadering in het bezit is
van het bestuur.
Het vereiste aantal stemgerechtigde leden is
vastgesteld in het Huishoudelijk Reglement.
TAKEN
Artikel 10
1. Het bestuur is belast met het besturen van de
vereniging. Het bestuur kan, tot wederopzegging,
taken en bevoegdheden delegeren aan een
eventueel dagelijks bestuur.
2. Het bestuur behoeft de goedkeuring van de
algemene vergadering voor besluiten tot het aangaan
van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of
bezwaring van registergoederen en tot het aangaan
van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als
borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich
voor een derde sterk maakt of zich tot
zekerheidsstelling voor een schuld van een ander
verbindt.
Zonder voormelde goedkeuring kan de vereniging ter
zake van deze rechtshandelingen niet rechtsgeldig
worden vertegenwoordigd.
VERTEGENWOORDIGING
Artikel 11
1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe
aan de voorzitter tezamen met de secretaris of de
penningmeester, dan wel de secretaris tezamen met
de penningmeester.
DE ALGEMENE VERGADERING
Artikel 12
1. Aan de algemene vergadering komen in de
vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de
wet, de statuten, of andere binnen de vereniging
geldende reglementen aan het bestuur zijn
opgedragen.

2. Bijeenroeping van de algemene vergadering
geschiedt door de secretaris door middel van een
schriftelijke kennisgeving, dan wel door kennisgeving
in het verenigingsorgaan, volgens de in het
Huishoudelijk Reglement geformuleerde regels.
Indien een lid hiermee instemt kan de bijeenroeping
geschieden door een langs elektronische weg
toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht
aan het e-mailadres dat door hem voor dit doel
bekend is gemaakt.
3. Toegang tot de algemene vergadering hebben de
leden die niet geschorst zijn, alsmede degenen, die
daartoe door het bestuur en/of de algemene
vergadering zijn uitgenodigd.
Zij zijn bevoegd het woord te voeren.
Een geschorst lid heeft toegang tot de vergadering
wanneer het besluit tot schorsing wordt behandeld,
en is bevoegd daarover het woord te voeren.
4. Ieder lid heeft de bevoegdheid tot het schriftelijk
indienen van moties, zoals geregeld in het
Huishoudelijk Reglement.
5. Ieder gewoon lid, ieder erelid en ieder gezinslid heeft
in de algemene vergadering één stem.
Een stemgerechtigde kan aan een andere
stemgerechtigde schriftelijk volmacht verlenen tot het
uitbrengen van zijn stem.
Niemand kan echter voor meer dan één andere
stemgerechtigde als gevolmachtigde optreden.
Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt
voldaan indien de volmacht elektronisch is
vastgelegd.
6. De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen
in de algemene vergadering worden gehouden.
Over personen wordt te allen tijde schriftelijk
gestemd.
7. Alle besluiten waaromtrent bij de wet of bij deze
statuten geen grotere meerderheid is
voorgeschreven, worden genomen bij volstrekte
meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij
staking van stemmen over zaken is het voorstel
verworpen. Indien bij verkiezing tussen meer dan
twee personen door niemand volstrekte meerderheid
is verkregen, wordt herstemd tussen de twee
personen, die het grootste aantal stemmen kregen,
zo nodig na tussenstemming. Staken de stemmen bij
de verkiezing van personen tevens bij de tweede
stemming, dan beslist het lot.
Artikel 13
1. De algemene vergadering wordt geleid door de
voorzitter of, bij diens afwezigheid diens
plaatsvervanger.
Zijn geen bestuursleden aanwezig, dan voorziet de
vergadering zelf in haar leiding.
2. Het door de voorzitter ter algemene vergadering
uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een
stemming, is beslissend.
Het zelfde geldt voor de inhoud van een genomen
besluit, voor zover werd gestemd over een niet
schriftelijk vastgelegd voorstel.
Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het
oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan
betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats,
indien de meerderheid van de vergadering of, indien
de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of
schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde
aanwezige dit verlangt.
Door deze nieuwe stemming vervallen de
rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Van het ter algemene vergadering verhandelde
worden notulen gehouden door de secretaris of door
een door de voorzitter aangewezen persoon.
Deze notulen worden in dezelfde of in de
eerstvolgende algemene vergadering vastgesteld en
ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris
van die vergadering ondertekend.
Artikel 14
1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het
kalenderjaar.
Jaarlijks wordt ten minste één algemene vergadering
gehouden en wel binnen zes maanden na afloop van
het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn
door de algemene vergadering. In deze algemene
vergadering brengt het bestuur zijn verslag uit over
de gang van zaken in de vereniging en over het
gevoerde beleid.
Het legt de balans en de staat van baten en lasten,
evenals de begroting voor het nieuwe jaar met een
toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over.
Deze stukken worden ondertekend door de
bestuursleden; ontbreekt ondertekening van een of
meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van
redenen melding gemaakt.
2. Wordt omtrent de getrouwheid van de stukken
bedoeld in het vorige lid aan de algemene
vergadering niet overgelegd een verklaring afkomstig
van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1
van het Burgerlijk Wetboek, dan benoemt de
algemene vergadering, jaarlijks, een commissie van
ten minste twee leden die geen deel van het bestuur
mogen uitmaken.
3. Het bestuur doet de in lid 1 bedoelde stukken ten
minste één maand voor de dag waarop de algemene
vergadering zal worden gehouden waarin deze
stukken zullen worden behandeld, toekomen aan de
commissie.
De commissie onderzoekt deze stukken en brengt
aan de algemene vergadering verslag van haar
bevindingen uit.
4. Het bestuur is verplicht aan de commissie ten
behoeve van haar onderzoek alle door haar
gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar
desgewenst de kas en de waarden te tonen, en
inzage in de boeken en bescheiden der vereniging te
geven.
5. Vergt dit onderzoek naar het oordeel der commissie
bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan zij zich
op kosten van de vereniging door een deskundige
doen bijstaan.
Artikel 15
1. Naast de algemene vergadering bedoeld in het
vorige artikel, worden algemene vergaderingen
bijeengeroepen door het bestuur zo dikwijls het dit
wenselijk oordeelt.

2. Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig
aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van
één/tiende gedeelte van de stemmen in een voltallige
algemene vergadering, is het bestuur verplicht tot het
bijeenroepen van een algemene vergadering op een
termijn van niet langer dan zes weken na indiening van
het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien
dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de
verzoekers zelf tot de bijeenroeping van de algemene
vergadering overgaan. De verzoekers kunnen alsdan
anderen dan bestuursleden belasten met de leiding der
vergadering en het opstellen der notulen.
3. Deze bijeenroeping der algemene vergadering
geschiedt door schriftelijkmededeling aan de
stemgerechtigden op een termijn van zeven dagen, de
dag van oproeping en van de vergadering niet
meegerekend.
Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen
vermeld.
4. Besluitvorming door de algemene vergadering inzake
onderwerpen die niet op de agenda werden vermeld is
mogelijk, tenzij een zodanig aantal der aanwezigen als
gerechtigd is tot het uitbrengen in die vergadering van
één/tiende gedeelte der stemmen zich daartegen verzet.
SANCTIES
Artikel 16
Onverminderd het bepaalde in artikel 6.4. van deze statuten
kunnen aan een lid sancties worden opgelegd indien het lid
heeft gehandeld in strijd met de statuten, reglementen of
daarop gebaseerde besluiten van de vereniging. De
uitvoering en verdere bepalingen inzake vorenbedoelde
sancties is nader geregeld in het Huishoudelijk Reglement.
STATUTENWIJZIGING
Artikel 17
1. Wijziging van de statuten kan slechts plaatshebben door
een besluit van de algemene vergadering, waartoe is
opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van
de statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter
behandeling van een voorstel tot statutenwijziging
hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de
dag der vergadering een afschrift van dat voorstel,
waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is
opgenomen, bij de secretaris van de vereniging
indienen, afschriften ter inzage Zijn opvraagbaar door de
leden bij de secretaris tot na de afloop van de dag,
waarop de vergadering werd gehouden.
3. Tot wijziging van de statuten kan door de algemene
vergadering slechts worden besloten met een
meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal
uitgebrachte stemmen.
4. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat
daarvan een notariële akte is opgemaakt. Ieder van de
bestuursleden is bevoegd de akte van de
statutenwijziging te doen verlijden.
5. Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel is niet van
toepassing, indien in de algemene vergadering alle
stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en
het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen
wordt genomen.
6. De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift
van de akte van statutenwijziging en een volledige
doorlopende tekst van de statuten, zoals deze na
wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van het door
de Kamer van Koophandel en Fabrieken gehouden
verenigingenregister.
TERRITORIALE AFDELINGEN, RASCLUBS EN
WERKGROEPEN
Artikel 18
Binnen de vereniging kunnen territoriale afdelingen, rasclubs
en werkgroepen worden ingesteld, welke ressorteren onder
de verantwoordelijkheid van het bestuur. Met betrekking tot
de instelling, opheffing, territoriale begrenzingen en
organisatie beslist het bestuur met inachtneming van de bij
huishoudelijk reglement te stellen regels. Afdelingen,
rasclubs en werkgroepen hebben geen rechtspersoonlijkheid.
ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 19
1. Het bepaalde in artikel 17 leden 1, 2, 3 en 5 is van
overeenkomstige toepassing op een besluit van de
algemene vergadering tot ontbinding van de vereniging.
2. De algemene vergadering stelt bij haar in het vorige lid
bedoelde besluit de bestemming vast van het batig
saldo, en wel zoveel mogelijk in overeenstemming met
het doel van de vereniging.
3. De vereffening geschiedt vanwege het bestuur.
4. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor
zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de
statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en
aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten
aan haar naam worden toegevoegd de woorden 'in
liquidatie'.
5. De vereniging houdt op te bestaan op het tijdstip waarop
geen aan haar, dan wel aan de vereffenaar(s), bekende
baten meer aanwezig zijn. De vereffenaar(s) doet(n) van
de beëindiging opgave aan het in lid 6 van artikel 17
vermelde register. De boeken en bescheiden van de
ontbonden vereniging moeten worden bewaard
gedurende tien jaren na afloop van de vereffening.
Bewaarder is degene die door de vereffenaars als
zodanig is aangewezen.
REGLEMENTEN
Artikel 20
1. De algemene vergadering kan een of meer reglementen
vaststellen en wijzigen, waarin onderwerpen worden
geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig
wordt voorzien.
2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die
strijdig zijn met de wet of met deze statuten.
3. Op besluiten tot vaststelling en tot wijziging van een
reglement is het bepaalde in artikel 17 leden 1, 2 en 5
van overeenkomstige toepassing.
4. Indien de FIFe zou ophouden te bestaan of indien op
een Algemene Ledenvergadering waar ten minste vijftig
procent (50%) van de stemgerechtigde leden aanwezig
zijn, door ten minste twee/derde (2/3) van die leden
besloten wordt dat Mundikat uit de FIFe zal treden,
zullen de artikelen die refereren aan regels en
reglementen van de FIFe niet langer van toepassing zijn.
5. Indien in een vergadering, waarin een voorstel tot
uittreding uit de FIFe aan de orde is, niet de helft van de
leden aanwezig is, dan kan een tweede vergadering
bijeengeroepen worden, te houden niet eerder dan zes
weken na de eerste. In deze vergadering kan een besluit
tot uittreding uit de FIFe rechtsgeldig worden genomen
met een meerderheid van tenminste twee/derde (2/3)
van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal
aanwezige leden.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT
VERSIE 2019
FIFe
Artikel 1
1.1 Uit hoofde van het in art. 2 van de Statuten gestelde
is het leden van de vereniging Mundikat niet
toegestaan deel te nemen aan of medewerking te
verlenen aan tentoonstellingen en andere
evenementen georganiseerd door niet bij de FIFe
aangesloten verenigingen of organisaties.
1.2 Gewone leden en ereleden hebben het recht een
catterynaam te laten registreren op hun naam.
1.3 Het is leden van Mundikat niet toegestaan katten
aan te bieden, te verhandelen of over te dragen
aan dierenhandelaren of bedrijven die in dieren
handelen, noch voor enig experimenteel
onderzoek of experimentele testen.
Het is leden van Mundikat ook niet toegestaan
katten aan te bieden of te verhandelen of ter
dekking aan te bieden door middel van veiling of
soortgelijke methodes, hetzij via het internet of op
andere wijze.
LIDMAATSCHAP
Artikel 2
2.1 Lid van de vereniging kunnen zijn meerderjarige in
Nederland woonachtige personen of leden die
tijdelijk in het buitenland woonachtig zijn. Onder
woonachtig wordt in deze verstaan dat zij zijn
ingeschreven alsinwoner bij het bevolkingsregister
van een in Nederland gelegen gemeente,
behoudens dispensatie door het bestuur.
2.2 Leden woonachtig in het buitenland kunnen, nadat
de hiervoor geldende FIFe procedure is doorlopen,
lid worden van de vereniging.
2.3 Gewoon lid is een natuurlijk persoon die bij het
begin van een boekjaar de leeftijd van achttien jaar
heeft bereikt en als lid is toegelaten
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de
Statuten.
2.4 Gezinslid is een natuurlijk persoon die als
levenspartner, dan wel als familielid in de eerste
graad van een gewoon lid dan wel als pleegkind
van een gewoon lid daartoe de wens te kennen
heeft gegeven en die bij het begin van een boekjaar
de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en als
zodanig is toegelaten overeenkomstig het
bepaalde in artikel 4 van de Statuten of tot het
bereiken van die leeftijd reeds jeugdlid was.
2.5 Jeugdlid is een natuurlijk persoon die bij het begin
van een boekjaar de leeftijd van 12 jaar heeft
bereikt casu quo de leeftijd van achttien jaar nog
niet heeft bereikt en met toestemming van zijn of
haar wettelijk vertegenwoordiger als jeugdlid is
toegelaten overeenkomstig het bepaalde in artikel
4 van de Statuten.
AANMELDING
Artikel 3
3.1 Aanmelding voor het lidmaatschap dient schriftelijk
te geschieden bij de ledenadministratie van de
vereniging.
3.2 Na ontvangst van de over het jaar van aanmelding
verschuldigde contributie en entreegeld volgt
publicatie van het kandidaat-lid in het
eerstvolgende verenigingsorgaan.
Voor leden woonachtig in het buitenland geldt dat
voor publicatie de procedure voor acceptatie is
doorlopen.
3.3 Bezwaar tegen het lidmaatschap kan door de leden
van de vereniging, uitsluitend schriftelijk en
gemotiveerd, binnen 4 weken na publicatie worden
ingediend
3.4 Indien het (de) aangevoerde bezwa(a)r(en) door
het bestuur voldoende gegrond wordt(en) geacht
zal door het bestuur per aangetekende brief met
bericht van ontvangst of door middel van een
poststuk met ontvangstbericht aan het
desbetreffende kandidaat-lid zijn/haar niettoelating
worden meegedeeld.
3.5 Het niet als lid toegelaten kandidaat-lid kan conform
de bepalingen in beroep gaan bij de algemene
ledenvergadering.
3.6 Het bestuur kan eveneens besluiten tot niettoelating.
In dat geval zal het bestuur deze
beslissing aan het kandidaat-lid meedelen
conform het gestelde in art,
4.3 van de Statuten en zal het kandidaat-lid niet
worden gemeld in het eerstvolgende
verenigingsorgaan. Eventuele betalingen van
contributie en entreegeld worden terstond
geretourneerd.
3.7 Tegen deze beslissing van het bestuur staat
beroep open bij de Algemene Ledenvergadering
conform het gestelde in art. 13 lid 2, 3 en 4 van het
disciplinair reglement.
3.8 Indien, na een eventueel beroep op de algemene
ledenvergadering, het besluit tot niet-toelating
blijft gehandhaafd zal het door het kandidaat-lid uit
hoofde van zijn beoogde lidmaatschap betaalde
volledig worden gerestitueerd.
GEZINSLEDEN
Artikel 4
4.1 Huisgenoten van leden kunnen als gezinslid tot de
vereniging worden toegelaten. Voor toelating als
gezinslid gelden dezelfde bepalingen als voor het
gewone lidmaatschap.
4.2 Gezinsleden ontvangen geen verenigingsorgaan.
JEUGDLEDEN
Artikel 5
5.1 Minderjarige huisgenoten, kinderen en
pleegkinderen kunnen tot de vereniging worden
toegelaten als jeugdlid. Voor toelating geldt dat
tenminste één van de overige gezinsleden
gewoon lid van de vereniging is. De toestemming
door de wettelijke vertegenwoordiger dient
duidelijk te blijken uit de aanmelding.
5.2 Jeugdleden ontvangen geen verenigingsorgaan.
5.3 Het jeugdlidmaatschap kan na het bereiken van
de leeftijd van 18 jaar omgezet worden in een
gezinslidmaatschap of een gewoon lidmaatschap.
ERELEDEN
Artikel 6
6.1 Op voordracht van het bestuur of op voordracht

van minimaal 25 leden, kan iemand wegens
bijzondere verdiensten voor de vereniging
voorgedragen worden aan de algemene
ledenvergadering voor het erelidmaatschap van
de vereniging.
6.2 Ten aanzien van de voordracht wordt door de
algemene ledenvergadering bij gewone
meerderheid beslist.
6.3 Ereleden zijn geen contributie verschuldigd.
BEËINDIGING VAN HET LIDMAATSCHAP
Artikel 7
7.1 Beëindiging van het lidmaatschap geschiedt zoals
bepaald in artikel 6 van de statuten.
7.2 In geval van wanbetaling van een lid zal hem/haar
door of vanwege de penningmeester een uiterlijke
termijn tot voldoening van zijn schuld gegeven
worden. Bij in gebreke blijven zonder verdere
opgaaf van redenen zal aangenomen worden dat
het lid geen verdere prijs op het lidmaatschap van
de vereniging stelt en zal het lidmaatschap uit dien
hoofde automatisch worden opgezegd.
Toezending van het verenigingsorgaan,
mededelingen, verslagen, etc. zullen worden
gestaakt.
7.3 Diegenen aan wie het lidmaatschap is opgezegd
of die, op de wijze zoals in lid 2 van dit artikel is
gesteld, te kennen hebben gegeven geen prijs
meer daarop te stellen blijven onverlet de
volledige contributie verschuldigd over het jaar
waarin de opzegging plaatsvond.
7.4 Alle kosten van invordering van onbetaald
gebleven schulden zijn voor rekening van de
schuldenaar.
BESTUUR
Artikel 8
8.1 Verkiezing en benoeming van bestuursleden
geschiedt conform het gestelde in artikel 8 van de
statuten en de bepalingen in dit artikel.
8.2 Indien voor een vacature meer dan een
tegenkandidaat is gesteld, zal tijdens de zitting van
de algemene vergadering, waarin in de vacature
wordt voorzien, voordat tot stemming wordt
overgegaan, aan de leden, die daartoe de wens te
kennen geven, de gelegenheid worden geboden
over de betrokken kandidatuur het woord te
voeren.
8.3 Verkiezing vindt plaats bij gewone meerderheid
van stemmen, indien de stemmen staken vindt een
tweede stemming plaats conform artikel 8 van de
statuten.
8.4 Indien geen tegenkandidaten zijn gesteld zal
desniettemin stemming plaatsvinden.
BESTUURLIJKE FUNCTIES
Artikel 9
9.1 In het bestuur van de vereniging worden de
navolgende functies onderscheiden: voorzitter,
vicevoorzitter, secretaris, plaatsvervangend
secretaris, penningmeester, plaatsvervangend
penningmeester, lid belast met stamboekzaken, lid
belast met veterinaire zaken, lid belast met
tentoonstellingszaken, lid belast met de afdelingen,
lid belast met de rasclubs, lid belast met het
verenigingsorgaan, c.q. de redactie daarvan, lid
belast met de public relations.
9.2 Elk bestuurslid kan één of meerdere van de in lid 1
van dit artikel genoemde functies bekleden met
dien verstande dat de functies van voorzitter,
secretaris en penningmeester altijd door
verschillende personen worden bekleed.
9.3 Het bestuur geeft leiding aan alle werkzaamheden
binnen de vereniging. Uitsluitend het bestuur heeft
de bevoegdheid tot het benoemen in functies en de
ontheffing daaruit.
9.4 De bestuursleden zijn bevoegd te allen tijde zelf
ontslag te nemen met inachtneming van een
opzegtermijn van tenminste 3 maanden. Ten
aanzien van een eventuele ontheffing van deze
termijn beslist het bestuur.
9.5 Leden en ad-interim leden van het bestuur zijn ten
aanzien van als zodanig door het bestuur
aangemerkte zaken en de eventuele notulist(e) ten
aanzien van alle zaken tot strikte geheimhouding
gehouden.
9.6 De voorzitter leidt de bestuursvergaderingen, die
zo vaak gehouden worden als het bestuur of
tenminste 3 leden van het bestuur noodzakelijk
acht(en). Convocatie geschiedt door of vanwege
de secretaris.
9.7 Nieuwbenoemde bestuursleden aanvaarden hun
functie terstond na hun benoeming.
9.8 Het bestuurslidmaatschap eindigt bij het overlijden,
onder curatelenstelling, aftreden en ontslag.
Middelen beschikbaar gesteld door de vereniging
ter uitoefening van de functie, dienen door het
afgetreden bestuurslid terstond geretourneerd te
worden.
9.9 Schorsing van een bestuurslid als lid van de
vereniging houdt tevens in de schorsing als
bestuurslid.
DAGELIJKS BESTUUR
Artikel 10
10.1 De voorzitter, secretaris en penningmeester
vormen het dagelijks bestuur.
10.2 Met inachtneming van het bepaalde in artikel 11
van de statuten is het dagelijks bestuur alleen dan
bevoegd tot het nemen van besluiten wanneer
een spoedeisend belang voor de vereniging dat
vereist. Zodanige door haar genomen besluiten
hebben slechts de status van een voorlopige
voorziening en moeten in de eerstvolgende
bestuursvergadering bekrachtigd worden.
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN HET
BESTUUR
Artikel 11
11.1 Behoudens de beperkingen volgens de statuten is
het bestuur belast met het besturen van de
Vereniging en het beheren en toezicht houden op
de middelen van de Vereniging.
11.2 Onder meer is het bestuur opgedragen:
a. het opstellen van Reglementen en Instructies;
b. het toezien op de naleving van alle
reglementen en instructies.
11.3 Onverminderd haar eigen verantwoordelijkheid
kan het bestuur zich voor de uitvoering van haar
taak laten bijstaan door adviseurs of commissies,
die door het bestuur worden benoemd.
11.4 De adviseurs en/of samenstelling van commissies
worden op verzoek door het bestuur aan de leden
bekend gemaakt.
DE VOORZITTER
Artikel 12
12.1 De voorzitter bepaalt waar en wanneer een
bestuursvergadering wordt gehouden. Hij/zij is
verplicht deze bijeen te roepen op verzoek van
tenminste twee bestuursleden.
12.2 De voorzitter stelt de agenda vast. Hij/zij is

verplicht een bepaald onderwerp op de agenda te
plaatsen op verzoek van tenminste twee
bestuursleden.
12.3 De voorzitter heeft de bevoegdheid de
beraadslaging over een aan de orde zijnde
onderwerp te sluiten, tenzij de meerderheid van
de overige aanwezige bestuursleden anders
besluit.
12.4 Bij staken van de stemmen heeft de voorzitter de
beslissende stem.
12.5 Door of vanwege de secretaris worden notulen
van de bestuursvergaderingen bijgehouden, tenzij
het bestuur besluit te volstaan met een
besluitenlijst. De notulen casu quo de
besluitenlijst worden door het bestuur vastgesteld.
TAKEN VAN DE BESTUURSLEDEN
Artikel 13
13.1 De taken en verantwoordelijkheden van de
voorzitter zijn onder meer vastgelegd in de
artikelen 9 lid 6, 12 leden 1, 2 en 3 van dit
Reglement en omvatten verder alle andere taken
aan hem/haar opgelegd ingevolge de statuten en
andere Reglementen binnen de Vereniging, niet
uitgesloten die taken en verantwoordelijkheden
waarvan men het in het algemeen redelijk acht dat
zij tot die van de voorzitter behoren.
13.2 De penningmeester, of bij zijn/haar verhindering
de plaatsvervangend penningmeester, is bevoegd
de gelden van de vereniging te ontvangen en
daarvoor te kwiteren en gelden voor de vereniging
uit te geven, met inachtneming van het hierna
onder leden 3 en 4 bepaalde.
13.3 De taken en verantwoordelijkheden van de
penningmeester zijn onder meer vastgelegd in
artikel 13.2 van het Huishoudelijk Reglement en
omvatten verder alle andere taken aan hem
opgelegd ingevolge de statuten en de verdere
reglementen, niet uitgesloten die taken en
verantwoordelijkheden waarvan men het in het
algemeen redelijk acht dat zij tot die van de
penningmeester behoren.
13.4 Het bestuur is bevoegd tot het nemen van alle
besluiten inzake daden van beheer en beschikking,
behoudens de gevallen in artikel 10 lid 2 van de
Statuten vermeld.
13.5 Het bestuur behoeft de goedkeuring van de
algemene vergadering voor het opdragen van
beslissingen aan scheidslieden en het voeren van
rechtsgedingen met uitzondering van het nemen
van conservatoire maatregelen en het nemen van
die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen
lijden.
13.6 Tegenover derden blijkt vorenbedoelde
goedkeuring uit een door de secretaris
ondertekend afschrift van of uittreksel uit de notulen
van de algemene vergadering, waarin het besluit
tot goedkeuring werd genomen.
13.7 De taken en verantwoordelijkheden van de
secretaris zijn behoudens het daaromtrent
gestelde in de statuten onder meer het voeren van
correspondentie: het optreden als bewaarder van
het archief, het door of vanwege hem/haar
bijhouden van de notulen van zowel de
bestuursvergaderingen, de vergaderingen van het
dagelijks bestuur als die van de Algemene
Ledenvergaderingen; het uitbrengen op de
Algemene Ledenvergadering van een jaarverslag
over het voorgaande jaar en verder alle andere
taken aan hem opgelegd, hetzij volgens de
statuten of de verdere reglementen, niet
uitgesloten die taken en verantwoordelijkheden
waarvan men het in het algemeen redelijk acht dat
zij tot die van de secretaris behoren.
13.8 De taken van de bestuursleden belast met
tentoonstellingszaken, stamboekzaken, veterinaire
zaken, zaken het verenigingsorgaan betreffende,
public relations en afdelingen en rasclubs zijn in het
huishoudelijk reglement of de desbetreffende
reglementen omschreven.
13.9 Bestaan in het huishoudelijk reglement of de
desbetreffende reglementen geen specifieke
taken, zoals in lid 8 van dit artikel omschreven, dan
bestaan deze taken uit het onderhouden van de
directe contacten met het bestuur, bemiddelaar in
geval van gerezen problematiek en het regelmatig
op de hoogte stellen van het bestuur van voor haar
relevante gebeurtenissen en ontwikkelingen in het
aan hem of haar toegewezen onderdeel van de
vereniging, niet uitgesloten die taken en
verantwoordelijkheden waarvan men het in het
algemeen redelijk acht dat zij tot die van een
bestuurslid behoren.
ALGEMENE VERGADERING
Artikel 14
14.1 Algemene vergaderingen worden door de zorg van
de secretaris bijeengeroepen:
a. door middel van een schriftelijke
kennisgeving, dan wel door kennisgeving in
het verenigingsorgaan, toegezonden aan de
leden en de kandidaatleden aan hun
laatstelijk bij het bestuur bekende adres,
tenminste vijfendertig dagen tevoren, de dag
van oproeping en van de vergadering niet
meegerekend, een en ander onder
vermelding van de te behandelen
onderwerpen, tijd en plaats van de te houden
vergadering. Onder adres als hiervoor
bedoeld wordt mede begrepen het e-
mailadres als bedoeld in artikel 12 lid 2 van
de statuten;
b. oproeping kan voor een tweede maal
geschieden, uiterlijk 14 dagen van tevoren,
de dag van oproeping en van de vergadering
niet meegerekend, met de vermelding van de
eventuele op de voorgeschreven wijze
gestelde tegenkandidaturen, aanvullende
agendapunten en/of moties.
DE AGENDA VAN DE ALGEMENE
VERGADERING
Artikel 15
15.1 De agenda van een algemene vergadering wordt
vastgesteld door het bestuur met inachtneming van
hetgeen is bepaald in de statuten en in dit
reglement.
15.2 Op schriftelijk verzoek van tenminste 15
stemgerechtigde leden is het bestuur verplicht een
opgegeven punt op de agenda te plaatsen.
Zodanig verzoek dient te zijn ontvangen uiterlijk
eenentwintig dagen voor de algemene
vergadering. Conform het gestelde in art. 21 van dit
reglement.
15.3 In afwijking van het gestelde in artikel 15 lid 2 moet
een voorstel tot statutenwijziging worden
ontvangen tenminste vijfendertig dagen voor de
algemene vergadering. Het bestuur is verplicht
alle vereiste maatregelen te treffen.
15.4 Indien een agendapunt niet in behandeling wordt
genomen, zal het punt op de agenda van de
eerstvolgende algemene vergadering worden
geplaatst.
15.5 Terzake van het in artikel 9 lid 2, artikel 12 lid 4 van
de Statuten en lid 2 van dit artikel gestelde dienen
de desbetreffende kandidaatstellingen,
voorstellen en moties uiterlijk eenentwintig dagen

voor de algemene vergadering schriftelijk per
aangetekende brief ondertekend door 15 andere
stemgerechtigde leden aan de secretaris van de
vereniging worden gezonden. Conform het
gestelde in art. 23 van dit reglement. De datum van
het poststempel zal bij de vaststelling van tijdige
ontvangst doorslaggevend zijn.
15.6 De secretaris geeft van deze
tegenkandidatu(u)r(en) en voorstellen kennis door
middel van een tweede op- roeping voor de
vergadering, die per brief of indien mogelijk in het
verenigingsorgaan kan geschieden, uiterlijk
veertien dagen voor de bedoelde algemene
vergadering.
STEMRECHT
Artikel 16
16.1 De leden, gezinsleden en ereleden zijn
stemgerechtigd.
16.2 Verkiesbaar in alle functies zijn leden,
gezinsleden en ereleden, met dien verstande, dat
men minimaal één jaar lid dient te zijn van de
vereniging en dat niet meer dan één lid van één
gezin, zoals bepaald in artikel 2 lid 3 verkiesbaar
of benoembaar zal kunnen zijn in eenzelfde
bestuur, commissie of bijzonder college.
16.3 Kandidaat-leden zijn niet stemgerechtigd,
verkiesbaar of benoembaar. Zij hebben toegang
tot de vergaderingen en bijeenkomsten en mogen
aldaar het woord voeren.
NORMEN, WAARDEN EN GEDRAG
Artikel 17
17.1 Mundikat verwacht van haar fokkers een
verantwoordelijke en ethische opstelling ten
aanzien van het fokken met, het houden van, het
tentoonstellen van en het verkopen van
(ras)katten.
17.2 Mundikat leden worden geacht de Nederlandse
wet alsmede de statuten en reglementen van
Mundikat te kennen en zich overeenkomstig te
gedragen.
17.3 Indien Mundikat het vermoeden heeft van
onethische praktijken en/of handelen in strijd met
de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek en/of de
reglementen en statuten van de vereniging dan
kan zij besluiten de zaak voor te leggen aan de
Disciplinaire Commissie conform het gestelde in
het Disciplinair Reglement.
DISCIPLINAIRE MAATREGELEN
Artikel 18
18a.1 Leden die handelen in strijd met:
• een bepaling van de Statuten
• een bepaling van het Huishoudelijk
Reglement
• een bepaling van het Stamboek Reglement
• een bepaling van het Veterinair Reglement
• een bepaling van het Tentoonstellings
Reglement
• een bepaling van enig ander door de ALV
vastgesteld reglement
kunnen worden gestraft volgens dit artikel en
verder van dit reglement. Een straf op grond van
het Disciplinair Reglement kan alleen worden
gegeven op de wijze als in het Disciplinair
Reglement beschreven. Een straf op grond van het
Disciplinair Reglement gaat voor op een straf op
basis van het Huishoudelijk Reglement of enig
ander reglement. Een gedraging kan slechts
worden bestraft op basis van één(1) reglement.
18a.2 Voorbeelden van overtredingen zijn niet limitatief:
a. het direct of indirect opzettelijk verstrekken
onjuiste van gegevens aan een persoon
belast met de uitvoering van feitelijke
werkzaamheden voor de vereniging;
b. het zich schuldig maken aan wangedrag,
waaronder ook wordt verstaan het zonder
gegronde reden weigeren of onthouden van
medewerking aan de bevoegde geledingen
of enig persoon bij de uitoefening van een
officiële functie in verenigingsverband;
c. het verwaarlozen van katten, bijvoorbeeld
door het hun onthouden van de
noodzakelijke medische en lichamelijke
verzorging;
d. het permanent huisvesten van katten in
kooien;
e. het door hun handelen niet zoveel mogelijk
de kans uitsluiten dat leden, hun huisgenoten
of een van hun dieren een besmettelijke
ziekte overbrengen waarvan zij weten of
vermoeden dat hun dieren eraan lijden, of
hebben geleden zonder dat het gevaar voor
besmetting is geweken;
f. het katten ter dekking aanbieden terwijl men
weet of kan weten dat deze dieren in
omstandigheden verkeren of hebben
verkeerd die het gevaar voor overbrengen
van een besmettelijke ziekte met zich
meebrengt;
g. het met katten fokken waarvan bekend is of
bekend kan zijn dat zij een, de kwaliteit van
het leven aantastende, erfelijke ziekte of
afwijking dragen, behoudens schriftelijke
toestemming;
h. het op tentoonstellingen, rasdagen e.d.
katten inzenden terwijl men weet of kan
weten dat deze dieren in omstandigheden
verkeren of hebben verkeerd die het gevaar
voor overbrengen van een besmettelijke
ziekte met zich meebrengt;
i. het uiterlijk van een kat door enig kunstmiddel
of door enige ingreep gewijzigd hebben of
hebben doen wijzigen, om op deze wijze op
enige nationale of internationale
tentoonstelling, rasdagen of andere door de
vereniging of een andere bij de FIFe
aangesloten organisatie georganiseerde
bijeenkomst de keurmeester of anderen te
misleiden, of om bij overdracht van een kat de
nieuwe eigenaar te misleiden;
j. een tentoongestelde kat zonder toestemming
voortijdig aan een tentoonstelling onttrekken;
k. het tijdens een tentoonstelling voor of in de
directe omgeving van het
tentoonstellingsgebouw (uitgezonderd de
eigen woning) katten verkopen of te koop
aanbieden;
l. het katten verkopen aan personen,
instellingen, organisaties e.d. waarvan de
verkopers bekend is, of waarvan zij
redelijkerwijs kunnen aannemen, dat het doel
van de koop niet is, het door de koper zelf als
huisdier behouden en verzorgen van de
kat(ten). Het verkopen van katten aan
proefdierenstations, wetenschappelijke
instellingen en handelaren in dieren;
m. het katten afleveren, uitbesteden, weggeven
of in ontvangst nemen voordat deze de
officiële overdrachtsleeftijd zoals geregeld in
het Veterinair Reglement en de daarbij
behorende Addenda hebben bereikt en
zonder dat daarbij kan worden overlegd een
lege artis certificaat van volledige inenting
tegen de in het Veterinair Reglement en de
daarbij behorende Addenda vermelde

Straffen
(besmettelijke) aandoeningen. Uitzondering
hierop zijn dieren die worden uitbesteed
omdat de eigen moeder niet in staat is hen te
zogen (min);
n. het door de wijze waarop men zijn katten
verkoopt niet of niet langer geacht kan
worden de doelstelling van de vereniging te
onderschrijven;
o. het bij fokken met of overdracht van een kat
handelen in strijd met de daartoe gestelde
voorschriften van het Stamboek Reglement;
p. het zonder toestemming van de Vereniging
fokken met een kat waarop vanwege de
Vereniging een fokbeperking of een
fokverbod is opgelegd;
q. handelen in strijd met de belangen van de
vereniging
geen regels bevatten welke strijdig zijn met
enig reglement van de vereniging. Indien dit
toch het geval is zijn deze bepalingen nietig.
Indien het reglement van de afdeling in
bepaalde gevallen niet voorziet, gelden de
reglementen van de vereniging.
Artikel 19a – rasclubs
19a.1 De vereniging kan rasclubs instellen. Met
betrekking tot de instelling, opheffing en
organisatie beslist het bestuur met inachtneming
van de in dit reglement gestelde regels.
19a.2 Het bestuur beslist over de instelling van een
rasclub uit eigener beweging dan wel naar
aanleiding van een gemotiveerd verzoek
daartoe. Het verzoek dient te zijn ondertekend
door ten minste 15 stemgerechtigde leden van de
vereniging die fokker, houder en/of liefhebber zijn
van het ras waarvoor oprichting van een rasclub
wordt verzocht.
18b.1 De vereniging kent de volgende straffen, die naast
elkaar kunnen worden opgelegd:
a. berisping;
b. een geldboete tot maximaal € 1.000,= per
overtreding;
c. publicatie, met naam en toenaam, in het
verenigingsperiodiek;
d. ontzegging van het recht om binnen de
vereniging een functie te bekleden met
een maximum van tien jaar;
e. ontzegging van andere
lidmaatschapsrechten met een maximum
van een jaar;
f. ontzetting uit het lidmaatschap van de
vereniging.
18b.2 Wanneer het belang van de vereniging dit eist,
kunnen de in lid 1 onder d, e, en f genoemde
straffen in hun werking worden uitgebreid tot
de met het bestrafte lid in één huis wonende
leden.
18b.3.
De in lid 1 onder c, d, e en f genoemde straffen
kunnen ook, geheel of gedeeltelijk
voorwaardelijk worden opgelegd met een
proeftijd van hoogstens twee jaar.
18b.4 Bij oplegging van een straf zal het bestuur de
functionarissen van Mundikat die belang
hebben bij kennisname van de beslissing op
de hoogte stellen.
AFDELINGEN, RASCLUBS EN WERKGROEPEN
Artikel 19
19.1 De vereniging kan territoriale afdelingen
instellen. Met betrekking tot de instelling,
opheffing, territoriale begrenzingen en
organisatie beslist het bestuur met
inachtneming van de in dit reglement gestelde
regels.
19.2 Het bestuur beslist over de instelling van een
afdeling uit eigener beweging dan wel naar
aanleiding van een gemotiveerd verzoek
daartoe, dat is ondertekend door ten minste
25 stemgerechtigde leden.
19.3 Een afdeling wordt bestuurd door ten minste
een dagelijks bestuur, te weten een voorzitter,
een secretaris en een penningmeester.
19.4 Alle leden en kandidaat-leden die tot de
betreffende afdeling behoren, alsmede alle
leden van het bestuur van de vereniging,
hebben toegang tot de vergadering van de
afdeling en hebben het recht om aldaar het
woord te voeren. Alleen leden van de
vereniging die tot de afdeling behoren hebben
stemrecht.
19.5 De algemene vergadering van de afdeling kan
een reglement vaststellen. Het reglement mag
19a.3 Een rasclub wordt bestuurd door tenminste een
dagelijks bestuur, te weten een voorzitter, een
secretaris en een penningmeester. Alleen
gewone leden, gezinsleden en ereleden van de
vereniging zijn benoembaar in het bestuur van
een rasclub.
19a.4 De rasclub kan personen als lid toelaten die geen
lid van de vereniging zijn.
19a.5 Alle leden en kandidaat-leden van de rasclub,
alsmede alle leden van het bestuur, hebben
toegang tot de vergadering van de rasclub en
hebben het recht om aldaar het woord te voeren.
Alleen de leden van de rasclub die tevens lid zijn
van de vereniging hebben stemrecht.
19a.6 De algemene vergadering van de rasclub kan
een reglement vaststellen. Het reglement mag
geen regels bevatten welke strijdig zijn met enig
reglement van de vereniging. Indien dit toch het
geval is zijn deze bepalingen nietig. Indien het
reglement van de rasclub in bepaalde gevallen
niet voorziet, gelden de reglementen van de
vereniging.
Artikel 19b - werkgroepen
19b.1 De vereniging kan werkgroepen instellen.
19b.2 Een werkgroep heeft een specifiek omschreven
doelstelling, hetgeen kan zijn het onder de
aandacht brengen van een ras waarvoor geen
rasclub is ingesteld.
19b.3 Met betrekking tot de instelling, opheffing en
organisatie beslist het bestuur met inachtneming
van de in dit reglement gestelde regels.
19b.4 Het bestuur beslist over de instelling van een
werkgroep uit eigener beweging dan wel naar
aanleiding van een gemotiveerd verzoek
daartoe. Het verzoek dient te zijn ondertekend
door ten minste 10 stemgerechtigde leden van de
vereniging.
19b.5 Een werkgroep heeft tenminste een voorzitter en
een secretaris. De werkgroep legt regelmatig
verantwoording af van haar activiteiten aan het
bestuur van de vereniging.
19b.6 Een werkgroep mag ook personen die geen lid
zijn van de vereniging laten deelnemen aan haar
activiteiten. Alle deelnemers aan de werkgroep
en alle leden van het bestuur van de vereniging
hebben toegang tot de vergaderingen en andere
activiteiten van de werkgroep, voor zover de
regels van Mundikat daaraan niet in de weg
staan.
19b.7 Een werkgroep kan met voorafgaande
toestemming van het bestuur van de vereniging
een reglement vaststellen.
VERENIGINGSORGAAN
Artikel 20
20.1 Ten behoeve van haar leden wordt door of

vanwege de vereniging periodiek een
verenigingsorgaan uitgegeven.
20.2 Voor de uitvoering hiervan benoemt het bestuur
een redactiecommissie, alsmede een acquisiteur
voor de advertenties.
20.3 De redactiecommissie kan zich doen laten
bijstaan door één of meerdere al dan niet vaste
medewerkers. De redactiecommissie is verplicht
op aanwijzing van het bestuur in het
verenigingsorgaan ruimte beschikbaar te stellen
voor mededelingen van het bestuur of enige
andere afdeling en/of rasclub. Het bestuur bepaalt
in overleg met de redactiecommissie de grootte
van de toe te wijzen ruimte.
20.4 In de maand februari van ieder kalenderjaar zal de
redactiecommissie verslag doen van haar
activiteiten in het afgelopen jaar en zal zij een
begrotingsvoorstel ter goedkeuring bij het bestuur
indienen.
20.5 De acquisiteur van de advertenties voor het
verenigingsorgaan zal in de maand januari van
ieder kalenderjaar verslag doen van zijn/haar
activiteiten aan het bestuur en de
redactiecommissie. Dit verslag zal vergezeld
gaan van een prognose van de te verwachten
advertentie-inkomsten over het lopende jaar.
TARIEVEN
Artikel 21
21.1 Wijzigingen in de te hanteren tarieven zoals
bedoeld in artikel 7 lid 2 van de Statuten zullen op
voorstel van het bestuur door de algemene
ledenvergadering worden vastgesteld. De
ingangsdatum van de wijzigingen zal eveneens
op voorstel van het bestuur door de algemene
ledenvergadering worden vastgesteld. Overige
tarieven en hun ingangsdatum worden
vastgesteld door het bestuur.
VORMVEREISTEN
dient in het hoofd van deze lijst en in het hoofd van
de eventuele vervolgpagina's aangegeven te zijn
om welke zaak het gaat.
22.2 Uitsluitend leden en gezinsleden die aan hun
verplichtingen jegens de vereniging hebben
voldaan en die niet geschorst zijn kunnen bij de
vaststelling van het vereiste aantal meegeteld
worden.
22.3
BIJZONDERE EN ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 23
23.1 Alleen de bij de secretaris van de vereniging
schriftelijk ingediende verzoeken en
gedeponeerde klachten zullen in behandeling
worden genomen.
23.2 In voorkomende gevallen waarin het bestuur een
besluit moet nemen dat zodanig spoedeisend is
dat zij enig uitstel niet verantwoord acht in het
belang van de vereniging is het bestuur bevoegd
tot het nemen van alle noodzakelijke maatregelen.
23.3 In zodanige gevallen als bedoeld in lid 2 van dit
artikel zal het bestuur verplicht zijn zodanige
besluiten zoveel mogelijk het karakter te geven
van een voorlopige voorziening.
23.4 De verschillende reglementen, met uitzondering
van de statuten, kunnen bij gewone meerderheid
van stemmen op elke algemene
ledenvergadering, hetzij op voorstel van het
bestuur, hetzij op voorstel van de leden, worden
gewijzigd. Voorstellen hiertoe dienen op de in de
reglementen gestelde wijze worden gedaan. Het
bestuur zal de reglementen, met uitzondering van
de statuten, met ingang van 1 januari van ieder
jaar aanpassen voor zover de besluitvorming
binnen de FIFe daartoe noodzaakt, zonder dat
daartoe stemming binnen de algemene
ledenvergadering is vereist.
23.5 Voor zowel klager als verweerder staat beroep
open bij de Algemene Ledenvergadering.
Artikel 22
22.1 De instemming van de leden voor een voordracht
of een verzoek dient te blijken uit een bij de
secretaris van de vereniging te overleggen lijst
met daarop de namen en initialen, het volledige
adres, het lidmaatschapsnummer en de
handtekening van de individuele leden, tevens

VETERINAIR REGLEMENT
VERSIE 2024
FOKKEN
BEGRIPSBEPALINGEN
Fokdieren
Een kater, die nageslacht verwekt of met die bedoeling
wordt gehouden, wordt geacht een dekkater te zijn.
Een poes, die nageslacht voortbrengt of met die bedoeling
wordt gehouden, wordt geacht een fokpoes te zijn.
Kittens
Katten jonger dan 12 maanden.
Cattery
Huishouden van (ras)katten, waarmee al dan niet geshowd
of gefokt wordt.
Besloten cattery
Een cattery waarvan geen van de katten in direct contact
komt met katten van derden.
(Katten)Fokker
Iemand die één of meerdere dekkaters en /of fokpoezen
houdt, vaak eigenaar van een cattery.
Buitendekking
Een dekking die gegeven aan of ontvangen wordt door een
kat die geen deel uit maakt van de eigen cattery.
VC
Veterinaire commissie
Bestuur
Bestuur van Mundikat
De vereniging
De vereniging Mundikat vertegenwoordigd door haar
bestuur.
Secretaris
De secretaris van de Veterinaire Commissie
Centraal Meldpunt
Meldpunt besmettelijke ziektes/aandoeningen.
DEEL 1 ALGEMENE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 1 DE FOKKER
ALGEMEEN
Artikel 1
1.1 Een fokker dient zich bij de uitoefening van
zijn/haar hobby- of bedrijfsmatige fok, te houden
aan hetgeen geregeld is bij wet en in de
reglementen van Mundikat en de FIFe met
betrekking tot het houden, fokken en verkopen en
of weggeven vervreemden van (ras)katten.
1.2 Elk fokkerlid is verplicht (moet) zich te houden aan
het door Mundikat en de FIFe vastgestelde
veterinaire reglementen.
1.3 Indien het bestuur vaststelt dat enig lid zich niet
houdt aan de in artikel 1.2 neergelegde
verplichting, is het bestuur van Mundikat bevoegd
de nakoming daarvan dwingend aan het in
overtreding zijnde lid op te leggen, dit kan
eventueel in combinatie met disciplinaire
maatregelen, zoals neergelegd in het disciplinair
reglement van Mundikat
1.4 Elke catteryhouder is verplicht een zodanige
administratie te voeren, dat in ieder geval de naam,
stamboeknummer van de kat, naam en adres van
de eigenaar, bekend zijn van:
a. katten aan wie dekkingen gegeven zijn,
inclusief datum dekking
b. katten waarvan dekkingen zijn ontvangen,
inclusief datum dekking
c. uitzetkatten, inclusief datum uit huis plaatsing
d. verkochte, weggegeven of uit huis geplaatste
katten, inclusief datum uit huis plaatsing
e. aangekochte of gekregen katten, inclusief
datum in huis plaatsing.
1.5 Elke fokker dient de (veterinaire) regels van
Mundikat en de FIFe toe te passen en eventueel
in samenspraak met zijn of haar dierenarts een
veterinair verantwoord catterybeleid te voeren
waarmee de kans op gezondheids- en
welzijnsproblemen bij de katten binnen de cattery
worden geminimaliseerd.
1.6 Elk lid is verplicht een zodanige administratie te
voeren, dat in ieder geval alle officiële
persoonlijke en medische gegevens van de
katten in zijn eigendom bekend en in zijn bezit
zijn.
HOOFDSTUK 2 DE FOKDIEREN
FOKDIEREN ALGEMEEN
Artikel 2
2.1 Een kat, waarmee wordt gefokt, dient ten tijde
van de dekking gezond te zijn en in een goede
conditie te verkeren. Het verdient aanbeveling
vóór de dekking een daartoe geldige
gezondheidsverklaring van de dierenarts te
verkrijgen.
2.2 Alle fokdieren moeten worden voorzien van een
microchip of tatoeage die identificatie mogelijk
maakt. De identificatiecode van beide ouders
dienen op de stamboom te worden vermeld.
Deze bepalingen gelden niet voor dekkaters die
niet in de FIFe zijn geregistreerd.
2.3 Fokdieren dienen vrij te zijn van ernstige
zichtbare en/of onzichtbare (erfelijke)
aandoeningen.
2.4 Fokdieren mogen geen afwijking(en) hebben, die
voorkomen op de lijst "(erfelijke) aandoeningen",
van de vereniging welke op regelmatige basis
wordt vastgesteld en gepubliceerd. Alle fokdieren
dienen in het bezit te zijn van de benodigde
papieren en testen, specifiek voor de
problematiek voor het ras en/of de kleur, zoals
aangegeven in de addenda.
2.5 De VC kan een fokbeperking opleggen
2.6 Het bestuur kan een fokverbod opleggen.
2.7 De vereniging adviseert fokkers hun fokdieren te

laten testen op bekende (erfelijke) aandoeningen.
Een overzicht van de geadviseerde testen is
opgenomen in een Addendum van dit
Reglement.
2.8 De vereniging adviseert fokkers van alle
fokdieren de bloedgroep te bepalen.
2.9 De vereniging kan testen verplicht stellen.
2.10 Leden dienen er op toe te zien, dat een kat niet
voor langere tijd verstoken blijft van menselijk
gezelschap.
2.11 Beide ouderdieren dienen te beschikken over een
‘negatieve navelbreuk’ dierenartsverklaring.
DEKKATERS
Artikel 3
3.1 Een dekkater dient te beschikken over een
binnenverblijf en zo mogelijk ook een
buitenverblijf, welke aan de huisvestingsnormen
van de vereniging zoals opgenomen in hoofdstuk
4 van dit reglement dienen te voldoen.
3.2 Een dekruimte dient te beschikken over
voldoende vluchtruimte voor de kater
3.3 De vereniging adviseert dat een kater waarmee
gefokt wordt, bij buitendekkingen in het bezit
dient te zijn van een leukemie- en aidstest niet
ouder dan 1 jaar, die aangeeft dat de kater vrij is
van leukemie en aids.
3.4 Bij een besloten cattery is het advies dat een
kater voor zijn eerste dekking tenminste 1 x
negatief getest dient te zijn op leukemie en
kattenaids.
3.5 >>>DELETE 01.01.2023
3.6 Een dekkater dient in het bezit te zijn van een
geldige vaccinatie tegen katten- en niesziekte,
waarvan de geldigheidsduur niet mag zijn
overschreden. De geldigheidsduur van de
vaccinaties is vermeld in een Addendum van dit
Reglement.
3.7 Een dekkater dient tevens een geldige
dierenartsverklaring te bezitten dat beide testikels
volledig zijn ingedaald.
FOKPOEZEN
Artikel 4
4.1 De vereniging adviseert dat een poes waarmee
gefokt wordt, bij buitendekkingen in het bezit dient
te zijn van een leukemie- en aidstest, niet ouder
dan 1 jaar, die aangeeft, dat de poes vrij is van
leukemie- en aids.
4.2 Bij een besloten cattery is het advies dat een
fokpoes voor de eerste dekking tenminste 1 x
negatief getest dient te zijn op leukemie en
kattenaids.
4.3 >>>DELETE 01.01.2023.
4.4 Een fokpoes dient in het bezit te zijn van een
geldige vaccinatie tegen katten- en niesziekte,
waarvan de geldigheidsduur niet mag zijn
overschreden. De geldigheidsduur van de
vaccinaties is vermeld in een Addendum van dit
Reglement.
4.5 De fokker dient er op toe te zien dat in geval van
dekking de vaccinatie nog minimaal 4 maanden
geldig is. Dit ter voorkoming van hervaccinatie
tijdens zwangerschap of gedurende het zogen van
de kittens daar dit schadelijke effecten kan
hebben.
4.6 Met een fokpoes mogen niet meer dan twee
nesten per twaalf maanden en niet meer dan drie
nesten per vierentwintig maanden worden gefokt,
te rekenen vanaf de datum van de geboorte van
het eerste nest.
HOOFDSTUK 3 DE OVERDRACHT VAN KITTENS
Artikel 5
5.1 Een kitten mag pas afgegeven, tijdelijk
uitbesteed, weggegeven of in ontvangst
genomen worden aan/door de nieuwe eigenaar,
indien het goed gezond is, tenminste veertien
weken oud en een gewicht heeft bereikt dat
volgens rasnormen, zie bijlage, acceptabel is. Het
kitten dient in het bezit te zijn van een
inentingsboekje en een volledige inenting tegen
katten- en niesziekte van tenminste 7 dagen oud.
Uitzondering hierop is het tijdelijk onderbrengen bij
een min.
5.2 Een kitten dient bij overdracht te beschikken over
een microchip. En het chipnummer dient in of op
de stamboom aangegeven te staan.
5.3 Een kitten/kat dient op het moment van overdracht
vrij te zijn van besmettelijke
ziektes/aandoeningen, vrij te zijn van
dermatophyten (schimmels) en parasieten
(wormen, vlooien, mijten etc.) en in een goede
conditie te verkeren.
5.4 Een kitten, dat lijdt aan één van de (erfelijke)
aandoeningen, zoals vermeld op de lijst "(erfelijke)
aandoeningen" van de vereniging, mag niet
verkocht worden als fokdier. De fokker dient een
verzoek voor een fokverbod op de stamboom in te
dienen bij de stamboekcommissie. Dit verzoek
kan uitsluitend aangevraagd worden indien
hiervoor bewijs van uw dierenarts wordt overlegd.
5.5 Een kitten dat verkocht wordt als fokdier dient bij
overdracht in het bezit te zijn van de benodigde
papieren en testen, specifiek voor de problematiek
voor het ras en/of de kleur, zoals aangegeven op
de lijst erfelijke aandoeningen van de vereniging.
HOOFDSTUK 4 HUISVESTING
ALGEMENE REGELS
Artikel 6
6.1 De meest ideale situatie voor het houden van
katten is een normale huisvesting in de woning,
waarbij de kat deel uitmaakt van het dagelijks
huiselijk verkeer. In deze situatie dient iedere kat
over een ruimte van ten minste 4m2 te
beschikken.
6.2 Deze ruimte(s) dienen te beschikken over vers
drinkwater en voldoende voedsel en attributen
om verveling tegen te gaan, zoals krab- en
klimpalen en speeltjes.
6.3 De voorkeur gaat tevens uit naar een situatie
waarin de dieren niet gebonden zijn aan één
ruimte, maar zich vrijelijk kunnen bewegen van
de ene naar de andere ruimte. Hiermee wordt
tegemoetgekomen aan de behoefte van het dier
zich van de andere in huis aanwezige dieren af
te scheiden, waarmee het niveau van stress
aanzienlijk gereduceerd wordt.
HUISVESTING KATER
Artikel 7
7.1 De vaste verblijfplaats van één opgesloten kater
dient tenminste 6m2 te zijn en ten minste 1.80m
hoog
7.2 De vaste verblijfplaats dient tevens daglicht
hebben, met bij voorkeur zon en de mogelijkheid
aan de kat bieden naar buiten te kijken.
7.3 In de ruimte dient vers drinkwater, voldoende
voedsel en attributen aanwezig te zijn om
verveling tegen te gaan, zoals een krab- en
klimpaal en speelgoed.
7.4 De ruimte moet eenvoudig zijn schoon te houden
en moet voorzien zijn van een kattenbak en
dagelijks ververst drinkwater.
7.5 Een buitenren is verplicht, tenzij aangetoond kan
worden dat dit buiten het kader van de ruimtelijke
mogelijkheden van de woning ligt.
7.6 De houder dient erop toe te zien dat de kater niet
voor langere tijd verstoken blijft van menselijk en
dierlijk gezelschap
7.7 De ruimte dient regelmatig schoongemaakt, doch
minimaal 1 x per week ontsmet te worden met
een daartoe bestemd product.
HUISVESTING POEZEN

Artikel 8
8.1 Poezen worden nooit gehouden in een gesloten
verblijf, tenzij quarantainemaatregelen hierom
vragen of wanneer zij kittens heeft.
8.2 Een kittenkooi dient te voldoen aan de
standaardafmetingen vben minimaal 0,70m X
0,70m X 1,20m.
8.3 Ook indien de poes kittens heeft dient zij niet
permanent in de kittenkooi gehouden te worden.
Van tijd tot tijd dient zij de mogelijkheid te hebben
zich vrij te bewegen tussen de andere in huis
aanwezige dieren en mensen.
HUISVESTING QUARANTAINE
Artikel 9
9.1 Er dient te allen tijde een mogelijkheid tot
afzondering van ziektegevallen te zijn.
9.2 Daar deze afzondering slechts plaatsvindt in
noodsituaties kan deze ruimte van beperktere
afmetingen
c.q. omvang zijn dan een permanente
verblijfplaats. De ruimte dient minimaal 4m2 te
zijn en min 1.80m hoog. Ook deze ruimte dient
voorzien te zijn van vers drinkwater en attributen
die verveling tegen gaan.
9.3 Een in quarantaine geplaatst dier mag niet
verstoken blijven van menselijk gezelschap.
9.4 Voor een quarantaine ruimte dienen de
benodigde extra hygiënische maatregelen in acht
genomen te worden.
9.5 Quarantainemaatregelen worden in overleg met
de dierenarts en de vereniging, of een daartoe
door de vereniging aangewezen persoon of
personen, genomen.
HOOFDSTUK 5 BESMETTELIJKE
AANDOENINGEN/ SLUITING CATTERY
BESMETTELIJKE AANDOENINGEN
Artikel 10
10.1 Leden zijn verplicht bij bestaan of vermoeden van
bestaan van enige voor katten besmettelijke
aandoening bij dieren en/of mensen in hun
huishouding onmiddellijk een (dieren)arts te
raadplegen en melding hiervan te doen bij het
centrale meldpunt.
10.2 Leden zijn verplicht bij gebleken bestaan van een
voor katten besmettelijke aandoening binnen hun
huishouden, met de eigen dierenarts een
verantwoord behandelingsplan op te stellen,
hierbij dient het veterinair reglement en daarbij
gevoegde protocollen inzake de bestrijding van
besmettelijke ziekten/aandoeningen van Mundikat
als uitgangspunt genomen te worden.
10.3 Leden zijn verplicht bij gebleken bestaan van een
besmettelijke aandoening in hun huishouding de
eigenaren van katten met wie recent contact is
gweest op aanwijzing van en in overleg met het
centrale meldpunt, onmiddellijk hiervan in kennis
te stellen.
10.4 Leden zijn verplicht het meldpunt schriftelijk
toestemming te geven om bij de behandelende
dierenarts informatie in te winnen met betrekking
tot de gemelde ziektegevallen.
10.5 Indien leden niet op een verantwoorde wijze
omgaan met een besmettelijke aandoening
binnen de cattery is het Mundikat bestuur
bevoegd het lid dwingende maatregelen voor
te schrijven.
SLUITING VAN DE CATTERY
Deze beslissing wordt betrokkene schriftelijk
meegedeeld.
11.2 De sluitingsduur is voor onbepaalde tijd en
afhankelijk van de geconstateerde aandoening en
de resultaten van de behandeling.
11.3 U dient de voorschriften van de behandelend
dierenarts en de vereniging op te volgen.
11.4 Ter voorkoming en het zoveel mogelijk vermijden
van de uitbreiding van de besmetting, is het de
betrokken persoon/personen wiens cattery
gesloten is verboden:
a. een kat te verkopen, kopen, weg te geven of
tentoon te stellen
b. zijn/haar kat(ten) een dekking te laten geven
en/of te laten ontvangen
c. indien de aard van de besmetting zodanig is
dat de besmetting ook via personen kan
plaatsvinden moeten ook persoonlijke
contacten zoveel mogelijk vermeden worden.
11.5 Elke catteryhouder/lid is verplicht zijn bescheiden
zodanig te beheren, dat onder andere bekend is
aan wie dekkingen gegeven zijn en/of van wie
dekkingen zijn ontvangen, welke katten uitgezet
zijn en welke verkocht of weggegeven zijn. Elke
catteryhouder/lid is verplicht het Centrale
Meldpunt opening van zaken te geven omtrent de
contacten die hebben plaatsgevonden gedurende
de
incubatietijd/vermoedelijke
besmettingsperiode. Hierna kan de veterinaire
commissie van de vereniging beoordelen of en in
hoeverre er passende maatregelen dienen te
worden genomen.
11.6 Tevens is dit reglement van toepassing op
verblijfplaatsen van katten welke gedurende de
incubatietijd/vermoedelijke besmettingstijd de
inmiddels gesloten cattery hebben verlaten.
11.7 De veterinaire regels zijn van toepassing op alle
katten die aanwezig zijn in de cattery, dus ook op
logees of pensionkatten
11.8 De vereniging heeft de bevoegdheid een
cattery/lid weer open te verklaren. Dit besluit zal
ook schriftelijk aan de betreffende persoon worden
medegedeeld.
11.9 De voorschriften zoals bedoeld in artikel 11.3
zullen worden vervat in Protocollen welke als
Addendum aan dit Reglement zijn toegevoegd en
welke regelmatig worden herzien op basis van de
stand der zaken in de Veterinaire Wetenschap.
DEEL 2 INRICHTING VAN DE
VETERINAIRE COMMISSIE
HOOFDSTUK 6 TAAKSTELLING EN BELEID
VETERINAIR BELEID
Artikel 12
12.1 Het beleid ten aanzien van de zaken betreffende
het welzijn van de katten in Mundikat en de
veterinaire zaken binnen Mundikat, is gericht op
Artikel 11
11.1 Mundikat of zijn daartoe aangewezen
vertegenwoordiger(s) kan het betrokken lid en
de op hetzelfde adres wonende gezins- en
jeugdleden verplichten de cattery te sluiten.

het naleven van de wetgeving van de
Nederlandse overheid op dat gebied, centrale
regelgeving vanuit het OP (Overleg Platform
Nederlandse Cat Fancy), de door de FIFe
voorgestelde voorschriften en het beleid van
Mundikat in deze.
12.2 Om dit beleid uit te voeren wordt door het bestuur
een commissie ingesteld, de Veterinaire
Commissie, verder te noemen: V.C.
TAAKSTELLING
Artikel 13
13.1 Het adviseren van het bestuur inzake veterinair
beleid.
13.2 Voorlichting geven en/of doen geven betreffende
kattenwelzijn en veterinaire zaken.
13.3 Behandeling van klachten betreffende
veterinaire zaken en kattenwelzijnszaken.
13.4 Controle van catteries op verzoek van de
eigenaar, op initiatief van de V.C. of op verzoek
van het bestuur.
13.5 Zorgdragen voor de veterinaire keuring bij
evenementen. De V.C. is belast met het
uitnodigen van de dierenartsen. Tijdens een
tentoonstelling zal één der commissieleden
aanwezig zijn om toe te zien opnaleving van het
reglement voor veterinaire zaken.
13.6 In geval een lid zich onttrekt aan de door de V.C.
opgelegde maatregelen is de V.C. verplicht dit te
melden aan het bestuur. Het bestuur kan
eventueel aanvullende disciplinaire maatregelen
opleggen, conform de betreffende bepalingen in
de Statuten en de diverse reglementen.
13.7 De commissie zorgt ervoor dat er op
verantwoorde wijze archief gevoerd wordt.
13.8 De commissie informeert de leden van Mundikat
via artikelen in Mundikat magazine, de website
en/of door het organiseren van lezingen.
HOOFDSTUK 7 SAMENSTELLING
SAMENSTELLING
Artikel 14
14.1 De V.C. bestaat uit ten minste drie leden, een
voorzitter,een algemeen lid en een secretaris en
wordt ondersteund door tenminste een
dierenarts.
14.2 Het bestuurslid belast met veterinaire zaken is
tevens lid van de V.C.
14.3 Op voordracht van Mundikat kunnen leden van
de V.C. zitting hebben namens Mundikat in
verschillende werkgroepen en/of stichtingen die
werkzaam zijn op het gebied van gezondheid en
welzijn van katten.
GEHEIMHOUDING
Artikel 15
15.1 De leden van de V.C. hebben een
geheimhoudingsplicht ten aanzien van
veterinaire bevindingen omtrent katten van de
leden van Mundikat.
15.2 Indien de V.C. het noodzakelijk acht om
instanties/medewerkers van Mundikat te
informeren, omtrent het bestaan van een
besmettelijke ziekte/aandoening bij katten van
een lid, kan dit na overleg met het bestuur worden
toegestaan.
15.3 De V.C. dient bij het verstrekken van deze
informatie melding te maken van het feit dat voor
wat betreft deze informatie een (afgeleide)
geheimhoudingsplicht geldt.
WRAKING
Artikel 16
16.1 Een lid bij wie een onderzoek ingesteld wordt kan
elk der leden van de V.C. wraken; hetzelfde geldt
voor de drie V.C. leden indien hij/zij van mening is
dat de aangelegenheid door hem/haar niet
onpartijdig behandeld kan worden.
16.2 Wraking dient te geschieden door middel van een
aangetekend schrijven met bericht van ontvangst,
dan wel een poststuk met ontvangstbevestiging en
dient met redenen omkleed te zijn. Dit schrijven
dient binnen een week nadat aan een lid
schriftelijk bekend gemaakt wordt, dat de V.C. een
onderzoek gaat instellen, aan de secretaris van de
vereniging gezonden te worden.
16.3 Het bestuur besluit ten aanzien van de wraking.
16.4 Wraking heeft geen schorsende werking.
KLACHTENPROCEDURE
Artikel 17
17.1 Bij een melding van een besmettelijke aandoening
zegt de secretaris het lid sluiting van de cattery
aan. Deze sluiting geldt ook voor alle op hetzelfde
adres wonende gezins- en jeugdleden. Een kopie
wordt naar de in onderling overleg aangewezen
contactpersoon, aan de portefeuillehouder
veterinaire zaken in het bestuur en aan de
secretaris van het bestuur gestuurd. Nadat de
secretaris een gezondheidsverklaring of
negatieve test of kweek heeftontvangen, meldt
deze de heropening van de cattery schriftelijk aan
het lid dan wel aan de contactpersoon, aan de
portefeuillehouder veterinaire zaken in het bestuur
en aan de secretaris van het bestuur.
17.2 Veterinaire klachten worden alleen behandeld
indien deze schriftelijk zijn ingediend bij de
secretaris van Mundikat en vergezeld gaan van
een dierenartsverklaring. Het moet met aan
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden
aangetoond dat een kat deze besmetting bij de
fokker heeft opgelopen, alvorens tot sluiting van
de cattery van de fokker wordt overgegaan.
17.3 Na elke sluiting en iedere heropening verstuurt
de secretaris een lijst van gesloten catteries aan
de commissieleden, de portefeuillehouder
veterinaire zaken in het bestuur en aan de
secretaris van het bestuur.
17.4 Het Inschrijfbureau Tentoonstellingen controleert
de inschrijvingen voor een tentoonstelling of
rasdag aan de hand van de sluitingslijst die hij
daarvoor opvraagt bij de secretaris van het
bestuur.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 18 Slotbepaling
18.1 In alle gevallen betreffende veterinaire zaken en
kattenwelzijnszaken waarin dit reglement niet
voorziet of wanneer afwijking van het reglement
wenselijk is, is het bestuur bevoegd besluiten te
nemen en/of maatregelen te treffen.
18.2 De vergadering geeft het bestuur opdracht om de
bijlagen actueel te houden naar aanleiding van
ontwikkelingen in de medische wetenschap.

DEEL A: DOELOMSCHRIJVING
Artikel 1 Doelstelling
1.1 Het doel van dit stamboek is het registreren van alle
gegevens van geboorte, afstamming en
raszuiverheid van (ras)katten die bij Mundikat zijn
geregistreerd.
1.2 De stamboekcommissie beheert het stamboek en
legt een archief aan van alle geregistreerde
gegevens.
DEEL B: DE STAMBOEKVOERING
DE INSCHRIJVINGSPROCEDURES
Artikel 2 Inschrijvingen in het stamboek (LO, Livre
d'Origines)
2.1 Een kat dient overeenkomstig zijn genotype in het
stamboek te worden ingeschreven. Een kat
waarvan het genotype niet uit het fenotype kan
worden opgemaakt, dient te worden
heringeschreven overeenkomstig zijn genotype, Dit
kan pas nadat het genotype van zijn nakomelingen
of ouders feitelijk is vastgesteld. Men mag een kat
op tentoonstelling uitbrengen volgens diens
fenotype ook als dit verschilt van het genotype
zoals dat is komen vast te staan. Om
onduidelijkheden te voorkomen moeten zowel het
geno- als het fenotype dan op de stamboom
worden vermeld. Titels behaald op tentoonstellingen
blijven behouden. Titelpunten/ certificaten behaald op
tentoonstellingen komen te vervallen na een
wijziging van de registratie.
2.2 Ieder kitten gefokt door een lid van de vereniging
dient te allen tijde eerst bij de eigen FIFe vereniging
geregistreerd te worden en een FIFe stamboom
moet worden uitgegeven. (FIFe regel 5.1.1) Mits
gefokt in lijn met de reglementen gesteld door FIFe
en Mundikat.
2.3 Katten kunnen in het stamboek worden
ingeschreven indien zij tot een door de FIFe erkend
ras behoren. Bovendien moeten ouders,
grootouders en overgrootouders allen tot hetzelfde
ras of verwant zusterras behoren als de in te
schrijven kat en in een (hulp)stamboek zijn
ingeschreven.
Artikel 3 Inschrijvingen in het hulpstamboek (RIEX, Régistre
Initial et Expérimental)
3.1 In het hulpstamboek worden opgenomen:
a. Katten waarvan de ouders een
stamboom of afstammingsbewijs hebben
en waarop het in artikel 12 gestelde niet
van toepassing is;
b. Nakomelingen uit experimentele
kruisingen die voldoen aan de in artikel 5
gestelde eisen. Deze katten worden met
de aanduiding "experimentele kruising"
als XLH (beoogd ras) of XSH (beoogd
ras) en onder vermelding van kleur en
aftekening ingeschreven.
Deze katten kunnen een correcte
registratie verkrijgen op de volgende
wijze:
* vanaf 4 maanden met
toestemming van de
stamboekcommissie inschrijven voor de
controle klasse op een internationale
show in Nederland, waar 2 internationale
FIFe keurmeesters tenminste het
predicaat “Uitmuntend” toekennen; of
* vanaf 3 maanden op andere
wijze beoordeeld worden met het
STAMBOEK REGLEMENT
VERSIE 2024
predikaat “Uitmuntend” door tenminste 2
internationale FIFe keurmeesters, die op
de hoogte zijn van de omstandigheden
en onder controle van het FIFe lid.
c. Katten waarvan een of beide ouders in
het register is/zijn opgenomen, nadat aan
bovenbedoelde katten op de leeftijd van
12 maanden tijdens een officiële keuring
in de nieuwelingenklasse door twee
internationale FIFe keurmeesters op een
internationale FIFe Mundikat show het
predikaat “uitmuntend” is toegekend. Aan
de Stamboekcommissie moet vooraf
toestemming worden gevraagd, in
verband met de (her)registratie. Een kat
kan slechts eenmaal in de
nieuwelingenklasse worden uitgebracht.
Bij de aanvraag dienen kopieën
van de afstammingspapieren
van de kat en/of zijn ouders overlegd te
worden.
d. Herregistratie wordt aangemerkt op de
afstamming/stamboom door de
toevoeging “RR” achter het
registratienummer.”
3.2 Het register is een onderdeel van het
hulpstamboek. In het register worden opgenomen:
a. Katten met onbekende afstamming.
Nadat voor deze katten op de leeftijd van
minimaal tien maanden bij een officiële
keuring in de nieuwelingenklasse door
twee internationale FIFe keurmeesters
op een internationale FIFe Mundikat
show het ras en de variëteit is vastgesteld
en zij daarbij tevens het predicaat
"uitmuntend" hebben verkregen. Aan de
Stamboekcommissie moet vooraf
toestemming voor deze determinatie
worden gevraagd. Tevens dienen de
stamboekcommissie en de keurmeesters
geïnformeerd te worden over de reden
van de aanvraag en presentatie in deze
klasse.
b. Katten van onbekende of niet door de
FIFe erkende afstamming die niet tot een
erkend ras of erkende variëteit behoren,
maar die naar het oordeel van de
stamboekcommissie voor experimentele
fokdoeleinden gebruikt kunnen worden.
3.3 Registratie van de Munchkin en de Scottish Fold
kan ook in het hulpstamboek niet plaatsvinden op
grond van het bepaalde in art. 3.5.2 van de FIFe
Breeding and Registration Rules.
3.4 Een in het hulpstamboek ingeschreven kat wordt
overgeschreven naar het stamboek indien zich een
van de volgende situaties voor doet:
a. De kat is tijdelijk in het hulpstamboek
ingeschreven totdat de variëteit waartoe
zij behoort definitief kan worden
vastgesteld en de vaststelling vindt
plaats.
b. De kat behoort tot een variëteit die ten
tijde van haar inschrijving nog niet was
erkend en na inschrijving wordt de
variëteit alsnog erkend.
Artikel 4 Voorwaarden voor de nestinschrijving
4.1 Iedere kater dient voordat hij voor de fok kan
worden ingezet te beschikken over een
dierenartsverklaring waarin de aanwezigheid van
twee normale en volledig ingedaalde testikels wordt
bevestigd.
Beide fokdieren dienen te beschikken over een
‘negatieve navelbreuk’ dierenartsverklaring. Bij het
fokken dienen deze verklaringen van de dierenarts,
bij aanvraag stambomen, te worden overlegd aan
de stamboekcommissie.
4.2 Als bewijs van inschrijving in het stamboek of het

hulpstamboek, wordt aan de fokker een stamboom
afgegeven die 4 generaties voorouders (ouders,
grootouders, overgrootouders en
betovergrootouders) van de kat vermeldt.
4.3 Bij de geboorte van een nest kunnen de jonge
dieren slechts in het stamboek of hulpstamboek
worden ingeschreven, indien:
a. de eigenaar van de moederpoes lid is
van de betreffende vereniging.
* de moederpoes in het (hulp)stamboek
van de vereniging staat ingeschreven.
* de vader in een (hulp)stamboek staat
ingeschreven.
b. de betreffende stamboekadjunct binnen
12 weken na de geboorte van het nest in
het bezit is van een volledig ingevuld
dekbewijs en stamboomaanvraag. Indien
men niet in staat is binnen deze termijn
de kleuren van de kittens te determineren
dan moet men hier voor het verlopen van
de 12 weken melding van maken bij de
verantwoordelijke stamboekadjunct.
c. de moederpoes niet binnen drie weken
na dekking door een tweede kater is
gedekt.
4.4 Van de onder lid 3. van dit artikel genoemde
voorwaarden kan worden afgeweken na
goedkeuring door de stamboekcommissie.
4.5 De onder lid 3c van dit artikel voorgeschreven
opgave kan uitsluitend worden gedaan met
gebruikmaking van de door de vereniging daartoe
verstrekte formulieren.
4.6 Ter bescherming van het moederdier worden van
een poes niet meer dan twee nesten per 12
maanden en niet meer dan drie nesten per 24
maanden, te rekenen vanaf de geboortedata,
ingeschreven in het (hulp)stamboek.
4.7 De aanvrager is verplicht een door of namens de
stamboekcommissie te houden nestcontrole toe te
staan.
4.8 Katten van een ras dat een risico voor een
genetische afwijking heeft en die aan de volgende
criteria voldoet:
a. de ziekte is fataal of brengt chronisch
lijden met zich mee;
b. de ziekte komt voor bij een aanzienlijk
deel van de populatie van het ras en
c. een betrouwbare test is voorhanden en
de ziekte kan geëlimineerd worden,
zouden voor deze ziekte getest moeten
worden. In samenwerking met het
Stamboek en de Veterinaire Commissie
kunnen hiervoor adequate programma’s
ontwikkeld worden.
4.9 Pas nadat de betaling is ontvangen worden er
stambomen en/of afstammingsbewijzen verstrekt.
4.10 De termijn ter betaling van de stambomen en/of
afstammingsbewijzen is maximaal dertig dagen te
rekenen vanaf de datum van de aanvraag van de
stambomen. Doch uiterlijk binnen vijf maanden te
rekenen vanaf de datum van de geboorte van de
kittens.
Artikel 5 Experimentele Fok
5.1 Ter bevordering van verantwoord fokken van katten
zal de inschrijving van jonge dieren, geboren uit
experimentele kruisingen, slechts plaatsvinden na
schriftelijke toestemming van de
stamboekcommissie. Deze toestemming dient te
worden aangevraagd voor de paring plaatsvindt.
De aanvraag wordt schriftelijk gedaan, met
toelichting van het met de kruising beoogde doel en
onder overlegging van een fokschema. Dit geldt
voor alle op de in artikel 5.2 genoemde wijze
gefokte katten.
5.2 Als experimentele kruisingen worden aangemerkt:
a. kruisingen van dieren, die voor wat
betreft de jaarlijks door de FIFe
vastgestelde indeling tot verschillende
rassen behoren. Deze indeling is
beschikbaar bij het Stamboek
secretariaat.
b. kruisingen van katten waarvan één of
beide ouders als XLH (niet erkende
langhaar en halflanghaar rassen) of als
XSH (niet erkende korthaar rassen)
is/zijn ingeschreven.
5.3 Op de afstammingsbescheiden van op de in lid 2
genoemde wijze gefokte dieren, zal namens de
stamboekcommissie duidelijk worden aangegeven
dat voor deze katten fokbeperkingen gelden.
Artikel 6 Inschrijving van katten afkomstig van andere
verenigingen
6.1 Overschrijving in het (hulp)stamboek kan te allen
tijde plaatsvinden als deze katten bij een FIFe
(hulp)stamboek staan ingeschreven, dit echter met
inachtneming van het onder lid 4a van artikel 9
bepaalde.
6.2 Inschrijving van katten die bij een niet-FIFe (hulp)
stamboek staan ingeschreven, kan uitsluitend
plaatsvinden na goedkeuring door de
stamboekcommissie. Een eventuele titel wordt wel
overgenomen, maar niet erkend. Het vorenstaande
geldt met inachtneming van het onder artikel 9 lid
4b bepaalde.
6.3 Van de onder lid 1. en 2. van dit artikel genoemde
katten dienen de originele stamboekbescheiden of
een fotokopie van de originele stamboom te worden
opgestuurd naar het stamboeksecretariaat. De
stamboekcommissie behoudt te alle tijden het recht
om de originele stamboombescheiden op te
vragen.
6.4 Van de onder lid 1.,2. en 3. van dit artikel
genoemde katten worden de originele
afstammingsbescheiden aan de eigenaar
teruggezonden.
6.5 Indien de stamboekcommissie twijfelt aan de
juistheid van de gegevens van de desbetreffende
kat, kan zij besluiten de kat niet in het Mundikat
(hulp)stamboek of register op te nemen. Tegen
deze beslissing staat beroep open bij het Bestuur.
6.6 Indien de stamboekcommissie vaststelt dat
gegevens zijn veranderd of gegevens niet
overeenkomstig het stamboek zijn, kan zij alsnog
besluiten de kat met de correcte gegevens in het
Mundikat (hulp)stamboek of register op te nemen.
De stamboekcommissie zal, zowel aan de nieuwe
eigenaar, als ook aan de uitgever van de
oorspronkelijke afstammingspapieren berichten op
welke wijze deze kat in het Mundikat
(hulp)stamboek of register is opgenomen.
De termijn van afhandeling van bovengenoemde
procedure mag ten hoogste een half jaar zijn.
Tegen deze beslissing staat beroep open bij het
bestuur.
6.7 Katten die worden overgeschreven dienen hun
originele registratienummer te behouden.
Artikel 7 Overlijden van ingeschreven katten
7.1 Na overlijden van een ingeschreven kat kan op
verzoek, op de stamboom c.q. afstammingsbewijs
of registratiekaart door de stamboekadjunct
aangetekend worden dat de kat overleden is.
Artikel 8 Onjuiste opgaven
8.1 Bij een verzoek tot inschrijving in het (hulp)-
stamboek zal de stamboekcommissie alle
inlichtingen kunnen verlangen welke zij voor een
juist bijhouden van het stamboek nodig oordeelt.
8.2 Indien de stamboekcommissie meent te moeten
twijfelen aan de juistheid van de ontvangen
inlichtingen, kan zij de inschrijving in het
(hulp)stamboek met opgaaf van reden(en)
weigeren. Hiervan doet de commissie zo spoedig

mogelijk schriftelijk mededeling aan het
verenigingsbestuur en het desbetreffende lid.
DE ADMINISTRATIEVE OVERDRACHT
Artikel 9 Overdracht van een kat
9.1 De stamboom behoort onverbrekelijk bij de daarin
bedoelde kat. Het is niet geoorloofd deze papieren
als onderpand voor eventuele tegenprestaties
achter te houden.
9.2 Katten met een aangeboren afwijking, die volgens
het veterinair reglement en haar bijlagen een kat
ongeschikt maakt voor de fok mogen niet worden
gebruikt voor de fok en mogen zodoende ook niet
als fokdier worden verkocht.
9.3 De fokker kan een fokverbod of een fokbeperking
aanmelden bij de stamboekadjunct, voordat de
stambomen worden aangemaakt. Het verbod of de
beperking kan alleen op veterinaire gronden onder
overlegging van een bewijs van een dierenarts.
9.4 Importinschrijving: Inschrijving in het
(hulp)stamboek vindt plaats nadat de bij de
geïmporteerde kat behorende officiële stamboom
afstammingsbewijs, registratiekaart of fotokopie of
gescande versie hiervan door het
stamboeksecretariaat zijn ontvangen.
DEEL C: REGELS VOOR DE
STAMBOEKVOERING M.B.T RASSEN
EN VARIËTEITEN
Artikel 10 Algemene regels
10.1 Onder erkende rassen en erkende variëteiten
wordt in dit reglement verstaan: rassen en
variëteiten, waaraan door de FIFe een rasnummer
of kleurnummer is toegekend.
10.2 Onder niet-erkende rassen en niet-erkende
variëteiten wordt in dit reglement verstaan: rassen
en variëteiten waaraan door de FIFe (nog) geen
rasnummer en kleurnummer is toegekend.
10.3 Een lijst van ras- en kleurnummers wordt elk jaar
samengesteld, en is op aanvraag verkrijgbaar (zie
publicatie in het Verenigingsorgaan).
10.4 Wijzigingen worden elk jaar gepubliceerd.
10.5 Mundikat sluit de volgende rassen en/of variëteiten
volledig uit van haar stamboek:
a. Munchkin
b. Scottish Fold
Artikel 11 Verboden Kruisingen en Speciale Restricties (zie
ook addenda van het Veterinair reglement)
11.1 Kruisingen van witte katten met witte katten zijn
voor alle rassen verboden.
11.2 Het fokken met dove katten is niet toegestaan. Bij
het fokken met een witte kat dient een
audiometrische verklaring (BAER-test) van de
dierenarts te worden overlegd aan de
stamboekcommissie, waaruit blijkt dat de kat aan
beide oren horend is.
11.3 Alle katten die gebruikt worden voor de fok moeten
snorharen hebben.
11.4 Katten met een zichtbare navelbreuk mogen niet
voor de fok worden ingezet.
11.5 Mundikat registreert met uitzondering van de
Bengaal (BEN) enkel dieren die tot de soort Felis
catus (huiskat) behoren. In de 4 generaties op de
stamboom mogen geen wilde katten voorkomen.
Artikel 12
A. RASGEBONDEN RESTRICTIES I
12.1 American Curl lang- en korthaar (ACL/ACS)
a. Een American curl met rechte oren wordt
geregistreerd als ACS, ACL x *71, dus
als niet erkende variëteit en wordt
geregistreerd in het RIEX register.
b. ACS/ACL x *71 mogen gebruikt worden
in het fokprogramma voor ACS/ACL.
12.2 Bengaal (BEN)
a. Bengalen worden niet toegelaten in de
nieuwelingenklasse.
b. De Bengaal mag niet met andere
rassen gekruist worden. Met Bengalen
fokken in de generaties F1- F4 is
verboden.
c. De variëteit Charcoal wordt
geregistreerd als BEN x *t, dus als nieterkende
variëteit in het RIEX-register.
Deze varieiteit kan worden gebruikt in
fokprogramma’s voor Bengaal
12.3 Bombay – voorlopig erkend status
a. Bombay (BOM) is a solid black cat. No
other colour nor any pattern shall be
recognised by the FIFe.
b. Permitted outcross is Burmese brown
(BUR n).
c. All colours of Burmese (BUR) are
permitted in the ancestry.
d. American Shorthair (AMS non) is
permitted in the third and previous
generations of the ancestry during the
preliminary recognition phase, after full
recognition AMS are not permitted in
the ancestry.
e. Appearances of offspring and how
these must be registered when mating
BOM x BOM or when mating BOM x
BUR n/XSH n 31 [BOM]:
Uiterlijk EMS code Fok -en registratiebeperking
black BOM n.v.t.
brown burmese
pointed
any other variety
XSH n 31
[BOM]
XSH *
Kan alleen gebruikt worden bij het
fokken van BOM, kan geen
herregistratie plaatsvinden.
Kan niet gebruikt worden bij het fokken
van BOM, kan geen herregistratie
plaatsvinden.
f. When breeding Bombay:
- All cats used in breeding BOM must
have a DNA-test for Burmese Head
Defect (BHD), unless both parents are
proven to be free from BHD
– These breeding principles are to be
followed:
• BHD-free x BHD-free
• BHD-free x BHD-carrier
– Test results must be registered and
published in accordance with § 3.5.1
– The breeder must inform buyers of
Bombay cats about the BHD-disease
and the registration
policy, when selling a BHD-carrier.
g. It is highly recommended to test
breeding cats for pointed, chocolate
and dilute to avoid non recognised
colours in the offspring.
.
12.4 Brits Korthaar en Brits Langhaar (BSH/BLH)
a. BSH en BLH zijn zusterrassen en
mogen zonder toestemming worden
gekruist
b. Korthaar nageslacht wordt als BSH
geregistreerd en langhaar nageslacht
als BLH
.c.
Geen enkel nageslacht van katten die
lijden aan osteochondrodysplasie,
ongeacht het oortype (SFS, SFL en
straights), mag geregistreerd worden
als BSH/BLH.
d. Registratie van tipped (shaded en
shell): de EMS code 12 wordt niet
gebruikt; de code 11 (‘tipped”) wordt
gebruikt ingeval van een shaded of

shell cat.
12.5 Burmees (BUR)
a. Burmezen worden enkel toegelaten in
de kleuren: n, a, b, c, d, e, f, g, h, j.
b. Nakomelingen met een niet erkende
kleur worden geregistreerd als een
XSH
*.
c. Variëteiten met silver, agouti en of
piebald spotting zijn voor de fok
uitgesloten.
d. Burmezen waarmee wordt gefokt
moeten een DNA test voor GM2
gangliosidosis hebben, tenzij van beide
ouders is bewezen dat ze GM2
gangliosidosis vrij zijn.
d. Fokken is toegestaan onder de
volgende voorwaarden: GM2-vrij x
GM2-vrij of GM2-vrij x GM2 drager.
e. Een te testen kat moet via een microchip
identificeerbaar zijn en de
testresultaten moeten gepubliceerd
worden, bij voorkeur op de stamboom.
f. Fokkers moeten kopers inlichten over
GM2 gangliosidosis en de registratie
eisen hieromtrent.
12.6 Don Sphynx (DSP) & Peterbald (PEB)
a. DSP mag alleen gebruikt worden in
de fok van DSP.
De PEB mag allen gebruikt worden
in de fok van PEB, maar uitkruisen
van PEB met BAL/OLH/OSH/SIA is
toegestaan.
b. De haarloze tabby-variëteiten worden
aangeduid met de EMS code “21”,
ongeacht het genotype. Zilver en
golden worden niet geregistreerd bij de
haarloze DSP/PEB.
c. Voor de behaarde tabby-variëteiten”
moeten de EMS codes 11,12, 22-25
gebruikt worden. Zilver en golden moet
worden geregistreerd bij de niethaarloze
DSP/PEB x * 81/82/83.
d. Registratie va DSP/PEB vindt als volgt
plaats:
- Haarloos en flock (niet meer dan 2
mm. haar over het gehele lijf) als
DSP/PEB*.
- Lange vacht als DSP/PEB x * 81; korte
vacht als DSP x* 82. Haarloosheid is
een dominant gen, de geboorte van
kittens met vacht maken deel uit van het
DSP- fokprogramma. DSP met kort-
/langhaar wordt als niet erkende
variëteit geregistreerd.
- Brush vacht als DSP/PEB x* 83. Deze
(bij DSP niet erkende) variëteit heeft fijn
golvend (draadachtig) haar van meer
dan 2 mm. lengte over het gehele lijf, met
kale plekken op de kop, bovenste
gedeelte van de nek of op de rug.
12.7 Europees korthaar (EUR)
a. De Europees korthaar (EUR) kan niet
erkend worden in een andere
vachtlengte dan korthaar.
b. Langharig nageslacht wordt
geregistreerd als XLH *.
c. Niet toegestaan zijn de EMS codes: b, c,
h, j, o, p, q, r, y, 11, 12, 25, 31, 32, 33. Als
deze variëteiten worden geregistreerd
als XSH *.
12.8 Japanse Bobtail
De EMS codes y, 11, 12, 25, 31, 32, 33 zijn niet
toegestaan bij de JBT en worden geregistreerd als
XSH* .
12.9 Kurilian Bobtail langhaar en korthaar (KBL, KBS)
a. In de nieuwelingenklasse worden alleen
katten bewezen afkomstig van de
Kurillen toegelaten.
b. Kruisingen met andere rassen zijn niet
toegestaan. Chocolate, lilac, cinnamon,
fawn en pointed zijn niet toegestaan en
worden geregistreerd las XLH * of
XSH * .
12.10 Korat (KOR)
a. Bij de Korat fok kunnen alleen blauwe
katten gebruikt worden en alleen blauwe
nakomelingen kunnen geregistreerd
worden als Korat (KOR). Nakomelingen
in een andere kleur dan blauw zullen
worden geregistreerd als XSH*
of XLH* .
b. In de nieuwelingenklasse worden alleen
katten uit Thailand toegelaten, deze
katten dienen te beschikken over
documentatie die hun afkomst bewijst.
c. Korat (KOR) katten waarmee gefokt
wordt dienen een DNA-test voor
Gangliosidosis (GM) te hebben, tenzij
beide ouderdieren bewezen vrij zijn van
Gangliosidosis. De
volgende fokvoorwaarden dienen te
worden gevolgd:
- GM-vrij x GM-vrij
- niet-drager x drager, op voorwaarde dat
alle nakomelingen getest worden op GM.
- een te testen kat moet via een
microchip identificeerbaar zijn en de
testresultaten moeten gepubliceerd
worden, bij voorkeur op de stamboom.
d. Indien een gewenste kruising niet aan
eerder gestelde voorwaarden voldoet zal
de stamboek commissie vooraf
goedkeuring van deze kruising moeten
geven op basis van een met gegronde
redenen omkleed verzoek. De
stamboekcommissie zal bij een
eventuele goedkeuring alle voorwaarden
vermelden.
e. Fokkers van Korat dienen hun
kittenkopers op de hoogte te stellen van
de GM status van hun dieren en bij
iedere Korat die verkocht wordt dient er
een verklaring over de GM status
afkomstig van een gecertificeerde
dierenarts te worden bijgevoegd.
12.11 Manx (MAN) en Cymric (CYM)
a. Een Manx/Cymric met tenminste drie
voorgaande generaties MAN/CYM
(MAN 51,52,53 en 54) zal in het LO
register worden ingeschreven.
b. Ook Manx/Cymric met MAN/CYM 54 in
een of meer voorgaande generaties
wordt in het LO register opgenomen.
12.12 Egyptische Mau (MAU)
a. Er worden geen Egyptische Mau’s
toegelaten in de nieuwelingenklasse.
12.13 Maine Coon (MCO)
a. De pointed MCO zal niet worden erkend.
b. Chocolate, lilac, cinnamon, fawn en
pointed patronen zijn niet toegestaan
en worden geregistreerd als XLH *
.
12.14 Neva Masquerade (NEM) en Siberische kat (SIB)
a. In de nieuwelingenklasse worden
alleen katten uit de voormalige
Sovjetunie toegelaten.
b. NEM en SIB zijn zusterrassen, de NEM
is pointed, de SIB is een niet-pointed
kat.
c. Chocolate, lilac, cinnamon, fawn
patronen zijn niet toegestaan en
worden geregistreerd als XLH
* danwel .
12.15 Noorse Boskat (NFO)
a. De pointed NFO zal niet worden erkend.
b. Chocolate, lilac, cinnamon, fawn en
pointed patronen zijn niet toegestaan
en worden geregistreerd als XLH *
c. Noorse Boskatten waarmee gefokt
wordt moeten:
- DNA getest worden op het gen voor
GBE-1
(GSD-IV

glycogeen stapelingsziekte) tenzij van
beide ouders bewezen is dat zij geen
drager zijn van GSD-IV
- dragers mogen niet met dragers
gekruist worden
- een te testen kat moet via een
microchip identificeerbaar zijn en de
testresultaten moeten gepubliceerd
worden, bij voorkeur op de stamboom.
12.16 Ocicat (OCI)
a. De kleuren rood, crème en tortietabby
zijn niet toegestaan en worden
geregistreerd als XSH* .
b. Cinnamon en fawn katten met veel
rufisme kunnen lijken op rood en crème,
maar zij kunnen geen tortietabby
poezen produceren.
12.17 Ragdoll (RAG)
a. Geen andere variëteit dan Siamees
pointed met blauwe ogen zal erkend
worden.
b. Niet erkende variëteiten worden
geregistreerd als XLH * .
12.18 Russische Blauw (RUS)
a. De Russisch blauw wordt niet erkend in
een andere kleur dan blauw .
b. Alleen blauwe katten (RUS) mogen
worden ingezet voor de fok en alleen
blauw nageslacht uit deze combinaties
kan worden geregistreerd als Russisch
Blauw.
c. Nageslacht anders dan blauw gekleurd
zal worden geregistreerd als
XLH/XSH*.
12.19 Siamees (SIA) & Balinees (BAL),
a. De Siamees en Balinees mag niet
worden gekruist met katten in een
zilvervariëteit.
b. Een fokker kan om ontheffing van deze
regel vragen bij de eigen stamboek
commissie. De commissie draagt zorg
voor een goede kleurdeterminatie van
deze nakomelingen.
12.20 Singapura (SIN)
a. Alleen de kleur seal sepia ticked tabby is
erkend. Andere kleuren worden
geregistreerd als XSH * .
12.21 Sokoke (SOK)
a. In de nieuwelingenklasse worden alleen
katten uit het Sokoke district in Kenia
toegelaten, deze katten dienen te
beschikken over documentatie die hun
afkomst bewijst.
12.22 Sphynx (SPH)
a. Voor alle haarloze rassen zoals SPH
geldt dat de EMS codes s en y niet
gebruikt mogen worden ongeacht het
genotype.
12.23 Turks Angora (TUA)
a. De pointed zal niet worden erkend.
b. Chocolate, lilac, cinnamon, fawn en
pointed patronen zijn niet toegestaan en
worden geregistreerd als XLH * .
12.24 Turkse Van (TUV)
a. Alleen de volgende EMS codes zijn
erkend: n, a, d, e, f, g (tabby en nontabby).
Nageslacht in andere dan deze
kleuren worden geregistreerd als XLH*
b. In de nieuwelingenklasse mogen
uitsluitend katten ingeschreven worden,
die geïmporteerd zijn uit Turkije of
omringende gebieden. Hun origine moet
bewezen worden door documentatie(s).
12.25 La Perm lang- en korthaar (LPL/ LPS)
a. Alleen LPL/LPS mFveertogen in de fok
gebruikt worden.
b. Het gen dat zorgt voor de gekrulde vacht
is dominant, derhalve worden niet
gekrulde La Perms geregistreerd als niet
erkende variëteit: LPL/LPS x * 84. Zij
mogen gebruikt worden bij de fok.
12.26 Selkirk Rex lang- en korthaar (SRL/SRS)
a. Alleen SRL/SRS mogen alleen in de fok
van dit ras gebruikt worden.
b. Uitkruisen met BSH, EXO/PER is alleen
toegestaan met instemming van de
stamboekcommissie. Nageslacht van
uitkruisen wordt geregistreerd als
XLH/XSH * . Voor
herregistratie verwijzen we naar artikel 3.
c. Het gen dat zorgt voor de gekrulde vacht
is dominant, derhalve worden niet
gekrulde Sellkirk Rexen geregistreerd als
niet erkende variëteit: SRL/SRS x * 84.
Zij mogen gebruikt worden bij de fok.
12.27 Thai (THA)
a. Uitkruisen van de Thai is verboden.
b. Alleen erkende kleuren mogen gebruikt
worden voor de fok. Cinnamon, fawn, silver,
golden en wit zijn niet toegestaan en worden
geregistreerd als XSH * .
c. In de nieuwelingenklasse worden alleen
katten uit Thailand toegelaten, deze katten
dienen te beschikken over documentatie die
hun afkomst bewijst.
12.28 Lykoi (LYO) – voorlopig erkende status
a. Lykoi is een kat met een specifiek
amelanistisch (roan) uiterlijk.
b. Alle kleuren en patronen worden voorlopig
erkend.
c. Toegestane outcross in de voorlopig
erkende fase is de huiskat (XSH).
d. Niet-roan nakomelingen van deze outcross
moet geregistreerd worden als LYO x* 84.
e. Uiterlijk van LYO* roan en XSH
nakomelingen en hoe deze geregistreerd
moeten worden:
Uiterlijk EMS code Fok -en registratiebeperking
roan LYO *
Can only be used for breeding LYO
non-roan LYO x * 84
C. RASGEBONDEN RESTRICTIES II – NIET ERKENDE RASSEN
FIFe kent voor diverse rassen EMS-codes gevolgd door non
*. Dit zijn: American Bobtail, (ABL/ABS), Asian
(ASL/ASH), American Shorthair (AMS), American Wirehair
(AMW), Australian Mist (AUM), Bohemian Rex (BRX),
Japanese Bobtail longhair (JBL), MeKong bobtail (MBT),
Nebelung, (NEB), RagaMuffin (RGM), Tiffanie (TIF),
Tonkanees (TOL/TOS).
D. CATTERYNAMEN EN VOORNAMEN
Artikel 13 Registratie van catterynamen
13.1 De eigenaar van een cattery kan zijn catterynaam
via de adjunct-catterynamen, tegen betaling van
een door het verenigingsbestuur vast te stellen
vergoeding, bij de FIFe laten registreren.
13.2 Indien een cattery in de FIFe is geregistreerd, zal
geen tweede cattery onder een gelijke of
ongeveer gelijkluidende naam bij de FIFe kunnen
worden ingeschreven.
13.3 Een catterynaam mag maximaal 18 tekens lang
zijn.
13.4 Bij de aanvraag moet worden opgegeven of de
catterynaam als voorvoegsel (prefix) dan wel als
achtervoegsel (suffix) zal worden gebruikt.
Tevens dient aan de hand van een voorbeeld
duidelijk gemaakt te worden hoe de catterynaam
precies zal worden gebruikt. Wanneer de
catterynaam eenmaal is geregistreerd kan het
gebruik daarvan, als voorvoegsel of als
achtervoegsel, niet meer worden gewijzigd.
13.5 Behoudens schriftelijke toestemming van het
bestuur en van de FIFe zijn catterynamen niet
overdraagbaar. Zij komen te vervallen bij het
overlijden van de eigenaar, mits zich geen
rechtmatige erfgenaam meldt die de catterynaam
wilt behouden.
13.6 Alleen de eigenaar van een catterynaam heeft het
recht dieren afkomstig uit zijn eigen fokkerij onder

zijn catterynaam te laten inschrijven.
13.7 Een catterynaam mag geen EMS code of
afkorting/aanduiding van een ras bevatten of het
woord cattery.
Artikel 14 Naamgeving van de in te schrijven katten
14.1 De naam waaronder een kat in het stamboek of
hulpstamboek wordt ingeschreven mag, inclusief
de catterynaam, uit maximaal vijfendertig (35)
posities bestaan, d.w.z. letters, tekens en spaties.
14.2 Na de inschrijving van een kat in het stamboek of
hulpstamboek kan de naam van de kat niet meer
veranderd worden, tenzij sprake is van een aperte
onjuistheid hetgeen ter beoordeling staat van het
Stamboeksecretariaat.
14.3 Door de FIFe erkende catterynamen van derden
mogen niet in de naam van de kat verwerkt
worden.
14.4 Na toestemming van de Stamboekcommissie en
met een maximum van twee nesten per lid,
kunnen katten gefokt door leden die geen recht
kunnen doen gelden op een catterynaam, worden
ingeschreven onder een uit één woord bestaande
naam, waaraan door de Stamboekadjunct een
jaarletter is toegevoegd.
E. TITELREGISTRATIE
Artikel 15 Aanvraag van een titelcertificaat
15.1 De registratie van titels en de afgifte van de daarbij
behorende papieren is de taak van de
stamboekadjunct belast met de titelregistratie
zoals omschreven in art.22.2.
15.2 Een titel dient binnen een maand na het behalen
van het laatste voor de titel benodigde certificaat
te worden aangevraagd.
F. GEDRAGSCODE EN SANCTIES
Artikel 16 Algemene regels
16.1 De leden zijn verplicht zich te houden aan de door
Mundikat opgestelde regels en reglementen.
16.2 De leden zijn verplicht
hun afstammingsbescheiden zorgvuldig te
bewaren.
16.3 In geval van verlies van de stamboombesluit de
Stamboekcommissie op welke wijze daarin wordt
voorzien. Duplicaten van de stamboom kunnen
alleen afgegeven worden met toestemming van de
fokker.
16.4 Dekkatereigenaren dient de administratie van
stamboektechnische als ook veterinaire zaken van
alle dekkingen van hun katers te registreren en te
beheren.
Artikel 17 Termijnen
17.1 De gebruikers van het stamboek zijn verplicht zich
strikt te houden aan de in dit reglement gestelde
termijnen voor opgave en aanvraag van
stamboombescheiden (artikel 4.3 onder c en d en
artikel 4.8).
17.2 Overtredingen van geldende termijnen en andere
regels die van toepassing zijn bij dekkingen,
geboorten, aanvragen van stambomen e.d.,
worden door de adjunct/secretaris ter beoordeling
aan de stamboekcommissie voorgelegd.
17.3 Zolang de overtreding in behandeling is bij de
stamboekcommissie en/of het bestuur, worden
door de adjunct-secretaris geen administratieve
handelingen verricht ten behoeve van de
betreffende aanvraag. De aanvrager wordt hiervan
door de stamboeksecretaris schriftelijk op de
hoogte gesteld.
17.4 De stamboekcommissie brengt het bestuur verslag
uit van haar bevindingen.
17.5 Voor de vaststelling van de overtreding van een
geldende termijn is de datum van ontvangst door
de adjunct- secretaris(sen bindend. In geval van
een aanvraag via de website, geldt de datum van
aanmelding. Voor betalingen geldt de termijn zoals
omschreven in artikel 4.10.
Artikel 18 Sancties termijnoverschrijding
18.1 Bij aanvraag van stamboompapieren nadat de
daarvoor in het stamboekreglement gestelde
termijn is verlopen brengt het stamboek een extra
(administratieve) boete van € 250 per nest in
rekening. De stamboekcommissie kan in geval van
een geringe of verschoonbare overschrijding van
minder dan drie maanden na het verstrijken van de
aanvraagtermijn de boete matigen of
kwijtschelden. Het bestuur wordt op de hoogte
gesteld.
Artikel 19 Sancties overig
19.1 Onverminderd hetgeen bepaald in artikel 18 blijft
het bestuur bevoegd om bij overtreding van de
regels van dit reglement maatregelen te treffen
tegen een individueel lid.
G. DE SAMENSTELLING EN
WERKZAAMHEDEN VAN
DE
STAMBOEKORGANISATIE
Artikel 20 Stamboekorganisatie
20.1 Voor een goede afhandeling en begeleiding van
alle stamboekzaken is de Stamboekorganisatie
onderverdeeld in een stamboekcommissie,
stamboekadjuncten, (stamboek)penningmeester
en een bestuurslid belast met stamboekzaken.
Artikel 21 Stamboekcommissie
21.1 De stamboekcommissie bestaat uit tenminste drie
en ten hoogste vijf leden. Het lid van het bestuur
belast met stamboekzaken is daardoor tevens lid
van de stamboekcommissie. De commissie heeft
een vaste voorzitter en een vaste secretaris, die
door de commissieleden uit hun midden worden
gekozen. De leden van de stamboekcommissie
worden door het bestuur benoemd op voordracht
van de commissie. Indien de commissie niet in
staat is een voordracht te formuleren, dan zal het
Bestuur zelf kandidaten zoeken en deze
benoemen.
21.2 De in de commissie voorkomende
werkzaamheden worden zo goed mogelijk,
rekening houdend met het persoonlijk kunnen en
de persoonlijke wensen van de leden, door de
commissie verdeeld.
21.3 De stamboekcommissie vergadert tenminste vier
keer per jaar en tenminste eenmaal per jaar met
alle stamboekmedewerkers in een zogenaamde
"Jaarvergadering Stamboek", die steeds in
februari van elk jaar gehouden wordt.
De stamboekcommissieleden komen bijeen op
convocatie door de voorzitter en/of secretaris, of
wanneer tenminste drie commissieleden, die een
oordeel over de te behandelen kwestie kunnen
geven, aanwezig zijn. De besluiten worden
genomen bij gewone meerderheid van stemmen.
Beroep tegen de beslissingen van de commissie
staat slechts open bij het bestuur.
21.4 Voor elke vergadering wordt een agenda
opgemaakt. Op iedere vergadering dienen
notulen en een besluitenlijst te worden opgesteld.
Zowel van de agenda als van de notulen met
besluitenlijst wordt direct een exemplaar naar het
bestuur gezonden.
21.5 De stamboekcommissie voert de volgende taken
uit:
a. Afhandeling van alle taken voortvloeiend uit het
stamboekreglement, statuten en andere
reglementen;
b. Afhandeling van alle aanvragen voor
experimentele kruisingen;
c. Afhandeling van alle importen;
d. Het beheren en onderhouden van het centraal
archief van de Stamboekcommissie;
e. Het aangeven van het stamboekbeleid binnen
Mundikat;
f. Het uitbrengen van adviezen, zowel gevraagd als
ongevraagd, aan het bestuur en de leden van

Mundikat;
g. Het voeren van overleg met het bestuur en met de
adjuncten;
h. Het opstellen van voorstellen met betrekking tot
reglementen en instructies van het stamboek;
i. Het doen van voorstellen betreffende het
stamboek aan het Bestuur, met het doel deze te
laten behandelen op de Algemene Vergadering
van de FIFe.
j. Het geven van voorlichting in stamboekzaken in
het algemeen.
dit reglement niet voorziet is het bestuur bevoegd
besluiten te nemen en/of maatregelen te treffen.
Artikel 22 de Stamboekadjuncten en penningmeester
22.1 De Stamboekadjuncten beheren het (de) onder
hen vallend(e) gedeelte(n) van het stamboek. Zij
houden daarvan een archief bij, schrijven
stamboomaanvragen in en verwerken deze. Zij
voeren de correspondentie die voor hun afdeling
nodig is. Zij verwerken alle verdere gegevens voor
zover die van belang zijn en houden van alle
correspondentie afschriften bij. De adjunct treedt
zo nodig voor overleg in verbinding met de
Stamboekcommissie en/of met de leden van de
Vereniging die de aanvragen hebben ingediend.
De Adjunct maakt ieder jaar in januari een
jaaroverzicht.
22.2 De Adjunct titelregistratie: Deze adjunct zorgt
voor de afhandeling van de aanvragen
betreffende de titelregistratie. Hij/zij controleert de
aanvragen en zover dat noodzakelijk is voor een
goede afwikkeling van de aanvragen
correspondeert hij/zij. Op regelmatige tijden
rapporteert de adjunct aan de stamboekadjuncten
over de nieuw geregistreerde titels. Van de
registratie, de verzending van certificaten en de
gevoerde correspondentie houdt de adjunct een
archief bij. Hij/zij maakt ieder jaar in januari een
jaaroverzicht.
22.3 De Adjunct Catterynamen: Deze adjunct zorgt
voor de afhandeling van de aanvragen voor een
catterynaam. Hij/zij beheert het catterynamen
register van de Vereniging, controleert de
aanvragen (voor zover mogelijk ook met registers
van andere FIFe-verenigingen), voert hierover de
noodzakelijke correspondentie en houdt over
alles een archief bij. In januari van elk jaar maakt
de adjunct een jaaroverzicht.
22.4 De Penningmeester Stamboek: De
penningmeester beheert de gelden van het
stamboek en houdt overzichten bij van alle
binnenkomende stamboekgelden, dit alles onder
eindverantwoordelijkheid van de Penningmeester
van het Bestuur. Hij/zij draagt zorg voor een
regelmatige informatie aan de betreffende
Stamboekmedewerkers.
22.5 Alle betalingsaspecten en de vaststelling van de
tarieven worden door het Bestuur geregeld en zo
nodig door de ALV bekrachtigd. In januari van elk
jaar maakt de Penningmeester Stamboek een
financieel jaaroverzicht stamboek.
Artikel 23 Het verenigingsbestuur
23.1 Het Bestuur is belast met het benoemen en
ontslaan van stamboekmedewerkers en draagt
zorg voor de publicatie van reglementen en
instructies. Tevens behandelt het bestuur
eventuele klachten betreffende het Stamboek en
indien zij hiertoe aanleiding ziet kan zij zaken ter
behandeling overdragen aan de Disciplinaire
Commissie.
23.2 In alle gevallen waarin het Stamboekreglement en
de verdere reglementen niet voorzien, beslist het
Bestuur.
Artikel 24 Slotbepalingen
24.1 Uitgangspunten voor het beleid van Mundikat
betreffende de stamboekregelgeving zijn de FIFereglementen.
24.2 Uitsluitend de Stamboekcommissie is gerechtigd
om, op verzoek van het Bestuur, mededelingen
betreffende het Stamboek te doen.
24.3 In alle gevallen betreffende stamboekzaken waarin

ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
1.1 Alle tentoonstellingen worden gehouden met
inachtneming van de bepalingen van de FIFe, de
Statuten, het Huishoudelijk Reglement (HHR) en
het Tentoonstellings Reglement van Mundikat.
1.2 In geval dat deze bepalingen met elkaar
conflicteren zijn de toepasselijke bepalingen van
de FIFe bindend.
1.3 Van deze reglementen zal altijd een exemplaar
op het secretariaat van de tentoonstelling,
alsmede bij de Mundikat informatiestand ter
inzage liggen.
1.4 Het showverblijf van de kat moet worden
ingericht met gordijntjes of een andere duidelijke
afscheiding. Hiernaast beschikken over een
zachte vloervoorziening, kattenbak met grit en
een drinkbakje gevuld met water. Met andere
woorden: het verblijf van de kat in het
showverblijf moet voor de kat zo aangenaam en
diervriendelijk mogelijk worden ingericht.
1.5 Het showverblijf mag echter niet op een
zodanige wijze worden afgedekt, dat de
bezoekers de kat niet of niet voldoende kunnen
zien.
TENTOONSTELLINGS- EN
ORGANISATIE COMMISSIE (TOC)
Artikel 2
2.1 De TOC bestaat uit ten minste drie (3) leden,
inclusief de ingevolge art. 9 lid 1 HHR door het
bestuur uit zijn midden benoemde
portefeuillehouder tentoonstellingen.
2.2 indien er in de TOC vacatures zijn, zoekt de
commissie één of meer kandidaten voor de
vacante functie en geeft deze namen aan het
bestuur op. Het bestuur benoemt de door de
commissie voorgestelde kandida(a)t(en), tenzij
daartegen ernstige en gegronde bezwaren
bestaan.
2.3 De TOC heeft de algehele leiding van de
tentoonstelling en is daarbij verantwoordelijk
voor de orde en de goede gang van zaken op de
tentoonstelling (zie ook art. 13 lid 8 en 9 HHR).
2.4 De commissie is gerechtigd personen en/of
dieren die de orde of de goede gang van zaken
op een tentoonstelling verstoren of dreigen te
verstoren, de toegang te weigeren tot of te
verwijderen uit de tentoonstellingsruimte. Tevens
is deze gerechtigd eventueel reeds ingeschreven
dieren buiten mededinging te plaatsen
2.5 De TOC heeft onder meer tot taak:
a. Het bestuur te adviseren over plaats, datum
en aard van de te organiseren
tentoonstellingen of andere evenementen.
b. Het maken van begrotingen en deze ter
goedkeuring voor te leggen aan het bestuur
en het beheren van de gelden voor de
tentoonstelling.
c. Het bestuur te adviseren over de
keurmeesters, die voor een tentoonstelling of
ander evenement, conform de FIFe regels,
uitgenodigd zullen worden. Tenzij door het
bestuur bezwaren kenbaar gemaakt en
aangenomen worden, nodigt de commissie
de voorgestelde keurmeesters namens het
bestuur uit
d. Het zorgdragen over de verdeling van de
diverse klassen over de keurmeesters.
e. Het regelen en verwerken van de
inschrijvingen.
f. Het samenstellen van de catalogus.
g. Het aantrekken en benoemen van stewards.
h. Het beheren en onderhouden van de
tentoonstellingsmaterialen.
TENTOONSTELLINGS REGLEMENT
VERSIE 2024 v2
INSCHRIJVINGEN
i. De "Veterinaire Commissie" regelt de
veterinaire keuring vóór aanvang van de
show.
Namens de vereniging houdt de "Veterinaire
Commissie" (VC) daarnaast toezicht op alle
veterinaire aspecten voor en tijdens de
tentoonstellingen.
Artikel 3
3.1 Iedere inschrijving begint met de indiening van
de daarvoor vastgestelde en correct ingevulde
(digitale) inschrijfformulieren.
3.2 Inschrijving staat open voor leden van door de
FIFe erkende verenigingen. Door invulling,
ondertekening en toezending van de
formulieren aan het inschrijfbureau van de
TOC verbindt men zich om zich te houden aan
de bepalingen van dit reglement en de FIFe
Show Rules
Uitzondering op dit artikel geldt voor katten
die ingeschreven worden door niet FIFe
leden volgens artikel 13 van dit reglement.
3.3 Voor iedere kat moet online in MyCats een
inschrijving worden geregistreerd.
Inschrijfgelden moeten gelijktijdig met de
inzending van de inschrijfformulieren
worden voldaan.
Teruggave van inschrijfgeld kan alleen
plaatsvinden indien lid 6 van dit artikel van
toepassing is.
3.4 Van iedere in te schrijven kat - met
uitzondering van dieren die worden
ingeschreven in de nieuwelingenklasse of de
huisdierenklasse - moet het
stamboekregistratienummer worden vermeld.
Wanneer dit nummer nog niet bekend is, wordt
de inschrijving slechts geaccepteerd wanneer
een aanvraag tot registratie bij het
Stamboeksecretariaat is ingediend. Dit geldt
enkel voor kittens (4-8 maanden) en voor
katten geïmporteerd van een andere
organisatie ingeschreven in showklassen 9-
12.
3.5 Indien de inschrijving wordt geaccepteerd,
ontvangt de inzender voor elke ingeschreven
kat een bewijs van deelneming, hetgeen tijdig
zal worden toegezonden. Tevens ontvangt de
eigenaar informatie over de in functie zijnde
keurmeesters.
3.6 De TOC is gerechtigd inschrijvingen te
weigeren. De inzender ontvangt van deze
weigering bericht onder opgaaf van redenen
die tot weigering hebben geleid.
3.7 Inschrijvingen kunnen geweigerd worden indien:
a. niet aan de geldelijke verplichting jegens
de vereniging is voldaan;
b. de inschrijfformulieren onjuist of
onvolledig zijn ingevuld;
c. de sluitingstermijn van de inschrijving is
overschreden;
d. het totaal der inschrijvingen de voor de
tentoonstelling beschikbare ruimte te
boven gaat.
e. het ras of de variëteit volledig is
uitgesloten van het stamboek en de
tentoonstellingen.
3.8 Inschrijvingen van niet Mundikat leden kunnen
worden geweigerd indien de opgaven niet zijn
ingediend via en/of goedgekeurd door de bij
de FIFe aangesloten vereniging waarvan de
inzender lid is. Alleen voor inschrijvingen, die
bevestigd zijn door de FIFe club waar de
inzender lid is, geldt een betalingsgarantie.

3.9 Van deelneming of verdere deelneming aan een
tentoonstelling wordt men uitgesloten indien
voor, tijdens of na de tentoonstelling blijkt dat
bewust onjuiste gegevens bij de inschrijving
werden verstrekt. De eventueel op deze
tentoonstelling behaalde prijzen en/of titels
worden in zodanig geval vervallen verklaard.
Deze uitsluiting geldt voor alle door betrokkene
ingeschreven dieren.
3.10 Voorts kan uitsluiting plaats vinden op grond van
alle andere overtredingen van de op het
moment van de tentoonstelling van kracht zijnde
reglementen.
3.11 Wilde katten, Munchkin en Scottish Fold
Het is verboden de volgende katten te showen,
promoten of adverteren:
- wilde katten of rassen die gebaseerd zijn op’
wilde’ katten(→ FIFe General Rules § 13.1).
- katten die lijden aan (pseudo-)achondroplasia
(zoals bijvoorbeeld de Munchkin) of
osteochondrodysplasia (zoals de Scottish Fold),
of met katten die dergelijke kat(ten) in de
afstamming hebben.
TOELATINGSEISEN
Artikel 4
4.1 De minimumleeftijd is vier (4) maanden, welke op
de tentoonstellingsdatum bereikt moet zijn en
waarop de katten ingeënt dienen te zijn tegen
kattenziekte en tegen niesziekte. Een daarop
betrekking hebbend geldig en volledig ingevuld
document dient bij de veterinaire keuring te
worden overlegd. De datum van vaccinatie moet
minimaal 15 dagen oud zijn. De vereiste
boosters dienen eveneens minimaal 15 dagen
oud te zijn. Vaccinaties tegen rabiës volgens de
nationale wetgeving en regelgeving. Alle
vaccinaties dienen te zijn uitgevoerd door een
dierenarts met in acht name van de nationale
wetgeving van het land waar de kat woonachtig
is. De geldigheidsperiode van de vaccinaties is
aangegeven door de dierenarts in het
dierenpaspoort of vaccinatiecertificaat en
moeten gerespecteerd worden.
Het is de exposant zijn eigen verantwoording op
de hoogte te zijn van de veterinaire regels van
het land waar de show plaatsvindt.
De TOC is in overleg met de Veterinaire
Commissie gerechtigd om bij inschrijving, gelet
op bepaalde omstandigheden, nadere eisen te
stellen met betrekking tot inentingen.
4.2 Huiskatten die op de tentoonstellingsdatum de
leeftijd van 10 12 maanden hebben bereikt
moeten gecastreerd/ gesteriliseerd zijn.
4.3 Zwangere alsmede zogende poezen kunnen niet
worden ingeschreven en worden op de
tentoonstelling niet toegelaten. Bij constatering
door de dierenarts wordt de kat niet op de
tentoonstelling toegelaten en registreert het
Showsecretariaat de kat als gediskwalificeerd. Bij
constatering door de keurmeester wordt de kat
alsnog gediskwalificeerd.
4.4 Een kat die vanwege agressief gedrag 3x een
gele kaart heeft ontvangen in Nederland volgens
artikel 5.6, wordt van verdere competitie in de
toekomst uitgesloten.
4.5 Indien de dierenarts bij een kater ouder dan 10
12 maanden afwijkingen aan de testikels
constateert wordt de kat van competitie op de
tentoonstellingsdatum uitgesloten en als “buiten
mededingen” geregistreerd door het
showsecretariaat.
4.6 Blinde katten kunnen niet worden ingeschreven
en worden op de tentoonstelling niet toegelaten.
4.7 Wanneer de verdenking bestaat dat aan een kat
een stimulerend of verdovend middel is
toegediend beslist een dierenarts hierover.
Indien hij/zij meent, dat dit heeft plaatsgevonden,
wordt de betrokken kat van verdere keuring
uitgesloten(gediskwalificeerd), ongeacht verdere
hieruit mogelijk voortvloeiende disciplinaire
consequenties voor de betrokken eigenaar.
4.8 Katten waarvan het uiterlijk door enig
kunstmiddel of enige ingreep is gewijzigd
teneinde de keurmeester te misleiden (b.v.
verven, scheren, overmatig poederen enz.)
worden door de keurmeester die dit heeft
vastgesteld van verdere keuring uitgesloten
(gediskwalificeerd), ongeacht verdere hieruit
mogelijk voortvloeiende disciplinaire
consequenties.
4.9 Katten waarvan door de dierenarts of
keurmeester geconstateerd wordt dat de
klauwen operatief zijn verwijderd, worden van
competitie op de tentoonstellingsdatum
uitgesloten en als “buiten mededingen”
geregistreerd door het showsecretariaat.
4.10 Katten die er onverzorgd (niet schoon) uitzien,
vieze oren hebben, waarbij de aanwezigheid van
parasieten wordt vastgesteld e.d. worden op de
tentoonstelling niet toegelaten, dit ter beoordeling
van een dierenarts.
4.11 Katten met poly- of olygodactyli kunnen niet
worden ingeschreven en worden op de
tentoonstelling niet toegelaten. Bij constatering
door de dierenarts wordt de kat niet op de
tentoonstelling toegelaten en registreert het
Showsecretariaat de kat als gediskwalificeerd. Bij
constatering door de keurmeester wordt de kat
alsnog gediskwalificeerd.
4.12 A. Katten met een navelbreuk of dwerggroei
(nanisme) en te dikke of ondervoede katten
kunnen niet worden ingeschreven en worden
op de tentoonstelling niet toegelaten. Bij
constatering door de dierenarts wordt de kat
niet op de tentoonstelling toegelaten en
registreert het Showsecretariaat de kat als
gediskwalificeerd. Bij constatering door de
keurmeester wordt de kat alsnog
gediskwalificeerd.
B. Katten met een vaste afwijking van het
sternum of xiphisternum of katten met een
boven- of onderbeet worden bij de
schoonheidskeuring gediskwalificeerd.
4.13 Dove katten kunnen niet worden ingeschreven.
Bij het tentoonstellen van witte katten dient dan
ook een niet-doof verklaring van de dierenarts of
een BAER test te worden overgelegd. Indien
deze bij de veterinaire keuring niet kan worden
overlegd, wordt de kat alsnog gediskwalificeerd.
4.14 Katten die verdacht worden van een
(besmettelijke) ziekte worden op de
tentoonstelling niet toegelaten, dit ter
beoordeling van een dierenarts, evenals alle
andere aan dezelfde eigenaar toebehorende
katten.
4.15 De nagels van de katten dienen kort voor de
tentoonstelling geknipt te zijn.
4.16 A) Katten, die bij de veterinaire keuring worden
afgekeurd op grond van het vermelde in de
leden 1, 2, 3, 9, 10, 11, 12A en 14 van dit artikel
wordt de toegang tot de tentoonstelling
geweigerd. Zij worden direct in quarantaine
geplaatst of verlaten ‘t tentoonstellingsgebouw.
B) Katten, die bij de veterinaire keuring worden
afgekeurd op grond van het vermelde in de
leden 10 en 14 van dit artikel wordt de toegang
tot de tentoonstelling geweigerd. Zij worden
verzocht het tentoonstellingsgebouw te
verlaten.
4.17 Katten, die bij de veterinaire en/of de
schoonheidskeuring (niet) voldoen aan één van
de beschrijvingen in de leden 4, 5, 6, 7, 8 12B en
13 van dit artikel worden gediskwalificeerd.
4.18 Het is aanbevolen om een kat die wordt
tentoongesteld te voorzien van een microchip
ter identificatie.
4.19 De desbetreffende artikelen in het veterinair
reglement zijn van overeenkomstige
toepassing.
4.20 In voorkomende gevallen waarin bovenstaande

leden niet hebben voorzien is de afgevaardigde
van de VC gemachtigd om in overleg met de
TOC ter plekke een besluit te nemen.
TENTOONSTELLINGEN
Artikel 5
5.1 Tot de tentoonstelling worden slechts
ingeschreven katten toegelaten. De eigenaar
moet een bewijs van deelname overleggen.
5.2 Voordat de katten tot de tentoonstellingsruimte
worden toegelaten zullen ze door een dierenarts
worden onderzocht. De uitslag van het
onderzoek bepaalt het al dan niet toelaten van
de katten tot de tentoonstellingsruimte (zie ook
artikel 4). De beslissing van de dierenarts belast
met de veterinaire keuring is bindend. Beroep
tegen deze beslissing is niet mogelijk.
5.3 De katten moeten in de tentoonstellingsruimte
aanwezig zijn op de daartoe door de TOC
vastgestelde tijd. Het tijdstip van sluiting wordt
door de TOC bekend gemaakt. Voor de sluiting
van de tentoonstelling is het, op straffe van
uitsluiting in de toekomst, niet toegestaan katten
uit de tentoonstellingsruimte te verwijderen. Een
door de TOC aan te stellen functionaris of
functionarissen zal/zullen hierop toezien.
5.4 De TOC draagt er zorg voor dat elk showverblijf
genummerd is en dat iedere inzender bij het
betreden van de tentoonstellingsruimte een
opgave ontvangt van de voor hem
gereserveerde kooiruimte(s). Het is verboden
katten in andere showverblijven te plaatsen dan
die, die door de TOC voor de desbetreffende kat
zijn aangewezen. Wijzigingen kunnen slechts
door de TOC worden aangebracht.
5.5 Een kat kan tijdens de tentoonstelling slechts
worden teruggetrokken met toestemming van
de TOC.
5.6 Katten die, zulks ter beoordeling van de chefsteward
en/of de keurmeester, agressief gedrag
vertonen ontvangen een gele kaart en kunnen
van de keuring worden uitgesloten. Vertoont
eenzelfde kat driemaal achtereen agressief
gedrag op een tentoonstelling in binnen- of
buitenland, of heeft deze driemaal een gele
kaart ontvangen, dan wordt de kat van verdere
competitie in de toekomst uitgesloten. Hiervan
wordt mededeling gedaan aan de vereniging
waarvan de eigenaar lid is.
5.7 Bij meerdaagse tentoonstellingen wordt de
tentoonstelling van 's avonds tot 's morgens op
de door de TOC vastgestelde uren gesloten.
Tijdens de sluiting moeten de katten van de
tentoonstelling door de eigenaren worden
meegenomen. Een half uur voor de heropening
moeten de katten weer aanwezig zijn. Het niet
verschijnen op de tweede dag kan disciplinaire
maatregelen tot gevolg hebben voor de
desbetreffende exposant.
5.8 Directe verkoop en/of overdracht van een kat
vanaf de tentoonstellingsruimte of daarbij
behorende faciliteiten is niet toegestaan.
Onverminderd de bepalingen in het Disciplinair
Reglement kan het bestuur de eigenaar of
eenieder die meewerkt aan de show in geval van
overtreding tijdelijk uitsluiten van deelname aan
shows van Mundikat.
5.9 Het verkopen van goederen of het maken van
reclame in de tentoonstellingsruimte kan
uitsluitend geschieden met toestemming van de
TOC. Het maken van buitensporige reclame,
zulks ter beoordeling van de TOC, is verboden.
5.10 Het is verboden voor de showverblijven stoelen of
andere obstakels te plaatsen.
5.11 Het aantal medewerkers wordt door de TOC
bepaald.
5.12 Bij plotselinge verhindering van een keurmeester
wordt door de TOC in vervanging voorzien.
5.13 Een keurmeester keurt de hem toegewezen
rassen of variëteiten en kent de kwalificaties toe.
Verdergaande kwalificaties worden zover nodig
toegekend door de betrokken keurmeesters
gezamenlijk. De keuring vindt plaats naar ras,
variëteit en klasse, zoals de kat is ingeschreven.
Indien tijdens de tentoonstelling blijkt, dit
uitsluitend ter beoordeling van de TOC, dat een
kat te goeder trouw in een verkeerde klasse is
ingeschreven en de keuring van de klasse waarin
de kat had behoren te worden ingeschreven nog
niet is begonnen, kan de TOC de betreffende kat
alsnog in die klasse plaatsen.
Een keurmeester kan een kat niet overhevelen
van een klasse of variëteit, groep of ras naar een
andere klasse, variëteit, groep of ras tenzij er een
administratieve fout is gemaakt door het show
secretariaat. De keurmeester zal in een dergelijk
geval een wijzigingsaanbeveling doen voor de
volgende show. Een dergelijke aanbeveling dient
door een tweede keurmeester ondertekend te
worden die bevoegd is deze categorie te keuren.
5.14 De keuring geschiedt door vergelijking van de
ingeschreven katten, ieder voor zich met het
standaardtype voor hun ras en daarna door
vaststelling van de volgorde ten opzichte van
elkaar per klasse. De uitslag van de keuring
wordt weergegeven door het toekennen van de
kwalificaties, die aanwijzen in welke mate de
betrokken kat zijn standaardtype benadert. De
kwalificaties zijn: Uitmuntend / Zeer Goed
/ Goed
5.15 Door de vereniging worden prijzen beschikbaar
gesteld voor de kwalificaties: CACS, CAPS,
CAGCIB, CAGPIB, Ereprijs, CACIB, CAPIB,
CAC, CAP, CACJ, CACC Uitmuntend, Zeer
Goed, Goed, Best in Variëteit, Best In Show en
eventueel Best Opposite Sex.
5.16 Behalve de genoemde prijzen kunnen extra
prijzen worden uitgeloofd. Teneinde uniformiteit
in de uit te reiken prijzen te verkrijgen, is de TOC
belast met de aanschaf hiervan.
5.17 De uitslag van de keuring is onherroepelijk,
behoudens kennelijke administratieve
vergissingen.
5.18 Aan iedere keurmeester kan een secretaris
worden toegevoegd. Aan iedere keurmeester
wordt een steward toegevoegd, deze dient ten
minste 15 jaar oud te zijn.
5.19 Secretarissen en stewards dienen bij hun werk
de door de TOC voorgeschreven kleding te
dragen, en na het hanteren van elke kat de
handen tedesinfecteren, evenals de tafel en de
keurkooi.
5.20 Het is een keurmeester verboden gedurende de
tentoonstelling een catalogus in zijn bezit te
hebben. Het is een secretaris en een steward

op straffe van uitsluiting verboden:
a. Een catalogus in zijn bezit te hebben tijdens
de keuring.
b. Zich te bemoeien met de keuring.
c. Uitslagen of andere mededelingen over de
keuring over te brengen aan anderen,
behalve in geval van open keuring.
5.21 De TOC heeft geen invloed op het al of niet open
keuren door een keurmeester.
5.22 Het is verboden in de tentoonstellingsruimte te
roken.
5.23 De toegang tot de keurruimte is aan iedere niet
medewerker en niet deelnemende eigenaar aan
de tentoonstelling verboden.
5.24 De vereniging kan in geen enkel opzicht
aansprakelijk worden gesteld voor verlies of
beschadiging, voor het ontvluchten of losbreken
van katten, of voor welke ongevallen dan ook,
van eigendommen van deelnemers en/of
bezoekers.
5.25 De TOC draagt er zorg voor, dat alle
medewerkers aan de tentoonstelling verzekerd
worden tegen letsel, daaruit voortvloeiende
schade, veroorzaakt door het verrichten van
werkzaamheden tijdens de gehele
tentoonstelling. Deelnemers en bezoekers zijn
niet verzekerd voor zover zij niet als medewerker
door de TOC zijn aangesteld.
INDELING DER KLASSEN
Artikel 6
De volgende klassen worden onderverdeeld in vier
categorieën: 1, 2, 3, 4. Zij worden tevens onderverdeeld in
ras, variëteit en geslacht.
6.1 Klasse 1 - SUPREME CHAMPION
Deze klasse is voor katten die volgens art. 9 lid 1
van dit reglement de titel Supreme Champion
hebben verkregen. In deze klasse wordt een
Ereprijs toegekend. Zij kunnen meedingen naar
de predicaten "Best in Variëteit" en "Best in Show
/ Best Opposite Sex”
6.2 Klasse 2 - SUPREME PREMIOR
Voor Supreme Premior gelden dezelfde regels
als voor klasse 1, met dien verstande dat het hier
gecastreerde en gesteriliseerde katten betreft.
Voor "Best in Variëteit" en "Best in Show / Best
Opposite Sex” kan slechts in competitie met
andere castraten worden gestreden.
6.3 Klasse 3 - GRAND INTERNATIONAL
CHAMPION (CACS).
Deze klasse is bestemd voor katten die volgens
art. 9 van dit reglement de titel Groot
lnternationaal Kampioen / Grand International
Champion verkregen. In deze klasse wordt een
CACS toegekend aan de beste kat. Zij kunnen
meedingen naar de predicaten: "Best in Variëteit"
en "Best in Show / Best Opposite Sex”.
6.4 Klasse 4 - GRAND INTERNATIONAL PREMIOR
(CAPS).
Voor Groot Internationaal Premior/ Grand
International Premior gelden dezelfde regels als
voor klasse 3 met dien verstande dat het hier
gecastreerde en gesteriliseerde katten betreft. In
deze klasse wordt CAPS toegekend aan de
beste kat. Voor "Best in Variëteit" en Best in
Show / Best Opposite Sex" kan slechts in
competitie met andere castraten worden
gestreden.
6.5 Klasse 5 - INTERNATIONAL CHAMPION
(CAGCIB) Deze klasse is bestemd voor katten
die volgens art 7 lid 1b van dit reglement de titel
lnternationaal Kampioen / International
Champion verkregen. Deze klasse is verdeeld in
ras, variëteit en geslacht binnen alle categorieën.
In deze klasse wordt CAGCIB
toegekend aan de beste kat. Zij kunnen meedingen
naar de predicaten:" Best in Variëteit" en "Best in
Show / Best Opposite Sex ".
6.6 6.6 Klasse 6 - INTERNATIONAL PREMIOR
(CAGPIB)
Voor International Premior / International Premior
gelden dezelfde regels als voor klasse 5 met dien
verstande dat het hier gecastreerde en
gesteriliseerde katten betreft. In deze klasse wordt
CAGPIB toegekend aan de beste kat. Voor "Best in
Variëteit" en "Best in Show / Best Opposite Sex " kan
slechts in competitie met andere castraten worden
gestreden.
6.7 Klasse 7 - CHAMPION (CACIB)
Bestemd voor alle katten die volgens art. 7.1a van
dit reglement de titel Kampioen / Champion hebben
behaald. Aan de beste kat kan CACIB worden
toegekend. Zij kunnen meedingen naar de
predicaten "Best in Variëteit" en "Best in Show
/ Best Opposite Sex ".
6.8 Klasse 8 - PREMIOR (CAPIB)
Bestemd voor alle katten die de titel Premior /
Premier hebben behaald. Aan de beste kat kan
CAPIB worden toegekend. Voor "Best in Variëteit"
en "Best in Show / Best Opposite Sex " kan slechts
in competitie met andere castraten worden
gestreden.
6.9 Klasse 9 - OPEN KLASSE (CAC)
Bestemd voor alle katten die op de
tentoonstellingsdatum de leeftijd van ten minste
10 12 maanden hebben bereikt. Uitgesloten zijn
gecastreerde en gesteriliseerde katten. Aan de
beste kat kan een CAC worden toegekend. Zij
kunnen meedingen naar de predicaten "Best in
Variëteit" en "Best in Show / Best Opposite Sex ".
6.10 Klasse 10 - CASTRATENKLASSE (CAP) Bestemd
voor alle gecastreerde en
gesteriliseerde katten die op de
tentoonstellingsdatum de leeftijd van ten minste 12
maanden hebben bereikt. Aan de beste kat kan een
CAP worden toegekend. Voor "Best in Variëteit" en
"Best in Show / Best Opposite Sex " kan slechts in
competitie met andere castraten worden gestreden.
6.11 Klasse 11 - Juniorklasse 8-12 maanden Bestemd
voor alle katten die op de tentoonstellingsdatum de
leeftijd van ten minste 8 maanden hebben bereikt,
maar nog niet die van 12 maanden. Aan de beste kat
kan een CACJ worden toegekend. Zij kunnen
meedingen naar de predicaten "Best in Variëteit"
en "Best in Show”.
6.12 Klasse 12 - Kittenklasse 4-7 8 maanden
Bestemd voor alle katten die op de
tentoonstellingsdatum de leeftijd van ten minste 4
maanden hebben bereikt, maar nog niet die van 8
maanden. Aan de beste kat kan een CACC worden
toegekend. Zij kunnen meedingen naar de
predicaten "Best in Variëteit" en "Best in Show”.
6.13 a KLASSE 13a – NIEUWELINGENKLASSE Deze
klasse is bedoeld voor een kat waarvan de
ouders onbekend zijn of die geen stamboom
(pedigree) heeft. Een kat kan uitsluitend bij zijn
eigen vereniging in de nieuwelingenklasse
worden tentoongesteld op een minimumleeftijd
van 10 12 maanden na goedkeuring van de
stamboek commissie met in acht neming van de
FIFe Stamboek en Registratie regels. De
keurmeesters moeten schriftelijk geïnformeerd
worden over de reden van presentatie in deze
klasse. Een kat kan slechts éénmaal worden
uitgebracht in de nieuwelingenklasse. Een
handtekening van twee verschillende
keurmeesters is vereist. Betreffende kat moet de
kwalificatie “Uitmuntend” respectievelijk “I” voor
niet erkende rassen behalen om (her)registratie
mogelijk te maken.
b
KLASSE 13b – CONTROLE KLASSE
Deze klasse is bedoeld voor een kat vanaf 4
maanden waarvan de ouders bekend zijn en de
afstamming is vastgelegd in de administratie van

c
het stamboek. Dit zijn o.a. nakomelingen
uit experimentele
fokprogramma’s met een XLH of XSH
registratie.
Een kat kan uitsluitend bij zijn eigen
vereniging in de controleklasse worden
tentoongesteld na goedkeuring van de
stamboekcommissie met in acht neming
van de FIFe Stamboek en Registratie regels.
In deze klasse worden de katten beoordeeld
door 2 internationale keurmeesters. Dit mag
voor aanvang van de officiële keuringen. De
showorganisatie moet de keurmeester
voorzien van een schriftelijke motivatie
omtrent presentatie in deze klasse.
Om met deze kat te mogen fokken moet de
kat de kwalificatie “Uitmuntend”
respectievelijk “I” voor niet erkende rassen
behalen Een handtekening van twee
verschillende keurmeesters is vereist.
KLASSE 13c – DETERMINATIEKLASSE
Voor het vaststellen van de juiste EMS code
kan van een kat de kleur of een ander
kenmerk in de determinatieklasse worden
beoordeeld. Dit kan op verzoek van de
vereniging of defokker/exposant.
In deze klasse worden de katten beoordeeld
door 2 internationale keurmeesters, die de
juiste EMS code vaststellen. Dit mag voor
aanvang van de officiële keuringen.
6.14 KLASSE 14 – HUISDIEREN
Bestemd voor die katten die niet behoren tot een
erkend ras of variëteit. Zij worden door een
keurmeester gekeurd en worden geclassificeerd
als I, II, III, enz. Zie ook art.4.2. Huiskatten
worden onderverdeeld naar geslacht en/of
haarlengte. Huiskatten hebben een eigen Best
in Show en deze mag onderverdeeld worden
naar kort- en langhaar.
6.15 OVERIGE KLASSEN
Aanvullende klassen kunnen per tentoonstelling
door de TOC worden toegevoegd al naar gelang
de behoefte, mits niet strijdig met de
reglementen van de FIFe.
6.16 Katten die een eigenaar niet wil laten keuren en
die niet meedingen naar enige prijs kunnen
worden ingeschreven onder de vermelding
"buiten mededingen".
6.17 In de door de eigenaar opgegeven klasse kan
de TOC veranderingen brengen, wanneer dit
nodig is ter naleving van dit reglement.
TITELS EN KWALIFICATIES
Artikel 7
7.1 Ter verkrijging van de verschillende titels en
kwalificaties zijn de volgende regels
vastgesteld:
a. Om de titel Kitten Champion te verkrijgen
moet een kat driemaal een CACC onder
drie verschillende keurmeesters behalen.
Om in aanmerking te komen voor CACC,
moet de kat in klasse 12 (kittenklasse), de
kwalificatie UITMUNTEND 1 verkrijgen en
ten minste 93 punten behalen.
b. Om de titel Junior Champion te verkrijgen
moet een kat driemaal een CACJ onder drie
verschillende keurmeesters behalen.
Om in aanmerking te komen voor CACJ,
moet de kat in klasse 11 (klasse), de
kwalificatie UITMUNTEND 1 verkrijgen en
ten minste 93 punten behalen.
c. Om de titel Champion of Premior te
verkrijgen moet een kat driemaal een CAC
respectievelijk CAP onder drie
verschillende keurmeesters behalen.
Om in aanmerking te komen voor CAC
respectievelijk CAP, moet de kat in de open,
respectievelijk de castratenklasse de
kwalificatie UITMUNTEND 1 verkrijgen en
ten minste 93 punten behalen.
d. Om de titel lnternational Champion of
International Premior te verkrijgen moet een
kat drie vier maal een CACIB respectievelijk
CAPIB onder drie verschillende keurmeesters
in twee verschillende landen behalen.
Om in aanmerking te komen voor CACIB,
respectievelijk CAPIB, moet de kat in de
Championklasse,
respectievelijk
Premiorklasse de kwalificatie
UITMUNTEND 1 en ten minste 95 punten
behalen.
e. Om de titel Grand International Champion of
Grand lnternational Premior te verkrijgen moet
een kat zesmaal een CAGCIB respectievelijk
CAGPIB onder drie verschillende keurmeesters
in drie verschillende landen behalen of achtmaal
een CAGCIB respectievelijk CAGPIB onder
4 verschillende keurmeesters in twee
verschillende landen.
Om in aanmerking te komen voor CAGCIB,
respectievelijk CAGPIB, moet de kat de
kwalificatie UITMUNTEND 1 en ten minste
96 punten verkrijgen in de lnternational
Champion, respectievelijk lnternational
Premiorclass
f. Om de titel Supreme Champion of Supreme
Premier te verkrijgen moet een kat negenmaal
een CACS respectievelijk CAPS onder drie
verschillende keurmeesters in drie verschillende
landen behalen of elfmaal een CACS
respectievelijk CAPS onder zes verschillende
keurmeesters in twee verschillende landen.
Om in aanmerking te komen voor CACS,
respectievelijk CAPS moet de kat de kwalificatie
UITMUNTEND 1 en ten minste
97 punten verkrijgen in de Grand International
Champion, respectievelijk Grand International
Premiorclass.
7.2 Indien aan een kat één van voornoemde
kwalificaties door een keurmeester wordt toegekend
die in het kader van de te behalen titel deze
kwalificatie al eerder heeft toegekend en het hierom
noodzakelijk is dat een tweede bevoegde
keurmeester het keurrapport mede ondertekent,
dient de eigenaar zelf zorg te dragen voor
contrasignatie, hetzij via het
tentoonstellingssecretariaat of de hoofdsteward.
7.3 De keurmeester is bevoegd een kwalificatie niet toe
te kennen, indien naar zijn oordeel het als eerste
geplaatste dier voor deze kwalificatie niet in
aanmerking komt. Deze inhouding dient te worden
gemotiveerd op het keurrapport.
7.4 Een kat mag zich pas Supreme Champion, Grand
lnternational Champion, Champion, Junior
Champion, Kitten Champion resp. Supreme
Premior, Grand lnternational Premior, lnternational
Premior of Premior noemen, indien de vereiste
certificaten voor een titel binnen één maand na het
behalen van het laatste certificaat voor registratie
naar de eigen FIFe vereniging gezonden zijn en de
titel toegekend is. Mocht de door de FIFe
voorgeschreven termijn bij het indienen zijn
verstreken, kan niet zonder meer een titel toegekend
worden. Er moet dan een speciaal verzoek worden
ingediend bij de secretaris van de vereniging (art. 11
lid 1 HHR.). Hiervoor zijn in alle gevallen extra
administratiekosten verschuldigd.
7.5 Niet erkende variëteiten en rassen:
Katten die niet tot een door de FIFe erkende variëteit
behoren, kunnen ingeschreven worden onder een
rasnummer ‘gevolgd door de letter “x” in geval van
een niet erkende kleur. Bijvoorbeeld: PER x, BRI x,
BUR x, ABY x enz. Deze katten, waarvan de kleur
niet erkend is, krijgen een kwalificatie (Uitmuntend,
Zeer Goed, Goed) en worden geclassificeerd, maar
kunnen geen certificaat (CAC, CAP of hoger)
behalen.
Zij mogen niet meedingen in de competitie voor Best
in Show.
Katten die behoren tot een niet bij de FIFe erkend ras,
zullen worden geclassificeerd als: I, II, III enz. en zullen
geen kwalificatie krijgen. Dit geldt voor: XLH en XSH
nakomelingen, alle huiskatten en alle niet erkende

assen die zijn vermeld in de FIFe registratie
regels. Zij kunnen niet meedingen naar het
predicaat “Best in Show”, maar mogen tezamen in
competitie voor een “Best in Show niet erkende
variëteit of ras” als deze georganiseerd wordt.
Een BEST IN VARIËTEIT kan de keurmeester in
een categorie toekennen, indien er in die
categorie, ongeacht leeftijd en geslacht, ten minste
drie katten, uitgezonderd eventuele castraten,
aanwezig zijn. De betrokken kat moet in zijn klasse
voldoende punten gekregen hebben. Indien er zeer
veel katten van eenzelfde variëteit aanwezig zijn,
kan zowel aan een volwassene als aan een kitten
en/of junior de titel "Best in Variëteit" worden
toegekend. Ook aan castraten kan een “Best in
Variëteit” worden toegekend bij minimale
aanwezigheid van 3 castraten van eenzelfde
variëteit, uitgezonderd de castraten jonger dan 10
12 maanden.
7.6 De hoogste waardering die op een
tentoonstelling kan worden toegekend is die van
beste van de tentoonstelling (Best in Show) in
de categorieën:
Categorie 1, Categorie 2, Categorie 3,
Categorie 4, Huiskatten.
Een extra Best in Show van een specifiek ras,
genaamd Breed BIS, kan plaatsvinden.
Bovendien kan de TOC besluiten een "Best of
Best (BOB)" of “Best Opposite Sex volwassen”
of Best Opposite Sex castraat” (beide BOS) te
laten verkiezen.
Artikel 8
8.1 Elke kat die tijdens de FIFe Worldshow de Best
in Show wint krijgt de titel World Winner (WW)
met het jaar waarin de titel is behaald. De titel
wordt voor de volledige naam van de kat
geplaatst.
8.2 Om de titel Distinguished Merit (DM) te mogen
voeren geldt voor zowel een poes als een kater
dat deze kat ten minste 5 nakomelingen heeft
voortgebracht, die ten minste de titel IC/IP
(International Champion of Premior) of
alternatief de titels DSM, DVM, JW of DM
hebben verworven. De titel komt achter de
naam van de kat.
8.3 De titel Junior Winner (JW) kan verkregen
worden door minimaal 5 maal de titel “Best in
Show” te verwerven in de klassen 11 en 12 op
internationale shows georganiseerd onder
auspiciën van de FIFe. De titel komt achter de
naam van de kat.
8.4 De titel Distinguished Show Merit (DSM) kan
uitsluitend worden verkregen door volwassen
katten, inclusief castraten op internationale
shows. Om de titel te verkrijgen moet een kat
minimaal 10 x de titel “Best in Show” winnen. Op
zijn minst moeten 2 jaar en 1 dag zitten tussen
de eerste en de 10de behaalde titel “Best in
Show”. (Titels behaald voor 01-01-2003 tellen
niet mee)
8.5 De titel Distinguished Variety Merit (DVM) kan
worden toegekend aan een kat die na 31
ten minste tienmaal op een nationale of
internationale show het predicaat Best in
Variëteit behaalt in de klassen 01 – 12.
Tussen het behalen van de eerste en de
tiende Best in Variëteit moet een periode
van minimaal 2 jaar en 1 dag zitten.
8.6 De titel National Winner (NW) wordt elk jaar
aan maximaal 15 katten in eigendom van
leden van Mundikat toegekend. Een
puntentelling wordt jaarlijks gepubliceerd.
8.7 De titels WW+jaartal en NW+jaartal komen
voor de naam van de kat en voor alle andere
behaalde titels.
8.8 Certificaten behaald op een World Show of
Winner show kunnen voor het bereiken van
titels worden gezien als behaald in het
buitenland.
Artikel 9
9.1 Uitsluitend kwalificaties die zijn behaald op
tentoonstellingen die zijn georganiseerd onder
auspiciën van de FIFe hebben geldigheid voor
het registreren van de in dit reglement
genoemde titels.
9.2 Voor de zogenoemde “Preliminairy Breeds” zijn
de artikelen overeenkomstig de FIFe Show Rules
van toepassing.
CATALOGUS
Artikel 10
10.1 De TOC stelt een catalogus samen, die in elk
geval moet inhouden:
a. De namen van de leden van de TOC.
b. De namen van de keurmeesters en de
indeling van de te keuren katten door die
keurmeesters.
c. De namen van de dierenartsen die belast zijn
met de veterinaire keuring.
d. De ingeschreven katten, in de door de TOC
vastgestelde indeling, waarbij rekening wordt
gehouden met de door de FIFe gestelde
normen.
e. Een alfabetische lijst van eigenaren met de
kooinummers van de door hen ingeschreven
katten en vermelding van de ISO-landencode
behorend bij het adres van de eigenaar en
vermelding van de club/federatie waar de
eigenaar lid is.
f. FIFe logo
g. Indien katten certificaten kunnen behalen op
verschillende dagen, mag een
gecombineerde catalogus gepubliceerd
worden, mits duidelijk aangegeven wordt op
welke dag(en) een kat deelneemt.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 11
11.1 De vereniging kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor alle directe en indirecte schade, materieel
of immaterieel, welke gedurende een
tentoonstelling is ontstaan en welke niet door de
door de vereniging afgesloten noodzakelijke
verzekering(en) wordt gedekt, tenzij sprake is
van grove schuld of nalatigheid van de
vereniging, of een van haar bestuurders.
Artikel 12
12.1 Klachten betreffende de tentoonstelling of het
tentoonstellingsgebeuren, dienen binnen 14
dagen na afloop van de tentoonstelling
schriftelijk bij de secretaris van het bestuur van
de vereniging te worden ingediend.
12.2 Door de TOC wordt een financieel verslag
uitgebracht aan het bestuur aangaande de
tentoonstelling.
12.3 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet
beslist de TOC voor zover daartoe door het

estuur gemachtigd.
12.4 Het FIFe showreglement is bepalend voor alle
zaken de tentoonstellingen betreffend die niet in
dit reglement worden genoemd.
OPEN DEUREN
Artikel 13:
13.1 Geeft leden van niet FIFe verenigingen de
mogelijkheid om deel te nemen aan FIFe
shows.
13.2 Leden van niet FIFe verenigingen kunnen
onder de volgende condities deelnemen aan
FIFe shows.
13.3 Een lid van een niet FIFe vereniging dient
akkoord te gaan met alle FIFe regels en
standaarden.
13.4 Het is enkel mogelijk katten in te schrijven in
showklassen 12,11 en 9 of 10. Indien niet FIFe
leden willen inschrijven in hogere klassen
dienen ze lid te worden van een FIFe
vereniging.
13.5 Alle inschrijvingen van leden van een niet FIFe
vereniging dienen te worden goedgekeurd
door de eigen organisatie.
13.6 Alle betalingen voor inschrijfgelden dienen
conform de instructies van de organiserende
vereniging te worden voldaan.

DEFINITIES
Artikel 1
DISCIPLINAIR REGLEMENT
VERSIE 2022
4.3 Wanneer blijkt, na opzegging van het
lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar
door het bestuur op grond van het ondanks
1.1 In dit reglement wordt verstaan onder:
• Commissie van Beroep: commissie die de
klachten behandelt in hoger beroep verder te
noemen CvB
• Disciplinaire Commissie: commissie die de
klachten behandelt in eerste instantie verder
te noemen DC;
• Bestuur: het dagelijks bestuur van de
vereniging
• Klacht: een uiting van ongenoegen over niet
correct gedrag;
• Klager: iedere natuurlijke of rechtspersoon,
die een klacht indient;
• Mundikat of Vereniging: de vereniging
Mundikat, gevestigd te Arnhem en opgericht
21 september 1976 te Arnhem;
• Rechtsgeleerde: persoon die een opleiding in
de rechtsgeleerdheid op universitair niveau
heeft afgerond;
• Schriftelijk: een aangetekende brief, een
poststuk met ontvangstbevestiging, alsook
een bericht per email met bericht van
ontvangst.
• Verweerder: een lid van de Vereniging tegen
wie een klacht is ingediend.
•
ALGEMEEN
KLACHTENBEHANDELING
Artikel 2
2.1 De klachtbehandeling omvat het beslissen omtrent
het opleggen van disciplinaire maatregelen aan de
leden van de Vereniging, ingeval zij zich hebben
gedragen in strijd met één of meer bepalingen van
de op hen van toepassing zijnde statuten en
reglementen.
2.2 Klachten die een overtreding van geringe
betekenis betreffen, waarvoor geen disciplinaire
maatregel vereist lijkt dit ter beoordeling van de DC,
kunnen door het Bestuur zelf worden afgehandeld.
2.3 Het Bestuur kan in spoedeisende gevallen een
voorziening treffen. Deze voorziening dient binnen
een week ter toetsing aan de DC te worden
voorgelegd.
DE ORGANEN
Artikel 3
3.1 De klachtbehandeling wordt in eerste aanleg
uitgeoefend door de DC met hoger beroep op de
CvB, welke in hoogste ressort oordeelt.
DOELGROEP/ WERKINGSSFEER
Artikel 4
4.1 De bepalingen van dit reglement zijn van
toepassing op klachten die zijn ingediend tegen
leden van de Vereniging.
4.2 In geval van tijdige, op de voorgeschreven wijze
plaats gehad hebbende schriftelijke opzegging van
het lidmaatschap door een lid zal, wanneer de
secretaris binnen 6 maanden na opzegging een
klacht ontvangt zoals bedoeld in artikel 2, de
afwikkeling van deze klachtbehandeling volledig
geschieden volgens de in dit reglement gestelde
regels en zal het betrokken lid ook na het eindigen
van zijn lidmaatschap ten aanzien van de
behandeling en de uitspraak tot hetzelfde verplicht
en gerechtigd zijn als ware hij nog lid.
herhaalde aanmaning niet voldoen aan de
financiële verplichting jegens de Vereniging, dat
het opgezegde lid voor 1 januari van het
verenigingsjaar, volgende op het jaar waarin de
opzegging plaatsvond, betrokken is of wordt bij
een klachtbehandeling, zoals bedoeld in artikel 2
van dit reglement, zal de afhandeling van de
klachtbehandeling volledig geschieden volgens
de in het reglement gestelde regels en zal het
betrokken lid ook na het eindigen van zijn
lidmaatschap ten aanzien van de behandeling en
de uitspraak tot hetzelfde verplicht en gerechtigd
zijn als ware hij nog lid.
INDIENING
Artikel 5
5.1 Alle klachten dienen terstond doch uiterlijk 2
maanden na kennisname door klager, bij de
secretaris van de vereniging te worden ingediend
ter attentie van de DC.
5.2 Niet ontvankelijk zijn klachten van persoonlijke
aard en alle andere ten aanzien waarvan de
vereniging geen bevoegdheid heeft, alsmede die
klachten welke niet op de voorgeschreven wijze
zijn ingediend.
5.3 Alle klachten dienen met redenen te worden
omkleed. Het daarin gestelde moet kunnen
worden bewezen, door hetzij
getuigenverklaringen of stukken.
5.4 Een klacht kan worden ingebracht door iedere
rechtstreeks belanghebbende, of door het bestuur
van de Vereniging.
5.5 Indien de klacht onvoldoende is gemotiveerd,
wordt de klager in de gelegenheid gesteld zijn
klacht van een nadere motivering te voorzien.
GEEN VERPLICHTING TOT
KLACHTBEHANDELING
Artikel 6
6.1 De DC respectievelijk CvB zijn niet verplicht de
klacht te behandelen indien zij betrekking heeft op
een gedraging:
6.2 a. waarover door de klager reeds eerder een
klacht is ingediend die met inachtneming van dit
reglement is afgedaan;
6.3 b. zolang ter zake daarvan een
opsporingsonderzoek op bevel van de officier van
justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien
de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of
vervolging van een strafbaar feit en ter zake van
dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de
officier van justitie of een vervolging gaande is.
6.4 De DC/CvB zijn niet verplicht de klacht te
behandelen indien het belang van de klager dan
wel het gewicht van de gedraging kennelijk
onvoldoende is.
6.5 Van het niet in behandeling nemen van de klacht
stelt de DC resp. CvB de klager zo spoedig
mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na
ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in
kennis.
AFDOENING IN DER MINNE
Artikel 7
7.1 In iedere fase van de klachtbehandeling kan de
DC/CvB nagaan of de klager door middel van een
informele afhandeling van zijn klacht tevreden

gesteld kan worden. Zodra naar tevredenheid van
de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen,
vervalt de verplichting tot het verder toepassen
van deze regeling. De klager ontvangt in dat geval
een schriftelijke kennisgeving van de afsluiting
van de procedure. Aan de verweerder wordt een
kopie van deze kennisgeving verstrekt.
BIJSTAND
Artikel 8 Bijstand
8.1 De klager en verweerder kunnen zich door een
gemachtigde laten bijstaan of laten
vertegenwoordigen.
8.2 De DC/CvB kan van een gemachtigde een
schriftelijke machtiging verlangen.
8.3 De DC/CvB kan bijstand of vertegenwoordiging
door een persoon tegen wie ernstige bezwaren
bestaan, weigeren.
8.4 Het tweede en derde lid van dit artikel is niet van
toepassing ten aanzien van advocaten.
ORGANEN
DISCIPLINAIRE COMMISSIE
Artikel 9
9.1 De DC zal bestaan uit drie door het bestuur te
benoemen leden van de vereniging, waarbij de
voorzitter van de DC rechtsgeleerde moet zijn. Aan
de commissie kan een secretaris, die geen lid van
de commissie zal zijn, worden toegevoegd.
9.2 De functie van lid van de DC of secretaris daarvan
is niet verenigbaar met een functie in het bestuur
van de vereniging, het bestuur van een
rasclub/werkgroep of een lidmaatschap van een
commissie van advies of bijstand alsmede de CvB.
9.3 De leden worden voor een termijn van vier jaren
door het bestuur van de Vereniging benoemd. De
aftredende leden zijn terstond herkiesbaar, doch
niet meer dan tweemaal, voor telkenmale een
periode van vier jaar.
9.4 De DC heeft de bevoegdheid tot inzage in alle
stukken die naar haar mening op de zaak
betrekking hebben of kunnen hebben. Alle leden
en organen van de vereniging zijn verplicht haar in
deze volledige medewerking te verlenen.
9.5 De leden van de DC en de secretaris zijn tot strikte
geheimhouding gehouden.
9.6 De leden van de DC treden op als wijze mensen
op persoonlijke titel.
Artikel 10
10.1 De DC beslist met gewone meerderheid van
stemmen. In geval dat de stemmen staken, is de
stem van de voorzitter doorslaggevend. De mening
van een minderheid behoort tot het
raadkamergeheim.
Artikel 11
11.1 Voorzitter, secretaris en leden van de DC dienen
zich te verschonen, indien en zodra zij partij zijn bij
een klacht of er te hunner aanzien anderszins feiten
of omstandigheden bestaan, welke de schijn van
partijdigheid of belangenverstrengeling (kunnen)
oproepen.
11.2 Op verzoek van een partij in geding kunnen
voorzitter, secretaris en leden van de DC worden
gewraakt, indien er te hunner aanzien feiten of
omstandigheden bestaan, welke de schijn van
partijdigheid of belangenverstrengeling oproepen.
11.3 Over de wraking wordt door de overige leden van
de DC zo spoedig mogelijk beslist. In geval van het
staken van stemmen wordt het verzoek tot wraking
toegestaan.
11.4 In geval van ontstentenis, verschoning of wraking
van een lid van de DC benoemt het bestuur een
plaatsvervanger.
Artikel 12
12.1 De voorzitter, secretaris en leden van de DC
alsmede hun plaatsvervangers en de door de DC
gehoorde getuigen en deskundigen zijn tot
geheimhouding verplicht van al hetgeen hen in deze
kwaliteit ter kennis komt.
12.2 De DC doet jaarlijks verslag van haar
werkzaamheden aan de Algemene Vergadering van
de Vereniging.
BEROEP BIJ DE ALV
Artikel 13
13.1 Voor zowel klager als verweerder staat beroep open bij de
Algemene Ledenvergadering.
13.2 Het beroep als bedoeld in lid 1 van dit artikel dient schriftelijk
binnen 4 weken na ontvangst van de beslissing van het bestuur
te worden gezonden naar de secretaris van de vereniging
13.3 Het beroep zal worden behandeld op de eerstvolgende
Algemene Ledenvergadering.
13.4 Tegen de uitspraak van de Algemene Ledenvergadering staat
geen verder beroep open
COMMISSIE VAN BEROEP
Artikel 14
14.1 De CvB zal bestaan uit drie door het bestuur te
benoemen leden, waarvan de voorzitter een
rechtsgeleerde is. Aan de commissie kan een
secretaris, die geen lid van de commissie zal zijn,
worden toegevoegd.
14.2 De leden als bedoeld in het eerste lid hoeven geen
lid van de Vereniging te zijn.
14.3 De artikelen 9 leden 2 tot en met 6 en 10 tot en met 13
van dit reglement zijn van overeenkomstige
toepassing.
DISCIPLINAIRE STRAFFEN
Artikel 15
15.1 De DC/CvB kan besluiten tot:
a. een berisping in combinatie met een
voorwaardelijke schorsing van maximaal 3
maanden met een proeftijd van maximaal 3
jaar;
b. een onvoorwaardelijke schorsing van
minimaal 1 maand en maximaal 12 maanden,
waarvan eventueel een deel voorwaardelijk
met een proeftijd van maximaal 3 jaar;
c. een boete tot een maximum van € 1.000,=;
d. een onvoorwaardelijke schorsing van
minimaal 3 en maximaal 12 maanden
eventueel te combineren met een
voorwaardelijke ontzetting uit het
lidmaatschap met een proeftijd van 3 jaar;
e. een onvoorwaardelijke ontzetting uit het
lidmaatschap.
15.2 Naast het bepaalde in het eerste lid van dit artikel
kan de DC/CvB besluiten tot het opleggen van een
veroordeling in de kosten van de DC/CvB.
15.3 In het door de DC/CvB te nemen besluit zal altijd
rekening gehouden worden met de in vroegere,
identieke of nagenoeg identieke zaken,
gehanteerde criteria en besluitvorming.
BEHANDELING IN EERSTE

INSTANTIE
Artikel 16
16.1 Wanneer een klacht in behandeling wordt
genomen, zendt de DC een afschrift van de
klacht aan de beklaagde. De beklaagde wordt
meegedeeld dat deze binnen twee weken na
verzending een verweerschrift kan indienen.
16.2 Van het verweerschrift zendt de DC een afschrift
aan klager.
16.3 Indien daartoe naar het oordeel van de DC
aanleiding bestaat, geeft zij binnen door haar te
bepalen termijnen gelegenheid tot schriftelijke
re- en dupliek.
16.4 De in dit artikel bepaalde termijnen kunnen op
verzoek van de desbetreffende partij éénmalig
worden verlengd met een door de Commissie te
bepalen termijn. Reageert de desbetreffende
partij niet binnen de gestelde termijn, dan wordt
deze geacht geen gebruik te willen maken van
de mogelijkheid het gevraagde schriftuur in te
dienen. Een na de tweede termijn ingediend
schriftuur wordt geacht niet te zijn ingediend.
HOREN
Artikel 17
17.1 Afgezien van hetgeen door partijen is of wordt
gesteld kan de DC ook zelf aan partijen
schriftelijke vragen stellen of deskundigen horen.
17.2 De DC wint het advies in van die commissies van
de Vereniging die gelet op de aard en inhoud van
de klacht relevante informatie kunnen
verstrekken.
17.3 De DC kan zich in voorkomende gevallen laten
bijstaan door deskundigen.
17.4 De DC resp. CvB stelt de klager en de verweerder
in de gelegenheid te worden gehoord.
17.5 Van het horen kan worden afgezien indien de
klacht niet in behandeling wordt genomen, de
klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de
klager en verweerder beiden hebben verklaard
geen gebruik te willen maken van het recht te
worden gehoord.
17.6 Van het horen wordt een verslag gemaakt.
17.7 De DC kan zo zij dit zelf wenselijk acht een
mondelinge hoorzitting gelasten.
17.8 Deze hoorzitting zal plaatsvinden op een door de
commissie vast te stellen plaats, datum en uur.
Tenminste 2 weken vooraf zullen betrokkenen van
de mondelinge behandeling op de hoogte worden
gesteld door de secretaris van de DC.
17.9 De hoorzittingen zijn niet openbaar, tenzij de DC
anders beslist.
Artikel 18
18.1 Een beslissing van de DC wordt schriftelijk aan
klager en verweerder medegedeeld, met afschrift
naar het bestuur.
GETUIGEN
Artikel 19
19.1 De commissie kan getuigen en/of getuigen
deskundigen oproepen. Klager en verweerder
hebben het recht de commissie te verzoeken door
hen met naam en adres genoemde getuigen en/of
getuigendeskundigen op te roepen tot uiterlijk drie
(3) weken voor de hoorzitting.
19.2 De Commissie beslist in alle redelijkheid welke
getuigen en/of getuigendeskundigen zullen
worden opgeroepen.
19.3 De commissie zal aan partijen uiterlijk 2 weken voor
de te houden hoorzitting opgave doen van de
vanwege haarzelf en vanwege respectievelijk
klager en verweerder op te roepen getuigen.
19.4 De getuigen zullen door de commissie uiterlijk 2
weken voor de te houden hoorzitting schriftelijk
opgeroepen worden.
19.5 Als getuigen en/of getuigendeskundigen
verschijnen op verzoek van klager of verweerder
dan zijn de kosten van verschijnen van deze
personen voor de partij die de commissie verzocht
deze uit te nodigen.
Artikel 20
20.1 Indien de DC van oordeel is dat de klacht geen
mondelinge behandeling behoeft, bericht zij dit aan
klager en verweerder, onder mededeling dat zij wel tot
een mondelinge behandeling zal overgaan indien
klagerof verweerder, dan wel beiden, binnen zeven
dagen daartoe de wens te kennen geven.
20.2 Indien de DC van oordeel is, dat de klacht mondelinge
behandeling behoeft, of, indien klager of verweerder,
dan wel beiden, de wens daartoe te kennen hebben
gegeven, roept zij klager en verweerder op om ter
zitting van de DC te verschijnen.
20.3 Klager en verweerder behoren, behoudens bijzondere
omstandigheden, voor de mondelinge behandeling te
verschijnen. Ingeval van zodanige bijzondere
omstandigheden dat hun aanwezigheid niet kan
worden gevergd, zijn klager en verweerder bevoegd
zich ter zitting te laten vertegenwoordigen.
Artikel 21
21.1 Tenzij lid 2 van dit artikel van toepassing is, hoort de
DC ter zitting klager en beklaagde in elkaars
tegenwoordigheid, zo ze zijn verschenen. Tenzij lid 2
van dit artikel van toepassing is, worden getuigen en
deskundigen door de DC eveneens, zo ze zijn
verschenen, in tegenwoordigheid van klager en
beklaagde gehoord. Klager en beklaagde krijgen de
gelegenheid aan getuigen en deskundigen vragen te
stellen.
21.2 Confrontatie van klager en beklaagde blijft
achterwege, indien daartoe, al dan niet op verzoek van
partijen of van één van hen, naar het oordeel van de
DC redenen bestaan.
21.3 Aan verweerder wordt het laatste woord gelaten.
21.4 De DC maakt van de mondelinge behandeling een
verslag op, dat door de voorzitter wordt vastgesteld en
ondertekend.
21.5 De DC kan bepalen, dat één of meer van de door haar
opgelegde maatregelen pas zullen ingaan, indien de
betrokkene één of meer door de DC vast te stellen
bijzondere voorwaarden niet binnen een daarvoor te
stellen termijn volledig is nagekomen.
Artikel 22
22.1 De DC kan bepalen dat haar uitspraak op een door
haar te bepalen wijze openbaar zal worden gemaakt,
al dan niet met opneming van de personalia van
beklaagde c.q. met opneming van de motivering.
Deze bijzondere bepaling wordt in de uitspraak
vermeld.
Artikel 23
23.1 De DC doet schriftelijk uitspraak uiterlijk zes (6)
weken na de hoorzitting. Indien er geen hoorzitting
heeft plaatsgevonden of de klacht kennelijk
ongegrond is verklaard uiterlijk zes weken na het
nemen van de beslissing. (zie artikel 5 lid 2, artikel 8)
De uitspraak wordt met redenen omkleed en door de
voorzitter ondertekend. De uitspraak wordt
gedagtekend. Klager en verweerder worden
gewezen op hun recht van beroep zoals geregeld in
artikel 33.
Artikel 24
24.1 De uitspraak wordt door de DC, met vermelding van
het bepaalde in artikel 33 van dit reglement aan
klager en verweerder toegezonden, met afschrift aan
het bestuur.
Artikel 25
25.1 De uitspraak gaat in kracht van gewijsde door het
verstrijken van de beroepstermijn zonder dat beroep
is ingesteld.
Artikel 26
26.1 Indien een uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan
stelt de DC het bestuur daarvan in kennis.
26.2 Indien krachtens artikel 21 van dit reglement is
bepaald dat de uitspraak op enigerlei wijze openbaar
zal worden gemaakt, draagt het bestuur van de
Vereniging hiervoor zorg.
Artikel 27

27.1 Na afdoening van een zaak worden de daarop
betrekking hebbende stukken gedeponeerd in het
vertrouwelijk archief van de Vereniging onder
beheer van desecretaris van het bestuur die wordt
aangemerkt als registerhouder in het kader van
de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
BEHANDELING IN HOGER BEROEP
Artikel 28
28.1 Bij de Commissie van Beroep kan beroep worden
ingesteld tegen een uitspraak van de DC door
klager en verweerder. Het beroep dient te worden
ingesteld binnen drie weken na de dag van
verzending van de uitspraak.
28.2 Het beroep wordt ingesteld door het indienen van
een gemotiveerd beroepsschrift bij de secretaris
van de vereniging ter attentie van de Commissie
van Beroep.
Artikel 29
29.1 De Commissie van Beroep zendt een afschrift van
het beroepsschrift aan de wederpartij onder
mededeling dat deze binnen een bepaalde
termijn, welke tenminste zeven dagen en ten
hoogste drie weken beloopt, schriftelijk kan
reageren. Van het antwoord zendt de CvB een
afschrift aan de indiener van het beroepschrift.
Artikel 30
30.1 De Commissie van Beroep geeft van het instellen
van beroep kennis aan de DC met uitnodiging tot
toezending van alle op de zaak betrekking
hebbende stukken.
Artikel 31
31.1 De CvB kan besluiten zonder mondelinge
behandeling op de stukken uitspraak te doen.
Indien de CvB tot mondelinge behandeling besluit,
roept zij partijen op ter zitting van de CvB te
verschijnen.
31.2 De artikelen 16 leden 3 en 4, 20, 19 leden 2 en 3
en 21 van dit reglement zijn van overeenkomstige
toepassing.
IN HOOGSTE INSTANTIE
Artikel 32
32.1 De CvB kan de uitspraak van de DC in hoogste
instantie:
a. Bevestigen
b. Geheel of gedeeltelijk vernietigen
32.2 Indien de CvB de uitspraak van de DC geheel of
gedeeltelijk vernietigt, stelt zij daarvoor een nieuwe
uitspraak in de plaats.
32.3 Naast het bepaalde in het eerste en tweede lid van
dit artikel kan besloten worden tot het opleggen
van een veroordeling in de kosten van de DC en/of
de CvB.
Artikel 33
33.1 De CvB doet schriftelijk uitspraak uiterlijk zes
weken na mondelinge behandeling. Indien er geen
mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden
uiterlijk 6 weken na ontvangst van: "Disciplinair
Reglement Mundikat”
reactie op het beroepschrift (zie artikel 29). Deze
uitspraak wordt met redenen omkleed en door de
voorzitter ondertekend. De uitspraak wordt
gedagtekend.
Artikel 34
34.1 De CvB zendt van de uitspraak in hoger beroep
gedaan een afschrift aan partijen, aan het bestuur
van de Vereniging en aan de DC.
Artikel 35
35.1 De artikelen 22, 26 lid 2 en 27 zijn van
overeenkomstige toepassing.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 36
36.1 Wijzigingen in dit Reglement worden vastgesteld
door de Algemene Ledenvergadering op
voordracht van het Bestuur, gehoord hebbende de
aanbevelingen van de DC en CvB.
Artikel 37
37.1 Bij twijfel over de uitleg van een bepaling van dit
reglement, beslist het Algemeen Bestuur van de
Vereniging, de DC/CvB gehoord hebbende.
JURISPRUDENTIE
Artikel 38
38.1 Door de Vereniging zal een register worden
bijgehouden waarin de aan de DC/CvB
voorgelegde klachten in beknopte vorm zullen
worden weergegeven alsmede het door de
DC/CvB ter zake genomen besluit.
38.2 Alle daarin voorkomende namen, met uitzondering
van die van leden van het bestuur, commissie, of
rasclubs zullen in dit register door willekeurig
gekozen letters worden aangegeven.
38.3 Dit register is na vijf jaar voor de leden van
Mundikat.
KOSTEN
Artikel 39
39.1 De maximale hoogte van de in artikelen 19 lid 5 en
32 lid 3 bedoelde kosten zal door de Algemene
Ledenvergadering worden bepaald.
INWERKTREDING EN CITEERTITEL
Artikel 40
40.1 Dit reglement treedt in werking op de dag, volgende
op de datum van vaststelling in de Algemene
Ledenvergadering en kan worden aangehaald

www.mundikat.nl