Kopie van een transcriptie uit het Latijn van de fundatiebrief van de Sijpekerk te Nieuw-Loosdrecht
Overgedrukt uit het Nederlandsch Arcbief voor Kerkgeschiedenis,
dl. TV, afl. 3 ('s-Grav. 1906), blz. 339-344.
EEN FUNDATIEBRIEF VAN HET RECHT VAN
PATRONAATSCHAP EN COLLATIE,
MEDEGEDEELD DOOR
Dr. G. VELLENGA.
De hieronder volgende Copie is een translaat van het
patronaatschap en collatierecht van de kerk te Nieuw
Loosdrecht.
Buiten op bedoelde Translaat staat het volgende te lezen:
,Translaat van zeekere Latynsche fundatie-brief van 't
regt van patronaatschap en collatie van de Nieuwe Kerck
tot Loosdregt.
Exact gecopieerd na het hier neevens zijnde Translaat
in Oud Hollandsch Schrift.
NB. Het andere Translaat ook in Oud Hollandsch
Schrift, behelst eene eenigzints andere Vertaaling, dog
het onderscheyd is zeer gering." -
Het hier gedrukte Translaat berust in het particulier
archief van den W.E. Geboren Heer C. J. Hacke van
Mijnden te Utrecht, den tegenwoordigen ambachtsheer.
N. L o o s d r e c h t, Febr. 1906.
2
Co pie.
BIJLAGE.
Willem by de Gratie Gods Prince van Orangien, Grave van
Nassauw enz. Stadhouder en Presideerende, en Raaden 's Hooft
van Utrecht; doen kond allen luyden, dat op huyderi datum
ondergeschr. ons by. den Wel Ed. Gestr. Jon Jasper van Lijnden
Heere tot Mynden, Loosdrecht, Hoevelaaken ende Geeresteyn
vertoont is, zeekere fundatie brief geschreeven op francyn,
gantsch en gaaf, onderteekend Io.j.Gui hebbende onder uythangen
eene dubbele sterte, daar aan eenige roodheyt van was, zat
Luydende den zelven brief van woorde tot woorde, als volgt:
Voigt een Nederduytsch Translaat van de voorn.
Fundatie brief.
Freedericus van Blankenhem door Gods genade Bisschop van
Utrecht, ter Eeuwigduurende gedagtenisse aan alle geloovigen
van Christus, die de tegenwoo.rdige brieven zullen zien: Eeuwige
zaligheyt in den Heere!
De Onbegrypelycke goedertierenheyt der eeuwige goedheyt,
van welcke alle dingen voortkoomen, en het geheel al afhangt,
leert ons door een voorbeeldige kragt, dat de kerken moeten
vermeenigvuldigt worden, als Olyfplanten rondom haare tafel,
en dat wy de herderlycke zorgen onzes Ampts dan tot het toppunt
van haare behoorlycke waardigheyt verheffen, en van de
talenten die ons aanbetrouwt zyn, hondert voudige vruchten
draagen, als wy de beweegingen van onze toegeneegentheyt,
straalende door eene oprechte liefde met eene dagelyksche zorgvuldigheyt,
daar heenen rigten, om Kercken te stigten, de
plaatsen ende onze onderdaanen test gevoeglyk zynde, tot vermeerdering
van de Goddelycken dienst, ende tot aanwas van
de Christelycke devotie.
Nademaal dan gelyk aan ons van weegen den gestrengen en
W el Edelen W outer van Mynden, Ridder, en van weegen de
andere Parochiaanen en Inwoonders van de Parochiaale Kercke
van Loosdrecht onzes Bisdoms, ootmoedelyk is te kennan gegeeven,
hoe dat zij tot dezelve Parochiaale Kercke, dewelcke
een geruyme wydten van de plaatse hunner wooningen was
afgeleegen, ten deele om de verre afgeleegentheyd der plaatsen,
ofte om de natte weegen in het Winter Saisoen, en om de ge-
3
vaarlycke middelen, en moeyelycke passagien, ten deele om de
bezoekingen van de krancken, ten deele om de gemakkelyckere
bediening van de Eucharistie, en laatste Sacramenten, en zynde
by dezelvige inwoonende parochiaanen door gebrek der bedieninge
van de Sacramenten, veele gevaaren uytgestaan, dewelcke
voor haare Zielen met regt te dugten stonden, ten deele om
verscheydene andere billycke en kennelycke oorzaaken, tot de
voorzyde parochiaale Kercke niet konden koomen, sonder groote
zwaarigheyt, waarom zy ter behoorlycker tyd de kerkelycke
diensten niet konden by woonen, zoo hebben zy, altoos bewoogen
synde door een God vrugtig voorneemen in den Heere, ootmoediglyck
in den Heere voorgenoomen, eene andere nieuwe parochiaale
Kercke opterigten, en te begiftigen, dewelcke voor haar
gemakkelycker, en van haare parochiaale Moeder Kercke van
Loosdrecht voornoemt onderscheyden en afgescheyden is, maar
dat zy nu tragtende haar godvrugtig voorneemen ten Effecte
te brengen, begeerig zyn, de Capelle in der Zype genaamt,
beneeden de limiten van de parochie van Loosdrecht voorschr.
geleegen zynde, gebouwt en gestigt tot eene parochiaale Kercke,
met consent van den patroon en Curaat in der tijd van dezelve
parocbiaale Kercke van Loosdrecht, onder eene behoorlycke
gifte opterigten, voor de begiftinge van welcke Capelle.,-door
ons 1 om de voor verhaalde reedenen tot eene nieuwe parochiaale
Kercke opterigten, sommige parochiaanen, inwoonders van de
voornoemde Kercke, aan derzelve Moeder Kercke toegebragt,
door het onttrecken van eenige Parochianen, die toegevoegt
zyn aan de voorschr. Nieuwe Kercke, dewelcke te fundeeren,
opterigten en te begiftigen is, tot behoorlyke onderhouding van
een Recteur of Priester, in dezelve aan te stellen, gegeeven
hebben zeekere bunderen Lands en Hoeven, jaarly ksch, en ten
allen tyden waardig, seven en twintig Goude Schilden van de
munte der Koningen van Franckryck, waar van agtien zyn voor
de Moeder Kercke, ten aanzien en uyt oorzaake van dusdaanige
ontreckinge, maar de andere neegen hooven de voorz. agtien
overschietende, voor de nieuwe opterigtene Kercke tot onderhoudinge
van deszelvenen Recteur, gelyk in de brieven daar
van gemaakt, met het zeegel van eenen Beerheyn ~chout van
den Heer W outer van Mynden, Ridder voornoemt, in de geseyde
Parochie van Loosdrecht toen ter tyd aangestelt zynde, bezeegelt,
breeder is begreepen :
En hebben ons dezelve Inwoonders, en voornamentlyck den
.....,.. .....
4
Heer Wouter van Mynden, Ridder, gebeeden, dat het ons in zoo
verre zoude believen, de fundatie, oprigting, en begiftiging van
deeze Caspelle, ef nieuwe Parochiaale Kercke te ratificeeren, approbeeren,
ende te confirmeeren, ende de voorverhaalde billycke
oorzaaken ingezien zynde, dezelve Ca#pelle alzoo gebouwt en
begiftigt zynde, gelyk hier vooren is gemeld, te verheffen met
den tytul van eene nieuwe Parochiaale Kercke, ter Eeren van
Godt Almachtig, ende den ~en Apostel P_:!!lu~ midsgaders
Anthonius den Belyder, ende den Paus en Martalaar Cornelius,
omme onzen Heere te worden toegeheyligt, ende in dezelve een
Priester aantestellen, om zorge te draagen voor haare zielen;
en dezelve nieuwe opgerigte Kercke een Voorhof en Kerckhof
toewydende, ende een D_9Q.[!!Ond, bewaarplaa~en van d~_Host!_e,
van de Heylig_e Olie, en van de andere SacramentE}_n en ~elicquie!!.
der Kercke, en eene vrye begraafplaatse, en alle andere rechten
en heerlyckheedenvan eene parochiaale Kercke, aldaar ter
plaatse te maaken, te houden, ende te pleegen, door een herderlycke
goedertierenheyd toe te staan, ende in te willigen.
Derhalven wy Fredericus Bisschop van Utrecht voornoemt,
door dusdaanige smeekingen bewoogen zynde, en van de voorgemelde
oorzaaken ten vollen onderrigt zynde, met gezonde,
rype, en voorbedagte raade, de voorschr. fundatie, oprichtinge,
ende begiftinge van de nieuwe parochiaale Kercke in der Zype,
door de voorschr. Parochiaane en Inwoonders alzoo geschied,
gelyk hier vooren werdt gezegt, ratificeeren, approbeeren, en in
de naame Gods confirmeeren, en dezelve nieuwe Kercke in der
Zype aldaar gebouwt ter geleegener tyd den Heere toe te heyligen,
richten wy op met den tytul van eene parochiaale
Kercke, ende ordonneeren dat zoodaanige goederen dewelcke
haar tot eene gifte gelyk voorschreeven staat zyn toegevoegt,
en na deezen nog meer door eene Godvruchtige mildaadigheyt
toegevoegt ende geschonken zullen moogen werden, zyn, ende
zullen blyven Kerckelycke goederen, die onder de vryheyd van
eene Kerckelycke protectie bewaard worden. En in dezel ve
nieuwe Parochiaale Kercke de zorge der Zielen, en bewaaringe
der Relicquien, een doopvond, bewaarplaatse van de Hostie,
van de heylige Olie, en van de Sacramenten, een Kerckhof, en
vrye begraafvenisse, met de verdere parochiaale Rechten en
waardigheeden voorts aldaar hebbende houdende voerende ende
pleegende, na den inhoud van deezen teegenwoordigen staan wy
toe ende geeven wy by deezen tegenwoordigen.
5
En dezelve nieuwe Parochiaale Kercke van der Zype moetende
door grenspaaleq afgescheydet worden, ~cheyden wy van
de andere Parochie van Loosdrecht aldus af: zoodat het hooven
eynde is strec~ende na de Moeder Kercke, na de Noord-Ooster
Landstreek. alwaar tegenwoordig de Moolen staat van de Heer
Wouter van Mynden, en het beneeden eynde na de Stad Utrecht,
na de Zuyd kant gezegt de Meent, van de Nieuwen Dyck af
tot den ouden Dyck toe, en is aldaar de voorn. uyterste paale,
daar voor tegenwoordig woont Johannes Albertse, de Zoons
Zoon, van Geertruyd. -
Voorts zoo geeven wy op de ootmoedige supplicatie van den
voornoemden Wouter van Mynden, Ridder, Voorstander (op den
rand staat: Patroon) van de Moeder Kercke van Loosdrecht
voorschr., enckelyk voor deeze reyze ende niet meer, aan den
Recteur van dezelve Moeder Kercke van Loosdrecht, tot vergoedinge
van het Recht hem ende zyne voorschreevene Kercke
gelyk te vooren gezegt is onttrocken, het recht van te nomineeren
of te presenteeren, ende dezelve nieuwe parochiaale
Kercke van der Zype te confereeren, en na deeze reyze en
vervolgens ten eeuwigen daage aan W outer van Mynden, Ridder,
ende zyne Erfgenaamen ofte Successeuren, het Recht om
te nomineeren te presenteeren, ende dezelve nieuwe Parochiale
Kercke in der Zype te confereeren, zoo dikwyls als dezelve
( deeze maale aileen uytgezondert) zal koomen open te vallen,
met expresse bewilliging ende toestemming van de Heer Theodoricus
van Benthem, Recteur van dezel ve Moeder Kercke,
ende derzelve Parochiaanen en Inwoonders te reserveeren, ook
dit recht om een Geestelycke te presenteeren, zoo dikwyls als
de plaatse komt te vaceeren, geeven wy aan den zelven Wouter
ende zyne Erfgenaamen ende Successeuren by deezen: en op
de presentatie ende vernieuwinge van den voorn. Mr. Theodoricus
van Benthem, Recteur van de voorzeyde Moeder Kercke,
aan ons gedaan, aangaande den persoon van den deugdzaamen
Johannes Smijt, een Geestelycke van ons Bisdom, zoo confereeren
wy in de N aame Gods de gezeyde Nieuwe Kercke, en
voorzien daar meede den zelven Johannes, met aile haare
rechten en aanhoorigheeden, - ende ontfangen en admitteeren
hem in en tot dezelve, ende bevestigen hem voor de eerste
reyze tot een Recteur of Curaat in dezelve, by overleeveringe
van deeze teegenwoordige. Lastende aan aile Priesters ende
Kerckelyke Perzoonen van ons Bisdom, wanneer ze daar toe
6
zullen verzogt zyn, ofte een van haar verzogt zal weezen, denzelven
ook aanteneemen, ende aan de parochiaanen aldaar, dat
zy aan hem van allen de vruchten, renten, geregtigheeden, en
inkoomen op behoorlycke en gewoonlycke tyden verantwoordinge
doen, en den zelven als haaren waarlycke Recteur gehoorzaam
zyn, en gade te slaan: tot getuygenisse en bevestiginge
van aile het welke, en van e1ks in 't byzonder, wy om
reedenen hebben goed gedagt ons zeegel aan deeze tegenwoordige
te doen aanhangen. gegeven tot Utrecht in het jaar van
de geboorte Christy, een Duyzent- Vier hondert, den zesden
dagh na den Zondagh, op welcke men zingt in de Kercke Gods
judica.
Van welcke voorschr. Fundatie brief, de voorn. Jon. Jasper
van Lynden Heere tot Mynden ze aan ons verzogt' hel:lft onze
brieven van Vidimus, ofte Copie Authenticque, die wy zyn Ed.
gegont hebben ende gonnen mids deezen. T'oorkonde 't zeegel
van justitie van voorn. Hove hier onder aan doen hangen op
den 19 December A 0 1647.