20.12.2016 Views

ODIOM Magazine - week 51 (2016)

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ontwikkeling van het<br />

dovenonderwijs<br />

Lesgeven: 20 jaar geleden, nu en…<br />

in de toekomst?<br />

De altijd leuke kinderquatsch<br />

Nieuws over: Breindoping,<br />

afname van het aantal pleegouders<br />

en nog meer!<br />

Vroeger in het nu,<br />

een historische dag in het onderwijs<br />

Onderwijs en opvoeding door de jaren heen


REDACTIONEEL<br />

Lief <strong>ODIOM</strong>-lid,<br />

Op dit moment zie je op je scherm alweer het tweede digitale <strong>ODIOM</strong>-<br />

<strong>Magazine</strong>! Dit keer gemaakt door een nieuwe RedacCie, bestaande<br />

uit Maaike, Geertje, Justine, Mayke, Rikst en Sara. We zijn de afgelopen<br />

weken druk bezig geweest om ons eerste OM voor jullie zo interessant en<br />

leuk mogelijk te maken. Daarom hebben we in het eerste OM gekozen<br />

voor het thema ‘Onderwijs en opvoeden: vroeger en nu’. Net zoals het<br />

OM in de loop van de tijd veranderde - van papier naar digitaal -, zo<br />

veranderde ook het onderwijs en het opvoeden. We hebben voor jullie<br />

diverse artikelen geschreven waarin de verschillen tussen vroeger en nu<br />

worden beschreven.<br />

Zo lees je over een school die het thema ‘vroeger en nu’ minimaal één keer<br />

per jaar uitgebreid aan bod laat komen. Dit doet de school op een heel<br />

actieve manier, waarin de kinderen zelf deel uitmaken van ‘vroeger’. Hoe<br />

zij dit doen? Kijk gauw op pagina 16!<br />

Verder lees je door het hele OM veel meningen over de<br />

veranderingen in het onderwijs. Op pagina 14 kun je de ervaringen lezen<br />

van een leerkracht met 20 jaar onderwijservaring. Ook hebben we de<br />

meningen van een aantal studenten gepeild over de digitalisering van het<br />

onderwijs. Dit kun je lezen op pagina 18.<br />

Echter, niet alleen het reguliere onderwijs verandert. Ook het speciaal<br />

onderwijs maakt veranderingen door, zoals het dovenonderwijs. Mayke<br />

heeft voor jullie een boeiend artikel geschreven over de veranderingen<br />

binnen deze speciale vorm van onderwijs.<br />

Verder hebben we natuurlijk weer een leuke column, dit keer geschreven<br />

door Maaike. Daarnaast zijn er leuke Kinderquatsches te vinden, maar ook<br />

interessante feitjes en cijfers! Bovendien heeft er weer een commissie de<br />

kans gekregen zich aan jullie voor te stellen in ‘Commissie aan het woord’.<br />

Dit keer is de CarrièreCie aan de beurt. Benieuwd wie dit zijn en wat zij voor<br />

ons doen? Kijk dan gauw op pagina 19!<br />

We wensen jullie natuurlijk veel leesplezier en we hopen dat jullie van ons<br />

eerste OM genieten!<br />

Liefs, namens de RedacCie,<br />

Sara Jonker<br />

Sara Jonker<br />

Marieke Meijer<br />

Mayke Blok<br />

Maaike Greydanus<br />

Sara Jonker<br />

Geertje Koehoorn<br />

Rikst Lolkema<br />

Justine Post<br />

Vormgeving<br />

Rikst Lolkema<br />

De Brouwerij<br />

Jaargang 15<br />

Editie 1<br />

December <strong>2016</strong><br />

<strong>ODIOM</strong><br />

2


P19<br />

P22<br />

P10<br />

P14<br />

inhoud<br />

OM <strong>2016</strong><br />

10 Ontwikkeling van het<br />

dovenonderwijs<br />

De veranderingen binnen deze<br />

speciale vorm van onderwijs.<br />

18 Chats<br />

5 Cijfers<br />

8 Fotopagina<br />

13 TED-talks<br />

12 Column<br />

Persoonlijk verhaal over de<br />

veranderingen in opvoeding.<br />

22 Kinderquatsch<br />

6 Nieuws<br />

Het laatste nieuws rondom onderwijs en<br />

pedagogiek.<br />

14 Lesgeven: 20 jaar geleden, nu en…<br />

in de toekomst?<br />

Leerkracht vertelt over de veranderingen binnen het<br />

beroep.<br />

20 Agenda<br />

16 Vroeger in het nu<br />

Een voorbeeld van hoe een basisschool ‘terug in<br />

de tijd’ gaat.<br />

19 Commissie aan het woord: CarrièreCie<br />

Wie zitten er in deze commissie en wat doen zij?<br />

3


VOORWOORD BESTUUR<br />

Lieve <strong>ODIOM</strong>-er,<br />

Daar is ‘ie dan, het <strong>ODIOM</strong>-<strong>Magazine</strong> van de nieuwe RedacCie! Vol enthousiasme hebben zij zich gestort<br />

op InDesign, interviews afnemen en columns schrijven en het resultaat mag er wezen! Deze keer staat het<br />

OM in het thema van de verschillen tussen het opvoeden en onderwijzen van vroeger en nu. Een interessant<br />

thema waar velen van ons dagelijks mee te maken hebben.<br />

Eén van de eerste dingen waar ik zelf aan moest denken was de overgang van het krijtbord naar het<br />

digibord. Toen ik op de basisschool zat vond ik het altijd fantastisch om op het bord te mogen schrijven.<br />

Wanneer mijn naam werd geroepen om een som op het bord uit te rekenen of een zinnetje van taal op<br />

te schrijven werd ik helemaal blij. Het was echt een ervaring, het was namelijk zo anders dan op papier.<br />

Het schrijven met een krijtje alleen al. Docenten hadden standaard krijtvegen op hun donkere kleding en<br />

iedereen trok vol afschuw hun schouders op wanneer het krijtje weer eens op het bord piepte tijdens het<br />

schrijven.<br />

Toen ik in groep zeven zat kregen wij als eerste klas van de basisschool een digibord om te testen. Ik weet<br />

nog wel dat iedereen helemaal in rep en roer was, want je kon gewoon met een pennetje op het bord<br />

tikken en dan gebeurde er van alles.<br />

Inmiddels is dit de normaalste zaak van de wereld en zullen de meeste AOLB-studenten ook geen last meer<br />

hebben van piepende krijtjes, want zij krijgen zelfs al speciaal les in het schrijven op en gebruiken van een<br />

digibord.<br />

De hele ‘digitale revolutie’ die nu plaats vindt heeft ontzettend veel invloed op het onderwijs, maar ook op<br />

de opvoeding. Denk maar aan je kleine neefje of nichtje die op zijn of haar 10e jaar al een smartphone<br />

heeft.<br />

Voor ons als studenten is de hele digitale wereld al een stuk vanzelfsprekender dan het voor onze ouders<br />

of opa’s en oma’s is, maar toch sta ik soms versteld van hoe het bij jonge kinderen gaat. Wanneer je een<br />

kleuter een tablet geeft, zal hij snel gaan ‘swipen’, simpelweg omdat hij dit overal in zijn omgeving ziet.<br />

Wanneer je je overgrootoma een tablet geeft, zal ze misschien niet eens weten wat ze er mee moet. Wat<br />

zou er over 50 jaar allemaal mogelijk zijn, vraag ik me dan af.<br />

Als ik denk aan het onderwijs van de toekomst denk ik dus snel in de richting van digitalisering. Het gebruik<br />

van tablets in het onderwijs blijft namelijk stijgen en er bestaan al talloze educatieve apps. Natuurlijk is het<br />

leuk om te fantaseren over hoe alles er over 50 jaar uit ziet, maar het is ook heel interessant om te kijken naar<br />

hoe alles vroeger ging.<br />

Er is veel veranderd in de visie binnen het<br />

onderwijs en de opvoeding, dat kan eenieder van ons stelletje<br />

pedagogen, onderwijskundigen en leraren vast beamen.<br />

Führen oder wachsen lassen? Als ik mijn colleges Historische<br />

Pedagogiek goed herinner is dit een eeuwige discussie. Moeten we<br />

kinderen strakke regels voorleggen of moeten we ze vrij laten<br />

en komt het vanzelf wel goed? Een interessante vraag waar<br />

waarschijnlijk nooit echt consensus over bereikt zal worden.<br />

Er hebben zich nog veel meer interessante veranderingen<br />

voorgedaan, het opvoeden tot autonomie bijvoorbeeld,<br />

kleinere gezinnen, meer werkdruk voor docenten, levenslang<br />

leren, competentiegericht en contextrijk leren en ga zo<br />

maar door. Redenen genoeg om snel verder te swipen naar<br />

de volgende pagina’s en alles over dit onderwerp te lezen.<br />

Veel liefs, leesplezier en een fijne kerstvakantie gewenst!<br />

Namens het vijftiende bestuur der Opera Didactica Omnia,<br />

Esmee Timmer<br />

Voorzitter <strong>2016</strong>-2017<br />

4


CIJFERS<br />

53% van de studenten aan de universiteit is een vrouw, 47% van de studenten aan de<br />

universiteit is een man.<br />

Ter vergelijking: 138 jaar geleden<br />

studeerde de eerste vrouw in Nederland af,<br />

terwijl mannen al eeuwen lang naar de<br />

universiteit mochten gaan.<br />

Het aandeel van vrouwen in het basisonderwijs is in tien jaar gestegen van 82% naar 87%.<br />

Van alle vrouwen die afstuderen aan de pabo, krijgt 57%<br />

een baan in het onderwijs. Van alle mannen die afstuderen aan<br />

de pabo, krijgt slechts 32% een baan in het<br />

onderwijs.<br />

Het aantal kinderen onder voogdij is in tien jaar tijd verdubbeld naar ruim 9000.<br />

Het gemiddeld aantal kinderen dat een vrouw krijgt daalde van 4,5 in 1900<br />

naar 1,7 à 1,8 nu.<br />

De naoorlogse babyboom vestigde een absoluut geboorterecord met 284.000 levendgeborenen.<br />

Bijna 50% van de kinderen op het voorgezet onderwijs kijkt minimaal 3 uur televisie per<br />

dag. Op het basisonderwijs is dit 40%. En dat terwijl pas in 19<strong>51</strong> de eerste televisies in<br />

Nederland kwamen.<br />

68% van de basisscholen in Nederland is een bijzondere<br />

school. 1/3 van de basisscholen in Nederland is dus maar<br />

openbaar. En dat terwijl er pas sinds ruim 150 jaar<br />

bijzondere scholen bestaan in Nederland.<br />

In 2015 is het totaal aantal leerlingen in het primair onderwijs 1.546.429. Pas<br />

sinds 1901 dienden kinderen verplicht naar school te gaan.<br />

Pas sinds 1950 bestaan er speciale scholen voor kinderen die niet kunnen mee komen met<br />

het reguliere onderwijs.<br />

De gemiddelde leeftijd waarop Nederlandse vrouwen hun eerste kind krijgen is bijna 30<br />

jaar. Deze leeftijd ligt zes jaar hoger dan in 1970, toen was de gemiddelde leeftijd van<br />

moeders bij hun eerste kind 24 jaar.<br />

Ondanks de drukke gezinsagenda is de tijd die ouders per<br />

dag aan kinderen besteden 13,9 uur voor<br />

moeders en 6,3 uur voor vaders.<br />

TEKST JUSTINE POST<br />

5


Breindoping is booming business, ‘maar doet niks’<br />

Study Buddy, Braincaps en Studeerpil: wellicht heb je wel eens van deze namen<br />

gehoord. Het zijn studeerdrugs, oftewel pillen die je helpen concentreren. Witkamp,<br />

hoogleraar Voeding en Farmacologie aan de Wageningen Universiteit is sceptisch over<br />

de werking van deze pillen. “De consument wordt gewoon bedonderd. Je betaalt er geld<br />

voor, maar krijgt er niks voor terug.”<br />

Twee bestanddelen die in deze pillen zitten, zijn ginkgo biloba en cafeïne. Van de eerste<br />

stof is het echter nooit bewezen dat het iets doet. Wat betreft de cafeïne zit er in zo’n pil<br />

ongeveer net zoveel als in een kop koffie. Van cafeïne is wel bekend dat het een positief<br />

effect heeft op de concentratie, maar dit werkt niet als je normaal gesproken al veel koffie<br />

drinkt. “Dan gaat 50 milligram cafeïne je niet opeens nog alerter maken.”<br />

Naast cafeïne en ginkgo biloba zitten er vitamines in de pillen en soms ook<br />

zwarte peper. Het zijn allemaal stoffen die ‘in de verte te maken hebben met<br />

effecten op de hersenen, of die ooit eens onderzocht zijn’.<br />

Uit onderzoek van NOS blijkt dat zo’n 11 procent van alle studenten<br />

wel eens middelen gebruikt om studieprestaties<br />

te verhogen. Vooral Ritalin, het ADHD-medicijn, wordt veel<br />

gebruikt. Ondanks dat de pillen dus eigenlijk niets doen, kan het innemen van een studeerpil<br />

toch effect hebben. Volgens Witkamp kan het je helpen focussen, maar dit is eigenlijk alleen een<br />

placebo-effect. Ondanks dat hij sceptisch is, begrijpt Witkamp wel dat studenten middelen gebruiken<br />

om zich beter te kunnen focussen. “Mensen kunnen zich minder goed concentreren, dat is zeker iets van<br />

deze tijd. We zijn niet meer gewend om lange stukken tekst te lezen, we denken in tekens op Twitter, korte<br />

boodschappen.” Bron:<br />

TEKST GEERTJE KOEHOORN<br />

Kleuters blijven<br />

relatief vaak zitten op de<br />

basisschool<br />

Elk jaar blijft ongeveer één op de tien kleuters<br />

zitten in groep 2, wat neerkomt op ongeveer<br />

18.000 leerlingen. Staatssecretaris van Onderwijs,<br />

Cultuur en Wetenschap Sander Dekker<br />

maakt zich zorgen om dit forse aantal en roept<br />

basisscholen dan ook op om in actie te komen.<br />

Hij beroept zich op het feit dat uit onderzoek<br />

blijkt dat kinderen niet blijvend profiteren van<br />

een derde jaar kleuterklas. “Kleuters ontwikkelen<br />

zich in sprongen. Soms zijn ze in december<br />

bijvoorbeeld wel plots klaar om naar groep<br />

3 te gaan. Dan is het zonde ze een jaar over<br />

te laten doen en ze niet direct de uitdaging te<br />

bieden die ze nodig hebben”.<br />

Dekker heeft samen met de PO-raad een<br />

handreiking voor basisscholen opgesteld om<br />

kleuters zo soepel mogelijk naar groep 3 te<br />

geleiden. Daarnaast vindt hij het een goed<br />

idee kinderen vaker in het jaar door te laten<br />

stromen, dus niet alleen in de zomer.<br />

Bron:<br />

Pleegzorg Nederland in 2015<br />

minder aanmeldingen van<br />

pleegouders binnen dan verwacht<br />

Het afgelopen jaar hebben zich zo’n 2.500 nieuwe<br />

pleegouders aangemeld. Pleegzorg Nederland had ingezet<br />

op 3.500, waardoor ze het belangrijkste doel van<br />

hun campagne – een grotere instroom van pleegouders<br />

krijgen – niet hebben gehaald.<br />

Pleegzorg Nederland denkt dat dit tegenvallende<br />

aantal aanmeldingen te maken heeft met de<br />

invoering van de Jeugdwet in 2015, waarin wettelijk<br />

is vastgelegd dat pleegzorg de eerste keus heeft als<br />

een kind uit huis wordt geplaatst. Els Rienstra, bestuurslid<br />

en portefeuillehouder pleegzorg van Jeugdzorg<br />

Nederland, zegt dat we daardoor dan ook een toename<br />

van het aantal pleegkinderen zien. Daarnaast<br />

is de ernst van de problemen bij een deel van de<br />

pleegkinderen ook toegenomen. “Dat maakt ook dat<br />

pleegzorgorganisaties in de voorbereiding en screening<br />

kritischer kijken naar de draagkracht van aspirantpleegouders”.<br />

Pleegzorg Nederland gaat zich om deze<br />

reden in de toekomst dan ook vooral richten op het behouden<br />

van huidige pleegouders.<br />

Bron:<br />

6


Kinderen met anorexia nervosa steeds jonger<br />

Uit cijfers van de drie grootste behandelingsklinieken voor eetstoornissen blijkt dat deze steeds vaker aanmeldingen<br />

krijgen van kinderen tussen de 8 en 13 jaar. Hoogleraar eetstoornissen en kinderpsychiater<br />

Annemarie van Elburg heeft een idee waarom er steeds meer jongere anorexiapatiënten zijn. “We denken<br />

dat er steeds jongere kinderen met anorexia zijn, omdat ze veel jonger worden geconfronteerd met<br />

gezond eten. In de tweede helft van de basisschool worden lessen gegeven over gezond eten en<br />

bewegen. Sommige kinderen raken daar helemaal door geobsedeerd. Hun hele hoofd zit er vol mee.”<br />

Daarnaast denkt ze dat het ook meespeelt dat ouders tegenwoordig veel nadruk leggen op gezond eten;<br />

voor sommige kinderen kan dit averechts werken.<br />

Hulpverleners zijn er vaak niet voorstander van jonge kinderen op te nemen in een kliniek, omdat ze daar<br />

van oudere kinderen allerlei trucs leren af te vallen. Bovendien is, vooral voor deze jonge kinderen, de<br />

vertrouwde thuisomgeving heel belangrijk.<br />

Volgens Van Elburg maak je op jonge<br />

leeftijd de beste kans helemaal te<br />

herstellen van anorexia nervosa. “Dat<br />

komt doordat je ouders gemotiveerd<br />

zijn, ook als jij dat niet bent, en doordat<br />

ouders ook echt goed kunnen blijven<br />

opletten.” Ze benadrukt ten slotte het<br />

belang dat kinderen hulp zoeken als ze<br />

een eetstoornis hebben.<br />

Bron:<br />

Derdegeneratiekinderen presteren nog steeds minder goed,<br />

maar kloof neemt af<br />

Volgens een onderzoek van het CBS scoren kinderen met een niet-westerse achtergrond nog altijd<br />

slechter op de centrale eindtoets dan kinderen met een Nederlandse of een andere westerse achtergrond.<br />

Deze slechtere prestaties komen volgens het CBS eerder door de sociaal-economische situatie<br />

waarin ze verkeren dan door hun culturele achtergrond. Het is wel zo dat, hoe meer generaties een nietwesterse<br />

familie al in Nederland woont, hoe beter de kinderen de eindtoets maken.<br />

De kloof tussen westerse en niet-westerse kinderen is de afgelopen jaren wel licht geslonken. De resultaten<br />

op taal en rekenen/wiskunde vertonen een stijgende lijn bij kinderen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse<br />

of Antilliaanse afkomst.<br />

Volgens het ministerie van Onderwijs is de kloof tussen migranten- en westerse kinderen een ‘bekend en<br />

hardnekkig probleem’. Een woordvoerder gaf aan dat het belangrijk is dat kinderen met een achterstand,<br />

ongeacht hun afkomst, extra aandacht krijgen. Op dit moment gebeurt dat via voor- en vroegschoolse<br />

educatie en met het extra geld dat basisscholen krijgen om deze kinderen te helpen.<br />

Hoogleraar sociologie Maurice Crul van de Vrije Universiteit Amsterdam wijst daarnaast ook op het<br />

belang van het bestrijden van taalachterstanden; een fenomeen dat veel voorkomt bij migrantenkinderen.<br />

Volgens Crul moeten jonge migrantenkinderen meer tijd met Nederlandse kinderen doorbrengen, om zo<br />

de taal te leren.<br />

Bron:<br />

7


Deksels wat een<br />

feest!<br />

Actief<br />

Leden<br />

Weekend


Wijnproeverij<br />

Kickboxen<br />

Almanakborrel:<br />

Into the future<br />

Klik hier voor de diashow!


ARTIKEL<br />

Ontwikkeling van dovenonderwijs<br />

Een kijkje in de ontwikkeling die het dovenonderwijs heeft doorgemaakt<br />

Door de jaren heen is er in Nederland op het<br />

gebied van onderwijs veel veranderd. Zo zijn<br />

scholen bijvoorbeeld meer gebruik gaan maken<br />

van digitale onderwijsapparatuur en zijn er verschillende<br />

onderwijsmanieren ontwikkeld. Maar niet<br />

alleen het reguliere onderwijs is veranderd, ook in het<br />

speciaal onderwijs zijn er veel veranderingen doorgevoerd.<br />

In dit artikel wordt specifiek ingegaan op het<br />

dovenonderwijs in Nederland en de veranderingen<br />

die deze vorm van onderwijs heeft doorgemaakt.<br />

Verspreiding van het dovenonderwijs over Nederland<br />

De ontwikkeling van het dovenonderwijs in<br />

Nederland begon allemaal met de oprichting<br />

van het eerste doveninstituut in Groningen door<br />

Henri Daniel Guyot in 1790. Guyot vond goed<br />

onderwijs voor doven erg belangrijk en ging om die<br />

reden zelf naar Parijs toe. Hier leerde hij veel over het<br />

dovenonderwijs. In die tijd kwamen in Parijs<br />

namelijk de eerste bewegingen met betrekking tot het<br />

dovenonderwijs op. Guyot nam de door hem<br />

opgedane lesmethoden uit Parijs mee naar<br />

Groningen en richtte daar het eerste instituut<br />

voor doven op. Guyot was zelf leraar aan het<br />

doveninstituut en gaf in het begin les aan maar 14<br />

leerlingen.<br />

Zo’n 20 jaar na de oprichting van het doveninstituut<br />

van Guyot moest er door de grote toename van het<br />

aantal leerlingen een groter pand worden gezocht.<br />

De woningen, waarin de doven in het begin les<br />

kregen, werden omgebouwd tot grote internaten<br />

voor jongens en meisjes.<br />

De vraag naar dovenonderwijs bleef doorgaan,<br />

waardoor er in 1840 een tweede dovenschool werd<br />

geopend in Sint-Michielsgestel. Na de oprichting<br />

van deze dovenschool volgden er nog een aantal.<br />

Hierdoor verspreidde het dovenonderwijs zich door<br />

het hele land.<br />

Inhoudelijke ontwikkeling van het dovenonderwijs<br />

Doven kunnen natuurlijk niet op dezelfde manier<br />

les krijgen als horende mensen. Er moesten dus<br />

manieren gevonden worden hoe doven op<br />

een goede manier les konden krijgen. Op het<br />

doveninstituut van Guyot werd gebruik gemaakt<br />

van de zogenoemde oud-Hollandse methode.<br />

Deze door Guyot samengestelde methode hield in<br />

dat de doven in sommige situaties gebarentaal<br />

konden gebruiken, maar tijdens de lessen dienden<br />

ze wel schriftelijk te communiceren. Deze methode<br />

werd zo’n 60 jaar gebruikt. In de periode van 1864<br />

tot 1981 kregen doven oraal onderwijs. Dit hield in<br />

dat de doven mondeling les kregen en er geen<br />

gebruik meer werd gemaakt van gebarentaal. In<br />

de praktijk verdween het gebruik van de gebaren<br />

nooit helemaal. Dit leidde in Groningen uiteindelijk<br />

tot een soort dialect in de gebarentaal die sterk<br />

af<strong>week</strong> van de gebarentalen in het westen van<br />

het land. Uiteindelijk werd in 1996 het tweetalige<br />

onderwijs op Guyot ingevoerd. Doven kregen vanaf<br />

dat moment les in gebarentaal en de gesproken<br />

Nederlandse taal.<br />

Er zijn niet alleen verschillen tussen vroeger en nu<br />

op het gebied van de manieren hoe de doven<br />

worden onderwezen, maar in de onderwijsprogramma’s<br />

(aangeboden aan de doven) zijn ook veel<br />

verschillen te ontdekken. In het begin van het<br />

doveninstituut van Guyot konden jongens en<br />

meisjes een beroep kiezen. Het aantal beroepen<br />

voor meisjes was vier en dat van jongens lag iets<br />

hoger. Dit waren beroepen als schoonmaker en<br />

borstelmaker. Pas na ongeveer een halve<br />

eeuw, namelijk in 1852, kregen de doven<br />

ambachtsonderwijs en konden ze kiezen voor<br />

beroepen zoals timmerman en kledingmaker.<br />

Halverwege de 20ste eeuw werd het aantal<br />

beroepsmogelijkheden uitgebreid. Zo kon er<br />

nu ook gekozen worden voor beroepen op het<br />

gebied van administratie en ondernemingen.<br />

Uiteindelijk werd er vanaf de jaren ‘80 ook onderwijs<br />

op mavo-niveau aangeboden op de dovenscholen.<br />

Vanaf 1991 werd er ook havo aangeboden en sinds<br />

2008 kun je in Haren op het Guyot ook terecht voor<br />

het vwo. Omdat deze vormen van onderwijs veel<br />

overeenkomen met het reguliere onderwijs is er vanaf<br />

die tijd sprake van een samenwerking tussen de<br />

dovenscholen en het reguliere onderwijs.<br />

Vanwege deze samenwerking was het ook<br />

mogelijk dat doven terecht konden in het reguliere<br />

onderwijs. Deze leerlingen krijgen dan veel<br />

begeleiding en ondersteuning zodat ze mee<br />

kunnen komen met de horende leerlingen.<br />

Doven in de maatschappij<br />

Bij goed onderwijs voor doven blijft het<br />

natuurlijk niet. Doven moeten ook genoeg<br />

ondersteuning krijgen op het gebied van hun<br />

deelname in de maatschappij. Ook op dit<br />

gebied zijn er in de 20ste eeuw veel veranderingen<br />

geweest. Een aantal jaar na de oprichting van<br />

het eerste doveninstituut door Guyot werd in<br />

1884 de eerste Nederlandse dovenvereniging<br />

opgericht, namelijk de Algemene Nederlandse<br />

TEKST MAYKE BLOK<br />

10<br />

>>


Dovenvereniging Guyot. Deze vereniging was<br />

opgericht met als doel het organiseren van<br />

uitstapjes of bijeenkomsten tussen de doven<br />

die elkaar hebben leren kennen op hun<br />

dovenschool. Deze vereniging breidde zich<br />

uit en zo ontstonden er onder meer speciale<br />

sportclubs voor doven. Uiteindelijk kwam er in 1924<br />

zelfs een eerste internationale spelen voor doven.<br />

Dus...<br />

Er is op het gebied van dovenonderwijs en<br />

de waardering van doven in de laatste paar<br />

eeuwen ook het nodige veranderd. Voor doven<br />

blijft het lastig om mee te komen met de horende<br />

mensen, maar gelukkig is er veel aandacht voor het<br />

dovenonderwijs en daarmee ook voor de<br />

participatie van de doven in demaatschappij.<br />

De eerste vereniging<br />

In 1931 werd er een nieuwe vereniging<br />

opgericht: de Nederlandse Bond van<br />

Doofstommenverenigingen. Deze vereniging<br />

had een ander doel dan de eerstgenoemde<br />

vereniging. Het doel van deze vereniging was<br />

namelijk het verbeteren van de geestelijke,<br />

lichamelijke en materiële toestand van de doven.<br />

Dit doel was dus al meer gericht op het individu. Het<br />

bestuur van deze vereniging bestond dan ook uit<br />

dove en =horende mensen.<br />

Een aantal jaar later, in 1940, werd er opnieuw<br />

een vereniging opgericht, namelijk de<br />

Nederlandse Christelijke Bond van Doofstommen.<br />

Het doel van deze vereniging was al meer gericht op<br />

doven in de maatschappij en betrok het geloof er<br />

nadrukkelijk bij. Het doel was: ‘het bevorderen van de<br />

geestelijke en maatschappelijke belangen van de<br />

christelijke doofstommen’.<br />

Dovenraad<br />

Ten tijde van de tweede wereldoorlog lag de<br />

ontwikkeling van de dovenbeweging stil, maar in<br />

1953 werd de Nederlandse Dovenraad opgericht.<br />

Deze werd opgericht omdat de groep doven nog<br />

steeds een zwakke positie had in de maatschappij.<br />

Deze diende sterk verbeterd te worden. Het<br />

belangrijkste doel van de Nederlandse Dovenraad<br />

was dan ook de belangenbehartiging van doven<br />

in Nederland. Het heeft even geduurd voordat de<br />

Dovenraad echt functioneel kon worden, vanwege<br />

het feit dat de Nederlandse samenleving nog erg<br />

verdeeld was in een aantal zuilen. Dit zorgde er voor<br />

dat bepaalde samenwerkingen niet goed verliepen.<br />

In 1977 was het eindelijk zover dat de Dovenraad kon<br />

veranderen in een stichting, genaamd<br />

Stichting Nederlandse Dovenraad. Dit maakte dat ze<br />

samen konden werken met de overheid. In 1995<br />

veranderde de naam van de stichting in<br />

‘Dovenschap’. Vanaf toen tot heden is deze<br />

stichting een serieuze gesprekspartner van<br />

de overheid, wat het mogelijk maakt om veel<br />

programma’s voor doven te organiseren. De<br />

belangenbehartiging van doven heeft dus grote<br />

stappen gemaakt gedurende de 20ste eeuw.<br />

<strong>ODIOM</strong> in gebarentaal!<br />

11


COLUMN<br />

Kleren maken het kind<br />

Het is weer zover: <strong>week</strong>end. Na een drukke <strong>week</strong> in Groningen ben ik weer, zoals elke student dat zo mooi<br />

noemt, ‘thuis thuis’ te vinden. De plek waar je weer even een tuin, een volle koelkast en uitgestrekte<br />

weilanden tot je beschikking hebt, waar het bordje met eten voor je neus wordt neergezet en je met je<br />

ouders lekker kunt natafelen. De <strong>week</strong> in Groningen bespreken, de gebeurtenissen thuis aanhoren en het af<br />

en toe hebben over de jeugd van je ouders.<br />

Mijn vader vertelt dan verhalen over hoe hij de oude kleren van zijn maar liefst elf jaar oudere broer aan moest.<br />

Tegen de tijd dat hij die wijde, driekwart broeken paste, droegen zijn vriendjes op het schoolplein vele malen<br />

hippere, strakkere broeken. Ze lachten hem af en toe uit, maar dat durfde hij niet aan zijn ouders te vertellen.<br />

Het was ‘not-done’ om tegen je ouders te zeggen; ‘Ik trek die broek niet meer aan!’. Als je vader zei wat je moest<br />

doen, dan kon je maar beter stilzwijgend toestemmen.<br />

Bij mijn moeder thuis verliep het net zo. Haar haren werden geknipt en hoe dat werd gedaan, daar had ze<br />

niet veel over te zeggen. Het werd een strakke pony, waar ze zich op foto’s nog steeds voor schaamt. Eerlijk<br />

tegen haar moeder zeggen dat ze toch haar haar anders wilde, dat deed ze pas op latere leeftijd.<br />

Mijn kindertijd verliep dan toch wel iets anders. Mijn moeder vond het leuk om mij en mijn 4 jaar oudere zus<br />

dezelfde kleren aan te trekken. Mijn zus, die graag met jongens voetbalde en meer durfde dan ik, kreeg<br />

een blauwe winterjas en ik, het kleine zusje, kreeg de roze variant. Hoewel dit op foto’s er natuurlijk heel<br />

schattig uitziet, waren mijn zus en ik hier snel klaar mee. We wilden allebei toch echt een eigen winterjas.<br />

Mijn moeder vond het zonde om alle kleren van mijn zus weg te doen en probeerde dan enthousiast mij haar<br />

oude kleding aan te trekken. In het begin vond ik dit natuurlijk wel cool, de kleren van mijn zus aan. Later werd<br />

ik toch wat kieskeuriger en zocht ik uit de zak met kleren, de kleren uit die ik mooi vond. Soms probeerde ze<br />

me dan te overtuigen: ‘Dit is toch harstikke mooi en heeft je zus nog maar een paar keer aangehad.’ Met<br />

het excuus; ‘Mam, dat is niet mijn smaak.’ kwam ik er vaak mee weg. Ik kreeg als kind wel de ruimte om mijn<br />

mening te geven en mijn eigen keuzes te maken, terwijl mijn ouders dit niet konden. Zij kwamen uit een groot<br />

gezin, waar de financiële middelen er niet waren om elk kind te voorzien van nieuwe kleding of om uit te<br />

zoeken welke kleren ‘jouw smaak’ waren.<br />

Tegenwoordig lijkt de toenmalige situatie van mijn ouders verleden tijd. Sommige kinderen komen naar<br />

school als ‘prinsesjes’. De kleren zorgvuldig bij elkaar gezocht. Toch zijn er ook kinderen, volgens het Centraal<br />

Bureau van Statistiek maar liefst 12 procent, die opgroeien in een gezin met een laag inkomen. Voor meer<br />

dan de helft van deze kinderen is er niet altijd voldoende geld om mee te gaan op schoolreisje, een sport<br />

te beoefenen, muziekles te volgen of regelmatig nieuwe kleding te krijgen. Deze kinderen krijgen misschien<br />

de ruimte om ‘hun smaak’ te delen, maar hun ouders hebben niet altijd de middelen om hier gehoor aan te<br />

geven. Wat zouden deze kinderen blij zijn met een zak vol kleren, van een buurvrouw of familielid, waarin ze<br />

zelf kleren van ‘hun smaak’ mochten uitzoeken.<br />

TEKST MAAIKE GREYDANUS<br />

12


TED TALKS<br />

Blij zijn met het verliezen van je gehoor? Blijheid zal<br />

niet een veel voorkomende reactie zijn wanneer het<br />

iemand overkomt, maar Elise Roy ziet het verliezen<br />

van haar gehoor als het grootste cadeau dat ze ooit<br />

heeft gekregen. In de video hiernaast gaat Elise Roy in<br />

op het feit dat haar doofheid haar een andere kijk op<br />

de wereld heeft gegeven. Het bekijken van de wereld<br />

vanuit haar perspectief zou grote problemen, die zich<br />

nu afspelen in de wereld, op kunnen lossen.<br />

Deze animatievideo gaat in op drie trends met betrekking<br />

tot scholen en leerlingen, die in de afgelopen jaren<br />

zijn gegroeid. De eerste trend is het hoge uitvalpercentage<br />

van leerlingen op scholen, de tweede is de afnemende<br />

participatie van scholen op het gebied van de<br />

kunst en de laatste is het toenemende aantal leerlingen<br />

met ADHD.<br />

Overal ter wereld is er sprake van veranderingen in<br />

het onderwijs.<br />

Charles Leadbeater is op zoek gegaan naar nieuwe<br />

ingrijpende vormen van onderwijs. Hij vond<br />

deze in de sloppenwijken van Rio en Kibera. In de<br />

video hiernaast gaat Leadbeater in op de nieuwe<br />

manieren van onderwijs dat de kinderen in deze<br />

sloppenwijken krijgen. Leadbeater beweert zelfs dat de<br />

vorm van onderwijs die in de sloppenwijken wordt gegeven<br />

verspreid dient te worden over de hele wereld.<br />

Geoffrey Canada maakt zich boos over het feit hoe<br />

het onderwijs op dit moment is geregeld. Het is volgens<br />

hem namelijk nog precies hetzelfde als hoe het 50 jaar<br />

geleden was. In de video legt Canada uit waarom het zo<br />

erg is dat er niets aan het onderwijs is veranderd in de afgelopen<br />

50 jaar. Volgens hem faalden veel leerlingen 50<br />

jaar geleden al vanwege het onderwijssysteem en doen<br />

leerlingen dat nu nog steeds.<br />

In deze video vertelt Raj Dhingra over de digitalisering<br />

van het onderwijs. Aan de hand van een aantal<br />

voorbeelden maakt Dhingra duidelijk dat het onderwijs<br />

een stuk productiever kan zijn door gebruik te maken van<br />

meer digitale materialen. Ook geeft hij aan dat wij op dit<br />

moment nog niet genoeg gebruik maken van de digitale<br />

opties die we tot onze beschikking hebben en dat we dus<br />

eigenlijk nog veel meer uit het onderwijs kunnen halen.<br />

13<br />

TEKST MAYKE BLOK


INTERVIEW MET LEERKRACHT<br />

Lesgeven: 20 jaar geleden, nu en… in de toekomst?<br />

Er is veel veranderd in het onderwijs de afgelopen jaren. Het beroep dat hier misschien wel het<br />

meest mee te maken heeft, is het beroep leerkracht. Harriët is een leerkracht in het basisonderwijs<br />

met 20 jaar ervaring. Zij merkt dat het beroep leerkracht er inmiddels<br />

heel anders uit ziet dan toen zij begon. Daarnaast werpt ze een blik op de<br />

toekomst: hoe denkt ze dat haar beroep er in de toekomst uit zal<br />

zien?<br />

Waarom en hoe bent u leerkracht geworden?<br />

“Ik wist toen ik klein was al dat ik juf wilde worden. Ik heb wel eerst een<br />

andere studie gedaan, maar ik wist al heel gauw: nee, eigenlijk wil ik juf<br />

worden. Ik ben toen de PABO gaan doen en toen was ik ook echt zeker van<br />

mijn keus. Ik mocht toen invallen op deze school voor iemand die ziek was en<br />

ik ben nooit meer weg gegaan.”<br />

Hoe zag het beroep leerkracht eruit toen u begon?<br />

“Héél anders. Dat is dus 20 jaar geleden. Dat is dus niet eens heel erg lang,<br />

maar het verschil is heel erg groot. We hadden bijvoorbeeld gewoon één map<br />

met tabbladen erin voor elk kind. Als er iets was, dan werd het gewoon daarin<br />

genoteerd. En nu heb ik het gevoel dat ik meer dan de helft van mijn tijd bezig<br />

ben met administratie, cito-analyses, handelings- en groepsplannen maken. Ik<br />

denk dat er nu meer tijd dáár naar toe gaat, dan naar het les geven zelf. Dat was<br />

toen ik begon echt niet zo.”<br />

“En nu heb ik het gevoel dat ik meer dan de helft van mijn<br />

tijd bezig ben met administratie, cito-analyses, handelingsen<br />

groepsplannen maken.”<br />

Er waren vroeger dus veel minder taken naast het les geven. Waren er wel taken<br />

die u naast het les geven moest uitvoeren?<br />

“Ja, natuurlijk waren er wel taken. Toen waren er ook lesvoorbereidingen,<br />

oudergesprekken, rapporten etc. En als er iets met een leerling gebeurde of<br />

aan de hand was, dan moest dat wel genoteerd worden. Het is niet zo<br />

dat we toen geen informatie over de leerlingen verzamelden, alleen noteerden<br />

we dat toen veel bondiger. Ook werden veel dingen even mondeling<br />

besproken in plaats van genoteerd.”<br />

Hoe heeft u die tijd ervaren?<br />

“Ik vond dat heel fijn. Ik ben nog relatief jong, dus ik kan me nog<br />

best wel aanpassen aan wat er verandert in het onderwijs en in<br />

het beroep als leerkracht. Toch vind ik het soms best zwaar. Elk<br />

jaar veranderen er dingen en komen er taken bij. Ik denk dat ik<br />

toen meer genoot van mijn werk dan nu. Dat vind ik best erg om<br />

te constateren, maar het is wel zo. Ik vind les geven serieus het<br />

leukste om te doen, alleen alle taken om het les geven heen,<br />

dat neemt veel van mijn plezier weg. Ik ervaar een veel hogere<br />

werkdruk.”<br />

TEKST SARA JONKER<br />

14<br />

>>


Wat zijn nou echt de belangrijkste veranderingen in het beroep leerkracht?<br />

“De digitalisering en de registratie, maar ook vooral dat het voelt alsof ik niet meer mag vertrouwen op mijn gevoel;<br />

dat mijn vakkundigheid eigenlijk niet meer vanzelfsprekend wordt vertrouwd. Ik moet alles verantwoorden.”<br />

Welke verandering verwacht u nog?<br />

“Ik denk dat er heel veel teruggedraaid gaat worden. Iedereen in het onderwijs ervaart die hogere<br />

werkdruk, dus ik denk dat er wel manieren gaan komen om die hogere werkdruk te ver<br />

minderen. We krijgen straks een tekort aan leerkrachten, omdat het beroep leerkracht niet aantrekkelijk<br />

genoeg is. De werkdruk is te hoog. Er zijn ook genoeg leerkrachten die er om die reden mee stoppen – en niet<br />

om de reden dat ze les geven niet leuk vinden. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?!”<br />

“Ik denk dat er heel veel teruggedraaid gaat worden.”<br />

Zijn er ook veranderingen ten opzichte van de kinderen?<br />

“Absoluut. Ik durf wel te zeggen dat de kinderen twintig jaar geleden veel minder mondig waren. Ik schrik af<br />

en toe wel van de dingen die kinderen tegenwoordig tegen mij zeggen. Er wordt nu in gezinnen veel meer<br />

samen besproken. Kinderen mogen discussiëren over of ze wel of niet hun kamer gaan opruimen. Kinderen<br />

mogen naar argumenten vragen en ouders gaan hier ook op in. Twintig jaar geleden werd er veel vaker het<br />

argument ‘omdat ik het zeg’ gebruikt. Als kinderen thuis een stem krijgen, dan merk je dat ook in de klas.”<br />

“Als kinderen thuis een stem krijgen, dan merk je dat ook in de klas.”<br />

En hoe beïnvloedt dat uw beroep?<br />

“Ik denk dat je daar een beetje in mee moet gaan. Je moet aansluiten bij de huidige tijd en de huidige tijd<br />

vraag van ons om minder ‘streng’ met leerlingen om te gaan en meer te luisteren naar wat ze te zeggen<br />

hebben. Toch denk ik ook dat je af en toe juist consequenter en directer moet zijn.”<br />

Wat hoopt u nog voor de toekomst?<br />

“Naast dat ik hoop dat de administratie en de taken naast het les geven dus minder worden, hoop ik ook dat<br />

kinderen niet nóg mondiger worden. Verder hoop ik voor mezelf dat ik altijd leerkracht mag blijven tot aan<br />

mijn pensioen en mezelf mag blijven ontwikkelen met de cursussen die we aangeboden krijgen.”<br />

15


ARTIKEL<br />

Vroeger in het nu<br />

Basisonderwijs verandert bijna ieder jaar wel. De ene keer verdwijnt er iets, omdat er bezuinigd dient te<br />

worden. De andere keer komt er iets bij, omdat kinderen daar meer aan hebben. Het zijn niet zulke drastische<br />

veranderingen dat iedereen zegt: ‘School is nu zo ontzettend anders dan vorig jaar.’ Toch is er een groot<br />

verschil tussen het basisonderwijs van nu en het lager onderwijs van honderd jaar geleden. Om dit aan<br />

kinderen duidelijk te maken, hebben sommige scholen één keer per jaar ‘een historische dag’.<br />

Een historische dag houdt in dat het onderwijs van die dag gebaseerd is op vroeger. In hoeverre dit tot in<br />

de details doorgaat, verschilt per school. Zelf had ik op mijn basisschool ook ieder jaar zo’n historische dag,<br />

waarbij we zelfs kleding van vroeger moesten dragen. De kinderen hadden bij ons op school allemaal kleren<br />

aan die gebaseerd waren op wat vroeger gedragen werd. Het werd bij elkaar gezocht met kleren van thuis<br />

en verkleedkleren die op school te vinden waren. De meisjes moesten allemaal een rokje of jurkje aan, met<br />

een maillot en een wit mutsje op het hoofd. De jongens moesten vaak een broek aan met hoge sokken en<br />

een shirt met een gilet of jasje.<br />

Als iedereen voorzien was van de juiste kleding, werd er over gegaan op de orde van de dag. Lezen, taal,<br />

rekenen en handenarbeid ging die dag allemaal net eventjes anders. Lezen werd gedaan met behulp van<br />

het leesplankje en verschillende boeken van vroeger.<br />

Taal werd uitgelegd aan de hand van de spelling van vroeger. Soms wat verwarrend, maar toch ook wel erg<br />

leuk. In de bovenbouw werd hier wel iets dieper op in gegaan dan in de onderbouw. In de onderbouw werd<br />

het wat meer spelend verteld. Bij rekenen werd er gebruik gemaakt van een ouderwets telraam.<br />

In de onderbouw werd vooral veel aandacht besteed aan handenarbeid. Zo werd er veel gebreid en<br />

gehaakt. Verder werd er de hele dag geschreven met een kroontjespen die in een potje inkt gedipt diende<br />

te worden.<br />

Niet alleen de dagelijkse schooltaken werden gedaan zoals het vroeger ging. Ook werden er straffen van<br />

vroeger ingevoerd. Dus als iemand iets deed wat niet mocht, zoals voor je beurt praten of een iemand<br />

anders pijn doen, werd er bijvoorbeeld een tik op de vingers gegeven met een liniaal. Dit ging natuurlijk niet<br />

heel hard.<br />

De juffen waren ook veel strenger dan gewoonlijk. Er was veel orde in de klas en in de onderbouw waren er<br />

kinderen zelfs bang voor de juf.<br />

Veel kinderen vonden deze dag over het algemeen erg leuk en vooral leerzaam, afgezien van de straffen.<br />

Het was weer eens iets anders dan alle andere dagen. Hoe ouder je ook werd, hoe meer je besefte wat<br />

voor dag het was. Je ging je meer beseffen dat het onderwijs van vroeger heel anders was dan dat het<br />

tegenwoordig is.<br />

Na een hele dag school, was er ’s avonds nog een historische markt. Op deze markt liep iedereen wederom<br />

weer in kleding gebaseerd op vroeger. Verder waren er spelletjes als sponsgooien, zaklopen, ezeltje prik,<br />

sjoelen en blikgooien. Voor de ouders waren er informatiehoeken, met informatie over hoe onderwijs er<br />

vroeger aan toe ging. Ook stonden er voorwerpen die in de 20ste eeuw veel gebruikt werden. Dit waren<br />

voorwerpen zoals een spinnewiel, een platenspeler, een hele oude radio en nog veel meer. De muziek werd<br />

verzorgd door een piratenkoor, als afsluiting van de dag.<br />

TEKST JUSTINE POST<br />

Als je de AOLB doet, dan kun je dit concept goed uit voeren op je stage. Dit kun je heel makkelijk in één les<br />

doen. Zo kun je vertellen over alle regels van vroeger en over de verschillen tussen jongens en meisjes. Zo<br />

kregen de meisjes vaak handenarbeid en de jongens gymnastiek. Je kunt foto’s van oude scholen bekijken<br />

met kinderen in de schoolbanken. Vervolgens kun je een kwartiertje met de kinderen de school van vroeger<br />

naspelen. Doordat je de regels en consequenties duidelijk uitlegt, krijgen de leerlingen vóór het toneel spelen<br />

een duidelijk beeld wat er van ze verwacht wordt. De kinderen een fysieke straf geven, is natuurlijk geen<br />

goed idee. Een alternatief hiervoor is een bordje ‘met ezel’ om een leerling heen hangen. Als het maar<br />

duidelijk is dat het toneelspel is! Vervolgens kun je als verwerking tekenen en schrijven met kroontjespennen<br />

of met een lei en een krijtje.<br />

16


CHATS<br />

In het onderwijs wordt steeds meer gebruik gemaakt van computers en tablets, terwijl kinderen<br />

thuis ook de nodige uren voor de televisie zitten. Is de digitalisering een aanwinst voor het onderwijs<br />

of zitten er ook haken en ogen aan? Wij vroegen het onze <strong>ODIOM</strong>-leden.<br />

Ik vind het gebruik van iPads in de school en daarbuiten een goede aanvulling op het onderwijs. Er moet<br />

echter wel gekeken worden of het spel echt een leereffect heeft en niet alleen maar gokken is. Kijk<br />

bijvoorbeeld naar de digitale methode van Nieuwsbegrip. Kinderen krijgen hier bij het invullen<br />

van antwoorden meerdere keuzemogelijkheden. Bij mij op school wordt hier misbruik van gemaakt door<br />

de eerste keer iets te gokken en vervolgens het andere antwoord aan te kruisen. Alle antwoorden zijn dus<br />

uiteindelijk helemaal goed, maar er heeft geen leerproces plaatsgevonden. Ik zeg dus: iPads zeker<br />

gebruiken, maar let erop hoe de kinderen deze gebruiken en zorg ervoor dat je zicht hebt op wat de<br />

kinderen ervan leren.<br />

Jessica Hertgers, AOLB 3<br />

Toen ik werd gevraagd om mijn mening te geven over dit onderwerp, dacht ik meteen: hier zitten twee<br />

kanten aan. Ik ga daarom niet pleiten voor óf voor, óf tegen, maar ik zal proberen een middenweg te<br />

vinden. In de eerste plaats bestaat er een aantal voordelen voor de digitalisering van het onderwijs. Zo<br />

vinden kinderen het leuk om interactief te werken en zou je hierdoor hun enthousiasme kunnen prikkelen<br />

en daarmee hun motivatie. Ook kan de digitalisering leiden tot minder nakijkwerk voor docenten. Verder<br />

kan de bijdrage van groepswerk per leerling worden bekeken, waardoor meeliften op andermans werk<br />

moeilijker wordt. Er is echter ook een keerzijde aan dit verhaal. Zo kan men zich afvragen of – bij gehele<br />

digitalisering van het onderwijs – kinderen nog wel goed kunnen leren schrijven.<br />

Daarnaast kan<br />

digitalisering juist ook leiden tot minder sociaal contact: als iedereen de hele<br />

dag op een iPad werkt, wordt er dan nog aandacht besteed aan<br />

medeklasgenoten en de leraar? Verder bestaat het gevaar dat de iPad<br />

of computer voor andere doeleinden wordt gebruikt dan voor de studie.<br />

Natuurlijk zijn er wel bepaalde blokkers in te stellen, maar kinderen<br />

zijn slim genoeg om wegen te vinden die toch leiden naar hun nietschoolse<br />

interesses.<br />

Mirjam Boelens, PW 4<br />

TEKST MAAIKE GREYDANUS<br />

“Yes! Het is weer donderdag, dan mogen we op de iPad!” Bijna iedere stagedag is er<br />

wel een leerling die dit zegt. En ze gaan al helemaal uit hun dak als we gaan kahooten.<br />

Het iPad onderwijs is onder de leerlingen in ieder geval populair.<br />

Ook ik vind dat er voordelen zitten aan een iPad op school. Het leren<br />

kan een stuk leuker gemaakt worden, bijvoorbeeld door educatieve<br />

spelletjes. Ook kan leerstof gemakkelijker adaptief worden aangeboden en we<br />

moeten de twentyfirst century skills die de leerlingen met het werken op een iPad opdoen natuurlijk niet<br />

vergeten. Het jammere vind ik alleen dat het<br />

onderwijs door de iPads veel individueler wordt. Juist het praten over<br />

lesstof of de samenwerking tussen leerlingen zijn erg belangrijk in het leren en de ontwikkeling van kinderen.<br />

De digitalisering van het onderwijs is zeker een positieve ontwikkeling, maar ik vind dat het in eerste instantie<br />

moet worden gezien als ondersteuning.<br />

Een ondersteuning die het leren een stuk leuker en makkelijker kan maken.<br />

Tessa Miedema, AOLB 3<br />

18


COMMISSIE AAN HET WOORD<br />

CarrièreCie<br />

Onze studievereniging heeft een heleboel verschillende en uiteenlopende commissies. Om deze een beetje<br />

beter te leren kennen, hebben we de rubriek ‘Commissie aan het woord’. Voor dit OM hebben we de<br />

CarrièreCie gevraagd om zich aan jullie voor te stellen. Wellicht is dit een iets minder bekende commissie dan<br />

bijvoorbeeld de FeestCie of AcCie, maar onderschat de CarrièreCie niet! De dames van deze commissie<br />

zorgen er voor dat je goed voorbereid bent op het (toekomstige) werkveld. Zo organiseren ze activiteiten en<br />

meeloopdagen waarbij je de theorie een dagje kunt verruilen voor de ‘echte’ praktijk.<br />

De commissie wordt geleid door vijf gedreven, enthousiaste dames. Joke, student orthopedagogiek (jaar 2) is<br />

één van hen. Daarnaast hebben we Lisanne, die dezelfde studie doet en ook in hetzelfde jaar zit als Joke. De<br />

enige AOLB’er van de groep is Emily (AOLB 1). In de commissie zit ook maar één student APW/OWK, namelijk<br />

Anna (jaar 2). De hekkensluiter van de commissie is Elise, die in het derde jaar van orthopedagogiek zit. Alle<br />

vijf de dames zijn woonachtig in Groningen.<br />

Op dit moment is de CarrièreCie al druk bezig met het organiseren van interessante activiteiten op het<br />

gebied van carrière, werk en toekomst. Daarnaast zal er begin 2017 een<br />

Carrièreavond worden. Wat dat is, houden we nog even geheim! Naast deze<br />

carrièregerichte activiteiten zullen jullie de leden van de CarrièreCie ook vaak zien op de activiteiten en<br />

borrels van <strong>ODIOM</strong>, dus spreek ze vooral aan, maak een praatje met ze en leer ze beter kennen!<br />

TEKST GEERTJE KOEHOORN<br />

19


KOMENDE ACTIVITEITEN<br />

Op 20 december is het weer tijd voor een activiteit van de AcCie. De commissie brengt het<br />

welbekende ‘Ik hou van Holland’ tot leven. Voor 1 euro kun je deze activiteit van dichtbij meemaken en<br />

krijg je bovendien ook nog een drankje. Dus ben jij fan van de spelshow , kom dan zeker naar deze activiteit!<br />

Wil jij snel in de kerststemming komen? Kom dan op 21 december zeker naar de thematheeleut<br />

in het <strong>ODIOM</strong>-hok. Tijdens deze theeleut is het hok helemaal versierd en zullen er een heleboel<br />

kersthits gedraaid worden. Het jaar wordt dus knallend afgesloten in het hok, dit wil je niet missen!<br />

10 januari staat er een actief ledenactiviteit op de planning. Wat voor<br />

activiteit dit zal worden, is nog een verrassing, maar dat het leuk gaat worden is<br />

natuurlijk met zekerheid te zeggen. Als actief lid moet je hier dan ook echt bij zijn!<br />

Ben jij benieuwd naar de bestemming van de BexCie en wil jij er als een<br />

van de eersten achter komen? Dit kan, er is namelijk op 11 januari een<br />

borrel samen met de AEGEE en hier zal deze bestemming bekend worden gemaakt.<br />

Wil jij op de hoogte blijven van alle activiteiten van <strong>ODIOM</strong>?<br />

kijk dan op www.odiom.nl en volg ons via de social media!<br />

20


Tussen 20 november en 4 december is Sinterklaas,<br />

begeleid door telkens 4 Pieten, op huisbezoek<br />

geweest in 50 gezinnen die onder de<br />

armoedegrens leven. In samenwerking met de Stichting<br />

Kledingbank de Zeecontainer werd dit jaar het<br />

Sinterklaasfeest georganiseerd. Dagelijks tussen<br />

15 en 20 uur werden vijf gezinnen bezocht, waarin<br />

we vele kinderen blij hebben kunnen maken met<br />

een cadeau. Maar ook een tehuis voor demente<br />

bejaarden, een aantal winkelcentra, een tweetal<br />

wijkgebouwen, een sportschool voor jongeren<br />

en veel meer werden er bezocht. Het was<br />

onmogelijk geweest dit alles te bezoeken zonder de<br />

enorme inzet van de kant van studenten binnen de<br />

afdeling PEDOK. Sinterklaas had de beschikking over<br />

meer dan 30 Pieten, waarvan een deel reserve was<br />

en op elk moment kon worden opgeroepen, wat<br />

twee keer is voorgekomen door zieke Pieten.<br />

Nogmaals hartelijk dank en volgend jaar zal er<br />

opnieuw een actie voor de arme kinderen worden georganiseerd.<br />

Hans Knot<br />

Fijne kerstdagen<br />

en alvast een gelukkig nieuw jaar


Kind tijdens het fruiteten:<br />

‘Als je te veel<br />

bananen eet, krijg je<br />

een piemel.’<br />

Ik wil mijn broek met<br />

‘Ik heb zo’n<br />

drinkenhonger.’<br />

korte mouwen aan.’<br />

Kleuter tijdens het afnemen<br />

van een toets: ‘Juf, ik weet even<br />

niet hoe ik dat moeten zeggen.’<br />

‘Je mag het ook wel omschrijven.’<br />

‘Maar juf, doe toch niet zo gek.<br />

Ik kan toch nog helemaal niet<br />

schrijven.’<br />

‘Als je 30 bent, dan ben je al<br />

heel oud.Juf: ‘Hoe oud denk je dat<br />

ik ben?’ Meisje:<br />

‘Uhm, 50 of 60.’<br />

‘Juf is niet volwassen, want<br />

juf heeft nog ouders.’

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!