You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Klant,<br />
werk en<br />
passie
6<br />
Klant, werk en passie
Voorwoord<br />
Passie<br />
voor<br />
mensen<br />
Twan van den Akker<br />
xclusief design. Mooie, strakke lijnen. Een luxe<br />
uitstraling. Motorinhoud en paardenkrachten.<br />
Autoliefhebbers raken niet uitgepraat over hun<br />
gedeelde passie. Zeker als het mooie merken betreft<br />
als Audi, Bentley of Porsche. Exclusieve merken,<br />
die mijn klanten al jaren weten te waarderen.<br />
Mooie auto’s boeien mij al sinds mijn jeugd. Als twaalfjarige jongen<br />
stond ik al auto’s te wassen bij ‘Audicentrum <strong>VD</strong> Akker’ in een kleine<br />
garage in Veldhoven. Drie jaar later verkocht ik er mijn eerste auto en<br />
op mijn negentiende trad ik in dienst.<br />
In 2006 nam ik het bedrijf volledig over, niet van mijn vader zoals vaak<br />
wordt gedacht, maar van Jan, een neef van hem. Tegelijkertijd verhuisden<br />
we, met vijf personeelsleden, naar de mooie, huidige locatie aan de A2 bij<br />
Best. Inmiddels zijn we zes jaar verder. Jaren waarin we keuzes hebben<br />
gemaakt die succesvol blijken en gezorgd hebben voor groei. We vormen<br />
nu met 25 medewerkers een hecht team, waarin we als collega’s van<br />
elkaar op aan kunnen. <strong>VD</strong> Akker is uitgegroeid tot een modern, (inter)<br />
nationaal werkend autobedrijf.<br />
In dit boek staat de passie centraal. Passie: een begrip dat synoniem is<br />
voor ‘hartstocht’, ‘vol vuur’, of ‘overgave’. Natuurlijk deel ik met mijn<br />
klanten de passie voor mooie auto’s. Maar in de loop der jaren heb ik veel<br />
van mijn klanten beter leren kennen. Wat ze naast hun liefde voor een<br />
mooie auto gemeen hebben, is de overgave waarmee ze met hun werk of<br />
onderneming bezig zijn en keuzes hebben durven maken.<br />
In dit boek vertellen elf van mijn trouwe klanten over wat hen drijft in<br />
hun werk. Wat maakt iemand tot de persoon die hij is en de dingen doet<br />
die hij doet? Elf interviews, die iets vertellen over visie en verrassende<br />
keuzes in het leven. Gevarieerde verhalen, die we met veel genoegen<br />
gemaakt hebben. Ik wens u evenzoveel plezier bij het lezen ervan!<br />
7
Klant,<br />
werk en<br />
passie<br />
10 20<br />
Rob Hendriks,<br />
BANNING N.V.<br />
“Ik ben een<br />
dwarsligger<br />
pur sang!”<br />
Freek van der Valk,<br />
Van der Valk Hotel<br />
Ridderkerk<br />
“Alles draait<br />
om mensen”<br />
60 70 80<br />
Ronald Koeman,<br />
Feyenoord<br />
”Elke dag<br />
beter willen<br />
worden...<br />
dat moet<br />
normaal zijn”<br />
Ronald Linskens,<br />
St. Anna Ziekenhuis<br />
“Ik wil<br />
meer tijd<br />
overhouden<br />
voor de<br />
patiënt”<br />
Frank Habraken,<br />
Habraken Houtimport<br />
“Wie de<br />
mensen in de<br />
bossen kent,<br />
kan de partij<br />
kopen die de<br />
klant zoekt”<br />
8<br />
Klant, werk en passie
30 40 50<br />
Joost Cranen,<br />
Fresh Food Service<br />
“Makelaar<br />
in smakelijk<br />
goed”<br />
Hans van Hal,<br />
HalDu Groep<br />
“Het ligt<br />
altijd aan<br />
jezelf”<br />
Joost van der Heijden,<br />
Pijnenburg Juweliers<br />
“Mijn<br />
klanten<br />
verwachten<br />
mooie<br />
stukken”<br />
90 100 110<br />
Patrick Sanders,<br />
BSS Systems<br />
Menno Jansen,<br />
Q.I. Press Controls<br />
“Ondernemer<br />
in duurzaamheid”<br />
“Wereldspeler<br />
zijn<br />
en blijven”<br />
Thijs Jongkind,<br />
BSU, Uden<br />
“IT gaat<br />
steeds minder<br />
over techniek”<br />
9
10<br />
Klant, werk en passie
Dwarsligger<br />
pur<br />
sang<br />
Rob Hendriks, BANNING N.V.<br />
11
Op zijn 29ste promoveerde hij. Toen<br />
had hij al twee volledige rechtenstudies<br />
‘voor’ zijn naam staan. Binnen vier jaar<br />
werd hij partner bij BANNING N.V., een<br />
van de 20 grootste advocatenkantoren<br />
van Nederland. Inmiddels heeft hij een<br />
aardige reputatie als transactieadvocaat<br />
en troubleshooter bij transacties<br />
en ondernemingsrechtelijke geschillen.<br />
Een dealmaker. Zijn motto’s? “Durf je te<br />
onderscheiden, speel om te winnen en<br />
zorg dat het niet saai wordt.”<br />
ANNING N.V. resideert aan de Statenlaan, in het<br />
Paleiskwartier van ’s-Hertogenbosch. Een moderne<br />
(kantoren)wijk aan de rand van het centrum<br />
met de allure van het Parijse La Défense. Het<br />
k a nto or v a n Rob Hend r i k s op d e t we e d e verd ie -<br />
ping staat vol met perspex ‘gedenkstenen’, zo lijkt<br />
het. “Dat zijn tombstones”, legt Rob uit. “Herinneringen aan geslaagde<br />
deals. Overnames, fusies, financieringen en herstructureringen, dat<br />
soort trajecten.”<br />
Dealmaker<br />
Rob studeerde Nederlands én Fiscaal Recht en is bij BANNING actief<br />
als transactieadvocaat en troubleshooter. Een dealmaker. “We ondersteunen<br />
ondernemingen bij dergelijke transactietrajecten. Maar ook<br />
alle procedures die daarbij komen, bijvoorbeeld over het nakomen van<br />
voorwaarden, schadevergoedingen, aandeelhoudersgeschillen, vennootschapsrecht,<br />
enzovoorts.”<br />
Ingewikkelde contracten<br />
Geen negen-tot-vijfjob dus. “Gelukkig maar, want daar heb ik een hekel<br />
aan. Mijn weken zien er altijd hectisch uit. Elke week is ook anders. Het<br />
is een wereld van ingewikkelde contracten en veel geld, waar het soms<br />
hollen is en soms stilstaan. Wachten op onderhandelingen, die maar<br />
door blijven lopen. En dan ineens is er een akkoord en moet je aan de<br />
slag: ingewikkelde contracten opstellen, juridische constructies uitwerken,<br />
tot laat in de nacht. Alle vormen van recht komen daarin samen,<br />
dat spreekt me ook zo aan.”<br />
Creativiteit<br />
Het werk van Hendriks vergt creativiteit, snel kunnen werken en<br />
s c h a k e len en e en he le b o e l s t re s s b e s t end i g he id . “K ijk , je he bt o ok<br />
b o d empro c e du re s . D a a r s t a at nu a l v a s t d at je over e en x-a a nt a l we k en<br />
een zitting hebt en een processtuk klaar moet hebben liggen. Alles is<br />
vast omlijnd en je hebt alle tijd om iets uit te werken. Niks voor mij.<br />
Dit is heel anders. Snel schakelen en ter plekke ineens zaken oplossen.<br />
12<br />
Klant, werk en passie
“Kan niet?<br />
Heb je echt<br />
alles geprobeerd<br />
dan?”<br />
13
14<br />
Klant, werk en passie
“Ik ben een<br />
dwarsligger<br />
pur sang!”<br />
Overleg voeren, een helikopterview hebben en goed kunnen samenwerken.<br />
Bij veel transacties komt snelheid kijken. Bedrijven gaan geen<br />
jaar wachten om een transactie rond te krijgen.”<br />
Tweehonderd procent knallen<br />
Rob is duidelijk: lang is saai. “Het draait bij procedures in mijn werk<br />
bijna altijd om kort gedingen. Daarbij is geen tijd om achteraf te denken,<br />
ik ben dit of dat vergeten, dat komt de volgende keer wel. Er is geen<br />
vol gend e k e er. E én z it t i ng , z ond er vol gend e rond e . D a n mo e t je t we e -<br />
honderd procent knallen. Dát is wat ik leuk vind.”<br />
De klik<br />
Als partner Corporate en M&A (Mergers en Aqcuisitions) werkt<br />
Hend r i k s me t bijz ond ere k l a nt en . B e d r ij ven a l s B av a r i a , I nt er ga s en<br />
Jumbo. Maar ook mensen als Chris Luken (Hotelbon.nl, Fletcher<br />
Hot e l s), I nge v a n Kemen a d e ( Top s he l f Me ga s tore s), M a rc e l B o e k ho or n<br />
en verschillende bekende investeerders in de vastgoedwereld. Maar Rob<br />
werkt niet per definitie voor iedereen die aanklopt. “Er moet wel een<br />
persoonlijke klik zijn, wil ik met een klant in zee gaan.” En als die klik<br />
er niet is? Dat maakt Rob niet vaak mee. Niet dat hij zo’n makkelijk<br />
type is waar iedereen het meteen mee kan vinden. Maar de klanten<br />
met wie hij in zee gaat, komen bij hem vanwege publicaties, mond-totmondreclame<br />
en zijn reputatie. “Ze kiezen je om wie je bent. Als dat<br />
mensen niet ligt, moeten ze niet aan mij beginnen.”<br />
b e l a ng r ijk d at ie d er z ic h z e l f i s . “I k word sne l a l s b e ho orl ijk c om merc ie e l<br />
gezien. Dat heeft niet iedere jurist. Dat hoeft ook niet, want ieder heeft<br />
zijn eigen kwaliteiten en dat is goed. Liever zo, dan een grijs advocatenkantoor,<br />
waar iedereen zich aan dezelfde regeltjes moet conformeren.<br />
Dat ligt mij niet.”<br />
Kan-niet bestaat niet<br />
Regels zijn er ook om creatief mee om te gaan. “Ik zie de wet als mijn<br />
gere e d s c h aps k i s t , w a a r je w at me e k u nt m a k en . Cre at i v it e it , d a a r d r a a it<br />
het om. De ruimte zoeken, iets zus of zo proberen, om te kijken wat er<br />
uitkomt. En een verloren vonnis is nog geen verloren zaak! Daarmee ga<br />
je kijken wat je wél kunt. Ik ben een positivo, ik blijf zoeken naar mogelijkheden.<br />
Ik hoor het stagiairs wel eens zeggen, na een verloren zaak.<br />
Geen grijze muis<br />
En wie met Rob in zee gaat, gaat niet in zee met een grijze muis.<br />
“Mo e t en a d vo c at en s a a i z ijn s om s? ”, v r a a g t Rob z ic h h a rdop a f . “Ne e ,<br />
ik rijd geen Zweedse of Franse auto zoals de meeste advocaten, maar<br />
een Porsche. En nee, ik draag ook niet de standaard ‘saaie-stropdas’.<br />
Ik wil me onderscheiden, in alles.” Rob vindt het daarom ook erg<br />
15
‘Het kan niet.’ Het kan niet? Dat wil ik nog wel eens zien. Pas als echt<br />
alles bekeken en onderzocht is, accepteer ik een ‘kan-niet’.”<br />
Verloren zaak<br />
Rob geeft een voorbeeld uit een recente, grote procedure met drie grote<br />
partijen. De hamvraag: moet er betaald worden in een bepaalde transactie?<br />
“Iedereen stelde dat het zwart op wit in het Engelstalige contract<br />
staat. Een verloren zaak. No way. Ik zeg: er staat niet dat er ‘betaald’<br />
moet worden, maar ‘gefinancierd’. Als je redeneert als een bank die<br />
f i n a nc ier t , k u n je er bij ong u n s t i ge vo or w a a rd en n at uu rl ijk ond er u it .<br />
Op die motivatie hebben we de financiering opgezegd. Dat kan met een<br />
betaling natuurlijk niet. Uiteindelijk kregen we gelijk van de rechter.”<br />
Het tekent de creativiteit van Rob Hendriks. Ook de herfinancieringsoperatie<br />
voor voetbalclub PSV komt deels op zijn conto. Niet het vastgoed<br />
zelf, maar de grond onder trainingscomplex De Herdgang en het<br />
Philips Stadion werden verkocht aan de gemeente. Een slimme zet, die<br />
de Eindhovense club weer financieel gezond maakte.<br />
Commercieel is een compliment<br />
Een goede deal of een gewonnen zaak geeft natuurlijk een kick. Maar<br />
vooral een gevoel van trots. “Op mezelf, op de klant én zeker op het<br />
team. Want in dit werk is teamwork onontbeerlijk. Als je een team goed<br />
aanstuurt, kun je samen heel veel doen. Managen is een belangrijk<br />
onderdeel van mijn werk. En dat mis ik bij veel advocatenkantoren:<br />
u it e i nd e l ijk z ijn we ge wo on e en b e d r ijf . I k b en p a r t ner, en du s ond ernemer.<br />
Bij ons staat dat centraal.” Hendriks hoort vaak dat zijn kantoor<br />
als arrogant of agressief en te commercieel te boek staat. “Ha, te commercieel?<br />
Dat is een compliment voor mij! Onze slogan is op het moment<br />
ook ‘Play to win’. Dat is in de advocatuur natuurlijk not done.<br />
Maar het tekent wat we doen. Ons onderscheiden van de massa.”<br />
Marketing mag<br />
BANNING wil hét alternatief zijn voor de Zuidas, de grote Nederlandse<br />
advocatenkantoren. In de top 20 van de Nederlandse advocaten bureaus<br />
16<br />
Klant, werk en passie
profileert BANNING zich met zijn circa 90 advocaten met persoonlijk<br />
contact, betere service én een aantrekkelijk uurtarief. “Je ziet bij veel<br />
bu re au s d at he t t a r ie f op 5 0 0 e u ro p er uu r l i g t . St e e d s me er k l a nt en<br />
pi k k en d at n ie t . E n t ere c ht w at m ij b e t re f t . Bij on s l i g t he t topt a r ie f op<br />
350 euro per uur. En ons kantoor doet niet de beursgang van giganten<br />
als Shell of Facebook. We richten ons op de midmarket. Bedrijven als<br />
Jumbo en Bavaria, Intergas... En die weten ons prima te vinden, juist<br />
dankzij onze service en het lagere tarief. En omdat we ons gewoon goed<br />
profileren.” BANNING heeft bijvoorbeeld een eigen marketing-afdeling.<br />
“En die durven we ook gewoon zo te noemen”, zegt Rob. “Voor veel<br />
a d vo c at en k a ntoren i s ‘m a rk e t i ng ’ i m mer s e en v ie s wo ord . Nie t bij on s .”<br />
Dwarsligger<br />
Aan hiërarchie heeft hij een broertje dood. “Ik ben een dwarsligger pur<br />
sang. De relatie met klanten is gebaseerd op vertrouwen. Eén op één.<br />
Als een klant per se al onze gezamenlijke beslissingen met een ander wil<br />
overleggen, hoeft het voor mij niet. Voor de volle honderd procent, of<br />
he lem a a l n ie t . I k ne em d a a r bij o ok ge en bl a d vo or d e mond . D at wordt<br />
me niet altijd in dank afgenomen, maar ik ben wie ik ben. En daardoor<br />
kom ik ook de klanten tegen die bij mij passen, waar het mee klikt.<br />
Daarnaast moet een zaak me interesseren én haalbaar zijn. Anders<br />
heb ik er geen zin in. Een evident niet-haalbare zaak is een verloren<br />
we d s t r ijd , d ie lo op i k n ie t . D a n we k je o ok v a l s e ver w a c ht i ngen bij e en<br />
klant en daar wordt niemand blij van.”<br />
Rebel met kennis<br />
Een kleurrijk type is Rob, een man van uitersten. Enerzijds de rebel,<br />
a nd er z ijd s b e z it h ij u it z ond erl ijk ve e l k en n i s . H ij volto oid e t we e vol le d i ge<br />
rechtenstudies (Nederlands én Fiscaal Recht), promoveerde ook twee<br />
“Als Angus<br />
Young belt<br />
dat ie een<br />
drummer<br />
zoekt voor<br />
AC/DC, stop<br />
ik direct als<br />
advocaat”<br />
17
Rob Hendriks rijdt een Porsche 911<br />
18<br />
Klant, werk en passie
“Tweehonderd procent knallen,<br />
want er is geen volgende ronde”<br />
keer. “Want die commerciële kant mag nooit ten koste gaan van de<br />
k w a l it e it . We he bb en h ier bij BA N N I NG bij vo or b e e ld o ok e en we t enschappelijk<br />
bureau, ik publiceer, geef les: je moet altijd de balans tussen<br />
commercie en kwaliteit in de gaten houden.” Aan de andere kant is er<br />
ook weer de rebelse Rob. Die ook nog wel eens in beeld komt. In het<br />
Stan Huygens Journaal, de societyrubriek in de Telegraaf bijvoorbeeld.<br />
“Ik houd van exposure. Maar nooit ten koste van mijn reputatie. Dat<br />
Moszkowicz bij Albert Verlinde in RTL Boulevard zit, tja… Dat zul je<br />
mij nooit zien doen. Maar exposure om jezelf, je bedrijf en je product<br />
– juridische ondersteuning – te verkopen, dat is ondernemen.”<br />
Enthousiasme<br />
Het enthousiasme als Rob vertelt, is overweldigend. Over zijn studietijd,<br />
zijn promotieonderzoek en hoe hij gelijktijdig ook werkte als advocaat<br />
én universitair docent. Over zijn eerste gewonnen ‘zaak’: toen hij met<br />
succes bezwaar indiende tegen een weekendarrest dat hij zelf tijdens<br />
zijn dienstplicht opgelegd kreeg. “Ik kon toen al niet zo omgaan met<br />
gezag”, gniffelt hij. “Ik was het er niet mee eens en pluisde het Militair<br />
Wetboek na. Dat was toen de trigger om rechten te gaan studeren,<br />
ik zag de mogelijkheden en vond het enorm interessant.”<br />
Datzelfde enthousiasme brengt hij over, als hij lesgeeft aan rechtenstudenten,<br />
of aan stagiairs bij BANNING. “Een rechtenstudie saai?<br />
He lem a a l n ie t ! I n fe it e k a n e l k e s t ud ie s a a i z ijn , m a a r he t i s w at je er<br />
zelf van maakt. Ook daar moet je het recht niet zien als materie die je<br />
in je hoofd moet stampen, dan is het saai. Nogmaals: het is een gereedschapskist.<br />
Wees creatief en gebruik wat er in zit!”<br />
Angus Young<br />
Creativiteit, veel dingen tegelijk doen en ergens vol voor gaan, dat tekent<br />
Rob. Niet in de laatste plaats bij een andere passie, tijdens zijn studietijd.<br />
“Ik was allesbehalve een doorsnee rechtenstudent. Lang haar, een oorbel.<br />
Dat hoorde bij mijn andere passie: de muziek. Ik heb onder meer<br />
ge d r u md bij e en b e k end e Ne d erl a nd s e h a rd ro c k b a nd . O p tou r ne e do or<br />
Europa, nummers schrijven. Maar op een gegeven moment was het niet<br />
meer te doen: ’s avonds een albumpresentatie in Paradiso en de volgende<br />
ochtend pleiten, dat is geen combinatie. Ik ben er dus mee gestopt.<br />
Want: ik moet er óf helemaal voor gaan, óf niet. Maar als Angus Young<br />
me belt dat AC/DC een nieuwe drummer zoekt, stop ik acuut als<br />
a d vo c a at !”<br />
Eikel<br />
Het lijkt wel alsof hij het nodig heeft: veel dingen tegelijk doen en de<br />
spanning. “Dat heb ik altijd al gehad. Anders wordt het saai. Net zoals<br />
ik altijd wil winnen.” Transacties, zoals overnames, doe je meestal in<br />
s a men s pr a a k , me t a d vo c at en v a n d e a nd ere p a r t ij. “D a n i s d e k ic k ho e<br />
je er samen het beste resultaat uit haalt. Anders ligt het bij een procedure.<br />
En tja, sommige collega’s zullen dan een hekel aan me hebben.<br />
Niet iedereen kan met mijn creatieve inslag en vasthoudendheid omgaan.<br />
Soms tref ik een nette, bedeesde tegenstander, die haalt er dan<br />
nét niet uit wat er in zit. Maar ik kan me er niet druk om maken, dat<br />
mensen me soms een eikel vinden. Sterker nog, het mooiste compliment<br />
dat ik wel eens krijg, is dat ik gebeld wordt door iemand, van wie ik ooit<br />
heb gewonnen. ‘Zoals je toen tegenover me stond, dat wil ik aan mijn<br />
kant hebben.’ Mooi toch?”<br />
19
“Alles draait<br />
20<br />
Klant, werk en passie
om<br />
Freek van der Valk,<br />
mensen”<br />
Van der Valk Hotel Ridderkerk<br />
21
Hij groeide op in het restaurant van zijn ouders. Wilde architect worden, maar<br />
ontdekte dat hij toch de meeste passie en voldoening zou kunnen halen uit hetzelfde<br />
vak dat een groot deel van zijn meer dan 500 (!) familieleden uitoefenen.<br />
Freek van der Valk, telg uit de beroemdste horecafamilie van ons land, over het<br />
Van der Valk-dna, oog voor detail en generatieoverschrijdend denken.<br />
ot een paar jaar geleden golden Freek van der<br />
Valk en zijn (achter)neven en -nichten als de<br />
d erd e gener at ie Va n d er Va l k d ie n a a m m a a k t<br />
als horeca-ondernemer. Tot een projectgroep van<br />
familieleden, dat onderzoek deed voor een boek,<br />
erachter kwam dat het familiebedrijf bijna 70 jaar<br />
ouder was dan gedacht. Al in 1862 was het Freeks betovergrootvader<br />
Nicolaas van der Valk die een melklokaal in zijn Voorschotense boerderij<br />
ombouwde tot een café. Het werd een populaire pleisterplaats voor<br />
reizigers tussen Den Haag en Leiden. En voor blauw bloed: het verhaal<br />
gaat dat Prins Hendrik na een jachtpartij in Wassenaar nog wel eens<br />
kwam uitrusten in De Gouden Leeuw.<br />
Nicolaas’ zoon Martinus nam de zaak over van zijn vader en begon een<br />
restaurant, waar gasten zouden kunnen eten ‘zoals bij moeder thuis’.<br />
Ook was hij degene die nadrukkelijk elk van zijn elf kinderen een ‘eigen<br />
zaak’ wilde geven. Een formule die nog steeds de basis is voor de expansie<br />
van de Van der Valk-keten. Freek staat inmiddels te boek als de<br />
v ierd e gener at ie v a n d e f a m i l ie , d ie i nc lu sie f a a nge t rouwd e f a m i l ie le d en<br />
inmiddels meer dan 500 mensen telt.<br />
Autootjes aan tafel<br />
Freek groeide op in het bedrijf van zijn ouders: Restaurant Plaswijck<br />
aan de Bergse Achterplas in Rotterdam. Een van de oudere Van der<br />
Valk-vestigingen van het land. “We woonden in hetzelfde pand, het<br />
re s t au r a nt w a s m ijn hu i s . D a a r z at i k d a n me t auto ot je s a a n e en t a fe lt je<br />
te spelen, terwijl mijn ouders bezig waren. Ze werkten keihard, maakten<br />
heel lange dagen. Maar ze waren altijd in de buurt, ik kon altijd bij ze<br />
t ere c ht . E r z u l len n ie t ve e l k i nd eren z ijn w ien s oud er s z o ve e l b e s c h i k-<br />
baar zijn.”<br />
Voor een kind was Plaswijck een prachtige plek om te wonen. “Je woont<br />
in feite in een gigantisch groot huis, met allemaal zalen. Je vriendjes<br />
komen maar wat graag spelen. Het is één groot avontuur. En toen ik<br />
eenmaal wat groter was, mocht ik natuurlijk meehelpen. Op een kratje<br />
achter de bar staan om glazen schoon te spoelen. Dat vond ik prachtig,<br />
het voelde in de verste verte niet als werk. Dat verandert natuurlijk als je<br />
ouder wordt, dan is het gewoon aanpoten. Hard werken hoort erbij, dat<br />
krijg je met de paplepel ingegoten.”<br />
Passie voor ontwerp<br />
Toch is het niet vanzelfsprekend dat Freek zelf ook de keuze maakt voor<br />
het horecavak. Als scholier gaan zijn gedachten een heel andere kant uit.<br />
“Ik had echt een passie voor architectuur. Tekenen, ontwerpen, hoe je<br />
dingen vormgeeft, het oog voor detail... dat trok me enorm. Ik wilde<br />
22<br />
Klant, werk en passie
23
a rc h it e c t word en .” L at er ver w at er t d ie z e k erhe id . H ij k ie s t vo or e en<br />
bre d e , a l gemene s t ud ie : b e d r ijf s k u nd e . “ Wat i k er me e z ou ga a n do en ,<br />
daar had ik eigenlijk nog geen idee van. Behalve dan dat ik uiteindelijk<br />
toch zelf wilde gaan ondernemen.”<br />
Op dat moment zijn Freeks ouders al enkele jaren bezig met plannen<br />
om een hotel te bouwen in Ridderkerk, op een steenworp afstand van de<br />
A15. “In mijn studententijd zag ik de tekeningen van het hotel om de<br />
haverklap langskomen. Toen ging het plotseling tóch kriebelen. Het idee<br />
dat je iets nieuws kunt creëren. Bovendien merkte ik dat ik toch wel erg<br />
van de drukte en hectiek van het horecabedrijf hield, van het werken<br />
met mensen.”<br />
Tegen de tijd dat alle bureaucratische hobbels genomen zijn, zijn het niet<br />
24<br />
Klant, werk en passie
meer Freeks ouders die het project trekken, maar Freek zelf. Op dat<br />
moment wordt o ok b e s lot en d e pl a n nen i ng r ijp end t e ver a nd eren . “M ijn<br />
ouders waren begonnen met een vrij traditioneel Van der Valk-ontwerp.<br />
Maar toen het proces door al die procedures vertraagd werd, kwam er<br />
een moment dat we dachten: het moet anders. Je wilt geen hotel dat qua<br />
ontwerp op het moment van opening al tien jaar oud is.”<br />
Groots maar gastvrij<br />
Freek stort zich vervolgens vol overgave in het vernieuwen van de bouwplannen.<br />
Zijn passie voor architectuur bloeit weer helemaal op. “We<br />
hebben veel en intensieve dialogen met de architect gevoerd. Op alle<br />
n i ve au s . We w i ld en e en ge b ouw d at go e d i n d e om ge v i ng p a s t e . He t<br />
moest duurzaam zijn. De keuze voor materialen, tot en met de kleur<br />
25
26<br />
Klant, werk en passie
“We denken generatie overschrijdend”<br />
van de voegen aan toe. Ik heb me er tot in de kleinste details mee<br />
beziggehouden: welke kant draait een deur op, op welke hoogte plaats<br />
je de stopcontacten.” Niet dat hij op de stoel van de architect ging zitten.<br />
Maar vanuit het perspectief van de gebruiker, de gast, moest alles<br />
zo optimaal mogelijk zijn. “Gastvrij, duurzaam en efficiënt: dat waren<br />
de uitgangspunten, in die volgorde.”<br />
Gastvrij betekent in Freeks optiek: goede bereikbaarheid, veel parkeergelegenheid,<br />
een aantrekkelijke entree en een open structuur, met zo<br />
min mogelijk ‘hokjes’. Een ruimte waar je bijna intuïtief je weg in kunt<br />
vinden. Het meest trots is hij dan ook op de entree van het hotel, waar<br />
we voor het gesprek plaats hebben genomen. Een grote glaspartij, hoge<br />
plafonds, een grote open ruimte die zowel receptie, zithoekjes als een<br />
restaurant bevat. “De detaillering, de lijnen, de verhoudingen van<br />
deze ruimte: daar word ik elke dag weer blij van. Het is groots van<br />
uitstraling en toch geeft het een gevoel van thuiskomen. Het is licht,<br />
er gebeurt wat, je ziet in één oogopslag waar je moet zijn. Het is verwelkomend,<br />
zoals een Van der Valk-hotel dat hoort te zijn.”<br />
Duurzaam denken<br />
Daarnaast is het hotel ook een schoolvoorbeeld van duurzaamheid.<br />
“Omdat we het wilden, niet omdat het moest”, zegt Freek. “Eigenlijk<br />
is het alleen maar logisch. Je bouwt een hotel met het oog op de lange<br />
termijn, dan kan het niet anders of je denkt duurzaam. Ik denk dat die<br />
manier van denken voor een familiebedrijf ook wat vanzelfsprekender<br />
is. We denken generatieoverschrijdend. Daarbij past een manier van<br />
werken waarin je zorgvuldig met milieu en omgeving omgaat.” Meer<br />
pragmatisch gezien hebben familiebedrijven ook het voordeel dat ze<br />
gewend zijn aan lange investeringscycli, voegt hij eraan toe. “Wij<br />
schrikken niet van een terugverdientijd van twintig jaar.”<br />
Besparen<br />
Niet dat duurzaamheid altijd zulke lange terugverdientijden nodig<br />
heeft. Integendeel, duurzaam bouwen hoeft volgens Freek zeker niet<br />
altijd dramatisch hoge investeringen te vergen. Mits je vanaf het<br />
a l lere er s t e b e g i n duu r z a a m he id a l s e e n volw a a rd i g ont wer ppr i nc ip e<br />
laat meewegen. “Hoe eerder in het proces je daarop let, hoe meer<br />
mogelijkheden je hebt en hoe lager – relatief – de benodigde investeringen<br />
zijn.” Nog los van het feit dat duurzaamheid niet altijd om<br />
speciale techniek vraagt. Inzicht in de wensen en gedragspratronen<br />
van gebruikers helpt ook. Zo blijkt dat gasten ’s nachts vaak het<br />
badkamerlicht aan laten staan, omdat ze anders in het donker de<br />
lichtschakelaars niet kunnen vinden. Door een led-lampje aan te<br />
brengen onder de lichtschakelaars, is dit niet nodig. Prettig voor<br />
de gast én een aanzienlijke besparing op de energierekening.<br />
Toch wordt de grote duurzaamheidswinst geboekt door vroeg<br />
in het proces fundamentele keuzes te maken. Bijvoorbeeld voor<br />
warmte- en koudeopslag in een 188 meter diepe put naast het hotel.<br />
Door koude- en vriescellen naast elkaar te positioneren, zodat je<br />
koeling niet over onnodig lange afstanden hoeft te vervoeren. Door<br />
restwarmte – bijvoorbeeld uit de ‘afwasstraat’ – zoveel mogelijk te<br />
her ge br u i k en . O f do or t e i nve s t eren i n t e c h n ie k d ie er vo or z or g t<br />
dat ruimtes alleen verwarmd of gekoeld worden als dat daadwerkelijk<br />
nodig is. Zo is de klimaatregeling gekoppeld aan het<br />
boekingssysteem; lege kamers worden zuinig verwarmd en<br />
s c h a k e len autom at i s c h over n a a r e e n c om for t a b e le s t a nd z o d r a<br />
de gast verwacht wordt. En het resultaat mag er zijn: alleen al op<br />
de koeling van hotelkamers bespaart het hotel 90% ten opzichte<br />
van traditionele systemen.<br />
27
Visie en gevoel<br />
Langetermijnvisie is volgens Freek een van de inherente pluspunten<br />
van een familiebedrijf. Het andere is de enorm sterke, persoonlijke<br />
betrokkenheid van de ondernemer. Die niet alleen voor zichzelf werkt,<br />
maar ook voor de volgende generaties. Die persoonlijke betrokkenheid<br />
kan volgens hem óók een keerzijde hebben. “Het betekent dat er soms<br />
meer op gevoel wordt afgegaan dan in andersoortige bedrijven, dat een<br />
beslissing op emotionele gronden genomen wordt in plaats van zakelijke<br />
overwegingen. Al kan zoiets natuurlijk ook goed uitpakken.”<br />
Tegelijkertijd is die ruimte voor het ‘gevoel’ tegenwoordig aanmerkelijk<br />
kleiner dan in de begindagen van het familieconcern. “De eerste generaties<br />
Van der Valk werkten in een heel andere wereld, die veel minder<br />
complex was. Ze hadden een Pietje Bell-uitstraling, er zat een hoop<br />
romantiek rondom de manier waarop ze werkten en succes hadden.”<br />
Sindsdien is de manier van werken stap voor stap geprofessionaliseerd.<br />
De zelfvoorzienendheid waar de familie lang aan hechtte – met eigen<br />
boerderijen, slagerijen, zelfs fabrieken voor meubilair en zilverwerk – is<br />
langzaam maar zeker losgelaten. “Dat was een fase in de ontwikkeling<br />
van het bedrijf. Er zijn nog wel wat andersoortige bedrijven, maar we<br />
richten ons nu echt op onze core-business: de hotels en restaurants.”<br />
Mens en merkwaarde<br />
Hoewel er geen doorwrochte marketingstudies aan gewijd zijn, is er<br />
wel degelijk zoiets als een Van der Valk-merkwaarde. Freek definieert<br />
deze als ‘verrassend vanzelfsprekend’. “Als er iets is wat in de genen<br />
van het familiebedrijf zit, dan is het wel dat er steeds nieuwe bedrijven,<br />
c onc e pt en en for mu le s b e d a c ht word en . Ie d ere en he e f t en ne emt d ie<br />
ruimte. Dat maakt het nieuw, verrassend. Tegelijkertijd weet je als gast<br />
altijd wat je mag verwachten: gezelligheid, een levendige sfeer, vriendelijke<br />
en snelle bediening en een goede prijs-kwaliteitverhouding.”<br />
Daarnaast draait een Van der Valk altijd om ontmoetingen, benadrukt<br />
Freek. Op allerlei niveaus. “Wij zien onszelf als een partij die ontmoetingen<br />
tussen mensen mogelijk maakt. Of dat nu een zakelijke vergadering<br />
is, een etentje met vrienden, of een plek waar je gasten uit het<br />
buitenland comfortabel kunt laten logeren.”<br />
“We maken<br />
ontmoetingen<br />
tussen mensen<br />
mogelijk”<br />
Die menselijke dimensie is wat hem naar eigen zeggen drijft. En<br />
i nd erd a a d : we s pre k en hem n ie t i n e en d i re c t ie k a nto or, m a a r a a n e en<br />
tafel middenin het restaurant, waarvan Freek met enige regelmaat<br />
ops t a at om b e k end en d e h a nd t e s c hudd en . “Je mo e t voldo en i ng h a len<br />
uit het zorgen voor mensen, in hun behoeften te voorzien”, zegt hij zelf.<br />
“Daar ben je dag en nacht mee bezig. Daarnaast is de horeca een heel<br />
a r b e id si nt en sie ve br a nc he , w a a r i n je du s a l gauw me t ve e l men s en<br />
werkt. Veel mensen, veel dynamiek, veel verschillende persoonlijkheden,<br />
beweegredenen en culturen. Ik denk toch dat het al die interactie<br />
en dynamiek was, die ik van kindsbeen af om me heen zag, waardoor<br />
ik uiteindelijk voor dit vak gekozen heb. Alles draait om mensen.”<br />
28<br />
Klant, werk en passie
Freek van der valk rijdt een Audi S5<br />
29
Joost Cranen,<br />
Makelaar<br />
Fresh Food Service<br />
in<br />
smakelijk<br />
goed<br />
30<br />
Klant, werk en passie
31
Tien jaar geleden startte Joost Cranen<br />
Fresh Food Service (FFS). Een makelaar<br />
in eten en drinken, gericht op zorginstellingen.<br />
Geen groothandel? “Nee, wij<br />
helpen onze klanten in de logistiek en in<br />
de onderhandelingen met leveranciers.<br />
Het woord service wordt naar mijn<br />
idee te vaak en te gemakkelijk gebruikt.<br />
Service betekent voor mij ook dat als<br />
het niet anders kan, je voor één toetje<br />
een koelwagen naar de klant stuurt.”<br />
“Eerlijk duurt<br />
wat langer, maar<br />
uiteindelijk<br />
het langst”<br />
e foodmakelaar ontmoeten we in een ruim en<br />
licht bedrijfspand op het Waalwijkse industrieterrein<br />
Haven VII. Joost Cranen, nu een van de<br />
directeuren, vertelt over zijn schooltijd. “Ik heb<br />
een technische opleiding gedaan, de MTS en<br />
wilde destijds de autobranche in. Die opleiding<br />
heb ik wel afgerond, maar ik was meer een ‘mensenmens’, dus ben ik<br />
nooit in die richting verder gegaan.” Het vakantiewerk bij een poelier<br />
sprak Joost des te meer aan. “Daar is ook de basis gelegd voor mijn<br />
passie voor eten en drinken.” De beoogde technische loopbaan maakte<br />
plaats voor een andere carrière. “Ik werd gevraagd om te komen werken<br />
bij een groothandel in levensmiddelen voor horeca en instellingen<br />
en kwam uiteindelijk in de functie van verkoopleider terecht. En daar<br />
wilden we service al uitgebreider, als onderdeel van een compleet<br />
productscala, gaan aanbieden.” Een overname gooide echter roet in<br />
het eten. “Ik ben vertrokken. Voor mij onmogelijk: mijn oude bedrijfspet<br />
afzetten en een nieuwe opzetten met het argument dat<br />
vanaf dat moment de concurrent weer beter zou zijn.”<br />
Eten en drinken, geen food<br />
Van ‘vers’ belandde Joost in de diepvriesproducten, als verantwoordelijke.<br />
“Een heel andere tak van sport, die weer zijn eigen kenmerken<br />
heeft. Daar ontstond mijn ambitie om een compleet aanbod te ontwikkelen<br />
op diepvriesgebied. De stap naar een eigen onderneming werd<br />
daarom steeds logischer. Juist om mijn eigen ideeën te kunnen ontwikkelen.<br />
Daarom ben ik een jaar of tien geleden vanuit dat bedrijf<br />
gestart met Fresh Food Service.” Landelijk bedient FFS inmiddels zo’n<br />
500 klanten, voornamelijk zorginstellingen, zoals ziekenhuizen en<br />
verpleeg- en verzorgingshuizen. “We leveren alles op het gebied van<br />
eten en drinken. Geen ‘food’ of ‘voeding’.” Joost heeft duidelijk moeite<br />
met het gebruik van die termen. “Hoewel het wel in onze naam zit,<br />
praat ik altijd over eten en drinken. Geen ‘voeding’. Bovendien zijn<br />
we geen dozenschuiver: eten en drinken zijn emotie.”<br />
32<br />
Klant, werk en passie
33
34<br />
Klant, werk en passie
“Wij laden<br />
voor een<br />
klant ook<br />
één potje<br />
pindakaas<br />
en twee<br />
tandenborstels”<br />
Cranen en zijn compagnon Ron van Halder presenteren hun bedrijf<br />
niet als groothandel of leverancier. “We zijn foodmakelaar! Dat is geen<br />
marketingterm om op te vallen, het vat écht samen wat we doen. We<br />
werken niet zoals veel van de grote concullega’s met een vast assortiment<br />
en een vaste bestellijst. We kijken samen met de klant naar de<br />
behoefte en werken met een palet van leveranciers. Nu zijn dat er 65,<br />
de ambitie is om producten van een vaste groep van zo’n 80 leveranciers<br />
te kunnen aanbieden. We vragen letterlijk aan de klanten wat hun<br />
wensen zijn. Niet alleen als het gaat om het product, maar ook waar het<br />
service betreft. We vullen in hoe we iemand compleet en optimaal van<br />
dienst kunnen zijn. Op basis daarvan kiezen we – samen! – een aantal<br />
leveranciers dat daarbij aansluit. Hen vragen we een offerte uit te brengen<br />
per productgroep. Vervolgens wordt per productgroep ook een<br />
tweede leverancier gevraagd prijzen aan te bieden, om de klant voor<br />
elke leverancier een alternatief te kunnen bieden, tegen dezelfde kwaliteit.<br />
Vervolgens kiezen we in overleg de beste deals. Met de voorkeursleverancier<br />
van de klant volgt dan eventueel nader overleg over de prijs.<br />
En als een instelling al jaren zaken doet met een eigen, lokale leverancier<br />
die niet in ons bestand zit? Die zal zeker mee kunnen doen in de<br />
offerteronde. Mits hij voldoet aan onze kwaliteitseisen natuurlijk.”<br />
Courtage<br />
Transparantie is waar het om draait in het business-model van Joost.<br />
“Klanten sluiten een drie- tot vijfjarig contract af. De prijs ligt vervolgens<br />
voor een bepaalde periode vast. De prijs die onze subleverancier<br />
aanbiedt, wordt één op één doorgezet naar onze klant. Wij vragen<br />
slechts een fee aan de leverancier.” Een courtage, voor ons als bemiddelend<br />
makelaar. Volgens Joost snijdt het mes daarmee aan twee kanten:<br />
“We kunnen onze klanten een goede prijs bieden, die helder en transparant<br />
is. Ook onze leveranciers zijn blij, want we realiseren voor hen<br />
omzet. De focus blijft bij de producenten op het produceren liggen.<br />
En wij doen waar wij goed in zijn: acquisitie, logistiek en service.”<br />
Geen ‘linksonderprijzen’<br />
Een transparante prijs is geen vanzelfsprekendheid, vertelt Joost.<br />
Volgens hem zijn er bijvoorbeeld bedrijven die leveringscontracten<br />
afsluiten met de prijs ‘linksonder’, zoals hij dat noemt. “Dan begint de<br />
prijs laag – linksonder – maar tijdens de duur van het contract stijgt<br />
de prijs vrij onopgemerkt. Bij ons gebeurt dat niet, wij zijn transparant.<br />
Willen onze leveranciers de prijs verhogen? Dat kan, maar alleen als<br />
dat een landelijke, aanwijsbare en controleerbare oorzaak heeft. Zoals<br />
een slechte oogst die de hele branche treft. Geen smoesjes naar de klant<br />
35
toe.” Ook zijn er bedrijven, die de markt proberen te ‘kopen’, vervolgt<br />
Joost. “Die verkopen zelfs onder hun inkoopprijs. Dat werkt natuurlijk<br />
niet op de lange duur… Eerlijk duurt het langst!”<br />
“Wat wij dus in feite doen, is de klant een aantal zaken uit handen nemen.<br />
Logistiek, handling, acquisitie en facturering. Kort gezegd: de<br />
klant bestelt op één plek, onze website, bij verschillende leveranciers.<br />
Vervolgens komt er één vrachtwagen voorrijden met alles wat besteld<br />
is op het gebied van eten en drinken, en komt er één factuur. De prijs<br />
is daarbij helder, de klant weet van welke leveranciers de producten<br />
komen en wat hun prijzen zijn.” Het bedrijf van Joost werkt weinig met<br />
private label-producten. “Dat zijn de margepakkers natuurlijk. Dat<br />
hoeft bij ons niet, omdat de klant bij ons zelf bepaalt wat hij bestellen<br />
wil. En zo moet het ook zijn!”<br />
Vreemde eend<br />
“Tussen de poten van de olifant is het lekker nootjes eten. De grote<br />
jongens hebben last van ons. We zijn een vreemde eend in de bijt van<br />
groothandels, die normaal gesproken met vaste, voor de klant anonieme<br />
leveranciers werken.” Was het geen gok, toen Joost tien jaar geleden<br />
startte? “Ik heb natuurlijk vanuit mijn ervaring bij vorige werkgevers<br />
geconstateerd, dat dit werkt. Ik kreeg er alleen nooit de ruimte voor.<br />
Nu wel, als ondernemer. Als je ergens je spaarcentjes instopt, moet je<br />
er natuurlijk wel in geloven. Dat deed ik toen en doe ik nog steeds!” Het<br />
succes is gebleken: in 2007 fuseerde het bedrijf van Joost met het transportbedrijf<br />
van zijn huidige mededirecteur Ron van Halder, om alles<br />
logistiek op een uitstekend niveau te kunnen houden. Tegelijkertijd<br />
verhuisde het bedrijf van Kaatsheuvel naar een veel groter en moderner<br />
nieuwbouwpand in Waalwijk om de groei bij te houden. Inmiddels<br />
rijden er 22 koel/vries-vrachtwagens 24 uur per dag heel Nederland<br />
door. Daarnaast breidt FFS ook uit buiten het vertrouwde werkterrein<br />
van eten en drinken. “Klantvragen die eigenlijk net buiten onze expertise<br />
vallen, maar er wel op aansluiten, proberen we te beantwoorden.<br />
We hebben samenwerkingsverbanden op allerlei gebied, van groenvoorziening,<br />
verhuizingen en schoonmaak tot interim-management.<br />
Ook die diensten bieden we steeds vaker aan. En met succes.”<br />
36<br />
Klant, werk en passie
De klant<br />
FFS richt zich specifiek op instellingen in de zorg. Een sector waar veel<br />
gebeurt. “De zorg moet al jaren lang bezuinigen. Overal moet geld bespaard<br />
worden. Ook op eten en drinken. Prijs is natuurlijk van belang,<br />
maar kwaliteit moet leidend zijn, vind ik. Daar bezuinig je niet op,<br />
want fatsoenlijk eten is voor iedereen uitermate belangrijk, juist in de<br />
zorg!” Bijna haaks op die besparingen staat het gegeven dat de zorg de<br />
cliënt steeds meer centraal stelt. Joost: “De cliënt is leidend, wat wil<br />
hij of zij eten, en op welk moment. Bijvoorbeeld bij ouderen, de babyboomers,<br />
die nu zorgbehoevend beginnen te worden. Zij zijn gewend<br />
aan luxe en comfort. Zij willen niet een week van tevoren aangeven<br />
wat ze willen eten. Zij willen op het moment zelf kiezen, en een ruime<br />
keuze hebben. Of juist elke dag hutspot? Ook goed, moet kunnen.”<br />
“Onze taak als ‘makelaar’ voorziet daarin. Wij helpen zorginstellingen<br />
bij het vinden van de beste deal, zonder daarbij op kwaliteit in te<br />
leveren. Maar al te vaak zijn maaltijden geld-gestuurd. Zonde. Wij<br />
proberen zorginstellingen werk uit handen te nemen. Te ontzorgen.<br />
Onze buitendienstmedewerkers zijn daarvoor constant in gesprek. Op<br />
facilitair niveau, met inkoop. Niet dat wij op de stoel van inkoop gaan<br />
zitten, helemaal niet, maar we willen de klant daar wel in bijstaan.”<br />
“‘Extra’ hoeft niet per se meer te kosten, je kunt het ook slim aanpakken.<br />
Door bijvoorbeeld ouderen in een verzorgingshuis een kwalitatief<br />
goede maaltijd aan te bieden, die ze gezamenlijk nuttigen in een goede<br />
sfeer. Eten moet ook worden gezien als een sociaal onderdeel van de<br />
dag. Zo bespaar je wellicht op andere vlakken: omdat ondervoeding<br />
“Een ruime keuze is<br />
belangrijk. Toch elke dag<br />
hutspot? Moet ook kunnen”<br />
37
“Een gastvrije benadering en omgeving is<br />
essentieel in onze visie. Onze organisatie<br />
sluit daar naadloos op aan”<br />
minder voor zal komen en er bijvoorbeeld meer sociale cohesie ontstaat.<br />
De besparing zit ’m dan uiteindelijk in een afname van de<br />
zorgvraag. Een gastvrije benadering en omgeving is essentieel.<br />
Onze organisatie sluit daar naadloos op aan.”<br />
Creatief blijven<br />
Joost startte met een creatief business model, en wil die creativiteit<br />
vooral behouden. Daarom denkt hij constant na over nieuwe ontwikkelingen.<br />
Zo biedt FFS zorginstellingen aan eigen winkels te bevoorraden.<br />
“Verzorgingshuizen hebben vaak een winkeltje voor cliënten.<br />
Omdat wij toch rijden, kunnen we ook dat winkeltje bevoorraden. In<br />
bescheiden, passende hoeveelheden. Ze hoeven dan geen enorme dozen<br />
met tientallen rollen beschuit meer op voorraad te houden.” Hetzelfde<br />
doet FFS sinds enige tijd voor projecten, waar cliënten begeleid<br />
wonen. “We leveren daarbij echt tot op deurbelniveau. Ook één potje<br />
pindakaas en twee tandenborstels nemen we mee voor onze klant.”<br />
Duurzaam<br />
Naast het behoud van creativiteit heeft duurzaamheid prioriteit bij<br />
FFS. Joost: “Dankzij ons komt er nog maar één leverancier, één<br />
vrachtwagen aan de deur. Maar we bieden wel weer aan dat we vaker<br />
kunnen bezorgen, dus meer dan één keer per week. We rijden met de<br />
meest milieubewuste vrachtwagens die er zijn. En ook van onze leveranciers<br />
verwachten we dat ze zich maatschappelijk verantwoord<br />
opstellen.” Ook zijn klanten probeert Joost Cranen te helpen op het<br />
gebied van duurzaamheid. “Als je ziet wat er weggegooid wordt, met<br />
name in de zorg… Schadelijk voor het milieu én voor de portemonnee.<br />
Wij bieden vrijblijvende screenings aan, om te kunnen beoordelen hoe<br />
dat gereduceerd kan worden. Weggooien proberen we echt tot nul te reduceren.<br />
Anders werken, de logistiek optimaliseren en anders bestellen<br />
kan heel veel opleveren.”<br />
Workaholic<br />
“Ik een workaholic? Misschien wel. Ik ben 24 uur per dag en 7 dagen<br />
per week bereikbaar voor mijn klanten. Veel van hen hebben ook mijn<br />
06-nummer. Voor als er zich een probleem mocht voordoen. Dat kan<br />
een keer gebeuren, maar dan lossen we dat direct op. Al moet er bij<br />
wijze van spreken een koelwagen met één toetje naar Hengelo. Service<br />
is nou eenmaal mijn passie. Die passie verwacht ik ook van mijn leveranciers.<br />
Iemand die bij de telefoon zit te wachten op onze volgende<br />
bestelling, daar ben ik zo klaar mee. Actie, alles voor de klant!” Het<br />
mooiste compliment kreeg Joost eens van een gewaardeerde relatie, die<br />
met pensioen ging. Bij zijn afscheid, fluisterde hij. ‘Jullie doen eigenlijk<br />
veel te veel voor de klanten…’ Mooi compliment toch?”<br />
38<br />
Klant, werk en passie
Joost Cranen rijdt een Audi A8<br />
39
Hans van Hal, HalDu Groep<br />
“Het ligt<br />
altijd aan<br />
jezelf”<br />
40<br />
Klant, werk en passie
41
42<br />
Klant, werk en passie
Vanuit een kantoorpand achter zijn huis<br />
in Groesbeek geeft Hans van Hal leiding<br />
aan zijn uitzendbureau. Ruim twintig<br />
mensen in binnen- en buitendienst<br />
helpen meer dan 300 vakmensen in de<br />
bouw en techniek aan werk. Een mooi<br />
bedrijf, dat door heel Nederland gerenommeerde<br />
aannemers ondersteunt met<br />
goed gekwalificeerd, ervaren personeel.<br />
“Tevreden<br />
mensen<br />
leveren<br />
beter werk”<br />
an Hal bouwde het bedrijf eigenhandig op, verkocht<br />
het een paar jaar geleden – “op een goed<br />
moment” – en sprak af dat hij nog twee jaar aan<br />
zou blijven. Om de transitie in goede banen te<br />
l eiden. Maar na die twee jaar verdween hij niet<br />
uit beeld. Integendeel, hij kocht ‘zijn’ bedrijf terug<br />
en fuseerde het met de onderneming van een goede zakenpartner en<br />
vriend, Caspar Janssen. Ook het uitzendbureau van zijn zoon Danny is<br />
inmiddels aan de groep toegevoegd. En de blik van Van Hal is alweer<br />
gericht op expansie. “Hans heeft nog steeds een enorme Kampfgeist, dat<br />
is prachtig om te zien”, zegt Janssen. “Of het nu om een rondje golf gaat,<br />
met als inzet een eurootje, of plannen om met het bedrijf de Duitse<br />
markt op te gaan. Hij wil er iets van maken.”<br />
Ploegbaasje<br />
Als je ’t Van Hal zelf vraagt, is hij nuchter over de oorsprong van zijn<br />
ondernemerschap. Hij was nog geen twintig toen hij als ijzervlechter<br />
voor een lokale aannemer werkte. “Die man kon met de beste wil van<br />
de wereld niet aan goede vaklui komen. Ik kende veel mensen, en dus<br />
hij vroeg me of ik iemand wist. Dat ging goed, ik had binnen no time<br />
wat mensen voor hem. Ik dacht gelijk: hier moet ik meer mee doen.<br />
Vanaf dat moment heb ik geen dag meer voor een baas gewerkt.”<br />
Dat de aannemer juist hem vroeg, was geen toeval. “Ik was jong, maar<br />
wel een brutaaltje”, blikt Van Hal lachend terug. “Op de bouwplaats was<br />
ik een van de weinigen die technische tekeningen kon lezen. Dat had ik<br />
mezelf geleerd. Daardoor stonden er vaak oudere collega’s om me heen,<br />
die naar mij keken bij vragen. Dan stonden ze zelf in de pauze een sjekkie<br />
te draaien om de hoek, en stond ik met de uitvoerder te overleggen.<br />
Ik was een soort ploegbaasje, zeg maar.”<br />
43
“Misverstanden<br />
kosten geld”<br />
Torenhoge ambities had hij niet gelijk. “Ik hoor het mezelf nóg zeggen:<br />
‘Als ik zo’n 20, 30 man voor me heb werken, is het mooi’. Nee, dus. Het<br />
gaat goed, en dan ga je dóór. Zes dagen in de week, weken van 80, 90<br />
uur draaien. ’s Ochtends vroeg op pad, met de aanhanger achter de jeep<br />
om gereedschappen af te leveren bij de bouwplaatsen waar mijn mensen<br />
die dag werkten.”<br />
Investeren in tevreden mensen<br />
Nog steeds rijdt er elke ochtend een vrachtwagen van ons door het land,<br />
om gereedschappen te bezorgen. “Een ander stuurt vier mensen, die<br />
hun eigen spullen moeten meebrengen. Met het risico dat er iets<br />
ont bre e k t , en d a n ga at er ge l ijk ko s t b a re t ijd verloren . Wij le veren he t<br />
hele pakket, tot en met steigers als het moet. Om half acht ligt alles<br />
klaar. Is er iets kapot, dan garanderen we dat er binnen een dag nieuw<br />
gereedschap staat. En er is altijd iemand van onze staf bij, die de uitvoerder<br />
en de lokale situatie goed kent.”<br />
Het oog voor detail, niets aan het toeval willen overlaten – volgens<br />
Van Hal is het een must om je in zijn branche te onderscheiden. Daarbij<br />
hoort ook goede zorg voor zijn mensen. “Tevreden mensen leveren beter<br />
werk. En klachten bereiken vroeg of laat de uitvoerder, dus je hebt jezelf<br />
ermee als je nalatig bent.” In de praktijk betekent dat onder meer: regelgeving<br />
voor veiligheid serieus nemen, stipt zijn met uitbetalen. “Elke<br />
woensdag, dat was en is de norm in deze wereld. Al komt niet iedereen<br />
die belofte na. Dus kun je je ermee onderscheiden. Tot op de dag van<br />
vandaag heeft niemand die voor mij gewerkt heeft ooit op zijn geld<br />
hoeven wachten. In het begin moest ik er mijn privérekening of spaarpot<br />
voor aanspreken. Maar loon is heilig.”<br />
Misverstanden kosten geld<br />
Terugblikkend op zijn loopbaan zegt Van Hal dat veel kansen simpelweg<br />
“op zijn pad kwamen”. Caspar Janssen vindt dat zijn compagnon<br />
zich daarmee tekort doet. “Hans heeft zijn pad altijd zelf uitgestippeld<br />
en kansen opgezocht. Hij heeft er een neus voor, durft verantwoorde<br />
r i sic o’s t e nemen .”<br />
Misschien wel de meest bepalende kans die zich voor zijn bedrijf voordeed,<br />
greep Van Hal aan toen in 1989 de Berlijnse Muur viel. Hij was<br />
thuis in Duitsland, bemiddelde regelmatig voor Duitse vakmensen uit<br />
de grensstreek en was kort voor de val van de muur nog in de toenmalige<br />
DDR geweest, waar hij de hoge werkloosheid had gezien. Toen de<br />
muur viel, begreep Van Hal dat er in het post-communistische deel van<br />
Duitsland een exodus op gang zou komen van goed opgeleide mensen.<br />
“Ik heb begin 1990 advertenties in Oost-Duitse kranten geplaatst, en<br />
we kregen letterlijk postzakken vol met reacties.” Zo was het bedrijf een<br />
waardevol bestand aan vaklui rijker: goed gemotiveerde mensen, met<br />
een hoogwaardige opleiding, die op de Nederlandse bouwplaats – niet<br />
onbelangrijk – goed konden communiceren. “Misverstanden kosten<br />
geld op de bouwplaats.” En de klik was vaak wederzijds, vervolgt Van<br />
Hal. “Veel van die ‘Ossies’ van het eerste uur werken nog steeds voor<br />
ons. Sommigen hebben zich speciaal in Kleef gevestigd om voor ons te<br />
kunnen blijven werken.”<br />
Waardering voor vakmanschap<br />
Inmiddels is het bedrijf al jarenlang gespecialiseerd in bemiddeling voor<br />
Duitse bouwvakkers, die zo’n 80% van het bestand vormen. Zijn mensen<br />
helpen om de tekorten aan te vullen die in Nederland aan goed<br />
44<br />
Klant, werk en passie
45
geschoolde vaklui bestaan, onder meer door de vergrijzing. Onze<br />
O o s t er bu ren z ijn verd er me t he t a nt ic ip eren op d e ‘g r ijz e gol f ’, v i ndt<br />
Van Hal. Met dank aan het schoolsysteem, waarin vakopleidingen<br />
s p e c i f ie k er z ijn d a n i n on s l a nd . “H ier i s bij vo or b e e ld ge en d a k d e k k er s -<br />
opleiding, in Duitsland wel. Of neem de stelleur, iemand die op de<br />
bouwplaats voor de metselaar uit werkt, en kozijnen en andere elementen<br />
precies afstelt. In Nederland is daar een schreeuwend tekort aan.<br />
Maar ja, hier zie je het ook niet als vak terug op het lesrooster.”<br />
Ziet Van Hal voor bedrijven als het zijne een taak op dit gebied? “Ik wil<br />
maar al te graag meedenken. Een stelleur hoeft niet per se een compleet<br />
gediplomeerd timmerman te zijn. Een handig iemand kun je op de<br />
bouwplaats in twee weken opleiden. Maar ja, het is een blijft een investering.<br />
Als het in de branche een kwestie van overleven is, dan heeft<br />
mijn klant toch andere prioriteiten. Uiteindelijk is de vraag toch vooral<br />
of de overheid hierin wil investeren. Er worden miljarden gestoken in<br />
de high-techsector, vanwege het maatschappelijk belang. Zo zou de<br />
maatschappij ook geld over moeten hebben voor vakmanschap, bijvoorbeeld<br />
door ambachtsscholen in ere te herstellen. En het is ook<br />
een kwestie van eerherstel. Succes moet je niet afmeten aan een pak<br />
en een auto, maar aan vakmanschap. Terwijl dat laatste in de praktijk<br />
nu vaak ontmoedigd wordt.”<br />
Koffieadresjes en verzakelijking<br />
In de loop der jaren heeft Van Hal zowel de bouwbranche als uitzendsector<br />
zien veranderen. “De bouwplaats is zakelijker geworden. Het is<br />
harder, commerciëler, prestatiegerichter dan vroeger. Uitvoerders zijn<br />
met handen en voeten gebonden aan targets. Zoals je vroeger je koffieadresjes<br />
op de bouwplaatsen had, bij uitvoerders met wie je even kon<br />
zitten ouwehoeren, dat gaat tegenwoordig niet meer.”<br />
46<br />
Klant, werk en passie
Tegelijkertijd is de concurrentie tussen uitzendbureaus toegenomen.<br />
Of liever gezegd: de concurrentie met partijen die eigenlijk de naam<br />
u it z end bu re au n ie t mogen d r a gen . “Je he bt i n e l k e br a nc he rot t e app e l s ,<br />
dat is bij ons niet anders. Maar het is de afgelopen jaren in de hand gewerkt<br />
doordat de vergunningsplicht is losgelaten.” In combinatie met<br />
het openstellen van de grenzen voor buitenlandse spelers zorgt dat<br />
vol gen s hem vo or one erl ijk e c onc u r rent ie , d ie er to e le idt d at bij g rot e<br />
bouwprojecten veel onder het minimumloon gewerkt wordt.<br />
De komst van een registratieplicht, die op het moment dat we Van Hal<br />
spreken op het punt staat in te gaan, zal daar volgens hem weinig verandering<br />
in brengen. “Dat zegt niet veel meer dan een inschrijving bij de<br />
Kamer van Koophandel. Het maakt geen onderscheid tussen bureaus<br />
die alle certificeringen hebben en aantoonbaar alle veiligheidsregels<br />
n a le ven , en p a r t ijen d ie d a a r e en lo opje me e nemen .” Z e l f i s Va n Ha l<br />
daar altijd zeer consciëntieus in geweest. Op het perfectionistische af<br />
zelfs, zegt compagnon Janssen. “Dat weet ik nog uit de tijd dat ik hier<br />
klant was. Als er dan een nieuw certificaat behaald moest worden en ik<br />
meldde na een half jaar trots aan Hans dat ik ’m binnenhad, bleek ’ie bij<br />
hem al doodleuk drie maanden aan de muur te hangen.”<br />
Wie de meeste handjes levert, wint<br />
Toch wekt Van Hal niet de indruk wakker te liggen van de concurrentie.<br />
Liever neemt hij het heft in eigen handen en concentreert hij zich op de<br />
kansen in zijn markt. “Je ziet dat grote bouwbedrijven steeds projectmatiger<br />
zijn gaan werken. Daar hoort een kleine, vaste kern van mensen<br />
bij: de projectleider, inkoper, voorman. Maar om vaste lasten te beperken<br />
en flexibel te kunnen opereren zit daar een steeds grotere schil van<br />
flexibele mensen omheen.”<br />
Voor een langjarige krimp in de markt voor bouwprojecten is hij niet<br />
bang. “Je zult alleen een verschuiving in de markt zien. In de utiliteitsbouw<br />
is natuurlijk een enorm overschot. Maar er is in Nederland een<br />
structureel woningtekort, dat is echt niet een-twee-drie weggewerkt.<br />
“In elke branche<br />
heb je rotte appels”<br />
47
“Met z’n drieën op een<br />
kamer beslis je sneller”<br />
Daarnaast moet je de vervangingsvraag niet onderschatten: bestaande<br />
gebouwen slopen en nieuwbouw neerzetten die voldoet aan de eisen van<br />
de tijd. De wensen en voorkeuren van mensen veranderen. Eerst wilde<br />
men in de stad wonen, toen trok men massaal naar de voorsteden, nu<br />
weer terug naar de stad.” Voor zijn eigen bedrijf is de op handen zijnde<br />
vergrijzing in de bouwsector – zo eerlijk is Van Hal wel – natuurlijk<br />
geen slecht nieuws. Dat de schaarste er gaat komen, staat voor hem vast.<br />
“Het probleem is een paar jaar verbloemd door de krimp in de bouw,<br />
maar het is een kwestie van tijd voordat we door de uitstroom van gepensioneerde<br />
bouwvakkers serieuze tekorten gaan zien. En voor ons is<br />
dat natuurlijk een grote kans. Wie straks de meeste handjes kan leveren,<br />
die wint.” En daarbij zal Van Hal zeker over de grens blijven kijken.<br />
“Je zult áltijd goede vakmensen in het buitenland kunnen vinden. Het<br />
is gewoon een economische wet, een kwestie van vraag en aanbod.”<br />
Ruimte voor humor<br />
Inmiddels onderzoekt Van Hal de mogelijkheden om op de Duitse<br />
markt niet alleen vakmensen maar ook opdrachtgevers te werven. Voor<br />
een buitenlands bureau is het geen eenvoudige opgave. “Maar we hébben<br />
een groot netwerk in Duitsland. En met onze formule – anders<br />
werk en d a n a nd eren , je men s en go e d b e ge le id en én s t ipt b e t a len – we e t<br />
ik zeker dat we iets kunnen toevoegen.”<br />
Het karakter van zijn bedrijf helpt daar ook bij, denkt Van Hal. “Wat de<br />
fusie van onze bedrijven tot een succes heeft gemaakt, is dat Caspar en<br />
ik elkaar door en door kennen. Ieder kent zijn beperkingen en leert van<br />
de ander. Er is ruimte voor kritiek en voor humor. En het is hands-on.<br />
We zitten met elkaar, en sinds kort met mijn zoon erbij, op één kamer<br />
en kunnen in vijf minuten een knoop doorhakken. Het zou onze slogan<br />
kunnen zijn: ‘wij beslissen sneller’.”<br />
Die besluitvaardigheid is misschien nog wel de meest cruciale eigenschap<br />
voor een ondernemer. “Het is een kwestie van durf én verantwoordelijkheid<br />
willen nemen. Je onderneemt wat, je ziet kansen. Soms<br />
loopt het fout. Dan heb je iets verkeerd ingeschat, een onverstandige<br />
investering gedaan. Jammer dan, maar dat hoort erbij. De kunst is<br />
ge wo on t e a c c e pt eren d at je e en fout he bt gem a a k t en do or t e ga a n .<br />
Het ligt altijd aan jezelf. Jij bent degene die ergens wel of niet voor heeft<br />
gekozen.”<br />
48<br />
Klant, werk en passie
Hans van Hal rijdt een Audi Q7<br />
49
Joost van der Heijden, Pijnenburg Juweliers<br />
“Mijn klanten<br />
verwachten<br />
mooie stukken”<br />
50<br />
Klant, werk en passie
51
Wat hebben een wintersportvakantie en de spreekwoordelijke paplepel met elkaar<br />
te maken? Meestal niets. Behalve voor Joost van der Heijden, telg uit een Bredaas<br />
juweliersgeslacht. Als kleine jongen van drie jaar speelde Joost in de etalage van de<br />
juwelierswinkel van zijn ouders op het moment dat die leeg was voor een nieuwe inrichting.<br />
Hoewel hij niet van plan was later de zaak van zijn ouders over te nemen, ging<br />
hij na de middelbare school toch naar dé opleiding voor juweliers: ‘Schoonhoven’, zoals<br />
de Vakschool voor Edelsmeden in dit plaatsje aan de Lek toen nog werd aangeduid.<br />
ls hij tijdens een vakantie op zijn zeventiende de<br />
sneeuwhellingen van een mondain Zwitsers skigebied<br />
afdaalt, wordt hij langs de pistes en bij de<br />
liften geconfronteerd met fraaie reclames van<br />
luxe horlogemerken. Het raakt hem dusdanig<br />
dat hij ter plekke beslist zich na zijn studie te<br />
gaan richten op de duurdere uurwerken: de horloges in het topsegment<br />
van de markt. Joost over die tijd: “Nog steeds is ‘Schoonhoven’ een opleiding<br />
voor mensen die het vak van juwelier ambiëren. Helaas was er in<br />
mijn tijd vooral aandacht voor de creatieve kant van het vak. De nadruk<br />
lag op het ambacht van edelsmeden, terwijl er nauwelijks of geen ruimte<br />
was voor het ondernemerschap. Nu is dat anders, maar toen was het<br />
voor mij stevig doorbijten, omdat ik veel moest doen waarvoor ik in<br />
mijn ogen niet kwam. Met het doel een eigen zaak te starten, boog ik<br />
zilverdraad en smolt ik goud tot fraaie vormen. Niets daarvan heeft te<br />
maken met wat ik ben gaan doen!”<br />
“Je hebt<br />
zeker de<br />
doos mogen<br />
inpakken”<br />
52<br />
Klant, werk en passie
53
Presteren<br />
Tijdens zijn stage, in 1995, komt de ommekeer en wordt er (eindelijk)<br />
een beroep op zijn ondernemerschap gedaan. Als stagiair komt hij<br />
t ere c ht bij Guu s P ijnenbu r g , v a n d e ge l ijk n a m i ge , gerenom me erd e<br />
juwe l ier s z a a k i n h a r t je E i nd hoven . E en m a n me t o og vo or t a lent , d ie<br />
Joost al snel de vrijheid biedt waarnaar hij zo hartgrondig zoekt. Joost:<br />
“Guus zei: als jij denkt dat je die klok van – toen nog – 40.000 gulden<br />
kunt verkopen, ga je gang!’ En het lukte. Trots als ik was, vertelde ik er<br />
natuurlijk over zodra ik weer op school was. Dat werd een teleurstelling.<br />
In de reactie die ik kreeg ontbrak elke stimulans. ‘Je hebt zeker de doos<br />
in mogen pakken.’ Kortom, niemand geloofde me. Zo’n reactie is natuurlijk<br />
ontdaan van elk didactisch principe. Heel slecht. Het heeft er<br />
in elk geval voor gezorgd dat ik zelf bewust anders omga met stagiairs.<br />
Ook mijn eigen kinderen zal ik stimuleren waar ik kan, in plaats van te<br />
twijfelen aan ze op het moment dat ze trots zijn op wat ze presteren.”<br />
Het einde van de succesvolle stage van Joost resulteert in een baan. Bij<br />
Pijnenburg Juweliers. Hoe verrassend was dat? Joost: “Niet. Mijn relatie<br />
met Guus en de collega’s was prima en ik deed mijn werk met veel enthousiasme.<br />
Je moet ook ergens passen en de kans krijgen. Dat was<br />
beide het geval.” De stap van werknemer naar eigenaar is een stuk<br />
minder vanzelfsprekend. “Dat is het ook. Maar je moet het zien in de<br />
context van wat er speelde. Ik was op het juiste moment op de juiste<br />
plaats. Guus had het plan te stoppen en zocht een overnamekandidaat.<br />
Inmiddels was ik bedrijfsleider, met alle verantwoordelijkheden die<br />
daarbij komen kijken”, aldus Joost. Een geschikte kandidaat dus? “Dat<br />
is gebleken, maar alleen aan een geschikte overnamepartij heb je niets,<br />
ook prijs en financiering spelen een rol. Een gemeenschappelijke kennis<br />
van Guus en mij, tevens een goede relatie van Pijnenburg Juweliers,<br />
heeft daarin een doorslaggevende rol gespeeld. Met zijn zakelijke ervaring<br />
stond hij aan de wieg van een deal met alleen maar winnaars.<br />
In 2006 kon Guus stoppen en kon ik naar eigen inzicht verder bouwen<br />
aan een onderneming met een toen al stevig fundament.”<br />
Passie en liefde<br />
Hoe uniek is het om een eigen juwelierswinkel te hebben? Joost: “Het<br />
komt niet alle dagen voor dat er iemand een winkel begint in het topsegment.<br />
Dat kan ook niet. Van de achttien mensen die gelijktijdig met<br />
mij afstudeerden, is er naast mij nog één die ook een eigen zaak heeft.<br />
Dat zegt genoeg. Hoeveel passie en liefde je ook hebt voor dit vak, het is<br />
niet genoeg om zomaar te kunnen verkopen wat je graag zou willen.<br />
54<br />
Klant, werk en passie
“Meer dan in<br />
welke business<br />
ook, draait<br />
het hier om<br />
vertrouwen”<br />
Daarvoor moet je investeren in een relatie met de leverancier en dat kost<br />
tijd, véél tijd. Nog afgezien van de financiële investeringen die nodig<br />
zijn om een zaak te starten. Of het nu gaat om een nieuwe winkel of, zoals<br />
in mijn geval, om een overname van een winkel met aanzien. Dit<br />
hoge segment horlogewinkels is geen bedrijfstak waarin nieuwe partijen<br />
makkelijk toetreden. Niet dat dat je de ruimte geeft om rustig achterover<br />
te leunen, natuurlijk.”<br />
“In het deel van de markt waarin mijn bedrijf zich beweegt, doen klanten<br />
gemiddeld eens per drie jaar een aanschaf. Dat betekent dat je de<br />
relatie met zo’n klant goed moet onderhouden. Je brengt hem op de<br />
hoogte van de laatste ontwikkelingen die specifiek voor hem interessant<br />
zijn, je bent aanwezig op netwerkbijeenkomsten waar je klanten komen<br />
en je organiseert zelf bijeenkomsten, shows en reizen. Kortom, je doet<br />
veel en veel meer dan aanwezig zijn in je winkel, en er voor zorgen dat<br />
daar alles goed loopt en hetgeen je verkoopt op de meest aantrekkelijke<br />
manier wordt gepresenteerd. De winkel vormt uiteraard het hart van je<br />
business. Maar juist alle zaken eromheen maken dat het elke dag weer<br />
boeiend is om met je vak bezig te zijn.”<br />
55
56<br />
Klant, werk en passie
“De winkel vormt het<br />
hart, alles eromheen<br />
maakt het boeiend”<br />
Dat ene horloge!<br />
Het hogere segment horloges waar Pijnenburg Juweliers zich onder<br />
le id i ng v a n Jo o s t op to e le g t , t re k t k l a nt en a a n d ie e l k op hu n e i gen m a-<br />
nier succesvol zijn. Zulk succes voedt de interesse in luxe zaken, bijvoorbeeld<br />
bijzondere, exclusieve horloges. Joost: “Je moet je klanten mooie<br />
stukken kunnen aanbieden. Wat de één in vervoering brengt, zal de<br />
ander nooit om de pols doen. Ook hier geldt: over smaak valt niet te<br />
twisten. Maar wat al mijn klanten gemeen hebben, is dat exclusiviteit<br />
hen aanspreekt. Dus is het voor mij ook de uitdaging om stukken te<br />
b em a c ht i gen d ie e en l a ge ge l i m it e erd e opl a ge he bb en en d a a rdo or<br />
u it er s t mo ei l ijk verk r ijg b a a r z ijn . Wat d at b e t re f t i s je re l at ie me t e en<br />
merk van groot belang. Daarin moet je investeren om op gezette tijden<br />
juist dát horloge te kunnen bemachtigen dat voor mijn klanten meer<br />
dan de moeite waard is. Zo heb ik nu een horloge waarvan één exemplaar<br />
bestemd is voor de Verenigde Staten en één voor Europa.” Benieuwd<br />
als we zijn voor wie hij dat horloge bestemd heeft, vragen we<br />
naar de naam van de beoogde klant. Joost geeft de identiteit van zijn opdrachtgever<br />
uiteraard niet prijs: “Mijn relatie met mijn klanten is gebaseerd<br />
op vertrouwen. Discretie is daarvan een onlosmakelijk onderdeel.”<br />
Investeren in exclusiviteit<br />
Joost vervolgt: “In feite is ons succes ingegeven door vertrouwen.<br />
E ner z ijd s v a n le ver a nc ier s , d ie on s d e verko op v a n hu n merk to e vertrouwen.<br />
Zo zijn we de enige in Zuid-Nederland die Cartier vertegenwoordigt<br />
met de collectie Haute Horlogerie. Anderzijds is er het<br />
vertrouwen van de kant van de klant. Die vertrouwt erop dat hij het<br />
b e s t e ko opt w at er t e k r ijgen i s en d at d e e xc lu si v it e it o ok e c ht i s z o a l s<br />
wij die voorstellen. Dat houdt ook in dat ik niet zo maar aan iets nieuws<br />
kan beginnen. Natuurlijk zijn er nieuwe merken met vaak kleine collecties<br />
die ons willen interesseren, vanwege onze clientèle en onze positie<br />
in de markt. Maar voor ik daaraan begin, moet ik werkelijk alles weten<br />
van het product en de leverancier. Om wat voor binnenwerk gaat het,<br />
wie zijn de mensen achter het merk, wat is hun historie et cetera?<br />
Kor tom : i k ga n ie t over é én n a c ht ijs . Vo ord at e en horloge i n d e e t a l a ge<br />
ligt, doorlopen we een heel proces. Het gaat ons niet alleen om een aantrekkelijke<br />
marge.” Die grondige voorverkenning is ook nodig omdat de<br />
klantrelatie niet ophoudt op het moment dat de klant de winkel verlaat.<br />
“We zijn er óók als zich eens een probleem mocht voordoen. Met twee<br />
gecertificeerde horlogemakers in vaste dienst kunnen we de service<br />
verlenen die een klant van ons mag verwachten. Er doen zich nagenoeg<br />
geen zaken voor die wij niet ter plekke kunnen oplossen en waarvoor<br />
een horloge uiteindelijk naar de leverancier terug moet. Dat heeft natuurlijk<br />
niet alleen met onze kennis te maken, maar ook met de kwaliteit<br />
van het uurwerk.”<br />
Van complex naar héél complex<br />
De exclusiviteit van de horloges van vandaag zit vaak besloten in de<br />
complexiteit van het binnenwerk. Joost geeft een summier college: “Als<br />
ik het kort moet samenvatten, beperk ik me even tot een aantal van de<br />
meest verkochte stukken. Op de eerste plaats is er de Perpetual. Dat zijn<br />
57
horloges die beschikken over een complexe kalender, soms eenjarig,<br />
maar meestal met een geavanceerd kalendermechaniek dat zonder<br />
i n s t e l l i ng k lopt tot ver i n d e vol gend e e e uw. D e M i nut e R e p e at er ge e f t<br />
’n geluid bij een heel uur, of een tijd die je zelf instelt. Je hoort bij dit<br />
horloge du s v a a k d e t ijd z ond er d at je op he t uu r werk k ijk t . E en<br />
R at t r ap a nt e s t a at vo or e en c omple x c h ronowerk d at b e s c h i k t over e en<br />
z ogeno emd e s pl it s e c ond e w ijz er. Wa a r me e n ie t é én t ijd geme t en k a n<br />
worden, maar twee. Bijvoorbeeld een totale tijd en een rondetijd. Dan<br />
zijn er de Woldtimers. Fraaie uurwerken die het mogelijk maken te zien<br />
hoe laat het is in andere tijdzones. Je bent dan in Nederland en ziet hoe<br />
laat het is in bijvoorbeeld Singapore. Bovendien zie je of het twee uur<br />
’s nachts is of in de middag. Wel belangrijk, mocht je bijvoorbeeld van<br />
plan zijn te bellen. Dan zijn er de niet te vergeten Tourbillon uurwerken.<br />
De exclusiviteit schuilt hier in de precisie. Het bevat een mechaniek dat<br />
oorspronkelijk ontwikkeld is voor het zakhorloge, en dat de negatieve<br />
invloed van de zwaartekracht opheft. Dat resulteert in een extreme<br />
nauwkeurigheid. En in fraaie horloges: het tourbillon-principe wordt in<br />
het horlogeontwerp zichtbaar gemaakt, en krijgt zo de volle aandacht.”<br />
Grande Complication<br />
Tot slot zijn horloges populair die meerdere complexiteiten in één stuk<br />
samenbrengen. Bijvoorbeeld de zogenoemde Grande Complication.<br />
Dat predikaat mag een uurwerk voeren als er maar liefst vijf verschillende<br />
technieken worden gecombineerd,” aldus Joost. Dure stukken? “Een<br />
ongelooflijk mooie en complexe techniek ligt in dit geval aan de basis<br />
van de exclusiviteit van het horloge en daar hoort een passende prijs<br />
bij. Een prijs voor het bezit van een uniek stuk waar de drager elke dag<br />
opnieuw voldoening aan beleeft. Voldoening, niet alleen vanwege de<br />
schitterende techniek, maar ook omdat je jezelf een dergelijk stuk hebt<br />
gegund.” Wat is mooier, de techniek óf het feit dat je het bezit? Joost,<br />
re s oluut : “D e c ombi n at ie!”<br />
“In dit<br />
segment<br />
treden<br />
nauwelijks<br />
nieuwe<br />
partijen<br />
toe”<br />
58<br />
Klant, werk en passie
Joost van der Heijden rijdt een Audi Q7<br />
59
”Elke dag<br />
beter willen<br />
worden...<br />
dat moet<br />
Ronald Koeman,<br />
Feyenoord<br />
normaal zijn”<br />
60<br />
Klant, werk en passie
61
Het is een paar dagen na het slotweekeinde<br />
van de competitie. Een succesvol<br />
seizoen voor Ronald Koeman, die later<br />
die week door zijn collega’s verkozen<br />
wordt tot trainer van het jaar. Een onderscheiding<br />
die hij, zo zegt hij vooraf,<br />
maar al te graag zou winnen, als blijk van<br />
waardering voor zijn eigen werk en dat<br />
van zijn team. Het tekent Koeman, die<br />
ondanks een zeldzaam grote prijzenkast<br />
overal en altijd het maximale uit zichzelf<br />
én anderen wil halen.<br />
“Ik heb<br />
nog steeds<br />
uitdagingen<br />
nodig”<br />
e sfeer in het spelershome is ontspannen. Een paar<br />
spelers staat rond de pooltafel. Koeman schuift<br />
aan en bestelt een cappuccino. Ondanks de goede<br />
prestaties van het afgelopen seizoen is de blik,<br />
nauwelijks drie dagen na het laatste fluitsignaal<br />
van de competitie, alweer naar voren gericht. “We<br />
hebben wel geëvalueerd, natuurlijk. Met spelers individueel, als team,<br />
als organisatie. Maar de planning voor volgend seizoen loopt daar alweer<br />
dwars doorheen.” Voordat zijn spelers uitwaaieren, op vakantie of<br />
naar de trainingskampen van het Nederlands elftal of Jong Oranje, wil<br />
Koeman de voorbereiding op de rails hebben. “Maar de spanning van<br />
de competitie is eraf.” Diezelfde spanning, zo geeft Koeman toe, is nog<br />
steeds wat hem zo trekt aan het trainersvak. Toen hij in zijn eerste jaar<br />
als trainer geïnterviewd werd door Vrij Nederland, verwachtte Koeman<br />
niet dat hij tien jaar later nog steeds langs de lijn zou staan. Nu is die<br />
mijlpaal binnen handbereik, maar aan stoppen denkt hij niet. Lachend:<br />
“Nou ja, ik zag mij destijds niet een Guus Hiddink of Dick Advocaat<br />
worden. En ik denk nog steeds niet dat ik tot in lengte van dagen trainer<br />
zal zijn. Ik zou prima mijn dagen kunnen vullen met hobby’s, reizen,<br />
mijn gezin... Maar het beeld is in zoverre veranderd dat ik me realiseer<br />
dat ik nog steeds uitdagingen nodig heb.”<br />
Gezonde spanning<br />
Die uitdagingen zullen hoe dan ook op het voetbalveld liggen, daarover<br />
laat Koeman geen twijfel bestaan. “Dit is mijn wereld. Hier beleef ik het<br />
meeste plezier aan. Ik heb de afgelopen jaren ook wel eens wedstrijden<br />
geanalyseerd op tv. Vind ik ook leuk. Maar het mooiste blijft toch om<br />
op het veld te staan. Met een jonge groep mensen bezig zijn, ze ontwikkelen,<br />
een sfeer creëren waarin je plezier hebt én elkaar beter maakt.”<br />
Maar ook de spanning rondom de wedstrijd, waar Koeman zelfs na al<br />
die jaren nog van kan genieten. “Het is gezonde spanning, niet iets<br />
waarvan je fouten gaat maken of wat je in de war brengt. Het gáát<br />
ergens om.”<br />
62<br />
Klant, werk en passie
63
64<br />
Klant, werk en passie
Als trainer is de spanning en ontlading van succes wel fundamenteel<br />
anders dan als voetballer. “Je hebt als speler een veel directere inbreng<br />
op het resultaat. En je hebt je eigen individuele prestaties om blij mee te<br />
zijn. Als je als speler een goede wedstrijd speelt, je scoort een paar keer,<br />
en door een fout van de keeper win je op het laatste moment tóch niet,<br />
dan heb je altijd nog je eigen prestatie om tevreden over te zijn. Als<br />
trainer veel minder.”<br />
Tegelijkertijd wordt de rol van de trainer door de buitenwacht minutieus<br />
gefileerd. Wat is makkelijker om mee om te gaan, kritiek van media<br />
of van fans? “De media is makkelijker. Iedereen heeft recht op zijn mening,<br />
en daar leer je mee om te gaan. Dat doet geen pijn. Maar als je na<br />
een uitwedstrijd met ontevreden fans wordt geconfronteerd, dat komt<br />
veel dichterbij.” Tegelijkertijd zijn die fans van levensbelang voor de<br />
clubs, het zijn stakeholders. “De stadions zitten vol, elke week weer,<br />
t er w ijl he t n i ve au v a n d e Ne d erl a nd s e c omp e t it ie er d e a fge lop en ja ren<br />
toch niet echt beter op geworden is. Ik vind het dan ook terecht dat<br />
spelers die waardering tegenwoordig nadrukkelijker laten zien, door<br />
na afloop een rondje langs de vakken te maken. Vroeger was het toch<br />
vaak met z’n allen in de middencirkel even zwaaien en naar binnen.”<br />
Nietsontziende focus<br />
Als speler gold Koeman – net als zijn oudere broer Erwin – al vanaf<br />
jonge leeftijd als talent. De familie leefde en ademde voetbal. “Ik wilde<br />
niets anders, heb nooit een ander beroep dan profvoetballer overwogen.”<br />
Vanaf hun vroegste jeugd waren de broertjes met niets anders<br />
b e z i g . A l s v a d er M a r t i n n a z ijn werk i n d e s l a ger ij t r a i nd e bij GVAV,<br />
gingen ze mee en waren ze zélf op het trainingscomplex met een bal<br />
bezig. Veel mensen verwachtten in die tijd vooral veel van Erwin, maar<br />
echte rivaliteit kan Ronald zich uit zijn jongenstijd niet herinneren.<br />
“We waren natuurlijk veel op elkaar aangewezen, ook op vakantie. Je<br />
was altijd sámen bezig. Als je ouder wordt, verandert dat een beetje.<br />
Dan krijg je gezonde concurrentie. Ik weet nog het moment dat Erwin<br />
op zijn zeventiende naar PSV mocht. Het idee dat hij alleen maar zou<br />
mogen trainen en voetballen de hele dag, verder niets... dat wilde ik<br />
óók.”<br />
“Ik wilde<br />
niet anders<br />
dan profvoetballer<br />
worden”<br />
Die nietsontziende focus op het voetballer worden en zijn, is volgens<br />
Koeman tegenwoordig minder vanzelfsprekend. “De tijd is veranderd.<br />
De mentaliteit van de jeugd ook. Jongens hebben veel meer afleiding,<br />
meer keuzemogelijkheden. Ze kunnen alle kanten op. Het besef dat<br />
voetballer een vak is, waarvoor je naast talent ook allerlei andere eigenschappen<br />
nodig hebt – karakter, willen winnen, veeleisend zijn voor jezelf...<br />
dat is er niet bij iedereen. Daar wordt nog wel eens lichtzinnig over<br />
gedacht.” Tegelijkertijd relativeert hij de verschillen met ‘vroeger’. De<br />
echt goede voetballers, die het hele pakket aan talent en karakter hebben,<br />
komen nog steeds vroeg of laat uit de verf. Wat de omstandigheden<br />
ook zijn.<br />
De noodzaak van druk<br />
Een winnaarsmentaliteit, zo proef je, is voor Koeman onlosmakelijk<br />
verbonden met het voetballer zijn. Dat het Nederlandse voetballers<br />
daar nogal eens aan zou ontbreken, relativeert hij. “Natuurlijk, in het<br />
buitenland wordt vaak van kleins af aan het resultaat als heilig beschouwd,<br />
terwijl in onze opleiding een hele fase zit waarin het gewoon<br />
gaat om lekker voetballen, acties maken... Maar uiteindelijk heb je<br />
over a l w i n n a a r s . O ok h ier. M i s s c h ien d at he t i n s om m i ge c u lt u ren we l<br />
sterker verankerd zit. Het maakt nogal verschil of je in weelde opgroeit<br />
of als jongen in Afrika armoede hebt meegemaakt. Veel Afrikaanse<br />
65
“Een plan moet<br />
uitgevoerd worden<br />
op het veld”<br />
jongen s komen n a a r Eu rop a om t e overle ven , om ge ld vo or d e f a m i l ie t e<br />
verdienen. Die voelen zich heel verantwoordelijk en hebben daardoor<br />
vaak een winnaarsmentaliteit. Er staat meer voor ze op het spel.”<br />
Hoewel Koeman ook als trainer wil winnen én die mentaliteit van zijn<br />
spelers vraagt, is de voldoening van het trainerschap niet helemáál afhankelijk<br />
van het resultaat. Gevraagd naar de momenten waar hij het<br />
meest van geniet, zegt hij: “Dat is toch als je een speler ziet uitvoeren<br />
waar je tijdens de training zo intensief op geoefend hebt. Of als een<br />
vooraf bepaalde tactiek precies zo uitpakt als je dacht. Laatst hadden<br />
we zo’n wedstrijd, tegen AZ. Normaal spelen we met drie aanvallers, die<br />
wedstrijd met twee. Daar moest ik de spelers van overtuigen. Beelden<br />
van de tegenstander laten zien, aanwijzen waar en hoe je ze pijn kunt<br />
doen. Waar de ruimtes liggen. We hadden niet de beloning van de uitslag,<br />
want kort voor tijd kregen we nog een goal tegen. Maar het plan<br />
had gewerkt, je zag dat het werd uitgevoerd op het veld. Daar kun je als<br />
trainer veel voldoening uit halen.”<br />
Dat neemt niet weg dat Koeman zijn werk doet om te winnen, om iets<br />
te bereiken. Ooit omschreef hij zichzelf als “geen opleidingstrainer”.<br />
66<br />
Klant, werk en passie
Hij heeft de prestatiedruk nodig, zegt hij, het moet ergens om gáán. “Al<br />
kunnen die dingen best samengaan. De grote winst van het afgelopen<br />
s e i z o en i s d at we ó ók me t e en jonge , oner v a ren s p e ler s plo e g d e l at ho og<br />
hebben gelegd en niet met het minimale tevreden waren. Vooraf mikten<br />
we op Europees voetbal, maar toen we dat binnenhadden zijn we niet achterover<br />
gaan leunen. We hebben tot het bittere einde gestreden voor de<br />
hoogst mogelijke klassering. En juist daardoor hebben veel jongens zich<br />
het afgelopen jaar heel sterk ontwikkeld.”<br />
Elftalfoto’s<br />
Het is in de moderne Nederlandse competitie ook onontkoombaar<br />
om veel bezig te zijn met het vormen en opleiden van jonge, talentvolle<br />
spelers, beseft Koeman. “Dit is een heel andere wereld dan die<br />
van de Europese topclubs, die om de drie dagen een belangrijke<br />
we d s t r ijd s p e len en e en g rot e , er v a ren s p e ler s g ro e p he bb en . D e<br />
e l f t a l foto v a n d e gem idd e ld e Ne d erl a nd s e c lu b i s d e a fge lop en ja ren<br />
steeds meer op een foto van de A1 gaan lijken. Iedereen heeft moeite<br />
om goede, ervaren spelers te vinden. Vroeger ging de concurrentie<br />
67
“De een heeft een schouderklop nodig,<br />
de ander een schop onder z’n kont”<br />
om basisplaatsen tussen jongens van 20 en 32, nu tussen een tiener en<br />
iemand van pakweg 21.”<br />
Doordat clubs hun dragende spelers sneller kwijtraken aan buitenlandse<br />
competities en steeds sterker een beroep moeten doen op talentvolle<br />
maar nog jonge spelers, is de afstand tot de Europese top de afgelopen<br />
jaren vergroot. Die kloof ziet Koeman ook niet zo snel weer dichtgroeien.<br />
Het enige wat op termijn effect zou hebben, is volgens hem<br />
ver s c her pt to e z ic ht op d e f i n a nc iën v a n c lu b s . “K ijk n a a r d e m a n ier<br />
waarop de KNVB toezicht houdt. Als het geld er niet is, is het er niet.<br />
En als je daardoor dan talentvolle spelers verliest aan buitenlandse<br />
clubs, dan is dat maar zo. Als je Europees een soortgelijk toezicht zou<br />
hebben, en buitenlandse clubs worden óók sterker afhankelijker van<br />
hun eigen jeugd, dan wordt het verschil kleiner. We hebben goede<br />
f a c i l it e it en , go e d e t r a i ner s , ga a n go e d om me t t a lent . E r z a l i n Ne d erland<br />
áltijd talent zijn.”<br />
Ervaringsvak<br />
Uitgesproken voorbeelden als trainer heeft Koeman naar eigen zeggen<br />
nooit gehad. “Natuurlijk ken je wel de goede en slechte kanten van elke<br />
trainer die je hebt meegemaakt. Daar neem je dingen van over. Maar je<br />
moet jezelf zijn, je eigen karakter erin stoppen, niet iemand naspelen.<br />
Maar dat wil niet zeggen dat je niet van anderen kunt leren. Ik kan ook<br />
echt genieten van verzorgd spel van ploegen waarin je de kwaliteiten<br />
van grote coaches herkent. In teams van Guus Hiddink bijvoorbeeld<br />
herken je zijn vermogen om als echte people manager heel relaxed een<br />
eenheid te smeden van mensen die echt met elkaar naar een doel<br />
to e werk en . Bij D ic k Ad vo c a at z ie je we er ho e h ij z ijn e i gen f a n at i sme<br />
weet over te dragen op zijn spelers.”<br />
Kwaliteiten<br />
Wat zijn de kwaliteiten van Ronald Koeman als trainer? “Ik denk vooral<br />
dat ik een ploeg tactisch goed neer kan zetten. Daarnaast streef ik er<br />
a lt ijd n a a r om e en s fe er t e c re ëren w a a r i n je he t m a x i m a le v a n je z e l f en<br />
van elkaar eist. Iedere dag alles doen om te slagen en jezelf te ontwikkelen,<br />
dat moet normaal zijn. Je wilt dat er spelers opstaan die dat ook<br />
gaan eisen van anderen. Hoe professioneler dat sfeertje is, hoe beter het<br />
resultaat. Je wilt dat men elkaar onderling corrigeert en aanmoedigt.”<br />
Op de vraag of hij ook een achilleshiel heeft als trainer, denkt Koeman<br />
even na. “Nee, ik denk niet dat ik een uitgesproken zwakke plek heb. Je<br />
moet als trainer wel dingen leren. Ik weet dat ik in het begin de neiging<br />
had iedereen op dezelfde manier te benaderen. Dat moet enerzijds ook<br />
wel, maar je hebt óók met verschillende culturen en karakters te maken.<br />
Dat de één een schouderklop nodig heeft en de ander een schop onder<br />
de kont, dat stukje mensenkennis heb je nodig om het maximale uit<br />
spelers te halen. Naarmate je ouder wordt, krijg je meer geduld en inzicht<br />
daarin. Het trainerschap is bij uitstek een ervaringsvak, het is geen<br />
toeval dat mensen als Hiddink en Advocaat zo gewild zijn, overal succes<br />
weten te boeken.” Een extra reden om toch langer als trainer door te<br />
gaan? Koeman lacht: “Wie weet.”<br />
68<br />
Klant, werk en passie
Ronald Koeman rijdt een Porsche Panamera<br />
69
“Ik wil meer<br />
tijd overhouden<br />
voor de patiënt”<br />
Ronald Linskens, maag-darm-leverarts, St. Anna Ziekenhuis<br />
70<br />
Klant, werk en passie
71
Het beeld dat veel mensen van een arts<br />
hebben, is iemand die weinig tijd heeft<br />
maar wel deskundig is en hun probleem<br />
oplost. Voor maag-darm-leverarts Ronald<br />
Linskens is dat zijn eer te na. Hoe veel<br />
voldoening hij als medisch specialist ook<br />
haalt uit de technische kant van zijn vak,<br />
dat mag volgens hem nooit de voornaamste<br />
beweegreden zijn. “Alles draait om de<br />
interactie met de patiënt.”<br />
“Mensen<br />
komen met<br />
een bepaald<br />
verwachtingspatroon”<br />
onald Linskens werd opgeleid tot internist in het<br />
Medisch Centrum Alkmaar en het VUmc in<br />
Amsterdam, waar hij zich verder specialiseerde<br />
in maag-, darm- en leverziekten. Destijds een<br />
re d e l ijk jong s p e c i a l i sme , d at e e n for s e g ro e i he e f t<br />
doorgemaakt. Het aantal gespecialiseerde maag-,<br />
darm- en leverartsen is de afgelopen vijftien jaar bijna verdrievoudigd.<br />
Sinds 2001 werkt hij in het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop, een middelgroot<br />
streekziekenhuis met zo’n 90 specialisten, waar Ronald een van de<br />
twee maag-darm-leverartsen is.<br />
Het is een specialisme waar hij zijn passie en enthousiasme als arts<br />
moeiteloos in kwijt kan. “Het is een mix van goed luisteren, een diagnose<br />
stellen én merendeels zelf de therapie uitvoeren.” Niet elk specialisme<br />
bestrijkt die hele keten zo volledig. “Een algemeen internist zal<br />
bijvoorbeeld vaak naar een chirurg doorverwijzen, en in voorkomende<br />
gevallen vooral met medicatie werken. Als MDL-arts kan ik ook direct<br />
zelf dingen oplossen: wij kunnen met instrumenten in de maag of darm<br />
kijken en ter plekke bijvoorbeeld een bloeding stelpen of een poliep<br />
weghalen.”<br />
Links- of rechtsom<br />
Wat hem het meest aanspreekt in zijn vak, is echter niet zozeer de<br />
t e c h n i s c he k a nt a l s we l d e i nt er a c t ie me t d e p at iënt . “He t id e e d at je a l s<br />
arts met mensen omgaat, en dat je soms met relatief eenvoudige dingen<br />
iemand enorm kunt helpen, heeft me altijd aangetrokken. De essentie<br />
van het vak is sámen met de patiënt tot een adequate oplossing komen.”<br />
Samen? “Ja, vaak gebeurt dat in samenspraak. Er zijn in veel gevallen<br />
meerdere wegen die naar Rome leiden, en als je dan zorg op maat wilt<br />
leveren, betekent dat voor de één route A en voor de ander route B.”<br />
Vertrekpunt voor een behandelplan is natuurlijk een goede diagnose.<br />
“Daarna is het de uitdaging om die diagnose goed uit te leggen én de<br />
patiënt te motiveren om te doen wat je voorstelt. Sommige mensen zijn<br />
heel meegaand en doen klakkeloos wat de dokter zegt. Anderen gaan<br />
zelf op internet kijken en komen met tegenargumenten of alternatieve<br />
oplo s si ngen – d ie s om s we l e en opt ie z ijn , a nd ere k eren a b s oluut n ie t .<br />
Dan moet je goed argumenteren.” Zelf vindt Ronald dat dit zijn werk<br />
aantrekkelijker maakt. “Maar niet elke arts zit daarop te wachten. Er<br />
zijn er ook die denken: als ik linksom wil, dan gáán we linksom. En eerlijk<br />
is eerlijk: bij sommige mensen moet dat ook. Dan scheppen te veel<br />
72<br />
Klant, werk en passie
73
74<br />
Klant, werk en passie
keuzemogelijkheden alleen maar verwarring en onzekerheid. Die<br />
men s en mo e t je bij d e h a nd nemen .” D at p at iënt en mond i ger z ijn ge -<br />
worden, lijdt volgens Ronald geen twijfel. “Mensen komen hier met een<br />
bepaald verwachtingspatroon, en zeggen het ronduit als je daar niet aan<br />
voldoet. Ze zijn soms al bij een andere arts geweest, of vragen direct om<br />
een CT-scan bijvoorbeeld, ook al hebben we het nog helemaal niet over<br />
hun symptomen gehad. Dan is het mijn taak weer om uit te leggen dat<br />
zo’n scan soms inderdaad nodig is, maar wellicht niet in dit specifieke<br />
geval. Er zijn ook steeds meer mensen die, omdat ik ook opgeleid ben tot<br />
internist, zonder verwijzing om een algemene checkup vragen.”<br />
Erger voorkomen<br />
Er op tijd bij zijn, ziekte in een zo vroeg mogelijk stadium opsporen –<br />
zowel voor patiënten als zorgverzekeraars is het een steeds belangrijker<br />
thema. Dat zorgt voor een soort spagaat. Immers, preventief onderzoek<br />
kost geld, en legt een extra claim op de toch al veel te hard groeiende<br />
zorgkosten. “Natuurlijk levert preventief onderzoek op de lange termijn<br />
een kostenbesparing op, doordat je problemen en dure procedures in de<br />
toekomst kunt voorkomen. Maar die winst betaalt zich pas op langere<br />
termijn uit. Neem de bevolkingsonderzoeken. Die zijn er al voor borsten<br />
baarmoederhalskanker. Daar komt aanstonds screening van dikke<br />
darmkanker bij. De overheid stimuleert dat, terwijl het toch echt wel<br />
weer een extra vraag naar onderzoek genereert en dus extra druk op het<br />
zorgbudget legt. Maar de maatschappelijke behoefte rechtvaardigt dat.<br />
Elk jaar wordt nu bij 14.000 mensen dikke darmkanker geconstateerd<br />
en overlijden er 4.500 mensen. Dat aantal kan met een bevolkingsonderzoek<br />
maar liefst gehalveerd worden.”<br />
Dokter volgt patiënt<br />
Tijdens het gesprek gaat Ronalds telefoon: een verpleegkundige belt met<br />
een vraag van een patiënte over bijwerkingen van een bepaald medicijn.<br />
“Die mevrouw zie ik volgende week”, reageert hij direct, alvorens de<br />
vraag te beantwoorden. En, als aan de andere kant van de lijn kennelijk<br />
verbaasd gereageerd wordt: “Ja hoor, dat weet ik uit mijn hoofd.”<br />
“Je leert<br />
elkaar kennen,<br />
dat beperkt<br />
misverstanden”<br />
“Ik ben gespecialiseerd in chronische ontstekingsziekten van de darm,<br />
dus ik behandel veel chronische patiënten”, verklaart hij als het<br />
telefoon gesprek is beëindigd. “Daar bouw je al gauw een band mee op.<br />
Temeer omdat we in dit ziekenhuis het principe hanteren dat ‘de dokter<br />
de patiënt volgt’. Dat wil zeggen: als je hier als patiënt binnenkomt en je<br />
ziet mij, dan zie je mij de volgende keer wéér. Kom je over drie jaar met<br />
een klacht op mijn vakgebied terug, ben ik wéér degene die je behandelt.<br />
Dat zorgt voor helderheid en continuïteit. Je leert elkaar kennen en het<br />
beperkt het risico op misverstanden. En het is gewoon prettig werken,<br />
als je direct weet over wie het gaat.”<br />
Concurreren, met mate<br />
Die persoonlijke touch is een van de factoren die ervoor zorgen dat het<br />
St. Anna Ziekenhuis in de verschillende ranglijsten consequent hoog<br />
scoort, vrijwel altijd in de top 10. “Zowel de Raad van Bestuur, de<br />
me d i s c he s t a f a l s ver ple e g k u nd i g p er s one e l z ijn h ier enor m gemot i ve erd<br />
om het beste eruit te halen. Die drive is enorm, op alle niveaus van de<br />
werkvloer.” Die kwaliteitsinspanningen richten zich onder meer op het<br />
75
sneller en patiëntvriendelijker organiseren van zorgprocessen. “We<br />
he bb en ‘z or gs t r at en’ i nger ic ht . D at w i l z e g gen : a l s jij me t e en proble em<br />
binnenkomt, krijg je diezelfde dag alle benodigde onderzoeken en ligt<br />
er aan het einde van de dag een diagnose en behandelplan. Of, bij complexere<br />
problemen, in elk geval binnen een week in plaats van soms<br />
maanden die er vroeger mee gepaard waren. Dat is fijn voor de patiënt,<br />
maar ook voor ons. Het bespaart tijd, we kunnen veel dingen beter<br />
plannen.” Het versterkt ook de concurrentiepositie van het ziekenhuis,<br />
in een regio waar patiënten uit vier, vijf instellingen kunnen kiezen. Al<br />
is dat een term waar Ronald niet onverdeeld gelukkig mee is. “Natuurlijk:<br />
door marktwerking moet je als ziekenhuis scherp blijven, werken<br />
aan kwaliteit, korte wachttijden, patiëntvriendelijkheid, noem maar<br />
op. In die zin is een beetje concurrentie goed. Maar echte, onderlinge<br />
concurrentie over de rug van de patiënt, elkaar patiënten afsnoepen...<br />
dat past niet bij dit vak. We zoeken juist de samenwerking. Sommige<br />
behandelingen worden bewust geconcentreerd in een bepaald, gespecialiseerd<br />
ziekenhuis.”<br />
Zulke differentiatie zal de komende jaren steeds sterker zichtbaar worden,<br />
al was het maar omdat ook de overheid aanstuurt op het concentreren<br />
van bepaalde behandelingen in ziekenhuizen met veel ervaring<br />
76<br />
Klant, werk en passie
“Komende jaren zetten we flinke<br />
stappen bij het sneller opsporen<br />
en behandelen van darmkanker”<br />
en kunde. Al moet het niet doorschieten, zegt Ronald. “Elk ziekenhuis<br />
heeft een basispakket aan zorg nodig, en dat is vrij breed. En vergeet<br />
niet: het werk moet ook interessant blijven voor artsen. Als iemand<br />
op een gegeven moment alleen maar spataderen behandelt of kromme<br />
tenen rechtzet, gaat de uitdaging van het vak ook verloren.”<br />
Uitdagingen zoeken<br />
Zijn eigen discipline biedt de komende jaren voldoende perspectieven<br />
om het werk als MDL-arts interessant te houden. “De komende jaren<br />
kunnen we nog flinke stappen zetten bij het sneller opsporen en beter<br />
behandelen van darmkanker. We zullen de komende jaren mensen met<br />
chronische darmziektes zoals Crohn en colitis ulcerosa gerichter kunnen<br />
helpen, dankzij nieuwe medicijnen. En patiënten met chronische<br />
hepatitis B en C kunnen we steeds beter behandelen, zo goed zelfs dat<br />
we de ziekte tot stilstand kunnen brengen en blijvende schade aan de<br />
le ver k u n nen vo orkomen . D a a r n a a s t z ijn er d e t e c h n i s c he ont w i k k e l i n-<br />
gen. Endoscopische apparatuur wordt steeds beter. Er zijn inmiddels<br />
videocapsules die de patiënt inslikt en waarmee we voor het eerst beelden<br />
van de dunne darm kunnen maken. Wellicht kunnen straks medicijnen<br />
lokaal via dergelijke capsules worden afgegeven op de plaats waar<br />
dat nodig is.”<br />
Uitdagingen moet je als specialist daarnaast ook voor jezelf blijven<br />
c re ëren . “Je he bt s ow ie s o d e ver pl ic ht i ng om t e bl ij ven n a- en bijs c holen .<br />
Eens in de vijf jaar krijg je bovendien een visitatie van collega’s, die<br />
a c ht er d e s c her men k ijk en en je pre s t at ie s b e o ord e len . O m d ie to e t si ng<br />
te doorstaan, moet je elke dag werken aan de kwaliteit van de zorg op<br />
je afdeling. Organisatorisch zaken goed op de rit houden. En ervoor<br />
zorgen dat je zelf niet op routine gaat werken. Natuurlijk, naarmate je<br />
langer in het vak zit ga je dingen sneller herkennen en weet je sneller<br />
welke weg je moet bewandelen. Maar dezelfde ziekte manifesteert zich<br />
in verschillende patiënten anders. Dat blijft een uitdaging. Je kunt het je<br />
niet permitteren om nonchalant te worden. Daar moet je jezelf scherp<br />
in houden.” Ronald is tijdens zijn opleiding tot MDL-arts tevens gepromoveerd<br />
op onderzoek naar diagnostiek en monitoring van chronische<br />
ontstekingsziekten van de darm. Wetenschappelijk onderzoek vormt<br />
de basis voor verdere ontwikkelingen in de zorg en behandeling van<br />
p at iënt en . O ok h ier d r a gen h ij en he t St . A n n a Z ie k en hu i s e en s t e ent je<br />
bij door deelname aan landelijke studies en publicaties.<br />
Naast zijn werk als maag-darm-leverarts bekleedt Ronald ook nog<br />
een heel andere functie. Al sinds 2003 behoort hij tot de medische staf<br />
van PSV, en is hij één keer per week aanwezig op het trainingscomplex<br />
De Herdgang. “Sport is een speerpunt van ons ziekenhuis, en we hebben<br />
al 30 jaar een relatie met PSV. De medische staf heeft tot voor kort altijd<br />
bestaan uit chirurgen van ons ziekenhuis. Die hadden op een gegeven<br />
moment behoefte aan een soort consulent met een andere achtergrond<br />
dan chirurgie of orthopedie. Ik fungeer eigenlijk als een soort huisarts,<br />
een liaison tussen PSV en de specialisten in het St. Anna Ziekenhuis.<br />
Heel leerzaam en een leuke afwisseling. Je komt met heel andere mensen<br />
in aanraking: jonge, gezonde topsporters, maar ook de familie van<br />
buitenlandse spelers en allerlei mensen rondom de club: van sponsors<br />
tot terreinknechten.”<br />
77
Ronald Linskens rijdt een Audi A8<br />
78<br />
Klant, werk en passie
“Een kick halen uit een<br />
complex probleem waarvoor je<br />
een technische oplossing vindt”<br />
Menselijke dimensie<br />
Kortom, voorlopig ziet Ronald nog voldoende perspectieven om zijn<br />
huidige werk interessant te houden. Hij ziet zichzelf niet zo snel in de<br />
voetsporen treden van collega’s die een carrièreswitch maken naar een<br />
bestuurlijke functie of het bedrijfsleven. “Als de omstandigheden zouden<br />
veranderen, en de druk en werklast van regelgeving bijvoorbeeld<br />
echt te groot zou worden, misschien dat dat voor mij een reden zou<br />
zijn.” Want hoe nuttig de steeds grotere aandacht voor kwaliteit ook is,<br />
het heeft één keerzijde: “Het kost heel veel administratief werk om al die<br />
kwaliteitseisen te benoemen, uit te werken, te scoren en te publiceren.<br />
Daar gaat ook voor specialisten veel tijd in zitten. Tijd die ik zelf liever<br />
zou besteden aan het verbeteren en intensiveren van het contact met<br />
de patiënt.” Overigens verricht Ronald naast patiëntenzorg ook managementtaken<br />
door deelname in diverse commissies in het ziekenhuis<br />
en van de landelijke beroepsvereniging. “Dit past mijns inziens in een<br />
medisch geïntegreerd specialistisch bedrijf, waarin de medische staf<br />
i nt en sie f me e d r a a it i n d e z ie k en hu i s or ga n i s at ie .”<br />
Persoonlijke aandacht voor patiënten is zo’n beetje de rode draad in<br />
Ron a ld s b e to og . “Men s en he bb en bij a r t s en v a a k he t b e e ld v a n iem a nd<br />
die weinig tijd heeft, niet altijd veel aandacht heeft maar wél deskundig<br />
is. En voor sommige patiënten is dat ook geen probleem; zolang zij van<br />
hun probleem afkomen zijn ze tevreden over de dokter. Maar veel andere<br />
patiënten, en zeker mensen met chronische klachten, hebben toch<br />
echt meer aandacht nodig. Dat proberen we deels te ondervangen door<br />
andere mensen bij het proces te betrekken, zoals gespecialiseerde verpleegkundigen.<br />
Die kunnen een soort ‘tussenlaag’ in de zorgketen vormen<br />
waarmee patiënten wat meer en laagdrempeliger contact kunnen<br />
hebben.”<br />
Tegelijkertijd moet die menselijke dimensie óók de kern van het werk<br />
als specialist zijn, benadrukt Ronald. “Natuurlijk, je kunt soms ook een<br />
echte kick halen uit een complex probleem waar je een mooie technische<br />
oplossing voor weet te vinden. Of als iemand al jaren met klachten<br />
rondloopt die niemand heeft weten te duiden, en jij slaagt er eindelijk in<br />
om een juiste diagnose te stellen. Dat zijn mooie momenten. Maar het<br />
mag niet de belangrijkste drijfveer zijn om dit vak te beoefenen. Zulke<br />
situaties zijn de uitzonderingen, 90% van wat wij behandelen, zijn veel<br />
voorkomende aandoeningen. Maar ook zulke gewone dingen kunnen<br />
voldoening schenken. Zeker in dit vakgebied denken mensen bij<br />
k l a c ht en v a a k ge l ijk he t er gs t e . Z e komen s c ho or vo e t end bi n nen , me t<br />
klachten waar ze eigenlijk niet over willen praten. Als ik dan met een<br />
relatief eenvoudig onderzoek die onrust kan wegnemen, en je ziet de<br />
opluc ht i ng over d e ge z ic ht en ga a n , d a a r put i k e c ht voldo en i ng u it .”<br />
79
80<br />
Klant, werk en passie
Frank Habraken,<br />
Habraken Houtimport<br />
“Wie de<br />
mensen in de<br />
bossen kent,<br />
kan de partij<br />
kopen die de<br />
klant zoekt”<br />
81
Airpark Brabant in Budel. Een industrieterrein<br />
in ontwikkeling in zuidoost-<br />
Brabant, tussen Eindhoven en Weert.<br />
Frank Habraken stapt binnen bij zijn bedrijf.<br />
De imposante openstaande roldeur<br />
‘verraadt’ in welke branche Frank en zijn<br />
broer Peter actief zijn. Enorme partijen<br />
hout in alle maten, geuren en kleuren<br />
vullen de grote hal. De kantoorruimtes<br />
zijn daarentegen klein en overzichtelijk;<br />
naast de twee broers/eigenaren werken<br />
er ‘slechts’ twee medewerkers bij Habraken<br />
Houtimport, wat desalniettemin bij<br />
de grotere spelers in Nederland behoort.<br />
irpark Brabant in Budel. Een industrieterrein<br />
in ontwikkeling in zuidoost-Brabant, tussen<br />
Eindhoven en Weert. Frank Habraken stapt binnen<br />
bij zijn bedrijf. De imposante openstaande<br />
roldeur ‘verraadt’ in welke branche Frank en zijn<br />
broer Peter actief zijn. Enorme partijen hout in<br />
alle maten, geuren en kleuren vullen de grote hal. De kantoorruimtes<br />
zijn daarentegen klein en overzichtelijk; naast de twee broers/eigenaren<br />
werken er ‘slechts’ twee medewerkers bij Habraken Houtimport, dat<br />
desalniettemin bij de grotere spelers in Nederland behoort.<br />
Frank praat met veel respect over zijn product. “We halen ons hout van<br />
over heel de wereld. Maleisië, Indonesië en andere Aziatische landen.<br />
Afrika, Rusland, Canada, Brazilië… Twee keer per jaar bezoekt mijn<br />
broer al die gebieden. Daar wordt alles ingekocht en naar Nederland<br />
ge h a a ld . Wa nt u it vo or r a a d le veren i n hond erd en ver s c h i l lend e m a atvoeringen<br />
is onze sterkste kant.”<br />
Peter is op pad. Zelf is Frank ook niet vaak in Budel te vinden. “Ik ben<br />
de boer op.” Frank werkt daarbij vooral vanuit zijn uit hout opgetrokken<br />
huis in het Gelderse Lochem. Want terwijl Peter zorgt voor de inkoop,<br />
is Frank de commerciële man. “De buitendienst. Ik ben zelf veel commerciëler<br />
ingesteld dan Peter. Hij is weer veel beter in zijn deel van het<br />
werk. We zijn twee tegenpolen, die elkaar goed in balans houden.”<br />
Opa in het hout<br />
Zaagsel stroomt bij Frank door de aderen. Habraken Houtimport is<br />
een echt familiebedrijf. Vader begon het huidige bedrijf aan het begin<br />
van de jaren vijftig. “Opa zat ook al ‘in het hout’, in de jaren twintig en<br />
dertig al. En wanneer je de familiegeschiedenis verder uitpluist, kom je<br />
zo uit bij negentiende-eeuwse houthandelaren in onze familie.” Opa<br />
handelde in zachthout, waar vader Habraken ook mee begon. “Timmerhout,<br />
vuren en grenen”, vertelt Frank. “Het werd in Valkenswaard per<br />
trein aangevoerd en op het bedrijf verder bewerkt. Mijn vader was zo<br />
rond 1970 een van de pioniers in Nederland op het gebied van tropisch<br />
hardhout.”<br />
82<br />
Klant, werk en passie
83
84<br />
Klant, werk en passie
“Je komt in<br />
deze branche<br />
wel cowboys<br />
tegen”<br />
Vanaf de eerste krullen<br />
Als kleine jongen reed Frank al op de heftruck door het bedrijf van<br />
zijn vader. “Ik ben tussen het hout opgegroeid. Als ‘krullenjongen’<br />
b e gon nen”, g l i m l a c ht h ij. “ To c h w a s he t n ie t v a n z e l f s pre k end d at w ij<br />
in het bedrijf zouden komen werken. We zijn ook nooit ‘de jongens van<br />
de baas’ geweest. Ik had een goede baan in Amsterdam, als vertegenwoordiger<br />
in de bouwwereld. Maar toen mijn vader tegen zijn pensioen<br />
aanliep en er geen opvolger was, kwamen wij toch in beeld.”<br />
Midden jaren tachtig ging Frank in het bedrijf van zijn vader aan de<br />
slag. “Begin jaren negentig namen de broers het bedrijf over. Peter<br />
had daar wat langer bedenktijd voor nodig dan ikzelf. Om aan te geven<br />
dat het echt niet vanzelfsprekend was: mijn vader vond die bedenktijd<br />
aanvankelijk wat te lang duren”, lacht Frank. “Hij had het bij wijze van<br />
spreken al bijna verkocht buiten de familie.” Het liep anders, en sinds<br />
1992 runnen Peter en Frank het familiebedrijf, waar ook broer Eugenio<br />
(“kort gezegd onze Eus”) in dienst is.<br />
Ter plaatse mensen kennen<br />
Hout blijkt een boeiende markt. “Een soort commodity-handel”,<br />
legt Frank uit. “Lokaal wordt gehandeld in partijen hout. Het gaat<br />
d a a r bij e c ht om je ne t werk : men s en t er pl a at s e k en nen en vo or a l o ok<br />
zorgen dat ze jou kennen. Dan weten zij immers wat je precies zoekt.<br />
Infor matie is belangrijk. Soms geven we al een jaar van tevoren aan<br />
waar we interesse in hebben en dan zie je op een gegeven moment dat<br />
men je weet te vinden met nét die ene kloppende partij.”<br />
Mensen kennen en op elkaar vertrouwen is waar het om draait op dat<br />
vlak. “Je komt in deze branche ook wel cowboys tegen. Voorheen verliep<br />
deze handel namelijk vaak via kredietbrieven, waarbij dus vóór levering<br />
de verkoper al over het geld kan beschikken. Daar zijn we wel eens de<br />
mist mee ingegaan. Eens en nooit meer. Nu verloopt die betaling via<br />
‘cash-against-documents’: als het hout daar de container in gaat en het<br />
schip op, wordt er hier betaald.”<br />
Bouwen aan relaties<br />
De handel verloopt vooral via bekende kanalen en via duurzaam opgebouwde<br />
relaties. De prijs fluctueert nogal. “Beschikbaarheid van bepaalde<br />
soorten of partijen is natuurlijk de belangrijkste factor die de prijs<br />
beïnvloedt, samen met schommelingen in de dollarkoers. Dat is nu<br />
e en m a a l d e v a lut a d ie we ge br u i k en i n on z e h a nd e l . D u s he t i s noga l<br />
eens laveren en onderhandelen. Altijd de laagste prijs willen betalen,<br />
dat lukt je niet. Dan zien ze je ook liever gaan dan komen. Je bouwt aan<br />
relaties en het is daarbij geven en nemen. Bij leveranciers én klanten.<br />
Dat is het spel.”<br />
Is het hout eenmaal gekocht, dan komt het per schip naar Europa. De<br />
haven van Antwerpen, Rotterdam of Amsterdam. Dat is afhankelijk van<br />
het land van herkomst. Van daaruit gaat het rechtstreeks naar de klant<br />
of een van de zeven voorraadlocaties van Habraken. “Vroeger kwam het<br />
in bulk aan. Eén groot ruim volgepakt met hout. Lossen duurde eeuwen<br />
en dan nóg kon er ineens een partij ‘kwijt’ zijn of op een verkeerde plek<br />
liggen. Nu komt al het hout netjes per container aan. Voorraadopslag en<br />
verdeling is uitbesteed. “We maken ons er hard voor leveringen binnen<br />
24 uur te kunnen doen. Dankzij de verspreide voorraadlocaties lukt dat<br />
ook.”<br />
85
Mensen en finesses<br />
Niet alleen met leveranciers, ook aan klantzijde staat Frank op een<br />
duurzame relatie. “Je moet een klant kunnen bieden wat hij wil. Dat<br />
klinkt logisch, maar dat is het niet zonder meer. Je werkt met mensen,<br />
dat is het mooiste van mijn job. De finesses liggen bij elke klant weer<br />
nét even anders en elke klant wil wat speciaals. Daarom bieden we ook<br />
wat anders dan wat standaard is. Wij leveren bijvoorbeeld houtsoorten,<br />
die anderen omwille van de investering of de beperkte marge links laten<br />
liggen.” Als voorbeeld daarvan noemt Frank de kozijnen van de Openbare<br />
Bibliotheek aan de Amsterdamse Prinsengracht. “Vier jaar heeft<br />
het uiteindelijk geduurd, tot we het juiste hout, Western Red Cedar, in<br />
de juiste afmetingen voor de kozijnen konden aanbieden.”<br />
Wat voor soort klanten Frank zoal bedient? Heel uiteenlopend, zo blijkt.<br />
Van klein, middelgroot, tot grote landelijke klanten. “De timmerman<br />
om de hoek mag bij ons ook twee plankjes komen halen, maar daar<br />
draait het natuurlijk niet om. Ons klantenportfolio varieert van timmerfabrieken<br />
tot heel grote aannemers, zoals Heijmans en BAM. En<br />
naast ruw hout leveren we ook uiteenlopende bewerkingen aan. Daarvoor<br />
hebben we een deel van onze voorraad ‘geparkeerd’ bij een bewerker,<br />
zodat we ook bewerkt hout snel en efficiënt kunnen leveren.”<br />
Zaagvallende lengte<br />
Ruw hout, dat zijn nog steeds geen hele bomen, legt Frank uit. “Alles<br />
wordt op specificatie ingezaagd: ‘zaagvallend’, zoals we dat noemen.<br />
Dus balken variërend in lengte, van kort naar lang. Voor de kozijnen<br />
van die bibliotheekvestiging in Amsterdam was bijvoorbeeld een speciale,<br />
extra lange partij nodig. Dat vergt zoekwerk, naar de juiste leverancier,<br />
de juiste partner. In onze branche kom je dan ook niet per definitie<br />
bij een grotere leverancier uit. Kijk naar ons: we werken met een klein<br />
team van vier. Dan moet je soms even een stapje extra doen. Dat doe je,<br />
omdat je leuk vindt wat je doet!“<br />
86<br />
Klant, werk en passie
“Loodrecht op de<br />
jaarringen zagen”<br />
Mooi voorbeeld is het feit dat Frank zelf al bijna twintig jaar alle verkopen<br />
doet. Zonder één vertegenwoordiger in dienst te hebben. “Ik loop<br />
zelf wel wat harder. Wel jammer dat er geen 48 uur in een dag gaan…”,<br />
zegt de man die elke dag van 6.30 uur tot 22.00 uur op pad is voor de<br />
zaak. Behalve op woensdag, als hij met zijn jachthond (“Een Vizsla<br />
draadhaar, met alle certificaten”) gaat trainen. “En op zaterdag werk ik<br />
maar tot een uurtje of twaalf hoor…”<br />
Het spel is de passie<br />
De echte passie zit bij Frank misschien niet eens zozeer in het hout,<br />
maar in het spel van ondernemen, praten, handelen en contacten met<br />
mensen onderhouden. “Passie? Dat is liefde voor het vak. Je hele ziel en<br />
zaligheid erin stoppen en bijzondere dingen willen doen voor je klanten.<br />
Handelen met je hart. Kijken naar het totaalplaatje waar de klant happy<br />
van wordt. Projecten loskrijgen, of het nu om 1.000 of 100.000 euro gaat,<br />
dat is wat het leuk maakt. Door te specialiseren haal je de krentjes uit de<br />
pap.”<br />
Speciale afmetingen of bewerkingen, of bijzondere houtsoorten, dat<br />
zijn die krentjes voor Frank. “Die soorten zijn voor veel importeurs niet<br />
rendabel. Wij kopen ze wel in. Al moet ik ze per bundeltje uitventen.”<br />
De vraag wat die bijzondere houtsoorten zijn, ontketent de liefde voor<br />
hout. Frank vertelt over exotische houtsoorten. Afrikaans Iroko, dat aan<br />
teak doet denken. Of Western Red Cedar, naaldhout van woudreuzen<br />
uit Canada. “En dat dan rift gezaagd”, vervolgt Frank. “Dat wil zeggen<br />
dat het loodrecht op de jaarringen is gezaagd. Daardoor is het slijtvaster<br />
en krimpt het hout minder. Het betekent wel dat je per boom een stuk<br />
minder rendement hebt en dus duurder uit bent. Daarom zal niet elke<br />
importeur daarvoor kiezen.”<br />
FSC uit voorraad<br />
Uit Zuidoost-Azië - vooral Indonesië, Maleisië, Irian Jaya en Papoea<br />
Nieuw-Guinea – komt Merbau, een andere bijzondere houtsoort in het<br />
assortiment. “Merbau is namelijk over het algemeen moeilijk te verkrijgen<br />
met FSC-keurmerk. Toch hebben we het standaard op voorraad.”<br />
Want ook dát zit in de genen bij Habraken: duurzaam hout. Vader werd<br />
in de jaren vijftig al lid van de VVNH, de Vereniging Van Nederlandse<br />
Houtondernemingen. De branchevereniging maakt zich sterk voor verantwoord<br />
hout. Dat is in een concrete doelstelling vastgelegd, vertelt<br />
Frank: “In 2015 is 100% van het naaldhout, 85% van het plaatmateriaal<br />
en 50% van het hardhout dat VVNH-leden importeren of inkopen aantoonbaar<br />
afkomstig uit duurzaam beheerde bossen.”<br />
87
“Je moet vooruit blijven kijken,<br />
zodat onze kinderen ook nog<br />
vooruit kunnen!”<br />
Duurzaam hout<br />
Om de duurzaamheid van hout te bewijzen, moet je terug gaan naar<br />
de bron. De Forest Stewardship Council certificeert grondstoffen voor<br />
hout- en papierproducten die afkomstig zijn uit verantwoord beheerde<br />
bossen, met alle aandacht voor de mensen die van het bos afhankelijk<br />
zijn. Alle grote milieu- en ontwikkelingsorganisaties bevelen FSC aan.<br />
Een tweede vorm van certificering is het Programme for the Endorsement<br />
of Forest Certification (PEFC). Deze instantie streeft ernaar dat<br />
alle bossen ter wereld op een duurzame manier worden beheerd.<br />
“Je ziet het de laatste jaren ook in – bijvoorbeeld – de renovatiemarkt.<br />
Gemeentes vragen terecht om gebruik van gecertificeerd hout. Het<br />
gaat dan voornamelijk om certificaten van FSC en PEFC. We werken<br />
daar al tientallen jaren aan mee. Al in begin jaren tachtig reserveerden<br />
wij per partij hout in Maleisië bijvoorbeeld al een x-percentage van de<br />
omzet om ter plekke nieuw bos aan te planten. Inmiddels is het leeuwendeel<br />
van wat wij aanbieden FSC-gecertificeerd en uit voorraad beschikbaar.<br />
Bijna alle keurmerken – want er zijn er tientallen – kunnen<br />
we aan.”<br />
Verantwoord is de norm<br />
Wat vindt Habraken als grote importeur van veelal tropisch hardhout<br />
eigenlijk van de ontbossing? “Ik erken het probleem. Daarom is het<br />
ook heel goed dat de VVNH die ambitieuze doelstelling heeft staan en<br />
dat er keurmerken zijn. Verantwoord hout is de norm. Je moet vooruit<br />
bl ij ven k ijk en , z o d at on z e k i nd eren o ok nog vo or u it k u n nen! O r ga n i-<br />
saties als Greenpeace hebben wel gemakkelijk praten: een foto van een<br />
tafel, met daaronder dan die tekst: ‘De laatste hardhouten salontafel…’<br />
Het probleem van ontbossing ligt echter niet bij ons. Dat ligt bij de<br />
re ge l ge v i ng v a n ve e l lok a le overhe d en en b o eren i n A z ië en Zu id-<br />
Amerika. Zij branden het oerwoud plat om weides en akkers aan te<br />
le g gen . Ne e , d e hout h a nd e l i s go e d gere g u le erd : n ie t-ge c er t i f ic e erd hout<br />
komt er eigenlijk niet meer in!” Over de toekomst van onze kinderen<br />
gesproken… De volgende generatie Habrakens, staat die al te trappelen<br />
om het bedrijf over te nemen? “Ze hebben nog geen ambitie in die richting”,<br />
lacht Frank. “En dat hoeft ook niet. We laten ze er vrij in. Ze zaten<br />
ook niet op jonge leeftijd op de heftruck. Zelf zijn we van de babyboomers-generatie,<br />
toen was het misschien vanzelfsprekender. Vader stond<br />
op na het eten en wij gingen mee. Nu is dat anders. Wat die toekomst<br />
betreft zien we het wel.”<br />
Hout is hip<br />
Of hout in die toekomst ‘in’ blijft, daar twijfelt Frank niet aan. “Hout is<br />
altijd hip geweest”, vindt hij. “En dat zal het ook blijven. Mensen vinden<br />
een mooie houtsoort altijd mooi. Op het ene moment is hout populairder<br />
dan andere momenten. En schommelingen in de economie merken<br />
we altijd; gaat het in de bouw wat minder, dan zien we dat hier terug.<br />
Dat is nu eenmaal zakendoen. Financieel zijn we gezond en betere tijden<br />
komen na slechtere. Hout blijft. In de bouw en in ontwerpen van architecten,<br />
in de verfraaiing van gebouwen, parkeergarages, gevels enzovoorts.<br />
Het is daarom goed om de taal van bouwers en architecten te<br />
spreken, te weten wat ze willen. Dan word je ook tijdig betrokken bij<br />
projecten en kun je samen mooie dingen doen!”<br />
88<br />
Klant, werk en passie
Frank Habraken rijdt een Audi Q7<br />
89
Patrick Sanders, BSS Systems<br />
Ondernemer in<br />
90<br />
Klant, werk en passie
duurzaamheid<br />
91
92<br />
Klant, werk en passie
Het is 1994, drie jaar na het uiteenvallen<br />
van de Sovjet-Unie. Net als andere<br />
voormalige Sovjet-staten zit Wit-Rusland<br />
midden in de overgang van een communistische<br />
naar een markteconomie.<br />
De eerste Westerse zakenmensen<br />
melden zich, waaronder een jonge,<br />
ambitieuze Nederlander. Patrick Sanders<br />
denkt er auto’s te gaan verkopen, maar<br />
het loopt anders.<br />
“We waren<br />
broekies,<br />
echt voor<br />
vol aangezien<br />
werden we niet”<br />
atrick heeft op dat moment net besloten voor<br />
zichzelf te beginnen. Na drie jaar als verkoper in<br />
een autoshowroom had hij dringend behoefte<br />
aan meer ruimte. “Het werk in de showroom<br />
benauwde me. Ik wilde erop uit, de wereld in.”<br />
Hij bezoekt Wit-Rusland met een vriend, die er<br />
software laat ontwikkelen door goede (en goedkope) programmeurs.<br />
Zelf heeft Patrick het plan opgevat om auto’s naar Wit-Rusland te gaan<br />
exporteren.<br />
Big break<br />
Zijn exportplannen komen echter niet goed van de grond, wegens<br />
allerlei veranderingen in regelgeving. Maar Patrick ziet dat er in<br />
Wit-Rusland nog veel meer kansen liggen. Het land mag arm zijn<br />
– Patrick logeert in aftandse appartementjes en neemt kaas en soep<br />
mee uit Nederland om fatsoenlijk te kunnen eten. Maar Wit-Rusland<br />
is óók een land van slimme ingenieurs, en van technologie die er op het<br />
eerste gezicht niet uitziet, maar onderhuids vaak zeer geavanceerd is.<br />
En de postcommunistische bedrijven die deze technologie maken,<br />
willen maar wat graag contact leggen met Westerse ondernemers.<br />
“We zijn een tijdlang elke zes weken veertien dagen naar Wit-Rusland<br />
gereisd, en hebben geprobeerd zoveel mogelijk contacten op te bouwen”,<br />
zegt Patrick. “We waren broekies. Echt voor vol aangezien werden<br />
we niet, had ik het idee. Maar doordat we uit het Westen kwamen<br />
op een bepaalde manier toch ook weer wel.” Vergezeld door een tolk<br />
doen de Nederlanders de meest uiteenlopende bedrijven aan. “Van<br />
metaal tot diamantzaagbladen, je kunt het zo gek niet bedenken.” Maar<br />
hun big break komt als ze een bedrijf bezoeken dat speciale luchtfilters<br />
produceert voor de ruimtevaart en het leger. “Zij zochten contacten in<br />
het Westen om hun product te vermarkten. We raakten aan de praat,<br />
en kregen een hele presentatie met ingewikkelde formules over wat<br />
hun product zo bijzonder maakte. Ik kon niet echt volgen, dus ik vroeg:<br />
wat kán ik ermee? ‘Nou, bijvoorbeeld ammoniak uit de lucht halen’,<br />
was het antwoord.”<br />
93
“We stuitten<br />
bij toeval op een<br />
heel bijzondere,<br />
slimme techniek”<br />
Jongensdroom<br />
Patrick neemt een stukje van dit speciale filter mee naar Nederland.<br />
Thuis, in het Brabantse Eersel, demonstreert hij het aan zijn ouders.<br />
“Ik pakte een fles ammoniak uit de poetskast, liet mijn vader eraan<br />
ruiken en hield er vervolgens het filter tussen. Je rook op slag niks<br />
meer.” Zijn vader kan gelijk een praktische toepassing bedenken. Het<br />
gebied rond Eersel zit vol intensieve varkenshouderijen, die vaak een<br />
indringende ammoniaklucht produceren. Patrick belt een bevriende<br />
varkenshouder om te informeren of er al een luchtfilter voor deze<br />
bedrijfstak op de markt is. “Die was er op dat moment nog niet, maar<br />
de vraag ernaar zat er wel aan te komen. Op Europees niveau werd<br />
al onderhandeld over regelgeving, met als inzet dat alle agrarische<br />
be drijven op termijn hun ammoniakuitstoot met minimaal 70%<br />
moesten reduceren.”<br />
Hoewel Patrick zelf geen technische achtergrond heeft, besluit hij<br />
de uitdaging aan te gaan. Navraag bij de universiteiten van Delft en<br />
Wageningen leert dat het speciale Wit-Russische filter in theorie zou<br />
moeten werken, maar niemand in Nederland kent de techniek. “Het<br />
was een soort jongensdroom: we waren per toeval op heel bijzondere,<br />
slimme technologie gestuit, die we eigenlijk alleen nog van een Westers<br />
omhulsel hoefden te voorzien.” Patrick schakelt mensen met de vereiste<br />
expertise in en ontwikkelt een luchtwasser: een systeem dat de lucht uit<br />
varkensstallen over een filter met een speciale vloeistof leidt, die de<br />
ammoniak bindt.<br />
Het is een primeur voor Nederland. Patrick trekt met het prototype<br />
langs vakbeurzen, en omdat de Europese regelgeving er nu echt zit<br />
aan te komen, is de belangstelling van varkenshouders al snel concreet.<br />
Zeker als Patrick een lobby bij de overheid op gang brengt om het voor<br />
varkenshouders aantrekkelijker te maken om alvast in deze techniek<br />
te investeren. “De investering leverde varkenshouders op dat moment<br />
eigenlijk nog te weinig op. Ik stelde voor: als wij met onze moderne<br />
luchtwasser de geur en ammoniak uit de lucht kunnen halen, kunnen<br />
boeren dan niet méér varkens op dezelfde locatie houden?” Dat voorstel<br />
wordt goedgekeurd, er komen subsidieregelingen en in een paar<br />
jaar tijd is Patricks bedrijf onbetwist marktleider in het door hem<br />
ge kozen segment.<br />
Zware aanloop<br />
Het klinkt als een rimpelloos succesverhaal, maar Patrick geeft grif<br />
toe dat de aanloop lang en zwaar was. “Voordat je een product als zo’n<br />
luchtwasser volledig gecertificeerd op de markt kunt zetten, ben je echt<br />
wel een paar jaar bezig. Ik had altijd wel het idee gehad om zelf onder-<br />
94<br />
Klant, werk en passie
nemer te worden, maar ik was snelle handel gewend. Dit kostte tijd en<br />
veel geduld. Er waren genoeg momenten dat ik me afvroeg waar ik aan<br />
begonnen was. Dat ik heb volgehouden, kwam vooral doordat ik geld<br />
van mijn vader had geleend om het bedrijf te kunnen starten. Dat wilde<br />
ik minimaal kunnen terugverdienen.”<br />
Uiteindelijk bereikt Patrick veel méér. De omzet van zijn bedrijf verdubbelt<br />
of verdrievoudigt jaar na jaar. Maar het is geen reden om op<br />
zijn lauweren te rusten. “Als er iets is wat ik geleerd heb uit die beginjaren,<br />
is dat je je moet focussen. Om te beginnen niet alles tegelijk willen,<br />
maar een product echt doorontwikkelen en perfectioneren, totdat<br />
je er een gezonde bron van inkomsten aan hebt. En vervolgens doorinvesteren,<br />
anders word je binnen de kortste keren ingehaald, hoe sterk<br />
je uitgangspositie ook is. Onze voornaamste concurrent uit die begintijd<br />
maakte die fout: die leunde achterover omdat ze een mooi product<br />
hadden. Na een paar jaar waren ze failliet. Je moet ervoor zorgen dat<br />
je sneller en beter blijft dan de competitie. Aan die houding heb je<br />
volgens mij tien keer meer dan aan allerlei patenten of het afschermen<br />
van je intellectueel eigendom.”<br />
Mooie constructie<br />
Een tweede succesfactor, zegt Patrick terugblikkend, was de beslissing<br />
om de productie aan een gevestigde, efficiënte partij uit te besteden.<br />
“We hebben vrijwel vanaf het begin daarvoor samengewerkt met de<br />
<strong>VD</strong>L Groep. Wij bedachten het concept, deden de engineering en<br />
het tekenwerk, zij verzorgden de productie. En we hadden een mooie<br />
constructie afgesproken waarbij <strong>VD</strong>L ons pas factureerde op het<br />
moment dat het systeem naar de klant ging. Dat was een soort groeifinanciering,<br />
zeg maar.”<br />
Dat type samenwerking belichaamt het soort ondernemen waar Patrick<br />
van houdt. “Wat ik in de loop der jaren geleerd heb, is de juiste mensen<br />
op de juiste plekken neer te zetten. Gespecialiseerde partijen inschakelen,<br />
die precies de juiste kennis hebben en willen meedenken. We hadden<br />
misschien ook zelf de productie van de luchtwassers kunnen doen,<br />
maar ik had nooit de flexibiliteit en logistieke professionaliteit van<br />
<strong>VD</strong>L kunnen evenaren. Misschien dat de kostprijs van de systemen op<br />
deze manier wat hoger is, maar ik bespaar wel heel veel overhead en<br />
kan het bedrijf veel sneller laten groeien.”<br />
Investeren in groei<br />
De samenwerking met <strong>VD</strong>L wordt ook als een groot pluspunt gezien<br />
door de Amerikaanse investeerder die Patrick in 2007 benadert. “Ze<br />
95
96<br />
Klant, werk en passie
“We lopen<br />
hier voorop<br />
in wet- en<br />
regelgeving”<br />
wilden praten over samenwerking. Ze zagen dat wij een mooi bedrijf<br />
hadden, en een behoorlijk groeipotentieel. Nederland heeft voorop gelopen<br />
met het aanpakken van ammoniakuitstoot, maar dit wordt op<br />
een gegeven moment een wereldwijde markt. Binnen een uur kregen<br />
we de vraag of we wilden verkopen.” De vraag overvalt hem enigszins.<br />
“We waren er niet op voorbereid, we waren op dat moment pas drie<br />
jaar winst aan het maken.” Uiteindelijk gaat hij akkoord, al blijft hij<br />
nog vier jaar aan om het bedrijf verder te ontwikkelen. Na die vier jaar<br />
neemt hij afscheid van ‘zijn’ bedrijf. Een beslissing die hem minder<br />
zwaar valt dan verwacht. “De Amerikaanse aanpak sprak mij niet zo<br />
aan. Ik creëer graag win-winsituaties. Vind plezier in het werk óók belangrijk.<br />
De nieuwe eigenaar focuste puur op kosten en opbrengsten.<br />
Zolang de cijfertjes goed en constant waren, hadden we het goed gedaan.<br />
Tegelijkertijd werd er niet echt in groei geïnvesteerd. Terwijl ik<br />
ervan overtuigd was dat er nog veel meer uit het bedrijf te halen viel.”<br />
In de laatste periode voor zijn afscheid zit Patrick dan ook al met tal<br />
van ideeën in zijn hoofd voor een nieuwe onderneming. “Ik heb nu een<br />
groot netwerk, en ervaring. Een bedrijf opstarten gaat nu veel sneller<br />
dan de eerste keer. En kansen op het gebied van milieu zijn er te over,<br />
als je de goede dingen uitzoekt en de goede mensen en partijen om je<br />
heen verzamelt.”<br />
Duurzaamheid als kans<br />
Een bewuste keuze om ‘ondernemer in duurzaamheid’ te worden, heeft<br />
Patrick nooit echt gemaakt. “Ik ben er min of meer toevallig ingerold.<br />
Maar ik zie wel dat het een mooie markt is met veel toekomst. Een<br />
hype? Verre van. Het staat allemaal juist nog in de kinderschoenen.<br />
In Nederland hebben we het voordeel dat we voorop lopen in wet- en<br />
regelgeving. Hier vindt immers zowel industrieel als agrarisch enorm<br />
veel activiteit plaats op een heel klein oppervlak.” Daardoor moeten<br />
we noodgewongen als een van de eerste ter wereld de technologie ontwikkelen<br />
die straks overal nodig zal zijn, benadrukt Patrick. “In 2018<br />
moeten alle stallen in Europa aan dezelfde ammoniaknormen voldoen<br />
die we nu in Nederland hebben. Daarna volgt de rest van de wereld.<br />
Maar in Nederland wordt er nu al geen enkele varkensstal gebouwd<br />
zonder luchtreiniging. En we hebben ook internationaal een grote<br />
reputatie op dit punt. Een universiteit als Wageningen staat wereldwijd<br />
echt als toonaangevend te boek.”<br />
Anticiperen op regelgeving<br />
Al bij zijn eerste bedrijf ontwikkelt Patrick een antenne voor de marktvraag<br />
van de (nabije) toekomst. “Toen we onze eerste luchtwasser hadden<br />
ontwikkeld, vroegen we onszelf af: waar zit nog meer ammoniak<br />
in? Sigarettenrook, zo bleek. Toen zijn we als een van de eersten rookcabines<br />
gaan bouwen. Na een tijdje leverden we die aan vrijwel alle<br />
multinationals in Nederland.”<br />
Ook met zijn nieuwe bedrijf anticipeert Patrick nadrukkelijk op de toekomstige<br />
behoeften van klanten, vooral door de ontwikkeling van weten<br />
regelgeving op de voet te volgen. “Zo werken we aan een luchtwasser<br />
voor de scheepvaart. In Europa zijn duizenden schepen waarvan de<br />
uitstoot de komende jaren fors moet worden teruggebracht. Dat kan<br />
door over te stappen op een andere brandstof. Maar dat is kostbaar, dat<br />
97
“Het liefst zoek ik naar plekken<br />
in de markt waar de concurrent<br />
nog niet aan denkt”<br />
kost anderhalf à twee ton per schip per jaar. De andere optie is om de<br />
lucht te wassen. Daar kun je onze techniek voor inzetten.” Inmiddels<br />
heeft Patrick samen met gespecialiseerde scheepswerktuigbouwkundigen<br />
een systeem ontwikkeld, dat in de enorme uitlaatpijpen van<br />
schepen kan worden geplaatst en de uitstoot van het schip ontdoet van<br />
roet en zwavel. “We hebben de eerste order binnen, voor zes schepen.<br />
Als dat goed gaat, komt er een enorme markt binnen handbereik. De<br />
komende tien jaar moeten wereldwijd 70.000 schepen aan de nieuwe<br />
normen voldoen.”<br />
De winst van restwarmte<br />
Naast het reinigen van lucht richt Patricks bedrijf zich ook op het hergebruiken<br />
van restwarmte. “In de intensieve veehouderij verdwijnt veel<br />
warme lucht vanuit de stal, waar nu niets mee gebeurt. Wij ontwikkelen<br />
droogsystemen waarmee je ‘natte’ mestproducten energiezuinig kunt<br />
drogen.” Het principe is eenvoudig: warme stallucht wordt langs een<br />
band gevoerd waarover bijvoorbeeld kippenmest wordt getransporteerd.<br />
“De mest droogt en kan vervolgens tot korrels worden samengeperst.<br />
Die korrels worden onder meer in Zuidoost-Azië verkocht voor<br />
de bemesting van rijstvelden. Voor de boer een financieel aantrekkelijke<br />
oplossing, zegt Patrick. “Met natte mest kun je niets, dat kost enkele<br />
tientjes per ton om het af te voeren. Nu krijg je er juist geld voor.”<br />
De droogbandsystemen zijn daarnaast geschikt voor biogasinstallaties,<br />
waarmee boeren ‘groen gas’ produceren. Dat gebeurt via vergisting van<br />
organisch afval. Het biogas wordt omgezet in elektriciteit, via motoren<br />
die daarbij veel warmte produceren. “Die warmte kun je hergebruiken<br />
om het restproduct te drogen. Dat kan vervolgens weer worden verkocht<br />
aan biomassacentrales, waar het de brandstof vormt voor groene<br />
elektriciteit.”<br />
Klaar voor opbloeiende markten<br />
Ook zijn ‘nieuwe’ systemen ontwikkelt Patrick samen met anderen.<br />
Onder meer met <strong>VD</strong>L, dat participeert in de droogbandsystemen en de<br />
internationale verkoop aan agrarische bedrijven verzorgt.<br />
Het is een pure win-winsituatie zoals hij ze graag heeft. En die het ondernemen<br />
voor hemzelf overzichtelijk houdt. “We hebben een kantoorruimte<br />
bij <strong>VD</strong>L, en verder werk ik veel vanaf huis en in de auto. Dat<br />
bevalt me uitstekend. Anderen investeren hun winst in een prestigieus<br />
kantoorpand, ik steek het liever in de doorontwikkeling van ons product.<br />
Je moet nuchter en alert blijven. Net wat verder kijken dan anderen.<br />
Het liefst zoek ik de plekken in de markt op waar de concurrent<br />
nog niet aan denkt. Daar mooie oplossingen voor bedenken, en ervoor<br />
zorgen dat je met een mooi product klaar staat op het moment dat die<br />
markt tot bloei komt, daar haal ik het meeste plezier uit.”<br />
98<br />
Klant, werk en passie
Patrick Sanders rijdt een Porsche 911<br />
99
Menno Jansen,<br />
Q.I. Press Controls<br />
“Wereldspeler<br />
zijn en blijven”<br />
100<br />
Klant, werk en passie
101
Is er toekomst voor drukwerk? Menno<br />
Jansen is ervan overtuigd. De afgelopen<br />
15 jaar bouwde hij met zijn zakenpartner<br />
Erik van Holten vanaf de grond een hightechbedrijf<br />
dat over de hele wereld drukkers<br />
helpt hun persen beter en efficiënter<br />
aan te sturen. Over groei in een krimpmarkt<br />
en de zoete smaak van succes.<br />
ls tiener al combineerde Menno Jansen technische<br />
affiniteit met ondernemerschap. Op zijn<br />
z e vent iend e or ga n i s e erd e h ij g rot e fe e s t en , c ompleet<br />
met een drive-in-discotheek. De techniek<br />
achter geluidsapparatuur fascineert hem. Hij<br />
kiest voor een studie elektrotechniek en gaat na<br />
zijn studie aan de slag met professionele geluidsapparatuur. “Werken<br />
tussen techneuten die eindeloos konden sleutelen om ergens een decibelletje<br />
extra uit te halen. Heel leuk, maar aan het eind van de maand<br />
moest ik maar afwachten of ik salaris kreeg.”<br />
Als hij vervolgens kiest voor een baan bij een Amerikaanse producent<br />
van toebehoren voor de grafische industrie, heeft Menno naar eigen<br />
zeggen helemaal niets met drukwerk. “Ik weet wel nog dat mijn toenmalige<br />
baas zei: ‘als je eenmaal in de grafische sector werkt, wil je nooit<br />
meer iets anders.’ En daar heeft hij wel gelijk in gekregen, al vind ik het<br />
lastig te verklaren waar ’m dat in zit.”<br />
Pionierstijd<br />
Na enkele jaren begint het ondernemersbloed weer te borrelen. Menno<br />
en een collega realiseren zich dat hun werkgever kansen laat liggen. In<br />
de jaren negentig van de vorige eeuw drong ICT steeds verder door in de<br />
drukkerijwereld. Klanten vroegen meer en meer om automatiseringsoplossingen<br />
waarmee drukpersen beter zouden kunnen worden aangestuurd<br />
– met als doel de kwaliteit, nauwkeurigheid en consistentie<br />
van drukwerk te verbeteren. “Onze werkgever hield echter de boot af,<br />
wilde daar niet in investeren”, herinnert hij zich. “Toen besloten wij om<br />
daar zelf op in te spelen en voor onszelf te beginnen.”<br />
Het eerste jaar was pionieren van het zuiverste water, ondernemen als<br />
in een jongensboek. Menno en zijn zakenpartner bivakkeerden de eerste<br />
maanden in een garagebox. Met één telefoonlijn, al werden bellers vaak<br />
‘doorgeschakeld’ om wat meer de indruk van een gevestigd bedrijf te<br />
wekken. Na een maand of vijf volgde de verhuizing naar een kleine<br />
ruimte op een bedrijventerrein. “Spannende, maar ook mooie tijden”,<br />
zegt Menno. “We waren een vol jaar bezig met de ontwikkeling van ons<br />
product, met een spaarpotje en wat geleend geld en zonder enige inkomsten.”<br />
Finetunen<br />
Alle energie gaat in die begintijd naar het ontwikkelen van een bijzonder<br />
stukje techniek, dat ervoor moet zorgen dat de vier kleuren drukinkt<br />
die voor een optimaal resultaat nodig zijn, op exact de juiste plek<br />
102<br />
Klant, werk en passie
103
“Kennis van een lokale markt<br />
creëert een voorsprong ”<br />
op het papier terechtkomen. “Als dat niet helemaal goed gaat en die<br />
kleuren passen niet precies over elkaar, worden foto’s onscherp”, zegt<br />
Menno. “En dat moet je eigenlijk continu bijhouden tijdens het drukproces.<br />
Door minieme verschillen in temperatuur of luchtvochtigheid<br />
kunnen gaandeweg kleine ‘pasverschillen’ ontstaan.”<br />
Na een jaar buffelen hebben de heren de oplossing in handen: een<br />
b e s t u r i ngs s y s t e em , b e s t a a nd e u it e en s p e c i a le d i g it a le c a mer a d ie<br />
uiterst exacte metingen kon uitvoeren, en allemaal kleine verstelmotortjes<br />
die het drukproces zo nodig konden bijsturen. “Daarmee konden<br />
we het proces tot op de honderdste millimeter nauwkeurig finetunen.”<br />
Destijds, in 1997, was onze oplossing het eerste kleurregisterbesturingssysteem<br />
op de markt. De eerste betalende klant liet niet lang op zich<br />
wachten. Tot opluchting van Menno: “Dat was eigenlijk het enige echt<br />
spannende moment dat we al die jaren hebben meegemaakt: het geld<br />
was op. Zonder die order hadden we het niet overleefd.”<br />
Mondiaal werken<br />
In de jaren die volgen, groeit het bedrijf en blijft het groeien, met gemiddeld<br />
50% per jaar. Q.I. Press Controls is een groeidiamant, die<br />
ver s c h i l lend e aw a rd s i n d e w a c ht s le e pt . He t b e d r ijf verhu i s t n a a r e en<br />
104<br />
Klant, werk en passie
eigen nieuwbouwpand in Oosterhout, waar al binnen een paar jaar<br />
een vleugel wordt aangebouwd. Ruim tien jaar na de start van het<br />
b e d r ijf werk en er 15 0 men s en : i n re s e a rc h & d e ve lopment , pro duc t ie<br />
van de verschillende hightech-apparatuur én customer support.<br />
Die groei komt voor een belangrijk deel uit het buitenland. “Al in<br />
ons allereerste ondernemingsplan was het uitgangspunt dat we internationaal<br />
zouden gaan opereren. De Nederlandse markt alleen is te<br />
klein. Bovendien zijn we heel ambitieus.” Die groeistrategie wordt<br />
wel doordacht uitgevoerd. “We zijn bewust dicht bij huis begonnen,<br />
door ons te focussen op de Europese markt. Het heeft geen zin om<br />
je eerste systeem aan een drukker in Australië te verkopen en vervolgens<br />
niet of heel moeilijk lokale service te kunnen bieden.”<br />
Als die basis is gelegd, verruimt het bedrijf de horizon. Menno reist zelf<br />
de hele wereld over om verkoopkantoren te openen: VS, China, India,<br />
Australië, Brazilië..., maar ook een productiefaciliteit in India om de<br />
snelgroeiende markt in dit deel van de wereld beter en sneller te bedienen.<br />
Alle buitenlandse vestigingen zijn 100% dochterbedrijven, gerund<br />
door mensen die de lokale markt van binnenuit kennen. “Ik denk<br />
dat we daarmee vaak een voorsprong op concurrenten nemen. Onze<br />
concurrenten werken grotendeels via lokale agentschappen. Maar dat<br />
105
106<br />
Klant, werk en passie
“De vorm<br />
en inhoud<br />
van de krant<br />
veranderen”<br />
is volgens mij voor een product als het onze niet de beste oplossing. Wij<br />
willen lokaal optimale ondersteuning bieden, en grip houden op de<br />
kwaliteit van de service. Daarvoor heb je ‘eigen’ mensen op locatie nodig.<br />
Wij hebben in Shanghai een eigen Chinese manager die twee Chinese<br />
agentschappen aanstuurt, in zijn eigen taal en volgens zijn eigen<br />
gebruiken.”<br />
Het portfolio aan producten groeit ondertussen mee. Q.I. ontwikkelt<br />
niet alleen verschillende soorten besturingssystemen, maar is ook een<br />
pionier in het integreren. “Tot enkele jaren terug zag je dat bouwers van<br />
grote drukpersen een speciale lessenaar aan de persen bouwde, waar<br />
dan allemaal verschillende bedieningspaneeltjes op zaten voor de afzonderlijke<br />
besturingssystemen. Allemaal met hun eigen logica en symbolentaal.<br />
Onze filosofie is dat je die moet proberen in één dashboard te<br />
integreren, waarmee de hele ‘straat’ die zo’n drukpers in feite is, kan<br />
worden bediend. Hoe uniformer de aansturing, hoe efficiënter en hoe<br />
minder kans op fouten.”<br />
Groei in een krimpende markt<br />
De wereldwijde activiteiten helpen Q.I. om te blijven groeien in een<br />
markt die op veel plaatsen onder grote druk staat, niet in de laatste<br />
plaats door de digitalisering. “In Europa is een enorme overcapaciteit<br />
aan drukpersen. Maar in andere delen van de wereld groeit de sector<br />
juist. In veel opkomende economieën zijn gedrukte media een ideaal,<br />
breed toegankelijk communicatiemiddel om mensen te bereiken en tot<br />
consumptie aan te zetten. Er zijn nog genoeg markten waar gedrukte<br />
media op dat punt veel effectiever zijn dan televisie of internet, waar een<br />
gedrukte krant echt van voor tot achter wordt gespeld en van hand tot<br />
hand gaat.”<br />
Daarnaast vertelt de omvang van het wereldwijde ‘wagenpark’ aan<br />
drukpersen niet het hele verhaal. “De markt als geheel krimpt, maar<br />
t e ge l ijk er t ijd re a l i s eren d r u k k er s z ic h d at z e om t e overle ven n ie t a l le en<br />
hun kostenstructuur moeten verbeteren maar ook hun kwaliteit moeten<br />
verhogen. Dat biedt ons kansen.” Van alle offsetpersen wereldwijd is<br />
i n m idd e l s , z o s c h at Men no, 3 0 % u it ger u s t me t ge autom at i s e erd e k w a l i-<br />
teitsapparatuur zoals Q.I. die maakt. “Er is dus nog een enorme markt<br />
van drukpersen waarbij die kwaliteitscontrole puur op het blote oog<br />
ge b e u r t , of w a a r op er ator s d e p er s nog me t d e h a nd mo e t en bijs t u ren .”<br />
Argumenten om zulke persen te voorzien van automatisering zijn er<br />
volop. “De kwaliteit natuurlijk, maar ook gewoon kostenbesparing.<br />
Het is bij het drukken van kranten heel gewoon dat de eerste duizend<br />
kranten rechtstreeks de afvalbak in kunnen. Onze technologie kan dat<br />
verlies fors terugdringen, waardoor je de investering binnen een à twee<br />
jaar terugverdient.”<br />
Krant van de toekomst<br />
Ook op de lange termijn blijft er volgens Menno een markt voor papieren<br />
kranten en magazines. “Je ziet wel dat uitgevers nu worstelen. Zeker<br />
kranten hebben jarenlang een luxe positie gehad en veel geld verdiend<br />
met advertenties. Die inkomstenstroom is enorm afgekalfd, en er is<br />
we i n i g vo or i n d e pl a at s ge komen . E r i s op d it moment nog s t e e d s ge en<br />
goed verdienmodel voor digitale kranten. Vrijwel alles wat de uitgevers<br />
van dagbladen online doen, wordt overeind gehouden vanuit de teruglopende<br />
opbrengsten van gedrukte kranten.” Nu mensen gewend zijn<br />
aan gratis content, en partijen als Google hun hele strategie bouwen<br />
rondom ‘gratis’ diensten en content, is volgens hem de geest uit de fles.<br />
“Dat valt bijna niet meer terug te draaien. Ook al werk je als uitgever op<br />
deze manier uiteindelijk je eigen ondergang in de hand. Het is alsof een<br />
restaurant dat ’s avonds slecht draait gratis lunches gaat weggeven.”<br />
Toch denkt Menno niet dat kranten ten dode zijn opgeschreven. “De<br />
krant als medium zal volgens mij zéker blijven bestaan, alleen de vorm<br />
107
“De smaak van succes kan<br />
vele gezichten hebben”<br />
en inhoud zullen veranderen. Een krant kan niet concurreren met de<br />
stroom aan pure nieuwsberichten op internet, maar kan zich wel onderscheiden<br />
met achtergrond en context, en door te durven focussen op<br />
specifieke doelgroepen. Kijk maar naar het succes van NRC Next.<br />
Nat uu rl ijk , we z u l len v a s t we l over e en p a a r ja a r ó ók oprolb a re t a ble t s<br />
of iets dergelijks hebben. Maar het ene medium vervangt het andere<br />
niet, ze vullen elkaar aan. De dvd heeft de bioscoop ook niet vervangen.<br />
De bioscoop heeft zichzelf wel opnieuw moeten uitvinden.”<br />
Investeren in innovatie<br />
Mede op basis van deze visie besluit Menno niet de overstap te maken<br />
naar een op het eerste gezicht toekomstbestendiger segment als verpakkingen.<br />
“We hebben dat wel overwogen, hoor. Maar dat zou voor ons<br />
een heel nieuwe markt zijn, met zware concurrentie. Ik ben blij dat we<br />
ons hebben gefocust op drukwerk. Dat is een markt die nog steeds<br />
to e kom s t he e f t , en he t i s w a a r we go e d i n z ijn . D at i s vol gen s m ij e en<br />
b e l a ng r ijk e vo or w a a rd e vo or suc c e s . E n d ie s t r at e g ie werk t . We not eren<br />
nog steeds een omzetgroei in de dubbele cijfers. En juist in Europa,<br />
die markt met zoveel overcapaciteit, scoren we de grootste klappers.<br />
Uitgevers zien ook hier nog toekomst in gedrukte media. Ze innoveren,<br />
ontwikkelen succesvolle nieuwe titels, waarmee ze nieuwe generaties<br />
of specifieke doelgroepen aanspreken, met andere, originele invalshoeken.<br />
En dat soort uitgaven vraagt om een hoge kwaliteit drukwerk.”<br />
Zelf speelt Menno op deze trend in door te blijven investeren in innovatie.<br />
“We werken nu aan 3D-camera’s die diepte kunnen meten en de<br />
kwaliteit van het drukproces nóg beter in de gaten kunnen houden.”<br />
Ook kan er nog veel verbeteren op het gebied van digitale druk, een<br />
voordelige oplossing voor uitgaven met kleinere oplagen. “Bij digitaal<br />
drukken zie je vaak nog kleine kleurverschillen. Het is ontzettend lastig<br />
om kleuren continu op exact dezelfde manier te reproduceren. Dat ligt<br />
deels aan het gebruikte papier, maar ook aan het drukproces. Ik denk<br />
dat we daar nog vooruitgang kunnen boeken.”<br />
Succes als drijfveer<br />
Wat hem drijft als ondernemer, daar is Menno duidelijk over. “Ik wil<br />
een wereldspeler zijn en blijven, daarvoor doe ik het.” Waar je dat aan<br />
afmeet? Menno peinst even, en zegt dan: “Uiteindelijk toch aan de mate<br />
waarin je een voorsprong weet te behouden op je concurrenten. Op<br />
welk vlak dat dan ook is. Betere service en support leveren, zodat je<br />
b e s t a a nd e k l a nt en t e v re d ener z ijn . P ro duc t en d ie qu a pre s t at ie s of<br />
ont wer p né t w at b e t er i n e l k a a r z it t en d a n d ie v a n d e c onc u r rent ,<br />
zoals die 3D-camera. Daar ben ik intens trots op.”<br />
“Waar ik na al die jaren nog steeds echt blij van word, is de smaak van<br />
succes. Dat kan vele gezichten hebben. Gewoon, het binnenhalen van<br />
een opdracht. Maar ook het feit dat je tegenslagen goed weet te verwerken.<br />
Tot de crisis in 2008, waren we gewend aan een jaarlijkse omzetgroei<br />
van meer dan 50%. Plotseling blijken de bomen dan tóch niet tot<br />
in de hemel te groeien. Dat zet je met beide benen op de grond. Maar als<br />
je dan ziet dat we ons herpakken en sterker uit zo’n crisis tevoorschijn<br />
komen, dat geeft voldoening.”<br />
108<br />
Klant, werk en passie
Menno Jansen rijdt een Fisker Karma<br />
109
Thijs Jongkind, directeur/eigenaar BSU, Uden<br />
“IT gaat steeds<br />
minder over<br />
techniek”<br />
110<br />
Klant, werk en passie
111
112<br />
Klant, werk en passie
Als zoon van een beroepsmilitair en een zorgprofessional was het niet vanzelfsprekend<br />
dat Thijs Jongkind voor een carrière als ondernemer zou kiezen. Als jongetje lag<br />
zijn interesse bovendien vooral bij de techniek. Juist die liefde voor techniek zorgt er<br />
echter voor dat hij zijn ware talent en passie ontdekt. “Het bedenken van nieuwe concepten<br />
waar klanten écht wat aan hebben: dat is wat mij drijft en wat ik leuk vind.”<br />
“De eerste<br />
laptops kocht<br />
ik van een<br />
autosloper”<br />
e affiniteit met techniek openbaart zich bij<br />
Thijs al op jonge leeftijd. “Als we een nieuwe tv<br />
kregen, lag de achterkant er bij wijze van spreken<br />
al af voordat de stekker in het stopcontact zat”,<br />
blikt hij terug. “Hoe een signaal uit zo’n klein<br />
kabeltje zo’n schermvullend beeld kon worden,<br />
dat intrigeerde me enorm. En nog steeds, trouwens. Als iets thuis het<br />
niet doet, is het mijn eer te na een monteur te laten komen.”<br />
Op zijn zevende kreeg Thijs zijn eerste computer, een Commodore 128,<br />
waar hij binnen de kortste keren op zat te programmeren. En, zo kun je<br />
zeggen, die de basis voor zijn ondernemerschap legt. “Toen ik als tiener<br />
in Uden kwam wonen, raakte ik bevriend met een autosloper. Die deed<br />
er allerlei handeltjes bij en op een gegeven moment lag er een partij laptops.<br />
Ik mocht er een paar meenemen, die ik daarna op school voor<br />
hem heb verkocht. Later ging ik ze bij hem inkopen en voor mezelf<br />
doorverkopen. En met de winst weer nieuwe spullen kopen. Ik was altijd<br />
bezig met handelen en het installeren van computers.”<br />
Investeren in je toekomst<br />
Het leren in de praktijk lag hem beter dan het klaslokaal, merkte Thijs<br />
al gauw. Na twee jaar technische informatica hield hij school voor gezien<br />
en ging hij aan de slag bij een lokale computerwinkel. Daar kreeg<br />
hij – zij het op bescheiden schaal – zicht op wat ondernemen allemaal<br />
inhoudt. “Het was een kleine zaak, dus ik kreeg alles mee. De inkoop,<br />
marketing, de financiering door de bank... Maar vooral kreeg ik steeds<br />
sterker het gevoel dat ik bepaalde dingen zelf beter zou kunnen. Ik zag<br />
ook allerlei kansen voor het bedrijf. We werkten bijvoorbeeld hoofdzakelijk<br />
voor particulieren, terwijl er volgens mij veel meer business te<br />
113
halen was in de zakelijke markt. Mijn baas zag dat ook wel, vond mijn<br />
idee mooi, maar wilde er zelf niet echt iets mee doen. Toen besloot ik<br />
voor mezelf te beginnen.”<br />
Van zijn werkgever kreeg hij enkele klanten mee, de garage van zijn ouders<br />
werd zijn eerste werkplek. Maar ook schrok Thijs er niet voor terug<br />
om te investeren in de toekomst van zijn bedrijf. “Ik heb bij de<br />
bank geld geleend om goede apparatuur aan te schaffen, professioneel<br />
briefpapier te laten maken. En ik ben naar Zuid-Afrika gereisd om in<br />
sneltreinvaart een hoogwaardige Microsoft-opleiding te volgen. Ik wilde<br />
me namelijk kunnen verhuren als beheerder. Dat ging goed. Zó goed<br />
dat ik het al gauw niet meer alleen kon bolwerken. Toen ging het snel.<br />
Eén, twee, drie mensen erbij, een fatsoenlijk kantoorpand...”<br />
“Er miste iets”<br />
Toen zijn bedrijfje uitgroeide tot een half dozijn medewerkers, was de<br />
tijd voor Thijs’ gevoel rijp voor een strategische koerswijziging. “Ik had<br />
sterk het gevoel dat er iets miste in de manier waarop een bedrijf als het<br />
mijne en klanten met IT omgingen. Ik heb toen veel met mensen gepraat,<br />
was echt op zoek naar een nieuw concept.” En dat kwam er: full<br />
operational lease van automatisering. Totale ontzorging, zoals dat heet.<br />
“Het idee was om alle hardware en software bij klanten tegen de boekwaarde<br />
van ze over te nemen, en daarna voor een periode van drie tot<br />
vijf jaar gewoon de complete automatisering te verzorgen, tegen een<br />
vast bedrag.”<br />
Lease IT, zoals Thijs zijn nieuwe bedrijf doopte, bleek in een behoefte<br />
te voorzien en werd zelfs bijna slachtoffer van het eigen succes. “Ik was<br />
achteraf te optimistisch over de financiering van mijn plannen. Ik had<br />
zelfs al enkele contracten getekend voordat ik naar de bank stapte.” De<br />
bank was weliswaar onder de indruk van Thijs’ ideeën en visie, maar<br />
dat vertaalde zich helaas niet in de gevraagde financiering. “Ik was pas<br />
26 en had nog maar een beperkte voorgeschiedenis, dus ze wilden meer<br />
zekerheden dan ik op dat moment kon bieden.”<br />
“Ik was<br />
achteraf te<br />
optimistisch<br />
over de<br />
financiering<br />
van mijn<br />
plannen”<br />
Liever goede feedback<br />
Achteraf was de afwijzing misschien wel een geluk bij een ongeluk.<br />
Thijs ging noodgedwongen op zoek naar een private investeerder en<br />
kwam in contact met Kees van Middendorp. “Een ervaren ondernemer,<br />
die uiteindelijk niet alleen geldschieter maar ook commissaris en later<br />
volwaardig compagnon is geworden. En daar heb ik veel aan gehad.<br />
Kees kende de drempels, de valkuilen en was al gauw heel nauw betrokken<br />
bij het bedrijf. Ik heb ervan geleerd dat je beter een investeerder<br />
kunt hebben die betrokken is, gevoel voor je business heeft en waar<br />
je goede feedback van krijgt, dan een afstandelijke financierder die je<br />
alleen op de cijfers afrekent.”<br />
De gewijzigde financieringsopzet van het nieuwe bedrijf had nog een<br />
tweede voordeel. “We waren in de positie om de spullen die we neerzetten<br />
ook echt zelf te financieren. Vaak zie je dat een aanbieder meer<br />
114<br />
Klant, werk en passie
115
een tussenpersoon is, die de financiering – en daarmee de leasecontracten<br />
zelf - bij een bank onderbrengt. Wij waren echter vanaf het begin<br />
een volwaardige leasemaatschappij. Dat gaf ons veel zelfstandigheid<br />
en beslissingsruimte. Ik kon zelf bepalen wat ik wel en niet wilde<br />
financieren en hoefde dat niet aan een bank voor te leggen.”<br />
Die vrijheid was vooral belangrijk omdat de markt toen al aan het veranderen<br />
was. “Je hoort en leest nu veel over de ‘cloud’, het verschijnsel<br />
dat bedrijven hun data en applicaties niet meer op eigen servers onderbrengen<br />
maar opslagruimte huren in gespecialiseerde datacenters.<br />
Maar dat is niets nieuws, die trend is al járen bezig. Het gevolg van die<br />
ontwikkeling is dat de waarde van IT-investeringen steeds meer in<br />
software en licenties zit, en steeds minder in de hardware. Terwijl banken<br />
nog steeds vaak willen dat 80% van een leasecontract aan apparatuur<br />
wordt besteed. Dat percentage is steeds onrealistischer geworden,<br />
en wij hadden vanaf het begin de vrijheid om het los te laten.”<br />
Groeien voor de slagkracht<br />
In 2011 is Thijs toe aan de volgende schaalsprong als ondernemer. Zijn<br />
bedrijf fuseert met BSU, een andere IT-dienstverlener uit Uden, en ver-<br />
dubbelt daarmee in één klap in omvang. “Groeien om het groeien interesseert<br />
me niet zo. Of ik nu met 10 of 100 mensen ben, ik haal mijn<br />
voldoening uit het bedenken en vermarkten van nieuwe concepten. Dat<br />
is wat ik leuk vind: volgen wat technisch mogelijk is en daar dan een<br />
vorm bij bedenken waar klanten echt iets aan hebben. En als je dan een<br />
vernieuwend concept hebt bedacht en je wilt het succesvol uitrollen,<br />
dan heb je kennis, volume en capaciteit nodig.”<br />
Vernieuwende concepten worden echter niet zozeer geboren uit wat er<br />
technisch kán of waar de klanten van vandaag om vragen, benadrukt<br />
Thijs. “De voornaamste vraag is waar klanten straks behoefte aan hebben.<br />
Dat is de enige manier om voorop te lopen in de markt. Dat betekent<br />
dat je veel moet sparren met mensen. Ik doe dat met mijn<br />
compagnon, mijn medewerkers, maar vooral met klanten.” Als autofanaat<br />
(met een racelicentie op zak) put Thijs ook inspiratie uit de<br />
ontwikkelaars bij grote automerken. “Ik vind het razend knap hoe zij<br />
telkens weer grenzen weten te verleggen. Niet alleen technisch, maar<br />
ook in het totaalconcept van hun auto’s. Elke keer denk je weer:<br />
‘Dit is ’m, mooier dan dit wordt het niet’. En de volgende keer lukt<br />
het ze toch weer om dat resultaat te overtreffen.”<br />
“De voornaamste vraag is:<br />
waar hebben klanten straks<br />
behoefte aan?”<br />
116<br />
Klant, werk en passie
Investeren in de cloud<br />
Voor Thijs staat als een paal boven water dat vernieuwing in de IT onlosmakelijk<br />
verbonden is met de ‘cloud’. “Het biedt klanten meer zekerheid<br />
en betrouwbaarheid tegen minder kosten. Je profiteert van de<br />
schaalgrootte en professionaliteit van zo’n extern datacenter. Als je in<br />
je eigen bedrijf een netwerk of opslagmogelijkheid van hetzelfde niveau<br />
wilt aanleggen, is dat veel te duur.” Om op deze groeimarkt te kunnen<br />
inspelen, investeert BSU in twee eigen datacenters, in Eindhoven en<br />
Den Bosch. Thijs: “Als één datacenter om wat voor reden dan ook<br />
mocht uitvallen – en die kans is al heel klein - dan hebben we maar een<br />
kwartier nodig om alle gegevens weer beschikbaar te maken.”<br />
Met deze datacenters denkt Thijs zelfs te kunnen concurreren met ITgiganten<br />
uit het buitenland. Opslag in de cloud is immers niet aan een<br />
locatie gebonden, en kan ook in datacenters van Google of Microsoft.<br />
“Maar ik denk dat niet elk bedrijf zich daar even gemakkelijk bij voelt”,<br />
schat Thijs in. “Allereerst omdat het niet altijd even transparant is wat<br />
er daadwerkelijk met je data gebeurt. Bovendien zijn wij veel beter bereikbaar<br />
en aanspreekbaar. Daar zit onze meerwaarde als regionale<br />
aanbieder. Je ziet alles, er is volledige openheid en je kunt als klant<br />
rechtstreeks met een engineer bellen, of desnoods mij op mijn mobiel.”<br />
Weg van de techniek<br />
Verder vooruitkijkend verwacht Thijs dat de cloud ook een enorme<br />
impact zal hebben op de manier waarop klanten tegen IT aankijken –<br />
én op de businessmodellen van IT-leveranciers. “Hoe verder de harden<br />
software zich aan het zicht van de klant gaan onttrekken, hoe<br />
minder deze geïnteresseerd zal zijn in technische specificaties. De<br />
vraag zal steeds meer gewoon zijn: ik heb een x-aantal mensen, die<br />
moeten vanaf elke willekeurige plek deze data of applicaties kunnen<br />
gebruiken. Waarna het onze taak is te bepalen hoe je dat voor elkaar<br />
krijgt.”<br />
Hoe voor de hand liggend zo’n aanpak misschien ook klinkt, van de<br />
IT-sector vraagt het een cultuuromslag. “Onze branche heeft nog<br />
steeds de neiging om snel terug te vallen in de techniek. Als ik heel eerlijk<br />
ben, zie ik dat soms ook nog in onze eigen offertes terug, al zijn we<br />
117
hard bezig dat te veranderen.” Nadeel van een te technische insteek is<br />
dat inhoudelijke keuzes vaak nog op het bordje van de klant belanden.<br />
“Dan zie je dat klanten meer kopen dan ze nodig hebben. Het is net als<br />
met een auto. 500 pk is prachtig, maar als jij een boodschappenauto<br />
zoekt heeft het geen enkele functie.”<br />
De cloud biedt bovendien kansen om klanten meer flexibiliteit te bieden.<br />
“Je mag niet verwachten dat een klant nu exact kan inschatten wat<br />
hij de komende vijf jaar allemaal wil kunnen doen en met hoeveel mensen”,<br />
vindt Thijs. “Het is aan ons om die flexibiliteit te bieden, met contracten<br />
op basis van een vast bedrag per gebruiker. Gaat het aantal<br />
medewerkers omhoog of omlaag, dan beweegt het maandbedrag mee.”<br />
De klant profiteert zo niet alleen van flexibiliteit, maar spreidt ook zijn<br />
investeringen. En, eerlijk is eerlijk: het verbetert ook de cashflow van<br />
de IT-aanbieder, die daardoor beter vooruit kan plannen.<br />
Sturen op écht succes<br />
Toch zit de meest fundamentele investering die Thijs doet niet eens zozeer<br />
in de techniek of in nieuwe producten, maar in de organisatie en<br />
vooral de cultuur binnen zijn bedrijf. Vooral wil hij een omslag maken<br />
in de manier waarop succes gedefinieerd wordt. “Wat mij betreft meten<br />
we ons succes niet af aan omzet, maar aan de tevredenheid van de<br />
klant. We willen gaan sturen op retentiegraad, ons vermogen om klanten<br />
vast te houden. Ik ben ervan overtuigd dat als dat centraal staat, de<br />
groei en winst vanzelf komen. Als ik veel tevreden en winstgevende<br />
klanten hebt, gaat het immers goed met mijn bedrijf. Bovendien hoef ik<br />
mezelf dan steeds minder te verkopen.”<br />
Om dit te bereiken is het zaak dat alle medewerkers zich medeverantwoordelijk<br />
voelen voor het eindresultaat, niet alleen voor hun afgebakende<br />
specialisme. “Daar hoort dan ook een andere beloningsstructuur<br />
bij. Je moet mensen niet belonen voor het aantal declarabele uren, of de<br />
omzet die ze binnenhalen. Als iemand zijn persoonlijke target haalt,<br />
maar ik heb twintig ontevreden klanten, dan schiet ik daar niks mee<br />
op. Ik heb liever dat zo’n verkoper of engineer meer tijd investeert in<br />
“Geld is<br />
niet de enige<br />
en meest<br />
effectieve<br />
stimulans”<br />
zijn werk en de helpdesk goed ondersteunt. Hoeveel van jouw klanten<br />
bellen, met welke vragen of klachten? En hoe verhoudt zich dat tot de<br />
prestaties van je collega’s? Dat is aan de ene kant behoorlijk confronterend.<br />
Je moet ze dus ook helpen en ondersteunen bij die aanpassingen.”<br />
En als je een dergelijke betrokkenheid van je mensen verwacht, moet<br />
deze ook beloond worden. “Dat kan in de vorm van een financiële bonus<br />
zijn, maar wat mij betreft ook een investering in iemands persoonlijke<br />
ontwikkeling. Of faciliteiten waar de hele organisatie van<br />
profiteert. Geld is namelijk niet de enige en zeker niet altijd de meest<br />
effectieve stimulans. Een mooi voorbeeld daarvan vind ik Linux, een<br />
alternatief besturingssysteem voor pc’s. Dat is gemaakt door professionele<br />
ontwikkelaars – in hun vrije tijd. Inmiddels is het een van de<br />
grootste concurrenten van Windows. Waarom doen die mensen dat<br />
werk niet tegen betaling voor een of andere softwaregigant? Kennelijk<br />
is het plezier dat ze beleven aan deze vorm van ontwikkelen, aan de<br />
sfeer en samenwerking met anderen, belangrijker. Steeds meer bedrijven<br />
zien dat in. Je hebt grote softwarebedrijven die één keer per maand<br />
hun mensen 24 uur volledig vrij laten in wat ze doen. Juist op die dagen<br />
blijken de beste ideeën en plannen bedacht te worden. Dat laat zien:<br />
mensen moeten gedreven worden door wat hun passie geeft.”<br />
118<br />
Klant, werk en passie
Thijs Jongkind rijdt een Audi A6 TDI<br />
119
<strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong>.<br />
Butlers in mobiliteit.<br />
120<br />
Klant, werk en passie
Bij <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> wenden we iedere dag al onze energie aan, om een onderscheidend<br />
autobedrijf in het hoogste segment van de markt te blijven,<br />
waar de klant koning is en de dienstverlening perfect. Omdat we uw vertrouwen<br />
waard willen zijn en we de uitdaging van perfectie graag aangaan.<br />
Hoe we dat doen, laten we u zien in dit kijkje achter de schermen.<br />
121
et oorspronkelijke bedrijf <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> richtte<br />
zich vanuit Veldhoven voornamelijk op de<br />
verkoop van nieuwe en gebruikte Audi’s. De<br />
droom van een rol in het allerhoogste segment<br />
van de markt bracht daar verandering in. In<br />
twee doelgerichte stappen werd <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> in<br />
2006 een serieuze speler in het beoogde marktdeel: het bedrijf verhuisde<br />
naar het huidige, vanuit het hele land prima bereikbare, pand in<br />
Best. Daar werd het aanbod uitgebreid met de luxe merken Bentley,<br />
Porsche en exclusieve modellen van andere automerken.<br />
Onderscheid en perfectie. Iedere dag.<br />
Het aanbieden van onze huidige merken past bij onze ambities.<br />
Hetgeen we uiteindelijk nastreven, draait echter om perfectie in alles<br />
eromheen. Iedere dag weer. Dus zoeken al onze medewerkers naar<br />
vervolmaking, gedacht vanuit uw wensen en vanuit de eigen kritische<br />
houding. In iedere vezel van de bedrijfsvoering.<br />
Aankopen zoals u dat wilt<br />
Te beginnen bij de aankoop. Wilt u uw jong gebruikte auto bij wijze<br />
van spreken ‘even snel’ via de e-mail bestellen, met een kopje koffie<br />
bij de aflevering? Prima, zorgen we voor. Besteedt u er liever wat meer<br />
tijd en aandacht aan, of gaat uw voorkeur juist uit naar een uitgebreid<br />
en persoonlijk begeleid selectie- en aankooptraject? Ook dan bent u bij<br />
<strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> aan het juiste adres.<br />
Zorgeloos rijden<br />
Uiteraard stopt de service van <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> niet bij de aankoop. Sterker<br />
nog, als het aan ons ligt, ervaart u vanaf dat moment pas écht hoe het is<br />
om zorgeloos door het leven te rijden. Bijvoorbeeld als uw auto toe is<br />
aan periodiek onderhoud of een reparatie. Deze wordt dan bij u opgehaald<br />
en weer teruggebracht -waar in Nederland u ook woont- waarbij<br />
u tussentijds en uiteraard zonder kosten, kunt beschikken over een<br />
representatieve vervangende auto. En is uw auto eenmaal in onze ‘state<br />
of the art’ werkplaats, dan maken we meteen van de gelegenheid gebruik<br />
om die van binnen schoon te maken en van bumper tot bumper<br />
uit voerig te wassen. Mocht er onverhoopt ooit iets zijn met uw auto als<br />
u onderweg bent, is het comfort aan uw zijde. Dankzij <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong><br />
Assistance. Deze exclusieve mobiliteitsservice verzekert u -24 uur per<br />
dag en 7 dagen per week- van gepaste pechhulp onderweg. Overal in<br />
Europa. Wij zorgen ervoor als uw persoonlijke butler in mobiliteit.<br />
Bellen van het nummer op uw persoonlijke pasje is voldoende. Niet<br />
voor niets is het devies: ‘Nee’ bestaat niet; alles kan.<br />
Scholing voor hoogste standaard<br />
Handelen vanuit de allerbreedste servicegedachte staat dus voorop. Om<br />
dat te kunnen, heeft iedereen de verantwoordelijkheid om tot de beste<br />
in het vak te blijven behoren en is er veel aandacht voor scholing. Voor<br />
mensen in de werkplaats is opleiding zelfs doorlopend en verplicht.<br />
Met andere woorden, zowel de echte aanpakkers die het liefst de hele<br />
dag aan het sleutelen zijn, als de bollebozen die almaar meer willen leren<br />
over bijvoorbeeld de softwarematige kant van auto’s, ontwikkelen<br />
zich voortdurend. Die mix houden we zorgvuldig in stand. Het zorgt<br />
ervoor dat onze werkplaats altijd in balans en up-to-date is. Maar ook<br />
alle anderen in het bedrijf werken aan hun persoonlijke ontwikkeling,<br />
van onze receptionistes tot de financieel manager en van onze autowasser<br />
tot en met de directie.<br />
Bezieling, uitstraling en loyaliteit<br />
Bij <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> staan ruim twintig medewerkers voor u klaar. En stuk<br />
voor stuk hebben zij één heel belangrijke overeenkomst. Passie! Daar<br />
122<br />
Klant, werk en passie
“Hier in<br />
het hart van<br />
het bedrijf<br />
voel ik me op<br />
mijn plek als<br />
ondernemer.”<br />
selecteren we zelfs op. Natuurlijk gaan we voor de allerbeste mensen op<br />
hun vakgebied, maar we verlangen meer binnen ons team. Elke collega<br />
moet vooral ook bezieling uitstralen. U moet het vóelen dat wij gek zijn<br />
op auto’s. Dat verdient u. Op die manier kunnen we u namelijk nog beter<br />
van dienst zijn. In de werkplaats, op kantoor, achter de receptie en<br />
in de showroom. Om dezelfde reden hechten we ook voor de kleding<br />
die we dragen veel waarde aan een eenduidige uitstraling. Alles moet<br />
gewoon kloppen. Omdat wij hebben gemerkt dat u dat prettig vindt,<br />
maar ook omdat onze medewerkers het op prijs stellen om als team,<br />
een eenheid werken. Het bindt hen en leidt tot bedrijfstrots en loyaliteit.<br />
En daar plukt u uiteindelijk de vruchten van.<br />
Passie voor ondernemen<br />
Wat voor alle medewerkers geldt, geldt ook zeker voor de ondernemer<br />
achter het bedrijf, Twan van den Akker: “Ondernemen is voor mij pure<br />
passie. Ik vind het prachtig dat ik nog steeds leer. Iedere dag brengt me<br />
nieuwe kennis en inzichten. En er is nog zoveel méér te bereiken. Zo is<br />
het mijn volgende doel om een nog grotere landelijke bekendheid te<br />
krijgen. Daar gaat nu veel van mijn energie naartoe. Maar de échte<br />
passie voel ik toch vooral als ik hier rondloop tussen de auto’s en kijk<br />
naar het aanbod en de presentatie. Dan voel ik me op mijn plek als<br />
ondernemer. Hier in het hart van het bedrijf.”<br />
123
Passie voor…<br />
…Audi<br />
Al ruim een eeuw bestaat het merk Audi. Sportief, modern<br />
en eigentijds. De slogan ‘Voorsprong door techniek’<br />
doet Audi al decennia lang eer aan: zo stond het merk aan<br />
de wieg van verschillende, nog steeds ongeëvenaarde<br />
technieken, waarmee het moderne, sportieve merk furore<br />
maakte in de rallysportwereld. Vooruitstrevende techniek<br />
en toonaangevend design komen samen in één merk.<br />
…Bentley<br />
Bentley. Gedistingeerd, stijlvol en luxe, maar toch ook sportief.<br />
Het merk bestaat sinds 1919 en combineert traditioneel<br />
met eigentijds, én sportief met klassiek. Ook Bentley<br />
behaalde grote successen in de 24 Uur van Le Mans. Sinds<br />
1998 maakt het van oorsprong Britse automerk deel uit<br />
van de Volkswagen Group, na jarenlang onderdeel van Rolls<br />
Royce te zijn geweest.<br />
…Porsche<br />
Voor veel Porschebezitters niet zomaar een auto, maar deel<br />
van een levensstijl. Het Duitse merk, in de jaren ’30 opgericht<br />
door Ferdinand Porsche, is vooral bekend om zijn klassieke<br />
sportwagen, de legendarische 911. Inmiddels staat<br />
het begrip Porsche synoniem voor design en is het merk<br />
veel breder geworden. Neem bijvoorbeeld de Panamera of<br />
de Cayenne: anders, maar toch onmiskenbaar Porsche. Stijl,<br />
klasse en design.<br />
124<br />
Klant, werk en passie