10.01.2017 Views

VD AKKER - Boek

Klant, werk en passie

Klant, werk en passie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Klant,<br />

werk en<br />

passie


6<br />

Klant, werk en passie


Voorwoord<br />

Passie<br />

voor<br />

mensen<br />

Twan van den Akker<br />

xclusief design. Mooie, strakke lijnen. Een luxe<br />

uitstraling. Motorinhoud en paardenkrachten.<br />

Autoliefhebbers raken niet uitgepraat over hun<br />

gedeelde passie. Zeker als het mooie merken betreft<br />

als Audi, Bentley of Porsche. Exclusieve merken,<br />

die mijn klanten al jaren weten te waarderen.<br />

Mooie auto’s boeien mij al sinds mijn jeugd. Als twaalfjarige jongen<br />

stond ik al auto’s te wassen bij ‘Audicentrum <strong>VD</strong> Akker’ in een kleine<br />

garage in Veldhoven. Drie jaar later verkocht ik er mijn eerste auto en<br />

op mijn negentiende trad ik in dienst.<br />

In 2006 nam ik het bedrijf volledig over, niet van mijn vader zoals vaak<br />

wordt gedacht, maar van Jan, een neef van hem. Tegelijkertijd verhuisden<br />

we, met vijf personeelsleden, naar de mooie, huidige locatie aan de A2 bij<br />

Best. Inmiddels zijn we zes jaar verder. Jaren waarin we keuzes hebben<br />

gemaakt die succesvol blijken en gezorgd hebben voor groei. We vormen<br />

nu met 25 medewerkers een hecht team, waarin we als collega’s van<br />

elkaar op aan kunnen. <strong>VD</strong> Akker is uitgegroeid tot een modern, (inter)<br />

nationaal werkend autobedrijf.<br />

In dit boek staat de passie centraal. Passie: een begrip dat synoniem is<br />

voor ‘hartstocht’, ‘vol vuur’, of ‘overgave’. Natuurlijk deel ik met mijn<br />

klanten de passie voor mooie auto’s. Maar in de loop der jaren heb ik veel<br />

van mijn klanten beter leren kennen. Wat ze naast hun liefde voor een<br />

mooie auto gemeen hebben, is de overgave waarmee ze met hun werk of<br />

onderneming bezig zijn en keuzes hebben durven maken.<br />

In dit boek vertellen elf van mijn trouwe klanten over wat hen drijft in<br />

hun werk. Wat maakt iemand tot de persoon die hij is en de dingen doet<br />

die hij doet? Elf interviews, die iets vertellen over visie en verrassende<br />

keuzes in het leven. Gevarieerde verhalen, die we met veel genoegen<br />

gemaakt hebben. Ik wens u evenzoveel plezier bij het lezen ervan!<br />

7


Klant,<br />

werk en<br />

passie<br />

10 20<br />

Rob Hendriks,<br />

BANNING N.V.<br />

“Ik ben een<br />

dwarsligger<br />

pur sang!”<br />

Freek van der Valk,<br />

Van der Valk Hotel<br />

Ridderkerk<br />

“Alles draait<br />

om mensen”<br />

60 70 80<br />

Ronald Koeman,<br />

Feyenoord<br />

”Elke dag<br />

beter willen<br />

worden...<br />

dat moet<br />

normaal zijn”<br />

Ronald Linskens,<br />

St. Anna Ziekenhuis<br />

“Ik wil<br />

meer tijd<br />

overhouden<br />

voor de<br />

patiënt”<br />

Frank Habraken,<br />

Habraken Houtimport<br />

“Wie de<br />

mensen in de<br />

bossen kent,<br />

kan de partij<br />

kopen die de<br />

klant zoekt”<br />

8<br />

Klant, werk en passie


30 40 50<br />

Joost Cranen,<br />

Fresh Food Service<br />

“Makelaar<br />

in smakelijk<br />

goed”<br />

Hans van Hal,<br />

HalDu Groep<br />

“Het ligt<br />

altijd aan<br />

jezelf”<br />

Joost van der Heijden,<br />

Pijnenburg Juweliers<br />

“Mijn<br />

klanten<br />

verwachten<br />

mooie<br />

stukken”<br />

90 100 110<br />

Patrick Sanders,<br />

BSS Systems<br />

Menno Jansen,<br />

Q.I. Press Controls<br />

“Ondernemer<br />

in duurzaamheid”<br />

“Wereldspeler<br />

zijn<br />

en blijven”<br />

Thijs Jongkind,<br />

BSU, Uden<br />

“IT gaat<br />

steeds minder<br />

over techniek”<br />

9


10<br />

Klant, werk en passie


Dwarsligger<br />

pur<br />

sang<br />

Rob Hendriks, BANNING N.V.<br />

11


Op zijn 29ste promoveerde hij. Toen<br />

had hij al twee volledige rechtenstudies<br />

‘voor’ zijn naam staan. Binnen vier jaar<br />

werd hij partner bij BANNING N.V., een<br />

van de 20 grootste advocatenkantoren<br />

van Nederland. Inmiddels heeft hij een<br />

aardige reputatie als transactieadvocaat<br />

en troubleshooter bij transacties<br />

en ondernemingsrechtelijke geschillen.<br />

Een dealmaker. Zijn motto’s? “Durf je te<br />

onderscheiden, speel om te winnen en<br />

zorg dat het niet saai wordt.”<br />

ANNING N.V. resideert aan de Statenlaan, in het<br />

Paleiskwartier van ’s-Hertogenbosch. Een moderne<br />

(kantoren)wijk aan de rand van het centrum<br />

met de allure van het Parijse La Défense. Het<br />

k a nto or v a n Rob Hend r i k s op d e t we e d e verd ie -<br />

ping staat vol met perspex ‘gedenkstenen’, zo lijkt<br />

het. “Dat zijn tombstones”, legt Rob uit. “Herinneringen aan geslaagde<br />

deals. Overnames, fusies, financieringen en herstructureringen, dat<br />

soort trajecten.”<br />

Dealmaker<br />

Rob studeerde Nederlands én Fiscaal Recht en is bij BANNING actief<br />

als transactieadvocaat en troubleshooter. Een dealmaker. “We ondersteunen<br />

ondernemingen bij dergelijke transactietrajecten. Maar ook<br />

alle procedures die daarbij komen, bijvoorbeeld over het nakomen van<br />

voorwaarden, schadevergoedingen, aandeelhoudersgeschillen, vennootschapsrecht,<br />

enzovoorts.”<br />

Ingewikkelde contracten<br />

Geen negen-tot-vijfjob dus. “Gelukkig maar, want daar heb ik een hekel<br />

aan. Mijn weken zien er altijd hectisch uit. Elke week is ook anders. Het<br />

is een wereld van ingewikkelde contracten en veel geld, waar het soms<br />

hollen is en soms stilstaan. Wachten op onderhandelingen, die maar<br />

door blijven lopen. En dan ineens is er een akkoord en moet je aan de<br />

slag: ingewikkelde contracten opstellen, juridische constructies uitwerken,<br />

tot laat in de nacht. Alle vormen van recht komen daarin samen,<br />

dat spreekt me ook zo aan.”<br />

Creativiteit<br />

Het werk van Hendriks vergt creativiteit, snel kunnen werken en<br />

s c h a k e len en e en he le b o e l s t re s s b e s t end i g he id . “K ijk , je he bt o ok<br />

b o d empro c e du re s . D a a r s t a at nu a l v a s t d at je over e en x-a a nt a l we k en<br />

een zitting hebt en een processtuk klaar moet hebben liggen. Alles is<br />

vast omlijnd en je hebt alle tijd om iets uit te werken. Niks voor mij.<br />

Dit is heel anders. Snel schakelen en ter plekke ineens zaken oplossen.<br />

12<br />

Klant, werk en passie


“Kan niet?<br />

Heb je echt<br />

alles geprobeerd<br />

dan?”<br />

13


14<br />

Klant, werk en passie


“Ik ben een<br />

dwarsligger<br />

pur sang!”<br />

Overleg voeren, een helikopterview hebben en goed kunnen samenwerken.<br />

Bij veel transacties komt snelheid kijken. Bedrijven gaan geen<br />

jaar wachten om een transactie rond te krijgen.”<br />

Tweehonderd procent knallen<br />

Rob is duidelijk: lang is saai. “Het draait bij procedures in mijn werk<br />

bijna altijd om kort gedingen. Daarbij is geen tijd om achteraf te denken,<br />

ik ben dit of dat vergeten, dat komt de volgende keer wel. Er is geen<br />

vol gend e k e er. E én z it t i ng , z ond er vol gend e rond e . D a n mo e t je t we e -<br />

honderd procent knallen. Dát is wat ik leuk vind.”<br />

De klik<br />

Als partner Corporate en M&A (Mergers en Aqcuisitions) werkt<br />

Hend r i k s me t bijz ond ere k l a nt en . B e d r ij ven a l s B av a r i a , I nt er ga s en<br />

Jumbo. Maar ook mensen als Chris Luken (Hotelbon.nl, Fletcher<br />

Hot e l s), I nge v a n Kemen a d e ( Top s he l f Me ga s tore s), M a rc e l B o e k ho or n<br />

en verschillende bekende investeerders in de vastgoedwereld. Maar Rob<br />

werkt niet per definitie voor iedereen die aanklopt. “Er moet wel een<br />

persoonlijke klik zijn, wil ik met een klant in zee gaan.” En als die klik<br />

er niet is? Dat maakt Rob niet vaak mee. Niet dat hij zo’n makkelijk<br />

type is waar iedereen het meteen mee kan vinden. Maar de klanten<br />

met wie hij in zee gaat, komen bij hem vanwege publicaties, mond-totmondreclame<br />

en zijn reputatie. “Ze kiezen je om wie je bent. Als dat<br />

mensen niet ligt, moeten ze niet aan mij beginnen.”<br />

b e l a ng r ijk d at ie d er z ic h z e l f i s . “I k word sne l a l s b e ho orl ijk c om merc ie e l<br />

gezien. Dat heeft niet iedere jurist. Dat hoeft ook niet, want ieder heeft<br />

zijn eigen kwaliteiten en dat is goed. Liever zo, dan een grijs advocatenkantoor,<br />

waar iedereen zich aan dezelfde regeltjes moet conformeren.<br />

Dat ligt mij niet.”<br />

Kan-niet bestaat niet<br />

Regels zijn er ook om creatief mee om te gaan. “Ik zie de wet als mijn<br />

gere e d s c h aps k i s t , w a a r je w at me e k u nt m a k en . Cre at i v it e it , d a a r d r a a it<br />

het om. De ruimte zoeken, iets zus of zo proberen, om te kijken wat er<br />

uitkomt. En een verloren vonnis is nog geen verloren zaak! Daarmee ga<br />

je kijken wat je wél kunt. Ik ben een positivo, ik blijf zoeken naar mogelijkheden.<br />

Ik hoor het stagiairs wel eens zeggen, na een verloren zaak.<br />

Geen grijze muis<br />

En wie met Rob in zee gaat, gaat niet in zee met een grijze muis.<br />

“Mo e t en a d vo c at en s a a i z ijn s om s? ”, v r a a g t Rob z ic h h a rdop a f . “Ne e ,<br />

ik rijd geen Zweedse of Franse auto zoals de meeste advocaten, maar<br />

een Porsche. En nee, ik draag ook niet de standaard ‘saaie-stropdas’.<br />

Ik wil me onderscheiden, in alles.” Rob vindt het daarom ook erg<br />

15


‘Het kan niet.’ Het kan niet? Dat wil ik nog wel eens zien. Pas als echt<br />

alles bekeken en onderzocht is, accepteer ik een ‘kan-niet’.”<br />

Verloren zaak<br />

Rob geeft een voorbeeld uit een recente, grote procedure met drie grote<br />

partijen. De hamvraag: moet er betaald worden in een bepaalde transactie?<br />

“Iedereen stelde dat het zwart op wit in het Engelstalige contract<br />

staat. Een verloren zaak. No way. Ik zeg: er staat niet dat er ‘betaald’<br />

moet worden, maar ‘gefinancierd’. Als je redeneert als een bank die<br />

f i n a nc ier t , k u n je er bij ong u n s t i ge vo or w a a rd en n at uu rl ijk ond er u it .<br />

Op die motivatie hebben we de financiering opgezegd. Dat kan met een<br />

betaling natuurlijk niet. Uiteindelijk kregen we gelijk van de rechter.”<br />

Het tekent de creativiteit van Rob Hendriks. Ook de herfinancieringsoperatie<br />

voor voetbalclub PSV komt deels op zijn conto. Niet het vastgoed<br />

zelf, maar de grond onder trainingscomplex De Herdgang en het<br />

Philips Stadion werden verkocht aan de gemeente. Een slimme zet, die<br />

de Eindhovense club weer financieel gezond maakte.<br />

Commercieel is een compliment<br />

Een goede deal of een gewonnen zaak geeft natuurlijk een kick. Maar<br />

vooral een gevoel van trots. “Op mezelf, op de klant én zeker op het<br />

team. Want in dit werk is teamwork onontbeerlijk. Als je een team goed<br />

aanstuurt, kun je samen heel veel doen. Managen is een belangrijk<br />

onderdeel van mijn werk. En dat mis ik bij veel advocatenkantoren:<br />

u it e i nd e l ijk z ijn we ge wo on e en b e d r ijf . I k b en p a r t ner, en du s ond ernemer.<br />

Bij ons staat dat centraal.” Hendriks hoort vaak dat zijn kantoor<br />

als arrogant of agressief en te commercieel te boek staat. “Ha, te commercieel?<br />

Dat is een compliment voor mij! Onze slogan is op het moment<br />

ook ‘Play to win’. Dat is in de advocatuur natuurlijk not done.<br />

Maar het tekent wat we doen. Ons onderscheiden van de massa.”<br />

Marketing mag<br />

BANNING wil hét alternatief zijn voor de Zuidas, de grote Nederlandse<br />

advocatenkantoren. In de top 20 van de Nederlandse advocaten bureaus<br />

16<br />

Klant, werk en passie


profileert BANNING zich met zijn circa 90 advocaten met persoonlijk<br />

contact, betere service én een aantrekkelijk uurtarief. “Je ziet bij veel<br />

bu re au s d at he t t a r ie f op 5 0 0 e u ro p er uu r l i g t . St e e d s me er k l a nt en<br />

pi k k en d at n ie t . E n t ere c ht w at m ij b e t re f t . Bij on s l i g t he t topt a r ie f op<br />

350 euro per uur. En ons kantoor doet niet de beursgang van giganten<br />

als Shell of Facebook. We richten ons op de midmarket. Bedrijven als<br />

Jumbo en Bavaria, Intergas... En die weten ons prima te vinden, juist<br />

dankzij onze service en het lagere tarief. En omdat we ons gewoon goed<br />

profileren.” BANNING heeft bijvoorbeeld een eigen marketing-afdeling.<br />

“En die durven we ook gewoon zo te noemen”, zegt Rob. “Voor veel<br />

a d vo c at en k a ntoren i s ‘m a rk e t i ng ’ i m mer s e en v ie s wo ord . Nie t bij on s .”<br />

Dwarsligger<br />

Aan hiërarchie heeft hij een broertje dood. “Ik ben een dwarsligger pur<br />

sang. De relatie met klanten is gebaseerd op vertrouwen. Eén op één.<br />

Als een klant per se al onze gezamenlijke beslissingen met een ander wil<br />

overleggen, hoeft het voor mij niet. Voor de volle honderd procent, of<br />

he lem a a l n ie t . I k ne em d a a r bij o ok ge en bl a d vo or d e mond . D at wordt<br />

me niet altijd in dank afgenomen, maar ik ben wie ik ben. En daardoor<br />

kom ik ook de klanten tegen die bij mij passen, waar het mee klikt.<br />

Daarnaast moet een zaak me interesseren én haalbaar zijn. Anders<br />

heb ik er geen zin in. Een evident niet-haalbare zaak is een verloren<br />

we d s t r ijd , d ie lo op i k n ie t . D a n we k je o ok v a l s e ver w a c ht i ngen bij e en<br />

klant en daar wordt niemand blij van.”<br />

Rebel met kennis<br />

Een kleurrijk type is Rob, een man van uitersten. Enerzijds de rebel,<br />

a nd er z ijd s b e z it h ij u it z ond erl ijk ve e l k en n i s . H ij volto oid e t we e vol le d i ge<br />

rechtenstudies (Nederlands én Fiscaal Recht), promoveerde ook twee<br />

“Als Angus<br />

Young belt<br />

dat ie een<br />

drummer<br />

zoekt voor<br />

AC/DC, stop<br />

ik direct als<br />

advocaat”<br />

17


Rob Hendriks rijdt een Porsche 911<br />

18<br />

Klant, werk en passie


“Tweehonderd procent knallen,<br />

want er is geen volgende ronde”<br />

keer. “Want die commerciële kant mag nooit ten koste gaan van de<br />

k w a l it e it . We he bb en h ier bij BA N N I NG bij vo or b e e ld o ok e en we t enschappelijk<br />

bureau, ik publiceer, geef les: je moet altijd de balans tussen<br />

commercie en kwaliteit in de gaten houden.” Aan de andere kant is er<br />

ook weer de rebelse Rob. Die ook nog wel eens in beeld komt. In het<br />

Stan Huygens Journaal, de societyrubriek in de Telegraaf bijvoorbeeld.<br />

“Ik houd van exposure. Maar nooit ten koste van mijn reputatie. Dat<br />

Moszkowicz bij Albert Verlinde in RTL Boulevard zit, tja… Dat zul je<br />

mij nooit zien doen. Maar exposure om jezelf, je bedrijf en je product<br />

– juridische ondersteuning – te verkopen, dat is ondernemen.”<br />

Enthousiasme<br />

Het enthousiasme als Rob vertelt, is overweldigend. Over zijn studietijd,<br />

zijn promotieonderzoek en hoe hij gelijktijdig ook werkte als advocaat<br />

én universitair docent. Over zijn eerste gewonnen ‘zaak’: toen hij met<br />

succes bezwaar indiende tegen een weekendarrest dat hij zelf tijdens<br />

zijn dienstplicht opgelegd kreeg. “Ik kon toen al niet zo omgaan met<br />

gezag”, gniffelt hij. “Ik was het er niet mee eens en pluisde het Militair<br />

Wetboek na. Dat was toen de trigger om rechten te gaan studeren,<br />

ik zag de mogelijkheden en vond het enorm interessant.”<br />

Datzelfde enthousiasme brengt hij over, als hij lesgeeft aan rechtenstudenten,<br />

of aan stagiairs bij BANNING. “Een rechtenstudie saai?<br />

He lem a a l n ie t ! I n fe it e k a n e l k e s t ud ie s a a i z ijn , m a a r he t i s w at je er<br />

zelf van maakt. Ook daar moet je het recht niet zien als materie die je<br />

in je hoofd moet stampen, dan is het saai. Nogmaals: het is een gereedschapskist.<br />

Wees creatief en gebruik wat er in zit!”<br />

Angus Young<br />

Creativiteit, veel dingen tegelijk doen en ergens vol voor gaan, dat tekent<br />

Rob. Niet in de laatste plaats bij een andere passie, tijdens zijn studietijd.<br />

“Ik was allesbehalve een doorsnee rechtenstudent. Lang haar, een oorbel.<br />

Dat hoorde bij mijn andere passie: de muziek. Ik heb onder meer<br />

ge d r u md bij e en b e k end e Ne d erl a nd s e h a rd ro c k b a nd . O p tou r ne e do or<br />

Europa, nummers schrijven. Maar op een gegeven moment was het niet<br />

meer te doen: ’s avonds een albumpresentatie in Paradiso en de volgende<br />

ochtend pleiten, dat is geen combinatie. Ik ben er dus mee gestopt.<br />

Want: ik moet er óf helemaal voor gaan, óf niet. Maar als Angus Young<br />

me belt dat AC/DC een nieuwe drummer zoekt, stop ik acuut als<br />

a d vo c a at !”<br />

Eikel<br />

Het lijkt wel alsof hij het nodig heeft: veel dingen tegelijk doen en de<br />

spanning. “Dat heb ik altijd al gehad. Anders wordt het saai. Net zoals<br />

ik altijd wil winnen.” Transacties, zoals overnames, doe je meestal in<br />

s a men s pr a a k , me t a d vo c at en v a n d e a nd ere p a r t ij. “D a n i s d e k ic k ho e<br />

je er samen het beste resultaat uit haalt. Anders ligt het bij een procedure.<br />

En tja, sommige collega’s zullen dan een hekel aan me hebben.<br />

Niet iedereen kan met mijn creatieve inslag en vasthoudendheid omgaan.<br />

Soms tref ik een nette, bedeesde tegenstander, die haalt er dan<br />

nét niet uit wat er in zit. Maar ik kan me er niet druk om maken, dat<br />

mensen me soms een eikel vinden. Sterker nog, het mooiste compliment<br />

dat ik wel eens krijg, is dat ik gebeld wordt door iemand, van wie ik ooit<br />

heb gewonnen. ‘Zoals je toen tegenover me stond, dat wil ik aan mijn<br />

kant hebben.’ Mooi toch?”<br />

19


“Alles draait<br />

20<br />

Klant, werk en passie


om<br />

Freek van der Valk,<br />

mensen”<br />

Van der Valk Hotel Ridderkerk<br />

21


Hij groeide op in het restaurant van zijn ouders. Wilde architect worden, maar<br />

ontdekte dat hij toch de meeste passie en voldoening zou kunnen halen uit hetzelfde<br />

vak dat een groot deel van zijn meer dan 500 (!) familieleden uitoefenen.<br />

Freek van der Valk, telg uit de beroemdste horecafamilie van ons land, over het<br />

Van der Valk-dna, oog voor detail en generatieoverschrijdend denken.<br />

ot een paar jaar geleden golden Freek van der<br />

Valk en zijn (achter)neven en -nichten als de<br />

d erd e gener at ie Va n d er Va l k d ie n a a m m a a k t<br />

als horeca-ondernemer. Tot een projectgroep van<br />

familieleden, dat onderzoek deed voor een boek,<br />

erachter kwam dat het familiebedrijf bijna 70 jaar<br />

ouder was dan gedacht. Al in 1862 was het Freeks betovergrootvader<br />

Nicolaas van der Valk die een melklokaal in zijn Voorschotense boerderij<br />

ombouwde tot een café. Het werd een populaire pleisterplaats voor<br />

reizigers tussen Den Haag en Leiden. En voor blauw bloed: het verhaal<br />

gaat dat Prins Hendrik na een jachtpartij in Wassenaar nog wel eens<br />

kwam uitrusten in De Gouden Leeuw.<br />

Nicolaas’ zoon Martinus nam de zaak over van zijn vader en begon een<br />

restaurant, waar gasten zouden kunnen eten ‘zoals bij moeder thuis’.<br />

Ook was hij degene die nadrukkelijk elk van zijn elf kinderen een ‘eigen<br />

zaak’ wilde geven. Een formule die nog steeds de basis is voor de expansie<br />

van de Van der Valk-keten. Freek staat inmiddels te boek als de<br />

v ierd e gener at ie v a n d e f a m i l ie , d ie i nc lu sie f a a nge t rouwd e f a m i l ie le d en<br />

inmiddels meer dan 500 mensen telt.<br />

Autootjes aan tafel<br />

Freek groeide op in het bedrijf van zijn ouders: Restaurant Plaswijck<br />

aan de Bergse Achterplas in Rotterdam. Een van de oudere Van der<br />

Valk-vestigingen van het land. “We woonden in hetzelfde pand, het<br />

re s t au r a nt w a s m ijn hu i s . D a a r z at i k d a n me t auto ot je s a a n e en t a fe lt je<br />

te spelen, terwijl mijn ouders bezig waren. Ze werkten keihard, maakten<br />

heel lange dagen. Maar ze waren altijd in de buurt, ik kon altijd bij ze<br />

t ere c ht . E r z u l len n ie t ve e l k i nd eren z ijn w ien s oud er s z o ve e l b e s c h i k-<br />

baar zijn.”<br />

Voor een kind was Plaswijck een prachtige plek om te wonen. “Je woont<br />

in feite in een gigantisch groot huis, met allemaal zalen. Je vriendjes<br />

komen maar wat graag spelen. Het is één groot avontuur. En toen ik<br />

eenmaal wat groter was, mocht ik natuurlijk meehelpen. Op een kratje<br />

achter de bar staan om glazen schoon te spoelen. Dat vond ik prachtig,<br />

het voelde in de verste verte niet als werk. Dat verandert natuurlijk als je<br />

ouder wordt, dan is het gewoon aanpoten. Hard werken hoort erbij, dat<br />

krijg je met de paplepel ingegoten.”<br />

Passie voor ontwerp<br />

Toch is het niet vanzelfsprekend dat Freek zelf ook de keuze maakt voor<br />

het horecavak. Als scholier gaan zijn gedachten een heel andere kant uit.<br />

“Ik had echt een passie voor architectuur. Tekenen, ontwerpen, hoe je<br />

dingen vormgeeft, het oog voor detail... dat trok me enorm. Ik wilde<br />

22<br />

Klant, werk en passie


23


a rc h it e c t word en .” L at er ver w at er t d ie z e k erhe id . H ij k ie s t vo or e en<br />

bre d e , a l gemene s t ud ie : b e d r ijf s k u nd e . “ Wat i k er me e z ou ga a n do en ,<br />

daar had ik eigenlijk nog geen idee van. Behalve dan dat ik uiteindelijk<br />

toch zelf wilde gaan ondernemen.”<br />

Op dat moment zijn Freeks ouders al enkele jaren bezig met plannen<br />

om een hotel te bouwen in Ridderkerk, op een steenworp afstand van de<br />

A15. “In mijn studententijd zag ik de tekeningen van het hotel om de<br />

haverklap langskomen. Toen ging het plotseling tóch kriebelen. Het idee<br />

dat je iets nieuws kunt creëren. Bovendien merkte ik dat ik toch wel erg<br />

van de drukte en hectiek van het horecabedrijf hield, van het werken<br />

met mensen.”<br />

Tegen de tijd dat alle bureaucratische hobbels genomen zijn, zijn het niet<br />

24<br />

Klant, werk en passie


meer Freeks ouders die het project trekken, maar Freek zelf. Op dat<br />

moment wordt o ok b e s lot en d e pl a n nen i ng r ijp end t e ver a nd eren . “M ijn<br />

ouders waren begonnen met een vrij traditioneel Van der Valk-ontwerp.<br />

Maar toen het proces door al die procedures vertraagd werd, kwam er<br />

een moment dat we dachten: het moet anders. Je wilt geen hotel dat qua<br />

ontwerp op het moment van opening al tien jaar oud is.”<br />

Groots maar gastvrij<br />

Freek stort zich vervolgens vol overgave in het vernieuwen van de bouwplannen.<br />

Zijn passie voor architectuur bloeit weer helemaal op. “We<br />

hebben veel en intensieve dialogen met de architect gevoerd. Op alle<br />

n i ve au s . We w i ld en e en ge b ouw d at go e d i n d e om ge v i ng p a s t e . He t<br />

moest duurzaam zijn. De keuze voor materialen, tot en met de kleur<br />

25


26<br />

Klant, werk en passie


“We denken generatie overschrijdend”<br />

van de voegen aan toe. Ik heb me er tot in de kleinste details mee<br />

beziggehouden: welke kant draait een deur op, op welke hoogte plaats<br />

je de stopcontacten.” Niet dat hij op de stoel van de architect ging zitten.<br />

Maar vanuit het perspectief van de gebruiker, de gast, moest alles<br />

zo optimaal mogelijk zijn. “Gastvrij, duurzaam en efficiënt: dat waren<br />

de uitgangspunten, in die volgorde.”<br />

Gastvrij betekent in Freeks optiek: goede bereikbaarheid, veel parkeergelegenheid,<br />

een aantrekkelijke entree en een open structuur, met zo<br />

min mogelijk ‘hokjes’. Een ruimte waar je bijna intuïtief je weg in kunt<br />

vinden. Het meest trots is hij dan ook op de entree van het hotel, waar<br />

we voor het gesprek plaats hebben genomen. Een grote glaspartij, hoge<br />

plafonds, een grote open ruimte die zowel receptie, zithoekjes als een<br />

restaurant bevat. “De detaillering, de lijnen, de verhoudingen van<br />

deze ruimte: daar word ik elke dag weer blij van. Het is groots van<br />

uitstraling en toch geeft het een gevoel van thuiskomen. Het is licht,<br />

er gebeurt wat, je ziet in één oogopslag waar je moet zijn. Het is verwelkomend,<br />

zoals een Van der Valk-hotel dat hoort te zijn.”<br />

Duurzaam denken<br />

Daarnaast is het hotel ook een schoolvoorbeeld van duurzaamheid.<br />

“Omdat we het wilden, niet omdat het moest”, zegt Freek. “Eigenlijk<br />

is het alleen maar logisch. Je bouwt een hotel met het oog op de lange<br />

termijn, dan kan het niet anders of je denkt duurzaam. Ik denk dat die<br />

manier van denken voor een familiebedrijf ook wat vanzelfsprekender<br />

is. We denken generatieoverschrijdend. Daarbij past een manier van<br />

werken waarin je zorgvuldig met milieu en omgeving omgaat.” Meer<br />

pragmatisch gezien hebben familiebedrijven ook het voordeel dat ze<br />

gewend zijn aan lange investeringscycli, voegt hij eraan toe. “Wij<br />

schrikken niet van een terugverdientijd van twintig jaar.”<br />

Besparen<br />

Niet dat duurzaamheid altijd zulke lange terugverdientijden nodig<br />

heeft. Integendeel, duurzaam bouwen hoeft volgens Freek zeker niet<br />

altijd dramatisch hoge investeringen te vergen. Mits je vanaf het<br />

a l lere er s t e b e g i n duu r z a a m he id a l s e e n volw a a rd i g ont wer ppr i nc ip e<br />

laat meewegen. “Hoe eerder in het proces je daarop let, hoe meer<br />

mogelijkheden je hebt en hoe lager – relatief – de benodigde investeringen<br />

zijn.” Nog los van het feit dat duurzaamheid niet altijd om<br />

speciale techniek vraagt. Inzicht in de wensen en gedragspratronen<br />

van gebruikers helpt ook. Zo blijkt dat gasten ’s nachts vaak het<br />

badkamerlicht aan laten staan, omdat ze anders in het donker de<br />

lichtschakelaars niet kunnen vinden. Door een led-lampje aan te<br />

brengen onder de lichtschakelaars, is dit niet nodig. Prettig voor<br />

de gast én een aanzienlijke besparing op de energierekening.<br />

Toch wordt de grote duurzaamheidswinst geboekt door vroeg<br />

in het proces fundamentele keuzes te maken. Bijvoorbeeld voor<br />

warmte- en koudeopslag in een 188 meter diepe put naast het hotel.<br />

Door koude- en vriescellen naast elkaar te positioneren, zodat je<br />

koeling niet over onnodig lange afstanden hoeft te vervoeren. Door<br />

restwarmte – bijvoorbeeld uit de ‘afwasstraat’ – zoveel mogelijk te<br />

her ge br u i k en . O f do or t e i nve s t eren i n t e c h n ie k d ie er vo or z or g t<br />

dat ruimtes alleen verwarmd of gekoeld worden als dat daadwerkelijk<br />

nodig is. Zo is de klimaatregeling gekoppeld aan het<br />

boekingssysteem; lege kamers worden zuinig verwarmd en<br />

s c h a k e len autom at i s c h over n a a r e e n c om for t a b e le s t a nd z o d r a<br />

de gast verwacht wordt. En het resultaat mag er zijn: alleen al op<br />

de koeling van hotelkamers bespaart het hotel 90% ten opzichte<br />

van traditionele systemen.<br />

27


Visie en gevoel<br />

Langetermijnvisie is volgens Freek een van de inherente pluspunten<br />

van een familiebedrijf. Het andere is de enorm sterke, persoonlijke<br />

betrokkenheid van de ondernemer. Die niet alleen voor zichzelf werkt,<br />

maar ook voor de volgende generaties. Die persoonlijke betrokkenheid<br />

kan volgens hem óók een keerzijde hebben. “Het betekent dat er soms<br />

meer op gevoel wordt afgegaan dan in andersoortige bedrijven, dat een<br />

beslissing op emotionele gronden genomen wordt in plaats van zakelijke<br />

overwegingen. Al kan zoiets natuurlijk ook goed uitpakken.”<br />

Tegelijkertijd is die ruimte voor het ‘gevoel’ tegenwoordig aanmerkelijk<br />

kleiner dan in de begindagen van het familieconcern. “De eerste generaties<br />

Van der Valk werkten in een heel andere wereld, die veel minder<br />

complex was. Ze hadden een Pietje Bell-uitstraling, er zat een hoop<br />

romantiek rondom de manier waarop ze werkten en succes hadden.”<br />

Sindsdien is de manier van werken stap voor stap geprofessionaliseerd.<br />

De zelfvoorzienendheid waar de familie lang aan hechtte – met eigen<br />

boerderijen, slagerijen, zelfs fabrieken voor meubilair en zilverwerk – is<br />

langzaam maar zeker losgelaten. “Dat was een fase in de ontwikkeling<br />

van het bedrijf. Er zijn nog wel wat andersoortige bedrijven, maar we<br />

richten ons nu echt op onze core-business: de hotels en restaurants.”<br />

Mens en merkwaarde<br />

Hoewel er geen doorwrochte marketingstudies aan gewijd zijn, is er<br />

wel degelijk zoiets als een Van der Valk-merkwaarde. Freek definieert<br />

deze als ‘verrassend vanzelfsprekend’. “Als er iets is wat in de genen<br />

van het familiebedrijf zit, dan is het wel dat er steeds nieuwe bedrijven,<br />

c onc e pt en en for mu le s b e d a c ht word en . Ie d ere en he e f t en ne emt d ie<br />

ruimte. Dat maakt het nieuw, verrassend. Tegelijkertijd weet je als gast<br />

altijd wat je mag verwachten: gezelligheid, een levendige sfeer, vriendelijke<br />

en snelle bediening en een goede prijs-kwaliteitverhouding.”<br />

Daarnaast draait een Van der Valk altijd om ontmoetingen, benadrukt<br />

Freek. Op allerlei niveaus. “Wij zien onszelf als een partij die ontmoetingen<br />

tussen mensen mogelijk maakt. Of dat nu een zakelijke vergadering<br />

is, een etentje met vrienden, of een plek waar je gasten uit het<br />

buitenland comfortabel kunt laten logeren.”<br />

“We maken<br />

ontmoetingen<br />

tussen mensen<br />

mogelijk”<br />

Die menselijke dimensie is wat hem naar eigen zeggen drijft. En<br />

i nd erd a a d : we s pre k en hem n ie t i n e en d i re c t ie k a nto or, m a a r a a n e en<br />

tafel middenin het restaurant, waarvan Freek met enige regelmaat<br />

ops t a at om b e k end en d e h a nd t e s c hudd en . “Je mo e t voldo en i ng h a len<br />

uit het zorgen voor mensen, in hun behoeften te voorzien”, zegt hij zelf.<br />

“Daar ben je dag en nacht mee bezig. Daarnaast is de horeca een heel<br />

a r b e id si nt en sie ve br a nc he , w a a r i n je du s a l gauw me t ve e l men s en<br />

werkt. Veel mensen, veel dynamiek, veel verschillende persoonlijkheden,<br />

beweegredenen en culturen. Ik denk toch dat het al die interactie<br />

en dynamiek was, die ik van kindsbeen af om me heen zag, waardoor<br />

ik uiteindelijk voor dit vak gekozen heb. Alles draait om mensen.”<br />

28<br />

Klant, werk en passie


Freek van der valk rijdt een Audi S5<br />

29


Joost Cranen,<br />

Makelaar<br />

Fresh Food Service<br />

in<br />

smakelijk<br />

goed<br />

30<br />

Klant, werk en passie


31


Tien jaar geleden startte Joost Cranen<br />

Fresh Food Service (FFS). Een makelaar<br />

in eten en drinken, gericht op zorginstellingen.<br />

Geen groothandel? “Nee, wij<br />

helpen onze klanten in de logistiek en in<br />

de onderhandelingen met leveranciers.<br />

Het woord service wordt naar mijn<br />

idee te vaak en te gemakkelijk gebruikt.<br />

Service betekent voor mij ook dat als<br />

het niet anders kan, je voor één toetje<br />

een koelwagen naar de klant stuurt.”<br />

“Eerlijk duurt<br />

wat langer, maar<br />

uiteindelijk<br />

het langst”<br />

e foodmakelaar ontmoeten we in een ruim en<br />

licht bedrijfspand op het Waalwijkse industrieterrein<br />

Haven VII. Joost Cranen, nu een van de<br />

directeuren, vertelt over zijn schooltijd. “Ik heb<br />

een technische opleiding gedaan, de MTS en<br />

wilde destijds de autobranche in. Die opleiding<br />

heb ik wel afgerond, maar ik was meer een ‘mensenmens’, dus ben ik<br />

nooit in die richting verder gegaan.” Het vakantiewerk bij een poelier<br />

sprak Joost des te meer aan. “Daar is ook de basis gelegd voor mijn<br />

passie voor eten en drinken.” De beoogde technische loopbaan maakte<br />

plaats voor een andere carrière. “Ik werd gevraagd om te komen werken<br />

bij een groothandel in levensmiddelen voor horeca en instellingen<br />

en kwam uiteindelijk in de functie van verkoopleider terecht. En daar<br />

wilden we service al uitgebreider, als onderdeel van een compleet<br />

productscala, gaan aanbieden.” Een overname gooide echter roet in<br />

het eten. “Ik ben vertrokken. Voor mij onmogelijk: mijn oude bedrijfspet<br />

afzetten en een nieuwe opzetten met het argument dat<br />

vanaf dat moment de concurrent weer beter zou zijn.”<br />

Eten en drinken, geen food<br />

Van ‘vers’ belandde Joost in de diepvriesproducten, als verantwoordelijke.<br />

“Een heel andere tak van sport, die weer zijn eigen kenmerken<br />

heeft. Daar ontstond mijn ambitie om een compleet aanbod te ontwikkelen<br />

op diepvriesgebied. De stap naar een eigen onderneming werd<br />

daarom steeds logischer. Juist om mijn eigen ideeën te kunnen ontwikkelen.<br />

Daarom ben ik een jaar of tien geleden vanuit dat bedrijf<br />

gestart met Fresh Food Service.” Landelijk bedient FFS inmiddels zo’n<br />

500 klanten, voornamelijk zorginstellingen, zoals ziekenhuizen en<br />

verpleeg- en verzorgingshuizen. “We leveren alles op het gebied van<br />

eten en drinken. Geen ‘food’ of ‘voeding’.” Joost heeft duidelijk moeite<br />

met het gebruik van die termen. “Hoewel het wel in onze naam zit,<br />

praat ik altijd over eten en drinken. Geen ‘voeding’. Bovendien zijn<br />

we geen dozenschuiver: eten en drinken zijn emotie.”<br />

32<br />

Klant, werk en passie


33


34<br />

Klant, werk en passie


“Wij laden<br />

voor een<br />

klant ook<br />

één potje<br />

pindakaas<br />

en twee<br />

tandenborstels”<br />

Cranen en zijn compagnon Ron van Halder presenteren hun bedrijf<br />

niet als groothandel of leverancier. “We zijn foodmakelaar! Dat is geen<br />

marketingterm om op te vallen, het vat écht samen wat we doen. We<br />

werken niet zoals veel van de grote concullega’s met een vast assortiment<br />

en een vaste bestellijst. We kijken samen met de klant naar de<br />

behoefte en werken met een palet van leveranciers. Nu zijn dat er 65,<br />

de ambitie is om producten van een vaste groep van zo’n 80 leveranciers<br />

te kunnen aanbieden. We vragen letterlijk aan de klanten wat hun<br />

wensen zijn. Niet alleen als het gaat om het product, maar ook waar het<br />

service betreft. We vullen in hoe we iemand compleet en optimaal van<br />

dienst kunnen zijn. Op basis daarvan kiezen we – samen! – een aantal<br />

leveranciers dat daarbij aansluit. Hen vragen we een offerte uit te brengen<br />

per productgroep. Vervolgens wordt per productgroep ook een<br />

tweede leverancier gevraagd prijzen aan te bieden, om de klant voor<br />

elke leverancier een alternatief te kunnen bieden, tegen dezelfde kwaliteit.<br />

Vervolgens kiezen we in overleg de beste deals. Met de voorkeursleverancier<br />

van de klant volgt dan eventueel nader overleg over de prijs.<br />

En als een instelling al jaren zaken doet met een eigen, lokale leverancier<br />

die niet in ons bestand zit? Die zal zeker mee kunnen doen in de<br />

offerteronde. Mits hij voldoet aan onze kwaliteitseisen natuurlijk.”<br />

Courtage<br />

Transparantie is waar het om draait in het business-model van Joost.<br />

“Klanten sluiten een drie- tot vijfjarig contract af. De prijs ligt vervolgens<br />

voor een bepaalde periode vast. De prijs die onze subleverancier<br />

aanbiedt, wordt één op één doorgezet naar onze klant. Wij vragen<br />

slechts een fee aan de leverancier.” Een courtage, voor ons als bemiddelend<br />

makelaar. Volgens Joost snijdt het mes daarmee aan twee kanten:<br />

“We kunnen onze klanten een goede prijs bieden, die helder en transparant<br />

is. Ook onze leveranciers zijn blij, want we realiseren voor hen<br />

omzet. De focus blijft bij de producenten op het produceren liggen.<br />

En wij doen waar wij goed in zijn: acquisitie, logistiek en service.”<br />

Geen ‘linksonderprijzen’<br />

Een transparante prijs is geen vanzelfsprekendheid, vertelt Joost.<br />

Volgens hem zijn er bijvoorbeeld bedrijven die leveringscontracten<br />

afsluiten met de prijs ‘linksonder’, zoals hij dat noemt. “Dan begint de<br />

prijs laag – linksonder – maar tijdens de duur van het contract stijgt<br />

de prijs vrij onopgemerkt. Bij ons gebeurt dat niet, wij zijn transparant.<br />

Willen onze leveranciers de prijs verhogen? Dat kan, maar alleen als<br />

dat een landelijke, aanwijsbare en controleerbare oorzaak heeft. Zoals<br />

een slechte oogst die de hele branche treft. Geen smoesjes naar de klant<br />

35


toe.” Ook zijn er bedrijven, die de markt proberen te ‘kopen’, vervolgt<br />

Joost. “Die verkopen zelfs onder hun inkoopprijs. Dat werkt natuurlijk<br />

niet op de lange duur… Eerlijk duurt het langst!”<br />

“Wat wij dus in feite doen, is de klant een aantal zaken uit handen nemen.<br />

Logistiek, handling, acquisitie en facturering. Kort gezegd: de<br />

klant bestelt op één plek, onze website, bij verschillende leveranciers.<br />

Vervolgens komt er één vrachtwagen voorrijden met alles wat besteld<br />

is op het gebied van eten en drinken, en komt er één factuur. De prijs<br />

is daarbij helder, de klant weet van welke leveranciers de producten<br />

komen en wat hun prijzen zijn.” Het bedrijf van Joost werkt weinig met<br />

private label-producten. “Dat zijn de margepakkers natuurlijk. Dat<br />

hoeft bij ons niet, omdat de klant bij ons zelf bepaalt wat hij bestellen<br />

wil. En zo moet het ook zijn!”<br />

Vreemde eend<br />

“Tussen de poten van de olifant is het lekker nootjes eten. De grote<br />

jongens hebben last van ons. We zijn een vreemde eend in de bijt van<br />

groothandels, die normaal gesproken met vaste, voor de klant anonieme<br />

leveranciers werken.” Was het geen gok, toen Joost tien jaar geleden<br />

startte? “Ik heb natuurlijk vanuit mijn ervaring bij vorige werkgevers<br />

geconstateerd, dat dit werkt. Ik kreeg er alleen nooit de ruimte voor.<br />

Nu wel, als ondernemer. Als je ergens je spaarcentjes instopt, moet je<br />

er natuurlijk wel in geloven. Dat deed ik toen en doe ik nog steeds!” Het<br />

succes is gebleken: in 2007 fuseerde het bedrijf van Joost met het transportbedrijf<br />

van zijn huidige mededirecteur Ron van Halder, om alles<br />

logistiek op een uitstekend niveau te kunnen houden. Tegelijkertijd<br />

verhuisde het bedrijf van Kaatsheuvel naar een veel groter en moderner<br />

nieuwbouwpand in Waalwijk om de groei bij te houden. Inmiddels<br />

rijden er 22 koel/vries-vrachtwagens 24 uur per dag heel Nederland<br />

door. Daarnaast breidt FFS ook uit buiten het vertrouwde werkterrein<br />

van eten en drinken. “Klantvragen die eigenlijk net buiten onze expertise<br />

vallen, maar er wel op aansluiten, proberen we te beantwoorden.<br />

We hebben samenwerkingsverbanden op allerlei gebied, van groenvoorziening,<br />

verhuizingen en schoonmaak tot interim-management.<br />

Ook die diensten bieden we steeds vaker aan. En met succes.”<br />

36<br />

Klant, werk en passie


De klant<br />

FFS richt zich specifiek op instellingen in de zorg. Een sector waar veel<br />

gebeurt. “De zorg moet al jaren lang bezuinigen. Overal moet geld bespaard<br />

worden. Ook op eten en drinken. Prijs is natuurlijk van belang,<br />

maar kwaliteit moet leidend zijn, vind ik. Daar bezuinig je niet op,<br />

want fatsoenlijk eten is voor iedereen uitermate belangrijk, juist in de<br />

zorg!” Bijna haaks op die besparingen staat het gegeven dat de zorg de<br />

cliënt steeds meer centraal stelt. Joost: “De cliënt is leidend, wat wil<br />

hij of zij eten, en op welk moment. Bijvoorbeeld bij ouderen, de babyboomers,<br />

die nu zorgbehoevend beginnen te worden. Zij zijn gewend<br />

aan luxe en comfort. Zij willen niet een week van tevoren aangeven<br />

wat ze willen eten. Zij willen op het moment zelf kiezen, en een ruime<br />

keuze hebben. Of juist elke dag hutspot? Ook goed, moet kunnen.”<br />

“Onze taak als ‘makelaar’ voorziet daarin. Wij helpen zorginstellingen<br />

bij het vinden van de beste deal, zonder daarbij op kwaliteit in te<br />

leveren. Maar al te vaak zijn maaltijden geld-gestuurd. Zonde. Wij<br />

proberen zorginstellingen werk uit handen te nemen. Te ontzorgen.<br />

Onze buitendienstmedewerkers zijn daarvoor constant in gesprek. Op<br />

facilitair niveau, met inkoop. Niet dat wij op de stoel van inkoop gaan<br />

zitten, helemaal niet, maar we willen de klant daar wel in bijstaan.”<br />

“‘Extra’ hoeft niet per se meer te kosten, je kunt het ook slim aanpakken.<br />

Door bijvoorbeeld ouderen in een verzorgingshuis een kwalitatief<br />

goede maaltijd aan te bieden, die ze gezamenlijk nuttigen in een goede<br />

sfeer. Eten moet ook worden gezien als een sociaal onderdeel van de<br />

dag. Zo bespaar je wellicht op andere vlakken: omdat ondervoeding<br />

“Een ruime keuze is<br />

belangrijk. Toch elke dag<br />

hutspot? Moet ook kunnen”<br />

37


“Een gastvrije benadering en omgeving is<br />

essentieel in onze visie. Onze organisatie<br />

sluit daar naadloos op aan”<br />

minder voor zal komen en er bijvoorbeeld meer sociale cohesie ontstaat.<br />

De besparing zit ’m dan uiteindelijk in een afname van de<br />

zorgvraag. Een gastvrije benadering en omgeving is essentieel.<br />

Onze organisatie sluit daar naadloos op aan.”<br />

Creatief blijven<br />

Joost startte met een creatief business model, en wil die creativiteit<br />

vooral behouden. Daarom denkt hij constant na over nieuwe ontwikkelingen.<br />

Zo biedt FFS zorginstellingen aan eigen winkels te bevoorraden.<br />

“Verzorgingshuizen hebben vaak een winkeltje voor cliënten.<br />

Omdat wij toch rijden, kunnen we ook dat winkeltje bevoorraden. In<br />

bescheiden, passende hoeveelheden. Ze hoeven dan geen enorme dozen<br />

met tientallen rollen beschuit meer op voorraad te houden.” Hetzelfde<br />

doet FFS sinds enige tijd voor projecten, waar cliënten begeleid<br />

wonen. “We leveren daarbij echt tot op deurbelniveau. Ook één potje<br />

pindakaas en twee tandenborstels nemen we mee voor onze klant.”<br />

Duurzaam<br />

Naast het behoud van creativiteit heeft duurzaamheid prioriteit bij<br />

FFS. Joost: “Dankzij ons komt er nog maar één leverancier, één<br />

vrachtwagen aan de deur. Maar we bieden wel weer aan dat we vaker<br />

kunnen bezorgen, dus meer dan één keer per week. We rijden met de<br />

meest milieubewuste vrachtwagens die er zijn. En ook van onze leveranciers<br />

verwachten we dat ze zich maatschappelijk verantwoord<br />

opstellen.” Ook zijn klanten probeert Joost Cranen te helpen op het<br />

gebied van duurzaamheid. “Als je ziet wat er weggegooid wordt, met<br />

name in de zorg… Schadelijk voor het milieu én voor de portemonnee.<br />

Wij bieden vrijblijvende screenings aan, om te kunnen beoordelen hoe<br />

dat gereduceerd kan worden. Weggooien proberen we echt tot nul te reduceren.<br />

Anders werken, de logistiek optimaliseren en anders bestellen<br />

kan heel veel opleveren.”<br />

Workaholic<br />

“Ik een workaholic? Misschien wel. Ik ben 24 uur per dag en 7 dagen<br />

per week bereikbaar voor mijn klanten. Veel van hen hebben ook mijn<br />

06-nummer. Voor als er zich een probleem mocht voordoen. Dat kan<br />

een keer gebeuren, maar dan lossen we dat direct op. Al moet er bij<br />

wijze van spreken een koelwagen met één toetje naar Hengelo. Service<br />

is nou eenmaal mijn passie. Die passie verwacht ik ook van mijn leveranciers.<br />

Iemand die bij de telefoon zit te wachten op onze volgende<br />

bestelling, daar ben ik zo klaar mee. Actie, alles voor de klant!” Het<br />

mooiste compliment kreeg Joost eens van een gewaardeerde relatie, die<br />

met pensioen ging. Bij zijn afscheid, fluisterde hij. ‘Jullie doen eigenlijk<br />

veel te veel voor de klanten…’ Mooi compliment toch?”<br />

38<br />

Klant, werk en passie


Joost Cranen rijdt een Audi A8<br />

39


Hans van Hal, HalDu Groep<br />

“Het ligt<br />

altijd aan<br />

jezelf”<br />

40<br />

Klant, werk en passie


41


42<br />

Klant, werk en passie


Vanuit een kantoorpand achter zijn huis<br />

in Groesbeek geeft Hans van Hal leiding<br />

aan zijn uitzendbureau. Ruim twintig<br />

mensen in binnen- en buitendienst<br />

helpen meer dan 300 vakmensen in de<br />

bouw en techniek aan werk. Een mooi<br />

bedrijf, dat door heel Nederland gerenommeerde<br />

aannemers ondersteunt met<br />

goed gekwalificeerd, ervaren personeel.<br />

“Tevreden<br />

mensen<br />

leveren<br />

beter werk”<br />

an Hal bouwde het bedrijf eigenhandig op, verkocht<br />

het een paar jaar geleden – “op een goed<br />

moment” – en sprak af dat hij nog twee jaar aan<br />

zou blijven. Om de transitie in goede banen te<br />

l eiden. Maar na die twee jaar verdween hij niet<br />

uit beeld. Integendeel, hij kocht ‘zijn’ bedrijf terug<br />

en fuseerde het met de onderneming van een goede zakenpartner en<br />

vriend, Caspar Janssen. Ook het uitzendbureau van zijn zoon Danny is<br />

inmiddels aan de groep toegevoegd. En de blik van Van Hal is alweer<br />

gericht op expansie. “Hans heeft nog steeds een enorme Kampfgeist, dat<br />

is prachtig om te zien”, zegt Janssen. “Of het nu om een rondje golf gaat,<br />

met als inzet een eurootje, of plannen om met het bedrijf de Duitse<br />

markt op te gaan. Hij wil er iets van maken.”<br />

Ploegbaasje<br />

Als je ’t Van Hal zelf vraagt, is hij nuchter over de oorsprong van zijn<br />

ondernemerschap. Hij was nog geen twintig toen hij als ijzervlechter<br />

voor een lokale aannemer werkte. “Die man kon met de beste wil van<br />

de wereld niet aan goede vaklui komen. Ik kende veel mensen, en dus<br />

hij vroeg me of ik iemand wist. Dat ging goed, ik had binnen no time<br />

wat mensen voor hem. Ik dacht gelijk: hier moet ik meer mee doen.<br />

Vanaf dat moment heb ik geen dag meer voor een baas gewerkt.”<br />

Dat de aannemer juist hem vroeg, was geen toeval. “Ik was jong, maar<br />

wel een brutaaltje”, blikt Van Hal lachend terug. “Op de bouwplaats was<br />

ik een van de weinigen die technische tekeningen kon lezen. Dat had ik<br />

mezelf geleerd. Daardoor stonden er vaak oudere collega’s om me heen,<br />

die naar mij keken bij vragen. Dan stonden ze zelf in de pauze een sjekkie<br />

te draaien om de hoek, en stond ik met de uitvoerder te overleggen.<br />

Ik was een soort ploegbaasje, zeg maar.”<br />

43


“Misverstanden<br />

kosten geld”<br />

Torenhoge ambities had hij niet gelijk. “Ik hoor het mezelf nóg zeggen:<br />

‘Als ik zo’n 20, 30 man voor me heb werken, is het mooi’. Nee, dus. Het<br />

gaat goed, en dan ga je dóór. Zes dagen in de week, weken van 80, 90<br />

uur draaien. ’s Ochtends vroeg op pad, met de aanhanger achter de jeep<br />

om gereedschappen af te leveren bij de bouwplaatsen waar mijn mensen<br />

die dag werkten.”<br />

Investeren in tevreden mensen<br />

Nog steeds rijdt er elke ochtend een vrachtwagen van ons door het land,<br />

om gereedschappen te bezorgen. “Een ander stuurt vier mensen, die<br />

hun eigen spullen moeten meebrengen. Met het risico dat er iets<br />

ont bre e k t , en d a n ga at er ge l ijk ko s t b a re t ijd verloren . Wij le veren he t<br />

hele pakket, tot en met steigers als het moet. Om half acht ligt alles<br />

klaar. Is er iets kapot, dan garanderen we dat er binnen een dag nieuw<br />

gereedschap staat. En er is altijd iemand van onze staf bij, die de uitvoerder<br />

en de lokale situatie goed kent.”<br />

Het oog voor detail, niets aan het toeval willen overlaten – volgens<br />

Van Hal is het een must om je in zijn branche te onderscheiden. Daarbij<br />

hoort ook goede zorg voor zijn mensen. “Tevreden mensen leveren beter<br />

werk. En klachten bereiken vroeg of laat de uitvoerder, dus je hebt jezelf<br />

ermee als je nalatig bent.” In de praktijk betekent dat onder meer: regelgeving<br />

voor veiligheid serieus nemen, stipt zijn met uitbetalen. “Elke<br />

woensdag, dat was en is de norm in deze wereld. Al komt niet iedereen<br />

die belofte na. Dus kun je je ermee onderscheiden. Tot op de dag van<br />

vandaag heeft niemand die voor mij gewerkt heeft ooit op zijn geld<br />

hoeven wachten. In het begin moest ik er mijn privérekening of spaarpot<br />

voor aanspreken. Maar loon is heilig.”<br />

Misverstanden kosten geld<br />

Terugblikkend op zijn loopbaan zegt Van Hal dat veel kansen simpelweg<br />

“op zijn pad kwamen”. Caspar Janssen vindt dat zijn compagnon<br />

zich daarmee tekort doet. “Hans heeft zijn pad altijd zelf uitgestippeld<br />

en kansen opgezocht. Hij heeft er een neus voor, durft verantwoorde<br />

r i sic o’s t e nemen .”<br />

Misschien wel de meest bepalende kans die zich voor zijn bedrijf voordeed,<br />

greep Van Hal aan toen in 1989 de Berlijnse Muur viel. Hij was<br />

thuis in Duitsland, bemiddelde regelmatig voor Duitse vakmensen uit<br />

de grensstreek en was kort voor de val van de muur nog in de toenmalige<br />

DDR geweest, waar hij de hoge werkloosheid had gezien. Toen de<br />

muur viel, begreep Van Hal dat er in het post-communistische deel van<br />

Duitsland een exodus op gang zou komen van goed opgeleide mensen.<br />

“Ik heb begin 1990 advertenties in Oost-Duitse kranten geplaatst, en<br />

we kregen letterlijk postzakken vol met reacties.” Zo was het bedrijf een<br />

waardevol bestand aan vaklui rijker: goed gemotiveerde mensen, met<br />

een hoogwaardige opleiding, die op de Nederlandse bouwplaats – niet<br />

onbelangrijk – goed konden communiceren. “Misverstanden kosten<br />

geld op de bouwplaats.” En de klik was vaak wederzijds, vervolgt Van<br />

Hal. “Veel van die ‘Ossies’ van het eerste uur werken nog steeds voor<br />

ons. Sommigen hebben zich speciaal in Kleef gevestigd om voor ons te<br />

kunnen blijven werken.”<br />

Waardering voor vakmanschap<br />

Inmiddels is het bedrijf al jarenlang gespecialiseerd in bemiddeling voor<br />

Duitse bouwvakkers, die zo’n 80% van het bestand vormen. Zijn mensen<br />

helpen om de tekorten aan te vullen die in Nederland aan goed<br />

44<br />

Klant, werk en passie


45


geschoolde vaklui bestaan, onder meer door de vergrijzing. Onze<br />

O o s t er bu ren z ijn verd er me t he t a nt ic ip eren op d e ‘g r ijz e gol f ’, v i ndt<br />

Van Hal. Met dank aan het schoolsysteem, waarin vakopleidingen<br />

s p e c i f ie k er z ijn d a n i n on s l a nd . “H ier i s bij vo or b e e ld ge en d a k d e k k er s -<br />

opleiding, in Duitsland wel. Of neem de stelleur, iemand die op de<br />

bouwplaats voor de metselaar uit werkt, en kozijnen en andere elementen<br />

precies afstelt. In Nederland is daar een schreeuwend tekort aan.<br />

Maar ja, hier zie je het ook niet als vak terug op het lesrooster.”<br />

Ziet Van Hal voor bedrijven als het zijne een taak op dit gebied? “Ik wil<br />

maar al te graag meedenken. Een stelleur hoeft niet per se een compleet<br />

gediplomeerd timmerman te zijn. Een handig iemand kun je op de<br />

bouwplaats in twee weken opleiden. Maar ja, het is een blijft een investering.<br />

Als het in de branche een kwestie van overleven is, dan heeft<br />

mijn klant toch andere prioriteiten. Uiteindelijk is de vraag toch vooral<br />

of de overheid hierin wil investeren. Er worden miljarden gestoken in<br />

de high-techsector, vanwege het maatschappelijk belang. Zo zou de<br />

maatschappij ook geld over moeten hebben voor vakmanschap, bijvoorbeeld<br />

door ambachtsscholen in ere te herstellen. En het is ook<br />

een kwestie van eerherstel. Succes moet je niet afmeten aan een pak<br />

en een auto, maar aan vakmanschap. Terwijl dat laatste in de praktijk<br />

nu vaak ontmoedigd wordt.”<br />

Koffieadresjes en verzakelijking<br />

In de loop der jaren heeft Van Hal zowel de bouwbranche als uitzendsector<br />

zien veranderen. “De bouwplaats is zakelijker geworden. Het is<br />

harder, commerciëler, prestatiegerichter dan vroeger. Uitvoerders zijn<br />

met handen en voeten gebonden aan targets. Zoals je vroeger je koffieadresjes<br />

op de bouwplaatsen had, bij uitvoerders met wie je even kon<br />

zitten ouwehoeren, dat gaat tegenwoordig niet meer.”<br />

46<br />

Klant, werk en passie


Tegelijkertijd is de concurrentie tussen uitzendbureaus toegenomen.<br />

Of liever gezegd: de concurrentie met partijen die eigenlijk de naam<br />

u it z end bu re au n ie t mogen d r a gen . “Je he bt i n e l k e br a nc he rot t e app e l s ,<br />

dat is bij ons niet anders. Maar het is de afgelopen jaren in de hand gewerkt<br />

doordat de vergunningsplicht is losgelaten.” In combinatie met<br />

het openstellen van de grenzen voor buitenlandse spelers zorgt dat<br />

vol gen s hem vo or one erl ijk e c onc u r rent ie , d ie er to e le idt d at bij g rot e<br />

bouwprojecten veel onder het minimumloon gewerkt wordt.<br />

De komst van een registratieplicht, die op het moment dat we Van Hal<br />

spreken op het punt staat in te gaan, zal daar volgens hem weinig verandering<br />

in brengen. “Dat zegt niet veel meer dan een inschrijving bij de<br />

Kamer van Koophandel. Het maakt geen onderscheid tussen bureaus<br />

die alle certificeringen hebben en aantoonbaar alle veiligheidsregels<br />

n a le ven , en p a r t ijen d ie d a a r e en lo opje me e nemen .” Z e l f i s Va n Ha l<br />

daar altijd zeer consciëntieus in geweest. Op het perfectionistische af<br />

zelfs, zegt compagnon Janssen. “Dat weet ik nog uit de tijd dat ik hier<br />

klant was. Als er dan een nieuw certificaat behaald moest worden en ik<br />

meldde na een half jaar trots aan Hans dat ik ’m binnenhad, bleek ’ie bij<br />

hem al doodleuk drie maanden aan de muur te hangen.”<br />

Wie de meeste handjes levert, wint<br />

Toch wekt Van Hal niet de indruk wakker te liggen van de concurrentie.<br />

Liever neemt hij het heft in eigen handen en concentreert hij zich op de<br />

kansen in zijn markt. “Je ziet dat grote bouwbedrijven steeds projectmatiger<br />

zijn gaan werken. Daar hoort een kleine, vaste kern van mensen<br />

bij: de projectleider, inkoper, voorman. Maar om vaste lasten te beperken<br />

en flexibel te kunnen opereren zit daar een steeds grotere schil van<br />

flexibele mensen omheen.”<br />

Voor een langjarige krimp in de markt voor bouwprojecten is hij niet<br />

bang. “Je zult alleen een verschuiving in de markt zien. In de utiliteitsbouw<br />

is natuurlijk een enorm overschot. Maar er is in Nederland een<br />

structureel woningtekort, dat is echt niet een-twee-drie weggewerkt.<br />

“In elke branche<br />

heb je rotte appels”<br />

47


“Met z’n drieën op een<br />

kamer beslis je sneller”<br />

Daarnaast moet je de vervangingsvraag niet onderschatten: bestaande<br />

gebouwen slopen en nieuwbouw neerzetten die voldoet aan de eisen van<br />

de tijd. De wensen en voorkeuren van mensen veranderen. Eerst wilde<br />

men in de stad wonen, toen trok men massaal naar de voorsteden, nu<br />

weer terug naar de stad.” Voor zijn eigen bedrijf is de op handen zijnde<br />

vergrijzing in de bouwsector – zo eerlijk is Van Hal wel – natuurlijk<br />

geen slecht nieuws. Dat de schaarste er gaat komen, staat voor hem vast.<br />

“Het probleem is een paar jaar verbloemd door de krimp in de bouw,<br />

maar het is een kwestie van tijd voordat we door de uitstroom van gepensioneerde<br />

bouwvakkers serieuze tekorten gaan zien. En voor ons is<br />

dat natuurlijk een grote kans. Wie straks de meeste handjes kan leveren,<br />

die wint.” En daarbij zal Van Hal zeker over de grens blijven kijken.<br />

“Je zult áltijd goede vakmensen in het buitenland kunnen vinden. Het<br />

is gewoon een economische wet, een kwestie van vraag en aanbod.”<br />

Ruimte voor humor<br />

Inmiddels onderzoekt Van Hal de mogelijkheden om op de Duitse<br />

markt niet alleen vakmensen maar ook opdrachtgevers te werven. Voor<br />

een buitenlands bureau is het geen eenvoudige opgave. “Maar we hébben<br />

een groot netwerk in Duitsland. En met onze formule – anders<br />

werk en d a n a nd eren , je men s en go e d b e ge le id en én s t ipt b e t a len – we e t<br />

ik zeker dat we iets kunnen toevoegen.”<br />

Het karakter van zijn bedrijf helpt daar ook bij, denkt Van Hal. “Wat de<br />

fusie van onze bedrijven tot een succes heeft gemaakt, is dat Caspar en<br />

ik elkaar door en door kennen. Ieder kent zijn beperkingen en leert van<br />

de ander. Er is ruimte voor kritiek en voor humor. En het is hands-on.<br />

We zitten met elkaar, en sinds kort met mijn zoon erbij, op één kamer<br />

en kunnen in vijf minuten een knoop doorhakken. Het zou onze slogan<br />

kunnen zijn: ‘wij beslissen sneller’.”<br />

Die besluitvaardigheid is misschien nog wel de meest cruciale eigenschap<br />

voor een ondernemer. “Het is een kwestie van durf én verantwoordelijkheid<br />

willen nemen. Je onderneemt wat, je ziet kansen. Soms<br />

loopt het fout. Dan heb je iets verkeerd ingeschat, een onverstandige<br />

investering gedaan. Jammer dan, maar dat hoort erbij. De kunst is<br />

ge wo on t e a c c e pt eren d at je e en fout he bt gem a a k t en do or t e ga a n .<br />

Het ligt altijd aan jezelf. Jij bent degene die ergens wel of niet voor heeft<br />

gekozen.”<br />

48<br />

Klant, werk en passie


Hans van Hal rijdt een Audi Q7<br />

49


Joost van der Heijden, Pijnenburg Juweliers<br />

“Mijn klanten<br />

verwachten<br />

mooie stukken”<br />

50<br />

Klant, werk en passie


51


Wat hebben een wintersportvakantie en de spreekwoordelijke paplepel met elkaar<br />

te maken? Meestal niets. Behalve voor Joost van der Heijden, telg uit een Bredaas<br />

juweliersgeslacht. Als kleine jongen van drie jaar speelde Joost in de etalage van de<br />

juwelierswinkel van zijn ouders op het moment dat die leeg was voor een nieuwe inrichting.<br />

Hoewel hij niet van plan was later de zaak van zijn ouders over te nemen, ging<br />

hij na de middelbare school toch naar dé opleiding voor juweliers: ‘Schoonhoven’, zoals<br />

de Vakschool voor Edelsmeden in dit plaatsje aan de Lek toen nog werd aangeduid.<br />

ls hij tijdens een vakantie op zijn zeventiende de<br />

sneeuwhellingen van een mondain Zwitsers skigebied<br />

afdaalt, wordt hij langs de pistes en bij de<br />

liften geconfronteerd met fraaie reclames van<br />

luxe horlogemerken. Het raakt hem dusdanig<br />

dat hij ter plekke beslist zich na zijn studie te<br />

gaan richten op de duurdere uurwerken: de horloges in het topsegment<br />

van de markt. Joost over die tijd: “Nog steeds is ‘Schoonhoven’ een opleiding<br />

voor mensen die het vak van juwelier ambiëren. Helaas was er in<br />

mijn tijd vooral aandacht voor de creatieve kant van het vak. De nadruk<br />

lag op het ambacht van edelsmeden, terwijl er nauwelijks of geen ruimte<br />

was voor het ondernemerschap. Nu is dat anders, maar toen was het<br />

voor mij stevig doorbijten, omdat ik veel moest doen waarvoor ik in<br />

mijn ogen niet kwam. Met het doel een eigen zaak te starten, boog ik<br />

zilverdraad en smolt ik goud tot fraaie vormen. Niets daarvan heeft te<br />

maken met wat ik ben gaan doen!”<br />

“Je hebt<br />

zeker de<br />

doos mogen<br />

inpakken”<br />

52<br />

Klant, werk en passie


53


Presteren<br />

Tijdens zijn stage, in 1995, komt de ommekeer en wordt er (eindelijk)<br />

een beroep op zijn ondernemerschap gedaan. Als stagiair komt hij<br />

t ere c ht bij Guu s P ijnenbu r g , v a n d e ge l ijk n a m i ge , gerenom me erd e<br />

juwe l ier s z a a k i n h a r t je E i nd hoven . E en m a n me t o og vo or t a lent , d ie<br />

Joost al snel de vrijheid biedt waarnaar hij zo hartgrondig zoekt. Joost:<br />

“Guus zei: als jij denkt dat je die klok van – toen nog – 40.000 gulden<br />

kunt verkopen, ga je gang!’ En het lukte. Trots als ik was, vertelde ik er<br />

natuurlijk over zodra ik weer op school was. Dat werd een teleurstelling.<br />

In de reactie die ik kreeg ontbrak elke stimulans. ‘Je hebt zeker de doos<br />

in mogen pakken.’ Kortom, niemand geloofde me. Zo’n reactie is natuurlijk<br />

ontdaan van elk didactisch principe. Heel slecht. Het heeft er<br />

in elk geval voor gezorgd dat ik zelf bewust anders omga met stagiairs.<br />

Ook mijn eigen kinderen zal ik stimuleren waar ik kan, in plaats van te<br />

twijfelen aan ze op het moment dat ze trots zijn op wat ze presteren.”<br />

Het einde van de succesvolle stage van Joost resulteert in een baan. Bij<br />

Pijnenburg Juweliers. Hoe verrassend was dat? Joost: “Niet. Mijn relatie<br />

met Guus en de collega’s was prima en ik deed mijn werk met veel enthousiasme.<br />

Je moet ook ergens passen en de kans krijgen. Dat was<br />

beide het geval.” De stap van werknemer naar eigenaar is een stuk<br />

minder vanzelfsprekend. “Dat is het ook. Maar je moet het zien in de<br />

context van wat er speelde. Ik was op het juiste moment op de juiste<br />

plaats. Guus had het plan te stoppen en zocht een overnamekandidaat.<br />

Inmiddels was ik bedrijfsleider, met alle verantwoordelijkheden die<br />

daarbij komen kijken”, aldus Joost. Een geschikte kandidaat dus? “Dat<br />

is gebleken, maar alleen aan een geschikte overnamepartij heb je niets,<br />

ook prijs en financiering spelen een rol. Een gemeenschappelijke kennis<br />

van Guus en mij, tevens een goede relatie van Pijnenburg Juweliers,<br />

heeft daarin een doorslaggevende rol gespeeld. Met zijn zakelijke ervaring<br />

stond hij aan de wieg van een deal met alleen maar winnaars.<br />

In 2006 kon Guus stoppen en kon ik naar eigen inzicht verder bouwen<br />

aan een onderneming met een toen al stevig fundament.”<br />

Passie en liefde<br />

Hoe uniek is het om een eigen juwelierswinkel te hebben? Joost: “Het<br />

komt niet alle dagen voor dat er iemand een winkel begint in het topsegment.<br />

Dat kan ook niet. Van de achttien mensen die gelijktijdig met<br />

mij afstudeerden, is er naast mij nog één die ook een eigen zaak heeft.<br />

Dat zegt genoeg. Hoeveel passie en liefde je ook hebt voor dit vak, het is<br />

niet genoeg om zomaar te kunnen verkopen wat je graag zou willen.<br />

54<br />

Klant, werk en passie


“Meer dan in<br />

welke business<br />

ook, draait<br />

het hier om<br />

vertrouwen”<br />

Daarvoor moet je investeren in een relatie met de leverancier en dat kost<br />

tijd, véél tijd. Nog afgezien van de financiële investeringen die nodig<br />

zijn om een zaak te starten. Of het nu gaat om een nieuwe winkel of, zoals<br />

in mijn geval, om een overname van een winkel met aanzien. Dit<br />

hoge segment horlogewinkels is geen bedrijfstak waarin nieuwe partijen<br />

makkelijk toetreden. Niet dat dat je de ruimte geeft om rustig achterover<br />

te leunen, natuurlijk.”<br />

“In het deel van de markt waarin mijn bedrijf zich beweegt, doen klanten<br />

gemiddeld eens per drie jaar een aanschaf. Dat betekent dat je de<br />

relatie met zo’n klant goed moet onderhouden. Je brengt hem op de<br />

hoogte van de laatste ontwikkelingen die specifiek voor hem interessant<br />

zijn, je bent aanwezig op netwerkbijeenkomsten waar je klanten komen<br />

en je organiseert zelf bijeenkomsten, shows en reizen. Kortom, je doet<br />

veel en veel meer dan aanwezig zijn in je winkel, en er voor zorgen dat<br />

daar alles goed loopt en hetgeen je verkoopt op de meest aantrekkelijke<br />

manier wordt gepresenteerd. De winkel vormt uiteraard het hart van je<br />

business. Maar juist alle zaken eromheen maken dat het elke dag weer<br />

boeiend is om met je vak bezig te zijn.”<br />

55


56<br />

Klant, werk en passie


“De winkel vormt het<br />

hart, alles eromheen<br />

maakt het boeiend”<br />

Dat ene horloge!<br />

Het hogere segment horloges waar Pijnenburg Juweliers zich onder<br />

le id i ng v a n Jo o s t op to e le g t , t re k t k l a nt en a a n d ie e l k op hu n e i gen m a-<br />

nier succesvol zijn. Zulk succes voedt de interesse in luxe zaken, bijvoorbeeld<br />

bijzondere, exclusieve horloges. Joost: “Je moet je klanten mooie<br />

stukken kunnen aanbieden. Wat de één in vervoering brengt, zal de<br />

ander nooit om de pols doen. Ook hier geldt: over smaak valt niet te<br />

twisten. Maar wat al mijn klanten gemeen hebben, is dat exclusiviteit<br />

hen aanspreekt. Dus is het voor mij ook de uitdaging om stukken te<br />

b em a c ht i gen d ie e en l a ge ge l i m it e erd e opl a ge he bb en en d a a rdo or<br />

u it er s t mo ei l ijk verk r ijg b a a r z ijn . Wat d at b e t re f t i s je re l at ie me t e en<br />

merk van groot belang. Daarin moet je investeren om op gezette tijden<br />

juist dát horloge te kunnen bemachtigen dat voor mijn klanten meer<br />

dan de moeite waard is. Zo heb ik nu een horloge waarvan één exemplaar<br />

bestemd is voor de Verenigde Staten en één voor Europa.” Benieuwd<br />

als we zijn voor wie hij dat horloge bestemd heeft, vragen we<br />

naar de naam van de beoogde klant. Joost geeft de identiteit van zijn opdrachtgever<br />

uiteraard niet prijs: “Mijn relatie met mijn klanten is gebaseerd<br />

op vertrouwen. Discretie is daarvan een onlosmakelijk onderdeel.”<br />

Investeren in exclusiviteit<br />

Joost vervolgt: “In feite is ons succes ingegeven door vertrouwen.<br />

E ner z ijd s v a n le ver a nc ier s , d ie on s d e verko op v a n hu n merk to e vertrouwen.<br />

Zo zijn we de enige in Zuid-Nederland die Cartier vertegenwoordigt<br />

met de collectie Haute Horlogerie. Anderzijds is er het<br />

vertrouwen van de kant van de klant. Die vertrouwt erop dat hij het<br />

b e s t e ko opt w at er t e k r ijgen i s en d at d e e xc lu si v it e it o ok e c ht i s z o a l s<br />

wij die voorstellen. Dat houdt ook in dat ik niet zo maar aan iets nieuws<br />

kan beginnen. Natuurlijk zijn er nieuwe merken met vaak kleine collecties<br />

die ons willen interesseren, vanwege onze clientèle en onze positie<br />

in de markt. Maar voor ik daaraan begin, moet ik werkelijk alles weten<br />

van het product en de leverancier. Om wat voor binnenwerk gaat het,<br />

wie zijn de mensen achter het merk, wat is hun historie et cetera?<br />

Kor tom : i k ga n ie t over é én n a c ht ijs . Vo ord at e en horloge i n d e e t a l a ge<br />

ligt, doorlopen we een heel proces. Het gaat ons niet alleen om een aantrekkelijke<br />

marge.” Die grondige voorverkenning is ook nodig omdat de<br />

klantrelatie niet ophoudt op het moment dat de klant de winkel verlaat.<br />

“We zijn er óók als zich eens een probleem mocht voordoen. Met twee<br />

gecertificeerde horlogemakers in vaste dienst kunnen we de service<br />

verlenen die een klant van ons mag verwachten. Er doen zich nagenoeg<br />

geen zaken voor die wij niet ter plekke kunnen oplossen en waarvoor<br />

een horloge uiteindelijk naar de leverancier terug moet. Dat heeft natuurlijk<br />

niet alleen met onze kennis te maken, maar ook met de kwaliteit<br />

van het uurwerk.”<br />

Van complex naar héél complex<br />

De exclusiviteit van de horloges van vandaag zit vaak besloten in de<br />

complexiteit van het binnenwerk. Joost geeft een summier college: “Als<br />

ik het kort moet samenvatten, beperk ik me even tot een aantal van de<br />

meest verkochte stukken. Op de eerste plaats is er de Perpetual. Dat zijn<br />

57


horloges die beschikken over een complexe kalender, soms eenjarig,<br />

maar meestal met een geavanceerd kalendermechaniek dat zonder<br />

i n s t e l l i ng k lopt tot ver i n d e vol gend e e e uw. D e M i nut e R e p e at er ge e f t<br />

’n geluid bij een heel uur, of een tijd die je zelf instelt. Je hoort bij dit<br />

horloge du s v a a k d e t ijd z ond er d at je op he t uu r werk k ijk t . E en<br />

R at t r ap a nt e s t a at vo or e en c omple x c h ronowerk d at b e s c h i k t over e en<br />

z ogeno emd e s pl it s e c ond e w ijz er. Wa a r me e n ie t é én t ijd geme t en k a n<br />

worden, maar twee. Bijvoorbeeld een totale tijd en een rondetijd. Dan<br />

zijn er de Woldtimers. Fraaie uurwerken die het mogelijk maken te zien<br />

hoe laat het is in andere tijdzones. Je bent dan in Nederland en ziet hoe<br />

laat het is in bijvoorbeeld Singapore. Bovendien zie je of het twee uur<br />

’s nachts is of in de middag. Wel belangrijk, mocht je bijvoorbeeld van<br />

plan zijn te bellen. Dan zijn er de niet te vergeten Tourbillon uurwerken.<br />

De exclusiviteit schuilt hier in de precisie. Het bevat een mechaniek dat<br />

oorspronkelijk ontwikkeld is voor het zakhorloge, en dat de negatieve<br />

invloed van de zwaartekracht opheft. Dat resulteert in een extreme<br />

nauwkeurigheid. En in fraaie horloges: het tourbillon-principe wordt in<br />

het horlogeontwerp zichtbaar gemaakt, en krijgt zo de volle aandacht.”<br />

Grande Complication<br />

Tot slot zijn horloges populair die meerdere complexiteiten in één stuk<br />

samenbrengen. Bijvoorbeeld de zogenoemde Grande Complication.<br />

Dat predikaat mag een uurwerk voeren als er maar liefst vijf verschillende<br />

technieken worden gecombineerd,” aldus Joost. Dure stukken? “Een<br />

ongelooflijk mooie en complexe techniek ligt in dit geval aan de basis<br />

van de exclusiviteit van het horloge en daar hoort een passende prijs<br />

bij. Een prijs voor het bezit van een uniek stuk waar de drager elke dag<br />

opnieuw voldoening aan beleeft. Voldoening, niet alleen vanwege de<br />

schitterende techniek, maar ook omdat je jezelf een dergelijk stuk hebt<br />

gegund.” Wat is mooier, de techniek óf het feit dat je het bezit? Joost,<br />

re s oluut : “D e c ombi n at ie!”<br />

“In dit<br />

segment<br />

treden<br />

nauwelijks<br />

nieuwe<br />

partijen<br />

toe”<br />

58<br />

Klant, werk en passie


Joost van der Heijden rijdt een Audi Q7<br />

59


”Elke dag<br />

beter willen<br />

worden...<br />

dat moet<br />

Ronald Koeman,<br />

Feyenoord<br />

normaal zijn”<br />

60<br />

Klant, werk en passie


61


Het is een paar dagen na het slotweekeinde<br />

van de competitie. Een succesvol<br />

seizoen voor Ronald Koeman, die later<br />

die week door zijn collega’s verkozen<br />

wordt tot trainer van het jaar. Een onderscheiding<br />

die hij, zo zegt hij vooraf,<br />

maar al te graag zou winnen, als blijk van<br />

waardering voor zijn eigen werk en dat<br />

van zijn team. Het tekent Koeman, die<br />

ondanks een zeldzaam grote prijzenkast<br />

overal en altijd het maximale uit zichzelf<br />

én anderen wil halen.<br />

“Ik heb<br />

nog steeds<br />

uitdagingen<br />

nodig”<br />

e sfeer in het spelershome is ontspannen. Een paar<br />

spelers staat rond de pooltafel. Koeman schuift<br />

aan en bestelt een cappuccino. Ondanks de goede<br />

prestaties van het afgelopen seizoen is de blik,<br />

nauwelijks drie dagen na het laatste fluitsignaal<br />

van de competitie, alweer naar voren gericht. “We<br />

hebben wel geëvalueerd, natuurlijk. Met spelers individueel, als team,<br />

als organisatie. Maar de planning voor volgend seizoen loopt daar alweer<br />

dwars doorheen.” Voordat zijn spelers uitwaaieren, op vakantie of<br />

naar de trainingskampen van het Nederlands elftal of Jong Oranje, wil<br />

Koeman de voorbereiding op de rails hebben. “Maar de spanning van<br />

de competitie is eraf.” Diezelfde spanning, zo geeft Koeman toe, is nog<br />

steeds wat hem zo trekt aan het trainersvak. Toen hij in zijn eerste jaar<br />

als trainer geïnterviewd werd door Vrij Nederland, verwachtte Koeman<br />

niet dat hij tien jaar later nog steeds langs de lijn zou staan. Nu is die<br />

mijlpaal binnen handbereik, maar aan stoppen denkt hij niet. Lachend:<br />

“Nou ja, ik zag mij destijds niet een Guus Hiddink of Dick Advocaat<br />

worden. En ik denk nog steeds niet dat ik tot in lengte van dagen trainer<br />

zal zijn. Ik zou prima mijn dagen kunnen vullen met hobby’s, reizen,<br />

mijn gezin... Maar het beeld is in zoverre veranderd dat ik me realiseer<br />

dat ik nog steeds uitdagingen nodig heb.”<br />

Gezonde spanning<br />

Die uitdagingen zullen hoe dan ook op het voetbalveld liggen, daarover<br />

laat Koeman geen twijfel bestaan. “Dit is mijn wereld. Hier beleef ik het<br />

meeste plezier aan. Ik heb de afgelopen jaren ook wel eens wedstrijden<br />

geanalyseerd op tv. Vind ik ook leuk. Maar het mooiste blijft toch om<br />

op het veld te staan. Met een jonge groep mensen bezig zijn, ze ontwikkelen,<br />

een sfeer creëren waarin je plezier hebt én elkaar beter maakt.”<br />

Maar ook de spanning rondom de wedstrijd, waar Koeman zelfs na al<br />

die jaren nog van kan genieten. “Het is gezonde spanning, niet iets<br />

waarvan je fouten gaat maken of wat je in de war brengt. Het gáát<br />

ergens om.”<br />

62<br />

Klant, werk en passie


63


64<br />

Klant, werk en passie


Als trainer is de spanning en ontlading van succes wel fundamenteel<br />

anders dan als voetballer. “Je hebt als speler een veel directere inbreng<br />

op het resultaat. En je hebt je eigen individuele prestaties om blij mee te<br />

zijn. Als je als speler een goede wedstrijd speelt, je scoort een paar keer,<br />

en door een fout van de keeper win je op het laatste moment tóch niet,<br />

dan heb je altijd nog je eigen prestatie om tevreden over te zijn. Als<br />

trainer veel minder.”<br />

Tegelijkertijd wordt de rol van de trainer door de buitenwacht minutieus<br />

gefileerd. Wat is makkelijker om mee om te gaan, kritiek van media<br />

of van fans? “De media is makkelijker. Iedereen heeft recht op zijn mening,<br />

en daar leer je mee om te gaan. Dat doet geen pijn. Maar als je na<br />

een uitwedstrijd met ontevreden fans wordt geconfronteerd, dat komt<br />

veel dichterbij.” Tegelijkertijd zijn die fans van levensbelang voor de<br />

clubs, het zijn stakeholders. “De stadions zitten vol, elke week weer,<br />

t er w ijl he t n i ve au v a n d e Ne d erl a nd s e c omp e t it ie er d e a fge lop en ja ren<br />

toch niet echt beter op geworden is. Ik vind het dan ook terecht dat<br />

spelers die waardering tegenwoordig nadrukkelijker laten zien, door<br />

na afloop een rondje langs de vakken te maken. Vroeger was het toch<br />

vaak met z’n allen in de middencirkel even zwaaien en naar binnen.”<br />

Nietsontziende focus<br />

Als speler gold Koeman – net als zijn oudere broer Erwin – al vanaf<br />

jonge leeftijd als talent. De familie leefde en ademde voetbal. “Ik wilde<br />

niets anders, heb nooit een ander beroep dan profvoetballer overwogen.”<br />

Vanaf hun vroegste jeugd waren de broertjes met niets anders<br />

b e z i g . A l s v a d er M a r t i n n a z ijn werk i n d e s l a ger ij t r a i nd e bij GVAV,<br />

gingen ze mee en waren ze zélf op het trainingscomplex met een bal<br />

bezig. Veel mensen verwachtten in die tijd vooral veel van Erwin, maar<br />

echte rivaliteit kan Ronald zich uit zijn jongenstijd niet herinneren.<br />

“We waren natuurlijk veel op elkaar aangewezen, ook op vakantie. Je<br />

was altijd sámen bezig. Als je ouder wordt, verandert dat een beetje.<br />

Dan krijg je gezonde concurrentie. Ik weet nog het moment dat Erwin<br />

op zijn zeventiende naar PSV mocht. Het idee dat hij alleen maar zou<br />

mogen trainen en voetballen de hele dag, verder niets... dat wilde ik<br />

óók.”<br />

“Ik wilde<br />

niet anders<br />

dan profvoetballer<br />

worden”<br />

Die nietsontziende focus op het voetballer worden en zijn, is volgens<br />

Koeman tegenwoordig minder vanzelfsprekend. “De tijd is veranderd.<br />

De mentaliteit van de jeugd ook. Jongens hebben veel meer afleiding,<br />

meer keuzemogelijkheden. Ze kunnen alle kanten op. Het besef dat<br />

voetballer een vak is, waarvoor je naast talent ook allerlei andere eigenschappen<br />

nodig hebt – karakter, willen winnen, veeleisend zijn voor jezelf...<br />

dat is er niet bij iedereen. Daar wordt nog wel eens lichtzinnig over<br />

gedacht.” Tegelijkertijd relativeert hij de verschillen met ‘vroeger’. De<br />

echt goede voetballers, die het hele pakket aan talent en karakter hebben,<br />

komen nog steeds vroeg of laat uit de verf. Wat de omstandigheden<br />

ook zijn.<br />

De noodzaak van druk<br />

Een winnaarsmentaliteit, zo proef je, is voor Koeman onlosmakelijk<br />

verbonden met het voetballer zijn. Dat het Nederlandse voetballers<br />

daar nogal eens aan zou ontbreken, relativeert hij. “Natuurlijk, in het<br />

buitenland wordt vaak van kleins af aan het resultaat als heilig beschouwd,<br />

terwijl in onze opleiding een hele fase zit waarin het gewoon<br />

gaat om lekker voetballen, acties maken... Maar uiteindelijk heb je<br />

over a l w i n n a a r s . O ok h ier. M i s s c h ien d at he t i n s om m i ge c u lt u ren we l<br />

sterker verankerd zit. Het maakt nogal verschil of je in weelde opgroeit<br />

of als jongen in Afrika armoede hebt meegemaakt. Veel Afrikaanse<br />

65


“Een plan moet<br />

uitgevoerd worden<br />

op het veld”<br />

jongen s komen n a a r Eu rop a om t e overle ven , om ge ld vo or d e f a m i l ie t e<br />

verdienen. Die voelen zich heel verantwoordelijk en hebben daardoor<br />

vaak een winnaarsmentaliteit. Er staat meer voor ze op het spel.”<br />

Hoewel Koeman ook als trainer wil winnen én die mentaliteit van zijn<br />

spelers vraagt, is de voldoening van het trainerschap niet helemáál afhankelijk<br />

van het resultaat. Gevraagd naar de momenten waar hij het<br />

meest van geniet, zegt hij: “Dat is toch als je een speler ziet uitvoeren<br />

waar je tijdens de training zo intensief op geoefend hebt. Of als een<br />

vooraf bepaalde tactiek precies zo uitpakt als je dacht. Laatst hadden<br />

we zo’n wedstrijd, tegen AZ. Normaal spelen we met drie aanvallers, die<br />

wedstrijd met twee. Daar moest ik de spelers van overtuigen. Beelden<br />

van de tegenstander laten zien, aanwijzen waar en hoe je ze pijn kunt<br />

doen. Waar de ruimtes liggen. We hadden niet de beloning van de uitslag,<br />

want kort voor tijd kregen we nog een goal tegen. Maar het plan<br />

had gewerkt, je zag dat het werd uitgevoerd op het veld. Daar kun je als<br />

trainer veel voldoening uit halen.”<br />

Dat neemt niet weg dat Koeman zijn werk doet om te winnen, om iets<br />

te bereiken. Ooit omschreef hij zichzelf als “geen opleidingstrainer”.<br />

66<br />

Klant, werk en passie


Hij heeft de prestatiedruk nodig, zegt hij, het moet ergens om gáán. “Al<br />

kunnen die dingen best samengaan. De grote winst van het afgelopen<br />

s e i z o en i s d at we ó ók me t e en jonge , oner v a ren s p e ler s plo e g d e l at ho og<br />

hebben gelegd en niet met het minimale tevreden waren. Vooraf mikten<br />

we op Europees voetbal, maar toen we dat binnenhadden zijn we niet achterover<br />

gaan leunen. We hebben tot het bittere einde gestreden voor de<br />

hoogst mogelijke klassering. En juist daardoor hebben veel jongens zich<br />

het afgelopen jaar heel sterk ontwikkeld.”<br />

Elftalfoto’s<br />

Het is in de moderne Nederlandse competitie ook onontkoombaar<br />

om veel bezig te zijn met het vormen en opleiden van jonge, talentvolle<br />

spelers, beseft Koeman. “Dit is een heel andere wereld dan die<br />

van de Europese topclubs, die om de drie dagen een belangrijke<br />

we d s t r ijd s p e len en e en g rot e , er v a ren s p e ler s g ro e p he bb en . D e<br />

e l f t a l foto v a n d e gem idd e ld e Ne d erl a nd s e c lu b i s d e a fge lop en ja ren<br />

steeds meer op een foto van de A1 gaan lijken. Iedereen heeft moeite<br />

om goede, ervaren spelers te vinden. Vroeger ging de concurrentie<br />

67


“De een heeft een schouderklop nodig,<br />

de ander een schop onder z’n kont”<br />

om basisplaatsen tussen jongens van 20 en 32, nu tussen een tiener en<br />

iemand van pakweg 21.”<br />

Doordat clubs hun dragende spelers sneller kwijtraken aan buitenlandse<br />

competities en steeds sterker een beroep moeten doen op talentvolle<br />

maar nog jonge spelers, is de afstand tot de Europese top de afgelopen<br />

jaren vergroot. Die kloof ziet Koeman ook niet zo snel weer dichtgroeien.<br />

Het enige wat op termijn effect zou hebben, is volgens hem<br />

ver s c her pt to e z ic ht op d e f i n a nc iën v a n c lu b s . “K ijk n a a r d e m a n ier<br />

waarop de KNVB toezicht houdt. Als het geld er niet is, is het er niet.<br />

En als je daardoor dan talentvolle spelers verliest aan buitenlandse<br />

clubs, dan is dat maar zo. Als je Europees een soortgelijk toezicht zou<br />

hebben, en buitenlandse clubs worden óók sterker afhankelijker van<br />

hun eigen jeugd, dan wordt het verschil kleiner. We hebben goede<br />

f a c i l it e it en , go e d e t r a i ner s , ga a n go e d om me t t a lent . E r z a l i n Ne d erland<br />

áltijd talent zijn.”<br />

Ervaringsvak<br />

Uitgesproken voorbeelden als trainer heeft Koeman naar eigen zeggen<br />

nooit gehad. “Natuurlijk ken je wel de goede en slechte kanten van elke<br />

trainer die je hebt meegemaakt. Daar neem je dingen van over. Maar je<br />

moet jezelf zijn, je eigen karakter erin stoppen, niet iemand naspelen.<br />

Maar dat wil niet zeggen dat je niet van anderen kunt leren. Ik kan ook<br />

echt genieten van verzorgd spel van ploegen waarin je de kwaliteiten<br />

van grote coaches herkent. In teams van Guus Hiddink bijvoorbeeld<br />

herken je zijn vermogen om als echte people manager heel relaxed een<br />

eenheid te smeden van mensen die echt met elkaar naar een doel<br />

to e werk en . Bij D ic k Ad vo c a at z ie je we er ho e h ij z ijn e i gen f a n at i sme<br />

weet over te dragen op zijn spelers.”<br />

Kwaliteiten<br />

Wat zijn de kwaliteiten van Ronald Koeman als trainer? “Ik denk vooral<br />

dat ik een ploeg tactisch goed neer kan zetten. Daarnaast streef ik er<br />

a lt ijd n a a r om e en s fe er t e c re ëren w a a r i n je he t m a x i m a le v a n je z e l f en<br />

van elkaar eist. Iedere dag alles doen om te slagen en jezelf te ontwikkelen,<br />

dat moet normaal zijn. Je wilt dat er spelers opstaan die dat ook<br />

gaan eisen van anderen. Hoe professioneler dat sfeertje is, hoe beter het<br />

resultaat. Je wilt dat men elkaar onderling corrigeert en aanmoedigt.”<br />

Op de vraag of hij ook een achilleshiel heeft als trainer, denkt Koeman<br />

even na. “Nee, ik denk niet dat ik een uitgesproken zwakke plek heb. Je<br />

moet als trainer wel dingen leren. Ik weet dat ik in het begin de neiging<br />

had iedereen op dezelfde manier te benaderen. Dat moet enerzijds ook<br />

wel, maar je hebt óók met verschillende culturen en karakters te maken.<br />

Dat de één een schouderklop nodig heeft en de ander een schop onder<br />

de kont, dat stukje mensenkennis heb je nodig om het maximale uit<br />

spelers te halen. Naarmate je ouder wordt, krijg je meer geduld en inzicht<br />

daarin. Het trainerschap is bij uitstek een ervaringsvak, het is geen<br />

toeval dat mensen als Hiddink en Advocaat zo gewild zijn, overal succes<br />

weten te boeken.” Een extra reden om toch langer als trainer door te<br />

gaan? Koeman lacht: “Wie weet.”<br />

68<br />

Klant, werk en passie


Ronald Koeman rijdt een Porsche Panamera<br />

69


“Ik wil meer<br />

tijd overhouden<br />

voor de patiënt”<br />

Ronald Linskens, maag-darm-leverarts, St. Anna Ziekenhuis<br />

70<br />

Klant, werk en passie


71


Het beeld dat veel mensen van een arts<br />

hebben, is iemand die weinig tijd heeft<br />

maar wel deskundig is en hun probleem<br />

oplost. Voor maag-darm-leverarts Ronald<br />

Linskens is dat zijn eer te na. Hoe veel<br />

voldoening hij als medisch specialist ook<br />

haalt uit de technische kant van zijn vak,<br />

dat mag volgens hem nooit de voornaamste<br />

beweegreden zijn. “Alles draait om de<br />

interactie met de patiënt.”<br />

“Mensen<br />

komen met<br />

een bepaald<br />

verwachtingspatroon”<br />

onald Linskens werd opgeleid tot internist in het<br />

Medisch Centrum Alkmaar en het VUmc in<br />

Amsterdam, waar hij zich verder specialiseerde<br />

in maag-, darm- en leverziekten. Destijds een<br />

re d e l ijk jong s p e c i a l i sme , d at e e n for s e g ro e i he e f t<br />

doorgemaakt. Het aantal gespecialiseerde maag-,<br />

darm- en leverartsen is de afgelopen vijftien jaar bijna verdrievoudigd.<br />

Sinds 2001 werkt hij in het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop, een middelgroot<br />

streekziekenhuis met zo’n 90 specialisten, waar Ronald een van de<br />

twee maag-darm-leverartsen is.<br />

Het is een specialisme waar hij zijn passie en enthousiasme als arts<br />

moeiteloos in kwijt kan. “Het is een mix van goed luisteren, een diagnose<br />

stellen én merendeels zelf de therapie uitvoeren.” Niet elk specialisme<br />

bestrijkt die hele keten zo volledig. “Een algemeen internist zal<br />

bijvoorbeeld vaak naar een chirurg doorverwijzen, en in voorkomende<br />

gevallen vooral met medicatie werken. Als MDL-arts kan ik ook direct<br />

zelf dingen oplossen: wij kunnen met instrumenten in de maag of darm<br />

kijken en ter plekke bijvoorbeeld een bloeding stelpen of een poliep<br />

weghalen.”<br />

Links- of rechtsom<br />

Wat hem het meest aanspreekt in zijn vak, is echter niet zozeer de<br />

t e c h n i s c he k a nt a l s we l d e i nt er a c t ie me t d e p at iënt . “He t id e e d at je a l s<br />

arts met mensen omgaat, en dat je soms met relatief eenvoudige dingen<br />

iemand enorm kunt helpen, heeft me altijd aangetrokken. De essentie<br />

van het vak is sámen met de patiënt tot een adequate oplossing komen.”<br />

Samen? “Ja, vaak gebeurt dat in samenspraak. Er zijn in veel gevallen<br />

meerdere wegen die naar Rome leiden, en als je dan zorg op maat wilt<br />

leveren, betekent dat voor de één route A en voor de ander route B.”<br />

Vertrekpunt voor een behandelplan is natuurlijk een goede diagnose.<br />

“Daarna is het de uitdaging om die diagnose goed uit te leggen én de<br />

patiënt te motiveren om te doen wat je voorstelt. Sommige mensen zijn<br />

heel meegaand en doen klakkeloos wat de dokter zegt. Anderen gaan<br />

zelf op internet kijken en komen met tegenargumenten of alternatieve<br />

oplo s si ngen – d ie s om s we l e en opt ie z ijn , a nd ere k eren a b s oluut n ie t .<br />

Dan moet je goed argumenteren.” Zelf vindt Ronald dat dit zijn werk<br />

aantrekkelijker maakt. “Maar niet elke arts zit daarop te wachten. Er<br />

zijn er ook die denken: als ik linksom wil, dan gáán we linksom. En eerlijk<br />

is eerlijk: bij sommige mensen moet dat ook. Dan scheppen te veel<br />

72<br />

Klant, werk en passie


73


74<br />

Klant, werk en passie


keuzemogelijkheden alleen maar verwarring en onzekerheid. Die<br />

men s en mo e t je bij d e h a nd nemen .” D at p at iënt en mond i ger z ijn ge -<br />

worden, lijdt volgens Ronald geen twijfel. “Mensen komen hier met een<br />

bepaald verwachtingspatroon, en zeggen het ronduit als je daar niet aan<br />

voldoet. Ze zijn soms al bij een andere arts geweest, of vragen direct om<br />

een CT-scan bijvoorbeeld, ook al hebben we het nog helemaal niet over<br />

hun symptomen gehad. Dan is het mijn taak weer om uit te leggen dat<br />

zo’n scan soms inderdaad nodig is, maar wellicht niet in dit specifieke<br />

geval. Er zijn ook steeds meer mensen die, omdat ik ook opgeleid ben tot<br />

internist, zonder verwijzing om een algemene checkup vragen.”<br />

Erger voorkomen<br />

Er op tijd bij zijn, ziekte in een zo vroeg mogelijk stadium opsporen –<br />

zowel voor patiënten als zorgverzekeraars is het een steeds belangrijker<br />

thema. Dat zorgt voor een soort spagaat. Immers, preventief onderzoek<br />

kost geld, en legt een extra claim op de toch al veel te hard groeiende<br />

zorgkosten. “Natuurlijk levert preventief onderzoek op de lange termijn<br />

een kostenbesparing op, doordat je problemen en dure procedures in de<br />

toekomst kunt voorkomen. Maar die winst betaalt zich pas op langere<br />

termijn uit. Neem de bevolkingsonderzoeken. Die zijn er al voor borsten<br />

baarmoederhalskanker. Daar komt aanstonds screening van dikke<br />

darmkanker bij. De overheid stimuleert dat, terwijl het toch echt wel<br />

weer een extra vraag naar onderzoek genereert en dus extra druk op het<br />

zorgbudget legt. Maar de maatschappelijke behoefte rechtvaardigt dat.<br />

Elk jaar wordt nu bij 14.000 mensen dikke darmkanker geconstateerd<br />

en overlijden er 4.500 mensen. Dat aantal kan met een bevolkingsonderzoek<br />

maar liefst gehalveerd worden.”<br />

Dokter volgt patiënt<br />

Tijdens het gesprek gaat Ronalds telefoon: een verpleegkundige belt met<br />

een vraag van een patiënte over bijwerkingen van een bepaald medicijn.<br />

“Die mevrouw zie ik volgende week”, reageert hij direct, alvorens de<br />

vraag te beantwoorden. En, als aan de andere kant van de lijn kennelijk<br />

verbaasd gereageerd wordt: “Ja hoor, dat weet ik uit mijn hoofd.”<br />

“Je leert<br />

elkaar kennen,<br />

dat beperkt<br />

misverstanden”<br />

“Ik ben gespecialiseerd in chronische ontstekingsziekten van de darm,<br />

dus ik behandel veel chronische patiënten”, verklaart hij als het<br />

telefoon gesprek is beëindigd. “Daar bouw je al gauw een band mee op.<br />

Temeer omdat we in dit ziekenhuis het principe hanteren dat ‘de dokter<br />

de patiënt volgt’. Dat wil zeggen: als je hier als patiënt binnenkomt en je<br />

ziet mij, dan zie je mij de volgende keer wéér. Kom je over drie jaar met<br />

een klacht op mijn vakgebied terug, ben ik wéér degene die je behandelt.<br />

Dat zorgt voor helderheid en continuïteit. Je leert elkaar kennen en het<br />

beperkt het risico op misverstanden. En het is gewoon prettig werken,<br />

als je direct weet over wie het gaat.”<br />

Concurreren, met mate<br />

Die persoonlijke touch is een van de factoren die ervoor zorgen dat het<br />

St. Anna Ziekenhuis in de verschillende ranglijsten consequent hoog<br />

scoort, vrijwel altijd in de top 10. “Zowel de Raad van Bestuur, de<br />

me d i s c he s t a f a l s ver ple e g k u nd i g p er s one e l z ijn h ier enor m gemot i ve erd<br />

om het beste eruit te halen. Die drive is enorm, op alle niveaus van de<br />

werkvloer.” Die kwaliteitsinspanningen richten zich onder meer op het<br />

75


sneller en patiëntvriendelijker organiseren van zorgprocessen. “We<br />

he bb en ‘z or gs t r at en’ i nger ic ht . D at w i l z e g gen : a l s jij me t e en proble em<br />

binnenkomt, krijg je diezelfde dag alle benodigde onderzoeken en ligt<br />

er aan het einde van de dag een diagnose en behandelplan. Of, bij complexere<br />

problemen, in elk geval binnen een week in plaats van soms<br />

maanden die er vroeger mee gepaard waren. Dat is fijn voor de patiënt,<br />

maar ook voor ons. Het bespaart tijd, we kunnen veel dingen beter<br />

plannen.” Het versterkt ook de concurrentiepositie van het ziekenhuis,<br />

in een regio waar patiënten uit vier, vijf instellingen kunnen kiezen. Al<br />

is dat een term waar Ronald niet onverdeeld gelukkig mee is. “Natuurlijk:<br />

door marktwerking moet je als ziekenhuis scherp blijven, werken<br />

aan kwaliteit, korte wachttijden, patiëntvriendelijkheid, noem maar<br />

op. In die zin is een beetje concurrentie goed. Maar echte, onderlinge<br />

concurrentie over de rug van de patiënt, elkaar patiënten afsnoepen...<br />

dat past niet bij dit vak. We zoeken juist de samenwerking. Sommige<br />

behandelingen worden bewust geconcentreerd in een bepaald, gespecialiseerd<br />

ziekenhuis.”<br />

Zulke differentiatie zal de komende jaren steeds sterker zichtbaar worden,<br />

al was het maar omdat ook de overheid aanstuurt op het concentreren<br />

van bepaalde behandelingen in ziekenhuizen met veel ervaring<br />

76<br />

Klant, werk en passie


“Komende jaren zetten we flinke<br />

stappen bij het sneller opsporen<br />

en behandelen van darmkanker”<br />

en kunde. Al moet het niet doorschieten, zegt Ronald. “Elk ziekenhuis<br />

heeft een basispakket aan zorg nodig, en dat is vrij breed. En vergeet<br />

niet: het werk moet ook interessant blijven voor artsen. Als iemand<br />

op een gegeven moment alleen maar spataderen behandelt of kromme<br />

tenen rechtzet, gaat de uitdaging van het vak ook verloren.”<br />

Uitdagingen zoeken<br />

Zijn eigen discipline biedt de komende jaren voldoende perspectieven<br />

om het werk als MDL-arts interessant te houden. “De komende jaren<br />

kunnen we nog flinke stappen zetten bij het sneller opsporen en beter<br />

behandelen van darmkanker. We zullen de komende jaren mensen met<br />

chronische darmziektes zoals Crohn en colitis ulcerosa gerichter kunnen<br />

helpen, dankzij nieuwe medicijnen. En patiënten met chronische<br />

hepatitis B en C kunnen we steeds beter behandelen, zo goed zelfs dat<br />

we de ziekte tot stilstand kunnen brengen en blijvende schade aan de<br />

le ver k u n nen vo orkomen . D a a r n a a s t z ijn er d e t e c h n i s c he ont w i k k e l i n-<br />

gen. Endoscopische apparatuur wordt steeds beter. Er zijn inmiddels<br />

videocapsules die de patiënt inslikt en waarmee we voor het eerst beelden<br />

van de dunne darm kunnen maken. Wellicht kunnen straks medicijnen<br />

lokaal via dergelijke capsules worden afgegeven op de plaats waar<br />

dat nodig is.”<br />

Uitdagingen moet je als specialist daarnaast ook voor jezelf blijven<br />

c re ëren . “Je he bt s ow ie s o d e ver pl ic ht i ng om t e bl ij ven n a- en bijs c holen .<br />

Eens in de vijf jaar krijg je bovendien een visitatie van collega’s, die<br />

a c ht er d e s c her men k ijk en en je pre s t at ie s b e o ord e len . O m d ie to e t si ng<br />

te doorstaan, moet je elke dag werken aan de kwaliteit van de zorg op<br />

je afdeling. Organisatorisch zaken goed op de rit houden. En ervoor<br />

zorgen dat je zelf niet op routine gaat werken. Natuurlijk, naarmate je<br />

langer in het vak zit ga je dingen sneller herkennen en weet je sneller<br />

welke weg je moet bewandelen. Maar dezelfde ziekte manifesteert zich<br />

in verschillende patiënten anders. Dat blijft een uitdaging. Je kunt het je<br />

niet permitteren om nonchalant te worden. Daar moet je jezelf scherp<br />

in houden.” Ronald is tijdens zijn opleiding tot MDL-arts tevens gepromoveerd<br />

op onderzoek naar diagnostiek en monitoring van chronische<br />

ontstekingsziekten van de darm. Wetenschappelijk onderzoek vormt<br />

de basis voor verdere ontwikkelingen in de zorg en behandeling van<br />

p at iënt en . O ok h ier d r a gen h ij en he t St . A n n a Z ie k en hu i s e en s t e ent je<br />

bij door deelname aan landelijke studies en publicaties.<br />

Naast zijn werk als maag-darm-leverarts bekleedt Ronald ook nog<br />

een heel andere functie. Al sinds 2003 behoort hij tot de medische staf<br />

van PSV, en is hij één keer per week aanwezig op het trainingscomplex<br />

De Herdgang. “Sport is een speerpunt van ons ziekenhuis, en we hebben<br />

al 30 jaar een relatie met PSV. De medische staf heeft tot voor kort altijd<br />

bestaan uit chirurgen van ons ziekenhuis. Die hadden op een gegeven<br />

moment behoefte aan een soort consulent met een andere achtergrond<br />

dan chirurgie of orthopedie. Ik fungeer eigenlijk als een soort huisarts,<br />

een liaison tussen PSV en de specialisten in het St. Anna Ziekenhuis.<br />

Heel leerzaam en een leuke afwisseling. Je komt met heel andere mensen<br />

in aanraking: jonge, gezonde topsporters, maar ook de familie van<br />

buitenlandse spelers en allerlei mensen rondom de club: van sponsors<br />

tot terreinknechten.”<br />

77


Ronald Linskens rijdt een Audi A8<br />

78<br />

Klant, werk en passie


“Een kick halen uit een<br />

complex probleem waarvoor je<br />

een technische oplossing vindt”<br />

Menselijke dimensie<br />

Kortom, voorlopig ziet Ronald nog voldoende perspectieven om zijn<br />

huidige werk interessant te houden. Hij ziet zichzelf niet zo snel in de<br />

voetsporen treden van collega’s die een carrièreswitch maken naar een<br />

bestuurlijke functie of het bedrijfsleven. “Als de omstandigheden zouden<br />

veranderen, en de druk en werklast van regelgeving bijvoorbeeld<br />

echt te groot zou worden, misschien dat dat voor mij een reden zou<br />

zijn.” Want hoe nuttig de steeds grotere aandacht voor kwaliteit ook is,<br />

het heeft één keerzijde: “Het kost heel veel administratief werk om al die<br />

kwaliteitseisen te benoemen, uit te werken, te scoren en te publiceren.<br />

Daar gaat ook voor specialisten veel tijd in zitten. Tijd die ik zelf liever<br />

zou besteden aan het verbeteren en intensiveren van het contact met<br />

de patiënt.” Overigens verricht Ronald naast patiëntenzorg ook managementtaken<br />

door deelname in diverse commissies in het ziekenhuis<br />

en van de landelijke beroepsvereniging. “Dit past mijns inziens in een<br />

medisch geïntegreerd specialistisch bedrijf, waarin de medische staf<br />

i nt en sie f me e d r a a it i n d e z ie k en hu i s or ga n i s at ie .”<br />

Persoonlijke aandacht voor patiënten is zo’n beetje de rode draad in<br />

Ron a ld s b e to og . “Men s en he bb en bij a r t s en v a a k he t b e e ld v a n iem a nd<br />

die weinig tijd heeft, niet altijd veel aandacht heeft maar wél deskundig<br />

is. En voor sommige patiënten is dat ook geen probleem; zolang zij van<br />

hun probleem afkomen zijn ze tevreden over de dokter. Maar veel andere<br />

patiënten, en zeker mensen met chronische klachten, hebben toch<br />

echt meer aandacht nodig. Dat proberen we deels te ondervangen door<br />

andere mensen bij het proces te betrekken, zoals gespecialiseerde verpleegkundigen.<br />

Die kunnen een soort ‘tussenlaag’ in de zorgketen vormen<br />

waarmee patiënten wat meer en laagdrempeliger contact kunnen<br />

hebben.”<br />

Tegelijkertijd moet die menselijke dimensie óók de kern van het werk<br />

als specialist zijn, benadrukt Ronald. “Natuurlijk, je kunt soms ook een<br />

echte kick halen uit een complex probleem waar je een mooie technische<br />

oplossing voor weet te vinden. Of als iemand al jaren met klachten<br />

rondloopt die niemand heeft weten te duiden, en jij slaagt er eindelijk in<br />

om een juiste diagnose te stellen. Dat zijn mooie momenten. Maar het<br />

mag niet de belangrijkste drijfveer zijn om dit vak te beoefenen. Zulke<br />

situaties zijn de uitzonderingen, 90% van wat wij behandelen, zijn veel<br />

voorkomende aandoeningen. Maar ook zulke gewone dingen kunnen<br />

voldoening schenken. Zeker in dit vakgebied denken mensen bij<br />

k l a c ht en v a a k ge l ijk he t er gs t e . Z e komen s c ho or vo e t end bi n nen , me t<br />

klachten waar ze eigenlijk niet over willen praten. Als ik dan met een<br />

relatief eenvoudig onderzoek die onrust kan wegnemen, en je ziet de<br />

opluc ht i ng over d e ge z ic ht en ga a n , d a a r put i k e c ht voldo en i ng u it .”<br />

79


80<br />

Klant, werk en passie


Frank Habraken,<br />

Habraken Houtimport<br />

“Wie de<br />

mensen in de<br />

bossen kent,<br />

kan de partij<br />

kopen die de<br />

klant zoekt”<br />

81


Airpark Brabant in Budel. Een industrieterrein<br />

in ontwikkeling in zuidoost-<br />

Brabant, tussen Eindhoven en Weert.<br />

Frank Habraken stapt binnen bij zijn bedrijf.<br />

De imposante openstaande roldeur<br />

‘verraadt’ in welke branche Frank en zijn<br />

broer Peter actief zijn. Enorme partijen<br />

hout in alle maten, geuren en kleuren<br />

vullen de grote hal. De kantoorruimtes<br />

zijn daarentegen klein en overzichtelijk;<br />

naast de twee broers/eigenaren werken<br />

er ‘slechts’ twee medewerkers bij Habraken<br />

Houtimport, wat desalniettemin bij<br />

de grotere spelers in Nederland behoort.<br />

irpark Brabant in Budel. Een industrieterrein<br />

in ontwikkeling in zuidoost-Brabant, tussen<br />

Eindhoven en Weert. Frank Habraken stapt binnen<br />

bij zijn bedrijf. De imposante openstaande<br />

roldeur ‘verraadt’ in welke branche Frank en zijn<br />

broer Peter actief zijn. Enorme partijen hout in<br />

alle maten, geuren en kleuren vullen de grote hal. De kantoorruimtes<br />

zijn daarentegen klein en overzichtelijk; naast de twee broers/eigenaren<br />

werken er ‘slechts’ twee medewerkers bij Habraken Houtimport, dat<br />

desalniettemin bij de grotere spelers in Nederland behoort.<br />

Frank praat met veel respect over zijn product. “We halen ons hout van<br />

over heel de wereld. Maleisië, Indonesië en andere Aziatische landen.<br />

Afrika, Rusland, Canada, Brazilië… Twee keer per jaar bezoekt mijn<br />

broer al die gebieden. Daar wordt alles ingekocht en naar Nederland<br />

ge h a a ld . Wa nt u it vo or r a a d le veren i n hond erd en ver s c h i l lend e m a atvoeringen<br />

is onze sterkste kant.”<br />

Peter is op pad. Zelf is Frank ook niet vaak in Budel te vinden. “Ik ben<br />

de boer op.” Frank werkt daarbij vooral vanuit zijn uit hout opgetrokken<br />

huis in het Gelderse Lochem. Want terwijl Peter zorgt voor de inkoop,<br />

is Frank de commerciële man. “De buitendienst. Ik ben zelf veel commerciëler<br />

ingesteld dan Peter. Hij is weer veel beter in zijn deel van het<br />

werk. We zijn twee tegenpolen, die elkaar goed in balans houden.”<br />

Opa in het hout<br />

Zaagsel stroomt bij Frank door de aderen. Habraken Houtimport is<br />

een echt familiebedrijf. Vader begon het huidige bedrijf aan het begin<br />

van de jaren vijftig. “Opa zat ook al ‘in het hout’, in de jaren twintig en<br />

dertig al. En wanneer je de familiegeschiedenis verder uitpluist, kom je<br />

zo uit bij negentiende-eeuwse houthandelaren in onze familie.” Opa<br />

handelde in zachthout, waar vader Habraken ook mee begon. “Timmerhout,<br />

vuren en grenen”, vertelt Frank. “Het werd in Valkenswaard per<br />

trein aangevoerd en op het bedrijf verder bewerkt. Mijn vader was zo<br />

rond 1970 een van de pioniers in Nederland op het gebied van tropisch<br />

hardhout.”<br />

82<br />

Klant, werk en passie


83


84<br />

Klant, werk en passie


“Je komt in<br />

deze branche<br />

wel cowboys<br />

tegen”<br />

Vanaf de eerste krullen<br />

Als kleine jongen reed Frank al op de heftruck door het bedrijf van<br />

zijn vader. “Ik ben tussen het hout opgegroeid. Als ‘krullenjongen’<br />

b e gon nen”, g l i m l a c ht h ij. “ To c h w a s he t n ie t v a n z e l f s pre k end d at w ij<br />

in het bedrijf zouden komen werken. We zijn ook nooit ‘de jongens van<br />

de baas’ geweest. Ik had een goede baan in Amsterdam, als vertegenwoordiger<br />

in de bouwwereld. Maar toen mijn vader tegen zijn pensioen<br />

aanliep en er geen opvolger was, kwamen wij toch in beeld.”<br />

Midden jaren tachtig ging Frank in het bedrijf van zijn vader aan de<br />

slag. “Begin jaren negentig namen de broers het bedrijf over. Peter<br />

had daar wat langer bedenktijd voor nodig dan ikzelf. Om aan te geven<br />

dat het echt niet vanzelfsprekend was: mijn vader vond die bedenktijd<br />

aanvankelijk wat te lang duren”, lacht Frank. “Hij had het bij wijze van<br />

spreken al bijna verkocht buiten de familie.” Het liep anders, en sinds<br />

1992 runnen Peter en Frank het familiebedrijf, waar ook broer Eugenio<br />

(“kort gezegd onze Eus”) in dienst is.<br />

Ter plaatse mensen kennen<br />

Hout blijkt een boeiende markt. “Een soort commodity-handel”,<br />

legt Frank uit. “Lokaal wordt gehandeld in partijen hout. Het gaat<br />

d a a r bij e c ht om je ne t werk : men s en t er pl a at s e k en nen en vo or a l o ok<br />

zorgen dat ze jou kennen. Dan weten zij immers wat je precies zoekt.<br />

Infor matie is belangrijk. Soms geven we al een jaar van tevoren aan<br />

waar we interesse in hebben en dan zie je op een gegeven moment dat<br />

men je weet te vinden met nét die ene kloppende partij.”<br />

Mensen kennen en op elkaar vertrouwen is waar het om draait op dat<br />

vlak. “Je komt in deze branche ook wel cowboys tegen. Voorheen verliep<br />

deze handel namelijk vaak via kredietbrieven, waarbij dus vóór levering<br />

de verkoper al over het geld kan beschikken. Daar zijn we wel eens de<br />

mist mee ingegaan. Eens en nooit meer. Nu verloopt die betaling via<br />

‘cash-against-documents’: als het hout daar de container in gaat en het<br />

schip op, wordt er hier betaald.”<br />

Bouwen aan relaties<br />

De handel verloopt vooral via bekende kanalen en via duurzaam opgebouwde<br />

relaties. De prijs fluctueert nogal. “Beschikbaarheid van bepaalde<br />

soorten of partijen is natuurlijk de belangrijkste factor die de prijs<br />

beïnvloedt, samen met schommelingen in de dollarkoers. Dat is nu<br />

e en m a a l d e v a lut a d ie we ge br u i k en i n on z e h a nd e l . D u s he t i s noga l<br />

eens laveren en onderhandelen. Altijd de laagste prijs willen betalen,<br />

dat lukt je niet. Dan zien ze je ook liever gaan dan komen. Je bouwt aan<br />

relaties en het is daarbij geven en nemen. Bij leveranciers én klanten.<br />

Dat is het spel.”<br />

Is het hout eenmaal gekocht, dan komt het per schip naar Europa. De<br />

haven van Antwerpen, Rotterdam of Amsterdam. Dat is afhankelijk van<br />

het land van herkomst. Van daaruit gaat het rechtstreeks naar de klant<br />

of een van de zeven voorraadlocaties van Habraken. “Vroeger kwam het<br />

in bulk aan. Eén groot ruim volgepakt met hout. Lossen duurde eeuwen<br />

en dan nóg kon er ineens een partij ‘kwijt’ zijn of op een verkeerde plek<br />

liggen. Nu komt al het hout netjes per container aan. Voorraadopslag en<br />

verdeling is uitbesteed. “We maken ons er hard voor leveringen binnen<br />

24 uur te kunnen doen. Dankzij de verspreide voorraadlocaties lukt dat<br />

ook.”<br />

85


Mensen en finesses<br />

Niet alleen met leveranciers, ook aan klantzijde staat Frank op een<br />

duurzame relatie. “Je moet een klant kunnen bieden wat hij wil. Dat<br />

klinkt logisch, maar dat is het niet zonder meer. Je werkt met mensen,<br />

dat is het mooiste van mijn job. De finesses liggen bij elke klant weer<br />

nét even anders en elke klant wil wat speciaals. Daarom bieden we ook<br />

wat anders dan wat standaard is. Wij leveren bijvoorbeeld houtsoorten,<br />

die anderen omwille van de investering of de beperkte marge links laten<br />

liggen.” Als voorbeeld daarvan noemt Frank de kozijnen van de Openbare<br />

Bibliotheek aan de Amsterdamse Prinsengracht. “Vier jaar heeft<br />

het uiteindelijk geduurd, tot we het juiste hout, Western Red Cedar, in<br />

de juiste afmetingen voor de kozijnen konden aanbieden.”<br />

Wat voor soort klanten Frank zoal bedient? Heel uiteenlopend, zo blijkt.<br />

Van klein, middelgroot, tot grote landelijke klanten. “De timmerman<br />

om de hoek mag bij ons ook twee plankjes komen halen, maar daar<br />

draait het natuurlijk niet om. Ons klantenportfolio varieert van timmerfabrieken<br />

tot heel grote aannemers, zoals Heijmans en BAM. En<br />

naast ruw hout leveren we ook uiteenlopende bewerkingen aan. Daarvoor<br />

hebben we een deel van onze voorraad ‘geparkeerd’ bij een bewerker,<br />

zodat we ook bewerkt hout snel en efficiënt kunnen leveren.”<br />

Zaagvallende lengte<br />

Ruw hout, dat zijn nog steeds geen hele bomen, legt Frank uit. “Alles<br />

wordt op specificatie ingezaagd: ‘zaagvallend’, zoals we dat noemen.<br />

Dus balken variërend in lengte, van kort naar lang. Voor de kozijnen<br />

van die bibliotheekvestiging in Amsterdam was bijvoorbeeld een speciale,<br />

extra lange partij nodig. Dat vergt zoekwerk, naar de juiste leverancier,<br />

de juiste partner. In onze branche kom je dan ook niet per definitie<br />

bij een grotere leverancier uit. Kijk naar ons: we werken met een klein<br />

team van vier. Dan moet je soms even een stapje extra doen. Dat doe je,<br />

omdat je leuk vindt wat je doet!“<br />

86<br />

Klant, werk en passie


“Loodrecht op de<br />

jaarringen zagen”<br />

Mooi voorbeeld is het feit dat Frank zelf al bijna twintig jaar alle verkopen<br />

doet. Zonder één vertegenwoordiger in dienst te hebben. “Ik loop<br />

zelf wel wat harder. Wel jammer dat er geen 48 uur in een dag gaan…”,<br />

zegt de man die elke dag van 6.30 uur tot 22.00 uur op pad is voor de<br />

zaak. Behalve op woensdag, als hij met zijn jachthond (“Een Vizsla<br />

draadhaar, met alle certificaten”) gaat trainen. “En op zaterdag werk ik<br />

maar tot een uurtje of twaalf hoor…”<br />

Het spel is de passie<br />

De echte passie zit bij Frank misschien niet eens zozeer in het hout,<br />

maar in het spel van ondernemen, praten, handelen en contacten met<br />

mensen onderhouden. “Passie? Dat is liefde voor het vak. Je hele ziel en<br />

zaligheid erin stoppen en bijzondere dingen willen doen voor je klanten.<br />

Handelen met je hart. Kijken naar het totaalplaatje waar de klant happy<br />

van wordt. Projecten loskrijgen, of het nu om 1.000 of 100.000 euro gaat,<br />

dat is wat het leuk maakt. Door te specialiseren haal je de krentjes uit de<br />

pap.”<br />

Speciale afmetingen of bewerkingen, of bijzondere houtsoorten, dat<br />

zijn die krentjes voor Frank. “Die soorten zijn voor veel importeurs niet<br />

rendabel. Wij kopen ze wel in. Al moet ik ze per bundeltje uitventen.”<br />

De vraag wat die bijzondere houtsoorten zijn, ontketent de liefde voor<br />

hout. Frank vertelt over exotische houtsoorten. Afrikaans Iroko, dat aan<br />

teak doet denken. Of Western Red Cedar, naaldhout van woudreuzen<br />

uit Canada. “En dat dan rift gezaagd”, vervolgt Frank. “Dat wil zeggen<br />

dat het loodrecht op de jaarringen is gezaagd. Daardoor is het slijtvaster<br />

en krimpt het hout minder. Het betekent wel dat je per boom een stuk<br />

minder rendement hebt en dus duurder uit bent. Daarom zal niet elke<br />

importeur daarvoor kiezen.”<br />

FSC uit voorraad<br />

Uit Zuidoost-Azië - vooral Indonesië, Maleisië, Irian Jaya en Papoea<br />

Nieuw-Guinea – komt Merbau, een andere bijzondere houtsoort in het<br />

assortiment. “Merbau is namelijk over het algemeen moeilijk te verkrijgen<br />

met FSC-keurmerk. Toch hebben we het standaard op voorraad.”<br />

Want ook dát zit in de genen bij Habraken: duurzaam hout. Vader werd<br />

in de jaren vijftig al lid van de VVNH, de Vereniging Van Nederlandse<br />

Houtondernemingen. De branchevereniging maakt zich sterk voor verantwoord<br />

hout. Dat is in een concrete doelstelling vastgelegd, vertelt<br />

Frank: “In 2015 is 100% van het naaldhout, 85% van het plaatmateriaal<br />

en 50% van het hardhout dat VVNH-leden importeren of inkopen aantoonbaar<br />

afkomstig uit duurzaam beheerde bossen.”<br />

87


“Je moet vooruit blijven kijken,<br />

zodat onze kinderen ook nog<br />

vooruit kunnen!”<br />

Duurzaam hout<br />

Om de duurzaamheid van hout te bewijzen, moet je terug gaan naar<br />

de bron. De Forest Stewardship Council certificeert grondstoffen voor<br />

hout- en papierproducten die afkomstig zijn uit verantwoord beheerde<br />

bossen, met alle aandacht voor de mensen die van het bos afhankelijk<br />

zijn. Alle grote milieu- en ontwikkelingsorganisaties bevelen FSC aan.<br />

Een tweede vorm van certificering is het Programme for the Endorsement<br />

of Forest Certification (PEFC). Deze instantie streeft ernaar dat<br />

alle bossen ter wereld op een duurzame manier worden beheerd.<br />

“Je ziet het de laatste jaren ook in – bijvoorbeeld – de renovatiemarkt.<br />

Gemeentes vragen terecht om gebruik van gecertificeerd hout. Het<br />

gaat dan voornamelijk om certificaten van FSC en PEFC. We werken<br />

daar al tientallen jaren aan mee. Al in begin jaren tachtig reserveerden<br />

wij per partij hout in Maleisië bijvoorbeeld al een x-percentage van de<br />

omzet om ter plekke nieuw bos aan te planten. Inmiddels is het leeuwendeel<br />

van wat wij aanbieden FSC-gecertificeerd en uit voorraad beschikbaar.<br />

Bijna alle keurmerken – want er zijn er tientallen – kunnen<br />

we aan.”<br />

Verantwoord is de norm<br />

Wat vindt Habraken als grote importeur van veelal tropisch hardhout<br />

eigenlijk van de ontbossing? “Ik erken het probleem. Daarom is het<br />

ook heel goed dat de VVNH die ambitieuze doelstelling heeft staan en<br />

dat er keurmerken zijn. Verantwoord hout is de norm. Je moet vooruit<br />

bl ij ven k ijk en , z o d at on z e k i nd eren o ok nog vo or u it k u n nen! O r ga n i-<br />

saties als Greenpeace hebben wel gemakkelijk praten: een foto van een<br />

tafel, met daaronder dan die tekst: ‘De laatste hardhouten salontafel…’<br />

Het probleem van ontbossing ligt echter niet bij ons. Dat ligt bij de<br />

re ge l ge v i ng v a n ve e l lok a le overhe d en en b o eren i n A z ië en Zu id-<br />

Amerika. Zij branden het oerwoud plat om weides en akkers aan te<br />

le g gen . Ne e , d e hout h a nd e l i s go e d gere g u le erd : n ie t-ge c er t i f ic e erd hout<br />

komt er eigenlijk niet meer in!” Over de toekomst van onze kinderen<br />

gesproken… De volgende generatie Habrakens, staat die al te trappelen<br />

om het bedrijf over te nemen? “Ze hebben nog geen ambitie in die richting”,<br />

lacht Frank. “En dat hoeft ook niet. We laten ze er vrij in. Ze zaten<br />

ook niet op jonge leeftijd op de heftruck. Zelf zijn we van de babyboomers-generatie,<br />

toen was het misschien vanzelfsprekender. Vader stond<br />

op na het eten en wij gingen mee. Nu is dat anders. Wat die toekomst<br />

betreft zien we het wel.”<br />

Hout is hip<br />

Of hout in die toekomst ‘in’ blijft, daar twijfelt Frank niet aan. “Hout is<br />

altijd hip geweest”, vindt hij. “En dat zal het ook blijven. Mensen vinden<br />

een mooie houtsoort altijd mooi. Op het ene moment is hout populairder<br />

dan andere momenten. En schommelingen in de economie merken<br />

we altijd; gaat het in de bouw wat minder, dan zien we dat hier terug.<br />

Dat is nu eenmaal zakendoen. Financieel zijn we gezond en betere tijden<br />

komen na slechtere. Hout blijft. In de bouw en in ontwerpen van architecten,<br />

in de verfraaiing van gebouwen, parkeergarages, gevels enzovoorts.<br />

Het is daarom goed om de taal van bouwers en architecten te<br />

spreken, te weten wat ze willen. Dan word je ook tijdig betrokken bij<br />

projecten en kun je samen mooie dingen doen!”<br />

88<br />

Klant, werk en passie


Frank Habraken rijdt een Audi Q7<br />

89


Patrick Sanders, BSS Systems<br />

Ondernemer in<br />

90<br />

Klant, werk en passie


duurzaamheid<br />

91


92<br />

Klant, werk en passie


Het is 1994, drie jaar na het uiteenvallen<br />

van de Sovjet-Unie. Net als andere<br />

voormalige Sovjet-staten zit Wit-Rusland<br />

midden in de overgang van een communistische<br />

naar een markteconomie.<br />

De eerste Westerse zakenmensen<br />

melden zich, waaronder een jonge,<br />

ambitieuze Nederlander. Patrick Sanders<br />

denkt er auto’s te gaan verkopen, maar<br />

het loopt anders.<br />

“We waren<br />

broekies,<br />

echt voor<br />

vol aangezien<br />

werden we niet”<br />

atrick heeft op dat moment net besloten voor<br />

zichzelf te beginnen. Na drie jaar als verkoper in<br />

een autoshowroom had hij dringend behoefte<br />

aan meer ruimte. “Het werk in de showroom<br />

benauwde me. Ik wilde erop uit, de wereld in.”<br />

Hij bezoekt Wit-Rusland met een vriend, die er<br />

software laat ontwikkelen door goede (en goedkope) programmeurs.<br />

Zelf heeft Patrick het plan opgevat om auto’s naar Wit-Rusland te gaan<br />

exporteren.<br />

Big break<br />

Zijn exportplannen komen echter niet goed van de grond, wegens<br />

allerlei veranderingen in regelgeving. Maar Patrick ziet dat er in<br />

Wit-Rusland nog veel meer kansen liggen. Het land mag arm zijn<br />

– Patrick logeert in aftandse appartementjes en neemt kaas en soep<br />

mee uit Nederland om fatsoenlijk te kunnen eten. Maar Wit-Rusland<br />

is óók een land van slimme ingenieurs, en van technologie die er op het<br />

eerste gezicht niet uitziet, maar onderhuids vaak zeer geavanceerd is.<br />

En de postcommunistische bedrijven die deze technologie maken,<br />

willen maar wat graag contact leggen met Westerse ondernemers.<br />

“We zijn een tijdlang elke zes weken veertien dagen naar Wit-Rusland<br />

gereisd, en hebben geprobeerd zoveel mogelijk contacten op te bouwen”,<br />

zegt Patrick. “We waren broekies. Echt voor vol aangezien werden<br />

we niet, had ik het idee. Maar doordat we uit het Westen kwamen<br />

op een bepaalde manier toch ook weer wel.” Vergezeld door een tolk<br />

doen de Nederlanders de meest uiteenlopende bedrijven aan. “Van<br />

metaal tot diamantzaagbladen, je kunt het zo gek niet bedenken.” Maar<br />

hun big break komt als ze een bedrijf bezoeken dat speciale luchtfilters<br />

produceert voor de ruimtevaart en het leger. “Zij zochten contacten in<br />

het Westen om hun product te vermarkten. We raakten aan de praat,<br />

en kregen een hele presentatie met ingewikkelde formules over wat<br />

hun product zo bijzonder maakte. Ik kon niet echt volgen, dus ik vroeg:<br />

wat kán ik ermee? ‘Nou, bijvoorbeeld ammoniak uit de lucht halen’,<br />

was het antwoord.”<br />

93


“We stuitten<br />

bij toeval op een<br />

heel bijzondere,<br />

slimme techniek”<br />

Jongensdroom<br />

Patrick neemt een stukje van dit speciale filter mee naar Nederland.<br />

Thuis, in het Brabantse Eersel, demonstreert hij het aan zijn ouders.<br />

“Ik pakte een fles ammoniak uit de poetskast, liet mijn vader eraan<br />

ruiken en hield er vervolgens het filter tussen. Je rook op slag niks<br />

meer.” Zijn vader kan gelijk een praktische toepassing bedenken. Het<br />

gebied rond Eersel zit vol intensieve varkenshouderijen, die vaak een<br />

indringende ammoniaklucht produceren. Patrick belt een bevriende<br />

varkenshouder om te informeren of er al een luchtfilter voor deze<br />

bedrijfstak op de markt is. “Die was er op dat moment nog niet, maar<br />

de vraag ernaar zat er wel aan te komen. Op Europees niveau werd<br />

al onderhandeld over regelgeving, met als inzet dat alle agrarische<br />

be drijven op termijn hun ammoniakuitstoot met minimaal 70%<br />

moesten reduceren.”<br />

Hoewel Patrick zelf geen technische achtergrond heeft, besluit hij<br />

de uitdaging aan te gaan. Navraag bij de universiteiten van Delft en<br />

Wageningen leert dat het speciale Wit-Russische filter in theorie zou<br />

moeten werken, maar niemand in Nederland kent de techniek. “Het<br />

was een soort jongensdroom: we waren per toeval op heel bijzondere,<br />

slimme technologie gestuit, die we eigenlijk alleen nog van een Westers<br />

omhulsel hoefden te voorzien.” Patrick schakelt mensen met de vereiste<br />

expertise in en ontwikkelt een luchtwasser: een systeem dat de lucht uit<br />

varkensstallen over een filter met een speciale vloeistof leidt, die de<br />

ammoniak bindt.<br />

Het is een primeur voor Nederland. Patrick trekt met het prototype<br />

langs vakbeurzen, en omdat de Europese regelgeving er nu echt zit<br />

aan te komen, is de belangstelling van varkenshouders al snel concreet.<br />

Zeker als Patrick een lobby bij de overheid op gang brengt om het voor<br />

varkenshouders aantrekkelijker te maken om alvast in deze techniek<br />

te investeren. “De investering leverde varkenshouders op dat moment<br />

eigenlijk nog te weinig op. Ik stelde voor: als wij met onze moderne<br />

luchtwasser de geur en ammoniak uit de lucht kunnen halen, kunnen<br />

boeren dan niet méér varkens op dezelfde locatie houden?” Dat voorstel<br />

wordt goedgekeurd, er komen subsidieregelingen en in een paar<br />

jaar tijd is Patricks bedrijf onbetwist marktleider in het door hem<br />

ge kozen segment.<br />

Zware aanloop<br />

Het klinkt als een rimpelloos succesverhaal, maar Patrick geeft grif<br />

toe dat de aanloop lang en zwaar was. “Voordat je een product als zo’n<br />

luchtwasser volledig gecertificeerd op de markt kunt zetten, ben je echt<br />

wel een paar jaar bezig. Ik had altijd wel het idee gehad om zelf onder-<br />

94<br />

Klant, werk en passie


nemer te worden, maar ik was snelle handel gewend. Dit kostte tijd en<br />

veel geduld. Er waren genoeg momenten dat ik me afvroeg waar ik aan<br />

begonnen was. Dat ik heb volgehouden, kwam vooral doordat ik geld<br />

van mijn vader had geleend om het bedrijf te kunnen starten. Dat wilde<br />

ik minimaal kunnen terugverdienen.”<br />

Uiteindelijk bereikt Patrick veel méér. De omzet van zijn bedrijf verdubbelt<br />

of verdrievoudigt jaar na jaar. Maar het is geen reden om op<br />

zijn lauweren te rusten. “Als er iets is wat ik geleerd heb uit die beginjaren,<br />

is dat je je moet focussen. Om te beginnen niet alles tegelijk willen,<br />

maar een product echt doorontwikkelen en perfectioneren, totdat<br />

je er een gezonde bron van inkomsten aan hebt. En vervolgens doorinvesteren,<br />

anders word je binnen de kortste keren ingehaald, hoe sterk<br />

je uitgangspositie ook is. Onze voornaamste concurrent uit die begintijd<br />

maakte die fout: die leunde achterover omdat ze een mooi product<br />

hadden. Na een paar jaar waren ze failliet. Je moet ervoor zorgen dat<br />

je sneller en beter blijft dan de competitie. Aan die houding heb je<br />

volgens mij tien keer meer dan aan allerlei patenten of het afschermen<br />

van je intellectueel eigendom.”<br />

Mooie constructie<br />

Een tweede succesfactor, zegt Patrick terugblikkend, was de beslissing<br />

om de productie aan een gevestigde, efficiënte partij uit te besteden.<br />

“We hebben vrijwel vanaf het begin daarvoor samengewerkt met de<br />

<strong>VD</strong>L Groep. Wij bedachten het concept, deden de engineering en<br />

het tekenwerk, zij verzorgden de productie. En we hadden een mooie<br />

constructie afgesproken waarbij <strong>VD</strong>L ons pas factureerde op het<br />

moment dat het systeem naar de klant ging. Dat was een soort groeifinanciering,<br />

zeg maar.”<br />

Dat type samenwerking belichaamt het soort ondernemen waar Patrick<br />

van houdt. “Wat ik in de loop der jaren geleerd heb, is de juiste mensen<br />

op de juiste plekken neer te zetten. Gespecialiseerde partijen inschakelen,<br />

die precies de juiste kennis hebben en willen meedenken. We hadden<br />

misschien ook zelf de productie van de luchtwassers kunnen doen,<br />

maar ik had nooit de flexibiliteit en logistieke professionaliteit van<br />

<strong>VD</strong>L kunnen evenaren. Misschien dat de kostprijs van de systemen op<br />

deze manier wat hoger is, maar ik bespaar wel heel veel overhead en<br />

kan het bedrijf veel sneller laten groeien.”<br />

Investeren in groei<br />

De samenwerking met <strong>VD</strong>L wordt ook als een groot pluspunt gezien<br />

door de Amerikaanse investeerder die Patrick in 2007 benadert. “Ze<br />

95


96<br />

Klant, werk en passie


“We lopen<br />

hier voorop<br />

in wet- en<br />

regelgeving”<br />

wilden praten over samenwerking. Ze zagen dat wij een mooi bedrijf<br />

hadden, en een behoorlijk groeipotentieel. Nederland heeft voorop gelopen<br />

met het aanpakken van ammoniakuitstoot, maar dit wordt op<br />

een gegeven moment een wereldwijde markt. Binnen een uur kregen<br />

we de vraag of we wilden verkopen.” De vraag overvalt hem enigszins.<br />

“We waren er niet op voorbereid, we waren op dat moment pas drie<br />

jaar winst aan het maken.” Uiteindelijk gaat hij akkoord, al blijft hij<br />

nog vier jaar aan om het bedrijf verder te ontwikkelen. Na die vier jaar<br />

neemt hij afscheid van ‘zijn’ bedrijf. Een beslissing die hem minder<br />

zwaar valt dan verwacht. “De Amerikaanse aanpak sprak mij niet zo<br />

aan. Ik creëer graag win-winsituaties. Vind plezier in het werk óók belangrijk.<br />

De nieuwe eigenaar focuste puur op kosten en opbrengsten.<br />

Zolang de cijfertjes goed en constant waren, hadden we het goed gedaan.<br />

Tegelijkertijd werd er niet echt in groei geïnvesteerd. Terwijl ik<br />

ervan overtuigd was dat er nog veel meer uit het bedrijf te halen viel.”<br />

In de laatste periode voor zijn afscheid zit Patrick dan ook al met tal<br />

van ideeën in zijn hoofd voor een nieuwe onderneming. “Ik heb nu een<br />

groot netwerk, en ervaring. Een bedrijf opstarten gaat nu veel sneller<br />

dan de eerste keer. En kansen op het gebied van milieu zijn er te over,<br />

als je de goede dingen uitzoekt en de goede mensen en partijen om je<br />

heen verzamelt.”<br />

Duurzaamheid als kans<br />

Een bewuste keuze om ‘ondernemer in duurzaamheid’ te worden, heeft<br />

Patrick nooit echt gemaakt. “Ik ben er min of meer toevallig ingerold.<br />

Maar ik zie wel dat het een mooie markt is met veel toekomst. Een<br />

hype? Verre van. Het staat allemaal juist nog in de kinderschoenen.<br />

In Nederland hebben we het voordeel dat we voorop lopen in wet- en<br />

regelgeving. Hier vindt immers zowel industrieel als agrarisch enorm<br />

veel activiteit plaats op een heel klein oppervlak.” Daardoor moeten<br />

we noodgewongen als een van de eerste ter wereld de technologie ontwikkelen<br />

die straks overal nodig zal zijn, benadrukt Patrick. “In 2018<br />

moeten alle stallen in Europa aan dezelfde ammoniaknormen voldoen<br />

die we nu in Nederland hebben. Daarna volgt de rest van de wereld.<br />

Maar in Nederland wordt er nu al geen enkele varkensstal gebouwd<br />

zonder luchtreiniging. En we hebben ook internationaal een grote<br />

reputatie op dit punt. Een universiteit als Wageningen staat wereldwijd<br />

echt als toonaangevend te boek.”<br />

Anticiperen op regelgeving<br />

Al bij zijn eerste bedrijf ontwikkelt Patrick een antenne voor de marktvraag<br />

van de (nabije) toekomst. “Toen we onze eerste luchtwasser hadden<br />

ontwikkeld, vroegen we onszelf af: waar zit nog meer ammoniak<br />

in? Sigarettenrook, zo bleek. Toen zijn we als een van de eersten rookcabines<br />

gaan bouwen. Na een tijdje leverden we die aan vrijwel alle<br />

multinationals in Nederland.”<br />

Ook met zijn nieuwe bedrijf anticipeert Patrick nadrukkelijk op de toekomstige<br />

behoeften van klanten, vooral door de ontwikkeling van weten<br />

regelgeving op de voet te volgen. “Zo werken we aan een luchtwasser<br />

voor de scheepvaart. In Europa zijn duizenden schepen waarvan de<br />

uitstoot de komende jaren fors moet worden teruggebracht. Dat kan<br />

door over te stappen op een andere brandstof. Maar dat is kostbaar, dat<br />

97


“Het liefst zoek ik naar plekken<br />

in de markt waar de concurrent<br />

nog niet aan denkt”<br />

kost anderhalf à twee ton per schip per jaar. De andere optie is om de<br />

lucht te wassen. Daar kun je onze techniek voor inzetten.” Inmiddels<br />

heeft Patrick samen met gespecialiseerde scheepswerktuigbouwkundigen<br />

een systeem ontwikkeld, dat in de enorme uitlaatpijpen van<br />

schepen kan worden geplaatst en de uitstoot van het schip ontdoet van<br />

roet en zwavel. “We hebben de eerste order binnen, voor zes schepen.<br />

Als dat goed gaat, komt er een enorme markt binnen handbereik. De<br />

komende tien jaar moeten wereldwijd 70.000 schepen aan de nieuwe<br />

normen voldoen.”<br />

De winst van restwarmte<br />

Naast het reinigen van lucht richt Patricks bedrijf zich ook op het hergebruiken<br />

van restwarmte. “In de intensieve veehouderij verdwijnt veel<br />

warme lucht vanuit de stal, waar nu niets mee gebeurt. Wij ontwikkelen<br />

droogsystemen waarmee je ‘natte’ mestproducten energiezuinig kunt<br />

drogen.” Het principe is eenvoudig: warme stallucht wordt langs een<br />

band gevoerd waarover bijvoorbeeld kippenmest wordt getransporteerd.<br />

“De mest droogt en kan vervolgens tot korrels worden samengeperst.<br />

Die korrels worden onder meer in Zuidoost-Azië verkocht voor<br />

de bemesting van rijstvelden. Voor de boer een financieel aantrekkelijke<br />

oplossing, zegt Patrick. “Met natte mest kun je niets, dat kost enkele<br />

tientjes per ton om het af te voeren. Nu krijg je er juist geld voor.”<br />

De droogbandsystemen zijn daarnaast geschikt voor biogasinstallaties,<br />

waarmee boeren ‘groen gas’ produceren. Dat gebeurt via vergisting van<br />

organisch afval. Het biogas wordt omgezet in elektriciteit, via motoren<br />

die daarbij veel warmte produceren. “Die warmte kun je hergebruiken<br />

om het restproduct te drogen. Dat kan vervolgens weer worden verkocht<br />

aan biomassacentrales, waar het de brandstof vormt voor groene<br />

elektriciteit.”<br />

Klaar voor opbloeiende markten<br />

Ook zijn ‘nieuwe’ systemen ontwikkelt Patrick samen met anderen.<br />

Onder meer met <strong>VD</strong>L, dat participeert in de droogbandsystemen en de<br />

internationale verkoop aan agrarische bedrijven verzorgt.<br />

Het is een pure win-winsituatie zoals hij ze graag heeft. En die het ondernemen<br />

voor hemzelf overzichtelijk houdt. “We hebben een kantoorruimte<br />

bij <strong>VD</strong>L, en verder werk ik veel vanaf huis en in de auto. Dat<br />

bevalt me uitstekend. Anderen investeren hun winst in een prestigieus<br />

kantoorpand, ik steek het liever in de doorontwikkeling van ons product.<br />

Je moet nuchter en alert blijven. Net wat verder kijken dan anderen.<br />

Het liefst zoek ik de plekken in de markt op waar de concurrent<br />

nog niet aan denkt. Daar mooie oplossingen voor bedenken, en ervoor<br />

zorgen dat je met een mooi product klaar staat op het moment dat die<br />

markt tot bloei komt, daar haal ik het meeste plezier uit.”<br />

98<br />

Klant, werk en passie


Patrick Sanders rijdt een Porsche 911<br />

99


Menno Jansen,<br />

Q.I. Press Controls<br />

“Wereldspeler<br />

zijn en blijven”<br />

100<br />

Klant, werk en passie


101


Is er toekomst voor drukwerk? Menno<br />

Jansen is ervan overtuigd. De afgelopen<br />

15 jaar bouwde hij met zijn zakenpartner<br />

Erik van Holten vanaf de grond een hightechbedrijf<br />

dat over de hele wereld drukkers<br />

helpt hun persen beter en efficiënter<br />

aan te sturen. Over groei in een krimpmarkt<br />

en de zoete smaak van succes.<br />

ls tiener al combineerde Menno Jansen technische<br />

affiniteit met ondernemerschap. Op zijn<br />

z e vent iend e or ga n i s e erd e h ij g rot e fe e s t en , c ompleet<br />

met een drive-in-discotheek. De techniek<br />

achter geluidsapparatuur fascineert hem. Hij<br />

kiest voor een studie elektrotechniek en gaat na<br />

zijn studie aan de slag met professionele geluidsapparatuur. “Werken<br />

tussen techneuten die eindeloos konden sleutelen om ergens een decibelletje<br />

extra uit te halen. Heel leuk, maar aan het eind van de maand<br />

moest ik maar afwachten of ik salaris kreeg.”<br />

Als hij vervolgens kiest voor een baan bij een Amerikaanse producent<br />

van toebehoren voor de grafische industrie, heeft Menno naar eigen<br />

zeggen helemaal niets met drukwerk. “Ik weet wel nog dat mijn toenmalige<br />

baas zei: ‘als je eenmaal in de grafische sector werkt, wil je nooit<br />

meer iets anders.’ En daar heeft hij wel gelijk in gekregen, al vind ik het<br />

lastig te verklaren waar ’m dat in zit.”<br />

Pionierstijd<br />

Na enkele jaren begint het ondernemersbloed weer te borrelen. Menno<br />

en een collega realiseren zich dat hun werkgever kansen laat liggen. In<br />

de jaren negentig van de vorige eeuw drong ICT steeds verder door in de<br />

drukkerijwereld. Klanten vroegen meer en meer om automatiseringsoplossingen<br />

waarmee drukpersen beter zouden kunnen worden aangestuurd<br />

– met als doel de kwaliteit, nauwkeurigheid en consistentie<br />

van drukwerk te verbeteren. “Onze werkgever hield echter de boot af,<br />

wilde daar niet in investeren”, herinnert hij zich. “Toen besloten wij om<br />

daar zelf op in te spelen en voor onszelf te beginnen.”<br />

Het eerste jaar was pionieren van het zuiverste water, ondernemen als<br />

in een jongensboek. Menno en zijn zakenpartner bivakkeerden de eerste<br />

maanden in een garagebox. Met één telefoonlijn, al werden bellers vaak<br />

‘doorgeschakeld’ om wat meer de indruk van een gevestigd bedrijf te<br />

wekken. Na een maand of vijf volgde de verhuizing naar een kleine<br />

ruimte op een bedrijventerrein. “Spannende, maar ook mooie tijden”,<br />

zegt Menno. “We waren een vol jaar bezig met de ontwikkeling van ons<br />

product, met een spaarpotje en wat geleend geld en zonder enige inkomsten.”<br />

Finetunen<br />

Alle energie gaat in die begintijd naar het ontwikkelen van een bijzonder<br />

stukje techniek, dat ervoor moet zorgen dat de vier kleuren drukinkt<br />

die voor een optimaal resultaat nodig zijn, op exact de juiste plek<br />

102<br />

Klant, werk en passie


103


“Kennis van een lokale markt<br />

creëert een voorsprong ”<br />

op het papier terechtkomen. “Als dat niet helemaal goed gaat en die<br />

kleuren passen niet precies over elkaar, worden foto’s onscherp”, zegt<br />

Menno. “En dat moet je eigenlijk continu bijhouden tijdens het drukproces.<br />

Door minieme verschillen in temperatuur of luchtvochtigheid<br />

kunnen gaandeweg kleine ‘pasverschillen’ ontstaan.”<br />

Na een jaar buffelen hebben de heren de oplossing in handen: een<br />

b e s t u r i ngs s y s t e em , b e s t a a nd e u it e en s p e c i a le d i g it a le c a mer a d ie<br />

uiterst exacte metingen kon uitvoeren, en allemaal kleine verstelmotortjes<br />

die het drukproces zo nodig konden bijsturen. “Daarmee konden<br />

we het proces tot op de honderdste millimeter nauwkeurig finetunen.”<br />

Destijds, in 1997, was onze oplossing het eerste kleurregisterbesturingssysteem<br />

op de markt. De eerste betalende klant liet niet lang op zich<br />

wachten. Tot opluchting van Menno: “Dat was eigenlijk het enige echt<br />

spannende moment dat we al die jaren hebben meegemaakt: het geld<br />

was op. Zonder die order hadden we het niet overleefd.”<br />

Mondiaal werken<br />

In de jaren die volgen, groeit het bedrijf en blijft het groeien, met gemiddeld<br />

50% per jaar. Q.I. Press Controls is een groeidiamant, die<br />

ver s c h i l lend e aw a rd s i n d e w a c ht s le e pt . He t b e d r ijf verhu i s t n a a r e en<br />

104<br />

Klant, werk en passie


eigen nieuwbouwpand in Oosterhout, waar al binnen een paar jaar<br />

een vleugel wordt aangebouwd. Ruim tien jaar na de start van het<br />

b e d r ijf werk en er 15 0 men s en : i n re s e a rc h & d e ve lopment , pro duc t ie<br />

van de verschillende hightech-apparatuur én customer support.<br />

Die groei komt voor een belangrijk deel uit het buitenland. “Al in<br />

ons allereerste ondernemingsplan was het uitgangspunt dat we internationaal<br />

zouden gaan opereren. De Nederlandse markt alleen is te<br />

klein. Bovendien zijn we heel ambitieus.” Die groeistrategie wordt<br />

wel doordacht uitgevoerd. “We zijn bewust dicht bij huis begonnen,<br />

door ons te focussen op de Europese markt. Het heeft geen zin om<br />

je eerste systeem aan een drukker in Australië te verkopen en vervolgens<br />

niet of heel moeilijk lokale service te kunnen bieden.”<br />

Als die basis is gelegd, verruimt het bedrijf de horizon. Menno reist zelf<br />

de hele wereld over om verkoopkantoren te openen: VS, China, India,<br />

Australië, Brazilië..., maar ook een productiefaciliteit in India om de<br />

snelgroeiende markt in dit deel van de wereld beter en sneller te bedienen.<br />

Alle buitenlandse vestigingen zijn 100% dochterbedrijven, gerund<br />

door mensen die de lokale markt van binnenuit kennen. “Ik denk<br />

dat we daarmee vaak een voorsprong op concurrenten nemen. Onze<br />

concurrenten werken grotendeels via lokale agentschappen. Maar dat<br />

105


106<br />

Klant, werk en passie


“De vorm<br />

en inhoud<br />

van de krant<br />

veranderen”<br />

is volgens mij voor een product als het onze niet de beste oplossing. Wij<br />

willen lokaal optimale ondersteuning bieden, en grip houden op de<br />

kwaliteit van de service. Daarvoor heb je ‘eigen’ mensen op locatie nodig.<br />

Wij hebben in Shanghai een eigen Chinese manager die twee Chinese<br />

agentschappen aanstuurt, in zijn eigen taal en volgens zijn eigen<br />

gebruiken.”<br />

Het portfolio aan producten groeit ondertussen mee. Q.I. ontwikkelt<br />

niet alleen verschillende soorten besturingssystemen, maar is ook een<br />

pionier in het integreren. “Tot enkele jaren terug zag je dat bouwers van<br />

grote drukpersen een speciale lessenaar aan de persen bouwde, waar<br />

dan allemaal verschillende bedieningspaneeltjes op zaten voor de afzonderlijke<br />

besturingssystemen. Allemaal met hun eigen logica en symbolentaal.<br />

Onze filosofie is dat je die moet proberen in één dashboard te<br />

integreren, waarmee de hele ‘straat’ die zo’n drukpers in feite is, kan<br />

worden bediend. Hoe uniformer de aansturing, hoe efficiënter en hoe<br />

minder kans op fouten.”<br />

Groei in een krimpende markt<br />

De wereldwijde activiteiten helpen Q.I. om te blijven groeien in een<br />

markt die op veel plaatsen onder grote druk staat, niet in de laatste<br />

plaats door de digitalisering. “In Europa is een enorme overcapaciteit<br />

aan drukpersen. Maar in andere delen van de wereld groeit de sector<br />

juist. In veel opkomende economieën zijn gedrukte media een ideaal,<br />

breed toegankelijk communicatiemiddel om mensen te bereiken en tot<br />

consumptie aan te zetten. Er zijn nog genoeg markten waar gedrukte<br />

media op dat punt veel effectiever zijn dan televisie of internet, waar een<br />

gedrukte krant echt van voor tot achter wordt gespeld en van hand tot<br />

hand gaat.”<br />

Daarnaast vertelt de omvang van het wereldwijde ‘wagenpark’ aan<br />

drukpersen niet het hele verhaal. “De markt als geheel krimpt, maar<br />

t e ge l ijk er t ijd re a l i s eren d r u k k er s z ic h d at z e om t e overle ven n ie t a l le en<br />

hun kostenstructuur moeten verbeteren maar ook hun kwaliteit moeten<br />

verhogen. Dat biedt ons kansen.” Van alle offsetpersen wereldwijd is<br />

i n m idd e l s , z o s c h at Men no, 3 0 % u it ger u s t me t ge autom at i s e erd e k w a l i-<br />

teitsapparatuur zoals Q.I. die maakt. “Er is dus nog een enorme markt<br />

van drukpersen waarbij die kwaliteitscontrole puur op het blote oog<br />

ge b e u r t , of w a a r op er ator s d e p er s nog me t d e h a nd mo e t en bijs t u ren .”<br />

Argumenten om zulke persen te voorzien van automatisering zijn er<br />

volop. “De kwaliteit natuurlijk, maar ook gewoon kostenbesparing.<br />

Het is bij het drukken van kranten heel gewoon dat de eerste duizend<br />

kranten rechtstreeks de afvalbak in kunnen. Onze technologie kan dat<br />

verlies fors terugdringen, waardoor je de investering binnen een à twee<br />

jaar terugverdient.”<br />

Krant van de toekomst<br />

Ook op de lange termijn blijft er volgens Menno een markt voor papieren<br />

kranten en magazines. “Je ziet wel dat uitgevers nu worstelen. Zeker<br />

kranten hebben jarenlang een luxe positie gehad en veel geld verdiend<br />

met advertenties. Die inkomstenstroom is enorm afgekalfd, en er is<br />

we i n i g vo or i n d e pl a at s ge komen . E r i s op d it moment nog s t e e d s ge en<br />

goed verdienmodel voor digitale kranten. Vrijwel alles wat de uitgevers<br />

van dagbladen online doen, wordt overeind gehouden vanuit de teruglopende<br />

opbrengsten van gedrukte kranten.” Nu mensen gewend zijn<br />

aan gratis content, en partijen als Google hun hele strategie bouwen<br />

rondom ‘gratis’ diensten en content, is volgens hem de geest uit de fles.<br />

“Dat valt bijna niet meer terug te draaien. Ook al werk je als uitgever op<br />

deze manier uiteindelijk je eigen ondergang in de hand. Het is alsof een<br />

restaurant dat ’s avonds slecht draait gratis lunches gaat weggeven.”<br />

Toch denkt Menno niet dat kranten ten dode zijn opgeschreven. “De<br />

krant als medium zal volgens mij zéker blijven bestaan, alleen de vorm<br />

107


“De smaak van succes kan<br />

vele gezichten hebben”<br />

en inhoud zullen veranderen. Een krant kan niet concurreren met de<br />

stroom aan pure nieuwsberichten op internet, maar kan zich wel onderscheiden<br />

met achtergrond en context, en door te durven focussen op<br />

specifieke doelgroepen. Kijk maar naar het succes van NRC Next.<br />

Nat uu rl ijk , we z u l len v a s t we l over e en p a a r ja a r ó ók oprolb a re t a ble t s<br />

of iets dergelijks hebben. Maar het ene medium vervangt het andere<br />

niet, ze vullen elkaar aan. De dvd heeft de bioscoop ook niet vervangen.<br />

De bioscoop heeft zichzelf wel opnieuw moeten uitvinden.”<br />

Investeren in innovatie<br />

Mede op basis van deze visie besluit Menno niet de overstap te maken<br />

naar een op het eerste gezicht toekomstbestendiger segment als verpakkingen.<br />

“We hebben dat wel overwogen, hoor. Maar dat zou voor ons<br />

een heel nieuwe markt zijn, met zware concurrentie. Ik ben blij dat we<br />

ons hebben gefocust op drukwerk. Dat is een markt die nog steeds<br />

to e kom s t he e f t , en he t i s w a a r we go e d i n z ijn . D at i s vol gen s m ij e en<br />

b e l a ng r ijk e vo or w a a rd e vo or suc c e s . E n d ie s t r at e g ie werk t . We not eren<br />

nog steeds een omzetgroei in de dubbele cijfers. En juist in Europa,<br />

die markt met zoveel overcapaciteit, scoren we de grootste klappers.<br />

Uitgevers zien ook hier nog toekomst in gedrukte media. Ze innoveren,<br />

ontwikkelen succesvolle nieuwe titels, waarmee ze nieuwe generaties<br />

of specifieke doelgroepen aanspreken, met andere, originele invalshoeken.<br />

En dat soort uitgaven vraagt om een hoge kwaliteit drukwerk.”<br />

Zelf speelt Menno op deze trend in door te blijven investeren in innovatie.<br />

“We werken nu aan 3D-camera’s die diepte kunnen meten en de<br />

kwaliteit van het drukproces nóg beter in de gaten kunnen houden.”<br />

Ook kan er nog veel verbeteren op het gebied van digitale druk, een<br />

voordelige oplossing voor uitgaven met kleinere oplagen. “Bij digitaal<br />

drukken zie je vaak nog kleine kleurverschillen. Het is ontzettend lastig<br />

om kleuren continu op exact dezelfde manier te reproduceren. Dat ligt<br />

deels aan het gebruikte papier, maar ook aan het drukproces. Ik denk<br />

dat we daar nog vooruitgang kunnen boeken.”<br />

Succes als drijfveer<br />

Wat hem drijft als ondernemer, daar is Menno duidelijk over. “Ik wil<br />

een wereldspeler zijn en blijven, daarvoor doe ik het.” Waar je dat aan<br />

afmeet? Menno peinst even, en zegt dan: “Uiteindelijk toch aan de mate<br />

waarin je een voorsprong weet te behouden op je concurrenten. Op<br />

welk vlak dat dan ook is. Betere service en support leveren, zodat je<br />

b e s t a a nd e k l a nt en t e v re d ener z ijn . P ro duc t en d ie qu a pre s t at ie s of<br />

ont wer p né t w at b e t er i n e l k a a r z it t en d a n d ie v a n d e c onc u r rent ,<br />

zoals die 3D-camera. Daar ben ik intens trots op.”<br />

“Waar ik na al die jaren nog steeds echt blij van word, is de smaak van<br />

succes. Dat kan vele gezichten hebben. Gewoon, het binnenhalen van<br />

een opdracht. Maar ook het feit dat je tegenslagen goed weet te verwerken.<br />

Tot de crisis in 2008, waren we gewend aan een jaarlijkse omzetgroei<br />

van meer dan 50%. Plotseling blijken de bomen dan tóch niet tot<br />

in de hemel te groeien. Dat zet je met beide benen op de grond. Maar als<br />

je dan ziet dat we ons herpakken en sterker uit zo’n crisis tevoorschijn<br />

komen, dat geeft voldoening.”<br />

108<br />

Klant, werk en passie


Menno Jansen rijdt een Fisker Karma<br />

109


Thijs Jongkind, directeur/eigenaar BSU, Uden<br />

“IT gaat steeds<br />

minder over<br />

techniek”<br />

110<br />

Klant, werk en passie


111


112<br />

Klant, werk en passie


Als zoon van een beroepsmilitair en een zorgprofessional was het niet vanzelfsprekend<br />

dat Thijs Jongkind voor een carrière als ondernemer zou kiezen. Als jongetje lag<br />

zijn interesse bovendien vooral bij de techniek. Juist die liefde voor techniek zorgt er<br />

echter voor dat hij zijn ware talent en passie ontdekt. “Het bedenken van nieuwe concepten<br />

waar klanten écht wat aan hebben: dat is wat mij drijft en wat ik leuk vind.”<br />

“De eerste<br />

laptops kocht<br />

ik van een<br />

autosloper”<br />

e affiniteit met techniek openbaart zich bij<br />

Thijs al op jonge leeftijd. “Als we een nieuwe tv<br />

kregen, lag de achterkant er bij wijze van spreken<br />

al af voordat de stekker in het stopcontact zat”,<br />

blikt hij terug. “Hoe een signaal uit zo’n klein<br />

kabeltje zo’n schermvullend beeld kon worden,<br />

dat intrigeerde me enorm. En nog steeds, trouwens. Als iets thuis het<br />

niet doet, is het mijn eer te na een monteur te laten komen.”<br />

Op zijn zevende kreeg Thijs zijn eerste computer, een Commodore 128,<br />

waar hij binnen de kortste keren op zat te programmeren. En, zo kun je<br />

zeggen, die de basis voor zijn ondernemerschap legt. “Toen ik als tiener<br />

in Uden kwam wonen, raakte ik bevriend met een autosloper. Die deed<br />

er allerlei handeltjes bij en op een gegeven moment lag er een partij laptops.<br />

Ik mocht er een paar meenemen, die ik daarna op school voor<br />

hem heb verkocht. Later ging ik ze bij hem inkopen en voor mezelf<br />

doorverkopen. En met de winst weer nieuwe spullen kopen. Ik was altijd<br />

bezig met handelen en het installeren van computers.”<br />

Investeren in je toekomst<br />

Het leren in de praktijk lag hem beter dan het klaslokaal, merkte Thijs<br />

al gauw. Na twee jaar technische informatica hield hij school voor gezien<br />

en ging hij aan de slag bij een lokale computerwinkel. Daar kreeg<br />

hij – zij het op bescheiden schaal – zicht op wat ondernemen allemaal<br />

inhoudt. “Het was een kleine zaak, dus ik kreeg alles mee. De inkoop,<br />

marketing, de financiering door de bank... Maar vooral kreeg ik steeds<br />

sterker het gevoel dat ik bepaalde dingen zelf beter zou kunnen. Ik zag<br />

ook allerlei kansen voor het bedrijf. We werkten bijvoorbeeld hoofdzakelijk<br />

voor particulieren, terwijl er volgens mij veel meer business te<br />

113


halen was in de zakelijke markt. Mijn baas zag dat ook wel, vond mijn<br />

idee mooi, maar wilde er zelf niet echt iets mee doen. Toen besloot ik<br />

voor mezelf te beginnen.”<br />

Van zijn werkgever kreeg hij enkele klanten mee, de garage van zijn ouders<br />

werd zijn eerste werkplek. Maar ook schrok Thijs er niet voor terug<br />

om te investeren in de toekomst van zijn bedrijf. “Ik heb bij de<br />

bank geld geleend om goede apparatuur aan te schaffen, professioneel<br />

briefpapier te laten maken. En ik ben naar Zuid-Afrika gereisd om in<br />

sneltreinvaart een hoogwaardige Microsoft-opleiding te volgen. Ik wilde<br />

me namelijk kunnen verhuren als beheerder. Dat ging goed. Zó goed<br />

dat ik het al gauw niet meer alleen kon bolwerken. Toen ging het snel.<br />

Eén, twee, drie mensen erbij, een fatsoenlijk kantoorpand...”<br />

“Er miste iets”<br />

Toen zijn bedrijfje uitgroeide tot een half dozijn medewerkers, was de<br />

tijd voor Thijs’ gevoel rijp voor een strategische koerswijziging. “Ik had<br />

sterk het gevoel dat er iets miste in de manier waarop een bedrijf als het<br />

mijne en klanten met IT omgingen. Ik heb toen veel met mensen gepraat,<br />

was echt op zoek naar een nieuw concept.” En dat kwam er: full<br />

operational lease van automatisering. Totale ontzorging, zoals dat heet.<br />

“Het idee was om alle hardware en software bij klanten tegen de boekwaarde<br />

van ze over te nemen, en daarna voor een periode van drie tot<br />

vijf jaar gewoon de complete automatisering te verzorgen, tegen een<br />

vast bedrag.”<br />

Lease IT, zoals Thijs zijn nieuwe bedrijf doopte, bleek in een behoefte<br />

te voorzien en werd zelfs bijna slachtoffer van het eigen succes. “Ik was<br />

achteraf te optimistisch over de financiering van mijn plannen. Ik had<br />

zelfs al enkele contracten getekend voordat ik naar de bank stapte.” De<br />

bank was weliswaar onder de indruk van Thijs’ ideeën en visie, maar<br />

dat vertaalde zich helaas niet in de gevraagde financiering. “Ik was pas<br />

26 en had nog maar een beperkte voorgeschiedenis, dus ze wilden meer<br />

zekerheden dan ik op dat moment kon bieden.”<br />

“Ik was<br />

achteraf te<br />

optimistisch<br />

over de<br />

financiering<br />

van mijn<br />

plannen”<br />

Liever goede feedback<br />

Achteraf was de afwijzing misschien wel een geluk bij een ongeluk.<br />

Thijs ging noodgedwongen op zoek naar een private investeerder en<br />

kwam in contact met Kees van Middendorp. “Een ervaren ondernemer,<br />

die uiteindelijk niet alleen geldschieter maar ook commissaris en later<br />

volwaardig compagnon is geworden. En daar heb ik veel aan gehad.<br />

Kees kende de drempels, de valkuilen en was al gauw heel nauw betrokken<br />

bij het bedrijf. Ik heb ervan geleerd dat je beter een investeerder<br />

kunt hebben die betrokken is, gevoel voor je business heeft en waar<br />

je goede feedback van krijgt, dan een afstandelijke financierder die je<br />

alleen op de cijfers afrekent.”<br />

De gewijzigde financieringsopzet van het nieuwe bedrijf had nog een<br />

tweede voordeel. “We waren in de positie om de spullen die we neerzetten<br />

ook echt zelf te financieren. Vaak zie je dat een aanbieder meer<br />

114<br />

Klant, werk en passie


115


een tussenpersoon is, die de financiering – en daarmee de leasecontracten<br />

zelf - bij een bank onderbrengt. Wij waren echter vanaf het begin<br />

een volwaardige leasemaatschappij. Dat gaf ons veel zelfstandigheid<br />

en beslissingsruimte. Ik kon zelf bepalen wat ik wel en niet wilde<br />

financieren en hoefde dat niet aan een bank voor te leggen.”<br />

Die vrijheid was vooral belangrijk omdat de markt toen al aan het veranderen<br />

was. “Je hoort en leest nu veel over de ‘cloud’, het verschijnsel<br />

dat bedrijven hun data en applicaties niet meer op eigen servers onderbrengen<br />

maar opslagruimte huren in gespecialiseerde datacenters.<br />

Maar dat is niets nieuws, die trend is al járen bezig. Het gevolg van die<br />

ontwikkeling is dat de waarde van IT-investeringen steeds meer in<br />

software en licenties zit, en steeds minder in de hardware. Terwijl banken<br />

nog steeds vaak willen dat 80% van een leasecontract aan apparatuur<br />

wordt besteed. Dat percentage is steeds onrealistischer geworden,<br />

en wij hadden vanaf het begin de vrijheid om het los te laten.”<br />

Groeien voor de slagkracht<br />

In 2011 is Thijs toe aan de volgende schaalsprong als ondernemer. Zijn<br />

bedrijf fuseert met BSU, een andere IT-dienstverlener uit Uden, en ver-<br />

dubbelt daarmee in één klap in omvang. “Groeien om het groeien interesseert<br />

me niet zo. Of ik nu met 10 of 100 mensen ben, ik haal mijn<br />

voldoening uit het bedenken en vermarkten van nieuwe concepten. Dat<br />

is wat ik leuk vind: volgen wat technisch mogelijk is en daar dan een<br />

vorm bij bedenken waar klanten echt iets aan hebben. En als je dan een<br />

vernieuwend concept hebt bedacht en je wilt het succesvol uitrollen,<br />

dan heb je kennis, volume en capaciteit nodig.”<br />

Vernieuwende concepten worden echter niet zozeer geboren uit wat er<br />

technisch kán of waar de klanten van vandaag om vragen, benadrukt<br />

Thijs. “De voornaamste vraag is waar klanten straks behoefte aan hebben.<br />

Dat is de enige manier om voorop te lopen in de markt. Dat betekent<br />

dat je veel moet sparren met mensen. Ik doe dat met mijn<br />

compagnon, mijn medewerkers, maar vooral met klanten.” Als autofanaat<br />

(met een racelicentie op zak) put Thijs ook inspiratie uit de<br />

ontwikkelaars bij grote automerken. “Ik vind het razend knap hoe zij<br />

telkens weer grenzen weten te verleggen. Niet alleen technisch, maar<br />

ook in het totaalconcept van hun auto’s. Elke keer denk je weer:<br />

‘Dit is ’m, mooier dan dit wordt het niet’. En de volgende keer lukt<br />

het ze toch weer om dat resultaat te overtreffen.”<br />

“De voornaamste vraag is:<br />

waar hebben klanten straks<br />

behoefte aan?”<br />

116<br />

Klant, werk en passie


Investeren in de cloud<br />

Voor Thijs staat als een paal boven water dat vernieuwing in de IT onlosmakelijk<br />

verbonden is met de ‘cloud’. “Het biedt klanten meer zekerheid<br />

en betrouwbaarheid tegen minder kosten. Je profiteert van de<br />

schaalgrootte en professionaliteit van zo’n extern datacenter. Als je in<br />

je eigen bedrijf een netwerk of opslagmogelijkheid van hetzelfde niveau<br />

wilt aanleggen, is dat veel te duur.” Om op deze groeimarkt te kunnen<br />

inspelen, investeert BSU in twee eigen datacenters, in Eindhoven en<br />

Den Bosch. Thijs: “Als één datacenter om wat voor reden dan ook<br />

mocht uitvallen – en die kans is al heel klein - dan hebben we maar een<br />

kwartier nodig om alle gegevens weer beschikbaar te maken.”<br />

Met deze datacenters denkt Thijs zelfs te kunnen concurreren met ITgiganten<br />

uit het buitenland. Opslag in de cloud is immers niet aan een<br />

locatie gebonden, en kan ook in datacenters van Google of Microsoft.<br />

“Maar ik denk dat niet elk bedrijf zich daar even gemakkelijk bij voelt”,<br />

schat Thijs in. “Allereerst omdat het niet altijd even transparant is wat<br />

er daadwerkelijk met je data gebeurt. Bovendien zijn wij veel beter bereikbaar<br />

en aanspreekbaar. Daar zit onze meerwaarde als regionale<br />

aanbieder. Je ziet alles, er is volledige openheid en je kunt als klant<br />

rechtstreeks met een engineer bellen, of desnoods mij op mijn mobiel.”<br />

Weg van de techniek<br />

Verder vooruitkijkend verwacht Thijs dat de cloud ook een enorme<br />

impact zal hebben op de manier waarop klanten tegen IT aankijken –<br />

én op de businessmodellen van IT-leveranciers. “Hoe verder de harden<br />

software zich aan het zicht van de klant gaan onttrekken, hoe<br />

minder deze geïnteresseerd zal zijn in technische specificaties. De<br />

vraag zal steeds meer gewoon zijn: ik heb een x-aantal mensen, die<br />

moeten vanaf elke willekeurige plek deze data of applicaties kunnen<br />

gebruiken. Waarna het onze taak is te bepalen hoe je dat voor elkaar<br />

krijgt.”<br />

Hoe voor de hand liggend zo’n aanpak misschien ook klinkt, van de<br />

IT-sector vraagt het een cultuuromslag. “Onze branche heeft nog<br />

steeds de neiging om snel terug te vallen in de techniek. Als ik heel eerlijk<br />

ben, zie ik dat soms ook nog in onze eigen offertes terug, al zijn we<br />

117


hard bezig dat te veranderen.” Nadeel van een te technische insteek is<br />

dat inhoudelijke keuzes vaak nog op het bordje van de klant belanden.<br />

“Dan zie je dat klanten meer kopen dan ze nodig hebben. Het is net als<br />

met een auto. 500 pk is prachtig, maar als jij een boodschappenauto<br />

zoekt heeft het geen enkele functie.”<br />

De cloud biedt bovendien kansen om klanten meer flexibiliteit te bieden.<br />

“Je mag niet verwachten dat een klant nu exact kan inschatten wat<br />

hij de komende vijf jaar allemaal wil kunnen doen en met hoeveel mensen”,<br />

vindt Thijs. “Het is aan ons om die flexibiliteit te bieden, met contracten<br />

op basis van een vast bedrag per gebruiker. Gaat het aantal<br />

medewerkers omhoog of omlaag, dan beweegt het maandbedrag mee.”<br />

De klant profiteert zo niet alleen van flexibiliteit, maar spreidt ook zijn<br />

investeringen. En, eerlijk is eerlijk: het verbetert ook de cashflow van<br />

de IT-aanbieder, die daardoor beter vooruit kan plannen.<br />

Sturen op écht succes<br />

Toch zit de meest fundamentele investering die Thijs doet niet eens zozeer<br />

in de techniek of in nieuwe producten, maar in de organisatie en<br />

vooral de cultuur binnen zijn bedrijf. Vooral wil hij een omslag maken<br />

in de manier waarop succes gedefinieerd wordt. “Wat mij betreft meten<br />

we ons succes niet af aan omzet, maar aan de tevredenheid van de<br />

klant. We willen gaan sturen op retentiegraad, ons vermogen om klanten<br />

vast te houden. Ik ben ervan overtuigd dat als dat centraal staat, de<br />

groei en winst vanzelf komen. Als ik veel tevreden en winstgevende<br />

klanten hebt, gaat het immers goed met mijn bedrijf. Bovendien hoef ik<br />

mezelf dan steeds minder te verkopen.”<br />

Om dit te bereiken is het zaak dat alle medewerkers zich medeverantwoordelijk<br />

voelen voor het eindresultaat, niet alleen voor hun afgebakende<br />

specialisme. “Daar hoort dan ook een andere beloningsstructuur<br />

bij. Je moet mensen niet belonen voor het aantal declarabele uren, of de<br />

omzet die ze binnenhalen. Als iemand zijn persoonlijke target haalt,<br />

maar ik heb twintig ontevreden klanten, dan schiet ik daar niks mee<br />

op. Ik heb liever dat zo’n verkoper of engineer meer tijd investeert in<br />

“Geld is<br />

niet de enige<br />

en meest<br />

effectieve<br />

stimulans”<br />

zijn werk en de helpdesk goed ondersteunt. Hoeveel van jouw klanten<br />

bellen, met welke vragen of klachten? En hoe verhoudt zich dat tot de<br />

prestaties van je collega’s? Dat is aan de ene kant behoorlijk confronterend.<br />

Je moet ze dus ook helpen en ondersteunen bij die aanpassingen.”<br />

En als je een dergelijke betrokkenheid van je mensen verwacht, moet<br />

deze ook beloond worden. “Dat kan in de vorm van een financiële bonus<br />

zijn, maar wat mij betreft ook een investering in iemands persoonlijke<br />

ontwikkeling. Of faciliteiten waar de hele organisatie van<br />

profiteert. Geld is namelijk niet de enige en zeker niet altijd de meest<br />

effectieve stimulans. Een mooi voorbeeld daarvan vind ik Linux, een<br />

alternatief besturingssysteem voor pc’s. Dat is gemaakt door professionele<br />

ontwikkelaars – in hun vrije tijd. Inmiddels is het een van de<br />

grootste concurrenten van Windows. Waarom doen die mensen dat<br />

werk niet tegen betaling voor een of andere softwaregigant? Kennelijk<br />

is het plezier dat ze beleven aan deze vorm van ontwikkelen, aan de<br />

sfeer en samenwerking met anderen, belangrijker. Steeds meer bedrijven<br />

zien dat in. Je hebt grote softwarebedrijven die één keer per maand<br />

hun mensen 24 uur volledig vrij laten in wat ze doen. Juist op die dagen<br />

blijken de beste ideeën en plannen bedacht te worden. Dat laat zien:<br />

mensen moeten gedreven worden door wat hun passie geeft.”<br />

118<br />

Klant, werk en passie


Thijs Jongkind rijdt een Audi A6 TDI<br />

119


<strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong>.<br />

Butlers in mobiliteit.<br />

120<br />

Klant, werk en passie


Bij <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> wenden we iedere dag al onze energie aan, om een onderscheidend<br />

autobedrijf in het hoogste segment van de markt te blijven,<br />

waar de klant koning is en de dienstverlening perfect. Omdat we uw vertrouwen<br />

waard willen zijn en we de uitdaging van perfectie graag aangaan.<br />

Hoe we dat doen, laten we u zien in dit kijkje achter de schermen.<br />

121


et oorspronkelijke bedrijf <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> richtte<br />

zich vanuit Veldhoven voornamelijk op de<br />

verkoop van nieuwe en gebruikte Audi’s. De<br />

droom van een rol in het allerhoogste segment<br />

van de markt bracht daar verandering in. In<br />

twee doelgerichte stappen werd <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> in<br />

2006 een serieuze speler in het beoogde marktdeel: het bedrijf verhuisde<br />

naar het huidige, vanuit het hele land prima bereikbare, pand in<br />

Best. Daar werd het aanbod uitgebreid met de luxe merken Bentley,<br />

Porsche en exclusieve modellen van andere automerken.<br />

Onderscheid en perfectie. Iedere dag.<br />

Het aanbieden van onze huidige merken past bij onze ambities.<br />

Hetgeen we uiteindelijk nastreven, draait echter om perfectie in alles<br />

eromheen. Iedere dag weer. Dus zoeken al onze medewerkers naar<br />

vervolmaking, gedacht vanuit uw wensen en vanuit de eigen kritische<br />

houding. In iedere vezel van de bedrijfsvoering.<br />

Aankopen zoals u dat wilt<br />

Te beginnen bij de aankoop. Wilt u uw jong gebruikte auto bij wijze<br />

van spreken ‘even snel’ via de e-mail bestellen, met een kopje koffie<br />

bij de aflevering? Prima, zorgen we voor. Besteedt u er liever wat meer<br />

tijd en aandacht aan, of gaat uw voorkeur juist uit naar een uitgebreid<br />

en persoonlijk begeleid selectie- en aankooptraject? Ook dan bent u bij<br />

<strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> aan het juiste adres.<br />

Zorgeloos rijden<br />

Uiteraard stopt de service van <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> niet bij de aankoop. Sterker<br />

nog, als het aan ons ligt, ervaart u vanaf dat moment pas écht hoe het is<br />

om zorgeloos door het leven te rijden. Bijvoorbeeld als uw auto toe is<br />

aan periodiek onderhoud of een reparatie. Deze wordt dan bij u opgehaald<br />

en weer teruggebracht -waar in Nederland u ook woont- waarbij<br />

u tussentijds en uiteraard zonder kosten, kunt beschikken over een<br />

representatieve vervangende auto. En is uw auto eenmaal in onze ‘state<br />

of the art’ werkplaats, dan maken we meteen van de gelegenheid gebruik<br />

om die van binnen schoon te maken en van bumper tot bumper<br />

uit voerig te wassen. Mocht er onverhoopt ooit iets zijn met uw auto als<br />

u onderweg bent, is het comfort aan uw zijde. Dankzij <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong><br />

Assistance. Deze exclusieve mobiliteitsservice verzekert u -24 uur per<br />

dag en 7 dagen per week- van gepaste pechhulp onderweg. Overal in<br />

Europa. Wij zorgen ervoor als uw persoonlijke butler in mobiliteit.<br />

Bellen van het nummer op uw persoonlijke pasje is voldoende. Niet<br />

voor niets is het devies: ‘Nee’ bestaat niet; alles kan.<br />

Scholing voor hoogste standaard<br />

Handelen vanuit de allerbreedste servicegedachte staat dus voorop. Om<br />

dat te kunnen, heeft iedereen de verantwoordelijkheid om tot de beste<br />

in het vak te blijven behoren en is er veel aandacht voor scholing. Voor<br />

mensen in de werkplaats is opleiding zelfs doorlopend en verplicht.<br />

Met andere woorden, zowel de echte aanpakkers die het liefst de hele<br />

dag aan het sleutelen zijn, als de bollebozen die almaar meer willen leren<br />

over bijvoorbeeld de softwarematige kant van auto’s, ontwikkelen<br />

zich voortdurend. Die mix houden we zorgvuldig in stand. Het zorgt<br />

ervoor dat onze werkplaats altijd in balans en up-to-date is. Maar ook<br />

alle anderen in het bedrijf werken aan hun persoonlijke ontwikkeling,<br />

van onze receptionistes tot de financieel manager en van onze autowasser<br />

tot en met de directie.<br />

Bezieling, uitstraling en loyaliteit<br />

Bij <strong>VD</strong> <strong>AKKER</strong> staan ruim twintig medewerkers voor u klaar. En stuk<br />

voor stuk hebben zij één heel belangrijke overeenkomst. Passie! Daar<br />

122<br />

Klant, werk en passie


“Hier in<br />

het hart van<br />

het bedrijf<br />

voel ik me op<br />

mijn plek als<br />

ondernemer.”<br />

selecteren we zelfs op. Natuurlijk gaan we voor de allerbeste mensen op<br />

hun vakgebied, maar we verlangen meer binnen ons team. Elke collega<br />

moet vooral ook bezieling uitstralen. U moet het vóelen dat wij gek zijn<br />

op auto’s. Dat verdient u. Op die manier kunnen we u namelijk nog beter<br />

van dienst zijn. In de werkplaats, op kantoor, achter de receptie en<br />

in de showroom. Om dezelfde reden hechten we ook voor de kleding<br />

die we dragen veel waarde aan een eenduidige uitstraling. Alles moet<br />

gewoon kloppen. Omdat wij hebben gemerkt dat u dat prettig vindt,<br />

maar ook omdat onze medewerkers het op prijs stellen om als team,<br />

een eenheid werken. Het bindt hen en leidt tot bedrijfstrots en loyaliteit.<br />

En daar plukt u uiteindelijk de vruchten van.<br />

Passie voor ondernemen<br />

Wat voor alle medewerkers geldt, geldt ook zeker voor de ondernemer<br />

achter het bedrijf, Twan van den Akker: “Ondernemen is voor mij pure<br />

passie. Ik vind het prachtig dat ik nog steeds leer. Iedere dag brengt me<br />

nieuwe kennis en inzichten. En er is nog zoveel méér te bereiken. Zo is<br />

het mijn volgende doel om een nog grotere landelijke bekendheid te<br />

krijgen. Daar gaat nu veel van mijn energie naartoe. Maar de échte<br />

passie voel ik toch vooral als ik hier rondloop tussen de auto’s en kijk<br />

naar het aanbod en de presentatie. Dan voel ik me op mijn plek als<br />

ondernemer. Hier in het hart van het bedrijf.”<br />

123


Passie voor…<br />

…Audi<br />

Al ruim een eeuw bestaat het merk Audi. Sportief, modern<br />

en eigentijds. De slogan ‘Voorsprong door techniek’<br />

doet Audi al decennia lang eer aan: zo stond het merk aan<br />

de wieg van verschillende, nog steeds ongeëvenaarde<br />

technieken, waarmee het moderne, sportieve merk furore<br />

maakte in de rallysportwereld. Vooruitstrevende techniek<br />

en toonaangevend design komen samen in één merk.<br />

…Bentley<br />

Bentley. Gedistingeerd, stijlvol en luxe, maar toch ook sportief.<br />

Het merk bestaat sinds 1919 en combineert traditioneel<br />

met eigentijds, én sportief met klassiek. Ook Bentley<br />

behaalde grote successen in de 24 Uur van Le Mans. Sinds<br />

1998 maakt het van oorsprong Britse automerk deel uit<br />

van de Volkswagen Group, na jarenlang onderdeel van Rolls<br />

Royce te zijn geweest.<br />

…Porsche<br />

Voor veel Porschebezitters niet zomaar een auto, maar deel<br />

van een levensstijl. Het Duitse merk, in de jaren ’30 opgericht<br />

door Ferdinand Porsche, is vooral bekend om zijn klassieke<br />

sportwagen, de legendarische 911. Inmiddels staat<br />

het begrip Porsche synoniem voor design en is het merk<br />

veel breder geworden. Neem bijvoorbeeld de Panamera of<br />

de Cayenne: anders, maar toch onmiskenbaar Porsche. Stijl,<br />

klasse en design.<br />

124<br />

Klant, werk en passie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!