MB-IS-1-NL-0916

Het integrale veiligheidsconcept. Mercedes-Benz bussen.

Wij zijn uitvinders van veiligheid:
De visie van ongevalvrij rijden.
Wij worden gedreven door een visie waarin ongevalvrij rijden centraal staat. Daarom ontwikkelen we
voortdurend nieuwe veiligheids- en assistentiesystemen. De bus geldt als een van de veiligste vervoermiddelen
ter wereld. Hieraan leveren innovaties van Mercedes-Benz een belangrijke bijdrage. Als
toonaangevende fabrikant van bussen draagt Mercedes-Benz een bijzondere verantwoordelijkheid
voor de veiligheid van passagiers, chauffeurs en overige verkeersdeelnemers. Fouten bij het afslaan,
keren, achteruitrijden en wegrijden vormen de belangrijkste oorzaken van ongevallen. Daarna volgen
te weinig afstand houden en te hard rijden, waardoor voertuigen van de weg afraken.
2
3

Veilig. Veiliger.
Mercedes-Benz.
Mercedes-Benz wordt gedreven door een visie van ongevalvrij rijden. We bieden
daarom een integraal veiligheidsconcept dat volledig beantwoordt aan de vraag naar
meer veiligheid in het busverkeer. Toekomstgerichte assistentiesystemen zorgen ervoor
dat u optimaal beschermd wordt. Veel veiligheidstechnische innovaties die nu standaard
zijn, werden voor het eerst toegepast in een voertuig met een ster. Voorbeelden
hiervan zijn het antiblokkeersysteem (ABS), het elektronisch stabiliteitsprogramma
(ESP ® ) en de Active Brake Assist (ABA 3) voor actieve rijveiligheid.
Viervoudig gewaarborgd. Dit concept dekt alle aspecten van verkeersveiligheid af:
rijveiligheid, veiligheid in gevaarlijke situaties, bescherming bij een ongeval en minimalisering
van gevolgschade.
Vier systemen voor alle gevallen.
Veiligheid bij
het rijden.
Veiligheid bij
gevaar.
Veiligheid bij
een ongeval.
Veiligheid na
een ongeval.
Fase 1: veilig rijden.
De meeste ongevallen beginnen al ver voor de eigenlijke aanrijding: de
chauffeur wordt afgeleid, het zicht is slecht of er treedt onverwacht een
gevaarlijke situatie op. Een ergonomische en overzichtelijke chauffeursplaats
draagt net als geavanceerde assistentie- en veiligheidssystemen
(zoals ABA 3, AEBS, ART, AtAs, ESP ® , SPA en DBL)* bij aan meer rijveiligheid.
Fase 2: bij gevaar.
Als er toch een kritieke situatie ontstaat, dan beschikt de bus over geïntegreerde
systemen die zelfstandig reageren. Hierdoor worden aanrijdingen
en onstabiele rijomstandigheden zoveel mogelijk voorkomen. De Active
Brake Assist (ABA 3) en het elektronische stabiliteitsprogramma (ESP ® )
zijn slechts twee voorbeelden van deze systemen.
Fase 3: bij een ongeval.
Wanneer een aanrijding onvermijdelijk is, worden de chauffeur, de reisbegeleider,
de passagiers en ook andere verkeersdeelnemers door verschillende
systemen beschermd. Voorbeelden van belangrijke ontwikkelingen op dit
gebied zijn de structuren van de Front Collision Guard (FCG) en de energieabsorberende
rugleuningen en scheidingswanden.
Fase 4: na een ongeval.
Na het ongeval worden verschillende maatregelen en systemen geactiveerd
om erger te voorkomen en snel hulp in te roepen. Een goede informatievoorziening
van hulpverleners is ontzettend belangrijk. Met gedetailleerde
kennis over onze voertuigen en hun veiligheidssystemen kunnen ze gewonden
sneller bereiken en meer levens redden. Ter ondersteuning vindt u op
onze website de Leidraad voor hulpdiensten.
1
Het integrale
4 veiligheids-
2
concept.
3
De vier fasen
voor veiligheid.
3
4
*Active Brake Assist (ABA 3), noodremsysteem (AEBS), afstandsregeling (ART), ATTENTION ASSIST
(AtAs), elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP®), spoorassistent (SPA), rembegrenzer (DBL)
5
4 2

ADAPTIVE ESP®
Dodehoekassistent
Grootlichtassistent
Front Collision Guard
Bescherming bij
frontale ongevallen
Overzicht van de belangrijkste
veiligheidskenmerken.
Spoorassistent (SPA)
Zijwindassistent
ATTENTION ASSIST (AtAs)
OMNIplusveiligheidstraining
OMNIplus
noodgevaltraining
Leidraad voor
hulpdiensten
Webspecial met de belangrijkste veiligheids- en assistentiesystemen. Op onze website vindt u een
webspecial over veiligheid met een uitgebreide beschrijving van de belangrijkste veiligheidskenmerken
van onze bussen. Daarnaast wordt u geïnformeerd over ons serviceaanbod voor Mercedes-Benz bussen.
Het totaalpakket maakt ons tot veiligheidsmerk en zorgt ervoor dat elke reis een goede reis is.
Lees meer over de belangrijke veiligheidskenmerken van minibussen
tot reisbussen in onze webspecial:
http://safety.bus.mercedes-benz.com
Bandendrukcontrole (RDK)
COLLISION PREVENTION ASSIST
Active Brake Assist
(ABA 3)
Koprolbescherming
ECE-R 66/02
Noodremsysteem
(AEBS)
Afstandsregeling (ART)
6
6
7

Veiligheid voorop.
Meer verantwoordelijkheid.
Minder gevaar.
De afstandsregeling* (ART) is de basis voor Active Brake Assist (ABA 3). ART ontlast de chauffeur op
doorgaande wegen en snelwegen. Zodra het systeem een voorligger detecteert die langzamer rijdt, remt het de
bus automatisch af totdat er een snelheidsafhankelijke veiligheidsafstand is bereikt. Deze kan de chauffeur
zelf instellen.
De noodremsysteem ‒ Advanced Emergency Braking System (AEBS). De AEBS grijpt in wanneer de chauffeur
met te hoge snelheid op een file afrijdt. Zo worden kop-staartbotsingen met zware bedrijfsvoertuigen grotendeels
voorkomen.
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | ART
De ART houdt de door de chauffeur gekozen veiligheidsafstand continu aan. Hiervoor
wordt de rijbaan voor de bus voortdurend afgetast door een radarsensor. De sensor
meet de afstand tot en de relatieve snelheid van de voorligger en registreert bovendien
eventuele obstakels. Als er geen voertuig voor de bus rijdt, dan functioneert de
ART als cruisecontrol.
ART
Met de extra functie Stop & Go (ART met stopassistent) blijft de ART
ook actief bij langzaam rijdend verkeer. Het systeem richt zich op de
voorligger en zorgt ervoor dat de bus automatisch op het juiste moment
stopt en weer optrekt.
Het Advanced Emergency Braking System (AEBS) detecteert
zowel voorliggers als stilstaande voertuigen met
behulp van een radarsysteem en bepaalt voortdurend
het snelheidsverschil met het eigen voertuig. Is een
aanrijding bij ongewijzigde rijactiviteit onvermijdelijk,
dan wordt de chauffeur eerst gewaarschuwd en remt
het voertuig automatisch enigszins af.
8 *Optie
*Sinds 07/2015 standaard in alle Mercedes-Benz reisbussen
9
1
2
3
Detectie
Detectie van het object en beoordeling van
het potentiële aanrijdingsgevaar
Waarschuwingsfase
Visuele en akoestische waarschuwing
(displayweergave en pieptoon),
gedeeltelijke remming oplopend tot 30 %
Noodstopfase
Visuele en akoestische waarschuwing
(displayweergave en pieptoon), noodstop
Reageert de chauffeur niet en dreigt er een aanrijding,
dan volgt een automatische noodstop. In deze noodstopfase
wordt op tijd de volledige remkracht geactiveerd,
zodat de gevolgen van de aanrijding minder ernstig zijn.
AEBS
AEBS overtreft de huidige wettelijke eisen voor noodremsysteem
en voldoet nu al aan de bepalingen die in 2018
van kracht worden. ABA 3 gaat zelfs nog een stap verder,
omdat het bij stilstaande obstakels nog eerder ingrijpt
dan AEBS.
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | AEBS en ABA 3

Maximale rijprestatie.
Minimale inspanning.
ESP®
Het elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP®). Gevaarlijke verkeerssituaties ontstaan vaak door kleinigheden,
zoals plotseling remmen door een voorligger. ESP ® helpt u deze situaties te herkennen en het hoofd te bieden. Het
verbetert de rijstabiliteit door een gerichte samenwerking tussen de remmen en de motor te bewerkstelligen.
Fase 2: Veiligheid bij gevaar. | ESP®
Het elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP®) is een actief systeem dat de rijveiligheid
en -stabiliteit verbetert. Het draagt merkbaar bij aan de vermindering van slipgevaar
in bochten of bij uitwijkmanoeuvres. In dynamisch kritieke rijsituaties, bijvoorbeeld
wanneer de bus een zeer scherpe bocht neemt, worden de remkrachten op elk wiel
afzonderlijk geregeld. Tegelijkertijd wordt het motorvermogen teruggenomen. Zo wordt
binnen de grenzen van het mogelijke voorkomen dat de bus plotseling ‘uitbreekt’.
ESP® bewaakt onder andere de zijdelingse versnelling van de bus. Mocht de bus in
lange bochten zoals snelwegafritten of bij een snelle verandering van rijbaan in kritieke
rijomstandigheden terechtkomen, dan wordt de snelheid van het voertuig automatisch
teruggebracht tot de rijstabiliteit weer is bereikt. ESP ® is vergelijkbaar met het systeem
dat in personenauto’s wordt toegepast, maar biedt extra functies speciaal voor bussen.
ESP® is slechts een van de vele innovatieve elektronische hulpsystemen die de
chauffeurs van Mercedes-Benz bussen ondersteunen.
Het elektropneumatische remsysteem (EBS) biedt als doorontwikkeling van de
traditionele luchtdrukrem veel voordelen. Het zorgt ervoor dat de remmen sneller en
nauwkeuriger reageren wanneer de chauffeur op het rempedaal trapt. Wanneer er
wordt geremd, activeert het regelapparaat in eerste instantie de duurrem (retarder).
Als er meer remkracht nodig is, dan bepaalt het regelapparaat de optimale remdruk
voor elke as op basis van informatie uit het datanetwerk. Dit leidt tot duidelijk kortere
remwegen en zichtbaar minder slijtage van remschijven en remvoeringen. De verkorte
remweg maakt de kans op kop-staartbotsingen kleiner.
De stabiliteitsregeling (WNR) met elektronisch geregelde schokdempers stabiliseert
het voertuig automatisch en verbetert de wegligging, rekening houdend met de
actuele beladingstoestand en de conditie van het wegdek. Dit verhoogt niet alleen de
veiligheid, maar resulteert ook in optimaal rijcomfort.
Articulated Turntable Controller (ATC). ATC regelt de hydraulische demping van de
koppeling snel en naar behoefte op basis van gegevens van de CAN-databus. Bij
instabiele rijomstandigheden grijpt de dynamische besturing in en benadert daarmee
het effect van de elektronische stabiliteitsregeling ESP ® . Voor nieuwe veiligheidsmaatstaven
in gelede bussen.
10 11
Fase 2: Veiligheid bij gevaar. | ESP®

Meer grip.
Minder stress.
Nooit meer te hard bergaf.
Antiblokkeersysteem (ABS), tractieregelsysteem (ASR), en Tire
Pressure Monitoring (TPM). ABS en ASR voorkomen blokkeren van
de wielen bij het remmen en slippen bij het optrekken. TPM bewaakt de
luchtdruk van de banden en waarschuwt de chauffeur bij afwijkingen
met een melding op het centrale display.
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | DBL
De rembegrenzer (DBL). Alle Mercedes-Benz reisbussen
zijn standaard uitgerust met een DBL. Deze bewaakt
continu de snelheid van het voertuig en voorkomt dat de
bus bij het bergaf rijden onbedoeld versnelt.
De DBL is een veiligheidssysteem dat er bijvoorbeeld bij bergaf rijden voor zorgt dat
de aandrijflijn niet onjuist ontkoppeld kan worden. Het bewaakt de snelheid van het
voertuig continu. Wanneer het voertuig bergaf rijdend de toegestane maximumsnelheid
overschrijdt, communiceert de DBL met de andere veiligheidssystemen. Eerst wordt
de brandstofinspuiting naar de motor onderbroken. Wanneer dit niet volstaat, wordt
de retarder, de slijtagevrije duurrem, ingeschakeld. Dit leidt vooral tot meer veiligheid
op routes met steile hellingen en maakt onbedoelde snelheidsovertredingen die hier
snel gemaakt worden onmogelijk.
De Tire Pressure Monitoring (TPM) geeft de actuele druk in de afzonderlijke banden
weer en waarschuwt bij afwijkingen van de optimale waarde. Dat zorgt voor nog meer
veiligheid in Mercedes-Benz reis- en streekbussen. De drukcontrole heeft een positief
effect op het brandstofverbruik en voorkomt bandenslijtage en gevaarlijke bandenschade
op lange ritten.
ABS werkt als volgt: De vier wielen zijn elk van een sensor voorzien die het actuele
toerental meet en aan een centraal regelapparaat doorgeeft. Zodra een wiel tijdens
het remmen het blokkeerpunt bereikt, wordt het op deze drempel gehouden door de
remdruk te variëren. De druk wordt hierbij binnen een seconde verminderd en weer
opgebouwd. Tijdens het remmen worden alle krachten die op de wielen werken en het
rolgedrag voortdurend geregistreerd. De op de wielen werkende remkrachten worden
zodanig verdeeld dat de wielen niet blokkeren en het voertuig in hoge mate bestuurbaar
blijft.
Al in december 1970 presenteerde Mercedes-Benz de eerste elektronisch geregelde
ABS ter wereld – een revolutie in rij- en verkeersveiligheid. Het systeem zorgt er met
gerichte, elektronische remingrepen voor dat de wielen niet permanent blokkeren.
De kans dat het voertuig stuurstabiliteit verliest is minimaal, zodat het ook in geval
van een noodstop in de gewenste richting kan worden gestuurd. De ABS-technologie
vormt de basis voor verder ontwikkelde elektronische veiligheidssystemen zoals het
elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP®).
ASR werkt als volgt: Het elektronisch assistentiesysteem voorkomt het slippen van
aangedreven wielen op twee manieren. Op de eerste plaats minimaliseert ASR het
slippen van het wiel door gedoseerde remingrepen. Op de tweede plaats wordt het
motorkoppel via het ‘elektronisch gaspedaal’ geregeld. In kritieke situaties stelt de
motor, ook wanneer er vol gas wordt gegeven, niet meer vermogen beschikbaar dan de
aangedreven wielen kunnen overdragen. Dit maakt het optrekken veiliger en leidt tot
een grotere rijstabiliteit. Bij het optrekken worden de koppels op de aangedreven wielen
en de toerentallen van de wielen bewaakt. De koppelverdeling wordt hierbij zodanig
geregeld dat slippen wordt voorkomen. Hierdoor is het krachtverloop altijd optimaal.
ASR helpt de chauffeur om het slippen van de aangedreven wielen tijdens het optrekken
en het daarmee samenhangende gevaar van het zijdelings uitbreken van de
achterkant van het voertuig (achterwielaandrijving) te minimaliseren. Vooral bij motoren
met een hoog koppel biedt ASR zo meer comfort en veiligheid bij het optrekken – in
het bijzonder op wegdekken die niet overal evenveel grip bieden.
12 13
Fase 2: Veiligheid bij gevaar. | TPM, ABS, ASR

Tussen de lijnen.
SPA
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | SPA
De spoorassistent (SPA) waarschuwt de chauffeur met
een trilling van de stoel zodra er onbedoeld van rijbaan
wordt gewisseld.
De SPA detecteert met behulp van een camerasysteem achter de voorruit wanneer
het voertuig van de weg dreigt te raken. De spoorassistent controleert voortdurend
de afstand tussen de bus en de wegmarkeringslijnen. Zodra het voertuig de wegmarkeringen
overschrijdt, wordt de chauffeur via een trilling in de desbetreffende kant
van de stoel gewaarschuwd. Het systeem is actief bij een snelheid vanaf 60 km per
uur en kan door bediening van de richtingaanwijzer worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld
wanneer er bewust van rijbaan wordt gewisseld.
14 15
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | SPA

Goede partners letten op elkaar.
ABA 3
De Active Brake Assist (ABA 3). ABA kan mensenlevens redden. Wanneer de noodremsysteem een dreigende
kop-staartbotsing met een langzamer rijdend of stilstaand voertuig detecteert, doorloopt het systeem een aantal
waarschuwingsstappen en voert het vervolgens een noodstop uit.
Fase 2: Veiligheid bij gevaar. | ABA 3
De Travego met ABA 3 reduceert niet alleen de gevolgen van een ernstig ongeval, maar
kan ongevallen ook binnen de grenzen van het mogelijke zelfstandig voorkomen. ABA 3
kan bovendien bij een snelheid van minder dan 60 km per uur aanrijdingen met
stilstaande obstakels voorkomen. Hiermee worden de actuele Europese voorschriften
overtroffen. Mercedes-Benz biedt de nieuwe Active Brake Assist (ABA 3) als optie aan in
de Travego, mits de reishoogdekker met afstandsregeling (ART) wordt uitgevoerd.
De Active Brake Assist is op cruisecontrol met afstandsregeling (ART) gebaseerd. Het
systeem maakt gebruik van de radarsensor van de ART, die rijdende obstakels binnen
een bepaald gebied voor de bus kan detecteren. De afstand en de relatieve snelheid
tot de voorligger worden voortdurend geregistreerd en geëvalueerd.
Wanneer een aanrijding dreigt bij een onveranderde verkeerssituatie, wordt er een
meerstaps waarschuwingsconcept geactiveerd. Eerst wordt de chauffeur gewaarschuwd
door een verlichte rode driehoek met de omtrek van een voertuig op het dashboard
en een steeds luider geluidssignaal. Neemt het botsingsgevaar verder toe en reageert
de chauffeur niet, dan wordt een gedeeltelijke remming geïnitieerd. De techniek ontziet
daarbij de passagiers door de remdruk geleidelijk te verhogen. Als de chauffeur nu
nog steeds niet ingrijpt, dan initieert het systeem in de volgende stap zelfstandig
een noodstop.
Om het achteropkomende verkeer te waarschuwen worden tijdens de gedeeltelijke
remming de remlichten en tijdens de noodstop de knipperende remlichten aangestuurd.
Zodra de bus tot stilstand is gekomen, worden de waarschuwingslichten
automatisch ingeschakeld. Hoewel Active Brake Assist een ongeval niet altijd kan
voorkomen, leidt de inzet van de remmen wel tot een aanzienlijke verlaging van de
botssnelheid, zodat de gevolgen van het ongeval minder ernstig zijn.
16 17
Fase 2: Veiligheid bij gevaar. | ABA 3

Uw persoonlijke remkrachtversterker.
De remassistent (BAS). De remassistent treedt precies op het juiste moment in werking: wanneer de
chauffeur misschien wel snel maar niet krachtig genoeg remt. Het systeem interpreteert het remgedrag
en bouwt bij een poging tot het uitvoeren van een noodstop binnen een fractie van een seconde en vrijwel
zonder schokken de maximale remkrachtversterking op.
Fase 2: Veiligheid bij gevaar. | BAS
Dat werkt als volgt: de microcomputer vergelijkt de gegevens voortdurend
en merkt direct op wanneer het rempedaal sneller wordt ingetrapt dan
gebruikelijk. Hieruit wordt de conclusie getrokken dat er een noodstopsituatie
bestaat. Het regelapparaat houdt ook rekening met de snelheid en
de beladingstoestand van de bus. Bovendien is de microcomputer van de
BAS via databus verbonden met de regelapparaten van het elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP ® ) en andere hiermee samenhangende systemen,
zoals de motor- en transmissie-elektronica. De elektronica van de BAS
‘leert’ tijdens het rijden voortdurend bij om een optimale aanpassing van
de remdruk in elke situatie te waarborgen.
Het gebeurt op het beslissende moment: in plaats van vol op de rem te
trappen en de voet op het pedaal te houden, remt de chauffeur misschien
wel snel maar niet krachtig genoeg. In een noodsituatie als deze treedt de
elektronische remassistent (BAS) automatisch in werking. Het systeem
interpreteert het remgedrag en bouwt bij een poging tot het uitvoeren van
een noodstop binnen een fractie van een seconde en vrijwel zonder schokken
de maximale remkrachtversterking op.
Door de BAS wordt de remweg beduidend korter. Bij een gemiddelde
reactietijdwinst van 0,4 seconden kan de remweg van een reisbus bij een
aangenomen snelheid van 100 km per uur wel 10 meter korter zijn, en
dat biedt in noodsituaties een enorm pluspunt!
Tijd voor een koffiepauze.
De ATTENTION ASSIST (AtAs). De nieuwe AtAs* is uniek in
de bus. Het systeem herkent zowel vermoeidheid als concentratieverlies
bij de chauffeur en wijst met het pictogram van
een koffiekopje op het display op een noodzakelijke pauze.
De optionele ATTENTION ASSIST (AtAs) is uniek in bussen en wordt gekenmerkt door veelzijdige
functionaliteit. ATTENTION ASSIST registreert parameters zoals de stuurhoek, snelheid,
longitudinale en laterale versnelling, ritduur, bedieningssignalen en chauffeurswissel. Uit de
correlatie van deze gegevens leidt het systeem de conditie van de chauffeur af. Als de
gegevens op concentratieverlies of vermoeidheid wijzen, verschijnt het pictogram van een
koffiekopje op het display om op een noodzakelijke pauze te wijzen.
AtAs
18 *Optie
19
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | AtAs

Intelligent verlichtingssysteem:
zien en gezien worden.
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | Bochtverlichting
De bochtverlichting. De bochtverlichting wordt ’s nachts
ingeschakeld zodra de richtingaanwijzer wordt gebruikt of
een bepaalde stuuruitslag wordt bereikt. De bocht wordt
hierdoor onder een hoek van 65° verlicht. De intelligente
bochtverlichting verbetert het zicht in bochten met 90 %.
De bochtverlichting verhoogt in het donker de veiligheid bij het afslaan op slecht verlichte
kruisingen. De mistlamp aan de kant van de binnenbocht wordt ingeschakeld, zodat het
gebied beter wordt verlicht. Als de koplampen branden, gaat de mistlamp tot een snelheid
van 40 km per uur automatisch aan zodra de richtingaanwijzer wordt gebruikt of een
bepaalde stuuruitslag wordt bereikt.
De functie ‘bochtverlichting’ wordt door de mistlampen vervuld. De regeling vindt plaats op
basis van actuele informatie over de snelheid, stuurhoek en stand van de richtingaanwijzer.
Het regelapparaat zorgt er met behulp van deze gegevens voor dat de bochtverlichting
onder de meest uiteenlopende rijomstandigheden op de juiste manier werkt; bij kruisingen,
op rotondes maar ook tijdens het achteruit rijden. De bochtverlichting wordt niet abrupt
in- of uitgeschakeld, maar langzaam omhoog en omlaag gedimd. Zo krijgen de ogen de
gelegenheid om zich aan de veranderde lichtomstandigheden aan te passen.
Het dagrijlicht. Extra opties verhogen het veiligheidsniveau.
Het led-dagrijlicht is in de behuizing van de koplampen
geïntegreerd.
Het dimlicht. Het xenonlicht van de koplampen vormt
een breed lichttapijt met een grote reikwijdte voor het
voertuig.
Daardoor zijn de trottoirranden en wegbermen ook in bochten en bij zeer brede wegen
zichtbaar. Bij lastige rijomstandigheden en slecht weer resulteert dit in betere oriëntatiemogelijkheden
en meer zicht.
Automatisch
optimaal zicht.
De licht-regensensor. De regensensor zorgt voor een
traploze intervalregeling van de ruitenwisser op basis
van de hoeveelheid neerslag die op de voorruit valt. De
lichtsensor schakelt onder slechte lichtomstandigheden
automatisch de verlichting in.
De regen- en lichtsensor zijn in één element geïntegreerd. De regeling van de regensensor
is aan de wisintervalschakeling gekoppeld en maakt gebruik van geavanceerde infraroodtechniek.
Twee onzichtbare lichtstralen, die van twee lichtdiodes afkomstig zijn,
‘tasten’ de voorruit af. Afhankelijk van de hoeveelheid neerslag worden de lichtstralen in
een bepaalde mate gereflecteerd. Dit wordt door de regensensor waargenomen, waarop
het wisinterval wordt aangepast. Bij hevige regen schakelt de regensensor over op
ononderbroken wissen. Zodra het stopt met regenen, wordt de ruitenwisser automatisch
uitgeschakeld.
De eveneens geïntegreerde lichtsensor is aan het dimlicht gekoppeld, dat in de schemering
of onder slechte lichtomstandigheden automatisch wordt ingeschakeld. Beide
sensoren ontlasten de chauffeur, zodat hij zich beter op het verkeer kan concentreren.
20 21
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | Dagrijlicht, dimlicht, licht-regensensor

Wie meer ziet kan
verder vooruitkijken.
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | Geïntegreerde led-koplampen
Knipperlicht
(halogeen)
Dim- en grootlicht
(5 leds dimlicht, 3 leds grootlicht)
Een lichtend voorbeeld. Krachtige halogeen-koplampen horen bij de op veiligheid gerichte
standaarduitrusting van Mercedes-Benz bussen. Als optie verkrijgbare xenon-/led-koplampen
verlichten de weg nog beter. Ook het geïntegreerde led-dagrijlicht zorgt voor een betere zichtbaarheid
voor andere verkeersdeelnemers en daarmee voor nog meer veiligheid op de weg.
Dagrijlicht
(3 leds)
De ergonomische chauffeursplaats. In een overzichtelijke
en ergonomische cockpit kan de chauffeur
zich volledig op de weg concentreren.
Zowel de reis- als de lijnbussen van Mercedes-Benz onderscheiden zich door
optimale bedieningselementen die bijdragen aan de veiligheid van de inzittenden.
Onze ontwikkelaars hebben er immers alles aan gedaan om de chauffeursplaats
nog beter op de behoeften van de chauffeur af te stemmen, zodat hij al
zijn aandacht op de weg kan richten. Want een ontspannen en geconcentreerde
chauffeur verhoogt de veiligheid.
De chauffeursplaats biedt een perfecte basis. Hij blinkt uit in bedieningsgemak,
instrumentarium en comfort. De schakelaars en instrumenten zijn zodanig geplaatst
dat de chauffeur ze moeiteloos kan bereiken, zonder hiervoor zijn zitpositie te
hoeven wijzigen. Het dashboard is uiterst overzichtelijk en de belangrijkste gegevens
zijn in één oogopslag afleesbaar. De eenvoudige bediening vindt plaats via handige
toetsen in het nieuwe multifunctionele stuurwiel. De menunavigatie is intuïtief en
eenvoudig. Een ergonomische joystick maakt het schakelen comfortabel. Ver naar
beneden doorlopende ramen en doordachte spiegelsystemen bieden de chauffeur
optimaal zicht.
22
23
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | Chauffeursplaats

24
25

Een stevige basis.
Koprolbescherming
ECE-R 66/02
Koprolbescherming ECE-R 66/02. De mate van stijfheid van de carrosserie
is een essentiële factor voor de passieve veiligheid van een bus. De goede
mechanische eigenschappen van de carrosserie kunnen de gevolgen van een
ongeval verminderen.
Fase 3: Veiligheid bij een ongeval. | KTL
Ondergedompeld voor duurzame bescherming.
KTL biedt onovertroffen corrosiebescherming die de sterkte van de hele carrosserie langdurig waarborgt. Het geraamte wordt schuin in een bassin ondergedompeld
en hier onder een omgekeerde hoek weer uitgehaald, zodat de beschermende lak ook de meest complexe structuren bereikt. Op deze manier worden alle
onderdelen van het geraamte volledig van binnen en buiten gecoat. Door een elektrische spanning aan te brengen, zet de lak zich als een homogene laag af
op de kale carrosserie. De dikte van de laklaag kan met de stroomsterkte worden beïnvloed. De coating biedt effectieve en langdurige corrosiebescherming
die goed bestand is tegen inwerking van chemische stoffen en zo voor veiligheid door sterkte zorgt.
De hoge mate van stijfheid van het buslichaam wordt bij Mercedes-Benz bussen onder andere gewaarborgd door
doorlopende ringspanten met een optimaal gewicht. De stijfheid wordt conform de richtlijn ECE-R 66 gedefinieerd.
Hierin is de ‘overlevingsruimte’ vastgelegd, die de constructie van het voertuig bij een ongeval moet garanderen.
De Citaro voldoet nu al aan de toekomstige ECE-richtlijn. Onder het aantrekkelijke uiterlijk van de nieuwe Citaro gaan
onzichtbare maar uiterst belangrijke innovaties schuil. De carrosserie is weliswaar nog steeds op de bewezen ringspanttechniek
gebaseerd die al teruggaat tot de Citaro van de eerste generatie, maar is nu nog stijver uitgevoerd, zodat de
passagiers nog beter tegen aanrijdingen van opzij worden beschermd. De carrosserie van de nieuwe Citaro is bovendien
ontwikkeld met het oog op de toekomstige richtlijn ECE-R 66/02. Hierin wordt gedefinieerd hoe groot de overlevingsruimte
in het interieur van de bus moet zijn indien deze kantelt. Hierdoor voldoet de nieuwe Citaro nu al aan de nieuwe
richtlijn, die pas in 2017 in werking zal treden.
26 27
Fase 3: Veiligheid bij een ongeval. | Koprolbescherming ECE-R 66/02

Passieve veiligheid. Actieve bescherming.
De Front Collision Guard (FCG). De FCG is een crash-element dat de botsenergie van een aanrijding
door vervorming absorbeert en daardoor de inzittenden beschermt.
Fase 3: Veiligheid bij een ongeval. | Bescherming bij frontale ongevallen
Bescherming bij frontale ongevallen. Bij de Mercedes-Benz Citaro is extra veel aandacht aan de
veiligheid van de chauffeur besteed. De voor vrachtwagens geldende richtlijn ECE-R 29 definieert sinds
1975 de overlevingsruimte voor de chauffeur bij een frontale aanrijding. Deze richtlijn wordt bij de Citaro
op vrijwillige basis als norm gebruikt. Er zijn botsproeven uitgevoerd om te zien of er aan ECE-R 29 wordt
voldaan. De bescherming bij frontale ongevallen is op deze richtlijn gebaseerd en uniek voor stadsbussen.
Die stijve kooiconstructie verhoogt de passieve veiligheid.
Bescherming bij
frontale ongevallen
FCG is een uniek passief veiligheidssysteem dat de chauffeur en gids beschermt
bij een frontale aanrijding. De FCG bestaat uit een complex veiligheidssysteem.
Het begint met een dwarsprofiel voor de bescherming van
andere betrokken weggebruikers. Het fungeert als onderrijbeveiliging en kan
bijvoorbeeld een personenauto opvangen. Het geraamte achter dit profiel
bestaat uit crash-elementen die in geval van een aanrijding energie absorberen.
Ook is de chauffeursplaats met de stuurkolom, pedalen en stoel nu op een
massief chassisdeel geplaatst, dat bij een ernstige frontale aanrijding
volledig naar achteren kan schuiven. Hierdoor neemt de overlevingsruimte
met een aantal belangrijke centimeters toe. Onze ontwikkelaars hebben de
werking van de FCG niet alleen wiskundig afgeleid, maar ook in de praktijk
getoetst middels verschillende crashtests.
Front Collision
Guard
28 29
Fase 3: Veiligheid bij een ongeval. | FCG

Waarschuwingssysteem in de motorruimte.
Kennis die levens kan redden.
Fase 3: Veiligheid bij een ongeval. | Branddetectiesysteem, brandblusinstallatie
Het branddetectiesysteem. In 2010 heeft Mercedes-Benz
bussen een vrijwillige verbintenis ondertekend, waarin is
vastgelegd dat stads- en reisbussen standaard worden uitgerust
met een branddetectiesysteem.
Alle in de EU geleverde reis- en lijnbussen met de motor achterin zijn sinds 2011 van
detectiesystemen voorzien die de chauffeur bij brandgevaar onmiddellijk waarschuwen.
Brand ontstaat bij stads- en reisbussen meestal in de motorruimte. Door de inbouw van
waarschuwingssystemen hoeven passagiers zich geen zorgen meer te maken over hun
veiligheid in geval van brand. Bij overschrijding van de ingestelde waarde verschijnt de
alarmmelding ‘Brandmelding motorruimte’ op het display van de chauffeur.
De brandblusinstallatie. Als optie kan bovendien een
brandblusinstallatie worden geïntegreerd, die bij alarm door
het branddetectiesysteem wordt geactiveerd.
Met de optionele brandblusinstallatie wordt de blusprocedure onmiddellijk na detectie van
een brand gestart. De blusvloeistof wordt als een fijne nevel via de blusmonden in de
motorruimte gebracht. Deze systemen dragen bovendien bij aan schadebeperking, omdat
het voertuig snel geëvacueerd of zelfs geblust kan worden.
De Leidraad voor hulpdiensten. Een leidraad met specifieke informatie voor hulpverleners die een
snelle hulpverleningsketen mogelijk maakt.
Het ultieme doel van Mercedes-Benz is om veilige voertuigen te bouwen.
In het kader van ons integrale veiligheidsconcept onderzoeken we echter
ook met welke maatregelen de gevolgen van een ongeval geminimaliseerd
kunnen worden. Een belangrijk deel van ons werk bestaat er dan ook uit
om hulpverleners van goede informatie te voorzien. Want hoe beter ze
onze voertuigen en veiligheidssystemen kennen, hoe sneller ze gewonden
kunnen bereiken en levens kunnen redden.
Ondanks de intensieve inspanningen om onze bussen zo veilig mogelijk te
maken, kan de kans op letsel bij een ongeval niet volledig worden uitgesloten.
Een korte, snelle en effectieve hulpverleningsketen blijft daarom ook
in de toekomst essentieel.
Hulpverleners moeten de gewonden zo snel mogelijk kunnen bereiken,
zonder daarbij zichzelf of de gewonden verder in gevaar te brengen. Dit
vereist een gedegen training van alle hulpverleners. De ‘Leidraad voor
hulpdiensten’ biedt gedetailleerde informatie over onder andere de
constructie, de toegangsmogelijkheden en de veiligheidssystemen van
onze bussen. Hiermee ondersteunt Mercedes-Benz hulpverleners bij hun
training en werk.
www.mercedes-benz.co.uk/rescue_guideline_buses
30 31
Fase 4: Veiligheid na een ongeval. | Leidraad voor hulpdiensten

Veiligheid in signaalgeel:
de veiligste bus ter wereld.
De Safety Coach. De Safety Coach. De reisbus Travego beschikt als Safety Coach over
alle veiligheidssystemen die momenteel leverbaar zijn. Het voertuig demonstreert zo alle
actuele veiligheids- en assistentiesystemen voor de bus. Deze lopen uiteen van het elektronisch
stabiliteitsprogramma ESP ® en de Active Brake Assist , die de Travego zowel bij
stilstaande als rijdende obstakels voor de bus automatisch afremt, tot de branddetectieen
blusinstallatie in de motorruimte.
Wij worden gedreven door een visie waarin ongevalvrij rijden
centraal staat. Daarom worden er voortdurend nieuwe veiligheidssystemen
door ons ontwikkeld en op de markt gebracht.
Veiligheid is een kernwaarde voor Mercedes-Benz. Het is een essentieel onderdeel van
de bedrijfsfilosofie, net zoals technologisch leiderschap dat door de voortdurende ontwikkeling
van het integrale veiligheidsconcept wordt gestaafd.
32
33

34
35

Kleine bus, grootse veiligheid: onze minibussen
zijn een voorbeeld in hun klasse.
ADAPTIVE ESP®. Dit systeem verhoogt de rijstabiliteit
van de minibus in grenssituaties, zoals bochten die met
hoge snelheid worden genomen en abrupte uitwijkmanoeuvres.
Dit gebeurt door doelgericht in te grijpen in
het rem- en motormanagement, waarbij rekening wordt
gehouden met de beladingstoestand.
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | ADAPTIVE ESP®, zijwindassistent
Met ADAPTIVE ESP® worden kritieke rijsituaties nog beter beheersbaar. ADAPTIVE ESP ®
verhoogt de rijstabiliteit van het voertuig, vooral in snel genomen bochten of bij
abrupte uitwijkmanoeuvres. Het systeem grijpt doelgericht in in het rem- en motormanagement,
waarbij het rekening houdt met de beladingstoestand. Hierdoor worden
slippen, uitbreken en kantelen van het voertuig binnen de grenzen van het mogelijke
voorkomen en laat de Sprinter minibus zich gemakkelijker besturen. ADAPTIVE ESP ®
reageert lastafhankelijk, zodat de elektronische regelprocessen rekening houden met
de actuele beladingstoestand.
36 37
ADAPTIVE
ESP®
Zijwindassistent
De zijwindassistent. Sterke, vlagerige zijwind kan ertoe
leiden dat een voertuig plotseling van zijn koers afwijkt. De
zijwindassistent detecteert de optredende krachten op
tijd via de sensoren van het ADAPTIVE ESP ® -systeem.
Het systeem corrigeert de koers van het voertuig vanaf een
snelheid van 80 km per uur automatisch met remingrepen
op de wielen aan de windzijde. Hierdoor wordt de invloed
van zijwind grotendeels gecompenseerd of gereduceerd,
zodat de koersafwijking aanzienlijk minder is.
--
ESP®-sensoren detecteren zijwindvlagen
--
Vermindert koersafwijkingen door gerichte, eenzijdige remingrepen
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | ADAPTIVE ESP®, zijwindassistent

Gevarendriehoek in de spiegel
Detectiehoek (voorbeeld)
Detectiegebied (voorbeeld)
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | Dodehoekassistent, grootlichtassistent
De dodehoekassistent. De dode hoek van het voertuig
wordt vanaf een snelheid van 30 km per uur continu door
dit systeem bewaakt. Het kan de chauffeur met visuele en
akoestische signalen waarschuwen wanneer verandering
van rijbaan gevaar oplevert.
--
Twee radarsensoren bewaken de dode hoek in een gebied tot 3 meter achter en
naast het voertuig
--
Waarschuwing via oplichtende gevarendriehoek in de buitenspiegels
--
Visuele en akoestische waarschuwingen helpen een aanrijding te voorkomen
--
Het systeem is vanaf 30 km per uur actief en kan via een schakelaar gedeactiveerd
worden
De grootlichtassistent. Dit systeem wordt aangestuurd
door een camera achter de voorruit die continu de omgeving
en het verkeer voor het voertuig registreert. Als het
systeem geen voorliggers of tegenliggers detecteert die
verblind kunnen worden, wordt het grootlicht automatisch
ingeschakeld.
--
Het grootlicht wordt automatisch ingeschakeld als het systeem geen voertuigen
detecteert die verblind kunnen worden
--
De grootlichtassistent wordt geactiveerd als de verlichtingsschakelaar op ‘AUTO’
staat en de grootlichtfunctie van de combischakelaar aan het stuur is ingeschakeld
--
De functie kan permanent worden gedeactiveerd via het combi-instrument.
Actief vanaf een snelheid van 35 km per uur
Bestaat uit: Camera aan de binnenkant van de voorruit, elektronisch regelapparaat,
beeldverwerkingssoftware
38 39
Dodehoekassistent
Grootlichtassistent
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | Dodehoekassistent, grootlichtassistent

Maximale rijstabiliteit.
Minimale inspanning.
Werkingsprincipe van de assistent
65 m
De spoorassistent. Dit systeem geeft akoestische en
visuele waarschuwingssignalen zodra de bus de rijbaan
onbedoeld verlaat.
COLLISION PREVENTION ASSIST. Dit systeem waarschuwt de chauffeur met visuele en akoestische signalen
zodra de afstand tot een voorligger of stilstaand obstakel te klein wordt en ondersteunt hem bij een noodstop
met de remassistent BAS PRO.
Fase 2: Veiligheid bij gevaar. | Spoorassistent
--
Multifunctionele camera registreert duidelijke wegmarkeringen
--
De cameragegevens en de activiteiten van de chauffeur worden door een regelapparaat
verwerkt om te bepalen of de rijbaan bedoeld of onbedoeld wordt verlaten
--
Bij onbedoeld overschrijden van de wegmarkeringen waarschuwt het systeem met
akoestische en visuele signalen
--
De kans op ongevallen als gevolg van in slaap vallen of concentratieverlies kan zo
worden verkleind
--
Het systeem is vanaf 60 km per uur actief en kan via een schakelaar gedeactiveerd
worden
SPA
COLLISION
PREVENTION
ASSIST
--
Radareenheid registreert voorliggers en stilstaande obstakels
--
Visueel waarschuwingssignaal bij onvoldoende afstand
--
Extra akoestische waarschuwing bij aanrijdingsgevaar
--
Ondersteuning door remassistent BAS PRO bij sterk afremmen
--
Vereist actief remmen door de chauffeur
--
Kan een kop-staartbotsing helpen vermijden
--
Werkt tot een afstand van maximaal 65 m
--
Het systeem is vanaf 30 km per uur actief en kan via een schakelaar
gedeactiveerd worden
De assistentiepakketten. De assistentiesystemen in de Sprinter minibus kunnen afzonderlijk maar ook als
pakket worden besteld.
Het spoorpakket*
Het rijassistentiepakket*
40 *Niet voor alle modellen verkrijgbaar
41
Grootlichtassistent
Spoorassistent
Dodehoekassistent
Grootlichtassistent
Spoorassistent
Dodehoekassistent
COLLISION
PREVENTION
ASSIST
Fase 2: Veiligheid bij gevaar. | COLLISION PREVENTION ASSIST

Kies voor veiligheid.
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | OMNIplus-veiligheidstraining en noodgevaltraining
Met het serviceprogramma van OMNIplus. Zelfs het beste veiligheidsconcept wordt nog betrouwbaarder als al
uw chauffeurs vertrouwd zijn met alles wat met veiligheid te maken heeft en theoretisch en praktisch voorbereid
zijn op kritieke situaties.
De OMNIplus-veiligheidstraining. Uw bus is kostbaar, net als uw goede naam als
busondernemer. Gekwalificeerde trainingen zorgen ervoor dat uw chauffeurs nog
veiliger met uw Mercedes-Benz bussen omgaan. Daarom hebben wij een aantal OMNIplus
DriverTrainingen ontwikkeld. Met de OMNIplus-veiligheidstrainingen bieden we u de
juiste training voor elke chauffeur, elke taak en elke eis. In onze Basic-plus-veiligheidstrainingen
leren chauffeurs aan de hand van oefeningen hoe ze ‘kleine’ manoeuvreerschades
kunnen voorkomen en worden ze getraind in de manier waarop ze op kritieke
rijsituaties moeten reageren.
Train als een profcoureur met een veiligheidstraining op de Hockenheimring. Hier
kunt u onze OMNIplus-Premium-veiligheidstraining volgen. Het programma, dat
tweeëneenhalve dag duurt, omvat de volgende extra onderdelen: manoeuvres op
snelwegsnelheid, praktische oefeningen gericht op het handelen in noodsituaties
en een brandblussimulatie. Breid uw competenties en knowhow uit in pole-position
en zorg ervoor dat kritieke situaties uw bussen niet kritiek worden.
OMNIplusveiligheidstraining
De OMNIplus noodgevaltraining. Zelfs de fitste chauffeur kan alleen optimaal werken
als hij zijn bus door en door kent. De comfort- en assistentiesystemen van onze
geavanceerde bussen zijn ontwikkeld om chauffeurs en passagiers zo ontspannen en
comfortabel mogelijk naar hun bestemming te brengen. Voorwaarde daarvoor is dat
uw chauffeur deze systemen kan bedienen en gebruiken. Tijdens de OMNIplus noodgevaltraining
behandelen we alles wat de bus te bieden heeft en wat de chauffeur moet
weten. De training wordt bij u op locatie gegeven, zodat uw chauffeurs de theoretische
en praktische onderdelen met hun eigen voertuig kunnen uitvoeren. Zo komen ook
uw passagiers relaxed en veilig op hun bestemming aan.
OMNIplus
noodgevaltraining
42 43
Fase 1: Veiligheid bij het rijden. | OMNIplus-veiligheidstraining en noodgevaltraining

Belangrijk voor u. Belangrijk voor ons. Privacybescherming en de opslag van technische gegevens in het voertuig.
Elektronische voertuigcomponenten zoals de airbagregeleenheid en de motorregeleenheid bevatten gegevensopslag voor technische voertuiggegevens.
Voorbeelden hiervan zijn storingsmeldingen, snelheid van het voertuig, remkracht en de werking van beveiligingssystemen en rijassistentiesystemen op het
moment van een ongeval. Audio- en videogegevens worden niet opgeslagen. De gegevens worden in het geval van een storingsmelding als momentopname
opgeslagen. Bij een ongeval vindt gegevensopslag over een zeer korte periode van maximaal enkele seconden plaats. En om de belasting van onderdelen te
kunnen evalueren, worden gegevens in samengevatte vorm opgeslagen. De opgeslagen gegevens kunnen via interfaces in het voertuig worden uitgelezen,
waarna ze door monteurs kunnen worden gebruikt voor het diagnosticeren en verhelpen van storingen. Verder kan de fabrikant de gegevens gebruiken voor het
analyseren en verbeteren van voertuigfuncties. Op verzoek van de klant kunnen de gegevens ook als basis voor andere optionele services dienen. De voertuiggegevens
worden uitsluitend aan de fabrikant resp. derden overgedragen op grond van wettelijke toestemming, of op grond van contractuele overeenkomsten
met de klant, waarbij in alle gevallen de wetgeving inzake gegevensbescherming in acht wordt genomen. In de handleiding van het voertuig vindt u meer
informatie over de gegevens die in het voertuig worden opgeslagen. Uiteraard behandelt Mercedes-Benz Bussen alle klantgegevens vertrouwelijk.
Over de informatie in deze brochure.
Het is mogelijk dat er na het ter perse gaan van deze publicatie (09/16) nog wijzigingen in het product zijn aangebracht. Constructie- of ontwerpwijzigingen,
kleurafwijkingen en wijzigingen in de omvang van de levering door de fabrikant zijn tijdens de levertijd voorbehouden, mits deze wijzigingen of afwijkingen,
rekening houdend met de belangen van de verkoper, billijk zijn voor de koper. De illustraties kunnen opties en accessoires betreffen die niet tot de standaarduitrusting
behoren. Kleuren kunnen om druktechnische redenen afwijken.
Deze brochure kan voertuigtypen en diensten bevatten die in bepaalde landen niet worden aangeboden. Informatie over wettelijke, juridische en fiscale
voorschriften en gevolgen geldt alleen voor de Bondsrepubliek Duitsland op het moment van het ter perse gaan van deze brochure. Vraag daarom uw
Mercedes-Benz Key-Accountmanager naar de bindende actuele voorwaarden.
www.mercedes-benz.com
EvoBus GmbH, Mercedesstraße 127/6, 70327 Stuttgart BUS/MPM-B · MB-IS-1-NL-09/16
44