13.12.2017 Views

RPR_ZBM_2017_10_09

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ZORGBEDRIJF<br />

MEETJESLAND<br />

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR<br />

HET PERSONEEL<br />

Goedgekeurd door de Raad van Beheer d.d. 9/<strong>10</strong>/<strong>2017</strong>


INHOUD<br />

TITEL 1. TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN ............................ 5<br />

HOOFDSTUK I. TOEPASSINGSGEBIED ......................................................................................... 5<br />

HOOFDSTUK II. ALGEMENE BEPALINGEN .................................................................................. 5<br />

TITEL 2. DE LOOPBAAN ..................................................................................................... 7<br />

HOOFDSTUK I. DE INDELING VAN DE GRADEN EN DE PROCEDURES VOOR DE VERVULLING VAN<br />

DE BETREKKINGEN ................................................................................................................... 7<br />

HOOFDSTUK II. DE AANWERVING ........................................................................................... 11<br />

HOOFDSTUK III. DE SELECTIEPROCEDURE ............................................................................... 15<br />

HOOFDSTUK IV. BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR DE AANWERVING IN SOMMIGE TIJDELIJKE<br />

BETREKKINGEN ...................................................................................................................... 22<br />

HOOFDSTUK V. DE AANWERVING VAN PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP ..................... 24<br />

HOOFDSTUK VI. DE INDIENSTTREDING .................................................................................... 25<br />

HOOFDSTUK VII. DE EVALUATIE TIJDENS DE LOOPBAAN ......................................................... 25<br />

HOOFDSTUK VIII. VORMING .................................................................................................... 27<br />

HOOFDSTUK IX. DE ADMINISTRATIEVE ANCIËNNITEITEN ........................................................ 28<br />

HOOFDSTUK X. DE FUNCTIONELE LOOPBAAN ......................................................................... 31<br />

HOOFDSTUK XI. DE BEVORDERING ......................................................................................... 33<br />

HOOFDSTUK XII. DE VERVULLING VAN EEN VACATURE DOOR INTERNE PERSONEELSMOBILITEIT<br />

.............................................................................................................................................. 38<br />

TITEL 3. DE WAARNEMING VAN EEN HOGERE FUNCTIE .................................... 41<br />

TITEL 4. DE UITDIENSTTREDING VAN HET PERSONEELSLID ........................... 42<br />

TITEL 5. HET SALARIS ..................................................................................................... 43<br />

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN ................................................................................. 43<br />

HOOFDSTUK II. DE TOEKENNING VAN PERIODIEKE SALARISVERHOGINGEN DOOR DE OPBOUW<br />

VAN GELDELIJKE ANCIËNNITEIT ............................................................................................. 44<br />

HOOFDSTUK III. BIJZONDERE BEPALINGEN ............................................................................. 47<br />

HOOFDSTUK IV. DE BETALING VAN HET SALARIS .................................................................... 48<br />

TITEL 6. DE TOELAGEN, VERGOEDINGEN EN SOCIALE VOORDELEN ........... 49<br />

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN ................................................................................. 49


HOOFDSTUK II. DE VERPLICHTE TOELAGEN ............................................................................ 50<br />

HOOFDSTUK III. DE SALARISBIJSLAG EN DE UURTOESLAGEN VOOR ONREGELMATIGE<br />

PRESTATIES VOOR SOMMIGE PERSONEELSCATEGORIEËN IN DE FEDERAAL GEFINANCIERDE<br />

GEZONDHEIDSINSTELLINGEN .................................................................................................. 52<br />

HOOFDSTUK IV. DE UURTOESLAGEN VOOR ONREGELMATIGE PRESTATIES VOOR ANDERE<br />

PERSONEELSCATEGORIEËN DAN IN DE FEDERAAL GEFINANCIERDE GEZONDHEIDSINSTELLINGEN<br />

.............................................................................................................................................. 52<br />

HOOFDSTUK V. DE ANDERE TOELAGEN .................................................................................. 53<br />

HOOFDSTUK VI. DE VERGOEDING VOOR REIS- EN VERBLIJFSKOSTEN ...................................... 54<br />

HOOFDSTUK VII. DE SOCIALE VOORDELEN ............................................................................. 56<br />

TITEL 7. VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN................................................................. 60<br />

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN ................................................................................. 60<br />

HOOFDSTUK II. DE JAARLIJKSE VAKANTIE .............................................................................. 60<br />

HOOFDSTUK III. DE FEESTDAGEN ............................................................................................ 61<br />

HOOFDSTUK IV. BEVALLINGSVERLOF EN OPVANGVERLOF ...................................................... 62<br />

HOOFDSTUK V. HET ZIEKTEVERLOF ........................................................................................ 62<br />

HOOFDSTUK VI. HET OMSTANDIGHEIDSVERLOF ...................................................................... 63<br />

HOOFDSTUK VII. HET ONBETAALD VERLOF ............................................................................. 65<br />

HOOFDSTUK VIII. LOOPBAANONDERBREKING/ VLAAMS ZORGKREDIET .................................. 69<br />

HOOFDSTUK IX. POLITIEK VERLOF .......................................................................................... 69<br />

HOOFDSTUK X. VAKBONDSVERLOF ........................................................................................ 69<br />

HOOFDSTUK XI. VOORBEHOEDVERLOF OF PROFYLAXEVERLOF ............................................... 70<br />

HOOFDSTUK XII. DE DIENSTVRIJSTELLINGEN .......................................................................... 71<br />

TITEL 8. SLOTBEPALINGEN ........................................................................................... 73<br />

HOOFDSTUK I. OVERGANGSBEPALINGEN ................................................................................ 73<br />

HOOFDSTUK II. INWERKINGTREDINGSBEPALINGEN ................................................................. 76<br />

BIJLAGE I. : DIPLOMAVOORWAARDEN ..................................................................... 77<br />

BIJLAGE II. : BIJZONDERE AANWERVINGS- EN<br />

BEVORDERINGSVOORWAARDEN ................................................................................ 82<br />

BIJLAGE III. : UITGEWERKTE SALARISSCHALEN ................................................. 89<br />

BIJLAGE IV. : OVERZICHT VAN DE VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN, DE<br />

ADMINISTRATIEVE TOESTAND EN DE GELDELIJKE EN ADMINISTRATIEVE<br />

GEVOLGEN .......................................................................................................................... 97


BIJLAGE V. : OVERZICHT VAN DE MAATREGELEN INZAKE VRIJSTELLING<br />

VAN ARBEIDSPRESTATIES EN EINDELOOPBAAN IN DE GEZONDHEIDSZORG<br />

................................................................................................................................................ <strong>10</strong>0<br />

BIJLAGE VI. : DE ATTRACTIVITEITSPREMIE ........................................................ <strong>10</strong>8<br />

BIJLAGE VII. : FUNCTIECOMPLEMENT VOOR DE<br />

HOOFDVERPLEEGKUNDIGEN, VERPLEEGKUNDIGE COÖRDINATOREN EN<br />

HOOFDPARAMEDICI IN RVT EN ROB ....................................................................... 1<strong>10</strong><br />

BIJLAGE VIII. : FUNCTIECOMPLEMENT VOOR BIJZONDERE<br />

BEROEPSBEKWAAMHEDEN ......................................................................................... 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

TITEL 1. TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN<br />

HOOFDSTUK I. TOEPASSINGSGEBIED<br />

Artikel 1<br />

Deze rechtspositieregeling is van toepassing op het voltallig personeel van het zorgbedrijf<br />

Meetjesland, met uitzondering van:<br />

- De personeelsleden aangeworven met een arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling van<br />

studenten;<br />

- Het gelegenheidspersoneel (interim-personeel/uitzendkrachten).<br />

HOOFDSTUK II. ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 2<br />

Voor de toepassing van deze rechtspositieregeling wordt verstaan onder:<br />

1. OD: het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor<br />

maatschappelijk welzijn of het OCMW-decreet;<br />

2. BVR <strong>RPR</strong> O: het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 20<strong>10</strong> houdende de minimale<br />

voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de<br />

openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor<br />

sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare<br />

centra voor maatschappelijk welzijn, en latere wijzigingen;<br />

3. het personeelslid: elk personeelslid dat in dienst is genomen bij arbeidsovereenkomst, conform de<br />

wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;<br />

4. een jobstudent: een contractueel personeelslid aangeworven in het kader van een<br />

studentenovereenkomst;<br />

5. de raad: de raad van beheer;<br />

6. het bestuur: het zorgbedrijf Meetjesland;<br />

7. de aanstellende overheid: de raad van beheer of het orgaan of de persoon aan wie de<br />

desbetreffende bevoegdheid werd gedelegeerd in toepassing van de delegatiemogelijkheden van<br />

het OCMW-decreet.<br />

8. de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel: de plaatselijke rechtspositieregeling van het<br />

personeel van de gemeente die door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt<br />

bediend, vastgesteld met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december<br />

2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en<br />

het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele<br />

bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra<br />

voor maatschappelijk welzijn;<br />

9. graad: benaming voor een groep van gelijkwaardige functies of benaming voor een specifieke<br />

functie;<br />

<strong>10</strong>. schaal: een graad bestaat uit één of meerdere opeenvolgende (salaris)schalen, waaraan een<br />

functionele loopbaan gekoppeld is;<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 5 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

11. rang: aanduiding voor een groep van gelijkwaardige graden;<br />

12. functiekaart: de weergave van de functie-inhoud en van het functieprofiel, waaronder de<br />

competenties;<br />

13. competenties: de kennis, vaardigheden, persoonlijkheidskenmerken en attitudes die nodig zijn<br />

voor de uitoefening van een functie;<br />

14. het personeelsbestand: het totale personeelsbestand is het totale aantal betrekkingen binnen het<br />

bestuur, uitgedrukt in FTE, inclusief sociale tewerkstelling binnen het bestuur.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 6 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

TITEL 2. DE LOOPBAAN<br />

HOOFDSTUK I. DE INDELING VAN DE GRADEN EN DE PROCEDURES VOOR<br />

DE VERVULLING VAN DE BETREKKINGEN<br />

Artikel 3<br />

Paragraaf 1<br />

Per niveau worden de graden gerangschikt in hiërarchische rangorde. Dat zijn de rangen per niveau. Aan de<br />

graad van een hogere rang in een niveau is in de regel een hogere salarisschaal verbonden. Hieronder een<br />

schematisch overzicht:<br />

Niveau E<br />

Graad Rang Schalen<br />

1 basisgraad Ev E1-E2-E3<br />

Niveau D<br />

Graad Rang Schalen<br />

1 basisgraad Dv D1-D2-D3<br />

Niveau C<br />

Graad Rang Schalen<br />

1 basisgraad Cv C1-C2-C3<br />

Basisgraad van verzorgende<br />

in de ouderenzorg en in de<br />

thuiszorg met diploma<br />

secundair onderwijs of<br />

daarmee gelijkgesteld<br />

onderwijs.<br />

Basisgraad<br />

van<br />

gebrevetteerd/gediplomeerd<br />

verpleegkundige<br />

C1-C2<br />

C3-C4<br />

1 hogere graad Cx C4-C5<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 7 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Niveau B<br />

Graad Rang Schalen<br />

1 basisgraad Bv B1-B2-B3<br />

Basisgraad<br />

van<br />

verpleegkundige en van<br />

paramedicus in een federaal<br />

gefinancierde<br />

gezondheidsinstelling<br />

Hogere graad van<br />

hoofdverpleegkundige of<br />

van hoofdparamedicus in en<br />

federaal gefinancierde<br />

gezondheidsinstelling<br />

Bx<br />

BV1-BV2-BV3<br />

BV5<br />

Dagverantwoordelijke<br />

niveau B<br />

van<br />

Bz<br />

B6-B7<br />

Niveau A<br />

Graad Rang Schalen<br />

1 basisgraad Av A1a-A2a-A3a<br />

Eerste hogere graad Ax A4a-A4b<br />

Tweede hogere graad Ay A5a-A5b<br />

Paragraaf 2<br />

De graden worden ingedeeld in vijf niveaus. De niveaus stemmen, met uitzondering van de niveaus D<br />

en E, overeen met een diplomavereiste van een bepaald onderwijsniveau.<br />

De niveaus en de daarmee overeenstemmende diploma’s of getuigschriften zijn:<br />

1. niveau A: ofwel een masterdiploma, ofwel een diploma van het universitair onderwijs of een<br />

diploma van het hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs;<br />

2. niveau B: ofwel een bachelordiploma, ofwel een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus<br />

of daarmee gelijkgesteld onderwijs;<br />

3. niveau C: een diploma van het secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs;<br />

4. niveau D: geen diplomavereiste, tenzij anders bepaald;<br />

5. niveau E: geen diplomavereiste.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 8 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 3<br />

De lijst van erkende diploma’s of getuigschriften per niveau wordt door de Vlaamse minister,<br />

bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden, vastgesteld.<br />

Alleen de erkende diploma’s of getuigschriften op de lijst vermeld in het Ministerieel Besluit van 19<br />

februari 2013 tot vaststelling van de lijst van erkende diploma’s of getuigschriften per niveau ter<br />

uitvoering van artikel 11, §2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december<br />

2007, en latere wijzigingen, en de buitenlandse diploma’s die daarmee gelijkgesteld worden, komen<br />

bij aanwerving in aanmerking.<br />

Gelijkwaardige diploma’s komen eveneens in aanmerking. Diploma’s kunnen als gelijkwaardig<br />

beschouwd worden indien de inhoud van de studierichting en de studie- en lespakketten gelijkwaardig<br />

zijn. Een afweging wordt steeds gemaakt in overeenstemming met bijlage I en de daarin vermelde<br />

reglementering. De kandidaten leveren het bewijs van de gelijkstelling of gelijkwaardigheid.<br />

Artikel 4<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

De aanstellende overheid verklaart een betrekking vacant.<br />

Zij begeeft een betrekking, vacant in de personeelsformatie, ongeacht haar rangindeling via:<br />

1. een aanwervingsprocedure;<br />

2. een bevorderingsprocedure;<br />

3. een procedure van interne mobiliteit;<br />

4. een combinatie van de procedures;<br />

5. een procedure van uitbreiding van wekelijkse prestaties van een deeltijdse betrekking of<br />

omzetting in een voltijdse betrekking.<br />

Zij houdt hierbij redelijkerwijze rekening met het in dienst zijnde en in aanmerking komende<br />

personeel.<br />

Bij een combinatie van procedures blijven de specifieke regels van elke procedure gelden. Het is<br />

essentieel dat de selectie bij elke procedure focust op precies dezelfde selectiecriteria en<br />

competentievereisten voor de functie.<br />

Bij de aanwervingsprocedure worden tegelijk personen extern aan het bestuur en personeelsleden van<br />

het bestuur uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de betrekking.<br />

Bij de bevorderingsprocedure en bij de procedure van interne personeelsmobiliteit worden alleen<br />

personeelsleden van het bestuur uitgenodigd om zich voor de vacante betrekking kandidaat te stellen.<br />

Bij de procedure van uitbreiding van de wekelijkse prestaties richt de aanstellende overheid een<br />

oproep tot de deeltijdse personeelsleden in een betrekking van dezelfde graad, voor de vervulling van<br />

de extra uren en maakt zijn keuze op basis van een vergelijking van de kandidaturen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 9 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 3<br />

De aanstellende overheid bepaalt bij de vacantverklaring van een betrekking:<br />

1. de wijze waarop de vacante betrekking begeven wordt, binnen de mogelijkheden van paragraaf 1;<br />

2. of de diplomavereiste uitzonderlijk geschrapt wordt binnen de mogelijkheden van artikel 8;<br />

3. de wijze van externe bekendmaking binnen de mogelijkheden van artikel 9;<br />

4. de keuze voor een preselectie of het afnemen van psychotechnische onderzoeken, binnen de<br />

mogelijkheden van artikel 20;<br />

5. het verloop van de selectie, met inbegrip van de timing, rekening houdend met artikel <strong>10</strong> en 21;<br />

6. de samenstelling van de selectiecommissie, binnen de mogelijkheden van artikel 14, 15 en 16;<br />

7. de keuze van de selectietechnieken, binnen de mogelijkheden van artikel 18;<br />

8. het minimale resultaat om als geslaagd beschouwd te worden bij de afsluiting van de<br />

selectieprocedure, en in voorkomend geval, het minimale resultaat om toegelaten te worden tot<br />

een volgende stap in de selectieprocedure, zoals bepaald in artikel 18 §4;<br />

9. of een wervingsreserve wordt aangelegd en de geldigheidsduur ervan, binnen de mogelijkheden<br />

van artikel 24.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina <strong>10</strong> van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK II. DE AANWERVING<br />

AFDELING 1. DE ALGEMENE TOELATINGSVOORWAARDEN EN DE ALGEMENE<br />

AANWERVINGSVOORWAARDEN<br />

Artikel 5<br />

Paragraaf 1<br />

Om in aanmerking te komen voor een functie moeten de kandidaten:<br />

1. een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze<br />

solliciteren;<br />

Het passend gedrag wordt getoetst aan de hand van een uittreksel uit het strafregister, dat niet<br />

ouder mag zijn dan 3 maanden op de uiterste datum van indiening van de kandidatuur. Als daarop<br />

een ongunstige vermelding voorkomt, mag de kandidaat daarover een schriftelijke toelichting<br />

voorleggen.<br />

2. de burgerlijke en politieke rechten genieten;<br />

3. medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie, in overeenstemming met de wetgeving<br />

betreffende het welzijn van het personeelslid bij de uitvoering van hun werk.<br />

De medische geschiktheid van de kandidaat moet in overeenstemming met artikel 27 van het<br />

koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op het personeelslid<br />

vaststaan voor de effectieve tewerkstelling bij het bestuur. Medische controle van de kandidaatpersoneelsleden<br />

kan alleen maar als de bevoegde preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, na de<br />

voorgeschreven risico-analyse, de functie heeft uitgeroepen tot hetzij een veiligheidsfunctie, een<br />

functie met verhoogde waakzaamheid, een activiteit met welbepaald risico of een activiteit<br />

verbonden aan voedingswaren. Personeelsleden waaraan men een grotere kwetsbaarheid toekent,<br />

die een groter toezicht op de gezondheid en een bijzondere bescherming rechtvaardigt (voorbeeld<br />

jongeren, gehandicapt personeelslid,…), worden eveneens aan een voorafgaande<br />

gezondheidsbeoordeling onderworpen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 11 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 6<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Om in aanmerking te komen voor aanwerving, moeten de kandidaten:<br />

1. voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in<br />

bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, zoals bepaald in het uitvoeringsbesluit bij het<br />

decreet van 18 november 2011 en latere wijzigingen tot regeling van het bewijs van taalkennis,<br />

vereist door de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken;<br />

2. slagen voor de selectieprocedure;<br />

3. voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is (art. 3),<br />

en in voorkomend geval voldoen aan de diplomavereiste opgelegd krachtens een reglementering<br />

van de hogere overheid;<br />

4. minimaal vier jaar relevante beroepservaring hebben voor functies in de hogere rangen van<br />

niveau A, B en C;<br />

5. in het bezit zijn van een rijbewijs B voor de functies binnen niveau A en B, met uitzondering<br />

van de verpleegkundigen.<br />

Als relevante beroepservaring wordt zowel ervaring bij een overheid, als in de privé-sector of als<br />

zelfstandige verstaan. De beoordeling hiervan gebeurt aan de hand van de procedure zoals bepaald in<br />

artikel 44.<br />

Het personeelslid dat tewerkgesteld is in een deeltijdse functie nadat het geslaagd is voor<br />

selectieproeven, is vrijgesteld van nieuwe selectieproeven wanneer de wekelijkse prestaties binnen die<br />

functie uitgebreid worden of wanneer de functie voltijds wordt.<br />

AFDELING 2. DE BIJZONDERE AANWERVINGSVOORWAARDEN<br />

Artikel 7<br />

Eventuele bijzondere aanwervingsvoorwaarden worden in bijlage II bij deze rechtspositieregeling per<br />

graad vastgesteld.<br />

De aanstellende overheid kan, bij de vacantverklaring, op een objectieve en gemotiveerde wijze<br />

volgende aanvullende aanwervingsvoorwaarden vaststellen, met respect voor de bepalingen van de<br />

wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en het personeel en de<br />

vakbonden en haar personeel:<br />

1. een bepaalde vorming, training of opleiding;<br />

2. een aantal jaren relevante beroepservaring, al dan niet in een bepaalde functie;<br />

3. bepaalde diploma’s, getuigschriften, attesten of brevetten;<br />

4. bepaalde, relevante, competenties;<br />

5. bepaalde expertise.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 12 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 8<br />

In uitzonderlijke gevallen en op grond van vooraf vastgestelde, objectieve criteria kan de aanstellende<br />

overheid bij de vacantverklaring van een betrekking van niveau A, B of C beslissen om de<br />

diplomavereiste die als regel geldt voor dat niveau te schrappen. Die schrapping kan enkel als de<br />

functie noch op basis van functiebeschrijving, noch krachtens een reglementering van de hogere<br />

overheid een diploma vergt.<br />

Een kandidaat die niet over het vereiste diploma beschikt, komt in aanmerking als hij, ofwel:<br />

1. voldoet aan een vereiste inzake relevante beroepservaring en slaagt voor een niveau- of<br />

capaciteitstest;<br />

2. beschikt over een op de functie afgestemd ervaringsbewijs, uitgereikt overeenkomstig de<br />

Vlaamse regelgeving over de titels van beroepsbekwaamheid;<br />

3. beschikt over een op de functie afgestemd attest van een beroepsopleiding die hij gevolgd heeft<br />

bij een door de Vlaamse Regering erkende instelling voor beroepsopleiding.<br />

AFDELING 3. DE AANWERVINGSPROCEDURE<br />

Artikel 9<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Aan elke aanwerving gaat een externe bekendmaking van de vacature met een oproep tot kandidaten<br />

vooraf, behalve wanneer er geput wordt uit een bestaande wervingsreserve of er gebruik gemaakt<br />

wordt van de procedure van uitbreiding van de wekelijkse prestaties.<br />

De vacatures worden ten minste via de VDAB en de website bekendgemaakt.<br />

De kandidaturen kunnen ingediend worden op de manieren zoals meegedeeld in het vacaturebericht:<br />

Artikel <strong>10</strong><br />

Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening van de<br />

kandidaturen, verlopen minstens tien kalenderdagen. De dag van de bekendmaking van de vacature is<br />

niet in de termijn begrepen, de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen wel.<br />

De kandidaturen zullen pas in aanmerking worden genomen indien zij in het bezit zijn van het bestuur<br />

uiterlijk op de dag en het uur zoals vermeld in het vacaturebericht.<br />

Artikel 11<br />

Aan elke aanwerving gaat een selectieprocedure vooraf.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 13 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 12<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

De kandidaten moeten op de uiterste datum van de inschrijving voldoen aan de algemene<br />

toelatingsvoorwaarden en aan de algemene, bijzondere en aanvullende aanwervingsvoorwaarden, de<br />

selectie en de medische geschiktheid indien van toepassing voor de functie, uitgezonderd, en leveren<br />

het bewijs hiertoe uiterlijk op het ogenblik dat de eerste selectietechniek plaatsvindt, tenzij anders<br />

bepaald.<br />

De aanstellende overheid beoordeelt de geldigheid van de voorgelegde bewijzen, tenzij de raad van<br />

beheer de aanstellende overheid is. In dat geval beoordeelt de voorzitter de geldigheid. Op basis van<br />

die beoordeling wordt beslist welke kandidaten tot de selectieproeven worden toegelaten. De<br />

kandidaten die geweigerd worden, worden daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht met vermelding<br />

van de reden voor de weigering.<br />

Kandidaten kunnen de weigering tot deelname aan de selectieprocedure weerleggen. Zij doen dit<br />

binnen <strong>10</strong> kalenderdagen bij de aanstellende overheid op straffe van nietigheid.<br />

Voor de deelname aan de selectieproeven volstaat een kopie of een gewoon afschrift voor de<br />

bewijzen.<br />

Eensluidend verklaarde afschriften worden alleen gevraagd aan de kandidaat die aangesteld wordt in<br />

de functie en, in voorkomend geval, aan de kandidaten die opgenomen worden in de wervingsreserve<br />

en aangesteld worden.<br />

Wat de diplomavereisten betreft kunnen, in afwijking van §1, ook laatstejaarsscholieren of -studenten<br />

toegelaten worden tot de selectieprocedure, op voorwaarde dat de vacantverklaring heeft<br />

plaatsgevonden na 1 maart van een bepaald school- en/of academiejaar, en indien zij kunnen<br />

attesteren dat zij laatstejaarsscholier of -student zijn in de onderwijsinrichting die recht geeft op het<br />

vereiste diploma of getuigschrift. Ze leveren het bewijs dat ze aan de diplomavereiste voldoen<br />

uiterlijk op de datum van hun aanstelling bij het bestuur. Indien zij niet voldoen aan de<br />

diplomavereiste op die datum worden zij uit de wervingsreserve geschrapt.<br />

In afwijking van §1 voldoen de kandidaten die een bewijs van gelijkstelling of gelijkwaardigheid van<br />

een buitenlands diploma moeten leveren of een attest van kennis van de Nederlandse taal moeten<br />

indienen, hieraan uiterlijk op het einde van de selectieprocedure. Dit is de datum waarop het procesverbaal<br />

van de laatste selectietechniek is afgesloten of, in geval er psychotechnische onderzoeken<br />

afgenomen worden na de laatste selectietechniek, vanaf de eerste dag van de maand volgend op de<br />

datum van het psychotechnische onderzoek van de kandidaat. Onder voorbehoud kunnen zij<br />

toegelaten worden tot de procedure.<br />

AFDELING 4. DE PROCEDURE VAN UITBREIDING VAN DE WEKELIJKSE PRESTATIE<br />

Artikel 12bis<br />

Bij toepassing van de procedure van uitbreiding van de wekelijkse prestaties van een deeltijdse<br />

prestaties richt de aanstellende overheid een oproep aan de personeelsleden die deeltijds werken in<br />

een betrekking van dezelfde graad en reeds slaagden voor een aanwervingsprocedure, voor de<br />

vervulling van de extra uren.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 14 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK III. DE SELECTIEPROCEDURE<br />

AFDELING 1. ALGEMENE REGELS VOOR DE SELECTIES<br />

Artikel 13<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Elke selectie wordt uitgevoerd op basis van selectiecriteria en met behulp van een of meer<br />

selectietechnieken.<br />

De selectiecriteria en de selectietechnieken zijn afgestemd op de functiekaart. Voor functies van<br />

dezelfde graad zijn de selectietechnieken gelijkwaardig.<br />

De algemeen directeur stelt de functiekaart vast, met uitzondering van de functiekaart van algemeen<br />

directeur die vastgesteld wordt door de raad van beheer.<br />

Artikel 14<br />

Paragraaf 1<br />

De selecties worden uitgevoerd door een selectiecommissie, die als volgt wordt samengesteld:<br />

1. de selectiecommissie bestaat uitsluitend uit deskundigen.<br />

Komen in aanmerking als deskundige:<br />

a. deskundigen in de personeelsselectie;<br />

b. personen extern aan het bestuur, die daartoe wegens hun professionele activiteit en<br />

specialisatie geschikt bevonden worden;<br />

c. personeelsleden van andere overheden, de toezichthoudende overheid uitgezonderd, en,<br />

binnen de grenzen van het toegelaten aantal interne commissieleden, personeelsleden van het<br />

eigen bestuur, met een graad die minstens van gelijke rang is als de vacante functie;<br />

2. elke selectiecommissie bestaat uit ten minste drie leden;<br />

3. ten minste een derde van de leden zijn extern aan het eigen bestuur;<br />

4. de selectiecommissie bestaat bij voorkeur uit leden van verschillend geslacht;<br />

5. de mandatarissen en de algemeen directeur als hij aanstellende overheid is, kunnen geen lid zijn<br />

van een selectiecommissie.<br />

De mandatarissen en de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties mogen uitsluitend<br />

als waarnemer bij de selectie aanwezig zijn. Zij mogen niet aanwezig zijn bij het kiezen van de<br />

vragen en het delibereren over de uitslag van de selecties;<br />

6. bij afloop van de selectieprocedure beraadslaagt de selectiecommissie over het eindresultaat en<br />

het eindverslag van de kandidaten. De selectiecommissie kan geldig beraadslagen wanneer de<br />

helft van de leden aanwezig is. De beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid genomen.<br />

Het bestuur voert de selecties, maar de selecties kunnen geheel of gedeeltelijk uitgevoerd worden<br />

door een extern selectiebureau.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 15 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 2<br />

Psychotechnische proeven en persoonlijkheidstests worden afgenomen door een selectiebureau of<br />

door een persoon die daartoe bevoegd is in overeenstemming met het decreet van <strong>10</strong> december 20<strong>10</strong><br />

betreffende de private arbeidsbemiddeling en het besluit van de Vlaamse Regering van <strong>10</strong> december<br />

20<strong>10</strong> ter uitvoering van dat decreet.<br />

Artikel 15<br />

De leden van de selectiecommissies respecteren de volgende gedragsregels en wettelijke voorschriften<br />

bij selecties:<br />

1. onafhankelijkheid;<br />

2. onpartijdigheid;<br />

3. non-discriminatie op grond van zogenaamd ras of huidskleur, nationaliteit of etnische<br />

achtergrond, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, gezondheidstoestand, voorkomen, handicap,<br />

geloof of levensbeschouwing, burgerlijke staat, politieke overtuiging, zoals bepaald in de nondiscriminatiewetgeving;<br />

4. respect voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de kandidaten en voor hun private<br />

levenssfeer;<br />

5. geheimhouding van de vragen en, als dat van toepassing is, respect voor de anonimiteit van de<br />

proeven;<br />

6. verbod op belangenvermenging;<br />

Artikel 16<br />

De selectiecommissies worden geleid door een voorzitter. De voorzitter van de selectiecommissie<br />

wordt in zijn taak bijgestaan door een secretaris die niet deelneemt aan de eigenlijke selectieprocedure<br />

en aan de beoordeling van de kandidaten.<br />

De leden en de secretaris van de selectiecommissie worden nominatief door de aanstellende overheid<br />

aangewezen. Indien de aanstellende overheid de voorzitter van de selectiecommissie niet nominatief<br />

heeft aangewezen, duiden de leden van de selectiecommissie in hun midden een voorzitter aan.<br />

Dit artikel is niet van toepassing bij uitbesteding van de selectie aan een extern selectiebureau.<br />

Artikel 17<br />

De selectieprocedures resulteren in een bindende rangschikking van de geslaagde of geschikt<br />

bevonden kandidaten in volgorde van de behaalde punten.<br />

Indien de aanstellende overheid beslist bij vacantverklaring om gelijktijdig een aanwervings- en<br />

bevorderingsprocedure te organiseren, dan worden alle geslaagde kandidaten in één rangschikking<br />

opgenomen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 16 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 18<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

De selecties vinden plaats op basis van selectietechnieken. Deze kunnen zijn:<br />

a. een competentieproef: de kandidaat wordt geconfronteerd met een probleemsituatie (m.b.t. de<br />

inhoudelijke en organisatorische werking van de dienst of cluster) die zich tijdens de latere<br />

uitoefening van de functie kan voordoen. De kandidaat tracht een oplossing uit te werken, waarbij<br />

de competenties vereist voor de functie op basis van de functiekaart en het competentieprofiel<br />

worden getoetst.<br />

b. een worksampleproef: omvat de specifieke beschrijving van één of meer situaties of<br />

praktijkgevallen die verband houden met de dienst, en waarover de gegevens tijdens de selectie<br />

aan de kandidaat worden bezorgd. De wetgeving of specifieke kennis m.b.t. de functie kan hierin<br />

worden verwerkt.<br />

c. een test die de managements- en/of leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst.<br />

d. Een proef die het financieel-economisch inzicht van de kandidaten toetst.<br />

e. een praktische proef: de kandidaten moeten één of meer proeven doen in overeenstemming met<br />

de opdrachten zoals omschreven in de functiekaart. Aan de kandidaat kan worden gevraagd<br />

tijdens de uitvoering van de praktische proef mondelinge toelichting te geven over de werkwijze,<br />

gebruikte technieken, werktuigen, toepassing veiligheidsvoorschriften en beschermingskledij.<br />

f. een grondig sollicitatiegesprek of mondelinge proef: deze selectietechniek beoogt de evaluatie<br />

van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de<br />

functie, evenals van zijn motivatie, van zijn persoonlijkheid, eventuele werkervaring, vakkennis<br />

en van zijn interesse voor het werkterrein. De geselecteerde competenties worden grondig<br />

bevraagd.<br />

g. een potentieelbeoordeling: peilt niet alleen naar de aanwezigheid van de vereiste competenties,<br />

maar gaat ook na of de kandidaat voldoende vertrouwd is met het vakdomein.<br />

De potentieelbeoordeling wordt uitgevoerd door een extern bureau en bestaat uit twee gedeelten:<br />

1. een beschrijvend gedeelte: Evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de<br />

kandidaat met de specifieke vereisten en competenties in de functiekaart.<br />

2. een kwantificeerbaar gedeelte: Er wordt nagegaan of de kandidaat vertrouwd is met het<br />

specifieke vakdomein. De wetgeving met betrekking tot de functie zal hierin verwerkt<br />

worden. Ook kan een praktijkgerichte informaticatest gelinkt aan het profiel worden<br />

geïntegreerd.<br />

De selectie kan aangevuld worden met psychotechnische onderzoeken georganiseerd na het grondig<br />

sollicitatiegesprek of mondelinge proef.<br />

Onder psychotechnische onderzoeken wordt verstaan:<br />

a. een assessment center: tijdens een assessment center wordt de kandidaat beoordeeld door twee<br />

verschillende assessoren die daarvoor een geïntegreerde set van technieken gebruiken. Dit<br />

capacitair onderzoek op niveau van de functie beoogt de evaluatie van de voor de functie vereiste<br />

vaardigheden en attitudes. Er wordt een uitspraak gedaan naar de geschiktheid van de kandidaat<br />

(niet geschikt, geschikt).<br />

b. een psychotechnische screening: een psychotechnische screening bestaat uit een op de functie en<br />

werkomgeving gerichte persoonlijkheidsvragenlijst, en psychotechnische testen afgestemd op het<br />

niveau en de aard van de functie(groep). Er wordt een uitspraak gedaan naar de geschiktheid van<br />

de kandidaat (niet geschikt, geschikt).<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 17 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 3<br />

De selecties worden als volgt vastgesteld:<br />

• Voor functies van niveau A en B (andere dan paramedische, verplegende en verzorgende graden)<br />

bestaat elke selectie uit:<br />

o<br />

een grondig sollicitatiegesprek of mondelinge proef;<br />

o ten minste één andere selectietechniek zoals bepaald in paragraaf 1;<br />

o<br />

een psychotechnisch onderzoek.<br />

• Voor leidinggevende functies van niveau C (andere dan paramedische, verplegende en<br />

verzorgende graden) bestaat elke selectie uit:<br />

o<br />

een grondig sollicitatiegesprek of mondelinge proef;<br />

o ten minste één andere selectietechniek zoals bepaald in paragraaf 1;<br />

o<br />

een psychotechnisch onderzoek.<br />

• Voor niet leidinggevende functies van niveau C en functies van niveau D en E (andere dan<br />

paramedische, verplegende en verzorgende graden) bestaat elke selectie uit:<br />

o<br />

een grondig sollicitatiegesprek of mondelinge proef;<br />

o ten minste één andere selectietechniek zoals bepaald in paragraaf 1.<br />

• Voor leidinggevend verplegend personeel bestaat elke selectie uit:<br />

o<br />

een grondig sollicitatiegesprek of mondelinge proef;<br />

o ten minste één andere selectietechniek zoals bepaald in paragraaf 1;<br />

o<br />

een psychotechnisch onderzoek.<br />

• Voor paramedische, verplegende en verzorgende graden bestaat elke selectie uit:<br />

o<br />

een grondig sollicitatiegesprek of mondelinge proef.<br />

Paragraaf 4<br />

Om te slagen moeten de kandidaten voor de mondelinge proef of het grondig sollicitatiegesprek<br />

60% van de punten behalen en voor het geheel van de bijkomende selectietechnieken 60% en<br />

waarbij 50 % moet worden behaald voor elke techniek afzonderlijk.<br />

Voor de psychotechnische onderzoeken zoals bepaald in artikel 18 § 2 moet men geschikt bevonden<br />

worden.<br />

AFDELING 2. HET VERLOOP VAN DE SELECTIE<br />

Artikel 19<br />

De kandidaten worden van het verloop van de selectieprocedure op de hoogte gebracht.<br />

De kandidaten worden ten minste tien kalenderdagen op voorhand geïnformeerd over de plaats waar<br />

en dag en uur waarop de eerste selectieproef wordt afgenomen.<br />

Als de selectieprocedure een preselectie bevat, worden de kandidaten hiervan op de hoogte gesteld.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 18 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 20<br />

Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk kan een preselectie plaatsvinden indien er minstens <strong>10</strong><br />

kandidaten zijn. Deze preselectie kan gebeuren op basis van:<br />

- een georganiseerde selectiesessie die een psychologische vragenlijst behelst, gericht op de<br />

persoonlijkheidskenmerken in het functieprofiel van de betreffende functie of graad;<br />

- een multiplechoicetest gericht op het kennisniveau dat voor de functie vereist is;<br />

- een grondige screening van de CV.<br />

Indien de aanstellende overheid beslist om een preselectie te laten plaatsvinden op basis van een<br />

screening van het CV vormt de voor de functie opgestelde functiekaart hierbij de basis. Om elke<br />

kandidaat een objectieve screening te garanderen, zal er een sollicitatieformulier bezorgd worden dat<br />

de kandidaat naar aanleiding van zijn sollicitatie op voorhand dient in te vullen. De kandidaat zal<br />

duidelijk gemaakt worden welk het belang is van dit sollicitatieformulier en met welk doel het dient<br />

ingevuld te worden. De kandidaat verbindt er zich toe de in het formulier gedane beweringen indien<br />

gevraagd te kunnen staven met concrete bewijsstukken.<br />

In voorkomend geval legt de aanstellende overheid bij de vacantverklaring de criteria voor de<br />

preselectie vast.<br />

Artikel 21<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Als de aanstellende overheid kiest voor een combinatie van de aanwervingsprocedure en de<br />

bevorderingsprocedure worden de externe en de interne kandidaten onderworpen aan dezelfde<br />

selectieprocedure. De selectietechnieken die schriftelijk worden afgelegd worden op hetzelfde tijdstip<br />

afgenomen.<br />

Het personeelslid dat tewerkgesteld is in een deeltijdse functie nadat het geslaagd is voor<br />

selectieproeven, is vrijgesteld van nieuwe selectieproeven wanneer de wekelijkse prestaties binnen die<br />

functie uitgebreid worden of wanneer de functie voltijds wordt.<br />

Artikel 22<br />

De selectiecommissie maakt voor elke selectietechniek een verslag op. Het verslag vermeldt per<br />

kandidaat het resultaat.<br />

De selectiecommissie maakt bij de afsluiting van de selectieprocedure een eindverslag op met<br />

vermelding van de deelresultaten van de kandidaten en van hun eindresultaat.<br />

Artikel 23<br />

De kandidaten worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van de selectie. Kandidaten<br />

hebben op hun verzoek toegang tot de selectieresultaten in overeenstemming met de bepalingen van<br />

het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 19 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

AFDELING 3. WERVINGSRESERVES<br />

Artikel 24<br />

De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking of voor toekomstige<br />

vacatures of er een wervingsreserve wordt aangelegd en bepaalt de geldigheidsduur ervan.<br />

Deze is maximum vastgesteld op één jaar en kan verlengd worden per jaar tot een maximale duurtijd<br />

van vijf jaar.<br />

De geldigheidsduur van de reserve vangt aan vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum<br />

van het eindrapport van de selectie of in geval er psychotechnische onderzoeken verplicht zijn, vanaf<br />

de eerste dag van de maand volgend op de datum nadat alle psychotechnische onderzoeken uitgevoerd<br />

zijn.<br />

Alle geslaagde of geschikt bevonden kandidaten die niet onmiddellijk worden aangesteld, worden in<br />

volgorde van hun resultaat in de wervingsreserve opgenomen.<br />

Artikel 25<br />

De aanstellende overheid kan geen nieuwe wervingsreserve aanspreken zolang er voor dezelfde<br />

functie of graad nog kandidaten opgenomen zijn in een daarvoor nog geldige wervingsreserve, tenzij<br />

de resterende kandidaten een aanbod voor een vacante functie weigeren of niet reageren.<br />

Artikel 26<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

De aanstellende overheid bepaalt de definitieve rangorde in de wervingsreserve. De eerst<br />

gerangschikte kandidaat van de wervingsreserve wordt eerst geraadpleegd om de vacature te<br />

vervullen. Nadien zullen de kandidaten in volgorde van hun rangschikking worden geraadpleegd.<br />

Kandidaten in de wervingsreserve die zonder ernstige motivatie een aanbod voor een vacante functie<br />

weigeren of niet reageren, worden uit de wervingsreserve geschrapt. Zij dienen binnen een termijn van<br />

14 kalenderdagen het bestuur hun motivatie schriftelijk mee te delen. De aanstellende overheid<br />

beoordeelt de ernst van de opgegeven motivatie.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 20 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

AFDELING 4. BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR DE AANWERVING VAN DE ALGEMEEN DIRECTEUR<br />

Artikel 27<br />

Als de functie van algemeen directeur door aanwerving vervuld wordt, moet de kandidaat houder zijn<br />

van een diploma van niveau A.<br />

Artikel 28<br />

De selectie voor de aanwerving in de functie van algemeen directeur kan geheel of gedeeltelijk<br />

uitbesteed worden aan een extern selectiebureau.<br />

De selectie wordt uitgevoerd op basis van de selectiecriteria en met behulp van verschillende<br />

selectietechnieken. De selectiecriteria en selectietechnieken zijn afgestemd op de functiekaart.<br />

Artikel 29<br />

De selectietechnieken voor de functie van algemeen directeur bevatten in elk geval een test die de<br />

managements- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst. Deze test wordt uitgevoerd door<br />

een extern selectiebureau.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 21 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK IV. BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR DE AANWERVING IN<br />

SOMMIGE TIJDELIJKE BETREKKINGEN<br />

Artikel 30<br />

De bepalingen van artikel 31 zijn van toepassing voor de aanwerving en selectie:<br />

- voor tijdelijke vervangingen van afwezige personeelsleden;<br />

- voor contractuele betrekkingen, al dan niet in een tewerkstellingsmaatregel van de hogere<br />

overheid, waarvan de tewerkstellingsduur maximum 2 jaar bedraagt conform de bepalingen van<br />

de wet op de arbeidsovereenkomsten. Er kunnen maximum vier overeenkomsten voor een<br />

bepaalde tijd worden gesloten, waarvan de duur telkens niet minder dan drie maanden mag<br />

bedragen zonder dat de totale duur van deze opeenvolgende overeenkomsten twee jaar mag<br />

overschrijden.<br />

- van jobstudenten.<br />

Artikel 31<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

De aanstellende overheid kan aan volgende personeelscategorieën een overeenkomst zoals bedoeld in<br />

artikel 30 aanbieden, met respect voor de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten:<br />

- personeelsleden die op het moment van de aanstelling niet voltijds tewerkgesteld zijn, op<br />

voorwaarde dat hun totale tewerkstelling bij het bestuur niet meer dan 38 uur bedraagt en dat de<br />

taakinhoud en het profiel van beide functies overeenstemmen;<br />

- personeelsleden wiens overeenkomst op korte termijn afloopt of personen wiens overeenkomst<br />

het afgelopen jaar is afgelopen, op voorwaarde dat de taakinhoud en het profiel van beide<br />

functies overeenstemmen;<br />

- stagiairs die het afgelopen jaar werkzaam zijn geweest binnen het bestuur, op voorwaarde dat de<br />

taakinhoud en het profiel van beide functies overeenstemmen;<br />

- jobstudenten die het voorgaande jaar werkzaam zijn geweest binnen het bestuur op voorwaarde<br />

dat de taakinhoud en het profiel van beide functies overeenstemmen.<br />

De stagiairs en jobstudenten van de deelnemende besturen en de door de deelnemende besturen<br />

terbeschikkinggestelde personeelsleden komen voor de toepassing van dit artikel eveneens in<br />

aanmerking.<br />

Indien er geen kandidaten voorhanden zijn volgens de bepalingen van paragraaf 1, en er een lopende<br />

wervingsreserve voor de functie bestaat, put de aanstellende overheid uit deze wervingsreserve.<br />

De kandidaten worden voor de aanstelling geraadpleegd volgens hun rangschikking en tegen de<br />

voorwaarde dat ze op korte termijn beschikbaar zijn.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 22 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 3<br />

Indien de paragrafen 1 en 2 niet van toepassing zijn, geldt volgende procedure:<br />

- De aanstellende overheid doet een oproep tot kandidaten op minstens één van volgende<br />

manieren:<br />

o<br />

via bekendmaking in één of meer van de kanalen zoals opgesomd in artikel 9§1 van deze<br />

rechtspositieregeling. In dit geval bevat het vacaturebericht de algemene en specifieke<br />

voorwaarden en het functieprofiel, en dienen de kandidaturen ingediend te worden<br />

binnen de door de aanstellende overheid bepaalde termijn;<br />

o via contact met de VDAB of andere organisaties voor de begeleiding van<br />

werkzoekenden (opvragen van een lijst van beschikbare kandidaten die aan de algemene<br />

toelatingsvoorwaarden voldoen en aan het functieprofiel beantwoorden);<br />

o<br />

via raadpleging van het vrijwillig sollicitantenbestand.<br />

- De aanstellende overheid nodigt de kandidaten uit die in aanmerking komen voor deelname aan<br />

de selectieprocedure;<br />

- De selectie toetst de bekwaamheid van de kandidaten voor de functie. Ze wordt uitgevoerd door<br />

een selectiecommissie, die samengesteld is conform artikel 14 van deze rechtspositieregeling, met<br />

uitzondering van 2 en 3;<br />

- De selectie bestaat uit:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

een grondig sollicitatiegesprek of mondelinge proef die de motivatie, de belangstelling<br />

en de inzetbaarheid bij de overheid van de kandidaten peilt;<br />

eventueel, een gevalstudie of competentieproef zoals gedefinieerd in artikel 18 van deze<br />

rechtspositieregeling;<br />

eventueel, een proef die de technische vaardigheden en de communicatievaardigheden<br />

toetst op het niveau van de functie.<br />

- Vóór deelname aan de selectie leveren de kandidaten de bewijsstukken dat ze voldoen aan de<br />

algemene toelatingsvoorwaarden en zo nodig, aan de algemene, bijzondere en aanvullende<br />

voorwaarden;<br />

- De selectiecommissie maakt een verslag op en motiveert per selectietechniek. Het verslag<br />

rangschikt de kandidaten in volgorde van geschiktheid;<br />

- De aanstellende overheid contacteert de kandidaten in volgorde van geschiktheid om de functie<br />

op te nemen en tegen de voorwaarde dat ze op korte termijn beschikbaar zijn.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 23 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK V. DE AANWERVING VAN PERSONEN MET EEN<br />

ARBEIDSHANDICAP<br />

Artikel 32<br />

Ten minste 2% van het totale aantal personeelsleden binnen het bestuur, uitgedrukt in voltijds<br />

equivalenten, bestaat uit personen met een arbeidshandicap.<br />

Voor de toepassing van het hoger vermeld percentage worden de betrekkingen van het verplegend en<br />

verzorgend personeel niet meegerekend.<br />

Artikel 33<br />

Voor de toepassing van artikel 32 komen de personen in aanmerking die aan een van de volgende<br />

voorwaarden voldoen:<br />

1. ze zijn ingeschreven bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, voorheen het<br />

Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap;<br />

2. ze zijn erkend door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding als<br />

personen met een handicap;<br />

3. ze komen in aanmerking voor een inkomensvervangende tegemoetkoming of voor een<br />

integratietegemoetkoming, die verstrekt wordt aan personen met een handicap op basis van de<br />

wet van 27 februari 1987 houdende tegemoetkomingen aan personen met een handicap;<br />

4. ze zijn in het bezit zijn van een attest dat uitgereikt is door de algemene directie Personen met een<br />

Handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en<br />

fiscale voordelen;<br />

5. ze zijn slachtoffer van een arbeidsongeval of van een beroepsziekte en kunnen een bewijs<br />

voorleggen van een blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 66 %, uitgereikt door het<br />

Fonds voor Arbeidsongevallen, door het Fonds voor Beroepsziekten of door of zijn<br />

rechtsopvolger de Administratieve Gezondheidsdienst in het kader van de wet van 3 juli 1967<br />

betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op<br />

de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector;<br />

6. ze hebben hun hoogste getuigschrift of diploma behaald in het buitengewoon secundair<br />

onderwijs.<br />

Het aantal functies wordt voorzien in het personeelsbestand.<br />

Artikel 34<br />

Bij de toepassing van de selectieproeven worden de hinderpalen die verbonden zijn met de handicap,<br />

door redelijke aanpassingen verholpen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 24 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK VI. DE INDIENSTTREDING<br />

Artikel 35<br />

De aanstellende overheid bepaalt de datum van indiensttreding van het geselecteerde personeelslid.<br />

Indien het geselecteerde personeelslid wegens een opzegtermijn bij een andere werkgever of wegens<br />

een andere geldige reden niet onmiddellijk in dienst kan treden kan de aanstellende overheid deze<br />

datum in onderling akkoord met het personeelslid bepalen.<br />

Behalve in het geval van overmacht, wordt een kandidaat die niet in dienst treedt op de vastgestelde<br />

datum of op de overeengekomen datum, geacht definitief aan zijn aanstelling te verzaken.<br />

HOOFDSTUK VII. DE EVALUATIE TIJDENS DE LOOPBAAN<br />

AFDELING 1. ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 36<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

De personeelsleden hebben recht op opvolging en feedback, al dan niet door middel van een<br />

evaluatie, over hun wijze van functioneren. De personeelsleden worden opgevolgd en, in voorkomend<br />

geval, geëvalueerd op ambtelijk niveau.<br />

Het ontslag wegens beroepsongeschiktheid ingevolge het ontoereikend functioneren van het<br />

personeelslid, is niet mogelijk zonder voorafgaande evaluatie. De jobstudenten en de<br />

contractuele vervangers op voorwaarde dat de vervanging niet langer duurt dan twee jaar, zijn<br />

evenwel niet aan de evaluatie onderworpen.<br />

De evaluatoren leggen de evaluatie vast in een kwalitatief beschrijvend evaluatieformulier dat<br />

het evaluatieresultaat op afdoende wijze onderbouwt.<br />

De personeelsleden worden geïnformeerd over alle aspecten van het evaluatiestelsel en over de<br />

evaluatiecriteria die op hen van toepassing zijn.<br />

Het personeelslid krijgt tussentijds feedback over zijn manier van functioneren.<br />

De feedback kan de vorm aannemen van een functioneringsgesprek met het personeelslid. Onder<br />

functioneringsgesprek wordt verstaan: een tweegesprek tussen de rechtstreekse leidinggevende en het<br />

personeelslid met het oog op het optimaal functioneren van het personeelslid en de optimale kwaliteit<br />

van de dienstverlening. Zowel het personeelslid als zijn leidinggevende brengen te bespreken punten<br />

aan.<br />

Het functioneringsgesprek vindt plaats op vraag van het personeelslid of van zijn leidinggevende. Als<br />

feiten of gedragingen van het personeelslid die een negatieve weerslag kunnen hebben op de evaluatie<br />

daar aanleiding toe geven, is een functioneringsgesprek met de leidinggevende noodzakelijk.<br />

Het functioneringsgesprek resulteert in het functioneringsformulier. Zowel het personeelslid als zijn<br />

leidinggevende ondertekenen het functioneringsformulier en krijgen er onmiddellijk een kopie van het<br />

ondertekende exemplaar van. Indien het personeelslid weigert te ondertekenen, wordt het formulier<br />

aangetekend verzonden naar zijn domicilieadres.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 25 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 37<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

Paragraaf 5<br />

Het personeelslid kan binnen een periode van vijftien kalenderdagen te rekenen vanaf de datum<br />

van ontvangst van de kopie van het definitieve evaluatieformulier beroep aantekenen tegen de<br />

evaluatie met een ongunstig evaluatieresultaat.<br />

Het beroep wordt ingediend bij een beroepsinstantie. De naam en het adres van de<br />

contactpersoon van de beroepsinstantie wordt aan de personeelsleden meegedeeld.<br />

De beroepsinstantie bestaat minimaal uit drie leden, waarvan minstens twee externe<br />

deskundigen.<br />

De beroepsinstantie onderzoekt het beroep en hoort de evaluatoren en het personeelslid binnen<br />

een termijn van 30 kalenderdagen na het indienen van het beroep.<br />

Het personeelslid en de evaluatoren worden gelijktijdig gehoord in een tegensprekelijke<br />

hoorzitting onder leiding van de voorzitter van de beroepsinstantie. Het personeelslid kan zich<br />

laten bijstaan door een persoon naar zijn keuze. Het personeelslid wordt als laatste gehoord in<br />

zijn verdediging.<br />

Van de hoorzitting wordt ter zitting een verslag gemaakt. Het verslag geeft de standpunten van<br />

de evaluatoren en van het personeelslid weer. De secretaris en de leden van de beroepsinstantie,<br />

de evaluatoren en het personeelslid ondertekenen het verslag. Indien het personeelslid weigert<br />

te ondertekenen, wordt het verslag aangetekend verzonden naar zijn domicilieadres. Het<br />

verslag maakt deel uit van het beroepsdossier.<br />

De beroepsinstantie beraadslaagt over haar bevindingen en formuleert eenparig een<br />

gemotiveerd advies aan de algemeen directeur tot bevestiging of tot aanpassing van de evaluatie<br />

en het evaluatieresultaat.<br />

Als er geen eenparig gemotiveerd advies tot stand komt, worden de verschillende standpunten<br />

weergegeven en ter stemming aan de leden van de beroepsinstantie voorgelegd. Alle leden zijn<br />

daarbij stemgerechtigd. De stemming is geheim. Het meerderheidsstandpunt bepaalt het<br />

gemotiveerd advies.<br />

Het gemotiveerd advies wordt schriftelijk aan de algemeen directeur bezorgd binnen een<br />

termijn van uiterlijk dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van de hoorzitting. De<br />

algemeen directeur tekent het advies voor ontvangst.<br />

Binnen een termijn van vijftien kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van<br />

het gemotiveerd advies beslist de algemeen directeur over de bevestiging of de aanpassing van<br />

de evaluatie en van het evaluatieresultaat en deelt hij zijn gemotiveerde beslissing mee aan het<br />

personeelslid, aan de voorzitter van de beroepsinstantie en aan de evaluatoren. De kennisgeving<br />

gebeurt schriftelijk.<br />

Als de beroepsinstantie geen advies formuleert binnen de termijn vastgesteld in dit artikel, dan<br />

is het evaluatieresultaat gunstig en past de algemeen directeur de evaluatie en het<br />

evaluatieresultaat in die zin aan.<br />

Als de algemeen directeur geen beslissing neemt over de bevestiging of aanpassing van de<br />

evaluatie en van het evaluatieresultaat binnen de termijn vastgesteld in dit artikel, dan is het<br />

evaluatieresultaat gunstig.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 26 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK VIII. VORMING<br />

Artikel 38<br />

De personeelsleden hebben recht op vorming, training en opleiding zowel met betrekking tot aspecten<br />

die nuttig zijn voor de uitoefening van de functie als voor de algemene loopbaanontwikkeling binnen<br />

het bestuur.<br />

De personeelsleden houden zich op de hoogte van de ontwikkelingen en de nieuwe inzichten in de<br />

materies waarmee zij beroepshalve belast zijn.<br />

De vorming is een plicht als ze noodzakelijk blijkt voor een betere uitoefening van de functie of het<br />

functioneren van een dienst, of als ze een onderdeel uitmaakt van een herstructurering of reorganisatie<br />

van een afdeling of een implementatie van nieuwe werkmethodes en infrastructuur of in het kader van<br />

beleidsprojecten en beleidsprioriteiten.<br />

Artikel 39<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Onder vorming, training en opleiding wordt verstaan: elk begeleid en gestructureerd leertraject,<br />

ongeacht of dat intern of extern aan het bestuur georganiseerd wordt, ongeacht de duur ervan en<br />

ongeacht of het individueel dan wel in groepsverband georganiseerd wordt. Dit kan omvatten: elke<br />

activiteit die bijdraagt tot het ontwikkelen van capaciteiten, kennis, vaardigheden en attitudes van het<br />

personeelslid met het oog op een verbeterde werking van het bestuur inzake de efficiëntie en<br />

effectiviteit van de dienstverlening.<br />

De dienst HRM zorgt in overleg met de algemeen directeur voor de concrete invulling van het<br />

vormingsrecht en van de vormingsplicht op basis van de vastgestelde vormingsbehoeften en noden.<br />

Het directiecomité concretiseert het vormingsrecht en de vormingsplicht in het arbeidsreglement.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 27 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK IX. DE ADMINISTRATIEVE ANCIËNNITEITEN<br />

Artikel 40<br />

Met administratieve anciënniteiten worden de anciënniteiten bedoeld die gebruikt worden voor het<br />

verloop van de loopbaan.<br />

De volgende administratieve anciënniteiten zijn van toepassing op het personeelslid:<br />

1. graadanciënniteit;<br />

2. niveauanciënniteit;<br />

3. dienstanciënniteit;<br />

4. schaalanciënniteit.<br />

Artikel 41<br />

De administratieve anciënniteiten worden uitgedrukt in jaren en volle kalendermaanden. Ze nemen<br />

een aanvang op de eerste dag van een maand. Als de diensten geen aanvang hebben genomen op de<br />

eerste dag van een maand of geen einde hebben genomen op de laatste dag van een maand, worden de<br />

gedeelten van maanden weggelaten.<br />

Artikel 42<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

De graadanciënniteit bestaat uit de werkelijke diensten bij een overheid sinds de datum van de<br />

aanstelling van het personeelslid in een bepaalde graad of een daarmee vergelijkbare graad.<br />

De niveauanciënniteit bestaat uit de werkelijke diensten bij een overheid sinds de datum van de<br />

aanstelling op van het personeelslid in een of meer graden van een bepaald niveau of van een daarmee<br />

vergelijkbaar niveau.<br />

De dienstanciënniteit bestaat uit de werkelijke diensten die gepresteerd zijn bij een overheid.<br />

De schaalanciënniteit is de anciënniteit verworven bij het eigen bestuur in een bepaalde salarisschaal<br />

van de functionele loopbaan van een bepaalde graad. Ze neemt een aanvang op de datum van de<br />

aanstelling van het personeelslid in die graad, tenzij anders bepaald.<br />

De diensten die krachtens de rechtspositieregeling recht geven op een salaris geven recht op de<br />

toekenning van schaalanciënniteit.<br />

De volgende periodes van onbezoldigde volledige afwezigheid komen in aanmerking voor de<br />

toekenning van schaalanciënniteit:<br />

• de voltijdse loopbaanonderbreking/het voltijds Vlaams zorgkrediet;<br />

• het onbetaald verlof.<br />

De schaalanciënniteit die voor die periodes van onbezoldigde afwezigheid wordt toegekend, mag in<br />

het totaal niet meer belopen dan twaalf maanden.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 28 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 43<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Onder werkelijke diensten in artikel 42 worden alle diensten verstaan die recht geven op het salaris of<br />

die, wat het statutaire personeelslid betreft, bij ontstentenis van een salaris gelijkgesteld worden met<br />

dienstactiviteit.<br />

De periodes van verlof of afwezigheid die gelijkgesteld worden met dienstactiviteit, disponibiliteit en<br />

non - activiteit werden opgenomen in bijlage IV van deze rechtspositieregeling.<br />

Onder overheid in artikel 42 wordt verstaan:<br />

1. de provincies, de gemeenten en de OCMW’s van België, de publiekrechtelijke verenigingen<br />

waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren;<br />

2. de diensten en instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen, de gewesten en de<br />

internationale instellingen waarvan ze lid zijn;<br />

3. de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van<br />

de Europese Economische Ruimte;<br />

4. de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor<br />

leerlingenbegeleiding;<br />

5. de publiekrechtelijke en vrije universiteiten;<br />

6. elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese<br />

Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang<br />

en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting<br />

komt.<br />

Artikel 44<br />

De diensten die gepresteerd werden bij een andere overheid dan het bestuur, worden in aanmerking<br />

genomen voor de vaststelling van de administratieve anciënniteiten, met uitzondering van de<br />

schaalanciënniteit.<br />

Die administratieve anciënniteiten worden in aanmerking genomen op basis van een vergelijking van<br />

die diensten met de algemene en de specifieke voorwaarden en met het functieprofiel voor de functie<br />

waarin het personeelslid aangesteld wordt.<br />

Het personeelslid levert zelf de bewijsstukken voor de diensten die bij een andere overheid<br />

gepresteerd werden. Als bewijsstukken kunnen worden aanvaard:<br />

1. attesten van de vroegere werkgever die bevestigen dat een werknemer een bepaalde functie heeft<br />

uitgeoefend, hoelang, en die weergeven wat die functie concreet inhield;<br />

2. de functiekaart van de vroeger uitgeoefende functie;<br />

3. evaluaties over de uitoefening van de vroegere functie;<br />

4. zo nodig, attesten of getuigschriften van aanvullende vorming voor de functie.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 29 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

De bewijsstukken moeten (met het oog op de vaststelling van de administratieve anciënniteiten)<br />

binnen de drie maanden na aanvang van de tewerkstelling worden ingediend bij de dienst HRM opdat<br />

de verschillende anciënniteiten met terugwerkende kracht vanaf de dag van indiensttreding zullen<br />

worden aangepast. Bewijsstukken die na deze periode worden ingediend kunnen pas uitwerking<br />

hebben de eerste maand volgend op de indiening, tenzij het personeelslid aantoont dat hij de<br />

bewijsstukken buiten zijn wil om niet binnen de periode van drie maanden volgend op de<br />

indiensttreding kon aanleveren.<br />

Artikel 45<br />

In afwijking van artikel 42 §4, en artikel 44, wordt aan het personeelslid met beroepservaring bij een<br />

andere overheid ook schaalanciënniteit toegekend als die beroepservaring relevant is voor de functie<br />

waarin het personeelslid wordt aangesteld.<br />

De toekenning gebeurt overeenkomstig artikel 44.<br />

Artikel 46<br />

In afwijking van artikel 42, §4, en artikel 44, wordt aan het personeelslid met beroepservaring in de<br />

privésector of als zelfstandige ook schaalanciënniteit toegekend als die beroepservaring relevant is<br />

voor de functie waarin het personeelslid wordt aangesteld en indien het gaat om een knelpuntberoep.<br />

De algemeen directeur legt de knelpuntberoepen vast voor het bestuur. Deze beslissing wordt onder<br />

andere gemotiveerd aan de hand van regionale lijsten van de VDAB.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 30 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK X. DE FUNCTIONELE LOOPBAAN<br />

AFDELING 1. ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 47<br />

De functionele loopbaan bestaat uit de toekenning van opeenvolgende salarisschalen die met één en<br />

dezelfde graad verbonden zijn.<br />

Bij elke aanstelling in een graad krijgt het personeelslid de eerste salarisschaal van de functionele<br />

loopbaan van die graad, tenzij anders bepaald.<br />

AFDELING 2. DE FUNCTIONELE LOOPBANEN PER NIVEAU<br />

Artikel 48<br />

De functionele loopbanen en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn<br />

voor het niveau A:<br />

Voor de graden van rang Av:<br />

A1a-A2a-A3a:<br />

a. van A1a naar A2a na 4 jaar schaalanciënniteit in A1a;<br />

b. van A2a naar A3a na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A1a en A2a<br />

Voor de graden van rang Ax:<br />

A4a-A4b: van A4a naar A4b na 9 jaar schaalanciënniteit in A4a<br />

Voor de graden van rang Ay:<br />

A5a-A5b: Van A5a naar A5b na 9 jaar schaalanciënniteit in A5a<br />

Artikel 49<br />

De functionele loopbanen en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn<br />

voor het niveau B:<br />

Voor de graden van rang Bv:<br />

B1-B2-B3:<br />

a. van B1 naar B2 na 4 jaar schaalanciënniteit in B1;<br />

b. van B2 naar B3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in B1 en B2<br />

BV1-BV2-BV3 (verpleegkundige en paramedicus in een federaal gefinancierde<br />

gezondheidsinstelling):<br />

a. van BV1 naar BV2 na 4 jaar schaalanciënniteit in BV1;<br />

b. van BV2 naar BV3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in BV1 en BV2<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 31 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Voor de graad van dagverantwoordelijke van rang Bz:<br />

B6-B7 : van B6 naar B7 na 9 jaar schaalanciënniteit in B6<br />

Artikel 50<br />

De functionele loopbanen en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn<br />

voor het niveau C:<br />

Voor de graden van rang Cv:<br />

C1-C2-C3:<br />

a. van C1 naar C2 na 4 jaar schaalanciënniteit in C1;<br />

b. van C2 naar C3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in C1 en C2<br />

C1-C2 (zorgkundige in de ouderenzorg en in de thuiszorg van dit niveau):<br />

van C1 naar C2 na 4 jaar schaalanciënniteit in C1.<br />

C3-C4 (gediplomeerd of gebrevetteerd verpleegkundige):<br />

Van C3 naar C4 na 9 jaar schaalanciënniteit in C3.<br />

Voor de graad van rang Cx:<br />

C4-C5: van C4 naar C5 na 9 jaar schaalanciënniteit in C4<br />

Artikel 51<br />

De functionele loopbaan en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn<br />

voor het niveau D:<br />

Voor de graden van rang Dv:<br />

D1-D2-D3:<br />

a. van D1 naar D2 na 4 jaar schaalanciënniteit in D1;<br />

b. van D2 naar D3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in D1 en D2<br />

Artikel 52<br />

De functionele loopbaan en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn<br />

voor het niveau E:<br />

Voor de graden van rang Ev:<br />

E1-E2-E3:<br />

a. van E1 naar E2 na 4 jaar schaalanciënniteit in E1,;<br />

b. van E2 naar E3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in E1 en E2.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 32 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK XI. DE BEVORDERING<br />

AFDELING 1. ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 53<br />

De bevordering is de aanstelling van een personeelslid in een functie van een graad van een hogere<br />

rang in overeenstemming met de indeling en rangschikking van de graden in de personeelsformatie.<br />

Artikel 54<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

Paragraaf 5<br />

Een bevordering is alleen mogelijk in een vacante betrekking van de personeelsformatie.<br />

Voor de deelname aan een bevorderingsprocedure komen de personeelsleden in aanmerking die aan<br />

de bevorderingsvoorwaarden voldoen, als ze aan één van de volgende criteria beantwoorden:<br />

a. ze zijn na 1 juli 2011 aangesteld bij één van de deelnemende besturen aan het zorgbedrijf na<br />

een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in hoofdstuk II en III;<br />

b. ze zijn voor 1 juli 2011 aangesteld bij één van de deelnemende besturen aan het zorgbedrijf<br />

na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als<br />

van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen bij dat bestuur.<br />

De aanstellende overheid brengt de personeelsleden van de bevorderingsprocedure op de hoogte en<br />

doet een oproep tot kandidaatstelling. Indien de aanstellende overheid de raad van beheer is, brengt de<br />

voorzitter de personeelsleden van de interne vacature op de hoogte.<br />

De kandidaturen kunnen ingediend worden op de manieren zoals meegedeeld in het vacaturebericht:<br />

Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening van de<br />

kandidaturen, verlopen minstens tien kalenderdagen. De dag van de bekendmaking van de vacature is<br />

niet in de termijn begrepen, de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen wel.<br />

De kandidaturen zullen pas in aanmerking worden genomen indien zij in het bezit zijn van het bestuur<br />

uiterlijk op de dag en het uur zoals vermeld in het vacaturebericht.<br />

Artikel 55<br />

De aanstellende overheid beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen, tenzij de raad van<br />

beheer de aanstellende overheid is. In dat geval beoordeelt de voorzitter de geldigheid.<br />

Alleen kandidaten die voldoen aan de bevorderingsvoorwaarden, worden toegelaten tot de<br />

selectieproeven. Voor de aanvang van de selectieproeven worden de kandidaten die niet worden<br />

toegelaten schriftelijk op de hoogte gebracht dat ze geweigerd zijn, met vermelding van de reden<br />

daarvoor.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 33 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 56<br />

Om voor bevordering in aanmerking te komen moeten de kandidaten op de uiterste datum van<br />

inschrijving voldoen aan de bevorderingsvoorwaarden zoals omschreven in afdeling 4 en de<br />

bijzondere bevorderingsvoorwaarden opgenomen in Bijlage II van deze rechtspositieregeling.<br />

Indien krachtens een reglementering van de hogere overheid het bezit van een bepaald diploma wordt<br />

opgelegd, moeten de kandidaten bijkomend voldoen aan de diplomavereiste om voor bevordering in<br />

aanmerking te komen.<br />

AFDELING 2. DE SELECTIE<br />

Artikel 57<br />

De regels inzake selecties en selectieproeven zoals vastgesteld in artikel 13 tot en met 23 over de<br />

selectieprocedure bij aanwerving, zijn van overeenkomstige toepassing op de selecties in het kader<br />

van een bevorderingsprocedure.<br />

AFDELING 3. BEVORDERINGSRESERVE<br />

Artikel 58<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking of een<br />

bevorderingsreserve wordt aangelegd en bepaalt de geldigheidsduur ervan.<br />

Deze is maximum vastgesteld op één jaar en kan verlengd worden per jaar tot een maximale duurtijd<br />

van vijf jaar.<br />

De geldigheidsduur van de bevorderingsreserve vangt aan op de eerste dag van de maand volgend op<br />

de datum van het eindrapport van de selectie of in geval er psychotechnische onderzoeken verplicht<br />

zijn, vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum nadat alle psychotechnische onderzoeken<br />

uitgevoerd zijn.<br />

Alle geslaagde of geschikt bevonden kandidaten die niet onmiddellijk worden aangesteld, worden in<br />

de bevorderingsreserve opgenomen. De kandidaten worden in de bevorderingsreserve gerangschikt in<br />

volgorde van hun resultaat. De aanstellende overheid bepaalt de definitieve rangorde in de<br />

bevorderingsreserve.<br />

De aanstellende overheid kan geen nieuwe bevorderingsprocedure organiseren zolang er voor<br />

dezelfde functie of graad nog kandidaten opgenomen zijn in een daarvoor nog geldige<br />

bevorderingsreserve, tenzij de resterende kandidaten een aanbod voor een vacante functie weigeren of<br />

niet reageren.<br />

De eerst gerangschikte kandidaat van de bevorderingsreserve wordt het eerst geraadpleegd om de<br />

vacature te vervullen. Nadien zullen de kandidaten in volgorde van hun rangschikking worden<br />

geraadpleegd.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 34 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

AFDELING 4. DE BEVORDERINGSVOORWAARDEN PER NIVEAU EN PER RANG<br />

Artikel 59<br />

De bevorderingsvoorwaarden zijn:<br />

Voor een graad van rang Ay (A5a-A5b):<br />

a. titularis zijn van een graad van niveau A;<br />

b. ten minste vier jaar niveauanciënniteit hebben in niveau A;<br />

c. een diploma hebben dat toegang geeft tot niveau A;<br />

d. slagen voor de selectieproeven.<br />

Voor een graad van rang Ax (A4a-A4b):<br />

a. titularis zijn van een graad van niveau A;<br />

b. ten minste vier jaar niveauanciënniteit hebben in niveau A;<br />

c. een diploma hebben dat toegang geeft tot niveau A;<br />

d. slagen voor de selectieproeven.<br />

Voor een graad van rang Av (A1a-A3a):<br />

a. titularis zijn van een graad van niveau B of de graad C4-C5;<br />

b. ten minste vier jaar niveauanciënniteit hebben in niveau B of vier jaar graadanciënniteit in de<br />

graad C4-C5;<br />

c. een diploma hebben dat toegang geeft tot niveau B;<br />

d. slagen voor de selectieproeven.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 35 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 60<br />

De bevorderingsvoorwaarden zijn:<br />

Voor een graad van rang Bv (BV5):<br />

a. titularis zijn van een graad BV1-BV3;<br />

b. ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben;<br />

c. een diploma hebben dat toegang geeft tot de graad BV1-BV3;<br />

d. slagen voor de selectieprocedure.<br />

Voor een graad van rang Bv (B1-B3/BV1-BV3):<br />

a. titularis zijn van een graad van niveau C;<br />

b. ten minste vier jaar niveauanciënniteit hebben in niveau C;<br />

c. een diploma hebben dat toegang geeft tot niveau C;<br />

d. slagen voor de selectieproeven.<br />

Artikel 61<br />

De bevorderingsvoorwaarden zijn:<br />

Voor een graad van rang Cv (C1-C3):<br />

a. titularis zijn van een graad D1-D3 of E1-E3;<br />

b. ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben in graad D1-D3 of vier jaar graadanciënniteit<br />

hebben in graad E1-E3;<br />

c. slagen voor de selectieproeven.<br />

Voor een graad van rang Cx (C4-C5):<br />

a. titularis zijn van een graad C1-C3;<br />

b. ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben;<br />

c. een diploma hebben dat toegang geeft tot niveau C;<br />

d. e. slagen voor de selectieproeven.<br />

Artikel 62<br />

De bevorderingsvoorwaarden zijn:<br />

Voor een graad van rang Dv (D1-D3):<br />

a. titularis zijn van een graad E1-E3;<br />

b. ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben in graad E1-E3;<br />

c. slagen voor de selectieproeven.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 36 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

AFDELING 5. DE BEVORDERING<br />

Artikel 63<br />

De aanstellende overheid bepaalt de datum van de bevordering.<br />

Artikel 64<br />

Het personeelslid dat zonder onderbreking tot de bevordering een graad bij wijze van hogere functie<br />

heeft waargenomen wordt in die graad bevorderd met ingang van de datum waarop de hogere functie<br />

vacant werd.<br />

Artikel 65<br />

Het personeelslid dat bevordert, moet de betrekking met de taken en verantwoordelijkheden eraan<br />

verbonden, opnemen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 37 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK XII. DE VERVULLING VAN EEN VACATURE DOOR INTERNE<br />

PERSONEELSMOBILITEIT<br />

AFDELING 1. ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 66<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Onder interne personeelsmobiliteit voor de vervulling van een vacature wordt verstaan: de<br />

heraanstelling van een personeelslid in een vacante betrekking van de personeelsformatie die in<br />

dezelfde graad of in een andere graad van dezelfde rang is ingedeeld.<br />

Voor de deelname aan een bevorderingsprocedure komen de personeelsleden in aanmerking die aan<br />

de bevorderingsvoorwaarden voldoen, als ze aan één van de volgende criteria beantwoorden:<br />

a. ze zijn na 1 juli 2011 aangesteld bij één van de deelnemende besturen aan het zorgbedrijf na een<br />

aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in hoofdstuk II en III;<br />

b. ze zijn voor 1 juli 2011 aangesteld bij één van de deelnemende besturen aan het zorgbedrijf na<br />

een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van<br />

toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen bij dat bestuur.<br />

De procedure van interne personeelsmobiliteit is niet van toepassing op de functie van algemeen<br />

directeur.<br />

De aanstellende overheid beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen, tenzij de raad van<br />

beheer de aanstellende overheid is. In dat geval beoordeelt de voorzitter de geldigheid.<br />

Alleen kandidaten die voldoen aan de voorwaarden, worden toegelaten tot de selectieproeven. Voor<br />

de aanvang van de selectieproeven worden de kandidaten die niet worden toegelaten schriftelijk op de<br />

hoogte gebracht dat ze geweigerd zijn, met vermelding van de reden daarvoor.<br />

Artikel 67<br />

De aanstellende overheid beslist over de heraanstelling. De heraanstelling is niet tijdelijk, maar<br />

definitief.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 38 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

AFDELING 2. DE VOORWAARDEN EN PROCEDURES VOOR DE INTERNE PERSONEELSMOBILITEIT<br />

Artikel 68<br />

De kandidaten moeten ten minste:<br />

1. een minimale graadanciënniteit van twee jaar hebben;<br />

2. voldoen aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiekaart;<br />

3. indien van toepassing, voldoen aan de diplomavereiste opgelegd door de hogere overheid.<br />

Artikel 69<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

De aanstellende overheid brengt de personeelsleden van de interne vacature op de hoogte en doet een<br />

oproep tot kandidaatstelling.<br />

De kandidaturen kunnen ingediend worden op de manieren zoals meegedeeld in het vacaturebericht:<br />

Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening van de<br />

kandidaturen, verlopen minstens tien kalenderdagen. De dag van de bekendmaking van de vacature is<br />

niet in de termijn begrepen, de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen wel.<br />

De kandidaturen kunnen pas in aanmerking worden genomen indien zij in het bezit zijn van het<br />

bestuur uiterlijk op de dag en het uur zoals vermeld in het vacaturebericht.<br />

Artikel 70<br />

De vacature kan vervuld worden door functiewijziging of door graadverandering.<br />

Bij functiewijziging komen de kandidaten in aanmerking die in dezelfde graad zijn aangesteld als de<br />

graad van de vacante functie.<br />

Bij graadverandering komen de kandidaten in aanmerking die een andere graad bekleden van dezelfde<br />

rang, waaraan dezelfde salarisschalen en dezelfde functionele loopbaan verbonden zijn.<br />

Artikel 71<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Als de functie vervuld wordt door functiewijziging of graadverandering, dan worden de kandidaten<br />

onderworpen aan de selectietechnieken zoals opgenomen in dit artikel.<br />

Voor de graden van niveau A en niveau B en voor de graad C4-C5:<br />

<br />

<br />

een potentieelbeoordeling uitgevoerd door een extern bureau die resulteert in een<br />

beoordeling geschikt of ongeschikt<br />

de aanstellende overheid zal op advies van het extern bureau een ranglijst opstellen<br />

volgens de geschiktheid van de kandidaten voor de betrokken functie.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 39 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 3<br />

Voor de basisgraden van niveau C en voor de graden van niveau E en niveau D:<br />

<br />

<br />

<br />

een grondig sollicitatiegesprek tussen de selectiecommissie en de kandidaten, waarbij<br />

de geschiktheid wordt beoordeeld aan de hand van de functiekaart van de betrokken<br />

functie;<br />

eventueel bijkomend één of meerdere selectietechnieken zoals opgenomen in artikel<br />

18, op voorwaarde dat de aanstellende overheid hiertoe bij vacantverklaring beslist;<br />

de selectiecommissie stelt een ranglijst op volgens de geschiktheid van de kandidaten<br />

voor de betrokken functie.<br />

Een selectiecommissie wordt samengesteld volgens de regels vastgesteld in artikel 14 §1,<br />

uitgezonderd 2° en 3° en functioneert in overeenstemming met de bepalingen van artikel 15 en 16 en<br />

gaat na of de kandidaat voldoet aan de competentievereisten voor de vacante functie.<br />

Artikel 72<br />

Het personeelslid behoudt na de heraanstelling in een andere functie, ongeacht of die tot dezelfde of<br />

tot een andere graad behoort, de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het verworven had in de<br />

functionele loopbaan van zijn vorige functie. Het personeelslid dat heraangesteld wordt in een functie<br />

waarmee een andere functionele loopbaan met andere salarisschalen verbonden is, behoudt zijn<br />

schaalanciënniteit en wordt die salarisschaal ingeschaald in de overeenstemmende salarisschaal van de<br />

nieuwe functionele loopbaan. Het personeelslid dat als gevolg van die inschaling een lager jaarsalaris<br />

zou krijgen, behoudt zijn vorige jaarsalaris ten persoonlijke titel zolang dat gunstiger is.<br />

De graadanciënniteit wordt na een graadverandering vastgesteld op basis van een vergelijking van de<br />

diensten in de vorige graad met de voorwaarden en met het functieprofiel van de functie waarin het<br />

personeelslid aangesteld wordt op een wijze als bepaald in artikel 44.<br />

Artikel 73<br />

Het personeelslid dat wordt heraangesteld, moet de betrekking met de taken en verantwoordelijkheden<br />

eraan verbonden, opnemen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 40 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

TITEL 3. DE WAARNEMING VAN EEN HOGERE FUNCTIE<br />

Artikel 74<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

Als de titularis van een functie tijdelijk afwezig is of als de functie definitief vacant is, kan de<br />

aanstellende overheid beslissen dat de functie waargenomen wordt door een personeelslid van een<br />

lagere graad.<br />

Onder lagere graad wordt elke graad verstaan die krachtens de plaatselijke rechtspositieregeling door<br />

bevordering rechtstreeks toegang geeft tot de waar te nemen functie.<br />

De aanstellende overheid beslist wie de hogere functie waarneemt.<br />

De waarneming van een hogere functie in een betrekking die definitief vacant is, mag ten hoogste zes<br />

maanden duren. Die termijn mag, als dat noodzakelijk is voor de goede werking van de dienst,<br />

verlengd worden op voorwaarde dat de procedure om de betrekking definitief te vervullen op het<br />

ogenblik van de verlenging ingezet is.<br />

De waarnemer van de hogere functie beschikt over alle prerogatieven die verbonden zijn met die<br />

functie.<br />

Artikel 75<br />

De waarneming in een betrekking die niet definitief vacant is, mag nooit langer dan twee jaar duren.<br />

Aan de waarnemer wordt voor de duur van de waarneming een salaris toegekend in de salarisschaal<br />

die verbonden is met de hogere functie.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 41 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

TITEL 4. DE UITDIENSTTREDING VAN HET PERSONEELSLID<br />

Artikel 76<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

De opzegtermijn voor personeelsleden wordt bepaald volgens de wet van 3 juli 1978 betreffende de<br />

arbeidsovereenkomsten en latere wijzigingen.<br />

Indien het personeelslid een opzegtermijn heeft van minstens 30 weken, heeft het recht op een<br />

ontslagpakket.<br />

Indien het personeelslid wordt ontslagen met een opzegtermijn van minstens 30 weken bestaat het<br />

ontslagpakket uit een outplacementbegeleiding van 60 uren. De tijd hieraan besteed, wordt<br />

aangerekend op het sollicitatieverlof.<br />

Indien het personeelslid wordt ontslagen met een opzegvergoeding van minstens 30 weken bestaat het<br />

ontslagpakket uit :<br />

- een opzegvergoeding gelijk aan minstens 30 weken loon, waarvan 4 weken worden aangerekend<br />

voor de waarde van de outplacementbegeleiding;<br />

- een outplacementbegeleiding van 60 uren, ter waarde van 1/12van het jaarloon van het<br />

kalenderjaar dat het ontslag voorafgaat, met een minimumwaarde van 1.800 euro en een<br />

maximumwaarde van 5.500 euro.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 42 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

TITEL 5. HET SALARIS<br />

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 77<br />

Het jaarsalaris van het personeel is vastgelegd in salarisschalen, die bestaan uit:<br />

1. een minimumsalaris;<br />

2. de salaristrappen, die het resultaat zijn van de periodieke verhogingen;<br />

3. een maximumsalaris.<br />

Artikel 78<br />

Elke salarisschaal wordt aangeduid met één van de letters A, B, C, D, E, die overeenstemmen met de<br />

niveaus, vermeld in artikel 3, al dan niet gevolgd door de letter V, en gevolgd door een cijfer en<br />

eventueel een kleine letter a, b of c.<br />

Artikel 79<br />

Aan de graden worden de salarisschalen en de functionele loopbanen, vermeld in artikel 48 tot 52,<br />

verbonden die overeenkomen met de ernaast vermelde lettercijfercode. De uitgewerkte salarisschalen<br />

bevinden zich in bijlage III.<br />

Artikel 80<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Het personeelslid wordt bezoldigd in de salarisschaal die verbonden is aan zijn graad, zoals bepaald<br />

in artikel 79.<br />

Jobstudenten worden bezoldigd in de salarisschaal E1 op trap 0.<br />

Het personeelslid ontvangt het salaris dat overeenstemt met zijn geldelijke anciënniteit. De geldelijke<br />

anciënniteit bestaat uit het aantal dienstjaren dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening<br />

van het salaris.<br />

Het personeelslid dat geen recht heeft op het meerekenen van vroegere diensten, ontvangt het<br />

beginsalaris van de eerste salarisschaal van de functionele loopbaan die verbonden is aan zijn graad.<br />

Het salaris van een deeltijds personeelslid wordt vastgesteld in verhouding tot zijn prestaties.<br />

De aanstellende overheid stelt het individuele jaarsalaris van de personeelsleden vast.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 43 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK II. DE TOEKENNING VAN PERIODIEKE<br />

SALARISVERHOGINGEN DOOR DE OPBOUW VAN GELDELIJKE<br />

ANCIËNNITEIT<br />

AFDELING 1. ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 81<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

De diensten die in overeenstemming met de bepalingen van dit hoofdstuk gepresteerd werden, worden<br />

vanaf 1 januari 2008 voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit meegerekend voor honderd<br />

procent, ongeacht of ze voltijds dan wel deeltijds gepresteerd werden.<br />

Voor diensten gepresteerd vóór 1 januari 2008 geldt de volgende regeling:<br />

- de in aanmerking komende diensten welke met volledige prestaties werden verricht, worden voor<br />

honderd procent meegerekend;<br />

- de in aanmerking komende diensten die in een ambt met onvolledige prestaties werden verricht,<br />

worden meegerekend naar rato van het aantal jaren dat zij zouden vertegenwoordigen indien zij<br />

zouden zijn verricht in een ambt met volledige prestaties, vermenigvuldigd met een breuk<br />

waarvan de teller het werkelijke aantal wekelijkse arbeidsprestaties is en de noemer het aantal<br />

wekelijkse arbeidsprestaties welke met volledige arbeidsprestaties overeenkomen in de periode<br />

waarin zij werkelijk werden verricht.<br />

De geldelijke anciënniteit, verworven in twee of meer gelijktijdig uitgeoefende functies, wordt voor<br />

dezelfde periode maximaal voor een volledige prestatie gevaloriseerd. Ze is bovendien in actieve<br />

deeltijdse functies niet onderling cumuleerbaar voor de toekenning van de periodieke verhogingen.<br />

Artikel 82<br />

De diensten die in aanmerking komen, worden berekend per kalendermaand. De diensten die niet zijn<br />

begonnen op de eerste dag van een maand of geëindigd op de laatste dag van een maand, worden niet<br />

meegerekend.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 44 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

AFDELING 2. DIENSTEN BIJ EEN OVERHEID<br />

Artikel 83<br />

Voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen komen alleen de werkelijke diensten (dit zijn<br />

alle diensten die recht geven op een salaris of bij ontstentenis van een salaris krachtens de<br />

rechtspositieregeling toch in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van het salaris) in<br />

statutair of contractueel verband in aanmerking die het personeelslid als titularis van een bezoldigde<br />

betrekking heeft geleverd in dienst van:<br />

1. de provincies, de gemeenten en de OCMW’s van België, de publiekrechtelijke verenigingen<br />

waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren;<br />

2. de diensten en instellingen van de federale overheid, van de gemeenschap en de gewesten en de<br />

internationale instellingen waarvan ze lid zijn;<br />

3. de diensten en de instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of<br />

van de Europese Economische Ruimte;<br />

4. de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor<br />

leerlingenbegeleiding;<br />

5. de publiekrechtelijke en vrije universiteiten;<br />

6. elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese<br />

Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang<br />

en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting<br />

komt.<br />

AFDELING 3. DIENSTEN BIJ HET ONDERWIJS<br />

Artikel 84<br />

De algemeen directeur stelt de duur vast van de in aanmerking komende diensten die het personeelslid<br />

in het onderwijs als interim of als tijdelijk personeelslid heeft gepresteerd aan de hand van het attest,<br />

verstrekt door de bevoegde autoriteiten.<br />

De diensten, vermeld op het attest, die in tienden zijn betaald, en die per schooljaar geen volledig jaar<br />

werkelijke diensten vertegenwoordigen, worden dag per dag samengeteld. Het totale aantal zo<br />

gewerkte dagen wordt vermenigvuldigd met 1,2. Het totaal van de rekenkundige bewerking wordt<br />

vervolgens gedeeld door 30. Het quotiënt geeft het aantal in aanmerking te nemen maanden. Met de<br />

rest wordt geen rekening gehouden.<br />

De diensten, vermeld op hetzelfde attest, die bewijzen dat het personeelslid een volledig schooljaar<br />

heeft gewerkt, gelden voor een totaal van driehonderd dagen en leveren één jaar in aanmerking te<br />

nemen diensten op.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 45 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

AFDELING 4. DIENSTEN IN DE PRIVÉSECTOR OF ALS ZELFSTANDIGE<br />

Artikel 85<br />

Beroepservaring in de privésector of als zelfstandige wordt volledig in aanmerking genomen voor de<br />

toekenning van periodieke salarisverhogingen, op voorwaarde dat die functie een knelpuntberoep is.<br />

Indien het niet om een knelpuntberoep gaat, wordt de functierelevante ervaring in aanmerking<br />

genomen voor een maximum van <strong>10</strong> jaar.<br />

De algemeen directeur legt de knelpuntberoepen voor het bestuur vast. Deze beslissing wordt onder<br />

andere gemotiveerd aan de hand van regionale lijsten van de VDAB.<br />

Dit artikel geldt voor nieuwe indiensttredingen na 1 januari 2018.<br />

Artikel 86<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

De relevantie van de beroepservaring wordt beoordeeld op basis van een vergelijking van die ervaring<br />

met de voorwaarden en met de vereiste taken op de functiekaart.<br />

Het personeelslid levert zelf de bewijsstukken van de beroepservaring, ondermeer aan de hand van<br />

een tewerkstellingsattest. Enkel een curriculum vitae kan niet als basis dienen voor de<br />

meerekenbaarheid van beroepservaring in de privésector of als zelfstandige.<br />

De geldelijke anciënniteit die op die manier verkregen wordt, blijft behouden voor het verdere<br />

verloop van de loopbaan.<br />

De bewijsstukken moeten (met het oog op de meerekening van de privé-anciënniteit of de anciënniteit<br />

als zelfstandige) binnen de drie maanden na aanvang van de tewerkstelling worden ingediend bij de<br />

dienst HRM opdat de verschillende anciënniteiten met terugwerkende kracht vanaf de dag van<br />

indiensttreding zullen worden aangepast. Bewijsstukken die na deze periode worden ingediend<br />

kunnen pas uitwerking hebben de eerste maand volgend op de indiening, tenzij het personeelslid<br />

aantoont dat hij de bewijsstukken buiten zijn wil om niet binnen de periode van drie maanden volgend<br />

op de indiensttreding kon aanleveren.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 46 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK III. BIJZONDERE BEPALINGEN<br />

Artikel 87<br />

Personeelsleden die na een onderbreking terug in dienst komen, behouden hun destijds verworven<br />

geldelijke anciënniteit. Indien zij terug in dienst komen in dezelfde graad bij het bestuur, behouden zij<br />

hun totale geldelijke en schaalanciënniteit.<br />

Artikel 88<br />

Het personeelslid dat bevorderd wordt, krijgt in zijn nieuwe graad nooit een salaris dat lager is dan het<br />

salaris dat het in zijn vorige graad zou hebben gekregen.<br />

Artikel 89<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Het personeelslid dat bevorderd wordt naar een graad van een hoger niveau heeft ten minste recht op<br />

de volgende verhoging van zijn jaarsalaris tegen <strong>10</strong>0%:<br />

1. 620 euro bij bevordering naar niveau D;<br />

2. 745 euro bij bevordering naar niveau C;<br />

3. 870 euro bij bevordering naar niveau B;<br />

4. 1240 euro bij bevordering naar niveau A.<br />

Als het jaarsalaris in de nieuwe graad niet ten minste het bedrag, vermeld in het eerste lid, hoger is<br />

dan het jaarsalaris dat het personeelslid in zijn oude graad zou hebben gekregen, wordt het jaarsalaris<br />

in de nieuwe graad verhoogd tot de minimale verhoging, vermeld in het eerste lid, bereikt wordt.<br />

Die minimale salarisverhoging wordt gegarandeerd gedurende de hele functionele loopbaan in de<br />

graad waarnaar het personeelslid overgaat. Daartoe wordt telkens zijn oude salarisschaal, met inbegrip<br />

van de periodieke verhogingen, maar zonder het verloop in de functionele loopbaan, vergeleken met<br />

de nieuwe salarisschaal, met inbegrip van de toepassing van de periodieke verhogingen en het verloop<br />

in de functionele loopbaan.<br />

De minimale salarisverhoging is ook van toepassing als een personeelslid in dienst van het bestuur via<br />

een aanwervingsprocedure aangesteld wordt in een graad van een hoger niveau.<br />

De minimale salarisverhoging wordt beschouwd als salaris.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 47 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK IV. DE BETALING VAN HET SALARIS<br />

Artikel 90<br />

Het salaris volgt het verloop van het indexcijfer van de consumptieprijzen in overeenstemming met de<br />

wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de<br />

overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Het<br />

salaris tegen <strong>10</strong>0% wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.<br />

Artikel 91<br />

Het salaris wordt maandelijks betaald vanaf de indiensttreding.<br />

Het salaris wordt betaald na afloop van de prestatiemaand.<br />

Artikel 92<br />

Het maandsalaris is gelijk aan een twaalfde van het jaarsalaris. Het uurloon is gelijk aan 1/1976 van<br />

het jaarsalaris.<br />

Artikel 93<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Wanneer het maandsalaris niet volledig verschuldigd is, wordt het bedrag ervan berekend door het<br />

volledige maandsalaris te vermenigvuldigen met een van de volgende breuken:<br />

1° indien het aantal gepresteerde dagen van die maand kleiner is dan of gelijk aan <strong>10</strong>:<br />

(het aantal gepresteerde dagen x 1,4) /30<br />

2° indien het aantal gepresteerde dagen van die maand groter is dan <strong>10</strong>:<br />

(30 – (het aantal niet gepresteerde dagen x 1,4) )/30<br />

Met gepresteerde dagen worden gelijkgesteld: de dagen waarop geen arbeidsprestatie wordt geleverd,<br />

maar waarvoor het salaris niettemin wordt doorbetaald.<br />

Artikel 94<br />

Wanneer de indiensttreding in de loop van de maand geschiedt, krijgt het personeelslid voor die<br />

maand zoveel dertigsten van de maandwedde als er nog dagen zijn, te rekenen van en met de dag van<br />

indiensttreding.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 48 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

TITEL 6. DE TOELAGEN, VERGOEDINGEN EN SOCIALE<br />

VOORDELEN<br />

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 95<br />

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:<br />

1. toelage: een geldelijk voordeel dat een personeelslid ontvangt dat welbepaalde prestaties levert;<br />

2. vergoeding: een geldelijke tegemoetkoming ter compensatie van kosten die het personeelslid<br />

werkelijk maakt;<br />

3. sociale voordelen: alle voordelen in natura of in contanten die het bestuur aan de personeelsleden<br />

toekent;<br />

4. gezondheidsindex: het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van<br />

het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot<br />

vrijwaring van ’s lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994<br />

houdende sociale bepalingen. De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen tegen <strong>10</strong>0%<br />

worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01;<br />

5. overloon: toeslag boven het gewone loon;<br />

6. volledige prestaties: prestaties die achtendertig uur per week bedragen;<br />

7. nachtprestaties: de prestaties geleverd tussen 22 en 6 uur, met uitzondering van de nachtprestaties<br />

die sommige personeelsleden tewerkgesteld in de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen<br />

leveren (zie artikel <strong>10</strong>1 van deze rechtspositieregeling);<br />

8. prestaties op zaterdagen en zondagen: de prestaties geleverd op zaterdagen en zondagen tussen 0<br />

en 24 uur;<br />

9. prestaties op feestdagen: de prestaties geleverd op de feestdagen tussen 0 en 24 uur, zoals<br />

vastgesteld in artikel 130.<br />

Artikel 96<br />

Effectief gemaakte, bewezen en noodzakelijke kosten bij de uitoefening van de functie worden<br />

terugbetaald.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 49 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK II. DE VERPLICHTE TOELAGEN<br />

AFDELING 1. DE HAARD- EN STANDPLAATSTOELAGE<br />

Artikel 97<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

Paragraaf 5<br />

Het personeelslid heeft krachtens het decreet van 8 mei 2002 houdende wijziging van verschillende<br />

bepalingen betreffende de haard- en standplaatstoelage en het vakantiegeld van het gemeente- en<br />

provinciepersoneel recht op een haard- en standplaatstoelage indien aan onderstaande voorwaarden is<br />

voldaan.<br />

Het gehuwde personeelslid, het personeelslid dat (al dan niet wettelijk) samenleeft, of het<br />

alleenstaande personeelslid van wie één of meer kinderen die recht geven op kinderbijslag deel<br />

uitmaken van het gezin, heeft recht op een haardtoelage van:<br />

- 719,89 euro (<strong>10</strong>0%) wanneer het salaris 16.421,84 euro (<strong>10</strong>0%) niet overschrijdt;<br />

- 359,95 euro (<strong>10</strong>0%) wanneer het salaris hoger is dan 16.421,84 euro (<strong>10</strong>0%), maar niet meer<br />

bedraagt dan 18.695,86 euro (<strong>10</strong>0%).<br />

Het personeelslid dat geen recht heeft op een haardtoelage, ontvangt een standplaatstoelage van:<br />

- 359,95 euro (<strong>10</strong>0%) op voorwaarde dat het salaris niet hoger is dan 16.421,84 euro (<strong>10</strong>0%);<br />

- 179,98 euro (<strong>10</strong>0%) wanneer het salaris hoger is dan 16.421,84 euro (<strong>10</strong>0%) maar niet meer<br />

bedraagt dan 18.695,86 euro (<strong>10</strong>0%).<br />

In het geval dat de twee echtgenoten of de twee personen die samenleven elk beantwoorden aan de<br />

voorwaarden om de haardtoelage te verkrijgen, wijzen ze in wederzijds akkoord diegene van de twee<br />

aan, aan wie de haardtoelage wordt uitbetaald. De standplaatstoelage wordt toegekend aan het<br />

personeelslid dat geen haardtoelage geniet.<br />

Als het recht op de haard- en standplaatstoelage in de loop van een maand wijzigt, wordt voor de<br />

gehele maand het voordeligste stelsel toegepast.<br />

Artikel 98<br />

De bezoldiging van het personeelslid wiens salaris hoger is dan 16.421,84 euro (<strong>10</strong>0%),<br />

respectievelijk 18.695,86 euro (<strong>10</strong>0%) mag niet kleiner zijn dan in het geval het salaris gelijk zou zijn<br />

aan dat bedrag. In voorkomend geval wordt een gedeeltelijke haard- of standplaatstoelage toegekend.<br />

Onder "bezoldiging" wordt in het eerste lid begrepen: het salaris verhoogd met de volledige of<br />

gedeeltelijke haard- of standplaatstoelage, verminderd met de inhouding voor het wettelijk pensioen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 50 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

AFDELING 2. HET VAKANTIEGELD<br />

Artikel 99<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

In toepassing van artikel 59 van de wet van 25 januari 1999 houdende sociale bepalingen ontvangt het<br />

personeelslid een vakantiegeld in overeenstemming met titel III van het koninklijk besluit van 30<br />

maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de<br />

jaarlijkse vakantie der werknemers.<br />

Jobstudenten hebben geen recht op vakantiegeld.<br />

AFDELING 3. DE EINDEJAARSTOELAGE<br />

Artikel <strong>10</strong>0<br />

Het personeelslid, met uitzondering van de jobstudent, ontvangt uiterlijk tijdens de maand<br />

december van het in aanmerking te nemen jaar een eindejaarstoelage in overeenstemming met de<br />

bepalingen van het BVR <strong>RPR</strong>.<br />

De verhogingen van het forfaitaire gedeelte vermeld in het BVR <strong>RPR</strong> zijn niet van toepassing op de<br />

personeelsleden die op grond van de federale wetgeving over de financiering van sommige<br />

gezondheidsinstellingen recht hebben op een jaarlijkse premie en een attractiviteitspremie conform<br />

bijlage VI van deze rechtspositieregeling . De premie en attractiviteitspremie worden toegekend in de<br />

plaats van de genoemde verhogingen van de eindejaarstoelage in overeenstemming met de<br />

onderrichtingen van de federale financierende overheid.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 51 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK III. DE SALARISBIJSLAG EN DE UURTOESLAGEN VOOR<br />

ONREGELMATIGE PRESTATIES VOOR SOMMIGE<br />

PERSONEELSCATEGORIEËN IN DE FEDERAAL GEFINANCIERDE<br />

GEZONDHEIDSINSTELLINGEN<br />

Artikel <strong>10</strong>1<br />

Aan het personeel van de woonzorgcentra wordt een toelage toegekend :<br />

1) van 2,0479 euro per uur nachtprestatie tussen 20 en 6 uur, gekoppeld aan de index, en dit pro rata<br />

van de effectief uitgevoerde prestaties in deze uurschijf. Bovendien worden alle uren of delen van<br />

een uur van een prestatie die middernacht overschrijdt, beschouwd en betaald als nachturen, zelfs<br />

indien de prestatie start voor 20 uur of eindigt na 6 uur.<br />

2) van 1,0<strong>10</strong>2 euro per werkelijk gepresteerd uur in de loop van de zaterdag, zondag en feestdagen,<br />

gekoppeld aan de index.<br />

3) van <strong>10</strong>0% per uur prestatie op een zondag of een feestdag.<br />

4) van 20 % van het barema-uurloon, ongeacht de dag van de week voor avondprestaties voor de<br />

uurschijf van 19 tot 20 uur pro rata van de effectief uitgevoerde prestaties in deze uurschijf. De<br />

toeslag op zaterdag, zon- en feestdagen is van toepassing, indien deze voordeliger is dan die 20%.<br />

Artikel <strong>10</strong>2<br />

De toelage voor prestaties op zaterdag, zon- en feestdagen, zoals voorzien in artikel <strong>10</strong>1, 2°, kan niet<br />

gecumuleerd worden met de toelage voor nachtdiensten, zoals voorzien in artikel <strong>10</strong>1, 1°.<br />

De toelage voor prestaties op zaterdag, zon- en feestdagen, zoals voorzien in artikel <strong>10</strong>1, 2°, kan wel<br />

samen met de salarisbijslag voor buitengewone dienstprestaties, voorzien in artikel <strong>10</strong>3, worden<br />

toegekend.<br />

Artikel <strong>10</strong>3<br />

De personeelsleden die voldoen aan de voorwaarden, zoals bepaald in artikel 1 van het KB van 22<br />

juni 20<strong>10</strong> betreffende de uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep wat<br />

betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en onregelmatige prestaties,<br />

ontvangen vanaf 1 januari 20<strong>10</strong> toelagen voor onregelmatige prestaties, overeenkomstig de artikelen 6<br />

tot en met 14 van het KB.<br />

HOOFDSTUK IV. DE UURTOESLAGEN VOOR ONREGELMATIGE PRESTATIES<br />

VOOR ANDERE PERSONEELSCATEGORIEËN DAN IN DE FEDERAAL<br />

GEFINANCIERDE GEZONDHEIDSINSTELLINGEN<br />

Artikel <strong>10</strong>4<br />

Voor de personeelsleden die niet behoren tot de personeelscategorieën zoals in bedoeld in voorgaand<br />

hoofdstuk, is de arbeidswet van toepassing.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 52 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK V. DE ANDERE TOELAGEN<br />

AFDELING 1. DE TOELAGE VOOR HET WAARNEMEN VAN EEN HOGERE FUNCTIE<br />

Artikel <strong>10</strong>5<br />

Het personeelslid dat gedurende ten minste dertig opeenvolgende kalenderdagen een hogere functie<br />

waarneemt overeenkomstig artikel 74 heeft recht op een toelage.<br />

Artikel <strong>10</strong>6<br />

De toelage is gelijk aan het verschil tussen het salaris dat het personeelslid bij een bevordering in de<br />

waargenomen hogere functie zou ontvangen en het salaris dat het personeelslid in zijn werkelijke<br />

functie ontvangt.<br />

In het salaris zijn de haard- of standplaatstoelage, de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering<br />

of de toelage voor opdrachthouderschap inbegrepen.<br />

AFDELING 2. DE PERMANENTIETOELAGE<br />

Artikel <strong>10</strong>7<br />

Het personeelslid dat door de algemeen directeur wordt aangewezen om zich buiten de normale<br />

diensturen thuis beschikbaar te houden voor interventies heeft recht op een permanentietoelage.<br />

Artikel <strong>10</strong>8<br />

De toelage bedraagt 2,01 euro tegen <strong>10</strong>0% voor elk uur dat werkelijk aan de permanentie wordt<br />

besteed. Dat bedrag is gekoppeld aan de gezondheidsindex.<br />

Artikel <strong>10</strong>9<br />

De algemeen directeur komt niet in aanmerking voor een permanentietoelage.<br />

De prestaties die het personeelslid presteert wanneer het opgeroepen wordt tijdens de<br />

permanentieplicht gaan in vanaf het ogenblijk dat de werkzaamheden in de dienst worden opgenomen<br />

en eindigen wanneer de werkzaamheden ter plaatse zijn afgesloten.<br />

Zodra het personeelslid wordt opgeroepen zal minimaal 1 uur prestatie worden toegekend. Na<br />

overschrijding van het eerste uur wordt de werkelijke duur in aanmerking genomen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 53 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK VI. DE VERGOEDING VOOR REIS- EN VERBLIJFSKOSTEN<br />

AFDELING 1. ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 1<strong>10</strong><br />

Een dienstreis is de verplaatsing van de woonplaats of de standplaats naar een vooraf bepaalde<br />

bestemming in opdracht of op uitnodiging van de bevoegde hiërarchische meerdere van het<br />

personeelslid.<br />

Artikel 111<br />

De algemeen directeur geeft toestemming voor dienstreizen.<br />

Hij beslist welk vervoermiddel functioneel en financieel het meest verantwoord is.<br />

Artikel 112<br />

Reiskosten worden, samen met de bewijsstukken, ingediend met een standaardformulier voor de<br />

opgave van de dienstverplaatsing.<br />

AFDELING 2. DE VERGOEDING VOOR REISKOSTEN<br />

Artikel 113<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

Het personeelslid dat voor dienstreizen van zijn eigen motorvoertuig gebruikmaakt, heeft recht op een<br />

vergoeding zoals bepaald in het BVR <strong>RPR</strong>. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd<br />

overeenkomstig §5.<br />

Onder motorvoertuig wordt verstaan: een auto, motorfiets of bromfiets.<br />

De kilometervergoeding dekt alle kosten die gepaard gaan met het gebruik van het eigen<br />

motorvoertuig, met uitzondering van de parkeerkosten. Het personeelslid heeft recht op de<br />

terugbetaling van eventuele parkeerkosten.<br />

Bij carpooling wordt de vergoeding voor de bestuurder verhoogd met een vergoeding zoals bepaald in<br />

het BVR <strong>RPR</strong>. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig §5.<br />

De meereizende personeelsleden hebben geen recht op een kilometervergoeding.<br />

Het personeelslid dat voor dienstreizen van de eigen fiets gebruik maakt, ontvangt een vergoeding<br />

zoals bepaald in het BVR <strong>RPR</strong>. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig §5.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 54 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 5<br />

De bedragen van de kilometervergoeding worden jaarlijks op 1 juli gepubliceerd in het Belgisch<br />

Staatsblad.<br />

Artikel 114<br />

Voor dienstreizen met het openbaar vervoer of per vliegtuig worden de reële kosten vergoed die het<br />

personeelslid bewijst.<br />

Artikel 115<br />

Het personeelslid dat een dienstreis met overnachting maakt, heeft recht op een vergoeding van de<br />

kosten voor kamer en ontbijt, maaltijden en eventuele andere kosten. Het personeelslid dient voor al<br />

de gemaakte kosten de originele bewijsstukken in.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 55 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK VII. DE SOCIALE VOORDELEN<br />

AFDELING 1. DE MAALTIJDCHEQUES<br />

Artikel 116<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Het personeelslid, met uitzondering van de jobstudent, heeft recht op maaltijdcheques die op jaarbasis<br />

voor ten minste 497,47 euro ten laste valt van het bestuur.<br />

Bij onvolledige prestaties of prestaties die niet geleverd zijn gedurende het werkjaar, wordt het bedrag<br />

op jaarbasis, vermeld in het eerste lid, pro rata verminderd.<br />

De tegemoetkoming van het bestuur in de kostprijs van de maaltijdcheque wordt vastgesteld op 5,91<br />

euro.<br />

De tegemoetkoming van het personeelslid in de kostprijs van de maaltijdcheque bedraagt 1,<strong>09</strong> euro.<br />

Dit bedrag wordt maandelijks van het netto-salaris van het personeelslid afgehouden, behoudens<br />

wanneer op het ogenblik van de toekenning van de cheques aan het personeelslid geen salaris wordt<br />

uitbetaald. In dat geval wordt in overleg met het personeelslid een praktische regeling uitgewerkt.<br />

De nadere modaliteiten rond de toekenning van maaltijdcheques wordt vastgelegd in het<br />

arbeidsreglement.<br />

AFDELING 2. DE HOSPITALISATIEVERZEKERING<br />

Artikel 117<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Het bestuur sluit een collectieve hospitalisatieverzekering af voor de personeelsleden en, onder<br />

bepaalde voorwaarden, van hun gezinsleden.<br />

Het bestuur neemt de premie van de basisformule volledig ten laste zodra ze minstens halftijds<br />

werken. Voor personeelsleden die minder dan halftijds werken, wordt de premie overeenkomstig de<br />

prestatieverhouding ten laste genomen.<br />

De premies van contractuele personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur worden<br />

ten laste genomen door het bestuur op voorwaarde dat deze een effectieve ononderbroken<br />

tewerkstelling omvatten van minimaal één jaar. Arbeidsovereenkomsten van minder dan één jaar<br />

vallen buiten het toepassingsgebied.<br />

Het bestuur neemt enkel de premie van de basisformule ten laste. Wenst het personeelslid evenwel<br />

een meer uitgebreide dekking te bekomen of wenst het personeelslid zijn gezinsleden mee te<br />

verzekeren wanneer het nog geen recht heeft op de dekking van de premie door het bestuur – zowel in<br />

basisformule als in uitgebreide formule -, dan is dit mogelijk op kosten van het personeelslid.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 56 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 118<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Voor de gezinsleden wordt de premie ten laste genomen voor zover het personeelslid in totaal<br />

minstens 5 jaar ononderbroken anciënniteit heeft bij het bestuur en/of de deelnemende besturen aan<br />

het zorgbedrijf.<br />

Het bestuur neemt in dit geval de premie van de basisformule ten laste overeenkomstig artikel 117 §3,<br />

en voor hun gezinsleden, overeenkomstig de prestatieverhouding van deze personeelsleden.<br />

Onder gezinsleden worden verstaan:<br />

- de partners van de personeelsleden<br />

- de kinderen van de personeelsleden voor zover ze gerechtigd zijn op kinderbijslag.<br />

Voor het bepalen van de premies die het bestuur ten laste neemt wordt steeds uitgegaan van de<br />

toestand van de individuele personeelsleden op 1 januari van het lopende jaar.<br />

Artikel 119<br />

Het personeelslid ontvangt tijdig de nodige informatie in verband met de aansluitingsvoorwaarden en<br />

toepassingsvoorwaarden met betrekking tot de hospitalisatieverzekering.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 57 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

AFDELING 3. DE VERGOEDING VAN DE KOSTEN VAN HET WOON-WERKVERKEER<br />

Artikel 120<br />

Bij gebruik van het openbaar vervoer voor de verplaatsing van en naar het werk wordt het<br />

vervoersabonnement/ vervoersbewijs van het personeelslid volledig ten laste genomen van het<br />

bestuur.<br />

Als het personeelslid in eerste klasse reist, betaalt het zelf de supplementaire kosten daarvoor.<br />

Artikel 121<br />

Het personeelslid dat de afstand van en naar het werk volledig of gedeeltelijk aflegt met de fiets krijgt<br />

een maandelijkse fietsvergoeding dat gelijk is aan het maximumbedrag dat op grond van de fiscale<br />

wetgeving en de socialezekerheidswetgeving is vrijgesteld van belasting en sociale bijdragen.<br />

Deze vergoeding wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:<br />

- de werkelijke afstand heen en weer;<br />

- per dag wordt slechts eenmaal het traject woon- werkplaats vergoed, behalve in geval van<br />

gesplitste diensten (dienst die gedurende ten minste 3 opeenvolgende uren op een zelfde<br />

kalenderdag wordt onderbroken wordt);<br />

- de vergoeding wordt slechts uitbetaald voor de dagen waarop de afstand effectief tussen woon- en<br />

werkplaats met de fiets werd afgelegd. Dit moet blijken uit een verklaring op eer opgemaakt door<br />

het betrokken personeelslid. Deze verklaring op eer bevat de periode waarop zij betrekking heeft,<br />

de data waarop de verplaatsing met de fiets werd gemaakt, alsook de gevolgde reisweg en het<br />

aantal kilometers. De voorgelegde reisweg hoeft niet noodzakelijk de kortste te zijn, maar moet<br />

wel de meest aangewezene zijn, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de veiligheid. Bij<br />

het afleggen van valse verklaring wordt het personeelslid hetzij tijdelijk hetzij definitief het recht<br />

op de desbetreffende vergoeding ontzegd, onverminderd de disciplinaire en/of strafvordering<br />

waaraan het zich blootstelt;<br />

- de verplaatsing per fiets kan voorafgegaan of gevolgd worden door het gebruik van een of<br />

meerdere gemeenschappelijke vervoermiddelen. In dit geval kunnen de vergoedingen<br />

gecumuleerd worden.<br />

De vergoedingen worden op verzoek van het betrokken personeelslid uitbetaald per maand of per<br />

kwartaal op voorlegging van de verklaring op eer.<br />

Artikel 122<br />

Het personeelslid dat aan de voorwaarden voldoet voor de toekenning van een parkeerkaart door de<br />

bevoegde hogere overheid (in de huidige stand van zaken de FOD Sociale Zekerheid, Directoraat-<br />

Generaal Personen met een handicap), voor de verplaatsing van en naar het werk gebruikt maakt van<br />

de wagen wordt vergoed aan de kostprijs van een treinkaart tweede klasse over dezelfde afstand.<br />

AFDELING 4. DE BEGRAFENISVERGOEDING<br />

Artikel 123<br />

Als een personeelslid overlijdt, wordt aan de persoon of personen die de kosten voor de begrafenis<br />

hebben gedragen, een begrafenisvergoeding toegekend.<br />

Deze vergoeding stemt overeen met het geïndexeerde maandsalaris van het personeelslid, eventueel<br />

verhoogd met de haard- en standplaatstoelage of met om het even welke andere salaristoeslag. Het<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 58 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

geïndexeerde maandsalaris wordt omgezet in een maandsalaris voor voltijdse prestaties als het<br />

overleden personeelslid deeltijds werkte.<br />

De begrafenisvergoeding mag niet meer bedragen dan een twaalfde van het bedrag, vastgesteld met<br />

toepassing van artikel 39, eerste, derde en vierde lid, van de Arbeidsongevallenwet van <strong>10</strong> april 1971.<br />

De vergoeding wordt in voorkomend geval verminderd met het bedrag van een vergoeding die<br />

krachtens andere wettelijke of reglementaire bepalingen wordt toegekend.<br />

AFDELING 5. ANDERE VOORDELEN<br />

Artikel 124<br />

Het personeelslid ontvangt bij de volgende gebeurtenissen een premie:<br />

1. geboorte of adoptie: 50 euro per kind;<br />

2. huwelijk of wettelijke samenwoonst: 75 euro;<br />

3. pensionering: 35 euro per volledig jaar dienstanciënniteit binnen het bestuur met als minimum<br />

<strong>10</strong>5 euro en een maximum van 875 euro.<br />

De betaling van deze premie gebeurt via het loon, uiterlijk een maand na de gebeurtenis.<br />

Dit artikel geldt voor nieuwe indiensttredingen vanaf 1 januari 2018.<br />

TWEEDE PENSIOENPIJLER<br />

Artikel 125<br />

Er wordt voorzien in een aanvullend pensioenstelsel. De pensioentoelage bedraagt 1% van het<br />

pensioengevende jaarloon.<br />

Het personeel van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen wordt voorlopig<br />

uitgesloten van het aanvullend pensioenstelsel, gezien er eerst duidelijkheid moet komen over de<br />

uitvoering van het akkoord van 18.07.2005 betreffende de federale gezondheidssectoren –<br />

publieke sector, om te vermijden dat er voor deze sector twee parallelle initiatieven naast elkaar<br />

ontstaan.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 59 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

TITEL 7. VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN<br />

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 126<br />

De algemeen directeur beslist over de verloven en afwezigheden, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald<br />

in deze rechtspositieregeling.<br />

HOOFDSTUK II. DE JAARLIJKSE VAKANTIE<br />

Artikel 127<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Het voltijds werkend personeelslid, heeft recht op 23 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig<br />

dienstjaar.<br />

Eén bijkomende werkdag betaalde vakantie wordt toegekend bij het bereiken van:<br />

- vijf jaar anciënniteit bij het bestuur;<br />

- tien jaar anciënniteit bij het bestuur.<br />

De betaalde vakantie wordt toegekend op basis van de anciënniteit bij het bestuur die het<br />

personeelslid in de loop van het kalenderjaar bereikt.<br />

Personeelsleden die genieten van arbeidsduurvermindering, hebben geen recht op de bijkomende<br />

werkdagen betaalde vakantie toegekend bij het bereiken van vijf of tien jaar anciënniteit.<br />

De vakantie wordt berekend op de prestaties geleverd tijdens het vakantiedienstjaar. Voor de<br />

personeelsleden wordt het vakantiedienstjaar gevormd door het jaar dat voorafgaat aan het<br />

vakantiejaar.<br />

De vakantie voor de personeelsleden bestaat enerzijds uit de wettelijke vakantie van maximum 20<br />

dagen geregeld conform de gecoördineerde wetten betreffende de jaarlijkse vakantie voor werknemers<br />

en anderzijds max. 5 dagen betaalde aanvullende vakantie. De aanvullende vakantie wordt op<br />

dezelfde wijze berekend als het saldo van de wettelijke vakantie.<br />

De vakantie wordt genomen naar keuze van het personeelslid. De vakantie moet vooraf worden<br />

aangevraagd en goedgekeurd door het betrokken diensthoofd. Als de aangevraagde dagen of periodes<br />

niet verzoenbaar zijn met de behoeften van de dienst, dan wordt de aangevraagde vakantie geweigerd<br />

en wordt dit zo vlug mogelijk schriftelijk gemotiveerd meegedeeld aan het personeelslid volgens de<br />

bepalingen van het arbeidsreglement.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 60 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 4<br />

In afwijking van §3, kan het personeelslid elk jaar maximum vier vakantiedagen opnemen zonder dat<br />

het dienstbelang kan worden ingeroepen om het verlof te weigeren.<br />

Artikel 128<br />

Elke periode met recht op salaris en van georganiseerde werkonderbreking geeft recht op jaarlijkse<br />

vakantiedagen die omgezet worden in uren en tienden van uren a rato van 7,6 u per dag.<br />

Artikel 129<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Als het personeelslid ziek wordt voor de aanvang van een vakantiedag of een periode van<br />

vakantiedagen, dan wordt de vakantie opgeschort.<br />

Als het personeelslid ziek wordt tijdens zijn vakantie, dan wordt de vakantie niet opgeschort.<br />

Als een personeelslid tijdens zijn vakantie in het ziekenhuis opgenomen wordt, dan wordt de vakantie<br />

opgeschort vanaf de eerste dag van de ziekenhuisopname.<br />

HOOFDSTUK III. DE FEESTDAGEN<br />

Artikel 130<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Het personeelslid heeft betaalde vakantie op de volgende feestdagen:<br />

- 1 januari;<br />

- Paasmaandag;<br />

- 1 mei;<br />

- Hemelvaartsdag;<br />

- Pinkstermaandag;<br />

- 11 juli;<br />

- 21 juli;<br />

- 15 augustus;<br />

- 1 november;<br />

- 11 november;<br />

- 25 december.<br />

De raad van beheer verleent het recht aan de personeelsleden om feestdagen die samenvallen met een<br />

zaterdag of een zondag, op te nemen conform de modaliteiten van de jaarlijkse vakantiedagen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 61 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 3<br />

Als een personeelslid moet werken op een feestdag krijgt hij ter compensatie de gewerkte uren, die<br />

betaald worden, en mogen worden opgenomen zoals de jaarlijkse vakantiedagen. De opname van de<br />

compenserende rust gebeurt binnen zes weken volgend op de feestdag.<br />

HOOFDSTUK IV. BEVALLINGSVERLOF EN OPVANGVERLOF<br />

AFDELING 1. BEVALLINGSVERLOF EN VADERSCHAPSVERLOF/GEBOORTEVERLOF<br />

Artikel 131<br />

Het bevallingsverlof wordt toegekend aan het personeelslid volgens de bepalingen van de Arbeidswet<br />

van 16 maart 1971.<br />

AFDELING 2. ADOPTIEVERLOF<br />

Artikel 132<br />

Het adoptieverlof wordt toegekend aan het personeelslid volgens de bepalingen van de<br />

Arbeidsovereenkomstenwet.<br />

HOOFDSTUK V. HET ZIEKTEVERLOF<br />

Artikel 133<br />

Het personeelslid dat afwezig is wegens ziekte of wegens een ongeval krijgt ziekteverlof.<br />

Overeenkomstig artikel 31 van de Arbeidsovereenkomstenwet wordt de arbeidsovereenkomst van het<br />

personeelslid geschorst, na de periode van het gewaarborgd inkomen.<br />

Artikel 134<br />

Het personeelslid met ziekteverlof staat onder het toezicht van het geneeskundig controleorgaan dat<br />

wordt aangeduid door het bestuur.<br />

Voor wat betreft het aanwezigheidsbeleid wordt verwezen naar de bepalingen in het arbeidsreglement.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 62 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK VI. HET OMSTANDIGHEIDSVERLOF<br />

Artikel 135<br />

Paragraaf 1<br />

Het personeelslid krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen:<br />

Aard van de gebeurtenis<br />

1. huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van<br />

wettelijke samenwoning door het personeelslid, vermeld in artikel<br />

1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek, m.u.v. het afleggen<br />

van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten<br />

2. bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter<br />

gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van<br />

het personeelslid<br />

3. overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, een bloed- of<br />

aanverwant in de eerste graad (ouders en schoonouders) van het<br />

personeelslid, of van de samenwonende of huwelijkspartner:<br />

4. huwelijk of afsluiten samenlevingsovereenkomst van een kind van het<br />

personeelslid, of van de samenwonende of huwelijkspartner:<br />

5. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de<br />

samenwonende partner in om het even welke graad, die onder<br />

hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende<br />

partner:<br />

6. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de<br />

samenwonende partner in de tweede graad (broer, zus, halfbroer,<br />

halfzus), een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder<br />

hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende<br />

partner:<br />

Toegestaan maximum<br />

4 werkdagen door het<br />

personeelslid te nemen tijdens<br />

de week waarin de gebeurtenis<br />

plaatsgrijpt of tijdens de<br />

daaropvolgende week<br />

<strong>10</strong> werkdagen door het<br />

personeelslid te nemen binnen<br />

een periode van 4 maanden, te<br />

rekenen vanaf de dag van de<br />

bevalling.<br />

4 werkdagen door het<br />

personeelslid te nemen tijdens<br />

de week waarin de gebeurtenis<br />

plaatsgrijpt of tijdens de<br />

daaropvolgende week<br />

2 werkdagen door het<br />

personeelslid te nemen tijdens<br />

de week waarin de gebeurtenis<br />

plaatsgrijpt of tijdens de<br />

daaropvolgende week<br />

2 werkdagen door het<br />

personeelslid te nemen tijdens<br />

de week waarin de gebeurtenis<br />

plaatsgrijpt of tijdens de<br />

daaropvolgende week<br />

1 werkdag door het<br />

personeelslid te nemen op de<br />

dag van de begrafenis, bijzetting<br />

of uitstrooiing<br />

7. huwelijk of afsluiten samenlevingsovereenkomst van een bloed- of<br />

aanverwant: in de eerste graad (ouders en schoonouders), die geen<br />

kind is; in de tweede graad (broer, zus, halfbroer, halfzus), van het<br />

personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner:<br />

8. priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van het<br />

personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner, of van een<br />

broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van het personeelslid:<br />

de dag van het huwelijk<br />

de dag van de rooms-katholieke<br />

plechtigheid of een daarmee<br />

overeenstemmende plechtigheid<br />

bij een andere erkende eredienst<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 63 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

9. plechtige communie of deelneming van een kind van het personeelslid<br />

of van de samenwonende of huwelijkspartner aan het feest van de<br />

vrijzinnige jeugd of aan een plechtigheid in het kader van een erkende<br />

eredienst die overeenstemt met de rooms-katholieke plechtige<br />

communie:<br />

<strong>10</strong>. gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie<br />

van de voogdij over een minderjarige:<br />

11. deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de<br />

rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de<br />

arbeidsrechtbank:<br />

de dag van de plechtigheid, of,<br />

als dat een zondag, feestdag of<br />

inactiviteitsdag is, de<br />

eerstvolgende werkdag<br />

de nodige tijd, maximaal één<br />

dag<br />

de nodige tijd<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

Paragraaf 5<br />

Het omstandigheidsverlof is bezoldigd.<br />

Voor het personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de<br />

afstamming aan zijn zijde vaststaat, vermeld in 2°, toegekend volgens de regels van het arbeidsrecht,<br />

in het bijzonder volgens de regeling, vermeld in artikel 30, §2, van de Arbeidsovereenkomstenwet.<br />

Dit verlof geldt ook voor meeouders indien aan volgende voorwaarden wordt voldaan:<br />

1) er mag enkel een wettelijke afstammingsband bestaan ten aanzien van één persoon, namelijk<br />

tussen het kind en de moeder. Is er ook een wettelijke afstammingsband met de vader, dan krijgt<br />

hij het verlof en niet de meeouder;<br />

2) de meeouder moet een bewijs van partnerschap met de moeder kunnen voorleggen. Bijvoorbeeld:<br />

huwelijksakte, bewijs van wettelijke samenwoning of een uittreksel uit het bevolkingsregister<br />

waaruit de inschrijving op hetzelfde adres blijkt gedurende minstens drie onafgebroken jaren<br />

voorafgaand aan de geboorte.<br />

Bij een latere adoptie wordt het adoptieverlof verminderd met de opgenomen dagen<br />

omstandigheidsverlof in het kader van meeouderschap.<br />

De gebeurtenissen waarvan sprake in dit artikel worden zo spoedig mogelijk en in elk geval<br />

aansluitend op de gebeurtenis bewezen aan de hand van een officieel attest of een verklaring van de<br />

bevoegde instantie dat aan de dienst HRM wordt overgemaakt.<br />

Behoudens het bepaalde in de voorgaande alinea’s vervalt het omstandigheidsverlof tijdens een<br />

periode van ziekteverlof of tijdens enige andere periode van afwezigheid wanneer het<br />

omstandigheidsverlof niet binnen de in dit artikel voorziene periode kan worden opgenomen.<br />

Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht deze verloven geheel of<br />

gedeeltelijk op te nemen.<br />

Het personeelslid richt zijn aanvraag tot de algemeen directeur.<br />

Wanneer het omstandigheidsverlof uit meerdere dagen bestaat kan het op verzoek van het<br />

personeelslid worden gesplitst in meerdere periodes.<br />

Er moet evenwel een verband bestaan tussen de gebeurtenis en het tijdstip waarop het verlof wordt<br />

genomen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 64 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK VII. HET ONBETAALD VERLOF<br />

AFDELING 1. HET ONBETAALD VERLOF ALS RECHT<br />

Artikel 136<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Onder onbetaald verlof als recht wordt begrepen:<br />

1. voltijdse onderbreking te nemen in periodes van minimaal een maand:<br />

a. 12 maanden;<br />

b. bijkomend 12 maanden vanaf de leeftijd van 55 jaar.<br />

2. vermindering van voltijdse arbeidsprestaties te nemen in periodes van minimaal drie maanden en<br />

maximaal twaalf maanden:<br />

a. 60 maanden met 1/5 de , met 2/5 de of met 1/2 de ;<br />

b. onbeperkt met 1/5 de , met 2/5 de of met 1/2 de vanaf de leeftijd van 55 jaar.<br />

3. vermindering van deeltijds arbeidsprestaties te nemen in periodes van minimaal drie maanden en<br />

maximaal twaalf maanden:<br />

a. 60 maanden tot 4/5 de , tot 3/5 de of tot 1/2 de van een voltijdse arbeidsregeling;<br />

b. onbeperkt tot 4/5 de , tot 3/5 de of tot 1/2 de van een voltijdse arbeidsregeling vanaf de<br />

leeftijd van 55 jaar.<br />

Volgende personeelscategorieën zijn uitgesloten van het onbetaald verlof zoals bedoeld in deze<br />

afdeling:<br />

- de decretale graden;<br />

- de personeelsleden van niveau A en de hogere graden van niveau B, lid van het<br />

managementteam;<br />

In afwijking hiervan hebben deze personeelsleden wel recht op de vermindering van voltijdse<br />

arbeidsprestaties met 1/5 de , op voorwaarde dat ze geen gebruik maken van het systeem van<br />

structureel thuiswerk en mits zij de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben en al ten minste 5 jaar<br />

op niveau A of in de hogere graden van niveau B tewerkgesteld zijn binnen het bestuur.<br />

- de personeelsleden van niveau A en de hogere graden van niveau B, geen lid van het<br />

managementteam;<br />

In afwijking hiervan hebben deze personeelsleden wel recht op de vermindering van voltijdse<br />

arbeidsprestaties met 1/5 de , op voorwaarde dat ze geen gebruik maken van het systeem van<br />

structureel thuiswerk.<br />

- de personeelsleden op proef.<br />

In afwijking hiervan kan aan de personeelsleden in de basisgraden van niveau B en de<br />

personeelsleden van niveau C, D en E met een anciënniteit bij het bestuur van minder dan 12<br />

maanden het onbetaald verlof zoals bedoeld in deze afdeling, als afwijking worden<br />

toegestaan.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 65 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

Paragraaf 5<br />

Paragraaf 6<br />

Paragraaf 7<br />

Paragraaf 8<br />

Voor de overige personeelsleden is het onbetaald verlof zoals bedoeld in deze afdeling een recht. Aan<br />

deze personeelsleden kan bovendien, voor zover de goede werking van de dienst hierdoor niet in het<br />

gedrang komt, eender welke vermindering van arbeidsprestaties tot 50% van een voltijdse betrekking<br />

worden toegestaan.<br />

Als een vast aangesteld statutair personeelslid binnen de diensten van het bestuur of binnen de<br />

overheid of VZW, aan de welke het ter beschikking wordt gesteld, een contractuele betrekking<br />

opneemt, een tijdelijke aanstelling of een andere functie waaraan een proeftijd verbonden is, dan<br />

wordt voor maximaal de duur van de aanstelling of de proeftijd, ambtshalve onbetaald verlof<br />

toegestaan.<br />

Het personeelslid richt zijn aanvraag tot algemeen directeur, tenminste drie maanden voor aanvang<br />

van het onbetaald verlof. De algemeen directeur kan een kortere termijn aanvaarden.<br />

Het personeelslid hoeft geen reden op te geven.<br />

De algemeen directeur kan gemotiveerd in uitzonderlijke omstandigheden en voor zover de goede<br />

werking van de dienst in het gedrang dreigt te komen, de ingangsdatum van het onbetaald verlof<br />

uitstellen met maximaal zes maanden.<br />

In geval onbetaald verlof kan toegestaan worden, gebeurt een eventueel uitstel op gemotiveerde wijze.<br />

Het personeelslid kan bij uitstel bezwaar indienen bij het directiecomité. Hij kan verzoeken om in dit<br />

verband gehoord te worden.<br />

Het onbetaald verlof zoals bedoeld in deze afdeling is gelijkgesteld met dienstactiviteit.<br />

Voor een contractueel personeelslid wordt het onbetaald verlof beschouwd als een schorsing van de<br />

uitvoering van de arbeidsovereenkomst en niet als een wijziging van de lopende arbeidsovereenkomst.<br />

Verlof wegens arbeidsongeschiktheid, met uitzondering van de arbeidsongeschiktheid ten gevolge van<br />

een arbeidsongeval of een beroepsziekte, maakt geen einde aan een toegekend onbetaald verlof.<br />

Als een feestdag op een dag onbetaald verlof valt, loopt het verlof door. De feestdag wordt niet<br />

vervangen.<br />

Het personeelslid kan het toegestane onbetaald verlof te allen tijde opzeggen, mits eerbiediging van<br />

een termijn van minimum 3 maanden, tenzij de algemeen directeur een kortere termijn aanvaardt.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 66 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

AFDELING 2. HET ONBETAALD VERLOF ALS GUNST<br />

Artikel 137<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Het personeelslid kan de volgende contingenten onbetaalde verloven krijgen:<br />

1. twintig werkdagen per kalenderjaar, te nemen in volledige of halve dagen en al dan niet<br />

aaneensluitende perioden.<br />

2. twee jaar voltijds gedurende de loopbaan, te nemen in al dan niet aaneensluitende perioden van<br />

minimaal één maand en maximaal twaalf maanden;<br />

3. Deeltijdse vermindering van de arbeidsprestaties, te nemen in aaneensluitende perioden van<br />

minimaal één maand en maximaal twaalf maanden. De deeltijdse vermindering kan<br />

aangevraagd worden mits onderstaande voorwaarden zijn voldaan:<br />

a. Het personeelslid mag niet uitgesloten zijn van de vermindering van arbeidsprestaties<br />

zoals bedoeld in afdeling 1.<br />

b. De vermindering van arbeidsprestaties zoals bedoeld in afdeling 1, is uitgeput.<br />

c. De deeltijdse vermindering volgt aansluitend op een vermindering van arbeidsprestaties<br />

zoals bedoeld in afdeling 1.<br />

d. De deeltijdse vermindering is identiek aan de laatste vermindering van de<br />

arbeidsprestaties zoals bedoeld in afdeling 1.<br />

Het onbetaald verlof zoals bedoeld in deze afdeling is geen recht, maar kan worden toegestaan als een<br />

gunstmaatregel, voor zover de goede werking van de dienst daardoor niet in het gedrang komt.<br />

In afwijking hiervan is het onbetaald verlof zoals bedoeld in §1, 1 een recht voor het personeelslid in<br />

volgende gevallen:<br />

- ter aanvulling van de jaarlijkse vakantiedagen tot een volledig contingent;<br />

- in geval van dwingende redenen voor maximum <strong>10</strong> werkdagen per kalenderjaar. Onder<br />

dwingende redenen moet verstaan worden elke niet te voorziene, los van het werk staande<br />

gebeurtenis die de dringende en noodzakelijke tussenkomst van het personeelslid vereist.<br />

Zijn in het bijzonder dwingende redenen:<br />

a) ziekte, ongeval of hospitalisatie overkomen aan een met het personeelslid onder<br />

hetzelfde dak wonende persoon en dat met een medisch attest wordt gestaafd, zoals:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

de echtgeno(o)t(e) of de persoon, die met hem (haar) samenwoont;<br />

een ascendant, een descendent evenals een adoptie- of pleegkind, een tante of<br />

een oom van het personeelslid, van zijn (haar) echtgeno(e)t(e) of van de<br />

persoon die met hem (haar) samenwoont;<br />

een aan- of bloedverwant in de eerste graad die niet met het personeelslid onder<br />

hetzelfde dak woont, zoals een ouder, een schoonouder, een kind of schoonkind<br />

van het personeelslid.<br />

b) ernstige materiële beschadiging aan de bezittingen van het personeelslid, zoals schade<br />

aan de woning door een brand of een natuurramp;<br />

c) het bevel tot verschijning in persoon in een rechtszitting wanneer het personeelslid partij<br />

is in het geding.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 67 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

Paragraaf 5<br />

Paragraaf 6<br />

Paragraaf 7<br />

Het personeelslid richt zijn aanvraag tot de algemeen directeur, dit tenminste drie maanden voor<br />

aanvang van het verlof bedoeld in §1, 2° en 3° en tenminste zeven werkdagen voor aanvang van het<br />

verlof bedoeld in §1, 1° behalve voor wat betreft het onbetaald verlof om dwingende reden zoals<br />

bedoeld in §2 waarvoor er geen aanvraagtermijn geldt. De algemeen directeur kan een kortere<br />

termijn aanvaarden.<br />

Het personeelslid hoeft geen reden op te geven behalve in geval van onbetaald verlof om dwingende<br />

reden zoals bedoeld in §2.<br />

De algemeen directeur kan gemotiveerd in uitzonderlijke omstandigheden en voor zover de goede<br />

werking van de dienst in het gedrang dreigt te komen, de ingangsdatum van het onbetaald verlof zoals<br />

bedoeld in §1, 2° uitstellen met maximaal zes maanden.<br />

Indien het onbetaald verlof wordt aangevraagd door een terbeschikkinggesteld personeelslid, kan de<br />

algemeen directeur alleen een beslissing nemen nadat hij advies heeft ingewonnen en ontvangen van<br />

overheid, het bestuur of VZW waarnaar het personeelslid is terbeschikkinggesteld.<br />

Een eventuele weigering gebeurt op gemotiveerde wijze.<br />

Het personeelslid kan bij weigering bezwaar indienen bij het directiecomité. Men kan verzoeken om<br />

in dit verband gehoord te worden.<br />

Het onbetaald verlof zoals bedoeld in deze afdeling is niet gelijkgesteld met dienstactiviteit, tenzij het<br />

minder dan één maand bedraagt of deeltijds is.<br />

Voor een contractueel personeelslid wordt het onbetaald verlof beschouwd als een schorsing van de<br />

uitvoering van de arbeidsovereenkomst en niet als een wijziging van de lopende arbeidsovereenkomst.<br />

Verlof wegens arbeidsongeschiktheid maakt geen einde aan een toegekend onbetaald verlof.<br />

Verlof wegens arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte,<br />

Vlaams zorgkrediet en een federaal thematisch verlof schorten het toegekend onbetaald verlof op.<br />

Als een feestdag op een dag onbetaald verlof valt, loopt het verlof door. De feestdag wordt niet<br />

vervangen.<br />

Het personeelslid kan het toegestane onbetaald verlof te allen tijde opzeggen, mits eerbiediging van<br />

een termijn van minimum 3 maanden, tenzij de algemeen directeur een kortere termijn aanvaardt.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 68 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK VIII. LOOPBAANONDERBREKING/ VLAAMS ZORGKREDIET<br />

AFDELING 1. ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 138<br />

Het personeelslid kan de federale thematische verloven van loopbaanonderbreking worden toegekend<br />

in toepassing van en in overeenstemming met hoofdstuk IV, afdeling 5, artikel 99 en volgende van de<br />

Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en uitvoeringsbesluiten.<br />

Het personeelslid kan daarnaast zorgkrediet worden toegekend in toepassing van en in<br />

overeenstemming met hoofdstuk IV, afdeling 5, artikel 99 van de Herstelwet van 22 januari 1985<br />

houdende sociale bepalingen en het besluit van 26 juli 2016 van de Vlaamse Regering tot toekenning<br />

van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet.<br />

Artikel 139<br />

De titularissen van graden van niveau A en de hiërarchische graden van niveau B zijn uitgesloten van<br />

het Vlaams zorgkrediet, met uitzondering van de vermindering van de arbeidsprestaties met een vijfde,<br />

voor zover de goede werking van de dienst daardoor niet in het gedrang komt.<br />

Mits gemotiveerde aanvraag kan de algemeen directeur in uitzonderlijke omstandigheden en voor<br />

zover de goede werking van de dienst daardoor niet in het gedrang komt, een afwijking toestaan op<br />

bovenvermelde uitsluitingen.<br />

De federale thematische verloven van loopbaanonderbreking voor bijstand aan of verzorging van een<br />

zwaar ziek familie- of gezinslid, voor palliatieve verzorging en voor ouderschapsverlof zijn een recht<br />

voor alle personeelsleden, ongeacht hun graad.<br />

HOOFDSTUK IX. POLITIEK VERLOF<br />

Artikel 140<br />

Het politiek verlof wordt geregeld door het decreet van 14 maart 2003 houdende regeling van het<br />

politiek verlof voor de personeelsleden van de provincies, gemeenten, de agglomeraties van<br />

gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn, alsook de openbare instellingen<br />

publiekrechtelijke verenigingen die onder hun controle of toezicht vallen, inclusief latere wijzigingen.<br />

HOOFDSTUK X. VAKBONDSVERLOF<br />

Artikel 141<br />

Het vakbondsverlof wordt geregeld door de wet van 19 december 1974 tot regeling van de<br />

betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en het koninklijk besluit van 28<br />

september 1984 tot de uitvoering ervan, inclusief latere wijzigingen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 69 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK XI. VOORBEHOEDVERLOF OF PROFYLAXEVERLOF<br />

Artikel 142<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Aan het personeelslid wordt ambtshalve een voorbehoedverlof of profylaxeverlof toegestaan indien een<br />

inwonend familielid van het betrokken personeelslid aangetast is door een besmettelijke ziekte, in de<br />

omstandigheden en volgens de nadere bepalingen die vastgesteld worden door de instantie die belast is<br />

met de medische controle.<br />

Dit verlof gaat in vanaf het ogenblik dat de zieke persoon de eerste duidelijke verschijnselen vertoont.<br />

Dit moet blijken uit een attest van de behandelende geneesheer dat aan de dienst HRM wordt bezorgd.<br />

Het verlof is bezoldigd en gelijkgesteld met dienstactiviteit.<br />

Indien een personeelslid zwanger is en risico loopt tijdens de uitoefening van haar werk, kan zij tijdelijk<br />

verwijderd worden van haar werkplaats overeenkomstig de wetgeving terzake.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 70 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK XII. DE DIENSTVRIJSTELLINGEN<br />

Artikel 143<br />

Paragraaf 1<br />

Het personeelslid heeft in de volgende gevallen recht op dienstvrijstelling:<br />

1. als vrijwilliger van een brandweerkorps of korps voor burgerlijke bescherming, voor dringende<br />

hulpverlening;<br />

2. als actieve vrijwilliger van het Rode Kruis of van het Vlaamse Kruis a rato van telkens maximaal<br />

vijf werkdagen per jaar – bij algemeen erkende urgentie kan dit maximaal aantal werkdagen<br />

worden verhoogd;<br />

3. bij het afstaan van beenmerg a rato van maximaal vier werkdagen per afname;<br />

4. bij het afstaan van organen of weefsels voor de benodigde duur van de onderzoeken, de<br />

ziekenhuisopname en het herstel;<br />

5. bij het geven van bloed, plasma of bloedplaatjes, voor de tijd die nodig is voor de gift, waarin<br />

inbegrepen de tijd die naargelang het geval nodig is voor de verplaatsing van en naar het<br />

dichtstbijzijnde afnamecentrum, maximaal tien keer per jaar;<br />

De personeelsleden bewijzen de bloed-, bloedplaatjes- of plasmaschenking door voorlegging van<br />

de door de bloed- of plasma-afnemende instelling afgeleverd attest waarop de bloed- of plasmaafneming<br />

is vermeld.<br />

6. bij het geven van borstvoeding op het werk a rato van de benodigde tijd;<br />

7. het vrouwelijke personeelslid bij prenatale onderzoeken tijdens de diensturen gedurende de<br />

zwangerschap;<br />

8. consultatie tijdens de diensturen ingevolge een arbeidsongeval, in geval de consultatie niet buiten<br />

de diensturen kan plaatsvinden;<br />

9. overlijden van een stiefbroer of stiefzus of stiefouder: 1 werkdag door het personeelslid te nemen<br />

op de dag van de begrafenis, bijzetting of uitstrooiing;<br />

<strong>10</strong>. huwelijk of afsluiten samenlevingsovereenkomst van een stiefbroer of stiefzus: de dag van het<br />

huwelijk;<br />

11. als men door de arbeidsgeneesheer wordt doorverwezen naar een specialist/geneesheer voor<br />

bijkomende onderzoeken in het kader van het verplichte uit te voeren medische onderzoek in het<br />

kader van welbepaalde risico’s bij veiligheidsfuncties of functies met verhoogde waakzaamheid;<br />

12. voor een maximum duur van 2,5 uren voor medische onderzoeken bij een geneesheer-specialist<br />

die niet buiten de diensturen kunnen plaatshebben (enkel voor voltijdse personeelsleden);<br />

13. als men als voorzitter, bijzitter of secretaris van een stembureau, een stemopnemingsbureau, of<br />

een hoofdstembureau optreedt bij de verkiezingen:<br />

- de dag van de verkiezingen, als hij dan moest werken;<br />

- als lid van een hoofdstembureau: de nodige tijd om de bij de kieswetgeving voorgeschreven<br />

vergaderingen van de hoofdbureaus bij te wonen.<br />

- de eerstvolgende werkdag na de verkiezingen indien de werkzaamheden duren tot na 0 uur<br />

op de dag van de verkiezingen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 71 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

14. bij oproeping om voor de arbeidsgeneeskundige dienst te verschijnen op een moment waarop het<br />

personeelslid, krachtens de op hem van toepassing zijnde arbeidsregeling, niet moet werken, In<br />

dit geval geldt een compenserende dienstvrijstelling van 2 uren. Indien het medisch onderzoek<br />

plaats heeft in één van de instellingen van het bestuur wordt de compenserende dienstvrijstelling<br />

beperkt tot 1 uur.<br />

De slachtoffers van een arbeidsongeval die worden opgeroepen om voor de geneeskundige<br />

inspectie te verschijnen op een moment waarop zij, krachtens de op hen van toepassing zijnde<br />

arbeidsregeling niet moeten werken, bekomen een compenserende dienstvrijstelling van 2 uren.<br />

Tijdens een dienstvrijstelling is een personeelslid tijdens de diensturen afwezig, met behoud van alle<br />

rechten. De afwezigheid wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.<br />

Het personeelslid richt zijn aanvraag, vergezeld van de nodige stavingstukken tot de algemeen<br />

directeur.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 72 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

TITEL 8. SLOTBEPALINGEN<br />

HOOFDSTUK I. OVERGANGSBEPALINGEN<br />

AFDELING 1. OVERGANGSBEPALINGEN OVER DIVERSE LOPENDE PROCEDURES EN LOPENDE<br />

PERIODES<br />

Artikel 144<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Het personeelslid met een contract van onbepaalde duur dat overgedragen wordt aan het bestuur door<br />

één van de deelnemende besturen, behoudt voor de verdere duur van de loopbaan bij het bestuur de<br />

regeling over het aantal dagen jaarlijkse vakantie, die op de datum van de overdracht op grond van de<br />

plaatselijke rechtspositieregeling van kracht was, als dat aantal jaarlijkse vakantiedagen hoger is dan<br />

het aantal zoals vermeld in artikel 127 §1.<br />

In uitvoering van §1 heeft het voltijds werkend personeelslid met een contract van onbepaalde duur<br />

dat in dienst is getreden vanaf 1 januari 2011 bij één van de deelnemende besturen, recht op 26<br />

werkdagen betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar.<br />

In uitvoering van §1 heeft het personeelslid met een contract van onbepaalde duur dat in dienst is<br />

getreden voor 1 januari 2011 bij het OCMW Evergem, recht op betaalde vakantie als volgt.<br />

Het voltijds werkend personeelslid, met minder dan vijf jaar anciënniteit bij het bestuur heeft recht op<br />

30 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar.<br />

Eén bijkomende werkdag betaalde vakantie wordt toegekend bij het bereiken van:<br />

• vijf jaar anciënniteit bij het bestuur;<br />

• tien jaar anciënniteit bij het bestuur;<br />

• vijftien jaar anciënniteit bij het bestuur;<br />

• twintig jaar anciënniteit bij het bestuur;<br />

• vijfentwintig jaar anciënniteit bij het bestuur.<br />

De betaalde vakantie wordt toegekend op basis van de anciënniteit bij het bestuur die het<br />

personeelslid in de loop van het kalenderjaar bereikt.<br />

Personeelsleden die genieten van arbeidsduurvermindering, hebben geen recht op de bijkomende<br />

werkdagen vakantie toegekend bij het bereiken van x aantal jaar anciënniteit bij het bestuur.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 73 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 4<br />

Paragraaf 5<br />

In uitvoering van §1 heeft het personeelslid met een contract van onbepaalde duur dat in dienst is<br />

getreden voor 1 januari 2011 bij het OCMW Maldegem, recht op betaalde vakantie als volgt.<br />

Het voltijds werkend personeelslid heeft recht op 32 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig<br />

dienstjaar.<br />

Per ononderbroken periode van 5 jaar anciënniteit bij de gemeente Maldegem en/of het OCMW<br />

Maldegem wordt aan het personeelslid één bijkomende werkdag betaalde vakantie toegekend. Aldus<br />

kunnen maximum 3 bijkomende dagen betaalde vakantie verkregen worden.<br />

Voor het bepalen van het toekennen van de bijkomende dagen vakantie wordt de ononderbroken<br />

anciënniteit in acht genomen die het personeelslid bereikt in de loop van het jaar.<br />

De bijkomende vakantiedagen, gebaseerd op de ononderbroken anciënniteit zijn niet cumuleerbaar<br />

met de voordelen uit de eindeloopbaanregeling voor de rusthuissector of enige andere maatregel van<br />

arbeidsduurvermindering of aanvullende afwezigheids- of verlofdagen voortkomende uit de federale<br />

of sectorale gezondheidsakkoorden. Zodra en in het kalenderjaar dat het personeelslid kan genieten<br />

van deze sectorale of federale maatregelen en onafgezien van de eventuele keuze van het<br />

personeelslid voor de arbeidsduurvermindering of de eindeloopbaanpremie, vervallen de bijkomende<br />

vakantiedagen, gebaseerd op de ononderbroken anciënniteit.<br />

Personeelsleden in dienst in de dienstenchequesonderneming Poetspunt en in de klusjesdienst op 1<br />

januari 2011 behouden het aantal vakantiedagen en aanvullende anciënniteitsdagen die zij krachtens<br />

de lokale rechtspositieregeling hebben opgebouwd op 31 december 20<strong>10</strong>. Met ingang van 01 januari<br />

2011 kunnen deze personeelsleden geen bijkomende anciënniteitsdagen meer opbouwen.<br />

In uitvoering van §1 heeft het personeelslid met een contract van onbepaalde duur dat in dienst is<br />

getreden voor 1 januari 2011 bij het OCMW Nevele, recht op betaalde vakantie als volgt.<br />

Het voltijds werkend personeelslid heeft recht op betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar:<br />

1. Aantal dagen jaarlijkse vakantie:<br />

a. minder dan 45 jaar: 26 werkdagen<br />

b. van 45 jaar tot 49 jaar: 27 werkdagen<br />

c. vanaf 50 jaar: 28 werkdagen<br />

2. Aantal dagen bijkomend jaarlijks vakantieverlof:<br />

a. op 60 jaar: 1 werkdag<br />

b. op 61 jaar: 2 werkdagen<br />

c. op 62 jaar: 3 werkdagen<br />

d. op 63 jaar: 4 werkdagen<br />

e. op 64 jaar: 5 werkdagen<br />

Voor het bepalen van het aantal bijkomende dagen telt de leeftijd die het personeelslid heeft bereikt<br />

op 1 juli van het lopende jaar.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 74 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 6<br />

Paragraaf 7<br />

Paragraaf 8<br />

Paragraaf 9<br />

Het personeelslid met een contract van onbepaalde duur dat overgedragen wordt aan het bestuur door<br />

één van de deelnemende besturen, behoudt voor de verdere duur van de loopbaan bij het bestuur de<br />

regeling over het aantal feestdagen die op de datum van de overdracht op grond van de plaatselijke<br />

rechtspositieregeling van kracht was, als dat aantal feestdagen op jaarbasis hoger is dan het aantal,<br />

vermeld in artikel 231 §1.<br />

In uitvoering van §6 heeft het personeelslid met een contract van onbepaalde duur dat in dienst is<br />

getreden voor 1 januari 2011 bij één van de deelnemende besturen, recht op betaalde vakantie op de<br />

volgende feestdagen:<br />

- 1 januari;<br />

- Paasmaandag;<br />

- 1 mei;<br />

- Hemelvaartsdag;<br />

- Pinkstermaandag;<br />

- 11 juli;<br />

- 21 juli;<br />

- 15 augustus;<br />

- 1 november;<br />

- 2 november;<br />

- 11 november;<br />

- 15 november;<br />

- 25 december;<br />

- 26 december.<br />

Het personeelslid met een contract van onbepaalde duur dat in dienst getreden is voor 1 januari 2015<br />

bij het OCMW Nevele en dat overgedragen wordt aan het bestuur, behoudt voor de verdere duur van<br />

de loopbaan bij het bestuur de regeling over de hospitalisatieverzekering zoals die op de datum van de<br />

overdracht op grond van de plaatselijke rechtspositieregeling van kracht was. Dit houdt in dat het<br />

personeelslid het recht behoudt op de basisformule waarbij het OCMW Nevele de volledige premie<br />

ten laste neemt zowel voor het personeelslid als de gezinsleden ongeacht de prestatiebreuk van het<br />

personeelslid.<br />

Het personeelslid in dienst dat voor 1 februari <strong>2017</strong> een verlof voor deeltijdse prestaties of een<br />

onbetaald verlof genoot, behoudt dit verlof aan dezelfde voorwaarden en voor de periode dat het<br />

verlof werd toegestaan.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 75 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf <strong>10</strong><br />

Paragraaf 11<br />

De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing op de personeelsleden in dienst zolang zij door een<br />

arbeidsovereenkomst met het bestuur verbonden zijn, zij middels een procedure van bevordering,<br />

interne mobiliteit of het volgen van een opleiding opnieuw aangesteld worden binnen het bestuur of<br />

zij hun prestaties binnen het bestuur uitbreiden.<br />

Het recht zoals bedoeld in het eerste lid vervalt:<br />

- Bij hervatting na een onderbreking te wijten aan het personeelslid<br />

- Bij een onderbreking van meer dan drie maanden<br />

De bepalingen van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de personeelsleden van de deelnemende<br />

besturen die na 1 januari 2018 aangesteld worden binnen het bestuur. Het personeelslid behoudt de<br />

regeling die op de datum van de aanstelling op grond van de plaatselijke rechtspositieregeling van<br />

kracht was.<br />

HOOFDSTUK II. INWERKINGTREDINGSBEPALINGEN<br />

Artikel 145<br />

Deze rechtspositieregeling treedt in werking op 1 januari 2018.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 76 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

BIJLAGE I. : DIPLOMAVOORWAARDEN<br />

De lijst van erkende diploma's of getuigschriften, vermeld in artikel 3§4 , die per niveau toegang geven tot de<br />

betrekkingen bij het bestuur:<br />

Niveau A :<br />

a. masterdiploma's die uitgereikt zijn door :<br />

1. de Belgische universiteiten, met inbegrip van de aan die universiteiten verbonden scholen, of de<br />

bij wet of bij decreet daarmee gelijkgestelde instellingen;<br />

2. een door de staat of door een van de gemeenschappen opgerichte, gesubsidieerde of erkende<br />

instelling voor hoger onderwijs;<br />

3. een door de staat of door een van de gemeenschappen ingestelde examencommissie;<br />

b. diploma's of getuigschriften van masteropleidingen of master-na-masteropleidingen, erkend en<br />

geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO);<br />

c. diploma's van doctor.<br />

Overgangsmaatregelen niveau A :<br />

a. diploma's van licentiaat, doctor, apotheker, burgerlijk ingenieur, landbouwkundig ingenieur, ingenieur<br />

in de scheikunde en de landbouwindustrieën, handelsingenieur, burgerlijk ingenieur-architect, bioingenieur,<br />

arts, tandarts of dierenarts, uitgereikt door de Belgische universiteiten, met inbegrip van de<br />

aan die universiteiten verbonden scholen), of door de bij wet of bij decreet daarmee gelijkgestelde<br />

instellingen, als de studie ten minste vier jaar heeft omvat, zelfs als een gedeelte van die studie niet in<br />

een van de voormelde onderwijsinstellingen werd volbracht of als de examens niet werden afgelegd bij<br />

een door de staat of door een van de gemeenschappen ingestelde examencommissie;<br />

b. diploma's van licentiaat in de handelswetenschappen, handelsingenieur, licentiaat in de bestuurskunde,<br />

licentiaat-vertaler, licentiaat-tolk, licentiaat in de nautische wetenschappen, industrieel ingenieur,<br />

architect, licentiaat in de toegepaste communicatie, licentiaat in de kinesitherapie en van licentiaat in de<br />

arbeidsorganisatie en gezondheid, uitgereikt door een door de staat of door een van de gemeenschappen<br />

opgerichte, gesubsidieerde of erkende instelling van het hoger onderwijs van twee cycli of door een<br />

door de staat of door een van de gemeenschappen ingestelde examencommissie;<br />

c. diploma's van interieurarchitect, licentiaat in de productontwikkeling, meester in de muziek, de<br />

beeldende kunst, de dramatische kunst, de audiovisuele kunst, het productdesign of in de conservatierestauratie,<br />

uitgereikt door een door de Vlaamse Gemeenschap opgerichte, gesubsidieerde of erkende<br />

instelling van het hoger onderwijs van twee cycli of door een door die gemeenschap ingestelde<br />

examencommissie;<br />

d. getuigschriften, uitgereikt aan degenen die geslaagd zijn voor de studie aan de polytechnische afdeling<br />

of aan de afdeling Alle Wapens van de Koninklijke Militaire School en die krachtens de wet van 11<br />

september 1933 op de bescherming van de titels van het hoger onderwijs gerechtigd zijn tot het voeren<br />

van de titel van burgerlijk ingenieur of van licentiaat met de door de koning bepaalde kwalificatie;<br />

e. diploma uitgereikt door de Koloniale Hogeschool van België in Antwerpen, of licentiaatsdiploma,<br />

uitgereikt door het Universitair Instituut voor Overzeese Gebieden in Antwerpen als de studie ten<br />

minste vier jaar heeft omvat;<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 77 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

f. diploma van licentiaat in de handelswetenschappen, de bestuurswetenschappen, van handelsingenieur,<br />

licentiaatvertaler of licentiaat-tolk, uitgereikt door instellingen van het hoger technisch onderwijs van<br />

de derde graad of door instellingen van technisch onderwijs, gerangschikt als handelshogescholen<br />

categorie A5, of door een door de staat ingestelde examencommissie;<br />

g. diploma of eindgetuigschrift, uitgereikt na een cyclus van vijf jaar door de afdeling<br />

Bestuurswetenschappen van het " Institut d'Enseignement supérieur Lucien Cooremans " in Brussel,<br />

door het Hoger Instituut voor Bestuurs- en Handelswetenschappen in Elsene of door het Provinciaal<br />

Hoger Instituut voor Bestuurswetenschappen in Antwerpen.<br />

Niveau B<br />

a. bachelordiploma's die uitgereikt zijn door :<br />

1. een door de staat of door een van de gemeenschappen opgerichte, gesubsidieerde of erkende<br />

instelling van het hoger onderwijs;<br />

2. de Belgische universiteiten, met inbegrip van de aan de universiteiten verbonden scholen, of de bij<br />

de wet of decreet daarmee gelijkgestelde instellingen;<br />

3. een door de staat of door een van de gemeenschappen ingestelde examencommissie;<br />

b. diploma's of getuigschriften van bacheloropleidingen of bachelor-na-bacheloropleidingen, erkend en<br />

geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO);<br />

c. het diploma van gegradueerde van het hoger beroepsonderwijs, uitgereikt door een instelling, opgericht,<br />

gesubsidieerd of erkend door de staat of door een van de gemeenschappen, met uitzondering van het<br />

diploma van verpleegkundige, uitgereikt door het hoger beroepsonderwijs;<br />

Overgangsmaatregel niveau B :<br />

a. getuigschrift, diploma of brevet van het zeevaartonderwijs van de hogere cyclus;<br />

b. diploma van meetkundig schatter van onroerende goederen;<br />

c. diploma van mijnmeter;<br />

d. een diploma, uitgereikt in een basisopleiding van één cyclus of in een initiële lerarenopleiding van één<br />

cyclus door een hogeschool, opgericht, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, of<br />

door een examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap;<br />

e. kandidaatsdiploma of -getuigschrift, uitgereikt na een cyclus van ten minste twee jaar studie ofwel door<br />

de Belgische universiteiten, met inbegrip van de aan die universiteiten verbonden scholen, de bij de wet<br />

ermee gelijkgestelde instellingen of de instellingen van het hoger onderwijs van twee cycli, opgericht,<br />

gesubsidieerd of erkend door de staat of door een van de gemeenschappen ofwel door een door de staat<br />

of door een van de gemeenschappen ingestelde examencommissie;<br />

f. diploma van technisch ingenieur, uitgereikt na hogere technische leergangen van de tweede graad;<br />

g. getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, uitgereikt<br />

door een instelling, opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Vlaamse Gemeenschap of door een<br />

examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap;<br />

h. getuigschrift na het slagen voor de eerste twee studiejaren van de polytechnische afdeling of van de<br />

afdeling Alle Wapens van de Koninklijke Militaire School;<br />

i. diploma van hoger kunst- of technisch onderwijs van de derde, tweede of eerste graad, uitgereikt door<br />

een instelling opgericht, gesubsidieerd of erkend door de staat of door een van de gemeenschappen;<br />

j. diploma, uitgereikt na een cyclus van ten minste twee jaar studie door de Koloniale Hogeschool van<br />

België in Antwerpen of kandidaatsdiploma, uitgereikt door het Universitair Instituut voor Overzeese<br />

Gebieden in Antwerpen;<br />

k. kandidaatsdiploma, uitgereikt na een cyclus van ten minste twee jaar studie door een instelling van het<br />

hoger technisch onderwijs van de derde graad, of door een instelling van het technisch onderwijs,<br />

gerangschikt als handelshogescholen in de categorie A5;<br />

l. diploma van burgerlijk conducteur, uitgereikt door een Belgische universiteit;<br />

m. diploma van technisch ingenieur, afgeleverd door een hogere technische school van de tweede graad;<br />

n. diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, van lager onderwijzer, lagere<br />

onderwijzeres of bewaarschoolonderwijzeres;<br />

o. diploma van gegradueerde in de landbouwwetenschappen, uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van<br />

artikel 8 van het koninklijk besluit van 31 oktober 1934 tot vaststelling van de voorwaarden voor het<br />

toekennen der diploma's van landbouwkundig ingenieur, van scheikundig landbouwingenieur, van<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 78 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

ingenieur voor waters en bossen, van koloniaal landbouwkundig ingenieur, van tuinbouwkundig<br />

ingenieur, van boerderijbouwkundig ingenieur, van ingenieur der landbouwbedrijven, zoals gewijzigd<br />

bij het koninklijk besluit van 16 juli 1936;<br />

p. diploma, uitgereikt door een instelling van het hoger technisch onderwijs van de eerste graad met<br />

volledig leerplan, opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat of door een van regeringswege<br />

samengestelde examencommissie;<br />

q. diploma, uitgereikt door een instelling van het hoger technisch onderwijs, opgericht, gesubsidieerd of<br />

erkend door de staat of door een van regeringswege samengestelde examencommissie en gerangschikt<br />

in een van de volgende categorieën : A1, A6/A1, A7/A1, C1/A1, A8/A1, A1/D, A2/An, C1/D,<br />

C5/C1/D, C1/An of door een van regeringswege samengestelde examencommissie;<br />

r. diploma, gerangschikt in de categorie B3/B1, uitgereikt na een cyclus van ten minste<br />

zevenhonderdvijftig lestijden door een instelling van het technisch onderwijs, opgericht, gesubsidieerd<br />

of erkend door de Staat, die bij de toelating, een diploma eist van volledige hogere secundaire studies of<br />

het welslagen voor een daarmee gelijkgesteld toelatingsexamen of een diploma van een afdeling,<br />

gerangschikt in de categorie B3/B2, uitgereikt door een instelling van het technisch onderwijs,<br />

opgericht, gesubsidieerd of erkend door de staat, die bij de toelating een diploma eist van lagere<br />

secundaire studies of het welslagen voor een daarmee gelijkgesteld toelatingsexamen;<br />

s. diploma van het hoger onderwijs van één cyclus met volledig leerplan, uitgereikt door de instellingen,<br />

opgericht, gesubsidieerd of erkend door de staat of door een van de gemeenschappen of door een door<br />

de staat of door een van de gemeenschappen ingestelde examencommissie;<br />

t. diploma's van een afdeling van het hoger onderwijs voor sociale promotie van één cyclus, uitgereikt<br />

door een instelling, opgericht, gesubsidieerd of erkend door de staat of door een van de<br />

gemeenschappen.<br />

Niveau C :<br />

a. gehomologeerd of door de examencommissie van de staat of van een van de gemeenschappen voor het<br />

secundair onderwijs uitgereikt getuigschrift van hoger secundair onderwijs;<br />

b. gehomologeerd of door de examencommissie van de staat of van een van de gemeenschappen voor het<br />

secundair onderwijs uitgereikt bekwaamheidsdiploma dat toegang verleent tot het hoger onderwijs;<br />

c. diploma, uitgereikt na het examen, vermeld in artikel 5 van de wetten op het toekennen van de<br />

academische graden en het programma van de universitaire examens, gecoördineerd op 31 december<br />

1949;<br />

d. brevet van verpleeg- of ziekenhuisassistent of van verpleger, uitgereikt hetzij door een door de staat in<br />

de categorie van de aanvullende secundaire beroepsscholen opgerichte, gesubsidieerde of erkende<br />

verplegingsafdeling, hetzij door een door de staat of een van de gemeenschappen ingestelde<br />

examencommissie;<br />

e. diploma van secundair onderwijs, uitgereikt in het algemeen, technisch, kunst- of beroepssecundair<br />

onderwijs door een door de staat of door een van de gemeenschappen opgerichte, erkende of<br />

gesubsidieerde instelling of door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap;<br />

f. studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs,<br />

uitgereikt door een door de staat of door een van de gemeenschappen opgerichte, erkende of<br />

gesubsidieerde instelling;<br />

g. getuigschrift, diploma of brevet van het zeevaartonderwijs van de hogere secundaire cyclus;<br />

h. diploma van een afdeling van het secundair volwassenenonderwijs van een onderwijsinrichting,<br />

opgericht, gesubsidieerd of erkend door de staat of door een van de gemeenschappen, uitgereikt na ten<br />

minste zevenhonderd vijftig lestijden;<br />

i. diploma van gegradueerde in de verpleegkunde, uitgereikt in het hoger beroepsonderwijs door een door<br />

de staat of een van de gemeenschappen opgerichte, erkende en gesubsidieerde instelling of door de<br />

examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap;<br />

Overgangsmaatregel niveau C :<br />

a. getuigschrift, uitgereikt na een van de voorbereidende proeven, voorgeschreven in artikel <strong>10</strong>, <strong>10</strong>bis en<br />

12 van de op 31 december 1949 gecoördineerde wetten op het toekennen van de academische graden en<br />

het programma van de universitaire examens, zoals die bepalingen bestonden voor 8 juni 1964;<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 79 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

b. gehomologeerd of door de examencommissie van de staat voor het hoger middelbaar onderwijs<br />

afgeleverd diploma of getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs;<br />

c. erkend of aanvaard diploma van middelbare studies van de hogere graad (handelsafdeling);<br />

d. diploma of eindgetuigschrift van hoger middelbaar onderwijs, behaald met vrucht;<br />

e. gehomologeerd diploma van de hogere secundaire technische school of eindgetuigschrift van studies in<br />

een hogere secundaire technische school, uitgereikt na een cyclus van drie jaar hogere secundaire<br />

studies door een instelling van technisch onderwijs, opgericht, gesubsidieerd of erkend door de staat, of<br />

diploma van de hogere secundaire technische school, uitgereikt door de examencommissie van de staat;<br />

f. diploma of eindgetuigschrift van de hogere secundaire technische school, de vroegere categorieën A2,<br />

A6/A2, A6/C1/A2, A7/A2, A8/A2, A2A, C1, C1A, C5/C1, C1/A2, uitgereikt na een cyclus van drie<br />

jaar hogere secundaire studie, door een instelling van het technisch onderwijs, opgericht, gesubsidieerd<br />

of erkend door de staat of door een examencommissie van de staat;<br />

g. gehomologeerd diploma van hoger secundair kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt<br />

overeenkomstig de voorwaarden, bepaald bij het koninklijk besluit van <strong>10</strong> februari 1971 tot vaststelling<br />

van de gelijkwaardigheid van het studiepeil van de instellingen voor kunstonderwijs met dat van de<br />

hogere secundaire technische school en waarbij de voorwaarden voor het uitreiken van de diploma's<br />

bepaald worden en het koninklijk besluit van 25 juni 1976 tot regeling van de studies van sommige<br />

hogere secundaire afdelingen van de instellingen voor kunstonderwijs met volledig leerplan;<br />

h. einddiploma, eindgetuigschrift, studieattest of brevet van het zesde jaar van het kunst- of<br />

beroepssecundair onderwijs met volledig leerplan, uitgereikt door een instelling, opgericht,<br />

gesubsidieerd of erkend door de staat;<br />

i. brevet of eindgetuigschrift, uitgereikt na afloop van de hogere cyclus van een beroepsafdeling<br />

verbonden aan een instelling voor technisch onderwijs, opgericht, gesubsidieerd of erkend door de staat<br />

en gerangschikt in een van de categorieën A4, C3, C2, C5;<br />

j. diploma, uitgereikt na een cyclus van ten minste zevenhonderd vijftig lestijden, door een instelling voor<br />

technisch onderwijs, gerangschikt in de categorie B3/B1, opgericht, gesubsidieerd of erkend door de<br />

staat;<br />

k. einddiploma of -getuigschrift, uitgereikt na een cyclus van ten minste zevenhonderd vijftig lestijden<br />

door een instelling voor technisch onderwijs, gerangschikt in de categorie B3/B2, opgericht,<br />

gesubsidieerd of erkend door de staat en die bij de toelating een diploma eist van lagere secundaire<br />

studie of het welslagen voor een daarmee gelijkgesteld toelatingsexamen;<br />

l. einddiploma, studiegetuigschrift of getuigschrift, uitgereikt na het volgen, met vrucht volbracht, van het<br />

zesde leerjaar van het algemeen, het technisch, het kunst- of het beroepssecundair onderwijs met<br />

volledig leerplan, uitgereikt door een instelling, opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat of<br />

door een van de gemeenschappen;<br />

m. diploma van het hoger secundair onderwijs voor sociale promotie van een onderwijsinrichting,<br />

opgericht, gesubsidieerd of erkend door de staat of door een van de gemeenschappen, uitgereikt na een<br />

cyclus van ten minste zevenhonderd vijftig lestijden.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 80 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

De volgende diploma's en getuigschriften geven ook toegang tot de betrekkingen bij de OCMW’s en de<br />

provincies :<br />

a. de in overeenstemming met een buitenlandse regeling behaalde diploma's en studiegetuigschriften die,<br />

krachtens verdragen of internationale overeenkomsten of met toepassing van de procedure voor het<br />

verlenen van de gelijkwaardigheid, voorgeschreven bij de wet van 19 maart 1971 betreffende de<br />

gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en getuigschriften, gelijkwaardig worden verklaard<br />

met een van diploma's of studiegetuigschriften, vermeld in deze lijst;<br />

b. de in overeenstemming met een buitenlandse regeling behaalde diploma's en studiegetuigschriften van<br />

hoger onderwijs met volledig leerplan die met toepassing van de procedure voor het verlenen van de<br />

gelijkwaardigheid voorgeschreven bij het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van<br />

het hoger onderwijs in Vlaanderen, gelijkwaardig worden verklaard met een van de diploma's van een<br />

Vlaamse academische graad, vermeld in deze lijst;<br />

c. de in overeenstemming met een buitenlandse regeling behaalde diploma's en studiegetuigschriften die,<br />

krachtens verdragen of internationale overeenkomsten of met toepassing van de procedure voor het<br />

verlenen van de gelijkwaardigheid, voorgeschreven bij het decreet van 1 juli 2011 betreffende het<br />

onderwijs XXI gelijkwaardig worden verklaard met één van de in deze lijst bedoelde diploma's of<br />

studiegetuigschriften.<br />

In afwijking van punt 4 gelden voor de toelating tot een gereglementeerd beroep bij de OCMW’s en de<br />

provincies ook de bepalingen van de Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7<br />

september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties.<br />

Om de waarde van de voorgelegde titels te kennen, legt de aanstellende overheid die titels voor advies voor aan<br />

de overheid die bevoegd is voor de erkenning ervan.<br />

Niveau D: geen diploma of studievoorschriften vereist.<br />

Niveau E : geen diploma of studievoorschriften vereist.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 81 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

BIJLAGE II. : BIJZONDERE AANWERVINGS- EN<br />

BEVORDERINGSVOORWAARDEN<br />

INLEIDING<br />

Diplomavereisten<br />

De algemene bepalingen met betrekking tot diplomavereisten worden vermeld in artikel 3 §2 en §3 van deze<br />

rechtspositieregeling en werden verder behandeld in bijlage I, algemene diplomavoorwaarden.<br />

Selectieprocedure<br />

De bepalingen betreffende de selectieprocedure worden vermeld in Titel II, Hoofdstuk III van deze<br />

rechtspositieregeling.<br />

Indien overeenkomstig artikel 24 overgegaan wordt tot de aanleg van een wervingsreserve in een bepaalde<br />

graad, dan geldt artikel 25 onverkort. De aanstellende overheid kan geen nieuwe wervingsreserve aanspreken<br />

zolang er voor dezelfde functie (functienaam) of graad nog kandidaten opgenomen zijn.<br />

Indien overeenkomstig artikel 24 overgegaan wordt tot de aanleg van een wervingsreserve voor een bepaalde<br />

functie (functienaam), dan geldt artikel 25 onverkort. De aanstellende overheid kan geen nieuwe<br />

wervingsreserve aanspreken zolang er voor dezelfde functie (functienaam) nog kandidaten opgenomen zijn.<br />

Bevorderingsvoorwaarden<br />

De algemene bevorderingsvoorwaarden worden vermeld in Titel II, Hoofdstuk XII van deze<br />

rechtspositieregeling.<br />

Voorwaarden voor interne mobiliteit<br />

De voorwaarden voor de vervulling van een vacature door interne personeelsmobiliteit worden vermeld in Titel<br />

II, Hoofdstuk XIII van deze rechtspositieregeling.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 82 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

DIRECTEURSFUNCTIE<br />

Bijzondere aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden:<br />

- houder zijn van een diploma van het niveau A vermeld in bijlage I van het Besluit van de Vlaamse<br />

Regering dienstig voor de uit te oefenen functie, of het bewijs van drie jaar ervaring in een gelijkaardige<br />

functie.<br />

- beschikken over een uittreksel uit het strafregister, waaruit blijkt dat de betrokkene niet werd veroordeeld<br />

wegens een misdrijf dat genoemd is in boek II, titel VII, hoofdstuk V, VI, VII, titel VIII, hoofdstuk I, II,<br />

artikel 422bis, IV en VI en titel IX, hoofdstuk I en II, van het Strafwetboek.<br />

GRADEN B- NIVEAU<br />

Functienaam:<br />

Maatschappelijk werker<br />

Bijzondere aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden :<br />

- tenminste houder zijn van ofwel:<br />

<br />

<br />

het diploma van bachelor in het sociaal-agogisch werk met de titel van maatschappelijk assistent,<br />

of een daarmee gelijkgesteld diploma;<br />

het diploma van bachelor in de sociale gezondheidszorg of een daarmee gelijkgesteld diploma.<br />

- beschikken over een uittreksel uit het strafregister, waaruit blijkt dat de betrokkene niet werd veroordeeld<br />

wegens een misdrijf dat genoemd is in boek II, titel VII, hoofdstuk V, VI, VII, titel VIII, hoofdstuk I, II,<br />

artikel 422bis, IV en VI en titel IX, hoofdstuk I en II, van het Strafwetboek.<br />

Functienaam:<br />

Ergotherapeut<br />

Bijzondere aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden :<br />

- houder van de beroepstitel van ergotherapeut;<br />

- houder zijn van een diploma dat een opleiding ergotherapie bekroont (bachelor in de ergotherapie), die<br />

overeenstemt met een opleiding van minstens drie jaar in het kader van een voltijds hoger onderwijs, dat<br />

beantwoordt aan de vereisten, bepaald in artikel 3 van het KB van 8 juli 1996 betreffende de beroepstitel<br />

en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van ergotherapeut en houdende<br />

vaststelling van de lijst van de technische prestaties;<br />

- beschikken over een uittreksel uit het strafregister, waaruit blijkt dat de betrokkene niet werd veroordeeld<br />

wegens een misdrijf dat genoemd is in boek II, titel VII, hoofdstuk V, VI, VII, titel VIII, hoofdstuk I, II,<br />

artikel 422bis, IV en VI en titel IX, hoofdstuk I en II, van het Strafwetboek;<br />

- om aangesteld te worden als ergotherapeut dient het kandidaat-personeelslid een visum van ergotherapeut<br />

voor te leggen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 83 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Functienaam:<br />

Kinesitherapeut<br />

- houder zijn van de beroepstitel van kinesitherapeut;<br />

- houder van een universitair diploma in de kinesitherapie of een diploma van hoger onderwijs van het<br />

lange type buiten de universiteit in kinesitherapie (licentiaat of master in de kinesitherapie);<br />

- indien behaald voor 1 november 2002, een diploma van kinesitherapie, na een opleiding van minstens 3<br />

jaar in het voltijds hoger onderwijs (gegradueerde in de kinesitherapie);<br />

- beschikken over een uittreksel uit het strafregister, waaruit blijkt dat de betrokkene niet werd veroordeeld<br />

wegens een misdrijf dat genoemd is in boek II, titel VII, hoofdstuk V, VI, VII, titel VIII, hoofdstuk I, II,<br />

artikel 422bis, IV en VI en titel IX, hoofdstuk I en II, van het strafwetboek.<br />

Functienaam:<br />

Hoofdverpleegkundige<br />

Bijzondere aanwervingsvoorwaarden :<br />

- houder zijn van de beroepstitel van gegradueerd verpleegkundige voor de diploma’s voor 2002;<br />

- beschikken over een diploma hoger onderwijs in de verpleegkunde (gegradueerde verpleegkundige<br />

diploma’s voor 2002, bachelor in de verpleegkunde, master in de verpleegkunde);<br />

- beschikken over een uittreksel uit het strafregister, waaruit blijkt dat de betrokkene niet werd veroordeeld<br />

wegens een misdrijf dat genoemd is in boek II, titel VII, hoofdstuk V, VI, VII, titel VIII, hoofdstuk I, II,<br />

artikel 422bis, IV en VI en titel IX, hoofdstuk I en II, van het Strafwetboek.<br />

Bijzondere bevorderingsvoorwaarden:<br />

- houder zijn van de beroepstitel van gegradueerd verpleegkundige voor de diploma’s voor 2002;<br />

- beschikken over een diploma hoger onderwijs in de verpleegkunde (gegradueerde verpleegkundige<br />

diploma’s voor 2002, bachelor in de verpleegkunde, master in de verpleegkunde);<br />

- Gediplomeerd of gebrevetteerd verpleegkundige met 4 jaar ervaring als afdelingsverantwoordelijke;<br />

- beschikken over een uittreksel uit het strafregister, waaruit blijkt dat de betrokkene niet werd veroordeeld<br />

wegens een misdrijf dat genoemd is in boek II, titel VII, hoofdstuk V, VI, VII, titel VIII, hoofdstuk I, II,<br />

artikel 422bis, IV en VI en titel IX, hoofdstuk I en II, van het Strafwetboek.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 84 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

GRADEN B/C- NIVEAU<br />

Functienaam:<br />

BV1-BV3 voor de bachelor<br />

Gegradueerd verpleegkundige<br />

C3-C4 voor de gediplomeerde verpleegkundige, de gebrevetteerd verpleegkundige en de gegradueerd<br />

verpleegkundige van het hoger beroepsonderwijs HBO5.<br />

- houder zijn van de beroepstitel van gegradueerd verpleegkundige na 2002;<br />

- Houder zijn van de beroepstitel verpleegkundige indien diploma van voor 2002;<br />

- beschikken over een diploma hoger onderwijs in de verpleegkunde (gegradueerde verpleegkundige,<br />

diploma’s of HBO5 na 2002);<br />

- Beschikken over een brevet of diploma van de vierde graad van het secundair onderwijs in de<br />

verpleegkunde of van een brevet van aanvullend secundair beroepsonderwijs, afdeling verpleegkunde<br />

indien behaald voor 2002;<br />

- sociaal verpleegkundige in het centrum voor herstelverblijf: beschikken over een diploma van sociaal<br />

verpleegkundige;<br />

- indien in het woonzorgcentrum, beschikken over een uittreksel uit het strafregister, waaruit blijkt dat de<br />

betrokkene niet werd veroordeeld wegens een misdrijf dat genoemd is in boek II, titel VII, hoofdstuk V,<br />

VI, VII, titel VIII, hoofdstuk I, II, artikel 422bis, IV en VI en titel IX, hoofdstuk I en II, van het<br />

Strafwetboek;<br />

GRADEN C- NIVEAU<br />

Functienaam:<br />

Verzorgend personeelslid/Zorgkundige<br />

Bijzondere aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden :<br />

- in het algemeen komt in aanmerking, al wie beschikt over een van volgende studiebewijzen:<br />

- een attest,<br />

- een brevet,<br />

- een getuigschrift,<br />

- een (deel)certificaat of<br />

- een diploma van het 2 de of het 3 de jaar van de derde graad van het technisch secundair onderwijs of<br />

het beroepssecundair onderwijs in een zorgrichting of een pedagogische richting, behaald:<br />

1. via dagonderwijs<br />

2. via sociale promotie of volwassenenonderwijs<br />

3. via deeltijds onderwijs.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 85 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

- meer specifiek zijn het zeker de houders van een van de volgende diploma’s, brevetten, (deel)certificaten,<br />

studiegetuigschriften, kwalificatiebewijzen, enz.; determinerend is de benaming van de gevolgde<br />

opleiding dan wel de omschrijving van het studiebewijs:<br />

- alle personen die over een inschrijvingsbewijs beschikken van gezins- en/of bejaardenhelp(st)er of<br />

verzorgende, uitgereikt door het Vlaamse Agentschap Zorg en Gezondheid;<br />

- de houders van een bekwaamheidsattest van gezins- en/of bejaardenhelp(st)er of polyvalent<br />

verzorgende, afgeleverd door een erkend opleidingscentrum voor polyvalent verzorgenden;<br />

- de houders van het certificaat verzorgende, polyvalent verzorgende/thuis- en bejaardenzorg of<br />

zorgkundige, behaald in het experimenteel (beroeps)secundair onderwijs volgens een modulair<br />

stelsel en in het volwassenenonderwijs;<br />

- gekwalificeerde verzorg(st)er residentiële- en thuishulp uit de derde graad beroepssecundair<br />

onderwijs, tweede jaar, afdeling logistieke hulp in het alternerend onderwijs;<br />

- de houders van het kwalificatiegetuigschrift van het (deeltijds) beroepssecundair onderwijs van<br />

minstens twee studiejaren van de afdelingen bejaardenhulp, familiale hulp en sanitaire hulp,<br />

afgeleverd voor 1 juli 20<strong>09</strong> ;<br />

- de houders van het kwalificatiegetuigschrift van het (deeltijds) beroepssecundair onderwijs van<br />

minstens twee studiejaren van de afdeling verzorgende;<br />

- de houders van een studiegetuigschrift of kwalificatiegetuigschrift van het zesde leerjaar (of tweede<br />

leerjaar van de derde graad) van het (beroeps)secundair onderwijs, uitgereikt in de onderverdeling<br />

gezins- en/of sanitaire help, afgeleverd tot en met het schooljaar 1995;<br />

- de houders van een brevet van kinderverzorg(st)er of een studiegetuigschrift of<br />

kwalificatiegetuigschrift van het zesde leerjaar (of tweede leerjaar van de derde graad) van het<br />

(beroeps)secundair onderwijs, uitgereikt in de onderverdeling kinderverzorging, afgeleverd tot en<br />

met het schooljaar 1995;<br />

- de houders van een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het<br />

(beroeps)secundair onderwijs, uitgereikt in de studierichting verzorging;<br />

- de houders van een diploma van het secundair onderwijs of studiegetuigschrift van het derde jaar<br />

van de derde graad van het (beroeps)secundair onderwijs, ingericht onder de vorm van een<br />

specialisatiejaar of een modulair opleidingsprofiel, uitgereikt in de studierichtingen<br />

kinderzorg/begeleider in de kinderopvang of thuis- en bejaardenzorg;<br />

- de houders van een studie- of kwalificatiegetuigschrift, modulair certificaat of diploma van het zesde<br />

leerjaar (technisch) secundair onderwijs, of van het zevende vervolmakings- of specialisatiejaar (of<br />

derde leerjaar van de derde graad), uitgereikt in de studierichting bijzondere jeugdzorg,<br />

leefgroep(en)werking, leefgroep(en)werking – bijzondere jeugdzorg, jeugd- en gehandicaptenzorg;<br />

- de houders van een studiegetuigschrift of diploma van het buitengewoon secundair onderwijs<br />

afgeleverd tot en met het schooljaar 2008 uitgereikt in de studierichting personenzorg;<br />

- de houders van een getuigschrift organisatiehulp uit het tweede jaar van de derde graad van het<br />

beroepssecundair onderwijs en organisatieassistentie na het specialisatiejaar, onderverdeling<br />

Personenzorg;<br />

- gebrevetteerde of gediplomeerde verpleegkundigen;<br />

- houders van het deelcertificaat van de module verpleegkundige basiszorg behaald in het<br />

experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair stelsel;<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 86 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

- geslaagden in het eerste jaar (of 60 studiepunten) verpleegkunde van het hoger onderwijs, of<br />

daarmee gelijkgestelden die via een assessment op basis van verworven competenties toegelaten<br />

worden tot het tweede jaar verpleegkunde;<br />

- houders van het getuigschrift of diploma van hoger secundair (technisch) onderwijs, uitgereikt in de<br />

studierichting verpleegaspirant€ of gezondheids- en welzijnswetenschappen;<br />

- geslaagden in minimum een jaar opleiding tot ziekenhuisassistent€, verpleegassistent€,<br />

ziekenoppass(t)er en andere opleidingen van hetzelfde niveau of daarmee gelijkgesteld, van het<br />

secundair onderwijs, afgeleverd tot en met het schooljaar 1995;<br />

- geslaagden in minimum een jaar (of 60 studiepunten) opleiding tot vroedvrouw of vroedkundige in<br />

het hoger onderwijs;<br />

- gegradueerde in de opleiding gezinswetenschappen van het Centrum voor Gezinswetenschappen,<br />

sociaal hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie;<br />

- geslaagden in de vormingsleergangen voor opvoeders in dienstverband of vormingsleergangen voor<br />

sociaal pedagogisch werk (VSFW) (hoger secundair technisch onderwijs);<br />

- houders van het attest van animatieverantwoordelijke sociaal pedagogische vormingsleergangen<br />

voor opvoeders in dienstverband (VLOD) of vormingsleergangen voor sociaal-pedagogisch werk<br />

(VSPW);<br />

- houders van het certificaat, het diploma, het VLOD-attest of VSPW-attest van begeleider-animator<br />

voor bejaarden, alsook de geslaagden in het derde jaar van de derde graad van het technisch<br />

secundair onderwijs van animator in de ouderenzorg;<br />

- geslaagden na drie jaren of 180 studiepunten als assistent€ in de psychologie of toegepaste<br />

psychologie in het hoger niet-universitair onderwijs;<br />

- geslaagden na drie jaren of 180 studiepunten als sociaal of maatschappelijk assistent€ of sociaal of<br />

maatschappelijk werker in het hoger niet-universitair onderwijs;<br />

- geslaagden in minimum twee jaar of 120 studiepunten opleiding in de orthopedagogie in het hoger<br />

onderwijs;<br />

- geslaagden in minimum twee jaar opleiding of 120 studiepunten in de ergotherapie in het hoger<br />

onderwijs;<br />

- geslaagden in minimum twee jaar of 120 studiepunten opleiding in de arbeidstherapie in het hoger<br />

onderwijs;<br />

- geslaagden in minimum twee jaar of 120 studiepunten opleiding in de sociale<br />

readaptatiewetenschappen in het hoger onderwijs;<br />

- geslaagden in minimum twee jaar of 120 studiepunten opleiding in de kinesitherapie in het hoger<br />

onderwijs;<br />

- geslaagden in minimum twee jaar of 120 studiepunten opleiding in de logopedie of de logopedie en<br />

audiologie in het hoger onderwijs ;<br />

- de houders van een studiebewijs nursing hostess afgeleverd voor 26 mei 1992;<br />

- geslaagden in de opleiding verzorging-onderhoud en bejaardenverzorgster ingericht door het<br />

Vormingscentrum Bassevelde tot en met de cyclus 1993-1995;<br />

- de houders van een getuigschrift van ziekendienster-bejaardenhulp en ziekendienster ingericht door<br />

het O.C.M.W., voorheen C.O.O., te Hasselt afgeleverd voor 26 mei 1992;<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 87 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

- de houders van een getuigschrift gasthuishelpster/gasthuishelper uitgereikt door het Hoger Instituut<br />

voor Verpleegkunde te Antwerpen afgeleverd tot en met het schooljaar 1970-1971;<br />

- de houders van een studiebewijs logistiek helper in de bejaardenzorg uitgereikt door de vzw<br />

Werkervaringsbedrijven (WEB), te Turnhout voor de opleidingscyclus 1993-1994;<br />

- federale financieringsnormen:<br />

- De leden van het verzorgingspersoneel moeten over ten minste één van de volgende bekwamingen<br />

beschikken :<br />

• het brevet of diploma secundair onderwijs of studiegetuigschrift secundair onderwijs of<br />

kwalificatiegetuigschrift of het getuigschrift van secundair onderwijs van : gezins- en sanitaire<br />

hulp, kinderverzorging, verpleegaspiranten, leefgroepwerking, gezins- en bejaardenhelpster, “<br />

aide familiale “, bijzondere jeugdzorg, personenzorg, “ assistant€ en gériatrie “, “ éducation “,<br />

“ moniteur de collectivités “, “ auxiliaires polyvalentes des services à domicile et en<br />

collectivités “ of “aide polyvalente de collectivités“.<br />

• met verzorgingspersoneel worden gelijkgesteld de personen die geslaagd zijn in een opleiding<br />

die is erkend door de bevoegde overheid of in een opleiding die voorkomt op een lijst die<br />

wordt opgemaakt door de Federale Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid<br />

heeft. De lijst hiervan wordt door deze Minister aan de Dienst meegedeeld.<br />

• Op hun verzoek ontvangen de leden van het verzorgingspersoneel van de Dienst een<br />

registratienummer ter attestering van hun bekwaming, op voorwaarde dat ze één van de<br />

voormelde bekwamingen bewijzen of de noodzakelijke bewijsstukken voorleggen;<br />

- federale erkenningsnormen van dagverzorgingscentrum:<br />

- De personeelsleden dienen tenminste de kwalificatievereisten te bewijzen van:<br />

• het brevet of het diploma secundair onderwijs of het studiegetuigschrift secundair onderwijs of<br />

het kwalificatiegetuigschrift of het getuigschrift van secundair onderwijs van : gezins- en<br />

sanitaire hulp, kinderverzorging, verpleegaspiranten, leefgroepwerking, gezins- en<br />

bejaardenhelpster, “ aide familiale “, bijzondere jeugdzorg, personenzorg, “ assistant€ en<br />

gériatrie “, “ éducateur “, “ moniteur de collectivité, auxiliaires polyvalentes des services à<br />

domicile et en collectivités “ of “ aide polyvalente de collectivités “;<br />

• met verzorgingspersoneel worden gelijkgesteld de personen die geslaagd zijn in een opleiding<br />

die is erkend door de bevoegde overheid van de betrokken gemeenschap.<br />

- beschikken over een uittreksel uit het strafregister, waaruit blijkt dat de betrokkene niet werd veroordeeld<br />

wegens een misdrijf dat genoemd is in boek II, titel VII, hoofdstuk V, VI, VII, titel VIII, hoofdstuk I, II,<br />

artikel 422bis, IV en VI en titel IX, hoofdstuk I en II, van het Strafwetboek;<br />

- om aangesteld te worden als zorgkundige dient het kandidaat-personeelslid een visum van zorgkundige<br />

voor te leggen.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 88 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

BIJLAGE III. : UITGEWERKTE SALARISSCHALEN<br />

salarisschalen<br />

A1a A1b A2a A3a A4a A4b<br />

minimum 21.850 23.<strong>10</strong>0 24.050 26.300 26.300 27.950<br />

maximum 34.000 35.250 36.200 38.450 38.450 40.<strong>10</strong>0<br />

verhoging 2x1x750 1x1x700 3x1x750 3x1x750 3x1x750 3x1x750<br />

1x1x700 2x1x750 2x3x1500 1x3x1450 1x3x1450 1x3x1500<br />

3x3x1500 2x3x1500 1x3x1450 3x3x1500 3x3x1500 1x3x1450<br />

1x3x1450 1x3x1450 2x3x1500 1x3x1450 1x3x1450 3x3x1500<br />

1x3x1500 2x3x1500 1x3x1250 2x3x1250 2x3x1250 1x3x1200<br />

2x3x1250 2x3x1250 1x3x1200 1x3x1250<br />

0 21.850 23.<strong>10</strong>0 24.050 26.300 26.300 27.950<br />

1 22.600 23.800 24.800 27.050 27.050 28.700<br />

2 23.350 24.550 25.550 27.800 27.800 29.450<br />

3 24.050 25.300 26.300 28.550 28.550 30.200<br />

4 24.050 25.300 26.300 28.550 28.550 30.200<br />

5 24.050 25.300 26.300 28.550 28.550 30.200<br />

6 25.550 26.800 27.800 30.000 30.000 31.700<br />

7 25.550 26.800 27.800 30.000 30.000 31.700<br />

8 25.550 26.800 27.800 30.000 30.000 31.700<br />

9 27.050 28.300 29.300 31.500 31.500 33.150<br />

<strong>10</strong> 27.050 28.300 29.300 31.500 31.500 33.150<br />

11 27.050 28.300 29.300 31.500 31.500 33.150<br />

12 28.550 29.750 30.750 33.000 33.000 34.650<br />

13 28.550 29.750 30.750 33.000 33.000 34.650<br />

14 28.550 29.750 30.750 33.000 33.000 34.650<br />

15 30.000 31.250 32.250 34.500 34.500 36.150<br />

16 30.000 31.250 32.250 34.500 34.500 36.150<br />

17 30.000 31.250 32.250 34.500 34.500 36.150<br />

18 31.500 32.750 33.750 35.950 35.950 37.650<br />

19 31.500 32.750 33.750 35.950 35.950 37.650<br />

20 31.500 32.750 33.750 35.950 35.950 37.650<br />

21 32.750 34.000 35.000 37.200 37.200 38.850<br />

22 32.750 34.000 35.000 37.200 37.200 38.850<br />

23 32.750 34.000 35.000 37.200 37.200 38.850<br />

24 34.000 35.250 36.200 38.450 38.450 40.<strong>10</strong>0<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 89 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Salarisschalen<br />

A5a A5b A6a A6b A7a A7b<br />

minimum 28.400 29.900 25.550 27.050 28.550 31.500<br />

maximum 44.500 48.600 39.950 41.400 42.900 47.250<br />

verhoging 3x1x<strong>10</strong>00 1x1x1<strong>10</strong>0 3x1x<strong>10</strong>00 2x1x<strong>10</strong>00 1x1x950 1x1x1<strong>10</strong>0<br />

1x3x1950 1x1x1150 1x3x1950 1x1x950 2x1x<strong>10</strong>00 1x1x1150<br />

2x3x2000 1x1x1<strong>10</strong>0 1x3x2000 2x3x2000 1x3x2000 1x1x1<strong>10</strong>0<br />

1x3x1950 1x3x2000 1x3x1500 1x3x1450 1x3x1950 1x3x2000<br />

2x3x1750 1x3x1950 1x3x1450 3x3x1500 3x3x1500 1x3x1950<br />

1x3x1700 2x3x2000 3x3x1500 1x3x1450 1x3x1450 2x3x2000<br />

1x3x2450 1x3x1500 1x3x1950<br />

1x3x2500<br />

1x3x2450<br />

2x3x1250<br />

0 28.400 29.900 25.550 27.050 28.550 31.500<br />

1 29.400 31.000 26.550 28.050 29.500 32.600<br />

2 30.400 32.150 27.550 29.050 30.500 33.750<br />

3 31.400 33.250 28.550 30.000 31.500 34.850<br />

4 31.400 33.250 28.550 30.000 31.500 34.850<br />

5 31.400 33.250 28.550 30.000 31.500 34.850<br />

6 33.350 35.250 30.500 32.000 33.500 36.850<br />

7 33.350 35.250 30.500 32.000 33.500 36.850<br />

8 33.350 35.250 30.500 32.000 33.500 36.850<br />

9 35.350 37.200 32.500 34.000 35.450 38.800<br />

<strong>10</strong> 35.350 37.200 32.500 34.000 35.450 38.800<br />

11 35.350 37.200 32.500 34.000 35.450 38.800<br />

12 37.350 39.200 34.000 35.450 36.950 40.800<br />

13 37.350 39.200 34.000 35.450 36.950 40.800<br />

14 37.350 39.200 34.000 35.450 36.950 40.800<br />

15 39.300 41.200 35.450 36.950 38.450 42.800<br />

16 39.300 41.200 35.450 36.950 38.450 42.800<br />

17 39.300 41.200 35.450 36.950 38.450 42.800<br />

18 41.050 43.650 36.950 38.450 39.950 44.750<br />

19 41.050 43.650 36.950 38.450 39.950 44.750<br />

20 41.050 43.650 36.950 38.450 39.950 44.750<br />

21 42.800 46.150 38.450 39.950 41.400 46.000<br />

22 42.800 46.150 38.450 39.950 41.400 46.000<br />

23 42.800 46.150 38.450 39.950 41.400 46.000<br />

24 44.500 48.600 39.950 41.400 42.900 47.250<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 90 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Salarisschalen<br />

A8a A8b A9a A9b A<strong>10</strong>a A<strong>10</strong>b<br />

Minimum 30.250 31.500 35.950 38.<strong>10</strong>0 37.200 44.650<br />

Maximum 46.000 47.250 51.600 54.550 52.850 59.500<br />

Verhoging 1x1x1150 1x1x1<strong>10</strong>0 3x1x<strong>10</strong>00 3x1x1<strong>10</strong>0 1x3x2500 1x3x1750<br />

2x1x1<strong>10</strong>0 1x1x1150 1x3x2000 2x3x2000 1x3x2200 1x3x1700<br />

2x3x2000 1x1x1<strong>10</strong>0 1x3x1950 1x3x1950 2x3x2250 2x3x1750<br />

1x3x1950 1x3x2000 2x3x2000 2x3x2000 1x3x2200 1x3x1700<br />

2x3x2000 1x3x1950 1x3x1950 1x3x1950 1x3x2250 1x3x1750<br />

1x3x1200 2x3x2000 1x3x2000 1x3x1250 2x3x<strong>10</strong>00 1x3x2250<br />

1x3x1250 1x3x1950 1x3x750 1x3x2200<br />

2x3x1250<br />

0 30.250 31.500 35.950 38.<strong>10</strong>0 37.200 44.650<br />

1 31.400 32.600 36.950 39.200 37.200 44.650<br />

2 32.500 33.750 37.950 40.300 37.200 44.650<br />

3 33.600 34.850 38.950 41.400 39.700 46.400<br />

4 33.600 34.850 38.950 41.400 39.700 46.400<br />

5 33.600 34.850 38.950 41.400 39.700 46.400<br />

6 35.600 36.850 40.950 43.400 41.900 48.<strong>10</strong>0<br />

7 35.600 36.850 40.950 43.400 41.900 48.<strong>10</strong>0<br />

8 35.600 36.850 40.950 43.400 41.900 48.<strong>10</strong>0<br />

9 37.600 38.800 42.900 45.400 44.150 49.850<br />

<strong>10</strong> 37.600 38.800 42.900 45.400 44.150 49.850<br />

11 37.600 38.800 42.900 45.400 44.150 49.850<br />

12 39.550 40.800 44.900 47.350 46.400 51.600<br />

13 39.550 40.800 44.900 47.350 46.400 51.600<br />

14 39.550 40.800 44.900 47.350 46.400 51.600<br />

15 41.550 42.800 46.900 49.350 48.600 53.300<br />

16 41.550 42.800 46.900 49.350 48.600 53.300<br />

17 41.550 42.800 46.900 49.350 48.600 53.300<br />

18 43.550 44.750 48.850 51.350 50.850 55.050<br />

19 43.550 44.750 48.850 51.350 50.850 55.050<br />

20 43.550 44.750 48.850 51.350 50.850 55.050<br />

21 44.750 46.000 50.850 53.300 51.850 57.300<br />

22 44.750 46.000 50.850 53.300 51.850 57.300<br />

23 44.750 46.000 50.850 53.300 51.850 57.300<br />

24 46.000 47.250 51.600 54.550 52.850 59.500<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 91 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

salarisschalen B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7<br />

minimum 17.300 18.850 19.550 19.950 21.400 21.500 22.250<br />

maximum 23.350 26.450 29.150 29.750 32.500 34.600 35.600<br />

verhoging 1x1x500 1x1x600 1x1x800 1x1x800 1x1x900 1x1x1.<strong>10</strong>0 1x1x500<br />

5x2x500 1x2x650 1x2x750 1x2x850 1x2x950 1x2x1.050 2x2x1.150<br />

1x2x450 2x2x600 6x2x800 1x2x800 2x2x900 5x2x1.<strong>10</strong>0 1x2x1.200<br />

4x2x500 1x2x650 1x2x750 1x2x850 1x2x950 1x2x1.050 3x2x1.150<br />

1x2x600 1x2x600 2x2x800 2x2x800 2x2x900 3x2x1.<strong>10</strong>0 1x2x1.200<br />

1x2x650 1x2x900 1x2x850 1x2x950 1x1x1.<strong>10</strong>0 2x2x1.150<br />

2x2x600 2x2x800 2x2x900 2x2x1.200<br />

1x2x650 1x2x850 1x2x950<br />

1x2x600 2x2x800 1x2x<strong>10</strong>00<br />

1x2x800<br />

0 17.300 18.850 19.550 19.950 21.400 21.500 22.250<br />

1 17.800 19.450 20.350 20.750 22.300 22.600 22.750<br />

2 17.800 19.450 20.350 20.750 22.300 22.600 22.750<br />

3 18.300 20.<strong>10</strong>0 21.<strong>10</strong>0 21.600 23.250 23.650 23.900<br />

4 18.300 20.<strong>10</strong>0 21.<strong>10</strong>0 21.600 23.250 23.650 23.900<br />

5 18.800 20.700 21.900 22.400 24.150 24.750 25.050<br />

6 18.800 20.700 21.900 22.400 24.150 24.750 25.050<br />

7 19.300 21.300 22.700 23.250 25.050 25.850 26.250<br />

8 19.300 21.300 22.700 23.250 25.050 25.850 26.250<br />

9 19.800 21.950 23.500 24.050 26.000 26.950 27.400<br />

<strong>10</strong> 19.800 21.950 23.500 24.050 26.000 26.950 27.400<br />

11 20.300 22.550 24.300 24.850 26.900 28.050 28.550<br />

12 20.300 22.550 24.300 24.850 26.900 28.050 28.550<br />

13 20.750 23.200 25.<strong>10</strong>0 25.700 27.800 29.150 29.700<br />

14 20.750 23.200 25.<strong>10</strong>0 25.700 27.800 29.150 29.700<br />

15 21.250 23.800 25.900 26.500 28.750 30.200 30.900<br />

16 21.250 23.800 25.900 26.500 28.750 30.200 30.900<br />

17 21.750 24.400 26.650 27.300 29.650 31.300 32.050<br />

18 21.750 24.400 26.650 27.300 29.650 31.300 32.050<br />

19 22.250 25.050 27.450 28.150 30.550 32.400 33.200<br />

20 22.250 25.050 27.450 28.150 30.550 32.400 33.200<br />

21 22.750 25.650 28.250 28.950 31.500 33.500 34.400<br />

22 22.750 25.650 28.250 28.950 31.500 33.500 34.400<br />

23 23.350 26.450 29.150 29.750 32.500 34.600 35.600<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 92 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

salarisschalen BV1 BV2 BV3 BV5<br />

Minimum 17.450 18.950 19.650 22.050<br />

Maximum 23.450 26.550 29.250 33.350<br />

Verhoging 1x1x450 1x1x650 1x1x800 1x1x950<br />

<strong>10</strong>x2x500 2x2x600 3x2x800 1x2x900<br />

1x2x550 1x2x650 1x2x750 5x2x950<br />

1x2x600 6x2x800 1x2x900<br />

1x2x650 1x2x850 4x2x950<br />

2x2x600<br />

1x2x550<br />

1x2x700<br />

1x2x650<br />

1x2x750<br />

0 17.450 18.950 19.650 22.050<br />

1 17.900 19.600 20.450 23.000<br />

2 17.900 19.600 20.450 23.000<br />

3 18.400 20.200 21.250 23.900<br />

4 18.400 20.200 21.250 23.900<br />

5 18.900 20.800 22.050 24.850<br />

6 18.900 20.800 22.050 24.850<br />

7 19.400 21.450 22.850 25.800<br />

8 19.400 21.450 22.850 25.800<br />

9 19.900 22.050 23.600 26.750<br />

<strong>10</strong> 19.900 22.050 23.600 26.750<br />

11 20.400 22.700 24.400 27.700<br />

12 20.400 22.700 24.400 27.700<br />

13 20.900 23.300 25.200 28.650<br />

14 20.900 23.300 25.200 28.650<br />

15 21.400 23.900 26.000 29.550<br />

16 21.400 23.900 26.000 29.550<br />

17 21.900 24.450 26.800 30.500<br />

18 21.900 24.450 26.800 30.500<br />

19 22.400 25.150 27.600 31.450<br />

20 22.400 25.150 27.600 31.450<br />

21 22.900 25.800 28.400 32.400<br />

22 22.900 25.800 28.400 32.400<br />

23 23.450 26.550 29.250 33.350<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 93 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

salarisschalen<br />

C1 C2 C3 C4 C5<br />

Minimum 13.550 14.250 15.900 18.550 20.400<br />

Maximum 21.950 22.800 24.800 26.550 29.300<br />

Verhoging 1x1x600 1x1x550 1x1x650 1x1x550 1x1x600<br />

1x2x600 9x2x600 2x2x600 1x2x600 1x2x600<br />

1x2x550 1x2x550 1x2x650 2x2x550 1x2x650<br />

8x2x600 2x2x600 1x2x600 1x2x600 1x2x600<br />

1x2x550 1x2x850 1x2x650 1x2x550 1x2x650<br />

1x2x600 2x2x600 1x2x600 2x2x600<br />

1x2x700 1x2x650 2x2x550 1x2x650<br />

1x2x600 1x2x600 2x2x600<br />

1x2x650 1x2x550 1x2x650<br />

2x2x600 1x2x600 1x2x600<br />

1x2x850 1x2x550 1x2x650<br />

1x2x600 1x2x850<br />

0 13.550 14.250 15.900 18.550 20.400<br />

1 14.150 14.800 16.550 19.<strong>10</strong>0 21.000<br />

2 14.150 14.800 16.550 19.<strong>10</strong>0 21.000<br />

3 14.750 15.400 17.150 19.700 21.600<br />

4 14.750 15.400 17.150 19.700 21.600<br />

5 15.300 16.000 17.750 20.250 22.250<br />

6 15.300 16.000 17.750 20.250 22.250<br />

7 15.900 16.600 18.400 20.800 22.850<br />

8 15.900 16.600 18.400 20.800 22.850<br />

9 16.500 17.200 19.000 21.400 23.500<br />

<strong>10</strong> 16.500 17.200 19.000 21.400 23.500<br />

11 17.<strong>10</strong>0 17.800 19.650 21.950 24.<strong>10</strong>0<br />

12 17.<strong>10</strong>0 17.800 19.650 21.950 24.<strong>10</strong>0<br />

13 17.700 18.400 20.250 22.550 24.700<br />

14 17.700 18.400 20.250 22.550 24.700<br />

15 18.300 19.000 20.850 23.<strong>10</strong>0 25.350<br />

16 18.300 19.000 20.850 23.<strong>10</strong>0 25.350<br />

17 18.900 19.600 21.500 23.650 25.950<br />

18 18.900 19.600 21.500 23.650 25.950<br />

19 19.500 20.200 22.<strong>10</strong>0 24.250 26.550<br />

20 19.500 20.200 22.<strong>10</strong>0 24.250 26.550<br />

21 20.<strong>10</strong>0 20.750 22.750 24.800 27.200<br />

22 20.<strong>10</strong>0 20.750 22.750 24.800 27.200<br />

23 20.650 21.350 23.350 25.400 27.800<br />

24 20.650 21.350 23.350 25.400 27.800<br />

25 21.250 21.950 23.950 25.950 28.450<br />

26 21.250 21.950 23.950 25.950 28.450<br />

27 21.950 22.800 24.800 26.550 29.300<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 94 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

salarisschalen<br />

D1 D2 D3 D4 D5<br />

Minimum 13.300 14.300 15.500 16.900 17.000<br />

Maximum 18.300 19.600 20.700 21.950 23.800<br />

Verhoging 1x1x350 1x1x350 1x1x350 1x1x350 1x1x300<br />

3x2x350 1x2x350 1x2x400 1x2x350 2x2x500<br />

1x2x300 1x2x400 1x2x350 1x2x300 1x2x300<br />

8x2x350 1x2x350 1x2x400 <strong>10</strong>x2x350 1x2x800<br />

1x2x500 1x2x400 2x2x350 1x2x550 1x2x500<br />

1x2x350 1x2x400 4x2x400<br />

1x2x400 1x2x350 1x2x500<br />

1x2x350 1x2x400 3x2x600<br />

1x2x400 1x2x350<br />

2x2x350 1x2x400<br />

1x2x400 1x2x350<br />

1x2x350 1x2x400<br />

1x2x500 1x2x350<br />

0 13.300 14.300 15.500 16.900 17.000<br />

1 13.650 14.650 15.850 17.250 17.300<br />

2 13.650 14.650 15.850 17.250 17.300<br />

3 14.000 15.000 16.250 17.600 17.800<br />

4 14.000 15.000 16.250 17.600 17.800<br />

5 14.350 15.400 16.600 17.900 18.300<br />

6 14.350 15.400 16.600 17.900 18.300<br />

7 14.700 15.750 17.000 18.250 18.600<br />

8 14.700 15.750 17.000 18.250 18.600<br />

9 15.000 16.150 17.350 18.600 19.400<br />

<strong>10</strong> 15.000 16.150 17.350 18.600 19.400<br />

11 15.350 16.500 17.700 18.950 19.900<br />

12 15.350 16.500 17.700 18.950 19.900<br />

13 15.700 16.900 18.<strong>10</strong>0 19.300 20.300<br />

14 15.700 16.900 18.<strong>10</strong>0 19.300 20.300<br />

15 16.050 17.250 18.450 19.650 20.700<br />

16 16.050 17.250 18.450 19.650 20.700<br />

17 16.400 17.650 18.850 20.000 21.<strong>10</strong>0<br />

18 16.400 17.650 18.850 20.000 21.<strong>10</strong>0<br />

19 16.750 18.000 19.200 20.350 21.500<br />

20 16.750 18.000 19.200 20.350 21.500<br />

21 17.<strong>10</strong>0 18.350 19.600 20.700 22.000<br />

22 17.<strong>10</strong>0 18.350 19.600 20.700 22.000<br />

23 17.450 18.750 19.950 21.050 22.600<br />

24 17.450 18.750 19.950 21.050 22.600<br />

25 17.800 19.<strong>10</strong>0 20.350 21.400 23.200<br />

26 17.800 19.<strong>10</strong>0 20.350 21.400 23.200<br />

27 18.300 19.600 20.700 21.950 23.800<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 95 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

salarisschalen<br />

E1 E2 E3<br />

Minimum 13.250 13.550 14.200<br />

Maximum 15.000 15.650 16.550<br />

Verhoging 1x1x<strong>10</strong>0 1x1x150 1x1x150<br />

3x2x<strong>10</strong>0 7x2x150 12x2x150<br />

1x2x150 1x2x<strong>10</strong>0 1x2x400<br />

3x2x<strong>10</strong>0 4x2x150<br />

6x2x150 1x2x200<br />

0 13.250 13.550 14.200<br />

1 13.350 13.700 14.350<br />

2 13.350 13.700 14.350<br />

3 13.450 13.850 14.500<br />

4 13.450 13.850 14.500<br />

5 13.550 14.000 14.650<br />

6 13.550 14.000 14.650<br />

7 13.650 14.150 14.800<br />

8 13.650 14.150 14.800<br />

9 13.800 14.300 14.950<br />

<strong>10</strong> 13.800 14.300 14.950<br />

11 13.900 14.450 15.<strong>10</strong>0<br />

12 13.900 14.450 15.<strong>10</strong>0<br />

13 14.000 14.600 15.250<br />

14 14.000 14.600 15.250<br />

15 14.<strong>10</strong>0 14.750 15.400<br />

16 14.<strong>10</strong>0 14.750 15.400<br />

17 14.250 14.850 15.550<br />

18 14.250 14.850 15.550<br />

19 14.400 15.000 15.700<br />

20 14.400 15.000 15.700<br />

21 14.550 15.150 15.850<br />

22 14.550 15.150 15.850<br />

23 14.700 15.300 16.000<br />

24 14.700 15.300 16.000<br />

25 14.850 15.450 16.150<br />

26 14.850 15.450 16.150<br />

27 15.000 15.650 16.550<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 96 van 112


CC Consult Zorgbedrijf Meetjesland<br />

BIJLAGE IV. : OVERZICHT VAN DE VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN, DE ADMINISTRATIEVE<br />

TOESTAND EN DE GELDELIJKE EN ADMINISTRATIEVE GEVOLGEN<br />

Benaming van het verlof of de<br />

afwezigheid<br />

Recht op salaris<br />

Aanspraak op periodieke<br />

salarisverhoging<br />

Recht op schaalanciënniteit<br />

Recht op loopbaan<br />

Recht op jaarlijkse<br />

vakantie<br />

Jaarlijkse vakantiedagen Ja Ja Ja Ja Ja<br />

Feestdagen Ja Ja Ja Ja Ja<br />

Bevallingsverlof<br />

Vaderschapsverlof/ geboorteverlof bij<br />

overlijden van de moeder<br />

Nee, wel recht op<br />

uitkering<br />

Nee, wel recht op<br />

uitkering<br />

Ja Nee Ja Ja<br />

Ja Nee Ja Ja<br />

Adoptieverlof en pleegzorgverlof Nee, wel recht op<br />

uitkering<br />

Ja Nee Ja Ja<br />

Ziekteverlof Gewaarborgd loon en<br />

nadien recht op uitkering<br />

Ja tijdens gewaarborgd<br />

loon, nee tijdens uitkering<br />

Ja tijdens gewaarborgd<br />

loon, nee tijdens uitkering<br />

Ja<br />

Ja (max. 12 maanden)<br />

Verlof voor deeltijdse prestaties<br />

1)Nee voor het verlof,<br />

2) Ja voor geleverde<br />

prestaties<br />

Ja, want deeltijds niet<br />

relevant voor de geldelijke<br />

anciënniteit<br />

Ja Ja 1) Nee voor verlof<br />

2) Ja voor geleverde<br />

prestaties<br />

Omstandigheidsverlof Ja Ja Ja Ja Ja<br />

Onbetaald verlof Nee Nee Ja (max. 12 maanden) Ja Nee<br />

Onbetaald verlof voor het opnemen van<br />

een contractuele betrekking, een<br />

tijdelijke aanstelling of een andere<br />

functie binnen het bestuur<br />

Nee Nee Ja Ja Nee<br />

Dienstvrijstellingen Ja Ja Ja Ja Ja<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 97 van 112


CC Consult Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Benaming van het verlof of de<br />

afwezigheid<br />

Recht op salaris<br />

Aanspraak op periodieke<br />

salaris-verhoging<br />

Recht op schaalanciënniteit<br />

Recht op loopbaan<br />

Recht op jaarlijkse<br />

vakantiedagen<br />

Georganiseerde werkonderbreking Niet voor de duur ervan Ja Ja Ja Ja<br />

Voltijds zorgkrediet<br />

Deeltijds zorgkrediet<br />

Ouderschapsverlof (voltijds)<br />

Nee, wel recht op<br />

uitkering<br />

1)Nee voor verlof, wel<br />

uitkering<br />

2)Ja voor geleverde<br />

prestaties<br />

Nee, wel recht op<br />

uitkering<br />

Ja Ja (max. 12 maanden) Ja Nee<br />

Ja Ja Ja 1)Nee voor verlof<br />

2)Ja voor prestaties<br />

Ja Ja (max. 12 maanden) Ja Nee<br />

Ouderschapsverlof (1/2 of 1/5)<br />

1)Nee voor verlof, wel<br />

uitkering<br />

2)Ja voor geleverde<br />

prestaties<br />

Ja Ja Ja 1)Nee voor verlof<br />

2)Ja voor prestaties<br />

Afwezigheid zonder toestemming vooraf<br />

of kennisgeving<br />

Nee Nee Nee Ja Nee<br />

Idem als supra met overmacht Ja Ja Ja Ja Ja<br />

Loopbaanonderbreking voor medische<br />

bijstand (voltijds)<br />

Palliatieve verzorging (voltijds)<br />

Palliatieve verzorging (1/2 of 1/5)<br />

Nee, wel recht op<br />

uitkering<br />

Nee, wel recht op<br />

uitkering<br />

1)Nee voor verlof, wel<br />

uitkering<br />

2)Ja voor geleverde<br />

prestaties<br />

Ja Ja (max. 12 maanden) Ja Nee<br />

Ja Ja (max. 12 maanden) Ja Nee<br />

Ja Ja Ja 1)Nee voor verlof<br />

2)Ja voor prestaties<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 98 van 112


CC Consult Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Benaming van het verlof of de<br />

afwezigheid<br />

Recht op salaris<br />

Aanspraak op periodieke<br />

salaris-verhoging<br />

Recht op schaalanciënniteit<br />

Recht op loopbaan<br />

Recht op jaarlijkse<br />

vakantiedagen<br />

Politiek verlof als dienstvrijstelling Ja Ja Ja Ja Ja<br />

Facultatief politiek verlof Nee Ja Indien voltijds dan nee;<br />

indien deeltijds dan loopt<br />

de schaalanciënniteit door<br />

op basis van de deeltijdse<br />

afwezigheid<br />

Politiek verlof van ambtswege Nee Ja Indien voltijds dan nee;<br />

indien deeltijds dan loopt<br />

de schaalanciënniteit door<br />

op basis van de deeltijdse<br />

afwezigheid<br />

Ja<br />

Ja<br />

Nee<br />

Nee<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 99 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

BIJLAGE V. : OVERZICHT VAN DE MAATREGELEN INZAKE<br />

VRIJSTELLING VAN ARBEIDSPRESTATIES EN EINDELOOPBAAN<br />

IN DE GEZONDHEIDSZORG<br />

HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Artikel 1<br />

Artikel 2<br />

Dit akkoord is van toepassing op de werkgevers en werknemers, met uitzondering van de artsen, van:<br />

- de inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn;<br />

- de psychiatrische verzorgingstehuizen;<br />

- de samenwerkingsverbanden voor de oprichting en het beheer van initiatieven van beschut wonen<br />

- de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen en de dagverzorgingscentra<br />

- de revalidatiecentra;<br />

- de thuisverpleging;<br />

- de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging<br />

- de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België;<br />

- de medisch-pediatrische centra;<br />

- de wijkgezondheidscentra.<br />

Onder werknemers wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk, statutaire en contractuele, arbeidersen<br />

bediendepersoneel.<br />

Dit akkoord geeft uitvoering aan de punten 4 en 5 van het sociaal akkoord betreffende de federale<br />

gezondheidssectoren (publieke sector) van 18 juli 2005.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina <strong>10</strong>0 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK II: VRIJSTELLING VAN ARBEIDSPRESTATIES<br />

Artikel 3<br />

Paragraaf 1<br />

Vallen onder de toepassing van de regeling vrijstelling van arbeidsprestaties:<br />

Personeel behorend tot volgende groepen heeft ambtshalve recht op vrijstelling van arbeidsprestaties<br />

zoals omschreven in de artikelen 4 tot en met 6, op voorwaarde dat ze effectief de vermelde functie<br />

uitoefenen:<br />

- het verpleegkundig personeel en het verzorgend personeel:<br />

- de ambulanciers van de spoeddiensten die deel uitmaken van het personeel van de instellingen<br />

bedoeld in het meerjarenplan van de federale gezondheidssectoren en dit zonder belang aan de<br />

kostenplaats waaronder het personeel is opgenomen;<br />

- de kinesitherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten en diëtisten;<br />

- de laboratoriumtechnologen;<br />

- de technologen van medische beeldvorming;<br />

- de technici van medisch materiaal (inzonderheid in de sterilisatiediensten);<br />

- de medewerkers patiëntenvervoer;<br />

- de opvoeders en het begeleidend personeel geïntegreerd in de zorgteams;<br />

- de sociaal verpleegkundigen;<br />

- de logistieke assistenten;<br />

- de maatschappelijk assistenten en psychologische assistenten tewerkgesteld in de zorgteams of<br />

geïntegreerd in het therapeutisch programma;<br />

- de ziekenhuisassistenten;<br />

- de werknemers bedoeld in de artikelen 54bis en 54ter van het koninklijk besluit nr. 78 van <strong>10</strong><br />

november 1967;<br />

- de psychologen, orthopedagogen en pedagogen tewerkgesteld in de zorgteams of geïntegreerd in het<br />

therapeutisch programma.<br />

De diensthoofden en adjunct-diensthoofden die rechtstreeks bovenstaande personeelsgroepen<br />

omkaderen, genieten eveneens ambtshalve van de vrijstelling van arbeidsprestaties.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina <strong>10</strong>1 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 2. Het gelijkgesteld personeel<br />

Artikel 4<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Onder gelijkgesteld personeel wordt verstaan, de werknemers die niet behoren tot bovenstaande lijst<br />

en gedurende de referentieperiode van 24 maanden die voorafgaat aan de maand waarin zij de leeftijd<br />

van 45, 50 of 55 jaar bereiken, minstens 200 uren prestaties hebben verricht bij dezelfde werkgever, in<br />

één of meerdere functies, waarvoor een vergoeding voor onregelmatige prestaties (zondag, zaterdag,<br />

feestdag, nachtdienst of onderbroken diensten), of een andere bij akkoord vastgelegde vergoeding<br />

werd betaald of de overeenstemmende compensatierust werd toegekend.<br />

De werknemer die geen 200 uren onregelmatige prestaties heeft verricht bij dezelfde werkgever, op<br />

het ogenblik dat hij 45, 50 of 55 jaar wordt, verwerft het statuut van gelijkgesteld personeel en dus het<br />

recht op de vrijstelling van arbeidsprestaties, van zodra hij alsnog binnen elke periode van 24 maanden<br />

deze 200 uren heeft verricht, volgens de modaliteiten bepaald in artikel 7 § 3 infra.<br />

Voor de deeltijds tewerkgestelde werknemers worden deze 200 uren onregelmatige prestaties<br />

berekend naar rata van de arbeidsduur voorzien door het statuut of het contract op het ogenblik dat het<br />

recht geopend wordt.<br />

Het voltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt, heeft recht op<br />

toekenning van vrijstelling van prestaties van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidstijd onder de vorm<br />

van 96 betaalde uren van vrijstelling van prestaties per jaar, toegekend volgens de modaliteiten van<br />

artikel 8.<br />

Voor het deeltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt, wordt het<br />

aantal uren vrijstelling van prestaties berekend volgens de formule:<br />

X = 96 x Y/Z<br />

waarbij:<br />

X = het aantal uren vrijstelling van prestaties<br />

Y = de contractuele of statutaire wekelijkse arbeidsduur van de werknemer<br />

Z = de contractuele of statutaire wekelijkse arbeidsduur voor een voltijdse werknemer in de<br />

instelling.<br />

Het personeel, bedoeld in artikel 3, kan evenwel opteren voor het behoud van prestaties conform zijn<br />

wekelijkse arbeidstijd voorzien door het statuut of het contract. Als tegenwaarde hiervan heeft het<br />

personeelslid recht op een premie, gelijk aan 5,26 %, berekend op zijn loon. Vanaf de datum bedoeld<br />

in artikel 15 hebben de werknemers geen mogelijkheid meer om te opteren voor de premie van 5,26 %<br />

en het behoud van prestaties, met uitzondering van het verpleegkundig personeel, evenals de<br />

verpleegkundige diensthoofden en adjunct-diensthoofden, zoals bedoeld in artikel 3.<br />

Evenwel behoudt het personeel dat voor de datum bedoeld in artikel 15 ressorteerde onder het<br />

toepassingsgebied van het akkoord van 23 september 2002 inzake vrijstelling van arbeidsprestaties in<br />

het kader van de eindeloopbaanproblematiek en dat heeft gekozen voor de premie bedoeld in<br />

voormeld akkoord, het recht op deze premie.<br />

In de loop van het eerste semester van 2008 zullen de ondertekende partijen onderzoeken of het gepast<br />

is het recht op keuze voor het verpleegkundig personeel te behouden.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina <strong>10</strong>2 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

Artikel 5<br />

Paragraaf 1<br />

De voltijdse werknemers die in uitvoering van dit akkoord vrijgesteld zijn van prestaties, blijven<br />

steeds beschouwd als werknemers met een voltijdse arbeidsovereenkomst of voltijdse statutaire<br />

aanstelling.<br />

De deeltijdse werknemers die in uitvoering van dit akkoord vrijgesteld zijn van prestaties, blijven<br />

beschouwd als werknemers die hun arbeidstijd voorzien door het statuut of het contract behouden.<br />

In onderling akkoord tussen de werknemer en de werkgever kan voor de deeltijds tewerkgestelde<br />

werknemer de vastgelegde arbeidsduur voorzien door het contract of de benoemingsakte worden<br />

verhoogd met het aantal uren vrijstelling van prestaties waarvan de deeltijdse werknemer kan genieten<br />

op basis van de oorspronkelijke arbeidstijd voorzien door het contract of de benoemingsakte.<br />

Het voltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, heeft recht op<br />

toekenning van vrijstelling van prestaties van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidstijd onder de vorm<br />

van 192 betaalde uren van vrijstelling van prestaties per jaar, met inbegrip van de uren vrijstelling van<br />

prestaties bedoeld in artikel 4 en toegekend volgens de modaliteiten van artikel 8.<br />

Voor het deeltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, wordt het<br />

aantal uren vrijstelling van prestaties berekend volgens de formule:<br />

X = 192 x Y/Z<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

waarbij:<br />

X = het aantal uren vrijstelling van prestaties<br />

Y = de contractuele of statutaire wekelijkse arbeidsduur van de werknemer<br />

Z = de contractuele of statutaire wekelijkse arbeidsduur voor een voltijdse werknemer in de<br />

instelling.<br />

Het personeel, bedoeld in artikel 3, kan evenwel opteren voor het behoud van prestaties conform zijn<br />

wekelijkse arbeidstijd voorzien door het statuut of het contract. Als tegenwaarde hiervan heeft het<br />

personeelslid recht op een premie, gelijk aan <strong>10</strong>,52 %, berekend op zijn loon. Vanaf de datum bedoeld<br />

in artikel 15 hebben de werknemers geen mogelijkheid meer om te opteren voor de premie van <strong>10</strong>,52<br />

% en het behoud van prestaties, met uitzondering van het verpleegkundig personeel, evenals de<br />

verpleegkundige diensthoofden en adjunct-diensthoofden, zoals bedoeld in artikel 3.<br />

Evenwel behoudt het personeel dat voor de datum bedoeld in artikel 15 ressorteerde onder het<br />

toepassingsgebied van het akkoord van 23 september 2002 inzake vrijstelling van arbeidsprestaties in<br />

het kader van de eindeloopbaanproblematiek en dat heeft gekozen voor de premie bedoeld in<br />

voormelde akkoord, het recht op deze premie.<br />

De voltijdse werknemers die in uitvoering van dit akkoord vrijgesteld zijn van prestaties, blijven<br />

steeds beschouwd als werknemers met een voltijdse arbeidsovereenkomst of voltijdse statutaire<br />

aanstelling.<br />

De deeltijdse werknemers die in uitvoering van dit akkoord vrijgesteld zijn van prestaties, blijven<br />

beschouwd als werknemers die hun arbeidstijd voorzien door het statuut of het contract behouden.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina <strong>10</strong>3 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Paragraaf 4<br />

Artikel 6<br />

Paragraaf 1<br />

In onderling akkoord tussen de werknemer en de werkgever kan voor de deeltijds tewerkgestelde<br />

werknemer de vastgelegde arbeidsduur voorzien door het contract of de benoemingsakte worden<br />

verhoogd met het aantal uren vrijstelling van prestaties die de deeltijdse werknemer kan genieten op<br />

basis van de oorspronkelijke arbeidstijd voorzien door het contract of de benoemingsakte.<br />

Het voltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, heeft recht op<br />

toekenning van vrijstelling van prestaties van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidstijd onder de vorm<br />

van 288 betaalde uren van vrijstelling van prestaties per jaar, met inbegrip van de uren vrijstelling van<br />

prestaties bedoeld in artikel 4 en 5 en toegekend volgens de modaliteiten van artikel 8.<br />

Voor het deeltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, wordt het<br />

aantal uren vrijstelling van prestaties berekend volgens de formule:<br />

X = 288 x Y/Z<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Paragraaf 4<br />

waarbij:<br />

X = het aantal uren vrijstelling van prestaties<br />

Y = de contractuele of statutaire wekelijkse arbeidsduur van de werknemer<br />

Z = de contractuele of statutaire wekelijkse arbeidsduur voor een voltijdse werknemer in de<br />

instelling.<br />

Het personeel, bedoeld in artikel 3, kan evenwel opteren voor het behoud van prestaties conform zijn<br />

wekelijkse arbeidstijd voorzien door het statuut of het contract. Als tegenwaarde hiervan heeft het<br />

personeelslid recht op een premie, gelijk aan 15,78 %, berekend op zijn loon. Vanaf de datum<br />

bedoeld in artikel 15 hebben de werknemers geen mogelijkheid meer om te opteren voor de premie<br />

van 15,78 % en het behoud van prestaties, met uitzondering van het verpleegkundig personeel, evenals<br />

de verpleegkundige diensthoofden en adjunct-diensthoofden, zoals bedoeld in artikel 3.<br />

Evenwel behoudt het personeel dat voor de datum bedoeld in artikel 15 ressorteerde onder het<br />

toepassingsgebied van het akkoord van 23 september 2002 inzake vrijstelling van arbeidsprestaties in<br />

het kader van de eindeloopbaanproblematiek en dat heeft gekozen voor de premie bedoeld in<br />

voormelde overeenkomst, het recht op deze premie.<br />

In de loop van het eerste semester van 2008 zullen de ondertekende partijen onderzoeken of het gepast<br />

is het recht op keuze voor het verpleegkundig personeel te behouden.<br />

De voltijdse werknemers die in uitvoering van dit akkoord vrijgesteld zijn van prestaties, blijven<br />

steeds beschouwd als werknemers met een voltijdse arbeidsovereenkomst of voltijdse statutaire<br />

aanstelling.<br />

De deeltijdse werknemers die in uitvoering van dit akkoord vrijgesteld zijn van prestaties, blijven<br />

beschouwd als werknemers die hun arbeidstijd voorzien door het statuut of het contract behouden.<br />

In onderling akkoord tussen de werknemer en de werkgever kan voor de deeltijds tewerkgestelde<br />

werknemer de arbeidsduur voorzien door het contract of de benoemingsakte worden verhoogd met het<br />

aantal uren vrijstelling van prestaties die de deeltijdse werknemer kan genieten op basis van de<br />

oorspronkelijke arbeidstijd voorzien door het contract of de benoemingsakte.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina <strong>10</strong>4 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 7<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

De werkgever moet aan het verpleegkundig personeel evenals de verpleegkundige diensthoofden en<br />

adjunct-diensthoofden die hen omkaderen, zoals bedoeld in artikel 3, in de loop van de 3e maand<br />

voorafgaand aan de maand waarin de werknemer de leeftijd van respectievelijk 45, 50 of 55 jaar<br />

bereikt, de keuze, zoals voorzien in de artikelen 4 § 2, 5 § 2 en 6 § 2 voorleggen.<br />

De werknemer heeft één maand tijd om zijn keuze aan zijn werkgever mee te delen. De vrijstelling van<br />

prestaties of de toekenning van de premie gaat in vanaf de 1e dag van de maand waarin de<br />

voornoemde leeftijden worden bereikt. De werknemer heeft het recht om bij elke leeftijdssprong (50<br />

en 55 jaar) zijn keuze te bepalen. De optie vrijstelling van prestaties is steeds definitief. De optie<br />

uitkering van een premie kan op elk ogenblik omgezet worden in vrijstelling van prestaties met<br />

inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden.<br />

Vanaf 50 jaar is een combinatie van vrijstelling van prestaties en uitkering van een premie mogelijk.<br />

Voor de werknemers op een tussenliggende leeftijd, dient de keuze te worden voorgelegd door de<br />

werkgever van zodra de werknemer aan alle voorwaarden voldoet. De werknemer heeft één maand de<br />

tijd om zijn keuze mee te delen. De vrijstelling of premie dient toegekend vanaf de eerste dag van de<br />

maand volgend op de bekendmaking van de keuze.<br />

Voor alle andere personeelsgroepen gaat de vrijstelling van arbeidsprestaties automatisch in de eerste<br />

dag van de maand waarin de werknemer 45, 50 of 55 jaar wordt.<br />

Voor de werknemer bedoeld in artikel 3, §1 op een tussenliggende leeftijd gaat de vrijstelling in de<br />

eerste dag van de maand volgend op deze waarin de werknemer aan alle voorwaarden voldoet.<br />

De optie uitkering van een premie kan op elk ogenblik omgezet worden in vrijstelling van prestaties<br />

met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden.<br />

De werknemer die geen 200 uren onregelmatige prestaties heeft verricht, op het ogenblik waarop hij<br />

45, 50 of 55 jaar wordt, verwerft het statuut van gelijkgesteld personeel en geniet dus van de<br />

vrijstelling van arbeidsprestaties, van zodra hij alsnog binnen elke periode van 24 maanden bedoelde<br />

200 uren heeft verricht. De werkgever verwittigt de werknemer van zodra de werknemer het quotum<br />

van 200 uren heeft bereikt. De vrijstelling van de arbeidsprestaties gaat in de eerste dag van de tweede<br />

maand die volgt op de maand tijdens welke de werknemer die voorwaarde vervult.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina <strong>10</strong>5 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

HOOFDSTUK III: TOEPASSINGSMODALITEITEN<br />

Artikel 8<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Artikel 9<br />

Artikel <strong>10</strong><br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Artikel 11<br />

De vrijstelling van prestaties, voortvloeiend uit dit akkoord wordt gerealiseerd onder de vorm van<br />

compensatiedagen. Een compensatiedag is gelijk aan het gemiddeld aantal arbeidsuren van het<br />

individuele prestatieregime per dag.<br />

De modaliteit van toekenning van vrijstelling van prestaties onder de vorm van compensatiedagen kan<br />

gewijzigd worden door middel van wijziging van het arbeidsreglement.<br />

Modaliteiten waarbij vrijstelling van prestaties gegeven wordt in kleinere eenheden dan een volledig<br />

uur zijn evenwel niet toegelaten.<br />

De vrijstelling van prestaties toegekend overeenkomstig artikel 8 wordt per kalendermaand genomen<br />

en op voorhand vastgelegd in het werkrooster. Op het niveau van de instelling kunnen in het<br />

arbeidsreglement andere modaliteiten terzake afgesproken worden.<br />

Alle rechten worden toegekend pro rata de arbeidstijd voorzien in de benoemingsakte of het contract<br />

en pro rata het aantal maanden van het jaar waarin het recht van toepassing is.<br />

De maatregelen van dit akkoord zijn eveneens van toepassing op de werknemers die gebruik maken<br />

van een vorm van loopbaanonderbreking of van de halftijdse vervroegde uittreding of van de<br />

vrijwillige vierdagen week (wet van <strong>10</strong> april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de<br />

openbare sector en uitvoeringsbesluiten).<br />

De regeling inzake de vrijstelling van arbeidsprestaties zoals hierboven bepaald, wordt niet cumulatief<br />

toegepast voor de werknemers die reeds genieten van compensatiedagen ingevolge een collectieve<br />

arbeidsduurvermindering van minder dan 38 uren per week, voor het equivalent bedoeld in de<br />

artikelen 4, 5 en 6 van onderhavige overeenkomst, en dit voor maximaal het aantal dagen van<br />

onderhavig akkoord.<br />

Artikel 12<br />

Indien echter binnen de instelling, in toevoeging op het akkoord van 23 september 2002 inzake<br />

vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek, een vrijstelling van<br />

arbeidsprestaties zoals voorzien voor het verpleegkundig en verzorgend of gelijkgesteld personeel,<br />

geheel of gedeeltelijk ook werd toegekend aan sommige andere personeelsgroepen, kunnen in geen<br />

geval meer dagen vrijstelling van arbeidsprestaties worden toegekend dan bepaald in de artikelen 4, 5<br />

of 6.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina <strong>10</strong>6 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel l3<br />

Paragraaf 1<br />

Paragraaf 2<br />

Paragraaf 3<br />

Gedurende de periodes van afwezigheid omwille van ziekte of om persoonlijke redenen wordt het<br />

recht op de in artikel 4, 5 en 6 voorziene voordelen opgeheven vanaf de 31 ste opeenvolgende<br />

kalenderdag afwezigheid.<br />

Voldoet deze werknemer niet meer aan de voorwaarden voorzien in artikel 3 dan kan deze geen<br />

bijkomende vrijstelling van arbeidsprestaties meer verwerven zoals voorzien in artikel 5 of 6.<br />

In afwijking op § 1 hierboven, zal de werknemer die op zijn verzoek van functie wijzigt via een bijlage<br />

bij de arbeidsovereenkomst of een brief voor een statutair en hierdoor niet meer onder het<br />

toepassingsgebied van artikel 3 ressorteert, de rechten verworven op basis van de artikelen 4, 5 of 6<br />

verliezen.<br />

HOOFDSTUK IV: SLOTBEPALINGEN<br />

Artikel 14<br />

Artikel 15<br />

Dit akkoord treedt in werking op 29 september 2006, de datum van publicatie in het Belgisch<br />

Staatblad van het koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001<br />

houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, wat de maatregelen inzake vrijstelling van<br />

arbeidsprestaties en eindeloopbaan betreft.<br />

Het is gesloten voor onbepaalde duur.<br />

Dit akkoord vervangt het akkoord van 15 september 2002, tot vrijstelling van arbeidsprestaties in het<br />

kader van de eindeloopbaanproblematiek.<br />

Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in dit akkoord slechts effectief zullen<br />

toegekend worden aan de werknemers, voor zover de regering de tenlasteneming van de kosten<br />

verzekert volgens de bepalingen van de punten 4 en 5 van het sociaal akkoord betreffende de federale<br />

gezondheidssectoren van 18 juli 2005.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina <strong>10</strong>7 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

BIJLAGE VI. : DE ATTRACTIVITEITSPREMIE<br />

Artikel 1<br />

Deze bijlage geeft uitvoering aan het punt 13 van het sociaal akkoord betreffende de federale<br />

gezondheidssectoren (publieke sector) van 18 juli 2005.<br />

Artikel 2<br />

Het bedrag van de attractiviteitspremie bestaat uit twee delen:<br />

1) Het eerste deel heeft een waarde van 161,41 euro en wordt al toegekend onder de vorm van<br />

gelijkaardige rechten rekening houdend met de instructies van het gewestelijk toezicht.<br />

2) Het tweede deel bestaat uit een forfaitair complement van 480 euro.<br />

Het hierboven vermelde bedrag van het tweede deel van de attractiviteitspremie wordt gekoppeld aan<br />

de gezondheidsindex van 113,87 (1.<strong>10</strong>.2004).<br />

Het tweede deel wordt, vanaf de datum van inwerkingtreding, gekoppeld aan het indexcijfer van de<br />

gezondheidsindex van het Rijk, overeenkomstig de modaliteiten welke zijn vastgesteld bij de wet van<br />

2 augstus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en<br />

tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de<br />

bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bedragen van<br />

de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de<br />

zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.<br />

Artikel 3<br />

1. Het personeelslid ontvangt het volledige bedrag van het tweede deel van de premie indien hij<br />

titularis is van een betrekking met volledige prestaties die aanleiding hebben gegeven tot de<br />

betaling van een volledige salaris tijdens de hele duur van de referentieperiode.<br />

Worden gelijkgesteld met deze arbeidsprestaties de niet-gepresteerde dagen of uren voor zover zij<br />

aanleiding geven tot de betaling van een vergoeding door de inrichting (ondermeer jaarlijkse<br />

vakantie, feestdagen, ziekteperiode gedekt door een gewaarborgd loon).<br />

De niet-gepresteerde dagen of uren worden niet gelijkgesteld voor zover zij geen aanleiding geven<br />

tot de betaling van een vergoeding door de inrichting (ondermeer ziekteperiode niet gedekt door<br />

een gewaarborgd loon, onbetaald verlof, enz.).<br />

De periodes waarin het personeelslid in disponibiliteit is gesteld wegens ziekte of gebrekkigheid<br />

worden evenmin gelijkgesteld.<br />

De referentieperiode is de periode, gaande van 1 januari tot en met 30 september van het<br />

betrokken jaar. Ieder gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de referentieperiode<br />

geeft recht op een negende van het tweede deel van de premie, toegekend overeenkomstig de<br />

bepalingen van artikel 2.<br />

Voor de toepassing van de vorige alinea worden enkel de maanden binnen de referentieperiode in<br />

aanmerking genomen waarin effectieve of gelijkgestelde prestaties zijn geleverd vóór de zestiende<br />

dag van de maand.<br />

2. Als het personeelslid het gehele tweede deel van de premie niet kan genieten in het raam van<br />

volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen tijdens de referentieperiode of de<br />

instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van het tweede deel<br />

van de premie vastgesteld naar rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee<br />

gelijkgestelde arbeidsprestaties.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina <strong>10</strong>8 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

3. Voor het deeltijds tewerkgesteld personeelslid wordt het bedrag van het tweede deel van de<br />

premie berekend naar rata van de duur van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee<br />

gelijkgestelde arbeidsprestaties.<br />

Artikel 4<br />

Het tweede deel van de premie wordt in één keer uitbetaald in de loop van het laatste kwartaal van het<br />

in aanmerking genomen jaar of in de maand waarin het personeelslid uit dienst treedt.<br />

Artikel 5<br />

1. Het tweede deel van de premie is niet verschuldigd aan om dringende reden ontslagen<br />

personeelslid, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode waaraan een<br />

einde werd gemaakt, noch voor arbeidsprestaties, verricht in het raam van een studentencontract.<br />

2. De personeelsleden die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de<br />

premie van het in aanmerking genomen jaar, hebben geen recht op het tweede deel van de premie.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina <strong>10</strong>9 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

BIJLAGE VII. : FUNCTIECOMPLEMENT VOOR DE<br />

HOOFDVERPLEEGKUNDIGEN, VERPLEEGKUNDIGE<br />

COÖRDINATOREN EN HOOFDPARAMEDICI IN RVT EN ROB<br />

Artikel 1<br />

Dit akkoord geeft uitvoering aan het punt 14 van het sociaal akkoord betreffende de federale<br />

gezondheidssectoren (publieke sector) van 18 juli 2005.<br />

Artikel 2<br />

Aan de hoofdverpleegkundige(n), de hoofdparamedici en de verpleegkundige coördinatoren, die een<br />

geldelijke anciënniteit van 18 jaar of meer hebben, en die voldoen aan alle voorwaarden voorzien in<br />

het financieringsbesluit, wordt maandelijks een functiecomplement van 68,07 €, zijnde 816,8 € op<br />

jaarbasis, toegekend.<br />

Artikel 3<br />

Onder verpleegkundig coördinator en hoofdparamedicus wordt verstaan:<br />

- "verpleegkundig coördinator": de verpleegkundige van een ROB, aangeduid teneinde de<br />

coördinatie te verzekeren in een zorgequipe van minstens 12 voltijds equivalenten, samengesteld<br />

uit verpleegkundig personeel, verzorgingspersoneel en personeel voor reactivering. Behoudens<br />

anders luidende bepalingen in de normen die van toepassing zijn op deze inrichting, wordt de<br />

aanduiding van deze verpleegkundig coördinator overgelaten aan de beoordeling van de<br />

beheerder;<br />

- “hoofdparamedicus”: het personeelslid voor reactivering van een instelling, aangeduid teneinde de<br />

coördinatie te verzekeren in een zorgequipe van minstens 12 voltijds equivalenten, samengesteld<br />

uit het personeel voor reactivering. Behoudens anders luidende bepalingen in de normen die van<br />

toepassing zijn op deze inrichting, wordt de aanduiding van deze hoofdparamedicus overgelaten<br />

aan de beoordeling van de beheerder.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 1<strong>10</strong> van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

Artikel 4<br />

Komen in aanmerking voor de financiering van het functiecomplement de verpleegkundig<br />

coördinatoren, hoofdparamedici en hoofdverpleegkundigen die aan de volgende voorwaarden<br />

beantwoorden:<br />

- een contract hebben waarin de rol van verpleegkundig coördinator of van hoofdparamedicus is<br />

voorzien, of een contract hebben als hoofdverpleegkundige. Voor het statutair personeel moet de<br />

rol van verpleegkundig coördinator, van hoofdparamedicus of de functie van<br />

hoofdverpleegkundige blijken uit de benoemingsbeslissing of de beslissing tot aanstelling;<br />

- op de laatste dag van de referentieperiode, voldoen aan een baremieke anciënniteit van minstens<br />

17 jaar;<br />

- geslaagd zijn in één van de volgende basisopleidingen:<br />

1. kaderopleiding;<br />

2. universitaire opleiding: master in de verpleegkunde of verloskunde, of master in het<br />

beleid of management van de gezondheidszorg, of master in de gezondheidszorg (alle<br />

opties inbegrepen);<br />

3. opleiding die de toegang geeft tot rusthuisdirecteur;<br />

4. of een aanvullende opleiding van minimum 24 uur, waarvan het programma werd<br />

goedgekeurd door de FOD Volksgezondheid. De basisvorming behandelt minstens de<br />

volgende thema’s: uurroosters, arbeidsduur en collectieve arbeidsverhoudingen; welzijn<br />

op het werk en beheer van en team;<br />

5. het jaarlijks volgen van een permanente vorming van minimum 8 uur, erkend door de<br />

FOD Volksgezondheid, aangaande één of meerdere domeinen uit punt 4 hierboven.<br />

Artikel 5<br />

Het functiecomplement wordt gekoppeld aan het indexcijfer van de gezondheidsindex van het Rijk,<br />

overeenkomstig de modaliteiten welke zijn vastgesteld bij de wet van 1 maart 1977 houdende<br />

inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de<br />

consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.<br />

Artikel 6<br />

De voordelen zullen slechts effectief worden toegekend, voor zover de regering de tenlasteneming van<br />

de kost verzekert volgens de bepalingen van punt 14 van het sociaal akkoord betreffende de federale<br />

gezondheidssectoren (publieke sector) van 18 juli 2005.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 111 van 112


CC Consult<br />

Zorgbedrijf Meetjesland<br />

BIJLAGE VIII. : FUNCTIECOMPLEMENT VOOR BIJZONDERE<br />

BEROEPSBEKWAAMHEDEN<br />

Artikel 1<br />

De personeelsleden die voldoen aan de voorwaarden, zoals bepaald in artikel 1 van het KB van 22 juni<br />

20<strong>10</strong> betreffende de uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep wat betreft<br />

de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en onregelmatige prestaties, ontvangen<br />

vanaf 1 januari 20<strong>10</strong> een bijkomende premie met betrekking tot de titels of bijzondere<br />

beroepsbekwaamheden, overeenkomstig de artikelen 1 tot en met 3 van het KB.<br />

zbm-rpr-rgl-<strong>2017</strong><strong>10</strong><strong>09</strong>-g (rechtspositieregeling).doc pagina 112 van 112

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!