Jaarverslag 2006, Politieacademie
Jaarverslag 2006, Politieacademie
Jaarverslag 2006, Politieacademie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2006</strong>, <strong>Politieacademie</strong><br />
Deel 1
INHOUD<br />
DEEL I A : ALGEMEEN DEEL JAARVERSLAG<br />
Inleiding ........................................................................................................................ blz. 4<br />
Bestuur en toezicht ......................................................................................................... blz. 5<br />
Hoofdstuk 1: Resultaten uitvoering taakopdracht / marktactiviteiten .............................. blz. 7<br />
Hoofdstuk 2: Partnerschap met de Minister van BZK en de Korpsen. ............................ blz. 21<br />
Hoofdstuk 3: Beheer en bedrijfsvoering . ....................................................................... blz. 28<br />
Hoofdstuk 4: Ontwikkeling in de taakopdracht / marktactiviteiten .................................. blz. 35<br />
Hoofdstuk 5: Kwaliteit van dienstverlening. .................................................................... blz. 44<br />
Hoofdstuk 6: Organisatie-ontwikkeling en personeel.. .................................................... blz. 49<br />
Hoofdstuk 7: Strategie en samenwerking........................................................................ blz. 60<br />
DEEL I A : SPECIFIEK DEEL<br />
Hoofdstuk 1 : Treasury ................................................................................................... blz. 2<br />
Hoofdstuk 2 : Risico’s en Ontwikkelingen ...................................................................... blz. 7<br />
Hoofdstuk 3 : Verantwoording besteding bijzondere Bijdragen ...................................... blz. 11<br />
3
JAARVERSLAG <strong>2006</strong> POLITIEACADEMIE<br />
INLEIDING<br />
Voor u ligt het jaarverslag <strong>2006</strong> van de <strong>Politieacademie</strong>, het Onderwijs- en Kenniscentrum voor de<br />
Politie. De <strong>Politieacademie</strong> maakt deel uit van de Nederlandse Politie. De <strong>Politieacademie</strong> is een<br />
zelfstandig bestuursorgaan met een eigen wettelijke taakopdracht. In dit document legt de<br />
<strong>Politieacademie</strong> als zelfstandig bestuursorgaan publieke verantwoording af over haar dienstverlening<br />
in <strong>2006</strong>. Dit jaarverslag richt zich in eerste instantie tot de kring van direct belanghebbenden bij haar<br />
dienstverlening : tot de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna : BZK) als<br />
opdrachtgever, tot de Regiokorpsen als partners en klanten, en tot de andere ketenpartners in<br />
professionalisering op het gebied van veiligheid.<br />
Het hiernavolgende document is het officiële jaarverslag, met het totale pakket aan<br />
verantwoordingsinformatie : verantwoording over de uitvoering van de diverse wettelijke taken van de<br />
<strong>Politieacademie</strong>, financiële verantwoording, verantwoording als werkgever (sociaal jaarverslag), etc.<br />
De integrale tekst van dit jaarverslag is opgenomen op de website van de <strong>Politieacademie</strong>, zodat het<br />
verslag publiek beschikbaar is. In die zin richt dit jaarverslag zich tot de Nederlandse samenleving in<br />
het algemeen, want de <strong>Politieacademie</strong> vervult een publieke taak, grotendeels met inzet van publieke<br />
middelen. Daarbij hoort een actieve publieke verantwoording.<br />
Tegelijkertijd leert de ervaring dat het volledige document niet toegankelijk is, doordat het alle<br />
mogelijke verantwoordingsinformatie bundelt. Daarom brengt de <strong>Politieacademie</strong> sinds enkele jaren<br />
een korte, meer aantrekkelijke, samenvatting van het jaarverslag uit : het “jaarbericht”, een<br />
publieksversie van het jaarverslag die wordt verspreid onder de direct belanghebbenden bij de<br />
<strong>Politieacademie</strong>. Specifiek voor de medewerkers van de <strong>Politieacademie</strong> verschijnt er verder een<br />
meer toegankelijke versie van het sociaal jaarverslag.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> verantwoordt zich met dit jaarverslag : ze geeft inzicht in de in <strong>2006</strong> geleverde<br />
prestaties, in de bewaking van de kwaliteit van haar dienstverlening en in de manier waarop zij met<br />
haar diensten inspeelt op actuele ontwikkelingen binnen en buiten de Politie. Verder geeft dit<br />
jaarverslag inzicht in de interne bedrijfsvoering van de Politie, in de besteding van middelen en in de<br />
inrichting van de organisatie en de inzet van personeel daarbij . De indeling van het jaarverslag is in<br />
grote lijnen gelijk gebleven aan die van 2004 en 2005, vanwege de goede algemene ontvangst<br />
daarvan en vanwege de positieve reactie van de Algemene Rekenkamer in het bijzonder.<br />
De indeling van dit jaarverslag is als volgt :<br />
- bestuur en toezicht van de <strong>Politieacademie</strong> in <strong>2006</strong> ;<br />
- de verantwoording over de resultaten van de uitvoering van de taakopdracht en van de<br />
marktactiviteiten is te vinden in hoofdstuk 1 ;<br />
- de betrokkenheid van de directe partners, de Minister van BZK en de Korpsen, bij de<br />
uitvoering van de taakopdracht in <strong>2006</strong>, komt aan de orde in hoofdstuk 2 ;<br />
- hoofdstuk 3 beschrijft de bedrijfsvoering in <strong>2006</strong>, met daarin onder meer de hoofdlijnen van de<br />
jaarrekening <strong>2006</strong>. Hoofdstuk 6 vult deze interne blik aan met een schets van de ontwikkeling<br />
van de organisatie en van de personele situatie in <strong>2006</strong> ;<br />
- de ontwikkelingen binnen de dienstverlening door de <strong>Politieacademie</strong>, als doorvertaling van<br />
ontwikkelingen binnen de Politie en de maatschappij, staan beschreven in hoofdstuk 4 ;<br />
- hoofdstuk 5 geeft inzicht in hoe de <strong>Politieacademie</strong> in <strong>2006</strong> de kwaliteit van haar<br />
dienstverlening heeft bewaakt ;<br />
- het laatste hoofdstuk, 7, besluit dit jaarverslag met een algemene schets van de door de<br />
<strong>Politieacademie</strong> gevolgde koers in strategie en samenwerking.<br />
4
JAARVERSLAG <strong>2006</strong> POLITIEACADEMIE<br />
BESTUUR EN TOEZICHT<br />
De <strong>Politieacademie</strong> kent een wettelijk vastgelegde functiescheiding tussen bestuur en toezicht.<br />
Het bestuur over de instelling wordt uitgeoefend door een driehoofdig college van bestuur (CvB), met<br />
een eindverantwoordelijke voorzitter. Het toezicht wordt uitgeoefend door een Raad van Toezicht<br />
(RvT) van zes leden, verankerd in diverse geledingen van de samenleving. De RvT is daarnaast ook<br />
adviseur en klankbord van het CvB. De Minister van BZK is de opdrachtgever en bekostiger van de<br />
<strong>Politieacademie</strong> en houdt vanuit die hoedanigheid eveneens toezicht.<br />
1. College van Bestuur <strong>2006</strong><br />
Op 1 januari <strong>2006</strong> was het CvB als volgt samengesteld<br />
- voorzitter : mevrouw J. G. Stam<br />
- plv. voorzitter : de heer D. Hilarides,<br />
- lid : vacature<br />
Op 28 augustus is prof dr. P.Tops bij KB benoemd tot lid van het College van Bestuur.<br />
Per 1 oktober <strong>2006</strong> is hij in functie getreden. Prof. Tops blijft voor één dag in de week aangesteld als<br />
hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg.<br />
Het CvB komt als bestuursorgaan wekelijks bijeen en neemt daarbij de aan de orde zijnde besluiten<br />
die voor wat betreft de besluiten in <strong>2006</strong> veelal, al dan niet in hun uitwerking, in dit jaarverslag zijn<br />
opgenomen. Het CvB houdt periodiek bilateraal werkoverleg met de directeuren van alle organisatieeenheden.<br />
Eens in de 6 weken komen CvB en alle directeuren bijeen in het Academie-overleg, om<br />
organisatiekoers en richting af te stemmen en te volgen.<br />
2. Raad van Toezicht <strong>2006</strong><br />
Op 1 januari <strong>2006</strong> bestond de Raad van Toezicht uit :<br />
- mevrouw ir. J.M. Leemhuis – Stout, voorzitter<br />
- mevrouw mr. S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt<br />
- de heer prof. dr. C.J.C.F Fijnaut<br />
- de heer mr. E.M. d'Hondt<br />
- de heer drs. R. Jonkers<br />
Bij KB is per 1 mei benoemd als 6 e lid van de Raad van Toezicht mevrouw drs. L.V. Jonkers-Kuiper.<br />
Tot dan toe bestond de Raad uit 5 leden. De Wet op het Politieonderwijs bepaalt dat de Raad uit ten<br />
minste 5 en ten hoogste 7 leden bestaat. Met de verhoging van het aantal van 5 tot 6 kon de<br />
maatschappelijke inbedding van de RvT verder worden vergroot. Verder bleek een, relatief geringe,<br />
omvang van 5 leden in de praktijk kwetsbaar.<br />
Het auditcommittee van de Raad bestond in <strong>2006</strong> uit :<br />
- de heer Jonkers, voorzitter<br />
- de heer D’Hondt<br />
De Raad kwam in <strong>2006</strong> 5 keer bijeen, het auditcommittee 2 keer, steeds in aanwezigheid van het<br />
CvB. Tot de jaarlijks terugkerende agendapunten behoren de begroting en de jaarrekening, die beide<br />
de instemming van de Raad van Toezicht behoeven. Ook de Boardletter van de accountant kwam in<br />
die cyclus als gebruikelijk uitgebreid aan de orde binnen het auditcommitee in aanwezigheid van de<br />
accountant.<br />
Op de Raad van Toezicht vergaderingen gedurende <strong>2006</strong> waren enkele onderwerpen dominant.<br />
Ten eerste de ontwikkelingen binnen het Politiebestel, meer specifiek de positie die de<br />
<strong>Politieacademie</strong> inneemt binnen, dan wel ten opzicht van, die ontwikkelingen.<br />
In het verlengde daarvan kwam ook het ontwerp-wetsvoorstel voor de nieuwe Politiewet aan de orde,<br />
ook hier weer vanuit het perspectief van de verhouding tot de Wet op het Politieonderwijs, de<br />
taakstelling van de <strong>Politieacademie</strong> en de bestuurlijk-juridische positie van de Academie.<br />
5
Een tweede dominant, terugkerend onderwerp was de profielschets en, in een latere fase, de<br />
procedure tot werving en benoeming van het 3 e CvB-lid als genoemd, in de tweede helft van <strong>2006</strong><br />
uitmondend in de benoeming van de heer prof. dr. P. Tops.<br />
Elke vergadering van de Raad informeerde het CvB de RvT over het verloop van de in opdracht van<br />
de Minister (1999) uit te voeren evaluatie van het Politieonderwijs en diende de Raad het CvB van<br />
advies daarover.<br />
Ook periodiek besprak het CvB met de RvT de voortgang van (de voorbereiding van) het omvangrijke<br />
nieuwbouwproject op concernlocatie.<br />
In mei <strong>2006</strong> heeft overleg plaatsgevonden tussen de voorzitters van de RvT en het CvB en de Minister<br />
van BZK, de opdrachtgever van de <strong>Politieacademie</strong>. Hierin is onder meer gesproken over een actueel<br />
toezichtsregime en over het instroomvolume in het initieel onderwijs. In dit overleg is afgesproken dat<br />
de Minister van BZK jaarlijks overlegt met de voorzitter van de RvT en het CvB, naar aanleiding van<br />
de jaarrekening / het jaarverslag. Dit overleg zal in 2007 voor de tweede keer plaatsvinden. Deze<br />
afspraak is in het nieuwe convenant met de Minister vastgelegd.<br />
Net als de Korpsen sloot de <strong>Politieacademie</strong> een nieuw convenant met de Minister af, dat in de<br />
voorbereidingsfase enkele keren aan de orde kwam in de RvT-vergaderingen van de tweede helft van<br />
het jaar.<br />
Op zijn vergadering van maart heeft de RvT onder meer besloten om een open Europees<br />
aanbestedingstraject accountantsdiensten te starten, op basis van een op te stellen programma van<br />
eisen / bestek. Het contract met de huidige accountant loopt eind <strong>2006</strong> af. Vervolgens heeft de RvT in<br />
september besloten om het auditcommittee te mandateren om het bestek definitief vast te stellen en<br />
de selectie van de accountant uit te voeren. In de loop van 2007 zal de RvT aan de hand van een<br />
advies van het auditcommittee besluiten over de gunning.<br />
Op grond van de Wet op het Politieonderwijs en het LSOP kent de Minister de leden van de Raad van<br />
Toezicht van de <strong>Politieacademie</strong> “een vergoeding toe voor hun werkzaamheden”. in <strong>2006</strong> is dit<br />
Ministerieel besluit van kracht geworden (Staatscourant 24 maart). Met het besluit kregen de in 1998<br />
(toen de huidige bestuursstructuur en de Raad van Toezicht als orgaan in werking trad) door de<br />
directeur Politie genomen besluiten over de aard en hoogte van de vergoedingen een directe<br />
wettelijke basis.<br />
In de RvT-vergadering van november <strong>2006</strong> (en in de daaraan voorafgaande bijeenkomst van het<br />
auditcommittee) is aan de orde geweest hoe te voorzien in de aanstaande financieringsbehoefte van<br />
de <strong>Politieacademie</strong>, die met name ontstaat door de herhuisvestingsprojecten. Besluitvorming daarover<br />
is begin 2007 aan de orde.<br />
6
Inleiding<br />
JAARVERSLAG <strong>2006</strong> POLITIEACADEMIE<br />
HOOFDSTUK 1 :<br />
RESULTATEN UITVOERING TAAKOPDRACHT<br />
De <strong>Politieacademie</strong> is het Onderwijs- en Kenniscentrum voor de Nederlandse Politie, dat de Politie<br />
ondersteunt bij :<br />
- de personeelsvoorziening, zodat de Politie beschikt over voldoende en goed gekwalificeerde<br />
medewerkers ;<br />
- de professionalisering van de zittende medewerkers van Politie en de Politie-organisatie ;<br />
- kennismanagement binnen de Politie, zodat de Politie en haar medewerkers beschikken over<br />
actuele vakkennis, nodig voor uitoefening van de Politietaak.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> ondersteunt de personeelsvoorziening van de Politie door :<br />
- de landelijke werving van aankomende Politiemedewerkers ;<br />
- de selectie van aankomende Politiemedewerkers ;<br />
- initieel onderwijs, dat voorbereidt op de algemene uitoefening van het Politievak ;<br />
- postinitieel onderwijs, voor de uitoefening van specialismen en leiderschap binnen het<br />
Politievak.<br />
Daarnaast ondersteunt de <strong>Politieacademie</strong> het kennismanagement binnen de Politie, door het<br />
verlenen van kennisdiensten, om de vakkennis die nodig is voor de uitoefening van de Politietaken te<br />
verzamelen, veredelen, verspreiden en evalueren. De <strong>Politieacademie</strong> draagt zo bij aan de verdere<br />
ontwikkeling van het Politievak, ook wel Politiekunde genoemd. Met dit alles beoogt de<br />
<strong>Politieacademie</strong> de Politie-organisatie en haar medewerkers van dienst te zijn bij “een leven lang<br />
leren” en bij de ontwikkeling van competenties die de medewerkers van Politie nodig hebben voor de<br />
uitoefening van hun beroep.<br />
In dit eerste hoofdstuk geeft de <strong>Politieacademie</strong> inzicht in de (resultaten van) uitvoering<br />
van haar wettelijke taken als Politie Onderwijs- en Kenniscentrum :<br />
- de landelijke werving van aankomende Politiemedewerkers (1.)<br />
- de selectie van aankomende Politiemedewerkers (2.)<br />
- initieel onderwijs, voor de algemene uitoefening van het Politievak (3.)<br />
- postinitieel onderwijs in de uitoefening van specialistische taken (4.)<br />
- het verzamelen, veredelen, verspreiden en evalueren van Politievakkennis (7.)<br />
Speciale aandacht krijgen daarbij :<br />
- de examinering en EVC-meting, die onafhankelijk van het onderwijs zijn georganiseerd (5.)<br />
- de ondersteuning van de uitoefening van Politieleiderschap (6.)<br />
- internationale taken van de <strong>Politieacademie</strong> (8.)<br />
1. Resultaten werving<br />
De <strong>Politieacademie</strong> ondersteunt de landelijke personeelsvoorziening van de Politie, door voldoende<br />
belangstellenden en sollicitanten voor een functie bij de Politie te werven. De landelijke wervingssite<br />
Politie, de landelijke Banenlijn Politie en landelijke wervingscampagnes worden door de<br />
<strong>Politieacademie</strong> verzorgd. Wervingscampagnes komen voort uit de actuele behoefte van Korpsen.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> (i.c. het Bureau Personeelsvoorziening Politie) lanceerde in november <strong>2006</strong> een<br />
totaal nieuwe wervingscampagne. De eerste fase van deze campagne bestond uit twee TVcommercials,<br />
banners en uit de nieuwe internetsite www.kombijdePolitie.nl. In de eerste<br />
campagnefase (november - december) werd de site gemiddeld door ruim 2.600 unieke bezoekers<br />
bezocht, tegenover zo’n 2.000 unieke bezoekers daarvoor. Alle Korpsen zijn aangesloten bij de<br />
landelijke campagne(s).<br />
7
Naast de nieuwe algemene wervingscampagne is in <strong>2006</strong> veel energie gestoken in een aantal<br />
specifieke wervingstrajecten, waarvan “versterking opsporing en vervolging” (= specifieke werving en<br />
selectie van rechercheprofessionals) en “werven en binden” (= specifieke werving en selectie voor<br />
KLPD-functies zoals persoonsbeveiligers en veiligheidsassistenten) de meest omvangrijke zijn. Er is<br />
een nieuw type voorlichtingsbijeenkomst gecreëerd, die meer belevingsgeoriënteerd is : kandidaten<br />
krijgen een kijkje in de recherchekeuken door ze onder begeleiding van een expert op concrete<br />
casussen te laten reageren.<br />
In <strong>2006</strong> maakten 20 Korpsen bij hun wervingscampagnes gebruik van het Bureau<br />
Personeelsvoorziening Politie van de <strong>Politieacademie</strong> en van de applicatie Bluenet.<br />
2. Resultaten selectie<br />
De <strong>Politieacademie</strong> selecteert kandidaten / aspirant medewerkers van Politie op hun geschiktheid voor<br />
de uitoefening van het Politievak en brengt daarover aan Korpsen (selectie-)adviezen uit, op basis<br />
waarvan Korpsen al of niet besluiten tot aanstelling van de betreffende aspirant - die vervolgens bij de<br />
<strong>Politieacademie</strong> als student instroomt.<br />
Als gevolg van de verhoogde instroom van cursisten in 2007 deden Korpsen in de tweede helft van<br />
<strong>2006</strong> een maximaal beroep op de selectiecapaciteit van de intredeselecties. De selectie van<br />
kandidaten gaat gemiddeld genomen 6 tot 9 maanden vooraf aan het moment van indiensttreding.<br />
Korpsen hebben de aangeboden selectiecapaciteit vrijwel volledig benut. De gemiddelde doorlooptijd<br />
tot het selectierapport van de <strong>Politieacademie</strong> aan het Korps bedroeg in <strong>2006</strong> 35 kalenderdagen<br />
In speciale trajecten (zoals persoonsbeveiligers, recherchekundigen, grensbewakers en<br />
arrestantenverzorgers) heeft de <strong>Politieacademie</strong> in totaal 2038 selecties uitgevoerd.<br />
3. Resultaten initieel Politieonderwijs<br />
Initieel Politieonderwijs is het onderwijs dat opleidt voor de algemene uitoefening van het Politievak.<br />
Het postinitieel onderwijs leidt op voor de uitoefening van leidinggevende en specialistische<br />
Politietaken. Postinitieel onderwijs sluit aan op het initieel onderwijs. Samen vormen ze één<br />
samenhangend stelsel van Politieonderwijs, gebaseerd op beroepsprofielen die in 2002 door de<br />
Politiepraktijk gevalideerd en door de Minister vastgesteld zijn. De samenhang van het initieel en<br />
postinitieel Politieonderwijs komt verder tot uitdrukking in enkele belangrijke gemeenschappelijke<br />
kenmerken :<br />
- het onderwijs is duaal van opzet: de student leert afwisselend op de <strong>Politieacademie</strong> en in zijn<br />
of haar Korps ;<br />
- het onderwijs is competentiegericht : het gaat uit van op beroepsprofielen gebaseerde<br />
kernopgaven, die vervolgens vragen om bepaalde competenties.<br />
Het initieel onderwijs bereidt voor op de uitoefening van het Politievak op vijf niveaus,<br />
die overeenkomen met de volgende niveaus van opleiding binnen het reguliere beroepsonderwijs<br />
(MBO) en het hoger onderwijs (HBO en WO) :<br />
- assistent Politiemedewerker (MBO-kwalificatieniveau 2, studieduur 1,5 jaar )<br />
8
- Politiemedewerker (MBO-kwalificatieniveau 3, studieduur 3 jaar)<br />
- allround Politiemedewerker (MBO-kwalificatieniveau 4, studieduur 4 jaar)<br />
- Politiekundige bachelor (HBO-kwalificatieniveau 5, studieduur 4 jaar)<br />
- Politiekundige master (HBO/WO-kwalificatieniveau 6, studieduur 1 jaar na Ba.)<br />
Studenten initieel Politieonderwijs aan de <strong>Politieacademie</strong> zijn beginnende beroepsbeoefenaren, die<br />
bij het begin van hun studie reeds in dienst zijn van een Korps.<br />
Het aantal op te leiden studenten houdt direct verband met de Politieke sterktedoelstelling voor de<br />
Politie (52.128 FTE in 2010). In 2003 is vastgesteld dat er jaarlijks minimaal 2000 studenten in het<br />
initieel onderwijs moeten instromen, wil die doelstelling worden gehaald. De opleidingscapaciteit van<br />
de <strong>Politieacademie</strong> is daarom ingericht op een jaarinstroom van 2000 studenten. Onder die 2000<br />
studenten zijn gemiddeld 200 vrijwilligers die in een driejarige deeltijdopleiding tot assistent<br />
Politiemedewerker (kwalificatieniveau 2) worden opgeleid. Sinds de invoering van het nieuwe duale<br />
stelsel van Politieonderwijs zijn studenten een deel van hun opleidingstijd inzetbaar geworden voor<br />
Politiewerk in de Korpsen. Bij de sterktebepaling wordt dit deel meegenomen. Hieronder een overzicht<br />
van ten eerste de ontwikkeling van de instroom in het initieel onderwijs in de jaren 2002 - <strong>2006</strong>, eerst<br />
per opleidingsniveau en vervolgens per opleidingsniveau uitgesplitst naar “herkomst” van de student.<br />
Eind januari <strong>2006</strong> ontvingen maar liefst 37 studenten assistent Politiemedewerker, 100 studenten<br />
Politiemedewerker en 112 studenten all-round Politiemedewerker van in totaal 21 Korpsen hun<br />
diploma tijdens een grootschalige feestelijke diploma-uitreiking in congrescentrum Orpheus in<br />
Apeldoorn. Dit was een feestelijk moment voor hen, maar ook voor het Politieonderwijs, omdat het<br />
nieuwe Politieonderwijs de eerste grote lichting afgestudeerden all-round Politiemedewerker<br />
(studieduur 4 jaar) voortbracht. Afgezet tegen de oorspronkelijke instroom (in 2002 en 2003) was het<br />
beeld van de uitstroom (afgestudeerden) :<br />
instr'02 instr'03<br />
Niveau 2 82% 86%<br />
Niveau 3 79% 78%<br />
Niveau 4 78%<br />
Niveau 5 89%<br />
Niveau 6 68%<br />
gemiddeld 79% 81%<br />
Gemiddeld is in <strong>2006</strong> de studentenpopulatie (het aantal studenten “in huis”) met 12% gestegen.<br />
9
Op de locaties Amsterdam en Den Haag was de stijging hoger : ruim 20%. De instroom in het initieel<br />
onderwijs zag er, uitgesplitst over de diverse locaties, als volgt uit :<br />
Instroom begr. real. In opleiding 3-'05 1-'06 2-'06 3-'06 tov '05:<br />
Amsterdam 746 788 Amsterdam 1.474 1.668 1.729 1.803 +22%<br />
Den Haag 415 361 Den Haag 634 725 770 760 +20%<br />
Rotterdam 410 390 Rotterdam 988 1.007 1.007 1.027 +4%<br />
Eindhoven 326 313 Eindhoven 641 675 720 704 +10%<br />
Apeldoorn/BaMa 505 554 Apeldoorn/BaMa 1.501 1.494 1.546 1.620 +8%<br />
Leeuwarden 87 111 Leeuwarden 332 341 339 345 +4%<br />
2.489 2.517 5.570 5.910 6.111 6.259 +12%<br />
Instroom begr. real. in opleiding FAP ult-'05 1-'06 2-'06 3-'06<br />
Bekostigd instroom 2.099 2.027 Bekostigd instroom 5.236 5.482 5.550 5.561<br />
Bekostigd doorstroom 312 217 Bekostigd doorstroom 298 374 434 408<br />
Contractonderwijs 78 269 Contractonderwijs 36 54 123 288<br />
Losse kernopgven 0 4 Losse kernopgven 0 4 2<br />
2.489 2.517 Totalen in opleiding 5.570 5.910 6.111 6.259<br />
4. Resultaten postinitieel onderwijs<br />
Het initieel onderwijs is het fundament voor het postinitieel onderwijs, dat zittende Politiemedewerkers<br />
voorbereidt op de uitoefening van leidinggevende en specialistische taken op de vijf domeinen van het<br />
Politievak :<br />
- recherche<br />
- gevaarsbeheersing<br />
- verkeer & milieu<br />
- vreemdelingentoezicht<br />
- leiderschap (op operationeel, tactisch en strategisch niveau)<br />
Het postinitiële onderwijs is, evenals het initiële onderwijs, competentiegericht en duaal opgezet en<br />
omvat :<br />
- één of meer leergangen, met een algemeen deel en een of meer afstudeerrichtingen ;<br />
- functiegerichte applicaties: onderwijs, specifiek gericht op het verwerven van een<br />
bekwaamheid - en bevoegdheid - voor bepaalde bij wet voorbehouden Politiehandelingen.<br />
Omdat het postinitieel onderwijs vanaf 2003 is ingevoerd, en leergangen meerdere jaren duren, biedt<br />
de <strong>Politieacademie</strong> tot en met <strong>2006</strong> naast de complete leergangen een tijdelijk implementatieaanbod<br />
van 23 losse kernopgaven, om te voldoen aan de actuele professionaliseringsbehoefte van Korpsen<br />
op het gebied van recherche, gevaarsbeheersing en verkeer & milieu.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft in <strong>2006</strong> het postinitieel onderwijs uitgevoerd, in de hoeveelheid en<br />
samenstelling zoals eind 2005 door de Minister vastgesteld, na inventarisatie van de onderwijsvraag<br />
voor <strong>2006</strong> van de Regiokorpsen. Een aantal opleidingen (16) vond geen doorgang, soms op het<br />
laatste moment, bijvoorbeeld doordat er onvoldoende studenten bleken te zijn met het gewenste<br />
instapniveau, door no-show en, in enkele gevallen, door het op dat moment ontbreken van<br />
docentcapaciteit. Ook hebben Korpsen In de loop van het jaar opleidingsplaatsen geruild en<br />
geannuleerd. Omdat dit inmiddels een bekend fenomeen is, zijn de opleidingsplaatsen in <strong>2006</strong> extra<br />
toegedeeld, zodat zo min mogelijk door de Minister bekostigde opleidingscapaciteit onbenut blijft.<br />
Het percentage niet-benut loopbaanbudget bedroeg uiteindelijk 8%.<br />
Annulering vóór overname Annulerings Percentage niet<br />
tekening door Regeling - opgevulde<br />
Toedeling overeenkomst ander Korps geen opvulling plaatsen<br />
Leiderschap 250 6 20 39 13%<br />
Gevaarsbeheersing 1.059 31 90 98 5%<br />
Recherche 2.090 166 138 211 5%<br />
Verkeer & Milieu 860 84 69 77 17%<br />
Vreemdelingentoezicht 95 6 2 17 1%<br />
Totaal 4.354 293 319 442 8%<br />
10
De Masteropleiding Strategisch Leidinggevende Leergang (SLL) is een 2-jarige leergang die deel<br />
uitmaakt van het postinitieel Politieonderwijs. De tweede editie (SLL 2) is in november <strong>2006</strong><br />
afgestudeerd. In september <strong>2006</strong> is de vierde editie (SLL 4) gestart met 19 deelnemers.<br />
5. Resultaten examinering en erkenning van eerder verworven competenties (EVC)<br />
Examinering<br />
Studenten leggen, ter afsluiting van onderdelen van het initieel en postinitieel onderwijs, proeven van<br />
bekwaamheid, examens, af. De <strong>Politieacademie</strong> heeft, in het belang van onafhankelijkheid van de<br />
examinering, het afnemen van examens onafhankelijk van de uitvoering van het onderwijs<br />
georganiseerd, door het onderbrengen in een aparte organisatie-eenheid. Het aantal afgenomen<br />
examens (inclusief herexamens) bedroeg 52.530.<br />
EVC’s<br />
Het stelsel van Politieonderwijs is competentiegericht en houdt dan ook rekening met competenties<br />
die de student eerder verworven heeft, door opleiding of werkervaring of anderszins. Erkenning van<br />
eerdere verworven competenties leidt tot vrijstellingen van examenonderdelen of proeven van<br />
bekwaamheid en leidt tot vermindering van de studiebelasting en soms tot verkorting van de totale<br />
studieduur.<br />
In <strong>2006</strong> heeft de Academie 866 EVC aanvragen afgehandeld. Het aantal EVC-aanvragen initieel<br />
onderwijs was 490, het aantal EVC-aanvragen postinitieel bedroeg 376. In totaal zijn in <strong>2006</strong> 18<br />
bezwaren in de zin van de bezwarenregeling-EVC ingediend en behandeld, waarvan 7 initiële<br />
bezwaren en 11 postinitiële bezwaren.<br />
EVC-aanvragen werden gemiddeld in 4 - 5 weken afgehandeld, met uitzondering van de aanvragen<br />
voor leidinggevende leergangen (binnen 6 weken). De doorlooptijden per aanvraag waren als volgt :<br />
Initieel niveau 2 t/m 4 12,2 dagen<br />
Initieel niveau 5 en 6 31,9 dagen<br />
Niveau 4 postinitieel (OLL, Milieu, Verkeer,<br />
Gevaarsbeheersing, Tactische en Technische Recherche)<br />
26,3 dagen<br />
Niveau 5 postinitieel (LL, TLL-R, Recherchekundige) 28,9 dagen<br />
6. Resultaten ondersteuning Politieleiderschap<br />
Een specifieke doelgroep van de taakopdracht van de <strong>Politieacademie</strong> bestaat uit de zittende<br />
strategisch leidinggevenden binnen de Nederlandse Politie. Die groep omvat circa 700 personen in de<br />
loonschalen 13 en hoger : degenen waarop het Landelijk MD-bureau Politie (LMD) zich richt.<br />
De School voor Politie Leiderschap (SPL), organisatie-onderdeel van de <strong>Politieacademie</strong>, bood deze<br />
groep ook in <strong>2006</strong> weer het volgende pakket aan leer- en ontwikkelprogramma’s, deels individueel,<br />
deels collectief :<br />
a. individuele leerprogramma’s op maat ;<br />
b. collectieve leerprogramma’s ten behoeve van professionele en persoonlijke ontwikkeling ;<br />
c. het Kennisprogramma ‘Politieleiderschap en Maatschappelijke Integriteit’, gericht op de creatie<br />
van praktisch toepasbare kennis(productie) over leiderschap in de Politiepraktijk ;<br />
d. activiteiten ter ondersteuning van het internationaal functioneren van Politieleiders ;<br />
e. uitvoering van de (RHC-) opdracht tot ontwikkeling van een visie op Politieleiderschap.<br />
Per onderdeel hieronder de belangrijkste wapenfeiten in <strong>2006</strong>.<br />
Ad a. : individuele leerprogramma’s op maat<br />
Het aantal deelnemers aan individuele trajectbegeleiding is in <strong>2006</strong> met 29 toegenomen tot 157.<br />
Vanaf augustus <strong>2006</strong> zijn de individuele en collectieve leerprogramma’s opengesteld voor<br />
11
medewerkers van de Koninklijke Marechaussee. 8 van hen nemen nu deel aan individuele<br />
trajectbegeleiding.<br />
Ad b. : collectieve leerprogramma’s<br />
De inschrijvingen in het tweede helft van het jaar waren lager dan gepland. Dit leidde tot het<br />
opschorten van twee geplande programma-activiteiten en het laten vervallen van 2 dagprogramma’s.<br />
De collectieve SPL-programma’s telden in <strong>2006</strong> in totaal 1047 deelnemers (2005: 1.096). Van de<br />
totale doelgroep heeft in <strong>2006</strong> 70% (2005: 69%) deelgenomen aan een of meer SPL-activiteiten.<br />
Bij de samenstelling van het programma-aanbod 2007 (eind <strong>2006</strong>) zijn de aanbevelingen gevolgd uit<br />
de in 2005 uitgevoerde evaluatie en uit het door een extern bureau uitgevoerde oderzoek naar het<br />
leren van Politieleiders. Eén van die aanbevelingen was om onderzoek te doen naar de effecten van<br />
leeractiviteiten op het praktisch handelen in de dagelijkse praktijk van leiders.<br />
Ad c. : kennisprogramma ‘Politieleiderschap en Maatschappelijke Integriteit’<br />
Dit programma heeft in <strong>2006</strong> 8 praktijkcases opgeleverd en de uitkomsten van de cases zijn verwerkt<br />
in het onderwijs, om te beginnen in de Strategische Leergang Leidinggevenden (SLL), onderdeel van<br />
postinitieel onderwijs. De uitkomsten van de eerste 3 cases zijn in boekvorm gepubliceerd.<br />
Ad d. : internationaal<br />
Om de internationale ontwikkeling van Nederlandse Politieleiders een extra impuls te geven is eind<br />
2005 het Curatorium Internationaal Politie Leiderschap opgericht, door de <strong>Politieacademie</strong>, het Korps<br />
Landelijke Politiediensten (KLPD), de Koninklijke Marechaussee, het bureau Landelijk Management<br />
Development Politie en Brandweer, het Openbaar Ministerie en de Ministeries van Binnenlandse<br />
Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie. Het Curatorium heeft de <strong>Politieacademie</strong> opdracht gegeven te<br />
zorgen voor een speciaal, internationaal leertraject “Parelvissers”, voor de organisatie van een<br />
exclusieve bijeenkomst in Den Haag voor Politieleiders wereldwijd in 2007 en voor een daarbij<br />
behorende publicatie. In <strong>2006</strong> is de voorbereiding van die conferentie van start gegaan.<br />
Ook vervult de Academie een makelaarsrol ten aanzien van internationale (Politie)<br />
leiderschapsopleidingen, door ervoor te zorgen dat Nederlandse Politieleiders aan internationaal<br />
gerenommeerde opleidingen deel kunnen nemen.<br />
Ad e. : visietraject<br />
De Stuurgroep Strategisch Loopbaanbeleid (opererend namens BZK en namens de Raad van<br />
Hoofdcommissarissen) heeft de <strong>Politieacademie</strong> eind <strong>2006</strong> de opdracht verstrekt om een visie op<br />
Politieleiderschap (annex referentiekader voor Politieleiderschap) te ontwikkelen met als doel :<br />
- ondersteuning van de herziening van de kerncompetenties voor Politieleiderschap op<br />
strategisch, tactisch en operationeel niveau ;<br />
- een samenhangende opbouw van leiderschapsleergangen ;<br />
- houvast te bieden aan Korpsen bij de werving en selectie van Politieleiders, én:<br />
- langs die weg de samenhang en transparantie in het MD beleid te vergroten ;<br />
- ondersteuning te geven aan het opsporen en ontwikkelen van leidinggevend talent.<br />
Net als voorgaande jaren heeft de <strong>Politieacademie</strong> een SPL-jaarboek uitgebracht.<br />
7. Resultaten Kennisdiensten<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft een wettelijke taak als Onderwijs- én Kenniscentrum van en voor de Politie.<br />
De onderwijs- en kennisfunctie sluiten op elkaar aan ; medewerkers van Politie blijven zich ook na hun<br />
opleiding professioneel ontwikkelen en blijven leren. Vandaag de dag veroudert elke vorm van kennis<br />
immers snel en een diploma, ook dat van het Politieonderwijs, is vaak niet meer en niet minder dan<br />
een beginkwalificatie. Onderwijs en kennis zijn ook nog op een andere manier met elkaar verbonden :<br />
om het Politieonderwijs vakinhoudelijk actueel en hoogwaardig te houden is het nodig dat de<br />
<strong>Politieacademie</strong> zelf de actuele kennis en kunde van het Politievak in huis heeft. Het resultaat van<br />
kennisontwikkeling kan zodoende direct in het Politieonderwijs zijn plaats krijgen.<br />
De taak van Kenniscentrum ván en vóór de Politie is voor de <strong>Politieacademie</strong> slechts een aantal jaren<br />
oud : de <strong>Politieacademie</strong> is vanaf 2002 begonnen om die taak in te vullen door diverse kennisdiensten<br />
aan de Politie te verlenen. In 2005 zijn alle kennisdiensten van de <strong>Politieacademie</strong>, waaronder de<br />
12
lectoraten, Politie Kennis Net (PKN), diverse (landelijke) expertisecentra en onderzoek,<br />
organisatorisch gebundeld binnen één organisatie-eenheid.<br />
De kennisfunctie van de <strong>Politieacademie</strong> kwam in <strong>2006</strong> tot uitdrukking in de volgende taken c.q.<br />
diensten :<br />
a. lectoraten op de 5 domeinen van het Politievak en een leerstoel<br />
b. onderzoek(sgroep)<br />
c. kennisadvisering<br />
d. kennisbemiddeling (met name door mediatheken)<br />
e. kennisveredeling (met name door Politie Kennis Net)<br />
f. kenniscentrum Politierecht<br />
Hieronder volgt per dienst/taak een overzicht van de belangrijkste resultaten in <strong>2006</strong>.<br />
Als laatste komt in dit jaarverslag de uitvoering van het programma Politie en Wetenschap (g.) aan de<br />
orde, dat sinds <strong>2006</strong> hechter verankerd is binnen de <strong>Politieacademie</strong> : het is niet langer de Minister<br />
van BZK die het jaarlijkse onderzoeksprogramma vaststelt, maar het College van Bestuur van de<br />
<strong>Politieacademie</strong>.<br />
Tot slot moet worden genoemd dat sinds 2005 de redactie van het nieuwe Politieblad Blauw<br />
ondergebracht bij de <strong>Politieacademie</strong>. Dit nieuwe lijfblad Blauw voorziet de Nederlandse Politie van<br />
actuele (vak)kennis en informatie.<br />
a. Lectoraten en leerstoel<br />
De doelstelling van de <strong>Politieacademie</strong> om lectoraten op alle 5 de kennisdomeinen in te stellen werd<br />
al in 2005 gerealiseerd. De beoogde kenniskringen rondom die lectoraten zijn gevormd. Aan de<br />
kenniskringen nemen niet alleen Korpsen maar ook ketenpartners (het OM b.v.), universiteiten en<br />
hogescholen, buitenlandse collega-instellingen, etc. deel. Ze leggen de verbinding tussen de<br />
(Politie)praktijk, Politiekundig onderzoek, expertisecentra binnen de Politie, Politie Kennis Net en het<br />
Politieonderwijs.<br />
In <strong>2006</strong> is de instelling van de lectoraten gemarkeerd met lectorale redes : publieke bijeenkomsten<br />
met als doel om deze uitingsvorm van de Kennisfunctie van de <strong>Politieacademie</strong> meer onder de<br />
publieke aandacht te brengen, en de <strong>Politieacademie</strong> meer als Kenniscentrum te profileren.<br />
Op 13 januari hield prof. dr. O.M.J. Adang, lector openbare orde en gevaarsbeheersing van de<br />
Academie zijn rede met de titel “met alle geweld leren … over het beste Politiekorps van de wereld”.<br />
Centraal daarin staat de noodzakelijke wisselwerking tussen theorie, praktijk en opleiding bij de<br />
aanpak van risico-evenementen, zoals demonstraties en voetbalwedstrijden.<br />
Op 10 maart hield dr. P. Klerks, lector Criminaliteitsbeheersing en Recherchekunde zijn rede, getiteld<br />
“In het belang van het onderzoek !”<br />
De derde in de rij was dr. B.H. Ruessink, lector Verkeer & Milieu, die op 9 juni sprak over “Om<br />
duurzame naleving - handhavers van Venus en van Mars”.<br />
Vierde en laatste in <strong>2006</strong> was prof. dr. G.J.M. van den Brink, lector Gemeenschappelijke<br />
Veiligheidskunde, die op 29 september zijn rede hield over “Orde en wanorde : over de betekenis van<br />
Politiewerk in de moderne maatschappij”.<br />
Hieronder volgen per lectoraat de highlights die <strong>2006</strong> opleverde. Het gaat daarbij vooral om<br />
publicaties, presentaties, themadagen, congressen, seminars etc, vaak naar aanleiding van door de<br />
lector verricht (toegepast) onderzoek. Publicatie van onderzoek leidde in <strong>2006</strong> tot meer aandacht in<br />
media (kranten, radio, TV), die de lectoren van de Academie benaderden voor commentaar op actuele<br />
maatsschappelijke gebeurtenissen, achtergrondinformatie en interviews. Verder gaven de lectoren<br />
desgevraagd praktijkadviezen. Volledige overzichten van publicaties zijn beschikbaar. De meeste<br />
lectoren zijn verder nauw betrokken, als redacteur of lid van de redactieraad, bij de uitgave van<br />
nationale en internationale vaktijdschriften. Ook nationale en internationale vakconferenties zijn een<br />
platform waarop de lectoren acteren. Belangrijk is tevens dat in <strong>2006</strong> alle lectoren hun bijdrage<br />
hebben geleverd aan het Politieonderwijs, bijvoorbeeld door gastcolleges binnen diverse opleidingen<br />
en leergangen te verzorgen. Deze verbinding tussen onderzoek en onderwijs is essentieel.<br />
Ook spelen de lectoraten intern een steeds belangrijkere rol in het creëren van vakinhoudelijke<br />
samenhang (op hun vakgebied) binnen en tussen het initieel en postinitieel onderwijs (“unité de<br />
doctrine”)<br />
Het Lectoraat Criminaliteitbeheersing & Recherchekunde rondde onderzoek (in opdracht van RHC<br />
uitgevoerd) af naar een nieuwe visie op Infiltratie. Het lectoraat werkt bij het onderzoek naar<br />
13
evaluatiemethoden nauw samen met de regio Amsterdam-Amstelland en met de Dienst Nationale<br />
Recherche van het KLPD. De ontwikkeling van het handboek IGP is een bundeling van kennis uit<br />
diverse Politieregio’s en vanuit de <strong>Politieacademie</strong>. Het Handboek Zeden bevat bijdragen van experts<br />
uit de Politieregio’s en van het programma Moord en Zeden van de Dienst Nationale Recherche<br />
Informatie van het KLPD.<br />
Het Lectoraat Verkeer & Milieu had in <strong>2006</strong> nog steeds te maken met beperktere belangstelling voor<br />
deze beide vakdomeinen op tactisch en strategisch niveau binnen de Korpsen. Het lectoraat is in<br />
<strong>2006</strong> begonnen met het “Bejegeningprofiel Verkeershandhaving” op te leveren, dat moet leiden tot<br />
een verbetering van de bejegening tijdens de Politie-handhavingstaak in het algemeen en tijdens de<br />
verkeershandhaving in het bijzonder.<br />
Het Lectoraat Openbare Orde & Gevaarsbeheersing heeft internationaal een naam op het gebied van<br />
public order management en deze internationale netwerken zijn in <strong>2006</strong> verder versterkt door<br />
deelname aan :<br />
. Police Use of Force; een intercontinentaal onderzoek met universiteiten en Politie-instituten naar<br />
normering en standaardisering geweldgebruik ;<br />
. Crowdmanagement; een Europees onderzoek naar beïnvloedingsmogelijkheden van<br />
publiek(sstromen) bij grote evenementen ;<br />
. Europees Evaluatieteam; een expertteam uit 6 ervaren EU-landen, die de aanpak van Europese<br />
risicowedstrijden en andere evenementen (op aanvraag) doorlicht ;<br />
. EU-Prismaproject, waarin diverse EU-landen een beslissingsmodel public order management<br />
rond grote evenementen ontwikkelen.<br />
Verdere voorbeelden van internationale uitwisseling zijn de presentaties voor het veld van<br />
onderzoeksrapporten "Spray met Visie", "Hooligans in Beeld", EK-WK-onderzoeken, “interactie<br />
jongeren-Politie”. Daarnaast heeft het lectoraat een adviesfunctie bij grootschalige evenementen (met<br />
een concernaanpak) van de Politie, b.v. het jeugd-WK en het WK <strong>2006</strong>, Oud/Nieuw, de 4-daagse en<br />
de TT-Assen.<br />
Het Lectoraat Gemeenschappelijke Veiligheidskunde appelleert aan een bredere doelgroep dan<br />
alleen de Politie, met name aan gemeentes. Onderzoek van dit lectoraat had in <strong>2006</strong> onder meer<br />
betrekking op de thema’s Burgernet, de “Rellen in Frankrijk”, bestuurlijke handhaving en de<br />
bestuurlijke boete en op burgerparticipatie. Het vermelden waard is ook een globale studie van<br />
gebiedsgebonden Politie binnen de Europese unie (december <strong>2006</strong>). Het lectoraat ondersteunt c.q.<br />
adviseert 6 Korpsen bij de implementatie van het referentiekader gebiedsgebonden Politie, zoals door<br />
de RHC vastgesteld.<br />
Leerstoel<br />
Eind 2004 is ingesteld de Bijzondere Leerstoel Vergelijkende Bestuurskunde (in het bijzonder de<br />
internationalisering van de Politiefunctie) bij de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Vrije<br />
Universiteit van Amsterdam. De betreffende hoogleraar, in dienst bij de <strong>Politieacademie</strong>, heeft in <strong>2006</strong><br />
onderwijs verzorgd in de opleidingen Politiekundige Bachelor en Master (of Science of Policing) en het<br />
European Diploma of Policing Verder heeft zij een grote reeks (onderzoeks-) publicaties het licht laten<br />
zien, universitaire scripties en dissertaties op het gebied van Veiligheid begeleid, symposia (mede)<br />
georganiseerd, en redactionele activiteiten verricht voor vooraanstaande nationale en internationale<br />
vaktijdschriften op het gebied van veiligheid. Ook hierdoor is de <strong>Politieacademie</strong> onderdeel geworden<br />
van een nationaal en internationaal wetenschappelijk netwerk op het gebied van veiligheid.<br />
b. Onderzoek(sgroep)<br />
De onderzoeksgroep van de <strong>Politieacademie</strong> heeft in <strong>2006</strong> de onderzoeksprogramma's van de vijf<br />
lectoraten aangevuld, onder andere door de uitvoering van 9 grotere onderzoeksprojecten, al dan niet<br />
in het kader van het programma Politie & Wetenschap. Het onderzoeksteam bracht een groot aantal<br />
publicaties uit in onder andere de eigen <strong>Politieacademie</strong> Onderzoeksreeks en in verscheidene<br />
nationale en internationale vaktijdschriften of bundels. Ook heeft het team verscheidene presentaties<br />
verzorgd op nationale en internationale congressen en symposia. Daarnaast is te noemen de bijdrage<br />
aan het (Politie)onderwijs in de vorm van betrokkenheid bij de samenstelling van lesstof, het<br />
verzorgen van onderwijs aan studenten en de begeleiding van promovendi en van studenten bij<br />
afstudeerprojecten. Voorbeelden zijn Jeugd en Zeden” (2 e druk), de uitkomsten van het<br />
allochtonenonderzoek en de “digitale vraagbaak Legitimiteit De trend is dat de onderzoeksgroep<br />
steeds meer verbinding krijgt met de lectoraten, als een aanvulling op de onderzoekscapaciteit.<br />
14
c. Kennisadvisering<br />
Het werk van de diverse expertisecentra, waar de <strong>Politieacademie</strong> onderdak aan biedt, is te<br />
kenschetsen als (kennis)advisering, aan Korpsen en andere ketenpartners. Al eerder, in 2005, zijn de<br />
voormalige expertisecentra (zoals het Expertise Centrum Conflict en Crisisbeheersing en het Landelijk<br />
Expertisecentrum Opsporing en Vervolging) geïntegreerd in de organisatie-eenheid Kennisnetwerk<br />
(als onderdeel “kennisadvisering”), waarbij ook hier weer de 5 Politiedomeinen de herkenbare<br />
ordening vormen. De eenheid adviseert en ondersteunt Korpsen bij de uitvoering van hun taak, op<br />
diverse gebieden en actuele vraagstukken binnen de Politietaak. Adviseurs voeren b.v. op verzoek<br />
van Korpsen analyses of evaluaties uit van het functioneren. De daarbij opgedane kennis wordt<br />
daarna zo mogelijk breder binnen de Politie verspreid en benut.<br />
d. Kennisbemiddeling<br />
De mediatheken op de diverse locaties van de <strong>Politieacademie</strong> “bemiddelen” kennis aan studenten en<br />
docenten en ondersteunen daarmee vooral het Politieonderwijs. Sinds 2005 maakten ook alle<br />
mediatheken deel uit van één organisatie-eenheid, Kennisnetwerk, waardoor ze min of meer zijn<br />
gefuseerd. In dat licht zijn de werkprocedures van mediatheken gestandaardiseerd, is de inrichting<br />
van open leer centra gestandaardiseerd en is één kwaliteitszorgsysteem ingevoerd.<br />
De nieuwe thesaurus (in mei <strong>2006</strong> in zijn geheel opgeleverd) is nu in gebruik voor het ontsluiten van<br />
titels in de catalogus en van de internetbronnenlijst.<br />
Het collectioneren van beeldmateriaal is in <strong>2006</strong> een reguliere activiteit van de mediatheek geworden :<br />
beeldmateriaal wordt via streaming-video aangeboden.<br />
e. Kennisveredeling<br />
PKN, de actuele kennisbank voor de Politie, is de oudste kennisdienst van de <strong>Politieacademie</strong>.<br />
PKN is een site op Politie Intra Net, die alle medewerkers van Politie de mogelijkheid biedt om<br />
relevante Politievakkennis on-line te raadplegen. Die kennis is geordend volgens het Politie Kennis<br />
Model. Daarbij gaat het niet om louter gedocumenteerde kennis, maar vooral ook om (gevalideerde)<br />
kennis uit de dagelijks Politiepraktijk. Ook kunnen medewerkers van Politie via PKN hun kennis<br />
onderling uitwisselen. In <strong>2006</strong> “bezochten” gemiddeld 63.300 medewerkers van Politie per maand<br />
PKN (2005 : 52.800 p/mnd). De stijging van bezoekersaantallen van de afgelopen jaren zet dus nog<br />
steeds door. Ten opzichte van 2005 werd in het totale kalenderjaar <strong>2006</strong> een stijging gerealiseerd van<br />
23%, met 180.000 meer bezoeken. In 2005 en <strong>2006</strong> zijn ook KMAR en AIVD aangesloten op PKN. In<br />
2004 had de SIOD al toegang gekregen.<br />
Naast PKN is er ook een Politie Discussie (PDN) met daarin ruim 100 discussieplatformen, waaronder<br />
subconferenties hangen. Duizenden PKN-gebruikers maken ook hier gebruik van. Ook hierbij geldt<br />
weer dat de indeling in de 5 Politievakdomeinen leidend is voor de inrichting van het werk c.q. de<br />
diensten : er zijn kennismakelaars en PKN-redacteuren per domein, die kennis “makelen”.<br />
De kennismakelaars zijn daartoe ook weer gekoppeld aan de 5 lectoraten waardoor de beoogde<br />
uitwisseling op basis van “compare en contrast” meer vorm krijgt.<br />
f. Kenniscentrum Politierecht<br />
Zoals het woord al zegt, is hier het specifieke aspect van de kennis van het Politierecht, binnen alle<br />
Politievakdomeinen, geborgd. Dat komt tot uiting in de volgende diensten :<br />
- Juras<br />
- Backbone, binnen, en in aanvulling, op het initieel onderwijs<br />
- materiaal in het kader van GPS (Grensoverschrijdende Politiesamenwerking)<br />
- een maandelijks juridisch katern binnen het nieuwe Politietijdschrift Blauw over nieuwe<br />
regelgeving en jurisprudentie.<br />
g. programma Politie en Wetenschap (P & W)<br />
Het programma is sinds <strong>2006</strong> hechter verankerd is binnen de <strong>Politieacademie</strong> : het is niet langer de<br />
Minister van BZK die het jaarlijkse onderzoeksprogramma vaststelt, maar het College van Bestuur van<br />
de <strong>Politieacademie</strong>. Daarmee is enerzijds de positie van de Minister van BZK een meer afstandelijke<br />
geworden, terwijl anderzijds de betrokkenheid van de <strong>Politieacademie</strong> is vergroot. Wat vooral hiermee<br />
wordt beoogd, is een betere afstemming van de verschillende onderdelen die zich richten op<br />
(wetenschappelijke) kennisontwikkeling en overdracht. Gezamenlijk geven zij invulling aan de<br />
kennisfunctie van de <strong>Politieacademie</strong> en aan haar missie als kenniscentrum van en voor de Politie.<br />
15
De hechtere verankering binnen de <strong>Politieacademie</strong> heeft in beginsel geen gevolg voor de eigen<br />
missie van het programma P&W. Wel vraagt de opdracht tot wetenschappelijke kennisontwikkeling om<br />
waarborgen voor de noodzakelijke onafhankelijkheid en integriteit van onderzoek. Deze zijn gecreëerd<br />
door randvoorwaarden op het gebied van sturing en verantwoording, financiering en openbaarheid<br />
van onderzoekspublicaties. De formele eindverantwoordelijkheid voor het functioneren van P&W ligt<br />
bij het College van Bestuur, maar materieel is de rol van de Commissie Politie en Wetenschap<br />
onveranderd : ze beoordeelt de onderzoeksprojecten in het kader van het onderzoeksprogramma en<br />
besteedt die aan. In de commissie P & W hebben nu nog alleen leden zitting die geen directe<br />
verbondenheid hebben met enig onderzoeksinstituut die mee kan dingen naar de projectfinanciering,<br />
waaronder de <strong>Politieacademie</strong> zelf.<br />
In het voorjaar van <strong>2006</strong> is zoals gebruikelijk een nieuwe Call uitgebracht, opgebouwd rond een aantal<br />
onderzoeksthema’s. In afwijking van vorige jaren zijn publicatiedatum en inschrijvingstermijn<br />
verschoven naar respectievelijk begin juni en eind-augustus. Daarmee is tegemoetgekomen aan de<br />
wens van onderzoeksinstituten om meer tijd voor het formuleren van onderzoeksvoorstellen.<br />
Gehonoreerde onderzoeksvoorstellen uit de opbrengst van de Call <strong>2006</strong> hebben een plaats gekregen<br />
in het geactualiseerde onderzoeksprogramma voor 2007 dat eind 2007 aan het CvB van de<br />
<strong>Politieacademie</strong> is aangeboden.<br />
De commissie heeft een uitgebreider jaarverslag uitgebracht, met een korte omschrijving en toelichting<br />
op de hiervoor reeds in hoofdlijnen aangestipte activiteiten, investeringen én opbrengsten van het<br />
Programma Politie en Wetenschap in <strong>2006</strong>.<br />
8. Internationale activiteiten<br />
Europa<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft sinds jaar en dag een groot en actief aandeel in CEPOL, de voorloper van<br />
een Europese <strong>Politieacademie</strong>. Op verschillende gebieden van CEPOL heeft <strong>Politieacademie</strong> een<br />
bijdrage geleverd: ze fungeert als backoffice voor EPLN, vervult het co-voorzitterschap van de<br />
werkgroep ‘on Learning’ die het inmiddels vastgestelde trainersprofiel heeft aangeleverd, neemt deel<br />
‘Research’, organiseerde 2 CEPOL cursussen, ondersteunt het secretariaat van de Governing-Boardvergaderingen<br />
en heeft zitting in begeleidingsgroepen van uitwisselingsprogramma’s.<br />
De eerste opleiding voor het European Diplom of Policing (EDP) ging in 2005 na een uitgebreide<br />
voorbereiding van de betrokken onderwijsinstellingen (uit vier Europese landen) van start. EDP is een<br />
Engelstalige post-graduate studie die uiteindelijk leidt tot een Master of Science graad in Comparative<br />
European Policing. In juli volgde een internationaal gezelschap van senior police officers de EDPkeuzemodule<br />
“working in partnerschip” bij de <strong>Politieacademie</strong>. De diverse modules worden gegeven in<br />
Nederland, in Estland en het Verenigd Koninkrijk.<br />
In september organiseerde de Academie in Warnsveld de jaarlijkse European Senior Police Officers<br />
Course (ESPOC) in samenwerking met Duitse en Franse partners. Het onderwerp was “Managing<br />
Diversity within a Police Service”. De <strong>2006</strong> European Heads of Training conference vond in oktober<br />
plaats in Boekarest. Het thema was dit jaar “Focussing on Trainers”.<br />
Voor het eerst organiseerde de <strong>Politieacademie</strong>, naast de bestaande “Meeting the Police below<br />
Sealevel”, in oktober een oriëntatieweek “Meeting the Police Education below sealevel”georganiseerd<br />
voor 15 deelnemers afkomstig uit 8 Europese nationale opleidingsinstituten. Mede op basis van de<br />
positieve evaluatie zal deze oriëntatie op het Nederlandse Politieonderwijs in 2007 opnieuw<br />
plaatsvinden.<br />
In september werd op een slotconferentie het eindrapport van het vierjarige Stability Pact<br />
trainingsprogramma voor Zuid-Oost Europa door de AEPC projectmanager gepresenteerd op de<br />
slotconferentie in Zagreb. Bijna alle landen uit de regio waren aanwezig alsmede vertegenwoordigers<br />
van een aantal donorlanden en internationale organisaties, die gezamenlijke een positieve evaluatie<br />
vaststelden, op basis van de resultaten van het programma.<br />
16
Na consultatie van de EU missie in Skopje tekende de Academie in oktober een contract voor een<br />
tweede project ten behoeve van het Macedonische Politieonderwijs. Ook met Estland zijn nauwe<br />
banden op het gebied van onderwijsontwikkeling : in mei bezocht een onderwijsdelegatie uit Estland<br />
de Academie in het kader van de onderlinge samenwerking bij competentiegericht Politieonderwijs.<br />
In het kader van een uitwisselingsprogramma met de Franse <strong>Politieacademie</strong> bracht een Nederlandse<br />
delegatie een werkbezoek gebracht aan de Ecole Nationale Superieure de la Police (ENSP) bij Lyon.<br />
Dit keer bestond de delegatie uit functionarissen uit de Korpsen en 8 studenten van de Politiekundige<br />
Bachelor en Master opleidingen. Omgekeerde leidde de <strong>Politieacademie</strong> een delegatie Franse<br />
Politiestudenten rond door “Politie Nederland”. Een groep docenten van een Duitse Politieschool<br />
(Nedersaksen) bracht een studiebezoek, i.c. aan de locatie Apeldoorn.;<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft opleidingsmodules ontwikkeld en verzorgt om de Politie bekend te maken<br />
met de nieuwe samenwerkingsverdragen tussen Nederland en België en Nederland en Duitsland,<br />
Overig<br />
In november heeft de Academie voor de 4 e keer een opleidingsprogramma voor Irakese rechters,<br />
Politie officieren en gevangenisdirecteuren uitgevoerd, met hulp van collega-instellingen in België en<br />
Luxemburg. Docenten van de Academie verzorgden trainingsprogramma voor Cambodjaanse Politie<br />
en Justitie t.b.v. de aanpak van kindersextoerisme. De <strong>Politieacademie</strong> is sinds 2001 betrokken een<br />
verbeteringsprogramma voor de Politie in Argentinië, met de Anne Frank Stichting als partner.<br />
Dit programma is in <strong>2006</strong> zodanig afgerond, dat er sprake is van duurzame verbeteringen.<br />
In april heeft een delegatie van de <strong>Politieacademie</strong>, het departement van BZK en de KLPD in<br />
Indonesië overleg gehad met de Nationale Politie van Indonesië over de invulling van het eerder<br />
gesloten Memorandum of Understanding : over opleidingen en trainingen t.a.v. verkeer, preventie en<br />
bestrijding van terrorisme. Later dat jaar kwam een delegatie van 11 personen van de Nationale Politie<br />
van Indonesië naar Nederland, als uitdrukking van de lang bestaande banden tussen de Indonesië en<br />
Nederland op het gebied van Politie en Veiligheid.<br />
In oktober en november begon de Academie met cursussen voor de Indonesische Politie, op basis<br />
van een daartoe gesloten convenant. De ene werd op het gebied van synthetische drugs verzorgd<br />
door het domein Recherche en de ander door het domein Verkeer en had met name<br />
verkeersongevallen registratie tot onderwerp. Verder werkt de Academie mee aan het Jakarta Centre<br />
for Law Enforcement Cooperation (JCLEC), dat begin 2007 start. De <strong>Politieacademie</strong> levert een<br />
projectcoördinator voor JCLEC in.<br />
In maart bezocht de Hong Kong Police Force de Academie om kennis te nemen van de manier<br />
waarop het Politieonderwijs hier is opgezet. Partijen ondertekenen een Memorandum of<br />
Understanding, gericht op professionele uitwisseling van medewerkers en leidinggevenden.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft zichzelf tot taak gesteld bij te dragen aan een actievere rol van<br />
Nederland in het internationale professionele debat over criminele ontwikkelingen en over de<br />
daarbij passende politiële strategieën. Vanaf het voorjaar van <strong>2006</strong> is in dat kader een<br />
speciaal leertraject voor toppolitiemensen opgezet, genaamd Parelvissers, waarin met elkaar<br />
gezocht wordt naar wereldwijde succesvolle en innovatieve politionele strategieën en ideeën.<br />
Verder wordt in juni 2007in Den Haag een conferentie ‘Pearls in Policing’ georganiseerd voor een<br />
selecte groep van circa 35 mondiale top Politiechefs en een viertal academische zwaargewichten op<br />
dit terrein. Het CvB heeft besloten om voorafgaand aan de ‘Pearls in Policing’ conferentie ook een<br />
pre-conference te houden met een beperkt aantal (max. 10) internationaal vooraanstaande academici<br />
en collega’s van Politie kennis- en onderwijsinstellingen.<br />
17
Inleiding<br />
RESULTATEN UITVOERING MARKTACTIVITEITEN<br />
Het samenhangend stelsel van Politieonderwijs gaat ervan uit dat Politiemedewerkers hun<br />
arbeidsleven lang blijven leren, ook ná voltooiing van een initiële of post-initiële opleiding.<br />
Het samenhangend stelsel voorziet in twee fasen van de leerbehoefte van medewerkers van Politie :<br />
bij de start van hun loopbaan én als zij een carrièresprong willen maken naar een specialistische of<br />
een leidinggevende functie. Marktactiviteiten, bij de <strong>Politieacademie</strong> beter bekend onder de naam<br />
“Maatwerk”, is er voor het opfrissen of verdiepen van hun competenties, ter voorbereiding op initiële of<br />
postinitiële leergangen, voor training en voor coaching. Daarnaast levert Maatwerk een bijdrage aan<br />
de organisatie-ontwikkeling van Korpsen, door middel van advies en innovatieve trajecten.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> voert maatwerk uit in betaalde opdracht van Korpsen of relevante derden.<br />
Het maatwerk van de <strong>Politieacademie</strong> bestaat uit professionalisering door opleiding, training,<br />
advisering, coaching, congressen en seminars, etc. van Korpsen en hun medewerkers op de<br />
volgende elementen :<br />
- vakmatig : op een specifiek domein of taak (recherche, gevaarsbeheersing, leiderschap) :<br />
- organisatorisch : op het gebied van organisatievraagstukken en organisatieontwikkeling ;<br />
- persoonlijk : door ondersteuning van persoonlijke ontwikkeling.<br />
Maatwerk wordt gestuurd door de vraag van Korpsen en van andere partners in de Veiligheidsketen<br />
Dit betekent onder andere dat een opleiding of training die niet voldoet aan de wensen van de klant,<br />
op maat wordt aangepast en dat specifieke trainingen op verzoek voor een bepaalde groep worden<br />
ontwikkeld.<br />
Alle marktactiviteiten van de <strong>Politieacademie</strong> worden, als gezegd, sinds 2005 “maatwerk” genoemd en<br />
zijn grotendeels in een afzonderlijke organisatie-eenheid Maatwerk gebundeld, wat voor de klanten<br />
duidelijker is. De <strong>Politieacademie</strong> voert marktactiviteiten uit tegen kostendekkende prijzen en heeft<br />
met de uitvoering ervan geen winstoogmerk.<br />
In de onderstaande tabel wordt de omzet <strong>2006</strong> per domein weergegeven<br />
Domein veel gevraagd maatwerk<br />
Vreemdelingenzorg 76.210 109.340<br />
Gevaarsbeheersing 2.759.192 8.473.942<br />
Leiderschap 2.085.998 1.148.315<br />
Recherche 4.046.868 1.521.703<br />
Verkeer en milieu 1.898.683 709.915<br />
Gemeensch veiligheid 2.283.972 1.482.317<br />
Overig 1.121.632 1.244.949<br />
Congresbureau 2.109.883<br />
Totaal 14.272.555 16.800.364<br />
In het domein gevaarsbeheersing zijn de producten met de meeste omzet bij “veel gevraagd”<br />
maatwerk: Officier van Dienst – Politie, de Voortgezette opleiding ME, de Regeling Toetsing<br />
Geweldsbeheersing voor BOA’, de Basisopleiding VAG en de Vuurwapen Instructeur Specialist.<br />
In hetzelfde domein zijn de maatwerkproducten met de meeste omzet de opleiding t.b.v. beveiligers<br />
voor de DKDB,opleidingen t.b.v de ArrestatieTeams, AOE, TORI.<br />
Binnen domein leiderschap zijn de veel gevraagde producten met de meeste omzet:<br />
Persoonlijk Leiderschap, Praktijkcoach, effectief beïnvloeden, persoonlijke effectiviteit en impact en<br />
Coachen. Echte maatwerkproducten binnen het domein zijn de leiderschapsopleiding op Hogeschool<br />
Windesheim, Opleidingsgericht Personeels Beleid en de competentietraining intern.<br />
In het domein Recherche zijn de veel gevraagde maatwerk producten met de meeste omzet de de<br />
cursussen algemene recherche en Hulpofficier van Justitie, uitlezen GSM’s, BMVC en<br />
18
echtbanktraining. Maatwerkproducten met de meeste omzet zijn Digitalisering in de<br />
opsporingspraktijk, Digitaal Rechercheren en Strategic Intelligence Course.<br />
Binnen het domein Verkeer & Milieu zijn de veel gevraagde producten met de meeste omzet de<br />
Specialistische rijopleiding auto, de aanvullende rijopleiding auto, de applicatie specialistische<br />
rijopleiding, de motor opleiding AT en de onderhoud rijveiligheid auto.<br />
In het domein Gemeenschappelijke Veiligheidszorg zijn de veel gevraagde producten met de meeste<br />
omzet Politie Vakmanschap, Grensoverschrijdende Politie Samenwerking Duitsland, Senior<br />
Politiezorg, Grensoverschrijdende Politie Samenwerking Benelux en Bestuur, Beleid en Veiligheid.<br />
Maatwerkproducten met de hoogste omzet zijn de Leergang Buurtregisseurs en Huisverbod<br />
Binnen de overige opleidingen zijn veel gevraagde producten de Training Interventie Medewerkers,<br />
Persoonlijk Profileren en Overtuigend Presenteren, de BOA en Operational Auditing.<br />
Maatwerkproducten met de meeste omzet waren het schakeltraject in Amsterdam, de opleiding van<br />
40-tal inspecteurs van Amsterdam en de Integraal controleur<br />
19
JAARVERSLAG <strong>2006</strong> POLITIEACADEMIE<br />
HOOFDSTUK 2 :<br />
HET PARTNERSCHAP MET DE KORPSEN EN DE MINISTER VAN BZK<br />
Inleiding : opdrachtnemer van de Minister van BZK & partner van Korpsen ;<br />
De <strong>Politieacademie</strong> is nauw verbonden met de beroepspraktijk van de Politie, zij het vanuit een<br />
eigenstandige positie binnen het Politiebestel en met de Minister van BZK als opdrachtgever.<br />
Los van deze bestuurlijke positie is de wederzijdse afhankelijkheid tussen Korpsen, Ministerie(s) en<br />
<strong>Politieacademie</strong> groot, onder andere door het duaal vormgegeven onderwijs. Als Politie<br />
Kenniscentrum vormt de <strong>Politieacademie</strong> daarnaast een schakel in de kenniswaardeketen binnen de<br />
Politie, dat is de keten van het verzamelen, veredelen en verspreiden van toepassingsgerichte kennis.<br />
Zowel ten aanzien van onderwijs als ten aanzien van kennisdiensten zijn de Korpsen, de Minister en<br />
de <strong>Politieacademie</strong> onderling van elkaar afhankelijk onder het motto : “professionalisering in<br />
partnerschap”. Dit hoofdstuk beschrijft hoe in <strong>2006</strong> dit partnerschap is uitgeoefend, bezien vanuit het<br />
perspectief van de <strong>Politieacademie</strong>.<br />
1. De relatie <strong>Politieacademie</strong> met de Minister van BZK in <strong>2006</strong><br />
Convenant 2007 - 2008<br />
Net als de Korpsen heeft de <strong>Politieacademie</strong> eind <strong>2006</strong> een nieuw convenant afgesloten. Eind 2003<br />
sloten Minister en <strong>Politieacademie</strong> hun eerste meerjarenconvenant af, waarvan vrijwel alle afspraken<br />
inmiddels zijn uitgevoerd. In het vorige convenant namen bijvoorbeeld de afspraken over de<br />
(frictie)kosten, ontstaan door de plotselinge, drastische daling van de instroom - en dus van de<br />
benodigde opleidingscapaciteit – een belangrijke plaats in.<br />
Net als in de eerste convenantsronde Minister - Korpsen gaf het algemene landelijk kader ook nu weer<br />
weinig houvast voor het maken van de eigensoortige afspraken tussen Minister en <strong>Politieacademie</strong>.<br />
Met name de prestatie-indicatoren voor de resultaten van de diverse onderdelen van het Politiewerk,<br />
zijn voor het convenant van de <strong>Politieacademie</strong> niet van belang. Het convenant bevat, na een<br />
algemene pre-ambule over de context van het convenant en de positie van de Academie, afspraken<br />
rond vier thema’s : governance (I) taakuitvoering <strong>Politieacademie</strong> (II), bekostiging (III) en personeel<br />
(IV). In het ambtelijk overleg tussen het departement en de <strong>Politieacademie</strong> zijn in <strong>2006</strong> een set van<br />
prestatieafspraken opgesteld, waarvan het merendeel nieuw is. De indicatoren, inclusief de genoemde<br />
streefwaarde, vormen onderdeel van het nieuwe convenant.<br />
Informatiestatuut BZK - <strong>Politieacademie</strong><br />
Minister en Korpsen zijn in 2005 een Informatiestatuut overeengekomen. Dat statuut bestaat o.a. uit<br />
een informatiekalender, met een overzicht van (bestaande) informatiestromen tussen Rijk en Korpsen.<br />
Dit statuut geldt niet voor de <strong>Politieacademie</strong>, vandaar dat er een apart, specifiek informatiestatuut<br />
BZK - <strong>Politieacademie</strong> is opgemaakt en in <strong>2006</strong> vastgesteld. De informatiestroom is gekanaliseerd in<br />
(de begroting en) vooral de jaarrekening & het jaarverslag van de <strong>Politieacademie</strong>. Het gaat om<br />
personele informatie, financiële informatie, productiegegevens, (student)populatiekenmerken en<br />
satisfactiegegevens (dit laatste afkomstig uit de periodieke kwaliteitsonderzoeken van de<br />
<strong>Politieacademie</strong> (STEM, KTO, etc.).<br />
Evaluatie Politieonderwijs<br />
In september 1999 heeft de <strong>Politieacademie</strong> van de Ministers de opdracht gekregen tot het ingrijpend<br />
vernieuwen van het Politieonderwijs. Deze opdracht liep van 1999 tot en met <strong>2006</strong>. Een evaluatie van<br />
het nieuw ingevoerde onderwijs, binnen de context van de hele Politie, in <strong>2006</strong> maakte ook deel uit<br />
van die opdracht. Op voorstel van de <strong>Politieacademie</strong> heeft BZK besloten om al vroeg, in 2005, met<br />
de evaluatie te beginnen. Het grote voordeel daarvan is dat het mogelijk wordt om “ontwerpend te<br />
evalueren”, dat wil zeggen dat er geen sprake is van evaluatie achteraf, maar tijdens, zodat de<br />
uitkomsten van evaluatie zonodig direct vertaald kunnen worden in voorstellen voor bijstelling of<br />
actualisering van het onderwijsstelsel.<br />
20
In 2005 is inderdaad het programma “evaluatie en ijking” van start gegaan, met een uitgebreide<br />
interne en externe oriëntatie. Deze oriëntatiefase heeft geresulteerd in een plan van aanpak voor het<br />
onderzoek op basis waarvan eind 2005 een Europese aanbestedingsprocedure is gehouden om een<br />
onderzoekspartner te contracteren. In december 2005 is het onderzoek gegund aan Twijnstra en<br />
Gudde i.s.m. het Ivlos (Universiteit Utrecht). In <strong>2006</strong> is het onderzoek gehouden : vragenlijsten zijn bij<br />
studenten en (medewerkers en leidinggevenden van) Korpsen en de <strong>Politieacademie</strong> uitgezet.<br />
Eind <strong>2006</strong> was de evaluatie van het Politieonderwijs in een fase terecht gekomen, waarin de vele<br />
gegevens konden worden verwerkt, geanalyseerd en in rapportages worden vervat. Het<br />
samenvattend eindrapport van de evaluatie wordt rond 1 april 2007 verwacht.<br />
Onderzoek Algemene Rekenkamer<br />
Eind 2005 streek de Algemene Rekenkamer (AR) neer op de concernlocatie van de <strong>Politieacademie</strong><br />
in het kader van zijn meerjarig Rijksbreed onderzoek naar verantwoording en toezicht bij<br />
rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s), waaronder de Korpsen en de <strong>Politieacademie</strong>.<br />
Het meerjarig onderzoeksprogramma is gericht op het verkrijgen van inzicht in hoe de Minister<br />
toezicht houden op RWT’s en omgekeerd : hoe RWT’s verantwoording afleggen over de door hen<br />
bestede publieke gelden, hun bedrijfsvoering en de geleverde prestaties . Het onderzoek bij de<br />
<strong>Politieacademie</strong> was tevens een zogeheten verdiepend onderzoek met naast verantwoording en<br />
toezicht speciale aandacht voor bedrijfsvoering en<br />
De belangrijkste aanbeveling is het in meer toesnijden van verantwoordingsinformatie op de diverse<br />
stakeholders c.q. doelgroepen : de Minister van BZK als opdrachtgever, Korpsen en studenten als<br />
directe afnemers van de diensten en de maatschappelijk belanghebbenden meer in het algemeen. De<br />
algemene conclusies t.a.v. de Politie-academie zijn positief. De verantwoording over prestaties wordt<br />
rijksbreed zelfs als best-practice gezien.<br />
2. Verdeelvraagstuk 2007 : samenspel Minister – Korpsen - <strong>Politieacademie</strong><br />
Eind 2003 heeft de Minister de meerjarige budgettaire kaders voor het Politieonderwijs vastgesteld.<br />
Vanaf 2004 geldt binnen het totale budget voor Politieonderwijs een onderscheid tussen het<br />
sterktebudget en het loopbaanbudget voor professionalisering van de Politie, dat houdt in :<br />
• het sterktebudget is bestemd voor de opleiding van nieuw Politiepersoneel, met als doel<br />
uitbreiding en vervanging bij de Politie. Het sterktebudget heeft de vorm van een “produktieafspraak”<br />
van de Minister met de Korpsen en de <strong>Politieacademie</strong> en is gebaseerd op een<br />
jaarlijkse instroom van 2.000 aspiranten ;<br />
• het loopbaanbudget is bestemd voor de ontwikkeling van zittend Politiepersoneel, dat jaarlijks<br />
(virtueel) wordt verdeeld over de Korpsen volgens de BVS+-systematiek.<br />
Als Korpsen een specialistische opleidingsvraag hebben, die hun (virtuele) aandeel in het<br />
loopbaanbudget te boven gaat, dan voorziet de <strong>Politieacademie</strong> desgewenst in datzelfde onderwijs,<br />
maar dan op contractbasis tegen betaling van de integrale kostprijs.<br />
De werkwijze om dit budget van de Minister, de vraag van Korpsen en de opleidingscapaciteit van de<br />
<strong>Politieacademie</strong> op elkaar af te stemmen is sinds een aantal jaren dezelfde.<br />
Op basis van het advies van de Politieonderwijsraad stelt de <strong>Politieacademie</strong> een intekenlijst voor het<br />
onderwijs in daaropvolgende kalenderjaar op en verzendt die in april aan alle Korpsen. De intekenlijst<br />
bevat de door de Minister vastgestelde opleidingen, leergangen, kernopgaven en functiegerichte<br />
applicaties (incl. bijbehorende kostprijzen en duur van de leergang), met een eerste globale planning<br />
van hun uitvoering in <strong>2006</strong>. In de periode april - juni inventariseren de Korpsen intern de vraag en<br />
dienen die in via die intekenlijsten. De <strong>Politieacademie</strong> sloot deze periode van inventarisatie af rond<br />
15 juni 2005, waarna ze totaalvraag in kaart bracht en daarover rapporteerde aan de Korpsen en het<br />
departement. De Minister deelt, op advies van de Politieonderwijsraad, in het najaar de<br />
opleidingsplaatsen toe en de cyclus wordt aan het eind van het kalenderjaar afgesloten met<br />
overeenkomsten tussen de Korpsen en de <strong>Politieacademie</strong>.<br />
De voorziene instroom initieel onderwijs 2007 is erg groot : ruim 3100 studenten, waarvan een kleine<br />
2600 te bekostigen uit het sterkte-budget (dus o.a. exclusief de Vrijwillige Politie). Binnen het<br />
postinitieel onderwijs is, zoals verwacht, voor het tweede achtereenvolgende jaar de vraag naar<br />
recherche-onderwijs sterk gestegen. De in 2007 benodigde opleidingscapaciteit binnen het domein<br />
21
Recherche kan alleen worden gerealiseerd met hulp van de Korpsen zelf, in de vorm van de inzet van<br />
(vaak specialistische) docenten uit de Korpsen.<br />
Bij de planning en toewijzing van het sterktebudget 2007 is, net als in het jaar daarvoor, de volgende<br />
volgorde aangehouden :<br />
1. Aspiranten en zij-instromers (inclusief 200 vrijwilligers)<br />
2. ATH – personeel<br />
3. Executieve doorstromers<br />
4. Vrijwilligers (indien inschrijving van meer dan 200)<br />
3. Politiebestel & de <strong>Politieacademie</strong><br />
Positie <strong>Politieacademie</strong> in Politiebestel : algemeen<br />
Op de valreep van 2005, op 22 december, gaven CvB en Raad van Toezicht in een gezamenlijke brief<br />
aan de Ministers van BZK en Justitie en aan de Politieberaden (RHC en KBB) op verzoek hun<br />
opvatting over de rol en positie van de Politieonderwijs- en kennisfunctie, binnen de ontwikkeling van<br />
het Politiebestel. De kern van de ingebrachte opvatting is dat de verdere professionalisering van de<br />
Politie, de doorontwikkeling van het Politievak en de landelijke samenhang binnen de Politie het meest<br />
gediend zijn met een <strong>Politieacademie</strong> die, net als nu, nauw verbonden is met de beroepspraktijk van<br />
de Politie, vanuit een eigenstandige positie. In de brief gaf de <strong>Politieacademie</strong> een nadere<br />
onderbouwing en uitwerking van die opvatting. Eerder, medio 2005, was het rapport van de<br />
Stuurgroep Evaluatie Politieorganisatie uitgekomen, waarin de <strong>Politieacademie</strong> met zoveel woorden<br />
uitgesloten was van de stuurgroepopdracht.<br />
Positie <strong>Politieacademie</strong> in Politiebestel : specifieke ontwikkelingen<br />
De positionering van de <strong>Politieacademie</strong> binnen het Politiebestel kreeg in de loop van <strong>2006</strong> concrete<br />
betekenis bij diverse ontwikkelingen, zoals :<br />
a. de vorming van shared services binnen de Politie, in 2005 omarmd als bijdrage aan de<br />
verdere ontwikkeling van de Nederlandse Politie tot één concern. De RHC richt zich<br />
vooralsnog op shared services op het gebied van HRM, intake en facility management ;<br />
b. de oprichting van de Voorziening tot Samenwerking “Politie Nederland”<br />
Per 1 juli <strong>2006</strong> is de Voorziening tot Samenwerking Politie (de VtS) Nederland opgericht, een<br />
publiekrechtelijk samenwerkingsverband van de Korpsen. De VtS is in eerste instantie een<br />
nieuw bestuurlijk dak boven een aantal bestaande instellingen en (beheers)diensten : het CIP<br />
en ISC (de landelijke ICT-organisaties) en het Nederlands Politie Instituut (NPI) ;<br />
c. het HRM-programma Politie<br />
Het landelijke HRM-beleidsplan Politie beoogt op landelijk niveau richting en gezamenlijkheid<br />
te geven aan het HRM-beleid van Korpsen. Een meer uitgewerkt HRM-programma,<br />
bestaande uit in totaal 11 projecten, geeft dat beleidsplan handen en voeten.<br />
Ad a. Shared Services & de <strong>Politieacademie</strong><br />
Korpsen dragen op jaarbasis voor ongeveer 1 miljoen euro bij aan Politie Kennis Net en zien daarom<br />
PKN als een vorm van (shared) service c.q. dienstverlening. De RHC heeft in december <strong>2006</strong> de<br />
onderlinge dienstverleningsovereenkomst Politie Kennis Net (PKN) vastgesteld, samen met de<br />
financiële en inhoudelijke verantwoording van de besteding van de bijdrage van Korpsen aan de<br />
kosten van PKN. Aan beide ligt de benadering van PKN als vorm van dienstverlening ten grondslag.<br />
Ad b. Voorziening tot samenwerking & de <strong>Politieacademie</strong><br />
De VtS en <strong>Politieacademie</strong> verschillen enerzijds qua bestuurlijke aansturing en inbedding<br />
hemelsbreed van elkaar. Aan de andere kant hebben beide gemeenschappelijk dat ze het Politiewerk<br />
en de Korpsen in bepaalde opzichten ondersteunen, de één (de VtS) meer in beheersmatige zin, de<br />
andere (de <strong>Politieacademie</strong>) in professioneel opzicht. Om het beeld van de organisatie van de<br />
landelijke ondersteuning van Politiewerk rond te maken, kan daar als derde instantie nog aan toe<br />
worden gevoegd de KLPD (in formele zin een Korps), die directe operationele ondersteuning levert.<br />
Het lag dan ook voor de hand dat de VtS en de <strong>Politieacademie</strong>, zeker in de huidige fase van de<br />
ontwikkelingen binnen het Politiebestel, bestuurlijk contact met elkaar onderhielden.<br />
22
Dat contact was in <strong>2006</strong> vooral gericht op de inrichting van de onderlinge bestuurlijke relatie en op de<br />
afstemming van de taken van beide instellingen, zodat ze elkaar zoveel mogelijk versterken en<br />
aanvullen. Het contact is een mogelijke aanloop naar een bestuurlijk convenant tussen de VtS en de<br />
<strong>Politieacademie</strong>.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> is geen formeel-juridische deelnemer in de zin van het Instellingsbesluit, maar<br />
neemt materieel wel deel aan een aantal taken c.q. neemt een aantal VtS- producten en diensten af.<br />
Een concreet voorbeeld is de landelijke inkoop (en aanbesteding) ten aanzien van b.v. Meubilair,<br />
voertuigen, Copiers / Printers, C2000, kantoorartikelen, papier, verzekeringen, etc<br />
Ad c. HRM-programma Politie & de <strong>Politieacademie</strong><br />
Bij vele onderdelen van dat programma bestaat, vanzelfsprekend, een directe verbinding met<br />
taakopdracht van de <strong>Politieacademie</strong>. Voorbeelden zijn het (landelijk) loopbaanbeleid bij de Politie, de<br />
uitwerking van een “werkgeversvisie”, het tot stand brengen van een landelijke competentietaal en dito<br />
functiegebouw.<br />
Bij één van de 11 projecten uit HRM-programma Politie, het project “business case werving &<br />
selectie”, is de <strong>Politieacademie</strong> de trekker. Dit project heeft tot doel het totale proces van werving en<br />
voorselectie (met name het deel bij de Korpsen) te verbeteren, door het opstellen van standaards en<br />
door het creëren van meer samenwerking en samenhang tussen Korpsen op dat punt.<br />
De besluitvorming over de business case kon in <strong>2006</strong> net niet worden afgerond.<br />
Wetsvoorstel nieuwe Politiewet<br />
Het departement van BZK stelde de <strong>Politieacademie</strong> begin <strong>2006</strong> in de gelegenheid om een reactie op<br />
het wetsvoorstel voor een nieuwe Politiewet kenbaar te maken. In april heeft het CvB die reactie<br />
gegeven en niet lang erna daarover met het departement overlegd. Het CvB heeft het wetsvoorstel<br />
beoordeeld op de aanwezigheid en juridische vormgeving van de volgende thema’s :<br />
1. landelijke professionele eisen, opleidingseisen ;<br />
2. de wettelijke taakopdracht van de <strong>Politieacademie</strong> ;<br />
3. personele uitwisseling tussen de Politie en de <strong>Politieacademie</strong> ;<br />
4. de beleidsinhoudelijke en bestuurlijke verbinding tussen de Politie en de <strong>Politieacademie</strong>.<br />
Wat betreft 1. pleitte de Academie voor een sterkere verankering van landelijke professionele eisen in<br />
de Politiewet en een duidelijker verbinding met de inhoud van de Wet op het Politieonderwijs.<br />
Ten aanzien van 2. was voor de Academie een minimale juridische vorm om in de begripsbepalingen<br />
van de Politiewet een verwijzing naar (de inhoud van) de Wet op het Politieonderwijs op te nemen.<br />
In het kader van thema 3. vond de Academie de tijd gekomen om de inzet van executieve<br />
medewerkers bij de <strong>Politieacademie</strong> juridisch duidelijk te regelen dan tot nu toe.<br />
Ten aanzien van het laatstgenoemde onderdeel (4.) was het CvB-voorstel dat de nieuwe Politiewet<br />
regels geeft voor de beleidsinhoudelijke en bestuurlijke verbinding en afstemming tussen Politie<br />
Nederland en de <strong>Politieacademie</strong>.<br />
In (de MvT op) het wetsvoorstel nieuwe Politiewet is aangegeven dat de positie van de<br />
<strong>Politieacademie</strong> met haar taken zoals opgenomen in de Wet op het LSOP en het Politieonderwijs<br />
ongewijzigd blijft.<br />
Het wetvoorstel zal voorlopig niet ingevoerd worden. Dat betekent ook dat de benodigde aanpassing<br />
van de “Wet op het LSOP en het Politieonderwijs” op de nieuwe Politiewet. Nog niet hoeft plaats te<br />
vinden.<br />
23
4. De relatie van de <strong>Politieacademie</strong> met de Korpsen in 2005<br />
De voorzitter van het CvB van de <strong>Politieacademie</strong> maakt als Hoofdcommissaris van Politie deel uit van<br />
de RHC en van de uit de RHC gevormde Board Personeel en de Board Internationale Betrekkingen<br />
(IB).<br />
Periodiek overleg Korpsleiding – CvB<br />
Het CvB heeft ook in <strong>2006</strong> weer een ronde gemaakt langs alle 26 Korpsleidingen, net als in<br />
voorgaande jaren. De ronde van het CvB langs de Korpsleidingen is belangrijk om het partnerschap<br />
met elk Korps gestalte te geven, om te horen wat de ervaringen zijn met het onderwijs en de<br />
kennisfunctie en, omgekeerd, om uit te dragen en uiteen te zetten wat het beleid van de Academie is.<br />
Een miniconferentie over het Politieonderwijs onderdeel uit van de vergadering van de Raad van<br />
Hoofdcommissarissen van 10 mei <strong>2006</strong> : in 5 workshops kwamen de thema’s aan de orde, die de<br />
Korpschefs, via een korte enquête, als meest interessant en actueel hadden opgegeven.<br />
De relatie CvB - Korpsleiding is tweezijdig : veel Korpschefs zijn namelijk ook direct betrokken bij de<br />
<strong>Politieacademie</strong>, onder ander als voorzitter dan wel lid van de programmaraden op de diverse<br />
Politievakdomeinen. Ook aan diverse onderdelen van het programma van de School voor<br />
Politieleiderschap leveren Korpschefs een actieve bijdrage.<br />
Duaal onderwijs<br />
De trainingen voor praktijkcoaches worden sinds 2002 door de <strong>Politieacademie</strong> uitgevoerd.<br />
Korpsen krijgen een training van 6 dagdelen aangeboden die is gebaseerd op landelijk vastgestelde<br />
competenties en de kernopgave voor de praktijkcoach. Sinds 2004 zijn daar de trainingen voor traject<br />
begeleiders bij Korpsen aan toegevoegd, eveneens op basis van de kernopgaven en bekwaamheden<br />
die daarvoor zijn opgesteld.<br />
De overgang van de studenten van het instituutskwartiel naar het Korpskwartiel (en vice versa) is<br />
sinds vorig jaar verbeterd, door het leerwerkplan van studenten te standaardiseren, inclusief een<br />
instrument voor de leerhouding van studenten. Studenten maken het leerwerkplan tijdens het<br />
instituutskwartiel.<br />
Ze beschrijven daarin hoe ze de gewenste resultaten in het Korpskwartiel denken te gaan behalen, op<br />
basis van hun resultaten in het instituutskwartiel. De onderlinge communicatie van Korpsen en<br />
<strong>Politieacademie</strong> over de student verloopt met behulp van dit overdrachtsdocument duidelijker en beter<br />
gestructureerd. Het document vormt de basis voor het gesprek tussen de leerprocesbegeleider (van<br />
de <strong>Politieacademie</strong>) en de trajectbegeleider (van het Korps).<br />
Spelregels wettelijke taken<br />
Omdat de Wet geen duidelijkheid geeft over het concrete samenspel tussen de Korpsen en de<br />
<strong>Politieacademie</strong> bij de uitvoering van de wettelijke taken (selectie, onderwijs, examinering), bestond er<br />
van beide kanten behoefte aan duidelijker afspraken. De <strong>Politieacademie</strong> heeft daarom in 2005 het<br />
initiatief genomen om te komen tot een gebundelde set van spelregels voor alle wettelijke taken (dus<br />
selectie, initieel onderwijs, postinitieel onderwijs, examinering). De Politie Onderwijs Raad had eerder<br />
de Minister geadviseerd om dergelijke spelregels op te nemen in de (voorlopige) afspraken tussen de<br />
Korpsen en de <strong>Politieacademie</strong> over de opleidingsplaatsen <strong>2006</strong> dan wel 2007. In <strong>2006</strong> zijn deze<br />
spelregels, na een intensieve consultatieronde langs de Korpsclusters, afgerond en ze zijn in 2007<br />
ingegaan, onder de afspraak dat dit eerste jaar wordt gebruik om te kijken of ze “werken”.<br />
Raad voor de Politiekennis<br />
De raad voor de Politiekennis die bijdraagt aan onderlinge samenhang tussen onderzoek en<br />
kennismanagement is ingesteld en twee keer bijeen geweest. De Raad is adviserend m.b.t.<br />
aanvullende wetenschappelijke en beleidsrelevante toetsing van de kwaliteit van het<br />
onderzoeksprogramma Politie & Wetenschap en de werkprogramma’s van de Lectoraten.<br />
Centraal informatiepunt.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> is in 2005 gestart met een centraal informatiepunt voor alle externe relaties,<br />
waaronder natuurlijk vooral de Korpsen. Tegelijkertijd is een klachtenprocedure ingericht. In <strong>2006</strong><br />
bleek dat Korpsen inmiddels de weg wisten te vinden naar beide, waarmee de informatievraag en de<br />
klachten gekanaliseerd zijn.<br />
24
Task-force personeelsvoorziening Politie<br />
Het departement, de Korpsen de <strong>Politieacademie</strong> staan samen voor de taak om de Politie te voorzien<br />
van voldoende, kwalitatief hoogwaardig personeel. Zeker de komende jaren is de uitstroom van<br />
Politiepersoneel groot (en dus de vervangingsvraag). Verder is het naast “meer blauw” ook tijd voor<br />
“beter blauw” en dat in onderlinge samenhang met elkaar. Op initiatief van de <strong>Politieacademie</strong> hebben<br />
departement, Korpsen en <strong>Politieacademie</strong> een tijdelijke “task-force” ingesteld voor (evenwichtiger)<br />
sturing op de kwantitatieve én kwalitatieve personeelsvoorziening van de Politie.<br />
De task-force heeft in de tweede helft van <strong>2006</strong> onder andere de meerjarige capaciteitsanalyse van en<br />
voor de Politie nieuw leven ingeblazen, met als uitkomst actuele, gevalideerde informatie over de<br />
kwantitatieve en kwalitatieve personeels- en dus opleidingsbehoefte.<br />
Tuin van Bezinning<br />
Politie Nederland kreeg in <strong>2006</strong> een monument voor Politiemensen die tijdens het werk zijn<br />
omgekomen vanaf 1946 : de “ Tuin van Bezinning bij Huis ’t Velde van de <strong>Politieacademie</strong>, in<br />
Warnsveld. Op 21 maart is de Tuin van Bezinning officieel geopend, waarbij naast ruim 300<br />
nabestaanden onder meer aanwezig waren de beide “Politieministers” en prof mr. P. van Vollenhove.<br />
De Tuin van bezinning is een plek waar de namen van de overleden Politiemensen te lezen zijn én<br />
een plaats die ruimte biedt voor reflectie op de fundamentele waarden van het Politiewerk.<br />
Stichting In-Pact<br />
Vanuit het voornemen van In-pact om niet in de huidige organisatievorm te blijven bestaan, heeft het<br />
CvB van de <strong>Politieacademie</strong> in <strong>2006</strong> een aantal malen overleg gehad met het bestuur over de<br />
mogelijkheden tot enige vorm van samenwerking van In-pact met de <strong>Politieacademie</strong>. Daarbij heeft<br />
het CvB zichzelf een beeld gevormd van de situatie van In-Pact : van de financiële positie (omzet,<br />
resultaat, vermogen), de kostprijssystematiek, de personele situatie (formatie, salarisschalen), de<br />
orderportefeuille (omvang, samenstelling) en niet in de laatste plaats de fiscale (BTW) situatie.<br />
Doel was te komen tot een standpunt van waaruit verder overleg en evt. vervolgstappen mogelijk zijn.<br />
De concernstaf heeft inzicht verschaft in de diverse aspecten.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> ziet het belang van het vinden van een oplossing binnen de Politiebranche voor<br />
de vraagstukken waarvoor In-pact zich geplaatst ziet. Volledige fusie of overname is daarbij geen<br />
optie, wel is er een mogelijkheid om een deel van het In-Pact personeelsbestand in aanmerking te<br />
laten komen voor de invulling van vacatures binnen de <strong>Politieacademie</strong> én voor het in de toekomst<br />
uitvoeren van bepaalde diensten van In-pact, die passen binnen de taken en doelen van de<br />
<strong>Politieacademie</strong>. Naast de <strong>Politieacademie</strong> hebben ook de VtS Politie Nederland en betrokken<br />
Korpsen een rol.<br />
5. het toezicht door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) in <strong>2006</strong><br />
Voor het toezicht op het Politieonderwijs hanteert de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV)<br />
een toezichtskader. Systematisch toezicht op het Politieonderwijs wordt op twee manieren uitgevoerd:<br />
door periodiek kwaliteitsonderzoeken en door jaarlijkse onderzoeken.<br />
De IOOV heeft in <strong>2006</strong> onderzoeken binnen het Politieonderwijs verricht en afgerond naar:<br />
- onderwijs domein Gevaarsbeheersing (de leergangen Onderwijs gevaarsbeheersing,<br />
Persoonsbeveiliger, Aanhouding en ondersteuning, Specialistische operaties en de<br />
functiegerichte applicatie Optreden als ME-lid) ;<br />
- de ontwikkeling en actualisering van (postinitieel) onderwijs ;samen met Korpsen ;<br />
- de accreditatie van de Politiekundige bachelor en p.i.-masters.<br />
Het is goed gebruik dat de <strong>Politieacademie</strong> een reactie schrijft op een rapport van de Inspectie, dat<br />
vervolgens integraal wordt opgenomen in het rapport<br />
In veel IOOV-rapporten van de laatste jaren komen dezelfde conclusies terug, o.a. over .<br />
- het ontbreken van een studievolgsysteem ;<br />
- onvoldoende aansluiting instroom & niveau vooropleiding<br />
- de rol van het portfolio in onderwijs<br />
- de dekkendheid van examenopdrachten en proeven<br />
- de kwaliteit van examinatoren en planning van examens.<br />
25
- de “kleine kwaliteit” in het initieel onderwijs (planning, roostering)<br />
- begeleiding van het zelfsturend vermogen van studenten.<br />
Verder is de IOOV in <strong>2006</strong> begonnen met de evaluatie van het toezichtskader, die in 2007 wordt<br />
afgerond.<br />
Ook heeft de IOOV de 3 NQA-visitatierapporten geanalyseerd (PolitiekundigeBachelor, Master<br />
Tactisch Leidinggevende en Master Recherchekundige), aan de hand van het geldende<br />
toezichtskader. De IOOV heeft daarom voorgesteld om nadere afspraken<br />
te maken over de invulling van de volgende visitaties van Politieopleidingen op<br />
het niveau van het hoger onderwijs.<br />
26
JAARVERSLAG <strong>2006</strong> POLITIEACADEMIE<br />
HOOFDSTUK 3 :<br />
BEHEER EN BEDRIJFSVOERING <strong>2006</strong><br />
Onder de noemer “beheer en bedrijfsvoering” komen in dit hoofdstuk drie onderwerpen aan de orde :<br />
1. beheer en bedrijfsvoering in het algemeen<br />
2. de hoofdlijnen van de jaarrekening <strong>2006</strong><br />
3. de ontwikkelingen rond de huisvesting van de <strong>Politieacademie</strong> in <strong>2006</strong>.<br />
1. beheer en bedrijfsvoering in het algemeen<br />
Beheer<br />
Produktbeheer<br />
De brede waaier van postinitieel onderwijs, met in totaal 180 kernopgaven, die ook nog eens<br />
regelmatig worden bijgesteld c.q. geactualiseerd, vraagt om goed produktbeheer. Daarvoor is in <strong>2006</strong><br />
een database in gebruik genomen. Die database is ook van belang voor de jaarlijkse intekening op het<br />
onderwijs door Korpsen : die zullen in het voorjaar van 2007 volledig digitaal kunnen intekenen<br />
(digitale intekenlijst).<br />
Inschrijving / intekening studenten<br />
Sinds eind <strong>2006</strong> heeft de Academie voor haar (standaard-)maatwerkaanbod een on-line<br />
boekingssysteem, dat in 2007 uitgebreid wordt met alle echte maatwerkproducten.<br />
Europese aanbestedingen<br />
In <strong>2006</strong> zijn alle producten die Europees aanbesteed moeten worden in kaart gebracht, om de<br />
inkoopfunctie te versterken. In <strong>2006</strong> zijn 6 Europese aanbestedingstrajecten volledig afgerond en<br />
5 opgestart.<br />
Inkoopproces<br />
Centrale coördinatie van inkoop, contractbeheer en leveranciersmanagement vindt nog niet plaats.<br />
De inkoopapplicatie is in <strong>2006</strong> op beperkte schaal benut : bij 10% van alle bestellingen.<br />
Invorderingsmaatregelen<br />
De Academie heeft door interne maatregelen (b.v. door communicatie van administratieve services<br />
met controllers) de tijdige invordering verbeterd, zodat facturen niet te lang onbetaald blijven.<br />
te verbeteren.<br />
Kostprijzen<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft een beproefd systeem van feitelijke kostprijsberekening. De kostprijzen voor<br />
het postinitieel onderwijs in 2007 in <strong>2006</strong> vastgesteld op een niveau dat overall 3 % lager ligt dan in<br />
<strong>2006</strong>. Eind <strong>2006</strong> was aan 143 kernopgaven (van het totale aanbod van 180 kernopgaven) een<br />
actuele, feitelijk berekende kostprijs. Voor de overige kernopgaven wordt nog een benchbedrag aan<br />
kostprijs gehanteerd.<br />
27
Bedrijfsvoering<br />
Planning & Control Cyclus<br />
De interne en externe Planning & Control Cyclus is in <strong>2006</strong> volgens plan verlopen :<br />
- de jaarrekening 2005 is tijdig ingediend en goedgekeurd door de Minister ;<br />
- de interne kaderbrief begroting 2007 (mei <strong>2006</strong>) is geënt op de nieuwe bekostiging ;<br />
- de begroting 2007 is tijdig, in november <strong>2006</strong>, ingediend bij de Minister ;<br />
- de interne managementrapportages (MARAP’s) <strong>2006</strong>-1, <strong>2006</strong>-2 en <strong>2006</strong>-3 van de diverse<br />
organisatie-eenheden zijn tijdig opgeleverd en aangeboden aan het CvB, dat aan de hand<br />
daarvan de managementgesprekken heeft gevoerd met elke directeur ;<br />
De tussentijdse bestuurlijke rapportages aan de Minister zijn vervallen, doordat het preventief toezicht<br />
in <strong>2006</strong> niet meer bestond.<br />
Sinds 2005 maakt strategisch risico-management deel uit van de Planning & Controlcyclus wat<br />
inhoudt dat er een risico-inventarisatie uitgevoerd, leidend tot een top 10 van strategische risico’s voor<br />
de <strong>Politieacademie</strong>.<br />
(Meerjaren) Begroting <strong>Politieacademie</strong> 2007<br />
De Minister heeft opdracht gegeven om de opleidingscapaciteit initieel onderwijs in te richten op een<br />
instroom van 2626 studenten in 2007. Omdat het sterktebudget slechts was berekend op een<br />
instroom van 2000, heeft de Minister over de dekking van de kosten van de extra instroom boven de<br />
2000 besloten 50 % te dekken uit de voorziening. die de <strong>Politieacademie</strong> in de begroting heeft<br />
getroffen voor het risico van niet-bekostiging, en om de andere 50 % te laten dekken door de Korpsen.<br />
Aan de jaarbegroting van de <strong>Politieacademie</strong> is sinds enige jaren een meerjarenbegroting (inclusief<br />
meerjarenbalans) gekoppeld. Voor 2007 en verder kreeg de meerjarenbalans extra betekenis,<br />
aangezien het CvB met BZK had afgesproken dat het een 10-jaren-investeringsplan / plan van aanpak<br />
voorlegt, waarmee de solvabiliteit van de <strong>Politieacademie</strong> in die periode weer binnen de gestelde<br />
normwaarde komt.<br />
Voor het bepalen van de investeringen zijn de volgende criteria en uitgangspunten gehanteerd :<br />
1. de investeringen moeten de Politie / de Korpsen direct ten goede komen ;<br />
2. de reguliere bekostiging is niet toereikend voor het doen van deze investeringen ;<br />
3. de bestemming sluit aan bij een bestaande ontwikkelrichting van de Politie(academie) ;<br />
4. de investeringen mogen geen structurele exploitatielasten opleveren.<br />
Aan de hand van deze criteria zijn 5 speerpunten bepaald, waar de <strong>Politieacademie</strong> de komende jaren<br />
in wil investeren, samen met de Korpsen en BZK. De speerpunten zijn voorzien van een raming van<br />
de daarvoor benodigde budgetten voor de komende tien jaar.<br />
I. aandeel bekostiging extra instroom 2007 > 2000 (2600)<br />
II. doorontwikkeling Politieonderwijs (periode <strong>2006</strong> – 2016)<br />
III. ondersteuning ontwikkeling Veiligheidsregio’s / multidisciplinair oefenen en werken<br />
IV. verdere verhoging niveau van dienstverlening <strong>Politieacademie</strong><br />
V. investering in doorontwikkeling kennisfunctie<br />
Vervolg Jaarrekening 2005 : plan van aanpak verantwoording en verslaglegging<br />
Naar aanleiding van de constateringen bij de interne controle en bij de accountantscontrole van de<br />
jaarrekening 2005 is in <strong>2006</strong> een plan vastgesteld voor het, gedurende het gehele jaar, op orde<br />
hebben en houden van de registratie, zodanig dat de periodieke verantwoording betrouwbaar en tijdig<br />
is. Ook is het doel dat het proces om de jaarrekening op te stellen volgens planning en met zo min<br />
mogelijk correcties verloopt.<br />
Eén van de acties uit het plan is professionalisering van degenen die het werk aan de jaarrekening<br />
doen, zoals de grootboekadministrateurs en controllers. Die heeft rond de zomer <strong>2006</strong><br />
plaatsgevonden, bijvoorbeeld in de vorm van een trainingsdag over opsteldossiers, in aanwezigheid<br />
van de accountant. Ook is een controlstandaard voor de <strong>Politieacademie</strong> ontwikkeld, die duidelijkheid<br />
geeft over de rol en taakopvatting van elke controller bij de <strong>Politieacademie</strong>. Verder is de kwaliteit van<br />
de tweede managementrapportage van <strong>2006</strong>, als voorbereiding op de jaarrekening, sterk verbeterd.<br />
28
Boardletter accountant : aanpak uitvoering aanbevelingen<br />
De Boardletter van de accountant (november <strong>2006</strong>) benoemde ook andere aandachtspunten.<br />
Het CvB heeft eind <strong>2006</strong> vastgesteld hoe die aan te pakken. Het inhoudelijke accent zal liggen bij de<br />
volledigheid van opbrengsten (ofwel het in beeld hebben van de verkopen), bij de inkoop - inclusief<br />
Europees aanbesteden - bij de vaste activa en in geringere mate bij personeelsinformatie en beheer<br />
van voorraden (met name van munitie). Voor ieder van de benoemde deelprocessen heeft het CvB<br />
een directeur als eigenaar (en dus verantwoordelijke ten opzichte van het CvB) aangewezen, die met<br />
een plan van aanpak inclusief een tijdsplanning komt. Iedere verantwoordelijke beantwoordt daarin de<br />
vraag wat in dat proces precies moet worden verbeterd, hoe dat moet worden gedaan en wie daar<br />
dan verantwoordelijk voor is. Achterliggende gedachte is al met al een andere, directere sturing van<br />
de verbeteringen, door het rechtsreeks beleggen van verantwoordelijkheden bij individuele<br />
proceseigenaren.<br />
In 2005 / <strong>2006</strong> heeft de <strong>Politieacademie</strong> voor het eerst zelf de interne controle, voorafgaand aan de<br />
jaarrekening 2005, uitgevoerd. Dit heeft dit keer in een vroeg stadium onvolkomenheden aan het licht<br />
gebracht. In <strong>2006</strong> heeft de <strong>Politieacademie</strong>, in de aanloop naar de jaarrekening <strong>2006</strong>, de afspraken<br />
met de accountant over de eisen aan de informatie voor de controlewerkzaamheden nog verder<br />
uitgewerkt en heeft de acties die uit de interne controle voortkomen nog meer dan voorheen<br />
uitgevoerd vóór aanvang van de controle door de accountant.<br />
VIP-project<br />
Het VIP-project is ontstaan uit de behoefte om informatie over onder andere de studenten te<br />
‘schonen’. Dit leek in eerste instantie een operationele ‘technische’ klus. Tijdens de uitvoering ervan is<br />
vooral in <strong>2006</strong> is gebleken dat de oorzaak van de vervuiling deels gelegen is in gebrekkige uitvoering<br />
(onvolledige procedures, gebrekkige afstemming tussen afdelingen, te laag functieniveau van<br />
MICROS-gebruikers). Dit deel kon verholpen worden, waardoor de betrouwbaarheid van gegevens<br />
sterk is verbeterd.<br />
Een groter gedeelte van de data-vervuiling heeft organisatorische oorzaken, met name het ontbreken<br />
van op het zogeheten “informatiedomein”. Om de tot nu bereikte resultaten ook te borgen, zullen er,<br />
zo is de conclusie eind <strong>2006</strong>, organisatorische aanpassingen nodig zijn.<br />
Een ander organisatie-aspect is dat de tot nu toe uitgevoerde werkzaamheden een incidenteel<br />
karakter hadden, zoals het inhalen van achterstanden, het wegwerken van onvolkomenheden in<br />
gegevensbeheer, etc. Geleidelijk worden er onder het vaandel van het VIP-project steeds meer<br />
werkzaamheden uitgevoerd die een structureel en blijvend karakter hebben: procesontwikkeling en –<br />
beheer, gebruikersondersteuning- en opleiding, etc. Dit heeft geleid tot het inzicht dat langzamerhand<br />
de tijd is aangebroken om de VIP-activiteiten in de staande organisatie te verankeren en te beleggen.<br />
2. de hoofdlijnen van de jaarrekening <strong>2006</strong> (zie deel II van de jaarstukken)<br />
Het boekjaar <strong>2006</strong> wordt afgesloten met een negatief resultaat van € 5,6 miljoen. Dit is € 6,0 miljoen<br />
lager dan was begroot. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de oorzaken van dit verschil.<br />
Overigens was in de managementrapportage 2 al een negatief resultaat van € 3,9 miljoen geraamd.<br />
Voorziening extra cohort 2007<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties de<br />
(taak)opdracht gekregen om een extra cohort van 557 bovenop de regulier bekostigde instroom van<br />
2000 initiële studenten te verzorgen. Het ministerie heeft bepaald dat 50% van deze kosten zal<br />
worden vergoed in de komende vier jaar. Voor de overige 50% is een voorziening gevormd ter hoogte<br />
van € 8,1 miljoen. Deze voorziening is als buitengewone last in het jaarresultaat opgenomen.<br />
Personele inzet<br />
Het jaar <strong>2006</strong> stond in het teken van een toenemende vraag naar producten van de <strong>Politieacademie</strong>.<br />
Daar waar in 2005 nog gekozen is om zoveel mogelijk uitvoering te geven aan de activiteiten met de<br />
bestaande bezetting, is er in <strong>2006</strong> gekozen om fors te gaan werven. De formatie eigen personeel is<br />
met 187,9 fte gegroeid van 1.315,5 fte aan het begin van <strong>2006</strong> tot 1.503,4 fte per 31-12-<strong>2006</strong>. Voor<br />
een groot gedeelte was dit ook begroot. De kosten voor inhuur zijn met + 30% hoger uitgevallen dan<br />
de begroting. Enerzijds werd een deel van het extra onderwijs verzorgd door gastdocenten en<br />
29
anderzijds is tijdelijk personeel ingehuurd om knelpunten in de onderwijsondersteuning en<br />
bedrijfsvoering op te lossen. Deze stijging verhoudt zich met de stijging van de omzet.<br />
In totaliteit echter stijgen de personele lasten niet in dezelfde mate als de baten. Deels is dit te danken<br />
aan een lager ziekteverzuim, maar ook aan hogere productiviteit. Deze verhoogde inzet is in <strong>2006</strong><br />
onder andere ten koste gegaan van de voorgenomen professionaliseringplannen.<br />
Grotere omzet<br />
De toename van de baten is vooral het gevolg van de toename van de contract- en marktactiviteiten.<br />
Dit geldt vooral voor de extra ten aanzien van de Dienst Koninklijke Diplomatieke Beveiliging (DKDB),<br />
AT-Nederland, KLPD en het Project Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV). Daarnaast is er<br />
aanzienlijke stijging geweest van het aantal kleinere activiteiten. De begroting ging uit van een omzet<br />
van € 36,8 miljoen, terwijl de realisatie € 52,7 miljoen is. In het taakgedeelte, met een structurele<br />
bekostiging door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, zien we dat vooral in<br />
het loopbaanbudget een onderuitputting optreedt. In de loop van het jaar bleek de afname achter te<br />
blijven bij de toewijzing<br />
Indexatie van de algemene bijdrage<br />
De indexatie van de algemene bijdrage is bekend gemaakt in de junicirculaire, terwijl de prijsstijgingen<br />
zijn opgevangen binnen de lopende budgetten. Dit levert een voordeel op van € 1,4 miljoen.<br />
Incidentele baten en niet bestede budgetten<br />
- De bijdrage O&O is niet volledig besteed. Een deel van de projecten is later gestart dan<br />
gepland. Het niet bestede deel bedraagt € 0,3 miljoen.<br />
- De prijsindexatie 2005 van het loopbaanbudget als extra budget voor het CvB in <strong>2006</strong> is<br />
niet aangewend. Het niet bestede bedrag bedraagt € 0,3 miljoen<br />
- Een deel van de bijdrage balanssanering, die in latere jaren nodig is voor de dekking van<br />
de rentekosten, is aangewend ter dekking van de extra huisvestingslasten vanwege het<br />
project Huisvesting Concern Locatie. Het niet bestede deel bedraagt € 1,1 miljoen.<br />
- De rentebaten betreffen tijdelijke baten, omdat in 2007 en later de liquide middelen<br />
gebruikt zullen worden voor de investeringen in de activa. Daarom zijn deze baten alleen<br />
gebruikt voor incidentele bestedingen. Per saldo is een positief resultaat op de rente<br />
behaald van € 0,8 miljoen.<br />
Voorzieningen<br />
- De voorziening sociaal fonds is volledig vrijgevallen. Doordat per 1 januari 2007 een<br />
nieuwe reiskostenregeling ingaat, worden de afgedekte reiskosten al via de nieuwe<br />
reiskostenregeling betaald. Dit levert een verbetering van het resultaat op van € 0,7<br />
miljoen.<br />
- De voorziening periodiek onderhoud had een te hoog niveau na het afstoten van een<br />
aantal gebouwen. Hierdoor kon een bedrag van € 0,6 miljoen vrijvallen.<br />
- De voorziening jubilea is gevormd in verband met een stelselwijziging. De voorziening is<br />
berekend op basis van de toekomstige aanspraken op jubileumuitkeringen tegen prijspeil<br />
van 2007. Het resultaat is hiermee verslechterd met € 2,3 miljoen.<br />
Extra afboekingen vaste activa<br />
Naar aanleiding van de jaarlijkse impairmenttest is een aantal activa afgewaardeerd. Deze<br />
afwaardering heeft plaatsgevonden op de verbouwing van de tijdelijke concernlocatie en de<br />
verbouwing van de technische dienst op de concernlocatie De Weijert. Ook op de locaties in<br />
Eindhoven en Leeuwarden hebben afwaarderingen plaatsgevonden. Het resultaat is hiermee met €<br />
0,8 miljoen verslechterd.<br />
Overige verschillen<br />
Het overige verschil ontstaat door diverse kleinere mee- en tegenvallers.<br />
30
Verschillenanalyse<br />
3. de ontwikkelingen rond de huisvesting van de <strong>Politieacademie</strong> in <strong>2006</strong>.<br />
In 2000 heeft de <strong>Politieacademie</strong> een strategisch huisvestingsplan uitgebracht. De uitgangspunten<br />
van het plan waren ook in <strong>2006</strong> nog voor het overgrote deel van kracht, te weten :<br />
- er komt één concernvestiging in Apeldoorn (Arnhemseweg), door nieuwbouw c.q. verbouw ;<br />
- concentratie van huisvesting op de concernlocatie door verplaatsing van de locatie Kleiberg<br />
Apeldoorn en het recherche-onderwijs, locatie Zutphen, naar de concernlocatie Apeldoorn ;<br />
- gedeconcentreerde huisvesting voor het initieel onderwijs voor de opleidingen assistent -<br />
Politiemedewerker, Politiemedewerker en allround Politiemedewerker, gezien onder meer de<br />
duale vormgeving van het onderwijs. Deze locaties moeten met het OV goed bereikbaar zijn ;<br />
- de locatie Ossendrecht (onderwijs op het domein Gevaarsbeheersing) blijft gehandhaafd ;<br />
- verder blijven de locaties Warnsveld (Huis ’t Velde) en Lelystad (oefencircuit verkeer)<br />
gehandhaafd ; beide locaties worden deels “vermarkt” en zijn resultaatsverantwoordelijk ;<br />
- studenten zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen huisvesting ; de <strong>Politieacademie</strong> verzorgt<br />
geen studentenhuisvesting, afgezien van hotelaccommodatie in Ossendrecht ;<br />
Voor de functionaliteit van de gebouwen voor initieel en postinitieel onderwijs gelden de programma’s<br />
van eisen zoals vastgesteld (incl. de later vastgestelde actualisaties). De programma’s van eisen<br />
houden rekening met de bekostigingsnormen / benches voor het onderwijs.<br />
Dit beleid leidde de afgelopen jaren tot vervolgacties op twee fronten:<br />
a. planvorming / uitvoering van de herhuisvesting op de concernlocatie ;<br />
b. planvorming / uitvoering van spreiding en (her)inrichting van locaties initieel onderwijs.<br />
Daarnaast stond de situatie op de overige locaties (c.)ook niet stil. Hieronder volgt een overzicht.<br />
Ad a. Herhuisvesting concernlocatie<br />
Na het uitkomen van het strategisch huisvestingsplan is een studie verricht naar de haalbaarheid van<br />
concentratie op de concernlocatie in Apeldoorn. Uit deze studie bleek dat het complex de Weijert goed<br />
gebruikt kan worden voor de herhuisvesting van de locaties Kleiberg en Zutphen (inclusief de huidige<br />
gebruikers). Dat mondde uit in de start van een nieuwbouwproject concernlocatie. Dat project heeft tot<br />
en met 2003 achtereenvolgens geleid tot een plan van aanpak, een stappenplan, een programma van<br />
eisen en een globaal masterplan (juli 2003) voor de terreinindeling, verkeersontsluiting,<br />
parkeervoorziening, het nieuw te bouwen volume en de globale functie-indeling.<br />
31
Dit plan was het uitgangspunt voor de ontwerpfase, die in 2004 inging met het maken van het<br />
Voorlopig Ontwerp (VO). In februari is het VO vastgesteld en het startsein voor de definitief<br />
ontwerpfase gegeven.<br />
Studenten en Korpsen krijgen in Apeldoorn een gebouw, dat voldoet aan de eisen van het nieuwe<br />
onderwijs en de kennisfunctie. Verder brengt de nieuwbouw organisatie-onderdelen samen op één<br />
plek. In de derde plaats draagt nieuwbouw bij aan een eigentijds imago, waar veel van de huidige<br />
gebouwen sterk verouderd zijn.<br />
Het CvB heeft begin <strong>2006</strong> de wijzigingen in het DO van de concernlocatie vastgelegd, die sinds de<br />
eerste ronde besluitvorming over het DO, van maart 2005, waren opgetreden. Op hoofdlijnen zijn<br />
gewijzigd de invulling en benutting van het atrium (waarin nu o.a. de bibliotheek) en het concept van<br />
kantoorruimte/werkplekken. Het CvB keurde voortzetting van de werkzaamheden goed, ten behoeve<br />
van het spoedig afronden van de bestekfase, onder handhaving van het taakstellend<br />
bouwkostenbudget van € 40 miljoen.<br />
Intussen verhuisde in de periode november-december de gehele concernlocatie De Weijert naar de<br />
tijdelijke concernlocatie aan de nabijgelegen Oude Apeldoornseweg te Apeldoorn, een operatie die<br />
soepel verliep, zonder dat de voortgang van de werkzaamheden werd onderbroken.<br />
Ad b. Ontwikkelingen locaties initieel onderwijs<br />
Noord-Nederland : Leeuwarden wordt Drachten.<br />
De locatie Leeuwarden voldeed in een aantal opzichten al enige tijd niet meer. Begin <strong>2006</strong> is in<br />
opdracht van het CvB gezocht naar alternatieven. Daaruit kwam naar voren dat nieuwbouw in<br />
Drachten de meest logische en op korte termijn haalbare optie was. Het CvB nam in april het principebesluit<br />
tot verplaatsing van de huidige “Noord” locatie van Leeuwarden naar Drachten. In september<br />
heeft het CvB een plan van aanpak vastgesteld voor de realisatie van de nieuwbouw (IFD-bouw).<br />
West-Nederland : Amsterdam<br />
Net als Leeuwarden voldeed deze locatie (Sloterweg, A’dam West) in een aantal opzichten niet meer.<br />
Bovendien werd ze, met de stijging van studentenaantallen, te klein, waardoor noodmaatregelen<br />
noodzakelijk waren. Ook hier is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden tot herhuisvesting in<br />
A’dam, binnen de gegeven kaders van plek, bekostiging, etc. Daar is een locatie uitgekomen (dichtbij<br />
de huidige locatie Sloterweg), waarbij koop de beste optie bleek.<br />
West-Nederland :Den Haag<br />
In 2003 was er sprake van een mogelijke sluiting van de locatie Den Haag (Wegastraat), als gevolg<br />
van de forse daling van de instroom van studenten. Toen is met de Korpsleiding Haaglanden<br />
overeenstemming bereikt over een tijdelijke bijdrage van het Korps Haaglanden aan de<br />
instandhouding van deze onderwijslocatie. Intussen heeft het Korps nieuwbouwplannen, waaraan de<br />
<strong>Politieacademie</strong> deelneemt, met behoud van eigen identiteit (b.v. eigen ingang).<br />
West-Nederland :Rotterdam<br />
<strong>Politieacademie</strong> huurt een gebouw waarvan de 1 e etage verhuurd is aan het Korps Rotterdam<br />
Rijnmond. Groot onderhoud is in 2005 uitgevoerd conform het groot onderhoudsplan.<br />
De locatie Rotterdam was te klein voor het opleiden van het aantal studenten ; vandaar dat 1.000 m2<br />
is bijgebouwd, via semi-permanente bouw.<br />
Zuid-Nederland : Eindhoven<br />
De <strong>Politieacademie</strong> is op de locatie Eindhoven gehuisvest in een gebouw van het ROC Eindhoven.<br />
Het ROC gaat dit gebouw verlaten en afstoten. Eerder onderzoek (2004) had al uitgewezen dat de<br />
huidige behuizing in meerdere opzichten te wensen overlaat en dat nieuwbouw de beste optie zou<br />
zijn. Het CvB heeft vorig jaar, na een fase van verkenning, besloten tot nieuwbouw nabij het<br />
gemeentelijke sportcomplex in Eindhoven. Sportzaal en dojo zijn daarom ruimschoots beschikbaar op<br />
het sportcomplex. De ontwerpopdracht is dit jaar aanbesteed en gegund.<br />
32
Ad c. Ontwikkelingen overige locaties<br />
Ossendrecht<br />
Ook in Ossendrecht deed zich de noodzaak tot uitbreiding van de faciliteiten (hotel, restaurant, etc.)<br />
voor, door de omvangrijke groei van onderwijsactiviteiten. Een andere belangrijke ontwikkeling op de<br />
locatie Ossendrecht zijn de plannen voor een multidisciplinair, grootschalig oefencentrum, waar niet<br />
alleen de Politie, maar ook Brandweer en Hulpdiensten, samen, kunnen oefenen. De plannen hiervoor<br />
zijn in de maak, maar het CvB heeft daarover in <strong>2006</strong> nog geen besluiten genomen<br />
Lelystad<br />
Het oefencircuit wordt in de eerste plaats gebruikt voor het (verkeers)onderwijs.<br />
Ook verhuurt de <strong>Politieacademie</strong> het – selectief – aan derden. In <strong>2006</strong> was de vraag aan de orde of<br />
uitbreiding van het circuit nodig is ten behoeve van het afnemen van de ProfCheck Rijvaardigheid die<br />
de Academie voor de Korpsen heeft ontwikkeld.<br />
Bezettingsonderzoek<br />
In <strong>2006</strong> heeft de Academie de bezettingsgraad van onderwijsruimtes onderzocht. Het bleek dat<br />
er een gemiddelde bezetting is van 41%, met andere woorden dat er in principe voldoende “vierkante<br />
meters” voorhanden zijn. In de loop van 2007 zal de bezetting opnieuw gemeten worden, om het<br />
effect van de hogere studentenaantallen per locatie te meten. In principe vindt er geen uitbreiding van<br />
vierkante meters plaats.<br />
De druk op alle locaties, inclusief alle faciliteiten als werkplekken, catering, etc. nam in <strong>2006</strong> toe door<br />
de forse groei van studenten en medewerkers. Dit blijkt b.v. ook uit de toename van het aantal<br />
verhuisbewegingen : in <strong>2006</strong> is minimaal 40% van de medewerkers een keer verhuisd.<br />
33
JAARVERSLAG <strong>2006</strong> POLITIEACADEMIE<br />
HOOFDSTUK 4 :<br />
ONTWIKKELINGEN IN DE TAAKOPDRACHT & IN MARKTACTIVITEITEN<br />
1. Ontwikkelingen binnen de werving<br />
De Polbis gegevens zijn in <strong>2006</strong> toegevoegd aan de landelijke Monitor Personeelsvoorziening Politie<br />
(MPP). Wegens veranderde prioriteiten bij de landelijke ICT-projecten van de Politie (meer focus op<br />
de applicaties die de Politietaak heel direct ondersteunen) is vertraging ontstaan in het onderbrengen<br />
van het beheer van de MPP bij de VtS. Daarom is in <strong>2006</strong> onderzocht of het beheer van de MPP<br />
ondergebracht kan worden bij de <strong>Politieacademie</strong>. Hiermee samenhangend is de ambitie van de<br />
<strong>Politieacademie</strong> ten aanzien van de Personeelsmonitoring van en voor de Politie opnieuw<br />
geformuleerd. Intussen is in <strong>2006</strong> de kwaliteit van de ingevoerde data in het landelijk systeem BlueNet<br />
verbeterd, aan de hand van de ervaringen met een pilot in 8 Korpsen.<br />
2. Ontwikkelingen binnen de selectie<br />
In samenwerking met de Korpsen is een voorstel tot het aanpassen van de competenties van het<br />
psychologisch rapport gemaakt, dat in <strong>2006</strong> ter besluitvorming is aangeboden aan de Minister en de<br />
Raad van Hoofdcommissarissen. In het najaar is deze belangrijke verbetering in de psychologische<br />
rapportage gerealiseerd : de inhoud van de rapporten is aangepast aan de klantwensen.<br />
De rapportage is overzichtelijker, concreter en vollediger geworden.<br />
In de tweede helft van <strong>2006</strong> zijn enkele grote projecten bij selectieadvisering uitgevoerd. Ten eerste<br />
de selectie / instroom van recherchekundigen) voor een verkorte bacheloropleiding in het kader van<br />
het landelijke project versterking opsporing en vervolging : bijna 1.000 kandidaten zijn beoordeeld.<br />
Verder het project “Werven en Binden” van het KLPD.<br />
De nieuwe cognitieve capaciteiten test is nu volledig operationeel. De iteratieve normering voor de<br />
diverse instroomniveaus zal in het voorjaar van 2007 ter hand worden genomen.<br />
De tweede pilot met de vernieuwde taaltoets is in november afgenomen op de opleidingslocaties in<br />
Eindhoven en Amsterdam. Het normeringonderzoek zal in februari 2007 worden afgerond.<br />
3. Ontwikkelingen binnen het Politieonderwijs als geheel<br />
Diploma-equivalentie Politieonderwijs<br />
De kwalificatiestructuur van het Politieonderwijs sluit sinds 2002 aan op die van het reguliere<br />
beroepsonderwijs, waardoor uitstroom van studenten uit het reguliere beroepsonderwijs naar het<br />
Politieonderwijs mogelijk wordt en vice versa. Een diploma van het Politieonderwijs is in beginsel<br />
gelijkwaardig aan andere diploma’s in het beroepsonderwijs en heeft een brede maatschappelijke<br />
waarde. Het achterliggend doel hiervan is dat de Politie midden in de maatschappij blijft staan.<br />
Drie leergangen postinitieel onderwijs zijn in <strong>2006</strong> geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse<br />
Accreditatie Organisatie. Het betreft :<br />
Domein Leiderschap Leergang Tactisch Leidinggevende<br />
Leergang Tactisch Leidinggeven (afstudeerrichting Recherche)<br />
Domein Recherche Leergang Recherchekundige.<br />
De opleiding Politiekundige Master is geaccrediteerd door Canterbury Christ Church University.<br />
Christchurch University, Dit is na de eerdere NVAO-accreditaties van o.a. de Politiekundige Bachelor<br />
een volgende mijlpaal in de diploma-equivalentie van het Politieonderwijs. Deze “validation” , in het<br />
Engelse systeem, geeft recht op de titel “Master of Science in Policing”.<br />
34
In <strong>2006</strong> heeft de proefaccreditatie van SLL plaatsgevonden. Er vindt op dit moment overleg plaats met<br />
de NVAO over accreditering op executief wetenschappelijk niveau. Bij negatieve uitkomst wordt voor<br />
accreditering mogelijk de “Engeland route” gevolgd.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> is in <strong>2006</strong> door de Minister van O,C & W formeel aangewezen tot instelling voor<br />
hoger beroepsonderwijs : dit betekent dat de <strong>Politieacademie</strong> voldoet aan alle in de wet genoemde<br />
vereisten en voorschriften die op aangewezen hogescholen van toepassing zijn.<br />
Het overzicht van BVE- en HBO-diploma’s die toegang geven tot initieel en postinitieel onderwijs of<br />
onderdelen daarvan is in <strong>2006</strong> geactualiseerd en verspreid onder ROC’s, hogescholen, etc.<br />
Flexibilisering / individuele leertrajecten<br />
Het initieel onderwijs omvat 5 opleidingen, op het niveau van het reguliere beroepsonderwijs (MBO)<br />
en het hoger onderwijs (HBO en WO). Individuele studenten kunnen vrijstellingen voor delen van de<br />
opleidingen krijgen, afhankelijk van de erkenning van hun, door opleiding of werk verworven,<br />
competenties. Er zijn daarnaast ook groepen studenten c.q. medewerkers van Korpsen, voor wie de<br />
<strong>Politieacademie</strong> deze 5 opleidingen op een specifieke manier aanbiedt. We noemen de belangrijkste.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft de opleiding allround Politiemedewerker specifiek ingericht voor ex-Kmarmedewerkers.<br />
De doelgroep bleek vooralsnog minder groot dan Korpsen inschatten. Ook vielen veel<br />
aanvankelijk geïnteresseerden af door een te laag opleidingsniveau of bij de selectie.<br />
Ook kunnen studenten in 2007 instromen in een verkorte opleiding allround Politiemedewerker.<br />
De opzet daarvan is vergelijkbaar met die van de In 2005 gestarte verkorte Bachelor opleiding voor<br />
studenten, die al een verwante HBO- en WO-opleiding hebben, met dien verstande dat het bij de allround<br />
Politiemedewerker gaat om een verwante MBO-opleiding.<br />
Om Korpsen te ondersteunen bij het vinden van een juiste, al dan niet verkorte, leerroute voor hun<br />
medewerkers / studenten heeft de <strong>Politieacademie</strong> een handboek opgesteld, een soort catalogus van<br />
mogelijke leerroutes.<br />
Er zijn in totaal 32 studenten Recherchekundige master ingestroomd op twee instroommomenten<br />
(afspraak was 2 x 40) en voor het traject persoonsbeveiligers / DBDB zijn 26 studenten ingestroomd in<br />
twee instroomgroepen (tegen afgesproken 2 x 20).<br />
Het stelsel van bekostigd postinitieel onderwijs is uit zichzelf al flexibel van opzet : studenten kunnen<br />
losse kernopgaven volgen, hoewel de achterliggende gedachte van het postinitieel onderwijs is en<br />
blijft dat de professionalisering van het Politievak het meest gediend is met het volgen van de totale<br />
leergangen, met alle kernopgaven die daarbij horen. Niettemin bleef de roep van Korpsen aan<br />
“flexibilisering” klinken. Daarom is <strong>2006</strong> precies in kaart gebracht waaruit die resterende behoefte<br />
precies bestaat. De halfjaarlijkse onderwijsconferenties, van mei <strong>2006</strong>, stond dan ook in het teken van<br />
“flexibiliteit in het onderwijs , wens en noodzaak”. Het bleek te gaan om flexibilisering op de inhoud<br />
(individuele leerroutes, met een snellere EVC-procedure), op de onderwijsorganisatie (o.a. duaal<br />
ritme) en op de bekostiging van het postinitieel onderwijs (mogelijkheden tot ruilen en overdragen van<br />
opleidingsplaatsen). In 2007 zal de <strong>Politieacademie</strong>, bij het in kaart brengen van onderwijsaanbod<br />
2008, de mogelijkheid tot flexibilisering op deze punten realiseren.<br />
Leren & ICT / E-campus<br />
Sinds 2005 kent de E-campus een digitale stad, Behrloo, waar de studenten digitaal kunnen oefenen<br />
met “real-life” problemen uit de dagelijkse Politiepraktijk, variërend van verkeersongevallen tot<br />
slachtofferidentificatie tot hennepkweek.<br />
De koppeling tussen E-campus en de kennisfunctie van de <strong>Politieacademie</strong> is versterkt :<br />
aan leeropdrachten van het initiële en postinitiële onderwijs zijn kennisobjecten van de PKNkennisbank<br />
gekoppeld. Verder is er digitale toegang ontstaan tot de bibliotheek : de collectie is digitaal<br />
ontsloten, zodat leren-op-afstand mogelijk is. Een derde ontwikkeling is dat Backbone in <strong>2006</strong> op de<br />
E-campus beschikbaar kwam voor studenten initieel onderwijs.<br />
In <strong>2006</strong> een begin is gemaakt met diagnostische e-toetsen binnen het initieel onderwijs.<br />
Onderwijs door lectoren<br />
In <strong>2006</strong> hebben de lectoren en onderzoekers een veel grotere bijdrage geleverd aan het onderwijs.<br />
Daarbij gaat het niet alleen om gastcolleges binnen verschillen opleidingen voor zowel initieel,<br />
35
postinitieel op de verschillende niveaus, voor maatwerk en derden : ook leveren de lectoraten een<br />
bijdrage geleverd aan de actualisering van leeropdrachten /proeven van bekwaamheid.<br />
Zo draagt het lectoraat Openbare orde bij aan de inhoudelijke afstemming en doorontwikkeling van de<br />
curricula van de Politiekundige Bachelor en Master, de Master of science, de leidinggevende<br />
leergangen, het European Diploma of Policing en diverse CEPOL-courses.<br />
Het Lectoraat V&M doet datzelfde voor de Politiekundige Bachelor en Master, bij de kernopgave<br />
Aanpak Verkeersveiligheid. De Lector Lectoraat Criminaliteitbeheersing & Recherchekunde is lid van<br />
de Commissie Politiekundige Validatie van de Leergangen Recherchekundige, waaronder de<br />
algemene afstudeerrichting Criminaliteitsanalyse. Zijn betrokkenheid bestaat verder uit de deelname<br />
aan de begeleidingscommissie Recherchemanagement van het domein Leiderschap van de FBPL.<br />
Tevens draagt hij bij aan het (permanent)actualiseren van de Leergangen (OLL-R, TLL-R en<br />
Recherchekundige).<br />
Een studente van de Universiteit Tilburg werkt als afstudeerproject onderzoek naar keuzeprocessen<br />
bij plegers van misdrijven. Tevens begeleidt de lector in totaal zeven studenten van de opleidingen<br />
TLL-R, Recherchekunde en de opleiding master of policing bij het schrijven van een thesis.<br />
Functioneel ontwerp<br />
In 2001 is een functioneel ontwerp (FO) opgesteld voor de inrichting van het<br />
nieuwe stelsel van Politieonderwijs. Dat was destijds een “tekentafel” ontwerp voor<br />
de ontwikkeling en “bouw” van het onderwijs. Later fungeerde het FO als toetssteen<br />
c.q. kader voor de inrichting van het onderwijs. Het FO, (van nu af aan daarom<br />
“inrichtingskader onderwijs” genoemd) initieel is geactualiseerd met alles wat er sinds<br />
2001 verder is ontwikkeld en veranderd. Dit herziene inrichtingskader is eind <strong>2006</strong> vastgesteld..<br />
4. Ontwikkeling en borging initieel onderwijs<br />
Aanpassingen / actualisering initieel onderwijs<br />
In 2002 is het nieuwe initiële Politieonderwijs van start gegaan. In de jaren daarna is het gloednieuwe<br />
onderwijs voortdurend tegen het licht gehouden en waar nodig bijgesteld. Ook daarna zal het<br />
Politieonderwijs blijven aansluiten op de beroepspraktijk binnen de Politie. Aan de hand van de in de<br />
eerste jaren opgedane ervaringen zijn de leeropdrachten binnen de kernopgaven van het initieel<br />
onderwijs overzichtelijker ingedeeld, waardoor meer zicht ontstond op thema’s die in de curricula meer<br />
en minder aandacht kregen (zoals gevaarsbeheersing, huiselijk geweld en diversiteit).<br />
In <strong>2006</strong> is de ontwikkeling van het onderwijs volgens plan uitgevoerd. Er is zelfs meer bereikt<br />
Engels, BTV, Integriteit en Vreemdelingenzorg zijn in het onderwijs geactualiseerd.<br />
Ook is de nieuwe onderwijsinhoud voor het onderwerp digitaal opsporen klaar, inclusief de<br />
kernopgaven waar het deel van uitmaakt. Belangrijk om dit te melden is het thema alertering en<br />
radicalisering (in het kader van terrorismebestrijding) in het initieel onderwijs : daar heeft het een plek<br />
omdat “terrorisme ergens woont” : terrorismebestrijding is geen specialistische Politietaak. De leerlijn<br />
Integriteit is ontwikkeld, samen met de bureaus BIV van de Korpsen.<br />
Invoering basisleersets<br />
Eind 2005 zijn in het initieel onderwijs zogenoemde basisleersets ingevoerd, waardoor de roostering<br />
beter verloopt, docenten meer houvast hebben bij de inrichting van leeractiviteiten en de verwachting<br />
van studenten beter worden gestuurd. Daar bleek behoefte aan. Het doel van de basisleerset is meer<br />
structuur aan te brengen in de onderwijsuitvoering, met name op het niveau van de leeractiviteiten.<br />
De roostering is verbeterd, onder andere door hantering van een verdere planningshorizon.<br />
De basisleersets zijn klaar: alle kwartielen van de opleidingen Assistent Politiemedewerker tot en met<br />
All-round Politiemedewerker zijn beschreven op detailniveau. Als inhoudelijke leidraad voor de<br />
invulling van het onderwijs blijken ze zeer geschikt; daarom functioneren ze ook als<br />
docentenhandleiding.<br />
In <strong>2006</strong> is daarnaast een ander nieuw hulpmiddel ingevoerd voor het verhelderen van de onderlinge<br />
taak tussen al degenen die een aandeel hebben in het duaal onderwijs : de docent en de<br />
leerprocesbegeleider bij de <strong>Politieacademie</strong> en de praktijkcoach en trajectbegeleider bij het Korps.<br />
De behoefte aan een dergelijk hulpmiddel was de jaren daarvoor gebleken.<br />
36
Deconcentratie Bacheloropleiding<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft in 2005 uitgesproken dat het wil komen tot deconcentratie van de<br />
bacheloropleiding. Studenten kunnen die opleiding nu alleen maar in Apeldoorn volgen, anders dan<br />
de opleidingen assistent Politiemedewerker, Politiemedewerker en all-round Politiemedewerker.<br />
Samenwerking met ROC’s en hogescholen<br />
In 2002 is het nieuwe initiële Politieonderwijs van start gegaan en dus ook de samenwerking met<br />
ROC’s en hogescholen, die een aandeel aan het (algemeen deel van het ) curriculum leveren. Dat<br />
aandeel bedraagt, in studiebelasting van de student, 60 studiebelastingsuren. Medio <strong>2006</strong> hebben de<br />
<strong>Politieacademie</strong> en de 6 betrokken ROC’s op een miniconferentie hun inbreng in het Politie-onderwijs<br />
tegen het licht gehouden en hernieuwd. Ook de voorwaarden waaronder de <strong>Politieacademie</strong><br />
“uitbesteedt” aan ROC’s zijn daarbij betrokken.<br />
Ook zijn er inmiddels andere vormen van uitwisseling / samenwerking, zoals scriptiesamenwerking<br />
tussen studenten allround Politiemedewerker en studenten van Windesheim. Een ander voorbeeld is<br />
dat studenten van de Friese Poort onderricht krijgen in weerbaarheid, dat ROC’s zoeken naar<br />
uitwisseling voor hun beveiligingsopleidingen. Deze samenwerking komt onder meer voort uit de<br />
contacten die zijn ontstaan in de werkgroepen op de verschillende locaties van het initieel onderwijs,<br />
in vervolg op de miniconferentie.<br />
Planning<br />
De problematiek van de planning van het initieel onderwijs is nog niet helemaal de wereld uit, ook niet<br />
na de oplossingen die vooral in 2004 zijn getroffen. De norm is dat studenten minimaal 4 weken<br />
tevoren moeten kunnen beschikken over de planning (lees: de roosters) op leeropdrachtniveau.<br />
Die norm wordt nog niet overal gehaald. In dat kader is in <strong>2006</strong> verder geanalyseerd : naar hoever<br />
tevoren (3 maanden) de voor de planning benodigde harde en concrete informatie over<br />
onderwijsuitvoering voorhanden moet zijn. (welke docenten zijn beschikbaar voor welke delen van het<br />
onderwijs, etc.)<br />
5. Ontwikkeling en borging postinitieel onderwijs<br />
De ontwikkeling van het eerder vastgestelde postinitieel onderwijs is in <strong>2006</strong> afgerond : alle<br />
kernopgaven, in totaal 180 op alle 5 domeinen, zijn nu klaar. Dat betekent dat in 2007 het hele<br />
postinitieel onderwijs, na jaren van ontwikkeling, in uitvoering is.<br />
Onderwijsontwikkeling, gevoed door de beroepspraktijk<br />
De Politie ziet zich voortdurend geplaatst voor nieuwe veiligheidsvraagstukken en nieuwe taken. Het<br />
personeel moet daarvoor bijna zonder uitzondering worden geprofessionaliseerd ;<br />
ontwikkelingen in de beroepspraktijk vragen om een vertaling naar met name het specialistisch,<br />
postinitieel, onderwijs. Hieronder volgt een overzicht van enkele belangrijke ontwikkelingen in het<br />
postinitieel onderwijs in <strong>2006</strong>, om te voorzien in de opleidingsbehoefte uit de praktijk.<br />
1. Programma Versterking Opsporing en Vervolging (VOV); aandeel Politieonderwijs<br />
Een belangrijk element in het landelijke programma versterking opsporing en vervolging (VOV),<br />
opgesteld naar aanleiding van de Schiedammerparkmoord, is professionalisering, onder meer via het<br />
Politieonderwijs. Op opleidingsgebied staat op het programma het opleiden van circa 2000 studenten<br />
op HBO- en WO-niveau op het gebied van recherche, bijvoorbeeld via de bestaande opleiding Master<br />
Recherchekundige (oftewel “Master of Criminal Investigation”) : een tweejarige opleiding voor mensen<br />
met een HBO- of universitaire opleiding. Deze bestaande opleiding leverde in september overigens de<br />
eerste 17 afgestudeerde recherchekundigen af, die daarmee hun tweejarige studie afrondden.<br />
Verder omvat het programma VOV (op opleidingsgebied) het bijscholen op het gebied van<br />
dossiervorming, verhoor en familierecherche en het werven en opleiden van 500 assistent<br />
Politiemedewerkers forensische opsporing. Achtergrond is dat het recherchevak steeds complexer<br />
wordt, waardoor de vraag naar HBO-opgeleide rechercheurs bij de Politie toeneemt. Het rapport<br />
Posthumus onderstreepte die behoefte.<br />
In mei <strong>2006</strong> is de <strong>Politieacademie</strong> gestart met de landelijke werving onder HBO-WO opgeleiden,<br />
waarna in augustus <strong>2006</strong> de eerste 14 studenten met deze leergang zijn gestart. In november volgde<br />
een tweede groep van 24, nog steeds minder dan de geplande 40. Eind december waren 1232<br />
37
personen in landelijke selectie : 638 mannen (waarvan 37 allochtoon) en 594 vrouwen ( waarvan 31<br />
allochtoon). Eind 2003 waren 103 kandidaten met een positief advies voorgedragen aan de Korpsen,<br />
die inmiddels 55 kandidaten hebben aangesteld<br />
VOV leidt ook tot aanpassingen in de leiderschapsleergangen c.q. extra accenten op opsporing en<br />
vervolging binnen leergangen. Het curriculum van de leergangen Tactisch en Operationeel<br />
Leidinggevende - Recherche is in <strong>2006</strong> in die zin aangepast op kernopgaveniveau.<br />
In samenwerking met Justitie (SSR) wordt een masterclass ontwikkeld voor leidinggevende op<br />
strategisch niveau binnen de Politie.<br />
2. Digitale Opsporing in het Politieonderwijs<br />
Dit is een project met het doel om het Politieonderwijs up to date te houden met de ontwikkelingen op<br />
het gebied van digitaal opsporten. Daarbij gaat het zowel om initieel onderwijs (op alle 5 niveaus) als<br />
om postinitieel onderwijs (Tactisch Recherchemedewerker, Digitaal Technisch.<br />
3. Terrorisme en Intelligence in het Politieonderwijs<br />
De Academie heeft de professionaliseringsbehoefte binnen de Politie op dit vlak onderzocht,<br />
oorspronkelijk naar aanleiding van de maatschappelijke onrust na de moord op Theo van Gogh.<br />
Uit de inventarisatie bleek o.a. dat Korpsen voor het zittende personeel behoefte hadden aan een<br />
algemeen bewustwordingsprogramma (workshop) met betrekking tot radicalisering en terrorisme, met<br />
een mogelijkheid tot verdieping. In nauwe samenwerking met het Korps Utrecht heeft de Academie<br />
een workshopprogramma ontwikkeld, dat in Utrecht is uitgevoerd en later onder meer in het Korps<br />
Twente. Deze workshop wordt ook gebruikt voor een thematisch onderdeel in het initieel onderwijs<br />
(niveaus 2, 3 en 4). Wat betreft het verdiepingsprogramma : dat heeft de Academie met enkele<br />
partners (KLPD, AIVD, enkele Korpsen, Instituut Clingendael en het C.O.T) ontwikkeld.<br />
Het programma bestaat uit 5 onderdelen : Radicalisering & Rekrutering, Radicale Islam, Terrorisme,<br />
Opsporing / aanpak van Terrorisme en Terrorisme & Intelligence. Al deze onderdelen zijn in <strong>2006</strong> al<br />
een keer als pilot uitgevoerd. Door voortschrijdend inzicht zijn inmiddels ook andere onderwerpen voor<br />
het verdiepingsprogramma benoemd zoals terrorisme in de virtuele 21 e eeuw en suicidebombers.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> biedt dit verdiepingsprogramma als maatwerk aan.<br />
Ook hadden Korpsen in <strong>2006</strong> extra behoefte aan die bestaande onderdelen van het (bekostigde)<br />
Politieonderwijs, die dit thema bestrijken.<br />
In het postinitiële onderwijs zijn enkele onderdelen tussentijds aangepast : er is nu een aparte<br />
leeropdracht in de leergang Technisch Rechercheur, er is extra aanbod voor rechercheurs belast met<br />
de observatie van terrorismeverdachten.<br />
Een iets andere invalshoek is Intelligence in het Politieonderwijs. In de beroepspraktijk van de Politie<br />
dienen de resultaten van het Abrio-programma (van de RHC) als basis voor de intelligence-organisatie<br />
van Korpsen. De <strong>Politieacademie</strong> is eind <strong>2006</strong> begonnen met een toets of het Politieonderwijs<br />
voldoende toerust op intelligence als onderdeel van het Politievak.<br />
4. Grootschalig en Bijzonder Optreden (GBO) in het Politieonderwijs<br />
Ook hierbij gaat het, net als bij voorgaande 3 thema’s uit de beroepspraktijk, om de professionalisering<br />
op een belangrijk element in de uitoefening van het Politievak, in dit geval het Grootschalig en<br />
Bijzonder Optreden (GBO) Het postinitieel onderwijs op het Domein Crisisbeheersing is daarop<br />
ingericht.<br />
5. Public Order Management<br />
De doelstelling van dit Academiebrede project is om alle kernopgaven en andere onderdelen van het<br />
initieel en postinitieel onderwijs (inclusief leidinggevenden) inhoudelijk, via herkenbare universele<br />
professionele principes (“de blauwe kern” op dit vakgebied) op elkaar af te stemmen en docenten<br />
daartoe te professionaliseren.<br />
Onderwijskundige ontwikkeling postinitieel onderwijs<br />
Net als voor het initieel onderwijs geldt dat het postinitieel onderwijs in de beginfase onderwijskundig<br />
voortdurend tegen het licht gehouden moet worden en waar nodig bijgesteld. Hieronder volgt een<br />
overzicht van enkele belangrijke onderwijskundige ontwikkelingen in <strong>2006</strong>, zoals ontwikkelingen in de<br />
opbouw of de vormgeving van het onderwijs :<br />
- er is een kwaliteitssysteem ingevoerd voor de inzet van externe leerprocesbegeleiders ;<br />
38
- de samenhang tussen kernopgaven is verbeterd, inclusief de relatie tot de Korpsopdrachten ;<br />
- meting of de door het onderwijs verworven competenties aansluiten bij de beroepspraktijk.<br />
Validatie<br />
De kwaliteit van het stelsel van Politieonderwijs wordt o.a. gewaarborgd, doordat alle opleidingen<br />
onderwijskundig en Politiekundig worden gevalideerd. Validatie vindt uiterlijk plaats een half jaar voor<br />
eerste uitvoering van het onderwijs. Eind <strong>2006</strong> zijn 107 van de 180 kernopgaven onderwijskundig<br />
gevalideerd. De Politiekundige validatie verloopt minder snel dan gepland : eind <strong>2006</strong> zijn in totaal 31<br />
kernopgaven binnen het domein Recherche, waar met de validatie is begonnen, Politiekundig<br />
gevalideerd. In de overige domeinen is de voorbereiding van de validatie in <strong>2006</strong> begonnen (in de<br />
vorm van werkplannen en plannen van aanpak). Doelstelling voor de overige domeinen is dat de<br />
validatie per eind 2007 is afgerond.<br />
Contraterrorisme en Intellligence : fellowship met KLPD<br />
Dit project startte in <strong>2006</strong> met het opmaken van een “Landkaart” van alle actoren met taken,<br />
verantwoordelijkheden en bevoegdheden te brengen; met een overzicht stellen hoe dreigingsanalyses<br />
tot stand komen bij elk van die actoren en hoe de onderlinge verhouding tussen deze analyses is.<br />
Veiligheidsregio’s<br />
De ontwikkeling van Veiligheidsregio’s staat nog niet prominent op de agenda<br />
van de Politie / Korpsen ; met name de Brandweer & NIBRA hebben tot nu toe meer oog<br />
voor de effecten van deze ontwikkeling. De invoering van de Wet op de Veiligheidregio’s kan heel<br />
verschillende effecten hebben. Zo moet de <strong>Politieacademie</strong> zich buigen over de vraag of de<br />
vastgestelde beroepsprofielen moeten wijzigen in het licht van deze en andere ontwikkelingen<br />
(verhouding specialisme - generalisme, toenemende betekenis niet-direct-executieve taken, VOV c.a.)<br />
6. Ontwikkelingen binnen de examinering en eerder verworven competenties EVC-meting<br />
Examinering<br />
De ontwikkeling van proeven van bekwaamheid gaat gelijk op met de ontwikkeling van het onderwijs :<br />
waar nieuw onderwijs ontwikkeld wordt, zijn er ook nieuwe en andere proeven van bekwaamheid.<br />
Zo zijn er veel wijzigingen van proeven van bekwaamheid van de opleiding Politiekundige Bachelor en<br />
Master, door curriculum wijziging en voortkomend uit de accreditaties.<br />
Toetskundige principes, uitgangspunten en procedures zijn in <strong>2006</strong> tegen het licht gehouden.<br />
Het resultaat is een (digitaal) “Handboek Examenontwikkeling”;<br />
Als ondersteuning van de professionaliteit van examinatoren is een proeve van bekwaamheid voor<br />
“Beoordelaar” ontwikkeld, die wordt afgenomen onder de “vaste” examinatoren, en in de loop van<br />
2007 onder alle (freelance) examinatoren. E is een nieuwe teamstructuur ingevoerd, waardoor<br />
freelancers zijn toegevoegd aan een team van vaste examinatoren. Doel is nog meer sturing op<br />
kwaliteit (eenduidigheid in uitvoering).<br />
Er is een standaardprocedure en ingevoerd voor het wijzigingen van een proeve van bekwaamheid<br />
naar aanleiding van verandering van kernopgaven, uitvoeringservaringen, uitspraken van de<br />
commissie van beroep etc. Doel is een beter beheer.<br />
De grote aantallen examens vragen om een vlekkeloze planning en administratie organisatie, zo leert<br />
de ervaring van de afgelopen jaren. De planning en het administratieve examenproces zijn daarom in<br />
<strong>2006</strong> verbeterd. Deelprocessen zijn geautomatiseerd en opgeschoond. Ook is de invoering van<br />
“online aanmelden” (2007) voorbereid. De lange termijn planning heeft het (meer flexibele) karakter<br />
van “interactief plannen” gekregen omdat dit in samenwerking met de Korpsen geschiedt.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met onderwijsonafhankelijke<br />
competentiegerichte examinering en het erkennen van verworven competenties.<br />
In <strong>2006</strong> hebben diverse medewerkers van de <strong>Politieacademie</strong> diverse symposia en andere<br />
bijeenkomsten op dit gebied, waar ROC’s en hogescholen met belangstelling kennismaakten met<br />
competentiegericht examineren.<br />
39
EVC-procedure<br />
De EVC-procedure is versneld en verbeterd, nadat in de jaren daarvoor de EVC-procecure regelmatig<br />
door de Korpsen werd genoemd als voor verbetering vatbaar. “EVC-online” is ingevoerd, waarmee<br />
een aanvraag digitaal wordt verwerkt en een schriftelijke aanvraag tot het verleden behoort.<br />
Verder is de basis van de EVC-beoordeling (welke documenten, welke criteria, welke indicatoren uit<br />
het portfolio ?) verder verhelderd. Ook blijkt het van belang dat het EVC bureau van de<br />
<strong>Politieacademie</strong> bij elk afwijkend traject in een vroeg stadium betrokken is, zodat de wederzijdse<br />
verwachtingen realistisch blijven.<br />
Met ingang van 1 januari 2007 is maximaal 1 aanvulling toe te staan op een eerdere EVC aanvraag,<br />
dit ter voorkoming van toeschrijven naar, en het meer dwingen om vooraf beter te bestuderen<br />
waaraan een aanvraag moet voldoen.<br />
7. Ontwikkelingen in de kennisfunctie<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft een wettelijke taak als Onderwijs- en Kenniscentrum van en voor de Politie.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> ondersteunt het kennismanagement binnen de Politie, door het verlenen van<br />
kennisdiensten, om de benodigde vakkennis te verzamelen, veredelen, verspreiden en evalueren.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> draagt zo bij aan de verdere ontwikkeling van het Politievak – ook wel genoemd :<br />
Politiekunde. De taak van Kenniscentrum van en voor de Politie is voor de <strong>Politieacademie</strong> relatief<br />
nieuw. De <strong>Politieacademie</strong> is de afgelopen jaren begonnen om die taak in te vullen door<br />
diverse kennisdiensten aan de Politie te verlenen.<br />
Doorontwikkeling Politie Kennis Net<br />
Gebruik makend van de conclusies en aanbevelingen uit evaluatie-onderzoeken heeft de Academie<br />
het volgende gedaan om de meerwaarde van PKN verder te vergroten en de PKN-dienstverlening<br />
verder te ontwikkelen :<br />
- koppeling van de kennisbank van PKN aan het Politieonderwijs<br />
Er zijn meer koppelingen gelegd tussen de kennisobjecten van de kennisbank en de<br />
leeropdrachten van het initiële en postinitiële onderwijs.<br />
- koppeling van de PKN-kennisbank aan (geautomatiseerde) werkprocessen<br />
De opzet van de kennisbank wordt zodanig aangepast dat bezoekers kunnen bevragen op<br />
basis van zowel kennisdomeinen als de hoofdprocessen van het Referentiekader<br />
Bedrijfsprocessen Politie.<br />
- verdere afstemming van PKN op de intranetten van de Korpsen<br />
Om de doublures die de afgelopen jaren zijn ontstaan tussen de intranetten van de Korpsen<br />
en PKN tegen te gaan, is in <strong>2006</strong> al veel geïnvesteerd in het project PKN+., bedoeld om die<br />
doublures op te heffen, en om de specifieke content van de intranetten van regiokorpsen te<br />
koppelen aan de generieke content van PKN.<br />
- sterkere verankering van PKN op de managementniveaus van de Korpsen<br />
De afgelopen jaren heeft de belangrijkste afstemming tussen vraag en aanbod van de PKNdiensten<br />
plaatsgevonden in het gebruikersplatform PKN. Nu de dienstverlening van PKN<br />
gaandeweg is verbreed tot een omvangrijk aanbod van elkaar aanvullende diensten, is het<br />
nodig om ook op strategisch en tactisch niveau te verankeren door o.a. een Kennisberaad met<br />
een aantal Korpschefs en op tactisch niveau met een Expertgroep.<br />
2 e tranche Lectoraten<br />
De <strong>Politieacademie</strong> is gestart met een 2 e tranche lectoraten. Kenmerk van deze tweede tranche is dat<br />
het gaat om samenwerkingslectoraten met partners in de veiligheidsketen. In samenwerking met het<br />
NIFV (v/h Nibra) is het Lectoraat Crisisbeheersing van start gegaan in <strong>2006</strong>. Verder is eind vorig jaar<br />
de vacature voor een lector Lerende Politieorganisatie opengesteld. Het lectoraat richt zich, zoals de<br />
naam al zegt, niet op een afzonderlijk domein binnen het Politievak of de Politietaak, maar meer op de<br />
ontwikkeling van de Politie-organisatie als geheel. Bij dit Lectoraat is Bureau Kessels & Smit, The<br />
Learning Company, de samenwerkingspartner..<br />
40
Buurtbeeld<br />
De toenemende aandacht voor integrale veiligheid is de reden dat als onderdeel van het Nederlands<br />
Veiligheids Net (NVN) het samenwerkingsproject “Buurtbeeld” is opgestart. Een stimuleringsbijdrage<br />
van het Ministerie van Justitie over 2005 is ontvangen en met aanvullende financiering van de<br />
Korpsen en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt voor het geheel<br />
dekking gezocht. Met externe partners is afgestemd en vervolgens is het prototype BuurtBeeld in <strong>2006</strong><br />
getest in een aantal pilots.<br />
In het kader van SmartMix (een subsidieprogramma van EZ en OCW) is onder de titel<br />
“Informatiegestuurde Veiligheidszorg” door een consortium van veiligheidspartners en universiteiten,<br />
op initiatief van de <strong>Politieacademie</strong>, een aanvraag ingediend om deel te nemen aan dit subsidietraject.<br />
De subsidie is niet toegekend. Voor 2007 zal een dergelijke aanvraag opnieuw worden ingediend,<br />
terwijl bekeken wordt of het programma in afgeslankte vorm niet zonder subsidie kan worden ingezet..<br />
Digitaal ontsloten mediatheek<br />
De introductie in 2005 - de doorontwikkeling in <strong>2006</strong> - van een digitaal ontsloten mediatheek geeft op<br />
termijn inzicht in de kwantitatieve gegevens van kennisbemiddeling.<br />
De collectie digitale rapporten die via doorklikken vanuit de catalogus beschikbaar zijn groeit gestaag.<br />
De nieuwe mediatheeksite komt begin 2007 beschikbaar. Via die site zijn alle mediatheekbronnen en<br />
verwijzingen naar vrij beschikbare externe bronnen overzichtelijk ontsloten.<br />
Landelijke Politiekundige bibliotheek<br />
Het plan is om Politiebibliotheken van de Korpsen en die van de Academie met elkaar te verbinden,<br />
waardoor een landelijke Politiekundige bibliotheek wordt gevormd. In november heeft er een<br />
bijeenkomst plaatsgevonden van de stuurgroep.<br />
Landelijke Deskundigheidsmakelaar<br />
Landelijke Deskundigheidsmakelaar (LDM)is een initiatief van het Korps Twente, dat door de<br />
<strong>Politieacademie</strong> is vertaald in een concreet project. Een makelaar, i.c. van de Academie, gaat voor<br />
Korpsen op zoek naar extern gescreende deskundigen die nodig zijn voor de ondersteuning van een<br />
recherche-onderzoek met specifieke kennis of kunde. Door de inzet van de makelaar hoeft het<br />
rechercheteam van het Korps zelf geen tijd te verliezen met het zoeken naar de deskundige.<br />
Vanaf 1 juli <strong>2006</strong> biedt de <strong>Politieacademie</strong> LDM als vaste dienst aan (85 bemiddelingen TGO’s, 180<br />
deskundigen). Eind juni kreeg dit project de Politie Innovatie Prijs <strong>2006</strong> van het departement van BZK.<br />
\<br />
41
-<br />
ONTWIKKELINGEN IN MARKTACTIVITEITEN<br />
ProfChecks<br />
Een ontwikkeling van de laatste paar jaar is de ontwikkeling van Profchecks, waarmee medewerkers<br />
van Politie specifieke competenties en vaardigheden periodiek kunnen toetsen en peil kunnen<br />
hoiuden, op eigen initiatief dan wel omdat het verplicht is. De <strong>Politieacademie</strong> onderhoudt en beheert<br />
het systeem van ProfChecks, dat uiteindelijk, rond 2010, ingebed moet worden in het samenhangend<br />
stelsel van het Politieonderwijs. De Academie bood de Politie in <strong>2006</strong> de volgende ProfChecks aan :<br />
. Profcheck Handhaving (voorheen : LexRex) : een toets op kennis van Politieregelgeving ;<br />
. Profcheck Opsporing : een toets op kennis van Politieregelgeving op het gebied van<br />
opsporing.<br />
7 Korpsen namen deze ProfCheck af.<br />
In <strong>2006</strong> is besloten tot de ontwikkeling van de Profcheck HOVJ, hoewel de Profchecks in beginsel<br />
slechts op basis van kwalificatieniveaus plaatsvinden, terwijl de HOvJ een functiegericht is. De reden<br />
is het bijzondere en belangrijke karakter van deze functie binnen de uitvoering van de Politietaak.<br />
In <strong>2006</strong> heeft de Academie de Profcheck “Rijveiligheid” (zowel voor de auto als de motor), die in 2007<br />
van start zal gaan. Aanleiding tot deze ProfCheck is het Preventieplan Verkeer van de RHC en de<br />
Brancherichtlijn Nederlandse Politie, beide ingegeven door het relatief grote aantal auto- en<br />
motorongelukken tijdens de dienstuitoefening, met als gevolg veel materiële schade, de letselschaden<br />
en dodelijke slachtoffers onder medewerkers van Politie. De Profcheck “Rijveiligheid” zal gehouden<br />
worden op de baan van het Verkeers Veiligheids Centrum van de <strong>Politieacademie</strong> te Lelystad, dat<br />
voor dat doel aangepast zal worden in de eerste helft van 2007 (qua opzet, indeling, wegdekindeling<br />
en – verhouding, hulpmiddelen, optische middelen, voertuigeisen t.b.v. de baan etc.).<br />
Een kernteam van docenten van de <strong>Politieacademie</strong> is in <strong>2006</strong> speciaal getraind voor de afname van<br />
de ProfCheck. De ontwikkeling van de ProfCheck is mede tot stand gekomen met inbreng van het<br />
Veltheim Driving Center in Zwitserland. Het ontwikkelde programma is getest, zowel voor de auto als<br />
de motor, in een pilot in november <strong>2006</strong>, waarbij de deelnemers aan de pilot (207 auto, 37 motor)<br />
uitgebreid zijn bevraagd op inhoud en uitvoering van het programma.<br />
De Profcheck Rijveiligheid is maatwerk, dat wil zeggen dat Korpsen kunnen kiezen om medewerkers<br />
al dan niet te laten deelnemen en dat Korpsen daarvoor een prijs per deelnemer betalen.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft voorlopige kostprijzen per deelnemer berekend, uitgaande van scenario’s<br />
van 10.000 en 20.000 cursisten aan “omzet”.<br />
Speciale vermelding verdient nog het Young Professional Programma, bedoeld voor hoogopgeleiden<br />
van diverse academische achtergrond die willen bijdragen aan veiligheid en willen werken binnen de<br />
Politiebranche. Ze werken gedurende 3 jaar tegen salaris binnen de Politie aan 3 projecten van 1 jaar,<br />
binnen verschillende onderdelen van de Politie : een Korps, de academie of bij andere partners. IN die<br />
drie jaar volgen ze het opleidingsprogramma Master of Public Safety Management.<br />
42
1. Inleiding<br />
JAARVERSLAG <strong>2006</strong> POLITIEACADEMIE<br />
HOOFDSTUK 5 :<br />
KWALITEIT VAN DIENSTVERLENING<br />
Voor de bewaking van de kwaliteit van haar diensten is de <strong>Politieacademie</strong> in de eerste plaats zelf<br />
verantwoordelijk. De Academie bewaakt de kwaliteit van het nieuwe stelsel van Politieonderwijs, om<br />
het onderwijs waar nodig te verbeteren en aan te passen aan de veranderende vraag en<br />
omstandigheden. Ze gebruikt daarvoor, waar het onderwijs betreft, een stelsel en toetsingskader voor<br />
kwaliteitszorg, dat inpasbaar is in de voor de Politie voorgeschreven INK-systematiek en dat aansluit<br />
bij de recente ontwikkelingen binnen het reguliere onderwijs.<br />
De Academie is begonnen aan een herijking van het kwaliteitsinstrumentarium van de <strong>Politieacademie</strong><br />
(wat moet echt voor de stakeholders / omgeving? Welke indicatoren vloeien direct voort uit de<br />
strategische doelen van de Academie?) en van de tot nu toe gehanteerde algehele benadering (i.c. de<br />
uitkomsten van de kwaliteitsonderzoeken niet meer elke keer 1 : 1 vertalen in verbeterdoelen, maar<br />
periodiek de belangrijkste signalen verzamelen en vertalen naar programmatische verbeteringen).<br />
In 2007 zal voor de derde keer een INK-audit plaatsvinden. In de aanloop hiernaar toe is de Academie<br />
in <strong>2006</strong> begonnen met de zelfevaluatie. De audit houdt in dat er externe toets plaatsvindt op de<br />
organisatieontwikkeling in relatie tot de ambities van de <strong>Politieacademie</strong>. Deze feedback kan de<br />
<strong>Politieacademie</strong> gebruiken om zich verder te ontwikkelen, te leren en te verbeteren. De audit richt zich<br />
vooral op het functioneren van de organisatie c.q. de bedrijfsvoering: welke resultaten worden<br />
gehaald, hoe komen die tot stand en welke relatie er is met de door de organisatie gestelde doelen ?<br />
2. Kwaliteit van het onderwijs ; klanttevredenheidsonderzoeken in <strong>2006</strong><br />
De klanttevredenheid is een belangrijk gegeven voor de <strong>Politieacademie</strong>. Vandaar dat die aan de<br />
hand van een evaluatiekalender regelmatig wordt gemeten. Aan de hand van de resultaten van de<br />
kwaliteitsmetingen wordt het onderwijs - en andere primaire processen - zo nodig bijgesteld.<br />
Sinds 2004 informeert de <strong>Politieacademie</strong> de studenten systematisch (o.a. via internet) over de<br />
onderzoeksresultaten op het gebied van kwaliteitszorg en over de verbeteracties, die daaruit<br />
voortvloeien.<br />
Jaarlijks wordt de tevredenheid van studenten gemeten over de inhoud van het curriculum, de<br />
onderwijsuitvoering (op de <strong>Politieacademie</strong> en in het Korps) en de organisatie van het onderwijs. De<br />
vragenlijst (STEM) wordt afgenomen bij studenten van de initiële opleidingen en de postinitiële<br />
leergangen van het Politieonderwijs. In het voorjaar van <strong>2006</strong> zijn de resultaten over 2005<br />
gepresenteerd. De totaalindruk van de studenten is door middel van een rapportcijfer weergegeven en<br />
bedraagt gemiddeld 6,2 voor het initieel en 7,1 voor het postinitieel. Per onderdeel is de waardering<br />
als volgt.<br />
Initieel Postinitieel<br />
Inhoud van het onderwijs 3,3 3,3<br />
Proeven van bekwaamheid 3,7 3,7<br />
Begeleiding op de <strong>Politieacademie</strong> 3,4 3,6<br />
Begeleiding in het Korps 3,7 3,5<br />
Voorzieningen en dienstverlening op de <strong>Politieacademie</strong> 3,2 3,5<br />
Kwaliteit van de leerwerkplek 3,7 3,4<br />
Organisatie planning en communicatie 3,0 3,2<br />
Individuele leerroutes 2,7 2,6<br />
Sfeer en persoonlijke benadering 3,7 4,1<br />
43
Rechtspositie en inspraak 3,1 3,2<br />
Totaalgemiddelde 3,1 3,5<br />
Rapportcijfer totaalindruk 6,2 7,1<br />
(1=helemaal niet mee eens; 5 = helemaal mee eens) Laatste rij, rapportcijfer van 1-10.<br />
Studenten zijn het meest tevreden over de sfeer en de persoonlijke benadering, zoals het contact met<br />
medestudenten, docenten en begeleiders in de praktijk. Ook de proeven van bekwaamheid scoren<br />
hoog, evenals de begeleiding op de <strong>Politieacademie</strong> (postinitieel) en in het Korps (initieel). Het minst<br />
tevreden zijn studenten over de mate waarin de <strong>Politieacademie</strong> er in slaagt om individuele leerroutes<br />
te realiseren.<br />
Een nieuwe studenttevredenheidsmeting (STEM) is eind <strong>2006</strong> van start gegaan. De resultaten hiervan<br />
zullen rond de zomer 2007 beschikbaar komen.<br />
Naast de waardering van het onderwijs en de <strong>Politieacademie</strong> in zijn geheel worden zowel in het<br />
initieel als het postinitieel onderwijs stelselmatig kernopgaven geëvalueerd ten behoeve van de<br />
directe feedback.<br />
Initieel<br />
In het initieel onderwijs vindt na elk kwartiel een evaluatie plaats van een aantal kernopgaven<br />
(vragenlijst KEII). Ook de kwartielen in het Korps worden in de evaluatie betrokken (vragenlijst LOEP).<br />
Na de evaluatie van een kernopgave worden de resultaten mondeling teruggekoppeld.<br />
Punten die uit de KEII en de HOEI naar voren komen zijn afhankelijk van en/of bruikbaar voor de<br />
betreffende kernopgave. Er moet nog een nadere analyse plaatsvinden om het beeld over<br />
kernopgaven heen te kunnen bepalen. Positieve punten die regelmatig genoemd worden zijn o.a. de<br />
onderwijsbegeleiding en de mogelijkheden die het Korps biedt om de leeropdrachten uit te voeren.<br />
Aandachtpunten zijn het gebruik van het portfolio en Blackboard en de afspraken tussen<br />
trajectbegeleider en praktijkcoach.<br />
Hoewel het evaluatiesysteem nu volledig is ingevoerd behoeft het op een aantal punten nog bijstelling.<br />
Momenteel loopt een traject om meer structuur te brengen in de te evalueren kernopgaven en de<br />
vragenlijst te verfijnen. Het doel hiervan is het gebruik van de resultaten te vergroten<br />
Postinitieel<br />
In <strong>2006</strong> is de eerste jaarrapportage verschenen van de evaluatie van postinitiële kernopgaven<br />
(vragenlijst LOEP). Over het algemeen is er tevredenheid over de informatievoorziening, de inhoud<br />
van de kernopgaven, afwisseling tussen de verschillende leeractiviteiten en de begeleiding door<br />
(gast)docenten. Aandachtspunten zijn de opzet van de kernopgaven, E-campus/Blackboard en<br />
portfolio, de aansluiting van de werkvormen bij de manier van leren, de begeleiding in de praktijk en<br />
de mogelijkheid om praktijkopdrachten uit te voeren.<br />
Net als in het initieel onderwijs wordt in het postinitieel onderwijs op dit moment de opzet en<br />
uitvoering van de evaluaties zelf geëvalueerd. Hierbij worden zowel de procedure als de vragenlijst<br />
kritisch bekeken. Zo zullen de uitkomsten meer in de vorm van kengetallen worden gepresenteerd en<br />
zal er meer aansluiting worden gezocht bij de verantwoordingcyclus.<br />
In <strong>2006</strong> is ook de eerste stap gezet naar het ontwikkelen van een instrument voor afgestudeerden.<br />
Vanaf 2007 zullen jaarlijks afgestudeerden worden bevraagd om vast te stellen hoe tevreden zijn<br />
achteraf zijn over de gevolgde opleiding in relatie tot hun functie.<br />
In <strong>2006</strong> was voor het eerst een brede analyse mogelijk van studievoortgangsgegevens en<br />
studentkenmerken van de studenten van de opleidingen assistent Politiemedewerker (niveaus 2),<br />
Politiemedewerker (niveau 3) en allround Politiemedewerker (niveau 4). Studenten, die voortijdig de<br />
opleiding hebben verlaten, is gevraagd een zogenaamde exit-vragenlijst in te vullen alsmede aan een<br />
interview mee te werken. Met deze instrumenten is er informatie verkregen over redenen van uitval,<br />
die gekoppeld wordt aan specifieke kenmerken van studenten, hun ervaring met het onderwijs en hun<br />
studiemotivatie (sinds de start van het vernieuwde Politieonderwijs, van januari 2002 t/m december<br />
2005).<br />
44
Het Korps Tevredenheids Onderzoek (KTO) is een structureel onderzoek dat onderdeel uitmaakt van<br />
het kwaliteitsstelsel van de <strong>Politieacademie</strong>. In 2005 is dat onderzoek Academiebreed bij alle Korpsen<br />
uitgevoerd. De uitkomsten daarvan waren uitgebreid te lezen in het jaarverslag 2005.<br />
De tevredenheid van Korpsen over de <strong>Politieacademie</strong> wordt nagegaan op operationeel, tactisch en<br />
strategisch niveau. In <strong>2006</strong> is tijdens de Korpsbezoeken van het CvB informatie verzameld over de<br />
waardering van de Korpsleiding. Centrale vraag daarbij was: Hoe tevreden bent u over de<br />
<strong>Politieacademie</strong>? Hierop kon worden gescoord tussen de 1 en de 5 (zeer ontevreden tot zeer<br />
tevreden). Van 23 Korpsen van de 26 is de score bekend (88%). De gemiddelde score bedraagt 3.8.<br />
Verder kwam naar voren dat de Korpsbezoeken door de Korpsen hoog worden gewaardeerd en dat<br />
de <strong>Politieacademie</strong> steeds meer wordt gezien als betrouwbare partner, die goed om gaat met de<br />
aandachtspunten die door de Korpsen worden aangedragen.<br />
3. Kwaliteit selectie, examinering en EVC-meting<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft in <strong>2006</strong> de aanbevelingen uit de auditrapportage van het - in het BVE-veld<br />
werkzame - Kwaliteits Centrum Examinering vertaald naar verbeteringen en controlemaatregelen. Een<br />
vervolgrapportage van het KCE audit, gepland in juni 2007, zal uitwijzen of de verbeterpunten zijn<br />
gerealiseerd.<br />
Satisfactiemeting<br />
In <strong>2006</strong> heeft de <strong>Politieacademie</strong> een onderzoek uitgevoerd naar de ervaringen van Korps met de<br />
behandeling van EVC-aanvragen.. De gemiddelde satisfactie van klanten is op een 10 puntsschaal<br />
van onvoldoende gestegen naar 6,3., met dien verstande dat de scores per klant nogal verschilden.<br />
Het verslag wordt in 2007 afgerond en uitgebracht.<br />
2a Examinering Aantal beroepschriften < 1% 594<br />
Aantal beroepen gegrond 47,8%<br />
Gebruikmaking recht van inzage
Commissie van Beroep voor de examens<br />
Naar aanleiding van 594 uitspraken van de onafhankelijke Commissie van Beroep voor de examens,<br />
in de zin van de wet, heeft de Academie in 284 gevallen een nieuw besluit moeten nemen.<br />
In 210 gevallen betrof het een uitspraak waarin het beroep gegrond werd verklaard en in 74 gevallen<br />
werd het examen ongeldig verklaard of werd besloten dat een kandidaat om andere reden een<br />
herkansing kreeg aangeboden zonder dat er sprake was van een gemiste examenkans.<br />
Van 246 van de uitspraken is een uitgebreide rapportage opgemaakt om te gebruiken voor de<br />
verbetering van de examens en de examinering. De jurisprudentie wordt via Blackboard gepubliceerd<br />
en ter kennis gebracht van de (freelance)examinatoren.<br />
4. Kwaliteit Maatwerk<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft TNO opdracht gegeven het bedrijfsbureau van Maatwerk door<br />
te lichten, en heeft daarin de wens tot ISO-certificering betrokken. Op basis van de TNOrapportage<br />
zijn de bedrijfsprocessen uitgewerkt tot gestandaardiseerde werkwijzen,<br />
vastgelegd in werkinstructies, normen, service level agreements en dergelijke.<br />
Tevens is onderscheid gemaakt tussen de werkzaamheden van de frontoffice enerzijds en het<br />
backoffice anderzijds.<br />
In <strong>2006</strong> is een pilot uitgevoerd om het trainingsaanbod van Maatwerk structureel te evalueren. Met<br />
behulp van een digitale vragenlijst, die na afloop van een onderwijsperiode wordt afgenomen, ontstaat<br />
inzicht in de kwaliteit van het onderwijsaanbod en de onderwijsuitvoering van Maatwerk.<br />
5. Kwaliteit kennisfunctie<br />
PKN evaluatie<br />
In 2005/<strong>2006</strong> zijn er, in opdracht van de Academie, twee grote onderzoeken uitgevoerd door de<br />
Universiteit Twente: één naar de opvattingen van stakeholders van PKN en één naar de ervaringen<br />
van PKN-gebruikers. De onderzoeken maken deel uit van een meerjarig onderzoeksprogramma van<br />
Politie & Wetenschap naar de zogenoemde kenniswaardeketen: naar het verzamelen, veredelen,<br />
valideren, verspreiden, gebruiken en evalueren van kennis. Enkele belangrijke uitkomsten van de<br />
beide onderzoeken waren :<br />
Stakeholdersonderzoek<br />
- de stakeholders binnen en buiten de Politieorganisatie staan positief tegenover PKN : ze zien<br />
PKN als een praktisch hulp- en communicatiemiddel, als naslagwerk en leerinstrument ;<br />
- vrijwel alle stakeholders noemen als meerwaarde de efficiency die Politie met PKN bereikt :<br />
PKN kan voorkomen dat op 26 plaatsen het wiel opnieuw wordt uitgevonden. ze zien PKN als<br />
katalysator voor het standaardiseren van het Politiewerk ;<br />
- de kernfunctie van PKN ziet men vooral in het toegankelijk maken van kennis voor de<br />
Politieman op straat.;<br />
- velen missen nog dat PKN niet via internet te benaderen is ;<br />
- veel stakeholders hebben behoefte aan een meer vraaggerichte werkwijze van PKN ;<br />
- PKN wordt gezien als iets positiefs vóór de Nederlandse Politie, maar nog niet beleefd als iets<br />
ván de Nederlandse Politie.<br />
Eindgebruikersonderzoek<br />
- het gebruik is vooral taakgericht; 'just in time' kennisvergaring ;<br />
- specialisten maken er meer gebruik van dan generalisten ;<br />
- er zijn grote verschillen in gebruik tussen de verschillende kennisdomeinen ;<br />
- ouderen gebruiken PKN vaker dan jongeren ;<br />
- medewerkers die al lang bij de Politie werken gebruiken PKN relatief vaker ;<br />
- hoe hoger de rang/functie van medewerkers, hoe meer gebruik ;<br />
- kleinere Korpsen gebruiken PKN relatief vaker dan grotere Korpsen ;<br />
- 10% gebruikt PKN vrijwel nooit, 5 % weet niet dat het bestaat.<br />
- studenten worden onvoldoende gestimuleerd om PKN in het onderwijs te gebruiken;<br />
- door de vele informatiebronnen dreigt informatie-overload ;<br />
46
- Korpsen moedigen PKN-gebruik op de werkvloer niet actief aan ;<br />
- het dubbel aanbieden van digitale kennis (regionale intranetten en PKN) werkt<br />
verwarrend<br />
Lectoraten<br />
Elk Lectoraat heeft een zelfevaluatie ten behoeve van de SKO gemaakt en deze laat o.a. de<br />
kennistransfer naar PKN en het onderwijs zien. In 2007 zijn vervolgacties aan de orde.<br />
47
Organisatie-ontwikkeling<br />
JAARVERSLAG <strong>2006</strong> POLITIEACADEMIE<br />
HOOFDSTUK 6 :<br />
ORGANISATIE-ONTWIKKELING EN PERSONEEL<br />
Nadat de <strong>Politieacademie</strong> in 2004 haar organisatie volledig opnieuw had ingericht en ingedeeld, met .<br />
een nieuwe structuur die per 1 januari 2005 inging, was <strong>2006</strong> een jaar van stabilisatie van deze<br />
organisatie-opzet. Alleen per organisatie-eenheid deden zich wijzigingen voor, waarvan een groot deel<br />
te maken had met de groei in <strong>2006</strong>. Door de enorme groei van Maatwerk bijvoorbeeld werd de span<br />
of control voor de directie te groot, reden waarom de directie eind <strong>2006</strong> het plan inbracht om een<br />
managementlaag tussen de directie en de medewerkers in het primaire proces in te brengen.<br />
De faculteit Bijzondere Politiekunde & Leiderschap breidde zijn de opleidingscapaciteit (in aantallen<br />
FTE’s) uit en bracht wijzigingen aan in haar managementstructuur. Het eerste speelde zich vooral af<br />
op het domein recherche, met een de toenemende vraag naar zowel bekostigd recherche-<br />
onderwijs uit het samenhangend stelsel als contractonderwijs en maatwerkwerkonderwijs.<br />
De managementstructuur wijzigde zich in die zin, dat twee teams tot vier teams zijn omgevormd<br />
(met dito teamleiders) bij Geweldsbeheersing en van drie naar vier teams bij Recherche.<br />
Ook hier maakt het bereiken van de grenzen van de span of control / span of depth maken dat in<br />
beide gevallen nodig.<br />
Het CID heeft sinds 2005 1 directeur, waaronder managers van de verschillende organisatieonderdelen<br />
vallen. De wijziging in <strong>2006</strong> bestond hier uit uitbreiding van de directie met een hoofd.<br />
Aanleiding hiertoe is ook hier weer dat het CID groter is geworden (m.n. doordat lokale facilitaire<br />
diensten zijn toegevoegd) en in complexiteit is toegenomen. Ook zal het facilitair management de<br />
komende tijd zich in snel tempo verder gaan ontwikkelen, zeker op de nieuwe concernlocatie.<br />
De Bestuurs- en Concernstaf evalueerde na circa 1 jaar zijn managementstructuur. Daaruit kwam<br />
naar voren dat rol van de coördinatoren niet helder was. Ook bleek dat de directeur, mede gelet op<br />
haar andere concerntaken en bredere verantwoordelijkheid aan een te grote groep medewerkers<br />
direct leiding gaf. De wijziging is de introductie van de (bij de staf tot dan toe ontbrekende) functie van<br />
manager bij de concernstaf . Vanaf 1 januari 2007 maakt verder IPO niet alleen functioneel, maar ook<br />
organisatorisch deel uit van de Bestuurs- en concernstaf. Het hoofd van IPO is lid van de directie van<br />
de concernstaf.<br />
Na de diverse ingrijpende veranderingen en vernieuwingen in primaire taakuitoefening, in<br />
organisatiestructuur etc. is eind <strong>2006</strong> binnen de Academie ook het besef gegroeid dat de tijd daar is<br />
om de processen, die dwars door de organisatie-eenheden lopen moeten worden ingericht, inrichten,<br />
vastgelegd en beheerst. Met andere woorden : de organisatie lijkt eind <strong>2006</strong> toe aan een volgende<br />
stap : de invoering van procesmanagement.<br />
48
Personeel<br />
Groei<br />
Voor de <strong>Politieacademie</strong> was <strong>2006</strong> een jaar van voortgezette groei. De toegenomen vraag en het<br />
aanbod van onderwijs, werving & selectie, kennis, onderzoek en advisering leidde tot een groei van<br />
het aantal medewerkers van 1387 in 2005 naar 1586 in <strong>2006</strong>, een toename van 14%. Deze groei<br />
vroeg ook een grote inspanning van de onderdelen bij het inwerken van nieuwe medewerkers.<br />
Het aandeel tijdelijke medewerkers ten opzichte van medewerkers met een vast dienstverband is<br />
beduidend toegenomen, dit met het oog op een zo flexibel mogelijk personeelsbestand. De Politieke<br />
inbedding van de vraag naar Politieonderwijs draagt ertoe bij dat hierin grote fluctuaties optreden,<br />
waarop snel adequaat ingespeeld moet worden.<br />
De organisatie bereidde zich in <strong>2006</strong> voor op de voortgaande stijging van studentenaantallen in<br />
2007die in de westelijke locaties al heeft ingezet. Eén van de acties is het grootschalige wervings- en<br />
selectieproces, waarvoor Randstad GWS is ingehuurd en wat inmiddels al tot resultaten heeft geleid. :<br />
via Randstad zijn vierentwintig nieuwe docenten aangesteld.<br />
Mobiliteit / bureau Perspectief<br />
Het interne mobiliteitsbureau “Perspectief” is per 1 april <strong>2006</strong> van start gegaan. Het Bureau heeft tot<br />
taak vacaturecoördinatie en -begeleiding, loopbaanbegeleiding en de registratie van de van de<br />
informatie daarover..<br />
In <strong>2006</strong> zijn er 230 interne- en 146 externe vacatures opengesteld binnen de <strong>Politieacademie</strong>.<br />
Bij 71 vacatures ging het daarbij om vacatures die formatief- en begrotingstechnisch gecontroleerd<br />
moesten worden en waarover een advies aan het College van Bestuur uitgebracht is. Bij de<br />
openstelling van de vacatures zijn 27 CV’s uit de database van Bureau Perspectief doorgestuurd naar<br />
de onderdelen. 7 CV’s kwamen uit de diversiteits groep. Voor de werving van ICT-ers zijn in de maand<br />
oktober 42 CV's doorgestuurd naar het onderdeel waarvan er 11 zijn opgenomen in de briefselectie.<br />
Begin <strong>2006</strong> zijn eerst de bestaande regelingen en procedures op het gebied van werving en<br />
selectiebeleid geïnventariseerd en ongevormd tot een eenduidig organisatie-breed vacaturebeleid,<br />
waarin een soepele afhandeling van vacatures en aandacht voor de ontwikkelingsmogelijkheden van<br />
de aanwezige medewerkers voorop staan. Daarmee had het intern bureau ook een duidelijke basis.<br />
Er zijn in <strong>2006</strong> 2 plaatsingsadviezen uitgebracht. Er is uiteindelijk 1 kandidaat feitelijk geplaatst.<br />
In <strong>2006</strong> zijn er 29 loopbaanbegeleidingtrajecten geweest waarvan er 17 afgerond zijn. Hiervan hebben<br />
2 trajecten geleid tot externe plaatsing / detachering. Er zijn 8 medewerkers intern van functie<br />
veranderd. De overige medewerkers besloten tot continuering in hun eigen functie.<br />
Formatie en Inrichting<br />
Doel dit jaar was vanuit de invoering van competentiemanagement aan te sluiten bij de landelijke<br />
ontwikkelingen op het gebied van competentietaal en functiegebouw. In <strong>2006</strong> is de laatste hand<br />
gelegd aan de invoering en uitreiking van de functieprofielen. Bij 16 functies heeft er een<br />
doorontwikkeling van het activiteitenprofiel plaatsgevonden in <strong>2006</strong>. Bij het docentenprofiel is besloten<br />
ICT-competenties toe te voegen. De verwachting is dat dit op termijn ook met andere specifieke<br />
competenties zoals internationalisering en digitale opsporing zal gebeuren.<br />
Op grond van de afspraken om functieonderhoud toe te passen voordat transitie naar het<br />
functieprofiel plaatsvindt, is uitvoering gegeven aan 58 verzoeken tot functieonderhoud en<br />
functiewaardering binnen de verschillende organisatie-eenheden. Hiermee kan worden vastgesteld<br />
dat is voldaan aan het in 2005 geformuleerde uitgangspunt, dat het competentiemanagement niet<br />
dient te leiden tot een opwaartse druk van de loonsom.<br />
De <strong>Politieacademie</strong> volgt de ontwikkelingen rond het maken van een landelijk functiegebouw op de<br />
voet. De manier waarop de specifieke functies van de <strong>Politieacademie</strong> worden ingepast in het landelijk<br />
functiegebouw is nog niet bepaald.<br />
49
Competentiemanagement<br />
<strong>2006</strong> stond in het teken van ervaring op doen met de nieuwe instrumenten in de gesprekkencyclus.<br />
<strong>Politieacademie</strong>breed is 81,5% van alle leidinggevenden en medewerkers getraind op vooral de<br />
startgesprekken. De deelnemers aan trainingen en de gevoerde startgesprekken zijn geregistreerd in<br />
PIMS en hierover zijn maandelijks rapportages uitgebracht. Volgend op de startgesprekken voeren<br />
medewerkers vervolggesprekken en POP gesprekken met hun leidinggevenden. Niet alle<br />
startgesprekken zijn al in <strong>2006</strong> afgerond, zodat de gesprekkencyclus doorloopt in 2007.<br />
Er is veel tijd besteed aan een voor medewerkers zorgvuldige voorbereiding van de overgang van de<br />
oude functiebeschrijvingen naar de nieuwe functieprofielen. In de eerste helft van 2007 krijgen alle<br />
medewerkers formeel hun nieuwe profiel uitgereikt. Vanaf dat moment heeft de <strong>Politieacademie</strong> in<br />
plaats van ruim 300 functiebeschrijvingen nog maar 61 functieprofielen.<br />
De ervaringen met de invoering van competentiemanagement werden in <strong>2006</strong> gemonitord en<br />
geëvalueerd. De evaluaties van alle gegeven trainingen zijn afgerond. Gedurende het jaar is er<br />
voortdurend afstemming geweest met de organisatie onderdelen en is ook het overleg met de<br />
personeelsconsulenten geïntensiveerd. Daarnaast zal er begin 2007 een gestructureerde evaluatie<br />
van de startgesprekken uitgevoerd worden.<br />
In <strong>2006</strong> is er ook deelgenomen aan landelijke ontwikkelingen rondom competentiemanagement zoals<br />
de ontwikkelingen voor een Politiebrede competentietaal en een model voor POP gesprekken. Intern<br />
zijn er diverse P-instrumenten doorontwikkeld en zijn de instrumenten en regelingen aangepast op de<br />
landelijke ontwikkelingen.<br />
Professionalisering<br />
Professionalisering docenten<br />
De <strong>Politieacademie</strong> heeft besloten de eisen ten aanzien van docentcompetenties aan te scherpen.<br />
Voor alle docentfuncties geldt naast de eerder al vastgestelde noodzaak tot het behalen van de PDA<br />
ook een functiegerelateerde HBO diploma eis. Afspraak is dat er <strong>Politieacademie</strong>breed een<br />
professionaliseringstraject wordt ontwikkeld voor docenten gericht op de HBO kwalificatie.<br />
Hierover vindt overleg plaats met de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Dit traject omvat een<br />
pedagogisch-didactische minor, die onderdeel kan vormen van een volledige hbo-opleiding. Het<br />
traject start in september 2007. De hbo-opleiding betreft een voor het onderwijs, taakveld en de<br />
persoonlijke ontwikkeling van de docent relevante opleidingsrichting..<br />
De HBO-diploma-eis biedt kansen voor zittend personeel : inmiddels hebben meer dan 50 docenten<br />
initieel onderwijs een POP geschreven met een HBO-traject, en zijn 25 docenten initieel onderwijs<br />
feitelijk begonnen met een HBO-opleiding. Van het huidige docentenkorps initieel onderwijs heeft 43%<br />
al een HBO-opleiding of hoger achter de rug.<br />
Aantal docenten/LPB<br />
gestart met<br />
docenten/LPB met HBO/WO in %<br />
HBO/WO<br />
West 97 44 45% 10<br />
Zuid 77 26 34% 9<br />
Noordoost 99 48 48% 6<br />
Totaal 273 118 43% 25<br />
118 docenten en leerprocesbegeleiders hebben een afgeronde HBO- of WO-opleiding<br />
Pedagogisch Didactische Aantekening (PDA)<br />
In <strong>2006</strong> is de PDA verder bijgesteld door de uitgangspunten van het Politieonderwijs beter te<br />
integreren o.a. in de vorm van werken met leeropdrachten en inzet van Blackboard als e- learning<br />
omgeving voor deelnemers aan het PDA traject. Hierbij is er samengewerkt met docentbegeleiders<br />
van de Faculteiten. Ook zal de PDA in de toekomst worden afgesloten met een proeve van<br />
bekwaamheid. Bij de verdere ontwikkeling vindt samenwerking met de LOKmar plaats. Zij gaan ook<br />
deelnemen aan de PDA. In <strong>2006</strong> hebben 116 docenten deelgenomen aan de PDA en zijn er 49<br />
geslaagd. De trajecten lopen door in 2007. Naast de PDA hebben er in <strong>2006</strong> ook nog andere<br />
50
professionaliseringstrajecten voor docenten gelopen. Dit gaat o.a. om trajecten gericht op ICT<br />
deskundigheid of de training ‘de docent als coach‘ (domein verkeer FBPL).<br />
Professionalisering Micros VIP<br />
Er is in <strong>2006</strong> een start gemaakt met de certificering en professionalisering van de 108 actieve Microsgebruikers.<br />
In <strong>2006</strong> hebben 26 medewerkers deelgenomen. Voor het professionaliserings- en<br />
certificeringstraject Micros+ is in <strong>2006</strong> een Blackboardsite ontwikkeld. Voor nieuwe medewerkers van<br />
de studentenadministraties wordt in samenwerking met het MKT een afzonderlijk programma<br />
ontwikkeld dat direct bij de start op de werkplek uitgevoerd kan worden.<br />
Instrumenten Professionalisering<br />
In <strong>2006</strong> is er een interactieve professionaliseringswebsite ontwikkeld en is het competentiemodel van<br />
Schouten en Nelissen binnen Perspectief onderzocht op bruikbaarheid. De professionaliseringssite<br />
geeft de medewerker de mogelijkheid zichzelf, via het zoeken naar professionaliseringsmogelijkheden,<br />
te ontwikkelen. De site heeft de naam “Ontwikkel jezelf” gekregen en is ontwikkeld door de<br />
productgroep P&O in samenwerking met Kennisnetwerk, afdeling Leren & ICT. In november is een<br />
organisatiebrede gebruikerstest gehouden waaraan 6 verschillende afdelingen en 11 verschillende<br />
functiehouders deelnamen. In 2007 wordt de site zowel technisch als inhoudelijk verbeterd en is de<br />
verwachting dat de site “Ontwikkel jezelf” in het tweede kwartaal operationeel wordt.<br />
Arbeidsomstandigheden<br />
Ziekteverzuim<br />
Het ziekteverzuim liet ondanks de grote inspanning van de organisatie een dalende trend zien en<br />
daalde van 6,88% in 2005 naar 5,75% in <strong>2006</strong>. De verzuimfrequentie heeft zich van 1,32 in 2005 naar<br />
1,20 in <strong>2006</strong> ontwikkeld. Voor nagenoeg alle onderdelen geldt in <strong>2006</strong>dat het verzuimpercentage voor<br />
het grootste deel bepaald wordt door het percentage lang verzuim. Ook blijkt dat bij toenemende<br />
leeftijd de gemiddelde meldingsfrequentie afneemt. Het verzuimpercentage neemt echter toe bij<br />
toenemende leeftijd. Uitzondering hierop is de leeftijdsgroep van 60 tot 65 jaar. Zowel het<br />
verzuimpercentage als de meldingsfrequentie van de vrouwen is hoger dan die van de mannelijke<br />
medewerkers. Uit de over <strong>2006</strong> verzamelde gegevens blijft dat wanneer een verzuimende<br />
medewerker een werkgerelateerde klacht aangeeft, dit vooral klachten op het gebied van de<br />
werkhoeveelheid en werkomgeving / klimaat betreffen. De meest voorkomende diagnosegroepen zijn<br />
psychische aandoeningen en aandoeningen van het bewegingsapparaat. Deze aandoeningen worden<br />
in 60% van de, door de bedrijfsarts, begeleide verzuimen gesteld. Indien er sprake is van een<br />
arbeidsgebonden aandoening ligt de oorzaak in 69% van de gevallen op het mentale en<br />
psychosociale gebied. Het betreft hier vooral overbelasting en werkdruk.<br />
Pilot Ziekteverzuim<br />
Het verlagen van het ziekteverzuim en het aantal meldingen per medewerker was voor <strong>2006</strong> een<br />
aandachtspunt. Daarom is er een pilot gestart bij diverse grote organisatie-eenheden. Het doel van de<br />
pilot ziekteverzuim is maximaal 6% verzuim in 2007, 5,5 % in 2008 en 5% in 2009. Elk onderdeel heeft<br />
daarin zijn eigen accenten, bijvoorbeeld de training van medewerkers en leidinggevenden, v<br />
verandering van cultuur, beloning van geen verzuim, inschakeling van een “belverpleegkundige”, etc.<br />
Evaluatie van de pilotresultaten vindt plaats in de loop van 2007.<br />
Fit & Vitaal<br />
Het jaar <strong>2006</strong> stond wat Arbo betreft voor een belangrijk deel in het kader van het project Fit & Vitaal.<br />
Binnen de <strong>Politieacademie</strong> is er voor gekozen dit project vorm te geven door de medewerkers een<br />
conditietest aan te bieden. De testen zijn in april en mei verzorgd door het bedrijf Active Living op alle<br />
locaties van de <strong>Politieacademie</strong>. Het project is gepromoot door het uitdelen van Fit & Vitaal T-shirts<br />
en, flesjes gezond Fit & Vitaal bronwater. Van de mogelijkheid om op vrijwillige basis gebruik te maken<br />
van de testen hebben 908 medewerkers van de <strong>Politieacademie</strong> gebruik gemaakt. Alle medewerkers<br />
hebben na de test een scorekaart ontvangen met gegevens over hun conditie. Deze gegevens<br />
vormen de input voor de “herkeuringen” welke gepland staan in 2007. Alle medewerkers die in <strong>2006</strong><br />
aan de test hebben deelgenomen hebben ook een bonus van € 100, - bruto ontvangen.<br />
Arbodienstverlening<br />
In het voorjaar is het contract met de Arbodienst Achmea Arbo zodanig aangepast dat de bijdrage van<br />
de Arbodienst aan het terugdringen van verzuim en het ontwikkelen van beleid nader benoemd is.<br />
51
Tevens zijn een aantal prestatie indicatoren in het contract opgenomen. Ook is er veel werk verricht<br />
om de facturering op organisatieniveau te doen plaatsvinden. Aanleiding hiertoe vormde de wens van<br />
de consulenten om meer zicht te krijgen op de kosten van Arbozorg.<br />
In oktober heeft er een voorlichtingsdag aan OR- en OC-leden plaatsgevonden. Tijdens deze dag is<br />
de nieuwe Arbo wetgeving per 1-1-07 toegelicht en was de rol van de Arbodienst in relatie tot de OR<br />
onderwerp van gesprek. De dag werd door 30 medezeggenschappers bezocht.<br />
Risico Inventarisaties & Evaluaties (RI&E) en Onderzoeken<br />
Binnen de locaties Rotterdam en Eindhoven is een RI&E uitgevoerd. Voor de locatie Seminarielaan is<br />
er een opzet voor een RI&E gemaakt en op de locatie Ossendrecht zijn Taak Risico Analyses<br />
gemaakt, die de risico’s in kaart brengen die verbonden aan de opleidingen die daar gegeven worden.<br />
Binnen de meeste locaties zijn werkplekonderzoeken uitgevoerd, meestal op advies van de<br />
bedrijfsarts.<br />
Arbocommissies<br />
Op de meeste locaties functioneren Arbocommissies, te weten in Rotterdam en Eindhoven,<br />
Ossendrecht, Amsterdam en op de Seminarielaan. Arbocommissies vormen een belangrijke schakel<br />
in de Arbobeleidscyclus. Zij houden de vinger aan pols inzake de uitvoering van het Plan van aanpak<br />
dat volgt op de RI&E en vormen het aanspreekpunt voor Arbo knelpunten. Op de locaties Visionpark,<br />
Zutphen en Warnsveld, Den Haag, en Lelystad waren in <strong>2006</strong> geen Arbocommissies werkzaam.<br />
Keuring IBT docenten<br />
In het najaar van <strong>2006</strong> is de keuring van IBT docenten (in 2007) bij Sport Medisch Centrum Papendal<br />
voorbereid. Aan deze fysiek zware keuring nemen circa 100 IBT docenten deel.<br />
Arbeidsinspectie<br />
In oktober heeft de <strong>Politieacademie</strong> bezoek gehad van de Arbeidsinspectie. Dit bezoek vond plaats in<br />
het kader van een inventarisatie naar de arbeidsomstandigheden binnen de (semi)overheid.<br />
De inspecteur van de Arbeidsinspectie had opmerkingen over het ontbreken van de RI&E op een<br />
aantal locaties en over het ontbreken van registratie van (bijna)ongevallen op sommige locaties.<br />
Tevens hechtte hij veel waarde aan het informeren van medewerkers over de gevaren verbonden aan<br />
het werk, zoals RSI bij beeldschermwerk. Dit heeft ertoe geleid dat besloten is voor de concernlocatie,<br />
waar het meeste beeldschermwerk plaatsvindt, een RI&E uit te voeren in 2007.<br />
Welzijn en omgangsvormen<br />
Bedrijfsmaatschappelijk werk<br />
In <strong>2006</strong> hebben 4 professionals van het GIMD het bedrijfsmaatschappelijk werk binnen de<br />
<strong>Politieacademie</strong> verzorgd. Hun belangrijkste doel was een actieve bijdrage te leveren aan het<br />
reduceren van het ziekteverzuim binnen de <strong>Politieacademie</strong>. In <strong>2006</strong> zijn er 107 medewerkers<br />
begeleidt door het bedrijfsmaatschappelijk werk, dit is 6,5% van de personeelsleden. 34 cliënten zijn<br />
aangemeld vanuit het SMT of door de bedrijfsarts, maar een veel grotere groep (73) zoekt op eigen<br />
initiatief of op advies van de leidinggevende preventief het gesprek met de bedrijfsmaatschappelijk<br />
werkster. Met 22 personeelsleden is een plan van aanpak uitgewerkt ten behoeve van de reïntegratie.<br />
Onderwerpen waarvoor leidinggevenden de bedrijfsmaatschappelijk werkster consulteren zijn het<br />
omgaan met lastige medewerkers, het omgaan met zieke medewerkers, de valkuilen en knelpunten<br />
van een “sandwich-functie”, beleidsontwikkeling en teambuilding. In <strong>2006</strong> heeft dit 11 keer geleid tot<br />
een coachings / adviestraject. In <strong>2006</strong> heeft er twee maal een interventie plaatsgevonden ten behoeve<br />
van traumaopvang in teamverband.<br />
Sociaal Voorzieningenfonds<br />
Het Bedrijfsmaatschappelijk werk geeft onafhankelijke adviezen voor het Sociaal Voorzieningenfonds.<br />
In <strong>2006</strong> is er 6 keer een advies uitgebracht door het bedrijfsmaatschappelijk werk over aanvragen.<br />
In <strong>2006</strong> zijn er 3 leningen aan medewerkers verstrekt die alle drie ook in <strong>2006</strong> weer zijn afgelost.<br />
Het totaalbedrag van de uitbetaalde en afgeloste leningen in <strong>2006</strong> bedroeg € 25.000, -.<br />
Vertrouwenspersoon<br />
De centrale vertrouwenspersoon heeft eind <strong>2006</strong> de <strong>Politieacademie</strong> verlaten. De laatste periode van<br />
<strong>2006</strong> is zij vervangen en er is een vacature opengesteld voor haar opvolging die naar verwachting in<br />
52
maart 2007 ingevuld zal worden. Op 31 december <strong>2006</strong> waren er 18 vertrouwenspersonen actief en<br />
waren er 6 vacatures. Het netwerk van vertrouwenspersonen kwam zes keer bij elkaar. Tijdens deze<br />
bijeenkomsten werd, behalve het normale werkoverleg, aandacht besteed aan professionalisering en<br />
intervisie. Een van deze bijeenkomst is een tweedaagse trainingsbijeenkomst die in het teken stond<br />
van teambuilding en een training communicatie en feedback. De centrale vertrouwenspersoon heeft<br />
deelgenomen aan de diverse landelijke overleggen van centrale vertrouwenspersonen van de Politie.<br />
In <strong>2006</strong> zijn er ongeveer 147 meldingen bij de vertrouwenspersonen binnen gekomen en heeft de<br />
klachtencommissie een klacht behandeld die ging over discriminatie.<br />
Trainingen gewenste omgangsvormen<br />
In <strong>2006</strong> zijn er drie trainingen gegeven voor leidinggevenden gewenste omgangsvormen. Deze<br />
trainingen werden verzorgd door het bureau Bezemer en Kuiper en een dagdeel daarvan werd<br />
verzorgd door de (waarnemend) centrale vertrouwenspersoon. Er namen ongeveer 351<br />
leidinggevenden deel aan deze drie trainingen. In 2007 zijn er voor de drie groepen nog<br />
intervisiebijeenkomsten ingepland.<br />
Arbeidsvoorwaarden & Rechtspositie<br />
Arbeidsrechterlijke bezwaar- en beroepzaken<br />
In <strong>2006</strong> heeft het College van Bestuur in totaal 17 bezwaarschriften ontvangen van medewerkers die<br />
het niet eens waren met het arbeidsrechterlijke besluit dat zij hadden ontvangen. Van deze 17<br />
bezwaren zijn er door bemiddeling van de arbeidsjurist 9 tussentijds opgelost en zijn er 8 ter advies<br />
voorgelegd aan de Bezwarenadviescommissie van de <strong>Politieacademie</strong>. Van de 8 behandelde<br />
bezwaarschriften heeft de Bezwarenadviescommissie voor 3 aangegeven dat zij geen grond zien voor<br />
heroverweging van het besluit, voor 4 dat er wel grond is voor heroverweging en 1 bezwaar is<br />
verdaagd naar 2007. Gedurende het jaar <strong>2006</strong> zijn er 3 rechtszaken geweest bij de bestuursrechter.<br />
Digitaal Reiskosten Declaratiesysteem (DRD)<br />
In de CAO 2005 – 2007 is afgesproken dat de vele bestaande regelingen en regionale afspraken over<br />
vergoedingen voor het woon- werkverkeer per 1 januari 2007 zouden vervallen en worden vervangen<br />
door één doorzichtige en landelijk geldende reisregeling. Omdat dit een toevloed aan reisdeclaraties<br />
betekent is er samen met Centric in <strong>2006</strong> een digitaal reiskostendeclaratie-systeem ontwikkeld, dat<br />
per 1 januari 2007 is ingevoerd.<br />
Regionaal georganiseerd overleg (RGO)<br />
In <strong>2006</strong> heeft er 3 keer een overleg plaatsgevonden tussen de <strong>Politieacademie</strong> en de in het RGO<br />
vertegenwoordigde vakorganisaties. Centraal daarbij stond de ontwikkeling dat het<br />
RGO mogelijk met ingang van 1 januari 2007 buiten werking zou worden gesteld. In het verband<br />
hiermee zijn in overleg met het RGO de binnen de <strong>Politieacademie</strong> geldende rechtspositionele<br />
regelingen geïnventariseerd.<br />
De opschorting van het RGO was aanleiding voor een herijking van het overleg met de<br />
Ondernemingsraad, waartoe een eerste is gemaakt op een themadag Arbeidsvoorwaarden en<br />
Rechtspositie voor de OR in december <strong>2006</strong>.<br />
Stagiaires<br />
Er is in <strong>2006</strong> een regeling ingevoerd om binnen de <strong>Politieacademie</strong> op eenduidige wijze om te gaan<br />
met stageverzoeken van onderwijsinstellingen en studenten.<br />
Sociale Zekerheid<br />
Wijzigingen in de Pensioenregeling vanaf 1 januari <strong>2006</strong><br />
Op 1 januari <strong>2006</strong> zijn de prepensioenregelingen (de FPU, de AFUP algemeen en de<br />
AFUP specifiek) komen te vervallen voor degenen die na 1 januari 1950 zijn geboren. Hiervoor in de<br />
plaats is het ABP Keuze Pensioen gekomen.<br />
De Levensloopregeling<br />
53
De levensloopregeling is op 1 januari <strong>2006</strong> ingegaan. Bij de Politie kan levensloopregeling gebruikt<br />
worden om de prepensioenregeling gedeeltelijk te vervangen. Door deze voorziening kan er geld<br />
gespaard worden om voorafgaand aan het ouderdomspensioen een periode van verlof te financieren.<br />
Hiervoor ontvangt iedere medewerker een algemene levensloopbijdrage van 0,45%. De executieve<br />
medewerker ontvangt tevens andere nieuwe toelages:<br />
• De toelage bezwarende functies (TBF) van 1,6% (tot max. 25 dienstjaren en maximaal schaal 11).<br />
• De inhaaltoelage bezwarende functies (iTBF) (% is individueel berekend door het ABP).<br />
Het aantal werknemers van de <strong>Politieacademie</strong> dat zich aangemeld heeft voor de levensloopregeling<br />
is 278. Hiervan hebben 3 werknemers bij een andere organisatie dan Loyalis de levensloopregeling<br />
afgesloten. De 278 medewerkers (17,9%) kunnen onderverdeeld worden in 175 executieven en 103<br />
niet-executieven.<br />
Kosten in <strong>2006</strong> van de levensloopregeling:<br />
Overzicht <strong>2006</strong> Aantal medewerkers Kosten<br />
iTBF 357 € 1.092.227,56<br />
TBF 166 € 104.398,98<br />
Algemene levensloopbijdrage 1556 € 246.050,28<br />
WW / BWW<br />
In <strong>2006</strong> zijn er 9 ex-werknemers bijgekomen die een wettelijke werkloosheidsuitkering bij het UWV en<br />
de bovenwettelijke werkloosheidsuitkering bij Loyalis aangevraagd hebben. Er zijn in <strong>2006</strong>, mede<br />
dankzij het inzetten van een reïntegratiebureau, 16 ex-werknemers uit de WW/BWW gestroomd. En<br />
van de nieuwe instroom van 9 zijn er inmiddels alweer 5 uitgestroomd. Eind <strong>2006</strong> is het aantal exwerknemers<br />
dat een WW/BWW uitkering ontvangt 13. Vanuit de WAO-herschattingsbesluit zijn 2 exwerknemers<br />
in de WW ingestroomd. De kosten van de wettelijke- en de bovenwettelijke<br />
werkloosheidsuitkeringen in <strong>2006</strong> bedroegen € 271.733,68 (in 2005: € 352.420,30).<br />
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)<br />
Op 1 januari <strong>2006</strong> is de WAO vervangen door de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, de<br />
WIA. Bij de WIA gaat het vooral om terugkeer naar werk te stimuleren. Werknemers die na 1 januari<br />
2004 ziek zijn geworden gaan onder de WIA vallen. In <strong>2006</strong> zijn 5 medewerkers van de<br />
<strong>Politieacademie</strong> voor de Wet WIA gekeurd met als resultaat:<br />
• < 35 % 1 werknemer � geen uitkering<br />
• 35 – 80 % 2 werknemers � WGA uitkering<br />
• > 80 % 2 werknemers � WGA uitkering (geen IVA)<br />
CZ-Politie Zorgpolis<br />
Op 1 januari <strong>2006</strong> is het verschil tussen ziekenfonds- en particuliere verzekering verdwenen. Ook zijn<br />
de ziektekostenregelingen voor alle ambtenaren, waaronder ook de DGVP, komen te vervallen. Om te<br />
komen tot een collectieve ziektekostenverzekering voor alle Politieambtenaren en hun gezinsleden is<br />
er een aanbestedingsprocedure in gang gezet. CZ- Politie Zorgpolis heeft de aanbesteding gegund<br />
gekregen. Om alles in goede banen te leiden voor alle medewerkers van de <strong>Politieacademie</strong> is er een<br />
eigen helpdesk opgezet binnen Bestuurs- en Concernstaf. De eerste paar maanden van <strong>2006</strong> is hier<br />
zeer veelvuldig gebruik van gemaakt.<br />
54
Kerncijfers <strong>2006</strong><br />
Formatie ontwikkeling in fte 2002 – <strong>2006</strong><br />
Jaar 2002 2003 2004 2005 <strong>2006</strong><br />
Fte per 31-12 1286,94 1255,69 1242,25 1315,54 1503,44<br />
Groei /<br />
afname<br />
- - 31,25 + 13,44 + 73,29 + 187,90<br />
Aantal medewerkers per 31-12-<strong>2006</strong><br />
Organisatie-eenheid Man Vrouw Totaal<br />
B&C 45 48 93<br />
CCM 72 133 205<br />
CID 113 99 212<br />
FAP 250 162 412<br />
FBPL 268 100 368<br />
KNW 81 53 134<br />
LECD 1 9 10<br />
MW 79 62 141<br />
SPL 4 7 11<br />
Totaal 913 673 1586<br />
Verhouding voltijd – deeltijd personeel in aantal medewerkers per 31-12-<strong>2006</strong><br />
Organisatie-eenheid Voltijd Deeltijd Totaal<br />
B&C 66 26 92<br />
CCM 122 84 206<br />
CID 144 68 212<br />
FAP 293 119 412<br />
FBPL 292 76 368<br />
KNW 104 30 134<br />
LECD 4 6 10<br />
MW 110 31 141<br />
SPL 6 5 11<br />
Totaal 1141 445 1586<br />
Ontwikkeling aantal medewerkers naar functie per 31-12-2005 en 31-12-<strong>2006</strong><br />
Organisatie-eenheid 31-12-2005 31-12-<strong>2006</strong><br />
Docenten Overig Totaal Docenten Overig Totaal<br />
B&C 81 81 93 93<br />
CCM 172 172 205 205<br />
CID 215 215 212 212<br />
FAP 198 173 371 232 180 412<br />
FBPL 173 133 306 214 154 368<br />
KNW 4 115 119 2 132 134<br />
LECD 13 13 10 10<br />
MW 29 72 101 43 98 141<br />
SPL 9 9 11 11<br />
Totaal 404 983 1387 491 1095 1586<br />
55
Ontwikkeling tijdelijk personeel in % van het personeelsbestand<br />
Organisatie-eenheid 2004 2005 <strong>2006</strong><br />
B&C 3,8% 7,7% 12,9%<br />
CCM 11,7% 15,1% 28,3%<br />
CID 0,6% 0,9% 3,3%<br />
FAP 0,7% 1,3% 10,7%<br />
FBPL 0,7% 2,6% 12,0%<br />
KNW 2,0% 5,0% 14,9%<br />
LECD 18,2% 15,4% 10,0%<br />
MW 4,2% 2,0% 14,2%<br />
SPL 12,5% 22,2% 27,3%<br />
Totaal 2,9% 4,0% 14,9%<br />
Ontwikkeling leeftijdsopbouw personeel in aantal medewerkers<br />
Leeftijd 2004 2005 <strong>2006</strong><br />
< 30 106 117 147<br />
30-39 285 299 380<br />
40-49 485 496 501<br />
50-59 421 453 522<br />
>=60 11 22 36<br />
Totaal 1308 1387 1586<br />
Ontwikkeling salarisschalen in aantal medewerkers<br />
Salarisschalen op 31-12-<strong>2006</strong> 2004 2005 <strong>2006</strong><br />
1 t/m 5 225 234 273<br />
6 t/m 9 586 653 755<br />
10 t/m 12 437 441 491<br />
13 t/m 14 39 37 44<br />
15 t/m 16 18 17 18<br />
17 en hoger 3 5 5<br />
Totaal 1308 1387 1586<br />
Interne en externe vacatures<br />
Onderdelen<br />
Opengestelde<br />
Maand<br />
Intern<br />
tot mei<br />
Intern<br />
mei<br />
Intern<br />
juni<br />
Intern<br />
juli<br />
Intern<br />
aug.<br />
Intern<br />
sept.<br />
Intern<br />
okt.<br />
Intern<br />
nov.<br />
Intern<br />
dec.<br />
Intern<br />
jan. - dec.<br />
<strong>2006</strong><br />
B&C 2 3 1 0 1 1 2 6 3 19<br />
CCM 9 1 7 8 0 1 1 5 3 35<br />
CID 4 0 3 3 0 3 2 6 2 23<br />
FAP 19 4 5 3 5 2 1 3 4 46<br />
FBPL 17 5 5 14 3 2 5 5 2 58<br />
SPL 0 0 1 1 0 0 0 0 0 2<br />
LECD 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1<br />
IPO 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1<br />
MAATWERK 3 0 3 4 0 1 2 1 8 22<br />
KNW 4 3 1 3 0 2 2 5 3 23<br />
Totaal aantal vacatures 59 16 26 37 9 12 15 31 25 230<br />
De <strong>Politieacademie</strong> streeft naar 5% allochtone medewerkers in het personeelsbestand en 2 allochtone<br />
docenten per docententeam. In <strong>2006</strong> is gestart met het aanleggen van een database voor<br />
belangstellenden, ook vanuit de diversiteitsgroepen, die zich willen inschrijven voor een baan bij de<br />
<strong>Politieacademie</strong>. De personele bezetting bestond voor ruim 40% uit vrouwen, van dit percentage<br />
vervulde 11% een functie in schaal 10 en hoger. In <strong>2006</strong> is de intervisiegroep voor vrouwen (COIN)<br />
voortgezet.<br />
56
Onderdelen<br />
Opengestelde<br />
Maand<br />
Extern<br />
tot mei<br />
Extern<br />
mei<br />
Extern<br />
juni<br />
Extern<br />
juli<br />
Extern<br />
aug.<br />
Extern<br />
sept.<br />
Extern<br />
okt.<br />
Extern<br />
nov.<br />
Extern<br />
dec.<br />
Extern<br />
jan. - dec.<br />
<strong>2006</strong><br />
B&C 4 0 0 1 0 0 2 1 0 8<br />
CCM 8 1 1 1 0 2 0 0 1 14<br />
CID 4 2 2 6 0 3 1 4 1 23<br />
FAP 11 6 2 0 5 1 0 0 3 28<br />
FBPL 15 4 5 12 2 0 5 5 4 52<br />
SPL 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1<br />
LECD 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1<br />
IPO 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />
MAATWERK 1 0 1 2 2 0 1 0 0 7<br />
KNW 1 3 2 1 0 1 1 1 2 12<br />
Totaal aantal vacatures 44 16 14 23 10 7 10 11 11 146<br />
Ziekteverzuim – verzuimklachten<br />
Hoofdpijn<br />
13%<br />
Overig<br />
14%<br />
Maag /<br />
darm<br />
19%<br />
Moeheid /<br />
spanningen<br />
11% Luchtwegen<br />
/ KNO<br />
14%<br />
Bewegingsapparaat<br />
11%<br />
Koorts<br />
17%<br />
Ziekteverzuim – Werkgerelateerde klachten<br />
Arbeidssituatie Aantal Percentage<br />
Percentage<br />
Achmea*<br />
Werkplekinrichting
Medezeggenschap<br />
In <strong>2006</strong> was de OR nauw betrokken bij de verdere ontwikkelingen rond de huisvesting. Vooral t.b.v.<br />
van de verbouw en nieuwbouw van de Concernlocatie De Weijert werd er veel overleg gevoerd.<br />
In verband met het thema Inspirerend Samenwerken werd er op een aantal locaties van andere<br />
bedrijven gekeken, om te zien hoe daar aan dit concept bouw- en inrichtingstechnisch gestalte is<br />
gegeven.<br />
Een ander belangrijk thema was de HBO-diploma eis die bij de werving van nieuwe docenten<br />
gehanteerd gaat worden. Ook voor al bij de <strong>Politieacademie</strong> werkende docenten is er de wens deze<br />
naar een HBO-niveau te brengen. Hiervoor is een ambitieus professionaliseringsplan in ontwikkeling.<br />
De ondernemingsraad heeft in dit kader aangedrongen op passende en ruimere studiefaciliteiten, die<br />
ook niet uitsluitend voor de docenten van toepassing zou moeten zijn.<br />
In juni waren er verkiezingen voor de OR en drie (van de zeven) OC’s.<br />
Op 6 juli werd de nieuwe OR geïnstalleerd door de voorzitter van het College van Bestuur.<br />
De oude OR werd bedankt voor haar bewezen diensten en van haar taken ontheven.<br />
Door de verkiezingen werd de raad behoorlijk vernieuwd. Het Dagelijks Bestuur werd uitgebreid van<br />
vier naar vijf leden. Hierdoor is een brede vertegenwoordiging van de vakbonden gerealiseerd en een<br />
groot draagvlak ontstaan. Acht leden van de oude OR werden opgevolgd door nieuw gekozen OR<br />
leden. Zeven OR leden zijn inmiddels aan hun tweede of derde periode van drie jaar begonnen.<br />
Van de zeven OC’s is ongeveer de helft van de zittende leden vervangen door nieuwe leden.<br />
De nieuwe OR is in augustus van start gegaan. De nieuwe medezeggenschappers werden op een<br />
scholingsdag door de “oud” secretaris ingewijd in de geheimen van de medezeggenschap,<br />
toegesneden op de omgeving van de <strong>Politieacademie</strong>.<br />
In <strong>2006</strong> zijn er zes OR vergaderingen gehouden en vijf Overlegvergadering met het CvB.<br />
Belangrijke thema’s die - vaak meerdere keren - aan de orde waren zijn o.a. de huisvesting in het<br />
algemeen en van de Concernlocatie De Weijert in het bijzonder. Ook competentiemanagement kreeg<br />
ruim aandacht in de vergaderingen. In verband met vertraging van de trainingen, de startgesprekken<br />
en de beschrijving van de functieprofielen is de invoeringsdatum uitgesteld tot 1 juli 2007.<br />
De verzuimcijfers van de <strong>Politieacademie</strong> worden door Achmea aangeleverd. Deze belangrijke P&O<br />
aangelegenheid wordt herhaaldelijk besproken en hebben inmiddels geleid tot een aantal pilots om<br />
het ziekteverzuim te beheersen.<br />
Een belangrijk agendapunt van het overleg tussen het College van Bestuur en de ondernemingsraad<br />
was een aantal keren het Werving- en Selectiebeleid van de <strong>Politieacademie</strong>. Een leidend<br />
uitgangspunt van de OR in dit beleid is steeds geweest: loopbaankansen voor eigen medewerkers.<br />
Inmiddels is de notitie Werving en Selectiebeleid <strong>Politieacademie</strong> vastgesteld.<br />
Binnen de OR zijn er vier commissies (Personeel &Organisatie, Financien. & Beleid, Kwaliteit-ARBO-<br />
Milieu en Onderwijs &Kennis) actief. Daarnaast zijn er commissies m.b.t. Diversiteit en Veiligheid<br />
waarin de OR vertegenwoordigd is.<br />
Voor de professionalisering en de onderlinge verbinding zijn er in <strong>2006</strong> twee scholingsdagen voor de<br />
Medezeggenschap georganiseerd.<br />
58
JAARVERSLAG <strong>2006</strong> POLITIEACADEMIE<br />
1. Strategie<br />
Strategisch beleidsplan <strong>2006</strong>-2010<br />
HOOFDSTUK 7 :<br />
STRATEGIE EN SAMENWERKING<br />
Het meerjarig beleids- en actieplan is de afgelopen jaren een terugkerend onderdeel van de Planning<br />
& Controlcyclus van de <strong>Politieacademie</strong>. In die jaren is er een steeds sterkere nadruk komen te liggen<br />
op sturing op te behalen resultaten. In 2005 heeft het CvB daarom een Strategisch beleidsplan <strong>2006</strong>-<br />
2010 vastgesteld, dat volledig bestaat uit een omschrijving van te behalen resultaten, gekoppeld aan 6<br />
strategische doelen. De jaarplannen en begrotingen van de organisatie-eenheden zullen vanaf <strong>2006</strong><br />
jaarlijks de acties beschrijven, die op het bereiken van deze <strong>Politieacademie</strong>brede resultaten gericht<br />
zijn en wat die kosten.<br />
Voorafgaand aan het opstellen van het nieuwe strategisch plan is het Beleids- en Actieplan 2004-2007<br />
geëvalueerd, door na te gaan welke doelen zijn bereikt, welke acties zijn afgerond, welke er nog<br />
lopen, wat er inmiddels bijgekomen is en wat verwacht wordt dat er nog bijkomt voor de komende<br />
jaren. Het CvB heeft de missie van de <strong>Politieacademie</strong>, als overkoepelende omschrijving van haar<br />
bestaansreden, ge(her)formuleerd.<br />
2. Samenwerking<br />
De laatste jaren wordt het aantal strategische samenwerkingsrelaties van de Academie (vaak in de<br />
vorm van een samenwerkingsovereenkomst of een intentieverklaring) steeds groter. Dit weerspiegelt<br />
de voortgaande verbreding van het veiligheidsdomein en de verdergaande vermaatschappelijking van<br />
de Politie.<br />
Regulier onderwijs<br />
6 ROC’s en 3 hogescholen bij de uitvoering van het initieel onderwijs.<br />
Met de invulling van de kennisfunctie ook de universitaire wereld ; met name de lectoren.<br />
Het Lectoraat Gemeenschappelijke Veiligheidskunde met het NIZW, de Universiteit Tilburg, het WRR,<br />
het IPIT, de Universiteit Nijmegen, het SMVP, Instituut Clingendael en AEF. Daarnaast is in <strong>2006</strong><br />
samengewerkt met de Universiteit Utrecht, het SGBO, Verdiwel en TNO. Binnen het Lectoraat<br />
Openbare Orde & Gevaarbeheersing (OO&G) is er samenwerking met Onderzoek- en adviesgroep<br />
Beke Arnhem, Defensieacademie en deelname in de kenniskring van TNO Technische Menskunde en<br />
van het Nibra. De lector is lid van de adviescommissie veiligheid van de KNVB.<br />
Samenwerking Radboud : 2 dissertaties in <strong>2006</strong> verschenen : van A. Doornbos “workrelated Learning”<br />
en van M. de Laat over “Networked Learning””.<br />
Veiligheidsplatform kennisinstellingen<br />
Op initiatief van <strong>Politieacademie</strong>, NIBRA en HBO-Raad is in het kader van integrale veiligheidszorg<br />
het “Veiligheidsplatform Kennisinstellingen” opgestart.<br />
Onder de paraplu van dit bestuurlijk platform zullen de deelnemers afspraken over onderlinge<br />
samenwerking maken en uitvoeren, ondersteund door het Nederlands Veiligheids Net (NVN). Het gaat<br />
hier over creatie, onderlinge uitwisseling en verspreiding van kennis over veiligheidsvraagstukken.<br />
Koninklijke Marechaussee<br />
In 2004 hebben <strong>Politieacademie</strong> en Koninklijke Marechaussee (Kmar) een intentieverklaring tot<br />
samenwerking ondertekend. In 2005 heeft dat resultaten gebracht. Medewerkers van de KMar nemen<br />
deel aan Politieonderwijs en Politiemedewerkers maken gebruik van onderwijs bij het Landelijk<br />
Opleidings- en Kenniscentrum KMar (LOKKMar, voorheen OCKMar). Voorbeelden van<br />
Politieonderwijs waaraan medewerkers van de KMar deelnemen, zijn opleidingen op het gebied van<br />
59
zeden, vuurwapens, financieel rechercheren, algemene recherche en verdovende middelen.<br />
Voorbeelden van KMar-onderwijs waaraan Politiefunctionarissen deelnemen, zijn cursussen op het<br />
terrein van documenten, grensbewaking en vreemdelingentoezicht. Doelstelling is om het onderwijs<br />
betreffende recherche, drugs en zeden exclusief bij de <strong>Politieacademie</strong> te laten plaatsvinden en het<br />
onderwijs op het gebied van documenten, grensbewaking en vreemdelingenrecht exclusief bij de<br />
KMar te beleggen.<br />
Ook gevaarsbeheersing is een domein waarop de Academie en Kmar samenwerken : eind vorig jaar<br />
is een pilot ME uitgevoerd voor een groep van 40 studenten, waarvan 20 afkomstig van de Kmar.<br />
<strong>Politieacademie</strong> en KMar inventariseren de mogelijkheden tot het over en weer benutten van elkaars<br />
infrastructuur. Het gaat dan om medegebruik van bijvoorbeeld de locatie Kleiberg van de<br />
<strong>Politieacademie</strong> te Apeldoorn (ligging in de directe nabijheid van de KMar) en van de locatie<br />
Ossendrecht van de <strong>Politieacademie</strong>, waar faciliteiten als het oefendorp, oefenperron etc. aanwezig<br />
zijn.<br />
De KMar en de <strong>Politieacademie</strong> wisselen bestaande kennis uit op het gebied van internationale<br />
Politiemissies, terreurbestrijding, grootschalig optreden, opsporing, documenten en explosieven. Dit<br />
gebeurt door docentenuitwisseling, gezamenlijke themadagen en conferenties, via PKN, etc.<br />
<strong>Politieacademie</strong> en Kmar werken vooral heel concreet samen bij de uitvoering van onderdelen van het<br />
postinitieel onderwijs op de diverse domeinen (recherche, gevaarsbeheersing)<br />
Nederlands Forensisch Instituut, Hogeschool en Universiteit van Amsterdam<br />
De <strong>Politieacademie</strong> en deze drie partijen werken op het gebied van Forensische Kennis (en<br />
opleidingen) veelal al op billaterale basis samen. Verdergaande samenwerking kan een belangrijke<br />
meerwaarde opleveren en een bijdrage leveren aan de opsporing en vervolging, door te voorzien inin<br />
de grote vraag naar forensisch-technische specialisten. Partijen zullen in 2007 een convenant<br />
aangaan, waarin ze hun intenties tot een dergelijke samenwerking bezegelen.. De intenties zijn o.a.<br />
gericht op de totstandkoming van een vooraanstaand expertisecentrum op het gebied van<br />
Forensische Wetenschappen. Ook sluiten de opleidingen op elkaar aan : de bacheloropleiding<br />
Forensisch Onderzoek (HvA) geeft b.v. toegang tot de Masteropleiding Forensisch Technisch<br />
Recherchekundige van de <strong>Politieacademie</strong>.<br />
Civiel-militaire samenwerking met Defensieacademie en NIFV<br />
De Ministers van Defensie en BZK hechten aan samenwerking tussen de Nederlandse Defensie<br />
Academie (NDA), het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid (NIFV, voorheen NIBRA) en de<br />
<strong>Politieacademie</strong>, vanuit het perspectief van de zogeheten “civiel-militaire samenwerking” op het gebied<br />
van Nationale Veiligheid. In dat licht zien de beide Ministers de (reeds bestaande) onderlinge<br />
samenwerking tussen de 3 instituten graag structureel geborgd. De bestuurders van de 3 instituten<br />
hebben daarover op 20 december overleg gehad. Een samenwerkingsconvenant is nagenoeg<br />
afgerond.<br />
60