Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Wo 6 nov <strong>2019</strong><br />
20.15 uur<br />
Serie Piano<br />
<strong>Alexandre</strong> <strong>Tharaud</strong><br />
Versailles<br />
Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale<br />
programmaboekje is een extra service<br />
ter voorbereiding op het concert. Het is<br />
uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie<br />
tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele<br />
telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de<br />
andere concertbezoekers.<br />
Bij voorbaat dank.
Programma<br />
<strong>Alexandre</strong> <strong>Tharaud</strong><br />
Versailles<br />
Serie Piano<br />
Wo 6 nov <strong>2019</strong><br />
Grote Zaal<br />
20.15 - 22.10 uur<br />
ca. 50 minuten voor de pauze<br />
ca. 45 minuten na de pauze<br />
<strong>Alexandre</strong> <strong>Tharaud</strong> piano<br />
Bent u niet vergeten uw mobiele<br />
telefoon uit te zetten?<br />
Dank u wel.<br />
2
Programma<br />
Jean-Baptiste Lully (1632 - 1687)<br />
Marche pour la cérémonie des Turcs (1670)<br />
François Couperin (1668 - 1733)<br />
La Logivière<br />
Les barricades mystérieuses<br />
Passacaille<br />
Les ombres errantes<br />
Le tic-toc-choc ou Les maillotins<br />
Joseph-Nicolas-Pancrace Royer (ca. 1705 - 1755)<br />
L’Aimable<br />
Marche de Sythes<br />
Jean-Henry d’Anglebert (1635 - 1691)<br />
Fugue grave<br />
Ouverture de Cadmus d’après Lully<br />
Chaconne d’Anglebert<br />
Variations sur les Folies d’Espagne<br />
Pauze<br />
Jean-Philippe Rameau (1683 - 1764)<br />
Prélude uit Premier livre de pièces de clavecin (17<strong>06</strong>)<br />
Le rappel des oiseaux uit Suite in E (1724/31)<br />
Claude Balbastre (1727 - 1799)<br />
La Suzanne<br />
Jacques Duphly (1715 - 1789)<br />
La de Belombre<br />
La Pothoüin<br />
Jean-Philippe Rameau<br />
Delen uit Suite in a (ca. 1729/30)<br />
··<br />
Allemande<br />
··<br />
Sarabande<br />
··<br />
Fanfarinette<br />
··<br />
Gavotte & Doubles<br />
3
Toelichting<br />
De 18e-eeuwse mens leefde in de beste der mogelijke werelden, vond de Duitse filosoof<br />
Gottfried Wilhelm Leipniz. Het Franse hof, Versailles, zou je het beste der mogelijke<br />
hoven kunnen noemen. Het fraaiste van deze wereld leek er verzameld. Pracht, rijkdom,<br />
verfijning, cultuur en orde. Hier heerste regelmaat, het dictaat van de structuur.<br />
We danken het schitterende hof van Versailles<br />
aan het genie van koning Lodewijk XIV, de<br />
‘Zonnekoning’. Een potentaat zou je hem in<br />
onze ogen noemen. Hij aan het hoofd, ver<br />
boven de rest, zonnestralen uitzendend die<br />
het hele leven beheersten. En dat gedurende<br />
een ongelooflijk lange regeringsperiode, ruim<br />
zeventig jaar. Maar dat het op Versailles voor<br />
menigeen goed toeven was, leidt geen twijfel.<br />
Nog steeds staat de periode van zijn regering<br />
(1642-1715) te boek als de Grand Siècle. Het<br />
gold zeker ook voor de kunsten.<br />
Oorspronkelijk was Versailles niet meer<br />
dan een jagershut in het bos ten gerieve<br />
van Lodewijk XIII, niet ver van Parijs. Diens<br />
zoon vond het vervolgens de ideale plek<br />
voor een paleis. Ietsje op afstand van de<br />
stadse drukte, met veel frisse lucht, fraai<br />
groen en alle ruimte voor expansie. Ruimte<br />
ook voor schitterende feesten, waar het<br />
er cultureel verantwoord aan toeging;<br />
concerten, opera’s, ballet en theater. De<br />
koning verzamelde grote geesten aan zijn<br />
hof. Zoals de briljante schrijver Molière en<br />
componist Jean-Baptiste Lully, aangewaaid<br />
uit Italië om zich nu te ontpoppen tot een<br />
even sterke persoonlijkheid op het punt der<br />
muziek als Lodewijk zelf op het punt van<br />
politiek en oorlogsvoering, en een uitgebreide<br />
hofkapel, een eigen hoforganist, een eigen<br />
hofklavecinist, et cetera. Zo ontstond een<br />
hofcultuur die de wereld nooit eerder zag.<br />
Musici hadden het goed aan dit hof; de<br />
Zonnekoning was een beschermheer der<br />
kunsten par excellence. Lully, François<br />
Couperin, Jean-Henry d’Anglebert<br />
bekleedden hier de belangrijkste muzikale<br />
posities. Onder Lodewijk XV vertoefden er<br />
Jean-Philippe Rameau en Joseph-Nicolas-<br />
Pancrace Royer. We keren er voor één avond<br />
naar terug en horen de klavecimbelmuziek<br />
die hier klonk. Luister naar de vriendelijke<br />
ruis, het tintelen, het sprankelen van dat<br />
lichte instrument en je bent terug in het<br />
achttiende-eeuws Versailles. Voor Couperin<br />
en Rameau, de grootste twee, was het<br />
klavecimbel een instrument waarin ze hun<br />
hart en ziel kwijt konden, waarin ze praktisch<br />
leefden. Over Rameau zei men dat ‘zodra hij<br />
ophield met spelen en zijn klavecimbel sloot,<br />
het leek of er niemand thuis was,’ zó was hij<br />
ermee vergroeid.<br />
De ‘Franse klavecinisten’ zijn nog altijd een<br />
begrip. Zoals de Vlaamse polyfonisten en<br />
de Weense School. Hun koersen stonden<br />
echter niet altijd even hoog. Zoals Bach<br />
lang vergeten werd, zo leken ook Lully,<br />
Couperin en Rameau bij perioden onder<br />
het stof begraven. In de negentiende eeuw<br />
heropenden Claude Debussy en Maurice<br />
Ravel weer oog en oor, Johannes Brahms<br />
verzamelde Couperin-partituren en Camille<br />
Saint-Saëns gaf Rameau’s verzamelde<br />
werken uit. Debussy hoorde in Rameau<br />
4
Toelichting<br />
een bijzondere vorm van concentratie en<br />
contemplatie. ‘Ik vrees dat onze oren […]<br />
het vermogen hebben verloren om met de<br />
nodige verfijning naar de muziek van Rameau<br />
te luisteren, muziek waarin alle grove klanken<br />
verboden zijn […] Waarom hebben wij zijn<br />
raad niet opgevolgd, namelijk het observeren<br />
van de natuur, alvorens haar te proberen<br />
te imiteren? Omdat we daar niet langer de<br />
tijd voor hebben, denk ik. Dus absorbeert<br />
onze muziek blindelings […] legendarische<br />
verhalen of kruimels van de Wagner-dis.’<br />
Wie Rameau’s uiterst subtiele Rappel des<br />
oiseaux hoort geeft Debussy meteen gelijk.<br />
Het is, voor zulke programmamuziek, bewust<br />
onspectaculair gehouden. Heel veel nootjes<br />
maar toch in wezen heel kalm en rustig.<br />
Vogeltjes zingen elkaar toe in de avondstond.<br />
<strong>Alexandre</strong> <strong>Tharaud</strong> kiest<br />
de moderne concertvleugel<br />
voor de muziek van de<br />
Franse klavecinisten.<br />
Wordt nu vanavond ook het klavecimbel<br />
bespeeld, zoals te verwachten bij muziek<br />
van de Franse klavecinisten? Nee. <strong>Alexandre</strong><br />
<strong>Tharaud</strong> kiest de moderne concertvleugel.<br />
Een instrument dat vele malen luider<br />
kan, veel hoger en lager, zeker twee keer<br />
zo groot is, tien keer zo zwaar en een<br />
heel ander mechaniek heeft. <strong>Tharaud</strong>s<br />
doorbraak-cd Tic Toc Choc met muziek van<br />
Couperin op piano werd in de pers ‘de ideale<br />
shocktherapie voor puristen oude muziek<br />
genoemd.’ En aangezien veel componisten<br />
van vanavond naar het modernste streefden,<br />
naar – binnen het betamelijke – een<br />
‘choc’, is <strong>Tharaud</strong>s benadering meer dan<br />
gerechtvaardigd.<br />
Jean-Baptiste Lully<br />
Van Italiaans molenaarszoontje tot de Franse<br />
kunstpaus van zijn tijd. Giovanni Battista<br />
Lulli, Jean-Baptiste Lully in het Frans, kwam<br />
op zijn veertiende naar Parijs en werd page<br />
van de nicht van de koning. Geef die jongen<br />
dans- en muziekles, en jawel, dat sloeg<br />
dermate aan dat Lully spoedig zelf les gaf en<br />
wel aan de Zonnekoning in eigen persoon;<br />
deze danste graag mee in sommige van de<br />
opéra-ballets aan zijn hof. Lully was zijn hele<br />
verdere leven werkzaam in Versailles. En<br />
hoe: ‘L’opéra, c’est moi,’ verkondigde hij, in<br />
navolging van zijn heer en diens fameuze<br />
‘L’état, c’est moi’ (de staat, dat ben ik). Vooral<br />
wanneer Lully zijn krachten verenigde met<br />
die van Molière had hij behoorlijk recht van<br />
spreken. Een hoogtepunt was de comédieballet<br />
Le bourgeois-gentilhomme (1670),<br />
over een ‘gewone’ burger die hogerop wil, tot<br />
de adel wil behoren. Hieruit komt de Marche<br />
pour la cérémonie des Turcs.<br />
François Couperin<br />
François Couperin kwam van minder<br />
ver; hij werd geboren op een steenworp<br />
afstand van de kerk Saint-Germain, in het<br />
vierde arrondissement van Parijs. In feite<br />
5
Toelichting<br />
was Parijs en omstreken vergeven van de<br />
Couperins; zeker tien leden van de familie<br />
hadden belangrijke muzikale posities. Ter<br />
onderscheiding van een oom van hem,<br />
ook François geheten, werd de Couperin<br />
die leefde van 1668 tot 1733 ‘Le Grand’<br />
genoemd. Hij was ook de meest geniale<br />
telg; hoforganist van Versailles en daarnaast<br />
bekwaamde hij de prinsen en prinsessen op<br />
het klavecimbel. Couperin was een speciale<br />
gunsteling van de koning en wist deze ook<br />
in zijn donkere uren na een verloren veldslag<br />
of politieke nederlaag met zijn muziek te<br />
steunen. Na de dood van D’Anglebert werd<br />
hij hofklavecinist.<br />
Tussen 1713 en 1730 publiceerde<br />
Couperin vier dikke bundels met korte<br />
klavecimbelstukken, zo’n 240 in totaal. Hij<br />
groepeerde die in ‘ordres’, een soort suites,<br />
van ongelijke lengte: de kortste telt vier, de<br />
langste 22 delen. In totaal zijn er 27 van zulke<br />
‘ordres’. Waar een suite doorgaans bestaat<br />
uit dansen, treedt Couperin juist flink buiten<br />
de paden. Want zijn er eigenlijk dingen die<br />
hij niet tot klavecimbelmuziek omsmolt?<br />
Je treft bij hem zo ongeveer alles wat de<br />
wereld aan zaligs en smartelijks te bieden<br />
heeft. Gevoelens van allerlei slag, maar<br />
ook dingen, gebeurtenissen, mensen: van<br />
nachtegalen, vlinders, ‘dolende schaduwen’<br />
(Les ombres errantes), ‘tikkers en hamers’<br />
(Le tic-toc-choc) tot vorsten, vrienden,<br />
kennissen, en zichzelf (‘La Couperin’). Zelfs<br />
politiek. In Couperins tijd woedde de strijd<br />
tussen de Franse en de Italiaanse stijl; in<br />
een van de ‘ordres’ plaatste Couperin – die<br />
graag het beste van beide werelden verenigd<br />
zag – zowel een ‘Apothése de Corelli’ als een<br />
‘Apothéose de Lully’ broederlijk naast elkaar.<br />
Veel musici drukten zich in die tijd ook uit<br />
in (theoretische) geschriften. Couperin<br />
schreef L’art de toucher le clavecin. Daarin<br />
is het prettig bladeren. Over ‘de beginneling<br />
aan het klavecimbel’ bijvoorbeeld: ‘De<br />
knieën moeten bij het spelen niet tegen<br />
elkaar worden gedrukt, de voeten moeten<br />
parallel op de grond rusten.’ ‘Bent u geneigd<br />
grimassen te maken, plaats dan een spiegel<br />
op de lessenaar ter correctie.’ En dan een<br />
interessante hint: ‘Mannen die een zekere<br />
graad van perfectie willen bereiken moeten<br />
geen werk doen dat schadelijk zou kunnen<br />
zijn voor hun handen. Vrouwenhanden,<br />
omdat die nooit zulk werk doen, zijn in het<br />
algemeen geschikter.’<br />
Joseph-Nicolas-Pancrace Royer<br />
Joseph-Nicolas-Pancrace Royer, in 1705<br />
geboren in Bourgondie, kwam op z’n<br />
twintigste naar Parijs. Hij studeerde zeer<br />
waarschijnlijk bij een neef van Couperin. In<br />
1734 werd hij ‘maître de musique des enfans<br />
de France’, een jaar later werkte hij onder<br />
Lodewijk XV als ‘chantre de la musique de la<br />
chambre du roi’ en twee jaar voor zijn relatief<br />
vroege dood in 1755 had hij het gebracht tot<br />
‘maitre de musique de la chambre du roi’.<br />
Hij was een succesvol operacomponist en<br />
publiceerde daarnaast in 1746 in Parijs zijn<br />
Pièces de clavecin, 1er livre, Detail: er kwam<br />
nooit een 2ième.<br />
6
Toelichting<br />
Jean-Henri d’Anglebert<br />
De titel van het belangrijkste werk van<br />
Jean-Henri d’Anglebert spreekt boekdelen.<br />
In verkorte vorm is het: Pièces de clavecin…<br />
diverses chaconnes, ouvertures, et autres airs<br />
de Monsieur de Lully… quelques fugues pour<br />
l’orgue et les principes de l’accompagnement.<br />
Klavecimbel- en orgelmuziek in één<br />
band? Dat was toen niet ongebruikelijk;<br />
toetsinstrument was toetsinstrument, en de<br />
partituur verhuisde regelmaat van de ene<br />
naar de andere lessenaar. Dan is er dus nog<br />
een traktaat over het begeleiden toegevoegd.<br />
Maar het opmerkelijkst is toch, dat dit werk<br />
van D’Anglebert muziek bevat van Lully. Het<br />
onderstreept de status van laatstgenoemde<br />
nog maar weer eens. D’Anglebert smokkelde<br />
hem ook uit publicitaire overwegingen<br />
binnen. Op het programma staat een<br />
bewerking van de ouverture tot Lully’s opera<br />
Cadmus. De twee componisten kenden<br />
elkaar goed; D’Anglebert was vaak betrokken<br />
bij de opera- en balletproducties van Lully.<br />
De Chaconne d’Anglebert is dan echt van<br />
D’Anglebert zelf. Een chaconne – ook wel<br />
passacaille genoemd, onder andere door<br />
Couperin – was een langzame dans die zich in<br />
de barok ontwikkelde tot een reeks variaties<br />
op een steeds herhaalde basmelodie.<br />
Jean-Philippe Rameau<br />
Jean-Philippe Rameau is de grootste<br />
geest die vanavond de revue passeert.<br />
Hij was daarbij nogal een moeilijk mens.<br />
Zijn verschijning was weinig aantrekkelijk,<br />
boomlang en sprietdun: ‘meer geest<br />
dan mens, zonder maag, met fluiten<br />
als benen’, grapte men. Fel in het<br />
gesprek, compromisloos in de discussie,<br />
ontoegankelijk en gierig; bij zijn dood<br />
vond men een grote zak vol goudstukken,<br />
zogenoemde Louis d’ors, in zijn huis maar<br />
slechts één paar schoenen. Jegens zijn gezin<br />
en beginnende musici was hij overigens gul.<br />
Lange tijd gold hij alleen als theoreticus,<br />
een van de belangrijkste ooit. Zijn Traité<br />
de l’harmonie (1722) legde de basis voor de<br />
West-Europese muziektheorie. Veel muziek<br />
van nu gaat theoretisch gezien niet verder<br />
dan Rameau. Het geniale aan deze man was<br />
verder, dat hij juist andere zaken dan regels,<br />
theorieën en het in de Verlichting zo hoog<br />
aangeslagen verstandelijke belangrijker vond.<br />
Hij schreef: ‘Eerder dan door het horen van<br />
goede muziekwerken […] dan door regels<br />
wordt de goede smaak gevormd.’ En: ‘Om<br />
ten volle van muziek te kunnen genieten,<br />
moeten we ons er helemaal in verliezen; om<br />
haar te kunnen beoordelen, moeten we haar<br />
in verband brengen met de bron […]. Deze<br />
bron is de Natuur. [Zij] verschaft ons het<br />
gevoel dat ons bij elke muziekervaring raakt;<br />
we zouden haar gave instinct kunnen noemen<br />
[…] Een brein dat door andere dingen in<br />
beslag wordt genomen, is nooit vrij om […] te<br />
luisteren.’<br />
Voor klavecimbel schreef hij zo’n zestig<br />
(veelal korte) stukken. Vele klinken nog<br />
altijd vernieuwend. De Prélude tot zijn eerste<br />
bundel klavecimbelstukken is genoteerd<br />
7
Toelichting<br />
zonder maatstrepen; nog niet alles was toen<br />
aan orde en regel onderworpen. Le rappel<br />
des oiseaux is ongelooflijk origineel. Je hoort<br />
de vogels fluiten en toch is elke noot pure<br />
muziek, ingebed in puur klavecimbelspel.<br />
Rameau maakte hier de weg vrij voor<br />
veel latere landgenoten als Debussy en<br />
Messiaen. De Suite in a is een van zijn latere<br />
klavecimbelwerken, kort voor hij zich vooral<br />
op de opera zou toeleggen. De diepzinnige<br />
Sarabande nam Rameau op in zijn opera<br />
Zoroastre; Fanfarinette is een koosnaampje<br />
voor een vrouw en klinkt ook zo; met de zich<br />
steeds meer versnellende ‘doubles’ (variaties)<br />
op de bewust trage Gavotte (doorgaans een<br />
vlotte dans), schreef Rameau een van zijn<br />
slechts twee variatiewerken.<br />
Claude Balbastre<br />
Met Claude Balbastre hebben we de jongste<br />
figuur in huis; hij leefde van 1727 tot 1799, zou<br />
theoretisch Beethoven nog kunnen hebben<br />
gekend. Desondanks sluit hij naadloos aan<br />
bij Couperin en Rameau; de laatste was<br />
zijn vriend en leraar. In 1776 werd Balbastre<br />
organist van de latere Lodewijk XVIII; hij<br />
gaf daarnaast klavecimbelles aan Marie-<br />
Antoinette, echtgenote van Lodewijk XVI.<br />
Dit tot het fatale jaar 1789, toen de Revolutie<br />
uitbrak. Die bracht Balbastre ontslag en<br />
armoede. We zijn dan in een nieuw tijdperk<br />
beland, waarin Versailles figuurlijk en<br />
absolute heersers zelfs letterlijk de nek<br />
werden omgedraaid. Overigens weerde<br />
Balbastre zich in die roerige tijden met<br />
werken als Variations sur La Marseillaise<br />
[...] Par le Citoyen C. Balbastre / Aux braves<br />
défenseurs de la République française l’an<br />
1792 1er de la République.<br />
Jacques Duphly<br />
‘Ik heb vooral een zwak voor Duphly’s La<br />
Pothoüin, voor mij een van de verrukkelijkste<br />
stukken voor klavecimbel ooit. Ik denk dat<br />
deze muziek – later ontstaan dan die van<br />
Couperin – de ideale schakel is tussen het<br />
tijdperk van het klavecimbel en de komst van<br />
de fortepiano, waar Duphly niet aan durfde.’<br />
Woorden van <strong>Alexandre</strong> <strong>Tharaud</strong>. Duphly<br />
was misschien de minst ambitieuze van allen<br />
vandaag. Hij verkeerde ook niet aan het hof,<br />
wel in kringen van professionele musici en<br />
aristocraten. Hij moet ‘even zachtaardig en<br />
beminnelijk zijn geweest als zijn composities’.<br />
Hij schuwde de openbaarheid; op zeker<br />
moment moest het Journal général de la<br />
France zelfs navraag doen of de vroegere<br />
Parijse klavecimbelmeester nog wel in leven<br />
was. Jazeker, maar dus niet in de puissant<br />
luxe vertrekken van Versailles maar nederig<br />
zijn dagen slijtend in een klein appartementje<br />
in hartje Parijs. Bescheidenheid is de ware<br />
hoffelijkheid. Vandaar dat de aanwezigheid<br />
van Duphly vanavond volkomen terecht is.<br />
Tekst toelichting: Stephen Westra<br />
8
Uitvoiering van het ballet La Princesse de Navarra van Jean-Philippe Rameau op 23 februari 1745 in Versailles<br />
|gravure: Charles-Nicholas Cochin<br />
9
Biografieën<br />
Componisten<br />
Jean-Baptiste Lully<br />
Jean-Baptiste Lully (1632 -<br />
1687) was een Frans<br />
componist en dirigent<br />
van Italiaanse geboorte.<br />
Hij begon zijn carrière als<br />
violist in het kamerorkest<br />
van mademoiselle De<br />
Montpesier, een nichtje van<br />
Lodewijk XIII.<br />
Lully raakte bevriend met<br />
Lodewijk XIV en werd in 1652<br />
een van de ‘24 Violons du<br />
Roi’. Aan het hof ontwikkelde<br />
Lully zich naast violist en<br />
componist ook als danser<br />
10<br />
en acteur. Vanaf 1656 kreeg<br />
hij de leiding over een<br />
klein orkest. In 1661 kreeg<br />
hij een erepost, trouwde<br />
met de dochter van zijn<br />
leermeester Lambert en<br />
werd een bemiddeld man.<br />
Lully raakte bevriend met<br />
Molière en gebruikte zijn<br />
teksten voor de comédiesballets.<br />
In 1652 kreeg<br />
Lully van de koning het<br />
exclusieve alleenrecht voor<br />
uitvoeringen van opera’s<br />
binnen het koninkrijk. Vanaf<br />
1673 tot zijn dood schreef<br />
Lully elke jaar een opera.<br />
Daarnaast componeerde hij<br />
kerkmuziek. Hij stierf aan<br />
bloedvergiftiging nadat hij<br />
zijn teen had verbrijzeld met<br />
een stok om de maat aan te<br />
geven.<br />
François Couperin<br />
François Couperin<br />
(1668 -1733) was een Frans<br />
componist, organist en<br />
klavecinist. Hij kreeg al<br />
vroeg muziekles van zijn<br />
vader.<br />
In 1685 werd hij organist<br />
van de St. Gervais en kon<br />
hij trouwen. Hij kreeg vier<br />
kinderen; één dochter werd<br />
organiste en zijn andere<br />
dochter klaveciniste en<br />
pedagoge.<br />
Zijn muziek was erg populair<br />
aan het Franse hof en hij<br />
kreeg ook bekendheid in<br />
andere landen; Johannes<br />
Sebastian Bach heeft zijn<br />
werk grondig bestudeerd.<br />
Na het verlies van zijn<br />
twee zonen trok Couperin<br />
zich in 1723 terug uit het<br />
muziekleven.<br />
Joseph-Nicolas-<br />
Pancrace Royer<br />
Joseph-Nicolas-Pancrace<br />
Royer (ca. 1705 - <strong>11</strong> januari<br />
1755) was een Frans<br />
componist en klavecinist.
Biografieën<br />
Hij werd geboren in Turijn<br />
en ging in 1725 naar Parijs.<br />
Royer werd in 1734<br />
verantwoordelijk voor de<br />
muzikale opvoeding van<br />
de kinderen van koning<br />
Louis XV. Van 1748 tot<br />
1762 was hij directeur bij<br />
het Concert Spirituel, een<br />
muzikale instelling die<br />
concerten organiseerde<br />
op religieuze feestdagen.<br />
Vanaf 1755 werden hier<br />
oratoria geïntroduceerd<br />
op Franse teksten die erg<br />
populair waren. Royer<br />
schreef zes opera’s. In 1753<br />
werd Royer aangesteld<br />
als muziekdirecteur van<br />
de Chambre du Roy (de<br />
koningskamer), en in<br />
datzelfde jaar werd hij<br />
benoemd tot directeur van<br />
het orkest van de Koninklijke<br />
Opera. Hij stierf in Parijs.<br />
Jean-Henry<br />
d’Anglebert<br />
Jean Henry d’Anglebert<br />
(1635 – 1691) was een Frans<br />
componist van klavecimbelen<br />
orgelmuziek. Hij werkte<br />
vanaf 1662 aan het hof van<br />
Lodewijk XIV.<br />
Zijn betrekking aan het hof<br />
dankte D’Anglebert mogelijk<br />
aan Lully. Hij had een goede<br />
relatie met de componist<br />
en noemde zijn eerste zoon<br />
naar hem; Lully was diens<br />
peetoom. D’Anglebert was<br />
in dienst van meerdere<br />
personen aan het hof en hij<br />
diende Dauphine Marie Anne<br />
Victoire. Het belangrijkste<br />
werk van D’Anglebert is<br />
een verzameling van vier<br />
klavecimbelsuites uit in<br />
1689 met de titel Pièces de<br />
clavecin, opgedragen aan<br />
Marie Anne de Bourbon,<br />
een getalenteerde amateurklaveciniste<br />
die later<br />
studeerde bij François<br />
Couperin.<br />
Jean-Philippe<br />
Rameau<br />
Jean-Philippe Rameau<br />
(1683 – 1764) was een<br />
Frans organist, klavecinist,<br />
muziekpedagoog en<br />
bovenal een belangrijke<br />
muziektheoreticus. Nog<br />
voor hij kon schrijven<br />
tekende hij noten en zijn<br />
eerste composities schreef<br />
hij op achtjarige leeftijd.<br />
Door zijn vader werd hij in<br />
1701 naar Italië gestuurd op<br />
een studiereis. Hij keerde<br />
echter snel terug naar<br />
Frankrijk als violist van een<br />
reizend operagezelschap. In<br />
1702 werd hij organist aan<br />
de kathedraal van Clermont-<br />
<strong>11</strong>
Biografieën<br />
Ferrand, waar hij in 1714<br />
een vast contract kreeg en<br />
een groot orgelimprovisator<br />
werd. Hier ontstonden<br />
ook zijn grote werken<br />
voor de kerk en begon hij<br />
zijn Traité de l’harmonie,<br />
een van de belangrijkste<br />
muziektheoretische<br />
geschriften.<br />
du Roy. In 1752 verliet hij<br />
het huis van Le Riche de la<br />
Pouplinière en trok zich terug<br />
in een eenvoudige Parijse<br />
woning, waar hij tot zijn dood<br />
hard werkte aan nieuwe<br />
composities en geschriften.<br />
Claude Balbastre<br />
De organist en componist<br />
Claude Balbastre (1727 -<br />
1799) was een leerling van<br />
Claude Rameau, de jongere<br />
broer van Jean-Philippe. Zijn<br />
eerste lessen kreeg hij van<br />
zijn vader, die kerkorganist<br />
was in Dijon.<br />
Hij verwierf een grote faam<br />
als orgelimprovisator; de<br />
aartsbisschop legde hem in<br />
de kerstperiode zelfs een<br />
speelverbod op, omdat de<br />
kerkgangers niet meer voor<br />
de mis kwamen, maar voor<br />
zijn orgelspel. Door zijn<br />
contact met Jean-Philippe<br />
Rameau verkeerde hij al<br />
snel in de hogere kringen<br />
van Parijs. Hij werd organist<br />
van de Notre Dame en werd<br />
klavecinist aan het koninklijk<br />
hof. Tijdens de Franse<br />
revolutie paste hij zich aan<br />
aan de nieuwe politieke<br />
situatie door de revolutionaire<br />
hymnes en liederen op zijn<br />
orgel te spelen. Hij verloor<br />
echter wel zijn officiële banen<br />
en tijdelijk zijn pensioen. Hij<br />
stierf in Parijs in 1799.<br />
In 1730 kwam hij in Parijs in<br />
dienst van de welgestelde<br />
Antoine Jean-Jacques Le<br />
Riche de la Pouplinière<br />
als dirigent, organist en<br />
klavecimbelspeler, waar<br />
hij onder andere Voltaire<br />
ontmoette. Zijn roem<br />
groeide en hij werd in 1745<br />
benoemd tot Compositeur<br />
de la Musique de la Chambre<br />
12<br />
In 1750 vestigde Balbastre<br />
zich in Parijs en werd<br />
organist van de St. Roche.<br />
Jacques Duphly<br />
Jacques Duphly (1715 -<br />
1789) was een Frans<br />
componist, organist en<br />
klavecinist. Hij was korte<br />
tijd organist in Rouen<br />
voordat hij zich in 1742<br />
vestigde in Parijs.<br />
Hier richtte Duphly zich op<br />
het klavecimbel en werd een<br />
bekend uitvoerder en leraar.
Biografieën<br />
portret door Jean-Jacques Rousseau<br />
Hij publiceerde vier bundels<br />
met klavecimbelmuziek. Na<br />
deze publicaties verdween<br />
hij uit het publieke leven.<br />
Hij stierf op de dag na de<br />
bestorming van de Bastille<br />
in een appartement in het<br />
Hôtel de Juigné en liet<br />
zijn bezittingen na aan zijn<br />
dienaar die jaar bij hem in<br />
dienst was.<br />
13
Biografieën<br />
Uitvoerende<br />
<strong>Alexandre</strong> <strong>Tharaud</strong><br />
Piano<br />
Pianist <strong>Alexandre</strong> <strong>Tharaud</strong><br />
(1968) kreeg al vanaf zijn<br />
vijfde pianolessen en betrad<br />
het Conservatoire de Paris<br />
op zijn veertiende. Na het<br />
behalen van de tweede<br />
prijs in 1989 van het ARD<br />
Wettbewerb in München<br />
was zijn internationale<br />
doorbraak een feit.<br />
<strong>Tharaud</strong>s internationale<br />
carrière blijft groeien<br />
met concerten in Noord-<br />
Amerika, Azië en Europa<br />
en op festivals als de BBC<br />
Proms, La Roque d’Anthéron,<br />
Schleswig-Holstein en Ruhr<br />
Piano Festival. Als solist<br />
trad hij op met orkesten als<br />
het Symphonieorchester<br />
des Bayerischen Rundfunks<br />
en het Koninklijk<br />
Concertgebouworkest. In<br />
Michael Hanekes bejubelde<br />
film Amour speelde<br />
<strong>Alexandre</strong> <strong>Tharaud</strong> in 2012<br />
de getalenteerde leerling van<br />
twee pianodocenten. Zijn<br />
interesse in verschillende<br />
muziekstijlen komt terug in<br />
zijn discografie bij ERATO<br />
met opnames van Bach,<br />
Mozart en Haydn (Les<br />
Violons du Roy) tot Le Boeuf<br />
sur Le Toit met muziek uit<br />
de jaren 20. Zijn opname<br />
van Goldbergvariaties van<br />
Johann Sebastian Bach<br />
met een film ontving in<br />
2016 de ECHO Klassik<br />
in de categorie ‘Muziek-<br />
DVD-productie van het<br />
jaar’. De Goldbergvariaties<br />
speelde <strong>Tharaud</strong> ook op<br />
zijn concert in november<br />
2015 in het Muziekgebouw.<br />
In 2018 kwam de opname<br />
uit met cellosonates van<br />
Brahms samen met cellist<br />
Jean-Guihen Queyras. Voor<br />
Harmonia Mundi verschenen<br />
vele, met prijzen overladen<br />
cd-opnames van werken van<br />
Rameau, Ravel (compleet),<br />
Bach, Couperin, Satie en<br />
Chopin.<br />
14
Biografieën<br />
foto: Marco Borggreve<br />
15
Verwacht<br />
Serie Piano<br />
Wo 4 dec <strong>2019</strong><br />
Grote Zaal<br />
20.15 uur<br />
Pavel Kolesnikov<br />
De romantische kant van<br />
Beethoven<br />
‘A poet of the keyboard’ noemde The Guardian de jonge<br />
Rus Pavel Kolesnikov vanwege zijn sensitieve pianospel<br />
en verhalende programma’s. In zijn Muziekgebouw-debuut<br />
stelt Kolesnikov de romantische kant van Beethoven en<br />
diens buitengewone kleurgebruik centraal. Hij speelt twee<br />
geliefde sonates om de verbazing ‘die destijds overheerste<br />
bij de luisteraars’ weer invoelbaar te maken. De werken van<br />
Chopin, Schumann, Debussy en Bartók maken de enorme<br />
invloed van Beethoven duidelijk.<br />
Sinds hij in 2012 de Honens Price voor piano won, heeft<br />
de in Londen wonende Pavel Kolesnikov zich bewezen<br />
als een uniek talent. The Telegraph noemde zijn Wigmore<br />
Hall-debuut in 2014 ‘een van de meest memorabele<br />
gebeurtenissen sinds tijden’ en Diapason schreef<br />
bewonderend: ‘Hij weet een verhaal te vertellen zonder<br />
zijn stem te verheffen.’ Inmiddels heeft Kolesnikov een vast<br />
contract bij het gerenommeerde Hyperion en bracht hij<br />
afgelopen zomer een nieuwe Chopin-cd uit.<br />
Pavel Kolesnikov<br />
Programma: Frédéric Chopin Fantaisie-Impromptu<br />
Nocturne op. 15 nr. 1 / Scherzo nr. 3 / Prelude op. 28 nr. 15<br />
Ludwig van Beethoven Sonate op. 27 nr. 2 ‘Mondschein’<br />
Sonate op. 53 ‘Waldstein’ / Robert Schumann Nachtstück<br />
op. 23 nr. 1 / Claude Debussy Feux d’artifice uit Préludes<br />
boek 2 / Béla Bartók The Night’s music uit Out of doors<br />
16
Verwacht<br />
a nocte temporis +<br />
Reinoud Van Mechelen<br />
De charme van de hautecontre<br />
Serie Oude<br />
Muziek<br />
Za 23 nov <strong>2019</strong><br />
Grote Zaal<br />
20.15 uur<br />
De Belgische tenor Reinoud Van Mechelen heeft van de<br />
Franse haute-contre, de hoge tenorstem, zijn specialiteit<br />
gemaakt. ‘Helder, hoog, nooit schreeuwend’, aldus<br />
de Standaard. Van Mechelen breekt een lans voor dit<br />
stemtype aan de hand van het verhaal van de eerste grote<br />
haute-contre uit de geschiedenis, de 17e-eeuwse zanger<br />
Louis Gaulard Dumesny. Van Mechelen bezingt met zijn<br />
ensemble a nocte temporis het leven en de charmes van<br />
Dumesny, via de mooiste muziek uit de opera’s van diens<br />
ontdekker Lully en van Charpentier en tijdgenoten.<br />
Terwijl in Engeland en Italië de castraat hoogtij vierde, hield<br />
Frankrijk het op de haute-contre, de tenor met een krachtig<br />
ontwikkelde hoogte. Louis Gaulard Dumesny werkte als<br />
kok, tot componist Jean-Baptiste Lully hem hoorde zingen<br />
en danig onder de indruk was van zijn stem. Lully gaf hem<br />
hoofdrollen in zijn opera’s. Dumesny was een uitstekend<br />
acteur met een krachtige stem, maar leerde nooit noten lezen<br />
en zong alle rollen op het gehoor uit het hoofd.<br />
Reinoud van Mechelen<br />
foto: Senne Van der Ven<br />
Programma: aria’s van Jean-Baptiste Lully, Pascal Collasse,<br />
Marin Marais / Louis de Lully, Henry Desmarest, Marc<br />
Antoine Charpentier, Élisabeth Jacquet de la Guerre,<br />
Charles-Hubert Gervais en André Cardinal Destouches<br />
17
Verwacht<br />
November<br />
do 7 nov / 20.15 uur<br />
Ensemble Modern<br />
Ligeti en Ter Schiphorst<br />
Ongehoord<br />
Bruckner<br />
vr 8 nov t/m 10 nov<br />
vr 8 nov<br />
20.15 uur<br />
Noord Nederlands Orkest<br />
Bruckners Achtste<br />
za 9 nov<br />
15.00 uur<br />
Dudok Quartet<br />
Bruckners Strijkkwintet<br />
20.15 uur<br />
Residentie Orkest Den Haag<br />
Bruckners Vierde<br />
zo 10 nov<br />
<strong>11</strong>.00 uur / Kleine Zaal<br />
Ere Lievonen<br />
Bruckners orgelwerken<br />
15.00 uur<br />
Het Gelders Orkest<br />
Bruckners Derde<br />
zo 10 nov / Atriumzaal<br />
Workshop SoundLAB /<br />
Groove Special<br />
Voor kinderen (7+) met<br />
volwassenen. I.s.m. Bimhuis<br />
zo 10 nov / 20.30 uur<br />
Hiromi<br />
wo 13 nov / 20.00 uur /<br />
De School<br />
Moor Mother<br />
Muziekgebouw aan de Ring<br />
wo 13 nov / 20.15 uur<br />
Kreutzer vs. Kreutzer<br />
Amsterdam Sinfonietta +<br />
Orkater<br />
do 14 nov / 12.30 uur<br />
Elisabeth Hetherington<br />
Lunchconcert Dutch<br />
Classical Talent<br />
do 14 nov / 20.15 uur<br />
Asko|Schönberg + Wu Wei<br />
Zinsbegoocheling en<br />
mysterie<br />
vr 15 nov / 20.15 uur<br />
Kreutzer vs. Kreutzer<br />
Amsterdam Sinfonietta +<br />
Orkater<br />
za 16 nov / 20.15 uur<br />
Javier Perianes +<br />
Cuarteto Quiroga<br />
Ginastera, Granados en<br />
Brahms<br />
zo 17 nov / 12.00 uur /<br />
Entreehal<br />
Muziekgebouw Park<br />
Picknick<br />
wo 20 nov / 20.15 uur<br />
Calefax<br />
Het orgel de kerk uit!<br />
do 21 nov / 20.15 uur<br />
Het arsenaal der<br />
ongeleefde dingen<br />
Nieuw Amsterdams Peil<br />
WannaSwing<br />
Op de kade voor het<br />
Muziekgebouw staat de<br />
interactieve muziekinstallatie<br />
WannaSwing van theatermaakster<br />
Caecilia Thunissen<br />
en scenograaf Jan Boiten. Acht<br />
schommels sturen composities<br />
aan van hedendaagse<br />
componisten als Joey Roukens,<br />
Mayke Nas en Rob Zuidam.<br />
Zie voor meer informatie<br />
muziekgebouw.nl/wannaswing<br />
Huil van de Wolff<br />
Elke 22e van de maand<br />
klinkt om 20.00 uur het<br />
geluidsmonument Huil van de<br />
Wolff van Martijn Padding ter<br />
herinnering aan oprichter van<br />
het Muziekgebouw Jan Wolff<br />
(1941 - 2012). Zie voor meer<br />
informatie muziekgebouw. nl/<br />
huilvandewolfff<br />
Geheimtips<br />
Bijzondere concerten<br />
die je niet mag missen<br />
18
Foto: Erik van Gurp<br />
4’33 grand café<br />
Kom voor het concert eten in<br />
Grand café 4’33. Reserveren:<br />
020 788 2090 of 433grandcafe.nl.<br />
Bij de prijs inbegrepen<br />
Reververingskosten en garderobe<br />
zijn bij de kaartprijs inbegrepen.<br />
Ook een pauzedrankje, tenzij anders<br />
vermeld op uw concertkaartje.<br />
Bij concerten zonder pauze staan<br />
drankjes klaar na afloop van het<br />
concert.<br />
Rondom het concert<br />
- Na aanvang van het concert heeft<br />
u geen toegang meer tot de zaal.<br />
- Zet uw mobiele telefoon uit voor<br />
aanvang van het concert.<br />
- Het maken van beeld- of geluidsopnamen<br />
in de zaal alleen met<br />
schriftelijke toestemming.<br />
- Algemene Bezoekersvoorwaarden<br />
zijn na te lezen op muziekgebouw.nl<br />
Steun het Muziekgebouw<br />
Inkomsten uit kaartverkoop dekken<br />
ten dele onze kosten. Word vriend<br />
of doneer: met uw extra steun<br />
kunnen we concerten op het<br />
hoogste niveau blijven organiseren.<br />
Meer informatie:<br />
muziekgebouw.nl/steunons<br />
Op de hoogte blijven?<br />
Blijf op de hoogte van nieuw geboekte<br />
concerten of ander nieuws.<br />
Volg ons via onze e-nieuwsbrief<br />
(aanmelden op muziekgebouw.nl),<br />
Facebook, Twitter of Instagram.<br />
Dank!<br />
Wij kunnen niet zonder de steun van<br />
onze vaste subsidiënten en Vrienden<br />
van het Muziekgebouw. Wij zijn hen<br />
daarvoor zeer erkentelijk.<br />
Druk binnenwerk<br />
19