You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
inhoud
01 MARC VANDE GUCHT EN JAN TOYE: VADERS VAN GAVOORGELUK p 01
02 KATALYSATOR VAN GELUK p 03
03 HERKENNEN WAT JE NODIG HEBT EN HULP VRAGEN p 05
04 WARME STEDEN p 07
05 WARME LEEROMGEVING p 11
06 WARME WILLIAM p 17
07 OP NAAR 2029 p 21
Voorwoord
Twee vaders stonden in 2005 aan de wieg van het Fonds GavoorGeluk. Twee vaders
van wie de kinderen uit het leven zijn gestapt. Dat diepe, persoonlijke leed hebben
ze getransformeerd in een engagement dat voor andere jongeren een verschil kan
maken.
Elk jaar proberen in Vlaanderen meer dan 10.000 mensen zelfmoord te plegen,
ongeveer 1.100 van hen slagen daar ook in. Hoe kan het, vroegen deze twee vaders
zich af, dat de overheid niet meer doet om dit cijfer te doen dalen?
Met het Fonds GavoorGeluk steken ze zelf de handen uit de mouwen. Het Fonds
wil depressie en suïcide in Vlaanderen helpen te voorkomen. Het wil kinderen en
jongeren een goed begin geven, opdat ze het leven veerkrachtig tegemoet treden.
Het Fonds doet dat in een unieke publiek-private samenwerking met de Vlaamse
overheid.
GavoorGeluk is daarmee een partner die niet bang is om de tanden in een complex
probleem te zetten, zonder de plaats van de overheid te willen innemen. Een
partner die schaamteloos ambitieus durft te zijn voor een warmer Vlaanderen.
Wij willen dat tegen 2029 het aantal zelfdodingen bij jongeren met 30 procent
gedaald is. Voor GavoorGeluk is het dus alle hens aan dek.
01
MARC VANDE GUCHT EN JAN TOYE:
VADERS VAN GAVOORGELUK
Twee ondernemers, twee vaders, twee kinderen die uit het leven zijn gestapt. Met het Fonds
GavoorGeluk willen Jan Toye en Marc vande Gucht doen voor anderen wat ze voor hun eigen kind niet
meer kunnen doen: een warme samenleving creëren die rekening houdt met ieders kwetsbaarheid, en
zo de vluchtweg van zelfdoding verspert.
Marc vande Gucht,
vader van Joke
“’Heb je het kunnen plaatsen?’ vragen
mensen me soms. Alsof het om een
kartonnen doos gaat die je ergens kunt
wegzetten. Ik heb slechts één zekerheid:
dat ik nooit echt zal weten waarom. Ik
weet niet of het Fonds me helpt om de
dood van Joke te verwerken. Ik doe dat
niet om die reden. Ik vind dat ik het moet
doen. Ik voel dat aan als mijn morele
plicht.
Jan en ik hebben elkaar toevallig leren
kennen. Hoewel, toeval bestaat niet.
Er zijn niet veel mensen tegen wie wij
kunnen zeggen wat wij tegen elkaar
zeggen, omdat we op dezelfde manier
beschadigd zijn. Samen met Jan heb
ik dat destructieve verhaal willen
ombuigen.
Wij willen de portie geluk waar ieder
recht op heeft zichtbaar maken, voor
iedereen. De samenleving organiseert
structureel te veel drempels voor
jongeren om toegang te hebben tot hulp
en zo te voorkomen dat ze uit de bocht
gaan. Wij willen daar met het Fonds
verandering in brengen.
De weerbaarheid van jongeren verhogen
is onze levensmissie geworden. We
kijken daarbij vooral naar de lange
termijn. We willen bijdragen aan het
bruto nationaal geluk in de samenleving.
Het doet pijn dat het niet gelukt is voor
Joke. Dat is onomkeerbaar. Maar we
kunnen een bijdrage leveren, zodat het
morgen een strohalm kan betekenen
voor iemand anders. En dat is pure winst,
voor tenminste één individu en voor de
samenleving.”
Jan Toye,
vader van Christoph
“We moeten sterk zijn. De pijn
binnenhouden. Dat is ons zo geleerd.
We hebben onze kwetsbaarheid
ingekapseld en conformeren ons aan de
verwachtingen van anderen, in plaats
van te leven naar onze innerlijke kern
en anderen de ruimte te bieden om dat
te doen.
Ik ben pas na de dood van Christoph
gaan beseffen welke psychische pijn hij
moet hebben gevoeld. Hij stopte nooit
met nadenken. Hij was hoogbegaafd,
hooggevoelig, perfectionist en introvert.
De gedachte aan suïcide was voor hem
de enige geworden die de ruis in zijn
hoofd het zwijgen kon opleggen.
Ik heb, zoals wel meer ouders, mijn
verwachtingen geprojecteerd op mijn
kinderen. ‘Papa, ik ben uw asset niet,’
schreef Christoph me eens. Een kind is
je bezit niet. Wellicht had hij nog geleefd
als we met zijn allen meer warmte en
empathie hadden getoond. Als we hem
hadden begeleid om te weten te komen
wie hij was, waar hij zelf goed in was en
wat hij graag deed.
GavoorGeluk is therapie geweest, om in
het reine te komen met mijn tekorten als
vader. Een jonge dokter heeft me, vlak na
de dood van Christoph, gezegd: je zult er
lang over doen om te begrijpen hoe hij
tot die daad is kunnen komen, maar de
zoektocht zal je transformeren.
GavoorGeluk is het resultaat van die
reis. Op weg gaan naar geluk betekent
een goede start krijgen in het leven,
veerkrachtig en weerbaar worden, een
veilige en verbonden plek vinden thuis,
op school en in je omgeving, je eigen
droom mogen hebben: dat wil het Fonds
stimuleren.”
01
02
02
KATALYSATOR VAN GELUK
Missie
Het Fonds GavoorGeluk ijvert voor universele preventie van depressie en suïcide bij jongeren.
Het Fonds zet in op positieve attitudeverandering met betrekking tot het delen van emoties en kwetsbaarheid en het doorbreken van
het taboe rond mentaal onwelbevinden.
Het Fonds focust op algemene awareness en heeft een katalyserende rol bij de ontwikkeling van nieuwe veerkrachtbevorderende
goede praktijken en het evidence based maken van bestaande.
15 jaar GavoorGeluk in cijfers
€
€ 6.000.000
geïnvesteerd in preventie
5 leerstoelen 26 projecten
gesteund
9 laureaten
Prijs GavoorGeluk
03
2005
Jan Toye en
Marc vande Gucht
richten GavoorGeluk op
Bouwstenen voor preventiebeleid ontwikkelen
Leerstoel Preventie
van depressie en
suïcide KU Leuven
Leerstoel
hoogbegaafdheid
KU Leuven
Leerstoel
hoogbegaafdheid
UHasselt
Leerstoel
Elk kind goed in zijn vel
KU Leuven
Leerstoel Fortune
MindMates KU Leuven
Bouwstenen voor de praktijk ontwikkelen
Toverbos NokNok Mindfullness voor On Track Again Emotionele expressie
scholieren
via poëzie
Methodieken ontwikkelen voor lokale integrale aanpak in steden/gemeenten, scholen, hogescholen en universiteiten
Warme Steden:
p. 07
Warme Scholen:
p. 11
Fortune/MindMates
KU Leuven: p. 15
Student in Gent:
p. 16
Warme William:
p. 17
GavoorGeluk steunde sinds 2005 26 goede praktijken voor de preventie van depressie en suïcide in Vlaanderen.
Een volledig overzicht vindt u op www.gavoorgeluk.be/projecten
04
DEPRESSIE EN SUÏCIDE IN VLAANDEREN
03
HERKENNEN WAT JE NODIG HEBT
EN HULP VRAGEN
In Vlaanderen maken elke dag drie mensen een einde aan hun leven. Nog eens tien keer zoveel
ondernemen een poging. Het aantal suïcides ligt in Vlaanderen bijna twee keer zo hoog dan in
Nederland. Vlamingen zien suïcide veel meer als een vluchtweg. Waarom dat is, onderzocht
Alexandre Reynders, toen onderzoekscentrum LUCAS, nu Kenniscentrum Gezinswetenschappen
(Odisee), met de steun van het Fonds GavoorGeluk.
Is er een ‘sense of urgency’ over
zelfdoding in Vlaanderen?
“Vlaanderen heeft een Vlaams Actieplan
voor Suïcidepreventie en daarvan is al
heel wat gerealiseerd. Maar de bestaande
initiatieven richten zich vaker op
risicogroepen en minder op universele
preventie. Mogelijk omdat de effectiviteit
ervan moeilijker te meten is. De
verdienste van het Fonds GavoorGeluk is
dat het met projecten zoals Warme Steden
en Warme Scholen bewust gekozen heeft
voor deze universele preventie.”
Welke vernieuwende praktijken ziet u
op het vlak van suïcidepreventie?
“Het is belangrijk dat mensen herkennen
wat ze nodig hebben en dat ze hulp
vragen. Die zelfzorg is cruciaal. We
kunnen voorkomen dat iemand suïcidale
gedachten krijgt door te werken aan
algemeen mentaal welbevinden en
door de vaardigheden van jongeren en
volwassenen te versterken. Dat doen
we bijvoorbeeld met de app ‘Help! Mijn
kind denkt aan zelfmoord’. De app en de
website helpen ouders niet alleen om met
hun kind in gesprek te gaan, maar ook
om hun eigen gevoelens en behoeften
te benoemen en eventueel de stap naar
de hulpverlening te doen. Zo reiken we
mogelijkheden aan om zelf oplossingen
te vinden en verlagen we de drempels
naar ondersteuning. Want als ouders of
anderen uit de onmiddellijke omgeving
beter voor zichzelf zorgen, kunnen ze
beter voor anderen zorgen en wordt de
kans kleiner dat ze zelf suïcidaal worden.”
Is zelfdoding bespreekbaarder
geworden?
“Er is een verschil tussen de maatschappelijke
bespreekbaarheid en de
bespreekbaarheid op individueel niveau.
Als je bijvoorbeeld kijkt naar de Warmste
Week, zie je hoe vaak mensen de
opbrengst van hun acties schenken aan
suïcidepreventie en daar ook openlijk
over praten. Maar voor families die het
meemaken, blijft er vaak een gevoel
van schuld en schaamte. Er kleeft nog
steeds een stigma aan zelfdoding, een
stigma dat ook kleeft aan geestelijke
gezondheidszorg.”
Waarom ligt het aantal suïcides in
Nederland lager dan in Vlaanderen?
“Ondertussen zien we wel dat in
Vlaanderen de tendens stagneert of
lichtjes daalt terwijl er in Nederland
een lichte toename is. Nederlanders
zijn zeker niet minder gevoelig voor
risicofactoren. Het verschil zit elders.
In Nederland verwijzen huisartsen bij
psychische problemen meteen door
naar een therapeut, die bovendien wordt
terugbetaald. In Vlaanderen probeert
de huisarts zelf te helpen, maar zo
houdt hij het taboe op gespecialiseerde
hulp mee in stand. Bovendien zijn in
Nederland het taboe en de schaamte over
hulp vragen minder groot. Vlamingen
komen er minder mee naar buiten en
willen niet praten. Je ziet die verschillen
binnen Vlaanderen ook: het stigma
op het gebruikmaken van geestelijke
gezondheidszorg is kleiner in Limburg
dan in West-Vlaanderen.”
05
Alexandre Reynders
Het onderzoek ‘Suïcide in Vlaanderen en Nederland.
Een verklaring vanuit sociaal-cognitieve factoren en
hulpzoekend gedrag’ van LUCAS KU Leuven
(Alexandre Reynders, Dr. Gert Scheerder, Prof. Dr. Geert
Molenberghs, Prof. Dr. Chantal Van Audenhove) uit 2011
kwam tot stand met de steun van GavoorGeluk.
Met Warme William breekt
GavoorGeluk een lans voor luisteren
en praten.
“Universele preventie betekent onder
meer kinderen al op jonge leeftijd
leren hoe om te gaan met hun eigen
problemen en hoe om te gaan met
problemen van anderen. Mensen leren
gewoon te luisteren, en niet meteen met
een oplossing te komen. Dat verwacht
die persoon niet en bovendien legt dat
de lat zo hoog dat wie een luisterend oor
biedt, sneller gefrustreerd geraakt en
gaat afhaken als zijn oplossingen niet
werken.”
“
70% van de Vlamingen ervaart
in hun omgeving een negatieve
houding tegenover mensen met
psychische problemen
”
“
Nederlanders grijpen in eerste
instantie naar psychotherapie
bij psychische problemen, bij
Vlamingen staat medicatie op de
eerste plaats
”
Suïcidepogingen in Vlaanderen
Rates/100.000 inwoners
200
180
160
140
120
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
In 2017 stapten 1.057 mensen uit het leven. Dat zijn er drie
per dag. Bijna driekwart (72%) zijn mannen. Er waren ook
10.288 suïcidepogingen. Voor jongeren en volwassenen
tussen 15 en 49 jaar blijft suïcide in Vlaanderen de
belangrijkste doodsoorzaak.
Bron: Eenheid voor Zelfmoordonderzoek
06
04
WARME STAD
Een Warme Stad is een stad of gemeente waar alle instanties, organisaties en burgers die
jongeren begeleiden of helpen, samenwerken opdat kinderen en jongeren goed in hun vel
zitten. Een consortium met het Vlaams Instituut Gezond Leven, de Vlaamse Logo’s (Lokaal
Gezondheidsoverleg), het onderzoekscentrum LUCAS KU Leuven en GavoorGeluk wilde aantonen
dat deze integrale aanpak vruchten afwerpt door te proefdraaien in vijf Vlaamse steden: Genk,
Brugge, Gent, Turnhout en Leuven. De goede praktijken die dit opleverde, kunnen nu in heel
Vlaanderen worden toegepast.
“Warme Stad heeft een
snaar geraakt”
“Warme Stad is geen copy-paste,” zegt
Wim Dries, burgemeester van Genk.
Deze stad, waar veel jongeren de school
verlaten zonder diploma, trok de kaart
van talentontwikkeling en ruimte voor
kwetsbaarheid. “Warme Stad is als een
toegangspoort die de stap kleiner maakt
voor wie echt zorg nodig heeft.”
Waarom is Warme Steden nodig?
“We leven in een bijzonder hectische
wereld. Alles is vluchtiger en sneller. Er
komt veel op jongeren af en ouders zijn
op zoek naar de handvaten om daarmee
om te gaan. In de samenleving en in het
beleid is er nog te weinig aandacht voor
de vraag of jongeren wel goed in hun vel
zitten. GavoorGeluk heeft met Warme
Steden een snaar geraakt. Want ook in
Genk stellen we vast dat onze kinderen
en jongeren zich niet altijd goed voelen.”
Welke zijn voor u de sleutelingrediënten
van een Warme Stad?
“Ik zie vijf sleutelwoorden. Eerst en
vooral betrokkenheid en verbinding.
De overheid kan dit niet alleen, dit is
een project van ons allemaal. Luisterbereidheid
en aandacht. En erkenning
van de noodzaak om aan de slag te
gaan. Daar begint het mee. Er is geen
kant-en-klare handleiding die elke stad
maar hoeft boven te halen. Elke stad,
iedere jongere heeft eigen behoeften.
Warme Stad is een concept dat je moet
aanpassen aan het DNA van je stad.”
Welke klemtonen waren in Genk
belangrijk?
“Er waren vanuit GavoorGeluk en
Gezond Leven duidelijke thema’s die
ons houvast hebben gegeven. Dat
kader konden we invullen op maat
van Genk. Volgens de indicatoren van
Kind & Gezin hebben we in Genk een
kansarmoedecijfer van 29%. We hebben
veel schoolverlaters zonder diploma, 15%
van onze jongeren zit in de zogenaamde
ongekwalificeerde uitstroom. We hebben
de klemtoon gelegd op persoonlijke
ontwikkeling en talentontwikkeling, en
ruimte en aandacht voor kwetsbaarheid.”
Waar bent u het meest trots op?
“Ik ben op zoveel projecten trots. We
organiseerden een theaterstuk van
Theater AanZ in enkele Genkse
scholen over holebi’s en transgenders,
met aansluitend een open gesprek.
Jawal Alloul bracht zijn monoloog
Zeemeermin, om het onderwerp
holebi’s en transgenders bespreekbaar
te maken in een multiculturele stad als
Genk. Tijdens de weerbaarheidstraining
voor jongeren leren we hen praten
over hun gevoelens. Zo willen we 360
jongeren bereiken en begeleiden. Ik
ben trots op het Overkophuis in Genk,
als aanspreekpunt voor jongeren met
psychische problemen.”
Het pilootproject Warme Steden zit
erop. Hoe veranker je dit nu?
“We blijven op dit thema inzetten
en bedden het in de preventie- en
gezondheidsdiensten van de stad en in
de eerstelijnsdiensten in. We blijven
werken aan projecten en acties, de
stuurgroep zal blijven samenkomen,
zij het minder frequent. We beseffen
nu, mee door Warme Steden, dat we
veel horizontaler moeten werken. We
blijven alllemaal nog te veel op eilandjes
zitten. Warme Stad heeft gezorgd voor
dynamiek, voor verbinding tussen
mensen op het terrein, en daar zien we
in de acties de resultaten van.”
07
Is er een lerend netwerk gegroeid onder
de Warme Steden?
“De steden hebben onderling contacten,
maar ik merk bij VVSG (Wim Dries is
algemeen voorzitter, red.) vooral ook een
grote interesse van andere en kleine steden
voor de methodieken. Daar is GavoorGeluk
in geslaagd: het haalde het thema van
kwetsbaarheid weg uit de zorgsector en
maakte er een maatschappelijk thema
van, op een wervende manier die mensen
niet wegjaagt. Warme Stad is als een
toegangspoort die de stap kleiner maakt
voor wie echt zorg nodig heeft.”
Ieder kind goed in zijn vel
8 pijlers voor veerkrachtige kinderen & jongeren
• een veilige thuis en een aanvaardbare levensstandaard
• opvoeden met veiligheid, liefde, warmte,
verantwoordelijkheid en grenzen
• een uitdagende omgeving om talenten te ontdekken en
te ontwikkelen
• kinderen/jongeren verbinden onderling en met hun
omgeving
• kwetsbaarheid noch psychische problemen zijn taboe
• gezond opgroeien in een gezonde omgeving
• een aangepast en vlot toegankelijk hulpaanbod
Wim Dries, burgemeester van Genk
• de mening van kinderen en jongeren doet ertoe
08
Gevoelsplekken: even tot
rust komen en dan weer
verder
“Een gevoelsplek is een
afgebakende, veilige plek
waar gevoelens veruiterlijkt
worden. Dat kunnen gevoelens van
boosheid zijn, maar ook angst of
verdriet. Jongeren kiezen zelf de
plek, ze kiezen zelf de materialen.
Een boze plek kan bijvoorbeeld een
boksbal bevatten of een metalen
koffer waarin ze beschreven
papiertjes versnipperen. Opgekropte
gevoelens ontaarden in moeilijk
gedrag, woede en agressie. Als we dat
kunnen voorkomen in de eerste lijn,
kunnen we de tweede lijn veel werk
besparen. Je zegt tegen kinderen: je
mag kwaad zijn, je mag verdrietig
zijn. Leerkrachten of opvoeders
schrikken daar in eerste instantie
voor terug. Maar als dat uiten op een
constructieve manier gebeurt, hoeft
dat niet bedreigend te zijn. De school
of de wijk die een gevoelsplek vraagt,
doorloopt een traject van een jaar,
samen met de jongeren en de ouders.
En het werkt. Alle betrokkenen
geven aan dat de agressie significant
gedaald is. Even zorg geven, en dan
weer verder.”
Lut Celie, De Bleekweide, winnaar van de
Prijs GavoorGeluk 2017
Netwerk on wheels:
kruisverbindingen
tussen hulpverleners
“Wij willen de hulpverlening
toegankelijker maken, en
dat doe je ook door ervoor
te zorgen dat hulpverleners elkaar
onderling beter leren kennen. We
wilden hen op een innovatieve
manier samenbrengen, niet met een
saaie studiedag. Als Logo ijveren
we voor een gezonde geest in een
gezond lichaam, dus kozen we voor
een fietstoer. Ze fietsten een route
langs verschillende originele plekken
waar jongeren vertoeven en waar met
jongeren wordt gewerkt. De fietsende
deelnemers maakten kennis met
die werking, maar we hadden ook
telkens een andere hulporganisatie
aan de plek verbonden om daar
toelichting te geven bij wat zij doen.
Ook tijdens de fietstocht zelf waren er
informele contacten en ontstonden er
kruisverbindingen. De drempel om
nadien samen te werken om jongeren
beter te helpen en te begeleiden, is
meteen lager.”
Barbara Specht, Logo Oost-Brabant
‘De Uitdaging’: kinderen
weerbaarder maken
“Met De Uitdaging zetten we
activiteiten en begeleiding
op voor jongeren, waarbij
we steeds oog hebben
voor hun maatschappelijke en
persoonlijke weerbaarheid. In
Opboksen bijvoorbeeld krijgen
jongeren elke week bokstraining van
een gediplomeerd trainer, terwijl
ondertussen gewerkt wordt aan
hun zelfvertrouwen en attitude
en ervoor gezorgd wordt dat ze
succeservaringen opdoen. Of er is
Je(zelf) in Zicht, waarbij jongeren
die op school een adempauze
nodig hebben tijdens een week
outdooractiviteiten in de Ardennen
werken aan zelfinzicht. Door Warme
Stad Genk is er een nieuwe dynamiek
gegroeid, waardoor we sneller andere
projecten en organisaties vinden
waar we raakvlakken mee hebben.
Zo kunnen we samen initiatieven
ontwikkelen om de veerkracht van
jongeren te versterken en hun welzijn
te verbeteren.”
Roel Vandewal, De Uitdaging, Afdeling
Mens & Samenleving, Stad Genk
09
Route 36: jongeren
vinden de weg naar een
open huis
“Het jongerenhuis Route 36
is een initiatief van CAW
Noord-West-Vlaanderen,
de stad Brugge en OCMW-vereniging
SPOOR Brugge. In Route 36 zijn alle
jongerendiensten verenigd: het JAC,
LOGiN, jongerenwerking ’t Salon,
Buurtsport en de preventiewerkers.
Voordien zaten ze verspreid over
verschillende plekken in de stad.
Dat maakte ze minder toegankelijk.
Uit een bevraging was gebleken
dat wanneer jongeren werden
doorverwezen naar een andere plek,
er een heel aantal afhaakte. In dit
laagdrempelige jongerenhuis kunnen
ze terecht voor hulp en ondersteuning,
maar ook voor vormingen, activiteiten
of gewoon samen zijn. Het wil de link
tussen vrije tijd en welzijn leggen
voor kwetsbare jongeren. Bovendien
komen de instanties die nu samen op
één plek zitten ook tot gezamenlijke
initiatieven en betere resultaten.”
Syvrine Boddin, Gezonde Gemeente
Brugge
Toverbos: kleuters leren
omgaan met emoties
Hoe kleuters zich
emotioneel ontwikkelen,
bepaalt mee hoe ze
later in het leven staan.
Toverbos is een methode om hun
sociaal-emotionele ontwikkeling te
stimuleren. Ze is uitgewerkt door
de dienst Kinderpsychiatrie van het
UZ Leuven, onder begeleiding van
kinderpsychiater Peter Adriaenssens,
in samenwerking met GavoorGeluk.
Toverbos creëert een omgeving
waarin kinderen via vrij spel hun
emoties beleven en uiten, er leren
constructief mee om te gaan en
oplossingen te vinden voor problemen.
De kinderen bepalen zelf het verhaal
waarin de Toverbospoppen, die ze
zelf uitkiezen, meespelen. Aan de
hand van de poppen kunnen de
kinderen duidelijk maken wat ze
voelen en denken en waar ze mee
zitten. De pop spreekt voor hen en
daardoor durven ze meer te zeggen.
De trainingsmodule voor Toverbos
maakt deel uit van de lerarenopleiding
van Odisee Hogeschool in Brussel.
Odisee biedt ook trainingen aan voor
kleuterbegeleiders die al aan de slag
zijn. Andere hogescholen volgen.
10
05
WARME LEEROMGEVING
Vlaamse kinderen blinken uit in taal en wiskunde. Maar zitten ze ook goed in hun
vel? Want net dat is van gigantisch belang voor hun toekomst. Met Warme Scholen,
MindMates (KU Leuven) en Student in Gent werkt GavoorGeluk aan warme
leeromgevingen waar kinderen en jongeren tot persoonlijke groei komen.
WARME SCHOLEN:
“Iedereen op school moet
goed in zijn vel zitten”
Een Warme School maakt kinderen
emotioneel gezond en weerbaar.
Vijftig Vlaamse scholen worden zo’n
Warme School. Warme Scholen wordt
getrokken door een consortium met
Flanders Synergy, Tenz, CEGO, de
pedagogische begeleidingsdiensten
van de verschillende onderwijsnetten
en GavoorGeluk. Tom van Acker van
Flanders Synergy (nu: Workitects),
projectleider, licht toe.
Waarom is een Warme School nodig?
“Eenoudergezinnen, meeroudergezinnen,
multicultureel samenleven, prikkels
en onheilsberichten van alle kanten:
kinderen worden groot in een complexe
context. In die context is de relatie van
een kind met de leerkrachten heel
belangrijk geworden. Kinderen hebben
veiligheid, erkenning, affectie en
duidelijkheid nodig. Maar deze relatie is
in vele scholen fragiel.”
Hoe maakt een Warme School het
verschil?
“Elke school heeft vier kernopdrachten:
jongeren kwalificeren, ze helpen hun
talenten te ontwikkelen, hun leervermogen
verhogen en zorgen voor hun
welbevinden en betrokkenheid. Een
Warme School zet het kind centraal
en vertaalt dit in haar organisatie en
structuren. Ze gaat een duurzame
relatie aan met leerlingen en ouders.
Ze maakt leerkrachten competent,
leert ze verbindend communiceren en
in team werken. Een Warme School
beseft dat je geen prestatie hebt zonder
relatie. Ze heeft voortdurend oog voor
de betrokkenheid en het welbevinden
van leerlingen. Zo krijg je een plek waar
kinderen zelfvertrouwen (leren) hebben,
openstaan voor hun omgeving, zich niet
meteen uit het lood laten slaan, hun
gevoelens uiten en weerbaar zijn.”
Hoe pakken jullie dat aan?
“De grote sterkte van Warme School
is dat de scholen begeleid worden
vanuit complementaire invalshoeken.
Met Flanders Synergy helpen we de
school haar visie te formuleren en
bouwen we aan de structuren die de
duurzame relatie met kinderen en
ouders schragen. We doen dat via
autonome teams van leerkrachten die
samen over verschillende jaren en
vakken heen verantwoordelijk zijn voor
een groep van kinderen. In tweede
instantie kijken we naar de systemen die
de school nodig heeft om een Warme
School te worden. Het Centrum voor
Ervaringsgericht Onderwijs (CEGO) ontwikkelde
een volgsysteem, Looqin,
waarmee leerkrachten het welbevinden
en de betrokkenheid van leerlingen
opvolgen (zie p. 13). Tenz sleutelt aan
de vaardigheden van leerkrachten, aan
de schoolcultuur, aan manieren om
verbinding tot stand te brengen. Dat
is het unieke: verschillende partijen
werken samen om te komen tot een
Warme School.”
Het gaat niet alleen om de
leerlingen?
“Integendeel, het mooie aan Warme
School is dat iedereen goed in zijn vel
moet zitten, leerkrachten en leerlingen
en ouders. Er moet bijvoorbeeld
een structuur zijn die leerkrachten
toelaat om hun kwetsbaarheid te
delen en elkaar te ondersteunen.
Ook met ouders moet je zorgen voor
vertrouwen en emotionele veiligheid.
Een vertrouwensrelatie is als een
bankrekening: als je veel afnames doet
maar nooit stort, ga je diep in het rood.”
Wat ziet u veranderen in de
pilootscholen?
“De nieuwe manier van werken vergt
van leerkrachten een omschakeling: ze
11
“Aan een warm gevoel kan je veel
karretjes vasthaken”
zijn het gewend om in hun klas alles
zelf in de hand te houden. Maar ook
zij zien dat hun opdracht complexer
wordt, dat het moeilijk wordt om dit
alleen te bolwerken. Dat inzicht is
vaak een toegangspoort. Door in een
team te werken over verschillende
jaren heen krijgen ze een andere band
met de kinderen, leren ze de kinderen
en de ouders beter kennen. Ze zijn
meer betrokken bij de kinderen en
bij de ouders en voelen zich ook
verantwoordelijk voor het psychosociaal
welzijn van de kinderen. De nieuwe
structuren lokken dat gedrag uit.”
Tom Van Acker, Flanders Synergy
“We hebben een enthousiast team. We doen
veel op school. Maar we deden dat niet op
een gestroomlijnde manier. Bovendien liep
een aantal dingen niet vlot. De speelplaats
bijvoorbeeld is een pijnpunt, met veel ruzies
onder de kinderen. We wilden een warmer
schoolklimaat, we wilden meer preventief
werken in plaats van repressief. Daarom
zei Warme Scholen ons wel wat. Het traject
benoemde waarom het niet goed liep. Dat
heeft voor ons het grootste verschil gemaakt.
We begonnen te werken vanuit een gedeeld
leiderschap, een gedeelde visie, gedragen
door het hele team. We hebben opleidingen
gehad over klasmanagement, klasdynamiek en
communicatie, instrumenten die we toepassen
in de klas. Nu onze visie er bijna staat, kunnen
we aan de slag met de speelplaats en met ons
antipestbeleid. Toch voelen de ouders en de
leerlingen ook nu al dat er iets leeft. Zo hadden
we in oktober, in plaats van een klassiek
oudercontact, een ouder-kindcontact, waarbij
zij de kans hadden om vragen te stellen over
wat in de klas gebeurt. Dergelijke kleine dingen
kunnen de relatie tussen leerkracht, kind en
ouder versterken. Als school waren we altijd al
bekommerd om het welzijn van onze leerlingen.
Maar nu houden we dat welbevinden en die
betrokkenheid nog veel meer voor ogen bij
alles wat we doen, op een meer bewuste en
doelmatige manier. Dat warme gevoel, die
betrokkenheid, die goesting, dat voeden we en
daar kan je veel aan vasthangen.”
Stéphanie Cortvriendt, brugfiguur basisonderwijs, pilootschool
Warme School François Laurentinstituut, Gent
12
GOEDE PRAKTIJKEN VOOR BASISSCHOOL en MIDDELBARE SCHOOL
Looqin: digitaal volgsysteem peilt naar welbevinden
& betrokkenheid van leerlingen
Wanneer zit een kind goed in zijn vel? Als zijn basisbehoefte aan erkenning,
affectie, veiligheid en duidelijkheid is vervuld en het in de klas zijn natuurlijke
drang naar ontdekken kan uitleven. Warme Scholen peilen met behulp van
een digitaal volgsysteem drie keer per jaar naar twee indicatoren: welbevinden
en betrokkenheid. In één oogopslag zien leerkrachten de toestand van de
kinderen in hun klas. Scoort een kind onder een bepaalde grens, dan is dat voor
de leerkracht het signaal dat ze moet ingrijpen. Verschillende modules in het
volgsysteem helpen leerkrachtenteams te achterhalen waarom het met een kind
niet goed gaat. Deze analyse leidt naar interventies, waarvoor een databank van
300 mogelijke acties inspiratie biedt. Het systeem screent zowel op klasniveau als
op individueel niveau; ook de suggesties kunnen de hele klas ten goede komen of
op maat zijn van één kind.
Problemen bij de wortel aanpakken
Tenz is een vormingsorganisatie die scholen begeleidt om een Warme School te
worden. Vanuit hun deskundigheid versterken begeleiders Katrien Vergauwen
en Gie Deboutte de samenwerking in het schoolteam, leren ze verbindend en
geweldloos te communiceren en de groepsdynamiek in gunstige zin te bespelen.
Ze reiken de zogeheten ‘vliegwielteams’ van de Warme Scholen informatie,
hulpmiddelen en methodieken aan om hun schooleigen pedagogisch DNA
scherper te omlijnen. Ze vertalen dit naar maatregelen en interventies die de
school, het team en de klassen positief kunnen beïnvloeden.
Alle schoolteams krijgen impulsen om hun zorg- en begeleidings- maar ook
hun disciplinerend beleid tegen het licht te houden en te versterken. Ze houden
daarbij rekening met wat nodig is om in die school te leren en samen te leven.
Schoolteams worden zo op weg gezet naar een verbindende en herstelgerichte
aanpak. Via zes extra werkmomenten, op maat van de school, speelt Tenz in op
de eigenheid, de vragen en behoeften van elk team.
De training van Tenz besteedt aandacht aan de samenwerking in het team maar
gaat ook in op negatieve klas- en interindividuele dynamieken. Pesten, wat
dit voedt en wat het helpt te voorkomen of in de kiem te smoren, krijgt extra
aandacht. Leerkrachtenteams wordt geleerd om schoolbreed en in de diepte te
werken: dat voorkomt doelloze symptoombestrijding en richt de aandacht van
leerkrachten en opvoeders op wat ze zelf in de hand hebben.
Toverbos
13
Hoogbegaafd zijn is geen
luxeprobleem
(Hoog)begaafdheid lijkt een snelweg
naar ronkende diploma’s. In werkelijkheid
studeren veel (hoog)begaafden
niet af. Soms geraken deze kinderen
helemaal in de knoei met zichzelf en
hun omgeving. De juiste begeleiding,
ver van alle labels, voorkomt dat ze
wegglijden. GavoorGeluk ondersteunde
34 scholen in en rond Oudenaarde in
een onderzoekstraject van de Leerstoel
Hoogbegaafdheid van de Universiteit
Hasselt.
De Leerstoel deed een vierjarig
onderzoek, in samenwerking met het
Expertisecentrum Hoogbegaafdheid
Exentra, naar de doeltreffendheid van
een gespecialiseerde opleiding over
onderwijs voor (hoog)begaafden. Ze
dachten een meerjarig opleidingstraject
uit gericht op de behoeften van sterke
en hoogbegaafde leerlingen. Ze reiken
nu inzichten en tools aan om scholen te
helpen deze leerlingen te begeleiden in
hun sociaal-emotionele en cognitieve
ontwikkeling.
“Vroeg opsporen en niet
blindstaren op IQ”
“Onze leerkrachten hadden vaak een
verkeerd beeld van hoogbegaafden. Een
hoogbegaafde, dat was voor hen een
brave leerling die enthousiast leerde.
Gevolg was dat ze niet alle hoog- of
meerbegaafde leerlingen herkenden.
Die andere leerlingen gingen onderpresteren,
waren gedemotiveerd, vertoonden
vaak ernstige gedragsproblemen.
Dankzij GavoorGeluk
hebben we drie jaar lang vorming
gehad over hoog- en meerbegaafdheid.
Nu beginnen we al met detectie in
de kleuterschool. We staren ons niet
blind op IQ, we differentiëren op maat
van de leerling. We streven ernaar
om deze kinderen zoveel mogelijk bij
leeftijdsgenootjes te houden. Deze
aanpak heeft een grote impact. Er zijn
minder gedragsproblemen bij die groep,
ze voelen zich beter in hun vel op school.
En wij voelen ons niet meer onder druk
gezet door ouders die een oplossing
zoeken voor hun kind. We hebben weer
zelf het stuur in handen.”
Caroline Vandriessche, basisscholengemeenschap
Katholiek Basisonderwijs
Oudenaarde
14
GOEDE PRAKTIJKEN VOOR HOGER ONDERWIJS
De studententijd is een periode van vrijheid en zelfontdekking, maar ook van stress over studie en levenskeuzes. Jongeren, zeker
als ze al niet goed in hun vel zaten, zijn dan extra kwetsbaar voor depressie en suïcidale gedachten. Universiteiten en hogescholen
beseffen dit en willen werk maken van de preventie van stress, depressie en suïcide. GavoorGeluk ondersteunt hen daarbij.
Leuven: Fortune/MindMates
MindMates coacht studenten om
zichzelf en medestudenten mentaal
gezond te houden. Het is een initiatief
van het Studentengezondheidscentrum
van de KU Leuven. Dat wil het psychisch
welzijn van studenten bevorderen.
Zijn interventies zijn gebaseerd op de
wetenschappelijke data van professor
Ronny Bruffaerts, psycholoog van het
Universitair Psychiatrisch Centrum van
de KU Leuven en coördinator van de
Leerstoel Fortune.
“Wij doen wetenschappelijk onderzoek
naar suïcidepreventie,” zegt Bruffaerts.
“Sinds 2011 bevragen we systematisch
alle eerstejaarsstudenten. Zo hebben we
een idee gekregen van de beschermende
factoren en van de risicofactoren.”
Het Studentengezondheidscentrum
stemt de preventie voor studenten af op
die bevindingen. “We evalueren nadien
om te zien wat werkt. Dit leidt tot een
gelaagde preventie.”
Gelaagde preventie
Voor alle studenten is er
www.mindmates.be. De website biedt
gezondheidsinformatie en een zelftest
en geeft tips. Ook voor iedereen zijn
MindMates-activiteiten en evenementen
zoals een filmavond of koffieproeven.
Die halen studenten uit hun kot
want verbinding met anderen is een
beschermende factor. Zachte sensibilisatie
tijdens activiteiten doorbreekt
het taboe op geestelijke gezondheid en
verlaagt de drempel naar hulp.
De tweede laag van de preventie richt
zich op studenten met (relatief) milde
emotionele problemen. Met de workshop
‘Upgrade Your Mind’ leren ze hoe ze
voor zichzelf en voor anderen kunnen
zorgen. In deze workshops kunnen ze
ook studenten detecteren die grotere
problemen hebben en doorverwijzen.
Studenten die problemen hebben op
verschillende domeinen krijgen, op hun
vraag, een vrijwillige MindMates-buddy
naast zich (zie inzet).
Tot slot zijn er de studenten met ernstige
moeilijkheden die professionele hulp
nodig hebben. Om die sneller op het
spoor te komen heeft MindMates
opleidingen voor ‘gatekeepers’: personeelsleden
van de KU Leuven die
veel contact hebben met studenten
en die signalen oppikken. Ze krijgen
basisinformatie over emotionele problemen
en suïcidaliteit en leren hoe ze
in gesprek gaan met de student en hoe ze
hem motiveren om hulp te zoeken.
“De buddy zijn die ik zelf nodig
had toen ik het moeilijk had”
“Iedereen zit wel eens met iets. Je kan
daar niet altijd over praten met vrienden
of familie. Dan wil je iemand die oprecht
luistert en bij wie je dat kwijt kan,
iemand die je misschien een nieuwe
kijk kan bieden. Toen ik het zelf moeilijk
had, had ik mensen om me te helpen. Ze
keken niet op hun horloge, ze maakten
tijd. Ze deden mijn probleem niet af als
een akkefietje. Zo’n buddy wil ik zijn. De
student met wie ik gematcht ben, heeft
een heftig probleem. Maar je leert om
het niet op je krachten te nemen. Het
is niet onze verantwoordelijkheid om
het op te lossen. Onze rol is er zijn en
luisteren. Voor ik buddy werd, heb ik
tijdens de workshops ‘Upgrade Your
Mind’ van MindMates geleerd hoe je
mensen de kans geeft om zich open
te stellen, hoe je gevoelige thema’s
aansnijdt. We gaan iets drinken in een
rustig café, we gaan samen sporten, naar
het theater, wandelen in Heverleebos.
Rustige activiteiten, waar we rustig
kunnen babbelen. Ik heb geleerd om veel
meer te luisteren en minder tussenbeide
te komen. Ik heb ook voor mezelf meer
leren relativeren. We steken veel van
elkaar op. Eigenlijk zorg je voor elkaar.”
Laura Timmermans, MindMates-buddy
15
MindMates
KLIK
Student in Warme Stad Gent
Met Student in Warme Stad Gent
bundelen de Universiteit Gent,
Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool,
Odisee, LUCA School of
Arts, Logo Gezond+ en GavoorGeluk
de krachten om het mentaal
welzijn van studenten in Gent te
verbeteren. De website ‘Content
in Gent’ biedt een overzicht van
de initiatieven voor geestelijke
gezondheid en psycho-educatie. De
app KLIK – alleen voor studenten –
mikt op steun, ontmoeting en verbinding.
“Studenten een gevoel van erbij
horen geven”
“De studenten aan onze universiteit
komen van overal. Onze eerstejaars zijn
allemaal nieuw, onbekend in Gent, vaak
kennen ze niemand. Wij willen hun
een warme thuis geven en er zo mee
voor zorgen dat ze niet vereenzamen.
Een gevoel geven van belonging, van
erbijhoren. Dat is nodig, want uit
onderzoek blijkt dat het welzijn van onze
eerstejaars niet optimaal is. Ze zitten
niet altijd goed in hun vel, ze hebben
niet altijd voldoende mensen rondom
zich. Naar schatting 20% van de Gentse
studenten, dus ongeveer 8.000 jongeren,
heeft toch serieuze psychische klachten.
Ook nu hebben we een nulmeting laten
uitvoeren zodat we weten waar de
problemen zitten en kunnen meten of
wat we doen effect heeft. Met Student in
Warme Stad Gent werken de universiteit
en alle hogescholen in de stad voor het
eerst samen. Logisch, want we hebben
dezelfde bezorgdheden. Zo spelen we in
op het leven van de studenten zelf. Dat
laat zich niet in hokjes opdelen.”
Mieke Vanherreweghe, vice-rector
Universiteit Gent
KLIK: onlinebuddysysteem voor
Gentse studenten
“KLIK is een app voor de studenten van de
hogescholen en de universiteit van Gent,
een app voor ontmoeting en verbinding.
Alleen studenten kunnen inloggen via
een e-mailcode en zoekertjes plaatsen
of bekijken. Zoeken ze iemand om mee
te gaan lopen aan de Watersportbaan?
Willen ze een koffie gaan drinken of naar
de film? Zoeken ze een plek om samen
te studeren tijdens de blokperiode? Zo
kunnen ze nieuwe mensen leren kennen.
Het is een manier om eenzaamheid onder
studenten aan te pakken zonder daar de
nadruk op te leggen. En het werkt. Elke
dag zijn er meerdere berichten. Er is ook
een link naar de adressen van instanties
waar ze terechtkunnen. Jongeren die het
moeilijk hebben, vinden namelijk niet
vlot de weg naar hulp. Maar de link in de
app is wel discreet. Dat hebben jongeren
zelf gevraagd. Voor hen was het vooral
belangrijk dat de app veilig is, dat er
dus alleen echte studenten gebruik van
maken. Ze wilden niet dat expliciet de
link met geestelijke gezondheid gemaakt
werd.”
Sarah Peene, Logo Gezond +, Gent
16
06
WARME WILLIAM
Iedereen heeft wel eens een dipje. Maar we zwijgen. We willen anderen niet ‘lastigvallen’. We schamen
ons een beetje omdat we het even niet redden. GavoorGeluk wil emoties bespreekbaar maken. De
blauwe beer Warme William is de mascotte van deze bewustmakingscampagne. Hij wil jongeren
aanzetten om te praten over hun gevoelens en te luisteren naar wie het even moeilijk heeft.
Wat BoB is voor de campagne tegen drinken en rijden, dat wil Warme William zijn voor het taboe op geestelijkegezondheidsproblemen.
Warme William moet emoties en kwetsbaarheid bij jongeren en volwassenen bespreekbaar
maken. Iedereen heeft een Warme William in zijn of haar leven, iedereen kan een Warme William zijn voor anderen,
door empathisch te luisteren, zonder te (ver)oordelen, zonder de eigen mening op te dringen, door tijd te maken
voor anderen. Dat vraagt een attitudeverandering die Warme Wiliam in eerste instantie nastreeft bij jongeren.
Op de website www.warmewilliam.be staan inspirerende tips en video’s, die ook verspreid worden via sociale mediakanalen
YouTube, Facebook en Instagram.
“Warme William verlicht de
druk op wie een dip heeft”
Kamal Kharmach was bijna twee
jaar lang de enthousiaste officiële
ambassadeur voor Warme William.
Vanaf mei loopt zijn opvolger zich warm,
samen met hem. Maar Kamal doet ook
nadien gewoon voort. “Ambassadeur
ben je niet voor één jaar, dat ben je voor
het leven. Want dit is niet gewoon een tof
initiatief. Als je ziet hoe disproportioneel
hoog het aantal suïcides in Vlaanderen
is, is het noodzaak.”
Waarom was u ambassadeur
geworden?
“Tijdens een radio-event had ik Jan Toye
leren kennen. We raakten aan de praat,
over wat hij had meegemaakt met zijn
zoon, en over mijn eigen worsteling
met suïcidale gedachten tijdens mijn
puberteit. Hij vertelde toen over Warme
William, en dat was een verhaal dat me
inspireerde.”
Wat maakte dat Warme William een
gevoelige snaar raakte bij u?
“Omdat de campagne van Warme William
getuigt van inzicht in de problematiek.
Een op de vijf jongeren zit niet goed in
zijn vel, en velen van hen hebben moeite
om daar over te praten. Warme William
neemt de druk weg van degenen die het
al lastig hebben, en vraagt die 4 op de
5 om zorgzaam te zijn en een context te
creëren waardoor die anderen zich veilig
voelen en hun verhaal kwijt kunnen.”
Welke accenten hebt u willen leggen
tijdens uw ambassadeurschap?
“In de eerste plaats er mee voor zorgen
dat Warme William er staat als concept,
hem in de kijker zetten zodat mensen
weten waar het logo voor staat. En in
tweede instantie duiding en context
geven: waarom Warme William, wat
willen we ermee bereiken en hoe doen
we dat?”
Hoe pakt u dat aan?
“Ik heb een mooi platform. Ik kom
met mijn kop op tv en ik gebruik die
gelegenheden om erover te praten.
Bovendien bereik ik als comedian
twee tot drie keer per week honderden
mensen tijdens mijn zaaloptredens. Ja,
het is een comedyshow maar er zit een
emotionele passage in en dan heb ik het
ook over Warme William. Nadien heb je
dan mensen die me daarover aanspreken
en die het fijne willen weten van Warme
William.”
Waar is het meeste verschil gemaakt?
“In scholen, denk ik. Daar leeft Warme
William, en dat is belangrijk, want
die scholieren nemen die boodschap
17
3D Warme William leert jongeren
praten en luisteren
mee als ze ouder worden. Bovendien
hebben we gemerkt dat als we jongeren
overtuigen, zij ook hun ouders erover
aanspreken. Het is belangrijk dat we dit
jonge engagement blijven benadrukken.
Ik merk dat ik ook in mijn eigen leven
alerter ben, dat ik ook eens vaker ga
zeggen aan iemand met wie het niet
goed lijkt te gaan, dat ik er ben als die
een luisterend oor nodig heeft.”
Hoe gaat het nu verder?
“Ik doe gewoon voort. En ik hoop fris
bloed naast mij te krijgen, nieuwe
ambassadeurs die het anders aanpakken
en die een andere doelgroep kunnen
aanspreken. Iemand in wie andere
jongeren zich kunnen herkennen, zodat
het taboe nog meer doorbroken wordt.”
“De Warme William-app wil de boodschap
overbrengen dat praten helpt. Hij wil mensen
verhalen laten ontdekken van anderen die
het moeilijk hadden en die geholpen zijn
door te praten over waar ze mee zitten. Hij
wil mensen ook doen nadenken over wie voor
hen een Warme William is geweest en ze de
kans geven om die persoon te bedanken via
de app. Tot slot geeft de apps tips & tools
voor hoe je zelf een Warme William kan zijn
voor anderen. De app werkt met augmented
reality, een technologie waarbij via
smartphone of tablet een laag geprojecteerd
wordt op de werkelijkheid. Op locaties kan je
dus een 3D Warme William tot leven laten
komen, die je aanspreekt, die je uitnodigt
om de verhalen in de app te ontdekken, om
je eigen Warme William te bedanken, en om
te leren wat je zelf kan doen. Zo geven we de
missie en de boodschap van Warme William
mee door het mensen gewoon te laten doen,
in plaats van het te vertellen. Iedereen kan
deze app downloaden via een appwinkel, en
gebruiken.”
Wouter Vanmol, creatief directeur NuNam, ontwerper
van de app, die er komt in samenwerking met Oona
Wyns van Peer Support Vlaanderen
18
“
14 procent
heeft een
verhoogd risico
op depressie ”
“
7,6% heeft een hoog risico op
ernstige emotionele problemen ”
“
Jongeren met
een hoger risico op
depressie hebben
vaker een beperkt
tot geen netwerk om
op terug te vallen ”
“
40% van de jongeren
praat af en toe over
zijn gevoelens met
vrienden, 6% nooit ”
“
16% was de laatste
zes maanden vaak
ongelukkig ”
“
9 op de 10
jongeren hebben
een goede of
beste vriend ”
“
46% van de
Vlaamse jongeren
zat recent niet
helemaal goed
in zijn vel ”
Bevraging door Why5 Research
in opdracht van MNM en het Fonds
GavoorGeluk
“Ooit zag ik ‘goed in je vel zitten’ als
de ultieme uitkomst van een optelsom
waarin alles vooral moest meezitten. De
lat torenhoog, maar er vlotjes overheen.
Het zal je niet verbazen dat ik meer
dan eens tegen die lat aan botste of
er terneergeslagen onderdoor moest
lopen. Hoog tijd om mijn optelsom te
herzien, zodat tegenslagen niet langer
ongenodigde gasten waren die de boel
compleet ontregelden. Ik leerde ze zien
als drijfveren om een verschil te maken,
zowel voor mezelf als voor anderen.
Dat leverde me geen olifantenvel op,
integendeel. Maar ik ontdekte dat mijn
vel gerust fragiel mocht zijn en wist
mensen rondom mij te verzamelen die
het met zoveel zorg behandelen, dat
het me kracht geeft. Hoe dankbaar ik
daarvoor ben, is met geen woorden te
beschrijven.”
Jorane
“Vroeger durfde ik niet te zeggen dat
het niet goed met me ging. Je denkt dat
mensen je vreemd zullen aankijken.
Nu zal ik dat sneller doen. Omdat ik
vrienden heb die daarvoor openstaan.
Ik weet dat ze er voor mij zullen zijn. Dat
het ze kan schelen wat er in mij omgaat.
Ik praat niet tegen een muur. Ze hoeven
niet met een oplossing te komen. Het is
al voldoende dat ik weet dat ze met mij
inzitten. Ik zal sneller mijn hart luchten,
omdat ik weet dat ik niet alleen ben.
Soms volstaat het om gewoon met mijn
vrienden af te spreken, om samen op café
te gaan, te gaan eten, uit te gaan, plezier
te maken, om mij beter te voelen. En ik
heb zelf ook leren relativeren. Leren zien
dat het om een tijdelijk gevoel gaat, dat
het uiteindelijk wel weer goed komt.”
Emma *
“Zoals iedere jongere voel ik me onder
druk staan. We moeten belangrijke
beslissingen nemen voor ons leven. Er
zijn zoveel mogelijkheden. Het maakt
je bang om de verkeerde beslissingen
te nemen, om niet te voldoen aan de
verwachtingen. Die druk wordt gevoed
door de media, met een constante
stroom aan perfecte beelden. Als ik
dan down ben, doe ik een beroep op
mijn vrienden. Bij je familie zijn er toch
grenzen aan de onderwerpen die je kan
bespreken, met je vrienden kan alles. Ik
heb pleziervrienden, die me helpen mijn
zorgen te vergeten, en hartsvriendinnen
met wie ik problemen kan bespreken.
Bij wie ik me niet moet schamen om
te zeggen wat ik voel, maar die me ook
op tijd zeggen wanneer ik te lang blijf
hangen in mijn verdriet. Ook dat doen
goede vrienden.”
Pauline
*Emma is een schuilnaam
20
07
OP NAAR 2029
Elke suïcide is er één teveel. Voor GavoorGeluk is het alle hens aan dek. Wij blijven de komende
jaren ijveren voor de universele preventie van depressie en suïcide in Vlaanderen. We willen alle
kinderen en jongeren veerkrachtig maken. We zoeken daarvoor maximale samenwerking met
private en publieke spelers, in cofinanciering. We willen daar op afgerekend worden en zullen het
resultaat van deze gezamenlijke inspanningen ook meten.
Ons doel is bereikt als in 2029:
• suïcidecijfers bij jongeren in Vlaanderen in de periode
2019-2028 substantieel (30%) zijn gedaald.
• de meting ‘mentaal welbevinden’ bij de instromende
eerstejaarsstudenten over de periode 2019-2028 een
duidelijke verbetering aangeeft :
• “niet goed in hun vel”: van 1/5 naar 1/10
• “suïcidale ideatie”: van 1/10 naar 1/20
• Warme William:
• In 2029 kennen alle Vlamingen Warme William en
weten ze waarvoor Warme William staat.
• Warme William heeft bij jongeren een
attitudeverandering teweeggebracht met betrekking
tot het delen van emoties en kwetsbaarheid en
het doorbreken van het taboe rond mentaal
onwelbevinden.
• De campagne wordt in partnerschap en
cofinanciering gevoerd door de overheid en het
Fonds GavoorGeluk
(cfr BOB-campagne).
21
Voel je net als wij de urgentie?
Steun dan het Fonds GavoorGeluk via “Vrienden van het Fonds GavoorGeluk”
bij de Koning Boudewijnstichting, op rekeningnummer BE 10 0000 0000 0404,
met de gestructureerde mededeling 014/0150/00035. Bij giften vanaf €40
ontvang je een fiscaal attest.
Contact
info@gavoorgeluk.be
Maatschappelijke Zetel
Diepensteyn 1 - 1840 Steenhuffel
Meer informatie
www.gavoorgeluk.be
Stichters
Jan Toye, jan.toye@diepensteyn.be
Marc vande Gucht, yokaconsult@telenet.be
Colofon
Coördinatie: Katrien Delhuvenne
Redactie: Isa Van Dorsselaer
Vormgeving: www.stefandavid.be
Fotografie: www.franktoussaint.be