20.12.2012 Views

Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine

Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine

Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

SEPT <strong>2012</strong> • BIOBASED ECONOMY MAGAZINE • EDITIE 2-<strong>2012</strong><br />

Start Bioeconomy Innovation<br />

Cluster Oost-Nederland<br />

Special over biobased economy in Provincie Gelderland<br />

‘Wij willen met iedereen die wil<br />

participeren het gesprek aangaan’<br />

Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> geeft duidelijkheid<br />

Project Agrobiopolymeren<br />

verbindt Nederland met Duitsland<br />

Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />

<strong>Biobased</strong> Business Brainport:<br />

Agro & Food meets Technology<br />

Oost-Brabant aan de slag met biobased economy


•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />


INHOUDSOPGAVE<br />

Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (TKI-BBE) geeft helderheid 10<br />

Column Annita Westenbroek - De haalbaarheid van de biobased economy 13<br />

Bos- en houtsector acteert al jaren succesvol in biobased economy 15<br />

2Dingen - Huub de Groot en Fokko Pentinga spreken zich uit 16<br />

De Start-up - TopAlg 18<br />

Special <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> in Gelderland S1<br />

Bioeconomy Innovation Cluster Oost-Nederland van start S4<br />

Gelderse papierindustrie omarmt biobased economy S5<br />

‘Bedrijfsleven heeft wél tienduizend biobased specialisten nodig’ S7<br />

Regio Achterhoek geeft Biogas Infrastructuur Oost-Nederland vorm S10<br />

Achterhoek aan de slag met eendenkroos, mest en biogas S11<br />

Roos (Bioprocess Pilot Facility) ontmoet Soetaert (Bio Base Europe Pilot Plant) 19<br />

‘Mestverwaarding kan tot meest intensieve groene economie leiden’ 22<br />

Column Alain Dirven - Terug naar de basis van biobased succes 24<br />

Project Agrobiopolymeren verbindt Nederland met Duitsland 25<br />

TNO van start op Green Chemistry Campus: 31<br />

<strong>Biobased</strong> Business Brainport van start: Agro & Food meets Technology 32<br />

Activiteitenkalender 33<br />

In de schijnwerpers<br />

Sinds het uitkomen van de eerste editie van <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

in de eerste week van mei, is er ontzettend veel gebeurd in de wereld<br />

van de biobased economy. Zo werd de TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> officieel<br />

opgericht met Kees de Gooijer als directeur en werden de Bioprocess Pilot<br />

Facility en het Bio Base Europe Training Center officieel geopend. Verder<br />

sloot de in Nederland demissionaire minister Verhagen twaalf nieuwe<br />

Green Deals die betrekking hebben op de biobased economy, werd Jeroen<br />

van der Veer aangesteld als boegbeeld van de <strong>Biobased</strong> Delta en werkt<br />

de provincie Gelderland aan het Bioeconomy Innovation Cluster Oost-<br />

Nederland. Kortom, de biobased economy staat zowel in Nederland als in<br />

Vlaanderen volop in de schijnwerpers.<br />

Eens te meer toonden de afgelopen maanden dan ook de potentie aan<br />

die de biobased economy aan beide kanten van de grens heeft. Als uitgever<br />

werden wij na onze eerste uitgave overstelpt met vragen en verzoeken<br />

vanuit de politiek voor informatie over de biobased economy, vanuit het<br />

bedrijfsleven voor interviews en vroegen vele honderden (!) mensen via<br />

onze website een abonnement aan. Maar zoals altijd bij een tijdschrift,<br />

bestaan er ook verbeterpunten. Zo willen wij de verschillende regio’s in<br />

Nederland en Vlaanderen nog beter met elkaar verbinden. Als eerste wapenfeit<br />

treft u daarom in het hart van dit magazine een special aan over<br />

de biobased economy in de provincie Gelderland. Door in de komende<br />

edities de verschillende regionale initiatieven zoals die in Gelderland<br />

uitgebreid in beeld te brengen, willen wij een bijdrage leveren aan het<br />

voorkomen van het tweemaal uitvinden van het spreekwoordelijke wiel.<br />

Innovatie dient immers uniek te zijn!<br />

Met innovatie is direct een magisch woord genoemd. Het staat voor<br />

vernieuwing, beweging, kansen, vooruitgang. Maar, innovatie betekent<br />

ook geduld hebben, kansen afwachten en omgaan met weerstand en<br />

tegenslag. Dat is moeilijk, maar ook razend interessant. De redactie<br />

van <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> sluit zich dan ook aan bij de oproep<br />

van de directie van de TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> aan het nieuwe kabinet:<br />

wees geduldig en kies voor een langetermijnvisie gericht op krachtige<br />

innovatie in de biobased economy!<br />

Edwin van Gastel | Uitgever en hoofdredacteur<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 3


Ondertussen bij<br />

Van Harten volgt Willems op als<br />

boegbeeld Topsector Chemie<br />

Gerard van Harten is op 1 september <strong>2012</strong> gestart als boegbeeld<br />

van de Topsector Chemie en als voorzitter van de Regiegroep<br />

Chemie. Van Harten, opvolger van Rein Willems, is momenteel<br />

voorzitter van de raad van bestuur van Dow Benelux en gaat dit<br />

jaar met pensioen. Sinds 2009 zet hij zich al in voor de Regiegroep<br />

Chemie.<br />

<strong>Biobased</strong> mogelijkheden MIA\Vamil vaak onbenut<br />

De MIA\Vamil-regeling biedt<br />

ondernemers volop mogelijkheden<br />

ter ondersteuning van biobased projecten.<br />

In de praktijk weten bedrijven<br />

de regelingen echter nog nauwelijks<br />

Op de cover<br />

ECN sloot afgelopen zomer een<br />

licentieovereenkomst met het<br />

Indiase bedrijf Thermax om<br />

MILENA biomassa-vergassingsinstallaties<br />

te bouwen en te<br />

verkopen. Thermax is een van<br />

de grootste Indiase bedrijven<br />

dat technologie levert aan de<br />

elektriciteitssector. ECN werkt<br />

bij de export samen met het<br />

Nederlandse bedrijf Royal<br />

Dahlman, dat onder ander<br />

fi lters en gasreinigingsinstallaties<br />

verkoopt.<br />

4 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

te vinden. De MIA (Milieu Investeringsaftrek)<br />

en Vamil (willekeurige<br />

afschrijving milieu-investeringen) zijn<br />

twee fi scale stimuleringsregelingen<br />

die zich richten op marktintroductie<br />

SEPT <strong>2012</strong> • BIOBASED ECONOMY MAGAZINE • EDITIE 2-<strong>2012</strong><br />

Start Bioeconomy Innovation<br />

Cluster Oost-Nederland<br />

Special over biobased economy in Provincie Gelderland<br />

ʻWij willen met iedereen die wil<br />

participeren het gesprek aangaanʼ<br />

Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> geeft duidelijkheid<br />

Project Agrobiopolymeren<br />

verbindt Nederland met Duitsland<br />

Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />

<strong>Biobased</strong> Business Brainport:<br />

Agro & Food meets Technology<br />

Oost-Brabant aan de slag met biobased economy<br />

Commissie Corbey publiceert nota<br />

‘Sturen op minder CO2’<br />

De Commissie Corbey heeft de notitie<br />

‘Sturen op minder CO2’ opgesteld<br />

om inzicht te geven in de effectiviteit<br />

van bestaande instrumenten<br />

voor de reductie van CO2. Er zijn<br />

momenteel verscheidene Europese<br />

richtlijnen en nationale maatregelen<br />

en instrumenten die tot doel hebben<br />

broeikasgasemissies te reduceren.<br />

Deze instrumenten bewandelen<br />

verschillende wegen om dat doel te<br />

bereiken. Bovendien gaan de instrumenten<br />

op een verschillende manier<br />

om met de berekening van CO2effi<br />

ciëntie. Hierdoor is het lastig om<br />

de precieze werking en overlap van<br />

Download het rapport van de Commissie Corbey via het tabblad<br />

Downloads (Achtergrond) op www.biobasedeconomymagazine.nl<br />

en marktverbreding. De regelingen<br />

bieden daarmee de mogelijkheid voor<br />

met name midden- en kleinbedrijven<br />

om daadwerkelijk te investeren in<br />

technologie na de ontwikkelingsfase.<br />

Legenda <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Bij de verschillende artikelen in dit magazine treft u rechtsboven op de pagina<br />

één of meerdere sectoraanduidingen aan. Deze fi guren symboliseren<br />

de volgende setoren die betrokken zijn bij de biobased economy:<br />

Agro & Food<br />

Chemie<br />

Logistiek<br />

de sturingsmechanismen te overzien.<br />

Bovendien bestaan er zorgen over de<br />

duurzaamheid van biobrandstoffen.<br />

Deze zorgen vonden weerklank in de<br />

Tweede Kamer, wat heeft geleid tot<br />

een aantal aangenomen moties en<br />

beleidsaanpassingen. De notitie van<br />

de Commissie Corbey geeft inzicht in<br />

de effectiviteit van de verschillende<br />

instrumenten voor de reductie van<br />

CO2. Bovendien heeft de commissie<br />

een punt op de horizon willen<br />

schetsen: welke sturingsmechanismen<br />

gericht op bio-energie kunnen<br />

broeikasgassen verminderen en<br />

tegen welke kosten?<br />

Zo kunnen ondernemers met steun<br />

van MIA\Vamil investeren in bioraffi<br />

nage, biochemie, mestverwerking<br />

en teelt en verwerking van natuurlijke<br />

vezels, algen, wieren en kroos.<br />

Farma<br />

Energie<br />

Europa


Tien miljoen euro voor <strong>Biobased</strong> Brabant Fonds Avans treedt toe tot Center for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />

De provincie Noord-Brabant heeft<br />

tien miljoen euro toegekend<br />

aan de Brabantse Ontwikkelings<br />

Maatschappij (BOM) voor het<br />

<strong>Biobased</strong> Brabant Fonds. Bert Paul<br />

(gedeputeerde Economische Zaken<br />

en Bestuur) en Jan Pelle (directeur<br />

BOM) tekenden half september een<br />

overeenkomst voor de start van<br />

het investeringsfonds. Doel van het<br />

fonds is om het vestigingsklimaat<br />

voor nieuwe bedrijvigheid en kenniswerkers<br />

op het gebied van de<br />

groene chemie te bevorderen. Het<br />

fonds richt zich op startende, snelgroeiende<br />

bedrijven en kennisintensieve<br />

bedrijven. <strong>Biobased</strong> economy<br />

is - naast solar, elektrisch rijden en<br />

slimme netwerken - één van de drie<br />

speerpunten uit de provinciale energieagenda<br />

waar vanuit de eerste<br />

trance middelen voor zijn gereser-<br />

Waterschap tekent intentie-<br />

1 verklaring voor biobased Brabant<br />

De Brabantse Waterschappen en vertegenwoordigers<br />

van elf Brabantse bedrijven<br />

hebben de ‘Intentieverklaring Brabantse<br />

Bedrijven en Waterschappen werken samen<br />

aan innovatie voor een <strong>Biobased</strong> Brabant’<br />

ondertekend. Nog eens vier bedrijven hebben<br />

aangegeven deel te willen nemen en de<br />

verklaring later te ondertekenen.<br />

Starbucks gaat koffiedik<br />

2 verwerken tot bioplastics<br />

Starbucks boekt progressie in haar strijd<br />

tegen de 1,3 miljoen ton voedselafval die<br />

het bedrijf in haar winkels ‘vervaardigt’.<br />

De nieuwste oplossing? Verwerk de eigen<br />

koffiedik en etensresten tot bioplastics.<br />

Wetenschappers zullen de mogelijkheid van<br />

bioraffinage onderzoeken om de reststoffen<br />

veerd via de investeringsagenda. De<br />

BOM verstrekt het geld in de vorm<br />

van risicokapitaal aan startende<br />

en snelgroeiende bedrijven op<br />

het gebied van groene chemie in<br />

Brabant. Pelle: ‘Buiten risicokapitaal<br />

worden de bedrijven door de BOM<br />

gesteund met marktkennis, een<br />

uitgebreid netwerk en ervaring. Het<br />

fonds heeft een duidelijke aanjaagfunctie<br />

en moet uiteindelijk leiden<br />

tot grootschalige investeringen<br />

van derden. Dit kan leiden tot een<br />

versteviging van het klimaat voor<br />

vestiging van nieuwe bedrijven en<br />

kenniswerkers op het gebied van<br />

groene chemie. De focus van het<br />

fonds ligt op de gebieden waar de<br />

meeste waarde wordt toegevoegd,<br />

namelijk chemicals, coatings,<br />

performance materials, food & feed<br />

en pharma.’<br />

Meest geklikt in onze nieuwsbrief<br />

van Starbucks om te zetten in huishoudelijke<br />

producten zoals wasmiddel.<br />

Agro-food industrie en akkerbouw<br />

3 samen in terugwinning mineralen<br />

‘De ideale situatie? Dat we losse stromen<br />

krijgen voor stikstof, kalium en fosfaat, met<br />

daarnaast een ‘schone’ stroom organische<br />

stof.’ BioNPK heet het project van het Dutch<br />

Biorefinery Cluster dat technologische concepten<br />

ontwikkelt om mineralen te winnen uit<br />

reststromen van de agro-food industrie.<br />

Delta wil één miljard subsidie<br />

4 voor realisatie biomassacentrale<br />

Energiemaatschappij Delta wil de kolencentrale<br />

in Vlissingen-Oost ombouwen naar een<br />

biomassacentrale. Het bedrijf wil echter wel<br />

een subsidie van maar liefst één miljard euro<br />

van de Rijksoverheid. Het een en ander heeft<br />

Avans is, als eerste brede hogeschool, toegetreden tot het Center<br />

for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (CBBE) van Wageningen UR en de vier<br />

HAS’sen. Daarmee is de link tussen het chemische (sommigen<br />

hebben het over ‘grijs’) en het groene onderwijs gelegd en is het<br />

gemakkelijker om projecten op te pakken op het snijvlak van<br />

chemie en agro. Voor Avans is het een prima mogelijkheid om de<br />

kennis van de groene sector ook beschikbaar te maken voor de<br />

studenten van de opleidingen bij Avans Hogeschool en natuurlijk<br />

is dat ook omgekeerd de bedoeling.<br />

Attero verdrievoudigt productie met<br />

Biogas Plant of the Future<br />

Afvalverwerker Attero gaat de<br />

komende jaren in Wijster de productie<br />

van biogas verdriedubbelen.<br />

Momenteel wordt er jaarlijks zo’n<br />

vier miljoen kubieke meter biogas<br />

geproduceerd uit de oude vuilstort,<br />

daar komt tien miljoen kubieke<br />

meter gas bij. Attero werkt aan een<br />

nieuwe gasfabriek – Biogas Plant<br />

of the Future getiteld – waarin<br />

het biogas wordt opgewaardeerd<br />

tot aardgaskwaliteit. Die nieuwe<br />

gasfabriek krijgt overigens een<br />

wervende werknaam.<br />

President-Commissaris Daan van Doorn verklaard<br />

tijdens de aandeelhoudersvergadering.<br />

Green Deal voor<br />

5 <strong>Biobased</strong> Innovations<br />

NV REWIN West-Brabant heeft voor <strong>Biobased</strong><br />

Innovations een Green Deal gesloten met de<br />

Rijksoverheid. Het doel is het opzetten van diverse<br />

vraaggestuurde R&D-werkprogramma’s,<br />

die aansluiten bij de bestaande toplocaties:<br />

Green Chemistry Campus, Nieuw Prinsenland<br />

en Moerdijk. De hiermee opgedane kennis en<br />

kunde worden benut bij de ontwikkeling van<br />

interdisciplinair onderwijs voor de transitie<br />

naar de biobased economy.<br />

Via het tabblad ‘Abonneren’ op<br />

www.biobasedeconomymagazine.nl kunt<br />

u zich inschrijven als ontvanger van onze<br />

tweewekelijkse digitale nieuwsbrief.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 5


Biof litsen<br />

AOC Friesland heeft een nieuwe naam: Nordwin<br />

College. Een nieuwe koers en profilering zijn de<br />

aanleiding voor de naamswijziging. Nordwin College<br />

stuurt aan op duurzaamheid en vergroening<br />

en wil mensen inspireren en leren om met passie en<br />

vakmanschap te werken aan een duurzame wereld.<br />

De Waalwijkse tapijtfabrikant Desso en de<br />

Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO)<br />

onderzoeken samen de haalbaarheid van de<br />

bouw van een vergistingsinstallatie voor de<br />

levering van biogas aan de Desso-fabriek.<br />

Yparex heeft aangekondigd als eerste leverancier<br />

van extrudeerbare hechtmiddelen (zogenaamde<br />

tie resins) voor de verpakkingsindustrie<br />

een biogebaseerd hechtmiddel voor meerlaagse<br />

verpakkingen te hebben ontwikkeld.<br />

Om een lokale energie-infrastructuur op te<br />

zetten heeft Warmtenet Hengelo één miljoen<br />

euro subsidie gekregen van de Europese<br />

Commissie. Warmtenet Hengelo heeft de<br />

subsidie gekregen voor het BOWEN-project<br />

dat gebruikmaakt van bio-energie.<br />

Stedin is gestart met de proef Smart Green Gas<br />

Grid in de omgeving van Bunschoten-Spakenburg.<br />

Groen Gas Nederland meldt dat Stedin extra<br />

invoedingsruimte ten behoeve van groen gas wil<br />

creëren in het reguliere gasnet via het smart grid.<br />

Essent heeft een geslaagde brandstoftest in haar<br />

biomassacentrale in Cuijk uitgevoerd. De eerste<br />

test met nieuwe groene brandstoffen voerde<br />

het energiebedrijf eerder dit jaar uit. Naar nu<br />

blijkt uit onderzoek zijn bermgras, papierslib<br />

en snoeihout geschikt voor het opwekken van<br />

duurzame elektriciteit.<br />

DLV en Arcadis melden in een gezamenlijke verklaring<br />

dat de Dairy Campus in Leeuwarden eind<br />

2014 opgeleverd zal worden. De twee partijen<br />

tekenden samen voor het ontwerp van de campus<br />

en begeleiden bovendien de realisatie ervan.<br />

Op de Dairy Campus concentreert Wageningen<br />

UR haar melkveeproefbedrijven.<br />

Energy Business School, Energy Delta Institute<br />

(EDI) en Stichting Groen Gas Nederland (GGNL)<br />

hebben een samenwerkingsovereenkomst<br />

gesloten waarmee wordt ingezet op een nauwe<br />

samenwerking op het gebied van groen gas. De<br />

partijen zullen zich samen in gaan zetten op het<br />

ontsluiten van informatie rondom groen gas;<br />

6 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

onder andere via internet, door het organiseren<br />

van seminars en events en door het samenstellen<br />

van onderwijsmateriaal.<br />

Jus de Pommes is in de afgelopen decennia uitgegroeid<br />

tot een kwaliteitsmerk, dat bestaat uit een<br />

breed assortiment vruchtensappen. Jus de Pommes<br />

onderscheidt zich door het natuurlijke karakter en<br />

de lange houdbaarheid van een jaar zonder enige<br />

toevoeging van geur- kleur of smaakstoffen Momenteel<br />

is het bedrijf op zoek naar een biobased<br />

alternatief voor haar glazen flessen.<br />

Ingenieursbureau Witteveen+Bos en het Rotterdamse<br />

bureau Pantanova hebben een samenwerkingsovereenkomst<br />

gesloten om onderzoek te<br />

doen naar het telen van vezelhennep of olifantsgras<br />

op braakliggend terrein. De teelt van industriegewassen<br />

kan hierin verandering brengen.<br />

De gemeente Westland, deelgemeente Hoek van<br />

Holland, Van Vliet Recycling, afval- en energienutsbedrijf<br />

HVC, afvalinzamelaar Avalex, telersvereniging<br />

FresQ en het Hoogheemraadschap<br />

van Delfland hebben een intentieverklaring<br />

om een onderzoek te doen naar de bouw van<br />

een vergistingsinstallatie in de regio Westland.<br />

Hiermee komt de realisatie van een BioBased<br />

Valorisatie Park een stap dichterbij.<br />

Cargill heeft gisteren in Bergen op Zoom een<br />

bio-ethanol fabriek in gebruik genomen. Cargill<br />

is producent van zetmeel en glucose voor de voedings-,<br />

diervoerder-, farmaceutische en papierindustrie.<br />

De bio-ethanol die Cargill gaat produceren<br />

is bedoeld om bij te mengen in benzine.<br />

Agentschap NL meldt dat de meeste methoden<br />

voor het opwekken van hernieuwbare energie<br />

uit biomassa in 2011 opnieuw enkele procenten<br />

gegroeid zijn. Afvalverbranding en de productie<br />

van biogas groeiden bovengemiddeld.<br />

Het Kluyver Centre (TU Delft) heeft samen met<br />

Deltares de educatieve online game <strong>Biobased</strong><br />

<strong>Economy</strong> ‘Green Island’ gelanceerd. Het idee voor<br />

de game voor vmbo-scholieren kwam van Patricia<br />

Osseweijer in samenwerking met Herman van<br />

Wechem, voorzitter van BE-Basic.<br />

CSM heeft besloten tot een opsplitsing van het<br />

bedrijf. De Noord-Amerikaanse en de Europese<br />

bakkerij-activiteiten worden verkocht en met<br />

het vrijgemaakte kapitaal investeert CSM in<br />

biobased ingrediënten. CSM gaat zich daarbij<br />

richten op de combinatie Purac, het onderdeel<br />

voor de productie van melkzuur, en Caravan Ingredients<br />

dat speciale ingrediënten produceert.<br />

In nauwe coöperatie werken NV Economische<br />

Impuls Zeeland en Zeeland Seaports op dit<br />

moment hard aan de opzet van een marktplaats<br />

voor biomassa. De virtuele marktplaats zal naar<br />

verwachting vanaf eind <strong>2012</strong> worden ingezet als<br />

hulpmiddel om vraag en aanbod van biomassastromen<br />

met elkaar te verbinden.<br />

De VNCI heeft gemeld dat verffabrikanten en<br />

hun grondstofleveranciers een branche-innovatiecontract<br />

hebben gesloten met kennisorganisatie<br />

TNO. Dit moet leiden tot meer kennis in<br />

de keten over coatings op basis van biologische<br />

grondstoffen. De verfindustrie streeft ernaar<br />

dat in 2030 in Nederland de helft van alle<br />

coatings op biomateriaal is gebaseerd.<br />

Wageningen UR Food & <strong>Biobased</strong> Research, coördinator<br />

van het EU-PEARLS project, heeft een extractieproces<br />

ontwikkeld om rubber uit de wortelen<br />

van Russische paardenbloemen (Taraxacum koksghyz)<br />

te extraheren. Analyses van het verkregen<br />

rubber toonden aan, dat het natuurrubber uit deze<br />

bloem een goede kwaliteit heeft. Apollo Vredestein<br />

heeft de eerste banden met het natuurrubber uit<br />

Europa geproduceerd. In de komende maanden<br />

ondergaan de banden diverse testen.<br />

Met de toekenning van subsidie uit de IPCregeling<br />

is het innovatieproject BioEnable<br />

officieel gestart. Twaalf kleine en middelgrote<br />

hoogtechnologische midden- en kleinbedrijven<br />

- gespecialiseerd in biomassa en<br />

bioraffinage - nemen deel aan het project.<br />

De netwerken <strong>Biobased</strong> Business Accelerator<br />

(BbBA) en het Institute for Sustainable<br />

Process Technology (ISPT) zijn penvoerders en<br />

initiatiefnemers van BioEnable.<br />

BASF, Cargill en Novozymes hebben een<br />

overeenkomst ondertekend om gezamenlijk<br />

technologieën te ontwikkelen voor de productie<br />

van biobased acrylzuur uit hernieuwbare<br />

ruwe grondstoffen.<br />

De Amsterdamse haven verwacht in <strong>2012</strong> de<br />

overslag licht te laten groeien in het energiesegment<br />

door een toenemende vraag naar<br />

biobrandstoffen en biomassa. De overslag in de<br />

Amsterdamse haven steeg in 2011 nog naar<br />

74,8 miljoen ton.


API Institute en Pezy ontwikkelen<br />

biologisch afbreekbare ballonlinten<br />

API Institute (Emmen) en Pezy (Groningen)<br />

hebben in een innovatietraject<br />

volledig biologisch afbreekbare<br />

ballonlinten en sluiters ontwikkeld.<br />

De eerste prototypes zijn recent met<br />

succes vervaardigd. Deze degraderen<br />

in enkele maanden, afhankelijk van<br />

de omgeving waar ze terechtkomen.<br />

Volgens de twee organisaties is het<br />

een grote verbetering ten opzichte<br />

van de huidige materialen die tientallen<br />

jaren in de natuur aanwezig blijven.<br />

Op dit moment wordt gewerkt<br />

aan het verder verbeteren van het<br />

materiaal, zodat de degradatie in de<br />

natuur nog sneller verloopt.<br />

Wageningen UR organiseert Biorefinery<br />

for Food, Fuel and Materials 2013<br />

Van 7 tot 10 april 2013 organiseert Wageningen UR het internationale<br />

event Biorefinery for Food, Fuel and Materials (BFF).<br />

BFF2013 zal technologische innovaties adresseren, de implementatie<br />

in de productieketen bespreken en ruimte bieden<br />

aan het publieke debat over de duurzame ontwikkeling van de<br />

biobased economy. Er zal bijzondere aandacht zijn voor de synergie<br />

tussen food en non-food applicaties. In het symposium<br />

wordt de gehele bioraffinage-keten belicht, van biomassateelt<br />

tot de verwerking in nieuwe producten en de uiteindelijke<br />

recycling van reststromen. Het evenement verbindt ook stakeholders<br />

uit alle sectoren die betrokken zijn bij de biobased economy,<br />

van agro en food tot chemie en energie. Tot 1 november<br />

hebben geïnteresseerden de tijd om zich te melden voor het<br />

geven van een presentatie. Kaarten voor het evenement kunnen<br />

tot 1 maart met een vroegboekkorting besteld worden.<br />

BFF2013 zal onderzoekers, industriële vertegenwoordigers en<br />

eindgebruikers vanuit de gehele wereld aantrekken. Niet alleen<br />

uit Europa, maar ook uit Azië, Amerika en Afrika.<br />

Limburg ondertekent intentieverklaring<br />

voor biobased economy<br />

Op initiatief van de Limburgse<br />

ontwikkelingsmaatschappij<br />

LIOF hebben Greenport Venlo,<br />

Chemelot, Universiteit Maastricht<br />

en de Provincie Limburg vandaag<br />

tijdens het <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />

Event Limburg op de Floriade een<br />

intentieverklaring getekend om<br />

nauw te gaan samenwerken aan<br />

een biobased economy. Het uiteindelijke<br />

doel is meer bedrijvigheid,<br />

een toename van het aantal banen<br />

en het behoud van aanwezige kennis<br />

in de gehele provincie, kortom<br />

streven naar een sterke Limburgse<br />

biobased economie.<br />

Jeroen van der Veer ambassadeur <strong>Biobased</strong> Delta<br />

Jeroen van der Veer is aangesteld als ambassadeur van de<br />

<strong>Biobased</strong> Delta. Van der Veer is een van de sprekers op het<br />

congres van <strong>Biobased</strong> Delta op 24 oktober in het Zeeuwse<br />

Goes. De benoeming van de voormalig Shell-topman tot ambassadeur<br />

is een volgende stap naar (inter)nationale profilering<br />

van de <strong>Biobased</strong> Delta. In Zuidwest-Nederland en Vlaanderen<br />

werken overheden, kennisinstellingen en bedrijven onder het<br />

motto ‘Agro meets Chemistry’ samen aan de totstandkoming<br />

van de biobased economy. <strong>Biobased</strong> Delta brengt alle activiteiten<br />

onder één naam samen om zo de groei en aantrekkingskracht<br />

van een groene economie in de regio te versterken.<br />

Productschap Tuinbouw lanceert<br />

platform BBE en MVO<br />

Door middel van een toost met een<br />

glas biobased tomatensap heeft het<br />

Productschap Tuinbouw het ondernemingsplatform<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />

en MVO gelanceerd. Zestien enthou-<br />

siaste ondernemers gaan daarmee<br />

aan de slag met het benoemen van<br />

de huidige knelpunten op het gebied<br />

van de <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> en MVO<br />

en de kansen voor de toekomst.<br />

Vlaams DURBIO-project officieel gestart<br />

Flanders Plastic Vision en het Vlaams Kunststofcentrum organiseerden<br />

begin september bij Centexbel de kick-off van het recent gestarte<br />

project DURBIO. DURBIO, dat staat voor duurzame biogebaseerde<br />

plastics, streeft naar de toepassing van biogebaseerde kunststoffen<br />

in extrusieprocessen. Een succesvolle omschakeling van oliegebaseerde<br />

polymeren naar biopolymeren vereist dat de eigenschappen<br />

kunnen wedijveren met die van synthetische polymeren.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 7


<strong>Biobased</strong> in Beeld<br />

Het biobased netwerk leeft! Er gaat geen week voorbij of beslissers uit het<br />

bedrijfsleven, onderwijs, bestuur, politiek en intermediaire organisaties ontmoeten<br />

elkaar tijdens congressen, borrels, lezingen, workshops of andere bijeenkomsten. In deze<br />

rubriek doet <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> verslag in beeld...<br />

Lector Hans Derksen spreekt inaugurele rede uit<br />

Hans Derksen sprak voor de zomer zijn inaugurele rede uit als lector <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />

aan de Hogeschool van Hall Larenstein uit. Daarbij ging hij in op twee hoofdvragen.<br />

Allereerst hoe richting het jaar 2030 op duurzame wijze een toename in het gebruik<br />

van biomassa gerealiseerd kan worden en ten tweede welke knelpunten er zijn rond de<br />

biobased economy en hoe deze weggenomen kunnen worden.<br />

Lubbers: ‘Groene groei<br />

niet langer luxe of links’<br />

‘Groene groei is namelijk niet langer luxe of links,<br />

maar de mogelijkheid tot economische groei.<br />

Bovendien leidt groene groei tot banen. Groen<br />

moet in de missie van een bedrijf zitten.’ Dit<br />

stelde voormalig premier Ruud Lubbers tijdens<br />

een bijeenkomst in Rotterdam rond de biobased<br />

economy van het Nederlands Kennis Centrum voor<br />

Commissarissen (NKCC).<br />

8 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Connecting CO2: afvangen<br />

CO2 technisch mogelijk<br />

Ontmoeting DNHK: biosector gaat voor functionaliteit<br />

In het Graphic Museum MOTI kwamen half juni<br />

zo’n vijftig ondernemers bijeen om kennis te delen<br />

rond het Pieken in de Delta-project ‘Connecting<br />

CO2 the next step’. Het project dat afloopt richtte<br />

zich op het afvangen en hergebruiken van koolstofdioxide.<br />

Doelstelling was om twee pilots met<br />

state-of-the-art CO2 afvang- en zuiveringstechnieken<br />

te realiseren. Deze vonden plaats bij Total<br />

Raffinaderij Nederland (Zeeland Refinery) in het<br />

Sloegebied en bij Ardagh Glass in Moerdijk.<br />

Het label ‘biologisch’ alleen is niet voldoende om een product met succes in de markt<br />

te zetten. Producenten van biologisch afbreekbare verpakkingen en plantaardige kunststoffen<br />

hebben alleen bestaansrecht wanneer ze hun klanten van de functionaliteit van<br />

hun materialen kunnen overtuigen en concurrerende prijzen kunnen aanbieden. Dat<br />

benadrukten Nederlandse en Duitse producenten tijdens de internationale branchebijeenkomst<br />

in mei van de Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK).


Smit’s Uien onderzoekt<br />

opwaardering uienreststroom<br />

Het Haagse bedrijf Smit’s Uien verwerkt wekelijks<br />

ruim driehonderd ton uien tot blokjes en ringen.<br />

Bij het proces van pellen en snijden ontstaat een<br />

reststroom van circa vijfenzeventig ton. Samen<br />

met Syntens Innovatiecentrum oriënteert directeur<br />

Jan Smit zich op de mogelijkheden om deze afvalstroom<br />

op te waarderen. ‘Wij hebben samen met<br />

Innovation in Food onder meer onderzocht wat<br />

de mogelijkheden zijn om quercitine en andere<br />

interessante inhoudsstoffen te winnen uit de uienschillen’,<br />

aldus Smits. Quercitine is een natuurlijke<br />

oxidant. Vanwege de veronderstelde positieve<br />

effecten op ontsteking, stofwisseling en ongewenste<br />

celgroei, is quercitine een veelbelovend<br />

voedingsmiddel om de hart- en vaatgezondheid te<br />

bevorderen. ‘Ondanks de verwachte opbrengstprijs<br />

van tien euro per kilo, bleken de investeringen echter<br />

nog niet op te wegen tegen de opbrengst aan<br />

quercitine.’ Op dit moment richt het onderzoek om<br />

de berg met uienschillen tot waarde te brengen,<br />

zich op twee verschillende sporen. Weehuizen:<br />

‘Een optie is om de uienschillen af te zetten als<br />

voedsel voor larven van huisvliegen. Deze worden<br />

gekweekt met als doel het produceren van dierlijke<br />

eiwitten. Dit is zo interessant omdat de voedingsconversie<br />

naar eiwitten bij insecten veel efficiënter<br />

is dan bij conventioneel vlees. Het tweede onderzoekspoor<br />

richt zich op de mogelijkheden om de<br />

uienschillen met behulp van biovergisting om te<br />

zetten in energie.’<br />

Project ‘Groen Gas’ ontvangt<br />

zeven miljoen Europese subsidie<br />

De Provincie Groningen meldt dat het grensoverschrijdende<br />

project ‘Groen Gas’ een subsidie<br />

heeft ontvangen van ruim zeven miljoen euro<br />

vanuit het INTERREG IV A programma Nederland-Duitsland.<br />

Binnen het project werken de<br />

komende drie jaar 63 partners uit het Noord-<br />

Nederlandse en Duitse bedrijfsleven, onderzoeks-<br />

en overheidslandshap samen. Zij gaan in achttien<br />

deelprojecten knelpunten in de waardeketen van<br />

groen gas oplossen.<br />

Wereldnieuws<br />

EBB klaagt over dumpen biodiesel<br />

De European Biodiesel Board (EBB) heeft<br />

namens Europese producenten van biodiesel<br />

een formele klacht ingediend tegen<br />

Argentinië en Indonesië die miljoenen<br />

tonnen biodiesel dumpen op de EU-markt.<br />

De dumping heeft ernstige gevolgen voor de<br />

Europese industrie die wordt geconfronteerd<br />

met faillissementen en beperkte afzet van<br />

de productie.<br />

Malmo Aviation kiest voor<br />

biogebaseerde ontbijtboxen<br />

De Zweedse luchtvaartmaatschappij Malmö<br />

Aviation heeft nieuwe ontbijtdoosjes geïntroduceerd<br />

die vervaardigd zijn uit certified<br />

composteerbaar karton. De nieuwe doosjes<br />

zijn gemaakt van het zogenaamde biobased<br />

materiaal Invercote Bio.<br />

Nestle-topman: ‘Geen voedsel<br />

voor biobrandstof meer’<br />

Als het aan Nestlé-topman Peter Brabeck<br />

ligt, wordt er geen voedsel meer aangewend<br />

voor de productie van biobrandstof. Volgens<br />

Brabeck ligt het gevaar van een onnatuurlijke<br />

relatie tussen voedsel- en olieprijzen momenteel<br />

op de loer.<br />

Franse BBE-topinstituten<br />

PIVERT en IFMAS gestart<br />

Het IA Netwerk in Parijs meldt middels een<br />

rapportage dat in Frankrijk twee belangrijke<br />

topinstituten op het gebied van plantaardige<br />

chemie in de biobased economy van<br />

start gaan: PIVERT en IFMAS. Beide hebben<br />

hun basis in het noorden van het land. De<br />

instituten kregen tientallen miljoenen euro’s<br />

financiering uit de pot van de ‘Investeringen<br />

van de Toekomst’.<br />

Biofuels Producers Coordinating<br />

Council opgericht<br />

Acht producenten van biobrandstoffen<br />

hebben de handen ineengeslagen in de<br />

‘Biofuels Producers Coordinating Council’. De<br />

acht willen gezamenlijk gaan pleiten bij de<br />

Amerikaanse overheid voor nationaal beleid<br />

ten bate van een betere continuïteit van<br />

de energievoorziening via de binnenlandse<br />

productie van biobrandstoffen.<br />

Global Bioenergies test<br />

vergistingsproces koolwaterstof<br />

De Franse start-up Global Bioenergies is begonnen<br />

met het testen van de haalbaarheid<br />

van haar innovatieve procedé om biomassa<br />

via een vergistingsproces in koolwaterstof om<br />

te zetten. Het bedrijf start met een pilot op<br />

laboratoriumschaal, gevolgd door de industriële<br />

pilot in 2013.<br />

Chinees normplatform voor biogas<br />

In samenwerking met internationale experts<br />

wil China in een nieuw ISO-platform<br />

mondiale normen ontwikkelen voor biogas<br />

thuis-applicaties, productie en producten, instrumentatie-<br />

en testmethodes, ontwerp- en<br />

bouwaspecten, exploitatie en management<br />

van biogasinstallaties.<br />

Energie <strong>2012</strong>: hét platform voor duurzame energie<br />

Duurzame energie en energie besparen is actueler<br />

dan ooit. De vakbeurs Energie pakt dit jaar nog<br />

groter uit dan voorgaande jaren. Met oog voor de<br />

laatste ontwikkelingen, brengt de beurs vraag en<br />

aanbod, in de brede zin van het woord, bij elkaar.<br />

Op Energie <strong>2012</strong> is een breed aantal energie-onderwerpen<br />

vertegenwoordig, zoals inkoop van energie,<br />

duurzaam bouwen, elektrische mobiliteit, biomassa<br />

en biobased economy, Dit jaar kunt u op de beurs<br />

ook terecht voor het thema elektrische mobiliteit.<br />

Duitse experts presenteren<br />

Roadmap Bioraffinage<br />

Het Duitse ministerie van Landbouw heeft<br />

een Roadmap Bioraffinage gepresenteerd.<br />

Met de door talrijke ’experts van naam’<br />

opgestelde roadmap wil de regering in Berlijn<br />

benadrukken dat zij in de raffinage van vernieuwbare<br />

grondstoffen de hoeksteen ziet die<br />

moet leiden tot de volledig op plantaardige<br />

materialen gebaseerde economie.<br />

Daarnaast is het aanbod in solar aanzienlijk groter<br />

dan voorheen. Behalve een breed exposantenaanbod,<br />

biedt de beurs ook een uitgebreid inhoudelijk<br />

programma. Waaronder het congres ‘Succes met decentrale<br />

energie’ (donderdag 11 oktober). Dit congres<br />

gaat in op de mogelijkheden voor decentrale<br />

elektriciteitsproductie. Van financiering tot juridische<br />

aspecten en van regelgeving tot praktisch advies.<br />

Toegang tot Energie <strong>2012</strong> is gratis na registratie via<br />

www.energievakbeurs.nl/registreren<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 9


Directie Topconsortium voor Kennis- en Innovatie <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (TKI-BBE) geeft helderheid:<br />

‘Wij willen met iedereen die wil participeren het gesprek aangaan’<br />

Begin juni werd de directie voor het Topconsortium voor Kennis- en Innovatie <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (TKI-BBE)<br />

offi cieel benoemd. Dit topconsortium gaat het cross-sectorale programma <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> uitvoeren dat<br />

de Topsector Chemie als penvoerder heeft. Kees de Gooijer is benoemd tot directievoorzitter, met de mededirecteuren<br />

Peter Paul Schouwenberg en Luuk van der Wielen. <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> organiseerde een<br />

driegesprek met de directieleden en sprak onder meer over de spreekwoordelijke ‘fi rst things to do’ en de<br />

wens om het midden- en kleinbedrijf op nog grotere schaal te laten participeren.<br />

Het bestuur van de TKI-BBE bestaat buiten de drie<br />

genoemde directieleden uit een raad van toezicht<br />

met daarin bekende namen als Hans Alders,<br />

Gerard van Harten, Mees Hartvelt en Roel Bol.<br />

‘Binnen de directie zijn de taken helder verdeeld’,<br />

opent De Gooijer het gesprek. ‘Peter-Paul Schouwenberg<br />

is verantwoordelijk voor de portefeuille<br />

industrie en pilot faciliteiten en programma’s. Op<br />

zijn beurt kent Luuk van der Wielen de portefeuille<br />

precompetitieve publiek-private samenwerkingen<br />

(PPS’en). Zelf ben ik verantwoordelijk voor de<br />

algemene leiding van de TKI.’<br />

Volgens de drie directieleden spelen de spreekwoordelijke<br />

‘fi rst things to do’ zich vooral af<br />

10| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Kees de Gooijer<br />

rond het creëren van duidelijkheid. De Gooijer:<br />

‘Alleen door helder te communiceren naar de<br />

deelnemende partijen over wat de TKI-BBE<br />

gaat doen – het is immers een proces in wording<br />

– kunnen wij vooruitgang boeken. Men<br />

moet begrijpen wat de bedoeling is. Zo zijn de<br />

vijf werkpakketten één-op-één vertaald naar<br />

vijf thema’s: biobased materialen, bio-energie<br />

en chemie, bioraffi nage, teeltoptimalisatie en<br />

biomassaproductie en tenslotte terugwinnen<br />

en hergebruik van grondstoffen. Deze thema’s<br />

krijgen invulling in verschillende PPS’en.’<br />

Schouwenberg vult aan: ‘Begin september hebben<br />

wij het een en ander ook toegelicht op<br />

een bijeenkomst van de Topsector Energie. Wij<br />

merkten dat er daadwerkelijk behoefte was aan<br />

opheldering. Zo wist lang niet iedereen dat de<br />

‘tafel’ Biorenewables opgegaan is in de TKI-BBE<br />

en dus geen aparte TKI vormt.’ Van der Wielen<br />

voegt nog toe: ‘Nederland kent natuurlijk al<br />

een aantal sterke PPS’en, die deels aan de basis<br />

staan van het topsectorenbeleid. Ook binnen<br />

onze TKI geven wij de bestaande PPS’en de<br />

ruimte en daar waar mogelijk scherpen wij ze<br />

aan voor de noden van het bedrijfsleven.’<br />

Midden- en kleinbedrijf<br />

En verkiezingen en een nieuw kabinet of niet,<br />

het werk van de TKI-BBE gaat onverminderd<br />

door. ‘De basis van het hele topsectorenbeleid<br />

wordt immers gevormd door de industrie’, stelt<br />

Schouwenberg. ‘Wij gaan het toegezegde budget<br />

in de komende periode aanbesteden in projecten.<br />

Zoals bekend heeft de overheid middelen toegezegd<br />

voor de jaren <strong>2012</strong> en 2013 waardoor de<br />

TKI in deze twee jaren in totaal zo’n driehonderd<br />

miljoen euro aan projecten zal genereren die zo<br />

breed mogelijk gevormd worden.’<br />

‘Zoals gezegd wordt het budget evenredig verdeeld’,<br />

stelt Van der Wielen. ‘Of het nu om energie,<br />

agri en food of chemie gaat, er is behoefte aan<br />

een gebalanceerd pakket van projecten. Wij roepen<br />

daarom ook iedereen met een goed idee op<br />

zich te melden. Het leuke is dat de biobased economy<br />

namelijk nog geen gevestigde namen kent.’<br />

De Gooijer: ‘Wij gaan met iedereen het gesprek<br />

aan want het potentieel van de biobased economy<br />

en de TKI-BBE is veel groter dan wij tot dusver in<br />

beeld hebben. Daarom werken wij ook aan de<br />

verbinding met de verschillende regionale initiatieven.<br />

De vragen die bij loketten van provincies<br />

en gemeenten binnenkomen, dienen ook bij<br />

ons terecht te komen zodat centrale coördinatie<br />

kan plaatsvinden. De verschillende Nederlandse<br />

regio’s communiceren onvoldoende met elkaar<br />

en aan ons de schone taak om dit te verbeteren.’<br />

Schouwenberg: ‘En om het midden- en<br />

kleinbedrijf (mkb) nog meer te mobiliseren leggen<br />

wij momenteel ook contact met VNO-NCW.<br />

In dit licht is het ook belangrijk dat een nieuw<br />

verdienmodel voor het mkb ontwikkeld wordt.<br />

Tot op heden is het vaak zo dat grote bedrijven<br />

technologieën die ontwikkeld zijn door het mkb<br />

overnemen en het mkb vervolgens met lege<br />

handen achterblijft. Wij streven naar een model<br />

waarbij in de hele keten geld verdiend wordt. Een<br />

simpel voorbeeld: je kunt geen mestverwerkingsketen<br />

inrichten als de boeren er geen geld aan<br />

verdienen. En de criticasters die roepen dat het<br />

mkb onvoldoende betrokken is? Ik daag hen uit<br />

om ons te bellen. Zij roepen niet in de woestijn,<br />

wij willen met iedereen het gesprek aangaan.’<br />

Lange versus korte termijn<br />

‘Daar komt nog bij dat voor het lange termijnonderzoek<br />

het grootbedrijf een substantiële bijdrage


kan leveren, maar juist voor de korte termijnagenda<br />

het mkb een cruciale rol speelt’, aldus De<br />

Gooijer. Het mkb brengt in het innovatielandschap<br />

de benodigde dynamiek.’ Volgens Schouwenberg<br />

is het belangrijk dat deze ondernemers ‘pur sang’<br />

aansluiten. ‘Tegelijkertijd is het interessant om te<br />

zien of de kennisinstellingen in staat blijken te zijn<br />

in opdracht van het bedrijfsleven te opereren.’ Van<br />

der Wielen vervolgt: ‘Het model van de succesvolle<br />

PPS’en moet verder uitgebreid worden, daarbinnen<br />

werken kennisinstellingen immers al goed<br />

samen met bedrijven. De best practices zijn er, het<br />

wiel hoeft niet opnieuw uitgevonden te worden.’<br />

Als De Gooijer, Schouwenberg en Van der Wielen<br />

één ding moeten noemen dat hoog op hun wensenlijstje<br />

staat voor de TKI-BBE, is het het langjarig<br />

commitment van de Rijksoverheid. ‘Politici moeten<br />

over hun eigen schaduw – en daarmee over hun<br />

regering – heen stappen. Als de Rijksoverheid zegt<br />

de industrie is leidend, dat betekent dit dat je als<br />

overheid geen grote stempel moet drukken. Dat<br />

doet men vooralsnog wel door slechts voor twee<br />

jaar middelen toe te kennen. De ontwikkeling van<br />

een biobased economy vergt een lange adem.<br />

Xenofobe politiek met betrekking tot buitenlandse<br />

mogelijkheden helpt ons wat dat betreft niet. Bovendien<br />

zorgt meerjarig commitment van de overheid<br />

ook dat bedrijven gemakkelijker fi nanciering<br />

krijgen bij banken voor innovatieve activiteiten.’<br />

Onderwijs<br />

‘Verder is meer aandacht voor de onderwijsagenda<br />

niet alleen een wens, maar ook op zijn<br />

plaats’, stelt De Gooijer een naar zijn idee nog<br />

ongenoemd maar wel belangrijk onderwerp voor<br />

de totstandkoming van de biobased economy<br />

centraal. ‘Ondanks dat sommige rapporten het<br />

tegendeel beweren; het schreeuwend tekort aan<br />

Peter Paul Schouwenberg en Luuk van der Wielen<br />

professionals voor de biobased economy gaat er<br />

komen. De tijdshorizon ligt waarschijnlijk rond de<br />

zes à zeven jaar. En of er in die periode nu één,<br />

twee of tien opleidingen biobased economy komen<br />

maakt niet uit, als het speelt in de doelgroep<br />

(de scholieren) moet je het doen. Op dit moment<br />

weet de industrie echter nog niet of zij over enkele<br />

jaren biobased specialisten nodig heeft omdat zij<br />

de omschrijvingen van wat deze mensen moeten<br />

kunnen zelf nog niet hebben. Vergelijk het maar<br />

met Henry Ford. Die stelde ook niet de vraag<br />

of mensen snellere paarden wilden toen hij de<br />

auto introduceerde. Samenvattend: er is behoefte<br />

aan een education push.’ ‘Goed onderwijs voor<br />

de biobased economy is ook belangrijk voor de<br />

internationale marktwerking’, vult Van der Wielen<br />

aan. ‘Het Nederlandse onderwijs geniet in het<br />

buitenland nog altijd veel aanzien. Het creëren van<br />

dit type opleidingen is een van de vele kansen om<br />

Nederland internationaal op de kaart te zetten.’<br />

Wilt u meer lezen over de TKI-BBE of aansluiting<br />

zoeken bij de TKI-BBE? Surf dan naar www.tkibbe.nl<br />

voor meer informatie en contactgegevens<br />

van de TKI-BBE en de verschillende directieleden.<br />

De Gooijer, Schouwenberg en<br />

Van der Wielen in het kort<br />

Kees de Gooijer is sinds geruime tijd actief<br />

in de foodindustrie en momenteel de directeur<br />

van de Food & Nutrition Delta. Eerder<br />

gaf hij al leiding aan de Agrotechnology &<br />

Food Sciences Group van Wageningen UR.<br />

Peter-Paul Schouwenberg is binnen energiebedrijf<br />

Essent de founding father van<br />

het biomassaportfolio. Als programmamanager<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> heeft hij een<br />

belangrijke hand in de pilots en demonstratieprojecten<br />

die Essent uitvoert met<br />

verschillende soorten biomassa.<br />

Luuk van der Wielen is hoogleraar aan<br />

de TU Delft en al jaren werkzaam in de<br />

industriële biotechnologie. Circa tien jaar<br />

geleden werd hij benoemd als directeur van<br />

BE-Basic, een biobased en internationaal<br />

publiek-privaat samenwerkingsverband. Het<br />

initiatief beschikt met de Bio Process Facility<br />

bovendien over een gezamenlijke proeffaciliteit<br />

om demonstraties uit te voeren.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 11


European Forum for<br />

Industrial Biotechnology &<br />

The <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>2012</strong><br />

Where business and policy meet<br />

the leading European Biotech event<br />

16–18 October <strong>2012</strong> Swissôtel<br />

Düsseldorf, Germany<br />

Gathering together<br />

high-level representatives<br />

from Europe’s industrial<br />

biotechnology community<br />

and the broader bioeconomy,<br />

EFIB <strong>2012</strong> will feature an<br />

unrivalled calibre of speakers<br />

from both policy and<br />

business, to debate and<br />

develop the way forwards for<br />

biobased industries.<br />

Don’t miss out, register now at www.efibforum.com


De haalbaarheid van de biobased economy<br />

De vraag of de biobased economy haalbaar is<br />

lijkt keer op keer en vanuit alle hoeken in de<br />

samenleving terug te keren. Het cliché ‘biobased<br />

producten zijn toch veel duurder dan<br />

hun fossiele tegenhangers’ passeert menigmaal<br />

de revue. Velen stellen ook de vraag ‘hoe maken<br />

we de biobased economy ooit haalbaar?’<br />

Wat men vergeet is dat vóór het fossiele tijdperk<br />

alles biobased en… betaalbaar was!<br />

Bovendien hebben vele producten nooit een<br />

fossiele grondstof gekend en zijn deze sinds<br />

jaar en dag biobased. Zo zijn er naast voeding<br />

en veevoer herkenbare alledaagse producten<br />

als hout, papier, zeep en textiel (van wol tot<br />

katoen, jute, hennep en vlas). Maar natuurlijk<br />

zijn er ook minder zichtbare biobased componenten<br />

en chemicaliën die al jarenlang<br />

worden verwerkt in alledaagse producten.<br />

Denk bijvoorbeeld aan houtvezels in asfalt en<br />

medicijnen, zetmeel in behangplaksel, plantaardige<br />

olie in linoleum enzovoorts. Kortom,<br />

genoeg voorbeelden dat biobased materialen<br />

duurzaam en betaalbaar zijn.<br />

Logischerwijs gaat de ‘nieuwe’ biobased<br />

economy veel verder en is er meer mogelijk<br />

dan wij tot nu toe doen met de waardevolle<br />

natuurlijke grondstoffen van het land. In de<br />

twintigste eeuw – die getypeerd kan worden<br />

als het tijdperk van onbeperkte energie- en<br />

olievoorraden – zijn nieuwe materialen en<br />

chemicaliën vooral ontwikkeld uit de oneindig<br />

beschikbaar lijkende grondstof olie… Wat<br />

nu als we olie nooit hadden gevonden? Dan<br />

zouden we voortgeborduurd hebben op de<br />

kennis van de natuurlijke grondstoffen. Hadden<br />

we nog steeds gebouwd met natuurlijke<br />

materialen, geverfd met natuurlijke kleurstoffen<br />

en onze medicijnen uit planten gehaald.<br />

Tegelijkertijd moeten wij niet vergeten dat tal<br />

van sectoren biobased zijn gebleven. Secto-<br />

ren die jarenlang het bewerken van het land<br />

en het oogsten en verwerken van biobased<br />

grondstoffen hebben geoptimaliseerd. Zij hebben<br />

dit zodanig georganiseerd dat er op duurzame<br />

wijze inkomsten worden gegenereerd<br />

in de gehele keten. Het zijn sectoren die ook<br />

al jarenlang voldoen aan certifi ceringsnormen<br />

en strenge controles op grondstofvoorziening.<br />

Sectoren die zorgvuldig opgebouwde recyclingketens<br />

kennen voor hun biobased materialen.<br />

Het zijn sectoren die nog jarenlang<br />

economisch zullen kunnen draaien, mits ze<br />

niet door ‘goed bedoelde incentives voor de<br />

stimulering van de biobased economy’ de nek<br />

om worden gedraaid…!<br />

Denk aan de boeren die opeens energiegewassen<br />

gaan telen, omdat dit hen meer<br />

oplevert vanwege stimulering van bio-energie.<br />

Of aan bedrijven die biobased grondstoffen<br />

verwerkten tot biobased producten, maar hun<br />

grondstoffen niet meer kunnen betalen omdat<br />

de energie- en brandstoffensector ongelimiteerde<br />

koopkracht heeft gekregen. Of omdat<br />

reststromen niet meer worden hergebruikt,<br />

maar worden vergist om als maatschappij zo<br />

veel mogelijk groen gas te hebben.<br />

Wij moeten zorgen dat dit alles niet leidt<br />

tot een verlies aan werkgelegenheid en een<br />

teruglopende economie, omdat we onze<br />

duurzame energiedoelstellingen willen halen.<br />

Een duurzame biobased economy vergt niet<br />

alleen het stimuleren van het nieuwe, maar<br />

ook het behouden en het doorontwikkelen<br />

van dat wat oud en goed is. Alleen dan is<br />

een duurzame biobased economy ook economisch<br />

haalbaar!<br />

Annita Westenbroek,<br />

Dutch Biorefi nery Cluster en<br />

Platform Agro-Papier-Chemie<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 13


14 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong>


Bos- en houts ector acteert al jaren in biobased economy:<br />

‘Hernieuwde aandacht voor biobased economy biedt kansen om<br />

toegevoegde waarde hout beter onder de aandacht te brengen’<br />

‘De houtketen is biobased avant la lettre.’ Aan het woord is Jaap van den Briel, secretaris van het<br />

Platform Hout. In dit tweede artikel in een reeks interviews met bedrijven en organisaties die bewijzen<br />

dat het al mogelijk is om bedrijvigheid en winst te creëren in de biobased economy, spreekt de redactie<br />

met het Platform Hout, vertegenwoordiger van de Nederlandse bos- en houtsector.<br />

Sinds jaar en dag is de Nederlandse bos- en houtsector<br />

verenigd in het Platform Hout. Dit orgaan<br />

representeert op die manier gebruikers van hout<br />

en houtvezels in de keten van productie tot en met<br />

eindgebruik en recycling. Het Platform Hout wordt<br />

voorgezeten door bestuurder Loek Hermans. Waar<br />

vroeger veelal individuele bedrijven lid waren van<br />

het platform, zijn het nu overwegend koepelorganisaties<br />

– alle weer met hun eigen leden – die als<br />

het ware een marktcoalitie vormen. De deelnemers<br />

lopen uiteen van boseigenaar tot energieproducent,<br />

oftewel van de Koninklijke Vereniging van<br />

Nederlandse Houtondernemingen en de Federatie<br />

Particulier Grondbezit tot de Koninklijke Vereniging<br />

van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken en<br />

Energie-Nederland. Verder zijn ook individuele<br />

organisaties als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer<br />

aangesloten.<br />

Biomassa<br />

De Nederlandse bos- en houtsector speelt een<br />

cruciale rol in de biobased economy, al is het alleen<br />

maar vanwege de bijdrage die zij levert aan<br />

de productie van bio-energie. Zo was de energiesector<br />

in 2010 goed voor drieënveertig procent<br />

van het totale houtverbruik in de Europese Unie.<br />

De verwachting is dat dit houtverbruik zowel<br />

in volume als percentage nog verder zal toenemen.<br />

In 2030 verbruikt de energiesector naar<br />

verwachting vierenvijftig procent van het totale<br />

houtverbruik in de Europese Unie. Daarmee zou<br />

de energiesector in 2030 meer hout verbruiken<br />

dan de traditionele houtsector.<br />

‘Met de wetenschap dat de binnenlandse productie<br />

van biomassa beperkt is, zal veel houtige<br />

biomassa geïmporteerd moeten worden’, stelt<br />

platformsecretaris Van den Briel. Als platform zijn<br />

wij daarom groot voorstander van cascadering<br />

en het zuinig omgaan met de grondstof hout.<br />

Diverse Europese studies laten namelijk al zien<br />

dat in de periode 2020-2030 een substantieel<br />

houttekort voor de houtverwerkende industrie zal<br />

ontstaan met alle gevolgen van dien.’<br />

‘Hout is namelijk niet alleen voor de productie van<br />

bio-energie waardevol’, vervolgt Van den Briel.<br />

‘Meer en meer komt onze sector tot de ontdekking<br />

dat houtvezels hoger in de bio-cascadering terecht<br />

kunnen komen. Daarom is het ook zo interessant<br />

om met nieuwe en bestaande technologieën<br />

lignine en houtvezels via biorefi nery vroegtijdig<br />

te scheiden. Gezamenlijk werken wij binnen het<br />

Platform Hout dan ook aan het vergroten van het<br />

houtvezelaanbod, het verlengen van de gebruiksduur<br />

van hout en houtvezels en het versterken<br />

van het gebruik van hout en houtvezels in onder<br />

meer de bouwsector. Hout als duurzaam materiaal<br />

voor woning- en utiliteitsbouw biedt bijvoorbeeld<br />

een nieuw groeipotentieel voor bedrijvigheid in de<br />

bouwsector en verlengt de keten van opslag en<br />

klimaatneutrale toepassing van koolstof. Daarmee<br />

snijdt het mes aan twee kanten.’<br />

Duurzame houtketen<br />

Hout – een hernieuwbare grondstof pur sang – verdient<br />

volgens Van den Briel veel meer aandacht dan<br />

het nu krijgt. ‘Hout wordt vaak ambivalent tegemoet<br />

getreden door de binnenlandse politiek. Het is<br />

verbazingwekkend dat de duurzame houtketen die<br />

in Nederland de afgelopen jaren is ontstaan, politiek<br />

onopgemerkt blijft.’ De nieuwe koers van het Platform<br />

Hout – die recent is uitgezet – is dan ook het<br />

streven naar een hernieuwde en bredere profi lering<br />

van hout in de biobased economy. ‘De Nederlandse<br />

bos- en houtsector dreigt namelijk de aansluiting<br />

met de biobased economy te missen omdat ze<br />

erg heterogeen is’, stelt Van den Briel. ‘Om het<br />

Nederlandse bos- en houtconglomeraat goed<br />

georganiseerd te krijgen, willen wij als platform<br />

onze meerwaarde tonen. Die meerwaarde kunnen<br />

wij tonen door hout, maar ook houtvezels positief<br />

te positioneren in de biobased economy.’<br />

Persoonlijk ziet Van den Briel de opkomst van de<br />

biobased economy niet als een revolutie voor de<br />

bos- en houtsector, maar meer als het ontstaan van<br />

extra business kansen. ‘Hout en houtvezels kunnen<br />

immers een wezenlijke bijdrage leveren aan en<br />

als grondstof fungeren voor de groene economie.<br />

Bovendien kan het ook een grote rol spelen bij het<br />

terugdringen van de CO2-uitstoot. En, de bos- en<br />

houtsector heeft al veel ervaring in en kennis over<br />

duurzaamheidscertifi cering. Al met al biedt de biobased<br />

economy kansen om ons als sector en hout<br />

als product beter onder de aandacht te brengen.<br />

Duurzame productie, handel en toepassing moet<br />

daarbij zo snel mogelijk de norm worden.’<br />

Feiten over de bos- en houtsector<br />

Nederland telt zo’n 360.000 hectare bosoppervlak,<br />

wat neerkomt op 10,6 procent van<br />

het landoppervlak. Zo’n 159.000 hectare van<br />

het bosoppervlak is duurzaam gecertifi ceerd,<br />

wat neerkomt op 44 procent van het Nederlandse<br />

bos. Op wereldschaal is zeventien procent<br />

van het bos waaruit hout wordt geoogst<br />

gecertifi ceerd voor duurzaam bosbeheer.<br />

Het Nederlandse bos bestaat voor vierenvijftig<br />

procent uit naaldboomsoorten en zesenveertig<br />

procent uit loofboomsoorten. Jaarlijks<br />

wordt er in het Nederlandse bos 801.000<br />

kubieke meter industrieel rondhout geoogst.<br />

Van de jaarlijkse bijgroei wordt slechts vijfenvijftig<br />

procent geoogst. Dit zou tot vijfenzeventig<br />

procent kunnen stijgen, zonder dat de<br />

duurzaamheid in het geding komt.<br />

De Nederlandse bos- en houtsector telt zo’n<br />

3.500 à 4.000 bedrijven en telt zo’n vijfenveertig-<br />

tot vijftigduizend werknemers. De<br />

totale waarde van houtproducten die Nederland<br />

exporteert bedraagt zo’n 3,3 miljard<br />

euro, de waarde van import 4,8 miljard euro.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 15


Huub de Groot en Fokko Pentinga spreken zich uit<br />

‘Biozonnecellen zijn het kloppend hart van de biobased economy’<br />

In de rubriek 2Dingen spreekt <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> ieder kwartaal met twee ondernemers<br />

of onderzoekers die elk een expliciete mening hebben over een specifiek thema. Dit keer professor<br />

Huub de Groot van de Universiteit Leiden en Fokke Pentinga, chief executive officer van Amtech<br />

Group; het moederbedrijf van solar equipment fabrikant Tempress Systems uit Vaassen. Beiden gaan<br />

zij in op het thema biosolar cells, systemen die met behulp van fotosynthese zonlicht omzetten in<br />

bruikbare energie zoals solar fuels.<br />

16 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Professor Huub de Groot is niet alleen hoogleraar<br />

Biophysical Organic Chemistry aan de<br />

Universiteit Leiden, maar is ook wetenschappelijk<br />

directeur van BioSolar Cells. Binnen dit vijfjarig<br />

onderzoeksproject werken kennisinstellingen<br />

en bedrijven samen. Zij doen onderzoek naar<br />

het optimaliseren van het fotosyntheseproces in<br />

planten, algen en bacteriën en het ontwikkelen<br />

van ‘kunstmatige bladeren’, een combinatie van<br />

biologische en kunstmatige componenten. De<br />

Groot propageert hartstochtelijk het verkopen van<br />

‘hoop’, een totaal andere route dan bijvoorbeeld<br />

de Verenigde Staten volgt.<br />

Huub de Groot: ‘De Amerikanen zijn op de<br />

denklijn terecht gekomen van ‘selling fear’. Met<br />

angstbeelden – in de strekking van: ‘als wij niet<br />

uitkijken dan…!’ – proberen zij een ommekeer<br />

te realiseren. Daar is an sich niets op tegen. Het<br />

is een keuze, mede te verklaren doordat men in<br />

Amerika in dit onderzoeksdomein veelal afhankelijk<br />

is van overheidsfinanciering. De Amerikanen<br />

hebben zodoende gepoogd van biosolar cells een<br />

soort ‘man on the moon’-project te maken: een<br />

massale exercitie die leidt tot het beschikbaar komen<br />

van technologieën om solar fuels te maken.<br />

Ook de Amerikaanse president Barack Obama<br />

noemde fotosynthese als expliciet voorbeeld voor<br />

een impulsprogramma voor duurzame energie. In<br />

Nederland kiezen wij een andere route. Wij verkopen<br />

als het ware hoop in plaats van vrees. Daarbij<br />

is het uiteraard weer zaak dat je geen valse hoop<br />

verkoopt. Wij werken met bedrijven en die kunnen<br />

geen angstbeelden aan klanten verkopen. Je moet<br />

werken met ideeën waar hoop achter zit.<br />

Die hoop is in Europa eigenlijk in 2008 ontstaan.<br />

Onder de vlag van de European Science Foundation<br />

zijn toentertijd in een white paper een<br />

aantal potentiële doorbraken in het vakgebied<br />

fotosynthese op papier gezet. Een groep wetenschappers<br />

is bij elkaar gekomen om te overleggen<br />

hoe kennis over zonne-energie te combineren<br />

valt met nieuwe kennis over fotosynthese met het<br />

doel om biozonnecellen te creëren die niet alleen<br />

zonnestroom maar ook brandstof kunnen maken.<br />

Naar aanleiding van de white paper zijn toen een<br />

aantal workshops georganiseerd met experts uit<br />

Europa en de Verenigde Staten. Op dat moment<br />

is door een sneeuwbaleffect de basis gelegd voor<br />

BioSolar Cells omdat onder meer Wageningen UR<br />

de leiding nam om dit onderwerp binnen Nederland<br />

naar een hoger plan te tillen. En, met Bio-<br />

Solar Cells is Nederland zelfs het eerste Europese<br />

land dat daadwerkelijk meters maakt.<br />

Biozonnecellen zijn in feite het kloppend hart van<br />

de biobased economy. Je kunt de ambitie hebben<br />

een biobased economy op te zetten, maar je<br />

wilt niet na een rondje om de kerk al tot stilstand<br />

komen omdat je energie te kort komt. Je hebt<br />

daarom brandstoffen nodig die zeer efficiënt<br />

zonlicht converteren. Die filosofie wordt inmiddels<br />

breedschalig opgepikt. Ook BioSolar Cells maakt<br />

onderdeel uit van het grotere geheel: de energietransitie.<br />

Die duurt naar alle waarschijnlijkheid wel<br />

dertig jaar. Wij willen als programma een belangrijk<br />

bijdrage leveren aan het realiseren van nieuwe<br />

technologieën. Juist omdat wij uit het verleden<br />

weten dat je vroeg moet beginnen met wetenschapswerk.<br />

Wij proberen onze onderzoekslijnen<br />

specifiek voor bedrijven in te zetten. Zij willen als<br />

eerste in de nieuwe markten zitten. Wij dagen hen<br />

uit om met onze technologie de stap te zetten op<br />

die nieuwe markten. Wij sluiten allianties. Niet<br />

vanuit de dogmatiek van onze eigen wetenschap,<br />

maar vanuit de dialoog met bedrijven.<br />

Kortom, wij verkopen hoop. Anderzijds is het wel<br />

cruciaal dat men beseft dat de tijd niet eindeloos<br />

opgerekt kan worden. Er is een grote urgentie<br />

om door te pakken. Onze lineaire economie trekt<br />

een te grote wissel op de aarde. Wij moeten er<br />

voor zorgen dat wij in de toekomst de kringlopen<br />

sluiten en daarvoor moet je tijdig over de juiste<br />

technologieën beschikken.’


Fokko Pentinga is chief executive officer van<br />

de Amerikaanse Amtech Group en lid van het<br />

Topteam Energie van de Rijksoverheid. Pentinga<br />

gaf de afgelopen jaren leiding aan het<br />

in Nederland gevestigde dochterbedrijf Tempress<br />

Systems. Dit bedrijf is actief in de solar<br />

industrie en wereldwijd marktleider in solar<br />

diffusieproductieapparatuur. Bovendien baarde<br />

de onderneming de afgelopen jaren opzien<br />

door samen met onderzoeksinstituut ECN de<br />

productiemachines voor het nieuwe N-type<br />

silicum zonnecel te introduceren bij de Chinese<br />

fabrikant Yingli Solar. Pentinga is een groot<br />

voorstander van het introduceren van meer<br />

duurzamere vormen van bio-energie, zoals<br />

solar fuels. Pentinga vreest wel dat Nederland<br />

onvoldoende investeert in de zogenaamde<br />

early deployment fase waardoor het gevaar op<br />

de loer ligt dat de boot gemist wordt.<br />

Fokko Pentinga: ‘Het verbranden van biomassa<br />

zoals dat nu overal ter wereld gebeurt is absoluut<br />

niet duurzaam en wij moeten hier zo snel mogelijk<br />

van af. Ik ben dan ook fervent voorstander<br />

van grootschalige onderzoeksprogramma’s naar<br />

onder meer solar fuels. Omdat het veelal om<br />

lange termijnonderzoek gaat is het ook logisch<br />

dat de bijdrage van het Rijk groot is.<br />

Tegelijkertijd ligt wel het gevaar op de loer<br />

dat Nederland de markt voor de komende tien<br />

jaar verliest. Dit hebben wij bijvoorbeeld in<br />

de markt van zonne-energie gezien. Er wordt<br />

in Nederland ontzettend veel onderzoeksgeld<br />

in dunne film zonnecellen gepompt, maar<br />

ondertussen heeft de grote concurrent – de<br />

silicium zonnecel – meer dan tachtig procent<br />

van de markt in handen. Nu de luchtbel uit de<br />

siliciumprijs is neemt de dominantie van dit<br />

type zonnecellen zelfs nog meer toe. Dit is een<br />

voorbeeld waar wij lering uit kunnen trekken.<br />

Het financieren van langetermijnonderzoek<br />

naar solar fuels is an sich dus wel goed, maar<br />

wij moeten de kortetermijnbusiness niet vergeten.<br />

Tegelijkertijd zal het besef dat de huidige<br />

vormen van bio-energie niet duurzaam zijn<br />

snel komen. Juist de meer duurzame vormen<br />

van bio-energie zullen in het spectrum van<br />

duurzame energie in het komend decennium<br />

aan belang en marktaandeel winnen. Het is<br />

belangrijk dat Nederland zonder discussie<br />

gedurende die periode ook investeert in deze<br />

markt. Als je niet met de huidige trend meegaat,<br />

loop je bedrijvigheid mis.<br />

Dit is overigens ook de kerngedachte van het<br />

topsectorenbeleid. Met het Topteam Energie<br />

proberen wij een positieve verandering teweeg<br />

te brengen door technologieontwikkeling te<br />

stimuleren en te financieren. De fase van toepassing<br />

en deployment is vervolgens voor de<br />

industrie. Deze dient zichzelf van de grond te<br />

trekken. In mijn optiek zou het een welkome<br />

verrijking zijn als bedrijven in de early deployment<br />

fase extra geholpen worden, dit gebeurt<br />

ook in andere landen.<br />

Wat dat betreft is het level playing field er<br />

niet. Individuele landen pompen immers fors<br />

geld in bepaalde industrieën. Amerika in de<br />

halfgeleiderindustrie, Duitsland in de automotive<br />

sector, China in de solar industrie en Korea<br />

in de wapenindustrie. Je moet als Nederlandse<br />

overheid daarom investeren in bepaalde sectoren<br />

anders krijg je het vliegwieleffect niet.<br />

Een van de oplossingen is om meer geld naar<br />

de grote Nederlandse kennisinstellingen te<br />

loodsen en hen die vervolgens laten investeren<br />

in pilot plants en zo bedrijven door de early<br />

deployment fase heen te helpen.’<br />

2DINGEN<br />

NADER UITGELEGD...<br />

Biosolar cells<br />

Letterlijk vertaald zijn ‘biozonnecellen’<br />

natuurlijke of op natuurlijke<br />

processen gebaseerde systemen<br />

die met behulp van fotosynthese<br />

zonlicht omzetten in bruikbare<br />

energie. Dat kan op veel verschillende<br />

manieren. In Nederland werkt men<br />

aan het optimaliseren van het<br />

fotosyntheseproces in planten, algen<br />

en bacteriën en het ontwikkelen<br />

van ‘kunstmatige bladeren’, een<br />

combinatie van biologische en<br />

kunstmatige componenten.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 17


DE START-UP<br />

TopAlg wil met Spirulina één van de grootste<br />

‘waterboeren’ ter wereld worden<br />

In de rubriek de Start-Up spreekt de redactie iedere editie met een startende<br />

ondernemer die zijn kansen probeert te verzilveren in de biobased economy. In deze<br />

tweede editie spreken wij met één van de ondernemers achter het nieuwe bedrijf<br />

TopAlg, te weten Ruben van Maris. TopAlg legt zich toe op het kweken van Spirulina<br />

en bevindt zich momenteel in een opschalingsfase.<br />

Spirulina is een oeroude soort blauwgroene algen die van nature onder<br />

andere voorkomt in Mexicaanse meren en delen van Midden-Afrika. Daar<br />

is het wier al duizenden jaren een belangrijk voedingsbestanddeel. ‘Spirulina<br />

is in feite één van de oudste voedselsoorten van de planeet’, vertelt<br />

Van Maris. ‘Het bestaat al 3,6 miljard jaar. Wij kweken deze alg op zoet<br />

water. Ons belangrijkste onderscheidend vermogen ten opzichte van concurrenten<br />

is dat wij Spirulina kunnen maken die geur- en smaakloos is.’<br />

Voedingswaarde<br />

Circa tien maanden geleden startte Van Maris in samenwerking met een<br />

voormalige rozenkwekerij, proeven met het kweken van Spirulina. Dit<br />

gebeurde in vier reactors met een gezamenlijk oppervlak van duizend<br />

vierkante meter. Van Maris: ‘Door de gekweekte Spirulina te vriesdrogen<br />

houden wij momenteel twee tot drie kilo droge stof per reactor<br />

over. Deze stof bestaat voor vijfenzestig procent uit eiwit. Doordat het<br />

geur- en smaakloos is, kan deze zeer gemakkelijk bijgemengd worden<br />

in voedsel. Twee gram Spirulina bevat evenveel antioxidanten als één<br />

kilo spinazie. Dat is ook de grote kracht van deze alg; het heeft door de<br />

enorme hoeveelheid antioxidanten en omega 3-vetzuren een ongekend<br />

hoge voedingswaarde.’<br />

‘Wij willen over vijf jaar één van de grootste algenboeren ter wereld zijn<br />

en het neusje van de zalm aanbieden’, vervolgt Van Maris. ‘In verschillende<br />

delen van de wereld zullen wij ons product aanbieden. In een land<br />

als Indonesië oriënteren wij ons op een feed toepassing als voedsel voor<br />

koeien en vissen. Daarnaast trachten wij Spirulina ook aan de man te<br />

brengen via verzorgingsproducten, want je huid wordt jonger door het<br />

gebruik van antioxidanten. Tenslotte is Europa een zeer belangrijke markt.<br />

Hier kan de plant onder andere toegepast worden in het hogere voedingssegment<br />

zoals in sportdrank of als voedingssupplement. Spirulina kan<br />

gebruikt worden om het voedsel als het ware op te peppen.’<br />

Massaproductie<br />

Over twee tot drie jaar verwacht Van Maris met Spirulina voor de industrie<br />

zelfs een aantal E-nummers weg te kunnen nemen. ‘Met ons<br />

product kunnen wij straks in voedsel alle gewenste kleuren aanbrengen,<br />

van rood tot geel naar blauw. Het is echter eerst van belang om het<br />

productieproces te stabiliseren. Dit betekent dat wij in kassen zullen<br />

produceren. Wij gaan daarbij voor massaproductie in Nederland. Door<br />

een hoge mate van automatisering is dat ook kostentechnisch mogelijk.<br />

Na het oogsten van de Spirulina wordt deze gewassen en via vriesdrogen<br />

binnen vijf minuten naar een temperatuur van min dertig graden Celsius<br />

gebracht. Het is belangrijk om dit proces ook bij de opschaling van de<br />

productie stabiel te houden. De productie vergt geen grote hoeveelheden<br />

stroom en de benodigde warmte winnen wij uit een composthoop van<br />

groenafval die naast de productiefaciliteit gelegen is. Zoals aangegeven<br />

streven wij naar een paar kickstarts, bijvoorbeeld door twee tot drie<br />

grote voedingsproducenten te triggeren om de door ons geproduceerde<br />

Spirulina toe te voegen aan hun producten. Als de vraag vervolgens zal<br />

toenemen, is het mogelijk om in Nederland ook andere tuinders onder<br />

licentie te laten produceren.’<br />

Waar TopAlg nu in vier reactors produceert met ieder een oppervlak van<br />

tweehonderdvijftig vierkante meter, wordt dit binnen afzienbare termijn<br />

verhoogd naar tweeëndertig reactors. ‘En het fors verhogen van de productiecapaciteit<br />

is cruciaal’, besluit Van Maris. ‘Als wij nu in gesprek zijn<br />

met een aantal grote bedrijven stellen ze twee vragen: is het een schone<br />

technologie en kun je tachtig ton van je product leveren. Wij zijn voornemens<br />

deze twee vragen straks met ja te kunnen beantwoorden.’


SEPTEMBER <strong>2012</strong> • SPECIAL PROVINCIE GELDERLAND<br />

Gelderland stimuleert vorming<br />

Bioeconomy Innovation Cluster<br />

‘Oost-Nederland op de kaart zetten als hotspot’<br />

Tuinbouwsector Betuwe<br />

omarmt biobased economy<br />

Greenport Betuwse Bloem coördineert praktijkproeven<br />

Bedrijfsleven heeft wél behoefte aan<br />

tienduizend biobased specialisten<br />

René Wijffels voorspelt groeiende vraag naar studenten<br />

‘In 2020 misschien vijftig<br />

fabrieken voor torrefactie’<br />

Jules Kortenhorst over potentie van Topell Energy


DE VAKBEURS VOOR OPTIMAAL BESPAREN<br />

• Dé nationale energiebeurs<br />

• Alles over energie inkopen, duurzame<br />

energie en energiebesparing<br />

• • Laatste Laatste nieuws nieuws over over regelgeving,<br />

regelgeving,<br />

energiezuinige bouwconcepten<br />

en duurzame oplossingen<br />

NIEUW<br />

PASSIEF BOUWEN EVENT<br />

EXPOSITIEPROGRAMMA<br />

EXPOSITIEPROGRAMMA<br />

& & WORKSHOPS<br />

WORKSHOPS<br />

WORKSHOPS<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

9 - 11 OKT <strong>2012</strong><br />

BRABANTHALLEN ‘S HERTOGENBOSCH<br />

REGISTREER MET CODE 10000372<br />

VIA WWW.ENERGIEVAKBEURS.NL<br />

VOOR GRATIS TOEGANG<br />

Energie vakbeurs & Energie <strong>2012</strong><br />

@Energievakbeurs (#energievakbeurs)


Gelderland werkt aan Bioeconomy Innovation Cluster:<br />

‘Oost-Nederland op de kaart zetten als hotspot voor biobased economy’<br />

Geen woorden, maar daden. Het is een credo dat de provincie Gelderland op het lijf is<br />

geschreven. En zo ook de biobased economy. Gelderland heeft zichzelf qua marketing tot<br />

dusver nog niet als hotspot onderscheiden, maar alle ingrediënten zijn aanwezig om dit<br />

zo snel mogelijk te veranderen. De Gelderse biobased economy draait namelijk op volle<br />

toeren: van de torrefactiefabriek van Topell Energy tot het AlgaePARC van Wageningen UR.<br />

‘De grote kracht is dat de ontwikkeling van de Gelderse biobased economy<br />

vanuit de samenleving zelf komt’, constateert de Gelderse gedeputeerde<br />

Annemieke Traag. ‘Want of het nu om bedrijven, gemeenten<br />

of kennisinstellingen gaat, zij werken gezamenlijk op grote schaal aan<br />

initiatieven in de biobased economy. Het leeft in de maatschappij en wij<br />

bieden hulp als provincie.’<br />

Icoonprojecten<br />

‘Jaren geleden lag het accent alleen op het stimuleren van de productie<br />

van bio-energie’, memoreert Traag. ‘Dit kwam voort uit het feit dat hier veel<br />

vraag naar was. Via het project Biogas Infrastructuur Oost-Nederland (BION)<br />

investeren wij in de Achterhoek samen met Alliander nog altijd fors in de<br />

productie en het transport van biogas, maar tegelijkertijd zijn onze inspanningen<br />

in de biobased economy fors verbreed. Het accent verschuift meer<br />

en meer naar hoogwaardige toepassing van biomassa.’<br />

Het vehikel waarmee de provincie Gelderland deze verschuiving wil faciliteren<br />

is het Bioeconomy Innovation Cluster (BIC) Oost-Nederland. ‘Het BIC<br />

gaat Oost-Nederland op de kaart zetten als innovatieve hotspot voor biobased<br />

economy’, stelt Traag overtuigend. ‘Het BIC Oost-Nederland verbindt<br />

namelijk de al gerealiseerde projecten als AlgaePARC met bioraffi nageprojecten<br />

die in ontwikkeling zijn.’ Met het BIC Oost-Nederland wordt de biobased<br />

economy langs drie sporen gestimuleerd: algen en verse biomassa,<br />

lignocellulose en vezels en tenslotte mest en slib. Traag: ‘Wij beschikken<br />

daarbij in alle drie de sporen over icoonprojecten met internationaal aanzien.<br />

Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan Topell Energy en het eendenkroosproject<br />

bij Groot Zevert Vergisting.’<br />

Groene economie<br />

‘Wij kunnen echter pas tevreden zijn als over enkele jaren de verschillende<br />

initiatieven daadwerkelijk tot successen hebben geleid. Successen voor de<br />

vergroening van de economie en er moet bovendien nieuwe bedrijvigheid<br />

en werkgelegenheid gegenereerd zijn’, vervolgt Traag. ‘Gelderland moet<br />

tegen die tijd in Den Haag en Europa ook erkend worden als voedingsbodem<br />

waar de biobased economy tot wasdom komt. Het BIC Oost-Nederland<br />

zie ik daartoe als de voor de regio benodigde koepel; gericht op onderling<br />

leren, samenwerken en afstemmen. Maar juist ook om het gezicht van de<br />

regio te zijn naar de (inter)nationale politiek.’<br />

En volgens Traag heeft Gelderland nog fl ink wat ijzers in het vuur voor de<br />

komende periode. ‘Waar wij in de tender Biobest Products – een subsidieregeling<br />

om nieuwe technologieën en producten het laatste zetje naar<br />

de markt te geven – anderhalf jaar geleden al ruim honderdvijftig projectideeën<br />

binnenkregen, willen wij dit in 2013 en 2015 overtreffen met twee<br />

nieuwe tenders. Het leuke is dat het vooral midden- en kleinbedrijven zijn<br />

die gebruik hebben gemaakt van de regeling. Verder zoeken wij de verbinding<br />

met de aangrenzende provincies Limburg, Noord-Brabant, Overijssel en<br />

het Duitse Nordrhein-Westfalen. Kortom, wij zoeken graag de aansluiting en<br />

ik hoop dat men ons weet te vinden.’<br />

Gedeputeerde<br />

Annemieke Traag<br />

Special Gelderland | 3


Kartrekker Wageningen UR over clustering in biobased economy:<br />

‘Bioeconomy Innovation Cluster Oost-Nederland<br />

moet een economische ontwikkeling zijn’<br />

In Oost-Nederland wordt hard gewerkt aan de oprichting van het Bioeconomy Innovation<br />

Cluster (BIC) Oost-Nederland. Het BIC Oost-Nederland gaat een koepel vormen voor de<br />

verschillende activiteiten die plaats vinden op het gebied van bioraffi nage van algen, andere<br />

verse biomassa, lignocellulose en mest en slib. ‘Bioraffi nage is de enabling technology van de<br />

biobased economy’, stellen Erik van Seventer en Gulden Yilmaz van Wageningen UR, een van de<br />

voornaamste kartrekkers van het BIC Oost-Nederland.<br />

‘Jaren geleden hebben wij als Wageningen UR al een<br />

formele samenwerking afgesloten met de provincie<br />

Gelderland voor de biobased economy’, memoreert<br />

Erik van Seventer, programmamanager <strong>Biobased</strong><br />

<strong>Economy</strong> bij Wageningen UR. ‘Een van de zaken die<br />

4| Special Gelderland<br />

hieruit voortgekomen is, is de ambitie voor het vormen<br />

van het BIC Oost-Nederland. Dit voelt als een<br />

samenwerking in eigen huis, maar het neemt niet<br />

weg dat wij als Wageningen UR natuurlijk een (inter)<br />

nationaal biobased netwerk hebben en stimuleren.’<br />

Concentratie<br />

Een van de succesvolle voorbeelden waar<br />

clustering toe kan leiden – en een van de onderdelen<br />

van het BIC Oost-Nederland – vormt<br />

het AlgaePARC (zie kader). Van Seventer: ‘Dit<br />

project heeft een internationale aantrekkingskracht<br />

en laat zien waar een concentratie van<br />

activiteiten toe kan leiden. Inmiddels hebben<br />

zich bijna twintig ondernemingen aan het<br />

initiatief gecommitteerd. Voor het BIC Oost-<br />

Nederland zou het fantastisch zijn als zich een<br />

dergelijke ontwikkeling rond bioraffi nage in<br />

de andere industrieën gaat vormen en zo nog<br />

meerdere hotspots ontstaan.’<br />

‘Bioraffi nage is immers de enabling technology<br />

voor de biobased economy’, vult Gulden<br />

Yilmaz aan, binnen Wageningen UR kartrekker<br />

van het BIC Oost-Nederland. ‘En voor het BIC<br />

Oost-Nederland geldt dat bioraffi nage meerdere<br />

invalshoeken kent: van algen – zoals gezegd fysiek<br />

geconcentreerd op het AlgaePARC – tot andere<br />

verse biomassa, mest en slib en lignocellulose dat<br />

onder meer in de papierindustrie gebruikt wordt.<br />

Met het BIC Oost-Nederland wordt een belangrijke<br />

koepel gecreëerd die partijen samenbrengt en de<br />

biobased economy uiteindelijk in Nederland op<br />

gang brengt. Economische en milieutechnische<br />

voordelen gaan daarbij hand in hand. Het levert<br />

immers niet alleen banen, nieuwe producten en<br />

markten maar ook enorme milieuwinst op.’<br />

Fysieke clustering<br />

Momenteel is Yilmaz samen met de verschillende<br />

partners druk doende om het BIC Oost-<br />

Nederland formeel op te richten. De belangrijkste<br />

pijlers zijn volgens Yilmaz gemeenschappelijk


onderzoek, effi ciënt toepassen van resultaten en<br />

het genereren van economische bedrijvigheid.<br />

‘Dit laatste zal plaatsvinden via fysieke clustering.<br />

Allereerst is er dus het AlgaePARC, verder wordt<br />

voor lignocellulose gekeken naar clustering bij<br />

een papierfabriek, voor verse biomassa is het<br />

Fresh Biomass Refi nery PARC in Wageningen<br />

in oprichting en voor mest en slib komt er een<br />

innovatiecentrum in de Achterhoek.’<br />

Tipping point<br />

Al met al verwachten Van Seventer en Yilmaz<br />

dat het BIC Oost-Nederland in eerste instantie<br />

grote impact gaat hebben op de Gelderse biobased<br />

economy. Yilmaz: ‘Het is zaak een tipping<br />

point te creëren door vanuit de verschillende<br />

invalshoeken een substantieel aantal partijen te<br />

betrekken. We beginnen in Gelderland en vanaf<br />

hier gaat het BIC verder groeien. ’ Van Seventer<br />

voegt toe: ‘Het BIC Oost-Nederland is het vehikel<br />

waarmee een ongekend groot aantal leads<br />

verzilverd kan worden. De biobased economy<br />

en bioraffi nage in het bijzonder zijn emerging<br />

thema’s. Daar horen ook tegenvallers bij, want<br />

onverwachte meevallers bestaan nog niet. Wij<br />

zijn echter optimistisch gestemd omdat steeds<br />

meer zaken tot succes leiden. Kijkend naar onze<br />

eigen positie in dit alles, kunnen wij als Wageningen<br />

UR vaststellen dat wij internationaal<br />

erkend zijn en vanuit China tot Brazilië, Amerika<br />

en Frankrijk gevraagd worden onderzoek naar<br />

de biobased economy uit te voeren. In Europa<br />

behoren wij daarmee in ieder geval tot de top<br />

drie en wereldwijd tot de top tien. Het is onze<br />

ambitie die positie minimaal vast te houden en<br />

daar waar mogelijk te versterken.’<br />

AlgaePARC volledig operationeel en gestart met onderzoeksprojecten<br />

Op het Algae Production And Research Centre (AlgaePARC) in Wageningen wordt sinds vorig jaar<br />

onderzoek gedaan naar de omstandigheden waaronder algen het beste groeien. Zij worden al<br />

enkele jaren bestempeld als dé toekomstige bron van ‘groene’ brandstof en duurzame productie<br />

van chemicaliën. ‘Maar het gaat zeker nog een aantal jaren duren voordat algen op grote schaal<br />

geproduceerd kunnen worden’, stelt René Wijffels, wetenschappelijk directeur van het AlgaePARC.<br />

‘Het is natuurlijk mooi dat iedereen roept dat algen een hoge potentie hebben, maar de stap naar<br />

commercialisering is tegelijkertijd moeilijk te maken. Ook als je snel werkt duurt het tien tot vijftien<br />

jaar alvorens je een commerciële schaal bereikt. Toch is het gelukt om de politiek en de industrie zich<br />

te laten committeren aan het AlgaePARC. Belangrijk, want het AlgaePARC is hét vehikel om de stap<br />

naar commerciële productie mogelijk te maken.’<br />

Inmiddels is het park een jaar operationeel. ‘Het eerste jaar was gepland om de zaak aan het draaien te<br />

krijgen en dat is inmiddels gelukt’, stelt Wijffels. ‘Bovendien zijn er op het terrein vier grote onderzoeksprojecten<br />

van start gegaan: BioSolarCells, het Europese SPLASH-project en een bilateraal en een industrieel<br />

project.’ In de projecten wordt onder meer onderzocht onder welke omstandigheden en in welke<br />

bioreactoren – zoals een buizen of ‘open zwembad’-systeem – algen het beste groeien. Algen groeien via<br />

fotosynthese en tijdens dit proces maken ze bijvoorbeeld eiwitten, vetzuren of enzymen die als voedsel,<br />

chemicaliën en brandstof kunnen dienen. ‘Wij willen toe naar het gericht sturen van algen zodat je bepaalde<br />

oliën, zetmeel, eiwitten of pigmenten kan maken’, vervolgt Wijffels. ‘Tot dusver worden die op basis<br />

van algen nog niet commercieel geproduceerd. Wij willen daarom een stabiel productieproces van algen<br />

creëren die deze producten aanmaken. Dit moet een van de grootste eyecatchers van het AlgaePARC<br />

worden. Verder moeten algen ook energiepositief worden, anders verdwijnt het duurzame karakter.’<br />

Special Gelderland | 5


Gelderse papierindustrie omarmt biobased economy<br />

Meer dan een eeuw geleden telde Gelderland zo’n honderdtachtig papiermolens. Ook vandaag de dag staat een<br />

groot deel van de Nederlandse papierfabrieken in Gelderland. Stuk voor stuk omarmen zij momenteel de biobased<br />

economy. Een gesprek met Parenco, Papierfabriek Schut en DS Smith Packaging laat forse ambities zien.<br />

De papier- en kartonindustrie maakt al eeuwenlang producten uit biomassa.<br />

Wereldwijd is de papierindustrie zodoende de grootste producent van non-food<br />

biobased materialen. Ook in Nederland spelen zij een grote rol in de biobased<br />

economy. In Gelderland zijn er in samenwerking met de branchevereniging VNP<br />

en de provincie diverse initiatieven om dit te stimuleren, van het zoeken naar<br />

alternatieve grondstoffen tot het opwaarderen van biobased reststromen.<br />

Sleutelfunctie<br />

Op de overgang van de maanden juli en augustus werd bekend dat de Gelderse<br />

papierfabrikant Parenco overgenomen is door H2 Equity Partners. Norske Skog<br />

had de fabriek al geruime tijd in de verkoop staan. Als onderdeel hiervan werd<br />

in 2009 een van de twee grote papiermachines stilgelegd. Joris Spaan kreeg<br />

destijds de opdracht om nieuwe applicaties voor de stopgezette machine en de<br />

overbodige ruimte op de Parenco-site te onderzoeken. ‘Ik raakte hierbij al snel<br />

in een gezamenlijk ontwikkeltraject met Oost NV, de provincie Gelderland en<br />

de gemeente Renkum en op het spoor van de biobased economy’, blikt Spaan<br />

terug. ‘Wij beseften al snel dat wij over een unieke locatie beschikten om de<br />

energietransitie en ook bioraffi nage mogelijk te maken’. Veel van onze reststromen<br />

die wij gebruiken om duurzame energie te maken, kun je hoger verwaarden<br />

via bioraffi nage. Die wetenschap bedeelt ons bedrijf een sleutelfunctie bij het<br />

opstarten van de provinciale biobased economy.’ Ondanks dat de plannen voor<br />

het verwerven van een spilfunctie in de biobased economy snel gevormd werden,<br />

heeft Parenco - behoudens het inzetten van biomassa voor de energietransitie -<br />

nog geen grote slagen kunnen maken. ‘Zoals bekend lag de focus van het bedrijf<br />

de afgelopen twee jaar op het vinden van een nieuwe eigenaar. Met H2 is die<br />

afgelopen zomer gevonden en hopen wij snel aan de slag te kunnen met onze<br />

biobased agenda. Twee punten staan hierbij hoog genoteerd. Allereerst willen wij<br />

reststromen die onvoldoende verwaard worden, aanwenden voor de industrie.<br />

Daarnaast zien wij dat de vraag naar industriële suikers een enorme vlucht neemt.<br />

Dit is een kans voor de papierindustrie om haar machines voor deze toepassing<br />

aan te gaan wenden.’ Met subsidie van de provincie Gelderland heeft Parenco momenteel<br />

de mogelijkheid te onderzoeken hoe de machines in praktijk in te passen<br />

zijn in de biobased economy. Spaan: ‘Ik hoop volgend jaar zomer een consortium<br />

met kennisinstellingen en industriële bedrijven van de grond te hebben gekregen<br />

om bijvoorbeeld industriële suikers te vervaardigen. De biobased economy moet de<br />

tweede poot van de papierindustrie worden en ons helpen te overleven.’<br />

Pilot plant<br />

Op enkele kilometers van de papierfabriek van Parenco ligt in Heelsum Papierfabriek<br />

Schut. De zogenaamde virgin fi ber papierfabriek – verrezen op een oude<br />

papiermolen – bestaat als sinds 1618 en nadert haar vierhonderdjarig jubileum.<br />

De productiecapaciteit is met drieduizend ton papier per jaar slechts een fractie<br />

van die van Parenco, maar toch weten wereldwijde spelers de papierfabriek te<br />

vinden. ‘De verklaring?’, vraagt mill manager René Kort. ‘Wij maken high specialty<br />

papier en staan internationaal bekend om onze capaciteit om watermerken<br />

6 | Special Gelderland<br />

en markering in papier aan te brengen en om de vervaardiging van vergé papier.<br />

Zelfs vanuit Ghana komen ze papier halen.’ Het receptenboek van Papierfabriek<br />

Schut telt dan ook 1.850 recepten om papier te maken. ‘En de kennis<br />

die wij hierdoor hebben over cellulose en katoen is onze link met de biobased<br />

economy. Los van het feit dat de papierindustrie natuurlijk al sinds jaar en dag<br />

‘biobased’ is’, stelt Kort. ‘Doordat onze fabriek klein en fl exibel is zijn wij als het<br />

ware een pilot plant om alternatieve en biobased grondstoffen voor de vervaardiging<br />

van papier te testen. Zo hebben wij een kunstenaarspapier van bagasse<br />

vervaardigd, restmateriaal van suikerriet. Bagasse wordt normaliter voor<br />

energiedoeleinden aangewend maar krijgt nu een hoogwaardigere toepassing.<br />

Het kunstenaarspapier is zo’n succes dat wij de opschaling van de productie<br />

met partners onderzoeken. Een ander voorbeeld is een olieverfpapier dat wij<br />

vervaardigen van vlas.’ En de mogelijkheden zijn volgens Kort nog lang niet<br />

uitgeput. ‘Zo zie ik veel potentie in een product als tomatenloof. Als het lukt<br />

om hier papier van te maken kun je er bijvoorbeeld tomaten in verpakken. Het<br />

leuke is dat het papier dan ook nog naar tomaat ruikt! En zo zie ik nog veel<br />

meer kansen. Ik denk dat wij over vijf jaar tevreden mogen zijn als wij in staat<br />

zijn geweest te groeien met alternatieve biobased grondstoffen en hier ook een<br />

afzetmarkt voor hebben weten te vinden.’<br />

Afvalwater als energiebron<br />

Net als papierfabriek Schut, kijkt ook DS Smith Paper – tot de recente overname<br />

door DS Smith nog SCA Packaging de Hoop geheten – in toenemende mate naar<br />

de biobased economy. ‘Zoals eerder aangehaald is de papierindustrie natuurlijk<br />

al honderden jaren biobased. Bovendien gebruiken wij al sinds de jaren zeventig<br />

voor honderd procent oud papier als grondstof’, opent Henk Lingbeek het<br />

gesprek, managing director van DS Smith Paper. ‘Een van onze toonaangevende<br />

projecten in de biobased economy behelst het beter benutten van onze afvalwaterzuivering.<br />

Het industriewater dat wij lozen zit vol met biologisch afbreekbare<br />

materialen. Dit water zuiveren wij en wij wenden het proces vervolgens aan om<br />

biogas te produceren. Dit biogas - ongeveer vier miljoen kubieke meter - wordt<br />

nu met een rendement van vijfendertig procent omgezet in energie door middel<br />

van twee gasmotoren. Wij verwachten dit energierendement nog aanzienlijk te<br />

kunnen verhogen tot wel honderd procent door dit biogas terug te sturen naar<br />

de warmtekrachtcentrale van De Hoop en hier om te zetten in stroom en stoom.’<br />

Maar er is meer. Zo onderzoekt Lingbeek met zijn bedrijf de mogelijkheden om<br />

met alternatieve vezelgrondstoffen uit natuurlijke gewassen papier te gaan maken.<br />

‘Wij bekijken een breed scala aan producten, van bieten tot stro, en hopen<br />

daar binnen afzienbare tijd resultaten mee te boeken. Dit biedt tegelijkertijd<br />

kansen om de restmaterialen die bij dit productieproces overblijven op te werken<br />

tot bioplastics. Daarnaast zullen wij ook weer kijken welke stoffen – zoals<br />

laagwaardige vetzuren – tijdens de productie in het afvalwater achterblijven en<br />

proberen deze te isoleren. Over vijf jaar hebben onze investeringen in de biobased<br />

economy zich uitbetaald als er succesvolle voorbeelden zijn waarbij onder<br />

meer water niet als afvalstroom gezien wordt, maar als hernieuwbare grondstof.’


René Wijffels (Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>) weet het zeker:<br />

‘Bedrijfsleven heeft wél tienduizend biobased specialisten nodig’<br />

‘In de komende tien jaar heeft de biobased economy tienduizend biobased professionals nodig. Deze<br />

professionals dienen in de komende jaren af te studeren aan het hoger of wetenschappelijk onderwijs.’<br />

Het zijn woorden opgetekend uit de mond van René Wijffels, directeur van het Center for <strong>Biobased</strong><br />

<strong>Economy</strong>. Onderzoeksrapporten die het tegendeel beweren zitten er volgens Wijffels faliekant naast.<br />

Als een van de eersten startte Wageningen UR – waar Wijffels aan verbonden<br />

is als hoogleraar – vorig jaar met een marktonderzoek rond het thema<br />

biobased professionals. ‘En in dat onderzoek hebben wij zowel de behoefte<br />

van studenten als het bedrijfsleven onderzocht. Wij hebben allereerst vastgesteld<br />

hoeveel mensen actief zijn op hoger en wetenschappelijk niveau in<br />

de drie belangrijkste sectoren die aan de basis staan van de biobased economy:<br />

de energie-, chemie- en landbouwsector. Dit aantal hebben wij vervolgens<br />

gekoppeld aan de duurzaamheidsdoelstellingen voor het jaar 2020<br />

van de drie sectoren; elke sector wil voor circa dertig procent verduurzamen.<br />

Uiteindelijk heeft dit tot een rekensom geleid met als uitkomst de behoefte<br />

aan tienduizend biobased professionals.’<br />

Productieschaal<br />

Uit het marktonderzoek bleek verder dat op middelbare scholen slechts<br />

vijf tot zes procent van de leerlingen de term biobased economy kent.<br />

Na uitleg van de term toonde echter dertig tot veertig procent van de<br />

leerlingen interesse om in deze richting te gaan studeren. Wijffels: ‘Er<br />

is dus een omvangrijk potentieel van leerlingen in de markt aanwezig.<br />

Om die reden hebben wij in samenwerking met het ministerie van Economische<br />

Zaken, Landbouw & Innovatie besloten een groene kennis- en<br />

onderwijsketen voor de biobased economy op te zetten in de vorm van<br />

het Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>.’<br />

Toch ziet ook Wijffels ze voorbijkomen, onderzoeksrapporten die de behoefte<br />

aan biobased professionals naar het rijk der fabelen verwijzen. ‘Zij<br />

vergeten echter dat de biobased economy zich als sector nog niet op het<br />

niveau van productieschaal bevindt en dat je pas in die fase veel personeel<br />

nodig hebt. Des te belangrijker is het dan ook om vroegtijdig met de<br />

human capital agenda te beginnen. Een praktisch voorbeeld: Wageningen<br />

UR levert jaarlijks zestig tot zeventig biotechnologen af. Deze hebben stuk<br />

voor stuk in no time een baan gevonden. Willen wij in 2020 jaarlijks enkele<br />

honderden biotechnologen afl everen, dan moeten wij daarom nu al<br />

starten met opschalen. Dat kun je niet pas in 2018 doen.’<br />

Vakken<br />

Binnen het Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> werken Wageningen UR (als zogenaamd<br />

Center of Excellence) en de vier agrarische hogescholen in ’s-Hertogenbosch,<br />

Dronten, Leeuwarden en Delft (als zogenaamd Center of Expertise)<br />

aan een biobased onderwijsagenda. ‘De keuze is daarbij gevallen op het<br />

implementeren van nieuwe biobased economy-vakken in op de eerste plaats<br />

bestaande en later in nieuwe opleidingen’, stelt Wijffels. ‘Het opzetten van een<br />

nieuwe studie duurt namelijk vijf jaar en daar kunnen wij niet op wachten. Het<br />

Center for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> is het vehikel dat het opleiden van de tienduizend<br />

studenten mogelijk maakt. Het orgaan heeft de fi nanciële mogelijkheden<br />

om elke agrarische hogeschool twee tot drie jaar fi nancieel te ondersteunen<br />

bij het creëren van de benodigde opleidingen.’ Wageningen UR werkt zelf inmiddels<br />

aan het creëren van twee nieuwe minoren (gericht op biobased tech-<br />

nologie en society) die geïmplementeerd worden in de bestaande opleidingen<br />

agrotechnologie, biotechnologie en plantenwetenschappen. ‘Binnen nu en<br />

twee jaar zijn die minoren voor al die studies geregeld’, stelt Wijffels. Volgens<br />

hem zijn de agrarische hogescholen momenteel uitstekend in staat het tempo<br />

van Wageningen UR te volgen. ‘Zo is men per school twee docenten aan het<br />

klaarstomen voor het doceren van de vakken. Deze docenten zullen bovendien<br />

in samenwerking met een midden- en kleinbedrijf een promotietraject afl eggen.<br />

Op die manier krijgen studenten ook de mogelijkheid om op hun eigen<br />

school onderzoek in de biobased economy te doen. Verder wordt het biobased<br />

economy-studiemateriaal waaruit aan Wageningen UR gedoceerd wordt ook<br />

geïmplementeerd bij de hogescholen.’<br />

Wijffels besluit: ‘Aan het eind van dit kalenderjaar hopen wij dat ook de<br />

Hogeschool Arnhem Nijmegen – net zoals Avans Hogescholen dit heeft<br />

gedaan – aansluit bij het Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>.’<br />

Special Gelderland | 7


Tuinbouwondernemers Gelders Rivierengebied omarmen biobased economy<br />

‘De biobased economy is voor de tuinbouwsector een van de belangrijkste thema’s<br />

met het oog op de toekomst en biedt grote kansen.’ Aan het woord is Ferry Hollinger,<br />

voorzitter van het ondernemersplatform Greenport Betuwse Bloem.<br />

In het Gelderse Rivierengebied bevinden zich<br />

vijf belangrijke tuinbouwclusters; voor de teelt<br />

van champignons, laanbomen , fruit, groenten<br />

en bloemen en planten. De in totaal 1.590<br />

bedrijven hebben zich niet alleen verenigd in<br />

het ondernemersplatform Greenport Betuwse<br />

Bloem, maar ook via vijf verschillende pacten:<br />

het Glastuinbouwpact Bommelerwaard, het<br />

Laanboompact, het Paddenstoelenpact, het<br />

Fruitpact en het Glastuinbouwpact Arnhem-<br />

Nijmegen. Ondernemers en overheden willen de<br />

vijf tuinbouwclusters uit laten groeien tot een<br />

(inter)nationaal knooppunt van aan tuinbouw<br />

gelieerde activiteiten en efficiënte agrologistiek.<br />

De Greenport Betuwse Bloem, een initiatief<br />

van ondernemers en de provincie Gelderland,<br />

is erop gericht om dit proces aan te jagen en te<br />

versnellen. ‘Als ondernemersplatform Greenport<br />

Betuwse Bloem pakken wij ketenbrede projecten<br />

op’, duidt Hollinger. ‘De biobased economy is<br />

daarbij een van de belangrijkste thema’s met het<br />

oog op de toekomst en biedt grote kansen.’<br />

Praktijkproeven<br />

‘De biobased economy kwam twee jaar geleden<br />

voor het eerst op onze radar’, vervolgt Hollinger.<br />

‘Wij hebben destijds een onderzoek laten uitvoeren<br />

naar de kansen voor de tuinbouwsector in<br />

de biobased economy. In het rapport kwam onder<br />

meer naar voren dat de kansen ten aanzien<br />

van biomassa voor onze sector zeer divers zijn.<br />

Bij champignonkwekers gaat het om champost<br />

EcoXtrusion werkt aan introductie bio-afbreekbare bindbuis<br />

Wilma Rutenfrans startte in 2009 haar eigen bedrijf EcoXtrusion op. Sindsdien vervaardigt de onderneming<br />

bindbuizen en boomstambeschermers voor de tuinbouwsector. Deze producten worden normaliter<br />

via extrusie van kunststof vervaardigd. EcoXtrusion maakt niet alleen gebruik van gerecyclede materialen,<br />

maar is ook druk doende biologisch afbreekbare producten van biopolymeren te introduceren.<br />

‘De eerste stap die wij hiertoe hebben gezet is het samen met Rodenburg Biopolymers ontwikkelen<br />

van de BioBoomStamBeschermer op basis van zetmeel,’, vertelt Rutenfrans. ‘Via een innovatievoucher<br />

ingediend bij Wageningen UR zijn daarnaast nog andere bioplastics uitgetest. Afgelopen jaar hebben<br />

wij samen met PPO en FBR van Wageningen UR van de provincie Gelderland via de Biobest-productregeling<br />

subsidie gekregen om de biologisch afbreekbare bindbuis te ontwikkelen.’<br />

8 | Special Gelderland<br />

Inmiddels vindt voor het ontwikkelde product<br />

bij negentien laanboomkwekers in de regio<br />

Opheusden een veldproef plaats. De praktijk<br />

is vooralsnog weerbarstig. ‘Recent is gebleken<br />

dat het materiaal te snel afbreekt’, licht<br />

Rutenfrans toe. ‘Samen met Wageningen UR<br />

hebben wij een vermoeden waar dit probleem<br />

vandaan komt en zijn wij drukdoende dit op<br />

te lossen. Door versnelde klimaattesten uit te<br />

voeren en het materiaal net iets anders samen<br />

te stellen, denken wij dat het lukt om de bindbuis<br />

in 2013 op de markt te brengen.’<br />

Ferry Hollinger, voorzitter Greenport Betuwse Bloem<br />

dat interessant is en boomkwekerijen<br />

kunnen op hun beurt onderzoeken<br />

of het snoeihout interessante<br />

stoffen bevat. De Taxus baccata<br />

bevat bijvoorbeeld een stof die<br />

aangewend kan worden voor<br />

kankerbestrijding.’<br />

‘Kortom, het onderzoeksrapport<br />

heeft de kansen uitgebreid<br />

in beeld gebracht’,<br />

vervolgt Hollinger. ‘Dit<br />

heeft er onder meer al<br />

toe geleid dat wij op<br />

drie verschillende<br />

plekken biomassa<br />

inzamelen,<br />

Rotterdam<br />

Amsterdam<br />

Glastuinbouwcluster<br />

Fruitcluster<br />

Paddenstoelencluster<br />

Laanboomcluster<br />

Utrecht ech<br />

Tiel<br />

’s Hertogenbosch<br />

Arn Ar A<br />

N


hem<br />

ijmegen ijmege i eg<br />

die in een biomassacentrale gaan opwerken tot<br />

bio-energie en dit lokaal terug gaan leveren aan<br />

energiegebruikers. Bovendien zijn er al boeren<br />

die het initiatief hebben genomen om de tuinbouwers<br />

te voorzien van CO2 en restwarmte.<br />

Er zijn dus verschillende wisselwerkingen. Een<br />

ander noemenswaardig traject speelt zich af<br />

rond algen. Momenteel wordt een proef uitgevoerd<br />

waarbij men algen in de schermen van<br />

kassen laat groeien. Daarbij dienen de algen<br />

in de kas niet alleen als zonwering, maar<br />

kunnen er ook nuttige stoffen<br />

uit gewonnen worden<br />

voor hoogwaardige<br />

toepassingen. Dit<br />

Groningen<br />

alles doen wij in<br />

nauwe samenwerking<br />

met<br />

kennisinstellingen<br />

als Wageningen<br />

UR en het Productschap<br />

Tuinbouw dat<br />

de praktijkproeven<br />

coördineert.’<br />

Energie en afval<br />

Een van de andere<br />

organisaties die ondernemers<br />

in de Gelderse<br />

tuinbouwsector ondersteunt<br />

bij het inspelen<br />

op de biobased economy,<br />

is het Regionaal Centrum voor<br />

Technologie (RCT) Rivierenland. Recentelijk<br />

creëerde de provincie Gelderland<br />

nog een innovatiekredietfonds met een<br />

budget van twee miljoen euro voor de<br />

ontwikkeling van het tuinbouwcluster<br />

Betuwse Bloem. ‘En voor dit cluster is<br />

de biobased economy inderdaad een van<br />

de grote thema’s waar innovatiekansen<br />

aanwezig zijn’, stelt Eleonora Swart, innovatiemakelaar<br />

bij RCT Rivierenland. ‘Het<br />

benutten van de biomassa die bij vrijwel elk<br />

tuinbouwbedrijf ontstaat, gebeurt bij de ondernemers<br />

vanuit meerdere drijfveren. Enerzijds<br />

willen zij duurzaam ondernemen, anderzijds is<br />

het een kans om kosten te verlagen en tenslotte<br />

kan het zelfs opbrengsten genereren.’ Hoe dan<br />

ook, het beter organiseren van de verschillende<br />

productieprocessen is volgens Swart de<br />

rode draad. ‘Want of je nu komkommerteler of<br />

champignonverwerker bent, eigenlijk moet je in<br />

je hele bedrijf kijken of je goed met energie en<br />

afval omgaat. Op alle niveaus in de sectoren is<br />

het interessant om te kijken of zaken verbeterd<br />

kunnen worden. Als RCT Rivierenland proberen<br />

wij daarbij ondernemers te ondersteunen als ze<br />

vragen hoe zij onder meer actief kunnen worden<br />

in de biobased economy.’<br />

Champost<br />

Inmiddels heeft RCT Rivierenland samen met de<br />

in het werkgebied actieve ondernemers meerdere<br />

biobased innovatietrajecten geïnitieerd. Zo<br />

bleek het helaas in eerste instantie commercieel<br />

nog niet haalbaar om champost – productieafval<br />

dat ontstaat bij de champignonteelt – energiezuinig<br />

te drogen. ‘Dit wordt echter verder<br />

onderzocht met alternatieve droogmethoden’,<br />

licht Swart toe. ‘Daarnaast wordt naar de mogelijkheden<br />

gekeken om bacteriën in te zetten<br />

voor de bewerking van champost. Champost<br />

is immers de grootste massa afval in het Rivierenland.<br />

Het is een grote uitdaging hier een<br />

oplossing voor te vinden in de vorm van gebruik<br />

als kunstmest en/of biobrandstof. In een ander<br />

traject onderzoeken wij de mogelijkheden voor<br />

het persen van onder meer bermgras om het<br />

sap te gebruiken als aanvulling op mest. Bij al<br />

deze voorbeelden zoeken wij de samenwerking<br />

met kennisinstellingen. Om ondernemers te blijven<br />

inspireren is het belangrijk dat de innovatiesnelheid<br />

hoog is en een grote eyecatcher zich<br />

voordoet. De retailers vragen namelijk wel om<br />

een duurzamere teelt, maar logischerwijs moet<br />

het voor tuinbouwers binnen afzienbare tijd ook<br />

commercieel een haalbare kaart zijn.’<br />

Thatchtec pakt voor tuinders<br />

worsteling met bodemziektes aan<br />

Herman Feil en Bert Tournois geven sinds<br />

2001 leiding aan TDI. Onder TDI zijn de twee<br />

ondernemers inmiddels tal van dochterondernemingen<br />

gestart waaronder Thatchtec.<br />

Dit bedrijf legt zich toe op biogebaseerde<br />

methoden voor de bestrijding van ongewenste<br />

micro-organismen. ‘Het bestrijden van<br />

bodemziekten is een van de grootste worstelingen<br />

van de tuinbouwsector. Wij helpen hen<br />

dit aan te pakken’, stelt Feil.<br />

Thatchtec biedt heeft samen met Wageningen<br />

UR de ‘Bodem Resetten’-technologie<br />

ontwikkeld; een nieuwe methode van biologische<br />

grondontsmetting zonder de tussenkomst<br />

van chemicaliën of stomen. ‘Onze<br />

methode bestaat uit het onderwerken van<br />

specifi ek materiaal in de grond, gevolgd door<br />

het afdichten van de grond. Wij verrijken zo<br />

de bodem via een ‘Yakult’-benadering en<br />

creëren een explosie van het bodemleven via<br />

goede bacteriën. Wij doden niet alleen de<br />

ziektes, maar maken ook de bodem rijker en<br />

minder gevoelig voor ziektes.’<br />

In de komende periode hoopt Feil de technologie<br />

verder te verbeteren. Feil: ‘Zo willen wij<br />

de inwerkingstijd terugbrengen van vier naar<br />

twee weken. Ook het verder regisseren van<br />

de supply chain staat hoog op de agenda.<br />

Wij willen qua marktvolume binnen enkele<br />

jaren vergelijkbaar zijn met de concurrerende<br />

stoomtechnologie. Binnen Nederland wordt<br />

jaarlijks zo’n duizend hectare gestoomd. Wij<br />

hebben tot dusver voor zeventig telers tussen<br />

de vijftien en twintig hectare bodem ontsmet.<br />

Eind <strong>2012</strong> willen wij veertig hectare bodem<br />

hebben gereset en in binnen- en buitenland<br />

over salespartners beschikken.’<br />

Special Gelderland | 9


Regio Achterhoek, provincie Gelderland en Alliander<br />

geven Biogas Infrastructuur Oost Nederland vorm<br />

In de Achterhoek werken regionale overheden, de provincie Gelderland en Alliander aan de realisatie<br />

van de Biogas Infrastructuur Oost Nederland (BION). De provincie sloot hiertoe onder meer een Green<br />

Deal met de Rijksoverheid en wil met BION de productie van biogas in Gelderland versnellen. Meer dan<br />

de naam doet vermoeden, draait het project juist ook om het realiseren van ‘niet-fysieke’ infrastructuur<br />

zoals het genereren van nieuwe business modellen en het beschikbaar stellen van fi nanciering.<br />

Het BION-project speelt met name in de mestrijke regio’s Stedendriehoek en<br />

Achterhoek. Zo heeft de regio Achterhoek de doelstelling op termijn energieneutraal<br />

te zijn. Zij wil dat bereiken door in te zetten op zonne-energie,<br />

maar vooral ook op biomassa. Het doel is om op termijn honderd miljoen<br />

kubieke meter groen gas te produceren.<br />

Duurzaamheidsambities<br />

‘Als netbeheerder willen wij dergelijke regio’s waarin wij actief zijn graag<br />

helpen om hun duurzaamheidsambities te realiseren’, stelt Pieter van der<br />

Ploeg, beleidsadviseur strategie bij Alliander. ‘Wij zien het daarbij als onze<br />

taak om te informeren over de consequenties van bepaalde keuzes. Het is<br />

belangrijk om te informeren zodat de regio’s de kansen en mogelijkheden<br />

goed in beeld hebben. Zo beseft men vaak niet dat de keuze voor duurzame<br />

energie ook invloed heeft op het landschap. Fossiele energie wordt veelal<br />

ondergronds gegenereerd, terwijl duurzame energieopwekking veelal bovengronds<br />

plaatsvindt. Dit kan leiden tot een spanningsveld.’<br />

Gelderland beschikt over veel mestafval en volgens Van der Ploeg is het<br />

maken van biogas een goede optie. ‘Biogas kent een hoge aaibaarheidsfactor<br />

omdat het zich veelal aan het gezichtsveld van de burger onttrekt.<br />

Opwekking vindt immers plaats op het terrein van agrariërs.’ Dat het<br />

daarbij niet altijd fi nancieel interessant is om biogas op te werken tot<br />

aardgaskwaliteit hoeft volgens Van der Ploeg geen probleem te zijn. ‘Wij<br />

kijken naar zogenaamde end-of-pipe ontwikkelingen. De eindpunten van<br />

10 | Special Gelderland<br />

het aardgasnetwerk vergen namelijk een bepaalde gaskwaliteit en wij<br />

willen fabrikanten bewegen om bijvoorbeeld CV-ketels te ontwikkelen die<br />

ook kunnen opereren met biogas dat geen aardgaskwaliteit heeft. Voor<br />

het succes van duurzame energie is het nu eenmaal nodig af te wijken van<br />

standaarden. Het omzetten van duurzaam opgewekte energie in de ‘grijze’<br />

standaarden kost vaak onnodig geld.’<br />

Instrumenten<br />

‘En bovendien is het een kwestie van het bij elkaar brengen van vraag en<br />

aanbod’, vult Roland Bus aan. Bus is bij de Provincie Gelderland projectleider<br />

van BION. ‘Zo is het zeer goed mogelijk om biogas dat niet opgewerkt<br />

is tot aardgaskwaliteit te gebruiken bij industriele bedrijven.’ Waar de regio<br />

Achterhoek de ambitie heeft om in de toekomst honderd miljoen kubieke<br />

meter gas te produceren, streeft de provincie volgens Bus naar een totale<br />

productie van tweehonderd miljoen kubieke meter biogas in 2020. ‘Door te<br />

faciliteren en belemmeringen weg te nemen willen wij het mogelijk maken<br />

dat dit doel bereikt wordt’, stelt Bus. ‘De belangrijkste uitdaging is logischerwijs<br />

het rendabel maken van de biogasproductie. Vergisters waar mest,<br />

slib en gft-afval ingevoerd worden produceren biogas en digestaat. Waar<br />

het biogas geld oplevert, kost het afzetten van digestaat geld. Dat is een<br />

van de problemen die aangepakt moeten worden.’<br />

Bus licht toe dat de provincie aan zes instrumenten werkt – die tezamen BION<br />

vormen – om de productie van biogas te stimuleren. ‘Het eerste instrument<br />

bestaat uit het collectief bundelen van de biogasproductie door vergisters<br />

aan elkaar te koppelen en het geproduceerde gas op een centrale plaats te<br />

verzamelen. Hierdoor kan er decentraal geproduceerd worden en rechtstreeks<br />

gebruikt dan wel opgewerkt worden tot aardgas of transportbrandstof.’<br />

First movers<br />

Het tweede en derde instrument behelzen allereerst het vergroten van de<br />

biomassa-input door meer biomassareststromen te gebruiken. Ten tweede wordt<br />

bekeken of digestaat opgewerkt kan worden tot een kunstmestvervanger. Bus:<br />

‘Het vierde instrument is een nieuw business model voor de veehouderij. Het opnemen<br />

van een biovergister in een agrarisch bedrijf leidt in de praktijk regelmatig<br />

tot problemen. Door een integratieproces te ontwikkelen willen wij agrariërs<br />

helpen het te organiseren en ook andere doelen bereiken, zoals emissiereductie.<br />

Het vijfde instrument bestaat uit het stimuleren van de vraag naar biogas door<br />

transportbedrijven die op biogas kunnen rijden te koppelen aan biogasproducenten.<br />

Het laatste instrument is tenslotte de inzet van fi nanciële middelen.’<br />

‘Deze zes instrumenten stellen ons in staat om in de komende periode samen<br />

met het bedrijfsleven, de regio’s en Alliander meters te maken op weg naar de<br />

2020-doelstelling’, vervolgt Bus. ‘Door met fi rst movers als Groot Zevert Vergisting<br />

en FrieslandCampina succesvolle business cases te realiseren, hopen<br />

wij bovendien een vliegwieleffect te creëren.’


Achterhoek aan de slag met eendenkroos, mest en biogas<br />

In de Gelderse Achterhoek draait de biobased economy al op volle toeren. Zowel op het gebied van<br />

aquatische biomassa als mestvergisting en -raffi nage worden volop meters gemaakt. Een van de nieuwste<br />

activiteiten is de oprichting van het Innovatiecentrum voor Mest(verwerking) en Biogas.<br />

Arjan Prinsen en Jan Groot Zevert (Groot Zevert Vergisting),<br />

Leon Marchal (ForFarmers), Theo Bijman (Nijhuis<br />

WaterTechnology) en Hayo Canter Cremers (CC Advies)<br />

ForFarmers omarmt aquatische biomassa<br />

ForFarmers R&D-manager Leon Marchal is duidelijk: aquatische biomassa<br />

– en eendenkroos in het bijzonder – geniet de volle aandacht van<br />

ForFarmers. Zo ziet het bedrijf onder meer een grote toekomst weggelegd<br />

voor eendenkroos als alternatieve eiwitbron. De Achterhoekse veevoederfabrikant<br />

heeft de biobased economy eigenlijk al decennia lang op haar<br />

netvlies staan. ‘Agrogrondstoffen zijn in essentie altijd hernieuwbaar’,<br />

vertelt Marchal. ‘Bovendien verwerken wij als feedbedrijf meer en meer<br />

zijstromen. Aquateelt is daarbij relatief nieuw. Eendenkroos is een van de<br />

eerste vormen die wij onderzoeken vanwege positieve eigenschappen als<br />

snelle vermenigvuldiging, de hoge eiwitconcentratie en kansen voor combinatie<br />

met waterberging en mestverwerking.’ ForFarmers gelooft heilig in<br />

co-innovatie en is blij dat het consortium EDV gevormd is om te komen tot<br />

commerciële eendenkroosproductie en de bijbehorende verwerking van de<br />

aanwezige eiwitten. ‘Zoals gezegd zijn wij druk doende om in 2013 de pilotvalidatie<br />

af te ronden. Een aantal van onze klanten gaan in de komende<br />

periode aan de slag om de theorie ook in de praktijk te testen. De opzet<br />

is dat wij de eendenkroos niet zelf gaan verwerken in veevoer, maar dat<br />

de eendenkroos lokaal geproduceerd wordt door onze klanten en lokaal<br />

geconsumeerd wordt door hun rundvee. Eendenkroos bestaat namelijk<br />

voor 92 procent uit water en het zou te veel energiekosten met zich meebrengen<br />

om het te drogen. Wij geloven daarom in het sluiten van de lokale<br />

keten.’ Marchal besluit: ‘Als eendenkroos eenmaal succesvol geteeld en<br />

verwerkt wordt door onze klanten, zullen wij ook andere plantensoorten<br />

onderzoeken om zo aquatische biomassa optimaal te benutten.’<br />

‘Twee jaar geleden kwam de biobased economy voor het eerst in het zicht<br />

van het Achterhoeks Centrum voor Technologie (ACT)’, vertelt ACT-directeur<br />

Martin Stor. ‘Een van de actuele thema’s in de Achterhoek is mestverwerking,<br />

eveneens een thema in de biobased economy. Deze regio valt op door<br />

haar ‘doen’-mentaliteit. Hier test men daadwerkelijk innovatieve technologieën<br />

in de praktijk. Een van de nieuwste ontwikkelingen is de oprichting<br />

van het Innovatiecentrum voor Mest(verwerking) en Biogas dat gevestigd<br />

wordt op het duurzame bedrijvenpark Laarberg in Groenlo. Het innovatiecentrum<br />

is gesticht door Achterhoekse bedrijven en moet nieuwe ideeën<br />

bedenken en uitproberen. Het wordt voorlopig gefi nancierd vanuit de bedrijven,<br />

maar wij kijken naar aanvullende fi nancieringsmogelijkheden.’<br />

Haalbaarheidsstudie<br />

Hayo Canter Cremers van CC Advies verrichtte de haalbaarheidsstudie<br />

naar het innovatiecentrum. Canter Cremers: ‘De raffi nage van vergist mest<br />

gebeurt tot op heden met onbetrouwbare technieken. Hierdoor is nog onvoldoende<br />

rendabel. Door in het innovatiecentrum de krachten van ondernemers<br />

te bundelen kunnen wij gezamenlijk stappen voorwaarts maken.’<br />

Met de naam van CC Advies is direct ook het onderwerp aquatische biomassa<br />

in zicht. Samen met Groot Zevert Vergisting en ForFarmers (zie kader)<br />

vormt CC Advies namelijk het consortium EDV. EDV is bezig eendenkroos op<br />

een mengsel van water en mest te kweken als veevoer voor de aanwezige<br />

eiwitten. Bij Groot Zevert Vergisting in Beltrum staat een proefi nstallatie<br />

voor het automatisch kweken en oogsten van eendenkroos.<br />

Erkenning<br />

‘De laatste stap die wij moeten zetten is de Europese erkenning krijgen<br />

om eendenkroos te mogen voeren’, vertelt Arjan Prinsen van Groot Zevert<br />

Vergisting. ‘Dit is de laatste stap naar de daadwerkelijke verkoop van<br />

eendenkroos. Het is natuurlijk fantastisch dat iets wat in 2009 als een<br />

haalbaarheidsstudie begon, nu in de praktijk blijkt te werken. Als Groot<br />

Zevert Vergisting hebben wij een belangrijke bijdrage geleverd door tachtig<br />

procent van de technologie te leveren. Maar onderaan de streep geldt dat<br />

geen deelnemer in het consortium zonder de ander kan.’<br />

‘Een van de laatste drempels die wij gezamenlijk slechten is het op zijn<br />

plaats houden van de eendenkroos op grote wateroppervlakten’, voegt<br />

Canter Cremers toe. ‘Het concept heeft zich verder bewezen. Wij beschikken<br />

over een uitstekende concurrentiepositie, zowel door onze geheime<br />

receptuur als door drie jaar ervaring. De ultieme droom is om uiteindelijk<br />

als dé volledige eiwitbron voor de veevoederindustrie in heel Nederland te<br />

fungeren. Persoonlijk ben ik tevreden als wij binnen vijf jaar produceren op<br />

een oppervlakte van duizend hectare.’<br />

‘Daarbij hopen wij komend jaar eendenkroos als product voor het eerst te<br />

verkopen’, besluit Prinsen. ‘Wij zullen in een vijver van een halve hectare<br />

starten met de productie. In 2013 hopen wij nog vier à vijf van dergelijke<br />

vijvers operationeel te krijgen. Eendenkroos is namelijk een perfect product<br />

om de agrarische kringloop te sluiten.’<br />

Special Gelderland | 11<br />

| 9


7-10 April 2013<br />

Wageningen | The Netherlands<br />

Invitation<br />

1-daagse conferentie<br />

Register now<br />

www.bff2013.org<br />

Biomassa als grondstof<br />

voor de Industrie<br />

Krijg inzicht in de technische kansen van de BioBased <strong>Economy</strong>:<br />

q Toepassing biomassa in industrie en materialen<br />

Met praktijkcases van o.a.:<br />

q Overzicht soorten, verwerkingsprocessen en technieken van<br />

- Orgaworld<br />

biomassa tot industriële grondstof en eindproduct<br />

-<br />

-<br />

Dun Agro<br />

Bioproces Pilot Facility (BPF)<br />

q Samenwerkingscombinaties en technische ketenontwikkeling;<br />

wie worden elkaars leverancier en afnemer?<br />

- ECN<br />

- Parenco<br />

q BioBased <strong>Economy</strong>: de lange termijn focus vanuit Den Haag en Brussel<br />

Meld u nu aan via www.iir.nl/biobased of info@iir.nl | Datum: 18 december <strong>2012</strong> | Locatie: WTC Rotterdam


Jules Kortenhorst van Topell Energy over de potentie van torrefactie-technologie:<br />

‘In 2020 misschien wel vijftig fabrieken onder licentie gerealiseerd’<br />

He t Gelderse bedrijf Topell Energy maakt als eerste bedrijf ter wereld de grootschalige verwerking<br />

van biomassa tot biobrandstof mogelijk via torrefactie. In Duiven heeft het bedrijf sinds ruim een jaar<br />

de beschikking over haar eerste fabriek die laagwaardige biomassa transformeert in een homogene<br />

en energierijke brandstofkorrel die bijvoorbeeld probleemloos gebruikt kan worden als vervanger van<br />

steenkool in energiecentrales. De potentie van Topell Energy werd afgelopen juni nog eens bevestigd<br />

toen het bedrijf bij een groep investeerders dertien miljoen euro wist op te halen.<br />

‘Torrefactie is in feite ontleend aan het oorspronkelijke idee van het roosteren<br />

van koffi e’, opent ceo Jules Kortenhorst het gesprek. ‘Tien jaar geleden<br />

schreef ECN de eerste paper ter wereld over de torrefactie van biomassa.<br />

Torrefactie van biomassa leidt tot drie belangrijke effecten. Allereerst wordt<br />

het vocht uit de biomassa gedreven. Ten tweede ontsnappen de zogenaamde<br />

korte koolstofketens, deze vangen wij in onze fabriek af en gebruiken<br />

dit als brandstof voor onze fabriek. Een derde effect is het doorbreken van<br />

de hemicelluloseketen. Hierdoor is de biomassa na de torrefactie makkelijk<br />

voor te bereiden voor bio-energiedoeleinden.’<br />

Licentie<br />

De eerste fabriek van Topell Energy kan op jaarbasis zeker zestigduizend ton<br />

duurzame brandstof produceren uit biomassa. Met deze hoeveelheid brandstof<br />

kan de gemiddelde energiecentrale elektriciteit produceren voor zo’n tweeënveertigduizend<br />

huishoudens. De fabriek in Duiven draait momenteel op vijftig<br />

procent. ‘Aan het eind van het kalenderjaar hopen wij de volledige capaciteit<br />

te benutten’, stelt Kortenhorst. ‘Het is logisch dat een baanbrekend proces een<br />

opstartperiode kent. En die tijd krijgen wij ook, want met onze technologie<br />

kunnen inconsistente biomassastromen gestandaardiseerd worden. Wij creëren<br />

een eenduidig product dat in de gehele waardeketen ingezet kan worden.’<br />

De ambitie voor dit jaar behelst meer dan het volledig operationeel krijgen<br />

van de fabriek in Duiven. Kortenhorst: ‘Wij willen minimaal één fabriek onder<br />

licentie laten bouwen. Deze zal niet noodzakelijkerwijs in Nederland gereali-<br />

seerd worden. Naar het zich laat aanzien wordt er één elders in Noordwest-<br />

Europa en hopelijk nog een fabriek op een verderaf gelegen locatie gerealiseerd.<br />

Ik zie op termijn ook ruimte voor het onder licentie laten verrijzen van<br />

fabrieken in Noord-Amerika, Zuid-Afrika en Brazilië.’ In de fabriek in Duiven<br />

is het vooral (snoei)hout dat het proces van torrefactie ondergaat. Kortenhorst<br />

ziet ook opties om gebruik te gaan maken van stro en maïsafval. ‘Wij<br />

hebben in onze onderzoeksfaciliteiten in Duitsland inmiddels driehonderd<br />

verschillende vormen van biomassa getorrefi ceerd. Hieruit is gebleken dat het<br />

mogelijk is allerlei smaken van biomassa te torrefi ceren. In feite is bijna alles<br />

mogelijk als de grootte van de biomassa maar consistent is. Wij verwerken in<br />

een fabriek bijvoorbeeld óf houtzaagsel óf blokjes hout. Beide vormen verwerken<br />

is een stuk kostbaarder en complexer.’<br />

Hoe groot de marktpotentie van torrefactie is, valt volgens Kortenhorst nog<br />

moeilijk te zeggen. ‘Met de wetenschap dat Europa meer en meer werkt<br />

aan het realiseren van de CO2- en energiedoelstellingen voor het jaar 2020,<br />

staat ons een stormachtige groei te wachten. Misschien hebben wij in 2020<br />

wereldwijd wel vijftig fabrieken gelicenseerd.’ Grootste uitdaging is daarbij<br />

volgens Kortenhorst het overtuigen van de energie- en chemiesector. ‘Zij zijn<br />

vrij conservatief met het opnemen van nieuwe grond- en brandstoffen. Tegelijkertijd<br />

zijn het belangrijke afzetmarkten, want als zij eenmaal met je product<br />

opereren gaat het direct om grote volumes.’<br />

NADER UITGELEGD...<br />

Torrefactie<br />

Torrefactie is een technologie om<br />

biomassa dusdanig te veranderen dat<br />

het beter te gebruiken is bij verbranding<br />

en vergassing. Het is een milde vorm<br />

van pyrolyse waarbij de biomassa<br />

wordt veranderd van structuur bij<br />

een temperatuur tussen de twee- en<br />

driehonderd graden. Via torrefactie<br />

kan biomassa niet alleen tot een zeer<br />

effi ciënte en effectieve vorm van<br />

bijvoorbeeld brandstof verworden,<br />

maar ook makkelijk vervoerd worden.<br />

Special Gelderland | 13


PaperFoam wil verkrijgbaar zijn in elk verpakkingscentrum ter wereld<br />

‘De olie-gebaseerde plastics zullen ooit verdwijnen. De milieubelasting wordt<br />

simpelweg te groot. Regelgeving en bewustwording gaan bijdragen aan het<br />

tot standaard verworden van bioplastics. Al ruim voor die tijd willen wij dat<br />

PaperFoam verkrijgbaar is in elk verpakkingscentrum ter wereld.’ Deze ambitie<br />

wordt uitgesproken door Mark Geerts, directeur van het Barneveldse PaperFoam.<br />

De geschiedenis van PaperFoam gaat terug naar 1993. Vertis, destijds it-dochter<br />

van aardappelzetmeelverwerker Avebe, experimenteerde met het omzetten<br />

van zetmeel in bioplastics. Het bedrijf bleek de toekomst vooruit en Avebe riep<br />

de testen een halt toe. Eigenwijs genoeg besloot Vertis op eigen kracht de<br />

experimenten door te zetten. Dit leidde uiteindelijk in 1998 tot de oprichting<br />

van PaperFoam. Sinds 2008 geeft Mark Geerts leiding aan het bedrijf.<br />

Diversifi catie<br />

‘In 1998 was het bedrijf eigenlijk te vroeg met de vermarkting van bioplastics’,<br />

blikt Geerts terug. ‘Alleen experts zagen het toekomstpotentieel.<br />

Destijds is men daarom op zoek gegaan naar een nichetoepassing. Die<br />

werd gevonden in de vorm van cd- en dvd-verpakkingen. Al snel was het<br />

14 | Special Gelderland<br />

een groot succes en werden zo’n vijftien miljoen stuks afgezet. Helaas<br />

gooide de opkomst van internet roet in het eten, want de verkoop van cd’s<br />

en dvd’s liep hierdoor sterk terug.’ Tijd om lang te treuren was er voor PaperFoam<br />

niet. Om een crisis af te wenden, koos men voor een strategie van<br />

diversifi catie. ‘Onder meer de medische markt, foodindustrie en de markt<br />

van consumentenelektronica werden als speerpuntsectoren aangewezen’,<br />

blikt Geerts terug. ‘Grote voordelen van deze markten zijn de relatief zekere<br />

afzet. Met name food en medical zijn minder conjunctuurgevoelig. Nadeel is<br />

echter dat de producten vocht- en stralingsbestendig moeten zijn. Iets wat<br />

bij cd- en dvd-verpakkingen niet het geval is.’<br />

Receptuur<br />

Via Agentschap NL wist PaperFoam een innovatiesubsidie te bemachtigen<br />

om de PaperFoam-verpakkingen met een ‘nieuwe’ receptuur vocht- en stralingsbestendig<br />

te maken. Met een mengsel van aardappelzetmeel, houtvezel<br />

en nog een geheim ingrediënt à la Coca Cola verovert het bedrijf inmiddels<br />

de wereldwijde verpakkingenmarkt. ‘Vandaag de dag fl oreert ons bedrijf<br />

als nooit tevoren en dit alles door de strategiewijziging die jaren geleden is<br />

ingezet’, stelt Geerts. ‘Wij hebben echter een lange weg af moeten leggen<br />

om hier te komen. Het is niet zo eenvoudig om nieuwe klanten te werven<br />

zoals de grote namen in ons portfolio doen vermoeden. Philips hebben wij<br />

bijvoorbeeld pas in 2008 binnen weten te halen als klant, terwijl wij vanaf<br />

1998 voor hen al testtrajecten uitvoerden.’<br />

‘Sindsdien is Philips natuurlijk wel een eyecatcher’, vervolgt Geerts. ‘Net als<br />

Microsoft waarvoor wij verpakkingen voor de Xbox produceren. Ook in de<br />

foodindustrie is de eerste grote klant aanwezig: wij vervaardigen eierdoosjes<br />

van Rondeel voor verkoop door Albert Heijn.’<br />

Groeimarkten<br />

Niet alleen Europa, maar juist ook Amerika en Azië worden voor PaperFoam<br />

steeds belangrijkere afzetmarkten. Een opvallende trend is dat klanten meer<br />

en meer naar hun afnemers duiden dat hun verpakkingen biobased zijn. ‘Op<br />

termijn wil ook de consument weten of een verpakking biobased is’, voorspelt<br />

Geerts. ‘De groep mensen die zich bewust is van het vervuilingsprobleem van<br />

verpakkingen groeit namelijk met de dag. Terugkomend op de groeimarkten;<br />

China staat met stip op één. Het is het verpakkingscentrum van de wereld.<br />

Door de omvang van China wordt het voor ons ook steeds belangrijker en<br />

mogelijk om vanuit onze vestiging in Maleisië de wereld te veroveren.’<br />

De ambitie van Geerts en zijn team is daarbij fors. ‘Wij willen dat Paper-<br />

Foam in elk belangrijk verpakkingscentrum ter wereld in de toekomst<br />

verkrijgbaar is. Zo hoeven onze producten straks niet meer dan duizend tot<br />

vijftienhonderd kilometer af te leggen. Logischerwijs zullen wij in het komend<br />

decennium partners verwerven om deze droom waar te maken. Grote<br />

uitdaging is het vinden van ‘stabiele’ klanten zonder al te steile groeicurves.<br />

Ook het voldoende snel doorlopen van goedkeuringstrajecten voor nieuwe<br />

marktsegmenten is een ferme uitdaging.’


Subsidieregeling Biobest leidt tot dertien marktrijpe biobased producten<br />

Anderhalf miljoen euro subsidie voor dertien ondernemers om biobased producten te ontwikkelen.<br />

Het is in een notendop de kern van het Gelderse Biobest-programma. Een omvangrijk deel van de<br />

bedrijven mikt op de ontwikkeling van biogebaseerde verpakkingen. Zo kreeg Biopearls ruimte<br />

voor de ontwikkeling van een blisterverpakking voor wijnfl essen en AFP Holland subsidie om de<br />

productie van biobased fi lms te onderzoeken.<br />

Met biobased elastisch<br />

materiaal (boven) heeft<br />

BioPearls een nieuwe<br />

alternatieve dranken-<br />

verpakking gemaakt<br />

Remy Jongboom startte zeven jaar geleden het in biobased materialen<br />

gespecialiseerde Biopearls op. Twee jaar geleden ontstond het idee voor<br />

een nieuw verpakkingsconcept als alternatief voor de bekende blister. ‘Ik<br />

kwam op het spoor van een biobased elastisch materiaal dat na gebruik<br />

zijn oorspronkelijke vorm aanneemt. Uiteindelijk ben ik hierover met een<br />

slijter in Zetten in gesprek geraakt en is het idee van de cadeauverpakking<br />

ontstaan. De Biobest-subsidie was het laatste spreekwoordelijke zetje.<br />

Eind <strong>2012</strong> vindt de marktintroductie plaats en volgend jaar willen wij het<br />

product in minimaal één andere bedrijfstak introduceren.’<br />

Invloed<br />

De verpakking van Biopearls is een combinatie van golfkarton en de<br />

biobased folie en wordt in opdracht geproduceerd door twee Europese<br />

multinationals die actief zijn op het gebied van golfkarton en biopolymeren.<br />

‘Het belangrijkste voor de slijter is dat de verpakking mooi is’, stelt<br />

Jongboom. ‘Dat deze biobased is, is een mooi extraatje. Onze ambitie is<br />

om op wereldschaal actief te worden met dit product en te reiken tot de<br />

Bacardi’s van deze wereld. Wij kunnen en willen toe naar een universele<br />

verpakking die meegeeft. Op die manier hoeven fabrikanten niet voor elke<br />

fl es een andere verpakking te creëren. Ik ben zodoende overtuigd dat ons<br />

product banen creëert in de Gelderse biobased economy. De gehele biobased<br />

economy kan overigens voor Gelderland dezelfde positieve invloed<br />

hebben als de haven voor Rotterdam heeft gehad.’<br />

Bij het Apeldoornse AFP Holland is het Eddy Hilbrink die zich al ruim tien<br />

jaar bezighoudt met de ontwikkeling van biobased verpakkingsmateriaal.<br />

AFP ontwikkelt, produceert en vermarkt fl exibele verpakkingsconcepten.<br />

‘Vandaag de dag is er eigenlijk geen enkele kunststoffabrikant niet met<br />

groene chemie bezig, maar in 2001 waren wij een van de pioniers’, blikt<br />

Hilbrink terug. ‘Ik ben daarbij nooit een purist geweest, maar geloofde direct<br />

in het combineren van traditionele oliegebaseerde met biogebaseerde<br />

materialen. Wil je namelijk naar de grootschalige markten en toepassingen<br />

toegroeien, dan is een tussenstap met combinaties noodzaak.’<br />

Potentie<br />

Via deze route kwam Hilbrink enkele jaren geleden onder meer op het<br />

spoor van biocomposieten. ‘Zo wordt in Bangladesh kenav op plantages<br />

gekweekt en geoogst. Dit is een soort juten en deze wordt vermengd<br />

met kunststofvezels om het materiaal dat zo ontstaat te kunnen verwerken<br />

in automotive applicaties. BMW heeft het product bestempeld als<br />

‘the next premium material’ voor de automobielindustrie. Wij werken<br />

overigens via een roadmap aan de ambitie om het product ooit honderd<br />

procent biobased te vervaardigen.’<br />

Maar er is meer. Ook AFP kreeg namelijk subsidie vanuit Biobest.<br />

Het bedrijf deed hiermee onderzoek naar de mogelijkheid om met de<br />

NanoLayer-technologie – mede ontwikkeld door AFP – zetmeel in PLA<br />

en PLA in zetmeel in te steken. Hilbrink: ‘Waar zetmeel namelijk als te<br />

flexibel gezien wordt, kan dit met PLA opgestijfd worden en PLA – dat<br />

erg stug is – kan met zetmeel flexibeler gemaakt worden. Als onderdeel<br />

van Biobest zijn in ons pilotcenter op productieschaal de nodige<br />

proeven uitgevoerd. De data wordt momenteel bestudeerd en de bevindingen<br />

lijken positief te zijn. Wij hopen uiteindelijk biobased films in<br />

opdracht van derden te kunnen en mogen vervaardigen. Wij zijn inmiddels<br />

tien jaar bezig met biobased materialen en dit is een product met<br />

een grote commerciële potentie.’<br />

Het pilotcenter van AFP Holland<br />

Special Gelderland | 15


Orineo, Derbigum en BTG ontwikkelen samen<br />

BIOtumen als alternatief bitumen<br />

De meeste platte daken in Nederland zijn voorzien van een bitumineuze dakbedekking. De unieke<br />

eigenschappen van de gebruikte bitumen – zoals duurzame waterdichtheid, uitstekende hechting<br />

en eenvoudige verwerking – vormen de voornaamste redenen voor het grote marktaandeel. In een<br />

wooncomplex in Nijmegen wordt echter binnenkort het biogebaseerde alternatief BIOtumen in<br />

gebruik genomen om de uit aardolie afkomstige bitumen te kunnen vervangen.<br />

De uit Gelderland afkomstige ondernemer Bôke Tjeerdsma is al meer dan<br />

twee decennia actief in de biobased economy. Na een carrière aan de universiteit<br />

in Wageningen richtte hij drie jaar geleden zijn eigen bedrijf BioBased<br />

Applications op. ‘Ik wilde niet langer alleen als onderzoeker, maar ook als<br />

kennisleverancier en ondernemer acteren’, licht Tjeerdsma toe. ‘Uiteindelijk<br />

heb ik in Orineo de handen ineengeslagen met drie andere zelfstandige ondernemers<br />

die eveneens gericht zijn op vergroening met de vervanging van<br />

olie-gebaseerde grondstoffen door biogebaseerde alternatieven.’<br />

Biopolymeren<br />

Binnen de samenwerking tussen Orineo en Derbigum ontstond het idee om<br />

een hernieuwbare variant te ontwikkelen voor aardolie gebaseerde daken<br />

van bitumen. Tjeerdsma: ‘Wij hebben direct contact gelegd met BTG Biomass<br />

Technology Group, omdat wij in hun pyrolyse proces kansen zagen om met<br />

pyrolyse-olie een dakbedekking te ontwikkelen. Met pyrolyse maak je in feite<br />

heterogene biomassa homogeen voor onder andere energietoepassingen. In<br />

dit proces verander je de biomassa in een handzame en verwerkbare vorm.<br />

Naast energietoepassing kun je ook meer hoogwaardige toepassingen uit<br />

pyrolyse-olie creëren. Een grote deelfractie uit de pyrolyse, de zogenaamde<br />

lignine biopolymeren, is geschikt voor de productie in dakmembranen.’<br />

Om het idee verder te ontwikkelen werd er een consortium met een viertal ondernemingen<br />

gevormd om de ontwikkeling van BIOtumen mogelijk te maken.<br />

Op de eerste plaats sloot de Belgische onderneming Derbigum aan, bekend<br />

16 | Special Gelderland<br />

van de duurzame dakoplossingen die zij ontwikkelt. Vanuit Nederland werden<br />

BTG Biomass Technology Group en dakbedekkingsbedrijf Weijers Platte Daken<br />

toegevoegd. Bovendien was woningcorporatie Talis bereid in Nijmegen een<br />

pilotlocatie beschikbaar te stellen. ‘Als klap op de vuurpijl hebben wij bij de<br />

provincie Gelderland subsidie weten te bemachtigen om het innovatietraject<br />

te versnellen’, aldus Tjeerdsma. ‘Inmiddels heeft Weijers Platte Daken op het<br />

wooncomplex van Talis in Nijmegen een groot deel van de BIOtumen aangebracht<br />

en in oktober wordt dit met een feestelijke ceremonie afgerond.’<br />

Rendement<br />

Volledig uitontwikkeld is het product BIOtumen echter nog niet. Volgens<br />

Tjeerdsma zijn er nog diverse haken en ogen. ‘Het is bijvoorbeeld een uitdaging<br />

om bij de opschaling te zorgen dat er een continue kwaliteit vervaardigd<br />

wordt. Samen met Derbigum richten wij ons verder op het doel om een hoger<br />

rendement te behalen in het productieproces. Ook zoeken wij nog naar een<br />

partner die op industriële schaal de pyrolyse-olie kan opwerken naar de voor<br />

BIOtumen geschikt biopolymeren. Met de bouw van hun nieuwe pyrolysefabriek<br />

zal BTG op industriële schaal pyrolyse-olie kunnen leveren. Al met al<br />

hopen wij eind volgend jaar de laatste hobbels genomen te hebben en de<br />

BIOtumen op industriële schaal in de markt te kunnen zetten.’<br />

NADER UITGELEGD...<br />

Pyrolyse<br />

Pyrolyse is het Griekse woord voor<br />

uit elkaar halen met vuur. Het is een<br />

techniek waarbij met behulp van<br />

zeer hoge temperaturen en zonder<br />

zuurstof biomassa kan worden<br />

ontleed. Het is zeer belangrijk dat<br />

er bij pyrolyse geen zuurstof wordt<br />

gebruikt, want de reactie met zuurstof<br />

leidt tot verbranding. In veel gevallen<br />

is bij pyrolyseprocessen bio-olie het<br />

eindproduct. Een van de bekendste<br />

Nederlandse pioniers op het gebied<br />

van pyrolyse is de BTG Biomass<br />

Technology Group uit Enschede.


Eric Roos (Bioprocess Pilot Facility) ontmoet Wim Soetaert (Bio Base Europe Pilot Plant)<br />

‘De huidige pilot plant vormt slechts het begin’<br />

‘De ambitie is niet een gigantische winstgevende onderneming worden, maar vooral fungeren als aanjager<br />

van de biobased innovatieketen.’ ‘Wij moeten de onwetendheid bij bedrijven wegnemen.’ ‘Bij pre-sale<br />

activiteiten kunnen wij één plus één is drie doen.’ Het zijn gedane uitspraken tijdens een ontmoeting in<br />

Roosendaal tussen Eric Roos (Bioprocess Pilot Facility) en Wim Soetaert (Bio Base Europe Pilot Plant).<br />

Zowel in Gent als in Delft staat een pilot plant<br />

(zie kaders) voor de biobased economy. De<br />

Vlaamse Bio Base Europe Pilot Plant is al bijna<br />

twee jaar operationeel en wordt geleid door Wim<br />

Soetaert. De Nederlandse Bioprocess Pilot Facility<br />

(BPF) opende afgelopen mei haar deuren en kent<br />

Eric Roos als directeur.<br />

Na gepromoveerd te zijn in Amsterdam startte<br />

Eric Roos zijn carrière als organisch chemicus<br />

bij DSM. Daar vervulde Roos tal van research en<br />

productiefuncties, waaronder (tot eind 2011) die<br />

als directeur van het DSM Biotechnology Center;<br />

een industriële biotech R&D-organisatie van zo’n<br />

vijfhonderd mensen. Vanuit deze functie was Roos<br />

actief betrokken bij de vormgeving en oprichting<br />

van de BPF. Sinds begin <strong>2012</strong> is hij volledig vrijgemaakt<br />

om de BPF te helpen op de weg naar succes,<br />

vanaf mei van dit jaar in de functie van directeur.<br />

Wim Soetaert is gepromoveerd als bio-ingenieur<br />

aan de Universiteit Gent. Hierna was hij jarenlang<br />

actief als onderzoeksdirecteur voor Europese<br />

bioraffi naderijbedrijven in Duitsland en Frankrijk.<br />

In 2004 werd Soetaert professor in de Industriële<br />

Biotechnologie aan de Universiteit Gent. In die hoe-<br />

danigheid ontstond bij hem het plan voor een pilot<br />

plant die geboren werd in de vorm van de Bio Base<br />

Europe Pilot Plant en waarvan hij directeur is.<br />

U krijgt één minuut de tijd om uw eigen<br />

pilot plant te pitchen tegenover uw collega.<br />

Soetaert: ‘In de eerste plaats zijn wij een zeer<br />

veelzijdige pilot plant. Wij zijn niet gespecialiseerd<br />

in één proces, maar hebben een brede waaier<br />

aan procesapparatuur en expertise: van witte<br />

biotechnologie zoals fermentatie en biokatalyse tot<br />

groene chemie en bioraffi nage. Dat alles bieden<br />

wij aan onder één dak en als een one-stop-shop.<br />

Dit is belangrijk voor processen die vaak uit diverse<br />

processtappen bestaan. Ten tweede is onze pilot<br />

plant nogal groot, bezoekers verbazen zich vaak<br />

over de omvang ervan. Wij kunnen zowel kleinschalige<br />

als grootschalige pilot tests uitvoeren en<br />

proefproducties uitvoeren tot circa duizend ton per<br />

jaar. Door onze locatie – in de haven van Gent –<br />

zitten wij logistiek gezien gunstig voor de aanvoer<br />

van biomassa. Bovendien hebben wij geen lastige<br />

buren: de dichtstbijzijnde ‘familie’ is gevestigd op<br />

drie kilometer afstand. Daardoor komen we niet<br />

direct in de problemen als we al eens stof, lawaai<br />

of stank maken. Het is per slot van rekening een<br />

pilot plant, er gebeurt wel eens iets wat je niet<br />

voorziet. Ten derde zijn wij volstrekt neutraal en<br />

onafhankelijk van industriële belangen. Dat is erg<br />

belangrijk om de confi dentialiteit van de processen<br />

van onze klanten te kunnen garanderen.’<br />

Roos: ‘De doelstelling van de BPF is het succesvol<br />

maken van klanten: de innovators in de biobased<br />

economy. Dit zijn zowel kleine start-ups als grote<br />

multinationals. Zij hebben hulp nodig bij een cruciale<br />

stap in de innovatieketen: opschaling. Bedrijven<br />

willen bijvoorbeeld fermentatieprocessen kunnen<br />

voorspellen of een fabrieksontwerp realiseren op<br />

basis van onderzoeksdata, maar ook omdat proefproducties<br />

nodig zijn waarmee materiaal wordt<br />

geproduceerd voor een preklinische studie of marketingstudie.<br />

BPF biedt de infrastructuur en ervaring<br />

met tal van soorten fermentatieprocessen. Voor<br />

individuele bedrijven vergen dergelijke faciliteiten te<br />

hoge investeringen. Wij maken de opschalingsstap<br />

kostentechnisch haalbaar en stimuleren zo innovatie<br />

in de biobased economy. De BPF bouwt voort<br />

op een jarenlange ervaring en is sinds mei dit jaar<br />

operationeel als ‘open-access’ faciliteit.<br />

>>><br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 19


Er wordt nu geïnvesteerd in verdere uitbreiding<br />

van de capaciteit en – met name – functionaliteit<br />

van de pilot plants.’<br />

Wat zien jullie als de grote uitdaging voor<br />

jullie eigen pilot plant?<br />

Soetaert: ‘De pilot plant gevuld krijgen. Wij hebben<br />

vandaag de dag nog te weinig opdrachten.<br />

We moeten voldoende projecten binnenhalen om<br />

de winkel te doen draaien.’<br />

Roos: ‘Wij moeten beiden binnen afzienbare<br />

termijn onze kosten dekken en weten ook dat het<br />

gaat lukken. De vraag is vooralsnog even hoe.<br />

Het is onze gezamenlijke visie dat deze markt<br />

waarin wij actief zijn sterk groeiende is. In een<br />

groeiende markt moet je echter nodeloze investeringen<br />

vermijden. Meer en meer zien wij bedrijven<br />

die overwegen in een eigen pilot faciliteit te<br />

investeren. Het is aan ons om ervoor te zorgen<br />

dat men dit niet doet en gebruik maakt van onze<br />

20| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Wim Soetaert<br />

faciliteiten. Wij moeten de onwetendheid – zoals<br />

het idee dat het intellectueel eigendom niet<br />

geborgd is als zij van onze faciliteiten gebruikmaken<br />

– wegnemen. Ook moeten wij zorgen dat zij<br />

de mogelijkheden kennen die wij bieden.’<br />

Soetaert: ‘Ik sluit mij erbij aan dat bedrijven nogal<br />

eens de neiging hebben om alles zelf te willen<br />

doen. En het opzetten van een eigen pilot plant<br />

kost ontzettend veel tijd en geld. Het wordt nog<br />

een hele gang om bedrijven dit af te leren. Het is<br />

veel effi ciënter en sneller om beroep te doen op<br />

een reeds bestaande ‘open innovatie’ pilot plant en<br />

zo neem je uiteindelijk ook veel minder risico.’<br />

Kunnen jullie inmiddels al best practices<br />

presenteren?<br />

Soetaert: ‘Wij zijn al bijna twee jaar operationeel<br />

en hebben reeds een aantal vaste klanten weten<br />

te overtuigen die inmiddels kind aan huis zijn. De<br />

periode tussen de eerste kennismaking en de eerste<br />

order – de snuffelfase – duurt in deze tak van sport<br />

al snel zes maanden. Onze beste reclame is dat<br />

sommige klanten na die eerste test de weg hebben<br />

gevonden en vandaag gewoon de telefoon oppakken<br />

en vragen of ze direct langs kunnen komen.’<br />

Roos: ‘Wij hebben natuurlijk een aantal aandeelhouders<br />

die behoefte hebben aan testcapaciteit.<br />

De meerderheid van de business moet echter van<br />

buitenaf gaan komen. Dit moet in de komende<br />

maanden gebeuren.’<br />

Soetaert: ‘Wat leuk is om te zien, is dat klanten<br />

slimmer naar buiten gaan dan ze binnenkwamen.<br />

Gewoonlijk zijn hun medewerkers aanwezig tijdens<br />

de uitvoering en het is dus ook een soort opleidingsproces.<br />

Seeing is believing. Ons eigen personeel<br />

bedient weliswaar de knoppen, maar onze<br />

klanten denken actief mee en leren ontzettend veel<br />

gedurende de pilot tests.’<br />

In feite zijn jullie concurrenten, hoe proberen<br />

jullie elkaar toch te versterken?<br />

Roos: ‘Door het maken van ‘lawaai’ en het adverteren<br />

van onze diensten. Beiden moeten wij op<br />

de plaatsen waar wij komen kenbaar maken dat<br />

de pilot plants er zijn. Dit helpt ons samen verder<br />

en vermijdt nodeloze investeringen bij bedrijven.<br />

Bij de pre-sale activiteiten kunnen wij in principe<br />

één plus één is drie doen.’<br />

Soetaert: ‘Wij moeten de koek gezamenlijk groter<br />

maken. Wij staan maar tot op zekere hoogte<br />

met elkaar in concurrentie. Als er iets is wat wij<br />

niet kunnen, zullen wij de klant niet teleurstellen<br />

maar proberen door te verwijzen naar de BPF.’<br />

Roos: ‘Dat geldt omgekeerd evenzo. En afhankelijk<br />

van de ontwikkelingen grootte van de koek<br />

zullen onze pilot plants ook een internationale<br />

aantrekkingskracht krijgen.’<br />

Soetaert: ‘En er zullen geen tientallen pilot plants<br />

ter wereld komen. Als er straks tien in de hele<br />

wereld zijn van dit niveau, is het al veel. Ik word<br />

bijna wekelijks gebeld door partijen die ook een<br />

pilot plant willen starten. Wie nu nog moet beginnen<br />

redt het niet. Wij hebben vier jaar voorsprong<br />

en die voorsprong gaan we ook gebruiken.’<br />

Als u een blik in de toekomst werpt; waarmee<br />

bent u over vijf tot tien jaar tevreden?<br />

Roos: ‘Als wij in de komende vijf jaar ons businessplan<br />

waarmaken en een situatie weten te creëren<br />

waarbij zonder al te grote effort bedrijven ons<br />

weten te vinden. De ambitie is niet zo zeer om van<br />

de BPF een gigantische winstgevende onderneming<br />

te maken, maar vooral om aanjager van de<br />

biobased innovatieketen te worden.’<br />

Soetaert: ‘In de eerste plaats moeten wij uit de<br />

kosten komen. Wij willen over vijf jaar ook een<br />

grote expansie achter de rug hebben. De pilot<br />

plant zoals die er nu staat, vormt slechts het begin.<br />

Onze ambitie ligt vele malen hoger en wij willen<br />

verder investeren in nieuwe procesapparatuur<br />

zodat onze mogelijkheden met een factor drie<br />

toenemen. Voor minder doen wij het niet.’<br />

Wat merken jullie van de politieke ambitie<br />

van de verschillende overheidsinstellingen?<br />

Soetaert: ‘Politici hebben het vandaag vooral over<br />

besparingen en over meer doen met minder. Wij<br />

hebben de ambitie om binnen nu en vijf jaar met


een factor drie te groeien, en ik moet vaststellen<br />

dat de overheid niet op de afspraak is. Politici hebben<br />

de mond vol van innovatie totdat het geld kost.<br />

En er heerst ook veel inertie: meer van hetzelfde is<br />

de gemakkelijkste beslissing om te nemen. Zo heeft<br />

onze overheid recent beslist om een miljard euro te<br />

investeren in onderzoek naar kernenergie! Is dat nu<br />

het grote toekomstgerichte innovatiebeleid?’<br />

Roos: ‘Wij hebben net een omvangrijke subsidie<br />

van de overheid mogen ontvangen. Dit toont<br />

aan dat er in Nederland bij de overheid behoorlijk<br />

veel politiek commitment is, dat zich uitstrekt<br />

tot op de lagere beleidsniveaus. Het verkiezings-<br />

en daaropvolgende formatieproces zal vrij<br />

bepalend zijn voor toekomstige ontwikkelingen.<br />

In Nederland heb je te maken met continu wisselende<br />

regeringen die allen starten met nieuwe<br />

plannen en inzichten maken. Vervolgens valt<br />

voordat je het weet het kabinet al weer.’<br />

Soetaert: ‘Het is zaak om te weten wat je wil, te<br />

blijven trekken aan de kar en de overheid tegen<br />

alle weerstand in te overtuigen. Uiteindelijk<br />

gaan ze wel overstag, want we hebben heel<br />

goede argumenten.’<br />

Wat staat er met stip op één op jullie<br />

wensenlijstje?<br />

Soetaert: ‘Geld voor bijkomende investeringen in<br />

nieuwe procesapparatuur. Daarvoor is overheidsgeld<br />

nodig. Als wij vanuit onze running business<br />

grote investeringen moeten doen, gaat het veel te<br />

traag vooruit. Er komen nu al veel bedrijven langs<br />

die ik niet kan helpen omdat ik bijvoorbeeld een<br />

bepaald apparaat niet heb. Het is jammer als je<br />

veel moeite doet om potentiële klanten over de<br />

vloer te krijgen en deze vervolgens moet teleurstellen.<br />

Je gaat ook niet naar de bakker om brood te<br />

kopen en het pas de volgende week te krijgen. Als<br />

de bakker geen brood heeft als je langskomt kom<br />

je daar nooit meer terug. Wij kunnen niet wachten<br />

tot de koeien eieren gaan leggen. De biobased<br />

economy is een fundamentele transitie die met een<br />

verschroeiende snelheid vooruit gaat. De overheid<br />

moet hierbij veel sneller anticiperen op toekom-<br />

Eric Roos<br />

stige veranderingen. Men denkt nog teveel dat de<br />

dingen langzaam evolueren, de ‘sense of urgency’<br />

ontbreekt. Als je ziet hoe ‘langzaam’ de olieprijs<br />

gestegen is, dan weet je hoe snel de wereld<br />

werkelijk verandert. Als we niet opletten worden<br />

we gewoon op snelheid gepakt en probeer een<br />

rijdende trein maar eens in te halen.’<br />

Roos: ‘Vanuit het perspectief van de BPF is mijn<br />

grootste wens is om op korte termijn een aantal<br />

klanten van buiten onze gewone aandeelhoudersgroep<br />

binnen te halen. Wij willen ons portfolio<br />

uitbreiden met nieuwe klanten. Mijn persoonlijke<br />

drijfveer is dat we daarmee een grote en herkenbare<br />

bijdrage aan de groei en het succes van de<br />

biobased economy leveren.’<br />

Hoe verloopt in jullie optiek de samenwerking<br />

tussen Vlaanderen en Nederland<br />

op het vlak van de biobased economy?<br />

Soetaert: ‘Vlaanderen en Nederland zijn twee kleine<br />

gebieden met beide dezelfde ambitie en die ook<br />

nog eens dezelfde taal spreken. Wij moeten samenspannen,<br />

anders delven wij het onderspit. De grote<br />

buurlanden Duitsland, Engeland en Frankrijk gaan<br />

met heel veel ambitie aan de slag in de biobased<br />

economy. Het is een illusie dat je kunt samenwerken<br />

met dergelijke grootmachten. Zowel Vlaanderen<br />

als Nederland blijven het kleine broertje, je krijgt<br />

hoogstens wat kruimels van de grote jongens. Als<br />

wij niet samenwerken, worden wij verpletterd door<br />

het bruut geweld van de buren. Tegelijkertijd is samenwerken<br />

gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het<br />

begint al met twee pilot plants… Onze bewindslieden<br />

belijden het met de mond, maar effectief<br />

samenwerken is heel wat moeilijker.’<br />

Roos: ‘Ik deel Wim Soetaert zijn mening, maar<br />

ik wil het een en ander wel als een positieve<br />

uitdaging neerzetten. Wij gaan niet bij de pakken<br />

neerzitten. Er zijn twee mooie pilot plants met<br />

zeer veel potentie.’<br />

Soetaert: ‘En wij hebben ook een voordeel. Wij<br />

hebben voorsprong opgebouwd terwijl de buurlanden<br />

nog maar pas zijn gestart. Dat betekent<br />

niet dat de overheid op haar lauweren mag rusten.<br />

Want als wij die voorsprong niet verder uitbouwen<br />

gaat hier vroeg of laat toch het licht uit. Blijven<br />

duwen aan de kar is de boodschap.’<br />

Bio Base Europe Pilot Plant<br />

in het kort<br />

Bio Base Europe is ontstaan uit een<br />

Vlaams-Nederlandse samenwerking en<br />

bestaat uit twee onderdelen: een pilot<br />

plant voor biogebaseerde producten en<br />

processen in Gent en een training center<br />

voor procesoperatoren in Terneuzen. De<br />

Bio Base Europe Pilot Plant is al bijna<br />

twee jaar operationeel. Het is een flexibele<br />

en polyvalente pilot plant die opereert<br />

op kilogram tot ton schaal, om zo de<br />

kritische fase tussen het laboratoriumproces<br />

en de industriële productie te overbruggen.<br />

De Bio Base Europe Pilot Plant<br />

richt zich op zowel procesoptimalisatie,<br />

opschaling en proefproductie van nieuwe<br />

biogebaseerde producten zoals bioplastics,<br />

biobrandstoffen, biomaterialen, biodetergenten,<br />

levensmiddelingrediënten,<br />

cosmetica en neutraceuticals.<br />

Bioprocess Facility in het kort<br />

Ruim twee jaar geleden maakte een Nederlandse<br />

cluster van overheids- en kennisinstellingen<br />

en bedrijven bekend ruim honderd<br />

miljoen euro te investeren in de Bioprocess<br />

Pilot Facility; een proefinstallatie voor onderzoek<br />

naar biotechnologische processen. In de<br />

faciliteiten van de BPF in Delft kan inmiddels<br />

opschalingsonderzoek uitgevoerd worden<br />

met betrekking tot de volgende werkgebieden:<br />

voorbehandeling van biomassa, fermentatie<br />

en opzuivering. De pilot plant werd<br />

afgelopen mei officieel geopend.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 21


ZLTO-voorzitter Hans Huijbers:<br />

‘Mestverwaarding kan Nederland meest<br />

intensieve groene economie ter wereld bezorgen’<br />

‘Voor elk vraagstuk van de samenleving is er in de natuur een oplossing. Wij kennen haar meestal<br />

nog niet en dat is de uitdaging van de biobased economy: de oplossingen leren kennen. De biobased<br />

economy is een verzamelnaam van al deze oplossingen en het is de kunst om verbindingen te leggen.’<br />

Aan het woord is Hans Huijbers, voorzitter van de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO).<br />

In Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Gelderland<br />

vertegenwoordigt de ZLTO bijna 18.000 leden.<br />

Samen met het Limburgse broertje LLTB en de LTO<br />

Noord vormt de ZLTO het landelijke samenwerkingsverband<br />

LTO Nederland. In totaal zijn daar<br />

zodoende bijna 50.000 agrarische ondernemers<br />

bij aangesloten. De statistieken liegen er niet om,<br />

want de agrarische sector vormt een substantieel<br />

deel van de Nederlandse economie. Zo levert de<br />

totale agrosector een bijdrage van zo’n tien procent<br />

aan de binnenlandse economie en voorziet<br />

deze ruim 660.000 Nederlanders van werk.<br />

Ver-van-mijn-bed-show<br />

ZLTO-voorzitter Hans Huijbers is al zo’n dertig jaar<br />

actief in de agrarische sector en heeft zelf in het<br />

Brabantse Wintelre nog altijd een melkveebedrijf.<br />

Naar eigen zeggen kwam hij aan het begin van de<br />

jaren negentig voor het eerst in aanraking met de<br />

term biobased economy. ‘In die periode was ik in<br />

Amerika voor een cursus en het begrip zong daar<br />

destijds al rond. Toen werd het onderbouwd vanuit<br />

thema’s als het winnen van stroom en koolstof<br />

uit afval. Dat de biobased economy nu als het<br />

ware een herintrede doet - los van het feit dat de<br />

agrarische industrie net als tal van andere sectoren<br />

al eeuwenlang biogebaseerd is – komt voort uit<br />

de bio-cascadering. Meer en meer zie je in de<br />

samenleving en bij het bedrijfsleven aandacht voor<br />

het sluiten van kringlopen en het opwaarderen van<br />

grondstoffen. Het is natuurlijk fantastisch als het<br />

straks mogelijk blijkt om niet alleen agro-producten<br />

maar ook agro-reststromen in een biobased economy<br />

hoger te verwaarden. Echter, vooralsnog is de<br />

kreet biobased economy voor agrariërs een vervan-mijn-bed-show.<br />

Anderzijds: wanneer het over<br />

de inhoud gaat, blijken al heel veel boeren geruime<br />

tijd met het onderwerp bezig te zijn.’<br />

Eind vorig jaar publiceerde de Brabantse denktank<br />

Agro & Co onder meer op verzoek van de<br />

22| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

ZLTO – die leden die actief voorsorteren op de<br />

biobased economy de helpende hand wil reiken<br />

– een visie op de huidige business kansen voorde<br />

agrarische sector. ‘Er zijn diverse paden interessante<br />

biobased paden naar voren gekomen’, licht<br />

Huijbers toe. ‘De agrosector kan bijvoorbeeld<br />

fungeren als toeleverancier van organische<br />

reststromen waaruit nieuwe specialty chemicals<br />

gemaakt kunnen worden. Ook de teelt van<br />

nieuwe gewassen zoals algen, de ontwikkeling<br />

van bioraffi nage en het opwaarderen van mest<br />

behoren tot het kansenpalet.’<br />

Front runners<br />

Toch staan agrariers volgens Huijbers nog niet<br />

massaal in de rij om zich volledig te storten op de<br />

biobased economy. De ZLTO-voorman vermoedt<br />

dat dit anders is zodra de eerste successen zichtbaar<br />

zijn. ‘Wij moeten op zoek naar geschikte<br />

partners en succesvoile business cases. Met front<br />

runners zoals de Essents, Nuons en DSM’s van<br />

deze wereld willen wij bijvoorbeeld kijken of er<br />

meer uit mest te halen valt dan energie. Zo kun<br />

je misschien natuurlijke enzymen isoleren. Als dat<br />

lukt, dan komt de volumineuze en bulkachtige<br />

grondstof mest ook in een positief daglicht te<br />

staan en kan het boeren geld gaan opleveren.’<br />

Met mest is een voor agrariërs – maar ook voor<br />

milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen – belangrijk<br />

thema genoemd. ‘In het verleden was<br />

mest een boerenprobleem en nu zien steeds<br />

meer partijen mest ineens als een uitstekende<br />

grondstof’, stelt Huijbers. ‘Wij verkondigen dit al<br />

jaren. Als wij de helft van de Brabantse koeienmest<br />

op de juiste wijze zouden verwerken, zou<br />

Nederland zelfs in één klap een stevige bijdrage<br />

kunnen leveren aan de Kyotodoelstellingen van<br />

2050. Het is onze ambitie om weg te bewegen<br />

van de probleempolitiek en met mest op te<br />

schuiven naar een integrale duurzaamheidsoplos-<br />

sing. En door mest als een kans te zien en de<br />

economie hierop te ontwikkelen, kan Nederland<br />

de meest intensieve groene economie worden die<br />

wereldwijd bestaat. Wij moeten nog meer onze<br />

krachten bundelen en nieuwe coalities sluiten.’<br />

Volwaardige partner<br />

‘Maar het houdt voor de boer niet op bij mest’,<br />

vervolgt Huijbers. ‘Op en rond het erf is er veel<br />

te winnen. De boerderij is namelijk per saldo een<br />

kleine lokale biobased economy. Zoogdieren zijn<br />

misschien wel het beste voorbeeld. Zij maken<br />

op de boerderij de meest waardevolle producten<br />

der natuur: melk en vlees. Een product van een<br />

intrinsieke kwaliteit.’<br />

Volgens Huijbers is het van groot belang dat agrariërs<br />

voor de totstandkoming van een (inter)nationale<br />

biobased economy als volwaardige partners<br />

gezien worden. ‘Onze sector, plantaardig en<br />

dierlijk, speelt een cruciale rol in de keten van de<br />

biobased economy en dat wordt helaas nog lang<br />

niet altijd overal her- en erkend. De geschiedenis<br />

heeft geleerd dat grote multinationals dit ook pas<br />

beseffen als hun grondstoffenstromen dreigen op<br />

te drogen. Dus ja, alle voorspellers hebben gelijk<br />

als ze zeggen dat de biobased economy ook voor<br />

onze sector veel kansen biedt, maar het zou zo<br />

maar eens twintig jaar kunnen duren voor het een<br />

en ander tot wasdom komt. Hoe dan ook, voor de<br />

biobased economy is de landbouw de onmisbare<br />

schakel.’ Tegelijkertijd voorspelt Huijbers dat<br />

successen snel tot een grootschalige uitrol binnen<br />

de agrarische sector zullen leiden. ‘Als een boer<br />

eenmaal een succesje heeft of ziet, deelt hij dit<br />

ontzettend snel met zijn collega’s. In het onderling<br />

delen van dergelijke kennis zijn wij met onze sector<br />

wereldkampioen. Succesvoile business cases<br />

worden door boeren snel terugvertaald naar hun<br />

eigen erf. Dergelijke zaken gaan als een lopend<br />

vuurtje door de sector.’


<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 23


Terug naar de basis van biobased succes<br />

‘<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>’ is een ongelofelijk ruime<br />

term. Dat levert in de praktijk bij mij (en vele<br />

anderen) soms problemen op. Benamingen<br />

rondom datzelfde onderwerp worden door<br />

elkaar heen gebruikt en op verschillende manieren<br />

geïnterpreteerd, denk aan cleantech,<br />

bioraffinage en duurzaamheid. Het leidt soms<br />

tot komische situaties.<br />

Ik heb het daarom maar even opgezocht. De<br />

biobased economy is een economie waarin<br />

bedrijven – nationaal en internationaal – nonfoodtoepassingen<br />

vervaardigen uit groene<br />

grondstoffen (biomassa). Of mooier gezegd, het<br />

gaat over de overgang van een economie die<br />

draait op fossiele grondstoffen naar een economie<br />

met biomassa als grondstof voor non-food:<br />

van ‘fossil-based’ naar ‘bio-based’. We hebben<br />

het dan over bijvoorbeeld inhoudsstoffen, chemicaliën,<br />

materialen, elektriciteit en warmte.<br />

Persoonlijk heb ik sterk de behoefte aan helderheid.<br />

Als ik het al niet begrijp, mag ik dat<br />

dan van anderen verlangen? Wat zou het mooi<br />

zijn als de overheid ons een handje helpt bij<br />

het verhelderen en concretiseren van haar visie<br />

op de <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>. Ondernemers krijgen<br />

daarmee een veel beter zicht op de aspecten<br />

van biobased business. Ik denk dat zij vrij pragmatische<br />

mensen zijn die best willen investeren<br />

in nieuwe activiteiten, omdat dat goed is voor<br />

het milieu én de economie. Door de eindigheid<br />

van fossiele brandstoffen zijn we ook min of<br />

meer gedwongen om dat te doen.<br />

Helaas hebben ondernemers door de veelomvattendheid<br />

van het begrip vaak onvoldoende<br />

zicht op waar het lonkend perspectief zit. Er<br />

worden door de overheid best veel biobased<br />

initiatieven ondersteund. De intentie is goed,<br />

dat is het niet. Maar een groot deel van deze<br />

initiatieven wordt niet opgepakt door het<br />

bedrijfsleven omdat ze breed opgezet en<br />

aanbodgestuurd ingericht zijn. Men kiest een<br />

24 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

oplossingsrichting zonder na te denken over<br />

het uiteindelijke verdienmodel: wie gaat<br />

waarmee geld verdienen?<br />

Technologische innovatie is bovendien gecompliceerder<br />

dan binnen bestaande ketens,<br />

doordat de biobased economy sectoroverschrijdend<br />

is. Sectoren die voorheen weinig<br />

met elkaar te maken hadden worden bij<br />

biobased initiatieven geacht samen te werken.<br />

Verschillende werelden worden bij elkaar<br />

gebracht, terwijl niet helder is welke kennis<br />

elkaar versterkt. Alleen door het gestructureerd<br />

uitwisselen van bestaande en het ontwikkelen<br />

van nieuwe kennis kunnen nieuwe<br />

waardeketens gemakkelijker worden opgezet.<br />

Net als in andere sectoren vereist het opzetten<br />

van een nieuw verdienmodel financiële<br />

en technologische inspanningen, dat is<br />

duidelijk. Maar laten we niet vergeten dat<br />

juist in deze nieuwe biobased economy het<br />

meer moeite kost om totaal nieuwe waardeketens<br />

te bouwen. Elke schakel moet een<br />

stuk toegevoegde waarde leveren waardoor<br />

een succesvol eindproduct kan ontstaan.<br />

Biodiesel uit schimmels? Bouwmateriaal<br />

uit paprikasteeltjes? Mono-vergisting van<br />

varkensmest? Ingrediënten uit afvalwater?<br />

Het betekent allemaal een nieuwe keten. Het<br />

is dan ook belangrijk om nu primair te focussen<br />

op de kracht van ketensamenwerking.<br />

Ik geloof dat daar de eerste slag ligt die we<br />

moeten maken om kansrijke, bruikbare biobased<br />

innovaties te realiseren.<br />

En tenslotte: natuurlijk zijn er al successen<br />

te noemen! Ik denk bijvoorbeeld aan BES<br />

Exploitatie in Sittard dat een biomassa-<br />

energiecentrale heeft gerealiseerd die als<br />

brandstof groenafval uit de regio gebruikt.<br />

Alain Dirven<br />

Innovatieadviseur Syntens


Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />

Project Agrobiopolymeren verbindt Nederland met Duitsland<br />

Vorig jaar zomer ging in Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland het grensoverschrijdende<br />

samenwerkingsproject Agrobiopolymeren van start. Het project – dat ruim 2,4 miljoen Europese subsidie<br />

ontvangt vanuit het INTERREG-programma – richt zich op de ontwikkeling en toepassing van nieuwe<br />

biokunststoffen en vezels. Deze worden verwerkt in groene industriële en consumentenproducten.<br />

Daarbij wordt geprobeerd zo veel mogelijk gebruik te maken van regionale grondstoffen en organische<br />

reststromen. ‘Het project heeft inmiddels al de nodige spin-off gegenereerd zoals de ontwikkeling van<br />

een nieuwe oogstmachine voor hennep’, vertelt Errit Bekkering, die namens de Noord-Nederlandse<br />

investerings- en ontwikkelingsmaatschappij NOM betrokken is bij het project.<br />

Agrobiopolymeren speelt zich af in de Eems<br />

Dollard Regio (EDR), de noordelijkste Europese<br />

grensregio langs de Nederlands-Duitse grens.<br />

‘Het project verbindt niet allen regio’s maar ook<br />

verschillende sectoren’, licht Bekkering toe. ‘Zo<br />

wordt de agrosector verbonden met industriële<br />

partijen en kennisinstellingen. Al deze partijen<br />

hebben een belang om te investeren in de ontwikkeling<br />

van de markt van biopolymeren. Industriële<br />

partijen kunnen hun producten en ook hun<br />

afzet verduurzamen terwijl agrarische bedrijven<br />

de kans krijgen hun reststromen te verwaarden.<br />

Het mes snijdt zo aan twee kanten.’<br />

Toepassingsgebieden<br />

‘Biogebaseerde kunststoffen moeten in de<br />

toekomst de huidige op aardolie gebaseerde<br />

kunststoffen vervangen’, vervolgt Bekkering<br />

het gesprek. ‘Met Agrobiopolymeren proberen<br />

wij als regio die ontwikkeling te versnellen. In<br />

totaal nemen zo’n vijfentwintig bedrijven en<br />

instellingen deel aan het project en het scala<br />

aan producten is dan ook zeer breed.’ Het<br />

project Agrobiopolymeren is verdeeld in tien<br />

subprojecten die vier toepassingsgebieden<br />

kennen: composteerbare garens, tijdelijke<br />

netstructuren, afbreekbaar verpakkingsmateriaal<br />

en natuurlijke vezels. Samen zijn deze<br />

goed voor een breed scala aan producten: van<br />

vloerbedekking tot melkbekers en van deksels<br />

tot industriële garen.<br />

Een van de bijzondere aspecten aan het project<br />

is volgens Bekkering de intensieve samenwerking<br />

via de Triple Helix: ondernemers, onderzoekers<br />

en overheden. Vanuit het overheid- en<br />

onderzoekslandschap nemen naast de NOM in<br />

Groningen bijvoorbeeld ook Stenden Pré in Emmen<br />

en het Niedersachsen Netzwerk Nachwachsende<br />

Rohstoffe (3N) in Werlte deel. ‘Een leuk<br />

aspect is ook de kennisdeling’, stelt Bekkering.<br />

‘In het Kenniscentrum Akkerbouw Noord- en<br />

Oost Nederland (KANON) is een tentoonstellingsruimte<br />

ingericht waarin belangstellenden<br />

informatie kunnen krijgen over biogebaseerde<br />

kunststoffen en het verloop van het project. Hier<br />

worden de producten getoond die binnen het<br />

project worden ontwikkeld.’<br />

Community<br />

Een van de onderdelen van het project waar de<br />

NOM zich mee bezighoudt binnen is het samenbrengen<br />

van competentienetwerken. ‘Wij willen<br />

zoveel mogelijk belanghebbenden samenbrengen<br />

om zo synergie tot stand te brengen’, aldus<br />

Bekkering. ‘Via verschillende bedrijfsbezoeken,<br />

workshops en andere bijeenkomsten breidt het<br />

aantal deelnemers van het project zich voortdurend<br />

uit. Tijdens de driedaagse van Emmen<br />

(zie kader op pagina 27) zal op de tweede dag<br />

kennis uit het project gedeeld worden. Verder<br />

organiseren wij in de komende periode onder<br />

meer een bedrijfsbezoek naar melkveehouder<br />

Der Engelenhof. Samen met Ahrend probeert<br />

dit Duitse bedrijf een nieuw type melkbeker te<br />

ontwikkelen. In Duitsland wordt tussen de middag<br />

nog schoolmelk gedronken door kinderen<br />

en jongeren.<br />

>>><br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 25


Duitse en Nederlandse<br />

projectpartners slaan handen ineen<br />

In het INTERREG-project Agrobiopolymeren<br />

nemen zowel Nederlandse als Duitse bedrijven<br />

en kennis- en overheidsinstellingen deel. In<br />

totaal zijn er circa vijfentwintig stakeholders.<br />

Vanuit Nederland nemen de volgende<br />

partijen deel: NV NOM, Bioclear, API<br />

Institue, Edel Backing, Business Center<br />

Klazienaveen, Queens Grass, Stenden University,<br />

Stichting Dienst Landbouwkundig<br />

Onderzoek, Landbouwbedrijf Dun, Hemp-<br />

Flax, Groengroep Eelde, BIONND, Breijn,<br />

Avantium en Horticoop.<br />

Vanuit Duitsland nemen de volgende<br />

partijen deel: 3N Kompetenzzentrum<br />

Niedersachsen Netzwerk Nachwachsende<br />

Rohstoffe, Propex Fabrics, Güth & Wolf,<br />

Der Engelenhof, Natura Verpackungs,<br />

Ap extrusion, Hochschule Bremen, Niedersächsische<br />

Rasenkulturen NIRA, RKW,<br />

Firma Andreas Kupke en Naftex.<br />

De projectdeelnemers (zie foto’s) van Agrobiopolymeren<br />

brachten deze zomer een bezoek aan het<br />

Duitse bedrijf Güth & Wolf dat bandweefsels produceert<br />

die te vinden zijn in hondenriemen, autogordels<br />

en gordijnen. Het bedrijf werkt binnen het<br />

project aan bandweefsel van een sterk PLA-garen.<br />

26 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

>>><br />

Der Engelenhof levert die schoolmelk en wil<br />

deze laten serveren in plastic bekers die<br />

na gebruik in een biovergister<br />

verwerkt kunnen worden.<br />

Verder willen wij dit jaar<br />

ook nog een bezoek brengen<br />

aan Edel Backing.<br />

Dit alles om te zorgen<br />

dat de Nederlandse en<br />

Duitse ondernemers<br />

elkaar steeds beter<br />

leren kennen en elkaar<br />

weten te vinden. Het ideaal<br />

beeld is dat een grensoverschrijdende<br />

biobased<br />

community ontstaat.’<br />

Oogstmachine<br />

Een van de ondernemers<br />

die nu al zeer te spreken<br />

is over de resultaten<br />

van Agrobiopolymeren<br />

is Albert Dun van het in<br />

Oude Pekela gevestigde<br />

Hennepverwerkingsbedrijf<br />

Dun Agro. ‘Wij<br />

verrichten al jaren<br />

onderzoek naar de toepassing van hennepvezels<br />

in biopolymeren’, vertelt Dun. ‘Dit was voor ons<br />

ook aanleiding om mee te doen aan dit innovatieproject.<br />

Binnen Agrobiopolymeren zijn wij<br />

een grondstofleverancier. Het is onze taak om<br />

de hennepvezels op perfecte lengte en fijnheid<br />

aan te leveren bij de industriële partijen die<br />

deze vervolgens toepassen in hun producten.’<br />

Dun stelde zich vooraf ten doel middels Agrobiopolymeren<br />

zijn eigen productieproces te optimaliseren<br />

en daar waar nodig aan te passen.<br />

Uiteindelijk heeft deze ambitie geleid tot een<br />

nieuwe oogstmachine voor hennep.


‘Wij hebben binnen het project met een Duits<br />

mechanisatiebedrijf een machine ontwikkeld die<br />

het blad van de stengel scheidt’, vertelt Dun. ‘Zo<br />

kunnen beide delen van de plant apart geoogst<br />

en vermarkt worden.’ De specifi ek op het blad<br />

gerichte oogstmethode van Dun Agro is een<br />

unicum. De machine is uitgerust met een in<br />

hoogte verstelbare stengelstripper. Deze ontdoet<br />

ongeveer de bovenste zeventig centimeter<br />

van de hennepstengels van het blad. ‘Dit blad is<br />

vanwege het eiwitgehalte goed toepasbaar als<br />

veevoer’, aldus Dun.<br />

Korte vezels<br />

Dat Agrobiopolymeren voor Dun Agro tot een<br />

nieuwe oogstmachine heeft geleid is volgens<br />

Dun niet meer dan bijzaak. ‘Nogmaals ons<br />

hoofddoel was het verbeteren van het productieproces<br />

en dat is gelukt. Tot op heden<br />

werkten hennepverwerkers met omgebouwde<br />

vlasoogstmachines, dat is voor ons nu niet<br />

meer nodig. Het onderscheid is ook noodzaak<br />

want waar vlas lange vezels voor bijvoorbeeld<br />

textieltoepassingen kent, worden hennepvezels<br />

als korte vezels toegepast. Wij hebben deze<br />

oogstmachine enkel gebouwd omdat andere<br />

partijen daar onvoldoende kennis en kunde voor<br />

hebben of niet met het oogstproces bekend zijn.<br />

Wij willen als agrarisch bedrijf geen machinefabrikant<br />

worden. Via dit traject is het productieproces<br />

van hennep uiteindelijk met zo’n twintig<br />

procent verbeterd. Dit betekent dat wij nu op<br />

een rendement van negentig procent zitten. Een<br />

fantastisch resultaat!’<br />

Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />

Op woensdag 28, donderdag 29 en vrijdag 30 november vinden in Noord-Nederland de<br />

driedaagse van Emmen plaats. Het evenement is een logisch vervolg op de Noordelijke<br />

Conferentie <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> die eind vorig jaar in Heerenveen plaatsvond. ‘Gedurende<br />

deze dragen wordt ondernemend Noord-Nederland op de hoogte gebracht van alle actuele<br />

ontwikkelingen rond de biobased economy en de groene ambities van de regio’, vertelt Jaap<br />

Jepma van Noordtij, een van de organiserende partijen. ‘Groene chemie is in feite de rode<br />

draad en het moto is market meets policy.’<br />

De eerste dag van de driedaagse richt zich op het thema applied sustainable polymers. ‘Deze<br />

dag zoomt daarmee in op de recycling van kunststoffen. Het programma wordt momenteel<br />

samengesteld door de high tech kennisinstelling Mikrocentrum en productontwerp- en ontwikkelbureau<br />

Pezy. Dag twee staat in het teken van de <strong>Biobased</strong> Society. Hier ontvouwen<br />

overheids- en kennisinstellingen hun beleid en onderzoek, maar wordt ook uitgebreid stilgestaan<br />

bij een aantal innovatieprojecten. Achtereenvolgens komen de projecten Agrobiopolymeren,<br />

BIOCAB en BioBRUG aan bod. Tenslotte staan op de laatste dag van de driedaagse<br />

de groene ambities van Zuidoost-Drenthe en Emmtec Industry & Business Park centraal. Dit<br />

bedrijventerrein dat zestig jaar bestaat, herbergt procesindustrie en chemische industrie<br />

gericht op de productie van kunststoffen en geavanceerde materialen.’<br />

Jepma besluit: ‘Ons belangrijkste doel is om als organisators en wisselwerking tussen marktpartijen<br />

die concreet aan de slag zijn met de groene economy te verbinden met beleidsmakers<br />

en kennisontwikkelaars.’<br />

Meer informatie over de driedaagse van Emmen is binnenkort te vinden op de website van de<br />

Noordelijke <strong>Biobased</strong> Society: www.biobased-society.nl<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 27


De business van de Green Deals:<br />

Twintig procent van tweede ronde groene publiek-private<br />

overeenkomsten heeft betrekking op biobased economy<br />

In de zomerperiode sloot de Rijksoverheid zesenvijftig nieuwe Green Deals af. Twaalf van deze deals<br />

hebben betrekking op de biobased economy. In totaal speelt daarmee bijna twintig procent van<br />

de Green Deals zich op het domein van de biobased economy af. Maar wat moeten deze publiekprivate<br />

overeenkomsten aan bedrijvigheid opleveren? De redactie van <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

analyseerde de twaalf nieuwste biobased deals.<br />

Bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers<br />

zien veel kansen voor groene groei, maar kunnen<br />

die vaak niet verwezenlijken. Met deze gedachte<br />

riep de Rijksoverheid de Green Deals inmiddels<br />

bijna een jaar geleden in het leven. De Green Deals<br />

moeten afspraken zijn die obstakels wegnemen.<br />

Bijvoorbeeld door eenvoudiger vergunningen te<br />

verlenen of door samenwerkingspartners bijeen<br />

te brengen. Zo dragen ze elk hun steentje bij en<br />

zijn het individueel kleine, maar wel betekenisvolle<br />

stappen op weg naar een duurzame economie. En,<br />

op de langere termijn moeten ze bijdragen aan het<br />

creëren van groene bedrijvigheid.<br />

Nova Lignum<br />

Een van de Green Deals die de potentie heeft om<br />

veel bedrijvigheid te creëren, werd afgesloten door<br />

Nova Lignum. Deze start-up wiens naam in het<br />

Latijns ‘nieuw hout’ betekent, is een initiatief van<br />

de West-Brabantse aubergineteler Green Brothers.<br />

28| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Nova Lignum maakt ecologische gevelbekleding uit<br />

plantenvezels van de aubergine. Het bedrijf sloot een<br />

Green Deal voor het mogelijk maken van het (grootschalig)<br />

produceren van deze bouwmaterialen. De<br />

materialen van Nova Lignum bestaan voor negentig<br />

procent van het volume uit lignocellulosevezels van<br />

diverse oorsprong, gecombineerd met een geopolymeer.<br />

De vezels kunnen uit bronnen als naaldbomen,<br />

berm- en natuurgrassen, stengels van bloemen en<br />

glasgroenten komen. ‘De Green Deal moet niet alleen<br />

leiden tot een rendabele business case, maar tot<br />

contracten met partijen in de bouwwereld’, vertelt<br />

Johan Groenewegen van Nova Lignum.’<br />

De Rijksoverheid heeft zich met de overeenkomst<br />

verplicht om Nova Lignum te helpen met het tot<br />

stand brengen van verbindingen met kennisinstellingen<br />

en marktpartijen die actief zijn op het<br />

gebied van (biobased) bouwen. Groenewegen: ‘Wij<br />

beschikken onder meer al over de nagenoeg marktrijpe<br />

biobased gevelbekleding. In 2013 gaan we<br />

Patrick Groenewegen va Nova Lignum<br />

presenteert zijn biobased gevelbekleding<br />

in productie. Momenteel oriënteren wij ons op het<br />

selecteren van een productielocatie en het regelen<br />

van de fi nanciering. Wij starten in Nederland en<br />

verwachten hier binnen drie jaar rendabel te zijn.’<br />

<strong>Biobased</strong> Innovations<br />

Twee Green Deals die zich eveneens in het Westen<br />

van de provincie Noord-Brabant afspelen, zijn die<br />

van <strong>Biobased</strong> Innovations en de Green Chemistry<br />

Campus. <strong>Biobased</strong> Innovations is het businessplatform<br />

in Zuidwest-Nederland waar nieuwe initiatieven<br />

tussen bedrijven uit de agro- en chemiesector<br />

ontstaan en ontwikkeld worden. NV REWIN West-<br />

Brabant sloot voor het platform de Green Deal met<br />

als doel het opzetten van diverse vraaggestuurde<br />

R&D-werkprogramma’s die aansluiten bij de bestaande<br />

toplocaties in de regio: de Green Chemistry<br />

Campus, Nieuw Prinsenland en Moerdijk. De<br />

Green Deal zal niet direct tot veel nieuwe bedrijvigheid<br />

leiden, maar wel een goede basis creëren<br />

voor een succesvolle biobased economy. <strong>Biobased</strong><br />

Innovations wil via de deal namelijk onderwijs<br />

voor de transitie naar de biobased economy ontwikkelen.<br />

Verder beoogt men de drie toplocaties te<br />

verbinden en zo een Europese koploper binnen de<br />

biobased economy te worden.<br />

Een van de drie toplocaties – de Green Chemistry<br />

Campus – sloot ook zelf een Green Deal af. Net als<br />

bij Nova Lignum, heeft de overeenkomst met de<br />

overheid aardig wat potentie om nieuwe werkgelegenheid<br />

te creëren. De deal moet een belangrijke<br />

bijdrage leveren aan de ambitie om eind 2014 op<br />

de Green Chemistry Campus ongeveer veertien bedrijven<br />

gevestigd hebben, waardoor op basis van<br />

een business case, verantwoord geïnvesteerd kan<br />

worden in nieuwbouw en incubatieprogramma. In<br />

2020 moeten er uiteindelijk 270 banen zijn gecreëerd<br />

en een toename van het Bruto Nationaal<br />

Product van vijfenzestig miljoen euro.


Noord-Nederland<br />

In het Noorden van het land sloten de Kamer van<br />

Koophandel en Noord-Nederland een Green Deal.<br />

Het doel? Het versterken van de mogelijkheden van<br />

technologische en economische ontwikkeling van<br />

de biobased economy in de regio Veenkoloniën-<br />

Eemsdelta. De Kamer van Koophandel werkt<br />

binnen de overeenkomst samen met het Rijk aan<br />

het wegnemen van belemmerende regelgeving op<br />

de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling in de<br />

sectoren agro, chemie, energie en bouw. Door het<br />

wegnemen van de belemmeringen moet uiteindelijk<br />

nieuwe bedrijvigheid kunnen ontstaan. Over de<br />

het effect van de deal op de regionale hoeveelheid<br />

banen en de bijdrage aan het Bruto Nationaal<br />

Product valt vooralsnog moeilijk wat te zeggen.<br />

Noordzeeboerderij<br />

Een Green Deal die met het oog op de toekomst<br />

wel de nodige hoeveelheid werkgelegenheid kan<br />

creëren is gesloten door de Stichting Noordzeeboerderij.<br />

Deze is begin dit jaar opgericht door<br />

Ecofys, Hortimare en ATO en heeft als doel een<br />

proefboerderij voor zeewierteelt op de Noordzee<br />

te realiseren. Om economisch renderende zeewierboerderijen<br />

mogelijk te maken zijn kennisontwikkeling<br />

en ervaring nodig. In de komende jaren wil<br />

Stichting Noordzeeboerderij daarom in nauwe<br />

samenwerking met onderzoeksinstituten, overheid<br />

en het bedrijfsleven een proefboerderij van één<br />

vierkante kilometer ontwikkelen op de Noordzee.<br />

Als zeewierteelt langs deze weg geoptimaliseerd<br />

wordt, komt er veel meer biomassa beschikbaar<br />

voor biobased toepassingen en voor voeding,<br />

voeder, farma, cosmetica, chemie en energie. De<br />

proefboerderij dient zo als incubator voor startende<br />

initiatieven en zal worden ingezet voor het onderzoeken,<br />

ontwikkelen, testen en demonstreren van<br />

onder meer de teelt van zeewier.<br />

Dutch Grown Polymers<br />

Het consortium Dutch Grown Polymers – bestaande<br />

uit Suiker Unie, Purac en Synbra – behoort uit de<br />

tweede reeks Green Deals tot een van de spreekwoordelijke<br />

toppers. Het samenwerkingsverband<br />

gaat met de Rijksoverheid in een haalbaarheidsstudie<br />

onderzoeken of in Nederland een productieketen<br />

van suikerbiet tot PLA-bioplastics kan worden<br />

gerealiseerd. Nadat de verkennende fase heeft<br />

plaatsgevonden, wordt in een tweede fase gekeken<br />

naar de opbouw van de productieketen. Het consortium<br />

beoogt de productie- en technologieontwikkeling<br />

te bewerkstelligen die in deze fase nodig zal<br />

zijn. De Green Deal levert zodoende een concrete<br />

bijdrage aan de versterking van de concurrentiepositie<br />

van Nederland in de biobased economy.<br />

Grondankers<br />

<strong>Biobased</strong> grondankers ontwikkelen ter ondersteuning<br />

van jonge bomen. Het is de basis van de<br />

Green Deal van Natural Plastics. Het bedrijf wil het<br />

systeem van grondankers in de markt zetten als<br />

alternatief voor boompalen. Omdat er tot nu toe<br />

erg veel boompalen worden gebruikt, kan de overgang<br />

naar het systeem van Natural Plastics niet<br />

alleen de materialenkringloop sluiten maar ook<br />

een grote CO2-reductie opleveren. Door boompjes<br />

te planten met dit systeem kan een kostenbesparing<br />

van twintig procent ten opzichte van de traditionele<br />

methode met houten boompalen worden<br />

bereikt. De Rijksoverheid biedt Natural Plastics<br />

marktondersteuning, want vooralsnog is er een gebrek<br />

aan afzetmarkt door de geringe bekendheid<br />

van veel partijen met het systeem. Het beoogde<br />

resultaat is dat meer bomen geplant gaan worden<br />

met behulp van Natural Plastics’ Keeper Systeem,<br />

dat zo niet alleen werkgelegenheid oplevert, maar<br />

ook een kostenbesparing in het planten en onderhouden<br />

van jonge bomen.<br />

De overige biobased Green Deals<br />

Equfec, Stichting iNSnet, Staal Agritech en<br />

Paard & Zo sloten onder de titel ‘De Winst<br />

van Paardenmest’ een Green Deal. De verschillende<br />

stakeholders willen bouwen aan<br />

een installatie die paardenmest en strooisel<br />

kan drogen en pelleteren. Uiteindelijk denkt<br />

het bedrijf maar haar partners circa zestig<br />

procent van alle paardenmest in Nederland<br />

met haar technologie duurzaam te kunnen<br />

verwerken. De Green Deal moet daartoe<br />

eerst een aantal knelpunten uit de weg<br />

ruimen op het gebied van de meststoffenwet<br />

en de verordening dierlijke bijproducten.<br />

In 2013-2014 bouwt het projectteam een<br />

pilotinstallatie. In Nederland is ruimte voor<br />

ongeveer honderd van dergelijke installaties.<br />

NRK – de branchevereniging voor de rubber-,<br />

recycling-, en kunststofi ndustrie – heeft een<br />

Green Deal gesloten voor de ontwikkeling en<br />

invoering van Groen Certifi caten voor (polymeer)chemische<br />

producten die bestaan uit<br />

hernieuwbare grondstoffen. Deze certifi caten<br />

moeten het gebruik van hernieuwbare grondstoffen<br />

stimuleren. In het project worden de<br />

certifi caten ontwikkeld en toegepast door een<br />

samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen<br />

en de overheid. Het Rijk is een belangrijke<br />

stakeholder omdat zij de neutraliteit en<br />

betrouwbaarheid kan borgen. Het NRK stimuleert<br />

haar leden actief deel te nemen.<br />

Branchevereniging Koninklijke VNP heeft<br />

mede namens Eska Graphic Board, Papierfabriek<br />

Schut en Smurfi t Kappa een Green<br />

Deal gesloten voor onderzoek naar alternatieve<br />

grondstoffen voor papierproductie. De<br />

papier- en kartonindustrie streeft ernaar een<br />

signifi cant deel van haar houtgebaseerde<br />

grondstoffen te vervangen door alternatieve<br />

nieuwe grondstoffen. Met deze grondstoffen<br />

worden proeven en experimenten uitgevoerd.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 29


Green Chemistry Campus, Bergen op Zoom<br />

Accelerating <strong>Biobased</strong> Business<br />

www.greenchemistrycampus.com<br />

Plasticslaan 1, 4612 PX Bergen op Zoom<br />

tel. 076 5646770<br />

info@greenchemistrycampus.com<br />

Voordelen voor bedrijven<br />

• Locatie SABIC Bergen op Zoom: strategische ligging in de Vlaams-Nederlandse Delta en in logistieke hotspot<br />

• Aantrekkelijk vestigingsklimaat met bewezen track record in de Bio Based Business<br />

• Technicum voor proces- of productexperimenten na pilot plant fase en validering op semi-commerciële schaal<br />

• Co-siting mogelijk in overleg met SABIC<br />

• Unieke voorzieningen, inclusief laboratoria, utilities en veiligheid: uitstekende basis voor ontwikkeling & innovatie<br />

• Geïntegreerd businessprogramma rondom werklijnen voor 3 marktsegmenten<br />

• Toegang tot kennisinstellingen, o.a. WUR, TU/e, Avans Hogeschool (Expertise Centrum <strong>Biobased</strong>), Hogeschool Zeeland en Universiteit van Gent<br />

Green Chemistry Campus<br />

“Agro Meets Chemistry”<br />

ECONERGIE CONFERENTIE & BEURS A 29 & 30 JANUARI 2013 A INTRES HOEVELAKEN<br />

LOKALE DUURZAME ENERGIEOPWEKKING<br />

IN DE GEBOUWDE OMGEVING<br />

BOEK NU UW STAND<br />

ECONERGIE<br />

THEORIEËN, STRATEGIEËN EN PRAKTIJKOPLOSSINGEN<br />

A Zon- en windenergie A PV en warmte opwekking A<br />

Warmte kracht koppeling A Warmte- en koudeopslag<br />

DE NIEUWSTE DUURZAME PRODUCTONTWIKKELINGEN EN<br />

TECHNOLOGIEËN<br />

A Luister naar topsprekers uit bedrijfsleven en overheid<br />

tijdens de conferentie<br />

A Ontmoet beslissers, eindgebruikers en producenten<br />

Media partners: Organisator:<br />

SPONSOR WORDEN OF EEN STAND OP ECONERGIE? KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN DE MOGELIJKHEDEN OP WWW.ECONERGIE.NU


TNO’er Jan Harm Urbanus over partnership met Green Chemistry Campus:<br />

‘Een internationaal cluster van bedrijven en<br />

kennisinstellingen is onze droom’<br />

TNO heeft zich begin juni offi cieel verbonden aan de Green Chemistry Campus. Waar TNO vooralsnog<br />

vertegenwoordigd wordt door drie medewerkers, ligt groei naar betrokkenheid en aanwezigheid van veertig<br />

TNO onderzoekers vanuit diverse disciplines in het verschiet. ‘Daartoe is het wel noodzaak dat een bloeiend<br />

en groeiend internationaal cluster van kennisinstellingen en kleine en grote bedrijven ontstaat’, stelt Jan<br />

Harm Urbanus, namens TNO verantwoordelijk voor de samenwerking met de Green Chemistry Campus.<br />

TNO verbond zich afgelopen juni offi cieel met de Green Chemistry Campus.<br />

Op de campus – gelegen op het terrein van kunststofproducent SABIC in<br />

Bergen op Zoom – doen bedrijven onderzoek naar het maken van biobased<br />

kunststoffen en andere producten uit onder meer landbouwresten. ‘Ongeveer<br />

een jaar geleden vonden de eerste gesprekken tussen de campus en TNO<br />

plaats’, blikt Urbanus terug. ‘Na de afronding van de inwendige renovatie van<br />

het onder andere door ons betrokken gebouw, is onze samenwerking met de<br />

campus in juni offi cieel geworden. Wij zien de campus als uitvalsbasis voor de<br />

rest van de regio Zuid-West Nederland, ook wel de BioBased Delta genaamd.’<br />

Drietrapsraket<br />

Volgens Urbanus werkt TNO via een drietrapsraket: het uitbreiden van het<br />

(inter)nationale netwerk, het initiëren van innovatieprojecten en tenslotte de<br />

ontwikkeling van een meerjarig innovatieprogramma. ‘Wij hebben het doel en<br />

de ambitie om de campus en haar partners te ondersteunen bij het bewerkstelligen<br />

van hun innovaties’, stelt Urbanus. ‘Dit betekent niet het schrijven<br />

van dikke rapporten, maar hen daadwerkelijk helpen een waardeketen te<br />

realiseren en kringlopen te sluiten. In de ketens wordt biomassa omgezet in<br />

producten die worden gebruikt door consumenten of bedrijven. Onze eerste<br />

belangrijke activiteit is het uitbreiden van ons bestaande netwerk om visie en<br />

strategie te delen en de boodschap te verkondigen dat wij organisaties kunnen<br />

ondersteunen bij het introduceren van hun innovaties.’<br />

De tweede pijler is projectontwikkeling, het gezamenlijk realiseren van<br />

showcases. De eerste projecten waarin TNO toegevoegde waarde levert zijn<br />

inmiddels opgestart. Urbanus: ‘Zo voeren wij samen met een aantal midden-<br />

en kleinbedrijven een project uit in de vorm van een technologiecluster<br />

dat de recycling van oplosmiddelen bekijkt. Een ander project is geënt op het<br />

genereren van groene bouwstenen uit suikers om uiteindelijk bioplastics te<br />

vervaardigen. Daarnaast zijn we met een fl ink aantal anderen in gesprek over<br />

toekomstige mogelijkheden tot samenwerking. Kortom: er zijn een aantal<br />

projecten opgetuigd en er zullen er nog meer volgen. Wij opereren hierbij<br />

niet vanuit een ‘push’-, maar een ‘pull’-gedachte. We werken vraaggestuurd,<br />

anders verdwijnt het resultaat in de la en werpt het onvoldoende vruchten<br />

af. Vanuit die fi losofi e is het aantal medewerkers dat op termijn vanuit de<br />

campus actief zal zijn, ook nog niet defi nitief vastgelegd. Wij willen met een<br />

substantiële groep mensen actief zijn – ook als commitment naar de regio –<br />

maar wel gebaseerd op de vraag vanuit overheid en bedrijfsleven.’<br />

Roadmap<br />

Naast het uitbreiden van het netwerk en het optuigen van innovatieprojecten<br />

hoopt Urbanus ook bij te kunnen dragen aan de totstandkoming van een<br />

grootschalig innovatieprogramma. ‘Een programma met internationaal toonaangevende<br />

bedrijven en kennisinstellingen, gefocust op groene bouwstenen.<br />

Op die manier verkrijg je continuïteit en consistentie in het onderzoek en lukt<br />

het bovendien om als campus iets van internationaal formaat neer te zetten.<br />

Het programma zal gericht zijn op implementatie. Dit programma moet nog<br />

verder worden vormgegeven in samenspraak met bedrijven, maar we hebben<br />

de eerste zogenaamde stepping stones al in gedachten.’<br />

Concentratie<br />

‘Wij willen zoals gezegd op de campus komen tot een internationaal sterk<br />

cluster, dat is onze droom’, vervolgt Urbanus. ‘Ons succes in de regio is hier<br />

ook van afhankelijk. Wij hopen dat een substantieel aantal andere Europese<br />

kennisinstellingen – zoals Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), Fraunhofer,<br />

VITO en bijvoorbeeld Wageningen UR – naar Bergen op Zoom komen.<br />

In onze visie zit daar geen limiet op. Hoe meer kennisinstellingen, hoe sterker<br />

de concentratie op een bepaald thema kan worden. Dit zal ook weer leiden<br />

tot het aantrekken van grote bedrijven.’<br />

Urbanus besluit: ‘Eind <strong>2012</strong> zijn wij tevreden als er vijf of zes kleine bedrijfjes<br />

op de campus bijgekomen zijn, er minstens nog een kennisinstelling zich aan<br />

de campus verbonden heeft en er ver egaande gesprekken gevoerd worden<br />

over de vestiging van een of twee grote bedrijven.’<br />

Het gebouw waar TNO zich<br />

vestigt (zie inzet) op de<br />

Green Chemistry Campus<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 31


<strong>Biobased</strong> Business Brainport van start:<br />

Agro & Food meets Technology<br />

Oost-Brabant wil onder het credo ‘Agro & Food meets Technology’ de regionale biobased economy<br />

gaan stimuleren. Basisgedachte van het initiatief is de verwaarding van agrofoodreststromen in de<br />

nieuwe groene grondstoffeneconomie van Oost-Brabant.<br />

‘De in Oost-Brabant sterk aanwezige agrofoodsector kan als voedingsbodem<br />

dienen voor het ontwikkelen van de regionale biobased economy’,<br />

openen Paul Gosselink en Jan Westra het gesprek. Het Samenwerkingsverband<br />

Regio Eindhoven (SRE) en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij<br />

(NV BOM) zijn de twee voornaamste trekkers van het initiatief <strong>Biobased</strong><br />

Business Brainport. De inspanningen worden ondersteund door Europese<br />

INTERREG IV B-middelen. ‘Wij beogen een agrofoodsector die niet alleen<br />

voedsel produceert, maar ook via het opwaarderen van reststromen hernieuwbare<br />

grondstoffen levert aan andere industrieën. Op die manier krijgt<br />

de agrofoodsector een kwaliteits- en duurzaamheidsimpuls door het tegelijkertijd<br />

sluiten van ketens, het genereren van extra business en het creëren<br />

van extra toegevoegde waarde naar andere sectoren.’<br />

Pioniers<br />

Een van de facetten die Oost-Brabant volgens Westra als gebied uniek<br />

maakt, is het overschot aan mineralen. ‘Zo is dit een van de weinige regio’s<br />

in de wereld die een mestoverschot heeft. Die mest kun je exporteren,<br />

maar buiten de vraag of dat wel duurzaam is kun je de mest ook aanwenden<br />

voor meer hoogwaardige toepassingen.’ ‘En logischerwijs herbergt<br />

Oost-Brabant dan ook pionierende ondernemers die, zoals bijvoorbeeld de<br />

Heydehoeve in Gerwen of Maris Projects in Schijndel, aan de slag gaan met<br />

mestverwerking en -bewerking’, stelt Gosselink. ‘Nadeel is echter dat de<br />

verschillende pioniers nauwelijks met elkaar in verbinding staan. Bovendien<br />

Schematische weergave van hoe zich Oost-Brabant concentreert op het omzetten van (moeilijk verwerkbare) zij- en reststromen van de<br />

food- en agro-industrie en in nutriënten en mineralen op specifi catie van de markt (industrie).<br />

Reststromen Nutriënten Markten<br />

• Agro<br />

• Food<br />

• GFT<br />

• Water<br />

• Mest<br />

• ...<br />

32 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

• Fosfaat<br />

• Zwavel<br />

• Eiwitten<br />

• Vezels<br />

• Vetzuren<br />

• ...<br />

staan de bedrijven die bijvoorbeeld over schone verwerkingstechnologieën<br />

beschikken nog onvoldoende in contact met de agrariërs.’ Stuk voor stuk<br />

volgens Westra en Gosselink redenen om met <strong>Biobased</strong> Business Brainport<br />

te gaan zorgen voor clustering. ‘Het biedt niet alleen kans een gezamenlijke<br />

agenda op te stellen, maar ook de ruimte om via succesvolle business cases<br />

voor kennisdeling te zorgen. Het grote doel is om reststromen lokaal met<br />

slimme technologie en marktgedreven kennis van de foodindustrie in de<br />

markt te zetten. De slimme technologie vanuit de Brainport-regio kan door<br />

clean tech leveranciers aangeboden worden en de agrofoodindustrie beschikt<br />

over de te verwerken reststromen.’<br />

Sectoroverstijgend<br />

De focus binnen de regio is daarmee gericht op het verwaarden van het<br />

overschot aan mineralen. ‘En het gaat niet alleen om mest’, vervolgt<br />

Westra. ‘Maar ook om bijvoorbeeld slib, gf(t) van huishoudens, destructiemateriaal-<br />

en industriële reststromen zoals C-zetmelen of worteldopjes.<br />

Wij streven er naar om in de komende drie maanden acht sectoroverstijgende<br />

business cases op te tuigen en te ondersteunen. Deze voorbeeldprojecten<br />

vormen samen met de strategische agenda van Oost-Brabant en<br />

een ontwikkelservice om ondernemers te ondersteunen de drie pijlers van<br />

<strong>Biobased</strong> Business Brainport.’ En de grootste uitdaging? ‘De ondernemers<br />

uit de agrofoodsector verbinden met de high tech systeembedrijven die<br />

‘schone technologie’ kunnen leveren.’<br />

• Food<br />

• Feed<br />

• Farma<br />

• Chemie<br />

• Energie<br />

• ...


Activiteitenkalender<br />

Marktdag Biocomposieten | 10 mei – Wageningen<br />

6e editie Algae Biomass Summit | 24-27 september – Denver (VS)<br />

Deze zesde editie van de Algae Biomass Summit kent meer dan dertig wetenschappelijke<br />

presentaties van vooraanstaande wetenschappers en bedrijven.<br />

www.algaebiomasssummit.org<br />

BioEnergy Decentral <strong>2012</strong> | 1-2 oktober – Hannover (D)<br />

Internationaal evenement over het decentraal opwekken van bio-energie.<br />

www.bioenergy-decentral.com<br />

Kick-off event TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> | 9 oktober – Den Haag<br />

In Madurodam vindt de kick-off van de Topconsortia voor Kennis en<br />

Innovatie (TKIs) van de Topsector Chemie plaats , waaronder ook de<br />

TKI BioBased <strong>Economy</strong>.<br />

www.tki-bbe.nl<br />

Marktdag biopolymeren | 9 oktober – Zwolle<br />

Marktdag biopolymeren georganiseerd door DPI en haar partners met<br />

het thema ‘Durables en industriële toepassingen’.<br />

www.dpi.nl<br />

ecomobiel <strong>2012</strong> | 9-10 oktober – Rotterdam<br />

De vierde editie van de vakbeurs ecomobiel besteedt volop aandacht<br />

aan duurzame mobiliteit.<br />

www.ecomobiel.nl<br />

Energie <strong>2012</strong> | 9-11 oktober <strong>2012</strong> – ’s-Hertogenbosch<br />

Energie <strong>2012</strong> is de enige nationale vakbeurs gericht op energiebesparing<br />

en duurzame energie.<br />

www.energievakbeurs.nl<br />

<strong>Biobased</strong> economy in het onderwijs | 10 oktober <strong>2012</strong> - Wageningen<br />

De provincie Gelderland en Wageningen UR organiseren een bijeenkomst<br />

over de biobased economy in het onderwijs op de Dag van de Duurzaamheid.<br />

www.gelderland.nl/eCache/DEF/21/225.html<br />

Biocat CO2-conference | 10-11 oktober – Essen (D)<br />

Conferentie over koolstofdioxide als grondstof voor chemie en polymeren.<br />

www.biocatconference.de<br />

EFIB <strong>2012</strong> | 16-18 oktober – Düsseldorf (D)<br />

Netwerkbijeenkomst van het Europese forum voor biotechnologie en de<br />

biobased economy met meer dan zestig internationaal gelauwerde sprekers.<br />

www.efibforum.com<br />

Biorefining Training School | 29 okt-1 nov – Wageningen<br />

Tweede editie van de Europese Training School voor bioraffinage.<br />

www.fbr.wur.nl/UK/about/Biorefinerytrainingschool/<br />

Solar Fuels Symposium | 1-2 november – Eindhoven<br />

Evenement rond biozonnecellen met aandacht voor het ‘BioSolar Cells’<br />

programma en het nieuwe programma NRSC-C ‘Solar Fuels’.<br />

www.nrsc-catalysis.nl<br />

Biomassa, Innovatie en Economie | 9 november – Lochem<br />

De Rabobank en het Achterhoeks Centrum voor Technologie organiseren dit<br />

event en reiken een award uit aan het beste ‘biomassabedrijf in de Achterhoek’.<br />

www.biomassasymposium.nl<br />

Bustech <strong>2012</strong> | 14-15 november <strong>2012</strong> – Vijfhuizen<br />

BusTech is een tweejaarlijks evenement in Nederland dat zich richt op<br />

duurzame oplossingen voor bussen.<br />

www.bustech.nl<br />

Congres <strong>Biobased</strong> Delta<br />

24 Oktober Goes<br />

Wilt u meer weten over businesskansen in een biobased economy?<br />

Kom dan naar hét biobased congres op 24 oktober <strong>2012</strong> in<br />

Theater de Mythe in Goes. Laat u inspireren door praktijkverhalen<br />

en ontmoet collega’s uit Vlaanderen en Zuidwest-Nederland.<br />

In de ochtend daagt Jeroen van der Veer, voormalig ceo van Shell<br />

en ambassadeur van <strong>Biobased</strong> Delta u uit en wordt duidelijk<br />

wat <strong>Biobased</strong> Delta voor u kan betekenen. In de middag kunt u<br />

deelnemen aan verschillende inspiratiesessies.verdiepen.<br />

Kijk voor meer informatie op www.biobaseddelta.nl<br />

Driedaagse van Emmen | 28-30 november – Emmen<br />

Driedaagse bijeenkomst onder het motto ‘Market meets Policy’ waarin<br />

de biobased economy in Noord-Nederland centraal staat.<br />

www.biobased-society.nl<br />

Marktdag biopolymeren | 29 november – Emmen<br />

Marktdag biopolymeren georganiseerd door DPI en haar partners met<br />

het thema ‘Vezels en textiel’.<br />

www.dpi.nl<br />

DETAF <strong>2012</strong> | 4-6 december – Venray<br />

DETAF staat voor Duurzame Energie Technieken en Agro Fuels en is dé<br />

vakbeurs voor de euregionale bio-energiewereld én de totale duurzaamheidsbranche.<br />

www.detaf.nl<br />

Biomassa als Grondstof voor de Industrie | 18 december – Rotterdam<br />

IIR organiseert IIR de conferentie Biomassa als Grondstof voor de Industrie.<br />

Dit is het eerste evenement in Nederland dat de technische kant van<br />

de biobased economy belicht.<br />

www.iir.nl/biobased<br />

Wilt u uw evenement op deze of onze digitale agenda laten opnemen?<br />

Stuur de gegevens van uw bijeenkomst naar het e-mailadres van de redactie<br />

via info@biobasedeconomymagazine.nl<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 33


<strong>Biobased</strong> Industry Register<br />

Door uw bedrijf en bedrijfsactiviteiten op te laten nemen in het <strong>Biobased</strong> Industry<br />

Register wordt u voor slechts 500 euro per jaar ieder kwartaal onder de aandacht<br />

gebracht bij duizenden biobased professionals, van bestuurders tot toeleveranciers,<br />

fabrikanten, onderzoekers en investeerders. Vul het ‘<strong>Biobased</strong> Industry Register’<br />

formulier digitaal in via www.biobasedeconomymagazine.nl/industryregister<br />

Biorenewables Business Platform<br />

Platform voor stimulering van duurzame<br />

ontwikkeling Nederlandse biobased economy<br />

T. 070 - 378 56 18<br />

I. www.biobasedeconomy.nl<br />

Dutch Biorefi nery Cluster<br />

Platform voor het vollediger tot<br />

waarde brengen van biomassa<br />

Postbus 424 9700 AK Groningen<br />

I. www.dutchbiorefi nerycluster.nl<br />

N.V. BOM<br />

Ontwikkelingsmaatschappij van<br />

de provincie Noord-Brabant<br />

Goirleseweg 15, 5026 PB Tilburg<br />

T. 088-8311120 / I. www.bom.nl<br />

34 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

INVESTEREN IN ONTWIKKELING<br />

N.V. NOM<br />

Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij<br />

voor Noord-Nederland<br />

T. 050 - 521 44 44<br />

I. www.nom.nl<br />

Rotterdam Climate Initiative<br />

Klimaatprogramma van gemeente Rotterdam,<br />

Havenbedrijf Rotterdam, DCMR en Deltalinqs<br />

T. 010 - 267 21 23<br />

I. www.rotterdamclimateinitiative.nl<br />

Wageningen University & Research centre<br />

Universiteit en kennisinstelling gericht op<br />

de thema’s gezonde voeding en leefomgeving<br />

T. 0317 - 480100<br />

I. www.wur.nl<br />

Colofon<br />

Jaargang 1 - nr. 2 september <strong>2012</strong><br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> is een onafhankelijk<br />

vakblad en verschijnt vier keer per jaar<br />

in een oplage van 5.000 exemplaren.<br />

Uitgever & Hoofdredacteur<br />

Edwin van Gastel (EG Media)<br />

(E). edwin@biobasedeconomymagazine.nl<br />

Vormgeving<br />

Bette van Loenen (EG Media)<br />

Fotografi e<br />

Vincent Knoops en Hollandse Hoogte<br />

Druk<br />

Roto Smeets<br />

Abonnementen & Advertenties<br />

www.biobasedeconomymazine.nl of<br />

info@biobasedeconomymagazine.nl<br />

Redactieadviesraadleden<br />

Ton Runneboom namens<br />

het Biorenewables Business Platform<br />

Paul Gosselink namens NV BOM<br />

Prof. Rudy Rabbinge namens Wageningen UR<br />

Pieter van Essen namens het<br />

Rotterdam Climate Initiative<br />

Eisse Luitjens namens NV NOM<br />

Annita Westenbroek namens het<br />

Dutch Biorefi nery Cluster<br />

INVESTEREN IN ONTWIKKELING<br />

© EG Media <strong>2012</strong> - Niets uit deze uitgave mag worden<br />

overgenomen zonder toestemming van de uitgever.<br />

Redactie en uitgever zijn zich volledig bewust van hun<br />

taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen.<br />

Niettemin kunnen zij geen enkele aansprakelijkheid<br />

aanvaarden voor eventueel voorkomende onjuistheden.


BEURS & CONFERENTIES:<br />

INNOVATIE EN DUURZAME MOBILITEIT<br />

14 EN 15 NOVEMBER <strong>2012</strong><br />

EXPO HAARLEMMERMEER<br />

VIJFHUIZEN<br />

<strong>2012</strong><br />

BusTech<br />

Totaalbeurs duurzaamheid voor<br />

OV-BUSSEN, TOURINGCARS en TAXI BUSSEN<br />

n De n ieuwste du u rza me tech n ieken on der één da k<br />

n Overdekt b u itenterrein voor demonstraties en ron dritten<br />

n Ontmoet beslissers, eindgebruikers en producenten<br />

n Blijf op de hoogte en sch rijf u in voor de conferenties :<br />

Duurzaam aanbesteden en Duurzame voertuigtechnieken<br />

REGISTREER U NU GRATIS VOOR DE BEURS EN/OF<br />

SCHRIJF U IN VOOR DE CONFERENTIES WWW.BUSTECH.NL<br />

Adviescommissie<br />

Instituut voor Duurzame Mobiliteit<br />

Media partners<br />

Organisator<br />

WORD SPONSOR OF BOEK DIRECT UW STAND OP WWW.BUSTECH.NL<br />

D


SEPT <strong>2012</strong> • BIOBASED ECONOMY MAGAZINE • EDITIE 2-<strong>2012</strong><br />

JA, ik neem een postabonnement op <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

voor 49,95 per jaar exclusief btw<br />

en/of<br />

Start Bioeconomy Innovation<br />

Cluster Oost-Nederland<br />

Special over biobased economy in Provincie Gelderland<br />

ʻWij willen met iedereen die wil<br />

participeren het gesprek aangaanʼ<br />

Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> geeft duidelijkheid<br />

Project Agrobiopolymeren<br />

verbindt Nederland met Duitsland<br />

Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />

<strong>Biobased</strong> Business Brainport:<br />

Agro & Food meets Technology<br />

Oost-Brabant aan de slag met biobased economy<br />

JA, ik neem een digitaal en kosteloos abonnement<br />

op <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

www.twitter.com/bbe_magazine www.facebook.com/<strong>Biobased</strong><strong>Economy</strong><strong>Magazine</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!