Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JAARGANG 3 NUMMER 3 - HERFST 2020
INSPIRATIEMAGAZINE VOOR DE TWENTSE 65-PLUSSER
NU
2, 95
Johanna
ter Steege
HET KWAM ER GEWOON VAN
ISSN 2665-9522
9 772665 952000
37. .
BABS TIMMERMAN
‘Gert is de liefde van m’n leven’
49.
METJE, MARINUS EN ESTHER
BLAAK Almelose paradijsvogels
62.
QUICK’20 100 JAAR
Kampioensteam van ‘66
90.
SCHRIJVER JAAP SCHOLTEN
In het voetspoor van 56 Twentse jongens
BETAAL IN 2021
Word nu lid en
www.carintreggeland.nl/ledenservice
De Ledenservice van Carintreggeland
Met het uitgebreide aanbod van De Ledenservice maken wij het dagelijks leven leuker, makkelijker en
veiliger. Jong of oud. Iedereen kan zo nu en dan ondersteuning gebruiken. Aantrekkelijke aanbiedingen
waar u echt wat aan heeft en leuke dagjes uit. Dat is allemaal mogelijk voor slechts € 18,50 per
huishouden, per kalenderjaar. Voor het complete aanbod, overzichtelijk in 4 categoriën: Uitgaan &
ontspanning, Aan huis diensten, Voel je veilig en Zaken op orde. verwijzen wij u naar onze vernieuwde
website: www.carintreggeland.nl/ledenservice
Lid worden van De Ledenservice van Carintreggeland? Dan betaalt u pas in 2021 en ontvangt u een
Zilver Magazine gratis! Maak uw eigen account aan op de vernieuwde website en profiteer direct.
Liever persoonlijk contact? Dat kan ook via 088-367 2373 of mail naar leden@carintreggeland.nl
UITGAAN & ONTSPANNING
Gezellige
arrangementen.
Exclusief voor u.
• Actief Twente
• Bioscoop
• Preston Palace
• Reisbureau SamenUit!
• Spoorfietsen
• Theatervoorstellingen
ZAKEN OP ORDE
Service voor uw
gemak. Comfortabel
en goed.
• Druppelbril
• Huisdieroppas
• Kinderoppas
• Mantelzorg
• Notaris
• Schoonheidsspecialist
• Uitleen/ Hulpmiddelen
• Uitvaartverzekering
• Verhuizen
VOEL JE VEILIG
Zo slim
mogelijk
thuis wonen.
• Kookbeveiliger
• Medido,
medicijndispenser
• Rijbewijskeuring
• Veilig Wonen advies
• Zorgtechnologie/
E- health
GRATIS
AAN HUIS DIENSTEN
Bijna alles
aan huis.
Dat is makkelijk.
• Audicien
• Bodygoed, ondermode
• Computerhulp
• Dakgoten reinigen
• Fietsenmaker
• Glazenwasser
• Kapper
• Kledingherstel
• Klussendienst
• Maaltijden
• Opticien
• Pedicure
• Schilder
• Strijkservice
• Tuinman
• Voorjaarschoonmaak
Voorwoord
Herfst
VOOR U LIGT ALWEER DE ELFDE UITGAVE VAN ZILVER MAGAZINE.
NA TIEN UITGAVEN VONDEN WE HET ZINVOL OM HET
MAGAZINE EEN NIEUWE LOOK AND FEEL TE GEVEN.
HET NUMMER DAT VOOR U LIGT ADEMT DE NADERENDE HERFST.
Ja, en nog altijd is corona overal. Alweer
ruim een half jaar. Zijn we daar in Twente
van onder de indruk? Dat valt mee, nuchter
als we zijn. Het krioelt hier ook echt niet van
besmette aerosolen. Maar je zal er maar mee
in aanraking geweest zijn of nog erger…
Ook in het Zilver Magazine dat voor u ligt,
komt corona hier en daar voor als gespreksonderwerp,
maar het is geen hoofditem.
Johanna ter Steege siert de voorpagina. We
hadden een mooi interview met de Twentse
actrice die de afgelopen jaren de harten stal
van bijna iedere Tukker met haar rol in het
theaterstuk Hanna van Hendrik en in de
film De Beentjes van Sint Hildegard. Graag
bevelen we ook de andere interviews in het
magazine aan. Daarin en in reportages,
columns en andere rubrieken blikken we
terug of kijken we vooruit, we anticiperen op
de herfst, op gebeurtenissen en voorvallen in
het dagelijkse leven, in natuur en cultuur, in
bedrijfsleven en sport.
En wat zeker niet onvermeld mag blijven,
Zilver Magazine heeft in Carintreggeland
een nieuwe partner gevonden. Hou voortaan
de publicaties van deze puike zorginstelling
nauwlettend in de gaten en doe uw voordeel
ermee. Graag heten we eveneens de vele nieuwe
abonnees van harte welkom.
Gijs Eijsink,
namens alle medewerkers
.3
ZILVER HERFST 2020
INHOUD.
In dit
nummer
29.
Interview
JOHANNA TER STEEGE
Het kwam er gewoon van
38.
Babs
Timmerman
.4
Interviews
Reportages
34. DAMESMODEZAAK SCOOTER
Een tikje eigenwijs de herfst in
42. STICHTING WENSAMBULANCE
OOST-NEDERLAND
44. DE CANADESE
BEGRAAFPLAATS IN HOLTEN
Heeft een vernieuwd infocentrum
60. DE HONDERDSTE GEBOORTEDAG
VAN ABE LENSTRA
62. 100 JAAR QUICK’20
Terug in de tijd met Willie Heidkamp
71. ALSOF DE TIJD
HEEFT STILGESTAAN
Lunchroom Nationaal in Hengelo
06. AUDRY HOEMAKERS
‘Meest inspirerende vrouw van Twente’
09. DRIE GENERATIES VAN DER POEL
OVER CORONA
Coronacrisis ramp voor horecaondernemers
21. VADER EN ZOON STROBOS
Experts in cortenstaal
29. JOHANNA TER STEEGE
Het kwam er gewoon van
38. BABS TIMMERMAN
De weduwe van Gert Timmerman
over de liefde van haar leven
46. JUUL GIERVELD
Gepassioneerde kleuterjuf van 60
56. GERRIT KLEINE SNUVERINK
Over de mislukte plannen voor een Jan Cremer museum
76. VADER EN ZOON GREVE
Volop actief in de hippische wereld
90. JAAP SCHOLTEN
De schrijver over zijn zoektocht naar familie in Ethiopië
Derde jaargang, nummer 3, herfst 2020
Een uitgave van Zilver Media BV,
Willem Vleertmanstraat 12 B,
7575 EC Oldenzaal
Hoofdredactie
Gijs Eijsink
Eindredactie
Jos Knaap
54.
14.
100 PLUS
MINA BELTMAN-HARGEERDS
Bijna 101
65.
En nu?
‘Ze zeggen dat een voetballer
die gestopt is, zijn verjaardag
kan vieren in een telefooncel.
En dan kun je ook nog dansen.’
Redactie website
Willem Pfeiffer
Aan dit nummer werkten mee
Paul Abels, Marijke Agterbosch,
Henk Boom, Marry Dijkshoorn,
Gijs Eijsink, Bob Gevers, Lowie Gilissen,
Alexa Gratama, Kees Hendriksen,
Jos Knaap, Joan Koenderink,
Marco Krijnsen, Frederike Krommendijk,
Theo Leoné, Marcel Olde Rikkert,
Kees Ooijevaar, Ton Ouwehand,
Mariska Overman, Willem Pfeiffer,
Theo de Rooij, Jan Walburg en
Bert Westerink.
Fotografie cover
Ebo Fraterman
Fotografie
Alphons B. ter Brake, Han Brinkcate,
Karin van Dam, Ebo Fraterman,
Robert Hoetink, Remco Homan,
Theo Leoné, Willem Pfeiffer, Riet Vos,
Raymond Wegdam, Brit Willemsen
en anderen.
Vaste rubrieken
14. 65. EN NU?
Voetbalman Jan van Staa
25. ACTIEVE 65-PLUSSERS
49. PARADIJSVOGELS
De familie Blaak
54. 100 PLUS
Mina Beltman-Hargeerds
65. DE PASSIE VAN
Han Brinkcate
69. DE PASSIE VAN
Grada Wolters
86. CULTUUR IN TWENTE
88. NIEUWE BOEKEN VAN
TWENTSE AUTEURS
Columns
13. MARCEL OLDE RIKKERT
Nooit meer corona oorlog
18. KEES HENDRIKSEN
Als ik 65 ben...
41. JAN WALBURG
Beethoven
59. ALEXA GRATAMA
Nachtslakken
75. THEO LEONÉ
Op de fiets weer naar oude plekjes
79. JOAN KOENDERINK
Hoop
82. PAUL ABELS
Water löp
87. MARISKA OVERMAN
Pantha Rei
93. THEO DE ROOIJ
Familiefiets
97. FREDERIKE KROMMENDIJK
In de camper
Vormgeving
Ellen Gözel-Niehoff, Enschede
whatellse.nl
Jos Hovestad, Losser
joshovestad.nl
Uitgever
Marcel Willemsen
Telefoon: 0541 511162
verkoop@zilvermedia.nl
Druk
Drukkerij Roelofs, Enschede
Oplage: 7500 / bereik: 30.000 senioren
Redactieadres
Postbus 59, 7570 AB Oldenzaal
redactie@zilvermedia.nl
Abonnementen
via 0251-257924,
klantenservice@aboland.nl
of Abonnementenland
De Trompet 1739
1967DB Heemskerk
Overig
94. IN DE MAILBOX
VAN ZILVER MAGAZINE
96. PUZZELPAGINA
97. SERVICEPAGINA
98. IN DE VOLGENDE
EDITIE VAN ZILVER
.5
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. AUDRY HOEMAKERS
.6
‘Ik de inspirerendste vrouw?
Ik ken vrouwen die veel
inspirerender zijn. Maar dat
is misschien wel een typisch
vrouwelijke reactie. Blijf
maar bescheiden, dan doe je
al gek genoeg.’
// Tekst
MARRY DIJKSHOORN
// Fotografie
ALPHONS B. TER BRAKE
‘Meest inspirerende vrouw van Twente’
Audry Hoemakers
draagt wereldwijde
afkomst in zich
.7
Audry Hoemakers (53) organiseert culturele activiteiten, waaronder de
Culturele Zondagen, het Balkon Festival en de Stadsherberg in Enschede.
Vorig jaar kreeg ze de prijs voor meest inspirerende vrouw in Twente van SIVE,
Stichting Intercultureel Vrouwencentrum Enschede. De geboren Twentse
draagt een wereldwijde afkomst in zich mee. Een monoloog.
I
k ben op Eerste Kerstdag 1966
geboren in Enschede, een Kerstkindje.
De eerste vier jaar van mijn
leven heb ik in Boswinkel gewoond, daarna
verhuisden we naar de Wesselerbrink,
een heel jonge wijk toen nog, met allemaal
jonge gezinnen. Een heerlijk jeugd gehad.
Ik kom uit een middenklasse gezin, maar
heel bijzonder was dat mijn vader als hobby
duiken had. Alles draaide daar bij ons thuis
om. Hij was bij duikvereniging Neptunus
actief als trainer en voorzitter. Ieder weekend
gingen wij naar het zwembad waar hij
trainde. Wij hadden verder het bad voor
ons alleen en kregen ook al gauw een duikbril
en een snorkeltje. In het dagelijks leven
heeft hij als calculator veel voor bouwbedrijven
gewerkt, later ook in de zorg. Hij
was altijd politiek actief, voor D66. Een
tijdje terug zat ik hier op een terras en zag ik
hem flyeren voor de legalisering van drugs,
een belangrijk punt voor D66. Ik zei: “Nou
pap, ik had het vroeger niet in mijn hoofd
moeten halen om drugs te gebruiken.” Mijn
zus en ik blowden een keer stiekem thuis
uit het raam.’
Nagasaki
‘Hij is altijd heel erg maatschappelijk geëngageerd
geweest, dus dat heb ik wel van huis
uit mee gekregen. Hij kwam begin jaren vijftig,
hij was toen veertien, met een grote
groep uit Indonesië hier naartoe, op de
Willem Ruys. Zijn vader, mijn opa, zat bij
het KNIL en repatrieerde naar Nederland.
In de oorlog is hij gevangen genomen door
de Japanners. Hij heeft Nagasaki voor en na
de bom gezien. In Japan heeft hij in mijnen
moeten werken. Mijn zus en ik hebben nog
brieven van hem uit die tijd. Hij schreef aan
mijn oma dat hij het wat koud had, maar
verder goed behandeld werd. Wat natuurlijk
helemaal niet waar was. Onlangs hoorde
ik het verhaal, van iemand die mijn opa
en oma goed gekend heeft, dat hij nadat de
bom op Nagasaki was gegooid in een sloot
is gevallen. Dat heeft zijn leven gered. Om
hem heen verbrandden de mensen. Ons
heeft hij daar nooit wat over verteld, ons
vertelde hij verhalen dat er Australiërs in
zijn kamp waren die met elkaar op de vuist
gingen. In Nederland is hij eerst met zijn
gezin in een pension gekomen, later kreeg
hij een baan bij de belasting in Hengelo en
ging hij daar ook wonen. Mijn vader heeft
daar mijn moeder ontmoet, ik heb een
Nederlandse moeder. Haar vader was >>
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. AUDRY HOEMAKERS
Ik ben heel
sociaal,
heb altijd veel
vrienden
gehad
.8
melkboer en mijn oma had een winkel. Heel bijzonder
in die tijd. Mijn Nederlandse oma wilde drie dingen:
een winkel, een platenspeler en een rijbewijs. Die winkel
kreeg ze, in tabak, kranten en snoepjes, maar mijn
opa vond het niet goed dat er een platenspeler kwam en
dat ze haar rijbewijs haalde. We spraken geen Twents
thuis, maar op school werd dat natuurlijk wel gesproken.
Daar noemden ze me nep-Tukker, voor de grap.’
Indonesië
‘Ik vond het allemaal wel interessant om van een afstandje
te bekijken. Ik ben nooit geplaagd of gediscrimineerd,
omdat ik niet 100% Nederlands was.
Later realiseerde ik me wel dat ik op school niets, of
bijna niets heb geleerd over het koloniale verleden. Ik
vind het heel goed dat daar nu wel aandacht voor is. In
2012 ben ik zelf ook in Indonesië geweest. Mijn familie
komt uit Semarang en ik ben ook op de plek geweest
waar mijn vader gewoond heeft. Mijn Indische oma
heeft Indonesisch, Nederlands en Frans bloed. Mijn
opa heeft Nederlands, Indonesisch, Zweeds en Duits
bloed. Veel indo’s zijn van gemengd bloed. Er kwamen
kolonisten uit allerlei Europese landen en zij mengden
zich met de Indonesische bevolking. Er werd veel met
elkaar gerommeld. Er zitten dus veel volkeren in mij.‘
Culturele sector
‘Als kind ben ik vaak naar het Scapino-ballet geweest.
Ik weet nog dat ik het de eerste keer dat het doek opging
volstrekt magisch vond. Dat vind ik nog. Heel
soms heb je nog dat een voorstelling begint met een
gesloten doek en dan zit ik weer op het puntje van
mijn stoel. Wat zal er achter dat doek zijn? Maar dat ik
uiteindelijk in de culturele sector terechtkwam is eigenlijk
toeval, ik was niet zo’n carrièreplanner. Ik heb
internationale marketing gestudeerd aan de HEAO in
Enschede en heb daarna verschillende banen gehad.
Als het maar interessant, leuk en gezellig was, dat vond ik vooral belangrijk. Ik
ben heel sociaal, heb altijd veel vrienden gehad. Het was wel duidelijk dat ik goed
kon pionieren en organiseren. Dat bleek vooral toen ik een Amerikaanse bedrijf
in mountainbike-onderdelen hielp om te starten in Nederland. Ik hielp met alles:
van het kopen van het meubilair en computers tot het de Europese verkoop van
onderdelen. Ik heb ook nog bij de OOM gewerkt, de Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij,
waar ik vooral de communicatie deed. Een vriendin zei dat er een
leuke vacature was bij de Twentse Schouwburg voor een communicatiemedewerker.
Ik heb gesolliciteerd, had geen ervaring in de cultuursector, maar kreeg de
baan toch. Ik kwam daar terecht in een heel spannende tijd voor Enschede. Het
ging allemaal over het in aanbouw zijnde Muziekkwartier en de samenwerking.
Daar heb ik zes jaar gewerkt en daarna ben ik als zelfstandige verder gegaan. Ik
had een groot netwerk en kreeg al snel culturele opdrachten, ik ben bijvoorbeeld
begonnen met het organiseren van de Culturele Zondagen. De stichting waar ik
dat voor organiseerde ging op in Concordia en zo kwam ik hier terecht. Eerst als
communicatie-medewerker en daarna als projectleider. Ik wil mensen in contact
brengen met kunst en cultuur, ik wil dat ze net als ik dat had als kind op het puntje
van hun stoel de magie voelen. Cultuur verrijkt je leven, brengt mensen bij elkaar,
stelt vragen. Ik heb pop-up exposities georganiseerd in de wijken, met kunst van
de kunstuitleen, om mensen die normaal niet naar musea gaan te laten zien wat
kunst is en erover te vertellen. De meesten vonden het heel interessant en mooi.
Dat is mijn drijfveer.’
Passie
‘Aan die passie zit ook een schaduwkant. Mensen weten mij te vinden en ik wilde
vaak geen nee zeggen. Ik heb ook wel een moeilijk periode gehad, misschien een
burn out. Ik heb toen heel gauw een pauze genomen en een aantal dagen in Kasteel
Slangenburg in Doetinchem gezeten, een plek waar je tot rust kunt komen. Ik heb
er heel veel gewandeld, geschreven en gedroomd. Daarna heb ik het KoersVaren
traject bij IVT Ontwikkeling gevolgd. Wat ik er vooral geleerd heb, is wat mijn
passie is en wat mijn valkuil. Je passie is natuurlijk ook je valkuil. Daarna kon ik
weer verder.’
Inspirerend
‘Ik heb heel veel leuke reacties toen ik werd uitgeroepen tot meest inspirerende
vrouw van Twente, maar voelde me er ook een beetje opgelaten bij. Ik de
inspirerendste vrouw? Ik ken vrouwen die veel inspirerender zijn. Maar dat is
misschien wel een typisch vrouwelijke reactie. En misschien ook wel Indisch.
Blijf maar bescheiden, dan doe je al gek genoeg.’
INTERVIEW. DRIE GENERATIES OVER CORONA
Coronacrisis ramp voor
horecaondernemers
3
ge
ne
ra
ties
.9
‘
Ma,
je komt
er niet
meer in’
Het coronavirus heeft diepe sporen getrokken in het
landschap. Hoe diep moet nog blijken als over enige
tijd de balans wordt opgemaakt. Ondernemers in
Twente voelen de gevolgen van de lockdown steeds
duidelijker, maar ook individuele burgers, onder wie
vaak kinderen en vooral ouderen, likken hun wonden.
Hoe houden ze zich staand en kijken ze naar de toekomst?
Zilver Magazine ging daarover in gesprek met
vertegenwoordigers van drie generaties Van der Poel,
ijsmakers sinds 1925 in Twente. Hilde (67) als mater
// Tekst
JOS KNAAP
// Fotografie
EBO FRATERMAN
familias, Meike (43) als de middenmoter en als ondernemer
en Femme de achtjarige scholier die van de ene
op de andere dag niet meer naar school mocht.
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. DRIE GENERATIES OVER CORONA
‘De vijftiende maart 2020
staat vast in mijn geheugen
gegrift. Het is voor een
ondernemer bijna niet voor
te stellen wat het betekent dat
van de ene op de andere dag
je bedrijf wordt stil gelegd.’
Dat was best even schrikken. Hilde van der
Poel kan er achteraf wel om lachen. ‘Ma, je
komt er niet meer in’, liet haar zoon Pieter
onomwonden weten toen ze zich, zoals gebruikelijk,
meldde bij de in heel Twente bekende ijssalon aan de
Bornsestraat in Hengelo. Het was 15 maart 2020, de
dag dat Nederland letterlijk op slot ging middels de
lockdown. Ze dacht nog even aan een grapje, maar
het bleek bittere ernst, Pieter vond het risico te groot
en ouderen behoren nu eenmaal tot de risicogroep.
‘Dan ga ik met onmiddellijke ingang met pensioen’,
besloot de 67-jarige Hilde, die tot dan verantwoordelijk
was voor de kas-afhandeling van het Van der Poelimperium
in deze regio met vestigingen in Enschede
en Hengelo en wellicht binnenkort ook in Almelo.
.10
Met die pensionering ging het overigens niet zo hard,
maar feit was dat er ineens voor Hilde weinig of niets
te doen was in de ijs-business. De oppasbeurt bij de
kleinkinderen werd ook maar meteen opgeschort.
‘Gelukkig heb ik ook nog eens bemoeienissen met de
handel van mijn tweede dochter Linde. Die ging vijftien
jaar geleden op wereldreis en bleef hangen op Bali
waar ze een succesvol bedrijf in tassen opzette met
leveringen over de hele wereld onder de merknaam
By Lin. Al snel echter bleek ook hier de klad in te zitten.
Corona sloeg dubbel en dwars toe in de tassenhandel.
Linde levert vooral aan vijf verkooppunten op Schiphol
en aan de Keukenhof die beide tot de eerste slachtoffers
behoorden van de wereldwijde pandemie. De
handel stokte onmiddellijk. De tulptasjes, altijd een
succes op de Keukenhof, liggen nu bij mij op zolder,
want ik fungeer ook nog eens als Europees steunpunt
voor By Lin. Van de vijftien werknemers moest Linde
er al snel vijf ontslaan, de overige tien bleven voorshands
in dienst in afwachting van betere tijden. Van
het enige personeelslid hier in Nederland hebben we
voorlopig ook afscheid moeten nemen in afwachting
van betere tijden.’
Geen sociaal netwerk
Uit de regelmatige contacten met Bali heeft Hilde inmiddels
begrepen dat de coronacrisis ernstige gevolgen
heeft voor de lokale bevolking van het eiland. ‘Er
is geen sociaal netwerk zoals wij dat kennen, wie geen
werk heeft, moet maar zien hoe hij of zij zich redt. De
mensen op Bali leven voornamelijk van het toerisme.
Nu dat voor het grootste deel is weggevallen, alleen
lokaal toerisme is nog toegestaan, zijn de gevolgen
bijna niet te overzien. Zelfs de straathonden hebben
honger op het eiland De politie treedt hard op tegen
overtreders van de regels. Mannen moeten al snel als
straf tien push ups maken en vrouwen worden verplicht
de straat schoon te vegen.’
Linde van der Poel probeert inmiddels samen met
haar moeder onder andere via internet nog wat afzet
te creëren, maar de verkoop van tassen stokt bij
Vlnr Hilde, Meike en Femme.
Graag weer naar school
Femme Staudt, de achtjarige dochter van
Meike van der Poel en haar man Jeroen
Staudt, is een levende reclamezuil voor de
ijsmakers van Van der Poel. Ze heeft een
T-shirt aan met daarop drie ijsbolletjes.
De leerling van groep zes van de Prinseschool
in Enschede, verveelde zich stierlijk
geeft ze ruiterlijk toe. Begin maart ging
haar school op slot en moesten de leerlingen
het doen met het schriftelijke werk
dat ze mee naar huis kregen.
‘Ik mocht niet eens met mijn vriendinnetjes
spelen. Ik houd van tekenen en
knutselen en dat heb ik dan ook veel gedaan
die eerste weken. Net als stoeien met
mijn broer en op de trampoline springen.
Later werd het allemaal minder streng en
mochten we ook eens naar de oma’s op
bezoek. Ik heb ontzettend veel zin om
weer naar school te gaan. Meer dan mijn
broer die het allemaal wel prima vindt zo.
vijftien procent van de omzet in de afgelopen jaren.
Linde tracht van de nood een deugd te maken en
iets speciaals te ontwerpen waarmee we straks de
markt op kunnen. De vrees bestaat echter dat de
crisis langer gaat duren dan de twee jaren waarover
nu steeds wordt gesproken. Zeker als er op korte
termijn geen werkend vaccin komt.’
Overname
Meike van der Poel, die namens de Twentse ijsmakers
de twee Enschedese vestigingen bestiert, nam samen
met haar broer Pieter op 1 januari van dit jaar formeel
het bedrijf over van hun moeder Hilde. Die
was de enige erfgenaam, nadat haar man enkele
jaren geleden overleed. De vooruitzichten waren
prima, beiden werkten al enige tijd in de verschillende
vestigingen na het overlijden van hun vader.
Meike: ‘Van der Poel ijs bestaat al sinds 1925.
Pieter en ik zijn de vierde generatie die er leiding aan mogen geven.
Je kunt dus spreken van een stevig fundament, een bedrijf met het
nodige spek op de botten. Maar tegen een overval als die van het
coronavirus kun je je onmogelijk wapenen. De vijftiende maart
2020 staat vast in mijn geheugen gegrift. Het is voor een ondernemer
bijna niet voor te stellen wat het betekent dat van de ene op
de andere dag je bedrijf wordt stil gelegd. De gevolgen ervan dringen
pas langzaam tot je door. De horeca ging op slot, iedere gelegenheid
waar eten genuttigd werd, moest zijn deuren sluiten. Dat gold ook
voor onze ijssalons.
Onwezenlijk
Het was zo onwezenlijk, vooral omdat je ook thuis de consequenties
van de lockdown onmiddellijk ervaart. Je kinderen – ik heb er twee –
zijn thuis van school om maar één facet te benoemen. Je moet voor
oppas zonder risico zorgen. Mijn man heeft een beroep in wat je de
vitale sector noemt en kon dus niet bijspringen overdag. Wat doe je
met de voorraad ijs bij onze drie vestigingen? Wat dat laatste betreft
vonden we vrij snel een oplossing door dat ijs te verdelen onder de
drie Twentse ziekenhuizen, waardoor daar het personeel er van kon
genieten. Mensen in de zorg, zo bleek al snel, hadden het toch al niet
gemakkelijk. Voor hen was het ijsje een leuke verrassing.’
Creativiteit was niettemin geboden om de coronatijd door te komen,
zo bedachten ook Meike en Pieter van der Poel. ‘Na verloop van tijd
bleek dat afhalen een alternatief kon vormen voor de horecazaken.’
Meike: ‘We boden voorverpakte halve liters ijs aan. Diep gevroren
zodat voor iedereen duidelijk was dat kopers die niet meteen op ons
terrein konden nuttigen. Dat werkte, maar kon toch niet wegnemen
dat onze omzet behoorlijk kelderde. Vooral ook omdat we een belangrijke
bron van inkomsten misten. Normaal gesproken leveren
we ook aan bruiloften en partijen en gaan we op weg met onze ijskar
op bijvoorbeeld verjaardagen en examenfeestjes. Dat viel ook allemaal
in een keer weg.’
Personeel
Al snel bleek dat het onmogelijk was
alle medewerkers in dienst te houden.
‘We hebben dankbaar gebruik gemaakt
van de regelingen die de regering aanbood.
We hebben hoe dan ook een
beetje omzet gedraaid met de mensen
die overbleven. De afrekening daarvan
komt later. Zoals het er nu uitziet
zullen we globaal 70 procent van onze
omzet halen in de rest van het jaar. Met
de ijsverkoop is het zo dat je vooral in
de maanden tot de zomervakantie je
slag moet slaan en uitgerekend in die
periode moesten we op slot. Voor ons
is 2020 een jaar dat we maar snel moeten
vergeten. We gaan echter niet bij de
pakken neerzitten. Pieter en ik hebben
nu al weer plannen om op korte termijn
in Hengelo een productie-eenheid te
beginnen waarmee we straks alle vestigingen
van ijs kunnen voorzien. Daarin
investeren lijkt op dit moment het
meest zinvol.’
3ge
ne
ra
ties
.11
ZILVER HERFST 2020
Zilver Magazine
LEZERMENU
Voorgerecht
Dessert
Carpaccio van ossenhaas en truffel
crème met Parmezaanse kaas
OF
Grand dessert
.12
Huisgemaakte paddenstoel kroketjes
met pastinaak crème
Hoofdgerecht
Gegrilde zeebaars filet met kruiden
risotto en witte wijnsaus
OF
Zacht gegaarde Wildzwijn nek met
truffeljus
Nu voor alle 65+ lezers* van
Zilver Magazine geen €34, 50 maar €24, 95
YOU DON’T WANT TO LOOK BACK AND THINK: I COULD’VE EATEN THAT!
Op een gezellige plek naast de Sint-Plechelmusbasiliek in Oldenzaal geniet je van klassieke gerechten met een moderne twist. Ook deze
winter leggen Chefkok Jan Huiskens en zijn team je wat dat betreft weer helemaal in de watten. (H)eerlijk, vers eten om je vingers bij af te
likken. Geniet van een mals stukje vlees, vis of een truffel risotto. Wat je ook kiest, je snapt waar het restaurant zijn naam aan de danken
heeft. Natuurlijk staat er dit seizoen ook vis en wild op de kaart en prijs jij jezelf gelukkig met een uitgebreide selectie aan mooie wijnen.
* Dit speciale en erg smakelijke lezersmenu wordt alleen op dinsdag, woensdag en donderdag voor u bereid.
De bijpassende wijnen staan in onze fraaie maar zeker betaalbare wijnkaart.
* Toon even aan dat u 65 jaar of ouder bent.
Sint Plechelmusplein 18 | Oldenzaal | Tel: 0541 535060 | www.bistropuur.nl
COLUMN. MARCEL OLDE RIKKERT
Marcel
Olde Rikkert
COLUMN
Nooit meer corona oorlog
Marcel Olde Rikkert is in
zijn woonplaats Nijmegen
hoogleraar geriatrie in het
Radboudumc en hoofd van
het Radboudumc Alzheimer
Centrum. Hij is geboren en
getogen in Hengelo (O).
Zijn missie is om oudere
mensen zo goed mogelijk
te helpen kiezen uit al wat
de geneeskunde te bieden
heeft, passend bij hun
eigen verhaal. Dat heeft
hij ook beschreven in zijn
boek ‘Jong blijven en Oud
worden’ (2015, Thoeris
A’dam).
Heeft u een vraag aan
professor Olde Rikkert,
stuur dan een e-mail naar
redactie@zilvermedia.nl
t.a.v. de heer Olde Rikkert.
De coronadreiging blijft. Dit najaar
zou het coronavirus wel eens met het
griepvirus kunnen samenspannen.
Politici en deskundigen uit binnen en
buitenland gebruiken ondertussen
steeds meer oorlogstaal tegen het virus.
En dat is niet alleen de krachttaal van
Trump. Toch is deze vergelijking met
oorlog dom. Het lokt oorlogshandelingen
uit bij burgers en dat is wel het
laatste wat je wilt. Lees en huiver mee...
Het verhaal begint bij mijn rol als
opleider van jonge artsen. Om arts te
worden volg je eerst een opleiding van
een jaar of drie met veel theorie. Daarna
moet je stages gaan lopen als co-assistent.
Dat zijn de jonge dokters in opleiding
die u ook in Twente ziet meelopen. In
Nijmegen coördineer ik zo’n stage waarin
de co-assistenten gedurende vier weken
getraind worden in ouderengeneeskunde.
Dat kan op een afdeling geriatrie in een
ziekenhuis, maar ook in een verpleeghuis.
We waren overigens in Nijmegen de
eerste opleiding die stages met ouderen
verplicht stelde. Gelukkig is dat nu overgenomen
door de andere universiteiten.
Dokteren met ouderen die veel ziekten
tegelijk hebben, vraagt immers andere
kennis en vaardigheden. Maar in de afgelopen
coronaperiode zijn ook deze stages
gestopt, vanwege de extra risico’s voor ouderen.
Dat lag erg gevoelig. Co-assistenten
zouden hen kunnen besmetten.
Om alle veertig stageplaatsen weer klaar
te stomen voor een verantwoorde start
in het najaar, heb ik recent alle opleiders
gesproken. De verhalen uit zowel de ziekenhuizen
als de verpleeghuizen waren
indrukwekkend. Oorlogsverhalen waren
het. Met name in het begin van de epidemie
in Nederland was de schrik groot. In
een van de zuidelijke verpleeghuizen brak
het gevecht tegen het coronavirus uit twee
dagen, nadat de carnavalsoptocht letterlijk
door het verpleeghuis was gelopen.
Veel bewoners werden doodziek. De verzorging
hield zich staande, verpakt in regenjassen
met plakband dicht geplakt en
met mondkapjes van vuilniszakken. Men
voelde zich als eenzame verzetsstrijders.
Alles was geoorloofd aan persoonlijke
bescherming en isolatie van bewoners.
Een andere verdedigingslinie zag men niet.
Wat later in de coronagolf hadden sommige
verpleeghuizen veel last van familieleden
die zich niet konden neerleggen bij
dit strikte isolatiebeleid. Verblind door
woede en verdriet klommen onredelijke
familieleden door ramen en terrasdeuren
naar binnen. Guerrilla-acties, nog net
niet gewapend. Bij twee verpleeghuizen
escaleerde het zo dat de directeur twee
meter hoge hekken rond het hele verpleeghuis
liet plaatsen. Ook dit waren bizarre
oorlogsverhalen, vol emotie.
Verblind door woede en verdriet
klommen onredelijke familieleden
door ramen en terrasdeuren naar
binnen. Guerrilla-acties, nog net
niet gewapend.
Laten we bij nieuwe virusgolven ophouden
met deze oorlogsvoering. Politici, stop
met het gebruik van oorlogstermen. Ze
zetten burgers en hulpverleners alleen maar
aan tot oorlogs- en verzetshandelingen.
Laten we niet vergeten dat we al 75 jaar vrij
zijn. En laten we onszelf dat niet afpakken,
maar het virus slimmer bestrijden!!
Marcel
Olde Rikkert
.13
ZILVER HERFST 2020
ZILVER. 65. EN NU?
.14
Jan van Staa:
‘Eigenlijk
wil ik mijn
hele leven
voetballen’
Hij mag dan 65 jaar zijn geworden, gestopt als
voetbaltrainer is hij niet. Als er een club is die
Jan van Staa wil inzetten, dan kunnen ze contact
opnemen. ‘Ik heb niks met leeftijden. Voel me
net als op mijn 45ste of 55ste. Ik voel me jong’,
zegt hij lachend. En gestopt is hij niet, hoewel
hij momenteel - afgezien van zijn parttimejob
als voetbalcommentator bij RTV Oost - geen
werk heeft. Als er een club komt waar hij van
betekenis kan zijn, is hij beschikbaar.
JAN VAN STAA:
‘ Folkert Velten zou
nu voetbalmiljonair
geweest zijn’
// Tekst
GIJS EIJSINK
// Fotografie
ROBERT HOETINK
JAN VAN STAA [27-5-1955]
Geboren in Utrecht als zoon van
een spoorwegman. Een broer en
één zus. Getrouwd met Hennie.
Een zoon en een dochter.
Voetbalde bij DOS, FC Utrecht
(177 eredivisiewedstrijden) en
Heracles (plm 200 wedstrijden in
eerste en eredivisie). Bij Heracles
was hij een tijdlang aanvoerder.
In ’85 promoveerde hij naar de
eredivisie. Hij stopte in 1988 door
een lastige buikspierblessure.
Daarna was hij assistent-trainer,
hoofdtrainer en hoofd opleidingen
van Heracles en GA Eagles.
Vanaf 2004 tot 2016 werkte hij bij
FC Twente in verschillende voetbaltechnische
functies, waaronder
in 2006 een aantal maanden als
hoofdtrainer.
Van dec 2017 tot medio 2018 was
hij hoofdtrainer van GA Eagles.
Sinds 2014 is Van Staa voetbalanalist
bij RTV Oost. Hij en zijn
vrouw verhuizen binnenkort van
Almelo naar Borne.
.15
ZILVER HERFST 2020
ZILVER. 65. EN NU?
‘ Hennie is
mijn geheim’
.16
De foto’s worden gemaakt op het trainingscentrum van FC Twente. En meteen blijkt dat voetbalman
Jan van Staa weer even helemaal op zijn plek is. De terreinknecht maakt een dolletje, materiaalman
Jakob begroet hem met een brede grijns net als de bewaakster van de trainingsvelden en Wout Brama
wisselt de laatste nieuwtjes uit met hem. Van Staa was bij de eredivisionist vanaf 2004 assistent-trainer
en ook een korte periode hoofdtrainer, hij was hoofd opleidingen, hoofd scouting, internationaal scout,
spelersbegeleider en - hij grijnst als hij het meldt – hij droeg ook nog de titel van ambassadeur. ‘Ik rolde steeds
weer ergens in. Prima. Als ik wat kan doen met een doel, als het een en functie is waar ik me prettig bij voel,
als datgene wat ik doe resultaat heeft, dan doe ik het graag.’ Hij voegt er nog aan toe dat hij geen hopper is.
‘Ik hou ervan om een langere tijd ergens aan mee te werken.’
Ik zie hoe je hier bij FC Twente opfleurt. Zou
je niet nog een paar jaar willen werken hier?
‘Momenteel hebben ze wel wat anders aan
het hoofd. Er moet een selectie samengesteld
worden en er is nog veel ander werk dat
wacht, terwijl de budgetten klein zijn. Maar ik
vermoed dat ik daarna nog wel een telefoontje
ga krijgen.’
De laatste jaren van je periode bij FC Twente
combineerde je de functie van spelersbegeleider
met die van scout. Hoe was dat?
‘Mooi. Ik had de taak om nieuwe, buitenlandse
spelers te helpen met acclimatiseren. Ik hielp
ze met het vinden van huisvesting, regelde een
auto en andere zaken. De een wil een zwembad
bij zijn huis, de ander wil een auto met
bijzondere velgen of een huis met zes slaapkamers.
Het is dankbaar werk. Een nieuwe
speler moet zich prettig voelen. Dan voetbalt
hij beter. Met een heel team waren we daarmee
bezig. Als dat allemaal geregeld was, ging
ik naar het buitenland om spelers te bekijken.
Van Australië tot Canada, van Zuid-Amerika
tot Finland, ik ben overal geweest. En in de
winterstop kwam er weer een nieuwe speler en
dan moest ik die weer wegwijs maken.’
Je voetbalde bij FC Utrecht en Heracles en
was voor je stopte al met de opleidingen voor
trainer bezig. Waarom?
‘Omdat de trainers dat in mij zagen, vooral
Han Berger bij Utrecht. Hij stimuleerde mij die
kant op te gaan. Ik was helemaal vergroeid met
voetbal, want als speler deed ik al niks anders.’
Maar als je door omstandigheden niet in het
voetbalvak had kunnen blijven, wat was je
dan geworden?
‘Tennisleraar of zo. Wel iets in de sport. Gymleraar
misschien. Ik wilde na de ULO het Cios
doen, een sportopleiding. Mijn hart ging uit
naar de sport. Op school vond ik de gymlessen
het leukste.’
Waar in Utrecht stond jouw wieg?
‘In de Sterrenwijk, een volksbuurt richting de
Galgenwaard. Ik ben op straat opgegroeid in
een hechte buurt met de bekende touwtjes uit
de brievenbus. Het was een fijne jeugd. Zo
werd ik automatisch gevormd. We voetbalden
elke dag op straat. Vooral aan mijn moederskant
waren ze gek op voetbal. Die gingen
allemaal naar DOS en toen ik iets ouder was,
mocht ik mee. Toen ik 17 jaar was, werd ik
zelf prof en speelde ik bij de betaalde jeugd.
In 1970 ontstond FC Utrecht, in ’73 zat ik bij
de selectie.’
In 1981 ging je naar Heracles en toen je net
33 jaar was, stopte je wegens een zware blessure.
Heb je vrienden overgehouden aan jouw
tijd als voetballer of trainer?
‘Ja, maar dat zijn er geen tien en dat hoeft ook
niet. Ze zeggen dat een voetballer die gestopt
is, zijn verjaardag kan vieren in een telefooncel.
En dan kun je ook nog dansen. Maar was
geworden. Ze moeten mensen vermaken.
Daar moet alles voor wijken. Sommigen roepen
dan tegen zo’n speler dat hij het in tien
jaar moet verdienen en daardoor gaat hij zich
anders gedragen. Hij heeft totaal niet in de
gaten dat sommige fans hun vakantiegeld aan
een seizoenkaart spenderen. Door de aandacht
die ze krijgen, komen ze op een voetstuk
te staan en meten ze zich een andere houding
aan. Een aantal kun je dat niet kwalijk nemen,
omdat hun omgeving ook verandert of omdat
ze geen goede begeleider hebben namelijk.
Iemand die alleen aan zijn eigen portemonnee
denkt. Mede daardoor heb je veel spelers
die geen normaal gesprek meer kunnen voeren
met een supporter. Een voetballer is heel
bevoorrecht en dat zal hij moeten beseffen. En
laten ze vooral in de gaten houden wat hun
niveau is.’
je succesvol geweest, dan kon je Tivoli afhuren.
Dat is de realiteit. Dan zijn de mensen
trots op je.’
Is er een moment dat je het liefst wilt vergeten?
‘Mijn afscheid als speler. Dat zou ik liever later
gedaan hebben. Eigenlijk wil je je hele leven
voetballen. Je wilt het liefst voetballer zijn en
ik zeg daarom tegen iedereen: Blijf het doen
zolang je kunt.’
Wat is het prettigste moment uit je loopbaan?
‘Mijn debuut bij FC Utrecht in de competitie.
Feyenoord uit in januari 1974. Dat heeft heel
wat met de mensen uit mijn omgeving gedaan,
zo hoorde ik later. Mijn vader en mijn broer
sliepen de hele nacht niet. Mijn broer was
er al op tijd. Hij heeft toen aan een suppoost
gevraagd of hij even op het veld mocht lopen.
Dat mocht. Sindsdien is hij Feyenoord-fan.
Mijn trainer Bert Jacobs zei: De mensen op
de tweede ring hebben pech. Die zien van ons
maar tien spelers, want Jan doet mee. Die club
was toen wereldtop. We verloren met 2-1.’
Staat de voetballerij ver af van de
maatschappij?
‘Op sommige momenten wel, vind ik. Dat
heeft ook te maken met de ontwikkeling van
de sociale media. De uitstraling van het voetbal
is ongekend. Topspelers zijn artiesten
Is het een harde wereld?
‘Ja. De concurrentie is groot en je wilt het uiterste
uit jezelf halen. Je bevindt je in een groep
van 25 man. Afgunst speelt een rol en de media
zitten er bovenop. Als het niet lukt, is het
kringetje om je heen klein. Hier gaat het nog,
maar in de randstad heb je veel clubs.’
‘Ze zeggen dat
een voetballer die
gestopt is, zijn
verjaardag kan
vieren in een
telefooncel. En dan
kun je ook nog
dansen.’
Is het een sociale wereld?
‘Niet altijd. Als je niet meer belangrijk bent,
zit je in de vergeethoek. Dan is de familie
belangrijk en/of je zaakwaarnemer. Heb je
blessures, ben je uit vorm, dan ben je snel
vergeten. In sommige landen blijf je een held.
In Nederland is dat minder. Soms moet een
prominente oud-speler gewoon vragen om
een kaartje. Wat meer respect mag wel. En
als er geen media in de buurt zijn, hoe zijn
ze dan? Zijn ze dan een voorbeeld voor kinderen,
voor gehandicapten? Dat kan volgens
mij wel beter. Ik vind dat een profvoetballer
structureel wat voor een ander zou moeten
betekenen. Soms moet het van de club, maar
uit zichzelf zouden ze ook initiatieven moeten
nemen. Dan tikt het ook harder aan en kweek
je goodwill. Laat zien dat je een bevoorrecht
mens bent. Denk erover na.’
Jouw zoon Jerry wilde ook profvoetballer
worden. Heb je hem gecoacht en gepusht?
‘Niet altijd. Toen hij bij Heracles in de opleiding
kwam, heb ik hem losgelaten. Hij wist
wel wat je er voor over moet hebben. Hem en
onze dochter Tamara pushen zou ik nooit
doen. Ze moeten zelf hun weg vinden en
doen wat ze leuk vinden.’
Paste jouw vrouw Hennie goed bij een
topsportman?
‘Zij is het geheim achter mij. Ze kwam altijd
kijken, deed de opvoeding van de kinderen
en zorgde voor hen. Je moet rusten, je moet
op trainingskamp, je moet als scout naar het
buitenland. Zij regelde alles. Het kan allemaal
als je familie ermee instemt. We leerden
elkaar kennen toen ik al bij FC Utrecht speelde
en ervoer dus vanzelf hoe het leven van een
profvoetballer eruit ziet.’
Welke vijf voetballers staan in je eeuwige
top 11?
‘Allereerst Willem van Hanegem. Hij heeft
tweeëneenhalf jaar achter mij gespeeld als
linkshalf. Hij is buitencategorie als voetballer
en als mens. Dan de Deen John Steen Olsen.
Hij maakte zich volledig ondergeschikt aan
het belang van de groep en de club. Fijne
speler om mee op te trekken. Leo van Veen,
mister FC Utrecht was tactisch sterk en technisch
sterk. Een voorbeeld. Hendrie Krüzen
was heel jong, maar zo vaardig, slim en sterk.
Heeft een geweldige carrière gehad en nu als
trainer ook. Fijn mens. En Folkert Velten.
Had hij nu geleefd, dan was hij voetbalmiljonair
geweest. Scoorde altijd. Stond op de
juiste plek, was links en rechts, lichamelijk
sterk, no nonsens. Draaide graag een sjekkie.
Voor dat soort mensen heb ik een zwak.’
.17
ZILVER HERFST 2020
ZILVER. 65. EN NU?
Cecilia Hofmeijer-Groothuis,
Kerspel Goor. Mede-eigenaar
constructiebedrijf. Getrouwd
met Bennie. Vier kinderen,
zeven kleinkinderen.
Megagrote tuin
‘We hebben een constructiebedrijf in Goor.
Ik doe er de administratie en dat behelst
zeker nog een uur of dertig per week. Ik
blijf dat voorlopig nog doen, omdat ook
onze zoon Kevin in het bedrijf zit. De bedoeling
is dat hij het gaat overnemen. En dan
hoop ik wat meer vrije tijd te krijgen, maar
de hele dag thuis zitten, lijkt me ook niks.
Ik zal op de achtergrond nog wel met raad
en daad aanwezig blijven in het bedrijf.
Verder hebben we thuis een megagrote
tuin. Werk genoeg. Af en toe uit. Fietsen,
een weekendje weg en bezoekjes aan
kinderen en kleinkinderen.’
Column
Als ik 65 ben...
Door Kees Hendriksen
.18
Hans Engelbertink, Hengelo.
Gemeenteambtenaar.
Getrouwd met Henny. Vijf
kinderen, twee kleinkinderen.
Yvonne Kiezenbrink-Vossebeld,
Hengevelde. Verzorgende.
Getrouwd met Clem. Vier
kinderen, vijf kleinkinderen.
Nooit meer vliegen
‘Minder gaan werken en genieten van de
vrije tijd. Je bent in de fase dat je andere
dingen gaat doen. Je gaat genieten van
kleinere bezigheden, zoals wandelen
en fietsen, de natuur in of golfen. Ik heb
geen bucketlist, hoef niet op safari, maar
dichterbij is ons eigen land net zo mooi.
Dat blijkt nu ook wel door de coronacrisis.
En wat we ons al voor de coronaperiode
hadden voorgenomen, is dat we
nooit meer willen vliegen. Zo willen wij een
extra steentje bijdragen aan het behoud
van de natuur op deze aarde.’
Achter de naaimachine
‘Mijn werk als verzorgende bij demente bejaarden
bij Zorghuis Twente gaat gewoon
door. Ik ben momenteel werkzaam in Huize
Scherpenzeel in Goor. Ik werk 20 uur en ga
door tot ik echt pensioen heb, als ik 66 jaar
en vier maanden ben. Eigenlijk blijft dus
alles hetzelfde. Ik ben naast mijn werk veel
thuis, speel klarinet bij Amuzant, hou van
wandelen en fietsen en zit graag achter
de naaimachine. Ik pas op de kleinkinderen
of maak kleertjes voor hen. Genoeg
te doen. En daarnaast gaan we graag op
vakantie met onze camper, hoewel we dit
jaar wat dichter bij huis moeten blijven.’
Fiets ik gaten in de dag, reis ik met mijn geliefde
rond in een camper en maai ik het gras bij de
lokale voetbalclub. Dit waren mijn eerste
gedachten toen ik voor dit item werd gevraagd.
Ik ben vooral benieuwd naar de fysieke staat van
mezelf en mijn generatiegenoten. Als ik naar
de pensionado’s van nu kijk, dan lijken ze fitter
dan ooit. Ze fietsen en reizen er wat af. Dat was
vroeger wel anders. De lederen fauteuil van toen
is het zadel van nu en het uitzicht beperkt zich
tegenwoordig al lang niet meer tot de vetplant in
de hoek van de kamer.
Het is een geruststellende gedachte dat de
65-jarige steeds vitaler wordt, maar het is ook
essentieel. Want zo lang de Postcode Loterij mij
tot die tijd alleen maar snijplanken en ontbijtkoeken
laat winnen, moet ik - net als mijn
generatiegenoten - nog gewoon aan het werk.
Of mág, daar ben ik nog niet over uit. Het leven
is wat gebeurt, terwijl je andere plannen maakt,
zei John Lennon ooit. Het heeft geen zin om
dingen uit te stellen en te wachten tot je met
pensioen bent. Daarom probeer ik mijn leven
zoveel mogelijk te leven als een pensionado, ik
werk er alleen bij. Alles om ervoor te zorgen dat
ik later geen spijt heb van dingen die ik niet heb
gedaan, maar wel had willen doen. Ik kan het
iedereen aanraden, want voor je het weet heeft
de lokale voetbalclub alleen nog maar kunstgras
en zijn de pensioendromen onder je voeten
vandaan gemaaid.
Kees Hendriksen (37)
ZILVER ZAKELIJK. CARINT
De Ledenservice voor een
leuker, makkelijker en veiliger leven
Onze Ledenservice ondersteunt jong en oud met allerlei diensten om het leven leuker, makkelijker
en veilig te maken. Diensten aan huis, slimme technologische oplossingen voor thuis en gezellige
arrangementen. En uiteraard kunt u ook voor advies over langer thuis blijven wonen, bij ons terecht.
.19
Een greep uit het aanbod
Het aanbod is breed en verdeeld over vier categorieën:
Uitgaan & ontspanning, Aan huis diensten, Zaken op
orde en Voel je veilig. Het aanbod wordt in samenspraak
met de leden steeds vernieuwd en aangepast. U vindt het
complete aanbod op de website www.carintreggeland.nl/
ledenservice.
Uitgaan & ontspanning
Gezellige arrangementen, samengesteld voor u. Lekker
een dagje uit of een middagje iets anders. U kunt bijvoorbeeld
voordelig naar de bioscoop, het subtropisch zwemparadijs
in Preston Palace of op een leuke manier Twente
ontdekken met Actief Twente.
Aan huis diensten
Dat is makkelijk en comfortabel! Voor onder andere de
audicien, computerhulp, fietsenmaker en opticien bieden
wij een leuke korting.
Zaken op orde
Bent u op zoek naar mantelzorgondersteuning, een notaris
of wilt u hulpmiddelen lenen. Ook dan zit u goed als
lid van De Ledenservice.
Voel je veilig
En zoekt u slimme oplossingen om langer thuis te kunnen
wonen dan bieden wij onder andere een kookbeveiliger,
en advies over zorgtechnologie en woningaanpassingen
in en om uw huis.
Bezoek onze vernieuwde website
Om u nog beter van dienst te zijn, is de website vernieuwd.
In één oogopslag ziet u welke diensten wij bieden en maakt
u eenvoudig gebruik van het aanbod. Speciale aandacht is
er op de nieuwe website voor ons reisbureau SamenUit!
Alle uitstapjes overzichtelijk voor u en makkelijk te boeken.
Voor het complete overzicht en extra voordelen voor
leden, kijkt u op www.carintreggeland.nl/ledenservice
Lid worden?
Iedereen kan lid worden van De Ledenservice, ook als u
geen zorg van Carintreggeland ontvangt. Voor €18,50 per
kalenderjaar maakt u al gebruik van het aanbod.
Maak uw eigen account aan op de vernieuwde website en
profiteer direct. Liever persoonlijk contact? Dat kan ook
via 088 367 2373 of mail naar leden@carintreggeland.nl
ZILVER HERFST 2020
Nolet Bult
Oldenzaal
24 uur per dag
T 0541 229 779
Profiteer van onze
Profiteer jubileumaanbieding!
van Profiteer onze van onze
jubileumaanbieding! jubileumaanbieding!
Goed afscheid nemen
betekent tijd nemen
om te beseffen wat
er gebeurd is ...
.20
www.noletbult.nl
Praktijkadres
Beatrixstraat 147
7571 CA Oldenzaal
Telefoon (0541) 51 25 28
E-mail praktijk@veerdig.nl
www.veerdig.nl
Het maatwerk zitcomfort van Fitform verhoogt al 40 jaar het welzijn van heel
veel mensen. Om dit te vieren, kunt u dit jaar profiteren van onze jubileumaanbieding:
maatwerk de zitcomfort luxe en Het zeer van maatwerk Fitform complete verhoogt zitcomfort Fitform al van 580 40 jaar Fitform Elevo het jubileumeditie.
verhoogt welzijn van al 40 heel jaar het welzi
Het
veel mensen. Om dit te veel vieren, mensen. kunt u Om dit dit jaar te profiteren vieren, kunt van u onze dit jaar jubileumaanbieding:
Deze speciale editie de luxe is inclusief en aanbieding: zeer een complete totaalpakket de luxe Fitform en zeer 580 complete Elevo jubileumeditie.
Fitform 580 Elevo jubile
profiteren van onze
aan opties/accessoires:
Fitform
580 Elevo
Deze speciale editie is inclusief Deze een speciale totaalpakket editie is inclusief een Jubileumeditie
totaalpakket
aan opties/accessoires:
Fitform
aan opties/accessoires:
€ 3.125,-
Fitform
580 Elevo
580 Elevo
€ Jubileumeditie
2.499,-
Jubileumeditie
Topswing Lendensteun Draaiplateau Luxe Accu
€ 3.125,-
€ 3.125,-
hoofdsteun traploos 360 graden hoofdkussen Geen snoer
instelbaar draaibaar naar keuze in uw kamer
€ 2.499,-
Topswing Lendensteun Draaiplateau Topswing Lendensteun
Luxe Draaiplateau
Accu
€ 2.499,-
Luxe Accu
hoofdsteun traploos 360 hoofdsteun graden hoofdkussen traploos Geen 360 snoer
• Voor u individueel graden hoofdkussen Geen snoer
instelbaar
op maat
draaibaar
gemaakt
naar instelbaar keuze in uw draaibaar kamer naar keuze in uw kamer
• Zitten, relaxen, rusten én gemakkelijk opstaan
• Voor Uitgerust u individueel met drie op motoren, maat • Voor gemaakt alles
u
onafhankelijk
individueel op
verstelbaar
maat gemaakt
• Zitten, Volledig relaxen, ergonomisch rusten verantwoord én gemakkelijk • Zitten, relaxen,
& wetenschappelijk opstaan rusten én gemakkelijk
onderbouwd
opstaan
• Uitgerust Bekledingstof met Board; drie motoren, keuze
• Uitgerust
uit alles 15 onafhankelijk kleuren
met drie motoren, verstelbaar alles onafhankelijk verstelbaar
• Volledig ergonomisch verantwoord • Volledig & ergonomisch wetenschappelijk verantwoord onderbouwd & wetenschappelijk onderbouwd
•
Uw
Bekledingstof
Fitform-dealer
Board; keuze • Bekledingstof uit 15 kleurenBoard; keuze uit 15 kleuren
Uw Fitform-dealer
Uw Fitform-dealer
Voortsweg 31,
Geldig t/m 31 december 2020.
7523 CC Enschede
Tel. 053 - 435 84 37
www.elzingawonen.nl
Geldig t/m 31 december 2020. Geldig t/m 31 december 2020.
10-12-18 13:02
56
KLASSIEK MET KARTON
Theaterduizendpoot en operettefan Steef de Jong
en het Orkest van het Oosten vonden elkaar op het
Zwolse Stadsfestival 2017. Het werd een hilarisch,
hoogstaand avondje Offenbach en Strauss.
Nu het vervolg in de concertzaal. Orkest en Steef
veroveren uw hart met klassieke krakers en een
knipoog. Met nog meer noten en lagere drempels.
Deel je leven
16 MEI DE SPIEGEL, ZWOLLE
17 MEI MUZIEKCENTRUM ENSCHEDE
Een betekenisvol 18 MEI leven DEVENTER en uitgaan SCHOUWBURG
van wat mensen wél kunnen.
Dat is waar Zorggroep Sint Maarten voor staat. Elke dag
opnieuw gaan wij uit van de kracht van mensen, hun
mogelijkheden en hun talent. En van de kracht van delen.
Kijk op www.zorggroepsintmaarten.nl om te kijken wat we voor
elkaar kunnen betekenen.
088 - 000 52 00
info@zorggroepsintmaarten.nl
Bestel u kaarten via deel je www.ovho.nl
leven
Voor uw
gezondheid
en vitaliteit!
Maartje is er voor thuiszorg, kraamzorg, behandeling
én revalidatie. Professioneel en vertrouwd. Voor
jong en oud. Kleinschalig en in de buurt. Met eigen
vestigingen en altijd één vast aanspreekpunt.
Afspraak maken met Maartje bij ú in de buurt?
Bezoek dan één van onze vestigingen in Losser,
Oldenzaal, Ootmarsum, Tubbergen, Geesteren,
Weerselo of Hengelo. Of bel of mail ons!
Thuiszorg
Behandeling
Kraamzorg
Revalidatie
www.maartje.nl
info@maartje.nl
053 - 537 55 55
088 - 000 52 05
088 - 000 52 15
053 - 537 55 55
Maartje is onderdeel van
7 dagen per week,
24 uur per dag
bereikbaar
Uitleen van hulpmiddelen zonder lidmaatschap
INTERVIEW. VADER EN ZOON STROBOS
Vader en zoon Strobos,
experts in cortenstaal
// Tekst
BOB GEVERS
// Fotografie
ALPHONS B. TER BRAKE
.21
Evert Strobos en z’n zoon Graddus
zijn buren. Ze wonen aan de rand van
Bedrijvenpark Twente, direct naast
de bedrijfshal van Strobos Metaal.
Evert [77] is een bekend beeldend
kunstenaar, zijn stalen constructies
staan in het hele land. Graddus [44]
runt het metaalbedrijf en produceert
onder meer stalen sculpturen voor
kunstenaars.
ZILVER HERFST 2020
orten
INTERVIEW. VADER EN ZOON STROBOS
.22
Evert
Evert verwierf met
cortenstaal grote
bekendheid in
Nederland. Het
is een bijzondere
staalsoort, sterk
en weervast. In de
buitenlucht krijgt
het z’n kenmerkende
roodbruine kleur.
Ze hebben beiden wat met cortenstaal. Evert liep nogal voorop
met het gebruik van dat materiaal, die ‘roestige vlakken’ werden
niet altijd begrepen door het publiek. ‘Het heeft toch zo’n vijftig
jaar geduurd, voordat het werd geaccepteerd’, constateert zijn zoon.
In Twente zijn Stonehenge en het scheermes de bekendste sculpturen van
Evert. De eerste bestaat uit een cirkel van acht huizenhoge pylonen in
de Hengelose wijk Hasseler Es, vlakbij de A1. De tweede, een verticale
zuil met een horizontale dwarsbalk, staat in het Wesselerbrinkpark in Enschede.
Nog een opvallende locatie: in de beeldentuin van het Kröller-
Müller Museum op de Veluwe staat de indrukwekkende Palissade: 8 bij
9.80 meter, moeilijk over het hoofd te zien.
Een gesprek met de heren aan de keukentafel van de jongste: buren die
elkaar goed en al heel lang kennen. Pa had al snel in de gaten dat z’n zoon
goed overweg kon met metaal. Hij diept, ter illustratie, een ingewikkeld
karwei op uit z’n geheugen. ‘Graddus was daar toch zó verrekte handig
mee, een snotaap van zeven, acht jaar. Toen stond hij de kantbank al te
bedienen.’ Z’n zoon, bescheiden: ‘Ik zal toch wel iets ouder zijn geweest…’
Het lag dus voor de hand dat Graddus ook tussen het metaal zou belanden.
Hij werd geen kunstenaar, maar ondernemer met een constructiebedrijf,
Strobos Metaal. Hij maakt er allerlei producten, van stalen picknicktafels
tot ingewikkelde wenteltrappen. Én veel kunst. Daar heeft hij een stevige
reputatie mee opgebouwd.
staal
Roelofs
Beeldend kunstenaars weten hem goed te vinden om
hun ontwerpen om te laten zetten in staal. Onder hen
de internationaal bekende Rinus Roelofs. Van hem staan
tijdelijk acht wiskundige, gecompliceerde werken op
het Hengelose Stationsplein. Graddus construeerde
de meeste, aan de hand van computertekeningen. Dat
was goed te doen, vindt hij. Hij zou overigens graag
zien dat het werk van Roelofs een blijvende plaats krijgt
in de Hengelose binnenstad. Waarvan akte.
Vader Evert had zelf een werkplaats waar hij zijn grote
sculpturen maakte. Z’n zoon was er altijd te vinden tijdens
zijn vrije uren, stak de handen enthousiast uit
de mouwen en hielp graag mee met het plaatsen van
de constructies. Hij werd geen beeldend kunstenaar,
maar haalde zijn diploma van maritiem officier op
de zeevaartschool in Delfzijl. Voer vervolgens vijf
jaar over de hele wereld, stapte na lang nadenken in
Philadelphia van boord en liet zich een paar dagen
later bij de Twentse Kamer van Koophandel met een
eigen bedrijf inschrijven.
Buren, metaalvaklieden, vrienden. Ze trekken nog
wel eens samen op, zoals vorig jaar bij het plaatsen
van de glanzende, swingende, 3,5 meter hoge gitaar
van de Enschedese kunstenaar Helga Kock am
Brink op de rotonde voor het Rock ’n Pop-museum in
Gronau. Gebouwd in de werkplaats van Strobos
Metaal. ‘Maar ik bemoei me er tegenwoordig niet
zoveel meer mee’, zegt Evert. Graddus, grijnzend: ‘Hij
denkt nog wel dat-ie er nog alles van weet. Maar da’s
minder geworden.’
Vader Strobos bouwde, direct naast de hal op het
bedrijvenpark, zijn eigen woning, met veel cortenstaal
in de gevel. Het pand is ontworpen door zijn
drie jaar geleden overleden echtgenote Wietje.
‘Een oerkleur,
je kunt
het overal
neerzetten.
Het past
in de
bebouwing
en ook in de
natuur.’
.23
Graddus
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. VADER EN ZOON STROBOS
Cortenstaal
Evert verwierf met cortenstaal grote bekendheid in Nederland.
Het is een bijzondere staalsoort, sterk en weervast.
In de buitenlucht krijgt het z’n kenmerkende roodbruine
kleur. ‘Een oerkleur, je kunt het overal neerzetten.
Het past in de bebouwing en ook in de natuur.’ Hij liep
ermee voorop. ‘Ik was een van de eerste kunstenaars die
met cortenstaal werkte. Het is taai en knetterhard en niet
gemakkelijk om te bewerken.’ Maar die roestkleur werd
niet door iedereen begrepen en gewaardeerd. Strobos
oogstte er in het begin de nodige hoon mee, maar bleef
stug doorwerken met dit materiaal.
.24
Zo haalde de wijk Zevenhuizen bij Apeldoorn in 1983
het landelijke nieuws, nadat Evert Strobos het Hunebeddenplan
had ontworpen: een serie van 160 cortenstalen
platen op een oude trambaan, bedoeld om het sombere
aanzien van de betonnen wijk te veraangenamen. Maar
de bewoners zagen er niets in: ze vonden de ‘roestige
platen’ oerlelijk. Ouderen moesten zelfs denken aan
anti-tankversperringen uit de Tweede Wereldoorlog…
Het kunstwerk staat tegenwoordig tot volle tevredenheid
van iedereen langs een autoweg bij Dordrecht. Toch
echode de affaire nog even na: ‘Want ik ben daarna nog
een paar jaar alleen maar tweede geworden bij inschrijvingen
voor opdrachten…’ Maar hij had inmiddels naam
gemaakt met zijn werk, de waardering daarvoor oversteeg
de afkeer van de Zevenhuizenaren ruimschoots.
Tijd vooruit
Evert Strobos was gewoon zijn tijd vooruit, cortenstaal
hoort er tegenwoordig helemaal bij. Graddus werkt er
ook graag en veel mee. En hij heeft, als ondernemer, oog
voor de commerciële mogelijkheden van dit materiaal.
Op wervende toon: ‘Ik doe er van alles mee, ik wil er ook
bloembakken en regentonnen van maken. Ik adviseer
iedereen om voor dit materiaal te kiezen, als is het dan
een tikkeltje duurder…’ Z’n vader kent de locaties met
zijn kunstwerken in het hele land, maar hij heeft geen
behoefte om er eens te gaan kijken. Want daar wordt hij
niet altijd blij van. Neem Groningen, waar een kunstwerk
van hem bij de universiteit stond. ‘Het moest tijdelijk weg
omdat er werd gebouwd. Ze zouden het netjes opslaan,
maar de aannemer maakte er een zooitje van. We hebben
het hier in Hengelo helemaal opgeknapt, dat heeft 10.000
euro gekost, maar het is nog steeds niet teruggeplaatst.
Soms snap ik er helemaal niks van…’
Hij heeft het op zíjn beurt trouwens ook niet van een
vreemde, dat werken met metaal: zijn vader, Graddus,
was hoefsmid. Hij hielp zoon Evert vijftien jaar mee in
diens werkplaats. En de vierde generatie Strobos, gaat die
ook in de metaal? Graddus: ‘Onze dochter Mare wil naar
de toneelschool en haar zusje Laura wil de zorg in. Dus
nee, dat gaat ’t niet worden…’
‘Graddus begrijpt snel wat ik bedoel’
Rinus Roelofs (rechts) werkt graag samen met plaatsgenoot
Graddus Strobos bij het realiseren van zijn
kunstwerken. ‘Hij begrijpt heel snel wat ik bedoel, we
hebben een perfecte samenwerking.’ Roelofs, beeldend
kunstenaar en wiskundige, heeft een wereldwijde reputatie
opgebouwd met zijn objecten op het snijvlak van
kunst en wetenschap. Zijn werk is onder meer te zien
in New York, Tokio en Seoul. Én op het Stationsplein
in Hengelo, waar acht grote structuren staan. Eerder
stonden ze in Barcelona.
Veel werk van Roelofs wordt door Graddus Strobos
gerealiseerd in zijn bedrijfshal. ‘Ik kom met goed uitgewerkte
ontwerpen bij hem, vaak met een model op
schaal erbij. De onderdelen worden over het algemeen
met een laser gesneden, vervolgens krijgt Graddus dat
stapeltje en maakt er een mooi ruimtelijk object van.
Een vakman met een goed ruimtelijk inzicht.’ Roelofs
kent Evert Strobos ook goed, ze zijn immers al jaren
collega’s. ‘Die twee hebben samen heel veel expertise
op het gebied van het lassen van beeldende kunst. Dat
is wat anders dan constructielassen, het komt bijvoorbeeld
meer aan op de details. En met Evert erbij is
er natuurlijk altijd een toeziend oog van de meester,
hahaha.’ Want Evert is bepaald niet de eerste de
beste, zegt hij: ‘Er zijn maar weinig mensen die een
groot beeld bij Kröller-Müller hebben staan.’ Oftewel:
Evert Strobos is een heel grote.
FOTOREPORTAGE. ACTIEVE 65-PLUSSERS
// Fotografie
RIET VOS
Actieve
plussers
.25
llamcorper suscipit lobortis nisl ut
Talloze 65-plussers zijn zeer actief.
aliquip ex ea commodo consequat.
Ze fietsen, wandelen, sporten, gaan op vakantie
Tuer adipiscing en vooral elit, ook sed doen diam ze nonummy veel vrijwilligerswerk.
nibh
euismod Zie tincidunt de speciale ut laoreet fotopagina’s dolore magna in Zilver Magazine:
aliquam erat volutpat. Ut wisi eniminim veniam,
quis nostrud // WANDELGROEP exerci tation ullamrci KUIER DEUR tati euismod NIJVERDAL
tincidunt // ut DUO-FIETSERS laoreet: RTC HENGELO
// PITCH & PUTT TWENTE TE MARKVELDE
// VOEDSELBANK ENSCHEDE-HAAKSBERGEN
// DE OTHMARVLIEGERS OOTMARSUM
// DE VOLMER HAAKSBERGEN
ZILVER HERFST 2020
FOTOREPORTAGE. ACTIEVE 65-PLUSSERS
Acti
// WANDELGROEP KUIER DEUR NIJVERDAL
// Fotografie
RIET VOS
Elke week een paar uur samen
wandelen met Kuier Deur.
‘Het houdt je fit, het is gezellig,
je geniet van de omgeving en
je ontmoet af en toe nieuwe
wandelmaatjes’, zegt organisator
Marian Freriks.
.26
eve
// DUO-FIETSERS RTC HENGELO
// Fotografie
RIET VOS
.27
De toerfietsers van de RTC
Hengelo tonen hun sociale hart
door af en toe met bewoners van
zorginstellingen te gaan fietsen.
‘Zo bezorgen we ze een aangenaam
middagje’, zegt coördinator
André Oude Munnink.
ZILVER HERFST 2020
lussers
FOTOREPORTAGE. ACTIEVE 65-PLUSSERS
// PITCH & PUTT TWENTE MARKVELDE
// Fotografie
RIET VOS
Het dinsdagse wedstrijdje
pitch & putt is voor de mannen
van Fore uit Diepenheim een
hoogtepunt. Rein (knielend
tweede van links) heeft al twee
keer de wisselbeker gewonnen.
Maar Gerrit (tweede van rechts)
zegt dat de gezelligheid belangrijker
is, vooral door het
gezeur vooraf en na afloop.
.28
INTERVIEW. JOHANNA TER STEEGE
JOHANNA
TER STEEGE
.29
Het kwam er gewoon van
Als kind ging ze altijd met plezier mee naar de jaarlijkse uitvoeringen
van de plaatse lijke amateur toneelvereniging in gebouw Irene te Notter.
Maar zelf op het podium? Daar dacht Johanna ter Steege (1961) nooit
aan. Ze genoot van die avonden en na afl oop hoopte ze altijd dat ze bij
de loterij een pop zou winnen. Maar dat gebeurde nooit.
// Tekst
TON OUWEHAND
// Fotografie
EBO FRATERMAN
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. JOHANNA TER STEEGE
‘ Mijn vader wilde
naar God, naar
mijn moeder. Hij
had een mooi leven
gehad en hij wilde
dat God hem kwam
halen. Ik vind het
jaloersmakend mooi
dat rotsvaste geloof.’
.30
Jaloers
moo
H
et overrompelende succes van het
door haar bedachte theaterspektakel
op het terrein van Vliegveld Twente,
had ze niet voorzien. Ja de basisvoorwaarden
voor Hanna van Hendrik, waren allemaal dik in
orde. Er waren veel goede mensen bij betrokken,
Twentenaren die ze ondersteunden en een raad
van toezicht met zwaargewichten. De cast was
goed, regisseur Liesbeth Colthof die ze al meer
dan veertig jaar kent, was een schot in de roos.
Een droom die ze al vele jaren had, kwam uit: een
theatervoorstelling die in alle lagen van de bevolking
aansloeg en begrepen werd. Youp van ’t Hek
was geraakt, maar de buren van haar geboortegrond
Notter ook. Of ze haar grootmoeder hoorde: wat hun
Johanna ter Steege noe weer tot stand had
gebracht. En ze was zo gewoon gebleven...
En daarna kwam de film De Beentjes van Sint
Hildegard met Herman Finkers als tegenspeler.
Ook enorm geslaagd. Als corona zich nooit had
gemeld, hadden ze inmiddels wel op een miljoen
bezoekers gezeten schat ze zo in, in haar woning
in Rotterdam. Maar ja, de teller bleef steken op
ruim 600.000. Ook een enorme score, dat wel.
Maar veel meer zal het niet worden, want eind
september wordt de film uit de bioscopen gehaald,
kan die worden gestreamed en komt er een dvd van.
i makend
Geroerd
Haar ouders hebben deze twee enorme successen
niet mee kunnen maken. Haar moeder stierf al in
1996. ‘Mijn vader heeft Hanna van Hendrik niet
kunnen zien. Hij overleed in 2018. Maar hij heeft
me nog wel geholpen in de eerste fase. Hij had
allemaal suggesties voor mensen die ik voor de
sponsoring moest benaderen. Hij was ook geroerd
dat ik op de uitnodigingskaart een foto van mijn
moeder had gezet, die een koe aan het melken was.’
Het is de eerste foto die in het programmaboekje
van Hanna van Hendrik staat afgebeeld.
dat rotsvaste geloof. Bij mijn moeders overlijden
had ik dat ook gezien, zoveel kracht putten uit het
geloof en dan rustig naar het einde toegaan.’
Jeugd
Ze groeide op als middelste van vijf kinderen op
de boerderij van haar grootmoeder Hanna en
grootvader Hendrik in het buurtschap Notter,
bij Wierden. Haar moeder deed het huishouden,
zorgde voor haar ouders. Haar vader richtte na
verschillende banen het behoorlijk succesvolle
bedrijf DTS keukens op, waarvan ingewijden al
snel doorhadden dat die letters stonden voor zijn
naam: Dirk ter Steege.
De boerderij was een gemengd bedrijf met koeien,
varkens en kippen, waar ook granen en maïs werd
verbouwd. Ze heeft er veel herinneringen liggen.
Een winter waarin het zo hard vroor bijvoorbeeld
dat buurman Freek op Friese doorlopers over de
weg naar ze toe kwam schaatsen. Ze ziet zichzelf
nog zo met een kolenkit naar het schuurtje lopen
om kolen uit het kolenhok te halen. En het toilet,
zonder doorspoelmogelijkheden waar het paard
altijd naast stond. Niet dat ze bang was voor het
beest, maar zij was klein en dat paard was zo
enorm groot.
.31
‘De laatste voorstelling die mijn vader van me
heeft gezien was De Vader, met Hans Croiset. Dat
theaterstuk over dementie vond hij het mooiste
dat hij ooit bijwoonde.
Toen mijn vader stierf, zat zijn leven erop. Hij was
87, had kanker. Natuurlijk, ik mis hem. Ik had het
mooi gevonden als hij Hanna van Hendrik wel
had kunnen zien. Maar hij was echt klaar met zijn
leven. Hij wilde naar God, naar mijn moeder. Hij
had een mooi leven gehad en hij wilde dat God
hem kwam halen. Ik vind het jaloersmakend mooi
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. JOHANNA TER STEEGE
groot
.32
In de gereformeerde kerk, ziet ze zich ook nog zitten.
Naast haar moeder. Van de preek begreep ze niks, maar
ze had tijd genoeg om te frutselen aan de jas van haar
moeder. ‘Ik speelde dat het een fornuis was, dat ik met
de knopen het gas kon regelen. Ik ben blij dat ik dat
allemaal heb meegemaakt. Voor veel schrijvers bijvoorbeeld
is een gereformeerde jeugd een bron van inspiratie.
Zo is dat ook voor mij, het heeft mij gevormd.’
Op de boerderij helpen hoefde niet, maar op zaterdagochtenden
moest de tuin wel netjes worden gemaakt
voor zondag. Dat bete kende onder andere met een
schilmesje het onkruid tussen de
stenen van de oprit peuteren, gras
maaien.
Als ze met haar ouders, broers en
zussen op de jaarlijkse toneeluitvoeringen
in gebouw Irene in
Notter ging, was daar ook altijd
haar neef en achterbuurjongen
Gerrit Lammers. Ook hij beleefde
veel plezier aan die toneelvoorstellingen.
Zodanig zelfs dat
hij een verwoed amateuracteur
werd. ‘Ik heb hem ook gevraagd
voor een rol in Hanna van Hendrik.
Er stonden echte koeien op
de set, die waren van hem. Hij
heeft zich heel erg ingezet voor het
stuk. Die koeien stonden zes weken
op de luchthaven. Die moesten
gevoed worden en gewassen. Er
moest ook altijd iemand bij ze in
de buurt zijn. Ook ’s nachts, want
als er onweer zou uitbreken zouden ze zeer onrustig
worden.’ Terwijl Gerrit zich als jong ventje al tot het
toneel voelde aangetrokken, speelde dat bij de kleine
Johanna helemaal niet. ‘Ik vond het leuke avonden,
maar zelf spelen, daar dacht ik niet aan. Ik zat na afloop
altijd nerveus met een lootje in mijn handen af te wachten
of mijn nummertje werd omgeroepen, of ik eindelijk
die pop zou winnen. Maar dat gebeurde nooit.’
Film
Een carrière als actrice, het was niet gepland, het gebeurde
gewoon. Op haar zeventiende na de middelbare
school in Nijverdal was het tijd om het huis uit te gaan,
vond ze. Ze ging naar de sociale academie in Kampen.
‘Ik wou mensen helpen. Mijn zuster studeerde er al. Dat
scheelde bij de keuze.’ Spellessen hoor den bij de opleiding.
Die bevielen haar zo dat ze zich na negen maanden in
1979 inschreef voor de studie dramadocent aan de nieuw
In de gereformeerde
kerk,
ziet ze zich ook
nog zitten. Naast
haar moeder. Van
de preek begreep
ze niks, maar ze
had tijd genoeg
om te frutselen
aan de jas van
haar moeder.
opgerichte Academie voor Drama en Kunst, ook in
Kampen. Daar liep ze stage bij theatergroep Lijn Negen
in Amsterdam, waar ze Liesbeth Colthof leerde kennen,
die ze later vroeg voor de regie van Hanna van Hendrik.
Met een diploma op zak als dramadocent ging ze naar
de toneelschool in Arnhem. ‘Eigenlijk omdat me werd
gezegd dat ik er talent voor had.’ Dat talent werd ook
opgemerkt toen ze in het derde jaar in Amsterdam de
voorstelling Vrouw in het zand van Kobo Abe speelde.
In het pu bliek zat casting- director Jeanette Snik, die
vroeg na afloop of ze auditie wilde doen voor de nieuwe
film van regisseur George Sluizer.
Ze kreeg de rol in Spoorloos
(1987). In totaal was ze 11 minuten
in beeld, maar ze maakte
met haar filmdebuut zoveel indruk
dat ze voor deze rol de
Felix Award op het festival van
Berlijn won voor beste actrice.
Acteren in films en in theater
heeft ze altijd naast elkaar
gedaan. In deze tijd is dat heel
gebruikelijk. Er zijn veel televisieseries,
soaps, er worden veel
films gemaakt. Eind jaren tachtig
was dat heel anders. Toen was er
nog een soort van tweedeling. Je
had film- én theateracteurs. Het
waren twee heel verschillende
manieren van werken. Johanna
deed dat naast elkaar en dat was
inspirerend.
Corona
Eigenlijk had ze in deze tijd in de thea ters moeten
staan met de voorstelling Het oog van de storm
met Anne-Wil Blankers en Hans Croiset. Maar na
vier try-outs kwam corona. ‘Het stuk is gecanceld,
vertelt ze. ‘Onmogelijk om dit te spelen met de
anderhalve meter afstand. Bovendien zijn Anne-Wil en
Hans rond de tachtig, de kwetsbare groep.’
Vanaf maart heeft ze niet meer gewerkt. Maar de vrij
gekomen plekken in haar agenda heeft ze voor een deel
kunnen vullen door de solovoorstelling Ik heet Lucy
Barton naar voren te halen. Dat stuk zou ze in 2022
spelen, maar ze is er nu mee aan de slag. ‘Ik heb het
samen met mijn man in New York gezien. Feit is dat een
toneelproductie duur is om te maken. Hoe meer acteurs
er bij betrokken zijn, hoe duurder het wordt. Ik was
op zoek naar een stuk met weinig acteurs en een goede
vrouwenrol, want daar zijn er niet zoveel van.’
succes...
Terug in de regio
Ze was getipt om My name is Lucy Barton te bekijken, ze was direct
gezwicht. Liet regisseur Antoine Uitdehaag het stuk vertalen. De hoofdpersoon
ligt in het ziekenhuis en ineens zit haar moeder, die ze al jaren
niet heeft gezien aan het voeteneind. Een geestig en emotioneel,
glashelder en mysterieus stuk waar diepe droefheid en grote lichtheid
hand in hand gaan. De actrice speelt zowel de moeder als de dochter.
In de maanden oktober en november
speelt Johanna ter Steege de solovoorstelling
‘Ik heet Lucy Barton’, gebaseerd
op het gelijknamige boek van Elizabeth
Ze haalt het script van ‘Lucy Barton’ erbij: 40 A-viertjes die ze uit haar
hoofd moet kennen. Geen tegenspelers, ze moet het helemaal alleen
doen. Ze verkeert al een paar weken in een periode waarin de dagen
bestaan uit: pagina’s tekst uit in het hoofd stampen. Op de fiets stappen
naar het repetitielokaal om met de regisseur de scènes te zetten.
Vervolgens weer naar huis en teksten leren. Stampen alsof het de Engelse
woordjes van de middelbare school zijn. En vervolgens hopen
dat ze eenmaal op pagina veertig aangekomen, de eerste bladzijden
nog weet. Niet dat ze daar aan twijfelt. Het is tot op heden altijd goed
gekomen. En we moeten niet vergeten, dit mag dan een nogal saaie
periode lijken, ze heeft toevallig wel het mooiste vak dat er bestaat.
Strout, in vertaling en regie van Antoine
Uitdehaag. De première is op 10 oktober
in Singer in Laren. In deze regio te zien:
Hoftheater Raalte (16/10), ZINiN Nijverdal
(30/10), Kleine Willem Enschede (10/11
& 11/11), Schouwburg Lochem (20/11),
‘Op de boerderij helpen
hoefde niet, maar op
zaterdagochtenden moest
de tuin wel netjes worden
gemaakt voor zondag.
Dat betekende onder
andere met een schilmesje
het onkruid tussen
de stenen van de oprit
peuteren, gras maaien.’
Schouwburg Hengelo (21/11),
Hanzehof Zutphen (26/11).
.33
ZILVER HERFST 2020
MODE REPORTAGE. SCOOTER
// Tekst
FREDERIKE KROMMENDIJK
// Fotografie
BRIT WILLEMSEN
.34
Ellen Schepers (links) en Esther Mollink
Een tikje eigenwijs
de herfst in
De nieuwe najaarsmode hangt weer in de winkels. En voor veel vrouwen begint dan de zoektocht: wat zal ik kiezen
uit die nieuwe trends? Bij damesmodezaak Scooter in Enschede en Ootmarsum draaien ze die vraag om. ‘Je moet
niet kijken wat in de mode is, je moet kiezen waar jij het mooiste in uitkomt’.
Mooie warme tinten als flessengroen
en bruin maar ook
fris winterwit. De kleuren
van dit najaar hangen ook in de winkels
van Scooter. Maar daarnaast nog een heel
palet aan andere tinten. ‘Als een bepaalde
modekleur overal in overvloed hangt, hebben
wij juist de neiging die over te slaan. Of
hooguit een enkel item of een mooie sjaal
in die kleur in de collectie op te nemen’,
zeggen Ellen Schepers en Esther Mollink.
Ellen begon de Enschedese Scooter al in
1986, In juni 2018 opende ze samen met
Esther de vestiging in Ootmarsum.
Ook al verschillen de doelgroepen in beide
plaatsen natuurlijk, de twee winkels hebben
wel één ding gemeen: ze bieden een
brede collectie aan vrouwen van alle leeftijden,
van jonge meiden tot dames op
leeftijd. ‘Het is wel een beetje de hippere
garde die wij mogen en kunnen kleden.
Vrouwen die geen dertien in een dozijn
willen. En of ze nou een klassieke smaak
hebben of zich wat uitgesprokener willen
kleden, ze vinden hier in elk geval hun
eigen individuele stijl’, vat Ellen samen.
En om dat voor elkaar te krijgen, zijn
Esther en Ellen zoals ze zelf zeggen ‘best
eigenwijs’. ‘We willen geen merken
verkopen die ook al in andere winkels
in de buurt hangen. En zelfs liever geen
merken die je op internet kunt
kopen, al is dat wel een zoektocht.
We steken veel energie in het
creëren van een uniek samengestelde
collectie, gericht op onze
doelgroep.’, zegt Esther. Voor dit
najaar en de winter zijn lange rokken
de trend. ‘Die verkopen we
graag, liefst de enkellange. We zijn
blij dat ze in zijn. De flared jeans, de
broeken met wijd uitlopende pijpen,
hebben we wel, zeker voor onze jongere klanten. Maar
als je wat breder bent rondom de heupen – en dat geldt nou
eenmaal voor de meeste dames van 50 + – dan is dat helemaal
niet flatteus en kun je beter een rechtere, smallere pijp dragen’.
Adviseren
Juist in dat adviseren van al die klanten met al die verschillende
lijven, zit voor Ellen en Esther de passie.
‘Wij willen een anders-dan-anderswinkel zijn. We vinden
het leuk om te adviseren en daarvoor moet je goed
naar het lichaam van je klant kijken. Wat flatteert jou het
beste, waar kom jij op je mooist in uit? Dat is veel belangrijker
dan je afvragen of je wel met de laatste trend meedoet’,
legt Ellen uit.
We vinden
het leuk om te
adviseren en
daarvoor moet
je goed naar het
lichaam van je
klant kijken.
Een beeld van kunstenares Els Vermeij
Volgens Esther komt het regelmatig voor dat zij, op basis
van de lichaamsbouw van een klant, met iets aankomen
wat de klant zelf nooit uit het rek zou hebben gepakt.
‘Doe dat eens even aan voor mij, zeg ik dan. En als ze
het dan eenmaal aan hebben, staat het prachtig en zijn
ze helemaal blij. Je moet mensen soms ook een beetje uit
hun comfortzone halen’. En dat maakt het shoppen ook
veel leuker dan kopen op internet, weet Ellen. ‘Als je op
internet iets hebt besteld, blijf je maar suggesties krijgen
voor meer van hetzelfde en blijf je altijd in dezelfde stijl
hangen’.
Stijlvolle dames
Behalve Ellen en Esther werkt ook verkoopster Umran
in de Ootmarsumse vestiging. Verder lopen er tijdens de
half-jaarlijkse Fashion Sunday-modeshows onder andere
twee dames van 70 + mee. ‘Allebei stijlvolle dames met een
eigen karakter, een prima voorbeeld voor de wat oudere
klanten. Zij laten echt zien: Kijk, zo kan je er op onze
leeftijd ook uitzien. Dat werkt enorm inspirerend’. En of
je nou bij Scooter voor kledingadvies komt of voor een
mooi sieraad of je wilt in Ootmarsum een kijkje nemen
bij de beeldjes van Els Vermeij, de dames hebben overal
een mooi verhaal bij. ‘We proberen het verhaal achter de
producten te vertellen, ook op onze website’. Zelfs toeristen
die bij toeval in de Ootmarsumse Scooter terechtkwamen,
zijn inmiddels vaste klanten. En Enschedese
klanten die door Ootmarsum slenteren, komen soms
verrast op de geur af. ‘Dan ruiken ze aan de patchouli
die we op onze pakjes doen dat hier ook een Scooter zit’,
lacht Ellen.
cooter
ZILVER HERFST 2020
.35
DE NIEUWE
COLLECTIE
NACHTKLEDING
IS BINNEN
ONTVANG
20%
KORTING
IN SEPTEMBER
Vermeld daarvoor dat u de actie
in het blad Zilver heeft gezien
.36
Textielhuis heeft een ruime collectie hoogwaardig bedtextiel, onder- en
nachtmode en huishoudtextiel van topmerken. Naast onze sfeervolle
winkel aan de Twekkelerweg in Hengelo (O) kunt u onze artikelen ook via
onze webshop veilig aanschaffen. Bezoek ons online of kom langs in
onze winkel en laat u verrassen en adviseren door onze verkopers!
Textielhuis, Twekkelerweg 130-132, 7553 LN Hengelo, Tel.: 074 - 242 74 97, Email: info@textielhuis.nl www.textielhuis.nl
INTERVIEW. WEDUWE BABS TIMMERMAN?
.37
De
liefde
van
haar
leven
Ze mist hem nog elke dag.
Heeft regelmatig huilbuien.
Dat Babs Timmerman (69)
er überhaupt nog is, heeft
ze te danken aan haar
vriendin Nel Voogd (72).
Die als Gert & Hermien-fan
tot de intimi ging behoren
en inmiddels voor Babs
een hartsvriendin voor
het leven is.
// Tekst
TON OUWEHAND
// Fotografie
ROBERT HOETINK
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. BABS TIMMERMAN
Babs Timmerman (rechts)
samen met haar vriendin
Nel Voogd (links)
l
.38
‘Ik was erachter
gekomen dat hij
boven een pizzeria
woonde in Twello.
Die heb ik gebeld.
Ik heb mijn gegevens
achtergelaten met
de vraag of ze hun
bovenbuurman
wilden laten
terugbellen’
In de woonkamer staat een pick-up met daarnaast een stapel elpees van
Gert & Hermien uit hun christelijke periode. Elke dag draait ze er eentje.
Even verderop is een herdenkingsplek. Een foto van Gert uit zijn
gezonde tijd. Zijn bril hangt aan het fotolijstje. Achter de foto staat een bakje
met Gerts laatste pufje. Het blauwe lipstickvormige staafje dat hem nog enige
lucht verschafte voor hij op 28 oktober 2017 zijn laatste adem uitblies. Ze voelt
zich schuldig over zijn dood. Want op basis van haar bezoek aan de informatieavond
hadden ze beslist dat de woningbouwvereniging de vloer in hun
woonkamer mocht isoleren met pur. Ze hadden een koud en vochtig huis.
De isolatie zou daar een eind aan maken en ze zouden het wat huur betreft
niet eens merken.
Die pur, ze kan er een boek over schrijven. Sterker nog, ze gaat het doen ook.
Ze heeft nauwgezet bijgehouden met foto’s en teksten hoe het chemische isolatiemateriaal
het leven van Gert en haar verwoestte. De hele huisraad, alle
boeken, schilderijen, antiek, meubelen, beelden, kleding, schoenen, ze konden
het allemaal wegdoen. Ze mochten hun huis niet meer in vanwege de
vrijgekomen fijnstof, die overal was ingetrokken. Ze hebben twee jaar lang op
allerlei plekken moeten bivakkeren. Bij de kinderen van Babs, bij vrienden
in Spanje, in een caravan in Duitsland. Uiteindelijk hebben ze het studiootje
in de tuin zo ingericht dat ze vlakbij hun woonhuis hebben gekampeerd.
Mensonterend vonden ze het. Geen sanitair en koken onder de carport.
iefde
De jongens van Tee-Set waren er ook.
De alvleesklierkanker waaraan Gert is overleden, komt van de pur. Ze weet het
zeker. Dat spul heeft ook een aanslag gepleegd op haar lichaam. Het bovenste
deel van haar longen is erdoor verbrand. Haar slokdarm en luchtpijp zijn dermate
aangetast dat ze voornamelijk vloeibaar voedsel nuttigt. Drinken kan ze
alleen door een rietje. Ze is allergisch voor ongeveer alles wat een geur heeft.
Als ze een maaltijdje bereidt, doet ze dat in de fryer of in de magnetron. Want
als ze maar enige geur waarneemt, krijgt ze niet te stoppen kriebelhoest. Af
en toe vraagt ze bevestiging aan Nel. Die knikt steeds instemmend: zo is het.
Liefde
Gert Timmerman was de liefde van haar leven. In 2000 was de eerste serieuze
ontmoeting. Het jaar daarop met kerst gaf Gert haar heel romantisch een
verlovingsring, al kon hij het doosje dat eromheen zat, niet openkrijgen. ‘Als
jij met mij een deuntje wilt trouwen, moet je mij op een
spectaculaire manier ten huwelijk vragen’, zei Gert erbij.
Dat deed ze precies een jaar later, bij een kerstoptreden van
Gert voor 1600 man publiek. Als afgesproken kreeg ze de
microfoon van de Sjonnies, het voorprogramma. ‘Gert wist
niet wat hem overkwam. Ik ging op mijn knieën en vroeg
of hij dit aanzoek spectaculair genoeg vond. Gert zei met
heel zijn hart: ja.’
Gert Timmerman kende ze natuurlijk uit de roddelbladen,
als bekende Nederlander. Maar ze had hem diverse keren
getroffen. Toen ze een jaar of 18 was bijvoorbeeld. De
aannemersdochter uit Overdinkel Babs Stoevenbeld deed
mee aan een talentenjacht bij de Zomerfeesten van Hengevelde. Gert zat in de
jury. ‘Ik zong Du van Peter Maffay. Ik had alleen geen orkestband. Gert bood
aan me op piano te begeleiden, probleem was alleen dat er geen piano was.
‘Gert wist niet wat
hem overkwam.
Ik ging op mijn
knieën en vroeg
of hij dit aanzoek
spectaculair genoeg
vond. Gert zei met
heel zijn hart: ja.’
Die wilden me ook wel begeleiden, maar
dan hadden we moeten repeteren, daar
was geen tijd voor.’ Babs zong á capella.
Van twee juryleden kreeg ze een negen.
Bonnie St. Claire die te laat in de feesttent
was gearriveerd om Babs’ optreden te
horen, gaf haar desondanks een zes. ‘Ik
was zo boos dat ik haar later die dag heb
teruggepakt. Bij haar optreden waar ze
schaamteloos stond te playbacken, heb
ik de stekker eruit getrokken, zodat er
van haar zang niets meer overbleef en
ze boos de tent verliet.’
Babs werd tweede, een
tweeling waar verder
nooit meer wat van vernomen
is, won de talentenjacht.
Ze werd wel
vaker tweede, vertelt
ze. Maar voor we haar
als de Joop Zoetemelk
van de talentenjachten
bestempelen, zegt ze
dat ze er ook wel heel
vaak won. Een platencontract waar het
eigenlijk om te doen was, kreeg ze echter
nooit. Een keer toen ze had gewonnen,
kreeg ze van een morsig jurylid te horen
dat ze een mooie stem had, dat ze er leuk
uitzag maar dat er voor een zangeres nog
iets meer moest gebeuren om door te breken.
‘Oh, u bedoelt het Gooise matras?
Daar moet ik niets van hebben’, was haar
antwoord. Omdat ze na die winst niets
meer hoorde, belde ze een ander jurylid:
Pim Jacobs. Die liet haar weten dat ze
inderdaad niets meer zou horen, want ze
had een heel onhandige opmerking gemaakt.
Engeltje
Als Gert Timmerman artiesten zoekt voor
zijn muzikale stal, gaat zij op haar Solexje
vanuit Overdinkel naar zijn studio in
Usselo om voor te zingen. ‘Het was 1970.
Ik was negentien maar ik zag er veel jonger
uit, met lange pijpenkrullen. Ik zong
Zigeunerjunge. Gert sprong direct achter
de piano om me te begeleiden. ‘Je zingt
in es,’ zei hij. Later hoorde ik hem tegen
Hermien zeggen: er is een meisje dat eruit
ziet als een engeltje, maar ze heeft een
dijk van een stem.’ Tot een samenwerking
komt het niet. Babs’ broer is getrouwd met
de dochter van de vaste tekstschrijfster
van Gert. Zij heeft een muzikale verbintenis
tegengehouden, zegt Babs. Met haar
muzikale aspiraties komt Babs eigenlijk
nooit veel verder. Kleine tegenslagjes als >>
.39
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. BABS TIMMERMAN
een band die eindeloos repeteert tot bij het
eerste optreden, blijkt dat de bassist aan
dusdanige vorm van podiumangst lijdt,
dat ze een band verder kunnen vergeten.
Ook krijgt ze een aantrekkelijke aanbieding
bij een dansorkest. Maar ze kan niet
leven met de gedachte dat ze zo vaak van
huis zou zijn. ‘Mijn kinderen moesten een
moeder thuis hebben.’
.40
Lekker ding
Het is 2000. Ze is twaalf jaar gescheiden
en de kinderen zijn groot. Ze repeteert
met een band en ze stelt voor om een herkenningstune
te laten schrijven door Gert
Timmerman. ‘De jongens vonden het een
goed idee. Ik zou Gert benaderen. Hij was
toen twee jaar gescheiden van Hermien.
Hij had een geheim telefoonnummer. Ik
was erachter gekomen dat hij boven een
pizzeria woonde in Twello. Die heb ik
gebeld. Ik heb mijn gegevens achtergelaten
met de vraag of ze hun bovenbuurman
wilden laten terugbellen. Dat gebeurde.
Ik zei: Meneer Timmerman, ik wil u iets
vragen.
Hij zei: ‘Zeg maar Gert en vraag maar’.
Ik zei dat het niet telefonisch kon. Hij
antwoordde dat hij in de komende week
in Oldenzaal moest zijn voor een zakelijke
afhandeling met Hermien. Hij had vijf
minuten voor me. Te weinig vond ik. We
spraken af op het plein voor de Plechelmus.
Ik zag daar een Berlingo stoppen
7echter JAAR
des te meer.
met een muziekstandaard op de bijrijderstoel. Ik dacht: hé een muzikant.
De chauffeur zat gebukt iets te zoeken en toen hij opkeek dacht ik wat een
lekker ding. Het was Gert.’ Gert, duidelijk bang voor roddelbladen, gaat in
op haar voorstel om wat te gaan drinken. De Berlingo blijft in Oldenzaal. In
haar auto rijden ze naar de Tankenberg. Daarna gaan ze eten bij Florilympha
in De Lutte. ‘Om vijf uur kwamen we daar binnen. Het was stampvol. We
konden alleen nog aan de leestafel zitten. Om half tien bleek het restaurant
helemaal leeg. We hadden zo intensief zitten praten dat we niet merkten
dat iedereen het pand al had verlaten.’ Ze rijden terug naar Oldenzaal,
gaan nog een café in. Om half drie ’s nachts nemen ze afscheid. Gert geeft
haar twee piepkleine kusjes op haar mondhoeken. Maar ze kan de weg naar
Overdinkel al niet meer terugvinden. De volgende ochtend heel vroeg komt
ze thuis. De vriend van haar dochter die wakker werd van haar zacht bedoelde
gestommel, stelt met slaaphoofd een treffende diagnose: je bent verliefd.
Van haar missie was niets terechtgekomen. Ze had Gert niet om een herkenningstune
gevraagd. Wel was haar auditie in Usselo nog ter sprake gekomen.
‘Gert zei direct: ‘Zigeunerjunge’.
Zeventien jaar zijn ze bij elkaar geweest. Het was een liefdevol samenzijn, zegt
ze. Maar een zangduo? Had zij de nieuwe Hermien niet moeten worden? Babs
schudt haar hoofd. Die ambitie heeft ze nooit gehad. Hermien had goed werk
gedaan. Bovendien paste Babs’ stem niet goed bij die van Gert. Hun harten
COLUMN. JAN WALBURG
Jan Walburg
COLUMN
Beethoven
In 1770 werd Beethoven geboren. Waarschijnlijk op
16 december, omdat zijn doop op 17 december was.
Dat is dus 250 jaar geleden en vandaar dat dit jaar, 2020,
is uitgeroepen tot het Beethovenjaar. Dat is een beetje in
het water gevallen door corona. Heel veel geplande uitvoeringen
van zijn werk gingen niet door. Maar in Twente
hebben we in augustus kunnen genieten van zeven speciale
Beethoven concerten tijdens het klassieke muziekfestival:
het Stiftfestival. Voor mij aanleiding om de prachtige
biografi e over Beethoven van Jan Cayers te lezen.
Op twee momenten in zijn leven waren we bijna
Beethoven als componist en als mens kwijtgeraakt.
Het eerste moment was 1801 als hij uitgeput is, veel last heeft van zijn
chronische ziekte, het prikkelbare darmsyndroom, met veel buikpijn,
en ook moet vaststellen dat zijn gehoorprobleem ernstiger is dan
zich aanvankelijk liet aanzien. Hij hoorde geen hoge tonen meer en
zijn gehoorprobleem is sinds het ontstaan in 1796, waarschijnlijk als
gevolg van de tyfus die hij opliep bij een bezoek aan Berlijn, steeds
ernstiger geworden met als perspectief totale doofheid. Voor een
concertpianist, dirigent en componist natuurlijk een ramp. Kon hij
nog wel spelen en componeren? Stortte zijn muzikale leven in elkaar?
Wat was er nog zonder muziek? Beethoven trok zich terug in Heiligenberg
om te herstellen en na te denken. Hij twijfelt daar aan de zin
van zijn leven en sluit zelfs niet de gedachte uit dat te beëindigen.
Na zes maanden keerde hij weer terug in Wenen met zijn testament.
Dat eindigt met een boodschap aan hemzelf: “Juist omdat je zo
beperkt bent in je zintuigen, is de Kunst de enige mogelijkheid”.
Hij geeft zijn loopbaan als concertpianist op om zich volledig te
wijden aan componeren. Hij overstijgt zijn leed en vindt de zin in
zijn leven door een volledige toewijding aan het creëren van muziek.
Jan Auke Walburg is emeritus
hoogleraar op het gebied van
de positieve psychologie,
die condities bestudeert
waaronder mensen tot bloei
komen. Daarvoor werkte hij
als directeur in verschillende
organisaties op het gebied
van de gezondheidszorg.
Thans schrijft hij over diverse
onderwerpen, helpt hij mee
aan de organisatie van een
klassiek muziekfestival in
Twente, werkt hij in zijn tuin
en heeft hij plezier met zijn
vrouw, vrienden, kinderen
en vooral kleinkinderen.
Hij woont in Losser.
.41
Een tweede crisis doet zich voor in 1816. Hij moet het, na veel ongemakkelijke
verhoudingen, opgeven om ooit nog iemand te vinden om
zijn leven mee te delen. Hij bezingt dat in zijn liedcyclus An die ferne
Geliebte. Hij worstelt met zijn eenzaamheid en duikt in de oosterse
en westerse filosofie. Daar ontdekt hij dat eenzaamheid zijn trouwe
partner is. Dat eenzaamheid ook onthechting betekent. Hij is alleen,
eenzaam, maar staat daarmee ook los van anderen. Hij hoeft zich van
niemand meer iets aan te trekken. Dat schept de ruimte voor hem
om nieuwe en nog nooit gehoorde klankpatronen te ontwikkelen die
hij verwerkt in zijn composities. Zijn latere werken met name de late
pianosonates en strijkwartetten zijn inderdaad ongehoord boeiend
en klinken nog steeds modern. Zelf heeft hij die composities nooit
kunnen horen. Voor de tweede keer in zijn leven zet hij zijn tekortkomingen
om in een nieuw levensdoel.
Jan Auke Walburg
ZILVER HERFST 2020
REPORTAGE. WENS AMBULANCE
// Tekst
BOB GEVERS
// Fotografie
ALPHONS B. TER BRAKE
EN KARIN VAN DAM
‘Nee, het
zijn geen
feestjes,
maar je
maakt er
wel een
feestje van’
.42
Nog een
laatste wens vervullen…
Oud-rechercheur Egbert Evers is inmiddels
zeven jaar vrijwilliger bij Stichting Wens-
Ambulance Oost-Nederland. Na zijn vervroegde
pensionering wilde hij wel wat nuttigs
doen. Chauffeur op een wensambulance,
dat leek hem wel wat. Het beviel hem
vanaf het eerste uur. Tegenwoordig doet
de 67-jarige vooral kortere ritjes. En op de
vaste wekelijkse vrijwilligersochtend is hij
altijd van de partij.
DDe vrijwilligers hebben allemaal hun verhalen, Evers ook. Zoals
die man uit Borne, uitbehandeld longkankerpatiënt. Hij wilde
met zijn gezin nog eens naar Circus Renz, dat in Deventer stond.
De man was gek op trompetmuziek. De begeleidende verpleegkundige
vertelde dat tegen een van de muzikanten en na de voorstelling kreeg de
patiënt prompt een privé-concertje van twee trompettisten. “Het was de
mooiste dag van zijn leven, zei hij. Niet lang daarna is hij overleden.”
Stichting WensAmbulance Oost-Nederland heeft haar garage en kantoren
in een pand op een bedrijfsterreintje in Hengelo. Drie ambulances staan
er. Twee vrijwilligers laten met hun poetsdoeken een wagen als een spiegel
glimmen. Zo te zien een splinternieuw exemplaar, maar schijn bedriegt.
Het is een oldtimer met ruim vier ton op de teller. Afgeragd maar betrouwbaar,
want goed onderhouden. Want niemand wil dat de wagen onderweg
pech krijgt. Maar het onderhoud wordt te kostbaar. Een nieuwe ambulance
staat daarom bovenaan de wensenlijst. Zo’n wagen kost 125.000 euro en
begin dit jaar leek het erop dat dit bedrag ook op tafel zou komen. Want
de complete opbrengst van de haringparty in Rijssen zou naar de stichting
worden overgemaakt en dat zou een stevige bijdrage betekenen. Maar
toen kwam het coronavirus en de party werd afgeblazen. Dat betekent uitstel,
geen afstel. Want volgend jaar staat de ambulance opnieuw op de lijst.
Het zag er allemaal nog zo veelbelovend uit, begin 2020. Stichting Wens-
Ambulance Oost-Nederland bestaat namelijk 12,5 jaar: aanleiding voor een
jubileumactie. Die moest – en moet natuurlijk nog steeds! – 290.000 euro
opleveren. Want er staan meer wensen op het programma, zoals het
De Stichting WensAmbulance Oost-Nederland is in 2009 opgericht door Cor en
Monique Havelaar. De stichting heette toen nog Twentse Wensambulance, maar ook
de Achterhoek hoort tot het gebied waar de ambulances actief is, bovendien zijn er
Achterhoekse vrijwilligers bij betrokken. In totaal zijn er zo’n tachtig vrijwilligers uit de
hele regio actief voor de stichting, die op aanvraag ritten uitvoert ‘om voor (pre)terminale
en ernstig zieke patiënten die liggend vervoerd moeten worden een (laatste) wens
te vervullen.’ Daarvoor staan drie ambulances klaar, waarvan er één hoognodig aan
vervanging toe is. Het aantal ritten groeit: waren dat er in 2018 nog 125 per jaar, vorig
jaar waren dat er al 200. Het plan is om door te groeien naar jaarlijks 400 wensritten.
www.wensambulance.nl
Onvergetelijke dagen
Op de website beschrijven vrijwilligers hun belevenissen,
die een goed beeld geven van de inzet van de wensambulances
en de onvergetelijke dagen die ze verzorgen. Zoals
de patiënt die nog een keer het Bakkerij- en IJsmuseum in
Hellendoorn wilde bezoeken, waar hij vrijwilliger was geweest.
Zijn collega’s stonden al te wachten om hem te begroeten.
‘Meneer heeft daar onder het genot van een pilsje en
met heerlijke hapjes, geregeld door zijn vrouw, gezellig kunnen
kletsen en afscheid kunnen nemen. Hij heeft hiervan
erg genoten, ook al was het voor allemaal een dubbel gevoel,
omdat het tegelijkertijd een afscheid was.’
vervangen van de handbediende brancards door elektrische
exemplaren en de aanschaf van een dichte aanhanger,
een elektrische strandrolstoel en twee AED’s.
De eerste grote bedrijven die werden aangeschreven,
reageerden welwillend. “Maar door de coronacrisis
gingen ze in de overlevingsstand staan. We vonden het
toen niet meer gepast om het bedrijfsleven nog verder
te benaderen”, zeggen vice-voorzitter Hans Raanhuis en
Henk Dassen, voorzitter van de promocommissie. Nu
zijn sponsors altíjd van cruciaal belang, want er is elk
jaar zo’n anderhalve ton nodig voor de wensritten. En de
stichting wil dat aantal binnen enkele jaren verdubbelen,
van 200 naar 400 ritten per jaar. Raanhuis: “Er zijn zoveel
mensen aangewezen op liggend vervoer, en tevens zijn
er zoveel wensen die niet worden geuit omdat men niet
op de hoogte is van ons bestaan.” Daarom moeten de
inkomsten omhoog, bovendien moeten de wensambulances
meer bekendheid krijgen. Een praktische tip van
Raanhuis: wacht niet tot het allerlaatste moment met het
indienen van een wens. Want het gebeurt wel eens dat
een patiënt komt te overlijden terwijl er nog een wensrit
op het programma staat… Het wordt nooit routine, zegt
oud-verpleegkundige Liesbeth Börgermann uit Almelo.
Ze is er inmiddels zeven jaar bij en heeft tientallen ritten
begeleid. Veel patiënten zijn terminaal. “Nee, het zijn
geen feestjes, maar je maakt er wel een feestje van. Het is
immers hun laatste wens, en ze hebben het er altijd over,
tot hun overlijden.”
En de ernstig zieke man die helemaal verslingerd was aan
oude Mercedessen. In Reutum kreeg hij een ritje aangeboden.
‘Toen we hem uit de ambulance haalden en hij de
auto zag staan, zag je zijn hele gezicht veranderen in een
grote glimlach. Wat was dat mooi!’ Egbert Evers schudt ze
zo uit de mouw, de ritten die hij met de wensambulance
heeft gemaakt in de afgelopen jaren. Zoals een zieke vrouw
met haar zwangere dochter: ze zou haar eerste kleinkind
nooit zien. Daarom reed Egbert met haar en haar dochter
naar het ziekenhuis, waar een echo werd gemaakt: had ze
haar kleinkind tóch nog gezien… “De zakdoeken zijn vaak
niet aan te slepen”, zegt hij. Soms grijpt het hem zelf ook nog
aan, die verhalen. De ritten beperken zich overigens niet tot
de omgeving. Zo reed Evers eens een vrouw naar Parijs. Ze
wilde onder de Eiffeltoren afscheid nemen van haar geliefde
stad waar ze jaarlijks kwam…
Bestuursleden Hans Raanhuis (links) en Henk Dassen
.43
ZILVER HERFST 2020
REPORTAGE. CANADESE BEGRAAFPLAATS
.44
Vernieuwd
infocentrum
Canadese
begraafplaats
Het vernieuwde informatiecentrum van de Canadese
begraafplaats in Holten heet bezoekers vriendelijk welkom.
Het gebouw heeft 150, misschien wel 200 vierkante meter
aan ruimte gewonnen. Al oorlogsverhalen gehoord in de
nieuwe belevenisruimte? Winst is ook dat groepen die op
bezoek komen voortaan hun eigen ontvangstruimte hebben.
‘J
aarlijks komen ongeveer 50.000 bezoekers naar
de begraafplaats. De aantallen worden steeds
groter’, signaleert Albert van de Maat. ‘De
meeste mensen zijn zestig plus. Een belangrijke
groep vormen ook de scholieren. Van de bezoekers
gaan er 20.000 tot 30.000 naar het informatiecentrum.’
Albert van de Maat (Holten, 1947) is van een jaargang
die opgroeide met oorlogsverhalen. Thuis aan
tafel waren de gesprekken over bommenwerpers,
onderduikers en verbrande boerderijen legio. De begraafplaats
van de Canadezen? Daar legde je als kind
ieder jaar op 4 mei een bloemetje. Altijd narcissen,
een mooie voorjaarsbloem. Als vaste ceremonie geldt
sinds een jaar of 25 ook het ontsteken van kaarsen bij
alle graven op kerstavond. Prachtig al die flakkerende
vlammetjes, vooral bij sneeuw.
Vier generaties Van de Maats runden in Holten een
warenhuis, verkochten de dorpelingen potten en pannen.
‘Denk aan Blokker. Bij het bereiken van de zestigjarige
leeftijd ben ik het kalmer aan gaan doen. Wat nu
verder? Al dertig jaar sluiten we met een groepje zaterdags
om vijf uur de week af met een drankje. We zijn
de Afsluiters. Wij raakten betrokken bij de herdenkingen
van de begraafplaats, het contact met de veteranen.
Zetten de logistieke gang van zaken op poten. Vanuit
de Afsluiters kwam het idee van de informatiecentrum.’
Granaat treft Ernst James
Plot 1 rij A graf 1: Ernst James England. De 35-jarige sergeant
was de eerste Canadees die sneuvelde in Holten, opent daarom
de rij van 1394 graven. Zijn verkenningseenheid had opdracht
de omgeving te onderzoeken op vijandelijke posities. Op
8 april 1945 werd op de Broekweg hun carrier getroffen door
een granaat.
Pas getrouwd stel
Pas 21 jaar. Net getrouwd. Het einde van de oorlog gehaald.
Maar op 15 april 1946 achterhaalde het noodlot soldaat Edward
Brewster en verpleegster Winifred Wright. Beiden bleven in
Nederland om in dienst van het Canadese leger mee te helpen
aan de wederopbouw. Van de legerleiding kreeg het tweetal toestemming
om even naar Londen te gaan voor hun huwelijksfeest.
Daarna weer snel aan het werk. Tot het uitje in het voorjaar.
Met een legerjeep ging het duo een weekeindje op bezoek
bij een tante in Hamburg. Op de terugweg richting Bremen verongelukte
het stel. De laatste rustplaats Edward en Winifred:
Holten. Winifred is de enige vrouw op de begraafplaats.
.45
Uitbreiding
Een indrukwekkende begraafplaats met een stijgend aantal bezoekers. Waar konden
de mensen hun vragen kwijt? Bij de tuinman? In eerste instantie werd gedacht
aan de bouw van een simpele kiosk. Een rondgang onder de enthousiaste
burgerij en overheid schiep ruimte voor een echt informatiecentrum. Rob Kuin
van houtbouwer De Groot Vroomshoop boog zich over het ontwerp. Dezelfde
architect kwam in actie voor de uitbreiding in 2020.
‘Steun hebben we gehad van vele kanten. De begraafplaats heeft bij de mensen
veel krediet. Prinses Margriet, geboren in Canada, en Pieter van Vollenhoven
openden in 2011 het informatiecentrum. Hoeveel vrijwilligers hier actief zijn?
Ruim honderd. Altijd zijn twee mensen op het centrum aanwezig, vier per dag.
Reken maar uit: 28 per week. Plus de diverse groepen die zich met verschillende
thema’s bezig houden.’
Een bezoek aan het Informatiecentrum betekent een ontdekkingstocht. Op een
grote wand is het verloop van de strijd in het oosten en noorden van Nederland
afgebeeld. De een na de andere plaats werd bevrijd in het voorjaar van 1945.
Maar niet zonder offers. De gevechten in Delden en Wierden, de slagen bij
Zutphen en Deventer. Vergeet Groningen niet. De Canadese begraafplaats in
Holten telt 1394 graven.
Bezoekers krijgen in het centrum de gelegenheid om via
filmbeelden de oorlogsjaren dichterbij te halen. Getoond
worden opnames van de filmdienst van het Canadese
leger tot beelden van lokale bevrijdingsfeesten en een
kennismaking met de familieleden van de omgekomen
soldaten. Werp ook een blik op het tegeltableau gemaakt
door leerlingen van de Holtense basisscholen. Afzender:
wij zijn van na de oorlog, laat dat altijd zo blijven.
Corona
Voor het vernieuwde informatiecentrum ligt nog
een feestje in het verschiet. Waarschijnlijk in 2021.
De geplande opening op 8 april 2020 – exact 75 jaar
na de bevrijding van Holten – kon vanwege corona
geen doorgang vinden. Het centrum is inmiddels
voor bezoekers toegankelijk. Zie ook de webpagina:
canadesebegraafplaatsholten.nl
Wie waren ze
Toets op de schermen van informatietafels en alle slachtoffers krijgen een naam.
Een werkgroep is druk doende ieder slachtoffer een gezicht te geven. Meer dan
dat zelfs. Wie waren ze, waar kwamen ze vandaan, wat waren hun dromen? Van
drie op de vijf militairen is inmiddels een levensgeschiedenis op schrift gesteld.
Hun aantal groeit. Een samenwerking is aangegaan met de Canadese begraafplaatsen
in Groesbeek en Bergen op Zoom.
// Tekst en fotografie
THEO LEONÉ
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. JUUL GIERVELD
// Tekst
JOS KNAAP
// Fotografie
ALPHONS B. TER BRAKE
Lesgeven
aan kleuters
is mijn passie
.46
M
et haar 60 jaar kon Juul Gierveld met
gemak de oma zijn van een van de leerlingen
van basisschool De Wierde in Almelo.
Ze maakt echter met veel plezier deel uit van het
team van deze protestants christelijke school waar
ze gewaardeerd wordt door collega’s en leerlingen.
Terwijl lesgevende leeftijdgenoten denken aan de
vut of hun werkzame leven reeds afgesloten hebben,
ging Juul de afgelopen twee jaar voluit aan de
bak en ook de komende schooljaren is ze te vinden
in De Wierde. Dan weer bij de kleuters bij wie – ze
geeft het ruiterlijk toe - haar hart ligt. Van pensioen
of afbouwen wil ze voorlopig niets weten. ‘Zou
ook niet kunnen, want ik ben kostwinner thuis.’
Dat ze iets met kinderen wilde doen stond voor
Juul Gierveld al heel vroeg vast. Kleuterjuf wilde ze
worden en daarom volgde ze de toen nog bestaande
opleiding daarvoor in Enschede. ‘Later toen het
kleuteronderwijs geïntegreerd werd in het basisonderwijs,
heb ik verschillende applicaties gevolgd,
zodat ik ook breed inzetbaar werd. Zo heb ik bijvoorbeeld
handvaardigheid gegeven, erg leuk om te
doen. Vooral omdat je dan iets afgeronds kon doen,
sprak me dat aan.’
Ze is nu 37 jaar werkzaam in het onderwijs en het
boeit haar nog steeds als op de eerste dag in 1983
toen ze aantrad bij Freinetschool De Huve in de
Windmolenbroek in Almelo. ‘De Freinettechniek
waarbij een kind zelf mee mag kiezen wat hij wil
leren. sprak me aan. Na drie jaar De Huve kreeg
ik de kans over te stappen naar De Wierde. Daar
heb ik nooit spijt van gehad. We hebben een heel
gemêleerde school met een enthousiast team, een
kanjer van een directeur en over het algemeen
veel gevoel voor het jonge kind. Als van oorsprong
kleuter juf weet ik dat natuurlijk zeer te waarderen.’
Handhaven
Als ‘oudere’ in een team met vooral jonge mensen
weet Juul Gierveld zich goed te handhaven. ‘Natuurlijk
zijn er best ontwikkelingen in het onderwijs
die moeilijker te volgen zijn als je ouder wordt. Ik
heb er nooit omheen gedraaid dat het werken met
computers me niet erg kan bekoren, maar gaandeweg
heb ik me er toch mee vertrouwd gemaakt.
‘Onderwijs geven
is in de loop
der jaren stevig
ondergewaardeerd.
Dat mogen we best
laten weten.’
Erfenis van vader:
lust en een last
Behalve leerkracht is Juul Gierveld ook, samen
met haar moeder en broer, beheerder van de nalatenschap
van haar vader, de bekende schilder Jan
Gierveld die in 2005 overleed en een aanzienlijk
oeuvre naliet. ‘Veel van zijn werk hangt bij mijn
moeder,’ vertelt Juul Gierveld. ‘Behalve een lust is
het echter ook een last, zo bleek na zijn overlijden.
De fiscus kwam toen met een forse aanslag. We
verkopen af en toe nog wel wat werk van mijn vader,
maar er is echt heel veel. Hij ging elke donderdag
naar een tekenclub en maakte dan soms drie, vier
schilderijen of tekeningen op een dag. Dat tikt behoorlijk
aan. Belangstellenden kunnen zich altijd
bij mij melden. Binnenkort houden we een expositie
van zijn werk in de Grote Kerk in Almelo. Dat is
belangrijk, omdat op die manier veel mensen kunnen
genieten van zijn werk.
Thuis ontspan ik me met mijn grote hobby de tuin. Mijn man
is overdag thuis. Hij is gestopt met werken, nadat hij voor
de keus werd gesteld met zijn bedrijf mee te verhuizen naar
Zoetermeer. Het betekende wel dat ik voorlopig de belangrijkste
inkomstenbron ben in huis.’
Juul de Ruiter-Gierveld, zoals ze voluit heet, denkt niet aan
ophouden met werken. Onwillekeurig kijkt ze uit naar het moment
waarop ze in 2023 veertig jaar in het onderwijs werkt. ‘Ik
voel me goed en vind het werk op school nog steeds erg leuk.
Vooral het omgaan met de kleuters. Ik heb meegemaakt hoe het
kleuteronderwijs is veranderd in de afgelopen jaren. Kinderen
willen tegenwoordig graag van alles beleven en dan het liefst in
een uitdagende omgeving. De taal staat daarbij voorop. Vooral
in de wijk waarin onze school staat, met een zeer diverse bevolking,
is dat belangrijk. Als leerkracht moet je daarin meegaan.
Lesgeven aan jonge kinderen is en blijft mijn passie. Ik hoop dat
de kinderen, als ze van school af zijn, zich mij herinneren als een
lieve leerkracht waarbij ze zich thuis en prettig voelden in de klas.
Bij ingang van het nieuwe schooljaar verhuis ik naar een nieuwe
locatie. Best spannend, ook voor mij.’
Staking
Juul Gierveld heeft meegedaan
toen er dit jaar gestaakt werd in
het onderwijs. Daar voelde ze
zich niet te oud voor. ‘Het was
belangrijk te laten zien dat we
voor ons vak staan. Onderwijs
geven is in de loop der jaren
stevig ondergewaardeerd. Dat
mogen we best laten weten.’
De Wierde is de lockdown die
het gevolg was van de coronacrisis,
goed doorgekomen,
vindt ze. ‘Dank zij de inzet van
het hele team. Voor de kleuters
‘Ik hoop dat de
kinderen, als ze
van school af zijn,
zich mij herinneren
als een lieve
leerkracht waarbij
ze zich thuis en
prettig voelden
in de klas.’
hebben we tassen gemaakt met daarin allerlei spullen waarmee ze
thuis aan de slag konden. Als ze die tassen kwam ophalen, maakten
we van de gelegenheid gebruik even contact te hebben met de
kinderen. Als het nodig was bezorgden we die tassen ook thuis.
De hogere groepen kregen een aangepast programma. Op termijn
moet blijken of het gewerkt heeft. Aan de inzet van het team heeft
het in ieder geval niet gelegen.’
.47
ZILVER HERFST 2020
ZILVER ZAKELIJK. PAN
// Foto
RIET VOS
Patrick Pan:
‘ Tegenslag
maakt
je sterker’
.48
‘Kijk’ zegt Patrick Pan, terwijl hij geroutineerd demonstreert hoe een van de ruim 100 tablets wordt
gehanteerd, ‘zo eenvoudig is het. Je kiest op de tablet het warme gerecht van je keuze, geeft aan hoe je
het bereid wilt hebben en als alles klopt, kan de bestelling verzonden worden. Wanneer de koks het
gerecht hebben bereid, krijgt de klant een melding dat het klaar staat. Dat voorkomt dat er zich daar
kleine opstoppingen voordoen. Heel belangrijk zeker in deze coronatijd. ’
Het systeem met de tablets functioneert prima, heeft de
grote man achter Werelds Restaurant Pan inmiddels vastgesteld.
Hij is er terecht trots op dat hij op deze manier
opnieuw een belangrijke stap voorwaarts heeft gemaakt
in de bedrijfsvoering van het restaurant. Patrick Pan
47 jaar, is van ver gekomen sinds hij begin jaren zeventig
van de vorige eeuw als zesjarige vanuit China naar
Nederland kwam, naar Hardenberg om precies te zijn
waar zijn vader een afhaalrestaurant runde. In 1982 verhuisde
het gezin Pan naar Dedemsvaart, waar een restaurant
werd geopend.
Patrick Pan: ‘Oldenzaal was in 1990 onze volgende halte.
Daar kon mijn vader afhaalrestaurant De Mandarijn aan
de Bentinckstraat overnemen, een succesnummer. Dat
belette ons overigens niet om verder te kijken. De volgende
stap was tien jaar geleden de aankoop van restaurant de
Tankenberg waar we onze plannen voor een wereldrestaurant
met een Aziatisch tintje konden verwezen lijken, en
gasten – gedurende een bepaalde periode – voor een vaste
prijs hun eigen maaltijd konden samenstellen.’ Toen sloeg
zeven jaar geleden het noodlot toe. Een brand vernielde in
een paar uur de droom van de familie Pan.‘
Patrick Pan kan zich die nacht nog levendig herinneren.
’Toen we aankwamen, na gewekt te zijn door kennissen
en de brandweer, leek het aanvankelijk niet zo erg, maar
al snel bleek dat er niets aan te houden was. Het pand
brandde tot de grond toe af. Je staat dan voor de keus
wat te doen. Opbouwen op de puinhopen bleek geen optie.
We wilden snel door, hebben overal in Twente rond
gekeken naar een geschikte accommodatie en kwamen
uit bij restaurant Luttikhuis. Dank zij het geld van de verzekering
konden we het pand naar onze wensen inrichten
en, verdeeld over zo’n zes zalen, plaats bieden aan
600 mensen.
Corona, de volgende tegenslag, heeft inmiddels die aanpak
wat gewijzigd, we kiezen er nu voor steeds een shift
van maximaal 300 gasten te verwelkomen verdeeld over
vijf of zes verschillende zalen, van groot tot klein.’
De tegenslagen hebben hem en zijn gezin sterker gemaakt
vindt Patrick Pan. ‘Op mijn achttiende runde ik
al in mijn eentje restaurant De Mandarijn. Ik heb veel
geleerd in de 30 jaar dat ik in dit vak zit. Dat komt samen
in ons wereldrestaurant en daar ben ik best een beetje
trots op. Vooruit kijken is mijn devies, niet achterom.’
INTERVIEW. PARADIJSVOGELS
Paradijs
vogels
Familie Blaak
Esther [ 68], Metje [ 71] en Marinus [76]
.49
// Tekst
FREDERIKE KROMMENDIJK
// Fotografie
EBO FRATERMAN
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. PARADIJSVOGELS
Even
voorstellen:
Metje Blaak (71). Wilde als kind actrice
worden, maar werkte op haar 14e al in de textielfabriek.
Vertrok op haar 21 e voor de liefde
naar Raalte. Kreeg met haar man een zoon en
is nu oma van twee kleinkinderen. Vertrok na
haar scheiding naar Deventer. Had van 1975
tot 1995 een eenmanspraktijk in de prostitutie.
Woont al tientallen jaren in Amsterdam. Ze
verwierf landelijke bekendheid toen ze in 1998
het gezicht werd van De Rode Draad, de belangenvereniging
voor prostituees. Is nu al 35 jaar
met Herman getrouwd, maar ze wonen apart.
Metje geeft nog steeds lezingen over haar werk,
maar schrijft ook (kinder)boeken en maakt
met haar bedrijf Manama (vernoemd naar haar
eerste hondje) producties voor onder andere
omroep Salto in Amsterdam.
.50
Marinus Blaak (76), broer van Metje. Ging na
de lagere school op aanraden van pa voor
het middenstandsdiploma, maar werkte
nooit een dag op kantoor. Werkte altijd met
zijn handen, van de confectie tot een laarzenfabriek
en zes jaar in Duitsland in de meubelindustrie,
metaal en als timmerman. Hij werd in
de avonduren correspondent voor Dagblad van
het Oosten maar toen bleek dat fotografen veel
beter werden betaald, verruilde hij de pen voor
de camera. Zijn website De Gele Raaf trekt zo’n
6000 bezoekers per dag. Nu is hij cameraman
van lokale omroep AAVisie.
Esther Blaak (68), zus van Metje en jongste
van het gezin. Verliet het ouderlijk huis al op
haar 16e en vertrok voor de liefde naar Raalte,
waar ze moest trouwen. Ze kreeg twee zoons.
Na de scheiding pakte ze alles aan: achter de bar,
in een fabriek, in het jeugd- en buurtwerk, in
een eigen winkel van sinkel. Met haar tweede
echtgenoot begon ze in Liederderholthuis een
winkel in fourage, loonwerk en ruitersportartikelen
(Roeke Ruitersport), die klanten trekt
uit het hele land.
Oudste broer Bennie zou nu 80 jaar geweest
zijn, maar hij is overleden.
Kom
niet
aan
Metje
Esther Yvonne. Zo had Metje Blaak eigenlijk moeten heten, haar
moeder had het netjes op een briefje gezet. Maar ja, hoe gaan
die dingen, pa ging even naar het café om op de goede afloop
te proosten en toen hij eenmaal in het stadhuis stond, was het
briefje zoek. ‘Hij heeft toen acht namen van de familie genoemd,
maar dat vond de ambtenaar te gek, dus ik kreeg er maar vier:
Familie Blaak
is trots op
wat de
oud-prostituee
heeft bereikt
Metje Geertje Margaretha Hermiena’. Gelukkig kwam er drie jaar
later nog een dochter, die alsnog de naam Esther Yvonne kreeg.
Het is een van de vele anekdotes die over
tafel gaan in de lange achtertuin van
Marinus aan de Wierdensestraat in hun
geboorteplaats Almelo. Marinus en Esther
weten van het hele voorval niks, en of het
waar is? ‘Wij zeggen altijd: haal de helft
van die mooie verhalen van Metje er maar
af, dan hou je ongeveer de waarheid over’,
lachen ze.
De drie mogen elkaar niet overlopen, het
is wel duidelijk dat ze gek zijn met elkaar.
Op de vraag of ze trots zijn op wat Metje
heeft bereikt, klinkt het volmondig ja. En
ach, dan hoef je elkaar ook niet elke maand
te zien. ‘We bellen wel. Maar we zijn alle
drie nog druk, geen bejaarden die met een
kopje thee thuis zitten. Eens in de zoveel
tijd houden we een familiedag, anders zie
je elkaar alleen nog maar op begrafenissen’,
zegt Esther. ‘Ik zie Metje vaker op tv dan in
het echt. Maar dat geeft niks’, zegt Marinus
goedmoedig.
Vroeger was het echt geen pais en vree
in huize Blaak. Er waren twee kampen:
Metje en oudste broer Bennie, en
Esther en Marinus. En dan maar ruzie
maken. Waarom? Futiliteiten eigenlijk.
Alhoewel…. ‘Metje had een keer mijn bh
gestolen. Ze had zelf nog niks, en ik had
al borsten. Da’s niet normaal hoor, dat jij
al titt’n hebt, zei ze’, weet Esther nog. ‘Ik
was gewoon stikjaloers, op die bh en die
borsten. Ik dacht als ik die bh nou heb, dan
prop ik er wel wat anders in’, geeft Metje
ruiterlijk toe.
Esther was zo ooit ook haar mooie gekleurde
trui kwijt, Metje zat ermee te
pronken in het confectie-atelier. ‘Toen
heb ik net zo lang gegild tot ze ‘m uittrok.’
De zussen lachen, al dat geruzie lijkt
wel eeuwen geleden. Marinus kijkt het
gekwebbel van de zussen rustig aan. Maar
zo mak was hij vroeger ook niet. ‘Hij
maakte mij wijs dat meisjes later zeemeerminnen
werden en dan in de vijver
moesten. Ik voelde elke dag of ik nog wel
benen had’, weet Metje nog. En Esther, die
na een ingreep aan haar oren jeuk had,
maakte hij wijs dat de dokter er kippenvel
in had genaaid, en dat de veren er nog uit
moesten.
Werkzat
Pa en ma waren niet streng. Weliswaar
gingen de kinderen naar de zondagschool,
maar dat was meer omdat het zo hoorde.
Toch durfde Metje hen niet te vertellen dat
ze in de prostitutie zat. ‘Ik wilde niet dat zij
erachter kwamen. Dus ik bedacht van alles.
Van modellenwerk en fotografie en zo.
Alleen mijn man en mijn schoonmoeder in
Raalte wisten het, met haar heb ik er vaak
smakelijk om gelachen. Ik was 22 toen ik
begon. Nu ben je in dat vak al een ouwe
taart op die leeftijd, maar ik had werk zat’.
Pas toen pa en ma beide waren overleden,
bracht Metje de waarheid naar buiten.
Natuurlijk wisten Esther en Marinus ver
daarvoor al wel dat ze in het vak zat. ‘Je
komt er natuurlijk toch achter. Maar ik
heb het lang van me afgezet, ik wilde het
denk ik niet weten’, zegt Marinus over zijn
zusje. Beiden werden er regelmatig op
aangesproken. ‘Die Metje, dat is toch een
zuster van jou? Of het viel helemaal stil
als je ergens binnen kwam, dan wist je het
ook wel. Maar het was en bleef mijn zus’,
zegt Marinus. Esther werd soms als vrouw
.51
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. PARADIJSVOGELS
.52
vervelend aangesproken op de professie van haar zuster.
‘Zei zo’n vent in de kroeg in Raalte: wat kost je? Ik zorgde wel
dat ‘ie ophield, maar de avond was kapot’.
In Raalte was de plaatselijke prostituee nog een bezienswaardigheid.
‘Bij de kapper vroeg ik al speciaal om een plekje
in de hoek, kon ik het allemaal mooi overzien en zagen ze mij
niet meteen. Maar al gauw kwam er dan zo’n vrouw smiespelen:
Ie weet toch veul van seks? Bie mien man geet het allemoal
zo snel. Dat heeft ie bij mij ook, dacht ik dan, maar dat zei ik
natuurlijk niet’.
Winkelmeisje
Metje schaamde zich nooit voor haar beroep. ‘Je bent een
winkel meisje, zeg ik altijd. Je moet netjes met je klanten
omgaan. En als er betaald is, doe je alsof het nooit gebeurd is.
Je gevoel schakel je uit. Ik ken maar één meisje dat met een
klant getrouwd is en dat ging ook in no-time fout. Verwijten
over en weer, niks waard. Hoe knap een klant ook was, ik ben
nooit verliefd geworden. Herman komt ook uit een totaal
andere wereld’. Toen ze net weg was uit Raalte kwam ze er
nog een keer een lezing geven over haar eerste boek, 99 van
de 100 leden van de uitnodigende vereniging waren erbij. ‘De
plaatselijke boekhandel verkocht mijn boeken voorverpakt in
bruin papier, ze gingen als warme broodjes over de toonbank.
Waarschijnlijk waren vrouwen ook gewoon nieuwsgierig of
hun man erin stond’, lacht ze.
Oma
Die tijd van geheimzinnig doen over seks is voorbij. ‘Nu vertelt
mijn jongste kleindochter op een terras in Amsterdam rustig
aan pubers dat ze oma alles over seks kunnen vragen. Maar die
moderne termen, zoals fuckboy en zo, dat weet ik niet meer.
Wipmaatje, zeiden wij’.
Dat ze andere meiden in het vak ging helpen na jaren eigen
ervaring, sprak voor haar vanzelf. ‘Ik ben zelf voor de leeuwen
geworpen en wilde wat met mijn kennis doen. Ik zag meisjes die
doodongelukkig waren. Terwijl dit een vak is dat je leuk moet
vinden, anders houd je het niet vol. Ik ben nooit gedwongen’.
Ze was 16 jaar het gezicht van De Rode Draad. Toen Marinus
een foto-expositie had in Almelo, kwam ze met een hele groep
uit Amsterdam, het voltallige college van B en W was van de
partij. Almelo keek zich de ogen uit. ‘Ik heb na de opening nog
op de bar gedanst, met twee als Hell’s Angels verklede kerels
erbij. Daar gaat het nou nog over’, lacht ze.
Bonje
Esther en Marinus zijn trots op hun zus, die altijd doorgaat en
zo mooi kan schrijven, vooral voor kinderen. Maar even trots
praten ze over Esthers roemruchte kerstdiner voor dieren, dat
ze 8 jaar organiseerde. Landelijke media kwamen op de stunt
af, waarbij kalkoenen, konijnen en andere dieren die normaal
met Kerst óp de dis liggen nu zelf lekker konden eten, ‘We
hadden altijd bonje met de gemeente, het was een stunt om ons
te laten zien’, zegt Esther. En Marinus mag dan de stilste van
de drie zijn, hij was het brein achter deze topactie. ‘Als ik in de
trein van Almelo naar Amsterdam zit, vragen ze vaak genoeg
aan mij: Ben je een zus van Marinus’, geeft Metje grif toe.
Haar werk in de spotlights is dan misschien voorbij, Metje
staat nog steeds pal voor prostituees. ‘Ik ontvang groepen die
dan een rondleiding krijgen van een Fransman op de Wallen.
Maar als ze binnen willen kijken, moeten ze betalen, het is geen
gratis aapjes kijken. En ik word nog steeds fel als mensen denigrerend
praten over prostituees. Want de seksuele moraal is
dan wel losser geworden -vrouwen mogen het rustig tien keer
op een dag doen - maar als ze er geld voor vragen zijn het
opeens vieze hoeren. Die emancipatie is nog lang niet klaar’.
Dat ze oud wordt vindt ze niet zo’n punt. ‘Mijn uiterlijk
verandert en daar hebben mensen dan commentaar op. Alsof
ik niet oud mag worden. Maar ik zie er verzorgd uit, dat heeft
onze moeder ons geleerd. Ik heb meer moeite met de fysieke
ongemakken dan met een rimpel of een vel wat zakt’. Alle drie
begeven ze zich wel graag onder de jongere garde. ‘Al dat gezeur
en geklaag over kwalen, daar word je echt niet vrolijk van. Laat
ons maar met jongeren kletsen’, zeggen ze in koor.
.53
“We hadden
altijd bonje met
de gemeente,
het was een
stunt om ons te
laten zien”
ZILVER HERFST 2020
PORTRET. 100 PLUS
100
plus pNaam: Mina Beltman-Hargeerds
.54
Woonplaats: Stokkum
Leeftijd: Bijna 101 jaar
‘Sporten…
ja, op het land’
Mina Beltman-Hargeerds uit Stokkum wacht ons
op in haar woonkeuken. Ze vertelt dat ze geboren is
op 4 oktober van het jaar 1919. ‘Op Werelddierendag’,
zegt ze, ‘en op deze boerderij uit 1880’. Mina woont
zelfstandig met hulp van Thuiszorg en de buren.
Op 13-jarige leeftijd komt ze van de lagere school in
Stokkum. Ze blijft thuis helpen op de boerderij met
kippen, varkens, koeien en bouwland (rogge). In de
oorlog stallen de mannen van de Duitse Wehrmacht hun
paarden in de schuur naast de boerderij. In de zomer van
1947 trouwt Mina. ‘Het is zo warm dat de bruidsstoet
door de droge Schipbeek naar de kerk wandelt’ vertelt ze.
Tijd voor hobby’s is er niet. En sporten?
‘Ja, op het land’ lacht Mina. Vakantie?
‘Ja, drie of vijf dagen naar Duitsland of Luxemburg’.
Op de vraag wat ze van de huidige wereld vindt,
antwoordt ze. ‘Ruw’. Dan: ‘Sicco Mansholt, dat was
een goede minister.’
Mina leest elke week een boek zoals ‘Moeder Geerte’
(1980) dat ze ook als toneelstuk heeft gezien bij het
Stokkums Toneel. Voor haar honderdste geboortedag
kreeg ze van de buren het boek ‘Levensverhalen van
honderdjarigen in Nederland’ door Steffie van den Oord
plus een fotoboek getiteld Ulkeneind Mina Leafank’.
‘Ulkeneind’ is het deel van Stokkum waar Mina woont
en ‘Leafank’ is de naam van de boerderij.
// Tekst
MARIJKE AGTERBOSCH
// Fotografie
ODA AKKERMANS
Onlangs is ze erg ziek geweest met hoge koorts. ‘Wilt
u naar het ziekenhuis of liever thuis sterven’ vroeg de
dokter. Mina wil thuis sterven. Nee, ze is niet bang
voor de dood.
ZILVER HERFST 2020
.55
TERUGBLIK. JAN CREMER
Gerrit kleine Snuverink:
‘Jan Cremer
trok een te grote
broek aan’
Jan Cremer is in Enschede geboren en voelt
zich een echte Twentenaar. De schrijver en
beeldend kunstenaar zegt in 2019 in het boek
hoe mooi is Twente wel niet: ‘Ik ben er trots
op dat ik uit Twente kom, het mooiste stukje
land ter wereld. Ik voel me er thuis. Twente
.56
‘Wat moet je met een museum
als je bijna niks meer bezit
van wat erin moet.
Alleen een grote motor?’
staat voorgoed in mijn hart gekerfd’.
// Tekst
GIJS EIJSINK
// Fotografie
BRIT WILLEMSEN
SSoms is het even stil, soms duikt zijn naam op in de regio. Zoals
momenteel omdat het Museum No Hero enkele stukken van Cremer
exposeert en enkele maanden geleden toen de Twentsche Courant
Tubantia een fel opiniestuk publiceerde van Paul Abels. De Enschedeër nam
het op voor Cremer. ‘Gun Jan Cremer de eer die hem toekomt’, luidde de kop
boven het stuk. Abels ge bruikte de afzegging van Groenlo, dat een Jan Cremer
Museum wilde creëren, als aanleiding voor zijn beschouwing.
Mooi plan van Groenlo, maar een eventueel Cremer-museum hoort in
Enschede. De pogingen mislukten echter, zoals ruim vijftien jaar geleden het
idee om in het Enschedese Balengebouw een museum te vestigen.
Ondernemer Gerrit kleine Snuverink was destijds een van de hoofdrolspelers
bij het maken van die plannen. Zilver Magazine vroeg hem om een update.
Hoe raakte u betrokken bij dit project?
Kleine Snuverink: ‘Ik ken mensen in het gemeentelijk kader en ben een koopman
met een sociale achtergrond. Dat zal de reden wel geweest zijn dat ik
in de beginjaren 2000 benaderd werd door het college van de gemeente Enschede.
Het verzoek was: wil jij eigenaar worden van het toekomstige Cremer
Museum in Enschede. Het museum zou worden gevestigd in het Balengebouw
van de voormalige katoenspinnerij Bamshoeve. Extra leuk was dat mijn
opa daar in de beginjaren 1900 gewerkt heeft als sjouwer. Het was voor mij
een leuke uitdaging. Ook het feit dat ik Jan Cremer een interessante, eigenwijze
kunstenaar vond.’
Wat was de prijs?
‘Ik kon het pand voor een symbolisch bedrag
overnemen. Het had geen restwaarde, het stond in de
weg, er moest veel aan gebeuren. Je hebt de waarde
van de grond. Ik ben akkoord gegaan met de volgende
eisen: aankoop voor 1 ton, ik ben juridisch de enige
eigenaar, er komt een jaarlijkse Jan Cremerprijs over
10 jaar tegen 7500 euro per jaar, jaarlijks uitgereikt aan
een talentvolle kunstenaar. Uiteraard was ik daarnaast
ook verantwoordelijk voor alle andere investeringen.
Uiteindelijk wilde ik er wel rendement van hebben.’
Hoe verliep de samenwerking met de gemeente?
‘Ik ben door het gemeentebestuur prima begeleid.
We maakten onder andere een oriëntatiereis naar
New York met burgemeester Peter den Oudsten, Harrie
Abels, Roelof Bleker, Ton Schaap en anderen uit het
Enschedese kader. Daar leerde ik Den Oudsten kennen
als een prima man en nergens heb ik iets gemerkt
van een antistemming. Ik had de beschikking over 1,5
miljoen euro, afkomstig van Heineken. Heineken wilde
zich revancheren voor het debacle in de Amsterdam
Arena, waar Grolsch het biercontract veroverd had.’
Wat wilde u er zelf in stoppen?
‘Eén miljoen. Ik heb de plannen voorgelegd aan Pi de Bruin, de architect
van de wederopbouw in Roombeek. Hij was enthousiast, vond het een
uitstekend plan.’
Hoe zag het plan eruit?
‘Op de bovenste etages zouden opslagruimtes komen voor mijn bedrijf
Space Winner. De begane grond was voor museum en horeca, gerelateerd
aan Jan Cremer.’
Column
Twente-City
Door Henk Boom
U heeft er natuurlijk ook met Jan Cremer over gesproken.
‘Ik heb gesprekken gevoerd met Jan en Babette Cremer, ook in
Amsterdam. Jan had wel wat ideeën over de invulling, maar was niet
op de hoogte van de praktische zaken die je moet realiseren. Zo stelde
hij Rem Koolhaas voor als architect. Maar dan ben je tien miljoen
verder. Ik was met 2,5 miljoen klaar geweest.‘
Maar het plan ging niet door. Waarom?
‘De gemeente én Jan Cremer vonden het plan te mager. Het pand
moest meer uitstraling krijgen. Gemeenteambtenaar Jan Bron wilde
een combinatie met woningcorporatie De Woonplaats die het
Roombeek bestierde en beheerste. Ik heb gezegd, “Prima, maar ik wil
wel alleen eigenaar blijven van het vastgoed”. Bron maakte kenbaar dat
de coöperatie het financieel ook wel alleen kan realiseren.’
Toen trok u zich terug. Waarom?
‘Ik was hierin teleurgesteld, want ik zag het zitten en had al een bedrag
geïnvesteerd. Van Jan Cremer heb ik ook niks meer vernomen, terwijl
ik een goed contact had met hem.’
Hoe ging het daarna?
De rest is geschiedenis waarbij ik alleen kan gissen naar de echte waarheid.
Er is veel subsidie ingegooid. De Woonplaats wist het uiteindelijk
ook niet meer en heeft het gebouw een paar jaar geleden verkocht
aan de projectontwikkelaars John Landewe en Huub Punte.’
Paul Abels omschreef in de krant de pogingen van de gemeente
als ‘deerniswekkend bureaucratisch gesjacher’. Mee eens?
‘Nee. Het gemeentebestuur had het beste met Cremer voor. Jan en zijn
vrouw waren er zelf bij.’
Al met al is er geen Cremer-museum gerealiseerd in Enschede.
Waar ging het mis?
‘Een heel belangrijk aspect was dat Jan Cremer al zijn belangrijke
werken gefaseerd verkocht heeft. Vooral via veilingen. Dat is een voornaam
punt, want wat moet je met een museum als je bijna niks meer
bezit van wat erin moet. Alleen een grote motor? De gemeente en
De Woonplaats kregen ook nog eens bonje met Cremer. Ze kwamen
er niet uit. En dat had ook te maken met het feit dat Cremer al zijn
belang rijke stukken al verkocht had. Jan trok een te grote broek aan,
dat is de oorzaak.’
Als speciale afgezant van het Gewest Twente
overhandigde ik in augustus 1982 een missive
aan de toenmalige Commissaris van de
Koningin, mr. J.L.M. Niers. Twente wilde een
onafhankelijke provincie worden. Dat was de
boodschap.
Voor een enkeling ging het zelfs om het opstapje
naar de Vrije Republiek Twente. De missive was
mij meegegeven door mr. Ph. J.I.M. Houben,
destijds de voorzitter van het Gewest Twente.
Hij had mij de brief aan de CdK toevertrouwd toen
ik die zomermaand per koets van Enschede naar
het Zwolse Provinciehuis reisde in het voetspoor
van de legendarische tocht die Harm Boom in
omgekeerde richting in 1846 had afgelegd.
Voor Houben was het een laatste poging om de
nadrukkelijke wens over te brengen dat Twente
bevrijd wilde worden van het Overijsselse juk.
‘Alleen als provincie biedt Twente de mogelijkheid
meer integraal beleid te voeren, geënt op de
specifieke Twentse problematiek’, aldus Houben.
Ik moest daaraan denken toen ik in het boek
‘Hoe mooi is Twente wel niet’ 63 meningen las
over de stelling of Twente met 630.000 inwoners
niet één stad moet worden. De geschiedenis
herhaalt zich. Toen een provincie, nu één
gemeente. Het Algemeen Dagblad voor Twente is
er al. Net als toen zijn er ook twee voetbalclubs
van naam en faam, gelijk Manchester en Madrid.
Almelo kan verder Herman Finkers en Ilse de
Lange inzetten, Hengelo het abonnement op
pleinvarianten en Enschede de universiteit en het
casino. Genoeg om Twente-City stevig op de kaart
te zetten.
Henk Boom
.57
ZILVER HERFST 2020
ZILVER ZAKELIJK. BROK INTERIEUR
// Foto
LYNNE GREENAWAY
Brok Interieur
Al 88 jaar een
vertrouwd adres
.58
Van groot en vertrouwd naar nieuw, veelal iets kleiner en overzichtelijker; dat is een inspirerende en
vooral ook creatieve woonuitdaging waar het adviesteam van Brok Interieur zich graag in vastbijt.
Alleen al daarom is het een enorm voordeel dat iedere klant de keus kan bepalen vanuit een stijlvol
en compleet interieuraanbod met moderne designmeubelen, uitgebreid slaapcomfort en een breed
textielassortiment voor vloeren en ramen. ‘Maar we hebben ook alle aandacht voor iemand die zomaar
even binnen loopt om inspiratie op te doen, die fijner wil slapen of gewoon het interieur met
iets bijzonders wil verfraaien’, benadrukt Astrid Knoef, die samen met Jeffrey Blikman en Ruurd
de Vries leiding geeft aan de inmiddels 88 jaar bestaande winkel. ‘En altijd op dezelfde plek, mooi
dichtbij het winkelhart van Hengelo. Hoewel er geen familielid van de grondlegger meer in de zaak
is, voelt alles hier nog altijd als een hecht familiebedrijf’, vertelt Ruurd. ‘De twaalf collega’s zijn er al
heel lang. Het Brok-DNA voel je overal’, vult Jeffrey aan.
Complete service
Astrid benadrukt dat het bieden van een complete service
de basis vormt voor de wijze waarop het team van
Brok Interieur dagelijks werkt. Iedere klant wordt met
dezelfde egards wegwijs gemaakt om het brede assortiment
te ervaren. De begane vloer accentueert het complete
Brok-karakter met designmeubelen, slaapkamers en
textiel. Op de eerste en tweede etage wordt het meubelaanbod
verbreed. Na een eerste indruk is er een aangekleed
kopje koffie of thee om de woonwensen te bespreken.
Het team van Brok Interieur maakt gebruik van moderne
3D-technieken om de woonwensen te visualiseren. ‘We
hebben een ontwerpteam van drie creatieve collega’s. Zij
kunnen werken met de betere en moderne, hoofdzakelijk
Nederlandse, merken. Daarbij is er alle ruimte om
bestaande meubelen van de klant in te passen. Het is heel
inspirerend om zo samen toe te werken naar een nieuwe
woonbeleving’, aldus Jeffrey, die benadrukt dat alles op
maat kan worden gemaakt.
Vaste klanten
Er zijn zoveel meer redenen om Brok Interieur te bezoeken.
Bijvoorbeeld om tijdens een van de doorlopende
exposities van regionale kunstenaars te zien wat kunst
toevoegt aan het interieur. ‘Het werkt heel inspirerend en
brengt een klant soms zomaar op nieuwe ideeën voor de
eigen inrichting’, ervaart Astrid regelmatig. Blijkbaar is er
sprake van een unieke Brok-visie, want het aantal vaste
klanten is groot. ‘Vaak over meerdere generaties hier in
Hengelo en wijde omgeving.’ Volgens Astrid heeft dat
alles te maken met de passie van het team om te ontzorgen.
‘Vanaf een eerste advies, het praktisch meedenken bij een
verhuizing tot het inrichten met onze eigen vakmensen.
Voor ons is dat zo logisch en gewoon als wat!’
COLUMN. ALEXA GRATAMA
Alexa Gratama
COLUMN
Nachtslakken
Op het strand aan de westkust van Schiermonnikoog is het deze
ochtend ondanks de aanhoudende hitte en de grote toestroom
Nederlandse coronatoeristen doodstil. Traditiegetrouw lopen we in
alle vroegte naar de waterlijn. Wij mogen van onszelf elke morgen
naaktzwemmen. Otje en Tos, onze twee dartele hondenhartsvrienden,
bewaken de kleren. Ik loop vandaag iets voor de troepen uit.
Alexa Gratama, moeder van drie
studerende kinderen en getrouwd
met een ondernemende zeiler,
is na tien jaar Delden verhuisd
naar hartje Amsterdam. Gelukkig
is er nog een hutje in het bos bij
Borner broek om het Twentse hart
op te kunnen halen. Alexa werkt
als raadsheer en arbiter door het
hele land. Daarnaast schildert zij
portretten met verf en woorden.
Achter mij fluit Maaike een deuntje, ze is gelukkig op dit eiland. In haar hand heeft ze
het uiteinde van een sjaal, aan de andere kant daarvan de tengere vingers van Ward.
De dansende sliert tussen hen beiden fungeert als een mensenriem, Ward loopt op
die manier een stuk sneller.
Ik was nog maar net in verwachting van nummer twee toen we een overrompelend
telefoontje kregen. Maaike was vier weken te vroeg bevallen en haar boreling had het
syndroom van Down. Niemand had het zien aankomen, hij was er ineens, Ward, het
wondere kind van de weinige woorden. Ruim twintig jaar later kijk ik met ontroering
naar de sjaaloplossing. Maaike is mijn beste vriendin en de best denkbare moeder
voor dit kind. Met haar duidelijke taal en kordate optreden heeft ze haar zoon een
goede plek in de wereld gegeven. Ik heb van haar geleerd dat je, juist als je een zware
taak op je bord hebt, goed voor jezelf moet zorgen, op tijd een frisse neus, ruimte
nemen voor eigen tempo en eigen liefdes. Even later duikelt Ward innig tevreden
door de branding, een zeehond zonder snorharen, zijn grijns piept telkens tussen de
golven tevoorschijn. “Allemachtig” klinkt het op de terugweg door het duin. Hij zegt
niet veel en heeft een voorkeur voor oudhollandse spreuken.
.59
Die nacht lig ik wakker in ons fijne vakantiehuisje. Ik overdenk de gebeurtenissen
van de afgelopen dagen. Er is weer een nieuw hoofdstuk aan ons enerverende verhaal
toegevoegd en ditmaal speel ik zelf de hoofdrol. Daar was ik niet op bedacht geweest,
dus in mijn hoofd schuif ik met puzzelstukken. Het is inmiddels aan het schemeren
als ineens onze schuifdeur opengaat. Ward komt de boel inspecteren. Ik hoor gerommel
en opgeruimd geklets, doe mijn best de klanken aaneen te rijgen, maar kan er
geen chocola van maken. Dan komt hij aan de rand van ons bed staan voor een
kraakheldere groet: ‘Dag, nachtslakken!’. Ward verdwijnt even snel als hij gekomen
is en ik blijf met een reuzenglimlach tussen de lakens achter. Niemand behalve ik
heeft er iets van meegekregen, maar dit was onmiskenbaar het bezoek van een engel.
Alexa Cratama
ZILVER HERFST 2020
TERUGBLIK. ABE LENSTRA
// Tekst
GIJS EIJSINK
// Fotografie o.a.
ARCHIEF SPORTCLUB ENSCHEDE
De honderdste
geboortedag
van
Abe
Lenstra
Van Heekpark Enschede, wedstrijd van Enschedese Boys. Abe (midden)
wacht gespannen af of Egbert ter Mors (links) weet te scoren.
Sportclub Enschede is tegenwoordig een marginale voetbalclub. Maar in 1926 was de club met de karakteristieke zwarte shirts
landskampioen en in de jaren vijftig een aantal keren bijna. In die tijd was het bestuur zeer eerzuchtig, want ze trokken
internationals aan om de titel binnen te halen. Joop Odenthal, Rinus Schaap, Gerrit Voges en anderen, maar verreweg de
be roemdste waren de Fries Abe Lenstra en de Duitser Helmut Rahn.
.60
Mooie tijden, heroïsche wedstrijden. Met name de komst van Abe, een van de beste vaderlandse voetballers ooit, was een sublieme stunt, want de
Fries had tot dan ieder aanzoek uit binnen- en buitenland afgeslagen. Hij kwam met zijn gezin naar Enschede en had het reuze naar zijn zin. Over
enkele maanden – op 27 november 1920 - is het 100 jaar geleden dat Abe Lenstra werd geboren. Zilver Magazine vergaarde een aantal unieke
voorvallen en blikt daarmee terug op Abes Enschedese tijd.
Dankzij Abe
Oud-doelman Henk Buursink (82) ging in 1961 over van
de HVV Hengelo naar de semiprofs van Enschedese
Boys dat in de eerste divisie speelde. Hij vertelt over Abe.
‘In de derde wedstrijd van de competitie, speelden we
uit tegen Noad. Na 20 minuten blesseerde ik een knie,
terwijl er niemand in de buurt was. Na drie weken
rust bleek op de training dat het nog niks beter was.
Abe stelde toen voor om dokter Hans Tetzner te bellen.
Dat was een bekende chirurg, die veel bekende
voetballers behandelde. Tetzner zei tegen Abe dat ik
de volgende dag kon komen. Hij opereerde mij in de
Spinoza-kliniek, ik heb gerevalideerd en daarna nog
jaren gevoetbald. Dokter Zwarts van het Hengelose
ziekenhuis adviseerde me te stoppen, omdat zijns
inziens voetbal een veel te ruwe sport was. Maar
dankzij Abe kwam ik bij een echte specialist terecht
en kon gelukkig nog jaren mee.’
Oud-doelman
Henk Buursink
Met de auto
Dais ter Beek (84) voetbalde één jaar samen met
Abe bij Sportclub Enschede. Samen eindigden ze
in het seizoen 1959-1960 op de negende plaats.
Abe was intussen 39 jaar. ‘Wij liepen altijd vanuit
de kleedkamers van het Diekman stadion
naar het trainingsveld dat aan de andere kant
lag. Maar Abe ging met de auto. Na afloop van de
training doken we altijd met een man of vijf bij
hem in de auto. Dat onze shirts smerig waren en
de schoenen vies vond hij geen punt. Op een dag
zaten we al met een paar man in de auto toen
Richard Brousek opeens achter het stuur ging
zitten en snel naar de hoofdingang scheurde.
Abe en Richard Brousek in de karakteristieke
shirts van Sportclub Enschede
Abe moest lopen en was heel kwaad. Hij ging enorm te keer en heeft wekenlang niet
met Richard gespraat.’ Na dat seizoen vertrok Abe naar Enschedese Boys dat in de
eerste divisie speelde.
Grote eer
In de laatste periode van zijn loopbaan als profvoetballer speelde Abe voor Enschedese
Boys. De negentien jaar jongere Egbert ter Mors (79) was er blij mee. ‘Ik vind
het nog altijd een grote eer dat ik met hem heb mogen voetballen. Het loopwerk liet
hij aan mij over, maar ik liep graag een paar meter extra voor hem. We hadden een
goeie klik, wisten elkaar goed te vinden. Ik herinner me ook nog dat we regelmatig
op het Van Heekpark conditie training deden en dat we dan met een paar spelers bij
hem thuis mochten douchen. Hij woonde aan de overkant. We konden heel goed
opschieten met Abe en zijn gezin. Ik vond het fijne mensen.’
Gemist WK
Wilde Nederland zich plaatsen voor het
WK van 1958 in Zweden, dan moest er,
met of zonder Abe, gewonnen worden
van Oostenrijk, bij voorkeur uit én thuis.
Uit, zonder Abe, verliep de in een veldslag
ontaarde wedstrijd dramatisch: Holland
kwam met 2-0 voor, verloor toch door een
onterechte strafschop in de 89 ste minuut.
Thuis in de return ging het minder slecht:
Nederland-Oostenrijk eindigde, dankzij
een mooi doelpunt van de oudste speler
op het veld, Abe, in een ontoereikende 1-1.
In het Fries
Abe Lenstra en zijn gezin woonden in Enschede aan de
Minister de Savornin Lohmanstraat pal tegenover de banen
van tennisclub De Topspinners. Dat was voor de sportfreak
Lenstra een prettige situatie. Hij werd lid, zijn dochters
Metteke en Janneke ook en was vervolgens uren op de baan
te vinden. Johan Barske (77) herinnert het zich nog goed.
‘Ik speelde vaak een dubbel tegen Abe en zijn dochter of een
herendubbel tegen hem en andere tennissers van de club. Dat
was altijd plezierig. Abe kon goed tennissen, had een goed
inzicht. Met zijn dochter Janneke heb ik nog een tijd in het
eerste team gespeeld. Vaak gingen we nog even naar hun huis.
Daar waren we altijd welkom. Hil was een vriendelijke, gastvrije
vrouw. We hebben heel wat gediscussieerd over allerlei
onderwerpen. Ik weet nog goed dat Abe tijdens een verhitte
discussie vaak overging in het Fries. Waarom hij dat deed,
weet ik niet. Zijn vrouw zei dan dat hij Nederlands moest
spreken, maar dat deed hij niet. Verder kan ik me nog herinneren
dat Metteke bij Topspinners haar man Rob Tempelmans
Plat heeft leren kennen. Volgens mij zijn ze later naar Tilburg
verhuisd.’
Oom Abe en tante Hil
Jacquelien Moddejonge is de dochter van oud-Sportclub
Enschede-speler Hennie Moddejonge en diens vrouw Gerda.
Ze woont in Son en Breughel en bewaart mooie herinneringen
aan de familie Lenstra.
‘Mijn ouders waren bevriend met de Lenstra’s. Voor mij
was het altijd oom Abe en tante Hil. Ze kwamen veel bij ons
over de vloer. Ik was toen nog een kind. Ik herinner mij dat
oom Abe bij ons altijd eerst in een keukenkastje keek of mijn
moeder er nog wat drop in had liggen of andere zoetigheid.
Hij pakte het zonder te vragen, zo goed thuis voelde hij zich
bij ons. Ik weet ook nog dat we samen op vakantie gingen
naar Italië. En dat ik bruidsmeisje was bij het huwelijk van
Metteke met Rob. Janneke, de andere dochter van oom Abe
Had Abe in de 89 ste minuut de bal niet recht
in de armen van de Oostenrijkse doelman
geschoten, dan was plaatsing mogelijk
alsnog niet onmogelijk geweest.
Nu stond er een dag na de wedstrijd
in het Haarlems Dagblad over deze door
Abe zo jammerlijk gemiste kans droogjes:
“Edoch, ook de meester faalt weleens”.
Lowie Gilissen, 2020
en tante Hil, was ook close met mijn ouders. Ze kwam bij ons thuis
studeren toen ze examen moest doen voor de middelbare school.
Daar was het rustig en kon ze zich beter concentreren, vond ze.’
Balletje trappen
Henk ter Heege (95) kent Abe als speler van Sportclub Enschede,
waarvan hij thans al 81 jaar lid is. Maar ook was hij onderwijzer
op de Prinseschool. ‘Abes dochters Metteke en Janneke zaten bij
ons op school. We gingen jaarlijks op kamp naar Markelo. Hun
moeder Hilly ging altijd mee om ons te assisteren. Abe kwam
dan ’s avonds even langs met de auto. Natuurlijk voetbalde hij
een tijdje met de jongens van de klas. Die vonden dat prachtig.
En zelf genoot hij er ook van. Zo met die jongens een balletje
trappen, dat was zijn lust en zijn leven. Later vertelde een van die
jongens op een reünie trots dat hij vroeger nog met Abe Lenstra
had gevoetbald. Hilly was een vriendelijke vrouw. Abe was ook
een aardige man, ofschoon hij soms ook kortaf kon reageren.’
.61
Abe (linksboven) met de
jongens van de Prinseschool
ZILVER HERFST 2020
JUBILEUM . 100 JAAR QUICK’20
.62
100
JAAR
Quick’20
Duizenden elftallen voetbalden
in de naam van eeuweling
Quick’20 in de karakteristieke,
zwarte shirts en witte broek. Intussen is
het de grootste amateurvoetbalvereniging
van de regio, een club met een uitstekende
jeugdopleiding en een heldere
organisatie. De eeuweling heeft haar
zaken in al die jaren altijd goed voor
elkaar gehad. Het eerste elftal speelde
bijna steeds op het hoogste niveau. En
ben je een kind uit Oldenzaal, dan wil je
vrijwel zeker lid worden van Quick. Zo
was het en zo is het nog steeds.
// Tekst
GIJS EIJSINK
// Fotografie
ARCHIEF QUICK’20
Vlnr Ad Platvoet, Marinus Hazewinkel (grensrechter), Tonnie Elderink, Tonnie Engelbertink,
Henk Leusenkamp, Willie Heidkamp (aanvoerder), Hans Tulp, Leo Lindeman, Herman van Gils
(voorzitter), Toon Valks (trainer). Onder: Adje Ophuis (reservekeeper), Paul Scheurink, Hans
Blokhuis, Ben Olde Riekerink, Theo Pahlplatz, Gerrit Postma, Bennie de Vries, Herman Alink
(reserve). De Vries, Postma, Platvoet, Hazewinkel, Engelbertink, Van Gils en Valks leven niet meer.
Hoeveel van al die elftallen in die 100 jaar zijn er wel niet als eerste geëindigd in de
competitie? Hoe vaak is het eerste elftal wel niet kampioen geworden. Zilver Magazine
koos voor het kampioenselftal uit het seizoen 1965-66, een van de beste teams uit de
clubgeschiedenis. We gaan met de aanvoerder van destijds, Willie Heidkamp zo’n 55
jaar terug. Het staat hem allemaal nog helder voor de geest en als zijn geheugen even
hapert, is zijn vrouw Lidy als souffleur nabij. ‘De sfeer was perfect, dat kun je raden’,
glimlacht Willie, ‘we wonnen de meeste wedstrijden. Er waren soms wel 6000 toeschouwers.
We vormden een hecht team ondanks dat het onderlinge leeftijdsverschil
best groot was.’
Sponsors
Hoewel de eerste elftallen van 2020 en 1965 veel overeenkomsten hebben, zoals
het prestatiegerichte beleid, ziet Willie ook verschillen. ‘Die speciale sponsors van
vroeger zijn er nu niet meer. Er zijn er nu ook veel, maar die van vroeger waren
anders. Ik heb meegemaakt dat tijdens de ledenvergadering een kastekort ter plekke
werd opgelost. Van Gils, Reef, Vos, Oostvogel en anderen hadden alles over voor
ons. Hotels onderweg, de auto’s waarmee we naar de wedstrijd gingen en al dat soort
dingen. Ikzelf zat in militaire dienst, mocht twee keer per week in Oldenzaal trainen
en had elk weekend vrij. Het ontbrak ons eigenlijk nergens aan.’
Willie en Lidy vertellen het verhaal van hun vakantie in 1966. Ze boekten voor het
eerst een vliegreisje. Vertrek op 17 juli. Brescia in Italië was de plaats van bestemming.
Echter, Quick werd kampioen en moest meedoen aan de strijd om de landstitel.
Op de dag van vertrek stond de uitwedstrijd tegen Middelburg op de rol. Willie,
de aanvoerder en onpasseerbare laatste man, móest meedoen. ‘Ik heb dat weekend
gespeeld, want we konden een paar dagen later vertrekken. Tot aan het hotel in Brescia
werd alles betaald door een paar geldschieters. Ik weet vandaag nog niet wie.’ In 1968
trouwden ze. ‘Een huis was zo geregeld. Van Gils en wethouder Teusink, een Quickman,
zorgden daarvoor.’
Nog een anekdote. Willie: ’De wedstrijden tegen het naburige DOS’19 waren altijd
bijzonder. De rivaliteit was groot. Mieke Smudde van het gelijknamige café beloofde
me vijf glazen bier als ik DOS-man Herman Rosens de bal tussen de benen door wist
te spelen. Dat lukte meerdere keren’, glundert hij. Niettemin waren de mannen van
Quick echte amateurs. Lidy vertelt dat Willies moeder een keer de opmerking
maakte dat het voetbal hem veel geld had gekost. ‘Doar had oons Willie een
hoes van könn bouwn.’
Tegenwoordig is het allemaal veel zakelijker, in onze tijd was het gemoedelijker.
Maar aantrekkingskracht heeft Quick’20 nog steeds, zo weet Willie.
Elke zaterdag bekijkt de verrichtingen van zijn kleinkinderen. ‘Naar het eerste
elftal ga ik niet meer. Ik ken er niemand van, een groot aantal komt van elders.
Ik vind het leuker als er bekende namen in spelen.’
Kampioen
We bekijken de foto van het kampioenselftal uit ’66. Stuk voor stuk gaan we de
mannen langs met hun perfecte tenues en goed gecoiffeerde hoofden. Willie
geeft hier en daar wat uitleg. ‘Ad Platvoet was jarenlang keeper en is in ‘66 de
regelaar van de selectie. Hij was ook fysiotherapeut. Tonnie Belderink speelde
een tijdje niet, omdat zijn schouder
steeds uit de kom schoot. Henk
Leusenkamp heeft nog een tijdje
bij Heracles gevoetbald.’ ‘Naast mij
staat Hans Tulp, linksbuiten, een
atleet en technisch goed. Keeper
Leo Lindeman, de bekende slager,
was een man met grote handen die
Willie Heidkamp [80]:
‘ In onze tijd
was het
gemoedelijker’
nergens bang voor was. ‘Trainer Toon Valks was een mooie kerel, vooral bij
het uitgaan. Hij was beroepsmilitair. Joviale man. Kon goed overbrengen wat
hij wilde. Is bij veel clubs kampioen geworden.’ Paul Scheurink was een mooie,
technische, stijlvolle voetballer. Hans Blokhuis, de kleinste man van het elftal,
was een tengere, handige voetballer. Ben Olde Riekerink scoorde veel. Hij was
politieagent. Goeie kopper, niet bang.’
De man met de hand op de bal werd uiteindelijk de beroemdste van het stel,
Theo Pahlplatz. Willie: ‘Als junior van 15 jaar kwam hij al in het eerste. De
reeds genoemde wedstrijd tegen Middelburg was zijn laatste wedstrijd. Daarna
ging hij naar FC Twente. Theo was enorm snel op de eerste meters en heel
doelgericht. Hij was onze midvoor en scoorde veel. Serieuze jongen, wiens
vader ook veel voor Quick heeft gedaan.’ Bennie de Vries. ‘Hij moest altijd
vlak voor de wedstrijd naar de wc en dat ging niet altijd even netjes’, lacht Willie.
‘Hij was enorm zenuwachtig, vooral omdat zijn vader op de tribune zat die
voortdurend tegen hem schreeuwde. Bennie was een heel goede, technische
voetballer die ook nog een paar jaar betaald voetbal heeft gespeeld. Trouwens,
lekker ouwehoeren kon hij ook.’ En jijzelf Willie? ‘Ik was machinebankwerker
van beroep. Als laatste man was ik snel en ik gebruikte mijn lichaam goed.
Ik ben een paar jaar later gestopt, omdat een viertal jongens van elders bij
Quick kwamen spelen. Ze kregen een paar dubbeltjes. Bovendien kregen we
kinderen en had ik genoeg van al die lange, verre reizen in het weekend.’
Quick tegen buurman DOS. Willie Heidkamp probeert met een sliding
te redden wat er te redden valt. Rechts doelman Ad Platvoet.
Column
Jeugdheld
Door Bert Westerink
Zeg Quick ’20 en ik zeg Theo Pahlplatz. Met de
vreemdelingenlegioenen die het hedendaagse
profvoetbal kenmerken, lukt dat associëren minder.
Een talentvolle junior wordt al opgepakt door een
Academy, ver voor hij (en steeds vaker ‘zij’) de kans
krijgt z’n amateurvereniging kampioen te maken.
Gretigheid van jeugdopleidingen. Zien we die weerspiegeld
in de wijze waarop menig ouder het kroost
aanmoedigt? Als Maradonna-in-spé? Michiel Romeyn
(‘Jiskefet’) verbeeldde het in een sketch voor de Ajaxpoort,
waar hij een bedeesde pupil uitscheldt. Elke
jeugdcommissie kan er een ouderavond mee inleiden.
Corona is een b*tch maar een van de mooiste bijverschijnselen
kwam met het bericht dat kinderen meer
aan voetballen toekwamen… Een gevolg van de verplichting
voor ouders om afstand tot de lijn te houden.
Uiteraard koestert elke amateurclub de uit eigen
gelederen voortgebrachte prof. Bij vv Helpman
(Groningen) blikt je vanachter de bar een groot
portret van twee jeugdige Koemannetjes tegemoet.
Zeg vv Bedum en tot ver buiten Noord-Nederland
antwoordt men Arjen Robben. Is jeugdheld nog een
gangbaar begrip eigenlijk? Sinds de ontkerkelijking
rukt clubicoon op. Maar zie, klik op Quick20.nl en
al snel komt Jill Roord in beeld. Een Theo Pahlplatz
voor de jeugd van nu. Mooi!
De jubileumpagina toont mijn jeugdheld. Als kampioen
bij de junioren in seizoen ’60-’61. Toen iconen
aan de Plechelmus voorbehouden waren, maar
aanmoedigen mogelijk weinig verschilde van nu.
.63
Tijdloos is de aanbeveling voor succes, te lezen op de
pagina met plattegrond van het clubcomplex: Voetbal
met respect. Respect is meer dan alleen maar een woord.
Bert Westerink
ZILVER HERFST 2020
Mensen kiezen nog steeds bewust voor ons
.64
Door de jaren heen hebben wij bij Leferink en Wennink veel zien veranderen in
de uitvaartbranche. Wij zijn altijd betrokken met wat er speelt en vernieuwingen
gaan we niet uit de weg.
Traditionele uitvaarten kent
iedereen, maar door onze
persoonlijke betrokkenheid
en een zorgvuldige
afstemming tussen de wensen van de
overledene en nabestaanden, proberen
wij elke uitvaart op unieke wijze in
te vullen. Daarbij worden dikwijls
oude tradities, soms in een nieuw
jasje, in ere gehouden. In de loop der
jaren hebben we ervaren dat onze
persoonlijke benadering bijzonder wordt
gewaardeerd door de nabestaanden.
Gerry Leferink, Marijke Markslag en Wim
Hakkert doen hun werk oprecht met hart
en ziel.
Na een overlijden moet er in korte
tijd veel geregeld worden. Onze
uitvaartbegeleiders hebben hierin
een belangrijke adviserende rol. Zij
zijn zichtbaar op de momenten dat
dit verwacht wordt en actief op de
achtergrond als dat nodig is.
Ton Wennink is verantwoordelijk voor
de dagelijkse financiën. Ietje Kokhuis
neemt nabestaanden de zorg uit
handen inzake de afhandeling van de
uitvaartverzekeringen. Ongeacht uw
uitvaartverzekering. Dit geeft op het
financiële vlak toch enige rust. Als extra
service bieden wij nabestaanden na de
uitvaart desgewenst advies aan bij de
financiële afhandelingen.
Zorgteam
We maken gebruik van een professioneel
zorgteam. Dit team bestaat uit integere
medewerkers met jarenlange ervaring
en vakkennis van het verzorgen en
overbrengen van overledenen. We
kunnen 24 uur per dag een beroep op
hen doen en dat geeft rust. We krijgen
veel complimenten van families over
de manier waarop zij met hun en de
overledene omgaan. Onze medewerkers
Wilma, Karin en Elmaïne assisteren ons
bij de plechtigheden. Zij helpen daar
waar nodig.
U kunt bij ons terecht met al uw vragen
of verzekeringscheck. Geheel vrijblijvend
komen we bij u langs om uw wensen
voor uw uitvaart door te spreken.
Daarnaast kunt u bij ons kosteloos
een wensenboekje verkrijgen waarin u
zelf deze laatste wensen kenbaar kunt
maken voor uw nabestaanden. Dit geeft
rust zowel voor u als voor degenen die u
achterlaat.
Wij hebben een super fijn team, met
de juiste vakkennis en ervaring op elk
gebied. Samen zullen wij alles in het
werk stellen om van elke uitvaart een
afscheid naar wens te maken.
074 - 250 53 79 - www.uitvaarthengelo.nl - alle verzekerden
PASSIE. HAN BRINKCATE
// Tekst
GIJS EIJSINK
// Fotografie
FOTOGRAFIE RIET VOS
EN ARCHIEF HAN BRINKCATE
De
.65
van dierenvriend
Han Brinkcate
In elke Zilver stellen we de lezer graag voor aan
Tukkers met een bijzondere passie, mensen die hun
vrije tijd volop geven aan een hobby of bijvoorbeeld
een goed doel. Deze keer Han Brinkcate uit Delden
en Grada Wolters uit Hengevelde.
ZILVER HERFST 2020
PASSIE. HAN BRINKCATE
Ken je iemand die uren naar een boomkikker kan kijken? Of iemand
die verliefd is op steenuilen? Kan een normaal denkend mens
bevriend zijn met een steenmarter? Of met een tapuit? Dat kan.
In Delden woont de man die het antwoord is op al deze vragen. Han Brinkcate
(68) is dierenvriend, is specialist in het verjagen van steenmarters en sinds
een tijdje is hij ook een gepassioneerd natuurfotograaf.
Geduld is een schone zaak. Han Brinkcate zat de
middag voor het interview een uurtje of vijf in
Lochuizen in het oude, vervallen zwembad. Daar
hoopte hij een glimp op te vangen van een boomkikker.
Het lukte. Hij zag een jonkie. Eén. Hij was
blij. ‘Ze zijn zo zeldzaam’, vertelt hij. ‘Ik heb er jaren
naar gezocht tot iemand me zei dat ik eens naar
Lochuizen moest gaan. In het voormalige zwembad
van Neede zitten ze. En inderdaad, daar zag ik
er intussen al veel. Ik kan uren naar zo’n boomkikkertje
zitten kijken. Ze zijn hooguit een centimeter
of vier groot. Hoe hij beweegt. Die zuignappen op
zijn vingers. Zo gaaf ’, glundert hij. Han is er ook
achter gekomen dat meer mensen de weg naar dat
oude zwembad gevonden hebben of naar een enkele
andere plek in Twente waar ze zitten. ‘Boomkikkers
worden vaak gejat. Ik heb dat al een paar keer
kunnen opmaken uit gesprekken bij dat zwembad.
Mensen stoppen ze in een terrarium of in de vijver.
Waardeloos. Afblijven. Je kunt er niks mee. In zo’n
terrarium gaan ze dood.’
Rotzooi
De Deldenaar stoort zich behoorlijk aan de manier
waarop menig medemens met de natuur omgaat.
‘Ik erger me aan de rotzooi die mensen in het bos
achterlaten. Blikjes, wikkels van snoepgoed, zakken
van McDonalds en ga zo maar door. Ze drukken
zo’n blikje vaak in elkaar en gooien het weg. Vogels
komen er met hun kopje vast in te zitten. Een ree
.66
“Boomkikkers,
zoals ze eruit zien,
zoals ze klimmen,
zijn het net kleine
mensjes.
Ik denk dat ik
nog eens een
afbeelding van
een boomkikker
op mijn huid laat
tatoeëren.
Dat lijkt me
heel gaaf.”
kan erin trappen. En waar ik ook gruwelijk van baal,
is van de maaiers van de gemeente. Als de bermen
heel mooi in bloei staan en de vlinders en rupsen en
andere insecten daar volop van profiteren, komt er
zo’n maaier langs. Die mooie vlinders komen er als
confetti weer uit. Ik heb de gemeente daarover gebeld,
maar het heeft niet geholpen. Laat toch groeien
en bloeien zo’n berm.’
Hij is nog niet klaar met zijn irritaties. ‘De sloten
worden drie keer per jaar uitgebaggerd. Ook midden
in de zomer. Anders kan het water niet weg,
zegt de gemeente dan. Onzin. Water stroomt wel.
Intussen maken ze veel kapot met dat gebagger.
Het is nog strafbaar ook, want ze vernietigen talloze
beschermde diersoorten.’
Familie
Han Brinkcate is van 8 juli 1952. Hij groeide midden
in de natuur op, want zijn ouders bewoonden een
houten huis op het landgoed Twickel. De barones
kwam wel eens bij hen thuis voor een kop thee en de
Brinkcates gingen wel eens op bezoek bij de barones.
‘Dat vonden we best spannend. We zagen haar
ook af en toe met haar statige Bentley langs ons huis
rijden. Mooi vond ik dat’, zegt Han. Zijn ouderhuis
staat er al een tijd niet meer. Het moest wijken voor
de rondweg om Delden.
Han had één broer, die net als zijn ouders niet meer
leeft. Zijn moeder Jeanne is 98 geworden. In 2017 is
ze overleden. Zijn broer Geert is al op twintigjarige
leeftijd aan een overdosis drugs bezweken. ‘Hij liet
een zoon na, Jurren genaamd, maar daar heb ik nooit
contact mee. Ik wist niet van zijn bestaan tot hij
zich op 15-jarige leeftijd bij ons meldde. Hij was op
zoek naar zijn roots. Hij woonde toen in Wezep bij
zijn moeder.’
De vader van Han was veehandelaar. Hij kocht bij
de Twentse boeren varkens op. ‘In de vakanties
mochten we mee. Dan reed hij de bossen door of
passeerden we de akkers op de Deldeneresch met
allerlei soorten graan. Daar krioelde het van de vogels.
Hij vertelde er van alles over en zo is bij mij de
interesse ontstaan.’ Op 68-jarige leeftijd is natuurmens
Han nog altijd vrijgezel. Hij is nooit getrouwd.
‘Gelukkig niet. Ik wil vrij zijn, stond er niet open
voor. Han wil je dit, Han wil je dat, pfff. Ik heb veel
vrienden, maar een vaste relatie is niks voor mij.’
Naar de kapper gaat hij nooit. ‘Het lange haar hoort
bij mijn image’, grijnst hij.
Boomkikker
Boompieper
Longkanker
Op school had buitenmens Han het zwaar. ‘Ik werd
er vaak uit gestuurd, kon niet stil zitten, was onrustig,
het boeide me allemaal niet. Behalve dan
het vak biologie. Ook op de Enschedese tuinbouwschool
werd hij niet enthousiast. Een diploma heeft
hij er niet behaald. ‘Mijn opa waarschuwde me nog.
Als je geen diploma hebt, kun je nergens terecht.’
Hij werkte 25 jaar als conciërge en tuinman van
de AOC in Almelo. In 2011 kwam hij op een dag
ziek thuis. Een griepje dacht hij, maar zijn 90-jarige
moeder stuurde hem naar de dokter. Die stuurde
hem door naar het ziekenhuis. Hij had longkanker.
Ze besloten zijn linkerlong te verwijderen. Hij kreeg
er in 2014 nog een pittige hartoperatie overheen en
knapte op.
In het MST ontmoette Han een arts die als hobby
vogels fotografeerde. Omdat hijzelf wel eens wat
foto’s maakte van landschappen en paddenstoelen,
tipte die arts hem een betere camera te kopen en
ook vogels te gaan fotograferen. ‘Hij vond het een
goede bezigheid voor mij. Ik ben met mijn moeder
naar Den Ham gereden en heb me daar een goed
toestel uitgezocht. Maar ik kreeg geen vogel op de
juiste wijze voor de lens. Ze vlogen steeds weg. In
Azelo riep een vogelfotograaf me toe dat ik met
dat geklungel moest stoppen. Ik vertelde hem
dat ik door mijn fysieke gesteldheid geen grote
afstanden kon lopen. Toen tipte hij mij om de
vogels vanuit de auto te fotograferen. Langzaam
.67
ZILVER HERFST 2020
PASSIE. HAN BRINKCATE
Steenuiltjes in Elsenerbroek
Moeder aarde
Dat natuurmens Han Brinkcate is niet verbaasd
over de corona-crisis. ‘Er zijn veel te veel mensen
op deze aardbol. Dan kan zoiets gebeuren. Meer wil
ik er niet over zeggen. Het is zo’n immens, complex
probleem, dat is te moeilijk voor mij, veel te groot.
Ik ben geen wetenschapper.’ Maar de manier waarop
de mensheid met moeder aarde omgaat, zint de
Deldenaar totaal niet. ‘Ik ben er kwaad over. Wat er
intussen allemaal aan stukken metaal en ander afval
in de ruimte om de aarde cirkelt, wat er op de aarde
zelf aan rotzooi wordt gedumpt. Kijk eens wat ze in
Hengelo in die zoutcavernes storten. Je haalt iets uit
de grond, je gebruikt of onderzoekt het en laat vervolgens
alleen maar rotzooi achter. De mens vernietigt
zichzelf. Zover komt het nog.’
Zelf is hij zui nig op de natuur en geniet hij zo lang
het kan van de schoonheid ervan. ‘Ik leef van dag
tot dag, ook vanwege mijn gesteldheid. Vroeger
was ik gids, maar dat gaat niet meer. Ik doe nog
wat haalbaar is en probeer de mensen die ik tegenkom
op bepaalde dingen te wijzen. Dat is mijn
leven anno 2020.’
.68
Ree met kalf
De steenmarter
Steenuil
Han fotografeerde buizerds en andere vogels en
publiceert zijn foto’s inmiddels in allerlei kranten en
tijdschriften. ‘Ik vind het belangrijk dat de mensen
zien hoe mooi de natuur is, wat er groeit en bloeit’,
motiveert hij zijn hobby. De buizerd imponeert
hem. De steenuil vindt hij megamooi. ‘Hoe ze leven,
hoe ze broeden in holen en holletjes, prachtig. In
Elsenerbroek zag ik er twee die vanwege een storm
dakloos waren geworden. Ik heb ze gelukkig kunnen
fotograferen.’
Hij begluurt de tapuiten, vooral als de mannetjes
de vrouwtjes verleiden. ‘Hun gedrag is uniek.
Zo prachtig.’ Han vindt zelfs kraaien en eksters
mooi. ‘Ze zijn er, dus hebben ze nut. Nee, ik heb
geen favoriet onder de vogels. Nou ja, misschien de
steen- en de kerkuilen. Die vind ik echt schitterend.’
En andere dieren? Heeft hij naast de steenmarter
(zie kader) nog meer voorkeuren? ‘Naar reeën kan
ik uren kijken. Ze zijn zo sierlijk. En de boomkikker.
Zoals ze eruit zien, zoals ze klimmen, zijn het
net kleine mensjes. Ik denk dat ik nog eens een
afbeel ding van een boomkikker op mijn huid laat
tatoeëren. Dat lijkt me heel gaaf.’
Al meer dan 30 jaar is Han Brinkcate bevriend met de
steenmarter. Het begon toen een plaatsgenoot steeds
gerommel hoorde op zijn zolder. Hij onderzocht het
probleem en ontdekte de steen marter. De Twentsche
Courant schreef erover en zo wisten meer mensen hem
te vinden. Zo ontstond zijn fascinatie voor dit roofdiertje.
Han ging nachten lang op pad om hem bezig te zien en
maakte een website over het beest. Hij reisde het hele
land door om hem te verdrijven en ook gaf hij les in
Wageningen bij het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen
voor ongediertebestrijders uit heel Nederland. ‘Ik leerde
ze de mogelijkheden om de steenmarter buiten de deur te
houden. Het is een schitterend beest. Ze zitten op plekken
waar je ze niet vermoedt. Midden in de stad of in kleine
huisjes op een zoldertje. Ze houden mensen uit de slaap,
maar ik los dat op’, zegt Han en verwijst naar zijn website:
www.hanbrinkcatesteenmarter.nl
www.hanbrinkcatenatuurfotografie.nl
PASSIE. GRADA WOLTERS
Grada Wolters [91]
Gek van voetbal
en motorcross
1 augustus 2019. Op haar negentigste
verjaardag vorig jaar werd Grada naar
het feestzaaltje gebracht door Jordi Vehof,
terwijl jonge spelers van WVV een ereboog
vormen voor hun trouwe fan.
// Tekst
GIJS EIJSINK
// Fotografie
RAYMOND WEGDAM
.69
Ken je een voetbalfan van over
de 90 jaar die elke weekend
nog een stuk of vijf wedstrijden
bezoekt? Hoewel steeds meer
mensen de gezegende leeftijd van 90
jaar bereiken, zullen die er niet veel zijn
Grada Wolters-Ten Thije uit Hengevelde,
die onlangs 91 is geworden, is
volstrekt uniek, want zij is niet alleen
gek van voetbal, ze slaat ook nog eens
geen enkele regionale motorcross over.
Bij elk crosscircuit in de regio is Grada
bekend. Al jaren bezoekt ze de wedstrijden.
Op de Herikerberg in Markelo
kennen ze haar allemaal. In het Kötterbos
in De Hoeve is ze een graag geziene gast en
zo voort, tot in Varsseveld toe. Maar niet
alleen het racen met motoren door bossen
en over zandbulten interesseert haar, ze is
dus ook een fervent liefhebber van voetbal.
Zeker een stuk of zes elftallen van de
plaatselijke derdeklasser WVV’34 kennen
Grada als vaste supporter bij thuiswedstrijden.
En ook bij uitwedstrijden is ze
regelmatig van de partij.
Het gaat haar om het spel zelf. ‘Ik ken
soms niet eens de namen van de jongens.
Dan moet ik vragen wie wie is.’ Ze bezoekt
alle wedstrijden van het eerste elftal. Van
de A1 en B1 en van het tweede en derde
bekijkt ze alle thuiswedstrijden. ‘Soms
ga ik zo vanuit de kerk naar het veld.’
Grada is allereerst een liefhebster. Dus
als WVV speelt, heeft ze vrede met een
tegenstander die beter is. ‘Ik heb niet echt
een voorkeur, want de ene keer is die beter
en de andere keer die. Als WVV verliest,
is dat sneu voor de jongens, maar als de
anderen beter waren, zul je van mij geen
commentaar horen’, glimlacht Grada die
ook op televisie veel voetbalwedstrijden
volgt. ‘Verder is er weinig op tv wat interessant
is. Het Muziekpleinfeest vond ik
leuk. Documentaires kijk ik niet. Ik heb al
genoeg ellende gezien. Natuurfilms volg
ik wel, maar als een leeuw een zebra aanvalt,
doe ik hem uit en zet hem een minuut
later weer aan. Dat ik een enorme hekel
heb aan onenigheid en ruzie, zal daar wel
mee te maken hebben.’
Waarom gaat deze bejaarde sportliefhebster
haar hele leven al naar het motorcrossen?
‘Omdat het zo hard gaat. Ook
als er eentje over de kop gaat, vind ik dat
mooi. Ik hou van de lef en de branie. En
die snelheid. Ik was vorig jaar in Bentelo.
Daar gebeurde ook het een en ander. Maar
dan denk ik wel “het zal je kind maar zijn.”
Als ze eraf donderen en er meteen weer
op springen, geniet ik ervan. Die snelheid.
Daar gaat het me om. Ik was wel eens bij
een autocross, maar dat doet me weinig.
Die gaan me niet hard genoeg’, vindt
Grada, die zelf geen rijbewijs heeft. Hoe
komt zij als bejaarde vrouw dan ten huidigen
dage nog op al die circuits terecht? ‘Ik
rij meestal mee met Jordi Vehof. Hij rijdt
een quad en neemt haar overal mee naar
toe. Maar zo ver wil ik niet meer. Varsseveld,
de Hoeve, Holten, Markelo, dat soort
plaatsen. En als Jordi niet kan, neemt mijn
jongste broer Joep me mee. Hij staat ook
altijd klaar voor mij.’ De uitwedstrijden van
WVV zijn ook geen probleem, want een
aantal andere vaste supporters haalt haar
op en neemt haar mee. Ze is al die vrijwilligers
meer dan dankbaar. Want thuis zitten,
terwijl WVV een paar kilometer verder
een wedstrijd speelt of terwijl er ergens in
Twente of de Achterhoek gecrost wordt
met motoren, daar moet Grada voorlopig
nog niet aan denken. Door corona was dat
lastig, maar sinds een paar weken bezoekt
ze weer wedstrijden.
ZILVER HERFST 2020
ZILVER ZAKELIJK. DICHTBIJ DUURZAAM
Verduurzamen:
heldere uitleg,
betrouwbare
bedrijven
// Foto
RIET VOS
.70
Mr. Luut Hooiveld uit Losser wijst tevreden naar de
24 zonnepanelen op zijn woning. De volgende stap is
vloerisolatie. Hij had al langer over energiebesparende
IK WIL OOK maatregelen nagedacht, totdat DichtbijDuurzaam hem
DUURZAAM praktische WONENadviezen gaf. ‘Want ik heb er geen verstand van.’
“Ik hoefde niet alle partijen
afzonderlijk te benaderen
maar kreeg
één duidelijk voorstel”
Bouwkundig adviseur Ron Wolbert is de directeur en
oprichter van DichtbijDuurzaam uit Oldenzaal, gespecialiseerd
in het verduurzamen van woningen. Daartoe
is een uitgebreide gereedschapskist voorhanden: zonnepanelen,
vloer-, dak- en spouwmuurisolatie, dubbeleof
HR +++ beglazing, warmtepomp, zonneboiler.
DichtbijDuurzaam adviseert en coördineert de uitvoering
en werkt daarbij samen met plaatselijke partners
zoals installateurs, aannemers en schilders. Dat lokale
karakter is ook de kracht van het bedrijf. ‘De klanten vinden
dat ook prettig’, zegt Wolbert.
Wolbert begon twee jaar geleden in Oldenzaal met Dichtbij-
Duurzaam, en het groeit als kool. In september vorig jaar
kwam Losser erbij, in maart gevolgd door Dinkelland.
Tubbergen is vanaf 1 september de jongste loot aan de
stam. Borne komt er per 1 oktober bij en inmiddels zijn
er ook contacten in Hengelo.
Interessant voor senioren
DichtbijDuurzaam heeft op dit moment bij ruim 250
woningen de verduurzaming begeleid en uitgevoerd. Dat
is óók interessant voor senioren, zegt Wolbert. Zoals de
76-jarige Hooiveld. De Lossernaar is er blij mee. ‘De zonnepanelen
leveren een prima rendement op, het milieu is
erbij gebaat en m’n woning wordt meer waard’, vat hij de
voordelen samen. Wolbert: ‘En daar komt de verhoging
van het wooncomfort nog eens bij.’ Het bedrijf heeft een
bijzondere aanpak: op de website dichtbijduurzaam.nl
kan eenvoudig een venstertje Check mijn woning worden
aangeklikt. Even Makkelijk postcode en en snel huisnummer duurzaam invullen, wonen in dan Twente!
krijg je al een Duurzaam duidelijke wonen eerste is indruk. ‘hot’. DichtbijDuurzaam.nl Vervolgens nog biedt u als
een paar gegevens Twentenaar invullen, de zoals mogelijkheid woningtype, om simpel bouwperiode
en woonoppervlakte, woningcheck waarna te doen. binnen U heeft enkele direct minuten uw persoonlijke voorstel
en snel een online
een vrijblijvend o.b.v. persoonlijk lokale partners advies binnen huis. komt.
Op maat gesneden voorstel
Bewoners die geïnteresseerd zijn geraakt en behoefte
hebben aan nader persoonlijk contact, kunnen een deskundige
van DichtbijDuurzaam uitnodigen voor een op
Genieten van comfort in de ruimste zin.
Dichtbij Duurzaam.nl maakt het u comfortabel!
maat gesneden voorstel. De meest gestelde vraag heeft
Nadat u de online woningcheck heeft ingevuld, ontvangt
betrekking op de terugverdientijd, zegt Wolbert. Wat de
u direct van ons uw persoonlijk advies. Na opdracht worden
zonnepanelen betreft is dat gemakkelijk te beantwoorden:
binnen een periode van 5 à 6 jaar is de investering
de werkzaamheden door één of meer lokale partners
uitgevoerd en achteraf gecheckt door een deskundig
er weer uit. adviseur van DichtbijDuurzaam.nl. Na goedkeuring ontvangt
u een 10 jaar geldig garantiecertificaat. Comfortabel toch?
Hooiveld beperkt En na zich de werkzaamheden tot het installeren gaat u van genieten zonnepanelen
en vloerisolatie. comfortabele De woning. beglazing is nog vrij nieuw
van een
en hij heeft nog Of geen u nu behoefte isoleert of aan met een zonnecollectoren warmtepomp. Dat energie opwekt....
hoeft ook niet u meteen, bespaart zegt in alle Wolbert: gevallen ‘Je op moet uw energiekosten!
je woning
eerst goed isoleren. Dat is Je dubbel kunt daarna genieten altijd van comfort! nog beslissen of
je een luchtwarmtepomp wilt.’
Het bedrijf regisseert Doe de en online controleert woningcheck de uitvoering op en geeft
daarbij een garantietermijn dichtbijduurzaam.nl van tien en jaar. laat De u overtuigen! betrokken
gemeenten ondersteunen DichtbijDuurzaam enthousiast
en de partner Rabobank adviseert desgevraagd omtrent
SIMPEL EN SLIM NAAR EEN DUURZAME AANPAK
de financiering. Mogelijke subsidies worden berekend en
tevens verzorgd door DichtbijDuurzaam.
DICH20704_ADV_Zilvermagazine212x147mm_v2.indd 1 17-08-20 09:00
REPORTAGE. LUNCHROOM NATIONAAL
Alsof de
tijd heeft
stilgestaan
.71
‘Lunchroom
Nationaal,
de huiskamer
van Hengelo’
De wieg van modekoning Dick Holthaus stond er
ooit, toen zijn ouders nog eigenaren waren van
het ruim honderd jaar oude pand en er een hotel
bestierden. Ondertussen zwaait Riekie Nijland uit
// Tekst
WILLEM PFEIFFER
// Fotografie
WILLEM PFEIFFER EN
GEMEENTEARCHIEF HENGELO
Deurningen alweer 35 jaar de scepter over Lunchroom
Nationaal aan de Langestraat in Hengelo. Voor
ouderen een oase van rust en huiselijkheid, die volop
de sfeer en gezelligheid van weleer ademt. Alsof de
tijd er heeft stil gestaan...
ZILVER HERFST 2020
REPORTAGE. LUNCHROOM NATIONAAL
Mevrouw Holthaus bezorgde onder meer jarenlang
koffie voor ambtenaren en het gemeentebestuur in
het oude raadhuis aan de overkant. Bij een jubileum
bezorgde burgemeester Von Fisenne daarvoor een
fraaie bos bloemen bij National.
De tegenwoordige gasten van Nationaal zijn veelal
groepen trouwe klanten. Zoals het breiclubje Stitch
‘n Bich, de bridgers, de dames die in het verleden
werkzaam waren op het plaatselijke NS-station in
Hengelo, de lopersgroep naar Santiago de Compostella,
de volksdansgroep en de heren van het ooit zo succesvolle
eerste herenteam van handbalclub Olympia.
Ze schuiven met regelmaat aan in de Huiskamer van
Hengelo.
.72
Riekie Nijland had vanaf de jaren zeventig al ervaring
opgedaan bij lunchroom Jägers en vervolgens in
Enschede bij lunchroom Marke Tender, toen ze zich
in 1985 aandiende als opvolgster van de toenmalige
uitbaters Jo en Johan Wilderink. Het destijds nog
National geheten hotel kreeg er een tweede a bij en
werd omgedoopt in Nationaal. ‘Aan hen moest ik de
goodwill betalen en aan de
familie Holthaus de huur.
Toen ik het overnam stond
hier een piano en het kleine
zaaltje was ingedeeld als
restaurant. Dat heb ik
direct veranderd. De keuken
leent zich niet voor een
echt restaurant. We serveren
wel de gewone dingen
als een schnitzeltje met
gebakken aardappeltjes en sla of sperzieboontjes. Een
hotel zijn we al acht jaar niet meer. Aan het begin hadden
we nog negen kamers, maar die hebben we niet
meer, omdat we anders alles hadden moeten veranderen
in verband met de brandveiligheid.’
‘Het is
hier allemaal
eenvoudig,
geen poespas’
Niks te klagen
Anno 2020 drijft ze de zaak samen met José Moekotte.
Aan het interieur is in de loop der jaren nauwelijks
iets veranderd. Riekie: ‘De formule is vanzelf zo gebleven.
Het is hier allemaal eenvoudig, geen poespas. De
keuken is te klein om hier
veel zitplaatsen te kunnen
bieden. Ook daarom hebben
we het niet meer zo druk en
kunnen we het goed aan.
Ik ben heel tevreden met
mijn publiek. Het is heel
gevarieerd en gezellig, daarover
heb ik niks te klagen.
Dat mag en doe ik ook niet.
Er ishier nooit trammelant.
Natuurlijk vallen er wel eens woorden, maar het lost
zich altijd als vanzelf weer op. Al maak je met deze
gasten ook genoeg mee, wat nooit in de krant moet…’
Ze vervolgt: ‘Zolang mijn gezondheid het toelaat ga
ik door, maar je weet nooit wat er morgen gebeurt. Ik
had het al een paar keer goed kunnen verkopen, maar
wat heb je aan geld als je je hobby kwijt bent? Ik heb
22 jaar dag en nacht gewerkt. Dat hoeft nu niet meer,
we kunnen het gemakkelijk aan.’
Zeldzaam normaal
Henk Hofstede (79), voormalig eigenaar van Hofstede
TV Reparatie, is een van de frequente bezoekers van
Nationaal, dat elke vrijdag gesloten is. ‘Ik kom hier
al tijden. Toen ik nog een jonge jongen was, een jaar
of vijftien terug haha, dacht ik dat ook jonge grietjes
me nog aardig zouden vinden…. Hier zaten mensen
waar ik ook voor de tv’s kwam, mijn publiek! Bij bijna
iedereen in Hengelo ben ik wel een keer thuis geweest
om een tv te repareren. Ik had een drukke zaak, later
heeft mijn zoon die voortgezet.
Vlnr de stamgasten Henk Hofstede, Henry Porter en Kerstin Maassen van den Brink
Dit is nog een zeldzaam normaal café,
zoals dat vroeger op de hoek van elke
straat stond.’
Het is die sfeer die ook de krasse Engelsman
Henry Porter (94) enorm aanspreekt.
In 1945 was hij in dienst van The Royal Air
Force (RAF) een van de Engelse bevrijders
van Delden. Hij leerde er zijn vrouw kennen
en woont sinds kort na de oorlog in
Hengelo. ‘Na haar overlijden is dit mijn
tweede thuis geworden. Hier kun je net zo
lang zitten als je wilt en ik ben hier nu twee
of drie keer per week. Het is niet nodig om
alleen thuis te zitten. Hier vertelt iedereen
wat, je bent onder de mensen.’
Dan: ‘Kijk eens naar dat tafelkleed, zo
eentje had mijn oma vroeger ook. Het is ik
weet niet hoe oud. Het is net of je naar huis
gaat, naar oma. Dat komt door Rikie en
José, je krijgt alle tijd, eten en een drankje
erbij. Ik ben hier al eens in slaap gevallen,
maar dat maakt niets uit. Soms eten we
hier stamppot aan tafel, samen met hen.
Waar krijg je dat nou? Zoiets vind je ergens
anders niet in Hengelo. Hier ben je
nog mens…’
Kerstin Maassen van den Brink is op donderdag
met haar 47 lentes met afstand de
jongste van het gezelschap. Zij bevestigt:
‘Iedereen kan hier zichzelf zijn, jong en
oud, dik en dun. Ze vragen hier nog: ‘Hoe
geet ’t er met?’ Zelf kwam ik hier voor
het eerst toen ik zwanger was van mijn
zoon. Ik vind het een verademing, vergeleken
met andere horeca. Heerlijk rustig,
gemoedelijk en inderdaad het gevoel alsof
je in de huiskamer zit.’
Jongere
Lachend: ‘Ik ben de enige jongere. De
ouderen hier zijn meestal vaste klanten.
Het is een beetje hun dagritme, hun uitje en
hun ontmoetingsplek. Ze willen er graag
even uit. Ik vind het
geweldig om al die
verhalen aan te horen.
Alles wat in het leven
voorkomt, komt langs
in de gesprekken.
Neem zo’n Henry, die
is hier gekomen om
Delden te bevrijden,
verliefd geworden op
een meisje uit Delden
en woont hier nu al bijna 75 jaar. Hij is 94
en wat zo bijzonder aan hem is: hij zeurt
nooit. Terwijl mensen van die leeftijd toch
vaak al heel wat ellende hebben meegemaakt.
Henry is altijd positief, geweldig.’
Riekie Nijland tot slot: ‘Het mooiste wat
Henry ooit tegen me heeft gezegd is dat
het hier net is of zijn vrouw hem het eten
voor zet. Daar doe je het voor.’
‘ Waar krijg
je dit nou?
Hier ben je
nog mens…’
.73
Hoofdpersoon in docu
Riekie Nijland is een van de hoofdpersonen in
de serie ‘Het was een mooie tijd’. In 32 korte
documentaires van circa twintig minuten worden
markante Hengeloërs geportretteerd die in de
tweede helft van de vorige eeuw volop werkzaam
waren in de metaalstad.
Wil Zwienenberg en cameraman André Mossel
tekenden voor de productie, die de afgelopen
maanden meerdere keren werd vertoond in het
MFA ’t Berflo aan het Apolloplein in Hengelo.
Een trailer van de serie is te zien op de website
www.museumhengelo.nl
Riekie Nijland serveert
ZILVER HERFST 2020
ZILVER ZAKELIJK. RAW MILK COMPANY
.74
Gezond eten met boerenverstand
// Foto
RIET VOS
Of je hun producten nu koopt in de naast hun
melkfabriekje gelegen winkel Melk & Honing, bij
een Plus Supermarkt in Twente of in een natuurwinkel
ergens in Nederland. Het zal opgevallen
zijn dat de kefir, de yoghurt en de hangop van de
Raw Milk Company een ander logo hebben. De
expliciete koe heeft plaatsgemaakt voor een subtieler
getekend rund, zoals die in een grottekening
uit de oertijd is teruggevonden.
Het geeft aan dat het om eerlijk natuurlijk zuivel
gaat. Geen E-nummers, niet gesteriliseerd, gepasteuriseerd
of gehomogeniseerd. De 14.000
liter biologische verse, rauwe melk die ze wekelijks
verwerken, fermenteren ze zelf. Ze voegen
er melkzuurbacteriën aan toe waardoor deze zuivelproducten
veel gezonder zijn. En de klanten
houden niet op te praten over de heilzame werking
ervan op o.a. acné, astma, psoriasis en maagen
darmstoornissen, al zet de Raw Milk Company
dat op last van de voedsel en warenautoriteit niet
meer op hun website.
Labneh
Terwijl het logo kleiner is geworden, is het assortiment
gegroeid. Naast de kefir die ze altijd
maakten is er nu ook oer-kefir, dat 36 uur is gefermenteerd.
Hoe gezond dit product is, blijkt
wel uit de bijnaam: ‘drank der 100-jarigen’.
Ook nieuw is het zogenaamde labneh, een zachte
smeerkaas op yoghurtbasis. De Marokkaanse
schrijfster en tv-persoonlijkheid Nadia Zerzouali
bracht ze op het idee dit te gaan produceren, zegt
Tonny Mulder. ‘Ze beklaagde zich dat er in Nederland
geen goede labneh te koop is. Deze kaas die
op roggebrood, crackers, brood, pannenkoek en
andere deegwaar wordt gegeten is in Marokko
en veel Aziatische landen heel populair, zowel in
hartige als zoete toepassingen. Ik heb haar gezegd
dat wij het zouden gaan maken.’
Twee soorten labneh verkoopt de Raw Milk
Company: naturel en eentje met biologische kruiden.
Nadia was enthousiast en Tonny Mulder
laat weten dat iedereen die het ook wil proeven
welkom is bij de Raw Milk Company aan de
Beuningerstraat 12 in De Lutte
www.rawmilkcompany.nl
Win een DVD
van
De Beentjes van
Sint Hildegard
Zilver Magazine stelt een DVD beschikbaar voor de eerste
acht lezers die zich per e-mail melden. U hoeft slechts het
geboortejaar van Johanna ter Steege te vermelden en u kunt
winnaar zijn van zo’n schitterende dvd. Reageer snel, want
we hebben er dus acht voor u beschikbaar.
Vanaf 23 september is de bioscoophit DE BEENTJES VAN SINT-HILDEGARD
verkrijgbaar op Blu-ray, dvd en video on demand (o.a. CineMember, Pathé
Thuis, Ziggo Movies & Series, iTunes, Google Play).
Stuur de mail naar verkoop@zilvermedia.nl en wie weet!
COLUMN. THEO LEONÉ
Op de fiets weer
naar oude plekjes
Theo
Leoné
OVERWEGING
Op vakantie geweest? Dit jaar per fi ets?
Oude tijden herleven.
In onze jonge jaren waren fietstochten heel
gewoon. Op vakantie gaan betekende meestal
logeren bij een familielid. Dag opa en oma, hier
zijn we weer! Voor het vervoer moest je flink
trappen. Woonde de familie verder weg, dan
kwam de trein aan bod. Op vakantie met de
auto? In heel wat straten kwam dat vervoermiddel
helemaal niet voor. Pas in de jaren zeventig
beschikte meer dan de helft van de huishoudens
over een eigen auto. Logisch dat zo’n vierwieler
een statussymbool werd. Veel jongeren lachen
daar nu om en lappen de auto aan hun laars.
Veel te duur en boven dien nog onvriendelijk
voor het milieu ook. Wel eens naar de parkeergelden
in Amsterdam gekeken? Wegwezen!
Rond 1950 trokken drie van de vijf vakantiegangers
naar familie. Niet zelden hadden de
bezoeken het karakter van een hereniging.
Heel wat families waren in de oorlogsjaren
door elkaar geschud. Een op de zes – de dure
tak – permitteerde zich een pension of hotel.
Een achtste waagde zich avontuurlijk aan een
tent. Zo vlak na de oorlog bleef een derde van de
Nederlanders in de zomermaanden thuis. Niet
iedereen had recht op vakantie, anderen hadden
geen geld. In boerenkring was het gezegde
populair dat ze het hele jaar al vakantie hadden.
Met andere woorden: handen uit de mouwen en
niet zeuren. Niks doen viel in de categorie stadse
fratsen.
Concentreerden de vakanties zich vroeger in
de maanden juli en augustus, de ouderen van
nu kiezen naar believen een periode die ze past.
Waarom zou je kiezen voor topdrukte met ook
nog eens van die onvriendelijke topprijzen? Beter
ben je af in de luwte van het voor- en najaar.
Bij ouderen neemt het aantal toertochten per
fiets opvallend toe. Even een dagje naar de
plekjes van weleer. In Twente zijn watermolens
en havezates populaire doelen van de grijze
golf – mits voorzien van een gezellig terras. De
terugkeer van de fiets als geliefd vervoermiddel
– dit keer voorzien van een krachtige batterij
– is niet geheel zonder gevaar. Oppassen dus.
Het aantal dodelijke slachtoffers in het verkeer
bestaat al voor meer dan de helft uit fietsers.
Vooral mannen zijn de pineut. Vrouwen blijken
voorzichtiger – verstandiger, zeggen ze zelf.
Best heerlijk, zo’n rit met de wind door je
wapperende manen. Voor zover nog haar
aanwezig is. Maar vergeet niet dat het stramme
lijf minder tegen een stootje kan dan een halve
eeuw geleden. Leerde je de kinderen niet: pas
op bij het oversteken? Nou dan. Driekwart van
de slachtoffers die om het leven komt op een
elektrische fiets is een 65-plusser.
Theo Leoné
Journalist Theo Leoné
bespreekt in elk nummer
een onderwerp dat zinvol
is voor 65-plussers. Heeft
u een vraag voor Theo?
Stuur hem naar
redactie@zilvermedia.nl
.75
ZILVER HERFST 2020
Jan G
INTERVIEW. JAN GREVE
.76
Z’n hele leven
gek van
paarden
Jan Greve [72]
nog altijd volop
actief in de
hippische wereld
Er zijn mensen die zeggen dat Jan Greve (72) het DNA van
een paard heeft. Het hele leven van de Haaksbergenaar staat
in het teken van de paarden. En nog altijd is de oprichter van
paardenkliniek, fokkerij en dekstation De Watermolen Equine
Allround razend actief in de hippische wereld. Vorig jaar nog werd hij
bij het CSI Twente in Geesteren uitgeroepen tot fokker van het jaar in
Overijssel.
Van zijn vier kinderen raakten Joffra en Willem besmet met het paardenvirus. De
laatste, vorige maand nog spectaculair winnaar van de Grote Prijs bij Outdoor
Wierden, runt een eigen stal in Markelo en is een belangrijke kandidaat voor
deelname aan de Olympische Spelen in Tokyo.
‘Misschien is mijn diensttijd wel het meest bepalend geweest voor mijn hele
leven. Ik was gelegerd in Amersfoort. Nadat ik twee weken op de hei had gelegen,
werd ik gebeld of ik mee wilde naar Soestdijk. Daar heb ik mijn hele verdere
diensttijd doorgebracht. Prins Bernhard had iemand uit Hongarije gehaald, die
al die mensen daar leerde paardrijden. Ik maakte er kennis met Evert Offereins
uit Bosch en Duin, hij kwam op Soestdijk als dierenarts. Ik heb een hoop aan
hem te danken. In 1972 mocht ik met hem mee naar de Olympische Spelen
in München. Evert was veterinair van de Nederlandse militaryruiters:
Hans Brugman jr, Maarten Jurgens, Daan Nanning en Piet van der Schans.’
// Tekst & fotografie
WILLEM PFEIFFER
reve
‘Evert was heel enthousiast, had gevoel voor het vak
en ik kon heel goed met hem. We werden als het ware
familie. In 1977 zijn we geassocieerd en we hebben
samen vijf jaar in de maatschap gezeten. Toen vertelde
mijn vader me dat hij wilde stoppen met zijn agrarisch
bedrijf. Hij vroeg: ‘Wat doen we met het spul?’ Na lang
wikken en wegen ben ik teruggegaan naar De Watermolen
en daar met de kliniek begonnen. Dat heeft me
ook gruwelijk veel pijn gedaan, want Evert en ik waren
twee handen op één buik. Hij was abnormaal kundig
en collegiaal.’
Eén fokmerrie
‘Toen ik in 1982 terugkwam in Haaksbergen, hebben
we paardenstallen ingericht op de plek waar altijd de
koeien stonden. Mijn vader was landbouwer en had één
fokmerrie, de wachtmeester-merrie Deraleen. Daar is
hij een kleine zestig jaar geleden mee gaan fokken en
die stam hebben we nog steeds. Caroline Müller, de
schoondochter van Hans Horn, werd met nakome ling
Kyraleen in 2003 Europees kampioen bij de young riders.
Voor de fokkerij moet je een goede merrie hebben, dat
is het belangrijkste. Het begint met een goed nest. De
stam, de familie, moet deugen. Bij zo’n merrie probeer
je een hengst te zoeken, die een beetje kan compenseren
wat zij nog mist. Ik heb liever een wat mindere
merrie uit een goed nest dan omgekeerd. Je kunt een
paard namelijk wel wat leren, maar er weinig aan
veranderen. Het is net als hout. Dat kun je wel schilderen,
maar het blijft hout.’
‘Met Henk Nijhof ben ik veel op pad ben geweest op
zoek naar jong talent. Hij en ik hebben Voltaire gekocht,
nadat we hem in Duitsland in de wei zagen lopen. Hij
was te klein, had een ontsteking in de voet, maar sprong
ontzettend goed en was fantastisch gefokt. Hij had grote
ogen in een gruwelijk mooi hoofd. Met Voltaire zijn we het
dekstation begonnen. Hij is uitgegroeid tot veruit de beste
op de lijst van moedervaders. Diep in mijn hart geniet ik
het meest van de fokkerij. Het is enorm fascinerend om die
combinatie van hengst en merrie te verzinnen en dan af te
wachten of de inschatting uitkomt.’
Van twee kanten
Gek van paarden is hij zijn hele leven al. ‘Niet zo heel
raar, want mijn grootvader van moeders kant had een
dekstation, samen met Winkelhorst uit Buurse. Het zat
er dus van twee kanten al een beetje in. In de meeste
disciplines van de paardensport ben ik wel bezig geweest.
Zelf heb ik thuis volbloeds getraind, meegedaan
aan eventing, springen en mennen. Dat laatste doe ik
trouwens nog steeds. Ik probeer toch wel vier keer in
de week op de bok te zitten, hartstikke leuk om te doen.’
Jan:
‘ Paarden
zeggen niet veel,
maar praten wel’
.77
Willem Greve in actie met Zypria S CSI19
Greve senior nabij de thuisbasis in Haaksbergen
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. JAN GREVE
‘Om zelf te doen is eventing (military, red.) het leukst.
Het blijft een riskante sport, maar is tegelijk het meest
paardvriendelijk. Beesten mogen gewoon paard zijn,
ze hebben tenminste nog een beetje vrijheid. Bij dressuur
mogen ze geen pas buiten het boekje zetten, daar
is alles geconditioneerd. Een pasje hier, een pasje daar...
Maar springen is het moeilijkst. Dat komt zo precies,
je hebt er geen vergiffenis. Als een balk valt, heb je vier
strafpunten aan je broek, je kunt niks compenseren of
camoufleren. In de dressuur kun je nog goud winnen
als je drie fouten hebt gemaakt.’
.78
Vader Jan en zoon Willem poseren met een van hun paarden
Al bijna veertig jaar lang vertolkt Jan Greve de rol
van teamveterinair voor nationale selecties in diverse
disci plines van de paardensport. In 1980 nam hij de
medische verzorging van de paarden van de nationale
militaryploeg op zich. Dat deed Greve tien jaar, tot
1990 in Stockholm, waar Enschedeër Jan Stokkentré
parcoursbouwer was van de military tijdens de Wereldruiterspelen.
Vervolgens ging hij aan de slag bij de
springequipe, die in 1992 onder leiding van bondscoach
Hans Horn met onder anderen Jos Lansink
uit Weerselo in de gelederen goud veroverde bij de
Olympische Spelen in Barcelona. ‘Toen Willem mee
mocht naar het EK pony’s in Denemarken heb ik de
Spelen van Atlanta laten lopen en ben ik overgestapt
naar de ponyruiters. Daar heb ik verschillende teams
begeleid. Een heel leuke tijd.’
Derby
‘Als fokker ging ik vaak naar de bekende renbaan
Duindigt. Daar hebben door mij gefokte paarden,
Watermill Fourth en Watermill Seven, twee keer de
klassieke derby gewonnen Willem was helemaal gek
van die volbloeds. Hij ging mee naar de baan en kende
ze allemaal. Aan de ring stond hij op zijn zesde al te
debatteren met Van Hout, een juwelier uit Nijmegen.
De huidige bondscoach Rob Ehrens van de springruiters
reed voor hem.’
‘Willem is heel kien, maar - als het moet - hard, zeker
in de handel. Van de andere kant is hij ook heel emotioneel.
Hij heeft enorm veel verstand van een paard en
misschien nog wel meer van de handel. Hij kan erg goed
combineren en mensen gelukkig maken met een paard,
is vlot van de tong en kan uitstekend lesgeven. Zelf rijdt
hij fantastisch. Zypria S stond op stal bij de Engelsman
Nick Skelton, daar was ze afgeschreven. Willem is kandidaat
om naar de Olympische Spelen in Tokyo te gaan,
domweg door de merrie gewoon klassiek te rijden. Hij
begrijpt een paard. Paarden zeggen niet veel, maar praten
wel. Je kunt aan het hoofd zien wat ze willen.’
Jan:
‘Ik probeer nog
vier keer per
week op de
bok te zitten.
Hartstikke leuk
om te doen.’
Jan Greve is nog steeds actief als menner. Vier keer per week zit hij nog op de bok.
Tijdelijk terug in bestuur ‘Boekelo’
Column
Jan Greve maakt weer deel uit
van het bestuur van Military
Boekelo-Enschede. De Haaksbergenaar
vervulde daarin
eerder al een rol van 1990
tot en met 2000.
Zelf: ‘Alles is tijdelijk, dus dit
ook. Maar ik wel het wel
weer een paar jaar doen.’
Voorzitter Robert Zandstra:
‘We zijn hartstikke blij dat Jan
het voorlopig op zich neemt.
We hebben er sterke behoefte
aan om binnen het bestuur
de link met de sport zelf nog
breder te maken.
Als er iemand is die weet wat
er mondiaal in de eventing
aan de hand is, is Jan het wel.
We gaan er samen aan werken
om op redelijke termijn een
jongere opvolger voor hem te
vinden.’
In 2017 won de door Jan Greve
gefokte merrie Cekatinka in
Boekelo onder het zadel bij
Nieuw-Zeelander Tim Price.
De Engelse Nicola Wilson
zegevierde in 2015 met
Burana, die daarvoor door
Greve naar Engeland was
verkocht.
Hoop
Door Joan Koenderink
Ik ga wandelen en ik neem mee: mijn huissleutel,
mijn hond en poepzakjes. En die laatste gebruik ik
ook daadwerkelijk, wanneer nodig. Ook wanneer
er niemand toekijkt. Dat is namelijk part of the deal
wanneer je een huisdier hebt. Valt onder het kopje
fatsoen en verantwoordelijkheid.
Grote rol
Willem Greve (37) over vader Jan: ‘In wat ik tot nu in de sport heb bereikt, heeft
hij een grote rol gespeeld. Zijn horsemanship, zijn gedrevenheid heeft hij op mij
overgebracht. Al die paarden herkennen, dat heb ik nog, dat is gewoon een tic.
Proberen een paard optimaal te laten functioneren en het te benaderen, dat heb ik
van hem. Mijn ouders hebben me de kansen gegeven met paarden uit eigen opfok
of waarmee anderen niet goed uit de voeten konden of die via de handel bij ons
kwamen, te presteren. Ik ben denk ik de enige in Nederland die met zeven verschillende
pony’s en paarden aan tien EK’s voor de jeugd heeft meegedaan.’
‘Toen ik achttien was, ben ik het huis uitgegaan om stalruiter bij Henk Nooren
(voormalig topruiter en bondscoach, red.) te worden. Mijn ouders waren goed
bevriend met Henk en zijn vrouw en het is een heel belangrijke move voor het
Willem:
‘Onze verstandhouding heeft mede daardoor ook
wat ups en downs gekend. Allebei hebben we best veel
karakter. Het was niet altijd gemakkelijk met elkaar.’
vervolg van mijn loopbaan gebleken. Toen ik daar in 2004 wegging, ben ik op De
Watermolen samen met mijn vader met een stal begonnen. Na tweeënhalf jaar heb
ik mijn eigen weg gekozen en heb ik stallen gehuurd bij Jeroen Dubbeldam. Dat
had mijn vader ongetwijfeld graag anders gezien, maar ik denk dat hij ook apetrots
is op wat ik nu ben. Onze verstandhouding heeft mede daardoor ook best wat ups
en downs gekend. Allebei hebben we best veel karakter. Het was niet altijd gemakkelijk
met elkaar. Maar we zijn allebei ouder en wijzer geworden.
En als je dan ziet hoe enthousiast hij bijvoorbeeld was toen ik laatst bij Outdoor
Wierden de Grote prijs won, dan doet je dat wat. Echt mooi, als je hem daarvan
ziet genieten.’
Och, we kennen ze allemaal: die hopeloze hondenbezitters
die, op het moment dat hun hond zijn
of haar behoefte gaat doen, ineens veranderen in
vogelspotters. Als aan de grond genageld staren ze
naar de lucht: ‘Vliegt daar nou verdorie een… duif?!’.
Vervolgens trippelen ze met hun ontlaste viervoeter
vrolijk verder. Blij dat natuurschoon op het netvlies
te hebben meegepakt en uiteraard geen notie van de
zojuist gedeponeerde bijdrage aan de milieuvervuiling
door hun eigen hond. Ik probeer me niet te ergeren,
maar die missie slaagt zelden want mijn irritatieklieren
slaan daar echt vreselijk van op hol.
‘Er zijn ergere dingen in de wereld’, denk ik, terwijl ik
in het schemerdonker braaf de hoop van mijn hond
opruim en voel dat ik wegglijd in een door een minder
braaf hondenbaasje achtergelaten drol van formaat.
De Van Dijckbruin kleurige brij krult zich langzaam
rond mijn linkervoetzool en ik mompel binnensmonds
serieus lelijke dingen. Thuisgekomen tracht ik
met tandenstokers het profiel van mijn sneaker weer
te ontdoen van kak die noch van mijn hond, noch van
mijzelf is.
“Wat gij niet wilt dat u geschiedt?” Nou, ik wens het
ze! Al die onbeschofteriken! Grote hopen voor hun
eigen voordeur, afgevulde zoolprofielen en geen
tandenstoker in huis!
Joan Koenderink
.79
ZILVER HERFST 2020
(advertorial)
Dorothy’s Beestenbende
Ben je gek op dieren? Kijk dan vanaf oktober naar
‘Beestenbende’. In een spiksplinternieuw programma
op Facebook, TV Oost en YouTube steekt Dorothy
Oosting de handen uit de mouwen in het dierenasiel. In
Beestenbende krijg je een kijkje achter de schermen.
Welke dieren komen er allemaal binnen en waarom?
En hoe gaat het verder als een dier eenmaal in het
asiel zit? Samen met de enthousiaste vrijwilligers van
het asiel verzorgt Dorothy de dieren en maakt ze de
hokken schoon. En natuurlijk maak je kennis met al
die dieren die wachten op een nieuw baasje.
.80
Beestenbende zie je vanaf oktober wekelijks op TV
Oost, Facebook en YouTube.
Wil je meer weten over de dieren uit het asiel, de
uitzending terugkijken en bloopers zien? Lees dan het
digitale magazine van Beestenbende op
www.RTVOost.nl/Beestenbende.
Heb je zelf een bijzonder dierenverhaal of een leuke
foto of video van jouw asieldier? Mail dan naar
Beestenbende@rtvoost.nl.
Vanaf
oktober bij
RTV Oost!
Thuis in Overijssel
ZILVER HERFST 2020
.81
COLUMN. PAUL ABELS
WATER
LÖP
Stromend water is sinds mensenheugenis een
metafoor voor beweging, verandering, hoop.
Denk aan het achttiende-eeuwse verhaal over de Hoofdige
Boer, geschreven door de dichter Staring. Nooit was er een
brug over de sloot bij Almen gelegd. De dorpsbewoners
waadden zondags door het water als zij ter kerke gingen.
Totdat de nieuwe tijd zich manifesteerde en er een brug
werd gemaakt. Boer Scholte Stuggink, de hoofdige boer,
wilde niks te maken hebben met de nieuwe tijd. Hij was zo
koppig dat hij zijn hele leven de brug oversloeg en gewoon
door het water bleef waden:
“ Een brug valt ligt in een te slaan;
Onze ouders hebben ’t nooit gedaan;
Zij gingen, waar nu Stuggink gaat,
Eeuw in eeuw uit, de modderstraat.”
.82
Er is een aardig brugje te maken van het gedicht naar een
meer praktische zaak, de weg- en waterbouwkunde. Een
zoon van deze Staring was ‘waterhuishoudingdeskundige’.
En zo komen we terecht aan de straat tussen Enschede en
Hengelo, bij het waterbassin ‘Kristalbad’ dat daar is aangelegd
en fraai gefotografeerd door Alphons B. ter Brake.
Een waterloop, water dat loopt, alles stroomt, in fraai
Twents, in het plat. Bij de eerste oplevering van de letterplastiek
(in 2013) stond er iets anders: Waterlöp, zonder
spatie. Kats fout natuurlijk. Als je Twents schrijft, moet je
het wel correct doen, zeker als het voor gebruik in de publieke
ruimte is. Gelukkig is de fout hersteld. Voor eeuwig
vloeit het water terzijde van de aloude weg tussen Hengelo
en Enschede. Misschien gaan Hengelo en Enschede ooit
ook nog wel eens vloeiend samenwerken. Panta rhei, zoals
Herakleitos zei...
Paul Abels
// Fotografie
ALPHONS B. TER BRAKE
ZILVER HERFST 2020
.83
Voor iedereen
een persoonlijk
afscheid.
HET VERMOGEN
FINANCIEEL TE
ONTSTRESSEN
Wilt u meer weten over de uitvaart mogelijkheden?
Bel mij dan gerust voor een afspraak. Ik kom
vrijblijvend bij u langs om uw uitvaartwensen te
bespreken. Ook als u niet of elders verzekerd bent.
Monuta Judith Elst
Leliestraat 23, 7555 BV Hengelo
T 074 - 852 63 50
E info@monutajudithelst.nl
I www.monutajudithelst.nl
Hazenweg 110, Hengelo (Ov.)
074 - 248 00 48
groenstate.nl
.84
99x146 Adv Monuta Judith Elst.indd 1 21-05-19 14:40
IK WIL OOK
DUURZAAM WONEN
“Ik hoefde niet alle partijen
afzonderlijk te benaderen
maar kreeg
één duidelijk voorstel”
Makkelijk en snel duurzaam wonen in Twente!
Duurzaam wonen is ‘hot’. DichtbijDuurzaam.nl biedt u als
Twentenaar de mogelijkheid om simpel en snel een online
woningcheck te doen. U heeft direct uw persoonlijke voorstel
o.b.v. lokale partners in huis.
Genieten van comfort in de ruimste zin.
Dichtbij Duurzaam.nl maakt het u comfortabel!
Nadat u de online woningcheck heeft ingevuld, ontvangt
u direct van ons uw persoonlijk advies. Na opdracht worden
de werkzaamheden door één of meer lokale partners
uitgevoerd en achteraf gecheckt door een deskundig
adviseur van DichtbijDuurzaam.nl. Na goedkeuring ontvangt
u een 10 jaar geldig garantiecertificaat. Comfortabel toch?
En na de werkzaamheden gaat u genieten van een
comfortabele woning.
Of u nu isoleert of met zonnecollectoren energie opwekt....
u bespaart in alle gevallen op uw energiekosten!
Dat is dubbel genieten van comfort!
Doe de online woningcheck op
dichtbijduurzaam.nl en laat u overtuigen!
SIMPEL EN SLIM NAAR EEN DUURZAME AANPAK
DICH20704_ADV_Zilvermagazine212x147mm_v2.indd 1 17-08-20 09:00
POËZIE. HERFST
Wandelbederf
Tijdens ettelijke omzwervingen
in het, met het vergelend
bladerdak van eeuwenoude
eiken, ook in de herfst
onmiskenbaar mooie
Twentse landschap, was
bij even onverwachte als
ongewenste ontmoetingen
met viervoetige bewakers van
eveneens eeuwenoude erven
in grommend woest geblaf
nimmer de zo gewenste
blijde boodschap te horen
“ik ben een goede herder”.
.85
// Fotografie
RIET VOS
ZILVER HERFST 2020
.86
CULTUUR. IN TWENTE
Cul
tuur
in Twente
AAN DE WANDEL MET
BANNINK & WILMINK
Stilstaan bij de iconen van je stad,
dat kan het best via een wandeling.
Omdat Enschede trots is
op het feit dat zowel schrijver
Willem Wilmink als componist
Harry Bannink er zijn geboren,
is er vanaf 11 september een
Harry Bannink – Willem Wilmink
wandelroute.
Het bijbehorende boekje met zeventien stopplekken is gratis
verkrijgbaar bij Enschede Promotie aan de Langestraat 41.
De route lopen met een mobiele telefoon is aan te bevelen,
omdat aan de meeste plekken een beeld en/of geluidsfragment
is gekoppeld.
De wandeling met muziek van Bannink, teksten van Wilmink,
een Bannink Boom Bank, een op hun lijven geschreven
art-impression van kunstenaar LUVANE dat zich uitstrekt over
15 meter en verder veel anekdotes en wetenswaardig heden
over de beide mannen. De wandeling eindigt in Wilminks
stamcafé ’t Bolwerk, waar een bescheiden monumentje voor
de schrijver is opgericht en waar je hem aan een tafeltje kunt
zien zitten.
// Tekst
TON OUWEHAND
Nie wieder
2020 zou het jaar worden waarin 75 jaar
bevrijding in vele soorten en maten gevierd
zou worden. Aan de meeste geplande
evenementen maakte een inmiddels bekend
Chinees virus een einde voordat ze zouden
beginnen.
Een van de weinige grote manifestaties die
wel gewoon door kan gaan is de expositie
NIE WIEDER/NOOIT WEER. Geen probleem
om bij bezoek aan deze tentoonstelling de
1,5 meter afstand in acht te nemen want het
speelt zich af op openbare buitenlocaties
in Delden, Glanerbrug / Gronau en Rheine.
En ook de ventilatievoorwaarden worden in
acht genomen, aangezien het zich afspeelt in
de openlucht. Tot 1 novem ber zijn banners
te zien waarop werk van dertig Duitse en
evenzoveel Nederlandse kunstenaars over
de Tweede Wereldoorlog.
Te zien op de grasvlakte tegenover ‘Het
Witte Paard’ in Delden, in het park naast
het Ariënshuis in Glanerbrug op de Duitse
grens, in het Salinenpark in Kloster Bentlage
in Rheine en in Stadtpark Vreden. In de
Vrijhof van de Universiteit Twente is tot
1 november een beamerpresentatie te zien
over de schetsontwerpen van de banners.
M
// Foto ANNINA ROMITA
uziek
50 jaar
Poppodium
de Tor
Het is de oudste jazzclub van ons land. Maar uitgerekend in het
jaar waarin De Tor het 50-jarig bestaan viert kan dat vanwege de
1,5 meter regels niet gebeuren op het vertrouwde adres aan de
Walstraat 21 in Enschede. Op de plek waar Dizzy Gillespie optrad,
waar Chet Baker speelde, Freddie Hubbard, Shirley Horn, Teddy
Edwards, Jimmy Raney, John Scofield en Dexter Gordon is tijdelijk
geen jazz te horen. Onder de noemer De Tor On Tour verplaatst
het 50-jarige podium zich naar Mystiek Theater, in de verbouwde
textielfabriek Richtersbleek.
Het feestelijke openingsconcert wordt op 25 september gehouden
door de 90-jarige trompettist Ack van Rooyen, die dit jaar de
belangrijkste jazzonderscheiding van ons land won: De Boy Edgar
Prijs. Hij wordt die avond muzikaal bijgestaan door Peter Peuker
(sax), Jurai Stanik (piano), Ruud Ouwehand (bas) en Wim Kegel
(drums). www.jazzpodiumdetor.nl
Column
Panta Rhei
Door Mariska Overman
De mussen vallen van de daken en het land zucht
en kraakt onder coronadiscussies. De wereld is
niet meer de wereld zoals we die kenden en ik
verbaas me in toenemende mate over de verbazing
van de wereld hierover. Die wereld lag als een goed
gevulde koekjestrommel aan onze voeten en we
zijn dat als vanzelfsprekend gaan beschouwen.
Natuurlijk neemt welvaart toe. Natuurlijk hebben
we een uitstekend zorgsysteem. Natuurlijk gaan
we op vakantie in de zomer. En in de winter. En
ach, een stedentripje tussendoor. En we worden
allemaal gemiddeld tachtig. Minstens.
.87
Veel gaat er dit jaar niet door. Maar een bezoek
aan een of meer van de Tuinen van Diepenheim
kan altijd. Ze zijn gratis toegankelijk, men kan
rondleidingen aan vragen bij de Kunstvereniging,
al zal daar wel voor betaald moeten worden. Er
kan worden gefietst, gewandeld. Er zijn routes verkrijgbaar bij het
informatie centrum bij De Pol en bij de Kunstvereniging.
Natuurlijk ook door kunstenaars aangelegde tuinen onttrekken zich
niet aan de seizoenen. De vlinders en bijen zullen plaatsmaken voor
bladeren in herfsttinten.
TUINEN ZIJN ALTIJD
CORONAPROOF
Overigens, een van de Diepenheimse tuinen luistert naar de naam
‘Boomtuin’. Het is een tuin in de top van een 250 jaar oude eik,
gecreëerd door kunstenaar Jeroen Kooijmans. De tuin is bereikbaar
via de wenteltrap om de stam. Deze boom is met nog twaalf
Neder landse bomen genomineerd voor de verkiezing ‘De Boom
van het jaar’. www.kunstvereniging.nl/de-tuinen-van-diepenheim
// Foto EBO FRATERMAN
Tot iets arriveerde wat met het blote oog niet te
zien is, alles op zijn grondvesten deed schudden.
Als ik het niet tegelijkertijd eng vond zou ik erom
lachen. Heel hard ook. David verslaat Goliath,
toch? En heeft Goliath dat niet een beetje aan
zichzelf te danken? Is het niet gek dat Goliath zich
daarover verbaast?
Misschien zijn we vergeten dat alles vergankelijk
is. Leiders komen en gaan. Dynastieën komen en
gaan. Diersoorten komen en gaan. Mensen komen
en gaan, soms veel eerder dan die verwachte
tachtig jaren. Culturen komen en gaan. Alles komt
en gaat: Panta Rhei. En nu is er ook iets aan het
gaan. Iets vertrekt. We weten niet precies hoe en
wanneer en hoeveel, maar dat wat was, is voorbij.
Het glipt als zand tussen onze vingers door. Dat
zand landt ergens en begint opnieuw, in een andere
vorm. Daar valt niets aan te doen behalve erin
meegaan. Berijd de golven, koester die onvermijdelijke
vergankelijkheid en houd elkaar onderwijl
stevig vast. Iemand schreef ooit: heb elkaar lief, de
rest is ruis. Daar kan ik alleen maar amen op zeggen.
Mariska Overman
ZILVER HERFST 2020
BOEKEN. TWENTSE AUTEURS
Nieuwe
boeken
van
Twentse auteurs
aan
VAN
HARTE
AANBEVOLEN
.88
DE KIER
Wanneer een vermiste jonge moeder dood wordt blijkt te zijn en hoe harder ze met onvrijheid en
aangetroffen, ruikt de pers bloed. Waar faalde de dwang in haar eigen relatie wordt geconfronteerd.
hulpverlening? Wat doet de gemeente om vrouwen
te helpen die onder de radar van alle officiële afkomstige schrijfster Shantie Singh (38). Ze woont
De Kier is de tweede roman van de uit Almelo
instanties leven? De Hindoestaanse Uma, rijzende in Rotterdam. In De Kier komt de wereld van onzichtbare
vrouwen aan het licht. Door cultuur en religie
ster in het ambtenarenapparaat, krijgt de opdracht
om tot de laag verborgen vrouwen door te dringen. leven zij een verborgen leven, soms zelfs geheel afgesneden
van de rest van de stad.
Hoe verder ze komt, hoe complexer het probleem
Shantie Singh – De Kier – 303 blz – Verkrijgbaar in de boekhandel
Geluk komt
in de zomer
De Hengelose schrijfster Michelle
Visser (47) bracht de roman
Geluk komt in de zomer uit. Het
is het derde en laatste deel van
de ook los te lezen feelgoodreeks
over de Nederlandse
Loes Beekman die in Frankrijk een nieuw leven begint.
Ze woont in het Franse dorpje Pommiers en heeft een
nieuwe liefde met de naam Sjoerd. Gaan ze samenwonen of
niet? Is liefde belangrijker dan haar moeizaam verkregen
zelfstandigheid? Loes moet keuzes maken en dat is niet
gemakkelijk. Maar er gebeurt meer in het leven van Loes
in Frankrijk en in Pommiers. Het is een feelgood-roman,
maar discriminatie, intolerantie en terreur zijn motieven
die ook in het boek een rol spelen.
Michelle Visser – Geluk komt in de zomer – 336 blz –
Verkrijgbaar in de boekhandel
Zorg, zingeving
en waardigheid
Vanwege tegenslagen in zijn gezondheid stopte Diepenheimer
Pieter Grimbergen (61) zijn werkzaamheden als
concertpianist en docent. Hij volgde coaching cursussen en
werkt nu als coach met mensen met gezondheidsproblemen.
Dat leidde tot een boek voor iedereen omdat we allemaal
te maken krijgen met tegenslagen in de gezondheid.
In twaalf gesprekken met ervaringsdeskundigen passeren
waardevolle thema’s als zingeving,
kwestbaarheid, liefde, levenskracht
en moed. In reflecties toont de auteur
etsen van Rembrandt en deelt hij het
gedachtengoed van zijn inspirator
Henri Nouwen.
Pieter Grimbergen
Zorg, zingeving en waardigheid
127 blz – Verkrijgbaar in de boekhandel
en te bestellen via www.lannoocampus.nl
bevolen
Wegens omstandigheden
geopend
JAARBOEK TWENTE 2021
Muziek en sport in Twente
Eind oktober verschijnt de zestigste
jaargang van het Jaarboek
Wielerdorp? Twente kent er wel zes, maar toch moet Enter de hoogste Twentse eer
gegund worden vanwege de vele kampioenen en wieleractiviteiten – we gaan er
dan ook op bezoek, bij de winnaars van een halve eeuw geleden.
Almelosche Voetbalclub Heracles landskampioen! We schrijven 1927 en het blijft
onvergetelijk, ook de bijbehorende gouden horloges. Jaarboek Twente 2021
beschrijft de euforie van toen.
Opera Forum, Paul Pella en Chris Burgers: uit hun pionierswerk kwam de
Twente 2021. Nederlandse Reisopera Sommige voort – u leest erover in deze zestigste jaargang. inwoners
van de regio kunnen niet
Terang Bulan in Tukkerland, ofwel het bijzondere verhaal van de jonge muzikanten
van Indische afkomst die vanaf de jaren 50 de populaire muziek in Twente sterk
beïnvloedden. Rock ’n roll in Twente? Die begon met Indo-rock.
wachten. Ze hebben de totale
“Wat deu Desmond van Oostrom oet Hengel in ’93 in den pub, doar in Londen?”
Het antwoord is: Bob Dylan en het laatste woord hierover is aan zestien dichters die
Dylan’s Desolation Row tot hun inspiratiebron maakten, voor Jaarboek Twente 2021
– maar dan kats in t Plat.
verzameling vanaf het eerste
Verder leest u over De 1000 Idioten Records, over Alphons Gaalman’s leven voor
muziek, de Drentse arbeidersbuurt in Enschede en hun eigen club UDI, over
Twentse textielmoeheid, de Gerardusprocessie in Overdinkel en nog meer.
jaar 1962. In de nieuwe uitgave
staan weer tal van gevarieerde
onderwerpen.
Enkele voorbeelden:
// Muziek en sport in Twente.
Jaarboek TWENTE 2021
60
Jaarboek
TWENTE
2021
De Almelosche Voetbalclub Heracles landskampioen! We
schrijven 1927 en het blijft onvergetelijk, ook de bijbehorende
gouden horloges. Over de euforie van toen.
// Opera Forum, Paul Pella en Chris Burgers: uit hun pionierswerk
kwam de Nederlandse Reisopera voort.
// Wielerdorp? Twente kent er wel zes, maar toch moet Enter
de hoogste Twentse eer gegund worden vanwege de vele kampioenen
en wieleractiviteiten – we gaan er dan ook op bezoek,
bij de winnaars van een halve eeuw geleden.
// Terang Bulan in Tukkerland, ofwel het bijzondere verhaal
van de jonge muzikanten van Indische afkomst die vanaf de
jaren 50 de populaire muziek in Twente sterk beïnvloedden.
Rock ’n roll in Twente? Die begon met Indo-rock.
Winkels met een verhaal: een fotowinkel
waar je filmrolletjes kunt
kopen, een schoenmaker wiens
vader Willem Wilmink accordeon
heeft leren spelen, condoomshop
’t Hofje met uitbaatster Beatrix (foto),
een slager die vlees verkoopt dat
je daarvoor in het weiland achter zijn
winkel hebt kunnen zien grazen.
Een kappersechtpaar dat de naam
Weltevreden niet bedacht heeft om de kwaliteit
van hun werk te onderstrepen, maar die naam
op de gevel hebben staan, omdat het de achternaam
was van haar grootvader die de zaak in 1931
begon. Ook het verhaal van de fietsenmaker die
op woensdagmiddag altijd dicht is. Erfenis van zijn
vader Dick Reekers, die moest dan de F-jes trainen
en dan kon je gelijktijdig fietsen repareren. En wie
begint er nu een winkel waar je grafsteentjes voor
chihuahua hondjes kunt kopen?
De verhalen die in de Enschedese editie van de
Twentsche hebben gestaan, zijn in boekvorm
verschenen. Ton Ouwehand schreef ze, Annina
Romita maakte de foto’s. Het boek kost 20 euro
en is te krijgen bij alle vijftig zaken die erin staan.
.89
WAAR IK LIEVER NIET AAN DENK
Van de uit Enschede afkomstige schrijfster Jente Posthuma (46) verscheen enkele maanden
geleden de tweede roman met de titel Waar ik liever niet aan denk.
Als je hard je best doet en denkt: dit ga ik voor de rest van mijn leven onthouden, dan onthoud
je het. Alleen mensen houd je er niet mee vast. Die kunnen gewoon opstaan en het beeld uit
lopen. Gelukkig heeft de hoofdpersoon een tweelingbroer, de enige van wie ze zeker is, waardoor
ze dus nooit echt alleen zal zijn. Tenminste, dat denkt ze. Zij verzamelt truien. Hij heeft
twee katten. Ze houden allebei van New York, en zouden er, wat er ook gebeurde, samen heen
verhuizen op hun achtentwintigste. Maar opeens wil hij liever een tijdje zonder haar. Waar ik
liever niet aan denk beschrijft op bedrieglijk nonchalante, maar uiterst indringende wijze wat er
gebeurt als de persoon op wie je je hele bestaan hebt gebouwd er plotseling niet meer is.
Jente Posthuma – Waar ik liever niet aan denk – 237 blz – Verkrijgbaar in de boekhandel
ZILVER HERFST 2020
.90
INTERVIEW. JAAP SCHOLTEN
// Tekst
MARCO KRIJNSEN
// Fotografie
REMCO HOMAN
JAAP
IN HET VOETSPOOR
VAN 56 TWENTSE
JONGENS
Schrijver Jaap Scholten op zoek naar familie in Afrika
SCHOLTEN
De roman Suikerbastaard
is gebaseerd op een
onbekend stukje
Twentse geschiedenis.
Schrijver Jaap Scholten
zocht uit wat de
vrijgezellen uit Stokkum,
Borne en Overdinkel
uitspookten in donker
Afrika. En welke rol
speelde zijn eigen opa,
fabrieksdirecteur
Frans Stork?
H
et maakt me niet uit waar we op het terras
gaan zitten, als ze maar bitterballen hebben’,
zegt Jaap Scholten (57) met brede glimlach.
Hij is eraan toe. En dat komt niet alleen door de eindeloze
stapel Suikerbastaards die hij zojuist, op deze warme
vrijdagmiddag bij Boekhandel Broekhuis, heeft moeten
signeren. Ook het feit dat Scholten in Hongarije woont,
maakt het verlangen naar een portie Hollandse bitterballen
extra groot. ‘Die kun je bij ons niet krijgen…’
Familie in Afrika
Jaap Scholten is even terug in Hengelo, de stad van zijn
jeugd. De stad van Stork ook, de machtige machinefabriek
die werd opgericht door betovergrootvader Charles
Theodoor. Hoewel de familie al vijf decennia geleden uit
het bedrijf is gestapt, zal Scholten nooit loskomen van het
Stork-verleden. Hij heeft zich ermee verzoend. Of eigenlijk:
van de nood een deugd gemaakt. In bijna elk boek
figureert de Storkfamilie, inclusief hijzelf (dat wil zeggen:
zijn alter ego Frederik Spengler). Dat geldt ook voor
Suikerbastaard, zijn in mei uitgekomen roman.
De kiem voor Suikerbastaard is gelegd in een landhuis bij
Deventer. Scholten gaf daar enkele jaren een lezing over
Horizon City, zijn boek over de Scholtens (een geslacht
van Enschedese textielindustriëlen) en de Storks. Na
afloop stapte een man op de schrijver af.
.91
ZILVER HERFST 2020
INTERVIEW. JAAP SCHOLTEN
Met een V-halstrui, een bril, grijs haar en een karnemelkkleurig
hoofd’, aldus Scholten, ‘Op zijn gezicht die fijne
Hollandse combinatie van zelfgenoegzame rechtschapenheid,
bescheidenheid en betweterigheid.’
Of Scholten wist dat er nazaten van Storkianen in Ethiopië
rondliepen? Of misschien zelfs verre neven en nichten, die
geheten) in de periode 1952-1977. Ze staan er nog, heeft de
auteur gezien. ‘Ik was onder de indruk toen ik ze ontdekte.
De machines zijn van zo’n degelijkheid en deugdelijkheid
dat ze nog steeds functioneren. Moet je voorstellen hoe dat
toen was! Er werden opeens gebouwen van beton en baksteen
neergezet die je nergens anders zag in een primitief land als
Ethiopië. En daar gingen dus 56 Twentse jongens naar toe.’
In totaal 56 (vrijgezelle) werknemers stuurde Stork, telkens
voor een periode van drie jaar, naar Afrika. Ze moesten een
fabriek bouwen en deze onderhouden. Tussentijds naar huis
was geen optie, vliegen was te duur. De Twentse expats leefden
daar als God in Frankrijk. Ze leidden een avontuurlijk
leven met motoren, paarden en vrouwen. Gokten op grote
schalen en gingen op apen- en krokdillenjacht. En in het
uitgaansleven waren de jongens uit Stokkum, Overdinkel en
Delden graag geziene gasten.
‘ Van mijn opa Frans kan ik me niet
voorstellen dat hij daar kinderen heeft
verwekt. Hij was er het type man niet
naar, als sociaal bewogen man met
altijd oog voor het grotere geheel.’
.92
Scholten probeerde te achterhalen wat er nu waar was van
die verhalen over Afrikaanse nakomelingen. En hoe zat het
met die verre neven en nichten? Op het terras van het Prins
Bern hardplantsoen in Hengelo, waar hij is neergestreken
voor het interview, kan de auteur er geen eenduidig antwoord
op geven. ‘Ik had weinig aanknopingspunten om half blonde
Ethiopiërs te vinden. Mijn contactpersoon wilde niet meewerken.
Van mijn opa Frans kan ik me niet voorstellen dat
hij daar kinderen heeft verwekt. Hij was er het type man
niet naar, als sociaal bewogen man met altijd oog voor het
grotere geheel.’
verwekt zouden zijn door ‘Meneer Frans’, de directeur en
opa van Scholten? Scholten was direct getriggerd. Zou er
echt familie rondlopen in Afrika? Zou opa Frans Stork, de
laatste directeur uit de machinefabrikantendynastie, tijdens
zakenreizen naar de suikerfabrieken in Ethiopië inderdaad de
bloemetjes buiten hebben gezet?
Het zou een leuke aanvulling zijn in de herdruk van zijn boek
Horizon City, dacht Scholten aanvankelijk. Maar na de eerste
publiciteit in de krant kwamen meer verhalen los over Twentse
nakomelingen in Afrika. Het gegeven was te mooi voor
slechts een voetnoot, vond de schrijver. Het moest een nieuw
boek worden: Suikerbastaard.
Krokodillenjacht
In zijn hoogtijdagen exporteerde de firma Stork in de vorige
eeuw machines over de hele wereld. In opdracht van de
Handelvereeniging Amsterdam bouwde het Hengelose bedrijf
complete suikerfabrieken in Ethiopië (destijds Abessinië
Houthakken aan de Grundellaan
Scholten bezocht Ethiopië niet om de absolute waarheid
boven water te krijgen, geeft hij toe. Zijn boek is immers een
roman. De verhalen over de Afrikaanse Stork-kinderen zijn
eigenlijk te mooi om kapot te checken. Toch sijpelt in Suikerbastaard
de realiteit voortdurend tussen de regels door. Zoals
in de scène van ‘Meneer Frans’ met zijn kleinzoon, die komt
helpen houthakken aan de Grundellaan in Hengelo. Opa
Frans geeft daarin de kleine Frederik (Jaap dus) instructies
voor deze klus: ‘Je moet de bijl het werk laten doen’. Daarna
vertrekt hij met zijn auto voor een zakelijke afspraak in Goor.
Voorgoed. Frans Stork verongelukt even later bij Delden.
‘Zo is het echt gegaan. Ik ben de laatste die hem in leven heeft
gezien’, zegt Scholten. ‘Ik had een goede band met opa Frans.
Toen hij nog in De Lutte woonde nam hij me wel eens mee
om in het bos vogelhuisjes te bekijken. Die had hij zelf gemaakt
en opgehangen in de bomen. Ik weet nog hoe hij me
met die grote handen optilde, zodat ik een blik kon werpen.
Een iconische herinnering. Ik heb dat ook beschreven in
De Wet van Spengler.’
Oost-Europese elite
Altijd dus weer die familie. En dat terwijl Scholten zichzelf ooit plechtig had
beloofd het verleden te laten rusten. Weg van de gegoede klasse, de benepen
bovenlaag van Twentse industriëlen. ‘Ik wilde er niks meer mee te maken
hebben. Maar sinds ik in Hongarije woon, weet ik wat het alternatief is. Ik
zie de Oost- Europese elite rondrijden in grote auto’s en hun geld het land uit
smokkelen. Nee, dan liever de Nederlandse versie in zo’n Dixielandachtige
sfeer en mijn eigen familie in die lamswollen truien met V-hals. Ik zie nu
in hoe ingewikkeld het is om leiding te geven en tegelijkertijd na te denken
over het belang van iedereen. Ik ben meer gaan waarderen wat die Storkfamilie
van mij allemaal heeft gedaan. Ik ben hartstikke trots op het feit dat
hun machines 70 jaar later nog draaien als een naaimachine. Je zou wensen
dat de wereld ook nu zo in elkaar zou steken. De werkelijkheid is helaas dat
er tegenwoordig ontzettend veel rotzooi wordt gemaakt.’
Column
Familiefiets
Door Theo de Rooij
Mijn Zilvercolumn loopt altijd een fors aantal
weken achter op de actualiteit. De constate ring
dat deze in korte tijd dramatisch kan veranderen
is een vet cliché.
De zomer is op het kookpunt, de vakantieperiode
in Nederland verloopt met horten en stoten. Het
coronavirus duikt als een veelkoppig monster her
en der op en beïnvloedt vele levenslopen. Onze
kwetsbare 90 + moeders in Holten en Emmen
hebben liefde, aandacht en verzorging nodig. Zoon
Paul is verwikkeld in een ingewikkelde strijd met
een door een genetisch defect veroorzaakte hartkwaal.
Wij vangen hem zo goed en kwaad als het
gaat op en steken onze schoondochter open armen
toe door kleindochter Babette regelmatig op te
vangen. Marian vult als secretaresse bij de Holtense
Fysiopro-praktijk de vakantiegaten op en duwt
als trouwambtenaar wat huwelijksbootjes af. Ons
vakantiegevoel is ver te zoeken.
.93
Het blijft in de familie
Jaap Scholten blijft de inspiratie halen uit de geschiedenis
van zijn eigen (schoon)familie. Hij werkt nu aan een boek
gebaseerd op de reis die de familie van zijn vrouw in 1934
maakte van Zeist naar Constantinopel / Istanbul. ‘Ze trokken
door een continent waar drie grote rijken net ten onder
waren gegaan: het Habsburgse, Ottomaanse en Russische
Rijk. Nu leven we opnieuw in een tijd met autocratische
leiders. De middenklasse valt als stabiele factor weg, dit
keer als gevolg van internet. Dat is een interessant parallel.’
Daarnaast denkt Scholten aan een boek over oom Chuck
Stork, over wie hij eerder in Horizon City schreef. Deze
Chuck vergaarde in Amerika een fortuin dankzij een
vliegtuigenwinkel in New York, maar eindigde berooid
en anoniem. ‘Hij heeft meer kanten dan tot nu toe
bekend. Oom Chuck was een geweldige avonturier én een
fantastische vader.’
Drieënzestig ben ik ondertussen. Conditioneel
behoor ik tot de beste 25% mannen tussen 20 en 30.
Ik ben uiterst fit, als zestalig wereldburger heb ik zat
energie en ambities, maar leeftijd en levensfase
spelen mij parten. Solliciteren is onzinnig, sterker
nog, ik zou niet eens tijd hebben om voltijds te
werken. Ik draai vooral het huishouden, geef een
zinvolle invulling aan mijn leven, dienstbaar aan
anderen. Gesandwiched tussen de geslachten.
En dan plotseling de vaststelling dat ik eind juli met
vier generaties De Rooij gefietst heb. Met kleindochter
Babette in het kinderzitje, dochter Doris
op de racefiets, moeder Corry op de duofiets en
Marian op de e-bike. Hopelijk haakt Paul snel
weer aan.
Theo de Rooij
ZILVER HERFST 2020
ZILVER. IN DE MAILBOX
In de
@
mailbox
van Zilver
Engelengeduld uit de tenen
Goede morgen maandag
fijn dat ik weer ‘hallo’ zeggen mag
zoveel maanden en dagen later
zijn we nog steeds in de ban van de coronakater
het virus heeft ons nog steeds in z’n macht
en de basisregels blijven voorlopig nog van kracht.
.94
Verhuizen
Bijna een jaar geleden kocht ik een huis in Holten.
De verhuizing vanuit Enter stond gepland op 13 februari. Alles
verliep volgens plan. Maar veertien dagen daarna werd bekend
dat vanwege de uitbraak van het coronavirus we geen handen
mochten schudden en niet te dicht bij elkaar in de buurt
moesten komen. Dat werd een probleem met nog vakmensen
over de vloer die vloerbedekking gingen leggen, gordijnen hangen,
meubels bezorgen, tv aansluiting enz. Eerst werd er wat
lacherig over gedaan, maar toen bekend werd dat er patiënten
uit de omgeving erg ziek waren, werd er serieus gehandeld. De
werklui namen zelf koffie mee, handen wassen gebeurde aan
de lopende band, deurknoppen werden uitvoerig gereinigd en
met een grote boog liep men om de vrouw des huizes heen.
Ook kreeg ik nog te maken met een sterfgeval in de familie.
Al met al was de start van de nieuwe stek niet wat ik me ervan
had voorgesteld. Geen kinderen, behalve de dochter uit
Holten, die een handje kwamen helpen. De dochter met gezin
uit de Achterhoek en zoon met gezin uit Groningen durfden
het niet aan om te komen kijken hoe hun moeder en oma met
de labrador leefden in het nieuwe huis. Alle activiteiten afgelast.
Wel na tuurlijk videobellen en appen. Per 1 juli werden de
maatregels versoepeld. Ik keek er naar uit en hoopte dan de
schade in te halen door veel te shoppen, uit eten te gaan, een
terrasje te pakken, bezoek uit te nodigen en te genieten van
vrijheid. Wel met inachtneming van de bestaande regels. Het
heeft me wel bewust gemaakt van het kopen in eigen dorp om
de middenstand zoveel mogelijk te steunen. Als ik terugkijk op
de afgelopen maanden heb ik toch iets positiefs ervaren. Het
geduld en vriendelijkheid naar elkaar toe, met soms een glimlach
en humor. Hopelijk blijft dat zo!
Diny Klein Hegeman, Holten
Stockfoto Pexels.com
Wááááár houdt dat ‘monstertje’ zich schuil
verdwijnt het als ik van boosheid huil?
en als ik van onmacht heel diep zucht
lost het dan op in de lucht?
Vragen waar geen antwoord op is
voor iedereen een grote gis
piekeren heeft geen enkele zin
dus: houden we gewoon “de moed erin”
ook al ergeren we ons soms blauw, groen en geel, of paars:
“lap de regels niet aan je laars!”
Ons haar zit weer in kappersmodel
de sportscholen trekken ongeduldig aan de bel
sommige bedrijven beginnen weer met een opgelucht hart
helaas moeten anderen nog wachten met een nieuwe start
maar een nieuwe start kan niet in volle draf
want we zijn nog lang niet van dat ‘beestje’ af.
Niemand wil toch een nieuwe uitbraak riskeren
laten we het daarom opnieuw proberen
want ook door het viruswaanzin gedonder
gebeurt er geen wonder.
De medische wereld doet wereldwijd zijn uiterste best
dan doen wij met z’n allen toch de rest????!
Als wij zorgen dat het virus zich zo min mogelijk kan verspreiden
kan heel Nederland zich vol trots verblijden
en hopen dat het virus snel de kop wordt ingedrukt
ook al gaan we onder twijfel en wanhoop gebukt.
Nog eventjes de schouders eronder
en wie weet gebeurt er toch een wonder
dan is er reden voor een coronavrij feest
en is onze inspanning niet voor niets geweest.
Volhouden zit toch in onze genen?!
we halen het engelengeduld desnoods uit onze tenen
uiteindelijk neemt het coronamonster de benen
en zal het voorgoed zijn verdwenen
Rianda Beune-Smit
Optreden bij verzorgingshuizen
Stockfoto Pexels.com
Heb ik genoeg
gedaan?
In het blad Zilver vroeg u de lezers om u
te schrijven. Daar gaan we dan: Ik ben van
4 augustus 1928 dus val ik in de ‘beroerde
categorie’. En dat beleef ik ook zo.
Woensdagochtend komt mijn héél lieve
huis houdelijke hulp en ’s avonds komt
mijn jongste zoon even kijken na zijn
werk om naar mijn avondeten te kijken
en wat fruit te snijden voor in de yoghurt.
Donderdag: niemand.
Vrijdag: niemand.
Zaterdag: niemand.
Zondag: niemand.
Maandagavond komt mijn oudste dochter
voor mijn “diner” zorgen en is daarna
meteen weer weg.
Dinsdagavond komt mijn jongste zoon
om boodschappen voor me te doen en
te zorgen dat ik voor de hele week eten
heb. En dan is de week rond.
Ik heb vier kinderen: één woont in Duitsland,
één in Zeeland en de andere twee
in Losser. Vanaf 1970 heb ik parochiewerk
gedaan tot het anderhalf jaar geleden
niet meer nodig was. Ik heb EHBOcursussen
gegeven voor het Jeugd Rode
Kruis en heb tot mijn tachtigste godsdienstles
gegeven aan het openbaar
basisonderwijs. Vanaf mijn 13 e , 14 e jaar
heb ik gezorgd voor een ondergedoken
Joods downtje tot ze stierf.
Heb ik genoeg gedaan? En nu hoor of
zie ik niemand. Is het dan zo moeilijk om
even een kaartje te sturen? Ik hoop dat ik
u geholpen heb met dit verhaal.
Ank van Rijkom-Werkman, Losser
Het begon toen ik hoorde dat mijn vriend, destijds mede muzikant in
ons bentje “Swing Combo” opgenomen was in verzorgingshuis Eltheto
in mijn woonplaats Rijssen. Marinus’ vrouw was overleden en zijn
enige zoon woonde in het westen van ons land.
Door de familie van Marinus werd ik
gevraagd om zo nu en dan eens om te
kijken naar hem. Omdat wij enkele honderden
meters van zijn huidige verblijfplaats
wonen was en is dit natuurlijk
geen probleem. Het probleem kwam
wel toen het coronavirus uitbrak... en ik
Marinus niet meer mocht bezoeken. Wat
doe je dan als je muzikant bent en zelf
nog speelt (saxofoon). Dan speel je toch
gewoon buiten voor het gebouw van het
verzorgingshuis.
Zo gezegd zo gedaan. Via een geluidsinstallatie,
die werd geregeld, en speciale
CD’s (orkestband) waar de begeleiding
op staat van de nummers die ik speelde,
werd het een feest van herkenning voor
Marinus en natuurlijk de medebewoners
van het verzorgingingshuis die mee konden
luisteren via hun balkon.
Nummers als Proud Mary, Goodbye
my love, goodbye (Demis Roussos) en
Dromen zijn bedrog klonken weer als
vroeger. Ook het nummer Spanish Eyes,
de herkenningsmelodie van onze band,
waarmee we vroeger onze mede muzikanten
voorstelden aan het publiek ging
er in als koek !
Zoals vaak met dit soort activiteiten
wordt dit doorgegeven via Facebook.
Na het spelen voor Marinus bij Eltheto
werd ik gevraagd door andere verzorgingshuizen
en Rijssen en omstreken om
daar ook te spelen. Het Stadskwartier, de
Schutse, de Bekke en de Roef allemaal ben
ik ze langs geweest om een uurtje te spelen.
Zelfs van buiten Rijssen kreeg ik aanvragen,
uit Holten, Wierden en Markelo.
Ontzettend leuk en dankbaar om te doen.
Maanden lang hadden de bewoners van
deze verzorgingshuizen op hun kamer
gezeten. Vrijwilligers en familie mochten
zelfs niet komen. Dan is zo’n uurtje
ontspannen muziek een leuk verzetje.
De bedoeling van dit stukje is eigenlijk
om ook andere muzikanten op te roepen
aan dit soort activiteiten mee te
doen. Speel je een instrument, leeftijd
speelt geen rol, schaf een aantal zogenaamde
meespeel CD’s aan (Music
minus One) hierop staat de begeleiding
(meestal een orkest) waarmee je samen
met de meegeleverde bladmuziek kunt
spelen, eigenlijk simpel.
Ook kunnen deze optredens natuurlijk
worden gegeven na de coronacrisis. De
bewoners van de verzorgingshuizen zullen
dankbaar zijn en zelf hou je er een
fijn gevoel aan over, zo ging het tenminste
bij mij.
Wim Kreijkes, Rijssen
.95
ZILVER HERFST 2020
ZILVER. PUZZELPAGINA
Bridge Vijfkaart hoog
De Bridgebond propageert openen met
vijfkaart hoog. Dat is op zich een prima
uitgangspunt, maar bijna alle bridgedocenten
zijn van mening dat beginners eerst moeten
leren bieden op basis van ACOL. Dat betekent
dus openen met een vierkaart. Vijfkaart hoog
impliceert immers dat de 1♣-opening een
doubleton zou kunnen zijn. Voor beginnende
bridgers is dat vaak lastig te begrijpen.
Met vijfkaart hoog is het biedverloop bij het
gegeven spel simpel: 1♠ - 3♠ (10/11 punten)
- 4♠. Maar bij ACOL biedt noord 2♣, geen
schoppensteun en minstens 10 punten.
Noord gaat immers uit van een vierkaart bij
zuid. Hierna biedt zuid 3♠ en geeft daarmee
een zeskaart en 15-17 punten aan. (Met
12-14 punten zou het bod 2♠ zijn geweest.)
Uiteraard maakt noord het af op 4♠. Bij
beide systemen wordt dus 4♠ bereikt. En zo
verkeerd is bieden volgens ACOL niet, want
Bob Slavenburg is daar in 1966 ‘gewoon’
wereldkampioen mee geworden.
West komt uit met ♣V. Zuid telt vier verliezers,
drie in ruiten en één in harten. Als zuid naar
♦8 speelt, doet hij het hier goed en zijn er
maar twee ruitenverliezers. Maar dat is een
gok. Oost kan natuurlijk ook best ♦10 hebben.
Als ♥H voor ♥AV zit, is er natuurlijk ook geen
probleem. Maar ook dat weet je niet. Ook
zou natuurlijk de verliezende harten op de
4 e ruiten kunnen worden weggegooid. Maar
ondertussen heeft west al een keer harten
nagespeeld en gaat het ook fout.
Er is echter met deze spelverdeling een 100%
maakkans. Neem ♣V met de aas. Speel ♣H
en steek over naar ♠V. Speel klaveren en
troef deze voor de veiligheid hoog. Ga naar
♠B en troef nog een klaveren. Je hebt nu de
klaverens geëlimineerd en ook de troeven bij
OW zijn op. Nu komt de zogenaamde ingooi.
Speel ♥A en geeft ♥V aan de tegenstanders.
Als zij ruiten spelen, wordt altijd de derde
ruiten een slag. En met harten-naspel spelen
ze in de dubbelrenonce. Dan kan noord
troeven en zuid een ruiten weggooien.
Z/OW
♠ V B 10
♥ A V
♦ V 8 5 2
♣ 8 7 6 4
♠ 7 3
♥ 10 8 7 5
♦ A 10 7
♣ V B 10 9
♠ 6 5
♥ H B 9 6 2
♦ H 4 3
♣ 5 3 2
♠ A H 9 8 4 2
♥ 4 3
♦ B 9 6
♣ A H
WEST NOORD OOST ZUID
- - - 1♠
p 3♠ p 4♠
a.p.
.96
Puzzel & WIN! Doorloper 11
12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Als u de doorloper gemaakt heeft, vindt u op de horizontale en
verticale lijnen een aantal traditionele jongensnamen. Stuur de
namen naar redactie@zilvermedia.nl
Onder de goede inzenders verloten we drie prijzen waaronder een
boekenbon ter waarde van € 50,- die beschikbaar wordt gesteld door
Boekhandel Broekhuis in Hengelo, Enschede, Almelo en Oldenzaal.
HORIZONTAAL
1. Eilandenrijk in de Middellandse
Zee, Land in Noord-Afrika
2. Zoogdier, lichtkrans, kiemcel
voor paddenstoelen en varens
3. Muziekinstrument,
meisjesnaam, riviertje
4. Persoonlijk voornaamwoord,
Engels telwoord, buffel, bijwoord
5. Dieren op het Hengelose
marktplein, muzieknoot,
Duitstalige auteur
6. Klein hert, ongebonden,
Nederlands hervormd,
eikenschors
7. In je eentje, babbelen
8. Land in Afrika, onder andere,
Schaakbond Overijssel,
persoonlijk voornaamwoord
9. Schrijfmiddel, met name, Van
Bronckhorst, omroep
10. Maanstand, familielid,
bibliotheek, mannelijk schaap
11. Bij, Algemeen beschaafd
Nederlands, Italiaans gerecht
12. Land aan de Rode Zee, buurland
van Nigeria
VERTICAAL
1. Land in de Sahara,
Land in Zuid-Amerika
2. Streling, hals, deel van een schip
3. Langspeelplaat, Latijns
voegwoord, opstootje, ego, oma
4. Koren, verticaal (afkorting),
hoofddeksel
5. Vervoermiddel, nummer, rivier
bij Baarn, deel van een halm
6. Meester in de rechten,
klooster, zuster, bijzondere
bijstandseenheid
7. Bloeiwijze, atoom, bladzijde
8. Republiek Zuid-Afrika,
koninklijke aanspreektitel,
aandoening, Energie Prestatie
en Binnenklimaat
9. Voorzetsel, wurgslang,
laboratorium, rivier in Siberië,
persoonlijk voornaamwoord
10. Wauters, afbeelding, Zweedse
munt, zelfstandig naamwoord
11. Kleine baai, uiting van schrik,
zonnegod, zijns inziens
12. Land in Oost Europa,
Arabisch land.
ervice
Servicepagina
ZILVER. SERVICEPAGINA
Uitslag doorloper
nummer 10
De doorloper in het zomernummer van Zilver
Magazine werd weer door tientallen deelnemers
ingestuurd. Het ging om het vinden van een aantal
namen van vogels die momenteel in onze regio te
vinden zijn, maar die eind zomer en in het najaar
weer vertrekken. De juiste namen zijn: grutto,
kolgans, ooievaar, wielewaal, wulp, fitis en zwaluw.
De regelmatig genoemde alk komt niet in deze regio
voor, alleen aan de kust. Ook de ral werd vaak
genoemd. Het is meer een familienaam, maar we
hebben het niet fout gerekend.
Hoofdprijs voor Mans Nijkamp
Na loting won Mans Nijkamp uit Enter de
hoofdprijs, een boekenbon van € 50 die
beschikbaar is gesteld door Boekhandel
Broekhuis te Oldenzaal, Enschede, Hengelo
en Almelo.
Ben Boerigter (Vasse), Wietze de Haan (Hengelo),
F. Krikke (Wierden) en Harry Winkelhuis (Hengelo)
wonnen een workshop barbecue voor twee
personen à € 50, beschikbaar gesteld door
Slager Kastelein uit Diepenheim.
Contact informatie
Losse nummers:
Voortaan kost Zilver Magazine in de
winkel slechts € 2,95. Meer informatie
over een abonnement nodig?
Stuur dan een mail naar info@
zilvermedia.nl of bel 0541 511162.
Zilver is te koop bij:
Boekhandel Broekhuis te Hengelo,
Enschede, Almelo en Oldenzaal.
In verschillende Twentse plaatsen
bij Primera, Read Shop, Cigo, Bruna
en andere boekwinkels, kiosken en
verkooppunten van tijdschriften.
In Holten en Nijverdal kunt u terecht
bij de supermarkten van Coop.
Adverteren:
Interesse om te adverteren in
Zilver Magazine of op de website
zilvermedia.nl? Neem voor tarieven
en alle mogelijkheden contact op
met onze afdeling Media-advies &
Advertenties:
Marcel Willemsen
Telefoon: 0541-511162
E-mail: verkoop@zilvermedia.nl
Gedicht DRONKEN
Liever, veel
liever ben
ik dronken
van lusten,
van lijven,
van liefde,
van minnen,
van meiden,
van muzen,
van Schubert,
van Sebald,
van Schiele,
van dansers,
van dichters,
van dromers,
van vreugde,
van vrijheid,
van vrede,
en van jou,
ja van jou,
oh van jou,
dan dronken
van wijn of
van whisky.
.97
H. Rosendal (Delden) won het boek
‘Hoe mooi is Twente wel niet’.
In de camper
Column
Als u dit leest, zit ik in een camper. Een gehuurde hoor, zo
goed betalen die stukjes nou ook weer niet.
Als kind kampeerde ik altijd met mijn ouders en dat jeugdsentiment
probeer ik nu over te dragen op mijn levenspartner. Dat valt
waratje nog niet mee, want mijn sepia-gekleurde herinneringen
van regen op tentdoek, acrobatiek op een grasveld en douchen met
een muntje, doen hem alleen maar fronsen. Maar goed, de liefde
wil ook wat en wij togen naar een camperverhuurder.
Daar sloeg de vonk van geestdrift nog niet echt over, want mijn man
is een stevige Hollandse jongen en een camper is natuur lijk per
definitie een ingenieus ingericht maar krap onderkomen. Maar de
handige verhuurder liet allerlei gadgets zien en andere mannendingen,
daar klaarde het humeur van op. Een ijskast, die altijd koud is,
een vrouw naast je die bereid is in een constante stroom gevulde eitjes
en complimenten op de rijstijl aan te dragen: daar ging ‘ie, om!
Probleem is dat wij allebei het technisch vernuft van een amoebe
hebben, dus vrezen wij dat we het chemisch toilet rechtstreeks
aansluiten op de douchekraan, of ergens halfweg de Moezel onze
elektrische fietsen van het rek laten waaien. Maar wij versagen
niet. In het naseizoen is er vast een kudde licht bemoeizuchtige
vutters ook op pad met de camper en zij zullen ons gevraagd
en ongevraagd van advies dienen. Hulp van je buren, een mooi
uitzicht en daar koud bier en een gevuld ei bij: wedden dat we dit
najaar gaan sparen voor een eigen camper?
Frederike
Krommendijk
ZILVER HERFST 2020
ZILVER. VOLGENDE EDITIE
In het
winternummer
van Zilver Magazine
Het
winternummer
verschijnt
donderdag
10 december
REPORTAGE: GOUDSMID
Tineke
Hessels
vertelt over de sieraden van
senioren en wat daarmee zoal
nog mogelijk is, zoals te zien is aan
de voormalige trouwring waarin
de gravure nog te zien is.
INTERVIEW MET
Theo
Vossebeld
Befaamd dichter
in de Twentse taal.
.98
65. EN NU?
Theo
Leijdekkers
beeldend kunstenaar.
Geboren in Borne,
woonachtig in Pieterburen.
JOURNALIST
Dolf Ruesink
presenteert een boek
over de jaren 50 en 60.
Neem nu
een zeer
voordelig
abonnement
op Zilver
Magazine!
Steeds meer Twentse senioren nemen
een abonnement op Zilver Magazine.
Elk kwartaal valt de nieuwe uitgave dan
vanzelf op hun deurmat.
We doen u een speciale aanbieding voor de vier
nummers in 2021. Een abonnement voor dat jaar
kost slechts € 12,95 en dat is uiteraard inclusief de
verzendkosten. Bovendien krijgt u dan het
winternummer 2020 GRATIS erbij.
Een extra voordeel dus.
Neem gewoon even met ons contact op:
Telefoonnummer: 0251-257924
E-mail: klantenservice@aboland.nl
Ook kunt u zich abonneren via de
website van Zilver Magazine
www.zilvermedia.nl
TIP voor de
feestdagen:
Geef een abonnement
op Zilver
Magazine
cadeau
VANZELFSPREKEND IS ZILVER MAGAZINE OOK IN DE TWENTSE
BOEKWINKELS TE KOOP. PER UITGAVE BETAALT U € 2,95.
Brok verstaat al 88 jaar
de kunst van het wonen
De ruime winkel van Brok Interieur zit al bijna 90 jaar in hartje centrum
Hengelo en bij deze woonwinkel loop je niet alleen naar binnen voor
een passend en smaakvol advies voor jouw interieur. Want hoewel er een
heel team aan adviseurs voor je klaarstaat om jouw woondroom vorm te
geven, Brok Interieur heeft meer te bieden…
In de drie verdiepingen tellende woonwinkel vind je namelijk ook een
textielafdeling, èn een slaapafdeling. Zo kun je voor de hele inrichting
van jouw (nieuwe) huis terecht bij Brok Interieur.
Wanneer je vooral op zoek bent naar inspiratie, dan ben je ook bij
Brok Interieur aan het juiste adres. De woonwinkel staat namelijk vol
met de mooiste meubelen, bedden, vloeren en raamdecoratie. Ideeën
in overvloed en altijd een passende oplossing.
Daarbij worden er met grote regelmaat nieuwe items aan de
collectie van Brok toegevoegd en wekelijks wordt de winkel
opnieuw gestyled om te blijven inspireren.
Al met al ruim 3000 vierkante meter gevuld met design om je hart op
te halen. En het merkenaanbod bestaat uit voornamelijk Nederlands
fabricaat: van Leolux tot Pastoe, van Montis tot
Gelderland, van Auping tot Pullman en van Luxaflex tot Tarkett. Een
mix die goed op elkaar aansluit en waarmee mooie ontwerpen te realiseren
zijn, passend bij jouw wensen.
Je bent van harte welkom
Of je nu voor een uitgebreid interieuradvies komt, puur wat
inspiratie op komt doen of op zoek bent naar een nieuw bed
of nieuwe gordijnen; het hele team specialisten van Brok Interieur staat
voor je klaar. Al jaren zijn ze op elkaar ingespeeld en ze zullen er alles
aan doen om jou het beste interieur-, slaap-, of textieladvies te geven.
Brok Interieur Wonen, Slapen & Textiel
Drienerstraat 47, 7551HL Hengelo
074-2913126, info@brokinterieur.nl
www.brokinterieur.nl
Elke laatste zondag van de maand koopzondag
Tijdens de koopzondagen bij Brok is het extra gezellig en kun je van
12-17 uur de uitgebreide collectie komen bekijken.
Hoekbank Lex | Vanaf € 2.699,-
Nieuw bij Van Gils Wonen & Slapen:
MOOME.
MOOME is een Belgisch designlabel
met een eigentijdse en betaalbare
collectie meubelen- en accessoires.
Hierbij wordt de focus gelegd op
een hoge kwaliteit in combinatie
met een eigenzinnig, maar
tijdloos design.
Voor de collectie wordt samengewerkt
met getalenteerde
designers uit binnen- en buitenland.
Fauteuil Lou | Vanaf € 800,-
Van Gils Wonen & Slapen
Kleibultweg 48 | 7575 BV Oldenzaal
0541 850100 | info@vangils.nl
www.vangils.nl