Hellendoorn - NijverdalCentraal
Hellendoorn - NijverdalCentraal
Hellendoorn - NijverdalCentraal
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- 4 -<br />
Soweco concludeert zelf al dat met alleen de maatregelen uit fase 1 bij lange na niet aan de<br />
opdracht van het AB voldaan kan worden. Om toch uit te komen op de gestelde € 24.000,- per<br />
AJ zouden gemeenten extra taken aan het bedrijf moeten toewijzen.<br />
Wij trekken hieruit de conclusie dat:<br />
1. het meerjarenplan van Soweco NIET voldoet aan het door het AB gestelde kader;<br />
2. de risico's, zowel m.b.t. onroerend goed als boventallig personeel, worden volledig bij de<br />
gemeenten neergelegd, en de financiële gevolgen zijn nog in het geheel niet uitgewerkt;<br />
3. het toewijzen van extra taken m.b.t. AWBZ, WMO en WWnV past niet in het beleid van<br />
onze gemeenten om hier zelf regie op te kunnen voeren en te kiezen voor een zo lokaal<br />
mogelijke uitvoering (op dit terrein zijn in onze gemeenten ook diverse plaatselijke<br />
instellingen actief).<br />
Ad. 2. Rapportage onderzoek gevolgen uittreding per gemeente.<br />
Voor het berekenen van de financiële gevolgen van uittreding per gemeente heeft bureau<br />
Langedijk 3 invalshoeken genomen:<br />
• Overdracht SW-populatie: uitgangspunt is dat een uittredende gemeente in ieder geval<br />
alle eigen SW'ers overneemt. Daarmee is het subsidietekort voor deze SW'ers<br />
(loonkosten - subsidie) de volledige verantwoordelijkheid voor de uittredende gemeente.<br />
Het blijkt dat er op dit punt flinke verschillen zijn tussen de gemeenten, die binnen de<br />
collectiviteit van de GR eerder nooit zichtbaar werden. Zo heeft de gemeente Rijssen-<br />
Holten ten opzichte van de andere gemeenten een hoge gemiddelde loonsom voor de<br />
SW'ers, wellicht mede door het relatief geringe aantal mensen in "beschut". Bij de<br />
gemeente <strong>Hellendoorn</strong> ligt dit precies andersom. Als de uittredende gemeente een relatief<br />
hoog subsidietekort heeft (zoals Rijssen-Holten), heeft dat een positief effect op het<br />
subsidieresultaat voor de achterblijvende gemeenten, waarvoor een verrekening wordt<br />
voorgesteld. Het omgekeerde geldt ook: een eventueel uittreden van de gemeente<br />
<strong>Hellendoorn</strong> (met relatief goedkope SW'ers) heeft een negatief effect op het<br />
subsidieresultaat voor de achterblijvende gemeenten, waarvoor de uittredende gemeente<br />
een vergoeding moet betalen. Daar staat uiteraard tegenover dat deze gemeente dan ook<br />
direct het voordeel geniet van de lagere loonsom van de SW'ers.<br />
• Gevolgen exploitatieresultaat: uittreding door een gemeente (met meestal ook het<br />
terugnemen van verstrekte opdrachten) heeft invloed op het exploitatieresultaat, bijv door<br />
teruglopende inkomsten. Per gemeente is hiervoor een afkoopsom berekend, op basis van<br />
de hierdoor ontstane tekorten gedurende 4 jaar. Uitgangspunt daarbij is geweest dat de<br />
bestaande overhead (b.v. gebouwen) bij uittreding van een gemeente niet direct kan<br />
worden verlaagd. Daarom telt de volledige overhead mee in de afkoopsom, waarbij de<br />
gedachte is dat het achterblijvende bedrijf in staat moet worden geacht om binnen 4 jaar<br />
de nodige maatregelen te kunnen nemen om ook de overhead af te slanken.<br />
• Frictiekosten: uitgaande van bepaalde aannames rondom wachtgelden (ambtelijke<br />
medewerkers maximaal 3 jaar doorbetalen) en kosten voor herplaatsing zijn de maximale<br />
frictiekosten voor afvloeiing personeel berekend, en voor 100 % meegenomen in een te<br />
betalen afkoopsom. Opgemerkt wordt dat géén eigen onderzoek is gedaan naar de<br />
feitelijke personele situatie bij Soweco. Verder wordt opgemerkt dat deze frictiekosten<br />
door de uittredende gemeente kunnen worden verminderd door b.v. overname van<br />
personeel of gebouwen.<br />
In de berekeningen is het vermogen van Soweco op 0 gesteld, om reden dat Soweco nagenoeg<br />
géén reserve meer heeft, en dat leegstaande onroerende goederen gezien de huidige<br />
marktomstandigheden ook moeilijk verkoopbaar zijn (er wordt daarentegen eerder gesproken over<br />
het afboeken van verliezen). Dit betekent dat een uittredende gemeente géén baten ontvangt uit<br />
vermogen of bezittingen van de GR (maar ook niet bijdraagt aan evt. verliezen).