PTN2012 online proefnummer MS
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Proef tuin
nieuws
Tweewekelijks
Thema
Aardbeien
vakblad • Hasselt • P 602 479 • Jaargang 30 • 26 juni 2020
12
Stand van zaken
Late witloofrassen
doorteelt tomaat onder de loep
43
6
copyright Proeftuinnieuws
INHOUD 12
Thema: Aardbeien
15 Witte vlieg biologisch onder controle op substraat
18 Sonsation opkweken met minder
Phytophthora-behandelingen
20 Duurzame stekgronden evenwaardig aan
de klassieke substraten
23 Met combinatie van SON-T en led voldoende licht
voor topproducties in de winter
26 Opknippen trayplanten steeds meer gemechaniseerd
29 Reportage: Passie voor rode vruchten van topkwaliteit
32 Nieuwe campagne en dito verpakkingen
voor Hoogstraten aardbeien
35 Gariguette nummer één in Bretagne
4 Sectornieuws
Glas
6 Glas actueel
10 Rassenproef serrebloemkool 2019-2020:
SV 5818 VC derde jaar op rij de primus voor oogst in februari
COLOFON
TWEEWEKELIJKS VAKBLAD
Inagro, Rumbeke-Beitem
Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant, Herent
Proefcentrum Hoogstraten, Meerle
Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver
Provinciaal Proefcentrum voor Groenteteelt
Oost-Vlaanderen, Kruishoutem
Vlaams Centrum voor Bewaring
van Tuinbouwproducten, Heverlee
Met medewerking van het Departement Landbouw en
Visserij van de Vlaamse overheid, pcfruit en LAVA
Redactieraad
P. Bleyaert (voorzitter), K. Blum,
S. Buysens, B. Debussche, L. Delanote,
J. De Win, E. Gils, S. Kint, J. Moelants,
V. Neefs, A. Schenk
10
Administratie en redactie
Redactie : V. Neefs & K. Blum
Diestsevest 40, 3000 Leuven
Tel. 016 28 63 04
redactie@proeftuinnieuws.be
e-mail administratie : info@proeftuinnieuws.be
Verantwoordelijke uitgever
R. De Vis
p.a. Duffelsesteenweg 101, 2860 Sint-Katelijne-Waver
Kleinfruit
12 Kleinfruit actueel
Algemeen
38 Watermakelaar dringend op zoek naar water
Vollegrond
39 Vollegrond actueel
40 Rassenproef prei late winterteelt 2019-2020:
Oslo en Vitaton scoren in late winterteelt
Witloof
42 Witloof actueel
43 Rassenproef late rassen witloof 2019-2020:
Aanbod safaritolerante late rassen breidt uit
46 Agenda
Proeftuinnieuws nummer 13, thema ‘Bodem en bemesting’ verschijnt op 10 juli.
Reclameregie
Boerenbond - Mediaservice
Diestsevest 40, 3000 Leuven
Tel. 016 28 63 33 - Fax 016 28 63 39
e-mail : info@mediaservice.be
Tarieven beschikbaar op aanvraag
Vormgeving
Grafilux Printing
Muizenvenstraat 8, 2300 Turnhout
Druk
Drukkerij Hendrix
Kiezel Kleine Brogel 55, 3990 Peer
40
Lidmaatschap
Proeftuinnieuws, tweewekelijks vakblad voor
de groente- en kleinfruitteler, is het ledenblad van
Proeftuinnieuws vzw. Lidmaatschap door overschrijving
van het overeenstemmende bedrag op rekeningnummer
733-2381340-20 van Proeftuinnieuws vzw,
of door lidmaatschap bij een van de partners.
Overname of vermeerdering van artikels uit
Proeftuinnieuws is enkel na schriftelijke toestemming
toegestaan. De auteurs zijn zelf verantwoordelijk voor
de inhoud van hun tekst.
Uw naam en adres zijn opgenomen in een gedeponeerd
ledenbestand van Proeftuinnieuws vzw. U
kunt steeds inzage in, verbetering van of - zo nodig -
verwijdering van de gegevens vragen. ISSN 0777-9844
copyright Proeftuinnieuws
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 3 |
SECTORNIEUWS
Waterkansenkaarten moeten Mechelse tuinbouw ontzorgen
De gebiedscoalitie ‘Aqualitatieve Mechelse
Groenteregio’ heeft samen met de gemeentebesturen
van Duffel, Kontich, Rumst, Sint-Katelijne-Waver,
Lier en Putte kaarten ontwikkeld
die aantonen waar en in welke mate land- en
tuinbouwers water nodig hebben. Zo wordt
onder meer duidelijk welke gebieden extra
kwetsbaar zijn in droge periodes. Op basis van
dat materiaal zijn er nu ook waterkansenkaarten
gemaakt, die aantonen waar er nog opportuniteiten
liggen om droogte en wateroverlast
aan te pakken.
Watervraag linken aan wateraanbod
Het Proefstation voor de Groenteteelt bracht
de waterbehoefte maar ook de wateroverschotten
van de tuinbouwsector in kaart in de
zes genoemde gemeenten. De kaarten zijn ondertussen
uitgegroeid tot een belangrijk oriën-
Meer middelen voor promotie export
Export geeft zuurstof aan de Vlaamse economie. De agrovoedingsindustrie
en de sierteelt zijn belangrijke exportproducten voor Vlaanderen. Ze
vertegenwoordigden vorig jaar in onze handelsbalans een positief saldo
van bijna 6 miljard euro. Dat is meer dan één derde van ons totale handelsoverschot
dat 15 miljard euro bedraagt. Maar door de coronacrisis
is de Vlaamse buitenlandse handel sterk afgenomen. In het kader van de
relance van de export kent Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits
300.000 euro extra toe aan VLAM.
Phytofar heeft nieuwe voorzitter
De nieuwe Phytofar-voorzitter Martin
Van Gheluwe wil vooral inzetten op
communicatie naar de buitenwereld.
terend instrument om verschillende partijen
rond de tafel te brengen en gericht naar oplossingen
te zoeken. In 2019 vond de gebiedscoalitie
dankzij de waterkansenkaarten meer dan
20 potentiële oplossingen in de zes betrokken
gemeenten. Vier van deze initiatieven worden
momenteel verder uitgewerkt tot demonstratieprojecten
in de gemeenten Putte, Lier,
Rumst en Sint-Katelijne-Waver.
Integraal waterbedrijf Pidpa neemt de waterkansenkaarten
mee in de ontwikkeling van
hemelwaterplannen. Overtollig regenwater
dat bijvoorbeeld op het dak van een bedrijf
terechtkomt, kan in principe naar het bassin
van een nabijgelegen tomatenkweker worden
geleid. “Wateroverschotten uitwisselen klinkt
eenvoudig maar dat is het allesbehalve,” zegt
Erwin Van San van Pidpa. “Zo mogen er geen
2020 was door de FAO uitgeroepen tot het Internationale
jaar van de Plantengezondheid, met extra aandacht voor
het beschermen van de gezondheid van planten, om zo honger
uit de wereld te helpen, armoede te verminderen, het
milieu te beschermen en economische groei te bevorderen.
Het is nu vooral het jaar van de mensengezondheid geworden,
maar de uitdagingen voor de planten blijven bestaan.
Phytofar, de vereniging van de gewasbeschermingsmiddelenindustrie,
wil samen met haar nieuwe voorzitter Martin
Van Gheluwe, blijven investeren in het opbouwen van vertrouwen
in veilige en duurzame oplossingen voor gewasbescherming.
De nieuwe voorzitter wil daarbij vooral inzetten
op communicatie naar de buitenwereld: “Door open te
communiceren begrijpen ook mensen die niet in de landbouwsector
zitten al snel dat gewasbescherming, in al haar
vormen, noodzakelijk is voor veilig, gezond en betaalbaar
voedsel.” Naast een nieuwe voorzitter pakt de vereniging
ook uit met een nieuwe website: www.phytofar.be.
Bron: Phytofar
ziektekiemen verspreid worden, de waterkwaliteit
moet verzekerd zijn. Het hoge detailniveau
van de kaarten laat toe heel gericht te
bekijken waar we de tuinbouwsector kunnen
ontzorgen.“
Bron: Provincie Antwerpen
VLAM heeft veel ervaring op gebied van exportpromotie van onze
Vlaamse land- en tuinbouwproducten en zal de extra middelen op twee
fronten inzetten: (1) Vlaamse bedrijven worden via een aanmoedigingspremie
gestimuleerd om nog dit jaar deel te nemen aan internationale
agrovoedingsbeurzen, en (2) VLAM richt de komende maanden een ‘incubator
agrovoeding’ op die de bedrijven moet stimuleren om nieuwe
oplossingen rond buitenlandse markttoegang te ontwikkelen.
Jaarverslag VBT 2019
online beschikbaar
Bron: VLAM
Het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties
(VBT) heeft zijn jaarverslag 2019 gepubliceerd,
met daarin een overzicht van de
belangrijkste activiteiten en gebeurtenissen
van het afgelopen jaar. Daarnaast vind je in
het jaarverslag een beknopte toelichting van
de productomzet van de aangesloten leden,
alsook van de aanvoer en de prijsvorming van
de belangrijkste producten op de bij het VBT
aangesloten veilingen. Je kan het jaarverslag
downloaden op www.vbt.eu > jaarverslagen.
Bron: VBT
copyright Proeftuinnieuws
| 4 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
Zonnebrand en droogte 2019 erkend als
landbouwramp voor negen teelten
De zonnebrand op 24 en 25 juli 2019 en de droogte in de zomer en het
najaar van 2019 zijn als landbouwramp erkend. De Vlaamse Regering
kan een landbouwramp erkennen op twee voorwaarden: het weerfenomeen
heeft een uitzonderlijk karakter en de schade is meer dan
1,24 miljoen euro met een gemiddelde van 5.580 euro per dossier. Aan
die beide voorwaarden is voldaan. Er zal 20,7 miljoen euro uitgekeerd
worden voor de negen teelten waar sprake was van veralgemeende
schade op sectorniveau: appelen, peren, frambozen, rode bessen, kiwibes,
wortelen, uien, bonen en knolselder.
Landbouwers kunnen een tegemoetkomingsaanvraag indienen bij de
buitendiensten van het Departement Landbouw en Visserij tot en met
30 juni 2020. Dat kan alleen schriftelijk, via het formulier op de website
van het departement www.vlaanderen.be/landbouw, onder de rubriek
‘Bedrijfsvoering’ doorklikken naar ‘Landbouwrampen’ en vervolgens
‘Zomer 2019’.
Proefstation neemt nieuwe
wiedeg in gebruik
Bron: Kabinet van de Vlaamse minister van Landbouw
NIEUWS VAN DE PRAKTIJKCENTRA
Begin deze maand heeft het Proefstation
voor de Groenteteelt de APV Vario wiedeg in
gebruik genomen. In eerste instantie is deze
machine aangekocht om het manueel wieden
te kunnen beperken in de biologische vollegrondsgroenten.
Maar deze wiedeg zal ook
veel dienst doen in de gangbare groenteteelt.
De wiedeg heeft een werkbreedte van 1,7 meter,
zodat elk rijspoor apart kan worden bewerkt.
De tandveerdruk van de wiedeg is hydraulisch
en traploos verstelbaar. Doordoor
zal het proefstation deze wiedeg in zeer veel
teelten kunnen inzetten. Ze gaan de machine
sowieso in alle teelten testen. De wiedeg werd
op het proefstation geleverd door APV-importeur
Kruse Oostmarsum.
■
Fytonieuws
Eerste UV-C-nachtbehandelingen
in tomaat op PCH
Op Proefcentrum Hoogstraten (PCH) worden
al sinds 2010 proeven gedaan met UV-Clampen
ter bestrijding van meeldauw in de
aardbeienteelt. Mede door het succes van
deze proeven werd in 2017 het Interregproject
UV-ROBOT goedgekeurd. Bij de
aardbeien werden al mooie resultaten met
UV-C-nachtbehandelingen verkregen binnen
dit project. Begin april werd er op PCH voor
het eerst gestart met nachtbehandelingen in
tomaat. Nachtbehandelingen met UV-C zijn
effectiever en hebben ook het voordeel dat
er geen personeel aanwezig is in de serre.
De proeven gebeuren voorlopig nog met
een manuele handkar, later zal een robot dit
overnemen.
■
Fytolicenties met vervaldatum 24/11/2020 een jaar verlengd
De eerste fytolicenties vervallen op 24/11/2020. Maar heel wat licentiehouders
hebben door de coronamaatregelen nog onvoldoende vormingsactiviteiten
kunnen volgen om hun licentie tijdig te verlengen. “De
landbouwers moeten natuurlijk niet het onrechtstreekse slachtoffer zijn
van deze pandemie. Daarom worden de fytolicenties met vervaldatum
24/11/2020 met een jaar verlengd”, zegt minister van Landbouw Denis
Ducarme. “Zo kan elke professional die al houder is van een fytolicentie
zijn activiteit voortzetten en beschikt hij over voldoende tijd om de
vormingsactiviteiten te volgen waardoor hij zijn licentie kan verlengen.”
Iedere betrokken licentiehouder zal per e-mail op de hoogte worden gebracht
van zodra de geldigheidsduur van zijn licentie(s) werd aangepast.
Gebruik van Captabellos en Belomorph opnieuw toegelaten
De vergunningen voor parallelhandel van de gewasbeschermingsmiddelen
Captabellos (1115P/P, 80% captan) en Belomorph (1073P/P, 50%
dimethomorf) werden in 2019 ingetrokken zonder de nodige uitlooptermijnen
voor op de markt resterende voorraden. Het lijkt er echter
op dat er nog steeds voorraden aanwezig zijn op gebruikersniveau. Op
vraag van de vergunningshouder wordt het gebruik van deze voorraden
bij wijze van uitzondering opnieuw toegestaan. De nieuwe intrekkingsdatum
is 31/3/2021.
Bron: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Hydrokoeling-installatie
geleverd op VCBT
Begin deze maand leverde de firma Vos-Technics
een hydrokoeling-installatie op het Vlaams
Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten
(VCBT). Net op tijd voor de zomerproducten.
Een hydrokoeling is een soort douche die
met ijskoud water fruit en groenten supersnel
kan inkoelen. Dit ontbrak nog aan de onderzoeksinfrastructuur
van het VCBT. Het VCBT
gaat hiermee vooral praktijkgericht onderzoek
doen op allerlei fruit en groenten die er voordeel
bij hebben om snel ingekoeld te worden.
Bijvoorbeeld de kersen, die nu volop aan het
rijpen zijn, hebben voordeel van hydrokoeling.
Ook asperges en sla kunnen prima gehydrokoeld
worden. We zullen hierbij aandacht hebben
voor de duur van de koeling, de watertemperatuur,
de valhoogte van het water … Voor
dit onderzoek mag de warme zomer eraan
komen.
■
copyright Proeftuinnieuws
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 5 |
GLAS ACTUEEL
Bericht van 15/6/2020
Tussenstand rassenproeven onbelichte
doorteelt tomaat
Bij Baron was het aanbod nieuwe rassen de laatste jaren erg beperkt.
Maar dat is nu anders. Er worden dit jaar zes nieuwe rassen getest, waarbij
de zaadhuizen vooral focussen op de typische gewenste vruchtvorm
van Rebelski. De nieuwe rassen zijn algemeen meer laagrond en gemoot
in vergelijking met de rassen van de vorige jaren. De rassenproef tussentypes
is dit jaar het meest uitgebreid, met maar liefst negen nieuwe
rassen. Ook Mattinaro (EZ 1699) ligt als praktijkproefras in proef en weet
opnieuw te bevestigen.
Bij Princess wordt Marinice al voor het derde jaar op rij getest en het
weet ook nu te bevestigen. Naast Marinice en de referentie Merlice zijn
er nog vijf nieuwe rassen. Het is nog afwachten of hier een nieuwkomer
bij zit voor dit segment. De rassenproef Elite telt acht rassen, maar hier
zitten een aantal gekende rassen bij. Speedax ligt al voor het vierde jaar
in proef. Kwalitatief is dit ras zeer sterk, productief ook, al was de eindspurt
de voorbije jaren soms onzeker. Dat blijft dus opnieuw afwachten
tot het einde van de proef. EZ 1593, HTL 1708271 en TCC 14145 kennen
we al van vorig jaar en hun resultaten liggen in de lijn van de verwachtingen.
Bij de nieuwkomers springt er voorlopig geen enkel ras bovenuit.
Nieuwe Baron-rassen met laagronde en gemote vorm
In de rassenproef vleestomaten valt het groot aandeel gemote rassen
op. Het is duidelijk dat hier sinds enkele jaren met meer aandacht op
wordt geselecteerd, want de vruchtvorm ligt algemeen meer in de lijn
van de typische Rebelski-tomaten die toch gewenst is bij de vleestomaten.
EZ 2089 is de meest laagronde gemote tomaat binnen deze rassenproef,
ook HTL 1805656 heeft de gewenste vorm voor het Baron-segment.
HTL 1805656 staat bovenaan het productielijstje met meer dan
2 kg/m² extra ten opzichte van de referentie. Ook het nieuwe ras van
Enza scoort productief beter op beide praktijkcentra. De mooie produc-
Tabel 1. - Productieresultaten vleestomaten (Baron) (PCH van 9 maart tot 4 juni
2020, PSKW van 31 maart tot 4 juni 2020)
Ras Zaadhuis Productie (kg/m²) Vruchtgewicht (g)
PCH PSKW PCH PSKW
Rebelski De Ruiter 15,7 16,9 182 228
DRTH 5024 De Ruiter 17,0 15,6 266 289
EZ 2089 Enza Zaden 17,6 19,0 208 254
HA 27464 Hazera 16,3 16,0 206 245
HTL 1805656 Axia Vegetable Seeds 18,9 19,1 215 263
RZ 72-BF0631 Rijk Zwaan 15,6 15,4 245 289
TT 413 TomaTech 13,0 14,6 167 209
EZ 2089 is laagrond gemoot zoals gewenst bij Baron.
ties van de nieuwe rassen zijn te danken aan de hoge vruchtgewichten.
HTL 1805656 geeft daarnaast ook een groot aandeel vruchten in de
grovere sortering. TT 413 heeft als enige een lager vruchtgewicht dan
Rebelski.
In plantlengte is er in juni al wel wat variatie zichtbaar tussen de rassen.
RZ 72-BF0631 is het kortste ras in proef. EZ 2089 en TT 413 meten
half juni tot wel een meter langer. Rebelski blijft het meest groeikrachtige
ras. DRTH 5024 en EZ 2089 komen echter dicht in de buurt van de
groeikracht van Rebelski.
Kwalitatief scoort TT 413 zowel op PCH als op het PSKW zeer degelijk.
Ook DRTH 5024 krijgt mooie punten. TT 413 is voorlopig even prikschadegevoelig
als Rebelski, DRTH 5024 is wel meer prikschadegevoelig.
Beide rassen hebben daarnaast ook de beste Brix-waarde. Op vlak
van krimpscheurtjes doet HA 27464 het zeer goed, met weinig tot geen
krimpscheurtjes. Voor stevigheid scoren alle rassen goed, zeker bij oogst
zijn ze telkens steviger in vergelijking met de referentie. Voor TT 413 kan
je je de vraag stellen of de vruchten niet té stevig zijn.
Veel nieuwe rassen bij Prince
Bij de Prince-rassen zijn vooral op PCH productieverschillen sterk aanwezig.
T 815413 geeft het hoogste aantal kilo’s per m². Jammer genoeg zijn
hierbij veel te veel tomaten zonder kroon. Ook HTL 1804505 komt er in
beide praktijkcentra voorlopig goed uit, maar dit ras is niet witziektetolerant.
Mattinaro doet het vooral goed op PCH. Zoals bij de vleestomaten
zijn de nieuwe rassen meestal grover in vergelijking met hun referentie
binnen het segment. Alleen NUN 09279 heeft een lager vruchtgewicht
dan Kanavaro.
HTL 1804505, NUN 09279 en RZ 72-BF2543 scoren kwalitatief goed in de rassenproef
Prince.
Tabel 2. - Productieresultaten tussentype-tomaten (Prince) (PCH van 9 maart tot
4 juni 2020, PSKW van 31 maart tot 4 juni 2020)
Ras Zaadhuis Productie (kg/m²) Vruchtgewicht (g)
PCH PSKW PCH PSKW
Kanavaro Enza Zaden 14,7 15,7 136 177
Mattinaro Enza Zaden 17,8 16,1 148 178
EZ 2067 Enza Zaden 14,4 15,5 155 193
EZ 2096 Enza Zaden 14,1 13,9 170 210
HTL 1606889 Axia Vegetable Seeds 15,4 179
HTL 1804505 Axia Vegetable Seeds 15,3 16,8 173 203
NUN 09278 Nunhems 14,3 13,1 154 180
NUN 09279 Nunhems 16,0 15,7 135 158
RZ 72-BF2542 Rijk Zwaan 16,4 15,7 177 193
RZ 72-BF2543 Rijk Zwaan 16,0 15,6 158 185
T 815413 Syngenta 19,1 17,6 139 183
copyright Proeftuinnieuws
| 6 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
HA 27468 geeft kwaliteitsvolle vruchten in het Princess-segment.
Kanavaro en Mattinaro, samen met het nieuwe nummer EZ 2067, scoren
het sterkst op groeikracht. De zetting van dit laatste ras loopt echter niet
van een leien dakje en ook HTL 1804505 geeft regelmatig trosjes van
vier vruchten.
HTL 1804505, NUN 09279 en RZ 72-BF2543 hebben kwalitatief alvast
een goede start genomen met mooie scores van de keurders op beide
praktijkcentra. Voor de Brix-waarde legt HTL 18045405 de mooiste cijfers
neer, maar ook NUN 09279 geeft een prima resultaat. De prikschadegevoeligheid
van HTL 1804505 is vergelijkbaar met die van de referentie,
terwijl NUN 09279 meer prikschadegevoelig is. EZ 2096 scoort kwalitatief
ondermaats. Een minpunt van referentie Kanavaro zijn de verdroogde
kroontjes, alle rassen zijn op dat vlak alvast een verbetering.
Marinice bevestigt positieve praktijkervaringen
bij Princess
Binnen het Princess-segment worden er vijf nieuwe rassen onderzocht.
Merlice is de referentie en Marinice staat er als praktijkproefras bij. Zoals
verwacht ligt Marinice voorlopig nog wat achter in trosaanleg, al is dit
niet zichtbaar in de productie met dank aan het hogere vruchtgewicht.
Naast Marinice zijn ook Santiana RZ en HTL 1709336 twee rassen met
hogere vruchtgewichten. Het is duidelijk dat hiermee ook hoge producties
te halen zijn. TOM 02408 is op dat gebied een buitenbeentje en blijft
met een heel laag vruchtgewicht behoorlijk achter in productie.
Tabel 3. - Productieresultaten grove trostomaten (Princess) (PCH van 7 april tot
5 juni 2020, PSKW van 9 april tot 11 juni 2020)
Ras Zaadhuis Productie (kg/m²) Vruchtgewicht (g)
PCH PSKW PCH PSKW
Merlice De Ruiter 14,4 17,3 152 160
Marinice De Ruiter 15,0 17,1 172 165
EZ 1599 Enza Zaden 13,6 17,4 134 158
HA 27468 Hazera 14,4 18,5 164 157
HTL 1709336 Axia Vegetable Seeds 17,0 19,2 159 170
TOM 02408 Sakata 14,7 118
Santiana RZ Rijk Zwaan 14,3 18,0 170 179
HA 27468, met zijn jointed trossen, heeft de beste trosvorm en de mooiste
groene delen in deze proef. Ook krimpscheurtjes komen weinig voor,
het is duidelijk één van de kwalitatievere rassen binnen de proef. Ook
Marinice doet het niet slecht met een mooie score van de keurders op
PCH. Op het PSKW scoort Merlice ook goed op uitwendige kwaliteit
waardoor de nieuwere rassen het moeilijk hebben om een sterke verbetering
te zijn. Al enkele jaren zien we bij de tussentypes toch meer rassen
met goede Brix-waarden. Marinice is en blijft hier het beste voorbeeld
van. Ook nieuwe rassen zoals HA 27468, HTL 1709336 en TOM 02408
zetten mooie cijfers neer. Dit laatste ras produceert enorm stevige tomaten,
maar ook de andere rassen scoren goed op deze parameter.
Speedax voldoet aan de verwachtingen binnen Elite.
Tabel 4. - Productieresultaten fijne trostomaten (Elite) (PCH van 7 april tot 5 juni
2020, PSKW van 9 april tot 11 juni 2020)
Ras Zaadhuis Productie (kg/m²) Vruchtgewicht (g)
Opnieuw mooie start van Speedax bij Elite
PCH PSKW PCH PSKW
Foundation Nunhems 13,1 16,1 135 130
Speedax Axia Vegetable Seeds 14,6 18,2 134 154
EZ 1593 Enza Zaden 14,0 16,1 132 145
HTL 1708271 Axia Vegetable Seeds 15,3 15,4 153 160
HTL 1709327 Axia Vegetable Seeds 15,4 16,1 127 123
NUN 09321 Nunhems 14,9 17,2 147 122
NUN 09322 Nunhems 14,2 17,8 129 132
TCC 14145 Syngenta 13,4 16,2 126 126
Bij de fijne trostomaten zijn er de laatste jaren enkele nieuwe rassen
beschikbaar. Toch bleef Foundation de voorbije jaren een gevestigde
waarde. Dit jaar staat naast Foundation opnieuw Speedax in proef. Daarnaast
zijn er in de proef nog enkele rassen die ons niet onbekend zijn. Zo
hebben we een ras van Enza, EZ 1593, en één van Axia, HTL 1708172,
vorig jaar allebei nog bij Princess getest. Ook TCC 14145, dat vorig jaar in
dit segment werd onderzocht, is er opnieuw bij.
Foundation staat voorlopig onderaan de productietabel. NUN 09321
zet op het PSKW de hoogste productie neer, gevolgd door Speedax.
Op PCH staan de twee nieuwe proefrassen van Axia, HTL 1708271 en
HTL 1709327, bovenaan. We zouden verwachten dat het vruchtgewicht
van Speedax hoger ligt in vergelijking met dat van Foundation. Op het
PSKW is dat het geval, maar op PCH liggen ze voorlopig op gelijke hoogte.
Opvallend is wel het hoge vruchtgewicht van HTL 1708271, dat maar
liefst gemiddeld meer dan 30 gram hoger ligt dan dat van Foundation.
Foundation blijft in deze proef het kortste ras, enkele van de nieuwe rassen
zoals NUN 09321 en HTL 1709327 zijn op PCH tot wel een meter
langer. De trosaanleg van Foundation hinkt wat achterop ten opzichte
van de andere rassen in proef.
De kwaliteiten van Speedax zijn al langer gekend. Kwalitatief blijft dit ras
top. Ook het nieuwe ras HTL 1709327, evenals TCC 14145, krijgen mooie
scores van de keurders, al is er wel wat variatie tussen de praktijkcentra.
Het verdere verloop van het seizoen zal hier dus nog duidelijkheid
in moeten brengen.
J. Moelants
Proefcentrum Hoogstraten, Meerle
L. Wittemans
Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver
copyright Proeftuinnieuws
B. Verlinden & D. Vanhees
Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten, Heverlee
J. Van Steenkiste
PCG, Kruishoutem
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 7 |
©
TERUGBLIK
De overgang naar Mattinaro in de belichte teelt is al bij al goed verlopen.
Videoconferentie Marinice en Mattinaro
Binnen de segmenten Princess en Prince is er het laatste jaar een grote
areaalverschuiving geweest. Hoofdrassen zoals Merlice en Kanvaro
werden op vele bedrijven (deels) vervangen door nieuwe rassen. In het
Princess-segment is Marinice (De Ruiter) de nieuwkomer, Mattinaro
(Enza zaden) zorgt binnen Prince voor vernieuwing. Enkele telers zijn al
langer vertrouwd met deze rassen onder de vorm van proefrassen. Zoals
bij alle rassen is het ook bij deze nieuwkomers opnieuw wat aanpassen.
Gevoeligheden en moeilijkheden liggen bij elk ras wat anders en vragen
dan ook om een andere aanpak. Om deze nieuwe rassen zo succesvol
mogelijk te telen, is het belangrijk om kennis uit te wisselen. Met dit in
het achterhoofd werd er door LAVA, de veilingen, de praktijkcentra, de
zaadhuizen en de telers een overleg georganiseerd. Overleg betekent in
deze coronatijden een videoconferentie met alle betrokken personen.
De praktijkcentra presenteerden alle resultaten van de laatste jaren
waarin Marinice en Mattinaro in proef lagen. Resultaten met betrekking
tot productie en vruchtkwaliteit werden besproken. Bij Coöperatie
Hoogstraten zijn er tot nu toe geen problemen geweest met de grote
areaalverschuiving in Princess. Het aangevoerde product voldoet aan
de kwaliteitsvereisten voor Flandria. Goudspikkel is een gevoeligheid
van het ras, het verdere verloop van seizoen zal moeten aangeven of
dit problemen geeft. De overgang naar Mattinaro in de belichte teelt
is al bij al goed verlopen. Uit enquêtes blijkt dat de telers positief zijn
over Mattinaro. Kleur, smaak en gevoeligheid voor steekschade zijn aandachtspunten,
maar over het algemeen scoort Mattinaro goed op vlak
van kwaliteit.
De zaadhuizen De Ruiter en Enza Zaden hebben ondertussen al veel
info verzameld over respectievelijk Marinice en Mattinaro. Ze gaven een
korte toelichting en deden suggesties voor aanpassing van de klimaatsturing
en de voedingsgift. Moeilijkheden werden hierbij niet uit de weggegaan.
Elk ras heeft voor- en nadelen, het is een kwestie om hier zo
goed mogelijk mee om te gaan.
J. Moelants
Proefcentrum Hoogstraten, Meerle
L. Wittemans
Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver
© SHUTTERSTOCK 127725100133
Wij hebben jou in ’t oog.
Jij ons?
www.mediaservice.be
copyright Proeftuinnieuws
| 8 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
127869K100133.indd 1 05/07/17 11:44
Frank
weet
alles van
gezonde
groei
Frank, 33 jaar, eigenaar landbouwbedrijf
Wil jij je bedrijf
ook gezond laten groeien?
Laat je dan als land- of tuinbouwer ondersteunen door onze
boekhouders en adviseurs, allemaal specialisten in hun vak.
SBB garandeert immers niet alleen een stevig onderbouwd fiscaal
dossier, maar ook een betaalbare bedrijfsbegeleiding en
een deskundig omgevingsadvies. Zo kan jij vanaf je start
in alle vertrouwen verder bouwen aan je bedrijf.
Je vindt een kantoor in je buurt op sbb.be.
copyright Proeftuinnieuws
GLAS
Rassenproef serrebloemkool 2019-2020
SV 5818 VC derde jaar op rij
de primus voor oogst in februari
Oogstplanning van serrebloemkool is lastig. In december levert het
vroege ras Abeni mooi gevormde kolen van prima kwaliteit. Vervolgens
biedt ook Aerospace perspectieven rond de feestdagen. Voor
oogst in januari en februari komen de rassen met meer groeidagen op
de voorgrond. Fortaleza en SV 5818 VC combineren een uitstekende
koolkwaliteit met een grovere sortering. SV 5818 VC bevestigde het
derde jaar op rij als prima ras voor de serreteelt van bloemkool.
Om de oogst te spreiden werden de vijf rassen
in de proef op twee tijdstippen geplant:
op 12 september en op 1 oktober 2019. De
rassen met meer groeidagen, Fortaleza en
SV 5818 VC, scoorden het best bij de zaaiing
van begin september en hadden een kort
oogsttraject. Het nieuwe ras Arienzo bleek in
dit eerste proefjaar minder interessant.
Het plantmateriaal voor deze rassenproef
werd opgekweekt in een 5 cm-perspot. De
plantafstand bedroeg 40 cm in de rij, met tien
rijen per kap van 6,40 m.
Veel groeidagen leveren meer
bladmassa en een grovere sortering
De rassen zijn gerangschikt in volgorde van
vroegheid in deze proef.
Abeni (Seminis) vormt weinig bladmassa en de
bladeren groeien vlak. Het gewas is niet goed
zelfdekkend. De witte kool is redelijk goed gevormd
maar scoort minder op loskomende
Sortering (%)
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Abeni Abeni Arienzo Arienzo Aerospace Aerospace Fortaleza Fortaleza SV 5818 SV VC 5818 VC
Flandria Flandria Klasse 2 Klasse Klasse 2 3 Klasse Niet 3 oogstbaar Niet oogstbaar
Figuur 1. - Kwaliteitssortering planting 1 (zaaitijdstip 20/8/2019)
ing (%)
Sortering (%)
100
90
80
70
60
ing (%)
100
90
80
70
60
| 10 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
bloemknoppen. De geoogste kwaliteit was
zeer goed. Tijdig planten is wel belangrijk. In
december kon dikwijls met 8 stuks in een medium
kist worden geoogst. Abeni is minder geschikt
voor een latere planting begin oktober,
de kwaliteit vermindert en de sortering is dan
grotendeels zeer klein met 8 stuks per tomatenkist.
Arienzo (Rijk Zwaan) vormt veel bladmassa
met een mooi opgerichte bladstand. Het gewas
groeit niet uniform en is gevoelig voor
bladvlekken en valse meeldauw. De koolkwaliteit
van Arienzo is minder goed met mindere
scores op vastheid, vorm en bonkigheid van de
kool. Ook loskomende bloemknoppen typeren
Tabel 1. - Teeltverloop
Planting 1 Planting 2
Zaaidatum 20/8/2019 3/9/2019
Plantdatum 12/9/2019 1/10/2019
Oogstperiode
van 12/11/2019
van 17/12/2019
tot 14/1/2020
tot 2/3/2020
Sortering (%)
ing (%)
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
100
90
80
70
60
Sortering (%)
dit nieuwe ras. Ook dit vroege ras scoort duidelijk
beter als het tijdig wordt geplant. Bij de
tweede zaaiing verliep de oogst erg gespreid.
De maatsortering en vooral de kwaliteit namen
sterk af.
Aerospace (Syngenta) is een uniform ras dat
veel blad vormt. De zelfdekkendheid is echter
minder goed en ook de gevoeligheid voor valse
meeldauw is een aandachtspunt. De kool is
redelijk los en minder goed gevormd. Net als
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Abeni Abeni Arienzo Arienzo Aerospace Aerospace Fortaleza Fortaleza SV 5818 SV VC 5818 VC
6st/hoog 6st/hoog 8st/medium 8st/medium 6st/tomaat 6st/tomaat 8st/tomaat 8st/tomaat
Figuur 2. - Maatsortering planting 1 (zaaitijdstip 20/8/2019)
ing (%)
100
90
80
70
60
Het ras SV 5818 VC bevestigde het derde jaar op. Bij
de oogst in februari kan het merendeel van de kolen
worden gesorteerd met 8 stuks per medium EPS-kist.
Tabel 2. - Data 50% oogst bereikt per ras en plantperiode
Ras Planting 1
(zaaitijdstip 20/8/2019)
Planting 2
(zaaitijdstip 3/9/2019)
dagen na datum dagen na datum
planten
planten
Abeni 92 d 13/12/2019 e 100 d 9/1/2020 a
Arienzo 98 c 19/12/2019 d 118 c 27/1/2020 a
Aerospace 101 c 22/12/2019 c 128 b 6/2/2020 a
Fortaleza 114 b 4/1/2020 b 139 a 18/2/2020 a
SV 5818 VC 118 a 8/1/2020 a 142 a 20/2/2020 a
Gemiddelden gevolgd door eenzelfde letter zijn niet
significant verschillend.
copyright Proeftuinnieuws
20
10
0
20
10
0
Abeni Abeni Arienzo Arienzo Aerospace Aerospace Fortaleza Fortaleza SV 5818 SV VC 5818 VC
20
10
0
20
10
0
Abeni Abeni Arienzo Arienzo Aerospace Aerospace Fortaleza Fortaleza SV 5818 SV VC 5818 VC
Flandria Flandria Klasse Klasse 2 Klasse 2 Klasse 3 Niet 3 oogstbaar Niet oogstbaar
6st/hoog 6st/hoog 8st/medium 8st/medium 6st/tomaat 6st/tomaat 8st/tomaat 8st/tomaat
Sortering (%)
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Abeni Abeni Arienzo Arienzo Aerospace Aerospace Fortaleza Fortaleza SV 5818 SV VC 5818 VC
Figuur 3. - Kwaliteitssortering planting 2 (zaaitijdstip 3/9/2019)
Abeni
1/11/2019
20 augustus 20 augustus
3 september 3 september
18 september 18 september
30 september 30 september
16/11/2019
1/11/2019
1/12/2019 16/11/2019
16/12/2019
1/12/2019
31/12/2019
16/12/2019
11 oktober 11 oktober
Tip: varieer in zaaitijdstip en rassenkeuze
Aerospace
20 augustus 20 augustus
3 september 3 september
18 september 18 september
Het gebrek
100
aan voldoende natuurlijk zonlicht
tijdens 11 oktober
30 september
90
30 september
11 de oktober korte en donkere dagen rond
20 augustus 8020 augustus
Nieuwjaar 3 september 703 is september de reden waarom serrebloemkool
18
in
september
deze
18 september
60 periode vooral in de fijne sortering
van 11 oktober 650
stuks 11 oktober per tomatenkist wordt aan-
30 september 30 september
40
geboden. Bij te weinig licht zal snel een kool
30
aangelegd worden en laat de vorming van
20
bladmassa te wensen over.
SV 5818 VC
Abeni
Aerospace
Sortering
SV 5818
(%)
VC
Sortering (%)
10
0
Flandria Flandria Klasse Klasse 2 Klasse 2 Klasse 3 Niet 3 oogstbaar Niet oogstbaar
In een eerste screening voorbije winter bleek
dat het belichten van het plantmateriaal vóór
het uitplanten geen duidelijke meerwaarde
levert wat betreft de kwaliteits- en maatsortering
bij de
100
oogst.
90
80
Je kan wel 70 een oogstplanning opmaken op
60
basis van een beredeneerde rassenkeuze
50
in combinatie met het optimale zaaitijdstip
40
voor die 30 rassen. In een proef hebben we
de rassen 20 Abeni, Aerospace en SV 5818 VC
op vijf tijdstippen 10 gezaaid: op 20 augustus,
0
3 september, 18 september, 30 september
en 11 oktober (Figuur 5).
Abeni
Aerospace
SV 5818 VC
Sortering (%)
20 augustus
3 september
18 september
30 september
11 oktober
20 augustus
3 september
18 september
30 september
11 oktober
20 augustus
3 september
18 september
30 september
11 oktober
15/1/2020 31/12/2019
30/1/2020 15/1/2020
14/2/2020 30/1/2020
Abeni Arienzo Aerospace Fortaleza SV 5818 VC
Flandria Klasse 2 Klasse 3 Niet oogstbaar
Abeni Arienzo Aerospace Fortaleza SV 5818 VC
Flandria Klasse 2 Klasse 3 Niet oogstbaar
1/11/2019
16/11/2019
1/12/2019
16/12/2019
31/12/2019
15/1/2020
29/2/2020 14/2/2020
15/3/2020 29/2/2020
Sortering (%)
30/3/2020 15/3/2020
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Sortering (%)
14/4/2020 30/3/2020
Het ras Abeni, met beperkt
100
aantal groeidagen,
leent zich het best voor een vroege
90
80
oogst in november-december. 70 Door Abeni in
augustus te zaaien kan je kwalitatieve 60 kolen
oogsten van een duidelijk grovere 50 sortering
40
van 8 stuks per medium kist.
Rond de jaarwisseling en in 10 januari verloopt
de oogst doorgaans moeizamer 0 en moet je
noodgedwongen in kleinere maten sorteren.
Aerospace levert dan een mooi resultaat, de
sortering van SV 5818 VC is fijner in deze periode.
Vanaf februari tot april gaat 80 de voorkeur uit
naar zowel Aerospace als SV 705818 VC. Beide
60
rassen maken voldoende bladmassa en kunnen
grotendeels geoogst worden met 6 stuks
50
40
in een hoge kist. Aangezien 30 Aerospace gevoelig
is voor mosvorming, 20 neem je dit ras
best niet te laat op in het teeltplan. 10
■
30/1/2020
14/2/2020
29/2/2020
15/3/2020
30/3/2020
Figuur 5. - Oogstspreiding van de rassen Abeni, Aerospace en SV 5818 VC voor vijf zaaitijdstippen
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Abeni Abeni Arienzo Arienzo Aerospace Aerospace Fortaleza Fortaleza SV 5818 SV VC 5818 VC
29/4/2020 14/4/2020
6st/hoog 6st/hoog 8st/medium 8st/medium 6st/tomaat 6st/tomaat 8st/tomaat 8st/tomaat
Figuur 4. - Maatsortering planting 2 (zaaitijdstip 3/9/2019)
Sortering (%)
Sortering (%)
30
20
100
90
0
14/4/2020
14/5/2020 29/4/2020
14/5/2020
Abeni Arienzo Aerospace Fortaleza SV 5818 VC
6st/hoog 8st/medium 6st/tomaat 8st/tomaat
Abeni Arienzo Aerospace Fortaleza SV 5818 VC
29/4/2020
6st/hoog 8st/medium 6st/tomaat 8st/tomaat
14/5/2020
voorgaande jaren is enige mosvorming op de
kool waargenomen. De kwaliteitssortering van
Aerospace is goed. Er werd ongeveer de helft
geoogst met 8 stuks in een medium kist en de
helft met 6 stuks in een tomatenkist. Aerospace
wordt beduidend later dan Abeni geoogst
en heeft een redelijk lange oogstspreiding.
Fortaleza (Seminis) vormt minder blad dan
Aerospace. Dit ras is gevoelig voor valse meeldauw.
Fortaleza heeft een mooie koolkwaliteit,
de witte kool is vast en goed gevormd. De kwaliteitssortering
is zeer goed. Dit ras geeft bij de
latere zaaiing met oogst in februari een beduidend
grovere sortering. Dit late ras vroeger
planten resulteerde in een zeer groot aandeel
kolen van 6 stuks per tomatenkist bij een oogst
rond de jaarwisseling. Fortaleza werd tien dagen
na Aerospace geoogst.
SV 5818 VC (Seminis) is het meest uniforme
ras in de proef. De bladeren groeien opgericht
en de zelfdekkendheid is goed. Dit ras is
sterk tegen bladvlekken en valse meeldauw.
De koolkwaliteit is zeer goed met hoge scores
op vastheid en vorm en er komen geen
losse bloemknoppen voor. SV 5818 VC heeft
een zeer goede kwaliteitssortering. Dit ras is
bijzonder geschikt voor oogst in februari, het
merendeel van de kolen kon gesorteerd worden
met 8 stuks in medium kisten. SV 5818 VC
heeft veel groeidagen en het kortste oogsttraject
van de geteste rassen.
S. Caluwé
Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver
copyright Proeftuinnieuws
De proef werd uitgevoerd met steun van het Departement
Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid.
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 11 |
KLEINFRUIT ACTUEEL
Bericht van 15/6/2020
Bij deze zomerteelt onder glas is ReduFuse aangebracht. Hier kan ook bij het
opplanten van de najaarsteelt van geprofiteerd worden.
Zomerteelten krijgen alle kansen
De kaarten lijken gunstig te liggen voor de zomerteelten. Vele teelten
ken(den) behoorlijk gunstig weer tijdens de opgroei en staan er dus
mooi bij, al blijft het natuurlijk nog af te wachten wat voor weer we tijdens
de oogst zullen krijgen. Een kleine kanttekening: de vorstschade
(meer oostwaarts) lijkt toch wat onderschat.
Ook het vroege voorjaar speelt in het voordeel, want dat geeft meer
ruimte voor de verkoop in de zomer. Toch blijft het afwachten hoe de
markt zal evolueren, ook tijdens de versoepeling van de coronamaatregelen.
■
Stel alles in het werk om de spreiding
tussen de bloemtakken te behouden
Bij de opkweek van de trayplanten wordt gemikt op een plant met maximale
spreiding tussen de bloemtakken. Na het opplanten is het streefdoel
om deze spreiding zo veel mogelijk te behouden. Het belangrijkste
is om de planten zo rustig mogelijk te laten weg groeien. Hiervoor
wordt maximaal geventileerd om zo goed mogelijk het buitenklimaat na
te streven. Windinvloeden worden (zeker kort na het planten) minimaal
ingesteld of uitgeschakeld. Wind en zon kunnen namelijk een onnodige
temperatuursverhoging veroorzaken. Deze invloeden worden terug geactiveerd
zodra er meer gewasontwikkeling ontstaat, vooral ter preventie
van witziekte.
De kunst bestaat erin om het juiste evenwicht te vinden tussen temperatuur
en windsnelheid. Zo kan je op zonnige dagen met meer wind de
invloed wat minder agressief instellen, op voorwaarde dat je een intensiever
interval van de meeldauwbestrijding aanhoudt. Witziekte hoeft
geen probleem te zijn, als je correct behandelt. Maar als je hier een keer
mist, kan witziekte gemakkelijker de kop opsteken. Met een ruime windinvloed
zal witziekte moeilijker onder controle te krijgen zijn.
Deze vroege zomerteelt van Sonsation op stellingen is volop aan de pluk.
Let wel op met ‘te winderig’ kweken. Gewassen zullen iets harder gaan
staan en dit zal zich weerspiegelen in ruwere tot zaderige vruchten. Een
schraler klimaat is ook minder gunstig voor de biologische bestrijding.
Wanneer het ‘waait’ in de serre wordt de RV vaak te laag. Trips houdt
van deze schrale omstandigheden, terwijl roofmijten (N. cucumeris en
A. limonicus) en roofwantsen (Orius) het dan net moeilijker hebben.
Een schraal klimaat kan je vermijden door correct gebruik te maken van
dak- en broesberegening en nevelinstallaties. Bovendien kunnen goed
ontwikkelde planten het klimaat ook mee koelen als ze maximaal kunnen
verdampen. Hiervoor wordt met de aanwezige installaties gestreefd
naar de streefwaarde-RV van 68%. En natuurlijk is het ook belangrijk om
voldoende te druppelen.
Ook meer diffusie van het licht verlaat de middenoogstdatum. In eerste
instantie denken we dan aan een (diffuse) coating op het dak van de
glazen serre. Dit bespaart trouwens ook regenwater, omdat er dan geen
dakberegening meer moet worden gebruikt. Maar denk zeker ook aan
NIEUW!
M. Allure
M. Champion
FD1604/
Soprano ®
*
Onze planten?
de Kemp BV
plantenkwekerij
Gezond, vitaal,
uniform
en productief!
Oo i
copyright Proeftuinnieuws
Kwaliteit is onze passie!
Horst-Meterik (NL) | +31 77 205 4206 | sales@dekemp.nl
www.dekemp.nl
*in samenwerking met licentiehouder
| 12 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
de diffuusheid van de folie bij beschermde teelten. Als je onder plastic
maximaal ventileert –dit wil zeggen dat er geen temperatuurvoordeel
wordt behaald– zal de middenoogstdatum later liggen. Merk op dat onder
bescherming de gewassen ook iets minder hard zullen staan, wat
vaak resulteert in mooiere glanzende vruchten. Als je coatings gebruikt,
is het wel belangrijk om op voorhand even stil te staan bij de beschikbaarheid
van kwalitatief goed irrigatiewater.
Ook schermen vermijdt directe instraling. Let op: schermen mag pas
vanaf dat de planten voldoende ontwikkeld zijn, zodat ze zelf het klimaat
kunnen maken. Schermen bij te kleine gewassen zal resulteren in een
verhoging van de temperatuur. Dat is ook de reden waarom bij grotere
(lees: warmere) tunnels de folie pas wordt aangebracht tegen dat de
planten in bloei komen.
Je kan de middenoogstdatum ook verlaten door veel CO 2
te doseren.
Vaak wordt onderschat wat de meerwaarde kan zijn van maximaal doseren
(dichtbij de planten), zelfs wanneer maximaal wordt geventileerd.
Bij de verlate teelten wordt dezelfde strategie gehandhaafd. Bij zeer
warm weer wordt over de EVT’s beregend om het klimaat wat af te
koelen. Dit brengt wel zeker risico voor Xanthomonas-infecties met zich
mee. Zeker zo belangrijk is om voldoende en frequent water te geven.
Bij hitte en droogte mag de grond nat worden tot naast de plastic in de
paadjes.
Wanneer de gewassen onvoldoende ontwikkeld zijn en de bloemen/
vruchten te veel onder directe instraling liggen/hangen, kan zonnebrand
ontstaan. Te hete omstandigheden resulteren ook in zwakkere
vruchten.
■
Biologische (trips)bestrijding
serieus in opmars
Niet alleen het aantal bedrijven dat voor een biologische strategie
kiest neemt toe, ook de hoeveelheden nuttigen die worden
ingezet zijn in stijgende lijn. De reden hiervoor is het besef dat
de chemische weg moeilijk (of onhaalbaar) is. Eens de biologie
aanslaat, is dit ook een geruststelling voor de teler. Belangrijk is
om direct na het planten een correcte inschatting te maken van
de aanwezige/komende tripsdruk. Op basis hiervan kan een aangepaste
strategie worden opgesteld om trips onder controle te
houden. Preventief werken is zeer belangrijk om een tripsgolf aan
te kunnen.
■
PLANTEN
BEMESTEN
ROOIEN
PLASTIC LEGGEN
Bij deze voorjaarsplanting van Murano onder glas kwam de tweede oogstgolf
midden juni goed op gang.
Veelbelovende zomer voor doordragers
Door het goede weer tijdens het voorjaar worden de komende periode
behoorlijk wat bloemtakken verwacht bij de doordragers. Veel zonnige
dagen en gunstige temperaturen van eind april tot begin juni, samen
met geen overbelasting door vruchten, zouden moeten resulteren in
veel bloemaanleg. De aardbeien van deze aangelegde bloemen zullen in
juli en augustus worden geoogst .
Om ook in september en oktober (of later) voldoende productie te behouden
is het belangrijk om de planten nu zo veel mogelijk in bloemaanleg
te houden. Maak een inschatting van de ‘komende’ belasting,
en probeer hier correct op in te spelen. Afhankelijk van een ‘te wensen
productiepiek’ kan je hier een strategie voor opstellen. Mogelijke strategieën
om de planten goed in groei te houden zijn:
- Onder glas kan je extra belichten om proberen te vermijden dat thermodormantie
ontstaat bij een moment van hitte en/of zware plantbelasting;
- Wanneer in juni/juli te veel trossen (tegelijk) komen, kan het ook interessant
zijn om hier wat in te snoeien. Zo wordt een zware belasting
vermeden en blijven de planten beter in groei. Doe dit wel op tijd,
want door trossen te snoeien wordt de productiepiek van de volgende
oogstgolf meer naar achteren geschoven.
Overleg met je teeltbegeleider om een goede strategie op te stellen.
Bij de meeste teelten is een goed evenwicht aanwezig tussen trips en de
biologie. Vaak wordt veel natuurlijke Orius aangetroffen, maar toch is in
de praktijk ook behoorlijk wat Orius uitgestrooid. De druk van Drosophila
zal uitwijzen of de biologie stand kan houden in deze teelten.
D. Vinckx, K. Lavrysen, D. Vermeiren, J. Smessaert & N. Druyts
Voorlichtingsteam Aardbeien PCH, Meerle
Machines voor tuinbouw en boomkwekerij
Machines Voor Tuinbouw En Boomkwekerij
copyright Proeftuinnieuws
T +31 (0)76 596 12 20 I www.basrijs.nl
123766M70669
123766M70669.indd 1 02/02/15 12:44
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 13 |
130434M94413.indd 1 11/06/2019 09:20
Aardbeiensubstraten van Klasmann-Deilmann met
GreenFibre® klaar voor de toekomst.
- Lokale grondstof.
- Economisch voordelig, hoogwaardig en duurzaam substraat.
- Zeer hoge structurele stabiliteit voor lange tijd.
- Verbeterde wortelontwikkeling.
- Droger substraatoppervlak met minder ziektedruk.
copyright Proeftuinnieuws
info.belgium@klasmann-deilmann.com | www. klasmann-deilmann.com/be
www.kliek.be
| 14 |
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
THEMA: AARDBEIEN
Witte vlieg biologisch onder
controle op substraat
Afgelopen twee jaar bestudeerde Proefcentrum Hoogstraten in kooiproeven
enkele potentiele biologische bestrijders van witte vlieg.
Amblydromalus limonicus geeft doorheen het jaar een constante en
betrouwbare bestrijding. Het is handig meegenomen dat deze roofmijt
naast witte vlieg ook trips goed bestrijdt. A. limonicus lijkt zo een
onmisbare schakel te worden in de IPM-strategie van aardbeien op
substraat.
Sinds 2012 voert Proefcentrum Hoogstraten
(PCH) jaarlijks kooiproeven uit om het potentieel
van biologische bestrijders te onderzoeken
voor de beheersing van de belangrijkste
plagen in aardbeien. Niet alleen het behalen
van een goede bestrijding is belangrijk maar
ook dat dit resultaat herhaalbaar is doorheen
het jaar in de verschillende teeltsystemen.
Biologische aanpak van trips en spint
Proeven op substraat toonden voor spint en
trips een consistente en betrouwbare bestrijding
aan met roofmijten. In vollegrond bleek
eenzelfde opzet niet steeds tot dezelfde resultaten
te leiden. Voor substraatteelten bestaat
er sinds 2014 een IPM-sleutel. PCH optimaliseert
deze richtlijnen en zorgt jaarlijks voor een
update. Phytoseiulus persimilis is de curatieve
bestrijder van spint in aardbei, Neioseiulus californicus
wordt preventief gebruikt.
Voor trips gebruiken we een combinatie van
Neioseiulus cucumeris, Amblydromalus limo-
nicus en/of de roofwants Orius laevigatus. Het
hangt van de tripsproblematiek op het bedrijf
af welke combinatie van bestrijders vereist is
om trips te kunnen controleren.
Witte vlieg vraagt om interventie
Na trips en spint blijven er nog twee belangrijke
plagen over waarvoor absoluut een oplossing
moet worden gevonden: bladluis en witte
vlieg. Eerdere proeven geven aan dat bladluis
een zeer moeilijk op te lossen probleem vormt.
Regelmatig worden successen geboekt met
mixen van sluipwespen, maar even vaak komt
de bestrijding niet tijdig genoeg of blijft ze zelfs
uit.
Door het wegvallen van middelen zoals Calypso
en Oberon zien we ook een sterke toename
in problemen met witte vlieg. Het fysisch werkende
middel Siltac geeft zeer mooie resultaten,
maar wordt niet gespoten tijdens de
bloeiperiode vanwege zijn negatief effect op
de vruchtvorm. Witte vlieg veroorzaakt bijna
altijd problemen in najaarsteelten, bij doordragers
op substraat en zeker ook in doorteelten
copyright Proeftuinnieuws
We zien meer en meer witte vliegen in aardbeienteelten op substraat.
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 15 |
onder glas. PCH ging op zoek naar een oplossing
in diverse kooiproeven.
A. limonicus houdt witte vlieg onder
controle
Drie opeenvolgende kooiproeven werden
opgezet op Proefcentrum Hoogstraten in najaarsteelten
onder glas en in een doorteelt.
Verschillende bestrijders werden in deze
proeven opgenomen: Delphastus catalinae,
A. limonicus, Encarsia formosa, Antochoris nemoralis
en Transeius montdorensis. De kooien
zijn een meter lang en bevatten tien planten.
Witte vlieg werd bij de eerste bloei ingebracht
aan 80-100 stuks/kooi. De nuttigen werden
aan een specifieke dosering toegediend verdeeld
over twee uitzettijdstippen rond begin
bloei. Vanaf halverwege de oogst telden we de
aantallen witte vlieg op drie gele vangplaten in
drie opeenvolgende weken.
Slechts twee bestrijders konden minstens één
keer een gewenste bestrijding van witte vlieg
realiseren. De sluipwesp E. formosa gaf bij een
inzet van twee keer 50 poppen per vierkante
meter in het najaar van 2018 een goede bestrijding
(Figuur 1). Het warme najaar en de
overdosering van de bestrijder zorgden voor
dit succes. Bij toepassing van meer realistische
doseringen (20 en 40/m²) werden in de latere
kooiproeven geen successen geboekt.
Het uitzetten van A. limonicus aan twee keer
40 stuks/m² gaf wel in elke kooiproef een goede
bestrijding van witte vlieg. Of het nu een
warm najaar of een kouder voorjaar was, de
roofmijt zorgde steevast voor controle van de
plaag. De aantallen witte vlieg bleven voldoende
laag om zonder problemen te kunnen telen
op substraat.
Cumulatief aantal witte vliegen/kooi
3.500
3.000
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
onbehandeld
E. formosa
Figuur 1. - Aantal witte vliegen geteld in de kooiproeven gedurende drie weken op drie vangplaten. In de
najaarsteelt 3.500 van 2018 toonde E. formosa een goed resultaat. A. limonicus bevestigde in elke teelt zijn goede
bestrijding van witte vlieg.
Cumulatief aantal witte vliegen/kooi
3.000
2.500
A. limonicus kan tegelijkertijd ook
2.000
trips de baas
1.500
A. limonicus kennen we in de aardbeienteelt
1.000
als een sterke bestrijder van trips. De doseringen
gebruikt in de uitgevoerde kooiproeven
500
voor het wittevliegonderzoek waren dezelfde
als die dat 0 we gebruiken voor de tripsbestrijding,
ook qua timing van inzet. In de kooiproeven
werd weliswaar steeds gewerkt met
3.000
één
onbehandeld A. 3.500 limonicus A. limonicus + trips
26/2 16/3 23/3 2.000 30/3 6/4 14/4 20/4 27/4 4/5 11/5 18/5
We stelden ons 0 de vraag of A. limonicus een
100
10
1.500
duidelijke prooivoorkeur heeft of beide plagen
90
Geen aanpassing in IPM-strategie
20
kan bestrijden als ze samen in de teelt 1.000
80
aanwezig
zijn.
nodig
30
70
40
500
60
50
Met A. limonicus als geschikte oplossing
0
50
voor
In het najaar 60 van 2019 werden in de kooiproef witte vlieg raden we telers aan om 40 deze roofmijt
twee objecten 70 aangelegd met A. limonicus,
meer te gaan gebruiken. A. limonicus 30 is be-
eentje met 80 alleen witte vlieg en een tweede duidend duurder dan bijvoorbeeld 20 N. cucume-
90
Najaar 2018 Voorjaar 2019
10
Najaar 20
100
0
1-4 witte vlieg 5-15 witte vlieg
1-2 roofmijten/blad
3.500
3-5 roofmijten/blad
Met A. limonicus in de teelt zien we regelmatig weggevreten eilegplaatsen 0 van Figuur 2. - Aantal witte vliegen geteld in de kooiproeven gedurende drie weken op
witte vlieg op de onderkant van de bladeren.
onbehandeld behandeld onbehandeld behandeld
drie vangplaten in een najaarsteelt in 2019. Naast witte vlieg werd ook trips uitgezet
in
Sonata
de kooiproeven. Ook dan bestrijdt A. limonicus
Sonsation
witte vlieg zeer goed.
26/2 16/3 23/3 30/3 6/4 14/4 20/4 27/4 4/5 11/5 1
0
Cumulatief aantal witte vliegen/kooi
plaag, namelijk witte vlieg. In de meeste 2.500 teelten
komen witte vlieg en trips gelijktijdig voor.
Planten met witte vlieg (%)
Uitval (%)
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Cumulatief aantal witte vliegen/kooi
A. limonicus
3.000
2.500
2.000
1.500
1.000
et witte vlieg (%)
500
0
10
20
30
40
50
onbehandeld
onbehandeld
E. formosa
Najaar 2018 Voorjaar 2019 Najaar 2019
met zowel trips als witte vlieg in de kooi. Beide
objecten tonen een vergelijkbaar succes in de
controle van witte vlieg (Figuur 2). Trips werd
sporadisch in de bloem teruggevonden, maar
tellingen werden niet uitgevoerd. Ook in andere
teelten op PCH stelden we vast dat bij opvolging
van de richtlijnen uit de IPM-sleutel trips
onder controle blijft wanneer er ook witte vlieg
in de teelt aanwezig is. De roofmijt zorgt dus
voor een dubbele bescherming met de opbouw
van een sterke populatie in het aardbeiengewas.
E. formosa
A. limonicus
A. limonicus
onbehandeld
onbehandeld
E. formosa
E. formosa
A. limonicus
A. limonicus
Planten met roofmijt (%)
onbehandeld A. limonicus A. limonicus + trips
copyright Proeftuinnieuws
| 16 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
2 )
6
5
onbehandeld
E. formosa
2,5
Cum
500
0
onbehandeld A. limonicus A. limonicus + trips
Planten met witte vlieg (%)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
26/2 16/3 23/3 30/3 6/4 14/4 20/4 27/4 4/5 11/5 18/5
Figuur 3. - Percentage planten met witte vlieg en A. limonicus in doorteelt Elsanta in het voorjaar van 2020.
Ondanks een constante aanwezigheid van witte vlieg kon de plaag niet doorbreken door een tijdige opkomst van
A. limonicus. 9
8
7
6
ris en wordt daarom vaak niet ingezet voor de
tripsbestrijding.
5
Omdat de roofmijt naast trips
ook witte vlieg 4 aanpakt is het nochtans opportuun
voor substraattelers 3
om voortaan gebruik
te maken van 2 A. limonicus.
Productie (kg/m 2 )
Productie (kg/m 2 )
Uitval (%)
6
5
4
3
2
1
0
7
6
5
4
3
2
1
0
1
0
1-4 witte vlieg 5-15 witte vlieg
1-2 roofmijten/blad 3-5 roofmijten/blad
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Planten met roofmijt (%)
Afgelopen voorjaar werd in een doorteelt van
Elsanta op PCH A. limonicus uitgezet voor de
bestrijding van witte vlieg. De doorteelt lag
koud van 6 januari tot 10 februari 2020. Op
11 en 17 maart werd A. limonicus uitgestrooid
onbehandeld behandeld onbehandeld behandeld
62%
Sonata
37% 32% 24%
Sonsation
19%
81%
onbehandeld behandeld onbehandeld behandeld
42%
57%
Substraat 1
Limonica:
effectief tegen
67% 74%
trips en
witte vlieg
60%
Substraat 2
Sonata
62%
Substraat 1
62%
Substraat 2
60%
Substraat 1
Sonsation
Roofmijt Amblydromalus limonicus
• Zeer effectief bij hoge plaagdruk
• Eet ook grotere larven, grote eetlust
37% 38%
33%
• Actief 39%
binnen groot temperatuurbereik
38%
40%
• Groot reproductievermogen
BE Tel. +32 (0)15 55 64 16 info@koppert.be
www.koppert.be
67%
Stekgrond 1 Stekgrond 2 Stekgrond 3 Stekgrond 4
Substraat 2
59%
Substraat 1
21%
70%
Substraat 2
Rot
Misvormd
Klein
Groot A
Groot 2A
Rot
Misvormd
Klein
Groot A
Groot 2A
aan 40 stuks/m². Vanaf begin april zagen we
dat de roofmijt zich verspreid over het gewas
vestigde. Witte vlieg was de hele winter sporadisch
aanwezig, maar kon nooit doorbreken
(Figuur 3). Door de beschikbaarheid van stuifmeel
in het voorjaar en een matige aanwezigheid
van trips kregen de roofmijten voldoende
voeding om een sterke populatie op te bouwen
tegen begin mei. We moesten dit voorjaar
bijgevolg geen chemische correcties uitvoeren
tegen trips of witte vlieg.
P. Melis, D. Baets, M. Hofkens
& S. Laurijssen
Proefcentrum Hoogstraten, Meerle
Dit onderzoek kwam tot stand met steun van het
Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse
overheid.
copyright Proeftuinnieuws
3,0
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 17 |
THEMA
Sonsation opkweken met minder
Phytophthora-behandelingen
Sonsation weet menig teler en consument te bekoren met zijn uitstekende
smaak en vruchtkwaliteit. Hiermee lijkt het ras definitief
gelanceerd voor de toekomst. De grote tolerantie tegen Phytophthora
is een belangrijke troef. Uit een proef blijkt dat je het aantal Phytophthora-behandelingen
tijdens de opkweek sterk kan verminderen.
Een drietal jaar geleden deed Sonsation zijn intrede
in de voorjaarsteelten onder glas. Door
de goede gewas- en vruchtkenmerken in combinatie
met een groot productiepotentieel en
een degelijke sortering nam Sonsation al snel
een sterke positie in. Dit ras is bovendien zeer
tolerant voor Phytophthora en vertoont in de
voorjaarsteelten geen misvorming. Sonata
moest dit jaar in de voorjaarsteelten zijn meerdere
erkennen in Sonsation. Naast de lagere
gevoeligheid van dit ras, speelt ook het feit dat
er op dit moment onvoldoende middelen erkend
zijn voor toepassing tijdens de opkweek
een belangrijke rol. Door de stijgende belangstelling
voor Sonsation wordt de vraag gesteld
of het aantal behandelingen tegen Phytophthora
voor dit ras kan worden gereduceerd.
Bij Sonata kan de uitval ten gevolge van Phytophthora
soms oplopen tot 10%.
Sonsation opgekweekt zonder
Phytophthora-behandelingen
Sonsation werd geïntroduceerd als een zeer
tolerant ras ten opzichte van Phytophthora.
Volgens de veredelaar Flevo Berry is het dan
ook helemaal niet nodig om Sonsation op eenzelfde
manier op te kweken als Sonata wat betreft
bescherming van de planten tegen wortelschimmels
zoals P. cactorum.
Op Proefcentrum Hoogstraten (PCH) legden
we een proef aan om aan te tonen in hoeverre
we de klassieke beschermingsmaatregelen
voor Sonata kunnen terugschroeven voor Sonsation.
Deze proef bevatte voor beide rassen
een object onbehandelde en chemisch behan-
Sonsation is zeer tolerant voor Phytophthora en vertoont weinig uitval.
delde planten. De chemisch behandelde planten
kregen op het trayveld drie behandelingen
met Paraat (half juli, eind september en eind
oktober) en één behandeling met Fenomenal
(begin september). De onbehandelde planten
werden niet behandeld met Phytophthoramiddelen.
De middelen werden telkens toegepast
na een hevige regenbui, omdat het risico
op besmetting op dat moment het grootst is.
Minder uitval bij Sonsation
in productieteelt
Beide rassen werden op het trayveld gestekt
op 2 juli en gerooid op 12 november 2019. In
het voorjaar van 2020 werd het effect van de
verschillende behandelingen opgevolgd tijdens
de productieteelt. Sonsation had minder
last van uitval dan Sonata, ongeacht de behandeling
op het trayveld (Figuur 1). De onbehandelde
en chemisch behandelde objecten
waren statistisch niet te onderscheiden,
wel was er een trend zichtbaar waarbij de
chemisch behandelde planten minder uitval
vertoonden.
De chemische behandelingen op het trayveld
hadden een opbrengstverhogend effect van
3,55 kg/m 2 naar 4,76 kg/m 2 voor Sonsation,
voor Sonata was dit effect er niet (Figuur 2).
Ook de sortering verbeterde voor Sonsation
na de chemische behandelingen op het
trayveld.
copyright Proeftuinnieuws
| 18 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
In het object met onbehandelde Sonsationplanten
zagen we meer zogenaamde ‘zombie’
planten. Deze planten ontwikkelen minder
goed, de producties ervan zijn lager en de
vruchtmaat is kleiner. Bij Sonata resulteert een
aantasting door Phytophthora sneller in het
effectief uitvallen van de plant. Sonsation vertoont
minder uitval maar bescherming tegen
Phytophthora blijft dus wel noodzakelijk.
Minder residu’s in oppervlaktewater
met Sonsation
Vanaf 1 januari 2021 verplicht MAP6 om drainwater
van trayvelden op te vangen via een first
flush-systeem. Telers zijn dan verplicht om de
eerste 100 m³/ha drain na een irrigatiebeurt
of regenbui op te vangen om lozingen van nutriënten
en gewasbeschermingsmiddelen te
minimaliseren.
Onder natte omstandigheden is het risico op
verspreiding van Phytophthora in het trayveld
het grootst. Het is op deze ogenblikken dat
er chemisch moet worden ingegrepen. Het
first flush-systeem laat bij hevige regenbuien
overlopen naar het oppervlaktewater toe om
het onderlopen van het trayveld te vermijden.
Op dat ogenblik kunnen gewasbeschermingsmiddelen
en nutriënten sneller uitspoelen.
Rassen die gevoelig zijn voor Phytophthora
vergen veel bespuitingen, en dat is dan te zien
aan de Paraat-concentraties in het drainwater.
Het verminderd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
in de teelt van Sonsation zal in
belangrijke mate de lozing van actieve stoffen
tegen wortelziekten in het milieu beperken.
Erkenning van Beltanol en Previcur
Energy welgekomen
Sinds 14 november 2019 is het gebruik van
Fenomenal verboden in de aardbeienteelt.
Op dat moment was Paraat nog het enige erkende
middel tegen Phytophthora. Dat was
onvoldoende om Sonata veilig te kunnen opkweken.
Sinds dit jaar is het gebruik van Beltanol en Previcur
Energy tegen Phytophthora toegelaten.
Het gebruik van Beltanol is voorlopig beperkt
tot de toepassing onder bescherming. Hierdoor
zullen in de praktijk ook dit jaar slechts
twee producten kunnen worden gebruikt op
het trayveld, namelijk Previcur Energy en Paraat.
Het aantal toepassingen tegen wortelziekten
zal daarom ook dit jaar zeer beperkt
blijven. Sommige telers zullen daarom geneigd
zijn om de switch te maken naar Sonsation.
Met de integratie van het first flush-systeem
Uitval (%)
100 60
70
80
90
100
9
8
7
6
9
5
8
4
7
3
6
2
5
1
4
0
3
0
Figuur 1. - Waargenomen onbehandeld uitval voor Sonata behandeld en Sonsation bij onbehandeld verschillende behandelingen behandeld
Sonata
Sonsation
6
Productie (kg/m
Productie 2 )
(kg/m 2 )
5
4
6
3
5
2
4
1
3
0
2
hopen we 2 dat in de toekomst 62% meerdere 62% middelen
kunnen
57% 60%
4
worden erkend.
Zal Sonsation de doorteelten
2
verdringen? 60%
Traditioneel 0 wordt het voorjaar onder glas gekenmerkt
door verse teelten en doorteelten.
Doorteelten van Elsanta komen de laatste jaren
meer onder druk te staan. Door de warmere
winters kunnen planten onvoldoende koude
3,0
vangen, hierdoor
2,5
kan de productie tegenvallen
en komen misvormingen vaker voor. Naast de
onvoorspelbaarheid 2,0 3,0 is een doorteelt ook zeer
arbeidsintensief, waardoor steeds meer telers
1,5
een verse teelt 2,5 verkiezen boven een doorteelt.
Plantuitval (%)
7
6
1,0 2,0
Afgelopen jaren domineerde Sonata de verse
teelten in 0,5 1,5 het voorjaar. Het grote probleem
is dat de uitval van de planten makkelijk kan
oplopen tot 0,0 1,0 boven de 10%. Met de komst van
Sonsation wordt de teelt in het voorjaar een
1-4 witte vlieg 5-15 witte vlieg
1-2 roofmijten/blad 3-5 roofmijten/blad
onbehandeld behandeld onbehandeld behandeld
62%
Sonata
37% 32% 24%
67% 74%
Sonsation
stuk betrouwbaarder 67% 59% door 21% het opkweken Groot 2A van
Misvormd
gezonde 33% kwaliteitsvolle trayplanten. Het is dan
40%
Klein
ook te verwachten dat de doorteelten in de
Groot A
komende jaren verder gaan 70% verdwijnen en dat
67% 59%
Groot 2A
hun plaats zal worden ingenomen door verse
teelten Sonsation.
M. Hofkens, P. Melis, S. Laurijssen
& D. Baets
Stekgrond 1 Stekgrond 2 Stekgrond 3 Stekgrond Proefcentrum 4 Hoogstraten, Meerle
19%
81%
onbehandeld behandeld onbehandeld behandeld
67%
62%
74%
Sonata
Sonsation
Figuur 2. 5 - Productie en sortering voor onbehandelde en chemisch behandelde planten
21%
7
4
37% 38%
33%
6
3 42%
39%
38%
40%
5
70%
60%
1
37% 38%
3 42%
39%
38%
0
62% 62%
57%
60%
1
Productie (kg/m
Productie 2 )
(kg/m 2 )
Plantuitval (%)
Planten me
Uitval (%)
1
0
0,5
2
1
Substraat 1
Substraat 2
Substraat 1
1-4 witte vlieg 5-15 witte vlieg
1-2 roofmijten/blad 3-5 roofmijten/blad
37% 32% 24%
Substraat 2
Stekgrond 1 Stekgrond 2 Stekgrond 3 Stekgrond 4
Substraat 1
040
30
Rot
Misvormd
Klein
Groot A
Rot
Groot 2A
Misvormd
Dit onderzoek werd uitgevoerd met steun van Coöperatie
Hoogstraten en de Europese Unie, in het kader
van GMO.
Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2
Stekgrond 1 Stekgrond 2 Stekgrond 3 Stekgrond 4
Substraat 2
Substraat 1
19%
81%
onbehandeld behandeld onbehandeld behandeld
Substraat 1
Substraat 2
Sonata
Substraat 1
Substraat 2
Substraat 1
Sonsation
Substraat 2
Substraat 1
Substraat 2
Substraat 2
20
10
0
Klein
Groot A
Groot 2A
Planten m
Rot
Misvormd
Klein
Groot A
Rot
copyright Proeftuinnieuws
0,0
30
25
Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2
SON-T (140 μmol/m 2 .s) led (100 μmol/m 2 .s) Zon Branduren
Stekgrond 1 Stekgrond 2 Stekgrond Proeftuinnieuws 3 Stekgrond 12 | 26 juni 4 2020
18
16
| 19 |
THEMA
Duurzame stekgronden evenwaardig
aan de klassieke substraten
Het gebruik van duurzame stekgrond geeft gelijkaardige productie- en uitvalcijfers als de klassieke veensubstraten.
De veenfractie van de klassieke substraten kan gedeeltelijk vervangen worden door Sphagnum
(jong veenmos) of houtvezels, wat de substraten duurzamer maakt. De toevoeging van houtvezels of perliet
zorgt voor een luchtiger substraat dat de inworteling bevordert. Daardoor zijn de planten weerbaarder
tegen infecties van Phythophthora.
Perliet toevoegen als additief zorgt voor een luchtiger substraat waardoor de wortelgroei vlot verloopt.
Het gebruik van veensubstraten wordt meer
en meer in vraag gesteld gezien de ecologische
impact die het ontginnen van veen met zich
meebrengt. Daarbovenop komt er bij de ontginning
van veen ook heel wat fossiele CO 2
vrij
die bijdraagt aan de klimaatopwarming. Naast
een goede waterhuishouding, gebalanceerde
voeding en gewasbescherming is substraat
Tabel 1. - Procentuele samenstelling stekgronden en substraten
Stekgrond
de belangrijkste pijler in een substraatteelt
aardbeien. Het substraat moet stabiel genoeg
zijn zodat het luchtig blijft en moet daarnaast
voldoende water vasthouden zodat de planten
dit kunnen opnemen. Veen voldoet aan deze
eisen en is al decennialang de hoofdcomponent
in aardbeiensubstraat. In voorgaande
proeven is al aangetoond dat een gedeeltelijke
Substraat
1 (controle) 2 3 4 1 2
Veen
halffabricaat 70% 30% 60%
zodenturf 45% 35%
Kokos
kokoschips (CCP) 20% 45% 30% 20% 35%
kokosvezel 15%
Perliet 10% 10% 10% 15%
Jong veenmos Sphagnum 45% 30% 25%
Houtvezel
fijne houtvezel 20%
vezelmix 30%
vervanging van veen door het meer duurzame
Sphagnum (jong veenmos) of houtvezels een
substraat geeft dat stabiel genoeg is voor langere
doorteelten. We hebben deze duurzame
alternatieven nu ook met succes gebruikt op
het vermeerderingsveld voor het stekken van
trayplanten.
Ook goede inworteling in duurzame
stekgronden
Op Proefcentrum Hoogstraten hebben we afgelopen
zomer drie duurzame stekgronden
met een standaardstekgrond (controle) vergeleken
voor Sonata op het trayveld. Sonata is
zeer gevoelig voor plantuitval. Om de verschillen
tussen de stekgronden duidelijker naar
voor te laten komen, werd er extra bemest
met 206 eenheden stikstof in plaats van de
gebruikelijke 180 eenheden. Door de hogere
stikstofbemesting groeien de planten vegetatiever
weg, waardoor hun weerbaarheid tegen
infecties daalt.
We vergeleken de drie duurzame stekgronden
met de controle en plantten de trayplanten
vervolgens in twee verschillende substraten in
een voorjaarsteelt. De controle-stekgrond was
een veen-kokos-mengsel (70% halffabricaat en
20% kokoschips) met 10% perliet. In de alternatieve
stekgronden werd het veen halffabricaat
gedeeltelijk vervangen door Sphagnum
(jong hernieuwbaar veenmos), kokos en/of
fijne houtvezel (Tabel 1). Zowel jong veenmos
als fijne houtvezel kunnen in een korte cyclus
worden hernieuwd. Dat kan de milieuschade
en de CO 2
-uitstoot bij de ontginning van veen
zeer sterk reduceren.
In de stekgronden waarvan de veenfractie
deels werd vervangen vertoonden de stekken
minder symptomen van Phytophthora cactorum-infectie
dan in de controle-stekgrond,
al waren de stekken in alle stekgronden goed
copyright Proeftuinnieuws
| 20 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
Productie (kg/m 2 )
Productie (kg/m 2 )
Uitval (%)
1
0
Productie (kg/m 2 )
Productie (kg/m 2 )
1
0
Plantuitval (%)
Plantuitval (%)
Uitval (%)
6
5
7
4
6
3
5
2
4
1
3
0
2
0,0
7
9
6
8
5
7
4
6
3
5
2
4
1
3
0
2
0
3,0
2,0
2,5
1,5
2,0
1,0
1,5
0,5
onbehandeld behandeld onbehandeld behandeld
Sonsation
37% 32% 81%
Misvormd
24%
telijk te vervangen
19%
door alternatieven Klein ter verduurzaming
of voor een betere Rot drainering.
Groot A
67%
37%
62%
74%
32% 24%
81%
Misvormd Groot 2A
Stekgrond 2 en stekgrond 4, telkens Klein in combinatie
met substraat 2, leverden Groot iets A hogere
onbehandeld 67%
62%
behandeld onbehandeld 74%
behandeld
producties met het grootste aandeel Groot 2A aan grote
Sonata
Sonsation
onbehandeld behandeld onbehandeld behandeld
Substraat 1
Substraat 2
Sonata
Substraat 1
Substraat 2
Sonsation
Stekgrond 1 Stekgrond 2 Stekgrond 3 Stekgrond 4
3,0
Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2
Stekgrond SON-T 1 (140 μmol/m 2 Stekgrond .s) led 2 (100 μmol/mStekgrond 2 .s) Zon 3 Branduren Stekgrond 4
Figuur 2. - Procentuele plantuitval voor de verschillende stekgronden en substraten
25
SON-T (140 μmol/m 2 .s) led (100 μmol/m 2 .s) Zon Branduren
m 2 /dag)
PAR (mol/m 2 /dag)
30
20
25
15
20
10
9
8
ingeworteld. Door de toevoeging van houtvezels
of perliet wordt de stekgrond luchtiger
wat de waterhuishouding alleen maar ten goede
komt. Hierdoor kunnen de stekken snel en
goed inwortelen en maken ze minder kans op
infecties door wortelziekten. De wortelschimmels
(Phythophthora spp., Verticillium spp.,
Phytium spp. …) gedijen het best in luchtarme
Sonata
en waterige
1
milieus.
Gelijkaardige producties
Sonata
met houtvezel en Sphagnum
57%
42%
57%
onbehandeld behandeld onbehandeld behandeld
Na de opkweek 5 op het trayveld in vier verschillende
6
stekgronden werden de Sonata-planten
4
op 24 december 2019 in twee substraten opgeplant
voor 5
3 een voorjaarsteelt. Het eerste substraat
bevatte 45% zodenturf, 25% veenmos
4
en 30% 2 houtvezelmix. Het tweede substraat
was een 3 veen-kokos-perliet-mengsel van 35%
1
zodenturf, aangevuld met 35% kokoschips,
2
15% kokosvezel 0 en 15% perliet (Tabel 1). Net
als bij de stekgronden werd er ook bij de sub-
7
6
60%
39%
60%
62%
37%
62%
62%
38%
62%
60%
38%
60%
Substraat 1
67%
33%
67%
Figuur 1. - Productiecijfers voor de verschillende stekgronden en substraten
2,5
Substraat 1
Substraat 2
Substraat 1
Substraat 2
Substraat 1
Substraat 2
Sonsation
59%
40%
59%
Substraat 1
19%
21% 70%
70%
Stekgrond 1 Stekgrond 2 Stekgrond 3 Stekgrond 4
Substraat 2
Rot
Rot Groot A
Misvormd Groot 2A
Klein
Groot A
Groot 2A
1,0
0,0
Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2
0,5
Stekgrond 1 Stekgrond 2 Stekgrond 3 Stekgrond 4
30
42%
39%
37%
38%
38%
In stekgronden aangevuld met Sphagnum (jong veenmos) verloopt de inworteling even goed als in de traditionele
stekgronden met een groter aandeel halffabricaat (veen).
straten geprobeerd om de veenfractie gedeel-
33%
Substraat 2
40%
Substraat 1
21%
Substraat 2
Rot
Misvormd
Klein
18
16
14
18
12
16
10
14
8
12
6
n per dag
Branduren per dag
vruchten (Figuur 1). En dat in combinatie met
lage uitvalcijfers (Figuur 2). In deze stekgrond/
substraat-combinaties was de stekgrond sterk
drainerend (kokos en/of houtvezel) op het
trayveld, wat voor een goede inworteling zorgde,
gelijkaardig aan de andere stekgronden. De
traditionele stekgrond met een hoge fractie
aan veen (halffabricaat) deed het op geen enkel
vlak beter dan de alternatieve stekgronden.
Verduurzamen met Sphagnum of houtvezels is
een optie voor de trayopkweek, zonder in te
boeten aan kwaliteit.
In deze proef bleek stekgrond met een hoger
gehalte aan kokos in combinatie met Sphagnum
(stekgrond 2) of het gebruik van houtvezel
(stekgrond 4) voor een lichte meerproductie
te zorgen. Het veen-kokos-perliet-mengsel
als substraat (substraat 2) zorgde daarbij nog
voor een procentje extra. Alle substraat- en
stekgrond-combinaties resulteerden gemiddeld
in 1% uitval. De uitval bij de combinatie
stekgrond 1-substraat 1 is wel iets lager, maar
de uitvalcijfers zijn niet significant verschillend.
Door de samenstelling van de stekgrond aan
te passen kan potentieel een hogere productie
gerealiseerd worden zonder de weerbaarheid
van de plant te verzwakken. Duurzame additieven
zoals Sphagnum en houtvezels behouden
de vitaliteit van de trayplant en laten zelfs indicaties
zien van productieverhoging.
D. Baets, M. Hofkens, S. Laurijssen
& P. Melis
Proefcentrum Hoogstraten, Meerle
copyright Proeftuinnieuws
Dit onderzoek werd uitgevoerd met steun van Coöperatie
Hoogstraten en de Europese Unie, in het kader
van GMO.
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 21 |
Multicote®
gecontroleerd vrijkomende meststoffen
• Betrouwbare vrijgave nutriënten
• Positieve ervaringen op telersniveau
• Getest en goedgekeurd bij demo’s op proefcentra
• Financieel voordelig
Pioneering the Future
Neem voor meer informatie
contact op met onze specialisten:
Dorien Geentjens +32 472 553 924
Willem-Jan de Kort +31 651 564 295
Ideale
N/Kverhouding
copyright Proeftuinnieuws
www.haifa-group.com
| 22 |
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
6
5
THEMA
Productie (kg/m 2 )
4
Rot
3 37% 32% 81%
Misvormd
24%
Met combinatie van SON-T en Klein led
2
Groot A
67%
62%
74%
Groot 2A
1
voldoende licht voor topproducties
0
onbehandeld behandeld onbehandeld behandeld
in de winter
Sonata
Sonsation
Voor een winterteelt aardbeien is assimilatiebelichting noodzakelijk.
7
Een hoge lichtintensiteit in de serre geeft zoete vruchten en hoge producties,
maar is ook prijzig. De aanvulling van SON-T (140 µmol/m 2 .s)
6
5
Rot
met leds (100 µmol/m².s) geeft bij zowel Sonata als Sonsation mooie
4
Misvormd
37% 38%
33%
resultaten.
Klein
42%
39%
38%
40%
Productie (kg/m 2 )
Plantuitval (%)
PAR (mol/m 2 /dag)
30
25
20
15
10
5
0
Substraat 1
22/10/2019
Substraat 2
5/11/2019
Substraat 1
19/11/2019
3/12/2019
Substraat 2
17/12/2019
Figuur 1. - De hoeveelheid PAR-licht die de planten kregen onder het hybridesysteem (opsplitsing in aandeel
afkomstig van 7 de zon en van de assimilatielampen) en de bijhorende branduren per dag. 64% van het totale
ontvangen licht kregen de planten van de assimilatielampen. Op 28 en 29 januari waren er problemen met de
6
wkk waardoor de lichten minder lang brandden dan voorzien.
5
29%
28%
Rot
4 33% 32%
31% 30%
Misvormd
Klein
3
70%
Groot A
70%
2 66% 66%
68% 67%
Groot 2A
Productie (kg/m 2 )
Substraat 1
31/12/2019
Substraat 2
14/1/2020
19%
21% Met de combinatie van SON-T- en ledlicht realiseren
we een lichtniveau van 240 µmol/m 2 .s ter hoogte van
3
het gewas.
Groot A
70%
2
62% 62%
67% 59%
Groot 2A
De laatste jaren 57% 60%
60%
telen moderne aardbeibedrijven
meer en meer jaarrond. Om aardbeien te 210 µmol/m 2 .s al 90% van de maximale prolatiebelichting
op de productie en de kwaliteit.
toonde aan dat met een lichtintensiteit van effect van de verschillende vormen van assimi-
1
0
kunnen oogsten tijdens de donkere wintermaanden
is assimilatiebelichting noodzakelijk.
ductie wordt bereikt, en met 140 µmol/m 2 .s
ongeveer 80%. Daarom hebben we afgelopen Assimilatielicht vult zonlicht aan
Maar niet elk ras is even geschikt voor een winterteelt.
winter de SON-T-belichting (140 µmol/m 2 .s)
In eerdere proeven op Proefcentrum aangevuld met 100 µmol/m 2 .s led (totaal van Het aantal branduren en de hoeveelheid PAR-
Stekgrond 1 Stekgrond 2 Stekgrond 3
Hoogstraten gingen we al op zoek naar de optimale
240 µmol/m 2 Stekgrond 4
.s) in een zogenaamd hybridesysteem
licht die de planten ontvingen van zowel de
lichtintensiteit voor Sonata. Hoe hoger
de lichtintensiteit, hoe hoger de productie. Een
maximale
3,0
productie werd bereikt bij ongeveer
en vergeleken met zuivere SON-T- en
zuivere ledbelichting (beide 140 µmol/m 2 .s).
Met alleen SON-T naar intensiteiten boven
lampen als de zon zijn weergeven in Figuur 1.
De belichting brandde maximaal 16 uur per
dag en dit steeds dagvervroegend. Dit gaf voor
380 µmol/m 2 .s (zie artikel ‘Optimale lichtintensiteit
voor winterteelt ontrafeld’ in Proeftuinwege
de stralingswarmte. Een hybridesysteem hoger de lichtintensiteit van de belichting, hoe
200 µmol/m².s gaan is niet aan te raden van-
de volledige winterteelt 1.461 branduren. Hoe
2,5
nieuws nummer 2,0 12 van 28 juni 2019). Deze
winter vergeleken we Sonata met het sterk
opkomende 1,5 ras Sonsation.
1,0
SON-T aangevuld met led
of full-led zijn daarvoor de enige mogelijkheden.
In een oktoberplanting met niet al te zwaar opgekweekte
trayplanten van Sonata en Sonsagroter
het belichtingsaandeel van de lampen
in vergelijking met het belichtingsaandeel van
de zon. Onder het hybridesysteem ontvingen
de planten 64% van het licht van de lampen,
terwijl 36% van het licht afkomstig was van de
tion gingen we de gewasprestaties na. Er werd zon. Onder het systeem met alleen SON-T of
0,5
De installatie van een lichtintensiteit van 380 één kap uitgerust met alleen SON-T, één kap alleen leds lag het percentage licht afkomstig
µmol/m 2 .s 0,0 is een onnodig kostelijke investering.
met alleen leds en één kap met het hybridesys-
van de belichting lager, respectievelijk 51% en
Het experiment uit de winter van 2019 teem. We onderzochten voor beide rassen het Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2
49%.
Stekgrond 1 Stekgrond 2 Stekgrond 3 Stekgrond 4
SON-T (140 μmol/m 2 .s) led (100 μmol/m 2 .s) Zon Branduren
Substraat 1
28/1/2020
Substraat 2
11/2/2020
25/2/2020
18
16
14
12
10
8
6
4
2
0
Branduren per dag
SON-T geeft beste gewasstrekking
Zowel Sonata als Sonsation bleef compacter
onder de hybridebelichting. Sonata-planten
onder het hybridesysteem strekten tot gemiddeld
19,7 cm, terwijl de planten onder alleen
SON-T-belichting tot 23,3 cm strekten. Sonsation
gaf in deze proef een betere strekking dan
Sonata. Sonsation strekte tot 24,0 cm onder
het hybridesysteem en tot 27,0 cm onder de
SON-T-lampen. De strekking van de planten
onder uitsluitend ledlampen was steeds gelegen
tussen de strekking onder hybride- en zuivere
SON-T-belichting. De ledlampen bevatten
immers geen verrood licht, wat de strekking
stimuleert.
copyright Proeftuinnieuws
Ook de bloemtakken mochten iets langer zijn
onder de hoge lichtintensiteit van het hybridesysteem.
Belangrijk om op te merken is dat
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 23 |
0,0
Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2 Substraat 1 Substraat 2
Stekgrond 1 Stekgrond 2 Stekgrond 3 Stekgrond 4
PAR (mol/m 2 /dag)
0
0
Sonsation onder SON-T (A), leds (B) en het hydridesysteem (C). Onder de hybridebelichting geeft Sonsation een groter vruchtbehang maar kortere bloemtakken.
Productie (kg/m 2 )
30
25
20
15
10
7
6
5
4
3
2
1
0
5
22/10/2019
Figuur 2. - De productie (kg/m 2 ) en sortering onder het hybridesysteem zijn beter dan onder uitsluitend SON-Tof
ledlampen.
we bij Sonata bladschade waarnamen onder
zowel het hybridesysteem als onder de leds.
Dit uitte zich in bladverbranding en sporadisch
necrotische bladranden.
Sonata is gevoelig op de wortel
SON-T (140 μmol/m 2 .s) led (100 μmol/m 2 .s) Zon Branduren
5/11/2019
19/11/2019
33% 32%
66%
140 μmol
SON-T
66%
3/12/2019
29%
70%
140 μmol 240 μmol
led hybride
Sonata
17/12/2019
Zoals bij vele telers zagen we op het proefcentrum
de voorbije winter veel Sonata-planten
uitvallen. Sonata is zeer gevoelig voor Phytophthora
cactorum. Sonsation had dan weer een
verwaarloosbaar uitvalpercentage. Er vielen
meer Sonata-planten uit onder ledlampen
(19%) dan onder SON-T-belichting (8%). De
SON-T-lampen geven in tegenstelling tot de
leds wat stralingswarmte af, waardoor de
planten in het begin van de teelt sneller groeien.
Dit maakt dat de planten onder SON-T het
water uit het substraat iets sneller konden
opnemen, waardoor ze minder nat stonden
en er dus minder Phytophthora-verspreiding
in het substraat voorkwam. Onder de hybridebelichting
viel 16% van de Sonata-planten
uit tijdens de teelt. Een verklaring hiervoor
kan de hoge plantbelasting zijn tijdens de
teelt. De hoge uitvalpercentages van Sonata
31/12/2019
14/1/2020
31% 30%
68% 67%
28/1/2020
11/2/2020
28%
70%
25/2/2020
vormen een groot nadeel voor dit ras in een
winterteelt.
Hybridebelichting geeft hoogste
productie
Het systeem waarbij 240 µmol/m 2 .s werd gegeven
door een combinatie van led- en SON-Tlampen
gaf voor zowel Sonata als Sonsation de
hoogste productie, respectievelijk 5,97 kg/m 2
en 5,52 kg/m 2 , en de beste sortering (70%
grote vruchten) (Figuur 2). Onder de SON-Tlampen
gaven beide rassen een gelijkaardige
productie van 4,90 kg/m 2 . Onder de leds deed
Sonsation het iets beter met 5,02 kg/m 2 ten
opzichte van de 4,93 kg/m 2 van Sonata.
Om alleen naar het effect van de verschillende
belichtingssystemen te kijken, werkten we
met een correctiefactor voor de plantuitval bij
Sonata. We gingen er dus vanuit dat Sonata en
Sonsation even gezond in de serre kwamen.
Hierdoor waren de producties van Sonata en
Sonsation vergelijkbaar. In werkelijkheid werden
bij Sonata door de plantuitval tot 19% minder
kilo’s per vierkante meter geplukt.
18
16
14
12
10
8
6
4
2
Branduren per dag
A B C
140 μmol
SON-T
140 μmol
led
Sonsation
240 μmol
hybride
Rot
Misvormd
Klein
Groot A
Groot 2A
Sonsation is vroeger
Sonsation is iets vroeger dan Sonata. Onder
het hybridesysteem lag de middenoogstdatum
van Sonsation vijf dagen vroeger dan die van
Sonata. Onder SON-T was Sonsation vier dagen
vroeger. Maar in de full-ledafdeling was er
geen verschil in middenoogstdatum tussen de
twee rassen.
Bij het vergelijken van de belichtingssystemen
zagen we dat de planten in het hybridesysteem
(krijgen de hoogste lichtintensiteit) drie (Sonata)
tot vier (Sonsation) dagen vroeger waren
dan de planten die alleen SON-T-licht ontvingen.
Met full-led kwam de oogst nog trager op
gang, vooral bij Sonsation zagen we een verlating
(negen dagen) ten opzichte van de planten
onder de hybridebelichting.
Zoetere vruchten onder SON-T
Ten slotte keken we ook naar de Brix-waarde
van de vruchten. Zowel bij Sonata als bij Sonsation
waren de Brix-waarden hoger onder
het SON-T-licht. Sonsation gaf vruchten met
een Brix-waarde van 8,6, de vruchten van Sonata
hadden een Brix-waarde van 8,9 onder
SON-T. Het hybridesysteem gaf gelijkaardige
Brix-waarden. Met alleen leds daalde de
Brix-waarde van de vruchten lichtjes naar 7,9
en 7,5 voor Sonsation en Sonata.
S. Laurijssen, P. Melis, D. Baets
& M. Hofkens
Proefcentrum Hoogstraten, Meerle
copyright Proeftuinnieuws
Dit onderzoek werd uitgevoerd met steun van Coöperatie
Hoogstraten en de Europese Unie, in het kader
van GMO.
| 24 |
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
De slimme
bescherming
Bayer CropScience SA-NV
J.E. Mommaertslaan 14
1831 Diegem
www.cropscience.bayer.be
voor uw
teelten
// uitstekende bescherming tegen insecten
// snelwerkend contactmiddel van
natuurlijke oorsprong
// voor het bestrijden van o.a. witte vliegen en
luizen
// veilig voor bestuivers en de meeste
natuurlijke vijanden
// toegelaten in gangbare en biologische teelt
copyright Proeftuinnieuws
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst
het etiket en de productinformatie. Voor verdere productinformatie met
inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be.
Flipper ® : gedeponeerd merk van Alpha Biopesticides Ltd (Trading as
AlphaBio Control), bevat 479,8 g/L vetzuren, kaliumzouten.
THEMA
Opknippen trayplanten steeds
meer gemechaniseerd
Het opknippen van trayplanten is zeer arbeidsintensief en bijgevolg
een hoge kost. Daarbij komt nog dat er door het grotere aandeel verse
plantingen meer trayplanten nodig zijn op de bedrijven. Om al dit
werk haalbaar en betaalbaar te houden, zien we in de praktijk een
sterke opmars van mechanisatie op dit vlak. Gaande van omgebouwde
gazonmaaiers tot heggenscharen op een frame.
De meeste trayvelden worden opgeknipt van
zodra het tweede hartblaadje verschijnt. Het
opknippen zorgt voor een uniformer perceel.
Doordat het liggend blad op de potjes wordt
verwijderd, gebeurt de beregening en bemesting
efficiënter. Vooral bij hangende stek kan
het oudere blad een verstikkend effect hebben
doordat dit blad vrij snel plat op de platen gaat
liggen. Het opknippen zorgt ervoor dat het gegeven
water en de voedingstoffen daadwerkelijk
in de cupjes terechtkomen en niet van het
oude blad aflopen. Ook de onkruidbestrijding
verloopt veel efficiënter, doordat het onkruid
beter wordt geraakt.
Opknippen kost geld, maar vooral tijd
Opknippen van trayplanten is arbeidsintensief
en brengt bijgevolg een hoge kost met zich
mee. Het gaat niet alleen om de arbeidskost,
maar vooral ook om de bestede uren. Seizoenarbeiders
worden meestal tewerkgesteld
in de 65-dagenregeling. Hierdoor moet een
gemiddeld aardbeienbedrijf in de loop van
het seizoen van werknemers switchen. De
beschikbaarheid van goede arbeidskrachten
is de laatste jaren een toenemend probleem,
daarom is het belangrijk de arbeidsuren van
elke werknemer zo goed mogelijk te benutten.
De tijd die vrijkomt door het opknippen te mechaniseren
kan dan efficiënter worden besteed
aan bijvoorbeeld het oogsten. Omdat het opknippen
tussen de andere teeltwerkzaamheden
door moet gebeuren, zorgt dit voor arbeidspieken.
Als je deze pieken kan afvlakken,
dan komt je personeelsbezetting lager uit.
Geen standaardmachine voor maaien
op de markt
Voor het opknippen of maaien van trayplanten
is er geen standaardmachine op de markt
verkrijgbaar. Handelsonderneming C.J. Klep
werkt aan een omgebouwde zitmaaier. Zij maken
hiervoor gebruik van de Simplicity Courier
SZT 110. Door de twee zwenkwielen vooraan is
de machine enorm wendbaar en bedraagt de
draaicirkel 0 cm. De machine is hydrostatisch
aangedreven. Het maaidek, voorzien van twee
messen, heeft een maaibreedte van 107 cm
met zij-uitworp en de maaihoogte is regelbaar
in tien posities.
De firma Klep bouwt de standaard zitmaaier Simplicity Courier SZT 110 (links) om volgens de wensen van de
klant (rechts).
De firma Klep past deze machines aan volgens
de wensen van de klant. Ze monteren er grotere
wielen op waardoor de hele machine en
dus ook het maaidek hoger komt te staan en
er over de trayplaten heen kan worden gereden.
Meestal worden ook andere messen geplaatst.
Het grote voordeel van deze machine
is de hoge snelheid. Voor een optimaal resultaat
wordt er best heen en weer gereden over
dezelfde trayplaten. Door te maaien in twee
verschillende rijrichtingen wordt het meeste
oude blad naar boven gezogen en afgemaaid.
In de praktijk zien we dat er over vier platen
breed (tegen elkaar) in één keer kan worden
gereden.
In het verleden zijn verschillende telers al zelf
aan de slag gegaan en hebben ze een klassieke
gazonmaaier verhoogd waarmee ook over de
platen heen kan worden gereden. Deze machines
zijn dan wel voorzien van een opvangbak.
Opknippen met heggenscharen
op een frame
Andere telers zien meer heil in het opknippen
met behulp van een heggenschaar. Door meerdere
heggenscharen op een frame te bevestigen
kan er langs beide zijden van de trayplaat
worden geknipt en vaak ook bovenaan. Deze
heggenscharen worden van stroom voorzien
door een kleine stroomgenerator die ook op
het frame wordt geplaatst. Ook hier is geen
standaardmachine voorhanden en wordt er
naar eigen ontwerp iets gebouwd. Deze machines
moeten vaak manueel voortbewogen worden
en werken dus trager dan de zelfrijdende
grasmaaiers.
Maaien versus mechanisch knippen
Bij het maaien van trayplanten worden de bladeren
in feite ‘afgeslagen’ en niet gesneden.
De maaimachines creëren een zekere zuigkracht
door de draaibeweging van de messen
waardoor het blad meer naar boven wordt gezogen.
Door te werken met een heggenschaar
wordt er wel meer gesneden of geknipt. Het
grote voordeel van de machines met heggenscharen
is dat je deze ook kan gebruiken om de
ranken te verwijderen. Ook bij het rooien vóór
de frigobewaring rijden vele telers er nog eens
met de machine (heggenscharen) door om het
grofste oude blad te verwijderen zodat het opkuisen
en inpakken vlotter verloopt. Maaien
gaat wel beduidend sneller waardoor dit per
plant goedkoper is. In beide gevallen geldt de
gouden regel dat je moet opknippen of maaien
bij droog weer. Dit om mogelijke infecties via
de gemaakte wondjes te voorkomen.
copyright Proeftuinnieuws
| 26 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
Dit frame is voorzien van elektrische heggenscharen om machinaal op te knippen.
Technologie staat niet stil
Zoals bij vele ontwikkelingen zijn de eerste
machines prototypes gebaseerd op een idee
en worden ze na toepassing in de praktijk aangepast
en verbeterd. Maar ook de technologie
staat niet stil en er zijn steeds meer en betere
technische mogelijkheden. Bij de grasmaaiers
denken we dan vooral aan de mogelijkheid van
ZHE Trading bv
Potenblokseweg 4
4794 RM Heijningen (gem. Moerdijk)
Netherlands
een opvangbak zodat het afgemaaide blad ook
mee kan worden afgevoerd.
Bij de machines met heggenscharen kijken we
dan naar heggenscharen met een accu. De batterijtechnologie
is ondertussen sterk geëvolueerd
waardoor de accu’s langer meegaan en
meer vermogen leveren voor het krachtigere
werk. De meeste merken maken gebruik van
Importeur van Pasquali tractoren en
fruitteeltwerktuigen van Ilmer, Rinieri, Zanon en Rink voor België.
Ruime reeks functionele, professionele en
hoogwaardige machines voor de (klein)fruitteeltsector!
Mechanisatie op maat voor compacte ruimtes!
lithium-ion-batterijen. Door gebruik te maken
van accu’s kan er stiller gewerkt worden zonder
schadelijke uitstootgassen en vervalt de
nood aan een stroomgenerator waardoor de
hele machine lichter wordt. Om enigszins aan
het werk te blijven is een tweede set accu’s wel
aangeraden zodat de ene kan opladen terwijl
je met de andere bezig bent.
Vooral voordelen bij machinaal
opknippen
Het machinaal opknippen biedt vooral voordelen.
Het vraagt minder tijd en dus minder
arbeid. Hierdoor is het, vanaf een bepaalde
hoeveelheid planten, goedkoper dan manueel
opknippen. En daardoor zal de plantkost dalen.
Door de snellere uitvoering kan je ook beter en
uniformer beregenen en kan je sneller behandelen
tegen wortelziekten na het opknippen.
N. Druyts
Proefcentrum Hoogstraten, Meerle
www.fruitteeltmaaier.nl
www.pasquali.be
copyright Proeftuinnieuws
131603M100216
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 27 |
vuller
OMNIFILL
• de trayvuller die alle
aardbeitrays vult
• hoge capaciteit: tot
3.000 trays per uur
• voorzien van
ingebouwde
grondrecupe ratie,
roterende borstel
voor af werking
vulling en aandrukrol
voor hardheid
vulling
NIEUW !!!
Rankensnijder
Roeselaarsestraat 171 • B-8890 Moorslede Belgium
Tel. 0032 (0)51/77 70 36 • Fax 0032 (0)51/77 11 13
www.demtec.eu.com • info@demtec.eu.com
124015M70218.indd 129472M70218.indd 1 15/06/15 16/10/18 09:02 09:46
Heuvel-Folie-Serres, kwaliteit gegarandeerd
* Optimaal binnenklimaat door toepassing van de meest moderne folies
* Beste prijs-kwaliteitsverhouding voor alle oppervlaktes
* Enorme luchtingscapaciteit
copyright Proeftuinnieuws
Groot Veerle 8 * B-2960 Sint-Lenaarts * +32 3 313 89 76
129472M70218 124015M70218
| 28 |
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
THEMA
Reportage
Passie voor rode vruchten
van topkwaliteit
Wim Meyers kiest resoluut voor Sonata en Elsanta op zijn bedrijf.
Daarnaast gaat hij ook elk jaar de uitdaging aan om rode bessen onder
glas te telen, aangevuld met bramen. Zes jaar geleden liep het
tripsprobleem in de aardbeien uit de hand en switchte Wim naar een
volledig biologische bestrijding, en dat werd een succesverhaal.
Wim Meyers leidt ons begin juni rond op zijn
bedrijf Meyers Softfruit, het moment waarop
de meeste teelten op hun einde lopen of pas
gestart zijn. In alles wat hij vertelt voel je de
passie, het streven naar perfectie én een tevreden
consument.
Van vader op zoon
Louis Meyers start in 1992 een aardbeienbedrijf
op in Riemst. Hij begint met 4.000 m²
serre en combineert dat met aardbeien in
vollegrond, zoals velen in die tijd. Louis kiest
al snel voor meer substraatteelten en plaatst
enkele Meerle-warenhuizen om op stellingen
te telen. Vanaf 2000 wordt er niets meer in
vollegrond geteeld. Het bedrijf is dan uitgebreid
met 9.000 m² warenhuizen en ook een
trayveld van 1 ha. Zoon Wim komt in 2002 in
het bedrijf. Vader en zoon richten samen een
landbouwvennootschap op: Meyers Softfruit.
In 2009 vervangen Louis en Wim een gedeelte
van de warenhuizen door een nieuwe serre.
Om trips onder controle te houden zet Wim één zakje
A. cucumeris uit per lopende meter.
Het jaar daarop introduceert Wim voor het
eerst houtig kleinfruit op het bedrijf: rode bessen
en bramen. Ze worden in de oudere serres
geteeld. In 2016 investeert Wim in een wkk van
1 MW, de capaciteit is afgestemd op de elektriciteitsbehoefte
van de SON-T-lampen in een
belichte vroege aardbeienteelt op 13.000 m².
Op dit moment beschikken ze bij Meyers Softfruit
over 3,2 ha glasareaal: 2,2 ha aardbeien
en 1 ha houtig kleinfruit onder glas. In een van
de twee houtigkleinfruitafdelingen wordt een
vroege teelt rode bes gevolgd door een najaarsteelt
braam, in de andere volgen twee braamteelten
elkaar op. Aardbeien worden daarnaast
ook nog in warenhuizen geteeld op een
oppervlakte van 6.000 m². Alle percelen liggen
rond de bedrijfslocatie, ook het aardbeientrayveld
en de opkweekvelden voor braam en rode
bes. Wim en Louis leveren hun fruit bij BelOrta
in Borgloon. Begin volgend jaar gaat Louis met
pensioen, maar Wim hoopt dat hij zal kunnen
blijven rekenen op de expertise van zijn vader
in het bedrijf.
Begin juni werden de laatste rode bessen geoogst.
Doordat de horeca tijdens de volledige oogstperiode
stil lag, was de prijsvorming dit jaar niet zo goed.
Wim Meyers teelt in Riemst aardbeien, rode bessen
en bramen onder glas.
Sonata en Elsanta genieten nog steeds
de voorkeur
Wat de aardbeien betreft heeft Wim resoluut
gekozen voor twee rassen: Sonata in de vroege
teelten en dan om de twee weken een nieuwe
teelt Elsanta. “De smaak en kwaliteit van
deze aardbeien zijn volgens mij nog altijd het
beste. En dat is zeer belangrijk voor een goede
thuisverkoop”, benadrukt Wim. De zes gekoelde
aardbeienautomaten worden druk bezocht
en Wim hecht er veel belang aan dat elke klant
tevreden terugkomt. En dat het hele seizoen
door, van begin maart tot eind december.
Wim Meyers: “De smaak en kwaliteit
van Sonata en Elsanta zijn volgens mij
nog altijd het beste.”
Bij wijze van test heeft Wim vorig jaar wat
Sonsation meegebracht van de veiling voor
een smaakproef aan de automaten. De klanten
gaven duidelijk de voorkeur aan Sonata
en Elsanta. Wim gelooft wel in de positieve
eigenschappen van Sonsation maar kijkt voorlopig
nog even de kat uit de boom. Vorig jaar
plantte hij ook een rijtje Sonsation aan in de
serre, maar de vruchten hadden veel last van
Mucor doordat de planten zeer zwaar waren.
Wim vreest dat Sonsation hier gevoeliger voor
is, vooral in bepaalde weersomstandigheden.
“Natuurlijk moet je bij Sonata ook wat uitval
kunnen tolereren. Elk jaar maak ik me druk om
de uitgevallen planten, maar al bij al valt dat
op het einde van de teelt op vlak van productie
best mee.” Doorteelten Elsanta heeft Wim
al acht jaar niet meer. “De productie van de
doorteelt viel in vergelijking met andere bedrijven
altijd wat tegen en het aantal misvormde
vruchten was aan de hoge kant, daarom hebben
we resoluut gekozen om alles vers op te
planten.”
copyright Proeftuinnieuws
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 29 |
Bramen opkweken is zeer arbeidsintensief.
Tripsprobleem de kop ingedrukt
dankzij nuttigen
Enkele jaren geleden stonden er ook doordragers
op het bedrijf, maar daar is Wim volledig
mee gestopt. Niet omdat de vruchten niet voldeden,
maar wel door de tripsproblematiek
die ze veroorzaakten: “Het tripsprobleem werd
erger en erger, steeds meer chemische middelen
waren niet meer erkend of niet meer werkzaam.
De lange teelt van de doordragers deed
de situatie uit de hand lopen. Zo kon het niet
meer verder. Zes jaar geleden hebben we het
roer volledig omgegooid. We kozen alleen nog
voor de korte teelten en we switchten volledig
om naar de biologische bestrijding van trips.”
Ze moesten het eerste jaar heel zwaar investeren
in het uitzetten van biologische bestrijders,
maar konden dat jaar na jaar afbouwen.
Wim Meyers: “We moeten geen
enkele chemische behandeling meer
uitvoeren tegen trips.”
Trips biologisch bestrijden is een echt succesverhaal
geworden. “Op dit moment moeten
we geen enkele chemische behandeling meer
uitvoeren. We zetten Amblyseius cucumeris,
Orius en Amblyseius californicus in. Onze
belangrijkste compagnon is A. cucumeris. We
starten in elke teelt met het uitzetten van één
zakje per lopende meter en op de kantrijen en
langs de gevels strooien we nog bij.” Wim ziet
nu wel een verschuiving naar wat meer bladluisproblemen.
Rode bes lastige teelt onder glas
Wim is een van de weinigen die rode bessen
teelt onder glas. “Rode bessen telen onder
glas is bijzonder moeilijk. We kweken de stekken
twee jaar op in potten, brengen ze dan in
de serre en na de oogst worden de planten
vernietigd. Wat de teelt zo moeilijk maakt is
de ruigevoeligheid van de bessen, en vooral
de onvoorspelbaarheid ervan. We telen nu al
tien jaar rode bessen onder glas en weten nog
steeds niet welke factor, klimaat, licht, bemesting
…, de plotse rui veroorzaakt.” Maar toch
gaat Wim verder met deze teelt: “Vorig jaar
was er nauwelijks rui en waren alle trossen
heel mooi gevormd. Dit jaar was de troskwaliteit
minder en kregen we geen goede prijs omdat
door corona de horeca volledig stil lag in de
oogstperiode van de bessen, namelijk van eind
april tot begin juni. Maar over verschillende jaren
heen doet deze teelt het goed. Bij rode bes
moet je leren de bluts met de buil te nemen.”
Bramen veel beter voorspelbaar
Bramen zijn in vergelijking met de rode bessen
veel arbeidsintensiever door het aantal handelingen
in de opkweek, maar veel beter voorspelbaar.
De teelt staat goed op punt en plagen
vormen nauwelijks een probleem. Wim oogst
in de voorjaarsteelt bramen van eind april tot
ongeveer 20 juni en in de tweede teelt van
20 augustus tot Kerstmis. Om zijn assortiment
aan rode vruchten te vervolledigen heeft Wim
in het verleden ook frambozen geteeld, maar
De plukkers beschikken over mondmaskers en
handschoenen en werken rij om rij.
die teelt was op zijn bedrijf niet rendabel genoeg.
Blauwe bessen onder glas telen zou in de
toekomst misschien wel een optie kunnen zijn.
Wachten op water
Zoals op zoveel bedrijven is er ook hier al weken
een tekort aan regenwater. “Regenwater
is het beste water om voedingswater mee aan
te maken, maar ondanks het feit dat we een
opvangcapaciteit van 8.000 m³ hebben zijn we
al sinds half maart boorputwater aan het bijmengen.
Nu gebruiken we 100% boorputwater.
Omdat dat rijk is aan bicarbonaat hebben
we het voedingsschema hierop aangepast.” De
bassins geraken maar niet gevuld, iedereen
hoopt op neerslag, ook Wim. De oude serres
heeft Wim enkele weken geleden laten krijten,
zodat de dakberegening met regenwater daar
alvast kon worden uitgeschakeld.
Op het vlak van energie is alles goed uitgebalanceerd.
De wkk draait in de belichtingsperiode
op volle toeren. De buffertank werd
op aanraden van Herman Mariën destijds wat
overgedimensioneerd en dat bleek een zeer
copyright Proeftuinnieuws
De zes automaten worden druk bezocht, tijdens de lockdown was het regelmatig aanschuiven.
| 30 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
goed idee. Hierdoor heeft Wim wat speling in
het aanschakelen van de wkk en kan hij soms
even afwachten wat het weer of de elektriciteitsmarkt
zal doen. De wkk zorgt ook voor
de warmtevoorziening in de woning, de bedrijfsruimtes
en de huisvesting van de seizoenarbeiders.
Andere grote energieverbruikers
zijn er niet op de bedrijf. De aardbeien worden
in twee kleine koelcellen bewaard vooraleer
Wims vader Louis ze naar BelOrta brengt. De
frigoplanten, zowel aardbeien als bramen, laten
ze op de veiling bewaren.
Investeren in leds voor een winterteelt is
voorlopig niet aan de orde. “De capaciteit
van de wkk is hiervoor niet voldoende groot.
Twee maanden geen aardbeien oogsten zorgt
trouwens voor een rustpunt en welgekomen
adempauze in het drukke jaar.”
Zomerteelten binnenkort
onder kleine kapjes
In het najaar staat er een uitbreiding op het
programma: 1 ha kleine kapjes op stellingen.
Wim hoopt in dit teeltsysteem een betere
aardbeienkwaliteit te kunnen behalen dan in
de zomerteelten in de serre. Hij overweegt om
in de vrijgekomen periode misschien opnieuw
doordragers in de serre zetten.
Daarnaast investeert Wim dit najaar ook in
de opvang van het water op het trayveld. Een
volledig gesloten systeem zal aangelegd worden
met een tragezandfilter om het regen- en
drainwater te reinigen in een apart circuit. En
zo hoopt hij volgend jaar ook minder boorputwater
te moeten oppompen.
Traceerbaarheid verbetert
arbeidsrendement spectaculair
Wim zet 35 tot 40 arbeiders aan het werk, de
meerderheid van Bulgaarse origine. Sommigen
hebben een vast contract, de anderen een
plukkaart. “Gelukkig waren vóór de lockdown
al heel wat arbeiders op het bedrijf aanwezig.
De andere arbeiders zijn met het vliegtuig toch
nog hier geraakt. Dat de plukkaart dit jaar mag
worden verlengd, vind ik een groot pluspunt.
Dat zou wat mij betreft wel behouden mogen
blijven. We moeten immers altijd veel tijd steken
in het opvolgen en bijsturen van de nieuwe
arbeiders.” De werking werd aangepast volgens
de coronamaatregelen: de arbeiders beschikken
over mondmaskers en handschoenen
en werken rij om rij. Ook de middagshift werd
opgesplitst in kleine groepjes.
Wim Meyers: “Dat de plukkaart dit jaar
mag worden verlengd, vind ik een groot
pluspunt. Dat zou wat mij betreft wel
behouden mogen blijven.”
Vier jaar geleden investeerde Wim in het arbeidsregistratiesysteem
van OneTwo. Dankzij
dit systeem is het arbeidsrendement enorm
verbeterd. “Door de traceerbaarheid van de
rij of de kist naar de arbeider kunnen we veel
sneller bijsturen. Wij zien dit vooral als een beloningssysteem
en de arbeiders zelf werken er
ook graag mee.” En zo komt Wim opnieuw een
stapje dichterbij die perfectie …
K. Blum
copyright Proeftuinnieuws
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 31 |
Bus_Hoogstraten 02.indd 2 29/05/2020 16:01
THEMA
Nieuwe campagne
en dito verpakkingen voor
Hoogstraten aardbeien
De Hoogstraten aardbeien hebben een goed voorjaar achter de rug. Al
kan het natuurlijk altijd nog beter. Om de consumptie verder op te drijven
heeft Coöperatie Hoogstraten een nieuwe campagne gelanceerd.
Ondertussen blijven ze verder werken aan de switch van plastic naar
karton. En ook nieuwe rassen krijgen er volop aandacht.
We hadden een gesprek met Luc Bruneel
(salesmanager), en Leen Matthé (marketing)
over de nieuwigheden bij de Hoogstraten
aardbeien. Maar we blikken eerst even terug
op het afgelopen, zonovergoten voorjaar.
Goed voorjaar dankzij overvloedig
veel zon
De Hoogstraten aardbeien hebben een goed
voorjaar gekend. “Vanaf midden maart zat het
weer helemaal mee”, zegt Luc Bruneel. “De
temperaturen waren goed en we hebben uitzonderlijk
veel zonlicht gehad. Daardoor waren
de aardbeien al vroeg in het seizoen superlekker
en van topkwaliteit, waardoor de Belgische
consument al snel zijn zinnen heeft gezet op
deze lokale lekkernij. Het aardbeienvolume
was vergelijkbaar met dat van vorig jaar, maar
de spreiding was veel beter met een gunstigere
prijsvorming als gevolg.”
Door de coronacrisis werden we ook min
of meer gedwongen om anders te gaan leven.
“De consument ging plots vaker naar de
buurtsupermarkt en daar hebben onze Belgische
klanten snel op ingespeeld. Ze hebben
hun ondernemerszin laten spreken en voor
veel lokaal aanbod gezorgd in die buurtsupers.
En dat kwam de prijsvorming alleen maar ten
goede”, onderstreept Luc.
Leen Matthé: “Nog nooit kregen we via
de QR-code zoveel positieve reacties.”
Er zijn bij Coöperatie Hoogstraten ook heel
veel positieve reacties binnengekomen via de
QR-code op de punnets. “We leggen op de
verpakking al zeker tien jaar een link naar de
telers die achter het product zitten, maar nog
nooit kregen we via die weg zoveel positieve
reacties”, zegt Leen Matthé. “En dat niet alleen
uit België en Nederland, maar bijvoorbeeld
ook uit Scandinavië. Het is leuk om die positieve
boodschappen te kunnen doorspelen naar
onze producenten.”
Nieuwe rassen scoren
De tijd dat Elsanta het aardbeienlandschap
volledig domineerde is voorbij. In de wintermaanden
en het vroege voorjaar is Sonata al
enkele jaren een topper. Maar er zijn de laatste
jaren ook nieuwe rassen in het spel die het
heel goed doen. Luc: “Natuurlijk blijft Elsanta
ons huis van vertrouwen. Elsanta garandeert
een goede combinatie van smaak, presentatie
en houdbaarheid en is zeer gegeerd voor de
export. Op de binnenlandse markt blijft Elsanta
zeker het hoofdras in het topseizoen, maar
daarnaast gooien ook Sonsation en Limalexia
hoge ogen. Deze nieuwe junidragers zijn uitgebreid
getest door Proefcentrum Hoogstraten,
maar vervolgens moeten ze ook de marketing
goed doorstaan. Het is tenslotte de markt die
bepaalt of een ras een succes wordt of niet.”
Sonsation loopt inmiddels al drie jaar mee als
praktijkproefras en wordt volgens Luc zeer
Voel je goed
met lekker zoet
Elke dag feest
Met deze campagne wil Coöperatie Hoogstraten de aardbeienconsumptie opdrijven en haar merkenbeleid
versterken.
copyright Proeftuinnieuws
De nieuwe vollegronddoos voor het topsegment (linksonder), naast die voor het standaardsegment uit vollegrond.
Ook de binnenkant van de doos is bedrukt om het ‘Recht van het veld’-gevoel te benadrukken.
| 32 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
Op karton kan je een heel verhaal kwijt. De QR-code
die linkt naar de teler is heel duidelijk zichtbaar.
sterk geapprecieerd door hun klanten. Limalexia
is sinds vorig jaar praktijkproefras en zet
een hoog rendement neer per lopende meter.
Maar het is nog te vroeg om te beoordelen hoe
dit ras het zal doen naar afzet en prijsvorming
toe. “Voor alle duidelijkheid: naar de consument
toe wordt niet over de rassen gecommuniceerd”,
benadrukt Luc. “Het zijn allemaal
Hoogstraten aardbeien, wat wil zeggen dat ze
met zorg geteeld en geplukt zijn en dat een
hoge kwaliteit gegarandeerd is. In het buitenland
wordt wel vaak op het ras ingezet. Zo is
Groot-Brittannië nu helemaal fan van Malling
Centenary. Maar vaak is dat een hype die na
een aantal jaren weer overwaait. Wij maken
ons sterk dat je de teelt helemaal in de vingers
moet hebben en vinden het dus niet zo’n goed
idee om regelmatig van het ene ras op het andere
over te schakelen.”
Nieuwe campagne moet consumptie
een duwtje geven
Omdat het altijd nog beter kan, heeft Coöperatie
Hoogstraten begin deze maand een nieuwe
campagne gelanceerd. Leen: “Dankzij nieuwe
rassen en nieuwe teeltsystemen, zoals de winterteelt
onder assimilatiebelichting, hebben
we het seizoen met aardbeien van superieure
kwaliteit kunnen verlengen. En dat willen we
ook duidelijk maken aan de consument. Bessen
en frambozen liggen het hele jaar in het
winkelrek en worden het hele jaar goed verkocht.
Voor aardbeien moet dat ook kunnen.
We moeten de consument duidelijk maken dat
er ook buiten het traditionele seizoen lekkere
aardbeien te verkrijgen zijn. Daarom voerden
we de laatste jaren nog een extra campagne
in het najaar, maar nu hebben we een volledig
nieuwe campagne gelanceerd.”
De nieuwe campagne kreeg als baseline ‘Voel
je goed met lekker zoet’, met daaronder:
‘Hoogstraten aardbeien, elke dag feest.’ “De
kernboodschap is eigenlijk: Gezond van bij
Leen Matthé en Luc Bruneel bij de nieuwe machine voor de productie van kartonnen punnets.
ons, het superfruit waar je elke dag blij van
wordt. En met die boodschap willen we de
aardbeienconsumptie verder verhogen en
het merkenbeleid van Hoogstraten aardbeien
versterken.” De campagne is in de eerste helft
van juni uitgerold op radio, tv, Facebook, Instagram
en YouTube. Je kan het filmpje bekijken
op https://www.youtube.com/watch?v=mR9
Wskdx2U4. Binnenkort zullen er ook nieuwe
banners prijken op de bussen van De Lijn en
op de trams in Antwerpen. Maar er is meer, de
coöperatie wil nog meer focussen op het verhaal
achter het product, namelijk dat van de
teler. Leen laat nog weten dat ze daar nu achter
de schermen volop mee bezig zijn.
Plastic ruimt plaats voor karton
Bij de start van het seizoen in 2019 liet de coöperatie
al weten dat ze volop bezig waren met
de switch naar kartonnen verpakkingen. En ondertussen
zijn die een feit. “We zijn gestart met
onze GOLD-aardbeien in kartonnen punnets”,
zegt Luc. “We hebben onze eerste proeven vorig
jaar meteen gedaan met de aardbeien voor
export, zo konden we ineens het logistieke traject
meenemen. Karton is veel gevoeliger dan
plastic, als het de export goed zou doorstaan,
zou het zeker geschikt zijn voor de binnenlandse
markt. En dat was het geval. Afgelopen winter
zijn de nieuwe machines voor het maken
van deze punnets geïnstalleerd.”
Luc Bruneel: “We moeten ook doorheen
de coronacrisis durven kijken. Natuurlijk
moet je tijdelijk schakelen, maar je
moet de trein zeker niet plots op een
ander spoor zetten.”
Na de GOLD-aardbeien in maart, volgden in
april de standaardaardbeien. “Onze klanten
kunnen nu nog kiezen tussen kartonnen of
plastic punnets, maar het is de bedoeling dat
op termijn alle verpakkingen van karton zijn”,
benadrukt Luc. Hij geeft nog mee dat ze ook
bewust gekozen hebben voor 100% karton, er
komt dus geen folie aan te pas. Ze wilden daarmee
niet zomaar inspelen op de vraag van de
trendgevoelige consument, er zit ook een hele
studie achter, een levenscyclusanalyse. Door
de coronacrisis neigt de consument nu wel terug
meer naar gesloten plastic verpakkingen,
maar dat is allicht maar tijdelijk. “We moeten
ook doorheen de coronacrisis durven kijken.
Natuurlijk moet je tijdelijk schakelen, maar je
moet de trein zeker niet plots op een ander
spoor zetten.”
Uiteraard is in het design van de kartonnen
punnets de nieuwe campagne meegenomen.
Leen: “Op karton kan je in tegenstelling tot
plastic een heel verhaal kwijt. En daar hebben
we gretig gebruik van gemaakt. Zo is de QRcode
die linkt naar de teler nu veel duidelijker
zichtbaar, misschien daarom dat we opvallend
meer reacties krijgen.”
Nu ook een topsegment
voor vollegrond
Coöperatie Hoogstraten werkt al jaren met
vier verschillende dozen voor de aardbeien.
Er zijn drie gelijkaardige dozen met elk een
andere kleur lijn erop: aubergine voor de
standaardaardbeien uit serreteelt, rood voor
de doordragers en groen voor de vollegrondaardbeien.
Daarnaast is er nog een speciale
auberginekleurige doos met kroontje voor het
GOLD-segment, de aardbeien van topkwaliteit.
En daar komt nu nog een telg bij, want er komt
nu ook een topsegment speciaal voor de vollegrondaardbeien.
Aan de binnenzijde van de
doos is een productieveld afgebeeld, waardoor
de coöperatie het gevoel ‘Recht van het veld’
nog meer tot uiting wil doen komen.
copyright Proeftuinnieuws
V. Neefs
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 33 |
131169M103094
Zuurstof verrijkt water met nanobubbles:
• Gezondere wortels en onderdrukking van ziekten
• Waterkwaliteit verbeteren en biofilm controle
• Verbeterde groei en minder plantstress
“Sinds jaar en
dag staan wij
voor kwaliteit,
flexibiliteit en
inzetbaarheid.”
Heecon is specialist in loonwerk en mechanisatie voor tuinders in de teelt van voornamelijk
aardbeien. Met de beste machines en mensen ruimen wij uw kas leeg; snel en vakkundig.
Naast aardbeien kunt u ook bij ons terecht voor het uitruimen van onder andere zacht fruit
gewassen als frambozen en bramen en andere gewassen zoals tomaten en paprika’s.
www.heeconbvba.com
introduceert nanobellengenerator
Voor alle situaties een adequate oplossing: waterbehandeling van het bassin,
zuurstofverrijking van voorraadtanks en silo’s of Inline systemen voor NFT/DWC/Indoor
Ambachtstraat 7 • 2322 Minderhout 03-314 73 48 03-340 26 50 info@spranco-matic.be ↸ www.spranco-matic.be
copyright Proeftuinnieuws
Heecon BVBA
Maxburgdreef 11
2321 Meer, België
128140M100165
| 34 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
128140M100165.indd 1 02/10/17 08:38
Gariguette nummer één in Bretagne
Aardbeien worden in het noordwesten van Frankrijk voornamelijk in
het voorjaar en op substraat geteeld. In de zomer en het najaar worden
er amper aardbeien geteeld. Het belangrijkste ras is de junidrager
Gariguette. Binnen de coöperaties worden de kwaliteit en presentatie
streng bewaakt. Er zijn ook segmenten waarbij een bepaalde
Brix-waarde vereist is of de vruchten residuvrij moeten zijn.
In Bretagne is de groentesector van groot belang,
bijna 20% van de totale groenteproductie
van Frankrijk komt uit Bretagne. Het is de derde
grootste groenteregio van Frankrijk, de ideale
ligging aan de noordkust vergemakkelijkt het
transport. Tomaten en aardbeien worden in
serres geteeld maar het grootste deel van de
groenteproductie gebeurt in vollegrond, zoals
bijvoorbeeld de teelt van bloemkool, artisjok,
sjalot, broccoli, ajuin, bonen, erwten ...
Tijdens een studiereis naar het noordwesten
van Frankrijk (Bretagne), georganiseerd door
de studiekring Antwerpen Aardbeientelers,
bezochten we begin maart twee coöperaties,
enkele telers, twee onderzoekscentra en een
kwekerij van hommels en nuttige insecten.
Prince de Bretagne hoofdlabel
van SICA
THEMA
De eerste coöperatie die we bezochten was
het SICA (Syndicat d’Interêt Collectif Agricole)
in Saint-Pol-de-Léon. Deze coöperatie commercialiseert
haar groenten onder het label
‘Prince de Bretagne’, samen met twee andere
coöperatieven: het UCPT in Paimpol en het
Gariguette-aardbeien worden bij de coöperatie SICA
vermarkt onder het label Prince de Bretagne.
Terres de St-Malo in het gelijknamige kuststadje.
De producten van deze zusterveilingen
worden via simultaanverkoop op de veilingklok
gezet. De producten worden aangevoerd in
verschillende aanvoerstations verspreid over
de hele noordkust van Bretagne. Hier wordt
het product verkoopsklaar gemaakt. SICA
verhandelt ook sierteeltproducten onder het
merk ‘Kerisnel’. De coöperatie verenigt zo’n
650 telers. In het assortiment van SICA zitten
vooral vollegrondsgroenten zoals bloemkolen,
broccoli, artisjok, witloof, sjalot en tomaten.
Het aandeel aardbeien (ras Gariguette) bij SICA
is eerder beperkt. In 2019 haalde SICA een omzet
van 221 miljoen euro.
Na tomaten zijn aardbeien
belangrijkste product voor Savéol
Vervolgens werden we ontvangen op de nieuwe
hoofdvestiging van coöperatie Savéol in
Plougastel. Zij stelden hun geschiedenis, hun
manier van werken en hun belangrijkste producten
voor. De coöperatie werd opgericht in
1981 en in 2018 haalden ze een omzet van
202 miljoen euro waarvan tomaat 160 miljoen
euro op zijn conto schrijft. Op het gebied van
Voor Savéol moeten de vruchten perfect gepresenteerd
worden: ze liggen in dezelfde richting in één laag.
duurzaamheid streeft Savéol ernaar om alles
zo ecologisch mogelijk te doen en met een
zo klein mogelijke CO 2 -voetafdruk. Zo liggen
alle tuinbouwbedrijven binnen een straal van
45 kilometer, heeft de coöperatie een eigen
afdeling voor de kweek van hommels en biologische
bestrijders onder hun eigen naam
‘Savéol Nature’ en streven ze ernaar om hun
label ‘sans pesticides’ zo veel als mogelijk uit
te rollen in tomaat en ook in aardbei. Tomaten
voldoen nu al voor 90% van de productie aan
de eisen voor het label ‘sans pesticides’. De
ambitie is om dit waar mogelijk ook in aardbeien
te gaan garanderen.
In totaal worden er bij Savéol 240 soorten
groenten en fruit geteeld voor 250 verschillende
klanten. Tomaten worden onder glas
geteeld op een areaal van 219 ha, aardbeien
op 47 ha. Deze twee teelten maken de hoofdmoot
uit van de omzet van Savéol. De coöperatie
heeft 60% van de tomatenmarkt in
Noord-Frankrijk in handen. Telers krijgen een
weekprijs uitbetaald en alles verloopt via bemiddeling.
In tegenstelling tot de coöperatie
in Saint-Pol-de-Léon is er bij Savéol niets dat
via de klok wordt verkocht. De tomatentelers
leveren hun geoogst product aan de verpakkings-
en conditioneringsloods van Savéol en
daar worden de tomaten verpakt volgens de
wensen van de klant. De aardbeien wordt wel
op het bedrijf van de aardbeienteler zelf in de
eindverpakking verpakt, op maat van de klant.
De aardbeienmarkt in de regio van Brest is
behoorlijk afgeschermd. De bedrijven zijn zo’n
0,5 tot 3 ha groot en areaaluitbreiding wordt
onder controle gehouden door de coöperatie.
De teelt loopt van maart tot juli en ze streven
naar een opbrengst van 4 à 7 kg/m² aardbeien
van het hoofdras Gariguette verspreid over
deze periode. In totaal produceert deze regio
2.100 ton per jaar. Van augustus tot oktober
wordt er op zo’n 5 ha Mariguette geteeld.
Gariguette belangrijkste junidrager
Over de teelt kwamen we meer te weten tijdens
enkele praktijkbezoeken. Het teeltseizoen
van de meeste Franse aardbeientelers
begint in december, vanaf week 48-49-50
wordt er elke week een gedeelte opgeplant.
De eerste teelt is een verwarmde teelt die
wordt geoogst vanaf eind januari. Het plantgoed
wordt allemaal aangekocht, ze kweken
zelf geen aardbeiplanten. De planten hebben
een verschillende herkomst: Frankrijk, Italië,
Nederland, Marokko…. Ze kiezen hier bewust
voor om zo meer spreiding in hun teeltsystemen
te creëren. De aangekochte planten
copyright Proeftuinnieuws
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 35 |
Een vroege teelt Gariguette in volle bloei (begin maart).
In de opkweekruimte voor de hommels van Savéol Nature wordt rood licht gebruikt, zo kan het personeel werken
aan de kolonies zonder ze te storen.
moeten minimaal 900 koude-uren hebben gehad
vooraleer ze worden geplant, dat is toch
het streefdoel. Het gaat voornamelijk om het
ras Gariguette en een beetje Mariguette als
doordrager. In de teelten met Gariguette worden
12 planten/meter aangehouden, bij Mariguette
10 planten/meter. Eind januari wordt
dan geplant voor de koude teelt, met oogst van
maart tot begin mei.
Na de bloei van de verwarmde teelten worden
de planten opgeschoond en volgt er een
herbloei met oogst van half juni tot eind juli.
In de eerste ronde behalen ze gemiddeld 4 kg/
m² opbrengst en in de tweede ronde 2 tot
2,5 kg/m². In de maanden juni en juli hebben
ze vaak last van trips. In augustus en september
liggen de serres leeg en vanaf oktober
begint men de serres te ontsmetten voor het
volgende teeltseizoen.
Tot vijf keer per dag naar coöperatie
Vervolgens stond een bezoek aan een verpakkingsstation
van Savéol op het programma.
Maar in feite ging het hier niet om een inpakafdeling,
maar wel om een aanvoer-, neerzet- en
verlaadzone. Naast die zones was er ook een
loods met dozenopzetmachines en een loods
met lege verpakkingen die worden uitgeleverd
aan de telers. In de aanvoerloods gebeurt de
kwaliteitscontrole door een medewerker van
Savéol. Zowel de kwantiteit, de kwaliteit, het
gewicht als de labels worden gecontroleerd.
In de neerzetloods worden in het drukke seizoen
tot 50 ton aardbeien per dag aangevoerd.
Er is continu contact tussen de coöperatie en
de telers omdat men heel nauwkeurig wil weten
welke volumes en verpakkingen er zullen
worden aangevoerd. Zodra er een bepaalde
bestelling klaar is voeren de telers die aan,
soms drie tot vijf keer per dag. De telers hebben
geen frigo’s op hun bedrijven. Ook in de
loodsen van de coöperatie zijn er geen frigo’s.
De temperatuur in de loods is ingesteld op 11
à 12°C. Ze doen dit om de vruchten smaakvol
te houden. Nagenoeg alle aardbeien worden
verladen op de dag van de pluk.
Aanvoer ook op basis van Brix-waarde
en residu’s
Bij Savéol worden de kwaliteitsklassen anders
ingedeeld dan bij ons. Er zijn drie belangrijke
categorieën. De eerste is de klasse Extra. De
tweede categorie is Klasse 1 ‘les insolites’, hieronder
vallen de grovere vruchten, zoals 3A en
4A bij ons. En dan is er nog het ‘label rouge’.
Dit is een specifiek lastenboek waarbij onder
andere de Brix-waarde daags voor het plukken
wordt bepaald en als de waarde hoog genoeg
is, dan mag er voor dit label worden geplukt. In
het begin van het seizoen moet de Brix-waarde
minimaal 7 zijn, vervolgens 7,5 en later in het
seizoen hoger dan 8.
Naast deze drie categorieën kan er ook geplukt
worden in het segment ‘cultivé sans pesticides’.
Dit is een relatief nieuwe ontwikkeling
en de coöperatie tracht hierbij zoveel mogelijk
telers te betrekken. Als je voor dit segment wil
plukken, wordt er eerst een residu-analyse uitgevoerd.
Als je een keer chemisch hebt moeten
ingrijpen, dan mag je die teelt niet meer
plukken voor dit segment.
In de neerzetloods stonden er tijdens het bezoek
enkele kleinere partijen, dozen met 16
x 250 gram klasse Extra in gedekselde plastic
punnets en kartonnen dozen van 800 gram
met een plastic overtrek (les insolites). De
kwaliteit was goed. Wat opvalt is de perfecte
presentatie van Gariguette: de langwerpige
vruchten worden zijdelings gelegd in dezelfde
richting. Zowel in de dozen als in de punnets
gaat het om één laag vruchten. Er wordt een
datum aangebracht op de dozen. Zij werken
hiervoor met A, B, C, … waarbij A de maand
januari is, B februari … Na deze letter volgt dan
de dag van de maand. Tijdens ons bezoek werd
er dus ‘C04’ gelabeld.
Eigen insectenkwekerij bij
Savéol Nature
Savéol Nature is één van de ondernemingen
van de coöperatie Savéol en kweekt nuttige
insecten en hommels. Savéol is de enige
tuinbouwcoöperatie in Europa met een eigen
insectenkwekerij. Jaarlijks produceren ze 110
copyright Proeftuinnieuws
| 36 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
tot 120 miljoen nuttige insecten en meer dan
16.000 hommelkasten. Ze kweken onder andere
de sluipwespen Encarsia en Eretmocerus
en de roofwants Macrolophus. Deze kunnen
worden ingezet voor de bestrijding van onder
andere witte vlieg. De opkweek van de sluipwespen
gebeurt op tabaksplanten in verschillende
compartimenten van de serre. Ze laten
eerst de witte vliegen verschillende eitjes leggen
op de planten, daarna laten ze de sluipwespen
de wittevlieglarven parasiteren. Deze
geparasiteerde larven kunnen dan als cocons
geoogst, gezeefd en vermarkt worden als nuttige
bestrijders.
Glasreiniging, afwitten & coaten
0468 24 56 94
vandenbroek-kasdekreiniging.com
Hoogstraten
De eerste lading hommelkoninginnen die in
1991 gebruikt werd voor de opkweek, kwam
uit het wild. Daarna zijn steeds de eigen opgekweekte
koninginnen gebruikt om de kans
op ziektes te verkleinen. Bij de opkweek van
de hommels is het belangrijk om de seizoenen
kunstmatig na te bootsen. In de opkweekruimte
wordt rood licht gebruikt, zo kan het personeel
werken aan de kolonies zonder ze te
verstoren. Nadat de koninginnen bevrucht zijn,
gaan ze in een winterslaap voor enkele maanden
en pas hierna beginnen ze eieren te leggen
en starten ze hun eigen nest. Pas wanneer
de kolonie voldoende werksters heeft kan de
hommelkast ingezet worden voor de commerciële
bestuiving.
Onderzoekscentra CATE en Végénov
Het CATE (Comité d’Action Technique et Economique)
is een proefstation waar onderzoek
wordt uitgevoerd in de vollegrondsgroenteteelt,
de glasgroenteteelt (ook aardbeien), de
sierteelt en de champignonteelt. De belangrijkste
onderzoeksdomeinen van het CATE
zijn: een beredeneerde maar landbouwkundig
correcte bemesting, biologische en geïntegreerde
gewasbescherming, teelttechnieken,
bewaaronderzoek, diversificatie en segmentatie.
Voor de vollegrondsgroenten beschikt
het proefstation over 16 ha landbouwgrond,
voor de glasteelten over 9.000 m². Een gedeelte
hiervan werd nieuw gebouwd volgens het
principe van de semi-gesloten kas. We zagen
een interessante proef met Gariguette waar er
geen koude werd gevangen, maar waarbij de
cyclische belichting gedurende een heel lange
LONGCANE
plug
tijd werd gebruikt. Hierdoor konden ze zo’n
zes weken eerder plukken dan bij de klassieke
Gariguette-teelt.
Végénov ligt vlakbij CATE en is een toegepast
onderzoekscentrum voor de groenteteelt dat
fundamenteel academisch onderzoek helpt
vertalen voor de praktijk. Ze beschikken over
een smaaklabo, serres, klimaatkamers … Hun
belangrijkste onderzoeksdomeinen zijn het
ontwikkelen van nieuwe variëteiten, plantgezondheid
verbeteren en verschillende aspecten
binnen productkwaliteit (smaak, voedingswaarde,
consumentenvoorkeur). Ze werken
hiervoor samen met verschillende partners,
zowel nationaal als internationaal.
FRIGO
vers
J. Smessaert & D. Vermeiren
Proefcentrum Hoogstraten, Meerle
P. Rombouts & M. Meys
Coöperatie Hoogstraten, Hoogstraten
PLUG
tray
J. De Braekeleer
REO Veiling, Roeselare
B. De Keyzer
Proefcentrum Pamel, Roosdaal
Alle actuele en interessante nieuwe soorten
aardbeiplanten, aspergeplanten en frambozenplanten
WB
Midden Peelweg 10 NL-5966 RE AMERICA
T +31 (0)77 464 81 00 F +31 (0)77 464 81 01
info@vissers.com www.vissers.com
128423M70075.indd 1 12/12/17 07:18
Wij zijn specialisten in het vullen van aardbeientrays
Perfect aangetrild door de Rotofill
Aardbeientray wordt schoon geblazen met luchtventielen
Dus geen overtollige potgrond (besparing)
copyright Proeftuinnieuws
Interesse? Bezoek onze website of bel vrijblijvend.
www.oppotbedrijf.nl • Tel. +31(0)6 536 478 97
128423M70075
131610M99520
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 37 |
ALGEMEEN
Watermakelaar dringend op zoek
naar water
Sinds eind vorig jaar heeft Inagro een watermakelaar die op zoek
gaat naar duurzame projecten om de waterbeschikbaarheid bij de
West-Vlaamse land- en tuinbouwers te vergroten. Door de huidige
droogte en de captatiebeperkingen die daaruit voortvloeiden, zoekt
hij ook naar alternatieve waterbronnen die snel ter beschikking kunnen
worden gesteld. De sector heeft immers dringend nood aan extra
water.
De zomer is nog niet begonnen en 2020 is nu al
het vierde jaar op rij met een langdurige droge
periode. Eind vorig jaar werd binnen de provincie
West-Vlaanderen een watermakelaar
aangesteld. De watermakelaar moet helpen
met het opzetten van duurzame projecten om
de land- en tuinbouwsector droogterobuuster
te maken. Op de lange termijn wordt in eerste
instantie gekeken naar duurzame combinaties
in het watersysteem, gebruik van gezuiverd
afvalwater en inzetten op gebruik van hemelwater.
Maar de huidige droogte vergt onmiddellijke
actie. Daarom zijn we nu op zoek naar
water dat op de korte termijn kan worden aangeboden.
Daarbij kijken we vooral naar grote
wateroppervlaktes, bedrijven die gezuiverd
afvalwater kunnen aanbieden en grondwaterbemalingen.
Grote wateroppervlaktes kunnen een waardevolle waterbron
zijn voor de landbouwers in droge periodes.
Grote wateroppervlaktes: kleine
waterhoogte is groot volume
Een eerste optie zijn (grote) waterputten. Binnen
de provincie zijn al grote spaarbekkens
aanwezig, waar landbouwers het water kunnen
ophalen. Maar door de vroege droogte dit jaar
werden deze ook al vroeg aangesproken, waardoor
de voorraden snel slinken. Er zijn evenwel
nog vele, grote wateroppervlaktes aanwezig
in de provincie. Deze wateroppervlaktes, mogelijks
eigendom van privé-eigenaars, kunnen
mits goede afspraken ook worden aangesproken.
Op een grote wateroppervlakte betekent
het ter beschikking stellen van een kleine waterhoogte
toch al een groot volume.
Wanneer eigenaars een deel water van een
grote put ter beschikking willen stellen van
omliggende landbouwers, is het belangrijk
enkele zaken in acht te nemen. Weet je zo’n
put liggen en ken je de eigenaar, spreek hem
hierover alvast aan of geef de contactgegevens
door aan de watermakelaar. Of misschien heb
je zelf een grote waterplas liggen en wil je het
water wel aanbieden. De watermakelaar helpt
graag met begeleiding en ondersteuning, het
versneld verkrijgen van de nodige toelatingen,
het opmaken van een afsprakenkader …
Gezuiverd afvalwater van bedrijven:
een waardevolle reststroom
We doen ook een warme oproep naar bedrijven
die gezuiverd afvalwater lozen in de waterlopen.
Het water dat normaal in de waterlopen
terechtkomt, kan in principe makkelijk worden
gebruikt door de omliggende landbouwers en
aangelanden van de waterlopen. Maar, dat is
alleen geldig wanneer er geen captatieverbod
van kracht is. Wanneer captatie uit de waterlopen
verboden is, loopt het gezuiverd afvalwater
gewoon door naar de zee. Een gemiste kans.
Bedrijven kunnen gezuiverd afvalwater aanbieden
aan de land- en tuinbouwers in de omgeving. Zo
stroomt het niet zomaar weg richting zee.
Mits het geloosde afvalwater van voldoende
kwaliteit is om als irrigatiewater te gebruiken,
kan het –al dan niet tijdelijk– aangeboden worden
aan de sector. Ook hiervoor moet een administratieve
weg worden afgelegd waarbij de
watermakelaar kan helpen.
Grondwaterbemalingen: laat het water
niet weglopen
Een derde optie zijn grondwaterbemalingen.
Wordt er bij jou in de buurt gestart met
bouwwerken en horen daar bronbemalingen
bij, spreek de bouwheer en/of aannemer dan
zeker aan. Wellicht komen jullie tot oplossingen
waarbij je het water kan opvangen voor
gebruik. Meer structureel zijn we ook op zoek
naar continue grondwaterbemalingen. Bij dergelijke
opties, kunnen we samen kijken naar
een manier om het water structureel vast te
houden en beschikbaar te stellen.
Zie je mogelijkheden, laat het ons
weten
Zijn er in West-Vlaanderen bepaalde mogelijkheden
in de omgeving die je het onderzoeken
waard lijken? Zie je ergens grote wateroppervlaktes
of bedrijven met gezuiverd afvalwater?
Of zijn er grondwaterbemalingen in
de omgeving en lijkt het mogelijk om dit water
aan te bieden of af te nemen? Twijfel niet
en neem dan contact op met watermakelaar
Dries Mergaert: dries.mergaert@inagro.be,
051/14 03 62.
copyright Proeftuinnieuws
D. Huits & D. Mergaert
Inagro, Rumbeke-Beitem
| 38 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
VOLLEGROND ACTUEEL
Bericht van 15/6/2020
Op het proefstation heeft de knollenbladwesp ernstige schade aangericht in rapen.
Veel schade van knollenbladwesp in raap
Op het proefstation heeft de knollenbladwesp of Athalia rosae ernstige
schade aangericht in rapen. De zwarte rupsen zijn onmiddellijk te herkennen
en vreten gulzig aan de bladeren. De jonge larven zijn groengrijs
en eten aanvankelijk slechts gaatjes uit de bladeren. De rupsen worden
donkergrijs als ze ouder worden en ze eten dan het volledige blad weg,
behalve de nerven.
De volwassen knollenbladwesp is geel-oranje van kleur met twee ovale
zwarte vlekken op het borststuk en zwarte ogen. De vleugels zijn doorschijnend
met een zwarte rand. De bladwesp is 6-8 mm groot, tussen het
borststuk en het achterlijf ontbreekt de wespentaille. De wesp legt haar
eitjes af in het bladweefsel. De donkergrijze bastaardrupsen met zwarte
kop en elf paar poten worden 16-18 mm groot. Ze leven gemiddeld drie
weken en kunnen aanzienlijke vraatschade op de bladeren veroorzaken.
Na vijf vervellingen overwintert de larve in de grond. Na verpopping verschijnen
de volwassen wespen die vooral van nectar leven. De eerste
generatie knollenbladwespen verschijnt in mei-juni. Doorgaans veroorzaakt
de tweede generatie schade in juli-augustus. In sommige jaren kan
ook een derde generatie voorkomen.
De knollenbladwesp komt vooral voor op kruisbloemige gewassen en
onkruiden. Er werd al veel schade gemeld in koolzaad, rapen en Chinese
kool. Met gewasrotatie en een goede onkruidbestrijding kan je het probleem
enigszins voorkomen. In een werkzaamheidsproef bleek dat een
gewasbespuiting met Decis, Benevia of Coragen een goede bestrijding
van de rupsen geeft.
■
De jonge larven van de knollenbladwesp zijn groengrijs (links), de oudere rupsen
zijn donkergrijs en vreten gulzig aan de bladeren.
De volwassen knollenbladwesp is geel-oranje van kleur met twee ovale zwarte
vlekken op het borststuk en zwarte ogen.
Gevleugelde luizen landen in het gewas en zetten daar hun eitjes af.
Vaak wordt de populatie luizen in het gewas onder controle gehouden door nuttige
insecten zoals sluipwespen. Links een bladluismummie, rechts een lege geparasiteerde
bladluis nadat de nieuwe sluipwespen de mummie hebben verlaten.
Luizen alomtegenwoordig, maar nuttigen
doen vaak hun werk
In allerlei teelten is de druk van luis erg hoog. Vaak landen gevleugelde
luizen in het gewas en stichten daar een kolonie van ongevleugelde
exemplaren. Nadien kan de ontwikkeling razendsnel gaan. Veel soorten
kunnen zich ongeslachtelijk vermeerderen met drie tot tien nakomelingen
per luis per dag. De nieuwe generatie is dan genetisch identiek aan
de moeder. Dit verhoogt het risico op resistentie-ontwikkeling tegen gewasbeschermingsmiddelen
enorm.
Er zijn veel soorten luizen die onze gewassen benaderen, sommige zijn
zeer waardplantspecifiek, andere komen op een breed gamma teelten
voor. Regelmatig wordt de populatie luizen in het gewas onder controle
gehouden door nuttige insecten of natuurlijke vijanden. Vaak worden op
de bladeren bladluismummies waargenomen. Dat is het werk van sluipwespen
of parasitoïden. Deze piepkleine nuttige insecten leggen hun
eitjes af in de luizen. Vervolgens verorberen de ontloken larven de binnenzijde
van de luis waarin ze ook verpoppen. Tijdens dit proces sterft
de luis af, zwelt op en verkleurt goud tot koperkleurig. Met hun legboor
maken de nieuwe sluipwespen een opening in de mummiewand om zo
een volgende generatie luizen aan te vallen.
Meer aandacht wordt vaak besteed aan predatoren van luizen. Deze natuurlijke
vijanden verorberen luizen in hun geheel of zuigen ze leeg. Larven
van zweefvliegen, gaasvliegen en lieveheersbeestjes zijn de meest
gekende. Deze nuttigen kunnen op korte tijd grote hoeveelheden luizen
consumeren. Bij het lieveheersbeestje zijn zowel de volwassen kever als
de larven predatoren van bladluizen, ze kunnen tot wel 100 bladluizen
per dag eten.
Deze nuttige insecten komen zeker niet alleen voor op biologische percelen.
Ook in de gangbare groenteteelt spelen ze een niet te onderschatten
rol in de plaagbeheersing. Moest er toch een interventie met gewasbeschermingsmiddelen
nodig zijn, kies dan bij voorkeur voor selectieve
middelen die zoveel mogelijk de nuttige organismen sparen.
copyright Proeftuinnieuws
Afdeling Vollegrond
Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 39 |
VOLLEGROND
Rassenproef prei late winterteelt 2019-2020
Oslo en Vitaton scoren in late winterteelt
Oslo bevestigt opnieuw voor de late winterteelt en combineert een zeer vaste schacht met een beperkte
schotaanleg. Oslo is bovendien sterk tegen roest en trips, maar soms wat minder goed houdbaar. Vitaton
blijft duidelijkst het traagst in schotvorming maar kan snel te zacht worden bij droog weer. Pluston gaf de
beste opbrengst en kwaliteit, maar vormt beduidend sneller schot. De rassen konden opnieuw niet worden
beoordeeld op hun sterkte tegen vorst. Dit is een gekend sterk punt van Harston, maar dit ras is wel ziektegevoelig.
E 101 lijkt beloftevol, maar is wellicht geen verbetering van Oslo.
De proeven kenden opnieuw een moeilijke
start door de droogte en zeer hoge tripsdruk.
Om schot zo lang mogelijk uit te stellen in het
voorjaar, wordt late winterprei best zo laat mogelijk
geplant. Op het PSKW was dit op 25 juli,
Tijdens een zachte winter zorgt roest voor problemen bij gevoelige rassen.
op het PCG en bij Inagro respectievelijk op 1
en 6 augustus. Door de zachte winter kon de
prei tijdens de winter rustig doorgroeien maar
de roestdruk was wel zeer hoog. De regen in
maart was welgekomen om goede producties
Tabel 1. - Gewas- en schachtkenmerken, houdbaarheid
Ras
Aantal Bladkleur Bladsleet Schoningsgemak
Vastheid Lengte Lengte
Houdbaarheid (1)
schacht overgang inwendig
proeflocaties
(cm) schot algemeen lengte schachten kleur
(cm)
doorgroei met rotte algemeen
(cm) bladeren
(%)
Oslo 3 7,0 7,7 7,1 8,0 9,9 12,1 6,0 1,8 15,7 5,1
Vitaton 3 7,2 7,4 6,3 6,1 8,5 7,6 6,5 5,8 70,7 5,7
Pluston 2 7,5 7,5 7,0 7,0 10,1 19,2 6,3 2,8 21,1 6,3
Harston 3 7,8 7,2 6,3 7,5 9,4 11,8 6,7 4,8 34,2 6,6
E 101 3 7,1 7,4 7,9 7,0 10,5 14,3 5,8 2,0 16,8 5,5
Aylton 2 8,0 7,0 6,7 6,9 11,7 25,3 5,9 3,2 5,9 6,6
Mako-Blue 2 7,8 7,3 7,6 7,5 12,5 25,2 6,5 3,5 14,1 7,0
Mako-Bello 1 7,5 6,5 7,1 8,5 11,7 27,8 6,3 3,9 19,5 4,8
Lucretius 1 6,0 5,2 6,2 6,1 8,5 12,4 5,8 3,5 29,2 6,0
Triton 1 4,3 4,6 4,4 7,8 9,7 13,4 - - - -
Defender 1 6,0 7,6 7,4 5,3 12,3 13,7 4,2 4,2 32,4 3,8
LE 4901 1 5,2 5,4 7,0 5,0 14,0 20,2 - - - -
Gemiddelde 6,8 6,7 6,8 6,9 10,7 16,9 6,0 3,6 26,0 5,7
1 = bleek veel slecht zacht slecht geel
9 = donker geen goed vast goed donker
(1) Waarnemingen na twee dagen koelcelbewaring bij 1°C en zeven dagen koelcelbewaring bij 8°C, alleen uitgevoerd op het PCG
en bij Inagro
te geven. Op het PSKW hebben we geoogst op
15 april, op het PCG op 17 april en bij Inagro
op 20 april 2020. Dat is het tijdstip waarop
de meeste prei wordt geoogst voor bewaring
in de koelcel. Dankzij de zachte winter en het
groeizaam voorjaar waren de opbrengsten
hoog.
Oslo opnieuw bij de toppers
Oslo (Enza) produceerde gemiddeld met goede
kwaliteit. De bladeren waren sterk opgericht,
ruim geschakeld met weinig sleet. De schachten
waren mooi cilindrisch, heel vast en glad.
Dit ras vertoonde inwendig weinig schot, was
goed bestand tegen roest en trips maar pelde
minder vlot. De houdbaarheid was goed met
het minste doorgroei. De vorstgevoeligheid
van dit ras hebben we nog niet kunnen testen.
Vitaton (Nunhems) gaf een gemiddelde productie
en een zeer goede kwaliteit. De bladeren
waren minder opgericht met weinig sleet
en bladbreuk. De schachten waren redelijk
zacht en de overgang was kort. Dit ras vertoonde
inwendig het minste schot maar pelde minder
vlot. De prei was goed houdbaar maar gaf
het meeste doorgroei.
Pluston (Nunhems) gaf een hoge productie
met de beste kwaliteitssortering. De bladeren
waren heel donker, minder opgericht met
weinig sleet maar met iets meer bladbreuk. De
schachten waren mooi cilindrisch, glad maar
al minder vast. Dit ras vertoonde inwendig al
veel schot en moet tijdig worden geoogst. Na
bewaring was de prei iets bleker.
Harston (Nunhems) gaf een iets lagere productie
met een gemiddelde kwaliteit. Het gewas
stond er heterogener bij en de bladeren waren
zeer donker, neerhangend en vrij kort geschakeld.
De schachten waren knobbelvormig,
heel vast, heel wit en glad met korte overgang
maar ze pelden minder vlot. Dit ras vertoonde
copyright Proeftuinnieuws
| 40 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
Tabel 2. - Opbrengst en kwaliteit Inagro
Ras
Opbrengst Verkoopbaar Sortering (gewichts%)
(ton/ha)
(%)
Flandria
A1
Oslo 70,8 ab 97 93 7
Vitaton 65,8 ab 97 85 15
Pluston 76,3 a 95 91 9
Harston 63,8 ab 98 74 26
E 101 71,6 a 96 96 4
Aylton 69,9 ab 94 88 12
Mako-Blue 61,6 ab 86 83 17
Mako-Bello 66,0 ab 94 26 74
Lucretius 53,9 b 94 57 43
Defender 68,5 ab 97 81 19
Gemiddelde 66,8 95 78 23
Gemiddelden gevolgd door dezelfde letter zijn niet significant
verschillend.
inwendig vrij weinig schot maar is wel gevoelig
voor roest en trips. Dit ras bleek het beste
houdbaar maar had toch vrij veel doorgroei.
E 101 (Enza) gaf een gemiddelde opbrengst en
kwaliteit. De bladeren waren minder donker,
sterk opgericht, ruim geschakeld met weinig
sleet en bladbreuk. Het snijvlak was mooi gesloten.
De schachten waren mooi cilindrisch.
Dit ras vertoonde inwendig matig schot, was
goed bestand tegen roest en trips en pelde
zeer vlot. De houdbaarheid was tamelijk goed
met weinig doorgroei.
Kwalitatief goed, maar te snel schot
Aylton (Nunhems) gaf een gemiddelde productie
en kwaliteit, maar vertoonde inwendig al te
veel schot voor deze teeltperiode. De bladeren
waren heel donker en minder opgericht. De
schachten waren mooi cilindrisch, zacht, glad
en mooi wit. Dit ras is vrij goed bestand tegen
roest en trips en pelt vlot. Na bewaring oogde
de prei nog vrij goed en donker.
Mako-Blue (HY069) (Takii) leverde een gemiddelde
opbrengst en een vrij goede kwaliteit.
Uitwendig was er al schot zichtbaar. De
bladeren waren zeer donker en opgericht. De
schachten waren mooi cilindrisch, heel vast en
heel wit en ze pelden vlot. De houdbaarheid
was goed maar er was vrij veel doorgroei.
Mako-Bello (HY051) (Takii) gaf een gemiddelde
opbrengst maar een slechte kwaliteit door
roest en trips. Bovendien was er inwendig te
veel schot. De bladeren waren donker, sterk
opgericht, kort geschakeld met veel sleet en
zeer weinig bladbreuk. De schachten waren
lang, mooi cilindrisch, heel vast, heel wit en
glad. De prei was vrij goed houdbaar maar er
was veel doorgroei.
Tabel 3. - Opbrengst en kwaliteit PCG
Ras
Opbrengst Verkoopbaar
(%)
Sortering (gewichts%)
(ton/ha)
Flandria Klasse 1 Klasse 2
Oslo 47 a 93,3 68 31 1
Vitaton 42 a 94,0 80 19 2
Pluston 45 a 91,3 81 19 0
Harston 43 a 88,3 52 37 10
E 101 45 a 88,3 44 48 8
Aylton 46 a 91,0 52 44 4
Gemiddelde 45 91,0 63 33 4
In een late winterteelt is er altijd meer risico op
zachte en slappe schachten, vooral tijdens een droog
voorjaar.
Sterk tegen schot, maar kwantitatief
en kwalitatief minder goed
Lucretius (Seminis) gaf de laagste opbrengst
met slechte kwaliteit door te veel roest en
sleet. Dit ras was ook bleek, neerhangend en
ruim geschakeld. De schacht was kort maar
minder vast en door zeer veel knobbel slecht
te pellen. Dit ras is sterk tegen schot maar gevoelig
voor roest en trips.
Triton (Hazera) gaf een lage productie en was
heterogeen, bleek en neerhangend. De bladeren
waren ruim geschakeld met veel sleet en
bladbreuk. De schacht is vrij kort en zeer vast
maar door knobbel moeilijk te schonen. Dit ras
is vrij sterk tegen schot maar is zeer vatbaar
voor papiervlekken, trips en roest.
Niet geschikt voor deze teeltperiode
Defender (Bejo) gaf een gemiddelde opbrengst
met iets betere kwaliteit. De bladeren waren
bleek, sterk opgericht, zeer ruim geschakeld
met weinig bladbreuk en met een minder
Tabel 4. - Opbrengst en kwaliteit PSKW
Ras
Opbrengst Verkoopbaar Sortering (gewichts%)
(ton/ha)
(%)
Flandria Klasse 2
Oslo 55 b 100 96 4
Vitaton 55 b 100 90 10
Harston 52 bc 100 83 17
E101 50 bc 100 95 5
Mako-Blue 57 b 99 88 12
Triton 47 c 97 72 28
LE 4901 64 a 94 65 35
Gemiddelde 54 99 81 16
Tabel 5. - Rasgevoeligheid voor trips en ziekten
Ras Trips Roest Papiervlekken Colletotrichum
Oslo ++ ++ + +
Vitaton +/- +/- + +/-
Pluston ++ +/- ++ +
Harston - - - - +/-
E 101 +/- + + +/-
Aylton + +/- +/- +/-
Mako-Blue - - - +/- -
Mako-Bello +/- +/- +/- +/-
Lucretius +/- - - - -
Triton - +/- - - -
Defender + +/- - -
LE 4901 - +/- - - +/-
Van ++ zeer sterk tot - - zeer vatbaar. Deze gegevens worden
verzameld op basis van proeven over verschillende jaren,
waarbij slechts heel miniem wordt behandeld tegen ziekten
en plagen (Bronnen: PSKW, PCG, Inagro, jaar 2020).
goed gesloten snijvlak. De schachten hadden
een langere overgang en wat knobbel en ze
waren minder vast, minder wit en vrij ruw. Dit
ras vertoonde inwendig minder schot en pelde
vlot. Na de bewaarproef oogde de prei door de
blekere kleur minder goed en er was vrij veel
doorgroei.
LE 4901 (Tozer) gaf een hoge productie van
minder goede kwaliteit. Dit ras is sterk opgericht
maar bleek zeer gevoelig voor roest, sleet,
bruine schachtstrepen en schot. De schachten
zijn ook zacht.
S. Pollet & G. Desmedt
Inagro, Rumbeke-Beitem
L. De Rooster
Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver
R. Winnepeninckx
PCG, Kruishoutem
copyright Proeftuinnieuws
De proef werd uitgevoerd met steun van het Departement
Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid.
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 41 |
Zaai uitgesteld door droogte
WITLOOF ACTUEEL
Bericht van 15/6/2020
Op het proefveld van Inagro wordt beregend met een beregeningsboom.
Door de extreme droogte in mei en de beperkte regenval begin juni werd
het witloof op de meeste percelen later gezaaid dan voorzien. Na de
laatste regenbuien begin mei werd in West-Vlaanderen ongeveer 5% van
het witloofareaal gezaaid. Om de opkomst te stimuleren werd toen al
meer dan de helft van de ingezaaide percelen beregend.
Vele telers wachtten daarna gunstigere omstandigheden af om te zaaien.
Maar dat is niet altijd zo vanzelfsprekend, zeker niet wanneer je een
Wens je graag meer informatie
over onze producten?
Contacteer ons!
T +32 15 31 67 02
info@hortiplan.com
www.hortiplan.com
GOING
BEYOND
GREENS
Tuinbouwautomatisering
Mobiele goten systeem
Belichting
groot aantal percelen moet zaaien of als je nog vroege rassen wil zaaien.
In de tweede helft van mei is ondanks de droge omstandigheden
toch nog 10 tot 15% van het areaal gezaaid in West-Vlaanderen. Op
verschillende percelen waren de ruggen toen al een hele tijd daarvoor
getrokken, waardoor ze al sterk uitgedroogd waren. Daarom werden de
ruggen vóór de zaai beregend om zo toch gunstigere omstandigheden te
creëren. Op percelen waar de ruggen nog niet op voorhand getrokken
waren, werd dan weer in pas getrokken ruggen gezaaid, opnieuw om
het witloofzaad toch een gunstigere omgeving voor kieming te bieden.
De droge omstandigheden vereisten in beide gevallen wel bijkomende
beregening om een goede homogene opkomst te verkrijgen. Door de
hoge temperaturen (>25°C) in de derde week van mei stonden de eerste
plantjes al boven op de tweede of derde dag na de start van het beregenen.
Het merendeel van de percelen voorzien voor witloof moest begin juni
nog worden gezaaid. In de eerste week van juni viel er opnieuw wat regen,
waardoor in die week nog eens 25% van de West-Vlaamse percelen
werd ingezaaid. De beperkte neerslag die we in die periode kregen,
compenseerde het vochttekort nog bijlange na niet. Iedere teler die hier
de mogelijkheid toe heeft, beregent dan ook de ingezaaide percelen. Op
de percelen die vandaag nog niet zijn ingezaaid, kan pas gezaaid worden
na regenval.
P. Maenhout & C. Vanderschelden
Inagro, Rumbeke–Beitem
copyright Proeftuinnieuws
Automated growing solutions
| 42 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
WITLOOF
Rassenproef late rassen witloof 2019-2020
Aanbod safaritolerante
late rassen breidt uit
In de internationale rassenproef voor de late rassen weet Laurine zich
te onderscheiden door een hoge opbrengst en goede sortering. Met
Absolue breidt het aanbod safaritolerante late rassen verder uit. Voor
het tweede jaar op rij werd ook Sweet Lady opgenomen in de internationale
uitwisseling.
De afgelopen drie jaar kregen we te maken
met uitzonderlijke zomers. Ook komend veldseizoen
lijkt dit niet anders te zullen zijn. April
en mei 2020 waren samen nog nooit zo droog
sinds 1833. Het veldseizoen van 2019 kenmerkte
zich ook door bijzonder droge periodes.
Dat leidde in combinatie met de extreem
warme temperaturen tot het stilvallen van de
groei op sommige percelen. Ondanks deze
moeilijke teeltomstandigheden werden zowel
Tabel 1. - Rassen in de gemeenschappelijke late rassenproef
(Praktijkpunt Landbouw, Inagro en APEF)
Ras
Zaadhuis
Vintor
Flexine
Laurine
Sweet Lady
Absolue
Hoquet
Vilmorin
Vilmorin
Hoquet
Hoquet
op het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant
als bij Inagro over het algemeen toch goede
wortelopbrengsten behaald.
Laurine, Absolue en Sweet Lady internationaal
vergeleken
De vergelijking voor de late witloofrassen
bestond uit twee delen. In de internationale
rassenproef vergeleken we drie rassen met
Tabel 2. - Rassen waarvan de wortels afkomstig
waren van het eigen perceel van het Praktijkpunt
Landbouw of Inagro
Ras Zaadhuis Inagro Praktijkpunt
Landbouw
Daufine Vilmorin •
First Lady Hoquet • •
Podium Hoquet •
Topmodel Hoquet • •
Het veldseizoen van 2020 kende een zeer droge start. Met amper vocht in de bovenste bodemlagen ontstonden
er soms grote stofwolken tijdens het zaaien.
de referentierassen voor de late tot zeer late
forcerie Vintor (België) en Flexine (Frankrijk)
(Tabel 1). Voor deze vergelijking wisselden de
deelnemende praktijkcentra (het praktijkpunt,
Inagro en APEF) wortels uit van de vier percelen
(Herent, Beitem, Arras en Graincourt). In
deze vergelijking werden zowel de twee safaritolerante
rassen Laurine en Absolue als Sweet
Lady opgenomen.
Naast deze rassen werden nog vier andere rassen
vergeleken door het praktijkpunt en Inagro
(Tabel 2). Voor deze vergelijking wisselden de
praktijkcentra geen wortels uit. De beschreven
eigenschappen van deze rassen zijn dus gebaseerd
op de forceerresultaten van wortels afkomstig
van de eigen proefpercelen en geforceerd
in de eigen installaties.
Lagere opbrengsten maar
algemeen goede kropkwaliteit
Het praktijkpunt koos ervoor om de forcerie
iets warmer op te starten dan in 2019. Bij
Inagro werd er dit jaar iets kouder gestart in
vergelijking met vorig jaar. Beide praktijkcentra
hielden aan het einde van de forcerie dezelfde
watertemperatuur aan als in 2019, de
luchttemperatuur eindigde een graad lager
(Tabel 3). Over de rassen van de internationale
rassenproef heen lag het gemiddelde nettorendement
bij Inagro met 52% heel wat lager
dan dat in 2019 (84%). Ook op het praktijkpunt
lag het rendement (67%) lager dan vorig
jaar, hoewel het verschil hier met 14% minder
groot was. Algemeen werd er op beide praktijkcentra
een minder hoge opbrengst behaald
in vergelijking met vorig jaar. Bij Inagro was de
gemiddelde opbrengst per 100 kroppen 9,5 kg.
In vergelijking met vorig jaar is dit bijna 5 kg
Tabel 3. - Forceeromstandigheden
Forceerlocatie Inagro Praktijkpunt Landbouw
Zaaidatum 13/5/2019 16/5/2019
Rooidatum 19/11/2019 21/11/2019
Start forcerie 30/3/2020 en 1/4/2020 20, 21 en 22/4/2020
Einde forcerie/oogst 20/4/2020 en 22/4/2020 11, 12 en 13/5/2020
EC (mS/cm) 1,6 1,8
pH 7,6 6,8
Waterweek
1 16,5 16,3
temperatuur
week 2 16,4 16,0
(°C)
week 3 15,6 15,3
Luchtweek
1 16,1 15,6
temperatuur
week 2 16,6 15,5
(°C)
week 3 15,6 14,0
copyright Proeftuinnieuws
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 43 |
minder. Op het praktijkpunt was het verschil
minder groot (2,3 kg), maar lag de opbrengst
met gemiddeld 11,8 kg nog steeds laag.
De kwaliteitssortering zat op beide locaties wel
heel goed. Ook pitgebreken werden amper
vastgesteld. De gemiddelde pitlengte van de
internationale rassenproef lag op 40%, zowel in
Beitem als in Herent. De wortels leken nog wat
te onrijp om een goede opbrengst te geven. Er
is dus zeker nog wat ruimte om de forceertemperaturen
te verhogen, om zo tot een betere
opbrengst te komen. Het afstemmen van de
forceerregimes op de maturiteit van de wortel
is niet eenvoudig. De wortelrijpheid inschatten
gebeurt nu vaak op gevoel, of door destructieve
metingen. In het LA-project ‘ChiQon: kwaliteitsverbetering
van witloof doorheen de hele
productieketen’ zal een methode worden ontwikkeld
om de rijpheid van de wortel op een
16
14
12
10
8
6
4
2
0
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
First Lady
Podium
Topmodel
objectieve manier te bepalen. Hierover lees je
meer in de volgende Proeftuinnieuws.
Laurine combineert goede
opbrengst met mooie sortering
A B C
In deze internationale rassenvergelijking namen we drie rassen onder de loep: Laurine (A), Sweet Lady (B) en Absolue (C).
Opbrengst (kg/100 wortels)
60
Inagro
Vintor Flexine Laurine
Sweet
Lady Absolue Beitem
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Nettorendement (%)
Opbrengst (kg/100 wortels)
16
14
12
10
8
6
4
2
0
Praktijkpunt Landbouw
Flandria Q Flandria EBI Klasse II Nettorendement
1,0
Laurine is een safaritolerant ras van Vilmorin
dat geschikt is voor de forcerie van halverwege
januari tot oktober. Dit ras wordt gekenmerkt
door een goede opbrengst in combinatie met
een mooie sortering. In deze late forcerie was
Laurine opnieuw het best presterende ras wat
opbrengst en rendement betreft. Onder het
gematigdere forceerregime in Herent werd
een zeer goede sortering behaald. De iets warmere
forceercondities op Inagro leidden tot
een gelijkaardig aandeel klasse-I-witloof, maar
binnen klasse-I was het aandeel Flandria-witloof
kleiner. Bij voorkeur wordt voor dit ras een
fijnere wortel gebruikt. Hiermee kan je niet alleen
een betere sortering behalen, maar ook
een hoger nettorendement (zie artikel ‘Kwaliteit
van de witloofkrop begint op het veld’ in
Proeftuinnieuws nummer 10 van 25 mei 2020).
De pitlengte van Laurine blijft goed onder de
50%. Ook op het vlak van inwendige kwaliteit
scoort Laurine goed. Holle pit kwam slechts in
beperkte mate voor in de forcerie in Herent, en
alleen bij wortels van het perceel uit Beitem.
Er treedt ook slechts een gemiddelde roodverkleuring
op.
Sweet Lady vraagt een
warmere forcerie
Sweet Lady van Hoquet kent een lange geadviseerde
forceerperiode van maart tot het
einde van het seizoen, vergelijkbaar met de
referentierassen Vintor en Flexine. Het trekrendement
en de opbrengst van Sweet Lady
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Daufine
First Lady
Topmodel
Sweet
Vintor Flexine Laurine Lady Absolue Herent
Figuur 1. - Opbrengst en kwaliteit van de rassen uit de gemeenschappelijke rassenproef en van de wortels afkomstig van het eigen proefperceel van Inagro of het
Praktijkpunt Landbouw
Inagro
Praktijkpunt Landbouw
100
2,0
100
2,0
| 44 | Proeftuinnieuws 80 12 | 26 juni 2020
80
1,5
1,5
kleuring (%)
copyright Proeftuinnieuws
rood (0-5)
leuring (%)
60
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
1,0
Nettorendement (%)
rood (0-5)
G
G
G
Vintor Flexine Laurine
G
G
F
T
Sweet
Lady Absolue Beitem
G
G
G
G
G
F
T
Sweet
Vintor Flexine Laurine Lady Absolue Herent
Flandria Q Flandria EBI Klasse II Nettorendement
Roodverkleuring (%)
100
80
60
40
20
0
Inagro
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
First Lady
Podium
Topmodel
Sweet
Vintor Flexine Laurine Lady Absolue Beitem
Figuur 2. - Roodverkleuring van de rassen uit de gemeenschappelijke rassenproef en van de wortels afkomstig van het eigen proefperceel van Inagro of het Praktijkpunt
Landbouw
lagen op beide praktijkcentra lager dan die van
de referentierassen. Sweet Lady haalde met
het forceerregime van Inagro een heel hoog
aandeel Flandria-Q-witloof. Bij de forcerie van
het praktijkpunt lag het aandeel Flandria-Q lager,
maar dit resulteerde in een hoger aandeel
Flandria-Extra. Het aandeel klasse-I-witloof
was onder beide forceerregimes ongeveer
gelijk. De forceertemperaturen in Herent zorgden
voor een pitlengte van ongeveer 30%, bij
Inagro lag de pitlengte gemiddeld rond 40%.
Sweet Lady houdt van hogere forceertemperaturen,
en kan dus zeker nog warmer worden
geforceerd. Sweet Lady scoort heel goed op
het vlak van inwendige kwaliteit. Op het praktijkpunt
werden geen pitafwijkingen vastgesteld,
bij Inagro werd bruine pit heel beperkt
vastgesteld. Roodverkleuring kwam zo goed
als niet voor.
Safaritolerant ras Absolue
onder de loep
Het safaritolerante ras Absolue is geschikt voor
de forcerie vanaf mei tot oktober/november.
Net als bij Sweet Lady, het andere ras van Hoquet,
behoorde de opbrengst en het trekrendement
van Absolue tot de laagste van deze
vergelijking. Algemeen vragen rassen van Hoquet
een iets warmer en vlakker temperatuurverloop.
De forceercondities afstemmen op
het te forceren ras is dus uitermate belangrijk.
Op de praktijkcentra worden de verschillende
witloofrassen geforceerd bij één specifiek
forceerregime. Hierdoor kan niet elk ras of
herkomst onder de meest optimale condities
worden geforceerd. De pitlengte van Absolue
bleef met een gemiddelde van 35% ver onder
50%. In beide forceerregimes toonde Absolue
2,0
1,5
1,0
0,5
0,0
Index rood (0-5)
Roodverkleuring
zich weinig gevoelig voor pitafwijkingen en
roodverkleuring.
Opnieuw groot aanbod
voor de late forcerie
Roodverkleuring (%)
100
Vintor (Hoquet) is het Belgische referentieras
met gekende eigenschappen en kan geforceerd
worden vanaf maart tot eind oktober.
De productiviteit en sortering tijdens de late
forcerie zijn goed. Vintor was in vorige proeven
gevoelig voor bruine en rode pit, maar in deze
proef komt alleen bruine pit slechts in beperkte
mate voor. Vintor is gemiddeld gevoelig voor
roodverkleuring.
Flexine (Vilmorin) is het Franse referentieras.
In deze periode kent het ras een zeer goede
productiviteit en sortering. De optimale forceerperiode
situeert zich van april tot juli,
maar je kan het ras makkelijk tot in het najaar
forceren. Flexine heeft een goede inwendige
kwaliteit: pitafwijkingen en roodverkleuring
komen weinig voor.
Daufine (Vilmorin) is een productief ras, maar
vraagt een beperkt aantal velddagen en een
gematigde forcerie voor een goede sortering.
Daufine werd alleen geforceerd in Herent. Het
ras is gevoelig voor pitafwijkingen. In deze forcerie
kwamen appelpit en holle pit slechts in
heel beperkte mate voor. Daufine is gevoelig
voor roodverkleuring. Ook dit jaar kwam roodverkleuring
bij 60% van de kroppen voor.
First Lady (Hoquet) heeft in de late forcerie een
gemiddelde tot goede opbrengst en sortering.
Dit jaar behoorde First Lady tot de best scorende
rassen op het vlak van opbrengst. First
80
60
40
20
0
Herent
Beitem
Graincourt
Arras
Herent
Beitem
Arras
Graincourt
Herent
Beitem
Graincourt
Arras
Herent
Beitem
Graincourt
Arras
Herent
Beitem
Graincourt
Arras
Daufine
First Lady
Topmodel
Index rood
Praktijkpunt Landbouw
Sweet
Vintor Flexine Laurine Lady Absolue Herent
2,0
1,5
1,0
0,5
0,0
index rood (0-5)
Lady vraagt een fijnere wortel en gematigde
forceertemperaturen. Door de compacte groei
is er risico op gescheurde blaadjes in de krop.
Het ras heeft een goede inwendige kwaliteit en
weinig of geen roodverkleuring.
Podium (Hoquet) is eerder een laat ras met
een korte pit. Dit ras werd alleen geforceerd in
Beitem. De productiviteit was dit jaar minder
goed. Podium kent een mooie kwaliteitssortering.
Vergeleken met andere rassen komen
bij Podium weinig pitafwijkingen voor. Podium
kende dit jaar een meer dan gemiddelde graad
van bruine pit.
Topmodel (Hoquet) is een productief ras met
een goede uitwendige kwaliteit. Er komen relatief
weinig pitafwijkingen voor bij Topmodel.
In vorige jaren bleek Topmodel gevoelig voor
roodverkleuring, maar in deze forcerie was dat
te verwaarlozen. De optimale forceerperiode
van Topmodel start in de zomer, en loopt tot
het einde van het seizoen, waardoor het optimum
nu nog niet werd bereikt.
Y. Cornelis, R. Van Rossum & W. Snyers
Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant, Herent
P. Maenhout & M. Willaert
Inagro, Rumbeke-Beitem
copyright Proeftuinnieuws
Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
| 45 |
AGENDA
M\l CoolStack ®
MechaTronix
www.horti-growlight.com
I j
. ' I
.,
THE NEXT DIMENSION IN
LED GROW LIGHTS
/.
■II
Performance
De eerste volwaardige
SON-Tvervanger met
40% meer licht
opbrengst bij gelijk
verbruik. Licht
groeispectrum in functie
van je kweekdoel en
aangepaste lenzen voor
diepere gewas
penetratie geven het
ultieme groeiresultaat.
Modularity
Daar het rendement van
groei LEDs nog drastisch
zal veranderen de
komende jaren geven we
je de mogelijkheid de
lampen te upgraden in
de toekomst met een
minimale herinvestering.
e
Quality
Met een levensduur van
75.000 branduren en
een garantie van 5 jaar
staan we voor de
hoogste kwaliteit. Het
armatuur is volledig
IP67 waterdicht wat
reiniging met hoge druk
toe laat.
PROEFTUINWERKING
Openvelddag witloof en innovatieve teelten – Praktijkpunt
Landbouw
Ook dit jaar stelt het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant het onderzoek
naar witloof en innovatieve teelten voor, maar deze keer in een aangepast
corona-programma. De rondgang zal buiten in groepen van maximaal
tien personen plaatsvinden, een mondmasker wordt aangeraden. Zo
wordt de veiligheid maximaal gegarandeerd.
Programma
- Ken je bodem met de BodemIDee
- Rassenproef koolzaad
- Kleinschalige automatisatie – CIMAT
- Quinoa en soja
- Onkruidbeheersing bij goudsbloem
- Druppelirrigatie in witloof
- Rassenproef witloof
- Opkomst en kwaliteit witloof
- Innovatieve spuittechnieken
- Mechanische onkruidbeheersing op ruggen
- Bemesting in witloof
Praktisch
Datum: woensdag 1 juli; rondgangen starten om 14.00 uur, 14.20 uur en
tussen 18.40 en 20.00 uur elke 20 minuten. De rondgang duurt ongeveer
2,5 uur.
Locatie: Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant, Blauwe Stap 25, 3020
HERENT.
Inschrijven verplicht
Deelname is gratis, maar inschrijven is vanwege de coronamaatregelen
verplicht via www.vlaamsbrabant.be/openvelddag. Als de openveldag in
deze vorm toch niet zou mogen doorgaan, dan brengt het praktijkpunt je
zo snel mogelijk op de hoogte van het alternatief.
Virtuele rondleiding praktijkcentrum insectenkweek – Inagro
Het onderzoek naar industriële insectenkweek blijft groeien. Ben je (als
starter) actief in de sector en benieuwd naar de aanpak van Inagro? Normaal
organiseerde Inagro iedere maand een bezoek aan de onderzoeksruimtes
en kweekcellen, maar door de coronamaatregelen moesten ze
de fysieke rondleidingen schrappen. Er is nu een alternatief: tijdens een
webinar krijg je een virtuele rondleiding in het praktijkcentrum insectenkweek.
Praktisch
Datum: vrijdag 3 juli, om 13.00 uur
Contactpersoon: jonas.claeys@inagro.be, 051/27 32 35
Gratis deelname, inschrijven via www.inagro.be/inschrijven
Meer info: www.inagro.be/agenda.
copyright Proeftuinnieuws
■
| 46 | Proeftuinnieuws 12 | 26 juni 2020
copyright Proeftuinnieuws
Conserve Pro
Boomerang
Groot koolwitje Klein koolwitje Koolmotje
Koolvliegmaden
Tracer
Kooluil
De ideale oplossing in alle kolen tegen
koolvlieg en alle koolrupsen
• Spinosad, een biologisch middel van natuurlijke oorsprong
• Spinosad blijft ook bij hoge temperaturen actief
• Spinosad, de belangrijkste nuttige insecten worden gespaard
P : Product voor professioneel. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
Voor verdere productinformatie met inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be
Organic Farming
copyright Proeftuinnieuws
www.corteva.com
Dol 0420