Kijk editie 6
Wetenschap bedrijven is een kwestie van vallen en opstaan. Fouten maken hoort erbij. Maar sommige vergissingen zijn zo knullig dat ze een facepalm verdienen. Verbijt u bij acht onnodige blunders uit de wetenschap. Wetenschap bedrijven is een kwestie van vallen en opstaan. Fouten maken hoort erbij. Maar sommige vergissingen zijn zo knullig dat ze een facepalm verdienen. Verbijt u bij acht onnodige blunders uit de wetenschap.
WWW.KIJKMAGAZINE.NL NR. 6 / 2019 / € 6,25SUPERAANBIEDINGIN DEAANVAL!VLIEGLESBOVEN DEPOLDERVERLEGT JE HORIZONDE GROOTSTEBLUNDERSUIT DE WETENSCHAP10619 10817POLLENMEER DANIRRITANTZWART GATTOT HETGAATJE VOOREEN PLAATJEZUINIGDATACENTERSHOUDEN HETHOOFD KOELRUSTÂGH!LUI ZIJN ISZO GEKNOG NIETAP AP8 718972 500245 500450
- Page 2 and 3: Tekst: Laurien Onderwater | Beeld:
- Page 4 and 5: 62WAARZEGGERDe Japanse seismoloog K
- Page 6 and 7: Tekst: Laurien Onderwater, Naomi Vr
- Page 8 and 9: BIJLES?Als je Lee Sedol, de Zuid-Ko
- Page 10 and 11: CRISPR-chip spot mutatiesApollo 11:
- Page 12 and 13: VERZAMELBANDBewaar je jaargang KIJK
- Page 14 and 15: HALL OF SH8 WETENSCHAPPELIJKE BLOOP
- Page 16 and 17: Albert Einstein besloot in 1936 dat
- Page 18 and 19: De National Geographic Society expo
- Page 20 and 21: Nadat de Hubble-telescoop in1990 me
- Page 22 and 23: SÉOLE LAAT BINNENSKAMERSDE ZON SCH
- Page 24 and 25: ISTOCK/GETTY IMAGESWAAROM LUIEREN G
- Page 26 and 27: Piet Lak, nachtwacht van het Amster
- Page 28 and 29: Uitstelgedrag wordt volgens psychol
- Page 30 and 31: WAT GEBEURDE ER MET PAUL REDFERN?Ve
- Page 32 and 33: Paul Redfern werd op 24 februari 19
- Page 34 and 35: De filmmaatschappij Paramount wilde
- Page 36 and 37: Tekst: Naomi VreeburgStuifmeelPOLLE
- Page 38 and 39: SPL/ANP SPL/ANPFrisse boelDit lijke
- Page 40 and 41: ZaadpraatTijd voor een lesje biolog
- Page 42 and 43: PolonaiseDeze plaat is een beetje d
- Page 44 and 45: HOE DATACENTERS HET HOOFD KOEL HOUD
- Page 46 and 47: Nederland telt meer dan 200 datacen
- Page 48 and 49: Als Nederland alle restwarmte vanda
- Page 50 and 51: SPECIALDe10De allerleukste lijstjes
WWW.KIJKMAGAZINE.NL NR. 6 / 2019 / € 6,25
SUPERAANBIEDING
IN DE
AANVAL!
VLIEGLES
BOVEN DE
POLDER
VERLEGT JE HORIZON
DE GROOTSTE
BLUNDERS
UIT DE WETENSCHAP
10619 10817
POLLEN
MEER DAN
IRRITANT
ZWART GAT
TOT HET
GAATJE VOOR
EEN PLAATJE
ZUINIG
DATACENTERS
HOUDEN HET
HOOFD KOEL
RUSTÂGH!
LUI ZIJN IS
ZO GEK
NOG NIET
AP AP
8 718972 500245 500450
Tekst: Laurien Onderwater | Beeld: Abir Sultan/EPA/ANP
2 6/2019
Gra(a)fwerk
Wat doe je als stad wanneer je grootste
begraafplaats vol dreigt te raken? Dan bouw
je een enorm ondergronds tunnelsysteem
waar overledenen kunnen worden opgeborgen.
Dat is in ieder geval hoe Jeruzalem
dit probleem probeert op te lossen. De
Israëlische hoofdstad laat in een kunstmatige
grot, 50 meter onder de begraafplaats
Har HaMenuchot, maar liefst 22.000 gaten
boren. Elk gat is 70 centimeter breed en 2,10
meter lang; groot genoeg dus voor één persoon.
Willen nabestaanden een graf bezoeken,
dan moeten ze eerst de lift nemen en
vervolgens een soort golfkarretje pakken
om erheen te rijden. Een hypermoderne
oplossing voor een eeuwenoude stad.
6/2019 3
62
WAARZEGGER
De Japanse seismoloog Kosuke
Heki denkt dé manier te hebben
gevonden om aardbevingen te
voorspellen.
51
CONSERVATIEF
INTERVIEW Socioloog Niels Blom
ontdekte dat relaties er niet beter op
worden als de vrouw meer verdient
dan de man. Hoe zit dat?
6
COMMUNICATIE 2.0
KIJK KORT Vissen en bijen babbelen
met elkaar, het maag-darmstelsel laat
weten welk drankje écht dorstlessend
is en meer wetenschaps- en technieuws.
60 SPELEDINGEN
TECH-TOYS De eerste sneeuwbol met
een platte aarde, een apparaatje om je
hond te kalmeren en een hypermoderne
fiets. Voor ieder wat wils in onze
gadget rubriek.
13 STRESSTEST
COLUMN Honden elektrische schokken
toedienen, is wreed, maar het leverde
een belangrijk diermodel voor depressie
op. Hoe? Willem van der Does legt
het uit.
14 BLOOPERREEKS
Hoewel we vaak denken dat wetenschappers
geniaal zijn, hebben ze de
(on)nodige missers op hun naam staan.
Acht voorbeelden.
22 HOT!
NEDERTECH Heb jij het altijd steenkoud
op je werk en weigert je collega
de airco uit te zetten? Het persoonlijke
klimaatsysteem Séole komt dan als geroepen.
24 RELAX
Luieren zit in het verdomhoekje, maar
wie naar het wetenschappelijk bewijs
kijkt, zal zien dat het zo slecht nog niet
is om af en toe te lanterfanten.
66 STERHOPPEN
FAR OUT Vier astronomen hebben een
geavanceerde computersimulatie gebruikt
om te achterhalen hoe snel
buitenaardse wezens een
sterrenstelsel kunnen
koloniseren.
68
AIR COMBAT
EUROPE
Zelf een doelwit
uitzoeken, de route
ernaartoe uitstippelen
en er een
duikvlucht op uitvoeren?
Journalist
Nick Kivits durfde het
aan. En jij kunt dezelfde ervaring
opdoen.
76 ENERGIEVERSPILLING?
KIJK ANTWOORDT Pak je waaier er
maar bij, want de zomerhitte staat voor
de deur. Maar heeft dat wapperen eigenlijk
wel nut? En meer levenskwesties
in onze vragenrubriek.
Vlieg
mee!
Zie pagina
74
36 POLLENPORTRET
IN BEELD Wie last van hooikoorts
heeft, zit natuurlijk niet op pollen te
wachten. Gelukkig zijn deze prachtfoto’s
van stuifmeelkorrels helemaal niemand
tot last.
79 POK!
COLUMN Hollywood heeft een simpele
oplossing voor geheugenverlies door
een kopstoot: een tweede beuk tegen
het hoofd. Ronald Veldhuizen klapt
bovenop deze mythe.
54
zwart
LANGVERWACHT
Het heeft nogal wat voeten in de
aarde gehad, maar daar is-ie dan
eindelijk: de eerste foto van een
gat.
4 6/2019
36
54
44
meer
30
verhalen
44
14
OVERLOAD
Hoe houden datacenters hun energieverbruik
zo laag mogelijk nu we steeds
op het internet uitvoeren?
MYSTERIE
Over de vermissing van Paul Redfern,
de piloot die vanuit de VS naar Rio de
Janeiro wilde vliegen, doen vreemde
de ronde.
74
24
EDITORIAL
KESSELER
NAVIGATIE
I
n deze KIJK hebben we twee artikelen
waarin navigeren centraal staat. Het
eerste gaat over de avonturier Paul
Redfern die in 1927 in zijn Stinson Detroiter van de
VS naar Rio de Janeiro wilde vliegen. Tegenwoordig
stelt zo’n hopje van 7000 kilometer niet zoveel
meer voor, maar in de beginjaren van de luchtvaart
was het nog wel een dingetje, zoals dat heet.
Zeker omdat er nog geen sprake was van iets als
radar en Redfern dus alleen op basis van kompas
en kaart de koers richting Rio kon bepalen. Op
zeker moment moest hij zelfs met behulp van een
briefje de hulp inroepen van de kapitein van een
Noors vrachtschip. (Hoe dat precies in zijn werk
ging, lees je op pagina 30 en verder.) Kort daarna
verdween de Amerikaanse vliegenier in de groene
hel van de Venezolaanse jungle.
Aan dat verhaal moest ik denken toen ik onze
eigen luchtheld Nick Kivits op het vliegveld van
Lelystad in een Blackshape Prime BS100 zag
stappen. Nick had zijn eigen koers uitgezet en
ging onder begeleiding van de doorgewinterde
F-16-vlieger Bob ‘Bobba’ Bakker op zoek naar de
Ketelbrug. Niet in een rechte lijn, maar via verschillende
strak getimede legs: punten op de kaart
die uiteindelijk bij de Ketelburg uitkomen. En die
zouden ze dan compleet platbombarderen… Nou
ja, zogenaamd dan.
Nick is freelancer en dus niet in dienst van KIJK,
maar toch stond ik een beetje met een knoop in
mijn maag toe te kijken hoe hij werd vastgesnoerd
en het toestel vervolgens de startbaan af denderde.
Je wilt nou eenmaal niet dat de man, vader
van twee bloedjes van kinderen en bovendien een
buitengewoon aardig mens, ergens in de groene
hel van de Flevopolder verdwijnt. Een onredelijke
angst overigens, want dankzij de meereizende
F-16-vlieger zit je in de cockpit van een Blackshape
veiliger dan in je auto terug naar huis.
Na dik drie kwartier was Nick heelhuids terug op
aarde. Met een grote grijns op zijn gezicht en een
hoofd vol informatie over
wat er allemaal bij komt
kijken om precies op het
juiste moment een bom
op een doelwit te krijgen.
Nicks avontuur kun jij als
trouwe lezer van KIJK
ook beleven (zie de
aanbieding op
pagina 74). Die
grote grijns krijg
je er gratis bij.
André Kesseler is hoofdredacteur van KIJK.
Reageren op deze column?
Schrijf naar info@kijkmagazine.nl.
BEELD COVER: U.S. LIBRARY OF CONGRES, BEELDBEWERKING BERT VAN DEN BROEK/IDETIF, SPL/ANP. BEELD INHOUD: THE PAUL RINALDO REDFERN AVIATION SOCIETY OF COLUMBIA, ISTOCK/GETTY IMAGES, EHT COLLABORATION, US NAVY, STUDIO 5982
6/2019 5
Tekst: Laurien Onderwater, Naomi Vreeburg, André Kesseler, Karlijn Klei
EEN ZORG MINDER
Ben jij zo’n brave Hendrik die altijd
op ‘Hardware veilig verwijderen’ klikt
voordat je de USB-stick uit je computer
trekt? Goed nieuws: Microsoft
past een standaardinstelling aan in de
laatste versies van Windows 10, waardoor
dit niet meer nodig is. Het kan
hierdoor wel wat langer duren om
bestanden over te zetten van of naar
een stick. Maar in paniek raken wanneer
je het ding er per ongeluk in één
keer uitjast, is in ieder geval niet meer
nodig. Al lapte de meerderheid het
advies van Microsoft toch al jaren aan
de spreekwoordelijke laars. Stelletje
waaghalzen!
Bronnen: Gizmodo, AD.nl
KOPIEERGEDRAG
Politiehonden zijn niet meer weg te
denken uit het blauwe team. Maar
voordat een pup tot een slimme
Sherlock Holmes is opgeleid, ben je
vijf jaar verder. Bovendien kost zo’n
training een hoop geld. Daar hebben
de Chinezen geen zin in. Ze komen
daarom met een snellere methode:
klonen. Wetenschappers haalden
wat huidcellen uit een van de beste
Chinese politiehonden en kopieerden
haar DNA. Het resultaat was het
hondje Kunxun. Volgens een onderzoeker
heeft deze pup nu al een sterke
reukzin en is ze erg sociaal en alert.
Eén probleempje: klonen is eveneens
reteduur…
Bronnen: Reuters, China Daily
RAMPENPLEK
Een geluk bij een ongeluk. Tijdens
het bergen van de MSC Zoe – het
schip dat aan het begin van dit jaar
honderden containers verloor –
kwam een interessant wrak aan het
licht. Ten noorden van de Waddeneilanden
vonden de bergingswerkers
namelijk het oudste Nederlandse
schip dat de oceanen kon bevaren.
Tussen 1536 en 1550 zou het vaartuig
zijn gezonken, met aan boord
een lading koperen platen. Als het
schip veilig zijn bestemming (vermoedelijk
Antwerpen) had bereikt,
was het koper mogelijk gebruikt om
munten te slaan, destijds een nieuw
verschijnsel.
Bronnen: Volkskrant.nl, Nu.nl
Bijen en vissen ‘pr
‘Maag-darmstelsel reguleert
Een experiment bij muizen lijkt erop te duiden dat
‘sensors’ in de ingewanden vaststellen of een vloeistof
daadwerkelijk hun dorst heeft gelest.
Het mag dan lekker zijn, na een bak chips of een flinke
puntzak patat is de behoefte aan drinken groot.
Hoe het brein precies registreert wanneer je dorst
hebt en wanneer de dorst is gelest, was tot nu toe
niet helemaal duidelijk. Maar neurowetenschappers
van de Universiteit van Californië in San Francisco
namen deze kwestie met succes onder de loep.
Onderzoekers dachten dat een bepaald gebied in
onze hersenen aan de hand van lichaamssignalen,
zoals een droge keel, bepaalt of je dorst hebt of
niet. Bij experimenten met dorstige muizen ontdekten
Amerikaanse wetenschappers in 2016 dat bepaalde
neuronen rap uitschakelden als de beestjes
een slokje water hadden genomen – dus vrijwel
direct nadat hun keel met de vloeistof in aanraking
was gekomen.
Dit leek aan te tonen dat een droge keel een rol
speelt bij dorst. Maar zout water, dat op zijn zachtst
gezegd niet dorstlessend is, had bij die zenuwcellen
hetzelfde resultaat. Opvallend genoeg was dat
wel slechts tijdelijk, alsof een latere check het oordeel
‘dit is dorstlessend’ terugdraait. Maar welk
lichaamsdeel zorgt voor dát signaal?
Dat moet het maag-darmstelsel zijn, constateren
de Californische wetenschappers nu, na een ander
experiment bij muizen. Wanneer ze namelijk zoet
water direct in de maag van een muis brachten,
schakelden de betreffende neuronen eveneens uit,
maar bij het toedienen van zout water bleven ze
actief.
De resultaten van dit onderzoek en van de studie
uit 2016 suggereren dat de signalen van de keel
ervoor zorgen dat het brein het dorstgevoel tijdelijk
uitschakelt. Vervolgens controleren zenuwcellen
met behulp van ‘sensors’ in het maag-darmkanaal
of de dorst daadwerkelijk is gelest. Deze sensors
liggen volgens de onderzoekers waarschijnlijk aan
het begin van de dunne darm.
“Het is de eerste keer dat we in realtime hebben
waargenomen hoe enkele neuronen signalen van
verschillende delen van het lichaam aan elkaar
koppelen om gedrag als drinken te reguleren”,
zegt Zachary Knight, een van wetenschappers die
het onderzoek uitvoerden. In de toekomst hoopt
het team onder andere te achterhalen hoe factoren
als stress of lichaamstemperatuur invloed op dorst
en eetlust uitoefenen. KK
Bronnen: Nature, Howard Hughes Medical Institute
KNIGHT LAB/UCSF/HHMI
6 6/2019
Nieuws uit de wereld van wetenschap en technologie heet van de naald lezen?
Reageren op een bericht? Ga naar www.kijkmagazine.nl!
aten’ via robots
EPFL
Door kleine robots als tolk in te zetten, zijn onderzoekers
erin geslaagd twee verschillende
diersoorten met elkaar te laten communiceren.
Walvissen zingen, wolven huilen, kikkers kwaken,
bijen dansen en sommige vissen verschieten van
kleur om elkaar iets duidelijk te maken. Aangezien
verschillende diersoorten er allemaal hun
eigen manier van communiceren op nahouden,
zul je nooit vissen aantreffen die ‘in gesprek’ zijn
met bijen. En toch is dat Zwitserse onderzoekers
gelukt. Soort van. Robots traden als tolk op.
Dit onderzoek borduurde voort op eerdere experimenten
die zijn gedaan met een school zebravissen.
Wetenschappers ontwikkelden toen een
robot die realistisch genoeg was om deze dieren
te laten denken dat hij een van hen was. Al snel
begonnen de vissen hem als leider te zien en gingen
ze hem volgen.
In het nieuwe experiment plaatsten de onderzoekers
twee robots bij een zwerm bijen en eentje bij
een school vissen. De bots waren zo ingesteld dat
ze met deze dieren konden communiceren. In
het geval van de bijen lieten ze aan de hand
van onder meer trillingen en temperatuurvariaties
zien wat ze kenbaar wilden maken.
De vissenbot deed dit door middel van
dorst’
staartbewegingen en trillingen. Elke robot sloeg
de signalen van ‘zijn’ diersoort op en seinde die
door naar de andere robot. Die vertaalde het bericht
naar signalen die zijn groep begreep. Een
voorbeeld. De vissen konden met de klok mee of
tegen de klok in zwemmen. Wanneer ze met de
klok mee bewogen, activeerde de robotvis een
van de robots bij de bijenzwerm. Die zorgde er
op zijn beurt voor dat de bijen naar hem toe
vlogen. En vice versa: wanneer de bijen naar
hun robot toe bewogen, instrueerde de vissenbot
zijn dieren om tegen de klok in te
zwemmen. Extra opmerkelijk is dat de robots dit
voor elkaar kregen terwijl ze zo’n 700 kilometer
van elkaar verwijderd waren. LO
Bronnen: Science Robotics, EPFL, New Atlas
Museumgids:
“Mensen bezoeken
ons vanuit alle hoeken
van de wereld.”
Ik: “De hoeken van
een bol?”
Museumgids: “Wees toch
niet zo’n wetenschapper!”
Hoogleraar theoretische natuurkunde
Robbert Dijkgraaf blijft zelfs tijdens een
cultureel tripje exact denken.
Bron: Twitter
n Neuronen die dorst
monitoren, schakelen
uit wanneer muizen een
slok drinken nemen. Ze
switchen echter rap weer
aan (groen en rood) als
het maag-darmstelsel
merkt dat het om zout
water gaat.
AAN HET WOORD
“Dit zijn de directe
slachtoffers van
de Chicxulubinslag”
Er zijn fossielen ontdekt die
teruggaan naar de ‘sterfdag’
van de dinosauriërs.
KIJK sprak met een van de
onderzoekers, Jan Smit (Vrije
Universiteit), over deze vondst.
Wat hebben jullie ontdekt?
“Een bijzondere zand- en kleilaag in de Amerikaanse
staat North Dakota. Deze laag is afgezet
in een rivierdal door een tsunami die
ontstond door de Chicxulub-meteorietinslag
in Mexico. Deze inslag betekende het einde
van onder andere de dinosauriërs. De kleilaag
zit vol met heel goed bewaarde fossielen van
organismen die toen leefden.”
Waarom is dit zo bijzonder?
“Omdat we in deze kleilaag de directe slachtoffers
van de meteorietinslag vonden. Dat
weten we omdat tektieten (glasbolletjes; zie
de foto – red.), die uit de meteorietkrater zijn
weggeslingerd, in de kieuwen van de ontdekte
vissen zijn blijven steken. Dat kan alleen als
die vissen toen nog in leven waren.”
Wanneer is deze plek ontdekt?
“In 2008 ontdekten fossielenverzamelaars
hier de vissenfossielen. Voor de wetenschap
is de plek overgedragen aan paleontoloog
Robert DePalma. Vervolgens heeft hij er de
details ontdekt, zoals de vissen met tektieten,
dinosaurusveren en eieren met embryo’s van
een vliegende sauriër.”
Wat leren we van deze vondst?
“Vrijwel iedere fase van de meteorietinslag is
in de tsunami-lagen bewaard gebleven. Daardoor
weten we nu dat na vijftien minuten de
eerste tektieten aankwamen in North Dakota.
Deze glasbolletjes lieten de hemel als een
straalkachel gloeien, waardoor bosbranden
ontstonden. Een paar uur later kwamen tektieten
neer die wel honderd keer zwaarder waren
en putjes in de tsunami-lagen sloegen. En
ten slotte, toen alle klei bezonken was, dwarrelde
stof naar beneden met de verdampte
resten van de meteoriet zelf.” NV
ROBERT DEPALMA
6/2019 7
BIJLES?
Als je Lee Sedol, de Zuid-Koreaanse
wereldkampioen Go, kunt verslaan,
moet een wiskundetoets een eitje
zijn. Google’s DeepMind, het deeplearning-systeem
dat Sedol een
poepie liet ruiken, haalde echter
een schamele 3,5 bij een middelbareschooltest.
En dat terwijl het algoritme
vooraf uitgebreid was getraind
op onder andere algebra en kansberekening.
Waar het misging? Het
programma leek niet te snappen hoe
het de woorden, symbolen en functies
in een vraagstuk naar de daadwerkelijke
‘sommen’ moest vertalen.
Mensen hebben hier veel minder
moeite mee. We hoeven ons dus nog
niet op alle terreinen gewonnen te
geven aan kunstmatige intelligentie.
Bronnen: ArXiv.org, Futurism
DEET 2.0
Word je ook elke zomer lekgeprikt
door muggen? Dat kan komen doordat
je zuur zweet hebt; de geur daarvan
trekt de insecten aan. Onderzoekers
hebben nu ontdekt dat Ir8a,
een gen dat medeverantwoordelijk is
voor de detectie van geurstoffen, hier
een rol bij speelt. Als de wetenschappers
het gen bij muggen uitschakelen,
worden mensen minder aantrekkelijk
voor ze. Alle muggen genetisch
modificeren dus? Ze doodslaan is nog
altijd een stuk sneller. Er zou wel kunnen
worden gezocht naar stoffen die
de geurdetectie van Ir8a verstoren,
om die te verwerken in een anti-muggenspray.
Maar een beetje vlot graag,
want het is alweer bijna muggentijd.
Bronnen: Current Biology, Cell Press
LANCEERBEVALLING
Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak
plaats, maak plaats, we hebben ongelofelijke
haast! Het liedje van Herman
van Veen is de rap ronddraaiende
neutronenster J0002 op het lijf geschreven.
Met een snelheid van bijna
4 miljoen (!) kilometer per uur (dat is
1111 kilometer per seconde) spoedt
deze pulsar zich van zijn geboorteplaats
vandaan. Deze plek ligt in het
centrum van een supernova-restant,
een nevel die overblijft wanneer een
zware ster ontploft. De explosie
heeft de neutronenster tijdens zijn
geboorte een flinke schop gegeven,
waardoor hij deze enorme snelheid
meekreeg. Heftig begin van zijn
bestaan...
Bron: allesoversterrenkunde.nl
Nieuw soort cockpit ruit
moet laserstralen weren
NASA/JPL-CALTECH/CORNELL/ASU
Je zou er bijna sentimenteel van worden: de NASA
heeft de allerlaatste 360-graden-beelden van de
Marsrover Opportunity met de wereld gedeeld.
So long, adios, auf Wiedersehen! In februari maakte
de NASA bekend dat het Marskarretje Opportunity
er de brui aan had gegeven. Een heftige
stofstorm op de rode planeet deed het robotvoertuig
de das om. Maar niet voordat er nog een flink
aantal kiekjes waren geschoten. De Amerikaanse
ruimtevaartorganisatie stelde uit deze Marsfoto’s
een 360-graden-panorama samen.
ISTOCK/GETTY IMAGES
Niet alleen drones zijn gevaarlijk voor vliegtuigen;
ook laserpennen kunnen piloten een hoop
problemen bezorgen. Maar er wordt aan een oplossing
gewerkt.
Elk jaar krijgen piloten ermee te maken: laserpennen
die in hun ogen schijnen en hen verblinden.
In 2017 was alleen al in de Verenigde Staten sprake
van 6754 van dergelijke incidenten. Maar een groep
Amerikaanse onderzoekers werkt nu aan een scherm
dat de hinderlijke (en dus gevaarlijke) laserstralen
moet tegenhouden.
Het is best lastig om iets te bedenken dat het licht
van alle laserpennen blokkeert. De pointers kunnen
namelijk licht op allerlei verschillende golflengtes
uitzenden. (Die wij vervolgens waarnemen als
de kleuren rood, blauw of groen.) De meeste antilasersystemen
die tot nu toe zijn ontwikkeld, werken
maar bij één bepaalde golflengte.
Dat hebben de Amerikaanse onderzoekers weten
te verhelpen door gebruik te maken van MBBA.
Deze stof is in vloeibare toestand transparant en in
zijn vaste vorm ondoorzichtig. Het team plaatste de
doorzichtige oplossing tussen twee vierkante glasplaatjes
van 2,5 bij 2,5 centimeter. Door daar een
spanning op te zetten, werd het vloeibare, transparante
MBBA vast en ondoorzichtig.
Dit blokkeert 95 procent van het inkomende laserlicht,
ongeacht of dat nou groen, blauw of rood was.
Bovendien activeren de lasers zelf de faseverandering.
Zodra het laserlicht door een weerstand wordt
gedetecteerd, zet het systeem automatisch spanning
op het MBBA, waardoor het ondoorzichtig
wordt. Maar als het laserlicht verdwijnt, kun je
weer door de oplossing heen kijken.
Zoals gezegd gebruikten de wetenschappers voor
dit experiment kleine glasplaten en is het de vraag
of deze methode ook ‘in het groot’ werkt. Dat hopen
de onderzoekers de komende tijd te ontdekken. LO
Bronnen: American Chemical Society, New Atlas
Dit was het laatste uitzicht van
De rover schoot de beelden op zijn laatste rustplaats:
Perseverance Valley (Vallei der Volharding),
gelegen aan de westelijke rand van de
Endeavourkrater. Tussen 13 mei en 10 juni 2018
nam hij hier 354 afzonderlijke snapshots. De op
zonne-energie werkende Opportunity kon ze
nog net naar de aarde sturen voordat de storm
hem zijn levenslicht ontnam. Als je goed kijkt,
zie je dat een paar frames van het panorama
linksonder zwart-wit zijn. ‘Oppy’ had door de
naderende storm geen tijd meer om deze locaties
8 6/2019
Cijfers
BRONNEN: PNAS, THE GUARDIAN
‘Sporen van enorm krachtige
zonnestorm ontdekt’
Er lijken bewijzen te zijn gevonden dat een van
de hevigste zonnestormen ooit zo’n 2700 jaar
geleden de aarde wist te bereiken.
We kennen de zon als een kosmische buurman die
ons van licht en warmte voorziet. Maar uitbarstingen
op deze ster kunnen voor aardig wat problemen
op aarde zorgen. Bij zogeheten zonnestormen
komen namelijk elektrisch geladen deeltjes vrij die
in staat zijn om gps-systemen en communicatiemiddelen
te verstoren.
SPECS
Naam: Opportunity (officieel:
Mars Exploration Rover - B)
Gelanceerd: 7 juli 2003
Marslanding: 25 januari 2004
Afmetingen: 1,6 m x 2,3 m x 1,5 m
Max. snelheid: 5 centimeter per seconde
Officiële ‘sterfdatum’: 13 februari 2019
Op Mars afgelegde afstand: 45,16 kilometer
Opportunity
met zijn groen- en violetfilters vast te leggen.
Voordat dit stukje helemaal zielig wordt: een
vrolijke noot aan het eind. Opportunity was
ontworpen om gedurende negentig Marsdagen
(een dag duurt daar 24 uur en 37 minuten)
slechts één kilometer af te leggen. Maar het
werd meer dan 45 kilometer en hij reed maar
liefst vijftien jaar op de rode planeet rond.
Oppy heeft dus een welbesteed leven achter
de rug. NV
Bronnen: NASA, New Atlas
Zo zorgde een krachtige zonnestorm er in 1859 voor
dat telegraaflijnen onder stroom kwamen te staan
en telegrafisten werden geëlektrocuteerd. Maar
volgens recent onderzoek vond 660 jaar voor Christus
een zonnestorm plaats die minstens tienmaal
krachtiger was dan die van 1859.
Hoe de wetenschappers dit hebben achterhaald?
Wanneer hoog-energetische deeltjes afkomstig
van de zon richting de aarde reizen, stuiten ze op
de stratosfeer (een laag in de dampkring). Hier
botsen ze met atoomkernen, waardoor radioactieve
isotopen van koolstof, beryllium en chloor ontstaan.
Deze isotopen blijven vervolgens bewaard in
groeiringen en ijskernen.
In 2017 ontdekten onderzoekers in de groeiringen
van een boom in Californië al aanwijzingen dat deze
reusachtige zonnestorm om en nabij 660 v.Chr. had
plaatsgevonden. Ze zagen namelijk een piek in de
isotoop koolstof-14. Deze piek hoeft echter niet per
se het gevolg te zijn van een zonnestorm. Een uitbarsting
van gammastraling op een magnetar (een
extreem magnetische neutronenster) kan eveneens
voor een grote hoeveelheid van deze isotoop hebben
gezorgd.
Maar bij nieuw onderzoek is in twee ijskernen op
Groenland een piek in de isotopen beryllium-10 en
chloor-36 gevonden. Deze pieken zijn eveneens
rond 660 v.Chr. veroorzaakt en versterken het idee
dat dit met een zonnestorm te maken heeft. Al is
daarmee een uitbarsting op een magnetar nog
steeds niet geheel uitgesloten.
Wat we nu nog met deze informatie kunnen? Astrofysicus
Jacco Vink (Universiteit van Amsterdam)
legt het uit: “Zonne-uitbarstingen komen regelmatig
voor, maar we weten niet hoe explosief ze
kunnen zijn en hoe vaak ze optreden. Dit soort
‘archeologische’ metingen kunnen ons helpen om
antwoorden op deze vragen te vinden.” En misschien
is deze kennis ook te gebruiken om ons beter
te wapenen tegen zonnestormen. NV
Bronnen: PNAS, The Guardian
4Aantal poten dat een oerwalvis had
waarvan de resten onlangs zijn ontdekt
in 42,6 miljoen jaar oud sediment
in Peru. Dankzij deze poten
was het dier in staat om zich ook
op het land voort te bewegen.
De zee bood echter meer voedsel
en dat maakte het water uiteindelijk
een geschiktere leefomgeving voor
walvisachtigen.
Bronnen: Current Biology, Volkskrant.nl
16.500
Bedrag in euro’s dat kandidaten
ontvangen als ze een experiment
van de Duitse ruimtevaartorganisatie
DLR ondergaan.
60
Aantal dagen dat je in bed moet liggen
om bovenstaande vergoeding te
krijgen. Het bedproject is onderdeel
van een onderzoek naar het effect
van gewichtloosheid op het lichaam.
Ook willen de weten schappers uitvinden
of astronauten gezonder blijven
als er in de ruimte kunstmatige
zwaartekracht wordt toegepast.
Bronnen: Popular Mechanics, Live
Science
18.143
Hoeveelheid printerinkt in kilo’s die
een vrachtwagen onlangs lekte op
de ringweg rond de Amerikaanse
stad Atlanta.
Bron: Gizmodo
387
Aantal individuele gevallen van
mazelen dat dit jaar in de VS is
gerapporteerd tussen 1 januari
en 28 maart.
372
Aantal mensen met mazelen dat
vorig jaar in de VS is gerapporteerd.
Er waren nu dus in drie maanden tijd
al meer gevallen dan in heel 2018.
Bron: Centers for Disease Control and
Prevention
6/2019 9
CRISPR-chip spot mutaties
Apollo 11: First steps
Vijftig jaar geleden
zette de
mens voor het
eerst voet op de
maan. Ter gelegenheid
daarvan
vertoont het
grootbeeldfilmtheater
Omniversum
in Den Haag vanaf 21 mei de film
Apollo 11: First steps.
Babel. De 20 reuzentalen van
de wereld
Waarom praten
Japanse vrouwen
volkomen anders
dan mannen?
Waarom heeft
het koloniale
verleden het
Portugees wél
groot gemaakt,
maar het Nederlands
niet? Deze en tal van andere
vragen beantwoordt taaljournalist
Gaston Dorren in zijn nieuwe boek.
Gruwelijk lekker
De eetcultuur is onderhevig aan verandering.
Op deze tentoonstelling,
tot en met 19 januari 2020 te zien in
het Nederlands Openluchtmuseum,
ontdek je smaken door de eeuwen
heen.
Geluk is ook niet alles
We moeten van
alles – afvallen,
spannende seks
hebben, onze
passie volgen –
en dat levert
stress op. KIJKcolumnist
en
klinisch psycholoog
Willem van
der Does geeft in dit boek tips en
adviezen voor een beter leven.
Het opsporen van genetische afwijkingen is een
tijdrovende kwestie. Maar een nieuw type biosensor
kan het binnen enkele minuten.
Van bier brouwen zonder hop tot het onvruchtbaar
maken van schadelijke insecten: de gene-editingtechniek
CRISPR-cas9 krijgt het allemaal voor elkaar.
Een team onderzoekers komt nu met een nieuwe
toepassing. Door deze methode te combineren met
het ‘wondermateriaal’ grafeen hebben ze een handzaam
apparaat ontwikkeld waarmee ze DNA in een
mum van tijd kunnen afspeuren naar mutaties (veranderingen
in het erfelijk materiaal).
Met behulp van CRISPR-cas9 is het mogelijk om
heel secuur in het genoom te knippen en te plakken.
Maar voordat die ‘biologische schaar’ in het DNA
wordt gezet, moet je natuurlijk eerst de exacte plek
weten. Hiervoor voert men het CRISPR-cas9-complex
een stukje materiaal dat precies op die plek
past. Aan de hand van dit puzzelstukje speurt
CRISPR het DNA af. Zodra het stukje past, klampt
het complex zich vast en kan het eiwit cas9 met het
knipwerk beginnen.
“We hebben 500
mannen naar de ruimte
gestuurd, maar de NASA
krijgt het niet voor elkaar om
twee vrouwen tegelijkertijd
een ruimtewandeling te
laten maken.”
Geofysicus Mika McKinnon is not amused over het
nieuws dat de NASA de eerste ruimtewandeling waarbij
alleen vrouwen betrokken zouden zijn, heeft
gecanceld. De reden voor het afblazen van de
missie: er waren niet snel voldoende ruimte -
pakken in de juiste maat beschikbaar.
Bron: Newsweek
Om op deze manier bepaalde stukjes DNA te vinden
(die bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor
genetische aandoeningen), is natuurlijk alleen dat
speurend vermogen nodig. Daarom gebruikten
de onderzoekers een versie van het complex met
inactief cas9. Zo vinden ze het ‘doelwit-DNA’, maar
wordt er niet geknipt.
Het apparaatje, dat de onderzoekers de CRISPR-chip
hebben gedoopt, zoekt naar heel specifieke stukjes
DNA, zoals regio’s waarbij een (reeks) mutaties tot
een bepaalde ziekte leiden. De onderzoekers koppelden
het complex aan transistors van het materiaal
grafeen. Grafeen is zo gevoelig dat de binding
tussen het ‘puzzelstukje’ op CRISPR en het ‘doelwit-DNA’
de geleidbaarheid ervan verandert. Die
elektrische verandering kan vervolgens op het
apparaat worden afgelezen.
In tegenstelling tot andere methodes om mutaties
op te sporen, hoeft er door de gevoeligheid
van zowel CRISPR als het grafeen geen vermeerdering
van het DNA meer plaats te vinden.
Het overslaan van deze voorheen essentiële
stap – waarbij miljoenen kopietjes van het stukje
DNA worden gemaakt – scheelt tijd, moeite
en geld. KK
Bronnen: Nature Biomedical Engineering,
Keck Graduate Institute
KECK GRADUATE INSTITUTE KECK GRADUATE INSTITUTE
10 6/2019
Intercontinentale ballistische raketten zijn een
serieuze bedreiging. Een Amerikaans afweersysteem
heeft op dat vlak een succesje geboekt.
Het Amerikaanse Missile Defence Agency, Boeing
en Raytheon werken al jaren aan een een systeem
dat bedoeld is om ICBM’s (intercontinentale ballistische
raketten) uit de lucht te halen. De doorgaans
met een kernkop uitgeruste ICBM’s moeten vanuit
een hoge baan met zo’n enorme snelheid naar beneden
komen dat het bijzonder lastig zal zijn om
ze te onderscheppen. Dit wordt niet voor niets
omschreven als een poging om een kogel met een
kogel te raken. Toch hebben de Amerikanen zo’n
raket nu voor het eerst met twee afweerraketten
weten te raken.
Bij een test werd een raket gelanceerd vanaf Kwajalein,
een atol op zo’n 7500 kilometer van de Amerikaanse
westkust. Twee raketten, zogenoemde
VOOR TROUWE KIJKERS
SPECS
Exoatmospheric Kill Vehicles (EKV’s), afgevuurd
van de luchtmachtbasis Vandenberg in Californië,
onderschepten de raket vervolgens boven de Stille
Oceaan. Doordat de raketten met een hypersone
snelheid op hun doelwit klapten, was er geen
explosieve lading nodig. De eerste raket sloeg
de ICBM aan gruzelementen, waarna de tweede
zich op een van de grootste rondvliegende brokstukken
stortte.
Net als bij vorige tests van dit Ground-Based Midcourse
Defense-systeem ging het om één enkele
ballistische raket – waarvan precies bekend was
wanneer hij werd gelanceerd en welke baan hij zou
beschrijven. Het is maar de vraag of het systeem
ook zo effectief is tegen raketten waarbij dat niet
bekend is, of waarvan er een stuk of tien tegelijk
richting de VS worden gestuurd. AK
Bronnen: Boeing, Raytheon
In elke editie van KIJK belonen
we een aantal van onze trouwste
abonnees met een mooie prijs.
Dit keer is dat het boek Alles is
f*cked (AW Bruna Uitgevers). Hierin
schrijft bestseller-auteur Mark
Manson over de eindeloze rampen
in de wereld om ons heen. Hij kijkt
naar onze relaties met geld, entertainment,
internet; en hoe een teveel
aan iets goeds ons alleen maar
miserabeler maakt. De volgende vijf
lezers krijgen deze prijs opgestuurd:
K. Nederhof
R. Seitz
J.L.H. Ruijters
J. Mol
J. van Gorp
Systeem: Ground-Based Midcourse
Defense
Raket: Ground-Based Interceptor
Gewicht: 21.600 kilo
Lengte: 16,61 meter
Diameter: 1,28 meter
Aantal interceptor-raketten:
44 (20 in planning)
Totale kosten ontwikkeling
GMD-systeem: 4 miljard euro
Primeur: ICBM krijgt
dubbele knock-out
US AIR FORCE
Cijfers
100,8
Lengte in meters van de hoogste
tropische boom ooit gemeten. Onderzoekers
spotten de gele merantiboom
op het eiland Borneo vanuit
een helikopter. Om de exacte lengte
te achterhalen, is iemand met een
meetlint in de boom geklommen.
Bron: BBC News
467.854
Aantal LEGO-steentjes dat nodig
was om een kunststof replica te
maken van de McLaren Senna. De
bouw van deze ‘speelgoedauto’
kostte 42 mensen zo’n 2725 uur.
1700
Gewicht in kilo’s van de LEGO-versie
van de McLaren Senna. Dat is 500
kilo zwaarder dan de echte auto.
Bronnen: McLaren, New Atlas
400
Aantal stukken extra ruimtepuin dat
in het heelal rondzweeft sinds India
een eigen satelliet kapot heeft geknald
met een raket. Volgens de
NASA is het leeuwendeel ervan
in een baan boven het ISS terechtgekomen.
En dat kan gevaar gaan
opleveren voor de bemanning van
het ruimtestation.
Bronnen: Phys.org, NOS
45
Diepte in meters van Deepspot,
een duikbad met kristalhelder water
dat wordt aangelegd in het Poolse
Mszczonów. Eenmaal af, later dit
jaar, zal Deepspot het diepste
zwembad ter wereld zijn.
8.000.000
Aantal liters water waarmee het bad
wordt gevuld. Dat is 27 keer zoveel
als wat er in een gemiddeld zwembad
gaat.
Bron: CNN
6/2019 11
VERZAMELBAND
Bewaar je jaargang KIJK nu in de verzamelband!
Op deze manier blijft je collectie KIJK magazines mooi
en overzichtelijk. De KIJK verzamelband is praktisch en
heeft een eigentijds en stijlvol ontwerp.
€ 7, 50 per stuk
Ga nu naar
kijkmagazine.nl/verzamel
of bel 085-8885661
PSYCH
VAN DER DOES
SELIGMAN – AANGELEERDE HULPELOOSHEID
R
uim vijftig jaar geleden leek in Philadelphia een onderzoek
naar stress te mislukken. Onderzoekers hadden
elektrische schokken gegeven aan honden. Ze wilden
weten of de stress van de schokken hun gedrag in nieuwe situaties
zou beïnvloeden. De honden wilden zich echter helemaal niet
meer gedragen: ze bleven liggen. Onderzoek mislukt. Althans, zo
dachten de wetenschappers. Totdat het tot hen doordrong dat ze
iets op het spoor waren – een diermodel voor depressie?
De proeven werden herhaald en gevarieerd, en het bleek dat
oncontroleerbaarheid – als het dier niets kon doen om de schokken
te stoppen – tot apathisch gedrag leidde, in dit geval blijven
liggen. Het waren dan ook geen fijne experimenten voor de dieren.
Twee honden zaten in aparte kooien waarvan af en toe de
bodem onder stroom werd gezet. In een van de kooien hield de
schok meteen op als de hond over een lage afscheiding van de ene
kant naar de andere sprong. Hij leerde dit ‘trucje’ snel. De andere
kooi was verbonden met de eerste kooi, en stond daardoor precies
even lang onder stroom. De ene hond bepaalde dus de duur van de
ellende in beide kooien. De hond in de andere kooi merkte dat de
schokken op een gegeven moment stopten, maar dat kwam door
wat de eerste hond deed. Wat hij zelf deed maakte niet uit.
De tweede hond werd hierdoor apathisch, en de eerste niet.
ROSE M. SPIELMAN/CC BY-SA 4.0
Toch is het model tegenwoordig aangepast. Het kon niet goed
verklaren dat niet alle honden hulpeloos bleken te worden. Eén op
de vier ontsprong namelijk de dans. Kennelijk was het niet alleen
de oncontroleerbare stress; ook iets in de hond zelf bepaalde of
het dier bestand was tegen stress. Bij mensen is dat ook het geval:
narigheid vergroot de kans op depressie, maar sommigen kunnen
tegen veel narigheid. Waar het bij mensen om draait, zijn de
ideeën over waarom je iets overkomt – over de oorzaak van je
ellende. Degenen die de oorzaak bij zichzelf zoeken (“ik lijk het
wel aan te trekken”), lopen meer
risico op depressie dan mensen die
het buiten zichzelf zoeken (“pech,
dit keer”). Het goede nieuws is dat
we kunnen leren om vervelende
gebeurtenissen anders op te
vatten, waardoor ze ook minder
impact hebben. Dat heet cognitieve
therapie.
Toen Maier en Seligman dit onderzoek
deden, waren ze nog erg jong;
ze waren nog niet eens gepromoveerd.
Beiden hebben hun carrière
PUBLIC AFFAIRS
De gevolgen van Seligmans experimenten
waren verstrekkend: een hulpeloos
proefdier dat in een nieuwe omgeving
werd gezet, waarin het wél controle had,
bleef zich hulpeloos gedragen
schok
geen schok
Steven Maier en Martin Seligman noemden dit learned helplessness:
aangeleerde hulpeloosheid. De gevolgen waren verstrekkend.
Een hulpeloos proefdier dat in een nieuwe omgeving werd
gezet, waarin het wél controle had, bleef zich hulpeloos gedragen.
En kreeg zodoende meer ellende over zich heen dan nodig was.
Zelfs als het dier aan de andere kant werd neergezet, wilde het
kwartje soms niet vallen.
Aangeleerde hulpeloosheid is een belangrijk diermodel voor
depressie geweest. Je kunt er het effect van antidepressiva mee
testen: geef een ‘hulpeloze’ hond antidepressiva en kijk of hij snel
weer actief wordt. Zo op het eerste gezicht lijkt het model wel te
kloppen. En je kunt je voorstellen dat oncontroleerbare, nare
ervaringen ook bij mensen tot apathie en depressie leiden, vooral
op jonge leeftijd. Als een kind zonder duidelijke reden op onverwachte
momenten straf krijgt. Of als zijn ouders het kind niet zien
staan, ook al doet het nog zo zijn best.
gewijd aan onderzoek naar stress, zij het op een heel andere
manier. Maier doet neurobiologisch onderzoek, bijvoorbeeld naar
het effect van stress op het immuunsysteem. Hij experimenteert
nog altijd met proefdieren. Maier mijdt de publiciteit; op internet
vind je bijna niks over hem. Als je Seligman opzoekt, vind je
duizenden artikelen. Hij heeft echt naam gemaakt, vooral als
pionier van de zogenoemde positieve psychologie.
Een smetje op Seligmans loopbaan is dat hij ongewild betrokken
raakte bij de extreme verhoortechnieken die na 11 september 2001
door de Amerikanen werden toegepast. In 2002 gaf hij een uitgebreide
lezing voor de CIA over het onderzoek naar aangeleerde
hulpeloosheid. Hij dacht dat kennis hierover Amerikaanse soldaten
zou kunnen helpen als ze onverhoopt krijgsgevangen werden
gemaakt en aan marteling zouden worden blootgesteld. De CIA
lijkt echter vooral geïnspireerd te zijn geraakt voor toepassing van
de technieken op terreurverdachten. Seligman was furieus over
de beschuldigingen dat hij had meegewerkt
aan onethische praktijken en verklaarde een
fel tegenstander van marteling te zijn. Van
die laatste bewering zouden zijn proefdieren
weleens hebben kunnen opkijken,
vijftig jaar geleden.
Willem van der Does is hoogleraar klinische psychologie aan de Universiteit Leiden. Hij schreef de boeken Zo ben ik nu eenmaal!
en Geluk is ook niet alles en bespreekt elke maand in KIJK markante figuren in de psychiatrie en psychotherapie.
6/2019 13
HALL OF SH
8 WETENSCHAPPELIJKE BLOOPERS
Tekst: Nick Kivits
Wetenschap bedrijven is een kwestie van vallen en opstaan.
Fouten maken hoort erbij. Maar sommige vergissingen zijn
zo knullig dat ze een facepalm verdienen. Verbijt je bij acht
onnodige blunders uit de wetenschap.
NASA/JPL-CALTECH/MSSS
14 6/2019
AME
Barbecue
op Mars
T
oen de NASA halverwege 2018 bekendmaakte dat
het robotkarretje Curiosity organisch materiaal op
Mars had gevonden, was dat groot nieuws. Maar
diezelfde ontdekking had de ruimtevaartorganisatie ruim
veertig jaar geleden al kunnen claimen. In 1976 zetten de
Amerikanen twee landers op de rode planeet. De missie van
deze Viking 1 en Viking 2: monsters nemen van de Marsbodem,
die verhitten en dan met sensors aan de vrijkomende gassen
snuffelen, op zoek naar sporen van leven.
Wetenschappers hadden goede hoop dat de Vikings die sporen
zouden vinden. Net als de andere planeten in ons zonnestelsel
wordt Mars namelijk continu bekogeld met micrometeorieten
die rijk zijn aan koolstoffen. Omdat koolstofverbindingen aan
de basis liggen van het leven op aarde, is het niet onlogisch
om te denken dat die vlieger ook opgaat voor Mars. Maar tot
verbazing van de wetenschappers brachten de Vikings slecht
nieuws. Ze troffen helemaal niets aan. Mars was zo dood als
een pier.
Toch vond Curiosity wél sporen van Marsleven. Waarom de
Vikings die niet hadden opgepikt? Het antwoord op deze
vraag kwam eveneens van Curiosity. Naast de complexe organische
verbindingen die de rover ontdekte, stuitte hij namelijk
ook op chlorobenzeen. Dat goedje ontstaat wanneer je koolstofmoleculen
– de bouwstenen voor leven – tegelijk verbrandt
met perchloraat, een licht ontvlambaar zout dat hier op aarde
voornamelijk in vuurwerk wordt gebruikt. In 2008 ontdekte
NASA’s Phoenix-rover al dat de Marsbodem vol zit met
perchloraat. Maar het is daar zo koud dat het perchloraat
niet vanzelf verbrandt en er dus geen chlorobenzeen wordt
gevormd.
Al snel concludeerden NASA-wetenschappers dat het chlorobenzeen
dat Curiosity was tegengekomen, moest zijn ontstaan
na verwarming van de grond door de rover. Toen ze vervolgens
gingen spitten in data van de oude Viking-missies, zagen ze
dat ook die het goedje hadden ontdekt. Viking 1 en 2 vonden
dus wel degelijk organische moleculen op Mars, maar hadden
hun grondmonsters zo heet gemaakt dat het perchloraat was
ontbrand. De organische verbindingen én een wereldschokkende
vondst gingen daarmee in rook op.
n De NASA stuurde Viking 1 en 2 naar
Mars om sporen van leven te zoeken.
Die vonden ze, en lieten ze toen per
ongeluk in rook opgaan.
NASA
6/2019 15
Albert Einstein besloot in 1936 dat zwaartekrachtsgolven
niet konden bestaan. Vreemd, aangezien
hij ze eerder zelf benoemde in zijn algemene
relativiteitstheorie.
Het aan de Harvard-universiteit verbonden
McLean-ziekenhuis verpestte in 2012 honderdvijftig
voor onderzoek ingevroren hersenen.
Oorzaak: de vriezer ging stuk.
Niet grappig
achgas (distikstofmonoxide) is in opkomst
als partydrug. Niet voor het
L eerst overigens: al aan het einde van
de achttiende eeuw inhaleerden mensen het
zoet geurende gas voor een kortstondig gevoel
van euforie. Maar nuttig was dit in 1772
ontdekte gas niet, vonden wetenschappers.
Dat veranderde toen een Amerikaanse tandarts,
Horace Wells, in 1844 een feestje bijwoonde
van de Colton Dental Association.
Tijdens deze fuif snuffelde een apotheekmedewerker
iets te veel aan het gas, waarna
hij zijn been openhaalde aan een houten
bankje. Hoewel het bloed uit zijn aderen
gutste, voelde hij de wond pas toen het
lachgas was uitgewerkt.
Wells begreep meteen dat hij lachgas kon
gebruiken om zijn patiënten van pijn te
verlossen als hij aan hun gebit sleutelde. In
zijn enthousiasme vroeg hij een collega de
volgende dag om een verstandskies uit zijn
kaak te wrikken, uiteraard nádat Wells zich te
goed had gedaan aan een paar flinke snuiven
lachgas. En inderdaad, hij voelde geen centje
pijn. Toen Wells een maand later ruim een
dozijn tanden bij verschillende patiënten
pijnloos had verwijderd, reisde hij naar
Boston om een demonstratie te geven aan
collega’s. Maar toen hij de tand van een
vrijwilliger begon te trekken, krijste die het
uit. De tandarts had hem per ongeluk te
weinig distikstofmonoxide gegeven.
Een ongelukkig foutje, maar voor de
medische professionals in de zaal genoeg
redenen om Wells de deur uit te lachen.
Die was zo ziek van het voorval dat hij zijn
tandartsenpraktijk opdoekte. In januari 1848
werd hij in New York gearresteerd nadat
hij, terwijl hij onder invloed van chloroform
was, zwavelzuur over twee prostituees had
gegooid. Drie dagen later pleegde Wells
zelfmoord, onkundig van het nieuws dat de
medische sociëteit van Parijs hem vlak daarvoor
tot de ontdekker van de narcose had
bestempeld. ■
n Het toedienen van lachgas ging lange
tijd met dit soort apparaten. Tandarts
Horace Wells (boven), die het gas voor
het eerst gebruikte om pijn te verdoven,
kreeg door een mislukte demonstratie
niet de eer die hij verdiende.
UNIVERSAL HISTORY ARCHIVE/GETTY IMAGES
16 6/2019
Duitse wetenschappers die in 2012 een
Maya-schedel fotografeerden, lieten de duizend
jaar oude schat per ongeluk vallen. De
onderkaak sneuvelde.
Wie onderzoek naar een dodelijke ziekte
doet, is supervoorzichtig. Toch infecteerde
een 45-jarige Duitse wetenschapper zichzelf
in 2009 per ongeluk met ebola.
n Een koe die BSE oftwel mad cow
disease heeft, wordt afgemaakt.
In de jaren negentig kostte een
epidemie van deze ziekte in Groot-
Brittannië ruim vier miljoen runderen
het leven.
SPL/ANP
Beter opruimen!
ritse veehouderijen kenden begin
jaren negentig van de vorige eeuw
B geen drielettercombinatie die dodelijker
was dan BSE. Overal op het eiland werden
koeien getroffen door Bovine Spongiform
Encephalopathy, een ziekte waarbij hersencellen
afsterven. Koeien met BSE raken overgevoelig
voor prikkels, worden agressief of paniekerig
en beginnen te zwalken, vandaar dat BSE ook
wel mad cow disease (gekkekoeienziekte) wordt
genoemd. Uiteindelijk raken zieke dieren verlamd
en sterven ze.
Vooral in 1993 ging het hard met de gekkekoeienziekte;
in Groot-Brittannië werden wekelijks
duizend nieuwe gevallen ontdekt. Om de epidemie
in te dammen, moesten meer dan vier
miljoen koeien worden geslacht. Toen bleek dat
koeien ziek werden na het eten van krachtvoer
met resten van zieke schapen erin, wilde de
Britse overheid weten of BSE ook bij andere
diersoorten voorkwam.
In 1997 werd 217.000 pond gestoken in een project
waarbij wetenschappers van het Institute of
Animal Health (IAH) in Edinburgh de hersenen
van schapen onderzochten op sporen van BSE.
Ze gebruikten hiervoor schapenbreinen die
waren overgebleven na een eerder onderzoek
DR PETER HOOPER/AAHL
naar een andere ziekte. Alleen… er lag nog meer
grijze massa in diezelfde IAH-vrieskist: koeienhersenen,
óók overgebleven na een eerder
onderzoek. En niemand wist welk stukje brein
nou van welk dier kwam.
Helaas hadden de IAH-wetenschappers, die met
frisse moed aan hun onderzoek begonnen, niets
n Bekijk je het
hersenweefsel van
een koe die aan
gekkekoeienziekte
lijdt, dan zie je
‘gaatjes’ in haar
grijze massa. Een
onderzoek naar de
ziekte ging in 1997
faliekant mis.
door. Totdat tussentijdse resultaten lieten
zien dat wel érg veel monsters sporen van
BSE bevatten. De onderzoekers stuurden
wat stukjes brein naar een lab, waarna bleek
dat ze voornamelijk koeienhersenen aan
het testen waren. Het hele onderzoek
naar zijn mallemoer. ■
6/2019 17
De National Geographic Society exposeerde
in 1999 een fossiel dat moest bewijzen
dat vogels uit dinosauriërs waren ontstaan.
Helaas, het fossiel was nep.
Oxford-historicus Hugh Trevor-Roper
bestempelde teruggevonden dagboeken van
Adolf Hitler in april 1983 als echt. Later bleken
de dagboeken vervalst te zijn.
n De 22-jarige politieagente
Michèle Kiesewetter werd in april
2007 doodgeschoten. De moord
werd gelinkt aan een dader die
niet bestond.
BERND WEISSBROD/DPA/AFP
Het vrouwelijke fantoom
es moorden, maar geen verdachte. Opsporingsdiensten in Duitsland
stonden aan het einde van het vorige decennium voor een
Z raadsel dat ze twee jaar lang maar niet opgelost kregen. Alle
ISTOCK/GETTY IMAGES
moorden leken door dezelfde persoon begaan. Maar hoe kon het dat één
persoon keer op keer moorden pleegde zonder ooit door iemand te worden
gezien? Zelfs toen ‘de geest van Heilbronn’ in april 2007 de 22-jarige
politieagente Michèle Kiesewetter in haar dienstauto doodschoot, verdween
het fantoom in de mist. Het enige dat achterbleef, was DNA.
Maar daar kunnen forensisch wetenschappers wel wat mee. Zeker wanneer
een verdachte er zo rijkelijk mee strooit als deze mysterieuze moordenaar
deed. Door genetisch materiaal – dat onder andere werd aangetroffen op
een koekje, een auto en een heroïnenaald – te analyseren, leerden ze dat
de geest van Heilbronn een vrouw moest zijn. En dat niet alleen: de wetenschappers
linkten haar aan ruim veertig misdaden die in Duitsland,
Frankrijk en Oostenrijk waren gepleegd. Sommige van die misdaden
stamden uit 1993.
Al die tijd wist ‘de vrouw zonder gezicht’ uit handen van de opsporingsdiensten
te blijven. Pas toen het DNA van het fantoom in 2009 werd ontdekt
in restanten van een man die in 2002 een natuurlijke dood was
gestorven, kwam er schot in de zaak. Want vrouwelijk DNA in een mannenlichaam
aantreffen is hoogst ongebruikelijk. Het moest dus ergens anders
vandaan zijn gekomen.
Het genetische materiaal dat ruim zestien jaar lang bij tientallen misdaden
opdook, bleek bij nader onderzoek toe te behoren aan een Oostenrijkse
vrouw die in een fabriek voor wattenstaafjes werkte. Dezelfde wattenstaafjes
waarmee de forensisch wetenschappers DNA verzamelden op
plaatsen delict. Het forensische team van de Duitse politie had zich door
een nodeloze fout met een kluitje in het riet laten sturen. De geest van
Heilbronn bleek precies dat: een fantoom dat nooit heeft bestaan. Alle
moorden en misdaden die aan haar werden toegeschreven, zijn door anderen
gepleegd. ■
18 6/2019
De man die de oerknal zijn naam gaf, natuurkundige
Fred Hoyle, bestempelde de theorie
erachter als onzin: het universum had volgens
hem altijd dezelfde grootte.
De Duitse arts Johann Beringer (1667-1740)
analyseerde twee jaar lang fossielen die waren
vervalst door twee collega’s die hem een
poets wilden bakken.
Kamikaze-satelliet
e NASA had grote verwachtingen
van de Mars Climate Orbiter (MCO).
D De op 11 december 1998 gelanceerde
sonde moest de eerste weersatelliet worden
die rondjes om een andere planeet draaide.
De lancering verliep vlekkeloos, maar toen
MCO in een baan om Mars moest gaan vliegen,
verdween hij in één klap van de radar.
De wetenschappers van de Amerikaanse
ruimtevaartorganisatie hoefden niet lang
na te denken over wat er was gebeurd. MCO
was te dicht in de buurt van de rode planeet
gekomen, belandde toen in de dichte lagen
van de atmosfeer en verbrandde door de
wrijving die dat veroorzaakte. Maar waarom
had de sonde die kamikaze-actie uitgehaald?
Daar moest een onderzoeksteam zich nog wat
langer over buigen.
De conclusie die de onderzoekers uiteindelijk
trokken, bleek een facepalm van jewelste.
Ruimtevaartuigen kunnen tijdens een vlucht
om hun as gaan draaien. Ze verzamelen daar
zelf informatie over en sturen die naar de
aarde. Het team daar berekent dan een
koerscorrectie en stuurt die naar het ruimtevaartuig,
dat zijn positie dan corrigeert met
behulp van zijn stuurraketten.
En met die berekeningen bleek het mis te zijn
gegaan. Het grondteam van de MCO rekende
met een eenheid die veel in Groot-Brittannië
wordt gebruikt: de pond-seconden. De software
van MCO was daarentegen geprogrammeerd
om niet met pond-seconden om te
gaan, maar met Newton-seconden. Het is alsof
je iemand vertelt dat hij over één kilometer
rechtsaf moet, terwijl je eigenlijk één mijl
bedoelt.
De koerscorrecties die de MCO tot zeven keer
toe vanaf de aarde doorgestuurd kreeg,
klopten dus letterlijk voor geen meter. Met
als gevolg dat de sonde Mars 170 kilometer
dichter naderde dan de bedoeling was.
En daar was hij niet op gebouwd. Einde
oefening. Een beginnersfoutje van 125
miljoen dollar. ■
NASA
6/2019 19
Nadat de Hubble-telescoop in
1990 met veel bombarie was gelanceerd,
bleek een van zijn spiegels
niet goed te werken.
Fake it till you make it
at mensen en apen gemeenschappelijke
voorouders hebben, is een door
D wetenschappers geaccepteerde theorie.
Maar het onomstotelijke evolutionaire bewijs
voor die theorie ontbreekt nog. Die missing
link is voor paleontologen dan ook een heilige
graal. Wie hem vindt, gaat ongetwijfeld de geschiedenisboeken
in.
Het is dus niet moeilijk voor te stellen dat de
Engelse amateur-paleontoloog Charles Dawson
zich in 1908 flink in zijn handen wreef. In dat
jaar stuitte hij in een grindlaag bij het plaatsje
Piltdown op de fossiele resten van een menselijke
schedel en een bijbehorende aapachtige
kaak. Vier jaar later beschreef hij zijn vondst in
een brief aan paleontoloog Arthur Smith Woodward
van het Britse Natural History Museum.
De twee brachten een zomer in Piltdown door,
gravend naar nog meer puzzelstukjes van de
ontbrekende schakel. En ze vonden die ook.
Hoewel weinig wetenschappers de schedel van
de ‘Piltdown-mens’ (Eoanthropus dawsoni) zelf
mochten onderzoeken, zagen ze hem als het
belangrijkste fossiel dat ooit was ontdekt. Ze
accepteren hem al snel als dé missing link. Totdat
nieuwe dateringstechnieken roet in het eten
gooiden. Botten die onder de grond liggen,
nemen fluoride op uit het grondwater. Hoe
meer fluoride een bot heeft opgenomen, hoe
langer het begraven moet hebben gelegen.
In 1949 werd de hoeveelheid fluor in de
Piltdown-schedel onderzocht. Resultaat:
het object bleek niet zoals gedacht
500.000 jaar oud te zijn, maar hoogstens
50.000 jaar. En de aapachtige onderkaak
was slechts enkele tientallen jaren oud.
Foutje, bedankt? Niet bepaald. De schedel
en de onderkaak waren bewerkt met kaliumdichromaat,
zodat ze ouder leken. In 1953
concludeerden wetenschappers zelfs: de
Piltdown-schedel is nep. En de meest logische
fraudeur is Dawson. Pas in 2016 werd dat vermoeden
bevestigd toen onderzoekers van de
John Moores-universiteit in Liverpool met
nieuwe DNA-analyses, röntgen-onderzoek en
CT-scans uitplozen hoe de schedel precies vervalst
werd. Daaruit bleek dat fossielen die op
twee verschillende opgravingslocaties warengevonden
tot dezelfde orang-oetan hadden
behoord. Dawson was de enige die tot beide
locaties toegang had. Kwam de spreekwoordelijke
aap uiteindelijk toch uit de mouw. ■
In 2006 openden wetenschappers een eeuwenoude
schelp om de leeftijd ervan te achterhalen.
Onnodig, want de ringen aan de buitenkant tellen
was voldoende geweest.
n Dit schilderij illustreert het onderzoek
naar de Piltdown-schedel. ‘Ontdekker’
Charles Dawson staat achteraan, voor
het portret van Charles Darwin. De
amateur-paleontoloog had zijn baanbrekende
vondst echter verzonnen.
JOHN COOKE
20 6/2019
Philip Davis ontwikkelde in 2009 een computerprogramma
dat wetenschappelijke papers verzint.
Het New England Journal of Medicine keurde zo’n
paper nog goed ook.
Primatoloog Agustin Fuentes verdwaalde
in de jaren tachtig in de jungle van Borneo,
op zoek naar apen. Hij werd gered door…
een orang-oetan.
LIAN VAN DEN HEEVER/GETTY IMAGES
Honingzoete staatsgreep
uropese honingbijen zijn kampioen honing maken, maar in
een te warme omgeving doen ze veel minder hun best. Hun
E Afrikaanse neefjes en nichtjes kunnen veel beter met hitte omgaan,
maar maken minder honing. De oplossing volgens de Braziliaanse
bioloog Warwick Kerr? Genen van Afrikaanse en Europese bijen combineren
tot een soort superbij. Door selectief te fokken, slaagden Kerr en zijn
team er in 1956 in zo’n bij te ‘maken’. De geafrikaniseerde insecten bleken
inderdaad keien in honing maken in warme gebieden, maar helaas
waren ze ook een stuk agressiever dan gewone honingbijen.
Kerr experimenteerde verder en zinde op een manier om te voorkomen
dat zijn honingmonsters zich zouden verspreiden. In zijn kunstmatige
bijenkorven maakte hij de uitvlieggaten groot genoeg voor de werkers,
maar te klein voor de koninginnen. Want als die besluiten te verkassen,
verhuist het hele volk mee. Op zich geen slecht idee van Kerr. Tot een invallende
imker de opgesloten koninginnen zag. Dat vond ze zielig, want
koninginnen moeten toch ook even lekker de vleugels kunnen strekken?
Van Kerrs koninginnen gingen er 26 vandoor. Eenmaal buiten moordden
ze de koninginnen van andere kolonies uit en namen ze de boel daar over.
Het leverde ze de bijnaam abelhas assassinas op, wat door de Engelse
vertaling killer bees werd. Anders dan die naam doet vermoeden, is een
steek van een enkele geafrikaniseerde honingbij niet dodelijk. De beestjes
komen momenteel in Zuid-Amerika en delen van de Verenigde Staten
voor. ■
Boren in senioren
il je weten hoe oud een boom is, dan hoef je alleen maar zijn
jaarringen te tellen. Maar aan de hand van die ringen kun je ook
W andere bevindingen doen. Zo is aan de dikte van de jaarringen
bijvoorbeeld te zien hoe hard – of traag – de boom in een bepaald jaar
groeide. Omdat na een nat en koud jaar de cellen in de bijbehorende
jaarring kleiner blijven dan na een warm groeiseizoen, kun je zien of de
ring is ontstaan in een warm of een koud jaar.
Gewapend met die kennis deed de Amerikaanse student Donald Currey
in 1963 onderzoek naar de manier waarop het klimaat zich ontwikkelde
tijdens de Kleine IJstijd, die van de vijftiende tot de negentiende eeuw
duurde. Currey toog naar de boomgrens op de bijna 4000 meter hoge
berg Wheeler Peak in de staat Nevada. Daar bestudeerde hij enorm dikke
bomen van de soort Pinus longaeva (‘langlevende den’), die Currey op
basis van hun omvang een leeftijd van duizenden jaren toedichtte.
Als dendrochronologen (wetenschappers die jaarringen van bomen onderzoeken)
de leeftijd van een boom willen achterhalen, hoeven ze hem gelukkig
niet om te zagen. Een stukje van de boom uitboren levert meestal
genoeg informatie op. Ook Currey gebruikte die techniek. Totdat hij de
gigant Prometheus ontdekte…
Wat er daarna precies gebeurde, is niet helemaal duidelijk. Volgens
sommige bronnen brak Currey’s boor af terwijl hij een gat in Prometheus
probeerde te maken. Andere bronnen beweren dat de boor gewoon niet
lang genoeg was om tot de kern van deze boom door te dringen. Voor het
resultaat maakt het niet uit: Currey vroeg toestemming om Prometheus
om te kappen, zodat hij de ringen kon tellen – en kreeg die ook. Pas nadat
Prometheus was geveld, bleek dat Currey het oudst bekende nog levende
organisme op aarde had vermoord. De stronk van Prometheus, die 4844
jaar oud was toen hij werd gekapt, is nog steeds te bezoeken. ■
Nick Kivits is freelance technologie- en ruimtevaartjournalist.
Voor dit artikel raadpleegde hij onder meer de volgende literatuur:
Rajesh P. Haridas: Horace Wells’ demonstration of nitrous
oxide in Boston, Anesthesiology (november 2013).
Ga voor meer informatie naar www.kijkmagazine.nl/artikel/blunders
6/2019 21
SÉOLE LAAT BINNENSKAMERS
DE ZON SCHIJNEN EN DE WIND WAAIEN
Zonnetje
in huis
Tekst: Hidde Tangerman
Technische hoogstandjes van eigen bodem
zijn er genoeg. In NederTech elke maand een
mooi voorbeeld. Deze keer: een persoonlijk
klimaatsysteem dat zon en wind nabootst.
22 6/2019
HIDDE TANGERMAN
n Carla Joachim
studeerde productdesign
in Parijs
en aan de Design
Academy in Eindhoven,
waar ze cum
laude afstudeerde.
Ze maakt deel uit
van ontwerperscollectief
Studio
Joachim-Morineau:
www.studiojoachimmorineau.com
W
ie geniet in de zomermaanden
niet van de zon op zijn
huid in combinatie met een
aangenaam briesje? Maar waarom zou
dat alleen buitenshuis kunnen? Deze
vraag inspireerde de Franse ontwerpster
Carla Joachim tot het maken van een
klimaatsysteem dat de warmte van de
zon en dat briesje perfect nabootst. Binnenskamers
welteverstaan. Ze noemde
haar creatie Séole, een samentrekking
van de Franse woorden soleil (zon) en
Éole (de Griekse god van de wind).
Het Séole-klimaatsysteem ziet eruit
als een dubbele staande schemerlamp,
maar in plaats van licht verspreidt het
zonnewarmte en wind. In het bovenste
van de twee panelen heeft Joachim,
achter een aluminium behuizing, een
verwarmingselement van koolstofvezelfolie
geplaatst. Dit element straalt
zogenoemd ver-infrarood licht uit
(infrarood licht met een relatief lange
golflengte), net als de zon. Het voelt
dan ook precies aan als zonlicht. “Séole
is een beetje een persoonlijke zon die op
je neerschijnt”, vertelt Joachim in haar
huidige werkplaats in Lent bij Nijmegen.
Wetenschappelijke studies hebben aangetoond
dat ver-infrarood licht een gevoel
van welbehagen oproept.
Lokale warmte
Een ander voordeel van infrarood-verwarming
is dat hij objecten verwarmt,
inclusief ons eigen lichaam, die deze
warmte vervolgens naar hun omgeving
uitstralen. Dit in tegenstelling tot een
CV, die alleen de lucht om ons heen verwarmt.
“Bij heteluchtverwarming moet
je de gehele ruimte verwarmen, wat
enorm veel energie kost”, aldus Joachim.
“Met infrarood licht kun je heel
lokaal verwarmen, bijvoorbeeld alleen
de bureauplek waar je aan het werk
bent. Dat voelt niet alleen prettiger
aan, het is ook duurzamer.”
Het onderste paneel bestaat uit een
blad van roestvast staal, waarmee
Séole een aangenaam briesje opwekt.
Het blad werkt als een waaier en wordt
aangestuurd door een motortje dat
via software is voorgeprogrammeerd
om quasi-willekeurige bewegingen te
maken, dit om het grillige karakter van
echte wind na te bootsen. “Een ventilator
die constant lucht op je blaast is
niet comfortabel, maar de wind heeft
juist een prettig onregelmatig karakter.
Mijn klimaatsysteem voelt alsof iemand
achter je met een waaier je koelte toewuift.”
De twee panelen hebben verschillende
hoogtes, aangezien het windpaneel
de ruimte moet hebben om te kunnen
roteren. “Daarnaast staat de zon in het
echt ook het hoogst aan de hemel. Dat
wilde ik in mijn ontwerp integreren,”
zegt Joachim.
Séole was Joachims afstudeerproject
aan de Design Academy in Eindhoven,
waar ze vier jaar geleden na een studie
projectontwerp in Parijs neerstreek.
Ze studeerde er cum laude mee af.
“Mijn docenten waren aangenaam
verrast dat ik de technologie al in zo’n
vroeg stadium in het ontwerp had geïntegreerd.”
Dat was dan ook haar grootste
uitdaging als ontwerper. “Ik weet
best wat van techniek, maar ik ben natuurlijk
niet als technicus opgeleid.”
Er is dan ook nog het een en ander te
Persoonlijk klimaatsysteem
Achter de aluminium behuizing van het
Séole-klimaatsysteem straalt een verwarmingselement
van koolstofvezelfolie
zogeheten ver-infrarood licht uit,
dat precies zo aanvoelt als de zon op je
huid.
doen voordat ze met haar uitvinding
de markt op kan. Zo moeten de schakelaars
en de regelknoppen op een betere
manier in het ontwerp worden geïntegreerd
en het verwarmingselement worden
aangepast. “Fabrieken die de koolstofvezelfolie
produceren waarmee de
infraroodstraling wordt opgewekt, doen
dat alleen in vierkante stukken. Terwijl
ik een rond paneel heb. Als we eenmaal
in massa gaan produceren, kunnen we
de fabriek vragen om ronde stukken te
maken.”
In plaats van airco
Samen met een collega, met wie ze een
ontwerperscollectief vormt, is Joachim
op het moment druk bezig met het voorbereiden
van andere projecten voor de
prestigieuze Biënnale-tentoonstelling
in Venetië. Als dat eenmaal achter de
rug is, wil ze zich gaan focussen op het
vermarkten van Séole. “Ik hoop dat ik
een bedrijf kan vinden dat er brood in
ziet om het product verder met ons te
ontwikkelen. Ik sta open voor samenwerkingen.”
Joachim ziet Séole vooral als een aanwinst
voor kantoortuinen, waar haar
klimaatsystemen de traditionele verwarming
en airconditioning kunnen
vervangen. Eén Séole zou dan een
bureau met vier medewerkers kunnen
bedienen. Ook in musea of bibliotheken
zouden de indoor-zon en -wind tot hun
recht komen, denkt de Française.
“En misschien kan hij op een gegeven
moment ook bij particulieren
thuis staan.” En wie wil dat nou niet
in de koude wintermaanden, zo’n
zonnetje in huis? n
STUDIO JOACHIM-MORINEAU, SÉOLE
SPECS
Hoogte zonnepaneel: 2,30 meter
Hoogte windpaneel: 1,70 meter
Diameter paneel: 50 cm
Materialen: aluminium en roestvrij
staal
Kosten: ca. € 200 tot € 600 per
systeem
STUDIO JOACHIM-MORINEAU, SÉOLE
6/2019 23
ISTOCK/GETTY IMAGES
WAAROM LUIEREN GOED VOOR JE IS
MAAK JE NI
Tekst: Elleke Bal
Lui zijn ‘hoort’ niet,
maar de wetenschap
toont aan dat het best
slim is om te lanterfanten,
uit het raam te staren en
te slapen.
T
om Hodgkinson, Brits auteur
en hoofdredacteur van het
cult-tijdschrift The Idler (‘de
lanterfanter’), heeft een pesthekel aan
hard werken. In zijn boek Lof der luiheid
protesteert hij tegen het idee dat ons
van jongs af aan wordt ingeprent: dat
het goed is om zwoegend door het leven
te gaan. Hodgkinson vraagt zich af
waarom ons toch wordt verteld “dat het
goed en lovenswaardig is meteen als je
wakker wordt uit je bed te springen om
vervolgens zo snel en vrolijk mogelijk
iets nuttigs te gaan doen”. Een waarlijk
goed leven is een lui leven, vindt hij.
“Nietsdoen betekent vreugde, plezier
en geluk.”
Of Hodgkinson nu gelijk heeft of niet,
lui zijn heeft niet zo’n goede reputatie.
Kijk maar naar de scheldnamen die er in
24 6/2019
ET DRUK!
onze taal voor de luilak zijn weggelegd:
van luiwammes tot nietsnut, slampamper
of luierik… Lui zijn moet wel héél
erg zijn. Ledigheid is immers des duivels
oorkussen. “Ga naar de mier, jij luiaard,
kijk goed naar wat hij doet en word
wijs”, staat er in de Bijbel. In de Rooms-
Katholieke Kerk is acedia – Latijns voor
luiheid, gemakzucht of traagheid – zelfs
een van de zeven hoofdzonden.
Het is aardig tegenstrijdig. We hebben
de afgelopen eeuwen veel werk verzet
om luier door het leven te kunnen gaan.
Ons eten hoeven we niet meer zelf bij
elkaar te sprokkelen. We hebben machines
gebouwd die van alles voor ons
maken, verpakken en verplaatsen. We
hebben auto’s en roltrappen uitgevonden.
Zelfs de afwas hoeven we niet meer
zelf te doen. Het toppunt van luiheid,
zou je denken. Aan de andere kant
wordt de samenleving steeds veeleisender.
We raken massaal opgebrand. We
moeten altijd wel iets. Een e-mail mag
geen dag meer blijven liggen, we worstelen
ons multitaskend en bellend door de
dag heen. En in de vrije tijd moet er ook
nog eens worden gesport.
Wie naar het wetenschappelijke
bewijs kijkt, zal zien dat het zo gek
6/2019 25
Piet Lak, nachtwacht van het Amsterdamse
stadhuis, sliep toen de Fransen in 1672 de Republiek
der Nederlanden aanvielen. Vandaar
het woord ‘luilak’.
Luiheid is een ongrijpbaar begrip. Zó
lastig te definiëren zelfs dat de Nederlandse
Wikipedia er niet eens een pagina
over heeft.
ISTOCK/GETTY IMAGES
n Vroeger had je een goede reden
om lui te zijn. Jagers en verzamelaars
moesten na de jacht en een stevige
maaltijd nodig uitrusten om weer op
krachten te komen.
nog niet is om je eens wat minder
uit te sloven. Vertragen maakt gelukkigere
en creatievere mensen van
ons. Leukere mensen misschien ook
wel.
Liever lui dan moe
Om te kunnen overleven, moesten onze
voorouders voldoende uitrusten. Jagers
en verzamelaars gingen niet voor de
lol even een rondje door het bos rennen,
want daarmee zouden ze kostbare
energie verspillen. Het draaide allemaal
om de verhouding tussen voedselopname
en activiteit. Beweging was in de
prehistorie noodzakelijk om voldoende
eten te vinden, maar na een stevige
maaltijd was het verstandig om zuinig
om te gaan met de opgeslagen voedingsstoffen,
zoals vetten. Lui zijn had een
functie.
Hoe anders is dat nu: het is allang niet
meer nodig om actief te worden als we
honger hebben, dus zouden we onze beweging
op een ander tijdstip in moeten
halen. Daarom spoeden sommige mensen
zich ’s avonds na het werk naar de
sportschool om zich af te matten op de
loopband of om een uurtje achter een
bal aan te rennen. Maar voor niet-spor-
ters die liever lui dan moe zijn, is er goed
nieuws. Fit zijn draait namelijk voor een
deel om iets wat NEAT heet: Non-Exercise
Activity Thermogenesis. Dit is de
energie die je verbruikt bij alledaagse
bezigheden zoals traplopen, ijsberen
tijdens een telefoontje en een ommetje
maken na het avondeten.
MAYO CLINIC
Wie niet sport
hoeft niet ongezond
te zijn, zegt
deze Amerikaanse
arts, James
Levine. Zorg
ervoor dat je
gedurende de dag
voldoende beweging
krijgt door te
lopen, te staan en
met je benen te
wiebelen.
De Amerikaanse endocrinoloog James
Levine – die werkt voor de Mayo Clinic,
een ziekenhuis en medisch onderzoekscentrum
in de staat Minnesota – boog
zich jarenlang over de vraag hoe het
toch komt dat sommige mensen sneller
aankomen dan andere, terwijl ze hetzelfde
eten. Hij hoopte een soort ma-
ISTOCK/GETTY IMAGES
26 6/2019
Voor weekdieren als slakken geldt:
hoe trager de stofwisseling, hoe groter
de kans op overleven. Het is survival of
the laziest.
Al in de vijftiende en de zestiende eeuw
werd er gedroomd over Luilekkerland.
Het heette toen nog Cockaengen: het land
van de honingkoeken.
ISTOCK/GETTY IMAGES
n De roltrap is een ultiem luie uitvinding.
Het tegenstrijdige is dat
we hard werken om steeds meer
machines te produceren die het leven
gemakkelijker moeten maken.
gisch stofwisselingsgen te vinden, maar
kwam er niet uit. Uiteindelijk bedacht
hij een onconventioneel plan: hij vroeg
proefpersonen om een tijdlang duizend
extra calorieën per dag te eten. Ondertussen
moesten ze speciale onderbroeken
met bewegingssensors dragen.
Zo kwam hij erachter dat de mensen
die de minste extra kilo’s kweekten
het meest bewogen. Ze deden niet extra
aan sport, maar liepen vaker op en neer
naar de koffieautomaat, namen de trap
of vouwden de was op tijdens het televisie
kijken.
Levine constateerde dat een lichamelijk
actief persoon per dag maar liefst drie
keer meer energie kan verbruiken dan
een inactief persoon. Een actieve couch
potato, die gedurende de dag voldoende
beweging krijgt, kan gezonder zijn dan
iemand die de hele week achter een
bureau zit en één keer per week een
avondje voetbalt. Intensief sporten
heeft voordelen. Maar het is ontzettend
moeilijk om mensen die dat niet gewend
zijn te stimuleren om van hardlopen,
fietsen of tennissen ineens een hobby
te maken. Het advies van Levine is: raak
niet in de stress omdat je ’s avonds de
sportschool niet haalt, maar probeer
tussen de bedrijven door meer te gaan
bewegen.
Luiaard Tom Hodgkinson wist dit natuurlijk
al. Competitieve groepssporten
verfoeit hij. En sinds hij het ‘slow’ leven
propageert, heeft hij ook een manier gevonden
om fanatiek sporten achterwege
te laten, maar toch de benen genoeg te
strekken. Samen met zijn gezin verhuisde
hij naar een boerderij op het
platteland, waar ze wandelen met
Wie lui is, moet slim zijn
Luiaards mogen dan een
slechte reputatie hebben,
het zijn echte overlevers.
De luiaards in Dierenpark Amersfoort doen hun
naam eer aan. Zo’n achttien uur per etmaal zijn
ze aan het rusten, vertelt dierverzorger Thijs
Zonnenberg. In deze dierentuin vertoeven op
dit moment vijf tweevingerige luiaards: twee
stelletjes en een jong. Die hangen het grootste
gedeelte van de dag ondersteboven in een
boom. Ze klemmen hun haakvormige klauwen
om een tak en als het even kan, proberen ze
hun rug nog op een tak daaronder te laten rusten.
In het wild slapen luiaards overigens soms
tot wel zes uur per dag minder dan in gevangenschap,
blijkt uit een studie van het Duitse
Max Planck Instituut voor Ornithologie. Volgens
onderzoeker Niels Rattenborg komt dit
mogelijk doordat luiaards in het wild meer tijd
kwijt zijn aan zaken als eten zoeken en vijanden
op afstand houden.
Desondanks hebben luiaards – in het wild en in
gevangenschap – energie besparen tot kunst
verheven. Het is een overlevingsstrategie waar
hun lichaam helemaal op is ingesteld. Ze bewegen
traag, hebben een lage lichaamstemperatuur
(gemiddeld zo’n 32 graden) en een dikke
vacht. Ook hun stofwisseling verloopt langzaam,
vertelt Zonnenberg. De maag van een
luiaard verteert voedsel zo langzaam dat het
dier hoogstens één keer per week zijn behoefte
doet. Daar komt-ie dan speciaal voor uit de
boom.
Toch moet je luiaarden niet onderschatten.
Als het moet, kunnen de dieren ineens snel
door de bomen slingeren. Ze zijn sterk en met
hun klauwen kunnen ze een flinke tik uitdelen
als er een vijand in de buurt komt.
6/2019 27
Uitstelgedrag wordt volgens psychologen
vaak ten onrechte luiheid genoemd. Uitstellers
doen namelijk van alles, maar niet wat ze echt
moeten doen.
De beste leerschool voor luieren?
Een vakantie naar Italië: dolce far
niente! Ofwel het zoete en zalige
nietsdoen.
5
liefhebbers
van luiheid
Relaxed leven en toch beroemd of
succesvol worden? Het kan.
1
Charles
Baudelaire
Deze dichter schreef
in 1863 een lofzang
over het flaneren:
slenteren door de straten van de
stad, in zijn geval Parijs. Zwerf doelloos
over straat, proef de sfeer en
neem alles in je op. Het toppunt van
een luie dagbesteding?
2
Winston
Churchill
De excentrieke Britse
politicus had de
gewoonte om ’s
morgens zijn werk vanuit bed te
doen. Hij bleef gewoon liggen, soms
wel tot een uur of één, terwijl hij telefoneerde
en teksten dicteerde aan
de secretaresses aan zijn bed.
3
Paul Lafargue
Deze publicist
werd beroemd door
een pamflet uit 1880
waarin hij ‘het recht
op luiheid’ opeiste. Hij gaat tekeer
tegen het kapitalistische arbeidsethos.
Waarom moeten al die arbeiders
zich het schompes werken en
de productie alsmaar omhoog brengen?
4 Oblomov
De bekendste
roman van de Russische
schrijver Ivan
Gontsjarov (foto)
gaat over de edelman Ilja Oblomov,
die de eerste 150 bladzijden van dit
boek zijn bed niet eens uit komt.
5
Corinne Maier
Deze Franse
econoom schreef in
2004 het boek Liever
lui. Daarin steekt
ze de draak met het werk van ‘adviseurs’
en ‘experts’ in het bedrijfsleven.
Neem een saai beroep en
doe net alsof je hard werkt, is haar
advies. Als je dat goed aanpakt, zal
het niemand opvallen.
123RF
de hond, hutten bouwen en de kippen
voeren, allemaal bezigheden
die automatisch tot beweging leiden.
Powernaps en siësta’s
Zoals Hodgkinson zegt: “Ik ben er absoluut
zeker van dat in het paradijs iedereen
een middagdutje doet.” Maar wie ’s
middags op het werk zou voorstellen om
even te gaan slapen, wordt waarschijnlijk
raar aangekeken. Nogal lui om de
binnenkant van je ogen te gaan bekijken
terwijl collega’s nog druk zijn om dat
ene rapport af te maken, toch? Verrassend
genoeg heeft het middagdutje grote
voordelen. Psycholoog Sara Mednick
van de Universiteit van Californië is expert
op het gebied van het middagslaapje.
In het wetenschappelijke tijdschrift
Nature Neuroscience publiceerde ze onderzoek
waaruit blijkt dat een siësta
onze productiviteit verhoogt.
In de loop van de dag worden we steeds
iets minder alert, aldus Mednick. Maar
wie tussen de middag even slaapt, kan
dat effect omdraaien. We zijn scherper,
onthouden meer en kunnen beter categoriseren
wanneer we even geslapen
hebben. Een ‘powernap’ van tien tot
twintig minuten helpt een beetje, maar
Dagdromen een
verspilling van
tijd? Helemaal
niet: het is juist
nuttig. Het zorgt
ervoor dat je creatief
kunt zijn en
je hebt het nodig
om jezelf op te
laden.
wie een uur of anderhalf uur slaapt,
maakt een echte herstart. Belangrijk is
wel om op het juiste moment te slapen,
zegt Mednick. Zo rond twee of drie uur
’s middags krijgen de meeste mensen de
grootste energiedip. Een voorwaarde is
ook dat je het dutje niet gebruikt als vervanger
van nachtrust. Het blijft belangrijk
om ’s nachts meerdere slaapcycli te
doorlopen, zodat hoofd en lijf goed herstellen.
Maar wie het hazenslaapje goed
aanpakt, kan er veel voordeel uit halen.
Hersenwetenschapper Matthew Walker
van de Universiteit van Berkeley kwam
tot dezelfde conclusie. Hij schreef het
boek Slaap: nieuwe wetenschappelijke
inzichten over slapen en dromen en legt
daarin uit dat een dutje ervoor zorgt dat
informatie van het kortetermijngeheugen
naar het langetermijngeheugen
wordt verplaatst. Overigens heeft
Walker er zijn missie van gemaakt om
slaap te promoten. Een gebrek aan slaap
(minder dan zeven uur per nacht) heeft
invloed op onze levensverwachting,
schrijft hij. Dat komt volgens hem doordat
ziektes als alzheimer, diabetes, overgewicht
en depressie verwant zijn aan
slaaptekort. Slapen wordt onterecht als
een vorm van luieren bestempeld, vindt
28 6/2019
Uitslapende pubers zijn niet per se lui:
jongeren tussen de twaalf en achttien jaar
hebben meer slaap nodig dan volwassenen;
zo’n negen uur per nacht.
Onderzoekers van de Canadese Simon Fraseruniversiteit
ontdekten dat mensen onbewust
continu naar de efficiëntste manier van bewegen
zoeken. En ook dat is een vorm van luiheid.
n Ons werkgeheugen is net een batterij:
af en toe opladen is noodzakelijk,
maar dat lukt niet als je continu
aan je scherm gekluisterd zit. Af en
toe een prikkelloze pauze is dus aan
te raden.
ISTOCK/GETTY IMAGES
In opperste concentratie verbruikt je
brein maar 5 procent meer energie
dan wanneer je geen taak uitvoert
Walker. Wie genoeg slaapt, doet zichzelf
echter een groot plezier.
Keihard dagdromen
Naast wandelen, uitslapen en dutjes
doen is de luiaard natuurlijk ook verzot
op pauzes. En ook daar is helemaal niets
mis mee. Sterker nog, veel dagdromen
heeft aantoonbare voordelen, zegt
Stefan van der Stigchel, hoogleraar cognitieve
psychologie aan de Universiteit
Utrecht. Als expert op het gebied van
aandacht en concentratie weet hij als
geen ander dat ons brein niet de hele
dag geconcentreerd kan zijn. Het heeft
grofweg twee standen: het is óf geconcentreerd
óf aan het dagdromen.
Dagdromen is hard werken. “In opperste
concentratie verbruikt je brein maar
5 procent meer energie dan als je geen
taak uitvoert”, zegt Van der Stigchel.
Het netwerk in het brein dat ‘aangaat’
wanneer we rusten, wordt ook wel het
default-netwerk genoemd. Onderzoek
toont aan dat hoe actiever dit netwerk
is, hoe origineler de gedachten zijn die
opkomen. Het dagdromen is dus nuttig,
aldus Van der Stigchel, en heeft volgens
hem drie belangrijke functies. Het zorgt
ervoor dat je creatief kunt zijn. Ten
tweede maakt het dat je even afstand
neemt en nadenkt over heden, verleden
en toekomst. En je hebt het simpelweg
nodig om bij te tanken. Van der Stigchel:
“Als je je concentreert, doe je een beroep
op je werkgeheugen. Maar dat werkt net
als een batterij. Je werkgeheugen wordt
op een gegeven moment moe en zal
moeten opladen.”
Juist daarom noemt Van der Stigchel het
zorgelijk dat we tegenwoordig zoveel
tijd achter een scherm doorbrengen.
“Als je op je telefoon kijkt, kom je in een
tussenfase. Dan sta je je brein niet toe
om de aandacht te laten verslappen.”
De beste pauze neem je in een prikkelloze
omgeving, zegt hij. Maak een wandeling,
of klets even over koetjes en
kalfjes met een collega. Dat klinkt de
luilak natuurlijk als muziek in de oren.
“Ze zeggen dat we met ons hoofd in de
wolken lopen. Ze zeggen dat we moeten
ophouden met dagdromen, dat we moeten
stoppen met uit het raam staren”,
besluit Tom Hodgkinson zijn ode aan
de luiheid. “Maar ik heb een droom.
Hij gaat over liefde, anarchie en vrijheid.
En wordt nietsdoen genoemd.” ■
Elleke Bal is wetenschapsjournalist. Voor dit artikel raadpleegde ze onder
meer de volgende literatuur: Tom Hodgkinson: Lof der luiheid, De Bezige
Bij (2004) | James A. Levine: Move a little, lose a lot, Random House USA.
(2009) | Sara Mednick: Verander je leven: doe een dutje! Spectrum (2007).
Ga voor links met meer informatie naar www.kijkmagazine.nl/artikel/luiheid
6/2019 29
WAT GEBEURDE ER MET PAUL REDFERN?
Verdronken
in een zee
van groen
30 6/2019
n Met de Stinson Detroiter wilde Paul
Redfern een recordvlucht van de Verenigde
Staten naar Zuid-Amerika maken.
Het was een voor die tijd modern
toestel, dat door enkele luchtvaartmaatschappijen
werd gebruikt.
THE PAUL RINALDO REDFERN AVIATION SOCIETY OF COLUMBIA, SC
Paul Redfern is
hier afgebeeld als
onverschrokken
piloot. Hij was
in werkelijkheid
niet al te groot,
wat hem ideaal
maakte voor de
recordvlucht.
Iedere kilo telde
op dergelijke
tochten.
In 1927 vloog Charles Lindbergh in zijn eentje
van Amerika naar Parijs. Zijn landgenoot Paul
Redfern wilde hem overtreffen door een veel
langere trip naar Rio de Janeiro te maken.
In deze aflevering van de serie Terugvlucht:
hoe dit waagstuk in een nog altijd onopgelost
raadsel eindigde.
L
etterlijk van alles hangt er in
de lucht, in de jaren 1926 en
1927. Het ene record na het
andere wordt gevestigd. Een Amerikaanse
testpiloot vliegt zijn dubbeldekker
tot bijna 12 kilometer hoogte. De
natuurkundige Robert Goddard lanceert
de eerste moderne raket. Richard
Byrd en Floyd Bennett presteren het
schijnbaar onmogelijke door over de
Noordpool te vliegen. Charles Lindbergh
doet daar nog een schepje bovenop
en pruttelt 5800 kilometer de Atlantische
Oceaan over, van New York naar
Parijs.
Veel records blijven er zo niet over voor
een ambitieuze jonge vliegenier. Dus
moet Paul Redfern een nog spectaculairdere
vlucht bedenken. Hij wil minstens
zo beroemd worden als Lindbergh
door als eerste van de Verenigde Staten
naar het Braziliaanse Rio de Janeiro te
vliegen, liefst 1400 kilometer verder
dan de vlucht naar Parijs. De 25-jarige
Redfern heeft leren vliegen in het leger
en verdient zijn geld met levensgevaarlijke
stunts tijdens luchtshows. Dus lijkt
hij de geknipte persoon voor deze onderneming.
Voor zijn vlucht heeft hij een Stinson
Detroiter uitgekozen. Een redelijk groot
toestel voor een solovlucht; er passen
ook nog vier passagiers en de nodige
vracht in. De aandrijving komt van een
Wright-motor van 300 pk (220 kW).
Ook de marketing van de vlucht is in
orde. Zo zal Redfern in Rio worden verwelkomd
door de beeldschone actrice
Clara Bow, die eerder dat jaar in de film
Wings het liefje van een jachtvlieger
heeft gespeeld.
Kapot kompas?
Op 25 augustus 1927 stijgt Paul Redfern
om 12.46 uur op van het vliegveld van
Brunswick, aan de kust van de zuidelijke
staat Georgia. Zijn familie en echtgenote
zwaaien hem uit. De piloot is
volgens krantenberichten goedgemutst
en zijn toestel werkt perfect. Zijn vrouw
valt flauw als hij het luchtruim kiest.
Heeft ze een slecht voorgevoel? Nergens
voor nodig, zo lijkt het: een paar uur later
zien inwoners van de Bahama’s het
vliegtuig aan hun strakblauwe lucht,
perfect op koers.
Ruim een etmaal na de start hoort de
bemanning van een Noors vrachtschip
bij het eiland Trinidad een vliegtuig. De
piloot werpt een doosje uit het raam.
Het belandt naast het schip, maar een
opvarende kan het nog net uit het water
vissen. Er zit een briefje in: of de kapitein
met de boeg van zijn schip de richting
naar de kust van Venezuela aan wil
geven en door middel van een signaal
duidelijk kan maken hoe ver het nog is
naar dat land. Doet het kompas van
Redfern het niet meer? Daar lijkt het
wel op. De kapitein draait zijn schip
de gewenste kant op. En hij laat de
scheepshoorn twee keer klinken, om
aan te geven dat de Venezolaanse kust
zo’n 200 mijl (370 kilometer) verderop
ligt. Redfern pikt de boodschap op en
vliegt in de aangegeven richting.
Maar Redfern zal Rio de Janeiro nooit
bereiken. Is hij neergestort? Er zijn in
deze jaren meer piloten die een recordpoging
met de dood moeten bekopen.
Meestal liggen ze op de bodem van de
oceaan. Maar Redfern was niet zo heel
ver meer van het vasteland; misschien
is hij alleen van koers geraakt en heeft
hij zijn toestel ergens aan de grond kunnen
zetten.
Al snel komen er meer verhalen los. In
Venezuela zou aan de monding van de
Orinoco een vliegtuig zijn gezien. Dat
is langs de route die het Noorse schip
aangaf. Ietsje meer naar het oosten, in
Brits-Guyana, vinden spoorwegarbeiders
een vliegeniershelm. Heeft Redfern
het ding naar beneden gegooid als
signaal? Ook andere inwoners van de
Britse kolonie zeggen een vliegtuig te
hebben gehoord.
Er heerst dus optimisme; de vermiste
avonturier zal op een gegeven moment
wel weer opduiken. Onge-
Tekst: Philip Dröge
6/2019 31
Paul Redfern werd op 24 februari 1902
geboren in de stad Rochester, in de staat
New York. Al op jonge leeftijd bleek hij
technische aanleg te hebben.
In Rio de Janeiro, de stad die hij niet
wist te bereiken, is een straat naar Redfern
vernoemd. In de Verenigde Staten droeg
een vliegveld zijn naam.
COLLECTIE J. SMULDERS/FOTOGRAAF ONBEKEND
n Tijdens zijn vlucht vroeg Redfern
aan de kapitein van het Noorse
vrachtschip Christian Krohg om de
richting naar Venezuela aan te geven.
Deed zijn kompas het toen niet meer?
Het is niet met zekerheid te zeggen.
twijfeld heeft hij ergens een
noodlanding gemaakt en is het
een kwestie van tijd voor hij de bewoonde
wereld bereikt. Even lijkt dat
het geval, als uit de Noord-Braziliaanse
regio Alenquer een bericht komt over
een toestel dat daar aan de grond is gezet.
Het blijkt niet te kloppen.
De dagen worden weken, en nog altijd
niets. De Amerikaanse zoöloog George
Tate, die het oerwoud rond de berg Roraima
onderzoekt, krijgt een maand na
Redferns vlucht via een telegram de opdracht
om zijn inheemse gidsen eropuit
te sturen om te kijken of ze een spoor
van de vermiste piloot kunnen vinden.
Het levert niets op.
Waar is Redfern gebleven? Vooral het
feit dat zijn toestel boven land is gehoord
en gezien, wakkert de nieuwsgie-
righeid aan. Heeft hij dan toch ergens
een landing kunnen maken? In de jaren
die volgen zijn er keer op keer geruchten
dat Redfern nog leeft. In 1935 beweert
de Amerikaan Thomas Roch dat
hij de vliegenier zelfs heeft gesproken.
Roch werkt voor de autofabrikant Ford
en zoekt in de binnenlanden van Suriname
naar bomen die rubber voor de
productie van banden kunnen leveren.
Het MH370-mysterie
Een van de grootste raadsels uit de luchtvaartgeschiedenis speelde zich pas
vijf jaar geleden af. Op 8 maart 2014 zou Vlucht MH370 van Malaysian
Airlines van Kuala Lumpur naar Beijing vliegen. Al na drie kwartier ging
het radiocontact met de Boeing 777 verloren en was op de militaire radar
te zien dat het vliegtuig koers zette naar de Indische Oceaan. Het toestel,
dat 227 passagiers aan boord had, moet daarna nog bijna acht uur hebben
doorgevlogen en stortte uiteindelijk ergens ten zuidwesten van Australië in
zee. Hoewel het wrak tot op heden niet is gevonden, zijn in 2015 en 2016 aan
de andere kant van de Indische Oceaan enkele brokstukken van de Boeing aangespoeld.
Volgens een van de vele theorieën over deze mysterieuze rampvlucht wilde
gezagvoerder Zaharie Ahmad Shah zelfmoord plegen.
Gastvrije indianen
“Bij een mijner tochten,
ver naar het Zuiden,”
zo citeert de Nederlandse
pers Roch,
“trof ik Paul Redfern
aan, in een
indianenkamp in
het Paloemeugebied.
Hij was
met zijn vliegtuig
gevallen en had
daarbij zijn rechterarm
en beide benen
gebroken. De wonden
zijn genezen, maar met
32 6/2019
Op de plek vanwaar hij vertrok, bij de
stad Brunswick, is Redfern in 1969 met een
monumentje herdacht. Zijn weduwe, die in
1981 zou overlijden, was daarbij.
De Stinson Detroiter waarmee Redfern
zijn noodlottige vlucht ondernam, was
groen en geel geschilderd, de kleuren
van de Braziliaanse vlag.
Een zoektocht naar Redfern door het
binnenland van Suriname werd gefinancierd
met de verkoop van 5000 enveloppen die
hij na zijn redding had moeten tekenen.
Verenigde Staten
Brunswick
Xxxxxxxxxx
3 verdwenen
piloten
2000 km
GOOGLE EARTH/JAN WILLEM BIJL
grote misvormingen, zodat Redfern vrijwel
hulpeloos is. Hij kan zich heel langzaam
verplaatsen, met behulp van een
stok. De Indianen hebben hem gastvrij
opgenomen.”
Roch heeft naar eigen zeggen ook het
wrak van het vliegtuig gezien. ‘X 773’
zou daarop te lezen zijn. De officiële registratie
van de Stinson was NX 773. De
Amerikaan biedt aan om bij een eventuele
reddingsmissie te helpen, maar niemand
lijkt hem te geloven. Vooral omdat
het niet duidelijk is waarom hij de piloot
niet in zijn boot heeft meegenomen toen
hij terugkeerde naar Paramaribo. Ook in
de jaren daarna blijven in Suriname verhalen
rondzingen dat Redfern bij een
stam diep in het binnenland zou leven.
Vandaar dat twee Amerikanen in 1936
een halfslachtige poging ondernemen
om het indianendorp te bereiken. Ze
worden onderweg ziek en zijn na twee
weken onverrichter zake terug in Paramaribo.
Het is lang niet de enige expeditie. De
ouders van Redfern steunen in 1937 een
zoektocht met een watervliegtuig, ge-
4000 km
vermoedelijke
crash-site
6000 km
De ideale route
voor de vlucht
van de zuidelijke
VS naar Rio de
Janeiro. Paul
Redfern lijkt deze
route grotendeels
te hebben
aangehouden.
Het kruisje geeft
de plek aan waar
hij waarschijnlijk
is neergestort.
Brazilië
7276 km
Rio de Janeiro
vlogen door de avonturier Art Williams.
Die zegt vanuit de lucht in Brits-Guyana
een plek te hebben gezien waar een
vliegtuig zou zijn neergestort. De autoriteiten
gaan er kijken, maar treffen
niets aan.
Het begint een patroon te worden.
Steeds lijkt Redfern op te duiken, maar
behalve sterke verhalen komt er niets
uit de jungle. Amerikaanse kranten
voeren de Nederlandse journalist Alfred
Hartog op, die Redfern naar aanleiding
van Rochs verhaal zou hebben opgespoord
en gesproken. Niemand in
Nederland lijkt een journalist met die
naam te kennen. In totaal dertien expedities
doen een poging om Redfern in
het oerwoud te vinden, en geen enkele
vindt tastbaar bewijs. Iets meer dan tien
jaar na zijn vlucht laat Redferns weduwe
hem doodverklaren. Zijn ouders blijven
tot hun overlijden geloven dat hun
zoon nog in leven is.
Wrak gespot?
Pas in de jaren tachtig beweert
een Amerikaanse luchtvaartjour-
1
Charles Nungesser
Samen met zijn navigator François
Coli begon Charles Nungesser
(een van de beste Franse jachtvliegers
uit WO I) op 8 mei 1927 aan een
poging om van Parijs naar New York
te vliegen. Hun toestel, L’Oiseau
Blanc, is nog waargenomen boven
Ierland, maar ze zijn nooit op hun
bestemming aangekomen. Twee
weken later vloog Charles Lindbergh
de route in omgekeerde richting.
2
Sigizmund
Levanevski
Deze Pools-Russische
piloot wilde
in augustus 1937
in één ruk over de
Noordpool van de
Sovjet Unie naar
Alaska vliegen. Een jaar eerder had
hij in diverse etappes een vlucht van
Los Angeles naar Moskou gemaakt.
Ditmaal kwamen Levanevski en zijn
vijf bemanningsleden niet aan. Het
wrak van hun Bolchovitinov DB-Abommenwerper
is nooit gevonden.
3
Amelia Earhart
In het kader van een vlucht om
de wereld moesten de Amerikaanse
Amelia Earhart en haar navigator
Fred Noonan in juli 1937 over de
Stille Oceaan vliegen. Het laatste
bericht was dat ze tussen Australië
en Hawaii niet meer genoeg
brandstof hadden. Recent zijn er
aanwijzingen gevonden dat de twee
op een klein eiland nog een tijd hebben
overleefd.
6/2019 33
De filmmaatschappij Paramount wilde
in 1936 een documentaire over het Redfernmysterie
maken, maar schrok terug voor
de kosten.
In 1938 speelden Clark Gable en Myrna
Loy de hoofdrollen in Too hot to handle,
een film over de speurtocht naar een in
Zuid-Amerika vermiste piloot.
THE PAUL RINALDO REDFERN AVIATION SOCIETY OF COLUMBIA, SC
nalist te weten wat er is gebeurd.
Robert Carlin, zelf piloot, verzamelt
minutieus alle gegevens over Redferns
vlucht. Hij weet in archieven zelfs
nieuwe aanwijzingen te vinden. Zo
heeft een ingenieur in de Venezolaanse
stad Ciudad Bolívar in 1927 een vliegtuig
over zien komen en alle details
daarover vastgelegd in een rapport.
Volgens hem kwam er rook uit de motor.
Op de zijkant van het toestel stond
in grote letters ‘Brunswick to Rio’. Dat
kon deze ooggetuige toen niet in de
krant hebben gelezen, concludeert
Carlin na bestudering van de berichtgeving
in die tijd in Venezuela.
De weduwe van Jimmie Angel, een
Amerikaanse piloot die in Venezuela
actief was, meldt Carlin dat zij en haar
man in de jaren veertig en vijftig vanuit
de lucht geregeld een vliegtuigwrak
hebben zien liggen in de boomtoppen
van het dichte oerwoud, ongeveer 200
kilometer ten zuiden van Ciudad Bolívar.
Iedere keer dat ze over het betreffende
stuk jungle vlogen, was het wrak
iets verder uit elkaar gevallen, tot alleen
een stuk cockpitruit nog in een boom
glinsterde.
De vraag is hoeveel waarde we hieraan
moeten hechten. Angel stond namelijk
De ouders van
Paul Redfern
steunden in 1937
de zoveelste
zoektocht naar de
vermiste piloot.
Avonturier Art
Williams (tweede
van links) zei in
Brits-Guyana
een plek te
hebben gezien
waar Redferns
vliegtuig zou zijn
neergestort. De
autoriteiten troffen
niets aan.
bekend als een praatjesmaker. Toen hij
in 1933 beweerde in Venezuela over de
hoogste waterval ter wereld te zijn gevlogen,
geloofden de meeste mensen
hem niet. Maar onderzoekers stelden
later vast dat hij gelijk had: de naar
Angel vernoemde Ángelwaterval begint
op een ongeëvenaarde hoogte van 979
meter. Dus misschien kloppen de meldingen
van het echtpaar over het wrak
van Redferns toestel ook wel.
Het grote niets
Op basis van de door hem verzamelde
gegevens reconstrueerde Carlin de laatste
momenten van Redferns vlucht.
Aanvankelijk was Redfern perfect op
koers richting Rio. Dus van een nietwerkend
kompas lijkt geen sprake. Maar
boven Venezuela begon zijn motor te
haperen. Een bekend probleem met de
Stinson was dat een van de kleppen in
de motor vast kon komen te zitten,
vooral op lange vluchten. Dat produceert
een sliert zwarte rook. Zodra dit
gebeurt, verliest de motor zoveel vermogen
dat het toestel niet in de lucht
kan blijven. Zo’n 200 kilometer ten zuiden
van Ciudad Bolívar is Redfern
waarschijnlijk omgekomen toen zijn
toestel zich in het regenwoud boorde.
Mocht hij die klap hebben overleefd,
dan moet hij gewond zijn geweest en
van uitputting zijn gestorven. En anders
hebben giftige slangen hem niet
lang daarna het leven gekost.
Maar gevonden? Dat is het toestel van
Redfern – of wat ervan overbleef – nog
steeds niet. Ook Carlin wist de exacte
locatie niet te vinden. Net als veel piloten
die in deze jaren een record probeerden
te vestigen, verdween Redfern in
het grote niets. Waar de meeste anderen
in de golven terechtkwamen, is hij verzwolgen
door de ondoordringbare zee
van groen van het Amazonewoud. ■
Philip Dröge is freelance journalist. Voor dit artikel raadpleegde hij de volgende
literatuur: Rachel Haynie: South Carolina myths and legends. The true
stories behind history’s mysteries, Globe Pequot Press (2015) | Len Morgan:
The Redfern mystery, Flying Magazine (augustus 1988).
Ga voor meer informatie naar www.kijkmagazine.nl/artikel/paul-redfern
34 6/2019
Special
OOGVLIEGERS
De spannendste verhalen
uit de luchtvaart
KIJK bestaat vijftig jaar en vanaf het eerste
nummer in 1968 speelt luchtvaart een
belangrijke rol in ons tijdschrift. Hoog tijd
dus om een special te maken met dat als
thema. Want als er ergens spannende
dingen gebeuren, dan is het wel in de
lucht. Neem het verhaal van D.B. Cooper,
de mysterieuze kaper die met zakken
vol losgeld uit een vliegtuig sprong en
spoorloos verdween. Of de ontwikkeling
van het vijf miljard dollar kostende
laservliegtuig dat alleen maar nut
had als je hem in tijden van oorlog op
de vijand zou laten neerstorten. En
zo kunnen we er nog vijfentwintig
noemen, want elk verhaal in deze
special is een bijzonder verhaal.
BESTEL
VOOR
€
6, 99
Deze bijzondere special bestel je via
www.kijkmagazine.nl/hoogvliegers
of bel naar +31 (0)85 888 5661
Tekst: Naomi Vreeburg
Stuifmeel
POLLEN ONDER DE LOEP
Jeukende ogen, niet te stoppen loopneuzen en heftige
niesaanvallen. Pollen, en dan met name die van grassen,
zitten hooikoortspatiënten behoorlijk dwars. Gelukkig
zorgen deze prachtige pollenplaten niet voor dat soort
ongemakken.
36 6/2019
sensaties
Niet snoepen
Met zijn felrode bloemen is de klimlelie een mooie verschijning
– wat hem de bijnaam prachtlelie opleverde – en
zijn pollen hebben op deze plaat wel iets weg van snoepjes.
Toch bevat de op het oog onschuldige plant het giftige
colchicine, dat de werking van onze hartspieren kan belemmeren.
Maar colchicine heeft ook een ‘lieve’ kant; de stof
remt ontstekingen in gewrichten die door jicht zijn aangetast.
Daarom bevatten medicijnen tegen deze ontstekingsziekte
er een heel kleine dosis van. Overigens wordt een
andere plant, herfsttijloos, voor de productie van colchicine
gebruikt. Want de klimlelie laat zich moeilijk vermeerderen
en is dus niet geschikt voor een lonende teelt. Kortom: niet
alleen een wolf in schaapskleren, maar ook nog een lastpak,
deze prachtlelie.
SPL VIA BATSFORD
6/2019 37
SPL/ANP SPL/ANP
Frisse boel
Dit lijken net uitgedroogde sinaasappels, maar het zijn de pollen
van Pelargonium citronellum. Deze plant ruikt ook niet naar
het oranje fruit; wel, zoals de naam al doet vermoeden, naar
citroenen. Die geur is afkomstig van olie in de bladeren. En
terwijl mensen de plant heerlijk vinden ruiken en er het liefst
de hele dag met hun neus in hangen, houdt zijn geur (schadelijke)
insecten juist tegen. De plant wordt dan ook vaak gebruikt
om muggen bij mensen uit de buurt te houden. Hoewel
er geen wetenschappelijk bewijs is dat Pelargonium citronellum
de irritante zoemers er daadwerkelijk van weerhoudt je
te steken, zweren sommigen er toch bij. Ach, je huis ruikt er
in ieder geval lekker fris door.
Babyvoeding
Een gevarieerd dieet is ook voor honingbijlarven belangrijk.
Wanneer ze bijvoorbeeld hoofdzakelijk stuifmeel van
de paardenbloem krijgen toegestopt door hun verzorger,
hebben ze later moeite met het produceren van was. In dit
stuifmeel ontbreekt namelijk het essentiële eiwit arginine.
Honingbijen nemen de pollen mee naar hun larven met
behulp van haartjes op hun poten. Op deze microscoopfoto
kun je zien dat er zelfs haartjes óp de haartjes zitten.
De stuifmeelkorrels kleven daardoor stevig vast aan de
bijenpoten. Zo hebben onderzoekers in 2017 ontdekt dat de
pollen pas losschieten als er krachten op worden uitgeoefend
die twintig keer groter zijn dan de weerstand die bijen
normaal gesproken tijdens het vliegen ervaren. Overigens
nemen de insecten ook stuifmeel mee in een korfje op hun
achterpoten. Voedsel inslaan 2.0 noemen we dat.
38 6/2019
Tijdverdrijf
Denk je hier te kijken naar gigantische pollen? Dan heb je
het mis. De enorme roze ‘pompons’ die je op deze plaat
ziet, zijn de stempels van het plantengeslacht Hibiscus. Met
dit deel van de stamper, het vrouwelijke geslachtsorgaan,
vangen de planten stuifmeelkorrels. En dat is de pluizige
bol rechtsonder al gelukt; daar hangen enkele pollen in.
Op de Filipijnen zijn kinderen overigens maar wat blij met
de verspreidingswijze van de hibiscus. Ze pletten de bloemen
en de bladeren van de plant totdat er plakkerig sap uit
komt, om er vervolgens met holle papajastengels bellen
mee te blazen. Speelgoed uit de natuur dus.
SPL VIA BATSFORD
6/2019 39
Zaadpraat
Tijd voor een lesje biologie. Bedektzadigen, oftewel de
planten die zich met behulp van bloemen voortplanten,
kun je onderverdelen in twee groepen: de eenzaadlobbigen
(monocotylen) en de, jawel, tweezaadlobbigen
(dicotylen). Deze planten verschillen in uiterlijk. Zo produceren
eenzaadlobbigen bloemdelen in een veelvoud
van drie en tweezaadlobbigen in een veelvoud van vier of
vijf. Ook de pollen van de twee groepen zijn anders. De
stuifmeelkorrels van eenzaadlobbigen hebben namelijk
slechts één kiemopening (de groene ‘rugbybalpollen’ op
deze microscoopfoto bijvoorbeeld) en tweezaadlobbigen
drie openingen (de rode pollen). Via deze spleten kunnen
stuifmeelbuizen groeien om een plant te bevruchten. Zo.
Class dismissed.
40 6/2019
6/2019 41
SPL/ANP
Polonaise
Deze plaat is een beetje de vreemde eend in de bijt. Waar we op de andere
foto’s losse pollen zien, zijn dit stuifmeelkorrels van de paddenlelie
die samen een koord vormen. De kleverige draden die de pollen met
elkaar verbinden, maken ze zelf aan. Waarom? Daar bestaan tegenstrijdige
theorieën over. Zo zouden de pollen samenklitten om gemakkelijker
door allerlei insecten te worden verspreid. Óf de draden zouden er juist
voor zorgen dat de stuifmeelkorrels alleen door specifieke bestuivers
kunnen worden opgepikt, en niet door Jan en alleman. Maar wat de
functie van deze pol(l)onaise ook is: het levert een gezellig plaatje op.
SPL/ANP
SPL/ANP
Sexpert
Zelfredzaamheid staat niet in
het woordenboek van pollen. Zo
hebben ze een flinke windvlaag of
bestuiver nodig om naar de vrouwelijke
geslachtsonderdelen van
planten te worden vervoerd. Daar
vindt vervolgens de bevruchting
plaats. Om aan bestuivers zoals
bijen te blijven hangen, beschikken
de pollen van streepzaad – een
plantengeslacht dat veel wegheeft
van de paardenbloem – over de
nodige stekels. De zaden van deze
planten zijn overigens meesters in
windvangen. Net als de paardenbloem
gebruiken ze het vruchtpluis
als parachute om van A naar B te
komen. Streepzaad hoef je dus niet
meer bij te praten over de bloemetjes
en de bijtjes.
42 6/2019
Pollenpil
De Kraken! Nope, we kijken hier
naar een zonnebloem. De gele
staven op deze microscoopfoto
zijn de haartjes (trichomen)
van de stempel, het bovenste
en meest kleverige gedeelte
van de stamper waarmee de
plant stuifmeel opneemt. Als
je goed kijkt, zie je tussen de
haartjes dan ook stekelige korrels
zitten: de pollen. Biologen
ontdekten vorig jaar dat deze
stuifmeelkorrels als medicijn
kunnen dienen voor hommels.
Kregen deze insecten een
dieet van zonnebloempollen
voorgeschoteld, dan hadden ze
fors minder last van bepaalde
ziekteverwekkers dan hommels
die een ander stuifmeeldieet
volgden. Het nadeel is wel dat
zonnebloempollen weinig eiwitten
bevatten, en die hebben
de ijverige beestjes natuurlijk
ook nodig.
SPL/ANP
Win!
Deze en meer prachtige pollen- en zadenplaten
staan in het boek Science is beautiful.
Botanical life under the microscope van Colin
Salter. Van de Engelse uitgeverij Batsford
mogen we vijf exemplaren weggeven. Een
perfect koffietafelboek!
Kans maken op deze prijs? Ga naar
www.kijkmagazine.nl/science/botanical-life
6/2019 43
HOE DATACENTERS HET HOOFD KOEL HOUDEN
DIGITALE
VRAATZUCHT
44 6/2019
Doordat we steeds
meer op internet
doen, groeit het aantal
datacenters in rap
tempo. Onder andere
de koeling van deze
‘fabrieken van het
digitale tijdperk’ kost
veel energie. Dat is
een flink probleem,
maar een van de
oorzaken ervan zou
ook een oplossing
kunnen zijn.
J
e hebt er vast weleens beelden
van gezien: gigantische, donkere
hallen waar duizenden
servers in grote kasten staan te loeien.
Deze datacenters verwerken de foto’s
die we op Facebook plaatsen, de speurtochten
die we op Google ondernemen
en de eindeloze stroom aan filmpjes
die we op YouTube bekijken. Je kunt
je voorstellen: zulke ‘fabrieken van het
digitale tijdperk’ gebruiken heel veel
energie.
Dat energieverbruik bedroeg voor 2015
(de meest recente schatting) 416 terawatt,
ruim 2 procent van alle elektriciteit
in de wereld. En elk jaar wordt het
meer: de datasector groeit namelijk
erg rap door opkomende technologieen
als kunstmatige intelligentie en
blockchain. Het rapport Data Age 2025
schetst dat er over zes jaar ongeveer 175
zettabyte (175 triljard bytes) aan data
wordt gecreëerd; tien keer zoveel als
in 2017. Volgens een ander rapport gebruikt
de sector tegen die tijd 20 procent
van de wereldwijde elektriciteit
en zorgt hij voor 14 procent van de koolstofdioxide-uitstoot.
Hoelang blijft dat
nog goed gaan?
Tekst: Hidde Middelweerd
ISTOCK/GETTY IMAGES
Verplicht efficiënt
Ook in Nederland is de opmars van de
datacenters merkbaar. Ze nemen hier
inmiddels zo’n 546.000 vierkante meter
in beslag, terwijl de teller in 2015 nog op
460.000 stond. En die trend houdt aan.
Zo maakte Google onlangs bekend
dat het hier een tweede datacenter
6/2019 45
Nederland telt meer dan 200 datacenters
en dat aantal neemt snel toe.
De markt groeit met 18 procent per
jaar.
Nederland is het op één na grootste
‘datacenter-cluster’ van Europa. Alleen in
de buurt van het Duitse Frankfurt staan meer
servers te loeien.
SIEBE SWART/HOLLANDSE HOOGTE
gaat bouwen. “Nederland is booming
op dit gebied”, vertelt Stijn
Grove, directeur van de Dutch Datacenter
Association. “De sector groeit
gemiddeld met 18 procent per jaar. Dan
praat je elke vier jaar over een verdubbeling.”
Maar wie naar het energieverbruik in
Nederland kijkt, ziet iets geks: de datacentersector
verdubbelde in de afgelopen
vier jaar inderdaad in omvang,
maar het energieverbruik bleef nagenoeg
gelijk. Dat heeft alles te maken
met de PUE (power usage effectiveness)
van datacenters, oftewel de waarde
waarmee hun energie-efficiëntie wordt
gemeten. Vroeger waren datacenters
met een PUE-waarde van 2,0 heel
normaal. Dit betekent dat er één extra
watt nodig is voor elke watt die een
datacenter voor zijn servers gebruikt,
want die vreten de meeste energie. Die
extra watt gaat hoofdzakelijk op aan het
koelen van de servers. Faciliteiten als
verlichting en beveiligingssystemen
nemen het laatste restje energieverbruik
voor hun rekening.
De laatste jaren is de PUE-waarde fors
gedaald, waardoor het energieverbruik
van deze groeiende sector ongeveer
gelijk bleef. In Nederland is nu een
PUE-waarde van onder de 1,25 verplicht.
Sommige bedrijven zitten daar
zelfs fors onder. Zoals Google, waarvan
de datacenters een gemiddelde PUEwaarde
van 1,12 hebben. Met andere
woorden: voor elke watt die Google
voor zijn servers gebruikt, is nog maar
0,12 watt voor de rest nodig.
Fabien Vieau, verantwoordelijk voor
de Google-datacenters in Europa, Afrika
en het Midden-Oosten, licht toe hoe
het bedrijf dat voor elkaar bokste: “Het
gaat om meerdere aanpassingen, die bij
elkaar opgeteld een grote impact hebben.
We isoleren bijvoorbeeld de elementen
in onze datacenters die te heet
worden, waardoor we zeer gericht – en
dus minder – koelen. Dat koelen doen
we dan ook nog eens met zeer efficiënte
technologieën, zoals het gebruik van
vloeistoffen. Geavanceerde energiemanagementsystemen
drukken het
verbruik ook.”
Google, zo benadrukt Anwar Osseyran,
is niet de enige die in de afgelopen jaren
belangrijke stappen heeft gezet.
Osseyran is hoogleraar computerweten-
Google kondigde
onlangs de bouw
van een tweede
datacenter in
Nederland aan.
Dat krijgt nieuwe
technologie om
het energieverbruik
laag te
houden, onder
meer door gericht
te koelen. Het
eerste Nederlandse
datacenter
van Google, op
de foto hierboven
te zien, staat
sinds 2016 in de
Groningse Eemshaven.
schappen en bestuursvoorzitter van de
stichting GreenIT Amsterdam, die zich
inzet voor de vergroening van datacenters.
“Datacenters van vroeger moet je
zien als grote hallen met een loeiende
airconditioning, waar bedrijven hun
eigen ratjetoe aan servers en IT-apparatuur
konden opstellen. Grote hallen zijn
het nog steeds, maar de servers worden
tegenwoordig door de datacenters zelf
aangeboden. Die zijn geoptimaliseerd,
energie-efficiënt, worden op dezelfde
manier aangestuurd én op dezelfde
temperatuur gekoeld. Die homogeniteit
zorgt voor een forse daling in het energiegebruik.”
Een andere belangrijke factor is zoals
gezegd het efficiënter koelen van de
servers. “Servers kunnen tegenwoordig
op hogere temperaturen draaien, waardoor
ze minder gekoeld hoeven te worden.
De buitenlucht volstaat dan vaak”,
vertelt Grove. “Daar heb je alleen een
ventilator voor nodig, in plaats van een
energievretende airconditioning. Verder
beschikken veel datacenters tegenwoordig
over een systeem om koude
winterlucht in de grond op te slaan. Die
koude lucht wordt naar boven gepompt
46 6/2019
Datacenters worden steeds groter. Daardoor
neemt het totale aantal datacenters in de wereld
waarschijnlijk af, van 8,4 miljoen in 2017 naar 7,2
miljoen in 2021.
Het grootste datacenter ter wereld
is te vinden in het Chinese Langfang.
Dit systeem beslaat ruim 585.000
vierkante meter.
3 x innovatief
koelen
als er vraag naar is. Zo hoeft de airconditioning
zelfs in de zomer niet aan.”
Gratis warmte
Het zijn slechts twee voorbeelden van
manieren waarop datacenters hun energieverbruik
drukken. Maar er zijn meer
opties. Denk aan het vergroenen en efficiënter
maken van de software. Osseyran:
“Hoewel bij energie-efficiëntie vaak
naar de hardware wordt gekeken, liggen
er ook kansen op het gebied van de software.
Als je software slimmer ontwerpt,
kan de hardware efficiënter functioneren.
En dan gebruik je dus minder energie
voor dezelfde resultaten.”
Genoeg mogelijkheden dus. Er is echter
één probleem: de vraag naar data blijft
de komende jaren fors groeien, terwijl
veel efficiëntieslagen al gemaakt zijn.
Met andere woorden: energie-efficiëntie
kan niet eindeloos opboksen tegen het
groeiende datagebruik. Om het energieprobleem
toch in toom te houden, zijn
ambitieuzere oplossingen vereist.
De datacentersector pleit daarom voor
het gebruik van restwarmte. Datacenters
verbruiken namelijk niet alleen
energie, ze produceren die ook. Door
Vroeger loeiden
energievretende
airconditioningsystemen
dag
en nacht om
de servers in
datacenters koel
te houden. Tegenwoordig
kan
daar buitenlucht
voor worden
gebruikt, zoals in
dit datacenter van
Facebook. Dat
scheelt een hoop
energie.
de opwarming van de servers zetten
datacenters bijna alle elektriciteit om in
restwarmte. En warmte is, net als elektriciteit,
een energiebron. De restwarmte
van alle Nederlandse datacenters kan
ongeveer een miljoen huishoudens verwarmen,
en de datacentersector biedt
die restwarmte ook nog eens gratis aan.
Dat is interessant. Zeker in Nederland,
waar het gebruik van gas (een belangrijke
warmtebron) in de komende decennia
wordt afgebouwd. Toch zijn
Nederlandse restwarmteprojecten vooralsnog
op één hand te tellen. De reden is
simpel: het afvangen en transporteren
van al die restwarmte vraagt om een
flink netwerk van pijpleidingen dat
aanbieders en gebruikers met elkaar
verbindt. Dat is er simpelweg nog niet.
En het aanleggen ervan zal veel geld
gaan kosten.
Daarnaast zijn niet alle datacenters er
geschikt voor, stelt Vieau: “Bij Google
kijken we er ook naar, maar in veel gevallen
is het in geografisch opzicht niet
haalbaar. Datacenters bevinden zich
vaak in afgelegen gebieden, tien tot
twintig kilometer van een stad.
Dan moet je je afvragen of de
MEG ROUSSOS/BLOOMBERG/GETTY IMAGES
1
Zeewatertunnel
Google’s datacenter in Hamina,
aan de Finse Golf, maakt gebruik
van zeewater om zijn servers te
koelen. Het datacenter is gevestigd
in een oude papierfabriek.
Een bestaande tunnel dient er
om zeewater naar de servers te
transporteren.
ASPERITAS MICROSOFT GOOGLE
2
Datacenter onderwater
Microsoft gaat een stapje
verder. Voor de kust van de Schotse
Orkney-eilanden liet de digitale
grootmacht een container met 864
servers in de Noordzee zakken.
Op die manier blijven de servers
op natuurlijke wijze koel. Het
onderzeese datacenter dient als
testcase; de resultaten stromen op
dit moment binnen.
3
Servers in de olie
De Nederlandse start-up
Asperitas dompelt servers onder
in een minerale olie. Deze olie
vangt de warmte van de servers op,
waarna die via een warmtewisselaar
naar een aangrenzend waterreservoir
gaat. Het water bereikt hierdoor
temperaturen van 50 graden en
kan worden ingezet om huizen of
kantoren te verwarmen.
6/2019 47
Als Nederland alle restwarmte van
datacenters voor de verwarming van huizen
benut, kunnen naar schatting 1 miljoen
huishoudens van het gas af.
In Stockholm leveren datacenters al
restwarmte aan de stad, waar het gebruikt
wordt voor de verwarming van huizen en
kantoren.
KICK SMEETS/HOLLANDSE HOOGTE
milieu-impact van het benodigde
warmtenet niet groter is dan de
winst die je ermee behaalt.”
KI-koeling
Restwarmte lijkt dus vooral een gedeeltelijke
oplossing, waarvan de mogelijkheden
nu nog vele malen groter zijn dan
de benutting ervan. Andere oplossingen,
die de milieu-impact van ons digitale
tijdperk nu al kunnen beperken,
zijn dan ook nodig. Een van deze oplossingen
is wellicht juist te vinden in de
reden waarom datacenters überhaupt
bestaan: de oprukkende digitalisering.
Die heeft geleid tot een enorme groei
in het verzamelen van data. En het interpreteren
van al die data is vrijwel
onmogelijk zonder KI (kunstmatige
intelligentie). Maar daar houdt het niet
op. Google gebruikt KI sinds 2016 om de
servers van zijn datacenters efficiënter
dan ooit te koelen.
Vieau legt uit: “Een menselijk brein
kan maar een handjevol variabelen
tegelijkertijd interpreteren. Een KIsysteem
verwerkt er honderden in een
handomdraai.” Google voedt de kunst-
Datacentertje spelen
Als het aan de Delftse start-up Nerdalize ligt, kan elk huishouden in de toekomst
een minuscuul datacenter zijn. Het jonge bedrijf wil servers namelijk bij mensen
thuis plaatsen. De warmte die de servers genereren, maakt een aangename
temperatuur of een lekkere douche mogelijk. Een win-winsituatie, stelt het bedrijf:
huishoudens besparen op deze manier ongeveer 300 euro op hun jaarlijkse
energierekening en Nerdalize heeft minder geld nodig om een groot datacenter
te bouwen en te onderhouden. Helaas werd de start-up in december 2018 failliet
verklaard. Maar misschien betekent dat niet het einde van dit innovatieve idee: met
de hulp van externe investeerders mag Nerdalize een doorstart maken.
Datacenters
produceren restwarmte,
oftewel
gratis energie.
Toch wordt die
pas op een paar
plekken in Nederland
hergebruikt.
Op het Science
Park Amsterdam
bijvoorbeeld, voor
de verwarming
van gebouwen in
de omgeving.
matige intelligentie in zijn datacenters
daarom met informatie over het koelsysteem
en de servers, afkomstig van
duizenden sensors. Daardoor weet het
KI-systeem bijvoorbeeld precies welke
servers extra koeling nodig hebben, en
wanneer. Aan de hand van die informatie
wordt het koelsysteem continu aangepast,
zodat het zo efficiënt mogelijk
functioneert.
Energie besparen met oplossingen die
datacenters mogelijk maken dus. En
dat beperkt zich niet alleen tot de datacenters
zelf. “Je hoort weleens: met
één watt die je in ICT steekt, kun je
elders tien watt besparen”,
zegt Osseyran. “Neem ons
energiesysteem: er staan
gigantische gas- en
kolencentrales standby
om op volle toeren
te draaien als de energievraag
hoog is. Dataanalyse
stelt ons in
staat om vraag en aanbod
te simuleren en te
voorspellen. Daardoor
kunnen we ze beter op elkaar
afstemmen en hebben we die
48 6/2019
Maar liefst 20 procent van alle
buitenlandse investeringen in
Nederland komt tegenwoordig
van de datasector.
Het wereldwijde datagebruik blijft fors
groeien. Naar verwachting zijn er in 2022
meer dan 48 miljard apparaten draadloos
aangesloten op het internet.
Datacenters in de Verenigde
Staten gebruiken gemiddeld
90 miljard kilowattuur aan
elektriciteit per jaar.
n Digitale oplossingen kunnen het
energieverbruik in andere sectoren
drukken. Zo maakt data-analyse
het mogelijk om energievraag en
-aanbod steeds beter te voorspellen.
Als je die twee vervolgens goed op
elkaar afstemt, hoeven kolencentrales
minder vaak bij te springen.
SABINE JOOSTEN/HOLLANDSE HOOGTE
YOUTUBE/YG FAMILY/FILE
centrales op den duur misschien helemaal
niet meer nodig.”
Data aan banden?
Om het groeiende energieverbruik van
de wereldwijde datasector écht in toom
te houden, vindt Osseyran het daarnaast
de hoogste tijd om ons huidige
datagebruik eens kritisch onder de loep
te nemen. Onderzoek wijst uit dat in
2018 meer dan 4 miljard mensen toegang
hadden tot het internet. Ze slingerden
gezamenlijk zo’n 500 miljoen
tweets per dag de wereld in en keken
ongeveer 46.000 jaar aan YouTubevideo’s.
Een goed voorbeeld van het
energieverbruik dat hiermee gepaard
CREDIT
We gebruiken met
z’n allen steeds
meer data, en
dat kost energie.
Toen de YouTubehit
Gangnam
Style de magische
grens van 2
miljard views
overschreed,
kostte dat al 4,8
gigawattuur aan
energie. Daar
kun je zo'n 480
miljoen ledlampen
mee laten
branden.
gaat, is de Zuid-Koreaanse YouTube-hit
Gangnam Style. Toen het liedje 2 miljard
keer bekeken was, had dat 4,8 gigawattuur
aan energie gekost. Om je een idee
te geven: met zoveel energie kun je ook
480 miljoen ledlampen laten branden.
Daar wringt op dit moment echt de
schoen. Niet zozeer bij de datacenters
zelf, maar bij de wereldwijde vraag
naar data waaraan ze moeten voldoen.
“Datacenters worden weleens energievreters
genoemd, maar ik ben het daar
niet mee eens”, zegt Grove. “Dan lijkt
het net alsof ze heel verkwistend met
energie omspringen, maar het tegendeel
is waar. Ze moeten gewoon veel
werk verzetten.”
Osseyran sluit zich daarbij aan: “De
oorspronkelijke insteek van het internet
was: stel geen beperkingen aan
het gebruik ervan. Een prachtige gedachte,
maar je kunt je afvragen hoe
houdbaar die is.” Volgens Osseyran
is het onvermijdelijk dat toekomstig
datagebruik op de een of andere manier
aan banden wordt gelegd.
Het principe van ‘de vervuiler betaalt’
bestaat nog niet op het gebied van
datagebruik en dat is geen houdbare
situatie, zegt hij: “Als je een brief
verstuurt, plak je er een postzegel op.
Niemand vindt dat raar. Maar tegenwoordig
kun je duizenden e-mails
per dag versturen en er is geen haan
die ernaar kraait. We moeten ons zo
langzamerhand gaan afvragen: wat
kost de vrijheid van het internet ons?
Ik denk dat je maar één conclusie
kunt trekken: die digitale postzegel
komt er.” ■
Hidde Middelweerd is freelance journalist. Voor dit artikel raadpleegde hij onder
andere de volgende literatuur: Anders S.G. Andrae: Total consumer power
consumption forecast, ResearchGate (2017) | Gary Cook e.a.: Clicking clean.
Who is winning the race to build a green internet?, Greenpeace (2017) | David Reinsel,
John Gantz en John Rydning: Data Age 2025. The digitization of the world, IDC (2018).
Ga voor links met meer informatie naar www.kijkmagazine.nl/artikel/datacenters
6/2019 49
SPECIAL
De
10
De allerleukste lijstjes
Wat doe je als je op vakantie gaat en bang bent
om van alles en nog wat te vergeten? Of als je
meer boodschappen moet halen dan er in je hoofd
passen? Dan maak je een lijstje. De boel op een rijtje
zetten is niet alleen handig, maar ook heel leuk.
Daarom maakten we deze special met de 53
leukste, grappigste en meest verrassende lijstjes.
Van de 10 beroemdste schurken uit de geschiedenis
tot de meest extreme achtbanen. En van ’s werelds
kundigste natuurkundigen tot de 10 beste
1 aprilgrappen.
NU
TIJDELIJK
€3, 95
Bestel deze
speciale editie
van Know How via
www.kijkmagazine.nl/de10
of bel 085 888 5661
Tekst: Rik Peters
ISTOCK/GETTY IMAGES
SOCIOLOOG NIELS BLOM
‘Mensen denken vaak dat het in
relaties enkel om liefde draait’
Stellen waarbij de man meer verdient dan de vrouw zijn gelukkiger dan stellen
waarbij de vrouw meer verdient dan de man. Dat blijkt uit het proefschrift van
socioloog Niels Blom. Maar er komt wel flink wat nuance bij kijken.
H
et is misschien maar beter als vrouwen
stoppen met werken. Uit sociologisch
onderzoek blijkt namelijk dat
stellen waarbij de vrouw meer verdient dan de
man minder tevreden zijn over hun relatie dan
stellen waarbij de man meer verdient dan de
vrouw. Feminisme is leuk en aardig op papier,
maar in de praktijk maakt het mensen simpelweg
ongelukkig.
Die indruk zou je bijna krijgen wanneer je enkel
de krantenkoppen en de headlines over het
proefschrift van Niels Blom leest. Maar volgens
de jonge socioloog zelf is de waarheid veel genuanceerder.
Niet alleen is het genoemde resultaat
slechts één onderdeel van zijn onderzoek,
maar het verdient zelf ook nog behoorlijk
wat toelichting.
Gelukkig is Blom meer dan bereid die extra uitleg
te geven. KIJK spreekt hem tijdens een kort
familiebezoek aan Nederland, want inmiddels
werkt hij aan de Universiteit van Southampton.
“Als de conclusie van je stuk is dat vrouwen
maar beter thuis kunnen blijven, dan hoeft
mijn naam er niet bij!”, zegt hij lachend. Maar
hoe zit het dan wél?
Je analyseerde de verbanden tussen mannen,
vrouwen, salarissen en relaties.
“Klopt. In een van de onderzoeken van mijn
proefschrift bekeek ik hoe heteroseksuele stellen
hun relatie beoordelen wanneer een van de
partners meer gaat verdienen dan de ander. En
wat blijkt? Als de man werkloos wordt of minder
gaat verdienen dan de vrouw, dan worden
beide partners minder tevreden over de relatie.
En hoe groter het loonverschil, hoe kleiner de
tevredenheid. Dat effect is echter niet te zien
als de situatie andersom is en de vrouw werkloos
wordt of minder gaat verdienen dan de
man. Maar het gaat slechts om kleine verschillen:
het tevredenheidscijfer gaat met
1 procent omlaag als de man minder gaat
STAN VAN PELT
6/2019 51
Wie is
Niels
Blom?
Niels Blom werd op 14 januari 1991 geboren
in Wageningen. Hij studeerde sociologie en
sociale en culturele wetenschappen aan de
Radboud Universiteit.
Afgelopen februari promoveerde hij op het
proefschrift Partner relationship quality under
pressing working conditions. Longitudinal and
cross-national investigations.
Voor socialevraagstukken.nl
schreef Blom
verschillende blogs
over zijn onderzoek.
ISTOCK/GETTY IMAGES
n Heteroseksuele koppels worden iets minder
tevreden over hun relatie als de man
zonder baan komt te zitten. Dit effect is niet
te zien als de vrouw werkloos wordt.
verdienen. Dit is 2,5 procent bij een man
die werkloos raakt.”
Eén tot 2,5 procent. Dat klinkt niet dramatisch.
“De impact is heel klein. Dat klopt. En dat is
een belangrijke nuance. Ter vergelijking: in
een ander onderzoek van mijn proefschrift bekeek
ik de invloed van armoede op een relatie,
en die blijkt veel groter te zijn. We moeten het
effect dus zeker niet overdrijven. Maar tegelijkertijd
ís er wel een effect. Stellen vinden het
misschien vooral belangrijk dat er genoeg inkomen
is, maar hechten kennelijk ook waarde
aan wie voor dat inkomen zorgt.”
Waarom is werk überhaupt van invloed op
onze relaties?
“Werk is om allerlei redenen erg belangrijk
voor mensen. Er is natuurlijk een financiële
kant: werk helpt mensen om rond te komen.
Maar er is ook een meer sociale kant: werk
geeft mensen status, een identiteit, een doel.
En al die aspecten beïnvloeden ons dagelijks
leven. Het salaris en de werktijden bepalen
voor een groot deel hoe de vrije tijd wordt ingevuld,
positieve en negatieve ervaringen op
de werkplek spelen een rol in hoe mensen zich
thuis gedragen, en verwachtingen over carrières
zijn van invloed op de communicatie tussen
partners. Mensen denken vaak dat het in
relaties enkel om liefde draait – en natuurlijk
speelt dat óók een rol – maar dat is zeker niet
het enige.”
Er is al eerder onderzoek gedaan naar werk
en relaties. De resultaten daarvan waren niet
bepaald eenduidig.
“Dat komt voor een groot gedeelte doordat
wetenschappers verschillende meetmethodes
gebruiken. Zelfs iets wat heel simpel lijkt, zoals
‘werk’, kun je namelijk op allerlei manieren
in kaart brengen. Kijk je bijvoorbeeld naar hoeveel
iemand verdient of naar hoeveel uren iemand
werkt? En tel je daar dan wel of niet de
uren huishoudelijk werk bij op? Dat lijken misschien
kleine en onbelangrijke dingen, maar
ze zijn wel echt van invloed op de data.”
Hoe verschillen jouw meetmethodes van die
in eerder onderzoek?
“Ik deed een aantal dingen anders dan mijn
voorgangers. Een belangrijk aspect is dat ik
gekozen heb voor longitudinaal onderzoek:
ik heb niet één momentopname gemaakt van
de relatietevredenheid, maar gekeken hoe die
zich over de langere termijn ontwikkelde in
reactie op een verandering in de werksituatie.
Daarnaast heb ik bijvoorbeeld een onderscheid
gemaakt tussen een partner die minder gaat
verdienen en een partner die werkloos wordt.
In eerder onderzoek werden die vaak onder
één noemer geschaard, maar mijn data laten
zien dat er een verschil tussen die twee is: in
het eerste geval daalt de relatietevredenheid
immers minder dan in het tweede geval.”
Het viel me op dat je het onderzoek baseert
op cijfers uit Australië.
“Dat was eigenlijk vooral een datakwestie.
Er zijn gewoonweg niet veel stellen waarbij
de man minder verdient dan de vrouw. Zeker
niet als ze allebei werken. En wanneer je in
een databank toch zulke stellen vindt, dan
ontbreken meestal weer de gegevens over de
kwaliteit van hun relatie. Laat staan over hoe
die verandert met de tijd. Met andere woorden:
ik had héél specifieke data nodig, en een
Australisch onderzoek kon die bieden. Theoretisch
kun je precies hetzelfde onderzoek in
Nederland doen, maar door het gebrek aan
cijfermateriaal is dat erg lastig.”
Kun je bevindingen uit Australië zomaar overnemen
voor Nederland?
“In grote lijnen wel. Australië en Nederland
zijn natuurlijk verschillende landen, maar
ze lijken wel op elkaar. Hoewel Australië
net wat conservatiever is, zijn de verschillen
niet enorm groot. Bovendien suggereert een
ander onderzoek in mijn proefschrift een vergelijkbare
tendens. Op basis van Nederlandse
data onderzocht ik namelijk de invloed van
baanzekerheid op relatietevredenheid. En
daarbij bleek dat wanneer een werkende man
onzeker is over zijn baan, dit een negatieve invloed
heeft op de relatietevredenheid van de
vrouw. Maar andersom geldt dit niet: de baanonzekerheid
van de vrouw heeft geen effect op
de relatietevredenheid van de man. Dat is niet
precies hetzelfde, maar het suggereert wel
eveneens dat de werksituatie van de man meer
invloed heeft op de relatie-tevredenheid dan
de werksituatie van de vrouw.”
In je proefschrift schrijf je dat de resultaten
passen binnen de doing gender theory.
“Er zijn meerdere sociologische theorieën over
werk en relaties. De specialization theory voorspelt
bijvoorbeeld dat het goed is als één partner
werkt en één partner het huishouden doet,
omdat dit efficiënt is. De equity theory voor-
52 6/2019
Voordat hij aan zijn promotieonderzoek
begon, deed hij
onderzoek naar verschillen in
gezondheid en welzijn.
Tijdens zijn promotieonderzoek heeft hij ook
een tijd gewerkt aan de Universiteit van Melbourne
(Australië) en tijdens zijn masterstudie
aan de Universiteit van Oxford (Engeland).
Blom werkt nu in Southampton bij de vakgroep
Social Statistics and Demography aan onderzoek
naar de invloed van economische problemen en
relatiekwaliteit op familietransities.
BART VAN DIEKEN
ISTOCK/GETTY IMAGES
n Volgens de doing gender theory gooit een
vrouw die meer verdient dan een man het
traditionele rollenpatroon omver. Maar dat
betekent volgens socioloog Niels Blom
absoluut niet dat vrouwen dan maar beter
thuis kunnen blijven.
‘Een vrouw die meer verdient, is in
tegenspraak met traditionele rollen
en daarom negatief voor de relatie’
spelt juist dat partners de taken exact moeten
verdelen, omdat ze elkaar dan goed kunnen
begrijpen. Voor deze theorieën vind ik echter
geen bevestiging in mijn data, en voor de doing
gender theory wel. Deze theorie is heel breed,
maar kort samengevat stelt hij dat mensen
gestimuleerd worden om aan traditionele normen
te voldoen: mannen moeten zich ‘typisch
mannelijk’ gedragen en vrouwen moeten zich
‘typisch vrouwelijk’ gedragen. In dit geval betekent
het dat mannen werken en dat vrouwen
voor de kinderen en het huishouden zorgen.
Als mensen in een situatie terechtkomen
waarin hun gedrag afwijkt van zulke normen,
dan kan dit hun gevoel van mannelijkheid of
vrouwelijkheid aantasten – en dat heeft een
negatief effect op hun welzijn en op hun relatie.
De data uit mijn onderzoek passen binnen
deze theorie: een vrouw die meer verdient dan
de man is in tegenspraak met traditionele rollen
en daarom negatief voor de relatie.”
helemaal uit de lucht vallen. We weten uit
eerder onderzoek dat de invloed van werkloosheid
op het persoonlijk welzijn per land verschilt,
wat suggereert dat er culturele aspecten
meespelen. Bovendien tonen de data uit mijn
proefschrift niet aan dat een traditionele rolverdeling
per se beter is voor de relatiewaardering.
Stellen waarbij de man beter verdient dan
de vrouw zijn namelijk niet meer tevreden
over hun relatie dan stellen waarbij de man
evenveel verdient als de vrouw. Pas als de traditionele
rolpatronen worden omgedraaid en
de vrouw meer verdient dan de man, begint de
relatietevredenheid af te nemen. Uiteindelijk
is biologie natuurlijk niet mijn vakgebied en
heb ik het niet onderzocht, dus ik kan de rol
van nature niet uitsluiten, maar het is in elk
geval niet de enige factor.”
Maakt het trouwens nog uit of de stellen kinderen
hebben of niet?
“Daar heb ik naar gekeken. Niet in het onderzoek
naar salarisverschillen tussen man en
vrouw, maar wel in de onderzoeken naar werkloosheid
en armoede. En nee, kinderen lijken
niet van invloed te zijn. Je zou misschien verwachten
dat het erger zou zijn om werkloos
te worden of om in armoede te leven als je
kinderen hebt, maar dat blijkt niet het geval.
Kinderen an sich hebben invloed op een relatie
omdat ze stress en zorgen met zich meebrengen.
En werkloosheid en armoede hebben ook
een effect op een relatie, om vanzelfsprekende
redenen. Maar die effecten versterken elkaar
niet.”
Je hebt inmiddels een aanstelling aan de
Universiteit van Southampton. Wat ga je daar
doen?
“Mijn onderzoek daar ligt in het verlengde van
de onderzoeken in mijn proefschrift. Ik wil onder
meer gaan bekijken wat er met de relatietevredenheid
gebeurt wanneer een werkloze
partner opnieuw werk vindt. Maar ook welke
rol werk speelt in familietransities, dus in
wanneer mensen trouwen of scheiden of
kinderen krijgen. Ook daar geldt dat we vaak
denken dat het alleen om liefde draait, maar
ik vermoed dat er meer in het spel is.” ■
Of zijn die traditionele rollen misschien gewoon
‘natuurlijker’ voor de mens?
“Dat zou in principe kunnen. In het naturenurture-debat,
de vraag of eigenschappen van
mensen zijn aangeboren of zijn aangeleerd,
neemt de doing gender theory inderdaad een
duidelijk nurture-standpunt in. Dat komt niet
Rik Peters is freelance journalist. Hij is single en daardoor automatisch de voornaamste
kostwinner in zijn huishouden. Voor dit interview las hij het proefschrift van Niels Blom:
Partner relationship quality under pressing working conditions. Longitudinal and crossnational
investigations.
Ga voor links met meer informatie naar www.kijkmagazine.nl/artikel/niels-blom
6/2019 53
n De eerste foto van een zwart gat.
De donkere vlek in het midden is de
'schaduw' van het gat. De gele ring
eromheen is radiostraling afkomstig
van materie rondom het zwarte gat, die
door de zwaartekracht van het gat is
uitgesmeerd tot een cirkel.
NETWERK VAN RADIOTELESCOPEN
SCOORT PRIMEUR
TOT HET GA
VOOR EEN G
54 6/2019
Heel de wereld zag de
foto die astronomen
met de Event Horizon
Telescope wisten te
maken van een zwart
gat. Maar waarom nou
net dít zwarte gat? Hoe
ging het fotograferen
in zijn werk? Welke
wetenschappelijke
kennis leverde het
plaatje op? En wat
heeft de toekomst in
petto?
Tekst: Jean-Paul Keulen
ATJE
AT
EHT COLLABORATION
W
ie ‘zwart gat’ googelt en
dan op ‘afbeeldingen’ klikt,
krijgt een hele rits plaatjes te
zien. Machtige draaikolken, de een nog
kleurrijker dan de ander, met in het
midden een onheilspellende schacht de
diepte in of een mysterieuze zwarte bal.
En, met een beetje geluk, een enorme
sliert materie die uit dit duistere centrum
het heelal in priemt.
Schitterende beelden, natuurlijk, waar
we ook in KIJK geregeld dankbaar gebruik
van maken - maar het zijn stuk
voor stuk tekeningen of computersimulaties.
De enige échte foto van een zwart
gat tot nu toe maakten astronomen wereldkundig
op woensdag 10 april.
Hoewel dit plaatje een stuk minder
spectaculair is dan zijn met veel flair
geïllustreerde voorgangers - een zwarte
vlek, omgeven door een wazige, onregelmatige
gele ring - was er tijdens de
dagen na de bekendmaking nauwelijks
aan te ontkomen. De sociale media
stonden er vol mee, de Volkskrant zette
het plaatje op de voorpagina, Google
maakte er een Doodle van, en het biermerk
Brand produceerde in no time een
reclamefilmpje waarin de goudgele ring
de bovenkant van een flesje pils bleek te
zijn.
Mooi natuurlijk, dat een wetenschappelijk
plaatje zo’n groot publiek kan bereiken.
Maar de meeste mensen zullen er
een gefascineerde blik op hebben geworpen
en vervolgens zijn overgegaan
tot de orde vandaag. Terwijl
6/2019 55
Tijdlijn
22 jaar
inzoomen
1995
Thomas Krichbaum, een Duitse sterrenkundige,
detecteert met twee
gekoppelde radiotelescopen het zwarte gat in het
centrum van ons sterrenstelsel, de Melkweg.
1998
De Duitse astronoom Heino Falcke stelt samen
met collega’s dat de waarnemingshorizon van
het zwarte gat in het centrum van de Melkweg is te fotograferen
met een netwerk van radiotelescopen.
ESO
er achter dat gekke ringetje natuurlijk
een heel verhaal schuilgaat.
Schaduwfotograaf
zon naar binnen toe passeert, licht
inbegrepen, zal nooit meer aan de
zwaartekracht van het gat kunnen
ontsnappen. Van het gebied bínnen
de waarnemingshorizon zullen we dus
sowieso nooit iets kunnen zien.
En als we ons beperken tot de waarnemingshorizon
en het gebied daaromheen,
wélk gat is dan een goede
kandidaat voor een foto? Wie zijn sterrenkunde
een beetje op orde heeft,
weet: een zwart gat kan ontstaan nadat
Een van de sleutelfiguren achter de inmiddels beroemde foto van het zwarte
gat is de Duitse astronoom Heino Falcke, momenteel hoogleraar aan de
Radboud Universiteit Nijmegen. Al in 1993 speelt de dan nog niet eens
gepromoveerde Falcke met het idee dat de ‘schaduw’ van een zwart gat te
fotograferen moet zijn. Eind jaren negentig, begin eenentwintigste eeuw
werkt hij dat idee met collega’s verder uit. Om zo’n foto daadwerkelijk te
kunnen maken, is echter een wereldwijd netwerk van radiotelescopen nodig.
De Amerikaan Shep Doeleman is precies zo’n netwerk aan het opzetten, maar
wil jarenlang niets weten van samenwerking met Falcke. Pas begin 2013 lukt het
Falcke - geholpen door 14 miljoen euro aan financiering vanuit de Europese Unie -
om zich bij Doeleman en zijn team te voegen.
Het gefotografeerde
zwarte gat
bevindt zich niet
in ons eigen sterrenstelsel,
maar
in het enorme
stelsel M87,
dat zich ruim
53 miljoen lichtjaar
hiervandaan
bevindt.
Hoe zwaarder, hoe trager
Als we het hebben over het fotograferen
van een zwart gat, hebben we het
eigenlijk over de zogenoemde event
horizon of waarnemingshorizon van
zo’n zwart gat. Dat is de bolvormige
grens rond het gat die het point of no
return weergeeft. Alles wat deze horieen
zware ster is ontploft. Probleem bij
zulke gaten is dat ze erg klein zijn. Een
zwart gat dat vijftien keer zoveel als
onze zon weegt, heeft een waarnemingshorizon
met een middellijn van
maar 90 kilometer. Daar is op grote afstand
niets van te zien. En dus moet je
uitwijken naar zwarte gaten die een
flink maatje groter zijn. Daarmee
komen we uit bij de superzware zwarte
gaten. Die wegen miljoenen tot miljarden
keren zoveel als de zon en zijn zo
groot dat ons hele zonnestelsel erin
zou passen.
Zulke superzware zwarte
gaten vind je in de
centra van sterrenstelsels;
enorme
schijven die wel
honderden miljarden
sterren kunnen
bevatten. Het
sterrenstelsel waar
de zon deel van uitmaakt,
de Melkweg,
heeft bijvoorbeeld
zo’n zwart gat in zijn
binnenste: Sagittarius A*.
Daarmee is Sagittarius A* met
EPA/ANP
56 6/2019
2007
Shep Doeleman, een Amerikaanse sterrenkundige,
test het idee van de Event Horizon
Telescope door drie radiotelescopen te richten op het zwarte
gat in het centrum van de Melkweg.
2013
Heino Falcke ontvangt van de EU een beurs
van 14 miljoen euro en begint daarmee het
project BlackHoleCam, dat deel zal uitmaken van de Event
Horizon Telescope-samenwerking.
ESO
afstand het dichtstbijzijnde superzware
zwarte gat. Een logische kandidaat voor
een foto dus? Zeker - maar toch is dit
niet het gat op de beroemde foto. Deels
koos men niet voor Sagittarius A* omdat
er tussen de zon en het centrum van de
Melkweg heel wat gas is te vinden dat
ons zicht op dit gat vertroebelt. En deels
omdat dit gat - hoewel het een slordige
4 miljoen keer zoveel weegt als onze
zon - eigenlijk nog niet zwaar genoeg is.
Er geldt namelijk: hoe zwaarder een
zwart gat, hoe trager de processen in
de directe omgeving verlopen, en dus
hoe makkelijker het is om er een goede,
scherpe foto van te maken. Een goed
alternatief is daarom het zwarte gat in
het centrum van het sterrenstelsel M87:
M87*. “Dat is duizend keer zo groot als
Sagittarius A*, waardoor het veel trager
verandert”, zegt de bij het maken van
de foto betrokken sterrenkundige Sera
Markoff (Universiteit van Amsterdam).
“Dat maakte een heel ingewikkelde klus
nét wat eenvoudiger.”
Kisten met harde schijven
Nu is M87* enorm - maar dit zwarte gat
bevindt zich ook ruim 53 miljoen licht-
Een van de acht
radiotelescopen
die samen de
Event Horizon
Telescope
vormen, is de
Atacama Large
Millimeter/
submillimeter
Array (ALMA) in
Chili. Zelf bestaat
ALMA weer uit
66 samenwerkende
schotelantennes.
jaar van ons vandaan. Daardoor is het
aan onze hemel net zo klein als de tekst
op het schermpje van een smartphone
in New York, gezien vanuit Amsterdam.
Nu geldt binnen de sterrenkunde de regel:
hoe kleiner het object dat je wil bestuderen,
hoe groter je telescoop moet
zijn. Wil je M87* waarnemen, dan blijk
je een radiotelescoop ter grootte van de
hele aarde nodig te hebben. Als je dan
bedenkt dat de grootste radiotelescoop
ter wereld een middellijn van 500 meter
heeft, kun je weinig anders dan concluderen:
onbegonnen werk.
Tenminste… Als je je waarneming per
se met één telescoop wil doen. Maar dat
hoeft niet. Je kunt ook een aantal telescopen
combineren, zodat ze samen
een veel grotere virtuele telescoop vormen.
Als je dan bovendien telescopen
verspreid over de hele aarde neemt, kun
je zo daadwerkelijk de benodigde telescoop-ter-grootte-van-de-aarde
simuleren.
En dat is het idee achter de Event
Horizon Telescope (EHT), de verzameling
telescopen waarmee een team van
ruim tweehonderd wetenschappers
M87* wist vast te leggen.
Dat had wel wat voeten in de aarde. Al-
lereerst moest het weer tegelijkertijd
goed zijn boven alle deelnemende telescopen.
Nu zijn die telescopen stuk voor
stuk gebouwd op hoge, droge plekken
waar een heldere hemel bijna een gegeven
is. Toch: het duurde even voordat
de omstandigheden overal optimaal
waren.
Daarna moesten de data naar computercentra
in de Verenigde Staten en Duitsland.
En nee, dat ging niet via Gmail of
WeTransfer, maar in de vorm van kisten
met harde schijven die op het vliegtuig
werden gezet. De ‘zwakste schakel’
bleek daarbij de South Pole Telescope.
Daar moesten de verzamelde gegevens
maandenlang wachten, totdat er in december
2017 eindelijk een vlucht mogelijk
was.
In de computercentra aangekomen,
werden de data van de acht telescopen
gecombineerd, een klus die maanden
kostte. Daarna moesten vier teams er
onafhankelijk van elkaar een beeld
van maken. Uiteindelijk kwamen
deze teams bij elkaar aan de Harvarduniversiteit
om hun resultaten
te vergelijken. Tot hun grote
opluchting bleken ze alle vier
6/2019 57
2017
Begin april hebben alle acht telescopen
die dan deel uitmaken van de Event Horizon
Telescope voldoende goed weer voor gezamenlijke waarnemingen
van zwarte gaten.
2018
In juni zijn eindelijk de gegevens geanalyseerd die
de Event Horizon Telescope ruim een jaar eerder
verzamelde. Vier werkgroepen moeten er vervolgens onafhankelijk
van elkaar een beeld van maken.
BRYCE VICKMARK
hetzelfde plaatje te hebben gevonden.
Nu kan er zoals gezegd niets aan een
zwart gat ontsnappen; ook licht niet.
Maar als er geen licht vanaf komt… wat
zie je dan precies op de EHT-foto? De
gele ring is licht - of preciezer: radiostraling
- afkomstig van de schijf van
materie die het gat in wordt gezogen.
Door de zwaartekracht van het zwarte
gat wordt deze straling uitgesmeerd tot
een cirkel. De straling die áchter het
zwarte gat wordt uitgezonden, kan ons
echter niet bereiken: die verdwijnt ín
het zwarte gat om daar nooit meer uit te
komen. En dat levert de donkere vlek in
het midden op, vaak omschreven als de
schaduw van het zwarte gat.
6,5 miljard keer de zon
En wat weten we nu dankzij het waarnemen
van die omringde schaduw? “Dit
beeld is het eerste directe bewijs van
het bestaan van de waarnemingshorizon
van een zwart gat, en daarmee van
zwarte gaten”, stelt Markoff. “Dat is
nogal een big deal binnen de natuurkunde.”
Bovendien, zo voegt ze toe,
bevestigen de waarnemingen dat Ein-
steins algemene relativiteitstheorie -
onze huidige theorie die de zwaartekracht
bewijst - ook opgaat voor gebieden
met een extreem hoge zwaartekracht,
zoals die in de buurt van een
zwart gat.
“De belangrijkste resultaten zijn dat
het zwarte gat 6,5 miljard keer zoveel
weegt als onze zon, en dat het lijkt te
roteren”, zegt de Nijmeegse astronoom
Monika Moscibrodzka. “Dat is cruciale
informatie bij het bepalen van de herkomst
van de enorme stroom supersnelle
deeltjes die het gat het heelal in
stuurt.”
Momenteel zijn er namelijk twee scenario’s
voor het ontstaan van deze zogenoemde
jet, die een lengte heeft van
maar liefst 5000 lichtjaar (47 biljard
kilometer). In het eerste scenario ontstaat
deze megasliert dankzij magneetvelden
in de schijf materie rond het
zwarte gat. In het tweede scenario
steelt de jet zijn energie van het gat zélf,
dat hierdoor gaandeweg minder snel
gaat roteren. Om dat laatste scenario te
laten werken, moet het gat natuurlijk
wel roteren - en daar lijken de waarnemingen
nu dus inderdaad op te wijzen.
Onder meer
in het Amerikaanse
Haystack
Observatory
combineerden
onderzoekers de
data afkomstig
van de radiotelescopen
die deel
uitmaken van de
Event Horizon
Telescope. Op de
achtergrond staan
rekken vol supercomputers
die zijn
gespecialiseerd
in het verwerken
van dit soort
meetgegevens.
Als de herkomst van de jets van M87*
met de EHT-resultaten is op te helderen,
is dat niet alleen interessant voor dit
specifieke zwarte gat, zegt Markoff.
“Er zijn ook allerlei andere sterrenkundige
objecten die jets creëren:
vormende sterren, neutronensterren,
supernova’s, gammaflitsen…”
Scherpere beelden
Hoewel de foto van M87* voelt als de
kroon op het werk van de EHT, is de
wetenschap nu allerminst klaar met
de telescopenverzameling. Sowieso
zullen astronomen de gegevens die tot
het beroemde plaatje leidden nog verder
analyseren, om er zoveel mogelijk
informatie over het zwarte gat uit te
peuteren. Bovendien, zo verwacht
projectleider Shep Doeleman, is het huidige
beeld nog wel een stukje scherper
te krijgen door gebruik te maken van
betere algoritmen.
Daarnaast is men van plan om hetzelfde
gat waar te nemen bij een net wat kortere
golflengte: waar de huidige foto werd
gemaakt door te kijken naar radiostraling
met een golflengte van 1,3 millimeter,
staat voor later ook radiostraling
58 6/2019
2019
Op 10 april maken wetenschappers
de eerste foto van een zwart gat
wereldkundig, op zes persconferenties, verspreid
over de wereld.
2020
Als alles goed gaat, doet de Event Horizon
Telescope, uitgebreid met telescopen in
Groenland, Frankrijk en de VS, volgend voorjaar nieuwe
waarnemingen aan zwarte gaten.
n De South Pole Telescope is de
meest afgelegen radiotelescoop die
deel uitmaakt van de Event Horizon
Telescope. Hier moesten de data van
het zwarte gat in het stelsel M87
maandenlang wachten voordat ze
per vliegtuig naar computercentra in
de VS en Duitsland konden worden
vervoerd.
“We kijken naar iets
wat we nooit eerder
hebben gezien, iets waarvan
we ons niet eens kunnen
voorstellen dat het bestaat.
Het voelt alsof je naar de
poorten van de hel kijkt; naar
het einde van ruimte en tijd.”
Astronoom Heino Falcke beschrijft in dramatische
bewoordingen het zwarte gat M87* tijdens
de Europese persconferentie waarop de
foto van het gat wereldkundig
werd gemaakt.
van 0,87 millimeter op het programma.
“Dat lijkt een klein verschil,” vertelde
Doeleman op een persconferentie,
“maar de resolutie van het beeld gaat er
door omhoog met 30 procent.” Ook dat
kan dus een mooier plaatje opleveren.
Daarnaast is tegelijk met M87* het
zwarte gat in het centrum van onze
eigen Melkweg, Sagittarius A*, waargenomen.
Zoals eerder gezegd maakt de
beweeglijkheid van ‘ons’ gat het lastiger
om die data om te zetten in een foto.
Maar nu de onderzoekers ervaring heb-
ben opgedaan met het kalmere gat in
M87, verwachten ze Sagittarius A* alsnog
te kunnen tackelen. Bovendien
zijn er in 2017 en 2018 nog een paar
andere zwarte gaten met de EHT waargenomen,
zegt Markoff. “Daar hebben
we ons echter met name gericht op het
bestuderen van de regio’s waar de jets
ontstaan. We zullen dus niet de schaduw
van deze zwarte gaten kunnen
zien, zoals bij M87*.”
Voor april 2020 staan er nieuwe waarnemingen
op het programma, met
een EHT-netwerk dat met nog een
drietal radiotelescopen is uitgebreid:
het Greenland Telescope Project op
Groenland, NOEMA in Frankrijk en het
Kitt Peak National Observatory in de VS.
Bovendien zijn er volgens Markoff plannen
om een bestaande telescoop naar
Namibië te verhuizen en die vervolgens
aan het netwerk te koppelen.
Als het aan Doeleman ligt, wordt de
EHT op de langere termijn bovendien
uitgebreid met een radiotelescoop
in de ruimte. Markoff: “Dan zou je de
waarnemingshorizon van andere, verder
weg gelegen zwarte gaten kunnen
zien.”
Hét grote probleem daarbij is echter
de dataoverdracht. “Er is nu geen
manier om al die petabytes aan gegevens
naar de aarde te sturen, en ik heb
geen flauw idee wanneer dat wél mogelijk
zal zijn”, zegt Markoff. Voorlopig
zullen Doeleman en zijn team dus genoegen
moeten nemen met een telescoop
zo groot als de aarde. We voelen
met ze mee. ■
Jean-Paul Keulen raadpleegde voor dit artikel onder meer de volgende literatuur:
The Event Horizon Telescope Collaboration: First M87 Event Horizon
Telescope Results. V. Physical Origin of the Asymmetric Ring, The Astrophysical
Journal Letters (10 april 2019) | George van Hal: Hoe fotografeer je iets wat zelfs
licht verzwelgt?, de Volkskrant (10 april 2019).
Ga voor meer informatie naar www.kijkmagazine.nl/artikel/foto-zwart-gat
DANIEL LUONG-VAN
6/2019 59
Tech Toys
Printcam
Multiplayer
Twee controllers, maar dan in één controller. Dat
vat de Stratus Duo van SteelSeries wel aardig samen.
De plug-and-play knoppendoos werkt namelijk (via
een low-latency 2.4Ghz draadloze verbinding) met je
spelletjes op Steam en Windows, maar ook (via een
Bluetooth-verbinding) met je spelletjes op Android,
Oculus Go en Samsung VR. Veel meer valt er niet over
te zeggen, maar veel meer hoef je er toch ook niet
over te weten?
Prijzen vanaf 59,99 dollar op
www.steelseries.com
KICKSTART!
Waarschijnlijk heb je weleens gehoord van Canon, het van
oorsprong Japanse cameramerk. En vermoedelijk heb je
ook ooit al iets gelezen over instant-cameraprinters: kleine
fotoschietmachines die ‘on the spot’ een polaroid- of Zinkafdruk
van je plaatjes kunnen uitpoepen. Welnu, de Zoemini S
is eigenlijk een samensmelting van die twee concepten:
het is namelijk gewoon de eerste all-in-one instantcameraprinter
van Canon.
Kost 169 euro via www.canon.nl
Spec-checker
Ben jij toevallig op zoek naar een zakelijke
laptop met een 14-inch FHD IPS-scherm, een
achtste- generatie Intel Core i-processor,
maximaal 16 gieg aan DDR4-geheugen,
SSD’s, een led-backlit Chiclet-toetsenbord,
een vingerafdruklezer met Windows Helloonder
steuning plus een batterijduur van tien
uur én mag het apparaat maximaal 980 gram
wegen en 14,99 milli meter dik zijn? Bof jij
even: de TravelMate X514-51, de lichtste en
dunste zake lijke laptop van
Acer, voldoet precies
aan die specificaties.
Check de specs op
www.acer.com
Tekst: Rik Peters
Beestachtig
Met subliminale geluiden kun je het onderbewustzijn
van je huisdier letterlijk herprogrammeren,
door negatieve verwachtingen te verwijderen en
destructieve patronen te vervangen door positieve
input. Dat zegt althans hypnose-coach Frank
Bendix. Daarom vond hij de RelaxoPet Pro uit: een
apparaatje dat voor mensen onhoorbare geluiden
uitzendt, waar je huisbeest rustig en kalm van
wordt. Ironisch, want dit soort Kickstarter-succes
maakt ons juist enorm opgefokt.
Te bestellen via www.relaxopet.com
Doortrapt
Het is geen fiets, het is een byAr. De techy trapmachine van Nederlandse bodem valt op door
het minimalistisch frame met ingebouwde voor- en achterlichten. Bovendien zijn de traditionele
ketting en kettingkast vervangen door een verstopte cardan-as. En hij kan desgewenst
worden uitgerust met een smart lock (te bedienen met je telefoon) en een motortje met Kinetic
Energy Recovery System (wat betekent dat remmen de accu helpt opladen). Al met al een
mooie fiets. Of beter: een mooie byAr. Vanaf 1850 euro via www.byarbicycle.nl
60 6/2019
Schermtijd voor
kinderen
Jonge kinderen zijn meer tijd gaan
besteden aan tablets, telefoons en
televisies: van gemiddeld 90 minuten
(2012) tot 106 minuten (2018)
per dag, een toename van 17 procent.
Dat meldt het Nederlands
Netwerk voor de Mediawijsheid.
Schermtijd voor
gezinnen
Opvallend is dat kids die minuten
bovendien vaker alleen doorbrengen:
de tijd die kinderen samen
met hun ouders aan digitaal lezen,
video’s kijken, contacten onderhouden
of games spelen besteden, is
namelijk juist afgenomen.
Sneeuwbaleffect
Lang leve de vooruitgang. Eeuwenlang
dachten de grootste filosofen, de slimste
kosmologen en de beste onderzoekers
dat onze aarde een bol was – maar
gelukkig wordt dit waanbeeld de laatste
jaren steeds vaker weersproken, door
anonieme puistenkoppen met een
internetverbinding. En langzaam
begrijpen alsmaar meer mensen en
fabrikanten de reikwijdte van die
wetenschappelijke revolutie. Deze
Flat Earth Snow Globe is bij ons weten
namelijk de eerste sneeuwbol met een
plátte aarde. Lang leve de vooruitgang.
Internetverbinding? Ga dan naar
www.firebox.com
Bij hoge nood
Speciaal voor avonturiers op gevaarlijke plekken,
want met deze Spot X kunnen dappere
dodo’s in noodgevallen altijd communiceren
met thuisblijvers (en hulpdiensten). Het lichtgewicht
gps-apparaat kan namelijk tekstberichten
versturen en ontvangen, óók in
oorden zonder mobiel bereik. Bovendien
heeft het een trackfunctie, een kompas,
bescherming tegen inslag en stof en water
én een batterij die tien dagen meegaat.
Handig dus voor verdwaalde bergbeklimmers,
klemgezwommen diepzeeduikers,
uitgedroogde woestijndoorkruisers en
mensen die vastzitten op het kantoortoilet.
Info op www.findmespot.eu
Vlogvoer
Speciaal voor vloggers. Deze waterbestendige
en schokbestendige en drukbestendige RXO
II heeft namelijk niet alleen een 1"-sensor en 15,3-
megapixel resolutie, schiet niet alleen beelden in 4K en
kreeg niet alleen een vernieuwde beeldstabilisatie, maar
heeft ook een lcd-scherm dat 180 graden gedraaid kan
worden én kan worden uitgerust met een microfoon
aansluiting en een handgreep. Enige vraag is natuurlijk: hoe
gaan al die vloggers in hemelsnaam de unboxing filmen?
Site is www.sony.nl
Win!
Bluetooth
Smartslot
Je kent het wel: vind je eindelijk je
fiets terug in de stalling, zijn de
sleutels van je hangslot zoek. Met
het Bluetooth Smartslot – dat
wordt geopend met behulp van een
app of een persoonlijke code – is
deze frustrerende ervaring verleden
tijd. Van MegaGadgets
mogen we twee exemplaren ter
waarde van 39,95 euro weggeven!
Kans maken op deze prijs?
Ga naar www.kijkmagazine.nl/winnen
6/2019 61
n Na de Japanse zeebeving en tsunami
van 2011, die samen minstens 15.000
mensen het leven kostten, vond seismoloog
Kosuke Heki de eerste aanwijzing
voor een elektromagnetisch signaal
voorafgaand aan een aardbeving. Kunnen
we het natuurgeweld hiermee
voorspellen?
NIEUW ONDERZOEK KAN
TIENDUIZENDEN DODEN SCHELEN
Atmosfeer als waa
U.S. NAVY
62 6/2019
rzegger
Het is onmogelijk om aardbevingen te
voorspellen, zeggen aardwetenschappers al
jaren eensgezind. Een Japanse seismoloog
gooit nu echter de knuppel in het hoenderhok.
O
p 11 maart 2011 trok om twee
uur ’s middags een golf elektronen
door de hogere atmosfeer
van Japan. Op de grond was er
niemand die dat merkte, maar de elektromagnetische
puls werd opgepikt
door het gps-netwerk van satellieten
rond de aarde. Drie kwartier later begon
de bodem te schudden. Voor de kust van
Japan vond een aardbeving met magnitude
9,0 plaats, gevolgd door een allesverwoestende
tsunami. Minstens 15.000
mensen werden gedood.
Was de elektronengolf een voorbode
van deze aardbeving? Kosuke Heki,
seismoloog aan de Hokkaido-universiteit
in het Japanse Sapporo, denkt van
wel. Sinds hij het elektromagnetische
signaal bij toeval in de satellietgegevens
ontdekte, is hij gegrepen door de droom
dat het misschien tóch kan: aardbevingen
voorspellen en zo slachtoffers voorkomen.
Een methode om aardbevingen nog
voordat ze plaatsvinden te signaleren:
aardwetenschappers hielden het lange
tijd voor onmogelijk. Heeft Heki dan
toch de heilige graal gevonden?
Gewoon toeval?
Op die rampzalige vrijdag in 2011 was
Heki met een aantal collega’s in zijn
kantoor, mailt hij vanuit Japan. “We
voelden de aarde beven.” Toen iemand
het nieuws aanzette, realiseerden ze
zich pas hoe ernstig de situatie was.
De zondag erna hervatte Heki zijn werk
– het analyseren van satellietgegevens
van de ionosfeer (de geladen buitenkant
van de atmosfeer, zo’n 300 kilometer
boven het aardoppervlak) om daar informatie
over zonnevlekken en andere
elektromagnetische verschijnselen uit
te halen.
Heki onderzoekt veranderingen in de
ionosfeer die vaak optreden tijdens en
vlak na een aardbeving, aangewakkerd
door de plotselinge beweging van het
aardoppervlak. Nieuwsgierig begon hij
de satellietdata van die vrijdag te downloaden
op zijn computer. “En daarin
stuitte ik, min of meer bij toeval, op een
afwijkend patroon dat juist aan de beving
vooráfging”, zegt hij.
Na deze vondst gingen Heki en zijn collega’s
gericht op zoek in de archieven.
Het patroon bleek systematisch te zijn.
Minstens elf andere grote aardbevingen
werden voorafgegaan door een daling in
elektrische lading (een overschot aan
negatief geladen elektronen) in de ionosfeer
ter plekke, ontdekten ze. Het gold
bijvoorbeeld voor de aardbeving met
magnitude 8,8 die Chili in 2010 trof, en
voor de zeebeving van 2004 bij Indonesië
met magnitude 9,2 die een desastreuze
tsunami veroorzaakte waarbij
230.000 doden vielen. Inmiddels heeft
Heki diverse publicaties over het fenomeen
op zijn naam staan, in serieuze
peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften.
“Het gaat hier dan ook om serieuze
wetenschap”, reageert Lennart de
Groot, aardwetenschapper aan de
Universiteit Utrecht en gespecialiseerd
in aardmagnetisme. “Maar of
het standhoudt, is de vraag.” Het lijkt
veelbelovend, een opvallend verschijnsel
zoals dit elektronensignaal, dat ook
nog eens heel vaak voor blijkt te komen.
Maar is het zeker dat het signaal door de
op handen zijnde aardbeving wordt veroorzaakt
of kan het ook toeval zijn? Hoe
vaak zie je een dergelijk signaal zonder
dat er een aardbeving volgt? En zijn er
ook aardbevingen waarbij het signaal
helemaal niet voorkomt?
“Daar is Heki in zijn artikelen niet erg
duidelijk over,” zegt De Groot, “en dat is
meestal geen goed teken.” Michel Van
Camp, seismoloog bij de Koninklijke
Sterrenwacht van België, valt hem bij.
“Als je gericht gaat zoeken, vergroot je
de kans dat je iets vindt, en dat is precies
wat Heki doet. Je zou het lange tijd moeten
bijhouden voor alle grote aardbevingen
op aarde, zodat je statistiek kunt
bedrijven. Ik sluit niet uit dat het dan
toch gewoon toeval blijkt te zijn. Dat zie
je wel vaker in deze tak van sport.”
Loos alarm
Het is inderdaad niet voor het eerst dat
aardwetenschappers een voorspellingsmethode
voor aardbevingen gevonden
denken te hebben. Lichtverschijnselen,
veranderingen in de grondwaterspiegel,
vrijkomende gassen, opvallend gedrag
van dieren; het is allemaal al eens voorbijgekomen.
“Maar bij veel aardbevingen
zie je deze verschijnselen
Tekst: Marlies ter Voorde
6/2019 63
De ionosfeer bestaat uit vier ionen lagen
die radiogolven kunnen weerkaatsen.
Daarom kun je met radiosignalen over
honderden kilometers communiceren.
Poollicht ontstaat als bij zonneuitbarstingen
geladen deeltjes de ionosfeer binnendringen.
Moleculen absorberen de energie
en gaan dan licht uitzenden.
Enkele dagen voor de zware aardbeving van
2011 in Peru waren de dieren uit het natuurreservaat
Yanachaga–Chemillén volgens
bewegings camera’s massaal vertrokken.
n De euforie over de voorspelde
aardbeving van 1975 in Haicheng
(China) werd een jaar later gesmoord.
Op 30 juli 1976 werd Tangshan volledig
verrast door een aardbeving
met magnitude 7,6. Daarbij vielen
240.000 doden.
niet, en soms zie je ze wel en volgt
er toch geen beving”, vat de Groot
het probleem samen. “Dan is het dus
loos alarm. En als dat te vaak voorkomt,
gelooft niemand het meer als er écht iets
aan de hand is.”
Tot op heden is er dan ook slechts één
aardbeving geweest die van tevoren
correct werd voorspeld: een beving
met magnitude 7,3 die op 4 februari
1975 nabij de Chinese stad Haicheng
plaatsvond. Duizenden gebouwen
stortten in, maar er kwamen ‘slechts’
tweeduizend mensen om het leven. Als
de stad eerder die dag niet geëvacueerd
was, waren dat er waarschijnlijk meer
dan honderdduizend geweest.
In de weken voor de beving waren er
vreemde dingen gaande: het grondwater
veranderde van kleur en peil, het vee
was nerveuzer dan anders en men had
ratten en slangen verstijfd op de wegen
zien zitten – zo gaan de verhalen. De
reden om het gebied te verlaten lag meer
voor de hand: de voorschokken namen
in kracht toe. Op het moment van de
evacuatie waren zelfs al enkele schoorstenen
omlaag gekomen in het gebied.
Toen het nabijgelegen Tangshan een
jaar later door een aardbeving werd
getroffen, zag niemand dat aankomen
en vielen er 240.000 doden.
Hoe groter, hoe langer
Heki is echter overtuigd van zijn bevindingen.
Hij denkt dat het dit keer
misschien wél gaat lukken om ooit voorspellingen
te doen, dankzij zijn toevallige
vondst. Tot nu toe is hij pas één grote
aardbeving tegengekomen waarbij hij de
voorafgaande elektronengolf niet in de
gegevens kon vinden, meldt hij desgevraagd.
“Dat was de 8,6-beving bij het
Indonesische Nias in 2005, en het kwam
doordat het signaal te veel verstoord
NITOBE COLLEGE
Ondanks de aanhoudende
kritiek
op zijn theorie
en de kans op
loos alarm blijft
Kosuke Heki de
hoop koesteren
dat grote
aardbevingen in
de toekomst te
voorspellen zijn.
‘‘Alleen
dwazen,
leugenaars en
charlatans
voorspellen
aardbevingen.”
Aldus de seismoloog Charles Richter
(1900-1985), bekend van de
schaal van Richter.
was door plasmabubbels. Die komen op
deze breedtegraad na zonsondergang
veel voor.”
Inmiddels heeft de Japanse seismoloog
zelfs een verband ontdekt tussen de
grootte van de aardbeving en het moment
dat de verstoring van het elektrisch
veld optreedt, zegt hij. “Bij
magnitude 9 is dat gemiddeld een uur
voor de aardbeving, bij magnitude 8
gaat het om twintig minuten, en bij
magnitude 7 ligt het tussen zes en zeven
minuten.” Dat moet betekenen dat een
aardbeving van tevoren al ‘weet’ hoe
XINHUA/EPA/ANP
64 6/2019
Oorzaak of gevolg? Volgens de Siberische
mythologie ontstaat een aardbeving
als de luizige sledehonden van de god
Tuli halthouden om zich te krabben.
Ooggetuigen meldden een halfuur voor
de aardbeving van 2008 in Sichuan (China)
regenboogkleurige lichtverschijnselen. Een
oorzakelijk verband is niet vastgesteld.
Ook vlak voor de aardbevingen in het
Italiaanse L’Aquila (2009), Chili (2010),
en het Nieuw-Zeelandse Wellington
(2016) zijn lichtverschijnselen gezien.
n De oplopende spanning tussen
stukken aardkorst aan weerszijden
van een breuk kan elektromagnetische
signalen veroorzaken. Hopelijk
zal ook een toekomstige beving langs
de San Andreasbreuk in Californië zo
op tijd worden ontdekt…
BRIGHTONEAGLE.WORDPRESS.COM
KEVIN SCHAFER/ALAMY/IMAGESELECT
groot hij gaat worden, concludeert
Heki enigszins filosofisch. “Al zullen
de meeste seismologen het niet met
me eens zijn.”
Technisch gesproken is het geen al te
grote uitdaging om veranderingen in
de ionosfeer te meten op het moment
dat ze plaatsvinden en de satellieten
dan automatisch een seintje naar de
aarde te laten sturen, denkt Heki. “Het
probleem is inderdaad de grote kans op
vals alarm, want er zijn ook andere verschijnselen
die dit soort verstoringen
kunnen veroorzaken, zoals variaties in
de zonnewind.”
Niet alleen voor–
dat, maar ook
óp het moment
dat ze plaatsvinden,
geven
aardbevingen een
elektromagnetisch
signaal af.
Dat kan helpen de
daaropvolgende
tsunami’s sneller
te voorspellen.
Op tijd een schuilplek
bereiken,
kan het verschil
betekenen tussen
leven en dood.
Domino-effect
Dát de ionosfeer door opstartende aardbevingen
verstoord kan raken, wordt
door steeds meer onderzoek bevestigd.
Aardbevingen worden veroorzaakt
door stukken aardkorst die hortend
en stotend ten opzichte van elkaar verschuiven
langs een breukvlak. Uit laboratoriumexperimenten
blijkt dat dit
inderdaad elektromagnetische signalen
oplevert, vertelt geoloog André Niemeijer
van de Universiteit Utrecht, die
gespecialiseerd is in veranderingen in
gesteente tijdens aardbevingen. Het gesteente
lijkt zich door de wrijving op
te laden.
Het meest plausibele mechanisme is
decennia geleden al voorgesteld door
professor Friedemann Freund, die als
kristallograaf bij zowel de NASA als de
San Jose State University in Californië
werkte. Zijn theorie is dat vlak voor een
aardbeving, als de spanning oploopt,
microscopisch kleine barstjes in het
gesteente ontstaan. Daarbij kunnen
zuurstofverbindingen in het (vaak
waterrijke) gesteente verbroken worden,
waar negatief geladen elektronen
bij vrijkomen en positief geladen openingen
in het gesteente achterblijven.
Die laatste trekken vervolgens nieuwe
elektronen aan, waarna een dominoeffect
ontstaat en er een elektrische
stroom door het gesteente gaat lopen.
Uiteindelijk kan het gesteente ook elektronen
in de atmosfeer in beweging zetten.
Freund denkt dat dit mechanisme
indirect ook de lichtverschijnselen
en het rare gedrag van dieren voorafgaand
aan een aardbeving kan verklaren.
Zowel de aanhangers als de tegenstanders
van Heki’s theorie groeien
inmiddels in aantal. De artikelen die
hij schreef kregen commentaar dat
ook in wetenschappelijke tijdschriften
verscheen: Heki zou naar meetfouten
gekeken hebben, naar toevallige
schommelingen, en te gericht aan het
zoeken zijn. Geduldig probeert hij elk
tegengeluid van een gepaste reactie
te voorzien of met nieuw onderzoek te
weerleggen.
Wat iedereen deelt, is de hoop dat hij
toch gelijk heeft. Want als aardbevingen
voortaan te voorspellen zijn, zou
dat jaarlijks gemiddeld 20.000 mensenlevens
kunnen schelen. ■
Marlies ter Voorde is aardwetenschapper en wetenschapsjournalist. Voor
dit artikel raadpleegde zij onder andere de volgende literatuur: Kosuke Heki:
Ionospheric disturbances related to earthquakes, Wiley/AGU Book (2018) |
Erik Vance: Earthquakes in the sky, Scientific American (oktober 2018).
Ga voor meer informatie naar www.kijkmagazine.nl/artikel/aardbevingen
6/2019 65
Tekst: Jean-Paul Keulen
HOE SNEL IS DE MELKWEG TE KOLONISEREN?
Van ster tot ster
Natuur- en sterrenkundigen
bedenken de gekste ideeën bij
hun pogingen om de kosmos
beter te begrijpen. In deze rubriek
behandelt Jean-Paul Keulen elke
maand een mooi voorbeeld.
Ditmaal: astronomen die een
enorme zwerm bewegende
sterren simuleren om te bepalen
hoe een buitenaardse beschaving
zich daarover kan verspreiden.
I
n discussies over intelligent
buitenaards leven steekt hij
geregeld de kop op: de zogenoemde
Fermi-paradox, voor het eerst
geopperd in 1950. Die stelt: als er in ons
sterrenstelsel, de Melkweg, beschavingen
zijn van buitenaardse wezens die
op een gegeven moment een manier
vinden om naar de planeten bij andere
sterren te reizen, waarom heeft zo’n
beschaving zich dan nog nooit hier bij
de aarde gemeld?
Heel wat wetenschappers hebben geprobeerd
die vraag te beantwoorden.
Nu doet de Amerikaanse astronoom
Jonathan Carroll-Nellenback samen
met drie collega’s een nieuwe duit in
het zakje. Zijn troef: een geavanceerde
computersimulatie die laat zien hoe
snel een beschaving een heel sterrenstelsel
kan koloniseren, en wat er daarna
gebeurt.
Virtueel sterrenstelsel
Nu waren er al eerder wetenschappers
die probeerden de Fermi-paradox van
wat cijfers te voorzien. In 1975 berekende
bijvoorbeeld de Amerikaanse astronoom
Michael Hart dat een beschaving
die de planetenstelsels rond andere
sterren koloniseert er zo’n 650.000 jaar
over zou doen om de Melkweg te doorkruisen;
de schijf van honderden miljarden
sterren waar de zon deel van uitmaakt.
Harts conclusie: als er ooit zo’n
beschaving was ontstaan, had die nu
ons hele sterrenstelsel bestreken – en
dus is zo’n beschaving er nooit geweest.
66 6/2019
n Beeld uit een computersimulatie die beschrijft hoe een beschaving zich over een sterrenstelsel verspreidt.
De planetenstelsels rond de rode sterren zijn al gekoloniseerd, de groene sterren worden binnenkort gekoloniseerd,
de blauwe zijn (nog) niet gekoloniseerd.
J. CARROLL-NELLENBACK, A. FRANK, J. WRIGHT, C. SCHARF/AAS
Volgens de inschattingen van de beroemde
astronoom Carl Sagan en diens
collega William Newman zou een naar
de sterren reikende beschaving er echter
veel langer over doen om de Melkweg
te koloniseren. Zo lang zelfs dat het
heel goed mogelijk is dat zulke beschavingen
wel bestaan, maar de aarde desondanks
nog nooit bezoek van ze heeft
gehad.
Maar deze en andere studies lieten een
belangrijk ‘detail’ buiten beschouwing,
merken Carroll-Nellenback en collega’s
op. Zij gaan er namelijk voor het gemak
van uit dat de sterren in een sterrenstelsel
stil staan. In werkelijkheid bewegen
die sterren echter continu ten opzichte
van elkaar, wat de zaak nogal verandert.
Een ster die nu geen buren met
NASA/JPL-CALTECH
Een sterrenstelsel
als dit bestaat
uit honderden
miljarden sterren.
Als op een planeet
bij een van
die sterren een
beschaving ontstaat
die ruimteschepen
kan bouwen,
hoeveel tijd
kost het zo'n beschaving
dan om
de planetenstelsels
rond alle
overige sterren
te koloniseren?
koloniseerbare planeten heeft, zou die
over pakweg honderdduizend jaar wél
kunnen hebben.
Vanuit die gedachte simuleerde Carroll-
Nellenback een virtueel sterrenstelsel
gevuld met bewegende sterren. Daarin
plaatste hij vervolgens een beschaving
die om de zoveel tijd een ruimteschip
eropuit stuurt om het planetenstelsel
rond een nabije ster te koloniseren. Daar
aangekomen bouwt de kolonie op termijn
zelf een nieuw ruimtevaartuig dat
weer een ander stelsel in de buurt kan
koloniseren, enzovoort.
Uit die simulatie blijkt dat zo’n beschaving
er zelfs in het ongunstigste geval
niet meer dan 316 miljoen jaar over doet
om al koloniserend de hele Melkweg te
doorkruisen. Toegegeven, dat is een onvoorstelbaar
lange periode, maar het is
wel veel minder dan de huidige leeftijd
van het heelal (13,8 miljard jaar) of de
aarde (4,5 miljard jaar). Bovendien blijkt
dat in diezelfde periode zo ongeveer elk
planetenstelsel dat gekoloniseerd kán
worden ook daadwerkelijk wordt gekoloniseerd.
Ga voor links met meer informatie naar www.kijkmagazine.nl/artikel/kolonisatie
Gaten in het rijk
Het lijkt er dus op dat Hart gelijk had,
en Sagan ongelijk: het feit dat ons zonnestelsel
nooit door een buitenaardse
beschaving is bezocht, wijst erop dat
er geen aliens zijn die aan hun eigen
planetenstelsel zijn ontsnapt. Maar
misschien gaan we dan te snel. Want
als een planeet eenmaal volledig is
gekoloniseerd, blíjft hij dan ook volledig
gekoloniseerd?
Niet per se, stelt Carroll-Nellenback.
Een kolonie zal een gemiddelde levensduur
hebben: op een gegeven moment
houdt hij op te bestaan. Zal er dan altijd
een ruimteschip uit een naburig en nog
wel bewoond planetenstelsel langskomen
om een nieuwe kolonie te stichten?
Nee, zo blijkt ook weer uit simulaties: er
zijn veel situaties denkbaar waarbij er
op den duur grote, onbewoonde gaten
vallen in een rijk dat ooit de hele Melkweg
omspande. En het zou best kunnen
dat de aarde zich in zo’n gat bevindt.
Oké, maar dat impliceert dan dat onze
planeet in een ver verleden wél gekoloniseerd
is geweest – en dat is overduidelijk
niet het geval, zou je zeggen. Ook
daar tikt Carroll-Nellenback ons echter
op de vingers. Als een beschaving zich
hier bijvoorbeeld meer dan een miljoen
jaar geleden tijdelijk zou hebben gesetteld,
zouden we daar anno 2019 niet zomaar
nog tekenen van zien.
Kortom, wie weet wonen we wel in een
sterrenstelsel dat ooit volledig is overspoeld
door een geavanceerde buitenaardse
beschaving en hebben we met de
aarde net de pech – of het geluk – dat we
in een gedeelte van de Melkweg zitten
waar die beschaving vervolgens weer is
verdwenen.
Of we zijn gewoon alleen, zoals Hart
dacht. Maar dan zijn er misschien andere
sterrenstelsels die wél geheel of gedeeltelijk
worden bewoond door een
beschaving die ooit besloot zijn eigen
planetenstelsel te verlaten. En dan
moeten we de zoektocht naar intelligent
buitenaards leven wellicht op een
andere, wat grootschaligere manier aan
gaan pakken. n
Jean-Paul Keulen is wetenschapsjournalist en auteur van het boek Verstoppertje spelen met aliens.
Voor dit artikel raadpleegde hij onder meer de volgende literatuur: Jonathan Carroll-Nellenback,
Adam Frank e.a.: The Fermi Paradox and the Aurora Effect, ArXiv.org (12 februari 2019).
6/2019 67
PLANNEN, NAVIGEREN EN TOESLAAN MET ACE
BOMMEN OP
Vanuit de lucht een gronddoel bestoken is meer dan in
een strakke lijn ergens heen vliegen en je bommen laten
vallen. De piloten van Air Combat Europe (ACE) leren je wat
er allemaal bij een luchtaanval komt kijken. Sterker nog:
je ervaart eigenhandig hoe het is om er een uit te voeren.
KIJK vloog mee.
Tekst: Nick Kivits • Beeld: Frank Crebas
68 6/2019
DE POLDER
n Navigeren in de lucht gaat anders dan
op de grond. Gevechtspiloten houden
tijdens een missie goed hun ogen open
en zoeken naar herkenningspunten. De
vuurtoren bij Marken is in ieder geval al
niet te missen.
6/2019 69
Propellervliegtuigen die voor trainingsdoeleinden
worden gebruikt, mogen in Nederland
niet lager vliegen dan 500 voet (ongeveer
150 meter).
Hoe hoog een trainingsvliegtuig mag,
verschilt per regio. In de wijde omtrek van
Schiphol is de maximale vlieghoogte 1500
voet (zo’n 450 meter).
ANDRÉ KESSELER
Op aanvalskaarten als deze tekenen
piloten hun missie uit, inclusief route,
vlieghoogtes en doelwitten. Bij een
militaire missie draait het immers voor
80 procent om de voorbereiding.
n F-16-piloot Bob ‘Bobba’ Bakker
maakte tijdens zijn carrière 17.000
vlieguren. Hij legt KIJKs eigen brokkenpiloot
Nick Kivits de werking van
de Blackshape Prime uit.
You have the stick. En onthoud:
van groot naar klein.”
Met de stuurknuppel losjes in
mijn handen tuur ik de horizon af op
zoek naar mijn doelwit. Rijdend in een
auto door Flevoland zou je een bijzonder
matige navigator zijn als je de snelweg
A6 niet kon vinden. Maar op een
hoogte van 1000 voet (zo’n 300 meter)
ziet alles er anders uit. Op advies van
piloot Bob ‘Bobba’ Bakker denk ik terug
aan een van de belangrijkste wijsheden
die ik tijdens mijn les luchtnavigatie
eerder op de middag kreeg: moet je een
jachthaven aanvallen, dan zoek je eerst
naar een meer of een ander stuk water.
Heb je dat gevonden, dan ga je een stapje
kleiner en zoek je langs de rand van
dat water naar een inham. “Je navigatiepunten
worden steeds kleiner, totdat
je je uiteindelijke doelwit hebt gevonden.”
Op deze zonnige middag ligt het doelwit
gelukkig niet heel ver weg. Na het
opstijgen van Lelystad Airport is het
in principe niet meer dan een paar minuten
vliegen naar de Ketelbrug, die
Oostelijk Flevoland met de Noordoostpolder
verbindt. Gewapend met niet
meer dan wat navigatiekaarten en
een kompas gaan Bobba en ik op jacht.
Want bruggen zijn in tijden van oorlog
belangrijke strategische punten.
Gewone burgers laten ervaren hoe het
er in de militaire luchtvaart aan toegaat;
dat is het doel van Bobba en de
andere piloten van Air Combat Europe
(ACE). In een dagdeel leren geïnteresseerden
hoe militaire vliegers navigeren,
in formatie vliegen en dogfights
houden. Alle vluchten zijn instructievluchten:
wie met ACE de lucht in gaat,
komt niet alleen te weten hoe gevechtspiloten
hun werk doen, maar kan ook
zelf aan de slag. Op de grond én in de
lucht.
Zelf aan de knuppel
“We willen mensen graag meenemen
in onze wereld”, vertelt Erik ‘Corny’
Cornelisse (die in 2016 een van de
oprichters van ACE was) nog voordat
we het luchtruim kiezen. “We merkten
dat er veel interesse is voor de
manier waarop F-16-vliegers zoals wij
ons werk doen. In Europa zijn we de
eersten die dit soort vluchten aanbieden.
In de Verenigde Staten gebeurt
het meer, maar daar mag je vaak alleen
even meevliegen. Wij gaan voor de totale
ervaring. Je zit hier zelf aan de stuurknuppel.”
Verwacht geen gewoon rondvluchtje als
je meevliegt met ACE, waarschuwt Cor-
Ferrari van
de lucht
Een militair ogend vliegtuig
tot op het randje testen? Laat
dat maar aan piloten van de
Italiaanse marine over.
Wie meevliegt (of zelf stuurt) in de Blackshape Prime BS100
die Air Combat Europe (ACE) gebruikt, valt het direct op hoe
soepel de tweezitter door de lucht klieft. Toen het in Italië
ontworpen toestel in 2009 voor het eerst werd getoond op
een luchtshow in het Duitse Friedrichshafen, gooide het daardoor
meteen al hoge ogen. Want hoewel de Prime BS100 een
ACE
70 6/2019
De reddingsparachute van de Blackshape
Prime BS100 zit aan het toestel
vast. Bij problemen zweeft het hele
vliegtuig eraan omlaag.
Navigeren in de lucht hoeft niet per se met
kaarten en stopwatches. De app NL Airspace-
AVOID brengt piloten van A naar B, als een
lucht-TomTom.
n Al vanaf het moment dat we met
ACE opstijgen, vliegen we in formatie,
met onze vleugeltips vlakbij
elkaar. De hele vlucht houden de
piloten elkaar goed in de gaten en
zoeken ze oogcontact.
ny; het is een echte vliegles. Loopings,
roll overs en stall turns staan ook niet
op het programma. Corny: “We nemen
iedereen op zijn eigen niveau mee. Je
hoeft niet bang te zijn, want aerobatics
vliegen wij nooit. We gaan niet de lucht
in om te laten zien wat wij allemaal
kunnen. Je komt in de eerste plaats bij
ons om te leren wat militaire vliegers
ook hebben geleerd. En om iets nieuws
te beleven.”
Dat begint al op de grond. Ruim voordat
Bobba en ik in onze kist stappen, stippelen
we een minutieuze route uit op
luchtvaartkaarten. “Tachtig procent
van een militaire missie is voorbereiding”,
doceert Corny. “Al voordat je
opstijgt, ben je uren met de missie
bezig. We plannen álles. Je hebt
een goed plan nodig, zodat je iets
hebt om van af te kunnen wijken.
propellervliegtuig is, vliegt hij bijna als een mini-straaljager.
En zo ziet hij er eigenlijk ook wel uit, met zijn kleine vleugels
en de opstelling waarbij piloot en passagier achter elkaar zitten.
Deze militaire look was voor ACE een van de belangrijkste
redenen om voor de Blackshape Prime te kiezen. Het toestel
is namelijk niet alleen ontzettend snel, maar dankzij zijn geringe
gewicht ook bijzonder wendbaar, wat het de bijnaam
‘Ferrari of the sky’ opleverde.
BLACKSHAPE AIRCRAFT
Met vlag en wimpel
In 2014 ging de Blackshape Prime BS100 aan boord van het
Italiaanse vliegdekschip Cavour de wereld rond, om hem tijdens
een handelsmissie aan mogelijk geïnteresseerde partijen
te tonen. Maar een nieuw vliegtuig zo dicht in de buurt
van geoefende vliegers zetten, is als een kat op het spek
binden. De op de Cavour gelegerde vliegers van een Harriersquadron
kozen meerdere keren het luchtruim in de Prime
BS100. Ze testten het toestel uitvoerig, waarbij ze ook talloze
dekstarts en -landingen uitvoerden. Het toestel van
Blackshape slaagde met vlag en wimpel. Goedgekeurd door
de Italiaanse marine dus!
6/2019 71
Alle piloten die instructies bij Air Combat
Europe (ACE) geven, zijn ervaren F16-
vliegers, ieder met duizenden vlieguren
op hun naam.
De tien piloten die bij ACE vliegen,
vormen samen een squadron. Hun
motto is Semper Bellatrix, dat ‘altijd
krijgshaftig’ betekent.
SPECS
Naam: Blackshape Prime BS100
Materiaal: koolstofvezel
Leeggewicht: 296 kilo
Motor: Rotax 912 ULS viercilinder;
75 kW (100 pk)
Lengte: 7,18 meter
Spanwijdte: 7,94 meter
Hoogte: 2,41 meter
Max. snelheid: ± 300 km/u
Max. vlieghoogte: ± 3000 meter
Want hoe goed je planning ook is,
tijdens een missie gaan er altijd
dingen anders. Je vliegt tenslotte in
een conflictgebied.”
De route die we uitstippelen lijkt bij een
eerste blik op een slalom. Hoewel in een
rechte lijn van Lelystad naar de Ketelbrug
vliegen veruit het snelst is, zijn er
andere navigatiepunten die we eerst
moeten aandoen. Gevechtspiloten
vliegen tijdens een echte missie immers
ook niet rechtstreeks van A naar B. Ze
moeten vaker wel dan niet afweergeschut
ontwijken. En wie in een rechte
lijn op zijn doel afgaat, maakt het voor
de vijand niet moeilijk te raden wat zijn
plannen zijn.
De slalomroute heeft nog een andere
reden, legt Corny uit. “Wanneer we
tijdens een echte missie tijd verliezen
omdat we bijvoorbeeld aangevallen
worden, kunnen we als dat nodig is alsnog
in een rechte lijn naar het doelwit.
Dat is belangrijk, omdat een doel aanvallen
meestal onderdeel is van een
groter geheel. Naast de gevechtsvliegtuigen
zijn er ook teams die overvliegen
om de boel te verkennen of om foto’s
van de schade te maken. Als je tegelijk
aankomt, loopt de missie in de soep.”
Tijd is essentieel om een missie tot een
goed einde te brengen. Corny herinnert
zich een training waarbij gebrek aan
planning bijna tot een catastrofe leidde.
Tijdens Red Flag, een grote oefening bij
Nellis Air Force Base in de Amerikaanse
staat Nevada, moest hij met echte bommen
een doel uitschakelen in de woestijn.
“Voordat mijn team zijn bommen
zou werpen, zou een ander team een
vijandelijk radarsysteem uitschakelen.
Net toen ik mijn bommen wilde gooien,
schoot een lid van dat andere team onder
mijn toestel door. Hij was te laat
gekomen bij het uitschakelen van het
doel. Gelukkig zag ik hem voordat ik
mijn bom loste.”
Net als fietsen
De kans dat er bij onze oefening zoiets
misgaat, is klein. Daar zorgen de ervaren
F-16-piloten van ACE wel voor. Ze
kunnen altijd de besturing weer overnemen.
Met dat geruststellende idee in
mijn achterhoofd stijgen Bobba en ik om
vijf uur ’s middags in noordelijk richting
op. Na vier minuten maken we een turn
naar links, zes minuten later gevolgd
door nog eentje. Terwijl we met zo’n
200 kilometer per uur een omweg over
het Markermeer maken, probeer ik met
de luchtkaart voor mijn neus de vooraf
besproken route nauwgezet te volgen.
Mijn trouwste metgezel hierbij is een
F-16-piloot
‘Bobba’: “Formatievliegen
is
een soort dans.
Bij een formatievlucht
is het
belangrijk om
op de grond
goede afspraken
te maken,
zodat je daar
altijd op terug
kunt vallen.”
De app Flightradar24
laat
precies de route
zien die we hebben
afgelegd.
Tijdens een echte
missie nemen
piloten wat meer
omwegen, om zo
afweergeschut
te ontwijken en
de vijand te verrassen.
stopwatch, waarmee ik goed in de gaten
houd of we op tijd de juiste draai
maken.
“Staar je niet blind op de kaart. De tijd
op je kompas is het belangrijkst”, vertelt
Bobba. Niet alleen bij het zoeken naar je
doelwit geldt dat je van groot naar klein
moet werken; dat is ook bij het navigeren
zo. “Bij een turn houd je niet precies
FLIGHTRADAR
72 6/2019
Het symbool van ACE is de smelleken, de
kleinste van alle valken. Het dier is gekozen
omdat Fighting Falcon de bijnaam van de
F-16 is.
Naast lessen in navigeren is het bij ACE ook
mogelijk om zelf luchtgevechten te ervaren.
Gevorderde piloten kunnen bij ACE terecht om
te leren formatievliegen.
de kompaskoers in de gaten. Je bepaalt
eerst welke kant je op moet en maakt
een grove draai in die richting. Pas als
laatste kijk je welke exacte kompaskoers
daarbij hoort.”
De ruim zeven meter lange Blackshape
Prime waarin we vliegen gaat zo soepel
de bocht om dat je met je neus in de
kaart bijna zou vergeten dat je in de
lucht zit. Met de stuurknuppel in de
hand merk je pas hoe precies dat sturen
is. Een klein tikje naar links is al genoeg
om het zilverkleurige toestel een paar
graden te laten draaien. Daar staat tegenover
dat corrigeren ook weinig
moeite kost. “Vliegen is net als fietsen”,
zegt Bobba. “Als je het eenmaal onder
de knie hebt, is de stuurknuppel bijna
een verlengstuk van je lichaam.”
Met de vliegtuigen van Corny en piloot
Nick ‘Fumes’ de With in onze flank maken
Bobba en ik ons op voor een van de
laatste turns richting het doelwit. Al
vanaf het opstijgen vliegen we in formatie,
waarbij onze vleugeltips zich af en
toe op slechts een paar meter van elkaar
bevinden. De hele vlucht lang houden
Corny, Fumes en Bobba elkaar goed in
de gaten en zoeken ze oogcontact. “Het
is eigenlijk een soort dans die we doen”,
aldus Bobba, die tijdens zijn carrière
ruim 17.000 vlieguren maakte. Net als
Ervaren piloten
kunnen een hele
formatievlucht
vliegen zonder
dat ze met elkaar
hoeven te overleggen
via de
radio. Dat wil zeggen:
als ze hun
missie tot in de
puntjes hebben
voorbereid.
de andere ACE-piloten vloog hij jaren in
de F-16. “Bij een formatievlucht is het
belangrijk om op de grond duidelijke
afspraken te maken, zodat je daar altijd
op terug kunt vallen. Een goed voorbereid
team kan een missie helemaal
vliegen zonder via de radio één woord
te hoeven wisselen.”
Onvoorspelbare aanval
Na drie kwartier komt de Ketelbrug in
zicht. Waar Bobba me aan het begin van
de vlucht nog aan de hand nam bij het
navigeren (“Zie je dat punt voor je? Hoe
laat is het op je stopwatch?”), is hij me
gaandeweg steeds meer zelf laten doen.
Zodra we de brug naderen, gaat de navigatiekaart
aan de kant en pakken we
de aanvalskaart erbij: een ingezoomde
luchtkaart van het te bestoken gebied,
waar meer details op te zien zijn. Maar
de Ketelbrug is zelfs van deze hoogte
niet meer te missen.
Bobba neemt het stuur over en zet de
aanval in met een pitch-up. Hij trekt de
neus van de Blackshape Prime omhoog,
maakt een draai en schiet onder een
hoek van 45 graden in een duikvlucht
omlaag. De pitch-up moet er bij echte
missies voor zorgen dat het toestel niet
uit de lucht kan worden geschoten.
Door zo’n manoeuvre verandert het
vliegtuig continu van richting en hoogte.
En dat maakt het lastiger om het te
raken. Onvoorspelbaar gedrag helpt je
te overleven.
Terwijl we in hoog tempo richting het
water duiken, komt de Ketelbrug rap
dichterbij. Als we echte bommen bij ons
hadden gehad, was dit het moment om
ze te laten vallen. “Hoe steiler de duikvlucht,
hoe preciezer je bent met je
bombardement”, vertelt Bobba als hij
weer optrekt. Heel even voel ik me
zwaarder worden en word ik in mijn
stoel gedrukt, maar we krijgen niet
meer dan 2 g te verwerken. We cirkelen
om de Ketelbrug. “Nog één keer duiken
en dan gaan we naar huis”, zegt Bobba.
“Ben je er klaar voor?” Hell yeah! ■
Nick Kivits is freelance technologie- en ruimtevaartjournalist. Voor dit artikel
vloog hij mee met een van de piloten van Air Combat Europe (ACE) in Lelystad,
die hem leerde navigeren, formatievliegen en een doelwit aanvallen.
Ga voor links met meer informatie naar www.kijkmagazine.nl/artikel/ace-lelystad
6/2019 73
EXCLUSIEF BIJ
KIJK & AIR COMBAT EUROPE
12x KIJK voor € 45,-
+ 25% korting op
een ACE-vlucht
GRATIS
GoProcockpitvideo
t.w.v. € 25,-
Neem een jaarabonnement
Kijk op kijkmagazine.nl/
Wil je beleven hoe gevechtsvliegers hun
aanvalsvlucht plannen om precies op het juiste
moment boven het doel op te duiken? Dat kan.
Bij Air Combat Europe (ACE) kun je nu een
introductieles navigeren en bombarderen
boeken. Je plant de beste route naar een doelwit
en vervolgens vlieg je daar, onder begeleiding
van een doorgewinterde F-16-piloot, in de
Blackshape Prime BS100 zelf naartoe. Het
overgrote deel van deze onvergetelijke vlucht
bestuur jij het toestel. En natuurlijk is
er onderweg volop gelegenheid
om te fotograferen en te filmen.
PAKKET 1
FORMATIE EN NAVIGATIE (30 MINUTEN)
PRIJS € 335,- i.p.v. €450,-
• Ontvangst op Lelystad Airport door
het ACE-team
• Uitleg over formatievliegen en navigatie
• Briefing formatie/route
• Vlucht van 30 minuten met demo
close-formatievliegen; zelf een
navigatieroute vliegen
• Je vliegt 75% van de tijd zelf
• Debriefing
• Koffie, thee en fris
• Goedgevulde goodiebag
• 10% korting op een volgende les uit
het normale ACE-lespakket
PAKKET 2
FORMATIE, NAVIGATIE EN TARGET
ATTACK (40 MINUTEN)
PRIJS € 415,- i.p.v. € 550,-
• Ontvangst op Lelystad Airport door
het ACE-team
• Uitleg over formatievliegen, navigatie
• Briefing formatie/route en aanval
• Vlucht van 40 minuten met demo closeformatievliegen;
zelf navigatieroute
vliegen en gronddoel aanvallen
• Je vliegt 75% van de tijd zelf
• Debriefing
• Koffie, thee en fris
• Goedgevulde goodiebag
• 10% korting op een volgende les uit
het normale ACE-lespakket
PROFITEER NU
VAN 25%
KORTING!
en boek jouw vlucht bij ACE
ace of bel 085-888 56 61
Onze experts
André Kesseler
werkt sinds 1992 voor
KIJK en heeft zich
gespecialiseerd in
techniek, defensie en
energie vraagstukken.
Diana de Veld
promoveerde in de
geneeskunde. Als
wetenschapsjournalist
schrijft ze over medische
onderwerpen.
Jean-Paul Keulen
studeerde sterrenkunde
en schreef onder meer
De deeltjesdierentuin
en Verstoppertje spelen
met aliens.
Marlies ter Voorde
is aardwetenschapper
aan de Vrije Universiteit
Amsterdam en
freelance wetenschapsjournalist.
Jo Hermans
is emeritus hoogleraar
natuurkunde en auteur
van onder meer Hoor je
beter in het donker? en
Energie survival gids.
Leo Polak is expert op
het gebied van geschiedenis
en internationale
politiek. Hij werkte jarenlang
voor KIJK en is
nu freelance journalist.
OOK EEN VRAAG?
Mail hem naar
info@kijkmagazine.nl
Ga voor meer vragen en antwoorden naar
www.kijkmagazine.nl/tag/kijk-antwoordt
SIEMENS
Hoe laat je honderden
stroomnet-generatoren
in de pas lopen?
Patrick van den Biggelaar mailt: “In
AK
Europa zijn de hoogspanningsnetten
aan elkaar gekoppeld. Als de generatoren die de
stroom opwekken niet netjes in fase lopen, ontstaan
er enorm grote verschilstromen. Vandaar mijn vraag:
hoe zorgt men ervoor dat al die generatoren netjes
exact 50 Hz van hetzelfde voltage produceren én
precies met elkaar in de pas lopen?”
Netten zijn synchroon wanneer ze een gelijke netfrequentie,
gelijke fasehoek en vrijwel gelijke spanning
hebben. Pas dan kunnen elektriciteitsnetten
worden gekoppeld zonder dat er te grote vereffeningsstromen
ontstaan (stromen die het spanningsverschil
opheffen). Als deze stromen ontstaan, gaan
generatoren namelijk vermogen aan elkaar leveren
en als die stromen te groot worden, kunnen bij de
afnemers de stoppen doorslaan.
Hans Nienhuis van Hoogspanningsnet.com, een
onafhankelijke website over de wereld achter het
stopcontact, zegt daarover: “Een van de aangename
eigenschappen van een driefasennet zoals in Europa
is dat generatoren (roterende machines) met behulp
van kleine vereffeningsstromen binnen bepaalde
grenzen vanzelf synchroniseren met het grotere net
waarin ze zijn opgenomen. Daardoor zal elke generator
naar het gemiddelde neigen van alle duizenden
andere generatoren die samen het net vormen. Wanneer
twee netten, of een net en een generator, eenmaal
gekoppeld zijn, zal het sterkste net het zwakkere
net natuurkundig op sleeptouw nemen, en zo blijven
ze vanzelf synchroon. Volgens Nienhuis kun je
dat vergelijken met een auto die wordt gesleept.
In het begin zijn er kleine snelheidsverschillen –
bijvoorbeeld door wat rek in de sleepkabel – maar
G1
G2
G1 hoger dan G2 G2 hoger dan G1
uit fase (G2 neemt wat (G1 neemt wat
energie op van G1) energie op van G2)
spanningsverschil
tussen
G1 en G2
op een zeker moment krijgt de gesleepte auto dezelfde
snelheid als de sleepwagen.
Van den Biggelaar merkt in zijn mail bovendien op
dat het groeiende aantal van aan het net gekoppelde
zonnepanelen de zaak kan bemoeilijken. Zonnepanelen
leveren immers gelijkstroom, die door een omvormer
wordt omgezet naar wisselstroom. En ook
die moet keurig in fase lopen met het net, om daarin
te kunnen worden opgenomen. Maar volgens Nienhuis
is dat evenmin een groot probleem. “Voor omvormers
van zonnepanelen is synchronisatie een
actief proces. Ze regelen de synchronisatie elektronisch
en genereren een spanning met de juiste frequentie
en fasehoek.”
Nienhuis voegt hieraan toe dat de omvormers zelf
ook het elektriciteitsnet nodig hebben om te kunnen
functioneren. Ze lezen voortdurend het signaal van
de wisselstroom op het net af, zodat de elektronica
in het apparaat zich daarop kan aanpassen. Als de
netspanning wegvalt, houdt ook de omvormer ermee
op. Zelfs als de zon schijnt.
76 6/2019
Helpt het om te waaieren?
Koel je netto af door te wapperen
JH
met een waaier? Of warm je juist op
door de productie van warmte door de beweging van
je arm?
Dat hangt helemaal af van de temperatuur en de
luchtvochtigheid. Immers, hoe kouder de lucht is die
we ons toewaaien, hoe groter het koelend effect. En
hoe droger die lucht is, hoe meer koeling door verdamping.
Om er iets zinnigs over te kunnen zeggen,
moeten we gaan rekenen.
Neem bijvoorbeeld een luchttemperatuur van 30
graden Celsius en een luchtvochtigheid van 50 procent.
Stel dat we met de waaier ons hoofd willen
koelen. Dat hoofd is natuurlijk behoorlijk bezweet,
en de waaier zorgt voor meer verdamping. Stel dat
dit 0,01 milliliter per seconde is; dat betekent 36
milliliter oftewel een borrelglaasje per uur, en klinkt
redelijk. Als we het uitrekenen, blijkt het koelend effect
daarvan zo’n 22 watt te zijn. Verder hebben we
het koelende effect van de langsstromende lucht.
Dat blijkt ook nog zo’n 10 watt bij te dragen. Het totale
koelende effect van de waaier komt daarmee op
ruim 30 watt. Weegt dat op tegen de warmteproductie
door de inspanning van je arm? Ook hiervan
moeten we een schatting maken. Als we het vergelijken
met het elektrische vermogen van een kleine
ventilator, komen we op 2 à 3 watt. Maar waar een
ventilator die op elektriciteit werkt vrijwel alle energie
in mechanische energie omzet, werken onze spieren
niet zo. Ze hebben een rendement van zo’n 20
procent. Dus om 2 à 3 watt mechanische arbeid te
presteren, gebruiken de spieren ruwweg vijf keer zoveel
energie. Rekening houdend met dit rendement
komen we op 10 watt. Mooi! In dit voorbeeld helpt
het waaieren dus wel degelijk.
Alleen: als het nog warmer wordt en de luchtvochtigheid
verder omhooggaat, helpt de waaier minder.
In het limietgeval dat de lucht 37 graden Celsius is
en de luchtvochtigheid 100 procent, is het koelend
effect helemaal nul. Conclusie: het is heel sneu, maar
als we de waaier het hardst nodig hebben, is hij het
minst effectief.
ISTOCK/GETTY IMAGES
Waar komt
‘iemand tuk
hebben’
vandaan?
De uitdrukking betekent iets als
‘iemand voor de gek houden’ of
‘iemand met de mond vol tanden
laten staan’. Met tuk werd vroeger
het korte rukje bedoeld dat
een vis aan de lijn, en dus de
dobber, geeft als hij het aas
pakt. ‘Beet hebben bij het vissen’
werd dus ‘iemand beetnemen’.
Wat wegen mijn botten?
Volgens een slimme weegschaal met bio-impedantie-
DdV
meter bij de sportschool heeft Karel (44) een totale botmassa
van ruim 2 kilogram. Zo weinig?! Dat kan onmogelijk kloppen. Maar
hoeveel wegen je botten dan wel?
Er bestaat een wiskundige formule om je botmassa mee te schatten, vertelt
internist-endocrinoloog Liesbeth Winter van het Leids Universitair Medisch
Centrum. “Die is bepaald met behulp van metingen bij overleden mensen”,
zegt ze. “Je totale botmassa in kilogram blijkt ongeveer gelijk te zijn aan
-0,25 kilogram plus 0,046 keer je lengte in centimeter plus 0,036 keer
je lichaamsgewicht in kilogram minus 0,012 keer je leeftijd in jaren.” Voor
Karel (1,85 meter, 89 kilogram) komt dat uit op bijna 11 kilogram. Veel meer
dan die ‘slimme’ weegschaal denkt, maar toch ook weer niet zóveel… “Botten
zijn niet massief”, legt Winter uit. “Dan zouden ze veel te zwaar zijn om
mee te zeulen.”
Ze vertelt dat botten eigenlijk organen zijn, waarin continu aanmaak en afbraak
van weefsel plaatsvindt. “In tien jaar tijd is je hele skelet vervangen”,
zegt Winter. “Tot je een jaar of 25 à 30 bent, maak je meer bot aan dan dat
Waar komt fluoride vandaan?
De astrofysici Stan Woosley en Wick Haxton deden er in de jaren
tachtig onderzoek naar en concludeerden dat het element is ontstaan
vlak voor een supernova, de grootse en meeslepende explosie
van een ster. Dan komen er enorme hoeveelheden
neutrino’s vrij. Als die een neon-atoom raken,
slaan ze daar een proton of neutron uit
los, waardoor een fluor-atoom ontstaat.
Zo belandde het mineraal uiteindelijk
in de aardkorst en kunnen wij het
gebruiken in onze fluoridetandpasta’s.
P. GÉRY/CC BY-SA 3.0
je afbreekt. Daarna verlies je juist botmassa. Uiteindelijk kan dat leiden tot
botontkalking oftewel osteoporose. Bij vrouwen na de overgang neemt de
botafbraak door hormonale veranderingen nog sterker toe. Bij mannen
duurt het wat langer.”
Mensen met botontkalking breken makkelijker een bot. Wat kunnen we
doen om onze botmassa op peil te houden? “Sporten helpt, vooral zogeheten
gewichtsdragende beweging. Op en neer springen is dus goed, en
hardlopen of wandelen. Fietsen heeft voor je botten minder zin. Professionele
fietsers blijken een lagere botdichtheid te hebben dan professionele
hardlopers.”
Een laag gewicht geeft een hoger risico op botontkalking. Je belast (en
traint daarmee) je botten meer als je meer lichaamsgewicht hebt. “Maar
overgewicht is niet gezond, ook niet voor je botten”, zegt Winter. “Je krijgt
bijvoorbeeld meer slijtage van de gewrichten oftewel artrose.”
En helpt het om veel kalk te eten? “Calcium is vooral nodig om – samen met
vitamine D – het bot hard te krijgen. Het zit onder meer in zuivel en groene
groenten. In Nederland komt het niet vaak voor dat mensen er te weinig
van binnenkrijgen. Een groter probleem is een gebrek aan vitamine D, door
te weinig zonlicht. Bejaarden die nauwelijks buitenkomen, maar ook jongeren
die de hele dag zitten te gamen, kunnen daar zwakkere botten door
krijgen.”
123RF
6/2019 77
gemiddelde afstand aarde-Mercurius: 155 miljoen km
Antwoordt
ISTOCK/GETTY IMAGES
Wat is de meest
vervuilde stad
ter wereld?
De Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) mat de luchtkwaliteit in
2700 steden en dorpen verdeeld
over 91 landen. En dan vooral de
concentratie van deeltjes kleiner dan
10 micrometer (0,01 mm) en kleiner
dan 2,5 micrometer; het zogenoemde
fijnstof. Met respectievelijk 318
en 173 deeltjes per kubieke meter
ging de bedenkelijke eer naar de Indiase
stad Kanpur. Overigens liggen
negen steden uit de top tien in India.
aarde
minimale afstand:
80 miljoen km
Venus
minimale afstand:
41 miljoen km
Mercurius
maximale afstand:
259 miljoen km
Welke planeet staat het
dichtst bij de aarde?
Wie ook maar een beetje weet
JPK
hoe ons zonnestelsel in elkaar
steekt, zal na het lezen van de vraag boven dit
stukje misschien hoofdschuddend doorbladeren.
De buurplaneten van de aarde zijn Mars en Venus,
zo laat elk plaatje van het zonnestelsel zien, en van
die twee staat Venus het dichtst bij ons. Voor dat
soort open deuren heb je KIJK niet nodig. Jammer
alleen dat het anders zit.
Meestal berekenen mensen de gemiddelde afstand
tussen twee planeten als volgt: neem de gemiddelde
afstand tot de zon van de buitenste planeet en
trek daar de gemiddelde afstand tot de zon van de
binnenste planeet van af. Doe je dat met de aarde
en Venus, dan luidt dat sommetje 150 miljoen kilometer
min 109 miljoen kilometer is 41 miljoen kilometer.
En dat is minder dan wanneer je de afstand
tussen de aarde en elke andere planeet bepaalt.
Alleen: dan heb je eigenlijk de kortst mogelijke afstand
berekend tussen de aarde en Venus, wanneer
ze toevallig aan dezelfde kant van de zon staan.
Venus kan net zo goed helemaal aan de andere kant
van de zon staan, schrijven de wetenschappers Tom
maximale afstand:
220 miljoen km
zon
gemiddelde afstand aarde-Venus: 170 miljoen km
Mercurius
Venus
Stockman, Gabriel Monroe en Samuel Cordner in
het tijdschrift Physics Today. En dan is de afstand
tussen Venus en de aarde veel groter: 150 miljoen
kilometer plús 109 miljoen kilometer, oftewel 259
miljoen kilometer.
Wat je eigenlijk wilt weten, is de gemiddelde afstand
tussen twee planeten. Om die te berekenen,
bedachten Stockman, Monroe en Cordner de zogenoemde
punt-cirkel-methode. Daarbij bepaal je in
feite de gemiddelde afstand tussen elk punt op de
buitenste planeetbaan tot elk punt op de binnenste
planeetbaan.
Volgens deze methode is de gemiddelde afstand
tussen de aarde en Venus ruim 170 miljoen kilometer,
terwijl de gemiddelde afstand tussen de aarde
en Mercurius slechts 155 miljoen kilometer bedraagt.
Oftewel: niet Venus, maar Mercurius is de
planeet die het dichtst bij de aarde staat. Sterker
nog: ook voor Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en
Neptunus blijkt Mercurius de dichtstbijzijnde planeet
te zijn – en dus niet een van de planeten die er
op plaatjes van het zonnestelsel pal naast ligt. Zo
zie je maar weer: nooit stukjes in KIJK overslaan.
NASA, BEWERKING JAN WILLEM BIJL
Hoe Russisch is Russische roulette?
LP
Het is onder andere ook te zien in de Netflix-serie Gomorra,
maar het bekendste voorbeeld stamt ongetwijfeld uit de
film The Deer Hunter. Daarin dwingen Vietnamese soldaten twee Amerikaanse
krijgsgevangenen (rollen van Robert De Niro en Christopher Walken)
tot een zenuwslopend kansspel: om de beurt moeten ze een geladen
vuurwapen tegen hun hoofd zetten en de trekker overhalen. De Vietnamezen
gokken met geld op de onzekere uitkomst, want er zit namelijk maar
één patroon in het wapen.
‘Russische roulette’ wordt dit genoemd. Er is een revolver voor nodig, want
dat type vuistvuurwapen beschikt over een cilinder die rond zijn as draait
(to revolve is Engels voor ‘ronddraaien’). De meeste revolvers
hebben een cilinder met zes kamers voor de patronen.
Bij Russische roulette zijn vijf kamers leeg. De cilinder
wordt met de tik van een vinger aan het rondtollen gebracht,
zodat niemand weet waar de geladen kamer
zich bevindt. Haal je de trekker over, dan is er een
kans van vijf op zes dat je het overleeft. Als de
cilinder niet opnieuw een zetje krijgt, liggen de
kansen voor de volgende deelnemer(s) een
stuk ongunstiger. Na gemiddeld 3,5 keer
de trekker overhalen, komt er dan wél een
kogel uit de loop.
Maar hoe Russisch is dit krankzinnige gedoe
eigenlijk? In het geheel niet. De term Russische roulette dook voor het
eerst op in een kort verhaal van de Zwitserse schrijver Georges Surdez
dat in januari 1937 in het Amerikaanse tijdschrift Collier’s verscheen. In dat
verhaal is sprake van Russische officieren die het spel rond 1917 zouden
hebben gespeeld. Nu hielden Russische militairen zich – doorgaans om de
verveling te verdrijven – met veel rare en riskante dingen bezig, maar ze
zetten geen geladen revolvers tegen hun eigen slaap.
Het ontbreekt trouwens ook aan historische bewijzen dat, zoals in The
Deer Hunter gebeurt, Amerikaanse krijgsgevangenen tijdens de Vietnamoorlog
onder dwang Russische roulette moesten spelen. Maar nadat de
film in 1978 was uitgekomen, vonden er in de Verenigde Staten wel enkele
incidenten plaats waarbij vooral jongemannen zichzelf door het hoofd
schoten. Kennelijk had de scène met De Niro en Walken ze op een idee
gebracht.
Twee jaar eerder was in Finland de goochelaar Aimo Leikas
op een vergelijkbare manier om het leven gekomen. Als
onderdeel van zijn act haalde hij zes patronen uit een
doos waarin echte exemplaren en zogeheten losse
flodders zaten. Met behulp van de magische
krachten die hij naar eigen zeggen had, pakte
Leikas altijd de losse flodders. Tot die ene keer,
op 3 september 1976, dat hij misgreep en vervolgens
een kogel door zijn schedel joeg…
78 6/2019
WORLDWIDE AUCTIONEERS
Wat is de zwaarste
productieauto ooit?
Als we het houden op personenauto’s (dus geen pick-uptrucks),
dan staat het record al jaren op naam van de Mercedes-Benz 770K.
Die werd in de jaren dertig van de vorige eeuw gebouwd voor
staatshoofden en andere hoogwaardigheidsbekleders. De wagen
kostte een voor die tijd kolossaal bedrag van 39.000 Reichsmark
en woog maar liefst 2700 kilo. Groot was de productie overigens
niet, want er werden slechts 21 exemplaren van gebouwd.
Hoe wordt het zeeniveau
gemeten?
Het zeeniveau
MtV
stijgt momenteel
zo’n 3 millimeter per jaar.
Peter van der Horst uit Zoetermeer
vraagt zich af hoe zulke
kleine hoogteverschillen te meten
zijn. Het zeeniveau varieert
immers per tijdstip en plek op
aarde, onder invloed van getijden,
de draaiing van de aarde
en zwaartekrachtverschillen.
Dat maakt het bepalen ervan
inderdaad tot een ingewikkelde
klus, waarbij je de meetwaarden
moet corrigeren voor bovengenoemde
factoren. Op sommige
plekken daalt de zeespiegel zelfs,
bijvoorbeeld doordat slinkende
ijskappen steeds minder water
aantrekken. Gelukkig zijn er tegenwoordig
satellietmetingen,
waarmee je de zeespiegel wereldwijd
vanaf een constante hoogte
in kaart kunt brengen en ook de
zwaartekracht kunt bepalen.
OECD/CC BY-SA 2.0
Tot 1992 gebruikte men peilstokken,
die aan kademuren
vastzaten. Dat gaf een extra
probleem, want de muur zelf kon
ook omhoog of omlaag gaan door
bewegingen in de ondergrond.
Dat heb je met satellieten niet,
hoewel je nog steeds moet opletten
of je geen omhoogkomende
oceaanbodem aan het meten
bent, in plaats van een extra hoeveelheid
zeewater.
De variatie wordt meestal over
een wat langere periode bepaald.
Zo steeg de zeespiegel van 1993
tot 2010 gemiddeld zo’n 2,8 tot
3,6 millimeter per jaar. (Er wordt
dus een behoorlijke onzekerheid
in acht genomen.) Het opgetelde
effect van alle bronnen, zoals
de uitzetting van het zeewater
door de warmte, en het volume
aan ijs dat van het land is verdwenen,
geeft vergelijkbare
waarden.
COLUMN
VELDHUIZEN
KAMPEERKOKERIJ
HOOFDSTOOT
F
‘Ongeveer één op de
drie Amerikanen dacht
echt dat een tweede
dreun tegen je harses
het probleem oploste’
ilms waren in mijn jeugd een bron van non-stop halve
waarheden. Deze heb ik zelf een tijdje geloofd: als
een van je vrienden een klap op het hoofd krijgt en
daardoor zijn geheugen verliest of er ineens een andere persoonlijkheid
op nahoudt, dan is dat vrij makkelijk op te lossen.
Geef hem gewoon een tweede dreun tegen het hoofd. Voor
filmmakers blijft het een populaire verteltruc: in de eerste
Avengers-film raakt het personage Clint Barton (a.k.a. Hawkeye)
gehersenspoeld, maar, boem – hoofdstoot! – en hij is weer
helemaal de oude.
Dit is typisch zo’n mythe
die bij iedereen wel
een beetje sluimert, al
is het maar omdat naast
Hollywood ook talloze
tekenfilms, zoals Tom
en Jerry, er gebruik van
maken. Goede cijfers
zijn er niet, maar een
wetenschappelijke peiling
van ruim tien jaar geleden wijst erop dat circa een derde
van de Amerikanen écht denkt dat een tweede dreun tegen je
harses mogelijke geheugenproblemen kan oplossen.
Het idee gaat zelfs verder terug dan films en tv, ontdekte
neuropsycholoog Mary Spiers, die onderzoek doet naar
neuromythes. Al in het jaar 1802 verscheen een tekst van de
Franse arts Xavier Bichat waarin hij uitlegt dat het “algemeen
bekend is” dat een tweede hoofdklap veel mensen met geheugenproblemen
hielp, en dus raadde hij het aan als goede behandeling.
Het zou de twee hersenhelften weer in balans brengen.
Echt iets van die tijd, schrijft Spiers: men zag het brein als een
machine, en als je tandwielen met een dreun van een hamer
weer aan het draaien krijgt, waarom dan niet ons hoofd?
De werkelijkheid is toch wel wat anders, realiseerden medici
zich later die eeuw. Vooral chirurgen, die steeds meer ervaring
met verwondingen opbouwden, zagen dat zo’n beetje elke klap
tegen het hoofd alleen maar méér geheugenproblemen veroorzaakt.
Overigens gaat het, anders dan Hollywood ons doet geloven,
bij geheugenverlies vaak om een
ander soort probleem, weten we nu:
in plaats van dat ze hun complete
leven of identiteit vergeten, weten
veel patiënten vooral niets meer van
de gebeurtenissen rond het ongeluk
waarbij ze hun hoofd stootten,
en in ergere gevallen
lukt het ze niet meer
om nieuwe herinneringen
aan te maken.
En dat, schrijft Spiers,
zie je nou bijna nóóit
in films. Als ze ergens
moeite hebben om nieuwe
ontwikkelingen te onthouden,
dan is het wel
in Hollywood zelf.
Ronald Veldhuizen is bioloog en schrijft als wetenschapsjournalist
voor onder meer de Volkskrant en de VPRO Gids. In deze column prikt
hij elke maand een mythe door. Reageren? info@kijkmagazine.nl
IRIS PLANTING
6/2019 79
KWADE
INBORST
De duistere kant van de mens
NASA
50 jaar
maanlanding
Geschiedenisexpert
Leo Polak:
“Als een van de oudere
KIJK-medewerkers
heb ik de maanlanding van juli 1969 ‘live’
meegemaakt. Via de radio weliswaar, want
mijn ouders hadden een tv-loos vakantiehuisje
gehuurd, maar het was er niet minder
spannend om. 50 jaar na die historische
missie van Apollo 11 mocht ik er een artikel
over schrijven voor het volgende
nummer van KIJK – dat 36 extra
pagina’s over het Apolloproject
telt!”
80 6/2019
Wetenschapsjournalist
Jean-
Paul Keulen: “In de jaren
zeventig voorspelde
Gordon Moore dat het aantal transistors op
een computerchip elke twee jaar zou verdubbelen,
waardoor computers steeds sneller zouden
worden. Decennialang klopte die voorspelling behoorlijk
goed, maar de grenzen van de Wet van
Moore komen in zicht: op een gegeven moment lukt
het niet meer om simpelweg nóg meer transistors
op een chip te proppen. Dat betekent niet per se
dat computers vanaf dat moment niet meer
sneller zullen worden. Een overzicht
van de alternatieve manier waaraan
wordt gewerkt.”
KIJK 7/2019 ligt
vanaf 20 juni
in de winkel!
Journalist
Hidde Tangerman:
“Bij het kwaad denken
we al gauw aan massamoordenaars
en serieverkrachters, maar
volgens psychologen en andere wetenschap
pers moeten we de hand in eigen boezem
steken. Dat het kwaad in ieder van ons zit,
is pas echt een incovenient truth. Want waarom
doen gewone, goede mensen tóch slechte
dingen? Om het antwoord op die vraag
te vinden, verdiepte ik me in de krochten
van de menselijke ziel.”
Vooruit!
SHUTTERSTOCK, ISTOCK/GETTY IMAGES
Colofon
Klantenservice: 085 - 888 56 61
Redactieadres: Redactie KIJK, Postbus 22693, 1100 DD
Amsterdam, 020 – 210 5350, info@kijkmagazine.nl
Ontwerp basislayout: Johnny Rijbroek
Art direction en vormgeving: Arnold Ritter
Hoofdredacteur: André Kesseler
Coördinerend redacteur: Naomi Vreeburg
Eindredactie: Anja Janssen, Bernice Nikijuluw, Leo Polak,
Brenda Scholten
Beeldredacteur: Margriet Bokeloh
(Web)redacteur: Laurien Onderwater
Redactie-assistent: Lysette Dammers
Marketing: Geke Braakman (manager a.i.), Talitha Marges
(strateeg), Carmen Ploeger
(carmen.ploeger@newskoolmedia.nl)
Aan dit nummer werkten mee: Elleke Bal, Jan Willem Bijl,
Bert van den Broek, Willem van der Does, Philip Dröge, Jo
Hermans, Jean-Paul Keulen, Karlijn Klei, Nick Kivits, Hidde
Middelweerd, Rik Peters, Leo Polak, Hidde Tangerman,
Marlies ter Voorde, Diana de Veld, Ronald Veldhuizen
Uitgever Nederland en België: New Skool Media B.V.
Druk: Corelio Printing
Sales: Value Zipper. Adverteren? Bel 020 - 210 54 63 of
mail naar info@valuezipper.nl voor informatie
Sales binnendienst: Olivier Blom (020 - 210 54 55)
Traffic advertenties: Marjola van Iperen, Aintza Nicolas
Gnodde, Sabrina Slokker
Distributie losse verkoop: Aldipress B.V., De Meern,
telefoon 030 – 666 06 11
Leesportefeuille: zonder schriftelijke toestemming van
de uitgever is het niet geoorloofd KIJK op te nemen in of
ter beschikking te stellen aan een leesportefeuille.
KIJK is een uitgave van New Skool Media B.V.
© 2018 New Skool Media B.V. Onder voorbehoud van alle
rechten. Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk,
worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand of openbaar worden gemaakt op
welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van
de uitgever. De uitgever sluit iedere aansprakelijkheid voor
schade als gevolg van druk- en zetfouten uit. KIJK is een
geregistreerd merk van New Skool Media B.V.
Abroad KIJK is available for International Licensing and
Syndication. For more information: info@kijkmagazine.nl
Service en informatie
Nieuwe abonnementen: ga voor alle aanbiedingen naar kijkmagazine.nl/
abonneren of bel +31 (0)85 – 888 56 61 (ma t/m vr 9.00-17.00 uur). Belgische
lezers kunnen bellen naar: +32 (0)78 – 48 09 11.
Klantenservice Nederland en België: voor vragen over bezorging, opzegging,
betaling, wijzigingen, welkomstgeschenken, artikelen en passen. Mail naar
klantenservice@kijkmagazine.nl of bel +31 (0)85 – 888 56 61 (ma t/m vr
9.00-17.00 uur). Belgische lezers kunnen bellen naar: +32 (0)78 – 48 09 11.
Adreswijzigingen dienen uiterlijk 3 weken voor de verhuizing bij ons bekend te zijn.
Nabestellen van reeds verschenen edities is mogelijk op www.kijkmagazine.nl/
bestel-editie.
Beëindigen van het abonnement kan tegen het einde van de eerste
abonnementstermijn, door uiterlijk een maand voor verschijnen van het eerste
nummer van de nieuwe abonnementstermijn op te zeggen. Na de eerste
abonnementstermijn kan het abonnement met inachtneming van een
opzegtermijn van een (1) maand worden beëindigd. Bel +31 (0)85 – 888 56 61 (ma
t/m vr 9.00-17.00 uur). Belgische lezers kunnen bellen naar: +32 (0)78 – 48 09 11.
Abonnementsprijzen: de winkelverkoopprijs voor 12 nummers per jaar van KIJK is
€ 71,88. Onderstaande abonnementsprijzen gelden voor Nederland en België:
Aantal nummers Acceptgiro Automatisch incasso
Kwartaal 3 € 21,00 € 18,40
Halfjaar 6 € 38,75 € 36,15
Jaar 12 € 73,59 € 70,99
Voor abonnementen buiten Nederland en België mail naar klantenservice@
kijkmagazine.nl.
Betalingsvoorwaarden: een abonnement geldt voor de opgegeven periode en
wordt nadien - behoudens opzegging - automatisch omgezet in een abonnement
voor onbepaalde tijd. Het abonnementsgeld dient vooruit te worden voldaan. Een
andere betaaltermijn of -wijze is mogelijk, neem hiervoor contact op met onze
Klantenservice. Bij niet tijdige betaling worden er herinneringskosten in rekening
gebracht. Prijswijzigingen voorbehouden.
Leveringsvoorwaarden: levering van tijdschriften en levering en verkoop van
premies en handelsartikelen geschiedt volgens de Leveringsvoorwaarden New
Skool Media B.V. Kijk voor deze voorwaarden op newskoolmedia.nl/voorwaarden.
U kunt deze voorwaarden ook schriftelijk opvragen bij New Skool Media B.V.,
Postbus 23620, 1100 EC Amsterdam. Voor bezorgadressen buiten Nederland en
België mail naar klantenservice@kijkmagazine.nl.
Handelsartikelen: voor alle premies, aanbiedingen en acties in Nederland en België
geldt: zolang de voorraad strekt. Helaas is het bestellen van handelsartikelen
vanuit landen buiten Nederland en België niet mogelijk.
Privacy: New Skool Media B.V., de uitgever van KIJK, legt van haar abonnees en
klanten in het kader van haar dienstverlening gegevens vast. De verantwoordelijke
voor de gegevensverwerking is New Skool Media B.V., Spaklerweg 53, 1114 AE Amsterdam.
De verwerking is in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens
aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens te Den Haag
onder m1586121. Deze gegevens worden gebruikt ter uitvoering van de overeenkomsten
met abonnees en andere klanten en om informatie te verstrekken over
relevante producten en diensten van New Skool Media B.V. De gegevens kunnen
ook worden gebruikt door zorgvuldig geselecteerde organisaties om abonnees en
klanten te informeren over relevante aanbiedingen betreffende producten en diensten.
Als u op deze informatie geen prijs stelt, dan kunt u dit schriftelijk doorgeven
aan New Skool Media B.V., Spaklerweg 53, 1114 AE Amsterdam onder vermelding
van ‘privacy’ of per e-mail: privacy@newskoolmedia.nl.
6/2019
81
Ook een goede Google Earth-locatie voor op deze
pagina’s? Stuur dan een mailtje met de coördinaten en
een korte omschrijving naar info@kijkmagazine.nl
GEOBASIS-DE/BKG
82 6/2019
Orde en
netheid
47 10 30 N
9 29 59 E
Er gebeurt niet zoveel in Liechtenstein,
het dwergstaatje tussen Oostenrijk
en Zwitserland dat eerder
dit jaar zijn driehonderdste verjaardag
vierde. Geen grote politieke
drama’s, geen aanslagen, geen nationale
rampen… Is ook niet zo gek met
een oppervlak van 160 vierkante kilometer
(39 vierkante kilometer minder
dan Schiermonnikoog) en een bevolkingsaantal
van een kleine 40.000
zielen. De Liechtensteinse hang naar
orde en netheid vind je zelfs terug in
de Google Earth-foto’s van de landbouwgronden
in het vorstendom.
Zo moeten de boeren van het plaatsje
Schaan haast wel afspraken hebben
gemaakt om dit fraaie patroon te creëren.
Waar het op vijf na kleinste land
op aarde toch groot in kan zijn…
Tekst: André Kesseler
6/2019 83
HET ENIGE OFFICIËLE
TOUR DE FRANCE PAKKET 2019
Hét
Vaderdagcadeau
DE OFFICIËLE
TOUR DE FRANCE GIDS IS
OOK LOS VERKRIJGBAAR
COMPLEET
& ONMISBAAR
ALLES OVER
DE TOUR
2019
212
PAGINA'S
DIK
VANAF 29 MEI IN DE WINKEL
OF BESTEL ALVAST ZONDER VERZENDKOSTEN*
TOURDEFRANCE.NL/ACTIE
* alleen geldig voor adressen in Nederland en België