Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Inclusief
lessen voor
groep 1 t/m 8
Kies voor aantrekkelijk en effectief
reken- en wiskundeonderwijs
Informatie en aanbod 2021/2022
Totaaloverzicht en prijzen
Groep
1&2
Cursus groep 1&2
Cursus groep 1&2 Vervolg
€ 550,-
€ 450,-
Samen voor € 900,-
Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2
€ 635,-
Groep
3&4
Cursus groep 3&4
€ 550,-
Samen voor € 1000,-
Cursus groep 3&4 Vervolg
€ 550,-
Rekenmaterialen oefenlessen groep 3&4
€ 530,-
Groep
5&6
Cursus groep 5&6
€ 550,-
Samen voor € 1000,-
Cursus groep 5&6 Vervolg
€ 550,-
Rekenmaterialen oefenlessen groep 5&6
€ 635,-
Groep
7&8
Cursus groep 7&8
€ 550,-
Cursus groep 7&8 Vervolg
(verwacht ‘22-’23)
Rekenmaterialen oefenlessen groep 7&8
€ 635,-
Kijk voor een cursus bij u in de buurt op www.metsprongenvooruit.nl
MetSprongenVooruit
MetSprongenVooruit
MetSprongenVooruit
MetSprongenVooruit
Julie Menne Instituut
Acacialaan 6
3741 WC Baarn
T: 035 70 70 091
info@juliemenneinstituut.nl
www.metsprongenvooruit.nl
Groep 1&2 Groep 3&4
Groep 5&6
Groep 7&8
Beste leerkracht,
Met trots presenteer ik u het aanbod van Met Sprongen
Vooruit voor schooljaar 2021-2022. Dit jaar hebben we
maar liefst zeven verschillende cursussoorten waaruit
u kunt kiezen.
Nieuw in het aanbod is de cursus groep 5&6 Vervolg
waarbij de doelen en didactiek voor Meten en
Meetkunde centraal staan. Net als bij de andere
cursussoorten ontvangt u tijdens deze cursus een
Rekenspellenboek, cursusmap
en downloads. Hiermee
kunt u al tijdens de cursus
het geleerde in de praktijk
brengen. Met de voorbeeldles
’t Gaat monster! op pagina 68
krijgt u alvast een voorproefje
wat u van het Rekenspellenboek Cursusmateriaal
kunt verwachten.
groep 5&6 Vervolg
Ook nieuw is de ladekast Rekenmaterialen Tijd. Deze
ladekast bevat achttien items waarmee u leerlingen
in no time leert klokkijken, leert rekenen met en
kritisch leert redeneren over tijd. Op pagina 44 leest u
in de voorbeeldles Over de muur wat u met een aantal
materialen uit deze ladekast kunt doen.
Rekenmaterialen Tijd
Behalve nieuwe producten ontwikkelen we bestaande
producten door en breiden deze uit. De kist
Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2 en de kist
Rekenspellen groep 3 zijn vanaf heden ladekasten
geworden. De ladekast voor kleuters is bovendien
uitgebreid met Tokkie de kip en haar eieren. Blader
naar pagina 14 en 38 om te zien hoe dat eruitziet.
Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2
Rekenspellen groep 3
En op veler verzoek kunt u nu Rekenspellen groep 5
en Rekenspellen groep 6 los bestellen in twee
aparte ladekasten, zie pagina 62 en 64. Gestrikt!,
Liefdesparen sparen en Lijntikkertje zijn voorbeelden
van nieuwe spellen in deze ladekasten. Om aan de
begripsvorming van
breuken te werken
zijn Vlaaien snaaien
en Zee aan schatten
aan de ladekast
Rekenspellen groep 6
toegevoegd.
Rekenspellen groep 5
2
Met de nieuw ontwikkelde cursus en rekenmaterialen
hoop ik dat u met nog meer plezier Met Sprongen
Vooruit kunt inzetten in uw groep. Ik wil u van harte
uitnodigen om de voorbeeldlessen in deze brochure
alvast uit te proberen en hoor graag hoe u dat heeft
ervaren.
Bent u enthousiast over Met Sprongen Vooruit, ga dan
naar www.metsprongenvooruit.nl om u in te schrijven
voor een cursus bij u in de buurt of voor het bestellen
van materiaal. Bij bestelling van de totaalsets krijgt
u de bijbehorende fysieke Rekenkalenders van mij
cadeau. Heeft u vragen, bel ons via 035 70 70 091 of
mail ons via info@julliemenneinstituut.nl.
Wij staan voor u klaar!
Tot ziens,
namens het
gehele team van
Met Sprongen Vooruit,
dr. Julie Menne
Rekenspellen groep 6
Inhoud
Met Sprongen Vooruit is ... 4
Aanbod groep 1&2 8
Kakelvers 12
Familie Muis 20
Aanbod groep 3&4 28
Springen op het stappenpad 32
Over de muur 44
Aanbod groep 5&6 52
Welk getal, weet jij het al? 56
‘t Gaat monster! 68
Aanbod groep 7&8 74
Breukenpuzzelrace 78
Totaaloverzicht en prijzen 88
Groep 1&2 Groep 3&4
Groep 5&6
Groep 7&8
3
Met Sprongen Vooruit is ...
Met Sprongen Vooruit is een doelen dekkend rekenwiskundeprogramma
voor het primair onderwijs.
Het programma is gebaseerd op wetenschappelijk
onderzoek en wordt elk jaar aangepast volgens
de meest voortschrijdende inzichten in de rekenwiskundedidactiek.
Als u het programma inzet, kunt u zelf uw rekenwiskundeonderwijs
vormgeven en aansluiten bij de
behoeftes van uw groep. Hoe dit precies werkt, lichten
we per groep toe in deze brochure. Hieronder vindt u
uiteengezet hoe het programma is opgebouwd.
Met Sprongen Vooruit gaat uit van een didactische,
methodische aanpak. Dit betekent dat de plaats
waar de leerlingen zich op de leerlijn bevinden
het uitgangspunt vormt voor de volgende les. De
reken-wiskundelessen kenmerken zich onder meer
door een interactieve, klassikale setting waarin
leerlingen worden uitgedaagd tot het maken van eigen
producties. Leerkrachten weten tijdens deze lessen de
eigen inbreng van leerlingen te honoreren.
”Het stuk bewustwording en
leerlijnen vind ik heel fijn om te bespreken
en de koppeling naar de praktische uitvoering
voor kinderen vind ik top.
De spellen spelen ze graag en ik kan nu op
verschillende manieren en in een gemengde
groep 3-4-5 de juiste spellen kiezen.”
Martine Liefting, stamgroepleider groep 3/4/5
De Kwakel te Berkel en Rodenrijs
4
‘Waku waku zegt 10’ is een productieve, interactieve oefenles
Gerichte vakdidactische nascholing met in het
cursusmateriaal de reken-wiskundelessen
De nascholingen bestaan uit twee type cursussen:
de basiscursus en de vervolgcursus. De basiscursus
geeft u inzicht in de leerlijn. Het biedt u praktische
handvatten hoe u uw onderwijs aantrekkelijker en
effectiever kunt maken met de meer dan 150 volledig
uitgewerkte reken-wiskundelessen en werkbladen.
De vervolgcursus verdiept uw kennis verder en bevat
bijvoorbeeld Met Sprongen voor Buiten, Meten &
Meetkunde, het voeren van rekengesprekken en
inrichten van rekentafels. Tijdens elke cursus ontvangt
u een uitgebreide cursusmap en het Rekenspellenboek
met daarin alle lessen geordend per leerdoel. Deze
lessen zijn volledig uitgewerkt met didactische
aanwijzingen voor vereenvoudiging, verdieping en
variaties.
”Aanrader.
Na 20 jaar leerkracht
heb ik echt weer super veel
bijgeleerd om met leerlingen goed bezig te
zijn. Ik ben zo blij met deze
veranderingen in
mijn kunde.”
D.D. Koedoot-Plein, leerkracht groep 8
Basisschool De Develhoek te Zwijndrecht
De afwisselende inhoud van de 2,5 uur durende
bijeenkomsten maken dat onze cursisten met veel
plezier de cursus volgen en dat wij de verwachtingen
vaak meer dan waard maken. Sommige cursisten
verwachten uitleg van de spellen en andere juist meer
theoretische verdieping. Zowel een spellencircuit als
wetenschappelijke uitleg over het hoe en waarom,
krijgt u tijdens deze cursussen. In de weken tussen de
bijeenkomsten heeft u ruim de tijd om het geleerde
in de praktijk te brengen. Tijdens het bespreken van
de praktijkopdrachten reflecteert u op passende
interventies om een volgende keer te gebruiken.
”Ik heb vier onwijs leuke cursusdagen
gehad en echt heel erg veel geleerd.
Het heeft me weer veel inzichten gegeven.
Complimenten voor de opzet
van de cursus.”
Sanne van Turnhout, leerkracht groep 7&8
Kindcentrum te LeerRijk
Cursisten groep 7&8 spelen Breuken vieren (foto 2019)
5
Groep 1&2 Groep 3&4
Groep 5&6
Groep 7&8
”Heerlijk leuke en
enthousiaste cursusleider.
Ik vind het erg leerzaam en plezierig
om deze cursus te doen. Super hoe er in de
coronatijd rekening is gehouden met de
maatregelen. Erg leuk om als gastschool
een rol te hebben gehad.
Dank jullie wel.”
Hans Kivits, leerkracht groep 6
Maaspleinschool te Utrecht
Cursusmateriaal
Met Sprongen Vooruit doelen dekkend
Tot en met groep 6 is Met Sprongen Vooruit
volledig doelen dekkend als u zowel de basis- als
de vervolgcursus volgt. Het maakt het voor u
en uw leerlingen nog leuker als u daarvoor ons
ondersteunende Rekenmaterialen gebruikt. Om het
programma Met Sprongen Vooruit meer methodisch
in uw groep in te zetten bieden wij voor elke groep ook
een Rekenkalender. Ook deze route staat beschreven in
de hierop volgende pagina’s.
Voor groep 7&8 zijn we alleen nog niet dekkend voor
Meten & Meetkunde. Deze vervolgcursus verwachten
wij met ingang van schooljaar ’22-’23 aan te bieden.
Ondersteunende aantrekkelijke Rekenmaterialen
Bij de reken-wiskundelessen zijn duurzame,
ondersteunende rekenmaterialen ontwikkeld. Deze
materialen passen uiteraard volledig bij de doelgroep.
Voor de meeste lessen is het ondersteunende
6
duurzame materiaal handig om te gebruiken. Ook
zonder de cursus kunt u deze zorgvuldig samengestelde
kisten en ladekasten aanschaffen, omdat u voor
al het materiaal voorbeeldlessen terugvindt in de
handleiding. De materialen bevinden zich in een grote
houten kist in aparte houten kistjes of in laden in een
ladekast.
“De cursus
heeft mij enorm geïnspireerd
om op een andere manier met rekenen
om te gaan. Daarnaast is er heel veel aandacht
besteed aan de verschillende onderdelen van
rekenen met behulp van
voorbeelden.”
Jolanda van Os, voormalig leerkracht groep 1&2
KBS de Droomspiegel te Almere
Ondersteunende rekenmaterialen groep 1 t/m 8
Rekenspellen: verzameling spellen om te oefenen
Voor elk leerdoel hebben wij een of meer educatieve
rekenspellen ontwikkeld en geplaatst in de leerlijn.
Leerlingen kunnen deze spellen zelf spelen in
tweetallen of groepjes. Sommige spellen zijn ook
geschikt om klassikaal in te zetten, zoals Gok een hok
of Burenbingo. In de handleiding vindt u didactische
aanwijzingen en mogelijkheden voor verdieping,
vereenvoudiging of variatie. In een houten kist of
ladekast vindt u de verzameling van zorgvuldig
samengestelde gezelschapspellen onder de naam
Rekenspellen per groep.
Schrijf u in voor een
cursus en bestel
uw materialen op
www.metsprongenvooruit.nl
Educatieve rekenspellen groep 1 t/m 8
7
Groep 1&2 Groep 3&4
Groep 5&6
Groep 7&8
Aanbod groep 1&2
Cursussen gehele rekenleerlijn voor kleuters
Het cursusaanbod van groep 1&2 bestaat uit
een basiscursus van vier bijeenkomsten en een
vervolgcursus van drie bijeenkomsten. Tijdens de
bijeenkomsten wisselen verschillende werkvormen,
zoals theoretische onderbouwing, didactische
activiteiten, kijken naar video-opnamen en bespreken
van praktijkopdrachten elkaar af. Elke bijeenkomst
duurt 2,5 uur en vindt op locatie plaats.
Als cursist ontvangt u de eerste bijeenkomst een
Rekenspellenboek, een cursusmap, de logingegevens
voor de downloads en een cursistencadeautje dat u de
volgende dag meteen in kunt zetten tijdens uw rekenwiskundeactiviteiten.
de doelen gerangschikt met de komende thema’s en
festiviteiten. Met het inzetten van deze activiteiten op
het geschikte moment en de juiste manier, voldoet u aan
alle reken-wiskundedoelen van de SLO.
Voor het behalen van deze doelen kunt u de
Rekenkalender gebruiken. Hierin staat voor alle
dagen van de week per dag welke activiteit(en) u
geeft. De beschrijving van deze activiteiten vindt u
via de indices in de Rekenspellenboeken. U kunt uw
activiteiten ook plannen en verzorgen vertrekkend
vanuit het punt waar de leerlingen zich op dit
moment bevinden op de leerlijn. In dat geval kiest u
uit de inhoudsopgave in de Rekenspellenboeken de
activiteiten die hierbij passen.
De activiteiten staan hier per subdoel geordend van
makkelijk naar moeilijk. Beide mogelijkheden, werken
vanuit de rekenkalender of vanuit de leerlijn, zijn op de
hierna volgende pagina’s in schema gezet.
Cursusmateriaal
In Rekenspellenboek groep 1&2 vindt u meer dan 150
unieke, volledig uitgewerkte reken-wiskundeactiviteiten
die u met kleuters kunt doen. In Rekenspellenboek
groep 1&2 Vervolg vindt u nog eens 60 activiteiten.
Als extra voor de kleuters vindt u deze activiteiten met
Inhoud basiscursus groep 1&2
De basiscursus groep 1&2 behandelt de rekenleerlijn
en -didactiek voor kleuters op de drie rekendomeinen:
Tellen-en-rekenen, Meten en Meetkunde. Bij Tellenen-rekenen
komen activiteiten aan de orde waarmee
kleuters de telrij leren opzeggen, werken met telbare
hoeveelheden, erbij en eraf kunnen nemen van 1 of 2,
splitsingen tot 10 kunnen maken en getalsymbolen
kunnen herkennen en deze ordenen en koppelen
aan hoeveelheden. Bij Meten maakt u kennis met
8
Schrijf u
in voor de basisén
vervolgcursus
en ontvang € 100,-
korting
Groep 1&2
activiteiten waarbij ordenen, vergelijken en afpassen
van lengte, inhoud, gewicht, tijd en oppervlakte aan
bod komen. Bij Meetkunde richten we de aandacht op
activiteiten die oriënteren, construeren en/of opereren
met vormen en figuren tot doel hebben.
In de cursus vergroot u uw kennis en kunde van
de reken-wiskundedidactische principes bij
kleuterwiskunde. U weet hoe u via interventies kunt
achterhalen hoe kleuters redeneren en kunt deze
kennis inzetten om tot niveauverhoging te komen.
“Ik vind de cursus superfijn
omdat je concreet bezig bent, zelf ontdekkend en
het is heel aantrekkelijk en leuk materiaal om mee
te werken. Zo levert het een goede bijdrage om het
rekenonderwijs bij groep 1/2 kinderen vorm
te geven en aan mij, als oud-klosser, om
bij te leren over rekenonderwijs
voor kleuters.”
Jeanine Stolze, leerkracht groep 1&2
Kbs de Ark te IJsselstein
Inhoud vervolgcursus groep 1&2
In de vervolgcursus groep 1&2 verdiept u uw kennis op
de leerlijnen Tellen-en-rekenen, Meten en Meetkunde.
Er komen nieuwe activiteiten aan de orde waarbij
speciale aandacht is voor de juiste rekeninterventies.
U leert doelgerichte
rekenactiviteiten te plannen,
rekengesprekken te voeren (met een interventiekaart
waarmee verbreding en verdieping in het rekenen
aangebracht kan worden) en rekenhoeken in te
richten. U diept de potentie met een aantal bekende
activiteiten verder uit en ervaart diverse nieuwe
spellen en activiteiten. Ook maakt u kennis met
nieuwe rekenmaterialen, zoals Familie Muis en
prentenboeken die direct inzetbaar zijn in de groep.
U krijgt verschillende reken-wiskundeactiviteiten
Met Sprongen Voor Buiten om kleuters op het
speelplein bewegend en dansend te laten tellen,
rekenen en meten.
Voorkennis van de basiscursus is nodig voor de
vervolgcursus.
Registerleraar heeft de basiscursus met 40 RU en de
vervolgcursus met 30 RU gevalideerd.
Hoe het hele programma voor groep 1&2 samenhangt,
kunt u lezen op de volgende pagina’s.
Schrijf u in voor een
cursus via
www.metsprongenvooruit.nl
9
Titel
Aan welke vinger?
Acht-eruit-tellen
Afdrukken in klei
Alle visjes zwemmen in het water
Alles op de foto
Anouk Zoekzoek [Rekenroutine]
Baby, peuter, kleuter
Bamzaaien
Beer wil op bezoek komen (lessencyclus)
Bekerbal
Berend Botje
Bij wie hoort de tekening?
Bliksemen
Boer Boris gaat naar zee
Boer Boris in de sneeuw
Boeven vangen
Buitenbeentjes 8-9 en 10
Dan tel ik op je ruggetje tot ...?
De drie poppen
De figurenloop
De geheime brief
De getallenloop
De kopjesmaatbeker
De levende slinger
De lievelingstrui
De Moedhoed
De ontdekkoffer [Rekenroutine]
De raket op laten stijgen
De reuzenknaller
De rondedans van de kaboutertjes
De S van Spiegeltje
De Spaartovenaar [Rekenroutine]
De Spaartovenaar ruimt op
De verrekijker
De zandbak
De zandloper
De zeven rovers
De zonnetjesbroek
De zure bommentaart
Dobbeltoren [oef. in Rekenroutine]
Domino
Dropveters verdelen
Een lange sliert
Een, twee kopje thee
Elf en de rest gaat vanzelf
260
[doel]
[1b]
[1a]
[3c]
[1b]
[3a]
[o.a. 3a]
[2a]
[1c]
[3a]
[1c]
[1a]
[3a]
[1c]
84
[2a, 2b, 3a, 3b en 3c] 232
[1b, d, 2a, d, 3a 229
t/m 3c]
[1c]
63
[1a, 1b, 1d, 3a en 3c] 227
[1b]
31
[2a]
128
[3c]
[3a en 3c]
[1d]
[2c]
[2b]
[2a en 2b]
[1a, 1b, 2a en 3b]
[o.a. 3c]
[1a]
[3b]
[1c]
[3c]
[o.a. 1a t/m 1d] 188
[1b en 2a] 188
[3a]
156
[2c]
139
[2d]
144
[1a]
21
[2a en 2d] 230
[1a]
23
[1b en 3b] 218
[1b]
55
[2a]
119
[1b]
[1a]
[1a]
Bladzijde
46
21
175
49
155
212
122
81
158
82
8
160
183
235
103
140
132
231
226
220
20
172
69
238
29
12
13
Titel
Flitsen met vingers (1)
Flitsen met vingers (2)
Flyby (1)
Flyby (2)
Genoeg voor de hele familie Pluis? [oef. in Rr]
Gezellig met kaarsen
Gooi de dobbelsteen (1)
Gooi de dobbelsteen (2)
Goud schatten (1)
Goud schatten (2)
Groepjes maken (1)
Groepjes maken (2)
Groepjes maken (3)
Groepjes maken (4)
Groepjes maken (5)
Haas en Mol zoeken een uitweg
Handje klap
Handje, wantje
Het fotolijstje
Het stekelvarken (1)
Het stekelvarken (2)
Het sterrenrestaurant
Het wondertouw
Hieperdepiep
Hoedje van papier
Hoedje van papier (vouwen)
Hoepelen (1)
Hoepelen (2)
Hoeveel erbij? Hoeveel eraf?
Hoeveel jaar ben jij nou? (1)
Hoeveel jaar ben jij nou? (2)
Hoeveel stippen op de andere vleugel?
Hoger, lager
[1a]
Hummen
[1a]
Ik heb een ei in mijn hand
[2d]
Ik kwam terug van vakantie en nam mee [oef.Rr] [1a, 1b en 2a]
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
[3c]
In de rij
[3a]
In de tent, uit de tent
[1d]
In de touwen
[2a]
In een groen knollenland
[1c]
Jeu de boules
[2b]
Kaarten op de post [oef. in Rekenroutine] [2a en 3b]
Kakelvers
Kampen (1)
Kampen (2)
[doel]
[1b]
[1c]
[1b]
[1d]
[2b]
[1b en 2a]
[1c]
[1d]
[1b]
[1b]
[1b]
[1d]
[1d]
[3b]
[1b]
[1c]
[3c]
[1c]
[3a]
[1c]
[2a]
[1c]
[1a]
[3b]
[1b]
[1d]
[1c]
[1a]
[1d]
[1c]
[1b]
[1b]
[1d]
Bladzijde
38
66
50
109
207
190
61
112
53
110
30
35
44
98
105
237
28
75
182
65
161
88
123
60
5
166
39
99
78
6
95
78
22
24
145
192
176
151
94
124
68
133
194
47
57
115
Werkwijze groep 1&2
Al tijdens de cursus start u met het werken vanuit de leerlijn, de doelen en de geleerde
didactische vaardigheden. Hoe dat gaat, ziet u aan de hand van dit voorbeeld:
INHOUDSOPGAVE
Activiteiten
met telbare
hoeveelheden
Inleiding 1
Rekenmaterialen 2
1. Tellen-en-rekenen 4
1a. Opzeggen van de telrij 4
Oefenlessen 5
Hoedje van papier 5
Hoeveel jaar ben jij nou? (1) 6
Berend Botje 8
Zevensprong 9
Lief lieveheersbeestje 10
Negen kaboutertjes 11
Een, twee kopje thee 12
Elf en de rest gaat vanzelf 13
Tellen tot bellen 14
Pingpongen 15
Van je plaats, op je plaats 16
Tikkie, jij bent ‘m 17
Op tijd op de rem (1) 18
Welke mis je? (1) 18
Tien kleine kuikentjes 19
De raket op laten stijgen 20
De zeven rovers 21
Acht-eruit-tellen 21
Hoger, lager 22
De zure bommentaart 23
Hummen 24
Rimboe tellen 24
Op tijd op de rem (2) 25
1b. Activiteiten met telbare hoeveelheden 26
Oefenlessen 27
Vijf vingers aan iedere hand 27
Handje klap 28
Een lange sliert 29
Groepjes maken (1) 30
Dan tel ik op je ruggetje tot ...? 31
Leeftijden ordenen 31
Pakken tot plakken (1) 32
Zoek evenveel (1) 34
Groepjes maken (2) 35
Toetsenbordje 36
Voelen in de voelzak 37
Flitsen met vingers (1) 38
Hoepelen (1) 39
Rondje hoepelen (1) 40
Waar heb je het verstopt? 41
Ophoepelen (1) 42
Sprintje trekken (1) 43
Groepjes maken (3) 44
Sprintje trekken (2) 45
Aan welke vinger? 46
Kakelvers 47
Muizenplaag 48
Alle visjes zwemmen in het water 49
Flyby (1) 50
Rood of geel? 51
Goud schatten (1) 53
Gezelschapsspellen 55
Domino 55
Memory (1) 56
Kampen (1) 57
Kakelvers p. 47
1c. Erbij en eraf van 1 of 2 en splitsingen 58
Oefenlessen 59
Stippen volgens de dobbelsteen 59
Hieperdepiep 60
Gooi de dobbelsteen (1) 61
Sluip en kruip 62
Boeven vangen 63
Het stekelvarken (1) 65
Flitsen met vingers (2) 66
Op tijd op de rem (3) 67
In een groen knollenland 68
De rondedans van de kaboutertjes 69
Vier stoere Pieten 70
Zeven heksen bij elkaar 72
Tien kleine visjes 74
Handje, wantje 75
Soep met ballen 76
Hoeveel erbij? Hoeveel eraf? 78
Hoeveel stippen op de andere vleugel? 78
Leeftijden met een spiegel 79
Samen 5 80
Bamzaaien 81
Bekerbal 82
1b. Activiteiten met telbare hoeveelheden p.26
Leerlijn
1
Rekenspellenboek
2
Kakelvers [1b]
Kakelvers Kakelvers p.47
10
Rekenkalender
1a
INDEX
INDEX: ACTIVITEITEN
Rekenspellenboek
2a
[1b]
[1d]
1
2
3
U wilt binnen het domein Tellen-en-rekenen aan
de slag met Activiteiten met telbare hoeveelheden.
De leerlingen kunnen al resultatief tellen, maar aan
verkort tellen is nog nauwelijks aandacht besteed.
In Rekenspellenboek groep 1&2 ziet u via de
inhoudsopgave dat in de lijst Activiteiten met telbare
hoeveelheden de doelen behorend bij de activiteit
Kakelvers hierop goed aansluiten. Bovendien komt
de betekenisvolle context rondom Kakelvers goed uit
in de aanloop naar Pasen.
U bladert in Rekenspellenboek groep 1&2 naar de
beschrijving van deze activiteit.
Voorbereiding
Beschrijving
• Eierdoos voor tien eieren
• 12 plastic eieren
• Tokkie de kip (theemuts)
• Deken
negen eieren ook niet.
Het vu len van de doos:
Vereenvoudiging
oefeningen.
Verdieping
zeven eieren zijn weggenomen?
bedenken?
ook zo’n raadsel bedenken.
een voor een te te len. Hoe dan?
Tokkie de kip (theemuts)
Eentje minder dan tien is negen
Groep 1&2
Kakelvers
Kakelvers
Doel
• Verkor te len tot en met 10 (12)
Materiaal
• Voor ieder tweetal een knijpkaart
• Eierdoos voor zes eieren, zie de vereenvoudiging
• Eierdoos voor twaalf eieren, zie de verdieping
Weten ze dat drie en drie samen zes is? Uiteraard kun je ook doorte len
vanaf een rijtje van 3 en zo het totaal bepalen: drie, vier, vijf, zes, dus
zes eieren. Doe a lemaal eens je ogen dicht, leg je hoofd op je knieën en
denk aan de eierdoos. Hoeveel keer moet Tokkie nog tokken voor een vo le
eierdoos? Stop nu ongemerkt de laatste vier eieren onder Tokkie, vraag
Vouw van het dekentje een legplaats voor Tokkie. Zet Tokkie op haar
nest en leg een ei onder haar. Het e is niet zichtbaar en de overige
een leerling het goede aantal te tokken en laat met de laatste vier
eieren de doos vu len. Concludeer dat de doos met tien eieren vol is.
Vervolgoefenlessen met de knijpkaart:
Toon de lege eierdoos (me tien lege plaatsen). Hoeveel eieren passen
erin? Te len de leerlingen de lege plaatsen een voor een? Te len ze met
sprongen van 2? Zijn er leerlingen die weten dat er tien eieren ingaan,
Deel per tweetal een knijpkaart uit. Doe je ogen dicht en leg je hoofd
op je knieën. Haal er een rijtje van vijf uit en laat iedereen weer
kijken. Hoeveel eieren zi ten er nog in de doos? Herhaal dit met andere
aanta len. Laat de leerlingen in tweeta len overleggen en vraag ze
omdat ze twee rijen van 5 zien en weten dat dit samen 10 is? Het zou
leuk zijn als we ook tien eieren hadden. Wijs op het gezelschap van
niet a leen hun knijpkaar te tonen, maar ook hun oplossing verte len.
Van belang is daarbij telkens de vraag of je het ook kunt weten zonder
Tokkie de kip. ‘Tóóók’, zegt de kip. Ik geloof dat ze een ei heeft gelegd.
Laat een leerling onder de kip kijken om te zien of het waar is. Nou,
bedankt Tokkie. Die doen we in de doos. Leg terwijl een leerling dit e in
de doos doet zo ongemerkt mogelijk twee eieren onder Tokkie. ‘Tóóók,
Neem een eierdoos voor zes eieren en doe daarmee bovenstaande
tóóók’, zegt de kip weer. Dat is twee keer tok. Hoeveel eieren zou ze nu
hebben gelegd? Laat controleren of het er inderdaad twee zijn. Als we
deze twee ook in de doos doen, hoeveel eieren hebben we dan? Laat
deze twee eieren in hetzelfde rijtje als het eerste ei leggen. Hoeveel
eieren kan Tokkie nog leggen voordat de doos vol is? Leg terwijl de
leerlingen hierover nadenken ongezien nog drie eieren onder Tokkie.
• Tok of vertel hoeveel je eruit hebt gehaald in plaats dat je het
aantal dat er nog inzit laat zien. Welke oplossingen gebruiken
Kun je weten hoeveel eieren er nog in de doos passen zonder de lege
plaatsen een voor een te te len? Hoeveel eieren passen er in een rij? Tel
vanaf de lege rij de overige twee lege plaatsen verder. Concludeer dat er
dus nog plaats is voor vijf, zes, zeven, dus zeven eieren. Tokkie zegt nu
ze? Te len ze terug vanaf tien als er een, twee of drie eieren zijn
uitgehaald? En te len ze door tot en me tien als er negen, acht of
drie keer ‘Tóóók’. Laat de drie kakelverse eieren zo in de doos plaatsen
dat je makkelijk kunt zien hoeveel eieren je hebt. Dit kan door eerst
• Ik zie ik zie wat jij niet ziet: In de ene rij vier eieren en in de
andere rij ook. Hoeveel is dat samen? Wie kan er ook zo’n raadsel
het rijtje vol te maken en dan een e in he tweede rijtje te plaatsen.
Je kunt dan vijf, zes te len om he totaal te bepalen. Maar het kan ook
door een tweede rijtje van drie naast het eerste te maken.
• Tokkie vindt steeds ‘Tóók’ zeggen voor een eitje wel erg veel. Ze
zegt nu nog maar één keer ‘Tóók’ voor twee gelegde eieren. Hoeveel
eieren heeft ze gelegd? Luister goed: ‘Tóók, tóók’, tóók’. (6) Tokkie
heeft vier keer getokt. Hoeveel eieren zijn dat? (8) Laat leerlingen
1b. Activiteiten me telbare hoeveelheden
• Neem een eierdoos voor twaalf eieren. Hoeveel eieren kom je nu
tekort? Nummer elf en twaalf. Even Tokkie lief aankijken. En ja,
hoor ‘Tóók, tóók’, de twee ontbrekende eieren.
47
Rekenspellenboek p. 47
Rekenmateriaal
3 4
4 Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij
nodig zijn klaar. In de kist Rekenmaterialen
oefenlessen groep 1&2 vindt u Tokkie de kip,
de eieren en de knijpkaarten met knijpers en
getalbeelden.
1a
In het registratiesysteem dat u tijdens de cursus
heeft gekregen kunt u per leerling aangeven of de
doelen zijn behaald. Op grond van uw reflectie op
de gegeven activiteit bepaalt u of u de activiteit
herhaalt, vereenvoudigt en/of verdiept u of dat u een
volgende activiteit in de lijst aanbiedt.
2a
Wat ook kan:
Geeft u de voorkeur aan een meer methodische
aanpak vanuit de focusdoelen per periode? Dan
heeft u Rekenkalender groep 1&2 nodig. Hierin
ziet u per dag welke activiteiten u aanbiedt.
Kakelvers staat gepland in de 7 de week na de
herfstvakantie op dinsdag.
U zoekt Kakelvers op in de index van Rekenspellenboek
groep 1&2. Hierna vervolgt u met
stap 3 en 4.
Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving
van Kakelvers
11
Kakelvers
Doel
• Verkort leren tellen tot 10 (12)
Materiaal
• Tokkie de kip
• Eierdoos voor tien eieren
• Twaalf eieren
• Dekentje
• Knijpkaarten met getalbeelden + knijpers
• Eierdoos voor zes eieren, zie de vereenvoudiging.
• Eierdoos voor twaalf eieren, zie de verdieping.
Voorbereiding
Vouw van het dekentje een legplaats voor Tokkie. Zet
Tokkie op haar nest en leg een ei onder haar. Het ei is
niet zichtbaar en de overige eieren ook niet.
Beschrijving
Het vullen van de doos:
Toon de lege eierdoos met plaats voor tien eieren.
Hoeveel eieren passen erin? Tellen de kinderen de lege
plaatsen één voor één? Tellen ze met sprongen van 2?
Zijn er kinderen die weten dat er tien eieren ingaan
omdat ze twee rijen van 5 zien en weten dat dit samen
10 is? Het zou leuk zijn als we ook tien eieren hadden.
Wijs op het gezelschap van Tokkie de kip. ‘Tóóók’, zegt
de kip. Ik geloof dat ze een ei heeft gelegd. Laat een kind
onder de kip kijken om te zien of het waar is. Nou,
bedankt Tokkie. Die doen we in de doos. Leg terwijl een
kind dit ei in de doos doet zo ongemerkt mogelijk twee
eieren onder Tokkie. ‘Tóóók, tóóók’, zegt de kip weer.
Dat is twee keer tok. Hoeveel eieren zou ze nu hebben
gelegd? Laat controleren of het er inderdaad twee
zijn. Als we deze twee ook in de doos doen, hoeveel eieren
hebben we dan? Laat deze twee eieren in hetzelfde rijtje
als het eerste ei leggen. Hoeveel eieren kan Tokkie nog
leggen voordat de doos vol is? Leg terwijl de kinderen
hierover nadenken ongezien nog drie eieren onder
Tokkie. Kun je weten hoeveel eieren er nog in de doos
passen zonder de lege plaatsen één voor één te tellen?
Hoeveel eieren passen er in een rij? Tel vanaf de lege rij
de overige twee lege plaatsen verder. Concludeer dat
er dus nog plaats is voor vijf, zes, zeven, dus zeven
eieren. Tokkie zegt nu drie keer ‘Tóóók’. Laat de
drie kakelverse eieren zo in de doos plaatsen dat je
makkelijk kunt zien hoeveel eieren je hebt. Dit kan
door eerst het rijtje vol te maken en dan een ei in het
tweede rijtje te plaatsen. Je kunt dan vijf, zes tellen
om het totaal te bepalen. Maar het kan ook door
een tweede rijtje van drie naast het eerste te maken.
Weten ze dat drie en
drie samen zes is?
Uiteraard kun je ook
doortellen vanaf een
rijtje van 3 en zo het
totaal bepalen: drie,
vier, vijf, zes,
dus zes eieren.
Het totaal van twee rijtjes met ieder drie eieren kun je
bepalen via doortellen (3-4-5-6), door samenvoegen
(3 erbij 3 is 6) of met sprongen van 2 (2-4-6)
Doe nu allemaal eens je ogen dicht, leg je hoofd op je
knieën en denk aan de eierdoos. Hoe vaak moet Tokkie nog
tokken voor een volle eierdoos?
12
Van belang is daarbij telkens de vraag of je het ook kunt
weten zonder één voor één te tellen. Hoe doe je dat dan?
Groep 1&2
Vereenvoudiging
Neem een eierdoos voor zes eieren en geef daarmee
deze les.
Met je ogen dicht en je hoofd op je knieën denken aan
hoe vaak ‘tokken’ een volle doos oplevert
Stop nu ongemerkt de laatste vier eieren onder Tokkie,
vraag een kind het goede aantal te tokken en laat
met deze laatste vier getokte eieren de doos vullen.
Concludeer dat de doos met tien eieren vol is.
Vervolg de les met de
knijpkaarten:
Deel per tweetal een
knijpkaart en knijper uit.
Doe weer je ogen dicht en leg
je hoofd op je knieën. Haal er
een rijtje van vijf uit en laat
iedereen weer kijken. Hoeveel eieren zitten er nog in de
doos? Laat maar zien op
je knijpkaart. Herhaal dit
met andere aantallen.
Laat de kinderen in
tweetallen overleggen
en vraag ze niet alleen
hun knijpkaart met
knijper te tonen, maar
ook hun oplossing te
vertellen.
Verdieping
• Tok of vertel hoeveel je eruit hebt gehaald in plaats
dat je het aantal dat er nog inzit laat zien. Welke
oplossingen gebruiken ze? Tellen ze terug vanaf tien
als er één, twee of drie eieren zijn uitgehaald? En
tellen ze door tot en met tien als er negen, acht of
zeven eieren zijn weggenomen?
• Ik zie, ik zie wat jij niet ziet: In de ene rij vier eieren
en in de andere rij ook. Hoeveel is dat samen? Wie
kan er ook zo’n raadsel bedenken?
• Tokkie vindt steeds ‘Tóók’ zeggen voor een eitje wel
erg veel. Ze zegt nu nog maar één keer ‘Tóók’ voor
twee gelegde eieren. Hoeveel eieren heeft ze gelegd?
Luister goed: ‘Tóók, tóók’, tóók’. (6). Nu heeft Tokkie
heeft vier keer getokt. Hoeveel eieren zijn dat? (8)
Laat kinderen ook zo’n raadsel bedenken.
• Neem een eierdoos voor twaalf eieren. Hoeveel
eieren kom je tekort? Nummer elf en twaalf. Even
Tokkie lief aankijken. En ja, hoor ‘Tóók, tóók, de
twee ontbrekende eieren liggen alweer klaar. Geef
met deze eierdoos en de twaalf eieren de hiervoor
beschreven les.
13
Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2
Nieuw!
€ 635,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze ladekast vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundeactiviteiten in groep 1&2. De ladekast
komt aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 1&2 Basis. In de handleiding treft u bij elk materiaal
een of meer voorbeelden van reken-wiskundeactiviteiten met hun locatie op de leerlijn.
14
Groep 1&2
Tokkie de kip
met eieren
Drinkbekers
Tovergetallen
in hoge hoed
Touw van 1½
en 5 meter
Slangen in mandjes
Schatkist
Politiebureau
Spiegels en
wasknijpers
Grote-mensenwant
Kleine
Waku-waku
Kikker-handpop
met kroon
Knijpkaarten en
twaalf wilde dieren
Draaivijver
met visjes
Lieveheersbeest en
klassikale dobbelstenen
15
Rekenkaarten groep 1&2
€ 317,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze kist vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundeactiviteiten in groep 1&2. De kist komt ook
aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 1&2 Basis. In de handleiding treft u bij elk materiaal een of
meer voorbeelden van reken-wiskundeactiviteiten met hun locatie op de leerlijn.
16
Groep 1&2
Kroon met getalbeelden
Dominostenen
Vingerbeelden
Getalsymbolen
Figuurkaarten
Kaartenlijn
Getalkaarten
Figuurpuzzels
17
Titel [hoofdstuk: hoofd- en subdoelen] Bladzijde Titel [hoofdstuk: hoofd- en subdoelen] Bladzijde
Alle getallen op een rij [1: 1d]
21 Slingeren * [3: 3c]
94
Alle hens aan dek [1: 1a, 1b, 1c, 2d, 3a] 5 Slokop [3: 1b, 1d, 3c]
90
Boevendans 1:[1a, 1b, 1c en 1d]
8
Spiegelen [3: 1a, 3a, 3c]
88
Buitenbingo [1: 1b, 1d]
38 Spiegelen met verschillende materialen [5: 3c]
127
Dag- en nachttekening ** [5: 2d]
123 Spiegelen zonder spiegel [5: 3c]
128
De ballon [3: 1a, 3c]
84 Spiegeltekeningen [5: 3c]
127
De dag van Septem ** [2: 2d]
63 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand [5: 3c]
127
De klok slaat ... ** [2: 1b, 1d, 2d]
66 Sprintje trekken XL [1: 1b, 1d, 3c]
46
De poten van Septem ** [1: 1c]
18 Tijdrekken ** [2: 1d, 2d]
75
De sorteermachine [1: 1b, 1d, 2a]
24 Toren met klok ** [3: 3a, 3b]
78
De veer acht keer [5: 1b, 1c, 3c]
127 Verzamelen maar [1: 1b, 1d]
7
De verjaardagsmuts ** [3: 3c]
91 Waterpret [2: 2a, 2b]
72
De zonnebloemenwedstrijd [4: 2a t/m 2d]
106 Wat heeft dezelfde vorm? ** [3: 3c]
86
Dubbel en helft [5: 1b, 1c, 3c]
127 Weegpiraat [2: 2a]
74
Een boom voor elk seizoen [5: 2d]
123 Welke auto rijdt het verst? [2: 2a, 2b, 2c]
53
Een huis voor Muis * [3: 1b, 1d, 3b]
80
Welke dag is het vandaag? [2: 2d]
68
Familie Muis in balans * 2: 1c, 1d, 2b]
58 Zonnebloemkampioen * [2: 2a, 2b, lengte] 70
Familie Muis op orde * [2: 1b, 1c, 2a, 2c, 3c] 55
Gestrikt! [1: 1b, 1d]
39
Getallen knallen [1: 1b, 1c, 1d]
41
Het is feest! ** [3: 3c]
92
Het knopentouw buiten * en ** [2: 2b]
52
Hoe lang is Septem? ** [2: 2b, 2c]
50
Hoeveel slangen bij elkaar? [5: 1b, 1c, 3c]
127
Hollen met mollen [3: 3a]
96
Kikker en Pad [1: 1a, 1b, 1d]
32
Kleuren- en vormenbingo [3: 3c]
102
Klokken op een rij ** [5: 2d]
123
Klokleggen ** [2: 1d, 2d]
64
Kloklopen ** [2: 2d]
67
Licht en zwaar [2: 1a, 2a]
54
Liefdesparen sparen [1: 1b,1c en 1d] 36
Lieveheersbeestjes maken [1: 1b, 1d, 2a, 3b] 14
Lieveheersbeest trekt volle zalen [1: 1c en 1d]
12
Lijntikkertje [1: 1a, 1b en 1d] 10
Maximaal gaan [1: 1c, 1d]
42
Oost west, thuis best * [1: 1c]
29
Op de stip [1: 1b, 1d]
20
Pietje Precies [1: 1d]
22
Rollen en raden [1: 1b, 1c, 1d, 3b] 16
Seizoenen sorteren ** [5: 2d]
123
Septem in het web ** [3: 2d, 3c]
95
Septem leert klokkijken [4: 2d]
113
Sjouwen en bouwen [3: 1b, 1c, 3b, 3c] 99
Eigen producties
152
Werkwijze groep 1&2 Vervolg
Ook nu werkt u al tijdens de cursus vanuit de leerlijnen, de doelen en de geleerde
didactische vaardigheden. Hoe dat gaat, ziet u aan de hand van dit voorbeeld:
Activiteiten
met telbare
hoeveelheden
Erbij en
eraf van 1 of 2
en splitsingen
Activiteiten
met getalsymbolen
Vergelijken
en ordenen
Afpassen
Opereren
met vormen
en figuren
INHOUDSOPGAVE
Waterpret 72
Weegpiraat 74
Tijdrekken 75
Inleiding 1
Rekenmaterialen 2
3. Meetkunde 77
Oefenlessen 78
Toren met klok 78
1. Tellen-en-rekenen 4
Een huis voor Muis 80
Oefenlessen 5
De ballon 84
Alle hens aan dek 5
Wat heeft dezelfde vorm? 86
Verzamelen maar 7
Spiegelen 88
Boevendans 8
Slokop 90
Lijntikkertje 10
De verjaardagsmuts 91
Lieveheersbeest trekt volle zalen 12
Het is feest! 92
Lieveheersbeestjes maken 14
Slingeren 94
Rollen en raden 16
Septem in het web 95
De poten van Septem 18
Gezelschapsspellen 96
Op de stip 20
Hollen met mollen 96
Alle getallen op een rij 21
Sjouwen en bouwen 99
Pietje Precies 22
Kleuren- en vormenbingo 102
De sorteermachine 24
Oost west, thuis best 29
Gezelschapsspellen 32
Kikker en Pad 32 4. Prentenboeken 105
Liefdesparen sparen 36 De zonnebloemenwedstrijd 106
Buitenbingo 38 Septem leert klokkijken 113
Gestrikt! 39
Getallen knallen 41
Maximaal gaan 42 5. Rekenen in hoeken 117
Sprintje trekken XL 46 Rekenhoek Tellen-en-rekenen 118
Rekenhoek Meten 120
Extra activiteiten: Klokken op een rij 123
Dag- en nachttekening 123
2. Meten 49
Een boom voor elk seizoen 123
Oefenlessen 50
Seizoenen sorteren 123
Hoe lang is Septem? 50 Rekenhoek Meetkunde 124
Het knopentouw buiten 52 Extra activiteiten: Spiegeltje, spiegeltje aan de wand... 127
Welke auto rijdt het verst? 53
De veer acht keer 127
Licht en zwaar 54
Hoeveel slangen bij elkaar? 127
Familie Muis op orde 55
Dubbel en helft 127
Familie Muis in balans 58
Spiegelen met verschillende materialen 127
De dag van Septem 63
Spiegeltekeningen 127
Klokleggen 64
Spiegelen zonder spiegel 128
De klok slaat ... 66
Kloklopen 67
Welke dag is het vandaag? 68 Literatuur 130
Gezelschapsspellen 70 Index: Activiteiten in thema’s en festiviteiten 132
Zonnebloemkampioen 70 Index: Activiteiten 152
2. Meten p. 49
Familie Muis p. 55
Leerlijn
Rekenspellenboek Vervolg
1
2
Kakelvers [1b]
Familie Muis
Rekenkalender
1a
18
INDEX
INDEX: ACTIVITEITEN
Familie Muis p. 55
2a
* Activiteiten naar aanleiding van het prentenboek:
De zonnebloemenwedstrijd
** Activiteiten naar aanleiding van het prentenboek:
Septem leert klokkijken
Legenda:
Met Sprongen Voor Buiten
Met Sprongen Voor Dansen
Met Sprongen Vooruit Prentenboek
Rekenspellenboek Vervolg
1
2
U wilt binnen het domein Meten aan de slag met
ordenen en afpassen van lengte en gewicht. Daarbij
wilt u ook blijvend aandacht schenken aan doelen
behorend bij de andere domeinen. In de cursus heeft
u geleerd dat verstrengeling van leerstof een kans is
bij rekenen-wiskundeonderwijs voor kleuters.
In Rekenspellenboek groep 1&2 Vervolg ziet u in
de inhoudsopgave dat onder het domein Meten de
activiteit Familie Muis hoort. Deze activiteit komt
overeen met de beoogde doelen. Bovendien past de
betekenisvolle context rondom Familie Muis goed
uit bij het thema: Familie en vrienden.
Zijn er ook verschi len tussen deze negen muizen?
• Er zijn wi te en grijze muizen.
Leg, zodra dit is gezegd, een deken over de muizen. Vraag in
tweeta len aan te geven hoeveel wi te en hoeveel grijze muizen
er kunnen zijn. De ene leerling geeft op zijn knijpkaart het aantal
meer dan twee zijn.
vijf. Laa ter controle de deken weghalen.
• De lengtes van de staarten zijn ongelijk.
Familie Muis in balans
groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopi erblad 1
geordend op lengte van hun staart
1 2 3 4 5 6 7 8
Familie Muis in balans
groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopi erblad 2
groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopi erblad 3
1 2 3 4 5 6 7 8
• Het aantal snorharen per muis verschilt.
pak muis nummer 2 eronder uit. Deze muis heeft aan elke kant drie
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2 3 4 5 6 7 8
• De muizen voelen verschillend van gewicht.
Meten van de staarten met een liniaal
Familie Muis
Familie Muis op orde
Doel
• Splitsingen van 9 [1c]
• Te len met sprongen van 2 [1b en 1c]
• Dubbel 2 tot en met dubbel 10 [1c]
• Vergelijken en ordenen op lengte [2a]
• Aflezen van lengte [2c]
• Vergelijken en ordenen op gewicht [2a]
• Herkennen en benoemen van een patroon [3c]
Materiaal
• Balans
• Deken
• Familie Muis (negen muizen die verschillen in kleur,
aantal snorharen, lengte staart en gewicht)
• Liniaal
• Voor iedere leerling een knijpkaart en knijper
• Wisbordje met stift
drie erbij drie is zes. Leg de muis weer terug en vraag een leerling de
derde muis in de rij te pakken. Deze muis heeft aan iedere kant vier
snorharen. Wat is he totale aantal snorharen? Acht. Ja, want vier
erbij vier is acht. Zet dat op je knijpkaart. Hoeveel vakjes moet je jouw
knijper nu opschuiven? Weer twee. Tot hoever kunnen we gaan?
Laat voorspe len, maar ve raad nog niets. Probeer het uit. Het blijkt
tot en met zes snorharen aan elke kan te gaan, want dan heb je
twaalf snorharen. De knijpkaart gaa tot en met 12. Maar hoe moet
dat nu als we een muis met zeven snorharen aan een kant pakken?
Dan moet er in tweeta len worden gewerkt. Slimmeriken ze ten
dan allebei de knijper op ‘7’! Vraag dan wel even hoe het getal heet
dat bij he totaal hoort.
Maak het knijperen van he totaal aantal snorharen af met de muis
met aan elke kant acht, negen en tien snorharen. De een kan zijn
knijper op 12 houden terwijl de ander telkens weer twee vakjes
opschuift. Ook nu geldt dat naar he totaal gevraagd moet worden.
Haal tot slot de deken van de muizen af. Wie kan het aantal
snorharen even opnoemen? Ga met uw vinger langs de muizen
terwijl er wordt geteld met sprongen van 2: 2-4-6-8- .-20! En wie
kan het als de deken over de muizen ligt?
De ontdekking dat het aantal snorharen per muis verschilt, biedt
aanleiding om te rekenen met dubbelen.
Familie Muis in balans
Doel
• Afpassen van gewicht [2b]
• Rekenen tot en met 18 [1c en 1d]
De ontdekking dat er wi te en grijze muizen zijn, biedt aanleiding
om de splitsingen van 9 te verkennen.
Materiaal
• Familie Muis (negen muizen die verschi len in gewicht)
• Balans
• Kaarten met getalsymbolen 0 t/m 8
• Kopieerblad 1 t/m 5: Familie Muis in Balans
• Cijferstempels 1 t/m 8 en stempelkussen
Familie Muis in balans
Familie Muis in balans
Hoeveel witte? Hoeveel grijze? De ontdekking dat er witte en grijze muizen
zijn, biedt aanleiding om de splitsingen van 9 te verkennen
staartlengte heeft die precies de helft is van de lengte van de muis
met de langste staart. Muis 1 en 9 hebben samen een staart net
zo lang als muis 2 en 8, en als muis 3 en 7, en als muis 4 en 6. Als
de muizen op lengte van hun staart co rect zijn geordend, ontstaat
het volgende patroon: wit-grijs-grijs-wit-grijs-wit-grijs-grijswit
De ontdekking dat de staarten ongelijk zijn, biedt aanleiding de
lengtes te vergelijken en te ordenen.
Met een liniaal kan de lengte van de staarten ook nog worden
opgemeten en afgelezen.
Bevestig de kli tenband getalsymbolen op de buiken van de negen
muizen. De lichtste muis met getalsymbool nul doet niet mee. Leg
deze muis apart.
Groep 1&2 Vervolg
De muizen zijn geordend op gewicht en de lichtste muis met ‘0’ doet niet mee
Vraag u nu hardop af of er misschien één muis even zwaar is als twee
anderen. Hoe kunnen we da te weten komen? Met een balans. Met
Familie Muis in balans
Voorbereiding
Geen
Beschrijving
Laat, zodra dit is gezegd, de muizen ordenen op lengte van hun
staart. Leg de nadruk op hoe je dit vergelijkt. Laat de staarten
op het oog en tegen elkaar gelegd vergelijken. Concludeer dat
een muis helemaal geen staart heeft! Dat is een staart van nul
centimeter, nul meter, nul kilometer! Wat valt op aan de staarten?
Laat, zodra dit is gezegd, de muizen ordenen op aantal snorharen.
Als de muizen co rect zijn geordend op aantal snorharen, is het
volgende patroon zichtbaar:
grijs-wit-wit-grijs-grijs-grijs-wit-wit-grijs
groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopi erblad 4
1 2 3 4 5 6 7 8
welke muis zullen we beginnen? Laat de leerlingen hun voorste len
uitproberen.
Leg de muizen in het midden van de kring. Vraag de leerlingen naar
de overeenkomsten. Het zijn a lemaal muizen me twee ogen, oren
Het verschil tussen de lengtes van opeenvolgende staarten is
Voorbereiding
groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopi erblad 5
en vier poten. Teken deze overeenkomsten in pictogrammen op
een wisbordje. Hoeveel muizen zijn er? Negen. Laat dit aantal op de
telkens het stukje van de kortste staart. Liggen de muizen naast
Kopieer voor ieder tweetal minstens van elk kopieerblad een exemplaar.
elkaar, dan zien de leerlingen we licht dat de middelste muis een
Kopieerblad 1 tot en met 5: Familie Muis in balans
knijpkaart aangeven.
Beschrijving
Als u de leerlingen de muizen laat aanraken, is dit het eerste dat ze
Deze oefenles is het vervolg op het ordenen van de muizen op
gewicht. Vraag de muizen nog even op volgorde van gewich te
leggen. Merk daarbij op dat het u opvalt dat geen enkele muis
zu len opmerken. Deze is zwaar, juf! Laat, zodra dit is opgemerkt,
de muizen ordenen van licht naar zwaar. Ze doen dit a lereerst door
te wegen op de hand. Het helpt daarbij om de ogen te sluiten en
de handen iets op en neer te bewegen. Door het sluiten van de
even zwaar is als een andere muis. Ze zijn a lemaal verschillend van
gewicht. Hoe ziet de balans eruit als er wel twee muizen precies even
zwaar zijn? Wie kan dat laten zien? Verwoord dat als de hefboom van
de balans evenwijdig staat aan het oppervlak van de tafel, de balans
in evenwicht is. Of eenvoudiger: als de schalen op gelijke hoogte
Aanvankelijk wordt er via trial en e ror naar een evenwicht gezocht
witte muizen aan, het andere het aantal grijze. Bespreek de
vondsten. Is het samen negen? Waarschijnlijk zu len ze ‘drie en zes’
ogen kunnen ze zich beter concentreren en door het op en neer
bewegen van de handen is het verschil waarschijnlijk net iets beter
waar te nemen. Lukt het niet? Laat de muizen dan eens van hand
hangen, dan is het ene schaaltje even zwaar als het andere schaaltje. Of
Als er een combinatie is gevonden, vraag dan hoe deze vondst
bewaard kan blijven. Laat kopieerblad 1 zien en de cijferstempels. Op
of ‘vier en vijf’ aangeven, want ze hebben gezien dat er van elk
even licht, dat kun je ook zeggen.
verwisselen. De ene arm is doorgaans sensitiever dan de andere.
Dit kan de reden zijn waarom het verschil pas wordt gevoeld als de
Patroon dat ontstaat als de muizen co rect zijn
Vraag eventueel welke andere splitsingen van negen er, in theorie,
muizen van hand worden gewisseld.
dit kopieerblad staat een schematische weergave van een balans in
geordend op aantal snorharen
ook nog mogelijk zijn. ‘Nul en negen’, ‘een en acht’ en ‘twee en
zeven’.
Pak de muis met de minste snorharen. Hoeveel zijn er dat? Vier.
Laat een leerling ter controle de snorharen te len. Concludeer: Ja,
evenwicht. Op de linker schaal staat een muis en op de rechter schaal
Patroon dat ontstaat als de muizen co rect zijn
hier zi ten er twee en daar ook, dat is samen vier, want als je twee
58 Hoofdstuk 2. Meten
56 Hoofdstuk 2. Meten
staan er twee. De muizen op volgorde hebben een nummer 1 tot en
met 8. Stel, er is gevonden dat muis nummer 3 even zwaar is als muis
nummer 1 en 2 samen, dan kunnen de nummers van deze muizen op
Laat de deken nog even liggen, licht wel een tipje van de sluier op
dubbelt krijg je vier, ofwel twee erbij twee is vier. Zet je knijpkaart
Blijft het lastig, dan wil het weleens helpen om de muizen op
door te zeggen dat er van de ene kleur eentje meer is dan van de
andere kleur. Welke aantallen kunnen dan a leen nog maar? Vier en
maar op vier. Leg de deken over de rest van het rijtje muizen en
twee precies dezelfde, even zware schaaltjes te leggen. De vorm
van de muizen leidt nu niet meer af en dit bevordert nog meer het
concentreren op het verschil in gewicht.
de muizen op het kopieerblad worden gestempeld.
Oefenlessen
snorharen. Geef op je knijpkaart het aantal snorharen aan. Hoeveel
vakjes moet je je knijper opschuiven? Twee. Op hoeveel staat je
knijpkaart dan? Zes. Ja, want als je drie dubbelt krijg je zes, ofwel
55
Rekenspellenboek Vervolg p. 55 en verder
Rekenmateriaal Vervolg
3
4
3
4
U bladert in Rekenspellenboek groep 1&2 Vervolg
naar de beschrijving van deze activiteit.
Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij
nodig zijn klaar: de negenkoppige Familie Muis.
In het registratietiesysteem dat u tijdens de
basiscursus heeft gekregen kunt u per leerling
aangeven of de doelen zijn behaald. Op grond van
uw reflectie op de gegeven activiteit bepaalt u of u de
activiteit herhaalt, vereenvoudigt en/of verdiept u of
dat u een volgende activiteit in de lijst aanbiedt.
1a
2a
Wat ook kan:
Geeft u de voorkeur aan een meer methodische
aanpak vanuit de focusdoelen per periode? Dan
heeft u Rekenkalender groep 1&2 nodig. Hierin ziet
u per dag welke activiteiten u aanbiedt. Familie Muis
staat gepland na de voorjaarsvakantie op woensdag,
donderdag en vrijdag in de 5 de week en op maandag
in de 6 de week.
U zoekt Familie Muis op in de index van
Rekenspellenboek groep 1&2 Vervolg. Hierna
vervolgt u met stap 3 en 4.
Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving
van Familie Muis
19
Familie Muis
Doel
• Splitsingen van 9
• Tellen met sprongen van 2
• Dubbel 2 t/m dubbel 10
• Vergelijken en ordenen op lengte
• Vergelijken en ordenen op gewicht
• Herkennen en benoemen van een patroon
• Afpassen van gewicht, zie de verdieping
• Rekenen tot en met 18, zie de verdieping
Materiaal
• Familie Muis
• Dekentje
• Knijpkaarten en knijpers
• Balans
• Klittenband getalsymbolen 0 t/m 8
• Kopieerbladen: Familie Muis in balans
• Cijferstempels en stempelkussens
ogen, twee oren en vier poten. Maar ze hebben niet
allemaal een staart! Start een onderzoekje naar Familie
Muis op de verschillen in kleur, aantal snorharen,
lengte staart en gewicht.
Onderzoekje op kleur
Leg zodra aantal en kleur zijn vastgesteld een dekentje
over de muizen. Geef iedere leerling een knijpkaart
en knijper en vraag per tweetal aan te geven hoeveel
witte en hoeveel grijze muizen er kunnen zijn. De
ene leerling geeft op zijn knijpkaart het aantal witte
muizen aan, het andere het aantal grijze. Bespreek de
vondsten. Is het samen negen? Waarschijnlijk zullen
ze ‘drie en zes’ of ‘vier en vijf’ aangeven, want ze
hebben gezien dat er van elk meer dan twee zijn. Vraag
eventueel welke andere splitsingen van negen er, in
theorie, ook nog mogelijk zijn. Dit zijn ‘nul en negen’,
‘een en acht’ en ‘twee en zeven’.
Beschrijving
Zet de muizen voor de leerlingen neer en vraag naar de
overeenkomsten. Het zijn allemaal muizen met twee
De ontdekking dat er witte en grijze muizen zijn, biedt
aanleiding om de splitsingen van 9 te verkennen
Onderzoekje op aantal snorharen
Laat de muizen ordenen op het aantal snorharen. De
20
muizen hebben respectievelijk 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18
en 20 snorharen.
Patroon dat ontstaat als de muizen correct zijn geordend op
aantal snorharen
Onderzoekje naar de lengte van de staarten
Laat de muizen ordenen op lengte van hun staart. Leg
de nadruk op hoe je dit vergelijkt. Laat de staarten op
het oog en tegen elkaar gelegd vergelijken. De muis
zonder staart heeft een staart van nul centimeter, nul
meter, nul kilometer! Wat valt op aan de staarten? Het
verschil tussen de lengte van opeenvolgende staarten
is telkens het stukje van de kortste staart. Liggen
de muizen naast elkaar dan zien ze wellicht dat de
middelste muis een staartlengte heeft die precies de
helft is van de lengte van de muis met de langste staat.
Muis 1 en 9 hebben samen een staart net zo lang als
Muis 2 en 8, en als Muis 3 en 7, en als Muis 4 en 6.
Groep 1&2 Vervolg
Pak de muis met de minste snorharen. Hoeveel zijn er
dat? Vier. Laat een leerling ter controle de snorharen
tellen. Concludeer: Ja, hier zitten er twee en daar ook, dat
is samen vier, want als je twee dubbelt krijg je vier, ofwel
twee erbij twee is vier. Zet je knijpkaart maar op vier. Pak
de volgende muis in de rij. Deze muis heeft aan elke kant
drie snorharen. Geef op je knijpkaart het aantal snorharen
aan. Hoeveel vakjes moet je je knijper opschuiven? Twee.
Op hoeveel staat je knijpkaart dan? Zes. Ja, want als je drie
dubbelt krijg je zes, ofwel drie erbij drie is zes. Ga op deze
wijze de rij muizen af. Bij de muis met zeven snorharen
aan elke kant moet in tweetallen worden gewerkt om
het totaal aan te kunnen geven. Slimmeriken zetten
wellicht allebei de knijper op ‘7’! Vraag dan wel even
hoe het getal heet dat bij het totaal hoort.
Tot slot mag een leerling het aantal snorharen per muis
even opnoemen. Ga met uw vinger langs de muizen.
Als het goed is, klinkt er: 2-4-6-8-...-20!
Patroon dat ontstaat als de muizen correct zijn geordend op
lengte van hun staart
Onderzoekje naar gewicht
Laat de muizen ordenen van lichtst naar zwaarst. Ze
doen dit allereerst door te wegen op de hand. Het helpt
daarbij om de ogen te sluiten en de handen iets op en
neer te bewegen. Door het sluiten van de ogen kunnen
ze zich beter concentreren en door het op en neer
bewegen van de handen is het verschil waarschijnlijk
net iets beter waar te nemen. Lukt het niet? Laat de
21
muizen dan eens van hand verwisselen. De ene arm
is doorgaans krachtiger dan de andere en dit kan de
reden zijn dat het verschil pas wordt gevoeld als de
muizen van hand worden gewisseld.
kan worden bepaald dat de muis die het schaaltje meer
naar beneden drukt zwaarder weegt dan de andere
muis. De muis die hoger hangt ten opzichte van de
muis die lager hangt weegt dus lichter.
Patroon dat ontstaat als de muizen correct zijn geordend
op gewicht
Verdieping
Bevestig de klittenband getalsymbolen op de buiken
van de negen muizen die geordend staan op gewicht.
De lichtste muis krijgt 0, de volgende in de rij 1 en zo
verder. De lichtste muis met 0 doet niet mee. Leg Muis
0 apart. Laat de leerlingen met Muis 1 tot en met 8
onderzoeken welke muizen even zwaar zijn. Als een
combinatie is gevonden, bewaren ze deze vondst op
het kopieerblad. Ze kunnen hierbij de cijferstempels
gebruiken.
Bij het vergelijken van gewicht op de hand helpt het om de
ogen te sluiten, de handen iets op en neer te bewegen en de
muizen ook eens van hand te laten wisselen
Met een balans controleren ze of het klopt. Bespreek
hoe ze het kunnen aanpakken. Door twee
opeenvolgende muizen elk in een schaaltje te leggen,
Muis nummer 1 en 2 zijn even zwaar als Muis nummer 3
22
Op het kopieerblad wordt de vondst vastgelegd
Ontdekken de leerlingen de getalrelaties tussen de
muizen links en rechts op de balans? Dan kunnen ze
ook zonder te wegen een kopieerblad vol stempelen.
Familie Muis in balans
Cijferstempels en stempelkussens
1 2 3 4 5 6 7 8
Groep 1&2 Vervolg
groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopieerblad 1
Na het ontdekken van de rekenkundige regel, stempelt Amelie
zonder te wegen een kopieerblad vol. Superknap!
Kopieerblad Familie Muis in balans
23
Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2 Vervolg
24
€ 740,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In de ladekast vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundeactiviteiten in groep 1&2. De kast komt
aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 1&2 Vervolg. In de handleiding treft u bij elk materiaal een
of meer voorbeelden van reken-wiskundeactiviteiten, ook voor buiten! Er is aangegeven waar deze activiteiten in
de leerlijn passen.
Prentenboek:
De zonnebloemenwedstrijd
Prentenboek: Septem
leert klokkijken
Septem
Cijferstempels,
vouwblaadjes
en vlechtstroken
Groep 1&2 Vervolg
Knopentouwen:
15 x 1m en 2 x 2,5m
Plakfiguren en
papieren cirkels
Rekenbal
Wisbordjes
met stiften
Muis en
Kubusblokken
Instructieklokken en
getalkaarten 1 t/m 24
Voorstellingskaart
Getaltegels en
wijzers
Hoepels en pijlen
Familie Muis
Slokop
Spinnenweb
25
Rekenspellen groep 1&2 Vervolg
26
€ 635,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In de ladekast vindt u educatieve reken-wiskundespellen in groep 1&2. De kast komt aan de orde in de cursus
Met Sprongen Vooruit groep 1&2 Vervolg. In de handleiding treft u bij elk spel, waarvan twee voor buiten, behalve
de spelregels ook didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar deze
zich in de leerlijn bevindt.
Hollen met mollen Sjouwen en bouwen Kleuren- en vormenbingo
Groep 1&2 Vervolg
Weegpiraat Waterpret Tijdrekken
Buitenbingo Sprintje trekken XL Zonnebloemkampioen Kikker en pad
27
Aanbod groep 3&4
Cursussen gehele rekenleerlijn
Het cursusaanbod van groep 3&4 bestaat uit
een basiscursus van vier bijeenkomsten en een
vervolgcursus van vier bijeenkomsten. Tijdens de
bijeenkomsten wisselen verschillende werkvormen,
zoals theoretische onderbouwing, didactische
activiteiten, kijken naar video-opnamen en bespreken
van de praktijkopdrachten elkaar af. Elke bijeenkomst
duurt 2,5 uur en vindt op locatie plaats.
Als cursist ontvangt u de eerste bijeenkomst een
Rekenspellenboek, een cursusmap, de inloggegevens
voor de downloads en een cursistencadeautje dat u de
volgende dag meteen in kunt zetten tijdens uw rekenwiskundelessen.
28
Cursusmateriaal
In Rekenspellenboek groep 3&4 vindt u meer dan 150
unieke, volledig uitgewerkte reken-wiskundelessen
die u met uw groep kunt doen. In Rekenspellenboek
groep 3&4 Vervolg vindt u nog eens 100 lessen. Met het
inzetten van deze lessen op het geschikte moment en de
juiste manier, voldoet u aan alle reken-wiskundedoelen
van de SLO.
Voor het behalen van deze doelen kunt u de
Rekenkalenders gebruiken. Hierin staat voor alle
dagen van de week per dag welke les(sen) u geeft. De
beschrijving van deze lessen vindt u via de indices
in de Rekenspellenboeken. U kunt uw lessen ook
plannen en verzorgen vertrekkend vanuit het punt
waar de leerlingen zich op dit moment bevinden op de
leerlijn. In dat geval kiest u via de inhoudsopgave in de
Rekenspellenboeken de lessen die hierbij passen. De
lessen staan hier per subdoel geordend van makkelijk
naar moeilijk. Beide mogelijkheden, werken vanuit de
Rekenkalenders of vanuit de plaats op de leerlijn, zijn op
de hierna volgende pagina’s in schema gezet.
Inhoud basiscursus groep 3&4
In de basiscursus groep 3&4 krijgt u in vier
bijeenkomsten overzicht op de leerlijnen en didactiek
voor het optellen en aftrekken tot 100. U leert hoe u
productieve oefenlessen geeft. U weet hoe u materialen
en modellen afstemt op de behoefte van de groep of de
individuele leerling. U ervaart welk positief effect het
laten maken van eigen producties kan hebben op de
autonomie, zelfvertrouwen en motivatie van leerlingen.
U leert wanneer u welke oefenlessen en spellen inzet
om de doelen te behalen. U maakt zich bovendien een
breed palet aan interventies eigen om het denken en
redeneren van uw leerlingen te achterhalen. U kunt met
uw kennis van de verschillende oplossingsstrategieën
van leerlingen doeltreffende feedback geven. Het
pendelen tussen de verschillende niveaus van het
Schrijf u
in voor de basisén
vervolgcursus
en ontvang € 100,-
korting
handelings- en hoofdfasenmodel krijgt u onder de
knie.
Met Rekenspellenboek groep 3&4 beschikt u over ruim
150 reken-wiskundelessen en spellen die tezamen de
leerlijn voor het optellen en aftrekken tot 100 dekken.
Deze lessen en spellen hebben betrekking op tien
oefenonderdelen: leren tellen, ordenen & lokaliseren,
springen naar getallen, aanvullen tot 10, splitsingen en
sprong van 10, eigen producties, opereren op de lege
getallenlijn, bijna-verdwijnsommen en rekenen op
formeel niveau.
van een practicum welke
lessen en spellen u wanneer kunt
inzetten. U ondervindt hoe leerlingen via klokleggen,
kloklopen en kloklezen op een speelse, effectieve
manier leren klokkijken. Het eigen lichaam en het
laten maken van eigen producties spelen daarbij
een belangrijke rol. Met betrekking tot het domein
Meten doorgrondt u de leerlijnen en didactiek voor
lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht en geld.
En voor het domein Meetkunde doet u dit voor de
deelleergebieden oriënteren in de ruimte, construeren
en opereren met vormen en figuren.
Groep 3&4
“Heel praktisch, goed onderbouwd,
afwisselend, duidelijk, prettige cursusleidster,
direct toepasbaar, goed materiaal.”
Maritza de Vries, leerkracht groep 4
Prins Willem-Alexanderschool te ’s-Gravenzande
Inhoud vervolgcursus groep 3&4
In de vervolgcursus groep 3&4 van vier bijeenkomsten
verdiept u zich in het omgaan met contexten en u
maakt een didactische kaart. U krijgt zowel voor
binnen als buiten extra activiteiten om het oefenen
van de basisonderdelen aantrekkelijk te houden. U
krijgt zicht op de verschillende fasen in de leerlijn
vermenigvuldigen en delen en ervaart aan de hand
Met Rekenspellenboek groep 3&4 Vervolg heeft u ruim
100 nieuwe reken-wiskundelessen en spellen tot u
beschikking waarmee u de rest van de doelen in groep
3&4 kunt bereiken.
Voorkennis van de basiscursus is nodig voor de
vervolgcursus.
Na het volgen van beide cursussen heeft u met ruim
250 lessen een volledig doelen dekkend programma
voor groep 3&4 in handen.
Registerleraar heeft de basiscursus met 40 RU en de
vervolgcursus met 40 RU gevalideerd.
Hoe het hele programma voor groep 3&4 samenhangt,
kunt u lezen op de volgende pagina’s.
29
Titel
[Hoofdstuk] Bladzijde
Samen 5 [4]
74
Schriftelijk springen naar getallen [3]
52
Schuilnamen bedenken [6]
113
Sommen met de splitsbloemen [6]
116
Sommen met de tweelingen [6]
103
Sommen met de verliefde harten [5]
87
Sommen met de vrienden van 100 [5]
90
Sommenplof [7]
132
Sommenrace [7]
129
Spellen met eigen producties [11]
187
Splitsingen van 4, 5, 6, 7, 8 en 9 [6]
110
Splitsingen van 7 [6]
109
Splitsmemory [6]
120
Springen met de tienvanger op kralenketting [8]
144
Springen naar getallen op de kralenketting [3]
45
Springen naar getallen op het stappenpad (1) [3]
46
Springen naar getallen op het stappenpad (2) [3]
47
Springen naar getallen op het stappenpad (3) [3]
49
Springen naar getallen op het stappenpad (4) [3]
53
Springen naar getallen op het stappenpad (5) [3]
54
Springen vanaf 100 [3]
48
Springen zonder tienvanger op kralenketting [8]
145
Sprintje trekken [2]
26
Straatje maken [2]
28
Terugflitsen (met vingers) [4]
65
Tientallen plaatsen [2]
32
Tiental-tel-spel [1]
14
Tikkie, jij bent ‘m [1]
6
Ting-dong, hoor ik een sprong? [3]
51
Toepassingen [12]
194
Toepassingen van ‘Sprong van 10’ in de
warming-up [10]
162
Treinsommen [11]
181
Tussen tientallen [2]
38
‘t Was nacht (lied) [6]
111
Uitbreiden typen sommen [7]
126
Uitbreiden van sommen met de splitsbloemen [6]
117
Uitbreiden van sommen met de tweelingen [6]
104
Uitbreiden van sommen met de verliefde harten [5]
91
Verliefde-harten-memory [5]
94
Voorspellen aantal kralen [8]
146
Voorspellen waar je uitkomt [8]
141
Voortzetten niet systematisch klinkende rijtjes [8]
140
Voortzetten systematisch klinkende rijtjes [8]
138
Vrienden-van-100 memory [5]
97
Titel
[Hoofdstuk] Bladzijde
Waar slaapt kikker? [2]
36
Waku-waku als een soort echo [11]
186
Waku-waku zegt 5 [11]
173
Waku-waku zegt 9 [11]
185
Waku-waku zegt 10 [11]
171
Waku-waku zegt 20 en 15 [11]
174
Waku-waku zegt 100 [11]
178
Waku-waku zegt getallen als 1, 2 en 3 [11]
179
Waku-waku zegt ongeveer 100 [11]
186
Waku-waku zegt weer 1, 2 of 3 [11]
180
Waku-waku zegt weer 5 [11]
177
Waku-waku zegt weer 10 [11]
176
Warming-up [10]
161
Wat hoort daarbij? [6]
107
Welke aantallen kunnen? [6]
102
Welke flitskaart heb je? [4]
71
Welke harten houd ik achter mijn rug? [5]
82
Welke mis je? [1]
11
Welke splitsingen ken je? [6]
108
Welke verliefde harten ken je? [5]
81
Wie is de vriend van ...? [5]
89
Wie is verliefd op ...? [5]
80
Wie zijn mijn buren? [2]
23
Zonder aanloop [1]
9
221
Werkwijze groep 3&4
Al tijdens de cursus start u met het werken vanuit de leerlijn, de doelen en de geleerde
didactische vaardigheden. Hoe dat gaat, ziet u aan de hand van dit voorbeeld:
INHOUDSOPGAVE
Inleiding 1
Rekenmaterialen 2
1. Leren tellen 4
Oefenlessen 6
Tikkie, jij bent ‘m 6
Op tijd op de rem 8
Zonder aanloop 9
Acht-eruit-tellen 10
Welke mis je? 11
De kleine buur 12
Het record verbreken 13
Tiental-tel-spel 14
Gezelschapsspellen 16
De dienaren van de koning 16
Burenbingo 19
3. Springen naar getallen
3. Springen naar getallen 43
Oefenlessen 45
Springen naar getallen op de kralenketting 45
Springen naar getallen op het stappenpad (1) 46
Springen naar getallen op het stappenpad (2) 47
Springen vanaf 100 48
Springen naar getallen op het stappenpad (3) 49
Hoe groot is de grote hup? 50
Ting-dong, hoor ik een sprong? 51
Schriftelijk springen naar getallen 52
Springen naar getallen op het stappenpad (4) 53
Springen naar getallen op het stappenpad (5) 54
Relatie tussen sprongen en sommen (1) 55
Relatie tussen sprongen en sommen (2) 56
Relatie tussen sprongen en sommen (3) 57
Gezelschapsspel 58
Erop of eronder 58
Springen op het stappenpad p. 46
Springen
naar
getallen
2. Ordenen en lokaliseren 21
2a. Ordenen 21
Oefenlessen 22
Opstellen van klein naar groot 22
Wie zijn mijn buren? 23
Groepjes formeren 24
Ren je rot 25
Sprintje trekken 26
Gezelschapsspel 28
Straatje maken 28
2b. Lokaliseren 30
Oefenlessen 32
Tientallen plaatsen 32
Raad mijn getal 34
Op je nummer zetten 35
Waar slaapt kikker? 36
Pak de pagina 37
Tussen tientallen 38
In zo min mogelijk beurten 39
Gezelschapsspel 41
Gok een hok 41
4. Getalbeelden 60
Oefenlessen 62
Flits evenveel (met vingers) 62
Relatie vingers en kralen 63
Rekenrek fase 1: Schuiven met kralen 64
Terugflitsen (met vingers) 65
Rekenrek fase 2: Kijken naar het rekenrek 66
Hoeveel vingers? 67
Flitsen met flitskaarten 69
Rekenrek fase 3: Denken aan het rekenrek 70
Welke flitskaart heb je? 71
Gezelschapsspellen 72
Domino (met getalbeelden en -symbolen) 72
Samen 5 74
Kampen (met getalbeelden en -symbolen) 76
Leerlijn
Rekenspellenboek
1 2
INDEX
Springen op het stappenpad p.46
Springen op het stappenpad
Rekenspellenboek
2a
Rekenkalender
1a
30
1
2
De leerlingen begrijpen de decimale opbouw van
getallen in sprongen van 10 en huppen van 1. Dit
hebben ze geleerd met een aantal lessen behorend
bij de basale vaardigheid: Springen naar getallen. Nu
wilt u hen laten ontdekken dat meerdere huppen van
1 verkort kunnen worden tot grote huppen van 2, 3,
4, … of 9.
In Rekenspellenboek groep 3&4 kijkt u in de lijst met
lessen behorend bij Springen naar getallen. De les
die hierbij nu het beste aansluit is Springen op het
stappenpad.
Materiaal
• Getalkaarten 1 t/m 130
• Kralenstang
Springen op het stappenpad
Springen naar getallen op het stappenpad (2)
Doel
• Springen naar geta len in sprongen van 10, huppen van 1 en
grote huppen van 2 t/m 9
• Posters 2 en 3: Springen naar geta len
• Poster met de springrichtingen
• Voor iedere leerling een wisbordje en stift
Voorbereiding
Poster 2
• Leg de getalkaarten 24, 27, 32, 46, 58, 59 en 65 blind op een tafel.
• Hang poster 2 en de poster met de springrichtingen voor het bord.
Hang poster 3 achter poster 2 of houd deze nog even apart, maar
wel binnen handbereik.
• Houd ook de kralenstang binnen handbereik.
Beschrijving
Maak in deze oefenles de overstap van het springen naar geta len in
sprongen van 10 en huppen van 1 (poster 2) naar het springen naar
geta len in sprongen van 10, huppen van 1 én grote huppen van 2, 3,
4, 5, 6, 7, 8 en 9 (poster 3). Vraag een leerling naar een geheim getal
te springen in sprongen van 10 en huppen van 1, bijvoorbeeld 46.
Vraag vervolgens aan de rest van de leerlingen op hun wisbordje te
noteren naar welk getal ze denken dat deze leerling is gesprongen.
De leerlingen houden het wisbordje omhoog, zodat snel kan worden
gezien of iedereen het goed heeft.
Poster 3
Zet het goede getal op het bord en vraag u hardop af hoeveel huppen
van 1 er zijn gemaakt. Om di te achterhalen kan het nodig zijn dat de
leerling opnieuw springt. Teken de sprongen en huppen op het bord,
tel samen met de leerlingen het aantal huppen en zet een grote hup
van 6 over de zes huppen van 1. Afgesproken wordt dat dit een grote
hup is. Een grote hup wordt net als een hup met een tweebenige
afzet genomen. Als je naar een getal springt in sprongen, huppen
en grote huppen moet je benoemen hoe groot de grote hup is.
Anders kan de groep niet weten naar welk getal is gesprongen. Laat
nogmaals naar 46 springen, maar dan met een grote hup en vervang
poster 2 door poster 3.
Vervolgens springen leerlingen om de beurt naar de geheime
getallen in sprongen, huppen én grote huppen. Ze doen dit op de
denkbeeldige geta lenlijn. Toon regelmatig en zeker bij een vergissing
hoe dit op een kralenke ting en lege geta lenlijn eruit ziet. De
Groep 3&4
koppeling tussen deze mode len vergroot het begrip. Ook kan het
benadrukken van de uitspraak van de geta len steun geven bij het
vastste len van de grote hup. In zesenveertig hoor je de grote hup als
eerste. In dit geval is de grote hup dus 6.
Nadat naar geta len is gesprongen volgens de springregels
van poster 2, springen leerlingen naar geta len
volgens de springregels van poster 3
Het wisbordje zorgt voor een hoge betrokkenheid
47
Rekenspellenboek p. 47
3
Rekenmateriaal
4
3
4
U bladert in Rekenspellenboek groep 3&4 naar de
beschrijving van deze les.
Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij
nodig zijn klaar: de getalkaarten, de posters met de
springregels, de poster met de spring-richtingen en
voor iedere leerling een wisbordje en stift.
1a
Op grond van uw reflectie op de gegeven les bepaalt
u of u de les herhaalt, vereenvoudigt en/of verdiept u
of dat u een volgende activiteit in de lijst aanbiedt.
2a
Wat ook kan:
Geeft u de voorkeur aan een meer methodische
aanpak? Dan heeft Rekenkalender groep 3 en groep 4
nodig. Hierin ziet u per dag wat u aanbiedt. Springen
op het stappenpad staat voor groep 4 gepland in de
1 ste en 2 de week na de herfstvakantie op donderdag en
in de 3 de en 4 de week op maandag.
U zoekt Springen op het stappenpad op in de index
van Rekenspellenboek groep 3&4. Hierna vervolgt u
met stap 3 en 4.
Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving
van Springen op het stappenpad
31
Springen op het stappenpad
Doel
Springen naar getallen in sprongen van 10,
huppen van 1 en grote huppen van 2 t/m 9
Materiaal
• Getalkaarten 1 t/m 130
• Kralenstang
• Posters 2 en 3: Springen naar getallen (magnetisch)
• Poster met de springrichtingen (magnetisch)
• Voor iedere leerling een wisbordje en stift
Poster 2
Getalkaarten 1 t/m 130
Wat voorafging
Op een kralenketting met spankoord zijn leerlingen
naar getallen gesprongen in sprongen van 10 en
vervolgens in sprongen van 10 én huppen van 1. Ze
hebben dit gedaan in tweetallen waarbij de leerkracht
een vaste procedure en strakke didactische organisatie
hanteerde.
Bij ‘wissel’ neemt de buur het over en springt op de
kralenketting naar een getal
In de daaropvolgende les springen leerlingen
fysiek naar geheime getallen op een denkbeeldige
getallenlijn. Hierbij geldt dat je een sprong van 10
springt met een eenbenige afzet en dat je een hup van 1
laat zien door het nemen van een tweebenige afzet.
32
leerlingen op hun wisbordje te noteren naar welk
getal ze denken dat deze leerling is gesprongen. De
leerlingen houden het wisbordje omhoog, zodat snel
kan worden gezien of iedereen het goed heeft.
Poster 3
Voorbereiding
• Leg de getalkaarten 24, 27, 32, 46, 58, 59 en 65 blind
op een tafel.
• Hang poster 2 en de poster met de springrichtingen
voor in het lokaal.
• Hang poster 3 achter poster 2 of houd deze nog even
apart, maar wel binnen handbereik.
• Houd ook de kralenstang binnen handbereik.
Beschrijving
Maak in deze les de overstap van het springen naar
getallen in sprongen van 10 en huppen van 1 (poster 2)
naar het springen naar getallen in sprongen van 10,
huppen van 1 én grote huppen van 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
en 9 (poster 3). Vraag een leerling naar een geheim
getal te springen in sprongen van 10 en huppen van 1,
bijvoorbeeld 46. Vraag vervolgens aan de rest van de
Zet het goede getal op het bord en vraag u hardop
af hoeveel huppen van 1 er zijn gemaakt. Om dit
te achterhalen kan het nodig zijn dat de leerling
opnieuw springt. Teken de sprongen en huppen op
het bord, tel samen met de leerlingen het aantal
huppen en zet een grote hup van 6 over de zes huppen
van 1. Afgesproken wordt dat dit een grote hup is.
Een grote hup wordt net als een hup van 1 met een
tweebenige afzet genomen. Als je naar een getal
springt in sprongen, huppen en grote huppen moet je
benoemen hoe groot de grote hup is. Anders kan de
groep niet weten naar welk getal is gesprongen. Dit
verklaart de tekstballon op poster 3. Laat nogmaals
naar 46 springen, maar dan met een grote hup en
vervang poster 2 door poster 3.
Vervolgens springen leerlingen om de beurt naar
de geheime getallen in sprongen, huppen én grote
huppen. Ze doen dit op de denkbeeldige getallenlijn.
Toon regelmatig en zeker bij een vergissing hoe dit
op een kralenketting en lege getallenlijn eruit ziet. De
koppeling tussen deze modellen vergroot het begrip.
Ook kan het benadrukken van de uitspraak van de
getallen steun geven bij het vaststellen van de grote
hup. In zesenveertig hoor je de grote hup als eerste. In
dit geval is de grote hup dus 6.
33
Groep 3&4
Hoe het verder gaat
Hierna breidt de leerkracht het springen naar getallen
uit met het springen vanaf 100. Ook nu hangen
poster 3 en de poster met de springrichting in het
zicht. Gaat dit goed dan breiden de springregels zich
uit met poster 4 en 5. Leerlingen hebben vanaf nu
ook de keuze uit grote sprongen van 20, 30, ..., 90 en
een reuzensprong van 100. Ter voorbereiding op het
opereren op de lege getallenlijn leggen leerlingen de
relatie tussen sprongen en sommen. Ze tekenen hoe
je op zoveel mogelijk manieren naar een getal kunt
springen en leiden hieruit af de daarbij horende optelen
aftrekopgaven.
Nadat naar getallen is gesprongen volgens de springregels
van poster 2, springen leerlingen naar getallen
volgens de springregels van poster 3
Poster 4
Leerlingen noteren op hun wisbordje het getal waarvan ze
denken dat naartoe is gesprongen
34
Naam: .... .. ..... ..... ... ..... ......... . ... ..... . . . ....... ....... ...... .. ..... . .. ..... . ...... .. .... . . ... .... . ......... ... . .
Groep: ... ...... .... .. ..... ...... .. ..... ..... . . Datum: ...... ...... . ....... . ......... ... . ........ .... .... ... ...... ...... ... ..
Opereren op de lege getallenlijn (voorbereiding)
89
Spring op zoveel mogelijk manieren naar
vouwlijn
Schrijf de som
bij de sprongen.
1
2
3
1
2
3
Groep 3&4
4
4
Poster 5
5
5
6
6
7
7
Poster met de springrichtingen
Uit: Werkbladenmap groep 3&4
35
Rekenmaterialen oefenlessen groep 3&4
€ 530,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze kist vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen in groep 3&4. De kist komt aan de
orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 3&4 Basis. In de handleiding treft u bij elk materiaal een of meer
voorbeelden van lessen met hun locatie op de leerlijn.
36
Handschoenen
Flitskaarten
Verliefde harten
Tweelingen
Splitsbloemen
Groep 3&4
Posters springen
naar getallen
Kralenkettingen met
elastisch spankoord
Tienvangers
Getalkaarten
en zandlopers
Vrienden van 100
Poster
springrichtingen
en strategieën
Wisbordjes
met stiften
Leeftijdluikjes en
leeftijdkaarten
HET BOEK van
Kikker met 130
bladzijden
Waku-waku
met bril
37
Rekenspellen groep 3
Nieuw!
€ 424,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze ladekast vindt u educatieve rekenspellen voor groep 3. De ladekast komt ook aan de orde in de cursus
Met Sprongen Vooruit groep 3&4 Basis. In de handleiding treft u bij elk spel behalve de spelregels ook
didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar deze in de leerlijn past.
38
De dienaren
van de koning
Burenbingo
Straatje maken
Gok een hok
Groep 3&4
Erop of
eronder
Domino
Samen 5
Kampen
Verliefde-harten
memory
Maak 10
Vrienden-van-100
memory
Bamzaaien
Splitsmemory
Boeven vangen
Drie op een rij
39
Rekenspellen groep 4
40
€ 424,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze kist vindt u educatieve rekenspellen voor groep 4. De kist komt ook aan de orde in de cursus
Met Sprongen Vooruit groep 3&4 Basis. In de handleiding treft u bij elk spel behalve de spelregels ook
didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar deze in de
leerlijn past.
De dienaren
van de koning
Burenbingo
Straatje maken
Gok een hok
Groep 3&4
Erop of eronder
Eén-twee-drie
Domino
Vier op een rij
Maak 24
Trio
Sommenplof
Drie op een rij
Vrienden-van-100
memory
Raketspel
Koppelen
Kampen
41
Titel bladzijde Titel bladzijde
Buitenspel 67
Kastelen op stelten 41
Kat in de zak 99
Ketting rijgen 49
Klokkenluiden 133
Klokleggen 127
Kloklezen 170
Kloklopen 139
Koppels delen 120
Tijdhapperen I 163
Tijdhapperen II 173
Tijdhapperen III 180
Tijdmemory 176
Tijdmeppen I 177
Tijdmeppen II 181
Tijdrekken 167
Zoals het klokje thuis tikt 165
Legenda:
Eigen producties
253
Hoofdstuk 1. Basale vaardigheden
Werkwijze groep 3&4 Vervolg
Ook nu werkt u al tijdens de cursus vanuit de leerlijnen, de doelen en de geleerde didactische vaardigheden.
Aan de hand van een voorbeeld behorend bij de grootheid Tijd ziet u hoe dit gaat:
Zie leerlijn
groep 3&4
Leerlijn
1
Tijd
Leren
klokkijken
en toepassingen
Over de muur
Rekenkalender
1a
42
Alle hens aan dek 135
INDEX
Alle twaalf 53
Codenaam 161
De helft en de helften van de helft 140
De keerspreuk 82
De klok gelijkzetten 130
De klok slaat 138
De sorteermachine 20
De sorteermachine op tijd 171
De tijd tikt door 149
De verliefde getallen 32
Domino 86
Erop-of-eronder Buiten 29
Gestrikt! met harten 46
Gestrikt! met plus en min 73
Happeren 37
Hinkel de harten 43
Hoger, lager 12
Honderdtien en de rest zullen we wel zien 9
Hordelopen 79
In de tafel van ..? 105
In de tent, uit de tent 6
Korte-wijzerbingo 155
Lange-wijzerbingo 157
Liefdesparen sparen – samen 10 48
Liefdesparen sparen – samen 100 51
Lijntikkertje 70
Maak 24 112
Maximaal gaan 56
Ontketen een rage 23
Op het schoolplein in Tienerdam 33
Over de muur (1) 142
Over de muur (2) 145
Over de muur (3) 150
2a
Over de muur (4) 152
Pietje Precies – tot en met 40 16
Pietje Precies – tot en met 201 18
Raak de Draak 14
Schipper mag ik overvaren? 62
Septem leert klokkijken 123
Sprint-je-tijd XL 174
Sprintje trekken XL 27
Stoeptafelen 93
Tafelbingo 108
Tafelflitsen 102
Tafelhandjes 77
Tafellive 89
Tafelmemory 107
Tafelmeppen 114
Tafelsprinten 103
Tafeltafel inrichten 80
Tafeltafelrace 81
Tafeltegelen 91
Tafeltennis 96
Tafeltikkie 76
Tafeltovervierkanten 118
Tafelwarming-up 95
TIENen 24
Over de muur p. 142
Tijd tekenen en benoemen 154
Trio 115
Twee soorten klokken 159
Van 0 tot en met 100 64
Vier keer een kwart 147
Vier op een rij 110
Wat heb ik nu aan mijn fiets hangen? 98
Zeg, ken jij de harten al? 35
Met Sprongen Voor Buiten
Met Sprongen Vooruit Prentenboek
Rekenspellenboek Vervolg
1
2
De leerlingen hebben in de lessen Klokleggen
en Kloklopen de positie van de getallen op een
wijzerplaatklok verkend. Ze weten hoe de korte wijzer
zich ten opzichte van de lange beweegt. Ze kunnen de
stand van de korte wijzer koppelen aan de begrippen
hele uur, halverwege het hele uur, iets voor / over
het hele uur. Nu is het zaak dat ze de belangrijkste
posities van de lange wijzer leren benoemen.
In Rekenspellenboek groep 3&4 Vervolg kijkt u in de
lijst met lessen behorend bij Tijd. De les die nu het
beste aansluit bij de zone van de naaste ontwikkeling
is Over de muur.
INHOUDSOPGAVE
Gezelschapsspellen 107 Gezelschapsspellen 155
Tafelmemory 107 Korte-wijzerbingo 155
Tafelbingo 108 Lange-wijzerbingo 157
Vier op een rij 110 Neem de tijd
Maak 24 112
Tafelmeppen 114 4b2. Verstrengeling van leerstof 158
Trio 115 Oefenlessen 159
Twee soorten klokken 159
3d. Vermenigvuldigen en delen, fase 4: Uitbreiden 117 Codenaam 161
Oefenles 118 Tijdhapperen I 163
Tafeltovervierkanten 118 Zoals het klokje thuis tikt 165
Gezelschapsspel 120 Gezelschapsspellen 167
Koppels delen 120 Tijdrekken 167
Zeeën van tijd
4. Leren klokkijken p. 122
4. Leren klokkijken 122
4a. Leren klokkijken, fase 1: Begripsvorming 122
Oefenlessen 123
Septem leert klokkijken 123
Klokleggen 127
De klok gelijkzetten 130
Klokkenluiden 133
Alle hens aan dek 135
Over de muur p.142
4b. Leren klokkijken, fase 2: Ontwikkelen van
oplossingsprocedures 137
4b1. Kloklezen op een wijzerplaatklok 137
Oefenlessen 138
De klok slaat 138
Kloklopen 139
De helft en de helften van de helft 140
Over de muur (1) 142
Over de muur (2) 145
Vier keer een kwart 147
De tijd tikt door 149
Over de muur (3) 150
Over de muur (4) 152
Tijd tekenen en benoemen 154
4c. Leren klokkijken, fase 3: Vlot aflezen van tijden 169
Oefenlessen 170
Kloklezen 170
De sorteermachine op tijd 171
Tijdhapperen II 173
Gezelschapsspellen 174
Sprint-je-tijd XL 174
Tureluren
Tijdmemory 176
Tijdmeppen I 177
4d. Leren klokkijken, fase 4: Flexibel toepassen 179
Oefenlessen 180
Tijdhapperen III 180
Plaats de tijdmaat
Gezelschapsspellen 181
Tijdmeppen II 181
Race tegen de klok
5. Meten (overig) 190
5a. Lengte, omtrek en oppervlakte 190
Oefenlessen 191
Nieuwe sloffen 191
Hekkensluiter 195
Minste hekken om het land 198
Over de muur
Over de muur (1)
Doel
• Lijfelijk ervaren en benoemen van de lange-wijzertijden ‘voor
het hele uur’, ‘over het hele uur’, ‘voor het halve uur’ en ‘over het
halve uur’.
Materiaal
• Drie dimensionale driehoekige kaarten of grote bouwblokken
• Getaltegels (1 t/m 12)
• Vloerkleed
• Lange-wijzerkaarten
• Voor iedere leerling een wisbordje en stift
• Rekenzwaard, zie de tip
Over de muur (1)
Voorbereiding
Doel
Leg het vloerkleed uit. Bouw loodrecht op de blauwe rechte lijn een
muur. • Lijfelijk Gebruik ervaren hiervoor en benoemen de driedimensionale van de lange-wijzertijden driehoekige kaarten ‘voor
of grote het hele bouwblokken. uur’, ‘over het Zorg hele dat uur’, de muur ‘voor boven het halve de lijn uur’ twee en ‘over keer het
zo hoog halve is, uur’. als de muur onder de lijn. In geval de drie dimensionale
driehoekige
Materiaal
kaarten worden gebruikt, kiest u voor boven de lijn de
grootste kaarten en voor onder de lijn de kleinste. Schuif de kaarten
gedeeltelijk
• Drie dimensionale
in elkaar zodat
driehoekige
op beide
kaarten
helften
of
een
grote
muur
bouwblokken
ontstaat.
• Getaltegels (1 t/m 12)
• Vloerkleed
• Lange-wijzerkaarten
• Voor iedere leerling een wisbordje en stift
• Rekenzwaard, zie de tip
Voorbereiding
Leg het vloerkleed uit. Bouw loodrecht op de blauwe rechte lijn een
muur. Gebruik hiervoor de driedimensionale driehoekige kaarten
of grote bouwblokken. Zorg dat de muur boven de lijn twee keer
zo hoog is, als de muur onder de lijn. In geval de drie dimensionale
driehoekige kaarten worden gebruikt, kiest u voor boven de lijn de
grootste kaarten en voor onder de lijn de kleinste. Schuif de kaarten
gedeeltelijk in elkaar zodat op beide helften een muur ontstaat.
Vloerkleed met streep en loodrecht daarop een muur van driedimensionale
driehoekige kaarten. De muur boven de streep is
(ongeveer) twee keer zo hoog als onder de streep.
4b1. Kloklezen op een wijzerplaatklok
Vertel aan de leerlingen dat als ze met hun voeten over de ‘streep’
gaan, de eerstvolgende andere muur voor wat betreft de naamgeving
de baas wordt. Dus zodra je bij ‘3’ over de streep gaat, wordt de ‘halve’
muur de baas. Je bent dan voor de halve muur. En bij de ‘9’ wordt de
‘hele’ muur de baas. Je bent dan voor de hele muur.
Vraag vervolgens als de leerling bij de 5 staat: Waar ben je nu? Als het
goed is, antwoordt de leerling nu ‘voor de halve muur’. Stap over de
halve muur, maar nog niet over de volgende streep. Waar ben je nu? Het
antwoordt moet luiden ‘over de halve muur’. Herhaal het rondlopen,
stappen over de hele en halve muur en het verwoorden waar je nu
bent met andere leerlingen.
Gaat dit goed? Voeg eraan toe dat je niet a leen voor de hele muur
bent, maar in de rol als lange wijzer ook voor het hele uur! Hele muur
is hele uur. Halve muur is halve uur. Komt dat even mooi uit! Dus als je
hier staat, waar ben je dan als lange wijzer in de tijd? Juist, voor het
hele uur. Wijs een leerling aan die vanaf jouw plaats, voor de hele
muur, net over de hele muur mag stappen. Waar sta je nu als lange
wijzer? Juist, over het hele uur. En loop eens tot hier. Wijs een plaats aan
net voor de halve muur. Waar sta je nu als lange wijzer? Juist, voor het
halve uur. En loop eens tot hier. Wijs een plaats aan net over de halve
muur. Waar sta je nu als lange wijzer? Juist, over het halve uur. Herhaal
ook dit een aantal keer met andere leerlingen. Om beurten lopen ze
het hele rondje en zeggen daarbij de tijden van de lange wijzer. Laat
een volgende leerling ook eens in een ander kwadrant starten.
4b1. Kloklezen op een wijzerplaatklok
Wanneer de muur met grote blokken is gebouwd, kunnen de leerling
ook op de muur staan. Voeg in dat geval ook de kaarten ‘op het hele
uur’ en ‘op het halve uur’ toe.
Indien de leerlingen nog niet kunnen lezen en schrijven, kunt u de
tekst van de getrokken kaart influisteren. Doe dit zo dat de rest dit
niet hoort. De overige leerlingen delen mondeling mee welke tijd ze
denken dat ze zien. Geef meerdere leerlingen de beurt voordat het
juiste antwoord wordt onthuld.
Tot slot, laat de leerlingen met hun zogenaamde lange-wijzerarm
vanuit het middelpunt roteren terwijl over de muren wordt gestapt
en de tijden worden benoemd.
Tip:
Geef de leerling in zijn rol als langewijzer het rekenzwaard in
zijn linkerhand. Hiermee kan hij zich nog meer inleven in zijn
langewijze rol. Bovendien loopt hij hiermee trefzeker in de richting
van de wijzer van de klok.
Over de hele muur, dus over het hele uur
Beschrijving
De leerlingen zi ten in een halve kring en kijken min of meer a lemaal
vanuit dezelfde positie naar de onderkant van de lage muur. Vertel
dat ze hier de wijzerplaatklok in wording zien met een hele muur
(wijs op de hoge muur) en een halve muur (wijs naar de lage muur).
Deel de tegels 1 tot en met 12 uit en vraag deze neer te leggen op de
positie van de geta len op de klok. Ze hebben dat al eens gedaan bij
de oefenle sen ‘Klokleggen’ en ‘Kloklopen’. Bovenaan de hele muur
moet 12 worden neergelegd.
Beschrijving
De leerlingen zi ten in een halve kring en kijken min of meer a lemaal
vanuit dezelfde positie naar de onderkant van de lage muur. Vertel
dat ze hier de wijzerplaatklok in wording zien met een hele muur
(wijs op de hoge muur) en een halve muur (wijs naar de lage muur).
Deel de tegels 1 tot en met 12 uit en vraag deze neer te leggen op de
positie van de getallen op de klok. Ze hebben dat al eens gedaan bij
de oefenle sen ‘Klokleggen’ en ‘Kloklopen’. Bovenaan de hele muur
moet 12 worden neergelegd.
143 Hoofdstuk 4. Leren klokkijken
Oefen het nog een beetje verder in. Pak de lange-wijzerkaarten
erbij. Vertel dat de lange-wijzertijden van het rondje van net op deze
kaarten staan, te weten: voor het hele uur, over het hele uur, voor
het halve uur of over het halve uur. Maak een blinde waaier van de
kaarten en vraag een leerling een kaar te trekken en in de rol van
lange wijzer op het kleed overeenkomstig de tijd te gaan staan. Zorg
dat de andere leerlingen niet kunnen zien welke kaart is getrokken.
Laat de leerlingen op hun wisbordje noteren welke tijd ze denken
dat de leerling heeft getrokken. Ter controle draait de leerling op het
kleed zijn kaart om.
De leerlingen leggen de klokuren op de juiste plaats
Benadruk als de tegels zijn gelegd dat de lage muur die loopt van
het midden van het kleed naar de ‘6’ de helft in hoogte is van de
hoge muur die loopt van het midden van het kleed naar de ‘12’. We
noemen de lage muur de halve muur (in hoogte) en de hoge muur de
hele muur (in hoogte).
Laat een leerling op het kleed voor de hele muur plaatsnemen,
bijvoorbeeld ter hoogte van het getal 11. Vraag in de rol van de lange
wijzer een rondje te lopen in de richting van de wijzers van de klok.
De leerling stapt dus eerst over de hele muur vervolgt zijn weg en
stapt vervolgens over de halve muur. Als de leerling weer terug is
ter hoogte van het getal 11 vraagt de leerkracht: Waar ben je nu ten
opzichte van de hele muur? Als het goed is, antwoordt de leerling:
‘voor’ of ‘voor de hele muur’. Of verwoord dit zelf voor de leerling.
Geef dan de opdracht: Stap over de muur. Waar ben je nu? Als het
goed Benadruk is, antwoordt als de tegels de leerling: zijn gelegd ‘over de dat hele de lage muur’. muur Het die kan loopt zijn dat van
de het leerling midden antwoordt van het ‘na/achter’ kleed naar of de ‘na/achter ‘6’ de helft de in hele hoogte muur’. is van Zeg de dan
dat hoge de leerling muur die ‘over’ loopt de van hele het muur midden is gestapt. van het kleed naar de ‘12’. We
noemen de lage muur de halve muur (in hoogte) en de hoge muur de
hele muur (in hoogte).
De leerlingen leggen de klokuren op de juiste plaats
Laat een leerling op het kleed voor de hele muur plaatsnemen,
bijvoorbeeld ter hoogte van het getal 11. Vraag in de rol van de lange
wijzer een rondje te lopen in de richting van de wijzers van de klok.
De leerling stapt dus eerst over de hele muur vervolgt zijn weg en
stapt vervolgens over de halve muur. Als de leerling weer terug is
ter hoogte van het getal 11 vraagt de leerkracht: Waar ben je nu ten
opzichte van de hele muur? Als het goed is, antwoordt de leerling:
4b1. Kloklezen op een wijzerplaatklok
Wanneer de muur met grote blokken is gebouwd, kunnen de leerling
ook op de muur staan. Voeg in dat geval ook de kaarten ‘op het hele
uur’ en ‘op het halve uur’ toe.
Indien de leerlingen nog niet kunnen lezen en schrijven, kunt u de
tekst van de getrokken kaart influisteren. Doe dit zo dat de rest dit
niet hoort. De overige leerlingen delen mondeling mee welke tijd ze
denken dat ze zien. Geef meerdere leerlingen de beurt voordat het
juiste antwoord wordt onthuld.
Tot slot, laat de leerlingen met hun zogenaamde lange-wijzerarm
vanuit het middelpunt roteren terwijl over de muren wordt gestapt
en de tijden worden benoemd.
Tip:
Geef de leerling in zijn rol als langewijzer het rekenzwaard in
zijn linkerhand. Hiermee kan hij zich nog meer inleven in zijn
langewijze rol. Bovendien loopt hij hiermee trefzeker in de richting
van de wijzer van de klok.
Hoofdstuk 1. Basale vaardigheden
142
Benodigdheden
. dus het is over het halve uur
Over de halve muur ...
Rekenspellenboek Vervolg
3
4
2
3
Vloerkleed met streep en loodrecht daarop een muur van driedimensionale
driehoekige kaarten. De muur boven de streep is
(ongeveer) twee keer zo hoog als onder de streep.
U bladert in Rekenspellenboek groep 3&4 Vervolg
naar de beschrijving van deze les.
Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij
nodig zijn klaar: het vloerkleed, de getaltegels,
lange-wijzerkaarten, wisbordjes en stiften, de
driedimensionale driehoekige kaarten en het
rekenzwaard.
Op grond van uw reflectie op de gegeven les bepaalt
u of u de les herhaalt, vereenvoudigt en/of verdiept u
of dat u een volgende activiteit in de lijst aanbiedt.
144
Rekenspellenboek Vervolg
p. 142 en verder Rekenmateriaal Vervolg
4b1. Kloklezen op een wijzerplaatklok
‘voor’ of ‘voor de hele muur’. Of verwoord dit zelf voor de leerling.
Geef dan de opdracht: Stap over de muur. Waar ben je nu? Als het
goed is, antwoordt de leerling: ‘over de hele muur’. Het kan zijn dat
de leerling antwoordt ‘na/achter’ of ‘na/achter de hele muur’. Zeg dan
dat de leerling ‘over’ de hele muur is gestapt.
3
142
1a
2a
144
Wat ook kan:
Geeft u de voorkeur aan een meer methodische
aanpak? Dan heeft u Rekenkalender groep 3 en
groep 4 nodig. Hierin ziet per dag u welke les(sen)
u verzorgt en welke spel(len) u met de leerlingen
speelt. Over de muur staat voor groep 4 gepland in
de 6 de week na de kerstvakantie op woensdag.
U zoekt Over de muur op in de index van
Rekenspellenboek groep 3&4 Vervolg. Hierna
vervolgt u met stap 3 en 4.
Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving
van Over de muur
4
43
Groep 3&4 Vervolg
Over de muur
Doel
Lijfelijk ervaren en benoemen van de langewijzertijden
‘voor het hele uur’, ‘over het hele uur’,
‘voor het halve uur’ en ‘over het halve uur’
Materiaal
• Vloerkleed
• Getaltegels 1 t/m 12
• Driedimensionale driehoekige kaarten of grote
bouwblokken
• Lange-wijzerkaarten (6)
• Wisbordjes en stiften
• Rekenzwaard, zie de tip
Benodigde materialen
kiest u voor boven de lijn de grootste kaarten en voor
onder de lijn de kleinste. Schuif de kaarten gedeeltelijk
in elkaar zodat op beide helften een muur ontstaat.
Wat voorafging
Leerlingen hebben de positie van de getallen op een
wijzerplaatklok verkend. Ook weten ze hoe de korte
wijzer zich ten opzichte van de lange beweegt. Ze
kunnen de stand van de korte wijzer koppelen aan de
begrippen hele uur, halverwege het (volgende) hele uur,
iets voor het hele uur en iets over het hele uur. Nu is het
zaak dat ze de belangrijkste posities van de lange wijzer
leren benoemen.
Vloerkleed met streep en loodrecht daarop een muur van
driedimensionale driehoekige kaarten. De muur boven de
streep is (ongeveer) twee keer zo hoog als onder de streep.
Voorbereiding
Leg het vloerkleed uit. Bouw loodrecht op de
blauwe rechte lijn een muur. Gebruik hiervoor de
driedimensionale driehoekige kaarten of grote
bouwblokken. Zorg dat de muur boven de lijn twee keer
zo hoog is, als de muur onder de lijn. In geval de drie
dimensionale driehoekige kaarten worden gebruikt,
Beschrijving
De leerlingen zitten in een halve kring en kijken min of
meer allemaal vanuit dezelfde positie naar de onderkant
van de lage muur. Vertel dat ze hier de wijzerplaatklok
in wording zien met een hele muur (wijs op de hoge
muur) en een halve muur (wijs naar de lage muur). Deel
de tegels 1 tot en met 12 uit en vraag deze neer te leggen
44
op de positie van de getallen op de klok. Ze hebben dat
al eens gedaan bij de lessen Klokleggen en Kloklopen.
Bovenaan de hele muur moet 12 worden neergelegd.
het goed is, antwoordt de leerling: ‘over de hele muur’.
Het kan zijn dat de leerling antwoordt ‘na/achter’ of
‘na/achter de hele muur’. Zeg dan dat de leerling ‘over’
de hele muur is gestapt.
Leerlingen leggen de klokuren op de juiste plaats
Benadruk, als de tegels zijn gelegd, dat de lage muur,
die loopt van het midden van het kleed naar de ‘6’, de
helft in hoogte is van de hoge muur, die loopt van het
midden van het kleed naar de ‘12’. We noemen de lage
muur de halve muur (in hoogte) en de hoge muur de hele
muur (in hoogte).
Laat een leerling op het kleed voor de hele muur
plaatsnemen, bijvoorbeeld ter hoogte van het getal 11.
Vraag in de rol van de lange wijzer een rondje te lopen
in de richting van de wijzers van de klok. De leerling
stapt dus eerst over de hele muur vervolgt zijn weg en
stapt vervolgens over de halve muur. Als de leerling
weer terug is ter hoogte van het getal 11 vraagt de
leerkracht: Waar ben je nu ten opzichte van de hele muur?
Als het goed is, antwoordt de leerling: ‘voor’ of ‘voor de
hele muur’. Of verwoord dit zelf voor de leerling. Geef
dan de opdracht: Stap over de muur. Waar ben je nu? Als
Zeg dat als ze met hun voeten over de ‘streep’ gaan,
de eerstvolgende andere muur voor wat betreft de
naamgeving de baas wordt. Dus zodra je bij ‘3’ over de
streep gaat, wordt de ‘halve’ muur de baas. Je bent dan
voor de halve muur. En bij de ‘9’ wordt de ‘hele’ muur de
baas. Je bent dan voor de hele muur. Vraag vervolgens als
de leerling bij de 5 staat: Waar ben je nu? Als het goed
is, antwoordt de leerling nu ‘voor de halve muur’. Stap
over de halve muur, maar nog niet over de volgende streep.
Waar ben je nu? Het antwoordt moet luiden ‘over de
halve muur’. Herhaal het rondlopen, stappen over de
hele en halve muur en het verwoorden waar je nu bent
met andere leerlingen. Gaat dit goed? Voeg eraan toe
dat je niet alleen voor de hele muur bent, maar in de
rol als lange wijzer ook voor het hele uur! Hele muur is
hele uur. Halve muur is halve uur. Komt dat even mooi uit!
Dus als je hier staat, waar ben je dan als lange wijzer in
de tijd? Juist, voor het hele uur. Wijs een leerling aan die
vanaf jouw plaats, voor de hele muur, net over de hele
muur mag stappen. Waar sta je nu als lange wijzer? Juist,
over het hele uur. En loop eens tot hier. Wijs een plaats aan
net voor de halve muur. Waar sta je nu als lange wijzer?
Juist, voor het halve uur. En loop eens tot hier. Wijs een
plaats aan net over de halve muur. Waar sta je nu als
lange wijzer? Juist, over het halve uur. Herhaal ook dit een
aantal keer met andere leerlingen. Om beurten lopen
ze het hele rondje en zeggen daarbij de tijden van de
lange wijzer. Laat een volgende leerling ook eens in een
ander kwadrant starten.
45
Groep 3&4 Vervolg
Over de hele muur, dus over het hele uur
... dus het is over het halve uur
Over de halve muur ...
Oefen het nog een beetje verder in.
Pak de lange-wijzerkaarten erbij.
Vertel dat de lange wijzertijden
behorend bij de stops tijdens het
rondje lopen van hiervoor op deze
kaarten staan, te weten: voor het
hele uur, over het hele uur, voor
het halve uur of over het halve uur.
Maak een blinde waaier van deze
vier kaarten, vraag een leerling een
kaart te trekken en in de rol van lange
wijzer op het kleed overeenkomstig
deze tijd te gaan staan. Zorg dat de
andere leerlingen niet kunnen zien
welke kaart is getrokken. Laat op
de wisbordjes noteren welke tijd ze
46
denken dat de lange-wijzerleerling heeft getrokken. Ter
controle draait de lange-wijzerleerling zijn kaart om.
Wanneer de muur met grote blokken is gebouwd,
kunnen de leerling ook op de muur staan. Voeg in dat
geval ook de kaarten ‘op het hele uur’ en ‘op het halve
uur’ toe.
Tip:
Laat leerlingen met een uitgestrekte arm vanuit het
middelpunt roteren terwijl over de muren wordt
gestapt en de tijden worden benoemd. Ook kunt u
leerlingen in hun rol van lange-wijzer een rekenzwaard
geven. Met het zwaard in hun linkerhand kunnen
ze zich nog meer inleven in hun lange-wijzerrol.
Bovendien lopen ze hiermee trefzeker in de richting
van de wijzer van de klok.
Als je hier staat, waar ben je dan?
Zes minuten voor half
Groep 3&4 Vervolg
Hoe het verder gaat
Na Over de muur volgen de lessen Over de muur (2),
(3) en (4). Hierin komen ook de lange-wijzerstanden
behorend bij ‘kwart over’ en ‘kwart voor’ aan de orde
en oefenen leerlingen de lange-wijzertijden tot op de
minuut nauwkeurig in.
Met het rekenzwaard in de linkerhand leven
ze zich in de rol van lange wijzer in
47
Rekenmaterialen oefenlessen groep 3&4 Vervolg
48
€ 635,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze kist vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen én educatieve rekenspellen, ook voor
buiten! De kist komt aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 3&4 Vervolg. In de handleiding treft u
bij elk materiaal een of meer voorbeeldlessen en bij de spellen, behalve de spelregels, ook didactische aanwijzingen
voor het behalen van de doelen. Er is per les en spel aangegeven waar deze zich in de leerlijn bevinden.
Kaartenlijn Kastelen op
Prentenboek: Rekenzwaard Rekenstempels
stelten De verliefde getallen
Ketting rijgen
De buitenkoffer:
Hinkel de harten
en Alle twaalf
Rekenstickerdiploma’s
groep 3 en groep 4
Prentenboek:
De keerspreuk
Handschoenen
Groep 3&4 Vervolg
Driedimensionale
driehoekige
kaarten
Werkbladenmap
groep 3&4
Kaarten en
verkeerslichten
Rekenbal,Eiertrays,
Posters en Tafelkaart
Kat in de zak Getalkaarten Tafelbingo en
Koppels delen
Tafelmeppen
49
Rekenmaterialen Tijd
Nieuw!
50
€ 660,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze ladekasten vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen, ook voor buiten!, én educatieve
rekenspellen. De ladekast komt aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 3&4 Vervolg. In de handleiding
treft u bij elk materiaal een of meer voorbeeldlessen en bij de spellen, behalve de spelregels, ook didactische
aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per les en spel aangegeven waar deze zich in de leerlijn bevinden.
51
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
Korte-wijzerbingovelden
Korte-wijzerbingovelden
groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo
groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
Korte-wijzerbingovelden
Korte-wijzerbingovelden
groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo
groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
Korte-wijzerbingovelden
Korte-wijzerbingovelden
groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo
groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
Korte-wijzerbingovelden
Korte-wijzerbingovelden
groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo
groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
Korte-wijzerbingovelden
Korte-wijzerbingovelden
groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo
groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo
Tureluren
Race tegen de klok
Tijdsmaatkaarten
Tijdmeppen
Klok met korte wijzer,
losse korte wijzers en
korte-wijzerkaarten
Korte-wijzerbingo
Poppetjes en
dobbelstenen
Vloerkleed en
lange-wijzerkaarten
Lange-wijzerbingo
Septem leert
Klokkijken
Getaltegels
en wijzers
Tijdrekken
Neem de tijd
Trom
Wijzerplaatklokken
leerlingen
Instructieklokken,
kubusblokjes, getalkaarten,
touwtjes en minutenkaarten
Schooltijd- en
vrijetijdkaarten
Zeeën van tijd
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
Lange-wijzerbingovelden
Lange-wijzerbingovelden
groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo
groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
Lange-wijzerbingovelden
Lange-wijzerbingovelden
groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo
groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
Lange-wijzerbingovelden
Lange-wijzerbingovelden
groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo
groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
1
5
7
9
Lange-wijzerbingovelden
Lange-wijzerbingovelden
groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo
groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
12
6
3
2
1
10
4
8
11
5
7
9
Lange-wijzerbingovelden
Lange-wijzerbingovelden
groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo
groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo
Groep 3&4 Vervolg
Aanbod groep 5&6
Cursussen gehele rekenleerlijn
Het cursusaanbod van groep 5&6 bestaat uit
een basiscursus van vier bijeenkomsten en een
vervolgcursus van vier bijeenkomsten. Tijdens de
bijeenkomsten wisselen verschillende werkvormen,
zoals theoretische onderbouwing, didactische
activiteiten, kijken naar video-opnamen en het
bespreken van de praktijkopdrachten, elkaar af. Elke
bijeenkomst duurt 2,5 uur en vindt op locatie plaats.
Als cursist ontvangt u de eerste bijeenkomst een
Rekenspellenboek, een cursusmap, inloggegevens
voor de downloads en een cursistencadeautje dat u de
volgende dag meteen in kunt zetten tijdens uw rekenwiskundelessen.
52
Cursusmateriaal
In Rekenspellenboek groep 5&6 vindt u meer dan
100 unieke, volledig uitgewerkte lessen die u met uw
leerlingen kunt doen. In Rekenspellenboek groep 5&6
Vervolg vindt u lessen op het gebied van breuken, Meten
en Meetkunde. Met het inzetten van deze lessen op het
geschikte moment en de juiste manier, voldoet u aan
alle reken-wiskundedoelen van de SLO.
Voor het behalen van deze doelen kunt u de
Rekenkalenders gebruiken. Hierin staan voor alle
dagen van de week per dag welke les(sen) u geeft. De
beschrijving van deze lessen vindt u via de indices
in de Rekenspellenboeken. U kunt uw lessen ook
plannen en verzorgen vertrekkend vanuit het punt
waar de leerlingen zich op dit moment bevinden op de
leerlijn. In dat geval kiest u uit de inhoudsopgave in de
Rekenspellenboeken de lessen die hierbij passen. De
lessen staan hier per subdoel geordend van makkelijk
naar moeilijk. Beide mogelijkheden, werken vanuit de
rekenkalender of vanuit de leerlijn, zijn op de hierna
volgende pagina’s in schema gezet.
Inhoud basiscursus groep 5&6
In de basiscursus groep 5&6 krijgt u in vier
bijeenkomsten overzicht op de leerlijnen en didactiek
voor het rekenen tot 100.000 en verder. U leert hoe u
productieve oefenlessen geeft, zowel binnen als buiten.
U weet hoe u materialen, modellen en strategieën
afstemt op de behoefte van de groep of de individuele
leerling. U ervaart welk positief effect het laten maken
van eigen producties kan hebben op de autonomie,
zelfvertrouwen en motivatie van leerlingen. U leert
wanneer u welke oefenlessen en spellen inzet om
de doelen te behalen. U maakt zich bovendien een
breed palet aan interventies eigen om het denken en
redeneren van uw leerlingen te achterhalen. U kunt met
uw kennis van de verschillende oplossingsstrategieën
van leerlingen doeltreffende feedback geven. Het
Schrijf u
in voor de basisén
vervolgcursus
en ontvang € 100,-
korting
pendelen tussen de verschillende niveaus van het
handelings- en hoofdfasenmodel krijgt u onder de
knie.
Met Rekenspellenboek groep 5&6 beschikt u over
ruim 100 oefenlessen en educatieve spellen die voor
deze clustergroep de leerlijnen voor het rekenen met
gehele getallen in groep 5 en 6 dekken. Deze lessen
en spellen zijn opgedeeld in zeven oefenonderdelen:
leren tellen, ordenen en lokaliseren, springen naar
getallen, hoofdrekenen (+ en -), vermenigvuldigen
en delen (tafels 0 t/m 10, inverse relatie, tientaltafels
en nulregel), schattend rekenen en de schriftelijke
standaardprocedures.
Nieuw
Inhoud vervolgcursus groep 5&6
De cursus groep 5&6 Vervolg is bestaat uit vier
bijeenkomsten en maakt het programma volledig
doelen dekkend tot en met groep 6. Tijdens deze
cursus verdiept u zich in breuken en de domeinen
Meten en Meetkunde. Decimale getallen komen
als benoemde getallen aan de orde bij het domein
Meten. Bij Breuken gaat het vooral om het begrip van
de verschillende betekenissen en notatievormen in
breuken, het vergelijken, ordenen en positioneren van
breuken volgens informele strategieën en komen de
zes aspecten van breuken aan de orde. Met betrekking
tot het domein Meten doorgrondt u de leerlijnen en
didactiek voor lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud,
gewicht en geld. En voor het domein Meetkunde doet
u dit voor de deelleergebieden
oriënteren in de ruimte, construeren en opereren
met vormen en figuren. Met Rekenspellenboek groep
5&6 Vervolg beschikt u over reken-wiskundelessen
en spellen die voor deze clustergroep de leerlijnen
Breuken, Meten en Meetkunde dekken.
Voorkennis van de basiscursus is nodig voor de
vervolgcursus.
Na het volgen van beide cursussen heeft u een volledig
doelen dekkend programma voor groep 5&6 in
handen.
Registerleraar heeft de basiscursus met 40 RU en de
vervolgcursus met 40 RU gevalideerd.
Hoe het hele programma voor groep 5&6 samenhangt,
kunt u lezen op de volgende pagina’s.
“Geweldig goede cursus.
Praktisch, veel verschillende werkvormen
en mooie materialen.
Fijne toegankelijke cursusleider.”
Erna van Benthem, leerkracht groep 6
Het Prisma te Borne
53
Groep 5&6
Titel
[Hoofdstuk] Bladzijde
Afgerond staat netjes [3]
188
Afrondrace [3]
186
Alleen met tussenuitkomsten [4]
197
Alles op een hoop [1d]
99
Auditief springen naar getallen [1c]
57
Ballen met getallen [2d]
169
Bedenk zoveel mogelijk sommen tot 1000 [1d]
78
Broekzaksommen [2c]
134
Buitenspel [1d]
90
Burenbingo [1a]
15
De dokter en de half dove patiënt [1d]
83
De halveerrups [1d]
103
De kleine buur [1a]
11
De kleinste uitkomst [4]
200
De plusrups [1d]
104
De sorteermachine
[1b1]
22
De tafel van 100 [1b2]
38
Dicht-dichter-dichtst [1b2]
48
Domino [2a]
115
Duizendtal-telspel [1a]
14
Eén-twee-drie [2d]
183
Een voorstelling van 1000 [1b2]
39
Eerlijk of niet? [1d]
85
Erop of eronder [1c]
62
Flipflapperen [1d]
68
Gaten schieten [1d]
93
Gedachten lezen [1d]
101
Gestrikt! [2d]
179
Gok een hok [1b2]
46
Heen en terug [1d]
79
Het record verbreken [1a]
12
Hoe groot is de grote sprong? [1c]
55
Hoeveel dagen tot en met ...? [3]
189
Hoeveel moet je betalen? [3]
191
Hoger, lager [3]
195
Honderdtal-telspel [1a]
13
Hordelopen [2a]
112
In de tafel van ...? [2c]
137
In zo min mogelijk beurten [1b2]
41
Kampen [2d]
181
Kat in de zak [2b]
128
Titel
[Hoofdstuk] Bladzijde
Keer en kraak [4]
204
Knieknotsen [2d]
152
Koppelen [2d]
173
Koppels delen [2d]
171
Kraak de code [1b2]
44
Kraters slaan [2d]
159
Kudoku [4]
198
Lettersommen [4]
207
Liefdesparen sparen – samen 1000 [1d]
107
Liefdesparen sparen – vermenigvuldigen [2d]
177
Lijntikkertje
[2d]
175
Maak 24 [2c]
145
Maak mooie, ronde getallen [1d]
73
Magic game [1d]
89
Magisch vierkant [1d]
94
Midden zoeken tussen getallen [1b2]
43
Op 100 ben je af! [1d]
102
Op je nummer zetten [1b2]
36
Op tijd op de rem [1a]
6
Pietje Precies – plus 19 en min 9 [1d]
97
Pietje Precies – tot en met 235 [1a]
7
Plus en min 10, 100 en 1000 [1d]
69
Potje duizend [4]
210
Raad mijn getal [1b2]
35
Ren je rot [1b1]
26
Samen 1000 [1d]
76
Schat de schat [3]
193
Schriftelijk springen naar getallen [1c]
56
Sommenbal [1d]
67
Sommenrace [1d]
67
Sommen met de vrienden van 1000 [1d]
72
Sommen met kennis van de splitsbloemen [1d]
88
Sommen met kennis van de tweelingen [1d]
86
Sommen met kennis van de vrienden
van 10, 100 en 1000 [1d]
74
Springen vanaf 0 [1c]
51
Springen vanaf 1000 [1c]
53
Sprintje trekken [1b1]
28
Sprintje trekken XL
[1b1]
32
Sprongen en sommen [1c]
59
Stoeptafelen
[2b]
122
216
Werkwijze groep 5&6
Al tijdens de cursus start u met het werken vanuit de leerlijn, de doelen en de geleerde
didactische vaardigheden. Hoe dat gaat, ziet u aan de hand van dit voorbeeld:
Springen
naar getallen
INHOUDSOPGAVE
1c. Springen naar getallen p. 50
Inleiding 1
Benodigde rekenmaterialen groep 5&6 2
1. Rekenbasis 3
1a. Leren tellen 4
Oefenlessen 5
Tikkie, jij bent ‘m 5
Op tijd op de rem 6
Pietje Precies – tot en met 235 7
Zonder aanloop 9
Welke mis je? 10
De kleine buur 11
Het record verbreken 12
Honderdtal-telspel 13
Duizendtal-telspel 14
Gezelschapsspellen 15
Burenbingo 15
TIENen
17
1b. Ordenen & lokaliseren 21
1b.1. Ordenen 21
Oefenlessen 22
De sorteermachine 22
Ren je rot 26
Sprintje trekken 28
Gezelschapsspellen 30
Straatje maken 30
Sprintje trekken XL
32
1b.2. Lokaliseren 34
Oefenlessen 35
Raad mijn getal 35
Op je nummer zetten 36
De tafel van 100 38
Een voorstelling van 1000 39
In zo min mogelijk beurten 41
Midden zoeken tussen getallen 43
Kraak de code 44
Gezelschapsspellen 46
Gok een hok 46
Dicht-dichter-dichtst 48
1c. Springen naar getallen 50
Oefenlessen 51
Springen vanaf 0 51
Springen vanaf 1000 53
Hoe groot is de grote sprong? 55
Schriftelijk springen naar getallen 56
Auditief springen naar getallen 57
Voorbij en terug 58
Sprongen en sommen 59
Welk getal, weet jij het al? 60
Gezelschapsspellen 62
Erop of eronder 62
Vijfduizendje gooien 64
Welk getal, weet jij het al? p. 60
1d. Hoofdrekenen + en – tot en met 10.000 66
Oefenlessen 69
Plus en min 10, 100 en 1000 69
Wie is de vriend van ...? 71
Sommen met de vrienden van 1000 72
Maak mooie, ronde getallen 73
Sommen met kennis van de vrienden van 10, 100 en 1000 74
Samen 1000 76
Bedenk zoveel mogelijk sommen tot 1000 78
Heen en terug 79
Welke aantallen kunnen? 80
Wat hoort daarbij? 81
Welke splitsingen ken je? 82
De dokter en de half dove patiënt 83
Eerlijk of niet? 85
Sommen met kennis van de tweelingen 86
Sommen met kennis van de splitsbloemen 88
Magic game 89
Buitenspel 90
Gaten schieten 93
Magisch vierkant 94
Pietje Precies – plus 19 en min 9 97
Alles op een hoop 99
Gedachten lezen 101
Op 100 ben je af! 102
De halveerrups 103
De plusrups 104
Gezelschapsspellen 106
Zeventje gooien 106
Liefdesparen sparen – samen 1000 107
Leerlijn
1
2
Rekenspellenboek
2
Welk getal, weet jij het al?
Rekenkalender
1a
54
INDEX
Welk getal, weet jij het al? p. 60
Rekenspellenboek
2a
1
2
De leerlingen zijn tijdens de lessen Springen naar
getallen veelvuldig naar getallen gesprongen.
Hiermee hebben ze inzicht gekregen in de opbouw
van getallen tot en met 1000. Nu wilt u de leerlingen
laten ontdekken dat voor de opbouw van getallen in
een nog groter getallengebied dezelfde systematiek
geldt. Daarbij ligt op de stip om, met het oog op
kolomsgewijs leren rekenen, hun kennis te koppelen
aan het HTE- en DHTE-model.
In Rekenspellenboek groep 5&6 kijkt u in de lijst met
lessen behorend bij Springen naar getallen. De les die
het beste hierbij aansluit is: Welk getal, weet jij het al?
1c. Springen naar geta len
Materiaal
• 7 plaatswaardebekers
Beschrijving
Zie hoofdstuk 3.
uiteen te leggen.
Welk getal, weet jij het al?
Welk getal, weet jij het al?
Doel
• Inzicht krijgen in de opbouw van geta len tot 10 miljoen
• Kolomsgewijs onder elkaar noteren van uiteengelegde
geta len, rekening houdend met het positiesysteem
• Opte len van kolomsgewijs genoteerde geta len
Plaatswaardebekers ineengeschoven
Deze oefenles is het directe gevolg op het fysiek springen naar
geta len volgens de spelregels van de poster Springen naar geta len.
en de ‘1’ telt voor 1 eenheid en moet dus onder de E van Eenheden
worden genoteerd.
Plaatswaardebekers ineengeschoven
Geef iedere leerling een wisbordje en stift. Laat de beker met de
eenheden zien. Houd deze beker op zijn kant zodat de geta len
voor de leerlingen leesbaar zijn. Neem nu de beker met de
tienta len. Schuif deze in de vorige beker. Draai aan de beker met
de eenheden en concludeer dat er verschi lende geta len te maken
zijn, bijvoorbeeld 61 en 69. Haal de bekers ook even uit elkaar. En
Draai nog een ander getal en laat de afzonderlijke geta len in het
HTE-model noteren. Voeg vervolgens de beker met de duizendta len
toe. Deel de regel mee dat je aan het puntje achter het eerste cijfer
kunt zien dat er nog drie cijfers achter komen.
concludeer dat ze vanuit het springen naar geta len weten dat 60
plus 1 samen 61 is en dat 60 plus 9 samen 69 is. Neem nu de beker
met de honderdta len. Schuif deze in de beker met de tienta len.
Maak nu ook weer een getal, bijvoorbeeld 761. Vraag ze op hun
wisbordje te tekenen hoe je op een lege geta lenlijn naar dit getal
kunt springen. Noteer deze sprongen ook op het bord.
Schuif ter controle de bekers uit elkaar. Van links
Springen naar 761 op de lege geta lenlijn
2.761 uiteengelegd in duizendtallen, honderdta len, tienta len en eenheden
naa rechts staat er: 700 + 60 + 1. Leg de verbinding
tussen de zojuist getekende sprongen op de
Vul de opte ling op het bord aan. In het geval dat
het getal 2.761 is gedraaid wordt dit:
lege geta lenlijn en 700 + 60 + 1 op de bekers.
Benadruk hierbij ook dat de volgorde van de geta len
overeenkomt. Maak vervolgens de stap naar de
notatie in het HTE-model. Noteer op het bord:
Vertel dat u hierbij rekening hebt gehouden met de waarde van
de cijfers in de geta len. De ‘7’ telt voor zeven honderden en moet
Haal ter controle de bekers uit elkaar. Vraag:
Wie weet waar de D voor staat? De D staat voor
Duizenden.
Laat ook eens een leerling een getal draaien met de
eerste vier bekers. De andere leerlingen noteren op
DHTE
2000
700
601
2761 +
dus onder de H van Honderden worden geschreven, de ‘6’ telt voor
zes tienta len en moet dus onder de T van Tienta len worden gezet
hun wisbordje hoe het getal is opgebouwd. Ze doen dit in het DHTEmodel.
De leerlingen houden hun wisbordje omhoog en de leerling
die het getal had bedacht, controleert of het klopt door de bekers iets
Herhaal de oefening, maar nu moet de leerling de bekers zelf in
elkaar ze ten voordat het getal gedraaid kan worden. Haal de vier
bekers dus uit elkaar en zet ze in een wi lekeurige volgorde op tafel.
60
Rekenspellenboek p.60
3 4
Rekenmateriaal
3
4
U bladert in Rekenspellenboek groep 5&6 naar de
beschrijving van deze les.
Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij
nodig zijn klaar: de plaatswaardebekers en voor
iedere leerling een wisbordje en stift.
Op grond van uw reflectie op de gegeven les bepaalt
of u de les herhaalt, vereenvoudigt en/of verdiept u
of dat u een volgende activiteit in de lijst aanbiedt.
Kunnen de leerlingen door, dan maakt u in dit
geval de overstap naar het onderdeel Schriftelijke
standaardprocedures.
1a
2a
Wat ook kan:
Geeft u de voorkeur aan een meer methodische
aanpak? Dan heeft u Rekenkalender groep 5 en
groep 6 nodig. Hierin ziet u per dag welke les(sen)
u aanbiedt. Welk getal, weet jij het al? staat voor
groep 5 gepland in de 5 de week na de meivakantie op
maandag en in de 6 de week op dinsdag.
U zoekt Welk getal, weet jij het al? op in de index van
Rekenspellenboek groep 5&6. Hierna vervolgt u met
stap 3 en 4.
Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving
van Welk getal, weet jij het al?
55
Groep 5&6
Welk getal, weet jij het al?
Doel
• Inzicht krijgen in de opbouw van getallen tot ...
10 miljoen!
• Kolomsgewijs onder elkaar noteren van
uiteengelegde getallen, rekening houdend met
het positiesysteem
• Kennismaken met het HTE- en DHTE-model
• Optellen van kolomsgewijs genoteerde getallen
Materiaal
• 7 plaatswaardebekers
• Wisbordjes en stiften
Wat voorafging
Tijdens lessen als ‘Springen vanaf 1000’, ‘Hoe groot is de
grote sprong?’ en ‘Voorbij en terug’ hebben leerlingen
door het fysiek springen naar getallen hun inzicht in de
opbouw van getallen verdiept. Tijdens deze lessen hing
de poster met de springregels voor in het lokaal.
Plaatswaardebekers ineengeschoven
Plaatswaardebekers uiteengeschoven
Beschrijving
Iedere leerling heeft een wisbordje en stift voor zich.
Laat de beker met de eenheden zien. Houd deze beker
op zijn kant zodat de getallen voor de leerlingen leesbaar
zijn. Neem nu de beker met de tientallen. Schuif deze
in de vorige beker. Draai aan de beker met de eenheden
en concludeer dat er verschillende getallen te maken
zijn, bijvoorbeeld 61 en 69. Haal de bekers ook even uit
elkaar. En concludeer dat ze vanuit het springen naar
getallen weten dat 60 plus 1 samen 61 is en dat 60 plus
9 samen 69 is. Neem nu de beker met de honderdtallen.
Schuif deze in de beker met de tientallen. Maak nu
ook weer een getal, bijvoorbeeld 761. Vraag ze op hun
wisbordje te tekenen hoe je op een lege getallenlijn naar
dit getal kunt springen. Noteer deze sprongen ook op
het bord.
Met Sprongen Vooruit groep 5&6 - Springen naar getallen
Poster met de springregels voor het
fysiek springen naar getallen
Springen naar 761 op de lege getallenlijn
56
Schuif ter controle de bekers uit elkaar. Van links naar
rechts staat er: 700 + 60 + 1. Leg de verbinding tussen
de zojuist getekende sprongen op de
lege getallenlijn en 700 + 60 + 1 op de
bekers. Benadruk hierbij ook dat de
volgorde van de getallen overeenkomt.
Maak vervolgens de stap naar de
notatie in het HTE-model. Noteer op
het bord:
Vertel dat hierbij rekening is gehouden met de waarde
van de cijfers in de getallen. De ‘7’ telt voor zeven
honderden en moet dus onder de H van Honderden
worden geschreven, de ‘6’ telt voor zes tientallen en
moet dus onder de T van Tientallen worden gezet en
de ‘1’ telt voor 1 eenheid en moet dus onder de E van
Eenheden worden genoteerd.
je aan het puntje achter het eerste cijfer kunt zien dat
er nog drie cijfers achter komen.
Vul de optelling op het bord aan. In
het geval dat het getal 2.761 is gedraaid
wordt dit:
Haal ter controle de bekers uit elkaar.
Vraag: Wie weet waar de D voor staat?
De D staat voor Duizenden.
DHTE
2000
700
60
1
2761 +
Laat ook eens een leerling een getal draaien met de eerste
vier bekers. De andere leerlingen noteren op hun wisbordje
hoe het getal is opgebouwd. Ze doen dit in het DHTEmodel.
De leerlingen houden hun wisbordje omhoog en de
leerling die het getal had bedacht, controleert of het klopt
door de bekers iets uiteen te leggen.
Draai nog een ander getal en laat de afzonderlijke
getallen in het HTE-model noteren. Voeg vervolgens de
beker met de duizendtallen toe. Deel de regel mee dat
Herhaal de oefening, maar nu moet de leerling de
bekers zelf in elkaar zetten voordat het getal gedraaid
kan worden. Haal de vier bekers dus uit elkaar en zet ze
in een willekeurige volgorde op tafel.
In totaal zijn er zeven bekers. Bereid de verkenning in de
opbouw van getallen uit tot 10 miljoen! Besteed hierbij
ook aandacht aan de uitspraak van getallen en de regel
dat er een punt verschijnt na elke drie cijfers geteld
vanaf rechts.
Groep 5&6
2.761 uiteengelegd in duizendtallen,
honderdtallen, tientallen en eenheden
Verdieping
• Wat is het hoogste getal dat je kunt maken? 9.999.999.
Schrijf dat op je wisbordje. Hoe heet dat getal? Negen
miljoen negenhonderdnegenennegentig duizend
negenhonderdnegenennegentig.
57
• Draai een getal met drie bekers, bijvoorbeeld
248. Welk getal staat op de achterkant? Met andere
woorden: welk getal komt tevoorschijn als je de drie
bekers precies een halve cirkel zou draaien? 793. Schrijf
dat getal op je wisbordje. Laat als geheugensteuntje
tegenover elkaar liggende getallen noteren op de
achterkant van het wisbordje.
• Hoeveel verschillende getallen kun je maken met de
eerste twee bekers? 1 t/m 99 en 0 (dubbel 0). Dus
honderd getallen.
• Hoeveel verschillende getallen kun je maken met de
eerste vier bekers? 1 t/m 9999 en 0 (0.000). Dus
tienduizend getallen. Hoeveel verschillende getallen
kun je maken met de zeven bekers? 9.999.999 en 0
(0.000.000). Dus tien miljoen getallen.
Variatie
• Meerderen en minderen
Draai 2.992. Vraag op het wisbordje te noteren hoe
tien meer eruitziet. Aan welke beker(s) moet er
worden gedraaid?
• Draai 4.001. Vraag op het wisbordje te noteren hoe
twee minder eruitziet. Aan welke beker(s) moet er
worden gedraaid?
• Draai 5.959. Vraag op het wisbordje te noteren hoe
honderd meer eruitziet. Aan welke beker(s) moet er
worden gedraaid?
Hoeveel verschillende getallen kun je maken met de zeven bekers? 10 miljoen!
58
groep 5&6 − Kudoku − Eigen productie
Hoe het verder gaat
In deze les is het HTE- en DHTE-model geïntroduceerd.
Een logische vervolgstap is nu om het kolomsgewijs
rekenen aan te bieden. Met de lessen ‘Alleen met
tussenuitkomsten’ en ‘Kudoku’ verwerven leerlingen
inzicht in kolomsgewijs optellen, aftrekken en
vermenigvuldigen.
H T E
5
8
3 3
D H T E
2
6
7
2
5
6
Kudoku
H T E
8 2
6
3
-5
2
D H T E
4 2
1
0
4
0 3
H T E
4
8
0
7
H T E
7
8
-9
-5
Kudoku
groep 5&6 − Kudoku
D H T E
D H T E
In de Rekenkalender staan de lessen ‘Welk getal, weet jij
het al?’ en ‘Alleen met tussenuitkomsten (optellen)’
bij elkaar gepland.
D H T E
D H T E
D H T E
D H T E
Groep 5&6
Kopieerbladen Kudoku
59
Rekenmaterialen oefenlessen groep 5&6
€ 635,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze kist vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen in groep 5&6. De kist komt ook aan
de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 5&6 Basis. In de handleiding treft u bij elk materiaal een of meer
voorbeelden van reken-wiskundelessen met hun locatie op de leerlijn.
60
Met Sprongen Vooruit groep 5&6 - Springen naar getallen
Getalkaarten
en zandlopers
Cowboyhoed,
wisbordjes en
stiften
Poster
springen naar
getallen
Plaatswaardebekers
Tweelingen
Splitsbloemen
Vrienden
van 1000
Kralenketting
en Tienvanger
Structuurgeld
Rekenknots
Rekenbal en
Flipflappers
Driedimensionale
driehoekige
kaarten
Poster strategieën
vermenigvuldigen,
Tafelkaart en
Eiertrays
Tafelsomkaarten
en Getalkaarten
Groep 5&6
Keerkaarten
Dagenkaart en stift
Handschoenen
Cijferkaarten
en magneten
61
Rekenspellen groep 5
Nieuw!
€ 489,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze ladekast vindt u educatieve rekenspellen, ook voor buiten!, voor groep 5. De ladekast komt ook aan de orde
in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 5&6 Basis. In de handleiding treft u bij elk spel behalve de spelregels ook
didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar deze in de leerlijn past.
62
Burenbingo Straatje maken Gok een hok Dicht-dichterdichtst
Erop of eronder
Vijfduizendje gooien Zeventje goooien Liefdesparen sparen -
samen 1000
Domino
Vier op een rij
Tafelbingo
Maak 24
Trio
Koppelen
Groep 5&6
Lijntikkertje Liefdesparen sparen -
Gestrikt! Potje duizend
vermenigvuldigen
63
Rekenspellen groep 6
Nieuw!
€ 529,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze ladekast vindt u educatieve rekenspellen, ook voor buiten!, voor groep 6. De ladekast komt ook aan de orde
in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 5&6 Basis. In de handleiding treft u bij elk spel behalve de spelregels ook
didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar deze in de leerlijn past.
64
Straatje maken Gok een hok Dicht-dichterdichtst
Vijfduizendje gooien
Vier op een rij Tafelbingo
Maak 24
Trio
Koppelen
Lijntikkertje
Liefdesparen sparen -
vermenigvuldigen
Gestrikt!
Kampen
Groep 5&6
Eén-twee-drie Potje tienduizend Vlaaien snaaien Zee aan schatten
65
Titel
[Hoofdstuk] Bladzijde
Afgerond staat netjes [3]
188
Afrondrace [3]
186
Alleen met tussenuitkomsten [4]
197
Alles op een hoop [1d]
99
Auditief springen naar getallen [1c]
57
Ballen met getallen [2d]
169
Bedenk zoveel mogelijk sommen tot 1000 [1d]
78
Broekzaksommen [2c]
134
Buitenspel [1d]
90
Burenbingo [1a]
15
De dokter en de half dove patiënt [1d]
83
De halveerrups [1d]
103
De kleine buur [1a]
11
De kleinste uitkomst [4]
200
De plusrups [1d]
104
De sorteermachine
[1b1]
22
De tafel van 100 [1b2]
38
Dicht-dichter-dichtst [1b2]
48
Domino [2a]
115
Duizendtal-telspel [1a]
14
Eén-twee-drie [2d]
183
Een voorstelling van 1000 [1b2]
39
Eerlijk of niet? [1d]
85
Erop of eronder [1c]
62
Flipflapperen [1d]
68
Gaten schieten [1d]
93
Gedachten lezen [1d]
101
Gestrikt! [2d]
179
Gok een hok [1b2]
46
Heen en terug [1d]
79
Het record verbreken [1a]
12
Hoe groot is de grote sprong? [1c]
55
Hoeveel dagen tot en met ...? [3]
189
Hoeveel moet je betalen? [3]
191
Hoger, lager [3]
195
Honderdtal-telspel [1a]
13
Hordelopen [2a]
112
In de tafel van ...? [2c]
137
In zo min mogelijk beurten [1b2]
41
Kampen [2d]
181
Kat in de zak [2b]
128
Keer en kraak [4]
204
Knieknotsen [2d]
152
Titel
[Hoofdstuk] Bladzijde
Koppelen [2d]
173
Koppels delen [2d]
171
Kraak de code [1b2]
44
Kraters slaan [2d]
159
Kudoku [4]
198
Lettersommen [4]
207
Liefdesparen sparen – samen 1000 [1d]
107
Liefdesparen sparen – vermenigvuldigen [2d]
177
Lijntikkertje
[2d]
175
Maak 24 [2c]
145
Maak mooie, ronde getallen [1d]
73
Magic game [1d]
89
Magisch vierkant [1d]
94
Midden zoeken tussen getallen [1b2]
43
Op 100 ben je af! [1d]
102
Op je nummer zetten [1b2]
36
Op tijd op de rem [1a]
6
Pietje Precies – plus 19 en min 9 [1d]
97
Pietje Precies – tot en met 235 [1a]
7
Plus en min 10, 100 en 1000 [1d]
69
Potje duizend [4]
210
Raad mijn getal [1b2]
35
Ren je rot [1b1]
26
Samen 1000 [1d]
76
Schat de schat [3]
193
Schriftelijk springen naar getallen [1c]
56
Sommenbal [1d]
67
Sommenrace [1d]
67
Sommen met de vrienden van 1000 [1d]
72
Sommen met kennis van de splitsbloemen [1d]
88
Sommen met kennis van de tweelingen [1d]
86
Sommen met kennis van de vrienden
van 10, 100 en 1000 [1d]
74
Springen vanaf 0 [1c]
51
Springen vanaf 1000 [1c]
53
Sprintje trekken [1b1]
28
Sprintje trekken XL
[1b1]
32
Sprongen en sommen 59
Stoeptafelen
122
Straatje maken [1b1]
30
Tafelbingo [2c]
143
Tafelbreak [2d]
164
Tafelen-met-nullen [2d]
162
Werkwijze groep 5&6 Vervolg
Ook nu werkt u al tijdens de cursus vanuit de leerlijnen, de doelen en de geleerde
didactische vaardigheden. Aan de hand van dit voorbeeld ziet u hoe dat gaat:
INHOUDSOPGAVE
Lengte,
omtrek
en oppervlakte
Leerlijn
Inleiding 1 Tafelbladenprobleem (1) 72
Benodigde rekenmaterialen groep 5&6 2 Tafelbladenprobleem (2) 75
Oppervlakkig robotje (1) 77
Oppervlakkig robotje (2) 79
’t Gaat monster 81
1. Breuken, fase 1: begripsvorming 4 Oppervlaktetafel inrichten 84
Oefenlessen 5 Erop en eromheen 87
Eerlijk zullen we alles delen 5 Gezelschapsspellen 89
Aan tafel (1) 8 Metermuizen 89
Pizza voor iedereen 10 Slakkengang 91
Breuken draaien 12 Decameter duiken 94
Hoe laat is het? 14 Hekken 95
Breukentafel inrichten 16 Kavelen 98
Breukentafelrace 18
Een lange sliert 19 2b. Inhoud 101
Uit je mouw schudden 21 Oefenlessen 102
Samen 1 24 Rotonde inhoud 102
Breukenhapperen (1) 26 Maten speuren 104
Breukenpuzzelrace 29 Schuilmatenwerk 106
Lol in bre(u)ken 32 Line-up met litermaten 109
Wat hoort de patiënt? 34 Erin of eruit 110
Breukenrace (1) 35 Bedenk het maar 112
Wat kost het? 38 Gezelschapsspellen: 114
Wat antwoordt de patiënt? 40 Op je strepen staan 114
Breukenhapperen (2) 42 De laatste druppel 116
Breukenrace (2) 44
Breukenmannetje 47 2c .Gewicht 117
Gezelschapsspellen 50 Oefenlessen 118
Vlaaien snaaien 50 Aan de haak slaan 118
Zee aan schatten 53 De appelles 120
Vul en bevries 123
Gezelschapsspellen
Koffers pakken 126
2. Meten 54 Aan de lopende band 127
2a. Lengte, omtrek en oppervlakte 55
Oefenlessen 55 2d. Tijd 129
De meettafel (1) 56 Oefenlessen 130
De meettafel (2) 58 Alle hens aan dek 130
Decimonster 60 De helft en de helften van de helft 132
Spierballen 62 Over de muur 134
Hectometerhek 63 De tijd tikt door 136
Mikmaat 65 Tijd tekenen en benoemen 138
Schatmeester 67 Codenaam 140
Hand van de juf 70 Tijdhapperen I 142
‘t Gaat monster! p. 81
2a. Lengte, omtrek en oppervlakte p. 55
Rekenspellenboek Vervolg
1
2
‘t Gaat monster!
Rekenkalender
1a
66
INDEX
‘t Gaat monster! p. 81
Rekenspellenboek Vervolg
2a
[1c]
[2b]
1
2
3
De leerlingen kennen de formule l × b bij het bepalen
van oppervlakte. U wilt nu dat ze deze formule bij
het berekenen van vierkante maten toepassen, de
relatie tussen m 2 en dm 2 afleiden en ervaren dat een
vierkante maat niet vierkant hoeft te zijn.
In Rekenspellenboek groep 5&6 Vervolg kijkt u
in de lijst met lessen behorend bij de grootheden
Lengte, omtrek en oppervlakte als onderdelen van
het domein Meten. De les die aansluit bij de beoogde
doelen is: ’t Gaat monster!
U bladert in Rekenspellenboek groep 5&6 Vervolg
naar de beschrijving van deze les.
Materiaal
Beschrijving
oppervlakte
• Wisbordjes en stiften
driehoeken en herhaal dit
groep 5&6 Vervolg – Decimonster vouwen
n ar beneden herh al
dit met de rechterhoek.
Klap beide hoeken terug.
3.
v orste hoek n ar boven
en m ak en vouw.
Vouw de driehoek links tot
tw e nieuwe gelijke
driehoeken en herh al dit
met de driehoek rechts.
Klap beide hoeken terug.
Benodigdheden ‘t Gaat monster!
5.
driehoek n ar beneden
en schuif deze door de
opening n ar bi nen.
Herh al dit met de m est
rechterhoek van de figuur.
‘t Gaat monster!
‘t Gaat monster!
Doel
Verwacht
2022
• Toepassen van de formule ‘l × b’ bij het berekenen van
• Kennen van de standaardmaten m 2 , dm 2 en cm 2 en
verkennen van de relatie tussen deze maten
• Ervaren dat één vierkante meter of 100 vierkante
decimeter niet vierkant hoef te zijn
• Vierkante decimonsters, zie kopieerblad: Decimonster vouwen
• Schrijfgerei, waaronder het zogenaamde gouden schrift
• Vouwblaadjes van 10 cm bij 10 cm
De leerlingen hebben ieder minstens één eigen decimonster
gemaakt. Dit is een boeklegger die is gebruikt om de standaardmaat
decimeter te leren, de relatie te leggen tussen meter, decimeter en
1. Vouw nu de linkerhoek
Knip van het A4’tje de stroken
af over de sti pe lijnen. Leg
het overgebleven vierkant met
en hoek recht n ar beneden
en vouw het vierkant
vervolgens du bel tot en
driehoek.
2. Vouw de onderste,
centimeter en de betekenis te begrijpen van 1 vierkante decimeter.
Hiernaast ziet u hoe u een decimonster kunt maken met het
4. Breng de m est linker
kopieerblad: Decimonster vouwen.
De leerlingen hebben hun eigen decimonsters voor zich liggen. Weten
ju lie nog hoe lang het decimonster is? En hoe breed? Bevestig een
decimonster op het bord en noteer daarbij de lengte- en breedtemaat
als 1 dm en als 10 cm. En wat is de oppervlakte van het decimonster?
1 dm 2 . Schrijf dit op het bord en reken 100 cm 2 ook goed. Bedek met
het decimonster de oppervlakte van uw hand. En memoreer dat ze
uit de les Hand van de juf nog weten dat de oppervlakte van de hand
van een volwassenen ongeveer 1 vierkante decimeter is.
leggen. Hoe lang is deze rij, hoe breed is deze rij en wat bedraagt de
oppervlakte? Vraag de maten in dm op hun wisbordjes op te noteren.
Controleer de antwoorden en schrijf op het bord:
Lengte is . 10 dm
Breedte is . 1 dm
Oppervlakte is . 1 dm 2 + 1 dm 2 + . + 1 dm 2 = 10 dm 2 ,
ofwel: 10 dm × 1 dm = 10 dm 2 .
Ga nog even door op de vermenigvuldiging ‘10 dm × 1 dm =
10 dm 2 ’, waarin 10 dm de lengte is, 1 dm is de breedte is en 10 dm2
de oppervlakte is. Er geldt l × b = oppervlakte. Vraag de leerlingen
deze formule in hun gouden schrif te noteren. Ook maken ze er een
schematische tekening bij van de 10 decimonsters op een rij en hun
maten.
Nodig tien leerlingen uit om een rij van tien monsters te neer te
De decimonsters van deze groep hebben samen
een oppervlakte van 31 dm 2
We hebben inmiddels heel wat monsters vervaardigd. Laat a le
overige monsters erbij leggen en vraag te bepalen wat de totale
oppervlakte nu is. De berekening noteren ze op hun wisbordje.
2a. Lengte, omtrek en oppervlakte
5
Rekenspellenboek Vervolg p.81
Rekenmateriaal Vervolg
3 4
4
Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij
nodig zijn klaar: voor iedere leerling een wisbordje
en stift. Deze zitten in Rekenmaterialen oefenlessen
groep 5&6.
Op grond van uw reflectie op de gegeven les
bepaalt u of u de les herhaalt, vereenvoudigt en/of
verdiept u of dat u een volgende activiteit in de lijst
aanbiedt. Kunnen de leerlingen door, dan ligt de les
Oppervlaktetafel inrichten voor de hand.
1a
2a
Wat ook kan:
Geeft u de voorkeur aan een meer methodische
aanpak? Dan heeft u Rekenkalender groep 5 en
groep 6 nodig. Hierin ziet u per dag welke les(sen)
u aanbiedt. ’t Gaat monster! staat in Rekenkalender
groep 6 gepland in de 6 de week na de meivakantie op
woensdag.
U zoekt ’t Gaat monster! op in de index van
Rekenspellenboek groep 5&6 Vervolg. Hierna
vervolgt u met stap 3 en 4.
Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving
van ’t Gaat monster!
67
Groep 5&6 Vervolg
‘t Gaat monster! *
* West-Fries voor Het gaat super!
3a
5a
3b
5b
1. Knip van het A4’tje de stroken 2. Vouw nu de linkerhoek 3. Vouw de onderste,
af over de stippellijnen. Leg
het overgebleven vierkant met
een hoek recht naar beneden
en vouw het vierkant
vervolgens dubbel tot een
driehoek.
naar beneden en herhaal
dit met de rechterhoek.
Klap beide hoeken terug.
voorste hoek naar boven
en maak een vouw.
4. Vouw de driehoek links tot 5. Breng de meest linker
twee nieuwe gelijke
driehoek naar beneden
driehoeken en herhaal dit en schuif deze door de
met de driehoek rechts. opening naar binnen.
Klap beide hoeken terug. Herhaal dit met de meest
rechterhoek van de figuur.
Volg bovenstaande vouwtekening op het kopieerblad en maak uw eigen decimonster
Doel
• Toepassen van de formule ‘l × b’ bij het berekenen
van oppervlakte
• Kennen van de standaardmaten m 2 en dm 2 en
verkennen van de relatie tussen deze maten
• Ervaren dat één vierkante meter of 100 vierkante
decimeter niet vierkant hoeft te zijn
Materiaal
• Vierkante decimonsters, zie kopieerblad:
Decimonster vouwen
• Schrijfgerei, waaronder het zogenaamde gouden
schrift
• Wisbordjes en stiften
• Vouwblaadjes van 10 cm bij 10 cm
Wat voorafging
De leerlingen hebben ieder minstens één eigen
decimonster gemaakt. Dit is een boeklegger die is
gebruikt om de standaardmaat decimeter te leren, de
relatie te leggen tussen meter, decimeter en centimeter
en de betekenis te begrijpen van 1 vierkante decimeter.
Hierboven ziet u hoe u een decimonster kunt maken
met het kopieerblad: Decimonster vouwen. U vindt
dit kopieerblad op www.metsprongenvooruit.nl/
decimonster-vouwen
Beschrijving
De leerlingen hebben hun eigen decimonsters voor zich
liggen. Weten jullie nog hoe lang het decimonster is?
En hoe breed? Bevestig een decimonster op het bord
en noteer daarbij de lengte- en breedtemaat als 1 dm
68
als 10 cm. En wat is de oppervlakte van het decimonster?
1 dm 2 of 100 cm 2 . Schrijf dit ook op het bord. Bedek
met het decimonster de oppervlakte van uw hand. En
memoreer dat ze uit de les Hand van de juf nog weten
dat de oppervlakte van de hand van een volwassenen
ongeveer 1 vierkante decimeter is. Nodig tien leerlingen
uit om een rij van tien monsters te neer te leggen. Hoe
lang is deze rij, hoe breed is deze rij en wat bedraagt de
oppervlakte? Vraag de maten in dm op hun wisbordjes
op te noteren. Controleer de antwoorden en schrijf op
het bord:
Lengte is... 10 dm
Breedte is... 1 dm
Oppervlakte is: 1 dm 2 + 1 dm 2 + ... + 1 dm 2 = 10 dm 2 ,
ofwel: 10 dm × 1 dm = 10 dm 2 .
Ga nog even door op de vermenigvuldiging ‘10 dm
× 1 dm = 10 dm 2 ’, waarin 10 dm de lengte is, 1 dm de
breedte is en 10 dm 2 de oppervlakte is. Er geldt l × b
= oppervlakte. Vraag de leerlingen deze formule in
hun gouden schrift te noteren. Ook maken ze er een
schematische tekening bij van de 10 decimonsters op
een rij en hun maten.
We hebben inmiddels heel wat monsters vervaardigd. Laat
alle overige monsters erbij leggen en vraag te bepalen
wat de totale oppervlakte nu is. De berekening noteren
ze op hun wisbordje.
Ga na hoe ze dit hebben berekend. Heeft er iemand een
voor een geteld? Wie heeft er naar de grootste rechthoek
gezocht? Wie kan het met de formule voor oppervlakte?
10 dm × 3 dm = 30 dm 2 (of 3 dm × 10 dm 2 ) en dan
nog eentje van 1 dm 2 erbij maakt 31 dm 2 . Waarbij 10
dm weer de lengte is, 3 dm de breedte en 31 dm 2 de
oppervlakte.
Vraag de decimonsters aan te vullen met de
vouwblaadjes tot een veldje van 100. Welke nieuwe
oppervlakte hoort daarbij? De leerlingen noteren dit op
hun wisbordje.
De decimonsters van deze groep hebben samen
een oppervlakte van 31 dm 2
Welke oppervlakte hoort bij 100 vel?
Noteer dat op je wisbordje
Concludeer samen dat er precies 100 vierkante
decimonsters passen in 100 dm 2 . In dit geval is dat 10
69
Groep 5&6 Vervolg
dm × 10 dm = 100 dm 2 . En... dat is precies 1 m × 1 m
= 1 m 2 ! Meet de lengte en breedte samen na met een
meetlint. En herhaal dat 10 dm = 1 m. Laat in de gouden
schriften noteren dat 10 dm × 10 dm = 100 dm 2 hetzelfde
is als 1 m × 1 m = 1 m 2 . Ook dit illustreren ze met een
schematische tekening van het veldje, inclusief de
maten.
In bovenstaand voorbeeld is met de 100 vierkante
vellen een nieuw vierkant gelegd. Moet 100 vierkante
decimeter of vierkante meter altijd een vierkant zijn? Kan
het ook een andere vorm hebben? Met andere woorden, kan
ons veelkoppig monster van 100 dm 2 ook een andere vorm
hebben? Blijft de oppervlakte dan gelijk, of verandert deze?
Laat het veld van 100 dm 2 anders neerleggen. Is dit nog
steeds 100 dm 2 en dus ook 1 m 2 ? Ja! Welke keersom
hoort daarbij? In onderstaand voorbeeld is dat 5 dm × 20
dm = 100 dm 2 = 1 m 2 . Ook goed is natuurlijk 0,5 m × 2 m
= 1 m 2 .
Kan het nog anders? Laat leerlingen in hun tafelgroepje
bedenken hoe het veelkoppig monster kan worden
neergelegd en welke berekening daarbij hoort. Er volgen
een paar voorbeelden van de formele sommen bij de
tegelvloertjes:
25 dm × 4 dm = 100 dm 2 = 1 m 2
100 dm × 1 dm = 100 dm 2 = 1 m 2
4 dm × 20 dm + 4 dm x 5 dm = 80 dm 2 + 20 dm 2 =
100 dm 2 = 1 m 2
9 dm x 10 dm + 3 dm x 3 dm + 1 dm 2 = 90 dm 2 + 9 dm 2 +
1 dm 2 = 100 dm 2 = 1 m 2
Ieder tafelgroepje bedenkt minstens drie
mogelijkheden. Hierbij mogen ze de vloertjes ook
daadwerkelijk telkens omvormen. In de nabespreking
komt aan de orde dat bij het noteren van de berekening
telkens naar de grootste rechthoek van het tegelvloertje
gezocht moet worden.
100 dm 2 anders neergelegd is ook 1 m 2 !
70
Verdieping
Hoe groot moet het vel papier zijn om een één
vierkante metermonster te vouwen? Noteer de lengte,
de breedte en de oppervlakte van het benodigde papier.
Breng hierbij eventueel in herinnering de maten van
het afgeknipte kopieerblad: Decimonster vouwen. Het
antwoord luidt: 20 decimeter bij 20 decimeter, dus 20
dm x 20 dm = 400 dm 2 , ofwel 2 meter bij 2 meter, dus
2 m x 2 m = 4 m 2 .
3a
5a
Knip van het A4’tje de stroken
af over de stippellijnen. Leg
het overgebleven vierkant met
een hoek recht naar beneden
en vouw het vierkant
vervolgens dubbel tot een
driehoek.
1. 2. Vouw nu de linkerhoek Vouw de onderste,
naar beneden en herhaal
dit met de rechterhoek.
Klap beide hoeken terug.
3b
3.
voorste hoek naar boven
en maak een vouw.
Vouw de driehoek links tot
twee nieuwe gelijke
driehoeken en herhaal dit
met de driehoek rechts.
Klap beide hoeken terug.
4. 5. Breng de meest linker
5b
driehoek naar beneden
en schuif deze door de
opening naar binnen.
Herhaal dit met de meest
rechterhoek van de figuur.
groep 5&6 Vervolg – Decimonster vouwen
Kopieerblad Decimonster vouwen
Groep 5&6 Vervolg
71
Rekenmaterialen oefenlessen
Meten en Meetkunde groep 5&6
Verwacht
2022
• Beschrijfbare maatbekers
• Blokjes en meetlinten
• Brief- en muntgeld
• Duimstok, meetwiel en rolmaat
• Gewichtenset
• Instructieklokken
• Kompas en windvaan
• Linialen en vouwblaadjes
• Matenkaarten
• Oppervlaktebepalers
• Raamposters
• Robotblocks
• Schooltijd- en vrijetijdkaarten
• Schuifmaten en 3D-kaarten
• Spiegels en mozaïeken
• Tijdsmaatkaarten
• Unster en bagageweger
• Vergrootglazen
• Vierkante metermat
• Vloerkleed en getalkaarten
• Weegschalen
• Werkbladenmap
72
Rekenspellen Meten en Meetkunde groep 5&6
Verwacht
2022
• Aan de lopende band
• Blokje om
• De laatste druppel
• Decameten
• Hekken
• Korte- en Lange-wijzerbingo
• Koffers pakken
• Mikmaat
• Motormuizen
• Neem de tijd
• Op je strepen staan
• Race tegen de klok
• Sla je slag
• Sprokkel je sprookje
• Tijdmeppen
• Tureluren
• Vlotten
• Zeeën van tijd
Groep 5&6 Vervolg
73
Aanbod groep 7&8
Cursus volledig doelen dekkend
Vanaf ’22-’23 met Meten en Meetkunde
Het cursusaanbod van groep 7&8 bestaat uit een
basiscursus van vier bijeenkomsten. Tijdens de
bijeenkomsten wisselen verschillende werkvormen,
zoals theoretische onderbouwing, didactische
activiteiten, kijken naar video-opnamen en het
bespreken van de praktijkopdrachten elkaar af. Elke
bijeenkomst duurt 2,5 uur en vindt op locatie plaats.
Als cursist ontvangt u de eerste bijeenkomst een
Rekenspellenboek, een cursusmap, inloggegevens
voor de downloads en een cursistencadeautje dat u de
volgende dag meteen in kunt zetten tijdens uw rekenwiskundelessen.
In Rekenspellenboek groep 7&8 vindt u meer dan 100
unieke volledig uitgewerkte reken-wiskundelessen die
u met uw leerlingen kunt doen.
Cursusmateriaal
Voor het behalen van deze doelen kunt u de
Rekenkalender gebruiken. Hierin staat voor alle
dagen van de week per dag welke les(sen) u geeft. De
beschrijving van deze lessen vindt u via de index in
het Rekenspellenboek. U kunt uw lessen ook plannen
en verzorgen vertrekkend vanuit het punt waar de
leerlingen zich op dit moment bevinden op de leerlijn.
In dat geval kiest u via de inhoudsopgave in het
Rekenspellenboek de lessen die hierop aansluiten.
De lessen staan per subdoel geordend van makkelijk
naar moeilijk. Beide mogelijkheden, werken vanuit de
Rekenkalender of vanuit de plaats op de leerlijn, zijn op
de hierna volgende pagina’s in schema gezet.
Inhoud basiscursus groep 7&8
In de basiscursus groep 7&8 krijgt u inzicht en overzicht
van de rekenleerlijnen gehele en gebroken getallen.
U leert hoe u productieve oefenlessen geeft, zowel
binnen als buiten. U weet hoe u materialen en modellen
afstemt op de behoefte van de groep of de individuele
leerling. U ervaart welk positief effect het laten maken
van eigen producties kan hebben op de autonomie,
zelfvertrouwen en motivatie van leerlingen. U leert
wanneer u welke oefenlessen en spellen inzet om
de doelen te behalen. U maakt zich bovendien een
breed palet aan interventies eigen om het denken en
redeneren van uw leerlingen te achterhalen. U kunt met
uw kennis van de verschillende oplossingsstrategieën
74
van leerlingen doeltreffende feedback geven. Het
pendelen tussen de verschillende niveaus van het
handelings- en hoofdfasenmodel krijgt u verder onder
de knie.
Met Rekenspellenboek groep 7&8 beschikt u over
ruim 100 oefenlessen en educatieve spellen die voor
deze clustergroep de leerlijnen voor het rekenen
met gehele en gebroken getallen in groep 7 en 8
dekken. Deze oefenlessen en spellen zijn opgedeeld
in zeven oefenonderdelen: hoofdrekenen, schattend
rekenen, schriftelijke standaardprocedures, breuken,
kommagetallen, procenten en verhoudingen.
Inhoud vervolgcursus groep 7&8
De cursus groep 7&8 Vervolg van vier bijeenkomsten
is vanaf schooljaar 2022-2023 beschikbaar. Met deze
cursus en de bijbehorende materialen is het gehele
curriculum tot en met groep 8 voor het primair
onderwijs compleet.
Registerleraar heeft de
basiscursus met 40 RU
en de vervolgcursus
met 40 RU gevalideerd.
Schrijf u in
voor een cursus via
www.metsprongenvooruit.nl
“Het was een
vakinhoudelijke sterke cursus.
Het was fijn om de didactiek van de
verschillende rekenmodellen terug
te zien in de uitleg. Dit verstevigde
de uitleg van spellen en
materiaal.”
Esther Koumans, leerkracht groep 6/7/8
Gabriëlschool te Putten
“Met Sprongen Vooruit werkt zo fijn.
De leerlingen zie je ontdekken en
tot begrip van het rekenprobleem komen.
Hopelijk biedt OZHW Academie de cursus
volgend jaar weer aan. Ik raad het al
mijn collega’s aan ;-)”
Corina Kranendonk, leerkracht groep 8
Basisschool De Draaimolen te Barendrecht
75
Groep 7&8
Titel
[Hoofdstuk] Bladzijde
Aan tafel (1) [1a]
8
Aan tafel (2) [1c]
89
Ballen met getallen [5]
256
Bij de ratten af [3]
172
Boksen [5]
266
Breuk door breuk [1c]
102
Breuk-door-breuk-verhalen (1) [1c]
96
Breuk-door-breuk-verhalen (2) [1c]
98
Breuk-door-breuk-verhalen (3) [1c]
100
Breuken draaien [1a]
12
Breukenhapperen (1) [1a]
26
Breukenhapperen (2) [1a]
42
Breukenmannetje [1a]
47
Breukenpuzzelrace [1a]
29
Breukenrace (1) [1a]
35
Breukenrace (2) [1a]
44
Breukenrace (3) [1b]
67
Breukentafel inrichten [1a]
16
Breukentafelrace [1a]
18
Breuken vieren [1c]
107
Breukenwaaier [1b]
57
Breuk min breuk [1c]
79
Breukrekenen in context [1c]
82
Codenaam [1b]
63
De som van Jasja (eigen producties) [1c]
80
De sorteermachine
[5]
247
Dicht-dichter-dichtst [2b]
145
Een koninklijke breuk [1b]
70
Een lange sliert [1a]
19
Eén-twee-drie [4c]
222
Eerlijk zullen we alles delen [1a]
5
Families zoeken [1b]
62
Gestrikt! [3]
170
Gouden boekje (breuk delen door breuk) [1c]
105
Gouden boekje (breuken + en –) [1c]
86
Gouden boekje (breuk keer breuk) [1c]
95
Gouden boekje (gelijkwaardigheid) [1b]
66
Gouden boekje
(kommagetal delen door 10, 100, 1000) [2b]
142
Gouden boekje
(kommagetal delen door kommagetal) [2c]
159
Gouden boekje
(kommagetal keer kommagetal) [2c]
156
Gouden boekje (kommagetal
vermenigvuldigen met 10, 100, 1000) [2b]
140
272
Titel
[Hoofdstuk] Bladzijde
Gouden boekje (procenten) [4a]
179
Goud gokken [5]
268
Groepjes maken (1) [4c]
202
Groepjes maken (2) [4c]
206
Groepjes maken (3) [4c]
212
Groepjes maken (4) [4c]
216
Hartenbreker [1b]
74
Hoe laat is het? [1a]
14
Hoeveel strook verschil? [1b]
73
Hotel of Botel? [4d]
242
In balans [2a]
120
Inpolderen [5]
258
In zo min mogelijk beurten [2b]
137
It’s a kind of magic [5]
259
Je rekent je een breuk [1c]
106
Kampen [4c]
231
Keer met kommagetallen vanuit line-up [2b]
138
Kommaballen [2b]
128
Kommagetal delen door 10, 100, 1000, ... [2b]
141
Kommagetal delen door kommagetal [2b]
157
Kommagetal in het nieuws [2a]
114
Kommagetal keer 10, 100, 1000, ... [2b]
139
Kommagetal keer kommagetal [2c]
148
Kommagetallenrace [2b]
131
Kommahapperen [3]
168
Komma’s hangen, breuken vangen [3]
167
Komma’s hangen, breuken vangen én
procenten plakken [4b]
193
Kommasnelweg [2b]
143
Komma zij aan zij [2c]
154
Koppelen (1) [4c]
224
Koppelen (2) [4c]
234
Liefdesparen sparen – gelijknamig maken [1b]
76
Liefdesparen sparen – percentages nemen [4c]
229
Lijntikkertje
[4c]
227
Lol in bre(u)ken [1a]
32
Mijn kommagetal [2a]
111
Moment van downloaden (1) [4a]
180
Moment van downloaden (2) [4b]
196
Multiple choice voor kommagetal
keer kommagetal [2c]
150
Naderspel [2b]
133
Nederland 1 [4d]
240
Negens scoren (+, – en ×) [2c]
160
Om de scheet [5]
264
Werkwijze groep 7&8
Al tijdens de cursus start u met het werken vanuit de leerlijn, de doelen en de geleerde
didactische vaardigheden. Hoe dat gaat, ziet u aan de hand van dit voorbeeld:
INHOUDSOPGAVE
Breuken
Inhoudsopgave 2 Op je breuk staan 69
Inleiding 1 Een koninklijke breuk 70
Raad de toverstrook 72
Hoeveel strook verschil? 73
Gezelschapsspellen 74
1. Breuken 4 Hartenbreker 74
1a. Breuken
Liefdesparen sparen – gelijknamig maken 76
fase 1: Begripsvorming 4
Oefenlessen 5 1c. Breuken
Eerlijk zullen we alles delen 5 fase 3: Vlot uitvoeren van bewerkingen 78
Aan tafel (1) 8
Oefenlessen 79
Pizza voor iedereen 10 Breuk min breuk 79
Breuken draaien 12 De som van Jasja (eigen producties) 80
Hoe laat is het? 14 Breukrekenen in context 82
Breukentafel inrichten 16 Poster (– en +) 84
Breukentafelrace 18 Gouden boekje (breuken + en –) 86
Een lange sliert 19 Rondje skeeleren 87
Uit je mouw schudden 21 Aan tafel (2) 89
Samen 1 24 Poster (×) 93
Breukenhapperen (1) 26 Gouden boekje (breuk keer breuk) 95
Breukenpuzzelrace 29 Breuk-door-breuk-verhalen (1) 96
Lol in bre(u)ken 32 Breuk-door-breuk-verhalen (2) 98
Wat hoort de patiënt? 34 Breuk-door-breuk-verhalen (3) 100
Breukenrace (1) 35 Breuk door breuk 102
Wat kost het? 38 Poster (÷) 104
Wat antwoordt de patiënt? 40 Gouden boekje (breuk delen door breuk) 105
Breukenhapperen (2) 42 Je rekent je een breuk 106
Breukenrace (2) 44
Gezelschapsspel 107
Breukenmannetje 47 Breuken vieren 107
Gezelschapsspellen 50
Vlaaien snaaien 50
Zee aan schatten 53
2. Kommagetallen 109
1b. Breuken
2a. Kommagetallen
fase 2: Ontwikkelen van oplossingsprocedures 56 fase 1: Begripsvorming 109
Oefenlessen 57
Oefenlessen 110
Breukenwaaier 57 Wat weet je van kommagetallen? 110
Weg van breuken 59 Mijn kommagetal 111
Families zoeken 62 Kommagetal in het nieuws 114
Codenaam 63 Undercover 116
Poster gelijkwaardigheid 65 In balans 120
Gouden boekje (gelijkwaardigheid) 66 Tafel van 1 122
Breukenrace (3) 67 Voorstelling van 0 tot 1 123
1. Breuken, fase 1 p. 4
Breukenpuzzelrace p. 29
Leerlijn
Rekenspellenboek
1 2
2
Breukenpuzzelrace
Rekenkalender
1a
76
INDEX
Breukenpuzzelrace p. 29
Rekenspellenboek
2a
1
2
Leerlingen zijn bekend met het maken, benoemen
en noteren van breuken. Ze begrijpen breuken als
deling, maat en deel-geheel. Ook zijn ze vertrouwd
met breukentaal zoals ‘teller’ en ‘noemer’.
In Rekenspellenboek groep 7&8 kijkt u in de
lijst met lessen behorend bij Breuken. De les die
aansluit bij de zone van de naaste ontwikkeling is
Breukenpuzzelrace. Bij uw keuze voor deze les speelt
ook een rol dat leerlingen dit een aantrekkelijke
les zullen vinden. Voor een eerdere les, genaamd
Breukentafelrace, waarin ook een race-element zit,
waren ze namelijk ook enthousiast.
1
12
1
10
1
9
Materiaal
Voorbereiding
volgende verdeling:
1
7
1
8
1
6
1
5
1
3
1
2
1
12
1
10
2
9
2
7
1
8
1
6
1
5
11
12
1
3
9
10
7
9
1
5
7
7
8
5
6
4
5
2
3
5
12
3
10
4
9
3
7
3
8
1
7
2
5
1
9
1
4
Breukenpuzzelrace
Doel
Breukenpuzzelrace
• Samenste len, benoemen, noteren en vergelijken van
stambreuken en hele breuken. Impliciet gaat het hier ook
om het bepalen van het complement en het begrijpen van
sommetjes als 2 5 + 3 5 = 5 5 = 1 en 5 5 - 2 5 = 3 5
I VI
I V I
• 27 breukenpuzzels in negen zakjes
• 3 wisbordjes en een stift per groepje leerlingen
• 4 sets van elk tien transparante cirkels
I V I
• Pla tegrond met de tafelgroepjes van de groep
• 48 stapelbare pionnen
• Klei
V
IV IX
Doe in elk zakje drie breukenpuzzels. Start eenvoudig en kies voor de
Verdeling van de breukenpuzzels in de zakjes
Zakje Puzzel A Puzzel B Puzzel C
I (2 stuks) (4 stuks) en
4 (4 stuks)
I (3 stuks) en en
I (5 stuks) en en
IV (6 stuks) en en
V (7 stuks) en en
VI (8 stuks) en en
V I (9 stuks) en en
V I (10 stuks) en en
IX (12 stuks) en en
3
4
8
9
3
5
6
7
4
7
5
8
5
9
7
10
7
12
Se transparante breukencirkels
Beschrijving
Introductie van materiaal en spel. De leerlingen zi ten op hun
plaats. Haal de puzzelstukjes van zakje I eruit. Leg hiermee de
puzzels of vraag leerlingen da te doen. Teken op drie wisbordjes
een pizza (cirkel). Vraag vervolgens te bepalen hoe de puzzelstukjes
in breukentaal heten. Op de wisbordjes tekenen de leerlingen de
verdeling van de puzzels en noteren de bijbehorende breuken
ernaast. Met herhaaldelijk afpassen van een puzzelstukje waarvan
de breuk bekend is, bijvoorbeeld 1 5 , kan worden nagegaan of een
andere puzzel ook uit vijfden bestaat. Als dit zo is dan zijn de breuken
van deze puzzel eenvoudig te bepalen: 1 5 , 2 5 , 3 5 of 4 5 . Als dit niet zo
is, moet een scha ting worden gemaakt van de breuk in de puzzel.
Zet een lege tafel in de groep. Leg hierop de benodigdheden. Leg op
elk groepje van de pla tegrond een plat stukje klei. Druk de pionnen
Met transparante cirkels kan worden gecontroleerd of het klopt. De
transparante cirkels worden op de puzzels gelegd. Komen de lijnen
in de klei om omva len te voorkomen.
op de puzzel overeen met de groo te van de stukjes? Misschien
moeten de transparante cirkels nog een beetje worden gedraaid om
de lijnen samen te laten va len. Als de genoteerde breuken op de
wisbordjes niet overeenkomen met de werkelijke breuken moet dit
worden verbeterd. Klopt het wel dan stoppen ze de puzzels terug in
de zakjes, gummen hun wisbordjes uit, leveren het zakje in en krijgen
daarvoor een pion en een nieuw zakje terug.
1a. Breuken fase 1: Begripsvorming
29
Rekenspellenboek p. 29
Rekenmateriaal
3
4
3
4
U bladert in Rekenspellenboek groep 7&8 naar de
beschrijving van deze les.
Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij
nodig zijn klaar: de breukenpuzzels, wisbordjes
en stiften, transparante cirkels en stapelbare
pionnen.
Op grond van uw reflectie op de gegeven les
bepaalt u of u de les herhaalt, vereenvoudigt en/
of verdiept of dat u een volgende les in de lijst
aanbiedt. In de lijst staan nog meer races die qua
leerdoelen de leerlijn volgen!
1a
2a
Wat ook kan:
Geeft u de voorkeur aan een meer methodische aanpak?
Dan heeft u Rekenkalender groep 7 en groep 8 nodig.
Hierin ziet u per dag wat u aanbiedt. Breukenpuzzelrace
staat in Rekenkalender groep 7 gepland in de 5 de en
6 de week na de herfstvakantie op de donderdagen. Op
vrijdag in de 5 de week wordt de suggestie gedaan deze
les te herhalen en/of te verdiepen.
U zoekt de les op in de index van Rekenspellenboek
groep 7&8. Hierna vervolgt u met stap 3 en 4.
Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving
van Breukenpuzzelrace
77
Groep 7&8
Breukenpuzzelrace
Doel
• Samenstellen, benoemen, noteren en vergelijken
van stambreuken en hele breuken. Impliciet gaat het
hier ook om het bepalen van het complement en het
begrijpen van sommetjes als 2 5 + 3 5 = 5 5 en 5 5 – 2 5 = 3 5
I
II
VI
VII
Materiaal
• 27 breukenpuzzels in negen zakjes
• 3 wisbordjes en een stift per tafelgroepje leerlingen
• 4 sets van elk tien transparante cirkels
• Plattegrond met de tafelgroepjes van de groep
• 48 stapelbare pionnen
• Klei
III
IV
V
VIII
IX
Verdeling van de breukenpuzzels in de zakjes
klei om omvallen te voorkomen. Laat een tafelgroepje
‘vrij’. De leerlingen uit dit groepje krijgen de rol van
controleurs en pionnenchef toebedeeld.
Set transparante cirkels
Wat voorafging
Leerlingen zijn bekend met het maken, benoemen
en noteren van breuken. Ze begrijpen breuken als
deling, maat en deel-geheel. Ook zijn ze vertrouwd met
breukentaal zoals ‘teller’ en ‘noemer’.
Voorbereiding
Doe in elk zakje drie breukenpuzzels. Start eenvoudig en
kies voor de verdeling zoals aangegeven voor I t/m IX.
Leg op elk tafelgroepje op de plattegrond een plat stukje
klei. Maak torentjes van de pionnen en druk deze in de
78
Beschrijving
Introduceer het materiaal
De leerlingen zitten in tafelgroepjes. Haal de
puzzelstukjes uit zakje III. Leg hiermee de drie puzzels
of vraag leerlingen dat te doen. Teken vervolgens op
drie wisbordjes elk een pizza (cirkel). Vraag vervolgens
te bepalen hoe de puzzelstukjes in breukentaal
heten. Op de wisbordjes tekenen de leerlingen de
verdeling van de puzzels en noteren de bijbehorende
breuken ernaast. Met herhaaldelijk afpassen van een
puzzelstukje waarvan de breuk bekend is, bijvoorbeeld
1
5 , kan worden nagegaan of een andere puzzel ook uit
vijfden bestaat. Als dit zo is dan zijn de breuken van
deze puzzel eenvoudig te bepalen: 1 5 , 2 5 , 3 5 of 4 5 . Als dit
niet zo is, moet een schatting worden gemaakt van
de breuk in de puzzel. Met transparante cirkels kan
worden gecontroleerd of het klopt. Laat de transparante
cirkels op de puzzels leggen. Komen de lijnen op
de puzzel overeen met de grootte van de stukjes?
Misschien moeten de transparante cirkels nog een
beetje worden gedraaid om de lijnen samen te laten
vallen. Als de genoteerde breuken op de wisbordjes
niet overeenkomen met de werkelijke breuken kan
dit worden verbeterd met behulp van de transparante
cirkels.
Start de race
Geef na deze bespreking een tafelgroepje de rol van
controleurs en pionnenchef. De controleurs krijgen
ieder een set transparante cirkels. De pionnenchef
neemt plaats achter de tafel met de plattegrond en
de pionnen. De rest van de tafelgroepjes krijgen ieder
een zakje. De overige zakjes blijven op de tafel bij de
pionnenchef liggen. Deze dienen als ruilmateriaal.
Op het startsignaal proberen de leerlingen de drie
puzzels in het zakje zo snel mogelijk te leggen en de
bijbehorende breuken op hun wisbordje te noteren.
Tijdens de race gaat het om razendsnel afpassen, samenstellen,
benoemen, noteren en vergelijken van breuken
Introductie van het materiaal
De controleurs lopen langs. Zij controleren of het
klopt. Indien nodig gebruiken ze bij hun controle de
transparante cirkels. Door de transparante cirkels op de
puzzels te leggen kan worden nagegaan of de breuken
juiste zijn bepaald.
79
Groep 7&8
de leerlingen van dit tafelgroepje de wisbordjes uit en
bepalen voor het nieuwe zakje de verdeling in breuken
die ze op de schoongepoetste wisbordjes noteren.
Dit gaat zo door totdat een groepje zes keer een zakje
met puzzels heeft opgelost en dus zes pionnen heeft
verzameld.
Door de transparante cirkel in 9-en op de puzzel te leggen kan
worden nagegaan of de stukken inderdaad uit 2 9 en 2 7 bestaan
Als de breuken behorend bij de puzzelstukjes
zijn goedgekeurd door een controleur, moeten de
puzzelstukjes terug in het zakje worden gedaan. Een
leerling van het tafelgroepje laat de wisbordjes aan
de pionnenchef zien en ruilt bij deze chef het zakje
voor een pion en een ander zakje. Daarna gummen
Bespreek de race
• Van welke puzzels zijn de breuken makkelijk te
benoemen? Teken er een (of twee) op je wisbordje en
noteer de breuken bij de stukjes.
• Van welke puzzels zijn de breuken lastig(er) te
benoemen? Teken er een (of twee) op je wisbordje en
noteer de breuken bij de stukjes.
• Vraag van welke transparante cirkels er meerdere
partjes samenvallen met andere cirkels als je ze op
elkaar legt. Dit zijn de cirkels verdeeld in:
• 3-en, 6-en, 9-en en 12-en
• 2-en, 6-en en 12-en
• 2-en, 4-en, 8-en en 12-en
• 5-en en 10-en
Noteer op het bord: 1 3 = 2 6 en laat dit zien door deze
cirkels op elkaar te leggen. Vraag de leerlingen nog meer
van dergelijke vergelijkingen op te stellen. Concludeer
dat de cirkel in 7-en een bijzondere cirkel is, omdat de
onderverdeling op geen enkele wijze gelijkloopt met een
andere.
Het tafelgroepje dat het eerst zes pionnen heeft verzameld,
wint de race
Herhaal de race
• Kies een ander tafelgroepje voor de rol van
controleurs en pionnenchef.
• Betrek de leerlingen in het lastiger maken van het
spel. Welke puzzel van het ene zakje zullen we met een
80
puzzel van het andere zakje wisselen? Houd op het
bord bij welk tafelgroepje het vaakst een race heeft
gewonnen.
• Is het nodig de race te vereenvoudigen? Dat kan. Zet
loodrecht op de randen van de puzzelstukjes streepjes
de verdeling in stambreuken. Een puzzel bestaande
uit een puzzelstukje van 2 7 en 5 ziet er dan zo uit:
7
Hoe het verder gaat
Na dergelijke lessen waarbij de begripsvorming omtrent
breuken centraal gaat, komen lessen met betrekking
het ontwikkelen van oplossingsprocedures ten aanzien
van breuken aan de orde. Hieronder valt onder meer
het verwerven van inzicht in gelijkwaardigheid en het
bepalen van het verschil tussen willekeurige breuken.
Op de puzzelstukjes 2 7 en 5 7 zijn de stambreuken aangegeven
Nu is zonder hulpstukken (puzzelstukjes van 1 7 en
de transparante cirkels) met zekerheid vast te stellen
welke breuken bij deze puzzel horen.
81
Groep 7&8
Rekenmaterialen oefenlessen groep 7&8
€ 635,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze kist vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen in groep 7&8. De kist komt ook aan
de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 7&8 Basis. In de handleiding treft u bij elk materiaal een of meer
voorbeelden van reken-wiskundelessen met hun locatie op de leerlijn.
82
Vouwblaadjes
en wisbordjes
met stiften
Verdeelschijf
en vlaggen
Breukenwijzers
Breuken en
lege modellen
Breuken en
gevulde modellen
Driedimensionale
driehoekige
kaarten
Flipflappers
Mozaïek: plak en
magnetisch
Magnetisch
strokenbord en
poppetjes
Rekenmaterialen oefenle sen groep 7&8
Breukenkaarten
en controlekaart
Breukenstokken
Breukenpuzzels,
transparante cirkels
en pionnen
Melkpak met
maatverdeling
Piratenhoed met
kommagetallen
en breuken
Rekenbal
Procentenstroken
Rekenzwaard
Vermenigvuldigingen
met kommagetallen
83
Groep 7&8
Rekenspellen groep 7&8
84
€ 740,-
Prijs inclusief BTW en gratis verzending.
Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.
In deze ladekasten vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen in groep 7&8. De ladekasten
komen ook aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 7&8 Basis. In de handleiding treft u bij elk spel
behalve de spelregels ook didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar
deze in de leerlijn past.
Om de scheet Vlaaien snaaien Boksen
Dicht-dichterdichtst
Negens scoren
Zee aan schatten
Hartenbreker
Bij de ratten af
Tetteretet
Uit de rekken
trekken
Eén-twee-drie
Kampen
Goud gokken
Breuken vieren
Koppelen
1 & 2
Kommasnelweg
85
Groep 7&8
Bent u enthousiast?
Ga naar www.metsprongenvooruit.nl en schrijf u snel in
Onze gecertificeerde opleiders staan voor u klaar ...
86
Heeft u vragen?
T: 030 70 70 091
E: info@juliemenneinstituut.nl
... en de medewerkers op kantoor ook!!
Groep 1&2 Groep 3&4
Groep 5&6
Groep 7&8
Totaaloverzicht en prijzen
Groep
1&2
Cursus groep 1&2
€ 550,-
Samen voor € 900,-
Cursus groep 1&2 Vervolg
€ 450,-
Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2
€ 635,-
Groep
3&4
Cursus groep 3&4
€ 550,-
Samen voor € 1000,-
Cursus groep 3&4 Vervolg
€ 550,-
Rekenmaterialen oefenlessen groep 3&4
€ 530,-
Groep
5&6
Cursus groep 5&6
€ 550,-
Samen voor € 1000,-
Cursus groep 5&6 Vervolg
€ 550,-
Rekenmaterialen oefenlessen groep 5&6
€ 635,-
Groep
7&8
Cursus groep 7&8
€ 550,-
Cursus groep 7&8 Vervolg
(verwacht ‘22-’23)
Rekenmaterialen oefenlessen groep 7&8
€ 635,-
Kijk voor een cursus bij u in de buurt op www.metsprongenvooruit.nl
Rekenkaarten groep 1&2
€ 317,-
Rekenspellen groep 3
€ 424,-
Rekenspellen groep 5
€ 489,-
Rekenmaterialen 1&2 Vervolg
€ 740,-
Rekenspellen groep 4
€ 424,-
Rekenmaterialen 3&4 Vervolg
€ 635,-
Rekenspellen groep 7&8
€ 740,-
Rekenspellen groep 6
€ 529,-
Kijk voor actuele prijzen en aanbiedingen op www.metsprongenvooruit.nl
Rekenspellen groep 1&2
€ 635,-
Totaalset groep 1&2 € 2280,-
Rekenmaterialen Tijd
€ 660,-
Rekenkalender groep 1&2
€ 37,10
Rekenkalender groep 3 en groep 4
2 x € 37,10
Totaalset groep 3&4 € 2590,-
Rekenkalender groep 5 en groep 6
2 x € 37,10
Totaalset groep 5&6 € 1595,-
Rekenkalender groep 7 en groep 8
2 x € 37,10
Totaalset groep 7&8 € 1333,-
Groep 1&2 Groep 3&4
Groep 5&6
Groep 7&8
Julie Menne Instituut
Acacialaan 6
3741 WC Baarn
T: 035 70 70 091
info@juliemenneinstituut.nl
www.metsprongenvooruit.nl