31.03.2021 Views

ISSUU

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Inclusief

lessen voor

groep 1 t/m 8

Kies voor aantrekkelijk en effectief

reken- en wiskundeonderwijs

Informatie en aanbod 2021/2022


Totaaloverzicht en prijzen

Groep

1&2

Cursus groep 1&2

Cursus groep 1&2 Vervolg

€ 550,-

€ 450,-

Samen voor € 900,-

Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2

€ 635,-

Groep

3&4

Cursus groep 3&4

€ 550,-

Samen voor € 1000,-

Cursus groep 3&4 Vervolg

€ 550,-

Rekenmaterialen oefenlessen groep 3&4

€ 530,-

Groep

5&6

Cursus groep 5&6

€ 550,-

Samen voor € 1000,-

Cursus groep 5&6 Vervolg

€ 550,-

Rekenmaterialen oefenlessen groep 5&6

€ 635,-

Groep

7&8

Cursus groep 7&8

€ 550,-

Cursus groep 7&8 Vervolg

(verwacht ‘22-’23)

Rekenmaterialen oefenlessen groep 7&8

€ 635,-

Kijk voor een cursus bij u in de buurt op www.metsprongenvooruit.nl


MetSprongenVooruit

MetSprongenVooruit

MetSprongenVooruit

MetSprongenVooruit

Julie Menne Instituut

Acacialaan 6

3741 WC Baarn

T: 035 70 70 091

info@juliemenneinstituut.nl

www.metsprongenvooruit.nl

Groep 1&2 Groep 3&4

Groep 5&6

Groep 7&8


Beste leerkracht,

Met trots presenteer ik u het aanbod van Met Sprongen

Vooruit voor schooljaar 2021-2022. Dit jaar hebben we

maar liefst zeven verschillende cursussoorten waaruit

u kunt kiezen.

Nieuw in het aanbod is de cursus groep 5&6 Vervolg

waarbij de doelen en didactiek voor Meten en

Meetkunde centraal staan. Net als bij de andere

cursussoorten ontvangt u tijdens deze cursus een

Rekenspellenboek, cursusmap

en downloads. Hiermee

kunt u al tijdens de cursus

het geleerde in de praktijk

brengen. Met de voorbeeldles

’t Gaat monster! op pagina 68

krijgt u alvast een voorproefje

wat u van het Rekenspellenboek Cursusmateriaal

kunt verwachten.

groep 5&6 Vervolg

Ook nieuw is de ladekast Rekenmaterialen Tijd. Deze

ladekast bevat achttien items waarmee u leerlingen

in no time leert klokkijken, leert rekenen met en

kritisch leert redeneren over tijd. Op pagina 44 leest u

in de voorbeeldles Over de muur wat u met een aantal

materialen uit deze ladekast kunt doen.

Rekenmaterialen Tijd

Behalve nieuwe producten ontwikkelen we bestaande

producten door en breiden deze uit. De kist

Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2 en de kist

Rekenspellen groep 3 zijn vanaf heden ladekasten

geworden. De ladekast voor kleuters is bovendien

uitgebreid met Tokkie de kip en haar eieren. Blader

naar pagina 14 en 38 om te zien hoe dat eruitziet.

Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2

Rekenspellen groep 3

En op veler verzoek kunt u nu Rekenspellen groep 5

en Rekenspellen groep 6 los bestellen in twee

aparte ladekasten, zie pagina 62 en 64. Gestrikt!,

Liefdesparen sparen en Lijntikkertje zijn voorbeelden

van nieuwe spellen in deze ladekasten. Om aan de

begripsvorming van

breuken te werken

zijn Vlaaien snaaien

en Zee aan schatten

aan de ladekast

Rekenspellen groep 6

toegevoegd.

Rekenspellen groep 5

2


Met de nieuw ontwikkelde cursus en rekenmaterialen

hoop ik dat u met nog meer plezier Met Sprongen

Vooruit kunt inzetten in uw groep. Ik wil u van harte

uitnodigen om de voorbeeldlessen in deze brochure

alvast uit te proberen en hoor graag hoe u dat heeft

ervaren.

Bent u enthousiast over Met Sprongen Vooruit, ga dan

naar www.metsprongenvooruit.nl om u in te schrijven

voor een cursus bij u in de buurt of voor het bestellen

van materiaal. Bij bestelling van de totaalsets krijgt

u de bijbehorende fysieke Rekenkalenders van mij

cadeau. Heeft u vragen, bel ons via 035 70 70 091 of

mail ons via info@julliemenneinstituut.nl.

Wij staan voor u klaar!

Tot ziens,

namens het

gehele team van

Met Sprongen Vooruit,

dr. Julie Menne

Rekenspellen groep 6

Inhoud

Met Sprongen Vooruit is ... 4

Aanbod groep 1&2 8

Kakelvers 12

Familie Muis 20

Aanbod groep 3&4 28

Springen op het stappenpad 32

Over de muur 44

Aanbod groep 5&6 52

Welk getal, weet jij het al? 56

‘t Gaat monster! 68

Aanbod groep 7&8 74

Breukenpuzzelrace 78

Totaaloverzicht en prijzen 88

Groep 1&2 Groep 3&4

Groep 5&6

Groep 7&8

3


Met Sprongen Vooruit is ...

Met Sprongen Vooruit is een doelen dekkend rekenwiskundeprogramma

voor het primair onderwijs.

Het programma is gebaseerd op wetenschappelijk

onderzoek en wordt elk jaar aangepast volgens

de meest voortschrijdende inzichten in de rekenwiskundedidactiek.

Als u het programma inzet, kunt u zelf uw rekenwiskundeonderwijs

vormgeven en aansluiten bij de

behoeftes van uw groep. Hoe dit precies werkt, lichten

we per groep toe in deze brochure. Hieronder vindt u

uiteengezet hoe het programma is opgebouwd.

Met Sprongen Vooruit gaat uit van een didactische,

methodische aanpak. Dit betekent dat de plaats

waar de leerlingen zich op de leerlijn bevinden

het uitgangspunt vormt voor de volgende les. De

reken-wiskundelessen kenmerken zich onder meer

door een interactieve, klassikale setting waarin

leerlingen worden uitgedaagd tot het maken van eigen

producties. Leerkrachten weten tijdens deze lessen de

eigen inbreng van leerlingen te honoreren.

”Het stuk bewustwording en

leerlijnen vind ik heel fijn om te bespreken

en de koppeling naar de praktische uitvoering

voor kinderen vind ik top.

De spellen spelen ze graag en ik kan nu op

verschillende manieren en in een gemengde

groep 3-4-5 de juiste spellen kiezen.”

Martine Liefting, stamgroepleider groep 3/4/5

De Kwakel te Berkel en Rodenrijs

4

‘Waku waku zegt 10’ is een productieve, interactieve oefenles

Gerichte vakdidactische nascholing met in het

cursusmateriaal de reken-wiskundelessen

De nascholingen bestaan uit twee type cursussen:

de basiscursus en de vervolgcursus. De basiscursus

geeft u inzicht in de leerlijn. Het biedt u praktische

handvatten hoe u uw onderwijs aantrekkelijker en

effectiever kunt maken met de meer dan 150 volledig

uitgewerkte reken-wiskundelessen en werkbladen.

De vervolgcursus verdiept uw kennis verder en bevat

bijvoorbeeld Met Sprongen voor Buiten, Meten &


Meetkunde, het voeren van rekengesprekken en

inrichten van rekentafels. Tijdens elke cursus ontvangt

u een uitgebreide cursusmap en het Rekenspellenboek

met daarin alle lessen geordend per leerdoel. Deze

lessen zijn volledig uitgewerkt met didactische

aanwijzingen voor vereenvoudiging, verdieping en

variaties.

”Aanrader.

Na 20 jaar leerkracht

heb ik echt weer super veel

bijgeleerd om met leerlingen goed bezig te

zijn. Ik ben zo blij met deze

veranderingen in

mijn kunde.”

D.D. Koedoot-Plein, leerkracht groep 8

Basisschool De Develhoek te Zwijndrecht

De afwisselende inhoud van de 2,5 uur durende

bijeenkomsten maken dat onze cursisten met veel

plezier de cursus volgen en dat wij de verwachtingen

vaak meer dan waard maken. Sommige cursisten

verwachten uitleg van de spellen en andere juist meer

theoretische verdieping. Zowel een spellencircuit als

wetenschappelijke uitleg over het hoe en waarom,

krijgt u tijdens deze cursussen. In de weken tussen de

bijeenkomsten heeft u ruim de tijd om het geleerde

in de praktijk te brengen. Tijdens het bespreken van

de praktijkopdrachten reflecteert u op passende

interventies om een volgende keer te gebruiken.

”Ik heb vier onwijs leuke cursusdagen

gehad en echt heel erg veel geleerd.

Het heeft me weer veel inzichten gegeven.

Complimenten voor de opzet

van de cursus.”

Sanne van Turnhout, leerkracht groep 7&8

Kindcentrum te LeerRijk

Cursisten groep 7&8 spelen Breuken vieren (foto 2019)

5

Groep 1&2 Groep 3&4

Groep 5&6

Groep 7&8


”Heerlijk leuke en

enthousiaste cursusleider.

Ik vind het erg leerzaam en plezierig

om deze cursus te doen. Super hoe er in de

coronatijd rekening is gehouden met de

maatregelen. Erg leuk om als gastschool

een rol te hebben gehad.

Dank jullie wel.”

Hans Kivits, leerkracht groep 6

Maaspleinschool te Utrecht

Cursusmateriaal

Met Sprongen Vooruit doelen dekkend

Tot en met groep 6 is Met Sprongen Vooruit

volledig doelen dekkend als u zowel de basis- als

de vervolgcursus volgt. Het maakt het voor u

en uw leerlingen nog leuker als u daarvoor ons

ondersteunende Rekenmaterialen gebruikt. Om het

programma Met Sprongen Vooruit meer methodisch

in uw groep in te zetten bieden wij voor elke groep ook

een Rekenkalender. Ook deze route staat beschreven in

de hierop volgende pagina’s.

Voor groep 7&8 zijn we alleen nog niet dekkend voor

Meten & Meetkunde. Deze vervolgcursus verwachten

wij met ingang van schooljaar ’22-’23 aan te bieden.

Ondersteunende aantrekkelijke Rekenmaterialen

Bij de reken-wiskundelessen zijn duurzame,

ondersteunende rekenmaterialen ontwikkeld. Deze

materialen passen uiteraard volledig bij de doelgroep.

Voor de meeste lessen is het ondersteunende

6


duurzame materiaal handig om te gebruiken. Ook

zonder de cursus kunt u deze zorgvuldig samengestelde

kisten en ladekasten aanschaffen, omdat u voor

al het materiaal voorbeeldlessen terugvindt in de

handleiding. De materialen bevinden zich in een grote

houten kist in aparte houten kistjes of in laden in een

ladekast.

“De cursus

heeft mij enorm geïnspireerd

om op een andere manier met rekenen

om te gaan. Daarnaast is er heel veel aandacht

besteed aan de verschillende onderdelen van

rekenen met behulp van

voorbeelden.”

Jolanda van Os, voormalig leerkracht groep 1&2

KBS de Droomspiegel te Almere

Ondersteunende rekenmaterialen groep 1 t/m 8

Rekenspellen: verzameling spellen om te oefenen

Voor elk leerdoel hebben wij een of meer educatieve

rekenspellen ontwikkeld en geplaatst in de leerlijn.

Leerlingen kunnen deze spellen zelf spelen in

tweetallen of groepjes. Sommige spellen zijn ook

geschikt om klassikaal in te zetten, zoals Gok een hok

of Burenbingo. In de handleiding vindt u didactische

aanwijzingen en mogelijkheden voor verdieping,

vereenvoudiging of variatie. In een houten kist of

ladekast vindt u de verzameling van zorgvuldig

samengestelde gezelschapspellen onder de naam

Rekenspellen per groep.

Schrijf u in voor een

cursus en bestel

uw materialen op

www.metsprongenvooruit.nl

Educatieve rekenspellen groep 1 t/m 8

7

Groep 1&2 Groep 3&4

Groep 5&6

Groep 7&8


Aanbod groep 1&2

Cursussen gehele rekenleerlijn voor kleuters

Het cursusaanbod van groep 1&2 bestaat uit

een basiscursus van vier bijeenkomsten en een

vervolgcursus van drie bijeenkomsten. Tijdens de

bijeenkomsten wisselen verschillende werkvormen,

zoals theoretische onderbouwing, didactische

activiteiten, kijken naar video-opnamen en bespreken

van praktijkopdrachten elkaar af. Elke bijeenkomst

duurt 2,5 uur en vindt op locatie plaats.

Als cursist ontvangt u de eerste bijeenkomst een

Rekenspellenboek, een cursusmap, de logingegevens

voor de downloads en een cursistencadeautje dat u de

volgende dag meteen in kunt zetten tijdens uw rekenwiskundeactiviteiten.

de doelen gerangschikt met de komende thema’s en

festiviteiten. Met het inzetten van deze activiteiten op

het geschikte moment en de juiste manier, voldoet u aan

alle reken-wiskundedoelen van de SLO.

Voor het behalen van deze doelen kunt u de

Rekenkalender gebruiken. Hierin staat voor alle

dagen van de week per dag welke activiteit(en) u

geeft. De beschrijving van deze activiteiten vindt u

via de indices in de Rekenspellenboeken. U kunt uw

activiteiten ook plannen en verzorgen vertrekkend

vanuit het punt waar de leerlingen zich op dit

moment bevinden op de leerlijn. In dat geval kiest u

uit de inhoudsopgave in de Rekenspellenboeken de

activiteiten die hierbij passen.

De activiteiten staan hier per subdoel geordend van

makkelijk naar moeilijk. Beide mogelijkheden, werken

vanuit de rekenkalender of vanuit de leerlijn, zijn op de

hierna volgende pagina’s in schema gezet.

Cursusmateriaal

In Rekenspellenboek groep 1&2 vindt u meer dan 150

unieke, volledig uitgewerkte reken-wiskundeactiviteiten

die u met kleuters kunt doen. In Rekenspellenboek

groep 1&2 Vervolg vindt u nog eens 60 activiteiten.

Als extra voor de kleuters vindt u deze activiteiten met

Inhoud basiscursus groep 1&2

De basiscursus groep 1&2 behandelt de rekenleerlijn

en -didactiek voor kleuters op de drie rekendomeinen:

Tellen-en-rekenen, Meten en Meetkunde. Bij Tellenen-rekenen

komen activiteiten aan de orde waarmee

kleuters de telrij leren opzeggen, werken met telbare

hoeveelheden, erbij en eraf kunnen nemen van 1 of 2,

splitsingen tot 10 kunnen maken en getalsymbolen

kunnen herkennen en deze ordenen en koppelen

aan hoeveelheden. Bij Meten maakt u kennis met

8


Schrijf u

in voor de basisén

vervolgcursus

en ontvang € 100,-

korting

Groep 1&2

activiteiten waarbij ordenen, vergelijken en afpassen

van lengte, inhoud, gewicht, tijd en oppervlakte aan

bod komen. Bij Meetkunde richten we de aandacht op

activiteiten die oriënteren, construeren en/of opereren

met vormen en figuren tot doel hebben.

In de cursus vergroot u uw kennis en kunde van

de reken-wiskundedidactische principes bij

kleuterwiskunde. U weet hoe u via interventies kunt

achterhalen hoe kleuters redeneren en kunt deze

kennis inzetten om tot niveauverhoging te komen.

“Ik vind de cursus superfijn

omdat je concreet bezig bent, zelf ontdekkend en

het is heel aantrekkelijk en leuk materiaal om mee

te werken. Zo levert het een goede bijdrage om het

rekenonderwijs bij groep 1/2 kinderen vorm

te geven en aan mij, als oud-klosser, om

bij te leren over rekenonderwijs

voor kleuters.”

Jeanine Stolze, leerkracht groep 1&2

Kbs de Ark te IJsselstein

Inhoud vervolgcursus groep 1&2

In de vervolgcursus groep 1&2 verdiept u uw kennis op

de leerlijnen Tellen-en-rekenen, Meten en Meetkunde.

Er komen nieuwe activiteiten aan de orde waarbij

speciale aandacht is voor de juiste rekeninterventies.

U leert doelgerichte

rekenactiviteiten te plannen,

rekengesprekken te voeren (met een interventiekaart

waarmee verbreding en verdieping in het rekenen

aangebracht kan worden) en rekenhoeken in te

richten. U diept de potentie met een aantal bekende

activiteiten verder uit en ervaart diverse nieuwe

spellen en activiteiten. Ook maakt u kennis met

nieuwe rekenmaterialen, zoals Familie Muis en

prentenboeken die direct inzetbaar zijn in de groep.

U krijgt verschillende reken-wiskundeactiviteiten

Met Sprongen Voor Buiten om kleuters op het

speelplein bewegend en dansend te laten tellen,

rekenen en meten.

Voorkennis van de basiscursus is nodig voor de

vervolgcursus.

Registerleraar heeft de basiscursus met 40 RU en de

vervolgcursus met 30 RU gevalideerd.

Hoe het hele programma voor groep 1&2 samenhangt,

kunt u lezen op de volgende pagina’s.

Schrijf u in voor een

cursus via

www.metsprongenvooruit.nl

9


Titel

Aan welke vinger?

Acht-eruit-tellen

Afdrukken in klei

Alle visjes zwemmen in het water

Alles op de foto

Anouk Zoekzoek [Rekenroutine]

Baby, peuter, kleuter

Bamzaaien

Beer wil op bezoek komen (lessencyclus)

Bekerbal

Berend Botje

Bij wie hoort de tekening?

Bliksemen

Boer Boris gaat naar zee

Boer Boris in de sneeuw

Boeven vangen

Buitenbeentjes 8-9 en 10

Dan tel ik op je ruggetje tot ...?

De drie poppen

De figurenloop

De geheime brief

De getallenloop

De kopjesmaatbeker

De levende slinger

De lievelingstrui

De Moedhoed

De ontdekkoffer [Rekenroutine]

De raket op laten stijgen

De reuzenknaller

De rondedans van de kaboutertjes

De S van Spiegeltje

De Spaartovenaar [Rekenroutine]

De Spaartovenaar ruimt op

De verrekijker

De zandbak

De zandloper

De zeven rovers

De zonnetjesbroek

De zure bommentaart

Dobbeltoren [oef. in Rekenroutine]

Domino

Dropveters verdelen

Een lange sliert

Een, twee kopje thee

Elf en de rest gaat vanzelf

260

[doel]

[1b]

[1a]

[3c]

[1b]

[3a]

[o.a. 3a]

[2a]

[1c]

[3a]

[1c]

[1a]

[3a]

[1c]

84

[2a, 2b, 3a, 3b en 3c] 232

[1b, d, 2a, d, 3a 229

t/m 3c]

[1c]

63

[1a, 1b, 1d, 3a en 3c] 227

[1b]

31

[2a]

128

[3c]

[3a en 3c]

[1d]

[2c]

[2b]

[2a en 2b]

[1a, 1b, 2a en 3b]

[o.a. 3c]

[1a]

[3b]

[1c]

[3c]

[o.a. 1a t/m 1d] 188

[1b en 2a] 188

[3a]

156

[2c]

139

[2d]

144

[1a]

21

[2a en 2d] 230

[1a]

23

[1b en 3b] 218

[1b]

55

[2a]

119

[1b]

[1a]

[1a]

Bladzijde

46

21

175

49

155

212

122

81

158

82

8

160

183

235

103

140

132

231

226

220

20

172

69

238

29

12

13

Titel

Flitsen met vingers (1)

Flitsen met vingers (2)

Flyby (1)

Flyby (2)

Genoeg voor de hele familie Pluis? [oef. in Rr]

Gezellig met kaarsen

Gooi de dobbelsteen (1)

Gooi de dobbelsteen (2)

Goud schatten (1)

Goud schatten (2)

Groepjes maken (1)

Groepjes maken (2)

Groepjes maken (3)

Groepjes maken (4)

Groepjes maken (5)

Haas en Mol zoeken een uitweg

Handje klap

Handje, wantje

Het fotolijstje

Het stekelvarken (1)

Het stekelvarken (2)

Het sterrenrestaurant

Het wondertouw

Hieperdepiep

Hoedje van papier

Hoedje van papier (vouwen)

Hoepelen (1)

Hoepelen (2)

Hoeveel erbij? Hoeveel eraf?

Hoeveel jaar ben jij nou? (1)

Hoeveel jaar ben jij nou? (2)

Hoeveel stippen op de andere vleugel?

Hoger, lager

[1a]

Hummen

[1a]

Ik heb een ei in mijn hand

[2d]

Ik kwam terug van vakantie en nam mee [oef.Rr] [1a, 1b en 2a]

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet

[3c]

In de rij

[3a]

In de tent, uit de tent

[1d]

In de touwen

[2a]

In een groen knollenland

[1c]

Jeu de boules

[2b]

Kaarten op de post [oef. in Rekenroutine] [2a en 3b]

Kakelvers

Kampen (1)

Kampen (2)

[doel]

[1b]

[1c]

[1b]

[1d]

[2b]

[1b en 2a]

[1c]

[1d]

[1b]

[1b]

[1b]

[1d]

[1d]

[3b]

[1b]

[1c]

[3c]

[1c]

[3a]

[1c]

[2a]

[1c]

[1a]

[3b]

[1b]

[1d]

[1c]

[1a]

[1d]

[1c]

[1b]

[1b]

[1d]

Bladzijde

38

66

50

109

207

190

61

112

53

110

30

35

44

98

105

237

28

75

182

65

161

88

123

60

5

166

39

99

78

6

95

78

22

24

145

192

176

151

94

124

68

133

194

47

57

115

Werkwijze groep 1&2

Al tijdens de cursus start u met het werken vanuit de leerlijn, de doelen en de geleerde

didactische vaardigheden. Hoe dat gaat, ziet u aan de hand van dit voorbeeld:

INHOUDSOPGAVE

Activiteiten

met telbare

hoeveelheden

Inleiding 1

Rekenmaterialen 2

1. Tellen-en-rekenen 4

1a. Opzeggen van de telrij 4

Oefenlessen 5

Hoedje van papier 5

Hoeveel jaar ben jij nou? (1) 6

Berend Botje 8

Zevensprong 9

Lief lieveheersbeestje 10

Negen kaboutertjes 11

Een, twee kopje thee 12

Elf en de rest gaat vanzelf 13

Tellen tot bellen 14

Pingpongen 15

Van je plaats, op je plaats 16

Tikkie, jij bent ‘m 17

Op tijd op de rem (1) 18

Welke mis je? (1) 18

Tien kleine kuikentjes 19

De raket op laten stijgen 20

De zeven rovers 21

Acht-eruit-tellen 21

Hoger, lager 22

De zure bommentaart 23

Hummen 24

Rimboe tellen 24

Op tijd op de rem (2) 25

1b. Activiteiten met telbare hoeveelheden 26

Oefenlessen 27

Vijf vingers aan iedere hand 27

Handje klap 28

Een lange sliert 29

Groepjes maken (1) 30

Dan tel ik op je ruggetje tot ...? 31

Leeftijden ordenen 31

Pakken tot plakken (1) 32

Zoek evenveel (1) 34

Groepjes maken (2) 35

Toetsenbordje 36

Voelen in de voelzak 37

Flitsen met vingers (1) 38

Hoepelen (1) 39

Rondje hoepelen (1) 40

Waar heb je het verstopt? 41

Ophoepelen (1) 42

Sprintje trekken (1) 43

Groepjes maken (3) 44

Sprintje trekken (2) 45

Aan welke vinger? 46

Kakelvers 47

Muizenplaag 48

Alle visjes zwemmen in het water 49

Flyby (1) 50

Rood of geel? 51

Goud schatten (1) 53

Gezelschapsspellen 55

Domino 55

Memory (1) 56

Kampen (1) 57

Kakelvers p. 47

1c. Erbij en eraf van 1 of 2 en splitsingen 58

Oefenlessen 59

Stippen volgens de dobbelsteen 59

Hieperdepiep 60

Gooi de dobbelsteen (1) 61

Sluip en kruip 62

Boeven vangen 63

Het stekelvarken (1) 65

Flitsen met vingers (2) 66

Op tijd op de rem (3) 67

In een groen knollenland 68

De rondedans van de kaboutertjes 69

Vier stoere Pieten 70

Zeven heksen bij elkaar 72

Tien kleine visjes 74

Handje, wantje 75

Soep met ballen 76

Hoeveel erbij? Hoeveel eraf? 78

Hoeveel stippen op de andere vleugel? 78

Leeftijden met een spiegel 79

Samen 5 80

Bamzaaien 81

Bekerbal 82

1b. Activiteiten met telbare hoeveelheden p.26

Leerlijn

1

Rekenspellenboek

2

Kakelvers [1b]

Kakelvers Kakelvers p.47

10

Rekenkalender

1a

INDEX

INDEX: ACTIVITEITEN

Rekenspellenboek

2a

[1b]

[1d]

1

2

3

U wilt binnen het domein Tellen-en-rekenen aan

de slag met Activiteiten met telbare hoeveelheden.

De leerlingen kunnen al resultatief tellen, maar aan

verkort tellen is nog nauwelijks aandacht besteed.

In Rekenspellenboek groep 1&2 ziet u via de

inhoudsopgave dat in de lijst Activiteiten met telbare

hoeveelheden de doelen behorend bij de activiteit

Kakelvers hierop goed aansluiten. Bovendien komt

de betekenisvolle context rondom Kakelvers goed uit

in de aanloop naar Pasen.

U bladert in Rekenspellenboek groep 1&2 naar de

beschrijving van deze activiteit.


Voorbereiding

Beschrijving

• Eierdoos voor tien eieren

• 12 plastic eieren

• Tokkie de kip (theemuts)

• Deken

negen eieren ook niet.

Het vu len van de doos:

Vereenvoudiging

oefeningen.

Verdieping

zeven eieren zijn weggenomen?

bedenken?

ook zo’n raadsel bedenken.

een voor een te te len. Hoe dan?

Tokkie de kip (theemuts)

Eentje minder dan tien is negen

Groep 1&2

Kakelvers

Kakelvers

Doel

• Verkor te len tot en met 10 (12)

Materiaal

• Voor ieder tweetal een knijpkaart

• Eierdoos voor zes eieren, zie de vereenvoudiging

• Eierdoos voor twaalf eieren, zie de verdieping

Weten ze dat drie en drie samen zes is? Uiteraard kun je ook doorte len

vanaf een rijtje van 3 en zo het totaal bepalen: drie, vier, vijf, zes, dus

zes eieren. Doe a lemaal eens je ogen dicht, leg je hoofd op je knieën en

denk aan de eierdoos. Hoeveel keer moet Tokkie nog tokken voor een vo le

eierdoos? Stop nu ongemerkt de laatste vier eieren onder Tokkie, vraag

Vouw van het dekentje een legplaats voor Tokkie. Zet Tokkie op haar

nest en leg een ei onder haar. Het e is niet zichtbaar en de overige

een leerling het goede aantal te tokken en laat met de laatste vier

eieren de doos vu len. Concludeer dat de doos met tien eieren vol is.

Vervolgoefenlessen met de knijpkaart:

Toon de lege eierdoos (me tien lege plaatsen). Hoeveel eieren passen

erin? Te len de leerlingen de lege plaatsen een voor een? Te len ze met

sprongen van 2? Zijn er leerlingen die weten dat er tien eieren ingaan,

Deel per tweetal een knijpkaart uit. Doe je ogen dicht en leg je hoofd

op je knieën. Haal er een rijtje van vijf uit en laat iedereen weer

kijken. Hoeveel eieren zi ten er nog in de doos? Herhaal dit met andere

aanta len. Laat de leerlingen in tweeta len overleggen en vraag ze

omdat ze twee rijen van 5 zien en weten dat dit samen 10 is? Het zou

leuk zijn als we ook tien eieren hadden. Wijs op het gezelschap van

niet a leen hun knijpkaar te tonen, maar ook hun oplossing verte len.

Van belang is daarbij telkens de vraag of je het ook kunt weten zonder

Tokkie de kip. ‘Tóóók’, zegt de kip. Ik geloof dat ze een ei heeft gelegd.

Laat een leerling onder de kip kijken om te zien of het waar is. Nou,

bedankt Tokkie. Die doen we in de doos. Leg terwijl een leerling dit e in

de doos doet zo ongemerkt mogelijk twee eieren onder Tokkie. ‘Tóóók,

Neem een eierdoos voor zes eieren en doe daarmee bovenstaande

tóóók’, zegt de kip weer. Dat is twee keer tok. Hoeveel eieren zou ze nu

hebben gelegd? Laat controleren of het er inderdaad twee zijn. Als we

deze twee ook in de doos doen, hoeveel eieren hebben we dan? Laat

deze twee eieren in hetzelfde rijtje als het eerste ei leggen. Hoeveel

eieren kan Tokkie nog leggen voordat de doos vol is? Leg terwijl de

leerlingen hierover nadenken ongezien nog drie eieren onder Tokkie.

• Tok of vertel hoeveel je eruit hebt gehaald in plaats dat je het

aantal dat er nog inzit laat zien. Welke oplossingen gebruiken

Kun je weten hoeveel eieren er nog in de doos passen zonder de lege

plaatsen een voor een te te len? Hoeveel eieren passen er in een rij? Tel

vanaf de lege rij de overige twee lege plaatsen verder. Concludeer dat er

dus nog plaats is voor vijf, zes, zeven, dus zeven eieren. Tokkie zegt nu

ze? Te len ze terug vanaf tien als er een, twee of drie eieren zijn

uitgehaald? En te len ze door tot en me tien als er negen, acht of

drie keer ‘Tóóók’. Laat de drie kakelverse eieren zo in de doos plaatsen

dat je makkelijk kunt zien hoeveel eieren je hebt. Dit kan door eerst

• Ik zie ik zie wat jij niet ziet: In de ene rij vier eieren en in de

andere rij ook. Hoeveel is dat samen? Wie kan er ook zo’n raadsel

het rijtje vol te maken en dan een e in he tweede rijtje te plaatsen.

Je kunt dan vijf, zes te len om he totaal te bepalen. Maar het kan ook

door een tweede rijtje van drie naast het eerste te maken.

• Tokkie vindt steeds ‘Tóók’ zeggen voor een eitje wel erg veel. Ze

zegt nu nog maar één keer ‘Tóók’ voor twee gelegde eieren. Hoeveel

eieren heeft ze gelegd? Luister goed: ‘Tóók, tóók’, tóók’. (6) Tokkie

heeft vier keer getokt. Hoeveel eieren zijn dat? (8) Laat leerlingen

1b. Activiteiten me telbare hoeveelheden

• Neem een eierdoos voor twaalf eieren. Hoeveel eieren kom je nu

tekort? Nummer elf en twaalf. Even Tokkie lief aankijken. En ja,

hoor ‘Tóók, tóók’, de twee ontbrekende eieren.

47

Rekenspellenboek p. 47

Rekenmateriaal

3 4

4 Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij

nodig zijn klaar. In de kist Rekenmaterialen

oefenlessen groep 1&2 vindt u Tokkie de kip,

de eieren en de knijpkaarten met knijpers en

getalbeelden.

1a

In het registratiesysteem dat u tijdens de cursus

heeft gekregen kunt u per leerling aangeven of de

doelen zijn behaald. Op grond van uw reflectie op

de gegeven activiteit bepaalt u of u de activiteit

herhaalt, vereenvoudigt en/of verdiept u of dat u een

volgende activiteit in de lijst aanbiedt.

2a

Wat ook kan:

Geeft u de voorkeur aan een meer methodische

aanpak vanuit de focusdoelen per periode? Dan

heeft u Rekenkalender groep 1&2 nodig. Hierin

ziet u per dag welke activiteiten u aanbiedt.

Kakelvers staat gepland in de 7 de week na de

herfstvakantie op dinsdag.

U zoekt Kakelvers op in de index van Rekenspellenboek

groep 1&2. Hierna vervolgt u met

stap 3 en 4.

Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving

van Kakelvers

11


Kakelvers

Doel

• Verkort leren tellen tot 10 (12)

Materiaal

• Tokkie de kip

• Eierdoos voor tien eieren

• Twaalf eieren

• Dekentje

• Knijpkaarten met getalbeelden + knijpers

• Eierdoos voor zes eieren, zie de vereenvoudiging.

• Eierdoos voor twaalf eieren, zie de verdieping.

Voorbereiding

Vouw van het dekentje een legplaats voor Tokkie. Zet

Tokkie op haar nest en leg een ei onder haar. Het ei is

niet zichtbaar en de overige eieren ook niet.

Beschrijving

Het vullen van de doos:

Toon de lege eierdoos met plaats voor tien eieren.

Hoeveel eieren passen erin? Tellen de kinderen de lege

plaatsen één voor één? Tellen ze met sprongen van 2?

Zijn er kinderen die weten dat er tien eieren ingaan

omdat ze twee rijen van 5 zien en weten dat dit samen

10 is? Het zou leuk zijn als we ook tien eieren hadden.

Wijs op het gezelschap van Tokkie de kip. ‘Tóóók’, zegt

de kip. Ik geloof dat ze een ei heeft gelegd. Laat een kind

onder de kip kijken om te zien of het waar is. Nou,

bedankt Tokkie. Die doen we in de doos. Leg terwijl een

kind dit ei in de doos doet zo ongemerkt mogelijk twee

eieren onder Tokkie. ‘Tóóók, tóóók’, zegt de kip weer.

Dat is twee keer tok. Hoeveel eieren zou ze nu hebben

gelegd? Laat controleren of het er inderdaad twee

zijn. Als we deze twee ook in de doos doen, hoeveel eieren

hebben we dan? Laat deze twee eieren in hetzelfde rijtje

als het eerste ei leggen. Hoeveel eieren kan Tokkie nog

leggen voordat de doos vol is? Leg terwijl de kinderen

hierover nadenken ongezien nog drie eieren onder

Tokkie. Kun je weten hoeveel eieren er nog in de doos

passen zonder de lege plaatsen één voor één te tellen?

Hoeveel eieren passen er in een rij? Tel vanaf de lege rij

de overige twee lege plaatsen verder. Concludeer dat

er dus nog plaats is voor vijf, zes, zeven, dus zeven

eieren. Tokkie zegt nu drie keer ‘Tóóók’. Laat de

drie kakelverse eieren zo in de doos plaatsen dat je

makkelijk kunt zien hoeveel eieren je hebt. Dit kan

door eerst het rijtje vol te maken en dan een ei in het

tweede rijtje te plaatsen. Je kunt dan vijf, zes tellen

om het totaal te bepalen. Maar het kan ook door

een tweede rijtje van drie naast het eerste te maken.

Weten ze dat drie en

drie samen zes is?

Uiteraard kun je ook

doortellen vanaf een

rijtje van 3 en zo het

totaal bepalen: drie,

vier, vijf, zes,

dus zes eieren.

Het totaal van twee rijtjes met ieder drie eieren kun je

bepalen via doortellen (3-4-5-6), door samenvoegen

(3 erbij 3 is 6) of met sprongen van 2 (2-4-6)

Doe nu allemaal eens je ogen dicht, leg je hoofd op je

knieën en denk aan de eierdoos. Hoe vaak moet Tokkie nog

tokken voor een volle eierdoos?

12


Van belang is daarbij telkens de vraag of je het ook kunt

weten zonder één voor één te tellen. Hoe doe je dat dan?

Groep 1&2

Vereenvoudiging

Neem een eierdoos voor zes eieren en geef daarmee

deze les.

Met je ogen dicht en je hoofd op je knieën denken aan

hoe vaak ‘tokken’ een volle doos oplevert

Stop nu ongemerkt de laatste vier eieren onder Tokkie,

vraag een kind het goede aantal te tokken en laat

met deze laatste vier getokte eieren de doos vullen.

Concludeer dat de doos met tien eieren vol is.

Vervolg de les met de

knijpkaarten:

Deel per tweetal een

knijpkaart en knijper uit.

Doe weer je ogen dicht en leg

je hoofd op je knieën. Haal er

een rijtje van vijf uit en laat

iedereen weer kijken. Hoeveel eieren zitten er nog in de

doos? Laat maar zien op

je knijpkaart. Herhaal dit

met andere aantallen.

Laat de kinderen in

tweetallen overleggen

en vraag ze niet alleen

hun knijpkaart met

knijper te tonen, maar

ook hun oplossing te

vertellen.

Verdieping

• Tok of vertel hoeveel je eruit hebt gehaald in plaats

dat je het aantal dat er nog inzit laat zien. Welke

oplossingen gebruiken ze? Tellen ze terug vanaf tien

als er één, twee of drie eieren zijn uitgehaald? En

tellen ze door tot en met tien als er negen, acht of

zeven eieren zijn weggenomen?

• Ik zie, ik zie wat jij niet ziet: In de ene rij vier eieren

en in de andere rij ook. Hoeveel is dat samen? Wie

kan er ook zo’n raadsel bedenken?

• Tokkie vindt steeds ‘Tóók’ zeggen voor een eitje wel

erg veel. Ze zegt nu nog maar één keer ‘Tóók’ voor

twee gelegde eieren. Hoeveel eieren heeft ze gelegd?

Luister goed: ‘Tóók, tóók’, tóók’. (6). Nu heeft Tokkie

heeft vier keer getokt. Hoeveel eieren zijn dat? (8)

Laat kinderen ook zo’n raadsel bedenken.

• Neem een eierdoos voor twaalf eieren. Hoeveel

eieren kom je tekort? Nummer elf en twaalf. Even

Tokkie lief aankijken. En ja, hoor ‘Tóók, tóók, de

twee ontbrekende eieren liggen alweer klaar. Geef

met deze eierdoos en de twaalf eieren de hiervoor

beschreven les.

13


Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2

Nieuw!

€ 635,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze ladekast vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundeactiviteiten in groep 1&2. De ladekast

komt aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 1&2 Basis. In de handleiding treft u bij elk materiaal

een of meer voorbeelden van reken-wiskundeactiviteiten met hun locatie op de leerlijn.

14


Groep 1&2

Tokkie de kip

met eieren

Drinkbekers

Tovergetallen

in hoge hoed

Touw van 1½

en 5 meter

Slangen in mandjes

Schatkist

Politiebureau

Spiegels en

wasknijpers

Grote-mensenwant

Kleine

Waku-waku

Kikker-handpop

met kroon

Knijpkaarten en

twaalf wilde dieren

Draaivijver

met visjes

Lieveheersbeest en

klassikale dobbelstenen

15


Rekenkaarten groep 1&2

€ 317,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze kist vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundeactiviteiten in groep 1&2. De kist komt ook

aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 1&2 Basis. In de handleiding treft u bij elk materiaal een of

meer voorbeelden van reken-wiskundeactiviteiten met hun locatie op de leerlijn.

16


Groep 1&2

Kroon met getalbeelden

Dominostenen

Vingerbeelden

Getalsymbolen

Figuurkaarten

Kaartenlijn

Getalkaarten

Figuurpuzzels

17


Titel [hoofdstuk: hoofd- en subdoelen] Bladzijde Titel [hoofdstuk: hoofd- en subdoelen] Bladzijde

Alle getallen op een rij [1: 1d]

21 Slingeren * [3: 3c]

94

Alle hens aan dek [1: 1a, 1b, 1c, 2d, 3a] 5 Slokop [3: 1b, 1d, 3c]

90

Boevendans 1:[1a, 1b, 1c en 1d]

8

Spiegelen [3: 1a, 3a, 3c]

88

Buitenbingo [1: 1b, 1d]

38 Spiegelen met verschillende materialen [5: 3c]

127

Dag- en nachttekening ** [5: 2d]

123 Spiegelen zonder spiegel [5: 3c]

128

De ballon [3: 1a, 3c]

84 Spiegeltekeningen [5: 3c]

127

De dag van Septem ** [2: 2d]

63 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand [5: 3c]

127

De klok slaat ... ** [2: 1b, 1d, 2d]

66 Sprintje trekken XL [1: 1b, 1d, 3c]

46

De poten van Septem ** [1: 1c]

18 Tijdrekken ** [2: 1d, 2d]

75

De sorteermachine [1: 1b, 1d, 2a]

24 Toren met klok ** [3: 3a, 3b]

78

De veer acht keer [5: 1b, 1c, 3c]

127 Verzamelen maar [1: 1b, 1d]

7

De verjaardagsmuts ** [3: 3c]

91 Waterpret [2: 2a, 2b]

72

De zonnebloemenwedstrijd [4: 2a t/m 2d]

106 Wat heeft dezelfde vorm? ** [3: 3c]

86

Dubbel en helft [5: 1b, 1c, 3c]

127 Weegpiraat [2: 2a]

74

Een boom voor elk seizoen [5: 2d]

123 Welke auto rijdt het verst? [2: 2a, 2b, 2c]

53

Een huis voor Muis * [3: 1b, 1d, 3b]

80

Welke dag is het vandaag? [2: 2d]

68

Familie Muis in balans * 2: 1c, 1d, 2b]

58 Zonnebloemkampioen * [2: 2a, 2b, lengte] 70

Familie Muis op orde * [2: 1b, 1c, 2a, 2c, 3c] 55

Gestrikt! [1: 1b, 1d]

39

Getallen knallen [1: 1b, 1c, 1d]

41

Het is feest! ** [3: 3c]

92

Het knopentouw buiten * en ** [2: 2b]

52

Hoe lang is Septem? ** [2: 2b, 2c]

50

Hoeveel slangen bij elkaar? [5: 1b, 1c, 3c]

127

Hollen met mollen [3: 3a]

96

Kikker en Pad [1: 1a, 1b, 1d]

32

Kleuren- en vormenbingo [3: 3c]

102

Klokken op een rij ** [5: 2d]

123

Klokleggen ** [2: 1d, 2d]

64

Kloklopen ** [2: 2d]

67

Licht en zwaar [2: 1a, 2a]

54

Liefdesparen sparen [1: 1b,1c en 1d] 36

Lieveheersbeestjes maken [1: 1b, 1d, 2a, 3b] 14

Lieveheersbeest trekt volle zalen [1: 1c en 1d]

12

Lijntikkertje [1: 1a, 1b en 1d] 10

Maximaal gaan [1: 1c, 1d]

42

Oost west, thuis best * [1: 1c]

29

Op de stip [1: 1b, 1d]

20

Pietje Precies [1: 1d]

22

Rollen en raden [1: 1b, 1c, 1d, 3b] 16

Seizoenen sorteren ** [5: 2d]

123

Septem in het web ** [3: 2d, 3c]

95

Septem leert klokkijken [4: 2d]

113

Sjouwen en bouwen [3: 1b, 1c, 3b, 3c] 99

Eigen producties

152

Werkwijze groep 1&2 Vervolg

Ook nu werkt u al tijdens de cursus vanuit de leerlijnen, de doelen en de geleerde

didactische vaardigheden. Hoe dat gaat, ziet u aan de hand van dit voorbeeld:

Activiteiten

met telbare

hoeveelheden

Erbij en

eraf van 1 of 2

en splitsingen

Activiteiten

met getalsymbolen

Vergelijken

en ordenen

Afpassen

Opereren

met vormen

en figuren

INHOUDSOPGAVE

Waterpret 72

Weegpiraat 74

Tijdrekken 75

Inleiding 1

Rekenmaterialen 2

3. Meetkunde 77

Oefenlessen 78

Toren met klok 78

1. Tellen-en-rekenen 4

Een huis voor Muis 80

Oefenlessen 5

De ballon 84

Alle hens aan dek 5

Wat heeft dezelfde vorm? 86

Verzamelen maar 7

Spiegelen 88

Boevendans 8

Slokop 90

Lijntikkertje 10

De verjaardagsmuts 91

Lieveheersbeest trekt volle zalen 12

Het is feest! 92

Lieveheersbeestjes maken 14

Slingeren 94

Rollen en raden 16

Septem in het web 95

De poten van Septem 18

Gezelschapsspellen 96

Op de stip 20

Hollen met mollen 96

Alle getallen op een rij 21

Sjouwen en bouwen 99

Pietje Precies 22

Kleuren- en vormenbingo 102

De sorteermachine 24

Oost west, thuis best 29

Gezelschapsspellen 32

Kikker en Pad 32 4. Prentenboeken 105

Liefdesparen sparen 36 De zonnebloemenwedstrijd 106

Buitenbingo 38 Septem leert klokkijken 113

Gestrikt! 39

Getallen knallen 41

Maximaal gaan 42 5. Rekenen in hoeken 117

Sprintje trekken XL 46 Rekenhoek Tellen-en-rekenen 118

Rekenhoek Meten 120

Extra activiteiten: Klokken op een rij 123

Dag- en nachttekening 123

2. Meten 49

Een boom voor elk seizoen 123

Oefenlessen 50

Seizoenen sorteren 123

Hoe lang is Septem? 50 Rekenhoek Meetkunde 124

Het knopentouw buiten 52 Extra activiteiten: Spiegeltje, spiegeltje aan de wand... 127

Welke auto rijdt het verst? 53

De veer acht keer 127

Licht en zwaar 54

Hoeveel slangen bij elkaar? 127

Familie Muis op orde 55

Dubbel en helft 127

Familie Muis in balans 58

Spiegelen met verschillende materialen 127

De dag van Septem 63

Spiegeltekeningen 127

Klokleggen 64

Spiegelen zonder spiegel 128

De klok slaat ... 66

Kloklopen 67

Welke dag is het vandaag? 68 Literatuur 130

Gezelschapsspellen 70 Index: Activiteiten in thema’s en festiviteiten 132

Zonnebloemkampioen 70 Index: Activiteiten 152

2. Meten p. 49

Familie Muis p. 55

Leerlijn

Rekenspellenboek Vervolg

1

2

Kakelvers [1b]

Familie Muis

Rekenkalender

1a

18

INDEX

INDEX: ACTIVITEITEN

Familie Muis p. 55

2a

* Activiteiten naar aanleiding van het prentenboek:

De zonnebloemenwedstrijd

** Activiteiten naar aanleiding van het prentenboek:

Septem leert klokkijken

Legenda:

Met Sprongen Voor Buiten

Met Sprongen Voor Dansen

Met Sprongen Vooruit Prentenboek

Rekenspellenboek Vervolg

1

2

U wilt binnen het domein Meten aan de slag met

ordenen en afpassen van lengte en gewicht. Daarbij

wilt u ook blijvend aandacht schenken aan doelen

behorend bij de andere domeinen. In de cursus heeft

u geleerd dat verstrengeling van leerstof een kans is

bij rekenen-wiskundeonderwijs voor kleuters.

In Rekenspellenboek groep 1&2 Vervolg ziet u in

de inhoudsopgave dat onder het domein Meten de

activiteit Familie Muis hoort. Deze activiteit komt

overeen met de beoogde doelen. Bovendien past de

betekenisvolle context rondom Familie Muis goed

uit bij het thema: Familie en vrienden.


Zijn er ook verschi len tussen deze negen muizen?

• Er zijn wi te en grijze muizen.

Leg, zodra dit is gezegd, een deken over de muizen. Vraag in

tweeta len aan te geven hoeveel wi te en hoeveel grijze muizen

er kunnen zijn. De ene leerling geeft op zijn knijpkaart het aantal

meer dan twee zijn.

vijf. Laa ter controle de deken weghalen.

• De lengtes van de staarten zijn ongelijk.

Familie Muis in balans

groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopi erblad 1

geordend op lengte van hun staart

1 2 3 4 5 6 7 8

Familie Muis in balans

groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopi erblad 2

groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopi erblad 3

1 2 3 4 5 6 7 8

• Het aantal snorharen per muis verschilt.

pak muis nummer 2 eronder uit. Deze muis heeft aan elke kant drie

1 2 3 4 5 6 7 8

1 2 3 4 5 6 7 8

• De muizen voelen verschillend van gewicht.

Meten van de staarten met een liniaal

Familie Muis

Familie Muis op orde

Doel

• Splitsingen van 9 [1c]

• Te len met sprongen van 2 [1b en 1c]

• Dubbel 2 tot en met dubbel 10 [1c]

• Vergelijken en ordenen op lengte [2a]

• Aflezen van lengte [2c]

• Vergelijken en ordenen op gewicht [2a]

• Herkennen en benoemen van een patroon [3c]

Materiaal

• Balans

• Deken

• Familie Muis (negen muizen die verschillen in kleur,

aantal snorharen, lengte staart en gewicht)

• Liniaal

• Voor iedere leerling een knijpkaart en knijper

• Wisbordje met stift

drie erbij drie is zes. Leg de muis weer terug en vraag een leerling de

derde muis in de rij te pakken. Deze muis heeft aan iedere kant vier

snorharen. Wat is he totale aantal snorharen? Acht. Ja, want vier

erbij vier is acht. Zet dat op je knijpkaart. Hoeveel vakjes moet je jouw

knijper nu opschuiven? Weer twee. Tot hoever kunnen we gaan?

Laat voorspe len, maar ve raad nog niets. Probeer het uit. Het blijkt

tot en met zes snorharen aan elke kan te gaan, want dan heb je

twaalf snorharen. De knijpkaart gaa tot en met 12. Maar hoe moet

dat nu als we een muis met zeven snorharen aan een kant pakken?

Dan moet er in tweeta len worden gewerkt. Slimmeriken ze ten

dan allebei de knijper op ‘7’! Vraag dan wel even hoe het getal heet

dat bij he totaal hoort.

Maak het knijperen van he totaal aantal snorharen af met de muis

met aan elke kant acht, negen en tien snorharen. De een kan zijn

knijper op 12 houden terwijl de ander telkens weer twee vakjes

opschuift. Ook nu geldt dat naar he totaal gevraagd moet worden.

Haal tot slot de deken van de muizen af. Wie kan het aantal

snorharen even opnoemen? Ga met uw vinger langs de muizen

terwijl er wordt geteld met sprongen van 2: 2-4-6-8- .-20! En wie

kan het als de deken over de muizen ligt?

De ontdekking dat het aantal snorharen per muis verschilt, biedt

aanleiding om te rekenen met dubbelen.

Familie Muis in balans

Doel

• Afpassen van gewicht [2b]

• Rekenen tot en met 18 [1c en 1d]

De ontdekking dat er wi te en grijze muizen zijn, biedt aanleiding

om de splitsingen van 9 te verkennen.

Materiaal

• Familie Muis (negen muizen die verschi len in gewicht)

• Balans

• Kaarten met getalsymbolen 0 t/m 8

• Kopieerblad 1 t/m 5: Familie Muis in Balans

• Cijferstempels 1 t/m 8 en stempelkussen

Familie Muis in balans

Familie Muis in balans

Hoeveel witte? Hoeveel grijze? De ontdekking dat er witte en grijze muizen

zijn, biedt aanleiding om de splitsingen van 9 te verkennen

staartlengte heeft die precies de helft is van de lengte van de muis

met de langste staart. Muis 1 en 9 hebben samen een staart net

zo lang als muis 2 en 8, en als muis 3 en 7, en als muis 4 en 6. Als

de muizen op lengte van hun staart co rect zijn geordend, ontstaat

het volgende patroon: wit-grijs-grijs-wit-grijs-wit-grijs-grijswit

De ontdekking dat de staarten ongelijk zijn, biedt aanleiding de

lengtes te vergelijken en te ordenen.

Met een liniaal kan de lengte van de staarten ook nog worden

opgemeten en afgelezen.

Bevestig de kli tenband getalsymbolen op de buiken van de negen

muizen. De lichtste muis met getalsymbool nul doet niet mee. Leg

deze muis apart.

Groep 1&2 Vervolg

De muizen zijn geordend op gewicht en de lichtste muis met ‘0’ doet niet mee

Vraag u nu hardop af of er misschien één muis even zwaar is als twee

anderen. Hoe kunnen we da te weten komen? Met een balans. Met

Familie Muis in balans

Voorbereiding

Geen

Beschrijving

Laat, zodra dit is gezegd, de muizen ordenen op lengte van hun

staart. Leg de nadruk op hoe je dit vergelijkt. Laat de staarten

op het oog en tegen elkaar gelegd vergelijken. Concludeer dat

een muis helemaal geen staart heeft! Dat is een staart van nul

centimeter, nul meter, nul kilometer! Wat valt op aan de staarten?

Laat, zodra dit is gezegd, de muizen ordenen op aantal snorharen.

Als de muizen co rect zijn geordend op aantal snorharen, is het

volgende patroon zichtbaar:

grijs-wit-wit-grijs-grijs-grijs-wit-wit-grijs

groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopi erblad 4

1 2 3 4 5 6 7 8

welke muis zullen we beginnen? Laat de leerlingen hun voorste len

uitproberen.

Leg de muizen in het midden van de kring. Vraag de leerlingen naar

de overeenkomsten. Het zijn a lemaal muizen me twee ogen, oren

Het verschil tussen de lengtes van opeenvolgende staarten is

Voorbereiding

groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopi erblad 5

en vier poten. Teken deze overeenkomsten in pictogrammen op

een wisbordje. Hoeveel muizen zijn er? Negen. Laat dit aantal op de

telkens het stukje van de kortste staart. Liggen de muizen naast

Kopieer voor ieder tweetal minstens van elk kopieerblad een exemplaar.

elkaar, dan zien de leerlingen we licht dat de middelste muis een

Kopieerblad 1 tot en met 5: Familie Muis in balans

knijpkaart aangeven.

Beschrijving

Als u de leerlingen de muizen laat aanraken, is dit het eerste dat ze

Deze oefenles is het vervolg op het ordenen van de muizen op

gewicht. Vraag de muizen nog even op volgorde van gewich te

leggen. Merk daarbij op dat het u opvalt dat geen enkele muis

zu len opmerken. Deze is zwaar, juf! Laat, zodra dit is opgemerkt,

de muizen ordenen van licht naar zwaar. Ze doen dit a lereerst door

te wegen op de hand. Het helpt daarbij om de ogen te sluiten en

de handen iets op en neer te bewegen. Door het sluiten van de

even zwaar is als een andere muis. Ze zijn a lemaal verschillend van

gewicht. Hoe ziet de balans eruit als er wel twee muizen precies even

zwaar zijn? Wie kan dat laten zien? Verwoord dat als de hefboom van

de balans evenwijdig staat aan het oppervlak van de tafel, de balans

in evenwicht is. Of eenvoudiger: als de schalen op gelijke hoogte

Aanvankelijk wordt er via trial en e ror naar een evenwicht gezocht

witte muizen aan, het andere het aantal grijze. Bespreek de

vondsten. Is het samen negen? Waarschijnlijk zu len ze ‘drie en zes’

ogen kunnen ze zich beter concentreren en door het op en neer

bewegen van de handen is het verschil waarschijnlijk net iets beter

waar te nemen. Lukt het niet? Laat de muizen dan eens van hand

hangen, dan is het ene schaaltje even zwaar als het andere schaaltje. Of

Als er een combinatie is gevonden, vraag dan hoe deze vondst

bewaard kan blijven. Laat kopieerblad 1 zien en de cijferstempels. Op

of ‘vier en vijf’ aangeven, want ze hebben gezien dat er van elk

even licht, dat kun je ook zeggen.

verwisselen. De ene arm is doorgaans sensitiever dan de andere.

Dit kan de reden zijn waarom het verschil pas wordt gevoeld als de

Patroon dat ontstaat als de muizen co rect zijn

Vraag eventueel welke andere splitsingen van negen er, in theorie,

muizen van hand worden gewisseld.

dit kopieerblad staat een schematische weergave van een balans in

geordend op aantal snorharen

ook nog mogelijk zijn. ‘Nul en negen’, ‘een en acht’ en ‘twee en

zeven’.

Pak de muis met de minste snorharen. Hoeveel zijn er dat? Vier.

Laat een leerling ter controle de snorharen te len. Concludeer: Ja,

evenwicht. Op de linker schaal staat een muis en op de rechter schaal

Patroon dat ontstaat als de muizen co rect zijn

hier zi ten er twee en daar ook, dat is samen vier, want als je twee

58 Hoofdstuk 2. Meten

56 Hoofdstuk 2. Meten

staan er twee. De muizen op volgorde hebben een nummer 1 tot en

met 8. Stel, er is gevonden dat muis nummer 3 even zwaar is als muis

nummer 1 en 2 samen, dan kunnen de nummers van deze muizen op

Laat de deken nog even liggen, licht wel een tipje van de sluier op

dubbelt krijg je vier, ofwel twee erbij twee is vier. Zet je knijpkaart

Blijft het lastig, dan wil het weleens helpen om de muizen op

door te zeggen dat er van de ene kleur eentje meer is dan van de

andere kleur. Welke aantallen kunnen dan a leen nog maar? Vier en

maar op vier. Leg de deken over de rest van het rijtje muizen en

twee precies dezelfde, even zware schaaltjes te leggen. De vorm

van de muizen leidt nu niet meer af en dit bevordert nog meer het

concentreren op het verschil in gewicht.

de muizen op het kopieerblad worden gestempeld.

Oefenlessen

snorharen. Geef op je knijpkaart het aantal snorharen aan. Hoeveel

vakjes moet je je knijper opschuiven? Twee. Op hoeveel staat je

knijpkaart dan? Zes. Ja, want als je drie dubbelt krijg je zes, ofwel

55

Rekenspellenboek Vervolg p. 55 en verder

Rekenmateriaal Vervolg

3

4

3

4

U bladert in Rekenspellenboek groep 1&2 Vervolg

naar de beschrijving van deze activiteit.

Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij

nodig zijn klaar: de negenkoppige Familie Muis.

In het registratietiesysteem dat u tijdens de

basiscursus heeft gekregen kunt u per leerling

aangeven of de doelen zijn behaald. Op grond van

uw reflectie op de gegeven activiteit bepaalt u of u de

activiteit herhaalt, vereenvoudigt en/of verdiept u of

dat u een volgende activiteit in de lijst aanbiedt.

1a

2a

Wat ook kan:

Geeft u de voorkeur aan een meer methodische

aanpak vanuit de focusdoelen per periode? Dan

heeft u Rekenkalender groep 1&2 nodig. Hierin ziet

u per dag welke activiteiten u aanbiedt. Familie Muis

staat gepland na de voorjaarsvakantie op woensdag,

donderdag en vrijdag in de 5 de week en op maandag

in de 6 de week.

U zoekt Familie Muis op in de index van

Rekenspellenboek groep 1&2 Vervolg. Hierna

vervolgt u met stap 3 en 4.

Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving

van Familie Muis

19


Familie Muis

Doel

• Splitsingen van 9

• Tellen met sprongen van 2

• Dubbel 2 t/m dubbel 10

• Vergelijken en ordenen op lengte

• Vergelijken en ordenen op gewicht

• Herkennen en benoemen van een patroon

• Afpassen van gewicht, zie de verdieping

• Rekenen tot en met 18, zie de verdieping

Materiaal

• Familie Muis

• Dekentje

• Knijpkaarten en knijpers

• Balans

• Klittenband getalsymbolen 0 t/m 8

• Kopieerbladen: Familie Muis in balans

• Cijferstempels en stempelkussens

ogen, twee oren en vier poten. Maar ze hebben niet

allemaal een staart! Start een onderzoekje naar Familie

Muis op de verschillen in kleur, aantal snorharen,

lengte staart en gewicht.

Onderzoekje op kleur

Leg zodra aantal en kleur zijn vastgesteld een dekentje

over de muizen. Geef iedere leerling een knijpkaart

en knijper en vraag per tweetal aan te geven hoeveel

witte en hoeveel grijze muizen er kunnen zijn. De

ene leerling geeft op zijn knijpkaart het aantal witte

muizen aan, het andere het aantal grijze. Bespreek de

vondsten. Is het samen negen? Waarschijnlijk zullen

ze ‘drie en zes’ of ‘vier en vijf’ aangeven, want ze

hebben gezien dat er van elk meer dan twee zijn. Vraag

eventueel welke andere splitsingen van negen er, in

theorie, ook nog mogelijk zijn. Dit zijn ‘nul en negen’,

‘een en acht’ en ‘twee en zeven’.

Beschrijving

Zet de muizen voor de leerlingen neer en vraag naar de

overeenkomsten. Het zijn allemaal muizen met twee

De ontdekking dat er witte en grijze muizen zijn, biedt

aanleiding om de splitsingen van 9 te verkennen

Onderzoekje op aantal snorharen

Laat de muizen ordenen op het aantal snorharen. De

20


muizen hebben respectievelijk 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18

en 20 snorharen.

Patroon dat ontstaat als de muizen correct zijn geordend op

aantal snorharen

Onderzoekje naar de lengte van de staarten

Laat de muizen ordenen op lengte van hun staart. Leg

de nadruk op hoe je dit vergelijkt. Laat de staarten op

het oog en tegen elkaar gelegd vergelijken. De muis

zonder staart heeft een staart van nul centimeter, nul

meter, nul kilometer! Wat valt op aan de staarten? Het

verschil tussen de lengte van opeenvolgende staarten

is telkens het stukje van de kortste staart. Liggen

de muizen naast elkaar dan zien ze wellicht dat de

middelste muis een staartlengte heeft die precies de

helft is van de lengte van de muis met de langste staat.

Muis 1 en 9 hebben samen een staart net zo lang als

Muis 2 en 8, en als Muis 3 en 7, en als Muis 4 en 6.

Groep 1&2 Vervolg

Pak de muis met de minste snorharen. Hoeveel zijn er

dat? Vier. Laat een leerling ter controle de snorharen

tellen. Concludeer: Ja, hier zitten er twee en daar ook, dat

is samen vier, want als je twee dubbelt krijg je vier, ofwel

twee erbij twee is vier. Zet je knijpkaart maar op vier. Pak

de volgende muis in de rij. Deze muis heeft aan elke kant

drie snorharen. Geef op je knijpkaart het aantal snorharen

aan. Hoeveel vakjes moet je je knijper opschuiven? Twee.

Op hoeveel staat je knijpkaart dan? Zes. Ja, want als je drie

dubbelt krijg je zes, ofwel drie erbij drie is zes. Ga op deze

wijze de rij muizen af. Bij de muis met zeven snorharen

aan elke kant moet in tweetallen worden gewerkt om

het totaal aan te kunnen geven. Slimmeriken zetten

wellicht allebei de knijper op ‘7’! Vraag dan wel even

hoe het getal heet dat bij het totaal hoort.

Tot slot mag een leerling het aantal snorharen per muis

even opnoemen. Ga met uw vinger langs de muizen.

Als het goed is, klinkt er: 2-4-6-8-...-20!

Patroon dat ontstaat als de muizen correct zijn geordend op

lengte van hun staart

Onderzoekje naar gewicht

Laat de muizen ordenen van lichtst naar zwaarst. Ze

doen dit allereerst door te wegen op de hand. Het helpt

daarbij om de ogen te sluiten en de handen iets op en

neer te bewegen. Door het sluiten van de ogen kunnen

ze zich beter concentreren en door het op en neer

bewegen van de handen is het verschil waarschijnlijk

net iets beter waar te nemen. Lukt het niet? Laat de

21


muizen dan eens van hand verwisselen. De ene arm

is doorgaans krachtiger dan de andere en dit kan de

reden zijn dat het verschil pas wordt gevoeld als de

muizen van hand worden gewisseld.

kan worden bepaald dat de muis die het schaaltje meer

naar beneden drukt zwaarder weegt dan de andere

muis. De muis die hoger hangt ten opzichte van de

muis die lager hangt weegt dus lichter.

Patroon dat ontstaat als de muizen correct zijn geordend

op gewicht

Verdieping

Bevestig de klittenband getalsymbolen op de buiken

van de negen muizen die geordend staan op gewicht.

De lichtste muis krijgt 0, de volgende in de rij 1 en zo

verder. De lichtste muis met 0 doet niet mee. Leg Muis

0 apart. Laat de leerlingen met Muis 1 tot en met 8

onderzoeken welke muizen even zwaar zijn. Als een

combinatie is gevonden, bewaren ze deze vondst op

het kopieerblad. Ze kunnen hierbij de cijferstempels

gebruiken.

Bij het vergelijken van gewicht op de hand helpt het om de

ogen te sluiten, de handen iets op en neer te bewegen en de

muizen ook eens van hand te laten wisselen

Met een balans controleren ze of het klopt. Bespreek

hoe ze het kunnen aanpakken. Door twee

opeenvolgende muizen elk in een schaaltje te leggen,

Muis nummer 1 en 2 zijn even zwaar als Muis nummer 3

22


Op het kopieerblad wordt de vondst vastgelegd

Ontdekken de leerlingen de getalrelaties tussen de

muizen links en rechts op de balans? Dan kunnen ze

ook zonder te wegen een kopieerblad vol stempelen.

Familie Muis in balans

Cijferstempels en stempelkussens

1 2 3 4 5 6 7 8

Groep 1&2 Vervolg

groep 1&2 Vervolg − Familie Muis in balans – Kopieerblad 1

Na het ontdekken van de rekenkundige regel, stempelt Amelie

zonder te wegen een kopieerblad vol. Superknap!

Kopieerblad Familie Muis in balans

23


Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2 Vervolg

24

€ 740,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In de ladekast vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundeactiviteiten in groep 1&2. De kast komt

aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 1&2 Vervolg. In de handleiding treft u bij elk materiaal een

of meer voorbeelden van reken-wiskundeactiviteiten, ook voor buiten! Er is aangegeven waar deze activiteiten in

de leerlijn passen.


Prentenboek:

De zonnebloemenwedstrijd

Prentenboek: Septem

leert klokkijken

Septem

Cijferstempels,

vouwblaadjes

en vlechtstroken

Groep 1&2 Vervolg

Knopentouwen:

15 x 1m en 2 x 2,5m

Plakfiguren en

papieren cirkels

Rekenbal

Wisbordjes

met stiften

Muis en

Kubusblokken

Instructieklokken en

getalkaarten 1 t/m 24

Voorstellingskaart

Getaltegels en

wijzers

Hoepels en pijlen

Familie Muis

Slokop

Spinnenweb

25


Rekenspellen groep 1&2 Vervolg

26

€ 635,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In de ladekast vindt u educatieve reken-wiskundespellen in groep 1&2. De kast komt aan de orde in de cursus

Met Sprongen Vooruit groep 1&2 Vervolg. In de handleiding treft u bij elk spel, waarvan twee voor buiten, behalve

de spelregels ook didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar deze

zich in de leerlijn bevindt.


Hollen met mollen Sjouwen en bouwen Kleuren- en vormenbingo

Groep 1&2 Vervolg

Weegpiraat Waterpret Tijdrekken

Buitenbingo Sprintje trekken XL Zonnebloemkampioen Kikker en pad

27


Aanbod groep 3&4

Cursussen gehele rekenleerlijn

Het cursusaanbod van groep 3&4 bestaat uit

een basiscursus van vier bijeenkomsten en een

vervolgcursus van vier bijeenkomsten. Tijdens de

bijeenkomsten wisselen verschillende werkvormen,

zoals theoretische onderbouwing, didactische

activiteiten, kijken naar video-opnamen en bespreken

van de praktijkopdrachten elkaar af. Elke bijeenkomst

duurt 2,5 uur en vindt op locatie plaats.

Als cursist ontvangt u de eerste bijeenkomst een

Rekenspellenboek, een cursusmap, de inloggegevens

voor de downloads en een cursistencadeautje dat u de

volgende dag meteen in kunt zetten tijdens uw rekenwiskundelessen.

28

Cursusmateriaal

In Rekenspellenboek groep 3&4 vindt u meer dan 150

unieke, volledig uitgewerkte reken-wiskundelessen

die u met uw groep kunt doen. In Rekenspellenboek

groep 3&4 Vervolg vindt u nog eens 100 lessen. Met het

inzetten van deze lessen op het geschikte moment en de

juiste manier, voldoet u aan alle reken-wiskundedoelen

van de SLO.

Voor het behalen van deze doelen kunt u de

Rekenkalenders gebruiken. Hierin staat voor alle

dagen van de week per dag welke les(sen) u geeft. De

beschrijving van deze lessen vindt u via de indices

in de Rekenspellenboeken. U kunt uw lessen ook

plannen en verzorgen vertrekkend vanuit het punt

waar de leerlingen zich op dit moment bevinden op de

leerlijn. In dat geval kiest u via de inhoudsopgave in de

Rekenspellenboeken de lessen die hierbij passen. De

lessen staan hier per subdoel geordend van makkelijk

naar moeilijk. Beide mogelijkheden, werken vanuit de

Rekenkalenders of vanuit de plaats op de leerlijn, zijn op

de hierna volgende pagina’s in schema gezet.

Inhoud basiscursus groep 3&4

In de basiscursus groep 3&4 krijgt u in vier

bijeenkomsten overzicht op de leerlijnen en didactiek

voor het optellen en aftrekken tot 100. U leert hoe u

productieve oefenlessen geeft. U weet hoe u materialen

en modellen afstemt op de behoefte van de groep of de

individuele leerling. U ervaart welk positief effect het

laten maken van eigen producties kan hebben op de

autonomie, zelfvertrouwen en motivatie van leerlingen.

U leert wanneer u welke oefenlessen en spellen inzet

om de doelen te behalen. U maakt zich bovendien een

breed palet aan interventies eigen om het denken en

redeneren van uw leerlingen te achterhalen. U kunt met

uw kennis van de verschillende oplossingsstrategieën

van leerlingen doeltreffende feedback geven. Het

pendelen tussen de verschillende niveaus van het


Schrijf u

in voor de basisén

vervolgcursus

en ontvang € 100,-

korting

handelings- en hoofdfasenmodel krijgt u onder de

knie.

Met Rekenspellenboek groep 3&4 beschikt u over ruim

150 reken-wiskundelessen en spellen die tezamen de

leerlijn voor het optellen en aftrekken tot 100 dekken.

Deze lessen en spellen hebben betrekking op tien

oefenonderdelen: leren tellen, ordenen & lokaliseren,

springen naar getallen, aanvullen tot 10, splitsingen en

sprong van 10, eigen producties, opereren op de lege

getallenlijn, bijna-verdwijnsommen en rekenen op

formeel niveau.

van een practicum welke

lessen en spellen u wanneer kunt

inzetten. U ondervindt hoe leerlingen via klokleggen,

kloklopen en kloklezen op een speelse, effectieve

manier leren klokkijken. Het eigen lichaam en het

laten maken van eigen producties spelen daarbij

een belangrijke rol. Met betrekking tot het domein

Meten doorgrondt u de leerlijnen en didactiek voor

lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht en geld.

En voor het domein Meetkunde doet u dit voor de

deelleergebieden oriënteren in de ruimte, construeren

en opereren met vormen en figuren.

Groep 3&4

“Heel praktisch, goed onderbouwd,

afwisselend, duidelijk, prettige cursusleidster,

direct toepasbaar, goed materiaal.”

Maritza de Vries, leerkracht groep 4

Prins Willem-Alexanderschool te ’s-Gravenzande

Inhoud vervolgcursus groep 3&4

In de vervolgcursus groep 3&4 van vier bijeenkomsten

verdiept u zich in het omgaan met contexten en u

maakt een didactische kaart. U krijgt zowel voor

binnen als buiten extra activiteiten om het oefenen

van de basisonderdelen aantrekkelijk te houden. U

krijgt zicht op de verschillende fasen in de leerlijn

vermenigvuldigen en delen en ervaart aan de hand

Met Rekenspellenboek groep 3&4 Vervolg heeft u ruim

100 nieuwe reken-wiskundelessen en spellen tot u

beschikking waarmee u de rest van de doelen in groep

3&4 kunt bereiken.

Voorkennis van de basiscursus is nodig voor de

vervolgcursus.

Na het volgen van beide cursussen heeft u met ruim

250 lessen een volledig doelen dekkend programma

voor groep 3&4 in handen.

Registerleraar heeft de basiscursus met 40 RU en de

vervolgcursus met 40 RU gevalideerd.

Hoe het hele programma voor groep 3&4 samenhangt,

kunt u lezen op de volgende pagina’s.

29


Titel

[Hoofdstuk] Bladzijde

Samen 5 [4]

74

Schriftelijk springen naar getallen [3]

52

Schuilnamen bedenken [6]

113

Sommen met de splitsbloemen [6]

116

Sommen met de tweelingen [6]

103

Sommen met de verliefde harten [5]

87

Sommen met de vrienden van 100 [5]

90

Sommenplof [7]

132

Sommenrace [7]

129

Spellen met eigen producties [11]

187

Splitsingen van 4, 5, 6, 7, 8 en 9 [6]

110

Splitsingen van 7 [6]

109

Splitsmemory [6]

120

Springen met de tienvanger op kralenketting [8]

144

Springen naar getallen op de kralenketting [3]

45

Springen naar getallen op het stappenpad (1) [3]

46

Springen naar getallen op het stappenpad (2) [3]

47

Springen naar getallen op het stappenpad (3) [3]

49

Springen naar getallen op het stappenpad (4) [3]

53

Springen naar getallen op het stappenpad (5) [3]

54

Springen vanaf 100 [3]

48

Springen zonder tienvanger op kralenketting [8]

145

Sprintje trekken [2]

26

Straatje maken [2]

28

Terugflitsen (met vingers) [4]

65

Tientallen plaatsen [2]

32

Tiental-tel-spel [1]

14

Tikkie, jij bent ‘m [1]

6

Ting-dong, hoor ik een sprong? [3]

51

Toepassingen [12]

194

Toepassingen van ‘Sprong van 10’ in de

warming-up [10]

162

Treinsommen [11]

181

Tussen tientallen [2]

38

‘t Was nacht (lied) [6]

111

Uitbreiden typen sommen [7]

126

Uitbreiden van sommen met de splitsbloemen [6]

117

Uitbreiden van sommen met de tweelingen [6]

104

Uitbreiden van sommen met de verliefde harten [5]

91

Verliefde-harten-memory [5]

94

Voorspellen aantal kralen [8]

146

Voorspellen waar je uitkomt [8]

141

Voortzetten niet systematisch klinkende rijtjes [8]

140

Voortzetten systematisch klinkende rijtjes [8]

138

Vrienden-van-100 memory [5]

97

Titel

[Hoofdstuk] Bladzijde

Waar slaapt kikker? [2]

36

Waku-waku als een soort echo [11]

186

Waku-waku zegt 5 [11]

173

Waku-waku zegt 9 [11]

185

Waku-waku zegt 10 [11]

171

Waku-waku zegt 20 en 15 [11]

174

Waku-waku zegt 100 [11]

178

Waku-waku zegt getallen als 1, 2 en 3 [11]

179

Waku-waku zegt ongeveer 100 [11]

186

Waku-waku zegt weer 1, 2 of 3 [11]

180

Waku-waku zegt weer 5 [11]

177

Waku-waku zegt weer 10 [11]

176

Warming-up [10]

161

Wat hoort daarbij? [6]

107

Welke aantallen kunnen? [6]

102

Welke flitskaart heb je? [4]

71

Welke harten houd ik achter mijn rug? [5]

82

Welke mis je? [1]

11

Welke splitsingen ken je? [6]

108

Welke verliefde harten ken je? [5]

81

Wie is de vriend van ...? [5]

89

Wie is verliefd op ...? [5]

80

Wie zijn mijn buren? [2]

23

Zonder aanloop [1]

9

221

Werkwijze groep 3&4

Al tijdens de cursus start u met het werken vanuit de leerlijn, de doelen en de geleerde

didactische vaardigheden. Hoe dat gaat, ziet u aan de hand van dit voorbeeld:

INHOUDSOPGAVE

Inleiding 1

Rekenmaterialen 2

1. Leren tellen 4

Oefenlessen 6

Tikkie, jij bent ‘m 6

Op tijd op de rem 8

Zonder aanloop 9

Acht-eruit-tellen 10

Welke mis je? 11

De kleine buur 12

Het record verbreken 13

Tiental-tel-spel 14

Gezelschapsspellen 16

De dienaren van de koning 16

Burenbingo 19

3. Springen naar getallen

3. Springen naar getallen 43

Oefenlessen 45

Springen naar getallen op de kralenketting 45

Springen naar getallen op het stappenpad (1) 46

Springen naar getallen op het stappenpad (2) 47

Springen vanaf 100 48

Springen naar getallen op het stappenpad (3) 49

Hoe groot is de grote hup? 50

Ting-dong, hoor ik een sprong? 51

Schriftelijk springen naar getallen 52

Springen naar getallen op het stappenpad (4) 53

Springen naar getallen op het stappenpad (5) 54

Relatie tussen sprongen en sommen (1) 55

Relatie tussen sprongen en sommen (2) 56

Relatie tussen sprongen en sommen (3) 57

Gezelschapsspel 58

Erop of eronder 58

Springen op het stappenpad p. 46

Springen

naar

getallen

2. Ordenen en lokaliseren 21

2a. Ordenen 21

Oefenlessen 22

Opstellen van klein naar groot 22

Wie zijn mijn buren? 23

Groepjes formeren 24

Ren je rot 25

Sprintje trekken 26

Gezelschapsspel 28

Straatje maken 28

2b. Lokaliseren 30

Oefenlessen 32

Tientallen plaatsen 32

Raad mijn getal 34

Op je nummer zetten 35

Waar slaapt kikker? 36

Pak de pagina 37

Tussen tientallen 38

In zo min mogelijk beurten 39

Gezelschapsspel 41

Gok een hok 41

4. Getalbeelden 60

Oefenlessen 62

Flits evenveel (met vingers) 62

Relatie vingers en kralen 63

Rekenrek fase 1: Schuiven met kralen 64

Terugflitsen (met vingers) 65

Rekenrek fase 2: Kijken naar het rekenrek 66

Hoeveel vingers? 67

Flitsen met flitskaarten 69

Rekenrek fase 3: Denken aan het rekenrek 70

Welke flitskaart heb je? 71

Gezelschapsspellen 72

Domino (met getalbeelden en -symbolen) 72

Samen 5 74

Kampen (met getalbeelden en -symbolen) 76

Leerlijn

Rekenspellenboek

1 2

INDEX

Springen op het stappenpad p.46

Springen op het stappenpad

Rekenspellenboek

2a

Rekenkalender

1a

30

1

2

De leerlingen begrijpen de decimale opbouw van

getallen in sprongen van 10 en huppen van 1. Dit

hebben ze geleerd met een aantal lessen behorend

bij de basale vaardigheid: Springen naar getallen. Nu

wilt u hen laten ontdekken dat meerdere huppen van

1 verkort kunnen worden tot grote huppen van 2, 3,

4, … of 9.

In Rekenspellenboek groep 3&4 kijkt u in de lijst met

lessen behorend bij Springen naar getallen. De les

die hierbij nu het beste aansluit is Springen op het

stappenpad.


Materiaal

• Getalkaarten 1 t/m 130

• Kralenstang

Springen op het stappenpad

Springen naar getallen op het stappenpad (2)

Doel

• Springen naar geta len in sprongen van 10, huppen van 1 en

grote huppen van 2 t/m 9

• Posters 2 en 3: Springen naar geta len

• Poster met de springrichtingen

• Voor iedere leerling een wisbordje en stift

Voorbereiding

Poster 2

• Leg de getalkaarten 24, 27, 32, 46, 58, 59 en 65 blind op een tafel.

• Hang poster 2 en de poster met de springrichtingen voor het bord.

Hang poster 3 achter poster 2 of houd deze nog even apart, maar

wel binnen handbereik.

• Houd ook de kralenstang binnen handbereik.

Beschrijving

Maak in deze oefenles de overstap van het springen naar geta len in

sprongen van 10 en huppen van 1 (poster 2) naar het springen naar

geta len in sprongen van 10, huppen van 1 én grote huppen van 2, 3,

4, 5, 6, 7, 8 en 9 (poster 3). Vraag een leerling naar een geheim getal

te springen in sprongen van 10 en huppen van 1, bijvoorbeeld 46.

Vraag vervolgens aan de rest van de leerlingen op hun wisbordje te

noteren naar welk getal ze denken dat deze leerling is gesprongen.

De leerlingen houden het wisbordje omhoog, zodat snel kan worden

gezien of iedereen het goed heeft.

Poster 3

Zet het goede getal op het bord en vraag u hardop af hoeveel huppen

van 1 er zijn gemaakt. Om di te achterhalen kan het nodig zijn dat de

leerling opnieuw springt. Teken de sprongen en huppen op het bord,

tel samen met de leerlingen het aantal huppen en zet een grote hup

van 6 over de zes huppen van 1. Afgesproken wordt dat dit een grote

hup is. Een grote hup wordt net als een hup met een tweebenige

afzet genomen. Als je naar een getal springt in sprongen, huppen

en grote huppen moet je benoemen hoe groot de grote hup is.

Anders kan de groep niet weten naar welk getal is gesprongen. Laat

nogmaals naar 46 springen, maar dan met een grote hup en vervang

poster 2 door poster 3.

Vervolgens springen leerlingen om de beurt naar de geheime

getallen in sprongen, huppen én grote huppen. Ze doen dit op de

denkbeeldige geta lenlijn. Toon regelmatig en zeker bij een vergissing

hoe dit op een kralenke ting en lege geta lenlijn eruit ziet. De

Groep 3&4

koppeling tussen deze mode len vergroot het begrip. Ook kan het

benadrukken van de uitspraak van de geta len steun geven bij het

vastste len van de grote hup. In zesenveertig hoor je de grote hup als

eerste. In dit geval is de grote hup dus 6.

Nadat naar geta len is gesprongen volgens de springregels

van poster 2, springen leerlingen naar geta len

volgens de springregels van poster 3

Het wisbordje zorgt voor een hoge betrokkenheid

47

Rekenspellenboek p. 47

3

Rekenmateriaal

4

3

4

U bladert in Rekenspellenboek groep 3&4 naar de

beschrijving van deze les.

Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij

nodig zijn klaar: de getalkaarten, de posters met de

springregels, de poster met de spring-richtingen en

voor iedere leerling een wisbordje en stift.

1a

Op grond van uw reflectie op de gegeven les bepaalt

u of u de les herhaalt, vereenvoudigt en/of verdiept u

of dat u een volgende activiteit in de lijst aanbiedt.

2a

Wat ook kan:

Geeft u de voorkeur aan een meer methodische

aanpak? Dan heeft Rekenkalender groep 3 en groep 4

nodig. Hierin ziet u per dag wat u aanbiedt. Springen

op het stappenpad staat voor groep 4 gepland in de

1 ste en 2 de week na de herfstvakantie op donderdag en

in de 3 de en 4 de week op maandag.

U zoekt Springen op het stappenpad op in de index

van Rekenspellenboek groep 3&4. Hierna vervolgt u

met stap 3 en 4.

Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving

van Springen op het stappenpad

31


Springen op het stappenpad

Doel

Springen naar getallen in sprongen van 10,

huppen van 1 en grote huppen van 2 t/m 9

Materiaal

• Getalkaarten 1 t/m 130

• Kralenstang

• Posters 2 en 3: Springen naar getallen (magnetisch)

• Poster met de springrichtingen (magnetisch)

• Voor iedere leerling een wisbordje en stift

Poster 2

Getalkaarten 1 t/m 130

Wat voorafging

Op een kralenketting met spankoord zijn leerlingen

naar getallen gesprongen in sprongen van 10 en

vervolgens in sprongen van 10 én huppen van 1. Ze

hebben dit gedaan in tweetallen waarbij de leerkracht

een vaste procedure en strakke didactische organisatie

hanteerde.

Bij ‘wissel’ neemt de buur het over en springt op de

kralenketting naar een getal

In de daaropvolgende les springen leerlingen

fysiek naar geheime getallen op een denkbeeldige

getallenlijn. Hierbij geldt dat je een sprong van 10

springt met een eenbenige afzet en dat je een hup van 1

laat zien door het nemen van een tweebenige afzet.

32


leerlingen op hun wisbordje te noteren naar welk

getal ze denken dat deze leerling is gesprongen. De

leerlingen houden het wisbordje omhoog, zodat snel

kan worden gezien of iedereen het goed heeft.

Poster 3

Voorbereiding

• Leg de getalkaarten 24, 27, 32, 46, 58, 59 en 65 blind

op een tafel.

• Hang poster 2 en de poster met de springrichtingen

voor in het lokaal.

• Hang poster 3 achter poster 2 of houd deze nog even

apart, maar wel binnen handbereik.

• Houd ook de kralenstang binnen handbereik.

Beschrijving

Maak in deze les de overstap van het springen naar

getallen in sprongen van 10 en huppen van 1 (poster 2)

naar het springen naar getallen in sprongen van 10,

huppen van 1 én grote huppen van 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8

en 9 (poster 3). Vraag een leerling naar een geheim

getal te springen in sprongen van 10 en huppen van 1,

bijvoorbeeld 46. Vraag vervolgens aan de rest van de

Zet het goede getal op het bord en vraag u hardop

af hoeveel huppen van 1 er zijn gemaakt. Om dit

te achterhalen kan het nodig zijn dat de leerling

opnieuw springt. Teken de sprongen en huppen op

het bord, tel samen met de leerlingen het aantal

huppen en zet een grote hup van 6 over de zes huppen

van 1. Afgesproken wordt dat dit een grote hup is.

Een grote hup wordt net als een hup van 1 met een

tweebenige afzet genomen. Als je naar een getal

springt in sprongen, huppen en grote huppen moet je

benoemen hoe groot de grote hup is. Anders kan de

groep niet weten naar welk getal is gesprongen. Dit

verklaart de tekstballon op poster 3. Laat nogmaals

naar 46 springen, maar dan met een grote hup en

vervang poster 2 door poster 3.

Vervolgens springen leerlingen om de beurt naar

de geheime getallen in sprongen, huppen én grote

huppen. Ze doen dit op de denkbeeldige getallenlijn.

Toon regelmatig en zeker bij een vergissing hoe dit

op een kralenketting en lege getallenlijn eruit ziet. De

koppeling tussen deze modellen vergroot het begrip.

Ook kan het benadrukken van de uitspraak van de

getallen steun geven bij het vaststellen van de grote

hup. In zesenveertig hoor je de grote hup als eerste. In

dit geval is de grote hup dus 6.

33

Groep 3&4


Hoe het verder gaat

Hierna breidt de leerkracht het springen naar getallen

uit met het springen vanaf 100. Ook nu hangen

poster 3 en de poster met de springrichting in het

zicht. Gaat dit goed dan breiden de springregels zich

uit met poster 4 en 5. Leerlingen hebben vanaf nu

ook de keuze uit grote sprongen van 20, 30, ..., 90 en

een reuzensprong van 100. Ter voorbereiding op het

opereren op de lege getallenlijn leggen leerlingen de

relatie tussen sprongen en sommen. Ze tekenen hoe

je op zoveel mogelijk manieren naar een getal kunt

springen en leiden hieruit af de daarbij horende optelen

aftrekopgaven.

Nadat naar getallen is gesprongen volgens de springregels

van poster 2, springen leerlingen naar getallen

volgens de springregels van poster 3

Poster 4

Leerlingen noteren op hun wisbordje het getal waarvan ze

denken dat naartoe is gesprongen

34


Naam: .... .. ..... ..... ... ..... ......... . ... ..... . . . ....... ....... ...... .. ..... . .. ..... . ...... .. .... . . ... .... . ......... ... . .

Groep: ... ...... .... .. ..... ...... .. ..... ..... . . Datum: ...... ...... . ....... . ......... ... . ........ .... .... ... ...... ...... ... ..

Opereren op de lege getallenlijn (voorbereiding)

89

Spring op zoveel mogelijk manieren naar

vouwlijn

Schrijf de som

bij de sprongen.

1

2

3

1

2

3

Groep 3&4

4

4

Poster 5

5

5

6

6

7

7

Poster met de springrichtingen

Uit: Werkbladenmap groep 3&4

35


Rekenmaterialen oefenlessen groep 3&4

€ 530,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze kist vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen in groep 3&4. De kist komt aan de

orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 3&4 Basis. In de handleiding treft u bij elk materiaal een of meer

voorbeelden van lessen met hun locatie op de leerlijn.

36


Handschoenen

Flitskaarten

Verliefde harten

Tweelingen

Splitsbloemen

Groep 3&4

Posters springen

naar getallen

Kralenkettingen met

elastisch spankoord

Tienvangers

Getalkaarten

en zandlopers

Vrienden van 100

Poster

springrichtingen

en strategieën

Wisbordjes

met stiften

Leeftijdluikjes en

leeftijdkaarten

HET BOEK van

Kikker met 130

bladzijden

Waku-waku

met bril

37


Rekenspellen groep 3

Nieuw!

€ 424,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze ladekast vindt u educatieve rekenspellen voor groep 3. De ladekast komt ook aan de orde in de cursus

Met Sprongen Vooruit groep 3&4 Basis. In de handleiding treft u bij elk spel behalve de spelregels ook

didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar deze in de leerlijn past.

38


De dienaren

van de koning

Burenbingo

Straatje maken

Gok een hok

Groep 3&4

Erop of

eronder

Domino

Samen 5

Kampen

Verliefde-harten

memory

Maak 10

Vrienden-van-100

memory

Bamzaaien

Splitsmemory

Boeven vangen

Drie op een rij

39


Rekenspellen groep 4

40

€ 424,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze kist vindt u educatieve rekenspellen voor groep 4. De kist komt ook aan de orde in de cursus

Met Sprongen Vooruit groep 3&4 Basis. In de handleiding treft u bij elk spel behalve de spelregels ook

didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar deze in de

leerlijn past.


De dienaren

van de koning

Burenbingo

Straatje maken

Gok een hok

Groep 3&4

Erop of eronder

Eén-twee-drie

Domino

Vier op een rij

Maak 24

Trio

Sommenplof

Drie op een rij

Vrienden-van-100

memory

Raketspel

Koppelen

Kampen

41


Titel bladzijde Titel bladzijde

Buitenspel 67

Kastelen op stelten 41

Kat in de zak 99

Ketting rijgen 49

Klokkenluiden 133

Klokleggen 127

Kloklezen 170

Kloklopen 139

Koppels delen 120

Tijdhapperen I 163

Tijdhapperen II 173

Tijdhapperen III 180

Tijdmemory 176

Tijdmeppen I 177

Tijdmeppen II 181

Tijdrekken 167

Zoals het klokje thuis tikt 165

Legenda:

Eigen producties

253

Hoofdstuk 1. Basale vaardigheden

Werkwijze groep 3&4 Vervolg

Ook nu werkt u al tijdens de cursus vanuit de leerlijnen, de doelen en de geleerde didactische vaardigheden.

Aan de hand van een voorbeeld behorend bij de grootheid Tijd ziet u hoe dit gaat:

Zie leerlijn

groep 3&4

Leerlijn

1

Tijd

Leren

klokkijken

en toepassingen

Over de muur

Rekenkalender

1a

42

Alle hens aan dek 135

INDEX

Alle twaalf 53

Codenaam 161

De helft en de helften van de helft 140

De keerspreuk 82

De klok gelijkzetten 130

De klok slaat 138

De sorteermachine 20

De sorteermachine op tijd 171

De tijd tikt door 149

De verliefde getallen 32

Domino 86

Erop-of-eronder Buiten 29

Gestrikt! met harten 46

Gestrikt! met plus en min 73

Happeren 37

Hinkel de harten 43

Hoger, lager 12

Honderdtien en de rest zullen we wel zien 9

Hordelopen 79

In de tafel van ..? 105

In de tent, uit de tent 6

Korte-wijzerbingo 155

Lange-wijzerbingo 157

Liefdesparen sparen – samen 10 48

Liefdesparen sparen – samen 100 51

Lijntikkertje 70

Maak 24 112

Maximaal gaan 56

Ontketen een rage 23

Op het schoolplein in Tienerdam 33

Over de muur (1) 142

Over de muur (2) 145

Over de muur (3) 150

2a

Over de muur (4) 152

Pietje Precies – tot en met 40 16

Pietje Precies – tot en met 201 18

Raak de Draak 14

Schipper mag ik overvaren? 62

Septem leert klokkijken 123

Sprint-je-tijd XL 174

Sprintje trekken XL 27

Stoeptafelen 93

Tafelbingo 108

Tafelflitsen 102

Tafelhandjes 77

Tafellive 89

Tafelmemory 107

Tafelmeppen 114

Tafelsprinten 103

Tafeltafel inrichten 80

Tafeltafelrace 81

Tafeltegelen 91

Tafeltennis 96

Tafeltikkie 76

Tafeltovervierkanten 118

Tafelwarming-up 95

TIENen 24

Over de muur p. 142

Tijd tekenen en benoemen 154

Trio 115

Twee soorten klokken 159

Van 0 tot en met 100 64

Vier keer een kwart 147

Vier op een rij 110

Wat heb ik nu aan mijn fiets hangen? 98

Zeg, ken jij de harten al? 35

Met Sprongen Voor Buiten

Met Sprongen Vooruit Prentenboek

Rekenspellenboek Vervolg

1

2

De leerlingen hebben in de lessen Klokleggen

en Kloklopen de positie van de getallen op een

wijzerplaatklok verkend. Ze weten hoe de korte wijzer

zich ten opzichte van de lange beweegt. Ze kunnen de

stand van de korte wijzer koppelen aan de begrippen

hele uur, halverwege het hele uur, iets voor / over

het hele uur. Nu is het zaak dat ze de belangrijkste

posities van de lange wijzer leren benoemen.

In Rekenspellenboek groep 3&4 Vervolg kijkt u in de

lijst met lessen behorend bij Tijd. De les die nu het

beste aansluit bij de zone van de naaste ontwikkeling

is Over de muur.


INHOUDSOPGAVE

Gezelschapsspellen 107 Gezelschapsspellen 155

Tafelmemory 107 Korte-wijzerbingo 155

Tafelbingo 108 Lange-wijzerbingo 157

Vier op een rij 110 Neem de tijd

Maak 24 112

Tafelmeppen 114 4b2. Verstrengeling van leerstof 158

Trio 115 Oefenlessen 159

Twee soorten klokken 159

3d. Vermenigvuldigen en delen, fase 4: Uitbreiden 117 Codenaam 161

Oefenles 118 Tijdhapperen I 163

Tafeltovervierkanten 118 Zoals het klokje thuis tikt 165

Gezelschapsspel 120 Gezelschapsspellen 167

Koppels delen 120 Tijdrekken 167

Zeeën van tijd

4. Leren klokkijken p. 122

4. Leren klokkijken 122

4a. Leren klokkijken, fase 1: Begripsvorming 122

Oefenlessen 123

Septem leert klokkijken 123

Klokleggen 127

De klok gelijkzetten 130

Klokkenluiden 133

Alle hens aan dek 135

Over de muur p.142

4b. Leren klokkijken, fase 2: Ontwikkelen van

oplossingsprocedures 137

4b1. Kloklezen op een wijzerplaatklok 137

Oefenlessen 138

De klok slaat 138

Kloklopen 139

De helft en de helften van de helft 140

Over de muur (1) 142

Over de muur (2) 145

Vier keer een kwart 147

De tijd tikt door 149

Over de muur (3) 150

Over de muur (4) 152

Tijd tekenen en benoemen 154

4c. Leren klokkijken, fase 3: Vlot aflezen van tijden 169

Oefenlessen 170

Kloklezen 170

De sorteermachine op tijd 171

Tijdhapperen II 173

Gezelschapsspellen 174

Sprint-je-tijd XL 174

Tureluren

Tijdmemory 176

Tijdmeppen I 177

4d. Leren klokkijken, fase 4: Flexibel toepassen 179

Oefenlessen 180

Tijdhapperen III 180

Plaats de tijdmaat

Gezelschapsspellen 181

Tijdmeppen II 181

Race tegen de klok

5. Meten (overig) 190

5a. Lengte, omtrek en oppervlakte 190

Oefenlessen 191

Nieuwe sloffen 191

Hekkensluiter 195

Minste hekken om het land 198

Over de muur

Over de muur (1)

Doel

• Lijfelijk ervaren en benoemen van de lange-wijzertijden ‘voor

het hele uur’, ‘over het hele uur’, ‘voor het halve uur’ en ‘over het

halve uur’.

Materiaal

• Drie dimensionale driehoekige kaarten of grote bouwblokken

• Getaltegels (1 t/m 12)

• Vloerkleed

• Lange-wijzerkaarten

• Voor iedere leerling een wisbordje en stift

• Rekenzwaard, zie de tip

Over de muur (1)

Voorbereiding

Doel

Leg het vloerkleed uit. Bouw loodrecht op de blauwe rechte lijn een

muur. • Lijfelijk Gebruik ervaren hiervoor en benoemen de driedimensionale van de lange-wijzertijden driehoekige kaarten ‘voor

of grote het hele bouwblokken. uur’, ‘over het Zorg hele dat uur’, de muur ‘voor boven het halve de lijn uur’ twee en ‘over keer het

zo hoog halve is, uur’. als de muur onder de lijn. In geval de drie dimensionale

driehoekige

Materiaal

kaarten worden gebruikt, kiest u voor boven de lijn de

grootste kaarten en voor onder de lijn de kleinste. Schuif de kaarten

gedeeltelijk

• Drie dimensionale

in elkaar zodat

driehoekige

op beide

kaarten

helften

of

een

grote

muur

bouwblokken

ontstaat.

• Getaltegels (1 t/m 12)

• Vloerkleed

• Lange-wijzerkaarten

• Voor iedere leerling een wisbordje en stift

• Rekenzwaard, zie de tip

Voorbereiding

Leg het vloerkleed uit. Bouw loodrecht op de blauwe rechte lijn een

muur. Gebruik hiervoor de driedimensionale driehoekige kaarten

of grote bouwblokken. Zorg dat de muur boven de lijn twee keer

zo hoog is, als de muur onder de lijn. In geval de drie dimensionale

driehoekige kaarten worden gebruikt, kiest u voor boven de lijn de

grootste kaarten en voor onder de lijn de kleinste. Schuif de kaarten

gedeeltelijk in elkaar zodat op beide helften een muur ontstaat.

Vloerkleed met streep en loodrecht daarop een muur van driedimensionale

driehoekige kaarten. De muur boven de streep is

(ongeveer) twee keer zo hoog als onder de streep.

4b1. Kloklezen op een wijzerplaatklok

Vertel aan de leerlingen dat als ze met hun voeten over de ‘streep’

gaan, de eerstvolgende andere muur voor wat betreft de naamgeving

de baas wordt. Dus zodra je bij ‘3’ over de streep gaat, wordt de ‘halve’

muur de baas. Je bent dan voor de halve muur. En bij de ‘9’ wordt de

‘hele’ muur de baas. Je bent dan voor de hele muur.

Vraag vervolgens als de leerling bij de 5 staat: Waar ben je nu? Als het

goed is, antwoordt de leerling nu ‘voor de halve muur’. Stap over de

halve muur, maar nog niet over de volgende streep. Waar ben je nu? Het

antwoordt moet luiden ‘over de halve muur’. Herhaal het rondlopen,

stappen over de hele en halve muur en het verwoorden waar je nu

bent met andere leerlingen.

Gaat dit goed? Voeg eraan toe dat je niet a leen voor de hele muur

bent, maar in de rol als lange wijzer ook voor het hele uur! Hele muur

is hele uur. Halve muur is halve uur. Komt dat even mooi uit! Dus als je

hier staat, waar ben je dan als lange wijzer in de tijd? Juist, voor het

hele uur. Wijs een leerling aan die vanaf jouw plaats, voor de hele

muur, net over de hele muur mag stappen. Waar sta je nu als lange

wijzer? Juist, over het hele uur. En loop eens tot hier. Wijs een plaats aan

net voor de halve muur. Waar sta je nu als lange wijzer? Juist, voor het

halve uur. En loop eens tot hier. Wijs een plaats aan net over de halve

muur. Waar sta je nu als lange wijzer? Juist, over het halve uur. Herhaal

ook dit een aantal keer met andere leerlingen. Om beurten lopen ze

het hele rondje en zeggen daarbij de tijden van de lange wijzer. Laat

een volgende leerling ook eens in een ander kwadrant starten.

4b1. Kloklezen op een wijzerplaatklok

Wanneer de muur met grote blokken is gebouwd, kunnen de leerling

ook op de muur staan. Voeg in dat geval ook de kaarten ‘op het hele

uur’ en ‘op het halve uur’ toe.

Indien de leerlingen nog niet kunnen lezen en schrijven, kunt u de

tekst van de getrokken kaart influisteren. Doe dit zo dat de rest dit

niet hoort. De overige leerlingen delen mondeling mee welke tijd ze

denken dat ze zien. Geef meerdere leerlingen de beurt voordat het

juiste antwoord wordt onthuld.

Tot slot, laat de leerlingen met hun zogenaamde lange-wijzerarm

vanuit het middelpunt roteren terwijl over de muren wordt gestapt

en de tijden worden benoemd.

Tip:

Geef de leerling in zijn rol als langewijzer het rekenzwaard in

zijn linkerhand. Hiermee kan hij zich nog meer inleven in zijn

langewijze rol. Bovendien loopt hij hiermee trefzeker in de richting

van de wijzer van de klok.

Over de hele muur, dus over het hele uur

Beschrijving

De leerlingen zi ten in een halve kring en kijken min of meer a lemaal

vanuit dezelfde positie naar de onderkant van de lage muur. Vertel

dat ze hier de wijzerplaatklok in wording zien met een hele muur

(wijs op de hoge muur) en een halve muur (wijs naar de lage muur).

Deel de tegels 1 tot en met 12 uit en vraag deze neer te leggen op de

positie van de geta len op de klok. Ze hebben dat al eens gedaan bij

de oefenle sen ‘Klokleggen’ en ‘Kloklopen’. Bovenaan de hele muur

moet 12 worden neergelegd.

Beschrijving

De leerlingen zi ten in een halve kring en kijken min of meer a lemaal

vanuit dezelfde positie naar de onderkant van de lage muur. Vertel

dat ze hier de wijzerplaatklok in wording zien met een hele muur

(wijs op de hoge muur) en een halve muur (wijs naar de lage muur).

Deel de tegels 1 tot en met 12 uit en vraag deze neer te leggen op de

positie van de getallen op de klok. Ze hebben dat al eens gedaan bij

de oefenle sen ‘Klokleggen’ en ‘Kloklopen’. Bovenaan de hele muur

moet 12 worden neergelegd.

143 Hoofdstuk 4. Leren klokkijken

Oefen het nog een beetje verder in. Pak de lange-wijzerkaarten

erbij. Vertel dat de lange-wijzertijden van het rondje van net op deze

kaarten staan, te weten: voor het hele uur, over het hele uur, voor

het halve uur of over het halve uur. Maak een blinde waaier van de

kaarten en vraag een leerling een kaar te trekken en in de rol van

lange wijzer op het kleed overeenkomstig de tijd te gaan staan. Zorg

dat de andere leerlingen niet kunnen zien welke kaart is getrokken.

Laat de leerlingen op hun wisbordje noteren welke tijd ze denken

dat de leerling heeft getrokken. Ter controle draait de leerling op het

kleed zijn kaart om.

De leerlingen leggen de klokuren op de juiste plaats

Benadruk als de tegels zijn gelegd dat de lage muur die loopt van

het midden van het kleed naar de ‘6’ de helft in hoogte is van de

hoge muur die loopt van het midden van het kleed naar de ‘12’. We

noemen de lage muur de halve muur (in hoogte) en de hoge muur de

hele muur (in hoogte).

Laat een leerling op het kleed voor de hele muur plaatsnemen,

bijvoorbeeld ter hoogte van het getal 11. Vraag in de rol van de lange

wijzer een rondje te lopen in de richting van de wijzers van de klok.

De leerling stapt dus eerst over de hele muur vervolgt zijn weg en

stapt vervolgens over de halve muur. Als de leerling weer terug is

ter hoogte van het getal 11 vraagt de leerkracht: Waar ben je nu ten

opzichte van de hele muur? Als het goed is, antwoordt de leerling:

‘voor’ of ‘voor de hele muur’. Of verwoord dit zelf voor de leerling.

Geef dan de opdracht: Stap over de muur. Waar ben je nu? Als het

goed Benadruk is, antwoordt als de tegels de leerling: zijn gelegd ‘over de dat hele de lage muur’. muur Het die kan loopt zijn dat van

de het leerling midden antwoordt van het ‘na/achter’ kleed naar of de ‘na/achter ‘6’ de helft de in hele hoogte muur’. is van Zeg de dan

dat hoge de leerling muur die ‘over’ loopt de van hele het muur midden is gestapt. van het kleed naar de ‘12’. We

noemen de lage muur de halve muur (in hoogte) en de hoge muur de

hele muur (in hoogte).

De leerlingen leggen de klokuren op de juiste plaats

Laat een leerling op het kleed voor de hele muur plaatsnemen,

bijvoorbeeld ter hoogte van het getal 11. Vraag in de rol van de lange

wijzer een rondje te lopen in de richting van de wijzers van de klok.

De leerling stapt dus eerst over de hele muur vervolgt zijn weg en

stapt vervolgens over de halve muur. Als de leerling weer terug is

ter hoogte van het getal 11 vraagt de leerkracht: Waar ben je nu ten

opzichte van de hele muur? Als het goed is, antwoordt de leerling:

4b1. Kloklezen op een wijzerplaatklok

Wanneer de muur met grote blokken is gebouwd, kunnen de leerling

ook op de muur staan. Voeg in dat geval ook de kaarten ‘op het hele

uur’ en ‘op het halve uur’ toe.

Indien de leerlingen nog niet kunnen lezen en schrijven, kunt u de

tekst van de getrokken kaart influisteren. Doe dit zo dat de rest dit

niet hoort. De overige leerlingen delen mondeling mee welke tijd ze

denken dat ze zien. Geef meerdere leerlingen de beurt voordat het

juiste antwoord wordt onthuld.

Tot slot, laat de leerlingen met hun zogenaamde lange-wijzerarm

vanuit het middelpunt roteren terwijl over de muren wordt gestapt

en de tijden worden benoemd.

Tip:

Geef de leerling in zijn rol als langewijzer het rekenzwaard in

zijn linkerhand. Hiermee kan hij zich nog meer inleven in zijn

langewijze rol. Bovendien loopt hij hiermee trefzeker in de richting

van de wijzer van de klok.

Hoofdstuk 1. Basale vaardigheden

142

Benodigdheden

. dus het is over het halve uur

Over de halve muur ...

Rekenspellenboek Vervolg

3

4

2

3

Vloerkleed met streep en loodrecht daarop een muur van driedimensionale

driehoekige kaarten. De muur boven de streep is

(ongeveer) twee keer zo hoog als onder de streep.

U bladert in Rekenspellenboek groep 3&4 Vervolg

naar de beschrijving van deze les.

Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij

nodig zijn klaar: het vloerkleed, de getaltegels,

lange-wijzerkaarten, wisbordjes en stiften, de

driedimensionale driehoekige kaarten en het

rekenzwaard.

Op grond van uw reflectie op de gegeven les bepaalt

u of u de les herhaalt, vereenvoudigt en/of verdiept u

of dat u een volgende activiteit in de lijst aanbiedt.

144

Rekenspellenboek Vervolg

p. 142 en verder Rekenmateriaal Vervolg

4b1. Kloklezen op een wijzerplaatklok

‘voor’ of ‘voor de hele muur’. Of verwoord dit zelf voor de leerling.

Geef dan de opdracht: Stap over de muur. Waar ben je nu? Als het

goed is, antwoordt de leerling: ‘over de hele muur’. Het kan zijn dat

de leerling antwoordt ‘na/achter’ of ‘na/achter de hele muur’. Zeg dan

dat de leerling ‘over’ de hele muur is gestapt.

3

142

1a

2a

144

Wat ook kan:

Geeft u de voorkeur aan een meer methodische

aanpak? Dan heeft u Rekenkalender groep 3 en

groep 4 nodig. Hierin ziet per dag u welke les(sen)

u verzorgt en welke spel(len) u met de leerlingen

speelt. Over de muur staat voor groep 4 gepland in

de 6 de week na de kerstvakantie op woensdag.

U zoekt Over de muur op in de index van

Rekenspellenboek groep 3&4 Vervolg. Hierna

vervolgt u met stap 3 en 4.

Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving

van Over de muur

4

43

Groep 3&4 Vervolg


Over de muur

Doel

Lijfelijk ervaren en benoemen van de langewijzertijden

‘voor het hele uur’, ‘over het hele uur’,

‘voor het halve uur’ en ‘over het halve uur’

Materiaal

• Vloerkleed

• Getaltegels 1 t/m 12

• Driedimensionale driehoekige kaarten of grote

bouwblokken

• Lange-wijzerkaarten (6)

• Wisbordjes en stiften

• Rekenzwaard, zie de tip

Benodigde materialen

kiest u voor boven de lijn de grootste kaarten en voor

onder de lijn de kleinste. Schuif de kaarten gedeeltelijk

in elkaar zodat op beide helften een muur ontstaat.

Wat voorafging

Leerlingen hebben de positie van de getallen op een

wijzerplaatklok verkend. Ook weten ze hoe de korte

wijzer zich ten opzichte van de lange beweegt. Ze

kunnen de stand van de korte wijzer koppelen aan de

begrippen hele uur, halverwege het (volgende) hele uur,

iets voor het hele uur en iets over het hele uur. Nu is het

zaak dat ze de belangrijkste posities van de lange wijzer

leren benoemen.

Vloerkleed met streep en loodrecht daarop een muur van

driedimensionale driehoekige kaarten. De muur boven de

streep is (ongeveer) twee keer zo hoog als onder de streep.

Voorbereiding

Leg het vloerkleed uit. Bouw loodrecht op de

blauwe rechte lijn een muur. Gebruik hiervoor de

driedimensionale driehoekige kaarten of grote

bouwblokken. Zorg dat de muur boven de lijn twee keer

zo hoog is, als de muur onder de lijn. In geval de drie

dimensionale driehoekige kaarten worden gebruikt,

Beschrijving

De leerlingen zitten in een halve kring en kijken min of

meer allemaal vanuit dezelfde positie naar de onderkant

van de lage muur. Vertel dat ze hier de wijzerplaatklok

in wording zien met een hele muur (wijs op de hoge

muur) en een halve muur (wijs naar de lage muur). Deel

de tegels 1 tot en met 12 uit en vraag deze neer te leggen

44


op de positie van de getallen op de klok. Ze hebben dat

al eens gedaan bij de lessen Klokleggen en Kloklopen.

Bovenaan de hele muur moet 12 worden neergelegd.

het goed is, antwoordt de leerling: ‘over de hele muur’.

Het kan zijn dat de leerling antwoordt ‘na/achter’ of

‘na/achter de hele muur’. Zeg dan dat de leerling ‘over’

de hele muur is gestapt.

Leerlingen leggen de klokuren op de juiste plaats

Benadruk, als de tegels zijn gelegd, dat de lage muur,

die loopt van het midden van het kleed naar de ‘6’, de

helft in hoogte is van de hoge muur, die loopt van het

midden van het kleed naar de ‘12’. We noemen de lage

muur de halve muur (in hoogte) en de hoge muur de hele

muur (in hoogte).

Laat een leerling op het kleed voor de hele muur

plaatsnemen, bijvoorbeeld ter hoogte van het getal 11.

Vraag in de rol van de lange wijzer een rondje te lopen

in de richting van de wijzers van de klok. De leerling

stapt dus eerst over de hele muur vervolgt zijn weg en

stapt vervolgens over de halve muur. Als de leerling

weer terug is ter hoogte van het getal 11 vraagt de

leerkracht: Waar ben je nu ten opzichte van de hele muur?

Als het goed is, antwoordt de leerling: ‘voor’ of ‘voor de

hele muur’. Of verwoord dit zelf voor de leerling. Geef

dan de opdracht: Stap over de muur. Waar ben je nu? Als

Zeg dat als ze met hun voeten over de ‘streep’ gaan,

de eerstvolgende andere muur voor wat betreft de

naamgeving de baas wordt. Dus zodra je bij ‘3’ over de

streep gaat, wordt de ‘halve’ muur de baas. Je bent dan

voor de halve muur. En bij de ‘9’ wordt de ‘hele’ muur de

baas. Je bent dan voor de hele muur. Vraag vervolgens als

de leerling bij de 5 staat: Waar ben je nu? Als het goed

is, antwoordt de leerling nu ‘voor de halve muur’. Stap

over de halve muur, maar nog niet over de volgende streep.

Waar ben je nu? Het antwoordt moet luiden ‘over de

halve muur’. Herhaal het rondlopen, stappen over de

hele en halve muur en het verwoorden waar je nu bent

met andere leerlingen. Gaat dit goed? Voeg eraan toe

dat je niet alleen voor de hele muur bent, maar in de

rol als lange wijzer ook voor het hele uur! Hele muur is

hele uur. Halve muur is halve uur. Komt dat even mooi uit!

Dus als je hier staat, waar ben je dan als lange wijzer in

de tijd? Juist, voor het hele uur. Wijs een leerling aan die

vanaf jouw plaats, voor de hele muur, net over de hele

muur mag stappen. Waar sta je nu als lange wijzer? Juist,

over het hele uur. En loop eens tot hier. Wijs een plaats aan

net voor de halve muur. Waar sta je nu als lange wijzer?

Juist, voor het halve uur. En loop eens tot hier. Wijs een

plaats aan net over de halve muur. Waar sta je nu als

lange wijzer? Juist, over het halve uur. Herhaal ook dit een

aantal keer met andere leerlingen. Om beurten lopen

ze het hele rondje en zeggen daarbij de tijden van de

lange wijzer. Laat een volgende leerling ook eens in een

ander kwadrant starten.

45

Groep 3&4 Vervolg


Over de hele muur, dus over het hele uur

... dus het is over het halve uur

Over de halve muur ...

Oefen het nog een beetje verder in.

Pak de lange-wijzerkaarten erbij.

Vertel dat de lange wijzertijden

behorend bij de stops tijdens het

rondje lopen van hiervoor op deze

kaarten staan, te weten: voor het

hele uur, over het hele uur, voor

het halve uur of over het halve uur.

Maak een blinde waaier van deze

vier kaarten, vraag een leerling een

kaart te trekken en in de rol van lange

wijzer op het kleed overeenkomstig

deze tijd te gaan staan. Zorg dat de

andere leerlingen niet kunnen zien

welke kaart is getrokken. Laat op

de wisbordjes noteren welke tijd ze

46


denken dat de lange-wijzerleerling heeft getrokken. Ter

controle draait de lange-wijzerleerling zijn kaart om.

Wanneer de muur met grote blokken is gebouwd,

kunnen de leerling ook op de muur staan. Voeg in dat

geval ook de kaarten ‘op het hele uur’ en ‘op het halve

uur’ toe.

Tip:

Laat leerlingen met een uitgestrekte arm vanuit het

middelpunt roteren terwijl over de muren wordt

gestapt en de tijden worden benoemd. Ook kunt u

leerlingen in hun rol van lange-wijzer een rekenzwaard

geven. Met het zwaard in hun linkerhand kunnen

ze zich nog meer inleven in hun lange-wijzerrol.

Bovendien lopen ze hiermee trefzeker in de richting

van de wijzer van de klok.

Als je hier staat, waar ben je dan?

Zes minuten voor half

Groep 3&4 Vervolg

Hoe het verder gaat

Na Over de muur volgen de lessen Over de muur (2),

(3) en (4). Hierin komen ook de lange-wijzerstanden

behorend bij ‘kwart over’ en ‘kwart voor’ aan de orde

en oefenen leerlingen de lange-wijzertijden tot op de

minuut nauwkeurig in.

Met het rekenzwaard in de linkerhand leven

ze zich in de rol van lange wijzer in

47


Rekenmaterialen oefenlessen groep 3&4 Vervolg

48

€ 635,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze kist vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen én educatieve rekenspellen, ook voor

buiten! De kist komt aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 3&4 Vervolg. In de handleiding treft u

bij elk materiaal een of meer voorbeeldlessen en bij de spellen, behalve de spelregels, ook didactische aanwijzingen

voor het behalen van de doelen. Er is per les en spel aangegeven waar deze zich in de leerlijn bevinden.


Kaartenlijn Kastelen op

Prentenboek: Rekenzwaard Rekenstempels

stelten De verliefde getallen

Ketting rijgen

De buitenkoffer:

Hinkel de harten

en Alle twaalf

Rekenstickerdiploma’s

groep 3 en groep 4

Prentenboek:

De keerspreuk

Handschoenen

Groep 3&4 Vervolg

Driedimensionale

driehoekige

kaarten

Werkbladenmap

groep 3&4

Kaarten en

verkeerslichten

Rekenbal,Eiertrays,

Posters en Tafelkaart

Kat in de zak Getalkaarten Tafelbingo en

Koppels delen

Tafelmeppen

49


Rekenmaterialen Tijd

Nieuw!

50

€ 660,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze ladekasten vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen, ook voor buiten!, én educatieve

rekenspellen. De ladekast komt aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 3&4 Vervolg. In de handleiding

treft u bij elk materiaal een of meer voorbeeldlessen en bij de spellen, behalve de spelregels, ook didactische

aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per les en spel aangegeven waar deze zich in de leerlijn bevinden.


51

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

Korte-wijzerbingovelden

Korte-wijzerbingovelden

groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo

groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

Korte-wijzerbingovelden

Korte-wijzerbingovelden

groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo

groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

Korte-wijzerbingovelden

Korte-wijzerbingovelden

groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo

groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

Korte-wijzerbingovelden

Korte-wijzerbingovelden

groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo

groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

Korte-wijzerbingovelden

Korte-wijzerbingovelden

groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo

groep 3&4 Vervolg – Korte-wijzerbingo

Tureluren

Race tegen de klok

Tijdsmaatkaarten

Tijdmeppen

Klok met korte wijzer,

losse korte wijzers en

korte-wijzerkaarten

Korte-wijzerbingo

Poppetjes en

dobbelstenen

Vloerkleed en

lange-wijzerkaarten

Lange-wijzerbingo

Septem leert

Klokkijken

Getaltegels

en wijzers

Tijdrekken

Neem de tijd

Trom

Wijzerplaatklokken

leerlingen

Instructieklokken,

kubusblokjes, getalkaarten,

touwtjes en minutenkaarten

Schooltijd- en

vrijetijdkaarten

Zeeën van tijd

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

Lange-wijzerbingovelden

Lange-wijzerbingovelden

groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo

groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

Lange-wijzerbingovelden

Lange-wijzerbingovelden

groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo

groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

Lange-wijzerbingovelden

Lange-wijzerbingovelden

groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo

groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

1

5

7

9

Lange-wijzerbingovelden

Lange-wijzerbingovelden

groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo

groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

12

6

3

2

1

10

4

8

11

5

7

9

Lange-wijzerbingovelden

Lange-wijzerbingovelden

groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo

groep 3&4 Vervolg − Lange-wijzerbingo

Groep 3&4 Vervolg


Aanbod groep 5&6

Cursussen gehele rekenleerlijn

Het cursusaanbod van groep 5&6 bestaat uit

een basiscursus van vier bijeenkomsten en een

vervolgcursus van vier bijeenkomsten. Tijdens de

bijeenkomsten wisselen verschillende werkvormen,

zoals theoretische onderbouwing, didactische

activiteiten, kijken naar video-opnamen en het

bespreken van de praktijkopdrachten, elkaar af. Elke

bijeenkomst duurt 2,5 uur en vindt op locatie plaats.

Als cursist ontvangt u de eerste bijeenkomst een

Rekenspellenboek, een cursusmap, inloggegevens

voor de downloads en een cursistencadeautje dat u de

volgende dag meteen in kunt zetten tijdens uw rekenwiskundelessen.

52

Cursusmateriaal

In Rekenspellenboek groep 5&6 vindt u meer dan

100 unieke, volledig uitgewerkte lessen die u met uw

leerlingen kunt doen. In Rekenspellenboek groep 5&6

Vervolg vindt u lessen op het gebied van breuken, Meten

en Meetkunde. Met het inzetten van deze lessen op het

geschikte moment en de juiste manier, voldoet u aan

alle reken-wiskundedoelen van de SLO.

Voor het behalen van deze doelen kunt u de

Rekenkalenders gebruiken. Hierin staan voor alle

dagen van de week per dag welke les(sen) u geeft. De

beschrijving van deze lessen vindt u via de indices

in de Rekenspellenboeken. U kunt uw lessen ook

plannen en verzorgen vertrekkend vanuit het punt

waar de leerlingen zich op dit moment bevinden op de

leerlijn. In dat geval kiest u uit de inhoudsopgave in de

Rekenspellenboeken de lessen die hierbij passen. De

lessen staan hier per subdoel geordend van makkelijk

naar moeilijk. Beide mogelijkheden, werken vanuit de

rekenkalender of vanuit de leerlijn, zijn op de hierna

volgende pagina’s in schema gezet.

Inhoud basiscursus groep 5&6

In de basiscursus groep 5&6 krijgt u in vier

bijeenkomsten overzicht op de leerlijnen en didactiek

voor het rekenen tot 100.000 en verder. U leert hoe u

productieve oefenlessen geeft, zowel binnen als buiten.

U weet hoe u materialen, modellen en strategieën

afstemt op de behoefte van de groep of de individuele

leerling. U ervaart welk positief effect het laten maken

van eigen producties kan hebben op de autonomie,

zelfvertrouwen en motivatie van leerlingen. U leert

wanneer u welke oefenlessen en spellen inzet om

de doelen te behalen. U maakt zich bovendien een

breed palet aan interventies eigen om het denken en

redeneren van uw leerlingen te achterhalen. U kunt met

uw kennis van de verschillende oplossingsstrategieën

van leerlingen doeltreffende feedback geven. Het


Schrijf u

in voor de basisén

vervolgcursus

en ontvang € 100,-

korting

pendelen tussen de verschillende niveaus van het

handelings- en hoofdfasenmodel krijgt u onder de

knie.

Met Rekenspellenboek groep 5&6 beschikt u over

ruim 100 oefenlessen en educatieve spellen die voor

deze clustergroep de leerlijnen voor het rekenen met

gehele getallen in groep 5 en 6 dekken. Deze lessen

en spellen zijn opgedeeld in zeven oefenonderdelen:

leren tellen, ordenen en lokaliseren, springen naar

getallen, hoofdrekenen (+ en -), vermenigvuldigen

en delen (tafels 0 t/m 10, inverse relatie, tientaltafels

en nulregel), schattend rekenen en de schriftelijke

standaardprocedures.

Nieuw

Inhoud vervolgcursus groep 5&6

De cursus groep 5&6 Vervolg is bestaat uit vier

bijeenkomsten en maakt het programma volledig

doelen dekkend tot en met groep 6. Tijdens deze

cursus verdiept u zich in breuken en de domeinen

Meten en Meetkunde. Decimale getallen komen

als benoemde getallen aan de orde bij het domein

Meten. Bij Breuken gaat het vooral om het begrip van

de verschillende betekenissen en notatievormen in

breuken, het vergelijken, ordenen en positioneren van

breuken volgens informele strategieën en komen de

zes aspecten van breuken aan de orde. Met betrekking

tot het domein Meten doorgrondt u de leerlijnen en

didactiek voor lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud,

gewicht en geld. En voor het domein Meetkunde doet

u dit voor de deelleergebieden

oriënteren in de ruimte, construeren en opereren

met vormen en figuren. Met Rekenspellenboek groep

5&6 Vervolg beschikt u over reken-wiskundelessen

en spellen die voor deze clustergroep de leerlijnen

Breuken, Meten en Meetkunde dekken.

Voorkennis van de basiscursus is nodig voor de

vervolgcursus.

Na het volgen van beide cursussen heeft u een volledig

doelen dekkend programma voor groep 5&6 in

handen.

Registerleraar heeft de basiscursus met 40 RU en de

vervolgcursus met 40 RU gevalideerd.

Hoe het hele programma voor groep 5&6 samenhangt,

kunt u lezen op de volgende pagina’s.

“Geweldig goede cursus.

Praktisch, veel verschillende werkvormen

en mooie materialen.

Fijne toegankelijke cursusleider.”

Erna van Benthem, leerkracht groep 6

Het Prisma te Borne

53

Groep 5&6


Titel

[Hoofdstuk] Bladzijde

Afgerond staat netjes [3]

188

Afrondrace [3]

186

Alleen met tussenuitkomsten [4]

197

Alles op een hoop [1d]

99

Auditief springen naar getallen [1c]

57

Ballen met getallen [2d]

169

Bedenk zoveel mogelijk sommen tot 1000 [1d]

78

Broekzaksommen [2c]

134

Buitenspel [1d]

90

Burenbingo [1a]

15

De dokter en de half dove patiënt [1d]

83

De halveerrups [1d]

103

De kleine buur [1a]

11

De kleinste uitkomst [4]

200

De plusrups [1d]

104

De sorteermachine

[1b1]

22

De tafel van 100 [1b2]

38

Dicht-dichter-dichtst [1b2]

48

Domino [2a]

115

Duizendtal-telspel [1a]

14

Eén-twee-drie [2d]

183

Een voorstelling van 1000 [1b2]

39

Eerlijk of niet? [1d]

85

Erop of eronder [1c]

62

Flipflapperen [1d]

68

Gaten schieten [1d]

93

Gedachten lezen [1d]

101

Gestrikt! [2d]

179

Gok een hok [1b2]

46

Heen en terug [1d]

79

Het record verbreken [1a]

12

Hoe groot is de grote sprong? [1c]

55

Hoeveel dagen tot en met ...? [3]

189

Hoeveel moet je betalen? [3]

191

Hoger, lager [3]

195

Honderdtal-telspel [1a]

13

Hordelopen [2a]

112

In de tafel van ...? [2c]

137

In zo min mogelijk beurten [1b2]

41

Kampen [2d]

181

Kat in de zak [2b]

128

Titel

[Hoofdstuk] Bladzijde

Keer en kraak [4]

204

Knieknotsen [2d]

152

Koppelen [2d]

173

Koppels delen [2d]

171

Kraak de code [1b2]

44

Kraters slaan [2d]

159

Kudoku [4]

198

Lettersommen [4]

207

Liefdesparen sparen – samen 1000 [1d]

107

Liefdesparen sparen – vermenigvuldigen [2d]

177

Lijntikkertje

[2d]

175

Maak 24 [2c]

145

Maak mooie, ronde getallen [1d]

73

Magic game [1d]

89

Magisch vierkant [1d]

94

Midden zoeken tussen getallen [1b2]

43

Op 100 ben je af! [1d]

102

Op je nummer zetten [1b2]

36

Op tijd op de rem [1a]

6

Pietje Precies – plus 19 en min 9 [1d]

97

Pietje Precies – tot en met 235 [1a]

7

Plus en min 10, 100 en 1000 [1d]

69

Potje duizend [4]

210

Raad mijn getal [1b2]

35

Ren je rot [1b1]

26

Samen 1000 [1d]

76

Schat de schat [3]

193

Schriftelijk springen naar getallen [1c]

56

Sommenbal [1d]

67

Sommenrace [1d]

67

Sommen met de vrienden van 1000 [1d]

72

Sommen met kennis van de splitsbloemen [1d]

88

Sommen met kennis van de tweelingen [1d]

86

Sommen met kennis van de vrienden

van 10, 100 en 1000 [1d]

74

Springen vanaf 0 [1c]

51

Springen vanaf 1000 [1c]

53

Sprintje trekken [1b1]

28

Sprintje trekken XL

[1b1]

32

Sprongen en sommen [1c]

59

Stoeptafelen

[2b]

122

216

Werkwijze groep 5&6

Al tijdens de cursus start u met het werken vanuit de leerlijn, de doelen en de geleerde

didactische vaardigheden. Hoe dat gaat, ziet u aan de hand van dit voorbeeld:

Springen

naar getallen

INHOUDSOPGAVE

1c. Springen naar getallen p. 50

Inleiding 1

Benodigde rekenmaterialen groep 5&6 2

1. Rekenbasis 3

1a. Leren tellen 4

Oefenlessen 5

Tikkie, jij bent ‘m 5

Op tijd op de rem 6

Pietje Precies – tot en met 235 7

Zonder aanloop 9

Welke mis je? 10

De kleine buur 11

Het record verbreken 12

Honderdtal-telspel 13

Duizendtal-telspel 14

Gezelschapsspellen 15

Burenbingo 15

TIENen

17

1b. Ordenen & lokaliseren 21

1b.1. Ordenen 21

Oefenlessen 22

De sorteermachine 22

Ren je rot 26

Sprintje trekken 28

Gezelschapsspellen 30

Straatje maken 30

Sprintje trekken XL

32

1b.2. Lokaliseren 34

Oefenlessen 35

Raad mijn getal 35

Op je nummer zetten 36

De tafel van 100 38

Een voorstelling van 1000 39

In zo min mogelijk beurten 41

Midden zoeken tussen getallen 43

Kraak de code 44

Gezelschapsspellen 46

Gok een hok 46

Dicht-dichter-dichtst 48

1c. Springen naar getallen 50

Oefenlessen 51

Springen vanaf 0 51

Springen vanaf 1000 53

Hoe groot is de grote sprong? 55

Schriftelijk springen naar getallen 56

Auditief springen naar getallen 57

Voorbij en terug 58

Sprongen en sommen 59

Welk getal, weet jij het al? 60

Gezelschapsspellen 62

Erop of eronder 62

Vijfduizendje gooien 64

Welk getal, weet jij het al? p. 60

1d. Hoofdrekenen + en – tot en met 10.000 66

Oefenlessen 69

Plus en min 10, 100 en 1000 69

Wie is de vriend van ...? 71

Sommen met de vrienden van 1000 72

Maak mooie, ronde getallen 73

Sommen met kennis van de vrienden van 10, 100 en 1000 74

Samen 1000 76

Bedenk zoveel mogelijk sommen tot 1000 78

Heen en terug 79

Welke aantallen kunnen? 80

Wat hoort daarbij? 81

Welke splitsingen ken je? 82

De dokter en de half dove patiënt 83

Eerlijk of niet? 85

Sommen met kennis van de tweelingen 86

Sommen met kennis van de splitsbloemen 88

Magic game 89

Buitenspel 90

Gaten schieten 93

Magisch vierkant 94

Pietje Precies – plus 19 en min 9 97

Alles op een hoop 99

Gedachten lezen 101

Op 100 ben je af! 102

De halveerrups 103

De plusrups 104

Gezelschapsspellen 106

Zeventje gooien 106

Liefdesparen sparen – samen 1000 107

Leerlijn

1

2

Rekenspellenboek

2

Welk getal, weet jij het al?

Rekenkalender

1a

54

INDEX

Welk getal, weet jij het al? p. 60

Rekenspellenboek

2a

1

2

De leerlingen zijn tijdens de lessen Springen naar

getallen veelvuldig naar getallen gesprongen.

Hiermee hebben ze inzicht gekregen in de opbouw

van getallen tot en met 1000. Nu wilt u de leerlingen

laten ontdekken dat voor de opbouw van getallen in

een nog groter getallengebied dezelfde systematiek

geldt. Daarbij ligt op de stip om, met het oog op

kolomsgewijs leren rekenen, hun kennis te koppelen

aan het HTE- en DHTE-model.

In Rekenspellenboek groep 5&6 kijkt u in de lijst met

lessen behorend bij Springen naar getallen. De les die

het beste hierbij aansluit is: Welk getal, weet jij het al?


1c. Springen naar geta len

Materiaal

• 7 plaatswaardebekers

Beschrijving

Zie hoofdstuk 3.

uiteen te leggen.

Welk getal, weet jij het al?

Welk getal, weet jij het al?

Doel

• Inzicht krijgen in de opbouw van geta len tot 10 miljoen

• Kolomsgewijs onder elkaar noteren van uiteengelegde

geta len, rekening houdend met het positiesysteem

• Opte len van kolomsgewijs genoteerde geta len

Plaatswaardebekers ineengeschoven

Deze oefenles is het directe gevolg op het fysiek springen naar

geta len volgens de spelregels van de poster Springen naar geta len.

en de ‘1’ telt voor 1 eenheid en moet dus onder de E van Eenheden

worden genoteerd.

Plaatswaardebekers ineengeschoven

Geef iedere leerling een wisbordje en stift. Laat de beker met de

eenheden zien. Houd deze beker op zijn kant zodat de geta len

voor de leerlingen leesbaar zijn. Neem nu de beker met de

tienta len. Schuif deze in de vorige beker. Draai aan de beker met

de eenheden en concludeer dat er verschi lende geta len te maken

zijn, bijvoorbeeld 61 en 69. Haal de bekers ook even uit elkaar. En

Draai nog een ander getal en laat de afzonderlijke geta len in het

HTE-model noteren. Voeg vervolgens de beker met de duizendta len

toe. Deel de regel mee dat je aan het puntje achter het eerste cijfer

kunt zien dat er nog drie cijfers achter komen.

concludeer dat ze vanuit het springen naar geta len weten dat 60

plus 1 samen 61 is en dat 60 plus 9 samen 69 is. Neem nu de beker

met de honderdta len. Schuif deze in de beker met de tienta len.

Maak nu ook weer een getal, bijvoorbeeld 761. Vraag ze op hun

wisbordje te tekenen hoe je op een lege geta lenlijn naar dit getal

kunt springen. Noteer deze sprongen ook op het bord.

Schuif ter controle de bekers uit elkaar. Van links

Springen naar 761 op de lege geta lenlijn

2.761 uiteengelegd in duizendtallen, honderdta len, tienta len en eenheden

naa rechts staat er: 700 + 60 + 1. Leg de verbinding

tussen de zojuist getekende sprongen op de

Vul de opte ling op het bord aan. In het geval dat

het getal 2.761 is gedraaid wordt dit:

lege geta lenlijn en 700 + 60 + 1 op de bekers.

Benadruk hierbij ook dat de volgorde van de geta len

overeenkomt. Maak vervolgens de stap naar de

notatie in het HTE-model. Noteer op het bord:

Vertel dat u hierbij rekening hebt gehouden met de waarde van

de cijfers in de geta len. De ‘7’ telt voor zeven honderden en moet

Haal ter controle de bekers uit elkaar. Vraag:

Wie weet waar de D voor staat? De D staat voor

Duizenden.

Laat ook eens een leerling een getal draaien met de

eerste vier bekers. De andere leerlingen noteren op

DHTE

2000

700

601

2761 +

dus onder de H van Honderden worden geschreven, de ‘6’ telt voor

zes tienta len en moet dus onder de T van Tienta len worden gezet

hun wisbordje hoe het getal is opgebouwd. Ze doen dit in het DHTEmodel.

De leerlingen houden hun wisbordje omhoog en de leerling

die het getal had bedacht, controleert of het klopt door de bekers iets

Herhaal de oefening, maar nu moet de leerling de bekers zelf in

elkaar ze ten voordat het getal gedraaid kan worden. Haal de vier

bekers dus uit elkaar en zet ze in een wi lekeurige volgorde op tafel.

60

Rekenspellenboek p.60

3 4

Rekenmateriaal

3

4

U bladert in Rekenspellenboek groep 5&6 naar de

beschrijving van deze les.

Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij

nodig zijn klaar: de plaatswaardebekers en voor

iedere leerling een wisbordje en stift.

Op grond van uw reflectie op de gegeven les bepaalt

of u de les herhaalt, vereenvoudigt en/of verdiept u

of dat u een volgende activiteit in de lijst aanbiedt.

Kunnen de leerlingen door, dan maakt u in dit

geval de overstap naar het onderdeel Schriftelijke

standaardprocedures.

1a

2a

Wat ook kan:

Geeft u de voorkeur aan een meer methodische

aanpak? Dan heeft u Rekenkalender groep 5 en

groep 6 nodig. Hierin ziet u per dag welke les(sen)

u aanbiedt. Welk getal, weet jij het al? staat voor

groep 5 gepland in de 5 de week na de meivakantie op

maandag en in de 6 de week op dinsdag.

U zoekt Welk getal, weet jij het al? op in de index van

Rekenspellenboek groep 5&6. Hierna vervolgt u met

stap 3 en 4.

Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving

van Welk getal, weet jij het al?

55

Groep 5&6


Welk getal, weet jij het al?

Doel

• Inzicht krijgen in de opbouw van getallen tot ...

10 miljoen!

• Kolomsgewijs onder elkaar noteren van

uiteengelegde getallen, rekening houdend met

het positiesysteem

• Kennismaken met het HTE- en DHTE-model

• Optellen van kolomsgewijs genoteerde getallen

Materiaal

• 7 plaatswaardebekers

• Wisbordjes en stiften

Wat voorafging

Tijdens lessen als ‘Springen vanaf 1000’, ‘Hoe groot is de

grote sprong?’ en ‘Voorbij en terug’ hebben leerlingen

door het fysiek springen naar getallen hun inzicht in de

opbouw van getallen verdiept. Tijdens deze lessen hing

de poster met de springregels voor in het lokaal.

Plaatswaardebekers ineengeschoven

Plaatswaardebekers uiteengeschoven

Beschrijving

Iedere leerling heeft een wisbordje en stift voor zich.

Laat de beker met de eenheden zien. Houd deze beker

op zijn kant zodat de getallen voor de leerlingen leesbaar

zijn. Neem nu de beker met de tientallen. Schuif deze

in de vorige beker. Draai aan de beker met de eenheden

en concludeer dat er verschillende getallen te maken

zijn, bijvoorbeeld 61 en 69. Haal de bekers ook even uit

elkaar. En concludeer dat ze vanuit het springen naar

getallen weten dat 60 plus 1 samen 61 is en dat 60 plus

9 samen 69 is. Neem nu de beker met de honderdtallen.

Schuif deze in de beker met de tientallen. Maak nu

ook weer een getal, bijvoorbeeld 761. Vraag ze op hun

wisbordje te tekenen hoe je op een lege getallenlijn naar

dit getal kunt springen. Noteer deze sprongen ook op

het bord.

Met Sprongen Vooruit groep 5&6 - Springen naar getallen

Poster met de springregels voor het

fysiek springen naar getallen

Springen naar 761 op de lege getallenlijn

56


Schuif ter controle de bekers uit elkaar. Van links naar

rechts staat er: 700 + 60 + 1. Leg de verbinding tussen

de zojuist getekende sprongen op de

lege getallenlijn en 700 + 60 + 1 op de

bekers. Benadruk hierbij ook dat de

volgorde van de getallen overeenkomt.

Maak vervolgens de stap naar de

notatie in het HTE-model. Noteer op

het bord:

Vertel dat hierbij rekening is gehouden met de waarde

van de cijfers in de getallen. De ‘7’ telt voor zeven

honderden en moet dus onder de H van Honderden

worden geschreven, de ‘6’ telt voor zes tientallen en

moet dus onder de T van Tientallen worden gezet en

de ‘1’ telt voor 1 eenheid en moet dus onder de E van

Eenheden worden genoteerd.

je aan het puntje achter het eerste cijfer kunt zien dat

er nog drie cijfers achter komen.

Vul de optelling op het bord aan. In

het geval dat het getal 2.761 is gedraaid

wordt dit:

Haal ter controle de bekers uit elkaar.

Vraag: Wie weet waar de D voor staat?

De D staat voor Duizenden.

DHTE

2000

700

60

1

2761 +

Laat ook eens een leerling een getal draaien met de eerste

vier bekers. De andere leerlingen noteren op hun wisbordje

hoe het getal is opgebouwd. Ze doen dit in het DHTEmodel.

De leerlingen houden hun wisbordje omhoog en de

leerling die het getal had bedacht, controleert of het klopt

door de bekers iets uiteen te leggen.

Draai nog een ander getal en laat de afzonderlijke

getallen in het HTE-model noteren. Voeg vervolgens de

beker met de duizendtallen toe. Deel de regel mee dat

Herhaal de oefening, maar nu moet de leerling de

bekers zelf in elkaar zetten voordat het getal gedraaid

kan worden. Haal de vier bekers dus uit elkaar en zet ze

in een willekeurige volgorde op tafel.

In totaal zijn er zeven bekers. Bereid de verkenning in de

opbouw van getallen uit tot 10 miljoen! Besteed hierbij

ook aandacht aan de uitspraak van getallen en de regel

dat er een punt verschijnt na elke drie cijfers geteld

vanaf rechts.

Groep 5&6

2.761 uiteengelegd in duizendtallen,

honderdtallen, tientallen en eenheden

Verdieping

• Wat is het hoogste getal dat je kunt maken? 9.999.999.

Schrijf dat op je wisbordje. Hoe heet dat getal? Negen

miljoen negenhonderdnegenennegentig duizend

negenhonderdnegenennegentig.

57


• Draai een getal met drie bekers, bijvoorbeeld

248. Welk getal staat op de achterkant? Met andere

woorden: welk getal komt tevoorschijn als je de drie

bekers precies een halve cirkel zou draaien? 793. Schrijf

dat getal op je wisbordje. Laat als geheugensteuntje

tegenover elkaar liggende getallen noteren op de

achterkant van het wisbordje.

• Hoeveel verschillende getallen kun je maken met de

eerste twee bekers? 1 t/m 99 en 0 (dubbel 0). Dus

honderd getallen.

• Hoeveel verschillende getallen kun je maken met de

eerste vier bekers? 1 t/m 9999 en 0 (0.000). Dus

tienduizend getallen. Hoeveel verschillende getallen

kun je maken met de zeven bekers? 9.999.999 en 0

(0.000.000). Dus tien miljoen getallen.

Variatie

• Meerderen en minderen

Draai 2.992. Vraag op het wisbordje te noteren hoe

tien meer eruitziet. Aan welke beker(s) moet er

worden gedraaid?

• Draai 4.001. Vraag op het wisbordje te noteren hoe

twee minder eruitziet. Aan welke beker(s) moet er

worden gedraaid?

• Draai 5.959. Vraag op het wisbordje te noteren hoe

honderd meer eruitziet. Aan welke beker(s) moet er

worden gedraaid?

Hoeveel verschillende getallen kun je maken met de zeven bekers? 10 miljoen!

58


groep 5&6 − Kudoku − Eigen productie

Hoe het verder gaat

In deze les is het HTE- en DHTE-model geïntroduceerd.

Een logische vervolgstap is nu om het kolomsgewijs

rekenen aan te bieden. Met de lessen ‘Alleen met

tussenuitkomsten’ en ‘Kudoku’ verwerven leerlingen

inzicht in kolomsgewijs optellen, aftrekken en

vermenigvuldigen.

H T E

5

8

3 3

D H T E

2

6

7

2

5

6

Kudoku

H T E

8 2

6

3

-5

2

D H T E

4 2

1

0

4

0 3

H T E

4

8

0

7

H T E

7

8

-9

-5

Kudoku

groep 5&6 − Kudoku

D H T E

D H T E

In de Rekenkalender staan de lessen ‘Welk getal, weet jij

het al?’ en ‘Alleen met tussenuitkomsten (optellen)’

bij elkaar gepland.

D H T E

D H T E

D H T E

D H T E

Groep 5&6

Kopieerbladen Kudoku

59


Rekenmaterialen oefenlessen groep 5&6

€ 635,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze kist vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen in groep 5&6. De kist komt ook aan

de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 5&6 Basis. In de handleiding treft u bij elk materiaal een of meer

voorbeelden van reken-wiskundelessen met hun locatie op de leerlijn.

60


Met Sprongen Vooruit groep 5&6 - Springen naar getallen

Getalkaarten

en zandlopers

Cowboyhoed,

wisbordjes en

stiften

Poster

springen naar

getallen

Plaatswaardebekers

Tweelingen

Splitsbloemen

Vrienden

van 1000

Kralenketting

en Tienvanger

Structuurgeld

Rekenknots

Rekenbal en

Flipflappers

Driedimensionale

driehoekige

kaarten

Poster strategieën

vermenigvuldigen,

Tafelkaart en

Eiertrays

Tafelsomkaarten

en Getalkaarten

Groep 5&6

Keerkaarten

Dagenkaart en stift

Handschoenen

Cijferkaarten

en magneten

61


Rekenspellen groep 5

Nieuw!

€ 489,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze ladekast vindt u educatieve rekenspellen, ook voor buiten!, voor groep 5. De ladekast komt ook aan de orde

in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 5&6 Basis. In de handleiding treft u bij elk spel behalve de spelregels ook

didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar deze in de leerlijn past.

62


Burenbingo Straatje maken Gok een hok Dicht-dichterdichtst

Erop of eronder

Vijfduizendje gooien Zeventje goooien Liefdesparen sparen -

samen 1000

Domino

Vier op een rij

Tafelbingo

Maak 24

Trio

Koppelen

Groep 5&6

Lijntikkertje Liefdesparen sparen -

Gestrikt! Potje duizend

vermenigvuldigen

63


Rekenspellen groep 6

Nieuw!

€ 529,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze ladekast vindt u educatieve rekenspellen, ook voor buiten!, voor groep 6. De ladekast komt ook aan de orde

in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 5&6 Basis. In de handleiding treft u bij elk spel behalve de spelregels ook

didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar deze in de leerlijn past.

64


Straatje maken Gok een hok Dicht-dichterdichtst

Vijfduizendje gooien

Vier op een rij Tafelbingo

Maak 24

Trio

Koppelen

Lijntikkertje

Liefdesparen sparen -

vermenigvuldigen

Gestrikt!

Kampen

Groep 5&6

Eén-twee-drie Potje tienduizend Vlaaien snaaien Zee aan schatten

65


Titel

[Hoofdstuk] Bladzijde

Afgerond staat netjes [3]

188

Afrondrace [3]

186

Alleen met tussenuitkomsten [4]

197

Alles op een hoop [1d]

99

Auditief springen naar getallen [1c]

57

Ballen met getallen [2d]

169

Bedenk zoveel mogelijk sommen tot 1000 [1d]

78

Broekzaksommen [2c]

134

Buitenspel [1d]

90

Burenbingo [1a]

15

De dokter en de half dove patiënt [1d]

83

De halveerrups [1d]

103

De kleine buur [1a]

11

De kleinste uitkomst [4]

200

De plusrups [1d]

104

De sorteermachine

[1b1]

22

De tafel van 100 [1b2]

38

Dicht-dichter-dichtst [1b2]

48

Domino [2a]

115

Duizendtal-telspel [1a]

14

Eén-twee-drie [2d]

183

Een voorstelling van 1000 [1b2]

39

Eerlijk of niet? [1d]

85

Erop of eronder [1c]

62

Flipflapperen [1d]

68

Gaten schieten [1d]

93

Gedachten lezen [1d]

101

Gestrikt! [2d]

179

Gok een hok [1b2]

46

Heen en terug [1d]

79

Het record verbreken [1a]

12

Hoe groot is de grote sprong? [1c]

55

Hoeveel dagen tot en met ...? [3]

189

Hoeveel moet je betalen? [3]

191

Hoger, lager [3]

195

Honderdtal-telspel [1a]

13

Hordelopen [2a]

112

In de tafel van ...? [2c]

137

In zo min mogelijk beurten [1b2]

41

Kampen [2d]

181

Kat in de zak [2b]

128

Keer en kraak [4]

204

Knieknotsen [2d]

152

Titel

[Hoofdstuk] Bladzijde

Koppelen [2d]

173

Koppels delen [2d]

171

Kraak de code [1b2]

44

Kraters slaan [2d]

159

Kudoku [4]

198

Lettersommen [4]

207

Liefdesparen sparen – samen 1000 [1d]

107

Liefdesparen sparen – vermenigvuldigen [2d]

177

Lijntikkertje

[2d]

175

Maak 24 [2c]

145

Maak mooie, ronde getallen [1d]

73

Magic game [1d]

89

Magisch vierkant [1d]

94

Midden zoeken tussen getallen [1b2]

43

Op 100 ben je af! [1d]

102

Op je nummer zetten [1b2]

36

Op tijd op de rem [1a]

6

Pietje Precies – plus 19 en min 9 [1d]

97

Pietje Precies – tot en met 235 [1a]

7

Plus en min 10, 100 en 1000 [1d]

69

Potje duizend [4]

210

Raad mijn getal [1b2]

35

Ren je rot [1b1]

26

Samen 1000 [1d]

76

Schat de schat [3]

193

Schriftelijk springen naar getallen [1c]

56

Sommenbal [1d]

67

Sommenrace [1d]

67

Sommen met de vrienden van 1000 [1d]

72

Sommen met kennis van de splitsbloemen [1d]

88

Sommen met kennis van de tweelingen [1d]

86

Sommen met kennis van de vrienden

van 10, 100 en 1000 [1d]

74

Springen vanaf 0 [1c]

51

Springen vanaf 1000 [1c]

53

Sprintje trekken [1b1]

28

Sprintje trekken XL

[1b1]

32

Sprongen en sommen 59

Stoeptafelen

122

Straatje maken [1b1]

30

Tafelbingo [2c]

143

Tafelbreak [2d]

164

Tafelen-met-nullen [2d]

162

Werkwijze groep 5&6 Vervolg

Ook nu werkt u al tijdens de cursus vanuit de leerlijnen, de doelen en de geleerde

didactische vaardigheden. Aan de hand van dit voorbeeld ziet u hoe dat gaat:

INHOUDSOPGAVE

Lengte,

omtrek

en oppervlakte

Leerlijn

Inleiding 1 Tafelbladenprobleem (1) 72

Benodigde rekenmaterialen groep 5&6 2 Tafelbladenprobleem (2) 75

Oppervlakkig robotje (1) 77

Oppervlakkig robotje (2) 79

’t Gaat monster 81

1. Breuken, fase 1: begripsvorming 4 Oppervlaktetafel inrichten 84

Oefenlessen 5 Erop en eromheen 87

Eerlijk zullen we alles delen 5 Gezelschapsspellen 89

Aan tafel (1) 8 Metermuizen 89

Pizza voor iedereen 10 Slakkengang 91

Breuken draaien 12 Decameter duiken 94

Hoe laat is het? 14 Hekken 95

Breukentafel inrichten 16 Kavelen 98

Breukentafelrace 18

Een lange sliert 19 2b. Inhoud 101

Uit je mouw schudden 21 Oefenlessen 102

Samen 1 24 Rotonde inhoud 102

Breukenhapperen (1) 26 Maten speuren 104

Breukenpuzzelrace 29 Schuilmatenwerk 106

Lol in bre(u)ken 32 Line-up met litermaten 109

Wat hoort de patiënt? 34 Erin of eruit 110

Breukenrace (1) 35 Bedenk het maar 112

Wat kost het? 38 Gezelschapsspellen: 114

Wat antwoordt de patiënt? 40 Op je strepen staan 114

Breukenhapperen (2) 42 De laatste druppel 116

Breukenrace (2) 44

Breukenmannetje 47 2c .Gewicht 117

Gezelschapsspellen 50 Oefenlessen 118

Vlaaien snaaien 50 Aan de haak slaan 118

Zee aan schatten 53 De appelles 120

Vul en bevries 123

Gezelschapsspellen

Koffers pakken 126

2. Meten 54 Aan de lopende band 127

2a. Lengte, omtrek en oppervlakte 55

Oefenlessen 55 2d. Tijd 129

De meettafel (1) 56 Oefenlessen 130

De meettafel (2) 58 Alle hens aan dek 130

Decimonster 60 De helft en de helften van de helft 132

Spierballen 62 Over de muur 134

Hectometerhek 63 De tijd tikt door 136

Mikmaat 65 Tijd tekenen en benoemen 138

Schatmeester 67 Codenaam 140

Hand van de juf 70 Tijdhapperen I 142

‘t Gaat monster! p. 81

2a. Lengte, omtrek en oppervlakte p. 55

Rekenspellenboek Vervolg

1

2

‘t Gaat monster!

Rekenkalender

1a

66

INDEX

‘t Gaat monster! p. 81

Rekenspellenboek Vervolg

2a

[1c]

[2b]

1

2

3

De leerlingen kennen de formule l × b bij het bepalen

van oppervlakte. U wilt nu dat ze deze formule bij

het berekenen van vierkante maten toepassen, de

relatie tussen m 2 en dm 2 afleiden en ervaren dat een

vierkante maat niet vierkant hoeft te zijn.

In Rekenspellenboek groep 5&6 Vervolg kijkt u

in de lijst met lessen behorend bij de grootheden

Lengte, omtrek en oppervlakte als onderdelen van

het domein Meten. De les die aansluit bij de beoogde

doelen is: ’t Gaat monster!

U bladert in Rekenspellenboek groep 5&6 Vervolg

naar de beschrijving van deze les.


Materiaal

Beschrijving

oppervlakte

• Wisbordjes en stiften

driehoeken en herhaal dit

groep 5&6 Vervolg – Decimonster vouwen

n ar beneden herh al

dit met de rechterhoek.

Klap beide hoeken terug.

3.

v orste hoek n ar boven

en m ak en vouw.

Vouw de driehoek links tot

tw e nieuwe gelijke

driehoeken en herh al dit

met de driehoek rechts.

Klap beide hoeken terug.

Benodigdheden ‘t Gaat monster!

5.

driehoek n ar beneden

en schuif deze door de

opening n ar bi nen.

Herh al dit met de m est

rechterhoek van de figuur.

‘t Gaat monster!

‘t Gaat monster!

Doel

Verwacht

2022

• Toepassen van de formule ‘l × b’ bij het berekenen van

• Kennen van de standaardmaten m 2 , dm 2 en cm 2 en

verkennen van de relatie tussen deze maten

• Ervaren dat één vierkante meter of 100 vierkante

decimeter niet vierkant hoef te zijn

• Vierkante decimonsters, zie kopieerblad: Decimonster vouwen

• Schrijfgerei, waaronder het zogenaamde gouden schrift

• Vouwblaadjes van 10 cm bij 10 cm

De leerlingen hebben ieder minstens één eigen decimonster

gemaakt. Dit is een boeklegger die is gebruikt om de standaardmaat

decimeter te leren, de relatie te leggen tussen meter, decimeter en

1. Vouw nu de linkerhoek

Knip van het A4’tje de stroken

af over de sti pe lijnen. Leg

het overgebleven vierkant met

en hoek recht n ar beneden

en vouw het vierkant

vervolgens du bel tot en

driehoek.

2. Vouw de onderste,

centimeter en de betekenis te begrijpen van 1 vierkante decimeter.

Hiernaast ziet u hoe u een decimonster kunt maken met het

4. Breng de m est linker

kopieerblad: Decimonster vouwen.

De leerlingen hebben hun eigen decimonsters voor zich liggen. Weten

ju lie nog hoe lang het decimonster is? En hoe breed? Bevestig een

decimonster op het bord en noteer daarbij de lengte- en breedtemaat

als 1 dm en als 10 cm. En wat is de oppervlakte van het decimonster?

1 dm 2 . Schrijf dit op het bord en reken 100 cm 2 ook goed. Bedek met

het decimonster de oppervlakte van uw hand. En memoreer dat ze

uit de les Hand van de juf nog weten dat de oppervlakte van de hand

van een volwassenen ongeveer 1 vierkante decimeter is.

leggen. Hoe lang is deze rij, hoe breed is deze rij en wat bedraagt de

oppervlakte? Vraag de maten in dm op hun wisbordjes op te noteren.

Controleer de antwoorden en schrijf op het bord:

Lengte is . 10 dm

Breedte is . 1 dm

Oppervlakte is . 1 dm 2 + 1 dm 2 + . + 1 dm 2 = 10 dm 2 ,

ofwel: 10 dm × 1 dm = 10 dm 2 .

Ga nog even door op de vermenigvuldiging ‘10 dm × 1 dm =

10 dm 2 ’, waarin 10 dm de lengte is, 1 dm is de breedte is en 10 dm2

de oppervlakte is. Er geldt l × b = oppervlakte. Vraag de leerlingen

deze formule in hun gouden schrif te noteren. Ook maken ze er een

schematische tekening bij van de 10 decimonsters op een rij en hun

maten.

Nodig tien leerlingen uit om een rij van tien monsters te neer te

De decimonsters van deze groep hebben samen

een oppervlakte van 31 dm 2

We hebben inmiddels heel wat monsters vervaardigd. Laat a le

overige monsters erbij leggen en vraag te bepalen wat de totale

oppervlakte nu is. De berekening noteren ze op hun wisbordje.

2a. Lengte, omtrek en oppervlakte

5

Rekenspellenboek Vervolg p.81

Rekenmateriaal Vervolg

3 4

4

Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij

nodig zijn klaar: voor iedere leerling een wisbordje

en stift. Deze zitten in Rekenmaterialen oefenlessen

groep 5&6.

Op grond van uw reflectie op de gegeven les

bepaalt u of u de les herhaalt, vereenvoudigt en/of

verdiept u of dat u een volgende activiteit in de lijst

aanbiedt. Kunnen de leerlingen door, dan ligt de les

Oppervlaktetafel inrichten voor de hand.

1a

2a

Wat ook kan:

Geeft u de voorkeur aan een meer methodische

aanpak? Dan heeft u Rekenkalender groep 5 en

groep 6 nodig. Hierin ziet u per dag welke les(sen)

u aanbiedt. ’t Gaat monster! staat in Rekenkalender

groep 6 gepland in de 6 de week na de meivakantie op

woensdag.

U zoekt ’t Gaat monster! op in de index van

Rekenspellenboek groep 5&6 Vervolg. Hierna

vervolgt u met stap 3 en 4.

Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving

van ’t Gaat monster!

67

Groep 5&6 Vervolg


‘t Gaat monster! *

* West-Fries voor Het gaat super!

3a

5a

3b

5b

1. Knip van het A4’tje de stroken 2. Vouw nu de linkerhoek 3. Vouw de onderste,

af over de stippellijnen. Leg

het overgebleven vierkant met

een hoek recht naar beneden

en vouw het vierkant

vervolgens dubbel tot een

driehoek.

naar beneden en herhaal

dit met de rechterhoek.

Klap beide hoeken terug.

voorste hoek naar boven

en maak een vouw.

4. Vouw de driehoek links tot 5. Breng de meest linker

twee nieuwe gelijke

driehoek naar beneden

driehoeken en herhaal dit en schuif deze door de

met de driehoek rechts. opening naar binnen.

Klap beide hoeken terug. Herhaal dit met de meest

rechterhoek van de figuur.

Volg bovenstaande vouwtekening op het kopieerblad en maak uw eigen decimonster

Doel

• Toepassen van de formule ‘l × b’ bij het berekenen

van oppervlakte

• Kennen van de standaardmaten m 2 en dm 2 en

verkennen van de relatie tussen deze maten

• Ervaren dat één vierkante meter of 100 vierkante

decimeter niet vierkant hoeft te zijn

Materiaal

• Vierkante decimonsters, zie kopieerblad:

Decimonster vouwen

• Schrijfgerei, waaronder het zogenaamde gouden

schrift

• Wisbordjes en stiften

• Vouwblaadjes van 10 cm bij 10 cm

Wat voorafging

De leerlingen hebben ieder minstens één eigen

decimonster gemaakt. Dit is een boeklegger die is

gebruikt om de standaardmaat decimeter te leren, de

relatie te leggen tussen meter, decimeter en centimeter

en de betekenis te begrijpen van 1 vierkante decimeter.

Hierboven ziet u hoe u een decimonster kunt maken

met het kopieerblad: Decimonster vouwen. U vindt

dit kopieerblad op www.metsprongenvooruit.nl/

decimonster-vouwen

Beschrijving

De leerlingen hebben hun eigen decimonsters voor zich

liggen. Weten jullie nog hoe lang het decimonster is?

En hoe breed? Bevestig een decimonster op het bord

en noteer daarbij de lengte- en breedtemaat als 1 dm

68


als 10 cm. En wat is de oppervlakte van het decimonster?

1 dm 2 of 100 cm 2 . Schrijf dit ook op het bord. Bedek

met het decimonster de oppervlakte van uw hand. En

memoreer dat ze uit de les Hand van de juf nog weten

dat de oppervlakte van de hand van een volwassenen

ongeveer 1 vierkante decimeter is. Nodig tien leerlingen

uit om een rij van tien monsters te neer te leggen. Hoe

lang is deze rij, hoe breed is deze rij en wat bedraagt de

oppervlakte? Vraag de maten in dm op hun wisbordjes

op te noteren. Controleer de antwoorden en schrijf op

het bord:

Lengte is... 10 dm

Breedte is... 1 dm

Oppervlakte is: 1 dm 2 + 1 dm 2 + ... + 1 dm 2 = 10 dm 2 ,

ofwel: 10 dm × 1 dm = 10 dm 2 .

Ga nog even door op de vermenigvuldiging ‘10 dm

× 1 dm = 10 dm 2 ’, waarin 10 dm de lengte is, 1 dm de

breedte is en 10 dm 2 de oppervlakte is. Er geldt l × b

= oppervlakte. Vraag de leerlingen deze formule in

hun gouden schrift te noteren. Ook maken ze er een

schematische tekening bij van de 10 decimonsters op

een rij en hun maten.

We hebben inmiddels heel wat monsters vervaardigd. Laat

alle overige monsters erbij leggen en vraag te bepalen

wat de totale oppervlakte nu is. De berekening noteren

ze op hun wisbordje.

Ga na hoe ze dit hebben berekend. Heeft er iemand een

voor een geteld? Wie heeft er naar de grootste rechthoek

gezocht? Wie kan het met de formule voor oppervlakte?

10 dm × 3 dm = 30 dm 2 (of 3 dm × 10 dm 2 ) en dan

nog eentje van 1 dm 2 erbij maakt 31 dm 2 . Waarbij 10

dm weer de lengte is, 3 dm de breedte en 31 dm 2 de

oppervlakte.

Vraag de decimonsters aan te vullen met de

vouwblaadjes tot een veldje van 100. Welke nieuwe

oppervlakte hoort daarbij? De leerlingen noteren dit op

hun wisbordje.

De decimonsters van deze groep hebben samen

een oppervlakte van 31 dm 2

Welke oppervlakte hoort bij 100 vel?

Noteer dat op je wisbordje

Concludeer samen dat er precies 100 vierkante

decimonsters passen in 100 dm 2 . In dit geval is dat 10

69

Groep 5&6 Vervolg


dm × 10 dm = 100 dm 2 . En... dat is precies 1 m × 1 m

= 1 m 2 ! Meet de lengte en breedte samen na met een

meetlint. En herhaal dat 10 dm = 1 m. Laat in de gouden

schriften noteren dat 10 dm × 10 dm = 100 dm 2 hetzelfde

is als 1 m × 1 m = 1 m 2 . Ook dit illustreren ze met een

schematische tekening van het veldje, inclusief de

maten.

In bovenstaand voorbeeld is met de 100 vierkante

vellen een nieuw vierkant gelegd. Moet 100 vierkante

decimeter of vierkante meter altijd een vierkant zijn? Kan

het ook een andere vorm hebben? Met andere woorden, kan

ons veelkoppig monster van 100 dm 2 ook een andere vorm

hebben? Blijft de oppervlakte dan gelijk, of verandert deze?

Laat het veld van 100 dm 2 anders neerleggen. Is dit nog

steeds 100 dm 2 en dus ook 1 m 2 ? Ja! Welke keersom

hoort daarbij? In onderstaand voorbeeld is dat 5 dm × 20

dm = 100 dm 2 = 1 m 2 . Ook goed is natuurlijk 0,5 m × 2 m

= 1 m 2 .

Kan het nog anders? Laat leerlingen in hun tafelgroepje

bedenken hoe het veelkoppig monster kan worden

neergelegd en welke berekening daarbij hoort. Er volgen

een paar voorbeelden van de formele sommen bij de

tegelvloertjes:

25 dm × 4 dm = 100 dm 2 = 1 m 2

100 dm × 1 dm = 100 dm 2 = 1 m 2

4 dm × 20 dm + 4 dm x 5 dm = 80 dm 2 + 20 dm 2 =

100 dm 2 = 1 m 2

9 dm x 10 dm + 3 dm x 3 dm + 1 dm 2 = 90 dm 2 + 9 dm 2 +

1 dm 2 = 100 dm 2 = 1 m 2

Ieder tafelgroepje bedenkt minstens drie

mogelijkheden. Hierbij mogen ze de vloertjes ook

daadwerkelijk telkens omvormen. In de nabespreking

komt aan de orde dat bij het noteren van de berekening

telkens naar de grootste rechthoek van het tegelvloertje

gezocht moet worden.

100 dm 2 anders neergelegd is ook 1 m 2 !

70


Verdieping

Hoe groot moet het vel papier zijn om een één

vierkante metermonster te vouwen? Noteer de lengte,

de breedte en de oppervlakte van het benodigde papier.

Breng hierbij eventueel in herinnering de maten van

het afgeknipte kopieerblad: Decimonster vouwen. Het

antwoord luidt: 20 decimeter bij 20 decimeter, dus 20

dm x 20 dm = 400 dm 2 , ofwel 2 meter bij 2 meter, dus

2 m x 2 m = 4 m 2 .

3a

5a

Knip van het A4’tje de stroken

af over de stippellijnen. Leg

het overgebleven vierkant met

een hoek recht naar beneden

en vouw het vierkant

vervolgens dubbel tot een

driehoek.

1. 2. Vouw nu de linkerhoek Vouw de onderste,

naar beneden en herhaal

dit met de rechterhoek.

Klap beide hoeken terug.

3b

3.

voorste hoek naar boven

en maak een vouw.

Vouw de driehoek links tot

twee nieuwe gelijke

driehoeken en herhaal dit

met de driehoek rechts.

Klap beide hoeken terug.

4. 5. Breng de meest linker

5b

driehoek naar beneden

en schuif deze door de

opening naar binnen.

Herhaal dit met de meest

rechterhoek van de figuur.

groep 5&6 Vervolg – Decimonster vouwen

Kopieerblad Decimonster vouwen

Groep 5&6 Vervolg

71


Rekenmaterialen oefenlessen

Meten en Meetkunde groep 5&6

Verwacht

2022

• Beschrijfbare maatbekers

• Blokjes en meetlinten

• Brief- en muntgeld

• Duimstok, meetwiel en rolmaat

• Gewichtenset

• Instructieklokken

• Kompas en windvaan

• Linialen en vouwblaadjes

• Matenkaarten

• Oppervlaktebepalers

• Raamposters

• Robotblocks

• Schooltijd- en vrijetijdkaarten

• Schuifmaten en 3D-kaarten

• Spiegels en mozaïeken

• Tijdsmaatkaarten

• Unster en bagageweger

• Vergrootglazen

• Vierkante metermat

• Vloerkleed en getalkaarten

• Weegschalen

• Werkbladenmap

72


Rekenspellen Meten en Meetkunde groep 5&6

Verwacht

2022

• Aan de lopende band

• Blokje om

• De laatste druppel

• Decameten

• Hekken

• Korte- en Lange-wijzerbingo

• Koffers pakken

• Mikmaat

• Motormuizen

• Neem de tijd

• Op je strepen staan

• Race tegen de klok

• Sla je slag

• Sprokkel je sprookje

• Tijdmeppen

• Tureluren

• Vlotten

• Zeeën van tijd

Groep 5&6 Vervolg

73


Aanbod groep 7&8

Cursus volledig doelen dekkend

Vanaf ’22-’23 met Meten en Meetkunde

Het cursusaanbod van groep 7&8 bestaat uit een

basiscursus van vier bijeenkomsten. Tijdens de

bijeenkomsten wisselen verschillende werkvormen,

zoals theoretische onderbouwing, didactische

activiteiten, kijken naar video-opnamen en het

bespreken van de praktijkopdrachten elkaar af. Elke

bijeenkomst duurt 2,5 uur en vindt op locatie plaats.

Als cursist ontvangt u de eerste bijeenkomst een

Rekenspellenboek, een cursusmap, inloggegevens

voor de downloads en een cursistencadeautje dat u de

volgende dag meteen in kunt zetten tijdens uw rekenwiskundelessen.

In Rekenspellenboek groep 7&8 vindt u meer dan 100

unieke volledig uitgewerkte reken-wiskundelessen die

u met uw leerlingen kunt doen.

Cursusmateriaal

Voor het behalen van deze doelen kunt u de

Rekenkalender gebruiken. Hierin staat voor alle

dagen van de week per dag welke les(sen) u geeft. De

beschrijving van deze lessen vindt u via de index in

het Rekenspellenboek. U kunt uw lessen ook plannen

en verzorgen vertrekkend vanuit het punt waar de

leerlingen zich op dit moment bevinden op de leerlijn.

In dat geval kiest u via de inhoudsopgave in het

Rekenspellenboek de lessen die hierop aansluiten.

De lessen staan per subdoel geordend van makkelijk

naar moeilijk. Beide mogelijkheden, werken vanuit de

Rekenkalender of vanuit de plaats op de leerlijn, zijn op

de hierna volgende pagina’s in schema gezet.

Inhoud basiscursus groep 7&8

In de basiscursus groep 7&8 krijgt u inzicht en overzicht

van de rekenleerlijnen gehele en gebroken getallen.

U leert hoe u productieve oefenlessen geeft, zowel

binnen als buiten. U weet hoe u materialen en modellen

afstemt op de behoefte van de groep of de individuele

leerling. U ervaart welk positief effect het laten maken

van eigen producties kan hebben op de autonomie,

zelfvertrouwen en motivatie van leerlingen. U leert

wanneer u welke oefenlessen en spellen inzet om

de doelen te behalen. U maakt zich bovendien een

breed palet aan interventies eigen om het denken en

redeneren van uw leerlingen te achterhalen. U kunt met

uw kennis van de verschillende oplossingsstrategieën

74


van leerlingen doeltreffende feedback geven. Het

pendelen tussen de verschillende niveaus van het

handelings- en hoofdfasenmodel krijgt u verder onder

de knie.

Met Rekenspellenboek groep 7&8 beschikt u over

ruim 100 oefenlessen en educatieve spellen die voor

deze clustergroep de leerlijnen voor het rekenen

met gehele en gebroken getallen in groep 7 en 8

dekken. Deze oefenlessen en spellen zijn opgedeeld

in zeven oefenonderdelen: hoofdrekenen, schattend

rekenen, schriftelijke standaardprocedures, breuken,

kommagetallen, procenten en verhoudingen.

Inhoud vervolgcursus groep 7&8

De cursus groep 7&8 Vervolg van vier bijeenkomsten

is vanaf schooljaar 2022-2023 beschikbaar. Met deze

cursus en de bijbehorende materialen is het gehele

curriculum tot en met groep 8 voor het primair

onderwijs compleet.

Registerleraar heeft de

basiscursus met 40 RU

en de vervolgcursus

met 40 RU gevalideerd.

Schrijf u in

voor een cursus via

www.metsprongenvooruit.nl

“Het was een

vakinhoudelijke sterke cursus.

Het was fijn om de didactiek van de

verschillende rekenmodellen terug

te zien in de uitleg. Dit verstevigde

de uitleg van spellen en

materiaal.”

Esther Koumans, leerkracht groep 6/7/8

Gabriëlschool te Putten

“Met Sprongen Vooruit werkt zo fijn.

De leerlingen zie je ontdekken en

tot begrip van het rekenprobleem komen.

Hopelijk biedt OZHW Academie de cursus

volgend jaar weer aan. Ik raad het al

mijn collega’s aan ;-)”

Corina Kranendonk, leerkracht groep 8

Basisschool De Draaimolen te Barendrecht

75

Groep 7&8


Titel

[Hoofdstuk] Bladzijde

Aan tafel (1) [1a]

8

Aan tafel (2) [1c]

89

Ballen met getallen [5]

256

Bij de ratten af [3]

172

Boksen [5]

266

Breuk door breuk [1c]

102

Breuk-door-breuk-verhalen (1) [1c]

96

Breuk-door-breuk-verhalen (2) [1c]

98

Breuk-door-breuk-verhalen (3) [1c]

100

Breuken draaien [1a]

12

Breukenhapperen (1) [1a]

26

Breukenhapperen (2) [1a]

42

Breukenmannetje [1a]

47

Breukenpuzzelrace [1a]

29

Breukenrace (1) [1a]

35

Breukenrace (2) [1a]

44

Breukenrace (3) [1b]

67

Breukentafel inrichten [1a]

16

Breukentafelrace [1a]

18

Breuken vieren [1c]

107

Breukenwaaier [1b]

57

Breuk min breuk [1c]

79

Breukrekenen in context [1c]

82

Codenaam [1b]

63

De som van Jasja (eigen producties) [1c]

80

De sorteermachine

[5]

247

Dicht-dichter-dichtst [2b]

145

Een koninklijke breuk [1b]

70

Een lange sliert [1a]

19

Eén-twee-drie [4c]

222

Eerlijk zullen we alles delen [1a]

5

Families zoeken [1b]

62

Gestrikt! [3]

170

Gouden boekje (breuk delen door breuk) [1c]

105

Gouden boekje (breuken + en –) [1c]

86

Gouden boekje (breuk keer breuk) [1c]

95

Gouden boekje (gelijkwaardigheid) [1b]

66

Gouden boekje

(kommagetal delen door 10, 100, 1000) [2b]

142

Gouden boekje

(kommagetal delen door kommagetal) [2c]

159

Gouden boekje

(kommagetal keer kommagetal) [2c]

156

Gouden boekje (kommagetal

vermenigvuldigen met 10, 100, 1000) [2b]

140

272

Titel

[Hoofdstuk] Bladzijde

Gouden boekje (procenten) [4a]

179

Goud gokken [5]

268

Groepjes maken (1) [4c]

202

Groepjes maken (2) [4c]

206

Groepjes maken (3) [4c]

212

Groepjes maken (4) [4c]

216

Hartenbreker [1b]

74

Hoe laat is het? [1a]

14

Hoeveel strook verschil? [1b]

73

Hotel of Botel? [4d]

242

In balans [2a]

120

Inpolderen [5]

258

In zo min mogelijk beurten [2b]

137

It’s a kind of magic [5]

259

Je rekent je een breuk [1c]

106

Kampen [4c]

231

Keer met kommagetallen vanuit line-up [2b]

138

Kommaballen [2b]

128

Kommagetal delen door 10, 100, 1000, ... [2b]

141

Kommagetal delen door kommagetal [2b]

157

Kommagetal in het nieuws [2a]

114

Kommagetal keer 10, 100, 1000, ... [2b]

139

Kommagetal keer kommagetal [2c]

148

Kommagetallenrace [2b]

131

Kommahapperen [3]

168

Komma’s hangen, breuken vangen [3]

167

Komma’s hangen, breuken vangen én

procenten plakken [4b]

193

Kommasnelweg [2b]

143

Komma zij aan zij [2c]

154

Koppelen (1) [4c]

224

Koppelen (2) [4c]

234

Liefdesparen sparen – gelijknamig maken [1b]

76

Liefdesparen sparen – percentages nemen [4c]

229

Lijntikkertje

[4c]

227

Lol in bre(u)ken [1a]

32

Mijn kommagetal [2a]

111

Moment van downloaden (1) [4a]

180

Moment van downloaden (2) [4b]

196

Multiple choice voor kommagetal

keer kommagetal [2c]

150

Naderspel [2b]

133

Nederland 1 [4d]

240

Negens scoren (+, – en ×) [2c]

160

Om de scheet [5]

264

Werkwijze groep 7&8

Al tijdens de cursus start u met het werken vanuit de leerlijn, de doelen en de geleerde

didactische vaardigheden. Hoe dat gaat, ziet u aan de hand van dit voorbeeld:

INHOUDSOPGAVE

Breuken

Inhoudsopgave 2 Op je breuk staan 69

Inleiding 1 Een koninklijke breuk 70

Raad de toverstrook 72

Hoeveel strook verschil? 73

Gezelschapsspellen 74

1. Breuken 4 Hartenbreker 74

1a. Breuken

Liefdesparen sparen – gelijknamig maken 76

fase 1: Begripsvorming 4

Oefenlessen 5 1c. Breuken

Eerlijk zullen we alles delen 5 fase 3: Vlot uitvoeren van bewerkingen 78

Aan tafel (1) 8

Oefenlessen 79

Pizza voor iedereen 10 Breuk min breuk 79

Breuken draaien 12 De som van Jasja (eigen producties) 80

Hoe laat is het? 14 Breukrekenen in context 82

Breukentafel inrichten 16 Poster (– en +) 84

Breukentafelrace 18 Gouden boekje (breuken + en –) 86

Een lange sliert 19 Rondje skeeleren 87

Uit je mouw schudden 21 Aan tafel (2) 89

Samen 1 24 Poster (×) 93

Breukenhapperen (1) 26 Gouden boekje (breuk keer breuk) 95

Breukenpuzzelrace 29 Breuk-door-breuk-verhalen (1) 96

Lol in bre(u)ken 32 Breuk-door-breuk-verhalen (2) 98

Wat hoort de patiënt? 34 Breuk-door-breuk-verhalen (3) 100

Breukenrace (1) 35 Breuk door breuk 102

Wat kost het? 38 Poster (÷) 104

Wat antwoordt de patiënt? 40 Gouden boekje (breuk delen door breuk) 105

Breukenhapperen (2) 42 Je rekent je een breuk 106

Breukenrace (2) 44

Gezelschapsspel 107

Breukenmannetje 47 Breuken vieren 107

Gezelschapsspellen 50

Vlaaien snaaien 50

Zee aan schatten 53

2. Kommagetallen 109

1b. Breuken

2a. Kommagetallen

fase 2: Ontwikkelen van oplossingsprocedures 56 fase 1: Begripsvorming 109

Oefenlessen 57

Oefenlessen 110

Breukenwaaier 57 Wat weet je van kommagetallen? 110

Weg van breuken 59 Mijn kommagetal 111

Families zoeken 62 Kommagetal in het nieuws 114

Codenaam 63 Undercover 116

Poster gelijkwaardigheid 65 In balans 120

Gouden boekje (gelijkwaardigheid) 66 Tafel van 1 122

Breukenrace (3) 67 Voorstelling van 0 tot 1 123

1. Breuken, fase 1 p. 4

Breukenpuzzelrace p. 29

Leerlijn

Rekenspellenboek

1 2

2

Breukenpuzzelrace

Rekenkalender

1a

76

INDEX

Breukenpuzzelrace p. 29

Rekenspellenboek

2a

1

2

Leerlingen zijn bekend met het maken, benoemen

en noteren van breuken. Ze begrijpen breuken als

deling, maat en deel-geheel. Ook zijn ze vertrouwd

met breukentaal zoals ‘teller’ en ‘noemer’.

In Rekenspellenboek groep 7&8 kijkt u in de

lijst met lessen behorend bij Breuken. De les die

aansluit bij de zone van de naaste ontwikkeling is

Breukenpuzzelrace. Bij uw keuze voor deze les speelt

ook een rol dat leerlingen dit een aantrekkelijke

les zullen vinden. Voor een eerdere les, genaamd

Breukentafelrace, waarin ook een race-element zit,

waren ze namelijk ook enthousiast.


1

12

1

10

1

9

Materiaal

Voorbereiding

volgende verdeling:

1

7

1

8

1

6

1

5

1

3

1

2

1

12

1

10

2

9

2

7

1

8

1

6

1

5

11

12

1

3

9

10

7

9

1

5

7

7

8

5

6

4

5

2

3

5

12

3

10

4

9

3

7

3

8

1

7

2

5

1

9

1

4

Breukenpuzzelrace

Doel

Breukenpuzzelrace

• Samenste len, benoemen, noteren en vergelijken van

stambreuken en hele breuken. Impliciet gaat het hier ook

om het bepalen van het complement en het begrijpen van

sommetjes als 2 5 + 3 5 = 5 5 = 1 en 5 5 - 2 5 = 3 5

I VI

I V I

• 27 breukenpuzzels in negen zakjes

• 3 wisbordjes en een stift per groepje leerlingen

• 4 sets van elk tien transparante cirkels

I V I

• Pla tegrond met de tafelgroepjes van de groep

• 48 stapelbare pionnen

• Klei

V

IV IX

Doe in elk zakje drie breukenpuzzels. Start eenvoudig en kies voor de

Verdeling van de breukenpuzzels in de zakjes

Zakje Puzzel A Puzzel B Puzzel C

I (2 stuks) (4 stuks) en

4 (4 stuks)

I (3 stuks) en en

I (5 stuks) en en

IV (6 stuks) en en

V (7 stuks) en en

VI (8 stuks) en en

V I (9 stuks) en en

V I (10 stuks) en en

IX (12 stuks) en en

3

4

8

9

3

5

6

7

4

7

5

8

5

9

7

10

7

12

Se transparante breukencirkels

Beschrijving

Introductie van materiaal en spel. De leerlingen zi ten op hun

plaats. Haal de puzzelstukjes van zakje I eruit. Leg hiermee de

puzzels of vraag leerlingen da te doen. Teken op drie wisbordjes

een pizza (cirkel). Vraag vervolgens te bepalen hoe de puzzelstukjes

in breukentaal heten. Op de wisbordjes tekenen de leerlingen de

verdeling van de puzzels en noteren de bijbehorende breuken

ernaast. Met herhaaldelijk afpassen van een puzzelstukje waarvan

de breuk bekend is, bijvoorbeeld 1 5 , kan worden nagegaan of een

andere puzzel ook uit vijfden bestaat. Als dit zo is dan zijn de breuken

van deze puzzel eenvoudig te bepalen: 1 5 , 2 5 , 3 5 of 4 5 . Als dit niet zo

is, moet een scha ting worden gemaakt van de breuk in de puzzel.

Zet een lege tafel in de groep. Leg hierop de benodigdheden. Leg op

elk groepje van de pla tegrond een plat stukje klei. Druk de pionnen

Met transparante cirkels kan worden gecontroleerd of het klopt. De

transparante cirkels worden op de puzzels gelegd. Komen de lijnen

in de klei om omva len te voorkomen.

op de puzzel overeen met de groo te van de stukjes? Misschien

moeten de transparante cirkels nog een beetje worden gedraaid om

de lijnen samen te laten va len. Als de genoteerde breuken op de

wisbordjes niet overeenkomen met de werkelijke breuken moet dit

worden verbeterd. Klopt het wel dan stoppen ze de puzzels terug in

de zakjes, gummen hun wisbordjes uit, leveren het zakje in en krijgen

daarvoor een pion en een nieuw zakje terug.

1a. Breuken fase 1: Begripsvorming

29

Rekenspellenboek p. 29

Rekenmateriaal

3

4

3

4

U bladert in Rekenspellenboek groep 7&8 naar de

beschrijving van deze les.

Ter voorbereiding legt u de materialen die hierbij

nodig zijn klaar: de breukenpuzzels, wisbordjes

en stiften, transparante cirkels en stapelbare

pionnen.

Op grond van uw reflectie op de gegeven les

bepaalt u of u de les herhaalt, vereenvoudigt en/

of verdiept of dat u een volgende les in de lijst

aanbiedt. In de lijst staan nog meer races die qua

leerdoelen de leerlijn volgen!

1a

2a

Wat ook kan:

Geeft u de voorkeur aan een meer methodische aanpak?

Dan heeft u Rekenkalender groep 7 en groep 8 nodig.

Hierin ziet u per dag wat u aanbiedt. Breukenpuzzelrace

staat in Rekenkalender groep 7 gepland in de 5 de en

6 de week na de herfstvakantie op de donderdagen. Op

vrijdag in de 5 de week wordt de suggestie gedaan deze

les te herhalen en/of te verdiepen.

U zoekt de les op in de index van Rekenspellenboek

groep 7&8. Hierna vervolgt u met stap 3 en 4.

Ga naar de volgende pagina voor de beschrijving

van Breukenpuzzelrace

77

Groep 7&8


Breukenpuzzelrace

Doel

• Samenstellen, benoemen, noteren en vergelijken

van stambreuken en hele breuken. Impliciet gaat het

hier ook om het bepalen van het complement en het

begrijpen van sommetjes als 2 5 + 3 5 = 5 5 en 5 5 – 2 5 = 3 5

I

II

VI

VII

Materiaal

• 27 breukenpuzzels in negen zakjes

• 3 wisbordjes en een stift per tafelgroepje leerlingen

• 4 sets van elk tien transparante cirkels

• Plattegrond met de tafelgroepjes van de groep

• 48 stapelbare pionnen

• Klei

III

IV

V

VIII

IX

Verdeling van de breukenpuzzels in de zakjes

klei om omvallen te voorkomen. Laat een tafelgroepje

‘vrij’. De leerlingen uit dit groepje krijgen de rol van

controleurs en pionnenchef toebedeeld.

Set transparante cirkels

Wat voorafging

Leerlingen zijn bekend met het maken, benoemen

en noteren van breuken. Ze begrijpen breuken als

deling, maat en deel-geheel. Ook zijn ze vertrouwd met

breukentaal zoals ‘teller’ en ‘noemer’.

Voorbereiding

Doe in elk zakje drie breukenpuzzels. Start eenvoudig en

kies voor de verdeling zoals aangegeven voor I t/m IX.

Leg op elk tafelgroepje op de plattegrond een plat stukje

klei. Maak torentjes van de pionnen en druk deze in de

78


Beschrijving

Introduceer het materiaal

De leerlingen zitten in tafelgroepjes. Haal de

puzzelstukjes uit zakje III. Leg hiermee de drie puzzels

of vraag leerlingen dat te doen. Teken vervolgens op

drie wisbordjes elk een pizza (cirkel). Vraag vervolgens

te bepalen hoe de puzzelstukjes in breukentaal

heten. Op de wisbordjes tekenen de leerlingen de

verdeling van de puzzels en noteren de bijbehorende

breuken ernaast. Met herhaaldelijk afpassen van een

puzzelstukje waarvan de breuk bekend is, bijvoorbeeld

1

5 , kan worden nagegaan of een andere puzzel ook uit

vijfden bestaat. Als dit zo is dan zijn de breuken van

deze puzzel eenvoudig te bepalen: 1 5 , 2 5 , 3 5 of 4 5 . Als dit

niet zo is, moet een schatting worden gemaakt van

de breuk in de puzzel. Met transparante cirkels kan

worden gecontroleerd of het klopt. Laat de transparante

cirkels op de puzzels leggen. Komen de lijnen op

de puzzel overeen met de grootte van de stukjes?

Misschien moeten de transparante cirkels nog een

beetje worden gedraaid om de lijnen samen te laten

vallen. Als de genoteerde breuken op de wisbordjes

niet overeenkomen met de werkelijke breuken kan

dit worden verbeterd met behulp van de transparante

cirkels.

Start de race

Geef na deze bespreking een tafelgroepje de rol van

controleurs en pionnenchef. De controleurs krijgen

ieder een set transparante cirkels. De pionnenchef

neemt plaats achter de tafel met de plattegrond en

de pionnen. De rest van de tafelgroepjes krijgen ieder

een zakje. De overige zakjes blijven op de tafel bij de

pionnenchef liggen. Deze dienen als ruilmateriaal.

Op het startsignaal proberen de leerlingen de drie

puzzels in het zakje zo snel mogelijk te leggen en de

bijbehorende breuken op hun wisbordje te noteren.

Tijdens de race gaat het om razendsnel afpassen, samenstellen,

benoemen, noteren en vergelijken van breuken

Introductie van het materiaal

De controleurs lopen langs. Zij controleren of het

klopt. Indien nodig gebruiken ze bij hun controle de

transparante cirkels. Door de transparante cirkels op de

puzzels te leggen kan worden nagegaan of de breuken

juiste zijn bepaald.

79

Groep 7&8


de leerlingen van dit tafelgroepje de wisbordjes uit en

bepalen voor het nieuwe zakje de verdeling in breuken

die ze op de schoongepoetste wisbordjes noteren.

Dit gaat zo door totdat een groepje zes keer een zakje

met puzzels heeft opgelost en dus zes pionnen heeft

verzameld.

Door de transparante cirkel in 9-en op de puzzel te leggen kan

worden nagegaan of de stukken inderdaad uit 2 9 en 2 7 bestaan

Als de breuken behorend bij de puzzelstukjes

zijn goedgekeurd door een controleur, moeten de

puzzelstukjes terug in het zakje worden gedaan. Een

leerling van het tafelgroepje laat de wisbordjes aan

de pionnenchef zien en ruilt bij deze chef het zakje

voor een pion en een ander zakje. Daarna gummen

Bespreek de race

• Van welke puzzels zijn de breuken makkelijk te

benoemen? Teken er een (of twee) op je wisbordje en

noteer de breuken bij de stukjes.

• Van welke puzzels zijn de breuken lastig(er) te

benoemen? Teken er een (of twee) op je wisbordje en

noteer de breuken bij de stukjes.

• Vraag van welke transparante cirkels er meerdere

partjes samenvallen met andere cirkels als je ze op

elkaar legt. Dit zijn de cirkels verdeeld in:

• 3-en, 6-en, 9-en en 12-en

• 2-en, 6-en en 12-en

• 2-en, 4-en, 8-en en 12-en

• 5-en en 10-en

Noteer op het bord: 1 3 = 2 6 en laat dit zien door deze

cirkels op elkaar te leggen. Vraag de leerlingen nog meer

van dergelijke vergelijkingen op te stellen. Concludeer

dat de cirkel in 7-en een bijzondere cirkel is, omdat de

onderverdeling op geen enkele wijze gelijkloopt met een

andere.

Het tafelgroepje dat het eerst zes pionnen heeft verzameld,

wint de race

Herhaal de race

• Kies een ander tafelgroepje voor de rol van

controleurs en pionnenchef.

• Betrek de leerlingen in het lastiger maken van het

spel. Welke puzzel van het ene zakje zullen we met een

80


puzzel van het andere zakje wisselen? Houd op het

bord bij welk tafelgroepje het vaakst een race heeft

gewonnen.

• Is het nodig de race te vereenvoudigen? Dat kan. Zet

loodrecht op de randen van de puzzelstukjes streepjes

de verdeling in stambreuken. Een puzzel bestaande

uit een puzzelstukje van 2 7 en 5 ziet er dan zo uit:

7

Hoe het verder gaat

Na dergelijke lessen waarbij de begripsvorming omtrent

breuken centraal gaat, komen lessen met betrekking

het ontwikkelen van oplossingsprocedures ten aanzien

van breuken aan de orde. Hieronder valt onder meer

het verwerven van inzicht in gelijkwaardigheid en het

bepalen van het verschil tussen willekeurige breuken.

Op de puzzelstukjes 2 7 en 5 7 zijn de stambreuken aangegeven

Nu is zonder hulpstukken (puzzelstukjes van 1 7 en

de transparante cirkels) met zekerheid vast te stellen

welke breuken bij deze puzzel horen.

81

Groep 7&8


Rekenmaterialen oefenlessen groep 7&8

€ 635,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze kist vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen in groep 7&8. De kist komt ook aan

de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 7&8 Basis. In de handleiding treft u bij elk materiaal een of meer

voorbeelden van reken-wiskundelessen met hun locatie op de leerlijn.

82


Vouwblaadjes

en wisbordjes

met stiften

Verdeelschijf

en vlaggen

Breukenwijzers

Breuken en

lege modellen

Breuken en

gevulde modellen

Driedimensionale

driehoekige

kaarten

Flipflappers

Mozaïek: plak en

magnetisch

Magnetisch

strokenbord en

poppetjes

Rekenmaterialen oefenle sen groep 7&8

Breukenkaarten

en controlekaart

Breukenstokken

Breukenpuzzels,

transparante cirkels

en pionnen

Melkpak met

maatverdeling

Piratenhoed met

kommagetallen

en breuken

Rekenbal

Procentenstroken

Rekenzwaard

Vermenigvuldigingen

met kommagetallen

83

Groep 7&8


Rekenspellen groep 7&8

84

€ 740,-

Prijs inclusief BTW en gratis verzending.

Kijk op www.metsprongenvooruit.nl voor actuele prijzen en aanbiedingen.

In deze ladekasten vindt u ondersteunende materialen voor reken-wiskundelessen in groep 7&8. De ladekasten

komen ook aan de orde in de cursus Met Sprongen Vooruit groep 7&8 Basis. In de handleiding treft u bij elk spel

behalve de spelregels ook didactische aanwijzingen voor het behalen van de doelen. Er is per spel aangegeven waar

deze in de leerlijn past.


Om de scheet Vlaaien snaaien Boksen

Dicht-dichterdichtst

Negens scoren

Zee aan schatten

Hartenbreker

Bij de ratten af

Tetteretet

Uit de rekken

trekken

Eén-twee-drie

Kampen

Goud gokken

Breuken vieren

Koppelen

1 & 2

Kommasnelweg

85

Groep 7&8


Bent u enthousiast?

Ga naar www.metsprongenvooruit.nl en schrijf u snel in

Onze gecertificeerde opleiders staan voor u klaar ...

86


Heeft u vragen?

T: 030 70 70 091

E: info@juliemenneinstituut.nl

... en de medewerkers op kantoor ook!!

Groep 1&2 Groep 3&4

Groep 5&6

Groep 7&8


Totaaloverzicht en prijzen

Groep

1&2

Cursus groep 1&2

€ 550,-

Samen voor € 900,-

Cursus groep 1&2 Vervolg

€ 450,-

Rekenmaterialen oefenlessen groep 1&2

€ 635,-

Groep

3&4

Cursus groep 3&4

€ 550,-

Samen voor € 1000,-

Cursus groep 3&4 Vervolg

€ 550,-

Rekenmaterialen oefenlessen groep 3&4

€ 530,-

Groep

5&6

Cursus groep 5&6

€ 550,-

Samen voor € 1000,-

Cursus groep 5&6 Vervolg

€ 550,-

Rekenmaterialen oefenlessen groep 5&6

€ 635,-

Groep

7&8

Cursus groep 7&8

€ 550,-

Cursus groep 7&8 Vervolg

(verwacht ‘22-’23)

Rekenmaterialen oefenlessen groep 7&8

€ 635,-

Kijk voor een cursus bij u in de buurt op www.metsprongenvooruit.nl


Rekenkaarten groep 1&2

€ 317,-

Rekenspellen groep 3

€ 424,-

Rekenspellen groep 5

€ 489,-

Rekenmaterialen 1&2 Vervolg

€ 740,-

Rekenspellen groep 4

€ 424,-

Rekenmaterialen 3&4 Vervolg

€ 635,-

Rekenspellen groep 7&8

€ 740,-

Rekenspellen groep 6

€ 529,-

Kijk voor actuele prijzen en aanbiedingen op www.metsprongenvooruit.nl

Rekenspellen groep 1&2

€ 635,-

Totaalset groep 1&2 € 2280,-

Rekenmaterialen Tijd

€ 660,-

Rekenkalender groep 1&2

€ 37,10

Rekenkalender groep 3 en groep 4

2 x € 37,10

Totaalset groep 3&4 € 2590,-

Rekenkalender groep 5 en groep 6

2 x € 37,10

Totaalset groep 5&6 € 1595,-

Rekenkalender groep 7 en groep 8

2 x € 37,10

Totaalset groep 7&8 € 1333,-

Groep 1&2 Groep 3&4

Groep 5&6

Groep 7&8


Julie Menne Instituut

Acacialaan 6

3741 WC Baarn

T: 035 70 70 091

info@juliemenneinstituut.nl

www.metsprongenvooruit.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!