Gruuthuse-en-heraldiek
Gruuthuyse en heraldiek. Genealogie van de familie van den Gruuthuyse - Het tornooi van Brugge van dinsdag 11 maart 1393 - Knoeien met kwartierstaten, Heraldische analyse van het Glasraam van Jan IV van Brugge en van Maria de Melun - Jan van Brugge, heer van Spiere, en Jan van den Gruuthuyse, de twee zonen van Lodewijk van Brugge, heer van Gruuthuse - Genealogisch en heraldisch overzicht van de familie van den Gruuthuyse genoemd van Brugge. Zie website: www.jmvdeheraldry.be
Gruuthuyse en heraldiek.
Genealogie van de familie van den Gruuthuyse - Het tornooi van Brugge van dinsdag 11 maart 1393 - Knoeien met kwartierstaten, Heraldische analyse van het Glasraam van Jan IV van Brugge en van Maria de Melun - Jan van Brugge, heer van Spiere, en Jan van den Gruuthuyse, de twee zonen van Lodewijk van Brugge, heer van Gruuthuse - Genealogisch en heraldisch overzicht van de familie van den Gruuthuyse genoemd van Brugge.
Zie website: www.jmvdeheraldry.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
GRUUTHUYSE EN HERALDIEK<br />
I GENEALOGIE VAN DE FAMILIE VAN DEN GRUUTHUYSE<br />
II HET TORNOOI VAN BRUGGE VAN 11 MAART 1393<br />
III HERALDISCHE ANALYSE VAN HET GLASRAAM VAN JAN<br />
IV VAN BRUGGE EN VAN MARIA DE MELUN<br />
IV JAN VAN BRUGGE, HEER VAN SPIERE, EN JAN VAN DEN<br />
GRUUTHUYSE, DE TWEE ZONEN VAN LODEWIJK VAN<br />
BRUGGE, HEER VAN GRUUTHUSE<br />
V REQUIEM VOOR GRUUTHUYSE OF HET BEWOGEN LEVEN<br />
VAN CATHARINA VAN BRUGGE<br />
VI GENEALOGISCH OVERZICHT VAN DE FAMILIE VAN DEN<br />
GRUUTHUYSE GENOEMD VAN BRUGGE<br />
JEAN-MARIE VAN DEN EECKHOUT (AIH)<br />
2021
GRUUTHUYSE EN HERALDIEK<br />
(Herzi<strong>en</strong>ing, oktober 2020)<br />
1395-G/820: “die he' van gruithus<strong>en</strong>” zijn wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s Gelre <strong>en</strong> zijn zegel vanaf A°<br />
1384 (Bouton, Wap<strong>en</strong>boeck, D. VI, plaat 81 <strong>en</strong> XVII)<br />
INLEIDING<br />
In het eerste deel maak ik e<strong>en</strong> analyse van de wap<strong>en</strong>s die de familie van<br />
d<strong>en</strong> Gruuthuyse aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> tracht te bepal<strong>en</strong> wat de mogelijke<br />
rede voor de kwartierwisseling van gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa 1 naar<br />
gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge zou kunn<strong>en</strong> zijn, om later weer het wap<strong>en</strong><br />
gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa op te nem<strong>en</strong>.<br />
Ik tracht eerst e<strong>en</strong> overzicht te gev<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de led<strong>en</strong> van deze<br />
familie tot Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, g<strong>en</strong>oemd van Brugge 2 . De<br />
opzoeking<strong>en</strong> gebeurd<strong>en</strong> hoofdzakelijk in gedrukte cartularia <strong>en</strong> kronijk<strong>en</strong>.<br />
1 Namelijk gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel (Gruuthuyse); 2 <strong>en</strong> 3, in keel<br />
e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver (Aa). Dit wap<strong>en</strong> wordt verder in de tekst beschrev<strong>en</strong> als<br />
gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa of kortweg Brugge-Aa.<br />
2 Ik volg gedeeltelijk de g<strong>en</strong>ealogie gepubliceerd in het werk van Chistophe Butk<strong>en</strong>s,<br />
Trophées tant sacrés que prophanes du duché de Brabant. Dirk Van de Perre formuleert<br />
in zijn artikel over de band<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de her<strong>en</strong> van Pollare <strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>, e<strong>en</strong> nieuwe kijk<br />
over de oorsprong van Jan, heer <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Grimberg<strong>en</strong>. Hij d<strong>en</strong>kt, in teg<strong>en</strong>stelling<br />
tot Miraeus <strong>en</strong> andere auteurs, dat de eerste Gruuthuyse vermeld als heer van<br />
Grimberg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zoon is van Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse <strong>en</strong> e<strong>en</strong> dochter - waarschijnlijk<br />
Catharina - van Gerard van der Aa, die de heerlijkheid Grimberg<strong>en</strong> als erf<strong>en</strong>is overdroeg<br />
aan haar echtg<strong>en</strong>oot <strong>en</strong> nadi<strong>en</strong> aan haar zoon Jan I, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Grimberg<strong>en</strong>.<br />
Deze zal als wap<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa voer<strong>en</strong> (Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, pp. 110-<br />
112 - Van de Perre, Relatie, pp. 3 <strong>en</strong> 11-12).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 1
Ik tracht zoveel mogelijk de schrijfwijze van de naam <strong>en</strong> de aanspreektitel<br />
over te nem<strong>en</strong> zoals weergegev<strong>en</strong> in deze bronn<strong>en</strong>.<br />
Ik eindig dit eerste deel met e<strong>en</strong> korte beschouwing over het helmtek<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de band<strong>en</strong> met het huis Ghistelles, die in deze periode hetzelfde helmtek<strong>en</strong><br />
gebruikte.<br />
In het tweede gedeelte geef ik e<strong>en</strong> overzicht - met e<strong>en</strong> korte biografie - van<br />
de deelnemers aan het tornooi van Brugge van 11 maart 1393.<br />
In het derde deel volgt e<strong>en</strong> heraldische analyse van het glasraam van Jan<br />
IV van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van zijn tweede echtg<strong>en</strong>ote, Maria<br />
de Melun, met de titel: Knoei<strong>en</strong> met kwartierstat<strong>en</strong>.<br />
Het vierde deel geeft e<strong>en</strong> korte biografie van Jan van Brugge, heer van<br />
Spiere, <strong>en</strong> van Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, s<strong>en</strong>eschal van Anjou, de twee<br />
zon<strong>en</strong> van Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>. Deze twee person<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>, door het drag<strong>en</strong> van dezelfde voornaam, vaak met elkaar verward<br />
<strong>en</strong> zelfs als één persoon beschouwd.<br />
Het vijfde deel gaat over Catharina van Brugge de laatste telg van het huis,<br />
dochter van R<strong>en</strong>é van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van Béatrix de La<br />
Chambre.<br />
Het laatste deel bevat e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ealogisch overzicht van de familie met, waar<br />
mogelijk, het wap<strong>en</strong> dat elk lid voerde volg<strong>en</strong>s hun zegel, grafzerk of<br />
andere bronn<strong>en</strong>.<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 2
I. GRUUTHUYSE, HERALDIEK ALS UITDRUKKING VAN MACHT 1<br />
GENEALOGIE VAN DE FAMILIE VAN DEN GRUUTHUYSE<br />
A-I. DE HEREN VAN GRUUTHUSE<br />
1. GELDOLF VAN BRUGGE, HEER VAN GRUUTHUSE<br />
E<strong>en</strong> “Ghildolf van der Brugghe, here van d<strong>en</strong> Gruthuse” 2 staat vermeld in<br />
1293/94 als le<strong>en</strong>man van de graaf. In 1302 le<strong>en</strong>t hij 400 pond aan de stad<br />
Brugge. Op 10 augustus van hetzelfde jaar staat in de kost<strong>en</strong>nota van<br />
Willem van Gullik aangegev<strong>en</strong> dat “mon signeur Gillebiert de Bruges, a<br />
lostel Martin Copemain” te Brugge logeerde. In 1315 wordt de oorkonde<br />
van 1296 betreff<strong>en</strong>de de overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> Jan, heer van Gistel, <strong>en</strong><br />
Geldolf van Brugge over het kleine standgeld van Brugge door de abt van<br />
de Eekhoutabdij te Brugge gevidimeerd. In 1328/1329 is er overdracht van<br />
e<strong>en</strong> erfelijke r<strong>en</strong>te bezet op goeder<strong>en</strong> te Brugge 3 . In 1332 verklaart hij aan<br />
de stad Brugge e<strong>en</strong> perceel grond verkocht te hebb<strong>en</strong> voor de bouw van<br />
e<strong>en</strong> nieuw kanaal dat m<strong>en</strong> “heet die Leye” 4 .<br />
Volg<strong>en</strong>s Dirk Van de Perre huwde hij de erfdochter (Catharina?) van<br />
“Gheraert van Pollaer”, heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> Pollare, ridder geslag<strong>en</strong><br />
te Woering<strong>en</strong> in 1288 5 .<br />
Op 4 april 1329 maakt “Ghildolf van Brugghe, ruddere, here van<br />
Gruuthuise” zijn testam<strong>en</strong>t. Tuss<strong>en</strong> de getuig<strong>en</strong> staat zijn zoon Jan<br />
aangegev<strong>en</strong> als meerderjarig. Op 6 juli 1338 wordt “Johanne, dicto de<br />
<strong>Gruuthuse</strong>, milite” opnieuw vermeld als getuige betreff<strong>en</strong>de hetzelfde<br />
testam<strong>en</strong>t 6 .<br />
1 Deze tekst is gebaseerd op de artikels, Heraldiek <strong>en</strong> macht in de Middeleeuw<strong>en</strong> - Het<br />
wap<strong>en</strong> van de familie Gruuthuyse in de XIVde <strong>en</strong> de eerste helft van de XVde eeuw,<br />
versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in Heraldicum Disputationes, <strong>en</strong> Aangepaste hypothese voor de eerste<br />
g<strong>en</strong>eraties van de familie van der Aa, g<strong>en</strong>oemd van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, in Heraldicum<br />
Disputationes. In deze artikels volgde ik de thesis van Miraeus, Butk<strong>en</strong>s <strong>en</strong> ander<strong>en</strong>, die<br />
schrijv<strong>en</strong> dat Catharina, dame van <strong>Gruuthuse</strong>, e<strong>en</strong> dochter is van Geldolf van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> de echtg<strong>en</strong>ote van Jan van der Aa, zoon van Gerard, heer van Grimberg<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> Pollare. In de huidige tekst ev<strong>en</strong>wel, volg ik de thesis van Dirk Van de Perre (van d<strong>en</strong><br />
Eeckhout, Wap<strong>en</strong> van de familie Gruuthuyse, D. 17, pp. 17-32 <strong>en</strong> 47-68 <strong>en</strong> Aangepaste<br />
hypothese, D. 23, pp. 25-32 - Van de Perre, Relatie, pp. 3 <strong>en</strong> 11-12).<br />
2 Meer gegev<strong>en</strong>s over het hof van <strong>Gruuthuse</strong> te Brugge vindt U bij Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />
Bourg, D. I, pp. 379-381.<br />
3 De aflossing ervan gebeurt in 1338 door Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse (Vandermaes<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taris, p. 114).<br />
4 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. I, pp. 34, 37, 110, 132, 315-316 <strong>en</strong> 438-439 –<br />
Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. I, n° 292 <strong>en</strong> 355 <strong>en</strong> D.II, n° 237 <strong>en</strong> 564<br />
5 Van de Perre, Relatie, pp. 3 <strong>en</strong> 11-12 - Willems, Heelu, p. 314<br />
6 Van de Perre, Relatie, pp. 4-5<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 3
Geldolf had e<strong>en</strong> broer Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse die in 1311 zijn testam<strong>en</strong>t<br />
maakte <strong>en</strong> “min<strong>en</strong> here Ghildolue” als zijn broer vermeldt <strong>en</strong> zich zoon<br />
noemde van Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse. In 1308 vermeld<strong>en</strong> de<br />
rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de “baillie dou Viesbourc” van G<strong>en</strong>t “It. de 6 eskevins qui<br />
sont eskevins à Jehan de le Gruuthuze à Zomerghi<strong>en</strong> pour ce qu’il oïr<strong>en</strong>t<br />
coie vérité et jugièr<strong>en</strong>t sur Boidin Stoihard, bailliu à Zomerghi<strong>en</strong> de par<br />
mon seigneur le conte” 1 .<br />
2. JAN I VAN DEN GRUUTHUYSE, HEER VAN GRIMBERGEN<br />
In 1332 staat “messire Jehan de Bruges” aangegev<strong>en</strong> 2 . In 1335, staat hij<br />
aangegev<strong>en</strong> als heer van Erkegem. In 1336 bezegelt te D<strong>en</strong>dermonde<br />
“Johannis de <strong>Gruuthuse</strong>, domini de Grimbergh<strong>en</strong> et de Pollaer, militis,”<br />
onder de Vlaamse edel<strong>en</strong>, het verdrag tuss<strong>en</strong> de hertog van Brabant <strong>en</strong> de<br />
graaf van Vlaander<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de stad <strong>en</strong> het land van Mechel<strong>en</strong>. In<br />
1339 bezegelt “Jhan van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>, heere van Aa,” opnieuw het<br />
verdrag tuss<strong>en</strong> de hertog van Brabant <strong>en</strong> de graaf van Vlaander<strong>en</strong> 3 . Gezi<strong>en</strong><br />
hij het verdrag bezegeldt tuss<strong>en</strong> de edel<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>, mag m<strong>en</strong> hieruit<br />
besluit<strong>en</strong> dat zijn vader reeds overled<strong>en</strong> was <strong>en</strong> hij dus ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong> was ?<br />
Op 25 oktober 1339 do<strong>en</strong> Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />
van Pollare, <strong>en</strong> zijn echtg<strong>en</strong>ote, Margareta van Ghistelles, overdracht van<br />
e<strong>en</strong> erfelijke r<strong>en</strong>te bezet op goeder<strong>en</strong> te Brugge. Zij voerde hier als wap<strong>en</strong>,<br />
gedeeld 1, gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa; 2, Ghistelles 4 .<br />
1 E<strong>en</strong> “Walterus van Brugghe de Gruythuyse, ballieu van Brugghe <strong>en</strong> Brugger ambacht”<br />
staat in 1363 aangegev<strong>en</strong> als schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije (Delepierre, Docum<strong>en</strong>ts, S.<br />
II-7, p. 64 - Gailliard, Inscriptions-Notre Dame, pp. 27-29 – Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 337-338 - Vandermaes<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taris, pp. 136 <strong>en</strong> 138 <strong>en</strong> n° 0/498<br />
<strong>en</strong> 0/517 - Van de Perre, Relatie, p. 4 - Vuylsteke, Comptes, D. I, p. 45).<br />
2 Bij de Brabantse edel<strong>en</strong> die leefd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de regering van Jan II, hertog van Brabant<br />
van 1294 tot 1312, word<strong>en</strong> “Gerard d’Aa, sire de Grimberges”, die het volle wap<strong>en</strong> Aa<br />
voerde, <strong>en</strong> “Jean d’Aa, Sire de Gruthuse <strong>en</strong> Flandres” geciteerd. Voor de regering van<br />
Jan III, hertog van Brabant van 1312 tot 1355, vindt m<strong>en</strong> “Jean d’Aa Sire de Grimberges<br />
& Gruthuse” die het wap<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge voerde. Volg<strong>en</strong>s Christophe<br />
Butk<strong>en</strong>s hadd<strong>en</strong> Gerard van der Aa <strong>en</strong> Catharina van d<strong>en</strong> Gruuthuyse e<strong>en</strong> zoon Gerard<br />
die de Brabantse bezitting<strong>en</strong> ontving. Hij huwde Isabella van Leefdael, weduwe van<br />
Willem, heer van Pietersheim. Hij overleed zonder rechtstreekse erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> in 1347<br />
waardoor zijn broer Jan I van der Aa, g<strong>en</strong>oemd van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, heer van<br />
Grimberg<strong>en</strong> werd. Doch volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zegel van 1336 staat Jan I van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />
reeds als heer van Grimberg<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> in dat jaar. Ook wordt Gerard niet vermeld<br />
onder de Brabantse edel<strong>en</strong> die het verdrag tuss<strong>en</strong> de hertog van Brabant <strong>en</strong> de graaf van<br />
Vlaander<strong>en</strong> ondertek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. I, pp. 379-380 <strong>en</strong> 456 - Wauters,<br />
Environs, D. II, p. 201 – Willems, Gestes, D. II, p. 452).<br />
3 Demay, Flandre, n° 660 - de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 460 - Despars, Cronijcke, D. II,<br />
p. 336 - Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. II, n° 700<br />
4 de Limburg-Stirum, Chambellan, pp. 128, 136 <strong>en</strong> LI-LII - Van de Perre, Pollare, p. 178<br />
- Van de Perre, Relatie, pp. 5-6 - Vandermaes<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taris, n° 0/538<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 4
In 1351 is hij le<strong>en</strong>houder van het grafelijk le<strong>en</strong> van de Grute te Brugge 1 .<br />
Jan I huwde met Margareta, dochter van Jan III, heer van Gistel, <strong>en</strong> van<br />
Margareta van Luxemburg 2 . Zij is waarschijnlijk gebor<strong>en</strong> na 1300 maar<br />
zeker voor 1305. Bij het overlijd<strong>en</strong> van haar vader in 1315 was haar broer<br />
Jan IV ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s zeer jong. Zij huwde Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />
waarschijnlijk tuss<strong>en</strong> 1320 <strong>en</strong> 1325. Hun oudste zoon Jan II zou dan<br />
mogelijks gebor<strong>en</strong> zijn rond 1325 3 . In 1339 zegelde Margareta van<br />
Ghistelles e<strong>en</strong> charter betreff<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>king aan de Onze-Lieve-<br />
Vrouwkerk te Brugge. Zij wordt met “Jhan, here van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong>de<br />
van Gremsberghe, ruddere, zone van der vorseider vrouw<strong>en</strong>“ opnieuw<br />
vermeld op 4 januari 1357 4 . Jan I is dus mogelijks overled<strong>en</strong> in 1355 of<br />
1356.<br />
In 1363 geeft Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse e<strong>en</strong> deel van e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> in de Sint-<br />
Catharinaparochie aan zijn zuster. Waarschijnlijk gaat het hier om Johanna,<br />
echtg<strong>en</strong>ote van Gillis Hooft. Zij hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dochter Maria die, bij het<br />
overlijd<strong>en</strong> van haar moeder in 1367, bezitting<strong>en</strong> in de Sint-<br />
Catharinaparochie <strong>en</strong> te Wing<strong>en</strong>e erfde 5 .<br />
Merghelynck geeft in 1365 als le<strong>en</strong>houders van het Hof van Tielt de heer<br />
van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s zuster, echtg<strong>en</strong>ote van “Gilles Oste” 6 .<br />
1 Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. III, n° 68 <strong>en</strong> 210<br />
2 Buylaert vermeldt in 1365, “min here Jan, here van Ghistele” die houder is van het<br />
eerste deel van de “cl<strong>en</strong>e thoolne van Brucghe twelke hem mijn heere van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong><br />
zijn broeder gaf in huwelicke” (Buylaert, Repertorium, p. 137).<br />
Frank van Hale, ridder, ontvangt op 10 juni 1367 de toestemming van Margareta van<br />
Brabant om zijn le<strong>en</strong> te Lillo <strong>en</strong> alle andere goed<strong>en</strong>, die hij in het markizaat van<br />
Antwerp<strong>en</strong> bezat, ter waarde van 12000 liv. par., te wissel<strong>en</strong> met “Messire Jean Van d<strong>en</strong><br />
<strong>Gruuthuse</strong>” in opvolging van zijn huwelijkscontract met “Dlle. Marie van Ghistelle”<br />
(“changer son Fief de Lilloo et tous les autres Bi<strong>en</strong>s qui lui appart<strong>en</strong>ai<strong>en</strong>t dans le<br />
Marquisat d’Anvers d’une somme de 12000 liv. par. <strong>en</strong>vers Messire Jean Van d<strong>en</strong><br />
<strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> exécution du contrat de Mariage fait <strong>en</strong>tre ledit Franke et Dlle. Marie<br />
van Ghistelle”). Volg<strong>en</strong>s Butk<strong>en</strong>s was e<strong>en</strong> Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s getrouwd<br />
met e<strong>en</strong> Catharina van Steelant (Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 111 - Buylaert, Adel, p. 268<br />
- de Raadt, Sceaux, D. I, p. 495 - de Saint-G<strong>en</strong>ois, Monum<strong>en</strong>s, D. II, p. 1340).<br />
3 Hij huwde e<strong>en</strong> eerste maal in 1355; zijn zoon Jan III zou dus zeer jong geweest zijn zo<br />
hij in 1368 de weduwe van Jan de Rochefort huwde. Zij zou dan veel ouder zijn dan haar<br />
echtg<strong>en</strong>oot. In de middeleeuw<strong>en</strong> huwd<strong>en</strong> de meisjes rond 17 à 19 jaar, de jong<strong>en</strong>s echter<br />
veel later, rond 27 à 30 jaar.<br />
4 Van de Perre, Relatie, p. 5<br />
5 “Thuus dat m<strong>en</strong> in tid<strong>en</strong> verled<strong>en</strong> noemde t<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> sta<strong>en</strong>de by de sinte Katelin<strong>en</strong><br />
kerke but<strong>en</strong> der stede van Brugghe” behoorde toe aan “Ysabeele, vrouwe van Ghistele”.<br />
Deze hofstede, welke in “tid<strong>en</strong> verled<strong>en</strong> toebehoorde mer Guye van Ghistele”, heeft aan<br />
de her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong> behoord (de Limburg-Stirum, Chambellan, pp. LXXIX-LXXXI<br />
- Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 356).<br />
6 Na het overlijd<strong>en</strong> van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> erfde zijn zoon, Jan III, het Hof van Tielt,<br />
terwijl de zuster van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> e<strong>en</strong> jaarlijkse r<strong>en</strong>te ontving op het le<strong>en</strong><br />
(Merghelynck, Brugge, p. 1, jan. 1367 / St. Jan 1368 - Merghelynck, Kortrijk, n° 2, 1365,<br />
p. 17, 1366 / 13671365 <strong>en</strong> p. 31, 8 mei 1396 / 19 sept. 1396).<br />
Volg<strong>en</strong>s Christophe Butk<strong>en</strong>s had Jan e<strong>en</strong> tweede zuster Margareta, echtg<strong>en</strong>ote van<br />
Roeland van Halewyn, heer van Halluin, Rollegem <strong>en</strong> Uitkerke, zoon van Wouter, heer<br />
van Halluin. Volg<strong>en</strong>s Leuridan ev<strong>en</strong>wel huwde deze de erfdame van Uitkerke (Butk<strong>en</strong>s,<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 5
Jan I had zeker één broer, Geldolf, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zuster Catharina, echtg<strong>en</strong>ote van<br />
Jan van Axele 1 . Hij had vescheid<strong>en</strong>e dochters <strong>en</strong> drie zon<strong>en</strong> Jan II, Roeland<br />
<strong>en</strong> Geldolf <strong>en</strong> e<strong>en</strong> dochter echtg<strong>en</strong>ote van Gillis Hoste.<br />
3. JAN II VAN DEN GRUUTHUYSE GENOEMD VAN DER AA<br />
In 1356 wordt Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse vermeld tuss<strong>en</strong> de Brabantse edel<strong>en</strong><br />
die le<strong>en</strong>hulde ded<strong>en</strong> aan de graaf van Vlaander<strong>en</strong> als hertog van Brabant.<br />
In 1357 ontvangt hij van de graaf van Vlaander<strong>en</strong>, ter comp<strong>en</strong>satie van de<br />
schade die hij in Brabant geled<strong>en</strong> had, de aangeslag<strong>en</strong> goeder<strong>en</strong> van<br />
“Arnould de Rumm<strong>en</strong>e” 2 .<br />
De heer van <strong>Gruuthuse</strong> is in 1362/63 vermeld als inwoner van de stad<br />
Brugge <strong>en</strong> in 1365 staan onder de le<strong>en</strong>houders van de Burg van Brugge,<br />
heer Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, houder van de Grute te Brugge, <strong>en</strong> heer<br />
Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, die het tweede deel van de kleine tol in le<strong>en</strong><br />
hield van de heer van Gistel; <strong>en</strong> onder de le<strong>en</strong>houders van het kasteel van<br />
Kortrijk, heer Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, le<strong>en</strong>houder van het Hof van Tielt<br />
<strong>en</strong> jonker Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, die bezitting<strong>en</strong> te Wing<strong>en</strong>e in le<strong>en</strong> hield<br />
van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>. Is deze laatste Jan te vere<strong>en</strong>zelvig<strong>en</strong> met Jan,<br />
de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager in de veldslag bij Nicopolis?<br />
Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse zou eerst in 1355 huw<strong>en</strong> met Agnes Pip<strong>en</strong>poy,<br />
dochter van Willem, ridder, vermeld in 1338 in het gevolg van Edward III,<br />
koning van Engeland, <strong>en</strong> van Catharina van Zweveghem, dochter van<br />
Lodewijk, heer van Overham 3 . Uit dit huwelijk zoud<strong>en</strong> mogelijks Jan, de<br />
p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager in de veldslag bij Nicopolis, <strong>en</strong> Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />
Trophées, D. II, p. 111 – Leuridan, Le Ferrain, pp. 121-122 - Opsommer, Le<strong>en</strong>goed, p.<br />
484 - Sant<strong>en</strong>s, Hemsrode, pp. 227-228).<br />
1 Bij de beschrijving van het grafzerk van Philips van Masmines geeft Bethune volg<strong>en</strong>de<br />
kwartierstat<strong>en</strong>, “Masseme, e<strong>en</strong>e schilt met e<strong>en</strong> cruse (maer of <strong>Gruuthuse</strong>, Mortaingne of<br />
Nevele es, <strong>en</strong> can m<strong>en</strong> niet wet<strong>en</strong>), Axele <strong>en</strong>de Gruuthuuse ghecarteleert met<br />
Gramsberghe” wat doet veronderstell<strong>en</strong> dat de alliantie tuss<strong>en</strong> de families van Axele <strong>en</strong><br />
van Brugge, g<strong>en</strong>oemd van d<strong>en</strong> Gruuthuyse bestond. Goethals vermeldt e<strong>en</strong> Catharina<br />
dochter van “Guildolf de Bruges”, ridder, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, die huwde met Jan van<br />
Axele. Zij werd nadi<strong>en</strong> geestelijke in het klooster Sint-Clara te G<strong>en</strong>t waar ze overleed<br />
op 11 juni 1342. Volg<strong>en</strong>s van Elslande daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, was deze Catharina e<strong>en</strong> dochter van<br />
Jan I van der Aa, heer van <strong>Gruuthuse</strong> (Bethune, Epitaphes, p. 7 – Goethals, Dictionnaire,<br />
D. II, p. 298 – Van de Perre, Relatie, pp. 7-8 - van Elslande, Axele, pp. 18-20 - van<br />
Elslande, Massem<strong>en</strong>, pp. 10-11 - van Elslande, Pollare, pp. 38-40 <strong>en</strong> 50 – van Parys,<br />
Lignages, pp. 157-158 <strong>en</strong> 363 – Wauters, Environs, D. I, p. 233 <strong>en</strong> D. II, p. 129).<br />
2 de Limburg-Stirum, Cartulaire, D. II, pp. 63 <strong>en</strong> 66 – Wauters, Environs, D. II, p. 201 –<br />
Willems, Gestes, D. II, pp. 452 <strong>en</strong> 508<br />
3 In 1355 staat Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, de echtg<strong>en</strong>oot van Agnès Pip<strong>en</strong>poy, aangegev<strong>en</strong><br />
als ridder (Buylaert, Repertorium, p. 137 – Thierry d’Orjo, mededeling met refer<strong>en</strong>tie<br />
AGR, divers mss, n° 5424, f° 200 - Hollevoet, Tielt, p. 90 – Lindemans, Pip<strong>en</strong>poy, p. 28<br />
- Merghelynck, Brugge, p. XVI, 1365 - Merghelynck, Kortrijk, n° 2, 1365 <strong>en</strong> n° 9, 1365).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 6
gebor<strong>en</strong> zijn, die beid<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als deelnemers aan het tornooi<br />
te Brugge in 1393 1 .<br />
Op 26 mei 1368 staat “mer Jan, heere vand<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong>de van<br />
Gremberghe” vermeld als echtg<strong>en</strong>oot van Gertrude Hoste, weduwe van<br />
H<strong>en</strong>drik Braderick 2 .<br />
Jan II huwde in september 1368 met Isabella de Looz d’Agimont 3 . “Here<br />
janne heer van grembghe <strong>en</strong> van de gruthuse” trouwt vervolg<strong>en</strong>s met<br />
“mine vrauwe agnese van mortaigne vrouwe van espiere <strong>en</strong> duaigiere van<br />
lichtervelde”, weduwe van Gerard van Halewyn. Op 28 april 1389 werd<br />
het huwelijkscontract opgemaakt. Deze acte werd gevidimeerd door “heer<br />
janne heer van ghistele <strong>en</strong>d van arnes, mij heer gherarde van ghistele, mijn<br />
heer janne heer van haelwine, mijn heer willem van haelwine, heer van<br />
huutkerke <strong>en</strong>de min heer gheldolve van d<strong>en</strong> gruthuse, ridders”. Geldolf<br />
1 Het grafzerk van Margareta van Dudzele noemt haar “fa mijnsheer<strong>en</strong> Bauduijns heere<br />
van Dudzeele, <strong>en</strong>de mijnheer<strong>en</strong> van Gruuthuuse ghesell<strong>en</strong>ede; obiit 1363, d<strong>en</strong> 5<br />
maerte”. Kan m<strong>en</strong> hieruit besluit<strong>en</strong> dat Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse nadi<strong>en</strong> huwde met<br />
Margareta van Dudzele of – vermits hij niet vermeld staat als heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />
Grimberg<strong>en</strong> - gaat het hier om e<strong>en</strong> ander lid van de familie Gruuthuyse? Margareta had<br />
zeer waarschijnlijk uit dit huwelijk ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> de bezitting<strong>en</strong> van Boudewijn<br />
van Dudzele, Margareta’s vader, overled<strong>en</strong> op 3 april 1366, na het overlijd<strong>en</strong> van zijn<br />
echtg<strong>en</strong>ote Maria van Belle, die het vruchtgebruik ervan had, overging<strong>en</strong> naar di<strong>en</strong>s<br />
nicht Elisabeth van Dudzele, dochter van Jacob <strong>en</strong> Willelmina van Strat<strong>en</strong> (Bayley,<br />
Bailleuls, pp. 44-45 - Bethune, Epitaphes, p. 327 – de Limburg-Stirum, Chambellan, pp.<br />
128, 136 <strong>en</strong> LI-LII - Dulong, Dudzeele, pp. 159-161 – Piot, Strat<strong>en</strong>, pp. 58-59 -<br />
Tavernier, Kerkelijke, D. 45, p. 545 - Van de Perre, Pollare, p. 178 - Vandermaes<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taris, n° 0/538).<br />
2 H<strong>en</strong>drik Braderick overleed waarschijnlijk in 1361 of kort erna (Buylaert, Repertorium,<br />
p. 138 - de Limburg-Stirum, Cartulaire, D. II, p. 273 – Sabbe, Braderic, pp. 173-174).<br />
3 Beide data, 26 mei 1368 <strong>en</strong> september 1368 ligg<strong>en</strong> wel dicht bij elkaar voor twee<br />
huwelijk<strong>en</strong>. Is dit mogelijk?<br />
Isabelle de Looz-Agimont, was de oudste dochter van Jan de Looz, heer van Agimont<br />
<strong>en</strong> van Johanna van Gavere. Jan de Looz-Agimont was nog niet meerderjarig op 28<br />
december 1323 <strong>en</strong> staat vermeld als ridder vanaf 1336. Isabella huwde eerst Jan I, heer<br />
van Rochefort. Op 3 augustus 1345, terwijl zijn vader nog leefde, deed deze hulde aan<br />
de bisschop van Luik voor de heerlijkheid Rochefort. Op 28 april 1357, terwijl Jan de<br />
Looz, heer van Agimont, nog leefde, sloot Jan I, heer van Rochefort, sam<strong>en</strong> met zijn<br />
echtg<strong>en</strong>ote Isabelle <strong>en</strong> met haar zuster Maria, echtg<strong>en</strong>ote van Diederik de Haneffe, e<strong>en</strong><br />
overe<strong>en</strong>komst over de toekomstige erf<strong>en</strong>is; Isabelle zou de heerlijkhed<strong>en</strong> Agimont <strong>en</strong><br />
Ayshove erv<strong>en</strong> <strong>en</strong> haar zuster <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s echtg<strong>en</strong>oot de heerlijkhed<strong>en</strong> Walhain <strong>en</strong> Eghezée.<br />
In geval er ge<strong>en</strong> erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn, zoud<strong>en</strong> deze bezitting<strong>en</strong> toekom<strong>en</strong> aan het<br />
huis van Rochefort. In 1363 gaf Jan de Looz aan zijn oudste dochter, Isabelle, de<br />
“winage” van Givet. Jan I de Rochefort overleed in 1365 voor zijn vader. Jan II de<br />
Rochefort, zoon van Jan I, was minderjarig bij het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader <strong>en</strong> kreeg als<br />
voogd kanunnik Gilles de Rochefort. In 1373 was hij reeds ontvoogd. Zijn broer<br />
Diederik, heer van Ayshove, huwde Clem<strong>en</strong>ce de Hemricourt, waarbij één dochter<br />
Catharina die in 1398 huwde met Arnould van Ste<strong>en</strong>huyse, heer van Wing<strong>en</strong>e. Hieruit<br />
zoud<strong>en</strong> we kunn<strong>en</strong> opmak<strong>en</strong> dat Isabelle de Looz-Agimont met Jan de Rochefort huwde<br />
rond 1345 <strong>en</strong> dus gebor<strong>en</strong> moet zijn rond 1325. In 1387 sch<strong>en</strong>kt de heer van <strong>Gruuthuse</strong><br />
haar 600 pond op het le<strong>en</strong> te Tielt als douarie (de Borman, Hemricourt, D. II, pp. 293 <strong>en</strong><br />
354 - de Fossa, Looz-Agimont, pp. 285-290 – Thierry d’Orjo, Communicatie -<br />
Merghelynck, Kortrijk, p. 29, 7 mei 1387 / 16 sept. 1387 - Roland, Rochefort, pp. 396-<br />
401 – Vaes, Loon, pp. 149-151 - Van Praet, Recherches, p. 49).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 7
staat hier aangegev<strong>en</strong> als zijn broer. Jan II is overled<strong>en</strong> eind augustus 1396.<br />
Agnes de Mortagne ontvangt tuss<strong>en</strong> 1405 <strong>en</strong> 1407 e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> te Geluwe als<br />
erf<strong>en</strong>is bij het overlijd<strong>en</strong> van haar moeder, “dle de la Woestine”. In 1434<br />
doet zij e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>king aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge. Zij<br />
overleed in 1438 <strong>en</strong> werd begrav<strong>en</strong> bij de karmeliet<strong>en</strong> te Brugge 1 .<br />
In 1371 strijdt de heer van <strong>Gruuthuse</strong> onder W<strong>en</strong>ceslas, hertog van Brabant,<br />
als leider van de 20 ste route 2 in de slag bij Baesweiler. Hij leidt daar volg<strong>en</strong>s<br />
Ch. Butk<strong>en</strong>s, Robrecht van Assche, ridder, Rogier van Oostkercke, ridder,<br />
Olivier Ut<strong>en</strong>hove, Jan “de Slang<strong>en</strong>brouck”, Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse,<br />
ridder, <strong>en</strong> Wouter van Laethem, ridder 3 .<br />
In 1372, t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> uitspraak van de gravin van Artesië, di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
“Messire Jean de <strong>Gruuthuse</strong>, chevalier, seigneur de Grimberghe, et dame<br />
Isabelle de Agemont, dame de Hayshove et d’Eremey’s”, zijn echtg<strong>en</strong>ote,<br />
naar aanleiding van de dood van Jan van Ruddervoorde, als zo<strong>en</strong>ding e<strong>en</strong><br />
jaarlijkse r<strong>en</strong>te te voorzi<strong>en</strong> t<strong>en</strong> voordele <strong>en</strong>erzijds van de kapelanij in het<br />
schep<strong>en</strong>huis van Brugge <strong>en</strong> anderzijds voor e<strong>en</strong> jaargetijde voor Jan van<br />
Ruddervoorde in de kerk van het kartuizersklooster in de nabijheid van<br />
Brugge. In hetzelfde jaar tek<strong>en</strong>t hij het charter van Kort<strong>en</strong>berg.<br />
Twee jaar later wordt hij aangegev<strong>en</strong> als heer van “Gruythuise” <strong>en</strong> van<br />
“Grymbergh<strong>en</strong>”, drossaard van Brabant 4 . Op 29 juni 1374 verl<strong>en</strong>gt hertog<br />
Albrecht van Beijer<strong>en</strong> het vredesverdrag met het hertogdom Brabant. “Jan<br />
van der Aa, Heer van Gruythuys<strong>en</strong>, <strong>en</strong>de Grimberg<strong>en</strong>, S<strong>en</strong>eschael<br />
ieg<strong>en</strong>woordich van Brabant” <strong>en</strong> “Gerrit Heer van Boutershem”, ridders,<br />
werd<strong>en</strong> door de hertog <strong>en</strong> de hertogin van Brabant naar Breda gezond<strong>en</strong><br />
om dit verdrag te ondertek<strong>en</strong><strong>en</strong>. In 1375 vaardig<strong>en</strong> de hertog <strong>en</strong> de hertogin<br />
van Brabant e<strong>en</strong> nieuwe regeling uit om de ontvoering<strong>en</strong> van weduw<strong>en</strong>,<br />
vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonge meisjes won<strong>en</strong>de te Brussel in de toekomst te<br />
verhinder<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> de raadsher<strong>en</strong> die het reglem<strong>en</strong>t bezegeld<strong>en</strong> staat Jan,<br />
heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong>, drossaard van Brabant. In maart<br />
1376 leidt de drossaard Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse e<strong>en</strong> troep<strong>en</strong>macht van 638<br />
Brabantse ruiters om de Luxemburgse troep<strong>en</strong>, geleid door hun<br />
1 ARA Kortrijk, fonds Col<strong>en</strong>s, n° 457/001, f° 127r-129r - Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 111<br />
– Buylaert, Adel, pp. 287-288 – Castelain, Spiere, p. 301 – Colpaert, Avelgem, pp. 216-<br />
217 – Despars, Cronijcke, D. III, p. 419 – Gailliard, Inscriptions-Notre Dame, p. 452 -<br />
Merghelynck, Kortrijk, p. 43, 1405 / 1407 - Van Praet, Recherches, p. 52<br />
2 B<strong>en</strong>de gewap<strong>en</strong>de mann<strong>en</strong>.<br />
3 De cartularia vermeld<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de strijders onder de heer van <strong>Gruuthuse</strong> die op 21<br />
december 1374 vergoed werd<strong>en</strong> voor geled<strong>en</strong> schade: Jan Honin, H<strong>en</strong>drik van Zeebroek,<br />
Jan Hooft, Olivier Ut<strong>en</strong>hove, Jan, bastaard van Ayshove, Jan van Slang<strong>en</strong>broek, Jan van<br />
Wercht<strong>en</strong><strong>en</strong>, Mathias van d<strong>en</strong> Kelneere, Robrecht van Assche, ridder, Geldolf<br />
Bedurwa<strong>en</strong>, Robrecht Berler, ridder, Jan Gherlof, Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, ridder,<br />
Jan vander Obberghe, Jan Houman, Wouter van Laethem, ridder, <strong>en</strong> Jan Troost (de<br />
Raadt, Bäsweiler, D. 11, p. 296 <strong>en</strong> D. 17, p. 277 - Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 1ste deel, D.<br />
V, n° 3178, 3211, 3250, 3289, 3654 <strong>en</strong> 3687 <strong>en</strong> D. VI, n° 3803, 3906, 4123 <strong>en</strong> 4716).<br />
4 Hij vervulde deze functie van 1372 tot 1378. Zijn voorganger, Jan God<strong>en</strong>arts, staat voor<br />
het laatst aangegev<strong>en</strong> als drossaard op 24 juni 1371 (Goriss<strong>en</strong>, Parlem<strong>en</strong>t, pp. 46-47 -<br />
Uyttebrouck, Gouvernem<strong>en</strong>t, p. 762).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 8
hofsch<strong>en</strong>ker, te vervoeg<strong>en</strong>. De expeditie was bedoeld om de opmars van<br />
e<strong>en</strong> companie Breto<strong>en</strong><strong>en</strong> (“Bretons”) teg<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>.<br />
In augustus 1376 verkop<strong>en</strong> Isabella, vrouw van Agimont, <strong>en</strong> Jan, heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Grimberg<strong>en</strong>, aan Jacob van Hemsrode de heerlijkheid<br />
Landergem, geleg<strong>en</strong> in de parochies Anzegem, Tiegem <strong>en</strong> Ingooigem. Op<br />
23 juni 1378, geeft Johanna, hertogin van Brabant, aan “her<strong>en</strong> Janne, here<br />
van d<strong>en</strong> Gruythuse <strong>en</strong>de van Grimberg<strong>en</strong>, ons<strong>en</strong> drossate van Brabant,<br />
<strong>en</strong>de her<strong>en</strong> Janne van d<strong>en</strong> Grave”, dek<strong>en</strong> van het kapittel van<br />
Hilvar<strong>en</strong>beek, de opdracht e<strong>en</strong> einde te stell<strong>en</strong> aan de twist<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />
inwoners van Alem <strong>en</strong> de abt van Sint-Truid<strong>en</strong>, <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong> de inwoners<br />
van Kessel <strong>en</strong> van Mar<strong>en</strong>, anderzijds. Rond 24 februari 1379 neemt Jan II<br />
deel aan e<strong>en</strong> tornooi te Berg<strong>en</strong>. Van 1380 tot 1382 is hij gouverneur van<br />
Antwerp<strong>en</strong> 1 . De rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van 1383/1384 van de algem<strong>en</strong>e ontvanger<br />
van Bourgondië vermeld<strong>en</strong> Jan II als raadsheer <strong>en</strong> kamerheer van de hertog<br />
van Bourgondië. In januari 1384 is hij aanwezig wanneer Lodewijk van<br />
Male zijn testam<strong>en</strong>t opmaakt <strong>en</strong> in hetzelfde jaar ontvangt de heer van<br />
Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong> van de stad Brugge e<strong>en</strong> vergoeding voor<br />
gedane kost<strong>en</strong> als ruwaard van de stad. In 1385 staat hij met zijn echtg<strong>en</strong>ote<br />
Isabella de Looz d’Agimont vermeld in e<strong>en</strong> acte opgesteld voor de<br />
schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van de stad Brussel. Op 18 december van dat jaar bezegelt hij<br />
te Doornik onder de vooraanstaande Vlaamse edel<strong>en</strong> het vredesverdrag<br />
tuss<strong>en</strong> de hertog van Bourgondië <strong>en</strong> de G<strong>en</strong>t<strong>en</strong>aars. In mei 1388 is de heer<br />
“de le Gruthuse” aanwezig te Calais als raadsheer van de hertog voor e<strong>en</strong><br />
handelsbije<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> Engeland.<br />
In augustus 1392 <strong>en</strong> opnieuw in augustus 1393, staat Jan, heer van<br />
“Grimbergh<strong>en</strong>” <strong>en</strong> van “Gruthuyse” aangegev<strong>en</strong> als raadsheer van de<br />
hertog van Bourgondië om in zijn naam de wet van de stad Brugge te<br />
hernieuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> af te hor<strong>en</strong>. In dit jaar organiseert hij<br />
sam<strong>en</strong> met de heer van Gistel e<strong>en</strong> tornooi te Brugge. Mogelijks is de<br />
geboorte van zijn zoon Jan III <strong>en</strong>/of het huwelijk van zijn dochter Johanna<br />
hiervoor de aanleiding?<br />
Op 12 november 1394 ondertek<strong>en</strong>t de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, als raadsheer<br />
van de hertogin, het vredesverdrag tuss<strong>en</strong> Johanna, hertogin van Brabant,<br />
<strong>en</strong> Albrecht, hertog van Beijer<strong>en</strong>, graaf van Holland <strong>en</strong> van H<strong>en</strong>egouw<strong>en</strong>.<br />
Op 28 november 1395 ontvangt Willem de la Trémoille, ridder, raadsheer<br />
van de koning van Frankrijk <strong>en</strong> maarschalk van Bourgondië, 2.400 frank<br />
als voorschot van de hertogin van Brabant <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele van haar raadsher<strong>en</strong><br />
waaronder Jan, heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>, ridder. Hij wordt e<strong>en</strong><br />
laatste maal vermeld als raadsheer op 29 maart 1396 wanneer Jan, heer van<br />
1 Hij wordt waarschijnlijk in deze functie aangesteld na het overlijd<strong>en</strong> van Margareta van<br />
Brabant <strong>en</strong> de invloed die Lodewijk van Male daarna bekwam over de stad. Volg<strong>en</strong>s<br />
Blockmans had zijn functie van gouverneur ge<strong>en</strong> militair karakter (Blockmans,<br />
Lombards, p. 244).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 9
Folleville, ridder, raadsheer van de koning van Frankrijk, 750 frank<br />
ontvangt als voorschot van de hertogin 1 .<br />
Eind augustus 1396 verblijft hij sam<strong>en</strong> met de hertog van Bourgondië te<br />
Calais. Dit ter geleg<strong>en</strong>heid van het huwelijk van Isabella, dochter van de<br />
Franse koning, met Richard II, koning van Engeland 2 . Maar “monsieur de<br />
la gruuthuse et de grembergh<strong>en</strong>, pour lors tout malades, retournans de<br />
calays, moru <strong>en</strong> labbaye de bourbourch. la il fu <strong>en</strong>seveliz”. In februari<br />
1397 word<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> van de vrouw van <strong>Gruuthuse</strong>, volg<strong>en</strong>s de Brugse<br />
wet onder de voogdij geplaatst van “mons de haluin et de mons jehan de<br />
ghistelle seignr de dudzelle et institu<strong>en</strong>t pour lors <strong>en</strong> bone lieu pour<br />
recevoir les rev<strong>en</strong>ues bauduin le wale qui ce meisme jour avoit este receu<br />
pour bourgois de bruges” 3 .<br />
Het echtpaar Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse <strong>en</strong> Isabella de Looz d’Agimont<br />
hadd<strong>en</strong> mogelijks één dochter, Johanna. Haar vader had haar<br />
waarschijnlijk beloofd dat na zijn overlijd<strong>en</strong> de heerlijkheid Grimberg<strong>en</strong><br />
haar zou toekom<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> oorkonde van 11 mei 1399 verklaart “hr heinric<br />
van berghe, rudder als degh<strong>en</strong>e die ghetrauwet heeft e<strong>en</strong><strong>en</strong> wettelick<strong>en</strong><br />
wive vrauwe johan<strong>en</strong> mijns voors heer <strong>en</strong> docht’ heer van grembergh<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
van d<strong>en</strong> gruuthuse” afstand te do<strong>en</strong> van de goeder<strong>en</strong> welke toekwam<strong>en</strong> aan<br />
Agnes de Mortagne, weduwe van Jan, heer van <strong>Gruuthuse</strong>.<br />
H<strong>en</strong>drik van Bergh<strong>en</strong> is de zoon van H<strong>en</strong>drik, heer van Berg<strong>en</strong>-op-Zoom,<br />
<strong>en</strong> van Beatrix van Wass<strong>en</strong>are, g<strong>en</strong>oemd van Polan<strong>en</strong>. Hij huwt nadi<strong>en</strong><br />
Johanna de Witthem, op 2 januari 1409, in e<strong>en</strong> tweede huwelijk. In 1403/04<br />
wordt H<strong>en</strong>drik van Berg<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> als raadsheer van hertogin Johanna.<br />
Verscheid<strong>en</strong>e zegels van 1411 tot 1416 vermeld<strong>en</strong> hem als heer van<br />
Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> vanaf 1412 ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s als drossaard van Brabant. In juli<br />
1415 wordt hij door de hertog van Brabant aangesteld als kastelein van<br />
1 Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. I, pp. 492-493, 532 <strong>en</strong> 536 – de Barante, Histoire, D. I, pp. 321-<br />
332 - Gailliard, Inscriptions-Notre Dame, pp. 467 <strong>en</strong> 471 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 228 <strong>en</strong> 359-361 <strong>en</strong> D. III, pp. 14 <strong>en</strong> 271 – Goethals, Dictionnaire,<br />
D. IV, pp. 730-731 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Chroniques, p. 1 – Marchal-Verdoodt,<br />
Table, p. 193 – Piot, Saint-Trond, D. II, n° 462-464 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, pp. 425-<br />
427 - Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. III, n° 597, 608, 723-724 <strong>en</strong> 733 <strong>en</strong> D. IV, n° 180 <strong>en</strong> 201<br />
- Smolar, Justice, pp. 433 <strong>en</strong> 527 - Uyttebrouck, Gouvernem<strong>en</strong>t, p. 652 - van Mieris,<br />
Charterboek, D. III, pp. 292 <strong>en</strong> 618-619 - Van Nieuw<strong>en</strong>huys<strong>en</strong>, Finances Philippe le<br />
Hardi, pp. 105-106 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 1ste deel, D. V, n° 3084-3086 <strong>en</strong> D. VIII,<br />
n° 5462 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 2e deel, pp. 181 <strong>en</strong> 193-194 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire,<br />
3e deel, D. III, n° 6863 <strong>en</strong> 6949 – Warlop, d’Ennetières, p. 236 – Willems, Gestes, D.<br />
II, p. 237<br />
2 De hertog komt aan te Calais op maandag 14 augustus. “Disner et gister à Calais aux<br />
frais du roy d’Engleterre”. Van 15 tot 20 augustus verblijft hij er op kost<strong>en</strong> van de<br />
Engelse koning. Op maandag 21 vertrekt hij na het middagmaal naar Ardres (Petit,<br />
Itinéraires, p. 255).<br />
3 Nochtans staat voor februari 1397 “bauduin le wale” niet aangegev<strong>en</strong> in de lijst van de<br />
Brugse poorters. Deze Boudewijn sterft in augustus 1400 <strong>en</strong> in zijn plaats wordt “jehan<br />
de le meusch, filz de jeh de le meusch a nivelle” aangesteld als ontvanger.<br />
ARA Kortrijk, fonds Col<strong>en</strong>s, n° 457/001, f° 145v-146r - Colpaert, Avelgem, p. 217 –<br />
Jamees, Poorters, D. I, p. 205.<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 10
Vilvoorde. Na de veldslag bij Azincourt maakt hij deel uit van de<br />
overgangsregering van 1415 tot 1417. Hij valt echter in ong<strong>en</strong>ade bij de<br />
nieuwe hertog van Brabant <strong>en</strong> wordt te Brussel opgeslot<strong>en</strong>. Zijn vader sterft<br />
in 1419, waarna hij vrij komt maar weg<strong>en</strong>s ziekte <strong>en</strong>kele wek<strong>en</strong> later sterft.<br />
Hun dochter, Johanna van Bautersem, zal in 1418 huw<strong>en</strong> met Jan, heer van<br />
Glimes, die op 21 maart 1419 de heerlijkhed<strong>en</strong> Berg<strong>en</strong>-op-Zoom <strong>en</strong><br />
Grimberg<strong>en</strong> zal opnem<strong>en</strong> 1 .<br />
Het echtpaar Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse <strong>en</strong> Agnes de Mortagne hadd<strong>en</strong> één<br />
zoon, Jan III, <strong>en</strong> twee dochters. De oudste “Katheline van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>,<br />
nu t<strong>en</strong> tid<strong>en</strong> wettelike gheselnede van mer Heynryc heere van Wass<strong>en</strong>are,<br />
Buerchgrave van Ley<strong>en</strong> in Holland, Ruddere” staat vermeld in 1435. In<br />
1421/1422 ontvangt zij van haar broer e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te op het gruterecht te Brugge.<br />
Haar echtg<strong>en</strong>oot overleed in 1447, zij in 1460. De jongste, Johanna huwde<br />
met Jan Vilain, heer van Huize. Zij overleed in het kraambed. Volg<strong>en</strong>s haar<br />
grafzerk voerde zij als wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa 2 .<br />
4. JAN III VAN DEN GRUUTHUYSE<br />
Jan, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Spiere, moet gebor<strong>en</strong> zijn rond 1390. Hij huwde<br />
in 1416 Maria, erfvrouw van Ste<strong>en</strong>huize <strong>en</strong> Avelgem. Haar broer “Jan,<br />
prince 3 van Ste<strong>en</strong>huuse, heer van Avelghem, Raed <strong>en</strong>de Camerlinc ons<br />
gheduchts heer<strong>en</strong> Shertogh<strong>en</strong> van Burgoingne, Grave van Vla<strong>en</strong>dr<strong>en</strong>, <strong>en</strong>de<br />
1 ARA Kortrijk, fonds Col<strong>en</strong>s, n° 457/001, f° 155r-155v - Bouton, Wap<strong>en</strong>boeck, D. VI,<br />
pp. 45-47 – Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 212 - de Borman, Hemricourt, D. II, p. 143 –<br />
de Raadt, Sceaux, D. I, p. 234 – de Ryckman de Betz, Chanceliers, D. II, p. 243 - De<br />
Win, Witthem, D. 93, pp. 484-485 - Galesloot, Inv<strong>en</strong>taire, D. I p. 368 - Schw<strong>en</strong>nicke,<br />
Europäische, D. 27, tafel 28 – Smolar, Justice, pp. 60-61, 66, 439, 442 <strong>en</strong> 528 -<br />
Uyttebrouck, Gouvernem<strong>en</strong>t, pp. 661-662 - Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 3e deel, D. III, n°<br />
8752-8753, 8898 <strong>en</strong> 9278 - Wauters, Environs, D. II, p. 203<br />
2 Bethune, Epitaphes, p. 91 – Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 111 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 356 – Janse, Ridderschap, p. 216 - Merghelynck, Brugge, p. 37,<br />
1421 / 1422 - Merghelynck, Kortrijk, p. 69, 13 jan. 1437 / 16 sept. 1437 – Obre<strong>en</strong>,<br />
Wass<strong>en</strong>aer, p. 31<br />
3 Sinds 1426 is hij Opperjachtmeester van Vlaander<strong>en</strong>. Hij gaat in deze periode zich ook<br />
de titel van prins van Ste<strong>en</strong>huize toeëig<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dit om aan te ton<strong>en</strong> dat zijn heerlijkheid<br />
Ste<strong>en</strong>huize e<strong>en</strong> vrije heerlijkheid was t<strong>en</strong> overstaan van de graaf, dit wil zegg<strong>en</strong><br />
le<strong>en</strong>gerechtigd aan e<strong>en</strong> heerlijkheid geleg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere provincie (Silly in<br />
H<strong>en</strong>egouw<strong>en</strong>) <strong>en</strong> dus niet onderhevig aan de juridictie <strong>en</strong> administratie van het<br />
graafschap waarin de heerlijkheid zich bevond. Had hij werkelijk deze titel bekom<strong>en</strong><br />
van de hertog, dan maakte hij zeker deel uit van de beperkte raad van de hertog. Hij zou<br />
zeker <strong>en</strong> vast deel uitgemaakt hebb<strong>en</strong> van de eerste ridders van het Guld<strong>en</strong> Vlies. Maar<br />
buit<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van het koninklijk huis, k<strong>en</strong>de Frankrijk ge<strong>en</strong> prins<strong>en</strong>. In Engeland<br />
bestond sinds 1301 <strong>en</strong>kel de prins van Wales. Het Roomse Rijk k<strong>en</strong>de dit wel maar <strong>en</strong>kel<br />
de keizer of de koning van het Roomse Rijk was gerechtigd om deze titel toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />
In de lage land<strong>en</strong> werd Jan de Croy in 1472 voor het eerst verhev<strong>en</strong> tot graaf van Chimay<br />
<strong>en</strong> in 1486 k<strong>en</strong>de Maximiliaan van Habsburg voor het eerst de titel van prins toe in onze<br />
gewest<strong>en</strong> aan Karel de Croy (de Smedt, Toison d'Or, n° 20 – Leuridan, Statistique-<br />
Introduction, pp. 143-144 - Matthieu, Silly, pp. 12-14 - van d<strong>en</strong> Eeckhout, Ste<strong>en</strong>huyse,<br />
pp. 81-84).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 11
upperjaghere van Vla<strong>en</strong>dr<strong>en</strong>” trekt in 1436 als hoofdman van de Brugse<br />
militie naar Calais. Hij wordt voor het laatst vermeld in 1440.<br />
In 1396 erft Jan, bij het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader, het gruterecht te Brugge.<br />
In 1417, neemt hij deel aan de belegering van Beaumont in Pontoise, met<br />
onder andere Vlaamse edel<strong>en</strong>, de her<strong>en</strong> van Ste<strong>en</strong>huize, Kom<strong>en</strong>, <strong>Gruuthuse</strong><br />
<strong>en</strong> Roubaix <strong>en</strong> Robrecht <strong>en</strong> Victor, bastaard<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>. In de<br />
handeling<strong>en</strong> van de Stat<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> wordt de heer van <strong>Gruuthuse</strong><br />
niet vermeld voor 1419. Dat jaar zijn er klacht<strong>en</strong> van de Duitse Hanze<br />
“jegh<strong>en</strong> min<strong>en</strong> heere van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> ute caus<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> Grute ghelde”<br />
over het feit dat hun schip in beslag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd. Op 2 september wordt<br />
e<strong>en</strong> vergadering belegd te G<strong>en</strong>t met de led<strong>en</strong> van de adel, waaronder “le<br />
seigneur de le <strong>Gruuthuse</strong>”. In 1422 wordt hij sam<strong>en</strong> met vele Vlaamse<br />
edel<strong>en</strong> opgeroep<strong>en</strong> om de stad Mechel<strong>en</strong> te verdedig<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de Brabantse<br />
sted<strong>en</strong>. In 1436 wordt “min<strong>en</strong> heere vand<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>, dewelke van ons<br />
gheduchts heer<strong>en</strong> <strong>en</strong>de princ<strong>en</strong> weghe, gheordineirt was capiteyn te zine<br />
vander stede van Brugghe”. Na e<strong>en</strong> korte periode legt hij zijn functie neer,<br />
na e<strong>en</strong> poging om bij de opstand het volk tot bedar<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Doch<br />
“meer Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuuse dede zovele an d<strong>en</strong> prinche dat die van<br />
Brucghe hadd<strong>en</strong> audi<strong>en</strong>cie omme toeganc tot<strong>en</strong> prinche te comm<strong>en</strong>e ...<br />
Item meer Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuuse bleef x dagh<strong>en</strong> lanc bij d<strong>en</strong> prinche<br />
<strong>en</strong>de de burchmeestere van Brucghe met zijn<strong>en</strong> wethouders <strong>en</strong>de dek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
trock<strong>en</strong> te Brucghewaerts, <strong>en</strong>de weit dat bij mijn heere van d<strong>en</strong> Gruuthuuse<br />
blev<strong>en</strong> de notable mann<strong>en</strong> dewelke te Brucghe up dhalle hadd<strong>en</strong><br />
ghearesteert ghezijn ... Item up e<strong>en</strong><strong>en</strong> ma<strong>en</strong>dach, doe quam de prinche te<br />
Brucghe met alle de ghedeputeerd<strong>en</strong> van Brucghe die bij d<strong>en</strong> heere van<br />
d<strong>en</strong> Gruuthuuse blev<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, <strong>en</strong>de al daer zo was gheslot<strong>en</strong> dat die<br />
prinche zoude bezeghel<strong>en</strong> die previleg<strong>en</strong> <strong>en</strong>de alle dingh<strong>en</strong> te pointe<br />
stell<strong>en</strong>”. In 1438 zijn “de heere van Robays, de heere van d<strong>en</strong> Gruuthuuse,<br />
de heere van Ste<strong>en</strong>huuse <strong>en</strong> meer Gheeraert van Ghistele” raadsled<strong>en</strong> van<br />
de hertog bij de vernieuwing van de Brugse magistrat<strong>en</strong>. “Mer Jan van<br />
Brugghe, heere van d<strong>en</strong> Gruuthuuse, van Thielt t<strong>en</strong> hove, prinche van<br />
Ste<strong>en</strong>huse, heere van Spiere <strong>en</strong>de van Avelghem” verklaart in 1442 1 dat hij<br />
e<strong>en</strong> le<strong>en</strong>goed “te wet<strong>en</strong>e thof van Gruuthuuse bi onser Vrauw<strong>en</strong> Kerke te<br />
Brueghe; Ende hier toehor<strong>en</strong>de de gruute van Brucghe” bezat. In 1444 <strong>en</strong><br />
1445 zijn er opnieuw klacht<strong>en</strong> van de Hanzested<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> “d<strong>en</strong> heere van<br />
d<strong>en</strong> Gruuthuuse”.<br />
1 De Raadt dateert deze akte van 26 juli 1442. Gilliodts-van Sever<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> dateert<br />
deze verklaring van het jaar 1435, maar zijn schoonbroer Jan van Ste<strong>en</strong>huyse was to<strong>en</strong><br />
heer van Ste<strong>en</strong>huize <strong>en</strong> Avelgem. Buylaert citeert ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in 1435 als le<strong>en</strong>houder van<br />
de Burg van Brugge, “mer Jan van Brucghe, heere vand<strong>en</strong> Gruuthuuse, van Thielt te<br />
hove, prince van Ste<strong>en</strong>huse, heere van Spiere <strong>en</strong>de van Avelghem”. Colpaert citeert e<strong>en</strong><br />
akte van 23 juli 1443 waar Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse zich de titel “Prinche van Ste<strong>en</strong>huuse<br />
<strong>en</strong>de heer van Avelghem” toeëig<strong>en</strong>t (Buylaert, Repertorium, p. 140 - Colpaert, Avelgem,<br />
p. 217 - de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 412 - Ferrant, Rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, n° 4-6 - Gilliodts-van<br />
Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 356 <strong>en</strong> D. V, p. 162 - Visart de Bocarmé, Méreau, pp. 421-<br />
427).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 12
In e<strong>en</strong> laatste oorkonde van 1447 doet hij sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote e<strong>en</strong><br />
sch<strong>en</strong>king van grond<strong>en</strong> aan de abdij Beaulieu te Petegem. In dat jaar staat<br />
hij ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aangegev<strong>en</strong> als kamerheer van de hertog. Hij moet zeker<br />
overled<strong>en</strong> zijn voor september 1450 1 , datum waarop “Heinric van Borssel,<br />
heere van der Vere <strong>en</strong> Marie van Ste<strong>en</strong>huse, vrauwe van d<strong>en</strong> Gruuthuuse,<br />
princhesse van Ste<strong>en</strong>huse, vrauwe van Thielt, t<strong>en</strong> Hove van Avelghem <strong>en</strong>de<br />
Spiere” de huwelijksovere<strong>en</strong>komst sluit<strong>en</strong> bij het huwelijk van “Lodewijc<br />
heere van d<strong>en</strong> Gruthuse, van Thielt, t<strong>en</strong> Hove <strong>en</strong>de van Spiere, zone van<br />
wijl<strong>en</strong>eer mijn<strong>en</strong> liev<strong>en</strong> heere van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> wies ziele met Gode moet<br />
lev<strong>en</strong>, <strong>en</strong>de van mij Marie van Ste<strong>en</strong>huse voerseit, <strong>en</strong>de van Mergriet<strong>en</strong><br />
van Borsselle, dochter van my Heinric van Borssele voirscrev<strong>en</strong>”. Jan <strong>en</strong><br />
Maria werd<strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> in de Sint-Catharinakerk te Assebroek 2 .<br />
Jan III verschijnt dus weinig <strong>en</strong> vooral laat in het publieke lev<strong>en</strong>, eerst in<br />
1417, daarna in 1436. Waar zijn vader e<strong>en</strong> baanderheer van Brabant was,<br />
leeft hij eerder als e<strong>en</strong> Brugse patriciër. Waarschijnlijk heeft zijn<br />
opvoeding zonder vader <strong>en</strong> als <strong>en</strong>ige mannelijke erfg<strong>en</strong>aam ervoor gezorgd<br />
dat hij zich minder aangetrokk<strong>en</strong> voelde tot de wap<strong>en</strong>s <strong>en</strong> zich beter kon<br />
verdedig<strong>en</strong> met woord<strong>en</strong> dan met wap<strong>en</strong>s. Hij heeft nooit deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan<br />
het steekspel van de Witte Beer te Brugge 3 .<br />
Jan <strong>en</strong> Maria hadd<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s Corneille Gailliard twee zon<strong>en</strong> <strong>en</strong> zev<strong>en</strong><br />
dochters, waarvan Lodewijk gebor<strong>en</strong> rond 1423, Louise die met Lodewijk<br />
van Vlaander<strong>en</strong>, heer van Praat, huwde <strong>en</strong> Johanna, echtg<strong>en</strong>ote van Jan van<br />
Ghistelles, heer van Esquelbecq. Volg<strong>en</strong>s Christophe Butk<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> er<br />
nog twee dochters, Isabella, kloosterlinge in het Galilea klooster te G<strong>en</strong>t,<br />
<strong>en</strong> Margareta 4 .<br />
5. LODEWIJK VAN DEN GRUUTHUYSE, GENOEMD VAN BRUGGE<br />
Zijn zoon, Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse is waarschijnlijk gebor<strong>en</strong> rond<br />
1423 <strong>en</strong> overlijdt in 1492. Hij huwt Margareta van Borsele, die zal<br />
overlijd<strong>en</strong> in 1510. Hij wordt voor het eerst vermeld in mei 1443 waar hij<br />
1 De Tieltse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> voor de jar<strong>en</strong> 1447/1448, Maria van Ste<strong>en</strong>huize<br />
als “mer vrauw<strong>en</strong> Vand<strong>en</strong> Gruthuze” (Moors, Tielt, D. I, p. 610).<br />
2 Bethune, Epitaphes, pp. 310 <strong>en</strong> 397 - Blockmans, Handeling<strong>en</strong>, D. I, n° 107 <strong>en</strong> 665 <strong>en</strong><br />
D. II, n° 914 <strong>en</strong> 935 – Bruchet, Archives, D. 1, n° 17666-17667 - Buylaert, Adel, p. 288<br />
– Castelain, Avelgem, pp. 230-231 – Colpaert, Avelgem, pp. 212, 216-219 <strong>en</strong> 309-310 –<br />
de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 412 – Despars, Cronijcke, D. III, pp. 366-367, 373 <strong>en</strong> 414 –<br />
Douet d’Arcq, Monstrelet, D. III, p. 215 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p.<br />
356 <strong>en</strong> D. V, p. 125 – H<strong>en</strong>derikx, Veere, pp. 115-116 – Merghelynck, Brugge, p. 17,<br />
1395 / 1396 – Tavernier, Kerkelijke, D. 45, p. 91 - Vandekerckhove, Chronike, pp. 150<br />
<strong>en</strong> 212-213 – Zoete, Handeling<strong>en</strong>, D. II, n° 810 <strong>en</strong> 834<br />
3 van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 143<br />
4 Bethune, Epitaphes, pp. 161, 270 <strong>en</strong> 279 – Buylaert, Adel, p. 352 – Gilliodts-van<br />
Sever<strong>en</strong>, Bourg, D. I, p. 181 - Van Praet, Recherches, pp. 59-60<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 13
de “dank van buit<strong>en</strong>” krijgt bij het steekspel van de Witte Beer te Brugge 1 .<br />
Hij zal blijv<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> tot 1450. In 1449 wordt hij hofsch<strong>en</strong>ker van<br />
Philips de Goede <strong>en</strong> gaat dus meer zijn lev<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op het hertogelijk hof.<br />
van Driest<strong>en</strong>, Toison d'Or, p. 75 Maurice, Blason, p. 65<br />
De Tieltse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> van 1447 tot 1449 “Lodewijc<br />
Vand<strong>en</strong> Gruthuuse”. Slechts in 1450 wordt hij beschrev<strong>en</strong> als “Lodewijc<br />
heere Vand<strong>en</strong> Gruuthuze”. In 1447 maakt m<strong>en</strong> melding van “Jean 2 de<br />
Bruges, s r de Grutuse, vint avec bannière déployée et accompagné des<br />
cavaliers suivans: Rogier de Hallewin, Jean de Struete, Jean de St.-Omer,<br />
Lottard de Mazingue, Bavon de Steeland, Jean de Meghe, Jean de<br />
Wass<strong>en</strong>aer, Hercules, bastard de Ghistelles, Simon de Ecost, Jean, S r de<br />
Roqueghem, Jean de W<strong>en</strong>elghem, Pierre de Moerkerupie et Samson Villain<br />
participer à la fête de l’épinette à Lille”. In elk geval is hij aanwezig op 20<br />
februari 1452 bij het eerste tornooi van de jonge Karel, graaf van Charolais,<br />
op de Grote Markt te Brussel. In 1460 wordt hij verhev<strong>en</strong> tot ridder van het<br />
Guld<strong>en</strong> Vlies te Saint-Omer. Hij voert hier als wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld<br />
Brugge-Aa 3<br />
1 Dit eerbetoon werd aan persoonlijkhed<strong>en</strong> die deelnam<strong>en</strong> of aanwezig war<strong>en</strong> bij het<br />
tornooi gegev<strong>en</strong>. Als deelnemer moet Lodewijk in 1443 ongeveer twintig jaar geweest<br />
zijn (van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 81, 96 <strong>en</strong> 143).<br />
2 Waarschijnlijk di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> hier Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijks met<br />
e<strong>en</strong> latere datum. Zijn vader Jan nam nooit deel aan het steekspel van de Witte Beer. Zo,<br />
in 1447, Jan de aanvoerder was, is het zeer waarschijnlijk dat zijn zoon ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong><br />
de deelnem<strong>en</strong>de ruiters aanwezig was.<br />
3 Bethune, Epitaphes, p. 397 – Colpaert, Avelgem, pp. 221-248 - de Rosny, Epinette, pp.<br />
70-71 - de Smedt, Toison d'Or, n° 61 – Haemers, Gruuthuze, pp. 388-396 – Mira, Toison<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 14
In 1467/1468 koopt hij van Adriaan van Claerhout het schoutheetdom van<br />
Tielt 1 .<br />
Op 13 october 1472 wordt hij door Edward IV, koning van Engeland,<br />
verhev<strong>en</strong> tot graaf van Winchester <strong>en</strong> e<strong>en</strong> maand later, op 23 november,<br />
word<strong>en</strong> hem het wap<strong>en</strong> “azur a dix mascles d’or <strong>en</strong> orme d’un canton de<br />
nostre propre armes d’Engleterre, cest savour, de goul un leopard passant<br />
d’or, armee d’azur” toegek<strong>en</strong>d 2 .<br />
Zijn spreuk “meer es in u” kan m<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> als zijn drang om in de<br />
spor<strong>en</strong> van zijn grootvader opnieuw te vertoev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de hoogste edel<strong>en</strong><br />
in de omgeving van de vorst.<br />
A-II. DE MANNELIJKE ZIJTAKKEN<br />
1. GELDOLF VAN DEN GRUUTHUYSE, BROER VAN JAN I<br />
E<strong>en</strong> charte van1333, betreff<strong>en</strong>de de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge<br />
vermeldt als getuige “Ghidupho, filio domini Ghidulphi de <strong>Gruuthuse</strong>,<br />
militis” 3 .<br />
Voor 1372 4 was Geldolf verwikkeld in e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>detta met “Jehan de<br />
Molembeke” 5 . Op 24 mei 1372, door de bemiddeling van Margareta,<br />
gravin van Artesië, moeder van Lodewijk van Male, kwam er e<strong>en</strong><br />
vredesakkoord tot stand. Jan Bonin di<strong>en</strong>de ter ere van Ghildolf, ridder, <strong>en</strong><br />
zijn vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> eerst e<strong>en</strong> pelgrimstocht te do<strong>en</strong> naar Onze-Lieve-Vrouw te<br />
Napels, <strong>en</strong> twee maand<strong>en</strong> later naar Sint-Gillis in de Prov<strong>en</strong>ce 6 . In juni/juli<br />
de Oro, n° 79, pp. 182-183 - Moors, Tielt, D. I, pp. 610, 652-653 <strong>en</strong> 674 - Popoff, Toison<br />
d’Or, n° 70 – Sterchi, Lob, pp. 40-41 - van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 143 - Van Praet,<br />
Recherches, pp. 2 <strong>en</strong> 325<br />
1 Merghelynck, Kortrijk, p. 89, 5 mei 1466 / 22 sept. 1466, p. 91, 12 jan. 1467 / 11 mei<br />
1467 <strong>en</strong> p. 93, 18 sept. 1468 / 9 jan. 1469<br />
2 Gedur<strong>en</strong>de de hele 15e eeuw kreg<strong>en</strong> slechts drie vreemdeling<strong>en</strong> van de Engelse koning<br />
e<strong>en</strong> pairschap toebedeeld. Zijn zoon Jan IV zal in mei/juni 1500 afstand do<strong>en</strong> van het<br />
graafschap aan de Engelse vorst, H<strong>en</strong>drik VII (Powell Siddons, Foreigners, p. 49 – Ross,<br />
Wars, p. 86 - Watson, Winchester, pp. 77-79).<br />
3 Van de Perre, Relatie, p. 5<br />
4 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong> situeert deze overe<strong>en</strong>komst in 1372. Sueyro, die Meyerus volgt,<br />
doet melding ervan in 1378 (Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 359 – Sueyro,<br />
Anales, D. I, p. 560).<br />
5 Waarschijnlijk is e<strong>en</strong> bur<strong>en</strong>ruzie hiervan de oorzaak. Beid<strong>en</strong> bezat<strong>en</strong> belangrijke<br />
percel<strong>en</strong> grond <strong>en</strong> één of meerdere hoeves te Meulebeke. De acte van 1372 maakt<br />
namelijk melding dat bij betwisting<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de “leur juridiction ou les drois de leurs<br />
fiez” ze dit di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de wet, zonder naar de wap<strong>en</strong>s te grijp<strong>en</strong><br />
(Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 359 – Sabbe, Grondbezit, p. 407).<br />
6 “Daer licht edel<strong>en</strong> <strong>en</strong>de weerd<strong>en</strong> mer Guidolf van Gruuthuuse, die was in e<strong>en</strong><br />
waep<strong>en</strong>inghe die de Bonijns iegh<strong>en</strong>s de Gruuthuuses hadd<strong>en</strong>, verslegh<strong>en</strong> van de Bonijns.<br />
De welcke ghecondemneert waer<strong>en</strong> te besett<strong>en</strong> <strong>en</strong>de fonder<strong>en</strong> zeker<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st over de<br />
ziele van d<strong>en</strong> voorn. mer Guidolf <strong>en</strong>de de zijne” (ARA Kortrijk, fonds Col<strong>en</strong>s, n°<br />
457/001, f° 128r - Bethune, Epitaphes, p. 337 - Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 111).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 15
1376 is er sprake in e<strong>en</strong> geschil tuss<strong>en</strong> “Danele van Bedrewane” <strong>en</strong><br />
“Wouter van Werveke” over e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> waarvan “Ghildolf(s wijf) van d<strong>en</strong><br />
<strong>Gruuthuse</strong> ervachtech es”. In april 1386, bezweert Zegher van<br />
Ruddervoorde, zoon van Jan, de bepaling<strong>en</strong> van het zo<strong>en</strong>ding dat tuss<strong>en</strong><br />
Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse <strong>en</strong> Jan Bonin, heer van Meulebeke, werd<strong>en</strong><br />
geslot<strong>en</strong>. Jan, heer van Gistel, had in deze v<strong>en</strong>detta partij gekoz<strong>en</strong> voor de<br />
familie Gruuthuyse 1 .<br />
2. GELDOLF VAN DEN GRUUTHUYSE, BROER VAN JAN II<br />
Naast “Jean d’Aa Sire de Grimberge & Gruthuse” staan in de lijst van de<br />
Brabantse vazal<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s “Roelant & Geldolf de la Gruthuse” 2 .<br />
Weg<strong>en</strong>s schade aan bezitting<strong>en</strong> van de graaf eist deze in 1368 dat de heer<br />
van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> zijn broer Geldolf <strong>en</strong>erzijds, de heer van Halewyn <strong>en</strong> zijn<br />
broer Olivier anderzijds, zich aanmeld<strong>en</strong> in de gevang<strong>en</strong>is te Mechel<strong>en</strong>. In<br />
juli 1376, in de act<strong>en</strong> van de raad van Vlaander<strong>en</strong>, staat “her Ghildolfs van<br />
d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>” vermeld. In 1379 staat hij vermeld bij de edel<strong>en</strong> aanwezig<br />
bij de verdediging van Oud<strong>en</strong>aarde. Hij was baljuw van Aalst van 1382 tot<br />
1386. “De here van <strong>Gruuthuse</strong>” <strong>en</strong> “mer Ghildolf van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>”<br />
staan beid<strong>en</strong> vermeld in 1384 in de begraf<strong>en</strong>isstoet van Lodewijk van Male,<br />
alsook in de adelslijst<strong>en</strong> van 1384/86 3 .<br />
In 1394 staat “messire Ghydolf dele Gruthuse” vermeld te Meulebeke in<br />
de Kortrijkse baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tielt van<br />
1394/1395 gev<strong>en</strong> “Ghildoff Van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>” aan. In 1397, om het<br />
marktplein te vergrot<strong>en</strong>, koopt de geme<strong>en</strong>teraad van Brugge,<br />
eig<strong>en</strong>domm<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> in de “Cromm<strong>en</strong> Wael” aan “mer Ghildolve van d<strong>en</strong><br />
<strong>Gruuthuse</strong>” <strong>en</strong> zijn echtg<strong>en</strong>ote, mevrouw Catharina, weduwe van “Zegher<br />
Honin”. Tuss<strong>en</strong> 1397 <strong>en</strong> 1399 verkoopt hij sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote<br />
Catharina Cremps bezitting<strong>en</strong> te Egem <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1405 <strong>en</strong> 1407<br />
verscheid<strong>en</strong>e l<strong>en</strong><strong>en</strong> te Tielt met behoud van lev<strong>en</strong>slang vruchtgebruik. Dit<br />
zou erop kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> dat hij financiële problem<strong>en</strong> had 4 .<br />
1 Bethune, Epitaphes, p. 337 – de Pauw, Audi<strong>en</strong>cie, n° 1447 <strong>en</strong> 1859 - Gilliodts-van<br />
Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 358-361 – Leuridan, Le Ferrain, p.118 – Schouteet,<br />
Regest<strong>en</strong>, D. III, n° 598 <strong>en</strong> D. IV, n° 45 - Van Praet, Recherches, p. 57<br />
2 Tijd<strong>en</strong>s de regering van Johanna, hertogin van Brabant (1355-1406). Ph. de L’Espinoy<br />
heeft e<strong>en</strong> lijst van prelat<strong>en</strong>, baronn<strong>en</strong>, ridders, schildknap<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z. van het hertogdom<br />
Brabant in 1407 uitgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> hier wordt de naam Gruuthuyse niet meer vermeld<br />
(Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. I, pp. 667-672 - de L’Espinoy, Prelats).<br />
3 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 4 <strong>en</strong> 73 - de Pauw, Audi<strong>en</strong>cie, n° 1844 - de Pauw, Potter van<br />
der Loo, D. I, p. 449 - de Saint-G<strong>en</strong>ois, Monum<strong>en</strong>s, D. II, p. 1131 - Despars, Cronijcke,<br />
D. II. pp. 505-507 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. X, pp. 281, 283 <strong>en</strong> 542 -<br />
Marchal-Verdoodt, Table, p. 193 - Nowé, Baillis, p. 394<br />
4 Zijn echtg<strong>en</strong>ote, Catharina Cremps was mogelijks de dochter van “Maes Kremp<strong>en</strong>, valet<br />
et conseiller” van Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse. Philippe de L’Espinoy vermeldt haar<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s als weduwe van Jacob van der Haegh<strong>en</strong> (Debrabandere, Baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,<br />
n° 342 <strong>en</strong> 571 - Debrabandere, Studie, n° 630 - de L’Espinoy, Noblesse, p. 377 -<br />
Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, pp. 386 <strong>en</strong> 404 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire, D. I, n°<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 16
Zij hadd<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> dochter, “Cathelijne van Aa van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>”<br />
die rond 1415 huwde met Jan M<strong>en</strong>n<strong>en</strong>s, zoon van Gillis <strong>en</strong> van Maria uter<br />
Crommercamm<strong>en</strong>. Hij overleed eind 1437 1 .<br />
Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, ridder, zegelde in 1365 <strong>en</strong> 1374 met e<strong>en</strong> kruis<br />
belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild met e<strong>en</strong> schuinkruis <strong>en</strong> gebruikte in 1365 als<br />
helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop <strong>en</strong> in 1374, e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, alles<br />
van hermelijn 2 .<br />
3. ROELAND VAN DEN GRUUTHUYSE, BROER VAN JAN II<br />
Jan II had waarschijnlijk niet dezelfde affectieve band met zijn broer<br />
Roeland. Deze laatste staat niet vermeld in het huwelijkscontract van Jan<br />
II <strong>en</strong> Agnes de Mortagne. In 1391 staat “Roelande vand<strong>en</strong> Gruthuse”<br />
vermeld als raadsheer van Kortrijk. In 1403 staat “Roelande Van d<strong>en</strong><br />
Gruthuse” aangegev<strong>en</strong> in de stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tielt. Volg<strong>en</strong>s dezelfde<br />
rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van 1403/1405 “betaelt Roeland Van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> in de name<br />
van Ghildolve sin<strong>en</strong> broedere hemselv<strong>en</strong> <strong>en</strong>de haerlieder medepleghers als<br />
hoyre <strong>en</strong>de aeldingh<strong>en</strong> van Sanders Spieringhe van haerlieder deele van der<br />
meul<strong>en</strong>e de welke de stede ghecocht hadde”. Roeland van d<strong>en</strong> Gruuthuyse,<br />
schildknaap, wordt vermeld in 1410 in de monsteringslijst<strong>en</strong> van Jan, heer<br />
van Gistel. Op 17 november van dat jaar kwam “Roelande Van d<strong>en</strong><br />
<strong>Gruuthuse</strong>” te Tielt bij “Janne Van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong>de hadde ghesijn te<br />
Parijs bij min<strong>en</strong> gheducht<strong>en</strong> heere <strong>en</strong>de voer met Janne te Brugghe”.<br />
“Roelandt van Gruthuyse” is gesneuveld in 1415 in de veldslag bij<br />
Azincourt. Zijn echtg<strong>en</strong>ote Catharina Trions staat vermeld in de G<strong>en</strong>tse<br />
registers van 1414 3 .<br />
De akt<strong>en</strong> <strong>en</strong> contract<strong>en</strong> van Kortrijk vermeld<strong>en</strong> op 12 augustus 1443 e<strong>en</strong><br />
“Lonisse Vand<strong>en</strong>gruuthuze fs Roelants bastaard”. Deze Lonis moet<br />
overled<strong>en</strong> zijn voor 4 december 1447, datum waar “Pieter Vandewoest<strong>en</strong>e”<br />
aangegev<strong>en</strong> staat als voogd van zijn kinder<strong>en</strong>. De akt<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
melding van zijn dochter “Ja<strong>en</strong>kine” 4 .<br />
1005 <strong>en</strong> 1008 - Merghelynck, Kortrijk, p. 31, 27 juli 1397 / 1398, p. 37, 13 jan. 1399 / 9<br />
mei 1399, p. 43, 1405 / 1407 <strong>en</strong> p. 49, 9 mei 1407 / 15 aug. 1407 - Moors, Tielt, D. I,<br />
pp. 7 <strong>en</strong> 100).<br />
1 Goffin, M<strong>en</strong>n<strong>en</strong>s, pp. 170-175<br />
2 Zijn deze zegels wel toe te schrijv<strong>en</strong> aan Geldolf, de broer van Jan II of is het eerste<br />
zegel dat van zijn oom Geldolf, de broer van Jan I? (Demay, Flandre, n° 659 - de Raadt,<br />
Sceaux, D. I, p. 158 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 1ste deel, D. V, n° 3687).<br />
3 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 432 – Debrabandere, Kortrijkse, n° 240 - Despars, Cronijcke,<br />
D. III, p. 241 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Chroniques, p. 169 – Moors, Tielt, D. I, pp. 23,<br />
34, 40 <strong>en</strong> 159 – Vandekerckhove, Chronike, p. 103 - Van Praet, Recherches, p. 51<br />
4 Luyckx, Akt<strong>en</strong> RAK, 505, n° 480, 2893, n° 2867, 4020 n° 3993, 6824, n° 6795 <strong>en</strong> 12926,<br />
n° 12894<br />
Lion moet waarschijnlijk ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zoon Jan gehad hebb<strong>en</strong> die reeds in 1456/1458<br />
gestorv<strong>en</strong> was. De Tieltse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van deze periode vermeld<strong>en</strong> namelijk de<br />
“weduw<strong>en</strong> <strong>en</strong>de hoire van Janne Vand<strong>en</strong> Gruthuuse filius Lonys”. Van Praet<br />
vere<strong>en</strong>zelvigt Leon met “Louis, bâtard de la Gruthuyse, procréé d’Agnes van Torre”,<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 17
4. JAN EN GELDOLF VAN DEN GRUUTHUYSE<br />
In 1393 nam<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, e<strong>en</strong> Jan <strong>en</strong> e<strong>en</strong> Geldolf<br />
van d<strong>en</strong> Gruuthuyse deel aan het tornooi te Brugge. Volg<strong>en</strong>s de wap<strong>en</strong>kaart<br />
van het tornooi breekt Jan zijn wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge met e<strong>en</strong><br />
wass<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> Geldolf met e<strong>en</strong> ster. Ze staan vermeld zonder het prefix<br />
“mer”, maar Jan voert wel het banier <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> heeft voorrang op<br />
Geldolf.<br />
Op 29 maart 1396 stelde de hertog van Bourgondië het hotel sam<strong>en</strong> van de<br />
jonge graaf van Nevers. Deze laatste zou naar Hongarije t<strong>en</strong> strijde trekk<strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong> de Turk<strong>en</strong>. Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse werd b<strong>en</strong>oemd tot<br />
p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager 1 . Hij werd hierbij begeleid door Nanton <strong>en</strong> Hugu<strong>en</strong>in de<br />
Lugny.<br />
die vermeld staat in de G<strong>en</strong>tse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t hem e<strong>en</strong> tweede dochter toe,<br />
Alix, die volg<strong>en</strong>s dezelfde bronn<strong>en</strong> Alexander Schotte huwde (Moors, Tielt, D. II, p. 87<br />
– Van Praet, Recherches, pp. 54-55).<br />
1 Volg<strong>en</strong>s de Salles staat de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aangegev<strong>en</strong> als heer van <strong>Gruuthuse</strong><br />
<strong>en</strong> raadsheer van de grote raad van de hertog. Volg<strong>en</strong>s de lijst van de Vlaamse edel<strong>en</strong>,<br />
die sam<strong>en</strong> met Jan zonder Vrees vertrokk<strong>en</strong> naar Hongarije, staat de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager<br />
aangegev<strong>en</strong> als “Escuiers estans ou dit voyage, du pays de Flandres ... Jehan de le<br />
Gruthuse”. De raadsheer van de hertog ev<strong>en</strong>wel is te vere<strong>en</strong>zelvig<strong>en</strong> met Jan II<br />
(Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. I, pp. 235-236 <strong>en</strong> D. II, p. 81 - de Salles, Bourgogne, D.<br />
II, p. 14 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 398).<br />
“Ce sont les noms des chevaliers qui fur<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Honguerie <strong>en</strong> la compaignie de<br />
monseigneur de Nevers<br />
Messire Loys dit le Haze; messire Loys dit le Frison; messire Jean dit S<strong>en</strong>s-Terre;<br />
messire R<strong>en</strong>ault, bastars de Flandres<br />
Messire Pierre de le Delft<br />
Messire Olivier de Haluwin<br />
Messire Louis de Zweveghem<br />
Messire Philippe de Lannoit<br />
Messire Roland Hauwel<br />
Messire Loys le Marisal<br />
Messire Gille de Zwaesberghe<br />
Messire Rogier de Campighem<br />
Messire Jean de Lembèque<br />
Messire Roland le Bruwere<br />
Messire Loys d’Eyne<br />
Messire Jehan de Reingaerdsvliete<br />
Messire Jehan Mett<strong>en</strong>-Eye<br />
Messire Hughe le Proost<br />
Messire Tristran de Messem<br />
Messire Jehan Ut<strong>en</strong>hove<br />
Messire Galois Ut<strong>en</strong>zwane, bastard”<br />
“Escuiers estans ou dit voyage, du pays de Flandres’<br />
Jehan de Haluwin, fils messire Jaques<br />
Jehan de le Gruthuse<br />
Jehan le Courtroisin<br />
Jehan de Caedsand<br />
Jean de Vers<strong>en</strong>are<br />
Jorge de le Douve<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 18
De graaf van Nevers was in Dijon vanaf 19 april 1396. Op 24 april, “fur<strong>en</strong>t<br />
au souper mons. de Savoye, mons. le connestable de France et plusieurs<br />
autres estrangers, qui s’y trouver<strong>en</strong>t <strong>en</strong>core le l<strong>en</strong>demain… les mêmes<br />
demeur<strong>en</strong>t jusqu’au 30, excepté mons. le comte de Nevers qui se partit ledit<br />
jour après dîner pour aller <strong>en</strong> Hongrie. Il était depuis le 21 auprès du duc”.<br />
Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse is naar alle waarschijnlijkheid gesneuveld tijd<strong>en</strong>s<br />
of gedood na de veldslag bij Nicopolis 1 .<br />
Het is waarschijnlijk deze Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse die Maria t’Serclaes<br />
huwde. Zij hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dochter Agnes, die trouwde met Jan Swaef, ridder,<br />
zoon van Nicolaas <strong>en</strong> van Maria van d<strong>en</strong> Heetvelde. Zij word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong><br />
vermeld tuss<strong>en</strong> 1426 <strong>en</strong> 1434. Maria t’Serclaes huwde nadi<strong>en</strong> met Nicolaas<br />
Swaef met wie ze vermeld wordt in 1440 2 .<br />
Op 15 februari 1386 kwam Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse tot e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst<br />
met de echtg<strong>en</strong>ote van Godefroid de la Tour, ridder, heer van Gosselies.<br />
Zij was de dochter van Leon de Marbais 3 .<br />
Van Geldolf is er buit<strong>en</strong> dit tornooi ge<strong>en</strong> vermelding teruggevond<strong>en</strong>. De<br />
<strong>en</strong>ige mogelijke vermelding zou deze op het grafzerk van Frans van d<strong>en</strong><br />
Heede kunn<strong>en</strong> zijn 4 .<br />
Le leu de le Hamme<br />
Bertran le Bruwere<br />
Jehan de Bochout<br />
Guy Bloume<br />
Wautier le Busere<br />
Alard de Beverhoud<br />
Jehan de Temseke et Loys Mett<strong>en</strong>-Eye, bourgeois de Bruges<br />
Jean du Mès, de la chastell<strong>en</strong>ie de Lille”.<br />
Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, pp. 397-398.<br />
1 De Frans-Bourgondische troep<strong>en</strong>, die koning Sigismond van Hongarije ter hulp ging<strong>en</strong><br />
vertrokk<strong>en</strong> vanuit Dijon. De veldslag bij Nicopolis (Nikopol) zelf had plaats op 25<br />
september 1396. Ze led<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zware nederlaag teg<strong>en</strong> de Ottomaanse sultan Bajazit. Van<br />
de krijgsgevang<strong>en</strong><strong>en</strong> werd<strong>en</strong> er zeker niet meer dan vier<strong>en</strong>twintig gevang<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>,<br />
de overig<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> afgemaakt.<br />
De hertog di<strong>en</strong>de voor zijn zoon Jan e<strong>en</strong> som van 200.000 ducat<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> waarde van 700<br />
Kg goud) te betal<strong>en</strong>.<br />
Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse wordt niet aangegev<strong>en</strong> in deze lijst.<br />
Antoche, Expéditions, pp. 91-94 - Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. I, pp. 246, 270 <strong>en</strong> 286<br />
- Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, pp. 394 <strong>en</strong> 397 - Petit, Itinéraires, p. 251 -<br />
Schnerb, Etat, pp. 121-124<br />
2 Hun zoon Jan zal rond 1440 het wap<strong>en</strong> van zijn vader brek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild<br />
gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge (Goethals, Dictionnaire, D. IV, pp. 722-731 – Raneke,<br />
Bergshammar, n° 302 - van d<strong>en</strong> Eeckhout, Bruxelles, n° 18-06 - van Parys, Lignages,<br />
pp. 311, 850-851 <strong>en</strong> 1161-1162).<br />
3 “Joannis, dicti van d<strong>en</strong> Gruythuyse, habet judicium super litteras Bruxellae in quibus<br />
quondam domina de Marbays, filia qondam Leonis, militis, et dominus Godefridus de<br />
Turri, dominus de Gochelyes, miles, ejus maritus, contulerunt” (Goethals, Dictionnaire,<br />
D. IV, pp. 730-731).<br />
4 Het manuscript van Ignace-Michel de Hooghe, geschrev<strong>en</strong> rond 1700, geeft de<br />
beschrijving van de “sepulture van d’heer Fransois vand<strong>en</strong> Heede, burggrave van Vyve,<br />
heere van Negreputte, fs s’heer Jacob heere vand<strong>en</strong> Heede by Joncvrauw Lichtarde fa<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 19
Wie zijn nu deze Jan <strong>en</strong> Geldolf?<br />
Eerste hypothese: Jan <strong>en</strong> Geldolf zijn zon<strong>en</strong> van Jan II <strong>en</strong> van Isabella<br />
Pip<strong>en</strong>poy.<br />
A. Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse:<br />
- De kasselrijrek<strong>en</strong>ing voor het jaar 1393 van Kortrijk vermeld<strong>en</strong> “te<br />
Pieter Maertins van Jhans paerd<strong>en</strong> <strong>en</strong>de lied<strong>en</strong> vand<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> die<br />
ter vors. rek<strong>en</strong>inghe was inde name van min<strong>en</strong> heere zin<strong>en</strong> vadere” 1 .<br />
- Jan voert het banier <strong>Gruuthuse</strong> in het tornooi naast de heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong>.<br />
- In de lijst van de Vlaamse deelnemers aan de veldslag in Nicopolis<br />
staat Jan bij de schildknap<strong>en</strong> als tweede aangegev<strong>en</strong> na Jan van<br />
Halewyn.<br />
- Jan werd b<strong>en</strong>oemd tot p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager, wat aantoont dat zijn vader<br />
invloed had aan het Hof.<br />
- Het wap<strong>en</strong> van Jan is gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> niet met e<strong>en</strong><br />
bar<strong>en</strong>steel zoals gebruikelijk voor de oudste zoon. Dit moet wel<br />
gerelativeerd word<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> H<strong>en</strong>drik van Bergh<strong>en</strong>, de oudste zoon<br />
van de heer van Berg<strong>en</strong>-op-Zoom, volg<strong>en</strong>s deze wap<strong>en</strong>plaat ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar als breuk voerde.<br />
B. Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse:<br />
- De nam<strong>en</strong> vermeld op de wap<strong>en</strong>plat<strong>en</strong> van het tornooi drag<strong>en</strong> all<strong>en</strong> het<br />
prefix “mer” als ze ridder war<strong>en</strong>, wat niet het geval is voor Geldolf,<br />
terwijl de broer van Jan II e<strong>en</strong> ridder was.<br />
- Zo de Geldolf, vermeld als deelnemer van het tornooi, de broer zou<br />
zijn van Jan II, dan had hij hier e<strong>en</strong> totaal andere wap<strong>en</strong>breuk<br />
aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dan dat van het zegel van 1374.<br />
Tweede hypothese: Jan <strong>en</strong> Geldolf zijn zon<strong>en</strong> van Geldolf, de broer van<br />
Jan II.<br />
A. Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse:<br />
- Als oudste zoon van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> zou Jan eerder zijn wap<strong>en</strong><br />
brek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel in plaats van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar.<br />
- Zo Jan e<strong>en</strong> zoon is van Jan II, dan had deze laatste twee zon<strong>en</strong> met de<br />
voornaam Jan.<br />
- Bij het overlijd<strong>en</strong> van Jan II, hadd<strong>en</strong> de bezitting<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> overgaan<br />
naar de oudste zoon (Jan, de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager) <strong>en</strong> bij het overlijd<strong>en</strong> van<br />
deze laatste naar zijn dochter Agnes.<br />
joncker Lion fs Guidolf vand<strong>en</strong> Gruuthuyse by joncvrauw Lichtarde fa Colaert<br />
Cortschoof. Stierf d<strong>en</strong> 27 Meye 1537”. Zij voerde volg<strong>en</strong>s dit manuscript, gevier<strong>en</strong>deeld<br />
Brugge-Aa; gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschildje in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn (Ghistelles).<br />
Geldolf staat hier niet aangegev<strong>en</strong> als ridder. In 1473 bezat<strong>en</strong> Ludgarde van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> haar echtg<strong>en</strong>oot, Jacob van d<strong>en</strong> Heede, <strong>en</strong>kele l<strong>en</strong><strong>en</strong> te Meulebeke<br />
(B<strong>en</strong>oit, Vijve, pp. 380-381 - Debrabandere, Famili<strong>en</strong>am<strong>en</strong>, D. II, p. 897 - de Hooghe,<br />
Versaemelinghe, p. 38 – de Raadt, v. d<strong>en</strong> Heede, p. 118).<br />
1 Debrabandere, Studie, n° 630<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 20
B. Jan <strong>en</strong> Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse:<br />
- De dochter van Jan II <strong>en</strong> mogelijks van Isabella erfde de Brabantse<br />
heerlijkheid Grimberg<strong>en</strong>.<br />
- Het is Jan III, die na het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader in 1396, het Brugse<br />
gruterecht <strong>en</strong> het hof van Tielt erfde.<br />
- De wap<strong>en</strong>breuk van Jan <strong>en</strong> van Geldolf toont aan dat zij zeer nauw<br />
verwant zijn met de heer van <strong>Gruuthuse</strong>. Puur heraldisch bekek<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong> zij door hem als tweede <strong>en</strong> derde mannelijke erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong><br />
beschouwd. Dit betek<strong>en</strong>t dat Jan III, in 1393 waarschijnlijk nog e<strong>en</strong><br />
peuter, de eerste opvolger was <strong>en</strong> in geval hij vroeg stierf, Jan <strong>en</strong><br />
Geldolf aanzi<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> als de volg<strong>en</strong>de erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> voor de Brugse<br />
bezitting<strong>en</strong>.<br />
Weg<strong>en</strong>s de vermelding van 1393 in de kasselrijrek<strong>en</strong>ing van Kortrijk is de<br />
eerste hypothese logisch, maar bepaalde elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dat er, volg<strong>en</strong>s<br />
mij, ge<strong>en</strong> uitsluitsel is voor de tweede hypothese.<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 21
A-III. NIET BEWEZEN AFSTAMMELINGEN<br />
1. ARNOU VAN DEN GRUUTHUYSE<br />
De manuscript<strong>en</strong> van het fonds Houwaert de Grez (ref II. 6618, f° 14-17)<br />
bevatt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>boek van Englebert Flacchio met de titel “Tournoy<br />
celebré <strong>en</strong> la ville de Gand <strong>en</strong> l’an 1370 le 20 julet <strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ce du ducq<br />
w<strong>en</strong>celain de brabant et la duchesse jeanne aux nopces de philippe duc de<br />
borgne avecq marge comtesse presomtine de flandres” (het huwelijk vond<br />
plaats op 19 juni 1369 <strong>en</strong> niet op de datum aangegev<strong>en</strong> door Flacchio). In<br />
dit zogezegde tornooi, vermeldt hij onder n° 56, “arnout ba de gruthuse”.<br />
Van Arnould, bastaard van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, heb ik buit<strong>en</strong> deze refer<strong>en</strong>tie<br />
ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s teruggevond<strong>en</strong> 1 .<br />
Ofwel gaat het hier om Evrart, de stalknecht van de hertog van<br />
Bourgondië ?<br />
2. EVRART VAN DEN GRUUTHUYSE<br />
In de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de algem<strong>en</strong>e ontvanger van Bourgondië staat voor de<br />
jar<strong>en</strong> 1388/1389 als stalknecht van de hertog van Bourgondië, e<strong>en</strong> “Evrart<br />
de la Gruthuse” 2 .<br />
3. LYSBETTE VAN DEN GRUUTHUYSE<br />
Philippe de L’Espinoy geeft, “Guy Seigneur d’Oy<strong>en</strong>berghe eut à femme<br />
Damoiselle Lysbette, fille de Huygues de Zier<strong>en</strong>beke, qu’il eut de<br />
Damoiselle Lysbette de Gruuthuuse sa femme … Item ladicte Damoiselle<br />
Lysbette de Zier<strong>en</strong>beke authorisée de sondit mary, eut question contre<br />
ladicte Damoiselle Lysbette de Gruuthuuse sa mere, & vesve de Huygues<br />
de Zier<strong>en</strong>beke son pere, pour une r<strong>en</strong>te viagere … l’an mille quatre c<strong>en</strong>t<br />
quinze” 3 .<br />
1 E<strong>en</strong> “Arnoud de Gruthuys”, schildknaap, raadsheer van Willem, hertog van Gelderland,<br />
zegelde in 1377 de overe<strong>en</strong>komst betreff<strong>en</strong>de privileges toegek<strong>en</strong>d aan de stad Arnhem.<br />
Gelre geeft voor “arnt va gruithuse”, in zilver e<strong>en</strong> adelaar van keel, gebekt <strong>en</strong> geklauwd<br />
van azuur, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschildje in zilver e<strong>en</strong> dwarsbalk van azuur (Hackfort)<br />
<strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> adelaarshoofd van keel, eindig<strong>en</strong>d als dekkleding, gebekt van<br />
azuur, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van keel. E<strong>en</strong> “Arnt van d<strong>en</strong> Gruithuis”, wettelijke zoon van<br />
Goswin van d<strong>en</strong> Gruithuis, burgemeester van Arnhem in 1368, is gebor<strong>en</strong> in 1343 <strong>en</strong><br />
gestorv<strong>en</strong> in 1412. In 1381, vermeldt Willem van Gullich, hertog van Gelderland, hem<br />
als zijn “swager, ritter und knape” (de Kerckhove, van d<strong>en</strong> Gruithuis, p. 166-168 -<br />
Goethals, Dictionnaire, D. IV, pp. 462 - Popoff, Gelre, n° 1260).<br />
2 Marchal-Verdoodt, Table, p. 193<br />
3 de L’Espinoy, Noblesse, p. 274<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 22
4. JACOME DE BURGES<br />
Volg<strong>en</strong>s A. Claeys was e<strong>en</strong> “Jàcome de Burges” de oudste zoon van Jan,<br />
heer van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van Maria van Ste<strong>en</strong>huyse. Hij zou gebor<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
zijn rond 1418, gezi<strong>en</strong> hij rond 1438 met e<strong>en</strong> Portugees schip vertrok naar<br />
Galicië. Zo hij werkelijk de oudste zoon was, dan moet hij iets misdaan<br />
hebb<strong>en</strong>, waardoor hij verplicht werd de streek te verlat<strong>en</strong>. In dit geval<br />
zoud<strong>en</strong> we toch spor<strong>en</strong> van hem moet<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong> in de rechterlijke<br />
roll<strong>en</strong>. Daarbij is de voornaam “Jacome” of Jacob e<strong>en</strong> naam die in deze<br />
familie niet werd gebruikt. Zo hij toch e<strong>en</strong> lid van de familie Gruuthuyse<br />
is, dan mogelijks e<strong>en</strong> bastaard? Hij huwde Dona Sancha Rodrgues d’Arça<br />
<strong>en</strong> overleed op de Azor<strong>en</strong> rond 1470/1472 1 .<br />
1 Claeys, Azor<strong>en</strong>, pp. 31 <strong>en</strong> 53<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 23
B-I. HET FAMILIEWAPEN<br />
De zegels<br />
A° NAAM TITEL ZEGEL<br />
1295 Gerard van der Aa Heer van Pollare <strong>en</strong><br />
Grimberg<strong>en</strong><br />
1329 Geldolf van Brugge Ridder, heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong><br />
1336 Jan I van d<strong>en</strong> Gruuthuyse heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
Pollare<br />
1339 Jan I van d<strong>en</strong> Gruuthuyse heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
Aa<br />
1365 Geldolf van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
Aa<br />
Brugge<br />
Ridder Brugge +<br />
hartschild<br />
Aa<br />
1372 Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />
-<br />
Grimberg<strong>en</strong>, ridder<br />
1373<br />
1374 Geldolf van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
Ridder Brugge +<br />
hartschild<br />
Aa<br />
1374 Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />
Grimberg<strong>en</strong>, drossaard<br />
van Brabant<br />
1377 Jan II van Grimbergh<strong>en</strong> heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />
drossaard van Brabant<br />
1378 Jan II van der Aa heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />
Grimberg<strong>en</strong><br />
1380 Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />
Grimberg<strong>en</strong><br />
1384 Jan II van der Aa heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />
Grimberg<strong>en</strong><br />
1390 Jan II van der Aa<br />
-<br />
1392<br />
heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>Gruuthuse</strong><br />
1442 Jan III van Brugge heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins<br />
van Ste<strong>en</strong>huize, heer van<br />
Spiere <strong>en</strong> Avelgem<br />
1455 Lodewijk van Brugge heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins<br />
van Ste<strong>en</strong>huize<br />
1481 Lodewijk van Brugge heer van <strong>Gruuthuse</strong>, graaf<br />
van Winchester, prins<br />
van Ste<strong>en</strong>huize<br />
1483 Lodewijk van Brugge heer van <strong>Gruuthuse</strong>, graaf<br />
van Winchester, prins<br />
van Ste<strong>en</strong>huize<br />
1494 Jan IV van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
Aa-Brugge<br />
Aa-Brugge<br />
Aa-Brugge<br />
Aa-Brugge<br />
Aa-Brugge<br />
Aa-Brugge<br />
Aa-Brugge<br />
Brugge-Aa<br />
Brugge-Aa<br />
Brugge-Aa<br />
Brugge-Aa<br />
Brugge-Aa<br />
Brugge-Aa<br />
Brugge-Aa<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 24
De wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong><br />
DE HEER VAN GRUUTHUSE<br />
BRUGGE AA-BRUGGE BRUGGE-AA HELM<br />
1265-W/1254:<br />
1370-M/762:<br />
1370-N/1195-1232: le sire<br />
de la gritune<br />
1372-B/578: grwthuus +<br />
677: grwthuus<br />
1375-N/235: gruhuse Ja<br />
1380-U/2123: le sire de<br />
gruythuys<br />
1393-B/<strong>Gruuthuse</strong>-00: Ja<br />
1395-G/820: die he' van<br />
gruithus<strong>en</strong> + 945: die he'<br />
Ja<br />
van gruithus<strong>en</strong><br />
1400-A/128: lagrutuze<br />
1400-D/120v:<br />
1410-P/01v-3: s' de gruthuus<br />
1425-H/55: d<strong>en</strong> here van der<br />
gruthuse<br />
1425-S/252: le sieur de la<br />
gruthuze<br />
1430-C/86-11:<br />
1435-T/513: monseigneur de<br />
grutusse<br />
1436-C/69r-02: sr de<br />
gruthuse<br />
Ja<br />
1436-L/1293: sr de gruthuse<br />
1445-L/267-02: gruythuys<strong>en</strong><br />
1450-B/821: gremberge<br />
gruthus<strong>en</strong><br />
Ja<br />
1450-L/76-2: gruithuze<br />
1455-G/170v-1: gruuthuus<br />
Ja<br />
1460-G/1v-5: de here van<br />
d<strong>en</strong> gruthuus<strong>en</strong><br />
1470-P/395r2: les armes de<br />
la gruthuse<br />
1471-R/50-09: le sgr de la<br />
grun<strong>en</strong>huyze<br />
1475-S/163r-15: le sgr de<br />
gruthuse<br />
1500-G/1v-8-1: gruuthuuse +<br />
8r-5-8: gruuthuuse<br />
1500-Q/18r-01: monsr de<br />
grutzuse<br />
1500-S/65v-3: la gruthuuse<br />
1525-C/3: h. van gruythus<strong>en</strong><br />
1531-G/6-4: sgr de la<br />
gruthuse<br />
Ja<br />
1535-U/96-11: de gruthuse<br />
1543-B/141r-5: sr de<br />
grattoize<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 25
BRUGGE AA-BRUGGE BRUGGE-AA HELM<br />
1550-A/8v-05: bruges-la<br />
gruthuse<br />
1550-B/F-45: le sr de la<br />
gruthuse<br />
1557-G/82: le sgr de la<br />
gruthuuse<br />
1562-B/102: sgr de la<br />
gruthuse, leur surnom fut<br />
de bruges<br />
1570-B/1928: le sgr de la<br />
gruthuse<br />
1570-G/212v: le sgr de la<br />
gruthuse<br />
1650-B/292-07-4: dns de<br />
gruthuse<br />
JAN VAN DEN GRUUTHUYSE<br />
1557-G/82: le sgr de la<br />
gruthuuse<br />
1560-L/137: de bruges sr de<br />
la gruthuse<br />
1562-B/103: les sgr de la<br />
gruthuse et de gramsberge<br />
+ 639: gruthuse à bruges<br />
1568-B/57v-08: la gruthuyse<br />
1570-B/1929: le sgr de la<br />
gruthuse<br />
1570-G/212v: le sgr de la<br />
gruthuse<br />
1600-W/45r: le sgr de<br />
gruthus<strong>en</strong><br />
1650-C/61v-03: sgr de la<br />
gruthuise<br />
BRUGGE AA-BRUGGE BRUGGE-AA HELM<br />
1393-B-12: jan van d<strong>en</strong><br />
gruutuuse<br />
Ja<br />
GELDOLF VAN DEN GRUUTHUYSE<br />
BRUGGE AA-BRUGGE BRUGGE-AA HELM<br />
1393-B-14: ghidolf van d<strong>en</strong><br />
gruutuuse<br />
1470-D/118v-4: messire<br />
guydolf der debrughes<br />
1475-S/167r-2: mon guildof<br />
de bruges<br />
1600-E/151r-4: messire<br />
guidolf de bruges<br />
LODEWIJK VAN BRUGGE<br />
BRUGGE AA-BRUGGE BRUGGE-AA HELM<br />
1433-B/3a: louys de bruges,<br />
comte de wicestre, sgr de<br />
Ja<br />
grutuse<br />
1452-B/-: louis de la<br />
gruuthuse, dit de bruges<br />
Ja<br />
Ja<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 26
Volg<strong>en</strong>s J. Van Praet <strong>en</strong> A. de Behault, kreeg op 25 januari 1389 Jan II van<br />
der Aa de toelating zijn naam te verander<strong>en</strong> in van Brugge <strong>en</strong> het wap<strong>en</strong> te<br />
voer<strong>en</strong> van het uitgestorv<strong>en</strong> geslacht. Voortaan zou hij het wap<strong>en</strong> voer<strong>en</strong><br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, Brugge; 2 <strong>en</strong> 3, Aa 1 .<br />
Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zegel ev<strong>en</strong>wel, voerde de familie reeds in 1336 als wap<strong>en</strong>,<br />
gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa. Jan II zou nadi<strong>en</strong> het wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld Aa-<br />
Brugge aannem<strong>en</strong>. Zij gebruikt<strong>en</strong> de naam van d<strong>en</strong> Gruuthuyse. Volg<strong>en</strong>s<br />
de wap<strong>en</strong>plat<strong>en</strong> van het handschrift voerde Jan II tijd<strong>en</strong>s het tornooi van<br />
Brugge als wap<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa <strong>en</strong> zijn familieled<strong>en</strong><br />
gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge onder de naam van d<strong>en</strong> Gruuthuyse.<br />
Het is pas Jan III die in 1442 de naam van Brugge terug zal opnem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
definitief het wap<strong>en</strong> omw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> naar gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa 2 .<br />
Heraldisch gezi<strong>en</strong> verandert Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse rond 1370 zijn<br />
wap<strong>en</strong> op dezelfde wijze als verschill<strong>en</strong>de Brusselse families. Zij kiez<strong>en</strong><br />
voor e<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld wap<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaan in het eerste kwartier dat wap<strong>en</strong><br />
voer<strong>en</strong> waarmee zij zich het best kunn<strong>en</strong> positioner<strong>en</strong> in de maatschappij.<br />
Jan II gaat belangrijkere functies uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de hertogin van Brabant<br />
dan het Grute recht van Brugge. Hij wisselt de kwartier<strong>en</strong> <strong>en</strong> plaatst het<br />
wap<strong>en</strong> van de familie van der Aa in het eerste <strong>en</strong> vierde kwartier. Rond<br />
1400 is de familie Grimberg<strong>en</strong> kwijt <strong>en</strong> is ze door huwelijk<strong>en</strong> in het bezit<br />
gekom<strong>en</strong> van belangrijke Vlaamse heerlijkhed<strong>en</strong>. Ze gaat terug het wap<strong>en</strong><br />
Brugge in het eerste kwartier plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelf de naam terug gebruik<strong>en</strong>.<br />
Verscheid<strong>en</strong>e Brabantse families ded<strong>en</strong> zo in de 14 e <strong>en</strong> 15 e eeuw. Enkele<br />
voorbeeld<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> dit aan. Zo zi<strong>en</strong> we Nicolaas Swaef die in 1371 als<br />
wap<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld Sleeuw-Assche gaat gebruik<strong>en</strong>, terwijl zijn broer<br />
Willem in 1370 gevier<strong>en</strong>deeld Assche-Swaef gebruikt. Jan van Sint-<br />
Goericx gaat in 1330 gevier<strong>en</strong>deeld Sweerts-Sint-Goericx gebruik<strong>en</strong>,<br />
terwijl Nicolaas, e<strong>en</strong> ander lid van de familie, in 1367 gevier<strong>en</strong>deeld<br />
Sleeuw-Sint-Goericx als zegel gebruikt. Enkele andere Brabantse families<br />
die hun wap<strong>en</strong> brek<strong>en</strong> in het eerste <strong>en</strong> vierde kwartier zijn de families van<br />
Hamme, de Hertewyck, van Kesterbeke, de Loese, van der Noot <strong>en</strong> van<br />
Pede 3 .<br />
Uit de wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we eig<strong>en</strong>lijk niet veel ophal<strong>en</strong>. In het geel heb<br />
ik de kopieën Urfé weergegev<strong>en</strong>, in het blauw de kopieën Sicile <strong>en</strong> in het<br />
gro<strong>en</strong> Gailliard (1557-G), Bergmans (1562-B) <strong>en</strong> Butk<strong>en</strong>s (1650-B).<br />
De kopieën Sicile gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge, terwijl de<br />
kopieën Urfé beid<strong>en</strong> door elkaar aangev<strong>en</strong>.<br />
Wat kunn<strong>en</strong> we opmak<strong>en</strong> uit de wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> dater<strong>en</strong>d uit einde 14 e eeuw<br />
<strong>en</strong> begin de 15 e eeuw?<br />
1 Colpaert, Avelgem, pp. 216-217 – Van d<strong>en</strong> Abeele, Enigma, p. 622 - Van Praet,<br />
Recherches, p. 52<br />
2 Buylaert citeert wel op 16 september 1410, “le monstre de Alart de Pouques, escuier”,<br />
<strong>en</strong> “sept autres escuiers” waaronder e<strong>en</strong> “Jehan de Bruges” (Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n°<br />
300).<br />
3 Hoogstoel-Fabri, Classification, p. 96 - van Parys, Lignages, pp. 307-308, 330-334, 438,<br />
460, 597, 797, 942 <strong>en</strong> 998-1002<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 27
Gelre (1395-G) toont aan dat de familie van d<strong>en</strong> Gruuthuyse op het einde<br />
van de 14 e eeuw nog steeds gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge gebruikt. Ook<br />
volg<strong>en</strong>s het wap<strong>en</strong>boek van het Guld<strong>en</strong> Vlies (1435-T) <strong>en</strong> Bergshammar<br />
(1450-B) is dit zo in het eerste kwart van de 15 e eeuw. Maar volg<strong>en</strong>s<br />
Antoine de Clémery (1436-C) <strong>en</strong> Nicolas de Lutzelbourg (1436-L) -<br />
gedateerd rond 1436 of iets later - gaat zij het wap<strong>en</strong> omw<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Dit komt<br />
overe<strong>en</strong> met de periode waar Jan III terug meer actief wordt in het publieke<br />
lev<strong>en</strong> van de stad Brugge.<br />
Volg<strong>en</strong>s het tornooi van 1433 g<strong>en</strong>oemd Flacchio-Gr<strong>en</strong>ser (1433-B),<br />
voerde Lodewijk gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge 1 , doch bij analyse van dit<br />
wap<strong>en</strong>boek b<strong>en</strong> ik tot de conclusie gekom<strong>en</strong> dat het hier niet gaat om e<strong>en</strong><br />
tornooi maar mogelijks om deelnemers aan het steekspel van de Spinette<br />
te Rijsel <strong>en</strong> niet in 1433, maar wel gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> niet bepaalde periode<br />
van de 15 e eeuw. Daarbij zijn verscheid<strong>en</strong>e helmtek<strong>en</strong>s in dit wap<strong>en</strong>boek<br />
niet te verklar<strong>en</strong> of onjuist <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> het wap<strong>en</strong>boek met alle<br />
omzichtigheid te gebruik<strong>en</strong>.<br />
Waarschijnlijk gaat Jan III het wap<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa met de<br />
famili<strong>en</strong>aam van Brugge definitief gebruik<strong>en</strong> na het overlijd<strong>en</strong> van zijn<br />
schoonbroer rond 1442.<br />
1 Onder de manuscript<strong>en</strong> van het fonds Houwaert de Grez, vindt m<strong>en</strong> onder refer<strong>en</strong>tie II.<br />
6560, f° 123, e<strong>en</strong> gedeeltelijke kopie van ditzelfde tornooi. Het wap<strong>en</strong> van Lodewijk van<br />
d<strong>en</strong> Gruuthuyse staat hier afgebeeld op de eerste lijn eerste links <strong>en</strong> is weergegev<strong>en</strong> als,<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1, e<strong>en</strong> kruis; 2, e<strong>en</strong> schuinkruis; 3 <strong>en</strong> 4, ledig met de beschrijving “lois<br />
de bruges conte de winster sr de gruuthuse chlr du toison”.<br />
Hetzelfde fonds (refer<strong>en</strong>tie II. 6618, f° 14-17), geeft ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>boek van<br />
dezelfde Englebert Flacchio met de titel “Tournoy celebré <strong>en</strong> la ville de Gand <strong>en</strong> l’an<br />
1370 le 20 julet <strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ce du ducq w<strong>en</strong>celain de brabant et la duchesse jeanne aux<br />
nopces de philippe duc de borgne avecq marge comtesse presomtine de flandres” (zoals<br />
hoger weergegev<strong>en</strong>, vond het huwelijk plaats op 19 juni 1369). In dit zog<strong>en</strong>oemde<br />
tornooi geeft hij onder n° 10, “jehan daa sr degruthuse et de grimberghe: or a la croix<br />
desable escartele au sautoir darg<strong>en</strong>t heaume couronné d’or - timbre une teste de belier<br />
de sable coussu dhermines hachemees dhermines et de gueules banniere de gruthuse<br />
crie son nom” <strong>en</strong> onder n° 56, “arnout ba de gruthuse: ut supra au filet gauche dazur -<br />
timb un vol dhermines”.<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 28
B-II. DE WAPENKREET<br />
NAAM WAPENBOEK KREET<br />
Lodewijk van Brugge 1433-B/03a: louys de bruges, Jerraie<br />
comte de wicestre, sgr de<br />
grutuse<br />
Heer van <strong>Gruuthuse</strong> 1380-U/2123: le sire de gruythuys grant berghe<br />
Lodewijk van Brugge 1452-B/-: louis de la gruuthuse, dit bruges la noble de saintde<br />
bruges<br />
Maurys<br />
Heer van <strong>Gruuthuse</strong> 1471-R/50-09: le sgr de la Grimberghe<br />
grun<strong>en</strong>huyze<br />
Heer van <strong>Gruuthuse</strong> 1557-G/082: le sgr de la gruthuuse es la noble de sainct maurys<br />
B-III. HET HELMTEKEN<br />
De zegels<br />
JAAR RAMSKOP RAMSKOP TUSSEN VLUCHT<br />
1365 Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />
1372<br />
1373<br />
Johannes, dominus de Grijthuse et de<br />
Grijmbergh<strong>en</strong>, miles’<br />
1374 Jan van Aa, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van<br />
Grimberg<strong>en</strong>, drossaard van Brabant<br />
1374 Ghildolfus de Gruthuse militis<br />
1377 Jan van Grembergh<strong>en</strong>, heere van<br />
Gruuthuuze, <strong>en</strong>de drossarte van Brabant<br />
1378<br />
Johannes de Aa, dominus de<br />
1391<br />
Grimbergh<strong>en</strong> et de <strong>Gruuthuse</strong><br />
1392 Jan, heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> van<br />
<strong>Gruuthuse</strong>, raadsheer van de hertogin<br />
van Brabant<br />
1455 Lodewijk van Brugge, heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong>, prins van Ste<strong>en</strong>huize<br />
Lodewijk van Brugge, heer van<br />
1481<br />
<strong>Gruuthuse</strong>, graaf van Winchester, prins<br />
van Ste<strong>en</strong>huize<br />
De wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong><br />
Wanneer het helmtek<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>boek weergegev<strong>en</strong> is, gaat het steeds<br />
om e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, meestal alles van hermelijn, <strong>en</strong> dit vanaf<br />
1375.<br />
Maar dit helmtek<strong>en</strong> is id<strong>en</strong>tiek aan het helmtek<strong>en</strong> gebruikt door de her<strong>en</strong><br />
van Gistel <strong>en</strong> de meeste zijtakk<strong>en</strong> van deze familie. De vraag is nu waarom<br />
gebruik<strong>en</strong> deze beide families hetzelfde helmtek<strong>en</strong>?<br />
We gaan eerst het helmtek<strong>en</strong> nagaan van de familie van Ghistelles volg<strong>en</strong>s<br />
de zegels <strong>en</strong> daarna volg<strong>en</strong>s de wap<strong>en</strong>s.<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 29
De zegels<br />
JAAR NAAM HELMTEKEN<br />
1259 Joh. de Ghistella dni. Formosell Bundel van blader<strong>en</strong><br />
1275 Johis de Ghistell’ dni de Helm zonder sieraad<br />
Formisella<br />
1294 Rogeri militis de Ghistella E<strong>en</strong> puntige helm getopt van twee stoff<strong>en</strong> band<strong>en</strong><br />
gebond<strong>en</strong> aan de top <strong>en</strong> neerkom<strong>en</strong>d achter de helm.<br />
1336 Wolfardi de Ghistella E<strong>en</strong> puntige helm met verhev<strong>en</strong> dekkleding aan beide<br />
zijd<strong>en</strong> van de helm.<br />
1339 Wolfardi de Ghistella E<strong>en</strong> puntige helm met verhev<strong>en</strong> dekkleding aan beide<br />
zijd<strong>en</strong> van de helm.<br />
1371 Johannis, domini de Ghistella E<strong>en</strong> ramskop<br />
1390 Johis ..e Ghistella E<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht<br />
1259 S. Joh. de Ghistella dni.<br />
Formosell<br />
1294 S. Rogeri militis de<br />
Ghistella<br />
1336 <strong>en</strong> 1339 S’ Wolfardi de<br />
Ghistella<br />
1390 Sigillum Johis ..e Ghistella<br />
De wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht<br />
1278-C/221: jehan de ghistel<br />
1393-B/Gistel-00:<br />
1395-G/930: die here van gistele<br />
1436-C/69r-03: ghestelle + 70r-02: + 71r-10: gherrat và ghistelle<br />
1450-B/827: here van gestele<br />
1455-G/167v-4: h và ghistel<br />
1460-G/025-1: gistele<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 30
Wat kunn<strong>en</strong> we hieruit besluit<strong>en</strong>?<br />
Rond 1365 – 1370 gaan beide families <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> ramskop als helmtek<strong>en</strong><br />
aanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />
Pas later gaan zij hieraan e<strong>en</strong> vlucht toevoeg<strong>en</strong>, 1373 voor de heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong>, 1390, waarschijnlijk vroeger, voor de heer van Gistel.<br />
Uit de wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we niets meer ophal<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij het tornooi van<br />
Compiègne dat ook e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht weergeeft. Maar dit is<br />
gebaseerd op het werk van A. de Behault die hiervoor e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te kopie<br />
heeft gebruikt. De oudste gek<strong>en</strong>de kopie van het tornooi is deze van<br />
Beyer<strong>en</strong> of Claes Heyn<strong>en</strong>zoon gedateerd rond 1405 <strong>en</strong> die geeft voor “Jan<br />
van Gistell” <strong>en</strong>kel het wap<strong>en</strong> zonder helmtek<strong>en</strong> 1 .<br />
Het bewijs dat het helmtek<strong>en</strong> met de ramskop pas ontstaan is na 1360 kan<br />
m<strong>en</strong> hal<strong>en</strong> uit de oudere zegels van de her<strong>en</strong> van Gistel <strong>en</strong> hun familieled<strong>en</strong>,<br />
maar ook uit de zegels die door de grav<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>, de hertog<strong>en</strong> van<br />
Brabant <strong>en</strong> de grav<strong>en</strong> van H<strong>en</strong>egouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> Nam<strong>en</strong> in de loop van de 14 e<br />
eeuw werd<strong>en</strong> gebruikt.<br />
Wanneer we de helmtek<strong>en</strong>s bij de grav<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we<br />
dat deze e<strong>en</strong> sterke evolutie ondergaan rond de jar<strong>en</strong> 1330 om de klassieke<br />
gek<strong>en</strong>de vorm, zoals weergegev<strong>en</strong> bij Gelre, aan te nem<strong>en</strong> vanaf 1361.<br />
E<strong>en</strong> gelijke evolutie vind<strong>en</strong> wij bij de grav<strong>en</strong> van Nam<strong>en</strong>, waar zij rond<br />
1300, zoals de grav<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> gevleugelde draak gebruik<strong>en</strong>,<br />
om vanaf 1333 e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vlucht aan te nem<strong>en</strong>, die zij wel gaan behoud<strong>en</strong><br />
maar voller uitgewerkt.<br />
De hertog<strong>en</strong> van Brabant gaan reeds in de 13 e eeuw e<strong>en</strong> scherm als<br />
helmtek<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> om vanaf 1288 over te gaan naar e<strong>en</strong> draak.<br />
W<strong>en</strong>ceslas gaat vanaf 1356 e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vlucht nem<strong>en</strong>. Nadi<strong>en</strong> gaat het<br />
huis van Bourgondië de lelie met 4 kroonblad<strong>en</strong> van het Franse huis<br />
gebruik<strong>en</strong>.<br />
In H<strong>en</strong>egouw<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we Jan d’Avesnes vanaf 1283 als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
adelaar met gespreide vleugels gebruik<strong>en</strong>. Vanaf 1338 gaat Willem II,<br />
zoals de hertog<strong>en</strong> van Beier<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vederbos gebruik<strong>en</strong>.<br />
Dank zij het werk van R<strong>en</strong>é Laur<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong> we duidelijk zi<strong>en</strong> dat de<br />
helmtek<strong>en</strong>s bij de territoriale prins<strong>en</strong> van de verscheid<strong>en</strong>e mark<strong>en</strong> in onze<br />
gewest<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk tot ontwikkeling zijn gekom<strong>en</strong> vanaf 1300, meestal zelf<br />
1330, om de meer gek<strong>en</strong>de vorm aan te nem<strong>en</strong> rond 1360. We zi<strong>en</strong> dezelfde<br />
evolutie bij de her<strong>en</strong> van Gistel. Voor de familie van der Aa heb ik ge<strong>en</strong><br />
oude voorbeeld<strong>en</strong> van helmtek<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>, maar<br />
waarschijnlijk is de gek<strong>en</strong>de dubbele oss<strong>en</strong>hoorn van e<strong>en</strong> latere datum dan<br />
1360.<br />
1 de Behault, Compiègne, n° 221 – Wap<strong>en</strong>boek Beyer<strong>en</strong>, folio 22r-7<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 31
Philips van d<strong>en</strong> Elzas droeg e<strong>en</strong> cilindrische<br />
helm belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> omgew<strong>en</strong>de leeuw. (1163-<br />
1190)<br />
Gewijde van Dampierre droeg vanaf 1303 e<strong>en</strong><br />
helm met dekkleding, getopt met e<strong>en</strong><br />
gevleugelde draak.<br />
Zijn zoon, Robrecht van Bethune droeg deze<br />
helm reeds in 1296 <strong>en</strong> gebruikte hem tot 1322.<br />
Lodewijk van Nevers gaat in 1323 hetzelfde<br />
helmtek<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>, maar geplaatst tuss<strong>en</strong> 2<br />
ar<strong>en</strong>dsveders.<br />
Van 1329 tot 1339 gebruikte hij e<strong>en</strong> helmtek<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>de leeuw tuss<strong>en</strong> 2 hoorns, de helm<br />
versierd met e<strong>en</strong> kort dekkleed belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
leeuw.<br />
Vanaf 1335 gebruikte hij e<strong>en</strong> helm versierd met<br />
e<strong>en</strong> kort dekkleed van hermelijn <strong>en</strong> getopt met<br />
e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vlucht.<br />
Lodewijk van Male gaat dit helmtek<strong>en</strong><br />
overnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> van 1346 tot 1381.<br />
Vanaf 1361 gebruikte Lodewijk van Male<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> leeuw<strong>en</strong>kop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
baniervlucht.<br />
Helm <strong>en</strong> helmtek<strong>en</strong>s van de grav<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> tot 1384 1<br />
1 Laur<strong>en</strong>t, Sceaux, D. I, pp. 157 <strong>en</strong> 169-185 <strong>en</strong> D. II, plat<strong>en</strong> 17-18 <strong>en</strong> 50-72 - de Wree,<br />
Généalogie, D. I, p. 150 - de Wree, Seaux, pp. 11 <strong>en</strong> 24-26<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 32
Het Brugse gruterecht <strong>en</strong> de Oud<strong>en</strong>aardse tol op het Spei vormd<strong>en</strong> de basis<br />
voor de promin<strong>en</strong>te sociale positie van de her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong>. De her<strong>en</strong><br />
van Gistel bezat<strong>en</strong> van oudsher de grote tol van Brugge, die op het einde<br />
van de vijfti<strong>en</strong>de eeuw jaarlijks ca. 10.000 à 14.000 lb. par. opbracht. Zo<br />
oorkondt in 1269 “Jehan van Ghistelle”, heer van der “Woestina”,<br />
le<strong>en</strong>heer van de tol van Brugge de overe<strong>en</strong>komst met zijn le<strong>en</strong>man<br />
“Ghildolve, Ghildolfs zo<strong>en</strong>e van Brugghe” de wederzijdse verplichting<strong>en</strong><br />
waaraan het zog<strong>en</strong>aamde kleine tolrecht onderworp<strong>en</strong> wordt. Hebb<strong>en</strong> zij<br />
deze functies in e<strong>en</strong>zelfde stad will<strong>en</strong> uitbeeld<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk<br />
embleem aan te nem<strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> 1 ?<br />
Rond de jar<strong>en</strong> 1370 war<strong>en</strong> de Gruuthuyse <strong>en</strong> de familie Bonin, her<strong>en</strong> van<br />
Meulebeke, verwikkeld in e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>detta met dod<strong>en</strong> tot gevolg aan beide<br />
zijd<strong>en</strong>. De heer van Gistel had in dit geschil de zijde gekoz<strong>en</strong> van de heer<br />
van <strong>Gruuthuse</strong>. Wild<strong>en</strong> zij deze band uitbeeld<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk<br />
embleem aan te nem<strong>en</strong> om in de strijd als één naar vor<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>? E<strong>en</strong><br />
helmtek<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> goed symbool om dit uit te beeld<strong>en</strong>. Als we het bewog<strong>en</strong><br />
lev<strong>en</strong> van Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, broer van Jan I, <strong>en</strong> dat van Jan II,<br />
heer van <strong>Gruuthuse</strong>, volg<strong>en</strong>, misstaat e<strong>en</strong> ramskop zeker niet bij deze<br />
person<strong>en</strong>. Het betek<strong>en</strong>t namelijk de provocatie bij het gevecht 2 .<br />
Of wild<strong>en</strong> zij gewoon hun familiale band <strong>en</strong> hun goede verstandhouding<br />
hiermede uitbeeld<strong>en</strong>?<br />
Volg<strong>en</strong>s Michel Pastoureau is het helmtek<strong>en</strong> “un emblème de clan, qui<br />
suppose et traduit une consci<strong>en</strong>ce très fine des structures de par<strong>en</strong>té et des<br />
réseaux généalogiques” 3 .<br />
1 Buylaert, Adel, p. 271 – Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. I, n° 76<br />
2 Demange, Glossaire, p. 59<br />
3 Pastoureau, Symbolique, p. 241<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 33
BESLUIT<br />
Jan I van d<strong>en</strong> Gruuthuyse brak zijn wap<strong>en</strong> door dit van zijn ouders te<br />
vier<strong>en</strong>del<strong>en</strong>. Vermits zijn zoon Jan II belangrijke functies had aan het hof<br />
van de hertogin van Brabant, gaat hij de kwartier<strong>en</strong> omwissel<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
wap<strong>en</strong> van der Aa in het eerste <strong>en</strong> vierde kwartier plaats<strong>en</strong>. Bij het verlies<br />
van de heerlijkheid Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>en</strong>orme to<strong>en</strong>ame door erf<strong>en</strong>is van<br />
Vlaamse bezitting<strong>en</strong> zijn de nakomeling<strong>en</strong> opnieuw Brugge gaan voer<strong>en</strong><br />
in het eerste <strong>en</strong> vierde kwartier <strong>en</strong> vanaf 1442 zelf de naam van Brugge<br />
opnieuw gaan gebruik<strong>en</strong> als famili<strong>en</strong>aam.<br />
Het geme<strong>en</strong>schappelijk helmtek<strong>en</strong> met het huis Ghistelles, e<strong>en</strong> ramskop<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, is mogelijks te verklar<strong>en</strong> hetzij door de nauwe familiale<br />
band<strong>en</strong> <strong>en</strong> om hun goede verstandhouding aan te ton<strong>en</strong>, hetzij door de<br />
recht<strong>en</strong> die beide families jar<strong>en</strong>lang bezat<strong>en</strong> te Brugge, hetzij om hun<br />
geme<strong>en</strong>schappelijke strijdlust in hun v<strong>en</strong>detta teg<strong>en</strong> de her<strong>en</strong> van<br />
Meulebeke uit te beeld<strong>en</strong>.<br />
Uit de geraadpleegde bronn<strong>en</strong> bekomt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeld, voor de eerste<br />
g<strong>en</strong>eratie, misschi<strong>en</strong> niet altijd ev<strong>en</strong> duidelijk, van “Jan van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse”. Het wordt pas duidelijk na 1370 met Jan II. Minder duidelijk<br />
blijft het beeld van de jongere mannelijke afstammeling<strong>en</strong>.<br />
Wat de twee Geldolfs betreft, hebb<strong>en</strong> we twee gelijke zegels, één uit 1365<br />
<strong>en</strong> één uit 1374. Dit doet vrag<strong>en</strong> rijz<strong>en</strong> vermits de eerste Geldolf reeds voor<br />
1372 vermoord werd.<br />
Wie de Geldolf is die deelnam aan het tornooi in 1393 blijft ook onduidelijk.<br />
Mogelijks kunn<strong>en</strong> grondigere opzoeking<strong>en</strong> in de archiev<strong>en</strong> hier e<strong>en</strong> beter<br />
beeld verschaff<strong>en</strong> <strong>en</strong> de data aanscherp<strong>en</strong>.<br />
Bij onderzoek bleek dat er in 1396 twee Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse gestorv<strong>en</strong><br />
war<strong>en</strong>. Jan, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, eind augustus <strong>en</strong> Jan, de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager<br />
van Jan van Nevers, in september tijd<strong>en</strong>s de veldslag bij Nicopolis. De<br />
cartularia van de heerlijkheid Spiere gev<strong>en</strong> gelukkig e<strong>en</strong> duidelijk beeld<br />
voor Jan II. Minder zeker blijft de band tuss<strong>en</strong> Jan, de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager, <strong>en</strong><br />
de heer van <strong>Gruuthuse</strong>. Was hij nu zijn zoon of e<strong>en</strong> zoon van di<strong>en</strong>s broer<br />
Geldolf? Wel is duidelijk dat deze Jan ge<strong>en</strong> voorvader is van Lodewijk van<br />
d<strong>en</strong> Gruuthuyse.<br />
Als 1393, door het organizer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tornooi, kan gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
hoogtepunt voor Jan II, is 1396 in elk geval e<strong>en</strong> nefast jaar voor de familie<br />
<strong>en</strong> ze zull<strong>en</strong> veertig jaar nodig hebb<strong>en</strong> om hun positie aan het hof opnieuw<br />
waar te mak<strong>en</strong>.<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 34
OVERZICHT VAN DE ZEGELS<br />
1256: “Leonius dictus de Aa, dominus de Pollar, miles, et Ymaina, uxor<br />
mea”, zegelt e<strong>en</strong> schuinkruis (de Raadt, Sceaux, D. I, p. 157).<br />
1275: “Gildulphi de Brugis, militis”, zegelt e<strong>en</strong> kruis (Douët d'Arcq, Inv<strong>en</strong>taires,<br />
n° 10362).<br />
1293: “Gildulphi de Brugis militis” zegelt e<strong>en</strong> geruit kruis, deze op de<br />
dwarsbalk in normale positie, de andere neerligg<strong>en</strong>d (Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, D. I, p. 34).<br />
1290: “Gherart van Aa, riddere, here van Grimbergh<strong>en</strong>” zegelt e<strong>en</strong><br />
schuinkruis. Het schild geplaatst bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leeuw (de Raadt, Sceaux, D. IV,<br />
p. 345).<br />
1295: Gerard van der Aa, heer van Pollare <strong>en</strong> Grimberg<strong>en</strong>, zegelt e<strong>en</strong><br />
schuinkruis (Van de Perre, Relatie, p. 5).<br />
1298: “Gildulphi de Brugis militis” zegelt e<strong>en</strong> geruit kruis, deze op de<br />
dwarsbalk in normale positie, de andere neerligg<strong>en</strong>d (Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, D. I, p. 58).<br />
1298: “Gerar da sire de Gr<strong>en</strong>berghes”, zegelt e<strong>en</strong> schuinkruis. Het schild<br />
geplaatst bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leeuw (de Raadt, Sceaux, D. I, p. 157 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire,<br />
1ste deel, D. I, n° 167).<br />
1329: “Ghildolf van Brugghe, ruddere, here van Gruuthuise” zegelt e<strong>en</strong><br />
kruis (Van de Perre, Relatie, p. 5).<br />
1336: “Johannis de <strong>Gruuthuse</strong>, domini de Grimbergh<strong>en</strong> et de Pollaer,<br />
militis”, zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> schuinkruis<br />
(Demay, Flandre, n° 660 - ARA, n° 4381{1336} - Van de Perre, Relatie, p. 5).<br />
1339: “Jhan van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>, heere van Aa”, zegelt tuss<strong>en</strong> de Vlaamse<br />
edel<strong>en</strong>, het verdrag tuss<strong>en</strong> de hertog van Brabant <strong>en</strong> de graaf van<br />
Vlaander<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> schuinkruis (de<br />
Raadt, Sceaux, D. IV, p. 460 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 1 ste deel, D. II, n° 621bis – ARA,<br />
n° 26709{3-12-1339}).<br />
1339: Margareta van Ghistelles, dame van <strong>Gruuthuse</strong>, gedeeld 1,<br />
gevier<strong>en</strong>deeld Gruuthuyse-Aa; 2, Ghistelles (Van de Perre, Pollare, p. 178:<br />
Rijksarchief Brugge, Oorkond<strong>en</strong> Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge, n° 684).<br />
1365: Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, ridder, zegelt e<strong>en</strong> kruis gebrok<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> hartschild met e<strong>en</strong> schuinkruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop (Demay,<br />
Flandre, n° 659).<br />
1372-1373: “Johannes, dominus de Gruijthuse et de Grijmbergh<strong>en</strong>, miles”,<br />
zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis <strong>en</strong> als<br />
helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, alles van hermelijn (de Raadt,<br />
Sceaux, D. IV, p. 345 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 1 ste deel, D. V, n° 3001 - ARA, n°<br />
27761{17-9-1372}).<br />
1374: Jan, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong>, drossaard van Brabant,<br />
voorhe<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> te Baesweiler, zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong><br />
schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
vlucht, alles van hermelijn (de Raadt, Sceaux, D. I, p. 157 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire,<br />
1 ste deel, D. V, n° 3178 <strong>en</strong> D. VI, n° 4200 – ARA, n° 22536 {21-12-1374}).<br />
1374: “Ghildolfus de Gruthuse”, ridder, voorhe<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> te Baesweiler<br />
onder het banier van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, zegelt e<strong>en</strong> kruis gebrok<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> hartschild met e<strong>en</strong> schuinkruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ramskop<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, alles van hermelijn (de Raadt, Sceaux, D. I, p. 157 – Verkoor<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, 1 ste deel, D. V, n° 3687).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 35
1377: “Jan van Grembergh<strong>en</strong>, heere van Gruuthuuze, <strong>en</strong>de drossarte van<br />
Brabant”, zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis<br />
<strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>kop (bokk<strong>en</strong>kop) (de Vlaminck, Zwyveke, n° 132).<br />
1378: Jan van der Aa, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong>, zegelt<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, alles van hermelijn (Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire,<br />
1 ste deel, D. VII, n° 5224).<br />
1380: Jan, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong>, zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1<br />
<strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ramskop<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, alles van hermelijn (Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II,<br />
p. 355).<br />
1384: “Johannes de Aa, dominus de Grimbergh<strong>en</strong> et de <strong>Gruuthuse</strong>” zegelt<br />
e<strong>en</strong> gewap<strong>en</strong>de ridder bedekt met e<strong>en</strong> tabaard <strong>en</strong> in de rechter hand e<strong>en</strong><br />
banier, beid<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van het wap<strong>en</strong>; in de linker hand zijn wap<strong>en</strong>,<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis. Het hoofd van<br />
de ridder is bedekt met e<strong>en</strong> helm met helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
vlucht (Colpaert, Avelgem, p. 244 – Demay, Flandre, n° 661 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 14).<br />
1390: “Johannis ... de Gremberghe et de Grut...” zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1<br />
<strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis (Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 3 e deel, D. III,<br />
n° 6602 <strong>en</strong> 6742).<br />
1390: “Jan van Aa, here van Grymberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> van d<strong>en</strong> Gruythuyse” zegelt<br />
e<strong>en</strong> gewap<strong>en</strong>de ridder bedekt met e<strong>en</strong> tabaard <strong>en</strong> in de rechter hand e<strong>en</strong><br />
banier, beid<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van het wap<strong>en</strong>; in de linker hand zijn wap<strong>en</strong>,<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis. Het hoofd van<br />
de ridder is bedekt met e<strong>en</strong> helm met helmtek<strong>en</strong>, maar gezi<strong>en</strong> de staat<br />
van de zegel is dit niet herk<strong>en</strong>baar (Gelders Archief, Charterverzameling 0243,<br />
Zegels, n° 709/2).<br />
1391-1392: Jan van der Aa, heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong> zegelt<br />
e<strong>en</strong> gewap<strong>en</strong>de ridder bedekt met e<strong>en</strong> tabaard <strong>en</strong> in de rechter hand e<strong>en</strong><br />
banier, beid<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van het wap<strong>en</strong>; in de linker hand zijn wap<strong>en</strong>,<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis. Het hoofd van<br />
de ridder is bedekt met e<strong>en</strong> helm met helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
vlucht (ARA, n° 25649{6-10-1391} - Bouton, Wap<strong>en</strong>boeck, D. VI, pl. 17 - de Raadt,<br />
Sceaux, D. I, p. 157).<br />
1442: “Jan van Brucghe, heere van d<strong>en</strong> Gruuthuuze, van Thielt t<strong>en</strong> Hove,<br />
prinche van Ste<strong>en</strong>huuse, heere van Spiere <strong>en</strong>de van Avelghem” zegelt<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> schuinkruis (de Raadt, Sceaux,<br />
D. IV, p. 412).<br />
1455: Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins van Ste<strong>en</strong>huize,<br />
zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> schuinkruis <strong>en</strong> als<br />
helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht (Colpaert, Avelgem, p. 244).<br />
1481: “Lodewyc van Brugghe, heere vand<strong>en</strong> Gruuthuuse, Grave van<br />
Wincestre, prince van Ste<strong>en</strong>huuse, heere van Avelghem, van Hamstede,<br />
van Thielt t<strong>en</strong> hove” zegelt links e<strong>en</strong> gewap<strong>en</strong>de ridder bedekt met e<strong>en</strong><br />
tabaard <strong>en</strong> in de rechter hand e<strong>en</strong> banier, beid<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van het<br />
wap<strong>en</strong>; zijn linker hand op het wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2<br />
<strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> schuinkruis met als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht,<br />
alles van hermelijn (Colpaert, Avelgem, pp. 221 <strong>en</strong> 245 - de Raadt, Sceaux, D. I, p.<br />
158).<br />
1483: Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, graaf van Winchester,<br />
prins van Ste<strong>en</strong>huize, zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong><br />
schuinkruis (Delaroche, Trésor-Communes, pl. 5, n° 8 - Demay, Flandre, n° 662).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 36
1494: Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong><br />
3, e<strong>en</strong> schuinkruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paard<strong>en</strong>kop (Demay, Clairambault,<br />
n° 4288 - Guynemer, Offémont, pp. 46-47, n° 6, date 31-05-1494).<br />
DE GEBRUIKTE WAPENBOEKEN 1<br />
REF A° BESCHRIJVING<br />
1265-W 1265 Wap<strong>en</strong>boek Wijnberg<strong>en</strong>.<br />
1278-C 1278 Het tornooi van Compiègne.<br />
1370-M 1370 Wap<strong>en</strong>boek Mowbray.<br />
1370-N 1370 Wap<strong>en</strong>boek van Heraut Navarre.<br />
1372-B 1372 Wap<strong>en</strong>boek Bell<strong>en</strong>ville.<br />
1375-N 1375 Wap<strong>en</strong>boek Nieuw<strong>en</strong>hove.<br />
1380-U 1380 Wap<strong>en</strong>boek Urfé.<br />
1393-B 1393 Het tornooi van Brugge van 1393.<br />
1395-G 1395/1402 Universeel wap<strong>en</strong>boek van heraut Gelre.<br />
1400-A ~ 1400 Wap<strong>en</strong>boek van de kastelein van Atrecht.<br />
1400-D ~ 1400 Hs.412 van de abdij Ter Duin<strong>en</strong>.<br />
1410-P ~ 1410 Kleine zakwap<strong>en</strong>boek.<br />
1425-H ~ 1425 Wap<strong>en</strong>boek van Huld<strong>en</strong>berg.<br />
1425-S 1425 Wap<strong>en</strong>boek van heraut Sicile.<br />
1430-C 1425/1430 Wap<strong>en</strong>boek Chiffré.<br />
1433-B 15 e . Het pseudo tornooi van 1433. (Flacchio-Gr<strong>en</strong>ser).<br />
1435-T ~ 1435 Groot wap<strong>en</strong>boek van het Guld<strong>en</strong> Vlies.<br />
1436-C 1436 Wap<strong>en</strong>boek van Antoine de Clémery.<br />
1436-L 1436 Wap<strong>en</strong>boek van Nicolas de Lutzelbourg.<br />
1445-L 1445 Wap<strong>en</strong>boek Lync<strong>en</strong>ich, bezit van Jehan de Luxembourg, heer van<br />
Lync<strong>en</strong>ich, wap<strong>en</strong>heraut van H<strong>en</strong>egouw<strong>en</strong>.<br />
1450-B ~ 1450 Bergshammarvap<strong>en</strong>bok<strong>en</strong>.<br />
1450-L ~ 1450 Wap<strong>en</strong>boek van abt de Longpont.<br />
1452-B 1452 Het tornooi van Brussel van 1452.<br />
1455-G 15 e . Wap<strong>en</strong>boek van de XV de eeuw g<strong>en</strong>oemd “Antique”.<br />
1460-G 1460 Wap<strong>en</strong>boek Gorrevod.<br />
1470-D - Wap<strong>en</strong>rol Dupuy.<br />
1470-P 1470 Wap<strong>en</strong>boek van Clém<strong>en</strong>t Prinsault.<br />
1471-R 1471 Wap<strong>en</strong>boek van Gilles de Rebecq.<br />
1475-S 1475 Wap<strong>en</strong>boek van heraut Sicile.<br />
1500-G ~ 1500 Wap<strong>en</strong>boek Goemanne – de Potter.<br />
1500-Q ~ 1500 Wap<strong>en</strong>boek van de XV de eeuw.<br />
1500-S ~ 1500 Wap<strong>en</strong>boek van heraut Sicile.<br />
1525-C 14 e . Wap<strong>en</strong>boek de Coninck.<br />
1 Voor meer gegev<strong>en</strong>s over deze wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> zie mijn werk, Wap<strong>en</strong>boek van het<br />
Middeleeuws Vlaander<strong>en</strong>, Inleiding, pp. XXI-XXVII.<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 37
REF A° BESCHRIJVING<br />
1531-G 1531 Het tornooi van G<strong>en</strong>t van 11 juni 1531.<br />
1535-U 1494/1535 Wap<strong>en</strong>boek d'Udekem d'Acoz.<br />
1543-B - Universeel wap<strong>en</strong>boek <strong>en</strong> de heraldische studie van Noël le Boucq.<br />
1550-A ~ 1450 Wap<strong>en</strong>boek Adam.<br />
1550-B ~ 1550 Wap<strong>en</strong>boek Assignies.<br />
1557-G ~ 1557 Corneille Gailliard.<br />
1560-L ~ 1560 Wap<strong>en</strong>boek Lalaing.<br />
1562-B ~ 1562 Wap<strong>en</strong>boek van Vlaander<strong>en</strong> van de XVI de eeuw.<br />
1568-B 1568 Wap<strong>en</strong>boek Beauchamp.<br />
1570-B ~ 1570 Wap<strong>en</strong>boek Le Blancq.<br />
1570-G ~ 1570 Wap<strong>en</strong>boek Goethals-Vercruysse.<br />
1600-E ~ 1600 Europees wap<strong>en</strong>boek.<br />
1600-W 16 e . Wap<strong>en</strong>boeck.<br />
1650-B - Chistophe Butk<strong>en</strong>s “Contes et seigneurs de Flandre.”<br />
1650-C - Wap<strong>en</strong>boek Callot.<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 38
II. HET TORNOOI VAN BRUGGE VAN DINSDAG 11 MAART 1393 1<br />
Bij het sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> van het Wap<strong>en</strong>boek van het Middeleeuwse<br />
Vlaander<strong>en</strong> heb ik verscheid<strong>en</strong>e publicaties 2 doorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die de wap<strong>en</strong>s<br />
weergev<strong>en</strong> van de deelnemers aan het tornooi van Brugge van 1393.<br />
Aangezi<strong>en</strong> in het wap<strong>en</strong>boek deze nam<strong>en</strong> vervat zijn in e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e<br />
alfabetische naamlijst zijn de deelnemers niet e<strong>en</strong>duidig zichtbaar. Daarom<br />
vond ik het nuttig om deze hier weer te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun afkomst na te gaan.<br />
J. Van Praet gaf reeds e<strong>en</strong> gedeeltelijk overzicht van de deelnemers in<br />
Recherches sur Louis de Bruges van pagina 285 tot 312 <strong>en</strong> ook A. Van d<strong>en</strong><br />
Abeele geeft de nam<strong>en</strong> van de Brugse families in zijn werk over De Witte<br />
Beer op pagina 64. De deelnemers staan nochtans nerg<strong>en</strong>s vermeld in de<br />
kronijk<strong>en</strong>, maar word<strong>en</strong> wel soms weergegev<strong>en</strong> in add<strong>en</strong>da, toegevoegd in<br />
de 19 e eeuw.<br />
Volg<strong>en</strong>s Via<strong>en</strong>e is de waarheid van het tornooi <strong>en</strong>kel gebaseerd op het<br />
handschrift ontworp<strong>en</strong> voor Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse <strong>en</strong> zijn er ge<strong>en</strong><br />
concrete aanwijzing<strong>en</strong> dat het tornooi effectief heeft plaatsgevond<strong>en</strong> 3 . Het<br />
<strong>en</strong>ige effectief bewijs vindt m<strong>en</strong> bij Van D<strong>en</strong> Neste, die melding maakt van<br />
e<strong>en</strong> betaling uitgevoerd aan de wap<strong>en</strong>heraut van de hertog van Bourgondië<br />
die naar Douai was gegaan om het tornooi aan te kondig<strong>en</strong> 4 . Gilliodts-van<br />
Sever<strong>en</strong> maakt melding in de stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van 1392-1393 van kost<strong>en</strong><br />
gedaan door de stad voor e<strong>en</strong> tornooi die “m<strong>en</strong> hilt te vast<strong>en</strong>auonde vp de<br />
maerct” 5 .<br />
1 Deze tekst is gebaseerd op het artikel Het tornooi van Brugge van dinsdag 11 maart<br />
1393, in Vlaamse Stam, n° 46, 2010, pp. 377-406. Voor elke deelnemer geef ik de<br />
wap<strong>en</strong>beschrijving volg<strong>en</strong>s het handschrift van de Nationale Bibliotheek te Parijs, ms<br />
français, n° 2693 (zie voor meer gegev<strong>en</strong>s over dit handschrift, Van Praet, Recherches,<br />
pp. 317-324). Dit handschrift zou als voorbeeld gedi<strong>en</strong>d hebb<strong>en</strong> voor het handschrift van<br />
de Nationale Bibliotheek te Parijs, ms français, n° 2692 (zie voor meer gegev<strong>en</strong>s<br />
aangaande dit handschrift, Van Praet, Recherches, pp. 265-284). E<strong>en</strong> kopie van de<br />
wap<strong>en</strong>plat<strong>en</strong> uit dit laatste handschrift kan m<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> in het werk van Ch. Piot, “Notice<br />
historique et généalogique de la maison de Strat<strong>en</strong>”. In dit handschrift zijn de<br />
afbeelding<strong>en</strong> van de wap<strong>en</strong>s wel minder duidelijk <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele kleinere breuk<strong>en</strong> zijn niet<br />
of niet meer te onderscheid<strong>en</strong>.<br />
2 de Prelle de la Nieppe, Tournoi, 1893, pp. 194-203 <strong>en</strong> 1894, pp. 187-196 - Piot, Strat<strong>en</strong>,<br />
plaat 4 <strong>en</strong> 5 - Van Praet, Recherches, pp. 265-312 - Willems, Armorial, pp. 187-201 -<br />
Willems, Blasons, pp. 27-41<br />
3 Via<strong>en</strong>e, Moderne, p. 12<br />
4 “Au roy des hiraux de notre tres redoubté monseigneur de Bourgogne, liquelx vint a<br />
Douay nonchier un behourt qui devoit estre a Bruges, au mardi 11e jour de march l’an<br />
92” (Van D<strong>en</strong> Neste, Tournois, p. 262).<br />
5 Vast<strong>en</strong>avond is de dinsdag na de 7e zondag voor Pas<strong>en</strong> of meer algeme<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> vanaf<br />
de donderdag voor tot de dinsdag na de 7e zondag voor Pas<strong>en</strong>. Zo Pas<strong>en</strong> in 1393 op 6<br />
april valt, dan zou de dinsdag voor aswo<strong>en</strong>sdag, 18 februari moet<strong>en</strong> zijn, dus drie wek<strong>en</strong><br />
voor 11 maart (Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 473-474 – Strubbe,<br />
Chronologie, pp.124 <strong>en</strong> 537).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 39
Het is inderdaad zo dat de kronijk<strong>en</strong> voor het jaar 1392 (1393 n.s.) ge<strong>en</strong><br />
melding mak<strong>en</strong> van het Brugse tornooi, alhoewel beweerd werd dat Philips<br />
de Stoute aanwezig was tijd<strong>en</strong>s de feest<strong>en</strong> 1 .<br />
De vraag is wel of dit tornooi zo belangrijk was om het in de kronijk<strong>en</strong><br />
terug te vind<strong>en</strong>?<br />
Van D<strong>en</strong> Neste vermeldt voor de periode:<br />
- 1300 tot 1349 47 tornooi<strong>en</strong><br />
- 1350 tot 1399 160 tornooi<strong>en</strong><br />
- 1400 tot 1449 136 tornooi<strong>en</strong><br />
- 1450 tot 1499 72 tornooi<strong>en</strong>.<br />
In de tweede helft van de 14 e eeuw was er dus wel om de 3 - 4 maand<strong>en</strong><br />
erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> tornooi in Vlaander<strong>en</strong> of omstrek<strong>en</strong>. De belangrijke tornooi<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong> onder andere georganiseerd ter ere van e<strong>en</strong> huwelijk of e<strong>en</strong> blijde<br />
intrede van de graaf of één van zijn familieled<strong>en</strong>. De her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong><br />
<strong>en</strong> van Gistel war<strong>en</strong> belangrijke person<strong>en</strong> in het Brugse, maar algeme<strong>en</strong><br />
war<strong>en</strong> er bij de deelnemers van het tornooi van 1393 ge<strong>en</strong> invloedrijke<br />
person<strong>en</strong> aanwezig om dit feest te beschouw<strong>en</strong> als uitzonderlijk. De heer<br />
van Gistel organiseerde zelfs <strong>en</strong>kele wek<strong>en</strong> voor het Brugse tornooi, e<strong>en</strong><br />
steekspel te G<strong>en</strong>t. In augustus 1391 had hij ook e<strong>en</strong> tornooi georganiseerd<br />
te Ieper <strong>en</strong> in 1410 nam hij deel, sam<strong>en</strong> met Roeland van Uytkercke <strong>en</strong><br />
andere ridders van het hof van de hertog, aan e<strong>en</strong> steekspel te Rijsel.<br />
Volg<strong>en</strong>s Vale was dit feest e<strong>en</strong> der laatste spel<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
omstrek<strong>en</strong>, waar e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte strijders teg<strong>en</strong> elkaar inviel<strong>en</strong> (in het Frans<br />
g<strong>en</strong>oemd, mêlée of tournoi à la foulé) 2 .<br />
Uitgaan van het feit dat het tornooi nooit heeft plaatsgevond<strong>en</strong>, maar<br />
bedacht werd door de ontwerper van het handschrift rond 1488-1489, kan<br />
om volg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> weerlegd word<strong>en</strong>.<br />
- Waarom <strong>en</strong>kele famili<strong>en</strong>am<strong>en</strong> vervorm<strong>en</strong>? Godegont ipv Harduemont<br />
<strong>en</strong> Crombecke ipv Quarouble<br />
- Waarom ge<strong>en</strong> belangrijke hofdi<strong>en</strong>aars of toekomstige ridders van het<br />
Guld<strong>en</strong> Vlies of t<strong>en</strong>minste hun vader lat<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>?<br />
M<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t ervan uit te gaan dat het hier gaat om e<strong>en</strong> feest, georganiseerd<br />
door twee belangrijke families uit het Brugse, familieled<strong>en</strong>, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
stadsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zijn faam dankt aan het handschrift over Het tornooi<br />
van Brugge.<br />
Van het handschrift wordt er bij de gek<strong>en</strong>de Franse heraldische auteurs<br />
ge<strong>en</strong> melding gedaan of wordt de titel weergegev<strong>en</strong> zonder <strong>en</strong>ig detail. De<br />
Vulson de la Colombière geeft in zijn werk Le Vray Theatre d’Honneur<br />
e<strong>en</strong> volledige beschrijving van het tweede deel van dit handschrift,<br />
namelijk “De regels aangaande de vorm <strong>en</strong> de wijze hoe<br />
1 De eerste veerti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> van maart was de hertog te Parijs of in de buurt van de stad.<br />
Hij vertrekt naar Ami<strong>en</strong>s op 16 maart. Volg<strong>en</strong>s Gilliodts-van Sever<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de hertog<strong>en</strong><br />
aanwezig op de Brugse steekspel<strong>en</strong> in 1394, 1405, 1407 <strong>en</strong> op latere data (Gilliodts-van<br />
Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, p. 477 - Petit, Itinéraires, pp. 232, 235, 348 <strong>en</strong> 358-360).<br />
2 Brown, Urban, p. 319 - Van D<strong>en</strong> Neste, Tournois, pp. 50-54, 260, 262 <strong>en</strong> 280<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 40
gezelschapstornooi<strong>en</strong> te organiser<strong>en</strong>, zoals deze werd<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> in<br />
Frankrijk, Duitsland, Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> elders, sam<strong>en</strong>gesteld door R<strong>en</strong>é<br />
d’Anjou, koning van Sicilië, naar het handschrift van zijn hand <strong>en</strong> dat zich<br />
in de Koninklijke Bibliotheek van Parijs bevindt” 1 . Hij geeft dus slechts<br />
terloops aan dat de reglem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> tornooi ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong><br />
opgesteld in Vlaander<strong>en</strong> zonder verder <strong>en</strong>ige gegev<strong>en</strong>s te vermeld<strong>en</strong> van<br />
het eerste deel van het handschrift, namelijk het tornooi van Brugge. De<br />
eerste goede beschrijving van het Brugse handschrift dateert slechts van<br />
1780 <strong>en</strong> is van de hand van J. Van Praet 2 .<br />
Voorstelling van e<strong>en</strong> tornooi.<br />
Gravure ontworp<strong>en</strong> voor het werk van M. de Vulson de la Colombière: Le Vray Theatre<br />
d’Honneur et de Chevalerie ou le Miroir Héroique de la Noblesse (D. I, p. 49), gemaakt<br />
naar de miniatuur uit Traité des Tournois van R<strong>en</strong>é d’Anjou.<br />
Van Praet <strong>en</strong> zelfs Brown bewer<strong>en</strong> dat het Gruuthuyse handschrift als<br />
model heeft gedi<strong>en</strong>d voor het handschrift Traité des Tournois van R<strong>en</strong>é<br />
d’Anjou. Doch dit laatste werd ontworp<strong>en</strong> rond 1460 <strong>en</strong> heeft als voorbeeld<br />
gedi<strong>en</strong>d voor het Gruuthuyse handschrift, ontworp<strong>en</strong> te Brugge rond 1488-<br />
1489. Het Gruuthuyse handschrift is getek<strong>en</strong>d op perkam<strong>en</strong>t <strong>en</strong> is van de<br />
1 “Traité de la forme et de la maniere des Tournois à plaisance, selon ce qui se pratiquoit,<br />
<strong>en</strong> France, <strong>en</strong> Allemagne, <strong>en</strong> Flandres & ailleurs, compilé par Réné d’Anjou, Roy de<br />
Sicile, au mesme langage qu’il le dressa: Extrait du manuscrit de la main de ce roy, qui<br />
est dans la Bibliotheque Royalle” (de Vulson de la Colombière, Vray, D. I, p. 49).<br />
2 Buchon publiceert in zijn uitgave van Collections des Chroniques Nationales<br />
Françaises, deel XII, de notitie van J. Van Praet voorhe<strong>en</strong> uitgegev<strong>en</strong> in L’esprit des<br />
journeaux, du mois d’octobre 1780.<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 41
hand van Hans Hemmelinck, e<strong>en</strong> Brugse schilder. Het bevat zev<strong>en</strong><br />
geschilderde miniatuurafbeelding<strong>en</strong> voorafgegaan door de volg<strong>en</strong>de tekst 1 .<br />
“En lan de nostre seigneur mil trois c<strong>en</strong>s quatrevings et douze le onzieme<br />
jour du mois de mars fut fait ung tournoy <strong>en</strong>la ville de bruges par treshault<br />
et puissant seigneur monseigneur de la gruthuse appellant dunepart et<br />
treshault et puissant seigneur monseigneur de ghistelle deff<strong>en</strong>dant<br />
dautrepart. Lesquelz tournoyeurs ont <strong>en</strong> <strong>en</strong>suivant lordre et maniere des<br />
tournoys acoustumez cy dessoubz uns leurs armes timbres et leurs noms<br />
tàt seulem<strong>en</strong>t comme l<strong>en</strong> pourzaveoir pour ce que toutes les ordonnances<br />
appart<strong>en</strong>ans a ung tournoy sont cy ded<strong>en</strong>s pourtraictes et figuires.<br />
Pourquoy ie metais quant a pres<strong>en</strong>t d<strong>en</strong> plus parler”.<br />
Onder de tekst bevindt zich het wap<strong>en</strong> van de Franse koning getopt met<br />
e<strong>en</strong> goud<strong>en</strong> kroon.<br />
De eerste miniatuur toont de overhandiging van het manuscript door de<br />
heer van <strong>Gruuthuse</strong> aan Karel VIII, koning van Frankrijk 2 . Dit zou gebeurd<br />
zijn in 1489 te Montilz-lès-Tours, waar hij als hoofd van de Vlaamse<br />
delegatie de vredesonderhandeling<strong>en</strong> voerde met het Franse hof.<br />
De tweede miniatuur toont de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, van kop tot te<strong>en</strong><br />
gewap<strong>en</strong>d, op e<strong>en</strong> wit paard, naar rechts gew<strong>en</strong>d, e<strong>en</strong> gehev<strong>en</strong> zwaard in<br />
de hand. De wap<strong>en</strong>rok van de ruiter <strong>en</strong> de twee paard<strong>en</strong>dekkled<strong>en</strong> die de<br />
romp, het zadel <strong>en</strong> de borst van het paard bekled<strong>en</strong> zijn versierd met het<br />
wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel; 2 <strong>en</strong> 3, in keel<br />
e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver. Het hoofd van de ruiter is bedekt met e<strong>en</strong><br />
geslot<strong>en</strong> helm waaraan e<strong>en</strong> helmkleed van azuur <strong>en</strong> zilver bevestigd is <strong>en</strong><br />
getopt is met e<strong>en</strong> helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> bokk<strong>en</strong>kop van sabel, gehoornd van goud,<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hermelijn, uitkom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong><br />
keel. De voorhoofdplaat van het paard is versierd met het wap<strong>en</strong> <strong>en</strong> getopt<br />
met het helmtek<strong>en</strong> van de ruiter. De teugels zijn ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s versierd met het<br />
wap<strong>en</strong> van de heer, in herhaling afgebeeld.<br />
De derde miniatuur toont de heer van Gistel, van kop tot te<strong>en</strong> gewap<strong>en</strong>d,<br />
op e<strong>en</strong> bruin paard, naar links gew<strong>en</strong>d, e<strong>en</strong> gehev<strong>en</strong> zwaard in de hand. De<br />
wap<strong>en</strong>rok van de ruiter <strong>en</strong> de twee paard<strong>en</strong>dekkled<strong>en</strong> die de romp, het zadel<br />
<strong>en</strong> de borst van het paard bekled<strong>en</strong> zijn versierd met het wap<strong>en</strong>, in keel e<strong>en</strong><br />
keper van hermelijn. Het hoofd van de ruiter is bedekt met e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong><br />
helm waaraan e<strong>en</strong> helmkleed van azuur <strong>en</strong> zilver is bevestigd <strong>en</strong> is getopt<br />
met e<strong>en</strong> helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> bokk<strong>en</strong>kop van sabel, gehoornd van goud, tuss<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> vlucht van hermelijn, uitkom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> keel. De<br />
voorhoofdplaat van het paard is getopt met het helmtek<strong>en</strong> van de ruiter. De<br />
teugels zijn ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s versierd met het wap<strong>en</strong> van de heer.<br />
1 Avril, Tournois, pp. 10-11 - Bousmanne, Miniatures, pp. 55 - Brown, Urban, p. 321 -<br />
Dam<strong>en</strong>, Tournam<strong>en</strong>t, p. 249 - de Mérindol, R<strong>en</strong>é, p. 183 – Descamps, Peintres, D. I, pp.<br />
12-15<br />
2 “le sire de <strong>Gruuthuse</strong> duyt es armes volut au roy ce livre prés<strong>en</strong>ter” (Bousmanne,<br />
Miniatures, p. 55 <strong>en</strong> ill. 23, p. 56).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 42
De vierde miniatuur toont de wap<strong>en</strong>heraut van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> op<br />
e<strong>en</strong> bruin paard naar rechts gew<strong>en</strong>d, de hand in de lucht. De heraut draagt<br />
e<strong>en</strong> mantel met het wap<strong>en</strong> van de heer. Op de voorgrond van de plaat staat<br />
e<strong>en</strong> edelknaap, op e<strong>en</strong> wit paard, blaz<strong>en</strong>d op e<strong>en</strong> trompet met vlag waarop<br />
het wap<strong>en</strong> van de heer afgebeeld staat.<br />
De vijfde miniatuur toont de wap<strong>en</strong>heraut van de heer van Gistel op e<strong>en</strong><br />
wit paard naar links gew<strong>en</strong>d, de hand in de lucht. De heraut draagt e<strong>en</strong><br />
mantel met het wap<strong>en</strong> van de heer. Op de voorgrond van de plaat staat e<strong>en</strong><br />
edelknaap, op e<strong>en</strong> bruin paard, blaz<strong>en</strong>d op e<strong>en</strong> trompet met vlag waarop<br />
het wap<strong>en</strong> van de heer afgebeeld staat.<br />
De zesde plaat (ce sont ceulx q’ont tournoie soubz le seìgur de la gruthuse)<br />
<strong>en</strong> de zev<strong>en</strong>de plaat (ce sont ceulx q’ont tournoie soubz le seìgneur de<br />
ghistele) gev<strong>en</strong> de wap<strong>en</strong>s weer van 49 ruiters die onder leiding van Jan,<br />
heer van <strong>Gruuthuse</strong>, in het tornooi stred<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> 48 ruiters onder leiding<br />
van de heer van Gistel.<br />
Het schouwspel vond plaats op de Grote Markt van Brugge. De prijz<strong>en</strong><br />
voor de overwinnaars war<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zwaard met goud<strong>en</strong> greep, aangebod<strong>en</strong><br />
door de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergulde helm, aangebod<strong>en</strong> door de<br />
heer van Gistel 1 .<br />
Hierna volgt de lijst van de deelnemers aan het tornooi in de volgorde zoals<br />
ze werd<strong>en</strong> afgebeeld in het handschrift. De deelnemers staan afgebeeld in<br />
twee kamp<strong>en</strong>. Het eerste kamp, met de volgeling<strong>en</strong> van de heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong>, staan afgebeeld naar rechts gekeerd (heraldisch links), klaar om<br />
te kamp<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de volgeling<strong>en</strong> van de heer van Gistel, die dus afgebeeld<br />
staan naar links gekeerd (heraldisch rechts). Van Praet heeft in de lijst, die<br />
meestal werd overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in andere publicaties, de deelnemers van de<br />
heer van <strong>Gruuthuse</strong> beschrev<strong>en</strong> van links naar rechts (heraldisch van rechts<br />
naar links) <strong>en</strong> van bov<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>. Hij begint dus met de laatste van<br />
de eerste rij, namelijk de bastaard van Parys.<br />
In de hiernavolg<strong>en</strong>de lijst wordt aangegev<strong>en</strong> wie er vermeld staat als ridder<br />
(Rid), wie volg<strong>en</strong>s de geraadpleegde tekst<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> staat als edel<br />
(Edel), of het e<strong>en</strong> natuurlijk kind was (Bast) <strong>en</strong> uit welke stad of regio de<br />
persoon afkomstig was (Loc: Br = Brugge – Vr = Het Vrije – W.Vl =<br />
West Vlaander<strong>en</strong>, buit<strong>en</strong> Brugge <strong>en</strong> het Vrije – O.Vl = Oost Vlaander<strong>en</strong><br />
– B = Brabant <strong>en</strong> Rest = de overige regios). Aangev<strong>en</strong> van waar e<strong>en</strong><br />
persoon afkomstig was, is niet risico vrij. Hij kon afkomstig zijn of zijn<br />
belangrijkste heerlijkhed<strong>en</strong> gehad hebb<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde regio, maar<br />
functies uitgeoef<strong>en</strong>d hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus woonachtig in e<strong>en</strong> andere regio of stad.<br />
Zo is bv Philips van der Couderborch te situer<strong>en</strong> in Temse, maar was hij<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s poorter van de stad Brugge.<br />
1 Buylaert, Eeuw<strong>en</strong>, pp. 154-155 - de Prelle, Tournoi, pp. 194-195 – Gilliodts-van<br />
Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 473-474 - Piot, Strat<strong>en</strong>, plaat 4 <strong>en</strong> 5 - Van d<strong>en</strong> Abeele,<br />
Witte, pp. 124-126 - Van Praet, Notice, pp. 132-143 - Van Praet, Recherches, pp. 265-<br />
272<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 43
Wanneer we kijk<strong>en</strong> naar de plaats vanwaar de deelnemers kwam<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong><br />
we dat de heer van Gistel veel sterker verteg<strong>en</strong>woordigd was door lokal<strong>en</strong><br />
uit Brugge <strong>en</strong> het Vrije <strong>en</strong> door deelnemers uit Ieper <strong>en</strong> Kortrijk, terwijl<br />
weinig<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>.<br />
Bij de heer van <strong>Gruuthuse</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we dat meer dan 50% van<br />
buit<strong>en</strong> Brugge <strong>en</strong> het Vrije kwam<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs 28% van buit<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>.<br />
De volgorde van de beide lijst<strong>en</strong> was waarschijnlijk zo opgesteld: eerst de<br />
familieled<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun verwant<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s de vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>kring van de her<strong>en</strong><br />
van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Gistel, vooral afstammeling<strong>en</strong> van welgestelde<br />
families, meestal edel<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s de stadsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slotte e<strong>en</strong><br />
groepje tornooi specialist<strong>en</strong> uit andere regios. Voor <strong>Gruuthuse</strong> kwam<strong>en</strong><br />
Jan, Jacob <strong>en</strong> Willem de Quarouble uit Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes, <strong>en</strong> voor Gistel<br />
kwam<strong>en</strong> Klaas <strong>en</strong> Jan Belle, Frans van Dixmude, Cornelis van d<strong>en</strong><br />
Eechoute <strong>en</strong> Frans de Slingere uit Ieper; Jan <strong>en</strong> Simon van d<strong>en</strong> Hole,<br />
Robrecht van Lov<strong>en</strong>deghem <strong>en</strong> Willem van Raveschoot uit G<strong>en</strong>t, sted<strong>en</strong><br />
waar de heer van Gistel aan tornooi<strong>en</strong> had deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Vele Brabanders vergezeld<strong>en</strong> waarschijnlijk H<strong>en</strong>drik van Bergh<strong>en</strong>,<br />
schoonzoon van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>.<br />
De aanwezigheid van Harduemont kan m<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> via de echtg<strong>en</strong>ote<br />
van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, Elisabeth de Looz d’Agimont, familie<br />
afkomstig uit dezelfde streek.<br />
De familie Quarouble, afkomstig uit Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes, kan mogelijks<br />
verklaard word<strong>en</strong> als specialist<strong>en</strong> van tornooi<strong>en</strong>. Led<strong>en</strong> van deze familie<br />
kwam<strong>en</strong> vaak voor in de steekspel<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> te Doornik <strong>en</strong> te Rijsel.<br />
Wat opvalt is de afwezigheid van deelnemers uit Rijsel, waar nochtans<br />
zoals in Brugge, bijna jaarlijks steekspel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> opgevoerd <strong>en</strong> waar<br />
volg<strong>en</strong>s de gegev<strong>en</strong>s toch op regelmatige basis e<strong>en</strong> uitwisseling bestond<br />
tuss<strong>en</strong> beide sted<strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s de gegev<strong>en</strong>s van de wap<strong>en</strong>plat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er acht ridders bij de heer<br />
van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> twaalf bij de heer van Gistel, doch kan m<strong>en</strong> voor beide<br />
kamp<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat meer dan de helft der deelnemers edel<strong>en</strong> war<strong>en</strong>.<br />
Bij de heer van <strong>Gruuthuse</strong> voer<strong>en</strong> er drie (H<strong>en</strong>drik van Bergh<strong>en</strong>, Robrecht<br />
van Leeuwerghem <strong>en</strong> Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse) e<strong>en</strong> banier <strong>en</strong> acht<br />
(Robrecht Le Rouc, Jan van Dudzele, H<strong>en</strong>ri Cra<strong>en</strong>hals, Galois van<br />
Masmines, bastaard, Philips van Aertrycke, Jacob Breydel, Willem de<br />
Quarouble <strong>en</strong> Hacart) e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>.<br />
Bij de heer van Gistel voer<strong>en</strong> er vier (Willem van Halewyn, Joris<br />
Braderick, Jacob van Melan<strong>en</strong> <strong>en</strong> Frans de Slingere) e<strong>en</strong> banier <strong>en</strong> één<br />
(Roeland van Lov<strong>en</strong>deghem) e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>.<br />
Onder de deelnemers zijn er ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s neg<strong>en</strong> natuurlijke afstammeling<strong>en</strong>,<br />
die all<strong>en</strong> terug te vind<strong>en</strong> zijn bij de heer van <strong>Gruuthuse</strong>. Tornooi<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />
voor h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> middel om zich op de sociale ladder van de maatschappij te<br />
verheff<strong>en</strong>. Staan aangegev<strong>en</strong> als “bastaard” in het handschrift: H. van<br />
Bergh<strong>en</strong>; Richard Bonin; Hector van der Gracht; Galois van Masmines;<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 44
van Parys; de twee Uterzwa<strong>en</strong>es <strong>en</strong> Jan van Themseke. Uit het wap<strong>en</strong> kan<br />
m<strong>en</strong> opmak<strong>en</strong> dat Wouter van Weld<strong>en</strong>e (vol wap<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vrijkwartier)<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van natuurlijke afstamming was.<br />
N° Naam Rid Edel Bast Loc Br Vr W.<br />
Vl<br />
Volgeling<strong>en</strong> van de heer van GRUUTHUSE<br />
a-00 <strong>Gruuthuse</strong> (Jan, heer van) 1 1 Brugge 1<br />
O.<br />
Vl<br />
B Rest<br />
a-01 Bergh<strong>en</strong> (H<strong>en</strong>drik van) 1 1 Brabant 1<br />
a-02 Herzele (Willem van) Brussel 1<br />
a-03 Harduemont (Raas de<br />
Warfusée, heer van)<br />
a-04 Ranst (Wouter = Adam?<br />
van)<br />
1 Luik 1<br />
1 Brabant 1<br />
a-05 Bergh<strong>en</strong>, bastaard (H. van) 1 Brabant 1<br />
a-06 Leeuwerghem (Robrecht<br />
van)<br />
1 1 G<strong>en</strong>t 1<br />
a-07 Rockeghem (Jan van) 1 Oud<strong>en</strong>aarde 1<br />
a-08 Branteghem (Jan van) Aalst 1<br />
a-09 Weld<strong>en</strong>e (Wouter van) 1 Oud<strong>en</strong>aarde 1<br />
a-10 Parys, bastaard (van) 1 G<strong>en</strong>t? 1<br />
a-11 Hagh<strong>en</strong> (Jan van der) 1 Sluis 1<br />
a-12 Gruuthuyse (Jan van) 1 Brugge 1<br />
a-13 Ste<strong>en</strong>huize (heer van) 1 1 Aalst 1<br />
a-14 Gruuthuyse (Geldolf van) 1 Brugge 1<br />
a-15 Zweveghem (Arnould van) 1 Kortrijk 1<br />
a-16 Gracht, bastaard (Hector<br />
van der)<br />
1 Kortrijk 1<br />
a-17 Gheerolf (Jan) 1 Sluis 1<br />
a-18 Rouc (Robrecht le) 1 Nam<strong>en</strong> 1<br />
a-19 R<strong>en</strong>ty (Raas de) 1 1 Artesië 1<br />
a-20 Caumont (Gewijde de) Artesië? 1<br />
a-21 Dudzele (Jan van) 1 1 Vrije 1<br />
a-22 Moerkercke (Lodewijk van) 1 1 Vrije 1<br />
a-23 Bochoute (Jan van) Brugge 1<br />
a-24 Strat<strong>en</strong> (Iwain van der) 1 Vrije 1<br />
a-25 Steelant (Lievin van) Vrije 1<br />
a-26 Berghe (Lodewijk van d<strong>en</strong>) 1 Brugge 1<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 45
N° Naam Rid Edel Bast Loc Br Vr W.<br />
Vl<br />
a-27 Cra<strong>en</strong>hals (H<strong>en</strong>drik) 1 1 Brussel 1<br />
a-28 Wingh<strong>en</strong>e (Wouter van) Vrije 1<br />
O.<br />
Vl<br />
B Rest<br />
a-29 Couderborch (Philips van<br />
der)<br />
1 Waas 1<br />
a-30 Herzele (R<strong>en</strong>ier van) Brussel 1<br />
a-31 Masmines, bastaard (Galois<br />
van)<br />
1 Aalst 1<br />
a-32 Uterzwa<strong>en</strong>e, bastaard 1 1 D<strong>en</strong>dermonde 1<br />
a-33 Uterzwa<strong>en</strong>e, bastaard 1 D<strong>en</strong>dermonde 1<br />
a-34 Aertrycke (Philips van) 1 Brugge 1<br />
a-35 Aertrycke (Lodewijk van) 1 Brugge 1<br />
a-36 Rynvisch (Everard) 1 Brugge 1<br />
a-37 Langheraerts (Balthazar) Brugge 1<br />
a-38 Breydel (Jacob) 1 Brugge 1<br />
a-39 Hoste (Joris) Brugge 1<br />
a-40 Mett<strong>en</strong>eye (Pieter) Brugge 1<br />
a-41 Broodloos (Jacob) Brugge 1<br />
a-42 Mett<strong>en</strong>eye (Lodewijk) 1 Brugge 1<br />
a-43 Bonin, bastaard (Richard) 1 Brugge 1<br />
a-44 Themseke, bastaard (Jan<br />
van)<br />
1 Brugge 1<br />
a-45 Quarouble (Willem de) Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes 1<br />
a-46 Quarouble (Jacob de) Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes 1<br />
a-47 Quarouble (Jan de) Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes 1<br />
a-48 Hacart Doornik 1<br />
a-49 Carlier (Jan) Brugge? 1<br />
Volgeling<strong>en</strong> van de heer van GISTEL<br />
b-00 Gistel (Jan, de heer van) 1 1 Vrije 1<br />
b-01 Halewyn (Willem van) 1 1 Vrije 1<br />
b-02 Halewyn (Percheval van) 1 1 Kortrijk 1<br />
b-03 Halewyn (Olivier van) 1 1 Kortrijk 1<br />
b-04 Nevele (Willem van) 1 1 Ieper 1<br />
b-05 Blanckaert (Jan) 1 1 Brugge 1<br />
b-06 Lembeke (Jan van) 1 1 Vrije 1<br />
b-07 Halewyn (Daniël van) 1 Kortrijk 1<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 46
N° Naam Rid Edel Bast Loc Br Vr W.<br />
Vl<br />
b-08 Ghistelles (Wulfard van) 1 Vrije 1<br />
O.<br />
Vl<br />
B Rest<br />
b-09 Chastel, g<strong>en</strong>oemd Bleu-<br />
Chastel (Otto du)<br />
1 Doornik 1<br />
b-10 Reyghersvliet (Jan van) 1 Vrije 1<br />
b-11 Halewyn, g<strong>en</strong>oemd<br />
Schoonjans (Jan van)<br />
Vrije 1<br />
b-12 Varss<strong>en</strong>aere (Jan van) 1 Vrije 1<br />
b-13 Mess<strong>en</strong> (Tristan van) 1 Brugge 1<br />
b-14 Rabecque (Victor de La<br />
Douve, g<strong>en</strong>oemd de)<br />
1 Waast<strong>en</strong> 1<br />
b-15 Beerst (Jan van der) Vrije 1<br />
b-16 Maerschalck (Boudewijn<br />
de)<br />
1 Brugge 1<br />
b-17 Floques (Oste) Doornik 1<br />
b-18 Bassecourt (Pauwel de) Artesië? 1<br />
b-19 Braderick (Joris) 1 1 Brugge 1<br />
b-20 Aertrycke (Jacob van) 1 Brugge 1<br />
b-21 Rysele (Joris van) 1 Brugge 1<br />
b-22 Beurse (Jan van der) Brugge 1<br />
b-23 Vlamincx (Jacob) Cassel? 1<br />
b-24 Stove (Pieter van der) Brugge 1<br />
b-25 Peckelmoes (Godschalck) Brugge 1<br />
b-26 Walle (Zeger van de) Brugge 1<br />
b-27 Braderick (Gillis) 1 1 Brugge 1<br />
b-28 Brugg<strong>en</strong> (Jan van der) 1 Leuv<strong>en</strong> 1<br />
b-29 Maets<strong>en</strong>are (Joris de) Brugge 1<br />
b-30 Rysele (Robrecht van) 1 Brugge 1<br />
b-31 Melan<strong>en</strong> (Jacob van) Brugge 1<br />
b-32 Scotelaere (Lubrecht de) Brugge 1<br />
b-33 Scotelaere (Lievin de) Brugge 1<br />
b-34 Goedericx (Everard) 1 Brugge 1<br />
b-35 Bul (Philips de) Brugge 1<br />
b-36 Rysele (Gillis van) 1 Brugge 1<br />
b-37 Deerlycke (Jacob van) Brugge 1<br />
b-38 Ass<strong>en</strong>ede (Michiel van) 1 Brugge 1<br />
b-39 Deerlycke (Michiel van) Brugge 1<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 47
N° Naam Rid Edel Bast Loc Br Vr W.<br />
Vl<br />
b-40 Slingere (Frans de) Ieper 1<br />
b-41 Belle (Jan) 1 1 Ieper 1<br />
b-42 Belle (Klaas) 1 1 Ieper 1<br />
O.<br />
Vl<br />
B Rest<br />
b-43 Eechoute (Cornelis van<br />
d<strong>en</strong>)<br />
1 1 Ieper 1<br />
b-44 Dixmude (Frans van) 1 Ieper 1<br />
b-45 Lov<strong>en</strong>deghem (Robrecht<br />
van)<br />
1 G<strong>en</strong>t 1<br />
b-46 Raveschoot (Willem van) G<strong>en</strong>t 1<br />
b-47 Hole (Simon van d<strong>en</strong>) G<strong>en</strong>t 1<br />
b-48 Hole (Jan van d<strong>en</strong>) G<strong>en</strong>t 1<br />
a <strong>Gruuthuse</strong> 8 25 9 17 7 1 10 6 8<br />
b Gistel 12 30 0 22 8 10 4 1 3<br />
a <strong>Gruuthuse</strong> 16% 51% 18% 35% 14% 2% 20% 12% 16%<br />
35% 49% 51% 71% 84% 100<br />
%<br />
b Gistel 25% 63% 0% 46% 17% 21% 8% 2% 6%<br />
46% 63% 84% 92% 94% 100<br />
%<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 48
Volgeling<strong>en</strong> van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> (Piot, Strat<strong>en</strong>, plaat 4)<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 49
Volgeling<strong>en</strong> van de heer van Gistel (Piot, Strat<strong>en</strong>, plaat 5)<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 50
De deelnemers, alfabetisch gerangschikt, met e<strong>en</strong> korte notitie om h<strong>en</strong> te<br />
situer<strong>en</strong> in tijd <strong>en</strong> plaats 1<br />
Aertrycke (Jacob van) 2<br />
jacob và artrike, in sabel zes sch<strong>en</strong>kkannetjes van goud, geplaatst 3<br />
<strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> smalle zoom van keel (Gistel-20).<br />
WAPEN: “Jacop van Aertrijcke; obiit ... 1400. Hij brack met e<strong>en</strong> roode<br />
bordure”. “Aertrijcke, dat zijn ghuld<strong>en</strong> kann<strong>en</strong> op sable”.<br />
Hij was zoon van Bernard <strong>en</strong> huwde Maria van de Walle. Hij was dek<strong>en</strong><br />
van de Sint-Jorisgilde. Hij nam deel aan de veldslag teg<strong>en</strong> de G<strong>en</strong>t<strong>en</strong>aars<br />
te Nevele, te Deinze <strong>en</strong> Geraardsberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> in 1382 aan de veldslag te<br />
Beverhoutsveld, waar de Bruggeling<strong>en</strong> verslag<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> door de<br />
G<strong>en</strong>t<strong>en</strong>aars. Hij was raadsheer te Brugge in 1385. In januari <strong>en</strong> februari<br />
1386 werd “her Jacob van Aertrike” door de stad Brugge naar G<strong>en</strong>t<br />
gezond<strong>en</strong>. Hij overleed in 1405 <strong>en</strong> ligt begrav<strong>en</strong> te Loppem.<br />
Aertrycke (Lodewijk van) 3<br />
lodewic van aertrike, in goud zes zoomsgewijs geplaatste<br />
sch<strong>en</strong>kkannetjes van sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild in goud e<strong>en</strong><br />
kruis van keel, e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>zoom van twaalf meerltjes van hetzelfde<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-35).<br />
Hij was zoon van Simon, heer van Tillegem, <strong>en</strong> van Isabella van<br />
Maldeghem. “Lodewyke van Aertrike als vpperhooftman van vichtig<br />
scotters” werd in 1401-1402 naar Sluis gezond<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> “Louys d’Artricke”<br />
neemt met 23 andere Bruggeling<strong>en</strong> in 1438 deel aan de Spinet van Rijsel.<br />
Aertrycke (Philips van) 4<br />
phlips van aertrike, in goud zes sch<strong>en</strong>kkannetjes van sabel, geplaatst<br />
3 <strong>en</strong> 3 (<strong>Gruuthuse</strong>-34).<br />
P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />
ZEGEL: “Philips van Aertrike” zegelde in 1397, 6 sch<strong>en</strong>kkann<strong>en</strong>tjes.<br />
Hij was zoon van Simon, heer van Tillegem, <strong>en</strong> van Isabella van<br />
Maldeghem. Hij huwde Margareta Ut<strong>en</strong>hove. “Philips van Aertrike” was<br />
verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van Brugge tuss<strong>en</strong> 1396 <strong>en</strong> 1407 <strong>en</strong><br />
1 De wap<strong>en</strong>beschrijving<strong>en</strong> zijn volg<strong>en</strong>s het handschrift van de Nationale Bibliotheek te<br />
Parijs, ms français, n° 2693. Alle wap<strong>en</strong>s zijn iets naar rechts gebog<strong>en</strong> <strong>en</strong> getopt met e<strong>en</strong><br />
helm, bedekt met e<strong>en</strong> kap waarop het wap<strong>en</strong> van de deelnemer afgebeeld staat. Sommige<br />
hebb<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> helmtek<strong>en</strong> <strong>en</strong> voer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> banier of e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>. Het helmtek<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de banier / p<strong>en</strong>no<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> bij de betreff<strong>en</strong>de deelnemer.<br />
2 Bethune, Epitaphes, pp. 304 <strong>en</strong> 316 – Gailliard, Bruges, D. I, pp. 187 <strong>en</strong> 193 – Prev<strong>en</strong>ier,<br />
Handeling<strong>en</strong>, n° 4 <strong>en</strong> 7 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Praet, Recherches, p. 285<br />
3 Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 462 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64<br />
4 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 487 – Gailliard, Bruges, D. I, pp. 187-189 - Gilliodts-van<br />
Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 379 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 374, 378 <strong>en</strong> 717 - Van<br />
d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Praet, Recherches, pp. 285-286<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 51
urgemeester van Brugge <strong>en</strong> dek<strong>en</strong> van de Sint-Jorisgilde. Tuss<strong>en</strong> 1397 <strong>en</strong><br />
1404, stuurde de stad Brugge “her Philipse van Aertrike” meerdere mal<strong>en</strong><br />
op missie buit<strong>en</strong> de stad, zoals in 1397 naar de hertog van Bourgondië te<br />
S<strong>en</strong>lis. In 1410 wordt hij vermeld in de monsteringslijst van Jan, heer van<br />
Gistel, <strong>en</strong> in 1411 vergezelde hij Jan zonder Vrees bij het beleg van Ham<br />
in Vermandois.<br />
Ass<strong>en</strong>ede (Michiel van) 1<br />
michiel de ass<strong>en</strong>ede, in sabel e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> in de top<br />
met e<strong>en</strong> vijfpuntige ster van keel, vergezeld van drie<br />
everzwijnskopp<strong>en</strong> van goud (Gistel-38).<br />
ZEGEL: Zijn vader, Michiel van Ass<strong>en</strong>ede zegelde in 1370, e<strong>en</strong> keper<br />
vergezeld van drie everzwijnskopp<strong>en</strong>, met og<strong>en</strong> <strong>en</strong> tand<strong>en</strong>, 2 in het<br />
schildhoofd <strong>en</strong> 1 in de punt.<br />
Michiel van Ass<strong>en</strong>ede, zoon van Michiel, gesneuveld in 1382 in de<br />
veldslag bij Beverhoutsveld, <strong>en</strong> van Isabella van Aertrycke, werd in 1371<br />
als gezant van de stad Brugge naar de koning van Engeland gezond<strong>en</strong>. Hij<br />
staat in de Brugse rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het jaar 1378-1379 vermeld als “her<br />
Michiele van Ass<strong>en</strong>ede d<strong>en</strong> jongh<strong>en</strong>”.<br />
Bassecourt (Pauwel de) 2<br />
pauwels de le basseurt, in goud e<strong>en</strong> wiel van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak<br />
van azuur over alles he<strong>en</strong> (Gistel-18).<br />
Volg<strong>en</strong>s het wap<strong>en</strong>boek van Rietstap <strong>en</strong> van Jougla de Mor<strong>en</strong>as zou deze<br />
familie afkomstig zijn uit Artesië.<br />
Beerst (Jan van der) 3<br />
jan van der beerst, in azuur drie kepers van goud, e<strong>en</strong> smalle getande<br />
zoom van keel, e<strong>en</strong> vrijkanton van goud (Gistel-15).<br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> Jehan van der Beerst zegelde in 1368, twee kepers e<strong>en</strong><br />
vrijkwartier <strong>en</strong> e<strong>en</strong> getande zoom.<br />
E<strong>en</strong> Jan van der Beerst was in 1367 schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije <strong>en</strong> in<br />
1368 schep<strong>en</strong> van Brugge. In 1387 zond<strong>en</strong> de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van het Brugse<br />
Vrije, sam<strong>en</strong> met andere led<strong>en</strong> van het Vrije, e<strong>en</strong> Jan van der Beerst naar<br />
Rijsel bij de hertogin van Bourgondië <strong>en</strong> in 1405 naar Diksmuide. E<strong>en</strong> of<br />
1 Gailliard, Inscriptions, D. III, pp. 34 <strong>en</strong> 43 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp.<br />
149 <strong>en</strong> 351 - Van Praet, Recherches, p. 286<br />
2 In 1400 staat Isabella van Ghistelles, echtg<strong>en</strong>ote van Robrecht de Béthune, aangegev<strong>en</strong><br />
als vrouw van de heerlijkheid Harnes met “le chastel de Bassecourt et tous les fosses de<br />
Harnes” (Buylaert, Repertorium, p. 263 - Jougla de Mor<strong>en</strong>as, Armorial, D. I, p. 391 –<br />
Rietstap, Armorial, D. I, p. 127).<br />
3 Delepierre, Docum<strong>en</strong>ts, D. I, pp. 90-91 <strong>en</strong> D. VII, pp. 67-109 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 150 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 33<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 52
meerdere Jan van der Beerst werd<strong>en</strong> veelvuldig als schep<strong>en</strong> van het Vrije<br />
vermeld tot 1429.<br />
Belle (Jan) 1<br />
mer jan belle, in goud zes klokk<strong>en</strong> van azuur, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van keel<br />
(Gistel-41).<br />
Hij was zoon van Frans, heer van Boezinge, <strong>en</strong> van Maria van Moorslede.<br />
Hij huwde Maria Medonc of van Medem, vrouw van Beaureward. Hij werd<br />
heer van Boezinge na het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader, in 1397. Hij was<br />
procureur van het Bellehospitaal te Ieper van 1415 tot 1429. Hij voerde<br />
vanaf 1398 gedur<strong>en</strong>de 30 jaar verschill<strong>en</strong>de functies uit als magistraat van<br />
de stad Ieper <strong>en</strong> was er baljuw in 1412 <strong>en</strong> 1419. Hij overleed in 1430 <strong>en</strong><br />
ligt begrav<strong>en</strong> in het Bellehospitaal.<br />
Belle (Klaas) 2<br />
mer claes belle, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, vergezeld van zes<br />
klokk<strong>en</strong> van azuur (Gistel-42).<br />
WAPEN: Bethune geeft voor “Nicolas Belle, d’or à 6 campanes d’azur, au<br />
baston de geule sur le tout”.<br />
Hij was zoon van Nicolaas, overled<strong>en</strong> in 1376, <strong>en</strong> van Catharina Bonin <strong>en</strong><br />
huwde Margareta van Aertrycke, weduwe van Gillis van Loo. Hij werd<br />
vermeld als ridder in 1384. In 1389 werd “here Niclay Belle” naar Lübeck<br />
op missie gezond<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> 1395 <strong>en</strong> 1403 zond de stad Ieper hem<br />
verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> op missie buit<strong>en</strong> de stad.<br />
Berghe (Lodewijk van d<strong>en</strong>) 3<br />
lonis van d<strong>en</strong> berghe, in goud e<strong>en</strong> schuinkruis van keel, belad<strong>en</strong> met<br />
vijf ring<strong>en</strong> van goud, vergezeld in het schildhoofd van e<strong>en</strong> vijfblad<br />
van azuur (<strong>Gruuthuse</strong>-26).<br />
“Lonis van d<strong>en</strong> Berghe” staat in 1400 vermeld als schep<strong>en</strong> van Brugge <strong>en</strong><br />
in 1404 werd “her Lonis van d<strong>en</strong> Berghe” naar Brussel gezond<strong>en</strong> met<br />
andere schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van het Brugse Vrije. E<strong>en</strong> “Mer Louisse van d<strong>en</strong> Berghe<br />
rudder” staat vermeld in 1408-1409. “Louys de le Berghe”, schildknaap,<br />
staat vermeld in de monsteringslijst van 1410 van Jan, heer van Gistel.<br />
1 Bethune, Epitaphes, p. 212 – Bossuyt, Ryke, p. 106 – Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 161 -<br />
Van Duyse, Inv<strong>en</strong>taire, n° 494 - van R<strong>en</strong>ynghe de Voxvrie, Belle, pp. 43-47 - Van Praet,<br />
Recherches, p. 287<br />
2 Bethune, Epitaphes, p. 209 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 96, 301 <strong>en</strong> 632 - van R<strong>en</strong>ynghe<br />
de Voxvrie, Belle, pp. 396-397 - Van Praet, Recherches, p. 287<br />
3 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 453 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 468 <strong>en</strong> D.<br />
IV, p. 478 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 675 - Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 440 - Van<br />
d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 142<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 53
Bergh<strong>en</strong> (H<strong>en</strong>drik van) 1<br />
mer heinric và bergh<strong>en</strong>, in sinopel drie maliën van zilver, e<strong>en</strong><br />
schildhoofd van goud, belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel, rechts bov<strong>en</strong><br />
vergezeld van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van hetzelfde 2 (<strong>Gruuthuse</strong>-01).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> wilde ezelskop van sabel, de muil van zilver.<br />
Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />
ZEGEL: “Messire H<strong>en</strong>ri de Berghes, sgr de Grimberghe”, zegelde in 1411,<br />
drie maliën <strong>en</strong> e<strong>en</strong> schildhoofd belad<strong>en</strong> met 3 pal<strong>en</strong>.<br />
Zie hoger artikel I. A-I. 3, p. 10.<br />
Bergh<strong>en</strong>, bastaard (H. van) 3<br />
h. van bergh<strong>en</strong> b, in sinopel drie maliën van zilver, e<strong>en</strong> schildhoofd<br />
van goud, belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak van<br />
azuur over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-05).<br />
Butk<strong>en</strong>s vermeldt e<strong>en</strong> Hercule van Bergh<strong>en</strong>, bastaardzoon van H<strong>en</strong>drik,<br />
heer van Berg<strong>en</strong>-op-Zoom, <strong>en</strong> halfbroer van H<strong>en</strong>drik, de echtg<strong>en</strong>oot van<br />
Johanna van d<strong>en</strong> Gruuthuyse. In 1426, bij e<strong>en</strong> twist tuss<strong>en</strong> de stad<br />
Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de heer van Berg<strong>en</strong>-op-Zoom, werd “d<strong>en</strong> bastaert van<br />
Bergh<strong>en</strong> Hectorre” gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door de Antwerp<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>.<br />
Beurse (Jan van der) 4<br />
jan van der beurze, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, belad<strong>en</strong> met<br />
drie beurz<strong>en</strong> van zilver (Gistel-22).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> adelaarskop van zilver, gebekt van goud, houd<strong>en</strong>de<br />
e<strong>en</strong> ring van hetzelfde, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van sinopel, kom<strong>en</strong>de uit<br />
e<strong>en</strong> kroon van keel.<br />
ZEGEL: “Jan van der Beurse” zegelde als schep<strong>en</strong> van Brugge in 1397, e<strong>en</strong><br />
schuinbalk belad<strong>en</strong> met drie beurz<strong>en</strong>.<br />
Hij was zoon van Nicolaas <strong>en</strong> van Margareta Reubs <strong>en</strong> huwde Gertrude<br />
Bave. Hij was verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van Brugge tuss<strong>en</strong> 1384 <strong>en</strong><br />
1420, burgemeester van de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1395, 1422, 1425 <strong>en</strong> 1431 <strong>en</strong><br />
burgemeester van de raadsled<strong>en</strong> in 1413. Tuss<strong>en</strong> 1385 <strong>en</strong> 1404, stuurde de<br />
stad “her Jan Buers<strong>en</strong>” 5 meerdere mal<strong>en</strong> op missie buit<strong>en</strong> de stad. In 1405<br />
staat “Jean vander Burs<strong>en</strong>” vermeld als “p<strong>en</strong>sionnaire” van de stad<br />
1 de Raadt, Sceaux, D. I, p. 234<br />
2 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder wass<strong>en</strong>aar.<br />
3 Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 212 - Willems, Gestes, D. III, p. 618<br />
4 Gailliard, Bruges, D. I, pp. 201-202 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 383 -<br />
Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 2 <strong>en</strong> 680 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - – Van Duyse,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, n° 494 - Van Praet, Recherches, p. 289 – Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D.<br />
II, n° 158 – Wikipedia, Beurze – Wikipedia, Brugge<br />
5 Vanaf 1401 staat hij aangegev<strong>en</strong> als “her Janne van der Buerse” (Prev<strong>en</strong>ier,<br />
Handeling<strong>en</strong>, n° 525).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 54
Brugge. Hij overleed in 1434 of 1435 <strong>en</strong> ligt begrav<strong>en</strong> in de Sint-<br />
Jacobskerk te Brugge.<br />
Blanckaert (Jan) 1<br />
mer jan blancke, in azuur bezaaid met lelies van goud e<strong>en</strong> keper van<br />
hetzelfde (Gistel-05).<br />
ZEGEL: Jehan Blanckaert zegelde in 1386, e<strong>en</strong> veld bezaaid met lelies e<strong>en</strong><br />
keper erover.<br />
WAPEN: De lelies zijn in de meeste wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> van zilver.<br />
E<strong>en</strong> “Mer Jan Blankaerde” staat vermeld in 1382. In 1404 werd Jan<br />
Blanckaert, ridder, vermeld als “amirael van der zee”. Hij was kamerheer<br />
van hertog Jan zonder Vrees, vanaf 1405-1406 <strong>en</strong> kastelein van het kasteel<br />
van Rupelmonde <strong>en</strong> kapitein van Sluis vanaf 1407 <strong>en</strong> dit tot 1422. “Messire<br />
Jehan Blanckaert” werd vermeld in 1423-1425 in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de<br />
Raad van Vlaander<strong>en</strong>.<br />
Bochoute (Jan van) 2<br />
jan van bochout, in azuur drie paalsgewijs geplaatste handbog<strong>en</strong><br />
van goud, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van<br />
vijf spitsruit<strong>en</strong> van keel (<strong>Gruuthuse</strong>-23).<br />
“Janne van Bochoute” staat vermeld in 1384-1385 in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van<br />
de stad Brugge. Hij vergezelde de graaf van Nevers, Jan zonder Vrees, in<br />
1396 tot in Bulgarije.<br />
Bonin, bastaard (Richard) 3<br />
ruuschart bonì basstaert, in azuur e<strong>en</strong> vrijkwartier in keel e<strong>en</strong><br />
uitgeschulpt schuinkruis van goud, vergezeld van vier kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong><br />
van hetzelfde (<strong>Gruuthuse</strong>-43).<br />
WAPEN: Volg<strong>en</strong>s het wap<strong>en</strong>boek van de vrede van Atrecht voerde “jeh<br />
bonnink”, in keel e<strong>en</strong> uitgeschulpt schuinkruis van goud, vergezeld van<br />
vier kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong> van hetzelfde. De familie Bonin, g<strong>en</strong>oemd van<br />
Meulebeke voert normaal, in goud e<strong>en</strong> uitgeschulpt schuinkruis van azuur<br />
vergezeld van vier kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong> van hetzelfde.<br />
1 Debrabandere, Studie, n° 193 - Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 168, 407 <strong>en</strong> 751 – Buylaert,<br />
Repertorium, p. 85 - de Borchgrave, Diplomat<strong>en</strong>, p. 144 - de L’Espinoy, Noblesse, p.<br />
236 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, pp. 74 <strong>en</strong> 462 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>,<br />
n° 598 - WMV, Blanckaert<br />
2 Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 79 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, p. 42<br />
– Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 398<br />
3 Clemm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, Arras, n° 200 - Gailliard, Bruges, D. VI, pp. 305 <strong>en</strong> 313 – Gailliard,<br />
Inscriptions, D. III, p. 111 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 – Vermeersch,<br />
Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 188 - WMV, Bonin<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 55
E<strong>en</strong> Tristan Bonin, g<strong>en</strong>oemd van Meulebeke, natuurlijke zoon van Jan<br />
Bonin, heer van Meulebeke, echtg<strong>en</strong>oot van Clara Beughet, overleed in<br />
1448 <strong>en</strong> werd begrav<strong>en</strong> in de Sint-Walburgakerk te Brugge.<br />
Braderick (Gillis) 1<br />
gillis braderic, in keel drie schuingeplaatste viss<strong>en</strong> van goud, e<strong>en</strong><br />
smalle getande zoom van hetzelfde (Gistel-27).<br />
Gillis Braderick, ridder, was schep<strong>en</strong> van 1390 tot 1406 <strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>e<br />
mal<strong>en</strong> burgemeester van Brugge. “Gille Braderye” staat vermeld in 1396.<br />
Hij werd in 1407 door Jan zonder Vrees als magistraat van de stad Brugge<br />
verbann<strong>en</strong> uit Vlaander<strong>en</strong>.<br />
Braderick (Joris) 2<br />
mer joris braderic, in keel drie schuingeplaatste viss<strong>en</strong> van goud<br />
(Gistel-19).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vis bijt<strong>en</strong>d in de helm van goud tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht<br />
van keel.<br />
Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />
ZEGEL: Joris Braderic zegelde in 1384, drie schuingeplaatste viss<strong>en</strong>.<br />
WAPEN: Normaal zijn de drie viss<strong>en</strong> van zilver.<br />
Joris Braderic, ridder, was schep<strong>en</strong> van Brugge tuss<strong>en</strong> 1396 <strong>en</strong> 1404 <strong>en</strong><br />
burgemeester in 1404-1405. Tuss<strong>en</strong> 1385 <strong>en</strong> 1404 werd “mer Joris<br />
Bradericke” verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> op missie gezond<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de stad. Als<br />
laatst staat hij aangegev<strong>en</strong> als één der drie burgemeesters van Brugge. E<strong>en</strong><br />
Joris Braderick <strong>en</strong> Jacob zijn broer (waarschijnlijk de zon<strong>en</strong> van Joris)<br />
staan aangegev<strong>en</strong> in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de Raad van Vlaander<strong>en</strong> voor de<br />
jar<strong>en</strong> 1423-1425. Op 1 februari 1425 staat “damoyselle Jehanne, fille de<br />
feu messire Jorge Braderic” vermeld in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Zij huwde in 1425<br />
met Antoon van Adeghem. E<strong>en</strong> “Georges Brauderich” neemt in 1438 met<br />
23 andere Bruggeling<strong>en</strong> deel aan de Spinet van Rijsel.<br />
Branteghem (Jan van) 3<br />
jan van brantegheem, in goud het veld bezaaid met tran<strong>en</strong> van sabel<br />
e<strong>en</strong> leeuw van keel (<strong>Gruuthuse</strong>-08).<br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> Jehan van Branteghem, kapelaan te Deinze, zegelde in 1455,<br />
e<strong>en</strong> leeuw, de schouder belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ster, e<strong>en</strong> uitgeschulpte zoom.<br />
1 Gailliard, Bruges, D. IV, pp. 160-161 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp.<br />
183-184 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64<br />
2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 85 <strong>en</strong> 694 - Buylaert, Repertorium, pp. 121-122 - de Rosny,<br />
Epervier, p. 62 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 75 - Prev<strong>en</strong>ier,<br />
Handeling<strong>en</strong>, n° 3 <strong>en</strong> 717 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Praet, Recherches, p. 288<br />
- WMV, Braderick - Wikipedia, Brugge<br />
3 Bethune, Epitaphes, pp. 80, 93 <strong>en</strong> 97 – de Raadt, Sceaux, D. I, pp. 320-323 - Opsommer,<br />
Le<strong>en</strong>goed, pp. 624 <strong>en</strong> 629<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 56
WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie in goudhermelijn e<strong>en</strong> leeuw<br />
van keel, gewap<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gekroond van azuur.<br />
Jan van Branteghem was grafelijk ontvanger van Aalst van 1390 tot 1407<br />
<strong>en</strong> baljuw van Ninove van 1390 tot 1405. Te Appelterre is er in de kerk e<strong>en</strong><br />
memorie van Jan van Branteghem <strong>en</strong> Lisbette Wasteels, zijn echtg<strong>en</strong>ote,<br />
<strong>en</strong> te Sch<strong>en</strong>delbeke voor e<strong>en</strong> Jan van Branteghem.<br />
Breydel (Jacob) 1<br />
jacob breidel, in keel 3 paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong> van zilver, getoomd van<br />
sabel (<strong>Gruuthuse</strong>-38).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> paard<strong>en</strong>kop van zilver, getoomd van sabel, kom<strong>en</strong>de<br />
uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> azuur.<br />
P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />
ZEGEL: “Jacob Breydel” zegelde in 1386 als schep<strong>en</strong> van Brugge. Op e<strong>en</strong><br />
gebrok<strong>en</strong> zegel ziet m<strong>en</strong> aan de rechter zijde van het schild twee getoomde<br />
paard<strong>en</strong>hoofd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> Jacob Breydel zegelde in 1433, drie getoomde<br />
paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong>.<br />
Hij was zoon van Jan <strong>en</strong> van Clara de Pinckere. Hij huwde eerst Elisabeth<br />
van Aertrycke <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s Elisabeth van de Walle. Hij was verschill<strong>en</strong>de<br />
ker<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van Brugge tuss<strong>en</strong> 1385 <strong>en</strong> 1413 <strong>en</strong> raadsheer tuss<strong>en</strong> 1403<br />
<strong>en</strong> 1416. Tuss<strong>en</strong> 1386 <strong>en</strong> 1404 werd “her Jacob Breydele” meerdere mal<strong>en</strong><br />
op missie gezond<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de stad. In 1398 was hij forestier van het<br />
steekspel van de Witte Beer. Hij overleed in 1416 <strong>en</strong> werd begrav<strong>en</strong> in de<br />
Sint-Walburgakerk te Brugge.<br />
Broodloos (Jacob) 2<br />
jacob broolos, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van keel, belad<strong>en</strong> met drie<br />
p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van goud (<strong>Gruuthuse</strong>-41).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, twee stier<strong>en</strong>hoorns van sabel, de rechtse versierd met<br />
e<strong>en</strong> ring van goud.<br />
Hij was mogelijks e<strong>en</strong> zoon van Pieter Broodloos, vermeld in 1358. Hij<br />
was verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van Brugge tuss<strong>en</strong> 1408 <strong>en</strong> 1412 <strong>en</strong><br />
burgemeester der schep<strong>en</strong><strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1413 <strong>en</strong> 1439. Hij nam sam<strong>en</strong> met 24<br />
andere Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408.<br />
1 De Raadt, Sceaux, D. IV, p. 410 - Douxchamps, Breydel, p. 303, n° IV – Gailliard,<br />
Bruges, D. III, pp. 6-7 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, pp. 80-81 - Prev<strong>en</strong>ier,<br />
Handeling<strong>en</strong>, n° 11 <strong>en</strong> 716 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 142 - Van Praet,<br />
Recherches, p. 289 – Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 95<br />
2 Gailliard, Bruges, D. IV, pp. 159-160 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp.<br />
481-482 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 142 - Van Praet, Recherches, p. 289 –<br />
Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 181 - Wikipedia, Brugge<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 57
Brugg<strong>en</strong> (Jan van der) 1<br />
jan van der breughe, in zilver drie lelies van azuur, e<strong>en</strong> schuinstaak<br />
van keel over alles he<strong>en</strong> (Gistel-28).<br />
ZEGEL: “Johannes de Ponte”, schep<strong>en</strong> van Leuv<strong>en</strong> van 1389 tot 1412,<br />
zegelde in 1389 <strong>en</strong> 1398, drie lelies met afgeknotte voet, e<strong>en</strong> schuinstaak<br />
erover.<br />
WAPEN: Bergshammar geeft voor “h jan vàd brugge” in zilver drie lelies<br />
met afgeknotte voet van sabel, e<strong>en</strong> hartschild met het wap<strong>en</strong> van Brabant.<br />
Jan van der Brugg<strong>en</strong> (de Ponte), ridder, huwde in 1377 Elisabeth t’Serarnts.<br />
Zij staat vermeld als weduwe in 1406. Zij hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zoon Jan, heer van<br />
Blaesveld. E<strong>en</strong> “Johannes de Ponte” was schep<strong>en</strong> van Leuv<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1389<br />
<strong>en</strong> 1412. E<strong>en</strong> “Jans van der Brueghe” staat in 1396 ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vermeld in<br />
de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de stad Brugge.<br />
Bul (Philips de) 2<br />
philips de bul, in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van azuur, belad<strong>en</strong> met drie<br />
schelp<strong>en</strong> van zilver, vergezeld van twee maliën van sabel (Gistel-<br />
35).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> uil<strong>en</strong>kop van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van goud,<br />
uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van sabel <strong>en</strong> zilver.<br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> Paul de Bul, schep<strong>en</strong> van het ambacht van Ieper, zegelde in<br />
1464, e<strong>en</strong> schuinbalk belad<strong>en</strong> met drie schelp<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergezeld van twee<br />
maliën, gebrok<strong>en</strong> rechts van de malie in het schildhoofd met e<strong>en</strong> vijfpuntige<br />
ster.<br />
WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie in goud (= zilver) e<strong>en</strong><br />
schuinbalk van sabel, belad<strong>en</strong> met drie schelp<strong>en</strong> van zilver, vergezeld van<br />
twee maliën van sabel.<br />
Hij haalde in 1402 de eerste prijs in het steekspel van de Spinet te Rijsel.<br />
“Philips d<strong>en</strong> Bul” werd vermeld in 1406-1407 in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de<br />
stad Brugge. Hij nam sam<strong>en</strong> met 24 andere Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het<br />
steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408 <strong>en</strong> staat in 1410 vermeld in de<br />
monsteringslijst van Jan, heer van Gistel.<br />
1 Demay, Flandre, n° 4451 - de Raadt, Sceaux, D. I, p. 340 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 354 – Raneke, Bergshammar, n° 262 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p.<br />
64 - van Parys, Lignages, p. 704<br />
2 Bethune, Epitaphes, p. 303 - Bonaert, Sceaux, p. 288 - Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 423 -<br />
Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 478 <strong>en</strong> 481-482 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte,<br />
pp. 64 <strong>en</strong> 142<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 58
Carlier (Jan) 1<br />
jan de caerlier, in sabel e<strong>en</strong> keper van vair van goud <strong>en</strong> azuur,<br />
vergezeld van drie disselbijl<strong>en</strong> van goud 2 (<strong>Gruuthuse</strong>-49).<br />
WAPEN: Dansaert, Rietstap <strong>en</strong> Van Dycke vermeld<strong>en</strong> te Brugge e<strong>en</strong> familie<br />
Carlier die wap<strong>en</strong>de, in azuur e<strong>en</strong> keper van goud, vergezeld van drie<br />
klophamers van zilver. Smallegange, Zeeland Veredelt vermeldt e<strong>en</strong><br />
familie Carlier die voerde, in azuur e<strong>en</strong> keper van goud, vergezeld van drie<br />
zespuntige sterr<strong>en</strong> van hetzelfde.<br />
E<strong>en</strong> Jan “Caerline”, “Caerlin” of “Carlin” staat vermeld in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
van de stad Brugge in 1357-1358, 1372, 1398, 1400 <strong>en</strong> 1402. De<br />
stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Kortrijk vermeld<strong>en</strong> in 1399 e<strong>en</strong> “Jan Carliere”.<br />
Caumont (Gewijde de) 3<br />
guyot van caumont, in zilver 3 spoorrader<strong>en</strong> van azuur (<strong>Gruuthuse</strong>-<br />
20).<br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> “Guillelmi de Calvomonte” (Chaumont), klerk van de graaf<br />
van Artesië, zegelde in 1342, drie sterr<strong>en</strong>.<br />
WAPEN: De Artesische familie de Caumont wap<strong>en</strong>de normaal in keel<br />
bezaaid met herkruiste kruisjes van goud drie spoorrader<strong>en</strong> van hetzelfde.<br />
Chastel, g<strong>en</strong>oemd Bleu-Chastel (Otto du) 4<br />
ostelet van d<strong>en</strong> casteele, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, vergezeld<br />
in het hart van e<strong>en</strong> gekanteelde tor<strong>en</strong> van goud (Gistel-09).<br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> meester Jehan du Châtel, schep<strong>en</strong> van Rijsel, zegelde in 1445,<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kasteel; 2 <strong>en</strong> 3, drie leeuw<strong>en</strong>.<br />
Otto, ridder, was zoon van Mathieu <strong>en</strong> van Maria van Halewyn. Hij huwde<br />
Johanna de Pacy. E<strong>en</strong> “Oste du Castel”, schildknaap, werd in 1410<br />
vermeld in de monsteringslijst van Jan, heer van Gistel.<br />
Couderborch (Philips van der) 5<br />
phils vander couderbuerch, in goud e<strong>en</strong> keper van keel, belad<strong>en</strong> met<br />
twee vijfpuntige sterr<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de top van e<strong>en</strong> sproorrad, alles van<br />
zilver (<strong>Gruuthuse</strong>-29).<br />
ZEGEL: Philips van der Couderborch, amman van Brussel, zegelde in 1411,<br />
e<strong>en</strong> keper belad<strong>en</strong> met drie vijfpuntige sterr<strong>en</strong>.<br />
1 Dansaert, Armorial, p.172 - Debrabandere, Studie, n° 915 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 60, 102 <strong>en</strong> 359 – Rietstap, Armorial, D. I, p. 374 - Schouteet,<br />
Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 372, 426 <strong>en</strong> 463 - Van Dycke, Recueil, n° 86<br />
2 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> maar met e<strong>en</strong> keper van vair.<br />
3 Demay, Artois, n° 1943 – Leuridan, Familles, D. I, p. 78<br />
4 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 560 – Demay, Flandre, n° 4418 - du Chastel de la Howarderie,<br />
Notices, D. I, p. 506<br />
5 Bethune, Epitaphes, p. 43 - Buylaert, Repertorium, pp. 184-185 - de Raadt, Sceaux, D.<br />
II, p. 268 <strong>en</strong> D. IV, p. 503 – Smet, Couderborch, pp. 50-53 - Van Praet, Recherches, p.<br />
290<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 59
WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde “mer Philips vander Cauwerburch, d’or<br />
au chevron de geule, chargé de 3 estoilles d’arg<strong>en</strong>t”.<br />
Hij was zoon van Philips I <strong>en</strong> van Kateline van der Lyst <strong>en</strong> echtg<strong>en</strong>oot van<br />
Clara Vilain, vrouw van Paddeschoot. In 1399 staat “Philip van der<br />
Couderborch ... kom<strong>en</strong>de uut het Land van Waes” ingeschrev<strong>en</strong> als poorter<br />
van Brugge. Philips van der Couderborch, ridder, was amman van Brussel<br />
in 1411. In 1414 werd hij b<strong>en</strong>oemd tot schout van Antwerp<strong>en</strong> met de titel<br />
“markgraaf van het land van Rij<strong>en</strong>” (schout van het markizaat van<br />
Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> het land van Ry<strong>en</strong>), functie die hij waarnam tot 1419.<br />
Cra<strong>en</strong>hals (H<strong>en</strong>ri) 1<br />
mer h<strong>en</strong>ric cra<strong>en</strong>hals, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in azuur drie lelies van<br />
goud; 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud (<strong>Gruuthuse</strong>-27).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> kuif van goud.<br />
P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />
ZEGEL: “H<strong>en</strong>rici Cra<strong>en</strong>hals, militi” zegelde in 1394, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong><br />
4, drie lelies met afgeknotte voet; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw.<br />
WAPEN: De familie voerde gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver drie lelies met<br />
afgeknotte voet van sabel (Schoevere); 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> leeuw van zilver<br />
(Sleeus).<br />
Hij was zoon van H<strong>en</strong>drik <strong>en</strong> van Maria de Leeuw, g<strong>en</strong>oemd van der<br />
Trapp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> huwde eerst Elisabeth van der Roos<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s<br />
Margareta Schotelvoet. “H<strong>en</strong>rici Cra<strong>en</strong>hals, militi” was schep<strong>en</strong> van<br />
Brussel in 1394, 1399 <strong>en</strong> 1404. Hij bezat in 1394 het hof Ter Trapp<strong>en</strong>. Hij<br />
behoorde tot het geslacht van t’Serhuygs.<br />
Deerlycke (Jacob van)<br />
jacob van derleke, in azuur drie pal<strong>en</strong> van vair van goud <strong>en</strong> keel<br />
(Gistel-37).<br />
Deerlycke (Michiel van) 2<br />
michiel và derleke, in azuur drie pal<strong>en</strong> van vair van goud <strong>en</strong> keel,<br />
vergezeld in de rechter bov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud<br />
(Gistel-39).<br />
E<strong>en</strong> Michiel van Deerlycke staat vermeld in de Brugse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van<br />
1406-1407. Hij nam sam<strong>en</strong> met 24 andere Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het<br />
steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408 <strong>en</strong> aan verscheid<strong>en</strong>e steekspel<strong>en</strong> van<br />
de Witte Beer te Brugge, dit tuss<strong>en</strong> 1418 <strong>en</strong> 1422.<br />
1 Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 433 - de Raadt, Sceaux, D. II, p. 274 – van Parys, Lignages,<br />
pp. 189-190<br />
2 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 478 <strong>en</strong> 481-482 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte,<br />
p. 142 - Van Praet, Recherches, p. 291<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 60
Dixmude (Frans van) 1<br />
frans van dixmude, gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> azuur van acht<br />
stukk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> uitgeschulpte schuinstreep van keel over alles he<strong>en</strong><br />
(Gistel-44).<br />
ZEGEL: Frans van Dixmude, schep<strong>en</strong> van Ieper, zegelde in 1412,<br />
gedwarsbalkt, e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gekanteelde schuinbalk erover.<br />
Hij was zoon van Michiel <strong>en</strong> van Katri<strong>en</strong> van Belle. Hij huwde in 1420<br />
Maria van Lichtervelde, vrouw van Beaureward. In 1401 z<strong>en</strong>dt de stad<br />
Ieper onder meer “Franse van Dixmude” naar Atrecht. In 1405 zijn “her<br />
France van Dixmude <strong>en</strong>de Meester Jan Belle” te Brugge. Frans van<br />
Dixmude was heer van D<strong>en</strong>tergem <strong>en</strong> staat vermeld als schep<strong>en</strong> van Ieper<br />
in 1413 <strong>en</strong> van 1421 tot 1423. Hij overleed in 1424.<br />
Dudzele (Jan van) 2<br />
mer jan van dudsele, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver e<strong>en</strong> keper van<br />
keel; 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn, vergezeld in de<br />
rechterbov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> schildje met het wap<strong>en</strong> van Luxemburg 3<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-21).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hetzelfde.<br />
P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />
ZEGEL: “Jan van Ghistele, ruddere”, zegelde in 1420, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong><br />
4, e<strong>en</strong> keper (van hermelijn), vergezeld in de rechterbov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong><br />
omgekeerd lindeblad zonder steel? (ruwe afbeelding); 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> keper<br />
(Dudzele).<br />
Hij was zoon van Rogier van Ghistelles <strong>en</strong> Margareta, erfdame van<br />
Dudzele. Hij huwde Jacqueline de Craon. “Jan van Ghistele, ruddere”,<br />
heer van Dudzele <strong>en</strong> van Strat<strong>en</strong> ontving in 1420 e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te op de<br />
heerlijkheid Guines. Hij overleed in 1430 in e<strong>en</strong> veldslag.<br />
Eechoute (Cornelis van d<strong>en</strong>) 4<br />
mer cornelis và dé eechoute, in azuur e<strong>en</strong> schuinbalk van goud,<br />
belad<strong>en</strong> met drie meerltjes van sabel, vergezeld van zes blokjes van<br />
goud (Gistel-43).<br />
1 Bossuyt, Ryke, p. 98 – Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 616 - de Raadt, Sceaux, D. I, p. 384 –<br />
Feys, Saint-Martin, pp. 559, 597 <strong>en</strong> 606-610 – Gailliard, Bruges, D. I, pp. 48-49 -<br />
Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 527 <strong>en</strong> 734 - van R<strong>en</strong>ynghe de Voxvrie, Belle, pp. 48-49 <strong>en</strong><br />
397<br />
2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 381 - de Raadt, Sceaux, D. I, p. 495 – Schw<strong>en</strong>nicke,<br />
Stammtafeln, D. VII, t. 97 - Van Praet, Recherches, pp. 291-292<br />
3 Ms 2692 geeft voor het tweede <strong>en</strong> derde kwartier, in keel e<strong>en</strong> keper van zilver.<br />
4 Bethune, Epitaphes, p. 229 - Buylaert, Repertorium, pp. 214-215 - de Raadt, Sceaux, D.<br />
I, p. 408 - de Wree, G<strong>en</strong>ealogie, D. II, pp. 273-274 - Douët d'Arcq, Inv<strong>en</strong>taires, n° 10597<br />
- van Eeckhout, Recueil, n° 92-93, 107-108, 116, 130 <strong>en</strong> 136-138 - Van Praet,<br />
Recherches, p. 296 – WMV, Eekhout<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 61
ZEGEL: Cornelis van d<strong>en</strong> Eechoute, zegelde in 1320 <strong>en</strong> Cornelis van d<strong>en</strong><br />
Eechoute, burggraaf van Roeselare, zegelde in 1460, e<strong>en</strong> veld bezaaid met<br />
blokjes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> schuinbalk belad<strong>en</strong> met 3 meerltjes.<br />
WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie in azuur e<strong>en</strong> schuinbalk van<br />
goud, belad<strong>en</strong> met drie meerltjes van keel, e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>zoom van zes blokjes<br />
van goud.<br />
Hij staat in 1387 vermeld als echtg<strong>en</strong>oot van Catharina, bastaarddochter<br />
van Lodewijk van Crecy, graaf van Vlaander<strong>en</strong>. Zij was weduwe van Pieter<br />
Boudins. Hij was onderbaljuw van G<strong>en</strong>t in 1397 <strong>en</strong> in 1402 werd hij<br />
aangegev<strong>en</strong> als “Cornelis vand<strong>en</strong> Eechoute bailliu van Gh<strong>en</strong>d”. In 1415<br />
was hij gescheid<strong>en</strong> van zijn echtg<strong>en</strong>ote <strong>en</strong> in 1420 <strong>en</strong> 1423 laat hij sam<strong>en</strong><br />
met Jacob Boudins zijn recht<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> op de erf<strong>en</strong>is van wijl<strong>en</strong> Catharina<br />
van Vlaander<strong>en</strong>.<br />
Floques (Oste) 1<br />
hostin faucket van dorneke, in goud e<strong>en</strong> keper van azuur, vergezeld<br />
van ti<strong>en</strong> vijfblad<strong>en</strong> van keel, geplaatst 6 in het schildhoofd <strong>en</strong> 4 in de<br />
punt (Gistel-17).<br />
WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde “Floncques”, in zilver e<strong>en</strong> keper van<br />
keel, vergezeld van 10 vijfblad<strong>en</strong> van hetzelfde.<br />
De kwartierstat<strong>en</strong> van Lodewijck van Huerne, gestorv<strong>en</strong> in 1513,<br />
vermeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> familie Floques, met e<strong>en</strong> gelijkaardig wap<strong>en</strong>, die verwant<br />
zou zijn met de familie van Bruelis uit Zeeland.<br />
Gheerolf (Jan) 2<br />
jan gherolf, in keel e<strong>en</strong> keper van sinopel geboord van goud, belad<strong>en</strong><br />
in de top met e<strong>en</strong> gesp van goud, vergezeld van drie vijfpuntige<br />
sterr<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van hetzelfde (<strong>Gruuthuse</strong>-17).<br />
ZEGEL: Jehan “Gherlof”, schep<strong>en</strong> van Sluis, zegelde in 1406, e<strong>en</strong> keper<br />
omgev<strong>en</strong> van twee zeer versmalde kepers, vergezeld van drie sterr<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> Jan “Gherlof”, voorhe<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> te Baesweiler zegelde in 1374. Jan<br />
“Gheerlofs cnape” wordt verder vermeld in 1386-1388 om e<strong>en</strong> vete die hij<br />
had met “Ywaine van Strat<strong>en</strong>”. In 1403 wordt “Jan Gheerolf f.” als<br />
schep<strong>en</strong> van het Ambacht Ass<strong>en</strong>ede door de baljuw van de Vier<br />
Ambacht<strong>en</strong> naar G<strong>en</strong>t gezond<strong>en</strong>. Hij was inwoner van Sluis, schep<strong>en</strong> van<br />
de stad in 1406 <strong>en</strong> baljuw in 1421. In 1432 was e<strong>en</strong> Jan Gheerolf beer van<br />
het steekspel van de Witte-Beer.<br />
1 Bethune, Epitaphes, p. 134<br />
2 Buntinx, Audi<strong>en</strong>tie, p. 327 – Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 754 - Buylaert, Repertorium, p.<br />
255 - de Raadt, Sceaux, D. I, pp. 486-487 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p.<br />
345 <strong>en</strong> D. IV, p. 373 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 611 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64<br />
<strong>en</strong> 143 - Van Praet, Recherches, p. 292<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 62
Ghistelles (Wulfard van) 1<br />
wulfaert van ghistele, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, gedwarsstreept van<br />
zilver <strong>en</strong> azuur van twaalf stukk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> leeuw van keel erover; 2 <strong>en</strong><br />
3, in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn (Gistel-08).<br />
ZEGEL: Wulfard van Ghistelles, ridder, zegelde in 1333, gevier<strong>en</strong>deeld 1<br />
<strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> keper van hermelijn; 2 <strong>en</strong> 3, gedwarsstreept <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gekroonde<br />
leeuw erover. “Oulfars de Ghistielle”, ridder, zegelde in 1336,<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> keper van hermelijn; 2 <strong>en</strong> 3, gedwarsstreept <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> leeuw (gekroond?) erover.<br />
WAPEN: E<strong>en</strong> grafzerk in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Kortrijk maakt<br />
melding van “Wolfart de Ghistelle <strong>en</strong> son temps capitaine du chasteau de<br />
Courtray, fils de messire Wolfart, Sr de Wadinpraiel, qui mourut l’an 1424.<br />
Hij drouch Ghistelle ghecarteleert met Luxembourch burlé”.<br />
Wulfard was waarschijnlijk e<strong>en</strong> kleinzoon van Wulfard, heer van<br />
Waudempreau, zoon van Jan, heer van Gistel, <strong>en</strong> van Margareta van<br />
Luxemburg. In de lijst van Vlaamse edellied<strong>en</strong> <strong>en</strong> patriciërs van 1362-1363<br />
staan onder het Vrije van Brugge “Messire Jehan <strong>en</strong> Wulfaert de<br />
Ghistelle”. Het gaat hier ev<strong>en</strong>wel om Wulfard, heer van Waudempreau, <strong>en</strong><br />
zoon van Jan, heer van Gistel.<br />
Gistel (Jan, heer van) 2<br />
in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn.<br />
ZEGEL: “Johannis, domini de Ghistella, militis”, zegelde in<br />
1336, e<strong>en</strong> keper van hermelijn.<br />
Jan VI, heer van Gistel, was zoon van Jan V, heer van Gistel <strong>en</strong> Harnes, <strong>en</strong><br />
van Isabella van Rode, vrouw van Ingelmunster. Hij huwde eerst met<br />
Margareta van Reyghersvliet <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s met Johanna de Châtillon. In<br />
de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de algem<strong>en</strong>e ontvanger van Bourgondië staat hij onder<br />
de jar<strong>en</strong> 1383/1384 aangegev<strong>en</strong> als ridder baanderheer, kamerheer van de<br />
hertog <strong>en</strong> kapitein van Brugge. Hij nam deel in 1408 aan de expeditie<br />
ondernom<strong>en</strong> door Jan zonder Vrees teg<strong>en</strong> de Luik<strong>en</strong>aars <strong>en</strong> aan de veldslag<br />
van Othée. Hij overleed tijd<strong>en</strong>s de veldslag van Azincourt in 1415. Zijn<br />
zoon Jan, raadsheer <strong>en</strong> kamerheer van Jan zonder Vrees, overleed in 1412<br />
te Bourges t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> epidemie.<br />
1 Bethune, Epitaphes, p. 278 - Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 889 - Buylaert, Repertorium, pp.<br />
261-262 – Demay, Flandre, n° 949 - de Raadt, Sceaux, D. I, p. 495 - van d<strong>en</strong> Eeckhout,<br />
Coninck, n° 98<br />
2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 87 <strong>en</strong> 379 – Buylaert, Repertorium, pp. 261-265 – Demay,<br />
Flandre, n° 944 - Marchal-Verdoodt, Table, p. 183 - Paravicini, Preuss<strong>en</strong>reis<strong>en</strong>, p. 168<br />
- Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 259, 413, 611 <strong>en</strong> 615 - Schnerb, Jean sans Peur, p. 545 -<br />
Schw<strong>en</strong>nicke, Stammtafeln, B. VII, t. 96<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 63
Goedericx (Everard) 1<br />
everaerd goederic, in azuur e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van goud, getongd<br />
van keel, de schouder belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje in azuur drie lelies<br />
van zilver (Gistel-34).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw<strong>en</strong>kop van goud, getongd van keel,<br />
halsband van azuur.<br />
WAPEN: “Joncvrau Elisabeth van Leeuwerghem”, vrouw van “Jan<br />
Godericx”, overled<strong>en</strong> op 5 april 1465, is begrav<strong>en</strong> in het begijnhof te<br />
D<strong>en</strong>dermonde. Zij voerde als wap<strong>en</strong>, in azuur het veld bezaaid met blokjes<br />
van goud e<strong>en</strong> leeuw van hetzelfde, e<strong>en</strong> schuinstaak van … over alles he<strong>en</strong>.<br />
Hij voerde als wap<strong>en</strong>, in azuur e<strong>en</strong> leeuw van goud, gewap<strong>en</strong>d <strong>en</strong> getongd<br />
van keel. Waarschijnlijk di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> hier de wap<strong>en</strong>s om te wissel<strong>en</strong>?<br />
E<strong>en</strong> “Everard Goederic” staat vermeld in 1357 <strong>en</strong> “Der Everaert<br />
Goederic” was schep<strong>en</strong> van Brugge in 1368-1369. Bij de jaargetijd<strong>en</strong> van<br />
de Onze-Lieve-Vrouwkerk te D<strong>en</strong>dermonde wordt in het jaar 1370<br />
“Daneel Goedericx, fs Everart” vermeld. In 1378-1379 vindt m<strong>en</strong> in de<br />
stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Brugge “sher Everaerds Goederix wedewe” <strong>en</strong> in<br />
1412 “Margareta de Belle, uxor Everardi Goderickx”.<br />
Gracht, bastaard (Hector van der) 2<br />
hector van der gracht basstaert, in sabel e<strong>en</strong> vrijkwartier in zilver<br />
e<strong>en</strong> keper van keel, vergezeld van drie meerltjes van sabel<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-16).<br />
ZEGEL: Hector van der Gracht, bastaardzoon van Olivier I, zegelde in 1417<br />
<strong>en</strong> 1420, e<strong>en</strong> keper vergezeld van drie meerltjes, e<strong>en</strong> schuinstaak over alles<br />
he<strong>en</strong>.<br />
“Hector du Fossé”, natuurlijke zoon van Olivier, heer van Gracht, <strong>en</strong> van<br />
Isabella de Le Piete, werd door Philips de Stoute gelegitimeerd. E<strong>en</strong> “Ettor<br />
du Fosse” staat in 1410 vermeld als schildknaap in de monsteringslijst van<br />
Jan, heer van Gistel.<br />
<strong>Gruuthuse</strong> (Jan, heer van)<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel; 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong><br />
schuinkruis van zilver.<br />
Zie hoger artikel I.A-I. 3<br />
1 Bethune, Epitaphes, pp. 56 <strong>en</strong> 60-61 - de Limburg-Stirum, Cartulaire, D. II, pp. 191-<br />
192 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 172 <strong>en</strong> 350<br />
2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 431 – Demay, Flandre, n° 2396 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire, D. II,<br />
p. 131 – Vercaemst, Gracht, pp. 357-358<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 64
Gruuthuyse (Geldolf van d<strong>en</strong>)<br />
ghildolf van d<strong>en</strong> gruutuuse, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in keel e<strong>en</strong><br />
schuinkruis van zilver; 2 <strong>en</strong> 3, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel, het eerste<br />
kwartier belad<strong>en</strong> in het schildhoofd met e<strong>en</strong> vijfpuntige ster van<br />
goud 1 (<strong>Gruuthuse</strong>-14).<br />
Zie hoger artikel I.A-II. 4<br />
Gruuthuyse (Jan van d<strong>en</strong>)<br />
jan van d<strong>en</strong> gruutuuse, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis<br />
van zilver; 2 <strong>en</strong> 3, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel, het eerste kwartier<br />
belad<strong>en</strong> in het schildhoofd met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud 2<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-12).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop van hermelijn, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />
hetzelfde uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />
Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />
Zie hoger artikel I.A-II. 4<br />
Hacart 3<br />
achaerd van dorneke, in azuur drie klophamers van goud<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-48).<br />
P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />
WAPEN: in azuur drie strijdbijl<strong>en</strong> van zilver, de twee in het schildhoofd<br />
afgew<strong>en</strong>d.<br />
Mogelijks gaat het hier om Jacob Hacart uit Doornik, die lid was van het<br />
Minnehof, g<strong>en</strong>oemd Karel VI.<br />
Hagh<strong>en</strong> (Jan van der) 4<br />
jan vander haghe, gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> keel, de eerste<br />
dwarsbalk van goud belad<strong>en</strong> met drie meerltjes van sabel 5<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-11).<br />
WAPEN: Rietstap vermeldt e<strong>en</strong> familie van der Haegh<strong>en</strong> die als wap<strong>en</strong><br />
voerde, in zilver drie dwarsbalk<strong>en</strong> van keel, vergezeld in het schildhoofd<br />
van drie vogels van sabel, e<strong>en</strong> schuinstaak van keel over alles he<strong>en</strong>.<br />
In de Sint-Janskerk te Sluis vindt m<strong>en</strong> het grafzerk van “Joncvr Marguerite<br />
vander haghe, Jans dochter, svoirs, Thomas wijf, <strong>en</strong> starf int jaer 1445”.<br />
E<strong>en</strong> Jan van der Haghe was in 1440 baljuw van Aard<strong>en</strong>burg.<br />
1 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder de ster.<br />
2 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder de wass<strong>en</strong>aar.<br />
3 Bozzolo, Cour, n° 557 - WMV, Hacart<br />
4 Bethune, Epitaphes, p. 354 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Franc de Bruges, D. II, p. 269 –<br />
Rietstap, Armorial, D. I, p. 867<br />
5 Ms 2692 geeft gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> keel.<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 65
Halewyn (Daniël van) 1<br />
daneel van halewin, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel<br />
van keel (Gistel-07).<br />
ZEGEL: “Daneel van Alewine, ruddre”, zegelde in 1373 <strong>en</strong> 1378, drie<br />
leeuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel erover.<br />
Daniël van Halewyn, ridder, heer van Drong<strong>en</strong> <strong>en</strong> van Hansbeke, werd<br />
gebor<strong>en</strong> rond 1361. Hij was zoon van Daniël, heer van Hansbeke, <strong>en</strong> van<br />
Catharina van Artevelde <strong>en</strong> overleed kinderloos na 1413. In de lijst van<br />
Vlaamse edellied<strong>en</strong> <strong>en</strong> patriciërs van 1362-1363 staan onder Kortrijk<br />
“Messire Daniel, Jehan, et Gauthier de Halewijn, chevaliers”. Het gaat<br />
hier ev<strong>en</strong>wel over zijn vader, gestorv<strong>en</strong> in 1383, <strong>en</strong> zijn twee ooms, die de<br />
stad Oud<strong>en</strong>aarde verdedigd<strong>en</strong> bij het beleg van 1382.<br />
Halewyn (Olivier van) 2<br />
mer olivir van halewin, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, vergezeld<br />
in het hart van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud (Gistel-03).<br />
Olivier, ridder, heer van Hemsrode, was de broer van Roeland, heer van<br />
Halluin, <strong>en</strong> de oom van Percheval. Hij huwde eerst Kateline van Rolleghem<br />
<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s Margareta van der Clyte. Hij was baljuw van 1382 tot 1387<br />
van D<strong>en</strong>dermonde <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s van 1387 tot 1391 van Aalst <strong>en</strong><br />
Geraardsberg<strong>en</strong>. De kasselrijrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Kortrijk vermeld<strong>en</strong> in 1391<br />
“mer Olivier van Haluwine”. Hij vergezelde de graaf van Nevers, Jan<br />
zonder Vrees, in 1396 tot in Bulgarije. Volg<strong>en</strong>s Sant<strong>en</strong>s was hij reeds<br />
overled<strong>en</strong> in 1394.<br />
Halewyn (Percheval van) 3<br />
mer perchevael van halewin, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel,<br />
gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel (Gistel-02).<br />
Percheval, heer van Rollegem, zoon van Roeland, heer van Halluin, <strong>en</strong> van<br />
Margareta van d<strong>en</strong> Gruuthuyse stierf kinderloos. In 1392 staat “messire<br />
Perchevael de Halewine” vermeld in de Kortrijkse baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />
1 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 856 – Buylaert, Repertorium, p. 311 - de Raadt, Sceaux, D. II,<br />
p. 18 - de Pauw, Artevelde, p. 787 <strong>en</strong> zegel n° 32 - Van Praet, Recherches, p. 295<br />
2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 60 - Buylaert, Repertorium, p. 311 - Debrabandere, Kasselrij,<br />
p. 144 - Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 81 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D.<br />
XV, p. 397 – Sant<strong>en</strong>s, Hemsrode, pp. 228-230 – Van Praet, Recherches, pp. 295-296<br />
3 Buylaert, Repertorium, p. 312 – Debrabandere, Baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, n° 352 - Sant<strong>en</strong>s,<br />
Hemsrode, p. 231 - Van Praet, Recherches, p. 296<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 66
Halewyn (Willem van) 1<br />
mer willem v halewin, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, gebrok<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> hartschild in zilver e<strong>en</strong> kruis van sabel, belad<strong>en</strong> met vijf schelp<strong>en</strong><br />
van goud (Gistel-01).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw van zilver, getongd van keel,<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver.<br />
Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />
ZEGEL: Willem “de Haelwin”, heer van Uitkerke, ridder, zegelde in 1405,<br />
drie gekroonde leeuw<strong>en</strong>, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild met e<strong>en</strong> kruis.<br />
Hij was zoon van Roeland, heer van Halluin, <strong>en</strong> van Margareta van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> huwde Margareta Bonin. Hij was schout van Brugge in<br />
1383. Hij nam deel, sam<strong>en</strong> met zijn broers Olivier <strong>en</strong> Percheval, aan de<br />
begraf<strong>en</strong>isplechtigheid van Gerard de Mortagne. In 1388 was hij baljuw<br />
van Brugge <strong>en</strong> van 1399 tot 1403 van Aalst. In 1405 verklaarde Willem<br />
“de Haelwin”, heer van Uitkerke <strong>en</strong> Bugg<strong>en</strong>hout, ridder, dat hij door de<br />
hertog van Bourgondië was vrijgesteld van het standgeld voor twee l<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
te Brugge. Vanaf 1411 was hij raadsheer van de raad van Vlaander<strong>en</strong>. Hij<br />
was aangesteld als testam<strong>en</strong>tuitvoerder van Jan VI, heer van Gistel. Hij<br />
overleed rond 1419.<br />
Halewyn, g<strong>en</strong>oemd Schoonjans (Jan van) 2<br />
jan scone jans, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
hartschild in azuur drie kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong> van goud (Gistel-11).<br />
Volg<strong>en</strong>s Sant<strong>en</strong>s huwde Jan Schoonjans e<strong>en</strong> dochter van Roeland van<br />
Halewyn <strong>en</strong> van Margareta van d<strong>en</strong> Gruuthuyse. Volg<strong>en</strong>s Gailliard gaat het<br />
hier om Jan van Halewyn, burgemeester van Brugge in 1383 <strong>en</strong> amman<br />
van de stad G<strong>en</strong>t in 1411.<br />
Harduemont (Raas de Warfusée, heer van) 3<br />
rasse van godegont, in keel vijf lelies van goud, geplaatst 2, 2 <strong>en</strong> 1,<br />
vergezeld in de rechterbov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> schelp van hetzelfde<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-03).<br />
ZEGEL: In 1383 gaf “Rasso de Warfesees, dominus de Warouz et de<br />
Haltep<strong>en</strong>ne, miles” e<strong>en</strong> kwijtschrift aan de hertog van Luxemburg. Hij<br />
zegelde, vier lelies, één in het linker schildhoofd, de drie andere geplaatst<br />
2 <strong>en</strong> 1; e<strong>en</strong> vrijkwartier belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> leeuw.<br />
WAPEN: De familie de Warfusée-Waroux voerde als wap<strong>en</strong> in keel het veld<br />
bezaaid met lelies van zilver, e<strong>en</strong> vrijkwartier in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud.<br />
1 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 62 - Buylaert, Repertorium, p. 312 - de Raadt, Sceaux, D. II,<br />
p. 18 – van d<strong>en</strong> Eeckhout, Toison, n° 19 - Van Praet, Recherches, pp. 294-295 –<br />
Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 128<br />
2 de L'Espinoy, Noblesse, p. 193 – Gailliard, Bruges, D. I, p. 214 – Sant<strong>en</strong>s, Hemsrode, p.<br />
231 - Van Praet, Recherches, pp. 305-306<br />
3 de Borman, Hemricourt, D. II, pp. 241 <strong>en</strong> 397-398 - de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 200<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 67
Raas de Warfusée, ridder, heer van Waroux, Hautep<strong>en</strong>ne <strong>en</strong> Harduemont,<br />
is e<strong>en</strong> zoon van Raas de Warfusée, heer van Waroux, <strong>en</strong> van Gertrude<br />
d’Amay. Hij huwde in 1369 Margareta de Hautep<strong>en</strong>ne, vrouw van<br />
Hautep<strong>en</strong>ne <strong>en</strong> Harduemont, <strong>en</strong> overleed in 1403 zonder rechtstreekse<br />
erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong>.<br />
Herzele (R<strong>en</strong>ier van) 1<br />
reynnier van hersele, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk<br />
van azuur, e<strong>en</strong> leeuw van keel uitkom<strong>en</strong>de aan de onderzijde van de<br />
dwarsbalk, de schouder bedekt met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van zilver; 2 <strong>en</strong><br />
3, in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van vijf ruit<strong>en</strong> van keel 2 (<strong>Gruuthuse</strong>-30).<br />
Zoon van Willem <strong>en</strong> echtg<strong>en</strong>oot van Goedele Halfhuys. Hij staat vermeld<br />
als weduw<strong>en</strong>aar van 1422 tot 1428 <strong>en</strong> had nageslacht.<br />
Herzele (Willem van) 3<br />
willem van hersele, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van<br />
azuur, e<strong>en</strong> leeuw van keel uitkom<strong>en</strong>de aan de onderzijde van de<br />
dwarsbalk; 2 <strong>en</strong> 3, in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van vijf ruit<strong>en</strong> van keel<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-02).<br />
ZEGEL: Willem van Herzele, schep<strong>en</strong> van Brussel, zegelde in 1449,<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> uitgeschulpte schuinbalk; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> dwarsbalk<br />
met e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw erover.<br />
WAPEN: De familie gebruikte normaal het eig<strong>en</strong> wap<strong>en</strong> in het eerste <strong>en</strong><br />
vierde kwartier.<br />
E<strong>en</strong> Willem van Herzele voerde als wap<strong>en</strong> in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van 5<br />
ruit<strong>en</strong> van keel. Hij huwde Elisabeth Oem<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet reeds gestorv<strong>en</strong> zijn<br />
voor 1374. De familie Oem<strong>en</strong> voerde als wap<strong>en</strong> in zilver (of in goud), e<strong>en</strong><br />
dwarsbalk van azuur, e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw van keel. Waarschijnlijk is<br />
deze Willem (hij voerde het gevier<strong>en</strong>deelde wap<strong>en</strong> van beid<strong>en</strong>) e<strong>en</strong> zoon<br />
van bov<strong>en</strong>vermelde Willem <strong>en</strong> Elisabeth. Hij wordt vermeld tuss<strong>en</strong> 1377<br />
<strong>en</strong> 1412.<br />
Hole (Jan van d<strong>en</strong>) 4<br />
jan van d<strong>en</strong> hole, in goud drie adelaars van azuur, gebekt <strong>en</strong> gepoot<br />
van keel (Gistel-48).<br />
Hij staat vermeld in 1395 als schep<strong>en</strong> van de heerlijkheid Sint-Maria-<br />
Oud<strong>en</strong>hove. Mogelijks gaat het hier om Jan, aangegev<strong>en</strong> als minderjarige<br />
1 van Parys, Lignages, pp. 667-668<br />
2 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder wass<strong>en</strong>aar.<br />
3 Demay, Flandre, n° 4248 - van Parys, Lignages, pp. 37, 524 <strong>en</strong> 667-668 - Van Praet,<br />
Recherches, p. 296<br />
4 Bethune, Epitaphes, p. 22 - de Pauw, Artevelde, p. 799 – Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n°<br />
248<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 68
in 1368, zoon van Eustache <strong>en</strong> van Margareta Sloefs. E<strong>en</strong> ridder Jan van<br />
d<strong>en</strong> Hole ligt begrav<strong>en</strong> in het klooster te Melle.<br />
Hole (Simon van d<strong>en</strong>) 1<br />
simo<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> hole, in goud drie adelaars van azuur, gebekt <strong>en</strong><br />
gepoot van keel (Gistel-47).<br />
ZEGEL: zijn vader, Frans van d<strong>en</strong> Hole, voordi<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> te Baesweiler,<br />
onder Lodewijk van Nam<strong>en</strong>, zegelde in 1374, drie adelaars <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
bar<strong>en</strong>steel met 5 hangers erover.<br />
WAPEN: “Lodewijck van d<strong>en</strong> Hole, f s François” voerde als wap<strong>en</strong>, in zilver<br />
drie adelaars van azuur, gebekt <strong>en</strong> gepoot van keel.<br />
Hij was zoon van Frans van d<strong>en</strong> Hole, verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van<br />
G<strong>en</strong>t tuss<strong>en</strong> 1375 <strong>en</strong> 1390, <strong>en</strong> van Gertrude van Raveschoot. Simon<br />
verving zijn vader als schep<strong>en</strong> van G<strong>en</strong>t in 1390. Hetzelfde jaar werd hij<br />
door de stad op missie gezond<strong>en</strong> naar Kortrijk <strong>en</strong> naar Hesdin. Hij overleed<br />
kinderloos.<br />
Hoste (Joris) 2<br />
joris hoste, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, belad<strong>en</strong> met drie<br />
eekhoorntjes van zilver (<strong>Gruuthuse</strong>-39).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> gaande eekhoorn van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van goud<br />
uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van sabel <strong>en</strong> goud.<br />
ZEGEL: Jehan Hoste zegelde in 1402, e<strong>en</strong> schuinbalk belad<strong>en</strong> met drie<br />
eekhoorntjes.<br />
“Joris Ost<strong>en</strong>” staat sam<strong>en</strong> met “her Zegher<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> Walle” vermeld in<br />
de Brugse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van 1400-1401. Hij nam sam<strong>en</strong> met 24 andere<br />
Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408. Hij staat<br />
in hetzelfde jaar vermeld als lid van de Sint-Jorisgilde.<br />
Langheraerts (Balthazar) 3<br />
baltazar langhered sone, gedeeld I, in zilver e<strong>en</strong> halve adelaar van<br />
sabel, uitgaande van de deellijn; II, in keel drie tor<strong>en</strong>s van goud; e<strong>en</strong><br />
smalle getande zoom van sinopel over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-37).<br />
E<strong>en</strong> “Willem Langheraerds zu<strong>en</strong>e” staat vermeld in e<strong>en</strong> belangrijke lijst<br />
van Brugse notabel<strong>en</strong> die op 4 maart 1392 naar Ieper werd<strong>en</strong> gezond<strong>en</strong> om<br />
met de hertog te onderhandel<strong>en</strong>.<br />
1 Bethune, Epitaphes, p. 22 - de Pauw, Artevelde, p. 799 - de Raadt, Sceaux, D. II, p. 97 -<br />
Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 146 <strong>en</strong> 147 – WMV, Hole<br />
2 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 444 <strong>en</strong> D. IV, pp. 433 <strong>en</strong> 481-482 - Van d<strong>en</strong><br />
Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 143<br />
3 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 239 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 69
Leeuwerghem (Robrecht van) 1<br />
mer robrecht van lewerghem, in azuur het veld bezaaid met blokjes<br />
van goud e<strong>en</strong> leeuw van hetzelfde, gekroond van keel, de schouder<br />
bedekt met e<strong>en</strong> lelie van hetzelfde (<strong>Gruuthuse</strong>-06).<br />
Banier met het wap<strong>en</strong><br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> “Robreecht van Masseminne”, heer van Massem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
Leeuwergem, zegelde in 1428, e<strong>en</strong> leeuw, de schouder belad<strong>en</strong>.<br />
Hij was zoon van Giselbrecht <strong>en</strong> de broeder van Giselbrecht, heer van<br />
Leeuwergem, <strong>en</strong> huwde eerst Margareta van Ingelmunster <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s<br />
Maria van Halewyn. Hij was baljuw van Aalst van 1405 tot 1407 <strong>en</strong> daarna<br />
van Kortrijk tot 1412 <strong>en</strong> overleed rond 1419.<br />
Lembeke (Jan van) 2<br />
mer jan và lembeke, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van keel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel<br />
van azuur (Gistel-06).<br />
WAPEN: Normaal e<strong>en</strong> veld van zilver.<br />
Ridder Jan van Lembeke was zoon van Rogier <strong>en</strong> van Isabella van der<br />
Moere. In 1390 staat “messire Jehan de Lembeke” vermeld in de Kortrijkse<br />
baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Hij was schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije in 1391 <strong>en</strong> 1395<br />
<strong>en</strong> burgemeester van de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1393. E<strong>en</strong> “Jan van Lembeeke” staat<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in 1390 <strong>en</strong> 1391 aangegev<strong>en</strong> als burgemeester van de commune.<br />
Hij vergezelde de graaf van Nevers, Jan zonder Vrees, in 1396 tot in<br />
Bulgarije. Hij had e<strong>en</strong> zuster Isabella, die in 1384 vermeld staat als weduwe<br />
van Lubrecht Scotelaere.<br />
Lov<strong>en</strong>deghem (Roeland van) 3<br />
roelant van lov<strong>en</strong>deghem, in azuur e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> met<br />
drie schelp<strong>en</strong> van keel (Gistel-45).<br />
P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />
WAPEN: in sabel e<strong>en</strong> keper van zilver, belad<strong>en</strong> met drie schelp<strong>en</strong> van keel.<br />
Hij was e<strong>en</strong> zoon van Roeland <strong>en</strong> van Margareta van Praet. Hij bracht in<br />
1394, na het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader, le<strong>en</strong>hulde voor vier l<strong>en</strong><strong>en</strong> op de<br />
heerlijkheid Lov<strong>en</strong>degem. In 1400, staat “mer Roeland van Lov<strong>en</strong>deghem”<br />
aangegev<strong>en</strong>. Hij overleed zonder nageslacht.<br />
1 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 400 – Buylaert, Repertorium, p. 419 - Castelain, Halewijn, p.<br />
169 – De Keyser, Lembeke, p. 226 – Demay, Flandre, n° 1295 - De Temmerman,<br />
Leeuwergem, pp. 136-137 - Van Praet, Recherches, p. 299<br />
2 Buylaert, Repertorium, p. 423 - Debrabandere, Baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, n° 616 - Delepierre,<br />
Docum<strong>en</strong>ts, D. VII, pp. 76-79 - Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 82 - Kervyn de<br />
Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 397 – Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 154 - Van Praet,<br />
Recherches, p. 298 - WMV, Lembeke<br />
3 Buylaert, Repertorium, p. 442 - Piot, Strat<strong>en</strong>, pp. 121-122 - Van Praet, Recherches, pp.<br />
298-299 - WMV, Lov<strong>en</strong>degem<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 70
Maerschalck (Boudewijn de) 1<br />
boudin de marscalt, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van azuur, belad<strong>en</strong> met<br />
drie hoefijzers van zilver, in de linkerbov<strong>en</strong>hoek e<strong>en</strong> schildje in<br />
azuur drie kor<strong>en</strong>schav<strong>en</strong> van goud, gebond<strong>en</strong> van keel, e<strong>en</strong> smalle<br />
zoom van hetzelfde (Gistel-16).<br />
“Katheline, weduwe van Boudin Maerscalx” staat vermeld in 1399. E<strong>en</strong><br />
“H. Boudin de Maerscalc” nam sam<strong>en</strong> met 24 andere Bruggeling<strong>en</strong> deel<br />
aan het steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408. In hetzelfde jaar was hij<br />
voogd van het Sint-Juliaangasthuis. Hij staat in 1411 aangegev<strong>en</strong> als<br />
“maerscalke van d<strong>en</strong> here van Brucghe”. Hij was schep<strong>en</strong> van Brugge in<br />
1416 <strong>en</strong> 1427 <strong>en</strong> burgemeester in 1421. E<strong>en</strong> “Elisabeth Maerschals, f a<br />
s’heer Bouduin”, echtg<strong>en</strong>ote van Arnout Brantius, overleed in 1400 <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
“Cathelijne f a s’heer Bouduin Maerschaelck”, echtg<strong>en</strong>ote van Lodewijk<br />
van Moerkercke, overleed in 1425.<br />
Maets<strong>en</strong>are (Joris de) 2<br />
jooris de maets<strong>en</strong>are, in sinopel e<strong>en</strong> keper van vair van goud <strong>en</strong> keel,<br />
vergezeld van drie gesp<strong>en</strong> van goud <strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het punt van de keper<br />
van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van hetzelfde 3 (Gistel-29).<br />
“Joris de Maets<strong>en</strong>are” was schep<strong>en</strong> van de stad Brugge in 1366. In 1435,<br />
bezat<strong>en</strong> zijn erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> land te Aard<strong>en</strong>burg. In de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de<br />
algem<strong>en</strong>e ontvanger van Bourgondië wordt er voor de jar<strong>en</strong> 1386/1387 e<strong>en</strong><br />
“Jean de Mat<strong>en</strong>aye, bruguemastre” van Brugge vermeld die van de hertog<br />
vaatwerk ontvangt. In 1435 bezat<strong>en</strong> zijn erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> nog steeds grond<strong>en</strong> in<br />
Aard<strong>en</strong>burg.<br />
Masmines, bastaard (Galois van) 4<br />
gelois van massemeyn basstaert, in azuur e<strong>en</strong> leeuw van goud, de<br />
schouder bedekt met e<strong>en</strong> lelie van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak van sabel<br />
over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-31).<br />
P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />
ZEGEL: “Galaut và Massem<strong>en</strong>e”, broeder van Jan, zoon van “Rubbrecht”,<br />
zegelde in 1430 e<strong>en</strong> akte betreff<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> te Sint-Gillis, gehoud<strong>en</strong> door<br />
zijn broer Jan van het kasteel van D<strong>en</strong>dermonde, e<strong>en</strong> schuinbalk belad<strong>en</strong><br />
met 3 roz<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vrijkwartier met e<strong>en</strong> leeuw belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lelie,<br />
schuinbalksgewijs geplaatst.<br />
1 Bethune, Epitaphes, pp. 316 <strong>en</strong> 365-366 – Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 475 - Gilliodts-van<br />
Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 107 <strong>en</strong> 481-482 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 598 <strong>en</strong> 675<br />
- Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 403 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 143 - Van Praet,<br />
Recherches, p. 299 - Wikipedia, Brugge<br />
2 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 363 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Petites-Villes,<br />
D. II, p. 469 – Marchal-Verdoodt, Table, p. 262 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 46<br />
3 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder wass<strong>en</strong>aar.<br />
4 de Raadt, Sceaux, D. II, pp. 433-434 – Bethune, Epitaphes, p. 87 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire,<br />
D. II, p. 131<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 71
In de jaargetijd<strong>en</strong> van de abdij van Ninove staan “Dnus Joannes de Gallois,<br />
miles” <strong>en</strong> “Dnus Joannes de Gallois, fs naturalis” vermeld. E<strong>en</strong> “Griffon<br />
de Masmines”, zoon van Jan <strong>en</strong> van Catharina Sneckers, werd door Philips<br />
de Stoute gelegitimeerd.<br />
Melan<strong>en</strong> (Jacob van) 1<br />
jacob van melane, in zilver e<strong>en</strong> keper van azuur, belad<strong>en</strong> met drie<br />
vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van goud (Gistel-31).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> leeuw<strong>en</strong>kop van zilver, getongd van keel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
vlucht van zilver.<br />
Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />
Jacob van Melan<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn vrouw Trude droeg<strong>en</strong> in 1398 e<strong>en</strong> hofstede aan<br />
de westzijde van de Sint-Gillis-Nieuwstraat te Brugge over aan de stad. Hij<br />
nam sam<strong>en</strong> met 24 andere Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het steekspel gehoud<strong>en</strong><br />
te Rijsel in 1408. In 1409 deed de weduwe van Jacob van Melan<strong>en</strong> gifte<br />
van r<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge. E<strong>en</strong> Jacob van<br />
Melan<strong>en</strong>, de jonge, nam deel aan verschill<strong>en</strong>de Brugse steekspel<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
1418 <strong>en</strong> 1423. Hij staat in 1410 vermeld in de monsteringslijst van Jan,<br />
heer van Gistel, <strong>en</strong> werd in 1411 aangegev<strong>en</strong> als “maerscalke van d<strong>en</strong> here<br />
van Brucghe”. Hij haalde in 1419 de eerste prijs in het steekspel van de<br />
Spinet te Rijsel.<br />
Messem (Tristan van) 2<br />
tristram van messeem, in goud e<strong>en</strong> keper van keel, belad<strong>en</strong> in de top<br />
met e<strong>en</strong> ring van goud, vergezeld van drie wass<strong>en</strong>aars van keel<br />
(Gistel-13).<br />
ZEGEL: “Margriete, fille de messire Guy, filz de messire Guy de Flandres,<br />
jadis bastaerd, chevaliers, femme de Tristram de Messem” ontving in 1398<br />
e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te op de briev<strong>en</strong> van Ass<strong>en</strong>ede. Zij gebruikte als zegel, gedeeld I,<br />
e<strong>en</strong> keper vergezeld van drie wass<strong>en</strong>aars; II, e<strong>en</strong> vol wap<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />
vrijkwartier belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> leeuw.<br />
Tristan was zoon van Willem <strong>en</strong> van Maria van der Beurse. Hij huwde<br />
Margareta van Vlaander<strong>en</strong>, overled<strong>en</strong> in 1411. “Messire Tristan de<br />
Messem” vergezelde de graaf van Nevers, Jan zonder Vrees, in 1396 tot in<br />
Bulgarije. Hij was één van de weinige Vlaming<strong>en</strong> die teruggekom<strong>en</strong> zijn<br />
na de veldslag van Nicopolis. Hij werd gevang<strong>en</strong> door de Turk<strong>en</strong>, maar<br />
1 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 630 – Gailliard, Inscriptions, D. II, p. XXIX - Gilliodts-van<br />
Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 107 <strong>en</strong> 481-482 – Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 380 -<br />
Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 143 - Van Praet, Recherches, p. 300<br />
2 de Raadt, Sceaux, D. II, p. 474 – Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 82 - Gailliard,<br />
Bruges, D. V, p. 234 – Gailliard, Inscriptions, D. I, p. 79 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove,<br />
Froissart, D. XV, p. 397 <strong>en</strong> D. XVI, pp. 258-260 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 –<br />
Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 116<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 72
kwam tamelijk snel vrij. Zijn schoonbroer daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, Nikolaas<br />
Ut<strong>en</strong>hove, zou er zev<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> over do<strong>en</strong>.<br />
Mett<strong>en</strong>eye (Lodewijk) 1<br />
lodewic mett<strong>en</strong> eye, in keel e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> in de top<br />
met e<strong>en</strong> vijfpuntige ster van azuur, vergezeld van drie tor<strong>en</strong>s van<br />
goud (<strong>Gruuthuse</strong>-42).<br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> “Jan Mett<strong>en</strong>ye”, ridder, zegelde in 1390, e<strong>en</strong> keper belad<strong>en</strong> in<br />
de top met e<strong>en</strong> ring <strong>en</strong> vergezeld van drie kastel<strong>en</strong>.<br />
“Loys Mett<strong>en</strong>-Eye, bourgeois de Bruges” vergezelde de graaf van Nevers,<br />
Jan zonder Vrees, in 1396 tot in Bulgarije.<br />
Mett<strong>en</strong>eye (Peter) 2<br />
pieter mettè eye, in keel e<strong>en</strong> keper van goud, vergezeld van drie<br />
tor<strong>en</strong>s van hetzelfde, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van azuur (<strong>Gruuthuse</strong>-40).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van keel <strong>en</strong> zilver, gebekt van zilver,<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver <strong>en</strong> keel.<br />
WAPEN: Normaal is de keper van zilver.<br />
Peter Mett<strong>en</strong>eye nam deel in 1398-1399 aan het steekspel te Rijsel, waar<br />
hij “d<strong>en</strong> danc brochte van der spinette”. Hij was raadsheer van de hertog.<br />
Hij was gehuwd met Barbara van der Zyckele <strong>en</strong> overleed in 1427. Ze<br />
werd<strong>en</strong> beid<strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> in de Augustijnerkerk te Brugge. E<strong>en</strong> Peter<br />
Mett<strong>en</strong>eye was schout van de stad Brugge <strong>en</strong> burgemeester in 1416, 1420<br />
<strong>en</strong> 1426.<br />
Moerkercke (Lodewijk van) 3<br />
mer lovis van moerkerke, in goud e<strong>en</strong> schuinkruis van keel, belad<strong>en</strong><br />
met vijf schelp<strong>en</strong> van goud, vergezeld in het schildhoofd van e<strong>en</strong><br />
schildje in goud vier kepers van keel (<strong>Gruuthuse</strong>-22).<br />
ZEGEL: Catharina, dochter van Boudewijn Maerschalck <strong>en</strong> weduwe van<br />
heer Lodewijk van “Mourquerque”, ridder, baljuw van Kortrijk, zegelde<br />
in 1425, gedeeld I, e<strong>en</strong> schuinkruis belad<strong>en</strong> met 5 schelp<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergezeld in<br />
het schildhoofd van e<strong>en</strong> schildje met drie kepers; II, e<strong>en</strong> schuinbalk<br />
belad<strong>en</strong> met drie hoefijzers.<br />
WAPEN: Normaal zijn de vijf schelp<strong>en</strong> van zilver.<br />
1 Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 82 - Demay, Flandre, n° 1320 - de Raadt, Sceaux,<br />
D. IV, p. 533 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 398 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte,<br />
p. 64<br />
2 Gailliard, Bruges, D. VI, p. 333 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 400 - Van<br />
d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 144 - Van Praet, Recherches, p. 301 – Vermeersch,<br />
Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 144 - WMV, Mett<strong>en</strong>eye - Wikipedia, Brugge<br />
3 Bethune, Epitaphes, pp. 365-366 – Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 392 – Buylaert,<br />
Repertorium, pp. 489-490 - Delepierre, Docum<strong>en</strong>ts, D. VII, pp. 81-88 - de Raadt,<br />
Sceaux, D. II, p. 487 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 402 <strong>en</strong> 636 - WMV, Moerkerke<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 73
Hij was raadsheer <strong>en</strong> kamerling van de hertog van Bourgondië, graaf van<br />
Vlaander<strong>en</strong>. “Lowis van Moerkercke, rudder” staat verschill<strong>en</strong>de ker<strong>en</strong><br />
vermeld als schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije van 1399 tot 1406 <strong>en</strong><br />
burgemeester van de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1400 <strong>en</strong> 1407. Tuss<strong>en</strong> 1398 <strong>en</strong> 1403,<br />
werd “mer Lonis van Moerkeerke” verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> op missie<br />
gezond<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de stad. Hij overleed in 1423 <strong>en</strong> zijn echtg<strong>en</strong>ote Catharina<br />
in 1425 <strong>en</strong> beid<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te<br />
Damme.<br />
Nevele (Willem van) 1<br />
mer willem van nevele, in goud e<strong>en</strong> kruis van keel (Gistel-04).<br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> “Willelmi de Nivella”, ridder, heer van Uitberg<strong>en</strong>,<br />
zegelde in 1336: e<strong>en</strong> kruis.<br />
WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie in zilver e<strong>en</strong> kruis van keel.<br />
Hij was zoon van Willem, g<strong>en</strong>oemd Ghauwain, heer van Oosthove, <strong>en</strong> van<br />
Willelmina van Halewyn, g<strong>en</strong>oemd de Deurwaerder, vrouw van<br />
Lichtervelde <strong>en</strong> huwde Maria van Ghistelles. Hij was aanwezig in 1391 bij<br />
de begraf<strong>en</strong>isplechtigheid van Gerard de Mortagne. Hij overleed in of voor<br />
1393, datum waar “thoir van mer Willemme van Nevele” vermeld staat.<br />
Zijn zuster Maria, echtg<strong>en</strong>ote van Rogier Boetelin, g<strong>en</strong>oemd van Heule,<br />
erfde de heerlijkheid Lichtervelde. In de lijst van Vlaamse edellied<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
patriciërs van 1362-1363 staan onder Veurneambacht “Messire Guillaume<br />
de Nevele”.<br />
Parys, bastaard (van) 2<br />
de basstaert parijs, gedwarsbalkt van zilver <strong>en</strong> keel van acht stukk<strong>en</strong>,<br />
de dwarsbalk<strong>en</strong> van keel getralied van goud, e<strong>en</strong> schuinstaak van<br />
sinopel over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-10).<br />
E<strong>en</strong> Jan van Parys werd ridder geslag<strong>en</strong> in 1359 voor de veldslag van<br />
Nog<strong>en</strong>t-sur-Seine. “Her Jan Paris” staat vermeld in 1377 in gezelschap<br />
van de “her Gherart van Ghistele”. Hij overleed in 1391 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s zijn<br />
testam<strong>en</strong>t erfd<strong>en</strong> Gerard van Ghistelles, zijn vrouw <strong>en</strong> hun zoon Jan,<br />
goeder<strong>en</strong> van hem <strong>en</strong> dit “vertus qu'<strong>en</strong> son <strong>en</strong>droit auoit demonstré<br />
Messire Gerard de Guistelles Chevalier”.<br />
1 Bethune, Epitaphes, p. 266 - Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 940 - Buylaert, Repertorium, p.<br />
522 – Debrabandere, Hulster, N° 505 - Demay, Flandre, n° 1399 - van d<strong>en</strong> Eeckhout,<br />
Coninck, n° 83 - Van Praet, Recherches, p. 301 – WMV, Nevele<br />
2 Buylaert, Repertorium, pp. 548-549 - de L'Espinoy, Noblesse, pp. 344-345 - de Pauw,<br />
Audi<strong>en</strong>cie, p. 940 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. VI, p. 166<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 74
Peckelmoes (Godschalck) 1<br />
godscalc perkelmoes, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver e<strong>en</strong> keper van<br />
sabel, vergezeld van drie meerltjes van keel; 2 <strong>en</strong> 3, in (azuur) e<strong>en</strong><br />
lelie van goud 2 (Gistel-25).<br />
“Godscalke Peckelmoes” staat vermeld in 1369 in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de<br />
stad Brugge.<br />
Quarouble (Jacob de) 3<br />
jacob de crombeke, in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met<br />
vier vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, één in het schildhoofd links, één in<br />
het hart <strong>en</strong> twee in de voet, vergezeld van vier maliën van zilver 4<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-46).<br />
Geeft in 1400 e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> te Saultain als erf<strong>en</strong>is.<br />
Quarouble (Jan de)<br />
jan de crombeke, in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met<br />
vijf vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, vergezeld van vier maliën van zilver<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-47).<br />
Quarouble (Willem de) 5<br />
willem de crombeke, in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met<br />
vijf vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, vergezeld van vier maliën van zilver<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-45).<br />
P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> “Willaume de Courouble” zegelde in 1428, e<strong>en</strong> schuinkruis<br />
belad<strong>en</strong> met vijf spoorrader<strong>en</strong>, gebrok<strong>en</strong> in de rechterbov<strong>en</strong>hoek met e<strong>en</strong><br />
punt <strong>en</strong> gekantonneeerd van vier maliën.<br />
E<strong>en</strong> “Guillaume Quaroble” was algeme<strong>en</strong> procureur van de graaf in 1350.<br />
E<strong>en</strong> “Willame de Quarouble sr de Lespaix” overleed in 1438 <strong>en</strong> werd<br />
sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote, Jehanne Le Wette, overled<strong>en</strong> in 1406, begrav<strong>en</strong><br />
in de Sint-Gerykerk te Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes. Volg<strong>en</strong>s zijn grafzerk was het<br />
schuinkruis belad<strong>en</strong> met 5 sterr<strong>en</strong> van keel.<br />
1 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 172<br />
2 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> maar het eerste <strong>en</strong> vierde kwartier zonder de drie<br />
meerltjes.<br />
3 Bozzolo, Cour, n° 740<br />
4 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> maar het schuinkruis belad<strong>en</strong> met vijf vijfpuntige sterr<strong>en</strong>.<br />
5 Demay, Flandre, n° 1472 - Limburg-Stirum, Cartulaire, D. I, p. 152 – Leuridan,<br />
Epigraphie, p. 59 – Rodière, Table, p. 77<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 75
Rabecque (Victor de La Douve, g<strong>en</strong>oemd de) 1<br />
victor van rabeke, in goud vier kepers van azuur (Gistel-14).<br />
ZEGEL: “Victors de le Douve, dit de Rabieque”, ridder ontving<br />
in 1409 <strong>en</strong> 1410 e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te van de hertog van Bourgondië. Hij<br />
gebruikte als zegel, vier kepers, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild<br />
(ruw).<br />
WAPEN: Bethune geeft voor de familie “vander Douve”, in goud vier<br />
kepers van sabel.<br />
“Mher Victor dela Douve, gheseyt van de Rabeke” staat vermeld in 1420.<br />
Hij was raadsheer van de hertog <strong>en</strong> baljuw van Veurne. Hij overleed in<br />
1421 <strong>en</strong> werd begrav<strong>en</strong> in de Sint-D<strong>en</strong>iskerk te Veurne. “Riflaerde f. Mer<br />
Victoors van Rabeke, bastaerd”, afkomstig uit Quesnoit op de Leie werd<br />
poorter van Brugge in 1444.<br />
Ranst (Wouter = Adam ? van) 2<br />
woutre van ranst, in goud drie pal<strong>en</strong> van keel, de middelste paal in<br />
het schildhoofd belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud 3 (<strong>Gruuthuse</strong>-<br />
04).<br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> “Adaem van Berchghem”, ridder, zegelde in 1374 met e<strong>en</strong><br />
gelijkaardig wap<strong>en</strong>.<br />
WAPEN: Led<strong>en</strong> van de familie van Berchem - Ranst voerd<strong>en</strong> als wap<strong>en</strong> in<br />
zilver drie pal<strong>en</strong> van keel, meestal met e<strong>en</strong> breukelem<strong>en</strong>t.<br />
Hij was zoon van Jan <strong>en</strong> van Elisabeth van Stad<strong>en</strong>. Hij huwde Catharina<br />
van Ypelaer <strong>en</strong> overleed in 1414.<br />
Raveschoot (Willem van) 4<br />
willè và ravèscote, in goud 3 rav<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van<br />
keel (Gistel-46).<br />
Hij was zoon van Boudewijn <strong>en</strong> van Catharina van Steelant <strong>en</strong> huwde<br />
Mathilde Borluut. “Willem van Ravescoete”, schep<strong>en</strong> van G<strong>en</strong>t, werd in<br />
1402 op missie gezond<strong>en</strong> naar Brugge <strong>en</strong> in 1403 naar Calais. In 1406<br />
verkocht hij, sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote, hun huis te G<strong>en</strong>t aan Walrave,<br />
heer van Massem<strong>en</strong>. Hij overleed in 1410 <strong>en</strong> ligt, sam<strong>en</strong> met zijn<br />
echtg<strong>en</strong>ote, begrav<strong>en</strong> in de Sint-Janskerk te G<strong>en</strong>t. E<strong>en</strong> Willem van<br />
Ravschoot was in 1438 le<strong>en</strong>houder van grond<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> in het goed<br />
g<strong>en</strong>oemd “Nieuwgoed” <strong>en</strong> “Fierk<strong>en</strong>sbrouc” te Petegem. In de lijst van<br />
1 Bethune, Epitaphes, pp. 110, 217 <strong>en</strong> 252 - Buylaert, Repertorium, p. 579 - De Flou,<br />
Toponymie, D. 13, p. 216 - de Raadt, Sceaux, D. I, p. 394 – Jamees, Brugse, D. II, p. 198<br />
– WMV, Douve <strong>en</strong> Rabecque<br />
2 Jéquier, Ranst, pp. 2-3, 28-33 <strong>en</strong> n° VII-7<br />
3 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder wass<strong>en</strong>aar.<br />
4 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 1003 - de Potter, Petegem, p. 20 – Despodt, G<strong>en</strong>tse, n° 1.3./010<br />
– Goethals, Dictionnaire, D. I, p. 452 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 578, 584, 600, 602,<br />
613 <strong>en</strong> 621 - Van Praet, Recherches, pp. 302-303<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 76
Vlaamse edellied<strong>en</strong> <strong>en</strong> patriciërs van 1437 staan onder G<strong>en</strong>t “Jacques et<br />
Guillaume de Raveschot, freres”.<br />
R<strong>en</strong>ty (Raas de) 1<br />
mer rasse và r<strong>en</strong>ty, in goud drie disselbijl<strong>en</strong> van keel, vergezeld in<br />
het hart van e<strong>en</strong> zespuntige ster van sinopel, e<strong>en</strong> smalle getande<br />
zoom van hetzelfde (<strong>Gruuthuse</strong>-19).<br />
WAPEN: Bergshammar geeft voor R<strong>en</strong>ty, in zilver drie disselbijl<strong>en</strong> van<br />
keel, de twee bov<strong>en</strong>ste afgew<strong>en</strong>d.<br />
In 1396 vergezelde hij de graaf van Nevers, Jan zonder Vrees, tot in<br />
Bulgarije.<br />
Reyghersvliet (Jan van) 2<br />
jan van regaersvliete, in azuur e<strong>en</strong> uitgeschulpt kruis van goud, e<strong>en</strong><br />
bar<strong>en</strong>steel van keel (Gistel-10).<br />
WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie in azuur e<strong>en</strong> uitgeschulpt<br />
kruis van zilver.<br />
In 1396 vergezelde “Messire Jehan de Reingaerdsvliete” de graaf van<br />
Nevers, Jan zonder Vrees, tot in Bulgarije.<br />
Rockeghem (Jan van) 3<br />
jan van rokeghem, in goud e<strong>en</strong> kruis van keel, belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
vijfpuntige ster van zilver (<strong>Gruuthuse</strong>-07).<br />
WAPEN: in goud e<strong>en</strong> dubbelgebloemde binn<strong>en</strong>zoom van sinopel, e<strong>en</strong> kruis<br />
van keel over alles he<strong>en</strong>.<br />
Hij was zoon van Pieter, heer van Kerkem, overled<strong>en</strong> rond 1380. Hij huwde<br />
e<strong>en</strong> dochter van Goesin Cabeliau. In 1411 vertrok hij, sam<strong>en</strong> met Jan van<br />
Cless<strong>en</strong>aere <strong>en</strong> Jan van de Kerchove, naar Douai als kapitein van de<br />
stedelijke militie. In 1416 staat “edele weerd<strong>en</strong> heere mijn here Jan van<br />
Rokeghem, rudder, heere van Kerckhem <strong>en</strong> sin hove <strong>en</strong>de heerscepe van<br />
T<strong>en</strong> Doerne” aangegev<strong>en</strong>.<br />
1 Bij Delaville Le Roulx staat hij aangegev<strong>en</strong> als “le Galois de R<strong>en</strong>ty”. In de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
van de algem<strong>en</strong>e ontvanger van Bourgondië staat voor de jar<strong>en</strong> 1388/1389, e<strong>en</strong> Vitasse<br />
dit Galois de R<strong>en</strong>ty, ridder aangegev<strong>en</strong> als kamerheer van de hertog (Delaville Le Roulx,<br />
Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 84 - de Woelmont de Brumagne, R<strong>en</strong>ty, p. 11 – Marchal-Verdoodt,<br />
Table, p. 329 – Raneke, Bergshammar, n° 1845).<br />
2 Bethune, Epitaphes, p. 372 - Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 83 - Kervyn de<br />
Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 397 – WMV, Reigersvliet<br />
3 Buylaert, Repertorium, pp. 602-603 - Castelain, Rokeghem, pp. 90-91 - WMV, Rokegem<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 77
Rouc (Robrecht Le) 1<br />
robrecht de rouc, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud drie rav<strong>en</strong> van sabel;<br />
2 <strong>en</strong> 3, in vair van sinopel <strong>en</strong> goud, twee kepers van keel (<strong>Gruuthuse</strong>-<br />
18).<br />
P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />
ZEGEL: “Robbijn le Rouc” verzekert dat de ontvanger van Bornem zekere<br />
betaling<strong>en</strong> heeft verricht. Hij zegelde in 1391, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, drie<br />
meerltjes; 2 <strong>en</strong> 3, omgekeerd gekeperd van vair, twee kepers erover.<br />
WAPEN: De kwartier<strong>en</strong> twee <strong>en</strong> drie zijn in feite het wap<strong>en</strong> van “le sire de<br />
moriamnes, varié contre varié <strong>en</strong> chevrons d’arg<strong>en</strong>t et d’asur à ij chevrons<br />
de gueles”.<br />
Hij was zoon van Dominic Le Rouc, schildknaap, <strong>en</strong> van Catharina de<br />
Bailleul 2 . In 1395-1396 werd Robrecht Le Rouc vervang<strong>en</strong> als opperjachtmeester<br />
van Vlaander<strong>en</strong> door Lodewijk de Maerschalk. In 1397, nam<br />
“Robertus Rouc”, volg<strong>en</strong>s Froissart, deel aan de verovering van Stavor<strong>en</strong><br />
door de graaf van Ostrevant. In 1402 verbond Robrecht Le Rouc, heer van<br />
Morialmé, schildknaap, er zich toe t<strong>en</strong> overstaan van de graaf van Nam<strong>en</strong>,<br />
zijn meester, e<strong>en</strong> pelgrimstocht te ondernem<strong>en</strong> naar Jeruzalem. Deze akte<br />
werd bekrachtigd door Lodewijk van Reyghersvliet, heer van Boelare,<br />
Gerard d’Havré <strong>en</strong> Michiel de Ligne, ridders. In 1414 onterfde hij zich van<br />
e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> dat hij in 1412 gekocht had van Michiel de Ligne. In 1396 deed<br />
zijn moeder le<strong>en</strong>hulde voor de heerlijkheid van Morialmé. Zij schonk de<br />
heerlijkheid aan haar zoon Robrecht. Op 27 April 1418 doet “Johan de<br />
Fossoit, écuyer, relève le donjon ou tour de Morialmeiz, les terres de<br />
Heppignie et de Lambusart, par décès de Robert le Roulz, écuyer”.<br />
1 Bormans, Fiefs de Namur, D. I, p. 70 <strong>en</strong> D. II, p. 233 - de Raadt, Sceaux, D. III, pp. 279-<br />
280 – de Saint G<strong>en</strong>ois, Monum<strong>en</strong>s, D. I, p. 347 – Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D.<br />
XV, p. 404 – Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, p. 25 – Popoff, Urfé, n° 2205 - Roland,<br />
Morialmé, pp. 66-67 <strong>en</strong> 80<br />
2 Zij was e<strong>en</strong> dochter van Nikolaas, heer van Ronsoit in Vermandois, broeder van Jan,<br />
heer van Beloeil (B-7970), <strong>en</strong> van Mahaut van Liedekercke, vrouw van Boelare. Na het<br />
overlijd<strong>en</strong> van Mahaut werd in 1362 Lodewijk van Male ingeroep<strong>en</strong> om de<br />
erf<strong>en</strong>isverdeling te regel<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Catharina <strong>en</strong> haar 2 zusters. Johanna, echtg<strong>en</strong>ote van<br />
Willem, vidame van Chartres, erfde Overboelare, Beatrix, echtg<strong>en</strong>ote van Jan, heer van<br />
Fosseux, erfde Nederboelare <strong>en</strong> Catharina ontving het zesde deel van de land<strong>en</strong> die haar<br />
beide zusters ontvang<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>. Catharina <strong>en</strong> Johanna ontving<strong>en</strong> dit wel “<strong>en</strong> fief et<br />
hommage de la dame de Fosseux ou du Comte de Flandres”. In 1364 verkocht Johanna<br />
aan haar zuster Beatrix “toute sa part dans les bi<strong>en</strong>s et les droits de la seigneurie de<br />
Boulaere”. Het “goed van bourlaere algheheel te gader es com<strong>en</strong> <strong>en</strong>de also sal bliv<strong>en</strong><br />
ghehoud<strong>en</strong> van min<strong>en</strong> Here, van der vrauw<strong>en</strong> van Fosseux als ervachtich”. Dit verklaart<br />
de familiale band<strong>en</strong> met het huis Reyghersvliet <strong>en</strong> de relatie met Vlaander<strong>en</strong> (Camp<strong>en</strong>,<br />
Boulaere, pp. 52-54 - de Liedekerke, Rasse, pp. 334-336 – de Raadt, Sceaux, D. III, p.<br />
279 - Godefroy, Inv<strong>en</strong>taire, n° 8871 <strong>en</strong> 9344 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 47 <strong>en</strong> 123<br />
- Van Trimpont, Boelare, pp. 134-140).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 78
Rynvisch (Everard) 1<br />
everaert rinvisch, in goud zes dolfijn<strong>en</strong> van azuur, geplaatst 3 <strong>en</strong> 3<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-36).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> dolfijn van azuur, bijt<strong>en</strong>d in de helm.<br />
ZEGEL: “Everaerdi Rynvisch” ontving in 1418 e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te op de spijker van<br />
Brugge. Hij gebruikte als zegel, zes viss<strong>en</strong>.<br />
In 1387 hield “Everaerdt Rijnvisch, Philips zone” e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />
de stad G<strong>en</strong>t van de heer van Nevele. In 1390 <strong>en</strong> in 1392, werd “her<br />
Everaerd Rijnvische”, schep<strong>en</strong> van Brugge, op missie gezond<strong>en</strong> naar G<strong>en</strong>t.<br />
“Eueraerd Rynvisch” was in 1391 e<strong>en</strong> van de zes “hooftmans” te Brugge<br />
<strong>en</strong> in 1393 <strong>en</strong> 1407 schep<strong>en</strong> van de stad. Hij nam sam<strong>en</strong> met 24 andere<br />
Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408. Hij<br />
overleed in 1423 <strong>en</strong> ligt begrav<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote, Jacqueline Bondt,<br />
in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge.<br />
Rysele (Gillis van) 2<br />
gillis van rijssele, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van<br />
drie ruit<strong>en</strong> van azuur; 2 <strong>en</strong> 3, gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> azuur<br />
(Gistel-36).<br />
In 1402 werd “her Gillis van Rijsele”, schep<strong>en</strong> van Brugge, sam<strong>en</strong> met<br />
“Victoor van Leffinghe” naar Leuling<strong>en</strong> gezond<strong>en</strong> om aanwezig te zijn bij<br />
het verdrag tuss<strong>en</strong> de Frans<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Engels<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de schade die<br />
deze laatst<strong>en</strong> ter zee hadd<strong>en</strong> aangericht aan de Vlaamse schippers.<br />
Rysele (Joris van) 3<br />
joris van rijssele, in sinopel e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met<br />
vijf schelp<strong>en</strong> van keel (Gistel-21).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw van sabel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />
zilver.<br />
WAPEN: Bethune geeft voor e<strong>en</strong> “Margriete van Russele”, gestorv<strong>en</strong> in<br />
1433, in zilver e<strong>en</strong> schuinkruis van keel, belad<strong>en</strong> met 5 schelp<strong>en</strong> van goud.<br />
Hij was in 1380 <strong>en</strong> 1382 dek<strong>en</strong> van de Sint Jorisgilde. Hij was raadsheer<br />
van de stad Brugge in 1386 <strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1394 <strong>en</strong><br />
1399. “Her Joris van Ryssele” wordt in de Brugse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
vermeld in de jar<strong>en</strong> 1389-1390. Tuss<strong>en</strong> 1390 <strong>en</strong> 1404 stuurde de stad<br />
1 de Potter, Nevele, p. 33 - de Raadt, Sceaux, D. III, p. 230 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />
Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 195 <strong>en</strong> D. IV, pp. 481-482 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 125 <strong>en</strong> 223<br />
- Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 196 <strong>en</strong> 543 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 144 –<br />
Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 136<br />
2 Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 566<br />
3 Bethune, Epitaphes, p. 317 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, pp. 219-220 <strong>en</strong><br />
239 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 137 - Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 221 <strong>en</strong> 403 - Van<br />
d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Praet, Recherches, p. 305<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 79
Brugge “her Jorisse van Rijssele” verschill<strong>en</strong>de ker<strong>en</strong> op missie buit<strong>en</strong> de<br />
stad.<br />
Rysele (Robrecht van) 1<br />
kanin van rijssele, in sinopel e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met<br />
vijf schelp<strong>en</strong> van keel, vergezeld in het schildhoofd van e<strong>en</strong><br />
wass<strong>en</strong>aar van goud (Gistel-30).<br />
E<strong>en</strong> “Robbrechte van Ryssele” ontving in 1404-1405 geschrift<strong>en</strong> over de<br />
schade die lied<strong>en</strong> uit Castilië op zee hadd<strong>en</strong> toegebracht aan Duitse Hanze<br />
kooplied<strong>en</strong>. Hij di<strong>en</strong>de deze klacht te schrijv<strong>en</strong> in het Nederlands, te<br />
vertal<strong>en</strong> in het Frans, <strong>en</strong> te overhandig<strong>en</strong> aan de burgemeester <strong>en</strong> de<br />
verteg<strong>en</strong>woordigers van de stad Brugge.<br />
Scotelaere (Lievin de) 2<br />
lievin scuetelare, in keel e<strong>en</strong> schildhoofd van goud, belad<strong>en</strong> met drie<br />
ruit<strong>en</strong> van azuur, de eerste ruit belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> meerltje van (zilver)<br />
(Gistel-33).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van sinopel, gebekt van goud, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
vlucht van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />
ZEGEL: “Lieuin de Sceutelare” zegelde in 1389 als schep<strong>en</strong> van Brugge,<br />
e<strong>en</strong> schildhoofd belad<strong>en</strong> met drie ruit<strong>en</strong>.<br />
Hij was in 1404 nogmaals schep<strong>en</strong> van de stad. In 1403-1404 <strong>en</strong> in 1411-<br />
1413 vermeldt m<strong>en</strong> hem als “heer Lievin Scuetelare, buerchmeester”.<br />
Scotelaere (Lubrecht de) 3<br />
lubrecht scuetelare, in keel e<strong>en</strong> schildhoofd van goud, belad<strong>en</strong> met<br />
drie ruit<strong>en</strong> van azuur (Gistel-32).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van sinopel, gebekt van goud, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
vlucht van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> vlamm<strong>en</strong>kroon van keel.<br />
Mogelijks was hij in 1381 forestier van het steekspel van de Witte Beer. In<br />
1389 werd “her Lubrechte d<strong>en</strong> Scotelare” verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> op missie<br />
gezond<strong>en</strong> door de stad Brugge. “Lubrecht d<strong>en</strong> Scuetelar<strong>en</strong>” staat verder<br />
vermeld in de Brugse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van 1391 <strong>en</strong> 1404.<br />
1 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, p. 43 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64<br />
2 Debrabandere, Hulster, N° 636 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 145 <strong>en</strong> D.<br />
IV, pp. 102 <strong>en</strong> 252 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Duyse, Inv<strong>en</strong>taire, n° 494 - Van<br />
Praet, Recherches, p. 306 - Wikipedia, Brugge<br />
3 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, p. 42 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 73, 74, 87,<br />
98 <strong>en</strong> 100 - Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 139 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 144<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 80
Slingere (Frans de) 1<br />
franse slingher, in azuur e<strong>en</strong> dubbelkoppige adelaar van zilver,<br />
gepoot van goud, de hals <strong>en</strong> het hoofd van hetzelfde (Gistel-40).<br />
Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />
ZEGEL: Frans de Slingere, voogd van de Heilige Geest hospitaal, zegelde<br />
in 1396, e<strong>en</strong> adelaar met gespreide vleugels.<br />
Frans de Slingere werd, sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote Anna, vermeld als<br />
burger van de stad Ieper. Hij deed in 1387-1388 le<strong>en</strong>hulde voor e<strong>en</strong> le<strong>en</strong><br />
geleg<strong>en</strong> te Boezinge, hem toegekom<strong>en</strong> bij het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader<br />
Lamsin. In 1394 werd “Franse Slingher” door de stad Ieper naar Calais<br />
gezond<strong>en</strong> <strong>en</strong> in 1401 naar Doornik. In 1396 werd hij aangegev<strong>en</strong> als<br />
ontvanger voor de stad <strong>en</strong> in 1396 <strong>en</strong> 1414-15 als voogd van het Heilige<br />
Geesthospitaal.<br />
Steelant (Lievin van) 2<br />
lievin van steelant, in keel e<strong>en</strong> dwarsbalk van goud getralied van<br />
azuur, vergezeld in het schildhoofd van drie vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van<br />
goud (<strong>Gruuthuse</strong>-25).<br />
ZEGEL: Liev<strong>en</strong> van Steelant, schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije, zegelde in<br />
1397, e<strong>en</strong> dwarsbalk getralied, getopt met ... <strong>en</strong> van twee naast elkaar<br />
gerangschikte sterr<strong>en</strong>.<br />
WAPEN: Bethune geeft voor “Phlus de Steelant, duus de Lophem”, (in keel<br />
e<strong>en</strong> dwarsbalk van zilver getralied van azuur) “met dri guld<strong>en</strong> sterr<strong>en</strong><br />
bov<strong>en</strong> de face”.<br />
Liev<strong>en</strong> van Steelant was meerdere mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije<br />
tuss<strong>en</strong> 1390 <strong>en</strong> 1402. De magistrat<strong>en</strong> van het Brugse Vrije zond<strong>en</strong> hem in<br />
1399, sam<strong>en</strong> met Jan van Gh<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Jan van d<strong>en</strong> Berghe, naar Diksmuide.<br />
In mei 1402 was hij te Brugge om er, met andere led<strong>en</strong> van het Brugse<br />
Vrije, het antwoord te besprek<strong>en</strong> dat aan de hertog zou word<strong>en</strong> verzond<strong>en</strong>.<br />
Ste<strong>en</strong>huize (heer van) 3<br />
de heere van ste<strong>en</strong>huuse, geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur, belad<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> schaduwleeuw, e<strong>en</strong> zoom geblokt van keel <strong>en</strong> zilver<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-13).<br />
ZEGEL: Felix van Ste<strong>en</strong>huyse zegelde in 1419, geschuinbalkt belad<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> leeuw, e<strong>en</strong> geblokte uitgeschulpte? zoom. (de helft van het zegel is<br />
gebrok<strong>en</strong>).<br />
1 Bonaert, Sceaux, p. 424 – Feys, Saint-Martin, pp. 459, 493 <strong>en</strong> 572-574 - Gilliodts-van<br />
Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 373 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 282 <strong>en</strong> 516 - van<br />
Hollebeke, Role, p. 337<br />
2 Bethune, Epitaphes, pp. 21 <strong>en</strong> 315 - Delepierre, Docum<strong>en</strong>ts, D. I, p. 43 <strong>en</strong> D. VII, pp.<br />
76-84 - de Raadt, Sceaux, D. III, p. 466 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 558 <strong>en</strong> 653 – WMV,<br />
Steeland<br />
3 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 383 <strong>en</strong> 748 - Buylaert, Repertorium, pp. 651-653 – Colpaert,<br />
Avelgem, p. 201 - Van D<strong>en</strong> Berghe, Ste<strong>en</strong>huize, pp. 202-210 - Van Praet, Recherches,<br />
pp. 307-308<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 81
Felix was zoon van Oste, heer van Ste<strong>en</strong>huize, <strong>en</strong> van Elisabeth van Welle<br />
<strong>en</strong> huwde Margareta van Stavele. Hij volgde in 1385 zijn vader op als heer<br />
van Ste<strong>en</strong>huize <strong>en</strong> Avelgem, Hij was vanaf 1405 tot 1424 groot-baljuw van<br />
Vlaander<strong>en</strong>. Hij steunde in 1411 <strong>en</strong> 1417 hertog Jan zonder Vrees, als<br />
kapitein van e<strong>en</strong> Brugse heir, in di<strong>en</strong>s burgeroorlog teg<strong>en</strong> de Armagnacs.<br />
Hij kocht in 1423, sam<strong>en</strong> met zijn zoon Jan, het poorterschap te Brugge.<br />
Hij overleed in 1424.<br />
Stove (Peter van der) 1<br />
pieter và der stove, in goud drie klophamers van azuur (Gistel-24).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> draak van zilver met gespreide vleugels, staande op<br />
e<strong>en</strong> kap van keel belad<strong>en</strong> met hermelijnstaartjes van goud, e<strong>en</strong><br />
wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />
E<strong>en</strong> “Pieter van d<strong>en</strong> Stove t<strong>en</strong> Hoye” staat vermeld in 1361 in de<br />
preliminaire lijst opgemaakt voor het vredesakkoord tuss<strong>en</strong> de graaf <strong>en</strong> de<br />
stad Brugge.<br />
Strat<strong>en</strong> (Iwain van der) 2<br />
ywein van strat<strong>en</strong>, in keel drie schuinlinksgeplaatste omgekeerde<br />
zwaard<strong>en</strong> van zilver (<strong>Gruuthuse</strong>-24).<br />
ZEGEL: Iwain van der Strat<strong>en</strong>, le<strong>en</strong>man van de burg van Brugge, zegelde<br />
in 1409, drie schuingeplaatste zwaard<strong>en</strong>, schuinlinks bov<strong>en</strong> elkaar<br />
gerangschikt.<br />
WAPEN: in keel drie schuingeplaatste omgekeerde zwaard<strong>en</strong> van zilver.<br />
Hij was zoon van Jan, heer van Jabbeke, <strong>en</strong> van Margareta van Dudzele,<br />
<strong>en</strong> echtg<strong>en</strong>oot van Catharina van Zedelghem. Hij werd in 1383 hoofd van<br />
het huis van der Strat<strong>en</strong>, na het overlijd<strong>en</strong> van Jan van der Strat<strong>en</strong>, heer van<br />
Ste<strong>en</strong>kerke, <strong>en</strong> overleed in 1419 zonder nageslacht. Hij werd in 1380<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als lid van de schep<strong>en</strong>bank van het Brugse Vrije <strong>en</strong> zetelde er<br />
tot 1418. Hij werd meerdere mal<strong>en</strong> burgemeester van het Noordkwartier<br />
van het Vrije. Het was in zijn kasteel te Jabbeke dat de graaf van Nam<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de Vlaamse ridders zich in 1407 verzameld<strong>en</strong> om Jan zonder Vrees te<br />
ontvang<strong>en</strong> bij zijn aankomst te Brugge.<br />
Themseke, bastaard (Jan van) 3<br />
jan van temscke b, in goud drie paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong><br />
schuinstreep van sabel over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-44).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> getoomde paard<strong>en</strong>kop van sabel.<br />
1 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 113-116<br />
2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 482 - Buylaert, Repertorium, p. 665 - de Raadt, Sceaux, D. III,<br />
p. 488 – Piot, Strat<strong>en</strong>, pp. 69-84 - Van Praet, Recherches, p. 308 - WMV, Strat<strong>en</strong><br />
3 In 1395 wordt er melding gemaakt te Saaftinge van e<strong>en</strong> “Janne van Theimseke sher Jans<br />
zone d<strong>en</strong> welk<strong>en</strong> hi hadde bi joncvrouwe Agniet<strong>en</strong> zin<strong>en</strong> eerst<strong>en</strong> wive” (Buylaert,<br />
Adelslijst<strong>en</strong>, n° 489 - Debrabandere, Hulster, N° 675 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 144).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 82
ZEGEL: E<strong>en</strong> “Jan van Rheemseke”, burger van Brugge, ontving in 1414<br />
e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te op de ontvangst<strong>en</strong> van de briev<strong>en</strong> van Ass<strong>en</strong>ede. Hij gebruikte<br />
als zegel, drie getoomde paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> schuinstaak erover.<br />
Jan, bastaard van Themseke, nam deel aan de steekspel<strong>en</strong> van de Witte<br />
Beer tuss<strong>en</strong> 1399 <strong>en</strong> 1408 <strong>en</strong> staat vermeld in de monsteringslijst van 1410<br />
van Jan, heer van Gistel. E<strong>en</strong> Jan van Themseke nam in 1408, sam<strong>en</strong> met<br />
24 andere Bruggeling<strong>en</strong>, deel aan het steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel.<br />
Uterzwa<strong>en</strong>e, bastaard 1<br />
de basstaert ut<strong>en</strong> zwane, in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud, de schouder<br />
bedekt met e<strong>en</strong> … van azuur, e<strong>en</strong> schuinstaak van hetzelfde over alles<br />
he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-32).<br />
ZEGEL: “Swane van Mirabeel” zegelde in 1377, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw.<br />
Mogelijks Hector, natuurlijke zoon van Jan, echtg<strong>en</strong>oot van Margareta van<br />
Harelbeke. Hector was ridder <strong>en</strong> huwde tweemaal, de eerste maal met<br />
Lisbeth Puntinck. Hij overleed in 1444 <strong>en</strong> werd sam<strong>en</strong> met haar, overled<strong>en</strong><br />
in 1415, begrav<strong>en</strong> in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te D<strong>en</strong>dermonde.<br />
Uterzwa<strong>en</strong>e, bastaard 2<br />
de basstaert ut<strong>en</strong> zwane, in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud, e<strong>en</strong> schuinstaak<br />
van azuur over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-33).<br />
Waarschijnlijk e<strong>en</strong> halfbroer van bov<strong>en</strong>staande. E<strong>en</strong> “Messire Galois<br />
Ut<strong>en</strong>zwane, bastard” vergezelde de graaf van Nevers, Jan zonder Vrees,<br />
in 1396 tot in Bulgarije.<br />
Varss<strong>en</strong>aere (Jan van) 3<br />
jan van vars<strong>en</strong>aer, in sabel drie schuingeplaatste omgekeerde<br />
zwaard<strong>en</strong> van zilver (Gistel-12).<br />
ZEGEL: Jehan van Varss<strong>en</strong>aere verklaarde in 1421 dat hij van de burg van<br />
Brugge twee l<strong>en</strong><strong>en</strong> hield te Meetkerke. Hij gebruikte als zegel, drie<br />
schuingeplaatste zwaard<strong>en</strong>, schuinlinks bov<strong>en</strong> elkaar gerangschikt.<br />
Hij was zoon van Iwain, heer van Vars<strong>en</strong>are, <strong>en</strong> van Margareta Bonin. Hij<br />
huwde Catharina Barbesa<strong>en</strong>. Hij was raadsheer van de hertog van<br />
Bourgondië <strong>en</strong> werd sam<strong>en</strong> met Jan zonder Vrees, graaf van Nevers, in<br />
Bulgarije door de Turk<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de veldslag bij<br />
Nicopolis in 1396. Zij werd<strong>en</strong> hetzelfde jaar vrijgelat<strong>en</strong>. “Jehan de<br />
Vers<strong>en</strong>are” staat vermeld in de monsteringslijst van 1410 van Jan, heer<br />
van Gistel, <strong>en</strong> in de adelslijst van het graafschap Vlaander<strong>en</strong> van 1425. Hij<br />
1 de Meul<strong>en</strong>aere, Uut<strong>en</strong>swa<strong>en</strong>e, pp. 265 <strong>en</strong> 267-268 - de Raadt, Sceaux, D. II, p. 482 -<br />
Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64<br />
2 de Meul<strong>en</strong>aere, Uut<strong>en</strong>swa<strong>en</strong>e, pp. 265 <strong>en</strong> 267-268 - Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p.<br />
85 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 398<br />
3 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 598 <strong>en</strong> 744 - Buylaert, Repertorium, p. 707 - de Raadt, Sceaux,<br />
D. IV, p. 87 – Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 85 - Piot, Strat<strong>en</strong>, pp. 101-106 - Van<br />
Praet, Recherches, p. 309<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 83
werd meerdere mal<strong>en</strong> burgemeester van de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van het Brugse Vrije<br />
van 1415 tot 1435 <strong>en</strong> overleed in 1443.<br />
Vlamincx (Jacob) 1<br />
jacob vlamiing, in azuur bezaaid met herkruiste kruisjes van goud<br />
e<strong>en</strong> uitgeschulpt schuinkruis van hetzelfde (Gistel-23).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, het bov<strong>en</strong>lijf van e<strong>en</strong> wildeman van sabel, omwond<strong>en</strong><br />
van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van goud <strong>en</strong> keel.<br />
ZEGEL: Jacob Vlaminc, le<strong>en</strong>man van de graaf van Vlaander<strong>en</strong>, zegelde in<br />
1384, e<strong>en</strong> veld bezaaid met kruisjes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitgeschulp schuinkruis.<br />
Walle (Zeger van de) 2<br />
zegher van d<strong>en</strong> walle, in keel e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van goud, de<br />
schouder belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje in sabel e<strong>en</strong> keper van goud,<br />
vergezeld van drie klaverblad<strong>en</strong> van hetzelfde (Gistel-26).<br />
Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> leeuw<strong>en</strong>kop van goud, getongd <strong>en</strong> gekroond van<br />
keel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hetzelfde, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> kroon<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van keel.<br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> Gillis van de Walle, schep<strong>en</strong> van Brugge, zegelde in 1330, e<strong>en</strong><br />
gekroonde leeuw.<br />
WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie, in keel e<strong>en</strong> leeuw van zilver,<br />
de schouder belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje in zilver e<strong>en</strong> keper van sabel,<br />
vergezeld van drie meerltjes van hetzelfde.<br />
Hij was verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> raadsheer van Brugge tuss<strong>en</strong> 1393 <strong>en</strong> 1405,<br />
schep<strong>en</strong> in 1395-1396 <strong>en</strong> schatbewaarder van 1396 tot 1400. Hij werd in<br />
1407 door Jan zonder Vrees als magistraat van de stad Brugge verbann<strong>en</strong><br />
uit Vlaander<strong>en</strong>. In 1414 werd “Katheline”, weduwe van Zeger van de<br />
Walle, onterfd van e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> te Dudzele <strong>en</strong> verkocht ze e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> te<br />
Zui<strong>en</strong>kerke-Ambacht.<br />
Weld<strong>en</strong>e (Wouter van) 3<br />
wouter van weld<strong>en</strong>e, in goud e<strong>en</strong> vrijkwartier in keel e<strong>en</strong> schuinkruis<br />
van goud (<strong>Gruuthuse</strong>-09).<br />
WAPEN: De her<strong>en</strong> van Weld<strong>en</strong> voerd<strong>en</strong>, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver.<br />
“Wouters van Weld<strong>en</strong>e” werd in 1382 door het rek<strong>en</strong>hof vergoed voor<br />
gedane kost<strong>en</strong>.<br />
1 Laur<strong>en</strong>t, Namur, n° 1164<br />
2 Bethune, Epitaphes, p. 268 - de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 192 - Gailliard, Inscriptions,<br />
D. I, p. 99 <strong>en</strong> D. III, p. 136 - Opsommer, Le<strong>en</strong>goed, p. 430 – Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4,<br />
n° 460 <strong>en</strong> 663 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Praet, Recherches, p. 311 – WMV,<br />
Walle<br />
3 Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire, D. VII, p. 21 - WMV, Weld<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 84
Wingh<strong>en</strong>e (Wouter van) 1<br />
woutre và wingh<strong>en</strong>e, in azuur drie maliën van zilver, e<strong>en</strong> schildhoofd<br />
van goud belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel (<strong>Gruuthuse</strong>-28).<br />
ZEGEL: E<strong>en</strong> “Walterus de Winghe”, voorhe<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> te Baesweiler,<br />
onder de heer van Diest, zegelde in 1374, drie maliën, e<strong>en</strong> schildhoofd<br />
belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong>, vergezeld in de top, tuss<strong>en</strong> de 2e <strong>en</strong> 3e paal, van<br />
e<strong>en</strong> vijfpuntige ster.<br />
WAPEN: het veld in sinopel in plaats van azuur.<br />
Hij is e<strong>en</strong> nazaat van Wouter g<strong>en</strong>oemd van Wingh<strong>en</strong>e, tweede zoon van<br />
H<strong>en</strong>drik, heer van Boutersem, vermeld in de eerste helft van de 13 de eeuw.<br />
E<strong>en</strong> “messire Wautier de Wingh<strong>en</strong>e” staat vermeld in 1423-1425 in de<br />
rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de Raad van Vlaander<strong>en</strong>.<br />
Zweveghem (Arnould van) 2<br />
arnoud van zwevegh, geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur, belad<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> schaduwleeuw, e<strong>en</strong> smalle zoom geblokt van keel <strong>en</strong> hermelijn<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>-15).<br />
ZEGEL: Gerard van Ste<strong>en</strong>huyse, heer van Zwevegem, ridder, zegelde in<br />
1336, geschuinbalkt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geblokte zoom.<br />
“Mer Ar<strong>en</strong>d van Ste<strong>en</strong>huuse” is de zoon van “mer Gheraerd van<br />
Ste<strong>en</strong>huse, heere van Zweveghem” <strong>en</strong> van Philippa van Nevele. In 1391<br />
was hij aanwezig bij de begraf<strong>en</strong>is-plechtigheid van Gerard de Mortagne.<br />
In 1398 huwde hij “vrouwe Kateline Diederic van Rotchefoert, here van<br />
Ayshove nu sin wettelike wive” … “qui, à pres<strong>en</strong>t, est <strong>en</strong> l’eage de XIIII<br />
ans”. In 1405 vermeldt m<strong>en</strong> in de cartularia de “staet van goed van mer<br />
Ar<strong>en</strong>d van Zweveghem, here van Ayshove, houder blev<strong>en</strong> achter mer<br />
vrauwe van Ayshove”. Hij huwde in e<strong>en</strong> tweede huwelijk Margareta van<br />
Poucke. “Messire Arnoul de Zuev<strong>en</strong>gi<strong>en</strong>” staat vermeld in de<br />
monsteringslijst van 1410 van Jan, heer van Gistel. Hij wordt nogmaals<br />
aangegev<strong>en</strong> in 1415 <strong>en</strong> in hetzelfde jaar staat zijn dochter <strong>en</strong> schoonzoon<br />
“Guerard d’Escournay, escuier, et damoiselle Mergriete de Ste<strong>en</strong>huse,<br />
dame de Aeyshove, sa femme, bourgeois et bourgeoise de Gand”<br />
aangegev<strong>en</strong>. Arnould moet overled<strong>en</strong> zijn voor 23 juni 1419, datum<br />
waarop zijn tweede echtg<strong>en</strong>ote reeds hertrouwd was met Daniel van<br />
Herzele. Arnould werd begrav<strong>en</strong>, sam<strong>en</strong> met zijn ouders, in de kerk van<br />
Zwevegem.<br />
1 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 691 – Buylaert, Repertorium, p. 799 - Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D.<br />
II, p. 211 - de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 258 – Lams, Wing<strong>en</strong>e, p. 72, n. 1 - Van Praet,<br />
Recherches, p. 312 - WMV, Wing<strong>en</strong>e<br />
2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 417 - Buylaert, Repertorium, pp. 566 <strong>en</strong> 652-653 – de Borman,<br />
Hemricourt, D. I, p. 134 <strong>en</strong> D. II, p. 354 - Debrabandere, Baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, n° 1232 -<br />
Demay, Flandre, n°1629 – Thierry d’Orjo, mededeling - Van Praet, Recherches, p. 312<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 85
Heraldische tafel van de deelnemers 1<br />
in azuur e<strong>en</strong> dubbelkoppige adelaar van zilver, gepoot<br />
van goud, de hals <strong>en</strong> het hoofd van hetzelfde.<br />
Slingere (Frans de) Gis-40<br />
B<br />
gedeeld I, in zilver e<strong>en</strong> halve adelaar van sabel, Langheraerts<br />
uitgaande van de deellijn; II, in keel drie tor<strong>en</strong>s van (Balthazar)<br />
goud; e<strong>en</strong> smalle getande zoom van sinopel over alles<br />
he<strong>en</strong>.<br />
in goud drie adelaars van azuur, gebekt <strong>en</strong> gepoot van<br />
keel.<br />
Gru-37<br />
Hole (Jan van d<strong>en</strong>) Gis-48<br />
in goud drie adelaars van azuur, gebekt <strong>en</strong> gepoot van<br />
keel.<br />
Hole (Simon van<br />
d<strong>en</strong>)<br />
in azuur het veld bezaaid met blokjes van goud e<strong>en</strong> Leeuwerghem<br />
leeuw van hetzelfde, gekroond van keel, de schouder (Robrecht van)<br />
bedekt met e<strong>en</strong> lelie van hetzelfde.<br />
in goud drie disselbijl<strong>en</strong> van keel, vergezeld in het hart R<strong>en</strong>ty (Raas de)<br />
van e<strong>en</strong> zespuntige ster van sinopel, e<strong>en</strong> smalle getande<br />
zoom van hetzelfde.<br />
in goud zes dolfijn<strong>en</strong> van azuur, geplaatst 3 <strong>en</strong> 3.<br />
HELM, e<strong>en</strong> dolfijn van azuur, bijt<strong>en</strong>d in de helm.<br />
Rynvisch<br />
(Everard)<br />
Gis-47<br />
Gru-06 B<br />
Gru-19<br />
Gru-36 H<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van azuur, Herzele (Willem<br />
e<strong>en</strong> leeuw van keel uitkom<strong>en</strong>de aan de onderzijde van van)<br />
de dwarsbalk; 2 <strong>en</strong> 3, in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van vijf<br />
ruit<strong>en</strong> van keel.<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van azuur, Herzele (R<strong>en</strong>ier<br />
e<strong>en</strong> leeuw van keel uitkom<strong>en</strong>de aan de onderzijde van van)<br />
de dwarsbalk, de schouder bedekt met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar<br />
van zilver; 2 <strong>en</strong> 3, in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van vijf<br />
ruit<strong>en</strong> van keel.<br />
in keel e<strong>en</strong> dwarsbalk van goud getralied van azuur, Steelant (Lievin<br />
vergezeld in het schildhoofd van drie vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van)<br />
van goud.<br />
Gru-02<br />
Gru-30<br />
Gru-25<br />
in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van keel, belad<strong>en</strong> met drie Broodloos (Jacob) Gru-41 H<br />
p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van goud.<br />
HELM, twee stier<strong>en</strong>hoorns van sabel, de rechtse versierd<br />
met e<strong>en</strong> ring van goud.<br />
in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van keel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van<br />
azuur.<br />
Lembeke (Jan van) Gis-06<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, gedwarsstreept van zilver <strong>en</strong> azuur Ghistelles<br />
van twaalf stukk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> leeuw van keel erover; 2 <strong>en</strong> 3, (Wulfard van)<br />
in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn.<br />
gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> keel, de eerste dwarsbalk van<br />
goud belad<strong>en</strong> met drie meerltjes van sabel.<br />
gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> azuur van acht stukk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />
uitgeschulpte schuinstreep van keel over alles he<strong>en</strong>.<br />
Hagh<strong>en</strong> (Jan van<br />
der)<br />
Dixmude (Frans<br />
van)<br />
Gis-08<br />
Gru-11<br />
Gis-44<br />
1 B = banier; Gis = Gistel; Gru = <strong>Gruuthuse</strong>; H = helmtek<strong>en</strong> <strong>en</strong> P = p<strong>en</strong>no<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 86
gedwarsbalkt van zilver <strong>en</strong> keel van acht stukk<strong>en</strong>, de Parys, bastaard<br />
dwarsbalk<strong>en</strong> van keel getralied van goud, e<strong>en</strong> (van)<br />
schuinstaak van sinopel over alles he<strong>en</strong>.<br />
in azuur drie paalsgewijs geplaatste handbog<strong>en</strong> van Bochoute (Jan<br />
goud, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild in goud e<strong>en</strong> van)<br />
dwarsbalk van vijf spitsruit<strong>en</strong> van keel.<br />
in goud e<strong>en</strong> keper van azuur, vergezeld van ti<strong>en</strong> Floques (Oste)<br />
vijfblad<strong>en</strong> van keel, geplaatst 6 in het schildhoofd <strong>en</strong> 4<br />
in de punt.<br />
in zilver e<strong>en</strong> keper van azuur, belad<strong>en</strong> met drie Melan<strong>en</strong> (Jacob<br />
vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van goud.<br />
van)<br />
HELM, e<strong>en</strong> leeuw<strong>en</strong>kop van zilver, getongd van keel,<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver.<br />
in azuur e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> met drie schelp<strong>en</strong><br />
van keel.<br />
Lov<strong>en</strong>deghem<br />
(Roeland van)<br />
Gru-10<br />
Gru-23<br />
Gis-17<br />
Gis-31 H B<br />
Gis-45 P<br />
in keel e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> in de top met e<strong>en</strong> Mett<strong>en</strong>eye<br />
vijfpuntige ster van azuur, vergezeld van drie tor<strong>en</strong>s (Lodewijk)<br />
van goud.<br />
Gru-42<br />
in keel e<strong>en</strong> keper van goud, vergezeld van drie tor<strong>en</strong>s Mett<strong>en</strong>eye (Peter) Gru-40 H<br />
van hetzelfde, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van azuur.<br />
HELM, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van keel <strong>en</strong> zilver, gebekt van<br />
zilver, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver <strong>en</strong> keel.<br />
in sabel e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> in de top met e<strong>en</strong> Ass<strong>en</strong>ede (Michiel<br />
vijfpuntige ster van keel, vergezeld van drie van)<br />
everzwijnskopp<strong>en</strong> van goud.<br />
in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn.<br />
Gistel (Jan, heer<br />
HELM, e<strong>en</strong> bokk<strong>en</strong>kop van sabel, gehoornd van goud, van)<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hermelijn, uitkom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong><br />
wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />
in goud e<strong>en</strong> keper van keel, belad<strong>en</strong> in de top met e<strong>en</strong> Messem (Tristan<br />
ring van goud, vergezeld van drie wass<strong>en</strong>aars van keel. van)<br />
Gis-38<br />
Gis-00 H B<br />
Gis-13<br />
in goud e<strong>en</strong> keper van keel, belad<strong>en</strong> met twee vijfpuntige Couderborch<br />
sterr<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de top van e<strong>en</strong> sproorrad, alles van zilver. (Philips van der)<br />
Gru-29<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver e<strong>en</strong> keper van keel; 2 <strong>en</strong> Dudzele (Jan van) Gru-21 H P<br />
3, in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn, vergezeld in de<br />
rechterbov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> schildje met het wap<strong>en</strong> van<br />
Luxemburg.<br />
HELM, e<strong>en</strong> ramskop van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />
hetzelfde.<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver e<strong>en</strong> keper van sabel, Peckelmoes<br />
vergezeld van drie meerltjes van keel; 2 <strong>en</strong> 3, in (azuur) (Godschalck)<br />
e<strong>en</strong> lelie van goud.<br />
in keel e<strong>en</strong> keper van sinopel geboord van goud, belad<strong>en</strong> Gheerolf (Jan)<br />
in de top met e<strong>en</strong> gesp van goud, vergezeld van drie<br />
vijfpuntige sterr<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van hetzelfde.<br />
in sabel e<strong>en</strong> keper van vair van goud <strong>en</strong> azuur, vergezeld<br />
van drie disselbijl<strong>en</strong> van goud.<br />
Carlier (Jan)<br />
Gis-25<br />
Gru-17<br />
Gru-49<br />
in sinopel e<strong>en</strong> keper van vair van goud <strong>en</strong> keel, Maets<strong>en</strong>are (Joris<br />
vergezeld van drie gesp<strong>en</strong> van goud <strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het de)<br />
punt van de keper van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van hetzelfde<br />
Gis-29<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 87
in azuur drie kepers van goud, e<strong>en</strong> smalle getande zoom<br />
van keel, e<strong>en</strong> vrijkanton van goud.<br />
in goud vier kepers van azuur.<br />
Beerst (Jan van<br />
der)<br />
Rabecque (Victor<br />
de La Douve,<br />
g<strong>en</strong>oemd de)<br />
in goud zes klokk<strong>en</strong> van azuur, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van keel. Belle (Jan)<br />
Gis-15<br />
Gis-14<br />
Gis-41<br />
in goud drie klophamers van azuur.<br />
Stove (Peter van<br />
HELM, e<strong>en</strong> draak van zilver met gespreide vleugels, der)<br />
staande op e<strong>en</strong> kap van keel belad<strong>en</strong> met<br />
hermelijnstaartjes van goud, e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong><br />
keel.<br />
Gis-24 H<br />
in azuur drie klophamers van goud. Hacart Gru-48 P<br />
in goud e<strong>en</strong> kruis van keel.<br />
Nevele (Willem<br />
van)<br />
Gis-04<br />
in goud e<strong>en</strong> kruis van keel, belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vijfpuntige<br />
ster van zilver.<br />
Rockeghem (Jan<br />
van)<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel; 2 <strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> (Jan,<br />
3, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver.<br />
heer van)<br />
HELM, e<strong>en</strong> bokk<strong>en</strong>kop van sabel, gehoornd van goud,<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hermelijn, uitkom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong><br />
wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />
in azuur e<strong>en</strong> uitgeschulpt kruis van goud, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel<br />
van keel.<br />
Reyghersvliet (Jan<br />
van)<br />
in azuur bezaaid met herkruiste kruisjes van goud e<strong>en</strong> Vlamincx (Jacob)<br />
uitgeschulpt schuinkruis van hetzelfde.<br />
HELM, het bov<strong>en</strong>lijf van e<strong>en</strong> wildeman van sabel,<br />
omwond<strong>en</strong> van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van<br />
goud <strong>en</strong> keel.<br />
in azuur e<strong>en</strong> leeuw van goud, de schouder bedekt met Masmines,<br />
e<strong>en</strong> lelie van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak van sabel over alles bastaard (Galois<br />
he<strong>en</strong>.<br />
van)<br />
in azuur e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van goud, getongd van Goedericx<br />
keel, de schouder belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje in azuur drie (Everard)<br />
lelies van zilver.<br />
HELM, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw<strong>en</strong>kop van goud, getongd<br />
van keel, halsband van azuur.<br />
in keel e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van goud, de schouder Walle (Zeger van<br />
belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje in sabel e<strong>en</strong> keper van goud, de)<br />
vergezeld van drie klaverblad<strong>en</strong> van hetzelfde.<br />
HELM, e<strong>en</strong> leeuw<strong>en</strong>kop van goud, getongd <strong>en</strong> gekroond<br />
van keel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hetzelfde, uitkom<strong>en</strong>d uit<br />
e<strong>en</strong> kroon ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van keel.<br />
in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud, de schouder bedekt met e<strong>en</strong> Uterzwa<strong>en</strong>e,<br />
… van azuur, e<strong>en</strong> schuinstaak van hetzelfde over alles bastaard<br />
he<strong>en</strong>.<br />
in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud, e<strong>en</strong> schuinstaak van azuur<br />
over alles he<strong>en</strong>.<br />
Uterzwa<strong>en</strong>e,<br />
bastaard<br />
Gru-07<br />
Gru-00 H B<br />
Gis-10<br />
Gis-23 H<br />
Gru-31 P<br />
Gis-34 H<br />
Gis-26 H<br />
Gru-32<br />
Gru-33<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 88
in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van keel. Halewyn (Daniël<br />
van)<br />
in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
hartschild in azuur drie kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong> van goud.<br />
in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
hartschild in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel.<br />
Halewyn,<br />
g<strong>en</strong>oemd<br />
Schoonjans (Jan<br />
van)<br />
Halewyn<br />
(Percheval van)<br />
in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> Halewyn (Willem<br />
hartschild in zilver e<strong>en</strong> kruis van sabel, belad<strong>en</strong> met vijf van)<br />
schelp<strong>en</strong> van goud.<br />
HELM, e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw van zilver, getongd van<br />
keel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver.<br />
in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, vergezeld in het hart<br />
van e<strong>en</strong> gekanteelde tor<strong>en</strong> van goud.<br />
in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, vergezeld in het hart<br />
van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud.<br />
in zilver drie lelies van azuur, e<strong>en</strong> schuinstaak van keel<br />
over alles he<strong>en</strong>.<br />
Chastel, g<strong>en</strong>oemd<br />
Bleu-Chastel<br />
(Otto du)<br />
Halewyn (Olivier<br />
van)<br />
Brugg<strong>en</strong> (Jan van<br />
der)<br />
Gis-07<br />
Gis-11<br />
Gis-02<br />
Gis-01 H B<br />
Gis-09<br />
Gis-03<br />
Gis-28<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in azuur drie lelies van goud; 2 <strong>en</strong><br />
3, in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud.<br />
HELM, e<strong>en</strong> kuif van goud.<br />
in keel vijf lelies van goud, geplaatst 2, 2 <strong>en</strong> 1, vergezeld<br />
in de rechterbov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> schelp van hetzelfde.<br />
in azuur bezaaid met lelies van goud e<strong>en</strong> keper van<br />
hetzelfde.<br />
Cra<strong>en</strong>hals (H<strong>en</strong>ri) Gru-27 H P<br />
Harduemont (Raas Gru-03<br />
de Warfusée, heer<br />
van)<br />
Blanckaert (Jan)<br />
Gis-05<br />
in azuur drie maliën van zilver, e<strong>en</strong> schildhoofd van<br />
goud belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel.<br />
Wingh<strong>en</strong>e<br />
(Wouter van)<br />
Gru-28<br />
in sinopel drie maliën van zilver, e<strong>en</strong> schildhoofd van Bergh<strong>en</strong>, bastaard<br />
goud belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak (H. van)<br />
van azuur over alles he<strong>en</strong>.<br />
in sinopel drie maliën van zilver, e<strong>en</strong> schildhoofd van Bergh<strong>en</strong> (H<strong>en</strong>drik<br />
goud belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel, rechts bov<strong>en</strong> van)<br />
vergezeld van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van hetzelfde.<br />
Helm, e<strong>en</strong> wilde ezelskop van sabel, de muil van zilver.<br />
Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />
in goud drie paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong> schuinstreep<br />
van sabel over alles he<strong>en</strong>.<br />
HELM, e<strong>en</strong> getoomde paard<strong>en</strong>kop van sabel.<br />
Gru-05<br />
Gru-01 H B<br />
Themseke, Gru-44 H<br />
bastaard (Jan van)<br />
in keel 3 paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong> van zilver, getoomd van sabel. Breydel (Jacob)<br />
HELM, e<strong>en</strong> paard<strong>en</strong>kop van zilver, getoomd van sabel,<br />
kom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> azuur.<br />
in goud drie pal<strong>en</strong> van keel, de middelste paal in het<br />
schildhoofd belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud.<br />
Ranst (Wouter =<br />
Adam ? van)<br />
Gru-38 H P<br />
Gru-04<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 89
in azuur drie pal<strong>en</strong> van vair van goud <strong>en</strong> keel.<br />
Deerlycke (Jacob<br />
van)<br />
Gis-37<br />
in azuur drie pal<strong>en</strong> van vair van goud <strong>en</strong> keel, vergezeld<br />
in de rechter bov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud.<br />
Deerlycke<br />
(Michiel van)<br />
Gis-39<br />
in goud 3 rav<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van keel.<br />
Raveschoot<br />
(Willem van)<br />
Gis-46<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud drie rav<strong>en</strong> van sabel; 2 <strong>en</strong><br />
3, in vair van sinopel <strong>en</strong> goud, twee kepers van keel.<br />
Rouc (Robrecht<br />
Le)<br />
Gru-18<br />
P<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van drie Rysele (Gillis van) Gis-36<br />
ruit<strong>en</strong> van azuur; 2 <strong>en</strong> 3, gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong><br />
azuur.<br />
in sabel zes sch<strong>en</strong>kkannetjes van goud, geplaatst 3 <strong>en</strong> 3,<br />
e<strong>en</strong> smalle zoom van keel.<br />
Aertrycke (Jacob<br />
van)<br />
Gis-20<br />
in goud zes sch<strong>en</strong>kkannetjes van sabel, geplaatst 3 <strong>en</strong> 3. Aertrycke (Philips<br />
van)<br />
Gru-34<br />
P<br />
in goud zes zoomsgewijs geplaatste sch<strong>en</strong>kkannetjes van Aertrycke<br />
sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild in goud e<strong>en</strong> kruis (Lodewijk van)<br />
van keel, e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>zoom van twaalf meerltjes van<br />
hetzelfde.<br />
in keel e<strong>en</strong> schildhoofd van goud, belad<strong>en</strong> met drie Scotelaere<br />
ruit<strong>en</strong> van azuur.<br />
(Lubrecht de)<br />
HELM, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van sinopel, gebekt van goud,<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong><br />
vlamm<strong>en</strong>kroon van keel.<br />
in keel e<strong>en</strong> schildhoofd van goud, belad<strong>en</strong> met drie Scotelaere (Lievin<br />
ruit<strong>en</strong> van azuur, de eerste ruit belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> de)<br />
meerltje van (zilver).<br />
HELM, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van sinopel, gebekt van goud,<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong<br />
van zilver <strong>en</strong> keel.<br />
in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van azuur, belad<strong>en</strong> met drie Maerschalck<br />
hoefijzers van zilver, in de linkerbov<strong>en</strong>hoek e<strong>en</strong> schildje (Boudewijn de)<br />
in azuur drie kor<strong>en</strong>schav<strong>en</strong> van goud, gebond<strong>en</strong> van<br />
keel, e<strong>en</strong> smalle zoom van hetzelfde.<br />
in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van azuur, belad<strong>en</strong> met drie Bul (Philips de)<br />
schelp<strong>en</strong> van zilver, vergezeld van twee maliën van<br />
sabel.<br />
HELM, e<strong>en</strong> uil<strong>en</strong>kop van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />
goud, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van sabel <strong>en</strong> zilver.<br />
in azuur e<strong>en</strong> schuinbalk van goud, belad<strong>en</strong> met drie Eechoute<br />
meerltjes van sabel, vergezeld van zes blokjes van (Cornelis van<br />
goud.<br />
d<strong>en</strong>)<br />
in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, belad<strong>en</strong> met drie Beurse (Jan van<br />
beurz<strong>en</strong> van zilver.<br />
der)<br />
HELM, e<strong>en</strong> adelaarskop van zilver, gebekt van goud,<br />
houd<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> ring van hetzelfde, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />
sinopel, kom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong> kroon van keel.<br />
Gru-35<br />
Gis-32 H<br />
Gis-33 H<br />
Gis-16<br />
Gis-35 H<br />
Gis-43<br />
Gis-22 H<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 90
in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, belad<strong>en</strong> met drie Hoste (Joris)<br />
eekhoorntjes van zilver.<br />
HELM, e<strong>en</strong> gaande eekhoorn van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht<br />
van goud uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van sabel <strong>en</strong> goud.<br />
in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, vergezeld van zes<br />
klokk<strong>en</strong> van azuur.<br />
Belle (Klaas)<br />
geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur, belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> Zweveghem<br />
schaduwleeuw, e<strong>en</strong> smalle zoom geblokt van keel <strong>en</strong> (Arnould van)<br />
hermelijn.<br />
geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur, belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
schaduwleeuw, e<strong>en</strong> zoom geblokt van keel <strong>en</strong> zilver.<br />
Ste<strong>en</strong>huize (heer<br />
van)<br />
Gru-39 H<br />
Gis-42<br />
Gru-15<br />
Gru-13<br />
in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met vier Quarouble (Jacob<br />
vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, één in het schildhoofd de)<br />
links, één in het hart <strong>en</strong> twee in de voet, vergezeld van<br />
vier maliën van zilver.<br />
Gru-46<br />
in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met vijf Quarouble (Jan de) Gru-47<br />
vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, vergezeld van vier maliën<br />
van zilver.<br />
in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met vijf Quarouble<br />
vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, vergezeld van vier maliën (Willem de)<br />
van zilver.<br />
Gru-45<br />
in sinopel e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met vijf Rysele (Joris van) Gis-21 H<br />
schelp<strong>en</strong> van keel.<br />
HELM, e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw van sabel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
vlucht van zilver.<br />
in sinopel e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met vijf Rysele (Robrecht<br />
schelp<strong>en</strong> van keel, vergezeld in het schildhoofd van e<strong>en</strong> van)<br />
wass<strong>en</strong>aar van goud.<br />
in goud e<strong>en</strong> schuinkruis van keel, belad<strong>en</strong> met vijf ring<strong>en</strong> Berghe (Lodewijk<br />
van goud, vergezeld in het schildhoofd van e<strong>en</strong> vijfblad van d<strong>en</strong>)<br />
van azuur.<br />
in goud e<strong>en</strong> schuinkruis van keel, belad<strong>en</strong> met vijf Moerkercke<br />
schelp<strong>en</strong> van goud, vergezeld in het schildhoofd van (Lodewijk van)<br />
e<strong>en</strong> schildje in goud vier kepers van keel.<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver; Gruuthuyse<br />
2 <strong>en</strong> 3, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel, het eerste kwartier (Geldolf van d<strong>en</strong>)<br />
belad<strong>en</strong> in het schildhoofd met e<strong>en</strong> vijfpuntige ster van<br />
goud.<br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver; Gruuthuyse (Jan<br />
2 <strong>en</strong> 3, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel, het eerste kwartier van d<strong>en</strong>)<br />
belad<strong>en</strong> in het schildhoofd met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van<br />
goud.<br />
HELM, e<strong>en</strong> ramskop van hermelijn, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />
hetzelfde uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />
in zilver drie spoorrader<strong>en</strong> van azuur.<br />
Caumont (Gewijde<br />
de)<br />
Gis-30<br />
Gru-26<br />
Gru-22<br />
Gru-14<br />
P<br />
Gru-12 H B<br />
Gru-20<br />
in goud het veld bezaaid met tran<strong>en</strong> van sabel e<strong>en</strong> leeuw<br />
van keel.<br />
Branteghem (Jan<br />
van)<br />
in keel drie schuingeplaatste viss<strong>en</strong> van goud. Braderick (Joris)<br />
HELM, e<strong>en</strong> vis bijt<strong>en</strong>de in de helm van goud tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
vlucht van keel.<br />
Gru-08<br />
Gis-19 H B<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 91
in keel drie schuingeplaatste viss<strong>en</strong> van goud, e<strong>en</strong><br />
smalle getande zoom van hetzelfde.<br />
Braderick (Gillis)<br />
in azuur e<strong>en</strong> vrijkwartier in keel e<strong>en</strong> uitgeschulpt Bonin, bastaard<br />
schuinkruis van goud, vergezeld van vier kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong> (Richard)<br />
van hetzelfde.<br />
in goud e<strong>en</strong> vrijkwartier in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van<br />
goud.<br />
in sabel e<strong>en</strong> vrijkwartier in zilver e<strong>en</strong> keper van keel,<br />
vergezeld van drie meerltjes van sabel.<br />
in goud e<strong>en</strong> wiel van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak van azuur<br />
over alles he<strong>en</strong>.<br />
in keel drie schuinlinksgeplaatste omgekeerde zwaard<strong>en</strong><br />
van zilver.<br />
in sabel drie schuingeplaatste omgekeerde zwaard<strong>en</strong><br />
van zilver.<br />
Weld<strong>en</strong>e (Wouter<br />
van)<br />
Gracht, bastaard<br />
(Hector van der)<br />
Bassecourt<br />
(Pauwel de)<br />
Strat<strong>en</strong> (Iwain van<br />
der)<br />
Varss<strong>en</strong>aere (Jan<br />
van)<br />
Gis-27<br />
Gru-43<br />
Gru-09<br />
Gru-16<br />
Gis-18<br />
Gru-24<br />
Gis-12<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 92
III. KNOEIEN MET KWARTIERSTATEN<br />
Heraldische analyse van het Glasraam van Jan IV van Brugge, heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van Maria de Melun 1<br />
Litho van Edouard Daveluy naar e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing Jean-Jacques Gailliard<br />
Revue pittoresque des monum<strong>en</strong>ts qui décorai<strong>en</strong>t autrefois la ville de Bruges<br />
1 Deze tekst versche<strong>en</strong> als artikel, Knoei<strong>en</strong> met kwartierstat<strong>en</strong> - Heraldische analyse van<br />
het Glasraam van Jan IV van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van Maria de Melun, in<br />
Heraldicum Disputationes, D. 20, 2015, pp. 25-32<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 93
Schets in het bezit geweest van F.-J. de Castro y Toledo<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 94
Kopie van Ignace-Michel De Hooghe<br />
Stadsbibliotheek Brugge, ms 449, O-L-V-kerk, folio 171<br />
Tek<strong>en</strong>ing van<br />
Jan Verbrugge - A° 1788<br />
Stadsbibliotheek Brugge (ref: 03102.II)<br />
Tek<strong>en</strong>ing van<br />
Jean-Jacques Gailliard – periode 1825 - 1867<br />
Stadsbibliotheek Brugge (ref: 0.3117.39.II)<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 95
Bestaande kopieën van het glasraam<br />
Rond 1700 maakte Ignace-Michel De Hooghe in zijn handschrift<br />
Versaemelinghe van alle de sepultur<strong>en</strong>, epitaphi<strong>en</strong>, besett<strong>en</strong>, wap<strong>en</strong>s <strong>en</strong>de<br />
blaso<strong>en</strong><strong>en</strong>, die gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in alle de kerck<strong>en</strong>, kloosters, abdy<strong>en</strong>,<br />
capell<strong>en</strong> <strong>en</strong>de godshuys<strong>en</strong>, binn<strong>en</strong> de stad van Brugge (in het volume<br />
gewijd aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge folio 171) e<strong>en</strong> afbeelding<br />
van e<strong>en</strong> glasraam dat Jan van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, voorstelt. Er<br />
bestaat, dater<strong>en</strong>d uit dezelfde periode, e<strong>en</strong> ruwe schets van hetzelfde<br />
glasraam 1 . In 1788, maakte Jan Verbrugge e<strong>en</strong> gekleurde kopie van het<br />
“glase veinster in de Capelle van d’Heer van Gruuthuyse met syne figuere,<br />
Standaert van syn huys”. Het glasraam was to<strong>en</strong>, naar hij beweerde, in<br />
slechte staat <strong>en</strong> bevond zich naast de bidkapel van de Her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong><br />
in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge. Van de tekst onderaan geeft hij<br />
slechts fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> weer. Onder de tekst van Jan Verbrugge staat door e<strong>en</strong><br />
andere hand geschrev<strong>en</strong>: “deze glas v<strong>en</strong>ster <strong>en</strong> existeert niet meer … is t<strong>en</strong><br />
tijde dat de fransch<strong>en</strong> de kerk<strong>en</strong> deder sluijt<strong>en</strong> int’eerste der laetste<br />
ongeluckige revolutie al weggeda<strong>en</strong>”. Van Praet geeft in zijn werk<br />
Recherches sur Louis de Bruges, seigneur de la Gruthuyse e<strong>en</strong> litho van<br />
dit glasraam naar de gouache van De Hooghe <strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing van M. van<br />
Heurne de Puy<strong>en</strong>beke. Ook volg<strong>en</strong>s hem war<strong>en</strong> er slechts details van de<br />
tekst onderaan leesbaar. De twee bidd<strong>en</strong>de figur<strong>en</strong> onderaan staan niet<br />
afgebeeld. E<strong>en</strong> litho werd rond 1850 gemaakt door Edouard Daveluy naar<br />
de tek<strong>en</strong>ing van Jean-Jacques Gailliard. Deze laatste publiceerde eerst de<br />
litho zonder arcering van de wap<strong>en</strong>s in zijn werk Revue pittoresque des<br />
monum<strong>en</strong>ts qui décorai<strong>en</strong>t autrefois la ville de Bruges, daarna met arcering<br />
<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aanpassing<strong>en</strong> van de wap<strong>en</strong>s in zijn werk Inscriptions funéraires<br />
et monum<strong>en</strong>tales de la Flandre Occid<strong>en</strong>tale 2 .<br />
De onderzijde van het glasraam bevat de volg<strong>en</strong>de tekst:<br />
“Messire Jean de Bruges seigneur de la Gruuthuyse, prince de Ste<strong>en</strong>huyse,<br />
baron d’Espierres, seigneur d’Oostcamp, Thielt, Avelghem et gouverneur<br />
lieut<strong>en</strong>ant au service du roi de France dans son pays de Picardie et grand<br />
chevalier de son ordre, capitaine gonfalonier d’une compagnie d’infanterie,<br />
gouverneur général d’Abbeville, grand v<strong>en</strong>eur de Flandre et capitaine du<br />
château de Lille”.<br />
Heer Jan van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins van Ste<strong>en</strong>huize, baron<br />
van Spiere, heer van Oostkamp, Tielt, Avelgem, gouverneur luit<strong>en</strong>ant in<br />
di<strong>en</strong>st van de Franse koning in zijn land van Picardië <strong>en</strong> grootridder van<br />
zijn orde, kapitein vaandeldrager van e<strong>en</strong> compagnie infanterie,<br />
1 Onderaan deze kopie werd e<strong>en</strong> strook papier bijgeplakt waarop het handtek<strong>en</strong> staat van<br />
F.-J. de Castro y Toledo. De her<strong>en</strong> van Puivelde voerd<strong>en</strong> tot 1771, drie g<strong>en</strong>eraties lang,<br />
dezelfde voornaam François-Joseph (de Stein d’Alt<strong>en</strong>stein, Castro, pp. 94-96).<br />
2 Bibliotheek Brugge, Jan IV van <strong>Gruuthuse</strong>: e<strong>en</strong> glasraam - Gailliard, Inscriptions, D. I,<br />
2e deel, p. 71, plaat 19 – Gailliard, Revue, pp. 46-47 - Van Praet, Louis de Bruges, pp.<br />
72-75<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 96
algeme<strong>en</strong> gouverneur van Abbeville, opperjachtmeester van Vlaander<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> kapitein van het kasteel van Rijsel.<br />
Vrij vertaald beschrijft J. Gailliard het glasraam als volgt: “De harmonie<br />
van de sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> de kleureffect<strong>en</strong> bezitt<strong>en</strong> alle k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> om het<br />
oog te strel<strong>en</strong>. Het midd<strong>en</strong> is bezet door e<strong>en</strong> groot rechtopstaande figuur<br />
die Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, prins van Ste<strong>en</strong>huize, voorstelt. De borst is<br />
bedekt met e<strong>en</strong> mantel van scharlak<strong>en</strong>, gedubbeld met witte satijn bedekt<br />
met hermelijnstaartjes. De figuur heeft het hoofd bedekt met e<strong>en</strong> kroon <strong>en</strong><br />
draagt in de rechter hand het grote vaandel met de wap<strong>en</strong>s van het huis<br />
Gruuthuyse. Onder de gespreide b<strong>en</strong><strong>en</strong> ziet m<strong>en</strong> metal<strong>en</strong> handscho<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> helm met vizier <strong>en</strong> halsstuk. We moet<strong>en</strong> eraan toevoeg<strong>en</strong> dat deze<br />
houding niet sierlijk is <strong>en</strong> het personage iets vervormt. Bov<strong>en</strong>aan in het<br />
midd<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we de wap<strong>en</strong>s van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, omgev<strong>en</strong> met de<br />
halsband van het Guld<strong>en</strong> Vlies <strong>en</strong> aan elke zijde e<strong>en</strong> kanon dat projectiel<strong>en</strong><br />
afschiet. De wap<strong>en</strong>s die de omkadering van het glasraam vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> die<br />
door hun variëteit in kleur e<strong>en</strong> zeker cachet gev<strong>en</strong> aan het geheel, zijn deze<br />
van alle familieled<strong>en</strong>. Aan de onderzijde bevind<strong>en</strong> zich twee geknielde<br />
person<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bidstoel. De <strong>en</strong>e is e<strong>en</strong> strijder in wap<strong>en</strong>uitrusting, de<br />
tweede e<strong>en</strong> dame met kleed, mantel <strong>en</strong> hoofdbedekking” 1 .<br />
Dit glasraam werd na 1550 mogelijks zelfs na 1560 in opdracht van R<strong>en</strong>é<br />
van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins van Ste<strong>en</strong>huize, in de Onze-Lieve-<br />
Vrouwkerk te Brugge geplaatst 2 .<br />
Voor we het glasraam heraldisch analyser<strong>en</strong> is het nuttig de 16<br />
kwartierstat<strong>en</strong> van Jan IV van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins van<br />
Ste<strong>en</strong>huyze, vader van R<strong>en</strong>é 3 <strong>en</strong> de 16 kwartierstat<strong>en</strong> van Maria de Melun,<br />
tweede echtg<strong>en</strong>ote van Jan IV van Brugge, de moeder van R<strong>en</strong>é 4 meer in<br />
detail weer te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> na te gaan welke heraldische gegev<strong>en</strong>s van<br />
familieled<strong>en</strong> op grafzerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> glasram<strong>en</strong> aanwezig war<strong>en</strong> in andere<br />
locaties.<br />
1 Gailliard, Revue, pp. 46-47<br />
2 Corneille Gailliard vermeldt dit glasraam niet in zijn werk. J. Gailliard <strong>en</strong> Van Praet<br />
gev<strong>en</strong> als jaar 1552 (Bethune, Epitaphes, pp. 297-298 - Gailliard, Revue, pp. 46-47 -<br />
Van Praet, Louis de Bruges, p. 72).<br />
3 Bethune, Epitaphes, pp. 383, 388 <strong>en</strong> 393 - Brassart, Wavrin, p. 85 – Castelain, Maria<br />
van Halewijn, pp. 178-181 - Colpaert, Avelgem, pp. 200-212 <strong>en</strong> 232 – de Ghellinck<br />
d’Elseghem, Mullem, pp. 60-61 - Dek, Borsel<strong>en</strong>, pp. 20-22 – de Raadt, Sceaux, D. I, p.<br />
296 - du Chastel de la Howarderie, Notices, D. I, p. 26 – Pattou, Halluin, p. 2 – Sant<strong>en</strong>s,<br />
Hemsrode, pp. 227-230 - van Acker, Stavele, pp. 45-54 <strong>en</strong> 66-67 – zie hoger artikel I.<br />
A-I. 2. tot A-I. 5. pp. 3-13<br />
4 De kwartier<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3 van het wap<strong>en</strong> van Margareta d’Enghi<strong>en</strong> zijn deze van de Bri<strong>en</strong>ne,<br />
in azuur het veld bezaaid met blokjes, e<strong>en</strong> leeuw van hetzelfde. (Anselme, Histoire, D.<br />
3, p. 726 <strong>en</strong> D. 6, pp. 128 <strong>en</strong> 403 – Bethune, Epitaphes, p. 32 - Brassart, Wavrin, pp.<br />
114-115 – Goffin, Enghi<strong>en</strong>noises, pp. 51-52 – Noblemaire, Baux, p. 65 - Pattou,<br />
Boubers-Abbeville-Tuncq, p. 4 - Pattou, Halluin, p. 2 - Pattou, Roucy, p. 7 - Pattou,<br />
Ghistelles, p. 6 - Pattou, Luxembourg-Saint-Pol, p. 6 - Schw<strong>en</strong>nicke, Europäische, D.<br />
VII, tafel 55-56 <strong>en</strong> D. XVIII, tafel 144).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 97
I. De 16 kwartierstat<strong>en</strong> van Jan van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins<br />
van Ste<strong>en</strong>huize, vader van R<strong>en</strong>é<br />
Jan I van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x<br />
Margareta<br />
van<br />
Ghistelles<br />
Alard II de<br />
Mortagne,<br />
baron van<br />
Spiere<br />
x<br />
Anna van de<br />
Woestyne<br />
Oste III van<br />
Ste<strong>en</strong>huyse<br />
x<br />
Elisabeth<br />
van Welle<br />
Willem van<br />
Stavele<br />
x<br />
Margareta<br />
van Iseghem<br />
H<strong>en</strong>drik I<br />
van Borsele<br />
x<br />
Maria van<br />
Vian<strong>en</strong><br />
Claas II van<br />
Borsele-<br />
Brigdamme<br />
x<br />
Maria van<br />
Arnemuyd<strong>en</strong><br />
Wouter, heer<br />
van<br />
Halewijn<br />
x<br />
Margareta<br />
van<br />
Uytkercke<br />
Colard van<br />
der Clyte<br />
x<br />
Johanna de<br />
Waziers,<br />
vrouw van<br />
Kom<strong>en</strong><br />
Jan II van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
+8-1396<br />
Agnes de<br />
Mortagne-<br />
Espierres<br />
+1438<br />
Felix van<br />
Ste<strong>en</strong>huyse,<br />
heer van<br />
Ste<strong>en</strong>huize<br />
ridder<br />
°1360/1370<br />
+1424/1426<br />
Maria van<br />
Stavele 1<br />
Wolfard V<br />
van Borsele<br />
°na 1384<br />
+1409<br />
Hadewich<br />
van Borsele-<br />
Brigdamme<br />
°na 1388<br />
+1464<br />
Olivier van<br />
Halewyn,<br />
heer van<br />
Hemsrode<br />
+1394<br />
x 28-4-1389 x 1400 x 1403 x 1393<br />
Margareta<br />
van der<br />
Clyte<br />
+1414<br />
Jan III van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse,<br />
heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />
Avelgem, Spiere<br />
° 1390<br />
+ tuss<strong>en</strong> 1447 <strong>en</strong> 1450<br />
Maria van Ste<strong>en</strong>huyse<br />
° ~ 1395<br />
+ na 1450<br />
H<strong>en</strong>drik II van Borsele,<br />
graaf van Grandpré<br />
° ~ 1404<br />
Johanna van Halewyn<br />
+ 18-3-1467<br />
x 1416 x 1429<br />
Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, graaf<br />
van Winchester, prins van Ste<strong>en</strong>huize<br />
° ~ 1422<br />
+ 1492<br />
Margareta van Borsele<br />
+ 1510<br />
x 1450<br />
1 Colpaert geeft de echtg<strong>en</strong>ote van Felix van Ste<strong>en</strong>huyse, Maria van Stavele onder<br />
voorbehoud. Ook van Acker heeft ge<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>de bewijz<strong>en</strong> dat zij effectief de echtg<strong>en</strong>ote<br />
was van Felix van Ste<strong>en</strong>huyse. Wel ton<strong>en</strong> de docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> nauwe familiale<br />
band<strong>en</strong> bestond tuss<strong>en</strong> het huis van Stavele <strong>en</strong> het huis van d<strong>en</strong> Gruuthuyse (Colpaert,<br />
Avelgem, p. 209 – van Acker, Stavele, pp. 66-67).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 98
II. De 16 kwartierstat<strong>en</strong> van Maria de Melun, tweede echtg<strong>en</strong>ote van Jan<br />
van Brugge <strong>en</strong> moeder van R<strong>en</strong>é<br />
Hugo de<br />
Melun<br />
x<br />
Beatrix de<br />
Beausart<br />
Emond<br />
d’Abbeville<br />
x<br />
Johanna de<br />
Rély<br />
Amé von<br />
Saarbrück<strong>en</strong><br />
x<br />
Maria de la<br />
Bove, vrouw<br />
van Villesur-Tourbe<br />
Jan VI de<br />
Roucy<br />
x<br />
Isabella de<br />
Montaigu<br />
Jan II de<br />
Luxembourg<br />
-Saint-Pol,<br />
graaf van<br />
Bri<strong>en</strong>ne<br />
x<br />
Margareta<br />
d’Enghi<strong>en</strong>-<br />
Bri<strong>en</strong>ne<br />
Francesco<br />
del Balzo,<br />
hertog van<br />
Andria<br />
x<br />
Sueve des<br />
Ursins<br />
Jan V de<br />
Roubaix<br />
x<br />
Agnes de<br />
Lannoy<br />
Jan van<br />
Ghistelles,<br />
heer van<br />
Broeucq<br />
x<br />
Margareta<br />
Vilain<br />
Jan IV de<br />
Melun<br />
°1396/139<br />
+1484<br />
Johanna<br />
d’Abbeville,<br />
dame van<br />
Boubers <strong>en</strong><br />
Domvast<br />
+ 11-1-1480<br />
Robert von<br />
Saarbrück<strong>en</strong><br />
+1464/1465<br />
Johanna de<br />
Roucy-<br />
Pierrepont,<br />
vrouw van<br />
Roucy <strong>en</strong><br />
Braine<br />
+5-9-1459<br />
Pieter de<br />
Luxembourg<br />
-Saint-Pol<br />
°1385/1390<br />
+ 1433<br />
Margareta<br />
des Baux<br />
°1394<br />
+1469<br />
Pieter, heer Margareta<br />
van Roubaix van<br />
°1-8-1415 Ghistelles,<br />
+7-6-1498 vrouw van<br />
Broeucq <strong>en</strong><br />
Wasquehal<br />
+17-10-1495<br />
x 5-4-1421 x 1414 x 1405 x 19-5-1435<br />
Jan V, burggraaf van<br />
Melun<br />
°abt 1434<br />
+ 1513<br />
Maria von Saarbrück<strong>en</strong>-<br />
Roucy, vrouw van<br />
Bailleul<br />
+ 1508<br />
Jacob de Luxembourg-<br />
Saint-Pol<br />
+1487<br />
x 1451 x 1433/1434<br />
Isabella de Roubaix<br />
+1502<br />
Jan VI, burggraaf van Melun<br />
+1502<br />
x 1495<br />
Isabella de Luxembourg-Saint-Pol<br />
+na 1502<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 99
Heraldische gegev<strong>en</strong>s van Lodewijk van Brugge.<br />
In de kapel van het slot Zand<strong>en</strong>burg 1 .<br />
Hier bevond zich e<strong>en</strong> glasraam van “mer Loijs van Brugghe, heere van<br />
Gruuthuuse, die ghetraut hadde Margriete van Borsele f a H<strong>en</strong>dricx,<br />
zuster van heer Wulfaert. Hij stelt: Gruuthuuse (ghecarteleert met<br />
Grimsberghe); Espier; Woestijne; Ste<strong>en</strong>huuse; Stavele; Avelghem;<br />
Pallant. Zijn wijf stelde: Borsele; Viane; Halewijn (ghebrok<strong>en</strong> met<br />
Hemstrode); Uutkercke; Borsele (met dri sterr<strong>en</strong>); Ermue; Com<strong>en</strong>e;<br />
Mamps; <strong>en</strong>de Ponthieu (d’or à trois lions de sable)”.<br />
In de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge 2 .<br />
J. Gailliard geeft ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> afbeelding van het grafzerk van Lodewijk<br />
van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, graaf van Winchester, prins van<br />
Ste<strong>en</strong>huize, gestorv<strong>en</strong> in 1492.<br />
Dit vertoont c<strong>en</strong>traal het wap<strong>en</strong> van Lodewijk, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in<br />
goud e<strong>en</strong> kruis van sabel (Gruuthuyse); 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis<br />
van zilver (Aa), het wap<strong>en</strong> is versierd met dekkled<strong>en</strong>, helm <strong>en</strong> helmkroon<br />
van e<strong>en</strong> prins <strong>en</strong> met als uitkom<strong>en</strong>d helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop van sabel,<br />
de borst van hermelijn, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van hermelijn. Het<br />
schild is omgev<strong>en</strong> met de ketting van het Guld<strong>en</strong> Vlies.<br />
Onderaan staat het wap<strong>en</strong> van zijn echtg<strong>en</strong>ote Margareta van Borsele,<br />
gedeeld I, het gevier<strong>en</strong>deeld wap<strong>en</strong> van Lodewijk; II, in sabel e<strong>en</strong><br />
dwarsbalk van zilver (Borsele).<br />
Links <strong>en</strong> rechts staan acht wap<strong>en</strong>s afgebeeld zonder helmtek<strong>en</strong> <strong>en</strong> zonder<br />
naamverwijzing.<br />
Aan de linker zijde (heraldisch rechts)<br />
Brugge (van), gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van<br />
sabel; 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver.<br />
Ste<strong>en</strong>huize (prins van), geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur<br />
belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schaduwleeuw, e<strong>en</strong> zoom van keel.<br />
1 Dit glasraam vermeldt de echtg<strong>en</strong>ote van Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse niet <strong>en</strong> voor<br />
Ste<strong>en</strong>huyse wordt de alliantie Avelghem aangegev<strong>en</strong> in plaats van Welle <strong>en</strong> voor Stavele,<br />
Pallant in plaats van Iseghem. Heila, vrouw van Avelgem, huwde Oste I van Ste<strong>en</strong>huyse,<br />
de overgrootvader van Oste III. De wap<strong>en</strong>s van Ponthieu zijn wel, in goud drie<br />
schuinbalk<strong>en</strong> van azuur, (al of niet met) e<strong>en</strong> zoom van keel (Bethune, Epitaphes, p. 397<br />
– Colpaert, Avelgem, p. 179).<br />
2 Colpaert, Avelgem, p. 232<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 100
Lodewijk had de heerlijkheid, het g<strong>en</strong>oemde prinsdom van<br />
Ste<strong>en</strong>huize 1 , bekom<strong>en</strong> door erf<strong>en</strong>is via zijn moeder.<br />
Spiere (baron van), in keel e<strong>en</strong> kruis van zilver. Was in het<br />
bezit gekom<strong>en</strong> van de familie door het huwelijk van zijn<br />
grootvader met Agnes de Mortagne-Espierres, vrouw van<br />
Spiere.<br />
Oostkamp (heer van), in keel e<strong>en</strong> schuinbalk van zilver<br />
vergezeld van 6 meertjes van hetzelfde. Door aankoop in<br />
1457 van Jan Witto<strong>en</strong> 2 .<br />
Aan de rechter zijde (heraldisch links):<br />
Winchester (graaf van), in keel acht (van neg<strong>en</strong>) maliën van<br />
zilver geplaatst 2, 3 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> linker schildhoek van zilver<br />
twee afgew<strong>en</strong>de leeuw<strong>en</strong> van keel. Het graafschap<br />
Winchester had hij op 13 october 1472 bekom<strong>en</strong> van<br />
Edward IV, koning van Engeland, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> maand later, op<br />
23 november, word<strong>en</strong> hem het wap<strong>en</strong> “azur a dix mascles<br />
d’or <strong>en</strong> orme d’un canton de nostre propre armes<br />
d’Engleterre, cest savour, de goul un leopard passant d’or,<br />
armee d’azur” toegek<strong>en</strong>d. Zijn zoon Jan IV zal in mei/juni<br />
1500 afstand do<strong>en</strong> van het graafschap aan de Engelse vorst,<br />
H<strong>en</strong>drik VII 3 .<br />
<strong>Gruuthuse</strong> (heer van), in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel.<br />
Avelgem (heer van), in keel e<strong>en</strong> ankerkruis van zilver. Was<br />
in het bezit gekom<strong>en</strong> in de familie door het huwelijk van<br />
zijn vader met Maria van Ste<strong>en</strong>huyse.<br />
Heemstede (heer van), in goud e<strong>en</strong> leeuw van keel. Volg<strong>en</strong>s<br />
Smallegange, “e<strong>en</strong> klimm<strong>en</strong>d<strong>en</strong> Leeuw van Keel op goud,<br />
met tong <strong>en</strong> klaeuw<strong>en</strong> van Azur, hebb<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> silver Rad,<br />
weg<strong>en</strong>s het bloed van Heusd<strong>en</strong>, op de borst van de Leeuw”.<br />
1 Zie nota 2, p. 11<br />
2 Opsommer, Le<strong>en</strong>goed, p. 490, nota 318<br />
3 Na e<strong>en</strong> hachelijke vlucht met kleine schep<strong>en</strong>, ontving begin oktober 1470 de heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong> de Engelse koning Edward te Alkmaar. Deze verbleef e<strong>en</strong> korte tijd in het<br />
<strong>Gruuthuse</strong> paleis te Brugge. Als dank schonk de koning hem het graafschap. Gedur<strong>en</strong>de<br />
de hele 15e eeuw kreg<strong>en</strong> slechts drie vreemdeling<strong>en</strong> van de Engelse koning e<strong>en</strong><br />
pairschap toebedeeld (Murray K<strong>en</strong>dall, Richard, pp. 100-101 - Powell Siddons,<br />
Foreigners, p. 49 – Ross, Wars, p. 86 – Watson, Winchester, pp. 77-79).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 101
In 1455 kocht Lodewijk deze heerlijkheid van Philips de<br />
Goede 1 .<br />
Zoals we kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> gaat het hier niet om aanverwante families maar<br />
heerlijkhed<strong>en</strong> waarover Lodewijk heer was.<br />
Welke heraldische gegev<strong>en</strong>s zijn er nog aanwezig ?<br />
Daar Jan IV naar Abbeville is gaan won<strong>en</strong>, zijn deze gegev<strong>en</strong>s vooral terug<br />
te vind<strong>en</strong> in Picardië.<br />
In de kerk van de Minderbroeders te Mechel<strong>en</strong> 2 .<br />
Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> oud manuscript was het grafzerk van “Dame Jehanne de<br />
Bruges, Fille de Messire Loys de Buges, Sg r de la Gruthuse, Comte de<br />
Winchestre, &c. Et de Dame Marguerite de Borssele, & Femme de Noble<br />
& Puissant Seigneur, Messire Jacques, Comte de Hornes, laquelle Dame<br />
trespassa l’an 1502 le 5 Janvier” in het koor aanwezig. Zij voerde<br />
volg<strong>en</strong>s dit grafzerk de kwartier<strong>en</strong> links, “Gruthuse” <strong>en</strong> “Borssele” <strong>en</strong><br />
rechts “Trazegnies” (lees Ste<strong>en</strong>huyse) <strong>en</strong> “Ghistele”.<br />
In de kerk van de abdij Saint-Riquier 3 .<br />
In deze kerk vindt m<strong>en</strong> het grafzerk van “Messire Jehan de Bruges,<br />
Prince de Ste<strong>en</strong>huuse, Seigneù de la Grutuse r. et Chevalier de l’Ordre<br />
Gouverneur et lieut<strong>en</strong>àt. général du roy ez pays de Picardie et Capitaine<br />
de cèt. hòmes darmes tres-passa à Abbeville <strong>en</strong> l’an V ct et XII et fust grand<br />
et redouté Seigne r ”. E<strong>en</strong> gedeelte van het grafzerk werd vernietigd in<br />
1682. De wap<strong>en</strong>s op het overblijv<strong>en</strong>de gedeelte werd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de Franse<br />
revolutie afgeschraapt.<br />
In de kerk van Famechon is er e<strong>en</strong> glasraam van 1704 waarop de wap<strong>en</strong>s<br />
van de her<strong>en</strong> van deze heerlijkheid afgebeeld staan 4 .<br />
In 1496, “Jean de La Gru(thu)se”, gevier<strong>en</strong>deeld Gruuthuyse-Aa.<br />
In 1498, “Jean de Bruges de La Gru(thu)se”, gedeeld I, gevier<strong>en</strong>deeld<br />
Gruuthuyse-Aa; II, teg<strong>en</strong>gedeeld 1, geschaakt van goud <strong>en</strong> keel<br />
(Auxy); 2, in azuur zev<strong>en</strong> p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van goud, geplaatst 3, 3 <strong>en</strong> 1, e<strong>en</strong><br />
schildhoofd van hetzelfde (Melun).<br />
In 1512, “Louis de Bruges”, gevier<strong>en</strong>deeld Gruuthuyse-Aa.<br />
In 1428 (lees 1528), “R<strong>en</strong>ée de Bruges”, gedeeld I, gevier<strong>en</strong>deeld<br />
Gruuthuyse-Aa; II, in azuur het veld bezaaid met lelies van goud, e<strong>en</strong><br />
schuinbalk van keel over alles (Chambre).<br />
1 Smallegange, Cronyk, pp. 684-687 - Van Praet, Louis de Bruges, p. 37<br />
2 van d<strong>en</strong> Eynde, Mechel<strong>en</strong>, D. 2, p. 15<br />
3 Gilbert, Saint-Riquier, pp. 115-116<br />
4 Rodière, Picardie, pp. 427-428<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 102
In 1571 (lees 1593), “d. Catherine de Bruges”, gedeeld I, in keel e<strong>en</strong><br />
uitgeschulpt schuinkruis van zilver (Mont-Jouvan); II, gevier<strong>en</strong>deeld<br />
Gruuthuyse-Aa.<br />
In de kerk van Val-Sainte-Croix-lez-Offémont 1 .<br />
In deze kerk bevond<strong>en</strong> zich de grafzerk<strong>en</strong> van “Antoine de La Gruthuse”<br />
<strong>en</strong> van “Messire Loys de La Gruthuse, <strong>en</strong> son vivant chevalier seigneur<br />
d'Offémont d'Avelinghi<strong>en</strong> et sénéchal d'Anjou, qui trespassa le 4 e jour<br />
d'Aoust 1524” <strong>en</strong> van zijn echtg<strong>en</strong>ote, Marie de Moy. Jan van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse, de jongere broer van Jan IV van Brugge, had bij zijn<br />
echtg<strong>en</strong>ote, Louise de Nesle, vrouw van Offémont, drie zon<strong>en</strong>. De oudste,<br />
Frans overleed in de wieg; de tweede, Antoine overleed in 1494, op e<strong>en</strong><br />
leeftijd van acht à neg<strong>en</strong> jaar; de derde, Lodewijk, pas in 1524.<br />
Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> glasraam in de kerk voerde Louise de Nesle, gevier<strong>en</strong>deeld<br />
1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel; 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van<br />
zilver (Brugge); over alles e<strong>en</strong> hartschild, in zilver e<strong>en</strong> dwarsbalk van<br />
sabel (Veere) (lees: in sabel e<strong>en</strong> dwarsbalk van zilver); haar zoon,<br />
Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, gedeeld I, Brugge met e<strong>en</strong> hartschild<br />
Borsele; II, in keel het veld bezaaid met klaverblad<strong>en</strong> van goud, twee<br />
afgew<strong>en</strong>de zeebaars<strong>en</strong> van hetzelfde (Nesle-Offémont) <strong>en</strong> zijn echtg<strong>en</strong>ote,<br />
Marie de Moy, gedeeld I, Brugge; II, doorsned<strong>en</strong> A, Nesle-Offémont; B,<br />
in keel e<strong>en</strong> dwarsbalk van goud (Moy).<br />
Het Brugse glasraam van Jan IV, prins van Ste<strong>en</strong>huize, beschrijv<strong>en</strong> we als<br />
volgt:<br />
1. De c<strong>en</strong>trale figuur <strong>en</strong> de twee geknielde person<strong>en</strong> onderaan<br />
2. De gebruikte kron<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de schild<strong>en</strong><br />
3. De wap<strong>en</strong>schild<strong>en</strong> afgebeeld op het glasraam.<br />
1. De c<strong>en</strong>trale figuur <strong>en</strong> de twee geknielde person<strong>en</strong> onderaan<br />
Aan zijn voet<strong>en</strong>, staat links het cijfer 14 <strong>en</strong> rechts 42.<br />
Wat is nu de betek<strong>en</strong>is van het getal 1442 ?<br />
De datum 1442 stemt overe<strong>en</strong> met het jaar waarop de familie voor het<br />
eerst de titel van prins van Ste<strong>en</strong>huize voerde. De broer van Maria, Jan<br />
van Ste<strong>en</strong>huyse staat het laatst vermeld in 1440. Hij moet kort daarop<br />
overled<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> zijn bezitting<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> toe aan zijn zuster. “Mer Jan<br />
van Brugghe, heere van d<strong>en</strong> Gruuthuuse, van Thielt t<strong>en</strong> hove, prinche van<br />
Ste<strong>en</strong>huse, heere van Spiere <strong>en</strong>de van Avelghem” verklaart in 1442 dat<br />
hij e<strong>en</strong> le<strong>en</strong>goed “te wet<strong>en</strong>e thof van Gruuthuuse bi onser Vrauw<strong>en</strong> Kerke<br />
1 Guynemer, Offémont, pp. 52, 93, 96-97 <strong>en</strong> plaat 33 - Rodière, Picardie, pp. 577-579 <strong>en</strong><br />
582<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 103
te Brueghe; Ende hier toehor<strong>en</strong>de de gruute van Brucghe” bezat.<br />
De afgebeelde c<strong>en</strong>trale figuur stemt waarschijnlijk overe<strong>en</strong> met Jan IV<br />
van Brugge, de echtg<strong>en</strong>oot van Maria de Melun.<br />
Wie zijn de geknielde figur<strong>en</strong> onderaan ?<br />
Gezi<strong>en</strong> fysiek deze geknielde figur<strong>en</strong> wel <strong>en</strong>ige gelijk<strong>en</strong>is verton<strong>en</strong> met<br />
de beeld<strong>en</strong> welke Lodewijk van zijn ouders had lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> in de<br />
Onze-Lieve-Vrouwkerk van Brugge 1 , is het mogelijk dat deze Jan III<br />
van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, de eerste die de titel van prins van Ste<strong>en</strong>huize<br />
voerde, sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote, Maria van Ste<strong>en</strong>huyse zijn 2 .<br />
Wel voert hij hier het gevier<strong>en</strong>deeld wap<strong>en</strong> Aa-Gruuthuyse.<br />
2. De gebruikte kron<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de wap<strong>en</strong>schild<strong>en</strong> 3 :<br />
Type A: Het c<strong>en</strong>trale wap<strong>en</strong>schild met het gevier<strong>en</strong>deeld wap<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse-Aa, omgev<strong>en</strong> met de ketting van het Guld<strong>en</strong> Vlies, het<br />
ruitvormige wap<strong>en</strong> van de echtg<strong>en</strong>ote, Maria de Melun, <strong>en</strong> het eerste<br />
wap<strong>en</strong> van de kwartier<strong>en</strong> Brugge (aangegev<strong>en</strong> met B, terwijl deze van<br />
de familie Melun aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met M) voer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kroon die<br />
door Scohier beschrev<strong>en</strong> wordt als “chapeau de duc ou prince<br />
souverain” 4 .<br />
Type B: De wap<strong>en</strong>afbeelding<strong>en</strong> B-3 - B-4 - B-7 - B-8 - M-2 - M-4 - M-6<br />
<strong>en</strong> M-7 word<strong>en</strong> door Palliot beschev<strong>en</strong> als “les ducs et princes<br />
souverains port<strong>en</strong>t leurs couronnes relevées de hauts fleurons avec<br />
une perle <strong>en</strong>tre chacun d’iceux, au lieu de fleurs de lis” 5 .<br />
Type C: De wap<strong>en</strong>afbeelding<strong>en</strong> B-2 - B-5 - B-6 - M-1 - M-3 <strong>en</strong> M-<br />
8 word<strong>en</strong> door Palliot beschev<strong>en</strong> als “les nouveaux comtes, qui n’ont<br />
ny la naissance appart<strong>en</strong>ant au testes couronnées, ny le domaine<br />
requis pour formés un comté” 6 .<br />
Type D: De wap<strong>en</strong>afbeelding<strong>en</strong> M-5 wordt door Palliot beschrev<strong>en</strong> als<br />
“les barons n’ont qu’un cercle d’or <strong>en</strong>tortillée de perles <strong>en</strong>filées” 7 .<br />
1 Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, n° 142<br />
2 Gailliard, Inscriptions, D. I, 2e deel, p. 72, plaat 20<br />
3 Rottier, Heraldiek, pp. 230-232<br />
4 Boudreau, Héritage, Timbre, pp. 1084-1085<br />
5 Palliot, Vraye, pp. 206-208, fig XIV - von Volborth, Heraldry, p. 169<br />
6 Boudreau, Héritage, Timbre, p. 1086 - Palliot, Vraye, pp. 206-209, fig XVIII - von<br />
Volborth, Heraldry, pp. 162 <strong>en</strong> 176<br />
7 Palliot, Vraye, pp. 207-209, fig XXI - von Volborth, Heraldry, p. 148<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 104
3. De wap<strong>en</strong>schild<strong>en</strong> afgebeeld op het glasraam:<br />
GRUUTHUSE<br />
1 Gruuthuyse (van d<strong>en</strong>): in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel getopt met<br />
e<strong>en</strong> prins<strong>en</strong>kroon (type A).<br />
2 Borsele (van): in sabel e<strong>en</strong> dwarsbalk van zilver getopt met<br />
e<strong>en</strong> grav<strong>en</strong>kroon (type C).<br />
3 Ste<strong>en</strong>huyse (van): geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur, e<strong>en</strong><br />
zoom van keel getopt met e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon (type B). De<br />
schets van de Castro y Toledo <strong>en</strong> De Hooghe tek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
hierbij de schaduwleeuw. Van Praet geeft, in zilver drie<br />
schuinbalk<strong>en</strong> van azuur. Verbrugge geeft geschuinbalkt<br />
van goud <strong>en</strong> azuur. Wel is het schild getopt met e<strong>en</strong> kroon<br />
alsof het hier gaat om e<strong>en</strong> afstammeling van e<strong>en</strong> gekroond<br />
huis. Zonder de schaduwleeuw met deze kroon staat hier in<br />
feite het wap<strong>en</strong> van de hertog<strong>en</strong> van Bourgondië, eerste ras.<br />
Of wou hij het wap<strong>en</strong> van Ponthieu weergev<strong>en</strong> dat vermeld<br />
staat op het glasraam van Lodewijk van Brugge in de kapel<br />
van het kasteel Zand<strong>en</strong>burg ?<br />
4 in azuur drie lelies van goud, e<strong>en</strong> schuinbalk van keel over<br />
alles he<strong>en</strong> getopt met e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon (type B). Volg<strong>en</strong>s<br />
van Praet wou hij hier het wap<strong>en</strong> van Beatrix de La<br />
Chambre (echtg<strong>en</strong>ote van R<strong>en</strong>é van Brugge) weergev<strong>en</strong>, in<br />
azuur het veld bezaaid met lelies van goud, e<strong>en</strong> schuinbalk<br />
van keel over alles he<strong>en</strong> 1 . Verbrugge geeft in azuur drie<br />
lelies van goud, e<strong>en</strong> verkorte schuinstaak van keel over<br />
alles he<strong>en</strong>. In feite staat hier het wap<strong>en</strong> van het huis<br />
Bourbon.<br />
5 gekeperd van goud <strong>en</strong> keel van ti<strong>en</strong> stukk<strong>en</strong> getopt met e<strong>en</strong><br />
grav<strong>en</strong>kroon (type C). De Hooghe geeft hier, in goud vijf<br />
kepers van keel; Volg<strong>en</strong>s Verbrugge <strong>en</strong> Van Praet, in goud<br />
vier kepers van keel. De schets van de Castro y Toledo geeft<br />
hier, in zilver getralied van keel. Mogelijks gaat het hier om<br />
het wap<strong>en</strong> van de familie van Egmont. De zuster van Jan<br />
IV, Johanna, huwde Jacob II, graaf van Hoorn, heer van<br />
Alt<strong>en</strong>a. Hun zoon Jan, graaf van Hoorn, huwde Anna van<br />
1 Van Praet, Louis de Bruges, p. 73<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 105
Egmont, weduwe van Jozef de Montmor<strong>en</strong>cy, heer van<br />
Nevele 1 .<br />
6 gedwarsstreept van vair <strong>en</strong> keel van ti<strong>en</strong> stukk<strong>en</strong> getopt met<br />
e<strong>en</strong> grav<strong>en</strong>kroon (type C). De Hooghe geeft hier,<br />
gedwarsbalkt van vair <strong>en</strong> keel; Verbrugge geeft in vair vier<br />
dwarsbalk<strong>en</strong> van keel. Van Praet, gedwarsbalkt van keel <strong>en</strong><br />
vair. Mogelijks gaat het hier om het wap<strong>en</strong> van de familie<br />
de Coucy, gedwarsbalkt van vair <strong>en</strong> keel. Margareta de<br />
Coucy was de echtg<strong>en</strong>ote van Guy de Nesle, heer van<br />
Offémont 2 .<br />
7 gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver vijf schildjes van azuur<br />
kruisgewijs geplaatst, elk belad<strong>en</strong> met vijf p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van<br />
zilver, schuinkruisgewijs geplaatst, e<strong>en</strong> zoom van keel<br />
belad<strong>en</strong> met acht kastel<strong>en</strong> van goud, geop<strong>en</strong>d <strong>en</strong> verlucht<br />
van sabel, geplaatst 3, 2 <strong>en</strong> 3 (in het vierde kwartier is het<br />
belad<strong>en</strong> met zev<strong>en</strong> tor<strong>en</strong>s geplaatst 3, 2 <strong>en</strong> 2); 2 <strong>en</strong> 3 in keel<br />
e<strong>en</strong> maanroos van zilver getopt met e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon<br />
(type B). In feite staat hier het wap<strong>en</strong> van de familie de<br />
Sousa de Arronches 3 .<br />
8 in azuur drie lelies van goud, e<strong>en</strong> zoom van keel getopt met<br />
e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon (type B). In feite staat hier het wap<strong>en</strong><br />
van het huis Anjou.<br />
1 du Chesne, Montmor<strong>en</strong>cy, D. 2, p. 276<br />
2 Rodière, Picardie, p. 577<br />
3 de Simas Alves de Azevedo, Portugais, p. 29 - Machado de Faria, Armeiro-Mor, pp. 96-<br />
97 <strong>en</strong> 215<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 106
MELUN<br />
1 Melun (de): in azuur zev<strong>en</strong> p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van goud, geplaatst 3,<br />
3 <strong>en</strong> 1, e<strong>en</strong> schildhoofd van hetzelfde getopt met e<strong>en</strong><br />
grav<strong>en</strong>kroon (type C). De Hooghe tek<strong>en</strong>t op de gekleurde<br />
pr<strong>en</strong>t, zes p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>. De tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Verbrugge <strong>en</strong><br />
Gailliard <strong>en</strong> de eerste litho van Gailliard gev<strong>en</strong> de<br />
p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> wel geplaatst 4, 2 <strong>en</strong> 1.<br />
2 Luxembourg-Saint-Pol (de): in zilver e<strong>en</strong> leeuw met<br />
gesplet<strong>en</strong> staart van keel getopt met e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon<br />
(type B). De Hooghe <strong>en</strong> de litho’s van Gailliard <strong>en</strong> Van<br />
Praet gev<strong>en</strong> de gesplet<strong>en</strong> staart van de leeuw niet.<br />
3 Saarbrück<strong>en</strong> (von): in azuur e<strong>en</strong> leeuw van zilver getopt met<br />
e<strong>en</strong> grav<strong>en</strong>kroon (type C). In werkelijkheid di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> te<br />
lez<strong>en</strong>, in azuur het veld bezaaid met kruisjes van zilver, e<strong>en</strong><br />
leeuw van hetzelfde. De tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van De Hooghe <strong>en</strong><br />
Verbrugge <strong>en</strong> de schets van de Castro y Toledo gev<strong>en</strong> deze<br />
kruisjes wel.<br />
4 Baux (de): in keel e<strong>en</strong> zesti<strong>en</strong>puntige ster, belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
aanzi<strong>en</strong>d gezicht, alles van zilver getopt met e<strong>en</strong><br />
hertog<strong>en</strong>kroon (type B). In werkelijkheid di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> te<br />
lez<strong>en</strong>, in keel e<strong>en</strong> zesti<strong>en</strong>puntige ster van zilver. De schets<br />
van de Castro y Toledo tek<strong>en</strong>t het schild met e<strong>en</strong> stral<strong>en</strong>de<br />
zon. De Hooghe daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>t, in keel e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>puntige<br />
ster van zilver belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje, in azuur drie<br />
schuinkruisjes van zilver. Volg<strong>en</strong>s het grafzerk te Tar<strong>en</strong>te<br />
van Jean Antoine des Baux des Ursins, gestorv<strong>en</strong> in 1482,<br />
was het wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in keel e<strong>en</strong><br />
zesti<strong>en</strong>puntige ster van zilver (Baux); 2 <strong>en</strong> 3, in goud e<strong>en</strong><br />
jachthoorn van azuur, gebond<strong>en</strong> van keel (Orange); over<br />
alles he<strong>en</strong> geschuinbalkt van zilver <strong>en</strong> keel e<strong>en</strong> schildhoofd<br />
van goud belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> roos van keel (Orsini) 1 .<br />
5 Abbeville-Boubers (d’): in zilver drie schildjes van keel<br />
getopt met e<strong>en</strong> baronkroon (type D).<br />
1 Noblemaire, Baux, pp. 63-65<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 107
6 in zilver vijf dwarsbalk<strong>en</strong> van azuur, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw<br />
van keel over alles he<strong>en</strong> getopt met e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon<br />
(type B). Het wap<strong>en</strong> komt overe<strong>en</strong> met dit van het huis<br />
Luxembourg, gedwarsstreept van ti<strong>en</strong> stukk<strong>en</strong> van zilver <strong>en</strong><br />
azuur, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van keel over alles he<strong>en</strong>. De<br />
schets van de Castro y Toledo geeft gedwarsbalkt van acht<br />
stukk<strong>en</strong> van zilver <strong>en</strong> azuur, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van keel<br />
over alles he<strong>en</strong>. De Hooghe geeft, in zilver drie<br />
dwarsbalk<strong>en</strong> van azuur, e<strong>en</strong> leeuw van keel over alles he<strong>en</strong>.<br />
De halfzuster van R<strong>en</strong>é, Margareta, vrouw van Auxy,<br />
huwde Jacob de Luxembourg, graaf van Gavere 1 .<br />
7 Roucy (de): in goud e<strong>en</strong> leeuw van azuur getopt met e<strong>en</strong><br />
hertog<strong>en</strong>kroon (type B). Verbrugge geeft hetzelfde wap<strong>en</strong>.<br />
De Hooghe, Gailliard <strong>en</strong> Van Praet gev<strong>en</strong>, in azuur e<strong>en</strong><br />
leeuw van goud.<br />
8 in azuur drie leeuw<strong>en</strong> van goud getopt met e<strong>en</strong> grav<strong>en</strong>kroon<br />
(type C). Is er e<strong>en</strong> verband met het wap<strong>en</strong>, in goud drie<br />
leeuw<strong>en</strong> van sabel aanwezig bij de kwartierstat<strong>en</strong> van<br />
Lodewijk van Brugge ?<br />
1 Van Praet, Louis de Bruges, p. 76<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 108
BESLUIT<br />
Wat stell<strong>en</strong> we vast als we de kwartierstat<strong>en</strong> van beide families<br />
vergelijk<strong>en</strong> ?<br />
Bij de familie van d<strong>en</strong> Gruuthuyse zijn er slechts drie wap<strong>en</strong>s die mogelijks<br />
overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> met de werkelijke kwartier<strong>en</strong>.<br />
Bij de familie de Melun stemm<strong>en</strong> er zes overe<strong>en</strong>. Er ontbrek<strong>en</strong> op dit<br />
glasraam Roubaix <strong>en</strong> Ghistelles die vervang<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> door Luxembourg<br />
<strong>en</strong> het laatste schildje.<br />
De ontbrek<strong>en</strong>de families zijn in feite afkomstig uit Vlaander<strong>en</strong>, alsof de<br />
allianties van de Gruuthuyse vooral met families uit de hoge adel <strong>en</strong> zelfs<br />
met afstammeling<strong>en</strong> van Franse koning<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>.<br />
Enkele kritische vrag<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t het glasraam:<br />
Was dit onwet<strong>en</strong>dheid aangaande de voorgeschied<strong>en</strong>is van de familie (het<br />
glasraam van Lodewijk van Brugge spreekt dit wel teg<strong>en</strong>) of wild<strong>en</strong> zij uit<br />
ijdelheid aanton<strong>en</strong> dat ze wel hun vorst di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> maar in afkomst niet<br />
di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> onder te do<strong>en</strong> voor hem ? De positie van de c<strong>en</strong>trale figuur is zo<br />
weergegev<strong>en</strong> om te imponer<strong>en</strong>, om macht uit te stral<strong>en</strong>. Hij doet d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
aan de “Commandatore” uit Mozart’s opera Don Juan. De drang om hun<br />
oorsprong in de verf te zett<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> we wijd verspreid in de vijfti<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />
de zesti<strong>en</strong>de eeuw bij belangrijke families. Zo gaat bijvoorbeeld het huis<br />
van Croy via keizerlijke diploma’s bewijz<strong>en</strong> dat zij afstamd<strong>en</strong> van de<br />
Arpadi<strong>en</strong>s, koning<strong>en</strong> van Hongarije 1 . In e<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwse<br />
g<strong>en</strong>ealogie van het huis Egmont staat dat zij afstamd<strong>en</strong> van “Radbout<br />
Coninck van Vrislant, dese werde van Carolus Martellus, sone van Pepin,<br />
van het koninckrijck van Vrislant berooft, <strong>en</strong>de is alsoo geword<strong>en</strong> d<strong>en</strong><br />
erst<strong>en</strong> here van Egmondt. Hij troude Aimarja des konincks dochter van<br />
Hongari<strong>en</strong>. Hij sterft door het vall<strong>en</strong> van sijn perde A° 792”. In de oude<br />
kroniek van Brabant staat de “bome oftlinie der edeld’ hertogè và Brabant<br />
<strong>en</strong> Lothrijcke”. Volg<strong>en</strong>s deze g<strong>en</strong>ealogie stamm<strong>en</strong> de koning<strong>en</strong> der<br />
Frank<strong>en</strong> zelfs af van Hector van Troye 2 .<br />
Mogelijks wilde R<strong>en</strong>é, via de kwartierstat<strong>en</strong> van het glasraam, aanton<strong>en</strong><br />
dat zijn familie ge<strong>en</strong> verplichting<strong>en</strong> had t<strong>en</strong> overstaan van Maximiliaan van<br />
Oost<strong>en</strong>rijk <strong>en</strong> dat de keuze om vassaal te word<strong>en</strong> van de koning van<br />
Frankrijk verwees naar e<strong>en</strong> familieband (althans volg<strong>en</strong>s de gegev<strong>en</strong>s van<br />
het glasraam) die sterker was dan de middeleeuwse feodale band met de<br />
wettige vorst. Na de veldslag van Guinegate in 1479 werd zijn oom, Jan<br />
van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door de Frans<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong><br />
Lodewijk XI er naar streefde dat de Gruuthuyse familie partij zou kiez<strong>en</strong><br />
1 Martin, Croy, p. 15<br />
2 Die alderexcell<strong>en</strong>ste cronyke van Brabant, Cahier C<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 109
voor hem teg<strong>en</strong> Maximiliaan, b<strong>en</strong>oemde hij Jan tot zijn raadsman <strong>en</strong><br />
kamerheer. Hij liet Jan op 18 maart 1480 zelfs trouw<strong>en</strong> met R<strong>en</strong>ée de Bueil,<br />
dochter van Antoine, graaf van Sancerre, <strong>en</strong> van Johanna de Valois,<br />
natuurlijke dochter van Karel VII <strong>en</strong> Agnes Sorel. In de akt<strong>en</strong> van de<br />
sch<strong>en</strong>king<strong>en</strong> ter geleg<strong>en</strong>heid van dit huwelijk noemde Lodewijk XI R<strong>en</strong>ée<br />
de Bueil “sa nièce”. Later koos ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s zijn vader, Jan van Brugge,<br />
resoluut partij voor Karel VIII, de zoon van Lodewijk XI. Hij werd ridder<br />
van de orde van Sint-Michiel <strong>en</strong> in 1504 gouverneur <strong>en</strong> luit<strong>en</strong>ant-g<strong>en</strong>eraal<br />
van Picardië. Hij had zich gevestigd te Abbeville waar hij in 1512 overleed 1 .<br />
Het glasraam komt over alsof de opdrachtgever, R<strong>en</strong>é van Brugge,<br />
gefrustreerd was <strong>en</strong> sterke uiterlijke symbol<strong>en</strong> nodig had om te imponer<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> daarom met veel verbeelding de kwartierstat<strong>en</strong> heeft gefantaseerd. Was<br />
dit omdat hij niet meer de belangrijke politieke rol vervulde van zijn<br />
voorouders of wilde hij zoveel mogelijk zijn familiale band<strong>en</strong> met de Lage<br />
Land<strong>en</strong> verberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich voordo<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> belangrijke Franse familie om<br />
de band van zijn vader, oom <strong>en</strong> broer met de Franse vorst te verklar<strong>en</strong> ?<br />
Waar is het werk van de wap<strong>en</strong>heraut<strong>en</strong> die in theorie alles di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> na te<br />
gaan om misbruik<strong>en</strong> te verhinder<strong>en</strong> ?<br />
1 Anselme, Histoire, D. 7, pp. 850-851 - Guynemer, Offémont, p. 50 - Van Praet, Louis de<br />
Bruges, pp. 64-72 – Watson, Winchester, pp. 76-77<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 110
IV. JAN VAN BRUGGE, HEER VAN SPIERE, EN JAN VAN DEN GRUUTHUYSE,<br />
DE TWEE ZONEN VAN LODEWIJK VAN BRUGGE, HEER VAN GRUUTHUSE 1<br />
Uit het huwelijk van Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins van<br />
Ste<strong>en</strong>huize, graaf van Winchester (1472), ridder van het Guld<strong>en</strong> Vlies<br />
(1460) <strong>en</strong> van Margareta van Borsele zijn meerdere kinder<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong><br />
waaronder drie zon<strong>en</strong>. De oudste, Lodewijk, heer van Spiere, sterft jong op<br />
7 januari 1461 <strong>en</strong> wordt begrav<strong>en</strong> te Oostkamp 2 . Daarnaast hebb<strong>en</strong> ze twee<br />
zon<strong>en</strong> die beide de naam Jan drag<strong>en</strong>. De oudste komt in de geschrift<strong>en</strong> vaak<br />
voor als Jan van Brugge of als heer van Spiere terwijl de jongere broer<br />
aangegev<strong>en</strong> staat als Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, Jehan de La Gruthuse of<br />
s<strong>en</strong>eschal van Anjou 3 . Deze twee person<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, door het drag<strong>en</strong> van<br />
dezelfde voornaam, vaak met elkaar verward <strong>en</strong> zelfs als één persoon<br />
beschouwd. Op basis van cartularia, oude geschrift<strong>en</strong>, grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
andere bronn<strong>en</strong> volgt hier e<strong>en</strong> korte biografie van beide broers.<br />
Jan van Brugge, heer van Spiere, later heer van <strong>Gruuthuse</strong><br />
Medaille A° 1479 van JOHANNES<br />
DE GRUTHUSA CASTELLANUS<br />
INSULARUM door Jean de<br />
Candida<br />
De tweede zoon, Jan van Brugge, heer van<br />
Spiere, behoorde, dank aan zijn vader, tot<br />
de hofhouding van Maria van Bourgondië.<br />
In 1478 neemt hij deel aan het steekspel<br />
van de Witte Beer te Brugge waar hij “d<strong>en</strong><br />
hoorne” wint. Het jaar daarop strijdt<br />
“Monseigneur des Pierres” mee in de<br />
veldslag bij Guinegate. Sam<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele<br />
ander<strong>en</strong> wordt hij door de Franse troep<strong>en</strong><br />
achtervolgd tot aan de wall<strong>en</strong> van de stad<br />
Aire 4 . Hij wordt vanaf dat jaar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
aangegev<strong>en</strong> als raadsheer <strong>en</strong> kamerheer<br />
van Maximiliaan van Oost<strong>en</strong>rijk <strong>en</strong><br />
kastelein van het kasteel van Rijsel <strong>en</strong><br />
“upperjaghere” van Vlaander<strong>en</strong>. In 1485 wordt hij uit zijn ambt van<br />
kastelein van Rijsel onthev<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit Vlaander<strong>en</strong> verbann<strong>en</strong>. Toch trekt in<br />
1488 “joncheer Jan van Brugge, die heere van Spiere, zu<strong>en</strong>e van d<strong>en</strong> heere<br />
van Gruuthuuse” onder leiding van Philips van Kleef, de<br />
1 Deze tekst is gebaseerd op het artikel, Jan van Brugge, heer van Spiere, <strong>en</strong> Jan van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse, zon<strong>en</strong> van Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in<br />
Heraldicum Disputationes, D. 25, 2020, pp. 18-27.<br />
2 Bethune, Epitaphes, p. 302<br />
3 In februari 1481 vindt m<strong>en</strong> in de lijst der edel<strong>en</strong> “te Brugghe <strong>en</strong>de int Brugssche … mer<br />
Jan van Brugghe, heer van Spiere, svoorseits mer Lodcwijcx zone” <strong>en</strong> “Jan van der<br />
Gruuthuuse, s<strong>en</strong>eschal van Anjou” (Buylaert, Adel ingelijst, n° 1831-1832 - Buylaert,<br />
Repertorium, p. 142).<br />
4 Aan de zijde van de aartshertog van Oost<strong>en</strong>rijk werd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s deze veldslag 12.000<br />
mann<strong>en</strong> gedood <strong>en</strong> 900 gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (Buchon, Molinet, D. 2, p. 210).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 111
Opperbevelhebber van G<strong>en</strong>t, naar D<strong>en</strong>dermonde waar ze zich meester<br />
mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> belangrijk aantal goeder<strong>en</strong>. Hij vervangt zijn vader als<br />
kapitein van Brugge <strong>en</strong> leidt de Brugse <strong>en</strong> Bourgondische troep<strong>en</strong> op het<br />
slagveld 1 .<br />
Hij zal, na het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader, de voornaamste bezitting<strong>en</strong> erv<strong>en</strong>.<br />
Het graafschap Winchester ev<strong>en</strong>wel gaat hij in mei of juni 1500 te Calais<br />
moet<strong>en</strong> overdrag<strong>en</strong> aan de Engelse koning, H<strong>en</strong>drik VII 2 . In 1502 gebruikt<br />
hij ev<strong>en</strong>wel nog steeds de titel van graaf van Winchester 3 . E<strong>en</strong> jaar later<br />
gebruikt hij de volg<strong>en</strong>de omschrijving “Jan van Brugghe, heere van<strong>en</strong><br />
Gruuthuuse, prince van Ste<strong>en</strong>huuse, raed <strong>en</strong>de camerlinc ordinaires<br />
vand<strong>en</strong> coninc ruddre van zijnder ordre, capitain vander stede <strong>en</strong>de<br />
casteele van Abbeville <strong>en</strong>de van Louvre te Paris” 4 .<br />
Vanaf 1491 is hij kapitein van het Louvre 5 . Op 4 augustus 1492 vergezelde<br />
hij Margareta van Oost<strong>en</strong>rijk tijd<strong>en</strong>s haar bezoek aan de stad Ami<strong>en</strong>s. In<br />
1500 is hij reeds verbond<strong>en</strong> aan het Franse hof, zo wordt hij vermeld in e<strong>en</strong><br />
“roolle de la monstre et reveue faicte à Abeville, le dix neufviesme jour de<br />
novembre, l'an mil cinq c<strong>en</strong>s … estans soubz la charge et conduicte de<br />
monseigneur de la Gruthuze, conseiller et chambellan du roy nostredit<br />
seigneur”. In 1504 koopt “monsieur Despierres” het hotel in de “ruë de S.<br />
Gilles” van Philippe de Crevecoeur, gouverneur van het kasteel van<br />
Abbeville, verbouwt het tot e<strong>en</strong> mooi paleis <strong>en</strong> geeft het de naam Gruthuse.<br />
Sinds 1498 is hij grootmeester van de kruisboogschutters van Frankrijk.<br />
Op 27 mei 1498 wordt hij ridder in de Orde van Sint-Michiel. Vanaf 13<br />
juni 1504 is hij gouverneur <strong>en</strong> luit<strong>en</strong>ant van de koning van de provincie<br />
Picardië <strong>en</strong> kapitein van de stad <strong>en</strong> het kasteel van Abbeville 6 . Hij zal de<br />
verscheid<strong>en</strong>e functies blijv<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> tot zijn dood in 1512. Na zijn<br />
dood komt het hotel te Abbeville toe aan zijn zoon “Louys de Bruges son<br />
fils, aussi sieur de Grutuse, qui <strong>en</strong> paya les droits Seigneuriaux l’an 1515” 7 .<br />
1 de Jonghe, Despars - Cronijcke, D. 4, pp. 166, 409, 417, 420 <strong>en</strong> 436 – de La Tour, Jean<br />
de Candida, pp. 93-98 <strong>en</strong> pl. VII-5 - Haemers, Adellijke onvrede, p. 189 – Haemers,<br />
Strijd, pp. 118, 137 <strong>en</strong> 173 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire sommaire, D. 4, n° 2125, p. 261<br />
2 Watson, Winchester, p. 77<br />
3 “wij mer Jan, rudder, heere vander Gruthuusse, grave van Wincestre, prince van<br />
Ste<strong>en</strong>huuse, heere van Spiere, van Berchem, van Oerscarnp, van Thielt t<strong>en</strong> Hove <strong>en</strong>de<br />
van Bever<strong>en</strong> bij Harlebeke, etc” (Buylaert, Repertorium, p. 142).<br />
4 Buylaert, Repertorium, pp. 142-143<br />
5 “Mre Jehan de la Grutuse, Chevalier, Seigneur des Pierres, à pres<strong>en</strong>t Capitaine du<br />
Chastel du Louvre, au lieu dudit de Vaurin, par Lettres Pat<strong>en</strong>tes du Roi, données au<br />
Montils lès Tours le dix-neuf Mai 1491… Mre Adri<strong>en</strong> de Hangest, Chevalier, à pres<strong>en</strong>t<br />
Capitaine du Chastel du Louvre à Paris, au lieu de feu Mr de la Gruthuse, decedé le<br />
huit Aoust 1512” (Sauval, Histoire de Paris, pp. 497 <strong>en</strong> 559).<br />
6 Anselme, Histoire, D. 8, p. 108 – de Beauvillé, Recueil, D. 2, pp. 195-197 - de La<br />
Gorgue-Rosny, Ponthieu, D. 2, p. 541 – Pélicier, Lettres Charles VIII, D. 3, pp. 294-295<br />
- Sanson, Abbeville, pp. 596 <strong>en</strong> 618 - Watson, Winchester, p. 77<br />
7 “Jean de la Gruthuse, seigneur de Famechon, lieut<strong>en</strong>ant général <strong>en</strong> Picardie et<br />
capitaine de la ville et du château d'Abbeville” (de La Gorgue-Rosny, Ponthieu, D. 1, p.<br />
73 - de Vaissière, Trésor des Chartes, p. 214, n° 159, octobre 1499).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 112
Grafmonum<strong>en</strong>t van Jan van Brugge in de<br />
kerk van St-Riquier, volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />
tek<strong>en</strong>ing van 1861<br />
(Armoiries Samari<strong>en</strong>nes)<br />
Jan huwt eerst, rond 1480, Marie<br />
d’Auxy. Zij moet t<strong>en</strong> vroegste in 1501<br />
overled<strong>en</strong> zijn. Zij wordt in dat jaar<br />
vermeld als de erfg<strong>en</strong>ame van haar<br />
zuster, Isabeau d’Auxy 1 .<br />
Hij hertrouwt nadi<strong>en</strong>, op 30 november<br />
1505, met Maria de Melun. Deze<br />
laatste hertrouwt op 20 februari 1513<br />
met Jacques de Chabannes, heer van<br />
La Palisse, maarschalk van Frankrijk,<br />
<strong>en</strong> sterft op 10 oktober 1553 <strong>en</strong> werd<br />
begrav<strong>en</strong> in het kasteel La Palisse 2 .<br />
Hijzelf is overled<strong>en</strong> op 8 augustus<br />
1512 <strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> in de kerk van de<br />
abdij Saint-Riquier 3 .<br />
Hij heeft uit zijn eerste huwelijk e<strong>en</strong><br />
dochter Margareta van Brugge, vrouw<br />
van Auxy <strong>en</strong> Flavy, die huwde met<br />
Jacob II de Luxembourg, heer van<br />
Fi<strong>en</strong>nes, ridder van het Guld<strong>en</strong> Vlies,<br />
overled<strong>en</strong> in 1519. Zij erfde de voornaamste bezitting<strong>en</strong> van haar moeder.<br />
Hij heeft ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zoon Lodewijk II van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>.<br />
Het is onduidelijk of hij gebor<strong>en</strong> is uit het eerste of het tweede huwelijk.<br />
Uit het tweede huwelijk zou hij zeer jong zijn voor de feit<strong>en</strong> die hem<br />
word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>: bijvoorbeeld, in 1522, had de keizer goeder<strong>en</strong><br />
verbeurd verklaart in Vlaander<strong>en</strong>, Rijsel, Douai <strong>en</strong> Orchies welke<br />
toebehoord<strong>en</strong> aan Lodewijk II, de oudste zoon van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />
1 de La Gorgue-Rosny schrijft “messire de La Gruthuse veuf <strong>en</strong> 1505 de Made Marie<br />
d’Auxy et père de Marguerite” (Anselme, Histoire, D. 3, p. 736 <strong>en</strong> D. 8, p. 106 - de La<br />
Gorgue-Rosny, Ponthieu, D. 1, p. 72 <strong>en</strong> D. 2, pp. 701 <strong>en</strong> 926).<br />
2 In feite voert hij volg<strong>en</strong>s dit glasraam, gedeeld I, gevier<strong>en</strong>deeld Gruuthuyse-Aa; II,<br />
teg<strong>en</strong>-gedeeld 1, Auxy (geschaakt van goud <strong>en</strong> keel); 2, Melun (in azuur zev<strong>en</strong> p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong><br />
van goud, geplaatst 3, 3 <strong>en</strong> 1, e<strong>en</strong> schildhoofd van hetzelfde) (Anselme, Histoire, D. 5,<br />
p. 230 <strong>en</strong> D. 7, pp. 850-851 – Buylaert, Repertorium, pp. 142-143 – de Courcelles,<br />
Histoire, D. 5, pp. 23-33 - Donche, Edel<strong>en</strong>, n° 1831 - Guynemer, Offémont, p. 50 –<br />
Pattou, Melun, p. 8 – Rodière, Epitaphier, p. 428 - Van Praet, Recherches, pp. 64-72 –<br />
Watson, Winchester, pp. 76-77).<br />
3 “Messire Jehan de Bruges, Prince de Ste<strong>en</strong>huuse, Seigneù de la Grutuse r. et Chevalier<br />
de l’Ordre Gouverneur et lieut<strong>en</strong>àt. général du roy ez pays de Picardie et Capitaine de<br />
cèt. hòmes darmes tres-passa à Abbeville <strong>en</strong> l’an Vct et XII et fust grand et redouté<br />
Seigner’”. In de lijst van de Franse maarschalk<strong>en</strong> staat voor 1515 (di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> hier te lez<strong>en</strong><br />
1505 ?) e<strong>en</strong> “Jean ou Louis de Bruges, sieur de la Grutuse”. Het gaat hier zeker om Jan<br />
van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, die in het werk van Adrian de La Morlière beschrev<strong>en</strong><br />
wordt als “messire Louys de Bruges Mareschal de France, nouvellem<strong>en</strong>t Gouverneur &<br />
Lieut<strong>en</strong>ant g<strong>en</strong>eral <strong>en</strong> la Province de Picardie” (de La Morlière, Ami<strong>en</strong>s, pp. 218 <strong>en</strong> 297<br />
- Gilbert, Saint-Riquier, pp. 115-116).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 113
“qui se ti<strong>en</strong>t <strong>en</strong> france” 1 . Hij wordt gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de veldslag<br />
bij Pavie in 1525, waar hij onder het bevel van Jacques de La Palisse strijdt,<br />
<strong>en</strong> zal tijd<strong>en</strong>s de belegering van Napels, eind juli 1528, ongehuwd<br />
overlijd<strong>en</strong> 2 .<br />
Jan van Brugge heeft uit zijn tweede huwelijk zeker e<strong>en</strong> zoon <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
dochter Anna, geestelijke te Bethune. Zijn zoon R<strong>en</strong>é van Brugge, heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong>, die huwt met Beatrix de Seyssel, g<strong>en</strong>oemd de La Chambre,<br />
sterft, quasi failliet, in 1572 3 .<br />
Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, s<strong>en</strong>eschal van Anjou<br />
De jongste zoon van Lodewijk I, ook e<strong>en</strong> Jan, wordt door Maximiliaan van<br />
Oost<strong>en</strong>rijk op 7 augustus 1479 ridder geslag<strong>en</strong> voor de veldslag bij<br />
Guinegate 4 . Hij wordt tijd<strong>en</strong>s deze veldslag door de Frans<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Philippe de Commines beschrijft in het lang <strong>en</strong> het breed de<br />
zware boei<strong>en</strong> waarmede de gevang<strong>en</strong><strong>en</strong> werd<strong>en</strong> vastgebond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zegt dat<br />
“toutesfois j’ay veu beaucoup de g<strong>en</strong>s de bi<strong>en</strong> prisonniers les avoir aux<br />
pieds, qui depuis <strong>en</strong> sont saillis à grand honneur, & qui depuis ont eu de<br />
grand bi<strong>en</strong> de luy: & <strong>en</strong>tre les autres, un filx de monseigneur de la Gruture<br />
de Flandres, prins <strong>en</strong> bataille: lequel ledict Seigneur maria, & feit son<br />
Chambelan, & S<strong>en</strong>eschal d’Anjou: & luy bailla c<strong>en</strong>t lances” 5 . Lodewijk<br />
XI heeft hem onder zijn hoede g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Jelle Haemers heeft de<br />
Franse carrière van zijn zoon de positie van Lodewijk, heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />
vanaf 1479 ernstig verzwakt aan het hof van Maximiliaan van Oost<strong>en</strong>rijk.<br />
1 Op 20 maart 1550 doet “R<strong>en</strong>é de Bruges, seigneur de la Gruthuze: donation à Guillaume<br />
de La Gruthuze, abbé comm<strong>en</strong>dataire de Saint-Crépin les Soissons et prieur de Quierzy,<br />
diocèse du Soissons son frère naturel de toutes les sommes qui lui sont dues comme<br />
héritier de Louis de Bruges, seigneur de la Gruthuze, g<strong>en</strong>tilhomme ordinaire de La<br />
Chambre du Roi François I par les receveurs ou fermiers des terres, d'Auxy le Château,<br />
Fontaine près Auxy (de La Roque, Généraux Français, D. 1, p. 46 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire<br />
sommaire, D. 4, n° 2311, p. 372 – Sanson, Abbeville, p. 596).<br />
2 Het glasraam in de kerk van Famechon geeft e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>afbeelding als heer van<br />
Famechon in het jaar 1512 van “Louis de Bruges”. Nadi<strong>en</strong> staat voor 1528, “R<strong>en</strong>ée de<br />
Bruges” vermeld als heer van dezelfde heerlijkheid. De memoires van Robert III de La<br />
Marck, heer van Florange, vermeld<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> “aultres gros personnaiges prins qui<br />
n’avoy<strong>en</strong>t poinct de charge” tijd<strong>en</strong>s de veldslag van Pavie in 1525, “mons’ de la<br />
Gruytheuse” (Louis de Bruges, sieur de la Gruthuse) (Buchon, Martin et Guillaume du<br />
Bellay, pp. 432-433 - Campardon, Châtelet, n° 3467 - d’Hozier, L’impot, n° 6833 -<br />
Goubaux, Florange, p. 238 - Rodière, Epitaphier, p. 427 - Van Praet, Recherches, pp.<br />
76-77).<br />
3 E<strong>en</strong> antifonarium van Famechon vermeldt slechts twee kinder<strong>en</strong>, namelijk “grand<br />
seigneur prince de r<strong>en</strong>om R<strong>en</strong>é de Bruges très puissant” <strong>en</strong> “damoiselle Anne de Bruges<br />
Soeur Religieuse à Bethune” (Rodière, Epitaphier, p. 426 - Van Praet, Recherches, p.<br />
77).<br />
4 Buchon, Molinet, D. 2, p. 209 - de Dadizeele, Memoires, pp. 18-19 – Haemers, Adellijke<br />
onvrede, p. 189 <strong>en</strong> 197 - Sanson, Abbeville, pp. 579-580<br />
5 de Commines, Mémoires, p. 229 - Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI, D. VIII, n°<br />
MCCCCXLVI, Plessis-du-Parc, 12 avril 1480, pp. 173-175<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 114
Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse huwt dan op 18 maart 1480 met R<strong>en</strong>ée de Bueil,<br />
dochter van Antoine de Bueil, graaf van Sancerre, <strong>en</strong> van Johanna de<br />
Valois, natuurlijke dochter van Karel VII <strong>en</strong> Agnes Sorel. Hij ontvangt bij<br />
deze geleg<strong>en</strong>heid de heerlijkheid Ussé. Op 12 april 1480 schrijft Lodewijk<br />
XI aan de rek<strong>en</strong>kamer van Anjou e<strong>en</strong> brief om de le<strong>en</strong>hulde per procuratie<br />
te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> door “maistre Hervé Regnault” gezi<strong>en</strong> “le s r de Ussé est<br />
à pres<strong>en</strong>t continuellem<strong>en</strong>t occuppé à l’<strong>en</strong>tour de nostre personne pour<br />
nostre service, et que ne voulons qu’il nous esloigne aucunem<strong>en</strong>t pour<br />
quelque chose qu’il ait à faire, nous vous prions que le veillez recevoir par<br />
procureur à faire l’ommage qu’il est t<strong>en</strong>u de faire à nostre très chier et très<br />
amé oncle et cousin le roy de Sicile, duc d’Anjou, à cause des terres qu’il<br />
ti<strong>en</strong>t de luy” 1 .<br />
Hij wordt kamerheer <strong>en</strong> raadsheer van de koning, ridder in de Orde van<br />
Sint-Michiel <strong>en</strong> s<strong>en</strong>eschal van Anjou. Hij ontvangt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s inkomst<strong>en</strong> op<br />
de zoutschur<strong>en</strong> van Ca<strong>en</strong>, Caudebec, Lisieux <strong>en</strong> Honfleur ter waarde van<br />
4.000 l 2 .<br />
Lodewijk XI schrijft op 30 november 1480, “Monsr du Plessys, je vous<br />
<strong>en</strong>voye ma niepce la s<strong>en</strong>eschalle d’Anjou, laquelle est grosse, ainsi que<br />
m’ont dit les medecins; et pour ce, qu’elle soit bi<strong>en</strong> traictié et logée près<br />
de la royne, et qu’il n’y ait faulte” 3 .<br />
Zijn echtg<strong>en</strong>ote moet mogelijks tijd<strong>en</strong>s de zwangerschap overled<strong>en</strong> zijn.<br />
De heerlijkheid Ussé komt terug in hand<strong>en</strong> van de familie de Bueil <strong>en</strong><br />
wordt in 1485 door Antoine de Bueil verkocht aan Jacques d’Espinay 4 .<br />
Op 8 oktober 1481 schrijft de koning aan de kanselier “j’ay commandé une<br />
declaration pour mon nepveu le s<strong>en</strong>eschal d’Anjou” <strong>en</strong> noemt Jan van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse niet meer als heer van Ussé 5 .<br />
Deze trouwt vervolg<strong>en</strong>s, rond 1484, met Louisa de Nesle, vrouw van<br />
Offémont, dochter van Jan de Nesle, heer van Offémont, Mello, Ancre,<br />
raadsheer <strong>en</strong> kamerling van de koning, <strong>en</strong> van Jacqueline de Croy-Chimay.<br />
Zij hebb<strong>en</strong> drie kinder<strong>en</strong>, de oudste Frans sterft juist na de geboorte, de<br />
tweede Antoine sterft jong in januari 1494. De derde zoon Lodewijk wordt<br />
heer van Offémont. Hij huwt met Marie de Moy 6 <strong>en</strong> sterft kinderloos op 4<br />
augustus 1524. Het grafzerk beschrijft hem als “Messire Loys de La<br />
Gruthuse, <strong>en</strong> son vivant chevalier seigneur d'Offémont d'Avelinghi<strong>en</strong> et<br />
1 Anselme, Histoire, D. 7, pp. 850-851 - Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI, D. VIII, n°<br />
MCCCCXLVI, Plessis-du-Parc, 12 avril 1480, pp. 173-175<br />
2 Champion, Agnès Sorel, pp. 89-90 - Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI, D. VIII, p. 174<br />
3 Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI, D. VIII, n° MDXLIX, BonaV<strong>en</strong>tura, 30 novembre 1480,<br />
pp. 319-320<br />
4 Het werk van Eugène Hucher, Monum<strong>en</strong>ts funéraires, épigraphiques, sigillographiques,<br />
etc de la famille de Bueil, geeft ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele informatie betreff<strong>en</strong>de R<strong>en</strong>ée de Bueil<br />
(Zadora-Rio, Rigny-Ussé, p. 21).<br />
5 Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI, D. IX, n° MDCXXX, Plessis-du-Parc, 8 octobre1481, pp.<br />
80-81<br />
6 “Mme Marie de Moy Dame de la Gruthuse” staat in 1585 (sic) aangegev<strong>en</strong> als dame aan<br />
het hof van Marie de Medicis (de La Morlière, Ami<strong>en</strong>s, pp. 284 - zum Kolk, Officiers,<br />
p. 5).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 115
sénéchal d'Anjou, qui trespassa le 4e jour d'Aoust 1524”. Volg<strong>en</strong>s zijn<br />
grafzerk was hij nog steeds s<strong>en</strong>eschal van Anjou 1 .<br />
Wap<strong>en</strong> van Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse,<br />
s<strong>en</strong>eschal van Anjou<br />
Wap<strong>en</strong> van Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse,<br />
zoon van Jan <strong>en</strong> Louisa de Nesle<br />
Onderzijde van twee ogiev<strong>en</strong> van de abdijkerk van Offémont<br />
(Guynemer, Offémont, p. 108 <strong>en</strong> pl. XXXIII)<br />
Verder vernem<strong>en</strong> we dat Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse op 9 september 1496 de<br />
heerlijkheid van Famechon kocht <strong>en</strong> deze twee jaar later overdraagt aan<br />
zijn broer Jan van Brugge 2 .<br />
1 Zijn zoon Lodewijk staat in 1499 aangegev<strong>en</strong> als s<strong>en</strong>eschal van Anjou. Hij moet wel<br />
nog zeer jong geweest zijn. Deze lijst geeft ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aan dat Brandelis de Champagne,<br />
heer van Bazouges, in 1500 s<strong>en</strong>eschal van Anjou <strong>en</strong> Le Maine was. Nochtans staat deze<br />
laatste in 1501 <strong>en</strong>kel aangegev<strong>en</strong> als “sénéchal du Maine”. Volg<strong>en</strong>s Cauvin werd vanaf<br />
1481 het ambt van s<strong>en</strong>eschal van Anjou <strong>en</strong> Le Maine gesplitst. Wel war<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s<br />
dezelfde auteur, Jan van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> in 1484, zijn zoon Lodewijk in 1499 <strong>en</strong><br />
Brandelis de Champagne in 1500 s<strong>en</strong>eschal van beide provincies (Beautemps-Beaupré,<br />
Anjou, D. 2, pp. 77, 295 <strong>en</strong> 535 - Bodin, Recherches, D. 2, p. 570 - Cauvin, Le Maine,<br />
pp. 103, 106 <strong>en</strong> 114 - Guynemer, Offémont, pp. 51-52 - Pattou, Clermont-Nesle, pp. 12-<br />
13 - Perrier, Croissant, pp. 37-38 - Rodière, Epitaphier, pp. 578-579 <strong>en</strong> 582).<br />
2 “la famille de la Grutuze posséda la seigneurie de Famechon depuis le 9 septembre 1496<br />
où elle lui fut adjugée par décret de v<strong>en</strong>te, après la mort d'Isabeau, dame d'Auxi, femme<br />
de Philippe de Crèvecoeur”. Op 20 oktober 15.. (lees 1498) is er overdracht “pour la<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 116
E<strong>en</strong> register betreff<strong>en</strong>de de heerlijkheid Avelgem geeft aan dat hij voor het<br />
jaar 1501 e<strong>en</strong> derde bekomt van deze heerlijkheid <strong>en</strong> dat dit na zijn<br />
overlijd<strong>en</strong> toekomt aan zijn zoon Lodewijk 1 .<br />
De tweede echtg<strong>en</strong>ote, Louisa de Nesle, vrouw van Offémont, Mello,<br />
Ancre <strong>en</strong> Bray-sur-Somme, staat op 15 maart 1510 aangegev<strong>en</strong> als<br />
weduwe van “Jean de La Gruthuse, chevalier, sénéchal d’Anjou, conseiller<br />
et chambellan du roi” 2 .<br />
Op 13 april 1525 sch<strong>en</strong>kt zij al haar bezitting<strong>en</strong>, met behoud van het<br />
vruchtgebruik, aan Frans de Montmor<strong>en</strong>cy, heer van La Rochepot, de<br />
toekomstige echtg<strong>en</strong>oot van haar nicht, Charlotte d’Humières, op<br />
voorwaarde dat zo zij kinderloos zoud<strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>, Offémont <strong>en</strong> Mello in het<br />
huis Montmor<strong>en</strong>cy zoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ancre <strong>en</strong> Bray-sur-Somme zoud<strong>en</strong><br />
toekom<strong>en</strong> aan het huis van Humières 3 . Het gedeelte van de heerlijkheid<br />
Avelgem dat toebehoorde aan Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse zal na e<strong>en</strong><br />
korte tijdspanne t<strong>en</strong>slotte terugker<strong>en</strong> aan huis Gruuthuyse, namelijk aan<br />
zijn neef, R<strong>en</strong>é van Brugge 4 .<br />
seigneurie de Famechon <strong>en</strong>tre Jehan de Bruges et Jehan de la Grutuze son frère puîné”<br />
(Pouillet, Ephémérides Pohières, pp. 23 <strong>en</strong> 266).<br />
1 Visart de Bocarmé, Gruuthuuse, p. 430<br />
2 Babelon, Chambre de France, P//15 2181 n° 310<br />
3 de La Roque, Généraux Français, D. 1, p. 25 – du Chesne, Montmor<strong>en</strong>cy, D. 2, p. 267<br />
- Guynemer, Offémont, pp. 51-53 <strong>en</strong> 136-137<br />
4 Register betreff<strong>en</strong>de de heerlijkheid Avelgem, A° 1501: “Mer Jan van Brugghe, here<br />
van Gruuthuuse. Van des<strong>en</strong> le<strong>en</strong>e heeft Mer Jan S<strong>en</strong>echael, broeder van d<strong>en</strong><br />
voornoemd<strong>en</strong> heer het derde in partaig<strong>en</strong> da thy ook houd van ons<strong>en</strong> gheducht<strong>en</strong> heere<br />
van des<strong>en</strong> zyn<strong>en</strong> hove … Nu Lodewyck van Brugghe, filius Mer Jans, per mortem, 1512,<br />
heere van Offermont. Mer Jacop, graeve van Horne, van d<strong>en</strong> voorseid<strong>en</strong> derde per dood.<br />
Mer Jan, zyn broeder, per mortem. Nu R<strong>en</strong>é van Brugghe, here van Gruuthuuse, zyn<br />
rechtsweer per dood, anno 1540. Nu vrouwe Catherine van Brugghe, per mortem patris<br />
1572. Nu Zyne Konincklyke Majesteyt, by cope, t<strong>en</strong> decrete anno 1596, in d<strong>en</strong> groot<strong>en</strong><br />
raad <strong>en</strong>de by acte van demeure in d<strong>en</strong>zelv<strong>en</strong> raad, <strong>en</strong> date 2e april 1596 …” (Visart de<br />
Bocarmé, Gruuthuuse, pp. 430-431).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 117
REQUIEM VOOR GRUUTHUYSE<br />
OF HET BEWOGEN LEVEN VAN CATHARINA VAN BRUGGE 1<br />
Kasteel Montmirail waar Catharina van Brugge verblev<strong>en</strong> heeft<br />
O. de Wismes, Le Maine et l’Anjou<br />
In aanvulling van de vorige artikels over de her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong> wil ik<br />
deze lijst afsluit<strong>en</strong> met Catharina van Brugge de laatste telg van het huis,<br />
gebor<strong>en</strong> rond 1555. Catherine was de dochter van R<strong>en</strong>é van Brugge, heer<br />
van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van Béatrix de La Chambre, oudste dochter van Jehan,<br />
graaf van La Chambre, <strong>en</strong> van Barbe d'Amboise. De psychische toestand<br />
van R<strong>en</strong>é van Brugge werd door de Raad “fragile et plus que douteuse”<br />
bestempeld. Hij is in 1572 overled<strong>en</strong> <strong>en</strong> liet aan zijn dochter belangrijke<br />
domein<strong>en</strong> na maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> berg met schuld<strong>en</strong>. Zijn echtg<strong>en</strong>ote staat<br />
vermeld als weduwe op 1 november 1573 <strong>en</strong> leefde na zijn overlijd<strong>en</strong> bij<br />
haar moeder, Barbe d’Amboise, in Savoie. Er volgd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal process<strong>en</strong><br />
voor de Grote Raad van Mechel<strong>en</strong>, die uiteindelijk leid<strong>en</strong> tot de verkoop<br />
van de goeder<strong>en</strong> in de Nederland<strong>en</strong> 2.<br />
In het eerste deel van deze tekst gaat het om e<strong>en</strong> dame uit de hoge adel, die<br />
jong trouwt met e<strong>en</strong> oudere man met e<strong>en</strong> prachtige loopbaan. Ze heeft<br />
verschill<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>, waarvan <strong>en</strong>kel<strong>en</strong> jong sterv<strong>en</strong>, <strong>en</strong> verliest haar<br />
echtg<strong>en</strong>oot tuss<strong>en</strong> 1586 <strong>en</strong> 1588.<br />
1 Deze tekst versche<strong>en</strong> als artikel, Requiem voor Gruuthuyse. Het bewog<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> van<br />
Catharina van Brugge, versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in Miscellania Heraldica I, 2020, pp. 207-217.<br />
2 Bagu<strong>en</strong>ault de Puchesse, Lettres de Catherine de Médicis, D. 8, p. 146 - de Cotarel,<br />
Barbe d’Amboise, p. 73 - de Seyssel-Cressieu, La maison de Seyssel, D. 1, pp. 234-235<br />
- Desmarais, de La Palice - Gailliard, Inv<strong>en</strong>taire, D. l, p. 166, n° 678<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 118
In het tweede deel, heeft ze te mak<strong>en</strong> met de teloorgang van haar<br />
bezitting<strong>en</strong>. Er zijn meerdere mogelijke oorzak<strong>en</strong>: de psychische toestand<br />
van haar vader, het onbezonn<strong>en</strong> beheer van haar goeder<strong>en</strong> door haarzelf <strong>en</strong><br />
haar echtg<strong>en</strong>oot, de oorlog<strong>en</strong> die de streek teister<strong>en</strong> in de tweede helft van<br />
16 e eeuw. Zo brand<strong>en</strong> in 1581 te Avelgem het kasteel, de kerk, vier mol<strong>en</strong>s<br />
<strong>en</strong> meer dan de helft van de woning<strong>en</strong> af. Waarschijnlijk is de teloorgang<br />
e<strong>en</strong> gevolg van de drie 1 .<br />
Catharina wil ge<strong>en</strong> weduwe blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal opnieuw huw<strong>en</strong>, door<br />
omstandighed<strong>en</strong>, zelfs tot viermaal. Over Catharina zelf zijn, buit<strong>en</strong> de<br />
process<strong>en</strong>, weinig gegev<strong>en</strong>s terug te vind<strong>en</strong> maar via de echtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />
krijg<strong>en</strong> we wel e<strong>en</strong> beeld van haar do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> in de wereld waarin ze<br />
leefde.<br />
In 1575 publiceerde Guillaume de la Tayssonnière, heer van La Tour de<br />
Moles in de Maçonnais, e<strong>en</strong> lyrisch lofzang ter geleg<strong>en</strong>heid van het eerste<br />
huwelijk van Catharina van Brugge met Lodewijk de Corg<strong>en</strong>on g<strong>en</strong>oemd<br />
de la Baume, baron van Saint-Amour. Deze epithalamia versche<strong>en</strong> in zijn<br />
werk L’attiffet des Damoizelles, Première & plus importantes pièce de leur<br />
embellissem<strong>en</strong>t, uitgegev<strong>en</strong> door Frédéric Morel te Parijs 2 .<br />
In het eerste deel schreef hij de lofzang voor e<strong>en</strong> verwante, Françoise de la<br />
Baume, “madamoyzelle de Perès”, de oudste dochter van Claudine de la<br />
Tayssonnière <strong>en</strong> van Lodewijk de la Baume. Het tweede deel, van folios<br />
10v tot 16r, omvat:<br />
“EPITHALAME SUR L’HEUREUX MARIAGE DE HAULT ET PUISSANT SEIGNEUR<br />
Messire Loys de Corg<strong>en</strong>on dict de la Baume, Seigneur de la Grutheuze<br />
(<strong>Gruuthuse</strong>), Prince d’Estinhuze (Ste<strong>en</strong>huize), Conte de Vincestre<br />
(Winchester 3 ), Baron de Sainct Amour (Saint-Amour), Monfalconet<br />
(Montfalconnet), Sandreins (Sandrans 4 ), Corg<strong>en</strong>on, d’Espierre (Spiere-<br />
Espierres), Hamste (Heemstede), West<strong>en</strong>scave (?), Montmirail, Authon, La<br />
Bazoche Gouët 5 , & de Chaveroche 6 : Seigneur de Peres (Perrex 7 ), de<br />
1 Inv<strong>en</strong>taris onroer<strong>en</strong>d Erfgoed, Avelgem<br />
2 Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 2, p. 378 - Guigue, Les Amoureuses, pp. V-VIII<br />
3 Zijn grootvader Jan di<strong>en</strong>de in mei/juni 1500 het graafschap terug over te drag<strong>en</strong> aan de<br />
Engelse koning, H<strong>en</strong>drik VII (Watson, Winchester, pp. 77-79).<br />
4 Lodewijk de La Baume erfde Sandrans van Philibert de la Baume, baron van<br />
Montfalconnet. Op 17 juli 1574 verkocht Lodewijk de la Baume dit land aan Amand de<br />
Pigna, heer van La Botte (Guigue, Topographie, pp. 370-371).<br />
5 Montmirail, Authon <strong>en</strong> La Bazoche zijn drie heerlijkhed<strong>en</strong> die kwam<strong>en</strong> van Jan de<br />
Luxembourg, heer van Richebourg. Zijn dochter, Isabella huwde Jan de Melun, heer van<br />
Antoing <strong>en</strong> hun dochter, Maria was de grootmoeder van Catharina van Brugge<br />
(Wikipedia, Perche-Gouët).<br />
6 Anna de France, hertogin van Le Bourbonnais vervreemde de kastelnie van Chaveroche<br />
aan Jacob de Chabannes, maarschalk van Frankrijk (Nicolas de Nicolay, Description<br />
générale de Bourbonnais <strong>en</strong> 1569, p. 46).<br />
7 Perceval de la Baume, heer van Montfalconnet, bekwam in 1454 het hooggerecht over<br />
de inwoners van het le<strong>en</strong> (Guigue, Topographie, p. 285)<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 119
Mart<strong>en</strong>ey (Mart<strong>en</strong>ay 1 ), Espey (Epey 2 ), Saint Nizier (Saint-Nizier-le-<br />
Désert 3 ), Chasteauneuf (Château-Neuf), Chavein (Chaneins 4 ), Sainct<br />
Sulpy (Saint-Sulpice), le Roz (Le Roux 5 ) Portebeuf (Porteboeuf 6 ), la<br />
Falconiere (La Falconnière 7 ), Taney (Tanay 8 ) d’Aul<strong>en</strong>gui<strong>en</strong> (Avelgem),<br />
Oscàp (Oostkamp 9 ), Trelt<strong>en</strong>hebe (Lett<strong>en</strong>hove), Bernes (Berchem),<br />
Flamichon (Famechon 10 ), Brache (Braches) , Chezelles (Chazelles),<br />
Dompierre: Avec Illustre Dame, Madame Catherine de Bruges aussi<br />
Princesse, Côtesse & Dame desdits lieux. Par G. de la Tayssonnière<br />
g<strong>en</strong>tilhomme Domboys, & seigneur de la Tour de Moles <strong>en</strong> Masconnois”.<br />
Zicht op de stad Saint-Amour, Jean-Baptiste Lallemand, 1785<br />
(memoirevive.besancon.fr)<br />
1 Philibert de la Baume, heer van Périeu-<strong>en</strong>-Bresse was in 1540 heer van de burcht van<br />
Mart<strong>en</strong>ay te Sermérieu.<br />
2 Aan Lodewijk de la Baume door erf<strong>en</strong>is van Philibert de la Baume, baron van<br />
Montfalconnet (Guigue, Topographie, p. 141).<br />
3 Aan Lodewijk de la Baume door erf<strong>en</strong>is van Philibert de la Baume, baron van<br />
Montfalconnet (Guigue, Topographie, pp. 357-358).<br />
4 Claude de la Baume, weduwe van Philibert de La Teyssonnière was dame van Chaneins<br />
(France Archives, Cour des comptes de Bourgogne, B. 10615, p. 267 - Guigue,<br />
Topographie, pp. 76-77).<br />
5 Lodewijk de la Baume ver<strong>en</strong>igde dit land met de baronie van Montfalcon (Guigue,<br />
Topographie, pp. 328-329).<br />
6 De heerlijkhed<strong>en</strong> van Chaneins, Villon <strong>en</strong> Porteboeuf kwam<strong>en</strong> hem toe via zijn eerste<br />
echtg<strong>en</strong>ote Claudine de la Tayssonnière, dochter van Philibert de la Tayssonnière <strong>en</strong> van<br />
Claudine de la Baume, zuster van Philibert de la Baume, baron van Montfalconnet<br />
(Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 3, pp. 28-30 - Guigue, Topographie, p. 303).<br />
7 Aan Lodewijk de la Baume door erf<strong>en</strong>is van Philibert de la Baume, baron van<br />
Montfalconnet (Guigue, Topographie, p. 144).<br />
8 Guigue, Topographie, p. 389<br />
9 Lodewijk van Brugge kocht dit in 1457 van Jan Witto<strong>en</strong> (Opsommer, Le<strong>en</strong>goed, p. 490,<br />
nota 318).<br />
10 Op 20 oktober 15.. (lees 1498) is er e<strong>en</strong> transfer “pour la seigneurie de Famechon <strong>en</strong>tre<br />
Jehan de Bruges et Jehan de la Grutuze son frère puîné” (Pouillet, Ephémérides<br />
Pohières, p. 266).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 120
Haar eerste huwelijk<br />
Zij huwde e<strong>en</strong> eerste maal, op 9 juni 1574, met Lodewijk de la Baume<br />
g<strong>en</strong>oemd de Corg<strong>en</strong>on, baron <strong>en</strong> sinds 1581 1 graaf van Saint-Amour.<br />
Lodewijk de la Baume was e<strong>en</strong> zoon<br />
Philibert II de la Baume <strong>en</strong> van<br />
Françoise de Damas, dame van Saint-<br />
Amour. Hij huwde eerst op 22<br />
september 1560 met Claudine de la<br />
Teyssonnière, dame van Chaneins,<br />
<strong>en</strong>ige dochter van Philibert <strong>en</strong> van<br />
Claudine de la Baume. Hij streed te<br />
Montcontour onder het bevel van de<br />
graaf van Mansfeld. Door voorspraak<br />
van zijn oom, Philibert de la Baume,<br />
werd hij in 1572 kamerheer van de<br />
hertog van Savoie. Hij werd<br />
meerdere mal<strong>en</strong> op ambassade<br />
gezond<strong>en</strong> naar Frankrijk, Spanje,<br />
Portugal <strong>en</strong> Rome <strong>en</strong> werd in 1576<br />
ridder in de Orde van de Annonciade.<br />
Hij werd door de hertog van Savoie<br />
als ambassadeur naar het Spaanse<br />
Fr. Capré, L’Ordre de l’Annonciade,<br />
p. 133<br />
Hof gezond<strong>en</strong> om het huwelijk met Catharina, dochter van Filips II van<br />
Spanje, te onderhandel<strong>en</strong>.<br />
Op 29 juni 1586 kocht hij van de hertog Karel-Emmanuel, de land<strong>en</strong> van<br />
Saint-G<strong>en</strong>is, Oste <strong>en</strong> Y<strong>en</strong>ne voor 15.000 Italiaanse goud<strong>en</strong> ecus, som die<br />
hij contant betaalde. De koop werd voor de s<strong>en</strong>aat op 29 juni 1586<br />
bevestigd <strong>en</strong> op 10 juli 1586 verhief de hertog te Turijn de land<strong>en</strong> van<br />
Saint-G<strong>en</strong>is <strong>en</strong> Y<strong>en</strong>ne tot markgraafschapp<strong>en</strong>. Op 13 oktober 1588 kocht<br />
de minderjarige zoon van Lodewijk de la Baume, Emmanuel-Philibert de<br />
Saint-Amour, voor 4.500 Italiaanse goud<strong>en</strong> ecus de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong><br />
van de stad Saint-G<strong>en</strong>is van de eerste lakei (premier valet de chambre) van<br />
de hertog, die beweerde de recht<strong>en</strong> erover bekom<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> van de prins<br />
op 21 juli 1584. Op 26 augustus 1609 bekwam hij de briev<strong>en</strong> van<br />
overdracht van deze laatste aankoop. De grav<strong>en</strong> van Saint-Amour zull<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>wel, ondanks de betaling van deze somm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vele klacht<strong>en</strong>, nooit<br />
het bezit of vruchtgebruik van deze grond<strong>en</strong> bekom<strong>en</strong>.<br />
De onderhandeling<strong>en</strong> over de grond<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> aan dat Lodewijk de la Baume<br />
moet gestorv<strong>en</strong> zijn tuss<strong>en</strong> juli 1586 <strong>en</strong> oktober 1588.<br />
Het wap<strong>en</strong>boek van de Orde van “l’Annonciade” geeft voor Lodewijk de<br />
la Baume, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van azuur <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zwaan 2 .<br />
1 Filips II, koning van Spanje, verhief op 21 oktober 1581, de heerlijkheid van Saint-<br />
Amour tot graafschap (Janss<strong>en</strong>s, Wap<strong>en</strong>boek, D. 1, p. 469).<br />
2 Capré, Ordre de l’Annonciade, p. 133 - Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 1, pp. 26 <strong>en</strong> 107 <strong>en</strong> D. 2,<br />
p. 378 – Horric de Beaucaire, Archives diplomatiques, D. 2, pp. 47-48 – Merlotti,<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 121
Catharina had uit dit huwelijk zes kinder<strong>en</strong>, vijf zon<strong>en</strong> <strong>en</strong> één dochter,<br />
Françoise-Catherine, waar verder ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s over zijn. Twee zon<strong>en</strong><br />
stierv<strong>en</strong> jong, Willem in 1579 <strong>en</strong> Karel-Emmanuel, heer van La Chaux, in<br />
1584. De jongste zoon, Filip, baron van Sandrans, werd in 1622 abt <strong>en</strong> heer<br />
van Luxeuil na het overlijd<strong>en</strong> van zijn oom Antoine. Hij overleed op 22<br />
februari 1631 op het kasteel Baudoncourt, eig<strong>en</strong>dom van de abdij 1 . De<br />
oudste zoon, Emmanuel-Philibert de la Baume g<strong>en</strong>oemd de Bruges, graaf<br />
van Saint-Amour, markgraaf van Saint-G<strong>en</strong>is <strong>en</strong> Y<strong>en</strong>ne, werd gebor<strong>en</strong> op<br />
16 januari 1577 op het kasteel van Saint-Amour. Hij huwde op 6 juli 1599<br />
met Hel<strong>en</strong>a Perr<strong>en</strong>ot de Granvelle, nicht van de kardinaal, aartsbischop van<br />
Mechel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> stierf op 28 juni 1622 na zijn terugkeer van de slag bij<br />
Hagu<strong>en</strong>au op het kasteel Baudoncourt in de Franche-Comté, dus ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
voor zijn moeder.<br />
Antoine de la Baume g<strong>en</strong>oemd de Bruges, baron van Montfalconnet, La<br />
Chaux, huwde in 1602 met Johanna Richardot, dochter van Jan, voorzitter<br />
van de privéraad van aartshertog Albert. Zij hadd<strong>en</strong> uit dit huwelijk slechts<br />
één dochter die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vaak de naam “Catharine de Bruges” droeg.<br />
Johanna Richardot stond reeds aangegev<strong>en</strong> als weduwe in 1605 <strong>en</strong> zal<br />
overlijd<strong>en</strong> op 5 mei 1657. Hun dochter, Catharina, huwde<br />
(huwelijkscontract van 29 januari 1622) met Albert-Eugène de G<strong>en</strong>ève,<br />
markgraaf van Lullin, maar had ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>. Hij stierf te Chambéry in<br />
1662 <strong>en</strong> zijn echtg<strong>en</strong>ote kreeg het vruchtgebruik van zijn bezitting<strong>en</strong> 2 .<br />
De teloorgang<br />
Het is onder R<strong>en</strong>é van Brugge, die in de onmogelijkheid was zijn schuld<strong>en</strong><br />
te verheff<strong>en</strong>, dat de problem<strong>en</strong> begonn<strong>en</strong>. Zelfs Filips II van Spanje schreef<br />
e<strong>en</strong> brief aangaande de voogdij van Beatrix de La Chambre, weduwe van<br />
R<strong>en</strong>é van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, over de goeder<strong>en</strong> van haar dochter<br />
Catharina. In 1571 vroeg de heer Stryckaert, voorlopig aangesteld om de<br />
bezitting<strong>en</strong> van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> te beher<strong>en</strong>, om curator<strong>en</strong> aan te<br />
stell<strong>en</strong>. De process<strong>en</strong> startt<strong>en</strong> in 1593 waar Catharina, na e<strong>en</strong> klacht van<br />
Karel, graaf van Egmont, werd verplicht 31.200 florijn<strong>en</strong> te betal<strong>en</strong> 3 .<br />
Heemstede werd reeds in 1592 verkocht aan Joos Teeling,<br />
raadsheer van de stat<strong>en</strong> van Zeeland, <strong>en</strong> aan Jan de Jonge,<br />
burgemeester van Zierikzee. Maar Maximiliaan van<br />
Cruijning<strong>en</strong>, burggraaf van Zeeland, deed zijn erfrecht geld<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> werd als heer erk<strong>en</strong>d op 21 februari 1603. Daar zijn<br />
Politique dynastique, p. 244 - Thiébaud, Les comtes, pp. 45-46 - Wikipedia, Famille de<br />
La Balme<br />
1 Pernot, Franche-Comté, pp. 346-347<br />
2 d’Ursel, Richardot-Ste<strong>en</strong>huyse, 1672, p. 7 – Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 3, pp. 30-31<br />
3 “En 1571, le Grand Conseil à la requête de M. Strvckaert, commis provisoirem<strong>en</strong>t à<br />
l'administration des bi<strong>en</strong>s du sgr de Gruuthuyse, demande au Conseil Privé, la<br />
nomination de curateurs défïnitifs” (Vand<strong>en</strong> Bussche, Inv<strong>en</strong>taire-Bruges, D. 2, n° 636-<br />
639, ref 24).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 122
ezitting<strong>en</strong> zwaar met schuld<strong>en</strong> belast war<strong>en</strong>, verkocht hij in 1608 de<br />
heerlijkheid aan Jacob van d<strong>en</strong> Eynde 1 .<br />
Daar Catharina niet in staat was de schuld<strong>en</strong> te betal<strong>en</strong>,<br />
verplichtte de Grote Raad van Mechel<strong>en</strong> haar op 25 februari<br />
1593 de heerlijkhed<strong>en</strong> Spiere, Avelgem <strong>en</strong> Bevere te<br />
verkop<strong>en</strong>. De verkoop van het hoger <strong>en</strong> lager hof van Spiere<br />
had plaats op 19 december 1594. Het lager hof werd<br />
aangekocht door Maximiliaan d’Oignies, heer later graaf van<br />
Beaurepaire; het hoger hof of het Vlaamse gedeelte van de<br />
heerlijkheid Spiere, door Nicolas du Chastel de la Howarderie,<br />
die zijn erfrecht deed geld<strong>en</strong>. In 1639-1642 staat Johanna<br />
Richardot, prinses van Ste<strong>en</strong>huize, barones van La Chaux,<br />
aangegev<strong>en</strong> als vrouw van Avelgem 2 .<br />
Op 22 oktober 1594 legde de prins van Gavere beslag op de heerlijkheid<br />
Berchem met de eis deze te verkop<strong>en</strong>. De heerlijkheid werd gekocht door<br />
Kasper van der Heyd<strong>en</strong> maar de graaf van Boussu deed zijn erfrecht geld<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de zaak werd in zijn voordeel beslecht op 2 maart 1596. Na e<strong>en</strong> nieuw<br />
vonnis kwam het in bezit van Antoine de la Baume g<strong>en</strong>oemd de Bruges.<br />
Gezi<strong>en</strong> dit niet volstond, kwam Catharina in 1595 of iets daarvoor overe<strong>en</strong><br />
met de graaf van Egmont om, in ruil van de overblijv<strong>en</strong>de schuld<strong>en</strong>, het<br />
prinsdom Ste<strong>en</strong>huize <strong>en</strong> de heerlijkheid Lett<strong>en</strong>hove, te gebruik<strong>en</strong> als<br />
schuldvereff<strong>en</strong>ing. Filip van Egmont had reeds de titel van prins van<br />
Ste<strong>en</strong>huize opgeëist “<strong>en</strong> vertu d’<strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t” van zijn grootmoeder<br />
Françoise de Luxembourg 3 .<br />
1 Dek, Cruijning<strong>en</strong>, pp. 103-104 - Smallegange, Cronyk, pp. 688-689<br />
2 du Chastel de la Howarderie, Notices, D. 1, pp. 24-25 <strong>en</strong> 446-450 – Oosterbosch, Grote<br />
Raad, n° 339<br />
3 “Nous à grande et meurie deliberation de conseil pour le prouffict dudict desfault avons<br />
deboute et deboutons tous aultres non comparus et ne s'estant oppose p<strong>en</strong>dant ces<br />
proces, de tout tel droict et action. qu ses émiss<strong>en</strong>t peut pret<strong>en</strong>dre sur les diets bi<strong>en</strong>s<br />
subcastés ou d<strong>en</strong>iers <strong>en</strong> procedans <strong>en</strong>semble la dite contesse de St. Amours condemnez<br />
de toutes desp<strong>en</strong>ces et exceptions que lun emiss<strong>en</strong>t peut competez pour empescher le<br />
progres de ses procedures. Et faisans droict sur la dicte matière de decret. Avons<br />
interposé et par ceste notre s<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ce diffinitive et arrest interposons nos auctoritez aux<br />
criers v<strong>en</strong>te et subeastations de la dicte principaulté de Ste<strong>en</strong>huyse, <strong>en</strong>semble de la dicte<br />
terre et seigneurie de Lett<strong>en</strong>hove et des dictes deux fiefs et app<strong>en</strong>dances aux conditions<br />
reprises sur lesquels d<strong>en</strong>iers seront prisse <strong>en</strong> preallable les desp<strong>en</strong>ces des dictes criées<br />
et subcastations et de ceste <strong>en</strong>sembles les droicts sgrs tel que seront deus a cause de la<br />
v<strong>en</strong>te diceulx bi<strong>en</strong> et auparav<strong>en</strong>t faire droict sur la demande deja droicte faicte par le<br />
dict Baron de Trasignies pour la v<strong>en</strong>te de la dicte principaulte el sur l'opposition par<br />
luy faicte pour les friucts dicelle principaulte pour les années escheus depuis le trespas<br />
du dict feu Messire Philippe Prince de Gavre conte d'Egmont jusque au vœux qui at esté<br />
faict par le di ct Messire Charles conte d'Egmont, son frère … pour par après estre<br />
surtout ordonne ce que faisan et declarons icelluy conte d'Egmont <strong>en</strong> sa prefer<strong>en</strong>ce<br />
pret<strong>en</strong>due sur les d<strong>en</strong>iers a proceder de la dicte principaulte non fondè,...”. Effectief<br />
wordt reeds in 1577 Filip, graaf van Egmont, prins van Gavere, “t<strong>en</strong> titel van bijleving”,<br />
vermeld als prins van Ste<strong>en</strong>huize (A.E. Tournai. Fonds del Fosse et d'Espierres, n° 1111<br />
- de Potter, Ste<strong>en</strong>huize-Wijnhuize, pp. 15-16 - R.A. Ronse, Fonds Ste<strong>en</strong>huize-Wynhuize,<br />
n° 17 - van d<strong>en</strong> Eeckhout, Ste<strong>en</strong>huyse, pp. 87-89).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 123
Deze overe<strong>en</strong>komst sche<strong>en</strong> niet te voldo<strong>en</strong> aan de overige schuldeisers,<br />
waaronder de vier zusters van de graaf van Egmont. Op 10 mei 1597<br />
beklaagd<strong>en</strong> de prinses van Mansfeld (Maria-Christina van Egmont) <strong>en</strong> haar<br />
drie zusters, Anna, Johanna <strong>en</strong> Magdal<strong>en</strong>a, zich bij de Grote Raad dat<br />
Catharina h<strong>en</strong> nog 17.521 pond<strong>en</strong> achterstallige r<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verschuldigd was,<br />
vervall<strong>en</strong> sinds 1584, met <strong>en</strong>kele andere schuld<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
hypotheek ter waarde van 33.326 guld<strong>en</strong>. De Grote Raad<br />
besliste in november 1596 dat het prinsdom van Ste<strong>en</strong>huize<br />
op<strong>en</strong>baar di<strong>en</strong>de verkocht te word<strong>en</strong>, wat uiteindelijk zou<br />
geschied<strong>en</strong> op 17 maart 1605 1 .<br />
1 “Le 28 ème jour de novembre 1605 présidé par messeigneurs du Grand Conseil des<br />
Archiducqs nos souverains seigneurs et princes pour proceder a la signature des lettres<br />
de decret de la v<strong>en</strong>te de la terre et principaulte de Ste<strong>en</strong>huyse appart<strong>en</strong>ances et<br />
dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ces ayant appart<strong>en</strong>u a Dame Catherine de Bruges contesse douarière de St.-<br />
Amour. Apres les publications et aultres debvoirs a ce requis et accoustumes est<br />
finalem<strong>en</strong>t la terre et principaulté de Ste<strong>en</strong>huyse appart<strong>en</strong>ances et dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ces apres<br />
plusieurs <strong>en</strong>chieres et echaulches demeurée a mre Michiel Ellewouts conchierge du<br />
palais ou se ti<strong>en</strong>t le dict Grand Conseil pour lun ou son comànd comme achapteur et<br />
dernier <strong>en</strong>cherisseur a la levée du scel des lettres de decret pour la somme de 24200<br />
livres de quaraille gros monnaie de Flandre la livre soubs ces charges et conditions<br />
reprises et écris de decrc.. Lequel mre Michiel Ellewouts comparant le 17 ème de<br />
decembre audict an 1605 au greffe du dict conseil a déclaré son command estre Dame<br />
Jehanne de Richardot vesve de Messire Anthonie Poupet et de Bruges dict de la Baulme<br />
chv. Baron de la Chaux et de Crevecœur <strong>en</strong> son propre et privé nom Duquel achapt atres<br />
chere Dame est despesche ce prés<strong>en</strong>t acte pour l'un valoir a l'effect d'adheritance que<br />
de raison et moei<strong>en</strong>nant ce mamptissem<strong>en</strong>t par elle faict des d<strong>en</strong>iers de son achapt. Luy<br />
ont et délivrées ces pres<strong>en</strong>tes lettres de decret faict a Malines le jour et an que dessu".<br />
“Nous Anne d'Egmont declairons par cestes que sestant v<strong>en</strong>due passé quelque temps<br />
par decret au Grand Conseil à Malines la terre et principaulté de Ste<strong>en</strong>huys et que sur<br />
les d<strong>en</strong>iers <strong>en</strong> prov<strong>en</strong> ans nous compete nostre part et portion au marcq la livre avecq<br />
Madame la Princesse de Mansfelt Madame la Comtesse d'Herlies et Mad lle J<strong>en</strong>ne<br />
d'Egmont nos sœurs a l'<strong>en</strong>contre de Monsieur le Comte Charles d'Egmont nre frère les<br />
filles et heritiers de fut Thiry Hoeds, et les heritiers du fut Guillaume Ynans. Et voyans<br />
que la liquidation ne s'acheve, et ne scait on quand elle s'achevera, et qu'estans sur nre<br />
partern<strong>en</strong>t pour retourner à Bethune, nous avons besoing du nre pour subv<strong>en</strong>ir à noz<br />
necessitez aussy pour eviter toutes ulterieures difficultez. Nous sommes accordé avec<br />
Monsieur le Presid<strong>en</strong>t Richardot, et moy<strong>en</strong>nant la somme de cinq c<strong>en</strong>s florins, que ce<br />
iourdhuy avons receu de luy <strong>en</strong> pièces doubles Albertz et dont nous nous t<strong>en</strong>ons cont<strong>en</strong>te<br />
et satisfaicte. Luy avons cedé et transporte comme par ceste nous luy cedons et<br />
transportons luy pm et acceptant nre <strong>en</strong>tiere part et portion et g<strong>en</strong>eraleiii tout le droict<br />
que pouvons pret<strong>en</strong>dre es d<strong>en</strong>iers procedez de lade terre et Principaulte sans ri<strong>en</strong><br />
excepter pour par luy ses hoir et ayans cause joyr et proufficter de nre de <strong>en</strong>tiere part<br />
et portion tout ainsy, et <strong>en</strong> la mesme forme et maniere qu'eussions peu faire auparavant<br />
ceste pote cession et transport, que promectons t<strong>en</strong>ir, <strong>en</strong>tret<strong>en</strong>ir faire, souffrir, et laisser<br />
joyr, sans jamais aller au contraire. Sans toutefois parce que dessus nous praesidicier<br />
au surplus de nre deu que pourrons recouvrer sur la personne et aultres bi<strong>en</strong>s de<br />
Madame la comtesse de St.-Amour Mère du fut Monsieur le Baron de la Chaul nre<br />
cousin, et dont nous nous reservons nre droict et action, bi<strong>en</strong> <strong>en</strong>t<strong>en</strong>du que ne deverons<br />
estre recherge de tout ce que jusque orez avons receu sur nre pret<strong>en</strong>due, soit des d<strong>en</strong>iers<br />
de Lett<strong>en</strong>hove et dont led t Sr Presid<strong>en</strong>t nous devera garantir et indemner. En tesmoing<br />
dequoy avons signé ceste <strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ce des tesmoings soubsignez. A Bruxelles le<br />
noeufièsme jour de juillet seize c<strong>en</strong>s et sept” (R.A. Ronse, Fonds Ste<strong>en</strong>huize-Wynhuize,<br />
n° 17).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 124
Het is haar schoondochter Johanna Richardot, weduwe van haar zoon<br />
Antoine de la Baume g<strong>en</strong>oemd de Bruges, baron van La Chaux <strong>en</strong> van<br />
Crevecoeur, die Ste<strong>en</strong>huize kocht voor de som van 24.200 pond<strong>en</strong>. Zij<br />
talmde wel om de betaling af te rond<strong>en</strong>. Zo drong Anna van Egmont, in<br />
haar naam <strong>en</strong> deze van haar drie zusters, bij de heer presid<strong>en</strong>t Richardot<br />
erop aan om het overige deel van het te goed te bekom<strong>en</strong>, wat uiteindelijk<br />
zou geschied<strong>en</strong> op 9 juli 1607. Johanna Richardot liet op 30 april 1658<br />
Ste<strong>en</strong>huize na aan haar neef, Claude Richardot, graaf van Gamerages 1 ,<br />
vermits haar dochter ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> had.<br />
Het kasteel van Gruuthuyse te Oostkamp werd verkocht aan<br />
Cornelius Bertholf die het in 1616 verder verkocht aan Conrad<br />
Schetz g<strong>en</strong>oemd van Ursel, echtg<strong>en</strong>oot van Françoise<br />
Richardot. Deze verkoop werd door Catharina van Brugge<br />
bevestigd in 1625.<br />
Het hof van Gruuthuyse was reeds in verval geraakt <strong>en</strong> kwam<br />
in 1596 in het bezit van de Spaanse koning. Op aanvraag van<br />
de aartshertog schonk Filips IV het in 1623 aan W<strong>en</strong>ceslas<br />
Coberger, die het in 1628 inrichtte als Berg van<br />
Barmhartigheid 2 .<br />
Berg van Barmhartigheid Brugge<br />
Sanderus, Flandria Illustrata, 1641, D.1, p. 270<br />
1 In 1577 werd Filip, graaf van Egmont, prins van Gavere, “t<strong>en</strong> titel van bijleving”, reeds<br />
effectief vermeld als prins van Ste<strong>en</strong>huize (de Potter, Berchem, pp. 12-13 <strong>en</strong> Ste<strong>en</strong>huize-<br />
Wijnhuize, pp. 15-17 - Dek, Egmond, pp. 53, 58 <strong>en</strong> 60 – Ferrant, Rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, n° 88 -<br />
Gailliard, Inv<strong>en</strong>taire, D. l, p. 166, n° 678 - Matthieu, La pairie de Silly, pp. 13-14 <strong>en</strong> 20<br />
- Scholliers, Prins<strong>en</strong> <strong>en</strong> boer<strong>en</strong>, pp. 12-13 - van d<strong>en</strong> Eeckhout, Ste<strong>en</strong>huyse, pp. 87-91).<br />
2 Everaerdt, Tom’s kijk op Brugge - Inv<strong>en</strong>taris onroer<strong>en</strong>d Erfgoed, Huis van de Her<strong>en</strong> van<br />
<strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Kasteeldomein <strong>Gruuthuse</strong><br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 125
Op het graafschap Winchester na, dat Jan van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />
in 1500 reeds aan de Engelse koning had teruggev<strong>en</strong>, zijn nu alle<br />
heerlijkhed<strong>en</strong>, waarvan de wap<strong>en</strong>s pronkt<strong>en</strong> op het siergraf van Lodewijk<br />
I van Brugge, verkocht. Catherina van Brugge verloor dus de domein<strong>en</strong> die<br />
de rijkdom <strong>en</strong> de glorie van haar voorvader uitmaakt<strong>en</strong>.<br />
Het bewog<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> van Catharina van Brugge<br />
Zij ging e<strong>en</strong> tweede huwelijk aan met Karel de Montjouv<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>oemd de<br />
Messey 1 . Bij huwelijkscontract van 19 maart 1593 bracht Catharina van<br />
Brugge in haar bruidsschat de heerlijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> kastel<strong>en</strong> van Braches <strong>en</strong><br />
van Famechon in Picardië alsook “de bons et beaux joyaulx, des chaynes<br />
d’or de dyam ants, pierres précieuses et aultres bagues et joyaulx jusques<br />
à la somme de deux mille escuz d’or sol”. Zij hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zoon, Marie-<br />
François de Montjouv<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>oemd de Messey, heer van Montjouv<strong>en</strong>t,<br />
Messey, Nan, Saint-Nizier, Talant, Braches <strong>en</strong> Famechon. Hij<br />
onderhandelde met zijn halfbroer Emmanuel-Philibert de la Baume over<br />
de erfrecht<strong>en</strong> van hun moeder. Hij bekwam 50.000 pond<strong>en</strong> <strong>en</strong> de l<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
heerlijkhed<strong>en</strong> van Braches <strong>en</strong> Famechon in Picardië. Deze tweede<br />
echtg<strong>en</strong>oot, Karel de Montjouv<strong>en</strong>t werd in 1596 met e<strong>en</strong> vuurwap<strong>en</strong><br />
vermoord door e<strong>en</strong> soldaat g<strong>en</strong>oemd “La Desbauche” 2 . In 1617 klaagde<br />
zijn zoon dat hij telk<strong>en</strong>s onder de voogdij kwam van andere person<strong>en</strong> die<br />
de goeder<strong>en</strong> van zijn moeder beheerd<strong>en</strong> maar dat hij van de goeder<strong>en</strong> die<br />
hem toekwam<strong>en</strong> niets zag 3 . Het glasraam in de kerk van Famechon<br />
1 Om te voldo<strong>en</strong> aan de testam<strong>en</strong>taire w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van zijn oom van 3 januari 1589, nam hij<br />
de naam <strong>en</strong> het wap<strong>en</strong> van Montjouv<strong>en</strong>t over (Cornet, Var<strong>en</strong>nes-St-Sauveur, pp. 246-<br />
250).<br />
2 ”S<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ce déclarant ung nommé de Marchizeuil de Courtivron, conducteur des avantcoureurs<br />
de la trouppe et compagnie conduicte par le seigneur de Soirans, soubz la<br />
charge du seigneur baron de S<strong>en</strong>neccy, suffisamm<strong>en</strong>t attainct et convaincu d'avoir, <strong>en</strong><br />
la praierie de Messey <strong>en</strong> ce bailliage, v olu assassiner et mettre à mort messire Charles<br />
de Montjouv<strong>en</strong>t, seigneur et baron dudict lieu et de Messey, ayant le pistollet <strong>en</strong> main et<br />
le chi<strong>en</strong> abattu, de quoy faire il auroit esté empesché par aulcung de la compagnie du<br />
seigneur de Montjouv<strong>en</strong>t, et d'avoir commandé <strong>en</strong> ladicte trouppe des six qui<br />
l'accompagnoi<strong>en</strong>t de tuer et mettre à mort ledict seigneur de Montjouv<strong>en</strong>t, ayant<br />
réitérées foys faict ledict commandem<strong>en</strong>t avec blasphesmes; auroit ledict seigneur de<br />
Montjouv<strong>en</strong>t esté blessé d'ung coup de pistollet aux reins, dont il seroit incontin<strong>en</strong>t<br />
tombé par terre mort, par ung nommé La Desbauche, l'un desdicts six soldatz; pour<br />
réparation de quoy avons condempné et condempnons ledict de Marchizeuil de<br />
Courtivron et ledict La Desbauche, d'estre rompus et brisez par l'exécuteur de la haute<br />
justice sur une croix, <strong>en</strong> la place de ceste ville de Mascon appellée la Court-du-Prévost,<br />
si appréh<strong>en</strong>dez peulv<strong>en</strong>t estre et après liés sur une roue, les visaiges tornés <strong>en</strong> hault, y<br />
demeurer jusques ad ce que mort s'<strong>en</strong>suyve, les condempnant davantaige, chascung<br />
d'eulx seul et pour le tout, <strong>en</strong> l'am<strong>en</strong>de de cinq c<strong>en</strong>s escuz <strong>en</strong>vers le roy et somme de<br />
quatre mil escuz <strong>en</strong>vers dame Catherine de Bruges, veuve dudict seigneur de<br />
Montjouv<strong>en</strong>t, et Marie-François, leur filz” (Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 2, p. 272 - Michon,<br />
Bailliage de Maçon, série B. 918, A° 1596).<br />
3 “Requête prés<strong>en</strong>tée par Marie-François, seigneur de Messey, baron de Montjouveat,<br />
disant qu'il seroit tumbé soubz la férule et garde noble de haulte et puissante dame<br />
Catherine de Bruges, sa mère, et despuis de hault et puissant seigneur Emmanuel-<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 126
vermeldt Marie-François wel als heer in 1618 <strong>en</strong> zijn zoon<br />
François in 1630. Volg<strong>en</strong>s dit glasraam voerde de familie als<br />
wap<strong>en</strong>, in keel e<strong>en</strong> uitgeschulpt schuinkruis van zilver 1 .<br />
Catharina huwde nadi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> derde maal met Scipion de<br />
Champier, heer <strong>en</strong> markgraaf van Vaulx-<strong>en</strong>-Velin 2 , heer van<br />
Bouchon <strong>en</strong> van Saint-Hilaire, kapitein van honderd edel<strong>en</strong> van het<br />
koninklijk Hof <strong>en</strong> Italiaans infanteriekolonel. Op 27 september 1597 gaf<br />
hij in naam van zijn echtg<strong>en</strong>ote het hotel <strong>Gruuthuse</strong> te Abbeville in bail aan<br />
Nicolas Carrel, burger van de stad. Deze di<strong>en</strong>de het huis te onderhoud<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> zorg te drag<strong>en</strong> voor de meubels. In 1614 zal het paleis eig<strong>en</strong>dom word<strong>en</strong><br />
van het koninklijk domein. Pierre d’Avity geeft in 1601 in zijn werk<br />
“Travaux sans Travail” e<strong>en</strong> anagram ter ere van Scipion. Of Catharina in<br />
de loop der tijd in deze lov<strong>en</strong>de tekst was blijv<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong>, valt te<br />
betwijfel<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> ze in 1611 de scheiding van goeder<strong>en</strong> aanvroeg van<br />
haar echtg<strong>en</strong>oot die op 5 februari 1611 werd b<strong>en</strong>oemd tot kapitein van de<br />
tweede compagnie. E<strong>en</strong> jaar later, op 28 augustus 1612, werd, weg<strong>en</strong>s het<br />
overlijd<strong>en</strong> van de heer Champier, de functie toegek<strong>en</strong>d aan Lodewijk II de<br />
Crevant, markgraaf van Humières. Scipion de Champier werd immers voor<br />
16 augustus 1612 in e<strong>en</strong> publiek duel te Parijs gedood door Emmanuel-<br />
Philibert de la Baume, de oudste zoon van Catharina. Waarschijnlijk had<br />
zij in deze zaak e<strong>en</strong> rol gespeeld 3 .<br />
Catharina had uit dit huwelijk ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>. Op 4<br />
december 1603 had Scipion reeds zijn testam<strong>en</strong>t<br />
opgemaakt t<strong>en</strong> voordele van zijn zuster Jeanne,<br />
Philibert de Bruges, comte de Sainct-Amour, et <strong>en</strong>cores despuis soubz noble Scipion de<br />
Champier, seigneur de Vaulx, et pour la quatriesme fois soubz la charge de noble<br />
Claude de La Roche, seigneur de Cornon, sans que jusques à ores, des ungs ny des<br />
autres, il ayt peu avoir compte de l'administration de ses bi<strong>en</strong>s” (Michon, Bailliage de<br />
Maçon, série B. 1006, A° 1617).<br />
1 Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 2, p. 272 – Michon, Bailliage de Maçon, série B. 918, A° 1596 -<br />
Rodière, Epitaphier, pp. 427-428<br />
2 In 1611 “séparation de bi<strong>en</strong>s demandée par Catherine de Bruges, comtesse de<br />
Grat<strong>en</strong>euse, baronne de Montmiral, la Bazoche et Faulton, femme <strong>en</strong> troisièmes noces<br />
de Scipion de Champier, marquis de Vaux, seigneur du Bouchot, capitaine de c<strong>en</strong>t<br />
g<strong>en</strong>tilshommes de la maison du Roi, colonel de l'infanterie itali<strong>en</strong>ne”.<br />
Scipion de Champier moet in 1596 of iets later de heerlijkheid van het markgraafschap<br />
van Vaulx-<strong>en</strong>-Velin gekocht hebb<strong>en</strong> van R<strong>en</strong>é de Mucio. In 1611 do<strong>en</strong> de<br />
domeincommissariss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderzoek naar de verkoop. Scipion di<strong>en</strong>t docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor<br />
te legg<strong>en</strong> maar vraagt hiervoor meerdere mal<strong>en</strong> uitstel. Op 2 mei 1612 word<strong>en</strong> zijn<br />
eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> bevestigd. Op 16 augustus 1612 staat zijn moeder, Antoinette de<br />
Longecombe, aangegev<strong>en</strong> als erfg<strong>en</strong>aam. Op 19 juli 1614 wordt Gaspar Allemand, heer<br />
van Champier, definitief erk<strong>en</strong>d als wettelijk erfg<strong>en</strong>aam.<br />
de Rivoire de La Batie, Dauphiné, pp. 133-134 - Michon, Bailliage de Maçon, série B.<br />
980, A° 1611 - Prudhomme, Inv<strong>en</strong>taire-Isère, D. 3, pp. 72-74<br />
3 Waarschijnlijk was zij niet vreemd aan dit duel. In 1618 werd zij vrijgesprok<strong>en</strong> voor<br />
deze feit<strong>en</strong>. “Pièces concernant l’acquiescem<strong>en</strong>t de Catherine de Bruges aux lettres de<br />
grâce obt<strong>en</strong>ues par le comte de Saint-Amour, son g<strong>en</strong>dre, qui avait tué <strong>en</strong> duel Scipion<br />
de Champier, l’un de ses maris. Septembre 1618” (Bibliothèque de Besançon,<br />
Collection Granvelle, f° 293).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 127
echtg<strong>en</strong>ote van Gaspard Allemand. De familie Champier voerde als wap<strong>en</strong>,<br />
in azuur e<strong>en</strong> vijfpuntige ster van zilver of in azuur e<strong>en</strong> omgew<strong>en</strong>de<br />
vijfpuntige ster van zilver <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> éénhoorn van zilver 1 .<br />
In 1615 zal Catharina opnieuw huw<strong>en</strong> ditmaal met Achille de l’Hôpital,<br />
baron van Cordoux 2 . Hij was de tweede zoon van Jacob de l’Hôpital, graaf,<br />
sinds 1599 markgraaf, van Choisy-aux-Loges, <strong>en</strong> van Magdal<strong>en</strong>a de Cossé.<br />
In 1607 ondernam Achille onder het bevel van zijn broer Karel de<br />
l’Hôpital, markgraaf van Choisy-aux-Loges, e<strong>en</strong> expeditie bestaande uit<br />
vijf schep<strong>en</strong> om ontdekking<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo mogelijk land<strong>en</strong> te verover<strong>en</strong><br />
voor de Franse kroon in Afrika, Azië <strong>en</strong> Amerika. Achille staat hier<br />
aangegev<strong>en</strong> als lieut<strong>en</strong>ant van zijn broer 3 . De caravel “Le Choisy”, met als<br />
kapitein Karel de Fleury, vertrok in 1610 opnieuw op expeditie naar Sierra<br />
Leone <strong>en</strong> Brazilië. Achille de l’Hôpital, edelman van de Kamer van de<br />
koning <strong>en</strong> van de hertogin van Orleans, stond sam<strong>en</strong> met Karel de Fleury<br />
aangegev<strong>en</strong> als geldschieters voor de expeditie die eerder op e<strong>en</strong><br />
pirat<strong>en</strong>tocht leek. Ze hebb<strong>en</strong> namelijk e<strong>en</strong> Spaanse caravel van 200 ton<br />
buitg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In 1624 stond zijn broer Karel aangegev<strong>en</strong> als<br />
heer van Cordoux. Hun vader, Jacob voerde als wap<strong>en</strong><br />
gevier<strong>en</strong>deeld 1 Napels; 2 Schotland; 3 gedeeld Hongarijë <strong>en</strong><br />
Arragon; 4, gevier<strong>en</strong>deeld La Tour <strong>en</strong> Auvergne met in het<br />
hart Boulogne; over alles he<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hartschild L’Hôpital (in<br />
1 Daniel, Milice française, D. II, pp. 78-79 - de Rivoire de La Batie, Dauphiné, pp. 8 <strong>en</strong><br />
133-134 - de Terrebasse, Poésies Dauphinoises, pp. 103 <strong>en</strong> 150 - Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D.<br />
3, p. 78 - Michon, Bailliage de Maçon, série B. 980, A° 1611 – Tillette de Clermont-<br />
Tonnerre, Actes de Me Vulfran Pappin, pp. 165-166<br />
2 Baronie geleg<strong>en</strong> te Courtomer (77.390) bestaande uit e<strong>en</strong> kasteel met donjon <strong>en</strong> wall<strong>en</strong>,<br />
geleg<strong>en</strong> aan de rivier Yerres (Wikipedia, Courtomer (Seine-et-Marne)).<br />
3 De vijf schep<strong>en</strong> droeg<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de nam<strong>en</strong>, L’Affection, L’Archange, Le Choisy,<br />
L’Esprit <strong>en</strong> L’Ange, <strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> onder het bevel van de markgraaf van Choisy-aux-<br />
Loges, die als”S<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ce déclarant ung nommé de Marchizeuil de Courtivron,<br />
conducteur des avant-coureurs de la trouppe et compagnie conduicte par le seigneur de<br />
Soirans, soubz la charge du seigneur baron de S<strong>en</strong>neccy, suffisamm<strong>en</strong>t attainct et<br />
convaincu d'avoir, <strong>en</strong> la praierie de Messey <strong>en</strong> ce bailliage, v olu assassiner et mettre à<br />
mort messire Charles de Montjouv<strong>en</strong>t, seigneur et baron dudict lieu et de Messey, ayant<br />
le pistollet <strong>en</strong> main et le chi<strong>en</strong> abattu, de quoy faire il auroit esté empesché par aulcung<br />
de la compagnie du seigneur de Montjouv<strong>en</strong>t, et d'avoir commandé <strong>en</strong> ladicte trouppe<br />
des six qui l'accompagnoi<strong>en</strong>t de tuer et mettre à mort ledict seigneur de Montjouv<strong>en</strong>t,<br />
ayant réitérées foys faict ledict commandem<strong>en</strong>t avec blasphesmes; auroit ledict seigneur<br />
de Montjouv<strong>en</strong>t esté blessé d'ung coup de pistollet aux reins, dont il seroit incontin<strong>en</strong>t<br />
tombé par terre mort, par ung nommé La Desbauche, l'un desdicts six soldatz; pour<br />
réparation de quoy avons condempné et condempnons ledict de Marchizeuil de<br />
Courtivron et ledict La Desbauche, d'estre rompus et brisez par l'exécuteur de la haute<br />
justice sur une croix, <strong>en</strong> la place de ceste ville de Mascon appellée la Court-du-Prévost,<br />
si appréh<strong>en</strong>dez peulv<strong>en</strong>t estre et après liés sur une roue, les visaiges tornés <strong>en</strong> hault, y<br />
demeurer jusques ad ce que mort s'<strong>en</strong>suyve, les condempnant davantaige, chascung<br />
d'eulx seul et pour le tout, <strong>en</strong> l'am<strong>en</strong>de de cinq c<strong>en</strong>s escuz <strong>en</strong>vers le roy et somme de<br />
quatre mil escuz <strong>en</strong>vers dame Catherine de Bruges, veuve dudict seigneur de<br />
Montjouv<strong>en</strong>t, et Marie-François, leur filz” (Michon, Bailliage de Maçon, série B. 918,<br />
A° 1596).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 128
keel e<strong>en</strong> haan van zilver, gesnaveld, gepoot <strong>en</strong> gekamd van goud, de hals<br />
bedekt met e<strong>en</strong> schildje van azuur e<strong>en</strong> lelie van goud) 1 .<br />
T<strong>en</strong> slotte huwde Catharina op 30 april 1621 op het kasteel Montmirail in<br />
e<strong>en</strong> laatste <strong>en</strong> vijfde huwelijk met R<strong>en</strong>é de La Haye, heer van<br />
Raiseux. Volg<strong>en</strong>s het wap<strong>en</strong>boek van Joseph Audouys voerde<br />
de familie de La Haye de Brissarthe, in zilver drie<br />
schuinbalk<strong>en</strong> van sabel <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gevier<strong>en</strong>deeld La Haye<br />
<strong>en</strong> Charnacé (in azuur drie breedarmige kruisjes van goud) 2 .<br />
Catharina zal uiteindelijk overlijd<strong>en</strong> in 1630 of iets later, eindpunt van<br />
het bewog<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> van de laatste afstammelinge van het huis<br />
Gruuthuyse.<br />
1 Anselme, Histoire, D. 7, pp. 434-435 – Barrey, Le Havre-Maritime, pp. 131 <strong>en</strong> 209 -<br />
Bibliothèque de Besançon, Collection Granvelle, f° 240 – du Chesne, L’Ordre du Saint-<br />
Esprit, D. 1, pp. 186-188 - L’anonyme de Carp<strong>en</strong>tras, Flibustier français dans la mer<br />
des Antilles - Mézin, Papiers d’origine privée, D. 8, T//1723/13, p. 64 – Pattou,<br />
Lhospital, pp. 1 <strong>en</strong> 6<br />
2 Volg<strong>en</strong>s het wap<strong>en</strong>boek van La Sarthe was deze familie afkomstig uit Anjou, e<strong>en</strong> plaats<br />
g<strong>en</strong>oemd La Haye te Brissarthe. Jean de La Haye zou rond 1450 naar Le Maine verhuisd<br />
zijn. Hij huwde daar met Jeanne Sevaud, <strong>en</strong> vormde de tak van Raiseux. E<strong>en</strong> Pierre de<br />
La Haye, ridder, heer van Raiseux, woonde te Juvigné <strong>en</strong> bezat het land <strong>en</strong> de<br />
heerlijkheid van Raiseux met e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te ter waarde van 500 pond<strong>en</strong>. In 1647 staat e<strong>en</strong><br />
Antoine de La Haye aangegev<strong>en</strong> als baron van Raiseux. Het kasteel wordt ook<br />
aangegev<strong>en</strong> als “le manoir de Réseul” <strong>en</strong> is geleg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Juvigné-des-Landes <strong>en</strong> Saint-<br />
Hilaire-du-Maine. Volg<strong>en</strong>s Guich<strong>en</strong>on was R<strong>en</strong>é de La Haye de oudste zoon van Pieter,<br />
heer van La Haye-de-Brissarthe in Anjou, <strong>en</strong> van R<strong>en</strong>ée d’Ant<strong>en</strong>aise. Het wap<strong>en</strong>boek<br />
van 1696 geeft ev<strong>en</strong>wel voor de familie de La Haye, in zilver drie linkerschuinbalk<strong>en</strong><br />
van sabel (Audouys, Projet d’armorial d’Anjou, élém<strong>en</strong>t n° 96 - Bonneserre de Saint-<br />
D<strong>en</strong>is, Ant<strong>en</strong>aise, pp. 155 <strong>en</strong> 157 – Cauvin, Supplém<strong>en</strong>t, p. 85 - Chassin du Guerny<br />
Armorial de La Sarthe, D. 42, pp. 104-105 - Duchemin, Inv<strong>en</strong>taire-May<strong>en</strong>ne, D. 2, B.<br />
2276, p. 2 - Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 3, p. 30 – Lainé, Archives, D. 8, p. 34).<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 129
V. FAMILIE VAN DEN GRUUTHUYSE GENOEMD VAN BRUGGE<br />
Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />
x (Catharina ?) van der Aa, dame van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de Pollare<br />
Jan I, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Grimberg<strong>en</strong><br />
x Margareta van Ghistelles<br />
Geldolf van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
Catharina van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x Jan van Axele<br />
Jan II, heer van <strong>Gruuthuse</strong> + 1396<br />
x 1 (1355) Agnes Pip<strong>en</strong>poy<br />
x 2 Gertrude Hoste (vermeld op 26 mei 1368)<br />
x 3 (september 1368) Isabella de Looz d'Agimont<br />
x 4 (1389) Agnes de Mortagne, vrouw van Spiere<br />
+ 1438<br />
Jeanne van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x Gilles<br />
Hooft<br />
N. van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x Gilles<br />
Hoste<br />
Roland van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x Catharina<br />
Trions<br />
Geldolf van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x Catharina<br />
Cremps<br />
1) (?) Jan van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
+ Nicopolis<br />
1396<br />
x Maria<br />
t'Serclaes<br />
1) (?) Geldolf<br />
van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
3 ?) Isabella<br />
van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
+ voor1409<br />
x H<strong>en</strong>drik van<br />
Bergh<strong>en</strong><br />
+ 1419<br />
4) Jan III, heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong><br />
° rond 1390 + na 1450<br />
x (1416) Maria van<br />
Ste<strong>en</strong>huyse<br />
4) Catharina<br />
van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
+ 1460<br />
x H<strong>en</strong>drik van<br />
Wass<strong>en</strong>are<br />
+ 1447<br />
4) Jeanne van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x Jan Vilain,<br />
heer van<br />
Huize<br />
Catharina van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x (~ 1415)<br />
Jan M<strong>en</strong>n<strong>en</strong>s<br />
+ 1437<br />
Agnes van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x Jan Swaef<br />
Louis de<br />
Lodewijk van<br />
Brugge, heer<br />
van<br />
<strong>Gruuthuse</strong><br />
x (1450)<br />
Marguerite<br />
van Borsele<br />
Louise van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
+ 1488<br />
x Lodewijk<br />
van<br />
Vlaander<strong>en</strong><br />
Jeanne van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x (1443) Jan<br />
van<br />
Ghistelles,<br />
heer van<br />
Esquelbecq<br />
Elisabeth<br />
van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
+ 1491<br />
Margareta<br />
van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 130
Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, ridder van het Guld<strong>en</strong> Vlies (1460), graaf van Winchester (1472)<br />
x (1450) Margareta van Borsele<br />
Lodewijk van<br />
Brugge, heer<br />
van Spiere<br />
+ 7-1-1461<br />
(begrav<strong>en</strong> te<br />
Oostkamp)<br />
Jan IV van Brugge, heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong><br />
+ 8-8-1512<br />
x 1 Maria d’Auxy<br />
x 2 (1505) Maria de Melun<br />
Jeanne van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x (1476)<br />
Jacob II, graaf<br />
van Hoorn,<br />
heer van<br />
Alt<strong>en</strong>a<br />
+ 8-12-1502<br />
Maria van<br />
d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x Adriaan II,<br />
heer van<br />
Cruijning<strong>en</strong><br />
+ ± 1490<br />
Margareta<br />
van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
Begrav<strong>en</strong> te<br />
Coud<strong>en</strong>berg<br />
Brussel<br />
Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse,<br />
s<strong>en</strong>eschal van Anjou<br />
+ voor 15-3-1510<br />
x 1 (1480) R<strong>en</strong>ée de Bueil<br />
x 2 (± 1484) Louisa de<br />
Nesle, vrouw van Offémont<br />
+ 1530<br />
1) Marguerite<br />
van d<strong>en</strong><br />
Gruuthuyse<br />
x Jacob II de<br />
Luxembourg,<br />
heer van<br />
Fi<strong>en</strong>nes<br />
+ 1519<br />
1 of 2)<br />
Lodewijk II<br />
van Brugge,<br />
heer van<br />
<strong>Gruuthuse</strong><br />
+ tijd<strong>en</strong>s<br />
belegering<br />
van Napels<br />
eind juli 1528<br />
2) R<strong>en</strong>é van<br />
Brugge, heer<br />
van<br />
<strong>Gruuthuse</strong><br />
+ 1572<br />
x (1552 ?)<br />
Beatrix de La<br />
Chambre<br />
° 1540<br />
+ na 1581<br />
2) Anne,<br />
geestelijke te<br />
Béthune<br />
Frans de La<br />
Gruthuse,<br />
overled<strong>en</strong><br />
juist na<br />
geboorte<br />
Antoine de La Lodewijk de<br />
Gruthuse La Gruthuse,<br />
+ 1494 heer van<br />
Offémont,<br />
Avelgem,<br />
s<strong>en</strong>eschal van<br />
Anjou<br />
+ 24-8-1524<br />
x Maria de<br />
Moy<br />
Catharina van Brugge, vrouw van <strong>Gruuthuse</strong> ° ~1555 + ~1630/1631<br />
x 1 (1574) Lodewijk de la Baume,<br />
baron <strong>en</strong> sinds 1581 graaf van Saint-Amour<br />
x 2 (1593) Karel de Montjouv<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>oemd de Messey<br />
x 3 (1597) Scipion de Champier, heer van Saint-Hilaire<br />
x 4 (1615) Achille de l’Hopital, baron van Cordoux<br />
x 5 (1621) R<strong>en</strong>é de la Haye, heer van Raiseux<br />
Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 131
A°1329<br />
A°1336-1339<br />
I. Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse x (Catharina ?) van der Aa,<br />
dame van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> Pollare 1<br />
II. A. Jan I, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong> 2<br />
X Margareta van Ghistelles (vermeld met haar echtg<strong>en</strong>oot<br />
in 1339 <strong>en</strong> met haar zoon in 1357)<br />
A°1372-1392<br />
A°1393<br />
A°1393<br />
A°1442<br />
III. A-a. Jan II, heer van <strong>Gruuthuse</strong><br />
<strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong>, drossaard van<br />
Brabant van 1372 tot 1378<br />
(overled<strong>en</strong> eind augustus 1396) 3<br />
x 1) 1355 Agnes Pip<strong>en</strong>poy<br />
x 2) Gertrude Hoste, weduwe van<br />
H<strong>en</strong>drik Braderick (vermeld<br />
op 26 mei 1368)<br />
x 3) (september 1368) Isabella de Looz d'Agimont<br />
x 4) (huwelijkscontract 28 april 1389) Agnes de&