11.02.2022 Views

Schrijven Magazine nummer 1 2022

Eindelijk dat boek schrijven? Laat je inspireren door Schrijven Magazine Schrijven Magazine helpt je bij elke stap op weg naar jouw eigen boek. Je ontdekt wat de schrijfmethode is die het beste bij je past, welke schrijftechnieken je boek vooruit helpen, en je krijgt heel veel tips & trucs van ervaren schrijvers. We vertellen je alles wat je moet weten over uitgevers en literair agenten. Welke schrijfvraag je ook hebt, we beantwoorden hem in Schrijven Magazine!.

Eindelijk dat boek schrijven?
Laat je inspireren door Schrijven Magazine

Schrijven Magazine helpt je bij elke stap op weg naar jouw eigen boek.
Je ontdekt wat de schrijfmethode is die het beste bij je past, welke schrijftechnieken je boek vooruit helpen, en je krijgt heel veel tips & trucs van ervaren schrijvers.
We vertellen je alles wat je moet weten over uitgevers en literair agenten.
Welke schrijfvraag je ook hebt, we beantwoorden hem in Schrijven Magazine!.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

SPECIAL: SCHRIJFCOACHES

ZO ZET JE JE BOEK IN DE MARKT

magazine

Jaargang 26, nummer 1

maand 2022, € 7,95

schrijvenonline.org

SCHRIJF-

COACHES

presenteren

zich

Crashcourse

bloggen

met Claire Polders

Zoek meelezers

voor je verhaal

ª Schrijftips

Gijsje Kooter

ª Leer goed observeren

ª Historische fictie –

kansen en valkuilen

SCHRIJVER, PERFORMER, PRESENTATOR

Elfie Tromp

‘Niets is heilig. Alles kan en

mag in literatuur’

1 | Schrijven Magazine

BP


Voor échte boekenliefhebbers

26,95

Het magazine voor échte boekenliefhebbers

Het magazine Boekenpost brengt verrassende artikelen over al het moois uit de

literaire wereld: literatuur en lectuur, recente uitgaven en klassiekers of verborgen

parels van weleer. Het magazine staat vol achtergrondverhalen, interviews en volgt

het laatste boekennieuws. Vaste prik is de agenda van markten, veilingen en literaire

uitstapjes. Boekenpost verschijnt zes keer per jaar. Neem nu een

proefabonnement voor slechts € 26,95 (stopt automatisch!).

Profiteer snel van deze actie via:

www.stipmedia.nl/actie


22

24

Inhoud

Series

30 Basisopleiding creatief schrijven (9)

Personages - Kathy Mathys

34 Wat doet een redacteur (9)

Leren observeren - Peter de Rijk

10 De specialist Elfie Tromp -

Vivian de Gier en Marc Brester

Thema: Je boek als product

12 Jouw boek: van idee naar product -

Peter de Rijk

15 Moderne boekpromotie - Esther Jacobs

18 Crashcourse bloggen - Claire Polders

26

10

‘Er moet iets op het spel staan,

anders is het niet interessant.’

58

En verder

22 Debutant Khalid Mourigh -

Ricardo Jupijn

24 Tips voor schrijfwedstrijden -

Jowi Schmitz

26 Historische fictie - Anita Larkens

43 Tips levensverhalen - Brenda van Es

44 Meelezers voor je verhaal - Nanda Roep

47 Alice - literair katern

Columns

7 Jowi Schmitz

21 Lex Jansen

In ieder nummer

5 Redactioneel

6 Vooraf

8 Stijl - Kathy Mathys

9 Van Dale-taaltips

54 Tekstuur jeugdliteratuur - Mireille Geus

56 Tekstuur proza - Yke Schotanus

58 Dichter bij het werk van

Mischa Andriessen - Henry Sepers

61 Schrijftips van Gijsje Kooter -

Marlène Lunter

18

01 2022 Schrijven Magazine | 3


Voordeel voor abonnees!

Goed nieuws: als abonnee van Schrijven

Magazine profiteer je vanaf nu van

korting op onze schrijfcursussen én op

manuscriptbeoordeling.

Wil je je vaardigheden aanscherpen?

Onze schrijfcursussen zijn er voor

beginners en gevorderden, je krijgt

inspirerende opdrachten en leerzame

feedback van ervaren en professionele

docenten.

schrijvenonline.org/academie

Is je manuscript af, maar wil je graag

dat een professionele redacteur er

goed naar kijkt? Dan kies je voor onze

manuscriptbeoordeling.

schrijvenonline.org/manuscript

magazine

Nog geen abonnee? schrijvenonline.org/abonnement

Schrijven Magazine | 1


Redactioneel

Populariteit levensverhalen

Positieve en

negatieve

levenservaringen

willen we afronden

en een verhaal is

daar een hele goede

mogelijkheid voor.

foto robert verheij

Levensverhalen schrijven is populair.

We merken het aan jullie

zoekwoorden op de site, aan

vragen die jullie stellen, aan manuscripten

die we beoordelen.

En vooral aan de verhalen die

we binnenkregen voor onze schrijfwedstrijd

De stem, die we in december samen

met Brenda van Es organiseerden. Waarom

zijn levensverhalen zo populair? Toen

ik de ingezonden verhalen las, dacht ik

aan de enorme populariteit van commerciële

DNA-databanken. Heel veel mensen

richten de blik op de eigen afkomst, de eigen

familie, inclusief alle ontbrekende

puzzelstukjes. Bij het lezen merkte ik dat

heel veel verhalen uitmonden in een overpeinzing,

in begrip voor de ander en in het

verwerken van de pijn van het leven. Die

functie - het verwoorden van verwerking

- is denk ik een belangrijke factor bij de

populariteit van levensverhalen. Positieve

en negatieve levenservaringen willen we

afronden en een verhaal is daar een hele

goede mogelijkheid voor.

Beloning

De beloning van het schrijven ligt dan in

het schrijven zelf. Net zoals de beloning van

wandelen, fietsen of hardlopen in de activiteit

zelf ligt. Bij levensverhalen geldt dit nog

sterker. Door te schrijven herinner je, rangschik

je, verwerk je en maak je er ook nog

een goed verhaal van. Bij het lezen van de

verhalen voor De stem zag ik echter vaak

een vergissing. Als de levensgebeurtenis

heftig is - bijvoorbeeld huiselijk geweld,

ziekte, botsen van karakters - lijken veel

schrijvers te denken dat het automatisch

een goed verhaal oplevert. Dat is niet zo.

Hoe heftig ook, als je het alleen maar beschrijft

blijft het verhaal steken, komt het

niet bij de lezer aan. ‘Echt gebeurd is geen

excuus,’ is een bekend schrijfcitaat. Ook

heftige levensgebeurtenissen moet je op

een of andere manier kneden, vormgeven

en presenteren om er een goed verhaal van

te maken.

Tijdgeest

Zou het iets met deze tijd te maken hebben

dat levensverhalen zo populair zijn? Ik

denk het wel. We hebben meer tijd om te

schrijven, omdat door de pandemie heel

veel niet mogelijk is. En we gebruiken de

tijd die er plotseling is voor reflectie, voor

bezinning en verwerking. We keren naar

binnen. We trekken ’s avonds noodgedwongen

de deur dicht en schrijven dat verhaal

over ons leven.

Frank Noë

frank@schrijvenonline.org

Lees in dit nummer:

Tips voor het winnen

van schrijfwedstrijden

op pagina 24

Tips voor het schrijven

van levensverhalen

op pagina 43

De winnende verhalen

van De stem in het literair

katern Alice op pagina 47

01 2022 Schrijven Magazine | 5


VOORAF

CAROLINA TRUJILLO

Schrijftips van de redactie

Hoe gebruik je dialooglabels? - 4 tips

DOOR MAREL MOLENAAR

Dialoog is alles wat hardop wordt gezegd.

Met dialoog kun je emotie tonen in

je verhaal, personages leren kennen of

het (sub)plot vooruithelpen. Maar hoe

zorg je ervoor dat je dialoog niet eentonig

wordt?

1. Zeggen of niet zeggen

Gebruik ‘speech tags’, oftewel dialooglabels.

Dat zijn woorden als ‘zegt zij’ of

‘roep ik’. Deze woorden laten zien wie

wanneer praat en ze maken de overgang

tussen dialoog en gedachten of sfeerbeschrijving

gemakkelijker. Veel schrijvers

pleiten voor de 90-procentregel als het

gaat om dialooglabels. Dat houdt in dat

90 procent van je labels het werkwoord

‘zeggen’ moet zijn, omdat je de lezer

anders uit het verhaal zou halen. Zeggen

is namelijk een onzichtbaar woord voor

de lezer, daar glijden hun ogen zo overheen.

Dit is geen gouden regel, maar een

houvast.

Soms wordt het woordje ‘zeggen’ te

vaak gebruikt om de dialoog aan te geven.

De herhaling van hetzelfde dialooglabel,

in dit geval ‘zeggen’, wordt te veel.

Het is dus een lastige balans.

Voorbeeld: ‘Wat is hier gebeurd?’ vraag ik.

‘Die twee auto’s zijn tegen elkaar aan

gereden. Ik weet niet of er iemand gewond

is,’ zegt Annemarie.

‘Wat erg. Dat is hier vorige week ook al

gebeurd,’ zeg ik.

‘Ja klopt. Dit kan niet langer zo doorgaan,’

zegt Annemarie.

‘Laten we er wat van zeggen,’ zeg ik.

2. Zonder labels

Ook kun je ervoor kiezen om soms helemaal

geen dialooglabels te gebruiken.

Als je eenmaal een label hebt gebruikt

en het personage doorgaaat met zijn of

haar verhaal, dan hoef je er niet per se

nog een werkwoord achter te zetten.

Voorbeeld: ‘Wat is hier gebeurd?’ vraag ik.

‘Die twee auto’s zijn tegen elkaar aangereden,’

snikt Annemarie. ‘Ik weet niet of

er iemand gewond is.’

Als duidelijk is dat twee personages met

elkaar in gesprek zijn, kun je ook soms

het label overslaan. Als dit er meer dan

twee zijn, dan kan dit voor verwarring

zorgen.

Voorbeeld: ‘Wat is hier gebeurd?’ vraag ik.

‘Die twee auto’s zijn tegen elkaar aangereden,’

snikt Annemarie. ‘Ik weet niet of

er iemand gewond is.’

‘Wat erg. Dat is hier vorige week ook al

gebeurd.’

‘Ja klopt. Dit kan niet langer zo doorgaan.’

‘Laten we er wat van zeggen,’ troost ik

haar en ik sla een arm om haar heen.

De andere twee tips lezen? Kijk op https://tinyurl.com/dialooglabels

6 | Schrijven Magazine 01 2022


Column

Jowi Schmitz

5 schrijfadviezen

die je met een

korreltje zout

mag nemen

DOOR MARLIEKE BAKKER

Met adviezen over hoe je het beste kan schrijven

worden we doodgegooid. Wel dit, maar niet dat.

Uiteindelijk loopt je hoofd alleen maar vol met wat

volgens de regels goed en fout is, terwijl je eigenlijk met

je eigen creativiteit bezig zou moeten zijn. Sommige

regels mag je dan ook echt met een korreltje zout

nemen. Zoals deze vijf.

1. Schrijf elke dag

Richt jij je op overwinningen en doorzettingsvermogen?

Dan kan elke dag schrijven misschien werken. Maar voor

de meeste schrijvers werkt het beter om vier of vijf

dagen per week te schrijven. Zo kun je het verhaal

waaraan je werkt even laten bezinken op de dagen dat

je niet schrijft. Op die manier ontwikkel je je creativiteit

en krijg je sneller nieuwe ideeën.

2. Schrijf over dingen die je weet

Natuurlijk wil je dat de feiten in jouw verhaal kloppen.

Het is handig om te schrijven over iets waar je al veel

over weet. Maar als je nooit over iets schrijft waar je nog

niets van weet, dan beperk je jezelf. Dus stap uit die

comfortzone en schrijf over onderwerpen die nog

onbekend zijn. Met het snelle internet van tegenwoordig

kun je alles goed researchen, waardoor ook het

onbekende al snel op feiten gebaseerd kan worden.

De andere drie adviezen lezen?

Kijk op https://tinyurl.com/korreltje-zout

Zonder benen

Fouten. We maken ze zelf niet graag, en als we niet oppassen doen

onze personages daardoor alles goed.

Meestal is dat saai.

Juist fouten - het is wat dat betreft net het echte leven - tonen de

binnenkant van je personage én ze kweken begrip. Zeker als je je

personages een beetje door hebt, als je ze iets beter snapt dan zij

zichzelf.

Neem Wiktor. Wiktor is een jaar of vierentwintig. Jongen van eenvoudige

komaf, bevriend geraakt met Christopher, zoon van een rijke

mediamagnaat. Wiktor vindt zichzelf iemand die zorgt voor anderen.

Ook is hij iemand met een grote interesse voor het verdienen van

geld, maar dat komt omdat hij weinig connecties heeft, omdat hij

arm is, vindt hij zelf.

Op een dag wordt Wiktor door Christophers rijke vader uitgenodigd

om een potje te golfen met zijn rijke, invloedrijke vrienden. Per direct

alsjeblieft, want er is iemand uitgevallen door jicht. Tegelijk krijgt

onze held ook een appje van Christopher: zijn vriend zit in de put. Of

Wiktor alsjeblieft met een net mandarijntjes langs wil komen. Zo snel

mogelijk.

Terwijl Wiktor dus een balletje slaat, loopt Christopher onder een

trein, verliest beide benen, zijn vader gaat een jaar later failliet van

verdriet. En de lezer wrijft in zijn handjes, vol begripvol medeleven:

die domme Wiktor, verblind door geldzucht. Terwijl hij toch in de kern

een lieve jongen is. Hoe gaat hij deze ellende oplossen?

Ik laat ze dus fouten maken, mijn personages. Sterker nog, ik laat ze

zoveel mogelijk míjn fouten maken. Mijn fouten, die ik dan hier en

daar aanpas.

Daarmee sla ik een heel bergje vliegen in één klap; ik heb authentiek

materiaal, ik heb handenwrijvende lezers en mijn stommiteiten

leveren op een dag, hopelijk, als het boek een bestseller wordt,

bakken met geld op.

Vooral dat laatste vooruitzicht, die bakken met geld, vond ook mijn

personage Wiktor zeer aantrekkelijk.

Jowi Schmitz is schrijfster en schrijfdocente bij de Schrijversacademie.

01 2022 Schrijven Magazine | 7


STIJL

Details als bewijs

Overal lees je dat je sprekende details dient

te gebruiken in fictie. Waarom eigenlijk?

Door Kathy Mathys

Meer lezen

ª Janet Burroway: Writing Fiction.

A Guide to Narrative Craft. (The

University of Chicago Press)

ª Wieteke van Zeil: Dichterbij. Kunst in

details. (Wieteke heeft in De

Volkskrant een rubriek op zaterdag

waarin zij betekenisvolle details op

schilderijen bespreekt).

Keuzes maken

Wanneer het gaat over details

geschreven. Toch doe

ik het hier opnieuw, omdat

ik een boek las waarin het

belang van die details haarfijn

wordt uitgelegd, namelijk

Writing Fiction. A Guide

to Narrative Craft van

Janet Burroway.

In het hoofdstuk ‘Seeing is

believing’ stelt ze dat details

het verhaal geloofwaardiger

maken. Burroway geeft het

voorbeeld van Mary en Ed.

Zij verwijt hem dat hij een

boodschap niet heeft gedaan,

waarop Ed haar bewering

aldus weerlegt: ‘Ik weet

dat ik het wél gedaan heb,

want voor mij in de rij stond

een oude man met een gebreid

vest, die maar door-

Een van de grote verschillen

tussen fictie

en zakelijke of informatieve

non-fictie, is

dat non-fictie de lezer iets

uitlegt of ergens van wil

overtuigen. Bij fictie draait

het om iets anders: je wil de

lezer laten meeleven,

mee-beleven. Je wil als

schrijver van fictie (en van

verhalende non-fictie) dat de

emotionele impact van de

gebeurtenissen op de lezer

maximaal is.

Een van de manieren waarop

je die emotionele impact

kan vergroten, is door het

gebruik van concrete en specifieke

details. Nu heb ik in

Schrijven Magazine al eerder

over het belang van deging

over zijn tweelingdochters.’

Als Ed had gezegd: ‘Ik

heb het wel gedaan’, had dat

heel wat minder overtuigend

geklonken. Dat gebreide

vest en die tweelingdochters

doen het hem.

John Gardner noemt details

in De kunst van het schrijven

zelfs ‘bewijzen’. Met andere

woorden: details maken

je verhaal meer doorleefd,

echter, geloofwaardiger.

In De vrouwen van

Troje vertelt Pat Barker over

de oorlog tussen de Grieken

en de Trojanen vanuit het

oogpunt van de Trojaanse

vrouwen. In haar tekst gonst

het van het soort ‘details als

bewijzen’, details die het verhaal

honderd procent aannemelijk

maken voor de lezer.

Zo schrijft ze dat het land vol

gaten en littekens zit na jaren

van oorlog of dat veel

Trojaanse vrouwen gescheurde

oorlellen hebben

omdat de Grieken hun oorbellen

hebben afgerukt.

tails in fictie lees je dat die

details specifiek en concreet

moeten zijn. Wat daarmee

bedoeld wordt, is dat ze de

zintuigen moeten aanspreken.

Je moet ze kunnen zien,

horen, aanraken, proeven of

ruiken. Een voorbeeld uit

Voor het vergeten van Peter

Verhelst:

Door vochtproblemen werkt

het slot in het atelier van

mijn vrouw niet goed,

daarom haak ik een elastiek

over de klink om de deur

vast te zetten. Gedempte geluiden

als van een stromende

rivier, af en toe het geschreeuw

van een gaai, een

ambulance heel ver weg, een

kinderstem. Donker van

vloer tot plafond, het gevoel

dat de wanden dikker zijn,

dat het volume anders is geworden.

(…) En de leuning,

zo goed kent mijn handpalm

die, altijd op dezelfde

plek diezelfde aanraking,

zodat het hout daar blank is

geworden, ontveld. Dat ik,

als ik vooroverbuig om de

trede aan te raken, zo snel

wil ik de trap op, dat ik voel

hoe vezelig het hout daar is,

hoe het geurt alsof ik mijn

neus in een handvol houtkrullen

duw.

Burroway merkt op dat de

8 | Schrijven Magazine 01 2022


VAN DALE-TAALTIPS

Welke taalkwestie wil jij in deze rubriek behandeld zien?

Mail je vraag naar: redactie@schrijvenonline.org

details niet enkel zintuiglijk

moeten zijn, ze moeten ook betekenisvol

zijn. Misschien vertelt

je gekozen detail iets over het

barre weer: je personage draagt

marineblauwe wollen handschoenen.

Misschien vertelt het

iets over de waarden die je personage

hoog in het vaandel

draagt of over zijn of haar karakter.

Iemand die jaar na jaar dezelfde

gewassen plant, ondanks

mislukte oogsten, kan hoopvol

of volhardend zijn, maar ook

koppig. Misschien vertellen de

versleten kleren van je personage

iets over zijn of haar armoedige

omstandigheden, enzovoorts.

Fout of …?

Hans de Groot is redacteur en corrigeert voor

literaire uitgeverijen manuscripten. Wat komt hij

zoal tegen? Deze keer: is er goed en fout in taal?

Waarom niet gewoon vertellen

dat je personage arm is? Omdat

de lezer liever zelf conclusies

trekt. Wanneer diezelfde lezer

naar een film kijkt, wil die toch

ook geen voice-over die zegt:

‘Goed opletten nu, zie je hoe

arm John is?’

Als schrijver dien je voortdurend

keuzes te maken wanneer

het gaat om details. Je kan niet

alles vertellen. Hoeveel je precies

vertelt, is persoonlijk. De

ene schrijver gebruikt meer details

dan de andere. Dat hangt

samen met je stijl, met de vraag

of je sober schrijft of barok. De

hoeveelheid details die je gebruikt,

kan ook veranderen van

verhaal tot verhaal. Bekijk je de

wereld door de ogen van je personage,

en is dat personage opmerkzaam,

dan zullen er meer

details in de tekst staan dan

wanneer je personage helemaal

niet zo oplettend is.

Kathy Mathys is schrijfster,

literair journalist en docent

creatief schrijven.

www.kathymathys.nl

Goed en fout zijn binnen de

taal lastige begrippen. Taal is

eigenlijk niets anders dan

een afspraak om een bepaalde

inhoud op een bepaalde, gestandaardiseerde

manier uit te drukken.

Die afspraak wordt niet expliciet gemaakt,

niemand heeft daar stemrecht

over. En in de loop van de tijd kunnen

de inzichten over wat goed en fout is

veranderen.

Woordenboeken en taaladviesboeken

(en -sites) houden tegenwoordig wel

meer dan vroeger rekening met hoe

het taalgebruik feitelijk is. Ze zijn dus

meer descriptief (beschrijvend) en

minder normatief (voorschrijvend)

dan eerder.

Toch blijven er altijd een heleboel grijze

gebieden over. Een voorbeeld: een

bijwoord verbuig je niet en daarom is

het volgens de regels ‘een heel mooie

dag’ (‘heel’ is hier het bijwoord). Maar

leg je je oor te luister, dan zul je merken

dat het overgrote deel van de

mensen zegt ‘een hele mooie dag’.

Hebben al die mensen ongelijk en moet

je zeggen: dat is fout? Of heeft de taal

zich zo ontwikkeld dat je in deze context

toch ‘hele’ mag gebruiken?

Helemaal duidelijk is het niet waar we

op dit moment staan. Dat is lastig als

je in een roman in een dialoog ‘hele’

schrijft. Je loopt het risico dat er mensen

zijn die erover vallen en zeggen:

dat is fout. Maar als je er ‘heel’ van

maakt, krijgt de dialoog iets onnatuurlijks,

want het merendeel van de mensen

zegt het niet zo.

Er zijn veel van dat soort kwesties: gebruik

je na een voorzetsel ‘hen’ of

‘hun’ (‘voor hen’ of ‘voor hun’)? ‘Groter

als’ of ‘groter dan’? ‘Een aantal

mensen heeft’ of ‘een aantal mensen

hebben’?

Een heel scherp antwoord is in veel

gevallen niet te geven, maar het kan

heel goed zijn dat in de toekomst formuleringen

die ooit als fout werden

gezien, goed worden gevonden. Dat

noemen we taalontwikkeling.

01 2022 Schrijven Magazine | 9


DE SPECIALIST

Er moet iets op

het spel staan, anders

is het niet interessant’

Door Vivian de Gier en Marc Brester

Schrijfster en theatermaakster ELFIE TROMP (36)

over spelen met genres en perspectieven.

Al vanaf het begin draait

mijn maakproces om het

doorbreken van hokjes

en de grenzen van genres.

Ik schrijf proza en

poëzie, ben opiniemaker

en columnist, ik maak theater en interviews,

ik presenteer en zing. De meest

irritante vraag die je mij kunt stellen is:

“Wat ben je nou eigenlijk écht?” Het

idee dat je één vastomlijnde persoon

en schrijver moet zijn, benauwt me. Ik

ben juist gaan schrijven en performen,

omdat ik vrijheid wilde.

Soms vind ik kunst en literatuur

veilig en tandeloos gemaakt doordat

we zo in hokjes zijn gaan denken.

Ik denk juist dat kunst de wereld

zou moeten becommentariëren,

duiden en uitdagen.

Voor elk verhaal kies ik de vorm die

daar het beste bij past. Daarbij meng ik

verschillende genres, werelden en

perspectieven door elkaar heen. Jaren

geleden las ik De klap van de Australisch-Griekse

schrijver Christos Tsiolkas

en tijdens mijn schrijfproces dacht

ik ineens: verrek! Ik gebruik diezelfde

vorm! In dat boek krijgt een vervelend

kind een corrigerende tik van een buurman

op een buurtbarbecue. Vervolgens

geeft elk hoofdstuk het perspectief van

iemand die op die barbecue was, waardoor

je als lezer een fantastisch inzicht

krijgt in cultuur, geschiedenis en hoe

misverstanden ontstaan.

In mijn roman staat een omstreden

standbeeld van een generaal op het

punt te worden weggehaald en klimt

een jongen in dat standbeeld. Het verhaal

wordt verteld vanuit acht verschillende

personages; er is niet één hoofdpersonage.

Iedereen maakt hetzelfde

mee, maar interpreteert dat anders. Die

polyfone vertelwijze geeft een tegengeluid

tegen de westerse, witte, mannelijke

blik, die lange tijd het dominante

perspectief is geweest op de

wereld. In deze gefragmenteerde tijd

vind ik het raar om een klassiek verhaal

te schrijven van a tot z vanuit één

standpunt. Zo coherent is het leven

niet meer, denk ik.

Van Douglas Coupland en zijn Generation

X leerde ik als puber al dat je de

moderne wereld in literatuur kunt vangen:

hij gebruikte bijvoorbeeld hyperlinks

in zijn tekst. Hij liet me zien dat je

in een oeroude traditie van schrijven

en verhalen vertellen moderne technieken

zoals internetcultuur mag

inbrengen, én dat je daarmee mag

spelen. Ook de graphic novel Hier van

Richard McGuire heeft veel invloed op

me gehad. In dat boek tekende McGuire

één plek door de eeuwen heen, vanaf

de eerste plek dat een beestje aan land

kroop tot aan nu. Het is een poëtische

kijk door de tijd. Dat maakte me ervan

bewust dat de realiteit een weefsel is,

en dat je als mens deel uitmaakt van

een structuur die op talloze manieren

invloed op je heeft. Dat weefsel probeer

ik ook in mijn werk te laten zien, bijvoorbeeld

door er poëzie, krantenfragmenten,

protestaffiches en andere

tekstgenres in te gebruiken. Ali Smith

zette in haar boek Spring - ook een

10 | Schrijven Magazine 01 2022


DE SPECIALIST

Bij het schrijven van een boek komen duizend en een dingen kijken, van sterke personages neerzetten tot een goede grap maken.

In de serie De specialist gaan schrijvers tot in detail in op een aspect waarin zij uitblinken.

MARC BRESTER

aanrader - een lijst met bulletpoints van

dingen die haar personage heeft geleerd

op haar werk. Smith had ook een

scène kunnen schrijven over een gesprek

tussen haar personage en haar

baas, maar dit is zo’n heerlijk directe

manier. Bám. Zoiets heb ik ook gedaan

in mijn roman: een lijst van interviewtechnieken

die ik leerde tijdens

een interviewtraining ten behoeve

van mijn werk voor onder meer

de VPRO.

Het is belangrijk jezelf te

voeden met zoveel mogelijk

verhalen, stijlen en kunstvormen,

jezelf open te stellen voor

andere gedachten en invalshoeken.

Want als je het écht ergens over wil

hebben en de wereld een spiegel wil

voorhouden, heb je daar die wereld

voor nodig. Er zijn al genoeg boeken

die alleen maar een mooi verhaal zijn.

Het belangrijkste is dat je beseft dat

niets heilig is. Er zijn geen grenzen in

wat je kan en mag doen in literatuur,

of in kunst. Dat besefte ik als student

na het zien van een voorstelling van het

Vlaamse theatergezelschap Abattoir

Fermé. In De Chaostrilogie werd op

het podium een naakte vrouw met een

varkenskop opgetakeld. Een échte

varkenskop. Liters bloed. Het was goor,

het was verschrikkelijk, het was gewéldig.

Ahhh, dacht ik, dit mág en kán

gewoon! Die vermenging van theater

met horror bood zoveel plezier. Dat

vond ik ook een eyeopener: dat je kunt

maken wat je zelf te gek vindt.

Omdat ik zelf van klassieke horror hou,

zijn die elementen ook teruggekomen in

mijn laatste voorstelling Niet vandaag

Satan (maar wel vanavond). Niet dat

ik nou met een varkenskop in de weer

ging, maar die vrijheid van Abattoir

Fermé werkte wel aanstekelijk.

In het begin imiteer je als schrijver

vooral dat wat je vet vindt in het werk

van anderen. Maar op een gegeven

moment moet je dat loslaten en het

gaan doen zoals jij het zelf wil. Tuurlijk,

dan is er de kans dat het een grote mislukking

wordt. Maar als het niet kan

mislukken, heb je het voor jezelf te

veilig gemaakt. Er moet iets op het

spel staan, anders is het niet interessant.

Het leven is soms best saai en

voorspelbaar, met alle deadlines, planningen

en ideeën over hoe het hoort.

Het is heerlijk om dat allemaal los te

laten.’

Elfie Tromp (1985) is schrijver en performer, en nog veel

meer, zoals presentator voor de VPRO. Naast korte

verhalen en enkele kinderboeken publiceerde ze in 2013

haar eerste roman, Goeroe. Haar tweede roman,

Underdog (2015), werd genomineerd voor de BNG Bank

Literatuurprijs en de Dioraphte Literatuurprijs. Verder

schreef ze essays, het Rotterdamse Boekenweekgeschenk

en het jeugdboekenweekgeschenk (beide in

2017) en columns. In 2018 debuteerde ze als dichter met

Victorieverdriet. Ze werd gekroond tot zomerdichter in

2020. Eind 2021 verscheen haar derde roman, Pietà, een

mozaïekvertelling rondom een omstreden monument.

01 2022 Schrijven Magazine | 11


MODERNE BOEKMARKETING

Je boek als product

Een boek schrijven is magisch. Maandenlang ben je bezig je briljante hersenspinsel

‘op papier’ te zetten. Dan kost het nog een jaar aan finetunen en redactie voordat

je het met een gerust hart naar een uitgever kan sturen. Tijd genoeg om alle ins en

outs van de roman te overdenken, zou je zeggen. Toch vergeet menig schrijver de

andere kant van het schrijven: je roman, novelle, verhalenbundel of autobiografie

moet in de markt gezet worden. Want een boek kan nog zo goed zijn, je moet het

weten te verkopen.

Door Peter de Rijk

JOUW BOEK:

van idee naar product

12 | Schrijven Magazine 01 2022


MODERNE BOEKMARKETING

Een ervaren

auteur is

zuinig

op zijn

materiaal.

Helemaal aan het begin,

toen je die schitterende

roman voor ogen had,

had je eigenlijk al moeten

nadenken over de

noodzaak ervan. Zit er

wel iemand op dit boek te wachten?

Dat is het eerste waar een uitgever

over nadenkt.

Een boek kan voorbeeldig of origineel

geschreven zijn, zonder selling point

valt het lastig te verkopen. A book with

a hook, noemen ze dit. Het gaat om het

haakje waardoor je het aan de boekverkoper,

media en - niet te vergeten - boekenliefhebber,

kunt slijten.

Enige belezenheid is dus praktisch voor

een schrijver. Zo weet hij wat er in de

literatuur geschreven is. Hij kan afwegen

of het verhaal werkelijk zo origineel

is als hij dacht. Iets wat een redacteur,

die meestal zeer belezen is, als

eerste doet. Originaliteit blijkt dun

gezaaid onder schrijvers. Neem al die

boeken die momenteel over corona

verschijnen. Het onderwerp was zo

voorspelbaar dat het onbegrijpelijk is

dat iemand zich er nog aan waagde.

Probeer daarom in een zo vroeg mogelijk

stadium van jouw boek al te bepalen

waarover het gaat en vooral wat je

ermee wil vertellen. Het voorkomt

onnodige zijpaden in het verhaal en

zorgt ervoor dat je gericht aan het

schrijven bent. Juist de beginnende

schrijver heeft last van te veel.

Meestal willen ze hun hele

leven in het eerste boek

kwijt. Een ervaren auteur

is zuinig op zijn materiaal.

Haruki Murakami waarschuwde

in zijn zeer

leerzame Romanschrijver

van beroep voor het verliezen

van ‘pareltjes’ aan columns

of blogs. Het beste moest je

bewaren voor romans, vond hij, en wat

resteerde gebruikte je voor commerciële

opdrachten.

Weten waar jouw boek over gaat bepaalt

de pitch.

De pitch

Het kan gebeuren dat je onvoorbereid

in gesprek met een schrijver, redacteur

of uitgever komt. Veel beter is het natuurlijk

wanneer dat met voorbedachten

rade gebeurt. In beide gevallen

moet jouw pitch panklaar zijn. Een

pitch is een mondelinge, beknopte en

zeker niet lang durende presentatie. In

een paar minuten moet helder zijn waar

jouw boek over gaat en wat je ermee

wil vertellen. Omdat je geen tweede

kans krijgt is het heel belangrijk dit

moment te verzilveren. Serieus voorbereiden

is daarbij het halve werk. Maak

het verhaal niet te complex en beperk

je tot de hoofdlijnen. Bedenk

van tevoren op

welke punten je de

roman aan de potentiële

geïnteresseerde

kunt verkopen.

Als er

diverse doelgroepen

te bedenken

zijn, is het handig die

te vermelden. Houd

steeds de rode draad en de kernpunten

in gedachten, en zorg ervoor dat interactie

tussen jou en jouw ‘klant’ mogelijk

blijft. De eerst acht seconden doen

ertoe, daarna verflauwt de aandacht

van een luisteraar. Dus de eerste zin die

je uitspreekt moet pakken en aangeven

waar de rest van de pitch over gaat.

Zorg dat je verwachtingen oproept en

het halve werk is al gedaan.

Jij bent deel van het product

Veel schrijvers vergeten dat ze zelf ook

een onderdeel zijn van de te verkopen

roman. Zeker tijdens de pitch. Het

scheelt nogal een slok op een borrel of

de auteur het nodige van zijn onderwerp

weet. Dat kan zijn eigen ervaring

betreffen of een studie. Vaak is het zo

vanzelfsprekend voor een auteur dat hij

archeoloog, alpinist of archivaris is, dat

hij vergeet het te vermelden. Terwijl dat

juist de hook kan zijn waarmee je het

boek kunt verkopen. Wanneer een

archivaris en Bulgarije-kenner een

reeks thrillers voor ogen heeft waarin

een Bulgaarse priester moorden ten

tijde van de middeleeuwen weet op te

lossen, snapt een redacteur dat hij

mogelijk goud in handen heeft. En

zolang je nog geen bekende Nederlander

bent is het raadzaam jouw curriculum

eens op deze wijze op te poetsen.

Profileer jezelf op afkomst en je leert

dat datgene wat je als mens regelmatig

in de weg zat je nu geen windeieren

hoeft te leggen.

Suzanna Jansen, schrijfster van de

bestseller Het pauperparadijs, deed

verslag van haar onderzoek naar haar

verre familieleden die, zoals velen indertijd,

als paupers ter heropvoeding

naar Drenthe waren gebracht. Juist dat

zij een afstammeling van hen was, gaf

het boek iets extra’s. Ze begreep >

Thema

01 2022 Schrijven Magazine | 13


MODERNE BOEKMARKETING

Veel schrijvers vergeten dat ze

zelf ook een onderdeel zijn van

de te verkopen roman.

hoe bijzonder het was dat ze ging studeren.

Nooit eerder had iemand in haar

‘kansloze’ familie het durven overwegen.

Tot zij het deed…

Hetzelfde geldt voor Dubbelbloed van

Etchica Voorn waarin de auteur alledaags

racisme en haar bi-raciale achtergrond

in autobiografische verhalen

onder de loep legt. Voorn durft de pijnpunten

van alledaagse gesprekken

bloot te leggen en ziet zelfs kans daarbij

humor te gebruiken. De trots die uit de

titel Dubbelbloed spreekt, doet de negatieve

term ‘halfbloed’ vergeten.

Beide auteurs werden al snel ‘woordvoerder’

van hun onderwerp en ook dat

is iets wat belangrijk kan zijn. Iedere

lezing die een schrijver geeft, zorgt voor

een verkoopmoment. De toeschouwer

wil graag een herinnering aan het optreden

meenemen. En wat is dan praktischer

dan een gesigneerd exemplaar

van de roman? Profileren kan dus geen

kwaad. Maar hoe doe je dat?

De schrijver als product

De tijd dat een uitgever een auteur kon

maken ligt lang achter ons. In tijden

van nieuwe media verwacht een uitgeverij

min of meer dat je daar een eigen

steentje aan bijdraagt. Je kunt werken

aan jouw bekendheid door recensies,

columns of blogs te schrijven. Sommige

platforms op het internet lenen zich

daar uitstekend voor.

Zo profileerde Lex Paleaux zich door

columns te schrijven voor de site Je

bent Haarlemmer als… Steevast

plaatste hij er een foto van zichzelf met

zijn hond bij, die regelmatig een rol in

zijn verhalen speelde. Tegen de tijd dat

zijn debuut verscheen stond er een

immense rij fans voor de deur van

Boekhandel de Vries Van Stockum.

Terwijl geen krant er nog een letter

over had geschreven...

Belangrijk bij profilering is dat je een

lange adem hebt. Het vraagt soms heel

veel columns voordat je jouw lezers

hebt bereikt. Vraag je allereerst af welke

doelgroep(en) je wil bereiken en

bekijk welke websites of Facebook-pagina’s

voor jou interessant kunnen zijn.

Is het een kritisch literaire als Tzum of

een poëtische als Meander? Heeft het

zin om lid te worden van een literair

genootschap, zoals het Boudewijn

Büch Genootschap Büchmania? Wanneer

je reisverhalen schrijft of boeken

waarin de (literaire) geschiedenis een

rol speelt zeer zeker. In dat geval kun je

(voor)publicaties kwijt in de tijdschriften

en op de Facebook-pagina van het

genootschap. Daarnaast ontmoet je

gelijkgestemden op bijeenkomsten.

Hierdoor kun je iedere keer jouw boek

onder hun aandacht brengen.

Een eigen website biedt ook de nodige

mogelijkheden. Kijkt niet iedereen na

een eerste ontmoeting met wie hij nu

eigenlijk heeft gesproken door het

internet af te struinen naar informatie?

Het is wel zaak dat die site er verzorgd

uitziet, up-to-date is en mogelijkheden

biedt om contact op te nemen. Bescheidenheid

werkt hierbij altijd in jouw

nadeel. Dus zijn er prijzen gewonnen

bij schrijfwedstrijden? Vermeld ze. Heb

je eerdere publicaties op je naam? Toon

ze, liefst met de cover en eventuele

recensies.

Wanneer je diverse talenten hebt, zelfs

als ze ogenschijnlijk niets met jouw

schrijven te maken hebben, is het toch

verstandig ze te vermelden. Dat de

Amerikaanse schrijver Willy Vlautin

voor het festival Crossing Border werd

uitgenodigd was mede te danken aan

zijn talent als singer-songwriter voor de

band Richmond Fontaine. Overduidelijk

lag het eveneens aan gentrificatie,

het onderwerp van zijn roman De nacht

valt altijd waarin zijn heldin alles op

alles zet om haar woning te behouden

in een vrijwel kansloze strijd tegen

huisjesmelkers. Vlautin zag hoe financieel

arme buurten omgetoverd werden

tot dure wijken waarvan de oorspronkelijke

bewoners de huur nooit zouden

kunnen betalen. Woningnood is een

internationaal probleem, net als de

stijgende huren. En Vlautin wist hoe

belangrijk een eigen huis is voor je

eigenwaarde. Juist dat fingerspitzengefühl,

en het luisteren ernaar, zorgt ervoor

dat boeken precies op het juiste

moment in de boekhandel terecht lijken

te komen. Door de roman ook nog

de spanning van een thriller mee te

geven, bood Vlautin de uitgever waar

hij op zat te wachten: een auteur die

van meerdere markten thuis is, die een

thema heeft gevonden dat hot is en er

een uitermate spannend boek van wist

te maken.

Het mag duidelijk zijn. Er komt meer

kijken bij het schrijven en ‘verkopen’

van jouw boek. Voorkom teleurstellingen

en bezoek boekhandel en bibliotheek,

net als het internet om zoveel

mogelijk over ‘jouw’ onderwerp en

mogelijke concurrenten in boekvorm te

weten te komen.

14 | Schrijven Magazine 01 2022


Je boek als product

Het belang van je boek

Veel schrijvers zijn vooral bezig met… schrijven. Daardoor vergeten ze soms

dat het succes van je boek ook door andere zaken wordt bepaald. Alleen

een goed boek schrijven is niet genoeg. Je moet ook marktonderzoek doen,

nadenken over publicatie en promotie en ervoor zorgen dat je zichtbaar bent

als auteur. Waar moet je nog meer op letten?

Thema

Door Esther Jacobs

01 2022 Schrijven Magazine | 15


MODERNE BOEKMARKETING

Je boek als product

Is een boek alleen een succes als het

een bestseller is? Laten we allereerst

even stilstaan bij je verwachtingen

en doelstelling. Wat betekent succes

voor jou? Waarom schrijf je dit boek

en wat hoop je ermee te bereiken?

Schrijf je het voor jezelf? Wil je je verhaal

delen, andere mensen inspireren?

Wellicht zie je het als een manier om

meer klanten te krijgen voor je bedrijf?

Of hoop je stiekem veel geld te verdienen

met je boek? Jouw doelstelling

bepaalt wat voor jou een succes is.

Voor de meeste mensen is het al bijzonder

om aan een boek te beginnen. Het

afronden ervan is een legendarische

prestatie. Er wordt weleens gezegd dat

een miljoen Nederlanders een boek

willen schrijven; slechts een klein deel

daarvan doet het ook echt. De meeste

schrijvers lopen vast na een enthousiaste

start en hun boekprojecten verdwijnen

in een la of een vergeten computerbestand.

Daarom is het afronden en

printen van je boek echt bijzonder. Het

gaat niet om hoeveel boeken je verkoopt.

Soms is het enige doel je verhaal

vertellen, het op papier krijgen en dan

maar kijken wat er gebeurt.

Alleen al het uitbrengen van je boek is

een geweldig gevoel. Je hebt een unieke

prestatie geleverd, een prachtige

Wat kun je nu

al doen?

Iedereen aan wie je vertelt dat je een boek

aan het schrijven bent, zal vragen: waar gaat

het over? Zorg dat je een goede

‘elevator pitch’ voor je boek hebt

(schrijvenonline.org/tips/heb-jij-al-eenelevator-pitch-voor-je-boek).

Op die manier

zet je je boek al op de kaart. Plus je kunt deze

pitch gebruiken voor je achterflap, voor

promotie en om een uitgever te benaderen.

nalatenschap geproduceerd; iets wat

altijd blijft bestaan, zelfs als jij er straks

niet meer bent ...

Kortom: denk even goed na over wat je

wil bereiken. Jíj bepaalt wanneer je

boek goed, goed genoeg of succesvol is.

Je boek als visitekaartje

Het kan zijn dat je met jouw fictieboek

jezelf op de kaart wil zetten: als schrijver,

als doorzetter, of als freelancer bijvoorbeeld.

Jouw boek is je ‘uithangbord’: een

bewijs van wat jij allemaal kunt.

Een levensverhaal of een non-fictieboek

over een onderwerp waar je verstand

van hebt kan bovendien een

boost geven aan je carrière, je bedrijf of

je diensten, zoals bijvoorbeeld coachingsessies,

workshops, lezingen,

e-courses, consultancy et cetera. Ook

kan dit het begin zijn van je sprekerscarrière.

Bestudeer de markt en je

concurrentie

Om jouw boek goed te kunnen neerzetten

en je publiek te kunnen bereiken en

bekoren, moet je eerst marktonderzoek

doen. Dat is waarschijnlijk niet wat je

in gedachten had toen je besloot te

gaan schrijven, maar het hoort er wel

bij. Wat voor andere boeken zijn er in

jouw genre? Hoe presenteren die zich?

Hoe zien hun covers eruit?

En wat weet je over je doelgroep? Wat

lezen ze, waar kun je ze vinden en bereiken

(zowel offline als online)? Welke

woorden gebruiken ze om hun interesse

of probleem te beschrijven? Dit

laatste heet ‘zoekwoordenonderzoek’.

Google is namelijk een van je belangrijkste

‘vrienden’ om je boek straks

zichtbaar te maken. Daarvoor moet je

de ‘zoektermen’ kennen die jouw publiek

gebruikt.

Uitgevers benaderen met een

goed plan

Wacht niet tot je boek af is, maar schrijf

in een vroeg stadium een voorstel voor

een uitgever. Kijk op internet, in de

bibliotheek of in een boekwinkel welke

uitgevers boeken uitgeven die op jouw

idee lijken en schrijf ze aan met een

persoonlijke brief of e-mail en een

boekvoorstel.

Wat moet daar allemaal in?

ª Je ‘boekenpitch’ en/of achterflap van

je boek. Dit is je verhaallijn (fictie)

of ‘executive summary’ (non-fictie).

ª Waarom is er behoefte aan dit boek?

Zijn er cijfers of signalen uit de

markt die duidelijk maken dat er een

plek is of zelfs vraag naar jouw

boek?

ª Informatie over jou als schrijver.

Wat maakt jouw verhaal uniek? Wat

maakt jou een expert? Heb je prijzen

gewonnen? Interviews gegeven?

ª Hoe groot is je bereik/platform?

Denk aan je mailinglijst, volgers op

social media, groepen waar je lid

van bent. Ken je journalisten?

ª Heb je al meer boeken, columns of

blogs geschreven?

Kortom: uitgevers willen niet alleen een

goed boek, maar ook een auteur met

een zo groot mogelijke kans op succes

en die er alles aan zal doen om dat te

bereiken.

Naast het benaderen van uitgevers, kun

je ook alvast een plan maken voor

selfpublishing. Dat bevat grotendeels

dezelfde informatie: hoe ga je je boek

straks in de markt zetten; hoe maak je

contact met je doelgroep; hoe, waar,

wanneer en wat ga je over je boek communiceren?

Het belang van promotie

De meeste schrijvers beginnen pas over

marketing na te denken wanneer hun

boek klaar is. Dan is het eigenlijk al te

laat. Bij de lancering van je boek heb je

maar één moment, terwijl in het voortraject

meerdere momenten te creëren

zijn.

16 | Schrijven Magazine 01 2022


MODERNE BOEKMARKETING

De marketing van je boek kent drie

fasen, ik noem het ook wel een ‘drietrapsraket’:

1. Proloog: tijdens het

schrijfproces. Dit is het opbouwen

van je publiek/followers, zoeken van

relevante groepen, zowel offline als

online, contacten leggen met journalisten

en het leren communiceren,

experimenteren.

2. Climax: wanneer je je boek lanceert.

De boekpresentatie, persbericht,

het inzetten van alle contacten

die je hebt opgebouwd.

3. Epiloog: nadat je boek is gepubliceerd.

Verbeter je boek, verzamel

lezersreacties, zorg dat je onderwerp

onder de aandacht blijft, denk

aan een volgend boek.

Zichtbaarheid

Veel schrijvers vinden het geen fijn idee

om in de spotlight te staan. Dat komt

doordat ze denken dat ze hun boek

moeten verkopen. ‘Koop mijn boek!’

schreeuwen heeft echter vaak het tegenovergestelde

resultaat. De kunst is

je eigen stem te vinden, je eigen manier

van communiceren over iets waar jij

gepassioneerd over bent. Dat hoeft niet

zo moeilijk te zijn, toch?

Er zijn grofweg drie thema’s die je kunt

gebruiken om zichtbaar te zijn:

1. Je schrijfproces (je idee, je aarzeling,

je voortgang, je ups en downs,

je passie, je succesjes).

2. Je boek (wat vind je van deze achterflap?

Welke cover past er het

beste bij? Welke vragen wil je beantwoord

zien, wie moet ik interviewen?).

3. Je onderwerp (persoonlijke verhalen,

herinneringen, tips, vragen,

veelgemaakte fouten, voorbeelden

over het thema van je boek - bijvoorbeeld

over de fasen van verlies,

kinderspelletjes, relaties).

Soms is het enige doel je

verhaal vertellen, het op

papier krijgen en dan

maar kijken wat er gebeurt.

back geeft je steun om je boek ook echt

af te maken. Plus, als je boek er straks

is, heb je een groter publiek dat nieuwsgierig

is naar hoe het is geworden.

Moderne boekmarketing

Voel je je een beetje ontmoedigd? Je

dacht je creativiteit de vrije loop te

laten en nu komt er ineens veel meer

bij kijken? Geen zorgen; er is een manier

om dit allemaal te doen zonder dat

je boek schrijven erbij inschiet. Sterker

nog; je boek zal er beter door worden!

De dingen die je leert door met bovenstaande

bezig te zijn, gaan je ook helpen

met andere zaken: privé, hobby’s,

sportclubs, je werk of je eigen bedrijf.

Ik beloof dat het zelfs leuk kan zijn en

dat er een manier is om het je helemaal

‘eigen’ te maken.

Speciaal voor – en in samenwerking

met Schrijven Magazine – heb ik de

online cursus ‘Moderne boekmarketing’

ontwikkeld, waarin ik je meeneem door

het proces.

In eenvoudige stappen laat ik je zien

wat je nu al kunt doen en hoe. Met veel

voorbeelden en inspiratie. Ik geef persoonlijk

feedback op de opdrachten.

Aan het eind heb je een kant-en-klaar

boekmarketingplan, dat je alleen nog

maar hoeft uit te voeren. Lees meer op:

schrijvenonline.org/academie/

moderne-boekmarketing.

Zo kan jij je weer helemaal richten op

het schrijven van je boek! En daar ging

het uiteindelijk allemaal om, toch?

Thema

Promotie is een langetermijnproject,

waarbij iedere fase een ander soort

focus en communicatie vereist. Het is

veel werk, maar onmisbaar. Niemand

anders kan dit voor je doen. Een uitgever

helpt een beetje, maar de meeste

uitgevers kiezen auteurs die zelf al een

groot bereik hebben of bereid zijn tijd

te steken in hun eigen promotie. Of je

nu wilt of niet, dit hoort erbij.

Brainstorm over ieder thema en maak

een lijst met onderwerpen die je aan

bod kunt laten komen. Houd het klein

en heel dicht bij jezelf. Waarschijnlijk

heb je iedere dag wel een gesprekje,

inzicht of gebeurtenis waar je een klein

stukje over kan schijven op social media.

Maak het niet te groot of te moeilijk.

Je zult zien dat je na een tijdje

steeds meer reacties krijgt. Die feed-

Esther Jacobs is internationaal spreker,

auteur van dertig boeken (onder andere

Zo schrijf je een boek!) en organisator van

schrijfweken op exotische plekken. Je

kunt bij haar terecht voor online coaching,

workshops, een Schrijvers Mastermind

of manuscriptbeoordelingen.

01 2022 Schrijven Magazine | 17


MODERNE BOEKMARKETING

Je boek als product

Zo schrijf je een

aantrekkelijk blog

Je bent er klaar voor. Talloze ideeën voor columns en artikelen schieten door je

hoofd. Je wil je eigen weblog publiceren en lezers trekken. Hoe kun je dat het beste

aanpakken? Claire Polders geeft tips.

Een goed boek schrijven begint

met reflectie. Een aantrekkelijk

blog opzetten ook. Het is

niet moeilijk om af en toe een

pakkend stukje te schrijven.

Het vergt meer voorbereiding,

inzet en doorzettingsvermogen om een

boeiend blog te ontwikkelen dat bezoekers

trekt én behoudt. Denk daarom

eerst na over de antwoorden op de

volgende vragen:

• Waarover wil je schrijven? Welke

thema’s en onderwerpen komen aan

bod?

• Welke lezers zouden geïnteresseerd

kunnen zijn in wat je te vertellen

hebt? Hoe kun je hen steeds naar je

website laten terugkeren?

• Wat maakt jouw blog uniek? Wat is

je focus of specialisatie?

Vat in een paar zinnen samen waar je

blog over gaat en onderzoek daarna

welke weblogs al bestaan op jouw

gebied. Hoe unieker en duidelijker

jouw concept is, hoe groter de kans dat

je er een publiek voor vindt. Ook zal

een blog met een heldere focus en

duidelijke sleutelwoorden beter worden

geïndexeerd door zoekmachines.

Inhoud

Veel schrijvers beginnen een blog om

zichzelf en hun (toekomstige) boeken

onder de aandacht te brengen. Er is

18 | Schrijven Magazine 01 2022


MODERNE BOEKMARKETING

niets mis met personal branding, maar

lezers hebben het wel snel door. Bezoekers

zien vaak onmiddellijk het verschil

tussen marketingteksten en interessante

verhalen. Die eerste categorie laten

ze het liefste ongelezen. Het is daarom

belangrijk dat je posts echt iets te bieden

hebben. Geef adviezen en tips of

andere inhoudelijke trekkers, waarin

jouw expertise naar voren komt. Vertel

iets over de geschiedenis van een plaats

of object of schrijf een recensie. Een

site waarop je vooral lezingen en publicaties

aankondigt, is eerder een agenda

dan een boeiend blog.

Persoonlijkheid

Je kunt lezers ook aan je binden door je

weblog zo persoonlijk mogelijk te maken.

Bezoekers komen dan terug voor

jou en niet alleen voor je boodschap.

Een goed blog hoeft zeker geen dagboek

te zijn waarin je al je privéperikelen

openbaart. Je kunt ook subtiel je

gedachten, inzichten en levenslessen

delen, al is een beetje karakter laten

zien wel aan te raden. Als je over faalangst

gaat schrijven, houd het dan niet

bij een filosofische analyse, maar durf

een anekdote uit je eigen leven te gebruiken.

Toon je menselijkheid: onzekerheid,

verdriet, werkproblemen en

teleurstellingen. Natuurlijk kun je ook

je persoonlijke successen vieren, zolang

het maar geen site wordt waarin je

jezelf alleen aanprijst.

Hoe paradoxaal het ook klinkt, je blog

krijgt een universeler karakter en wordt

voor meer mensen interessant naarmate

je teksten persoonlijker zijn. Een

technisch artikel over hoedenmakerij,

bijvoorbeeld, zou ik zelf niet snel lezen.

Een waargebeurd verhaal over hoe het

maken van een specifieke hoed iemands

leven heeft veranderd juist wel.

Kortom: schrijf een blog dat alleen jij

zou kunnen schrijven.

Stijl

De manier waarop je de inhoud brengt,

is evengoed van belang. Je stijl vertelt

je publiek meer over wie je bent. Blijf

daarom dicht bij jezelf in je blogs en

vermijd een te literaire toon. Tenzij je in

het dagelijkse leven met zo’n literaire

toon spreekt. Lezers houden van authenticiteit.

Kies daarom een stijl die bij

je past, die niet te zakelijk is en evenmin

geforceerd aandoet. Je hoeft niet

hip en grappig te zijn, het liefst wel

origineel en waarachtig. Schrijf zoals je

een verhaal aan vrienden zou vertellen.

Titel

Hoe ga je je blog noemen? Als je jezelf

als auteur op de kaart wil zetten, kun je

jouw eigen naam of een variatie daarop

als titel en domeinnaam gebruiken,

zoals www.janvanmersbergen.nl. Als je

jezelf specifiek wil profileren als

non-fictieschrijver, kun je beter een titel

en domeinnaam kiezen waarin het

thema van je blog in één oogopslag

duidelijk is. Je eigen naam kun je dan in

de ondertitel zetten, zoals in onderstaande

fictieve voorbeelden:

• Expat in Bangkok, een reis- en lifestyleblog

van Dieuwke Vanderlinden

• Hoedenkunst, anekdotes uit het

leven van hoedenmaakster Elisa

Groot

Kwaliteit, efficiëntie en

onzekerheid

Voordat ik in 2005 met bloggen begon,

heb ik lang getwijfeld of ik mijn stukjes

wel moest publiceren. Zoals veel beginnende

schrijvers was ik onzeker. Met

hulp van mijn literair agente, redacteur

en uitgever had ik de hoofdstukken van

mijn debuutroman tientallen keren

herschreven en gecorrigeerd. En dan

zou ik nu zomaar wat posts online

zetten? Wat als ik met onvermijdelijke

fouten lezers zou afschrikken?

Je blog moet uiteraard kwaliteit hebben

en het is verstandig je teksten goed te

redigeren. Lezers kunnen je blog als

indicatie zien van je schrijftalent. Maar

perfectie is niet vereist. Het is mij vaak

overkomen dat ik bepaalde zinsconstructies

achteraf niet zo elegant vond

of dat ik spelfouten liet staan (waarop

aardige lezers mij attendeerden). Niemand

heeft mij daarop afgerekend. Een

blog is een oefenterrein, een kans om

met lezers in contact te komen en iets

van jezelf te laten zien. Als je ieder stukje

wil perfectioneren, zal het bloggen je

waarschijnlijk te veel tijd gaan kosten

en loop je het risico dat je snel opgeeft.

Efficiëntie is nodig om gemotiveerd te

blijven.

En mocht je onzekerheid voelen, schrijf

daar dan over. De beste bloggers zijn de

eerlijkste bloggers, de schrijvers die

hun lezers meenemen in hun twijfels.

Interactie

Zodra je gaat bloggen maak je deel uit

van een netwerk en sta je in relatie met

anderen. Allereerst zijn dat je lezers. Op

veel blogs is het mogelijk om reacties te

plaatsen, al doen veel lezers dat doorgaans

niet onuitgenodigd. Als je meer

interactie wil, kun je je publiek concrete

vragen stellen en van hun antwoorden

leren. Hoe persoonlijker en directer

je schrijft, hoe groter de kans dat

anderen zich betrokken voelen en reageren.

Het komt helaas ook voor dat je negatieve

reacties ontvangt. Soms goed

bedoeld en soms van reaguurders.

Probeer opbouwende kritiek met een

positieve houding te verwelkomen en

laat rotopmerkingen aan je voorbijgaan.

Ik weet: makkelijker gezegd dan

gedaan. Het is essentieel om te leren

negatieve kritiek niet persoonlijk te

nemen. Luister naar de feedback van

redacteuren en collega’s die je vertrouwt

en laat je vooral niet ontmoedigen

door pestkoppen.

Als blogger kun je gemakkelijk in >

Thema

01 2022 Schrijven Magazine | 19


MODERNE BOEKMARKETING

Je boek als product

Tips

contact komen met andere bloggers.

Het is aan te raden dat actief te doen

door links naar andere blogs te plaatsen,

reacties te schrijven, een gastblog

te accepteren of een gastblog aan te

bieden. Zo leer je van elkaar en kun je

lezers naar elkaar doorverwijzen.

Tot slot maakt een blog ook deel uit

van een veel groter virtueel netwerk,

dat van Google en andere zoekmachines.

Je interactie met Google is cruciaal

om bezoekersaantallen te verhogen.

SEO, dat wil zeggen Search Engine

Optimization, is een kunst op zich en

iedere blogger zou zich erin moeten

verdiepen. Kort gezegd:

• definieer je blog en je artikelen met

sleutelwoorden en probeer zo specifiek

mogelijk te zijn;

• gebruik je sleutelwoorden in de

(URL-)titels, tussenkoppen, alt-tags

Hoe schrijf je een goede blog?

ª Zoals ieder verhaal heeft een goede

blogtekst een structuur. Probeer je

gedachten zo te ordenen dat je post

een begin, midden en eind heeft.

ª Schrijf een pakkend begin. Verspil geen

woorden aan een lange inleiding.

Probeer meteen vragen op te roepen

en nieuwsgierigheid op te wekken,

zodat de lezer na de eerste paar zinnen

doorleest.

ª Houd het kort. Ga uit van 300-800 woorden

voor persoonlijke teksten. En niet

meer dan 2.000 woorden voor

complexe inhoudelijke blogs.

ª Schrap alle overbodige vulwoorden en

schrijf kortere zinnen dan je voor print

zou doen.

ª Organiseer je zinnen in korte paragrafen

met tussenkoppen.

ª Vermijd clichés (al is deze tip zelf een

cliché).

en teksten;

• gebruik plugins zoals Yoast om ook

op metaniveau met zoekmachines te

communiceren;

• kijk naar statistieken zoals Google

Analytics om te zien welke sleutelwoorden

lezers naar je site brengen.

Inspiratie

Bijna alles in het dagelijks leven kan

verhaalstof zijn voor een interessant

stuk. Een gesprek, een conflict, een

verrassende foto. Wie meer inspiratie

nodig heeft, kan andere weblogs bezoeken

en daar ideeën opdoen. Alles is al

een keer aan bod gekomen, maar je kan

over bekende onderwerpen een verrassend

stuk maken door er een persoonlijke

draai aan te geven. Kijk bijvoorbeeld

eens op deze populaire blogs:

sochicken.nl en lisanneleeft.nl.

Mijn eigen favorieten in Nederland zijn

twee bloggers van het eerste uur die

jarenlang dagelijks schreven en, hoewel

nu minder actief, nog steeds relevant

zijn: vandenb.com en merelroze.com/

blog.

Strategie

Een blog succesvol maken vergt een

langetermijnstrategie. Veel bloggers

maken daarom een planning en verzamelen

ideeën voor posts in een overzicht,

eventueel met deadlines. Het is

cruciaal om categorieën en tags toe te

kennen aan je teksten zodat lezers (en

zoekmachines) de structuur van je blog

kunnen zien en oudere posts in het

archief kunnen terugvinden. Ervaren

bloggers laten artikelen zelfs naar elkaar

verwijzen zodat lezers kunnen

doorklikken naar andere artikelen op

hun blog.

Regelmatig publiceren is nodig om

lezers aan je blog te binden. Het standaard

advies is om minimaal één keer

per week iets te schrijven.

Tot slot: gebruik de feedback van lezers

en statistieken om je blog voortdurend

te verbeteren. Welke posts zijn populair

en welke niet? Je bezoekers komen

misschien om andere redenen naar je

site dan je had gedacht. Pas je focus

aan indien nodig en kijk opnieuw naar

wat jou uniek maakt.

Claire Polders is auteur van vijf romans,

tientallen (zeer) korte verhalen en honderden

blogs over haar leven als schrijver

in Parijs, Vietnam, Florida, Marokko,

Sicilië of waar ook ter wereld. Ze leeft

met haar Amerikaanse man als digital

nomad en schrijft sinds 2015 voornamelijk

in het Engels. In de haast van het

leven volgt ze haar eigen adviezen over

bloggen lang niet altijd op. Voor meer

informatie: clairepolders.com.

20 | Schrijven Magazine 01 2022


Column

Lex Jansen was 12,5 jaar uitgever van De Arbeiderspers. In 2014 startte hij zijn eigen bedrijf: www.magonia.nl.

Een schrijversleven

Ver voordat iemand zichzelf schrijver noemt, is er de droom om

schrijver te worden. Net als bij fantasieën over andere beroepen, komen

die ook bij het schrijverschap zelden overeen met de werkelijkheid.

Ergens in de negentiende eeuw is het beeld ontstaan van een

getourmenteerde en hevig voelende jongeling die op een kleine,

onverwarmde zolderkamer aan een gammel tafeltje verhit zit te

schrijven. Het is nacht en de sterren kijken weemoedig op ons schrijvertje

neer, om hem heen liggen talloze proppen papier van keer op

keer mislukte probeersels. Maar nu… nu het eindelijk lukt, werkt hij

als een bezetene door, zonder te eten, zonder te drinken. Hij merkt

niet dat het licht van de kaarsen dooft en plaatsmaakt voor dat van

de opkomende zon. Het mag duidelijk zijn: hier wordt een meesterwerk

geboren!

Niemand van ons denkt dat dit beeld klopt en toch komt het steeds

terug. Ook nog in de eenentwintigste eeuw. Dat komt doordat er

elementen in de beschrijving zitten die onlosmakelijk verbonden

zijn aan het proces van schrijven. Net als de ploeterende jongeman

doe je het immers alleen, je maakt iets uit het niets, je probeersels

mag je weggooien, het universum staat achter je! Dat aankomende

schrijvers willen proeven van wat een schrijversleven werkelijk is

blijkt wel uit de vragen die vanuit het publiek komen bij optredens

van reeds gearriveerde auteurs. De bittere waarheid is dat een schrijversleven

een gewoon leven is. Net als

de vrachtwagenchauffeur, de kapper,

of de chirurg moet een schrijver op tijd

eten en drinken, boodschappen doen, zijn

belasting betalen en beleefdheidsbezoekjes afleggen. Ook hij dient

op tijd een vaccinatie tegen corona te halen. Hij gaat in bad en moet

naar de wc. Daar komt nog bij dat het schrijverschap twee zeer verschillende

kanten kent. De tijd vóór de publicatie en de tijd erna. Publiceren

is iets anders dan schrijven en toch hoort het allebei bij het

beroep. De marketing van een boek vraagt om totaal andere kwaliteiten

dan welke nodig zijn om tot een goed boek te komen. Het is

nu eenmaal niet voldoende om een meesterwerk te schrijven, het

zal toch ook nog over het voetlicht gebracht moeten worden om gezien

te worden. Ik lees De levensgevaarlijke jaren – Een keuze uit de brieven

van 1879 – 1889 (Privé-domein, nummer 315.) Op pagina 334

schrijft Nietzsche aan zijn goede vriend Heinrich Köselitz: ‘…. de gedachte

aan ‘publiciteit’ is eigenlijk uitgesloten.’ Dat herken ik bij veel

schrijvers. Achter het bureau ligt niet de boekwinkel, maar het te vertellen

verhaal. De mooiste zinnen ontstaan als de roman nog niet af

is, maar zonder de boekhandel zijn er geen verkoopcijfers. Het één

kan niet zonder het ander, tenzij je uitsluitend voor jezelf wil schrijven.

Dat kan ook!

Ontdek

de schrijver

in jezelf.

magazine

Schrijvenonline.org/abonnement

Schrijven Magazine | 21


MELANIE MARSMAN

DE DEBUTANT

KHALID MOURIGH

‘Het hoeft niet honderd

procent goed te zijn’

Er wordt veel over de immigrant gesproken, maar zelden wordt met hem

gesproken. Wie is hij, wat is zijn verhaal en wat brengt hem hier?

Khalid Mourigh laat de lezer in De gast uit het Rifgebergte plaatsnemen naast zijn

grootvader, zo’n ‘gastarbeider’ die hier in de jaren zestig belandt. Daarin

verandert zijn opa van iemand uit een statistiek in een karakteristiek mens in al

zijn kleuren. Met een identiteit, een verleden, ambities, emoties en verlangens.

Door Ricardo Jupijn

22 | Schrijven Magazine 01 2022


DE DEBUTANT

Debutanten staan het dichtst bij de grote groep aspirant-schrijvers. Ze hebben net de stap gemaakt en worden gepubliceerd.

Wat is het verhaal achter hun debuut? Waar hebben ze mee geworsteld? Wat voor tips hebben ze?

Abdelkader Benali zei weleens

dat ze bij hem thuis twee boeken

hadden: de koran en het

telefoonboek. Nou, wij hadden

alleen het telefoonboek. Via een omweg

kwam ik toch bij het schrijven uit, toen

ik als zestienjarige Berberse poëzie

ontdekte die op muziek was gezet. Ik

begon al die teksten uit te pluizen en

die vond ik zo interessant dat ik zelf

gedichten en korte verhalen ging schrijven.

Het was allemaal niet heel serieus.

Dat werd het pas met dit boek.’

Trouw blijven aan het verhaal

‘Tijdens het schrijven van mijn proefschrift

over een bedreigde Berbertaal,

ben ik opnames van mijn opa gaan

beluisteren om zijn Berber te analyseren.

Die gesprekken had ik samen met

mijn tante jaren daarvoor opgenomen,

omdat we meer wilden weten over zijn

verleden. Hoe komt het nou dat hij zijn

geboortedorp verliet en helemaal in zijn

eentje zo’n reis onderging? Dat is echt

een grote stap. Je had in die tijd geen

idee waar je zou belanden en het was

vrijwel onmogelijk om te communiceren

met de mensen die je achterliet. In

de tussentijd had ik die opnames nooit

meer beluisterd, terwijl het zulke interessante

verhalen waren. Er zat alleen

geen lijn in, het waren allerlei losse

anekdotes. Toen heb ik besloten om

ermee aan de slag te gaan en het op een

mooie, chronologische manier op te

schrijven. Niet met het doel om het uit

te geven, maar omdat het mijn opa’s

verhaal was. Bovendien gaf dat betekenis

aan mijn leven, want hoe komt het

nou dat ik hier ben beland?’

‘Daarnaast wilde ik een stem geven aan

een gastarbeider. Natuurlijk is niet

ieders verhaal hetzelfde, maar de grote

lijnen en de patronen komen vaak overeen.

Daarom vond ik de politieke, economische

en maatschappelijke omstandigheden

zo belangrijk, zonder die

setting is het geen volledig verhaal.

Over hoe de situaties in Marokko en

‘Mijn opa’s

verhaal gaf

ook betekenis

aan mijn

leven.’

Nederland in die tijd op elkaar aansloten,

hoe het er hier in de fabrieken aan

toeging en op welke manier men hier

bijvoorbeeld naar gastarbeiders keek.

Toch zit er wel degelijk fictie in het

boek, alleen het gesproken verhaal zou

te droog worden. Ik wilde de lezer

meenemen in de sfeer en de omgeving.

Als mijn opa vertelde dat hij op reis

ging naar Zaio om geld te verdienen,

dan moest ik mijn verbeelding gebruiken

om die busreis te beschrijven. Nu

ken ik die omgeving goed en kon ik op

die manier een mooie voorstelling van

dat landschap maken. Zo werd het hier

en daar een combinatie van mijn opa’s

verhalen en mijn eigen fantasie. Zolang

ik maar trouw bleef aan het verhaal, dat

was voor mij het belangrijkste, daar lag

de grens.’

Direct aan de slag

‘Omdat ik zoiets als dit nog nooit gedaan

had, heb ik een workshop gevolgd

bij Yaël Vinckx. Zij is journaliste en

schrijfster en ging tijdens die cursus

specifiek in op het vertellen van een

familieverhaal. Daarin legde ze onder

meer uit hoe je een tijdlijn kunt aanbrengen

in je verhaal, hoe je dingen als

plotpoints gebruikt en welke schrijftechnieken

er voor zo’n verhaal zijn.

Plus: via haar ben ik uiteindelijk bij

mijn huidige uitgeverij terechtgekomen.

Zij publiceerde bij Cossee en stimuleerde

mij om het naar hen op te sturen.

Maar het belangrijkste waar ik zelf

achter ben gekomen in de drie jaar dat

ik ermee bezig ben geweest: het hoeft

niet honderd procent goed te zijn. Als je

aan het schrijven bent en je voelt dat je

er voor minstens zeventig procent tevreden

over bent, dan is het goed. Perfectionisme

is echt een killer.’

‘Mijn tips om een familieverhaal te

schrijven? Doe het terwijl het nog kan.

Zeker als je oudere familieleden hebt

wiens biografie je graag wil schrijven:

begin! Er komen regelmatig mensen op

mij af die vertellen dat ze ook een opa

of oma hadden met een mooi verhaal,

maar dat die inmiddels overleden zijn

en ze niet meer zo goed weten hoe het

precies ging. Neem het daarom altijd

op. Wacht ook niet met het uitschrijven

van die opnames, want je weet niet welke

kant het uit zal gaan als iemand een

verhaal vertelt. Tijdens het uitwerken

komen er ongetwijfeld allerlei vragen

naar boven en dan kun je direct teruggaan

om die te stellen. Mijn opa was al

overleden toen ik begon met schrijven

en ik vond het echt jammer dat ik hem

niets meer kon vragen. Mocht je op een

gegeven moment alle informatie hebben,

dan is het belangrijkste om een

strak schrijfritme aan te houden. Je

moet er ruimte voor maken en je eraan

houden. Uiteindelijk gaat het misschien

wel meer om prioriteit dan tijd.’

Khalid Mourigh (1981) is taalonderzoeker

bij het Meertens Instituut. Hij deed

onderzoek naar het Ghomara Berber,

het Riffijns Berber en Marokkaans-

Nederlandse straattaal en verzorgt

regelmatig gastlessen over straattaal.

Vorig jaar debuteerde hij met De gast uit

het Rifgebergte, waarin hij het levensverhaal

van zijn grootvader optekent.

01 2022 Schrijven Magazine | 23


TIPS SCHRIJFWEDSTRIJD

Zo win je een

schrijfwedstrijd

jurylid geeft tips

Je hebt besloten mee te doen aan een schrijfwedstrijd, want het winnen van

een schrijfwedstrijd geeft je schrijfcarrière een enorme boost. Maar hoe pak

je dit het beste aan? Jowi Schmitz, auteur en jurylid van schrijfwedstrijden,

geeft je vijf tips waarmee je je kansen om te winnen vergroot.

24 | Schrijven Magazine 01 2022


TIPS SCHRIJFWEDSTRIJD

© KIKA BOOY

Die existentiële twijfel die

je nu voelt betekent dat je er

klaar voor bent. Denk ik.

Jowi Schmitz

1

Zet de deadline eerder in

je agenda

Zet de deadline zes dagen vroeger

in je agenda. Geloof in deze

deadline alsof het de echte is. Werk

ernaartoe. Schrijf door tot de dag van

jouw hoogstpersoonlijke deadline aanbreekt.

Je bent helemaal klaar met je

verhaal, je bent supergelukkig, de envelop

(al dan niet digitaal) al warm kloppend

in je hand. STOP!

2

Laat anderen jouw

verhaal aan je voorlezen

Grijp een voorbijganger, een

vriend, een geliefde en schuif

het verhaal over tafel. Vraag zo vriendelijk

mogelijk: ‘Wil je dit verhaal aan

me voorlezen?’ Idealiter weet die ander

niet eens dat jij de schrijver bent.

Ga zitten en luister. Zorg dat je na het

laatste woord nog even stil blijft, om

je verhaal te laten resoneren. Als de

3

Verander niet alleen de

hoofdlijnen

Herschrijf ook op andere lijnen

dan de hoofdlijnen. Zoals een

bouwer van een bloemencorso nog

even een roosje in een gigantische

Mickey Mouse schikt, zo schik jij je

verhaal. Schrap je stopwoordjes. Wissel

lange zinnen af met hier en daar een

korte zin. Geef een speelse knipoog aan

de jury: is de lucht blauw? Maak dan

ook het overhemd van die knappe man

blauw en, vooruit, het boek dat hij leest

heeft een blauwe kaft. Neem je voor dat

je dat lijntje in een interview later, als je

eenmaal gewonnen hebt, ‘je blauwe

lijntje’ noemt.

4

Neem je verhaal op

Klaar met herschikken? Pak

een opnameapparaat en neem

je verhaal op. Hou een pen bij

de hand en kras de zinnen weg die je

nog niet bevallen. Niet somber worden.

Zorg dat je na het laatste

woord nog even stil blijft, om

je verhaal te laten resoneren.

Maar nee Jowi, wat een stomme tip,

mijn verhaal loslaten, zo vlak voor de

deadline? Dat kan ik niet!

Vooruit. Duik dan nog even de kroeg in

met een vriend. Vertel over je verhaal,

wees gedetailleerd, leg alles wat je

dwarszit op tafel. Verzin samen nog wat

nieuwe routes, woestere eindes, grotere

liefdes. Schrijf het allemaal op in die

handige notitieapp op je telefoon, die je

toch altijd al bij je hebt omdat die dingen

goud waard zijn.

5

Niet twijfelen, gewoon

doen

De dag van de officiële deadline,

je hebt een fikse kater en

begrijpt de helft van de aantekeningen

die je gisteravond maakte niet meer. De

vriend met wie je in de kroeg zat heeft

zijn telefoon nog uit staan. Dat is beter,

want daardoor voeg je uitsluitend nog

wat nutteloze zinnen toe, en ben je te

moe om al het prachtige wat je de afgelopen

maanden hebt opgebouwd op het

laatste moment te slopen. Die existentiële

twijfel die je nu voelt betekent dat je

er klaar voor bent. Denk ik. Dus doe

het maar. Stop je verhaal in de digitale

envelop, geef de monitor een kus. Druk

op ‘versturen’.

Ik zal voor je duimen.

voorlezer je vervolgens snikkend om

de hals valt omdat het zo mooi is,

verstuur je verhaal en geniet van het

feit dat je vroeger dan de officiële

deadline klaar bent. Daar mag je zeker

een beetje over opscheppen. Zo niet?

Herschrijf.

Je hebt nog twee dagen. Besluit om de

rest van de dag - en vooruit, morgen

ook - je verhaal even weg te leggen.

Heb je nog prangende vragen? Stel ze

jezelf voor je gaat slapen, goeie kans

dat je morgen met de antwoorden wakker

wordt. Echt waar.

Jowi Schmitz is auteur, geeft schrijflessen

op basisscholen en jureert bij

schrijfwedstrijden. Je kent haar wellicht

van het kinderboek Beste Broers. In

het kader van dit boek heeft Schrijven

Online in 2020 een schrijfwedstrijd

georganiseerd met Schmitz als jurylid.

01 2022 Schrijven Magazine | 25


WORKSHOP

HISTORISCHE FICTIE

Breng het verleden

tot leven

Historische verhalen doen het beter dan ooit. De nieuwe van Simone van der

Vlugt of Annejet van der Zijl belanden vaak meteen hoog in de bestsellerlijst.

Wegduiken in een andere tijd, een andere omgeving - die verleiding kunnen

veel lezers niet weerstaan. Als schrijver van een historisch verhaal heb

je iets wat andere schrijvers niet hebben: een leidraad. Historische feiten

vormen het raamwerk waarmee jij je creativiteit mag verweven. Hoe?

Schrijfster Anita Larkens geeft je handvatten.

26 | Schrijven Magazine 01 2022


WORKSHOP

Misschien heb je het

televisieprogramma

Verborgen Verleden

weleens gezien. Dan

weet je dat juist die

man of vrouw in de

familielijn eruit gepikt wordt die iets

interessants te vertellen heeft. Deze

persoon heeft bijvoorbeeld in de gevangenis

gezeten, of is een zeeheld geweest.

Maar het kan ook veel kleiner. Je kunt

prachtig beschrijven hoe iemand een

interne worsteling voert. Denk dan wel

om de context. Een lezer wil ook lucht

in het verhaal. Wissel persoonlijke

bespiegelingen af met een reis, een

bezoek, een feestavond, een toevallige

ontmoeting. Je verhaal krijgt er levendigheid

door, bij de lezer worden verwachtingen

gewekt.

Er zijn verschillende boeken die zo’n

interne worsteling voortreffelijk beschrijven.

Een voorbeeld is de roman

Zijn bloedige plan van de Schotse

schrijver Graeme Macrae Burnet. Hij

was zo inventief om zijn verhaal als een

toevallige ontdekking neer te zetten. Bij

archiefonderzoek naar zijn voorouders

stuitte hij op rechtbankverslagen over

een drievoudige moord in 1869. Het

verhaal dat hij daaromheen verbeeldt,

is dat van ene Roderick Macrae, die op

verzoek van zijn advocaat in de gevangenis

zijn memoires opschrijft. Indertijd

waren arbeiders als Roderick nauwelijks

geschoold, maar de lezer zet dat

gegeven gauw aan de kant. Over de

memoires schrijft de auteur van het

boek: ‘Dat Roderick ze had kúnnen

schrijven, wil natuurlijk nog niet zeggen

dat hij dat daadwerkelijk heeft gedaan.’

Het is aannemelijk dat de schrijver het

verhaal dat om het rechtbankverslag

heen is geschreven, zelf heeft geconstrueerd.

Hij sleurt de lezer mee in het

armoedige bestaan van een boerenzoon,

in een landbouwgemeenschap

die wordt beheerst door landheren en

meiers. Er wordt genomen en genomen

van de misdeelde vader van Roderick,

totdat de jongen het niet langer kan

verdragen. Voor de lezer is de schrijfstijl

een genoegen, of, zoals een recensent

van de Irish Times schreef: ‘De

feiten, gebaseerd op een waargebeurd

voorval in het negentiende-eeuwse

Schotland, worden bijna irrelevant, zo

goed is de ongewoon heldere verhalende

proza.’

Kortom, belangrijk is niet alleen over

wie je schijft, maar vooral hoe je het

verhaal vertelt.

OEFENING 1

1. Schrijf over een gebeurtenis in het

(verre) verleden. Stoor je nog niet

aan details, maar laat het personage

tot leven komen.

2. Heb je het personage op papier

staan, schrijf er een omgeving omheen.

Is je hoofdpersoon binnen,

beschrijf de (woon)kamer, het zicht

door de ramen, het vuur in de kachel,

de pan op het fornuis.

Is hij buiten, vang dan de beelden in

woorden. Zijn er wolken, bomen,

gebouwen? Is het warm of koud?

Lopen er mensen op straat? Wat

hebben ze aan? Rijden er voertuigen?

3. Ben je tevreden over je (deel)verhaal?

Zoek dan uit (op Google, in de

bibliotheek, in het archief) of dat

wat jij schetst overeenkomt met

feiten. Was de fiets al uitgevonden?

Was de lantaarn al elektrisch? Bestonden

er verharde wegen? Welke

raambekleding was gangbaar?

(Je kunt ook eerst de feiten uitzoeken,

zodat je ze meteen in het verhaal

mee kunt nemen. Pas wel op

dat je niet afgeleid wordt door de

hoeveelheid aan informatie. Niet

alles hoeft erin!)

4. Lees het verhaal nog eens door.

Komt je personage nog steeds goed

tot zijn recht, of doet je omgevingsbeschrijving

afbreuk aan de kern

Handige websites:

www.delpher.nl

Gedigitaliseerde teksten uit Nederlandse

kranten, boeken en tijdschriften vanaf de

zeventiende eeuw.

www.cbg.nl

Centrum voor familiegeschiedenis. Op de

website kun je zoeken in verzamelingen, de

bibliotheek, stambomen, familiewapens,

familienamen en WieWasWie. Ook als je

schrijft over niet-familieleden, kun je hier

veel vinden.

www.genealogieonline.nl

Onderzoek je voorouders. Maar ook: lees

over een door jou gekozen dag in de

geschiedenis, de gebeurtenissen, het weer.

van wat je wil vertellen?

5. Schaaf je verhaal zo nodig bij.

Vorm

Het is een interessante - en populaire

- vorm van historische fictie, die waarbij

ware gebeurtenissen als basis worden

gebruikt. In De dood van Harriet

Monckton schrijft de Britse thrillerauteur

Elizabeth Haynes over een

moordzaak uit 1843. Omdat er vele

verdachten waren, maar de zaak nooit

is opgelost, stond het de schrijfster vrij

om haar eigen fantasie erop los te laten.

Zij doet dit vanuit vier verschillende

perspectieven: drie mannelijke en een

vrouwelijke. Door de perspectiefwisselingen

ontstaat er dynamiek in het verhaal.

Als lezer zoek je naar aanwijzingen

van schuld in de persoonlijkheden

van de vertellers.

Oude gebruiken en gewoonten kunnen

ook een bron van inspiratie zijn. Thomas

Rosenboom is een meester in de

anekdotische proloog. Zo begint Publieke

Werken met het veroveren van

een eigen stukje veengrond in Drenthe,

het bouwen van een plaggenhut en het

01 2022 Schrijven Magazine | 27


5

redenen om te kiezen voor

manuscriptbeoordeling

van Schrijven Magazine

1Je manuscript wordt beoordeeld door

professionele redacteuren die jarenlange

ervaring hebben met auteursbegeleiding en

uitgeverijen.

2Je wordt niet alleen een betere schrijver, je

ontdekt ook wat de kansen zijn van je

manuscript. Is het – na wat kleine

aanpassingen – al goed genoeg om op te

sturen naar een uitgeverij? Of is er een

herschrijfronde nodig?

3In een persoonlijk adviesgesprek kun je

uitgebreider ingaan op de schriftelijke

beoordeling van je manuscript.

4Wij beoordelen manuscripten in alle

denkbare genres. Van kinderboek of Young

adult tot literaire roman of verhalenbundel.

En van thriller of chicklit tot dichtbundel.

5Ook onvoltooide manuscripten worden

beoordeeld.

Boek nu!

schrijvenonline.org/manuscriptbeoordeling

Schrijven Magazine | 1


WORKSHOP

maken en houden van het vuur. Dit

alles moest in één nacht slagen, anders

mocht de arbeidersfamilie er niet blijven.

Als er rook uit de geïmproviseerde

schoorsteen bleef komen, was je gevestigd

in het veengebied.

Als in de nacht ergens op het veld een

hut wordt gebouwd, en er is voor zonsopgang

vuur en rook in de schoorsteen,

dan is er rechtens geen mogelijkheid

meer de bouwer nog van die

plaats te verdrijven.

Eerder al deed de schrijver iets soortgelijks

in Gewassen Vlees, door een

wreed vermaak uit de achttiende eeuw

te beschrijven: notendoppen met pek

aan de poten van een kat kleven en

deze op het gladde ijs zetten.

OEFENING 2

1. Zoek naar een gewoonte of gebruik

uit de periode en de streek waarover

je schrijft. Dat kan zoiets simpels

zijn als de avondmaaltijd. Waar bestond

die uit?

2. Schrijf in een paar zinnen over deze

gewoonte of dit gebruik. Bijvoorbeeld:

‘In het dorp aten ze bruine

bonen met aardappelen. De bonen

kwamen uit de moestuin, de aardappelen

waren restanten van de aardappeloogst

van de boer aan de rand

van het dorp.’

Dit op zich kleine gegeven kun je

prachtig uitwerken in een scène. Wie

zaten er aan tafel? Lag er een kleed

op tafel? Welk servies werd gebruikt?

Hoe rook het eten in de pan?

Was het heet (zag je het dampen)?

3. Een belangrijke tip voor een historisch

verhaal - eigenlijk voor elk

verhaal - is om zoveel mogelijk zintuigen

in te zetten. Wat hoor je, wat

zie je, wat ruik je, wat proef je, wat

voel je? Laat je verbeelding spreken!

Gebruik je zintuigen

Er bestaan nogal wat misverstanden

over historische fictie. Geschiedenis

zou taai en saai zijn. Niets is minder

waar. Jij als schrijver kunt het verleden

tot leven brengen door er geur en kleur

in aan te brengen. Al is het leven van je

hoofdpersoon nog zo moeizaam, er zijn

genoeg visuele prikkels in zijn omgeving.

Hij kan bijvoorbeeld blij worden

van een mooie blauwe lucht na dagenlang

naar een dik wolkendek te hebben

gekeken. Beschrijf de glans van de

vacht van een paard, de schittering op

het water van de rivier, de kleur van de

bloesem in het veld. De lezer zal zich

meer verbonden voelen met de hoofdpersoon

als hij zich naast hem voelt

staan, door zijn ogen kijkt. Maar vergeet

ook de andere zintuigen niet! In De

kaasfabriek kenschetst Simone van der

Vlugt de opluchting om weg te zijn van

de stinkende stad eind negentiende

eeuw.

Het is zomer en de lucht is vol van

geuren. In Amsterdam kan ze hartstochtelijk

verlangen naar de rust en

schone lucht van het platteland. Vooral

’s zomers is het in de stad met al die

fabrieken en stinkende grachten niet

uit te houden. In de omgeving van

Purmerend ruikt het naar mest, koeien,

hooi en de wilde bloemen in bermen

en langs sloten.

Annejet van der Zijl zet in haar trans-

Atlantische familiekroniek Fortuna’s

kinderen meteen de sfeer, door al in

haar proloog een zintuiglijk beeld te

gebruiken:

Het is nog vroeg in de ochtend. Boven

de rivier de Cooper kleurt de dageraad

de hemel roze, de eerste vogels kwetteren

en de koelte van de nacht heeft nog

niet plaatsgemaakt voor de zware

vochtige hitte van de dag.

OEFENING 3

Maak voor jezelf een lijstje met de levensomstandigheden

van je hoofdpersonen.

Bijvoorbeeld:

• Wat voor kleding droegen ze?

• Wat aten ze?

• Welke bedreigingen waren er (ziektes,

werkeloosheid, criminaliteit)?

• Waarmee verdienden ze hun inkomen?

• Hoe zag hun huis, hoe zag hun omgeving

eruit?

• Hoe was de levensbeschouwing (rol

van de kerk, bijgeloof)?

• Hoe is de maatschappij en de politiek

van het land?

• Wat waren de sociale regels voor

mannen en vrouwen?

Beantwoord deze vragen uitgebreid en

besteed daarbij veel aandacht aan opmerkelijke

details en weetjes die ook

voor de lezer verrassend zullen zijn.

Anita Larkens

publiceerde eerder het

non-fictieboek

De volmaakte vrouw en de

literaire thrillers Schaduwdochter,

De betrokkenen en De

dagen. Daarvoor was ze copywriter

en eigenaar van een reclamebureau. Anita woont

met haar man en jongste zoon in Bedum, bij

Groningen. De historische roman Geboortelot, die

begin maart verschijnt, is gebaseerd op haar eigen

familiegeschiedenis.

© MARIËTTE HINGSTMAN

01 2022 Schrijven Magazine | 29


BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (9)

Personages

en hun omgeving

In de cursus ‘Basis creatief schrijven’ komen de belangrijkste aspecten

van het schrijven aan bod. In de negende les leert Kathy Mathys je aan

de slag te gaan met personages.

1. Opwarming

Welkom bij deze basisopleiding creatief

schrijven. In deze serie besteden we

aandacht aan de technische kneepjes

van het vak. Wie geen schrijfervaring

heeft, kan gewoon meedoen, maar ook

voor ervaren schrijvers vormen deze

lessen een fijne opfrissing. We beginnen

met twee losse oefeningen.

Van Judith Herzberg verscheen ooit een

doosje met versregels geschreven door

de dichteres: Weet je wat ik ook nooit

weet. Elk kaartje in het doosje bevat

een dichtregel. Heel inspirerend voor

schrijvers. Ga 8 minuten freewriten en

gebruik deze dichtregel van Herzberg

als inspiratie. Leef je uit:

Ze voelde veel meer voor de vijand

dan...

30 | Schrijven Magazine 01 2022


BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (9)

Kijk naar het meisje dat afgebeeld staat

op onderstaand schilderij. Laat je verbeelding

nu los op de foto en beantwoord

de volgende vragen:

a. Van welk moment van de dag houdt

zij het meest?

b. Wat zijn haar avondrituelen?

c. Voor wie zou ze door het vuur gaan?

d. Wie of wat zit haar in de weg?

2. Het personage in zeer korte

verhalen

In aflevering 2 van deze basisreeks ging

het ook al over personages. We verkenden

ze door middel van een interview,

schreven een innerlijke monoloog om

hun binnenwereld te verkennen en

lieten het personage aantreden in enkele

verhaalfragmenten. In deze aflevering

van de basisreeks gaan we het

personage verder uitdiepen en daarbij

besteden we aandacht aan het personage

en zijn omgeving. We laten het personage

aantreden in een zeer kort verhaal,

ofwel ZKV, en schrijven fragmenten

die deel kunnen uitmaken van langer

werk.

Een ZKV is een tekst die zo kort is dat

je je personage niet helemaal hoeft uit

te diepen voor je kan gaan schrijven.

De lengte van deze zeer korte verhalen

varieert. Ze kunnen enkele regels tellen,

maar ook oplopen tot ongeveer 750

woorden.

In Writing Alone and with Others legt

Pat Schneider het verschil uit tussen

een anekdote en een ZKV (flash fiction

in het Engels): ‘Een anekdote laat je

achter met een onvoldaan gevoel. Het

zeer korte verhaal is compleet.’

Niet iedereen zal het eens zijn met deze

definitie. Ook een zeer kort verhaal kan

immers vragen oproepen. Toch zit er

beslist een kern van waarheid in: het

zeer korte verhaal is intens, compact,

elk woord telt, het is af. Een ZKV hoeft

geen traditionele plot te hebben. Soms

lijkt een ZKV meer op een grap, een

gedachte of een filosofische bespiegeling.

Kijk maar naar deze voorbeelden

van Lydia Davis:

Het niet met elkaar eens - Lydia Davis

Hij zei dat zij het niet met hem eens

was. Nee, zei zij, dat was niet waar,

hij was het niet met haar eens. Dit

ging over de hordeur. Dat die niet

open moest blijven staan was haar

idee, vanwege de vliegen; het zijne

was dat hij meteen ’s morgens vroeg,

als er geen vliegen op het balkon waren,

open kon blijven staan. Trouwens,

zei hij, de meeste vliegen komen uit

andere delen van het gebouw: hij liet

er waarschijnlijk zelfs meer naar

buiten dan naar binnen.

Eenzaam – Lydia Davis

Niemand belt me. Ik kan het antwoordapparaat

niet afluisteren omdat

ik al die tijd hier ben geweest. Als ik

wegga, belt er misschien iemand terwijl

ik weg ben. Dan kan ik het antwoordapparaat

afluisteren als ik terugkom.

OEFENING 1

Kijk opnieuw naar de foto van het personage

uit de tweede opwarmingsoefening.

Bekijk ook je antwoorden op de

bijhorende vragen. Schrijf nu een ZKV

over dit personage of vanuit dit personage.

Je kiest dus zelf of je de eerste

(ik) of derde (hij/zij) persoon gebruikt.

3. De wereld van je personage

Voor zeer korte verhalen volstaat het

om je te beperken tot een bondige

verkenning van het personage. Bij langere

verhalen ligt dat anders. Voor

onderstaande oefening ga je op zoek

naar een afbeelding van iemand die kan

dienen als personage. Je mag ook gebruikmaken

van een personage uit een

verhaal waar je mee bezig bent.

OEFENING 2

In zijn essay Real Life (uit The Creative

Writing Coursebook) schrijft Paul

Magrs dat hij inspiratie voor verhalen

vindt in glossy’s en damesbladen. Daarin

staan vaak rubrieken waarin lezers

vertellen over hun probleem of over

een inzicht dat ze hebben opgedaan. Ze

leggen als het ware de biecht af. Soms

gaat het over een geheime liefde of over

hoe ze het leven aankunnen ondanks

een groot verlies/gemis.

Stel nu dat jouw personage in een dergelijk

artikel zou getuigen, wat zou hij

of zij dan vertellen? Ga op zoek naar de

kern van zijn of haar leven en laat je

personage vertellen. Maximaal 400

woorden.

OEFENING 3

Werk je met een personage waarmee je

al een tijd aan de slag bent, dan heb je

wellicht voldoende voeling met hem of

haar om de volgende oefeningen (vanaf

oefening 4 dus) te maken. Is dat niet zo,

dan kun je best je personage wat meer

verkennen door na te denken over een

naam, leeftijd, beroep, tijd waarin het

personage leeft (nu of in het verleden?),

passies, angsten, familiale omstandigheden,

sociaal netwerk, woonplek.

OEFENING 4

In deze oefening kijk je naar de wereld

van je personage. Personages wonen

>

01 2022 Schrijven Magazine | 31


BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (9)

niet in een vacuüm, ze hebben connecties,

beroepen, ze reageren op hun

omgeving. Laat je personage de volgende

vragen beantwoorden. Beperk je

niet tot een kort antwoord. Schrijf door.

Deze oefening is bedoeld om dichter bij

je personage te komen.

a. Hou je meer van de stad of van het

platteland? Is dat altijd zo geweest?

b. Wat betekent de natuur voor je?

c. Speelde je als kind het liefst binnen of

buiten? Welke spelletjes speelde je?

d. In welk landschap kom je het meest

tot rust? Waarom? Beschrijf het landschap

door middel van zintuiglijke

details.

e. Wat voor omgeving vind je beklemmend?

Waarom? Beschrijf door middel

van zintuiglijke details.

f. Als geld geen enkele rol zou spelen,

naar welke plek zou je dan graag

verhuizen? Waarom?

g. Heb je graag mensen om je heen?

Hoeveel contacten heb je nodig?

h. Op welke manier geef je invulling aan

je vriendschappen?

i. Welke relatie heb je met je ouders en

eventuele broers en zussen? Wees

concreet, geef voorbeelden. Is die

relatie veranderd in de loop der tijd?

j. Wat voor relatie heb je met je eventuele

partner en kinderen? Beschrijf zo

gedetailleerd mogelijk. Is die relatie

veranderd in de loop der tijd?

Zelfs als je geen historische romans

schrijft of verhalen over astronauten,

dan is de kans groot dat je research

moet doen wanneer je je personage

echt van binnenuit wil leren kennen.

Het kan zijn dat je meer te weten moet

komen over het beroep van een personage

(Hoe gaat het eraan toe in een

ziekenhuis? Hoe lang gaat een taxichauffeur

door voor hij pauze neemt?),

over zijn of haar passie (vogels bestuderen,

taarten bakken naar historisch

recept, tuinieren), enzovoort.

Ben je inmiddels gebotst op een onderwerp

waar je research naar kan doen?

Wellicht is dit onderwerp zo belangrijk

dat het een rol zal spelen in het verhaal.

Zo zou een verpleegster met nachtwacht

een oude schoolvriendin kunnen

aantreffen in het ziekenhuis, iemand die

het verhaal aanzwengelt. Of zo zou een

boswachter kunnen botsen op een wolf,

een dier dat op weinig begrip kan rekenen

van de naburige schapenhouder.

OEFENING 4

Ga research doen over een onderwerp

dat verbonden is met je personage.

Denk aan de raadpleging van internet,

bibliotheken en boeken, maar ook aan

interviews met mensen die meer afweten

over dit onderwerp.

OEFENING 5

Schrijf nu twee fragmenten waarin je

personage aantreedt.

• In het eerste stuk bevindt je personage

zich in het landschap waar hij of

zij het meest tot rust komt. Beschrijf

zowel het landschap als de gedachten

van je personage. 400 woorden.

• In het tweede fragment laat je op een

ongedwongen, natuurlijke manier

zien dat je onderzoek hebt gedaan. Je

schrijft bijvoorbeeld een stukje waarin

je personage aan het werk is of zijn

hobby uitoefent. Zorg dat je schrijft

op een manier die verbergt dat je

research hebt gedaan. Het onderwerp

waarnaar je research hebt gedaan

hoeft niet centraal te staan, het kan

ook de achtergrond vormen in het

fragment. 400 woorden.

In The Passionate, Accurate Story

schrijft Carol Bly: ‘Het is niet altijd

nodig om affectie te voelen voor je

personage, maar het is wel altijd nodig

om geïnteresseerd te zijn.’ Wanneer je

kijkt naar je eigen leeservaringen zul je

ontdekken dat sommige van de meest

memorabele personages weliswaar

boeiend zijn maar niet per se sympathiek.

Denk aan Smeagol uit The Lord

of the Rings of aan Tom Ripley uit The

Talented Mr. Ripley.

32 | Schrijven Magazine 01 2022


BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (9)

Voor de volgende oefening ga je de cast

van je potentiële verhaal uitbreiden.

Misschien is het personage waarmee je

werkte in de vorige oefeningen sympathiek,

misschien niet. Hoe je het ook

hebt aangepakt, in de volgende oefening

laat je een personage zien met

stekels. Hij of zij is niet meteen minzaam

of lief. Zorg ervoor dat je een

personage creëert dat dicht bij je personage

uit de vorige oefeningen staat.

Misschien is het een familielid, een

vriendin of buur. Om het voor jezelf

makkelijker te maken, kan je op zoek

gaan naar een foto van het tweede

personage. Om je tweede personage

beter te leren kennen, kun je hem dezelfde

vragen stellen als in oefening 3.

Wanneer je dit gedaan hebt maak je

oefening 6.

OEFENING 6

Schrijf een monoloog in de eerste

persoon vanuit dit nieuwe personage.

Laat hem of haar vertellen over je

eerste personage. Als schrijver is het

belangrijk om je te kunnen inleven in

allerlei soorten personages, ook in

mensen die je zelf niet graag mag.

OEFENING 7

Nu ga je twee dialogen schrijven tussen

je personages uit de vorige oefeningen.

• In de eerste dialoog zijn de personages

te zien in het lievelingslandschap

van je eerste personage.

• In de tweede versie bevinden ze zich

op de plek die je hoofdpersoon als

beklemmend ervaart (zie oefening 4).

Denk in beide gevallen na over deze

vragen: waarom zijn ze daar? Wat doen

ze daar? Wat gebeurt er? Krijgen ze

ruzie of gebeurt er iets anders? Kijk

welke impact het landschap heeft op de

personages. Je hoeft landschap overigens

niet noodzakelijk te interpreteren

als natuurschoon. Een landschap kan

zich ook binnen in een huis bevinden,

ook een stad is een soort landschap.

Er zijn twee soorten verhalen:

verhalen waarin iets dramatisch

gebeurt en verhalen waarin

pas achteraf een personage

doorheeft hoe belangrijk een

bepaalde gebeurtenis uit het

verleden was.

gorie geeft hij D.H. Lawrence, die graag

gebruikmaakt van ‘luide dramatische

scènes’. Alice Munro is een voorbeeld

van de tweede categorie. In haar verhalen

komen de personages op een stille

manier en vaak jaren na een gebeurtenis

tot inzicht.

OEFENING 8

Schrijf een scène waarin je personage

tot een belangrijk inzicht komt. Doe dit

op een vertonende manier, door dicht

bij het personage te blijven, zintuiglijke

details te gebruiken. Ga niet oordelen.

Klink niet belerend. Denk zelf na welke

aanpak past bij je personage. Een stille

zoals bij Alice Munro of een luide zoals

bij D.H. Lawrence. 500 woorden

EINDOEFENING

Je hebt in deze workshop een hoop

materiaal verzameld en een aantal

fragmenten geschreven. Kijk of je voldoende

hebt voor een wat langer verhaal,

geen zeer kort verhaal van enkele

regeltjes, maar een verhaal van 1500 of

meer woorden. Kijk wat past bij je

personage.

Oordeel dus niet over dit personage

en zijn gedachtegangen. Doe dit door

middel van een freewrite. Zet je kookwekker

op 10 minuten.

Paul Magrs schrijft in zijn memoir over

schrijven The Novel Inside You. Writing,

Reading and Creativity dat er

twee soorten verhalen zijn: verhalen

waarin iets dramatisch gebeurt waardoor

het personage tot nieuwe inzichten

komt en verhalen waarin pas achteraf,

soms jaren later, een personage

doorheeft hoe belangrijk en doorslaggevend

een bepaalde dag uit het verleden

was. Als voorbeeld voor de eerste cate-

Kathy Mathys is schrijfster, literair

journalist en docent creatief schrijven.

www.kathymathys.nl

01 2022 Schrijven Magazine | 33


WAT DOET EEN REDACTEUR? (9)

Wat doet een redacteur en hoe kijkt hij of zij aan tegen manuscripten van

beginnende schrijvers? In deze serie geeft Peter de Rijk, zelf al meer dan 25 jaar

redacteur, onder meer bij uitgeverij In de Knipscheer, tips en advies. In deze

aflevering: hoe zorg je ervoor dat je alles ziet?

Leren observeren

Waar het kijken bij

een schilder,

tekenaar of

beeldhouwer

vanzelfsprekend

lijkt, verwacht je

dat het bij een schrijver of dichter

minder belangrijk is. Die is immers

bezig met natuurlijk klinkende dialogen,

de spanningsboog van het verhaal,

het plot of zijn personages. Toch

blijkt observatie en het zich bewust

zijn daarvan bijzonder belangrijk voor

de juiste woordkeuze en details die

anders over het hoofd worden gezien.

Een mens blijkt namelijk geneigd om

woorden te kiezen die voor de hand

liggen, net zoals een kunstenaar vaak

tekent wat hij denkt te zien. Pas bij

nadere observatie blijkt een lichaamsdeel,

zeker wanneer er sprake is van

verkorting, er heel anders uit te zien

dan we denken. Door vast te leggen

wat we echt zien kunnen we de werkelijkheid

benaderen. Een schrijver

moet dus leren zien. Alleen zo kan hij

de juiste woorden kiezen en kleuren

en materialen benoemen.

Dubbeltalenten als de schrijver/dichter

en beeldend kunstenaar Armando zijn

gezegend. Niet voor niets werd hij beroemd

door zijn ‘schuldige landschappen’.

Hij schilderde ze, en beschreef ze

regelmatig. De bossen uit zijn jeugd

waren in zijn ogen medeschuldig aan

dat wat de mens in de Tweede Wereldoorlog

werd aangedaan. Hij zag iets

waaraan anderen voorbij waren gegaan.

Maakte een bos tot een organisme,

met ogen en oren, dat wist wat er

speelde. Het poëtische daarvan lag

kant-en-klaar voor het grijpen.

Inzoomen

Schrijvers die zich specialiseren zorgen

ervoor dat ze schrijven over datgene

wat ze echt kennen. Wilfried de Jong,

34 | Schrijven Magazine 01 2022


WAT DOET EEN REDACTEUR? (9)

meester op het gebied van de sportcolumn,

is daar een prima voorbeeld van.

Zijn wielerverhalen tonen naast kennis

van de sport ook zijn liefde ervoor. Maar

de andere sporten waarover hij schrijft,

wijzen vooral op de details waar het in

die sport om draait. Net als bij het

schrijven maken juist de details uit of

het tot een topresultaat kan leiden.

Soms helpt het om, naast

het nauwgezet bekijken, zelf

de handelingen van jouw

personage uit te voeren.

Neem zijn verhaal Nagels van Cruijff,

waarin hij de wereldberoemde voetballer

beschrijft. Eigenlijk valt er niets

nieuws over hem te vertellen. Alles is al

beschreven of geciteerd. De Jong observeert

en ziet zijn handen. Dat beeld

gebruikt hij op het moment dat de verlosser

van Barcelona bij hoge uitzondering

de regie uit handen heeft gegeven.

‘De grote duimnagel duwt de nagels van

de vingers een beetje los van het vlees

en laat ze terugschieten. Wijsvinger, tik.

Middelvinger, tik. Ringvinger, tik. Pink,

tik. En terug gaat de duimnagel weer.

Het gaat maar door, al een uur lang.’

Hoeveel beter werkt dit dan te schrijven:

Cruijff was zenuwachtig. Je bent er

op dat moment echt even bij.

Door in te zoomen op een detail kun je

net zo goed geïnspireerd raken. Wilfried

de Jong demonstreert dit met zijn verhaal

Isabella’s moedervlek. Hij vertelt

over Lance Armstrong, de wielrenner

die voor de zesde keer de Tour de France

kon winnen. Ineens ziet hij een stola

om een vrouwenhals. En die stola

wordt mooier omdat hij bij de bleke

huid van actrice Isabella Rossellini

hoort. Dan valt hem iets op. ‘Ik zag een

moedervlekje onder de stola naar me

knipogen in de voorjaarszon. Ik had

geen tijd meer voor het spellen van

interviews met Thierry Henry en Roger

Federer in de Franse sportkrant. Alle

sport kon me gestolen worden, ik concentreerde

me op het vlekje en associeerde

er lustig op los. Dit heuveltje op

de huid was het vulkanisch eiland

Stromboli waar haar ouders - de actrice

Ingrid Bergman en de regisseur Rober-

to Rossellini - tijdens het filmen verliefd

werden.’ Plotseling opent zich een hele

wereld voor de auteur…

Meerwaarde

Tijdens een workshop in het Engelse

Brockwood bestond de opdracht uit

het nauwkeurig observeren van de

ruimte waarin ik mij op dat moment

bevond. Mij werd aangeraden ook eens

door de knieën te gaan en vooral veel

aan te raken. Ietwat cynisch, omdat ik

hiermee een uur moest doorbrengen,

begon ik de ruimte in ogenschouw te

nemen. Wat mij tot dat moment de

illusie van een degelijk geconserveerd

landhuis gaf, bleek heel wat minder

onderhouden toen ik de verf op het

houtwerk en het behang op de muren

ging aftasten. Hier was duidelijk sprake

van achterstallig onderhoud. Onder

mijn voeten werd ik mij het berbertapijt

gewaar, zacht, warm en verend. Het

trappenhuis dat naar de hoger gelegen

etages leidde, bleek ‘fake’. Slechts een

etage lag boven mij. Een trapje naar

een nabijgelegen kamer voedde de

indruk van meer. Slim bedacht, net als

de marmeren pilaren die, na betasten,

van hout bleken te zijn en door een

vakman beschilderd.

Niets was wat het was. Na een uur

beter kijken dan ik ooit had gedaan,

vielen mij de schellen van de ogen.

Kunstenaars staren zonder enig probleem

urenlang naar een landschap of

een model. Wij schrijvers zijn wel heel

gemakzuchtig…

De volgende opdracht was om op te

schrijven wat ons het meest bijzonder

leek, om vervolgens de beste observaties

in een verhaal te gebruiken. Sindsdien

bezoek ik iedere locatie die in een

verhaal of roman gebruikt gaat worden,

fotografeer ik veel, maar bekijk ik des

te meer. Alles wat je ziet kan van meerwaarde

zijn tijdens het schrijven. Neem

dat landhuis in verval. Je kunt het als

metafoor van de bewoner gebruiken.

Eens vol grandeur en macht en nu

vervallen, oud en wachtend op de

sloophamer.

Soms helpt het om, naast het nauwgezet

bekijken, zelf de handelingen van

jouw personage uit te voeren. Het echtpaar

waarachter de thrillerschrijver

Lars Kepler schuilt, vertelde mij hoe

menig vechtscène door hen in de huiskamer

was geoefend. Zo kwamen ze

erachter hoe het voelde en of het moge-

01 2022 Schrijven Magazine | 35


WAT DOET EEN REDACTEUR? (9)

lijk was binnen de ruimte waar het

verhaal zich afspeelde. Schrijfster Pauline

van Munster blijkt in haar laatste

roman Hannah en ik uitstekend op de

hoogte te zijn van het reilen en zeilen

van een broodjeswinkel. Haar beschrijving

van de voorbereidingen op een

drukke dag komen levensecht over. Je

ziet het voor je. ‘Op de broodplank voor

me liggen twintig verse witte puntjes

opengesneden op hun rug. Met een

lepel vol boter smeer ik ze in. Het verse

brood krult op onder de beweging.

Indien ik te ruw ben, blijft er geen binnenkant

meer over, indien ik het te

zacht doe, blijft er geen boter achter.

De worsten- en saucijzenbroodjes liggen

uitgestald op een zilverkleurige

schaal, klaar om in de magnetron verwarmd

te worden. De koffie pruttelt.’

Let eens op de details: het woord puntjes,

het smeren met de lepel en hoe je

dat doet, het opkrullen, het pruttelen.

Overal gebruikt ze het juiste woord.

Met een paar regels geloof je dat de

auteur al jaren in een broodjeszaak

heeft gewerkt. Die illusie, daar gaat het

om. Echtheid.

Aanschouwen

Zodra we op vakantie zijn, lijken we

scherper te kijken. Alles zien we alsof

het nieuw is. Rodaan Al Galidi, ooit

asielzoeker, inmiddels een geliefde

Dit is waar het

in schrijven om

gaat: alert zijn

op alles wat ons

omringt en daar de

juiste woorden bij

vinden.

auteur, beschreef in zijn roman Hoe ik

talent voor het leven kreeg Nederland

met de ogen van asielzoeker en buitenstaander

Semmier Kariem. Ons land

ziet er ineens heel anders uit: ‘In Nederland

leek het alsof de auto’s geen toeter

hadden of dat het verboden was te

toeteren. Ook leek Nederland niet op

een land, maar op een grote stad, want

tussen de steden waren geen woestijn,

bergen of valleien. De mensen droegen

overal hetzelfde soort kleren, het weer

was precies hetzelfde en er was geen

tijdsverschil. (…) Een van de dingen

die ik zag was dat er in de families een

wonderlijke duidelijkheid bestaat in

hun omgang met elkaar. De kinderen

van de familie Bouma waren gelijk, of

tenminste, zo zag het er voor mij uit. In

Iraakse families heb je altijd het mooiste

kind, de stoerste, de sterkste, de

slimste, de lelijkste, de stomste, de

ziekste, de favoriete, de langste, de

dikste. En altijd zijn er bijnamen.’ Rodaan

houdt ons de spiegel voor op een

manier die je wakker schudt. Alles wat

wij gewoon vinden, kun je heel anders

ervaren. Het is lachwekkend en pijnlijk

tegelijk. Je leert zowel het Iraakse leven

kennen als Nederland met de ogen van

nieuwe Nederlanders.

Stephan Enter combineert ‘aanschouwen’

met een rijk taalregister in zijn

door de lezersjury van de Gouden Boekenuil

bekroonde roman Grip. Hier is

het een Nederlander in Noorwegen die

scherp beschrijft wat hij ziet. ‘Hoe je

daar liep - in een tintelende naar radijs

ruikende bries die rechtstreeks van de

pool aanwoei, onder een hemel zonder

ook maar één condensstreep, blakend

van gezondheid met de smaak van een

grashalm of een slok smeltwater in je

mond en dan dat juichende, je overmoed,

de zekerheid dat je zó over alle

bergen van Europa kon lopen. (…)

Misschien dat een van hen een foto had

gezien van rijen haaientanden in een

ijzige zee - een titanische fossiele onderkaak.’

Alle zintuigen komen aan

bod, we voelen, ruiken, proeven, zien

en krijgen als toegift een schitterende

metafoor cadeau. Dit is waar het in

schrijven om gaat. Alert zijn op alles

wat ons omringt en daar de juiste woorden

bij vinden. We moeten dus schrijven

alsof we constant op vakantie zijn

of ergens asiel gevonden hebben. Met

die visie gaan we knallen!

36 | Schrijven Magazine 01 2022


Commercieel katern

‘Dank zij jou ging ik

in mijn boek geloven’

Schrijvers met uitgeefambities

Het schrijven van een boek vraagt doorzettingsvermogen

en durf. Op het moment dat je eraan toe bent om

het een ander te laten lezen, zal je duidelijk worden

hoe je boek overkomt. Van verschillende auteurs hoor

ik dat mijn manuscriptbeoordeling & -begeleiding

een ogenopener is. Zij prijzen mijn kunst van het

helpen ‘vlottrekken’ van een vastgelopen verhaal,

bijvoorbeeld. En door hen de gelaagdheid van hun

vertelling of personages te tonen, komen er inzichten

die leiden tot het meer eigen maken van het verhaal.

‘Dat schrijven emotie is,

dat heb ik van jou geleerd’

Gek genoeg zou ik mijzelf meer een lezer dan

een schrijver noemen, want ik kijk met een

timmermansoog naar teksten. Want personages

en passages moeten in het verhaal passen zodat

het klopt en de schoonheid van de vertelling zijn magische

werk kan doen. Want iedereen die zijn inspiratie

laat stromen is in staat om iets moois te maken, of

het nu een schilderij is of een boek.

Levensechte verhalen

Mijn kracht bij schrijfbegeleiding ligt bij het helpen

vinden van de structuur in je verhaal en je eigen stem

of pen zodat het boeit, ontroert of raakt. Voorop staat

jouw vertelling en stijl. Daarom leg ik geen regels of

wetmatigheden op, al geef ik toepasbare feedback en

mijn onderbouwde mening. Dat motiveert je om je

unieke verhaal te schrijven.

Als gecertificeerd Narratief Coach heb ik een voorliefde

voor levensverhalen en non-fictie, maar wie fictie

schrijft, baseert zich zeer waarschijnlijk op eigen ervaring

en vertelt daarmee over een thema dat levensecht

is.

Toscaanse gastvrijheid

Mijn Italiaanse achternaam betekent Welkom en past

goed bij me, omdat ik een open en toegankelijke manier

van communiceren voorsta. Maar ook omdat ik je

graag welkom heet tijdens de kleinschalige schrijfretraites

die ik ‘s zomers in Toscane organiseer en die al

jaren een begrip zijn.

Praktische informatie

• Schrijfbegeleiding in Amsterdam, Toscane of online

Zie voor info www.ilbene.nl of de facebookpagina

Schrijven in Toscane

• Ontmoeting in Amsterdam

Op 13 maart is de uitslag van de Eerste Schrijven in Toscane

Schrijfwedstrijd. Dat is een mooie gelegenheid om kennis te

maken met andere schrijvers. Geef je op, je bent van harte

welkom.

• Aanmelden en contact

Stuur een mail naar infobene@yahoo.com of bel

Elena Benvenuti: 06 51 42 86 46

Met een klik van je muis heb je me als schrijfcoach in huis


Commercieel katern

Bij Magonia

staan jij en

je werk

centraal

Aanpak

1 Schrijven kun je niet leren. Talent kun je echter

wel ontwikkelen. Maak gebruik van het positieve

effect van een professionele begeleiding. Bij mijn

aanpak staan jij en jouw werk centraal. Ik zoek

naar de essentie van je schrijverschap en de oorsprong

van je motivatie. Uiteindelijk gaat het om

wat jij te zeggen hebt en de vorm waarin dat het

beste tot uitdrukking komt.

2 Leg verbanden met andere kunstvormen: beeldende

kunst, muziek, dans, architectuur. Er is altijd

sprake van een wisselwerking tussen de verschillende

kunstdisciplines. Houd iemand bijvoorbeeld

veel van muziek, dan zal hij als vanzelf op het ritme

van zijn zinnen letten.

3 Laat je inspireren. Zoek een mogelijkheid om even

uit je dagelijkse beslommeringen te stappen. Rust

en creativiteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Fictie, non-fictie, poëzie: het gaat er altijd

om te zoeken naar de kern van wat je te zeggen

hebt.

4 Je krijgt zelf nieuwe ideeën door een bekende

auteur te horen praten over zijn aanpak, zijn

werk, maar ook over zijn onzekerheden en aarzelingen.

Een gesprek met een schrijver leidt vaak tot

een groter inzicht in hoe je zelf aan het werk bent.

Schrijven is een

manier van leven.

Tip

Maak af waar je aan begonnen bent. Naast

inspiratie en creativiteit is discipline minstens zo

belangrijk om tot een boek te komen. Aarzel niet

daarbij hulp te vragen.

Praktische informatie

Lex Jansen/Uitgeverij Magonia

Minrebroederstraat 10B

3512 GT Utrecht

06 53 10 50 31

l.jansen@orange.fr

www.magonia.nl

Je vindt ons ook op de sociale media

Meld je aan voor 1 mei. Dan is het eerste coaching gesprek kosteloos.


Anne Eekhout


Commercieel katern

Welk boek staat

jou voor ogen?

Dat is altijd de eerste vraag die ik aan (beginnende)

auteurs stel. Meestal heb je wel een

idee waarover je wilt schrijven, maar weet je

nog niet waar je boek precies over gaat. Dan heb je

een schrijfcoach nodig die niet alleen naar je tekst

kijkt, maar samen met jou op zoek gaat naar de rode

draad.

‘Jouw bemoeienis steunt mij

en tilt het verhaal op!’

Elk mens is anders, elk boek is anders

Daarom kijk ik niet alleen naar het verhaal, maar ook

naar jou als verteller. Waarom wil je dit boek schrijven?

Waar gaat het voor jou in wezen over? En waarom

vind je het belangrijk dat het er komt?

Mijn doel is om jou als (beginnende) auteur te

helpen het boek te schrijven dat jou ook echt

voor ogen staat. Elk begeleidingstraject begint

dan ook met het stellen van veel vragen.

Persoonlijke en professionele

aandacht

Persoonlijk contact maakt daarbij het verschil.

Als ik meteen kan reageren en jij ook, dan komen

we er samen pas echt achter wat voor jou

de belangrijke thema’s zijn. In overleg bepalen

we hoe jouw persoonlijke begeleidingstraject

eruit komt te zien. Ik hou rekening met ervaring, vaardigheden,

wensen en behoeften. Maar ook met praktische

zaken zoals een haalbare planning en deadlines.

‘Je hebt mij echt uit de (schrijf)

blokkade gehaald’

Van opzet tot publicatie

Wanneer je een boek schrijft, dan wil je natuurlijk

ook dat het gelezen wordt. Daarom

geef ik ook altijd een uitgeefadvies. Tegenwoordig

zijn er veel verschillende mogelijkheden

om tot publicatie te komen. Samen

brengen we alle mogelijkheden in kaart en

help ik jou de keuzes te maken die het beste

bij jou en je boek passen.

Praktische informatie

Jouw persoonlijke begeleiding begint met een kennismaking

waarin jij aangeeft wat jij wilt met je verhaal en ik uitleg hoe

we dat praktisch kunnen gaan invullen. Op basis daarvan

beslis je of we aan de slag gaan met je boek.

Artemis – bureau voor

auteursbegeleiding

Hedwig van Lier

Telefoon: 06-43201453

www.bureau-artemis.nl

Download mijn gratis ebook Elk leven is een verhaal

www.bureau-artemis.nl/autobiografie


Commercieel katern

Online Schrijfschool - Marelle Boersma

Begeleiding van idee tot publicatie

De Online Schrijfschool helpt bij het hele traject: vanaf je

verhaalidee tot aan het contact met een uitgever. Schrijf

de beste versie van je verhaal waar een uitgever alleen

maar JA tegen kan zeggen.

De cursussen

Wij geloven in maatwerk en in een praktische benadering. Vandaar

dat we cursussen aanbieden voor diverse genres. Er is nu

eenmaal een verschil in aanpak voor het schrijven van een thriller

of voor een levensverhaal. Nieuw: de schrijfcursus feelgood

schrijven (van Marijke Vos), hierin o.a. aandacht voor humor en

het schrijven van seksscènes.

Begeleiding bij het schrijfproces

Tijdens elke online cursus schrijf je direct aan je eigen boek én je

ontvangt persoonlijke feedback. Aansluitend kun je bij ons terecht

voor extra schrijfbegeleiding, manuscriptbeoordeling of het contact

met een uitgever tijdens de landelijk bekende uitgeversdag.

Op zoek naar een stok achter de deur?

Volg ons jaartraject: van idee tot publicatie. Dan begeleiden

we je gedurende de hele route én brengen

je in contact met diverse uitgevers; 35% goedkoper

dan de losse modules.

Dankzij jullie begeleiding

heb ik nu een uitgeefcontact.’

– Nico Torrenga

Praktische informatie

Je kunt op elk moment beginnen en je wordt

begeleid door schrijfdocenten die zelf ook auteur

zijn. De Online Schrijfschool is een CRKBO

geregistreerde schrijfopleiding.

Neem gerust contact op, dan bekijken we samen

wat je nodig hebt.

Informatie: www.onlineschrijfschool.nl

Vragen? info@marelleboersma.nl

Kijk voor het volledige cursusaanbod op: www.onlineschrijfschool.nl


Commercieel katern

De Chaos-methode:

meester van het

maakproces

Hoe creëer je een duurzame schrijfgewoonte,

waarmee je je werk afkrijgt en in de wereld kan

zetten? De meeste schrijvers moeten dat voor elkaar

boksen naast al het andere dat moet worden gedaan.

Maar dat is geen excuus. Waarom niet? Omdat het

niet de oorzaak is dat een schrijfpraktijk niet tot

bloei komt. De oorzaak is ook niet een gebrek aan

motivatie. Of aan ideeën. Of aan discipline.

êêêê

“Frank weet raad met elke drempel die je

als schrijver kunt tegenkomen.”

Menno Sedee, journalist bij o.a. NRC en Vrij Nederland, winnaar

Nationale Prijs voor Onderwijsjournalistiek 2020

De oorzaak ligt in de werkwijze. Om precies te zijn:

in een gebrek aan samenhang tussen alle componenten

van het artistiek maakproces.

Schrijven doen we al ons hele leven lang. Ons idee

over wat schrijven behelst zit diep in ons systeem

gebakken. Ongemerkt houden we vast aan een aanpak

die steeds tot hetzelfde resultaat leidt. Als jij niet

tevreden bent over je resultaat, dan zal je dat onder

ogen moeten zien.

In de chaos van het creatieve brein liggen de wonderen

op je te wachten. Het is dus niet vreemd als je

êêêêê

“Wat zit het ontzettend goed in elkaar:

heldere uitleg, niet te lang per filmpje,

goed vormgegeven (grappig met die

subtiele animaties), goede opbouw en

heel fijn nog zo’n wrap-up. Heel relevant

voor makers.”

Olga Majeau, auteur, docent aan de HKU, de Querido Academie en

de Schrijversacademie.

huiverig bent om daar aan te sleutelen: voor je het

weet maak je iets stuk. Maar je aanpak zou toch juist

moeten zorgen dat je overloopt van de inspiratie?

Precies. In een volwassen maakproces kan de begeestering

floreren. Tijd dus om dat proces onder handen

te nemen en van binnenuit te leren kennen. En dat is

wat de Chaos-methode doet.

êêêêê

“Frank maakt het doorgaans schimmige

en onbewuste schrijfproces helder en

inzichtelijk. Ineens begrijp je wat je aan

het doen bent en waarom.”

Flip van Doorn, schrijver van bestseller De Friezen en van

reportages voor o.a. Trouw.

De meeste schrijfoefeningen krabben aan de schors.

De Chaos-methode zet een nieuwe standaard. Het

programma biedt schrijvers inzicht en gereedschap

om grip te krijgen op het maakproces van fictie. Met

grip op je werkwijze weet je altijd je volgende stap te

vinden en zet je drempels om in functionele activiteit.

Zo vergroot je je autonomie en leg je een duurzaam

fundament onder je schrijfpraktijk.

Informatie

De Chaos-methode is het signatuurprogramma van schrijfcoach

Frank Gunning en is gebouwd op de ervaring van

honderd maakprocessen als artistiek leider, schrijver, coach

en theaterregisseur. De Chaos-methode is nu ook online

beschikbaar, zodat jij op je eigen tempo, en zo eigenwijs als

je zelf maar wilt, volledig grip krijgt op het artistieke maakproces.

Lees er alles over op www.atelierdepijp.nl

De Chaos-methode: voor schrijvers die hun ontwikkeling serieus nemen.


TIPS

‘Autobiografisch schrijven

vraagt om jou als bron’

Je eigen levensverhaal schrijven vergt een andere insteek

dan een fictief verhaal. Zijn er emotionele blokkades?

Heb je al voldoende afstand? En waar begin je?

Levensverhaalcoach Brenda van Es geeft vijf

handvatten om met je eigen levensverhaal aan de

slag te gaan.

1Begrijp dat autobiografisch

schrijven andere koek is

Soms denken we dat schrijven

enkel en alleen over schrijven gaat.

Maar dat is het ’m nou juist. Bij autobiografisch

schrijven gaat het niet alleen

over het schrijven. Iemand leeft dit

verhaal. Álles gaat mee naar de schrijftafel.

Het ongeduld, de twijfels, de

vraagtekens, de boosheid. Autobiografische

schrijvers voelen telkens een

opluchting als ik dit vertel. En dat snap

ik, want het is echt andere koek.

2Zorg voor structuur

Structuur is het grootste geheim

voor levensverhaalschrijvers. Het

geeft houvast, overzicht en zelfvertrouwen.

Zorg dus dat de structuur er is en

dat dat in verbinding staat met wie jij

bent. Autobiografisch schrijven vraagt

om jou als bron. Je verbonden voelen

met je verhaal is daarom zo belangrijk.

Zonder die verbinding mis je wat jij

werkelijk te schrijven hebt.

3Ruim emotionele

blokkades op

Deze tip sluit aan op de vorige.

Als je wil schrijven over een gokverslaving,

de moeilijke relatie met je ouders

of over de ziekte en het overlijden van

je broer, dan zitten daar dikwijls blokkades

op. Mag dit verhaal wel geschreven

worden? Hoe doe ik dat? Kwets ik

iemand? De emotionele blokkade ligt

vaak diepgeworteld in onszelf. Zo

schreef een vrouw over haar vader. Na

vier kinderen wist hij dat hij homo was,

liet het gezin achter en vertrok naar

Spanje. Dit speelde in de jaren zestig.

De schaamte was groot, zowel bij hem

als bij het gezin. Het was niet zozeer de

vader waar de schrijfster het moeilijk

mee had, maar haar overleden moeder.

Ze had deze blokkade eerst op te lossen

voordat ze haar verhaal kon schrijven.

4Natuur als

antwoordenmachine

Loop je vast in je verhaal? Loop

het los. Zoek de antwoorden niet in je

laptop. Klap deze gerust dicht en ga de

natuur in. Wandel. Het blijkt telkens

weer zo’n fijne antwoordenmachine. Je

kijkt naar een rottend vijgenblad en

opeens heb je precies die ene metafoor

te pakken voor je verhaal. Of herinneren

gesnoeide rozen je eraan dat je je

verhaal mag inkorten.

5Onderhoud je

schrijverschap

Ik hoop zo dat we stoppen met

geen geld, tijd en energie in het schrijven

willen steken. Als je iets met schrijven

wil, mag je daar voluit voor gaan.

Net als de amateurfotograaf die met

liefde workshops volgt, nieuwe lenzen

koopt en naar exposities gaat, zo mag

de amateur-schrijver ook investeren in

zichzelf. Jezelf dat gunnen is zoiets

rijks. Dus ga je schrijftijd claimen, vind

een schrijfcoach, lees boeken, luister

podcasts, volg cursussen. En als het je

helpt, zoek gelijkgestemden op.

Brenda van Es (1976) begeleidt mensen naar de

structuur van hun autobiografische boek. Haar

eerste boek verscheen in 2017: Zo doe je dat, je

levensverhaal schrijven. Onlangs verscheen haar

boek Aanmoedigingen voor schrijvers. Ook geeft

ze één keer per seizoen Soul Writing. Gratis sessies

voor iedereen die wil schrijven vanuit de liefdevolle

hart-hoofd-handverbinding.

© THE RED YARN

01 2022 Schrijven Magazine | 43


SAMENWERKEN

Werken met

een groep

meelezers

Normaalgesproken lazen

drie mensen mijn manuscript

voordat het als boek

in de winkel kwam: mijn

uitgever, mijn redacteur en

mijn man. Alle drie kregen

ze het pas nádat ik de laatste punt had

gezet. Toch besloot ik, na twintig jaar

schrijverschap, het roer om te gooien en

een groep vrouwen uit te nodigen om

tíjdens mijn schrijfproces mee te lezen.

De valkuilen en de tips

Wie leest er mee tijdens jouw

schrijfproces? Werk je helemaal alleen,

of laat je een paar vrienden jouw

manuscript zien? Schrijfster Nanda Roep

publiceerde al zeventig kinderboeken en

vijf romans, voordat ze besloot met een

groep van vijf meelezers te gaan werken.

In Schrijven Magazine deelt ze haar

ervaringen en tips.

Waarom deed ik dat? Mijn romans

gingen voorheen uiteenlopend over een

vrouw met familieproblemen; een overwerkte

vrouw op het randje van burnout

en een jonge meid die de zorgen

voor iemand die illegaal in het land

verblijft op haar schouders neemt.

Maar nu zou ik mijn schrijverschap aanvullen

met een vleugje feelgood... Daar

was ik onzeker over. Ik besloot dat ik

de reactie en aanwijzingen nodig had

van een supportgroep: de meelezers.

Een waarschuwing

Er zijn verschillende redenen om te

willen werken met meelezers. Tegenwoordig

hoor je vaker over zogenoemde

sensitivity readers, mensen van

verschillende minderheidsgroepen die

meelezen om pijnpunten op het gebied

van diversiteit en inclusie te kunnen

aanwijzen.

Voor één van mijn romans, Sable, had

ik mensen uit de Arabische cultuur

gevraagd om mee te lezen - onder wie

documentairemaker Sinan Can.

Ook de hoofdfiguur uit mijn boek, de

persoon die vroeger illegaal in het land

verbleef, las met mij mee. Hij was trots

op wat we samen hadden meegemaakt

- ik ook - en hij haalde met liefde zijn

herinneringen nog eens op.

Toch volgt hier meteen de waarschuwing

dat het meeleessysteem helaas

niet waterdicht is. Terwijl de echte

‘Sable’ helemaal tevreden was, werd

zijn zus juist woedend om een beschrijving

van een simpel meubelstuk dat ik

‘armoedig’ had genoemd. Niemand had

dit aangewezen als mogelijk probleem.

Ook mijn redactrice en ik lazen eroverheen.

Vóórdat ik tips kan geven, is er

dus de waarschuwing: het zal nooit

helemaal naar tevredenheid van iedereen

zijn!

Nog meer valkuilen

Er is wel meer te zeggen tégen het

gebruik van een groep meelezers. Mijn

eigen groep bestond uit vijf vrouwen,

allemaal in de leeftijd van 35 tot 65 jaar

- mijn doelgroep. Het was de bedoeling

dat ze, anders dan bijvoorbeeld een

redactrice, zich niet zouden bekommeren

om het uitwerken van een hoofdfiguur,

de introductie van plotlijnen of de

juiste verwijzingen in de tijdlijn. Nee, zij

moesten vooral lezer zijn en aangeven

hoe het voelde om het manuscript te

lezen. Gaf het manuscript voldoende

leesplezier? Dat was de grote vraag.

Om tot het juiste antwoord te komen,

moest ik de volgende obstakels overwinnen.

1. Het is tijdrovend

Via Facebook had ik een oproep geplaatst

en ik was zo handig om alleen

vrouwen uit mijn eigen stad te vragen.

44 | Schrijven Magazine 01 2022


SAMENWERKEN

Dit was praktisch gedacht, mede om

het vergoeden van reiskosten te vermijden.

In totaal ging het om vijf vrouwen.

Zij hadden zich binnen luttele uren

gemeld.

Met elke vrouw heb ik apart kennisgemaakt

en haar een kopje koffie aangeboden

op een terras. Ik heb verteld dat

het om een feelgoodproject ging. Ik heb

voorbeeldauteurs genoemd voor dit

boekproject (zoals Liane Moriarty, de

schrijfster van Big Little Lies) en ik

heb een van mijn boeken meegegeven

om mijn schrijfstijl te laten zien.

Toch gebeurde het dat bij de eerste

bijeenkomst een van de vrouwen zei:

‘Ik heb hier niets mee, ik hou van poëzie.’

Op dat moment viel niet alleen

mijn mond open, maar ook die van de

rest van de groep. Hoewel ik de poëzielezer

gelegenheid gaf om alsnog te

stoppen, wilde ze graag aanblijven.

Later kwam dat nog goed van pas.

Zij moesten vooral lezer zijn en

aangeven hoe het voelde om het

manuscript te lezen.

2. Je moet schrijven volgens

planning

Ineens was ik niet gewoon de schrijfster,

maar ook een projectmanager. Ik

moest de vrouwen laten zien dat we

ongeveer een jaar bezig zouden zijn.

Elke twee maanden was er een bijeenkomst

bij mij thuis. Voor aanvang zouden

ze steeds 15.000 nieuwe woorden

krijgen - dat zijn circa 60 boekpagina’s.

Niet eerder moest ik zo gedegen doorwerken

om ervoor te zorgen dat we

volgens planning onze bijeenkomst

konden houden. Voor aanvang legde ik

vragenlijsten neer en voldoende pennen.

Er stond koffie en thee klaar, plus

wijn. En altijd was er taart of andere

zoetigheid.

3. Te veel meningen over één

verhaal

Mijn grootste zorg was dat er geen

eenheid zou ontstaan. Daarom was het

van groot belang dat ik, de schrijfster,

de touwtjes van mijn eigen plot stevig

in handen zou houden. Ik liet iedereen

haar zegje doen en er werden veel ideeën

geopperd. Sommige dames hadden

EIGEN COLLECTIE

De twee groepen meelezers bij elkaar - midden staand Nanda Roep

01 2022 Schrijven Magazine | 45


SAMENWERKEN

Tip

Laat iedereen eerst zelfstandig

een vragenlijst invullen voordat

je met elkaar in gesprek gaat.

Tijdens het gesprek gaat vaak

één bepaalde gedachte

overheersen, terwijl jij zoveel

mogelijk verschillen wil horen.

Ook komen de stillere deelnemers

soms wat moeilijker aan

het woord. Door eerst de vragen

schriftelijk te laten beantwoorden,

kun je naderhand van

iedereen de persoonlijke ideeën

en verwachtingen lezen.

een sterk karakter - dat is nodig om tot

resultaat te komen - en soms spraken

ze in gebiedende wijs. Maar ik wist

altijd dat er maar één was die de eindbeslissing

zou maken, en dat was ik. De

schrijfster.

De voordelen

Na een voorzichtige start werd al gauw

zichtbaar waarom het zo’n goed idee

was geweest om meelezende vrouwen

uit te nodigen. Dan doel ik niet eens op

de vriendschap die al gauw voelbaar

werd. Samen lazen wij een boek dat

nog in the making was. Niemand anders

kende dit verhaal. Ik had niet voorzien

dat zij het zó leuk zouden vinden

om dit inkijkje te krijgen en ik had niet

voorzien dat ik zóveel warmte zou

voelen bij het delen van mijn plan.

Los van de vriendschappelijke gevoelens,

waren er nog meer voordelen:

1. Tijdens het schrijven zie je de

impact van je plot

Eén van de vrolijkste vragen op mijn

lijst, was: ‘Wat denk je dat er met deze

persoon gaat gebeuren?’ Voor mij was

het belangrijk dat je niet van verre kon

zien wie de dader was. Zelfs wie het

slachtoffer was, moest een tijdje spannend

zijn. Daarom stelde ik deze vraag

bij elke bijeenkomst.

Voor mij als schrijfster was het natuurlijk

een vrolijke boel als ze er he-le-maal

naast zaten. Mijn dader was ‘veilig’ en

zou als een verrassing tevoorschijn

komen. Soms maakten ze iemand verdacht

met zulke leuke argumenten, dat

ik die kon gebruiken in het manuscript.

De reacties op de ontknoping waren

voor mij natuurlijk een feest. De poëzielezer

die ik eerder noemde, was onverwacht

verrukt over het einde. Dat

sterkte mijn vertrouwen in het verhaal.

Onthoud dat je

de meelezers

niet verwart

met

redacteuren.

2. Je kunt je karakters al in een

vroeg stadium aanscherpen

Mijn vroegere methode - om eerst mijn

complete manuscript te schrijven en

het pas daarna te laten lezen - kon tot

gevolg hebben dat ik mijn teksten compleet

moest openbreken en aanpassen.

Nu was het zo, dat mijn meelezers na

één hoofdstuk een bepaalde hoofdpersoon

als alcoholiste zagen - terwijl ik

haar eigenlijk een ‘gewone’ drankzuchtige

avond had toebedacht. Omdat deze

hoofdpersoon zich mislukt voelt en

alles aan haar huwelijk betwijfelt, paste

het goed om haar dan ook meteen maar

alcoholistisch te maken. Haar drama

werd hierdoor sterker.

3. Je deelt kennis

Soms probeerden de vrouwen mij ronduit

te bevelen dat iets ‘echt’ niet kon en

dat het moest worden aangepast. Vaak

hoorde ik het als mededeling aan, maar

soms hadden ze helemaal gelijk. Een

simpel dommigheidje, bijvoorbeeld,

was het feit dat ik een vader hartmassage

liet ondergaan na een hartaanval

terwijl hij nog bij kennis was - zijn zoon

sprak hem tijdens de scène toe. In werkelijkheid

kan zo’n massage alleen

worden gestart wanneer iemand buiten

bewustzijn is. De boekengroep wees

mij terecht.

4. Je krijgt hulp bij de promotie

Dit gaat niet zozeer over het inhoudelijke

schrijfwerk, maar toch. Toen de

publicatiedatum dichterbij kwam, was

onze band zo sterk geworden dat ik

niet langer in mijn eentje een presentatiefeest

hoefde te organiseren. De ene

meelezer regelde de ticketverkoop en

ze stuurde al haar vriendinnen naar

onze boekpresentatie. De ander regelde

heuse goodiebags voor de bezoekers.

Er kwamen workshops en er was gratis

een massage te halen. De presentatie

van het feelgoodboek werd een heuse

Ladies Night. In mijn eentje was mij dat

nooit gelukt.

Persoonlijk zou ik zeggen dat met name

de vriendschap en de warmte van de

lezers me heeft verrast, na al die jaren

schrijverschap. Professioneel zou ik

zeggen dat de personages aan scherpte

wonnen, en het plot aan vertrouwen.

Onthoud dat je meelezers niet verwart

met redacteuren. Meelezers zijn wat mij

betreft echt de doelgroep; zij gaan over

de leeservaring van het manuscript, en

minder over de feitelijke correctheden.

Het was zeker voor herhaling vatbaar

en voor mijn aanstaande roman ben ik

dan ook alweer met een gezellige

- nieuwe - groep alweer een flink eind

onderweg.

46 | Schrijven Magazine 01 2022


EEN KATERN VAN

magazine

PLATFORM VOOR SCHRIJFTALENT ALICE VERSCHIJNT ZES KEER PER JAAR

Winnaars schrijfwedstrijd

De stem

Levensverhalen leven overduidelijk. We ontvingen

294 inzendingen voor de schrijfwedstrijd De stem.

Het is een mooi genre, waarin schrijven een belangrijke

rol speelt in verwerking en rouw. Onder

de inzendingen waren veel naturalistische verhalen,

non-fictie, waarin de relatie met de ouder

wordt beschreven. Dat is niet verwonderlijk. Vaak

eindigt het met emotie van de schrijver. Soms

proberen schrijvers een heel leven te vangen in

500 woorden. Dat valt niet mee. Deze drie verhalen

sprongen er wat ons betreft uit.

De voorselectie werd gedaan door de redactie van

Schrijven Online. De jury bestond uit Brenda van

Es (auteur van het boek Zo doe je dat, je levensverhaal

schrijven) en Frank Noë (hoofdredacteur

Schrijven Magazine/Schrijven Online).

01 2022 Schrijven Magazine | 47


GA JIJ DE UITDAGING AAN? STUUR JE ALLERBESTE VERHAAL

OF GEDICHT(EN) IN VIA WWW.SCHRIJVENONLINE.ORG/ALICE

STEM GEVONDEN

DE STEM VAN MIJN VADER, ZO STEL IK MIJ

VOOR, ZOU DIEP EN DONKER ZIJN. Lage frequenties

met lange golven die je eerder voelt dan

hoort. Als een hartslag door de huid, vertrouwd

en betrouwbaar.

Zijn stem zou alle woorden spreken die ik horen

wil. Mijn tranen weg troosten, mij aanmoedigen.

Zijn stem zou verhalen vertellen, mij leren over

het leven. Waarschuwen voor gevaar en wijzen

op schoonheid. Zijn stem zou zingen: slaapliedjes,

feestliedjes en, na een paar glazen wijn, liedjes

uit zijn jeugd. Lachen zou zijn stem, om zijn

eigen grappen. Nog harder lachen zou hij, om die

48 | Schrijven Magazine 01 2022


EEN KATERN VAN

magazine

CHRIS KOK (1983) IS BEGINNEND SCHRIJVER. HIJ WOONT IN AMSTERDAM MET ZIJN VROUW,

TWEE KATTEN EN HOND. DE BELANGRIJKSTE LES DIE HIJ LEERDE IS: SCHRIJVEN IS SCHRAPPEN.

DUS, TOT ZOVER DEZE BIOGRAFIE. HIJ PUBLICEERT VOORAL IN HET ENGELS, ONDER ANDERE OP

FLASHFICTIONMAGAZINE.COM

van mij. Liegen zou de stem, altijd om bestwil

en altijd met spijt. Vloeken om onrecht,

brullend beschermen. Schelden tegen wie het

verdient. De stem van mijn vader, zo stel ik mij

voor, zou ooit de mijne zijn.

Maar, mijn vader was zijn stem verloren. Zijn

longen, zijn tong, zijn tanden, zijn lippen. Mijn

vader lag twee meter diep. Al kon hij spreken,

onder de grond, dan was het verspild aan de

wormen.

Mijn eigen stem begroef ik met het lichaam

van mijn vader. Ik schudde mijn hoofd en

knikte en wees, maar woorden liet ik niet

gaan. Ik spaarde ze op, stak ze onder stoelen

en banken, veegde ze onder tapijt. Ik verstopte

mijn stem en hij verstofte, verroestte; ik vergat

hem, als die van mijn vader. Raakte ze allebei

kwijt.

Gelukkig is daar de stem van mijn moeder.

Niet diep, niet donker, maar sprankelend,

licht. Hoge frequenties, als de vleugels van een

vlinder.

Haar stem troost mijn tranen niet weg, maar

huilt met ze mee. Ik mag zo laf zijn, of zo moedig,

als ik ben. Haar stem vertelt verhalen die

mij leren over mezelf. Wijst me de weg naar

gevaar en spreekt vertrouwen uit. Bezingt de

schoonheid in wat lelijk lijkt, ontmaskert valse

helden. Haar stem zingt strijdliederen, leuzen,

oerkreten. Na een paar glazen wijn, kleine

liedjes over mijn vader. Haar stem liegt niet,

weet niet hoe. Kan snijden met eerlijkheid,

maar altijd helen mijn wonden. Vloeken, brullen

of schelden doet haar stem alleen zonder

andermans oren om haar heen. Ik hoor het

soms door de muren. Dan grijp ik mij vast,

houd ik mij tegen. Soms moeten mensen

schreeuwen in de leegte. Meer dan alles, lacht

haar stem. Op elk uur, om de vreemdste redenen.

Alles is een grap en wie haar stem hoort

lachen, lacht mee.

Ik lach mee.

Ik vind mijn stem terug. Een spraakwaterval

breekt door de dijken. Mijn stem struikelt over

zijn woorden. Lacht en zingt, in allerlei talen,

vloekt en tiert, grapt en vertelt verhalen over

waar mijn ogen, neus, oren en tong van hebben

geproefd.

Mijn stem is lager dan ik me herinner. Niet

diep of donker, geen hartslag, maar ook geen

vleugelslag. Het is mijn eigen stem.

Zo lang ik adem zal ik hem gebruiken.

Chris Kok

DE JURY De zinnen lopen niet allemaal even goed, maar de

stijl is sprankelend. De tegenstelling tussen de stem van de vader:

‘Lage frequenties met lange golven die je eerder voelt dan

hoort.’ En die van de moeder: ‘Hoge frequenties, als de vleugels

van een vlinder.’ Mooie uitwerking van wat stemmen van ouders

(zouden mogen) doen. Treffend is ook de zin ‘Mijn eigen stem

begroef ik met het lichaam van mijn vader.’ In het verhaal zit een

mooie ontwikkeling, die hem brengt naar ‘zo lang ik adem zal ik

hem gebruiken’.

01 2022 Schrijven Magazine | 49


EEN NUTTIGE SCHULD

DE DAG DAT MIJN RADIO KAPOTGING, WAS EEN

ELLENDIGE. Ik had muziek nodig tijdens mijn

huiswerk. De eerstvolgende zaterdag ging ik met

mijn vader per bus naar Utrecht, waar een hele grote

audiozaak was. Ik had mijn spaargeld bij me. De

verkoper liet me een radio zien maar toonde vervolgens

een mono radiocassetterecorder. Deze was

zilverkleurig, zo groot als een flinke schooltas, net

zo zwaar ook en er zat een handvat aan waarmee je

hem kon dragen.

‘Hiermee kun je liedjes van de radio zelfs opnemen

en weer afspelen’, zei de verkoper. Ja, dat wist

ik allang maar het apparaat was honderdvijftig

gulden boven mijn budget en ik had geleerd dat je

geen schulden moet maken. Ik wilde er niet eens

naar kijken maar mijn vader wel.

‘Irene, muziek is belangrijk en dit is echt een

prachtig apparaat waar je veel aan hebt. Koop hem,

ik schiet jou de rest van het geld voor.’

‘Maar dan maak ik schulden.’

‘Zie het als bij een hypotheek van een huis, daarbij

is het ook een nuttige schuld.’

Terwijl de maanden verstreken gaf ik elke cent zakgeld

terug aan mijn vader. Mijn Oma kwam logeren,

stopte mij een briefje van tien gulden toe. Mijn vader

stond in de kamer en ik reikte het hem meteen aan.

‘Ach kind, dat vind ik toch jammer voor je’, zei mijn

Oma.

‘Ik niet’, antwoordde ik opgewekt, ‘Ik heb elke dag

zoveel plezier van mijn radiocassetterecorder!’

Mijn vader had kantoor aan huis. Als ik naar school

was, leende hij mijn apparaat. Hij had het netjes

gevraagd.

Mijn vader kocht cassettebandjes en nam klassieke

concerten op die hij later weer afspeelde. Op een dag

nam hij met mijn moeder samen de belastingpapieren

door. Ondertussen werd er een vioolconcert op

de radio uitgezonden, wat hij opnam. Zodra ik uit

school kwam, haalde ik mijn radiocassetterecorder

weer bij hem op.

IRENE WING EASTON (58) PUBLICEERDE

IN EIGEN BEHEER MOE IS MOE MAAR

VOLDAAN EN SCHREEF COLUMNS VOOR

VLUCHTELINGENWERK. ZE HEEFT EEN

MANUSCRIPT VOOR EEN ROMAN AF EN

ZOEKT EEN UITGEVER. MOMENTEEL WERKT

ZE AAN EEN ROMAN DIE OVER EEN

(ON)MOGELIJKE VRIENDSCHAP GAAT. MEER

INFORMATIE EN COLUMNS VIND JE OP

WWW.WINGEASTON.NL

50 | Schrijven Magazine 01 2022


EEN KATERN VAN

Niet lang hierna werd mijn vader ziek en overleed. Ik probeerde

zo goed en zo kwaad als dat ging, mijn weg in het

leven zonder hem, te vinden. Het lukte me meestal wel om te

bedenken hoe hij op alles zou reageren. Zijn geur kon ik nog

voor me halen, zeker wanneer ik mijn neus in zijn vilten hoed

stak. Ook zijn handschrift kwam ik nog her en der tegen. Op

foto’s en small-filmpjes kon ik bekijken hoe mijn vader eruit

had gezien. Op de filmpjes zag ik mijn vaders manier van lopen

en zijn lippen bewegen maar er zat natuurlijk geen geluid

bij. Ik vertelde het mijn moeder.

‘Ik herinner me zijn stem niet meer.’

‘Daar weet ik wel wat op’, zei ze. Mijn moeder pakte een

cassettebandje, stopte het in de radiocassetterecorder. Daar

klonk onmiskenbaar mijn vaders stem, in plaats van het vioolconcert

had hij het gesprek over belastingen tussen mijn

moeder en hem opgenomen.

DE JURY Een mooie combinatie over de ‘levensles’

van geld en muziek. Het eerste wat je vergeet

is het stemgeluid van een dierbare en dat maakt

dit thema ook zo bijzonder. Het verhaal begint

heel terloops: ‘De dag dat mijn radio kapotging,

was een ellendige.’ Dit ogenschijnlijk alledaagse

voorval zet een reeks gebeurtenissen in gang die

leidt tot een mooi ingehouden slot: de opgenomen

stem van de vader die praat over zijn belastingaangifte.

ERFENIS

TWINTIG MINUTEN LATER KWAM HET

TWEEDE TELEFOONTJE: mijn vader had

bepaald dat zijn organen voor transplantaties

gebruikt mochten worden. Niet dat daar

iets onduidelijk aan was, maar het was de

gewoonte om de familie daarin te kennen, en

ik was de contactpersoon. Of ik bezwaar had.

Ik weet niet of ik het zelf ook zo zou doen,

maar dit codicil was zijn keuze. Die wilde ik

respecteren. Als iemand anders nog iets aan

01 2022 Schrijven Magazine | 51


ALICE IS EEN PLATFORM VOOR SCHRIJFTALENT. VOOR ELKE EDITIE KUN

JE EEN VERHAAL INSTUREN VIA WWW.SCHRIJVENONLINE.ORG/ALICE.

UIT HET AANBOD SELECTEREN WE DE MEEST ORIGINELE VERHALEN.

zijn organen zou hebben – waarom ook niet? Ik kon me

nauwelijks voorstellen dat iemand daarop zat te wachten,

de organen van een 78-jarige, maar je weet maar nooit. Zijn

netvliezen misschien, hij zag nog zonder bril, of zijn nieren,

of zijn longen. En opeens bedacht ik het. Geloof me, ik had

het niet eerder overwogen, zo zit ik echt niet in elkaar. Ik

verzon het ter plekke. “Ik heb nog een vraagje…” “Zegt u het

maar?” “Ik vroeg me af of… Het zit namelijk zo, een maand

geleden heb ik te horen gekregen dat de kanker op mijn

stembanden kwaadaardig is, en dat mijn beste optie is om

mijn hele strottenhoofd te laten weghalen.” “Wat vervelend

voor u…” “Nu vroeg ik me af, is het misschien mogelijk om

een compleet strottenhoofd te transplanteren, is dat wel

eens gedaan?” “Oef, die vraag overvalt me een beetje. Ik

denk wel dat het zou moeten kunnen, maar ik weet niet

of we de specialisten in huis hebben om dat te doen. Is het

goed als ik u over een uurtje terugbel?” In verband met de

revalidatie duurde het een jaar voor ik weer op een familiebijeenkomst

verscheen. Ik kwam binnen, zei iets onbeduidends

over het weer of over het verkeer, en direct viel

het hele gezelschap stil. Van het ene op het andere moment,

het totale zwijgen. Minutenlang. Ze staarden me aan alsof

ik een geestverschijning was. Dit was de stem van pa. Pa

was dood. Ik hoorde zijn stem niet te hebben. Zeker ik niet.

Iedere vreemde had alle organen mogen hebben, maar niet

ik, niet dit. Alsof ik niet al genoeg ellende had veroorzaakt.

Ik slik nog elke dag medicijnen om te voorkomen dat mijn

lichaam de nieuwe stembanden afstoot, maar het lijkt erop

dat we elkaar goed verdragen, mijn vader en ik. Voor het

eerst.

DE JURY Wat een originele insteek,

goed opgemaakt (structuur is ook je

verhaal sturen), vlot samengebracht

aan het eind. Oosterhout gebruikt in

de dialogen veel gangbare beurten:

‘Zegt u het maar’, ‘wat vervelend voor

u’, ‘die vraag overvalt me een beetje’. In

combinatie met de bijzondere inhoud

van het gesprek krijgt de dialoog daardoor

iets droogkomisch. Erg mooie

opbouw naar de twist die in korte, rake

zinnetjes wordt gebracht. We hebben

ervan genoten.

BERT OOSTERHOUT (1960) DEBUTEERDE IN 1991 BIJ UITGEVERIJ ELMAR MET DIVERSISCHE SPROOKJES.

DAARNA VOLGDEN DIVERSISCHE SPROOKJES DEEL 2, VIER BLOEMLEZINGEN VOLKSSPROOKJES, HET

KINDERBOEK KIND VAN TWEE HEKSEN EN HET NON-FICTIEBOEK VERHALEN PRESENTEREN. IN EIGEN

BEHEER PUBLICEERDE HIJ DE ROMAN ZWARTE QUARANTAINE (2021) EN DE BUNDEL NIEUWE OUDE

VERHALEN (2021).

52 | Schrijven Magazine 01 2022


EEN KATERN VAN

Ultra korte verhalen

MIJN LEVENSVERHAALMEDITATIE

DE MISLUKTE MAN

Altijd die typische odeur als je de werkplaats binnenloopt;

een geurencocktail van rubberlucht, benzine

en “iets verbrands”.

‘Had je gebeld?’

‘Goedemorgen. Ja, een half uurtje geleden ongeveer.’

‘O, met die losse knilfsensor.’

Daar gaan we. Ik ben een man. Had ik dit moeten

weten?

‘Nou, dat weet ik dus niet. Dat dacht uw collega aan

de telefoon.’

‘Koelingsstrator gecontroleerd?’

‘Ehm, koelings… even denk… nee.’

‘Altijd als eerste even doen, hè; prieltjes nakijken,

kloktengels, stoempbuisje.’

‘F-ringetje vervangen,’ vul ik onzeker aan.

‘Nee, dát mag je dus nooit zelf doen. Levensgevaarlijk.

Moet je echt even voor langskomen.’

Wij liggen als planken op de grond.

‘Ga naar de momenten dat je er was. Ervaar ze,’ zegt

de lijzige softe stem van onze levensverhaalcoach.

Maar mijn leven is geen verhaal; ik weiger mezelf op

te sluiten in een vertelling onder begeleiding van een

coach, die ook al zo sabelde met het woord comfortzone.

Ik leef liever.

‘Zie je rode draad en wandel’

Dan moeten we rechtop gaan zitten ons notitieblokje

pakken en schrijven.

‘Luister naar je schrijfproces ... Orden je fragmenten

... verbind ze.’

‘Waarom zou ik dat willen?’ vraag ik

‘Goede vraag,’ zegt mijn coach, ‘jij komt er wel.’

Thijs Hanrath

Erik Uniken

01 2022 Schrijven Magazine | 53


Tekstuur Kidlit

In deze rubriek bespreekt Mireille Geus

een tekstfragment of kort verhaal voor kinderen.

TEKST

AUTEUR

Guido, de grote kleine hond

‘Dootje, Dootje!’ roept Lotte en voetstappen

komen zijn kant op.1

Ik heet Guido, denkt de hond en hij

doet één oog open. Voor zijn mand

staat Lotte en een meisje dat hij niet

kent.

‘Dit is mijn nieuwe vriendin,’ zegt Lotte.

2

De meisjes bukken en vier handjes

kroelen zijn kop.

‘Ahhh wat een lief hondje,’ zucht het

nieuwe meisje.3

‘Ja echt een schatje,’ zegt Lotte.

Ik ben een hond, een schát! bromt

Guido maar hij laat zich wel lekker

aaien.4

Guido is bijna 4 jaar. Hij kwam bij Lotte

en haar gezin toen hij nog heel klein

was. Hij heette toen Guido van de Biegelhoeve.

Een stoere naam om trots op

te zijn. ‘Dootje, Dootje!’ kraaide Lotte

die net een beetje kon praten. En iedereen

smolt weg. Hij was dan ook echt

superschattig. 5

Lotte en Mila, zoals de nieuwe vriendin

heet 6, lokken hem uit zijn mandje met

zijn stoffen bal. De bal is voor Guido

een konijntje. Hij is dol op konijnen.

Ellen Vedder is grafisch ontwerper. Voor

de brochures die ze maakt, schrijft ze ook

de teksten. Vroeger schreef ze veel

gedichten en verhalen. Door een onlangs

gevolgde schrijfcursus (‘Kladjes’ van

bureau Zuijdgeest) heeft ze het plezier

in creatief schrijven weer helemaal terug.

Momenteel probeert ze verschillende

genres uit.

‘Hier Dootje, pak hem,’ Lotte gooit de

bal naar Mila.

Hij springt er woest achteraan. Mila

vangt hem voordat hij het konijn te

pakken heeft. Mila gooit hem terug

naar Lotte. Nu is Guido sneller. Hij

springt in de lucht en grijpt het konijn

bij zijn kontje.

‘Laat los Dootje!’ roept Lotte. Hij luistert,

al zeggen ze zijn naam verkeerd.

’s Avonds gaan Lotte’s moeder en haar

broer Jesse nog een blokje om met

Guido. Jesse is net zo dol op de hond

als zijn kleine zusje. In de verte zien ze

een man met een grote Duitse dog

aankomen.

‘Laten we oversteken,’ zegt mama.

‘Waarom?’ vraagt Jesse, ‘Dootje is toch

niet bang.’

‘Maar die hond is erg groot,’ mompelt

mama, ze houdt de riem stevig vast.7

Als de man en zijn hond willen passeren

houden beide honden even stil. Ze

moeten even aan elkaar snuffelen.

‘Doet hij niks?’ vraagt mama aarzelend

aan de man.

‘Nee hoor,’ zegt de man, ‘Baijka is

gewoon een watje.’

Wat een goede naam, denkt Guido, hij

maakt zich een beetje groter. Wanneer

Baijka te enthousiast aan zijn rug snuffelt

gromt hij zachtjes. Baijka schrikt

terug.

‘Zie je wel,’ lacht de man en hij trekt

Baijka weer verder.

Jesse lacht ook. ‘Misschien kunnen we

hem beter Do noemen.’

Dat is al beter, Guido kwispelt blij.8

FEEDBACK

Als je kiest voor het perspectief

van de hond, dan 1

zou ik ook beginnen met de

hond en zijn gedachten en

gevoelens.

Laat haar hier zeggen hoe

2 haar vriendinnetje heet,

dit is een logische plek.

En kun je hier haar naam

3 gebruiken.

Dat hij snel wordt ingepakt,

maakt hem sympa-

4

thiek.

Dit informatieve stuk

5 komt een beetje uit de

lucht vallen.

Dat kun je ook eleganter

6 oplossen, zie tip bij 2.

Guido raakt te veel op de

7 achtergrond.

Leuk einde!

8

54 | Schrijven Magazine 01 2022


‘‘

HET COMMENTAAR

Wat is het?

Een leuk karakter voor

een verhaal.

Guido, de grote kleine hond is een kort

verhaal voor kinderen tussen vier en

zes jaar. Het gaat over de jonge hond

Guido, die voelt dat er meer in hem zit.

Wat vind ik er al goed

aan?

Wat er goed aan is, is dat we een hond

als hoofdpersoon hebben. We beleven

het (grootste deel van het) avontuur

door de ogen van de hond. Kinderen

kunnen zich inleven in allerlei verschillende

dingen, mensen of dieren. Een

ontevreden dier kan zelfs meer indruk

maken dan een ontevreden kind of

volwassene. De identificatie met een

dier gaat soms zelfs nog sneller en

makkelijker.

Dat de hond het jammer vindt dat zijn

baasje zijn naam, met de liefste redenen

van de wereld, niet goed zegt, is een

goed probleem. Guido heeft een mooie

voorname volwassen naam, maar het

baasje maakt het klein, maakt hem

daardoor klein. Dit is een gegeven dat

kinderen zal aanspreken. Je naam is een

belangrijk onderdeel van je identiteit.

Ik zie de hond Guido/Dootje voor me,

hij wil best consequent zijn, maar dat

lukt nog niet. Hij is snel afgeleid en

enthousiast. Een leuk karakter voor

een verhaal.

Wat vind ik voor

verbetering vatbaar?

Je maakt het de lezer wel lastig. In dit

korte stukje gaat het soms over wat de

hond denkt en voelt en soms over wat

de twee kinderen zeggen en doen.

Daarnaast geef je informatie over de

context: Guido is bijna vier jaar. Hij

kwam bij het gezin etc. En je hebt een

tijdsprong naar de avond en de ontmoeting

met de grote hond. Met hele nieuwe

personages, moeder en Jesse, de man

en de hond Baijka. Dat is erg veel voor

jonge onervaren verhalenverslinders.

Je schrijft niet altijd vanuit het perspectief

van de hond, soms zit je meer in het

hoofd, dus perspectief, van anderen.

Als moeder en Jesse de hond uitlaten,

bijvoorbeeld, zien we meer hoe de

moeder reageert op de grote hond die

ze tegenkomen dan Guido. Mijn advies

is om het hele verhaal vanuit het perspectief

van Guido te herschrijven.

Dit hele stuk zou aan kracht winnen als

je het herschrijft met maar één plan:

Guido heeft er genoeg van dat hij

Dootje wordt genoemd en hij probeert

daar verandering in te brengen, koste

wat het kost. Dan zijn sommige gesprekken

en personages niet meer

nodig.

Welke vragen heb ik

nog?

Hoe ga je verder?

Mireille Geus is schrijfdocent

en -coach, en ook auteur van

prijswinnende kinder- en jeugdboeken.

Voor Big (2005) kreeg ze

een Gouden Griffel en Naar Wolf

(2007) werd bekroond met de

Vlag & Wimpel 2008.

Meedoen?

Blind audition

Zelf een kinder- of jeugdverhaal geschreven,

waarover je de deskundige

mening van Mireille Geus wilt

weten? In elk nummer bespreekt zij

een tekstfragment of kort verhaal

voor kinderen. Zij weet niet wie

degene is van wie ze iets leest; deze

informatie is uitsluitend bij Schrijven

Magazine bekend.

Wil jij opgaan voor een ‘blind

audition’, stuur dan je fragment

van maximaal 400 woorden en

een kort ‘schrijf-cv’ naar

tekstuur@schrijvenonline.org,

dan stuurt de redactie je bijdrage

door naar Mireille (zonder jouw cv).

Je manuscript laten beoordelen?

www.schrijvenonline.org/

manuscriptbeoordeling

Cursus Kinderboeken schrijven?

www.schrijvenonline.org/academie

01 2022 Schrijven Magazine | 55


Tekstuur Proza

In deze rubriek bespreekt Yke Schotanus

een kort verhaal of prozafragment.

TEKST

Terugkeren

Het is er weer. De acute angst doet me

stokken. Vol verwachting voel ik hoe

mentale pijn mij omvat en voedt met

intens verdriet. Dit doe ik, 1 niemand

anders dan ikzelf maakt dat ik me zo

voel en toch voelt het alsof de kracht

van mijn besef groter is dan ik kan

orkestreren. Het kost me al mijn overtuigingskracht

om mijn fysieke angst

tot een acceptabel niveau terug te brengen.

Rustig en diep inademen. Me niet

afsluiten voor het gevoel. Het verdriet

toelaten en zien voor 2 wat het is.

Want dit is wat ik weet: wat voelt als

verlies is de winst van het hebben

gehad, en wat voelt als angst is het

besef van wat is geweest. Het maakt

dat ik moet glimlachen, terwijl mijn

tranen stromen. Dit zijn de momenten

waarop ik nog echt leef en me

verbonden voel met wie ik was en wie

ik mis. Dus hoewel ik schrik van zoveel

gevoel, elke keer opnieuw, ben ik

oneindig dankbaar. Ik ben nog niet

verloren.

AUTEUR

Diana van Bennekom (49 jaar) volgde

een cursus creatief schrijven bij SKVR

(Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam).

Haar uitdaging vindt ze in het

schrijven van een lang verhaal waarin

ze verschillende perspectieven en patronen

aan elkaar kan haken, vandaar

dat ze op dit moment bezig is met de

structuur voor een eerste boek.

Terugdenken is ook fijn. Dat gaat langs

vaste structuren van ingesleten

denkpaden, waarin ik word geleid door

foto’s en beelden die boven op de

stapel in mijn geheugen zijn beland.

Met honderd levensjaren is die stapel

kilometers hoog. Maar ik wil ook

landen in het midden van de stapel of

zelfs in de papierbak die al leeggegooid

lijkt. 3 Voelen hoe ik ren naar het seinhuis,

met de echo van verscheurd verdriet

in mijn hoofd. Die akelige fietstocht

naar Leiden herbeleven, omdat

elke kilometer ons dichterbij de rouw

bracht.

Vandaag stap ik naar een ander verlies.

Heel voorzichtig verken ik het gevoel,

bang om los te laten maar ook

ongeduldig om terug te slaan 4 naar de

vorige bladzijde. Laat mij hier maar

zitten vandaag, voor het raam. Laat mij

maar alleen, maar niet eenzaam, het

heden aan 5 verleden knopen zodat ik

de weg weer terugvind naar jou.

FEEDBACK

1Punt. Hoofdletter ‘N’.

2

‘zien voor wat het is’ is

een modieuze en foutieve

constructie; ‘voor’ is in elk

geval incorrect. Beter is de

hele constructie vervangen

door ‘onderkennen’.

3Te complexe beeldspraak:

eerst belanden foto’s

bovenop een stapel, dan wil

de ik-figuur zelf in die stapel

belanden, en vervolgens

komt ook nog een geleegde

papierbak ter sprake. Waarschijnlijk

wil ze verdwenen

herinneringen ophalen, maar

dat is niet meer te volgen.

4

‘ongeduldig om terug te

slaan’ vind ik een rare

constructie; bedoeld wordt

waarschijnlijk dat de ik-figuur

bijna niet kan wachten om

terug te slaan, maar er lijkt te

staan dat het ongeduld dat

terugslaan juist in de weg

staat.

5

‘het’ invoegen.

56 | Schrijven Magazine 01 2022


‘‘

HET COMMENTAAR

Ze duikt vrij diep in het gevoel

van haar oma.

Het verhaal Terugkeer werd begeleid

door een intrigerende brief van de auteur,

Diana van Bennekom. Ze schrijft

dat ze het verhaal scheef naar aanleiding

van haar oma’s honderdste verjaardag.

‘Op mijn verlanglijst’, schrijft

Van Bennekom, ‘staat het schrijven van

haar verhaal. Maar daar durf ik nog niet

aan te beginnen. Voornamelijk omdat ik

haar gevoelsleven zelf moet invullen en

feit en fictie daar door elkaar gaan

lopen. Hoe doe ik haar voldoende

recht, terwijl ik tegelijkertijd alle lege

ruimte invul? Voor nu luister ik naar

haar verhalen en maak aantekeningen

voor later…’

Dit is een kwestie waar meer schrijvers

mee worstelen. Vroeg of laat dwingt het

schrijven over een historische figuur

(ja, ook een geliefd familielid is een

historische figuur) je bijna tot fictie. Tot

het invullen van dingen die je niet weet.

Je weet niet precies wat diegene op een

bepaald moment gevoeld heeft, en je

kent zeker niet de precieze beelden in

zijn of haar hoofd. Afgaande op Terugkeer

heeft Van Bennekom vooral moeite

met het beschrijven van die concrete

beelden. Ze duikt vrij diep in het gevoel

van haar oma. Hoe dat haar bijna fysiek

overweldigt, en hoe ze dat met meditatie-achtige

technieken bestrijdt. Wat de

oma voor zich ziet, wat precies de aanleiding

was voor deze ervaring, naar

welk verlies ze stapt. Het wordt niet

duidelijk. Dat is jammer.

De twee zinnetjes over het seinhuis en

de fietstocht, de regels over het ademen

en het voor het raam zitten, en de regels

waarin de ik-figuur zichzelf haast

letterlijk toespreekt, houden het verhaal

op de grond, maar het mag van mij

nog een stuk concreter allemaal. Dat

vraagt dan wel details die misschien

niet precies kloppen. Wie dat risico niet

wil lopen, moet of uit de gedachten van

de hoofdpersoon blijven en een strikte

kroniekstijl hanteren, óf zorgen dat die

persoon zelf nog op tijd een heleboel

details vertelt.

Praat met diegene over foto’s, kledingstukken,

voorwerpen, gebouwen en

situaties van vroeger. Vraag wat diegene

voor zich ziet als hij of zij geëmotioneerd

raakt of moet lachen. Probeer

zelf te gaan kijken op die plaatsen van

vroeger. Judith Koelemeijer is op die

manier in Het zwijgen van Maria Zachea

heel dicht bij haar ooms en tantes

gekomen, zonder in zuivere fictie te

vervallen.

Maar je kunt natuurlijk ook, net als

Susan Smit in De heks van Limbricht,

of als Arthur Japin in veel van zijn boeken,

je verbeelding laten spreken waar

je bronnen ophouden. Sommige personen

zijn dat waard. En het is heerlijk

om te doen.

Zelf mocht ik tien van die verhalen

maken voor De draak van de donken,

een kinderboek over de geschiedenis

van Den Bosch. In de marge schreef ik

steeds een klein commentaar waarin ik

feit en fictie scheidde, en waar nodig

werd het verhaal geïllustreerd met

afbeeldingen van echte documenten.

Omdat de hoofdpersonen van de recentste

verhalen nog leefden, had ik bij

die verhalen wel minder vrijheid. Toch

hebben de betrokkenen mij, omwille

van de levendigheid van het verhaal,

wel de ruimte gegeven allerlei niet te

achterhalen details en gedachten zelf in

te vullen.

Ik wens Van Bennekom nog veel mooie

uren met haar oma. Eerst live. En dan

op papier.

Yke Schotanus is schrijfdocent,

redacteur en schrijver. Gedichten

van hem verschenen onder andere

in Tzum, De zingende zaag en De

Tweede Ronde. In de Schrijfbibliotheek

verscheen in 2007 zijn schrijfboek

Song- en liedteksten schrijven.

Meedoen?

Audition

Een verhaal geschreven waarover

je de deskundige mening van

Yke Schotanus wilt weten?

In elk nummer bespreekt Yke een

kort verhaal of prozafragment.

Wil je meedoen, stuur dan je

verhaal(fragment) van maximaal

400 woorden en een kort ‘schrijfcv’

naar:

tekstuur@schrijvenonline.org,

dan stuurt de redactie je bijdrage

door naar Yke.

01 2022 Schrijven Magazine | 57


DICHTER BIJ HET WERK

In ‘Dichter bij het werk’ interviewt dichter Henry Sepers dichters over hun werk, of een specifiek deel daarvan.

www.henrysepers.nl

Wat Noach dreef

Het drogsyndicaat van Mischa Andriessen (1970) is een intrigerende

bundel over het verhaal van de Zondvloed. Een geschiedenis die

niet alleen in de Bijbel voorkomt, maar ook in de Koran, de Talmoed

en het oeroude Gilgamesj-epos. Een actueel thema, gezien de

klimaatverandering en de overstromingen van afgelopen jaar in

bijvoorbeeld Limburg, al ging het de dichter daar in de eerste plaats niet

om. Hij was vooral geïnteresseerd in de psychologie van de personages.

Wat bewoog Noach en zijn vrouw? Hoe gingen de zonen Sem, Cham en

Jafet met de ingrijpende gebeurtenis om? Wat was de dynamiek in het

gezin? Het leidde uiteindelijk tot een kloeke bundel waarin drijfveren,

gevoelens en gedachten worden blootgelegd van mensen die iets

heel ingrijpends hebben meegemaakt en zich daartoe moeten zien te

verhouden. Voor deze bundel ontvangt Mischa Andriessen binnenkort de

Jan Campertprijs.

We zitten aan de keukentafel van zijn huis

in Voorburg. Een plastic kleed en speelgoed

op de vloer laten zien dat hier

kleine kinderen wonen. De dichter kijkt

om zich heen en zegt dat de bundel ook

over het doorgeven van leven gaat. Na

de vernietigende kracht van de Zondvloed is er een nieuw

begin. Noach stopt voor zijn zonen abrikozenpitten in de

grond, die zullen later ontkiemen en tot bomen uitgroeien.

Maar al lijkt de bundel hoopvol te eindigen met regels uit een

gedicht van de Deense Inger Christensen (‘Abrikozenbomen

bestaan/ Abrikozenbomen bestaan varens bestaan/ En bramen

bramen en broom bestaat’), het venijn zit in de staart.

Broom is een verdovend middel. ‘Blijkbaar hebben we dat

nodig,’ zegt Andriessen.

Je legt sterk de nadruk op het innerlijke leven

van Noach en zijn familie. De Bijbel zegt daar

niets over.

Het verhaal in de Bijbel is nogal eigenaardig verteld. God

besluit zijn schepping te vernietigen omdat die hem niet be-

valt. Bedenkt zich dan, omdat hij één man als rechtvaardig

beschouwt: Noach. Hij en zijn familie mogen met de ark aan

het noodlot ontsnappen, maar waarom die ene mens goed is

en al die anderen niet: we krijgen het niet te horen. Ik raakte

geïnteresseerd in wat er niet in de brontekst staat. Elke motivering

en psychologie ontbreekt. Dat gaf mij de kans om die

zelf aan te brengen. Ik ging nadenken over de verhouding

tussen Noach en zijn vrouw Naäma, over zijn kinderen waarvan

ik me Sem voorstelde als een jongeman van rond de

twintig, Cham als een opstandige puber en Jafet als een kind.

Daarbij komt dat het verhaal van de Zondvloed ook gaat over

het creatieve proces: God wilde zijn schepping vernietigen

want die beviel hem niet. Zo kan ik ook gedichten weggooien

die ik niet goed genoeg vind. Gooi veel weg, zou ik zeggen.

Soms is het al heel wat, als je één regel kunt redden.

Cham werd het huis uit gezet, omdat hij om

zijn vader moest lachen toen die naakt en

dronken was.

Ja, dat is toch idioot. Heb je net een gigantische ramp overleefd,

stuur je je kind weg om zo’n kleinigheid. Ik vroeg me

58 | Schrijven Magazine 01 2022


DICHTER BIJ HET WERK

meteen af hoe zijn

moeder zou hebben

gereageerd.

Dat ga ik dan

bedenken. Daar

ga ik over

schrijven. De

gedichten zijn

ontstaan tijdens

wandelingen. Er

was een lockdown,

ander

werk kon niet

doorgaan, dus ik had

alle tijd. Ik denk dat ik

wel driehonderd verzen

heb geschreven, het bleef

maar stromen. Daar is uiteindelijk

ongeveer een derde van overgebleven.

Veel gedichten waren varianten van

elkaar. Ik probeerde andere perspectieven uit, wisselde van

tijd. Dat raad ik mijn studenten van de Schrijversvakschool

ook vaak aan: probeer eens andere gezichtspunten, experimenteer.

In een gedicht met de titel Cham is hij de

enige die zich druk lijkt te maken over al die

mensen en dieren die bij de Zondvloed zijn

omgekomen.

Cham is de verstoten zoon, maar wat heeft die jongen verkeerd

gedaan? Hij komt op voor degenen die door God zijn

verstoten. Wat hebben die misdaan?

Hij smeekte ‘om het water dat nu overal

rondom ons was te verijzen’.

Soms kun je iets beter echt laten gebeuren in een gedicht,

dan dat je met een vergelijking komt. Nog een tip die ik mijn

studenten geef: probeer een beeld zo concreet mogelijk te

maken. Dus ik laat het water van de Zondvloed liever werkelijk

verijzen, dan dat ik schrijf: Laat het water als ijs worden.

Het maakt je tekst krachtiger. Cham wil de ellende van de

slachtoffers conserveren, zodat altijd zichtbaar zal blijven wat

er is gebeurd. Hij is degene die de kritische vragen stelt.

Je hebt voor dit gedicht, net als voor de andere

gedichten in de bundel, duidelijke keuzes

gemaakt wat betreft de vorm. Geen interpunctie,

hoofdletters aan het begin van elke regel,

ongrammaticaliteit.

Als ik schrijf zoek ik aan de ene kant naar de betekenis, de

© KOOS BREUKEL RV

gevoelswaarde van woorden, aan de andere kant naar ritme,

melodie. Een afwijkende woordvolgorde kan leiden tot

een ander ritme, waardoor er een soort spanning ontstaat:

soms lopen de regels stroef, soms juist niet. Ik zoek naar

afwisseling.

Als je de interpunctie weglaat, creëer je meerduidigheid:

zinnen kunnen op meer manieren gelezen worden. Ik heb dat

geleerd van Lucebert, hij gebruikte ook weinig punten en

komma’s en dat voelde als een bevrijding voor me: zo kan het

dus ook. Daarbij komt: mijn zinnen gingen steeds meer over

verschillende regels lopen. Met interpunctie zouden die regels

‘overbevolkt’ raken met komma’s en punten.

Die hoofdletters aan het begin van elke regel, zorgen voor een

extra hindernis tijdens het lezen. Je moet meer moeite doen

en daardoor lees je geconcentreerder. Behalve dat ik het

visueel mooi vind, zorgt het ook voor extra pauzes. Er is dan

niet alleen een pauze aan het eind van de regel, maar ook aan

het begin. Kijk bijvoorbeeld naar regel 6: Schreeuw die een

mond eeuwig openhield. Het woord laatste in de regel ervoor

krijgt extra nadruk, maar ook het woord Schreeuw. >

CHAM

Ik hoop dat je nog weet hoe je bad die dag

Je naar de hemel smeekte om het water

Dat nu overal rondom ons was te verijzen

En zo voor altijd te bewaren wat erin lag

De kapotgeklauwde handen de laatste

Schreeuw die een mond eeuwig openhield

Het snakken naar adem de opgeblazen magen

Als ik dat ooit nog iemand kan vertellen zei je

Wie zou me dan geloven en begrijpen hoe alleen

Omdat iemand het vermogen had heel ons verleden

Werd weggewist hoe alleen maar een man alleen

Maar een vrouw tezamen met hun kroost ontkwamen

Zich voorhielden dat ze omwille van hun horige liefde

Uitverkoren waren en als getuigen daarom voortaan

Zwijgend volhardden in hun gelijk maak toch de wereld

Van ijs en het zal voor iedereen te zien zijn en geweten

Blijven in de ogen van een verdronken paar zal eenieder

De angst bevroren zien twee handen voor altijd in elkaar

En zich wroegend afvragen wie deed hun dit waarom aan

01 2022 Schrijven Magazine | 59


DICHTER BIJ HET WERK

Je schrijft in regel 2: Je naar de hemel smeekte

om het water. Dat woordje naar hoort er

grammaticaal gezien niet tussen.

De hemel smeken is een staande uitdrukking. Je gaat er dan

vanuit dat er iemand in de hemel is die luistert. Door dat

naar ervoor te zetten, schep ik twijfel. Zit er daar werkelijk

iemand? Is het smeken niet tevergeefs? Ik vind dat je je woorden

heel nauwkeurig moet kiezen. Het synoniemenwoordenboek

op internet is een van mijn belangrijkste instrumenten.

Zo kwam ik erachter dat het woord ‘leeg’ veel voorkwam in

de bundel. Misschien wat te vaak. Dat kon ik soms vervangen

door ‘wepel’. Een woord dat misschien niet iedereen kent,

maar dan zoek je het maar op. Een lezer mag best moeite

doen. Elk woord moet de juiste klankkleur hebben, zo precies

mogelijk uitdrukken wat ik bedoel.

Achterin de bundel kom je met een uitgebreide

verantwoording van je bronnen. Je gebruikt

verwijzingen naar en citaten van onder

andere Remco Campert, Inger Christensen en

veel andere kunstenaars. Waarom doe je dat?

Citaten van andere kunstenaars en schrijvers spelen altijd

door mijn hoofd als ik schrijf. Net zoals beelden uit de werkelijkheid,

woorden die ik heb opgevangen in gesprekken.

Fragmenten van anderen komen dus vaak onbewust terecht

in mijn werk. Ik verantwoord dit omdat ik anders nog van

plagiaat beschuldigd zou kunnen worden. En misschien

brengt het mensen op een spoor, gaan ze bijvoorbeeld het

gedicht Alfabet van Inger Christensen lezen.

In Cham komt een regel van Hans Andreus

voor. Alleen maar een man alleen/ Maar een

vrouw.

Een romantische regel. Het gedicht waaruit die komt associeer

ik met mijn ouders. Zij citeerden het vaak. En ik vind dat

het hier past. Het verwijst naar Noach en zijn

vrouw Naäma. Als je als stel lang bij elkaar

bent, kun je je ook uitverkoren voelen.

Zij voelden zich uitverkoren, maar je

hebt het ook over hun horige liefde.

Ja, zo ziet Cham het blijkbaar. Noach en zijn

vrouw volgden slaafs wat God van hen vroeg.

Daarna staat er dat ze zwijgend volhardden in

hun gelijk. Daaruit blijkt ook de afstand die

Cham neemt tot zijn ouders. Ze waren koppig,

hadden geen oog voor het lot van de duizenden,

miljoenen die omkwamen. Eigenlijk wil Cham in

dit gedicht een monument van ijs voor de slachtoffers

oprichten.

‘Gooi veel weg, zou ik

zeggen. Soms is het al

heel wat, als je één regel

kunt redden.’

Een groot deel van het gedicht is cursief gezet.

Er worden in deze bundel vaak personages sprekend opgevoerd

in een dialoog met een ander personage. Ik heb ervoor

gekozen om een van de sprekers zo aan te geven. Ik had ook

voor aanhalingstekens kunnen kiezen, maar dat vond ik niet

mooi. Er zijn meer keuzes die ik heb gemaakt. Zo gebruik ik

bijna geen witregels. Bij andere dichters vind ik witregels

vaak nogal arbitrair. Ze suggereren een pauze, maar ik begrijp

niet waarom die nodig is. Beginnende dichters maken vaak

de fout dat ze bijvoorbeeld om de vier regels met een witregel

komen. Maar waarom? Hoe is die witregel gemotiveerd?

Ten slotte: de titel van de bundel is wat

raadselachtig. Kun je die toelichten?

De werktitel was Het droomsyndicaat. Dat had te maken

met een rockband die belangrijk voor me is geweest, The

Dream Syndicate. Ik vond die titel uiteindelijk niet goed. Dat

‘droom’ klopte niet. Toen kwam het woord drog in me op,

een oud woord voor drugs. Dat verwijst naar beneveling.

Noach en Naäma hadden een bepaald idee over hun eigen

functioneren. Klopt die? Of hallucineerden ze? Verder klinkt

het begrip drogreden door. Een voorbeeld daarvan is de

cirkelredenering. De bundel is als een cirkel, cyclisch opgebouwd.

Een van de gedichten gaat over een slang die in zijn

eigen staart bijt en zo de wereld bij elkaar

houdt. Zolang de slang niet wakker wordt,

en de slang de staart verkrampt in zijn bek

houdt, gaat het goed. Er blijft altijd een

zekere dreiging.

Mischa Andriessen, Het drogsyndicaat,

Querido, €17,99

60 | Schrijven Magazine 01 2022


#schrijftips

Gijsje Kooter

‘ Schrijf dicht

op de huid’

12_FOTOCREDIT

Door Marlene Lunter

koud en winter. Als je de juiste stem te pakken hebt, heb je al het

grootste deel van je verhaal.’

3Leg jezelf op de fileertafel

‘In wat voor rare situatie mijn personage ook belandt, ik zoek

altijd naar hoe ik zelf in zo’n situatie zou reageren of hoe iemand

uit mijn naaste omgeving dat deed. Het hoeft niet om grootse dingen

te gaan, maar om zaken die je liever verborgen houdt, waarvoor je je

een beetje schaamt. Als het gaat over een vader die niet goed is voor

zijn zoon, dan vraag ik me af hoe ik zelf tekortschiet. Je werk is altijd

op een bepaald niveau autobiografisch, dicht op de huid. Je kunt je

gelukkig altijd verschuilen achter de fictie.’

1Geen literatuur willen schrijven

‘Probeer eens te schrijven zonder bijvoeglijke naamwoorden,

zonder metaforen, zonder stijlfiguren. Benoem geen

emoties. Wees objectief. Dicht geen menselijke eigenschappen

toe aan voorwerpen. Begin in medias res. Schrijf in

chronologische volgorde. Gebruik geen komma’s en probeer

per zin maar één ding te vertellen. Dit is de oertekst. Als je nu

de tekst gaat aankleden, word je je bewust van je eigen

subjectiviteit. (Lees Het dikke schrift van Agota Kristof.)’

2Vind je toon

‘De verteller of vertelstem vinden is heel belangrijk want

iedereen heeft zijn unieke toon. Wat vertelt iemand wel

en wat niet en hóe vertelt iemand het? Stel: iemand is bang

voor vuur en zit in een blokhut in het bos. Als lezer weet je niet

wat er aan de hand is. Dit personage kijkt anders naar de

situatie dan iemand die die preoccupatie niet heeft.

Als ik een vaag idee heb voor een verhaal, laat ik iemand

gewoon praten op papier: ‘Kijk, het zit zo…’ Het verhaal

ontwikkelt zich al schrijvend. Die persoon in die blokhut laat ik

hout hakken en vuur maken want het is natuurlijk stervens-

4Geef je lezer een actieve rol

‘Maak de lezer medeplichtig. Laat die net zo hard iets willen als

je hoofdpersonage dat wil. Ooit bewerkte ik De getemde feeks

van Shakespeare voor kinderen, een ongeëmancipeerd verhaal. Ik

maakte er een spelletje van: Feeksje temmen. De personages vroegen

de hele tijd: is die feeks nou al getemd? Dan gaat het publiek dat ook

willen. Kauw niet alles voor. Geef niet zelf de conclusie. Laat het

inzicht bij de lezer.’

5Meer tips van Kurt Vonnegut

‘Kurt Vonnegut geeft een aantal erg fijne tips.

Ze zijn te lezen op deze website:

www.writingclasses.com/toolbox/tips-masters/kurt-vonnegut-

8-basics-of-creative-writing.’

Gijsje Kooter maakte een omweg via de toneelschool

en modeacademie voor ze de juiste opleiding vond: de

schrijfopleiding in Utrecht die nu Writing for Performance

heet. Ze schreef veel jeugdtheater en gaf

schrijfles. Nu schrijft ze korte verhalen en werkt ze aan

een roman. Samen met partner Matthijs Koevoets

richtte ze het literaire tijdschrift Papieren Helden op.

Elke schrijver kan werk indienen ter publicatie, in elk

(ook nog niet uitgevonden) genre, als het maar fictie

en vanzelfsprekend heel erg goed is.


Colofon

Volgend nummer

schrijvenonline.org/volgend-nummer

schrijvenonline.org

Nummer 1, februari 2022, jaargang 26

ISSN 1874-7272

Schrijven Magazine is een uitgave van Virtùmedia

PIXABAY

Uitgever Pepijn Dobbelaer

Hoofdredactie Frank Noë

Eindredactie Wilke Martens

Fotografie cover Marc Brester

Aan deze uitgave werken mee Dries Arnolds, Marc

Brester, Natasja Bijl, Vivian de Gier, Mireille Geus, Hans

de Groot, Maaike Gunsing, Esther Jacobs, Lex Jansen,

Ricardo Jupijn, Nanouk Kromhout van der Meer,

Anita Larkens, Marlène Lunter, Kathy Mathys, Marèl

Molenaar, Peter de Rijk, Nanda Roep, Jowi Schmitz, Yke

Schotanus, Henry Sepers, Carolina Trujillo.

Redactieadres Schrijven Magazine

Postbus 595, 3700 AN Zeist, tijdschrift@schrijvenonline.org

KLANTENSERVICE

Abonnee worden of een cadeauabonnement

weggeven?

schrijvenonline.org/abonnement

Adreswijziging doorgeven?

Virtùmedia, t.a.v. Schrijven Magazine,

Postbus 595, 3700 AN Zeist, Nederland

E-mail: klantenservice@virtumedia.nl

Telefoon NL: 085 0407400

Telefoon BE: 0031 85 0407400

Adverteren? Paul Revier, previer@virtumedia.nl,

030-2027426

Marketing Tamara van Dijk tvandijk@virtumedia.nl

Webredactie Maaike Gunsing

Traffic Sanne van Veen, traffic@virtumedia.nl,

030 2027335

Vormgeving Twin Media bv, Culemborg twinmediabv.nl

Druk Veldhuis Media, Raalte

Distributie Betapress

Uitgever België Virtùmedia, Pepijn Dobbelaer,

Georges Ottenbourgsstraat 4/201, 3500 Hasselt

Abonnementsprijzen en -voorwaarden Schrijven

Magazine is een vakblad voor schrijvers dat 6 keer per

jaar verschijnt. Jaarabonnement Nederland & België:

€ 47,20, bij machtiging: € 42,75. Studententarief

Nederland & België: € 32,95, bij machtiging: € 28,50.

Jaarabonnement buiten Nederland & België: € 58,95,

bij machtiging: € 54,50. Opzegging dient schriftelijk te

geschieden bij de klantenservice (zie boven), uiterlijk

twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode.

Adreswijzigingen graag schriftelijk doorgeven

aan de klantenservice (zie boven) met vermelding

van het oude en het nieuwe adres en het nieuwe

telefoonnummer.

Copyright 2021

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar

gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere

wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

Door het opnemen van advertenties doet de redactie van Schrijven

Magazine c.q. de uitgever geen aanbeveling van de daarin vermelde

diensten of producten.

De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden op copyright te

voldoen. Wie toch aanspraak meent te maken op copyright wordt

verzocht schriftelijk contact op te nemen.

Uw gegevens nemen wij op in een bestand om uitvoering te geven

aan de abonnementsovereenkomst. Uw gegevens worden niet

verstrekt aan derden, tenzij dat nodig is voor het uitvoeren van

de abonnementsovereenkomst De gegevens kunnen worden

gebruikt voor analyses en om te informeren over activiteiten en

aanbiedingen van Schrijven Magazine. Heeft u hier bezwaar tegen,

stuur dan een brief naar de klantenservice (zie boven).

THEMA: POËZIE • Poëzie is volop in beweging. Rap, spoken

word, songteksten, maar natuurlijk ook de klassieke vorm.

In dit themagedeelte komt het allemaal aan bod. Dus heb jij

de ambitie om een geweldige dichter te worden, dan mag je

dit nummer niet missen.

En verder:

• Literaire non-fictie - start van een nieuwe serie

• Tips, lessen en valkuilen voor het populaire feelgoodgenre

MÉÉR VOOR SCHRIJVERS

SCHRIJVENONLINE.ORG

Iedere week een schrijftip?

Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief!

schrijvenonline.org/nieuwsbrief

Geen schrijfwedstrijd meer missen?

Volg ons op Facebook!

facebook.com/SchrijvenMagazine

Schrijfcursus?

Zeer intensief. En betaalbaar!

schrijvenonline.org/academie

Manuscriptbeoordeling?

Professionele, ervaren redacteuren!

schrijvenonline.org/manuscriptbeoordeling

De voordelen van Plus?

6 x per jaar een digitaal magazine!

schrijvenonline.org/plus

Schrijfboeken bestellen?

Boordevol tips en advies!

schrijvenonline.org/webshop

Moleskines?

Nergens goedkoper!

schrijvenonline.org/moleskine

Iemand jarig?

Geef Schrijven Magazine cadeau!

schrijvenonline.org/cadeau

62 | Schrijven Magazine 01 2022


VERTEL HET MET EEN BOEK

Elk boek heeft een verhaal. Wilt u

uw JOUW

verhaal vertellen? Vraag dan

ons gratis Wegwijsgesprek aan.

ADVERTENTIE HIER?

bureau-artemis.nl

Neem dan contact op met Paul Revier

T 06 53 17 19 41 | E previer@virtumedia.nl

schrijvenonline.org

Elk boek heeft een verhaal

JOUW

ADVERTENTIE

HIER?

Neem dan contact op met Paul Revier

T 06 53 17 19 41 | E previer@virtumedia.nl

schrijvenonline.org

TIJD VOOR

TIJDSCHRIFTEN

“De webshop voor tijdschriften

met karakter”

Schrijf je in voor

de nieuwsbrief

en ontvang direct

€5,00 korting!

Met deze korting

heb je al een

jaarabonnement

voor €9,95

eigen_advertenties_jouw_advertentie_hier.indd 2 25-03-21 13:4

www.tijdvoortijdschriften.nl


INSPIRERENDE

ÉN

PRODUCTIEVE

SCHRIJFWEEK

In het magische Andalusië

méér dan

450 mensen

gingen je

voor

ONZE BELOFTE IN 6 DAGEN NAAR DE STRUCTUUR VAN JE BOEK

SCHRIJFWEEK ANDALUSIË

Dus je wilt een boek schrijven? Kom naar een schrijfweek in

Spanje en schrijf je boek volgens de heldere ©ES methode

die je stapsgewijs naar de structuur van je verhaal brengt.

Inclusief persoonlijke sessies met boekcoach Brenda van Es.

‘Ik heb structuur, maar ik voel ook die intense verbinding

met mijn verhaal. Een schrijf- en bezinningsreis ineen’ - Lisa

WAT LEVERT HET OP?

Je gaat naar huis met een schrijfplan, inclusief het thema en

de structuur van je boek. Daar win je tot wel 6 maanden tijd

mee! Dagelijks lunchen we onder de olijfboom. Je plukt een

vijg of sinaasappel vers van de boom. We eten biologisch.

Duur 6 dagen Wanneer juni, juli, september en oktober

Aantal maximaal 8 (eigen kamers)

BONUS Soul Writing en klankschaalsessies

Weten of Brenda van Es bij je past? Bel +31 6 4311 7019

SCHRIJF JE IN VIA WWW.100JAARNAVANDAAG.COM/AGENDA

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!