Schrijven Magazine nummer 1 2022
Eindelijk dat boek schrijven? Laat je inspireren door Schrijven Magazine Schrijven Magazine helpt je bij elke stap op weg naar jouw eigen boek. Je ontdekt wat de schrijfmethode is die het beste bij je past, welke schrijftechnieken je boek vooruit helpen, en je krijgt heel veel tips & trucs van ervaren schrijvers. We vertellen je alles wat je moet weten over uitgevers en literair agenten. Welke schrijfvraag je ook hebt, we beantwoorden hem in Schrijven Magazine!.
Eindelijk dat boek schrijven?
Laat je inspireren door Schrijven Magazine
Schrijven Magazine helpt je bij elke stap op weg naar jouw eigen boek.
Je ontdekt wat de schrijfmethode is die het beste bij je past, welke schrijftechnieken je boek vooruit helpen, en je krijgt heel veel tips & trucs van ervaren schrijvers.
We vertellen je alles wat je moet weten over uitgevers en literair agenten.
Welke schrijfvraag je ook hebt, we beantwoorden hem in Schrijven Magazine!.
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SPECIAL: SCHRIJFCOACHES
ZO ZET JE JE BOEK IN DE MARKT
magazine
Jaargang 26, nummer 1
maand 2022, € 7,95
schrijvenonline.org
SCHRIJF-
COACHES
presenteren
zich
Crashcourse
bloggen
met Claire Polders
Zoek meelezers
voor je verhaal
ª Schrijftips
Gijsje Kooter
ª Leer goed observeren
ª Historische fictie –
kansen en valkuilen
SCHRIJVER, PERFORMER, PRESENTATOR
Elfie Tromp
‘Niets is heilig. Alles kan en
mag in literatuur’
1 | Schrijven Magazine
BP
Voor échte boekenliefhebbers
26,95
Het magazine voor échte boekenliefhebbers
Het magazine Boekenpost brengt verrassende artikelen over al het moois uit de
literaire wereld: literatuur en lectuur, recente uitgaven en klassiekers of verborgen
parels van weleer. Het magazine staat vol achtergrondverhalen, interviews en volgt
het laatste boekennieuws. Vaste prik is de agenda van markten, veilingen en literaire
uitstapjes. Boekenpost verschijnt zes keer per jaar. Neem nu een
proefabonnement voor slechts € 26,95 (stopt automatisch!).
Profiteer snel van deze actie via:
www.stipmedia.nl/actie
22
24
Inhoud
Series
30 Basisopleiding creatief schrijven (9)
Personages - Kathy Mathys
34 Wat doet een redacteur (9)
Leren observeren - Peter de Rijk
10 De specialist Elfie Tromp -
Vivian de Gier en Marc Brester
Thema: Je boek als product
12 Jouw boek: van idee naar product -
Peter de Rijk
15 Moderne boekpromotie - Esther Jacobs
18 Crashcourse bloggen - Claire Polders
26
10
‘Er moet iets op het spel staan,
anders is het niet interessant.’
58
En verder
22 Debutant Khalid Mourigh -
Ricardo Jupijn
24 Tips voor schrijfwedstrijden -
Jowi Schmitz
26 Historische fictie - Anita Larkens
43 Tips levensverhalen - Brenda van Es
44 Meelezers voor je verhaal - Nanda Roep
47 Alice - literair katern
Columns
7 Jowi Schmitz
21 Lex Jansen
In ieder nummer
5 Redactioneel
6 Vooraf
8 Stijl - Kathy Mathys
9 Van Dale-taaltips
54 Tekstuur jeugdliteratuur - Mireille Geus
56 Tekstuur proza - Yke Schotanus
58 Dichter bij het werk van
Mischa Andriessen - Henry Sepers
61 Schrijftips van Gijsje Kooter -
Marlène Lunter
18
01 2022 Schrijven Magazine | 3
Voordeel voor abonnees!
Goed nieuws: als abonnee van Schrijven
Magazine profiteer je vanaf nu van
korting op onze schrijfcursussen én op
manuscriptbeoordeling.
Wil je je vaardigheden aanscherpen?
Onze schrijfcursussen zijn er voor
beginners en gevorderden, je krijgt
inspirerende opdrachten en leerzame
feedback van ervaren en professionele
docenten.
schrijvenonline.org/academie
Is je manuscript af, maar wil je graag
dat een professionele redacteur er
goed naar kijkt? Dan kies je voor onze
manuscriptbeoordeling.
schrijvenonline.org/manuscript
magazine
Nog geen abonnee? schrijvenonline.org/abonnement
Schrijven Magazine | 1
Redactioneel
Populariteit levensverhalen
Positieve en
negatieve
levenservaringen
willen we afronden
en een verhaal is
daar een hele goede
mogelijkheid voor.
foto robert verheij
Levensverhalen schrijven is populair.
We merken het aan jullie
zoekwoorden op de site, aan
vragen die jullie stellen, aan manuscripten
die we beoordelen.
En vooral aan de verhalen die
we binnenkregen voor onze schrijfwedstrijd
De stem, die we in december samen
met Brenda van Es organiseerden. Waarom
zijn levensverhalen zo populair? Toen
ik de ingezonden verhalen las, dacht ik
aan de enorme populariteit van commerciële
DNA-databanken. Heel veel mensen
richten de blik op de eigen afkomst, de eigen
familie, inclusief alle ontbrekende
puzzelstukjes. Bij het lezen merkte ik dat
heel veel verhalen uitmonden in een overpeinzing,
in begrip voor de ander en in het
verwerken van de pijn van het leven. Die
functie - het verwoorden van verwerking
- is denk ik een belangrijke factor bij de
populariteit van levensverhalen. Positieve
en negatieve levenservaringen willen we
afronden en een verhaal is daar een hele
goede mogelijkheid voor.
Beloning
De beloning van het schrijven ligt dan in
het schrijven zelf. Net zoals de beloning van
wandelen, fietsen of hardlopen in de activiteit
zelf ligt. Bij levensverhalen geldt dit nog
sterker. Door te schrijven herinner je, rangschik
je, verwerk je en maak je er ook nog
een goed verhaal van. Bij het lezen van de
verhalen voor De stem zag ik echter vaak
een vergissing. Als de levensgebeurtenis
heftig is - bijvoorbeeld huiselijk geweld,
ziekte, botsen van karakters - lijken veel
schrijvers te denken dat het automatisch
een goed verhaal oplevert. Dat is niet zo.
Hoe heftig ook, als je het alleen maar beschrijft
blijft het verhaal steken, komt het
niet bij de lezer aan. ‘Echt gebeurd is geen
excuus,’ is een bekend schrijfcitaat. Ook
heftige levensgebeurtenissen moet je op
een of andere manier kneden, vormgeven
en presenteren om er een goed verhaal van
te maken.
Tijdgeest
Zou het iets met deze tijd te maken hebben
dat levensverhalen zo populair zijn? Ik
denk het wel. We hebben meer tijd om te
schrijven, omdat door de pandemie heel
veel niet mogelijk is. En we gebruiken de
tijd die er plotseling is voor reflectie, voor
bezinning en verwerking. We keren naar
binnen. We trekken ’s avonds noodgedwongen
de deur dicht en schrijven dat verhaal
over ons leven.
Frank Noë
frank@schrijvenonline.org
Lees in dit nummer:
Tips voor het winnen
van schrijfwedstrijden
op pagina 24
Tips voor het schrijven
van levensverhalen
op pagina 43
De winnende verhalen
van De stem in het literair
katern Alice op pagina 47
01 2022 Schrijven Magazine | 5
VOORAF
CAROLINA TRUJILLO
Schrijftips van de redactie
Hoe gebruik je dialooglabels? - 4 tips
DOOR MAREL MOLENAAR
Dialoog is alles wat hardop wordt gezegd.
Met dialoog kun je emotie tonen in
je verhaal, personages leren kennen of
het (sub)plot vooruithelpen. Maar hoe
zorg je ervoor dat je dialoog niet eentonig
wordt?
1. Zeggen of niet zeggen
Gebruik ‘speech tags’, oftewel dialooglabels.
Dat zijn woorden als ‘zegt zij’ of
‘roep ik’. Deze woorden laten zien wie
wanneer praat en ze maken de overgang
tussen dialoog en gedachten of sfeerbeschrijving
gemakkelijker. Veel schrijvers
pleiten voor de 90-procentregel als het
gaat om dialooglabels. Dat houdt in dat
90 procent van je labels het werkwoord
‘zeggen’ moet zijn, omdat je de lezer
anders uit het verhaal zou halen. Zeggen
is namelijk een onzichtbaar woord voor
de lezer, daar glijden hun ogen zo overheen.
Dit is geen gouden regel, maar een
houvast.
Soms wordt het woordje ‘zeggen’ te
vaak gebruikt om de dialoog aan te geven.
De herhaling van hetzelfde dialooglabel,
in dit geval ‘zeggen’, wordt te veel.
Het is dus een lastige balans.
Voorbeeld: ‘Wat is hier gebeurd?’ vraag ik.
‘Die twee auto’s zijn tegen elkaar aan
gereden. Ik weet niet of er iemand gewond
is,’ zegt Annemarie.
‘Wat erg. Dat is hier vorige week ook al
gebeurd,’ zeg ik.
‘Ja klopt. Dit kan niet langer zo doorgaan,’
zegt Annemarie.
‘Laten we er wat van zeggen,’ zeg ik.
2. Zonder labels
Ook kun je ervoor kiezen om soms helemaal
geen dialooglabels te gebruiken.
Als je eenmaal een label hebt gebruikt
en het personage doorgaaat met zijn of
haar verhaal, dan hoef je er niet per se
nog een werkwoord achter te zetten.
Voorbeeld: ‘Wat is hier gebeurd?’ vraag ik.
‘Die twee auto’s zijn tegen elkaar aangereden,’
snikt Annemarie. ‘Ik weet niet of
er iemand gewond is.’
Als duidelijk is dat twee personages met
elkaar in gesprek zijn, kun je ook soms
het label overslaan. Als dit er meer dan
twee zijn, dan kan dit voor verwarring
zorgen.
Voorbeeld: ‘Wat is hier gebeurd?’ vraag ik.
‘Die twee auto’s zijn tegen elkaar aangereden,’
snikt Annemarie. ‘Ik weet niet of
er iemand gewond is.’
‘Wat erg. Dat is hier vorige week ook al
gebeurd.’
‘Ja klopt. Dit kan niet langer zo doorgaan.’
‘Laten we er wat van zeggen,’ troost ik
haar en ik sla een arm om haar heen.
De andere twee tips lezen? Kijk op https://tinyurl.com/dialooglabels
6 | Schrijven Magazine 01 2022
Column
Jowi Schmitz
5 schrijfadviezen
die je met een
korreltje zout
mag nemen
DOOR MARLIEKE BAKKER
Met adviezen over hoe je het beste kan schrijven
worden we doodgegooid. Wel dit, maar niet dat.
Uiteindelijk loopt je hoofd alleen maar vol met wat
volgens de regels goed en fout is, terwijl je eigenlijk met
je eigen creativiteit bezig zou moeten zijn. Sommige
regels mag je dan ook echt met een korreltje zout
nemen. Zoals deze vijf.
1. Schrijf elke dag
Richt jij je op overwinningen en doorzettingsvermogen?
Dan kan elke dag schrijven misschien werken. Maar voor
de meeste schrijvers werkt het beter om vier of vijf
dagen per week te schrijven. Zo kun je het verhaal
waaraan je werkt even laten bezinken op de dagen dat
je niet schrijft. Op die manier ontwikkel je je creativiteit
en krijg je sneller nieuwe ideeën.
2. Schrijf over dingen die je weet
Natuurlijk wil je dat de feiten in jouw verhaal kloppen.
Het is handig om te schrijven over iets waar je al veel
over weet. Maar als je nooit over iets schrijft waar je nog
niets van weet, dan beperk je jezelf. Dus stap uit die
comfortzone en schrijf over onderwerpen die nog
onbekend zijn. Met het snelle internet van tegenwoordig
kun je alles goed researchen, waardoor ook het
onbekende al snel op feiten gebaseerd kan worden.
De andere drie adviezen lezen?
Kijk op https://tinyurl.com/korreltje-zout
Zonder benen
Fouten. We maken ze zelf niet graag, en als we niet oppassen doen
onze personages daardoor alles goed.
Meestal is dat saai.
Juist fouten - het is wat dat betreft net het echte leven - tonen de
binnenkant van je personage én ze kweken begrip. Zeker als je je
personages een beetje door hebt, als je ze iets beter snapt dan zij
zichzelf.
Neem Wiktor. Wiktor is een jaar of vierentwintig. Jongen van eenvoudige
komaf, bevriend geraakt met Christopher, zoon van een rijke
mediamagnaat. Wiktor vindt zichzelf iemand die zorgt voor anderen.
Ook is hij iemand met een grote interesse voor het verdienen van
geld, maar dat komt omdat hij weinig connecties heeft, omdat hij
arm is, vindt hij zelf.
Op een dag wordt Wiktor door Christophers rijke vader uitgenodigd
om een potje te golfen met zijn rijke, invloedrijke vrienden. Per direct
alsjeblieft, want er is iemand uitgevallen door jicht. Tegelijk krijgt
onze held ook een appje van Christopher: zijn vriend zit in de put. Of
Wiktor alsjeblieft met een net mandarijntjes langs wil komen. Zo snel
mogelijk.
Terwijl Wiktor dus een balletje slaat, loopt Christopher onder een
trein, verliest beide benen, zijn vader gaat een jaar later failliet van
verdriet. En de lezer wrijft in zijn handjes, vol begripvol medeleven:
die domme Wiktor, verblind door geldzucht. Terwijl hij toch in de kern
een lieve jongen is. Hoe gaat hij deze ellende oplossen?
Ik laat ze dus fouten maken, mijn personages. Sterker nog, ik laat ze
zoveel mogelijk míjn fouten maken. Mijn fouten, die ik dan hier en
daar aanpas.
Daarmee sla ik een heel bergje vliegen in één klap; ik heb authentiek
materiaal, ik heb handenwrijvende lezers en mijn stommiteiten
leveren op een dag, hopelijk, als het boek een bestseller wordt,
bakken met geld op.
Vooral dat laatste vooruitzicht, die bakken met geld, vond ook mijn
personage Wiktor zeer aantrekkelijk.
Jowi Schmitz is schrijfster en schrijfdocente bij de Schrijversacademie.
01 2022 Schrijven Magazine | 7
STIJL
Details als bewijs
Overal lees je dat je sprekende details dient
te gebruiken in fictie. Waarom eigenlijk?
Door Kathy Mathys
Meer lezen
ª Janet Burroway: Writing Fiction.
A Guide to Narrative Craft. (The
University of Chicago Press)
ª Wieteke van Zeil: Dichterbij. Kunst in
details. (Wieteke heeft in De
Volkskrant een rubriek op zaterdag
waarin zij betekenisvolle details op
schilderijen bespreekt).
Keuzes maken
Wanneer het gaat over details
geschreven. Toch doe
ik het hier opnieuw, omdat
ik een boek las waarin het
belang van die details haarfijn
wordt uitgelegd, namelijk
Writing Fiction. A Guide
to Narrative Craft van
Janet Burroway.
In het hoofdstuk ‘Seeing is
believing’ stelt ze dat details
het verhaal geloofwaardiger
maken. Burroway geeft het
voorbeeld van Mary en Ed.
Zij verwijt hem dat hij een
boodschap niet heeft gedaan,
waarop Ed haar bewering
aldus weerlegt: ‘Ik weet
dat ik het wél gedaan heb,
want voor mij in de rij stond
een oude man met een gebreid
vest, die maar door-
Een van de grote verschillen
tussen fictie
en zakelijke of informatieve
non-fictie, is
dat non-fictie de lezer iets
uitlegt of ergens van wil
overtuigen. Bij fictie draait
het om iets anders: je wil de
lezer laten meeleven,
mee-beleven. Je wil als
schrijver van fictie (en van
verhalende non-fictie) dat de
emotionele impact van de
gebeurtenissen op de lezer
maximaal is.
Een van de manieren waarop
je die emotionele impact
kan vergroten, is door het
gebruik van concrete en specifieke
details. Nu heb ik in
Schrijven Magazine al eerder
over het belang van deging
over zijn tweelingdochters.’
Als Ed had gezegd: ‘Ik
heb het wel gedaan’, had dat
heel wat minder overtuigend
geklonken. Dat gebreide
vest en die tweelingdochters
doen het hem.
John Gardner noemt details
in De kunst van het schrijven
zelfs ‘bewijzen’. Met andere
woorden: details maken
je verhaal meer doorleefd,
echter, geloofwaardiger.
In De vrouwen van
Troje vertelt Pat Barker over
de oorlog tussen de Grieken
en de Trojanen vanuit het
oogpunt van de Trojaanse
vrouwen. In haar tekst gonst
het van het soort ‘details als
bewijzen’, details die het verhaal
honderd procent aannemelijk
maken voor de lezer.
Zo schrijft ze dat het land vol
gaten en littekens zit na jaren
van oorlog of dat veel
Trojaanse vrouwen gescheurde
oorlellen hebben
omdat de Grieken hun oorbellen
hebben afgerukt.
tails in fictie lees je dat die
details specifiek en concreet
moeten zijn. Wat daarmee
bedoeld wordt, is dat ze de
zintuigen moeten aanspreken.
Je moet ze kunnen zien,
horen, aanraken, proeven of
ruiken. Een voorbeeld uit
Voor het vergeten van Peter
Verhelst:
Door vochtproblemen werkt
het slot in het atelier van
mijn vrouw niet goed,
daarom haak ik een elastiek
over de klink om de deur
vast te zetten. Gedempte geluiden
als van een stromende
rivier, af en toe het geschreeuw
van een gaai, een
ambulance heel ver weg, een
kinderstem. Donker van
vloer tot plafond, het gevoel
dat de wanden dikker zijn,
dat het volume anders is geworden.
(…) En de leuning,
zo goed kent mijn handpalm
die, altijd op dezelfde
plek diezelfde aanraking,
zodat het hout daar blank is
geworden, ontveld. Dat ik,
als ik vooroverbuig om de
trede aan te raken, zo snel
wil ik de trap op, dat ik voel
hoe vezelig het hout daar is,
hoe het geurt alsof ik mijn
neus in een handvol houtkrullen
duw.
Burroway merkt op dat de
8 | Schrijven Magazine 01 2022
VAN DALE-TAALTIPS
Welke taalkwestie wil jij in deze rubriek behandeld zien?
Mail je vraag naar: redactie@schrijvenonline.org
details niet enkel zintuiglijk
moeten zijn, ze moeten ook betekenisvol
zijn. Misschien vertelt
je gekozen detail iets over het
barre weer: je personage draagt
marineblauwe wollen handschoenen.
Misschien vertelt het
iets over de waarden die je personage
hoog in het vaandel
draagt of over zijn of haar karakter.
Iemand die jaar na jaar dezelfde
gewassen plant, ondanks
mislukte oogsten, kan hoopvol
of volhardend zijn, maar ook
koppig. Misschien vertellen de
versleten kleren van je personage
iets over zijn of haar armoedige
omstandigheden, enzovoorts.
Fout of …?
Hans de Groot is redacteur en corrigeert voor
literaire uitgeverijen manuscripten. Wat komt hij
zoal tegen? Deze keer: is er goed en fout in taal?
Waarom niet gewoon vertellen
dat je personage arm is? Omdat
de lezer liever zelf conclusies
trekt. Wanneer diezelfde lezer
naar een film kijkt, wil die toch
ook geen voice-over die zegt:
‘Goed opletten nu, zie je hoe
arm John is?’
Als schrijver dien je voortdurend
keuzes te maken wanneer
het gaat om details. Je kan niet
alles vertellen. Hoeveel je precies
vertelt, is persoonlijk. De
ene schrijver gebruikt meer details
dan de andere. Dat hangt
samen met je stijl, met de vraag
of je sober schrijft of barok. De
hoeveelheid details die je gebruikt,
kan ook veranderen van
verhaal tot verhaal. Bekijk je de
wereld door de ogen van je personage,
en is dat personage opmerkzaam,
dan zullen er meer
details in de tekst staan dan
wanneer je personage helemaal
niet zo oplettend is.
Kathy Mathys is schrijfster,
literair journalist en docent
creatief schrijven.
www.kathymathys.nl
Goed en fout zijn binnen de
taal lastige begrippen. Taal is
eigenlijk niets anders dan
een afspraak om een bepaalde
inhoud op een bepaalde, gestandaardiseerde
manier uit te drukken.
Die afspraak wordt niet expliciet gemaakt,
niemand heeft daar stemrecht
over. En in de loop van de tijd kunnen
de inzichten over wat goed en fout is
veranderen.
Woordenboeken en taaladviesboeken
(en -sites) houden tegenwoordig wel
meer dan vroeger rekening met hoe
het taalgebruik feitelijk is. Ze zijn dus
meer descriptief (beschrijvend) en
minder normatief (voorschrijvend)
dan eerder.
Toch blijven er altijd een heleboel grijze
gebieden over. Een voorbeeld: een
bijwoord verbuig je niet en daarom is
het volgens de regels ‘een heel mooie
dag’ (‘heel’ is hier het bijwoord). Maar
leg je je oor te luister, dan zul je merken
dat het overgrote deel van de
mensen zegt ‘een hele mooie dag’.
Hebben al die mensen ongelijk en moet
je zeggen: dat is fout? Of heeft de taal
zich zo ontwikkeld dat je in deze context
toch ‘hele’ mag gebruiken?
Helemaal duidelijk is het niet waar we
op dit moment staan. Dat is lastig als
je in een roman in een dialoog ‘hele’
schrijft. Je loopt het risico dat er mensen
zijn die erover vallen en zeggen:
dat is fout. Maar als je er ‘heel’ van
maakt, krijgt de dialoog iets onnatuurlijks,
want het merendeel van de mensen
zegt het niet zo.
Er zijn veel van dat soort kwesties: gebruik
je na een voorzetsel ‘hen’ of
‘hun’ (‘voor hen’ of ‘voor hun’)? ‘Groter
als’ of ‘groter dan’? ‘Een aantal
mensen heeft’ of ‘een aantal mensen
hebben’?
Een heel scherp antwoord is in veel
gevallen niet te geven, maar het kan
heel goed zijn dat in de toekomst formuleringen
die ooit als fout werden
gezien, goed worden gevonden. Dat
noemen we taalontwikkeling.
01 2022 Schrijven Magazine | 9
DE SPECIALIST
Er moet iets op
‘
het spel staan, anders
is het niet interessant’
Door Vivian de Gier en Marc Brester
Schrijfster en theatermaakster ELFIE TROMP (36)
over spelen met genres en perspectieven.
‘
Al vanaf het begin draait
mijn maakproces om het
doorbreken van hokjes
en de grenzen van genres.
Ik schrijf proza en
poëzie, ben opiniemaker
en columnist, ik maak theater en interviews,
ik presenteer en zing. De meest
irritante vraag die je mij kunt stellen is:
“Wat ben je nou eigenlijk écht?” Het
idee dat je één vastomlijnde persoon
en schrijver moet zijn, benauwt me. Ik
ben juist gaan schrijven en performen,
omdat ik vrijheid wilde.
Soms vind ik kunst en literatuur
veilig en tandeloos gemaakt doordat
we zo in hokjes zijn gaan denken.
Ik denk juist dat kunst de wereld
zou moeten becommentariëren,
duiden en uitdagen.
Voor elk verhaal kies ik de vorm die
daar het beste bij past. Daarbij meng ik
verschillende genres, werelden en
perspectieven door elkaar heen. Jaren
geleden las ik De klap van de Australisch-Griekse
schrijver Christos Tsiolkas
en tijdens mijn schrijfproces dacht
ik ineens: verrek! Ik gebruik diezelfde
vorm! In dat boek krijgt een vervelend
kind een corrigerende tik van een buurman
op een buurtbarbecue. Vervolgens
geeft elk hoofdstuk het perspectief van
iemand die op die barbecue was, waardoor
je als lezer een fantastisch inzicht
krijgt in cultuur, geschiedenis en hoe
misverstanden ontstaan.
In mijn roman staat een omstreden
standbeeld van een generaal op het
punt te worden weggehaald en klimt
een jongen in dat standbeeld. Het verhaal
wordt verteld vanuit acht verschillende
personages; er is niet één hoofdpersonage.
Iedereen maakt hetzelfde
mee, maar interpreteert dat anders. Die
polyfone vertelwijze geeft een tegengeluid
tegen de westerse, witte, mannelijke
blik, die lange tijd het dominante
perspectief is geweest op de
wereld. In deze gefragmenteerde tijd
vind ik het raar om een klassiek verhaal
te schrijven van a tot z vanuit één
standpunt. Zo coherent is het leven
niet meer, denk ik.
Van Douglas Coupland en zijn Generation
X leerde ik als puber al dat je de
moderne wereld in literatuur kunt vangen:
hij gebruikte bijvoorbeeld hyperlinks
in zijn tekst. Hij liet me zien dat je
in een oeroude traditie van schrijven
en verhalen vertellen moderne technieken
zoals internetcultuur mag
inbrengen, én dat je daarmee mag
spelen. Ook de graphic novel Hier van
Richard McGuire heeft veel invloed op
me gehad. In dat boek tekende McGuire
één plek door de eeuwen heen, vanaf
de eerste plek dat een beestje aan land
kroop tot aan nu. Het is een poëtische
kijk door de tijd. Dat maakte me ervan
bewust dat de realiteit een weefsel is,
en dat je als mens deel uitmaakt van
een structuur die op talloze manieren
invloed op je heeft. Dat weefsel probeer
ik ook in mijn werk te laten zien, bijvoorbeeld
door er poëzie, krantenfragmenten,
protestaffiches en andere
tekstgenres in te gebruiken. Ali Smith
zette in haar boek Spring - ook een
10 | Schrijven Magazine 01 2022
DE SPECIALIST
Bij het schrijven van een boek komen duizend en een dingen kijken, van sterke personages neerzetten tot een goede grap maken.
In de serie De specialist gaan schrijvers tot in detail in op een aspect waarin zij uitblinken.
MARC BRESTER
aanrader - een lijst met bulletpoints van
dingen die haar personage heeft geleerd
op haar werk. Smith had ook een
scène kunnen schrijven over een gesprek
tussen haar personage en haar
baas, maar dit is zo’n heerlijk directe
manier. Bám. Zoiets heb ik ook gedaan
in mijn roman: een lijst van interviewtechnieken
die ik leerde tijdens
een interviewtraining ten behoeve
van mijn werk voor onder meer
de VPRO.
Het is belangrijk jezelf te
voeden met zoveel mogelijk
verhalen, stijlen en kunstvormen,
jezelf open te stellen voor
andere gedachten en invalshoeken.
Want als je het écht ergens over wil
hebben en de wereld een spiegel wil
voorhouden, heb je daar die wereld
voor nodig. Er zijn al genoeg boeken
die alleen maar een mooi verhaal zijn.
Het belangrijkste is dat je beseft dat
niets heilig is. Er zijn geen grenzen in
wat je kan en mag doen in literatuur,
of in kunst. Dat besefte ik als student
na het zien van een voorstelling van het
Vlaamse theatergezelschap Abattoir
Fermé. In De Chaostrilogie werd op
het podium een naakte vrouw met een
varkenskop opgetakeld. Een échte
varkenskop. Liters bloed. Het was goor,
het was verschrikkelijk, het was gewéldig.
Ahhh, dacht ik, dit mág en kán
gewoon! Die vermenging van theater
met horror bood zoveel plezier. Dat
vond ik ook een eyeopener: dat je kunt
maken wat je zelf te gek vindt.
Omdat ik zelf van klassieke horror hou,
zijn die elementen ook teruggekomen in
mijn laatste voorstelling Niet vandaag
Satan (maar wel vanavond). Niet dat
ik nou met een varkenskop in de weer
ging, maar die vrijheid van Abattoir
Fermé werkte wel aanstekelijk.
In het begin imiteer je als schrijver
vooral dat wat je vet vindt in het werk
van anderen. Maar op een gegeven
moment moet je dat loslaten en het
gaan doen zoals jij het zelf wil. Tuurlijk,
dan is er de kans dat het een grote mislukking
wordt. Maar als het niet kan
mislukken, heb je het voor jezelf te
veilig gemaakt. Er moet iets op het
spel staan, anders is het niet interessant.
Het leven is soms best saai en
voorspelbaar, met alle deadlines, planningen
en ideeën over hoe het hoort.
Het is heerlijk om dat allemaal los te
laten.’
Elfie Tromp (1985) is schrijver en performer, en nog veel
meer, zoals presentator voor de VPRO. Naast korte
verhalen en enkele kinderboeken publiceerde ze in 2013
haar eerste roman, Goeroe. Haar tweede roman,
Underdog (2015), werd genomineerd voor de BNG Bank
Literatuurprijs en de Dioraphte Literatuurprijs. Verder
schreef ze essays, het Rotterdamse Boekenweekgeschenk
en het jeugdboekenweekgeschenk (beide in
2017) en columns. In 2018 debuteerde ze als dichter met
Victorieverdriet. Ze werd gekroond tot zomerdichter in
2020. Eind 2021 verscheen haar derde roman, Pietà, een
mozaïekvertelling rondom een omstreden monument.
01 2022 Schrijven Magazine | 11
MODERNE BOEKMARKETING
Je boek als product
Een boek schrijven is magisch. Maandenlang ben je bezig je briljante hersenspinsel
‘op papier’ te zetten. Dan kost het nog een jaar aan finetunen en redactie voordat
je het met een gerust hart naar een uitgever kan sturen. Tijd genoeg om alle ins en
outs van de roman te overdenken, zou je zeggen. Toch vergeet menig schrijver de
andere kant van het schrijven: je roman, novelle, verhalenbundel of autobiografie
moet in de markt gezet worden. Want een boek kan nog zo goed zijn, je moet het
weten te verkopen.
Door Peter de Rijk
JOUW BOEK:
van idee naar product
12 | Schrijven Magazine 01 2022
MODERNE BOEKMARKETING
Een ervaren
auteur is
zuinig
op zijn
materiaal.
Helemaal aan het begin,
toen je die schitterende
roman voor ogen had,
had je eigenlijk al moeten
nadenken over de
noodzaak ervan. Zit er
wel iemand op dit boek te wachten?
Dat is het eerste waar een uitgever
over nadenkt.
Een boek kan voorbeeldig of origineel
geschreven zijn, zonder selling point
valt het lastig te verkopen. A book with
a hook, noemen ze dit. Het gaat om het
haakje waardoor je het aan de boekverkoper,
media en - niet te vergeten - boekenliefhebber,
kunt slijten.
Enige belezenheid is dus praktisch voor
een schrijver. Zo weet hij wat er in de
literatuur geschreven is. Hij kan afwegen
of het verhaal werkelijk zo origineel
is als hij dacht. Iets wat een redacteur,
die meestal zeer belezen is, als
eerste doet. Originaliteit blijkt dun
gezaaid onder schrijvers. Neem al die
boeken die momenteel over corona
verschijnen. Het onderwerp was zo
voorspelbaar dat het onbegrijpelijk is
dat iemand zich er nog aan waagde.
Probeer daarom in een zo vroeg mogelijk
stadium van jouw boek al te bepalen
waarover het gaat en vooral wat je
ermee wil vertellen. Het voorkomt
onnodige zijpaden in het verhaal en
zorgt ervoor dat je gericht aan het
schrijven bent. Juist de beginnende
schrijver heeft last van te veel.
Meestal willen ze hun hele
leven in het eerste boek
kwijt. Een ervaren auteur
is zuinig op zijn materiaal.
Haruki Murakami waarschuwde
in zijn zeer
leerzame Romanschrijver
van beroep voor het verliezen
van ‘pareltjes’ aan columns
of blogs. Het beste moest je
bewaren voor romans, vond hij, en wat
resteerde gebruikte je voor commerciële
opdrachten.
Weten waar jouw boek over gaat bepaalt
de pitch.
De pitch
Het kan gebeuren dat je onvoorbereid
in gesprek met een schrijver, redacteur
of uitgever komt. Veel beter is het natuurlijk
wanneer dat met voorbedachten
rade gebeurt. In beide gevallen
moet jouw pitch panklaar zijn. Een
pitch is een mondelinge, beknopte en
zeker niet lang durende presentatie. In
een paar minuten moet helder zijn waar
jouw boek over gaat en wat je ermee
wil vertellen. Omdat je geen tweede
kans krijgt is het heel belangrijk dit
moment te verzilveren. Serieus voorbereiden
is daarbij het halve werk. Maak
het verhaal niet te complex en beperk
je tot de hoofdlijnen. Bedenk
van tevoren op
welke punten je de
roman aan de potentiële
geïnteresseerde
kunt verkopen.
Als er
diverse doelgroepen
te bedenken
zijn, is het handig die
te vermelden. Houd
steeds de rode draad en de kernpunten
in gedachten, en zorg ervoor dat interactie
tussen jou en jouw ‘klant’ mogelijk
blijft. De eerst acht seconden doen
ertoe, daarna verflauwt de aandacht
van een luisteraar. Dus de eerste zin die
je uitspreekt moet pakken en aangeven
waar de rest van de pitch over gaat.
Zorg dat je verwachtingen oproept en
het halve werk is al gedaan.
Jij bent deel van het product
Veel schrijvers vergeten dat ze zelf ook
een onderdeel zijn van de te verkopen
roman. Zeker tijdens de pitch. Het
scheelt nogal een slok op een borrel of
de auteur het nodige van zijn onderwerp
weet. Dat kan zijn eigen ervaring
betreffen of een studie. Vaak is het zo
vanzelfsprekend voor een auteur dat hij
archeoloog, alpinist of archivaris is, dat
hij vergeet het te vermelden. Terwijl dat
juist de hook kan zijn waarmee je het
boek kunt verkopen. Wanneer een
archivaris en Bulgarije-kenner een
reeks thrillers voor ogen heeft waarin
een Bulgaarse priester moorden ten
tijde van de middeleeuwen weet op te
lossen, snapt een redacteur dat hij
mogelijk goud in handen heeft. En
zolang je nog geen bekende Nederlander
bent is het raadzaam jouw curriculum
eens op deze wijze op te poetsen.
Profileer jezelf op afkomst en je leert
dat datgene wat je als mens regelmatig
in de weg zat je nu geen windeieren
hoeft te leggen.
Suzanna Jansen, schrijfster van de
bestseller Het pauperparadijs, deed
verslag van haar onderzoek naar haar
verre familieleden die, zoals velen indertijd,
als paupers ter heropvoeding
naar Drenthe waren gebracht. Juist dat
zij een afstammeling van hen was, gaf
het boek iets extra’s. Ze begreep >
Thema
01 2022 Schrijven Magazine | 13
MODERNE BOEKMARKETING
Veel schrijvers vergeten dat ze
zelf ook een onderdeel zijn van
de te verkopen roman.
hoe bijzonder het was dat ze ging studeren.
Nooit eerder had iemand in haar
‘kansloze’ familie het durven overwegen.
Tot zij het deed…
Hetzelfde geldt voor Dubbelbloed van
Etchica Voorn waarin de auteur alledaags
racisme en haar bi-raciale achtergrond
in autobiografische verhalen
onder de loep legt. Voorn durft de pijnpunten
van alledaagse gesprekken
bloot te leggen en ziet zelfs kans daarbij
humor te gebruiken. De trots die uit de
titel Dubbelbloed spreekt, doet de negatieve
term ‘halfbloed’ vergeten.
Beide auteurs werden al snel ‘woordvoerder’
van hun onderwerp en ook dat
is iets wat belangrijk kan zijn. Iedere
lezing die een schrijver geeft, zorgt voor
een verkoopmoment. De toeschouwer
wil graag een herinnering aan het optreden
meenemen. En wat is dan praktischer
dan een gesigneerd exemplaar
van de roman? Profileren kan dus geen
kwaad. Maar hoe doe je dat?
De schrijver als product
De tijd dat een uitgever een auteur kon
maken ligt lang achter ons. In tijden
van nieuwe media verwacht een uitgeverij
min of meer dat je daar een eigen
steentje aan bijdraagt. Je kunt werken
aan jouw bekendheid door recensies,
columns of blogs te schrijven. Sommige
platforms op het internet lenen zich
daar uitstekend voor.
Zo profileerde Lex Paleaux zich door
columns te schrijven voor de site Je
bent Haarlemmer als… Steevast
plaatste hij er een foto van zichzelf met
zijn hond bij, die regelmatig een rol in
zijn verhalen speelde. Tegen de tijd dat
zijn debuut verscheen stond er een
immense rij fans voor de deur van
Boekhandel de Vries Van Stockum.
Terwijl geen krant er nog een letter
over had geschreven...
Belangrijk bij profilering is dat je een
lange adem hebt. Het vraagt soms heel
veel columns voordat je jouw lezers
hebt bereikt. Vraag je allereerst af welke
doelgroep(en) je wil bereiken en
bekijk welke websites of Facebook-pagina’s
voor jou interessant kunnen zijn.
Is het een kritisch literaire als Tzum of
een poëtische als Meander? Heeft het
zin om lid te worden van een literair
genootschap, zoals het Boudewijn
Büch Genootschap Büchmania? Wanneer
je reisverhalen schrijft of boeken
waarin de (literaire) geschiedenis een
rol speelt zeer zeker. In dat geval kun je
(voor)publicaties kwijt in de tijdschriften
en op de Facebook-pagina van het
genootschap. Daarnaast ontmoet je
gelijkgestemden op bijeenkomsten.
Hierdoor kun je iedere keer jouw boek
onder hun aandacht brengen.
Een eigen website biedt ook de nodige
mogelijkheden. Kijkt niet iedereen na
een eerste ontmoeting met wie hij nu
eigenlijk heeft gesproken door het
internet af te struinen naar informatie?
Het is wel zaak dat die site er verzorgd
uitziet, up-to-date is en mogelijkheden
biedt om contact op te nemen. Bescheidenheid
werkt hierbij altijd in jouw
nadeel. Dus zijn er prijzen gewonnen
bij schrijfwedstrijden? Vermeld ze. Heb
je eerdere publicaties op je naam? Toon
ze, liefst met de cover en eventuele
recensies.
Wanneer je diverse talenten hebt, zelfs
als ze ogenschijnlijk niets met jouw
schrijven te maken hebben, is het toch
verstandig ze te vermelden. Dat de
Amerikaanse schrijver Willy Vlautin
voor het festival Crossing Border werd
uitgenodigd was mede te danken aan
zijn talent als singer-songwriter voor de
band Richmond Fontaine. Overduidelijk
lag het eveneens aan gentrificatie,
het onderwerp van zijn roman De nacht
valt altijd waarin zijn heldin alles op
alles zet om haar woning te behouden
in een vrijwel kansloze strijd tegen
huisjesmelkers. Vlautin zag hoe financieel
arme buurten omgetoverd werden
tot dure wijken waarvan de oorspronkelijke
bewoners de huur nooit zouden
kunnen betalen. Woningnood is een
internationaal probleem, net als de
stijgende huren. En Vlautin wist hoe
belangrijk een eigen huis is voor je
eigenwaarde. Juist dat fingerspitzengefühl,
en het luisteren ernaar, zorgt ervoor
dat boeken precies op het juiste
moment in de boekhandel terecht lijken
te komen. Door de roman ook nog
de spanning van een thriller mee te
geven, bood Vlautin de uitgever waar
hij op zat te wachten: een auteur die
van meerdere markten thuis is, die een
thema heeft gevonden dat hot is en er
een uitermate spannend boek van wist
te maken.
Het mag duidelijk zijn. Er komt meer
kijken bij het schrijven en ‘verkopen’
van jouw boek. Voorkom teleurstellingen
en bezoek boekhandel en bibliotheek,
net als het internet om zoveel
mogelijk over ‘jouw’ onderwerp en
mogelijke concurrenten in boekvorm te
weten te komen.
14 | Schrijven Magazine 01 2022
Je boek als product
Het belang van je boek
Veel schrijvers zijn vooral bezig met… schrijven. Daardoor vergeten ze soms
dat het succes van je boek ook door andere zaken wordt bepaald. Alleen
een goed boek schrijven is niet genoeg. Je moet ook marktonderzoek doen,
nadenken over publicatie en promotie en ervoor zorgen dat je zichtbaar bent
als auteur. Waar moet je nog meer op letten?
Thema
Door Esther Jacobs
01 2022 Schrijven Magazine | 15
MODERNE BOEKMARKETING
Je boek als product
Is een boek alleen een succes als het
een bestseller is? Laten we allereerst
even stilstaan bij je verwachtingen
en doelstelling. Wat betekent succes
voor jou? Waarom schrijf je dit boek
en wat hoop je ermee te bereiken?
Schrijf je het voor jezelf? Wil je je verhaal
delen, andere mensen inspireren?
Wellicht zie je het als een manier om
meer klanten te krijgen voor je bedrijf?
Of hoop je stiekem veel geld te verdienen
met je boek? Jouw doelstelling
bepaalt wat voor jou een succes is.
Voor de meeste mensen is het al bijzonder
om aan een boek te beginnen. Het
afronden ervan is een legendarische
prestatie. Er wordt weleens gezegd dat
een miljoen Nederlanders een boek
willen schrijven; slechts een klein deel
daarvan doet het ook echt. De meeste
schrijvers lopen vast na een enthousiaste
start en hun boekprojecten verdwijnen
in een la of een vergeten computerbestand.
Daarom is het afronden en
printen van je boek echt bijzonder. Het
gaat niet om hoeveel boeken je verkoopt.
Soms is het enige doel je verhaal
vertellen, het op papier krijgen en dan
maar kijken wat er gebeurt.
Alleen al het uitbrengen van je boek is
een geweldig gevoel. Je hebt een unieke
prestatie geleverd, een prachtige
Wat kun je nu
al doen?
Iedereen aan wie je vertelt dat je een boek
aan het schrijven bent, zal vragen: waar gaat
het over? Zorg dat je een goede
‘elevator pitch’ voor je boek hebt
(schrijvenonline.org/tips/heb-jij-al-eenelevator-pitch-voor-je-boek).
Op die manier
zet je je boek al op de kaart. Plus je kunt deze
pitch gebruiken voor je achterflap, voor
promotie en om een uitgever te benaderen.
nalatenschap geproduceerd; iets wat
altijd blijft bestaan, zelfs als jij er straks
niet meer bent ...
Kortom: denk even goed na over wat je
wil bereiken. Jíj bepaalt wanneer je
boek goed, goed genoeg of succesvol is.
Je boek als visitekaartje
Het kan zijn dat je met jouw fictieboek
jezelf op de kaart wil zetten: als schrijver,
als doorzetter, of als freelancer bijvoorbeeld.
Jouw boek is je ‘uithangbord’: een
bewijs van wat jij allemaal kunt.
Een levensverhaal of een non-fictieboek
over een onderwerp waar je verstand
van hebt kan bovendien een
boost geven aan je carrière, je bedrijf of
je diensten, zoals bijvoorbeeld coachingsessies,
workshops, lezingen,
e-courses, consultancy et cetera. Ook
kan dit het begin zijn van je sprekerscarrière.
Bestudeer de markt en je
concurrentie
Om jouw boek goed te kunnen neerzetten
en je publiek te kunnen bereiken en
bekoren, moet je eerst marktonderzoek
doen. Dat is waarschijnlijk niet wat je
in gedachten had toen je besloot te
gaan schrijven, maar het hoort er wel
bij. Wat voor andere boeken zijn er in
jouw genre? Hoe presenteren die zich?
Hoe zien hun covers eruit?
En wat weet je over je doelgroep? Wat
lezen ze, waar kun je ze vinden en bereiken
(zowel offline als online)? Welke
woorden gebruiken ze om hun interesse
of probleem te beschrijven? Dit
laatste heet ‘zoekwoordenonderzoek’.
Google is namelijk een van je belangrijkste
‘vrienden’ om je boek straks
zichtbaar te maken. Daarvoor moet je
de ‘zoektermen’ kennen die jouw publiek
gebruikt.
Uitgevers benaderen met een
goed plan
Wacht niet tot je boek af is, maar schrijf
in een vroeg stadium een voorstel voor
een uitgever. Kijk op internet, in de
bibliotheek of in een boekwinkel welke
uitgevers boeken uitgeven die op jouw
idee lijken en schrijf ze aan met een
persoonlijke brief of e-mail en een
boekvoorstel.
Wat moet daar allemaal in?
ª Je ‘boekenpitch’ en/of achterflap van
je boek. Dit is je verhaallijn (fictie)
of ‘executive summary’ (non-fictie).
ª Waarom is er behoefte aan dit boek?
Zijn er cijfers of signalen uit de
markt die duidelijk maken dat er een
plek is of zelfs vraag naar jouw
boek?
ª Informatie over jou als schrijver.
Wat maakt jouw verhaal uniek? Wat
maakt jou een expert? Heb je prijzen
gewonnen? Interviews gegeven?
ª Hoe groot is je bereik/platform?
Denk aan je mailinglijst, volgers op
social media, groepen waar je lid
van bent. Ken je journalisten?
ª Heb je al meer boeken, columns of
blogs geschreven?
Kortom: uitgevers willen niet alleen een
goed boek, maar ook een auteur met
een zo groot mogelijke kans op succes
en die er alles aan zal doen om dat te
bereiken.
Naast het benaderen van uitgevers, kun
je ook alvast een plan maken voor
selfpublishing. Dat bevat grotendeels
dezelfde informatie: hoe ga je je boek
straks in de markt zetten; hoe maak je
contact met je doelgroep; hoe, waar,
wanneer en wat ga je over je boek communiceren?
Het belang van promotie
De meeste schrijvers beginnen pas over
marketing na te denken wanneer hun
boek klaar is. Dan is het eigenlijk al te
laat. Bij de lancering van je boek heb je
maar één moment, terwijl in het voortraject
meerdere momenten te creëren
zijn.
16 | Schrijven Magazine 01 2022
MODERNE BOEKMARKETING
De marketing van je boek kent drie
fasen, ik noem het ook wel een ‘drietrapsraket’:
1. Proloog: tijdens het
schrijfproces. Dit is het opbouwen
van je publiek/followers, zoeken van
relevante groepen, zowel offline als
online, contacten leggen met journalisten
en het leren communiceren,
experimenteren.
2. Climax: wanneer je je boek lanceert.
De boekpresentatie, persbericht,
het inzetten van alle contacten
die je hebt opgebouwd.
3. Epiloog: nadat je boek is gepubliceerd.
Verbeter je boek, verzamel
lezersreacties, zorg dat je onderwerp
onder de aandacht blijft, denk
aan een volgend boek.
Zichtbaarheid
Veel schrijvers vinden het geen fijn idee
om in de spotlight te staan. Dat komt
doordat ze denken dat ze hun boek
moeten verkopen. ‘Koop mijn boek!’
schreeuwen heeft echter vaak het tegenovergestelde
resultaat. De kunst is
je eigen stem te vinden, je eigen manier
van communiceren over iets waar jij
gepassioneerd over bent. Dat hoeft niet
zo moeilijk te zijn, toch?
Er zijn grofweg drie thema’s die je kunt
gebruiken om zichtbaar te zijn:
1. Je schrijfproces (je idee, je aarzeling,
je voortgang, je ups en downs,
je passie, je succesjes).
2. Je boek (wat vind je van deze achterflap?
Welke cover past er het
beste bij? Welke vragen wil je beantwoord
zien, wie moet ik interviewen?).
3. Je onderwerp (persoonlijke verhalen,
herinneringen, tips, vragen,
veelgemaakte fouten, voorbeelden
over het thema van je boek - bijvoorbeeld
over de fasen van verlies,
kinderspelletjes, relaties).
Soms is het enige doel je
verhaal vertellen, het op
papier krijgen en dan
maar kijken wat er gebeurt.
back geeft je steun om je boek ook echt
af te maken. Plus, als je boek er straks
is, heb je een groter publiek dat nieuwsgierig
is naar hoe het is geworden.
Moderne boekmarketing
Voel je je een beetje ontmoedigd? Je
dacht je creativiteit de vrije loop te
laten en nu komt er ineens veel meer
bij kijken? Geen zorgen; er is een manier
om dit allemaal te doen zonder dat
je boek schrijven erbij inschiet. Sterker
nog; je boek zal er beter door worden!
De dingen die je leert door met bovenstaande
bezig te zijn, gaan je ook helpen
met andere zaken: privé, hobby’s,
sportclubs, je werk of je eigen bedrijf.
Ik beloof dat het zelfs leuk kan zijn en
dat er een manier is om het je helemaal
‘eigen’ te maken.
Speciaal voor – en in samenwerking
met Schrijven Magazine – heb ik de
online cursus ‘Moderne boekmarketing’
ontwikkeld, waarin ik je meeneem door
het proces.
In eenvoudige stappen laat ik je zien
wat je nu al kunt doen en hoe. Met veel
voorbeelden en inspiratie. Ik geef persoonlijk
feedback op de opdrachten.
Aan het eind heb je een kant-en-klaar
boekmarketingplan, dat je alleen nog
maar hoeft uit te voeren. Lees meer op:
schrijvenonline.org/academie/
moderne-boekmarketing.
Zo kan jij je weer helemaal richten op
het schrijven van je boek! En daar ging
het uiteindelijk allemaal om, toch?
Thema
Promotie is een langetermijnproject,
waarbij iedere fase een ander soort
focus en communicatie vereist. Het is
veel werk, maar onmisbaar. Niemand
anders kan dit voor je doen. Een uitgever
helpt een beetje, maar de meeste
uitgevers kiezen auteurs die zelf al een
groot bereik hebben of bereid zijn tijd
te steken in hun eigen promotie. Of je
nu wilt of niet, dit hoort erbij.
Brainstorm over ieder thema en maak
een lijst met onderwerpen die je aan
bod kunt laten komen. Houd het klein
en heel dicht bij jezelf. Waarschijnlijk
heb je iedere dag wel een gesprekje,
inzicht of gebeurtenis waar je een klein
stukje over kan schijven op social media.
Maak het niet te groot of te moeilijk.
Je zult zien dat je na een tijdje
steeds meer reacties krijgt. Die feed-
Esther Jacobs is internationaal spreker,
auteur van dertig boeken (onder andere
Zo schrijf je een boek!) en organisator van
schrijfweken op exotische plekken. Je
kunt bij haar terecht voor online coaching,
workshops, een Schrijvers Mastermind
of manuscriptbeoordelingen.
01 2022 Schrijven Magazine | 17
MODERNE BOEKMARKETING
Je boek als product
Zo schrijf je een
aantrekkelijk blog
Je bent er klaar voor. Talloze ideeën voor columns en artikelen schieten door je
hoofd. Je wil je eigen weblog publiceren en lezers trekken. Hoe kun je dat het beste
aanpakken? Claire Polders geeft tips.
Een goed boek schrijven begint
met reflectie. Een aantrekkelijk
blog opzetten ook. Het is
niet moeilijk om af en toe een
pakkend stukje te schrijven.
Het vergt meer voorbereiding,
inzet en doorzettingsvermogen om een
boeiend blog te ontwikkelen dat bezoekers
trekt én behoudt. Denk daarom
eerst na over de antwoorden op de
volgende vragen:
• Waarover wil je schrijven? Welke
thema’s en onderwerpen komen aan
bod?
• Welke lezers zouden geïnteresseerd
kunnen zijn in wat je te vertellen
hebt? Hoe kun je hen steeds naar je
website laten terugkeren?
• Wat maakt jouw blog uniek? Wat is
je focus of specialisatie?
Vat in een paar zinnen samen waar je
blog over gaat en onderzoek daarna
welke weblogs al bestaan op jouw
gebied. Hoe unieker en duidelijker
jouw concept is, hoe groter de kans dat
je er een publiek voor vindt. Ook zal
een blog met een heldere focus en
duidelijke sleutelwoorden beter worden
geïndexeerd door zoekmachines.
Inhoud
Veel schrijvers beginnen een blog om
zichzelf en hun (toekomstige) boeken
onder de aandacht te brengen. Er is
18 | Schrijven Magazine 01 2022
MODERNE BOEKMARKETING
niets mis met personal branding, maar
lezers hebben het wel snel door. Bezoekers
zien vaak onmiddellijk het verschil
tussen marketingteksten en interessante
verhalen. Die eerste categorie laten
ze het liefste ongelezen. Het is daarom
belangrijk dat je posts echt iets te bieden
hebben. Geef adviezen en tips of
andere inhoudelijke trekkers, waarin
jouw expertise naar voren komt. Vertel
iets over de geschiedenis van een plaats
of object of schrijf een recensie. Een
site waarop je vooral lezingen en publicaties
aankondigt, is eerder een agenda
dan een boeiend blog.
Persoonlijkheid
Je kunt lezers ook aan je binden door je
weblog zo persoonlijk mogelijk te maken.
Bezoekers komen dan terug voor
jou en niet alleen voor je boodschap.
Een goed blog hoeft zeker geen dagboek
te zijn waarin je al je privéperikelen
openbaart. Je kunt ook subtiel je
gedachten, inzichten en levenslessen
delen, al is een beetje karakter laten
zien wel aan te raden. Als je over faalangst
gaat schrijven, houd het dan niet
bij een filosofische analyse, maar durf
een anekdote uit je eigen leven te gebruiken.
Toon je menselijkheid: onzekerheid,
verdriet, werkproblemen en
teleurstellingen. Natuurlijk kun je ook
je persoonlijke successen vieren, zolang
het maar geen site wordt waarin je
jezelf alleen aanprijst.
Hoe paradoxaal het ook klinkt, je blog
krijgt een universeler karakter en wordt
voor meer mensen interessant naarmate
je teksten persoonlijker zijn. Een
technisch artikel over hoedenmakerij,
bijvoorbeeld, zou ik zelf niet snel lezen.
Een waargebeurd verhaal over hoe het
maken van een specifieke hoed iemands
leven heeft veranderd juist wel.
Kortom: schrijf een blog dat alleen jij
zou kunnen schrijven.
Stijl
De manier waarop je de inhoud brengt,
is evengoed van belang. Je stijl vertelt
je publiek meer over wie je bent. Blijf
daarom dicht bij jezelf in je blogs en
vermijd een te literaire toon. Tenzij je in
het dagelijkse leven met zo’n literaire
toon spreekt. Lezers houden van authenticiteit.
Kies daarom een stijl die bij
je past, die niet te zakelijk is en evenmin
geforceerd aandoet. Je hoeft niet
hip en grappig te zijn, het liefst wel
origineel en waarachtig. Schrijf zoals je
een verhaal aan vrienden zou vertellen.
Titel
Hoe ga je je blog noemen? Als je jezelf
als auteur op de kaart wil zetten, kun je
jouw eigen naam of een variatie daarop
als titel en domeinnaam gebruiken,
zoals www.janvanmersbergen.nl. Als je
jezelf specifiek wil profileren als
non-fictieschrijver, kun je beter een titel
en domeinnaam kiezen waarin het
thema van je blog in één oogopslag
duidelijk is. Je eigen naam kun je dan in
de ondertitel zetten, zoals in onderstaande
fictieve voorbeelden:
• Expat in Bangkok, een reis- en lifestyleblog
van Dieuwke Vanderlinden
• Hoedenkunst, anekdotes uit het
leven van hoedenmaakster Elisa
Groot
Kwaliteit, efficiëntie en
onzekerheid
Voordat ik in 2005 met bloggen begon,
heb ik lang getwijfeld of ik mijn stukjes
wel moest publiceren. Zoals veel beginnende
schrijvers was ik onzeker. Met
hulp van mijn literair agente, redacteur
en uitgever had ik de hoofdstukken van
mijn debuutroman tientallen keren
herschreven en gecorrigeerd. En dan
zou ik nu zomaar wat posts online
zetten? Wat als ik met onvermijdelijke
fouten lezers zou afschrikken?
Je blog moet uiteraard kwaliteit hebben
en het is verstandig je teksten goed te
redigeren. Lezers kunnen je blog als
indicatie zien van je schrijftalent. Maar
perfectie is niet vereist. Het is mij vaak
overkomen dat ik bepaalde zinsconstructies
achteraf niet zo elegant vond
of dat ik spelfouten liet staan (waarop
aardige lezers mij attendeerden). Niemand
heeft mij daarop afgerekend. Een
blog is een oefenterrein, een kans om
met lezers in contact te komen en iets
van jezelf te laten zien. Als je ieder stukje
wil perfectioneren, zal het bloggen je
waarschijnlijk te veel tijd gaan kosten
en loop je het risico dat je snel opgeeft.
Efficiëntie is nodig om gemotiveerd te
blijven.
En mocht je onzekerheid voelen, schrijf
daar dan over. De beste bloggers zijn de
eerlijkste bloggers, de schrijvers die
hun lezers meenemen in hun twijfels.
Interactie
Zodra je gaat bloggen maak je deel uit
van een netwerk en sta je in relatie met
anderen. Allereerst zijn dat je lezers. Op
veel blogs is het mogelijk om reacties te
plaatsen, al doen veel lezers dat doorgaans
niet onuitgenodigd. Als je meer
interactie wil, kun je je publiek concrete
vragen stellen en van hun antwoorden
leren. Hoe persoonlijker en directer
je schrijft, hoe groter de kans dat
anderen zich betrokken voelen en reageren.
Het komt helaas ook voor dat je negatieve
reacties ontvangt. Soms goed
bedoeld en soms van reaguurders.
Probeer opbouwende kritiek met een
positieve houding te verwelkomen en
laat rotopmerkingen aan je voorbijgaan.
Ik weet: makkelijker gezegd dan
gedaan. Het is essentieel om te leren
negatieve kritiek niet persoonlijk te
nemen. Luister naar de feedback van
redacteuren en collega’s die je vertrouwt
en laat je vooral niet ontmoedigen
door pestkoppen.
Als blogger kun je gemakkelijk in >
Thema
01 2022 Schrijven Magazine | 19
MODERNE BOEKMARKETING
Je boek als product
Tips
contact komen met andere bloggers.
Het is aan te raden dat actief te doen
door links naar andere blogs te plaatsen,
reacties te schrijven, een gastblog
te accepteren of een gastblog aan te
bieden. Zo leer je van elkaar en kun je
lezers naar elkaar doorverwijzen.
Tot slot maakt een blog ook deel uit
van een veel groter virtueel netwerk,
dat van Google en andere zoekmachines.
Je interactie met Google is cruciaal
om bezoekersaantallen te verhogen.
SEO, dat wil zeggen Search Engine
Optimization, is een kunst op zich en
iedere blogger zou zich erin moeten
verdiepen. Kort gezegd:
• definieer je blog en je artikelen met
sleutelwoorden en probeer zo specifiek
mogelijk te zijn;
• gebruik je sleutelwoorden in de
(URL-)titels, tussenkoppen, alt-tags
Hoe schrijf je een goede blog?
ª Zoals ieder verhaal heeft een goede
blogtekst een structuur. Probeer je
gedachten zo te ordenen dat je post
een begin, midden en eind heeft.
ª Schrijf een pakkend begin. Verspil geen
woorden aan een lange inleiding.
Probeer meteen vragen op te roepen
en nieuwsgierigheid op te wekken,
zodat de lezer na de eerste paar zinnen
doorleest.
ª Houd het kort. Ga uit van 300-800 woorden
voor persoonlijke teksten. En niet
meer dan 2.000 woorden voor
complexe inhoudelijke blogs.
ª Schrap alle overbodige vulwoorden en
schrijf kortere zinnen dan je voor print
zou doen.
ª Organiseer je zinnen in korte paragrafen
met tussenkoppen.
ª Vermijd clichés (al is deze tip zelf een
cliché).
en teksten;
• gebruik plugins zoals Yoast om ook
op metaniveau met zoekmachines te
communiceren;
• kijk naar statistieken zoals Google
Analytics om te zien welke sleutelwoorden
lezers naar je site brengen.
Inspiratie
Bijna alles in het dagelijks leven kan
verhaalstof zijn voor een interessant
stuk. Een gesprek, een conflict, een
verrassende foto. Wie meer inspiratie
nodig heeft, kan andere weblogs bezoeken
en daar ideeën opdoen. Alles is al
een keer aan bod gekomen, maar je kan
over bekende onderwerpen een verrassend
stuk maken door er een persoonlijke
draai aan te geven. Kijk bijvoorbeeld
eens op deze populaire blogs:
sochicken.nl en lisanneleeft.nl.
Mijn eigen favorieten in Nederland zijn
twee bloggers van het eerste uur die
jarenlang dagelijks schreven en, hoewel
nu minder actief, nog steeds relevant
zijn: vandenb.com en merelroze.com/
blog.
Strategie
Een blog succesvol maken vergt een
langetermijnstrategie. Veel bloggers
maken daarom een planning en verzamelen
ideeën voor posts in een overzicht,
eventueel met deadlines. Het is
cruciaal om categorieën en tags toe te
kennen aan je teksten zodat lezers (en
zoekmachines) de structuur van je blog
kunnen zien en oudere posts in het
archief kunnen terugvinden. Ervaren
bloggers laten artikelen zelfs naar elkaar
verwijzen zodat lezers kunnen
doorklikken naar andere artikelen op
hun blog.
Regelmatig publiceren is nodig om
lezers aan je blog te binden. Het standaard
advies is om minimaal één keer
per week iets te schrijven.
Tot slot: gebruik de feedback van lezers
en statistieken om je blog voortdurend
te verbeteren. Welke posts zijn populair
en welke niet? Je bezoekers komen
misschien om andere redenen naar je
site dan je had gedacht. Pas je focus
aan indien nodig en kijk opnieuw naar
wat jou uniek maakt.
Claire Polders is auteur van vijf romans,
tientallen (zeer) korte verhalen en honderden
blogs over haar leven als schrijver
in Parijs, Vietnam, Florida, Marokko,
Sicilië of waar ook ter wereld. Ze leeft
met haar Amerikaanse man als digital
nomad en schrijft sinds 2015 voornamelijk
in het Engels. In de haast van het
leven volgt ze haar eigen adviezen over
bloggen lang niet altijd op. Voor meer
informatie: clairepolders.com.
20 | Schrijven Magazine 01 2022
Column
Lex Jansen was 12,5 jaar uitgever van De Arbeiderspers. In 2014 startte hij zijn eigen bedrijf: www.magonia.nl.
Een schrijversleven
Ver voordat iemand zichzelf schrijver noemt, is er de droom om
schrijver te worden. Net als bij fantasieën over andere beroepen, komen
die ook bij het schrijverschap zelden overeen met de werkelijkheid.
Ergens in de negentiende eeuw is het beeld ontstaan van een
getourmenteerde en hevig voelende jongeling die op een kleine,
onverwarmde zolderkamer aan een gammel tafeltje verhit zit te
schrijven. Het is nacht en de sterren kijken weemoedig op ons schrijvertje
neer, om hem heen liggen talloze proppen papier van keer op
keer mislukte probeersels. Maar nu… nu het eindelijk lukt, werkt hij
als een bezetene door, zonder te eten, zonder te drinken. Hij merkt
niet dat het licht van de kaarsen dooft en plaatsmaakt voor dat van
de opkomende zon. Het mag duidelijk zijn: hier wordt een meesterwerk
geboren!
Niemand van ons denkt dat dit beeld klopt en toch komt het steeds
terug. Ook nog in de eenentwintigste eeuw. Dat komt doordat er
elementen in de beschrijving zitten die onlosmakelijk verbonden
zijn aan het proces van schrijven. Net als de ploeterende jongeman
doe je het immers alleen, je maakt iets uit het niets, je probeersels
mag je weggooien, het universum staat achter je! Dat aankomende
schrijvers willen proeven van wat een schrijversleven werkelijk is
blijkt wel uit de vragen die vanuit het publiek komen bij optredens
van reeds gearriveerde auteurs. De bittere waarheid is dat een schrijversleven
een gewoon leven is. Net als
de vrachtwagenchauffeur, de kapper,
of de chirurg moet een schrijver op tijd
eten en drinken, boodschappen doen, zijn
belasting betalen en beleefdheidsbezoekjes afleggen. Ook hij dient
op tijd een vaccinatie tegen corona te halen. Hij gaat in bad en moet
naar de wc. Daar komt nog bij dat het schrijverschap twee zeer verschillende
kanten kent. De tijd vóór de publicatie en de tijd erna. Publiceren
is iets anders dan schrijven en toch hoort het allebei bij het
beroep. De marketing van een boek vraagt om totaal andere kwaliteiten
dan welke nodig zijn om tot een goed boek te komen. Het is
nu eenmaal niet voldoende om een meesterwerk te schrijven, het
zal toch ook nog over het voetlicht gebracht moeten worden om gezien
te worden. Ik lees De levensgevaarlijke jaren – Een keuze uit de brieven
van 1879 – 1889 (Privé-domein, nummer 315.) Op pagina 334
schrijft Nietzsche aan zijn goede vriend Heinrich Köselitz: ‘…. de gedachte
aan ‘publiciteit’ is eigenlijk uitgesloten.’ Dat herken ik bij veel
schrijvers. Achter het bureau ligt niet de boekwinkel, maar het te vertellen
verhaal. De mooiste zinnen ontstaan als de roman nog niet af
is, maar zonder de boekhandel zijn er geen verkoopcijfers. Het één
kan niet zonder het ander, tenzij je uitsluitend voor jezelf wil schrijven.
Dat kan ook!
Ontdek
de schrijver
in jezelf.
magazine
Schrijvenonline.org/abonnement
Schrijven Magazine | 21
MELANIE MARSMAN
DE DEBUTANT
KHALID MOURIGH
‘Het hoeft niet honderd
procent goed te zijn’
Er wordt veel over de immigrant gesproken, maar zelden wordt met hem
gesproken. Wie is hij, wat is zijn verhaal en wat brengt hem hier?
Khalid Mourigh laat de lezer in De gast uit het Rifgebergte plaatsnemen naast zijn
grootvader, zo’n ‘gastarbeider’ die hier in de jaren zestig belandt. Daarin
verandert zijn opa van iemand uit een statistiek in een karakteristiek mens in al
zijn kleuren. Met een identiteit, een verleden, ambities, emoties en verlangens.
Door Ricardo Jupijn
22 | Schrijven Magazine 01 2022
DE DEBUTANT
Debutanten staan het dichtst bij de grote groep aspirant-schrijvers. Ze hebben net de stap gemaakt en worden gepubliceerd.
Wat is het verhaal achter hun debuut? Waar hebben ze mee geworsteld? Wat voor tips hebben ze?
‘
Abdelkader Benali zei weleens
dat ze bij hem thuis twee boeken
hadden: de koran en het
telefoonboek. Nou, wij hadden
alleen het telefoonboek. Via een omweg
kwam ik toch bij het schrijven uit, toen
ik als zestienjarige Berberse poëzie
ontdekte die op muziek was gezet. Ik
begon al die teksten uit te pluizen en
die vond ik zo interessant dat ik zelf
gedichten en korte verhalen ging schrijven.
Het was allemaal niet heel serieus.
Dat werd het pas met dit boek.’
Trouw blijven aan het verhaal
‘Tijdens het schrijven van mijn proefschrift
over een bedreigde Berbertaal,
ben ik opnames van mijn opa gaan
beluisteren om zijn Berber te analyseren.
Die gesprekken had ik samen met
mijn tante jaren daarvoor opgenomen,
omdat we meer wilden weten over zijn
verleden. Hoe komt het nou dat hij zijn
geboortedorp verliet en helemaal in zijn
eentje zo’n reis onderging? Dat is echt
een grote stap. Je had in die tijd geen
idee waar je zou belanden en het was
vrijwel onmogelijk om te communiceren
met de mensen die je achterliet. In
de tussentijd had ik die opnames nooit
meer beluisterd, terwijl het zulke interessante
verhalen waren. Er zat alleen
geen lijn in, het waren allerlei losse
anekdotes. Toen heb ik besloten om
ermee aan de slag te gaan en het op een
mooie, chronologische manier op te
schrijven. Niet met het doel om het uit
te geven, maar omdat het mijn opa’s
verhaal was. Bovendien gaf dat betekenis
aan mijn leven, want hoe komt het
nou dat ik hier ben beland?’
‘Daarnaast wilde ik een stem geven aan
een gastarbeider. Natuurlijk is niet
ieders verhaal hetzelfde, maar de grote
lijnen en de patronen komen vaak overeen.
Daarom vond ik de politieke, economische
en maatschappelijke omstandigheden
zo belangrijk, zonder die
setting is het geen volledig verhaal.
Over hoe de situaties in Marokko en
‘Mijn opa’s
verhaal gaf
ook betekenis
aan mijn
leven.’
Nederland in die tijd op elkaar aansloten,
hoe het er hier in de fabrieken aan
toeging en op welke manier men hier
bijvoorbeeld naar gastarbeiders keek.
Toch zit er wel degelijk fictie in het
boek, alleen het gesproken verhaal zou
te droog worden. Ik wilde de lezer
meenemen in de sfeer en de omgeving.
Als mijn opa vertelde dat hij op reis
ging naar Zaio om geld te verdienen,
dan moest ik mijn verbeelding gebruiken
om die busreis te beschrijven. Nu
ken ik die omgeving goed en kon ik op
die manier een mooie voorstelling van
dat landschap maken. Zo werd het hier
en daar een combinatie van mijn opa’s
verhalen en mijn eigen fantasie. Zolang
ik maar trouw bleef aan het verhaal, dat
was voor mij het belangrijkste, daar lag
de grens.’
Direct aan de slag
‘Omdat ik zoiets als dit nog nooit gedaan
had, heb ik een workshop gevolgd
bij Yaël Vinckx. Zij is journaliste en
schrijfster en ging tijdens die cursus
specifiek in op het vertellen van een
familieverhaal. Daarin legde ze onder
meer uit hoe je een tijdlijn kunt aanbrengen
in je verhaal, hoe je dingen als
plotpoints gebruikt en welke schrijftechnieken
er voor zo’n verhaal zijn.
Plus: via haar ben ik uiteindelijk bij
mijn huidige uitgeverij terechtgekomen.
Zij publiceerde bij Cossee en stimuleerde
mij om het naar hen op te sturen.
Maar het belangrijkste waar ik zelf
achter ben gekomen in de drie jaar dat
ik ermee bezig ben geweest: het hoeft
niet honderd procent goed te zijn. Als je
aan het schrijven bent en je voelt dat je
er voor minstens zeventig procent tevreden
over bent, dan is het goed. Perfectionisme
is echt een killer.’
‘Mijn tips om een familieverhaal te
schrijven? Doe het terwijl het nog kan.
Zeker als je oudere familieleden hebt
wiens biografie je graag wil schrijven:
begin! Er komen regelmatig mensen op
mij af die vertellen dat ze ook een opa
of oma hadden met een mooi verhaal,
maar dat die inmiddels overleden zijn
en ze niet meer zo goed weten hoe het
precies ging. Neem het daarom altijd
op. Wacht ook niet met het uitschrijven
van die opnames, want je weet niet welke
kant het uit zal gaan als iemand een
verhaal vertelt. Tijdens het uitwerken
komen er ongetwijfeld allerlei vragen
naar boven en dan kun je direct teruggaan
om die te stellen. Mijn opa was al
overleden toen ik begon met schrijven
en ik vond het echt jammer dat ik hem
niets meer kon vragen. Mocht je op een
gegeven moment alle informatie hebben,
dan is het belangrijkste om een
strak schrijfritme aan te houden. Je
moet er ruimte voor maken en je eraan
houden. Uiteindelijk gaat het misschien
wel meer om prioriteit dan tijd.’
Khalid Mourigh (1981) is taalonderzoeker
bij het Meertens Instituut. Hij deed
onderzoek naar het Ghomara Berber,
het Riffijns Berber en Marokkaans-
Nederlandse straattaal en verzorgt
regelmatig gastlessen over straattaal.
Vorig jaar debuteerde hij met De gast uit
het Rifgebergte, waarin hij het levensverhaal
van zijn grootvader optekent.
01 2022 Schrijven Magazine | 23
TIPS SCHRIJFWEDSTRIJD
Zo win je een
schrijfwedstrijd
jurylid geeft tips
Je hebt besloten mee te doen aan een schrijfwedstrijd, want het winnen van
een schrijfwedstrijd geeft je schrijfcarrière een enorme boost. Maar hoe pak
je dit het beste aan? Jowi Schmitz, auteur en jurylid van schrijfwedstrijden,
geeft je vijf tips waarmee je je kansen om te winnen vergroot.
24 | Schrijven Magazine 01 2022
TIPS SCHRIJFWEDSTRIJD
© KIKA BOOY
Die existentiële twijfel die
je nu voelt betekent dat je er
klaar voor bent. Denk ik.
Jowi Schmitz
1
Zet de deadline eerder in
je agenda
Zet de deadline zes dagen vroeger
in je agenda. Geloof in deze
deadline alsof het de echte is. Werk
ernaartoe. Schrijf door tot de dag van
jouw hoogstpersoonlijke deadline aanbreekt.
Je bent helemaal klaar met je
verhaal, je bent supergelukkig, de envelop
(al dan niet digitaal) al warm kloppend
in je hand. STOP!
2
Laat anderen jouw
verhaal aan je voorlezen
Grijp een voorbijganger, een
vriend, een geliefde en schuif
het verhaal over tafel. Vraag zo vriendelijk
mogelijk: ‘Wil je dit verhaal aan
me voorlezen?’ Idealiter weet die ander
niet eens dat jij de schrijver bent.
Ga zitten en luister. Zorg dat je na het
laatste woord nog even stil blijft, om
je verhaal te laten resoneren. Als de
3
Verander niet alleen de
hoofdlijnen
Herschrijf ook op andere lijnen
dan de hoofdlijnen. Zoals een
bouwer van een bloemencorso nog
even een roosje in een gigantische
Mickey Mouse schikt, zo schik jij je
verhaal. Schrap je stopwoordjes. Wissel
lange zinnen af met hier en daar een
korte zin. Geef een speelse knipoog aan
de jury: is de lucht blauw? Maak dan
ook het overhemd van die knappe man
blauw en, vooruit, het boek dat hij leest
heeft een blauwe kaft. Neem je voor dat
je dat lijntje in een interview later, als je
eenmaal gewonnen hebt, ‘je blauwe
lijntje’ noemt.
4
Neem je verhaal op
Klaar met herschikken? Pak
een opnameapparaat en neem
je verhaal op. Hou een pen bij
de hand en kras de zinnen weg die je
nog niet bevallen. Niet somber worden.
Zorg dat je na het laatste
woord nog even stil blijft, om
je verhaal te laten resoneren.
Maar nee Jowi, wat een stomme tip,
mijn verhaal loslaten, zo vlak voor de
deadline? Dat kan ik niet!
Vooruit. Duik dan nog even de kroeg in
met een vriend. Vertel over je verhaal,
wees gedetailleerd, leg alles wat je
dwarszit op tafel. Verzin samen nog wat
nieuwe routes, woestere eindes, grotere
liefdes. Schrijf het allemaal op in die
handige notitieapp op je telefoon, die je
toch altijd al bij je hebt omdat die dingen
goud waard zijn.
5
Niet twijfelen, gewoon
doen
De dag van de officiële deadline,
je hebt een fikse kater en
begrijpt de helft van de aantekeningen
die je gisteravond maakte niet meer. De
vriend met wie je in de kroeg zat heeft
zijn telefoon nog uit staan. Dat is beter,
want daardoor voeg je uitsluitend nog
wat nutteloze zinnen toe, en ben je te
moe om al het prachtige wat je de afgelopen
maanden hebt opgebouwd op het
laatste moment te slopen. Die existentiële
twijfel die je nu voelt betekent dat je
er klaar voor bent. Denk ik. Dus doe
het maar. Stop je verhaal in de digitale
envelop, geef de monitor een kus. Druk
op ‘versturen’.
Ik zal voor je duimen.
voorlezer je vervolgens snikkend om
de hals valt omdat het zo mooi is,
verstuur je verhaal en geniet van het
feit dat je vroeger dan de officiële
deadline klaar bent. Daar mag je zeker
een beetje over opscheppen. Zo niet?
Herschrijf.
Je hebt nog twee dagen. Besluit om de
rest van de dag - en vooruit, morgen
ook - je verhaal even weg te leggen.
Heb je nog prangende vragen? Stel ze
jezelf voor je gaat slapen, goeie kans
dat je morgen met de antwoorden wakker
wordt. Echt waar.
Jowi Schmitz is auteur, geeft schrijflessen
op basisscholen en jureert bij
schrijfwedstrijden. Je kent haar wellicht
van het kinderboek Beste Broers. In
het kader van dit boek heeft Schrijven
Online in 2020 een schrijfwedstrijd
georganiseerd met Schmitz als jurylid.
01 2022 Schrijven Magazine | 25
WORKSHOP
HISTORISCHE FICTIE
Breng het verleden
tot leven
Historische verhalen doen het beter dan ooit. De nieuwe van Simone van der
Vlugt of Annejet van der Zijl belanden vaak meteen hoog in de bestsellerlijst.
Wegduiken in een andere tijd, een andere omgeving - die verleiding kunnen
veel lezers niet weerstaan. Als schrijver van een historisch verhaal heb
je iets wat andere schrijvers niet hebben: een leidraad. Historische feiten
vormen het raamwerk waarmee jij je creativiteit mag verweven. Hoe?
Schrijfster Anita Larkens geeft je handvatten.
26 | Schrijven Magazine 01 2022
WORKSHOP
Misschien heb je het
televisieprogramma
Verborgen Verleden
weleens gezien. Dan
weet je dat juist die
man of vrouw in de
familielijn eruit gepikt wordt die iets
interessants te vertellen heeft. Deze
persoon heeft bijvoorbeeld in de gevangenis
gezeten, of is een zeeheld geweest.
Maar het kan ook veel kleiner. Je kunt
prachtig beschrijven hoe iemand een
interne worsteling voert. Denk dan wel
om de context. Een lezer wil ook lucht
in het verhaal. Wissel persoonlijke
bespiegelingen af met een reis, een
bezoek, een feestavond, een toevallige
ontmoeting. Je verhaal krijgt er levendigheid
door, bij de lezer worden verwachtingen
gewekt.
Er zijn verschillende boeken die zo’n
interne worsteling voortreffelijk beschrijven.
Een voorbeeld is de roman
Zijn bloedige plan van de Schotse
schrijver Graeme Macrae Burnet. Hij
was zo inventief om zijn verhaal als een
toevallige ontdekking neer te zetten. Bij
archiefonderzoek naar zijn voorouders
stuitte hij op rechtbankverslagen over
een drievoudige moord in 1869. Het
verhaal dat hij daaromheen verbeeldt,
is dat van ene Roderick Macrae, die op
verzoek van zijn advocaat in de gevangenis
zijn memoires opschrijft. Indertijd
waren arbeiders als Roderick nauwelijks
geschoold, maar de lezer zet dat
gegeven gauw aan de kant. Over de
memoires schrijft de auteur van het
boek: ‘Dat Roderick ze had kúnnen
schrijven, wil natuurlijk nog niet zeggen
dat hij dat daadwerkelijk heeft gedaan.’
Het is aannemelijk dat de schrijver het
verhaal dat om het rechtbankverslag
heen is geschreven, zelf heeft geconstrueerd.
Hij sleurt de lezer mee in het
armoedige bestaan van een boerenzoon,
in een landbouwgemeenschap
die wordt beheerst door landheren en
meiers. Er wordt genomen en genomen
van de misdeelde vader van Roderick,
totdat de jongen het niet langer kan
verdragen. Voor de lezer is de schrijfstijl
een genoegen, of, zoals een recensent
van de Irish Times schreef: ‘De
feiten, gebaseerd op een waargebeurd
voorval in het negentiende-eeuwse
Schotland, worden bijna irrelevant, zo
goed is de ongewoon heldere verhalende
proza.’
Kortom, belangrijk is niet alleen over
wie je schijft, maar vooral hoe je het
verhaal vertelt.
OEFENING 1
1. Schrijf over een gebeurtenis in het
(verre) verleden. Stoor je nog niet
aan details, maar laat het personage
tot leven komen.
2. Heb je het personage op papier
staan, schrijf er een omgeving omheen.
Is je hoofdpersoon binnen,
beschrijf de (woon)kamer, het zicht
door de ramen, het vuur in de kachel,
de pan op het fornuis.
Is hij buiten, vang dan de beelden in
woorden. Zijn er wolken, bomen,
gebouwen? Is het warm of koud?
Lopen er mensen op straat? Wat
hebben ze aan? Rijden er voertuigen?
3. Ben je tevreden over je (deel)verhaal?
Zoek dan uit (op Google, in de
bibliotheek, in het archief) of dat
wat jij schetst overeenkomt met
feiten. Was de fiets al uitgevonden?
Was de lantaarn al elektrisch? Bestonden
er verharde wegen? Welke
raambekleding was gangbaar?
(Je kunt ook eerst de feiten uitzoeken,
zodat je ze meteen in het verhaal
mee kunt nemen. Pas wel op
dat je niet afgeleid wordt door de
hoeveelheid aan informatie. Niet
alles hoeft erin!)
4. Lees het verhaal nog eens door.
Komt je personage nog steeds goed
tot zijn recht, of doet je omgevingsbeschrijving
afbreuk aan de kern
Handige websites:
www.delpher.nl
Gedigitaliseerde teksten uit Nederlandse
kranten, boeken en tijdschriften vanaf de
zeventiende eeuw.
www.cbg.nl
Centrum voor familiegeschiedenis. Op de
website kun je zoeken in verzamelingen, de
bibliotheek, stambomen, familiewapens,
familienamen en WieWasWie. Ook als je
schrijft over niet-familieleden, kun je hier
veel vinden.
www.genealogieonline.nl
Onderzoek je voorouders. Maar ook: lees
over een door jou gekozen dag in de
geschiedenis, de gebeurtenissen, het weer.
van wat je wil vertellen?
5. Schaaf je verhaal zo nodig bij.
Vorm
Het is een interessante - en populaire
- vorm van historische fictie, die waarbij
ware gebeurtenissen als basis worden
gebruikt. In De dood van Harriet
Monckton schrijft de Britse thrillerauteur
Elizabeth Haynes over een
moordzaak uit 1843. Omdat er vele
verdachten waren, maar de zaak nooit
is opgelost, stond het de schrijfster vrij
om haar eigen fantasie erop los te laten.
Zij doet dit vanuit vier verschillende
perspectieven: drie mannelijke en een
vrouwelijke. Door de perspectiefwisselingen
ontstaat er dynamiek in het verhaal.
Als lezer zoek je naar aanwijzingen
van schuld in de persoonlijkheden
van de vertellers.
Oude gebruiken en gewoonten kunnen
ook een bron van inspiratie zijn. Thomas
Rosenboom is een meester in de
anekdotische proloog. Zo begint Publieke
Werken met het veroveren van
een eigen stukje veengrond in Drenthe,
het bouwen van een plaggenhut en het
01 2022 Schrijven Magazine | 27
5
redenen om te kiezen voor
manuscriptbeoordeling
van Schrijven Magazine
1Je manuscript wordt beoordeeld door
professionele redacteuren die jarenlange
ervaring hebben met auteursbegeleiding en
uitgeverijen.
2Je wordt niet alleen een betere schrijver, je
ontdekt ook wat de kansen zijn van je
manuscript. Is het – na wat kleine
aanpassingen – al goed genoeg om op te
sturen naar een uitgeverij? Of is er een
herschrijfronde nodig?
3In een persoonlijk adviesgesprek kun je
uitgebreider ingaan op de schriftelijke
beoordeling van je manuscript.
4Wij beoordelen manuscripten in alle
denkbare genres. Van kinderboek of Young
adult tot literaire roman of verhalenbundel.
En van thriller of chicklit tot dichtbundel.
5Ook onvoltooide manuscripten worden
beoordeeld.
Boek nu!
schrijvenonline.org/manuscriptbeoordeling
Schrijven Magazine | 1
WORKSHOP
maken en houden van het vuur. Dit
alles moest in één nacht slagen, anders
mocht de arbeidersfamilie er niet blijven.
Als er rook uit de geïmproviseerde
schoorsteen bleef komen, was je gevestigd
in het veengebied.
Als in de nacht ergens op het veld een
hut wordt gebouwd, en er is voor zonsopgang
vuur en rook in de schoorsteen,
dan is er rechtens geen mogelijkheid
meer de bouwer nog van die
plaats te verdrijven.
Eerder al deed de schrijver iets soortgelijks
in Gewassen Vlees, door een
wreed vermaak uit de achttiende eeuw
te beschrijven: notendoppen met pek
aan de poten van een kat kleven en
deze op het gladde ijs zetten.
OEFENING 2
1. Zoek naar een gewoonte of gebruik
uit de periode en de streek waarover
je schrijft. Dat kan zoiets simpels
zijn als de avondmaaltijd. Waar bestond
die uit?
2. Schrijf in een paar zinnen over deze
gewoonte of dit gebruik. Bijvoorbeeld:
‘In het dorp aten ze bruine
bonen met aardappelen. De bonen
kwamen uit de moestuin, de aardappelen
waren restanten van de aardappeloogst
van de boer aan de rand
van het dorp.’
Dit op zich kleine gegeven kun je
prachtig uitwerken in een scène. Wie
zaten er aan tafel? Lag er een kleed
op tafel? Welk servies werd gebruikt?
Hoe rook het eten in de pan?
Was het heet (zag je het dampen)?
3. Een belangrijke tip voor een historisch
verhaal - eigenlijk voor elk
verhaal - is om zoveel mogelijk zintuigen
in te zetten. Wat hoor je, wat
zie je, wat ruik je, wat proef je, wat
voel je? Laat je verbeelding spreken!
Gebruik je zintuigen
Er bestaan nogal wat misverstanden
over historische fictie. Geschiedenis
zou taai en saai zijn. Niets is minder
waar. Jij als schrijver kunt het verleden
tot leven brengen door er geur en kleur
in aan te brengen. Al is het leven van je
hoofdpersoon nog zo moeizaam, er zijn
genoeg visuele prikkels in zijn omgeving.
Hij kan bijvoorbeeld blij worden
van een mooie blauwe lucht na dagenlang
naar een dik wolkendek te hebben
gekeken. Beschrijf de glans van de
vacht van een paard, de schittering op
het water van de rivier, de kleur van de
bloesem in het veld. De lezer zal zich
meer verbonden voelen met de hoofdpersoon
als hij zich naast hem voelt
staan, door zijn ogen kijkt. Maar vergeet
ook de andere zintuigen niet! In De
kaasfabriek kenschetst Simone van der
Vlugt de opluchting om weg te zijn van
de stinkende stad eind negentiende
eeuw.
Het is zomer en de lucht is vol van
geuren. In Amsterdam kan ze hartstochtelijk
verlangen naar de rust en
schone lucht van het platteland. Vooral
’s zomers is het in de stad met al die
fabrieken en stinkende grachten niet
uit te houden. In de omgeving van
Purmerend ruikt het naar mest, koeien,
hooi en de wilde bloemen in bermen
en langs sloten.
Annejet van der Zijl zet in haar trans-
Atlantische familiekroniek Fortuna’s
kinderen meteen de sfeer, door al in
haar proloog een zintuiglijk beeld te
gebruiken:
Het is nog vroeg in de ochtend. Boven
de rivier de Cooper kleurt de dageraad
de hemel roze, de eerste vogels kwetteren
en de koelte van de nacht heeft nog
niet plaatsgemaakt voor de zware
vochtige hitte van de dag.
OEFENING 3
Maak voor jezelf een lijstje met de levensomstandigheden
van je hoofdpersonen.
Bijvoorbeeld:
• Wat voor kleding droegen ze?
• Wat aten ze?
• Welke bedreigingen waren er (ziektes,
werkeloosheid, criminaliteit)?
• Waarmee verdienden ze hun inkomen?
• Hoe zag hun huis, hoe zag hun omgeving
eruit?
• Hoe was de levensbeschouwing (rol
van de kerk, bijgeloof)?
• Hoe is de maatschappij en de politiek
van het land?
• Wat waren de sociale regels voor
mannen en vrouwen?
Beantwoord deze vragen uitgebreid en
besteed daarbij veel aandacht aan opmerkelijke
details en weetjes die ook
voor de lezer verrassend zullen zijn.
Anita Larkens
publiceerde eerder het
non-fictieboek
De volmaakte vrouw en de
literaire thrillers Schaduwdochter,
De betrokkenen en De
dagen. Daarvoor was ze copywriter
en eigenaar van een reclamebureau. Anita woont
met haar man en jongste zoon in Bedum, bij
Groningen. De historische roman Geboortelot, die
begin maart verschijnt, is gebaseerd op haar eigen
familiegeschiedenis.
© MARIËTTE HINGSTMAN
01 2022 Schrijven Magazine | 29
BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (9)
Personages
en hun omgeving
In de cursus ‘Basis creatief schrijven’ komen de belangrijkste aspecten
van het schrijven aan bod. In de negende les leert Kathy Mathys je aan
de slag te gaan met personages.
1. Opwarming
Welkom bij deze basisopleiding creatief
schrijven. In deze serie besteden we
aandacht aan de technische kneepjes
van het vak. Wie geen schrijfervaring
heeft, kan gewoon meedoen, maar ook
voor ervaren schrijvers vormen deze
lessen een fijne opfrissing. We beginnen
met twee losse oefeningen.
Van Judith Herzberg verscheen ooit een
doosje met versregels geschreven door
de dichteres: Weet je wat ik ook nooit
weet. Elk kaartje in het doosje bevat
een dichtregel. Heel inspirerend voor
schrijvers. Ga 8 minuten freewriten en
gebruik deze dichtregel van Herzberg
als inspiratie. Leef je uit:
Ze voelde veel meer voor de vijand
dan...
30 | Schrijven Magazine 01 2022
BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (9)
Kijk naar het meisje dat afgebeeld staat
op onderstaand schilderij. Laat je verbeelding
nu los op de foto en beantwoord
de volgende vragen:
a. Van welk moment van de dag houdt
zij het meest?
b. Wat zijn haar avondrituelen?
c. Voor wie zou ze door het vuur gaan?
d. Wie of wat zit haar in de weg?
2. Het personage in zeer korte
verhalen
In aflevering 2 van deze basisreeks ging
het ook al over personages. We verkenden
ze door middel van een interview,
schreven een innerlijke monoloog om
hun binnenwereld te verkennen en
lieten het personage aantreden in enkele
verhaalfragmenten. In deze aflevering
van de basisreeks gaan we het
personage verder uitdiepen en daarbij
besteden we aandacht aan het personage
en zijn omgeving. We laten het personage
aantreden in een zeer kort verhaal,
ofwel ZKV, en schrijven fragmenten
die deel kunnen uitmaken van langer
werk.
Een ZKV is een tekst die zo kort is dat
je je personage niet helemaal hoeft uit
te diepen voor je kan gaan schrijven.
De lengte van deze zeer korte verhalen
varieert. Ze kunnen enkele regels tellen,
maar ook oplopen tot ongeveer 750
woorden.
In Writing Alone and with Others legt
Pat Schneider het verschil uit tussen
een anekdote en een ZKV (flash fiction
in het Engels): ‘Een anekdote laat je
achter met een onvoldaan gevoel. Het
zeer korte verhaal is compleet.’
Niet iedereen zal het eens zijn met deze
definitie. Ook een zeer kort verhaal kan
immers vragen oproepen. Toch zit er
beslist een kern van waarheid in: het
zeer korte verhaal is intens, compact,
elk woord telt, het is af. Een ZKV hoeft
geen traditionele plot te hebben. Soms
lijkt een ZKV meer op een grap, een
gedachte of een filosofische bespiegeling.
Kijk maar naar deze voorbeelden
van Lydia Davis:
Het niet met elkaar eens - Lydia Davis
Hij zei dat zij het niet met hem eens
was. Nee, zei zij, dat was niet waar,
hij was het niet met haar eens. Dit
ging over de hordeur. Dat die niet
open moest blijven staan was haar
idee, vanwege de vliegen; het zijne
was dat hij meteen ’s morgens vroeg,
als er geen vliegen op het balkon waren,
open kon blijven staan. Trouwens,
zei hij, de meeste vliegen komen uit
andere delen van het gebouw: hij liet
er waarschijnlijk zelfs meer naar
buiten dan naar binnen.
Eenzaam – Lydia Davis
Niemand belt me. Ik kan het antwoordapparaat
niet afluisteren omdat
ik al die tijd hier ben geweest. Als ik
wegga, belt er misschien iemand terwijl
ik weg ben. Dan kan ik het antwoordapparaat
afluisteren als ik terugkom.
OEFENING 1
Kijk opnieuw naar de foto van het personage
uit de tweede opwarmingsoefening.
Bekijk ook je antwoorden op de
bijhorende vragen. Schrijf nu een ZKV
over dit personage of vanuit dit personage.
Je kiest dus zelf of je de eerste
(ik) of derde (hij/zij) persoon gebruikt.
3. De wereld van je personage
Voor zeer korte verhalen volstaat het
om je te beperken tot een bondige
verkenning van het personage. Bij langere
verhalen ligt dat anders. Voor
onderstaande oefening ga je op zoek
naar een afbeelding van iemand die kan
dienen als personage. Je mag ook gebruikmaken
van een personage uit een
verhaal waar je mee bezig bent.
OEFENING 2
In zijn essay Real Life (uit The Creative
Writing Coursebook) schrijft Paul
Magrs dat hij inspiratie voor verhalen
vindt in glossy’s en damesbladen. Daarin
staan vaak rubrieken waarin lezers
vertellen over hun probleem of over
een inzicht dat ze hebben opgedaan. Ze
leggen als het ware de biecht af. Soms
gaat het over een geheime liefde of over
hoe ze het leven aankunnen ondanks
een groot verlies/gemis.
Stel nu dat jouw personage in een dergelijk
artikel zou getuigen, wat zou hij
of zij dan vertellen? Ga op zoek naar de
kern van zijn of haar leven en laat je
personage vertellen. Maximaal 400
woorden.
OEFENING 3
Werk je met een personage waarmee je
al een tijd aan de slag bent, dan heb je
wellicht voldoende voeling met hem of
haar om de volgende oefeningen (vanaf
oefening 4 dus) te maken. Is dat niet zo,
dan kun je best je personage wat meer
verkennen door na te denken over een
naam, leeftijd, beroep, tijd waarin het
personage leeft (nu of in het verleden?),
passies, angsten, familiale omstandigheden,
sociaal netwerk, woonplek.
OEFENING 4
In deze oefening kijk je naar de wereld
van je personage. Personages wonen
>
01 2022 Schrijven Magazine | 31
BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (9)
niet in een vacuüm, ze hebben connecties,
beroepen, ze reageren op hun
omgeving. Laat je personage de volgende
vragen beantwoorden. Beperk je
niet tot een kort antwoord. Schrijf door.
Deze oefening is bedoeld om dichter bij
je personage te komen.
a. Hou je meer van de stad of van het
platteland? Is dat altijd zo geweest?
b. Wat betekent de natuur voor je?
c. Speelde je als kind het liefst binnen of
buiten? Welke spelletjes speelde je?
d. In welk landschap kom je het meest
tot rust? Waarom? Beschrijf het landschap
door middel van zintuiglijke
details.
e. Wat voor omgeving vind je beklemmend?
Waarom? Beschrijf door middel
van zintuiglijke details.
f. Als geld geen enkele rol zou spelen,
naar welke plek zou je dan graag
verhuizen? Waarom?
g. Heb je graag mensen om je heen?
Hoeveel contacten heb je nodig?
h. Op welke manier geef je invulling aan
je vriendschappen?
i. Welke relatie heb je met je ouders en
eventuele broers en zussen? Wees
concreet, geef voorbeelden. Is die
relatie veranderd in de loop der tijd?
j. Wat voor relatie heb je met je eventuele
partner en kinderen? Beschrijf zo
gedetailleerd mogelijk. Is die relatie
veranderd in de loop der tijd?
Zelfs als je geen historische romans
schrijft of verhalen over astronauten,
dan is de kans groot dat je research
moet doen wanneer je je personage
echt van binnenuit wil leren kennen.
Het kan zijn dat je meer te weten moet
komen over het beroep van een personage
(Hoe gaat het eraan toe in een
ziekenhuis? Hoe lang gaat een taxichauffeur
door voor hij pauze neemt?),
over zijn of haar passie (vogels bestuderen,
taarten bakken naar historisch
recept, tuinieren), enzovoort.
Ben je inmiddels gebotst op een onderwerp
waar je research naar kan doen?
Wellicht is dit onderwerp zo belangrijk
dat het een rol zal spelen in het verhaal.
Zo zou een verpleegster met nachtwacht
een oude schoolvriendin kunnen
aantreffen in het ziekenhuis, iemand die
het verhaal aanzwengelt. Of zo zou een
boswachter kunnen botsen op een wolf,
een dier dat op weinig begrip kan rekenen
van de naburige schapenhouder.
OEFENING 4
Ga research doen over een onderwerp
dat verbonden is met je personage.
Denk aan de raadpleging van internet,
bibliotheken en boeken, maar ook aan
interviews met mensen die meer afweten
over dit onderwerp.
OEFENING 5
Schrijf nu twee fragmenten waarin je
personage aantreedt.
• In het eerste stuk bevindt je personage
zich in het landschap waar hij of
zij het meest tot rust komt. Beschrijf
zowel het landschap als de gedachten
van je personage. 400 woorden.
• In het tweede fragment laat je op een
ongedwongen, natuurlijke manier
zien dat je onderzoek hebt gedaan. Je
schrijft bijvoorbeeld een stukje waarin
je personage aan het werk is of zijn
hobby uitoefent. Zorg dat je schrijft
op een manier die verbergt dat je
research hebt gedaan. Het onderwerp
waarnaar je research hebt gedaan
hoeft niet centraal te staan, het kan
ook de achtergrond vormen in het
fragment. 400 woorden.
In The Passionate, Accurate Story
schrijft Carol Bly: ‘Het is niet altijd
nodig om affectie te voelen voor je
personage, maar het is wel altijd nodig
om geïnteresseerd te zijn.’ Wanneer je
kijkt naar je eigen leeservaringen zul je
ontdekken dat sommige van de meest
memorabele personages weliswaar
boeiend zijn maar niet per se sympathiek.
Denk aan Smeagol uit The Lord
of the Rings of aan Tom Ripley uit The
Talented Mr. Ripley.
32 | Schrijven Magazine 01 2022
BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (9)
Voor de volgende oefening ga je de cast
van je potentiële verhaal uitbreiden.
Misschien is het personage waarmee je
werkte in de vorige oefeningen sympathiek,
misschien niet. Hoe je het ook
hebt aangepakt, in de volgende oefening
laat je een personage zien met
stekels. Hij of zij is niet meteen minzaam
of lief. Zorg ervoor dat je een
personage creëert dat dicht bij je personage
uit de vorige oefeningen staat.
Misschien is het een familielid, een
vriendin of buur. Om het voor jezelf
makkelijker te maken, kan je op zoek
gaan naar een foto van het tweede
personage. Om je tweede personage
beter te leren kennen, kun je hem dezelfde
vragen stellen als in oefening 3.
Wanneer je dit gedaan hebt maak je
oefening 6.
OEFENING 6
Schrijf een monoloog in de eerste
persoon vanuit dit nieuwe personage.
Laat hem of haar vertellen over je
eerste personage. Als schrijver is het
belangrijk om je te kunnen inleven in
allerlei soorten personages, ook in
mensen die je zelf niet graag mag.
OEFENING 7
Nu ga je twee dialogen schrijven tussen
je personages uit de vorige oefeningen.
• In de eerste dialoog zijn de personages
te zien in het lievelingslandschap
van je eerste personage.
• In de tweede versie bevinden ze zich
op de plek die je hoofdpersoon als
beklemmend ervaart (zie oefening 4).
Denk in beide gevallen na over deze
vragen: waarom zijn ze daar? Wat doen
ze daar? Wat gebeurt er? Krijgen ze
ruzie of gebeurt er iets anders? Kijk
welke impact het landschap heeft op de
personages. Je hoeft landschap overigens
niet noodzakelijk te interpreteren
als natuurschoon. Een landschap kan
zich ook binnen in een huis bevinden,
ook een stad is een soort landschap.
Er zijn twee soorten verhalen:
verhalen waarin iets dramatisch
gebeurt en verhalen waarin
pas achteraf een personage
doorheeft hoe belangrijk een
bepaalde gebeurtenis uit het
verleden was.
gorie geeft hij D.H. Lawrence, die graag
gebruikmaakt van ‘luide dramatische
scènes’. Alice Munro is een voorbeeld
van de tweede categorie. In haar verhalen
komen de personages op een stille
manier en vaak jaren na een gebeurtenis
tot inzicht.
OEFENING 8
Schrijf een scène waarin je personage
tot een belangrijk inzicht komt. Doe dit
op een vertonende manier, door dicht
bij het personage te blijven, zintuiglijke
details te gebruiken. Ga niet oordelen.
Klink niet belerend. Denk zelf na welke
aanpak past bij je personage. Een stille
zoals bij Alice Munro of een luide zoals
bij D.H. Lawrence. 500 woorden
EINDOEFENING
Je hebt in deze workshop een hoop
materiaal verzameld en een aantal
fragmenten geschreven. Kijk of je voldoende
hebt voor een wat langer verhaal,
geen zeer kort verhaal van enkele
regeltjes, maar een verhaal van 1500 of
meer woorden. Kijk wat past bij je
personage.
Oordeel dus niet over dit personage
en zijn gedachtegangen. Doe dit door
middel van een freewrite. Zet je kookwekker
op 10 minuten.
Paul Magrs schrijft in zijn memoir over
schrijven The Novel Inside You. Writing,
Reading and Creativity dat er
twee soorten verhalen zijn: verhalen
waarin iets dramatisch gebeurt waardoor
het personage tot nieuwe inzichten
komt en verhalen waarin pas achteraf,
soms jaren later, een personage
doorheeft hoe belangrijk en doorslaggevend
een bepaalde dag uit het verleden
was. Als voorbeeld voor de eerste cate-
Kathy Mathys is schrijfster, literair
journalist en docent creatief schrijven.
www.kathymathys.nl
01 2022 Schrijven Magazine | 33
WAT DOET EEN REDACTEUR? (9)
Wat doet een redacteur en hoe kijkt hij of zij aan tegen manuscripten van
beginnende schrijvers? In deze serie geeft Peter de Rijk, zelf al meer dan 25 jaar
redacteur, onder meer bij uitgeverij In de Knipscheer, tips en advies. In deze
aflevering: hoe zorg je ervoor dat je alles ziet?
Leren observeren
Waar het kijken bij
een schilder,
tekenaar of
beeldhouwer
vanzelfsprekend
lijkt, verwacht je
dat het bij een schrijver of dichter
minder belangrijk is. Die is immers
bezig met natuurlijk klinkende dialogen,
de spanningsboog van het verhaal,
het plot of zijn personages. Toch
blijkt observatie en het zich bewust
zijn daarvan bijzonder belangrijk voor
de juiste woordkeuze en details die
anders over het hoofd worden gezien.
Een mens blijkt namelijk geneigd om
woorden te kiezen die voor de hand
liggen, net zoals een kunstenaar vaak
tekent wat hij denkt te zien. Pas bij
nadere observatie blijkt een lichaamsdeel,
zeker wanneer er sprake is van
verkorting, er heel anders uit te zien
dan we denken. Door vast te leggen
wat we echt zien kunnen we de werkelijkheid
benaderen. Een schrijver
moet dus leren zien. Alleen zo kan hij
de juiste woorden kiezen en kleuren
en materialen benoemen.
Dubbeltalenten als de schrijver/dichter
en beeldend kunstenaar Armando zijn
gezegend. Niet voor niets werd hij beroemd
door zijn ‘schuldige landschappen’.
Hij schilderde ze, en beschreef ze
regelmatig. De bossen uit zijn jeugd
waren in zijn ogen medeschuldig aan
dat wat de mens in de Tweede Wereldoorlog
werd aangedaan. Hij zag iets
waaraan anderen voorbij waren gegaan.
Maakte een bos tot een organisme,
met ogen en oren, dat wist wat er
speelde. Het poëtische daarvan lag
kant-en-klaar voor het grijpen.
Inzoomen
Schrijvers die zich specialiseren zorgen
ervoor dat ze schrijven over datgene
wat ze echt kennen. Wilfried de Jong,
34 | Schrijven Magazine 01 2022
WAT DOET EEN REDACTEUR? (9)
meester op het gebied van de sportcolumn,
is daar een prima voorbeeld van.
Zijn wielerverhalen tonen naast kennis
van de sport ook zijn liefde ervoor. Maar
de andere sporten waarover hij schrijft,
wijzen vooral op de details waar het in
die sport om draait. Net als bij het
schrijven maken juist de details uit of
het tot een topresultaat kan leiden.
Soms helpt het om, naast
het nauwgezet bekijken, zelf
de handelingen van jouw
personage uit te voeren.
Neem zijn verhaal Nagels van Cruijff,
waarin hij de wereldberoemde voetballer
beschrijft. Eigenlijk valt er niets
nieuws over hem te vertellen. Alles is al
beschreven of geciteerd. De Jong observeert
en ziet zijn handen. Dat beeld
gebruikt hij op het moment dat de verlosser
van Barcelona bij hoge uitzondering
de regie uit handen heeft gegeven.
‘De grote duimnagel duwt de nagels van
de vingers een beetje los van het vlees
en laat ze terugschieten. Wijsvinger, tik.
Middelvinger, tik. Ringvinger, tik. Pink,
tik. En terug gaat de duimnagel weer.
Het gaat maar door, al een uur lang.’
Hoeveel beter werkt dit dan te schrijven:
Cruijff was zenuwachtig. Je bent er
op dat moment echt even bij.
Door in te zoomen op een detail kun je
net zo goed geïnspireerd raken. Wilfried
de Jong demonstreert dit met zijn verhaal
Isabella’s moedervlek. Hij vertelt
over Lance Armstrong, de wielrenner
die voor de zesde keer de Tour de France
kon winnen. Ineens ziet hij een stola
om een vrouwenhals. En die stola
wordt mooier omdat hij bij de bleke
huid van actrice Isabella Rossellini
hoort. Dan valt hem iets op. ‘Ik zag een
moedervlekje onder de stola naar me
knipogen in de voorjaarszon. Ik had
geen tijd meer voor het spellen van
interviews met Thierry Henry en Roger
Federer in de Franse sportkrant. Alle
sport kon me gestolen worden, ik concentreerde
me op het vlekje en associeerde
er lustig op los. Dit heuveltje op
de huid was het vulkanisch eiland
Stromboli waar haar ouders - de actrice
Ingrid Bergman en de regisseur Rober-
to Rossellini - tijdens het filmen verliefd
werden.’ Plotseling opent zich een hele
wereld voor de auteur…
Meerwaarde
Tijdens een workshop in het Engelse
Brockwood bestond de opdracht uit
het nauwkeurig observeren van de
ruimte waarin ik mij op dat moment
bevond. Mij werd aangeraden ook eens
door de knieën te gaan en vooral veel
aan te raken. Ietwat cynisch, omdat ik
hiermee een uur moest doorbrengen,
begon ik de ruimte in ogenschouw te
nemen. Wat mij tot dat moment de
illusie van een degelijk geconserveerd
landhuis gaf, bleek heel wat minder
onderhouden toen ik de verf op het
houtwerk en het behang op de muren
ging aftasten. Hier was duidelijk sprake
van achterstallig onderhoud. Onder
mijn voeten werd ik mij het berbertapijt
gewaar, zacht, warm en verend. Het
trappenhuis dat naar de hoger gelegen
etages leidde, bleek ‘fake’. Slechts een
etage lag boven mij. Een trapje naar
een nabijgelegen kamer voedde de
indruk van meer. Slim bedacht, net als
de marmeren pilaren die, na betasten,
van hout bleken te zijn en door een
vakman beschilderd.
Niets was wat het was. Na een uur
beter kijken dan ik ooit had gedaan,
vielen mij de schellen van de ogen.
Kunstenaars staren zonder enig probleem
urenlang naar een landschap of
een model. Wij schrijvers zijn wel heel
gemakzuchtig…
De volgende opdracht was om op te
schrijven wat ons het meest bijzonder
leek, om vervolgens de beste observaties
in een verhaal te gebruiken. Sindsdien
bezoek ik iedere locatie die in een
verhaal of roman gebruikt gaat worden,
fotografeer ik veel, maar bekijk ik des
te meer. Alles wat je ziet kan van meerwaarde
zijn tijdens het schrijven. Neem
dat landhuis in verval. Je kunt het als
metafoor van de bewoner gebruiken.
Eens vol grandeur en macht en nu
vervallen, oud en wachtend op de
sloophamer.
Soms helpt het om, naast het nauwgezet
bekijken, zelf de handelingen van
jouw personage uit te voeren. Het echtpaar
waarachter de thrillerschrijver
Lars Kepler schuilt, vertelde mij hoe
menig vechtscène door hen in de huiskamer
was geoefend. Zo kwamen ze
erachter hoe het voelde en of het moge-
01 2022 Schrijven Magazine | 35
WAT DOET EEN REDACTEUR? (9)
lijk was binnen de ruimte waar het
verhaal zich afspeelde. Schrijfster Pauline
van Munster blijkt in haar laatste
roman Hannah en ik uitstekend op de
hoogte te zijn van het reilen en zeilen
van een broodjeswinkel. Haar beschrijving
van de voorbereidingen op een
drukke dag komen levensecht over. Je
ziet het voor je. ‘Op de broodplank voor
me liggen twintig verse witte puntjes
opengesneden op hun rug. Met een
lepel vol boter smeer ik ze in. Het verse
brood krult op onder de beweging.
Indien ik te ruw ben, blijft er geen binnenkant
meer over, indien ik het te
zacht doe, blijft er geen boter achter.
De worsten- en saucijzenbroodjes liggen
uitgestald op een zilverkleurige
schaal, klaar om in de magnetron verwarmd
te worden. De koffie pruttelt.’
Let eens op de details: het woord puntjes,
het smeren met de lepel en hoe je
dat doet, het opkrullen, het pruttelen.
Overal gebruikt ze het juiste woord.
Met een paar regels geloof je dat de
auteur al jaren in een broodjeszaak
heeft gewerkt. Die illusie, daar gaat het
om. Echtheid.
Aanschouwen
Zodra we op vakantie zijn, lijken we
scherper te kijken. Alles zien we alsof
het nieuw is. Rodaan Al Galidi, ooit
asielzoeker, inmiddels een geliefde
Dit is waar het
in schrijven om
gaat: alert zijn
op alles wat ons
omringt en daar de
juiste woorden bij
vinden.
auteur, beschreef in zijn roman Hoe ik
talent voor het leven kreeg Nederland
met de ogen van asielzoeker en buitenstaander
Semmier Kariem. Ons land
ziet er ineens heel anders uit: ‘In Nederland
leek het alsof de auto’s geen toeter
hadden of dat het verboden was te
toeteren. Ook leek Nederland niet op
een land, maar op een grote stad, want
tussen de steden waren geen woestijn,
bergen of valleien. De mensen droegen
overal hetzelfde soort kleren, het weer
was precies hetzelfde en er was geen
tijdsverschil. (…) Een van de dingen
die ik zag was dat er in de families een
wonderlijke duidelijkheid bestaat in
hun omgang met elkaar. De kinderen
van de familie Bouma waren gelijk, of
tenminste, zo zag het er voor mij uit. In
Iraakse families heb je altijd het mooiste
kind, de stoerste, de sterkste, de
slimste, de lelijkste, de stomste, de
ziekste, de favoriete, de langste, de
dikste. En altijd zijn er bijnamen.’ Rodaan
houdt ons de spiegel voor op een
manier die je wakker schudt. Alles wat
wij gewoon vinden, kun je heel anders
ervaren. Het is lachwekkend en pijnlijk
tegelijk. Je leert zowel het Iraakse leven
kennen als Nederland met de ogen van
nieuwe Nederlanders.
Stephan Enter combineert ‘aanschouwen’
met een rijk taalregister in zijn
door de lezersjury van de Gouden Boekenuil
bekroonde roman Grip. Hier is
het een Nederlander in Noorwegen die
scherp beschrijft wat hij ziet. ‘Hoe je
daar liep - in een tintelende naar radijs
ruikende bries die rechtstreeks van de
pool aanwoei, onder een hemel zonder
ook maar één condensstreep, blakend
van gezondheid met de smaak van een
grashalm of een slok smeltwater in je
mond en dan dat juichende, je overmoed,
de zekerheid dat je zó over alle
bergen van Europa kon lopen. (…)
Misschien dat een van hen een foto had
gezien van rijen haaientanden in een
ijzige zee - een titanische fossiele onderkaak.’
Alle zintuigen komen aan
bod, we voelen, ruiken, proeven, zien
en krijgen als toegift een schitterende
metafoor cadeau. Dit is waar het in
schrijven om gaat. Alert zijn op alles
wat ons omringt en daar de juiste woorden
bij vinden. We moeten dus schrijven
alsof we constant op vakantie zijn
of ergens asiel gevonden hebben. Met
die visie gaan we knallen!
36 | Schrijven Magazine 01 2022
Commercieel katern
‘Dank zij jou ging ik
in mijn boek geloven’
Schrijvers met uitgeefambities
Het schrijven van een boek vraagt doorzettingsvermogen
en durf. Op het moment dat je eraan toe bent om
het een ander te laten lezen, zal je duidelijk worden
hoe je boek overkomt. Van verschillende auteurs hoor
ik dat mijn manuscriptbeoordeling & -begeleiding
een ogenopener is. Zij prijzen mijn kunst van het
helpen ‘vlottrekken’ van een vastgelopen verhaal,
bijvoorbeeld. En door hen de gelaagdheid van hun
vertelling of personages te tonen, komen er inzichten
die leiden tot het meer eigen maken van het verhaal.
‘Dat schrijven emotie is,
dat heb ik van jou geleerd’
Gek genoeg zou ik mijzelf meer een lezer dan
een schrijver noemen, want ik kijk met een
timmermansoog naar teksten. Want personages
en passages moeten in het verhaal passen zodat
het klopt en de schoonheid van de vertelling zijn magische
werk kan doen. Want iedereen die zijn inspiratie
laat stromen is in staat om iets moois te maken, of
het nu een schilderij is of een boek.
Levensechte verhalen
Mijn kracht bij schrijfbegeleiding ligt bij het helpen
vinden van de structuur in je verhaal en je eigen stem
of pen zodat het boeit, ontroert of raakt. Voorop staat
jouw vertelling en stijl. Daarom leg ik geen regels of
wetmatigheden op, al geef ik toepasbare feedback en
mijn onderbouwde mening. Dat motiveert je om je
unieke verhaal te schrijven.
Als gecertificeerd Narratief Coach heb ik een voorliefde
voor levensverhalen en non-fictie, maar wie fictie
schrijft, baseert zich zeer waarschijnlijk op eigen ervaring
en vertelt daarmee over een thema dat levensecht
is.
Toscaanse gastvrijheid
Mijn Italiaanse achternaam betekent Welkom en past
goed bij me, omdat ik een open en toegankelijke manier
van communiceren voorsta. Maar ook omdat ik je
graag welkom heet tijdens de kleinschalige schrijfretraites
die ik ‘s zomers in Toscane organiseer en die al
jaren een begrip zijn.
Praktische informatie
• Schrijfbegeleiding in Amsterdam, Toscane of online
Zie voor info www.ilbene.nl of de facebookpagina
Schrijven in Toscane
• Ontmoeting in Amsterdam
Op 13 maart is de uitslag van de Eerste Schrijven in Toscane
Schrijfwedstrijd. Dat is een mooie gelegenheid om kennis te
maken met andere schrijvers. Geef je op, je bent van harte
welkom.
• Aanmelden en contact
Stuur een mail naar infobene@yahoo.com of bel
Elena Benvenuti: 06 51 42 86 46
Met een klik van je muis heb je me als schrijfcoach in huis
Commercieel katern
Bij Magonia
staan jij en
je werk
centraal
Aanpak
1 Schrijven kun je niet leren. Talent kun je echter
wel ontwikkelen. Maak gebruik van het positieve
effect van een professionele begeleiding. Bij mijn
aanpak staan jij en jouw werk centraal. Ik zoek
naar de essentie van je schrijverschap en de oorsprong
van je motivatie. Uiteindelijk gaat het om
wat jij te zeggen hebt en de vorm waarin dat het
beste tot uitdrukking komt.
2 Leg verbanden met andere kunstvormen: beeldende
kunst, muziek, dans, architectuur. Er is altijd
sprake van een wisselwerking tussen de verschillende
kunstdisciplines. Houd iemand bijvoorbeeld
veel van muziek, dan zal hij als vanzelf op het ritme
van zijn zinnen letten.
3 Laat je inspireren. Zoek een mogelijkheid om even
uit je dagelijkse beslommeringen te stappen. Rust
en creativiteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Fictie, non-fictie, poëzie: het gaat er altijd
om te zoeken naar de kern van wat je te zeggen
hebt.
4 Je krijgt zelf nieuwe ideeën door een bekende
auteur te horen praten over zijn aanpak, zijn
werk, maar ook over zijn onzekerheden en aarzelingen.
Een gesprek met een schrijver leidt vaak tot
een groter inzicht in hoe je zelf aan het werk bent.
Schrijven is een
manier van leven.
Tip
Maak af waar je aan begonnen bent. Naast
inspiratie en creativiteit is discipline minstens zo
belangrijk om tot een boek te komen. Aarzel niet
daarbij hulp te vragen.
Praktische informatie
Lex Jansen/Uitgeverij Magonia
Minrebroederstraat 10B
3512 GT Utrecht
06 53 10 50 31
l.jansen@orange.fr
www.magonia.nl
Je vindt ons ook op de sociale media
Meld je aan voor 1 mei. Dan is het eerste coaching gesprek kosteloos.
Anne Eekhout
Commercieel katern
Welk boek staat
jou voor ogen?
Dat is altijd de eerste vraag die ik aan (beginnende)
auteurs stel. Meestal heb je wel een
idee waarover je wilt schrijven, maar weet je
nog niet waar je boek precies over gaat. Dan heb je
een schrijfcoach nodig die niet alleen naar je tekst
kijkt, maar samen met jou op zoek gaat naar de rode
draad.
‘Jouw bemoeienis steunt mij
en tilt het verhaal op!’
Elk mens is anders, elk boek is anders
Daarom kijk ik niet alleen naar het verhaal, maar ook
naar jou als verteller. Waarom wil je dit boek schrijven?
Waar gaat het voor jou in wezen over? En waarom
vind je het belangrijk dat het er komt?
Mijn doel is om jou als (beginnende) auteur te
helpen het boek te schrijven dat jou ook echt
voor ogen staat. Elk begeleidingstraject begint
dan ook met het stellen van veel vragen.
Persoonlijke en professionele
aandacht
Persoonlijk contact maakt daarbij het verschil.
Als ik meteen kan reageren en jij ook, dan komen
we er samen pas echt achter wat voor jou
de belangrijke thema’s zijn. In overleg bepalen
we hoe jouw persoonlijke begeleidingstraject
eruit komt te zien. Ik hou rekening met ervaring, vaardigheden,
wensen en behoeften. Maar ook met praktische
zaken zoals een haalbare planning en deadlines.
‘Je hebt mij echt uit de (schrijf)
blokkade gehaald’
Van opzet tot publicatie
Wanneer je een boek schrijft, dan wil je natuurlijk
ook dat het gelezen wordt. Daarom
geef ik ook altijd een uitgeefadvies. Tegenwoordig
zijn er veel verschillende mogelijkheden
om tot publicatie te komen. Samen
brengen we alle mogelijkheden in kaart en
help ik jou de keuzes te maken die het beste
bij jou en je boek passen.
Praktische informatie
Jouw persoonlijke begeleiding begint met een kennismaking
waarin jij aangeeft wat jij wilt met je verhaal en ik uitleg hoe
we dat praktisch kunnen gaan invullen. Op basis daarvan
beslis je of we aan de slag gaan met je boek.
Artemis – bureau voor
auteursbegeleiding
Hedwig van Lier
Telefoon: 06-43201453
www.bureau-artemis.nl
Download mijn gratis ebook Elk leven is een verhaal
www.bureau-artemis.nl/autobiografie
Commercieel katern
Online Schrijfschool - Marelle Boersma
Begeleiding van idee tot publicatie
De Online Schrijfschool helpt bij het hele traject: vanaf je
verhaalidee tot aan het contact met een uitgever. Schrijf
de beste versie van je verhaal waar een uitgever alleen
maar JA tegen kan zeggen.
De cursussen
Wij geloven in maatwerk en in een praktische benadering. Vandaar
dat we cursussen aanbieden voor diverse genres. Er is nu
eenmaal een verschil in aanpak voor het schrijven van een thriller
of voor een levensverhaal. Nieuw: de schrijfcursus feelgood
schrijven (van Marijke Vos), hierin o.a. aandacht voor humor en
het schrijven van seksscènes.
Begeleiding bij het schrijfproces
Tijdens elke online cursus schrijf je direct aan je eigen boek én je
ontvangt persoonlijke feedback. Aansluitend kun je bij ons terecht
voor extra schrijfbegeleiding, manuscriptbeoordeling of het contact
met een uitgever tijdens de landelijk bekende uitgeversdag.
Op zoek naar een stok achter de deur?
Volg ons jaartraject: van idee tot publicatie. Dan begeleiden
we je gedurende de hele route én brengen
je in contact met diverse uitgevers; 35% goedkoper
dan de losse modules.
Dankzij jullie begeleiding
heb ik nu een uitgeefcontact.’
– Nico Torrenga
Praktische informatie
Je kunt op elk moment beginnen en je wordt
begeleid door schrijfdocenten die zelf ook auteur
zijn. De Online Schrijfschool is een CRKBO
geregistreerde schrijfopleiding.
Neem gerust contact op, dan bekijken we samen
wat je nodig hebt.
Informatie: www.onlineschrijfschool.nl
Vragen? info@marelleboersma.nl
Kijk voor het volledige cursusaanbod op: www.onlineschrijfschool.nl
Commercieel katern
De Chaos-methode:
meester van het
maakproces
Hoe creëer je een duurzame schrijfgewoonte,
waarmee je je werk afkrijgt en in de wereld kan
zetten? De meeste schrijvers moeten dat voor elkaar
boksen naast al het andere dat moet worden gedaan.
Maar dat is geen excuus. Waarom niet? Omdat het
niet de oorzaak is dat een schrijfpraktijk niet tot
bloei komt. De oorzaak is ook niet een gebrek aan
motivatie. Of aan ideeën. Of aan discipline.
êêêê
“Frank weet raad met elke drempel die je
als schrijver kunt tegenkomen.”
Menno Sedee, journalist bij o.a. NRC en Vrij Nederland, winnaar
Nationale Prijs voor Onderwijsjournalistiek 2020
De oorzaak ligt in de werkwijze. Om precies te zijn:
in een gebrek aan samenhang tussen alle componenten
van het artistiek maakproces.
Schrijven doen we al ons hele leven lang. Ons idee
over wat schrijven behelst zit diep in ons systeem
gebakken. Ongemerkt houden we vast aan een aanpak
die steeds tot hetzelfde resultaat leidt. Als jij niet
tevreden bent over je resultaat, dan zal je dat onder
ogen moeten zien.
In de chaos van het creatieve brein liggen de wonderen
op je te wachten. Het is dus niet vreemd als je
êêêêê
“Wat zit het ontzettend goed in elkaar:
heldere uitleg, niet te lang per filmpje,
goed vormgegeven (grappig met die
subtiele animaties), goede opbouw en
heel fijn nog zo’n wrap-up. Heel relevant
voor makers.”
Olga Majeau, auteur, docent aan de HKU, de Querido Academie en
de Schrijversacademie.
huiverig bent om daar aan te sleutelen: voor je het
weet maak je iets stuk. Maar je aanpak zou toch juist
moeten zorgen dat je overloopt van de inspiratie?
Precies. In een volwassen maakproces kan de begeestering
floreren. Tijd dus om dat proces onder handen
te nemen en van binnenuit te leren kennen. En dat is
wat de Chaos-methode doet.
êêêêê
“Frank maakt het doorgaans schimmige
en onbewuste schrijfproces helder en
inzichtelijk. Ineens begrijp je wat je aan
het doen bent en waarom.”
Flip van Doorn, schrijver van bestseller De Friezen en van
reportages voor o.a. Trouw.
De meeste schrijfoefeningen krabben aan de schors.
De Chaos-methode zet een nieuwe standaard. Het
programma biedt schrijvers inzicht en gereedschap
om grip te krijgen op het maakproces van fictie. Met
grip op je werkwijze weet je altijd je volgende stap te
vinden en zet je drempels om in functionele activiteit.
Zo vergroot je je autonomie en leg je een duurzaam
fundament onder je schrijfpraktijk.
Informatie
De Chaos-methode is het signatuurprogramma van schrijfcoach
Frank Gunning en is gebouwd op de ervaring van
honderd maakprocessen als artistiek leider, schrijver, coach
en theaterregisseur. De Chaos-methode is nu ook online
beschikbaar, zodat jij op je eigen tempo, en zo eigenwijs als
je zelf maar wilt, volledig grip krijgt op het artistieke maakproces.
Lees er alles over op www.atelierdepijp.nl
De Chaos-methode: voor schrijvers die hun ontwikkeling serieus nemen.
TIPS
‘Autobiografisch schrijven
vraagt om jou als bron’
Je eigen levensverhaal schrijven vergt een andere insteek
dan een fictief verhaal. Zijn er emotionele blokkades?
Heb je al voldoende afstand? En waar begin je?
Levensverhaalcoach Brenda van Es geeft vijf
handvatten om met je eigen levensverhaal aan de
slag te gaan.
1Begrijp dat autobiografisch
schrijven andere koek is
Soms denken we dat schrijven
enkel en alleen over schrijven gaat.
Maar dat is het ’m nou juist. Bij autobiografisch
schrijven gaat het niet alleen
over het schrijven. Iemand leeft dit
verhaal. Álles gaat mee naar de schrijftafel.
Het ongeduld, de twijfels, de
vraagtekens, de boosheid. Autobiografische
schrijvers voelen telkens een
opluchting als ik dit vertel. En dat snap
ik, want het is echt andere koek.
2Zorg voor structuur
Structuur is het grootste geheim
voor levensverhaalschrijvers. Het
geeft houvast, overzicht en zelfvertrouwen.
Zorg dus dat de structuur er is en
dat dat in verbinding staat met wie jij
bent. Autobiografisch schrijven vraagt
om jou als bron. Je verbonden voelen
met je verhaal is daarom zo belangrijk.
Zonder die verbinding mis je wat jij
werkelijk te schrijven hebt.
3Ruim emotionele
blokkades op
Deze tip sluit aan op de vorige.
Als je wil schrijven over een gokverslaving,
de moeilijke relatie met je ouders
of over de ziekte en het overlijden van
je broer, dan zitten daar dikwijls blokkades
op. Mag dit verhaal wel geschreven
worden? Hoe doe ik dat? Kwets ik
iemand? De emotionele blokkade ligt
vaak diepgeworteld in onszelf. Zo
schreef een vrouw over haar vader. Na
vier kinderen wist hij dat hij homo was,
liet het gezin achter en vertrok naar
Spanje. Dit speelde in de jaren zestig.
De schaamte was groot, zowel bij hem
als bij het gezin. Het was niet zozeer de
vader waar de schrijfster het moeilijk
mee had, maar haar overleden moeder.
Ze had deze blokkade eerst op te lossen
voordat ze haar verhaal kon schrijven.
4Natuur als
antwoordenmachine
Loop je vast in je verhaal? Loop
het los. Zoek de antwoorden niet in je
laptop. Klap deze gerust dicht en ga de
natuur in. Wandel. Het blijkt telkens
weer zo’n fijne antwoordenmachine. Je
kijkt naar een rottend vijgenblad en
opeens heb je precies die ene metafoor
te pakken voor je verhaal. Of herinneren
gesnoeide rozen je eraan dat je je
verhaal mag inkorten.
5Onderhoud je
schrijverschap
Ik hoop zo dat we stoppen met
geen geld, tijd en energie in het schrijven
willen steken. Als je iets met schrijven
wil, mag je daar voluit voor gaan.
Net als de amateurfotograaf die met
liefde workshops volgt, nieuwe lenzen
koopt en naar exposities gaat, zo mag
de amateur-schrijver ook investeren in
zichzelf. Jezelf dat gunnen is zoiets
rijks. Dus ga je schrijftijd claimen, vind
een schrijfcoach, lees boeken, luister
podcasts, volg cursussen. En als het je
helpt, zoek gelijkgestemden op.
Brenda van Es (1976) begeleidt mensen naar de
structuur van hun autobiografische boek. Haar
eerste boek verscheen in 2017: Zo doe je dat, je
levensverhaal schrijven. Onlangs verscheen haar
boek Aanmoedigingen voor schrijvers. Ook geeft
ze één keer per seizoen Soul Writing. Gratis sessies
voor iedereen die wil schrijven vanuit de liefdevolle
hart-hoofd-handverbinding.
© THE RED YARN
01 2022 Schrijven Magazine | 43
SAMENWERKEN
Werken met
een groep
meelezers
Normaalgesproken lazen
drie mensen mijn manuscript
voordat het als boek
in de winkel kwam: mijn
uitgever, mijn redacteur en
mijn man. Alle drie kregen
ze het pas nádat ik de laatste punt had
gezet. Toch besloot ik, na twintig jaar
schrijverschap, het roer om te gooien en
een groep vrouwen uit te nodigen om
tíjdens mijn schrijfproces mee te lezen.
De valkuilen en de tips
Wie leest er mee tijdens jouw
schrijfproces? Werk je helemaal alleen,
of laat je een paar vrienden jouw
manuscript zien? Schrijfster Nanda Roep
publiceerde al zeventig kinderboeken en
vijf romans, voordat ze besloot met een
groep van vijf meelezers te gaan werken.
In Schrijven Magazine deelt ze haar
ervaringen en tips.
Waarom deed ik dat? Mijn romans
gingen voorheen uiteenlopend over een
vrouw met familieproblemen; een overwerkte
vrouw op het randje van burnout
en een jonge meid die de zorgen
voor iemand die illegaal in het land
verblijft op haar schouders neemt.
Maar nu zou ik mijn schrijverschap aanvullen
met een vleugje feelgood... Daar
was ik onzeker over. Ik besloot dat ik
de reactie en aanwijzingen nodig had
van een supportgroep: de meelezers.
Een waarschuwing
Er zijn verschillende redenen om te
willen werken met meelezers. Tegenwoordig
hoor je vaker over zogenoemde
sensitivity readers, mensen van
verschillende minderheidsgroepen die
meelezen om pijnpunten op het gebied
van diversiteit en inclusie te kunnen
aanwijzen.
Voor één van mijn romans, Sable, had
ik mensen uit de Arabische cultuur
gevraagd om mee te lezen - onder wie
documentairemaker Sinan Can.
Ook de hoofdfiguur uit mijn boek, de
persoon die vroeger illegaal in het land
verbleef, las met mij mee. Hij was trots
op wat we samen hadden meegemaakt
- ik ook - en hij haalde met liefde zijn
herinneringen nog eens op.
Toch volgt hier meteen de waarschuwing
dat het meeleessysteem helaas
niet waterdicht is. Terwijl de echte
‘Sable’ helemaal tevreden was, werd
zijn zus juist woedend om een beschrijving
van een simpel meubelstuk dat ik
‘armoedig’ had genoemd. Niemand had
dit aangewezen als mogelijk probleem.
Ook mijn redactrice en ik lazen eroverheen.
Vóórdat ik tips kan geven, is er
dus de waarschuwing: het zal nooit
helemaal naar tevredenheid van iedereen
zijn!
Nog meer valkuilen
Er is wel meer te zeggen tégen het
gebruik van een groep meelezers. Mijn
eigen groep bestond uit vijf vrouwen,
allemaal in de leeftijd van 35 tot 65 jaar
- mijn doelgroep. Het was de bedoeling
dat ze, anders dan bijvoorbeeld een
redactrice, zich niet zouden bekommeren
om het uitwerken van een hoofdfiguur,
de introductie van plotlijnen of de
juiste verwijzingen in de tijdlijn. Nee, zij
moesten vooral lezer zijn en aangeven
hoe het voelde om het manuscript te
lezen. Gaf het manuscript voldoende
leesplezier? Dat was de grote vraag.
Om tot het juiste antwoord te komen,
moest ik de volgende obstakels overwinnen.
1. Het is tijdrovend
Via Facebook had ik een oproep geplaatst
en ik was zo handig om alleen
vrouwen uit mijn eigen stad te vragen.
44 | Schrijven Magazine 01 2022
SAMENWERKEN
Dit was praktisch gedacht, mede om
het vergoeden van reiskosten te vermijden.
In totaal ging het om vijf vrouwen.
Zij hadden zich binnen luttele uren
gemeld.
Met elke vrouw heb ik apart kennisgemaakt
en haar een kopje koffie aangeboden
op een terras. Ik heb verteld dat
het om een feelgoodproject ging. Ik heb
voorbeeldauteurs genoemd voor dit
boekproject (zoals Liane Moriarty, de
schrijfster van Big Little Lies) en ik
heb een van mijn boeken meegegeven
om mijn schrijfstijl te laten zien.
Toch gebeurde het dat bij de eerste
bijeenkomst een van de vrouwen zei:
‘Ik heb hier niets mee, ik hou van poëzie.’
Op dat moment viel niet alleen
mijn mond open, maar ook die van de
rest van de groep. Hoewel ik de poëzielezer
gelegenheid gaf om alsnog te
stoppen, wilde ze graag aanblijven.
Later kwam dat nog goed van pas.
Zij moesten vooral lezer zijn en
aangeven hoe het voelde om het
manuscript te lezen.
2. Je moet schrijven volgens
planning
Ineens was ik niet gewoon de schrijfster,
maar ook een projectmanager. Ik
moest de vrouwen laten zien dat we
ongeveer een jaar bezig zouden zijn.
Elke twee maanden was er een bijeenkomst
bij mij thuis. Voor aanvang zouden
ze steeds 15.000 nieuwe woorden
krijgen - dat zijn circa 60 boekpagina’s.
Niet eerder moest ik zo gedegen doorwerken
om ervoor te zorgen dat we
volgens planning onze bijeenkomst
konden houden. Voor aanvang legde ik
vragenlijsten neer en voldoende pennen.
Er stond koffie en thee klaar, plus
wijn. En altijd was er taart of andere
zoetigheid.
3. Te veel meningen over één
verhaal
Mijn grootste zorg was dat er geen
eenheid zou ontstaan. Daarom was het
van groot belang dat ik, de schrijfster,
de touwtjes van mijn eigen plot stevig
in handen zou houden. Ik liet iedereen
haar zegje doen en er werden veel ideeën
geopperd. Sommige dames hadden
EIGEN COLLECTIE
De twee groepen meelezers bij elkaar - midden staand Nanda Roep
01 2022 Schrijven Magazine | 45
SAMENWERKEN
Tip
Laat iedereen eerst zelfstandig
een vragenlijst invullen voordat
je met elkaar in gesprek gaat.
Tijdens het gesprek gaat vaak
één bepaalde gedachte
overheersen, terwijl jij zoveel
mogelijk verschillen wil horen.
Ook komen de stillere deelnemers
soms wat moeilijker aan
het woord. Door eerst de vragen
schriftelijk te laten beantwoorden,
kun je naderhand van
iedereen de persoonlijke ideeën
en verwachtingen lezen.
een sterk karakter - dat is nodig om tot
resultaat te komen - en soms spraken
ze in gebiedende wijs. Maar ik wist
altijd dat er maar één was die de eindbeslissing
zou maken, en dat was ik. De
schrijfster.
De voordelen
Na een voorzichtige start werd al gauw
zichtbaar waarom het zo’n goed idee
was geweest om meelezende vrouwen
uit te nodigen. Dan doel ik niet eens op
de vriendschap die al gauw voelbaar
werd. Samen lazen wij een boek dat
nog in the making was. Niemand anders
kende dit verhaal. Ik had niet voorzien
dat zij het zó leuk zouden vinden
om dit inkijkje te krijgen en ik had niet
voorzien dat ik zóveel warmte zou
voelen bij het delen van mijn plan.
Los van de vriendschappelijke gevoelens,
waren er nog meer voordelen:
1. Tijdens het schrijven zie je de
impact van je plot
Eén van de vrolijkste vragen op mijn
lijst, was: ‘Wat denk je dat er met deze
persoon gaat gebeuren?’ Voor mij was
het belangrijk dat je niet van verre kon
zien wie de dader was. Zelfs wie het
slachtoffer was, moest een tijdje spannend
zijn. Daarom stelde ik deze vraag
bij elke bijeenkomst.
Voor mij als schrijfster was het natuurlijk
een vrolijke boel als ze er he-le-maal
naast zaten. Mijn dader was ‘veilig’ en
zou als een verrassing tevoorschijn
komen. Soms maakten ze iemand verdacht
met zulke leuke argumenten, dat
ik die kon gebruiken in het manuscript.
De reacties op de ontknoping waren
voor mij natuurlijk een feest. De poëzielezer
die ik eerder noemde, was onverwacht
verrukt over het einde. Dat
sterkte mijn vertrouwen in het verhaal.
Onthoud dat je
de meelezers
niet verwart
met
redacteuren.
2. Je kunt je karakters al in een
vroeg stadium aanscherpen
Mijn vroegere methode - om eerst mijn
complete manuscript te schrijven en
het pas daarna te laten lezen - kon tot
gevolg hebben dat ik mijn teksten compleet
moest openbreken en aanpassen.
Nu was het zo, dat mijn meelezers na
één hoofdstuk een bepaalde hoofdpersoon
als alcoholiste zagen - terwijl ik
haar eigenlijk een ‘gewone’ drankzuchtige
avond had toebedacht. Omdat deze
hoofdpersoon zich mislukt voelt en
alles aan haar huwelijk betwijfelt, paste
het goed om haar dan ook meteen maar
alcoholistisch te maken. Haar drama
werd hierdoor sterker.
3. Je deelt kennis
Soms probeerden de vrouwen mij ronduit
te bevelen dat iets ‘echt’ niet kon en
dat het moest worden aangepast. Vaak
hoorde ik het als mededeling aan, maar
soms hadden ze helemaal gelijk. Een
simpel dommigheidje, bijvoorbeeld,
was het feit dat ik een vader hartmassage
liet ondergaan na een hartaanval
terwijl hij nog bij kennis was - zijn zoon
sprak hem tijdens de scène toe. In werkelijkheid
kan zo’n massage alleen
worden gestart wanneer iemand buiten
bewustzijn is. De boekengroep wees
mij terecht.
4. Je krijgt hulp bij de promotie
Dit gaat niet zozeer over het inhoudelijke
schrijfwerk, maar toch. Toen de
publicatiedatum dichterbij kwam, was
onze band zo sterk geworden dat ik
niet langer in mijn eentje een presentatiefeest
hoefde te organiseren. De ene
meelezer regelde de ticketverkoop en
ze stuurde al haar vriendinnen naar
onze boekpresentatie. De ander regelde
heuse goodiebags voor de bezoekers.
Er kwamen workshops en er was gratis
een massage te halen. De presentatie
van het feelgoodboek werd een heuse
Ladies Night. In mijn eentje was mij dat
nooit gelukt.
Persoonlijk zou ik zeggen dat met name
de vriendschap en de warmte van de
lezers me heeft verrast, na al die jaren
schrijverschap. Professioneel zou ik
zeggen dat de personages aan scherpte
wonnen, en het plot aan vertrouwen.
Onthoud dat je meelezers niet verwart
met redacteuren. Meelezers zijn wat mij
betreft echt de doelgroep; zij gaan over
de leeservaring van het manuscript, en
minder over de feitelijke correctheden.
Het was zeker voor herhaling vatbaar
en voor mijn aanstaande roman ben ik
dan ook alweer met een gezellige
- nieuwe - groep alweer een flink eind
onderweg.
46 | Schrijven Magazine 01 2022
EEN KATERN VAN
magazine
PLATFORM VOOR SCHRIJFTALENT ALICE VERSCHIJNT ZES KEER PER JAAR
Winnaars schrijfwedstrijd
De stem
Levensverhalen leven overduidelijk. We ontvingen
294 inzendingen voor de schrijfwedstrijd De stem.
Het is een mooi genre, waarin schrijven een belangrijke
rol speelt in verwerking en rouw. Onder
de inzendingen waren veel naturalistische verhalen,
non-fictie, waarin de relatie met de ouder
wordt beschreven. Dat is niet verwonderlijk. Vaak
eindigt het met emotie van de schrijver. Soms
proberen schrijvers een heel leven te vangen in
500 woorden. Dat valt niet mee. Deze drie verhalen
sprongen er wat ons betreft uit.
De voorselectie werd gedaan door de redactie van
Schrijven Online. De jury bestond uit Brenda van
Es (auteur van het boek Zo doe je dat, je levensverhaal
schrijven) en Frank Noë (hoofdredacteur
Schrijven Magazine/Schrijven Online).
01 2022 Schrijven Magazine | 47
GA JIJ DE UITDAGING AAN? STUUR JE ALLERBESTE VERHAAL
OF GEDICHT(EN) IN VIA WWW.SCHRIJVENONLINE.ORG/ALICE
STEM GEVONDEN
DE STEM VAN MIJN VADER, ZO STEL IK MIJ
VOOR, ZOU DIEP EN DONKER ZIJN. Lage frequenties
met lange golven die je eerder voelt dan
hoort. Als een hartslag door de huid, vertrouwd
en betrouwbaar.
Zijn stem zou alle woorden spreken die ik horen
wil. Mijn tranen weg troosten, mij aanmoedigen.
Zijn stem zou verhalen vertellen, mij leren over
het leven. Waarschuwen voor gevaar en wijzen
op schoonheid. Zijn stem zou zingen: slaapliedjes,
feestliedjes en, na een paar glazen wijn, liedjes
uit zijn jeugd. Lachen zou zijn stem, om zijn
eigen grappen. Nog harder lachen zou hij, om die
48 | Schrijven Magazine 01 2022
EEN KATERN VAN
magazine
CHRIS KOK (1983) IS BEGINNEND SCHRIJVER. HIJ WOONT IN AMSTERDAM MET ZIJN VROUW,
TWEE KATTEN EN HOND. DE BELANGRIJKSTE LES DIE HIJ LEERDE IS: SCHRIJVEN IS SCHRAPPEN.
DUS, TOT ZOVER DEZE BIOGRAFIE. HIJ PUBLICEERT VOORAL IN HET ENGELS, ONDER ANDERE OP
FLASHFICTIONMAGAZINE.COM
van mij. Liegen zou de stem, altijd om bestwil
en altijd met spijt. Vloeken om onrecht,
brullend beschermen. Schelden tegen wie het
verdient. De stem van mijn vader, zo stel ik mij
voor, zou ooit de mijne zijn.
Maar, mijn vader was zijn stem verloren. Zijn
longen, zijn tong, zijn tanden, zijn lippen. Mijn
vader lag twee meter diep. Al kon hij spreken,
onder de grond, dan was het verspild aan de
wormen.
Mijn eigen stem begroef ik met het lichaam
van mijn vader. Ik schudde mijn hoofd en
knikte en wees, maar woorden liet ik niet
gaan. Ik spaarde ze op, stak ze onder stoelen
en banken, veegde ze onder tapijt. Ik verstopte
mijn stem en hij verstofte, verroestte; ik vergat
hem, als die van mijn vader. Raakte ze allebei
kwijt.
Gelukkig is daar de stem van mijn moeder.
Niet diep, niet donker, maar sprankelend,
licht. Hoge frequenties, als de vleugels van een
vlinder.
Haar stem troost mijn tranen niet weg, maar
huilt met ze mee. Ik mag zo laf zijn, of zo moedig,
als ik ben. Haar stem vertelt verhalen die
mij leren over mezelf. Wijst me de weg naar
gevaar en spreekt vertrouwen uit. Bezingt de
schoonheid in wat lelijk lijkt, ontmaskert valse
helden. Haar stem zingt strijdliederen, leuzen,
oerkreten. Na een paar glazen wijn, kleine
liedjes over mijn vader. Haar stem liegt niet,
weet niet hoe. Kan snijden met eerlijkheid,
maar altijd helen mijn wonden. Vloeken, brullen
of schelden doet haar stem alleen zonder
andermans oren om haar heen. Ik hoor het
soms door de muren. Dan grijp ik mij vast,
houd ik mij tegen. Soms moeten mensen
schreeuwen in de leegte. Meer dan alles, lacht
haar stem. Op elk uur, om de vreemdste redenen.
Alles is een grap en wie haar stem hoort
lachen, lacht mee.
Ik lach mee.
Ik vind mijn stem terug. Een spraakwaterval
breekt door de dijken. Mijn stem struikelt over
zijn woorden. Lacht en zingt, in allerlei talen,
vloekt en tiert, grapt en vertelt verhalen over
waar mijn ogen, neus, oren en tong van hebben
geproefd.
Mijn stem is lager dan ik me herinner. Niet
diep of donker, geen hartslag, maar ook geen
vleugelslag. Het is mijn eigen stem.
Zo lang ik adem zal ik hem gebruiken.
Chris Kok
DE JURY De zinnen lopen niet allemaal even goed, maar de
stijl is sprankelend. De tegenstelling tussen de stem van de vader:
‘Lage frequenties met lange golven die je eerder voelt dan
hoort.’ En die van de moeder: ‘Hoge frequenties, als de vleugels
van een vlinder.’ Mooie uitwerking van wat stemmen van ouders
(zouden mogen) doen. Treffend is ook de zin ‘Mijn eigen stem
begroef ik met het lichaam van mijn vader.’ In het verhaal zit een
mooie ontwikkeling, die hem brengt naar ‘zo lang ik adem zal ik
hem gebruiken’.
01 2022 Schrijven Magazine | 49
EEN NUTTIGE SCHULD
DE DAG DAT MIJN RADIO KAPOTGING, WAS EEN
ELLENDIGE. Ik had muziek nodig tijdens mijn
huiswerk. De eerstvolgende zaterdag ging ik met
mijn vader per bus naar Utrecht, waar een hele grote
audiozaak was. Ik had mijn spaargeld bij me. De
verkoper liet me een radio zien maar toonde vervolgens
een mono radiocassetterecorder. Deze was
zilverkleurig, zo groot als een flinke schooltas, net
zo zwaar ook en er zat een handvat aan waarmee je
hem kon dragen.
‘Hiermee kun je liedjes van de radio zelfs opnemen
en weer afspelen’, zei de verkoper. Ja, dat wist
ik allang maar het apparaat was honderdvijftig
gulden boven mijn budget en ik had geleerd dat je
geen schulden moet maken. Ik wilde er niet eens
naar kijken maar mijn vader wel.
‘Irene, muziek is belangrijk en dit is echt een
prachtig apparaat waar je veel aan hebt. Koop hem,
ik schiet jou de rest van het geld voor.’
‘Maar dan maak ik schulden.’
‘Zie het als bij een hypotheek van een huis, daarbij
is het ook een nuttige schuld.’
Terwijl de maanden verstreken gaf ik elke cent zakgeld
terug aan mijn vader. Mijn Oma kwam logeren,
stopte mij een briefje van tien gulden toe. Mijn vader
stond in de kamer en ik reikte het hem meteen aan.
‘Ach kind, dat vind ik toch jammer voor je’, zei mijn
Oma.
‘Ik niet’, antwoordde ik opgewekt, ‘Ik heb elke dag
zoveel plezier van mijn radiocassetterecorder!’
Mijn vader had kantoor aan huis. Als ik naar school
was, leende hij mijn apparaat. Hij had het netjes
gevraagd.
Mijn vader kocht cassettebandjes en nam klassieke
concerten op die hij later weer afspeelde. Op een dag
nam hij met mijn moeder samen de belastingpapieren
door. Ondertussen werd er een vioolconcert op
de radio uitgezonden, wat hij opnam. Zodra ik uit
school kwam, haalde ik mijn radiocassetterecorder
weer bij hem op.
IRENE WING EASTON (58) PUBLICEERDE
IN EIGEN BEHEER MOE IS MOE MAAR
VOLDAAN EN SCHREEF COLUMNS VOOR
VLUCHTELINGENWERK. ZE HEEFT EEN
MANUSCRIPT VOOR EEN ROMAN AF EN
ZOEKT EEN UITGEVER. MOMENTEEL WERKT
ZE AAN EEN ROMAN DIE OVER EEN
(ON)MOGELIJKE VRIENDSCHAP GAAT. MEER
INFORMATIE EN COLUMNS VIND JE OP
WWW.WINGEASTON.NL
50 | Schrijven Magazine 01 2022
EEN KATERN VAN
Niet lang hierna werd mijn vader ziek en overleed. Ik probeerde
zo goed en zo kwaad als dat ging, mijn weg in het
leven zonder hem, te vinden. Het lukte me meestal wel om te
bedenken hoe hij op alles zou reageren. Zijn geur kon ik nog
voor me halen, zeker wanneer ik mijn neus in zijn vilten hoed
stak. Ook zijn handschrift kwam ik nog her en der tegen. Op
foto’s en small-filmpjes kon ik bekijken hoe mijn vader eruit
had gezien. Op de filmpjes zag ik mijn vaders manier van lopen
en zijn lippen bewegen maar er zat natuurlijk geen geluid
bij. Ik vertelde het mijn moeder.
‘Ik herinner me zijn stem niet meer.’
‘Daar weet ik wel wat op’, zei ze. Mijn moeder pakte een
cassettebandje, stopte het in de radiocassetterecorder. Daar
klonk onmiskenbaar mijn vaders stem, in plaats van het vioolconcert
had hij het gesprek over belastingen tussen mijn
moeder en hem opgenomen.
DE JURY Een mooie combinatie over de ‘levensles’
van geld en muziek. Het eerste wat je vergeet
is het stemgeluid van een dierbare en dat maakt
dit thema ook zo bijzonder. Het verhaal begint
heel terloops: ‘De dag dat mijn radio kapotging,
was een ellendige.’ Dit ogenschijnlijk alledaagse
voorval zet een reeks gebeurtenissen in gang die
leidt tot een mooi ingehouden slot: de opgenomen
stem van de vader die praat over zijn belastingaangifte.
ERFENIS
TWINTIG MINUTEN LATER KWAM HET
TWEEDE TELEFOONTJE: mijn vader had
bepaald dat zijn organen voor transplantaties
gebruikt mochten worden. Niet dat daar
iets onduidelijk aan was, maar het was de
gewoonte om de familie daarin te kennen, en
ik was de contactpersoon. Of ik bezwaar had.
Ik weet niet of ik het zelf ook zo zou doen,
maar dit codicil was zijn keuze. Die wilde ik
respecteren. Als iemand anders nog iets aan
01 2022 Schrijven Magazine | 51
ALICE IS EEN PLATFORM VOOR SCHRIJFTALENT. VOOR ELKE EDITIE KUN
JE EEN VERHAAL INSTUREN VIA WWW.SCHRIJVENONLINE.ORG/ALICE.
UIT HET AANBOD SELECTEREN WE DE MEEST ORIGINELE VERHALEN.
zijn organen zou hebben – waarom ook niet? Ik kon me
nauwelijks voorstellen dat iemand daarop zat te wachten,
de organen van een 78-jarige, maar je weet maar nooit. Zijn
netvliezen misschien, hij zag nog zonder bril, of zijn nieren,
of zijn longen. En opeens bedacht ik het. Geloof me, ik had
het niet eerder overwogen, zo zit ik echt niet in elkaar. Ik
verzon het ter plekke. “Ik heb nog een vraagje…” “Zegt u het
maar?” “Ik vroeg me af of… Het zit namelijk zo, een maand
geleden heb ik te horen gekregen dat de kanker op mijn
stembanden kwaadaardig is, en dat mijn beste optie is om
mijn hele strottenhoofd te laten weghalen.” “Wat vervelend
voor u…” “Nu vroeg ik me af, is het misschien mogelijk om
een compleet strottenhoofd te transplanteren, is dat wel
eens gedaan?” “Oef, die vraag overvalt me een beetje. Ik
denk wel dat het zou moeten kunnen, maar ik weet niet
of we de specialisten in huis hebben om dat te doen. Is het
goed als ik u over een uurtje terugbel?” In verband met de
revalidatie duurde het een jaar voor ik weer op een familiebijeenkomst
verscheen. Ik kwam binnen, zei iets onbeduidends
over het weer of over het verkeer, en direct viel
het hele gezelschap stil. Van het ene op het andere moment,
het totale zwijgen. Minutenlang. Ze staarden me aan alsof
ik een geestverschijning was. Dit was de stem van pa. Pa
was dood. Ik hoorde zijn stem niet te hebben. Zeker ik niet.
Iedere vreemde had alle organen mogen hebben, maar niet
ik, niet dit. Alsof ik niet al genoeg ellende had veroorzaakt.
Ik slik nog elke dag medicijnen om te voorkomen dat mijn
lichaam de nieuwe stembanden afstoot, maar het lijkt erop
dat we elkaar goed verdragen, mijn vader en ik. Voor het
eerst.
DE JURY Wat een originele insteek,
goed opgemaakt (structuur is ook je
verhaal sturen), vlot samengebracht
aan het eind. Oosterhout gebruikt in
de dialogen veel gangbare beurten:
‘Zegt u het maar’, ‘wat vervelend voor
u’, ‘die vraag overvalt me een beetje’. In
combinatie met de bijzondere inhoud
van het gesprek krijgt de dialoog daardoor
iets droogkomisch. Erg mooie
opbouw naar de twist die in korte, rake
zinnetjes wordt gebracht. We hebben
ervan genoten.
BERT OOSTERHOUT (1960) DEBUTEERDE IN 1991 BIJ UITGEVERIJ ELMAR MET DIVERSISCHE SPROOKJES.
DAARNA VOLGDEN DIVERSISCHE SPROOKJES DEEL 2, VIER BLOEMLEZINGEN VOLKSSPROOKJES, HET
KINDERBOEK KIND VAN TWEE HEKSEN EN HET NON-FICTIEBOEK VERHALEN PRESENTEREN. IN EIGEN
BEHEER PUBLICEERDE HIJ DE ROMAN ZWARTE QUARANTAINE (2021) EN DE BUNDEL NIEUWE OUDE
VERHALEN (2021).
52 | Schrijven Magazine 01 2022
EEN KATERN VAN
Ultra korte verhalen
MIJN LEVENSVERHAALMEDITATIE
DE MISLUKTE MAN
Altijd die typische odeur als je de werkplaats binnenloopt;
een geurencocktail van rubberlucht, benzine
en “iets verbrands”.
‘Had je gebeld?’
‘Goedemorgen. Ja, een half uurtje geleden ongeveer.’
‘O, met die losse knilfsensor.’
Daar gaan we. Ik ben een man. Had ik dit moeten
weten?
‘Nou, dat weet ik dus niet. Dat dacht uw collega aan
de telefoon.’
‘Koelingsstrator gecontroleerd?’
‘Ehm, koelings… even denk… nee.’
‘Altijd als eerste even doen, hè; prieltjes nakijken,
kloktengels, stoempbuisje.’
‘F-ringetje vervangen,’ vul ik onzeker aan.
‘Nee, dát mag je dus nooit zelf doen. Levensgevaarlijk.
Moet je echt even voor langskomen.’
Wij liggen als planken op de grond.
‘Ga naar de momenten dat je er was. Ervaar ze,’ zegt
de lijzige softe stem van onze levensverhaalcoach.
Maar mijn leven is geen verhaal; ik weiger mezelf op
te sluiten in een vertelling onder begeleiding van een
coach, die ook al zo sabelde met het woord comfortzone.
Ik leef liever.
‘Zie je rode draad en wandel’
Dan moeten we rechtop gaan zitten ons notitieblokje
pakken en schrijven.
‘Luister naar je schrijfproces ... Orden je fragmenten
... verbind ze.’
‘Waarom zou ik dat willen?’ vraag ik
‘Goede vraag,’ zegt mijn coach, ‘jij komt er wel.’
Thijs Hanrath
Erik Uniken
01 2022 Schrijven Magazine | 53
Tekstuur Kidlit
In deze rubriek bespreekt Mireille Geus
een tekstfragment of kort verhaal voor kinderen.
TEKST
AUTEUR
Guido, de grote kleine hond
‘Dootje, Dootje!’ roept Lotte en voetstappen
komen zijn kant op.1
Ik heet Guido, denkt de hond en hij
doet één oog open. Voor zijn mand
staat Lotte en een meisje dat hij niet
kent.
‘Dit is mijn nieuwe vriendin,’ zegt Lotte.
2
De meisjes bukken en vier handjes
kroelen zijn kop.
‘Ahhh wat een lief hondje,’ zucht het
nieuwe meisje.3
‘Ja echt een schatje,’ zegt Lotte.
Ik ben een hond, een schát! bromt
Guido maar hij laat zich wel lekker
aaien.4
Guido is bijna 4 jaar. Hij kwam bij Lotte
en haar gezin toen hij nog heel klein
was. Hij heette toen Guido van de Biegelhoeve.
Een stoere naam om trots op
te zijn. ‘Dootje, Dootje!’ kraaide Lotte
die net een beetje kon praten. En iedereen
smolt weg. Hij was dan ook echt
superschattig. 5
Lotte en Mila, zoals de nieuwe vriendin
heet 6, lokken hem uit zijn mandje met
zijn stoffen bal. De bal is voor Guido
een konijntje. Hij is dol op konijnen.
Ellen Vedder is grafisch ontwerper. Voor
de brochures die ze maakt, schrijft ze ook
de teksten. Vroeger schreef ze veel
gedichten en verhalen. Door een onlangs
gevolgde schrijfcursus (‘Kladjes’ van
bureau Zuijdgeest) heeft ze het plezier
in creatief schrijven weer helemaal terug.
Momenteel probeert ze verschillende
genres uit.
‘Hier Dootje, pak hem,’ Lotte gooit de
bal naar Mila.
Hij springt er woest achteraan. Mila
vangt hem voordat hij het konijn te
pakken heeft. Mila gooit hem terug
naar Lotte. Nu is Guido sneller. Hij
springt in de lucht en grijpt het konijn
bij zijn kontje.
‘Laat los Dootje!’ roept Lotte. Hij luistert,
al zeggen ze zijn naam verkeerd.
’s Avonds gaan Lotte’s moeder en haar
broer Jesse nog een blokje om met
Guido. Jesse is net zo dol op de hond
als zijn kleine zusje. In de verte zien ze
een man met een grote Duitse dog
aankomen.
‘Laten we oversteken,’ zegt mama.
‘Waarom?’ vraagt Jesse, ‘Dootje is toch
niet bang.’
‘Maar die hond is erg groot,’ mompelt
mama, ze houdt de riem stevig vast.7
Als de man en zijn hond willen passeren
houden beide honden even stil. Ze
moeten even aan elkaar snuffelen.
‘Doet hij niks?’ vraagt mama aarzelend
aan de man.
‘Nee hoor,’ zegt de man, ‘Baijka is
gewoon een watje.’
Wat een goede naam, denkt Guido, hij
maakt zich een beetje groter. Wanneer
Baijka te enthousiast aan zijn rug snuffelt
gromt hij zachtjes. Baijka schrikt
terug.
‘Zie je wel,’ lacht de man en hij trekt
Baijka weer verder.
Jesse lacht ook. ‘Misschien kunnen we
hem beter Do noemen.’
Dat is al beter, Guido kwispelt blij.8
FEEDBACK
Als je kiest voor het perspectief
van de hond, dan 1
zou ik ook beginnen met de
hond en zijn gedachten en
gevoelens.
Laat haar hier zeggen hoe
2 haar vriendinnetje heet,
dit is een logische plek.
En kun je hier haar naam
3 gebruiken.
Dat hij snel wordt ingepakt,
maakt hem sympa-
4
thiek.
Dit informatieve stuk
5 komt een beetje uit de
lucht vallen.
Dat kun je ook eleganter
6 oplossen, zie tip bij 2.
Guido raakt te veel op de
7 achtergrond.
Leuk einde!
8
54 | Schrijven Magazine 01 2022
‘‘
HET COMMENTAAR
Wat is het?
Een leuk karakter voor
een verhaal.
Guido, de grote kleine hond is een kort
verhaal voor kinderen tussen vier en
zes jaar. Het gaat over de jonge hond
Guido, die voelt dat er meer in hem zit.
Wat vind ik er al goed
aan?
Wat er goed aan is, is dat we een hond
als hoofdpersoon hebben. We beleven
het (grootste deel van het) avontuur
door de ogen van de hond. Kinderen
kunnen zich inleven in allerlei verschillende
dingen, mensen of dieren. Een
ontevreden dier kan zelfs meer indruk
maken dan een ontevreden kind of
volwassene. De identificatie met een
dier gaat soms zelfs nog sneller en
makkelijker.
Dat de hond het jammer vindt dat zijn
baasje zijn naam, met de liefste redenen
van de wereld, niet goed zegt, is een
goed probleem. Guido heeft een mooie
voorname volwassen naam, maar het
baasje maakt het klein, maakt hem
daardoor klein. Dit is een gegeven dat
kinderen zal aanspreken. Je naam is een
belangrijk onderdeel van je identiteit.
Ik zie de hond Guido/Dootje voor me,
hij wil best consequent zijn, maar dat
lukt nog niet. Hij is snel afgeleid en
enthousiast. Een leuk karakter voor
een verhaal.
Wat vind ik voor
verbetering vatbaar?
Je maakt het de lezer wel lastig. In dit
korte stukje gaat het soms over wat de
hond denkt en voelt en soms over wat
de twee kinderen zeggen en doen.
Daarnaast geef je informatie over de
context: Guido is bijna vier jaar. Hij
kwam bij het gezin etc. En je hebt een
tijdsprong naar de avond en de ontmoeting
met de grote hond. Met hele nieuwe
personages, moeder en Jesse, de man
en de hond Baijka. Dat is erg veel voor
jonge onervaren verhalenverslinders.
Je schrijft niet altijd vanuit het perspectief
van de hond, soms zit je meer in het
hoofd, dus perspectief, van anderen.
Als moeder en Jesse de hond uitlaten,
bijvoorbeeld, zien we meer hoe de
moeder reageert op de grote hond die
ze tegenkomen dan Guido. Mijn advies
is om het hele verhaal vanuit het perspectief
van Guido te herschrijven.
Dit hele stuk zou aan kracht winnen als
je het herschrijft met maar één plan:
Guido heeft er genoeg van dat hij
Dootje wordt genoemd en hij probeert
daar verandering in te brengen, koste
wat het kost. Dan zijn sommige gesprekken
en personages niet meer
nodig.
Welke vragen heb ik
nog?
Hoe ga je verder?
Mireille Geus is schrijfdocent
en -coach, en ook auteur van
prijswinnende kinder- en jeugdboeken.
Voor Big (2005) kreeg ze
een Gouden Griffel en Naar Wolf
(2007) werd bekroond met de
Vlag & Wimpel 2008.
Meedoen?
Blind audition
Zelf een kinder- of jeugdverhaal geschreven,
waarover je de deskundige
mening van Mireille Geus wilt
weten? In elk nummer bespreekt zij
een tekstfragment of kort verhaal
voor kinderen. Zij weet niet wie
degene is van wie ze iets leest; deze
informatie is uitsluitend bij Schrijven
Magazine bekend.
Wil jij opgaan voor een ‘blind
audition’, stuur dan je fragment
van maximaal 400 woorden en
een kort ‘schrijf-cv’ naar
tekstuur@schrijvenonline.org,
dan stuurt de redactie je bijdrage
door naar Mireille (zonder jouw cv).
Je manuscript laten beoordelen?
www.schrijvenonline.org/
manuscriptbeoordeling
Cursus Kinderboeken schrijven?
www.schrijvenonline.org/academie
01 2022 Schrijven Magazine | 55
Tekstuur Proza
In deze rubriek bespreekt Yke Schotanus
een kort verhaal of prozafragment.
TEKST
Terugkeren
Het is er weer. De acute angst doet me
stokken. Vol verwachting voel ik hoe
mentale pijn mij omvat en voedt met
intens verdriet. Dit doe ik, 1 niemand
anders dan ikzelf maakt dat ik me zo
voel en toch voelt het alsof de kracht
van mijn besef groter is dan ik kan
orkestreren. Het kost me al mijn overtuigingskracht
om mijn fysieke angst
tot een acceptabel niveau terug te brengen.
Rustig en diep inademen. Me niet
afsluiten voor het gevoel. Het verdriet
toelaten en zien voor 2 wat het is.
Want dit is wat ik weet: wat voelt als
verlies is de winst van het hebben
gehad, en wat voelt als angst is het
besef van wat is geweest. Het maakt
dat ik moet glimlachen, terwijl mijn
tranen stromen. Dit zijn de momenten
waarop ik nog echt leef en me
verbonden voel met wie ik was en wie
ik mis. Dus hoewel ik schrik van zoveel
gevoel, elke keer opnieuw, ben ik
oneindig dankbaar. Ik ben nog niet
verloren.
AUTEUR
Diana van Bennekom (49 jaar) volgde
een cursus creatief schrijven bij SKVR
(Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam).
Haar uitdaging vindt ze in het
schrijven van een lang verhaal waarin
ze verschillende perspectieven en patronen
aan elkaar kan haken, vandaar
dat ze op dit moment bezig is met de
structuur voor een eerste boek.
Terugdenken is ook fijn. Dat gaat langs
vaste structuren van ingesleten
denkpaden, waarin ik word geleid door
foto’s en beelden die boven op de
stapel in mijn geheugen zijn beland.
Met honderd levensjaren is die stapel
kilometers hoog. Maar ik wil ook
landen in het midden van de stapel of
zelfs in de papierbak die al leeggegooid
lijkt. 3 Voelen hoe ik ren naar het seinhuis,
met de echo van verscheurd verdriet
in mijn hoofd. Die akelige fietstocht
naar Leiden herbeleven, omdat
elke kilometer ons dichterbij de rouw
bracht.
Vandaag stap ik naar een ander verlies.
Heel voorzichtig verken ik het gevoel,
bang om los te laten maar ook
ongeduldig om terug te slaan 4 naar de
vorige bladzijde. Laat mij hier maar
zitten vandaag, voor het raam. Laat mij
maar alleen, maar niet eenzaam, het
heden aan 5 verleden knopen zodat ik
de weg weer terugvind naar jou.
FEEDBACK
1Punt. Hoofdletter ‘N’.
2
‘zien voor wat het is’ is
een modieuze en foutieve
constructie; ‘voor’ is in elk
geval incorrect. Beter is de
hele constructie vervangen
door ‘onderkennen’.
3Te complexe beeldspraak:
eerst belanden foto’s
bovenop een stapel, dan wil
de ik-figuur zelf in die stapel
belanden, en vervolgens
komt ook nog een geleegde
papierbak ter sprake. Waarschijnlijk
wil ze verdwenen
herinneringen ophalen, maar
dat is niet meer te volgen.
4
‘ongeduldig om terug te
slaan’ vind ik een rare
constructie; bedoeld wordt
waarschijnlijk dat de ik-figuur
bijna niet kan wachten om
terug te slaan, maar er lijkt te
staan dat het ongeduld dat
terugslaan juist in de weg
staat.
5
‘het’ invoegen.
56 | Schrijven Magazine 01 2022
‘‘
HET COMMENTAAR
Ze duikt vrij diep in het gevoel
van haar oma.
Het verhaal Terugkeer werd begeleid
door een intrigerende brief van de auteur,
Diana van Bennekom. Ze schrijft
dat ze het verhaal scheef naar aanleiding
van haar oma’s honderdste verjaardag.
‘Op mijn verlanglijst’, schrijft
Van Bennekom, ‘staat het schrijven van
haar verhaal. Maar daar durf ik nog niet
aan te beginnen. Voornamelijk omdat ik
haar gevoelsleven zelf moet invullen en
feit en fictie daar door elkaar gaan
lopen. Hoe doe ik haar voldoende
recht, terwijl ik tegelijkertijd alle lege
ruimte invul? Voor nu luister ik naar
haar verhalen en maak aantekeningen
voor later…’
Dit is een kwestie waar meer schrijvers
mee worstelen. Vroeg of laat dwingt het
schrijven over een historische figuur
(ja, ook een geliefd familielid is een
historische figuur) je bijna tot fictie. Tot
het invullen van dingen die je niet weet.
Je weet niet precies wat diegene op een
bepaald moment gevoeld heeft, en je
kent zeker niet de precieze beelden in
zijn of haar hoofd. Afgaande op Terugkeer
heeft Van Bennekom vooral moeite
met het beschrijven van die concrete
beelden. Ze duikt vrij diep in het gevoel
van haar oma. Hoe dat haar bijna fysiek
overweldigt, en hoe ze dat met meditatie-achtige
technieken bestrijdt. Wat de
oma voor zich ziet, wat precies de aanleiding
was voor deze ervaring, naar
welk verlies ze stapt. Het wordt niet
duidelijk. Dat is jammer.
De twee zinnetjes over het seinhuis en
de fietstocht, de regels over het ademen
en het voor het raam zitten, en de regels
waarin de ik-figuur zichzelf haast
letterlijk toespreekt, houden het verhaal
op de grond, maar het mag van mij
nog een stuk concreter allemaal. Dat
vraagt dan wel details die misschien
niet precies kloppen. Wie dat risico niet
wil lopen, moet of uit de gedachten van
de hoofdpersoon blijven en een strikte
kroniekstijl hanteren, óf zorgen dat die
persoon zelf nog op tijd een heleboel
details vertelt.
Praat met diegene over foto’s, kledingstukken,
voorwerpen, gebouwen en
situaties van vroeger. Vraag wat diegene
voor zich ziet als hij of zij geëmotioneerd
raakt of moet lachen. Probeer
zelf te gaan kijken op die plaatsen van
vroeger. Judith Koelemeijer is op die
manier in Het zwijgen van Maria Zachea
heel dicht bij haar ooms en tantes
gekomen, zonder in zuivere fictie te
vervallen.
Maar je kunt natuurlijk ook, net als
Susan Smit in De heks van Limbricht,
of als Arthur Japin in veel van zijn boeken,
je verbeelding laten spreken waar
je bronnen ophouden. Sommige personen
zijn dat waard. En het is heerlijk
om te doen.
Zelf mocht ik tien van die verhalen
maken voor De draak van de donken,
een kinderboek over de geschiedenis
van Den Bosch. In de marge schreef ik
steeds een klein commentaar waarin ik
feit en fictie scheidde, en waar nodig
werd het verhaal geïllustreerd met
afbeeldingen van echte documenten.
Omdat de hoofdpersonen van de recentste
verhalen nog leefden, had ik bij
die verhalen wel minder vrijheid. Toch
hebben de betrokkenen mij, omwille
van de levendigheid van het verhaal,
wel de ruimte gegeven allerlei niet te
achterhalen details en gedachten zelf in
te vullen.
Ik wens Van Bennekom nog veel mooie
uren met haar oma. Eerst live. En dan
op papier.
Yke Schotanus is schrijfdocent,
redacteur en schrijver. Gedichten
van hem verschenen onder andere
in Tzum, De zingende zaag en De
Tweede Ronde. In de Schrijfbibliotheek
verscheen in 2007 zijn schrijfboek
Song- en liedteksten schrijven.
Meedoen?
Audition
Een verhaal geschreven waarover
je de deskundige mening van
Yke Schotanus wilt weten?
In elk nummer bespreekt Yke een
kort verhaal of prozafragment.
Wil je meedoen, stuur dan je
verhaal(fragment) van maximaal
400 woorden en een kort ‘schrijfcv’
naar:
tekstuur@schrijvenonline.org,
dan stuurt de redactie je bijdrage
door naar Yke.
01 2022 Schrijven Magazine | 57
DICHTER BIJ HET WERK
In ‘Dichter bij het werk’ interviewt dichter Henry Sepers dichters over hun werk, of een specifiek deel daarvan.
www.henrysepers.nl
Wat Noach dreef
Het drogsyndicaat van Mischa Andriessen (1970) is een intrigerende
bundel over het verhaal van de Zondvloed. Een geschiedenis die
niet alleen in de Bijbel voorkomt, maar ook in de Koran, de Talmoed
en het oeroude Gilgamesj-epos. Een actueel thema, gezien de
klimaatverandering en de overstromingen van afgelopen jaar in
bijvoorbeeld Limburg, al ging het de dichter daar in de eerste plaats niet
om. Hij was vooral geïnteresseerd in de psychologie van de personages.
Wat bewoog Noach en zijn vrouw? Hoe gingen de zonen Sem, Cham en
Jafet met de ingrijpende gebeurtenis om? Wat was de dynamiek in het
gezin? Het leidde uiteindelijk tot een kloeke bundel waarin drijfveren,
gevoelens en gedachten worden blootgelegd van mensen die iets
heel ingrijpends hebben meegemaakt en zich daartoe moeten zien te
verhouden. Voor deze bundel ontvangt Mischa Andriessen binnenkort de
Jan Campertprijs.
We zitten aan de keukentafel van zijn huis
in Voorburg. Een plastic kleed en speelgoed
op de vloer laten zien dat hier
kleine kinderen wonen. De dichter kijkt
om zich heen en zegt dat de bundel ook
over het doorgeven van leven gaat. Na
de vernietigende kracht van de Zondvloed is er een nieuw
begin. Noach stopt voor zijn zonen abrikozenpitten in de
grond, die zullen later ontkiemen en tot bomen uitgroeien.
Maar al lijkt de bundel hoopvol te eindigen met regels uit een
gedicht van de Deense Inger Christensen (‘Abrikozenbomen
bestaan/ Abrikozenbomen bestaan varens bestaan/ En bramen
bramen en broom bestaat’), het venijn zit in de staart.
Broom is een verdovend middel. ‘Blijkbaar hebben we dat
nodig,’ zegt Andriessen.
Je legt sterk de nadruk op het innerlijke leven
van Noach en zijn familie. De Bijbel zegt daar
niets over.
Het verhaal in de Bijbel is nogal eigenaardig verteld. God
besluit zijn schepping te vernietigen omdat die hem niet be-
valt. Bedenkt zich dan, omdat hij één man als rechtvaardig
beschouwt: Noach. Hij en zijn familie mogen met de ark aan
het noodlot ontsnappen, maar waarom die ene mens goed is
en al die anderen niet: we krijgen het niet te horen. Ik raakte
geïnteresseerd in wat er niet in de brontekst staat. Elke motivering
en psychologie ontbreekt. Dat gaf mij de kans om die
zelf aan te brengen. Ik ging nadenken over de verhouding
tussen Noach en zijn vrouw Naäma, over zijn kinderen waarvan
ik me Sem voorstelde als een jongeman van rond de
twintig, Cham als een opstandige puber en Jafet als een kind.
Daarbij komt dat het verhaal van de Zondvloed ook gaat over
het creatieve proces: God wilde zijn schepping vernietigen
want die beviel hem niet. Zo kan ik ook gedichten weggooien
die ik niet goed genoeg vind. Gooi veel weg, zou ik zeggen.
Soms is het al heel wat, als je één regel kunt redden.
Cham werd het huis uit gezet, omdat hij om
zijn vader moest lachen toen die naakt en
dronken was.
Ja, dat is toch idioot. Heb je net een gigantische ramp overleefd,
stuur je je kind weg om zo’n kleinigheid. Ik vroeg me
58 | Schrijven Magazine 01 2022
DICHTER BIJ HET WERK
meteen af hoe zijn
moeder zou hebben
gereageerd.
Dat ga ik dan
bedenken. Daar
ga ik over
schrijven. De
gedichten zijn
ontstaan tijdens
wandelingen. Er
was een lockdown,
ander
werk kon niet
doorgaan, dus ik had
alle tijd. Ik denk dat ik
wel driehonderd verzen
heb geschreven, het bleef
maar stromen. Daar is uiteindelijk
ongeveer een derde van overgebleven.
Veel gedichten waren varianten van
elkaar. Ik probeerde andere perspectieven uit, wisselde van
tijd. Dat raad ik mijn studenten van de Schrijversvakschool
ook vaak aan: probeer eens andere gezichtspunten, experimenteer.
In een gedicht met de titel Cham is hij de
enige die zich druk lijkt te maken over al die
mensen en dieren die bij de Zondvloed zijn
omgekomen.
Cham is de verstoten zoon, maar wat heeft die jongen verkeerd
gedaan? Hij komt op voor degenen die door God zijn
verstoten. Wat hebben die misdaan?
Hij smeekte ‘om het water dat nu overal
rondom ons was te verijzen’.
Soms kun je iets beter echt laten gebeuren in een gedicht,
dan dat je met een vergelijking komt. Nog een tip die ik mijn
studenten geef: probeer een beeld zo concreet mogelijk te
maken. Dus ik laat het water van de Zondvloed liever werkelijk
verijzen, dan dat ik schrijf: Laat het water als ijs worden.
Het maakt je tekst krachtiger. Cham wil de ellende van de
slachtoffers conserveren, zodat altijd zichtbaar zal blijven wat
er is gebeurd. Hij is degene die de kritische vragen stelt.
Je hebt voor dit gedicht, net als voor de andere
gedichten in de bundel, duidelijke keuzes
gemaakt wat betreft de vorm. Geen interpunctie,
hoofdletters aan het begin van elke regel,
ongrammaticaliteit.
Als ik schrijf zoek ik aan de ene kant naar de betekenis, de
© KOOS BREUKEL RV
gevoelswaarde van woorden, aan de andere kant naar ritme,
melodie. Een afwijkende woordvolgorde kan leiden tot
een ander ritme, waardoor er een soort spanning ontstaat:
soms lopen de regels stroef, soms juist niet. Ik zoek naar
afwisseling.
Als je de interpunctie weglaat, creëer je meerduidigheid:
zinnen kunnen op meer manieren gelezen worden. Ik heb dat
geleerd van Lucebert, hij gebruikte ook weinig punten en
komma’s en dat voelde als een bevrijding voor me: zo kan het
dus ook. Daarbij komt: mijn zinnen gingen steeds meer over
verschillende regels lopen. Met interpunctie zouden die regels
‘overbevolkt’ raken met komma’s en punten.
Die hoofdletters aan het begin van elke regel, zorgen voor een
extra hindernis tijdens het lezen. Je moet meer moeite doen
en daardoor lees je geconcentreerder. Behalve dat ik het
visueel mooi vind, zorgt het ook voor extra pauzes. Er is dan
niet alleen een pauze aan het eind van de regel, maar ook aan
het begin. Kijk bijvoorbeeld naar regel 6: Schreeuw die een
mond eeuwig openhield. Het woord laatste in de regel ervoor
krijgt extra nadruk, maar ook het woord Schreeuw. >
CHAM
Ik hoop dat je nog weet hoe je bad die dag
Je naar de hemel smeekte om het water
Dat nu overal rondom ons was te verijzen
En zo voor altijd te bewaren wat erin lag
De kapotgeklauwde handen de laatste
Schreeuw die een mond eeuwig openhield
Het snakken naar adem de opgeblazen magen
Als ik dat ooit nog iemand kan vertellen zei je
Wie zou me dan geloven en begrijpen hoe alleen
Omdat iemand het vermogen had heel ons verleden
Werd weggewist hoe alleen maar een man alleen
Maar een vrouw tezamen met hun kroost ontkwamen
Zich voorhielden dat ze omwille van hun horige liefde
Uitverkoren waren en als getuigen daarom voortaan
Zwijgend volhardden in hun gelijk maak toch de wereld
Van ijs en het zal voor iedereen te zien zijn en geweten
Blijven in de ogen van een verdronken paar zal eenieder
De angst bevroren zien twee handen voor altijd in elkaar
En zich wroegend afvragen wie deed hun dit waarom aan
01 2022 Schrijven Magazine | 59
DICHTER BIJ HET WERK
Je schrijft in regel 2: Je naar de hemel smeekte
om het water. Dat woordje naar hoort er
grammaticaal gezien niet tussen.
De hemel smeken is een staande uitdrukking. Je gaat er dan
vanuit dat er iemand in de hemel is die luistert. Door dat
naar ervoor te zetten, schep ik twijfel. Zit er daar werkelijk
iemand? Is het smeken niet tevergeefs? Ik vind dat je je woorden
heel nauwkeurig moet kiezen. Het synoniemenwoordenboek
op internet is een van mijn belangrijkste instrumenten.
Zo kwam ik erachter dat het woord ‘leeg’ veel voorkwam in
de bundel. Misschien wat te vaak. Dat kon ik soms vervangen
door ‘wepel’. Een woord dat misschien niet iedereen kent,
maar dan zoek je het maar op. Een lezer mag best moeite
doen. Elk woord moet de juiste klankkleur hebben, zo precies
mogelijk uitdrukken wat ik bedoel.
Achterin de bundel kom je met een uitgebreide
verantwoording van je bronnen. Je gebruikt
verwijzingen naar en citaten van onder
andere Remco Campert, Inger Christensen en
veel andere kunstenaars. Waarom doe je dat?
Citaten van andere kunstenaars en schrijvers spelen altijd
door mijn hoofd als ik schrijf. Net zoals beelden uit de werkelijkheid,
woorden die ik heb opgevangen in gesprekken.
Fragmenten van anderen komen dus vaak onbewust terecht
in mijn werk. Ik verantwoord dit omdat ik anders nog van
plagiaat beschuldigd zou kunnen worden. En misschien
brengt het mensen op een spoor, gaan ze bijvoorbeeld het
gedicht Alfabet van Inger Christensen lezen.
In Cham komt een regel van Hans Andreus
voor. Alleen maar een man alleen/ Maar een
vrouw.
Een romantische regel. Het gedicht waaruit die komt associeer
ik met mijn ouders. Zij citeerden het vaak. En ik vind dat
het hier past. Het verwijst naar Noach en zijn
vrouw Naäma. Als je als stel lang bij elkaar
bent, kun je je ook uitverkoren voelen.
Zij voelden zich uitverkoren, maar je
hebt het ook over hun horige liefde.
Ja, zo ziet Cham het blijkbaar. Noach en zijn
vrouw volgden slaafs wat God van hen vroeg.
Daarna staat er dat ze zwijgend volhardden in
hun gelijk. Daaruit blijkt ook de afstand die
Cham neemt tot zijn ouders. Ze waren koppig,
hadden geen oog voor het lot van de duizenden,
miljoenen die omkwamen. Eigenlijk wil Cham in
dit gedicht een monument van ijs voor de slachtoffers
oprichten.
‘Gooi veel weg, zou ik
zeggen. Soms is het al
heel wat, als je één regel
kunt redden.’
Een groot deel van het gedicht is cursief gezet.
Er worden in deze bundel vaak personages sprekend opgevoerd
in een dialoog met een ander personage. Ik heb ervoor
gekozen om een van de sprekers zo aan te geven. Ik had ook
voor aanhalingstekens kunnen kiezen, maar dat vond ik niet
mooi. Er zijn meer keuzes die ik heb gemaakt. Zo gebruik ik
bijna geen witregels. Bij andere dichters vind ik witregels
vaak nogal arbitrair. Ze suggereren een pauze, maar ik begrijp
niet waarom die nodig is. Beginnende dichters maken vaak
de fout dat ze bijvoorbeeld om de vier regels met een witregel
komen. Maar waarom? Hoe is die witregel gemotiveerd?
Ten slotte: de titel van de bundel is wat
raadselachtig. Kun je die toelichten?
De werktitel was Het droomsyndicaat. Dat had te maken
met een rockband die belangrijk voor me is geweest, The
Dream Syndicate. Ik vond die titel uiteindelijk niet goed. Dat
‘droom’ klopte niet. Toen kwam het woord drog in me op,
een oud woord voor drugs. Dat verwijst naar beneveling.
Noach en Naäma hadden een bepaald idee over hun eigen
functioneren. Klopt die? Of hallucineerden ze? Verder klinkt
het begrip drogreden door. Een voorbeeld daarvan is de
cirkelredenering. De bundel is als een cirkel, cyclisch opgebouwd.
Een van de gedichten gaat over een slang die in zijn
eigen staart bijt en zo de wereld bij elkaar
houdt. Zolang de slang niet wakker wordt,
en de slang de staart verkrampt in zijn bek
houdt, gaat het goed. Er blijft altijd een
zekere dreiging.
Mischa Andriessen, Het drogsyndicaat,
Querido, €17,99
60 | Schrijven Magazine 01 2022
#schrijftips
Gijsje Kooter
‘ Schrijf dicht
op de huid’
12_FOTOCREDIT
Door Marlene Lunter
koud en winter. Als je de juiste stem te pakken hebt, heb je al het
grootste deel van je verhaal.’
3Leg jezelf op de fileertafel
‘In wat voor rare situatie mijn personage ook belandt, ik zoek
altijd naar hoe ik zelf in zo’n situatie zou reageren of hoe iemand
uit mijn naaste omgeving dat deed. Het hoeft niet om grootse dingen
te gaan, maar om zaken die je liever verborgen houdt, waarvoor je je
een beetje schaamt. Als het gaat over een vader die niet goed is voor
zijn zoon, dan vraag ik me af hoe ik zelf tekortschiet. Je werk is altijd
op een bepaald niveau autobiografisch, dicht op de huid. Je kunt je
gelukkig altijd verschuilen achter de fictie.’
1Geen literatuur willen schrijven
‘Probeer eens te schrijven zonder bijvoeglijke naamwoorden,
zonder metaforen, zonder stijlfiguren. Benoem geen
emoties. Wees objectief. Dicht geen menselijke eigenschappen
toe aan voorwerpen. Begin in medias res. Schrijf in
chronologische volgorde. Gebruik geen komma’s en probeer
per zin maar één ding te vertellen. Dit is de oertekst. Als je nu
de tekst gaat aankleden, word je je bewust van je eigen
subjectiviteit. (Lees Het dikke schrift van Agota Kristof.)’
2Vind je toon
‘De verteller of vertelstem vinden is heel belangrijk want
iedereen heeft zijn unieke toon. Wat vertelt iemand wel
en wat niet en hóe vertelt iemand het? Stel: iemand is bang
voor vuur en zit in een blokhut in het bos. Als lezer weet je niet
wat er aan de hand is. Dit personage kijkt anders naar de
situatie dan iemand die die preoccupatie niet heeft.
Als ik een vaag idee heb voor een verhaal, laat ik iemand
gewoon praten op papier: ‘Kijk, het zit zo…’ Het verhaal
ontwikkelt zich al schrijvend. Die persoon in die blokhut laat ik
hout hakken en vuur maken want het is natuurlijk stervens-
4Geef je lezer een actieve rol
‘Maak de lezer medeplichtig. Laat die net zo hard iets willen als
je hoofdpersonage dat wil. Ooit bewerkte ik De getemde feeks
van Shakespeare voor kinderen, een ongeëmancipeerd verhaal. Ik
maakte er een spelletje van: Feeksje temmen. De personages vroegen
de hele tijd: is die feeks nou al getemd? Dan gaat het publiek dat ook
willen. Kauw niet alles voor. Geef niet zelf de conclusie. Laat het
inzicht bij de lezer.’
5Meer tips van Kurt Vonnegut
‘Kurt Vonnegut geeft een aantal erg fijne tips.
Ze zijn te lezen op deze website:
www.writingclasses.com/toolbox/tips-masters/kurt-vonnegut-
8-basics-of-creative-writing.’
Gijsje Kooter maakte een omweg via de toneelschool
en modeacademie voor ze de juiste opleiding vond: de
schrijfopleiding in Utrecht die nu Writing for Performance
heet. Ze schreef veel jeugdtheater en gaf
schrijfles. Nu schrijft ze korte verhalen en werkt ze aan
een roman. Samen met partner Matthijs Koevoets
richtte ze het literaire tijdschrift Papieren Helden op.
Elke schrijver kan werk indienen ter publicatie, in elk
(ook nog niet uitgevonden) genre, als het maar fictie
en vanzelfsprekend heel erg goed is.
Colofon
Volgend nummer
schrijvenonline.org/volgend-nummer
schrijvenonline.org
Nummer 1, februari 2022, jaargang 26
ISSN 1874-7272
Schrijven Magazine is een uitgave van Virtùmedia
PIXABAY
Uitgever Pepijn Dobbelaer
Hoofdredactie Frank Noë
Eindredactie Wilke Martens
Fotografie cover Marc Brester
Aan deze uitgave werken mee Dries Arnolds, Marc
Brester, Natasja Bijl, Vivian de Gier, Mireille Geus, Hans
de Groot, Maaike Gunsing, Esther Jacobs, Lex Jansen,
Ricardo Jupijn, Nanouk Kromhout van der Meer,
Anita Larkens, Marlène Lunter, Kathy Mathys, Marèl
Molenaar, Peter de Rijk, Nanda Roep, Jowi Schmitz, Yke
Schotanus, Henry Sepers, Carolina Trujillo.
Redactieadres Schrijven Magazine
Postbus 595, 3700 AN Zeist, tijdschrift@schrijvenonline.org
KLANTENSERVICE
Abonnee worden of een cadeauabonnement
weggeven?
schrijvenonline.org/abonnement
Adreswijziging doorgeven?
Virtùmedia, t.a.v. Schrijven Magazine,
Postbus 595, 3700 AN Zeist, Nederland
E-mail: klantenservice@virtumedia.nl
Telefoon NL: 085 0407400
Telefoon BE: 0031 85 0407400
Adverteren? Paul Revier, previer@virtumedia.nl,
030-2027426
Marketing Tamara van Dijk tvandijk@virtumedia.nl
Webredactie Maaike Gunsing
Traffic Sanne van Veen, traffic@virtumedia.nl,
030 2027335
Vormgeving Twin Media bv, Culemborg twinmediabv.nl
Druk Veldhuis Media, Raalte
Distributie Betapress
Uitgever België Virtùmedia, Pepijn Dobbelaer,
Georges Ottenbourgsstraat 4/201, 3500 Hasselt
Abonnementsprijzen en -voorwaarden Schrijven
Magazine is een vakblad voor schrijvers dat 6 keer per
jaar verschijnt. Jaarabonnement Nederland & België:
€ 47,20, bij machtiging: € 42,75. Studententarief
Nederland & België: € 32,95, bij machtiging: € 28,50.
Jaarabonnement buiten Nederland & België: € 58,95,
bij machtiging: € 54,50. Opzegging dient schriftelijk te
geschieden bij de klantenservice (zie boven), uiterlijk
twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode.
Adreswijzigingen graag schriftelijk doorgeven
aan de klantenservice (zie boven) met vermelding
van het oude en het nieuwe adres en het nieuwe
telefoonnummer.
Copyright 2021
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere
wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Door het opnemen van advertenties doet de redactie van Schrijven
Magazine c.q. de uitgever geen aanbeveling van de daarin vermelde
diensten of producten.
De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden op copyright te
voldoen. Wie toch aanspraak meent te maken op copyright wordt
verzocht schriftelijk contact op te nemen.
Uw gegevens nemen wij op in een bestand om uitvoering te geven
aan de abonnementsovereenkomst. Uw gegevens worden niet
verstrekt aan derden, tenzij dat nodig is voor het uitvoeren van
de abonnementsovereenkomst De gegevens kunnen worden
gebruikt voor analyses en om te informeren over activiteiten en
aanbiedingen van Schrijven Magazine. Heeft u hier bezwaar tegen,
stuur dan een brief naar de klantenservice (zie boven).
THEMA: POËZIE • Poëzie is volop in beweging. Rap, spoken
word, songteksten, maar natuurlijk ook de klassieke vorm.
In dit themagedeelte komt het allemaal aan bod. Dus heb jij
de ambitie om een geweldige dichter te worden, dan mag je
dit nummer niet missen.
En verder:
• Literaire non-fictie - start van een nieuwe serie
• Tips, lessen en valkuilen voor het populaire feelgoodgenre
MÉÉR VOOR SCHRIJVERS
SCHRIJVENONLINE.ORG
Iedere week een schrijftip?
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief!
schrijvenonline.org/nieuwsbrief
Geen schrijfwedstrijd meer missen?
Volg ons op Facebook!
facebook.com/SchrijvenMagazine
Schrijfcursus?
Zeer intensief. En betaalbaar!
schrijvenonline.org/academie
Manuscriptbeoordeling?
Professionele, ervaren redacteuren!
schrijvenonline.org/manuscriptbeoordeling
De voordelen van Plus?
6 x per jaar een digitaal magazine!
schrijvenonline.org/plus
Schrijfboeken bestellen?
Boordevol tips en advies!
schrijvenonline.org/webshop
Moleskines?
Nergens goedkoper!
schrijvenonline.org/moleskine
Iemand jarig?
Geef Schrijven Magazine cadeau!
schrijvenonline.org/cadeau
62 | Schrijven Magazine 01 2022
VERTEL HET MET EEN BOEK
Elk boek heeft een verhaal. Wilt u
uw JOUW
verhaal vertellen? Vraag dan
ons gratis Wegwijsgesprek aan.
ADVERTENTIE HIER?
bureau-artemis.nl
Neem dan contact op met Paul Revier
T 06 53 17 19 41 | E previer@virtumedia.nl
schrijvenonline.org
Elk boek heeft een verhaal
JOUW
ADVERTENTIE
HIER?
Neem dan contact op met Paul Revier
T 06 53 17 19 41 | E previer@virtumedia.nl
schrijvenonline.org
TIJD VOOR
TIJDSCHRIFTEN
“De webshop voor tijdschriften
met karakter”
Schrijf je in voor
de nieuwsbrief
en ontvang direct
€5,00 korting!
Met deze korting
heb je al een
jaarabonnement
voor €9,95
eigen_advertenties_jouw_advertentie_hier.indd 2 25-03-21 13:4
www.tijdvoortijdschriften.nl
INSPIRERENDE
ÉN
PRODUCTIEVE
SCHRIJFWEEK
In het magische Andalusië
méér dan
450 mensen
gingen je
voor
ONZE BELOFTE IN 6 DAGEN NAAR DE STRUCTUUR VAN JE BOEK
SCHRIJFWEEK ANDALUSIË
Dus je wilt een boek schrijven? Kom naar een schrijfweek in
Spanje en schrijf je boek volgens de heldere ©ES methode
die je stapsgewijs naar de structuur van je verhaal brengt.
Inclusief persoonlijke sessies met boekcoach Brenda van Es.
‘Ik heb structuur, maar ik voel ook die intense verbinding
met mijn verhaal. Een schrijf- en bezinningsreis ineen’ - Lisa
WAT LEVERT HET OP?
Je gaat naar huis met een schrijfplan, inclusief het thema en
de structuur van je boek. Daar win je tot wel 6 maanden tijd
mee! Dagelijks lunchen we onder de olijfboom. Je plukt een
vijg of sinaasappel vers van de boom. We eten biologisch.
Duur 6 dagen Wanneer juni, juli, september en oktober
Aantal maximaal 8 (eigen kamers)
BONUS Soul Writing en klankschaalsessies
Weten of Brenda van Es bij je past? Bel +31 6 4311 7019
SCHRIJF JE IN VIA WWW.100JAARNAVANDAAG.COM/AGENDA