Handleiding - Leidraad Opvang en Evaluatie Suïcidaliteit (LOES)
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
LEIDRAAD OPVANG EN EVALUATIE<br />
SUÏCIDALITEIT<br />
(<strong>LOES</strong>)<br />
HANDLEIDING
<strong>Leidraad</strong> <strong>Opvang</strong> <strong>en</strong> <strong>Evaluatie</strong> <strong>Suïcidaliteit</strong> - <strong>LOES</strong><br />
1 maart 2022 – Vlaams Expertisec<strong>en</strong>trum Suïcideprev<strong>en</strong>tie (VLESP); E<strong>en</strong>heid voor Zelfmoordonderzoek<br />
(EZO)<br />
In opdracht <strong>en</strong> met de steun van de Vlaamse Overheid, in het kader van het Vlaams Actieplan<br />
Suïcideprev<strong>en</strong>tie<br />
Auteurs: Msc. Nikita Vancayseele, Msc. Mercedes Wolters, Msc. Bart Witvrouw<strong>en</strong>, Msc. Lies Pittoors,<br />
Prof. Dr. Gw<strong>en</strong>dolyn Portzky.<br />
E<strong>en</strong> digitale versie van <strong>LOES</strong> is beschikbaar op www.zelfmoord1813.be/loes
INHOUD<br />
Voorwoord ................................................................................................................................... 4<br />
1.Ontwikkeling ............................................................................................................................. 5<br />
1.1 Doel ............................................................................................................................................... 5<br />
1.2 Achtergrond ................................................................................................................................... 6<br />
1.3 Opbouw <strong>Leidraad</strong> <strong>Opvang</strong> <strong>en</strong> <strong>Evaluatie</strong> <strong>Suïcidaliteit</strong> .................................................................... 7<br />
2.Praktisch gebruik ....................................................................................................................... 7<br />
2.1 Basishouding.................................................................................................................................. 7<br />
2.2 Bij wie <strong>en</strong> wanneer suïcidaliteit bevrag<strong>en</strong> ..................................................................................... 8<br />
2.3 Omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> timing ........................................................................................................... 9<br />
2.4 Instructies .................................................................................................................................... 10<br />
3 Afname <strong>Leidraad</strong> <strong>Opvang</strong> & <strong>Evaluatie</strong> Suicidaliteit (<strong>LOES</strong>) .................................................... 11<br />
3.1 Afname sociodemografische gegev<strong>en</strong>s ....................................................................................... 11<br />
3.2 Afname basisbevraging suïcidaliteit ............................................................................................ 12<br />
3.3 Afname verdere verk<strong>en</strong>ning suïcidaliteit .................................................................................... 16<br />
4 Start risicoformulering <strong>en</strong> safety plan op basis van antwoord<strong>en</strong> op de tool <strong>LOES</strong> .................. 20<br />
4.1 Risicoformulering ........................................................................................................................ 20<br />
4.2 Safety plan ................................................................................................................................... 20<br />
5.Refer<strong>en</strong>ties .............................................................................................................................. 24<br />
3
VOORWOORD<br />
Deze handleiding bevat de instructies voor het gebruik <strong>en</strong> de afname van de <strong>Leidraad</strong> <strong>Opvang</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>Evaluatie</strong> van <strong>Suïcidaliteit</strong> (<strong>LOES</strong>) in de Geestelijke Gezondheidszorg in Vlaander<strong>en</strong>. Hierbij w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> we<br />
ook de werkgroep te dank<strong>en</strong> die hielp bij het schrijv<strong>en</strong> van deze handleiding, de klanbordgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
ander betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Uit onderzoek blijkt dat patiënt<strong>en</strong> die na e<strong>en</strong> suïcidepoging op psychologisch <strong>en</strong> sociaal vlak<br />
opgevang<strong>en</strong> <strong>en</strong> geëvalueerd word<strong>en</strong>, minder g<strong>en</strong>eigd zijn om later opnieuw e<strong>en</strong> poging te<br />
ondernem<strong>en</strong> [1, 2]. Daarom werd in opdracht van het Vlaams Ministerie van Gezondheid, Welzijn <strong>en</strong><br />
Gezin het Instrum<strong>en</strong>t voor Psychosociale <strong>Evaluatie</strong> <strong>en</strong> <strong>Opvang</strong> (IPEO) herwerkt om de psychosociale<br />
evaluatie <strong>en</strong> opvang van suïcidepogers <strong>en</strong> person<strong>en</strong> met suïcidale gedacht<strong>en</strong> te optimaliser<strong>en</strong>.<br />
Het Vlaams Expertisec<strong>en</strong>trum Suïcideprev<strong>en</strong>tie (VLESP) ontwikkelde dit instrum<strong>en</strong>t in sam<strong>en</strong>werking<br />
met de E<strong>en</strong>heid voor Zelfmoordonderzoek (EZO). De gegev<strong>en</strong>s die aan de hand van <strong>LOES</strong> verzameld<br />
word<strong>en</strong>, zijn niet alle<strong>en</strong> vanuit klinisch oogpunt belangrijk, maar word<strong>en</strong> door de EZO aan de<br />
Universiteit G<strong>en</strong>t, in opdracht van de Vlaamse Overheid, verwerkt in epidemiologisch onderzoek.<br />
Voor meer informatie omtr<strong>en</strong>t detectie <strong>en</strong> behandeling van suïcidaal gedrag verwijz<strong>en</strong> wij naar de<br />
Multidisciplinaire Richtlijn<strong>en</strong> die door VLESP werd<strong>en</strong> ontwikkeld. Deze zijn online beschikbaar op<br />
www.zelfmoord1813.be/richtlijn<strong>en</strong>. Jaarlijks word<strong>en</strong> de factsheets omtr<strong>en</strong>t de belangrijkste feit<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
cijfers in verband met zelfdoding rond bepaalde thema’s of doelgroep<strong>en</strong> geüpdatet. Voor meer<br />
informatie kan je terecht op www.zelfmoord1813.be/factsheets.<br />
4
1.ONTWIKKELING<br />
Op de spoedopnamedi<strong>en</strong>st van elk algeme<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis word<strong>en</strong> regelmatig m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aangemeld die<br />
e<strong>en</strong> suïcidepoging hebb<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> suïcidepoging is de belangrijkste klinische risicofactor<br />
voor suïcide [3]. Naar schatting is er bij 50% van de person<strong>en</strong> die overlijd<strong>en</strong> door suïcide e<strong>en</strong><br />
voorgeschied<strong>en</strong>is van suïcidepoging(<strong>en</strong>) [4]. Om ziek<strong>en</strong>huispersoneel te ondersteun<strong>en</strong> bij het plann<strong>en</strong><br />
van <strong>en</strong> het voorzi<strong>en</strong> in de best mogelijke zorg voor de suïcidale patiënt werd in 2007 het Instrum<strong>en</strong>t<br />
voor Psychosociale <strong>Evaluatie</strong> <strong>en</strong> <strong>Opvang</strong> (IPEO) ontwikkeld. Op basis van dit instrum<strong>en</strong>t werd<strong>en</strong> de<br />
patiënt<strong>en</strong>specifieke risico’s <strong>en</strong> nod<strong>en</strong> bevraagd, met voortdur<strong>en</strong>de aandacht voor het individuele<br />
verhaal van de patiënt <strong>en</strong> de naast<strong>en</strong>. In 2013 werd het Instrum<strong>en</strong>t voor Psychosociale <strong>Evaluatie</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>Opvang</strong> specifiek voor kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> (KIPEO) ontwikkeld. Het doel was om op basis van de<br />
verzamelde informatie uit het IPEO <strong>en</strong> KIPEO, ev<strong>en</strong>tueel aangevuld met informatie van eerdere<br />
behandelaars, huisarts <strong>en</strong> naast<strong>en</strong>, risicofactor<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> optimale doorverwijzing voor<br />
te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de patiënt hiertoe te motiver<strong>en</strong>.<br />
In 2018 vond er e<strong>en</strong> nod<strong>en</strong>-bevraging plaats in het werkveld over het gebruik van het IPEO <strong>en</strong> KIPEO.<br />
Er werd aangegev<strong>en</strong> dat er niet alle<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> zelfmoordpoging word<strong>en</strong> aangemeld op de<br />
spoeddi<strong>en</strong>st, maar ook vaak m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met (acute) suïcidale gedacht<strong>en</strong>. Het IPEO <strong>en</strong> KIPEO kwam<strong>en</strong> niet<br />
tegemoet aan de nod<strong>en</strong> van deze patiënt<strong>en</strong>. Daarnaast word<strong>en</strong> suïcidale patiënt<strong>en</strong> niet <strong>en</strong>kel<br />
aangemeld op e<strong>en</strong> spoeddi<strong>en</strong>st, maar ook op andere afdeling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis. Het IPEO<br />
<strong>en</strong> KIPEO war<strong>en</strong> vooral gericht op de context van de algem<strong>en</strong>e ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>, maar veel andere<br />
geestelijke gezondheidszorg (GGZ) organisaties kom<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in contact met suïcidale patiënt<strong>en</strong>.<br />
De vraag werd dan ook gesteld om het nieuwe instrum<strong>en</strong>t gebruiksvri<strong>en</strong>delijker te mak<strong>en</strong> voor andere<br />
sector<strong>en</strong>. Enerzijds werd het IPEO <strong>en</strong> KIPEO inhoudelijk aangepast, anderzijds werd er tijd<strong>en</strong>s de<br />
herwerking ook rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met methodiek<strong>en</strong> die eerder door VLESP werd<strong>en</strong> ontwikkeld, zo<br />
werd de vernieuwing van het instrum<strong>en</strong>t afgestemd op de multidisciplinaire richtlijn<strong>en</strong>, de tool<br />
risicoformulering <strong>en</strong> het Safety plan.<br />
1.1 DOEL<br />
E<strong>en</strong> belangrijk basisprincipe in de hulpverl<strong>en</strong>ing aan suïcidale person<strong>en</strong> is om e<strong>en</strong> goed contact te<br />
mak<strong>en</strong> met de patiënt. Dit houdt in dat de patiënt zich vrij kan voel<strong>en</strong> om over zijn/haar<br />
suïcidegedacht<strong>en</strong> te prat<strong>en</strong> (meer info hierover is terug te vind<strong>en</strong> in de multidisciplinaire richtlijn<strong>en</strong><br />
van VLESP https://www.zelfmoord1813.be/richtlijn<strong>en</strong>). <strong>LOES</strong> is e<strong>en</strong> <strong>Leidraad</strong> voor de psychosociale<br />
opvang <strong>en</strong> evaluatie van person<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> suïcidepoging of person<strong>en</strong> met suïcidale ideatie(s) <strong>en</strong> biedt,<br />
in de vorm van e<strong>en</strong> semi-gestructureerd interview, handvat<strong>en</strong> aan om in gesprek te gaan met de<br />
patiënt. <strong>LOES</strong> is e<strong>en</strong> verbreding <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>smelting van het Instrum<strong>en</strong>t voor Psychosociale <strong>Evaluatie</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>Opvang</strong> van suïcidepogers (IPEO) <strong>en</strong> de IPEO voor Kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> Jonger<strong>en</strong> (KIPEO). Deze instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd <strong>en</strong> aangevuld met de mogelijkheid tot het bevrag<strong>en</strong> van suïcidale ideatie (dus<br />
ook zonder dat e<strong>en</strong> suïcidepoging plaatsvond). Aan de hand van richtvrag<strong>en</strong> kan de hulpverl<strong>en</strong>er in<br />
gesprek gaan met de patiënt.<br />
Het prat<strong>en</strong> over suïcidaliteit heeft verschill<strong>en</strong>de functies. Naast de belangrijke taak de ernst van het<br />
verlang<strong>en</strong> naar suïcide in te schatt<strong>en</strong>, helpt het de patiënt ook zijn gedacht<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t suïcide te<br />
ord<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> het isolem<strong>en</strong>t te doorbrek<strong>en</strong>. Deze leidraad is ontworp<strong>en</strong> om hulpverl<strong>en</strong>ers handvat<strong>en</strong> te<br />
bied<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goede eerste opvang te do<strong>en</strong> van iemand die e<strong>en</strong> suïcidepoging ondernam of kampt<br />
met suïcidale ideatie(s). De aanmelding kan zijn bij e<strong>en</strong> vertrouwde huisarts, in e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong><br />
ziek<strong>en</strong>huis, C<strong>en</strong>tra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), psychiatrisch ziek<strong>en</strong>huis, Mobiel Crisis Team<br />
(MCT), C<strong>en</strong>tra Leerling<strong>en</strong> Begeleiding (CLB),… . Door het psychosociale aspect te bevrag<strong>en</strong>, helpt het<br />
om zicht te krijg<strong>en</strong> op de aanwezige risico- <strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgbehoeft<strong>en</strong> én om<br />
5
ondersteuning te bied<strong>en</strong> inzake zorgcontinuïteit. Het gesprek aangaan na e<strong>en</strong> suïcidepoging is van<br />
groot belang, gezi<strong>en</strong> dit de kans op e<strong>en</strong> nieuwe poging verkleint [1]. Bij person<strong>en</strong> die suïcidaal zijn, is<br />
het belangrijk om de acuutheid van de gedacht<strong>en</strong> in te schatt<strong>en</strong>, zodat de best pass<strong>en</strong>de <strong>en</strong> zo veilig<br />
mogelijke vervolgzorg kan geïnstalleerd word<strong>en</strong>.<br />
Het gebruik van <strong>LOES</strong> past in e<strong>en</strong> bredere zorgstrategie, overe<strong>en</strong>komstig de multidisciplinaire richtlijn<br />
<strong>en</strong> leidraad voor zorgcontinuïteit. Het invull<strong>en</strong> van <strong>LOES</strong> biedt tev<strong>en</strong>s handvatt<strong>en</strong> voor het invull<strong>en</strong> van<br />
de risicoformulering <strong>en</strong> het safety plan.<br />
1.2 ACHTERGROND<br />
Zowel binn<strong>en</strong> de klinische setting als in de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur blijkt niet altijd e<strong>en</strong>duidigheid<br />
te zijn over de gehanteerde definities van suïcidaal gedrag. Om het gebruik van het semigestructureerd<br />
interview over de verschill<strong>en</strong>de organisaties he<strong>en</strong> te uniformiser<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong><br />
suïcidepoging <strong>en</strong> suïcidale gedacht<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de definitie van de Wereld<br />
gezondheidorganisatie (World Health Organisation; WHO).<br />
Zelfmoordpoging: “Elke handeling, met e<strong>en</strong> niet fatale afloop, waarbij e<strong>en</strong> individu opzettelijk <strong>en</strong><br />
weloverwog<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ongewoon gedrag stelt of initieert, dat zonder interv<strong>en</strong>tie van ander<strong>en</strong> zal leid<strong>en</strong><br />
tot zelfverwonding (of zelfvernietiging), of waarbij e<strong>en</strong> individu opzettelijk e<strong>en</strong> stof inneemt in e<strong>en</strong><br />
grotere dan de voorgeschrev<strong>en</strong> of algeme<strong>en</strong> aanvaardbare therapeutische dosis, met de bedoeling via<br />
de actuele of verwachte fysische gevolg<strong>en</strong> verlangde verandering<strong>en</strong> te bewerkstellig<strong>en</strong>.”[5]<br />
Exclusiecriteria<br />
Onderstaande cases word<strong>en</strong> niet beschouwd als e<strong>en</strong> suïcidepoging:<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Accid<strong>en</strong>tele overdosis, bijvoorbeeld iemand die medicatie inneemt in kader van ziekte, zonder<br />
<strong>en</strong>ige int<strong>en</strong>tie om zichzelf te verwond<strong>en</strong><br />
Alcoholintoxicatie zonder <strong>en</strong>ige int<strong>en</strong>tie om zichzelf te verwond<strong>en</strong><br />
Accid<strong>en</strong>tele overdosis met partydrugs<br />
Soms word<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> aangemeld <strong>en</strong> is het niet zo duidelijk of de patiënt e<strong>en</strong> zelfmoordpoging heeft<br />
gedaan of niet… Er kan hier heel wat twijfel over zijn, er is vaak e<strong>en</strong> grijze zone. Bij twijfel wordt er<br />
geadviseerd om toch in gesprek te gaan met de patiënt aan de hand van <strong>LOES</strong>. Op dat mom<strong>en</strong>t is het<br />
belangrijk dat er e<strong>en</strong> inschatting wordt gemaakt van het suïciderisico, hiervoor kunn<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> die<br />
in dit semi-gestructureerd interview zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> help<strong>en</strong>.<br />
Suïcidale ideatie (zelfmoordgedacht<strong>en</strong>): “Het actief d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan, of het overweg<strong>en</strong> van suïcide, als<br />
mogelijkheid of als uitweg om ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong> of op te loss<strong>en</strong>” (5).<br />
6
1.3 OPBOUW LEIDRAAD OPVANG EN EVALUATIE SUÏCIDALITEIT<br />
<strong>LOES</strong> bevat volg<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong>:<br />
DEEL 1: Basisbevraging suïcidaliteit – Dit deel bevat richtvrag<strong>en</strong> voor de anamnese na e<strong>en</strong><br />
zelfmoordpoging <strong>en</strong>/of bij suïcidale gedacht<strong>en</strong>. Op basis van de richtvrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de belangrijkste<br />
factor<strong>en</strong> in kaart gebracht die het huidige <strong>en</strong> toekomstige suïciderisico kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Om<br />
hulpverl<strong>en</strong>ers te ondersteun<strong>en</strong> in het bepal<strong>en</strong> van het suïciderisico heeft VLESP e<strong>en</strong> tool<br />
risicoformulering ontwikkeld. De richtvrag<strong>en</strong> van <strong>LOES</strong> bied<strong>en</strong> ondersteuning om deze tool in te vull<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> dus tot e<strong>en</strong> gefundeerde inschatting van het suïciderisico te kom<strong>en</strong>. Om te peil<strong>en</strong> naar de huidige<br />
suïcidale int<strong>en</strong>tie word<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> bevraagd: inschatting van de emoties, bevraging van de<br />
huidige poging (indi<strong>en</strong> de patiënt wordt aangemeld na e<strong>en</strong> suïcidepoging), aanwezigheid van<br />
zelfmoordgedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> de concrete plann<strong>en</strong>. Om de risico- <strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong><br />
inschatt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de poging<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong>, zelfbeschadig<strong>en</strong>d gedrag, sociale steun <strong>en</strong> netwerk<br />
bevraagd. Het laatste elem<strong>en</strong>t uit de tool risicoformulering, namelijk voorspelbare verandering<strong>en</strong><br />
wordt bevraagd door te pols<strong>en</strong> naar de mate van hopeloosheid. T<strong>en</strong>slotte wordt de bereidheid tot<br />
verdere begeleiding in kaart gebracht <strong>en</strong> wordt er e<strong>en</strong> eerste advies voor het zorgtraject op korte<br />
termijn (voor de kom<strong>en</strong>de ur<strong>en</strong>, dag<strong>en</strong>) besprok<strong>en</strong>.<br />
DEEL 2: Verdere verk<strong>en</strong>ning suïcidaliteit – Dit deel biedt richtvrag<strong>en</strong> om de suïcidaliteit verder uit te<br />
diep<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondersteuningsnod<strong>en</strong> na te gaan. Deel 2 wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s opgedeeld in de vier elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
van de tool risicoformulering. Om te peil<strong>en</strong> naar de huidige suïcidale int<strong>en</strong>tie word<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de<br />
factor<strong>en</strong> bevraagd: aanwezigheid van zelfmoordgedacht<strong>en</strong> (dit wordt <strong>en</strong>kel opnieuw bevraagd indi<strong>en</strong><br />
er meer dan 24u zit tuss<strong>en</strong> deel 1 <strong>en</strong> deel 2) <strong>en</strong> concrete plann<strong>en</strong>, suïcidale int<strong>en</strong>tie (indi<strong>en</strong> de patiënt<br />
wordt aangemeld na e<strong>en</strong> suïcidepoging), motiev<strong>en</strong> van de suïcidaliteit <strong>en</strong> ambival<strong>en</strong>tie. De risico- <strong>en</strong><br />
bescherm<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingeschat door te vrag<strong>en</strong> naar de voorafgaande problem<strong>en</strong>,<br />
middel<strong>en</strong>gebruik, behandelgeschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> coping. De voorspelbare verandering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in kaart<br />
gebracht door positieve <strong>en</strong> negatieve zak<strong>en</strong> in de nabije toekomst te bevrag<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte wordt er<br />
gevraagd naar de zorgbehoeft<strong>en</strong> van de patiënt <strong>en</strong> wordt het geadviseerd zorgtraject dat wordt<br />
opgestart na de aanmelding ingevuld.<br />
2.PRAKTISCH GEBRUIK<br />
Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van <strong>LOES</strong> in de praktijk. Daarin wordt op e<strong>en</strong> overzichtelijke wijze<br />
weergegev<strong>en</strong> waar <strong>en</strong> wanneer <strong>LOES</strong> kan word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, afhankelijk van de specifieke<br />
omstandighed<strong>en</strong> waarin de suïcidale patiënt zich bevindt.<br />
2.1 BASISHOUDING<br />
Zoals eerder in deze handleiding beschrev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de onderwerp<strong>en</strong> die in <strong>LOES</strong> aan bod kom<strong>en</strong>,<br />
ondergebracht word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de vier factor<strong>en</strong> van de tool risicoformulering. Aan de hand van dit<br />
instrum<strong>en</strong>t br<strong>en</strong>g je in sam<strong>en</strong>spraak met de patiënt de belangrijkste factor<strong>en</strong> in kaart die het huidige<br />
<strong>en</strong> toekomstige suïciderisico kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Dit instrum<strong>en</strong>t biedt voorbeeldvrag<strong>en</strong> om het<br />
gesprek met de suïcidale patiënt te ondersteun<strong>en</strong>. Dit is ter inspiratie, iedere hulpverl<strong>en</strong>er kan<br />
uiteraard het gesprek in eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>. Het belangrijkste doel van deze leidraad, is dat er in<br />
gesprek wordt gegaan met de patiënt nadat hij/zij wordt aangemeld na e<strong>en</strong> zelfmoordpoging of met<br />
7
suïcidale gedacht<strong>en</strong>. <strong>LOES</strong> is in e<strong>en</strong> bepaalde structuur gegot<strong>en</strong> zodat alle factor<strong>en</strong> van de<br />
risicoformulering word<strong>en</strong> bevraagd, maar tijd<strong>en</strong>s het gesprek kan deze volgorde zeker afwijk<strong>en</strong>. De<br />
volgorde van de vrag<strong>en</strong> zal ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s afhang<strong>en</strong> van de toestand van de patiënt <strong>en</strong> de mate waarin<br />
hij/zij die w<strong>en</strong>st te beantwoord<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>e patiënt heeft meer behoefte om hierover te prat<strong>en</strong> dan de<br />
andere patiënt. De volgorde van de factor<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> bevraagd, hangt ook sterk af van het verhaal<br />
dat de patiënt br<strong>en</strong>gt. Flexibiliteit is dus zeker aangerad<strong>en</strong>. Door in gesprek te gaan met de patiënt<br />
(aan de hand van deze voorbeeldvrag<strong>en</strong>) wordt er niet alle<strong>en</strong> de mogelijkheid gebod<strong>en</strong> aan de patiënt<br />
om zijn/haar verhaal te vertell<strong>en</strong>, maar biedt het ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de kans aan de hulpverl<strong>en</strong>er om te luister<strong>en</strong><br />
naar de patiënt <strong>en</strong> helpt het om de gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gevoel<strong>en</strong>s van de patiënt beter te begrijp<strong>en</strong>. Door<br />
meer inzicht te krijg<strong>en</strong> in deze gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s van de patiënt kan m<strong>en</strong> als hulpverl<strong>en</strong>er zich<br />
gemakkelijker verplaats<strong>en</strong> in het perspectief van de patiënt. Deze empathische houding van de<br />
hulpverl<strong>en</strong>er heeft e<strong>en</strong> positief effect op de zorg voor de patiënt.<br />
De inhoud van het gesprek, op basis van dit semi-gestructureerd interview, kan erg veel emoties bij de<br />
patiënt teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Daarom is het aangewez<strong>en</strong> om op het einde van het gesprek ev<strong>en</strong> na te gaan<br />
hoe de patiënt dit gesprek heeft ervar<strong>en</strong>, hoe het voor hem/haar was om hierover te prat<strong>en</strong>.<br />
2.2 BIJ WIE EN WANNEER SUÏCIDALITEIT BEVRAGEN<br />
<strong>LOES</strong> kan word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij suïcidale patiënt<strong>en</strong> (bij person<strong>en</strong> met suïcidale gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of na<br />
e<strong>en</strong> zelfmoordpoging). Suïcidale patiënt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de signal<strong>en</strong> uit<strong>en</strong>. Enerzijds zijn er de<br />
directe dreiging<strong>en</strong> (“Ik wil dood”, “Ik wil e<strong>en</strong> einde aan mijn lev<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>”, “Ik wil niet meer lev<strong>en</strong>”) <strong>en</strong><br />
de indirecte dreiging<strong>en</strong> (“Mijn lev<strong>en</strong> is zinloos”, “Ik b<strong>en</strong> jullie tot last”, “Van mij zal je ge<strong>en</strong> last meer<br />
hebb<strong>en</strong>”, “Ik wil bij mijn overled<strong>en</strong> zoon zijn”, …). Anderzijds zijn er waarschuwingssignal<strong>en</strong> zoals<br />
hopeloosheid, roekeloos gedrag, gevoel vast te zitt<strong>en</strong>, sterke stemmingswisseling<strong>en</strong>, to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d<br />
alcohol- of druggebruik, zich terugtrekk<strong>en</strong> van familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of de sam<strong>en</strong>leving. Het is niet altijd<br />
makkelijk om over e<strong>en</strong> gevoelig onderwerp als zelfmoord te beginn<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>. Soms kan het help<strong>en</strong> om<br />
te vertrekk<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> concrete observatie:<br />
- “Ik merk dat het niet zo goed met je gaat. Heb je soms mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat het je allemaal wat<br />
teveel wordt?”<br />
- “Je zegt dat je het niet meer ziet zitt<strong>en</strong>, bedoel je hiermee dat je aan zelfmoord d<strong>en</strong>kt?”<br />
- “Je zegt dat ‘alles’ niet meer gaat, zie je ook het lev<strong>en</strong> niet meer zitt<strong>en</strong>? D<strong>en</strong>k je dan aan<br />
zelfmoord?”<br />
Indi<strong>en</strong> de signal<strong>en</strong> niet zichtbaar zijn, maar als hulpverl<strong>en</strong>er heb je wel e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van de<br />
aanwezigheid van suïcidale gedacht<strong>en</strong>, dan kan je initieel ook op e<strong>en</strong> minder directe manier de<br />
toestand van de patiënt bevrag<strong>en</strong>, om dan op e<strong>en</strong> later mom<strong>en</strong>t op e<strong>en</strong> meer directe manier<br />
suïcidaliteit te bevrag<strong>en</strong>:<br />
- “Hoe gaat het met je?”<br />
- “Hoe zie je het nu verder?”<br />
- “Hoe zie je de toekomst op dit mom<strong>en</strong>t?”<br />
- “Zie je voor jezelf nog <strong>en</strong>ige toekomst?”<br />
- “Heb je wele<strong>en</strong>s het idee dat het lev<strong>en</strong> niet meer de moeite waard is?”<br />
- “D<strong>en</strong>k je wele<strong>en</strong>s aan de dood? Wat zijn dat voor gedacht<strong>en</strong>?”<br />
8
- “D<strong>en</strong>k je wele<strong>en</strong>s dat je e<strong>en</strong> einde aan jouw lev<strong>en</strong> zou will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>?”<br />
Wanneer de patiënt bevestigt dat hij of zij aan zelfmoord d<strong>en</strong>kt, is het belangrijk om stil te staan bij<br />
hoe dat voelt voor de patiënt:<br />
- “Hoe is het voor jou om aan zelfmoord te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>?”<br />
- “Hoe voelt het voor jou om erover te prat<strong>en</strong>?”<br />
Indi<strong>en</strong> er veel weerstand aanwezig is om de suïcidaliteit te besprek<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de reflectieve<br />
voorbeeldvrag<strong>en</strong> help<strong>en</strong>:<br />
- “Ik hoor dat je twijfelt aan het nut van dit gesprek?”<br />
- “Je kunt je moeilijk voorstell<strong>en</strong> hoe ik jou ooit zou kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>?”<br />
- “Ik merk dat je weinig moed hebt om weer iets nieuws te prober<strong>en</strong>?”<br />
2.3 OMSTANDIGHEDEN EN TIMING<br />
<strong>LOES</strong> wordt afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij person<strong>en</strong> met suïcidale gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of na e<strong>en</strong> zelfmoordpoging. In het<br />
geval van e<strong>en</strong> zelfmoordpoging is het aan te rad<strong>en</strong> om het eerste deel af te nem<strong>en</strong> kort na de poging,<br />
weliswaar wanneer de suïcidale persoon lichamelijk voldo<strong>en</strong>de hersteld is van ev<strong>en</strong>tuele effect<strong>en</strong> van<br />
drugs, alcohol <strong>en</strong>/of medicatie. De gemiddelde afnameduur van het eerste deel wordt geschat op 15<br />
à 20 minut<strong>en</strong>. Het tweede deel wordt bij voorkeur zo snel mogelijk na het eerste deel afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
duurt gemiddeld 40 minut<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> deel 1 <strong>en</strong> deel 2 in één gesprek plaatsvind<strong>en</strong>, dan zal het gesprek<br />
aan de hand van dit semi-gestructureerd interview minder lang dur<strong>en</strong> (de aanwezigheid van<br />
zelfmoordgedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plann<strong>en</strong> hoeft dan ge<strong>en</strong> twee keer bevraagd te word<strong>en</strong>).<br />
Neem <strong>LOES</strong> indi<strong>en</strong> mogelijk af in e<strong>en</strong> rustige, veilige <strong>en</strong> vertrouwelijke omgeving. Wanneer belangrijke<br />
naast<strong>en</strong> (partner, familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>) de suïcidale persoon vergezell<strong>en</strong>, is het aangerad<strong>en</strong> - mits<br />
toestemming van de persoon - deze te betrekk<strong>en</strong> bij de opvang <strong>en</strong> verdere behandeling. De afname<br />
van <strong>LOES</strong> zelf di<strong>en</strong>t echter individueel te gebeur<strong>en</strong>, zodat ook moeilijkhed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de suïcidale<br />
persoon <strong>en</strong> zijn/haar naast<strong>en</strong> bespreekbaar zijn. Beoordeel op voorhand of de persoon in staat is de<br />
inhoud van <strong>LOES</strong> te begrijp<strong>en</strong> door zijn/haar cognitief functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> oordeelsvermog<strong>en</strong> te<br />
evaluer<strong>en</strong>.<br />
2.3.1 Cognitief functioner<strong>en</strong><br />
Na e<strong>en</strong> zelfmoordpoging is m<strong>en</strong> vaak moeilijk aanspreekbaar, hetzij door intoxicatie, hetzij door<br />
emotionele crisis <strong>en</strong> ontreddering. Schat daarom steeds in of de suïcidale persoon bij helder bewustzijn<br />
is <strong>en</strong> in staat om verder bevraagd te word<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> u het cognitief functioner<strong>en</strong> van de suïcidale<br />
persoon niet louter op basis van observatie kan inschatt<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t u <strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> (Weet u<br />
waar u b<strong>en</strong>t mom<strong>en</strong>teel? Welke maand, dag is het vandaag?,…). Bij onvoldo<strong>en</strong>de cognitief<br />
functioner<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t de afname van <strong>LOES</strong> onderbrok<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Herevalueer de cognitieve toestand<br />
regelmatig tot bevraging mogelijk wordt.<br />
9
2.3.2 Oordeelsvermog<strong>en</strong><br />
Wanneer de suïcidale persoon medische/psychosociale behandeling weigert, is het belangrijk om in te<br />
schatt<strong>en</strong> of de persoon over voldo<strong>en</strong>de oordeelsvermog<strong>en</strong> beschikt om deze beslissing te nem<strong>en</strong>.<br />
Wanneer e<strong>en</strong> psychiater/arts besluit dat het oordeelsvermog<strong>en</strong> van de suïcidale persoon onvoldo<strong>en</strong>de<br />
is, di<strong>en</strong>t de tijdelijkheid van deze toestand ingeschat te word<strong>en</strong>. Iemand die extreem angstig is <strong>en</strong> zelfs<br />
weigert medische hulp te aanvaard<strong>en</strong>, kan in e<strong>en</strong> later stadium wel in staat zijn om over zichzelf <strong>en</strong><br />
zijn/haar behandeling te oordel<strong>en</strong>. Bij verbeterde toestand kan deel 1 van <strong>LOES</strong> op e<strong>en</strong> later tijdstip<br />
hernom<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
2.4 INSTRUCTIES<br />
<strong>LOES</strong> is opgesteld als e<strong>en</strong> semi-gestructureerd interview, dat in e<strong>en</strong> gesprek met e<strong>en</strong> suïcidale persoon<br />
of na e<strong>en</strong> zelfmoordpoging kan word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het bestaat uit e<strong>en</strong> lijst van vaste thema’s die in<br />
de loop van dit gesprek aan bod di<strong>en</strong><strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> (kernonderdel<strong>en</strong>). De leidraad wordt gebruikt als<br />
houvast om zeker te zijn dat alle onderwerp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevraagd. De op<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> de persoon in<br />
de mogelijkheid om in zijn/haar eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> te antwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> creër<strong>en</strong> op die manier veel ruimte<br />
voor de eig<strong>en</strong> beleving. Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s biedt het de hulpverl<strong>en</strong>er de mogelijkheid om afhankelijk van de<br />
individuele situatie van de suïcidale persoon dieper in te gaan op bepaalde thema’s.<br />
De specifieke bevraging <strong>en</strong> de registratie van de antwoord<strong>en</strong> van de patiënt is item-afhankelijk.<br />
Sommige items in <strong>LOES</strong> di<strong>en</strong> je in eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> te bevrag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zijn voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> ruimte<br />
om het antwoord van de patiënt te noter<strong>en</strong> (voorbeeld, bevraag hoe de patiënt zich voelt, de mate<br />
van hopeloosheid, de ambival<strong>en</strong>tie, de coping, de toekomstvisie,…). Om e<strong>en</strong> empathische sfeer te<br />
creër<strong>en</strong>, waarin de patiënt zich echt beluisterd <strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> voelt, is het belangrijk voldo<strong>en</strong>de op<strong>en</strong><br />
vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>. Concrete suggesties voor vrag<strong>en</strong> zijn verder in deze handleiding terug te vind<strong>en</strong>.<br />
Andere items (voorbeeld: informeer naar de omstandighed<strong>en</strong> vlak voor <strong>en</strong> na dat de patiënt zich<br />
probeerde te verwond<strong>en</strong> of beschadig<strong>en</strong>, bevraag welke motiev<strong>en</strong> de patiënt aangeeft voor zijn/haar<br />
poging, ga na waar de problem<strong>en</strong> zich situer<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoelang ze al dur<strong>en</strong>,…) bevraag je ook in je eig<strong>en</strong><br />
woord<strong>en</strong> maar zijn zowel van e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> ruimte als van e<strong>en</strong> aantal antwoordcategorieën voorzi<strong>en</strong>. Stel<br />
steeds e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> vraag aan de patiënt (de richtvrag<strong>en</strong> in <strong>LOES</strong> kunn<strong>en</strong> hiervoor gebruikt word<strong>en</strong>),<br />
noteer het antwoord <strong>en</strong> kruis later of onmiddellijk ook de categorie aan waartoe het antwoord van de<br />
patiënt behoort. De antwoordcategorieën moet<strong>en</strong> dus niet opgesomd word<strong>en</strong>.<br />
10
3 AFNAME LEIDRAAD OPVANG & EVALUATIE SUICIDALITEIT (<strong>LOES</strong>)<br />
In dit hoofdstuk word<strong>en</strong> instructies met betrekking tot de afname van de items uit <strong>LOES</strong> geformuleerd.<br />
Ev<strong>en</strong>tuele concrete suggesties voor vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> voor de praktijk word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>. Naast<br />
de verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de symbooltjes van de tool risicoformulering afgebeeld. Tijd<strong>en</strong>s het<br />
gesprek aan de hand van <strong>LOES</strong> is er heel wat informatie die in de vier elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de tool<br />
risicoformulering kan word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Aan de hand van de symbooltjes is het duidelijk tot welk<br />
(huidige suïcidale int<strong>en</strong>tie, risicofactor<strong>en</strong>, beschikbare hulpbronne, voorspelbare verandering<strong>en</strong>)<br />
elem<strong>en</strong>t de informatie behoort.<br />
3.1 AFNAME SOCIODEMOGRAFISCHE GEGEVENS<br />
Info aanmelding<br />
Instructies: Schrijf belangrijke eerste observaties <strong>en</strong> indrukk<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de patiënt neer (van jezelf,<br />
ambulanciers, andere hulpverl<strong>en</strong>ers of naast<strong>en</strong> die de patiënt<strong>en</strong> vergezell<strong>en</strong>). Bijvoorbeeld: Hoe <strong>en</strong><br />
waar werd de persoon aangetroff<strong>en</strong>? Door wie werd de patiënt aangetroff<strong>en</strong>? Hoe reageerde hij/zij?<br />
Hoe pres<strong>en</strong>teerde de persoon zich?, … .<br />
Sociodemografische gegev<strong>en</strong>s<br />
Rationale: De gegev<strong>en</strong>s uit het sociodemografische luik (leeftijd, g<strong>en</strong>der, woonsituatie, het al dan niet<br />
hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong>, burgerlijke staat, economische toestand <strong>en</strong> schoolsituatie (indi<strong>en</strong> het om e<strong>en</strong><br />
leerling of stud<strong>en</strong>t gaat) biedt waardevolle informatie omtr<strong>en</strong>t de aanwezigheid van risico- <strong>en</strong><br />
bescherm<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn tev<strong>en</strong>s belangrijk in het kader van epidemiologisch onderzoek. Uit de<br />
literatuur blijkt dat alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong>, person<strong>en</strong> die gescheid<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> alle<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong> risicogroep<br />
vorm<strong>en</strong> voor suïcidaal gedrag. Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s patiënt<strong>en</strong> die lager opgeleid zijn <strong>en</strong> (langdurig) werkloz<strong>en</strong><br />
verton<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere kans op suïcidaal gedrag, zowel op e<strong>en</strong> zelfmoordpoging als overlijd<strong>en</strong> door<br />
zelfmoord [6-8].<br />
Instructies: Omdat deze informatie zo waardevol is wordt er gevraagd om deze variabel<strong>en</strong> steeds zo<br />
nauwkeurig mogelijk in te vull<strong>en</strong>. Heel wat van deze informatie komt tijd<strong>en</strong>s het gesprek aan bod<br />
(indi<strong>en</strong> het instrum<strong>en</strong>t gedigitaliseerd is in het elektronisch patiënt<strong>en</strong>dossier, dan word<strong>en</strong> meerdere<br />
variabel<strong>en</strong> reeds automatisch ingevuld, <strong>en</strong> hoeft dit niet actief bevraagd te word<strong>en</strong>).<br />
Bevraging zwangerschap<br />
Rationale: Onderzoek toonde aan dat zelfmoord één van de belangrijkste oorzak<strong>en</strong> is van<br />
moedersterfte tijd<strong>en</strong>s de perinatale periode [9]. Hoewel e<strong>en</strong> zwangerschap vaak wordt gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
bescherm<strong>en</strong>de factor toonde de review van Gelaye, Kajeepeta <strong>en</strong> Williams (2016) aan dat zwangere<br />
vrouw<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s suïcidale ideaties kunn<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>[10]. Voor e<strong>en</strong> minderheid van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
hun partner is de zwangerschap e<strong>en</strong> periode die kan overschaduwd word<strong>en</strong> door m<strong>en</strong>tale<br />
gezondheidsproblem<strong>en</strong> [11].<br />
Instructies: Kruis aan of de patiënt op het mom<strong>en</strong>t van de poging of suïcidale ideaties zwanger was.<br />
11
Geboorteland patiënt <strong>en</strong> ouders<br />
Rationale: Uit onderzoek bleek dat ethnische minderhed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwetsbare groep vorm<strong>en</strong> voor het<br />
ontwikkel<strong>en</strong> van suïcidaal gedrag.Person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere ethniciteit zoud<strong>en</strong> vaker e<strong>en</strong><br />
zelfmoordpoging ondernem<strong>en</strong> [12]<br />
Instructies: Kruis het geboorteland van de patiënt <strong>en</strong> zijn/haar ouders aan. Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ander<br />
land afkomstig is, noteer dan welke dit is.<br />
Medicatiefiche<br />
Instructies: Bevraag of de patiënt mom<strong>en</strong>teel medicatie neemt <strong>en</strong> noteer welke medicatie dit is<br />
Aanmelding<br />
Instructies: Duid de red<strong>en</strong> van aanmelding aan. Indi<strong>en</strong> het voor suïcidale gedacht<strong>en</strong> is, di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong>t het<br />
eerste deel binn<strong>en</strong> de basisbevraging suïcidaliteit omtr<strong>en</strong>t de huidige poging niet te bevrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan<br />
m<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> doorgaan naar 2. Inschatting van emoties.<br />
3.2 AFNAME BASISBEVRAGING SUÏCIDALITEIT<br />
1. Huidige poging (startpunt in geval van e<strong>en</strong> poging)<br />
o Poging onderbrok<strong>en</strong> door derd<strong>en</strong><br />
Instructies: Kruis aan of de poging al dan niet onderbrok<strong>en</strong> werd door derd<strong>en</strong> (vb spoorwegpolitie<br />
die suïcidale patiënt verwijdert van de treinspor<strong>en</strong>).<br />
o Ernst lichamelijk letsel<br />
Instructies: Schat onmiddellijk de ernst van het lichamelijk letsel in<br />
Richtlijn<strong>en</strong> voor de praktijk:<br />
- Ge<strong>en</strong> letsel<br />
- Beperkt letsel: ge<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>d noch dring<strong>en</strong>d letsel<br />
- Ernstig letsel: niet-lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>d wel dring<strong>en</strong>de medische hulp vereist<br />
- Lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>d letsel: onmiddellijke medische hulp vereist<br />
o Methode<br />
Rationale: Noteer steeds nauwkeurig de gebruikte methode(n). Hoe lethaler de methode, hoe hoger<br />
het risico dat de patiënt later overlijdt aan zelfmoord [13, 14]. Hoe minder lethaal de methode, hoe<br />
hoger het risico om opnieuw opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> omwille van e<strong>en</strong> zelfmoordpoging. Mann<strong>en</strong><br />
gebruik<strong>en</strong> meer lethale methodes, vergelek<strong>en</strong> met vrouw<strong>en</strong> die meer de methode van zelfvergiftiging<br />
gebruik<strong>en</strong> [14, 15].<br />
Instructies: Registreer steeds nauwkeurig de gebruikte methode(n).<br />
12
2. Inschatting van emoties (startpunt in geval van aanmelding suïcidale gedacht<strong>en</strong>)<br />
Instructies: Ga na hoe de patiënt zich nu voelt. Vraag aan de patiënt hoe het nu met hem/haar gaat.<br />
3. Aanwezigheid zelfmoordgedacht<strong>en</strong><br />
Rationale: Het nagaan van de aanwezigheid van suïcidale gedacht<strong>en</strong> bij patiënt<strong>en</strong> is heel belangrijk,<br />
onderzoek toont namelijk aan dat patiënt<strong>en</strong> die suïcidale gedacht<strong>en</strong> uit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere risico hebb<strong>en</strong><br />
om te overlijd<strong>en</strong> door suïcide [16]. Om zicht te krijg<strong>en</strong> op de aanwezigheid van suïcidale gedacht<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> onderstaande vrag<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> aantal van deze vrag<strong>en</strong> zijn gebaseerd op de SIDAS<br />
(Suicidal Ideation Attributes Scale[17]). De SIDAS bestaat uit vijf vrag<strong>en</strong> die de frequ<strong>en</strong>tie, het kunn<strong>en</strong><br />
controler<strong>en</strong>, hoe dichtbij iemand bij e<strong>en</strong> poging is of is geweest, de mate waaronder de persoon lijdt<br />
door gedacht<strong>en</strong> aan suïcide <strong>en</strong> de impact op het dagelijks functioner<strong>en</strong> bevraagt.<br />
Instructies: Er wordt nagegaan of de patiënt suïcidale gedacht<strong>en</strong> heeft, of de patiënt die na e<strong>en</strong> poging<br />
werd aangemeld nog steeds suïcidale gedacht<strong>en</strong> ervaart. Hiervoor kunn<strong>en</strong> onderstaande<br />
voorbeeldvrag<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong>:<br />
“D<strong>en</strong>k je mom<strong>en</strong>teel (nog steeds) aan zelfmoord?”<br />
“Hoe vaak heb je in de afgelop<strong>en</strong> maand gedacht aan zelfmoord?” (indi<strong>en</strong> er op de eerste twee vrag<strong>en</strong><br />
“Nee” of “Nooit” werd geantwoord, hoe je ge<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> meer te stell<strong>en</strong> bij dit item <strong>en</strong> mag je volg<strong>en</strong>de<br />
vrag<strong>en</strong> (concrete plann<strong>en</strong>) overslaan)<br />
“Hoelang heb je al zelfmoordgedacht<strong>en</strong>?”<br />
“Hoeveel controle had je over die gedacht<strong>en</strong> de afgelop<strong>en</strong> maand?”<br />
“In hoeverre heb je de afgelop<strong>en</strong> maand geled<strong>en</strong> onder deze gedacht<strong>en</strong>?”<br />
“In hoeverre werd je de afgelop<strong>en</strong> maand beperkt in dagelijkse activiteit<strong>en</strong> zoals werk of huishoud<strong>en</strong><br />
vanwege deze gedacht<strong>en</strong>?”<br />
“Hoe dicht b<strong>en</strong> je de afgelop<strong>en</strong> maand gekom<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> zelfmoordpoging?” (Enkel bevrag<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />
patiënt die werd aangemeld met suïcidale gedacht<strong>en</strong>. Dit hoeft niet bij e<strong>en</strong> patiënt word<strong>en</strong> bevraagd<br />
die net werd aangemeld met e<strong>en</strong> zelfmoordpoging).<br />
4. Concrete plann<strong>en</strong><br />
Rationale: Indi<strong>en</strong> de patiënt aangeeft dat er zelfmoordgedacht<strong>en</strong> aanwezig zijn, dan di<strong>en</strong>t er verder<br />
gevraagd te word<strong>en</strong> naar de plann<strong>en</strong> hieromtr<strong>en</strong>t. Door het verder te verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de plann<strong>en</strong><br />
probeert de hulpverl<strong>en</strong>er zicht te krijg<strong>en</strong> naar de concreetheid van de plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke mate er<br />
haast is bij het uitvoer<strong>en</strong> van deze plann<strong>en</strong>.<br />
Instructies: Volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hiervoor gebruikt word<strong>en</strong>:<br />
“Heb je op dit mom<strong>en</strong>t (opnieuw) e<strong>en</strong> concreet plan om zelfmoord te pleg<strong>en</strong>?<br />
“Welke methode(n) heb je overwog<strong>en</strong> / Welke methode(n) overweeg je?” “Zijn deze middel<strong>en</strong><br />
voorhand<strong>en</strong>?”<br />
13
“Heb je al voorbereiding<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong>?”<br />
“Hoe snel wil je je plan uitvoer<strong>en</strong>? In welke mate kan je het uitstell<strong>en</strong>?”<br />
5. Poging verled<strong>en</strong><br />
Rationale: Wanneer de patiënt reeds e<strong>en</strong> zelfmoordpoging ondernam, verhoogt dit de kans op e<strong>en</strong><br />
nieuwe poging binn<strong>en</strong> het jaar met 16% [18]. E<strong>en</strong> andere studie toonde aan dat 11% van de patiënt<strong>en</strong><br />
die werd<strong>en</strong> aangemeld in e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis na e<strong>en</strong> zelfmoordpoging de poging herhal<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het jaar<br />
[19]. Hoe meer poging<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong>, hoe groter het risico, hoe korter de termijn van de<br />
voorgaande poging tot de huidige, hoe acuter het gevaar [8, 20]. De studie van Carroll, Metcalfe <strong>en</strong><br />
Gunnell (2014) toonde aan dat 1.6% van de patiënt<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong> aangemeld in het ziek<strong>en</strong>huis na e<strong>en</strong><br />
zelfmoordpoging overled<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het jaar door zelfmoord [3].<br />
Instructies: Ga na of de patiënt reeds eerder één (of meerdere) zelfmoordpoging(<strong>en</strong>) ondernam.<br />
Indi<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> eerdere poging<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>, ga je over naar het volg<strong>en</strong>de item. Indi<strong>en</strong> de<br />
patiënt reeds eerder e<strong>en</strong> poging ondernam, stel dan bijkom<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> over de vorige<br />
zelfmoordpoging (dit betreft de laatste poging voor de huidige poging). Kruis aan hoe lang de vorige<br />
poging geled<strong>en</strong> is, of <strong>en</strong> waar deze medisch werd behandeld <strong>en</strong> of deze psychotherapeutisch werd<br />
behandeld <strong>en</strong> of hij/zij tevred<strong>en</strong> was over deze behandeling.<br />
“Heb je vroeger al één of meerdere poging<strong>en</strong> gedaan om e<strong>en</strong> einde aan je lev<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>?”<br />
“Hoelang is de vorige poging geled<strong>en</strong>?”<br />
“Is de vorige poging medisch behandeld?”<br />
“Is de vorige poging psychotherapeutisch behandeld? Indi<strong>en</strong> ja: “Waar was dit? Was je tevred<strong>en</strong> van<br />
deze behandeling?”<br />
6. Zelfbeschadig<strong>en</strong>d gedrag<br />
Rationale: Zelfverwonding wordt omschrev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> persoon die zichzelf opzettelijk <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> directe<br />
manier fysiek letsel toebr<strong>en</strong>gt, zonder de bedoeling te hebb<strong>en</strong> zich van het lev<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />
Zelfverwond<strong>en</strong>d gedrag start vaak in de vroege adolesc<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> de 12 <strong>en</strong> 14 jaar. Jonger<strong>en</strong> die<br />
zichzelf verwond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> 3 keer meer kans op het ontwikkel<strong>en</strong> van zelfmoordgedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
ondernem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zelfmoordpoging [21]. Omdat de aanwezigheid van zelfbeschadig<strong>en</strong>d gedrag e<strong>en</strong><br />
risicofactor is voor suïcidaal gedrag is het belangrijk om dit te bevrag<strong>en</strong>.<br />
Instructies: Bevraag de aanwezigheid van zelfbeschadig<strong>en</strong>d gedrag.<br />
“Heb je jezelf meermaals opzettelijk pijn gedaan of verwond?<br />
Indi<strong>en</strong> ja: “Kan je je herinner<strong>en</strong> wanneer je dit voor het laatst gedaan hebt?”<br />
14
7. Sociaal netwerk<br />
Sociale steun (zowel praktisch als emotioneel) is e<strong>en</strong> belangrijke buffer teg<strong>en</strong> de impact van negatieve<br />
lev<strong>en</strong>sgebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> [22]. Daarom is het w<strong>en</strong>selijk, indi<strong>en</strong> mogelijk, het sociale netwerk van de<br />
patiënt uitgebreider in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, <strong>en</strong> met deze gegev<strong>en</strong>s rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> bij het opstell<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> behandelplan.<br />
Instructies: Bevraag bij wie de patiënt terecht kan voor steun in zijn/haar directe omgeving.<br />
“Heb je het gevoel dat er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn die om je gev<strong>en</strong>? Wie zijn die dan?”<br />
“Kan je bij iemand terecht als je het moeilijk hebt?” Het is belangrijk om bij deze laatste vraag na te<br />
gaan of er effectief contact wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door de patiënt met deze persoon tijd<strong>en</strong>s moeilijke<br />
mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
8. Mate van hopeloosheid<br />
Rationale: Hopeloosheid wordt gedefinieerd als e<strong>en</strong> reeks van negatieve verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />
van de toekomst [23] E<strong>en</strong> hoge mate van hopeloosheid wordt geassocieerd met e<strong>en</strong> hoger risico op<br />
repetitief suïcidaal gedrag in de toekomst. [24].<br />
Instructies: Onderstaande voorbeeldvrag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> om te pols<strong>en</strong> naar de mate van<br />
hopeloosheid:<br />
“Heb je het gevoel dat je helemaal vast zit, dat je ge<strong>en</strong> uitweg meer ziet?”<br />
“Zie je mogelijkhed<strong>en</strong> dat het beter wordt voor jou? (morg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kom<strong>en</strong>de week)?”<br />
“Zijn er zak<strong>en</strong> die je nu zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> om de kom<strong>en</strong>de periode door te kom<strong>en</strong>?”<br />
Duid aan of de patiënt(e) hopeloos, ambival<strong>en</strong>t of hoopvol is.<br />
9. Bereidheid tot verdere begeleiding<br />
Instructies: “Person<strong>en</strong> in jouw situatie word<strong>en</strong> best verder ondersteund. Vind je het oké om e<strong>en</strong> gesprek<br />
te hebb<strong>en</strong> met (naam volg<strong>en</strong>de zorgverstrekker) om e<strong>en</strong> beter zicht te krijg<strong>en</strong> op je moeilijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
hoe we jou daarbij kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong>?”<br />
Op het einde van de basisbevraging heeft de hulpverl<strong>en</strong>er(s) al <strong>en</strong>ig zicht op de aanwezig risico- <strong>en</strong><br />
bescherm<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>. Hier kan er kort word<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> welk zorgtraject op korte termijn kan<br />
opgestart word<strong>en</strong>, dit gaat over wat morg<strong>en</strong> kan gebeur<strong>en</strong> als vervolgzorg voor de patiënt, bijv. naar<br />
e<strong>en</strong> andere afdeling? E<strong>en</strong> gesprek inplann<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> psycholoog/ psychiater? Transfer naar e<strong>en</strong> ander<br />
ziek<strong>en</strong>huis?<br />
15
3.3 AFNAME VERDERE VERKENNING SUÏCIDALITEIT<br />
1. Aanwezigheid zelfmoordgedacht<strong>en</strong> (zie 3.2 deel 1)<br />
2. Concrete plann<strong>en</strong> (zie 3.2 deel 1)<br />
Tijd<strong>en</strong>s de basisbevraging werd reeds nagegaan of de patiënt (nog) steeds zelfmoordgedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of<br />
plann<strong>en</strong> ervaart. Omdat de int<strong>en</strong>siteit van de zelfmoordgedacht<strong>en</strong> snel kan wissel<strong>en</strong> is het belangrijk<br />
dit opnieuw in te schatt<strong>en</strong>. Het herbevrag<strong>en</strong> van de aanwezigheid van zelfmoordgedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of<br />
plann<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t <strong>en</strong>kel te gebeur<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> er meer dan 24u zit tuss<strong>en</strong> het afnem<strong>en</strong> van deel 1 <strong>en</strong> het<br />
afnem<strong>en</strong> van deel 2. Als de afname van het semi-gestructureerd interview op één mom<strong>en</strong>t kan<br />
gebeur<strong>en</strong>, dan hoeft het bevrag<strong>en</strong> van de aanwezigheid van zelfmoordgedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plann<strong>en</strong> niet nog<br />
e<strong>en</strong>s gebeur<strong>en</strong>. Bij patiënt<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong> aangemeld na e<strong>en</strong> zelfmoordpoging kan er dan direct word<strong>en</strong><br />
overgegaan naar het bevrag<strong>en</strong> van de suïcidale int<strong>en</strong>tie, bij patiënt<strong>en</strong> met suïcidale gedacht<strong>en</strong> kan er<br />
word<strong>en</strong> overgegaan naar het bevrag<strong>en</strong> van de motiev<strong>en</strong> van de suïcidaliteit.<br />
3. Verdere bevraging poging (NIET bevrag<strong>en</strong> bij aanmelding suïcidale ideatie)<br />
Rationale: Aan de hand van ‘omstandighed<strong>en</strong> schaal’ van de Suicide Int<strong>en</strong>t Scale (SIS), wordt gepeild<br />
naar de mate waarin de patiënt w<strong>en</strong>ste te sterv<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t van de poging. De subschaal peilt<br />
naar de objectieve omstandighed<strong>en</strong> van de poging <strong>en</strong> vormt, gecombineerd met e<strong>en</strong> vraag naar de<br />
ervar<strong>en</strong> ambival<strong>en</strong>tie t<strong>en</strong> opzichte van het lev<strong>en</strong> uit de ‘Zelfrapportage schaal’ van de SIS, e<strong>en</strong> beknopt<br />
<strong>en</strong> bruikbaar instrum<strong>en</strong>t in het kader van risicoformulering. Aan elk item kan e<strong>en</strong> score toegek<strong>en</strong>d<br />
word<strong>en</strong> van 0 tot 2. Studies hebb<strong>en</strong> aangetoond dat het tijd<strong>en</strong>s de evaluatie van patiënt<strong>en</strong> die word<strong>en</strong><br />
aangemeld na e<strong>en</strong> suïcidepoging belangrijk is om de suïcidale int<strong>en</strong>tie te bevrag<strong>en</strong>. Dit is belangrijk<br />
omdat patiënt<strong>en</strong> die hoog scor<strong>en</strong> op suïcidale int<strong>en</strong>tie, meer kans hebb<strong>en</strong> om in de toekomst te<br />
overlijd<strong>en</strong> door suïcide [25]. Onderzoek gaf ook aan dat pogers met hogere suïcidale int<strong>en</strong>tie lethalere<br />
methode gebruik<strong>en</strong> [26].<br />
Instructies: Laat de patiënt vertell<strong>en</strong> over de omstandighed<strong>en</strong> van de poging <strong>en</strong> probeer het gesprek<br />
zo te stur<strong>en</strong> dat alle items beantwoord word<strong>en</strong>. De items moet<strong>en</strong> dus niet één voor één bevraagd te<br />
word<strong>en</strong>. Enkel indi<strong>en</strong> de patiënt tijd<strong>en</strong>s zijn/haar verhaal e<strong>en</strong> item niet beantwoord, kan er nog<br />
specifiek naar gevraagd word<strong>en</strong>. De bevraging naar de poging kan op volg<strong>en</strong>de manier geïntroduceerd<br />
word<strong>en</strong> aande patiënt:<br />
“Ik zou het met jou will<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> over de ding<strong>en</strong> die gebeurd zijn vlak voor je werd opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> of<br />
behandeld (in het ziek<strong>en</strong>huis). D<strong>en</strong>k terug aan wat er is gebeurd <strong>en</strong> probeer zo nauwkeurig mogelijk te<br />
beschrijv<strong>en</strong> wat geleid heeft tot jouw opname / behandeling (in het ziek<strong>en</strong>huis)”.<br />
4. Motiev<strong>en</strong> suïcidaliteit<br />
Rationale: De motiev<strong>en</strong> die de patiënt aangeeft voor zijn/haar suïcidaal gedrag word<strong>en</strong><br />
gecategoriseerd volg<strong>en</strong>s de “Reasons for Attempting Suicide Questionnaire”. Factoranalyse verdeelde<br />
de 14 items in zev<strong>en</strong> items die pols<strong>en</strong> naar de interne motivatie <strong>en</strong> zev<strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> die pols<strong>en</strong> naar de<br />
externe motivatie [27]. Deze 14 items werd<strong>en</strong> aangevuld met e<strong>en</strong> doodsw<strong>en</strong>s [28] <strong>en</strong> met magisch<br />
16
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Het doel dat de patiënt wou bereik<strong>en</strong> met zijn/haar zelfmoordpoging is vaak niet e<strong>en</strong>duidig<br />
te bepal<strong>en</strong>. Het bevrag<strong>en</strong> van motiev<strong>en</strong> helpt om de patiënt beter te kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> biedt<br />
aanknopingspunt<strong>en</strong> voor verdere behandeling. De studie van Rasmuss<strong>en</strong> et. al. toonde aan dat<br />
jonger<strong>en</strong> vaak aangav<strong>en</strong> dat hun gedacht<strong>en</strong> zo vreselijk war<strong>en</strong> dat ze er vanaf wild<strong>en</strong> zijn, deze<br />
jonger<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> ook meer kans op herhaald suïcidaal gedrag [29].<br />
Instructies: Stel e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> vraag naar de beweegred<strong>en</strong>(<strong>en</strong>) voor het suïcidale gedrag van de patiënt,<br />
noteer het antwoord <strong>en</strong> br<strong>en</strong>g dit onmiddellijk of later onder in de best pass<strong>en</strong>de antwoordcategorie.<br />
Meestal zijn er meerdere red<strong>en</strong><strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij het ontstaan van suïcidaal gedrag. Het is niet<br />
aangewez<strong>en</strong> de 15 antwoordcategorie(ën) te overlop<strong>en</strong> om de aanwezigheid van elk van deze<br />
motiev<strong>en</strong> bij de patiënt na te gaan, wel is het de bedoeling de verschill<strong>en</strong>de motiev<strong>en</strong> aan te kruis<strong>en</strong><br />
die de patiënt spontaan in zijn/haar verhaal aanbr<strong>en</strong>gt.<br />
5. Ambival<strong>en</strong>tie<br />
Rationale: De meeste suïcidale person<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke ambival<strong>en</strong>tie, hiermee wordt er bedoeld<br />
dat de patiënt twijfelt tuss<strong>en</strong> dood will<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>. Het is belangrijk om dit te bevrag<strong>en</strong> want<br />
dit helpt inschatt<strong>en</strong> hoe acuut de dreiging tot zelfdoding is [30]. Om de ambival<strong>en</strong>tie te bevrag<strong>en</strong> kan<br />
onderstaande voorbeeldvraag gebruikt word<strong>en</strong>.<br />
Instructies: “Wat houdt er jou op dit mom<strong>en</strong>t teg<strong>en</strong> om (opnieuw) e<strong>en</strong> poging te do<strong>en</strong>?”<br />
6. Voorafgaande problem<strong>en</strong><br />
Rationale: Patiënt<strong>en</strong> die suïcidaal gedrag verton<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun problem<strong>en</strong> omschrijv<strong>en</strong> als chronisch <strong>en</strong><br />
onoplosbaar word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> grotere mate van hopeloosheid <strong>en</strong> suïcidale int<strong>en</strong>tie. Zij<br />
vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> risicogroep voor repetitief suïcidaal gedrag. Het instrum<strong>en</strong>t voorziet e<strong>en</strong> opsomming van<br />
e<strong>en</strong> aantal items uit de ‘Problem Checklist’, aangevuld met andere belangrijke lev<strong>en</strong>sgebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />
of uitlokk<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> geassocieerd met suïcidaliteit [31-35]. Studies toond<strong>en</strong> aan dat patiënt<strong>en</strong> die<br />
word<strong>en</strong> aangemeld met e<strong>en</strong> zelfmoordpoging vaak relationele (vooral met partner) <strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale<br />
problem<strong>en</strong> meldd<strong>en</strong>, alsook woonproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong> in het omgaan met de gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
verslaving [36].<br />
Instructies: Bevraag de problem<strong>en</strong> die de patiënt aangeeft <strong>en</strong> duid aan hoelang ze er reeds zijn voor<br />
de patiënt (namelijk wek<strong>en</strong>, maand<strong>en</strong> of jar<strong>en</strong>). Bij het bepal<strong>en</strong> van de tijd di<strong>en</strong>t de periode<br />
aangegev<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> vanaf het mom<strong>en</strong>t dat het probleem voor de eerste maal werd ervar<strong>en</strong>. Het is<br />
aangerad<strong>en</strong> de vetgedrukte items standaard te bevrag<strong>en</strong> omwille van hun sterke relatie met suïcidaal<br />
gedrag (met name overlijd<strong>en</strong>/ernstige ziekte van e<strong>en</strong> significante persoon, suïcidepoging/ suïcide van<br />
e<strong>en</strong> significante persoon <strong>en</strong> traumatische gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>).<br />
7. Middel<strong>en</strong>gebruik<br />
Alcoholmisbruik komt bij heel wat patiënt<strong>en</strong> voor die word<strong>en</strong> aangemeld met e<strong>en</strong> zelfmoordpoging.<br />
Studies toond<strong>en</strong> aan dat tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 36% van de suïcidepogers afhankelijk zijn van alcohol [37, 38].<br />
Daarnaast is er ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verhoogde kans op suïcide bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> stoornis in alcoholgebruik<br />
[39, 40]. Person<strong>en</strong> die meerdere middel<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> 17 keer meer kans om te overlijd<strong>en</strong> door<br />
17
zelfmoord dan de algem<strong>en</strong>e bevolking [41]. Op basis van de CRAFFT-vrag<strong>en</strong>lijst [42] wordt e<strong>en</strong><br />
scre<strong>en</strong>ing gedaan naar problematisch middel<strong>en</strong>gebruik.<br />
“Heb je tijd<strong>en</strong>s de afgelop<strong>en</strong> 3 maand<strong>en</strong> alcohol gedronk<strong>en</strong>?”<br />
“Heb je tijd<strong>en</strong>s de afgelop<strong>en</strong> 3 maand<strong>en</strong> drugs gebruikt?”<br />
“Heb je tijd<strong>en</strong>s de afgelop<strong>en</strong> 3 maand<strong>en</strong> medicatie gebruikt in e<strong>en</strong> hogere dosis dan voorgeschrev<strong>en</strong><br />
door je dokter?”<br />
Indi<strong>en</strong> er op één van de bov<strong>en</strong>ste vrag<strong>en</strong> positief wordt geantwoord, kan er word<strong>en</strong> doorgevraagd met<br />
onderstaande vrag<strong>en</strong>. Bij dit deeltje is het belangrijk om e<strong>en</strong> zicht te krijg<strong>en</strong> op het middel<strong>en</strong>gebruik<br />
bij de patiënt.<br />
“Heb je ooit e<strong>en</strong> verkeersongeval gehad doordat je alcohol, drugs of medicatie had gebruikt?”<br />
“Heb je soms alcohol, drugs of medicatie gebruikt om je te ontspann<strong>en</strong>, om je beter te voel<strong>en</strong> over jezelf<br />
of om erg<strong>en</strong>s bij te hor<strong>en</strong>?”<br />
“Drink je soms alcohol of gebruik je soms drugs of medicatie in je e<strong>en</strong>tje, als je alle<strong>en</strong> b<strong>en</strong>t?”<br />
“Vergeet je soms ding<strong>en</strong> die je hebt gedaan als je alcohol, drugs of medicatie gebruikt hebt?”<br />
“Zegg<strong>en</strong> je vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of familie soms dat je moet minder<strong>en</strong>/stopp<strong>en</strong> met alcohol, drugs of medicatie te<br />
gebruik<strong>en</strong>?”<br />
“B<strong>en</strong> je ooit al in de problem<strong>en</strong> geraakt nadat je alcohol, drugs of medicatie had gebruikt?”<br />
8. Behandelgeschied<strong>en</strong>is<br />
Rationale: Iets meer dan 30% van de patiënt<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> aangemeld met e<strong>en</strong> zelfmoordpoging<br />
hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voorgeschied<strong>en</strong>is van psychiatrische behandeling [43].<br />
Instructies: Bevraag de aan- of afwezigheid <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele behandeling(<strong>en</strong>) van (e<strong>en</strong>) eerdere<br />
psychiatrische stoornis(s<strong>en</strong>). Bevraag steeds expliciet of de patiënt mom<strong>en</strong>teel in behandeling is <strong>en</strong> ga<br />
na hoe de zorg binn<strong>en</strong> de psychische hulpverl<strong>en</strong>ing door de patiënt ervar<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>.<br />
“Heb je in het verled<strong>en</strong> al dezelfde of andere psychische problem<strong>en</strong> meegemaakt? Heb je voor die<br />
problem<strong>en</strong> hulp gezocht <strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>? Wie heeft je to<strong>en</strong> geholp<strong>en</strong>? Wat van je daarvan?”<br />
9. Coping<br />
Rationale: Het is belangrijk om zicht te krijg<strong>en</strong> op de manier waarmee de patiënt omgaat met stress<br />
gerelateerde situaties. Onderzoek toonde aan dat het hanter<strong>en</strong> van emotie-georiënteerde<br />
copingstratgieën (bijvoorbeeld kwaad word<strong>en</strong>, jezelf de schuld gev<strong>en</strong> van de problem<strong>en</strong>, iets<br />
alcoholisch drink<strong>en</strong> of drugs gebruik<strong>en</strong>) e<strong>en</strong> voorspeller kan zijn voor later suïcidaal gedrag [44].<br />
Suïcidale person<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> minder snel significante ander<strong>en</strong> (zoals (groot)ouders, broers of zuss<strong>en</strong>,<br />
vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>) contacter<strong>en</strong> om steun te krijg<strong>en</strong> wanneer problem<strong>en</strong> zich voordo<strong>en</strong> [45].<br />
18
Instructies: Hoe ga jij in het algeme<strong>en</strong> met problem<strong>en</strong> om? Wat doe je wanneer je je zorg<strong>en</strong> maakt of<br />
van streekt b<strong>en</strong>t? Wat helpt jou om vol te houd<strong>en</strong>?”<br />
Duid daarna alle mogelijke antwoord<strong>en</strong> aan.<br />
10. Toekomst<br />
Rationale: Eerder in deze handleiding werd er aangegev<strong>en</strong> dat hopeloosheid wordt gedefinieerd als<br />
e<strong>en</strong> reeks van negatieve verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de toekomst [23]. Het evaluer<strong>en</strong> van de mate<br />
van hopeloosheid vormt dan ook e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel onderdeel van het inschatt<strong>en</strong> van het suïciderisico.<br />
Daarom word<strong>en</strong> er in dit deel zowel de negatieve als de positieve zak<strong>en</strong> in de toekomst bevraagd.<br />
Instructies: Hiervoor kunn<strong>en</strong> onderstaande voorbeeldvrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt.<br />
“Zijn er positieve zak<strong>en</strong> in de nabije toekomst die jouw suïcidale gedacht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>?”<br />
“Zijn er negatieve zak<strong>en</strong> in de nabije toekomst die jouw suïcidale gedacht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>?”<br />
11. Zorgbehoeft<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> door de patiënt<br />
Rationale: Patiënt<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> suïcidepoging ondernom<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, verton<strong>en</strong> e<strong>en</strong> (in)directe vraag naar<br />
zorg, die – wanneer ze niet opgemerkt wordt, of de patiënt ze niet k<strong>en</strong>baar wil mak<strong>en</strong> – kan leid<strong>en</strong> tot<br />
e<strong>en</strong> vroegtijdige stopzetting van de behandeling. Omdat het bevrag<strong>en</strong> van de zorgbehoeft<strong>en</strong> de<br />
therapie(trouw) doorgaans t<strong>en</strong> goede komt, is het belangrijk hier voldo<strong>en</strong>de aandacht aan te bested<strong>en</strong>.<br />
Instructies: Bevraag de voornaamste zorgbehoeft<strong>en</strong> van de patiënt <strong>en</strong> andere direct betrokk<strong>en</strong><br />
person<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of behandelaars.<br />
12. Zorgtraject<br />
De zorgbehoeft<strong>en</strong> van de patiënt kom<strong>en</strong> niet altijd overe<strong>en</strong> met het zorgaanbod van de hulpverl<strong>en</strong>ers.<br />
Het op elkaar afstemm<strong>en</strong> van deze twee visies is noodzakelijk om de patiënt te kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong>gager<strong>en</strong> in<br />
het zorgaanbod. Motiveer de patiënt actief om deze zorg op te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> duid op het formulier zowel<br />
het zorgtraject aan dat de patiënt zal volg<strong>en</strong> of reeds gevolgd heeft na ontslag op de spoedopname,<br />
als ev<strong>en</strong>tuele verdere afsprak<strong>en</strong>. Voorbeeld: Wanneer de patiënt op de afdeling urg<strong>en</strong>tiepsychiatrie is<br />
aangemeld tijd<strong>en</strong>s het gesprek, <strong>en</strong> hierna wordt de patiënt doorverwez<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> psychiatrisch<br />
ziek<strong>en</strong>huis, kruis dan beide mogelijkhed<strong>en</strong> aan.<br />
19
4 START RISICOFORMULERING EN SAFETY PLAN OP BASIS VAN ANTWOORDEN OP DE<br />
TOOL <strong>LOES</strong><br />
De antwoord<strong>en</strong> die gegev<strong>en</strong> zijn tijd<strong>en</strong>s de afname van het semi-gestructureerd interview kunn<strong>en</strong> als<br />
basis di<strong>en</strong><strong>en</strong> om vervolg<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong> met de patiënt e<strong>en</strong> risicoformulering op te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> safety<br />
plan op te start<strong>en</strong>. Hiermee kan toegezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op zorgcontinuïteit <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede overdracht of het<br />
del<strong>en</strong> van informatie met betrokk<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers mogelijk mak<strong>en</strong>.<br />
4.1 RISICOFORMULERING<br />
In de risicoformulering wordt in sam<strong>en</strong>spraak met de patiënt de belangrijkste factor<strong>en</strong> in kaart<br />
gebracht die het huidige <strong>en</strong> toekomstige suïciderisico bepal<strong>en</strong>. Dit wordt gedaan om prev<strong>en</strong>tief te<br />
kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>: hoe concreter de factor<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> zijn, hoe makkelijker ze te vertal<strong>en</strong> zijn naar<br />
e<strong>en</strong> interv<strong>en</strong>tie. Zo vormt de risicoformulering e<strong>en</strong> startpunt voor interv<strong>en</strong>ties, waaronder het<br />
opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> safety plan (zie infra). Het doel van de risicoformulering is niet om gedrag te<br />
voorspell<strong>en</strong>, maar om communicatie <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers, patiënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> naast<strong>en</strong> te<br />
bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> risico op korte <strong>en</strong> lange termijn te verklein<strong>en</strong>. In bijlage van deze handleiding is e<strong>en</strong><br />
sjabloon voor risicoformulering van Zelfmoord1813 toegevoegd. Meer informatie omtr<strong>en</strong>t de<br />
risicoformulering is terug te vind<strong>en</strong> via volg<strong>en</strong>de link www.zelfmoord1813.be/risicoformulering.<br />
4.2 SAFETY PLAN<br />
Het safety plan is e<strong>en</strong> ‘good practice’ uit de suïcideprev<strong>en</strong>tie, <strong>en</strong> bevat zes stapp<strong>en</strong> die als houvast<br />
di<strong>en</strong><strong>en</strong> om toekomstige crisismom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te overbrugg<strong>en</strong>. Het plan wordt ingevuld door de patiënt op<br />
e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t waarop de patiënt rustig is, zodat het op moeilijke mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gebruikt kan word<strong>en</strong>. De<br />
hulpverl<strong>en</strong>er kan het invull<strong>en</strong> <strong>en</strong> opvolg<strong>en</strong> van het safety plan begeleid<strong>en</strong>. In bijlage van deze<br />
handleiding is e<strong>en</strong> sjabloon voor het safety plan van Zelfmoord1813 toegevoegd. Het safety plan kan<br />
echter ook online ingevuld word<strong>en</strong>: op de website van Zelfmoord1813, <strong>en</strong> in de mobiele applicaties<br />
Back Up of On Track Again. De antwoord<strong>en</strong> uit <strong>LOES</strong> <strong>en</strong> de risicoformulering kunn<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s richting<br />
gev<strong>en</strong> bij het invull<strong>en</strong> van het Safety Plan.<br />
Enkele tips bij het invull<strong>en</strong><br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Het is belangrijk dat de patiënt het safety plan invult in di<strong>en</strong>s eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>, kort <strong>en</strong> krachtig. Hoe<br />
concreter het uitgewerkt wordt, hoe e<strong>en</strong>voudiger het zal zijn om de stapp<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong> wanneer<br />
de patiënt in crisis is.<br />
Probeer met de patiënt na te gaan hoe m<strong>en</strong> de vorige crisiss<strong>en</strong> heeft voorkom<strong>en</strong> of wat m<strong>en</strong> to<strong>en</strong><br />
had kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Wat hielp? Wat hielp er niet?<br />
Zie erop toe dat de acties zo concreet mogelijk gemaakt word<strong>en</strong>. Moedig de patiënt aan om in<br />
kleine stapjes te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />
Sta er sam<strong>en</strong> bij stil of de stapp<strong>en</strong> haalbaar zijn. Is de patiënt bijvoorbeeld vooral 's nachts in crisis,<br />
moet ervoor gezorgd word<strong>en</strong> dat de stapp<strong>en</strong> ook dan uitvoerbaar zijn. Zorg dat er ev<strong>en</strong>tueel<br />
alternatiev<strong>en</strong> bedacht word<strong>en</strong> voor 's nachts, schoolvakanties, <strong>en</strong>zovoort.<br />
Enkele tips na het invull<strong>en</strong><br />
o<br />
Bespreek manier<strong>en</strong> waarop gezorgd kan word<strong>en</strong> dat de patiënt het safety plan steeds bij zich heeft,<br />
zodat m<strong>en</strong> er altijd aan kan. Als de patiënt e<strong>en</strong> smartphone heeft, kan m<strong>en</strong> bijvoorbeeld de app<br />
BackUp gebruik<strong>en</strong>, dan heeft m<strong>en</strong> het plan altijd op zak. Wanneer de patiënt papier verkiest kan<br />
20
o<br />
o<br />
het blanco sjabloon afgedrukt word<strong>en</strong> om handmatig in te vull<strong>en</strong>, of m<strong>en</strong> kan het safety plan<br />
print<strong>en</strong> nadat het op de website online ingevuld werd.<br />
Het is aangerad<strong>en</strong> dat andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op de hoogte zijn van het safety plan. Voor de person<strong>en</strong> die<br />
bijvoorbeeld onder punt vier (“hier b<strong>en</strong> ik veilig”) of vijf (“hier vind ik professionele hulp”) vermeld<br />
staan kan het fijn zijn dat ze wet<strong>en</strong> dat de patiënt dit plan heeft <strong>en</strong> ook gebruikt. U kan de patiënt<br />
dus aanmoedig<strong>en</strong> om deze person<strong>en</strong> op de hoogte te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Regel sam<strong>en</strong> met de patiënt dat er regelmatig gekek<strong>en</strong> zal word<strong>en</strong> of het safety plan nog up to<br />
date is.<br />
21
Bijlage 1: Sjabloon tool risicoformulering<br />
22
Bijlage 2: Sjabloon mijn safety plan<br />
23
5.REFERENTIES<br />
1. Berg<strong>en</strong> H, Hawton K, Waters K, Cooper J, Kapur N. Psychosocial assessm<strong>en</strong>t and repetition of<br />
self-harm: The significance of single and multiple repeat episode analyses. Journal of Affective<br />
Disorders. 2010;127(1-3):257-65.<br />
2. Kapur N, Steeg S, Webb R, Haigh M, Berg<strong>en</strong> H, Hawton K, et al. Does Clinical Managem<strong>en</strong>t<br />
Improve Outcomes following Self-Harm? Results from the Multic<strong>en</strong>tre Study of Self-Harm in<br />
England. Plos One. 2013;8(8).<br />
3. Carroll R, Metcalfe C, Gunnell D. Hospital pres<strong>en</strong>ting self-harm and risk of fatal and non-fatal<br />
repetition: systematic review and meta-analysis. PLoS One. 2014;9(2):e89944.<br />
4. Foster T, Gillespie K, McClelland R. M<strong>en</strong>tal disorders and suicide in Northern Ireland. The British<br />
journal of psychiatry : the journal of m<strong>en</strong>tal sci<strong>en</strong>ce. 1997;170:447-52.<br />
5. Bille-Brahe U, Schmidtke A, Kerkhof AJFM, De Leo D, Lönnqvist J, Platt S. Background and<br />
introduction to the study. In: Kerkhof AJFM, Schmidtke A, Bille-Brahe U, De Leo D, Lönnqvist J,<br />
editors. Attempted suicide in Europe: Findings from the multic<strong>en</strong>ter study on parasuicide by<br />
the WHO Regional Office for Europe: Leid<strong>en</strong>: DSWO Press; 1994. p. 3-15.<br />
6. Bogdanovica I, Jiang GX, Lohr C, Schmidtke A, Mitt<strong>en</strong>dorfer-Rutz E. Changes in rates, methods<br />
and characteristics of suicide attempters over a 15-year period: comparison betwe<strong>en</strong><br />
Stockholm, Swed<strong>en</strong>, and Wurzburg, Germany. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology.<br />
2011;46(11):1103-14.<br />
7. Hawton K. Sex and suicide. G<strong>en</strong>der differ<strong>en</strong>ces in suicidal behaviour. The British journal of<br />
psychiatry : the journal of m<strong>en</strong>tal sci<strong>en</strong>ce. 2000;177:484-5.<br />
8. Gibb SJ, Beautrais AL, Fergusson DM. Mortality and further suicidal behaviour after an index<br />
suicide attempt: a 10-year study. The Australian and New Zealand journal of psychiatry.<br />
2005;39(1-2):95-100.<br />
9. Gressier F, Guillard V, Cazas O, Falissard B, Glangeaud-Freud<strong>en</strong>thal NMC, Sutter-Dallay AL. Risk<br />
factors for suicide attempt in pregnancy and the post-partum period in wom<strong>en</strong> with serious<br />
m<strong>en</strong>tal illnesses. J Psychiatr Res. 2017;84:284-91.<br />
10. Gelaye B, Kajeepeta S, Williams MA. Suicidal ideation in pregnancy: an epidemiologic review.<br />
Archives of wom<strong>en</strong>'s m<strong>en</strong>tal health. 2016;19(5):741-51.<br />
11. Legazpi PCC, Rodriguez-Munoz MF, Le HN, Balbu<strong>en</strong>a CS, Olivares ME, M<strong>en</strong>dez NI. Suicidal<br />
ideation: Preval<strong>en</strong>ce and risk factors during pregnancy. Midwifery. 2022;106:103226.<br />
12. van Berg<strong>en</strong> DD, Eikel<strong>en</strong>boom M, Smit JH, van de Looij-Jans<strong>en</strong> PM, Saharso S. Suicidal behavior<br />
and ethnicity of young females in Rotterdam, the Netherlands: rates and risk factors. Ethnic<br />
Health. 2010;15(5):515-30.<br />
13. Geulayov G, Casey D, Bale E, Brand F, Clem<strong>en</strong>ts C, Farooq B, et al. Risk of suicide in pati<strong>en</strong>ts<br />
who pres<strong>en</strong>t to hospital after self-cutting according to site of injury: findings from the<br />
Multic<strong>en</strong>tre Study of Self-harm in England. Psychological medicine. 2021:1-9.<br />
14. Geulayov G, Casey D, Bale L, Brand F, Clem<strong>en</strong>ts C, Farooq B, et al. Suicide following<br />
pres<strong>en</strong>tation to hospital for non-fatal self-harm in the Multic<strong>en</strong>tre Study of Self-harm: a longterm<br />
follow-up study. The lancet Psychiatry. 2019;6(12):1021-30.<br />
15. Runeson B, Tidemalm D, Dahlin M, Licht<strong>en</strong>stein P, Langstrom N. Method of attempted suicide<br />
as predictor of subsequ<strong>en</strong>t successful suicide: national long term cohort study. British Medical<br />
Journal. 2010;341.<br />
24
16. Hubers AAM, Moaddine S, Peersmann SHM, Stijn<strong>en</strong> T, van Duijn E, van der Mast RC, et al.<br />
Suicidal ideation and subsequ<strong>en</strong>t completed suicide in both psychiatric and non-psychiatric<br />
populations: a meta-analysis. Epidemiology and Psychiatric Sci<strong>en</strong>ces. 2018;27(2):186-98.<br />
17. van Spijker BA, Batterham PJ, Calear AL, Farrer L, Christ<strong>en</strong>s<strong>en</strong> H, Reynolds J, et al. The suicidal<br />
ideation attributes scale (SIDAS): Community-based validation study of a new scale for the<br />
measurem<strong>en</strong>t of suicidal ideation. Suicide & life-threat<strong>en</strong>ing behavior. 2014;44(4):408-19.<br />
18. Ow<strong>en</strong>s D, Horrocks J, House A. Fatal and non-fatal repetition of self-harm - Systematic review.<br />
British Journal of Psychiatry. 2002;181:193-9.<br />
19. Morthorst B, Krogh J, Erlangs<strong>en</strong> A, Alberdi F, Nord<strong>en</strong>toft M. Effect of assertive outreach after<br />
suicide attempt in the AID (assertive interv<strong>en</strong>tion for deliberate self harm) trial: randomised<br />
controlled trial. British Medical Journal. 2012;345.<br />
20. Beautrais AL. Further suicidal behavior among medically serious suicide attempters. Suicide<br />
and Life-Threat<strong>en</strong>ing Behavior. 2004;34(1):1-11.<br />
21. Zetterqvist M. Nonsuicidal Self-Injury in Adolesc<strong>en</strong>ts: Characterization of the Disorder and the<br />
Issue of Distress and Impairm<strong>en</strong>t. Suicide & life-threat<strong>en</strong>ing behavior. 2017;47(3):321-35.<br />
22. Heikkin<strong>en</strong> M, Aro H, Lonnqvist J. Rec<strong>en</strong>t life ev<strong>en</strong>ts, social support and suicide. Acta<br />
psychiatrica Scandinavica Supplem<strong>en</strong>tum. 1994;377:65-72.<br />
23. Beck AT, Kovacs M, Weissman A. Hopelessness and Suicidal-Behavior - Overview. Jama-Journal<br />
of the American Medical Association. 1975;234(11):1146-9.<br />
24. MacLeod AK, Pankhania B, Lee M, Mitchell D. Parasuicide, depression and the anticipation of<br />
positive and negative future experi<strong>en</strong>ces. Psychological Medicine. 1997;27(4):973-7.<br />
25. Lindh AU, Beckman K, Carlborg A, Waern M, Salander R<strong>en</strong>berg E, Dahlin M, et al. Predicting<br />
suicide: A comparison betwe<strong>en</strong> clinical suicide risk assessm<strong>en</strong>t and the Suicide Int<strong>en</strong>t Scale.<br />
Journal of affective disorders. 2020;263:445-9.<br />
26. Stefansson J, Nordstrom P, Runeson B, Asberg M, Jokin<strong>en</strong> J. Combining the Suicide Int<strong>en</strong>t Scale<br />
and the Karolinska Interpersonal Viol<strong>en</strong>ce Scale in suicide risk assessm<strong>en</strong>ts. Bmc Psychiatry.<br />
2015;15.<br />
27. Hold<strong>en</strong> RR, Kerr PS, M<strong>en</strong>donca JD, Velamoor VR. Are some motives more linked to suicide<br />
pron<strong>en</strong>ess than others? J Clin Psychol. 1998;54(5):569-76.<br />
28. Perquier F, Duroy D, Oudinet C, Maamar A, Choquet C, Casalino E, et al. Suicide attempters<br />
examined in a Parisian Emerg<strong>en</strong>cy Departm<strong>en</strong>t: Contrasting characteristics associated with<br />
multiple suicide attempts or with the motive to die. Psychiatry Res. 2017;253:142-9.<br />
29. Rasmuss<strong>en</strong> S, Hawton K, Philpott-Morgan S, O'Connor RC. Why Do Adolesc<strong>en</strong>ts Self-Harm?<br />
Crisis. 2016;37(3):176-83.<br />
30. O'Connor RC, Kirtley OJ. The integrated motivational-volitional model of suicidal behaviour.<br />
Philos Trans R Soc Lond B Biol Sci. 2018;373(1754).<br />
31. Milnes D, Ow<strong>en</strong>s D, Bl<strong>en</strong>kiron P. Problems reported by self-harm pati<strong>en</strong>ts: perception,<br />
hopelessness, and suicidal int<strong>en</strong>t. J Psychosom Res. 2002;53(3):819-22.<br />
32. Schinka KC, Van Dulm<strong>en</strong> MH, Bossarte R, Swahn M. Association betwe<strong>en</strong> loneliness and<br />
suicidality during middle childhood and adolesc<strong>en</strong>ce: longitudinal effects and the role of<br />
demographic characteristics. The Journal of psychology. 2012;146(1-2):105-18.<br />
33. Qin P, Agerbo E, Mort<strong>en</strong>s<strong>en</strong> PB. Suicide risk in relation to family history of completed suicide<br />
and psychiatric disorders: a nested case-control study based on longitudinal registers. Lancet.<br />
2002;360(9340):1126-30.<br />
25
34. Brodsky BS, Oqu<strong>en</strong>do M, Ellis SP, Haas GL, Malone KM, Mann JJ. The relationship of childhood<br />
abuse to impulsivity and suicidal behavior in adults with major depression. The American<br />
journal of psychiatry. 2001;158(11):1871-7.<br />
35. Daray FM, Rojas SM, Bridges AJ, Badour CL, Gr<strong>en</strong>das L, Rodante D, et al. The indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t<br />
effects of child sexual abuse and impulsivity on lifetime suicide attempts among female<br />
pati<strong>en</strong>ts. Child abuse & neglect. 2016;58:91-8.<br />
36. Towns<strong>en</strong>d E, Ness J, Waters K, Kapur N, Turnbull P, Cooper J, et al. Self-harm and life problems:<br />
findings from the Multic<strong>en</strong>tre Study of Self-harm in England. Soc Psychiatry Psychiatr<br />
Epidemiol. 2016;51(2):183-92.<br />
37. Merrill J, Milner G, Ow<strong>en</strong>s J, Vale A. Alcohol and attempted suicide. British journal of addiction.<br />
1992;87(1):83-9.<br />
38. Ness J, Hawton K, Berg<strong>en</strong> H, Cooper J, Steeg S, Kapur N, et al. Alcohol use and misuse, selfharm<br />
and subsequ<strong>en</strong>t mortality: an epidemiological and longitudinal study from the<br />
multic<strong>en</strong>tre study of self-harm in England. Emerg Med J. 2015;32(10):793-9.<br />
39. Hufford MR. Alcohol and suicidal behavior. Clinical Psychology Review. 2001;21(5):797-811.<br />
40. Poorolajal J, Rostami M, Mahjub H, Esmailnasab N. Completed Suicide and Associated Risk<br />
Factors: A Six-Year Population Based Survey. Arch Iran Med. 2015;18(1):39-43.<br />
41. Yuodelis-Flores C, Ries RK. Addiction and Suicide: A Review. Am J Addiction. 2015;24(2):98-<br />
104.<br />
42. Knight JR, Shrier LA, Brav<strong>en</strong>der TD, Farrell M, Vander Bilt J, Shaffer HJ. A new brief scre<strong>en</strong> for<br />
adolesc<strong>en</strong>t substance abuse. Arch Pediat Adol Med. 1999;153(6):591-6.<br />
43. Geulayov G, Kapur N, Turnbull P, Clem<strong>en</strong>ts C, Waters K, Ness J, et al. Epidemiology and tr<strong>en</strong>ds<br />
in non-fatal self-harm in three c<strong>en</strong>tres in England, 2000-2012: findings from the Multic<strong>en</strong>tre<br />
Study of Self-harm in England. BMJ Op<strong>en</strong>. 2016;6(4):e010538.<br />
44. Frei JM, Sazhin V, Fick M, Yap K. Emotion-Ori<strong>en</strong>ted Coping Style Predicts Self-Harm in Response<br />
to Acute Psychiatric Hospitalization. Crisis-the Journal of Crisis Interv<strong>en</strong>tion and Suicide<br />
Prev<strong>en</strong>tion. 2021;42(3):232-8.<br />
45. Guerreiro DF, Figueira ML, Cruz D, Sampaio D. Coping Strategies in Adolesc<strong>en</strong>ts Who Self-Harm<br />
A Community Sample Study. Crisis-the Journal of Crisis Interv<strong>en</strong>tion and Suicide Prev<strong>en</strong>tion.<br />
2015;36(1):31-7.<br />
26