Verwerking PK profielen met FCS clip
Verwerking PK 7020 & 7518 profielen met FCS 14517 clip
Verwerking PK 7020 & 7518 profielen met FCS 14517 clip
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MONTAGE PK GEVELPROFIELEN
MET FCS 14517 CLIPS
VOOR PK 70.20 & PK 75.18
INHOUD
1.AANDACHTSPUNTEN VOORAF
2.BASISPUNTEN
3.OPPERVLAKTEBEHANDELING
4.CATALOGUS
5.ALGEMENE INFORMATIE
6.MONTAGE
6.1 Onderbouw gevel
6.2 Ventilatie achter
6.3 HOH afstanden
6.4 Schroeven
6.5 Dilatatie
6.6 Verbanden
6.7 Hoekafwerking
6.8 Verbindingen
6.9 Montage FCS 14517 clip
6.10 Randen
6.11 Snijranden
6.12 Afwerking open kanten
6.12 Capilair
6.13 Slagregen bescherming
6.14 Spatwater
6.15 Voltooiing
2
2
3
4
5
6
6
6
6
7
8
8
9
9
10
11
11
11
12
12
12
12
1
1. AANDACHTSPUNTEN VOORAF
• De profielen hebben geen bouwkundige goedkeuring en zijn niet voor dragende of
constructieve doeleinden geschikt.
• Het thermoplastische materiaal heeft andere eisen ten aanzien van verwerking
en montage dan traditionele materialen zoals hout. Basisconstructies,
bevestigingsmiddelen etc. moeten worden uitgevoerd volgens de geldende normen
en eisen.
• Controleer de kwaliteit van het materiaal grondig vóór installatie. Bij zware schade
mag het materiaal niet worden aangebracht.
• De afbeeldingen in de toelichting dienen ter verduidelijking, het zijn geen technische
tekeningen en tonen geen gedetailleerde technische oplossingen.
• Restanten van profielen en ander afval kunnen worden gerecycled. Let op: bewerkte
restanten/schuurstof apart afvoeren.
• Profielen en panelen van het materiaal mogen nooit worden verbrand! Bij brand
kunnen schadelijke chloorgassen en andere ontledingsproducten vrijkomen.
2. BASISPUNTEN
• De vormverandering van de profielen is uitsluitend afhankelijk van thermische
uitzetting. Vochtigheid en water hebben geen invloed op de vorm. De profielen zetten
uit in de lange als de temperatuur stijgt, lineaire uitzetting vindt tijdens de montage
plaats.
Temperatuur van het profiel Lineaire uitzetting van het profiel
0° – 10°C 2,5 mm per strekkende meter
11° – 20°C 2,0 mm per strekkende meter
21° – 30°C 1,5 mm per strekkende meter
31° – 40°C 1 mm per strekkende meter
Voorbeeld: Bij een materiaaltemperatuur van 15°C en een profiellengte van 3.000 mm is
er bij montage een dilatatievoeg van minimaal 6 mm benodigd.
• De profielen zijn standaard iets langer. De precieze, op behoefte afgestemde lengte
vindt plaats tijdens het leggen bij constante materiaaltemperaturen. Plaats het
materiaal daarom in de schaduw weg van direct zonlicht.
• Het materiaal kan aanzienlijk opwarmen in de zon, wat leidt tot lengteverandering. Bij
grote temperatuurschommelingen kan het nodig zijn de profielen bij te zagen. Bij een
temperatuurverschil van 10° bedraagt de afwijking ca. 0,4 mm per strekkende meter
profiellengte.
• Profielen hebben een hoge dampdiffusieweerstand, waarmee rekening moet worden
gehouden bij de montage.
• De profielen hebben standaard brandbeveiligingsklasse “Normaal ontvlambaar”.
• De kleurtoon van het profiel is sterk afhankelijk van het basismateriaal (dat gedeeltelijk
uit natuurlijke vezels bestaat), het schuurpatroon en bij geverfde/gelakte profielen
de hoeveelheid aangebrachte verf/lak. Kleurafwijkingen of verschillen tussen de
geleverde profielen zijn daarom geen reden tot reclamatie.
2
EIGENSCHAPPEN VERGELEKEN MET HOUT
De unieke materiaalsamenstelling maken de profielen niet gevoelig voor de volgende
punten;
• Verkleuring van het oppervlak door chemische ontleding en uitwassen van de
houtcomponenten
• Hars uitbloeiing
• Oppervlakerosie
• Scheurvorming door zwel en krimp
• Binnendringing van vocht
• Capillaire werking via de uiteindes
REINIGING EN VERZORGING
De profielen zijn zeer onderhoudsvriendelijk. Meer informatie over reiniging en onderhoud
vindt u op onze website bij documentatie. Het materiaal mag niet worden behandeld
met agressieve reinigingsmiddelen, zoals zuur- of chloorhoudende reinigingsmiddelen,
omdat deze het oppervlak van het materiaal kunnen aantasten.
OPSLAG
• De profielen moeten horizontaal op een vlakke ondergrond worden opgeslagen met
maximaal 400 mm tussen steunpunten.
• De profielen mogen niet worden afgedekt met plasticfolie of iets dergelijks, zowel in
gemonteerde als gedemonteerde toestand. Condens/broei kan namelijk vlekken
veroorzaken.
3. OPPERVLAKTEBEHANDELING
Het oppervlak van de “natural” profielen heeft een fraaie en natuurlijke houtlook.
Desalniettemin zijn er geen grenzen aan de individuele creativiteit als het gaat om
kleurontwerp. Of het nu klassiek-elegant, helder modern of subtiel traditioneel is, voor elke
smaak is er een kleur dat bij het profieloppervlak past. De profielen dienen voor plaatsing
altijd geschilderd te worden, verwerkingsinstructies worden meegeleverd. Bekijk het
colourconcept voor meer informatie.
Om de mechanische en chemische weerstand te verhogen en te beschermen
tegen vlekken, raden wij aan de oppervlakken te verzegelen met de transparante
2-componenten beschermende lak die speciaal is afgestemd op het materiaal.
3
4. CATALOGUS
PK70.20
PK75.18
TYPE
HOH
AFMETINGEN
Gevelbekleding
400 mm
70 mm X 20 mm
TYPE
HOH
AFMETINGEN
Gevelbekleding
400 mm
75 mm X 18 mm
LKR38.25
KAT50.50
TYPE
AFMETINGEN
Achterprofiel
38 mm X 25 mm
TYPE
AFMETINGEN
Randafwerking
50 mm X 50 mm
FCS 14517
TYPE
AFMETINGEN
Montageclip
145 mm X 15 mm
4
5. ALGEMENE INFORMATIE
VOORDELEN:
• Duurzaam alternatief voor voordelen hout
• Diverse profielopties voor individuele vormgeving en eenvoudige montage
• Weersbestendig
• Maatvast
• UV-bestendig, geen vergrijzing of afbladdering van het oppervlak
• Geen scheuren
• Bestand tegen aantasting door insecten en schimmels
• Duurzaam en circulair
Gevelprofielen zijn bouwmaterialen die moeten voldoen aan de geldende eisen van
het bouwbesluit. Raadpleeg voor meer informatie de verantwoordelijke gebouw- of
brandveiligingsinstantie. Deze montage-instructies verwijzen naar een standaard
installatie. Vanwege de grote verscheidenheid aan ontwerpmogelijkheden kunnen niet
alle details worden weergegeven en deze moeten ter plaatse worden verduidelijkt. Laat
de installatie uitvoeren door opgeleide en ervaren specialisten.
BEWERKEN
Zagen
De profielen kunnen zowel in de lengte als in de breedte worden gezaagd met vrijwel alle
zagen die ook voor houtbewerking kunnen worden gebruikt.
Frezen
Freeswerk is mogelijk met gangbare houtbewerkingsmachines en hardmetalen
gereedschappen.
Schuren
De profielen mogen alleen in de lengterichting worden geschuurd. Afhankelijk van
de gewenste oppervlaktestructuur adviseren wij schuurpapier te gebruiken met een
korrelgrootte tussen 24 en 60. Fijn schuurpapier dient alleen gebruikt te worden om vuil te
verwijderen.
Boren
Geschikt voor alle boren die in de houtbewerking worden gebruikt.
Veiligheidsopmerking:
Vanwege speciale ingrediënten is het materiaal niet geschikt voor lasergraveren of
lasersnijden, omdat er schadelijke stoffen kunnen vrijkomen.
VOORBEREIDING
Minimale afstand:
De profielen moeten minimaal 20 mm vanaf de wand of muur worden geplaatst.
Profielen mixen:
Om materiaal- en productiegerelateerde kleurverschillen te compenseren, is het
raadzaam om meerdere pakketten te mengen of afzonderlijke profielen voor kleinere
oppervlakken voor te sorteren.
5
6. MONTAGE
6.1 ONDERBOUW GEVEL
De onderbouw dient uitgevoerd te worden volgens de geldende normen en wetgeving.
Er moet rekening gehouden worden met het gewicht en de hoge diffusieweerstand van
de profielen. Gebruik voor de onderbouw hout of achterprofielen gemaakt van hetzelfde
materiaal. Voor de onderconstructie moeten o.a. de volgende richtlijnen in acht worden
genomen:
• De draaglatten en de tengellatten worden op het kruispunt diagonaal vastgeschroefd
met minimaal 2 schroeven(A2).
• Gebruik alleen goedgekeurde bevestigingsmiddelen volgens de specificaties van de
fabrikant.
• De onderconstructie moet vlak en loodrecht worden uitgelijnd.
6.2 VENTILATIE ACHTER
Vanwege de hoge
diffusieweerstand dient de gevel
altijd geventileerd te worden.
De ventilatieafstand aan de
achterzijde moet minimaal 20
mm bedragen. Ook de ventilatie
ruimte rondom moet 20 mm
breed zijn.
6.3 HOH AFSTANDEN
De aanbevolen maximale
montageafstand voor
verticale montage is 400 mm
voor alle profielen. Dit omdat
de doorbuiging maximaal
overeenkomt met 1/300
van de bevestigingsafstand.
Doorbuiging is het gevolg van het
profielgewicht en de verschillen in
opwarming van de afzonderlijke
materiaallagen bij blootstelling
aan de zon.
6
6.4 SCHROEVEN
Als de schroefverbinding aan de voorkant zichtbaar is, moeten de boorgaten
vanwege de mogelijke lengteverandering van de profielen ca. 1 mm groter zijn dan
de schroefdiameter. Bij het schroeven in het materiaal moet de inschroefdiepte
overeenkomen met ca. 3 keer de schroefdiameter (3 x Ø). De profielen dienen daarom
voorgeboord te worden met 0,7 – 0,8 maal de schroefdiameter (0,7 – 0,8 x Ø).
Bij profielen van een breedte van meer
dan 80 mm moeten over de breedte 2
schroeven worden gebruikt.
De afstand van het einde van het profiel
tot de schroefverbinding mag niet
groter zijn dan 50 mm.
De afstand tussen de schroef en de
rand van het profiel moet minimaal 15
mm zijn.
De schroeven kunnen met het oppervlak worden ingeschroefd of verzonken. Bij verzinking
is er gaan kans op scheuren van de oppervlaktevezels of het binnendringen van vocht.
Gebruik roestvrijstalen schroeven (A2) die geschikt zijn voor buitengebruik.
7
6.5 DILATATIE
Bij aansluiting op een ander profiel
dient een dilatatievoeg van 10 mm
aangehouden te worden.
Houd minimaal 10 mm afstand van
wanden, kozijnen of andere elementen.
Houd tussen profielen in de lengterichting
een afstand van minimaal 5 mm aan.
6.6 VERBANDEN
Bij steensverband adviseren wij de voeg af te dekken. Dit kan met in de handel
verkrijgbare T-rails. Verschillende lengteveranderingen kunnen leiden tot een
ongelijkmatig voegpatroon.
Wij adviseren halfsteensverband, dit
omdat de voegen veel netter kunnen
worden uitgevoerd en montagetoleranties
minder goed zichbaar zijn.
8
6.7 HOEKAFWERKING
Hoekoplossingen kunnen op dezelfde manier worden gerealiseerd als bij houten gevels.
Bij de afstanden moet altijd rekening worden gehouden met de thermische uitzetting.
Open hoeken
Afgedekte hoeken
Aluminium eindlijst Randprofiel (kat 50.50)
Let op!:
De afdekking en de hoekafwerking dienen zo gekozen te worden dat de vrije uitzetting
van de profielen niet belemmerd wordt. Binnendringing van vocht in de onderconstructie
moet ten koste van alles worden vermeden. De constructie moet zo worden ontworpen
dat de profielen vrij kunnen uitzetten en er geen vocht kan binnendringen.
6.8 VERBINDINGEN
Aansluitingen op dakranden,
raamdorpels, kozijnen, vensterbanken
etc. dienen zo gemaakt te worden dat er
geen water in de onderconstructie kan
binnendringen en een gecontroleerde
waterafvoer mogelijk is. Hiervoor wordt
onder andere het gebruik van aluminium
Z-profielen aanbevolen. Aansluitingen
kunnen ook worden gerealiseerd
met verschillende afwerkprofielen,
bijvoorbeeld raamkozijnen met universele
afwerkprofielen.
9
6.9 MONTAGE FCS 14517 CLIP (PK70.20 & PK75.18)
SPECIFICATIES:
Lengte
Breedte
Hoogte
Materiaal
Bestendigheid
145 mm
15 mm
5,5 mm
Gecoate metalen clip
Hitte, vorst en UV-licht
BEVESTIGING AAN HET GEVELPROFIEL:
• De clip wordt met 2 schroeven (4,2 x 17 mm)
aan het profiel bevestigd.
• De buitenste gaten van de clip worden
gebruikt voor de bevestiging aan de
achterconstructie.
BEVESTIGING AAN DE ONDERBOUW:
• Bevestig de eerste clip met twee schroeven
(4,5 x 29 mm) aan de onderbouw.
• Opvolgende clips worden met een enkele
schroef (4,5 x 29 mm) aan de bovenkant op
de onderbouw vastgeschroefd.
• Plaats de clips om-en-om.
• Voor voldoende ventilatie raden wij een
voeg van minimaal 5 mm aan.
• De maximale overhang van de clip tot het
uiteinde van het profiel is 50 mm.
SCHROEVEN
L-BohrFix® FB
Ø 4,2 x 17
BohrFix® FB
Ø 4,5 x 29
10
6.10 RANDEN
Via de randen dringt geen vocht door. We raden echter aan om de randen licht met
schuurpapier te schuren voordat u het gaat schilderen. De randen zijn vaak standaard
licht geschuurd.
6.11 SNIJRANDEN
Ruwe snijranden kunnen worden bijgewerkt met schuurpapier. Dit moet altijd vóór een
oppervlaktebehandeling worden gedaan.
6.12 AFWERKING OPEN UITEINDES
Om gewicht te besparen, worden veel profielen vervaardigd als holkamerprofielen.
Hieronder enkele opties om open uiteinden te bedekken.
De uiteinden sluiten met plaatmateriaal
Uiteinden afsluiten met een passtrip
(vooraf frezen van een groef vereist)
Afdekken met een eindstrip
Afdekken met een eindstrip
(3D-weergave)
verkleinen voegen door diagonale snedes
11
6.13 CAPILAIR
De profielen hebben geen capillaire werking. Een frontbescherming met verf is dus niet
absoluut noodzakelijk. Een verflaag kan om puur visuele redenen worden gebruikt.
6.14 SLAGREGEN BESCHERMING
Door de hoge materiaaldichtheid wordt het oppervlak niet aangetast door slagregen.
6.15 SPATWATER
Door de hoge duurzaamheid (weerstand) van de profielen is er geen materiële schade
door spatwater. De vervuilinggraad is echter hoger en dit kan tot vlekken leiden. Daarom
raden wij aan sommige profielen met een sealer te behandelen. In ieder geval moet de
onderconstructie goed beschermd zijn tegen het binnendringen van vocht.
6.16 VOLTOOIING
Boorgaten, hout ankers en overgangen die pas na montage zichtbaar zijn, moeten
wellicht worden gelakt. In het geval van krassen en beschadigingen, breng de lak aan op
een doek en gebruik het om het beschadigde gebied te corrigeren.
12