08.12.2022 Views

boekje poeldijk KIDS 13 DEF juli17

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Spoorzoeken<br />

in Poeldijk


Een spannende plek<br />

om te wonen!<br />

Dit <strong>boekje</strong> is een uitgave van OBWZ, Ontwikkelingsbedrijf De Westlandse Zoom, gebaseerd op teksten van<br />

ADC ArcheoProjecten. We willen met dit <strong>boekje</strong> een indruk geven van de historie van met name de locaties<br />

Poeldijkerhout en De Groene Kreken.<br />

© OBWZ, Monster, juli 2017<br />

De plek waar jij (straks) gaat wonen, is best een heel<br />

spannende plek. Een plek met een verhaal. Heel<br />

lang geleden woonden hier namelijk al mensen. Dat<br />

weten we omdat we in de grond met graafmachines<br />

naar sporen hebben gezocht voordat we de huizen<br />

gingen bouwen.<br />

Vlak onder de grond vonden we resten van huizen en<br />

kassen die hier kort geleden stonden, in de tijd dat<br />

de opa’s en oma’s van jou en je vrienden nog klein<br />

waren. Hoe dieper we in de grond gingen graven, hoe<br />

bijzonderder en ouder de vondsten die we deden.<br />

Door het onderzoeken van de bodem ontdekten we<br />

dat er in de Prehistorie mensen woonden in Poeldijk.<br />

De meeste sporen die we vonden kwamen uit de<br />

Romeinse tijd. Zo weten we dat veel Romeinen graag<br />

in dit stukje Poeldijk wilden wonen.


1.9 Landschap en bewoning in de<br />

(kaart<br />

500 v.Chr.<br />

1.10 Landschap en bewoning in de<br />

(kaart<br />

Peter Vos/Deltares en Marcel IJssel stijn).<br />

Peter Vos/Deltares en Marcel IJssel<br />

500 v.Chr.<br />

De getijdenactiviteit van het Gaag Oer<br />

systeem (3) bereikte tussen ca. 1250<br />

en 750 voor Christus zijn hoogtepunt.<br />

stijn).<br />

Rond 250 v.Chr. vonden er grote<br />

veranderingen plaats in het Rijn Maas<br />

De getijdenkreken werden groter<br />

en sneden zich in het lager gelegen<br />

veengebied. Na 750 v. Chr. slibde het<br />

OerGaag systeem geleidelijk dicht en<br />

1<br />

4<br />

2<br />

225 v.Chr.<br />

estuarium. De rivier de Rijn, die tot<br />

die tijd zijn water voor het grootste<br />

deel afvoerde via de Oude Rijn mon -<br />

ding, verlegde zijn hoofdloop in het<br />

breidde het veengebied zich uit. In het<br />

achterland richting de Maasmond. Als<br />

Westland was het Gantel getijdensys -<br />

gevolg van deze ontwikkeling werd de<br />

teem (4) actief. Dit systeem was nog<br />

rivieropening naar zee (1) groter en<br />

niet doorgebroken in het laag gelegen<br />

stegen de waterstanden in het -estu<br />

veengebied rond Delft met de veen -<br />

meren (2). In de kustzone veranderde<br />

1<br />

arium tot extreme hoogtes. Door de<br />

hoge waterstanden werd de rand van<br />

er niet veel. Het mondingsgebied van<br />

het veengebied van Maasland regel -<br />

het estuarium (1) lag in die tijd bij<br />

2<br />

matig door de zee overstroomd en het<br />

Monster. De bewoningscondities - ble<br />

ven onveranderd: strandwallen waren<br />

4<br />

gebied rond Delft met de veenmeren<br />

(2) incidenteel. De aanen afvoer van<br />

geschikt voor permanente bewoning.<br />

Ook op de hoog opgeslibde kwelders<br />

3<br />

getijdenwater leidde ertoe dat zich hier<br />

tussen ca. 250 en 225 v.Chr. getijden -<br />

Van<br />

zee<br />

naar<br />

en veenrandgebieden langs de kreken<br />

kon de mens zich kortere of langere<br />

tijd vestigen.<br />

Duinen en strandwallen<br />

Duinvalleien<br />

Wadden<br />

Kwelders<br />

0<br />

N<br />

km<br />

4<br />

Duinen en strandwallen<br />

Duinvalleien<br />

Wadden<br />

Kwelders<br />

Veen<br />

Vindplaats vroege ijzertijd<br />

(800 – 500 v.Chr.)<br />

Vindplaats midden ijzertijd<br />

(500 – 250 v.Chr.)<br />

0<br />

km<br />

4<br />

3<br />

geulen gingen ontwikkelen waarlangs<br />

een kwelderkleilaag werd afgezet. Het<br />

Duinen en strandwallen<br />

Gantelsysteem (4) bereikte in deze<br />

periode Duinvalleien zijn grootste omvang. Het<br />

OerGaagsysteem (3) bleef relatief<br />

gespaard Kwelders voor grote overstromingen<br />

en Veen zee-inbraken door de relatief hoge<br />

opslibbing Vindplaats late en overvening.<br />

ijzertijd<br />

(250 - 12 v.Chr.)<br />

Wadden<br />

Veen<br />

Vindplaats vroege ijzertijd<br />

(800 – 500 v.Chr.)<br />

Vindplaats midden ijzertijd<br />

(500 – 250 v.Chr.)<br />

N<br />

Duinen en strandwallen<br />

Duinvalleien<br />

Wadden<br />

Kwelders<br />

20<br />

wallen waarop Wassenaar, Den Haag en Loosduinen<br />

liggen.<br />

De strandwallen boden bescherming tegen over -<br />

stromingen vanuit zee. Ook zorgden ze voor een<br />

scheiding van het zoute zeewater en het zoete water<br />

dat door de rivieren werd aangevoerd. In het rustigere<br />

zoetwater milieu achter de strandwallen kon de veen -<br />

groei zich weer in westelijke richting uitbreiden (het<br />

12 zogenoemde Hollandveen). Daarnaast bleef de zee<br />

regelmatig zand en klei afzetten via de Maas en ge -<br />

tijdengeulen die zich daaruit aftakten (zie kaart 1.3d).<br />

Door deze voortdurende dynamiek van toe- en afne -<br />

mende invloed vanuit zee werd in het gebied achter de<br />

strandwallen tussen 5500 en 2000 v.Chr. een dik pakket<br />

veen- en kleilagen gevormd, tot wel veertien meter<br />

dik. <strong>13</strong> De bewoning concentreerde zich in dit landschap<br />

voornamelijk op de hogergelegen oeverwallen van de<br />

getijdengeulen, zoals in de Westwijk van Vlaardingen<br />

(Arij Koplaan) en bij golfbaan Free Golf, waar restanten<br />

van nederzettingen uit omstreeks 3000 v.Chr. zijn ge -<br />

vonden. 14 Op het veen zijn uit deze periode slechts inci -<br />

denteel sporen van bewoning gevonden, bijvoorbeeld<br />

15 bij het gemaal Hoekpolder in Rijswijk. In de droog -<br />

makerijen van de Woudse Polder en Wateringseveldse<br />

polder liggen de oudere kleilagen tegenwoordig aan<br />

de oppervlakte doordat in de 18de en 19de eeuw het<br />

bovenliggende veen is afgegraven.<br />

bewoning op de strandwallen en het<br />

ontstaan van krekensystemen<br />

Ook tijdens de bronstijd concentreerde de bewoning<br />

zich voornamelijk op de strandwallen. Sporen van<br />

nederzettingen zijn in de gemeente Den Haag onder<br />

meer aangetroffen bij het Bronovo-ziekenhuis, bij de<br />

Laan van Meerdervoort ter hoogte van het Wijndaeler -<br />

18 plantsoen, en op de Waalsdorpervlakte. In het tracé<br />

van de Hubertustunnel bij de Oude Waalsdorperweg<br />

is in 2004 een crematiegrafveld uit de midden-brons -<br />

19 tijd gevonden. Het grafveld lag op een landtong die<br />

vanaf de strandwal de lagergelegen strandvlakte instak.<br />

Omdat er aanwijzingen zijn dat de graven gemarkeerd<br />

waren, moet het goed zichtbaar zijn geweest in de om -<br />

geving. Waarschijnlijk markeerde het grafveld daarmee<br />

ook de territoriale machtspositie van een bepaalde<br />

groep kustbewoners. Bijzonder is bovendien dat dit het<br />

enige crematiegrafveld uit de bronstijd is, dat tot nu<br />

20 toe in West-Nederland is gevonden. De strandwal bij<br />

Monster, waarop in de middeleeuwen het akkercom -<br />

plex werd aangelegd dat bekend staat als het Monster -<br />

21<br />

se Geestje, is al vanaf 2000 v.Chr. continu bewoond.<br />

Bij de Krabbeplas in Vlaardingen is in 1990 het skelet<br />

van een volwassen man uit de bronstijd gevonden. Het<br />

Het uitgestrekte veengebied achter de strandwal -<br />

len was 0in de bronstijd km ongeschikt 4 voor bewoning.<br />

Aan de randen van het veengebied, die bij zeer hoge<br />

waterstanden overstroomden, had zich rietveen ge -<br />

vormd. Landinwaarts was het veen hoger opgegroeid.<br />

Het veen werd daar niet gevoed door het voedselrijke<br />

water uit de Maas, maar enkel door het voedselarme<br />

regenwater, waardoor zich hier hoogvenen ontwik -<br />

kelden. De kernen van die hoogvenen, de hoogveen -<br />

koepels, bevonden zich rond Zoetermeer, Berkel en<br />

Rodenrijs en in het gebied tussen Kwintsheul en<br />

’t Woudt. Het van de hoogveenkoepels afvloeiende<br />

water verzamelde zich in lagergelegen delen tot kleine<br />

waterlopen en op sommige plaatsen tot ondiepe veen -<br />

meren (zie kaart 1.8).<br />

Door verhoogde stormvloedactiviteit vanuit zee ont -<br />

stond tussen 1500 en 1000 v.Chr. een aantal kreeksys -<br />

temen in het getijdengebied ten noorden van de Maas,<br />

dat grote delen van het huidige grondgebied van de<br />

gemeenten Westland en Midden-Delfland besloeg. In<br />

de grootste geulen van deze systemen is al de aanzet te<br />

herkennen van de bekende Westlandse wateren Gantel<br />

en Spartel/Gaag. Via de getijdengeulsystemen werden<br />

zand en klei afgezet op het Hollandveen, terwijl het veen<br />

via de geulen ook kon ontwateren. Op de hoger opge -<br />

slibde kwelders in dit getijdengebied konden mensen<br />

gedurende de drogere perioden van het jaar wonen. De<br />

getijdenactiviteit nam vanaf 750 v.Chr. af waardoor de<br />

22<br />

lag in een veenkreek.<br />

woonplaats<br />

kreken kleiner werden en de afwatering van het veen<br />

verminderde. Het veengebied breidde zich opnieuw uit<br />

en bedekte een deel van de kleilaag die eerder door de<br />

kreeksystemen was afgezet (zie kaart 1.9).<br />

braak van de Gantel en de vorming<br />

Belangrijke ontwikkelingen in het landschap en de be -<br />

woning deden zich weer voor in de ijzertijd, rond 250<br />

v.Chr. De Rijn verlegde landinwaarts zijn hoofdloop<br />

waardoor het grootste deel van het Rijnwater niet via<br />

de oude monding bij Katwijk de zee bereikte, maar via<br />

de Maasmond bij Monster, dat hierdoor de belangrijk -<br />

ste riviermonding van de Nederlandse kust werd. Het<br />

estuarium nam in omvang toe. Een periode van ver -<br />

hoogde stormvloedactiviteit vanuit zee, die gelijktijdig<br />

optrad met een grote waterafvoer vanuit de Maas en<br />

de Rijn, stuwde het water tot grote hoogte. Als ge -<br />

volg hiervan breidde het getijdengeulsysteem van de<br />

Gantel zich tussen 250 en 225 v.Chr. ver landinwaarts<br />

uit, waarbij grote delen van het veengebied werden<br />

bedekt met een kleilaag. De hoofdgeul van het Gantel -<br />

systeem stroomde vanaf Dijckerwaal in ’s-Gravenzande<br />

ten noordwesten van Naaldwijk en Honselersdijk naar<br />

Veen<br />

Vindplaats late ijzertijd<br />

(250 - 12 v.Chr.)<br />

THO_Atlas Westland_H0-4_v3.indd 20-21 21-10-16 12:44<br />

21<br />

Een paar duizend jaar geleden zag het Westland er heel anders uit dan nu. Er waren<br />

toen nog niet zoveel dijken die het water van de rivieren en van de zee nu tegenhouden.<br />

Het gebied waar je straks gaat wonen, lag heel dicht bij zee. In de lente en de winter<br />

stroomden de rivieren en soms zelfs de zee over. Al dat water zorgde ervoor dat de<br />

grond heel drassig werd en dat er riviertjes en kreken ontstonden.<br />

In het begin van onze jaartelling waren er geen overstromingen meer. Het zand, grind<br />

en klei dat met het water mee kwam vormde langzaam maar zeker een verhoogd stuk<br />

land. Deze oevers waren perfect om te wonen, vee te laten grazen, moestuintjes en<br />

akkertjes aan te leggen. Vanaf die tijd, meer dan 2000 jaar geleden, gingen er mensen<br />

wonen in het Westland.<br />

Vraag jij je af waar die rare straatnamen in Poeldijkerhout vandaan komen? Kwelder,<br />

Laak en Kreek zijn allemaal namen die te maken hebben met de manier waarop dit<br />

gebied is ontstaan.


Werken voor de<br />

Romeinse keizer<br />

In de eerste 300 jaar van onze jaartelling woonden de Romeinen in Nederland. Zij waren naar<br />

Nederland gekomen om ons land te veroveren. Het was belangrijk voor de keizers om zo veel<br />

mogelijk land te hebben, want daarmee hadden ze ook meer macht. In het Westland waren<br />

er vooral veel soldaten, die in de duinen de grens van het Romeinse rijk bewaakten. Dat<br />

betekende dus rondlopen en kijken of er geen vijanden het land in kwamen en als dat wél zo<br />

was: vechten.<br />

5.<br />

Maar zij deden nog veel meer, in opdracht van de keizer. Zo groeven ze onder andere een kanaal<br />

van Leiden naar Naaldwijk en legden ze wegen aan – de hoofdweg door het Westland was een<br />

heel belangrijke weg die zelfs op een kaart uit die tijd is getekend! Ook bouwden de Romeinen<br />

huizen en andere gebouwen én zij bakten aardewerk en dakpannen. Dat weten we omdat er<br />

in de dakpannen die we hebben gevonden, stempels zijn gedrukt door de legerafdelingen. We<br />

hebben ook aardewerk gevonden met daarin de namen van soldaten gekrast. De Romeinen<br />

vonden het ook leuk om spelletjes te doen, bijvoorbeeld dobbelen. Dobbelstenen hadden<br />

dezelfde vorm en cijferindeling als de onze. Meestal werden ze gemaakt van been, soms van<br />

brons of ivoor.


Romeins diploma<br />

als paspoort<br />

Heel soms vinden we ook op het platteland resten van stenen gebouwen of villa’s terug, zoals in Rijswijk,<br />

Naaldwijk én... Poeldijk! Archeologen denken dat hier afgezwaaide soldaten woonden, die na 25 jaar<br />

dienst een diploma, het Romeins burgerrecht en een zak met geld meekregen om een stuk land te kopen.<br />

Bij eerdere opgravingen onder een kas op de noordelijke oever van de Gantel in Poeldijk zijn de resten van<br />

een stenen gebouw ontdekt. Tussen het puin werd zo’n Romeins militair diploma van brons gevonden. Deze<br />

soldaat had bij de Romeinen gediend in een korps van hulptroepen te paard in Noricum (wat nu Oostenrijk<br />

en Slovenië heet). Zijn diploma bewaarde hij als een soort paspoort: als bewijs dat hij hier mocht wonen.<br />

Behalve soldaten woonden er ook andere,<br />

‘gewone mensen’ in het Westland. Er waren<br />

in die tijd ook wel echte steden, Voorburg<br />

bijvoorbeeld heette toen Forum Hadriani en<br />

was een stad met stenen huizen. Het Westland<br />

was toen platteland. Mensen woonden in<br />

houten boerderijen, samen met hun vee. De<br />

muren waren dichtgesmeerd met leem en op<br />

het dak lag riet. Ongeveer zoals het plaatje<br />

hierboven. Van deze houten gebouwen is<br />

natuurlijk na zo’n lange tijd niets meer over.<br />

Archeologen vinden alleen nog de plekken<br />

waar de palen en wanden hebben gestaan en<br />

de sporen van de plattegronden van de huizen.


Cananefaten<br />

Romeinen gaven groepen mensen graag een naam, zodat ze<br />

wisten waar ze vandaan kwamen. De Romeinen noemden<br />

de ‘gewone mensen’ uit het Westland Cananefaten, wat<br />

‘lookmeesters’ betekent. Ze kregen die naam waarschijnlijk<br />

omdat ze op goede landbouwgrond woonden, want look<br />

is een verzamelnaam voor prei, knoflook en uien. De<br />

Cananefaten handelden met de Romeinen en leverden<br />

hulptroepen aan het Romeinse leger.<br />

zijn de<br />

Romeinen<br />

van het<br />

Westland<br />

Bloemkool<br />

uit het Romeinse rijk<br />

Voordat we begonnen met de bouw van de huizen, hebben archeologen de bodem goed onderzocht. Door deze<br />

onderzoeken in Poeldijk, en dan vooral in Poeldijkerhout en De Groene Kreken (bij de Brede School Westhof)<br />

zijn we veel te weten gekomen over de Cananefaten. We hebben zóveel resten gevonden van de periode dat<br />

zij op die plek woonden, dat we een stukje Romeins landschap hebben kunnen namaken. Het landschapje<br />

bestond uit meerdere nederzettingen, steeds op een paar honderd meter afstand van elkaar. Een nederzetting<br />

is een erf met een woonhuis, waterputten en kleine opslaggebouwen. Aan allebei de kanten van de kreek in het<br />

Krekenpark werden nederzettingen gevonden – die kreek was er toen ook al en is dus al meer dan 2000 jaar oud!<br />

De Cananefaten namen veel gewoontes over van de Romeinse bezetters. Dat kwam doordat elk gezin<br />

een hulptroepensoldaat aan het Romeinse leger moest leveren. Door de vondsten van aardewerk dat<br />

werd gebruikt zijn we veel te weten gekomen over hun manier van eten. De Romeinse legers brachten<br />

veel onbekende planten en dieren naar onze streek. Voordat de Romeinen kwamen, hadden de mensen<br />

in Nederland bijvoorbeeld nog nooit van kippen gehoord. En rode snijbiet, bloemkool, andijvie, sla,<br />

selderie, peterselie, koriander en mosterd zijn planten die ook pas bekend zijn geworden vanaf de<br />

Romeinse tijd. Andersom hebben de Romeinen van ons geleerd hoe lekker soep kan zijn; dat hadden zij<br />

nog niet eerder gegeten!


Paarden fokken<br />

Behalve schapen, geiten en koeien hielden de Cananefaten ook<br />

paarden. Misschien fokten de boeren zelfs paarden voor het<br />

Romeinse leger! Waar nu de Brede School Westhof staat, zijn<br />

waarschijnlijk paarden gefokt. Hier zijn we achter gekomen<br />

omdat op de nederzetting die daar was, veel onderdelen<br />

van paardentuigen zijn opgegraven. Ook hebben we het hele<br />

skelet van het paard hier teruggevonden!<br />

in Poeldijk<br />

Betalen met spelletjes en armbanden<br />

In het begin gebruikten de Cananefaten nog het aardewerk dat<br />

zij zelf gemaakt hadden. Vanaf de tweede eeuw gebruikten de<br />

boeren en ‘gewone mensen’ steeds meer geïmporteerd Romeins<br />

aardewerk en zelfs glaswerk. De Romeinen hadden eten en drinken<br />

nodig en waarschijnlijk kochten ze dat in ruil voor aardewerk,<br />

spelletjes, ringen, armbanden, haarnaalden en mantelspelden.<br />

Zo’n mantelspeld, een fibula, zie je hiernaast; Deze hebben we in<br />

Poeldijkerhout gevonden.<br />

Op reis naar een<br />

volgend leven<br />

De Cananefaten hebben ook allerlei rituelen en bijvoorbeeld<br />

ook de Romeinse manier van begraven overgenomen. In de<br />

Romeinse tijd werden dode mensen niet meteen begraven<br />

zoals wij dat doen. Eerst werden de doden verbrand op<br />

een brandstapel, ongeveer zoals ze dat nu in India nog<br />

steeds doen. De Romeinen zagen de dood als een reis naar<br />

het hiernamaals, het leven na de dood. Op de brandstapel<br />

werd van daarom van alles meegegeven<br />

voor die reis: eten en drinken in<br />

aardewerken potten bijvoorbeeld. Na<br />

de brandstapel werden de verbrande<br />

botten in een graf gelegd.<br />

In het Westland werden heel simpele<br />

grafmonumenten gemaakt: vaak<br />

een kuil achter op het erf. Soms<br />

werd er een grafheuvel gemaakt<br />

met een ronde of vierkante greppel<br />

er omheen. In Poeldijkerhout en De<br />

Groene Kreken zijn maar liefst twee<br />

van die simpele grafkuilen en twee<br />

grote grafmonumenten met ronde<br />

kringgreppels gevonden. Dat is heel<br />

bijzonder.


En nu? Laat zien!<br />

En als de archeologen klaar zijn met spoorzoeken, wat dan? Dan schrijven zij het verhaal<br />

op dat de sporen en vondsten vertellen op. Als andere onderzoekers in de toekomst óók<br />

dingen opgraven, kunnen zij hun gegevens vergelijken met de verhalen uit dit rapport<br />

en het verhaal verder uitbreiden.<br />

De meeste van de vondsten worden na het onderzoek veilig opgeborgen in het<br />

archeologisch ‘magazijn’ van de provincie. De mooiste of meest bijzondere vondsten<br />

worden soms tentoongesteld in een museum. Ook kun je ze soms bekijken tijdens een<br />

open dag op de opgraving of een archeologisch festival.<br />

En nu wordt er een <strong>boekje</strong> gemaakt voor het publiek, zodat ze het verhaal van dit<br />

gebied thuis kunnen lezen en bewaren.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!