POM_nummer5_2022
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Wet- en regelgeving
Jaargang 10 I nummer 5 I december 2022
OPINIE
ONDERZOEK
OPLEIDING
PRAKTIJK
Maatschappelijk
werk op school
moet
Jeugdhulpverlening
en leraren samen
in de klas
Leraren met
speciale
behoeften
Kinderopvang
voor iedereen?
THEMA
Jeugdhulp OZA
Passend
Onderwijs
Hellen Persoon:
'Ik hoop dat terugplaatsen in de toekomst als vanzelfsprekend wordt gezien.'
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
Omdat
hij de best opgeleide
begeleider verdient…
Als begeleider helpt u voorkomen dat kinderen buiten de boot vallen
en managet u de onderwijszorg binnen uw school. Dankbaar, maar
verantwoordelijk werk dus, waarin het belangrijk is alle innovatie bij te
houden. Dat stelt hoge eisen aan het verwerven en bijhouden van
uw vakkennis. Hoe vindt u de beste opleiding uit het grote aanbod?
Antwoord: kies een opleiding die is opgenomen in het Register
van het Centrum voor Post-Initieel Onderwijs Nederland. CPION
toetst, registreert en diplomeert het cursusaanbod voor postinitiële
opleidingen. Alleen als deze voldoen aan de strengste
kwaliteitscriteria krijgen ze het predikaat Registeropleiding. Zie het
als een garantie voor de waarde van uw diploma of certificaat. En
voor de best mogelijke onderwijszorg aan kinderen die het nodig
hebben.
…verdienen alle
deelnemers aan
deze opleidingen
een felicitatie:
CPION feliciteert iedereen die zich via
de opleidingen hiernaast (nog beter)
voorbereiden op hun dankbare werk.
Al deze Post-HBO Registeropleidingen zijn
inhoudelijk getoetst op inhoud en niveau
en voldoen aan de strenge kwaliteitseisen van
de Stichting PHBO Nederland.
Bureau Meesterschap, Intern Begeleider
Driestar educatief, Intern Begeleider
ECNO Groningen, Intern Begeleider
Marnix Academie, Intern Begeleider
Onderwijs Maak Je Samen, Intern Begeleider
Inholland Academy,
Intern Begeleider / Remedial Teacher
Academica University of Applied Sciences, Intern
Begeleider / Zorgcoördinator
Inschool BV, Intern Begeleider Primair Onderwijs
Iselinge Academie, Opleiding tot Intern Begeleider
Marnix Academie, Top-opleiding Intern Begeleider
Bureau Meesterschap, Jonge Kind Specialist
Driestar educatief, Jonge Kind Specialist
ECNO, Jonge Kind Specialist
Fontys Hogeschool Kind en Educatie,
Jonge Kind Specialist
Hanzehogeschool Groningen, HanzePro,
Jonge Kind Specialist
Hogeschool IPABO, Jonge Kind Specialist
Hogeschool KPZ, Jonge Kind Specialist
Hogeschool Utrecht, Jonge Kind Specialist
Hogeschool Windesheim, Jonge Kind Specialist
Hogeschool de Kempel, Jonge Kind Specialist
Marnix Academie, Jonge Kind Specialist
Onderwijs Maak Je Samen, Jonge Kind Specialist
Thomas More Hogeschool, Jonge Kind Specialist
ECNO, Basisopleiding Gedragsspecialist
Hogeschool de Kempel,
Basisopleiding Gedragsspecialist
Marnix Academie,
Basisopleiding Gedragsspecialist
Marnix Academie,
Leer- en gedragsspecialist Top-opleiding
CPION Keurmerk Registeropleidingen
Alleen voor post-initiële opleidingen die er écht toe doen.
CPION Postbus 701 3000 AS Rotterdam tel: +31 (0)10 899 74 30 www.cpion.nl
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
06
Jeugdmaatschappelijk werk op
school: een MUST
Facilitering en volume van ‘Maatschappelijk Werk
op School’ is in veel gemeenten afgebouwd.
Onbegrijpelijk. Daarmee is laagdrempelige eerste
lijn hulp en advies voor kinderen en gezinnen via
school niet meer of minder beschikbaar. In Krimpen
aan den IJssel staat dit schoolmaatschappelijk of
jeugdmaatschappelijk werk weer nadrukkelijk op de
beleidsagenda.
18
Geïntegreerde
onderwijsvoorzieningen
In 2018 en 2019 startten op zeven onderwijslocaties
in Nederland gemengde groepen met leerlingen uit
het regulier en speciaal onderwijs. De RUG (Universiteit
Groningen) heeft in 2020 een eerste en in
2021 een tweede tussenrapportage geleverd die de
resultaten van zowel beleids- als praktijkonderzoek
presenteert.
En verder
04 Nieuws Gemist?
05 Redactioneel
10 ‘Samen praten en vooral samen doen’
15 Ruimte voor onderwijszorgarrangementen
24 Juridisch: onderwijszorgarrangementen
27 Kindperspectief: profiler
28 Boeken en literatuur
30 SWV in the picture
32 Leraren met speciale behoeften
37 Netwerk LPO
39
Kinderopvang voor iedereen?
Voor kinderopvang worden de voorschotten en
toeslagen aan ouders afgeschaft. De overheid
keert de vergoeding voortaan rechtstreeks uit aan
de kinderopvangorganisaties of gastouderbureaus.
Werkende ouders betalen in het nieuwe stelsel nog
maar een beperkte eigen bijdrage, onafhankelijk van
gewerkte uren of inkomen. Dat is goed, maar er zijn
ook zorgen.
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
3
Nieuws Gemist?
Eindtoets wordt doorstroomtoets
Vanaf schooljaar 2023-2024 nemen scholen niet meer een eindtoets af in groep 8, maar een doorstroomtoets.
De gewijzigde naam past beter bij het karakter van de toets, namelijk doorstroming naar het vervolgonderwijs.
Ook komt er één centrale aanmeldweek voor leerlingen in groep 8 die naar het regulier voortgezet
onderwijs gaan. Daarmee maken alle leerlingen evenveel kans op een plek op de school van hun voorkeur.
Het tijdpad rondom het schooladvies verandert hiermee:
1. Scholen melden zich uiterlijk 15 november aan voor een doorstroomtoets.
2. Leerlingen ontvangen tussen 10 en 31 januari hun voorlopig schooladvies.
3. Leerlingen maken de doorstroomtoets in de eerste
of tweede volle week van februari.
4. Uiterlijk 15 maart ontvangen de scholen de uitslag
van de doorstroomtoets.
5. Leerlingen en ouders ontvangen uiterlijk 24 maart
van hun school het definitieve schooladvies.
6. Tussen 25 maart en 31 maart melden alle leerlingen
zich, met hun definitieve advies, aan op de
middelbare school.
Bron: Ministerie van OCW (31-10-2022)
Toelichting toelage ouder- en
jeugdsteunpunten
In september hebben alle samenwerkingsverbanden een bedrag
ontvangen van 6,36 euro per leerling: een eenmalige toelage
voor het inrichten van ouder- en jeugdsteunpunten. Er is echter
onduidelijkheid over deze uitkering.
Het is geen subsidie, maar bekostiging. Deze is dan ook meegegaan
in de definitieve regeling over 2021-2022. Daarin is het bedrag niet
per leerling zichtbaar, maar opgenomen in het bedrag per leerling
voor zware ondersteuning. Omdat het gaat om een bekostiging,
maakt het deel uit van de lumpsum. Wanneer scholen het bedrag
niet uitgeven in 2022, wordt het onderdeel van de reserves, ook al is
het misschien toegewezen aan het ouder- of jeugdsteunpunt.
Bron: Netwerk LPO (19-10-2022)
4 Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Wet- Redactioneel en regelgeving
Maatregelen verbeteraanpak passend
onderwijs 2022
Jos Gerards
Op weg … inspiratie
Er gebeurt een hoop in de onderwijswereld. Soms zien scholen
door de bomen het bos niet meer met alle veranderende maatregelen
en richtlijnen. Daarom is er een overzicht opgesteld:
Maatregelen verbeteraanpak passend onderwijs 2022.
Dit overzicht bevat alle ontwikkelingen in wet- en regelgeving rond
passend onderwijs, mede vanuit de verbeteraanpak passend onderwijs.
Scholen en samenwerkingsverbanden kunnen het document
gebruiken als checklist voor wat vereist is, maar ook ter inspiratie om
zich alvast voor te bereiden op komende wet- en regelgeving. Het
overzicht is een eerste versie, en is tot stand gekomen in samenwerking
met OCW, Steunpunt Passend Onderwijs, Netwerk LPO en
Sectorraad samenwerkingsverbanden
passend onderwijs vo. Het document is
hier te vinden:
De 24-uursbijeenkomst voor medewerkers van
samenwerkingsverbanden werd cello-luchtig
omlijst door Bart van Rosmalen. Anouk Saleming
(taalkunstenaar) presenteerde op de tweede
dag een hele mooie uitnodiging die ik graag
wil delen. Daarom hierbij een eigen bewerking
van haar performance, met dank ook aan Jetta
Spanenburg.
Wees een reiziger!
Ga op pad en sla nieuwe wegen in;
kies straten uit die je nog niet eerder liep.
Open onbekende deuren, slecht drempels.
Praat met vreemden.
Bron: SPO (17-10-2022)
Versoepeling staatsexamens
Leerlingen die in 2023 deelnemen aan het staatsexamen krijgen
recht op een extra herkansing. Ook geldt voor hen de duimregel.
De herkansing komt bovenop de huidige regels (leerlingen mogen
één herkansing doen), daarmee worden het dus twee herkansingen.
Daarnaast wordt de duimregel van toepassing. Deze houdt in dat
leerlingen een ongunstig cijfer uit 2020, 2021 of 2022 mogen wegstrepen
als ze daarmee alsnog hun diploma kunnen halen. Dat geldt
overigens niet voor kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde
voor havo en vwo, Nederlands voor vmbo). De maatregelen gelden
alleen voor leerlingen die het staatsexamen doen, dus leerlingen uit
het speciaal onderwijs of ander niet-regulier onderwijs, leerlingen
die certificaten willen halen of volwassenenonderwijs. De versoepeling
wordt toegepast om de negatieve gevolgen van corona te
compenseren. Door corona hebben leerlingen
veel lessen moeten missen.
Bron: Rijksoverheid (29-9-2022)
Sleep geen onnodige dingen met je mee.
Ontwikkel ingewikkelde dingen.
Maak je handen vrij om te klimmen
over bergen, muren en in bomen.
Klim hoger dan je de lat legt.
Sta soms ook stil terwijl je beweegt.
Open je ogen en kijk. Kijk echt.
Kijk ook naar binnen.
Kijk verder dan je neus lang is.
Snif nieuwe geuren diep naar binnen.
Haal diep adem en spring in het diepe.
Twijfel niet en spring.
Spring!
De weg naar beter passend en meer inclusief
onderwijs vereist een open mindset en begint bij
ieders eerste stap.
En samen?
Samen stampen we hard.
Nou en of.
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
5
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Jeugdmaatschappelijk
THEMA
Jeugdmaatschappelijk
werk op school: een MUST
Facilitering en volume van ‘Maatschappelijk Werk op School’ is in veel gemeenten afgebouwd.
Onbegrijpelijk. Daarmee is laagdrempelige eerste lijn hulp en advies voor kinderen en
gezinnen via de basisschool of in het voortgezet onderwijs niet meer of minder beschikbaar,
terwijl er flinke wachtlijsten bestaan voor de meer specialistische jeugdhulp. Gelukkig zien we
nu een kentering.
Een moeder kwam boos verhaal halen bij een
leerkracht over een voorval eerder die week. De
leerkracht deed de deur dicht omdat moeder
te laat was: de les ging starten. Moeder heeft
vervolgens ruzie staan maken bij de directrice. De
leerkracht vond het niet fijn hoe het verlopen was.
Ik ben in gesprek gegaan met de leerkracht en
heb benoemd dat ze via de e-mail kan aangeven
dat ze de boosheid begrijpt en dat ze zeker in
gesprek wil, maar dan een keer na schooltijd en
dat moeder dan kan aangeven of ze dat wil en
wanneer. We hebben samen de mail gemaakt.
Ze vond het fijn om te weten dat het JMW ook
daarvoor ingezet kan worden.
- JMW’er -
Zorgen om jeugd
In Krimpen aan den IJssel liggen tien basisscholen en
twee scholen voor voortgezet onderwijs. In overleg
met deze scholen heeft de gemeente het schoolmaatschappelijk
werk altijd gecontinueerd. Op de scholen
en in het sociale netwerk werd tijdens en direct na de
coronacrisis een toenemende GGZ-problematiek gezien
op het gebied van stress, angst, eenzaamheid, faalangst
en somberheid, slechter eten en slapen. Ook was er
sprake van gewichtstoename bij peuters en kinderen
in de basisschoolleeftijd en minder leermotivatie van
jongeren op het voortgezet onderwijs. Ten slotte werd
ook een ernstige toename in het gamegedrag bij de kinderen
geconstateerd. De coronacrisis heeft als life-event
een nadrukkelijk negatief effect gehad op eigenlijk alle
leefdomeinen van jeugdigen en gezinnen.
Door als JMW’er aan te sluiten in de afrondende
fase van een basis-ggz-traject kon een jeugdige
na afsluiten van de jeugdhulp laagdrempelig
ondersteund worden. Hiermee kon de beschikte
jeugdhulp eerder afgerond worden en bleef
er aandacht voor het generaliseren van de
aangeleerde vaardigheden. Het rendement van
de ingezette jeugdhulp neemt hierdoor toe.
- JMW’er -
6
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Beleid
Door het laagdrempelige, ongedwongen contact
dat je als JMW’er hebt met zowel leerkrachten als
ouders kun je hen er bijvoorbeeld op attent maken
dat ze meer kunnen uitvragen bij de ander als zij
bepaald gedrag signaleren. Zo trek je echt samen
met ouders op in het belang van het kind. Ik sta
vaak aan de schoolpoort om 8:30 en in de pauzes
bij de leerkrachten buiten op het plein
- JMW’er -
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022 7
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Jeugdmaatschappelijk
zondheids)zorg, bibliotheken en andere partijen maatregelen
nemen om de vaardigheden van leerlingen
op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak te
helpen stimuleren. Krimpen aan den IJssel wilde deze
gelden alleen inzetten op een samenhangend aanbod
aan activiteiten, programma’s en interventies en liefst
ook zo dicht en direct mogelijk bij de jeugd. Op de scholen
en bij de kinderopvang dus; maar wel in een andere
vorm: een soort schoolmaatschappelijk werk 2.0.
Een peuter had extra aandacht gehad vanuit de
peuterspeelzaal om beter te kunnen functioneren
in een groep. Dit was gelukt, maar de vaardigheden
waren nog pril. Om een goede start te maken
in het basisonderwijs is er al vroeg overleg geweest
met de school. De kleuter kon daardoor in kleine
stapjes oefenen in de klas. De samenwerking tussen
peuterspeelzaalleidsters en kleuterleerkracht
maakt dat de peuter zich goed heeft aangepast en
goed meedoet in de kleuterklas. JMW was hierin de
schakel; we werden al vroeg betrokken en hadden
ook gesprekken met ouders over opvoeding thuis.
- JMW’er -
Inzet jeugdmaatschappelijk werk
School, opvang en het jeugdmaatschappelijk werk
op school zijn alle gericht op het versterken van
het pedagogisch klimaat. Onderdeel daarvan is het
vroegtijdig signaleren van ‘opvallend’ gedrag van
kinderen en in het verlengde daarvan de relatie met
volwassenen (ouders en professionals). Een jeugdmaatschappelijk
werker sluit aan bij de schoolondersteuningsteams.
De ondersteuning, begeleiding
JMW heeft informeel contact met leerkrachten,
sluit aan bij een studiedag en levert daar ook een
bijdrage aan, sluit aan bij een ouderavond, houdt
een inloopspreekuur.
- JMW’er -
NPO-gelden
De situatie was niet alleen zorgelijk in de regio Rijnmond
maar in heel Nederland. Daarom heeft de overheid
het Nationaal Programma Onderwijs gelanceerd
met het doel om onderwijsvertragingen in te halen. Dit
kunnen scholen doen door maatregelen te nemen in
samenwerking met andere lokale partijen. In aanvulling
op de middelen die scholen zelf kregen, ontvingen
gemeenten ook een specifieke uitkering. Met dit extra
geld kon de gemeente in samenwerking met scholen,
kinderdagopvang, buitenschoolse opvang, (jeugdge-
en advisering van de jeugdmaatschappelijk werker
op school en kinderopvang is laagdrempelig beschikbaar
voor leerlingen, ouders, leraren en andere
professionals. Deze is gericht op vroegtijdig de-escaleren
en normaliseren. Mocht er meer ondersteuning
noodzakelijk zijn, dan kan de jeugdmaatschappelijk
werker op school (specialistische) hulp invliegen
vanuit het Krimpens Sociaal Team (wijkteam) en/
of ingekochte ondersteuning van een zorgaanbieder.
Interventies worden ontwikkeld en uitgevoerd
in nauwe samenwerking met ouders, leerlingen en
8
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Beleid
Doordat wij zowel op de voorschoolse/BSO en op
school actief zijn, is er een doorgaande lijn in de hulp
en kunnen dezelfde handelingsadviezen gegeven
worden rondom een kind. Dit interprofessionele
advies kan helpen om het kind in de kracht te
zetten.
- JMW’er -
Voor integrale zorg en ondersteuning van jeugdigen
en gezinnen werkt de jeugdmaatschappelijk werker
samen met onderwijsprofessionals en ook met leerplichtambtenaren,
jeugdartsen en begeleiders passend
onderwijs op school en de jeugdwerkers vanuit het
Krimpen Sociaal Team (wijkteam) bij de gezinnen
thuis. Deze professionals zijn zich ervan bewust dat
het niet alleen kan en dat met elkaar meerwaarde
gecreëerd kan en moet worden in het belang van de
schoolloopbaan van het kind. Het jeugdmaatschappelijk
werk is de verbindende factor als het gaat om inzet
van preventie, ondersteuning en jeugdhulp.
de school. Verwacht wordt dat het aanstellen van
jeugdmaatschappelijk werkers op de scholen (inclusief
kinderopvang) preventief werkt. Op dit moment is het
nog te vroeg om te zeggen of vroegtijdig signaleren,
normaliseren en demedicaliseren daadwerkelijk leidt
tot minder vaak doorverwijzen naar hogere specialistische
zorg of speciaal onderwijs.
Interprofessioneel team
Met de inzet van het jeugdmaatschappelijk werk werd
in het schooljaar 2021-2022 ingezet op integrale ondersteuning
van kinderen/jongeren op sociaal, emotioneel,
executief en cognitief vlak.
Omdat we de interventies niet alleen willen richten
op de jongeren zelf maar juist ook op hun omgeving
(de beschermende en risicofactoren), hebben we een
netwerk rondom de school nodig, waarbij ook andere
maatschappelijke partners aansluiten. Samen met
deze partners willen we een integraal beeld krijgen
hoe het met de kinderen/jongeren in Krimpen gaat.
Financiering
In de oude situatie werd wekelijks 85 uur schoolmaatschappelijk
werk ingezet op de tien basisscholen en de
twee scholen voor voortgezet onderwijs. De totale kosten
voor het schoolmaatschappelijk werk bedroegen
ruim € 225.000, gedragen door gemeente (73%) en
scholen (27%). Dit volume werd uitgebreid tot 135 uur
bij de introductie van het jeugdmaatschappelijk werk.
De kosten komen nu uit op iets minder dan € 360.000.
Op de basisscholen betekent dit (naar schoolgrootte)
een inzet tussen de 8 en 13 uur per week.
Na een jaar wordt de inzet van het jeugdmaatschappelijk
werk geëvalueerd.
Doordat JMW’ers aansluiten bij zogeheten zorgoverleggen,
lukt het om vroegtijdig te signaleren en te adviseren,
zonder dat hier al daadwerkelijke individuele inzet voor
nodig is.
Auteur: Hugo van der Wal
wethouder gemeente Krimpen aan den IJssel
Citaten: Merle van Helvert, COTJ en Lisetta Loi, Jeugd maatschappelijk werker
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022 9
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Samenwerking
THEMA
‘Samen praten en vooral
samen doen’
Fontys onderzoekt jeugdhulpverlening in de school
Hoe kunnen professionals in onderwijs en jeugdhulpverlening samenwerken aan
groepsgerichte, preventieve interventies die het sociaal-emotioneel leren van alle leerlingen
bevorderen? Dat was de hoofdvraag van een studie die Fontys samen met een groot aantal
partijen uitvoerde in po, vo, mbo en (v)so, van december 2019 tot en met maart 2022.
We belichten de hoofdpunten uit dit uitgebreide onderzoek en laten projectleider
Mariette Haasen aan het woord.
Hoe kunnen leerlingen zich sociaal-emotioneel ontwikkelen
door een geïntegreerde aanpak van leraren en
jeugdhulpverleners in de klas?
Sociaal-emotioneel leren is
belangrijk voor alle leerlingen.
Lukt dat onvoldoende, dan
wordt de kans op gedragsproblematiek
groter. Het is leraren
echter niet gemakkelijk om met
gedragsproblemen om te gaan: ze geven aan dat ze
behoefte hebben aan ondersteuning daarin en voelen
zich handelingsverlegen.
Jeugdhulpverlening zou daarin een rol kunnen spelen,
vooral sinds inwerkingtreding van de Wet passend
onderwijs. Maar jeugdhulpverlening speelt vooral
nog een rol aan de zijlijn, er wordt nu vooral naar
doorverwezen als de problemen in de klas te groot
worden. Wat zijn de mogelijkheden om actiever samen
te werken met jeugdhulpverlening in de school? De
wetgeving geeft niet veel handvatten, maar er zijn
veel raakvlakken tussen de doelen van de Wet passend
onderwijs en de Jeugdwet, dus verbinding tussen die
twee moet meerwaarde op kunnen leveren. Een van
"Partijen beseffen dat ze
elkaar nodig hebben om
doelen te bereiken."
de doelen bij samenwerking zou kunnen zijn: meer
inzetten op preventie en minder op het labelen van
problematiek.
De Fontys-studie omvatte
drie onderzoekslijnen: in de
designlijn voerden jeugdhulp
en leraren op drie scholen
een interventie uit, gericht op
sociaal-emotioneel leren. In de evaluatielijn werden
de effecten van deze interventies onderzocht: men
keek naar de effecten op het welbevinden van de
leerlingen, op de pedagogische competenties van de
leraren en op het interprofessioneel samenwerken. In
de trainingslijn zijn de bevindingen uit het onderzoek
vertaald naar professionaliseringactiviteiten voor
studenten.
Designlijn
Eerst is aan leraren gevraagd wat voor hen een gewenste
situatie is voor samenwerking in de klas. Op
basis van de antwoorden zijn een aantal methoden
geselecteerd om die samenwerking vorm te geven op
10
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Onderzoek
de scholen. Zo werd op een aantal basisscholen de
al bestaande methode ‘Weerbaarheid In ’s-Hertogenbosch’
(WIsH) gebruikt om de weerbaarheid van
leerlingen te stimuleren. Daarbij zijn ook de ouders
betrokken. In een aantal scholen binnen het vo en
mbo hebben mentoren en jeugdhulpverleners samen
lessen ontwikkeld en gegeven over het thema Respect.
In deelnemende (v)so-scholen gebruikte men de
lessenserie ‘Bouwen aan vertrouwen’, waarbij jeugdhulpverleners
en leraren de ontwikkeling van hechting
bij de leerlingen wilden stimuleren.
Evaluatielijn
Na de interventies zijn de effecten ervan onderzocht:
op het welbevinden van de leerlingen, op de pedagogische
competenties van de leraren en op het interprofessioneel
samenwerken. Belangrijke uitkomsten zijn
dat leerlingen zich beter voelden en meer zelfvertrouwen
kregen in hun omgang met leraren en klasgenoten.
Dat gold vooral in het basisonderwijs. In het
(v)so en vo bleven de scores stabiel, maar dat is toch
een positieve bevinding, omdat landelijke cijfers laten
zien dat in de onderzoeksperiode het welbevinden in
coronatijd juist onder druk kwam te staan, wat zich
uitte in een toename van psychische klachten onder
jongeren.
Wat betreft de pedagogische competenties: vooral
leraren in het basisonderwijs groeiden daarin. Uit het
onderzoek bleek dat de professionals in de samenwerking
het perspectief en de deskundigheid van de
andere professionals waarderen als aanvulling op hun
eigen kijk en pedagogische afstemming op leerlingen.
Ze willen ook zelf erkend worden in hun expertise. Door
de samenwerking met jeugdhulpverlening konden
leraren beter omgaan met complexe gedragssituaties
in de klas. En ten slotte gingen leraren en jeugdhulpverleners
beter met elkaar samenwerken en vooral
beseffen dat ze elkaar nodig hebben om doelen te
bereiken. Daarbij durven beide partijen de eigen professie
iets meer los te laten en naar de andere partij
toe te bewegen.
fragment uit werkbladen WisH.
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
11
Samenwerking
Trainingslijn
Ten slotte werd in de trainingslijn bekeken hoe de bevindingen
uit het onderzoek te vertalen zijn naar professionaliseringactiviteiten.
Verschillende tools en activiteiten
zijn ontworpen, zie daarvoor paragraaf 5.4 van het
Eindrapport, dat beschikbaar
is op de Fontys-website onder
Jeugdhulpverlening in de school.
De onderzoekers hebben al
kleine trials uitgevoerd, waarbij
bleek dat de tools en activiteiten
kansrijke hulpmiddelen zijn
voor leraren en andere professionals
om samen te werken aan bewustzijn van het
eigen perspectief én het perspectief van anderen (zoals
hulpverleners), bij het samenwerken aan ontwikkelingskansen
voor leerlingen.
Conclusies en aanbevelingen
Het onderzoek wijst uit dat samenwerken in de klas, in
tegenstelling tot samen praten, een positieve invloed
heeft op het samenwerken op zich, het welbevinden
van leerlingen en de pedagogische competentieontwikkeling
van leraren. Het is dan ook zeer de moeite
waard om deze vorm van samenwerken aan aankomend
professionals te leren.
Een conclusie van het onderzoek is dat het voor
gemeentes, jeugdhulpverleningsorganisaties en
scholen complex is om inzet van de jeugdhulpverleners
"Leraren en
hulpverleners krijgen
lol in elkaar
feedback geven."
in onderwijstijd te organiseren. Ondanks dat iedereen
het belang ervan onderschrijft, bestaat er een discrepanties
tussen het wettelijk kader en de praktijk. Het
is van belang dat er durf is om nieuwe vormen van
samenwerken ook daadwerkelijk
te organiseren.
Een andere conclusie is dat het
leren samenwerken tijd en geld
kost: de duo’s van leraren en
jeugdhulpverleners die samen
optrokken, geven aan dat ze
voldoende voorbereidingstijd en
evaluatietijd nodig hadden. Maar aan tijd ontbreekt
het vaak in het huidige onderwijsveld, en daar is niet
een simpele oplossing voor.
Ten slotte merkten de onderzoekers dat lerarenopleiders
én zorgprofessionals er sterk voor zijn dat in
de opleidingen van beide disciplines meer aandacht
komt voor ‘boundary crossende’ activiteiten: over
de schutting heen kijken en samen projecten doen,
bijvoorbeeld in kenniswerkplaatsen.
Meer informatie
Meer informatie over het onderzoek, de drie deelprojecten en het onderzoek zelf is te
vinden op: fontys.nl/Over-Fontys/Fontys-Opleidingscentrum-Speciale-Onderwijszorg/Jeugdhulpverlening-in-de-school/-Praktijk-Samenwerken-aan-hechting.htm
Kijk ook het webinar op de site van het Steunpunt passend onderwijs:
www.steunpuntpassendonderwijs-povo.nl.
12
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Onderzoek
Mariette Haasen
‘Actief samenwerken
levert zoveel op!’
Projectleider Mariette Haasen van het Fontysonderzoek
vertelt dat vooral in het vo de persoonlijke
aandacht voor jongeren vaak in het gedrang komt:
‘Daar ziet een leraar een jongere een uurtje per dag
in de eigen klas, waarna deze weer verdwijnt naar een
andere klas. Dan denkt een leraar al gauw: da’s mijn
pakkie an niet. Als jeugdwerkers in de klas echter actief
gaan werken met mentoren aan sociaal-emotioneel
leren van alle leerlingen, komen thema’s aan bod
die voor alle leerlingen van belang zijn, ze kunnen
daar kennis en ervaringen over uitwisselen. Een van
de voornaamste aanbevelingen van het onderzoek is
dan ook: door aan de voorkant, preventief, in de klas
aandacht te besteden aan thema’s voor sociaal en
emotioneel leren zoals bijvoorbeeld: weerbaarheid,
sociale redzaamheid, gelukslessen. Dit ter voorkoming
van individuele problemen bij leerlingen. Het
uiteindelijke doel is natuurlijk ook om de druk op de
jeugdzorg te verminderen.
Een ander punt dat duidelijk is geworden, vooral in
het basisonderwijs, is dat grotere betrokkenheid van
ouders zeer gewenst is. Een opvolgend project is dan
ook het Raak-project: ‘Partnerschap in Jeugdhulp
en Speciaal Onderwijs’, waarbij jeugdhulpverlening
en so-scholen betrokken zijn. Doel daarvan is om
het partnerschap tussen school, hulpverlening en
ouders te versterken. Uit het NRO-onderzoek blijkt
namelijk dat als ouders meer weten over wat kinderen
op school horen over sociaal-emotioneel leren, zij
daarover mee kunnen praten: ‘Jullie hebben op school
gepraat over respect, hoe toon jij dat op school?’
Mariette: ‘Ouders betrek je als leerkracht niet pas als
er problemen zijn, die betrek je ook bij het gewone
opvoeden en opgroeien: voor een goede relatie is het
van belang dat er educatief partnerschap ontstaat.’
Intensievere samenwerking realiseren tussen leraren
en jeugdhulpverlening op grotere schaal zal een
traject van lange adem zijn volgens Mariette. ‘Een
expliciete opdracht van de minister is om meer samen
te werken. Gemeenten, samenwerkingsverbanden
en instellingen voor onderwijs en jeugdhulp moeten
daarmee aan de slag. In de gemeente Den Bosch
en Venray zijn ze daar bijvoorbeeld al een heel eind
mee en zijn door ons onderzoek mooie initiatieven
ontstaan die nu worden uitgebouwd. Maar
partijen moeten beseffen dat je niet binnen twee
jaar resultaten hebt: het is een kwestie van goed
volhouden.’
Als het onderzoek één ding duidelijk heeft
gemaakt, is dat samenwerken tussen leraren en
jeugdhulpverleners beide partijen heel veel oplevert:
Mariette: ‘Je ziet steeds weer dat mensen lol krijgen
in het samenwerken, en zien dat ze elkaar kunnen
aanvullen (niet verdringen). Beide partijen gaan
waarderen dat ze feedback van elkaar krijgen. En dat
is heel waardevol.’
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022 13
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
&
Organiseren:
Het eerste Nationale Kleutercongres staat in het teken van:
TERUG NAAR DE BASIS
Ben jij actief in het kleuteronderwijs en op zoek naar extra tips & tools? Kom dan op
5 april 2023 naar Utrecht zodat je de dag erna met je rugzak vol inzichten en praktische
handvatten het onderwijs aan jonge kinderen op jouw school direct kunt
verbeteren! Het congres kenmerkt zich door veel afwisseling, krachtige inzichten,
praktische tips, zelf ervaren en ruimte voor het gesprek.
Datum: Woensdag 5 april 2023
Tijd:
Locatie:
10.00 Uur - 16.00 uur
Cursus- en Vergadercentrum Domstad
Koningsbergerstraat 9, 3531 AJ Utrecht
Anouk Brouns
kleuterrevolutie.nl
Kobi Wanningen
Auteur ‘Van thematisch
werken naar thematiseren’
Mike Nijskens
Topwijs.nl
Meld je nu aan via www.kleutercongres.nl
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Praktijk
Meer ruimte voor onderwijszorgarrangementen
THEMA
Het ministerie van OCW start in 2023 een experimenteerregeling waardoor er meer
mogelijkheden ontstaan om kinderen met een complexe ondersteuningsvraag een passend
onderwijszorgarangement (OZA) aan te bieden. Dat is nodig om de (onderwijs)ontwikkeling
van kinderen zo optimaal mogelijk te ondersteunen, ook als zorg nodig is. Zo zien we dat
kinderen die ‘thuiszitten’ of in een zorginstelling geplaatst zijn baat hebben bij OZA’s.
Een passende onderwijsplek voor elk kind moet zo meer mogelijk gemaakt worden. Het
vereenvoudigen van de financiering van oza’s vormt nog een belangrijk punt van aandacht.
Aanleiding
Het is momenteel niet altijd eenvoudig om OZA’s
te organiseren. Dit bleek onlangs uit een door de
ministeries OCW en VWS opgezette en recent afgesloten
Proeftuin OZA. Hierin zijn 15 projecten gevolgd
gericht op een passend onderwijs- en zorgaanbod 1 .
Zo werd duidelijk dat de wetgeving vanuit onderwijs
en jeugdzorg beperkend kan zijn. Ook de kennis over
wat wel mogelijk is, was bij de betrokken organisaties
onvoldoende bekend of beperkt door eigen interpretatie.
De relatieve onbekendheid tussen de organisaties
in de regio vormt een probleem om kinderen een
passend OZA te kunnen bieden. Een voorbeeld vormen
de Samen Naar Schoolklassen 2 voor kinderen met een
(ernstige meervoudige) beperking. Deze kinderen zitten
nu vaak niet in het primair onderwijs, maar maken
gebruik van zorginstellingen.
Experimenteerregeling
Het ministerie wil deze belemmeringen wegnemen
met een Experimenteerregeling 3 waarbij 80 pilots gedurende
5 jaar verruimde mogelijkheden krijgen voor
passende zorg aan kinderen en jongeren tot 21 jaar
met een complexe ondersteuningsvraag. Het gaat om
het bieden van meer mogelijkheden voor het aanpas-
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022 15
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Onderwijszorgarrangement
sen van de onderwijstijd en kerndoelen, de plaats waar
onderwijs gegeven kan worden (bijvoorbeeld ook op
een zorginstelling of zorgboerderij), de mogelijkheid
om een leerling met een vrijstelling volgens artikel 5a
Leerplichtwet te mogen inschrijven op een schoollocatie.
Samenwerkingsverbanden mogen 2,5 procent
van hun budget besteden aan deze experimenten.
De opgedane ervaring wordt omgezet in wetgeving.
Onderwijsminister Wiersma gaf aan met de voorbereiding
daarvan in 2024 te beginnen.
Financieren van OZA’s
Een belangrijke belemmering
in het organiseren van OZA’s
is de onduidelijkheid over ‘wie
wat zou moeten betalen’. Het
gaat om een gecombineerde financiering
vanuit onderwijs, de Jeugdwet, Wet langdurige
zorg, en in mindere mate de Zorgverzekeringswet
en Wmo. Dat de grenzen tussen de wetten niet altijd
duidelijk zijn, bracht Beerenschot in 2019 in beeld. 4
Dat brengt met zich mee dat er een grijs gebied is dat
samenwerken kan bemoeilijken.
Ouders verwachten dat hun kind op school zorg krijgt,
maar weten vaak niet dat zij of de school daarvoor
een aparte aanvraag moeten doen bij een van de
instanties. Deze hebben elk eigen regels en procedures
voor de bekostiging van zorg op school. Dat kost ouders
en scholen veel tijd en maakt het lastig om daar rekening
mee te houden. Zo moeten ouders bijvoorbeeld
onderhandelen met de school over het aandeel dat van
hun PGB naar de zorg op school gaat. De ministers
De Jong en Slob lieten in de vorige kabinetsperiode
weten toe te willen naar één pot met geld voor zorg in
onderwijstijd.
Daarvoor ging het project Zorg in Onderwijs aan
de slag. In dit project constateerde men vorig jaar
dat ‘het mogelijk is om binnen de huidige wetgeving
een begin te maken met collectieve financiering. De
gezamenlijke aanpak is echter tijdrovend, kleinschalig
en kwetsbaar. De noodzaak van collectieve financiering
"Belemmering:
wie moet wat
gaan betalen?"
wordt steeds meer gezien. Betrokkenen zien uit naar
een duurzame en structurele oplossing; een helder toekomstperspectief
dat zowel richting geeft als speelruimte
biedt.' Het project Zorg in Onderwijs komt eind van
dit jaar met een eindadvies.
In Tilburg hebben ze hier al ruime ervaring mee
opgedaan 5 . Hun ervaring hebben ze vastgelegd in een
inspiratiedocument voor andere regio’s ‘De kracht
van collectieve financiering van Zorg in Onderwijstijd’.
Tot slot
Ook verscheen in opdracht van
‘Met Andere Ogen’ het rapport
‘Financiering dienstbaar maken’
van AEF6, een praktische handreiking
voor het maken van
afwegingen bij individuele of
collectieve financiering.
De praktijk kan niet wachten om gebruik te mogen
maken van de verruiming die de experimenteer-regeling
biedt. De vraag is al gesteld of het geen generieke
regeling kan worden voor het hele land. Halsreikend
wordt uitgezien naar meer eenvoud in de financiering
van OZA’s. Beide zijn belangrijk om een passende
onderwijsplek voor kinderen te kunnen bieden. Maar
wachten totdat het geregeld is, is geen alternatief. Tilburg,
SNK-klassen en vele andere voorbeelden gedeeld
in de landelijke bijeenkomsten van het Oplossingen-
Lab7 laten zien dat er al veel mogelijk is om goede
OZA’s te bieden.
Auteur: Vincent Fafieanie
Expert Onderwijs – jeugd en
lid redactie PO Magazine.
De noten van dit artikel zijn te vinden op
www.pomagazine.nl
16
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Praktijk
Praatplaat ‘zorg in een onderwijssetting’
Onderstaande praatplaat
staan alle stappen die doorlopen moeten worden, om een onderbouwde afweging te maken
over de financieringswijze in de setting waarin ondersteuning uit een zorgdomein wordt geleverd in een
onderwijssetting. Het kan zowel over de financiering van de zorgcomponent als van aanvullende
onderwijsondersteuning gaan.
Stap 1: basisvoorwaarden
Betreft het de financiering van zorg uit de Zvw of Wlz?
Stap 3’: keuze binnen
resultaatgeoriënteerd
Ja
Nee (onderwijsondersteuning of jeugdhulp)
3.Resultaatfinanciering
6. Populatiefinanciering
Stap 2: resultaatgeoriënteerde financiering of niet?
Leent het type ondersteuning zich voor het formuleren
van concrete resultaten die op enig moment al dan niet
behaald kunnen?
Nee
Zie rapportage voor onderlinge verschillen en
best passende contexten.
Ja (en resultaatgeoriënteerde
financiering is wenselijk)
Stap 3: individuele of collectieve financiering?
Voordelen t.o.v. collectief:
+ Grotere prikkel voor kwaliteit bij
afwijkende / complexe zorgvraag
+ Betaalbaarheid beter te borgen
+ Meer inzicht voor financiers
Past best bij:
- Relatief kleine groep
- Grotere groep met een relatief grote
onderlinge diversiteit in zorgvraag
Voordelen t.o.v. individueel:
+ Flexibiliteit voor ondersteuners
+ Zekerheid en continuïteit voor
kinderen, financiers en aanbieders.
+ Beperkte keuzevrijheid (voor scholen)
+ Lagere administratieve lasten
Past best bij:
- Collectief georiënteerde zorg
(grotere groepen met relatief
uniforme ondersteuningsbehoefte)
Voorkeur: individueel
Stap 4a: keuze binnen individueel
1. Productiefinanciering 2. Trajectfinanciering
Voordelen:
+ Meer flexibiliteit
+ Meer toegankelijk
Past best bij:
- Heel complexe, weinig
voorkomende zorgvragen
(>)1x ‘nee’
Voordelen:
+ Meer zekerheid
+ Kleinere prikkel tot
‘overproductie’
Check?
✓
✓
✓
Voorkeur: collectief
Collectief is mogelijk (te maken) voor
gemeente?
Jeugdigen uit één gemeente/regio of afspraken
te maken over verrekening?
Gemeente voldoende comfort te geven op
ontwikkelingen?
3x ‘ja’
Stap 4b: keuze binnen collectief
4. Beschikbaarheidsfinanciering 5. Doelgroepfinanciering
Voordelen:
+ Beste grip op uitgaven te
houden
+ Meer zekerheid
Voordelen:
+ Meer
flexibiliteit
Past best bij:
- Schommelend
aantal
kinderen
Voor meer informatie en uitgebreidere overwegingen en
mitigerende maatregelen voor nadelen, zie de rapportage
46
‘Financiering dienstbaar maken’
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022 17
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Gemengde groepen
THEMA
Geïntegreerde
onderwijsvoorzieningen
Een tussenrapportage
In 2018 en 2019 startten op zeven onderwijslocaties in Nederland gemengde groepen met
leerlingen uit het regulier- en speciaal onderwijs. De RUG (Universiteit Groningen) heeft in
2020 een eerste en in 2021 een tweede tussenrapportage geleverd die de resultaten van
zowel beleids- als praktijkonderzoek presenteert. Een overzicht.
OCW heeft het opzetten van geïntegreerde groepen
mogelijk gemaakt door een regeling die voorziet in
tijdelijke afwijking van specifieke wet- en regelgeving.
De looptijd van de regeling is zes jaar. Er is geen aanvullende
financiering voor de deelnemende scholen/
besturen. De tussenrapportages van de RUG behandelde
vragen als: Is zes jaar experimenteerregeling dan
lang genoeg? Geeft een experiment met gemengde
groepen op zeven locaties in het basis- en voortgezet
onderwijs voldoende inzicht om vermenging van
regulier en speciaal onderwijs landelijk te verbreden?
Is verbreding niet op voorhand vanzelfsprekend gezien
de ontwikkeling naar steeds inclusiever onderwijs?
De rapportages benoemen als de grootste succesfactor
tot nu toe: start met een gemengde groep, doe
dagelijkse ervaring op en ontwikkel door. Belemmerende
factoren zijn het ontbreken van een visie op een
gerichte aanpak, en de moeizame samenwerking met
de gemeenten.
Index for Inclusion
In het tussenrapport 2021 (Anke de Boer en Christy
Tenback, RUG) is verslag gedaan van de tweede meting
van het beleidsonderzoek en de eerste meting van
het praktijkonderzoek op de zeven locaties waar gemengde
groepen zijn gestart. De onderzoekers maken
gebruik van de Index for Inclusion (Booth & Ainscow,
2002). Deze index geeft handvatten om te komen tot
een succesvolle inclusieve onderwijspraktijk in drie
Inclusief beleid
Factoren: visie, doelen, afspraken
(bekostiging)
Inclusieve praktijk
Factoren: schoolcultuur, attitudes,
competenties, professionalisering
Inclusieve cultuur
Factoren: attitudes, competenties,
toewijzing, onderwijs- en ondersteuningsaanbod,
groepsindeling
Schematische weergave van het theoretische en beleidsgerichte
kader (gebaseerd op Index for Inclusion).
18
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Onderzoek
dimensies: beleid, cultuur en praktijk. De beleidsstrategie
zorgt voor verandering in de schoolorganisatie
om optimale ondersteuning van leerlingen te bereiken.
Daardoor ontwikkelt zich een waardegedreven cultuur
waarin acceptatie van extra ondersteuning voor leerlingen
essentieel is. Dit vertaalt zich in aanpassingen
in de dagelijkse praktijk van het lesgeven.
Doelen
Het doel van het beleidsonderzoek op de zeven
locaties met gemengde groepen is na te gaan hoe de
experimenten zijn vormgegeven en zich ontwikkelen
op de drie genoemde dimensies, en wat belemmerende
en/of bevorderende factoren zijn in de ontwikkeling
die de experimenten doormaken. Het doel van het
praktijkonderzoek is om zicht te krijgen op gevolgen
van gemengde groepen voor:
1. de beoordeling van leerlingen van hun zelfbeeld,
gevoel van inclusie, en het klasse klimaat;
2. attitudes, self-efficacy (geloof in eigen kunnen),
bezorgdheid, en competenties van leraren;
3. attitudes en tevredenheid van ouders, en hun
gevoel van inclusie voor hun kind.
Resultaten en conclusies
Als de resultaten en conclusies uit het onderzoek worden
gestructureerd volgens de drie domeinen van de
Inclusion Index is de opbrengst beperkt. Het rapport
noemt vooral de gematigd positieve attitude van medewerkers
op de zeven locaties tegenover geïntegreerde
groepen en inclusief onderwijs. Het opdoen van
ervaring in een gemengde groep beïnvloedt medewerkers
op positieve wijze. Daarmee samenhangend is een
andere conclusie: deelnemers aan de experimenten
op de locaties hebben behoefte aan ondersteuning:
via informatie en advies, materiaal en emotioneel.
Ze vragen ook naar procesbegeleiding. Wat betreft
de praktijk zijn leerlingen in de gemengde groepen
positiever over het klasklimaat dan leerlingen in de
niet-gemengde controlegroep. Ouders met kinderen in
de gemengde groepen zijn positief over de kennis van
de leraren en de manier waarop ze rekening houden
met hun kind. De ouderrespons is echter laag.
De bevorderende en belemmerende factoren die uit de
resultaten naar voren komen zijn redelijk duidelijk.
Bevorderende factoren
• procesbegeleiding bij de ontwikkeling van de
gemengde groepen in de praktijk;
• ondersteuning door Commissie van Begeleiding;
• vernieuwing in het team door personeelswisseling;
de nieuwe leraren kiezen bewust voor de geïntegreerde
onderwijssetting;
• gezamenlijke professionalisering van de leraren regulier
en speciaal onderwijs, door leren van elkaar
en samen scholing volgen;
• inzet van een onderwijsondersteuner naast leraar
in de klas.
Belemmerende factoren
• het ontbreken van een gezamenlijke visie van het
schoolbestuur en de gemeente, waardoor er geen
of onduidelijke afspraken zijn over bekostiging van
(jeugd)zorg en over procedures;
• onvoldoende invulling van de samenwerking met
de ketenpartners, met name de gemeente, vooral
op twee terreinen: huisvesting scholen en jeugdhulpverlening;
• het gebruik van verschillende administratieve systemen
in het regulier en speciaal onderwijs.
Aanbevelingen
De Tussenrapportage ‘Op naar geïntegreerde onderwijsvoorzieningen’
(2021) geeft concrete aanbevelingen
om ervoor te zorgen dat beleid, cultuur en praktijk
afzonderlijk en in onderlinge samenhang inclusiever
onderwijs bevorderen.
Inclusief beleid
Creëer als bestuur randvoorwaarden voor het
realiseren van samenwerking, met name afspraken
met het samenwerkingsverband en de gemeente.
Zorg voor een duidelijke visie en stip op de horizon.
Investeer als bestuur in een (externe) procesbegeleider
die het proces van samenwerken en integratie kan
ondersteunen.
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022 19
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Gemengde groepen
Inclusieve cultuur
Accepteer dat afscheid nemen van personeel dat zich
niet thuis voelt in een geïntegreerde onderwijssetting
een positieve bijdrage levert aan het creëren van een
gezamenlijke schoolcultuur. Stimuleer sowieso onderling
contact en uitwisseling met elkaar.
Zorg voor succeservaringen in het werken met gemengde
groepen. En draag zorg voor voldoende
ondersteuning vanuit directie en commissie voor de
begeleiding.
Inclusieve praktijk
Bedenk praktische oplossingen voor verschillende administratieve
systemen zodat gegevens van leerlingen
met elkaar gedeeld kunnen worden.
Zorg voor voldoende tijd en mogelijkheden voor
leraren en ondersteuners om elkaar te leren kennen,
visie te delen en werkwijzen op elkaar af te stemmen.
Zorg voor voldoende mogelijkheden elkaar emotionele
steun te bieden. Maak zinvolle
samenwerking met ondersteuner
en jeugdhulppartner(s)
bespreekbaar binnen de school.
Reflectie
Bij het onderzoek door de
RUG zijn ook twee groepen experts uit het werkveld
betrokken: de Ontwikkelgroepen ‘Samenwerken/
integratie regulier-speciaal onderwijs’ en de
bestuurdersgroep regulier-speciaal. Ze leggen
de vinger op twee zere plekken: de meeste
samenwerkingen regulier-speciaal onderwijs vallen
buiten de Experimenteerregeling en de tijdelijke
ontheffing van bepaalde wet- en regelgeving; de
contactinspecteur staat onvoldoende open voor de
praktische uitdagingen van de gemengde groepen
buiten de Experimenteerregeling.
"Gelukkig wacht de
praktijk niet op beleid!"
Een zeer beperkt aantal schoolbesturen in po en vo
heeft gebruikgemaakt van de Experimenteerregeling.
Veel meer scholen/schoolbesturen werken in de praktijk
aan integratie van regulier en speciaal onderwijs,
voortvloeiend uit de opdracht voor passend en inclusiever
onderwijs. Deze verhouding (kleine onderzoeksgroep
en tegelijkertijd veel wijder verspreide praktijk
van integratie) is een zwakke schakel in de beleidsvoering.
Door het ontbreken van deze formele input
is er voor beleidsmakers geen prikkel om hun beleid
te evalueren en heroverwegen. De 25 verbeterpunten
van Slob (2020) naar aanleiding van de evaluatie
Passend Onderwijs bieden bijvoorbeeld een passend
kader voor het experimenteren met gemengde groepen
buiten de Experimentteerregeling. Gelukkig wacht
de praktijk niet op beleid. Maar beleid is, ook gegeven
de samenhangende domeinen van de Inclusion Index,
op organisatie- en overheidsniveau nodig om de
verandering naar gemengde groepen door te zetten.
En die verandering ontstaat met name in de praktijk,
blijkt uit de Tussenrapportage. Een kritische blik, door
bijvoorbeeld de inspectie, betekent in dat geval: met
betrokkenen meedenken over een oplossing die de
leerling ondersteunt. Hetzelfde geldt voor financiële
randvoorwaarden. Ondersteuning
voor een leerling uit
het speciaal onderwijs wordt
niet ineens goedkoper als dit
in een gemengde groep met
leerlingen uit het reguliere
onderwijs gebeurt.
Laat voor de volgende Tussenrapportage de opdracht
verbreden naar gemengde groepen regulier en speciaal
onderwijs buiten deze regeling. Dat geeft de te
onderzoeken groep meer substantie, maakt de resultaten
steviger en erkent de gegroeide praktijk van
verschillende vormen van samenwerking door regulier
en speciaal onderwijs.
Auteur: Tinie van Aalsum
lid redactie PO Magazine
20
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Onderzoek
“Onder de huidige wetgeving is het
onmogelijk om kinderen met verschillende
‘toelaatbaarheden’ (regulier én
speciaal) onderwijs te bieden in dezelfde,
gemengde groepen. Dat zou structureel
mogelijk moeten zijn, met behoud
van de extra financiering voor het kind
en voor de school, die behoort bij hun
ondersteuningsbehoeften.”
“Zet de jeugdhulp in scholen
in op basis van capaciteitsof
populatiebekostiging,
in plaats van op basis van
individuele beschikkingen
per kind.”
“We zien momenteel een
trend dat gemeenten steeds
meer focussen op specialistische
jeugdhulp en dan vooral kijken hoe die
ingezet kan worden ten behoeve van
het gespecialiseerde onderwijs. Daarmee
vallen de kinderen en de scholen in de
samenwerkingsinitiatieven in regulier
onderwijs buiten de boot waar het
gaat om hulp en ondersteuning door
jeugdhulp.”
"De Inspectie zegt op landelijk niveau vaak
dat vrijwel alles al kan binnen de bestaande
regels en dat zij vooral de rol van ‘meedenken’
en ‘zoeken naar de best mogelijke
oplossing’ willen vervullen, maar dit is nog
onvoldoende doorgedrongen tot de contactinspecteurs
van de scholen. Dan blijkt dat
praktijkinitiatieven vervolgens toch worden
‘afgerekend’ (een herstelopdracht krijgen) op
(vaak financiële) wettelijke verplichtingen,
zoals rond symbiose-verklaringen of andere
knelpunten.”
“Er is een nieuw toetsingskader nodig voor
geïntegreerde voorzieningen. Het bestaande
kader, waarin de leeropbrengsten de norm
zijn, zou vervangen moeten worden. Scholen
die echt passend onderwijs bieden en
daarom verbreed toelaten of scholen waarin
verschillende typen onderwijs zijn geïntegreerd,
worden nu nog ‘afgerekend’
op lagere leeropbrengsten.”
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
21
Stappenplan oprichten Sam
Inclusief onderwijs: dat ideaalbeeld
komt steeds dichterbij door Samen naar
School-initiatieven: onderwijs én zorg
voor kinderen met complexe en specifieke
ondersteuningsbehoeften, binnen het reguliere
onderwijs. Maar hoe zet je zoiets op?
Starti
Vorm beeld op hoofdlijnen
Als je een goed idee hebt/signaleert, bepaal dan:
• voor welke doelgroep het is
• wat het oplevert
• waar je het organiseert
• wat er nodig is
1
6
i
inrichting
Voer het
bestuurlijk gesprek
Organiseer gesprek tussen gemeenten, SWV,
zorg en evt. school(bestuur)
Gespreksagenda: inhoud, organisatie, personeel,
financiën en (monitoring en) evaluatie
5
Bepaal hoe je zorg
organiseert
Je kunt de zorg op twee manieren organiseren:
• bestaande (zorg)aanbieder inschakelen
• zelf nieuwe zorgaanbieder opzetten
7
Voer het praktijkgesprek
Organiseer gesprek tussen school,
jeugdhulp- en zorgaanbieder(s) en ouders
Gespreksagenda: dagelijkse praktijk,
te verwachten concrete opbrengsten
22
• Bron: Handreiking Samen naar School – Initiatieven, ministerie van OCW
• www.samennaarschoolinitiatieven.nl: gereedschapskist
• www.samennaarschool.nl: inspirerende voorbeelden
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
en-Naar-School initiatief
2
voorbereidingi
Informeer en creëer
commitment
• Informeer betrokkenen (SWV, gemeente)
• Enthousiasmeer hen met
praktijkvoorbeelden
• Vraag hun commitment
4
Bepaal behoeften en
mogelijkheden
Waar zijn de doelgroepleerlingen al toe in staat?
Waar ligt hun ontwikkelpotentieel?
Waar zit overlap met reguliere programma?
Welke ondersteuning, jeugdhulp en zorg zijn nodig?
3
Kies scenario voor
inrichting
Kies voor één van twee scenario’s voor het initatief:
• integraal onderwijszorg-arrangement binnen
reguliere basisschool
• als nevenvestiging van een so-school op
reguliere basisschool
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Onderwijszorgarrangement
THEMA
De (on)mogelijkheden van een
onderwijszorgarrangement (OZA)
Voor een optimale ontwikkeling hebben de meeste kinderen voldoende aan het regulier aanbod,
de beschikbare basisondersteuning op scholen of vrij toegankelijke jeugdhulp. Maar er zijn
ook kinderen met complexe zorg- en/of ondersteuningsbehoefte(n) dat regulier of speciaal
onderwijs alleen er niet (meer) in kunnen voorzien. Dan is een gecombineerd aanbod van
onderwijsondersteuning, jeugdhulp en/of gezinszorg noodzakelijk: onderwijszorgarrangement.
Wat is een onderwijszorgarrangement (OZA)?
Een onderwijszorgarrangement (OZA) is een samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp, speciaal
voor kinderen in het regulier of het speciaal onderwijs die onderwijs- en zorgondersteuning nodig
hebben. Bij een onderwijs-zorgarrangement werken ouders, school en jeugdhulp samen. Ze brengen
in kaart welke ondersteuning het kind nodig heeft en maken daar afspraken over. Daarbij staat de
ontwikkeling van het kind op school centraal. Onderwijszorgarrangementen zijn er voor individuele
kinderen en voor groepen kinderen.
Het uitgangspunt van onderwijszorgarrangementen
(OZA's) is om de reguliere onderwijsontwikkeling van
een kind te ondersteunen, om zo de continuïteit van
de schoolloopbaan te bevorderen. Op basis van een
integraal ontwikkelingsperspectief en een daarop
afgestemd ondersteuningsaanbod, op school, thuis en
in de vrije tijd, wordt de schoolloopbaan en de brede
ontwikkeling van kinderen bevorderd.
Meerdere partijen brengen vooraf de ondersteuningsbehoefte
in kaart, zodat er een samenhangend en
integraal beeld ontstaat van het functioneren en de
behoeftes van het kind; thuis, op school en in zijn/haar
vrije tijd. Het ontwikkelingsperspectief op lichamelijk,
cognitief, psychisch en emotioneel gebied wordt daarop
afgestemd. Dit vormt de basis voor een plan van
aanpak waarin de inhoud en de randvoorwaarden van
(speciaal) onderwijs en van jeugdhulp en/of zorg (op
school en/of thuis) op elkaar afgestemd zijn.
Knelpunten bij inrichting van OZA’s
Bij de opzet en uitvoering van OZA’s worden in de
praktijk de nodige knelpunten ervaren om dergelijk
maatwerk te kunnen leveren aan kinderen met een
complexe ondersteuningsbehoefte. De vier volgende
knelpunten komen in de praktijk het meest voor:
24
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Juridisch
KINDEREN KUNNEN NIET VOLDOEN AAN DE
VOORGESCHREVEN ONDERWIJSTIJD
Een deel van de kinderen met een complexe ondersteuningsbehoefte
kan niet voldoen aan de voorgeschreven
onderwijstijd, vanwege bijvoorbeeld een
psychische beperking of een (chronische) ziekte. Zij
hebben daarom onderwijs nodig dat is afgestemd op
hun behoeftes. Dit kan variëren van enkele uren onderwijs
tot vijf dagen onderwijs per week. De Variawet
biedt mogelijkheden om af te wijken van de onderwijstijd.
Voor sommige kinderen biedt de Variawet
echter nog steeds te weinig ruimte om op hun maat af
te kunnen wijken van de onderwijstijd.
KERNDOELEN ZIJN NIET VOOR ALLE KINDEREN
HAALBAAR
De kerndoelen die worden geregeld in de onderwijswetten
zijn niet altijd haalbaar voor kinderen met
een complexe ondersteuningsbehoefte. Om die reden
zijn voor deze kinderen alternatieve onderwijsdoelen
noodzakelijk, die zijn gericht op hun functioneren in
de samenleving (sociale participatie).
ONDERWIJS OP EEN EEN SCHOOL IS NIET
MOGELIJK
Bij kinderen met een complexe ondersteuningsbehoefte
komt het voor dat onderwijs op een school
tijdelijk of structureel niet mogelijk is. Zij kunnen
behoefte hebben aan onderwijs op een andere locatie,
dat bijvoorbeeld kleinschaliger is georganiseerd, of zij
kunnen (specialistisch) zorgaanbod nodig hebben dat
niet op school aanwezig is. OZA’s bieden deze kinderen
een leeromgeving die positief kan bijdragen aan
hun ontwikkeling. Op dit moment kan er (nog) geen
onderwijs gegeven worden op een zorglocatie.
FINANCIERING VOOR ACTIVITEITEN OP HET
SNIJVLAK VAN ONDERWIJS EN ZORG VOLDOET
NIET
Initiatieven die OZA’s aanbieden ontvangen veelal
geen bekostiging vanuit de onderwijsgelden. Samenwerkingsverbanden
mogen wettelijk gezien onderwijsbekostiging
alleen aanwenden voor de benodigde
(lichte of zware) ondersteuning van kinderen die
staan ingeschreven op een onderwijsinstelling. Deze
bekostiging moet ten dienste staan van het onderwijs
en mag niet worden ingezet om (jeugd)zorg te bekostigen.
In de praktijk wordt in OZA’s ondersteuning verleend
die zowel onder het onderwijs als de zorg vallen.
Dit blijkt vaak moeilijk te (onder)scheiden en dat leidt
weer tot onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is
voor de financiering van kosten die verband houden
met zowel onderwijs als de zorg. OZA’s kunnen daardoor
vaker geen dekkende financiering krijgen voor de
kosten op het grijze gebied tussen onderwijs en zorg,
aldus de Nota van toelichting van het Ontwerp Besluit
experiment onderwijszorgarrangementen (p. 7 en 8).
Experimenteerregeling
Op dit moment bestaan er voor kinderen met een
complexe en intensieve zorgbehoefte(n) dus onvoldoende
mogelijkheden om deel te nemen aan het
onderwijs, vaak met thuiszitten als gevolg. Daarom
hebben de ministeries van OCW en VWS in 2022
samen besloten tot een experiment om mogelijkheden
te onderzoeken voor meer maatwerk en een
beter aanbod van onderwijs en zorg in OZA’s. De
individuele ondersteuningsbehoefte van het kind is
hierin bepalend, zodat de inhoud, plaats en duur van
het maatwerk bij hem/haar past. Met dit experiment
kan worden afgeweken van bepaalde wetgeving. In
beginsel is het streven om de kinderen, waar mogelijk,
terug te laten gaan naar het onderwijs.
Het doel van het besluit is de combinatie onderwijs
en zorg voor kinderen met complexe ondersteuningsbehoefte(n)
uiteindelijk wettelijk beter te regelen.
Om onderwijs en zorg beter te combineren en meer
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022 25
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Onderwijszorgarrangement
Het experiment start op 1 januari 2023 en eindigt op
1 januari 2028. De reikwijdte van het experiment is
beperkt tot OZA’s, waarin onderwijs- en zorgpartners
met elkaar in de regio samenwerken. De doelgroep
van dit experiment zijn kinderen/jongeren tot en met
21 jaar die – ongeacht of zij laag, normaal of hoogbegaafd
zijn – door een psychische beperking of (chronische)
ziekte niet het gehele onderwijsprogramma
kunnen volgen. Gemeenschappelijk kenmerk is dat zij
een complexe (intensieve) ondersteuningsbehoefte
of ondersteuningsvraag hebben en op het gebied
van zorg en onderwijs (Nota van toelichting Ontwerp
Besluit experiment onderwijszorgarrangementen, p. 8
en 9).
ruimte te maken voor maatwerk in het onderwijs of
op jeugdzorginstellingen, biedt de regering scholen en
samenwerkingsverbanden in het kader van het experiment
de mogelijkheid af te wijken van wetgeving omtrent
onderwijstijd, inhoud van het onderwijs, locatie
van het onderwijs en bekostiging. In het experiment
worden dus wettelijke belemmeringen (knelpunten)
voor OZA’s weggenomen en wordt meer ruimte gegeven
aan scholen en samenwerkingsverbanden die
samenwerken met de zorg in een OZA. Op basis van
de uitkomsten van het experiment kan worden besloten
om wet- en regelgeving te wijzigen. In dat geval
krijgen de OZA’s een structureel karakter, doordat zij
een wettelijke basis krijgen. Hiermee zou in de nabije
toekomst worden voorkomen dat de kinderen verzuimen,
uitvallen of langdurig thuis komen te zitten.
Uitkomsten
In de praktijk is dus gebleken dat er knelpunten zijn
in het uitvoeren van OZA’s. Het experiment in het Besluit
experiment onderwijszorgarrangementen zou de
geconstateerde knelpunten zoveel mogelijk moeten
wegnemen. Ik ben benieuwd of de komende jaren
gaat blijken dat de ervaren belemmeringen op het
gebied van onderwijstijd, inhoud van het onderwijs,
onderwijs op een zorglocatie en bekostiging door het
experiment zodanig kunnen worden weggenomen dat
besloten wordt om wet- en regelgeving te wijzigen. De
tijd zal het leren.
Auteur: Anne Dekkers
Jurist bij Leeuwendaal en
lid redactie PO-Magazine.
26
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Kindperspectief
Column
Profiler
“Ik stel vaak dingen uit die ik eigenlijk moet doen. Behalve
de taal van humor spreken. Daar neem ik alle tijd voor,
ook als ik het niet heb.” - Joan Hinkleberry - Mooie quote.
Mocht je gaan zoeken op de naam Hinkleberry, dan kom
je bedrogen uit. Ik bedacht de naam en de quote zelf
nadat ik mocht observeren in een Cluster-4 VSO klas. De
meeste jongens waren met hun eigen werk bezig en met
één had ik een interessant gesprek. Hij wilde weten wat
ik kwam doen want “die daar” (zijn
docente) had al gezegd dat ik zou
binnenvallen. Hij had al gehoord
dat ik geld verdien door in klassen
te observeren. Dat leek hem ook
wel wat, had hij naar zijn docente
geroepen, geld verdienen door te
kijken.
Ik vertelde hem wat mijn werk
inhoudt. Trainingen geven aan
leerkrachten en docenten over “het
bereiken van elke leerling”. Hij luisterde
met een onderuitgezaktheid
die gaandeweg iets minder onderuitgezakt
werd. Hij trok de conclusie
dat ik een “profiler“ was … een soort van detective
die aan de hand van gedrag kon zien wat hij nodig had.
Hij lachte om het verblufte gezicht dat ik trok toen hij
dat guitig vertelde. “Je bent een leuke humoristische
creatieve gozer,” zei ik. “Kun je dat ook zien?” vroeg
hij verbaasd. Ik had geen pasklaar antwoord. Ik knikte
bijna onzichtbaar. “Hoe dan?” “Je hebt een enorme
twinkeling in je ogen maar die is wat vlak nu. Ik denk
dat je creatief bent en je hebt een gigantische speelse
humor.” “Deze vent kent me echt”, riep hij door het
lokaal.
“Maar dat is wel wat verborgen”, zei ik. “Mag ik je vragen
of je medicijnen gebruikt?”
“Jij mag alles vragen kerel”, antwoordde hij en knikte.
“Ik heb ADHD. Kon je dat zien van die medicijnen?” Ik
glimlachte en we knikten allebei. “Ik heb mijn humor
vandaag thuisgelaten”, ginnegapte hij. “Die wordt niet
altijd gewaardeerd”, somberde hij wat. “Wel door die
gast hoor” en knikte naar zijn docente. “Ik zit hier niet
voor niets hè. Ze zeggen dat ik niets doe. Maar dat is alleen
zo als ze boven op mijn nek zitten.
Dan doe ik echt helemaal niets. Laat ze
het dan zelf maar doen als ze vinden
dat ik aan het werk moet.”
“Je hebt vandaag je nieuwe beroep
gevonden”, zei ik. “Huh”, zei hij. “Je wil
eigenlijk gewoon mijn baan hebben.”
“Alleen als het megagoed verdient”,
lachte hij, stond op en wees me aan.
“Goeie gast ben je.”
Een week later was ik er weer; hij was
er niet. Hij had een zelfportret gemaakt
die zijn docente aan me mocht
geven. “Voor die kerel die hier laatst
was”, had hij haar gezegd. Ik kijk naar het portret. Een
goeie gast, die met zijn twinkelende sprankelende creatieve
speelse spontane manier onze wereld komt verrijken.
Dat wil ik ook graag doen door dit soort verhalen
aan de hele wereld te vertellen. Bij deze.
Auteur: Jelte van der Kooi
Trainer en onderwijsversterker
www.ziez.nl
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
27
Boeken en literatuur
Samen inclusief onderwijs realiseren
Anke de Boer e.a.: Samen inclusief onderwijs realiseren. Een handboek voor
professionals binnen en buiten het onderwijs. Acco Lean, Leuven. 2022. 200p. Prijs:
25,00 euro. ISBN 978 94 6414 704 9
De auteurs omschrijven inclusief onderwijs als: ‘Het
aanpassen en realiseren van het onderwijs aan de onderwijs-
en ondersteuningsbehoeften van leerlíngen,
die onderwijs krijgen op een reguliere (thuisnabije
school of school voor gewoon onderwijs), om zodoende
te komen tot een optimale cognitieve en sociale
ontwikkeling’ (p. 7) (m.a.w. alle leerlingen in het
vizier). In deel I van dit boek komen drie onderwerpen
aan de orde die aan de basis liggen van inclusief onderwijs:
een positieve attitude, competenties en visie,
en leiderschap en schoolbeleid. Deel II gaat in op het
inrichten van het onderwijs in de klassenpraktijk. Er
wordt stilgestaan bij het belang van differentiatie,
sociale relaties in de klas en hoe extra ondersteuning
ingericht kan worden (collectief
leren via samenwerken).
Deel III kent als focus het belang
van samenwerking tussen verschillende partners:
leraren onderling (co-teaching), ouders en leerlingen,
partners binnen en buiten de school (sociale benadering).
Elk deel begint met een casus en een leeswijzer
en bevat opdrachten. De stelling van de auteurs is,
dat inclusief onderwijs een maatschappelijke verantwoordelijkheid
is. Een zeer lezenswaardig en goed
onderbouwd boekwerk over een actueel en relevant
thema. Het is bijzonder knap hoe de vier redacteuren
beschrijven ‘hoe de zorg voor gezamenlijkheid’ kan
worden gerealiseerd. Zeer aanbevolen.
Wendbaar als het woelig wordt
Liselotte Baeyaert e.a.: Wendbaar als het woelig wordt. Veerkracht als kompas voor jezelf en je team. Lannoo
Campus, Tielt, 2021. 168p. Prijs: 22,99 euro. ISBN 978 94 0147 554 9
Als er iets is waar we allemaal naar streven, persoonlijk en
in werk, is dat het gevoel van vervulling, welzijn en zingeving.
Hoewel niet makkelijk kan een goed werkend kompas
hier uitkomst bieden. Een instrument dat richting geeft en
inspeelt op veranderingen. De auteurs reiken daartoe een
veerkrachtkompas aan. Het bestaat
uit vier assen, die staan voor:
a. accepteren en omarmen van
jezelf en alles wat op je pad komt;
b. betekenis geven: stilstaan bij
wat in de nieuwe situatie belangrijk
is en hoe we betekenis kunnen
geven aan wat er gebeurt (zingeving);
c. in connectie blijven met
jezelf, met anderen en het grotere
geheel (veiligheid, vertrouwen en verbinding); d. doen en
daadkrachtig handelen (voortdurend in beweging blijven).
Dit kompas nodigt je uit om aandacht te besteden aan
deze aspecten van bewust leven: naar binnen gaan, gewaar
zijn, reflecteren en verbeelden. In een drietal hoofdstukken
wordt dit verder uitgewerkt: oplossingsgericht werken, het
ABCD-kompas voor persoonlijke wendbaarheid, wendbare
teams en organisaties, een veerkrachtige en wendbare
samenleving. Stelling: ‘Niets is zo mooi als mensen met
veerkracht en bezieling in het leven staan en daarin ook hun
kwetsbaarheid en struikelingen durven tonen’. Het is een erg
leesbaar boek, dat je ook via opdrachtjes voortdurend aan
het werk zet ( ‘Aan de slag’) en tips aanreikt (persoonlijk,
team, organisatie). Concreet en vol inspiratie (oplossingsgericht
werken als keuze en kunst). Erg aanbevolen.
28
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
BESPROKEN BOEKEN
DIRECT BESTELLEN?
GA NAAR:
WWW.INSTONDOBOEKEN.NL/SERVICE/POM
Media
Onder redactie van: Thieu Dollevoet.
Luisteren is goud
Erik de Haan: Luisteren is goud. Verdiep relaties, maak organisaties menselijker en geef
groei gehoor. Uitgeverij Boom, Amsterdam. 2022.
136p. Prijs: 26,50 euro. ISBN 978 90 2444 751 0
De stelling van De Haan is: ‘Wie
niet bezig is beter te luisteren, is
bezig doof te worden.’ Iedereen
wil gehoord, gezien en erkend worden. ‘Echt luisteren is
een schaars goed. Daarom is het belangrijk om luisteren
te (her)waarderen. De auteur heeft drie doelen voor ogen
met dit boek: het belang en de crux van luisteren vanuit
het relationele perspectief doorgronden, een praktisch
raamwerk bieden om luisteren binnen organisaties te
regelen en ten slotte een handzame leidraad aanreiken
om effectiever te luisteren in de praktijk. Het boek bestaat
uit drie hoofdstukken. Hoofdstuk I (Luisteren als zuurstof)
gaat over wat luisteren in essentie is (erkenning, verheldering,
verbinding en vertrouwen), het belang ervan en
wat luisteren in de weg staat. Hoofdstuk II focust op het
organiseren van het luistervermogen binnen een organisatie
en hoe je die ontwikkelt (mij i.p.v. jij, geen tijd en/
of interesse, je aangesproken voelen, op de automatische
piloot gaan). Hoofdstuk III draait om methoden en
technieken om beter te kunnen luisteren in de praktijk
(klanten stelselmatig stimuleren om feedback te geven).
Afgesloten wordt met ‘Luisteren als roeping’. Samenvattend
betreft het een relevant en actueel onderwerp, dat
voortdurend aandacht vraagt. De vele tekst roept echter
(te) weinig interesse op om je er lang op te focussen. Het
verhaal komt zo te weinig over.
Conflicten, hoe ga je ermee om?
Annemiek Nijman: Conflicten, hoe ga je ermee om? Uitgeverij Thema, Zaltbommel. 2022.
60 p. Prijs: 12,95 euro (hardback). ISBN 978 90 5871 754 2
Auteur Annemiek Nijman, een ervaren gedragscoach en
bemiddelaar/mediator, is gefascineerd door gedrag en
geboeid door conflicten. Ze kunnen optreden op het werk:
als snel te blussen vlammetjes, woekerende veenbranden
en uitslaand vuur. Ze komen op elk niveau voor, van
werkvloer tot en met het niveau van de raad van bestuur.
Nadeel is dat conflicten bakken met geld, tijd en energie
kosten. Bovendien is zo’n 10 tot 20% van het verzuim
het gevolg van arbeidsconflicten. Alle reden dus om er
aandacht aan te besteden: hoe herken ik ze en hoe los ik
ze op? He kunt er zelf een positieve invloed op hebben.
Het doel van dit boekje is om mensen (en hun omgeving)
conflictvaardiger te maken, zodat ze hun tijd en energie
kunnen steken in de dingen die wel wat opleveren. Het
betreft een kort en krachtig boekje dat direct toepasbaar
is in de praktijk.
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
29
SWV in the picture
Samenwerkingsverband
Hellen Persoon
Brabantse Wal PO
Het Samenwerkingsverband Brabantse Wal PO werkt aan thuisnabij onderwijs voor ruim 8500
basisschoolleerlingen in Bergen op Zoom, Woensdrecht en Steenbergen. Het is een van de
samenwerkingsverbanden die de Inspectie binnen haar nieuwe toezichtskader beloonde met een
‘Goed’. Het geheim van directeur-bestuurder Hellen Persoon? Focus op het versterken van de
leerkracht en leg nooit iets top-down op.
SWV Brabantse Wal PO telt 41 reguliere basisscholen,
één school voor speciaal basisonderwijs, één school voor
speciaal onderwijs in de eigen regio en twee so-scholen
in het nabijgelegen Roosendaal. Hellen Persoon werkt
met acht schoolbesturen samen om zo veel mogelijk
leerlingen binnen de reguliere schoolmuren te houden.
Dat lukt op een verantwoorde manier, vindt de Inspectie
van het Onderwijs. Die ziet
een dekkend netwerk van
voorzieningen en een goede
samenwerking met ouders
en jeugdhulp. Ook noemt de
Inspectie het samenwerkingsverband
‘innovatief’.
Hybride
Volgens de Inspectie is Brabantse Wal PO innovatief in
hoe het kijkt en handelt naar wat leerlingen en leerkrachten
nodig hebben. Sprekende voorbeelden zijn
de hybride onderwijsvormen Trampoline en Klimtoren.
Bestuurder Hellen Persoon: “Ik ben er trots op dat we
die vormen zelf hebben bedacht. De Trampoline bestaat
inmiddels vier jaar en helpt leerkrachten af te stemmen
op leerlingen met gedrags- en werkhoudingsproblemen.
Wanneer een van onze scholen handelingsverlegen is,
blijft een leerling drie dagen per week in de eigen klas en
gaat de andere dagen naar de bovenschoolse voorziening.
In een periode van twintig weken krijgt het kind
aangereikt hoe het anders met situaties kan omgaan.
De leerkracht van de Trampoline bezoekt zo vaak als
nodig de reguliere school, om ter plaatse de leerkracht te
begeleiden in het bieden van het best passende onderwijs.
Sinds een jaar hebben we eenzelfde hybride vorm
voor hoogbegaafde kinderen met een complexe ondersteuningsvraag:
De Klimtoren.”
"Bij ons is het nooit top
down, maar gaat het
altijd in overleg."
Omgekeerde route
Brabantse Wal PO ging het afgelopen
jaar ook aan de slag met
de omgekeerde route, oftewel
het terugplaatsen van leerlingen
uit het s(b)o naar een reguliere
school. Vier leerlingen uit cluster
4 stroomden terug naar een gewone basisschool en acht
zullen naar verwachting volgen. Net als acht kinderen van
het sbo. “Daar nemen we een heel jaar voor, als het nodig
is. Ik hoop dat terugplaatsen in de toekomst als vanzelfsprekend
wordt gezien. Het is nodig hierin alle perspectieven
mee te nemen. Die van de leerling, ouders, leerkrachten,
bestuur en ook steeds meer van jeugdhulp.”
Integrale aanpak
De Inspectie vindt SWV Brabantse Wal ook innovatief in
de manier waarop het omgaat met onderwijs- en zorgarrangementen.
“We proberen de poreuze randen van
de wetten van onderwijs en jeugdzorg op te zoeken. Met
onderwijsgeld arrangeren we natuurlijk geen jeugdzorg,
maar we zien wel vaak dat een integrale aanpak nodig
30
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Interview
is. Het staat nog in de kinderschoenen, maar wanneer we
zien dat de problemen van een leerling zich in de klas én
thuis voordoen, denken we creatief na over hoe we het
kind, de leerkracht en het gezin met één arrangement
kunnen helpen.”
Vakmanschap
Die creatieve insteek is nodig nu de directeur-bestuurder
de behoeften van leerlingen ziet toenemen. “Door groeiende
problemen in gezinnen en bijvoorbeeld de mentale
gevolgen van de corona-epidemie zien we op school steeds
meer sociaal-emotionele problemen en gedragsproblemen.
Een belangrijke manier om leerlingen te helpen is de
leerkracht te versterken”, zegt Persoon. Daarom besloot
het samenwerkingsverband in 2017 de focus expliciet op
de leerkracht te leggen.
Een logische keuze, vindt Hellen Persoon: “Je kunt aan
leerlingen sleutelen, maar in het klaslokaal is de leerkracht
degene die er moet staan. Als samenwerkingsverband
ben je het aan je stand verplicht om juist de leerkracht te
ondersteunen. Leraarschap is een Vak, met hoofdletter
V. Bijzonder vind ik ook het partnerschap dat we onlangs
hebben gesloten met Stichting Koraal, om traumasensitief
onderwijs op scholen in te voeren. Trots ben ik ook op de
coaches die op scholen actief zijn met leerkrachten en
teams. Door deze ondersteuningsvormen leert een leerkracht
liefdevol achter het gedrag van een kind te kijken.”
Jeugdhulp
Persoon is ook groot voorstander van een sterke samenwerking
met jeugdhulp in haar regio. “Het is mijn wens om
nog meer jeugdhulp de school in te krijgen, nu we merken
dat die hulp in toenemende mate nodig is. Samen moeten
we het beeld rondom jeugdhulp veranderen en laten zien
dat die hulp ouders echt kan helpen bijvoorbeeld bij de
opvoeding. In plaats van leerlingen met taxibusjes richting
een behandelsetting te vervoeren. Maak er één integraal
pakket van. Dit uitgangspunt sluit aan bij de beweging
naar inclusief onderwijs.”
Zes jaar staat Hellen Persoon nu aan het roer van SWV
Brabantse Wal PO. Met uitstroom richting sbo van iets
meer dan twee procent zit haar SWV net onder het
landelijke gemiddelde, met uitstroom richting speciaal
onderwijs zit het er net iets boven. Haar ambitie is om
de uitstroom omlaag te krijgen, maar dat is geen doel
op zich. Bij de weg naar zo passend mogelijk onderwijs
verkiest ze kwaliteit boven snelheid. “Bij ons is het nooit
top down, maar gaat het altijd in overleg. Onze plannen
leggen we voor aan de besturen, de klankbordgroep van
de scholen en de betrokken ouders en leerkrachten in de
Ondersteuningsplanraad. Met hun feedback stuur ik bij
en zo ontstaat een gedragen plan. Van die samenwerking
krijg ik veel energie.”
Een van de tien programma’s uit het Ondersteuningsplan 2021-2025 van het samenwerkingsverband.
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
31
Special needs
Leraren met speciale
behoeften
Verschuif focus van kinderen naar leraren
Children with special needs is een wijdverbreid maar subjectief label dat problemen die zich
voordoen in een context ten onrechte overwegend bij het kind legt. Als we voortaan spreken
van Teachers with special needs oftewel Leerkrachten met speciale behoeften, heeft dat
veel voordelen. We leggen daarmee de verantwoordelijkheid terug waar ze hoort, bij het
onderwijssysteem dat leerkrachten zo goed mogelijk zou moeten ondersteunen bij het geven
van onderwijs aan alle kinderen.
Bij het streven naar inclusief onderwijs worden kinderen
eerst als onaanvaardbaar verschillend uitgekozen,
worden ze bestempeld als kinderen met speciale behoeften
en worden ze vervolgens een doelwit gemaakt
voor educatieve inclusie. Een
eenvoudige verandering in
taal zou een goed begin van
verandering kunnen zijn. Vervang
de gebruikelijke uitdrukking
“leerlingen met speciale
behoeften” door “leraren
met speciale behoeften”. Een
eerste voordeel: door aandacht te hebben voor de
behoeften die leraren tegenkomen bij het aanpakken
van specifieke problemen in hun klas, verschuift de
focus van het overwegen van stoornissen bij kinderen
naar problemen die leraren de facto hebben bij het
opleiden van sommige leerlingen. Dit kan tegenwicht
bieden aan de toename van bevestigde psychiatrische
diagnoses bij kinderen en kan de implementatie van
de gemeenschapsbenadering van inclusief onderwijs
vergemakkelijken.
Wat is “speciaal”?
"Praat niet meer over
Kinderen met speciale
behoeften! "
Een tweede voordeel heeft te maken met de connotatie
van het woord “speciaal”. Hoewel “speciaal” een positief
of een negatief waardeoordeel kan bevatten, verwijst
het in zijn verband met
de uitdrukking “kinderen met
speciale behoeften” meestal
naar een ongewenste eigenschap
of manier van functioneren
van het kind (Wilson,
2002). Zouden we het echter
gebruiken voor de behoeften
van leraren, dan zou “speciale” in een meer neutrale
of zelfs positieve richting kunnen wijzen, bijvoorbeeld
naar het succesvol maken van een uitdagende baan of
het hebben van een optimistische houding ten opzichte
van het oplossen van problemen in de klas.
Om echt inclusief onderwijs mogelijk te maken, moeten
leraren en onderwijsprofessionals worden aangemoedigd
na te denken en te communiceren over wat
ze nodig hebben om een inclusieve educatieve omgeving
te realiseren. Ze kunnen zich dan uitspreken over
32
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Onderzoek
hun behoefte aan training, coaching en ontwikkeling
als professional in de context van specifieke uitdagingen
voor succesvol onderwijs.
Verantwoordelijkheid bij leraren
Een laatste belangrijk potentieel voordeel van het
aannemen van de voorgestelde verandering in taal
is het agentschap en de verantwoordelijkheid die
het teruggeeft aan leraren.
Het spreken in termen van
lerarenbehoeften bij het
omgaan met problemen in
de context van het klaslokaal
brengt het agentschap en de
verantwoordelijkheid terug
naar hen en naar pedagogiek
(Meerman et al., 2017 ).
De dominante biomedische
framing van emotionele, gedrags- en leerproblemen
leidt de aandacht en middelen af naar biomedische
professionals, wat ten koste gaat van onderwijsprofessionals.
Die middelen kunnen in plaats daarvan
beschikbaar zijn voor onderwijsprofessionals, zoals
leraren, die dagelijks direct betrokken zijn bij het onderwijs
en de ontwikkeling van kinderen.
We riepen leraren en leerkrachten (po, vo, regulier,
speciaal) op om antwoord te geven op één simpele
vraag: “Wat heb JIJ nodig om al je leerlingen goed les
te kunnen geven?”. Er kwamen 160 reacties binnen,
en elke reactie benoemde gemiddeld zo’n 5 behoeften.
Hieronder beschrijven we de top 10 van meest
genoemde behoeften.
Tijd
Met stip op nummer 1 staat TIJD. Leerkrachten
hebben onvoldoende tijd om hun
lessen goed voor te kunnen bereiden, om te
reflecteren en te sparren met collega’s en
met ouders, om leerlingen te observeren en individuele
aandacht te geven en om te professionaliseren.
Kortom, juist voor de zaken die het onderwijsvak zo
mooi maken, is geen tijd. Af en toe spat de frustratie
van de inzendingen af: “Ik heb tijd nodig om weer
"Investeer niet aan de
achterkant (jeugdzorg),
maar aan de voorkant
(onderwijs en
leerkrachten)."
rust in de klas te krijgen. Mijn ideeën daarover zijn
er volop… maar ik moet de methodes volgen, zoveel
uren spelling, lezen, rekenen … alles in het onderwijs
hebben we dichtgetimmerd!” Lesdagen zijn zo vol dat
er zelfs te weinig tijd is om naar het toilet te gaan
en voor pauze. Terwijl juist af en toe even opladen zo
broodnodig is in de drukke dag.
Kleinere klassen
Veel leerkrachten hebben
behoefte aan kleinere
klassen: ”… zodat
ik alle leerlingen iedere
dag ZIE.” Vooral combinatieklassen
of te veel verschillende
niveaus in één klas vragen veel
van leerkrachten, en zorgen voor
onrust: ”Niet alleen ik heb rustmomenten
nodig, ook de kinderen! Dus een keer rustig
werken zonder ruis in de klas! Dit kan veel sneller in
een enkele groep dan in een combi waar je altijd aan
het praten bent.”
Meer handen in de klas
Soms gaat het vooral om het aantal leerlingen
per leerkracht: ”In de kinderopvang is het
1 op 8, op de basisschool is het gemiddeld
1 op 24”. Maar een extra iemand in de klas
kan ook in relatief kleine groepen nog helpend zijn,
bijvoorbeeld als een kind individueel aandacht nodig
heeft of als de leerkracht even een moment voor
reflectie of pauze nodig heeft. Er worden verschillende
constructies voor meer handen in de klas genoemd,
zoals onderwijsassistenten, remedial teachers en
co-teaching. Wel willen leerkrachten graag een goed
opgeleid iemand naast zich hebben: “Stagiairs is al
fijn, maar geen structurele oplossing.”
Autonomie en steun
Leerkrachten geven aan dat zij vertrouwen
in hun expertise en professionaliteit nodig
hebben “zodat er minder geregistreerd hoeft
te worden” en er niet steeds “programma’s
van bovenaf opgelegd worden”. Leerkrachten kunnen
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022 33
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Special needs
en willen zelf bepalen hoe ze hun lessen inrichten
en welke materialen en scholingen ze nodig hebben.
Leidinggevenden en besturen zouden een meer faciliterende
en ondersteunende rol mogen hebben. Ook
vertrouwen van ouders staat hoog op de agenda van
leerkrachten: “ouders die vertrouwen in de kennis van
de leerkracht”.
Een ruim en goed lokaal
Het klaslokaal is de werkplek van onze respondenten
en zij
geven aan behoefte
te hebben aan
een schoon (“De
schoonmaker heeft te weinig
werktijd”), eigen (“Mijn
lokaal wordt na mijn werkdag
een BSO ruimte”), goed
geventileerd, prettig ingericht en vooral ruim lokaal.
Voldoende fysieke ruimte maakt dat kinderen zich
makkelijker even af kunnen zonderen, dat er ruimte is
voor beweging en dat er gedifferentieerd kan worden.
Een ruim lokaal biedt de mogelijkheid voor een grote
instructietafel, waaraan een deel van de klas instructie
krijgt terwijl een ander deel verderop zelfstandig
werkt. Ook kunnen in een groot lokaal staplekken en
stilteplekken gecreëerd worden en is er ruimte voor
bewegend leren.
Beweging!
Een sterke behoefte van leerkrachten is dat
kinderen zich gedurende een schooldag
kunnen bewegen. Meer mogelijkheden voor
bewegend leren, een beweeghoek in de klas,
een beweeglokaal, een deur naar buiten,
een groot plein met veel groen en klimtoestellen, er
zijn allerhande manieren om kinderen meer beweging
te gunnen op een schooldag. Helaas is de realiteit
volgens een van de respondenten dat dit met steeds
minder fysieke ruimte moet lukken: ”Ik laat me horen
over nieuwbouw van scholen! Er komen steeds minder
vierkante meters voor onderwijs. Het kind kan steeds
minder spelen en bewegen of creatief ontdekken.”
"Het zijn speciale
leerkrachten die het
moeten doen."
(Budget voor) Materialen
Naast materialen voor bewegend leren,
benoemen leerkrachten andere zaken die ze
nodig hebben om hun leerlingen goed les te
kunnen geven: een goed werkend digibord,
bouw- en constructiematerialen, muziekinstrumenten,
boeken en prentenboeken, rekenmaterialen,
alle materialen die bij een bepaalde methode
horen enzovoort. Materialen moeten van goede
kwaliteit zijn: “Sommige scholen werken met kopietjes
of verouderde lesmethodes die
niet aanslaan bij leerlingen en/
of leerkrachten.” Leerkrachten
willen graag zelf bepalenwat
ze nodig hebben of waar ze
mee willen werken. Er zou
budget beschikbaar moeten
zijn voor leerkrachten om aan
te schaffen wat ze nodig hebben voor hun onderwijs:
“Voldoende gelden om materiaal te kunnen aanschaffen
in plaats van uit eigen zak. En wanneer het wel
uit eigen zak komt een makkelijkere manier om te
kunnen declareren.”
Kennis en scholing
Een andere behoefte van leerkrachten is
scholing en nascholing. Daar is geld, tijd
en een goed scholingsaanbod voor nodig,
met onderwerpen als klassenmanagement,
gezag houden en omgaan met leer- en
gedragsproblemen. Voorbeelden van good practices,
bijvoorbeeld in een soort kennisbank, zijn zeer welkom.
Ook in hun keuze van scholing willen leerkrachten
graag autonoom zijn, dus geen cursussen volgen
die van bovenaf opgelegd zijn, maar gefaciliteerd
worden om die scholing te volgen die de leerkracht
zelf nodig acht.
Terug naar de basis
Leerkrachten uiten de behoefte aan
een terugkeer naar het primaire proces,
met een focus op kennisoverdracht van
hoofdvakken en het aanleren van gewenst
34
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Onderzoek
gedrag: “Wij willen gewoon lesgeven en zorgen voor
de kinderen.” De leerkrachten pleiten dan ook voor
“minder administratie”, “minder vergaderingen die nergens
toe leiden”, “het afschaffen van groepsplannen
waar toch niemand naar kijkt” en “het minder testen
en toetsen van kinderen”, zodat er meer tijd overblijft
voor het “gewone” lesgeven.
Gehoord worden
Last but not least, leerkrachten willen gehoord
worden. Ze hebben het nodig dat
bestuurders en leidinggevenden hen serieus
nemen, maar dit lijkt nog te weinig te
gebeuren: “Ik vind het een mooi plan om
te spreken over de behoefte van de leerkracht i.p.v. die
van het kind. Eigenlijk gebeurt dat op onze school al
enorm veel: het praten op die manier. Er wordt alleen
nog niet naar geluisterd…”.
Pleidooi
Ons pleidooi is dat het van groot belang is om niet
alleen oog en oor te hebben voor veelvoorkomende
behoeften van leerkrachten, maar zeker ook voor de
unieke behoeften van elke individuele leraar die een
unieke groep van leerlingen onderwijst. Als we dit
met elkaar voor elkaar krijgen, heeft passend onderwijs
echt een kans. Bovendien zal het beroep van
leerkracht weer aantrekkelijker worden wanneer een
leerkracht de tijd, middelen, autonomie en ondersteuning
krijgt om zijn/haar professie goed uit te kunnen
oefenen.
Auteur: Ernst D. Thoutenhoofd
Department of Education and
Special Education, Universiteit
Gothenburg, Zweden
Auteurs: Laura Batstra en Marieke van Roy
Wetenschappers bij het Nieuwenhuisinstituut, Universiteit Groningen
Dit artikel is gebaseerd op het artikel ‘Teachers With Special Needs. De-Psychiatrization of Children in Schools,
Frontiers in Sociology, https://doi.org/10.3389/fsoc.2021.781057. Verdere bronnen: www.pomagazine.nl
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022 35
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
CURSUSAANBOD
ACADEMY
Ook in 2023 staat de Instondo Academy voor je klaar. Wil je een expert zijn en
blijven in jouw vak? Ontdek dan onze opleidingen!
IB'er als leerkrachtbegeleider van jonge kinderen
Maak effectief gebruik van NPO-gelden bij jonge kinderen
Start 8 maart 2023
2 dagen
Cursus- en vergadercentrum Domstad - Utrecht
Goede gesprekken met ouders en collega's
Start 22 mei 2023
1 dag
Cursus- en vergadercentrum Domstad - Utrecht
395,-
695,-
Tandem-cursus voor directeur & IB’er
Vorm samen een krachtig team
Start 20 maart 2023
3 dagen
Cursus- en vergadercentrum Domstad - Utrecht
LAATSTE PLAATSTEN
Verkorte opleiding tot IB’er
IB’er als brug tussen ouders en collega’s
1.195,-
Maak een succesvolle start als intern begeleider!
Start 21 maart 2023
3 dagen
Cursus- en vergadercentrum Domstad - Utrecht
1.195,-
Sneak-preview:
In het voorjaar van 2023 organiseert de Instondo Academy voor het eerst een Masterclass IB als KC.
De aanleiding? De nieuwe beroepsstandaard voor de IB’er die reeds verscheen. De invulling?
Een verdieping verzorgd door Luc Greven en Vivian van Alem waarin wordt gekeken welke rol past.
36
MEER INFORMATIE: WWW.INSTONDO-ACADEMY.NL
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Netwerk LPO
Column van het Netwerk LPO en de Sectorraad SWV VO, waarin leidinggevenden
van samenwerkingsverbanden verenigd zijn om de belangen van
samenwerkingsverbanden en passend onderwijs te behartigen.
Buiten de lijntjes kleuren
De leidinggevenden en beleidsmedewerkers van alle
samenwerkingsverbanden po en vo hadden op 3 en 4 november hun jaarlijkse
bijeenkomst om o.a. door het ministerie van OCW bijgepraat te worden op
komende ontwikkelingen en om met elkaar informatie te delen en ideeën op
te doen. Dit jaar was het thema ‘Buiten de lijntjes kleuren’. Vanaf de start
van de conferentie was het meteen duidelijk: als er iets een basisvoorwaarde
is om passend onderwijs in de regio te kunnen realiseren, dan is het wel het
vermogen om buiten de lijntjes van wet- en regelgeving te kleuren. Dan gaat
het er niet om dat de vloer wordt aangeveegd met wat er aan wetten en
regels is opgesteld.
Auteur: Jack Biskop
Directeur-bestuurder SWV
Roosendaal-Moerdijk
Uit de verschillende voorbeelden die plenair en in de werkgroepen zijn gedeeld komt het beeld naar
voren dat binnen de samenwerkingsverbanden uiterst creatief wordt gekeken naar wat een kind nodig
heeft. De geest van de wet wordt boven de letter van de wet gesteld en werkelijk álle leidinggevenden
schudden zo voorbeelden uit hun mouw van hoe zij erin slaagden om oplossingen te vinden, zodat een
kind toch passend onderwijs kon volgen.
In de meeste gevallen ‘zondigden’ de samenwerkingsverbanden door toch een bijdrage te leveren aan
jeugdhulp, omdat het nodig was en de financiering niet sluitend gemaakt kon worden via de reguliere
kanalen. In een ander geval kreeg geen van de betrokken instanties het voor elkaar duidelijk te krijgen
wie verantwoordelijk was voor het extra schoonmaken van een leslokaal voor een leerling met cystic
fibrosis. Ook de ingeschakelde onderwijszorgconsulent kwam er niet uit. In plaats van te wachten schoot
het samenwerkingsverband te hulp, waardoor de leerling naar school kon. Toen dat eenmaal rond was,
kwam het schoolbestuur over de brug. Allemaal voorbeelden van (soms even, soms wat langer) buiten
de lijntjes kleuren.
Dus als er ergens in het land gezocht moet gaan worden naar een nieuwe leidinggevende voor een
samenwerkingsverband, moet bovenaan het zoekprofiel staan: het vermogen om te slalommen langs
regels en voorschriften met het doel scherp voor ogen. Op de tweede plaats staat creativiteit. Tijdens de
conferentie borrelde het van creativiteit om knelpunten op te lossen, zowel voor individuele leerlingen
als voor de samenwerking in de complexe netwerken die samenwerkingsverbanden zijn. En op de
derde plaats in het zoekprofiel staat het vermogen om samen te werken. Die samenwerking geldt
voor verschillende niveaus. Dan gaat het om casuïstiek waarbinnen samengewerkt moet worden met
allerlei disciplines en betrokken deskundigen en behandelaars. Er moet ook samengewerkt worden
in de regio tussen organisaties die allemaal met het kind te maken hebben, en over de regio’s heen
zal de leidinggevende samenwerken met andere samenwerkingsverbanden en diverse netwerken.
Op de conferentie ‘Buiten de lijntjes kleuren’ waren al deze elementen te zien en te merken. Zonder
enige terughoudendheid werden ideeën gedeeld, werden verbindingen gesmeed en ontstonden
nieuwe inzichten. Dat sterkt mij in mijn opvatting dat de samenwerkingsverbanden passend onderwijs
blijvertjes zijn, die de onderwijswereld en alle betrokkenen eromheen nog veel goeds kunnen brengen.
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022 37
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
NIEUW!
Scan &
bestel
Auteur: Nicole Hanegraaf
Aantal pagina's: 256
Prijs: € 39,95
ISBN: 978 94 6317 290 5
Het onderwijssysteem past niet meer.
Steeds meer kinderen vallen op en
vallen uit. Professionals ervaren druk
en stappen regelmatig al na enkele
jaren weer uit het vak. Er verschijnen
masterplannen en incidentele
geldpotjes. Professionals, kinderen
en ouders lopen tegen de grenzen
van het systeem. Het systeem knelt
en is duidelijk toe aan hervorming.
Niet systeemgericht, maar mens- en
wereldgericht.
Hoe beweeg je van een knellend
onderwijssysteem wat gericht is op 'het
gemiddelde' naar boeiend onderwijs
op maat voor iedereen? Het antwoord
zit niet in de zoveelste verandering van
buitenaf, maar roept om hervorming
van binnenuit.
Een verdieping op 'De toekomst van de intern begeleider'
38
Bestel direct via
instondoboeken.nl
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
In dit inspirerende en praktische boek
word je bij de hand genomen in deze
transitie. Stap voor stap beweeg je over
je eigen ontwikkelpad. De weg naar
duurzame verandering is daarbij de
weg naar binnen. Dat gegeven maakt
de reis door dit boek extra boeiend.
Een handboek vol inzichten en
handreikingen waar je direct mee aan
de slag kunt. Want als er íets is wat dit
boek je leert, is dat de mooiste dingen
ontstaan van binnenuit.
Opinie
Kinderopvang
voor
iedereen?
De Toeslagenaffaire heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat het stelsel eenvoudiger moet. Om ouders
te beschermen worden de voorschotten en toeslagen aan ouders afgeschaft. De overheid keert
de vergoeding voortaan rechtstreeks uit aan de kinderopvangorganisaties of gastouderbureaus.
Werkende ouders betalen in dit nieuwe stelsel nog maar een beperkte eigen bijdrage, onafhankelijk
van gewerkte uren of inkomen. Dat is goed, maar er zijn ook zorgen.
In oktober 2022 is de Tweede Kamer door de ministers
voor CZW, OCW en Financiën nader geïnformeerd over
de stelselherziening. Die kent twee belangrijke doelstellingen.
Allereerst moet de financiering eenvoudig
en voor ouders begrijpelijk geregeld worden en ten
tweede moet betaalbaardere en financieel toegankelijke
kinderopvang het voor ouders makkelijker maken
om arbeid en zorg te combineren. De overheid gaat de
vergoeding rechtstreeks uitkeren aan de kinderopvangorganisaties
of gastouderbureaus. Deze vergoeding
zal 96% van de kosten gaan dekken. De voorschotsystematiek,
kinderopvangtoeslag en inkomensafhankelijke
combinatiekorting worden allemaal afgeschaft. Werkende
ouders betalen in het nieuwe stelsel alleen nog
een beperkte standaard eigen bijdrage van 4% (van
de totale kosten) voor het gebruik van kinderopvang,
onafhankelijk van gewerkte uren of inkomen.
Het Centraal Plan Bureau en de PO-raad zijn verheugd
en kritisch tegelijk. Ze zien dit als een eerste goede
stap naar een nieuw stelsel, met kinderopvang als
publieke voorziening toegankelijk voor álle kinderen.
Omdat nieuwe voorstellen vooral een financiële focus
hebben en gericht zijn op arbeidsparticipatie dreigt het
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
39
Financiering kinderopvang
bevorderen van de ontwikkeling van het jonge kind als
belangrijk doel van het kinderopvangstelsel in algemene
zin naar de achtergrond te verdwijnen.
Kinderopvang en ontwikkeling van kinderen
Naast vereenvoudiging van de financiering wijst het kabinet
vooral op het oplossen van de oplopende arbeidsmarkttekorten.
De hoop is dat de arbeidsparticipatie
met de nieuwe plannen omhoog gaat. “In een periode
als deze, waarin de kansen van veel kinderen onder druk
staan door de toenemende bestaansonzekerheid en
er grote personeelstekorten in de kinderopvangsector
zijn, is het zorgelijk dat de aandacht voor kwaliteit en
toegankelijkheid van kinderopvang lijkt te gaan verdwijnen”,
aldus het SCP. Kinderopvang wordt zo opnieuw
versmald tot een arbeidsmarktinstrument (terug naar
af), terwijl ontwikkeling van het jonge kind de laatste
jaren een belangrijk instrument is gebleken in het bestrijden
van kansenongelijkheid: alle kinderen verdienen
een goede start op de basisschool. Kinderen kunnen op
een kwalitatief goede kinderopvang belangrijke stappen
in hun ontwikkeling zetten. Dit spelenderwijs leren
maakt met name het verschil voor kinderen die van huis
uit minder gestimuleerd worden en daardoor vaak met
een achterstand aan de basisschool beginnen. Daarop
moeten we blijven investeren.
Geen oog voor kansengelijkheid
Een betaalbaardere kinderopvang en een eenvoudiger
stelsel dragen eraan bij dat meer ouders en hun kinderen
gebruik kunnen maken van kinderopvang. Dit
komt ten goede aan kinderen met een achterstand voor
wie het gebruik van kinderopvang in het bijzonder van
belang is. In Nederland zien we echter dat de kinderen
die risico lopen op een onderwijsachterstand – en dus
veel te winnen hebben bij kwalitatief goede kinderopvang
– relatief weinig naar de opvang gaan. Dit komt
doordat alleen werkende ouders recht op een vergoeding
hebben en opvang daardoor onbetaalbaar is voor
gezinnen waarin één of beide ouders niet werken. “Met
name voor de groep mensen met kleine of tijdelijke
contracten is een systeem waarin je je kind van de
opvang moet halen als je je werk verliest, complex en
weinig aantrekkelijk. Daar komt bij dat ouders met een
lager inkomen en een lager opleidingsniveau minder
overtuigd zijn van de toegevoegde waarde voor hun
kinderen”, zo waarschuwt het SCP.
Beleidskaders
De volgende beleidskaders geven richting aan het
ontwerp voor een nieuw stelsel:
1. Werkende ouders komen in aanmerking voor
een vergoeding voor kinderopvang.
2. De overheidsvergoeding wordt rechtstreeks
uitgekeerd aan kinderopvangorganisaties;
3. De hoogte van deze vergoeding is inkomensonafhankelijk.
4. De vergoeding is een percentage (96%) van
de maximum-uur-prijs (MUP) per opvangsoort.
5. Het aantal opvanguren dat in aanmerking
komt voor een vergoeding is niet langer gekoppeld
aan het aantal gewerkte uren (kgu).
Kwaliteit van opvang borgen
Een betaalbaardere kinderopvang en een eenvoudiger
stelsel zullen ervoor zorgen dat meer ouders en hun
kinderen gebruik gaan maken van kinderopvang. Meer
vraag betekent meer kinderopvang organisaties en
dus ook veel meer medewerkers, terwijl er nu al een
tekort van zo’n 5000 medewerkers is. De kwaliteit van
de opvang zal steeds meer onder druk komen te staan
vanwege de krapte op de arbeidsmarkt.
Rijken rijker?
Doordat de vergoeding van de kinderopvang inkomensonafhankelijk
wordt gemaakt, gaan met name de
ouders met midden- en hoge inkomens er in het nieuwe
stelsel op vooruit. De directeur van de Branche Organisatie
Kinderopvang Emmeline Bijlsma waarschuwt
dat de 4% standaardbijdrage voor de gezinnen met
de laagste inkomens ongeveer 10% duurder zal zijn
in vergelijking met wat ze nu bijdragen. Het kabinet
erkent bovendien dat het voordeel van het nieuwe stel-
40
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Opinie
sel groter is naarmate het huishoudinkomen hoger is,
maar de precieze effecten hangen ook af van het aantal
kinderen en aantal dagen dat gebruik wordt gemaakt
van kinderopvang.
Toegankelijkheid
“De toegankelijkheid van de kinderopvang klapt in
elkaar”, waarschuwt Bijlsma. Personeelstekorten zorgen
voor hogere lonen en de verwachte
toename in de vraag (meer kinderen
naar de opvang) samen met een hogere
overheidsvergoeding gaan zeker
leiden tot stijgende uurtarieven bij
de commerciële opvangorganisaties.
Zo wordt de kinderopvang duurder
en dus minder betaalbaar voor lagere
inkomensgroepen en zeker voor
de niet-werkende ouders (die immers
100% zelf moeten betalen). Door het loslaten van de
koppeling aan het aantal gewerkte uren ontstaat bovendien
het risico dat ouders meer uren gaan afnemen,
ook als ze niet meer gaan werken. Daardoor kan een
situatie ontstaan dat nieuwe ouders, die misschien wel
willen gaan werken, op een langere wachtlijst komen te
staan.
"Kinderopvang
wordt opnieuw
versmald tot
instrument
arbeidsmarkt."
vermoedelijk tot een toename van de vraag naar kinderopvang.
Personeelsgebrek verhoogt het risico dat de
kwaliteit van de kinderopvang lager wordt. En juist deze
kwaliteit is van groot belang voor de ontwikkeling van
kinderen. Meer vraag leidt mogelijk ook tot een forse
stijging van de uurprijzen. Daarmee bestaat de kans dat
de kinderopvang minder betaalbaar wordt voor lagere
inkomensgroepen en ouders zonder werk.
Alleen zonder eigen bijdrage van
ouders wordt kinderopvang en vroeg-
en voorschoolse educatie als publieke
voorziening voor álle kinderen
beschikbaar. Scheelt maar 4%.
Voorstel vergroot sociale verschillen
Volgens het SCP zullen de opgesomde (onbedoelde) gevolgen
de sociale verschillen in het gebruik van kinderopvang
vergroten. Juist bij lage inkomensgroepen, waar
de arbeidsparticipatie van vrouwen relatief laag is, kan
kinderopvang veel betekenen voor de ontwikkeling van
kinderen. Bovendien bestaat het risico op segregatie
wanneer mensen met hogere en middeninkomens die
door de inkomensonafhankelijke vergoeding meer geld
te besteden hebben, zich kwalitatief betere en duurdere
opvang kunnen veroorloven dan mensen met lagere
inkomens.
Auteur: Jos Gerards
Conclusie: kwaliteit en betaalbaarheid
De PO-Raad en het SCP hebben dus de nodige zorgen
bij het nieuwe voorstel. De forse verhoging van de kinderopvangtoeslag
tot 96% voor werkende ouders leidt
Evident Interim Bestuur en
hoofdredacteur PO Magazine
Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
41
“Bijzondere leraren kunnen horen
wat een kind niet kan vertellen.”
“De juffrouw
is altijd
druk bezig
op dat bord en
dan ziet ze soms
niet wat er is.”
- Leerling in Eindrapportage
Jeugdhulpverlening
in de school -
Colofon
PO Magazine: een uitgave van Instondo B.V., Binnen Kalkhaven 263, 3311 JC Dordrecht
T +31 (0)78 645 50 85, info@instondo.nl, www.instondo.nl.
Hoofdredactie: Jos Gerards, hoofdredactie@pomagazine.nl.
Eindredactie/coördinatie: Olga Koppenhagen, eindredactie@pomagazine.nl.
Redactie: Tinie van Aalsum, Jack Biskop, Marieke Boon, Anne Dekkers, Vincent Fafieanie, Nanne Middelburg en
Hilbert de Vries.
Vaste redactiebijdragen: Thieu Dollevoet, Jelte van der Kooi en Eveline van Amstel.
Uitgever: Marcel Mathijssen, m.mathijssen@instondo.nl, Janneke van Loon, j.vanloon@instondo.nl.
T +31 (0)78 645 50 85
Assistent uitgever: Manon Kok, m.kok@instondo.nl.
Adverteren: Voor informatie over de advertentiemogelijkheden kunt u zich richten tot de uitgever.
Lidmaatschap: €115,- per jaar voor 5 nummers per lidmaatschap. Een tweede nummer op hetzelfde adres kost €57,50
per jaar extra. Prijzen zijn inclusief BTW en verzendkosten. Lidmaatschappen worden automatisch met een periode van
een jaar verlengd tenzij deze twee maanden voor de vervaldatum schriftelijk worden opgezegd bij de uitgever.
Vormgeving: Vormvreters, grafische vormgeving, www.vormvreters.nl.
Druk: Veldhuis Media BV, www.veldhuismedia.nl.
Fotografie: Shutterstock (pagina's 3, 7, 15, 21, 26, 27, 32, 39 en 42), René Schotanus (cover en pagina's 3, 8 en 41).
Illustratie: Annemiek Dilven, Studio Tok Tok (pagina’s 22 en 23).
ISSN 2352-0507
Zelf bijdragen aan PO Magazine? Uw voorstel(len) zien wij graag tegemoet en kunt u richten aan de eindredacteur
Olga Koppenhagen: eindredactie@pomagazine.nl.
© Instondo B.V. Auteursrechten voorbehouden. Het is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van de uitgever artikelen, illustraties of schema’s geheel of
gedeeltelijk over te nemen. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is, aanvaarden
auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen en suggesties houden zij zich gaarne aanbevolen. Vanwege de aard van de
inhoud en het doel van dit vakblad, wordt de abonnee geacht het blad te ontvangen in verband met de uitvoering van een beroep of bedrijf.
42 Passend Onderwijs Magazine I nummer 5 I 2022
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
dag
LANDELIJKE
IB-CONFERENTIE 2023
OOK VOOR KWALITEITSCOÖRDINATOREN!
DINSDAG
14.03.23
De Reehorst, Ede
Op deze dag treffen onderwijsprofessionals
uit het hele land elkaar. Samen zoeken we
de verdieping op. Hoe geef jij invulling
aan jouw rol als intern begeleider of
kwaliteitscoördinator? Dat doen we dit jaar
aan de hand van het thema:
TOETSEN ALS ONDERDEEL
VAN KWALITEITSZORG
Met o.a.:
• Martin Ooijevaar
over ‘Leren van toetsen’
• Marcel Peters & Nicolette Simons
met ‘Een praktische verdieping
op doelgericht werken’
• En veel meer!
Tot wel
€100
vroegboekkorting!
Bekijk het hele programma via www.ibdag.nl
De IB dag 2023 wordt mede mogelijk gemaakt door:
43
www.pomagazine.nl - POM nummer 2 © Instondo 2022
Onderwijsadviseur of -begeleider
nodig? De oplossing is simpel...
Deze bureaus beschikken over de
Cedeo-erkenning* ‘Onderwijsadvies’
of ‘Onderwijsbegeleiding’:
• Stichting 1801 Jeugd & Onderwijsadvies, Elst gld
• Stichting Bazalt, Goes
• BCO Onderwijsadvies, Venlo
• Stichting CED-Groep, Rotterdam
• Cedin educatieve dienstverlening, Drachten
• Centraal Nederland, Nunspeet
• CPS Onderwijsontwikkeling en advies, Amersfoort
• Driestar educatief, Gouda
• Stichting HCO, ‘s-Gravenhage
• InterZin, Laren nh
• KOC Diensten, Veenendaal
• Metis Onderwijsadvies, Nuenen
• OBD Noordwest, Alkmaar
• Onderwijs Maak Je Samen, Helmond
• Stichting RPCZ, Goes
• Sardes BV, Utrecht
• Stichting Schooladviesdienst Wassenaar, Wassenaar
• Timpaan Onderwijs B.V., Assen
• Stichting IJsselgroep Educatieve Dienstverlening,
Apeldoorn
* = Dat betekent dat uit onafhankelijk
onderzoek is gebleken dat ten minste
80% van hun klanten tevreden tot zeer
tevreden is over de geleverde kwaliteit
en dienstverlening.
Kies een bureau met Cedeo-erkenning.
Cedeo meet als enige onafhankelijke keuringsinstantie de kwaliteit en performance van HR-dienstverleners.
Passend George Onderwijs Hintzenweg Magazine 77, Rotterdam I nummer 5 Postbus I 2022 701, 3000 AS Rotterdam T. 010 - 250 05 01 cedeo.nl info@cedeo.nl