Zilver Magazine - Lente 2023
De Lente 2023-editie van Zilver Magazine, inspiratiemagazine voor de Twentse 60-plusser
De Lente 2023-editie van Zilver Magazine, inspiratiemagazine voor de Twentse 60-plusser
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
JAARGANG 6 NUMMER 1 - LENTE 2023
INSPIRATIEMAGAZINE VOOR DE TROTSE TWENTSE 60-PLUSSER
3, 95
Henriette Sanneman
STOND RUIM ZESTIG JAAR OP DE PLANKEN
ISSN 2665-9522
9 772665 952000
6.
HANSI EN DE ENGELEN
Anthoinette Weijn
24.
WINKELS VAN VROEGER
Harry Moek
46.
TWENTS CARMELLYCEUM
100 jaar
78.
TEGENDRAADSE TEXTIELDAMES
John van Zuidam
Al negentig jaar ga je
voor design naar Brok Interieur
BROK
INTERIEUR
90
sinds 1932
Maar liefst negentig jaar geleden
werd Brok Interieur geopend in
hartje centrum Hengelo. Eerst een
meubelmakerij en nu, bijna een
eeuw (!) later, worden er de nieuwste
designmeubelen verkocht, kun je er
terecht voor de lekkerste bedden en de
mooiste vloer- en raamdecoratie. Want
dat hebben ze er allemaal. Een team
van specialisten staat voor je klaar en
adviseert je graag!
Laat je verrassen
Want wanneer je binnenstapt bij Brok Interieur
komen de kleuren je tegemoet. Een okergele
strakke bank van Design on Stock op links en
een kobaltblauwe fauteuil van Harvink op een
groot hoogpolig kleed op rechts. Maar het
kan volgende week zo weer anders zijn hoor,
want het creatieve team schuift graag met de
meubelen en verft regelmatig de wanden in een
andere kleur. Allemaal om jou te inspireren en
om te laten zien wat er mogelijk is. En dat is veel!
Inspiratie, advies & ontwerp
Inspiratie opdoen kan dus heel goed bij Brok
Interieur. De winkel telt wel drie verdiepingen,
beschikt in totaal over 3000 vierkante meter
en werkelijk iedere hoek laat wat nieuws zien.
Maar om gevoel te krijgen bij hoe die eettafel
en eetkamerstoelen bij jou in (je nieuwe) huis
gaan staan, wordt er met je meegedacht
door een interieuradviseur. Er kan zelfs een
ontwerp op maat gemaakt worden, compleet
met vloer- en raamdecoratie. En dat geldt óók
voor de slaapkamer want met de uitgebreide
slaapafdeling waar de lekkerste designbedden
en -boxsprings staan, kunnen ze je voorzien van
een passend slaapadvies. En de slaapkamer
volledig inrichten is natuurlijk ook mogelijk.
Het merkenaanbod bestaat uit voornamelijk
Nederlands fabricaat: van Leolux tot Pastoe,
van Artifort tot Gelderland, van Auping tot
Pullman en van Luxaflex tot Tarkett. Een mix
die goed op elkaar aansluit en waarmee mooie
ontwerpen te realiseren zijn, passend bij jouw
woon- of slaapwensen.
Je bent van harte welkom
Dus of je nu enkel wat inspiratie op wilt komen
doen of interesse hebt in een uitgebreid advies
op het gebied van wonen, slapen of textiel; er
staat een team van specialisten voor je klaar.
Ze zijn al jaren op elkaar ingespeeld en hebben
allemaal hun eigen expertise. Brok Interieur is
van dinsdag t/m zaterdag geopend. Kijk voor
de koopzondagen op brokinterieur.nl.
Brok Interieur Wonen, Slapen & Textiel
Drienerstraat 47, 7551HL Hengelo
074-2913126, info@brokinterieur.nl
www.brokinterieur.nl
Voorwoord
Lente
WE KRIJGEN WEL EENS DE VRAAG HOE WE HET VOOR ELKAAR KRIJGEN IEDERE KEER
WEER ZO’N GOED GEVULDE ZILVER MAGAZINE TE MAKEN. GEEN ENKEL PROBLEEM!
ER IS ZOVEEL TE DELEN OVER MOOIE INITIATIEVEN IN ONZE REGIO, OVER TUKKERS
MET EEN BOEIEND VERHAAL OF EEN BIJZONDERE HOBBY, OVER DE HISTORIE
VAN TWENTE OF OVER DE BETEKENIS VAN KUNSTOBJECTEN WAAR U MISSCHIEN
TOT NU TOE GEDACHTELOOS VOORBIJ FIETSTE OF WANDELDE.
Voor de een betekent ouder worden het
wat rustiger aan gaan doen en dat is helemaal
prima. Een ander moet daar niet aan
denken en blijft het liefst zo lang mogelijk en
soms zelf op meerdere vlakken actief. Ook
in deze lente-editie van Zilver Magazine
inspireren we u met senioren die volop in het
maatschappelijke leven staan. Ze sporten,
hebben een winkel, schrijven een boek,
organiseren een expositie, beginnen een
opleiding, maken samen muziek of zetten
zich in voor een goed doel. In hun eigen
tempo en in hun eigen tijd, want dat past bij
deze levensfase: vooral dat doen wat goed
voelt. Zilver Magazine vertelt niet alleen
over actieve senioren, maar wordt ook voor
een groot deel gemaakt door senioren die er
stuk voor stuk plezier uithalen om verhalen
te vertellen of hun interesse te delen, in woord
of beeld. Daar zijn we blij mee want hun
bijdragen geven u, onze lezers, ongetwijfeld
een glimlach van herkenning.
Wij wensen u een mooi voorjaar, waarin
u er fijn op uit kunt gaan, bijvoorbeeld via
een van de wandelingen verderop in het
magazine, genietend van de rustgevende
Twentse natuur, een met uw eigen gedachten
of gezellig keuvelend met een maatje. Reis
in deze editie terug naar de muziek uit
uw jeugd of naar uw schooltijd. Dat laatste
deden oud-leraren en oud-leerlingen, waaronder
ik, voor het artikel over het 100-jarig
jubileum van het Carmellyceum. Natuurlijk
in deze editie ook weer culinaire klassiekers
die u thuis kunt bereiden.
Zilver Magazine Lente staat vol trotse
Tukkers en is gemaakt door trotse Tukkers.
Wij hopen dat u hun verhalen met plezier en
trots leest.
Carmen Luttikhuis
Namens alle medewerkers
.3
ZILVER LENTE 2023
INHOUD.
IN DIT NUMMER
30.
Interview
THE ANALOGUES
Dichter bij The Beatles gaat niet
20.
Koopman & Bolink
.4
INTERVIEWS
REPORTAGES
VASTE RUBRIEKEN
06. ANTHOINETTE WEIJN
schreef Hansi en de engelen
14. 100-JARIG ROOD ZWART
van voetbalclub tot breed
sociaal fundament
18. KUNST IN DE OPENBARE
RUIMTE
Koopman & Bolink
12. LEESCLUB BORNE
samen een boek lezen
en meer
24. 60+ EN WEER
NAAR SCHOOL
Harry Moek fotografie
43. CULINAIRE
VOORJAARS KLASSIEKERS
Ton Kouwenberg
30. DICHTERBIJ THE BEATLES
GAAT NIET
The Analogues
37. TURKSE SCHILDERIJEN
IN HUIS SINGRAVEN
83. MEMENTO
Een rubriek over overleden
Twentenaren uit de cultuur
34. JOKE KERKHOFF
schittert toch nog een keer
58. FERDI DE BOER
Ik ben dankbaar dat ik
genezen ben
46. 100 JAAR TWENTS
CARMELLYCEUM
Een bijzondere school viert
een bijzonder jubileum
72. LEER IETS NIEUWS
en houd uw brein actief
88. WELK OMMETJE WANDELT
U VANDAAG?
90. NIEUWE BOEKEN
In de Twentse boekhandels
63. HENRIETTE SANNEMANN
Een leven lang passie
voor opera
78. TEGENDRAADSE VROUWEN
in de Twentse textielelite
92. JAZZ
Volgens John en Ton
74. ACTIEVE 70+
Everthree
24.
Reportage
60+ EN WEER NAAR SCHOOL
Harry Moek werd vakfotograaf
COLOFON
ZESDE JAARGANG,
NUMMER 1, LENTE 2023
Een uitgave van Zilver Media BV
Grootestraat 1 B
7571 EJ Oldenzaal
46.
100 jaar
Carmel
Hoofdredactie en bladmanagement
Carmen Luttikhuis
Aan dit nummer werkten mee:
Paul Abels, Lindy Brouwer, Henk Boom,
Annemarie Haak, Joan Koenderink,
Ton Kouwenberg, Ton Lamers,
Johan Leurink, Gerrit Lansink,
Geke Mateboer, Harry Moek,
Astrid Olde Olthuis, Marcel Olde Rikkert,
Ton Ouwehand, Annina Romita,
Theo de Rooij, Jet van der Sluis, Jan Walburg,
Alphons Weierink, John van Zuidam
Coverfoto
Annina Romita
COLUMNS
11. MARCEL OLDE RIKKERT
Hij doet het weer!
COLUMNS
77. THEO DE ROOIJ
Achter de coulissen
Met dank aan iedereen die we voor deze
editie mochten interviewen, aan iedereen
van wie we beeldmateriaal ter beschikking
kregen en aan de adverteerders en
samenwerkingspartners.
.5
Redactie website
17. HENK BOOM
‘Schokkend nieuws’
23. JAN WALBURG
Het geheim achter Vermeer
96. JOAN KOENDERINK
Tante
OVERIG
Astrid Olde Olthuis
Vormgeving
Ellen Gözel-Niehoff, Enschede
whatellse.nl
Jos Hovestad, Losser
joshovestad.nl
Uitgever
36. GERRITS STUKSKE
Vuur de dweargn
van wa 77 Sneewitjes?
53. ZILVER MAATJE
Marcel Willemsen
Telefoon: 0541 511162
verkoop@zilvermedia.nl
54. MR. DR. TON LAMERS
Ik wens u veel personeel
94. PUZZELPAGINA
97. SERVICEPAGINA
Druk
Drukkerij Roelofs, Enschede
Oplage: 7.500
Bereik: 30.000 Twentse 60-plussers
Redactieadres
68. PAUL ABELS
Leve de bretel
98. ZILVER AANBIEDING
Postbus 59, 7570 AB Oldenzaal
redactie@zilvermedia.nl
Abonnementen
via verkoop@zilvermedia.nl
of 0541 511162
ZILVER LENTE 2023
ACTIEVE 60+’ER. ANTHOINETTE WEIJN
‘Eigenlijk kon ik al
lezen en schrijven
voordat ik naar de
kleuterschool ging.’
.6
// Tekst
GEKE MATEBOER
// Foto’s
GEKE MATEBOER
// Illustraties
JAN JUTTE
Nijverdalse
Anthoinette Weijn
schreef Hansi en de engelen
Engelen en brandende braambossen:
ze bestaan voor wie er in gelooft
.7
Als we Anthoinette Weijn (1960) spreken heeft ze net een brief aan Vladimir Poetin op
de bus gedaan. Poetin? Is dat haar vaste correspondentievriend? ‘Niet echt,’ lacht ze.
’Maar ik had al een tijdje het gevoel dat ik iets tegen hem moest zeggen.’ Ze schreef aan
hem als een grootmoeder, zeven jaar jonger dan de Russische opperbevelhebber. ‘Beiden
zijn we oud, u en ik, en het is dan ook vanuit een vredelievende empathie dat ik u erop
wil wijzen dat u te veel toegeeft aan uw verlangen om uw bezit uit te tekenen volgens de
grenzen uit een ver verleden. Het is hoog tijd de zaken ten goede te keren!’
De brief aan Poetin ging verge
zeld van drie papieren
geschenkjes. Een kettingbriefje
van vrede, voor om de rupsbanden
van de pantservoertuigen,
een huwelijksbootje van de liefde, ter
vervanging van de oorlogsfregatten
en een kraanvogel van vrede, in plaats
van bommenwerpers en gevechtsvliegtuigen.
‘Om verder bloed vergieten
te voorkomen wordt het kopiëren,
multi pliceren en verspreiden van deze
geschenken ten zeerste aanbevolen,’
zo besluit ze haar brief, ondertekend
door ‘Papier-oma’. Niet geweld, maar
het goede over wint het kwaad, dat is
haar gedachte.
Wie is deze droomster, om te denken
dat bezwerende woorden en fragiele
papieren frutsels de burelen van oorlogshitser
Poetin daadwerkelijk zullen
bereiken? Of dat al of niet gebeurt lijkt
haar niet te deren, het gaat om het
gebaar, de daad en het woord. ‘Ik denk
écht dat het kwade niet zal winnen.’
Anthoinette is een ster met woorden.
Met het omzetten van dromerige vergezichten
in pakkende teksten. >>
ZILVER LENTE 2023
ACTIEVE 60+’ER. ANTHOINETTE WEIJN
van nu, en een alwetende verteller. Die drie
lijnen zijn boeiend met elkaar vervlochten, en
maken dat je het boekje - het telt slechts 140
pagina’s - in één ruk wilt uitlezen. Het voert je
mee naar bloemrijke alpenweiden, idyllische
boerenhuisjes, naar jongensavonturen. Maar
ook naar schrijnende armoede, honger, keiharde
(kinder)arbeid en trieste gebeurtenissen, die
het leven van Hansi voorgoed kleuren. Toch
kijkt de oude Hans niet in verbittering terug.
Integendeel, in zijn jeugd leek de hemel boven
de kegelvormige berg de Mittagskogel ondanks
alles voor het grijpen, en reddende engelen
waren nooit ver weg.
.8
sprookjes
Hans en Hansi
Dat deed ze bijvoorbeeld in haar boek Hansi en
de engelen, dat in december van het vorige jaar
verscheen. Het was het debuut van de Nijverdalse,
hoewel ze al vaker met teksten en poëzie bezig was.
Zo maakte ze zelf geïllustreerde sprookjesboeken, en
werkte ze mee als Fee Buitenkeet aan Droomspoel
Beeldverhalen op de Nijverdalse Berg, op een steenworp
afstand van haar sprookjesachtige huisje aan
de Esweg. Maar meer nog: ze won in 2011 met haar
gedicht ‘Mensen die lezen’ de Willem Wilmink prijs.
Tot haar grote verbijstering. Want als het aankomt
op haar eigen werk, is Anthoinette de vlees geworden
bescheidenheid. Altijd zijn er in haar ogen wel
anderen die het beter en mooier kunnen zeggen
dan zij. Toen vorig jaar het verlossende telefoontje
kwam van de uitgever, die meedeelde dat hij wel wat
zag in haar manuscript, was het Nijverdalse huis te
klein om de verbazing en vreugde te herbergen. Haar
verhaal! In boekvorm?!
De hemel voor het grijpen
Hoewel ze het inkleurde, was Hansi en de engelen
niet echt haar eigen verhaal, maar het verhaal van
haar man Hans. Die opgroeide in een piepklein
boerendorpje aan de voet van de Karawanken, een
bergmassief in Karinthië op de grens met Slovenië.
Het is het verhaal over de eerste elf levensjaren van
een jongen, klein van stuk, met hemelsblauwe ogen
en spierwit haar. Weijn vertelt zijn verhaal vanuit
drie perspectieven; de jonge Hansi, de oude Hans
Anthoinette Weijn pakte gedurende haar
werkzame leven allerlei dingen aan. Ze was niet
alleen specialist op het gebied van gordijnen
en tapijten. Ze was ook uitvaartverzorgster
voor een groot uitvaartbedrijf. ‘Dat duurde
niet zo heel erg lang. Nabestaanden vroegen
me soms om een toespraakje te houden. Dat
deed ik dan met liefde, want ik wilde graag iets
betekenen voor de mensen. Maar dat mocht
niet van de uitvaartmaatschappij – toespraken
houden was niet de bedoeling.’ Dus ging ze
vakantiebungalows schoonmaken. ‘Je moet
toch wat?’ Later hielp ze haar man in zijn
interieurbouwbedrijf. Begon weer een eigen
winkeltje.
‘Telkens kierde even
de hemelpoort.’
‘Voor mij was het in eerste
instantie een cadeau voor Hans.
Pas daarna werd het echt een boek.’
Hansi en de engelen,
door Anthoinette Weijn,
geïllustreerd door Jan Jutte
ISBN 9789493 183391
Corona
Met de pensionering van Hans kwam er eindelijk meer
ruimte om een oude liefhebberij weer op te pakken: het
schrijven. ‘Dat deed ik al heel jong. Eigenlijk kon ik al lezen
en schrijven voordat ik naar de kleuterschool ging. Dankzij
liefhebbende, aandachtige ouders én het feit dat ik enigst
kind was. Ik werd beslist niet verwend met spullen, maar
wel met veel aandacht.’ Later begon ze met het schrijven
van stukjes, voor de lokale krant en voor de Margriet.
Poëzie, en sprookjes. En toen was er opeens corona. ‘Net
als iedereen moesten Hans en ik ervoor zorgen dat we ons
thuis bleven vermaken. Je bent op elkaar aangewezen en je
moet je best doen om het leven voor jezelf en de ander een
beetje leuk en interessant te houden. Ik had al veel langer
het idee om eens wat te schrijven over de jeugd van Hans
in Karinthië. Over al die momenten in zijn jonge leven dat
hij onwaarschijnlijk veel geluk – bij een ongeluk – had,
zijn bijna-dood-ervaringen. Al die momenten waarop hij
een beschermengel op z’n schouder moet hebben gehad.’
Want de kleine Hansi viel half uit een raam, viel uit een
boom, viel van een paard-en-wagen. En telkens kierde
even de hemelpoort.
‘Het was heel gek. Ik zag mezelf op de grond liggen
en ook hoe er heel langzaam wat bloed uit mijn
hoofd kwam dat een klein rood stroompje op de weg
maakte. Ik voelde niks, ik hoorde niks maar ik zag
wel alles, en ik zag ook dat het paard van de boer
maar doordraafde alsof er niks was gebeurd. En toen
opeens, was de engel er weer, ik denk dezelfde engel
als toen, maar ik weet het niet zeker.’
Zauberhaft
Op het eind van het boek is er het verhaal over een
geestverschijning én een brandend braambosje, beide
gezien door zowel Hansi als zijn broertje Pepi. Niemand
gelooft de kinderen. Maar Pepi en Hans delen zeventig
jaar later nog steeds exact dezelfde ervaring. ‘Daar zijn
geen woorden voor,’ zegt de verteller. De gesprekken over
de jeugdherinneringen van Hans mondden uit in Hansi
en de engelen. ‘Voor mij was het in eerste instantie een
cadeau voor Hans. Pas daarna werd het echt een boek. Ik
ben nog telkens weer verbaasd over alle positieve reacties
die ik krijg. Veel mensen herkennen zich blijkbaar in de
drie perspectieven – die van de verteller, de onbevangen
ogen van een kind én de terugblik van de volwassene.’ Op
dit moment ligt Hansi zelfs bij een grote Duitse uitgever
op de stapel om te zien of er markt voor is bij
de Oosterburen. ‘Das Buch ist ja zauberhaft!’
schrijft een lezeres. En, komt er een volgend
boek over haar eigen levenservaringen? ‘Ik
denk daar wel over na. De kunst is om van
gebeurtenissen in je leven voldoende afstand
te hebben om ze te kunnen beschrijven zonder
dat het gezeur wordt. Ik denk dat ik dat wel
kan. Dan moet het een beetje worden wat
Ramsey Nasr deed met zijn Wunderkammer
(tv-programma, red.): het beschrijven van een
bonte verzameling dingen die je vergaarde in je
leven en die de moeite van het bewaren waard
waren.’
Op de foto: Anthoinette Weijn thuis in
Nijverdal bij een sprookjesachtig tuinhuisje.
Haar man Hans timmert deze bijzondere
heksenketen, mijmerketen en voederhuisjes
onder de naam ‘Buitenkeet’.
.9
ZILVER LENTE 2023
ZILVER ZAKELIJK. KOCK VAN BENTHEM MAKELAARS
Bert Kock en Han van Benthem:
samen 25 jaar in het makelaarsvak
.10
Bert Kock en Han van Benthem werken
al 25 jaar als makelaars samen. In 2000
begonnen ze onder de naam Euverman
Temmink en Partners hun eigen kantoor
in Oldenzaal aan de Deurningerstraat.
Het kantoor ging vrij snel verder onder hun
eigen namen: Kock van Benthem. Via het
Bisschopspleintje kwamen ze in het huidige
pand aan de Bisschopstraat terecht waar
ze nu samen met vier collega’s werken.
Breed pakket
Han: ‘We zijn breed georiënteerd. We doen taxaties, verkoop
en verhuur van panden, zowel voor de zakelijke als particuliere
markt, maar ook projectontwikkeling.’ Bert: ‘Ons werkgebied
is met name Noordoost-Twente en Enschede en we hebben
in Bad Bentheim ook een kantoor. Dat is sinds 2008, toen
veel naar Duitsland geëmigreerde Twentenaren toch weer
terug wilden verhuizen naar Nederland. Daar konden we een
hoop klanten mee helpen. Daarnaast zijn we aangesloten bij
Baerz & Co., een samenwerkingsverband van makelaars voor
het exclusieve onroerende goed.’
Wat kenmerkt Kock van Benthem?
Han: ‘Nou ja, 25 jaar ervaring en een uitgebreid netwerk
natuurlijk, dat is heel belangrijk!’ Bert: ‘We zijn nuchter,
betrouwbaar, traditioneel, maar gaan wel mee met onze
tijd. We hebben een gemiddeld jong team, maar houden
tegelijk ook wel van een degelijke manier van werken. We
overschreeuwen onszelf niet en houden niet van bla-blaverhalen
of van een bord ‘VERKOCHT” maandenlang in de
tuin. Je moet je klanten serieus nemen, een huis (ver)kopen
is een heel belangrijke stap in je leven.’
Markt voor ouderen groeit
De seniorenmarkt is voor Kock van Benthem belangrijk en
groeiende. Bert: ‘Er is meer vraag naar appartementen en
dat geeft ook weer doorstroming bij andere woningtypes.
We ontwikkelen zelf nieuwe appartementprojecten, zoals de
Mauritsveste, De Hoge Haer en de drie appartementen torens
aan de Griekenlandlaan. We gaan binnenkort appartementen
realiseren bij voormalig Hotel Berg en Dal en op de plaats
Foto: Bert Kock (l) en
Han van Benthem (r)
van het voormalige arbeids bureau in Oldenzaal gaan we de
ontwikkeling doen van het appartementencomplex Queen.
Schrijf maar op, dat is een nieuwtje voor Oldenzaal!’
Han: ‘Ook ondersteunen we senioren bij verbouw, zoals
het levensloopbestendig maken van hun woning en denken
we mee in de overdracht van vastgoed aan kinderen.’
Woningmarkt
Al
komt weer in
6
balans
jaar
Bert: ‘De gekte in de woningmarkt is er gelukkig weer uit. Er
staan geen rijen kopers meer voor de deur en het is geen
uitzondering dat een huis enkele maanden in de ver koop
staat. Als makelaar moeten we nu ook meer doen voor een
verkoop, er is nu meer
op
aandacht en minder
rij!
druk. De stijgende
hypotheekrente is merkbaar, maar die stijging is op zich wel
gezond. Het aantal huizen “onder water” valt ondanks de
hogere rente mee. De waarde van woningen is de laatste
jaren toch behoorlijk gestegen en de overheid heeft meer
voorwaarden aan hypotheekverstrekking gesteld. Er zit nu
veel minder lucht in de financieringen.’
Volgens de NVM hebben wij in 2021 wederom
de meeste transacties* gedaan en de hoogste
opbrengst behaald bij alle woningtypes.
Jong en oud
Op de vraag “Wat moet de lezer verder nog van Kock Van
Benthem weten?” kijken Bert en Han elkaar vragend aan,
waarop Bert de vraag doorgeeft aan een jongere medewerkster,
Daisy. Zij zegt: *Gebied: ’Dat Oldenzaal we er zijn + Losser voor jong + Dinkelland èn oud,
natuur lijk! O ja, en dat we binnenkort onze gewel dige
nieuwe website gaan lanceren!’
9.3
klant
beoordeling
Wilt ook een huis aan- of verkopen,
KockvanBenthem wanneer mogen komt wij graag dan bij vrijblijvend
uw Thuis komen?
bij u langs voor al uw vastgoedvragen.
T 0541 522 022
E info@kvbm.nl
Bisschopstraat 18, 7571 CZ Oldenzaal | Telefoon: 0541 522 022 kvbm.nl | kvbm.nl
COLUMN. MARCEL OLDE RIKKERT
Marcel
COLUMN
Olde Rikkert
Hij doet het weer!
Marcel Olde Rikkert is in
zijn woonplaats Nijmegen
hoogleraar geriatrie in het
Radboudumc en hoofd van
het Radboudumc Alzheimer
Centrum. Hij is geboren en
getogen in Hengelo.
Zijn missie is om oudere
mensen zo goed mogelijk
te helpen kiezen uit al wat
de geneeskunde te bieden
heeft, passend bij hun eigen
verhaal. Dat heeft hij ook
beschreven in zijn boek
‘Jong blijven en Oud worden’
(2015, Thoeris A’dam).
Heeft u een vraag aan
professor Olde Rikkert,
stuur dan een e-mail naar
redactie@zilvermedia.nl
t.a.v. de heer Olde Rikkert.
‘Olde Rikkert, dat is een bekende naam. U komt
zeker uit Twente?’ vroeg een 75-jarige patiënt
me op een zondagmorgen. Hij was de dagen
ervoor nog erg verward geweest en kon toen
geen zinnige vraag stellen. ‘Ja dat klopt, geboren
en getogen in Hengelo. Met veel plezier! En ik
voel me nog steeds thuis in Twente’, antwoordde
ik. ‘Olde Rikkert komt geloof ik van ‘Oude
Rijkaard’, maar wij komen uit de arme tak.’ Hij
kon er wel om lachen, en sprak meteen honderduit
over zijn eigen Twentse belevenissen
als notaris. Twee weken daarvoor was hij voor
een complexe ingreep aan zijn grote lichaamsslagader
opgenomen. Vanuit de afdeling
geriatrie hadden we hem begeleid, omdat hij
na die grote operatie acuut verward was geraakt.
Een delier, heet dat. De hersenen kunnen
hun normale functie niet meer waarmaken,
met vaak verwarrende en angstige hallucinaties
tot gevolg. Niet verwonderlijk na een operatie
van acht uur, waarin het hart tijdelijk uit de circulatie
wordt genomen en
het lichaam wordt afgekoeld
om zo min mogelijk
hersenschade op te lopen.
Vooraf hadden we beoordeeld
of hij een dergelijke
ingreep zou aankunnen.
We dach ten van wel. Hij wandelde nog regelmatig,
dus hart en longen hadden nog voldoende
reserve. Wel had hij lichte geheugenklachten,
wat vooraf de kans op een delier al had vergroot.
En inderdaad, de operatie verliep geslaagd, maar
hij was nadien helemaal de weg kwijt. We lieten
hem in een ‘tent-bed’ verplegen, omdat dat veiliger
en rustiger is. Je ligt dan in een soort grote
doos van tentdoek vastgemaakt aan het bed.
Maar vakantie is zo’n tentje allerminst. En zo’n
delier is ook schrikken voor de familie! Maar gelukkig
klaren delirante patiënten vaak weer op.
Soms helemaal, vaak tenminste ten dele.
‘Olde Rikkert
komt geloof ik van
Oude Rijkaard’
Zo ook bij onze oud-notaris. Als de zon die plots
door de wolken breekt, zo keerde zijn normale
cognitie ineens terug, die zondagmorgen. ‘Aha,
de arme familietak. Vandaar dat ik u als notaris
zo weinig voorbij heb zien komen zeker.’
Regelmatig zijn mensen door een delier ook
tijdelijk onrustig en doen ze dingen zonder het
goed te beseffen. Tot en met gevaarlijk gedrag
voor zichzelf of de verpleging. Zo was hetzelfde
weekend een andere heer delirant geworden
door een longontsteking. De eerste middag ging
het al mis. Zijn broodmes was naar zijn smaak
niet scherp genoeg. Zwaaiend met het mes vroeg
hij om beter gereedschap en beter snijdbaar
brood… En even later was hij met infuus zijn bed
uitgestapt en op de grond gegleden. Alle reden
om ook hem in een tentbed te verplegen.
En wonderwel was ook hij die zondag ineens
weer helder. Hij vertelde honderduit over zijn
uitvindingen als ingenieur bij Philips. Hij had die
grote vierkante lichtbakken ontwikkeld die op
hoge masten in de hoek
van het voetbalveld staan.
Hij glom van trots terwijl
hij erover sprak en van verwardheid
was gelukkig
geen sprake meer.
Dergelijke acute verwardheid
treedt nogal eens op bij oudere mensen en
roept bij familie vaak de vraag op of er dementie
speelt. Maar bij een delier kan het licht even
plotseling weer aan gaan als het uit ging! Alle
uithoeken van de hersenen worden ineens
weer goed verlicht. Het is als met de contactstoornis
van onze afwasmachine. Hij deed even
niets meer, maar met voldoende stroom kan hij
alle complexe programma’s weer draaien. Dus
wanhoop niet meteen als uw zieke geliefde
plots de kluts kwijt is. Hij kan het ook zo weer
gaan doen!
Marcel
Olde Rikkert
Klinisch geriater Radboudumc
.11
ZILVER LENTE 2023
SAMEN. LEESCLUB
Een
// Tekst & foto’s
ANNEMARIE HAAK
leesclub
samen een boek lezen en meer
‘Ik las eigenlijk alleen als ik op vakantie was en dan ook nog van die luchtige
romannetjes’, begint Ina Scholten. ‘Schrijvers als Isabel Allende of Connie Palmen
zou ik nooit kiezen. Dat leek me veel te moeilijk. Tot ik bij deze leesgroep kwam.’
.12
Gezellig zitten de zes vrouwen in de woonkamer
van Stien Weken. Op de tafel voor
iedereen een kop thee en een schaal lekkernijen.
Iedere zes weken komen ze bij elkaar om over
een boek te praten. De titel wordt vooraf be paald.
‘We zijn bij elkaar gekomen door een oproepje van
het Kulturhus’, begint Stien. ‘Stichting Senia, een
landelijke organisatie van lees- en luisterclubs, wilde
ook in Borne een leesgroep opzetten.’ Uit de aanmeldingen
konden twee groepen worden samengesteld.
De ene groep wilde in het Kulturhus samen
komen, de andere liever thuis. ‘Uit de verschillende
categorieën kunst, cultuur, geschiedenis, architectuur
en literatuur kozen wij allemaal voor literatuur.
Moderne schrijvers, Nederlandse of buitenlandse,
dat maakt niet zoveel uit. Meestal kijken we op de
leeswijzer van Senia naar de aanbevelingen.’ In de
leeswijzer staat vaak een beknopte samenvatting van
het boek en een korte beschrijving van de auteur.
Spreekt dat aan, dan is de keus al gauw gemaakt.
Punt is altijd wel om voor iedereen een boek te
bemachtigen. Kopen is het gemakkelijkst, maar niet
iedereen wil dat. De meesten kiezen voor de bieb.
‘Blijkt het erg moeilijk te zijn dan rouleren we de
boeken die we wel hebben.’
Tijdens de bijeenkomsten krijgt het boek eerst een
cijfer. Vervolgens wordt het boek besproken. Wat sprak
je aan? Wat viel je op? Wat vind je van de hoofdpersoon?
Zou je iemand anders dit boek aanraden?
‘Door erover te praten kun je hele andere inzichten
krijgen. Soms komen er persoonlijke ervaringen
op tafel of ontstaan er diepgaande gesprekken. We
willen absoluut niet emotioneel worden, maar het
komt zeker voor dat je geraakt wordt als een van
ons iets deelt wat echt binnen komt.’ Er valt even een
stilte alsof de groep zich iets herinnert, maar dan
haakt Michelle van Otten in: ‘Die verhalen blijven wel
in de groep hoor, we moeten elkaar kunnen vertrouwen!’
Die uitspraak wordt onmiddellijk bevestigd.
Ontspanning en plezier
Behalve voor lezen nemen de dames ook de tijd voor
andere leuke dingen. Zo hadden ze onlangs een boek
gekozen, maar daar was heel moeilijk aan te komen.
‘Toen we weer samenkwamen, was het niet iedereen
gelukt om het boek te bemachtigen. Dus konden we
ook geen bespreking houden. Toen hebben we een
high tea opgezet, heel gezellig’, lacht Marlou Brugman.
‘Dat boek doen we een andere keer nog wel eens. We
hebben ook al eens een theatervoorstelling bijge
woond naar aanleiding van een boekbespreking.’
Ontspan ning en plezier staan voorop bij de leden. Is
een boek verfilmd en draait deze in een bioscoop in de
buurt, dan kopen ze kaartjes. Marlou: ‘Op deze manier
leren we elkaar ook op een andere manier goed kennen
en dat is eveneens heel waardevol.’
Leerzaam
Jij zegt het, een roman van Connie Palmen, leverde
zelfs een komische situatie op. In dit boek wordt veel
gerefereerd aan de Griekse mythologie. Ina Spoor
wilde het erg goed doen en dook als een bezetene
diep in deze materie, tot grote hilariteit van de anderen.
‘Ze kon ons alles vertellen over de godenleer en
de vele verhalen die daaraan verbonden zijn, maar dat
hoeft natuurlijk niet. Connie Palmen is beslist niet
een van de gemakkelijkste schrijvers maar je hoeft ook
niet alles te begrijpen.’ Ze kunnen er nog om lachen.
Uiteraard blijft het niet alleen bij de boeken die
besproken worden. Tussendoor worden ook andere
boeken gelezen. ‘Soms ben ik wel in meerdere boeken
‘Door erover te praten
kun je hele andere
inzichten krijgen.’
‘Die boeken brengen je
net iets meer dan een
simpele roman.’
tegelijk bezig, dat zijn meestal luchtige romans voor
tussendoor’, verklapt Michelle. Lucinda Riley blijkt
geliefd, omdat deze Noord-Ierse schrijver in haar serie
De Zeven Zussen veel aandacht besteedt aan de
omgeving en de geschiedenis van de verschillende
landen waarin haar boeken zich afspelen. ‘Die boeken
brengen je net iets meer dan een simpele roman.’
Momenteel is de groep bezig met het boek Violeta, de
nieuwste uitgave van Isabel Allende, een keuze van
Rina Hensen. ‘Hierin speelt het feminisme een grote
rol en dat thema spreekt mij zeer aan. De positie van
de vrouw en daarbij het opkomende socialisme. Isabel
heeft van dichtbij de staatsgreep in Chili meegemaakt
waarbij haar oom werd afgezet als president.’ Voor het
verhaal van Violeta heeft de schrijfster zich laten inspireren
door het leven van haar moeder, geboren
tijdens de Spaanse griepepidemie in 1920 en over
le den kort voor de coronapandemie. Ze maakte de
Grote Depressie mee, de twee wereldoorlogen, de
opkomst en ondergang van tirannen en ze voerde een
niet aflatende strijd voor de rechten van de vrouw.
Na Violeta zal er waarschijnlijk nog één boek samen
gelezen worden. Wat dat zal zijn is nog niet bekend.
Tijdens de zomermaanden, juni, juli en augustus
komen de vrouwen niet bij elkaar. Dan verdiepen ze
zich in hun eigen voorkeur, want boeken lezen is voor
ieder een passie geworden.
N
.13
ZILVER LENTE 2023
SPORT. ROOD ZWART
100-JARIG
ROOD ZWART
van voetbalclub
tot breed sociaal
fundament
.14
Ze zijn er nog, leden die een leven lang
trouw blijven aan een en dezelfde club.
Gerhard Bebseler (96) is er een van. De
boerenzoon uit de buurtschap Wiene was
14 jaar toen hij lid werd van voetbalvereniging
Rood Zwart in Delden. Dat is dit
jaar 82 jaar geleden. ‘Hier ben ik thuis.’
// Tekst
JOHAN LEURINK
// Foto’s
JOHAN LEURINK
ARCHIEF ROOD ZWART
Rood Zwart 1924-1925
Rood Zwart 1928
‘Ons uitgangspunt
is dat niemand
buiten de boot
mag vallen.’
We spreken de nestor van de club en voorzitter
Robert Ros in het indrukwekkende
Het Noaberhoes van Rood Zwart, dat
dit jaar zelf het 100-jarig bestaan viert. Een paar
minuten daarvoor is al duidelijk geworden dat er
helemaal niets mis is met het geheugen van Gerhard.
We kijken op dat moment naar de grote foto die aan
de gevel van het ontmoetingscentrum op het fraaie
sportpark De Scheetheuvel hangt. ‘Het elftal uit
1958’, zegt hij en terwijl een wijsvinger alle spelers
langs gaat, noemt hij ze stuk voor stuk bij naam. ‘Op
één na allemaal overleden.’
Vanzelfsprekend
‘Ik ben in 1941 lid geworden’ zegt hij even later,
terwijl we aan de kolossale massief houten stamtafel
zitten. ‘Dat ik bij deze club zou gaan spelen was
vanzelfsprekend. Jaren later heb ik nog met de vader
van Robert in het bestuur gezeten. In dit tijd waren de
sportactiviteiten in Delden bovendien ook beperkt.
Je kon ook tennissen, maar dat was voor deftige leu.’
Hij speelde rechtsbuiten, maar was geen hoogvlieger,
zegt hij eerlijk. ‘Het eerste elftal heb ik dan ook nooit
bereikt. Maar ik was wel rap. Het was trouwens
knap lastig om in de oorlog vanuit Wiene bij het
voetbalveld te komen. We hadden geen fietsen meer.
Daar reden de Duitsers op. Dat was dus lopen. Maar
we namen het voetballen serieus, dus iedereen was
er altijd. We konden op elkaar rekenen.’
Lijfspreuk
Gerhard wijst naar het midden van de stamtafel,
een zelf gemaakt geschenk van een groep 50-plusvoetballers
die zich het ‘Viagra Team’ noemt. ‘Met
elkaar, voor elkaar’ staat er in gitzwarte letters.
Verderop in het gesprek wordt duidelijk dat het de
lijfspreuk is, waarop het bestaan van de club stoelt.
‘Zo was het vroeger al en zo is het nog steeds’, vindt
Bebseler, die er in al die jaren zelf het nodige aan
heeft bijgedragen. Zo was hij jarenlang secretaris,
verzorgde hij de ledenadministratie, was hij wedstrijdsecretaris
en archivaris, bracht hij dertig jaar
lang het clubblad rond en is hij tot op de dag van
vandaag nog als redacteur betrokken bij het schrijven
van het clubblad. Geen wonder daarom dat hij
tijdens de officiële jubileumreceptie bij monde van
bondsvertegenwoordiger Ate Brunnekreef door
de KNVB werd benoemd tot lid van verdienste.
Burgemeester Ellen Nauta verraste Rood Zwart bij
die gelegenheid met de Koninklijke Erepenning.
‘Voetbalvereniging Rood Zwart draagt al honderd
jaar bij aan de sportiviteit en leefbaarheid in Delden.
Een mooie prestatie die grote waardering verdient’,
verklaarde zij. >>
.15
ZILVER LENTE 2023
SPORT. ROOD ZWART
Rood Zwart 1937
‘Niet alleen aan
jezelf denken,
was het devies
van mijn ouders.’
.16
Warm en betrokken
De voorzitter is het er helemaal mee eens. ‘Rood Zwart is
een warme betrokken vereniging die het sociale hart laat
spreken. Ons Noaberhoes draagt deze naam niet voor niets.
Het is een maatschappelijke voorziening waar iedereen
welkom is en gebruik van kan maken. Wij zijn sinds jaar
en dag sterk ingebed in de samenleving van Delden en
dorpen en buurtschappen eromheen.’ Er volgt een niet
complete lijst van organisaties en verenigingen die dankbaar
en veelal gratis gebruik maken van Het Noaberhoes.
Een biljartvereniging, jeu de boules, een klussen ploeg,
dansgroep, de activiteiten Samen Eten en Kooklessen
voor Ouderen, dagopvang van Franje, het Rode Kruis,
de seniorenorganisatie KBO, er is bingo, een sportinstuif
voor de jeugd, er zijn schoolsportactiviteiten en een
organisatie voor kinderopvang en BSO vindt er onderdak.
Voor elke gebruiker geldt dat deze de activiteiten
zelf organiseert. Waar nodig helpen de vrijwilligers van
Rood Zwart en vijf vrijwillige beheerders van de club
houden bij toerbeurt een oogje in het zeil.
Visie
Het Noaberhoes is er niet alleen groot genoeg voor, maar
blijkt er speciaal voor te zijn gebouwd. Het ‘geestelijk’
fundament hieronder werd in mei 2011 gelegd met
een statutenwijziging. Een jaar daarvoor was, na een
bestuurscrisis, een nieuw bestuur samengesteld, met de
nu 64-jarige Robert Ros als voorzitter. ‘In die jaren hadden
wij al enkele niet-voetbal-gerelateerde activiteiten in huis,
maar met de wijziging van de statuten verplichtten wij
ons om ons zo breed mogelijk ten dienste te stellen van
de samenleving’, zegt Ros. Daar ligt een visie aan ten
grondslag. De bevolkingsgroei van Delden stagneerde.
Niet alleen Rood Zwart maar ook andere verenigingen
kregen te maken met minder instroom van de jeugd. Omdat
nieuwbouw van woonwijken uitbleef verlieten jongeren
het stadje. Ros: ‘Bovendien was er in de samenleving sprake
van toenemende individualisering en sterke vermindering
van de verbindende kracht van instituten als de kerk. Dat
leidde tot eenzaamheid, zeker onder ouderen. Dat vonden
wij een ongewenste ontwikkeling. Ons uitgangpunt is dat
niemand buiten de boot mag vallen.’
Voorliggende voorziening
De gemeente Hof van Twente waartoe Delden behoort
is vanzelfsprekend blij met Rood Zwart. De club past
in het plaatje van de zorgverlening, vindt ook Ros.
‘Wij zijn in dit opzicht eigenlijk een voorliggende
voorziening. De overheid wil mensen zo lang
mogelijk buiten de dure zorg houden. Daar dragen
wij aan bij. Het mooie is ook dat in ons Noaberhoes
vriend schappen ontstaan.’ De vraag of hij zelf ook
heeft gevoetbald is retorisch. Natuurlijk heeft Robert
bij Rood Zwart tussen de lijnen gestaan. En waar
hij het kortstondig tot het eerste elftal heeft geschopt,
was zijn broer Geert jarenlang de onbetwiste topscorer
van het vlaggenschip van Rood Zwart.
Rood Zwart 1958
‘Wat wij hier doen, de betekenis die onze vereniging
heeft voor de samenleving, is iets dat ik zelf van huis uit
heb meegekregen. ‘Niet alleen aan jezelf denken, was
het devies van mijn ouders’, zegt de geschiedenisdocent,
die zich als gemeenteraadslid in de Hof van Twente ook
al inzette voor de gemeenschap. Beroepshalve is hij
griffier van de gemeente Twenterand.
Rood Zwart grijpt het 100-jarig bestaan aan om het
hele jaar door jubileumactiviteiten te organiseren. Het
programma is te vinden op de website roodzwart.nl,
waar ook de rijke geschiedenis en sportieve prestaties
van de club worden beschreven.
INTERVIEW. COLUMN. WEDUWE HENK BOOM TIMMERMAN?
column
‘Schokkend nieuws’
HENK
BOOM
‘Schokkend nieuws’ werd het genoemd door de vaderlandse advertentiebaronnen.
Nou, voor mij was de mislukte deal tussen Talpa en RTL het beste
nieuws van de laatste jaren. RTL kende ik al toen ik ruim veertig jaar geleden
als radio- en tv-redacteur braaf stukjes schreef over Bonanza en De Wrekers.
Maar Talpa? Dat heeft toch iets te maken met overschrijdend kijkgedrag? Of is
dat de VARA? In elk geval heb ik begrepen dat Talpa een metafoor is van de
Dagobert Duck van de Gooise matras. Ach, u kent hem wel: John de Mol.
Maar goed, geen RTL-Talpa. Omdat SBS een kopie zou zijn van RTL. Het is toch
niet te geloven dat er een toezichthouder aan te pas moet komen om dat te
con stateren. Zelfs een blinde kan dat nog zien. Iets beroerds dat vrijwel gelijk
is aan wat anders beroerds in de grote mollenwereld mag nooit worden
gefuseerd. Daar wordt het alleen maar beroerder van.
En dan komt het. SBS6, een geadopteerd Talpa-kind, zou minder scorende
programma’s maken en bovendien op een minder gunstige plek op de afstandsbediening
zitten. Dat was het moment dat ik naar adem moest happen. Minder
scorend? Alsof het om FC Twente zou gaan. Minder aantrekkelijk voor de kijker
zullen ze bedoelen. Als je dan onder dezelfde noemer doorgaat - het zogenoemde
‘Mol-concept’ - wordt het niveau van de programma’s van Talpa en RTL
onder een onaanvaardbaar kwaliteitsgemiddelde getrokken. En laten we wel
zijn, die lat ligt sinds Big Brother toch al niet erg hoog.
Inmiddels heb ik me suf gestaard op mijn afstandsbediening maar echt, nergens
heb ik een SBS-knop kunnen vinden. Dat zal dan wel aan mij liggen want ik ben
nog van de Draadomroep-generatie. In mijn jonge jaren kon je met een simpele
draaiknop aan de muur vier zenders kiezen op de radioluidspreker. Dat waren
nog eens tijden. Er was in die tijd ook maar één Voice en dat was His Masters
Voice. Waarmee ik uiteraard mr. G.B.J. Hilterman bedoel die ons één keer per
week bijpraatte over de toestand in de wereld. Dat was Jinek, Op 1 en Nieuwsuur
samengebald in een half uurtje op de zondag. Hoe simpel wil je het hebben?
Henk Boom (1945), geboren
in Almelo en woonachtig in
Diepenheim. Als journalist
werkte hij bij het dagblad
Tubantia en bij de Haagsche
Courant. Als correspondent
was hij ruim dertig jaar
actief in Mexico en Spanje.
Als auteur wijdt hij zich nu
aan boeken met historische
thema’s.
.17
Als het eenmaal avond was, keek ik uit naar Swiebertje en Floris. Ik bleef thuis
als Mies Bouman op de buis kwam. Zo was het toevallig ook nog eens een keer.
Wat waren we gelukkig zonder al die mollen. Daar hoefde geen toezichthouder
aan te pas te komen. En dan durven ze te zeggen dat er met zo’n mislukte fusie
tussen RTL en Talpa ook nog een verliezer is. Helemaal fout. Er is slechts één
winnaar. En dat zijn wij.
Henk Boom
ZILVER LENTE 2023
KUNST. IN DE OPENBARE RUIMTE
// Tekst
JET VAN DER SLUIS
// Fotografie
AGNES MONKELBAAN
JOSEFINA EIKENAAR
JET VAN DER SLUIS
ARCHIEF
KOOPMAN & BOLINK:
HOFLEVERANCIERS
.18
Het Twentse kunstenaarsduo Koopman & Bolink is tot hun eigen
verbazing opeens gepromoveerd tot ‘hofleverancier’. Voor de nieuwe
gordijnen voor het Koninklijke Paleis Huis ten Bosch in Den Haag werd
een van hun beelden uitverkoren om nageborduurd te worden.
Het gaat om het iconische Ketelhuisje dat bij de ingang van de
Noordoostpolder staat, vlak bij de Ketelbrug, langs de A6.
Ze zijn er nog steeds een beetje beduusd van.
Kunstenaarsduo
Gerard Koopman (Enschede, 1938) en
Frank Bolink (Enschede, 1943) hebben, naast
hun Twentse wortels, nog veel meer met elkaar
gemeen. Ze studeerden allebei archi tec tuur aan
de fameuze AKI in Enschede, werkten beiden als
(binnenhuis)architect en vormgever en gaven
ze in een later stadium ook alle twee les aan de
academie waar ze zelf het vak geleerd hebben.
Vanaf 1985 werken ze als het duo Koopman & Bolink
aan kunsttoepassingen in de openbare ruimte.
De kunstenaars delen dezelfde voorliefde voor
heldere en sobere proporties en streven naar
een grote herkenbaarheid. Ze beschouwen het
als een uitdaging om ook mensen zonder kunsthistorische
achtergrond op een directe manier
met hun beelden aan te spreken. Wat opvalt in
vrijwel al hun ontwerpen is de luchtigheid ervan.
Ze ontwikkelden een eigen stijl en een vorm van
visuele humor die bijdraagt aan het goede humeur
van ieder die hun werk bekijkt. Koopman om -
schrijft hun creatieve samenwerking het liefst in
termen van het voetbal: “De één zet voor en de
ander schopt hem erin, in wisselende combinaties.”
Het Glazen Bos
Hun eerste opdracht in de openbare ruimte
in Twente was de speelse Toren voor het
Psychiatrisch Ziekenhuis Twente (Enschede,
1985). Maar het meest bekend is toch wel
het bijzondere Glazen Bos dat in 1992 aan
de rondweg van de gemeente Haaksbergen
geplaatst werd, ter hoogte van de Scholtenhagenweg.
Een letterlijk schitterend, maar
kwetsbaar beeld. Het bestaat uit een rij van
twaalf op glaspanelen geschilderde bomen.
Voor elke afzonderlijke boom waren ook weer
twaalf glazen panelen nodig, zodat het geheel
uit maar liefst 144 glasplaten bestaat. Helaas
is dit beeld al diverse malen door vandalen
belaagd, maar dankzij de lange adem van
de kunstenaars (die al drie keer bereid waren
tot een restauratie) én de voorbeeldige inzet
van de gemeente staat het bos er ook nu nog
stralend bij. In Twente vinden we verder in
Nijverdal en Ootmarsum beelden van hun
hand. >>
‘De één zet voor en de
ander schopt hem erin,
in wisselende combinaties.’
.19
ZILVER LENTE 2023
KUNST. IN DE OPENBARE RUIMTE
Het Ketelhuis
In 1993 ontwierp het duo het eerste Monument
Noordoostpolder, bedoeld voor de invalsweg
over de Ketelbrug, de A6. Het beeld werd nog
in datzelfde jaar in baksteen uitgevoerd en in
1994 onthuld. De basisvorm van dit beeld is
een archetypisch huisje dat zo plat oogt als
.20
ARCHETYPISCH
een kindertekening door de trapeziumvormige
plattegrond die de kunstenaars gebruiken.
Vanuit welke hoek je dit bakstenen bouwwerk
ook bekijkt, het blijft onmiskenbaar een huis. Uit
de schoorsteen wappert een rookpluim gemaakt
van aluminium die tegelijkertijd als windvaan
fungeert. Op die ‘rook’ stampt een dapper bootje
tegen de wind in. Precies op het niveau van de
windvaan stond vroeger het water, waarbij de
suggestie van tegenwind staat voor de enorme
worsteling die deze waterwerken met zich met
meebrachten. De symboliek is in één oogopslag
duidelijk en dat is knap, want meer tijd heeft de
voorbij zoevende automobilist immers niet. Het
beeld trok aandacht in binnen- en buitenland en
kreeg al gauw de koosnaam Het Ketelhuisje.
Inmiddels hebben alle drie de belangrijkste
toe gangswegen tot de polder hun eigen huisje,
steeds op basis van hetzelfde afgeschuinde
grondplan. In 2007 volgde de opdracht voor
het tweede monument dat op de grens met
Friesland, vlakbij Lemmer is verrezen. Ditmaal
koos het duo voor een uitvoering in cortènstaal.
Je ziet een schip dat vastloopt op het dak van
het huis en dat gebeurt precies op de grens
met het oude land, waar vroeger de oude
zeedijk het water tegenhield. Ook deze speelse
schipbreuk laat niets aan duidelijkheid over en
dit beeld zonder titel kreeg al snel de bijnaam
Het Boothuis.Het derde en laatste huisje staat
sinds 2012 bij de Ramspolbrug, de verbinding
tussen het oude Kampereiland en de polder.
Ook dit is een uitgelezen plek: het beeld rijst
‘Met name
Het Ketelhuisje
kreeg bekendheid
tot ver buiten onze
landsgrenzen.’
voor je op wanneer je van de nieuwe, hoge
brug afdaalt naar de zeebodem. De herkenbare
basisvorm werd dit keer uitgevoerd in weer een
ander materiaal: dit transparant ogende huisje
is gemaakt uit roestvast staal en heeft genoeg
aan zichzelf, zonder toevoegingen. Hier wordt de
grondvorm zelf doorsneden door in de wanden
uitgespaarde golven, die zowel de lucht als de
verdwenen zee zichtbaar maken: een symbool
voor de immense ruimte die op de golven werd
veroverd. In de volksmond heet het inmiddels
Het Waterhuis. Hoe verschillend in uitvoering
deze drie onderscheiden monumenten ook
zijn, ze delen een soort innemende helderheid
en gewilde naïviteit, waarin je onmiddellijk de
speelse signatuur van dit bijzondere kun stenaarsduo
herkent. Met name Het Ketel huisje
kreeg bekendheid tot ver buiten onze landsgrenzen
en werd in talloze kunsthistorische
en architectonische publicaties afgebeeld. Als
Monument Noordoostpolder heeft het zelfs een
eigen pagina op Wikipedia.
‘Het is natuurlijk geen geheim
dat watermanagement een
onderwerp is dat de koning
nauw aan het hart ligt.’
Toch werden de makers overrompeld door het verzoek
van ontwerpster Liesbeth Stinissen of ze hun iconische
huisje mocht afbeelden op de nieuwe gordijnen voor
het paleis van koning Willem Alexander en koningin
Màxima.
Dat zit zo …
Zoals in de tentoonstelling Koninklijk borduren in het
TextielMuseum in Tilburg op dit moment uitgebreid
wordt toegelicht, waren de 18 e -eeuwse gordijnen voor
de Chinese Zaal van Paleis Huis ten Bosch eigenlijk
‘op’: ze bleken te fragiel en te kwetsbaar geworden om
nog langer te gebruiken. Deze gordijnen zijn destijds
geborduurd in Kanton in China. De tafeldelen erop
verwijzen naar het leven van alledag in het waterrijke
China en naar de geschiedenis van dat land. In Tilburg
zijn momenteel zowel de historische als de nieuwe
gordijnen voor deze bijzondere ontvangstzaal in het
Koninklijk Paleis te zien. De nieuwe zijn duidelijk geënt
op de oude gordijnen, maar in plaats van de Chinese
tempeltjes en pagodes koos ontwerpster Liesbeth
Stinissen voor een ander thema en wel de Nederlandse
cultuurhistorie, waarbinnen het voor onze rivierdelta
onmisbare waterbeheer een prominente rol kreeg
toebedeeld, net als het koningshuis. Een gelukkige
greep, want het is natuurlijk geen geheim dat watermanagement
een onderwerp is dat de koning nauw
aan het hart ligt.
Naast de geborduurde versie van Huis ten Bosch
zelf herkennen we allerlei andere architectonische
iconen, naast historische zeilschepen, tankers en
sleepboten. Het accent ligt vooral op nieuwe en oude
infrastructurele hoogstandjes die met onze strijd
tegen het water te maken hebben. Zo herkennen
we onder andere onderdelen van de Deltawerken,
de spectaculaire stuwcomplexen in de Nederrijn en
Lek en de Twentse sluis bij Wiene. Naast historische
bouwsels zoals het Cruquius Gemaal, de Koppelpoort
in Amersfoort en de eeuwenoude Servaasbrug in
Maastricht, zien we ook de hypermoderne Erasmusbrug
in Rotterdam en de even vernieuwende Martinus
Nijhoffbrug over de Waal. In dit illustere gezelschap
bevindt zich Het Ketelhuisje van Koopman en Bolink!
Borduurgroepen
De onderwerpen die we terugvinden op
de nieuwe gordijnen zijn machinaal ge borduurd
in het Textiellab, de professionele
werkplaats van het museum. Daarnaast
zijn de nieuwe gordijnen verrijkt met
natuurelementen die zijn gemaakt door
ruim 150 handborduurders uit heel
Nederland, onder wie Koningin Màxima
zelf. Onder leiding van borduurexpert
Anna Bolk hebben zestien groepen -
verspreid over het hele land – motieven
uit onze flora en fauna geborduurd die
later met de hand tussen de machinaal
vervaardigde afbeeldingen zijn vastgezet.
Het leuke is dat een van deze groepen
uit Borne komt: borduurgroep Museum
Bussemakershuis. Het zomernummer
van 2022 van Zilver Magazine besteedde
al uitgebreid aandacht aan deze groep.
Inmiddels hebben de borduursters uit
Borne de feestelijke opening van de
tentoonstelling door Hare Koninklijke
Hoogheid Màxima mogen bijwonen.
Bovendien zijn ze in september uitgenodigd
in Huis ten Bosch om ‘hun’
gordijnen ter plaatse te bewonderen.
Door dit alles is Twente straks ruim vertegenwoordigd
in het Koninklijk Paleis.
De tentoonstelling ‘Koninklijk borduren – verhalen
en vakmanschap’ is nog t/m 29 mei te zien in het
TextielMuseum in Tilburg; uitsluitend te bezoeken
via tijdsloten en met een geldig e-ticket.
www.textielmuseum.nl
.21
ZILVER LENTE 2023
ZILVER MAGAZINE
LEZERSMENU ‘T KRUISSELT
Op het zonnig gelegen tuinterras van Hotel-Restaurant ’t Kruisselt kunt u genieten van heerlijke lunchgerechten,
borrelhapjes en een plate van de dag. Het hotel-restaurant ligt tussen Oldenzaal en De Lutte en het terras
kijkt uit over de 9-holes Par 3 golfbaan. Reserveer dit voorjaar een tafeltje in de sfeervolle Eetkamer of
op het fraaie terras en geniet van het speciale Zilver Magazine lezersmenu!
De huiselijke en gemoedelijke sfeer maakt het uitje compleet, de service wordt beoordeeld met een 9,6.
We verwelkomen u graag in Hotel-Restaurant ’t Kruisselt!
.22
ADVERTENTIE
VIERGANGEN KEUZEMENU VAN € 42,50 VOOR € 35,00 PER PERSOON,
INCLUSIEF EEN KRUISSELT APERITIEF VAN HET HUIS
COQUILLE | AARDPEER | KROKANT VAN SERRANOHAM | FRISÉE
of
RUNDERPASTRAMI LANGZAAM GEGAARD | TOMATENRELISH | GRANAATAPPEL | FOCACCIA | BORAGE CRESS
LICHTGEBONDEN ASPERGESOEP | BRUNOISE VAN HAM | BIESLOOK
ZEEBAARS | SAUS VAN SEREH | COUSCOUS | DOPERWT | HOOI VAN PREI
of
VARKENSWANG | EIGEN JUS | TARTE TATIN VAN RODE UI | LAMSOOR
TARTELETTE | CRÈME SUISSE | ROOD FRUIT | EIWITSPROKKELS | ATSINA CRESS
Reserveer uw lezersmenu bij Hotel-Restaurant ’t Kruisselt
via 0541 551 567 of info@kruisselt.nl o.v.v. Lezersmenu Zilver Magazine.
Alle dagen te reserveren tot 19 juni 2023, op basis van beschikbaarheid.
Hotel-Restaurant ’t Kruisselt | Kruisseltlaan 3 | De Lutte | kruisselt.nl
COLUMN. JAN WALBURG
JAN WALBURG
COLUMN
HET GEHEIM ACHTER VERMEER
Misschien bent u een van de gelukkigen die in het
Rijksmuseum de tentoonstelling van Vermeer heeft
kunnen zien of nog gaat zien. Zo niet, dan is dat
heel jammer, maar gezien alle publiciteit heeft u
vast zijn schilderijen langs zien komen. Er is iets
bij zonders met die schilderijen. Natuur lijk, ze zijn
prachtig geschilderd. Vermeer deed soms twee
jaar over een schilderij. Dat zie je in de precisie,
in de kleuren, in het licht en in de compo sitie.
Kunsthistorici kunnen je dat precies uitleggen. Hoe
de kleur blauw oplicht, hoe echt de stoffen lijken,
hoe Vermeer uiterst vaardig lichtinval gebruikt
om een deel van het schilderij te benadrukken.
Er zijn zelfs lange artikelen geschreven over een
klein uitgelicht geel stukje muur op het schilderij
‘Gezicht op Delft’. Maar de schilderijen van Vermeer
zijn meer dan buiten gewoon mooi geschilderde
taferelen. Er is iets mee waardoor je moet blijven
kijken en vorsen. Ze hebben een soort fascinatie
zonder dat je begrijpt waarom.
Als ik voor zijn ‘Gezicht op Delft’ sta, kan ik me
daar niet goed van losmaken. Het is een mooi
geschilderd zicht op de haven van de stad. En je ziet
hoe knap Vermeer de voorste laag van de stad in de
schaduw zet en het veel minder goed zichtbare deel
daarachter juist in de zon. Maar wat mijn aandacht
het meest trekt is de kade op de voorgrond. Niet
eens zo heel goed geschilderd en toch gebeurt
het daar. Het lijkt zo terloops geschilderd. Twee
vrouwen in klederdracht staan aan de rand van
het water tegenover elkaar. Ze lijken in gesprek te
zijn. Daarnaast staat een groepje mensen bij een
trekschuit dat ook met elkaar lijkt te praten en je ziet
meteen dat het gaat over, nou ja, hoe laat de boot
vertrekt en hoelang de tocht duurt, zoiets. Maar
bij die vrouwen is het anders. Hun ontmoeting kan
bijna niet toevallig zijn. Het is tamelijk onwaarschijnlijk
dat twee vrouwen langs de rand van een
kade zomaar wandelen en aan de praat raken. Er is
een reden waarom ze daar
staan. De vrouwen lijken te
praten over iets wezenlijks
in het leven van een van
hen. Hun afstand, hun hou
ding geven een rustige aandacht
voor elkaar weer. Er
is iets gebeurd en dat wis
se len ze uit. Misschien gaat het over de zwangerschap
van een van hen, maar het kan ook over
iets anders gaan. Met die ervaring kijk ik naar de
andere schilde rijen. En ja! Daar zie ik hetzelfde. Op
elk van die schilderijen heeft de hoofdpersoon iets
wezen lijks te vertellen. Dat gaat niet over dagelijkse
dingen. Het gaat over liefde of een zaamheid of hoop
of verlangen, kijk maar naar hun gezicht. De blik die
we zien is niet neutraal als van een model. Kijk naar
het meisje met de fluit, met de rode hoed, met de
parel. Zij kijken afwezig met een verwachtingsvolle
blik. Er staat iets te gebeuren. Bij veel van de andere
schilderijen zie je hetzelfde. Er gebeurt iets dat
van groot belang is voor het model. Iets dat haar
leven kan veranderen, maar wat? Dat mag je zelf
invullen van Vermeer. Bij Rembrandt en veel van
zijn tijdgenoten zie je ook emoties op de gezichten.
Bij hen wordt de reden daarvan meestal duidelijk
uit de rest van de scene. Bij Vermeer niet. Vermeer
maakt geen schilderijen, geen plaatje, maar laat een
moment zien waar een boeiend verhaal omheen
zit. Soms biedt Vermeer iets meer houvast in de
vorm van een hand met een brief, of de blik van een
dienstbode. Maar dat neemt het mysterie niet weg.
Wat we zien is niet zomaar een verhaal, het gaat
over een gebeurtenis die wat teweeg kan brengen.
Het is een scène uit een film die we graag zouden
willen zien om te weten wat de aanleiding is en hoe
dit afloopt. Misschien kunnen we vanuit onze eigen
ervaringen een verhaal construeren. Het is een
teaser zoals Netflix laat zien om ons te verleiden
naar een serie te kijken. En Vermeer verleidt ons om
naar onszelf, ons eigen verhaal, te kijken.
We kunnen zijn schilderijen bekijken en kennisnemen
van kunsthistorische analyses, ook uit
angst dat we iets missen. Maar de associatie met
onze eigen gevoelens is een beter uitgangspunt om
de fascinerende psychologische diepgang van de
schilderijen van Vermeer te beleven.
Jan Auke Walburg
.23
Jan Auke Walburg is emeritus hoogleraar op het gebied
van de positieve psychologie, die condities bestudeert
waaronder mensen tot bloei komen. Daarvoor werkte
hij als directeur in verschillende organisaties op het
gebied van de gezondheidszorg. Thans schrijft hij over
diverse onderwerpen, helpt hij mee aan de organisatie
van een klassiek muziek festival in Twente, werkt hij in
zijn tuin en heeft hij plezier met zijn vrouw, vrienden,
kinderen en vooral kleinkinderen. Hij woont in Losser.
ZILVER LENTE 2023
60+. FOTOGRAFIE
.24
60+
en weer
naar school
Tegenwoordig wordt ‘een leven lang leren’
gepropageerd om letterlijk en figuurlijk bij
de les te blijven. Harry Moek (64), een van de
journalisten en fotografen van Zilver Magazine,
maakte enkele jaren geleden de stap van een baan
in het bedrijfsleven naar twee van zijn hobby’s:
tekstschrijven en fotografie. Om zijn fotografie
technisch en inhoudelijk naar een hoger plan
te brengen volgde hij de afgelopen twee jaar de
opleiding tot Vakfotograaf aan de Fotovakschool
in Apeldoorn.
// Tekst en foto’s:
HARRY MOEK
‘Het zijn de
pareltjes in de
binnensteden.’
Harry: ‘Die opleiding is breed en
geeft een goede basis van cameraen
studiogebruik, maar doet ook
een beroep op creativiteit, stijl, compositie
en conceptueel werken. Naast theorie krijg
je veel praktijkopdrachten, een beetje te
vergelijken met televisie programma ‘Het
Perfecte Plaatje’ van RTL4. Als eindopdracht
moesten we als klas een expositie organiseren
met van ieder de inbreng van een serie foto’s
uit eigen werk. Ik koos voor een reportage van
winkels met historie. Dat zijn de pareltjes in de
binnensteden, vol sfeer, met unieke artikelen
en interessante ondernemers, vaak op leeftijd
maar nog lang niet van plan te stoppen!’
Winkels met historie
De winkelstraten in Nederlandse steden
worden steeds meer gedomineerd door grote
winkelketens, wat leidt tot verschraling
en ‘meer van hetzelfde’. De historische en
sfeerbepalende winkels, waar de tijd stil lijkt
te staan, worden met uitsterven bedreigd. Het
zijn vaak pensionado’s of mensen met een
extra baan, die de zaak nog draaiende weten
te houden. Zolang het duurt…
.25
Een aantal van Harry’s foto’s is hier afgedrukt.
We willen in de komende edities van Zilver
aandacht gaan besteden aan dit soort winkels
in Twente met een foto en een verhaal.
ZILVER LENTE 2023
60+. FOTOGRAFIE
1
De olde
Bakkerieje
De olde Bakkerieje in Deventer is
een bekend punt in de historische
Walstraat op nummer 55. Eigenaar
Ben Strik heeft er al ruim 55 jaar
zijn winkel boordevol met antiek
en curiosa. Ben is inmiddels een
bekende Deventenaar. Zijn pand
stamt uit 1380.
.26
2
Das Gute ist
immer da
Das Gute ist immer da is een
groot antiquariaat aan de Kleine
Overstraat 33 in het centrum van
Deventer, gevestigd in een pand
uit 1900. Jan Praastink Wessels is
sinds 2001 eigenaar. Voordat hij in
het antiquariaat begon werkte hij
fulltime in de zorg en dat is hij - tot
zijn pensioen - parttime blijven
doen om zijn passie te kunnen
blijven volgen: boeken en nog eens
boeken.
3
De Zaak
De Zaak is een winkel aan de
Spijker boor steeg 1 in het centrum
van Deventer gerund door Jacob
Wieringa, die de winkel begon na
zijn pensionering als leraar. Hij
specialiseert zich in oud speelgoed
en modelbouw, maar je vindt ook
allerlei curiosa. Het pand stamt uit
de 15e of 16e eeuw. Hij is voorlopig
niet van plan te stoppen: ‘dat mag ik
niet van mijn clientèle!’
.27
4
Roemar
Roemar is een ouderwetse speciaal
zaak voor koffie en thee aan de
Walstraat 45 in Deventer. Eigenaar
Rob Kroes ging eind jaren
zeventig werken in de toenmalige
gelijknamige zaak, die echter in
1981 moest sluiten. Rob begon zijn
huidige winkel vijftien jaar geleden
in een pand uit 1300, waarin
de oude details zoveel mogelijk
zijn behouden en zichtbaar zijn
gemaakt.
ZILVER LENTE 2023
60+. FOTOGRAFIE
5
G.H. Veen
Kruidenierszaak G.H. Veen aan
de Kostersgang 43 in Groningen
bestaat al 98 jaar. Trees Heller (77)
werkt er nu zestig 60 jaar en heeft
in die tijd de zaak overgenomen.
Ze is nog lang niet van plan te stoppen.
Van elk product is er maar één
of enkele artikelen in voorraad. Het
aanbod van snoep lijkt echter onuitputtelijk.
.28
6
Radio
Redemeijer
Radio Redemeijer aan de Emma
weg 10 in Hengelo bestaat al sinds
1930. Arend Greven (83) werkt
er vanaf zijn achttiende en heeft
op 29-jarige leeftijd de zaak overgenomen.
Werkplaats en winkel
zijn nog op afspraak open. Witgoed,
oude radio’s, televisies en fotoapparatuur
zijn er nog te koop.
7
Witch Ball
Witch Ball aan de Hereweg in
Groningen is een winkel met een
collectie stenen, fossielen en mineralen,
maar ook maskers, schedels,
skeletten, preparaten en diverse
creepy creaties. Met recht een rariteitenkabinet!
Eigenaar Henry
Schonewille was jaren bouwer van
rekwisieten, met name voor verblijven
in dierentuinen. Vijf jaar geleden
begon hij zijn winkel. Het pand
stamt uit begin vorige eeuw.
.29
8
Deventer
borstelwinkel
De Deventer borstelwinkel aan
de Menstraat 7, met afstand
de oudste winkel in Deventer,
verkoopt maar liefst tweehonderd
verschillende borstels in het
assortiment. Het bedrijf stamt uit
1898, het pand uit 1451. Eigenaar
Mirjam Nijbroek is sinds 2011
de vierde generatie ondernemer
in de winkel. Ze com bi neert de
winkel, die alleen op zaterdag
open is, met een betaalde baan.
ZILVER LENTE 2023
MUZIEK. THE ANALOGUES
// Tekst
TON OUWEHAND
// Foto’s
MULTIMO MEDIA
.30
‘Bij The Analogues komen
er geen opgenomen
geluiden uit kastjes.’
Dichterbij
The Beatles gaat niet
Juni 2014, een dikke veertig jaar nadat The Beatles zichzelf hebben opgeheven
geven The Analogues hun eerste concert. Met als muzikaal leider Bart van Poppel
hebben vijf muzikanten zich tot taak gesteld om de muziek van The Beatles zo
natuurgetrouw te spelen. Muzikaal moet het deugen. Ze trekken geen rare pakjes
aan, ze zetten geen pruiken op hun hoofden. Ze hoeven niet op The Beatles te
lijken, ze moeten zo klinken. Ze moeten die sound hebben. En ze doen ook geen
moeite om hun stemmen op het origineel te laten lijken. Met hun eigen stemgeluid,
in hun eigen kleding spelen ze muziek van The Beatles. Niet zozeer Beatlesmuziek
uit de eerste jaren. Het gaat om de elpees die The Beatles zelf nooit live hebben
gespeeld. Met instrumentarium dat de Beatles destijds tot hun beschikking
hadden worden ze op het podium gebracht, waarbij ze direct al vier blazers en
vier strijkers aan hun band toevoegen.
Zo pakte geen van de talloze Beatlescover
bands het aan. Ook voormalig
Beatle Paul McCartney zelf niet. Bij zijn
concerten speelt hij altijd nog Beatles-repertoire.
Maar zo streng in de leer als The Analogues is
McCartney niet. Hij gebruikt samples, laat geluid
van Hohnerpianet, Hammondorgel, mellotron,
strijkers en blazers uit een synthesizer komen.
Wie is Bart van Poppel om daar
commentaar op te hebben? ‘Natuur
lijk, het is zijn muziek, hij
mag ermee doen wat hij wil. Maar
bij The Analogues doen we dat
niet.’ Bij The Analogues komen
er geen opgenomen geluiden uit
kastjes. The Analogues veroorzaken
alle Beatlesklanken zelf,
op analoge wijze. De naam dekt
de lading. ‘Toen we een naam
zochten hebben we eerst gekeken naar een Beatlesgerelateerde
naam. Een songtitel, of een citaat.
Dat bestond allemaal al. We zouden The Eggmen
willen heten, uit I am the walrus. Er bleken zelfs
al vijf bands te bestaan met die naam.’ De naam
Analogues kwam uit de koker van drummer Fred
Gehring. Zoals het hele concept trouwens. Deze
man, ceo van kledingmerk Tommy Hilfiger en
tegenwoordig Mr. Marvis, had al jaren de droom
om Beatles-elpees live op het podium te brengen.
Het eerste optreden in de club People’s Place in
Amsterdam is een doorslaand succes. Lovende
recensies en impresario George Visser wilde direct
een theatertour voor ze gaan boeken.
‘De groep
bestaat bijna
langer dan
The Beatles zelf
hebben bestaan.’
We zijn bijna negen jaar verder. Die theatertours zijn
er gekomen. Sterker nog, vrijwel alle optredens van
The Analogues zijn uitverkocht. En dat gebeurde
weer nadat de band in een vroeg stadium in De
Wereld Draait Door kwam. Nu staan ze aan de
vooravond van een tournee van 43 theater-optredens
door ons land onder de titel: Hello Goodbye.
De titel, een Beatles-song uiteraard, lijkt te duiden
op een afscheid. Zo gek is dat niet.
De groep bestaat bijna langer dan de
Beatles zelf hebben bestaan. En aan
de zichzelf opgelegde doelstelling
hebben ze ruimschoots voldaan.
Alle elpees die The Beatles zelf
nooit live hebben gespeeld hebben
ze overtuigend voor het voetlicht
gebracht: Magical Mystery Tour,
Sgt. Pepper, The White Album,
Abbey Road. Met juichende recensies
uit binnen- en buitenland. Ze speelden in
de Abbey Road Studios in Londen, ze gaven een
concert in het Palladium in Londen waarvan alle
beschikbare 2.200 zitplaatsen waren uitverkocht.
Geoff Emerick, technicus van The Beatles destijds,
stond perplex van The Analogues. ‘Met the
Analogues heb ik iets meegemaakt waarvan ik was
uitgegaan dat ik het nooit voor een tweede keer
zou meemaken.’ Emerick was dusdanig onder de
indruk van The Analogues dat hij met ze wilde
werken, vertelt Bart van Poppel. ‘We konden het
goed met hem vinden, helaas overleed hij voor het
daad werkelijk tot samenwerking kwam.’ >>
.31
ZILVER LENTE 2023
MUZIEK. THE ANALOGUES
24
.32
The Beatles in den beginne
Zoals bij vrijwel iedereen van zijn generatie, waren
The Beatles ook belangrijk voor de Bredase jeugd van
Bart van Poppel (1956). Bij een buurjongen hoorde
hij de singles Can’t but me love en She loves you. Met
tennisrackets bij wijze van gitaren werd er geplaybackt
op die plaatjes. Later op het internaat bij Nijmegen bleek
dat de door hem als verloren tijd beschouwde pianolessen
toch enig nut hebben gehad. In een klaslokaal stond een
Hohnerpianet. Dat zo’n instrument ruim veertig jaar
later als een van de authentieke Beatles-klavieren aan
het instrumentarium van The Analogues zou worden
toegevoegd kon hij uiteraard toen niet weten. Hij gebruikte
het om samen met een bevriend drummertje de populaire
hardrockliedjes van die tijd te spelen: Black Sabbath,
Deep Purple. Met de linkerhand speelde hij de baspartijen
die hij vervormd uit een luidspreker liet komen en met
de rechterhand de pianopartijen die nodig waren voor
de songs. Toen realiseerde hij zich dat hij een eventuele
carrière als popmuzikant niet zou uitsluiten. Terug in
Breda kwam hij inderdaad in de muziekscène terecht. Als
bassist, zanger, keyboardspeler. ‘In de jaren tachtig zag ik
heel veel muzikanten naar Rotterdam vertrekken. Daar
kon je toen op het conservatorium lichte muziek studeren.
Maar dat was vooral jazz. Dat was mijn muziek niet. Maar
bovendien, ik heb altijd gevonden dat je popmuziek zelf
moet uitvinden.’
Met de New Wave-band Duplex Johnson werd Van
Poppel in de jaren tachtig aardig succesvol. ‘We deden
het voorprogramma van de Golden Earring. Ik raakte
ook bevriend met die jongens. George Kooijmans woonde
in België. Voor optredens haalde hij mij altijd op in
Breda, dan reden we samen. Op een gegeven moment
nam George een acht-sporen-recorder voor me mee.
De Earring had daar demo’s mee opgenomen, maar
George had er inmiddels een met 24 kanalen. Hij
leende me die acht-sporenbak en zei: kom op Van
Poppel, demo’s maken.’ Het bezit van zo’n apparaat
gaf ongekende mogelijkheden. ‘Eerst heb ik nog met
een vriend geprobeerd het Wilhelmus op te nemen
zoals dat in een stadion klinkt, zo veel mogelijk
stemmen over elkaar. Dat werd natuurlijk niets. Maar
daarna heb ik nauwgezet een opname gemaakt van
God only knows van The Beach Boys. Alle stemmen
van het origineel nam ik zelf op. Noten lezen kon ik
nauwelijks, nog steeds niet, maar het lukt me wel om
uit meerstemmige koortjes alle partijen separaat te
horen en ze daarna in te zingen.’
Van Poppel dook in bands op als Loïs Lane, Tambourine
en Moondogs. Zong samen met Henny
Vrienten koortjes op de plaat Harry Bannink zingt!
Richt het label Pop One Records op, maar uiteindelijk
gaat zijn meeste tijd op aan het maken van commercials.
Dat heeft hij ruim tien jaar gedaan. ‘Ik heb
honderden reclamespotjes gemaakt. Vooral ook voor
de Duitse markt. Daar heb ik heel veel van geleerd.
Heel vaak wilde een klant een bekende popsong in
hun spotje. Dan kochten ze de rechten van zo’n stuk
en dan had ik de taak het na te maken.’ Van Poppel
was daar zeer bedreven in. Hij luisterde het origineel,
speelde alles wat er op zo’n plaat gebeurde exact na.
Wat hij allemaal namaakte in die tijd? Van Poppel
moet diep graven want het waren honderden liedjes.
‘Dit is de klassieke
muziek van de
twintigste eeuw.’
Let’s stick together van Roxy Music, schiet hem te
binnen. Happy Together van The Turtels weet hij nog
en That’s Life van Frank Sinatra. ‘Je kon het verschil met
het origineel niet horen. Van de opname van Sinatra
had ik alles tot in de details nagespeeld en ik heb het
laten inzingen voor Peter Douglas, de man die ooit als
Frank Sinatra de Soundmixshow had gewonnen.’
In die tijd moest hij ook een opname maken van
Hello Goodbye van The Beatles. ‘Dat was voor een
Duits telefoniebedrijf. De opdrachtgever wilde een
uitvoering die zo dicht mogelijk bij het origineel
kwam, maar je had in die tijd ook te maken met de
eigenaar van de rechten. Dat was Sony en zij hadden
ook een voorwaarde: het mocht niet te dicht in de
buurt van het origineel komen. Uiteindelijk kregen we
de toestemming toen we het door een zwarte zangeres
hadden laten inzingen.’
kanalen
Analyseren van The Beatles
Fred Gehring liep rond met zijn idee voor een
Beatles-coverband die de elpees zou spelen. Dat
hij daarvoor bij Van Poppel terechtkwam lijkt
voor de hand te liggen. Van Poppel had ook
al eens muziek gemaakt voor een commercial
van de kledingmerken van Gehring. ‘Via een
wederzijdse kennis kwamen we met elkaar in
contact. We gingen naar Amerika om coverbands
te bekijken. The Fab Faux bijvoorbeeld.
Heel goed, een band met blazers erbij die al
zeker vijfentwintig jaar bestaat. Maar er stond
wel zo’n kist op het podium waar dan allemaal
samples in zaten. Kijk, dat moeten we dus niet
doen, zei ik.’
Van Poppel stelde de band samen met Fred
Gehring op drums en verder muzikanten uit
z’n netwerk. Dat Felix Maginn niet heel erg z’n
best hoeft te doen om met zijn stem een beetje
in de buurt van John Lennon te komen? Dat is
een gelukkig toeval. Net als Diederik Nomdens
stem geloofwaardig klinkt in de McCartneyliedjes.
Maar imiteren doen The Analogues niet.
Van Poppel zingt Lennon’s I am the Walrus
en brengt de Harrison-songs tot leven. Maar
het gaat ze om de klinkende muziek. Dit is de
klassieke muziek van de twintigste eeuw. En
van The Beatles weet je hoe die heeft geklonken.
Maar van Bach of Mozart weet je dat niet. Die
hebben geen platen gemaakt.
Wel hello, geen goodbye
Het is allemaal zo hard gegaan met The Analogues, ze hadden
een pauze willen inlassen. Even een jaartje rust. Maar daar
zorgde een pandemie voor. Nu zitten ze midden in een soort
‘Best Of’-programma. Hoogtepunten uit de Beatles-elpees die
ze tot nu toe tot klinken hebben gebracht in de theaters. En
daarna is er nog veel te veel te doen om te stoppen. ‘We gaan
ons richten op de grotere podia: Carré, Nieuwe Luxor, Martini
Plaza. Wat we dan van de Beatles gaan spelen moeten we nog
be denken. Bovendien, we moeten nog iets met de elpees Let it be
en met Revolver. En dan is er nog het buitenland. We hebben
een tour door Duitsland gemaakt, we hebben met succes in
Frankrijk gespeeld, na de uitverkochte concerten in Londen en
Liverpool moet er ook wel een Engelse tournee inzitten.’ En dan
zijn er nog wel meer landen te bedenken. ‘Dat is het natuurlijk
wel met The Beatles, die kennen ze over de hele wereld.’
The Analogues: Hello Goodbye
Arnhem - 4 maart 2023
Steenwijk - 18 maart 2023
Tiel - 29 maart 2023
Almelo - 1 april 2023
Enschede - 6 april 2023
Wageningen - 7 april 2023
Apeldoorn - 12 april 2023
Zwolle - 15 april 2023
Nijmegen - 19 april 2023
Hengelo - 10 mei 2023
Hertme - 24 juni 2023
Royal Philharmonic Liverpool - 25 aug 2023
.33
ZILVER LENTE 2023
ACTIEF. JOKE KERKHOFF
Joke Kerkhoff (85)
schittert toch
nog een keer
.34
‘Ik vind spelen nog
steeds geweldig
om te doen.’
Vijf jaar geleden besloot Joke Kerkhoff te stoppen met toneelspelen. Tachtig jaar
was ze toen en na 65 jaar voor en achter de schermen vond ze het welletjes. Haar
laatste rol speelde ze in een productie van Twents Theater, voorheen Stork Nus. Bij
Stork Nus speelde ze als jong meisje ook haar eerste rol, ze begon er als balletmeisje,
al snel kreeg ze een hoofdrol. Toen Johanne ter Steege haar eind vorig jaar belde
voor de rol van moeder in De Vergeten Lente, was ze gevleid en begon het weer te
kriebelen. Voor De Vergeten Lente gaat ze toch weer op de planken.
// Tekst
CARMEN LUTTIKHUIS
// Foto’s
ANNEMIEKE VAN DER TOGT, ARCHIEF JOKE KERKHOFF
Wat was uw eerste kennismaking met toneel?
Joke Kerkhoff: ‘Met de lagere school gingen we voor
sinterklaasvoorstelling naar het concertgebouw. Dat
vond ik zo geweldig, daar verheugde ik me ieder jaar
op. Toen ze bij Stork meisjes vroegen voor het ballet,
dat stond in de fabrieksbode, het weekblad voor het
personeel, ben ik bij een repetitie gaan kijken. Ik was
helemaal verkocht en ik meldde me aan. Een jaar
later kwam mijn man, we waren heel jong toen we
verkering kregen, er ook bij. Hij werkte bij Dikkers,
de fabriek ernaast. Eigenlijk mocht je dan niet bij
Stork Nus, maar omdat ik meedeed en omdat we
als bedrijven buren waren, kon het toch. Hij was de
eerste buitenstaander in het toneelgezelschap. We
hadden een regisseur waar ik heel veel van geleerd heb,
J. Ter Stege en nu eindig ik weer met een J. Ter Steege,
Johanna.’
Wat houdt uw rol in bij De Vergeten Lente?
Joke Kerkhoff: ‘Ik ben de moeder van Johanna,
Laus Steenbeeke is mijn zoon. De moeder is getraumatiseerd,
want haar vader is in de oorlog vermoord
en ze is aldoor nog op zoek naar hem. Dat geeft wrijving
tussen haar en haar dochter. Johanna zei tijdens
ons kennismakingsgesprek: ik zoek een lieve moeder,
maar we kunnen niet met elkaar. Oh, daar vind ik niets
aan, zei ik toen. Maar dat komt later wel goed, stelde
Johanna me gerust. Voor deze productie zochten ze
iemand die de oorlog heeft meegemaakt. Mijn vader
is tijdens een razzia opgepakt. Ik was toen jong, zeven
jaar, maar je maakt het wel mee en onthoudt dat wel.
Ik kan me goed verplaatsen in de rol.’
Vindt u het spannend?
Joke Kerkhoff: ‘Ik vind het altijd wel spannend, maar
minder spannend dan bij Stork Nus. Ik ben vooral heel
benieuwd naar de reacties van het publiek, daar doe
je het voor. Ook voor jezelf hoor, want ik vind spelen
nog steeds geweldig om te doen. Mijn man heeft voor
Stork Nus 32 revues geschreven. Ik heb 35 jaar geregis
seerd. We waren er enorm druk mee, bij ons thuis
draaide alles om de revue. Bij de repetities tot de première
dacht je, is het wel goed genoeg? Gaan mensen
het leuk vinden? Als je dan de eerste avond speelt en
het pu bliek lacht, dan springen de tranen je in de ogen.
Bij De Vergeten Lente wordt er ook gelachen, maar het
is ook een aangrijpend stuk, het gaat over de oorlog.’
De Vergeten Twentse Lente is te zien vanaf 26 april 2023 tot
half juni op Vliegveld Twenthe, in totaal 45 voorstellingen.
Kijk voor meer informatie op devergetentwentselente.nl.
Een hedendaags Twents dorp wordt verrast door een
schitterend geschenk. Het dorp krijgt de beschikking over
een erfenis van tientallen miljoenen euro’s. Het is aan
de nieuwe burgemeester Fenna (gespeeld door Johanna
ter Steege) de taak dit geld te verdelen. Dan blijkt dat de
erfenis rechtstreeks te maken heeft met de oorlog, de
April-meistaking in 1943. Alle verhoudingen in het dorp
komen op scherp te staan. Wie heeft recht op het geld en
wie zeker niet? De rust in het dorp lijkt voorgoed verstoord.
.35
Het verhaal speelt zich af in drie levensgrote decors,
waaronder een dorpsstraat. Het publiek beweegt zich
van het ene toneelbeeld naar het andere. In totaal
staan elke avond meer dan 50 personen op het podium.
ZILVER LENTE 2023
COLUMN. GERRIT LANSINK
GERRITS
STUKSKE
Vuur de dweargn
van wa 77 Sneewitjes?
In ne weare an de Strootmanweg in Bokel leekn wa
zon viefhonderd heupkes beestndriet te lign, van
wa n kwartmeter heugte. Zoo völ mest? Dat kan ja
nich? Den boer zol dreks t hellige RIVM op zien dak
kriegn. En ne naar lillike Brusselse EU der achteran.
Vuur krimmineel te zwoare ‘overbemesting’.
.36
Et kon ok nich. Van wat nöager-an zagn iej dat t um
zaandbeargskes geenk. Asof hier n bataljon weuln
met mekaar an t ravotn was wes. Deedn ze wee de
meeste heupkes kon maakn? Hadn ze in december
het vuurjoar al in n kop? Nee. Nöast iedern zaandhoop
ha’j ok n roond gat. Dat doot weuln nich, dee
hoolt t spul too, blieft underground. Hier warn leu
an t greavn wes, vast nich met de schup mer met n
kraantje.
De weare an de Strootmanweg in Bokel
met de heupkes dee now wier vort zint.
Al dee geate warn te klean um n klean meanske in
te begreavn. Geet t hier dan um n niejd kearkhof
vuur dweargn? Zeent van ja wa zeuvn-en-zeuvntig
Sneewitjes al uur zeuvn dweargn oet de tied komn?
Alle 539 kats achter mekaar an? In n spreukske kö’j
mangs nog wa geleuvn, mer dit geet te wied. Der is
joa mer één Sneewitje. En dweargn goat ja toch nich
dood? As ze t heelmoals zat bint, gumt ze zich zölf
vort vuur oonze oogn. Zee zeent dan heelndals nich
dood en zit vast en wis nich te wochtn op n gat in de
groond.
Noavroag oaver dee weare leert dat er wa zon viefhoonderd
beume pot wordt. Doar zit der biej dee
peern, proemn, kastannies, beskes en nötn goat
an brengn. En nich te vergetn: appels. Nee, zoo
bezweert de potters met de haand op t hert: nich
zukke appels as woaran Sneewitje dootieds dood is
goan.
Gerrit Lansink
Gerrit Lansink (Bokel, 1950) was zon
dertig joar tekstmänneke in de reklame.
Schrif zo noe en dan gedichtn en stukskes
in t plat en mangs in t Neerlaands. Hef
wat met meziek, in t biejzeunder oet de
joarn vieftig, zestig en zeuvntig, mag
geern sport kiekn (voetbal, wielrenn en
schaatsn) en zöt dat 1+1+1 mangs mooi
weer spölt as pi (3,14).
KUNST. TURKSE SCHILDERIJEN
Het mysterie
van de
Turkse
schilderijen
in Huis
Singraven
// Tekst
HENK BOOM
// Foto’s
HUIS SINGRAVEN
.37
‘Als iemand tijdens de
rondleiding wil weten
waarom die schilderijen
hier hangen, geven we
kort tekst en uitleg.’
Abdülhamid I
ZILVER LENTE 2023
KUNST. TURKSE SCHILDERIJEN
Enigszins uit het zicht hangen in Huis Singraven
in Denekamp vijf schilderijen die op geen enkele
wijze harmoniëren met de Franse stijlkamers
van het Twentse landgoed. De keurig ingelijste
doeken hebben een plaats gekregen in de met
een goudkleurig koord afgesloten gang naast de
ingang tot de Blauwe Kamer op de eerste etage
van de voormalige havezate.
Anthony
van Dedem
.38
Van Dedem met zoon bij de grootvizier
Ze zijn de geschiedenis ingegaan als de ‘Turkse
schilderijen’. Nergens worden ze vermeld.
Alsof ze geen enkele historische waarde zouden
hebben. ‘Als iemand tijdens de rondleiding wil
weten waarom die schilderijen hier hangen,
geven we kort tekst en uitleg’, zegt desgevraagd
Marjan Damen, een van de gidsen die bezoekers
door het pand leidt. ‘Maar als niemand wat
vraagt, gaan we er aan voorbij want eigenlijk
horen die schilderijen niet binnen het patroon
van de voorwerpen uit zeventiende en
achttiende eeuw in onze stijlkamers.’
Toch zijn het vijf opmerkelijke schilderijen die
Singravens vorige eigenaar Willem Laan met
ijver en passie toevoegde aan zijn imposante
verzameling meubels, kleding, gebruiksvoorwerpen,
glaswerk, zilver, aardewerk, decoratiestukken, portretten,
serviesgoed en boeken. Die collectie, nu
onder beheer van de stichting Edwina van Heek,
ademt een intieme sfeer uit van Frans welbehagen.
Dan doen tafereeltjes met Turkse hoogwaardigheids
be kleders, getooid met lange baarden en hoge
witte tul banden en gekleed in kleurrijke kaftans, wat
vreemd aan. Marjan Damen vraagt zich dan ook af
wat Laan destijds heeft bewogen om die schilderijen
te kopen. ‘Was hij echt geïnteresseerd in Turkse
zaken? Is hij ooit in Turkije geweest? We weten het
niet. Maar die doeken voegen niets toe aan het
werkelijke verhaal over Singraven.’ Of, zoals Huisbeheerder
Daan van Mierlo het formuleert: ‘Laten
we maar zeggen dat het een raar uitstapje van Laan
is geweest in zijn verzameldrift.’
Dat er een relatie bestaat tussen de tableaus en de
provincie Overijssel zal Laan destijds niet zijn ontgaan.
De man met de rode mantel, de zwarte vilten driesteek
en de gepoederde pruik op een van die schilderijen
is Frederik Gijsbert baron Van Dedem tot de Gelder,
afkomstig uit Wijhe (1743-1820). Even was hij in zijn
tijd ook eigenaar van het Peckedam in Diepenheim,
nu de residentie van pianist Wibi Soejadi (maar dat
is een ander verhaal). Naast Van Dedem staat zijn
zoontje Anthony Boldewijn Gijsbert. Het schilderij
toont de audiëntie bij de sultan van Van Dedem als
ambassadeur van de Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden. Uit de archieven weten we dat die
memorabele gebeurtenis plaatsvond op 29 november
1785. De man met de ceremoniële tulband is sultan
Abdülhamid I, de zevenentwintigste sultan van het
Ottomaanse Rijk.
‘De grootste betuigingen
van de achting voor
onze Republiek.’
De schilderijen behoorden aanvankelijk tot de
inboedel van de familie Von Knobelsdorff, de
erfgenamen van ambassadeur Van Dedem. Zijn
zoon Anthony stierf ongehuwd en kinderloos.
Zijn enige dochter, Johanna Philippina Hermanna,
trouwde in 1791 met Friedrich Wilhelm Ernst
Freiherr von Knobelsdorf. Na haar huwelijk
woonde het echtpaar Von Knobelsdorff in het
Nijenhuis in Heino (niet te verwarren met het
Nijenhuis in Diepenheim), dat nu als dependance
van het Zwolse museum De Fundatie wordt
gebruikt. Enkele generaties na het huwelijk
van de dochter van de ambassadeur was er
amper nog belangstelling voor het toen al danig
verwaarloosde Nijenhuis. Uiteindelijk werd het
huis in 1934 verkocht en werd de inboedel geveild.
‘Het is zelfs
de vraag of
de schilder
daadwerkelijk
aanwezig was
bij de audiëntie.’
Dat was het moment dat Willem Laan zich meldde
voor de vijf schilderijen ‘met Turkse onderwerpen’
waarvan hij vond dat ze wel pasten in zijn collectie
kunst uit de achttiende eeuw. Volgens Gerrit
Harmsen, de toenmalige bediende van Laan,
kwam de nieuwe eigenaar zelf langs in Heino om
de vijf schilderijen op te halen. Nadien hebben ze
Singraven slechts twee keer verlaten. Dat was voor
de tentoonstelling Topkapi, vier eeuwen Turks-
Nederlandse ontmoetingen in het Museum voor
Volkenkunde in Rotterdam en voor een kleine aan
ambassadeur Van Dedem gewijde expositie in het
toenmalige museum TwentseWelle in Enschede.
Paleis. In de memoires die Anthony vele jaren later schreef na een
wisselende carrière als diplomaat in Wenen en Parijs, wijdt hij er
geen woord aan. Op het moment van de audiëntie was Anthony elf
jaar. Het kan niet anders of zo’n ontmoeting met ‘den grooten Heer’
moet diepe indruk hebben gemaakt, gezien de voorbereidingen,
de plaats (een apart gebouw op het terrein van het Topkapi Paleis),
het protocol en de voorgeschreven handelingen. Maar zo uitvoerig
Anthony in zijn memoires bericht over het sociale leven in de
diplomatieke salons van de collega’s van zijn vader, zo absoluut niets
schrijft hij over die audiëntie. Terwijl hij wel uitvoerige anekdotes
en zelfs letterlijke citaten aanhaalt als hij enkele jaren later, in 1793,
wordt ontvangen door de echtgenote van de Oostenrijkse keizer
tijdens een tussenstop in Wenen toen de familie Van Dedem voor
een verlof van twee jaar terugreisde naar Overijssel.
Sinds 1934 behoren de vijf ‘Turkse schilderijen’ dus tot de inboedel
van Singraven. Op twee daarvan zien we de audiëntie bij de sultan,
één met zoon Anthony, de tweede zonder de zoon. De andere twee
doeken (ook met een afmeting van 53 x 72 cm) tonen het bezoek
dat Van Dedem (nu met driesteek en een zwarte pandjesjas) kort
daarvoor, begin oktober 1785, aan de Grootvizier bracht. Bij die
gelegenheid bood hij zijn geloofsbrieven aan, of, zoals hij in het
Rapport Verbaal schreef: ‘mijne brieven van credentie’ in ruil
waarvoor hij werd overladen met ‘de grootste betuigingen van de
achting voor onze Republiek’. Ook ditmaal staat Van Dedem op het
ene schilderij met zijn zoon afgebeeld, op het andere zit hij zonder
zoon voor de grootvizier. Wat we amper zien zijn de geschenken
die Van Dedem meenam voor zijn Turkse gastheren. Daaronder
acht balen superfijne lakens, drie fraai bewerkte spiegels, een
rijk uitgevoerde kristallen kroonluchter, een met goud en fluweel
uitgevoerde mahoniehouten kast gevuld met kristallen oliekaraffen
en glazen en nog wat ‘klein grut’ zoals een fraaie pendule, een
mahoniehouten verrekijker, twee gouden horloges met diamanten
en acht potten gekonfijte gember. Tenslotte kon je als ambassadeur
niet met lege handen bij de sultan en de grootvizier aankomen. >>
Frederik Gijsbert
baron Van Dedem
.39
Jammer alleen dat we niet weten wie de audiënties
heeft geschilderd. Het is zelfs de vraag of de
schilder daadwerkelijk aanwezig was bij de
audiëntie. Even zo goed zijn er twijfels of Anthony,
de zoon van de ambassadeur, zijn vader destijds
wel heeft begeleid op zijn bezoek aan het Topkapi
ZILVER LENTE 2023
e
KUNST. TURKSE SCHILDERIJEN
zijn twee details vrijwel identiek. Als de sultan een
ambassadeur ontving, was hij getooid met een
ceremoniële tulband. Naast hem stonden doorgaans
nog eens twee soortgelijke tulbanden. Gedrieën
symboliseerden ze de drie zeeën waarop de Turken
heer en meester waren: de Zwarte Zee, de Egeïsche
Zee en de Middellandse Zee. Vanmour en zijn meeste
navolgers plaatsten die twee tulbanden direct naast
de sultan, op het pluche van zijn troon. Bij Van Dedem
staan ze echter in een nis, net als op de schilderijen
van Smith. Het tweede detail is het merkwaardige
‘design‘ van het raam, in de zijwand van de troonzaal.
Een soortgelijk raam met een soortgelijk ‘design‘ en
vrijwel dezelfde kleuren is ook te zien in de schilderijen
van Smith. Toch kan Smith het niet zijn geweest die Van
Dedem vereeuwigde want hij overleed in 1780, vijf jaar
vóór de aankomst van Van Dedem in Constantinopel.
.40
Het vijfde schilderij, tevens het mooiste, (met 78 x 99 cm
ook iets groter dan de overige vier) is zo mogelijk nog
mysterieuzer. Het laat een scène zien van onbekende West-
Europese dignitarissen voor de divan, zoals de regering van
de Verhevene Porte (een synoniem van het paleis) destijds
werd genoemd. Stilistisch lijkt het een schilderij van vroegere
datum te zijn. Mogelijk dat Van Dedem het heeft gekocht
in Constantinopel. Het doet het meest denken aan het
oeuvre van Jean-Baptiste Vanmour, een Franse schilder van
Vlaamse afkomst die ruim dertig jaar daarvoor de audiënties
vastlegde van ambassadeur Calkoen op schilderijen die nu te
bewonderen zijn in het Rijksmuseum in Amsterdam.
Vaak is gedacht dat de onbekende schilder de uit
Lotharingen afkomstige Antoine-Ignace Melling zou
moeten zijn. Tenslotte was hij een graag geziene gast
in de diplomatieke salons in Constantinopel. Bij Van
Dedem was hij zelfs kind aan huis want hij gaf tekenles
aan Anthony en zijn zus. Nadat hij in 1784 in het
gezelschap van de Russische ambassadeur Bulkanov
was aangekomen in Constantinopel, had hij zich
gespecialiseerd in landschappen en architectuur. Maar
niet in audiëntietaferelen. Dat er tijdens de Turkse
jaren een hechte vriendschap was ontstaan tussen Van
Dedem en Melling blijkt uit de reisbrieven van Melling
toen hij veel later op reis was in Europa. Dat bracht
VELE HERINNERINGEN AAN CONSTANTINOPEL
In navolging van Vanmour werd later in de achttiende eeuw
menig audiëntietafereel vastgelegd op het witte doek door
de zogenaamde ‘schilders van de Bosporus’. Van sommigen
kennen we de naam, anderen bleven anoniem. Zij penseelden
de met veel status en ritueel gelardeerde ontvangsten die de
sultans aan de Europese ambassadeurs verleenden, zoals
tegenwoordig foto’s worden gemaakt als ambassadeurs hun
geloofsbrieven overhandigen aan het staatshoofd. In het
kielzog van de diplomatieke missie bevond zich in die jaren
vaak een uit eigen land meegenomen schilder die de ontvangst
in het Topkapi Paleis met grote precisie moest vastleggen.
Was de schilder een anoniem gebleven persoon dan werd zijn
werk al gauw toegeschreven aan het atelier van Vanmour of
‘behorend tot de school van Vanmour’.
hem in 1812 naar Wijhe waar in De Gelder, tijdens zijn
bezoek aan de Van Dedems, ‘vele herinneringen aan
Constantinopel, weet u nog van dit, weet u nog van
dat’ werden opgehaald. Maar net als in de memoires
van Anthony geen woord over de ontvangsten door
de sultan.
Maar wie zou de audiëntie van Van Dedem hebben gepenseeld?
En dan nog wel twee keer zonder en twee keer met zoon. De
wat vlakke indeling van de schilderijen in Singraven en de
wat amateuristisch aandoende techniek lijken overeen te
komen met soortgelijke doeken van Francis Smith, een van
de vele zogenoemde ‘schilders van de Bosporus’. Bovendien
Van Dedem met zoon Anthony bij de sultan
Het mysterie van Singraven krijgt nog een extra dimensie dankzij
een Poolse component. In het Prentenkabinet van de Universiteitsbibliotheek
in Warschau bevindt zich namelijk een gouache
met daarop, jawel, de ontvangst van Van Dedem bij de sultan op
29 november 1785. Daarvan is wèl bekend wie de auteur is. Het is
de van oorsprong Duitse schilder Friedrich Anton Lohrmann. Zijn
gouache kwam in 1987 tot stand, twee jaar na het ceremonieel in de
audiëntiezaal. Van Lohrmann weten we echter zeker dat hij nooit in
Turkije is geweest. Hij moet dus ergens het origineel van het tafereel
hebben gezien. Een exacte kopie is het niet, want Lohrmann heeft de
kleine Anthony achter de ambassadeur geplaatst terwijl die op het
doek in Singraven voor zijn vader staat. Bovendien staat naast het
baldakijn van de sultan, zo te zien, een leeftijdgenoot van Anthony,
wellicht een zoontje van Abdülhamid. Tenslotte was hij vader van
27 kinderen. Dat zoontje is afwezig op de doeken in Singraven.
Daarentegen is de buiging van de Turkse hoogwaardigheidsbekleder,
die Van Dedem kennelijk moet introduceren, op beide
werken weer volstrekt identiek. De gouache van Lohrmann kwam
terecht in de schilderijencollectie van Stanislaus Anton Poniatowski,
de laatste koning van Polen en Litouwen. Kennelijk wilde de Poolse
vorst ook wel eens zien hoe een ambassadeur in Constantinopel
werd ontvangen door de sultan.
‘Wie zou de audiëntie van
Van Dedem hebben
gepenseeld? ’
Het meest waarschijnlijk is dat de Turkse schilderijen in
Singraven pas na de audiëntie van Van Dedem tot stand
zijn gekomen. Op 29 november 1785 werd de baron
niet vergezeld door iemand die het tafereel ter plekke
waarnam. Dat had hij even vergeten te regelen. Nadien
verzocht Van Dedem een onbekend gebleven schilder om
zijn audiënties alsnog op doek vast te leggen, voor alle
zekerheid met en zonder zoon Anthony. Als het Melling
toch is geweest, heeft hij zich qua compositie en details
gebaseerd op soortgelijke schilderijen van De Favray die
hij ongetwijfeld heeft gezien bij zijn talloze bezoeken aan
het Palais de France in Constantinopel. Conclusie? Van
Dedem, zijn zoon Anthony, sultan Abdülhamid I en zijn
grootvizier, zijn vereeuwigd door een anoniem gebleven
‘schilder van de Bosporus’. Ze hebben ruim twee eeuwen
later een bescheiden plaats gekregen naast de Blauwe
Kamer in het Huis aan de Dinkel. Mede dankzij het rare
uitstapje van Willem Laan.
De gouache van Friedrich Anton Lohrmann
‘Dan kreeg hij een
kneepje in of een
duwtje tegen zijn
arm ten teken
dat hij aan de
beurt was.’
.41
Er is nog een detail dat opvalt. Op het schilderij in Singraven lijkt het
dat een Turkse dignitaris de arm van de ambassadeur vasthoudt. Van
Turkse zijde is gesuggereerd dat het een kwestie van veiligheid moet
zijn geweest. Alsof de ambassadeur zijn Turkse gastheer elk moment
een vuistslag kon toedienen. Beetje onzinnig verhaal. Waarom
zou een baron uit Overijssel op die manier geschiedenis willen
maken? Nu is het nota bene andersom en worden Nederlandse
ambassadeurs in Ankara op het matje geroepen om iets uit te
leggen wat de Turkse gastheren als onwelgevallig beschouwen.
Een soortgelijke hand voegde de Franse schilder Antoine de Favray
toe aan het werk dat hij in 1755 maakte van de audiëntie die de
sultan gaf aan de Franse ambassadeur. Hetzelfde is merkwaardig
genoeg ook te zien op de Poolse gouache van Lohrmann. Daarmee
wordt één aspect van het ceremonieel duidelijk. Het protocol was
immers minutieus. Alleen de Turkse dignitaris wist wat het juiste
moment was voor de ambassadeur om zijn zegje te doen. Dan kreeg
hij een kneepje in of een duwtje tegen zijn arm ten teken dat hij aan
de beurt was.
ZILVER LENTE 2023
Als dood een deel
van je leven wordt…
Oogcentrum Eibergen
Nolet Bult
Erna hooge Venterink-Oude Wesselink
Annemarie Koop-Hakenberg
T 0541 229 779
Uw oogspecialisten in de Achterhoek voor
oogheelkundige behandelingen waaronder:
uitvaartbegeleiding
www.noletbult.nl
, Grijze staar (cataract)
, Verhoogde oogdruk/glaucoom
, Maculadegeneratie
, Netvliesaandoeningen
, Oogleden: operatief en niet-operatief
, Hoornvliesaandoeningen
, Diabetes gerelateerde aandoeningen
, Glasvochtvertroebelingen (mouches volantes)
, CBR keuringen
Wij opereren in ons eigen operatie- en lasercentrum
Euregio Vision in Vreden (D).
.42
Praktijkadres
Beatrixstraat 147
7571 CA Oldenzaal
Telefoon (0541) 51 25 28
E-mail praktijk@veerdig.nl
www.veerdig.nl
OOGCENTRUM
EIBERGEN
Oogcentrum Eibergen, Nijverheidsstraat 8 - 04
7151 HN Eibergen, Telefoon 0545 47 80 80
info@oogcentrum-eibergen.nl
www.oogcentrum-eibergen.nl
Advertentie_102 x 147 print - Euregio.indd 1 11.11.22 17:02
Fauteuil ACTIE!
Er is al een 2 motorige
leren draaifauteuil voor
€ 1.175,-
30%
Korting
op de
2 e fauteuil
Voortsweg 23-31,
7523 CC Enschede
Tel. 053 - 435 84 37
info@elzingawonen.nl
www.elzingawonen.nl
CULINAIR. NOSTALGIE
.43
Culinaire
voorjaarsklassiekers
Voormalig chef Ton Kouwenberg (72) van In den Guldene Crone in Ootmarsum en
Mondriaan en ’t Lansink in Hengelo deelt in deze lente-editie van Zilver Magazine
klassieke voorjaarsgerechten. Ton: ‘Wat zo mooi is aan de lente, en tevens het
moeilijke voor een voorjaarsmenukaart, is dat in de vroege lente nog niet alle
voorjaarsingrediënten op topniveau zijn. De zware kost laten we achter ons en we
gaan met frisse zin op zoek naar mooie producten om de lente te proeven zoals ik in
onderstaande gerechten laat zien. De gevulde aardappel, de zwezerik, de forel maar
vooral het tamme konijn zijn mooie voorjaarstoppers. Ik wens u veel plezier bij het
bereiden en een heel smakelijk genieten van de gerechten.’
ZILVER LENTE 2023
CULINAIR. NOSTALGIE
Voorgerecht
Aardappel gevuld met een salade van zure haring
Heel vroeger (1961 voor mij) heette dit gerecht pommes moscovite, dezelfde salade maar dan afgemaakt
met Servruga-kaviaar. Deze bereiding is iets anders en zonder kaviaar, maar evengoed heel lekker.
Ingrediënten
Bereiding
.44
- 2 zure haringen
- 2 eetlepels mayonaise
- 2 eetlepels vocht van de zure haring
- 3 grote aardappelen, gepoft
- 1 zoete appel, geschild
- 1 augurk
- 1 sjalotje, in kleine blokjes gesneden
- peper en zout
Tomatendressing
- 2 tomaten, ontveld, van zaad ontdaan en
in blokjes gesneden
- 1/2 augurk
- eventueel 1/2 eetlepel afgespoelde
kappertjes
- 1/2 eetlepel gehakte peterselie
- 1 eetlepel azijn of citroensap
- 4 eetlepels arachide- of zonnebloemolie
- peper en zout
Hoofdgerechten
Riz de veau aux pieds de cellery
Zwezerik met hollandaisesaus en bleekselderijvoeten.
Was de aardappelen en verpak ze in aluminiumfolie. Pof de aardappelen
in een oven van 180 graden voor 20 à 30 minuten totdat
ze gaar zijn. Controleer dit door een cocktailprikker door het
aluminium te prikken. De aardappel moet dan zacht aanvoelen. Haal
de aardappelen uit de oven en laat afkoelen, maar pel ze warm. Snijd
twee aardappelen in de breedte middendoor en snijd een klein stukje
van de onderkant af (de aardappel moet kunnen staan). Hol met een
koffielepeltje de aardappel voorzichtig zoveel mogelijk uit. Des te meer
vulling kan er in! Laat de andere aardappel volledig afkoelen en snijd
hem dan in kleine blokjes. Doe hetzelfde met de augurk, 1 sjalotje, de
appel en 1,5 zure haring. Meng het geheel losjes door en kruid met
peper en zout. Roer het vocht van de zure haring door de mayonaise
en maak de salade ermee aan. Vul hiermee de uitgeholde aardappelen,
maak er maar een flinke kop, snijd van de overgebleven 0,5 haring
vier dunne reepjes en leg bovenop de salade. Maak af met een takje
peterselie, dille en lepel er een tomatendressing* omheen.
* Meng de ingrediënten voorzichtig door
elkaar en serveer op kamertemperatuur.
Ingrediënten
- hartzwezerik, reken op drie
personen uit 1 hartzwezerik
- peper
- zout
- bloem
Hollandaisesaus
- 3 eieren
- natuurazijn
- 250 gr. roomboter
- peper en zout
- bleekselderij, reken op
twee personen per stronk
Bereiding
Breng een grote pan gezouten water aan de kook. Leg de hartzwezerik hierin en haal hem
er weer uit wanneer het water weer begint te koken. Koel de zwezerik vervolgens meteen
af in ijswater. Nu kan je vlot het vlies van de zwezerik pellen. Laat de zwezerik vervolgens
helemaal afkoelen in de koelkast. Haal de kalfszwezerik uit de koelkast en snijd er plakken
van. Kruid de plakjes met peper en zout. Haal de plakjes zwezerik door de bloem. Klop de
overtollige bloem er af. Verwarm een pan op het vuur met hierin een flinke klont boter en
een scheutje olie. Bak hierin de zwezeriken goudbruin aan beide kanten.
Klop 3 eierdooiers met 2 el azijn en 4 el witte wijn au bain-marie in 5-10 minuten luchtig.
Voeg heel langzaam (druppel voor druppel) 250 gr gesmolten boter aan het eidooiermengsel
toe. Zorg ervoor dat de boter en het eidooiermengsel ongeveer dezelfde temperatuur zijn, dit
om schiften te voorkomen. Breng de hollandaisesaus op smaak met peper en zout. Serveer de
saus direct, opnieuw opwarmen is niet (bijna) onmogelijk omdat het ei dan zal gaan stollen.
Het is belangrijk om eerst een klein stukje van de voet van de bleekselderij af te snijden,
evenals het blad als dit er nog aan zit. Het blad is wel bruikbaar om bouillon van te trekken,
maar niet om te koken. Nu is het zaak om alles te wassen. Snijd de stelen nu in stukjes. Dit
kan variëren in stukken van 1 tot 5 centimeter, maar ook de hele stronk, afhankelijk van
wat je lekker vindt en waarvoor je het gebruikt. Hier ga ik uit van een hele voet. Reken op
ongeveer 250 gram per persoon. De bleekselderij koken neemt 15 tot 20 minuten in beslag.
Snijd de selderievoet bij het serveren in de lengte door de helft.
Gebakken forel met amandelschaafsel, citroen en krokante peterselie
Een leuk en makkelijk en heerlijk gerecht dat je niet vaak meer tegenkomt op een menukaart,
maar een hardloper was in de zestiger jaren.
Ingrediënten (4 personen)
- 1 forel per persoon
- 50 gr boter
- 1 citroen
- peper en zout
- 1/2 bosje peterselie
- 30 gr amandelschaafsel
- een aardappel per
persoon
Bereiding
Was de forel onder koud stromend water, leg op een handdoek en dep voorzichtig droog. Laat een
koekenpan op een middelhoog vuur warm worden. Bestrooi de schoongemaakte forel met zout en
peper, bloem de forel lichtjes en klop de overtollige bloem eraf. Zet het vuur hoger, doe de boter en
iets olie in de pan, laat uitbruisen en leg voorzichtig de hele vis in de pan. Bak de forel gedurende
5 minuten aan beide kanten. Laat de forel aan een zijde gaar worden en vermijd meerdere keren
draaien, de forel zal makkelijk breken. Als de vis gaar is kleuren de oogjes. Haal de forel uit de pan
en leg op het bord dat je gebruikt om de forel op te serveren. Doe de amandel in de pan en kleur
deze mooi goudgeel en blus af met citroen.
Schep de amandel over de forel en schep de overgebleven jus gelijktijdig mee over de forel. Serveer met
een gekookt nieuw aardappeltje en een plakje citroen. Frituur de peterselie kort en schep op de forel.
Konijn met dragon
Ingrediënten (4 personen)
- 4 konijnenachterbouten
- 250 gr. champignons
- 4 el zilveruitjes
- 200 gr. rookspek
- bloem
- peper en zout
- 1/2 bos dragon
- witte wijn (droog)
- boter
Bereiding
Kruid de bouten met peper en zout en haal door de bloem. Laat de boter in een ruime pan
uitbruisen en bak hierin de konijnenbout mooi goudgeel. Blus de bouten af met witte wijn totdat
ze helemaal onder staan en laat ongeveer 35 minuten op een zacht vuur stoven. Snijd intussen de
champignons in vieren, laat de zilveruitjes uitlekken en snijd het spek in kleine reepjes.
Bak de spekjes stevig aan, voeg de champignons erbij, bak nog even door totdat de champignons
lichtbruin kleuren. Voeg de zilveruitjes toe, snijd de dragon fijn en doe alle ingrediënten bij de
konijnenbout. Laat het geheel nog even sudderen totdat het vlees van de konijnenbout makkelijk
van het bot afkomt. Totaal duurt het garingsproces ongeveer 45 minuten.
Serveer met een mooie zalvige aardappelpuree. Wij gaven daar vaak vers (in roomboter)
gestoofde selderij bij, maar groene asperges en spruitjes zijn ook goede begeleiders.
.45
Dessert
Mousse au chocolat
Wij noemden het op onze menukaart Hemelse modder.
Een heerlijk volle chocolademousse zonder poespas, maar oh, zo lekker.
Ingrediënten
- 250 gr. pure chocolade 54%
- 50 gr. boter
- 4 eieren gesplitst
- 100 gr. suiker
- 50 ml melk
- 1 espresso
Bereiding
Smelt de chocolade met de boter (au bain marie). Klop de dooiers met 50 gr. suiker op het vuur
en klop tot je ziet dat de dooiers gaan binden. Klop daarna koud. Het snelste gaat dat in de
machine. Klop de eiwitten met 50 gr. suiker stijf. Meng de dooiers met de witten en roer daarna
melk en espresso door de massa. Roer een kwart van het mengsel door de chocolade, daarna
de rest, meng goed. Verdeel in een glas, of een schaal als je de mousse in een keer wil serveren.
Laat nu afkoelen. Een kleine dot opgeklopte slagroom erbij en wat chocoladekrullen of -schotsen
erop en de hemelse modder is klaar om te serveren.
Alle recepten op deze pagina’s zijn voor vier personen
ZILVER LENTE 2023
100 JAAR. TWENTS CARMELLYCEUM
Een bijzondere school viert
een bijzonder jubileum
// Tekst
ALPHONS WEIERINK,
MAAIKE ARENDS, FLOOR WOLBERS
// Foto’s
CARLO TER ELLEN,
TWENTS CARMELLYCEUM
Twents Carmellyceum
100 JAAR
.46
Een school met een rijke en bijzondere historie. Zo mogen we
het Twents Carmellyceum in Oldenzaal zonder overdrijving
noemen. Al is het alleen maar omdat het de eerste katholieke
middelbare school was in Noord- en Oost-Nederland. Het
Twents Carmellyceum werd in 1923 geopend en de school viert
dit jaar haar 100-jarig bestaan. Een bijzonder jubileum dat
reden is voor een uitbundig feest.
Hoogtepunt van de festiviteiten is de reünie op zaterdag
23 september. Een uitgelezen kans voor oud-leerlingen en
oud-leraren om elkaar weer eens te zien, te spreken en
prachtige anekdo tes van vroeger op te halen. En natuurlijk weer eens door
de vertrouwde gangen, lokalen en andere ruimtes te struinen waarbij
ongetwijfeld vele herinneringen naar boven zullen komen. Want die
heeft iedereen. De middelbare school is voor iedereen een heel belangrijk
tijdvak in zijn of haar leven. Juist in deze jaren wordt de richting van het
verdere leven bepaald. Een ontdekkingsreis van kind tot jongvolwassene.
Dat maakt de middelbare schooltijd voor iedereen zo bijzonder. En voor
het Carmellyceum geldt dat ze niet alleen een school is waarbij het
onderwijs centraal staat. Het Carmel is een gevoel. Dat kan iedereen
beamen die deze school aan de Lyceumstraat ooit heeft bezocht.
Reünie
Een jubileumcommissie onder voorzitterschap van Bart Pegge en
Maaike Arends is al sinds vorig jaar druk bezig met de voorbereidingen
voor de verschillende festiviteiten. De reünie is daarvan het belangrijkste
onderdeel. Zowel voor oud-leerlingen als voor oud-docenten. Het
voorlopige programma voorziet op zaterdag van 13.00 tot 15.00 uur
in een receptie voor oud-docenten. Vanaf 15.00 uur begint de reünie
voor oud-leerlingen en ook oud-leraren. Vrijwel het hele schoolgebouw
wordt daartoe opengesteld. Er zijn optredens van oude schoolbandjes,
er zijn ‘lessen’ van vroeger, er is volop beeldmateriaal over de afgelopen
100 jaar en er zijn foodtrucks. Iedereen kan aan haar of zijn trekken
komen. De reünie staat open voor iedereen die op het Carmel heeft
gezeten: het Twents Carmellyceum, of het latere Twents Carmel College,
locatie Lyceumstraat.
.47
Ook andere locaties van het Twents Carmel College organiseren deze
dag een eigen reünie in hun eigen school. Want de locatie aan de
Potskampstraat (voorheen Marcellinuscollege en LTS) viert dan het
75-jarig jubileum en locatie De Thij viert dan het 50-jarig bestaan.
Aanmelden voor de reunie kan via www.carmelreunie.nl. Om op de
hoogte te blijven, kunnen belangstellenden via hetzelfde adres zich
inschrijven voor de maandelijkse nieuwsbrief.
Jubileumboek
Een ander belangrijk onderdeel van de jubileumviering is de uitgifte van
een jubileumboek. Dat moet een naslagwerk worden over 100 jaar Carmel.
Een redactie van oud-leerlingen en oud-docenten onder voorzitterschap
van Alphons Weierink is al sinds de zomer van vorig jaar druk bezig om
dit boek tot stand te brengen. Eén ding staat vast: het wordt qua vorm
en inhoud een uniek boekwerk in woord en beeld. Gegadigden voor een
boek kunnen zich straks ook via www.carmelreunie.nl inschrijven. >>
ZILVER LENTE 2023
100 JAAR. TWENTS CARMELLYCEUM
4 Havo B april 1979
Ben Hofland:
van leerling tot leraar
.48
Als kind, geboren in een katholiek Twents dorp,
van wie verwacht werd dat hij geschikt was voor
het middelbaar onderwijs was het Carmellyceum
in Oldenzaal eerste keuze. Na het volgen van de
voorbereidende cursus op een aantal woens dagmiddagen
en het doen van een toelatingsexamen
konden in september 1962 de boeken in de tas. We
gingen in een groep op de fiets naar Oldenzaal,
eenmaal aangekomen gingen de fietsen naar de
fietsenkelder en de leerlingen de trap op de school
in. Boven aan de trap werden we begroet door een
streng kijkende pater Karmeliet, rector Benneker,
van wie beweerd werd dat hij alle leerlingen bij
naam kende.
Ik ging naar de lessen, maakte mijn huiswerk en
probeerde liefst onopvallend aanwezig te zijn. In
de pauze liep je met klasgenoten een rondje buiten,
voor een hapje kon je terecht in de winkel van Appie.
Ook binnen in de kantine kon je verblijven onder
toeziend oog van conciërge Herman Scheuten.
Naast de lessen werden er in die tijd voor de leerlingen
excursies, sportdagen, klassenavonden etc.
georganiseerd. Voor de klassenavonden werd in die
tijd een kelderruimte ingericht die de naam Hades
‘De sfeer en beleving
van de beginjaren
wordt minder.’
kreeg. In mijn schooltijd bestond de schoolweek
uit zes dagen, ten gevolge van de invoering van
de Mammoetwet kregen leerlingen vanaf 1968 de
vrije zaterdag. Na zeven jaren school ben ik geslaagd
voor het gymnasium en heb ik de school verlaten
om in Enschede wiskunde te gaan studeren. Mijn
studie ging volgens plan en na zes jaar was ik bijna
afgestudeerd. Dat was een goed moment om naar
een baan uit te kijken en hoewel ik geen opleiding
tot docent had gedaan ben ik op mijn oude school
aangenomen voor drie dagen zodat ik tijd zou
hebben om mijn studie af te ronden.
1975: terug op het oude nest!
Het gebouw, de oude gangen en trappen, de beelden bij de
ingang, alsof de tijd had stilgestaan. Het internaat was er
nog wel, zij het zonder leerlingen. De ruimte kon de school
goed gebruiken. Het aantal leerlingen echter was zodanig
toegenomen dat er in Oldenzaal met het Thij-college inmiddels
een tweede middelbare school kon bestaan. Eenmaal
terug werden de leraren die je toen ‘meneer’ noemde col lega’s
die je bij voornaam noemde. Dat is zeker in het begin even
wennen.
Naast lesgeven was er van alles te doen waarbij gezelligheid
zeker ook belangrijk was. Ik denk dan aan vergaderingen
en ouderavonden die steevast met een drankje werden
afgesloten, sportdagen waaraan ook altijd een lerarenteam
deelnam, vrijdagmiddag volleybal, de nieuwjaarsreceptie,
de scholingsdagen, bijeenkomsten met de groep ‘nieuwe
docenten’.
De tijd staat echter niet stil, de kosten van onderwijs stij gen,
fusies vinden plaats. Eerst een fusie met de Plechel musmavo
en een paar jaar later een grote fusie van de Oldenzaalse
Carmelscholen, de Potskamp en de mavo’s Losser en
Denekamp. Nu zijn we het Carmelcollege! De sfeer en beleving
van de beginjaren wordt minder, de individualisering neemt
toe evenals het aantal vergaderingen. Het vak wiskunde is
in de periode dat ik les heb gegeven veranderd, begonnen
met wiskunde 1 en 2 werd het vanaf 1998 in de tweede fase
wiskunde A, B, C en D en uiteindelijk wiskunde A en B.
De authentieke sfeer van de school, de gangen en de lokalen
met ruiten naar de gang, zijn na een interne verbouwing voor
een deel verdwenen, slechts de trappenhuizen hebben de tijd
overleefd. Gelukkig maar.
Ben Hofland
Tumult in het bastion
van paters in pij
Net als mijn vader
Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik ’t zelf.
We zijn nu veel wijzer, stakkerig wijs zijn we…
Telkens als ik herinnerd word aan mijn laatste schooljaren op
het Twents Carmel Lyceum, schieten mij deze beginregels van de
novelle Titaantjes van Nescio te binnen. Het waren opwindende
jaren omdat in die periode – eind jaren ’60, begin jaren ’70 – de
geest van revolutie en opstand vanuit Parijs en Amsterdam
met enige vertraging kwam overgewaaid naar deze contreien.
Op dat moment maakten paters in pij nog de dienst uit in
het door en door katholieke onderwijsbolwerk in Oldenzaal.
Het tot dan vanzelfsprekende gezag van de paters (maar ook
seculiere docenten) werd aan het wankelen gebracht door
een nieuwe lichting docenten – veelal van D66-huize en
vaak ook maar een paar jaar ouder dan de leerlingen van
de hoogste klassen. Dat schiep een band. Wij, opstandige
maar aardige jongens en meiden, werden door die docenten
als gelijken behandeld. Dat paste in ons straatje, want wij
waren natuurlijk tegen elke vorm van hiërarchie, tegen elke
‘Ik denk met enige weemoed terug
aan die voor ons opwindende tijd.’
vorm van gezag. Inspraak en democratisering, daar waren we
voor. Voor de rest waren we eigenlijk overal tegen: betutteling
van onze ouders, de strenge paters/docenten, de oorlog in
Vietnam, de knoet van de katholieke kerk, ‘molenaar’
Johnson, discotheken die ons de toegang weigerden vanwege
ons lange haar. En vanzelfsprekend waren we tegen elke vorm
van censuur. Voor dit alles hadden we een uitlaatklep: de
schoolkrant TWEC. Waarin we op een gegeven moment zelfs
mochten fulmineren tegen vermeende censuur. Sterker nog, er
was zelfs ruimte voor een ‘coup’ door een groep recalcitrante
leerlingen, die eenmalig een heel nummer ongecensureerd
mogen vullen met bijdragen die uiteenlopen van ‘melig,
puberaal en absurdistisch tot activistisch en politiek
pamflettistisch’. Althans, zo heb ik het – veel wijzer, stakkerig
wijs – omschreven in het boek ‘Tumult op een brave school’
over die roerige jaren, dat verscheen ter gelegenheid van het
90-jarig bestaan van het Twents Carmellyceum.
Als ik dan tien jaar later dat boek nog weer eens doorblader,
denk ik met enige weemoed terug aan die voor ons opwindende
tijd. Voor velen wellicht niet meer dan een voetnoot in de
100-jarige geschiedenis van een eerbiedwaardig Twents
onderwijsinstituut. Wij – aardige, maar naïeve jongens en
meiden – hadden, al was het maar voor even, de illusie dat het
kon: de verbeelding aan de macht.
Ben Siemerink
Iedere ochtend rond half acht verzamelden zich zo’n
honderd Ootmarsumse tieners langs de Oldenzaalsestraat.
Als het groepje uit Vasse aangesloten was, fietsten we in
een lange sliert in zo’n drie kwartier naar Oldenzaal. Na
het kanaal rechtsaf, een stukje parallelweg en daarna het
lange smalle zandpad op. Na de rondweg splitsten we
in leerlingen naar het Thijcollege en leerlingen naar het
Carmellyceum. Het Thijcollege was vrijer ging het verhaal,
daar gingen de meeste jongelui naartoe. Het Carmellyceum
was een beetje suf. Toch werd die laatste mijn school. Mijn
vader had er ook op gezeten en dat vond ik een mooi idee.
Het klassieke gebouw en de geschiedenis van het instituut
waren een deel van de charme van het Carmellyceum.
Welke school had een bibliotheek in een prachtige kapel
met hoge glas-in-loodramen? Hoeveel feestjes waren er
door de jaren heen al gevierd in de donkere Hades? Suf
was het er niet, want ook op het Carmel was het jaren ‘70.
Ik herinner me een leraar Nederlands die les gaf in
kleermakerszit, je kon handvaardigheid en kunstgeschiedenis
kiezen in je vwo-examenpakket, bij Engels ontleedden
we songteksten van Jim Croce, tijdens een
klassenavond bij onze klassenleraar thuis gingen buiten
in de tuin joints rond. En we hadden een caféetje op de
hoek. Je hoefde er alleen maar de straat voor over te steken
om er in je vrije uur (of spijbelend) met warme chocomel
met slagroom met je schoolvrienden aan de stamtafel een
kaartje te leggen, wat ook regelmatig gebeurde. De vrijheid
zat niet in het schoolsysteem van het Thijcollege of
het Carmellyceum. De vrijheid zat hem in de dagelijkse
fiets tocht met zijn allen naar die nieuwe wereld buiten je
woonplaats die, door de met je medeleerlingen uit andere
plaatsen gedeelde schoolervaringen, langzamerhand steeds
groter werd, naar welke school je ook ging.
Carmen Luttikhuis
5 VWO 1982
.49
ZILVER LENTE 2023
100 JAAR. TWENTS CARMELLYCEUM
Na de brugklas in 1969
volgden vele mooie jaren
Ruim 40 jaar met pubers
vol idealen en hormonen
Mijn eerste schooljaar als docent is net twee uren
oud: de kop is eraf. De eerste pauze. Ik loop vanuit
‘mijn’ lokaal, D003, naar de personeelskamer. Dan
tikt mij collega Gerhard W. (Nederlands) op de
schouder. Ik draai mij om en hij zegt: ‘Jij komt zeker
uit het westen’. Ik antwoord: ‘Nee, ik kom uit het
zuiden, uit Brabant’. Waarop hij antwoordt met: ‘Dat
bedoel ik’. Dat is wat je noemt opgenomen worden
in het collectief van de Carmel. Maar ik laat het
voorval voor wat het is, ik ben net begonnen en laat
mij niet uit het veld slaan. Stap de personeelskamer in
en rook samen met bijna alle aanwezigen rustig een
sigaretje. Men is buitengewoon vriendelijk tegen mij.
Dus het voorval zal verder waarschijnlijk wel geen
consequenties hebben.
Ik zat in de zesde klas op de Koningin des Vredesschool
aan de Lyceumstraat. En ik wilde maar wat graag naar het
Carmellyceum iets verderop. Maar met mij wilden dat nog
eens 35 leerlingen van mijn school. Voor je werd aangenomen,
moest je zes proeflessen volgen. Dat gebeurde op de vrije
woensdagmiddag in het prachtige gebouw aan de Lyceumstraat.
De beste leerlingen uit de hele regio, van Tubbergen tot en met
Overdinkel, kwamen daar om van een onderwijzer wiskunde
en Nederlands te krijgen. Er stond voor ons gevoel wel druk op
en een enkeling viel af. Een jongen uit Volthe haalde het niet,
zijn Twents was kennelijk beter dan zijn Nederlands.
Toen ik werd toegelaten maakte ik kennis met ‘het Carmel’. De
school werd nog geleid door de paters. De rector was de aimabele
pater Benneker. Verder waren er nog pater Elshof, pater Kemps,
pater Bouwman, pater van Wijngaarden. De paters hadden mooie
bijnamen. Hompie, Porkie, de Beer en Druif.
.50
Als ik nu terugkijk in 2023, tien jaar gepensioneerd,
na een periode van veertig jaar trouwe dienst, kan ik
niet anders dan vaststellen dat het onderwijs, en ook
het Carmel, mij veel plezier hebben gebracht. Waar
zat dat plezier nou eigenlijk in? En dat is nou niet echt
makkelijk aan te geven. Was het de goed betaalde baan?
Waren het de (vak-)collega’s? De werkweken met de
leerlingen? Het pilsje na weer een vergadering waarin
de zoveelste onderwijsvernieuwing als verbetering
van ons onderwijs werd aangekondigd (zo ongeveer
elke vijf jaar gebeurde dat, maar of er werkelijk zoveel
veranderde?)? Of was het toch de interactie met de
leerlingen in de klas? Ik denk dat het toch vooral de
leerlingen waren. Pubers vol idealen, problemen én
hormonen die hun weg nog moesten vinden. En dat
gold voor de puber en zijn idealen, maar ook, en vooral,
voor die hormonen.
‘Men is buitengewoon
vriendelijk tegen mij.’
Tot slot. Ik heb gediend onder zes rectoren/directeuren.
Eén mens dat menstrueert, zoals dat nu heet en vijf
mensen die dat niet deden of doen. Allen ook met
idealen en ik moet zeggen: ik heb er weinig last van
gehad. Het was prettig om met hen samen te kunnen
werken. En zo hoort het ook.
Cor van Bakel,
gepensioneerd docent biologie
TCL 1972
Eind augustus 1969 was het zover en ging ik voor het eerst
naar de middelbare school. Ik kwam in klas 1E en wist zelfs
via democratische verkiezingen, geheel in het kader van de
toenmalige tijdsgeest, klassenvertegenwoordiger te worden.
Onze strenge klassenleraar werd de Limburgse waterpoloër
meneer Kessels, voor geschiedenis had ik Leon van Schie en
last but not least de kunstzinnige langharige sikdragende
tekenleraar, Rein van de Voorde. Deze hasjrokende jongeling
kleedde zich als Ian Anderson (Jethro Tull), die ik toen nog
niet kende. Muziek werd gegeven door een stug volhardende
meneer Teussink. Het was ‘paarlen voor de zwijnen’. Er zaten
heel veel leuke en mooie meisjes in de klas. Ik werd verliefd op
een klasgenote uit Berghuizen.
Net als op de lagere school had ik grote problemen met concentratie.
Ik werd vaak de klas uit gestuurd. Geregeld moest ik
strafregels schrijven. Daar bleef het niet bij. Eén keer moest
ik voor straf vier keer op een zaterdagochtend naar school
komen. Melden bij de conciërge Herman Scheuten, die naast
school woonde. Toch slaagde ik erin over te gaan. Na de
brugklas volgden nog vele mooie jaren op het Carmel.
Gerard Hoogstraten
Pater Kemps: de ‘muziekpater’
van het Carmel
‘In die tijd werden
vrouwen ontslagen als
ze gingen trouwen.’
Pater Linus Kemps, geboren in Oss op 3 juli 1915 als Hendricus
Mattheus Antonius (roepnaam Hein), leerde ik in 1962
kennen als de ‘muziekpater’ van het Twents Carmellyceum.
Ofschoon zijn eigenlijke onderwijstaak in de school leraar
Engels was, hield hij zich vol overgave bezig met het leiden van
het schoolorkest en schoolkoor. Niet zo vreemd als je bedenkt
dat het vak muziek pas in 1968 verplicht werd gesteld in het
voortgezet onderwijs en het Carmellyceum sinds 1961 een
muziekleraar had (Wim van Berkel).
Schoolkoor met Pater Kemps 1966
Linus manifesteerde zich ook als promotor van cultuur in de
ruime zin des woords; hij leidde ons leerlingen over de drempel
van de Schouwburg in Enschede, dé cultuurtempel van Twente
in die tijd, waarheen wij per ONOG-bus werden vervoerd. Ook
de jaarlijkse bezoeken aan de Matthäus Passie van Joh. Seb. Bach
in de Lambertuskerk (nu basiliek) in Hengelo behoorden tot het
cultuurpakket dat ons werd aangeboden door deze bijzondere
man. Over ‘Bildung’ gesproken! Zijn connecties aan de overzijde
van de Noordzee zorgden ervoor dat wij met een groep van zo’n
twaalf jongens (de scheiding der seksen werd toentertijd nog zeer
strikt toegepast) konden kamperen in de boomgaard van ‘miss
Joan’, een dame die niet zou misstaan in een Monty Pythonaflevering,
om van daaruit Engeland te exploreren. Onder zijn
pij waren typisch Hollandse bolknaksigaren verborgen die veel
Engelse ‘guards’ door de knieën deden gaan om toegangskaartjes
onder de prijs te verkopen. Linus was in eten en drinken een echte
Bourgondiër en daarnaast een geanimeerd causeur, waardoor het
voorkwam dat hij, druk gebarend en sprekend, op de ferry naar
Groot-Brittannië, in plaats van sodawater koffieroom bij zijn
whisky schonk en deze met evenveel smaak opdronk.
Persoonlijk dank ik mijn besluit om muziek te gaan studeren
aan hem en aan mijn pianoleraar Alphons Gaalman die
elkaar overigens leerden kennen toen wij met onze band op
zaterdagmiddagen mochten repeteren in het muzieklokaal en
Linus persoonlijk de hoofdingang van de school ontsloot. Na
afloop van de repetitie werd een enkele keer in gezelschap van
de heren een glas genuttigd in het legendarische café van Appie
Velthuis. Het afscheid van pater Linus Kemps als leraar Engels
werd een groots festijn van cultuur, drank en spijs, geafficheerd
als ‘The last Night of the Homps’, verwijzend naar de befaamde
Engelse Proms en zijn bijnaam, waar hij nu, na zijn leraarschap,
ontspannen om kon lachen. Linus’ leven eindigde geheel in stijl
op 30 augustus 1992, na een gezellige kaartavond met een hapje
en een drankje bij zijn zus in Nijmegen,
‘Wat der ok gebuurt,
oons Annie geet!’
In 1953 wilden drie leerlingen van de basisschool in
Albergen naar het Carmellyceum in Oldenzaal. Voor
de jongen was het geen probleem: goede cijfers en
bovendien… Bij een van de meisjes ook niet: goede
cijfers en een nicht van de toenmalige rector. Bij het
andere meisje dook een onverwacht probleem op: ook
zij had goede cijfers maar het Hoofd der School achtte het
nodig de ouders een bezoek te brengen. Zijn boodschap:
hoe konden zij denken dat hun dochter, afkomstig van
een ‘gewone’ boerderij en geen verdere kruiwagens of
zo, en ook nog een meisje, zomaar de stap kon zetten
naar het Carmellyceum in Oldenzaal. De moeder sprak
de onvergetelijke woorden: ‘Wat der ok gebuurt, oons
Annie geet!’ En zo gebeurde. Helaas eindigde haar tijd
op het lyceum na de 5 e klas gymnasium door veel te
zware overgangsnormen destijds.
Een zus van haar, een jaar jonger, ook goede cijfers,
mocht naar de mulo. Daarna wilde zij graag naar de
kweekschool, maar dat stuitte op bezwaren binnen
het gezin, met name van de vader. Hij had iets tegen
juffrouwen: die werkten maar een paar jaar en dan
gingen ze toch trouwen. En in die tijd werden vrouwen
ontslagen als ze gingen trouwen. Gelukkig is er veel ten
goede veranderd in de jaren die achter ons liggen, maar
er is zeker nog evenveel te doen!
Overigens, het is met beide zussen/vrouwen helemaal
goed gekomen in hun leven. Ik kan het weten, want ik
ben die jongen uit de jaren ’50 en ik ben met de jongere
zus getrouwd, al meer dan 55 jaar, gelukkig en wel!
Harry Morshuis
.51
Geert C.A.M. Christenhusz
ZILVER LENTE 2023
Heeft u al een
abonnement op
Zilver Magazine?
Ga snel naar www.zilvermedia.nl of
mail naar: verkoop@zilvermedia.nl
tel: 088–1198 200
.52
ADVERTENTIE
www.vredehof.nl
In het groene hart tussen Hengelo en Enschede ligt op eigen erf
Theetuin Driene. Bij ons kunt u buiten of binnen genieten van
verschillende soorten thee en koffie met diverse zoetigheden.
Onze zoetigheden en gebak zijn allemaal huisgemaakt.
Daarnaast bieden we ook lunch, High tea en mini tea’s aan zoals
een Afternoon tea, Cream tea en ons “Drienerplankje” (deze
bestaat uit: een sandwich, quiche, een scone en twee zoetigheden).
Tevens kunt u bij ons gezellig borrelen in combinatie met
een heerlijke borrelplank.
Iets te vieren?
Wij verzorgen het feest naar uw wensen.
Vraag naar de mogelijk heden.
Nu voor alle 60+ lezers van Zilver Magazine
een Drienerplankje van € 15, 50 voor € 12, 00
Adres:
Drienerschoolweg 11
7552 PC Hengelo
Openingstijden:
Woensdag t/m zondag
van 11:00 tot 17:00 uur
Tel. 06 14 76 00 88
info@theetuindriene.nl
www.theetuindriene.nl
Vermeld bij reservering: advertentie Zilver Magazine voor de korting
Samen
op zoek
naar uw
Zilvermaatje
Een dame uit Oldenzaal
(75) wil graag kennis maken
met een bij voorkeur
mannelijke plaatsgenoot
(of directe omgeving) van
ongeveer dezelfde leeftijd.
Interesses: muziek,
musea, wandelingetje,
terras etc.
.53
Een dame uit Twente (81)
zou graag met handgeschreven
brieven willen
corresponderen met
iemand die dat ook leuk
vindt (adres bij redactie
bekend).
We zoeken een wandelmaatje
in Enschede voor
een dame van 66.
In Hengelo zoeken we
iemand die af en toe wil
koken voor een dame van 86.
Een 69-jarige man uit Beuningen zou
het gezellig vinden af en toe een leuk
uitstapje te maken met een dame.
Zilver Magazine gaat u helpen
om een maatje te vinden om af
en toe samen wat gezelligs te doen:
een wandeling, kaarten, naar
de film of het theater, een praatje,
samen koken, samen eten.
Wat kunt u doen?
Bent u op zoek naar een maatje, stuur dan een e-mail naar
maatje@zilvermedia.nl waarin u ons aangeeft wat u graag met uw maatje
zou willen doen. Laat ons ook weten in welke woonplaats of omgeving u
dat zou willen doen. Wij zoeken een match voor u en brengen u dan, met
uw toestemming, in contact met iemand die ook een maatje zoekt om
dezelfde activiteit te ondernemen.
Op deze pagina vindt u enkele oproepjes. Misschien is er wel wat voor u
bij of brengt het u op een idee om in de zomereditie een oproep te doen.
Daarvoor stuurt u een e-mail naar maatje@zilvermedia.nl.
ZILVER LENTE 2023
COLUMN. RECHTTOE RECHTAAN
Ik wens u
// Tekst
MR. DR. TON LAMERS
// Foto
SORA SHIMAZAKI
veel
personeel
.54
Mr. dr. Ton Lamers bespreekt in
Zilver Magazine telkens een actueel
juridisch thema. Soms zullen de
onderwerpen zijn ingegeven door
actuele zaken waarbij hij zelf
betrokken is geweest maar hij
staat ook open voor door lezers
aangedragen onderwerpen en
vragen. Voorstellen kunnen via
redactie@zilvermedia.nl worden
ingebracht.
De titel van deze bijdrage ‘Ik wens u veel personeel’
is een uitspraak van waarschijnlijk Joodse origine
die bepaald niet aardig is bedoeld. Het hebben
van personeel levert de werkgever niet zelden vele zorgen
op. In deze bijdrage wordt een zaak beschreven waarin een
werkgever wel heel veel pech heeft als een werkneemster met
wie de werkgever net een arbeidsovereenkomst heeft gesloten
nog voor ze met haar nieuwe baan kan beginnen ziek wordt en
de werkgever daarvoor financieel mag opdraaien.
Risicoverdeling
Het privaatrecht, het geheel van rechtsregels geldend tussen de
burgers onderling, was oorspronkelijk gebaseerd op een soort
van gelijkheid zoals ten tijde van de verlichting beschreven
door arts, filosoof en econoom John Locke (1632-1704). Zijn
idee kwam er kort gezegd op neer dat de burgers met elkaar
samenleefden op basis van een sociaal contract. Dat contract
gold dus tussen de burgers onderling en niet tussen de staat en
de burgers. Het was de taak van de staat om de vrijheden van
die burgers te beschermen. Op die gedachte is de grondwet
van de Verenigde Staten nog steeds gebaseerd. In de loop van
de negentiende eeuw leidde dit in Europa echter tot bepaalde
ongelijkheden waardoor de staat meende in dat systeem te
moeten ingrijpen.
De kern van die ingrepen komt erop neer dat ongelijkheden
telkens werden platgestreken door het opleggen van zekere
risicoverdelingen. Niet meer ieder voor zich en God voor ons
allen, maar voor sommigen de verplichting op te draaien voor
schade die anderen leden, terwijl zij daar part noch deel aan
hadden. Een goed voorbeeld is de opgelegde risicoverdelingen
binnen het arbeidsrecht, met name op het moment dat een
werknemer ziek wordt.
Na de ziektewet
Tot en met 2003 kenden we in Nederland de ziektewet. Als
een werknemer ziek werd nam de overheid de loonlasten
voor de werkgever (ten dele) over. Toen die wet in 2004 werd
‘Je past niet
goed in het team.’
afgeschaft, werd de werkgever (in beginsel) twee jaren verplicht
om het (grootste deel van het) loon door te betalen en in sommige
gevallen ook nog een deel van de uitkering van werkgever.
Het hebben van personeel kan daarmee zomaar een heel dure
aangelegenheid worden, met soms zelfs een faillissement van
de werkgever tot gevolg. De wetgever verdedigt dit systeem met
het argument dat de werkgever zich tegen dit soort schade kan
verzekeren. Dat is een kul-argument want met name kleinere
ondernemers kunnen zich een dergelijke verzekering in de verste
verte niet veroorloven. Loonkostenverzekeringen zijn duur,
heel duur, en de verzekeraars hebben goede juristen in dienst
om te voorkomen dat ze voor de verzekerde schade moeten
opdraaien.
Proeftijdontslag
Als tussen werkgever en werknemer een arbeidsovereenkomst
wordt gesloten is er mogelijk sprake van een proeftijd. Gedurende
deze proeftijd kan een werkgever de werknemer ontslaan. Dat
kan ook als de werknemer gedurende de proeftijd zwanger of
ziek wordt, maar niet omdat de werknemer zwanger of ziek
is. In de casus die ik hier bespreek wordt een werkneemster
in de periode tussen dat de arbeidsovereenkomst is gesloten
en het moment dat ze met de daadwerkelijke werkzaamheden
aanvangt, ongeneeslijk ziek. De werknemer meldt dat keurig
bij de werkgever en werkgever en werknemer spreken meerdere
keren over het ontstane probleem. Uiteindelijk deelt de
werkgever mee dat ze gebruik maakt van het proeftijdbeding
met als motivatie dat de arbeidsovereenkomst ‘gezien de huidige
situatie’ niet in stand kan blijven. Als de werknemer deze
beslissing aan de rechter voorlegt, concludeert deze dat er
sprake is van een discriminatoir ontslag. De werkgever heeft
de werknemer immers ontslagen omdat ze ziek is en dat mag
niet. De rechter veroordeelt de werkgever tot het betalen van
het netto-equivalent van € 33.000,- (bruto een kleine € 50.000
aan gemist salaris) en alle kosten van het geding. Laat er geen
misterstand over bestaan, het is vreselijk als iemand ongenees lijk
ziek wordt, maar is het ook billijk dat de werkgever daardoor
schade moet leiden? Kan van een werkgever worden verwacht
dat deze een overeenkomst nakomt als vaststaat
dat deze overeenkomst door de wederpartij, in dit
geval de werknemer, niet zal worden nagekomen?
In het normale overeenkomstenrecht is dat niet
het geval, dan kan de partij die nadeel gaat leiden
de overeenkomst buitengerechtelijk ontbinden.
Het is al buitengewoon zwaar dat werkgevers
ge durende twee jaren moeten opdraaien voor de
loondoorbetaling van zieke werknemers. Dat
laatste is nog uit te leggen als de werkgever een
grote onderneming of de overheid zelf is, dan is
er niet zelden sprake van enkele druppels op een
gloeiende plaat. Maar als de werkgever bij voorbeeld
een schildersbedrijf met twee man personeel is,
dan is dat risico onredelijk zwaar. In bovengenoemde
situatie draait de werkgever op voor
de loonkosten van het jaarcontract terwijl de
werknemer nog niet eens heeft gewerkt. Dat is
zuur voor de werkgever die de werknemer ook
had kunnen laten beginnen en zich er tijdens de
proeftijd met een smoesje vanaf had kunnen maken
(‘je past niet goed in het team’). Laat er wederom
geen misverstand over bestaan, dat laatste zou
op zijn minst moreel verwerpelijk zijn, maar
gezien de financiële problemen die de werkgever
tegemoet mag zien nu deze eerlijk is geweest geen
ondenkbare oplossing.
Verantwoordelijkheid overheid
Het steeds maar doorschuiven van risico’s van
werknemer op werkgever loopt ook een keer spaak.
Wellicht zou de overheid in dit soort situaties haar
verantwoordelijkheid moeten nemen. Dat zal de
overheid niet doen omdat de kosten voor sociale
zekerheid al zo uit de hand zijn gelopen dat die deur
hermetisch dicht zit.
.55
ZILVER LENTE 2023
Tijd voor elkaar
maken om lekker
bij te praten
Of samen op pad te zijn of
een fotoboek te maken.
Mooie initiatieven voor een
waardevol leven. Wilt u weten
wat het lidmaatschap van De
Ledenservice nog meer te bieden
heeft? Bezoek dan onze website*.
Hier vindt u het complete
overzicht en kunt u direct gebruik
maken van het aanbod.
.56
Thuisgekookt
Verse maaltijden aan huis voor en door buurtgenoten
Is het lastig voor u om elke dag zelf te koken? Stichting
Thuisgekookt gaat graag op zoek naar een buurtgenoot
die speciaal voor u een extra portie kookt. De maaltijd kan
gebracht of gehaald worden, u betaalt ongeveer €3,- tot €6,-
per maaltijd en zit nergens aan vast! Wilt u gebruik maken
van een maaltijd, die bij u in de buurt is gemaakt door een
thuiskok? Of wilt u zich aanmelden als thuiskok? Neem dan
contact op met Stichting Thuisgekookt via 085 060 8768.
Genieten
ADVERT
doe je sa
Gratis fotoboekje
De leukste, grappigste en mooiste herinneringen in een
fotoboek bundelen? Goed idee. Daarom krijgt u van ons een
gratis Smartfoto fotoboekje M soft cover met spiraalbinding
twv € 9,99 (of als korting op fotoboeken L en XL). U kunt dit
fotoboekje bestellen met een kortingscode via onze website*
Mantelzorgondersteuning
Betaal je Maatje
Samen met een maatje op stap, of ondersteuning bij de
huishoudelijke taken? Samen met u worden de
mogelijkheden besproken.
Ledenvoordeel €2,50 korting op de eerste factuur, uurtarief
€18,50 (PGB mogelijk).
ENTIE
.57
men!
Dierenpark Nordhorn
Wilt u erop uit in het voorjaar. Bij
dierenpark Nordhorn, net over de grens,
kunt u tijdens een heerlijke wandeling
genieten van het prachtige park.
Bewonder samen met uw familie meer
dan 1700 dieren. En er zijn tevens leuke
speeltuinen en het restaurant biedt u
heerlijke versnaperingen.
Ledenvoordeel 15% korting op de
entreeprijs van de dagkaart en gratis
parkeren! Op vertoon van uw (digitale)
ledenpas.
Fietsvoordeel
Een actief leven draagt positief bij aan
uw gezondheid. Bent u toe aan een
nieuwe fiets? De Fietsvoordeelshop
heeft een uitgebreid aanbod en
een passende fiets voor iedereen.
Van E-Bike tot transportfiets zonder
trapondersteuning. In diverse
prijscategorieën vindt u op onze website*
goede en betrouwbare fietsen.
Ledenvoordeel Tot wel 15% korting op de
aanschaf van een nieuwe fiets en bij de
aanschaf van een E-Bike een jaar gratis
AON fietsverzekering, incl. pechhulp.
Reisbureau SamenUit!
Verzorgt uitstapjes voor ouderen naar allerlei bestemmingen binnen en
buiten de regio. Er wordt rekening gehouden met de wensen en ‘uitdagingen’
van de deelnemers. De uitstapjes worden begeleid door enthousiaste,
ervaren vrijwilligers. Als u afhankelijk bent van verpleegkundige zorg, kijken
we samen met u of we dit kunnen realiseren. Op de website ledenservice.
carintreggeland.nl/samenuit vindt u ons actuele reisaanbod. U kunt ook
bellen 088 367 9661 of mailen samenuit@carintreggeland.nl.
Digitale ledenpas
Vanaf 2022 ontvangt u geen fysieke ledenpas. Wij vinden duurzaamheid
belangrijk, daarom is besloten om geen fysieke pas meer aan te bieden.
Op onze website staat uw digitale ledenpas klaar in uw eigen account.
Bent u al lid, maar heeft u nog geen account? Ga naar de website* en klik
op inloggen om uw inloggegevens aan te vragen.
Nog geen lid van
De Ledenservice?
Ga naar onze website* en meld u vandaag nog aan!
Voor slechts €22.50 per kalenderjaar kunt u gebruik
maken van alle voordelen. Liever persoonlijk contact
dat kan via 088 3672373 of leden@carintreggeland.nl.
088 367 2373 | leden@carintreggeland.nl | *www.carintreggeland.nl/ledenservice
ZILVER LENTE 2023
ACTIEF. FERDI DE BOER
‘Ik zocht contact
met de badmeester:
‘je moet me leren
zwemmen.’
.58
// Tekst
ASTRID OLDE OLTHUIS
// Foto’s
HARRY MOEK
Ferdi de Boer:
Ik ben dankbaar
dat ik genezen
ben en ik wil
iets terugdoen
Een bezoek aan de Olympische Winterspelen in het Canadese Vancouver in 2010
staat bovenaan zijn wensenlijstje. Zover komt het voor Ferdi de Boer uit Losser niet.
Ruim een jaar daarvoor wordt lymfeklierkanker bij hem geconstateerd, de ziekte
openbaart zich in meerdere lymfeklieren. Een half jaar lang ondergaat hij iedere
twee weken een chemokuur. Als dat goed aanslaat, is zijn levensverwachting zo’n drie
tot tien jaar. Vijf jaar later wordt hij genezen verklaard en anno 2023 heeft hij alweer
een aantal triatlons achter de rug. De inmiddels 74-jarige is springlevend. Zijn dagbesteding:
het inzamelen van oud ijzer voor het goede doel.
.59
Zijn leven staat in het teken van dingen
die op zijn pad komen. Hij heeft een
breed netwerk, pioniert en pakt zaken
op die goed voelen: zakelijk én sportief. In zijn
jeugd en later als senior is hij als judoka meerdere
keren Oost-Nederlands kampioen. Zijn judopak
verruilt hij voor een race-overall. Autocross wordt
zijn grote hobby. ‘In die tijd had ieder dorp zijn
eigen autocross. Ik had nog zo’n oud Kevertje.
Later ging ik ook naar Duitsland. Daar hadden
ze betere banen. Nee, daar reden we niet zoals nu
alleen maar rondjes’, lacht De Boer. Hij ontdekt
als eerste Nederlander de rally’s in Europa en plaveit
het pad voor Nederlandse autocrossers. De
Lossernaar laat trots een reeks plakboeken zien
met krantenknipsels van 1977 tot en met 1983. Zijn
gloriejaren leveren hem 240 bekers op, waarvan er
nog één op het kastje naast de tv prijkt.
Als ik niet gesport had, was ik er allang
niet meer geweest
Op zijn vijftigste raakt hij enthousiast over
triatlons als hij op vakantie in Turkije is. Onder het
genot van een borrel roept hij: ‘Volgend jaar doe
ik ook mee!’ Schaterend: ‘Maar ik kon helemaal
niet zwemmen! Terug in Losser zocht ik als eerste
contact met de badmeester: je moet me leren
zwem men.’ Het antwoord van de badmeester:
‘Je begint eerst maar in het pierenbadje.’ Het
zwem men krijgt hij onder de knie en deelname
aan ettelijke triatlons volgen. Zelfs op 74-jarige
leeftijd is hij nog steeds - weliswaar minder snel
en met kortere afstanden - van de partij bij de
befaamde triatlon van Holten. ‘Toen ik kanker
had, ging ik fit de chemokuren in. Ik ben zelfs
tijdens de eerste chemo’s blijven hardlopen en
fietsen. Ik denk dat als ik niet gesport ik er allang
niet meer geweest was.’ >>
ZILVER LENTE 2023
ACTIEF. FERDI DE BOER
.60
‘Gewoon
frisdrankblikjes
die op straat
lagen, hele
vuilniszakken
vol hadden we.’
Vijf vrachtwagens fruit per week naar Oost-
Europa
Hij blijft succesvol in de autosport, maar verdient
er zijn boterham niet mee. De Boer vertelt verder:
‘Op mijn 24 e begon ik een winkel in Losser in
aardappels, groente en fruit. Later opende ik er
nog een in Overdinkel. Rond 1992 kwam ik door
de autocross in Letland, om een sponsor te helpen
met zijn groothandel. Het viel me op dat sommige
fruitsoorten daar helemaal niet verkrijgbaar waren.
Ik bracht er bananen naartoe, later gemengd
fruit. Dat werden vijf vrachtwagens per week.
Ik had zelfs zeven man personeel daar in dienst.
Ook in Rusland.’ Vijf jaar later ontdekten grotere
ondernemingen zijn markt en werd het voor De
Boer minder lucratief om handel in Oost-Europa
te drijven. Hij stopt.
Iedereen die kanker heeft of heeft gehad,
kent dat gevoel
In Losser en omgeving staat hij bekend als Ferdi,
de oudijzerverzamelaar. Hij zamelt oud ijzer in
en verkoopt dat voor het goede doel. Dat is onlosmakelijk
verbonden met zijn overwonnen ziekte:
‘Ik ben dankbaar voor het feit dat ik genezen ben
en ik wilde iets terugdoen. Ik denk dat iedereen
die kanker heeft of heeft gehad dat gevoel wel
kent.’ De Good Cause Rally komt op zijn pad, een
event in Twente waarbij ernstig zieke kinderen een
onbezorgde dag wordt bezorgd. Ferdi rijdt met
zijn oude Chevrolet uit 1961 kinderen rond en
tovert een grote glimlach van oor tot oor op hun
gezichten. ‘Dat was prachtig om te doen’, zijn ogen
stralen nog als hij eraan terugdenkt.
€ 4.000 voor de Good Cause Rally
Rond diezelfde periode begint hij met het inzamelen
van oud ijzer: ‘Gewoon frisdrankblikjes die op
straat lagen, hele vuilniszakken vol hadden we.
Die brachten we naar oudijzerhandel Oostdam
in Enschede. Het bracht dan weer € 20 dan weer
€ 50 euro op. Na een jaar was het opgelopen tot
€ 4.000. Dat bedrag heb ik toen aan de Good
Cause Rally geschonken.’ Ferdi’s inspanningen
vallen op. Hij haalt de lokale media en die extra
publiciteit brengt zijn activiteiten goed onder de
aandacht. De bedragen lopen op tot € 15.000 per
jaar. Oostdam besluit een container bij de woning
van de voormalige fruithandelaar neer te zetten.
Veel lokale activiteiten door het inzamelen
van oud ijzer
Als de Good Cause Rally stopt – nu zo’n tien jaar
geleden – besluit De Boer eigen activiteiten voor
lokale goede doelen te organiseren. Sindsdien is er
jaarlijks Funny Day in het Losser openluchttheater
Brilmansdennen waar de bewoners van de Twentse
Zorgcentra getrakteerd worden op een optreden van
volkszanger Jannes en andere bekende artiesten.
Hij organiseert boottochten over de IJssel voor die
bewoners, maar ook voor de oudere bewoners van
de senioreninstellingen in de gemeente Losser of
regelt gezellige muziekmiddagen voor hen. Ook
ondersteunt hij 32 gezinnen die, om welke reden dan
ook, niet bij de Voedselbank terechtkunnen iedere
twee weken met een groente- en fruitpakket. Het is
een greep uit de vele lokale activiteiten die hij met
de inkomsten door het inzamelen van zijn oud ijzer
organiseert.
Ooit komt er een einde aan
Inmiddels is hij minder actief met het verzamelen
van oud ijzer. De container staat nu uit het zicht
maar wordt nog wel gevuld. ‘Nou,’ De Boer kijkt even
bedenkelijk, ‘het wordt wel steeds lastiger. Er zijn
steeds meer regeltjes waardoor we beperkt worden
en het is steeds moeilijker vrijwilligers te vinden.
Dat vind ik wel jammer. Maar ik merk wel dat als
je ermee begint het vanzelf een verslaving wordt.
Ik wil er steeds mee stoppen, maar iedere keer denk
ik: ach, het is ook wel weer leuk om te doen.’ Zijn
blik dwaalt even af naar echtgenote Tiny, waarmee
hij afgelopen december vijftig jaar getrouwd is. Zijn
kritische drijfveer, noemt hij haar. ‘Ik heb beloofd
vijf jaar lang Funny Day te organiseren en eigenlijk
hoop ik nog wel meer te kunnen doen, maar ooit
komt er een keer een einde aan.’ Ooit...
.61
ZILVER LENTE 2023
ZILVER ZAKELIJK. LISANNE JUTTE
Woontrends Lente 2023
.62
ADVERTENTIE
Lisanne Jutte interieurstylist
Instagram: LISANNE JUTTE
www.lisannejutte.nl
Kleur bekennen
De lente is voor veel mensen een goed moment om wat kleur toe
te voegen aan het interieur. Na de donkere wintermaanden is het
weer langer licht ’s avonds. De natuur ontwaakt en de zon schijnt
steeds vaker. Na de welbekende voorjaarsschoonmaak zijn we
klaar voor een fris begin, bijvoorbeeld met een nieuwe kleur op
de wand of nieuwe kussens in de bank. Dat komt goed uit want
in de woontrends voor 2023 zien we veel kleur. Eclectisch is het
toverwoord! Dat betekent dat er stijlen en kleuren met elkaar
gecombineerd kunnen worden, zoals tijdloze modellen met
warm hout en diepe kleuren als groen, rood en paars.
Uiteraard blijven ook de Scandinavische invloeden met de lichte
champignonkleuren en natuurlijke materialen. Daarmee creëert
u een rustige sfeer. Combineert u grof geweven linnen met stoffen
met een glans, dan geeft u uw interieur wat speelsheid. Blijf vooral
materialen en met tegengestelde eigenschappen mixen. Dat mag
en kan allemaal. Een nieuw kleurthema dit jaar zijn de pastellen.
Zachte en vriendelijke kleuren die eindeloos met elkaar te combineren
zijn, maar die ook solitair te gebruiken zijn in bijvoorbeeld
de hotelchique stijl. Lila is daarin wel echt een vernieuwende kleur.
Zagen we de ronde en organische vormen eerder vooral bij zitmeubelen,
tegenwoordig zien we ook banken met glooiende
rondingen. Elementenbanken die op verschillende manieren op te
stellen zijn voldoen aan de vraag van deze tijd. Zo kunt u flexibel
omgaan met de ruimte naar gelang het gezelschap en het moment
van de dag. Gezellig samenzijn is waar iedereen na de afgelopen
jaren behoefte aan heeft, in een sfeervol interieur met veel comfort
en een persoonlijke touch.
Op onze grote woonboulevard is er voor ieder wat wils. Daarom
vind ik het ook zo fijn om er te werken. Ik nodig u van harte uit om
eens langs te komen. Dan help ik u graag verder bij het creëren van
een interieur dat aan al uw wensen voldoet.
PASSIE. HENRIETTE SANNEMANN
// Tekst
TON OUWEHAND
EEN LEVEN LANG
PASSIE VOOR
// Foto’s
ANNINA ROMITA
.63
‘Net als anderen in de
regio spraken mijn ouders
van ‘Forum - schorem.’
ZILVER LENTE 2023
PASSIE. HENRIETTE SANNEMANN
.64
Een beetje anoniem een gelegen heid
binnenstappen is er bij de flambo yante
Henriette Sannemann (76) niet bij. Het
duurt nooit lang voor ze alle aandacht
van haar omgeving heeft met haar grote
hoeden, diverse brillen en fleurige kledij.
En dat alles vanwege de opera. Als kind
al aangehaakt bij Opera Forum. Haar
passie voor opera is nooit overgegaan.
Zangeres en zangcoach staat op haar
Facebookpagina. Maar hoe het eigenlijk
komt dat zij zo’n passie voor muziek
ontwikkelde, ze heeft het nooit begrepen. Tot een
paar jaar geleden. Toen ze gedachteloos haar
achternaam op Google intoetste kwam ze tot de
ontdekking dat er in Maagdenburg een componist
heeft geleefd die Max Sannemann heette. Een
kennelijk belangrijk man, want er is destijds een
conservatorium naar hem genoemd. Toen begonnen
er bij de Enschedese Henriette Sanne mann
allerlei kwartjes te vallen. Ze had zich altijd al
afgevraagd waar ze haar ontembare passie voor
opera toch vandaan had. Van hem moet er een
verdwaalde gen in haar lichaam zijn gevaren.
Had ze nooit gedacht, want haar Duitse vader, die
weliswaar een drumband had opgericht, had nooit
laten zien dat hij iets met klassieke muziek had.
Haar moeder was ook geen muziekliefhebber.
Haar oudere zus en jongere broer hadden
evenmin enige affiniteit met klassieke muziek
getoond. Ze was een eenling op dat gebied. Zelfs
haar drie zonen kreeg ze nooit geïnteresseerd in
‘Ik deed auditie met een
aria van Händel die mijn
schooljuffrouw me had
geleerd.‘
haar muzikale passie. Hoewel ze daar nu enige
beweging in ontwaart. Haar oudste zoon bekende
laatst dat hij haar ineens beter begreep, toen hij tot
het besef was gekomen dat zijn eigen dochter, haar
kleinkind, toch best wel een drama-queen was. En
haar middelste zoon zei een tijdje terug: ‘je raadt
nooit waar ik bij lange autoritten altijd naar luister:
die aria van Puccini die jij ook altijd zo mooi vond.’
Van Osnabrück naar Enschede
Het verhaal van haar vader Willy Sannemann die in
1914 in Osnabrück werd geboren, zou het libretto van
een opera kunnen zijn. Zijn eigen vader had hij nooit
gekend. Hij had een moeder die toen hij dertien of
veertien was, ineens was verdwenen. Normaal
schoeisel had hij niet. Hij had aan de ene voet een
schoen en aan de andere een klomp. Daarop is hij
de wijde wereld ingelopen. Hij kwam in Enschede
terecht. Daar leefde hij drie jaar op straat tot hij
liefdevol werd opgenomen door het echtpaar
Langkamp uit de Delistraat. Hij werd hun pleeg -
kind. Adopteren was geen optie, want zijn biologische
ouders waren niet te traceren.
De Kleine Willem
Zoals gezegd, muziek speelde geen rol in haar
omgeving. Goed, haar vader had in 1953 weliswaar
de drumband Oost Enschede opgericht. Maar dat was
niet uit muzikale motieven. Dat was omdat hij iets
wilde doen voor de ‘blagen oet de Es’, waarmee hij de
kinderen uit de Esstraat bedoelde. Zelf speelde hij
niet mee, hij organiseerde van alles voor ze. En hij gaf
zijn dochter een tamboerijn zodat ze mee kon doen.
Haar vader begon in de voorkamer van hun woonhuis
in datzelfde jaar WISA, een bedrijf in het bedrukken
ballonnen, dat overigens nog steeds bestaat.
.65
GROTE TWENTSE SCHOUWBURG
Hij trouwt in 1944 met een meisje uit Borne, waar
verder ook geen muziek in zit. Vlak voor zijn huwelijk
vindt hij zijn moeder die in Engeland bleek te wonen
en die getrouwd was met een Britse soldaat.
Tamboerijn
Aan de in 1946 geboren Henriette was dat allemaal
voorbij gegaan. Ze wist niet beter of het echtpaar
Langkamp bestond uit haar biologische grootouders
die ze voor het gemak opa en oma Delistraat noemde.
Ze groeide op in de Esstraat te Enschede. Als je op het
balkon staat van haar flatwoning aan de Oliemolensingel,
waar ze nu al een dikke twintig jaar woont,
kun je het huis waar ze haar jeugd doorbracht zien
liggen. Moet je wel extreem goede ogen hebben en
om een hoekje kunnen kijken. Maar ver is het niet.
Als jong meisje heeft ze haar huidige woning gebouwd
zien worden. ‘Als kind dacht ik: hier ga ik wonen als
ik groot ben’.
Opera Forum
Als Enschede in 1954 een professioneel operagezelschap
krijgt toegewezen, komt het culturele
leven op z’n kop te staan. De schouwburg, die vanaf
1889 dienst had gedaan en waar Harry Bannink nog
de Enschedese Jazzsociëteit had opgericht, voldeed
niet meer. Te klein. Het podium kon geen grote
producties aan. De opera zou meer publiek trekken
dan de driehonderd mensen die in deze zaal pasten.
Er werd naast het oude zaaltje een nieuwe grote
Twentse Schouwburg gebouwd, met alle faciliteiten
die een groot operagezelschap kon herbergen. De
oude schouwburg werd eerst bioscoop en is inmiddels
onder de naam Kleine Willem een van de zalen van
het schouwburgcomplex Wilmink theater. >>
ZILVER LENTE 2023
TIJDSBEELD. PASSIE. HENRIETTE JAN DE SANNEMANN
JONGH
oper
‘Niemand van
mijn familie
is ooit bij een
voorstelling
wezen kijken.’
.66
Met de komst van Opera Forum kreeg Enschede een
plek op de culturele kaart van Nederland. In 1959
stonden de opera’s La Bohème en Carmen op het
programma. De kleine Henriette Sannemann kon
haar geluk niet op, want ze zochten kinderen voor
het koortje. Ze was dertien toen ze auditie deed
voor een rol in het kinderkoor van het nieuwe
operagezelschap. Het stond haaks op de opvattingen
van haar ouders over het artiestenbestaan.
Haar vader had altijd laatdunkend over haar
klassieke affiniteit gedaan ‘Mien dochter hold van
Beethoom: ta-ta-ta-ta.’ Maar dat ze zelf van die
klassieke wereld deel zou gaan uitmaken, was een
Auditie
Vraag niet hoe het kan, maar ik deed auditie
door een aria van Händel te zingen. De juffrouw
op school had het me geleerd. Ik kon geen noot
lezen, ik zong het op mijn gehoor. Ik had geen
idee wat ik stond te zingen, maar ik deed het
wel. Ik wist niet eens dat het Händel was, maar
het klonk heel aardig. En het was klassiek, terwijl
ik andere kinderen hoorde voorzingen met
liedjes als ‘Op de grote stille heide’ en ‘Knaapje
zag een roosje staan’.
ARTIESTENBESTAAN
stap verder. ‘In hun ogen was het een poel des
verderfs waar ik me in begaf. Net als anderen in de
regio wel deden, spraken mijn ouders van ‘Forum
– schorem’. Mijn vader zei openlijk dat het hem niet
zou verbazen als ik zwanger uit de operawereld
terug zou komen. Ik begreep hem niet eens.’
ette
aangeboden waarvoor ze een vergoeding krijgt
van maar liefst acht gulden per voorstelling.
Ze ervaart de brief als een godsgeschenk en blijft
bij Forum tot ze het gezelschap in 1967 verlaat.
Dan heeft ze aan tien opera’s meegewerkt.
‘Henriette, misschien moest
je hier nu maar eens
mee stoppen.’
’Er waren zes kinderen nodig in die opera. Ze
zochten twaalf kinderen om twee groepjes van zes
te hebben die elkaar afwisselden. Paul Pella, de
directeur en dirigent van Forum, was een sociaal
mens. Hij vond dat bij de première beide groepen
moesten meedoen. Alleen waren er daarvoor niet
genoeg kostuums. Daar waren er maar zes van. Het
koortje dat een betreffende avond moest zingen,
kreeg de kleren. ‘Toen heeft mijn moeder voor mij
van een pyjama een opera kostuum gemaakt dat ik
daar op die première kon dragen. Dat was eigenlijk
het enige gebaar van mijn moeder naar mijn
operapassie. Niemand van mijn familie is ooit bij
een voorstelling wezen kijken.’
Als Opera Forum de laatste van deze opera’s heeft
gespeeld, wordt het kinderkoortje opgeheven, hetgeen
Henriette ontroostbaar maakt. ‘Huilend kwam
ik thuis. Ik voelde een soort van diepe rouw. Ik
moest een periode afsluiten die ik helemaal niet
wilde afsluiten.’ Ze blijft wel zingen tussen de
huilbuien door. En dan komt er post in de Esstraat.
Een brief van de directie van Forum. Daar staat dat
de volgende opera De Rosenkavelier van Richard
Straus wordt. Henriette wordt een figurantenrol
Einde Forum
Eenmaal weg bij Forum zingt ze bij de operettegezelschappen
van Enschede: E.O.G en Studio 65.
En terwijl ze bij Forum figureerde en in het koor
mee zong, had ze nu echte rollen. Vaak betreft het
een samenwerkingsverband met haar muzikale
maatje Joep van Haagen. Joep, een befaamde
tenor en vader van de oprichter van de huidige
Woodstock Studio’s, had ze bij Forum leren
kennen. Hij regisseerde diverse producties in de
regio. Ook maakte ze jarenlang deel uit van het
klassieke zangkwartet Charming Music. Waarmee
in klassieke kostuums operette repertoire werd
vertolkt in verzorgingstehuizen. Een jaar of twaalf
geleden is ze daarmee gestopt. ‘Toen ik mezelf als
zestiger in een korte bloemetjesjurk en een
mandje als Elisa Doolittle liedjes uit My Fair Lady
zag zingen dacht ik: Henriette, misschien moest
je hier nu maar eens mee stoppen.’
Forum kon Herniette Sannemann in 1967 van
de loon lijst hebben gehaald, Forum is nooit uit
het systeem van Sannemann geweest. In 1990
richtte ze ter ge legenheid van het 35-jarig be staan
van het opera gezelschap in de Twentse Schouwburg
een expositie in over al die jaren opera in
Enschede. Ook toen de naamswijziging in Nationale
Reisopera en daarna in Nederlandse Reisopera
een feit was, bleef ze het opera gezelschap
trouw. Ze heeft alle voorstellingen bezocht. De
passie is nooit overgegaan.
.67
ZILVER LENTE 2023
COLUMN. PAUL ABELS
‘Bretellen dragen is niet alleen
romantisch, het geeft ook
een gezellig gevoel.’
.68
LEVE DE
BRETEL!
In het Engels heten ze ‘suspenders’.
In het Gronings en Drents ‘hulpzelen’.
In het Twents ‘lichten’.
Het woord ‘bretel’ komt van ‘Fr. bretelle’ - ‘dit
van onzekere her komst’, zegt mijn etymologisch
woordenboek. Dat is altijd mooi, onzekere herkomst.
Sinds ik weer bretels draag, denk ik erover na. Is het
wellicht grensoverschrijdend, breteldragen? Zoals
bijna alles grens overschrijdend is tegenwoordig?
Moeilijk, andere vraag, dichter bij huis: wat vind ik
er zo prettig aan? Dat ik er mijn duimen achter kan
steken, zoals Dik Trom deed? Ja, heeft er zeker mee
te maken.
Hosenträger sind Erinnerungen an unbesorgter Zeit.
De romanticus weet wat ik bedoel. Ik noem hier Geit
van ’n Beukert in Lonneker. Die droeg lichten om
zijn reus achtige manchesterse boks op te houden.
Dat was een broek om in te wonen, groot genoeg
voor een paard. Geit had maar één tand, maar wel die
enorme boks met lichten. En een Peaky Blinders-pet,
ruim een halve eeuw voor Peaky Blinders bestond.
En Geit was altijd goed te pas (GTP).
Bretellen dragen is niet alleen romantisch, het geeft
ook een gezellig gevoel. Leve de lichten. Als je in
de allerfijnste stemming bent, laat je de bretellen
even klapperen tegen je dikke buik. Je weet wel dat
je dik bent, maar je voelt je niet dik. Komt door de
bretellen. Je kunt gewoon ademhalen. Naar believen.
Hoef je met een strakke riem niet te proberen. En
als je je dan toch een keer dik voelt, denk je die nare
gedachte weg tot iets zeer draaglijks, met een slim
sofisme: Dik is rijk. Rijk is machtig.
U begrijpt het inmiddels, noteert u het, bewaar het
in uw hart: bretellen geven welbevinden. Taoïsten
dragen bij voorkeur bretellen: alles mag hangen zoals
de natuur het wil. Van de werkelijkheid is immers
niks te begrijpen. Bretel = harmonie. Niks knelt.
Bretel = Lebensraum.
Op Wikipedia staat ook iets over de bretel. Het is
een moralistisch prutstukje. Van een modepolizist.
Belerend. Men hoort... men moet... een faux pas...
Opgetekend door een etiquettefundamentalist
die niks begrijpt van de bele ving van de bretel
drager: die is au fond een anarchist.
‘Bretels hoort men niet zichtbaar in het openbaar
te dragen, ook al zijn het dure designerbretels. Ze
worden dus altijd bedekt door een colbert. Wie
bretels draagt, moet het jasje aanhouden.
Niettemin moet de kleur van de bretels combineren
met die van het overhemd. Bij een smoking hoort
men enkel een witte bretel te dragen. Een andere faux
pas is het dragen van een bretel en een riem tegelijk.
Een uitzondering geldt voor broeken waarvan de
bretel een integraal onderdeel is, zoals de Lederhose.
Bretels werden vroeger geassocieerd met lagere
klassen (vooral werklieden, die geen maatkleding
konden betalen), maar tegenwoordig wordt het
dragen van bretels al gauw als decadent ervaren.
Vooral Amerikanen dragen graag bretels, in
Nederland is het minder gebruikelijk, hoewel het
met name onder Leidse studenten in de 19 e en
begin 20 e eeuw in de mode was (en nu nog wel
onder academische studenten). Bretels bestaan in
allerlei soorten en maten, en in alle prijsklassen.’
.69
Paul Abels
ZILVER LENTE 2023
ZILVER ZAKELIJK. RESTAURANT PAN
Steeds meer 60-plussers in Twente
weten Restaurant Pan te vinden
OLDENZAAL/DEURNINGEN - Wereldrestaurant Pan is al elf jaar gevestigd aan de
Hengelose straat tussen Deurningen en Oldenzaal. Pan, destijds een van de eerste
wereldrestaurants in Nederland, heeft haar concept steeds verder geoptimaliseerd.
Gezellige zitjes in de serre
Patrick met Robot ‘Bella’
.70
Formule slaat aan voor alle leeftijden
Pan Wereldrestaurant is aantrekkelijk voor een breed publiek.
Eigenaar Patrick Pan: ‘We zien hier paren, gezinnen, grootouders
met (klein)kinderen, vriendengroepen, maar ook
zakelijke bijeenkomsten, maar ook grote bedrijfsfeesten.’
Tablet
Een sterke troef is de tablet, waarop de gasten eenvoudig hun
keuze kunnen maken uit de gerechten van de verschillende
keukens. Patrick: ‘Als het gerecht klaar is krijg je een berichtje.
Het eten staat klaar onder zogenaamde warmhoudbruggen,
waardoor de af te halen gerechten mooi op temperatuur
blijven. Je hoeft dus niet meteen van je tafel weg te lopen.
Via de tablet kunnen gasten ook de alcoholische drankjes
bestellen. Je hoeft niet eerst bij een medewerker een bestelling
te plaatsen.’ Frisdrank (inclusief in het arrangement)
kunnen mensen zelf op tappunten inschenken. Het voordeel
van de tablet is dat gasten niet in de rij hoeven wachten en
maar kort van tafel zijn. Overigens zijn buffetgerechten en
desserts ook zonder wachten zelf op te halen.
Voortdurende verbeteringen
Patrick Pan: ‘We investeren continu in verbeteringen. Dat
geldt natuurlijk ook voor de gerechten. Zo hebben we pas
ossenhaaspuntjes, geroosterd buikspek en grote garnalen
toegevoegd aan ons menu. Maar we werken ook constant
aan optimalisering en vernieuwing van de sfeer, de inrichting
en het gemak voor de gasten.’
ADVERT
Over vernieuwing gesproken: sinds een half jaar beschikt
Robot
Het vernieuwde buitenterras
Pan over een heuse robot, Bella. Patrick: ‘Die kan drankjes
bezorgen en helpt bij het afruimen. Zo heeft onze bediening
meer tijd en aandacht voor onze gasten. Als iemand jarig is
kan Bella langs de tafel komen met een verjaardagsliedje en
een sterrenfonteintje. Vooral kinderen zijn gek op onze robot.
Diverse faciliteiten
Pan heeft verschillende zalen, zoals de Pan Family zaal speciaal
voor gezinnen met kinderen. Aangrenzend is er een
uitge breide speelhal en een kinderbioscoop. Patrick: ‘Dat
maakt het voor de (groot)ouders relaxter maar het geeft
ook rust in het restaurant.’ Ook is er een groot terras om bij
mooi weer buiten te eten. Maar wie de rust zoekt kan ook
kiezen voor een plek verder van de speelhal. Patrick: ‘We
kunnen voor groepen vanaf 15 personen ook een aparte
ruimte aan bieden. Dit is via onze online reservering mogelijk.’
Lente-actie 65-plussers
Voor de maanden maart en april hanteert Pan een
persoonlijke korting van € 5 voor wie 65 lentes of meer
telt (op vertoon van rijbewijs of paspoort). Patrick:
‘Ik hoop dat we daarmee mensen uit die doelgroep kunnen
verleiden om hier te komen eten en te laten ervaren wat
we allemaal te bieden hebben, voor jong én oud!’
Hengelosestraat 250, 7562 PK Deurningen | 0541 512 674 | restaurantpan.com
De makers van
Hanna van Hendrik presenteren
ENTIE
.71
Vanaf april 2023
Vliegveld Twenthe | Enschede
devergetentwentselente.nl
ZILVER LENTE 2023
ACTIEF. HERSENEN
eer iets
// Tekst & foto’s
ANNEMARIE HAAK
nieuws
en houd uw brein actief
Blijven bewegen is goed voor uw lichaam, vooral voor senioren. Wandelen, fietsen, sporten.
De media spuit dagelijks een scala aan mogelijkheden onze huiskamers binnen. Maar alleen
fysiek bewegen is niet voldoende om op een prettige manier ouder te worden. Met name na de
pensionering, na het afsluiten van een werkzaam leven, is het van groot belang om uw hersenen
te blijven uitdagen en voeden om uw brein fit te houden.
.72
U3L, Universiteit Leven, Lang, Leren
Het fitte oudere brein is waar Jeanette Freriks en
Tine Zevenhuizen zich voor inzetten. Samen met U3L
bieden zij aan senioren cursussen, colleges, excursies
en lezingen over uiteenlopende onderwerpen en
thema’s, met als doel om mensen uit de stoel en
geestelijk in beweging te krijgen. Lezen, puzzelen, het
kijken van televisiedocumentaires, het is allemaal
goed, maar is het ook heel nuttig, uitdagend én leuk
om uzelf te blijven ontwikkelen op het gebied van de
algemene kennis. U3L staat voor Universiteit Leven,
Lang, Leren. ‘We organiseren activiteiten over geschiedenis,
kunst en cultuur, religie, maar ook over maatschappelijke
thema’s op diverse locaties in Twente,’ legt
Tine uit. ‘Meestal kiezen we voor Hengelo, zoals het
Museum Hengelo of de bibliotheek. Centraal in Twente
en vrijwel voor iedereen met eigen of openbaar vervoer
goed bereikbaar. Vaak werken we samen met een U3Lwerkgroep
uit Zwolle. Zo is er dit seizoen op beide
locaties een bijeenkomst culinair die in de geschiedenis
van de kookkunst duikt, maar ook een cursus over de
Hanze.’ ‘2023 is uitgeroepen tot het Hanzejaar. Zwolle
is een Hanzestad en Oldenzaal ook. Heel interessant
om daar wat meer over te horen en te weten te komen
wat je daarvan nog terugziet’, vult Jeanette aan.
‘Het is nuttig,
boeiend en leuk om
je algemene kennis te
blijven ontwikkelen.’
Excursies
Binnen het diverse aanbod staat ook een excursie
naar het Bussemakerhuis in Borne op het
programma. Momenteel is daar de expositie
Ontrafeld Bewijs te bewonderen, gewijd aan het
schildersdoek uit de 17 e eeuw. Rembrandt,
Vermeer en Frans Hals schilderden op een linnen
drager. Hoe werden deze doeken gemaakt,
door wie, hoe kwamen schilders aan hun
schilderdoek en was het schilderdoek in die tijd
eigenlijk wel van linnen? De expositie geeft
antwoorden en conservator Wilma Witteman
geeft een toelichting. Behalve deze uiteenzetting
is er een rondleiding door het fabrikeurshuis en
een demonstratie op een zeventiende-eeuws
weefgetouw. De excursie wordt afgesloten met
koffie of thee en krentewegge. ‘We proberen zo’n
bezoek aantrekkelijk en toegankelijk te houden
want we willen een zo breed mogelijk publiek
bereiken. Daar komt bij dat we ontmoeting en
contact leggen belangrijk vinden. Door met
elkaar van gedachten te wisselen ontstaan vaak
boeiende gesprekken.’ De dames kijken uit naar
een andere activiteit, de lezing van Birthe
Weykamp op 12 juli in Hengelo. Birthe bezit
een grote collectie dameskleding uit de jaren
vijftig en kleedt zich consequent in deze
kledingstijl. De lezing neemt u in vogelvlucht
mee langs vier eeuwen modegeschiedenis.
College over waterschapswerk
Als er over een onderwerp veel te vertellen is, dan biedt
U3L daarvoor een meerdaagse cursus, zoals de colleges
over het waterschapswerk. ‘Het thema water is heel
actueel. Niet alleen moeten we ons land beschermen
tegen het steeds stijgende zeewater, we hebben ook
te zorgen voor voldoende schoon drinkwater. Die
colleges gaan over de consequenties van perioden van
droogte of juist met teveel regen zodat het waterpeil in
rivieren en beken stijgt. Wat kunnen wij zelf doen en
wat doet het Waterschap Vechtstromen dat onder meer
in Twente actief is precies? Het werk van deze instan tie
is zo veelomvattend dat we drie bijeenkomsten ge pland
hebben.’
Hoe meer deelnemers, hoe lager de kosten
U3L biedt volwasseneducatie door heel Nederland. De
cursussen in de regio’s Amsterdam en Utrecht lopen als
een trein, maar Twente blijft nog wat achter qua belangstelling.
‘Wij begrijpen dat niet zo goed en vinden
dat jammer. De meeste bijeenkomsten in deze regio
trekken nu zo’n tien tot vijftien deelnemers, terwijl er
plek is voor meer. Melden meer cursisten zich aan, dan
daalt de deelnameprijs. Het grootste bedrag gaat naar de
docent, het restant is voor de huur van de ruimte en voor
de verdere onkosten. Wij maken geen winst.’
Voor meer informatie over het cursusprogramma
en deelname bezoekt u de website: u3l.nl
.73
ZILVER LENTE 2023
.74
ACTIEVE 70+’ER. EVERTHREE
// Tekst & foto’s
ANNEMARIE HAAK
Jong geleerd,
oud gedaan
De gitaarklanken verwelkomen je al bij de voordeur. Het is de wekelijkse repetitiemiddag
voor Willem ten Thijse (75) en Johan (74) en Anneke Kopp (72). Met zijn drieën vormen
ze Everthree. Het instrumentarium staat opgesteld in de woonkamer, de meubels zijn aan
de kant geduwd. Muziek is troef bij dit trio en het plezier straalt ervan af.
Als jongetje vergezelde Willem dikwijls
zijn grote broer Henk die in een bandje
speelde. Bij de gitarist keek hij de akkoorden
af. Gitaarles, dat zet er niet in, dat was
veel te duur. Hij tokkelde thuis wat op een oude
Spaanse gitaar. Willem mocht wel bij de Bornse
Harmonie. Daar kreeg hij een klarinet in zijn
handen gedrukt. Het instrument bespelen ging
hem wonderwel goed af. Hij kreeg een uniform
en liep mee in het orkest, met veel plezier. ‘Als er
nu wel eens een harmonieorkest
door de straten loopt, kan ik daar
nog steeds warm van worden’,
glimlacht Willem. De jaren zestig
en zeventig was de periode van de
bandjes. Toen een paar jongens een
drum mer zochten, zag Willem zijn
kans schoon. ‘We waren bij ons
thuis allemaal heel erg muzikaal,
het zat in onze genen, dus dat
drummen ging prima.’ Samen met Henk maakte
hij later deel uit van Les Moustaches, in die tijd
een vermaarde bruiloftsband. De leden hadden
allemaal een opvallende snor. ‘Een gouden tijd!
We speelden soms drie of vier avonden in de
week, in de zomer ook op evenementen, festivals
en dorpsfeesten.’
‘Toen ik als klein kind van Sinterklaas een klein
pianootje kreeg was ik de koning te rijk’, weet
Anneke nog. Haar echtgenoot Johan keek de
muzikale kunst af bij de overbuurman die in
‘Alle drie
gepensioneerd
en alle drie
misten ze de
muziek.’
een band speelde. ‘Als jongetje hielp ik mee met
opruimen om te laten zien dat ik erbij hoorde.
Dat vond ik superstoer.’ Hij kan er nu hard om
lachen. Ze ontmoetten elkaar op de Groninger
muziekschool, waar ze de klassieke gitaaropleiding
volgden. Allebei maakten ze deel uit van
een gitaarkwartet en Johan speelde in een bandje.
Voor hun werk verkasten ze van Groningen naar
Twente waar Johan al vrij snel deel uitmaakte
van de formatie Albatros, eveneens een bekende
band die veel op bruiloften speelde.
Anneke koos voor de revue. Naast
een baan gingen ze ’s avonds vaak
op pad voor de muziek. Een hectische
periode voor een gezin met
jonge kinderen.
Helaas kwam de klad in de bruiloftsoptredens.
Veel jonge stel len
kozen voor samenwonen in plaats
van trouwen. De bandjes verdwenen en ho re caondernemers
verbouwden hun grote zalen tot
kleinere ruimtes. Muziek verviel tot de categorie
hobby. Willem nam in Borne café De Snor over.
Aan de muren hing hij instrumenten waaronder
een oude saxofoon. ‘Op een dag kwam dj
en producer Wessel van Diepen binnen voor een
biertje. Hij zag de saxofoon, haalde hem van de
wand en bekeek hem eens goed. Man, dat is
een Buescher Aristocrat, riep hij uit en hij werd
helemaal lyrisch. Toen heb ik de sax maar gauw
laten restaureren en sindsdien speel ik erop.’ >>
.75
ZILVER LENTE 2023
ACTIEVE 70+’ER. EVERTHREE
Johan en Anneke begonnen in Borne een eigen
zaak in gitaren, La Casa des Gitarras. Elke vrijdag
werd er met een groepje gemusiceerd. Zelfs
Anneke pakte haar gitaar weer op. Elk weekend
was het feest in de bar achter de zaak.
Bij toeval kwam het drietal met elkaar in contact.
‘Dat was op een bruiloft waar we te gast waren.
Bleek ook nog dat we bij elkaar in de buurt wonen.’
Alle drie gepensioneerd en alle drie misten ze de
muziek. ‘Vooral het spelen met publiek, dat is zo
ontzettend leuk! Samen plezier maken, samen
genieten.’ Van het een kwam het ander en zo ontstond
Everthree. ‘We wonen tussen jonge gezinnen
waarvan de ouders overdag werken. Met
weder zijds goedvinden repeteren we ’s middags.
In coronatijd gaven we in de tuin een concertje.
Konden alle buren eens horen wat we deden.
Een hapje en een drankje erbij maakte het feest
compleet.’
‘Vooral het spelen met publiek, dat is zo ontzettend leuk!’
.76
Na een periode van oefenen, oefenen, oefenen,
maakten ze de stap naar optreden. Een eerste
concertje op de Kerstherberg, een optreden bij een
feestje en naarmate het repertoire zich uitbreidde
namen ze optredens aan in verzorgingshuizen,
bij jubilea, bijeenkomsten van de Zonnebloem en
verjaardags- en huwelijksfeestjes. Johan: ‘Muziek
is voor ons ontspanning en een uitlaatklep. Even
geen energiecrisis of wat dan ook.
‘Het moet goed zijn,
we spelen immers live.’
Opgaan in mu ziek is heel fijn. We spelen van alles,
van Elvis Presley, Cliff Richard tot Frans Bauer,
Bløf en Danny Vera, ook verzoeknummers.
Uiteenlopende songs, makkelijke en moeilijke
num mers gaan door elkaar. We zijn uiteraard
kritisch op de resultaten, het moet goed zijn, we
spelen immers live. Als het publiek geniet, genieten
wij ook. Die klik met het publiek is voor ons heel
belangrijk!’ Everthree krijgt aanvragen vanuit
de hele regio. In de winter is het meestal rustig,
maar vanaf maart wordt het instrumentarium
weer in de auto gepakt en kan de show beginnen.
‘We verheugen ons daar telkens weer op!’
COLUMN. THEO DE ROOIJ
Column
Theo de Rooij
Achter de coulissen
Na vele avonturen en omzwervingen vond ik drie jaar geleden een nieuwe
ankerplaats bij Coulisse, specialist in raamdecoratie in Enter. Het familiebedrijf
is opgericht door de broers Christiaan en Maurice Roetgering voor wie ik tweedrie
dagen in de week vooral bedrijfsrelaties, internationale collega’s en soms
familie van en naar vliegvelden en hotels in de wijde omgeving vervoer. Voor
een dagritje naar een beurs in Berlijn of Nürnberg draai ik mijn hand niet om.
Doorgaans bestuur ik een prachtige BMW, in geval van meer dan drie gasten
een comfortabele VW personenbus. Ik maak deel uit van een jong en dynamisch
bedrijf waarin ik wel zo’n beetje de oudste werknemer ben. Het is bijzonder
leuk om met collega’s hard te lopen en met een bedrijventeam deel te nemen
aan de Diepe Hel Holterbergloop of de halve marathon van Enschede. Of bij te
praten tijdens een van de gezellige bedrijfsbijeenkomsten.
Tijdens mijn periode als ploegleider heb ik honderdduizenden kilometers afgelegd
in klassiekers en grote rondes zoals de Tour de France. Mecanicien achterin, fietsen
op het dak, bevoorrading en reservemateriaal aan boord. Twee zenders voor
communicatie met renners en andere ploegwagens, telefoon, televisie en koersradio.
Voorin de auto gasten variërend van de toenmalige kroonprins tot ondernemers als
Frits Kroymans, politici als minister-president Wim Kok, en Louis van Gaal. Knokken
voor je plek tijdens complexe omstandigheden: smalle, slechte wegen, weer en
wind, afdalingen, renners, motoren, collega-ploegleiders, jury, gastenwagens.
Omringd door opdringerig publiek. Tot en met 2003 tegelijkertijd coach, tactisch
brein, teammanager, entertainer, autocoureur. Bovendien continu leven met de
klok. Programma’s plannen, vluchtschema’s, logistiek, op tijd naar de start en dat
de eerste jaren zonder navigatie. Nooit een vlucht of start gemist.
In en rond mijn auto’s is het nu een stuk rustiger geworden. Het geheim van de
stressloze chauffeur is anticiperen en op tijd vertrekken. Strakke afspraken maken
met de klant over de diverse ontmoetingsplaatsen. Vervolgens ben ik gastheer,
pr-man, entertainer of anoniem chauffeur. Mensen vergaderen, telefoneren,
checken mail of slapen. Soms heb ik opmerkelijke gesprekken. Mijn gasten zijn
afkomstig uit alle delen van de wereld, het feit dat ik Engels, Frans, Duits, Italiaans en
Spaans beheers vergemakkelijkt het contact. Ik vertel over Coulisse, de bijzondere
Twentse volksaard, het mooie Twentse coulisselandschap en desgevraagd over onze
Nederlandse geschiedenis en cultuur. Op de A1 wijs ik mijn gasten op het belang van
open grenzen als we vrachtwagens uit zeker vijftien verschillende Europese landen
voorbij rijden. Waarop vrijwel zonder uitzondering verbaasd gereageerd wordt, want
velen zien in hun landen nooit buitenlandse kentekens.
Voormalig profwielrenner en
tot op de dag van vandaag in
geest en activiteit overtuigd
sporter. ‘Goed voor jezelf
zorgen betekent dat je ook
voor een ander het verschil
kunt maken. Verantwoordelijkheid
nemen voor jezelf is
de enige manier om de grote
pro blemen van deze tijd op
te lossen. Deze filosofische
instelling komt vaak terug in
mijn columns.’
.77
Het komt regelmatig voor dat ik met een van mijn gasten een stukje gemeenschappelijk
verleden deel. Recent vervoerde ik een jonge, Indonesische ondernemer, woonachtig
in Singapore. Als Porschebezitter en -liefhebber zou hij de gelegenheid aangrijpen
om op de Nürburgring te gaan racen en in Zermatt te skiën. Vlak voor aankomst
bij Coulisse vertelde hij mij dat hij ook een aantal racefietsen bezat. Tot zijn grote
verbazing bleek dat hij bij een voormalig Tourrenner in de auto zat. Twee dagen later
heb ik hem op weg naar Düsseldorf ingewijd in de geheimen van het wielrennen.
Theo de Rooij
ZILVER LENTE 2023
CULTUURHISTORIE. TEXTIELELITE
Cato Elderink (1871-1941) | Anna Scho
// Tekst
JOHN VAN ZUIDAM
// Foto’s
DIVERSE ARCHIEVEN
Tegendraadse
vrouwen
in de Twentse textielelite
.78
Zo’n honderdvijftig jaar geleden begonnen vrouwen zich te verzetten tegen hun tot dan toe ondergeschikte
en traditionele rol in de samenleving. Vrouwen hadden zelden dezelfde rechten als mannen. Vrouwen
hadden geen stemrecht, geen toelating tot onderwijs of tot betaalde arbeid. Hun plek was thuis, als
moeder, als opvoeder, als huisvrouw en in sommige kringen als gastvrouw. De eerste feministische golf
vanaf 1870 was de aanzet tot veranderingen zoals het vrouwenkiesrecht in 1919. Voor sommige vrouwen
was het ook aanzet tot de vrijheid om hun leven zelf vorm te geven, ook in Twente.
Thea Hammer-Stroeve (Hengelo
1931) schreef erover in haar proefschrift
Familiezoet: Vrouwen in
een ondernemerselite, Enschede 1800-1940,
dat ze in 2001 publiceerde. Lizzy Wiggersvan
Schoot (Oldenzaal 1933) behandelde
het thema in haar masterscriptie Hermanna
Elisabeth Molkenboer-Trip, freule, fabrikante
en femi niste. Van Thea Hammer-Stroeve
leenden we de term Tegendraads in de titel
voor dit artikel. Zo noemde zij het laatste
hoofdstuk van haar proefschrift over een
viertal Enschedese vrouwen die in hun gedrag
en optreden andere normen en waarden
hanteerden dan in die tijd voor vrouwen was
voorgeschreven. Wij beschrijven drie vrou wen
die hun eigen gang gingen in die tijd.
Cato Elderink (1871-1941): folkloriste,
streekschrijfster en dichteres
Catharina Elderink stamt uit een geslacht
van Enschedese pre-industriële textielfabrikeurs,
waarvan de stamhouder Joost Mauritz
Elderink (1759-1842) zich einde achttiende
eeuw als linnenreider (koopman) en fabrikeur
in Enschede vestigde. Hij woonde met zijn
vrouw Johanna ter Kuile (1771-1802) in wat
nu het Eldrinkshuis heet. Hun zoon Engelbert
(1798-1889) lijkt geen fabrikant te zijn geworden,
maar heeft mogelijk wel zijn twee zonen
Jan (1829-1899) en Herman (1830-1918) financieel
gesteund die wel als zodanig te boek staan.
Zij stichten in 1859 een loonweverij. In 1889
kocht de Joodse familie Van Gelderen zich in
en nam de fabriek geleidelijk over. De Joodse
familie Menko deed in 1892 hetzelfde met de
spinnerij-weverij die in 1864 door de tweede
zoon Dethard (1793-1866) met drie zonen
als medefirmanten was gesticht. Daarmee
ver dween na slechts drie generaties de naam
Elderink uit de textielwereld.
Herman Elderink trouwde in 1861 met
Catharina Blijdenstein (1838-1908). Ze kregen
zeven kinderen waarvan er vijf, waaronder
Cato, volwassen werden. Alle vijf bleven onge
huwd, hetgeen voor fabrikantenfamilies
vrij uitzonderlijk is. Cato liet zich niet in met
textiel zaken en begon haar werkzame leven in
Amsterdam als leerlingverpleegster, eerst in
lten (1874-1949) | Betsy Molkenboer-Trip (1851-1911)
Cato Elderink
Omdat de familiearchieven van de Blijdensteins op
het landgoed Amelink in Lonneker werden bewaard
en niet in Enschede, waar ze anders bij de stadsbrand
van 1862 verloren zouden zijn gegaan, kon ze twee
familiegeschiedenissen schrijven: ‘Een Twentsch
fabriqueur van de achttiene eeuw’ (1923, heruitgave 1976)
en ‘Het geslacht Blijdenstein’ (1926, heruitgave 2003).
Cato werd in februari 1941 ter gelegenheid van haar
zeventigste verjaardag uitgebreid gehuldigd. Een maand
later kreeg ze een ongeluk. Tijdens een fietstocht in
Buurse brak ze op een zandweg haar been. Ze schijnt er
enkele uren te hebben gelegen alvorens zij werd ontdekt.
In juni overleed ze aan de complicaties. Op haar geliefde
plek aan de Buurserbeek werd een verfrommeld stuk
papier gevonden waarop ze enkele dagen voor haar dood
een afscheidsgedicht had geschreven. Blijkbaar heeft ze
voorvoeld dat ze niet lang meer had te leven. We citeren
de laatste strofe:
Suja Suja suuselt de weend
Now nig meer denken, sloape mien keend
Los löt mien lèven now al wat er hölt
As dwerrelend herfstloof as dale et volt
Eén wordend met al dee ons vuur bint egoan
Zal ik dan ’t lèvensroadsel verstoan
Suja Suja suuselt de weend
Nem Mooder Eerde, dek too dien kind.
>>
.79
het Buitengasthuis, daarna in het Wilhelminagasthuis,
waar ze haar diploma haalde. Rond 1910 keerde ze
terug naar Enschede en trad in dienst van de ‘Afdeling
Enschede tot bestrijding van tuberculose’. Ze bezocht
patiënten in de stad en op het platteland om ze met
raad en daad bij te staan. In de buurschappen, met
name Buurse, waar de familie zo’n 175 hectare land
en boerderijen bezat, vergaarde ze kennis over volksverhalen,
lokale geschiedenis en gebruiken. Ze sprak
‘stadsplat’ en kon zich bij de boeren goed verstaanbaar
maken. In 1920 nam ze op 49-jarige leeftijd eervol
ontslag om zich geheel aan het schrijven te wijden.
In 1914 had ze al een gedicht in Tubantia gepubliceerd.
Door het familiekapitaal kon ze het zich permit teren
om vroegtijdig met pensioen te gaan.
Haar overbuurman aan de Marktstraat Ko van
Deinse, conservator van de Oudheidkamer Twenthe
en au teur van ‘Uit het land van katoen en heide’, was
haar gespreks partner als het ging om de Twentse
geschiedenis en het volksleven. Van haar hand
verschenen onder andere de boeken: ‘Oet et laand
van aleer’ (1921, her druk 1955) en het standaardwerk
‘Twenther laand en leu en lèven’ (1937, herdruk 1976)
over Enschede en omgeving.
‘Ze sprak ‘stadsplat’ en kon
zich bij de boeren goed
verstaanbaar maken.’
ZILVER LENTE 2023
CULTUURHISTORIE. TEXTIELELITE
Anna Scholten
.80
‘De mores van
de Enschedese
fabrikanten
lapte ze, tot op
zekere hoogte,
aan haar laars.’
Anna Scholten (1874-1949):
‘‘n luk n’n ampart’n!’
Anna werd geboren als dochter van Jan Scholten
(1819-1901) en Hermina W. Blijdenstein (1846-
1910). Haar vader was firmant bij de textielfabriek
J.F. Scholten & Zonen. Anna groeide op in het
Scholtenhuis, waar nu het Wilminktheater is
gevestigd, als vijfde van zes kinderen (drie jongens
en drie meisjes). Ze bleef er wonen, evenals haar
zus Ida en broer Bernhard, toen haar ouders waren
overleden. Alle drie bleven ongehuwd. De familie
bezat een buitenhuis De Horste in Twekkelo
waar ze een reusachtig varken, Nelly, hielden,
dat door de zussen werd vertroeteld als ware het
een kind. Als grootaandeelhouders van de firma
konden de gezusters ruim leven van de jaarlijkse
dividenduitkering.
In Enschede stond Anna bekend als ‘’n luk n’n
ampart’n’, een excentriekeling. De auteur Jaap
Scholten, achterneef van Anna, vertelt er smakelijk
over in zijn familiekroniek Horizon City, die hij
op basis van een aan hem geschonken koffer met
familiepapieren en foto’s in 2014 publiceerde.
Anna en Ida reden zelf auto en maakten samen
buitenlandse reizen. Anna’s rijbewijs werd in
1936 afgenomen toen ze een auto-ongeluk had
veroorzaakt. Sedertdien verplaatste zij zich door
de stad op een grote autoped met haar hondje
Fideltje. Een andere hond kreeg de naam ‘Ernstle
von Bismarck-Platz’, in de wandelgangen ‘Doesje
Scholten’ of ‘Doesje Bismarck’. Anna had grote
interesse in Duitse literatuur, ze vertaalde proza en
gedichten, en voor kunst en muziek. Ze fotografeerde
en schaakte en was een van de tennissterren van de
Enschedese Lawn Tennisclub Prinses Wilhelmina.
Ze zette zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in
voor de opvang van Belgische vluchtelingen in
Enschede en was onbetaald actief als sociaal werker
bij de jeugdzorginstelling Hulp der Jeugd. Genereus
ondersteunde ze vele goede doelen.
Ongebruikelijk voor textieldochters, werkte ze een
aantal jaren in de Scholtenfabriek, waar haar broer
firmant-boekhouder was. Net als haar zus was ze
al jong lid van een gezelligheidsclub voor meisjes,
de ‘krans’. Anna vierde groots haar verjaardagen.
Haar vijftigste verjaardag werd door de Enschedese
elite haar ‘zilveren bruiloft’ genoemd en was over
twee dagen gespreid. Ophef veroorzaakte ze door
in 1927 verliefd te worden op haar KNO-arts, Klaas
van der Wal. Ze dacht dat de liefde wederzijds was,
maar dat was niet het geval. Ze ging zelfs zover dat
ze, terwijl Klaas van niets wist, huwelijksannonces
liet drukken en van plan was een advertentie
in Tubantia te plaatsen die tijdig kon worden
onderschept. Familieberaad leidde ertoe dat haar
broers en zussen besloten haar onder dwang te
laten opnemen op een gesloten afdeling van het
luxueuze sanatorium Bellevue in het Zwitserse
Kreuzlingen aan de Bodensee. In 1929 verhuisde
ze van wat ze noemde haar ‘Satan-orium’ naar het
wat vrijere Sanatorium in Konstanz, hetgeen ze als
een ‘bevrijding’ zag. In juli 1930 werd ze gezond
verklaard en kon ze uit de inrichting, volgens haar
zeggen, ‘ontsnappen’. Samenwonen met Ida, die
ze zag als de aanstichter van wat haar was overko
men, wilde ze niet meer. Ze kocht in tuindorp
Het Lansink in Hengelo voor zichzelf een huis.
Betsy Molkenboer-Trip (1851-1911):
freule, fabrikant en feministe
Hermanna, roepnaam Betsy, zag in 1851 in
Harlingen als dochter van jonkheer Mr. Scato
Trip en Martha Cornelia Blok het levenslicht.
Haar jeugd bracht ze in deze stad door totdat haar
vader in 1860 benoemd wordt tot rijksontvanger
der directe belastingen in Deventer. Het gezin
verhuisde naar die stad. Meisjes werden in die
tijd niet toegelaten tot de hbs. Betsy kreeg haar
vooropleiding op een kostschool voor meisjes
uit de betere klasse. Aan de meisjes werd geleerd
hoe een ideale echtgenote en huisvrouw en een
goede moeder te worden. Daarnaast kregen ze
les in geschiedenis, aardrijkskunde, handwerken,
muziek, dansen, toneel, tekenen, etiquette en de
Franse taal.
Anna’s grootste project startte ze in 1936 met de
uitgifte van een kwartaaltijdschrift dat ze vanaf het
tweede nummer Objectieve en Subjectieve Grepen
uit het Leven van Anna Scholten noemde. Vanaf
nummer 13 (1939) kreeg het als ondertitel: Werelds
Periodiek Partijloos Orgaan mee. Het werd eerst in
Enschede, later in Amsterdam, uitgegeven. Alles
deed Anna zelf: ze schreef artikelen, redigeerde
brieven en literaire teksten en vertalingen uit het
Duits, nam foto’s op uit haar albums en klapte flink
uit de school over haar familie en haar verblijf in
Bellevue. Er verschenen tot en met 1940 in totaal
zeventien afleveringen met 1.022 doorgenummerde
pagina’s. Ze had aanvankelijk tweehonderd
betalende abonnees, wat uitgroeide tot vijfhonderd,
waarvan velen niet hoefden te betalen. Ze bezorgde
de exemplaren in Enschede zoveel mogelijk zelf
op haar autoped en liet haar chauffeur de andere
exemplaren bezorgen. Abonnees verder weg en
de hoogwaardigheidsbekleders stuurde ze haar
tijdschrift per post. Er fungeerde een familielijst
van lezers, maar ook een internationale elitelijst
variërend van de gevluchte Duitse keizer in Doorn,
minister-president Colijn, een componist in Wenen
tot Prins Hendrik. Bedankbriefjes drukte ze
integraal af. Dat de familieperikelen via het tijdschrift
op straat lagen werd haar natuurlijk niet
in dank afgenomen. Men probeerde zoveel mogelijk
afleveringen terug te kopen, met als gevolg
dat de exemplaren van het tijdschrift zo zeldzaam
zijn, dat alleen de Universiteitsbibliotheek van
Amster dam over een volledige set beschikt.
Tijdens haar kostschooljaren ontmoette Betsy
Hélène Visser, de dochter van de burgemeester van
Stad en Ambt Delden. Ze werden hartsvriendinnen
voor het leven. Hermanna ging na de dood van haar
vader (1871) met haar zus terug naar Harlingen
en trok in bij twee tantes van moederszijde. Ze
mocht regelmatig logeren in het zomerhuis van
de familie Visser op landgoed Langenhorst in
Ambt Delden. Het is daar dat ze J.H. Molkenboer
Jr. ontmoette, studievriend van de in Oldenzaal
geboren Johannes Wulfften Palthe, advocaat
in Almelo, de verloofde van Hélène. Bij gelegen
heid van hun bruiloft ontstond het engagement
tussen Betsy en Johannes Molkenboer. >>
Betsy Molkenboer
.81
‘Anna gold gedurende haar scholing als een
briljante leerling, ze was bovenmatig intelligent,
non conformistisch, onafhankelijk en heeft een
leven geleid waarbij ze feitelijk aan niemand enige
verant woording verschuldigd was. De mores van de
Enschedese fabrikanten lapte ze, tot op zekere hoogte,
aan haar laars’. Aldus achterneef Jaap Scholten in
Horizon City. Apart? Ja, dat was ze zeker!
ZILVER LENTE 2023
CULTUURHISTORIE. TEXTIELELITE
.82
Johannes Hermanus Molkenboer Jr. (1845-1892)
werd geboren in Amsterdam als zoon van J.H.
Molkenboer Sr. en Catharina Eyben. Vader was
eerst secretaris-directeur en vanaf 1880 president
van de Nederlansche Bank aldaar. De keuze van
Johannes om na zijn studie rechten in Utrecht zijn
geluk in Twente te gaan beproeven (hij kocht de
failliete Oldenzaalsche Stoomweverij) is mogelijk
ingegeven door het advies van zijn vader die vanuit
de Nederlandsche Bank connecties had met de
Nederlandsche Handelsmaatschappij die zeer actief
was in Twente en een vaste afzet garandeerde voor
producten van de Twentse textielindustrie. In 1875
vestigde het echtpaar Molkenboer-Trip zich in het
nieuwe patriciërshuis aan de Oldenzaalse Steenstraat
dat Johannes had laten bouwen.
Als Johannes op 47-jarige leeftijd overlijdt, laat hij
een gezin met vier kinderen en een fabriek achter.
Betsy besluit de leiding over de fabriek te nemen en
legt zich toe op verfijnd linnengoed, uitzetten en
huishoudtextiel voor de binnenlandse en Europese
markt. De fabriek krijgt het predicaat koninklijk
vanwege haar connecties in adellijke kringen en de
hoge kwaliteit van de producten. Het linnengoed
wordt via haar textiel-postorderbedrijf, een noviteit,
gedistribueerd, waarbij vooral gerenommeerde hotels
goede afnemers zijn. Naast haar directeurschap
redigeert Betsy een tweemaandelijks tijdschriftje
‘Entre-Deux’, dat door de fabriek werd uitgegeven,
met wetenswaardigheden over huishoudtextiel en
lingerie, tot dan toe stiefmoederlijk bedeeld in de
modebladen. Als ze in 1898 deel uitmaakt van de
organisatie van de Nationale Tentoonstelling voor
Vrouwenarbeid in Den Haag, krijgt ze contact met
feministes van de eerste golfbeweging, waaronder
Wilhelmina Drucker, Anna De Savornin Lohman
en Henriëtte Roland Holst. De missie van de tentoonstelling
was onder meer vrouwen attent te
maken op recht van arbeid zonder verlies van
eerbaarheid en sekse-identiteit en recht op scholing
en beroepseducatie.
In Oldenzaal gaf Betsy daar oe
al een aanzet door samen met
de zusters Francis canessen
nijver heidsonderwijs voor
de vrouwelijke arbeiders in
haar fabriek te starten. Op
twee avonden en zondags
volg den ze een opleiding die
door Betsy zelf werd betaald.
Door haar contacten met de
aanstichters van de eerste
feministische golfbeweging werd Betsy lid van de omstreeks
1898 opgerichte Vereniging voor Verbetering
van Vrouwenkleding. De vereniging was fel gekant
tegen het korset, waarmee vrouwen werden ingesnoerd
met als uitwas de wespentaille. In plaats daarvan pleitte
de vereniging voor makkelijk draagbare (reform)kleding
van soepele stoffen.
John van Zuidam (Nijverdal 1945)
Studeerde geografie aan de Radboud Universiteit
Nijmegen. Was van 1970-2004 docent
aard rijkskunde en decaan aan het
Canisiuscollege aldaar. Schrijft sinds 1980
over zijn geboortestreek. In 2011 oprichter en
secretaris-penningmeester van het Netwerk
voor Landschap & Geschiedenis Twènterlaand,
een wetenschappelijke ‘denktank’ van
onderzoekers uit verschillende disciplines.
Deed na zijn vervroegde pensionering 12 jaar
onderzoek in zijn geboortestreek, resulterend
in zijn boek: ‘Oale Groond. Geschiedenis van
het Twentse landschap’ (2018, herdruk 2019
en 2021). Ontving in oktober 2019 vanwege
zijn verdiensten voor Twente als tweede de
prestigieuze J.W. Racer prijs in Oldenzaal. Woont
‘boetenmaarks’ in Malden bij Nijmegen.
MEMENTO. BERT DE HAAN
ME
MEN
TO
Een rubriek over overleden Twentenaren uit
de cultuur. Over mensen die we niet moeten
vergeten omdat ze een bijzondere plaats innamen.
Omdat we nog steeds iets van ze kunnen leren,
hoewel ze uit de tijd gekomen zijn. Memento,
dat is voorwaarts, maar niet vergeten.
.83
Bert de Haan
dichter - schilder - mysticus
‘Zien van
aangezicht
tot aangezicht’
// Tekst
PAUL ABELS
// Beelden
BERT DE HAAN
‘Ik kan mijn verstand heel goed uitschakelen. Of dat
door mijn ziekte van Parkinson komt? Ik weet het
niet. Ik heb er heel lang naar toe gewerkt om open
te staan.’ En over de gedichten van Willem Wilmink:
‘Daar zit ook het geloof in dat je elkaar terug zult
zien. We zullen ooit de mensen zien die we missen.
Dat is het verlangen naar de eenwording, de Unio
Mystica.’ Zulke dingen zei Bert de Haan tegen Paul
Abels in een interview, vele jaren geleden. In 2019
overleed hij, 68 jaar oud. >>
ZILVER LENTE 2023
MEMENTO. BERT DE HAAN
Het Parkinsonboek kwam uit in 2009. Tien jaar later
overleed Bert de Haan. Sommige mensen gaan deel
uitmaken van het vertrouwde stadsbeeld: tot die
mensen behoorde hij. Je zag hem vaak door de stad
rijden met een step of met zijn bakfiets. Altijd in voor een
praatje. Dan kon hij mooi even uitrusten en langzaam
weer op gang komen. Zijn vrouw, Quinta van Limburg
Stirum, beaamt dat haar man moedig was. ‘Hij bleef
zóveel proberen! We moeten niet bang zijn, zei Bert, er
kunnen alleen maar mooie dingen gebeuren. Maar het is
te groot om te bevatten. De laatste twee, drie jaren waren
wel rampzalig. Toen kreeg hij Parkinson-dementie erbij.
Dan pakte hij, als ik weg was, de hele schuur leeg, zonder
te weten waarvoor. Voor hemzelf was het een opluchting
toen het eind in zicht kwam.’
.84
Bert de Haan was met recht een Bekende
En sche deër. Hij werd geboren in het Sallandse
Beerzerveld en kwam in 1978 in de stad wonen.
Na een vrolijke carrière in de horeca begon hij als
copywriter en later mededirecteur bij reclamebureau
SIR. De laatste twintig jaar van zijn leven had Bert
ernstig de ziekte van Parkinson. Hij bleef optimistisch,
hij bleef dichten en ging schilderen. Een bijzonder
spiritueel mens en een groot kenner van het werk
van Willem Wilmink.
‘Prachtig, prachtig’
Via het reclamebureau kende ik Bert. Hij vertelde me
waar mijn tekst over moest gaan - over de inkeping in de
Bolletje-beschuit bijvoorbeeld - en ik begon te schrijven.
Vaak zonder goed te luisteren. Ik mailde hem mijn tekst.
Hoe elegant hij dan reageerde. ‘Paul, veel dank, ik heb
het gelezen. Prachtig, werkelijk prachtig. Maar het is
het nog niet helemaal.’ Waarna hij met engelengeduld
uitlegde dat hij het eigenlijk totaal anders had gedacht.
Maar dat zei hij nooit betuttelend of bazig.
Ervaringsdeskundige
Ruim twintig jaar was De Haan Parkinson-patiënt.
Hij schreef er voor onze uitgeverij in 2009 een confronterend
boek over, Ik ben bevoorrecht. Daarin vertelt
hij in alle openheid en zelfs positief over Parkin son,
soms ronduit hilarisch. De grondtoon van het boek
is optimistisch. Het is voor alles het verhaal van een
dappere ervaringsdeskundige:
‘Hij kende zestig gedichten
van Wilmink uit zijn hoofd’.
Zien van aangezicht tot aangezicht
Een gesprek met Bert de Haan was nooit alleen een
gesprek. Het was ook een keten van citaten. Hij kende
zestig gedichten van Wilmink uit zijn hoofd, leefde met de
verzen van Wilmink. En sinds hij de ziekte van Parkinson
had, schilderde hij wonderlijk veel en fanatiek. Waar
ging het hem uiteindelijk allemaal om? Om werkelijk
contact, om zien van aangezicht tot aangezicht, zoals de
Bijbel het zegt, om datgene wat filosofen en mystici Unio
Mystica noemen.
Ik maakte een geactualiseerde versie van mijn interview
met Bert de Haan uit 2007. We gebruikten het als
inleiding voor zijn boek over Willem Wilmink, Dichter
bij de hemelpoort.
Onzekerheid
‘Ik heb Willem voor het eerst ontmoet begin jaren
negentig op de Volksuniversiteit. Hij vertelde wat hem
raakte in gedichten. Hij citeerde uit zijn hoofd. Het was
magistraal omdat hij zo moeiteloos het verhaal van zijn
fascinatie wist over te brengen. We hoefden alleen maar
Lichamelijk ongemak
Op de vraag hoe het mij gaat zeg ik normaal gesproken:
goed. Want dat is ook zo. Wanneer mensen dan geïnteresseerd
doorvragen, vertel ik ze dat er eigenlijk maar één
ding is waarvan ik echt last heb: af en toe kan ik niet lopen,
sta ik aan de grond genageld en doe ik er, al struikelend, een
kwartier over om van het atelier naar de keuken te lopen.
Een afstand van hooguit vijftien stappen.
Irrealis
‘In mijn ogen was Willem Wilmink een mysticus: iemand
die gelooft in het onbestaanbare. Zoals kinderen dat
kunnen: ‘Jij was de vader, en ik was de moeder.’ Het
geheim van zijn schrijverschap is dat hij leefde in de
irrealis. In zijn beste gedichten is hij een mysticus zoals
een kind een mysticus is. Wat we daaraan hebben, aan
zo’n etiket, Willem Wilmink: mysticus? Misschien gaan
we zelf ook een beetje geloven in de irrealis… Neem dat
lied over Harry Bannink. Die is in de hemel, en dat is dan
paleis Het Loo. Kinderlogica: daar is de pianistenhemel,
want daar is Pieter van Vollenhoven ook. Zoiets brengt
Wilmink dan in een lied. Als je me wilt spreken, bel maar
naar Harry Bannink. Dat is ijzersterk en troostrijk: in
één zin maakt hij het contact mogelijk, met een zeker
realisme maar ook een beetje ironie.’
ZWANENHOF IN ZENDEREN
te luisteren, en het was heerlijk. Typerend vond ik zijn
onzekerheid. Dat heeft me heel erg geraakt, ik werd
daar verlegen van. Was er weer een nieuwe, prachtige
publicatie van hem uit, en dan vroeg hij: En? Vo’j ‘t nog
wat? Zó goed, en toch altijd weer onzeker.
Dat verhaal over zijn schuurtje is ook zoiets. Een
bezoeker van zijn huis aan de Javastraat vertelde dat hij
ooit het schuurtje gebouwd had. Een lelijk ding, hij zou
het wel komen afbreken. Van die opmerking was Willem
urenlang van slag. Zijn vrouw moest hem telkens weer
uitleggen dat het natuurlijk niet zou gebeuren: het was
immers hún huis en schuur… Een grote bescheidenheid
ja, maar ik vrees dus ook een grote onzekerheid.’
Tuinhekje
‘Misschien zullen sommige mensen zoiets wereldvreemd
noemen. Maar in zijn teksten is van wereldvreemdheid
geen sprake: wat Willem ook schrijft,
het is altijd vanuit een kinderperspectief. En dat is
geen wereldvreemdheid. Misschien kan ik het beter
kinderlogica noemen. Een voorbeeld? We hadden het
net over de Javastraat. Daar stond ook Willems ouderlijk
huis. Het was ook te koop, maar Wilmink wilde er niet
meer wonen. Elke keer als hij het tuinhekje hoorde, zou
hij denken: ha, daar komt vader aan…
Naast kinderlijke verlangens waren kinderangsten een
grote last voor hem, maar ook een bron voor zijn werk.
Ik moest bij de dokter komen,/jeetje, wat bang was ik./
Weet je waar ik van moest dromen?/Van een hele nare prik.
Grappig en zeker niet wereldvreemd was de manier
waarop Willem reageerde op verzoeken om gratis op
te treden of gratis teksten af te staan. Dan schreef hij
terug: Ik kan aan uw vererende verzoek niet voldoen,
aangezien ik broodschrijver ben.’
Groot kind
‘Ik zat in 2005, een keer bij de Zwanenhof in Zenderen,
een voormalig retraîtehuis, nu bezinningscentrum.
We hadden een gesprek over zingeving en zo. Jullie
zouden eens een lezing moeten doen over spiritualiteit
in het werk van Wilmink, hoe terloops die erin zit,
opperde ik. Je raadt het al: of ik die lezing dan niet
zelf wou geven. Het bleek helemaal mijn onderwerp.
Ik houd ook erg van het werk van Rutger Kopland en
van Hugo Claus, en ook van hen ken ik veel werk uit
mijn hoofd, maar zij raken me niet zo diep als Willem
‘In mijn ogen was Willem
Wilmink een mysticus:
iemand die gelooft in
het onbestaanbare’
Wilmink. Hoe dat komt? Omdat ik net zo’n groot kind
ben waarschijnlijk. Met belangstelling voor mystiek,
irrealis, heimwee, verlangen. Lees het gedicht
‘Achterlangs’. Over het verlangen naar de dingen die
je aan kunt raken, over liefde, en over hoe je toch voor
elkaar een vreemdeling blijft, een eenzaam wezen.
Over de mystieke ervaring die je kunt beleven als je
’s avonds laat door een venster in je huis kijkt, en dan
als een buitenstaander je gezin ziet. Dat gevoel zit in al
die poëzie van Willem Wilmink. En er zit toch ook het
geloof in dat je elkaar terug zult zien. Het verlangen
naar de eenwording, de Unio Mystica. Het gebeurt
allemaal op een plan, dat wij niet kunnen volgen. >>
.85
ZILVER LENTE 2023
MEMENTO. BERT DE HAAN
Maar Wilmink vertelt het zo dat het wel te volgen is. We
moeten niet bang zijn, er kunnen alleen maar mooie dingen
gebeuren. Maar het is te groot om te bevatten.’
‘We zien niet, we verlangen,
we zullen ooit de mensen
zien die we missen.’
.86
Parkinson
‘In december 1999 hoorde ik dat ik de ziekte van Parkinson
had. Rond die tijd zag ik in Birdaard het werk van de Friese
schilder Ruurd Wiersma. Allemaal naïeve voorstellingen,
zijn hele huisje had hij volgeschilderd. O, zei ik tegen mijn
vrouw, als ik dat toch eens zou kunnen! Heb je het al eens
geprobeerd dan? Vroeg Quinta nuchter. Toen heb ik bij de
Praxis paneeltjes gekocht en fietsenlak, omdat Ruurd dat
gebruikte, en ik ben begonnen. Dat was op 28 mei 2001.
Dat was mijn eerste schilderijtje. En ik ben er niet meer
mee gestopt.’
Het schilderijtje met veel rood en blauw toont schaatsende
men sen, een kerktoren, een straatje op de voorgrond. ‘Het
is mijn eigen universum. Alle verlangens van de jeugd, alle
hoop, alle herinneringen. Zie je dat, het licht brandt in het
huis. Dan kun je naar binnen kijken, je kunt er zó naar binnen
lopen. Je bent welkom, dat is vanzelfsprekend. Ik denk dat
Willem Wilmink het machtig mooi gevonden zou hebben.
Van Ruurd Wiersma heb ik het geleerd, die kinderlijke
eenvoud, recht uit het hart, in kleur, niet geremd door enige
theorie. Je moet het kind in je laten spreken. Naïef schilderen
wordt heel serieus genomen. Het wordt veel gedaan door
mensen die overdag met hun handen werken en die weinig
opleiding hebben. Ik ben een verstekeling in die groep
Ik weet nog dat het lied, grotendeels van de hand van
Willem, mij sterkte: alles komt goed, dacht ik, alles komt
goed. Mijn Parkinson heeft me geleerd alles te omarmen
wat van mij is. En ik heb geleerd me niet te verzetten. Ik denk
dus echt: wat kan ik nog veel! Laatst begon ik te mopperen
tegen mijn acupuncturist over mijn kloterige linkerbeen. Hij
was woedend. Dat kloterige been draagt jou anders maar
mooi hier naartoe, zei hij. Hij had gelijk. Ik heb toen deze
hele luxe pooierschoenen gekocht, een beloning voor mijn
benen en voeten.’
‘Ik omarm mijn sores, zeg ik, want het zijn wel mijn sores.
Eigenlijk voel ik me gelukkiger dan ooit, een bevoorrecht
mens, de laatste jaren. Parkinson is ook een leuke ziekte,
moet je bedenken. Sta ik in de supermarkt, kan niet meer
in beweging komen, krijg ik toch maar mooi een arm van
een dame van 80 die zegt: Kom maar jongen, ik geloof dat
ik beter loop dan jij. Ik ben daar niet gegeneerd over, ik vind
dat prachtig. Ach, Parkinson is misschien vrij verschrikkelijk,
maar het leven zelf is ook verwoestend, uiteindelijk. Wij
kennen onze toekomst niet.’
Droom
‘Mijn schilderijen brengen, hoop ik, sommige aspecten
van Willems werk explicieter in beeld. Voor kinderen zijn
ze heel begrijpelijk, want voor hen is het verblijf in de
irrealis dagelijkse kost. Wanneer wij, volwassenen, op deze
manier naar de schilderijen kijken, die ik naar aanleiding
van Wilminks gedichten maakte, komen we terecht bij het
bijbelhoofdstuk I Korinthiërs. 13. Daarin staat geschreven:
Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als
een kind, overleide ik als een kind; maar wanneer ik een man
geworden ben, zoo heb ik teniet gedaan hetgeen eens kinds
was. Want zien wij nu door enen spiegel in ene duistere rede,
maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken
ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen gelijk ook ik gekend ben.
want ik weet te veel. Maar ik kan mijn verstand heel goed
uitschakelen. Of dat door mijn ziekte van Parkinson komt?
Ik weet het niet. Ik heb er heel lang naar toe gewerkt om
open te staan.’
Pooierschoenen
‘Lang voordat ik Parkinson kreeg, heb ik verwoestende
depressies gehad. Ik weet nog dat ik in die tijd de Stratemaker
opzeeshow zag. Er kwam een liedje, dat ging zo:
Misschien is het later niet meer zo naar/misschien word
je zanger en je speelt goed gitaar/je zingt in een lied over
verdriet/en heel de wereld luistert ernaar.
Willem Wilmink is blijven spreken als een kind en zag
daardoor al bij leven van aangezicht tot aangezicht. De dingen
zijn onbegrijpelijk. We zien niet, we verlangen, we zullen
ooit de mensen zien die we missen. We zullen hen weer
ontmoeten. Niet in hun verschijningsvorm van deze aarde,
maar het zal een ontmoeting zijn in een gevoelslaag: De Unio
Mystica. Er zal blijdschap zijn, om niets. Het ontmoeten, de
hereniging met dat wat we niet begrijpen. Datgene wat soms
duidelijk gemaakt wordt door Willem Wilmink. Zoals Willem
het laat zeggen door Ben Ali Libi, de goochelaar. Daar valt
er niks meer aan toe te voegen:
Maar God herkennen als Hij verschijnt. Hem een nieuwe naam
geven. En weer laten gaan zonder de zegen af te smeken, maar
Hem juist de zegen te geven, dan moet je kunnen toveren.
En dat kon Willem, toveren met woorden.’
9.3
klant
beoordeling
Al 6 jaar
op rij!
.87
Volgens de NVM hebben wij in 2021 wederom
de meeste transacties* gedaan en de hoogste
opbrengst behaald bij alle woningtypes.
*Gebied: Oldenzaal + Losser + Dinkelland
Wilt ook een huis aan- of verkopen,
wanneer mogen wij dan bij uw Thuis komen?
T 0541 522 022
E info@kvbm.nl
kvbm.nl
ZILVER LENTE 2023
BEWEGING. OMMETJES
Welk
ommetje
WANDELT U VANDAAG?
Het fijne van een wandeling is dat u deze telkens weer helemaal zelf kunt
invullen. Lang of kort, door de natuur, langs de weilanden, door de stad
of door een nieuwe wijk. In uw eentje, met een kennis of met een groepje,
kletsend of in stilte. Een wandeling kost niets en levert veel op. Een frisse
neus, een gezellig gesprek, een helder hoofd en goed gevoel. Hierbij voor
u enkele Twentse wandelingen waarvan u heel gemakkelijk de routes en
beschrijvingen kunt downloaden via de website of app of die u vanaf de
website kunt uitprinten. Wij wensen u dit voorjaar fijne wandelkilometers.
.88
BRONNENROUTE SPRINGENDAL
4,7 km
Het Springendal in het noordoosten van Twente is een op en top
romantisch landschap met schilderachtige vijvers, watervalletjes
en smalle beken tussen bos en boerderijen. Op de Bronnenroute
ontdekt u de idyllische kant van het Springendal: kronkelpaden,
vlonderpaden en beukenlanen langs kabbelende beken, heldere
bronvijvers, akkers en hooilanden. Onderweg zijn bankjes om
even rustig te zitten.
Staatsbosbeheer.nl
4,6 km
ENGBERTSDIJKSVENEN HEIDEROUTE
De heideroute vanaf het vertrekpunt in Kloosterhaar voert langs
waterplassen, over de zandkop of ‘haar’ met prachtige heidevegetatie
en langs de hoogveenkern. Uitkijkpunt De Pluus biedt een
mooi uitzicht over uitgestrekt hoogveen.
Staatsbosbeheer.nl
LANDGOED SMALENBROEK
EN ’T SPIK
De textielindustrie heeft Twente gevormd tot de regio die het nu
is. Deze route gaat over de landgoederen Smalenbroek en ‘t Spik,
ten zuiden van Enschede. Textielfabrikant Ter Kuile liet het landschapspark
met slingerende paden en waterpartijen ontwerpen
door Pieter Wattez.
Landschapoverijssel.nl
4,0 km
MAURITS EN NAPOLEON
5,0 km
Historische wandeling door het buitengebied van Beckum. Langs
eeuwenoude boerenerven, vennen en heidevelden. Maar ook via
voormalige slagvelden waar ooit werd gevochten door de legers
van Maurits en Napoleon. Onderweg passeert u de Napoleonbeuk.
Het verhaal gaat dat het leger van Napoleon daar kort na
het jaar 1800 uitrustte.
Landschapoverijssel.nl
.89
WANDELROUTE BOERSKOTTEN
2,4 km
Ten zuidoosten van Oldenzaal ligt een verrassend afwisselend
land goed met cultuurhistorische elementen: Boerskotten. Wandelaars
genieten hier van prachtige lanen met loofbomen waar u
zangvogels zoals de tjiftjaf, zanglijster en appelvink kunt horen,
van kleine weilanden met houtwallen en akkers met kruiden en
wilde bloemen.
Natuurmonumenten.nl
PIETERPAD OVERIJSSEL
15 km
Het bekendste wandelpad van Nederland loopt van Pieterburen
hoog in Groningen naar de Sint Pietersberg diep in Limburg. Een
langgerekt lint van uitgestrekte bossen en golvende heidevelden
tussen Hellendoorn en Holten vormt het decor van dit deel van het
Pieterpad. Hier vormde schuivend ijs en smeltend water in een ver
verleden het landschap.
Pieterpad.nl
ZILVER LENTE 2023
BOEKENTIPS. NU IN UW BOEKHANDEL
Nieuwe
boeken
IN DE TWENTSE BOEKHANDELS
VAN
HARTE
AANBEVOLEN
.90
LIEVE SLUNGELDIEREN
Angelique Millonzi uit Losser is illustratrice en gepassioneerd haakster.
Onlangs verscheen haar boek Long Legs Amigurumi, een vrolijk
haakboek vol amigurumi’s (Japans voor gebreid speelgoed) met lange
benen. Het zijn gezellige slungelige gehaakte beesten, met veel strepen
en stippen. Juist de lange ledematen geven de dieren iets speciaals.
Kleine kinderen kunnen de knuffels hier fijn aan vastpakken. Of de
beesten zitten lekker zwaaiend met hun benen op de vensterbank of
de kast. De basis van de Long Legs is steeds hetzelfde. Dus als u er al
een gemaakt hebt, haakt de volgende heerlijk weg.
DE WEG KWIJT
Nicolet Steemers, geboren in Hengelo,
belandde via het vertalen van toneel stukken
en de journalistiek in het schrijversvak.
Eerder schreef ze o.a. de span nende
romans ‘Zachte heelmeesters’, ‘Wat niet
deert’, ‘Tweedracht’, en meer dere succes
volle audioseries voor Story tel. Met
haar spannende roman ‘Diepe Gronden’
onder streept ze haar naam en faam als
de bekendste thrillerauteur van Oost-
Nederland.
Long Legs Amigurumi • 80 blz. • € 20,95
Diepe Gronden • 288 blz. • € 23,99
TWENTE TUSSEN OOST EN WEST
Op een eeuwenoude kruising van wegen werd in het Springendal een Merovingische goud- en
zilverschat gevonden: het bleek een offerplaats uit de zevende eeuw. Archeologen beschrijven
voor Jaarboek Twente 2023 deze uitzonderlijke vondst. Voor Twente kan ‘het westen’ Amsterdam
betekenen, waar al in de zeventiende en achttiende eeuw vele Twentenaren een nieuw bestaan
zochten. Het kan ook Millerville zijn in The States, waar je vanuit Lattrop door een combinatie
van toeval en ondernemingszin terecht kunt komen. Een eerste kennismaking met nieuw
onderzoek naar slavernijverleden leidt naar oost en west, ook naar Twente. Jaarboek Twente
2023 kijkt eveneens naar andere windstreken. Onder meer via hedendaagse kunst, het oudste
gedicht van de Lage Landen, de ringwalburg van Oldenzaal naar de blik van Johan Nieuhoff
op de wereld van ooit. De meer dan honderd afbeeldingen in deze 62e jaargang vervolmaken
onze blik op Twente toen en nu.
Jaarboek Twente 2023 • 164 blz. • € 18,99
GEDICHTEN
Het leven kent vele wegen. Hoe ze ook meanderen,
waar ze ook gaan, uiteindelijk sluiten ze af met de
dood. Op vele van die wegen kan het einde bij wijze
van spreken uit de struiken tevoorschijn springen
of anderszins verrassen. In deze bundel vertellen
twee romantische gedichtencycli hun eigen verhaal,
als twee spannende novelles, ondersteund door
aansluitend fotobeeld.
ABterBrake is het ‘logo’ voor de poëzie van de
oud-redacteur van Twentsche Courant en Tubantia
Alphons B. ter Brake. In zijn jonge dichtersjaren de
podia ‘plat lopend’, wat ouder het zwaartepunt
verleggend naar het hectische leven van uiteindelijk
sluiten ze af, en na de pensionering terugkerend
naar de dichtkunst en de (artistieke) fotografie. Waar
de wegen gaan is sindsdien zijn derde bundel bij uitgeverij
Boekscout.
Waar de wegen gaan • 62 blz. • € 17,50
.91
HERKENNING EN NOSTALGIE
Het Grote Jaren 50 Boek is een verrassend fotoboek
met korte verhelderende teksten over de
beleving van de jaren 50. Was het een periode
van gezelligheid, warmte en geborgenheid?
Overheersten het tekort aan woningen, de
nasmaak van het verlies van ‘Ons Indië’ en de
spanningen vanwege de Koude Oorlog? Of was
het eerder de tijd van wederopbouw, de blik
gericht op de toekomst, de jeugd die zich afzet
tegen de oudere generatie, de opkomst van de
jongerencultuur, de vooruitgang in kennis en
techniek? In het boek staat het besef centraal dat
in de jaren 50 maatschappelijke veranderingen
de basis legden voor onze huidige welvaart.
Het grote jaren 50 boek • 386 blz. • € 14,95
ZILVER LENTE 2023
PASSIE. JAZZ VOLGENS JOHN EN TON
Hallo John,
.92
Een goede vraag: welke muziekstromingen hebben de
jazz beïnvloed? Ik denk in eerste instantie aan westerse
klassieke muziek. Ik herinner me een interview dat ik
ooit had met de Nederlandse pianist en arrangeur Frans
Elsen. We kregen het over ‘bebop’ de stroming waarmee
Charlie Parker en Dizzy Gillespie de jazz vanaf eind jaren
veertig op z’n kop zetten.
Het tijdperk van swing was daarmee voorbij. Jazz
was niet primair dansmuziek, het was concertmuziek
geworden. Elsen constateerde dat de bebop in Amerika
als veel heftiger werd ervaren dan in Europa. En dat
kwam doordat wij de barok hadden meegemaakt. In de
barok werden melodieën omgeven door veel noten. Dat
was bij bebop ook zo. Charlie Parker hercomponeerde
de jazzstandard Honeysuckle Rose tot Scrapple from
the Apple en van het bekende How High the Moon
maakte hij Ornithology, een stuk met heel veel meer
noten in de melodie, maar uitgaande van hetzelfde
akkoordenschema.
Een reactie op de akkoordprogressies en de vele
noten van de bebop diende zich in de jaren vijftig aan:
cooljazz. Minder noten, minder akkoorden. Er werd
veel geïmproviseerd met notenmateriaal van de
kerktoonladders. Mooi voorbeeld daarvan is het veel
gespeelde Impressions. Er zijn heel sterke uitvoeringen
van gitarist Wes Montgomery. Van John Coltrane, de
tenorsaxofonist die het stuk op z’n naam zette, zijn ook
verschillende opnamen te vinden. Als je dat gehoord
hebt (of een deel ervan) zoek dan eens naar de tweede
symphony van de Amerikaanse componist Morton
Gould. Een klassiek werk uit 1938. In het tweede deel
(Pavanne) hoor je na anderhalve minuut precies het
thema en de akkoorden van Impressions. Zou Coltrane
plagiaat hebben gepleegd?
Maar eigenlijk wil ik niet nalaten om te attenderen
op jazzmusici die bewust aan de haal gingen met de
klassieken. Ik heb Les Swingle Singers altijd mooi
gevonden. Een Frans kamerkoortje onder leiding
van de Britse Ward Swingle met Christiane Legrand
Christiane Legrand (de zus van Michel) als sopraan.
Zij hebben fantastische Bach-bewerkingen gezongen
met begeleiding van slechts bas en drums. En ik ben
ook altijd een groot liefhebber geweest van de Franse
pianist Jacques Loussier. Hij presenteerde zich eind
jaren vijftig met een fantastisch trio met stukken van
Bach als uitgangspunt voor heftige improvisaties. Daar
waren de Swingle Singers wel braverikjes bij. Loussier
heeft lang geleefd (1934-2019) en ongelooflijk veel jazz
gespeeld op basis van door hem ontrafelde klassieke
werken. Als je kwaad wilt, kun je zeggen dat hij dus nooit
auteursrechten heeft hoeven betalen. Maar dat wil je niet
als je hoort hoe goed die man speelde.
Er zijn ook genoeg klassieke composities die op jazzstromingen
zijn gebaseerd. Een van mijn favorieten is
Rhapsody in Blue van George Gershwin. Ik heb heel veel
uitvoeringen beluisterd. Maar de beste ooit hoorde ik
live in het Enschedese Muziekcentrum, anderhalf jaar
terug. Pianist Peter Beets (die trouwens ook onder de
titel Chopin Meets the Blues een fantastische jazzplaat
maakte) speelde het met zijn eigen bigband. Hij had in
de slotcadens nog even een samba voor jazzkwartet
bedacht, zo geloofwaardig geïntegreerd dat je alleen
maar kan denken: als George Gershwin nu had geleefd,
had hij het zo willen hebben.
Ton
Ton Ouwehand en John van Zuidam,
schrijvers voor Zilver Magazine en allebei
liefhebbers van jazzmuziek. In Zilver
Magazine schrijven ze via brieven aan elkaar
welke jazzinvloeden bepalend zijn geweest
voor hun eigen jazzbeleving.
Beste Ton,
Je hebt weer een mooi thema aangesneden, namelijk de
invloed van klassieke muziek op de jazz. Het aardige is dat
jij dit idee weer hebt vertaald naar voorbeelden van musici
uit de bebop en cool jazz stijlen van niet zo lang geleden. En
dat je daarnaast Les Swingle Singers aanhaalt, ongekend
populair in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige
eeuw en aan mij zeker niet ongemerkt voorbijgegaan. Dat
is wel het geval met de pianist Jacques Loussier, waarvan
alleen de naam mij iets zegt. Maar in zijn plaats denk ik
toch ook aan Louis van Dijk, ooit cum laude geslaagd
voor zijn diploma klassieke piano, die graag klassiek met
jazz vermengde. En recent doet het jonge Nederlandse
pianotalent Eduard Preda hetzelfde. Ik mocht hem vóór
corona beluisteren samen met zijn basgitaarspelende
broer Thomas op Schiermonnikoog tijdens het Festival
voor Jong Talent. Peter Beets hoort absoluut tot mijn
favoriete pianisten! En zodra ik de klarinetsolo in het begin
van Rhapsody in Blue hoor, lopen de rillingen over mijn rug.
Ikzelf dacht bij de invloed van muziektrends op de jazz
aan de oorsprong van de jazz, de voorlopers van de jazz.
Daaronder versta ik de muziek van de plantages, de
ragtime en gesyncopeerde muziek, de blues en vaudeville
en tenslotte de brassbands. Stof te over om over te
vertellen. Maar voordat ik het daarover ga hebben, lijkt het
mij belangrijk van tevoren feiten van mythes te scheiden
over de Amerikaanse slavernij.
Mythe 1: De meerderheid van de Afrikaanse slaven kwamen
naar wat later de Verenigde Staten zouden worden.
De waarheid is dat slechts een beetje meer dan 300.000
slaven in de V.S. landden, terwijl de overgrote meerderheid
naar Brazilië (ca. 3,2 miljoen) en het Caraïbisch gebied (ca.
4,5 miljoen) werd getransporteerd. Een significant deel
kwam vervolgens vanuit de Caraïbische eilanden naar het
zuiden van de V.S. Met name vrijgemaakte slaven uit Haïti,
toen dat eiland in 1804 zich bevrijd had van zijn Franse
overheersers en de onafhankelijkheid uitriep. De slaven
ontvluchtten de onrust op het eiland en hoopten in de
V.S. een nieuw bestaan op te kunnen bouwen.
Mythe 2: De slavernij duurde in de V.S. meer dan 400
jaar. Als we in de V.S. de slavernij laten beginnen bij de
aankomst van een Nederlands schip met aan boord
twintig Afrikanen in Jamestown, Virginia, in 1619, en laten
eindigen bij de officiële afschaffing in1865, dan duurde
die 246 jaar. De transatlantische slavenhandel op zich
vond plaats van 1440 tot 1888, dus wel meer dan 400 jaar.
Mythe 3: Alle inwoners van de zuidelijke staten bezaten
tot slaaf gemaakten. De waarheid is dat ruwweg een
kwart van de totale bevolking tot slaaf gemaakten bezat.
In het zuiden bevond zich ook een grote groep van blanke
landarbeiders, kleine boeren en ambachtslieden die op
de rand van het bestaansminimum leefden: de ‘poor
whites’.
Mythe 4: Slavernij dateert in de V.S. van lang geleden.
De waarheid, afgezien van moderne slavernij, is dat
de zwarte bevolking in de V.S. een kleine 160 jaar is
bevrijd, hetgeen minder is dan de tijd dat ze tot slaaf zijn
gemaakt. Een en ander betekent dat ze slechts twee of
drie generaties verwijderd zijn van de slavernij van hun
voorouders en dat de achterstelling ten opzichte van de
blanke bevolking nog steeds aanwezig is.
In dit milieu kwam de jazz tot ontkieming, waarover we
het de volgende keren zullen hebben.
John
.93
ZILVER LENTE 2023
ZILVER. PUZZELPAGINA
S
** ***
u do
k u
In de sudoku-puzzel moeten de cijfers 1 tot en met 9 worden ingevuld, en wel zo dat:
• op elke horizontale rij elk cijfer slechts één keer voorkomt
• in elke verticale kolom elk cijfer slechts één keer voorkomt
• in elk subrooster elk cijfer slechts één keer voorkomt
De oplossing vindt u op pagina 97.
Zoek de verschillen
.94
Het watermolenhuisje in het centrum van Ootmarsum op een prachtige lentedag.
De twee foto’s lijken identiek, toch zijn er maar liefst 10 verschillen. Kunt u ze allemaal vinden?
De oplossing vindt u op pagina 97.
Puzzel & WIN! Woordzoeker nr. 10
Vind de oplossing door alle woorden weg te strepen. Woorden kunnen horizontaal, verticaal, diagonaal en achterstevoren staan.
Stuur de oplossing met vermelding van uw naam en adres naar redactie@zilvermedia.nl. Onder de goede inzenders verloten
we drie prijzen waaronder een boekenbon ter waarde van € 50,- die beschikbaar wordt gesteld door Boekhandel Broekhuis.
De 2e en 3e prijswinnaars verblijden we met een mooi boek van een Twentse schrijver.
R A T C E N V L I E G E N D H E R T
E E E N D A G S V L I E G G A Z O N
D L J S I U L D L I H C S L E P P A
N E IJ T B IJ E N K O N I N G I N C K
I K B IJ S I G U M T O O P G N A L A
L E N M C E D D U I Z E N D P O O T
V R R L O W E S P E N N E S T I T E
S K O E C T R B P I S S E B E D O D
U S O E O O E N S R E V E K I E M N
G I D M N V IJ V E R I I M K E R R E
R U N D E R B U I L E N H O R Z E L
A H A V R E F F U J R E K O K L V E
N A C H T P A U W O O G H H I N L D
P R O C E S S I E R U P S E A D I N
P S E W D A L B N E K R E B V A Z A
G R O T E B L A D S N IJ D E R E N W
E B L A D S P R I E T K E V E R I R
W O E S T IJ N S P R I N K H A A N L
ANDOORNBIJ
APPELSCHILDLUIS
APPELSCHILDLUIS
ARGUSVLINDER
ARGUSVLINDER
BERKENBLADWESP
BERKENBLADWESP
BIDSPRINKHAAN
BLADSPRIETKEVER
BIDSPRINKHAAN
BIJENKONINGIN
BLADSPRIETKEVER
COCON
BIJENKONINGIN
DUIZENDPOOT
EENDAGSVLIEG
COCON
GAZON
DUIZENDPOOT
GROTEBLADSNIJDER
EENDAGSVLIEG
HUISKREKEL
IMKER
GAZON
KOKERJUFFER
GROTEBLADSNIJDER
LANGPOOTMUG
HUISKREKEL
LIEVEHEERSBEESTJE
MEELMIJT
IMKER
MEIKEVER
KOKERJUFFER
NACHTPAUWOOG
LANGPOOTMUG
NECTAR
PISSEBED
LIEVEHEERSBEESTJE
GEREED- PROCESSIERUPS DAGBLAD
SCHAP
MEELMIJT
RUNDERBUILENHORZEL
MEUBEL-
MEDICIJNflESJE
STUK
MEIKEVER VLIEGEND HERT
2
VIJVER
TOTALE
VERKOOP
WANDELENDE TAK
WESPENNEST
WOESTIJNSPRINKHAAN
FRUITSOORTZILVERMOT
NACHTPAUWOOG
NECTAR
PISSEBED
PROCESSIERUPS
RUNDERBUILENHORZEL
VLIEGEND HERT
VIJVER
WANDELENDE TAK
WESPENNEST
WOESTIJNSPRINKHAAN
ZILVERMOT
KLOOSTER-
HOOFD
6
ZEEDIER
GEZICHT
JUIN
BIJEN-
PRODUCT
.95
GEREED-
SCHAP
MEUBEL-
STUK
2
DAGBLAD
MEDICIJNflESJE
KLOOSTER-
HOOFD
6
ZEEDIER
GEZICHT
OPVUL-
MIDDEL
SUCCES-
NUMMER
Zweedse
SCHIL
8
STAMPOT
puzzel
SMAK
KIPPENHOK
3
TOTALE
VERKOOP
FRUITSOORT
STAMPOT
SMAK
8
KIPPENHOK
SUCCES-
NUMMER
SCHIL
JUIN
BIJEN-
PRODUCT
3
BERUCHT
ROMEINS
KEIZER
VLUG
5
DEGELIJK
VRUCHTEN-
NAT
VLEES-
Vul het diagram met de woorden die in
GERECHT
BARIUM
de omschrijving bedoeld worden. Deze
1
staan in het diagram, naast of boven de
in te vullen vakjes. U vindt de oplossing
door de letters in de vakjes met getallen
in onderstaande vakjes in te vullen.
SNEEUW-
HUT
DWAAS
VALLEI
VRUCHTEN-
NAT
VALLEI
VLEES-
GERECHT
5 4
DEGELIJK
BARIUM
1 2 3 4 5 6 7 8
1
DWAAS
VLUG
SNEEUW-
HUT
7
De oplossing vindt u op pagina 97.
1 2 3 4 5 6 7 8
ZILVER LENTE 2023
COLUMN. JOAN KOENDERINK
Column
Joan Koenderink
S
Tante
Ze was een vriendin van mijn moeder en een van de eersten die ik zag nadat in 1970
mijn navelstreng was doorgeknipt. Sindsdien noem ik haar “tante”. Er stroomde
blijkbaar gepassioneerd babysitbloed door haar aderen, want ze paste regelmatig
op dit destijds rebelse kind dat door haar vaak liefdevol en soms ook pittig
corrigerend in de bovenarm werd geknepen.
.96
Plakboeken getuigen van die frequent aanwezig
zijnde tante die, genetisch technisch
gezien, geen tante is: stralend zat ze ooit aan
kerstdissen in mijn ouderlijk huis. Fier stond
ze ooit, met mij op de arm, in een duinpan
op Ameland en scheurde ze, met mij op de
bij rijders stoel, over dat eiland in een lichtblauwe
Volkswagen Kever. Zonder gordel
om. Dat mocht in de prehistorie nog. Altijd
geïnte res seerd en betrokken werden later al
mijn verkeringen geacht een keer bij haar in
de fonduepan te komen roeren en er is nog
nooit een verjaardag voorbij gegaan zonder
een handgeschreven kaart van haar op mijn
deurmat.
Op een recente donderdagochtend doet ze
de deur open. Haren geföhnd, nagels strak in
de lak en met een lippenstift op die kleurt bij
haar fleurige outfit. Opgewekt: ‘Wat leuk dat
je mij bezoekt!’ Het appartement barst uit
zijn voegen van alle door haar verzamelde
relikwieën. Wanden zijn amper nog zichtbaar,
schilderijtjes en foto’s (waarop ik ook mijzelf
en mijn familie herken) hangen lijst aan lijst. Er
prijken bloemen in een vaas. Het is er gezellig.
Blij is ze, met haar nieuw gelegde vloerbedekking.
Er komt taart uit ‘t keukentje. Of ik slagroom
op de koffie wil? Lopen gaat niet meer zo
vlotjes. In de loop der jaren moesten diverse
originele onderdelen in haar lijf vervangen
worden en haar handen staan een beetje
krom, toch schuifelt ze vrolijk door de kamer.
Ze heeft verse jus d‘orange geperst, hapjes
gemaakt. We praten over goede, oude tijden.
Over mensen die we gekend hebben maar
die gingen hemelen en we roddelen er, onge
geneerd, een half ledenbestand van een
wijlen hockeyclub doorheen. ‘Ik was een paar Joan Koenderink.
weken geleden nog bij je, maar je was er niet’, Geboren en getogen
zeg ik. ‘O, dat kan kloppen. Ik heb mijzelf een Tukker. Woont samen
nieuwe wagen aangeschaft en heb er een met haar hond Charlie in
rondje Neder land mee gedaan’, antwoordt ze. Enschede en zou nergens
‘Ach, veel vrienden leven niet meer, maar die anders willen wonen
paar die nog over zijn heb ik bezocht: westen (nou ja... op Ameland
van ‘t land, Limburg, richting Groningen... En misschien). Schrijft uit
bij thuis komst trof ik een aanbiedingsfolder haar eigen leven gegrepen
“cruise Bonn voor zestigplussers” tussen teksten: columns voor
de post. Had ik zin in, dus ben ik gaan doen. alle leeftijden. Is ooit voor
Vakantie vieren is goed. Zou graag weer eens Zilver Magazine bena derd
naar Barcelona gaan, prachtige stad. Komende
tijd maar eens uitzoeken wanneer daar redacteur Gijs Eijsink
door voormalig hoofd
bussen op rijden.’ Ik kijk haar met grote klutsogen
aan. Nieuwe auto gekocht? Het hele hockeyverleden heeft
die ze in haar bewogen
land doorgereden? Gaan cruisen? En nu roept leren kennen en waarvoor
Spanje?
ze destijds menig zondagavond
op de sport redactie
‘Waarom heb jij je hond niet meegenomen?
Hoe ben je hier eigenlijk? Op de fiets? Serieus? van de Twentsche Courant
Durf jij nog steeds geen auto te rijden? Ha, ha!’ heeft gewerkt.
Ze lacht me toe en uit. ‘Zullen we een wijntje
drinken?’ ‘Tante, het is 11 uur!’ ‘Ja… en? Staat
koud hoor. Heb ik geleerd van jouw ouders.’
Bij het gedagzeggen knijpt ze als altijd in mijn
bovenarm. Niet meer zo hard als vroeger, maar
toch. Terug naar huis fietsende vraag ik mij af
of ik anno 2023 iemand van 88 nog wel een
mooi en dapper wijf mag noemen en hoop dat
ik binnenkort een ansichtkaart uit Barcelona
krijg.
Joan Koenderink
ervice
Oplossingen puzzelpagina
ZILVER. SERVICEPAGINA
S
TOTALE
VERKOOP
FRUITSOORT
A
STAMPOT
SMAK
V
VLUG
2
K
L
O
P
H
A
5 4
DEGELIJK
BARIUM
M
K E B A
M Z E T
P
U
L
8
G
A A
E
T
S
R A P
6
1
P
L
S
R
O
B
A
B
DWAAS
GEZICHT
** ***
GEREED-
SCHAP
MEUBEL-
STUK
VLEES-
GERECHT
DAGBLAD
MEDICIJNflESJE
KIPPENHOK
VRUCHTEN-
NAT
KLOOSTER-
HOOFD
ZEEDIER
SNEEUW-
HUT
SUCCES-
NUMMER
SCHIL
JUIN
BIJEN-
PRODUCT
OPVUL-
MIDDEL
N K
U I
H I T
3
P O T
E N
VALLEI
L
A
I
S
D
7
BERUCHT
ROMEINS
KEIZER
N
E
N A R
I G L O
1 2 3 4 5 6 7
8
B L O E M P O T
I N E S K I E R V
E W R E S I A K I
R T E P I S T E E
C S W U E E N S R
S C H O E N E N S
V A K A N T I E C
W E E S U L S H
C B A N A A N A
L I R B I K S N
P E N D E L B U S
A A B L E B A K E
A B L E K K O T N
B O A R D E N T
E G E V A A R O
T R U S T I N G E
C W A L K I N G R
R A A J R O O V N
K N E N N A P O
L V E R H U U R O
U O C K C A B I
Oplossing prijspuzzel Contactinformatie
Woordzoeker nr. 9 winternummer
S A S N E X A W A L P I N E S K I E R V
ALPEN
ALPINESKIËR
N L L E L P S R E T T E W R E S I A K I
BACKCOUNTRYSKIËN
E P E K Y O K I Z W A R T E P I S T E E BANAAN
E E E K T O R E T O O C S W U E E N S R BIATLON
ALPEN
U N E O S
SCHANSSPRINGEN
K I H A N D S C H O E N E N S
FORWARD STANCE
ALPINESKIËR
SKIBRIL
FREESTYLE
BACKCOUNTRYSKIËN
W I N T E SKIHANDSCHOENEN
R S P O R T V A K A N T I E C
GONDELLIFT
BANAAN N W H S E SKISTOKKEN E G L O N T M W E E S U L S H KABELBAAN
BIATLON E I C I R SKIUITRUSTING
V T F U F O U C B A N A A N A KAISERWETTER
FORWARD STANCE SLEEËN
LAWINEGEVAAR
G N S K F A F P I L E N L I R B I K S N
FREESTYLE
SLUSH
MATERIAALVERHUUR
N T F S I P A L A E A P E N D E L B U S
GONDELLIFT
SNEEUW
NORDIC WALKING
KABELBAAN I E E B I SNEEUWSCOOTER
Z L L N T N A A B L E B A K E OFF PISTE
KAISERWETTER R R I S Z SNOWBOARDEN
E S S S N A A B L E K K O T N PANNENKOEKENLIFT
LAWINEGEVAAR TIEFSCHNEE
P B T I D E R D S N O W B O A R D E N T PENDELBUS
MATERIAALVERHUUR TOKKELBAAN
PIZZAPUNT
S E P N Z E R L A W I N E G E V A A R O
NORDIC WALKING VERKOOP
POEDERSNEEUW
OFF S PISTE R O U D VIERSCHANSENTOERNOOI
A S K I U I T R U S T I N G E REUZE SLALOM
PANNENKOEKENLIFT
N G E E W VOORJAARSSNEEUW
B N O R D I C W A L K I N G R
PENDELBUS
WAXEN
A R O R W U E E N S S R A A J R O O V N
PIZZAPUNT
WINTERBERG
H P O T F I L N E K E O K N E N N A P O
POEDERSNEEUW WINTERSPORTVAKANTIE
REUZE C F SLALOM I M A ZWARTE T E PISTE R I A A L V E R H U U R O
S E D N E I K S Y R T N U O C K C A B I
Oplossing:
S K I G E B I E D
LOSSE NUMMERS
ADVERTEREN
SCHANSSPRINGEN
SKIBRIL
Zilver Magazine is te koop voor
SKIHANDSCHOENEN
SKISTOKKEN
SKIUITRUSTING
SLEEËN
SLUSH
SNEEUW
slechts € 3,95 bij diverse verkooppunten
zoals boekhandels, tijdschriftenwinkels
en kiosken in
SNEEUWSCOOTER
SNOWBOARDEN
TIEFSCHNEE
TOKKELBAAN
Twente en bij een aantal verkooppunten
in de rest van Nederland.
VERKOOP
VIERSCHANSENTOERNOOI
VOORJAARSSNEEUW
WAXEN
WINTERBERG
ABONNEMENT
Wilt u informatie over het afsluiten
WINTERSPORTVAKANTIE
ZWARTE PISTE
van een abonnement, voor uzelf
Wilt u adverteren in Zilver Magazine
of op de website zilvermedia.nl?
Wij denken graag met u mee
over de mogelijkheden.
Neem voor meer informatie
contact op met onze afdeling
media-advies en advertenties:
Marcel Willemsen,
telefoon: 0541 511162 of via
e-mail: verkoop@zilvermedia.nl
of zakelijk? Stuur dan een e-mail
S K I G E Bnaar I Einfo@zilvermedia.nl D
of bel VOLGENDE UITGAVE
met 0541 511162.
Het zomernummer van
Zilver Magazine verschijnt
op 16 juni 2023.
.97
Wat vindt u van Zilver Magazine?
We zijn benieuwd naar wat u graag leest in Zilver Magazine.
Waar kunnen we u mee plezieren?
Tips voor de redactie zijn van harte welkom via redactie@zilvermedia.nl.
ZILVER LENTE 2023
NEEM NU EEN ZEER VOORDELIG ABONNEMENT OP
ZILVER
MAGAZINE
Wilt u ieder kwartaal verzekerd zijn van mooie achtergrondverhalen,
boeiende interviews, tips voor uitjes, interessante artikelen en
mooie natuurfoto’s, neem dan een abonnement op Zilver Magazine.
Dan valt ieder kwartaal een nieuwe uitgave vanzelf op uw deurmat.
Al vele Twentse 60-plussers ervaren het plezier en gemak van een
CADEAUTIP:
GEEF EEN
ABONNEMENT
OP ZILVER
MAGAZINE
abonnement.
.98
SPECIALE AANBIEDING
KIEST U VOOR EEN JAARABONNEMENT, VIER
EDITIES, DAN BETAALT U VOOR DRIE EDITIES: €12,-.
DE ZOMEREDITIE KRIJGT U VAN ONS CADEAU.
Voor een abonnement neemt u contact met
ons op via telefoonnummer 0541-511162
of via e-mail: verkoop@zilvermedia.nl.
Ook kunt u zich abonneren via de website
van Zilver Magazine www.zilvermedia.nl.
WAAR TE KOOP?
Zilver Magazine is voor € 3,95 te koop in
veel boekhandels in Twente en in diverse
boekhandels in de rest van Nederland.
HET ZOMERNUMMER
VERSCHIJNT 16 JUNI
dagen
per week
geopend
De mooiste woonwinkels onder één dak!
Kleibultweg 48 | Oldenzaal | 0541-850100
www.woonboulevardoldenzaal.nl