03.09.2024 Views

Publicatie Ja, ik wil

Een rijk geïllustreerd boek bij de tentoonstelling Ja, ik wil, waarin nog dieper wordt ingegaan op de geschiedenis van de trouwjurk in Nederland. Het voorwoord is geschreven door voormalig stijlredacteur bij de Volkskrant Cécile Narinx. Nu verkrijgbaar in de museumwinkel en webshop van het Fries Museum.

Een rijk geïllustreerd boek bij de tentoonstelling Ja, ik wil, waarin nog dieper wordt ingegaan op de geschiedenis van de trouwjurk in Nederland. Het voorwoord is geschreven door voormalig stijlredacteur bij de Volkskrant Cécile Narinx. Nu verkrijgbaar in de museumwinkel en webshop van het Fries Museum.

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

SAMENSTELLING<br />

EVELINE HOLSAPPEL EN ANNE-MARIE SEGEREN<br />

FRIES MUSEUM, LEEUWARDEN<br />

WAANDERS UITGEVERS, ZWOLLE<br />

250 JAAR TROUWJURKEN


VOORWOORD<br />

KRIS CALLENS, DIRECTEUR-BESTUURDER FRIES MUSEUM<br />

VOORWOORD<br />

Wie treuzelt er niet weleens bij het stadhuis,<br />

hopend een glimp op te vangen van een<br />

kersvers bruidspaar? Vaak is nieuwsgierigheid<br />

naar de kleding van de bruid de voornaamste<br />

reden voor het wachten. Wat zal ze dragen?<br />

De fascinatie voor de trouwjurk is niet zo<br />

vreemd, want zo’n jurk is veel meer dan alleen<br />

een kledingstuk. Het is de belichaming van<br />

dromen, hoop en traditie. Reden genoeg voor<br />

het Fries Museum om met de tentoonstelling<br />

<strong>Ja</strong>, <strong>ik</strong> <strong>wil</strong>! en in de gelijknamige publicatie<br />

aandacht te besteden aan de geschiedenis<br />

van de trouwjurk in Nederland. In 1976 deed<br />

het Nederlands Kostuummuseum (opgegaan<br />

in het huidige Kunstmuseum Den Haag) dit<br />

ook al met de tentoonstelling Trouwen in het<br />

wit. Twee eeuwen bruidskleding. De toenmalige<br />

conservator vertelde aan een journalist dat<br />

ze de tentoonstelling organiseerde omdat<br />

de witte bruidskleding in de jaren zeventig<br />

uit de mode raakte. Met <strong>Ja</strong>, <strong>ik</strong> <strong>wil</strong>! voegt het<br />

Fries Museum vijftig jaar toe aan het verhaal<br />

van de Nederlandse trouwjurk en laat zien<br />

dat bruiden de laatste decennia weer volmondig<br />

ja zeggen tegen de witte trouwjurk!<br />

<strong>Ja</strong>, <strong>ik</strong> <strong>wil</strong>! heeft het Fries Museum de kans<br />

gegeven om onderzoek te doen naar zijn<br />

rijke kostuumcollectie, waarin zich enkele<br />

bijzondere trouwjurken bevinden. Door<br />

genealogische speurtochten naar de schenkers<br />

en dragers van deze jurken is waardevolle<br />

nieuwe informatie gevonden. Soms waren<br />

er nog (verre) familieleden die persoonlijke<br />

verhalen konden vertellen over de bruid.<br />

In deze publicatie staan de trouwjurken<br />

van de Friese bruiden uit het Fries Museum<br />

tussen voorbeelden uit diverse Nederlandse<br />

museale, particuliere collecties en hedendaagse<br />

ontwerpers. Hoewel in musea vaak<br />

alleen de kleding van de rijke bovenlaag<br />

bewaard is gebleven, staan in <strong>Ja</strong>, <strong>ik</strong> <strong>wil</strong>! naast<br />

jurken van bekende en vermogende bruiden<br />

en beroemde ontwerpers ook trouwjurken<br />

van ‘gewone’ bruiden uit diverse sociale lagen.<br />

Door het toevoegen van biografische informatie<br />

over de bruiden en het schetsen van<br />

de sociale context ontstaat niet alleen een<br />

beeld van de veranderende bruidsmode van<br />

de laatste 250 jaar, maar ook van de ontw<strong>ik</strong>kelingen<br />

in de samenleving en de positie<br />

van de vrouw.<br />

Het driedelige historische overzicht in deze<br />

publicatie is geschreven door Anne-Marie<br />

Segeren (conservator Fries Museum). De<br />

overige bijdragen zijn geschreven door verschillende<br />

experts: Cécile Narinx ((mode)<br />

journalist en schrijver), Marlies Stoter (conservator<br />

Fries Museum), Eveline Holsappel<br />

(conservator Fries Museum en samensteller<br />

van de tentoonstelling <strong>Ja</strong>, <strong>ik</strong> <strong>wil</strong>!), Madelief<br />

Hohé (conservator Kunstmuseum Den Haag)<br />

en Roberto Luis Martins (conservator<br />

Amsterdam Museum). We zijn alle auteurs<br />

dankbaar voor hun bijdragen en het onderzoek<br />

dat zij daarvoor deden.<br />

Ook veel dank aan de Wassenbergh-Clarijs-<br />

Fontein Stichting. Dankzij de steun van<br />

deze stichting konden enkele zeer kwetsbare<br />

trouwjurken uit de collectie van het Fries<br />

Museum worden gerestaureerd, waardoor het<br />

mogelijk werd ze te fotograferen voor deze<br />

publicatie en ze op te nemen in de tentoonstelling.<br />

We zijn de Ottema-Kingma Stichting,<br />

het Joes Lemmers Fonds, de M.A.O.C.<br />

Gravin van Bylandt Stichting, het De Gijselaar-Hintzenfonds<br />

en de Boelstra Olivier<br />

Stichting zeer erkentelijk voor hun financiële<br />

bijdrage aan deze publicatie.<br />

Tot slot bedanken wij iedereen die zo enthousiast<br />

geholpen heeft bij het realiseren van<br />

<strong>Ja</strong>, <strong>ik</strong> <strong>wil</strong>!, onder wie zeker ook de bru<strong>ik</strong>leengevers.<br />

Ik wens u ‘lang en gelukkig’ leesplezier.<br />

VOORWOORD<br />

Trouwjurk als sluitstuk van de coutureshow van Mart Visser, herfst/winter 2018, Mart Visser, zijde, collectie Mart Visser. Foto: Jeroen Snijders<br />

4<br />

5


Inleiding—8<br />

Het raadsel van de trouwjurk—12<br />

DEEL 1<br />

EIND 18E EEUW—EIND 19E EEUW<br />

TROUWEN IN HET WIT: HET BEGIN VAN EEN TRADITIE—16<br />

Bloemenbruid Isabella Stinstra—44<br />

De Hindelooper bruid in rood en wit—46<br />

In haar strepen staan—48<br />

INHOUDSOPGAVE<br />

DEEL 2<br />

EIND 19E EEUW—EERSTE HELFT 20E EEUW<br />

SPROOKJES EN WERKELIJKHEID—52<br />

Trouwjapon in reformstijl—80<br />

Naoorlogse materiaalschaarste—82<br />

INHOUDSOPGAVE<br />

DEEL 3<br />

TWEEDE HELFT 20E EEUW—HEDEN<br />

PRINSES VOOR EEN DAG—86<br />

Tussen traditioneel en trendy—124<br />

Koninklijke couture—126<br />

Something old wordt something new—128<br />

Rocken in een trouwjurk—132<br />

Noten—134<br />

Literatuur—140<br />

Colofon—143


INLEIDING<br />

INLEIDING<br />

EVELINE HOLSAPPEL EN ANNE-MARIE SEGEREN<br />

In het Amer<strong>ik</strong>aanse reality-tv-programma Say Yes to the Dress<br />

gaan aanstaande bruiden op zoek naar hun perfecte (witte)<br />

trouwjurk. Sinds 2016 is er ook een Benelux-versie van deze<br />

razend populaire serie, waarin stylist en presentator Fred van Leer<br />

vrouwen helpt in de zoektocht naar hun droomjurk.<br />

Wanneer na vele passessies de bruid eindelijk haar droomoutfit<br />

heeft gevonden, vraagt Fred haar of ze ‘ja’ zegt tegen dé jurk.<br />

De bruidsjurk wordt gezien als een van meest bijzondere<br />

kledingstukken die een vrouw ooit in haar leven zal aantrekken,<br />

en moet dan ook perfect zijn. Hij moet passen bij deze tijd,<br />

aansluiten bij de smaak en persoonlijkheid van de bruid,<br />

én haar zelfvertrouwen geven, zodat ze kan stralen op deze<br />

zo belangrijke dag: haar trouwdag.<br />

Dit boek gaat over de ontw<strong>ik</strong>keling van de trouwjapon zoals<br />

die de laatste 250 jaar (vooral) in Nederland gedragen is.<br />

In de meeste gevallen zijn de beschreven bruidsjurken ook<br />

hier ontworpen en gemaakt. De oudste trouwjurk in het<br />

Fries Museum waarvan de draagster bekend is, is die van de<br />

Friese Isabella Stinstra. De kleurrijke japon die zij droeg op<br />

haar huwelijksdag, 5 augustus 1782, markeert het startpunt van<br />

dit verhaal. [p. 6 en p. 45] Dit boek gaat echter niet alleen over<br />

trouwmode, maar ook over de draagster en de maatschappelijke<br />

context waarin ze haar jawoord gaf. Waarom droeg een bruid een<br />

bepaalde japon? En welke middelen had ze om inspiratie op<br />

te doen? De uiteindelijke keuze was niet alleen gebaseerd op de<br />

specifieke mode in haar tijd. Was het bijvoorbeeld<br />

belangrijk om rijkdom en sociale klasse te onderstrepen, of <strong>wil</strong>de<br />

de bruid juist anders dan anders voor het altaar verschijnen?<br />

Om het verhaal van de Nederlandse trouwjapon te vertellen,<br />

komen er vooral kledingstukken aan bod waarvan de oorspronkelijke<br />

draagster bekend is. Op die manier kan er een<br />

beeld worden geschetst van individuele keuzes binnen grotere<br />

maatschappelijke ontw<strong>ik</strong>kelingen.<br />

In het eerste art<strong>ik</strong>el in dit boek, een essay van Cécile Narinx<br />

((mode)journalist en schrijver), verwondert zij zich over de<br />

magie van de trouwjurk. Waarom hechten we zoveel belang<br />

aan deze jurk? Na dit essay volgen drie delen waarin steeds een<br />

historische periode centraal staat. Hierin komen de ontw<strong>ik</strong>kelingen<br />

op het gebied van trouwmode en de contemporaine kijk<br />

op het huwelijk aan bod. Zijdelings zullen ook de veranderingen<br />

bij het trouwpak van de man kort worden aangestipt.<br />

Aan het eind van ieder deel wordt er ingezoomd op een<br />

aantal specifieke bruiden en hun trouwjaponnen,<br />

waaronder die van Isabella Stinstra.<br />

Eeuwenlang markeerde het huwelijk grootse veranderingen<br />

in het leven van een vrouw. Een rite de passage waarin het meisje<br />

een vrouw werd. Ze nam de naam van haar echtgenoot aan,<br />

verhuisde en werd geacht zich volledig te wijden aan haar<br />

nieuwe verantwoordelijkheden als de vrouw des huizes,<br />

echtgenote en moeder. Traditionele rolpatronen op basis<br />

van gender stonden in de samenleving vast, daaruit losbreken<br />

was moeilijk. Het eerste hoofdstuk in dit boek gaat over de<br />

negentiende eeuw, en schetst de ontw<strong>ik</strong>keling van het dragen van<br />

je mooiste japon op je trouwdag, naar een speciale trouwjapon<br />

in wit als traditionele kleur. Die verandering voltrok zich niet<br />

INLEIDING<br />

8 9


INLEIDING<br />

van de ene op de andere dag, maar juist heel geleidelijk.<br />

Aan het einde van de negentiende eeuw was voor de elite<br />

de crèmekleurige bruidsjapon de norm geworden. Ook trouwjaponnen<br />

van bijvoorbeeld dienstbodes en naaisters komen aan<br />

bod, waardoor er een divers beeld ontstaat. De witte trouwjurk<br />

was voor de middenklasse en de lagere sociale klassen pas<br />

halverwege de twintigste eeuw ook toegankelijk én geoorloofd.<br />

Dit wordt beschreven in het tweede deel, dat de eerste helft<br />

van de twintigste eeuw omvat. Deel 3 start aan het begin van de<br />

jaren 1960 en re<strong>ik</strong>t tot het heden. Dit is een periode van grote<br />

veranderingen: de welvaart nam enorm toe, de rol van het<br />

geloof werd kleiner, en er was een groeiende emancipatie.<br />

Jongeren <strong>wil</strong>den de in hun ogen ouderwetse regels loslaten.<br />

Vrouwen werden minder afhankelijk van hun echtgenoot<br />

en kregen niet langer een ontslagbrief na hun trouwen.<br />

langer voor behouden aan man en vrouw: het heteronormatieve<br />

beeld van het huwelijk werd losgelaten en er kwam ruimte voor<br />

andere smaken dan alleen het traditionele huwelijk en gezin.<br />

Tegenwoordig heeft het huwelijk vooral een diepe symbolische<br />

betekenis, maar traditie en rituelen spelen bij de huwelijkssluiting<br />

nog steeds een grote rol. Door te trouwen laat een stel, voor de<br />

wet en wellicht de kerk, maar vooral ook aan hun familie en<br />

vrienden, hun liefde en toewijding aan elkaar zien. Tijdens de<br />

feestelijke gebeurtenissen op deze dag zijn alle ogen op het<br />

bruidspaar gericht, en met name op de trouwjurk. Het huwelijk<br />

en de trouwjurk blijven onlosmakelijk met elkaar verbonden.<br />

De trouwjurk is natuurlijk belangrijk voor de draagster, maar<br />

misschien wel net zo belangrijk voor haar vrienden en familie.<br />

Een dierbare omgetoverd zien worden tot bruid is een magisch<br />

moment. ‘Onderschat dat niet in alle nieuwerwetse nuchterheid<br />

of “trouwen is flauwekul”-koketterie’, schreef Cécile Narinx<br />

al in haar boek Geluk is een jurk. 1 Dat is ook de kracht van het<br />

programma Say Yes to the Dress: het gaat niet alleen om het<br />

kijken naar mooie trouwjurken, maar ook om het persoonlijke<br />

verhaal dat erbij hoort. Het verhaal van een bruid die kiest voor<br />

een japon die ze zal dragen wanneer ze vol optimisme over de<br />

toekomst ‘<strong>Ja</strong>, <strong>ik</strong> <strong>wil</strong>!’ zegt.<br />

INLEIDING<br />

Bruidspaar met entourage in Amsterdam, ca. 1930, Stadsarchief Amsterdam<br />

De samenleving veranderde, en daarmee ook de maatschappelijke<br />

spelregels van het huwelijk en de wensen voor<br />

de ‘perfecte’ trouwjurk. Eerst samenwonen voordat je in het<br />

huwelijksbootje stapt werd normaal. En trouwen was niet<br />

10 11


HET RAADSEL<br />

VAN DE<br />

TROUWJURK<br />

CÉCILE NARINX<br />

ESSAY<br />

In de mode bestaat de term price per wear.<br />

Dat betekent letterlijk ‘prijs per dracht’, en<br />

het principe erachter is even simpel als slim:<br />

het gaat erom de prijs van een kle ding stuk te<br />

delen door het aantal keer dat je het draagt.<br />

Stel, je koopt een kostbare wollen mantel<br />

voor achthonderd euro, en je doet daar tien<br />

winters mee. Per winter draag je ’m gemiddeld<br />

vijftig keer. Dan is de price per wear (ppw) van<br />

de mantel € 1,60, waarmee de aanschafprijs<br />

reuze schappelijk is gebleken. Ander voorbeeld:<br />

een b<strong>ik</strong>ini van vijftig euro die maar één<br />

vakantie meegaat en tien keer wordt gedragen:<br />

maar liefst € 5 per dracht, waarmee de ppw<br />

ruim drie keer zo hoog is als die van de jas.<br />

Doorgaans hanteren ook mensen die<br />

nooit van de ppw gehoord hebben het<br />

sluimerende principe dat zaken die veelvuldig<br />

gedragen worden (werktassen,<br />

horloges, brillen) meer mogen kosten dan<br />

gelegenheidsitems als uitgaanstopjes of<br />

avondtasjes. Noem het boerenverstand of<br />

Hollandse krenterigheid, maar je zou wel<br />

achterlijk zijn om je blauw te betalen aan<br />

iets wat je amper draagt, toch?<br />

Het frappante is: als het op trouwjurken<br />

aankomt zijn mensen absoluut wél zo achter-<br />

lijk. Wat heet! Op de planeet Bruidskleding<br />

lijkt geen enkele vorm van redelijkheid te<br />

overleven. Aan geen kledingstuk worden<br />

zoveel tijd, overleg, voorbereiding, zorg,<br />

diep gezucht en geld besteed als aan de jurk<br />

waarin het jawoord wordt gepreveld. Waarbij<br />

we ook nog de weken en centen moeten<br />

optellen die besteed worden aan het opkalefateren<br />

van kapsel en lichaam (bijbruinen,<br />

ontharen, afvallen) en het uitzoeken van<br />

accessoires (beha’s zonder zichtbare bandjes,<br />

schoenen die elegant, sta-proof en toch<br />

dansbaar zijn, lichtblauwe kousenbanden<br />

en de hele verdere rataplan).<br />

De vraag hoe dat zo gekomen is, is een<br />

heel grote en gecompliceerde. Je komt bij<br />

het zoeken naar een antwoord al snel uit bij<br />

romantische clichés als ‘de mooiste dag van<br />

je leven’ en ‘voor één dag prinses zijn’ of ‘alle<br />

ogen op je gericht weten’. In het gunstigste<br />

geval is een huwelijksfeest ook precies dat:<br />

een sprookje of een knalfuif van jewelste.<br />

Zelf ben <strong>ik</strong> ooit in een piepklein gezelschap<br />

getrouwd in een heel goedkope jurk die<br />

<strong>ik</strong> in mijn eentje had uitgezocht in Hoog<br />

Catharijne, destijds het droevigste winkelcentrum<br />

van Nederland. Negentien jaar later<br />

werd mijn huwelijk ontbonden. Misschien,<br />

heel misschien, had het een met het ander<br />

te maken. Ik ben hoe dan ook zo ongeveer<br />

de laatste die iets zinnigs kan zeggen over<br />

waarom het gros van alle andere vrouwen<br />

grif werk maakt van hun bruidstoilet. Voor<br />

een sluitende verklaring heb <strong>ik</strong> andere, in<br />

vol ornaat getrouwde vrouwen nodig. Tijdens<br />

een lunch met vier hartsvriendinnen zie <strong>ik</strong><br />

mijn kans schoon. Alle vier zijn ze ooit getrouwd<br />

met alles erop en eraan, drie in het<br />

wit, en twee hebben die witte jurk speciaal<br />

laten maken bij een bruidscouturier.<br />

‘Het doet wat met je, zo’n jurk,’ zegt de<br />

eerste. ‘Het is magie, once in a lifetime, hét<br />

moment om te kiezen voor schoonheid.’<br />

‘Ik voelde me heerlijk in die jurk,’ zegt<br />

nummer twee, ‘Ik was de beste versie van<br />

mezelf. Ik heb hem een tijdje terug nog<br />

eens gepast. Ik kan hem niet wegdoen; het<br />

idéé dat iemand anders erin gaat trouwen,<br />

brrr. Ik hoop dat mijn dochter hem ooit zal<br />

dragen.’<br />

Vriendin nummer drie <strong>wil</strong>de liever geen<br />

fortuin uitgeven en kocht een lange paarse<br />

avondjurk in een boetiek. Ze verkocht hem<br />

niet lang na de bruiloft compleet met hoed,<br />

handschoenen en schoenen op Marktplaats.<br />

Vriendin drie is een heel praktisch wezen,<br />

moet u weten.<br />

Voor vriendin nummer vier zitten er in<br />

haar op maat gemaakte trouwjapon juist vele<br />

sentimentele lagen. ‘Voor mij representeert-ie<br />

een periode waarin <strong>ik</strong> stoeide met loyaliteit<br />

aan mijn ouders en het commitment aan<br />

mijn man. Onze beider heel verschillende<br />

familiegeschiedenissen kwamen samen de<br />

dag dat we trouwden, en die spagaat zie je<br />

terug in de jurk. Mijn moeder betaalde, dus<br />

werd-ie veel klassieker dan <strong>ik</strong> eigenlijk <strong>wil</strong>de<br />

en dan mijn man mooi vond, met mouwen<br />

en een lange sluier. Gemaakt in een Haags<br />

bruidsjurkenatelier waar men wist hoe het<br />

“heurde”. Ik voelde me er mooi in, dat wel,<br />

maar achteraf gezien was het een opgepr<strong>ik</strong>te,<br />

verst<strong>ik</strong>kende jurk.’<br />

Het is natuurlijk een volstrekt onwetenschappelijk<br />

onderzoekje, maar volgens mij<br />

is er toch wel een waarheid uit te destilleren.<br />

Trouwjurken zijn veel meer dan kledingstukken.<br />

Enerzijds is het, net als dienstbodenkleding<br />

en advocatentoga’s, gefossiliseerde<br />

dracht die in de loop der decennia amper<br />

veranderd is — in elk geval niet na de bruiloft<br />

van de Britse koningin Victoria, die in 1840<br />

in het wit met haar geliefde Albert trouwde.<br />

Overwegend lang, roomwit en weelderig<br />

moet het sindsdien zijn, met sluiers en kant,<br />

met veelal strapless bovenkanten en wijde<br />

rokken. Trouwjurken zijn gestolde verhalen<br />

die vertellen over het zelfbeeld van de bruid,<br />

over de welvaart van haar familie, over haar<br />

leven en haar levenslust.<br />

De bruidsjurk markeert een rite de passage:<br />

van meisje naar vrouw en van eenling naar<br />

stel — al was het huwelijk eeuwen geleden<br />

meer dan eens een zakelijke fusie van twee<br />

families. Later, in de jaren vijftig en zestig<br />

van de vorige eeuw, betekende trouwen voor<br />

werkende vrouwen het rücksichtslose einde<br />

van hun carrière. En als er dan kinderen<br />

kwamen, begon vaak de volgende fase voor de<br />

trouwjurk. Mijn moeder naaide bijvoorbeeld<br />

met grote toewijding haar eigen trouw jurk,<br />

maar haalde hem na haar trouwen met evenveel<br />

geduld uit elkaar om met de sleep de<br />

wieg te bekleden en van de rest een doopjurk<br />

te maken, die mijn zussen en <strong>ik</strong> alle drie<br />

droegen.<br />

Tijdschriften, films, televisieprogramma’s<br />

en social media voeden ons met beelden van<br />

jurken die het verlangen kietelen om zelf op<br />

een dag de belle van het bal te zijn. En of je<br />

nou getrouwd bent, niet meer of nog niet:<br />

bruidsjurken bekijken en bewonderen is het<br />

ideale antidotum tegen de blues van alledag<br />

en de gewoonheid der dingen.<br />

HET RAADSEL VAN DE TROUWJURK<br />

12 13


DEEL 1: EIND 18E EEUW—EIND 19E EEUW<br />

EIND<br />

18E EEUW<br />

—EIND<br />

19E EEUW<br />

15


TROUWEN<br />

IN HET<br />

WIT<br />

ANNE-MARIE SEGEREN<br />

DEEL 1: EIND 18E EEUW—EIND 19E EEUW<br />

Op een frisse junidag in 1814 trouwt Anna Elisabeth Wilhelmina Koenen in Amsterdam<br />

met jonkheer David Rutgers van Rozenburg. De jonge bruid kiest voor een<br />

crèmekleurige geborduurde tulen japon. [1] Aan de onder kant van de rok is een<br />

decoratieve rand geslingerd van tule, satijn, kunstroosjes en bladeren. [2] Verder<br />

draagt ze een haarkrans van witte kunstbloempjes. 1 Mode prenten uit Anna’s tijd<br />

laten zien dat een kanten sluier ook bij haar bruidstoilet zou passen. [3] Net als haar<br />

japon is een sluier heel modieus en gesch<strong>ik</strong>t voor allerlei feestelijke gelegenheden.<br />

Wit is dé modekleur tijdens de empireperiode, onder andere vanwege hernieuwde<br />

interesse in de klassieke oudheid. Men gaat er in die tijd namelijk nog van uit dat de<br />

oude Grieken en Romeinen zich kleedden in soepele witte gewaden. 2 Modebewuste<br />

jonge vrouwen zoals Anna dragen het liefst luchtige wit katoenen japonnen,<br />

geborduurd met fijne witte motiefjes. Net zoals in de oudheid is een kanten sluier<br />

in het kapsel modieus bij verschillende gelegenheden. 3 Anna’s trouw japon is een<br />

heel vroeg voorbeeld van witte bruidsmode gedragen in Nederland. 4 Wit heeft sinds<br />

de middeleeuwen de vaststaande liturgische betekenis van zuiverheid, puurheid,<br />

schoonheid en onschuld. Dit zijn dezelfde kwaliteiten die de Romeinen al aan de<br />

kleur toekenden. 5 De combinatie van modekleur en deze oude symboliek zal de<br />

traditie van de witte trouwjapon hebben aangewakkerd. 6<br />

Toen Anna’s jurk in 1961 aan het Nederlands Kostuummuseum (tegenwoordig<br />

Kunst museum Den Haag) werd geschonken, waren de bouillons aan de onderkant<br />

er al lang geleden afgehaald. 7 Hierdoor kon Anna haar witte japon na haar huwelijk<br />

als gewone avondkleding dragen.<br />

[2] Bouillons bij trouwjapon van Anna Koenen,<br />

1814, zijde, tule, Kunstmuseum Den Haag.<br />

Foto: Alice de Groot<br />

TROUWEN IN HET WIT: HET BEGIN VAN EEN TRADITIE<br />

[1] Trouwjapon van Anna Elisabeth Wilhelmina Koenen, 1814, tule met satijnen replica onderjapon, Kunstmuseum Den Haag. Foto: Alice de Groot<br />

HET BEGIN<br />

VAN EEN<br />

TRADITIE<br />

16<br />

17


DEEL 1: EIND 18E EEUW—EIND 19E EEUW<br />

In de negentiende eeuw is de keuze voor het materiaal en het model van de trouwjapon<br />

niet alleen gebaseerd op mode of traditie. Aanstaande bruiden houden rekening<br />

met het jaargetijde, hun leeftijd, geloof, persoonlijke smaak, normen en waarden<br />

in de eigen omgeving, financiële middelen, en ook met hun sociale klasse of die<br />

waartoe ze <strong>wil</strong>len behoren. Ook het soort huwelijkssluiting doet ertoe. Een huwelijk<br />

is alleen geldig wanneer het bij de wet is vastgelegd. 8 Na afloop van het burgerlijk<br />

huwelijk is er nog de mogelijkheid om te trouwen voor de kerk, om Gods zegen<br />

over het huwelijk te vragen. 9<br />

Een witte trouwjapon is lange tijd absoluut geen gebru<strong>ik</strong>elijke keuze. Textiel is<br />

kostbaar en alleen de allerhoogste kringen kunnen zich smetteloos witte kleding<br />

veroorloven. Waarschijnlijk trouwen zij eind achttiende eeuw al in witte robes, maar<br />

hier zijn geen exemplaren van bewaard gebleven. 10 Veruit de meeste vrouwen dragen<br />

op deze feestelijke dag hun mooiste japon, om het even in welke kleur. Die<br />

wordt, als het kan, nieuw voor de gelegenheid gemaakt en is dan gebaseerd op<br />

de heersende Franse mode. Vanzelfsprekend moet de japon ook na het huwelijk<br />

doorgedragen kunnen worden, voor bijvoorbeeld bijzondere gebeurtenissen. Het<br />

is gebru<strong>ik</strong>elijk om de jurk na het huwelijk te veranderen, door bijvoorbeeld versieringen<br />

weg te halen. Mouwen naar de laatste mode vermaken of het lijfje vergroten,<br />

komt ook vaak voor. 11<br />

In 1835 kiest Louise Henriëtte Ameshoff ervoor om een modieuze japon met<br />

lage halslijn en volumineuze schapenboutmouwen te dragen, wanneer zij in Amsterdam<br />

trouwt met luitenant-ter-zee eerste klasse Abraham <strong>Ja</strong>cob Voet. [5] Aan de<br />

fleurige jurk zelf is niet te zien dat dit ooit een bruidsjapon was. Wat wel opvalt, is dat<br />

Louise hem na haar huwelijk heeft doorgedragen. Het lijfje is aan de achterzijde<br />

verbreed met een stuk stof. 12 Enkele jaren later huwt de Friese Tjitske Wiebes Zijlstra<br />

met <strong>Ja</strong>n Lolles Nauta. Beiden groeiden op in gegoede boerenfamilies, en in 1843<br />

wordt het jonge paar in het gemeentehuis van Sneek in de echt verbonden. 13 Tjitske<br />

draagt een koningsblauw zijden kostuum dat bestaat uit een lang schootjak met<br />

rok, en het heeft hiermee de kenmerken van Friese streekdracht. [6] In Friesland<br />

dragen veel vrouwen een rok met een apart schootjak. 14 Modejaponnen daarentegen<br />

bestaan deze periode uit één geheel. Tjitske zal hierbij zeker een floddermuts met<br />

oorijzer hebben gedragen, en waarschijnlijk ook een witte tipdoek en kanten schort.<br />

Ook haar bruidstoilet is niet bedoeld voor één dag: naaisporen bij de schoudernaden<br />

en bij de taille laten zien dat het jakje later is uitgelegd.<br />

HUWEN IN KLEUR<br />

[4] Costumes Parisiens<br />

uit Journal des Dames et des Modes, 1831,<br />

August Delvaux, naar Louis Marie Lanté, papier,<br />

Rijksmuseum Amsterdam<br />

—Aankoop uit het F.G. Waller-Fonds<br />

TROUWEN IN HET WIT: HET BEGIN VAN EEN TRADITIE<br />

[3] Costume Parisien: Une Mariée uit Journal des Dames et des Modes, 1813,<br />

Pierre Charles Baquoy, naar Horace Vernet, papier, Rijksmuseum Amsterdam<br />

Binnen Europese koninklijke kringen bestaat al in de zestiende eeuw het gebru<strong>ik</strong><br />

dat bruid en bruidegom trouwen in wit zilverbrokaat. 15 Het metaal zilver is binnen de<br />

heraldiek verbonden met wit, waardoor het ook puurheid en onschuld symbo liseert<br />

en goed past bij bruiloften. 16 Bovendien is zilver een kostbaar materiaal en straalt het<br />

rijkdom uit, waarmee vorsten hun status en welvaart onderstrepen. De glanzende stoffen<br />

geven een schitterend effect tijdens de groots opgezette huwelijksceremonies.<br />

Ook prinses Louise, dochter van erfstadhouder Willem V van Oranje-Nassau,<br />

trouwt in 1790 met Karel van Brunswijk-Wolfenbüttel in een bruidstoilet gemaakt<br />

ZILVERSTOF<br />

18<br />

19


TUSSEN<br />

TRADITIONEEL<br />

EN TRENDY<br />

ROBERTO LUIS MARTINS<br />

DEEL 3: TWEEDE HELFT 20E EEUW—HEDEN<br />

Huwelijksfoto van Geeta Pantjoe, 1978, privécollectie<br />

Suriname, 1978. Geeta Pantjoe is onlangs<br />

18 geworden en op 4 maart is het zover.<br />

Dan stapt ze in het huwelijksbootje en viert<br />

drie dagen lang haar bruiloft, volledig volgens<br />

de hindoeïstische traditie. Ze is gehuld in<br />

een sprankelende, rode sari met goudborduursels,<br />

die geïmporteerd is uit India en<br />

gekocht in Suriname. 1 Onder de sari draagt<br />

ze een blouse en een rok, gemaakt door<br />

haar moeder. Op haar hoofd heeft ze een<br />

opvallende witte sluier. De rode kleur van<br />

haar sari is heel toepasselijk, omdat deze<br />

kleur in het hindoeïsme staat voor een<br />

nieuw begin, vruchtbaarheid en reinheid.<br />

Het goudkleurige borduurwerk met florale,<br />

cirkel- en stervormige figuren symboliseert<br />

de zegeningen die de vrouw met zich meedraagt<br />

als ze aan een nieuw hoofdstuk in haar<br />

leven begint. Dat nieuwe hoofdstuk is in<br />

Geeta’s geval niet alleen haar huwelijk, maar<br />

ook de verhuizing naar een heel nieuw continent.<br />

Een jaar na haar huwelijk verhuist<br />

ze met haar echtgenoot namelijk vanuit<br />

Suriname voorgoed naar Amsterdam. Haar<br />

bruidskleding neemt ze mee en schenkt ze<br />

in 2004 aan het Amsterdam Museum.<br />

Net als veel andere Surinaams-Hindoestaanse<br />

vrouwen trouwt Geeta in een stijl die verwijst<br />

naar de tradities van haar Indiase achtergrond.<br />

‘Traditioneel trouwen’ lijkt bijna te<br />

suggereren dat de kleedwijze vaststaat en<br />

niet onderhevig is aan modetrends. Dat zou<br />

betekenen dat haar bruidskleding ‘tijdloos’<br />

zou zijn. Maar hoe zit dat eigenlijk? Kan haar<br />

‘tijdloze’ sari ons toch iets vertellen over de<br />

periode waarin ze trouwde, als we er met<br />

een hedendaagse bl<strong>ik</strong> naar kijken?<br />

Lip<strong>ik</strong>a Bansal, die vanuit de Textiel Factorij<br />

onderzoek doet naar de eeuwenoude textielhandel<br />

tussen India en Nederland, merkt op<br />

dat ‘Geeta’s blouse in haar sari is gestoken.<br />

Dat is een groot verschil met hoe een sari<br />

nu wordt gedragen. Tegenwoordig zouden<br />

de bu<strong>ik</strong> en de onderrug zichtbaar zijn. In het<br />

India van nu dragen vrouwen dit type sari<br />

misschien nog in kleine dorpen in Noord-<br />

India. Dat is ook de regio van waaruit veel<br />

mensen rond 1900 als arbeidsmigranten<br />

vertrokken naar Suriname.’ Ook valt het<br />

Lip<strong>ik</strong>a op dat Geeta op de bruidsfoto’s een<br />

witte sluier draagt. ‘Dat is iets wat je niet in<br />

India zou zien.’ In een toelichtend telefoongesprek<br />

legt Geeta uit dat toen zij trouwde<br />

het heel gebru<strong>ik</strong>elijk was voor Surinaams-<br />

Hindoestaanse vrouwen om de sari te combineren<br />

met een witte sluier. ‘Dat was toen in.’<br />

Ook Geeta’s sieraden zijn volgens Lip<strong>ik</strong>a<br />

typerend voor wat Indiase vrouwen in de<br />

jaren 1970 dragen.<br />

Monique Singh, een modeontwerper die<br />

zich laat inspireren door Indiase ambachten<br />

en stijlen, analyseert de bruidskleding en<br />

herkent ook een mix van traditie en invloed<br />

van de jaren 1970 in de bruidskleding van<br />

Geeta. ‘De specifieke saffraanrode kleur van<br />

de sari, het geelgouden borduurwerk en het<br />

minimalistische design van de top is erg<br />

typerend voor die periode. Vandaag de dag<br />

is er meer diversiteit in bruidskleding: er is<br />

een breder palet aan kleuren, pailletten en<br />

andere decoratieve elementen. Hoewel het<br />

een tijdloze look lijkt, wordt zo’n bruidssari<br />

vandaag de dag vooral gedragen als een<br />

vrouw er een krijgt van haar moeder of oma.’<br />

Dat dergelijke sari’s tegenwoordig nauwelijks<br />

meer verkocht en gedragen worden, bevestigt<br />

ook Sudesh Anandbahadoer, die Indiase<br />

bruidskleding verkoopt. ‘Er is weinig vraag<br />

naar een sari als bruidskleding. Bruiden gaan<br />

eerder voor een lehenga. 2 Geeta’s bruidskleding<br />

is, met de combinatie van borduursels en<br />

pailletten, een goede weerspiegeling van wat<br />

er in de jaren 1970 en 1980 modieus was.’<br />

Hoewel er uiteraard verder onderzoek nodig<br />

is om tot algemenere conclusies te komen,<br />

blijkt uit de voorgaande reflecties wel dat wat<br />

wij tot dusver als ‘traditioneel’ en ‘tijdloos’<br />

bestempelden, minder statisch is dan vaak<br />

gedacht. Ook ‘traditionele’ Surinaams-<br />

Hindoestaanse bruidskleding is blijkbaar<br />

onderhevig aan mode, trends en de persoonlijke<br />

wensen van de bruid. 3<br />

Hindoestaanse trouwjurk (sari), 1978, polyester, gouddraad, pailletten, Amsterdam Museum.<br />

Foto: Amsterdam Museum, Monique Vermeulen<br />

TUSSEN TRADITIONEEL EN TRENDY<br />

124<br />

125


SOMETHING OLD<br />

WORDT<br />

SOMETHING NEW<br />

EVELINE HOLSAPPEL<br />

DEEL 3: TWEEDE HELFT 20E EEUW—HEDEN<br />

In 2019 presenteert Tess van Zalinge de<br />

collectie fifteen, waarvoor zij materialen van<br />

oude trouwjurken hergebru<strong>ik</strong>t. Upcyclen<br />

is een belangrijk thema voor de modeontwerpster,<br />

die duurzaamheid hoog in het<br />

vaandel heeft staan. Van Zalinge studeert<br />

in 2012 cum laude af aan het Amsterdam<br />

Fashion Institute (AMFI) en werkt een aantal<br />

jaren als freelancer voordat ze haar eigen<br />

label begint. Een van haar eerste klussen is<br />

bij Laura Dols, een bekende vintagewinkel<br />

in Amsterdam. Daar maakt en vermaakt Van<br />

Zalinge oude trouwjurken, waar van alles aan<br />

mankeert, tot geheel nieuwe kledingstukken.<br />

De jurken waar echt niets meer mee gedaan<br />

kan worden krijgt ze van Dols als ‘afval’ mee<br />

naar huis. Voor de collectie fifteen gebru<strong>ik</strong>t Van<br />

Zalinge uitsluitend afgedankte trouwjurken<br />

van Dols. Ze werkt samen met weddingplanner<br />

en oud-studiegenoot Lotte Groosman,<br />

onder de naam tesswithlotte. Doel is om de<br />

verspillende fashion- en bruidsindustrie wakker<br />

te schudden. Voor een bruiloft worden<br />

veel spullen slechts eenmaal gebru<strong>ik</strong>t, zoals<br />

de trouwjurk, decoraties en bloemen. Van<br />

Zalinge geeft de trouwjurk een tweede leven<br />

door hem uit elkaar te halen en de diverse<br />

materialen opnieuw te gebru<strong>ik</strong>en in een<br />

nieuw ontwerp. Ze laat zich daarbij inspireren<br />

door vijftien onderwerpen die met het<br />

huwelijk geassocieerd worden, waar onder<br />

bloemen, koningin Victoria, lingerie, kruiden<br />

en granen, de sluier en de kleur blauw.<br />

Bij de jurk pearl staat de parel centraal.<br />

Over de symbolische betekenis van de parel<br />

doen veel (volks)verhalen de ronde. Zo zouden<br />

parels als symbolische tranen de bruid<br />

moeten behoeden voor het huilen van echte<br />

tranen op haar huwelijksdag. De jurk bestaat<br />

uit verschillende losse onderdelen: een bodysuit,<br />

crinoline, schort en schouderstukken.<br />

De bodysuit is gemaakt van deadstock stof.<br />

Deze afgeschreven stoffen van grote modehuizen,<br />

ontwerpers of fabrieken gelden als<br />

‘dode voorraad’ en worden meestal vernietigd.<br />

De bodysuit heeft op de rug een sluiting van<br />

een rij hergebru<strong>ik</strong>te pareltjes. De metalen<br />

crinoline is samen gesteld uit oude kapotte<br />

hoepelrokken. Het metaal is bekleed met<br />

fluwelen bandjes die daarna zijn geborduurd<br />

met parels.<br />

Voor de schort is stof van oude trouwjurken<br />

gebru<strong>ik</strong>t die vervolgens is gequilt. Door<br />

verschillende lagen textiel met een doorst<strong>ik</strong>steek<br />

op elkaar te naaien krijgt de schort<br />

een ruitjesmotief in reliëf, waarbij op de<br />

kruispunten gerecyclede pareltjes zijn<br />

geborduurd. De stof van de karakteristieke<br />

schouderstukken is ook afkomstig van oude<br />

trouwjurken. Het materiaal is eerst behandeld<br />

met een kartonachtig vliseline waarop met<br />

een digitale laser vouwlijnen zijn ingesneden<br />

die daarna met de hand worden ingevouwen.<br />

De schouderstukken herinneren aan de<br />

indrukwekkende zeventiende-eeuwse<br />

molensteenkragen, waarvan de techniek<br />

door Van Zalinge nauwkeurig is bestudeerd.<br />

Zij geeft een hedendaagse twist aan deze<br />

aloude techniek door de digitale laser te<br />

gebru<strong>ik</strong>en om vouwlijnen op de stof te zetten<br />

en die met de hand te plooien. De schouderstukken<br />

zijn net als de andere onderdelen<br />

geborduurd met hergebru<strong>ik</strong>te parels. Met de<br />

collectie fifteen is de duurzaam heidsmissie voor<br />

Van Zalinge geslaagd en laat ze zien dat een<br />

trouwjurk meerdere levens kan hebben. 1<br />

‘pearl’ uit de collectie ‘fifteen’, 2019, tesswithlotte, tweedehands trouwjurken, parels, collectie, Tess van Zalinge (zie ook p. 130-131). Foto: Peter Stichter , model Nina Dozy, Future Faces Model Management<br />

SOMETHING OLD WORDT SOMETHING NEW<br />

128<br />

129


DEEL 3: TWEEDE HELFT 20E EEUW—HEDEN<br />

SOMETHING OLD WORDT SOMETHING NEW<br />

130<br />

131

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!