05.09.2024 Views

De-Groene-Amsterdammer-muziekgebouw-2024

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Contrasten,<br />

toverij en<br />

het geluid<br />

van de aarde<br />

Premières in<br />

het Muziekgebouw


Studeren doe je<br />

aan de universiteit,<br />

slim word je van<br />

<strong>De</strong> <strong>Groene</strong> <strong>Amsterdammer</strong><br />

Geef uw studerende zoon, dochter of kleinkind<br />

een voordelig jaarabonnement op <strong>De</strong> <strong>Groene</strong> cadeau!<br />

groene.nl/student


<strong>De</strong> <strong>Groene</strong> <strong>Amsterdammer</strong><br />

groene.nl<br />

<strong>De</strong>ze bijlage kwam tot<br />

stand in samenwerking<br />

met Muziekgebouw aan ’t IJ<br />

<strong>muziekgebouw</strong>.nl<br />

Marco Borggreve<br />

Hoofdredactie<br />

Xandra Schutte<br />

Joost de Vries (adjunct)<br />

Redactie<br />

Evert de Vos<br />

Vormgeving<br />

Christine Rothuizen<br />

(ontwerp)<br />

Koen Slothouber<br />

Beeldredactie<br />

Floor Koomen<br />

Rolf Rosing<br />

Eindredactie<br />

Rob van Erkelens<br />

Nienke Gaastra<br />

Charlotte Remarque<br />

Medewerkers<br />

Jacqueline Oskamp<br />

Bas van Putten<br />

Daan Stoop<br />

Leon Verdonschot<br />

Thomas Heerma van Voss<br />

Acquisitie<br />

Hans Boot<br />

Ivo Jansen op de Haar<br />

Antoinette Vrisekoop<br />

Afbeelding omslag<br />

Dammes Kieft –<br />

beeld uit Thuc Tinh<br />

Zes premières<br />

In het Muziekgebouw klinken in maart volgend<br />

jaar werken uit alle periodes uit het leven van Kaija<br />

Saariaho, de Finse componist die vorig jaar is overleden.<br />

‘Rondzwervend door het in angst en klankschoonheid<br />

broeiende droomland van haar oeuvre valt iets op’,<br />

schrijft muziekrecensent Bas van Putten. ‘<strong>De</strong> stukken<br />

zijn als paragrafen van een odyssee. Er is een onrust<br />

voorbij de schoonheid, een verlangen naar uitzicht,<br />

achtervolgd door iets zwaars waarvoor geen woorden<br />

zijn.’ Hoogtepunt tijdens dit Saariaho Festival is het<br />

trompetconcert HUSK uit het sterfjaar van de componist<br />

waarin ze verslag doet van de naderende dood. ‘<strong>De</strong> muziek<br />

beschildert een oneindige stilte met kleur, beweging en<br />

licht’, schrijft Van Putten.<br />

Het is een van de zes premières die in deze bijlage,<br />

een samenwerking tussen <strong>De</strong> <strong>Groene</strong> <strong>Amsterdammer</strong><br />

en Muziekgebouw aan ’t IJ, worden gepresenteerd.<br />

Zoals Amandante van de Oekraïense componist Maxim<br />

Shalygin. Vrij naar Plato’s Symposium – maar met een<br />

lichtere, ironische toets.<br />

Karen Tanaka componeerde Techno Etudes IV op basis<br />

van drie sleutelwoorden: techno, ritme en snelheid. Ze<br />

laat zien dat technomuziek aanwezig kan zijn zonder luide<br />

beats, in alleen pianotonen.<br />

In Song of the Earth laten de grotendeels Nederlandse<br />

formatie Stargaze en de Amerikaanse indiepopband Dirty<br />

Projectors zich inspireren door Gustav Mahler. En in Thuc<br />

Tinh gaan drie performancekunstenaars op zoek naar hun<br />

culturele identiteit.<br />

Zes premières, zes componisten, zes gezelschappen.<br />

Allemaal zoeken ze de grenzen op met hun nieuwe muziek.<br />

4 Afdalen in de melodielijnen<br />

<strong>De</strong> Oekraïense componist<br />

Maxim Shalygin schreef<br />

uiteindelijk zijn eerste opera<br />

Bas van Putten<br />

7 Techno, ritme en snelheid<br />

Karen Tanaka componeerde<br />

Techno Etudes IV zonder<br />

luide beats<br />

Thomas Heerma van Voss<br />

10 Het lied van de aarde<br />

Stargaze en Dirty Projectors<br />

lieten zich door Mahler inspireren<br />

Leon Verdonschot<br />

12 Bestemd voor vele oren<br />

Animistic Beliefs en Jeisson<br />

Drenth creëren momenten<br />

van herkenning<br />

Daan Stoop<br />

14 Een klanktovenaar<br />

In Amsterdam klinken<br />

de hoogtepunten van<br />

Kaija Saariaho (1952-2023)<br />

Bas van Putten<br />

16 Muziek vanuit<br />

nieuwsgierigheid<br />

Toch weet Elena Rykova<br />

precies wat ze wil horen<br />

Jacqueline Oskamp<br />

DE GROENE AMSTERDAMMER5.9.<strong>2024</strong><br />

3


Maxim Shalygin Amandante<br />

‘Voor mij tellen<br />

alleen gevoelens’<br />

Lang dacht de Oekraïense componist Maxim Shalygin, sinds<br />

2010 in Nederland, dat hij nooit een opera zou schrijven.<br />

Maar die is er nu toch: Amandante. Vrij naar Plato’s Symposium<br />

– maar met een lichtere, ironische toets. Bas van Putten<br />

5.9.<strong>2024</strong><br />

DE GROENE AMSTERDAMMER<br />

Plato’s Symposium lijkt niet geboren voor<br />

de bühne. In een reeks monologen over<br />

de plaats van de liefde in het leven wordt geen kus<br />

verstrekt, geen zucht geslaakt, geen onbedwingbaar<br />

hunkeren geleid naar een extatisch hoogtepunt.<br />

Voor de gasten op het feestmaal van de net<br />

gelauwerde toneelschrijver Agathon is de liefde<br />

thema van reflectie. Phaidros viert haar als<br />

een goddelijke kracht, bron van het goede. Pausianas<br />

ziet de hemelse liefde van een knaap voor<br />

een volwassen man als de weg naar deugdzaamheid.<br />

Voor Eryximachos gaat de spirituele liefde<br />

over zelfbeheersing en balans, het verbinden van<br />

tegenstellingen. <strong>De</strong> komedieschrijver Aristofanes<br />

beschrijft het lot van de mens als een zoektocht<br />

naar zijn wederhelft, sinds Zeus de oorspronkelijk<br />

vierbenige en tweehoofdige mens in tweeën<br />

spleet; de liefde is de poging tot hereniging van<br />

die volledigheid. Voor Agathon is liefde de eeuwige<br />

jeugd, voor de in dialoog met Diotima gelouterde<br />

Socrates de weg naar de schoonheid.<br />

Er is muziek in Symposium. Eryximachos<br />

spreekt erover. Ergens duikt een fluitspeelster<br />

op, maar die wordt weggestuurd. <strong>De</strong> fysieke liefde<br />

gist tussen de regels. In de monoloog van de<br />

beschonken Alkibiades zit een tragikomische eenakter<br />

verstopt. Hij vertelt hoe hij Socrates probeerde<br />

te versieren, kansloos. Nadat ze zij aan zij<br />

de nacht hebben doorgebracht, hebben ze elkaar<br />

met geen vinger beroerd. <strong>De</strong> door Socrates aangehaalde<br />

Diotima is een vrouw en dialoog kan een<br />

duet worden. Maar echte, levende vrouwen blijven<br />

bij Plato buiten beeld en in de grootspraak van de<br />

redekavelende mannen steekt geen verdiaans elan.<br />

Toch vroeg het Oekraïense muziektheatergezelschap<br />

Nova Opera landgenoot Maxim Shalygin<br />

om een opera te maken over dit onderwerp. Shalygin<br />

had alleen nooit een opera geschreven – terwijl<br />

hij, ook dichter en filmmaker, op papier is<br />

gemaakt voor een Gesamtkunstwerk. Hij werd<br />

bekend met vaak lange, geconcentreerde stukken<br />

van grote, spirituele innigheid en de onberekenbare,<br />

soms ruig escalerende kracht die hem<br />

onderscheidt van de uitsluitend welluidende spirituele<br />

behaagzucht in het neoklassieke domein.<br />

Oost-Europese verstilling is bij hem maar een facet<br />

van iets groters. Minimalistische elementen zijn<br />

hoorbaar, maar een toccata in de Bagatellen voor<br />

twee violen (2015) staat in expressiegraad dichter<br />

bij Bach en Beethoven dan bij Glass. Hoge, stille<br />

tonen zoeken en vinden de extase, maar heftige,<br />

dissonante uitbarstingen breken met de schone<br />

schijn. Een quasi-middeleeuwse tweestemmigheid<br />

zweeft vrijmoedig zoekend overal en nergens<br />

heen. Soms spreekt de muziek subtiel of pesterig<br />

de titels tegen; Prayers in Lacrimosa voor zeven<br />

violen blijkt een nachtmerrie. In werkelijkheid<br />

blijkt de tegenspraak soms schijn. Prayers is als<br />

een massaal gebed gedacht, geïnspireerd op een<br />

Afrikaans religieus ritueel dat Shalygin ooit op<br />

een video zag, ‘waarin een voorganger een melodie<br />

zong en alle aanwezigen antwoordden met iets als<br />

ta-ta-ta in een ander ritme. Al hun gebeden balden<br />

zich samen tot een uitbarsting van energie. Het<br />

kan best zijn dat ze allemaal prachtige dingen zeiden,<br />

maar dan leverde de clash van al die stemmen<br />

het tegenovergestelde op van wat ze bedoelden.’<br />

Ruggengraat van Shalygins instrumentale oeuvre<br />

is de opmerkelijke cyclus S I M I L A R voor<br />

ensembles van één instrument. Tot nu toe zagen<br />

vier ‘hoofdstukken’ het licht; Lacrimosa (2017),<br />

Todos los fuegos el fuego voor acht saxofoons<br />

(2018-2019), Severade voor negen cello’s en 25<br />

mechanische instrumenten (2021) en <strong>De</strong>lirium<br />

voor vier piano’s (2023). Hoofdstuk 5, het op één<br />

fragment uit Bruckners Achtste symfonie geënte<br />

Bleeding voor koperensemble, gaat op 14 september<br />

in première in het Bruckner Casco Festival<br />

in het Muziekgebouw, waar levende componisten<br />

met nieuwe composities aanknopen bij hun<br />

grote voorganger.<br />

Overal verwijst Shalygin direct of indirect naar de<br />

natuur. In Severade, waar de spelers als raderen<br />

in een cybernetische totaliteit enorme instrumenten<br />

van kunstenaar Rob van den Broek aandrijven,<br />

verheffen zich extatisch langzame melodieën<br />

Maxim Shalygin –<br />

‘In mijn muziek<br />

gebeuren veel<br />

dingen tegelijk,<br />

zodat je soms<br />

een paar keer<br />

moet luisteren<br />

om alles waar te<br />

nemen’<br />

4


oven een drone-achtige achtergrond, waarna<br />

dissonante glissando-sinkholes het gehoor de<br />

diepte in zuigen. Intussen manifesteert zich een<br />

verloren natuur met opnamen van baby gekir en<br />

walvisgeluiden. Lacrimosa gaat over licht, lucht,<br />

water en insecten. Shalygin kan ook speels zijn.<br />

Het monumentale Todos los fuegos... besluit met<br />

de serene tederheid van Endless mordent, dat bijna<br />

een kwartier lang preludeert op zijn verdwijning<br />

in de stilte. Shalygin neemt de tijd. <strong>De</strong> taal heeft<br />

zijn eigen wil. Maar hij voert je naar jezelf, en dat<br />

geldt idealiter ook voor de luisteraar, die met intimiteit<br />

wordt beloond voor de moeite van het doordringen.<br />

‘Als de muziek eenmaal je omgeving is<br />

geworden, wordt alles persoonlijk.’ Toegankelijk<br />

en raadselachtig, laag- en hoogdrempelig tegelijk,<br />

dat is Shalygin. ‘Ik weet dat het voor luisteraars<br />

soms moeilijk is mijn muziek te horen,<br />

hoewel die behoorlijk melodieus is, door de intensiteit.<br />

Er gebeuren veel dingen tegelijk zodat je<br />

soms een paar keer moet luisteren om alles waar<br />

‘Als de muziek<br />

eenmaal je omgeving<br />

is geworden, wordt<br />

alles persoonlijk’<br />

te nemen. Maar voor mij tellen alleen gevoelens. Ik<br />

heb mezelf al lang geleden laten gaan en ik geniet<br />

van de rit.’<br />

Toch maakte hij die opera, het meest gereglementeerde<br />

genre op de markt. Vertaler Paul van<br />

der Woerd schreef het Engelstalige libretto op<br />

basis van Plato, maar bevleugeld door de elegante<br />

Engelse vertaling van de Britse dichter Shelley.<br />

Hij bewerkte Plato’s monologen drastisch.<br />

Bracht met Agathons vrouw en de fluitspeelster<br />

vrouwelijke personages in. Laat een guitige wijnhandelaar<br />

voor Eryximachos inspringen (‘The<br />

best activity to help diversity is promiscuity’).<br />

Creëerde aardse dialogen van gewone mensen<br />

met een nuchtere kijk op de liefde en de bijbehorende<br />

afkeer van orerende mannen. Agathons<br />

vrouw, die de catering voor het feest verzorgt en<br />

het fluitspelende meisje inhuurde, vindt de gasten<br />

bij voorbaat ‘assholes’. Binnen de herenclub<br />

breekt Alkibiades dronken van zelfvertrouwen<br />

met de leer van Pausanias, wiens gemoraliseer<br />

over de liefde hij bespot.<br />

Dmitry Hai<br />

‘Ironiseren wat er gebeurt en wordt beweerd ligt<br />

voor de hand’, zegt Van der Woerd: ‘Socrates zelf<br />

prikt een speld in die opgeblazen verhalen van<br />

zijn voorgangers om te kijken wat er overblijft.<br />

Tegelijkertijd heb ik ook een plek en een vorm<br />

willen vinden voor soms pijnlijke persoonlijke<br />

ervaringen en door schade en schande veroverde<br />

inzichten. <strong>De</strong> liefde is een ernstige zaak die je<br />

natuurlijk serieus moet nemen, maar je moet er<br />

niet aan onderdoor gaan.’ Als er een moraal in<br />

Amandante is, dan die maar. ‘Love is the labour of<br />

learning’, doceert Socrates in scène 6 nog deftig,<br />

DE GROENE AMSTERDAMMER 5.9.<strong>2024</strong><br />

5


5.9.<strong>2024</strong><br />

DE GROENE AMSTERDAMMER<br />

maar in het volgende tafereel trekt Alkibiades de<br />

nuchtere conclusie dat je in de liefde niks te willen<br />

hebt: ‘I realise: love is the you that is not mine.’<br />

In de epiloog, als Agathons vrouw, de wijnhandelaar<br />

en de fluitspeelster bij het krieken van de<br />

dag de boel opruimen, komt het slagveld van de<br />

liefde aan de orde, verpakt in de vraag waarom je<br />

er ondanks alle desillusies toch in blijft geloven.<br />

Terwijl de liefde theoretisch zo eenvoudig is,<br />

weet Shalygin: ‘Ik herinner me een geweldige film<br />

van István Szábo, Sunshine, een saga over drie<br />

generaties van een joodse familie tijdens de Eerste<br />

en Tweede Wereldoorlog in Hongarije. In het<br />

begin zit een mooi moment als de broer en zijn<br />

schoonzus op elkaar verliefd worden. Ze ontmoeten<br />

elkaar ’s nachts om de liefde te bedrijven. Hij<br />

is een beetje nerveus. Zij raakt hem aan en zegt;<br />

wat bedrukt je zo? Waarom zondigen als je er geen<br />

plezier van hebt?’<br />

Intussen bleef van Monteverdi’s Orfeo tot<br />

Adès’ Powder Her Face het eros die grote, slopende<br />

worsteling. Cruciaal voor het leven, zegt Shalygin,<br />

en blijvend problematisch: ‘Het is als met<br />

muziek: die heeft een doel, maar het is niet duidelijk<br />

welk. We begrijpen dat het iets onbewusts<br />

is, maar als je componeert, probeer je juist de verbinding<br />

te vinden tussen het onbewuste en het<br />

bewustzijn. Soms komt muzikaal materiaal via het<br />

onbewuste binnen, en dan moet het zich in zekere<br />

zin op eigen kracht vormen. Wat ik probeer te<br />

vermijden in mijn componeren is het op te leggen<br />

hoe het moet verlopen. Ik probeer het organisch<br />

te laten groeien, niet volgens een plan te ontwikkelen.<br />

Ik hoor dat zelfs in de muziek van Beethoven.<br />

Die lijkt heel structureel en logisch. Daarom<br />

begrijpen mensen hem, omdat ze kunnen volgen<br />

wat er gebeurt in het spel met motieven en hoe ze<br />

zich ontwikkelen.’<br />

‘Maar luister naar het eerste deel van zijn Mondschein-sonate.<br />

Dat is heel vreemde muziek; daar<br />

groeit iets, maar het ontwikkelt zich helemaal niet.<br />

Zelfs in oude muziek voel je dat. Josquin des Prez<br />

schrijft in een tijd waarin muziek extreem structuralistisch<br />

was, maar je hoort iets heel intuïtiefs.<br />

Alsof die componisten de vorm zo goed beheersten<br />

dat ze er nauwelijks over na hoefden te denken.’<br />

Bij u hoor je soms zwervend tweestemmig contrapunt<br />

met stemmen die zich vrij in de ruimte lijken<br />

te bewegen, zonder doel. Dat lijkt op wat u zegt.<br />

‘Dat vind ik mooi, ja. Omdat twee stemmen je<br />

in staat stellen veel makkelijker te moduleren of<br />

modulaties te faken dan met drie stemmen, omdat<br />

de spanning die je met drie stemmen moet oplossen<br />

veel hoger is dan met twee. Met twee stemmen<br />

krijg je niet echt een basis, dus<br />

je blijft zweven.’<br />

En nu schrijft iemand bij wie<br />

zelfs een Lacrimosa een instrumentaal<br />

stuk is een opera.<br />

‘Ik dacht altijd dat ik nooit een<br />

opera zou schrijven. Toen ik naar<br />

klassieke muziek begon te luisteren<br />

hield ik niet van opera.’ Dat kwam<br />

pas op het conservatorium van Kyiv:<br />

Amandante van Maxim<br />

Shalygin met libretto<br />

van Paul van der Woerd<br />

wordt uitgevoerd<br />

door Nova Opera op<br />

2 oktober om 20.15<br />

uur. Info en kaarten:<br />

<strong>muziekgebouw</strong>.nl<br />

‘We hadden een cursus operageschiedenis met een<br />

geweldige docente. En opeens begon ik iets te zien<br />

als ik naar <strong>De</strong>bussy of Ravel, Poulenc en Puccini<br />

luisterde. Een compleet nieuwe wereld. Daarna<br />

werd ik lid van de Wagner- vereniging in Oekraïne<br />

en ik had het geluk op het conservatorium naar<br />

Bayreuth te kunnen om drie Wagner-opera’s te<br />

zien, heel indrukwekkend: Parsifal, Tannhäuser<br />

en Meistersinger.<br />

Toen begon ik het te begrijpen. Wat voor mij<br />

altijd problematisch was aan opera, was dat je<br />

mee moet gaan in het spel van die ander. Je moet<br />

erkennen dat opera een spel van regels is in een<br />

kunstmatige taal met een kunstmatig verloop. Ik<br />

dacht: wat als ik probeer die kunstmatige benadering<br />

te ontwijken, op een tekst zonder die last? In<br />

veel opera’s is er veel tekst die je moet vertellen, en<br />

de muziek faket alleen maar dat het muziek is, terwijl<br />

iedereen alleen maar zit te wachten op de aria.<br />

‘Ik wil dat mensen afdalen<br />

in de gewelven van de<br />

melodielijnen, worden<br />

meegenomen op die golf’<br />

Oedipus Rex van Stravinsky en Falstaff van Verdi<br />

zijn de twee modellen die voor mij het dichtst in<br />

de buurt komen bij wat ik denk dat opera voor<br />

mij zou kunnen zijn. Daar hoef je nergens op te<br />

wachten. Elk moment is muzikaal belangrijk. In<br />

Falstaff is alles kort en alles concentratie.<br />

Ik wilde niet Plato’s tekst gebruiken. Maar<br />

het is lastig er iets uit te halen, omdat het een<br />

compact geschreven stuk is met een sterke dramaturgie.<br />

Dus heb ik Paul gevraagd een tekst te<br />

schrijven die vanuit het nu zou reflecteren op<br />

Symposium. We leven in een andere tijd, dus<br />

laten we proberen ons tot die ideeën te verhouden,<br />

kijken wat er dan gebeurt.’<br />

‘Ik wilde nog iets: een melodieuze opera schrijven.<br />

Omdat in de twintigste eeuw veel opera’s<br />

meer gericht zijn op het vertellen van het verhaal,<br />

op theatrale effecten of een complexiteit waar ik<br />

de noodzaak niet van inzie. Wat ik heb gemaakt,<br />

zit in benadering tussen vocale cyclus en opera<br />

in. Intiem is een beter woord dan kameropera.<br />

Al zijn er pathetische momenten. Maar er zit<br />

ook veel humor in, een speciaal soort ironie over<br />

serieuze onderwerpen. Maar zonder sarcasme.’<br />

Mededogen is noodzaak. <strong>De</strong> wereld verandert,<br />

mensen veranderen. Hun denken evolueert, ook<br />

over de liefde. Er gaan nieuwe deuren<br />

open, oude deuren dicht. ‘Dat’,<br />

zegt Shalygin, ‘is hoe de mensheid<br />

zich beweegt van de ene generatie<br />

naar een volgende.’ Voor hem is het<br />

een weemoedig stemmend proces<br />

van winst en verlies: ‘We nemen<br />

iets mee van de vorige generatie<br />

maar we verliezen iets omdat de<br />

deur al is dichtgeslagen, waardoor<br />

we die vorige generatie nooit volledig meer kunnen<br />

begrijpen.’<br />

Zo moet je Plato zien, als contemplatiemateriaal.<br />

‘Het beetje dat we meenemen geeft ons de mogelijkheid<br />

ons ofwel te ontwikkelen of te degenereren.<br />

<strong>De</strong> keuze is aan ons.’<br />

Wat me opviel in de opera: de wanhoop die misschien<br />

wel gaat over het verlies van spontaniteit<br />

door de overmacht van het verstand, ook in de liefde.<br />

Actueel, als je ziet hoe rationeel de liefde door<br />

Tinder en de focus op de architectuur van relaties<br />

is geworden.<br />

‘Ik denk dat het niet eens rationalisering is. Het<br />

probleem is dat de jongste generaties hun gevoelens<br />

niet meer testen met behulp van boeken of een<br />

goeie film, waardoor ze ze ook niet leren vormgeven<br />

om volledig te leren liefhebben of hun gevoelens<br />

voor anderen te begrijpen. Je hebt gebeeldhouwde<br />

gevoelens nodig, een complex netwerk van<br />

emoties dat je niet alleen binnen de relatie kunt<br />

opbouwen, daar is cultuur voor nodig. Wat ze nu<br />

doen: ze bouwen dat net niet, ze doen alsof ze het<br />

doen op sociale media. Dus ze kijken naar real life<br />

soaps en worden gemanipuleerd door mensen die<br />

doen alsof ze weten hoe het zit, alsof de kennis over<br />

alles voor het grijpen ligt. Die is er niet.’<br />

En dan is de samenleving bovendien geobsedeerd<br />

door een van de vaagste begrippen op de<br />

markt: identiteit.<br />

‘Er is een leuke Nederlandse film, <strong>De</strong> zee die<br />

denkt van Gert de Graaff. Die begint als een documentaire.<br />

Ze gaan met een camera de straat op<br />

om mensen te vragen: wie ben je? Een simpele<br />

vraag. Iemand antwoordt: “Ik ben advocaat.”<br />

En dan zegt de vraagsteller: “Ik vroeg niet wat je<br />

doet maar wie je bent.” Dan zie je mensen vragen:<br />

“Hoe bedoel je?” En het antwoord is: “Wie je<br />

bent.” Vervolgens noemt iemand zijn naam, terwijl<br />

dat evenmin de vraag was. Langzaam wordt<br />

duidelijk dat het onmogelijk is de vraag goed te<br />

beantwoorden, terwijl mensen denken dat dat<br />

kan. Dat is het niet. Niemand weet wie je bent.<br />

Of zelfs wat kunst ons geeft. Maar kunst geeft ons<br />

de mogelijkheid om iets te voelen over onszelf en<br />

onze verbinding met de omgeving.<br />

Nu kom ik weer terug bij hoe ik de opera wilde<br />

opbouwen. Ik wilde mensen in de realiteit laten<br />

komen, geen werkelijkheid faken. Ik wil dat ze<br />

afdalen in de gewelven van de melodielijnen,<br />

die steeds mooier worden, dat ze worden meegenomen<br />

op die golf van zoete melodieën. Dat was<br />

het doel dat ik bijna overal kon verwezenlijken.’<br />

Makkelijk was het niet, zegt hij: ‘Mensen lijken<br />

soms te denken dat melodieën schrijven simpel<br />

is, maar het is misschien wel een van de moeilijkste<br />

opgaven in de muziek: een melodie maken<br />

die natuurlijk met de harmoniek verbonden is,<br />

en vervolgens een structuur opbouwen met die<br />

middelen. In opera heb je veel klankeffecten die<br />

ik juist probeerde te vermijden, tremoli en dergelijke,<br />

theatrale effecten. Ik wilde voor alles puur<br />

muzikale oplossingen. Anders gelooft de luisteraar<br />

je niet meer, en ik geloof mezelf niet meer als<br />

ik iets fout doe. Muziek is voor mij niet eens een<br />

taal, het is leven.’ <br />

6


Karen Tanaka Techno Etudes IV<br />

Het gaat altijd om contrasten<br />

In Karen Tanaka’s muziek zijn er drie sleutelwoorden:<br />

techno, ritme, snelheid. Ook maakt Tanaka zich zorgen<br />

om het klimaat. Met meesterpianist Ralph van Raat biedt<br />

ze ons Techno Etudes IV, waarin techno samenkomt met<br />

onvermoede bronnen. Thomas Heerma van Voss<br />

Ralph van Raat – ‘In die eerste<br />

minuut valt al donkerte te horen’<br />

N<br />

iet om sentimenteel te doen, want dat past noch<br />

bij het werk van de Japanse componist Karen<br />

Tanaka noch bij dat van de Nederlandse pianist<br />

Ralph van Raat, maar het blijft een van de wonderlijke<br />

aspecten van kunst: dat een noot die<br />

iemand vijftig jaar geleden aansloeg, vandaag<br />

de dag iemand aan de andere kant van de wereld<br />

op ideeën kan brengen voor een compleet nieuw<br />

schilderij, boek, muziekgenre. Soms gebeurt<br />

dat expliciet – veel vroege hiphop is gebouwd<br />

rondom gesamplede flarden van de funk- en<br />

soulmuziek die rappers in de collectie van hun<br />

ouders aantroffen. Maar nog veel vaker is beïnvloeding<br />

niet zo duidelijk aanwijsbaar.<br />

In 1973 publiceerde de Amerikaanse sciencefictionschrijver<br />

Ursula K. Le Guin (1929-2018)<br />

het filosofische kortverhaal The Ones Who Walk<br />

Away from Omelas. In dertig pagina’s schetst Le<br />

Guin het leven in Omelas, een fictieve stad waarin<br />

voorspoed en geluk heersen. Maar gaandeweg<br />

blijkt dat dat niet kosteloos gaat: om al die<br />

weelde in stand te houden, moet een willekeurig<br />

Melle Meivogel<br />

DE GROENE AMSTERDAMMER<br />

5.9.<strong>2024</strong><br />

7


DE GROENE AMSTERDAMMER 5.9.<strong>2024</strong><br />

kind zijn of haar dagen in duisternis, ranzigheid<br />

en misère slijten. <strong>De</strong> meeste burgers van Omelas<br />

reageren geschokt zodra ze dit ontdekken, maar<br />

accepteren het ook vrij snel, mits het grote geluk<br />

ermee gegarandeerd blijft. Sommigen protesteren<br />

of verlaten Omelas, zonder daarna ooit nog<br />

een teken van leven te geven.<br />

<strong>De</strong> achterliggende vraag van het verhaal:<br />

rechtvaardigt het lijden van een enkeling de voorspoed<br />

– en welvaart – van de massa?<br />

Hoewel Ursula K. Le Guin bij leven een goede<br />

reputatie genoot en werd geprezen om haar speculatieve<br />

fictie, wordt haar Omelas-verhaal niet<br />

vaak aangehaald. Zeker niet binnen de klassieke-muziekwereld.<br />

En toch inspireerde juist dit<br />

verhaal Karen Tanaka (1961, Tokio), die vanaf<br />

eind jaren tachtig een groot, veelgeprezen oeuvre<br />

bij elkaar heeft gecomponeerd. In 2000 verscheen<br />

de eerste Techno Etudes, geschreven voor<br />

de in Amsterdam gevestigde pianist Tomoko<br />

Mukaiyama. Die wilde dat het stuk zou samenvallen<br />

met door haar geselecteerde, van tevoren<br />

opgenomen technomuziek, maar na overleg<br />

met Tanaka concludeerden beiden dat alleen<br />

een live piano beter zou werken. Krachtiger. <strong>De</strong><br />

techno muziek kon ook aanwezig zijn zonder<br />

luide beats eronder, en kon in enkel de pianotonen<br />

doorklinken.<br />

En inderdaad, wie luistert naar Techno<br />

Etudes-stukken die tot dusverre zijn uitgekomen<br />

– de tweede set componeerde Tanaka in<br />

2020, in 2022 verscheen nog een losse Etude<br />

– hoort in de muziek voortdurend beweging,<br />

variatie, spanning, zonder dat er herkenbare<br />

technofragmenten worden afgespeeld. <strong>De</strong><br />

piano tonen van de Techno Etudes volgen elkaar<br />

in een hoog, soms haast razend tempo op, zo vlug<br />

dat de meeste drums het al niet zouden kunnen<br />

bijbenen.<br />

Zelf vatte Tanaka de Techno Etudes ooit samen<br />

in drie sleutelwoorden: techno, ritme, snelheid.<br />

En wat de Japanse componist, een leerling<br />

van onder anderen de gelauwerde musici<br />

Luciano Berio en Tristan Murail, de laatste<br />

jaren ook steeds vaker laat weten, in interviews<br />

en via persberichten: dat ze zich zorgen maakt.<br />

Om de staat van de wereld. Om de ontwikkeling<br />

van het klimaat. Om dat wat in Le Guins parabel<br />

omschreven staat: dat er voor de tevredenheid<br />

van de massa iets wordt opgeofferd wat zich niet<br />

kan verdedigen – in werkelijkheid niet zozeer een<br />

weggestopt kind, maar de natuur, de planeet.<br />

Misschien moet de levendigheid en gecomponeerde<br />

drukte van de Techno Etudes ook deels zo<br />

worden gezien: deze muziek is geschreven door<br />

iemand die zich woordeloos verzet tegen wat ze in<br />

de wereld ziet gebeuren, die haar noten gebruikt<br />

om over te brengen waar anderen woorden voor<br />

nodig hebben.<br />

‘Wat zo interessant is aan Tanaka is dat ze veel<br />

verschillende stijlen beheerst. Ze heeft, zeker in<br />

het begin van haar carrière, stukken gecomponeerd<br />

die echt in het verlengde liggen van <strong>De</strong>bussy<br />

en Messiaen – muziek die niet zozeer gaat om<br />

pulserend ritme en melodie, als wel om klankkleur,<br />

harmonieën, boventonen. Ze schreef in die<br />

tijd prachtige stukken die heel abstract waren en<br />

die veel natuurbeelden opriepen. Via dat werk<br />

leerde ik haar ook kennen, en toen ik net bij het<br />

conservatorium begon, heb ik ook een paar van<br />

die vroege stukken gespeeld. Tanaka’s latere werk<br />

heeft een compleet andere stijl: veel klassieker,<br />

romantischer, met meer nadruk op melodie<br />

en minimal music in de geest van Steve Reich.<br />

Die muziek is ook echt beeldschoon, heel pulserend<br />

en precies, er gebeurt van alles. Ik vond<br />

het heel verrassend dat één componist dat allebei<br />

beheerst. En toen ontdekte ik de Techno Etudes.<br />

Dat vond ik meteen een ongelooflijk rijk en soms<br />

ook heel ritmisch werk, misschien wel Tanaka’s<br />

beste. Bij techno denken mensen natuurlijk aan<br />

beats en drums en feesten, maar het is nu juist<br />

zo interessant dat Tanaka echt voor iets anders<br />

heeft gekozen.’<br />

Aan het woord is de Nederlander Ralph van<br />

Raat (1978), bekroond pianist en musicoloog,<br />

tevens muziekdocent. Die laatste professie klinkt<br />

regelmatig door in zijn stem: hij vertelt aanstekelijk,<br />

heeft aan een halve vraag genoeg voor<br />

een heel antwoord, weidt met enthousiasme uit,<br />

gebruikt soms vakjargon of muzikale beelden<br />

die ik niet volledig begrijp. Eerder werkte hij<br />

al met Tanaka samen – nadat hij haar in 2014<br />

een inventariserend Facebook-berichtje stuurde.<br />

Vervolgens raakte zij onder de indruk van<br />

zijn cd’s en zijn optredens, en wilde inderdaad<br />

samenwerken.<br />

<strong>De</strong> technomuziek kan<br />

aanwezig zijn zonder<br />

luide beats, kan in de<br />

pianotonen doorklinken<br />

Ursula K. Le Guin vormde een inspiratie voor Tanaka<br />

Marian Wood Kolisch / Oregon State<br />

<strong>De</strong> tweede set van de Techno Etudes, een pianostuk<br />

uit 2020, schreef Tanaka voor Van Raat.<br />

Daarna polste hij haar of ze niet ook iets voor<br />

piano en orkest wilde schrijven, en dat is uiteindelijk<br />

dit nieuwe werk, Techno Etudes IV, geworden.<br />

Waar de derde Techno Etudes al voor twee<br />

pianisten en twee percussionisten was geschreven,<br />

is de muzikale bezetting bij deel vier nog verder<br />

uitgebreid. Van Raat zal het stuk op de piano<br />

uitvoeren terwijl hij wordt bijgestaan door het<br />

orkest Philzuid en dirigent Martijn <strong>De</strong>ndievel.<br />

Op het moment dat ik Van Raat spreek, weet<br />

hij nog niet goed wat hij precies zal spelen: Tanaka<br />

heeft hem slechts tweeënhalve minuut aan<br />

nieuwe muziek laten horen, verder is ze nog<br />

bezig. Techno Etudes IV is zelfs zodanig in aanbouw<br />

dat ikzelf voordat dit artikel naar de drukker<br />

gaat niets te horen kan krijgen. Dat maakt<br />

het erover praten (en schrijven) een wat abstracte<br />

bezigheid – al is het tegelijkertijd een interessante<br />

aanleiding om het over de context van het<br />

stuk te praten.<br />

‘Om de twee weken krijg ik nu een nieuw fragment<br />

muziek toegestuurd’, zegt Van Raat. ‘Zo<br />

werkten we bij die vorige Etudes ook samen. Via<br />

Zoom en Skype hebben we veel contact over de<br />

muziek, ik doe dan nog wel kleine suggesties –<br />

over het tempo, het ritme, zulke dingen. In de<br />

dagen voor de première gaan we vervolgens heel<br />

intensief repeteren, alle nuances overleggen. En<br />

wat die paar minuten van de Techno Etudes IV me<br />

nu al wel hebben duidelijk gemaakt: in het nieuwe<br />

stuk komen veel dingen terug van de eerdere<br />

Etudes. <strong>De</strong> noten zijn natuurlijk anders, er zit<br />

veel variatie in, maar Tanaka is een componist die<br />

vaak uitgaat van herhalingen, waarbij er steeds<br />

één of twee noten subtiel veranderen. En voor de<br />

duidelijkheid: dat vind ik heel knap. Jaren geleden<br />

maakte ze ingetogen, pastelachtige klankschilderijen,<br />

om het zo maar even te noemen,<br />

en daarna juist ruige composities die gebaseerd<br />

waren op Koreaanse jongerenmuziek, een soort<br />

K-pop-achtig iets. In de Techno Etudes komen<br />

die twee kanten steeds samen.’<br />

Hij vertelt over Crystalline, een stuk van Tanaka<br />

dat hij jaren geleden heeft gespeeld, nog voordat<br />

hij haar dat Facebook-bericht stuurde. ‘In<br />

Crystalline gebruikt ze bewust een compositietechniek<br />

met heel veel herhaling: de muziek<br />

begint heel minimaal, maar er komt steeds een<br />

noot bij, waardoor er een soort sliert van noten<br />

ontstaat.’ Hummend doet hij na hoe de muziek<br />

klinkt. ‘En die sliert dondert vervolgens van het<br />

hoge register van de piano omlaag’, gaat hij verder.<br />

‘Alsof er een sneeuwvlok zo veel ijs verzamelt<br />

dat hij te zwaar wordt en uiteindelijk als grote<br />

ijsklont omlaag dendert – zo klinkt die muziek.’<br />

Dat herhalende principe zit ook in de Techno<br />

Etudes die tot nu toe zijn verschenen, met steeds<br />

een ander ritme. <strong>De</strong> eerste twee sets met Techno<br />

Etudes hebben eenzelfde opbouw: er zijn twee<br />

hoekdelen die snel en hard klinken, en een kalmer<br />

middendeel, en voortdurend komen dezelfde<br />

elementen terug. Ook in de nieuwe Techno<br />

8


Etudes, verzekert Van Raat me. ‘En ik weet ook:<br />

dit nieuwe stuk wordt deels echt harmonieus en<br />

groovy, en deels ook echt donker; nog veel donkerder<br />

dan de vorige Etudes. Ik weet dat Karen<br />

zich erg zorgen maakt over het klimaat en over<br />

wereldvrede, en dat gaat zeker doorklinken in dit<br />

nieuwe werk. Dat kan ik nu al horen. In die eerste<br />

minuut van het eerste deel, die ik dus al kreeg<br />

toegestuurd, valt er al echt donkerte te horen, en<br />

in het tweede deel’ – waarvan Van Raat anderhalve<br />

minuut kreeg toegestuurd – ‘klinkt ook iets<br />

heel melancholieks door. En het middendeel is<br />

dus echt gebaseerd op een boek, dat maakt het<br />

anders dan de vorige Techno Etudes.’<br />

Van Raat kende The Ones Who Walk Away<br />

from Omelas tot een maand geleden niet. Hij<br />

moet het verhaal nog lezen. ‘Maar ik heb het via<br />

Zoom veel met Tanaka over deze dystopie gehad,<br />

die dus draait om een vrijwel ideale wereld waarin<br />

één kind gruwelijk lijdt. En zonder dat lijden<br />

is er geen weelde meer. Dat is natuurlijk een heel<br />

interessant dilemma: houd je wereldwijd onrecht<br />

in stand voor je eigen welzijn? Bijna niemand zou<br />

daarop “ja” zeggen, maar toch is dat wel wat er op<br />

veel gebieden wereldwijd gebeurt. Tanaka en ik<br />

gebruiken in ons werk geen woorden, dus uiteraard<br />

zal ik straks op het podium niet expliciet<br />

de vraag stellen of mensen dingen willen inleveren<br />

zodat anderen het beter kunnen hebben –<br />

maar die vraag resoneert wel in het stuk. Zonder<br />

dat boek en de klimaatcrisis nu zou de muziek<br />

die Tanaka nu schrijft en die ik straks speel heel<br />

anders klinken.’<br />

Op het moment dat ik contact met Karen Tanaka<br />

leg – eind juli, dus ruim twee maanden voor<br />

de première van Techno Etudes IV – zit ze thuis in<br />

Los Angeles. Ze is sinds kort iedere dag bezig met<br />

het schrijven van haar nieuwe werk, en laat desgevraagd<br />

weten dat ze halverwege is. En nee, er<br />

valt echt nog niks van te beluisteren. Telefoneren<br />

wil ze ook niet. Voor een Zoom-gesprek heeft ze<br />

very unfortunately evenmin tijd, de deadline van<br />

de nieuwe muziek lonkt, de Techno Etudes vergen<br />

alle aandacht.<br />

Wel laat Tanaka zich per mail interviewen –<br />

er zijn wat herinneringsberichten voor nodig,<br />

en ze is zeker niet zo uitgebreid als Van Raat,<br />

maar uiteindelijk stuurt ze anderhalve pagina<br />

aan beknopte antwoorden retour. Per mail kan<br />

ze haar gedachten beter verwoorden dan in een<br />

telefoongesprek, licht ze toe, want in live interviews<br />

vergeet ze voortdurend belangrijke details.<br />

Zo’n detail dat ze beslist niet<br />

onvermeld wilde laten: dat er in<br />

The Ones Who Walk Away from<br />

Omelas niet eens terloops over klimaatverandering<br />

wordt geschreven.<br />

‘Ralph bracht dat thema tijdens<br />

onze gesprekken in’, laat ze<br />

in het Engels weten. ‘En sindsdien<br />

hebben we het er regelmatig<br />

over. Ik kwam het woord “Omelas”<br />

voor het eerst in 2017 tegen. Het<br />

werd genoemd in de behind the<br />

Jeff Gerbec<br />

Techno Etudes IV<br />

van Karen Tanaka,<br />

uitgevoerd door Ralph<br />

van Raat, gaat in<br />

wereldpremière op<br />

10 oktober <strong>2024</strong> om<br />

20.15 uur. <strong>De</strong> openbare<br />

repetitie is om 16.30<br />

uur. Info en kaarten:<br />

<strong>muziekgebouw</strong>.nl<br />

Karen Tanaka weet complex én groovy te componeren<br />

‘Met onze huidige manier<br />

van leven offeren we<br />

welzijn voor toekomstige<br />

generaties op’<br />

scenes van een videoclip, geen idee meer welke.<br />

Ik houd ervan hoe zoiets werkt, met allemaal<br />

vertakkingen en onverwachte associaties: dat<br />

ene woord leidde me tot de roman van Ursula<br />

K. Le Guin, en die roman leidde me tot ideeën<br />

voor nieuwe muziek. Voor Techno Etudes IV dus.’<br />

Tanaka: ‘Het is een heel sociaal en moreel verhaal,<br />

dat in essentie draait om opofferingsbereidheid.<br />

Het verhaal uit kritiek op het utilitarisme<br />

door te laten zien hoe het geluk van een meerderheid<br />

belangrijker wordt geacht dan het lijden van<br />

een minderheid. Dat staat natuurlijk voor hoe in<br />

veel maatschappijen de pijn van losse individuen<br />

wordt genegeerd of gerechtvaardigd wegens het<br />

zogenaamde grotere doel: het algehele, gemiddelde<br />

geluksniveau.’<br />

In dit verband haalt ze de snelle ontwikkeling<br />

van technologie aan, en stelt ze dat menselijke<br />

interactie daardoor voorgoed is veranderd.<br />

‘Persoonlijke verbindingen’ worden, aldus<br />

Tanaka, meer en meer overschaduwd door telefoons,<br />

apps, virtual reality. Daar wil ze met<br />

haar werk tegenin gaan: door luisteraars<br />

haar muziek in te trekken,<br />

door haar emoties in de pianoklanken<br />

en orkestrale stukken te verwerken.<br />

‘Er bestaan componisten<br />

die zo begaan zijn bij de wereld<br />

dat ze hun blik op de maatschappij<br />

direct en expliciet in hun composities<br />

stoppen. Zo werkt het voor mij<br />

niet, en voor Ralph ook niet.’ Verderop<br />

in de mailwisseling noemt<br />

ze Van Raat een ‘meesterlijke’ en<br />

‘exceptioneel professionele’ performer, ze bedankt<br />

hem opnieuw voor dat Facebook-bericht van<br />

tien jaar geleden, prijst zijn techniek en muzikale<br />

instinct. Tanaka: ‘Het lijkt mij helder: door<br />

onze huidige, voor velen comfortabele manier<br />

van leven vol te houden, werken we klimaatverandering<br />

in de hand. Daarmee offeren we welzijn<br />

voor toekomstige generaties op. Techno Etudes<br />

IV reflecteert op zulke zaken, inclusief de impact<br />

van digitale innovaties op de samenleving, de<br />

ethische implicaties van kunstmatige intelligentie,<br />

noem het maar op – dat zijn allemaal onderwerpen<br />

die mij erg bezighouden. En hoewel het<br />

Omelas-verhaal natuurlijk een somber onderwerp<br />

heeft, gaat het ook juist over individuen die<br />

niet meedoen met de systemische ongelijkheid in<br />

de maatschappij, hoewel hun eigen geluk daaronder<br />

lijdt. Ik zie een verband tussen die individuen<br />

en echt bestaand activisme dat nu wereldwijd<br />

plaatsvindt, van mensen die opstaan tegen<br />

onderdrukking en uitbuiting. Daarom is mijn<br />

nieuwe stuk zeker niet alleen donker geworden,<br />

maar ook vol beweging en zelfs lyriek.’<br />

Tanaka’s werk gaat altijd om contrasten: wie luistert<br />

naar de tot nu toe verschenen Techno Etudes<br />

– die natuurlijk zijn geschreven voor concertzalen<br />

maar ook goeddeels online zijn terug te vinden<br />

– hoort voortdurend registerwisselingen en<br />

variaties in tempo, in ernst, in genre bijna. Ook<br />

bij Techno Etudes IV zal dit het geval zijn: het middendeel<br />

zal melancholisch en lyrisch worden, het<br />

eerste en derde deel zijn ‘hevig ritme- en beat-georiënteerd’,<br />

aldus zowel Van Raat als Tanaka. (Ze<br />

gebruiken dezelfde woorden.) Tanaka: ‘Net als in<br />

de eerste Techno Etudes dus, en dan nu nog complexer<br />

en met muzikaal gezien veel meer variatie.’<br />

Juist naar dit laatste ziet Van Raat extra uit:<br />

‘<strong>De</strong> weken voor zo’n nieuw stuk in première gaat,<br />

zijn geweldig, want dan klikt alles in elkaar.<br />

Natuurlijk bij Tanaka zelf en dus in ons contact,<br />

in het repeteren, maar ook in alles eromheen.’<br />

Dit laatste licht hij toe aan de hand van een<br />

bescheiden bekentenis: als hij, de gevierd pianist,<br />

na concerten naar huis rijdt, luistert hij graag<br />

naar dance-radiozender SlamFM. ‘Daar hoor<br />

ik dan vaak goeie techno en dance, niet te plat,<br />

maar Underworld of zo. Dat werk zit echt goed in<br />

elkaar, het is slimme muziek – en het grappige is:<br />

ik hoor daarin veel compositietechnieken terug<br />

uit de klassieke muziek. Die Underworld-sound<br />

zou zonder <strong>De</strong>bussy niet bestaan, dat is allemaal<br />

verbonden. Net zoals zo’n verhaal van Le Guin<br />

weer verbonden is met die nieuwe Techno Etudes.<br />

Terwijl mensen toch vaak denken dat het allemaal<br />

verschillende werelden zijn: hedendaagse<br />

klassieke muziek heeft toch de naam van moeilijk,<br />

ontoegankelijk, complex, noem het maar<br />

op. Wat ik misschien wel het allerleukste vind<br />

aan Tanaka, is dat ze complexe zaken zoals dissonantie<br />

en onregelmatige ritmes ook zo groovy<br />

weet te componeren. Ze combineert die wereld<br />

van de complexe, moderne klassieke muziek met<br />

dat opzwepende en toegankelijke van techno. Dat<br />

doet geen andere componist haar na.’ <br />

5.9.<strong>2024</strong><br />

DE GROENE AMSTERDAMMER<br />

9


Stargaze & Dirty Projectors Song of the Earth<br />

Naar de aarde<br />

zelf luisteren<br />

Het grotendeels Nederlandse<br />

ensemble Stargaze en de Amerikaanse<br />

indiepopband Dirty Projectors<br />

brengen Song of the Earth, geinspireerd<br />

door Gustav Mahler. ‘Wij proberen<br />

universaliteit te vinden in het kleine<br />

en het onwaarschijnlijke.’<br />

Leon Verdonschot<br />

5.9.<strong>2024</strong><br />

DE GROENE AMSTERDAMMER<br />

Vorig jaar verscheen er een expanded<br />

edition (en dat was niet overdreven:<br />

de expansion was gul) van Mount Wittenberg<br />

Orca, een album dat Dirty Projectors in 2011<br />

uitbrachten samen met de beroemdste zangeres<br />

van IJsland: Björk. Het was een bijzonder<br />

project. Niet alleen omdat de opbrengst naar<br />

de National Geographic Society ging. Ook niet<br />

alleen vanwege het snelle opnameproces: David<br />

Longstreth, de compositorische spil van Dirty<br />

Projectors, schreef de zeven nummers in een<br />

week, waarbij hij zichzelf verplichtte niet te veel<br />

opnieuw te doen, waarna de band ze in 2009 tijdens<br />

een benefietshow in boekwinkel Housing<br />

Works in New York samen met Björk live speelden,<br />

om ze een jaar later alsnog op te nemen,<br />

maar ook toen: live.<br />

Dat Mount Wittenberg Orca zo bijzonder<br />

was, kwam vooral door het samenvallen van<br />

doel, vorm en inhoud. <strong>De</strong> muziek weerspiegelt<br />

de manier waarop de walvissen, waarover<br />

het album gaat en voor wier bescherming het<br />

wordt ingezet, door de golven bewegen. En Björk<br />

zingt On and Ever Onward vanuit het perspectief<br />

van een walvis, die haar kinderen uitlegt: ‘Our<br />

home is all around us/ Our love is all around<br />

us.’ En ook het gevaar wordt benoemd, wanneer<br />

Björk nog steeds als moeder walvis in Sharing<br />

Orb zingt: ‘Come into my home/ Murder<br />

my family and leave me alone/ Ceaseless hunger<br />

ran until the sea is silent and deadly quiet<br />

but for an engine.’<br />

Dus nee. Echt verrassend is het niet dat Dirty<br />

Projectors zich voor hun nieuwe project afvragen<br />

wat we zouden horen wanneer we naar de aarde<br />

zelf – dus niet de mensen daarop – zouden luisteren.<br />

Ecologisch bewustzijn is een constante in het<br />

oeuvre van de indierockband, die in 2002 werd<br />

opgericht in New York. Earth Crisis was in 2020<br />

nog de veelzeggende titel van een ep.<br />

Ook een constante in het oeuvre van de band:<br />

een originele kijk op bekende zaken. Het beste<br />

voorbeeld is waarschijnlijk hun album Rise Above<br />

uit 2007. Rise Above: zo heet ook het bekendste<br />

nummer van de legendarische hardcoreband<br />

Black Flag, met zanger Henry Rollins. Het staat<br />

op het album Damaged uit 1981. En inderdaad:<br />

álle nummers van het album Rise Above van Dirty<br />

Projectors staan ook op dat klassieke hardcore-album.<br />

Maar dan in een andere volgorde. En<br />

vooral: een volstrekt andere versie. Het is namelijk<br />

een herinterpretatie. En dan niet op basis<br />

van de feiten, zoals ooit vastgelegd in een studio,<br />

en uitgebracht in 1981. Nee, op basis van David<br />

Longstreths herínnering aan het album, na het<br />

vijftien jaar lang niet te hebben beluisterd. <strong>De</strong><br />

radicale herinterpretatie toont feilloos aan hoe<br />

gebrekkig het menselijk geheugen is.<br />

Dus ook geen verrassing dat Dirty Projectors<br />

weer een verrassende samenwerking zouden<br />

‘<strong>De</strong> eerste versie schreef<br />

ik zó snel dat ik zelf<br />

geen idee had wat het<br />

eigenlijk was’<br />

David Longstreth<br />

Matthew Reamer<br />

aangaan. Nu met het hedendaags, grotendeels<br />

Nederlandse ensemble Stargaze, onder leiding<br />

van de Duitse dirigent André de Ridder, dat in<br />

het Muziekgebouw eerder samenwerkte met<br />

Terry Riley, Mica Levi en Lee Ranaldo.<br />

Ruim honderd jaar na de première van Gustav<br />

Mahlers Das Lied von der Erde hebben Stargaze<br />

en Dirty Projectors die liedcyclus genomen<br />

als spil voor hun project Song of the Earth. Na<br />

de Nederlandse première in het Muziekgebouw<br />

brengt het gerenommeerde platenlabel Nonesuch<br />

Records (in 1964 in New York opgericht<br />

door de legendarische Jac Holzman) het project<br />

uit op vinyl.<br />

Het is een oude wens van David Longstreth:<br />

al toen Earth Crisis verscheen zei hij in een interview<br />

een 21ste-eeuwse herinterpretatie van<br />

Mahlers epische liedcyclus te overwegen. Het<br />

lied van de aarde zou ruim een eeuw later anders<br />

klinken, nu die aarde volgens elk internationaal<br />

wetenschappelijk onderzoek afstevent op een<br />

ramp, als we geen drastische maatregelen nemen.<br />

In een interview met René van Peer legde<br />

Stargaze-dirigent en -oprichter André de Ridder<br />

enkele maanden geleden uit dat, net als destijds,<br />

zeventien jaar geleden, bij het werk van<br />

Black Flag, de uiteindelijke uitkomst niet per<br />

se veel aan het origineel zal doen denken: ‘In de<br />

oorspronkelijke versie brachten we dit project<br />

in Londen, Helsinki, Dublin en Hamburg. <strong>De</strong><br />

muziek is de laatste tijd behoorlijk veranderd,<br />

dus het concert in Amsterdam is bijna een nieuwe<br />

première. Song of the Earth is geïnspireerd<br />

door de liederencyclus van Mahler. Het bestaat<br />

uit zes nieuwe liederen, afwisselend voor mannen-<br />

en vrouwenstemmen, zoals in Mahlers compositie,<br />

waar het muzikaal overigens niets mee<br />

van doen heeft.’<br />

In hetzelfde interview legde <strong>De</strong> Ridder ook uit<br />

waarin deze samenwerking naadloos past bij<br />

de werkwijze van zijn ensemble: ‘Stargaze is<br />

een collectief waarin de musici nauw samenwerken.<br />

We hebben een gezamenlijk doel voor<br />

ogen. We werken met uiteenlopende musici: met<br />

singer-songwriters, elektronische muzikanten<br />

Marco Borggreve<br />

10


André de Ridder over Stargaze – ‘We werken als een band, maar dan in de klassieke muziek’<br />

en hedendaagse componisten. We improviseren<br />

en musiceren zonder partituur, maar bewerken<br />

ook muziek voor speciale concerten. Soms<br />

maken we collectieve arrangementen. Wat dat<br />

betreft werken we als een band, maar dan in de<br />

hedendaagse klassieke muziek. We zijn altijd op<br />

zoek naar nieuwe ideeën, nieuwe projecten, iets<br />

wat alleen mogelijk is dankzij de samenstelling<br />

van de groep en de muzikanten die we ontmoeten.<br />

We hebben zo’n helder inzicht ontwikkeld<br />

van hoe Stargaze zou moeten klinken dat het een<br />

tweede natuur is geworden. Projecten ontstaan<br />

uit collectieve samenwerkingen, wat ongebruikelijk<br />

is voor orkesten. We werken ook met kunstenaars<br />

uit andere disciplines, maar de muziek<br />

blijft het uitgangspunt.’<br />

In maart ging Song of the<br />

Earth in première in de Walt Disney<br />

Concert Hall, toen in samenwerking<br />

met de LA Phil, waarvan Stargaze<br />

het stokje heeft overgenomen.<br />

Het was ook om een andere<br />

reden een speciaal optreden: het<br />

was bijna vijf jaar geleden dat de<br />

Dirty Projectors op een podium<br />

stonden. Speciaal voor het Song of<br />

the Earth-project keerde ook voormalig<br />

bandlid Olga Bell terug in de<br />

David Longstreths<br />

Song of the Earth<br />

wordt uitgevoerd<br />

door Stargaze<br />

en Dirty Projectors,<br />

op woensdag<br />

18 september om<br />

20.30 uur. Info<br />

en kaarten:<br />

<strong>muziekgebouw</strong>.nl<br />

band, die sinds de oprichting in 2002 vaak van<br />

bezetting is gewisseld, met David Longstreth als<br />

de enige constante factor.<br />

In een interview op de avond van het concert<br />

vertelde Longstreth aan website Flaunt waarom<br />

hij heeft gekozen voor de liederencyclus uit<br />

1908 als inspiratiebron, waarin net als in zijn<br />

samenwerking met Björk de cyclische aard van<br />

het leven centraal staat, en waarin zowel vreugde<br />

en verdriet als vergankelijkheid worden bezongen.<br />

Longstreth stelt in het interview dat Song of<br />

the Earth het geluid verkent ‘door de lens van het<br />

antropoceen’, verwijzend naar de term voor het<br />

tijdperk waarin het aardse klimaat en de atmosfeer<br />

de gevolgen ondervinden van menselijke<br />

activiteiten. Zijn fascinatie voor het werk van<br />

Mahler, vertelt hij, begon bij het<br />

meest voor de hand liggende: de<br />

titel. ‘In het begin hield ik gewoon<br />

van die titel. Ik stelde me er een<br />

lied bij voor dat zo groot is dat het<br />

op de een of andere manier de hele<br />

aarde zou kunnen omvatten – de<br />

natuur, de wildernis, de menselijke<br />

ervaring. En in zekere zin probeert<br />

het stuk van Mahler inderdaad<br />

precies dat te doen. Het is een 65<br />

minuten durende liedcyclus voor<br />

een enorm 105-koppig orkest en twee zangers.<br />

Maar op een andere manier wijst het libretto dat<br />

het gebruikt – vertalingen van Chinese gedichten<br />

uit de Tang-dynastie – juist in een heel andere<br />

richting. <strong>De</strong> tekst bestaat uit zeer gedetailleerde<br />

beschrijvingen van kleine, specifieke situaties,<br />

doordrenkt van een gevoel van de vergankelijkheid<br />

van alles. Dus ik raakte geobsedeerd door<br />

deze prachtige ironie: proberen universaliteit te<br />

vinden in het kleine en het onwaarschijnlijke.’<br />

Longstreth vertelde ook over de ontstaansgeschiedenis<br />

van het werk: ‘<strong>De</strong> eerste versie schreef<br />

ik voor het ensemble Stargaze, van mijn Duitse<br />

vriend André de Ridder. We hadden het er al<br />

jaren over dat ik een stuk voor ze zou schrijven.<br />

En uiteindelijk, tijdens de pandemie, hebben we<br />

het gedaan. <strong>De</strong> eerste versie was voor Stargaze<br />

geschreven: vijf strijkers, drie houtblazers, hoorn<br />

en trombone, twee percussionisten en piano. Ik<br />

schreef het heel snel, in ongeveer een maand,<br />

omdat mijn dochter net geboren was. <strong>De</strong> afgelopen<br />

jaren heb ik het herschreven en omgezet<br />

naar het uiteindelijke werk dat het is geworden.<br />

Die eerste versie had ik zelfs zó snel geschreven<br />

dat ik zelf geen idee had wat het eigenlijk was.<br />

Ik wist alleen dat het me had verrast, en me had<br />

verward op een manier die me beviel.’ <br />

DE GROENE AMSTERDAMMER 5.9.<strong>2024</strong><br />

11


5.9.<strong>2024</strong><br />

DE GROENE AMSTERDAMMER<br />

Animistic Beliefs Thuc Tinh<br />

Muziek opnieuw<br />

leren kennen<br />

In Thuc Tinh gaan drie performancekunstenaars op zoek<br />

naar hun culturele identiteit. Een verhaal over gedwongen<br />

verplaatsing van (groot)ouders en hoe ze daar zelf nog<br />

elke dag de gevolgen van ondervinden. ‘We willen onze<br />

achtergrond inzetten voor iets dat plezier geeft.’<br />

Daan Stoop<br />

Thuc Tinh<br />

Dammes Kieft<br />

<strong>De</strong> woonkamer van Linh Luu en Mar<br />

Lalihatu (x) in Rotterdam-Noord is<br />

een bonte verzameling van… ja, van wat eigenlijk?<br />

Er hangen posters, planten groeien weelderig,<br />

een kat klimt rond, en er zijn verschillende<br />

miniatuur-actiefiguren te vinden. <strong>De</strong> stapelhoge,<br />

modulaire synthesizers en drumcomputers<br />

maken duidelijk dat de twee artiesten zijn, zeg<br />

maar gerust muzieknerds. Een paar dingen vallen<br />

extra op. Ze hinten op hun gedeelde Zuid-Aziatische<br />

achtergrond en spelen een rol in hun aanstaande<br />

multidisciplinaire productie Thuc Tinh,<br />

die op 10 januari 2025 in première gaat in het<br />

Muziekgebouw in Amsterdam.<br />

Zo hangt er een metersgrote waaier aan de<br />

muur, die het decor moet gaan vormen van een<br />

schaduwpoppenspel. Ook ligt er een schelp, zo<br />

groot als een voetbal, op een kast, waar Lalihatu<br />

een gat in heeft geboord om er een traditioneel<br />

Moluks instrument, de tahuri, van te maken. En<br />

hangen er geboetseerde maskers, die gebruikt<br />

zullen worden bij een rituele dans.<br />

Luu (32) en Lalihatu (33) maken al sinds 2018<br />

samen cutting edge elektronische muziek onder<br />

de artiestennaam Animistic Beliefs – de naam<br />

verwijst naar het idee dat niet-menselijke entiteiten,<br />

zoals dieren, planten, stenen en natuurlijke<br />

fenomenen zoals donder en rivieren een geest of<br />

ziel hebben. Ze speelden op grote internationale<br />

festivals als Lowlands, Roskilde en MELT, en<br />

veel vaker op avant-garde queerfeesten in donkere<br />

clubs als <strong>De</strong> School of Berghain. Met hun<br />

album MERDEKA (‘vrijheid’ in het Maleisisch)<br />

wonnen ze de 3voor12 Award. <strong>De</strong> vakjury noemde<br />

die plaat een ‘meesterwerk, een album dat niemand<br />

anders had kunnen maken. Een verbreding<br />

en verdieping van de canon. Geen toegankelijk<br />

album, maar wel degelijk bestemd voor vele oren.’<br />

Luu, met blond geverfd haar met roze en<br />

zwarte highlights, en Lalihatu, met een matchend<br />

kleurenpalet, kennen elkaar al sinds hun<br />

middelbareschooltijd en begonnen via modulaire<br />

synthesizeravonden samen muziek te maken.<br />

Terwijl Luu Vietnamese koffie zet, is Lalihatu<br />

bezig met het zoeken naar een geschikt muzieklabel<br />

om hun volgende ambient-album uit te<br />

brengen. Maar daarvoor zijn we hier niet. Samen<br />

met de performance artist en multidisciplinair<br />

kunstenaar Jeisson Drenth (35) – die net op tijd<br />

ontdekt dat er zoutkorrels in het suikerpotje<br />

zitten – ontwikkelden ze hun aanstaande show<br />

Thuc Tinh, wat losjes vertaald zoiets betekent als<br />

‘ontwaken’ of ‘opnieuw leren kennen’.<br />

In die show gaan ze op zoek naar hun Vietnamees-Chinese<br />

(Luu), Molukse (Lalihatu) en<br />

pre-Colombiaanse (Drenth) cultuur die, toen ze<br />

opgroeiden in Nederland, vaak werd miskend of<br />

zelfs actief weggestopt. Die delen van hun identiteit<br />

alsnog omarmen voelt, voor alle drie op<br />

hun eigen manier, als een nieuw begin. ‘Soms<br />

12


schaamden we ons ervoor’, leggen ze uit. ‘Nu zijn<br />

we dat aan het terugwinnen, we zijn trots op wie<br />

we zijn en durven ons meer uit te spreken.’<br />

Thuc Tinh is opgebouwd uit zes scènes en het<br />

is de eerste keer dat Animistic Beliefs hun vaak<br />

energieke elektronische producties aanvullen<br />

met akoestische instrumenten (zoals de tifa, een<br />

drum die ook wel de ‘hartslag van de Molukken’<br />

wordt genoemd). Daarmee bewegen ze weg<br />

van hun vaak compromisloze techno- en electro-clubmuziek<br />

en introduceren ze dramaturgie,<br />

traditionele kostuums, Chinese kalligrafie<br />

en expressieve dans in hun show.<br />

Lalihatu begint Thuc Tinh met het bespelen<br />

van een gong, waarbij hun gaat dansen, al is dat<br />

nog wat ‘eng om het zo te noemen’. Luu doet live<br />

kalligrafie op een grote rol papier die van het<br />

plafond hangt.<br />

Daarna verkent Drenth een pre-Colombiaanse<br />

keramische fluit, een reproductie van een<br />

object uit de Tairona-cultuur (in wat tegenwoordig<br />

de Sierra de Santa Marta is, in de Caribische<br />

kustregio van Colombia). Het instrument,<br />

gevormd naar een vleermuis, heeft slechts één gat<br />

voor variatie in noten. Daarom heeft Drenth het<br />

instrument digitaal gesampled om er live composities<br />

mee te kunnen creëren. Zo, zegt hij, ‘krijgt<br />

dit instrument geen plekje achter een museumvitrine,<br />

maar voegt het iets toe aan een lange<br />

muzikale traditie’. <strong>De</strong>ze nieuwe muziek combineert<br />

hij met zelfgemaakte 3D-werelden, geïnspireerd<br />

op de Colombiaanse Tatacoa-woestijn<br />

en het Amazone-regenwoud – een link naar zijn<br />

verleden en toekomst in Zuid-Amerika.<br />

Vervolgens draagt Luu een gedicht voor,<br />

gestoeld op een dialoog die ze met haar vader<br />

had. Een rustpunt in de show, maar tegelijkertijd<br />

ook een van de kernthema’s: wederzijds onbegrip<br />

en intergenerationeel trauma. ‘<strong>De</strong> tekst is gebaseerd<br />

op een écht gesprek’, zegt Luu, ‘aangevuld<br />

met dingen die ik nog tegen hem wil zeggen. Het<br />

gaat over de manier waarop hij opgroeide en de<br />

kloof die dat heeft geschapen in onze communicatie,<br />

in onze manier van zijn.’<br />

Haar ouders komen uit Zuid-Vietnam en<br />

vluchtten aan het einde van de twintig jaar durende,<br />

gewelddadige Amerikaans-Vietnamese oorlog<br />

via Maleisië naar Nederland. Ze konden moeilijk<br />

praten over hun vlucht, omdat ze vooral bezig<br />

waren met overleven. Je hebt een dak boven je<br />

hoofd, je hebt eten, dus je bent oké, dachten ze.<br />

‘Zelf bezit ik het vocabulaire in het Vietnamees<br />

bijvoorbeeld niet goed genoeg om ze de juiste<br />

vragen te stellen, zij begrepen het ook niet in het<br />

Nederlands.’ Die trauma’s hebben ze, zij het onbesproken,<br />

wel doorgegeven in hun opvoeding, zegt<br />

Luu: ‘Doordat ik in een totaal andere context<br />

opgroeide, zit er veel ruis tussen ons in. Beetje bij<br />

beetje probeer ik het gat te dichten door te praten.<br />

<strong>De</strong>ze specifieke conversatie betekent veel voor<br />

me, omdat hij, mijn vader, ook toenadering zoekt.’<br />

Het slotstuk van hun<br />

show is snoeihard, als een<br />

ontladende douche.<br />

En er mag gedanst worden<br />

Het doet Luu denken aan dichter<br />

en essayist Ocean Vuong, Vietnamees-Amerikaans,<br />

die schrijft dat<br />

hij enorm veel leert op zijn nieuwe<br />

Amerikaanse school, maar met al<br />

die nieuwe kennis ook voelt dat zijn<br />

ouders van hem wegdrijven. Hoe<br />

meer afstand er ontstaat tussen hun kijk op de<br />

wereld en hoe pijnlijk die ontwikkeling kan voelen<br />

omdat hij onomkeerbaar is.<br />

Als haar vader komt kijken, in januari, gaat<br />

hij het gesprek horen. En uitgebeeld zien, door<br />

een abstract Vietnamees schaduwpoppenspel.<br />

Is dat spannend? ‘Ja’, zegt Luu. ‘Het rare is ook<br />

dat ik bij mezelf denk: waarom vertel ik het hem<br />

niet gewoon? Tegelijkertijd weet ik; deze vorm<br />

maakt het makkelijker.’<br />

Drenth herkent zich in het verhaal en knikt<br />

instemmend, hoewel zijn achtergrond heel anders<br />

is: hij werd geadopteerd uit Colombia. ‘Het is<br />

onvermijdelijk’, zegt Drenth, ‘dat mensen die een<br />

kind adopteren zich maar een zeer beperkte voorstelling<br />

kunnen maken van hoe moeilijk het is om<br />

te aarden en te hechten als ontheemd persoon van<br />

kleur in een witte samenleving.<br />

Sommigen zullen zeggen dat ik werd gered,<br />

anderen dat ik uit mijn omgeving ben weggerukt,<br />

dat ik met macht werd geassimileerd,’ deelde<br />

hij al eens eerder in een gedicht, als onderdeel<br />

van een andere kunstinstallatie. Dit soort<br />

vraagstukken met zijn ouders delen, was ook<br />

voor hem lastig. Het creatieve werk geeft Drenth<br />

de ruimte om ‘precies dit soort zaken uit te pluizen,<br />

te laten ademen en vooral ook met anderen<br />

te verbinden door het maken van dit soort<br />

verhalen’.<br />

Lalihatu’s opa werd vanuit de Molukken als<br />

soldaat met zijn gezin ‘tijdelijk’ naar Nederland<br />

gehaald, zodat hij niet kon meevechten voor de<br />

onafhankelijkheid van de Molukken. Bij aankomst<br />

werd hij in voormalige Duitse concentratiekampen<br />

geplaatst, kreeg hij geen paspoort en<br />

was werken hem verboden. Aanvankelijk werd<br />

het zelfs niet nodig geacht dat zijn kinderen deelnamen<br />

aan het Nederlandse schoolsysteem. Zo<br />

werd het hem vrijwel onmogelijk gemaakt om te<br />

integreren in de Nederlandse samenleving, terwijl<br />

terugkeren naar huis ook geen optie was.<br />

Het gevoel van ‘anders’ zijn, ervaart Lalihatu zelf<br />

ook nog steeds.<br />

In het Balinese dorp Budakeling zag die<br />

eens een heel dorp dat samen een mythologisch<br />

Thuc Tinh van<br />

Animistic Beliefs en<br />

Jeisson Drenth gaat<br />

op 10 januari 2025<br />

in première tijdens<br />

FIBER x The Rest is<br />

Noise. Info en kaarten:<br />

<strong>muziekgebouw</strong>.nl<br />

theaterstuk opvoerde. ‘Iedereen die<br />

daar woonde was óf toeschouwer, óf<br />

werkte mee, en je moest achter de<br />

verteller aan lopen om het stuk te<br />

volgen. Door tempels, velden, met<br />

fakkels. Supervet!’ Dat immersieve,<br />

dat zou hen ook wel willen: ‘Ik zie<br />

het al helemaal voor me, dat wij op ons vijftigste<br />

ook zo’n klucht uitvoeren.’<br />

Luu, Lalihatu en Drenth delen alle drie iets dat<br />

moeilijk onder woorden te brengen is. Noem het<br />

een tweestrijd of intern conflict: het gevoel op te<br />

groeien in de ene wereld, waarin je van kinds af<br />

aan signalen krijgt dat het eigenlijk toch niet je<br />

echte thuis is. <strong>De</strong> gebroken relatie met je eigen<br />

cultuur- en familiegeschiedenis. En de uitdaging<br />

om tussen die twee tektonische platen je<br />

eigen riviertje te laten stromen. <strong>De</strong> drang te voelen<br />

te moeten kiezen, terwijl dat misschien helemaal<br />

niet hoeft.<br />

Voor alle drie geldt: hun werk helpt het te verwerken.<br />

Dit zelfonderzoek brengt ze verder. Het<br />

doel van deze show is, zeggen ze, ‘eindelijk eens<br />

ruimte innemen in een nogal wit evenement.<br />

Om iets te doen voor personen van kleur. Om een<br />

moment van herkenning te creëren.’<br />

Thuc Tinh is in die zin een zoektocht naar<br />

identiteit, een dynamische en gelaagde show<br />

waarbij drie individuen met een messcherp<br />

gevoel voor wat artistiek is een plek krijgen<br />

om zichzelf te ontdekken. Het Muziekgebouw<br />

Productiehuis biedt de tijd en ruimte om na te<br />

denken over welk verhaal zij willen vertellen<br />

en over welke verhalen zij vinden ontbreken<br />

in het culturele landschap. Een verhaal over<br />

gedwongen verplaatsing van je ouders of grootouders,<br />

en hoe je daar zelf nog elke dag de gevolgen<br />

van ondervindt. Wat ze er ook mee willen<br />

bereiken: ‘Onze achtergrond inzetten voor iets<br />

dat plezier geeft, in plaats van de kritische en<br />

negatieve elementen die vaak bij deze thema’s<br />

komen kijken.’<br />

Het zijn artiesten met een diep-emotionele<br />

en gelaagde boodschap, over bi-culturaliteit en<br />

kolonialisme, trots en pijn, die ze bewust niet<br />

simpeler willen maken dan deze is. Ze nemen<br />

hun eigen trauma’s en generatieverschillen met<br />

hun ouders als uitgangspunt en nemen daarmee<br />

bewust ruimte in zonder dwingend te zijn. Dit<br />

is niet abstract, niet afgesloten, willen ze zeggen,<br />

maar wordt nog gebruikt. Geen reproductie,<br />

maar een nieuw narratief. Geen passieve geschiedenis,<br />

maar actieve.<br />

<strong>De</strong> show eindigt zoals de makers zelf: punky,<br />

met een snoeihard slotstuk, bedoeld als een<br />

soort ontladende douche om de nieuw opgedane<br />

inzichten even te laten landen. Waar gedanst<br />

mag worden, graag zelfs. Om dingen van je af<br />

te schudden. Misschien wel met in de ooghoek<br />

een traan. <br />

DE GROENE AMSTERDAMMER 5.9.<strong>2024</strong><br />

13


Kaija Saariaho HUSH<br />

Grote kunst<br />

is toverij<br />

<strong>De</strong> Finse Kaija Saariaho componeerde<br />

HUSH in haar sterfjaar 2023, een<br />

verslag van de naderende dood. Haar<br />

muziek is onsterfelijk, haar spiegel is<br />

de jouwe. Luister maar: alles ligt open.<br />

Bas van Putten<br />

5.9.<strong>2024</strong><br />

DE GROENE AMSTERDAMMER<br />

Zinvol, dat Saariaho Festival in het<br />

Muziekgebouw. Omdat de muziek<br />

zo mooi is, dat is één. En omdat het de gelegenheid<br />

geeft om terug te blikken op haar oeuvre<br />

in het perspectief van de tijd. Het is meer dan<br />

musicologische liefhebberij. Bij grote kunstenaars<br />

wil je de balans kunnen opmaken. Grote<br />

kunst is toverij. Je zou willen begrijpen wat<br />

je meezoog.<br />

In Amsterdam klinken werken uit alle perioden<br />

van Saariaho’s leven. Hoogtepunt – omdat<br />

het een verpletterend verpletterd stuk is – is de<br />

zwanenzang die Nederland nog niet live hoorde,<br />

het trompetconcert HUSH uit haar sterfjaar<br />

2023, verslag van de naderende dood. Maar het<br />

onbehagen dat daar panisch escaleert was er bij<br />

Saariaho altijd al. Rondzwervend door het in<br />

angst en klankschoonheid broeiende droomland<br />

van haar oeuvre valt iets op: de stukken zijn<br />

als paragrafen van een odyssee. Er is een onrust<br />

voorbij de schoonheid, een verlangen naar uitzicht,<br />

achtervolgd door iets zwaars waarvoor<br />

geen woorden zijn. Er is geen plot. Misschien<br />

is HUSH de uitleg wel. <strong>De</strong> muziek is onsterfelijk,<br />

de dood is het einde. Het klinkende bestaan<br />

wordt met terugwerkende kracht de uitgecomponeerde<br />

angst voor de dood. Dat tijdige moet<br />

schijnen als een eeuwig licht, dan is het niet voor<br />

niets geweest. <strong>De</strong> muziek beschildert een oneindige<br />

stilte met kleur, beweging en licht.<br />

Saariaho’s titels zijn al zo. Die analyseren<br />

de tone of voice en de lichtval van de kleuren<br />

in de tonen. Changing Light. Laterna Magica.<br />

Notes on Light. From the Grammar of Dreams.<br />

Château de l’âme. Prospero’s Vision. Lumière et<br />

pesanteur. Orion. Ze gaan over haar wortels. Ze<br />

komen in de geest uit een donker Scandinavisch<br />

land waar licht iets bijzonders is en geluid een<br />

breuk met de stilte. Ze zijn geboren in de fantasiewereld<br />

van de dromer. Ze zijn ook misleidend.<br />

Ze suggereren neoklassieke mooidoenerij en<br />

new age, wat de waakzame Saariaho pertinent<br />

niet is. Dit is geen impressionistisch lanterfanten.<br />

Het kan bij haar extatisch uitbarsten, knorrig<br />

piepen en kraken, landerig ontevreden zijn<br />

over de kunstzinnig aangeharkte schoonheid<br />

waar ze tot haar eigen, soms voelbare ergernis<br />

zo goed in is. Gewoon mooi is dood, een lijf zonder<br />

skelet. Zo hoor je haar soms narrig vluchten<br />

voor dat stuk van haar wezen.<br />

Het vreselijke recensentenwoord ongemakkelijk<br />

valt bij Saariaho op zijn plaats. <strong>De</strong> muziek<br />

zoekt, buigt af en wijkt uit, en je voelt waar het<br />

heen wil. Van ver naar verder nergens, naar<br />

nieuwe planeten. Wat komt wil verdwijnen,<br />

wat gaat niet bezwijken. Terra Memoria voor<br />

strijkkwartet uit 2006 steekt murmelend van<br />

wal. Het is een bevalling van droefenis, gedragen<br />

door een wankel leidritme, een weeklagen<br />

van strijkers van smartelijk binnensmonds naar<br />

schurend en schrijnend. Saariaho is altijd ernstig.<br />

Maar nooit troosteloos. Wat haar gidst is<br />

verlangen. Duisternis baart bij haar altijd licht.<br />

<strong>De</strong> muziek wil schijnen, translucent. Licht bogen<br />

(1986) voor negen spelers en live elektronica is<br />

Wat Saariaho gidst<br />

is verlangen.<br />

Duisternis baart<br />

bij haar altijd licht<br />

een akoestische lichtboog. Het wrange Solar<br />

(1993) voor ensemble en elektronica had niet<br />

misstaan als soundtrack bij de bitterste momenten<br />

van het meesterwerk Interstellar. Het licht<br />

doet pijn aan de ogen.<br />

En dan hapert het lijf, terwijl de geest indringender<br />

dan ooit blijft spoken. Het is te laat, en<br />

toch moet alles over. Saariaho’s zwanenzang<br />

HUSH begint als muziek die het wiel opnieuw<br />

moet uitvinden. Het leidt zichzelf in als een<br />

voor geborchte, een uitgecomponeerde drift op<br />

zoek naar de vuurstenen, gierend en glijdend en<br />

schurend maar niet van zijn plaats komend. Het<br />

verbreedt zich tot macaber continuüm uit één<br />

briljant blinkende totaalklank met de solist als<br />

een soms lallende, jazzende waard aan een fictieve<br />

bar, een macho Sirene voor een komische<br />

Odysseus. <strong>De</strong> trompet staat voor het leven met<br />

de taaiheid van de maakster, de onbreekbare<br />

tegenkracht. Brave, strong, powerful, energetic<br />

moet hij spelen, schrijft Saariaho voor. Dan<br />

stampt de dood binnen. In het tweede deel<br />

Dream of falling komt het noodlot met traag<br />

vallende, zwalkende lijnen van de trompet,<br />

schreeuwend verzuipend in een halo van meehuilende<br />

strijkers. <strong>De</strong>el drie, What ails you?, is<br />

snoeihard docudrama. <strong>De</strong> trompet brult, het<br />

orkest stampt met het monotone ritme van de<br />

mri-machines die de zieke componiste scanden.<br />

In de cadens furioso geschreeuw door de<br />

solist, met ‘quick alterations of playing and<br />

shouting’ in een geregisseerde uitbarsting van<br />

wanhoop en woede, gevolgd door een afgrondelijke<br />

generale pauze; daarna terug naar dat<br />

monotoon doordreunende orkest, een ontmantelde<br />

Sacre. <strong>De</strong> solist lijkt te stikken. Ergens een<br />

doodsratel. Het orkest bloedt uit apocalyptische<br />

wonden. Weer menselijk gekreun en hallucinatoire<br />

lyriek, dubbelhoren als dubbelzien. Dan,<br />

boven de laatste maten, de catharsis in de woorden<br />

‘bless, Ink the silence’, gezongen en gespeeld<br />

door violen en celli. <strong>De</strong> klank verduistert, over<br />

de hoogte valt een schaduw.<br />

Weg. Alles. ‘When the movement stops’, schrijft<br />

Saariaho in haar toelichting op de partituur,<br />

‘we understand that it was the landscape that<br />

was moving and not the traveller, and we peek<br />

beyond the façade of illusions, into a silence that<br />

we have loaded with memories.’ Wat staat daar<br />

drukkend veel. Dat de reiziger dus helemaal niet<br />

reisde maar vanaf een vast punt iets veel groters<br />

zag bewegen. <strong>De</strong> odyssee was illusie, het zoeken<br />

passief kijken naar bewegend beeld. Het is meer<br />

dan de romantische berusting van het einde. Het<br />

spreekt haast mea culpa een weemoedig vonnis<br />

uit over een oeuvre.<br />

Ik was dus helemaal geen astronaut, zegt<br />

Saariaho, ik keek vanaf de aarde naar de sterren.<br />

Ik zocht niet. Het klonk misschien zo. Maar ik zat<br />

en aanschouwde iets waarvan ik niet meer dan<br />

een werktuig was. Ik verzamelde herinneringen<br />

en vertaalde in klank wat ik zag, licht en donker.<br />

Meer catharsis kan een afscheid in muziek<br />

niet zijn. HUSH is een hard, bitter stuk van<br />

een ten dode opgeschreven eerlijkheid. En<br />

14


Saariaho’s muziek buigt af, wijkt<br />

uit, je voelt waar het heen wil:<br />

van ver naar nieuwe planeten.<br />

Christophe Abramowitz<br />

menselijk, en lief in de goede, grootse betekenis<br />

des woords. Onder de slotmaat staat ‘dank<br />

je Anssi’. Anssi is de net als Saariaho naar Parijs<br />

verkaste Finse cellist Anssi Karttunen, die<br />

voor de zieke componiste de muziek van Hush<br />

opschreef als Saariaho daar niet toe in staat was.<br />

Ze waren nauw verbonden. Voor hem schreef ze<br />

in 2006 het vijfdelige celloconcert<br />

Notes on Light. Dat gaat over licht,<br />

je kon erop wachten. Klinkend en<br />

verduisterd licht, zeggen de titels.<br />

Translucent, secret, On Fire, Eclipse,<br />

Heart of Light. Het is mooi. En<br />

het past in de tijd.<br />

Veel moderne muziek is vloeibaar,<br />

taalloos vol als de droom, een<br />

gonzende totaliteit van akoestische<br />

HUSH, het openingsconcert<br />

van het<br />

Saariaho Festival,<br />

vindt plaats<br />

op 13 maart 2025<br />

om 20.15 uur.<br />

Info en tickets:<br />

<strong>muziekgebouw</strong>.nl<br />

impulsen, metafoor van de caleidoscopische<br />

werkelijkheid, gereinigd tot stroom van bewustzijn<br />

en gestroomlijnd tot kunstwerk. <strong>De</strong> muziek<br />

van de tijd is de rivier van de geschiedenis. Daar<br />

kijkt Saariaho naar. Vanaf de wal, ontdekte<br />

ze. Anders zag je het stromen niet. Er moest<br />

afstand zijn.<br />

Zo hoor je de muziek van Kaija<br />

Saariaho, nu ze dood is. Ze representeerde<br />

de tijd. Ze zocht nabijheid<br />

en vond afstand. Ze kwam<br />

uit Finland en ging naar Parijs,<br />

kort door de bocht van stilte naar<br />

chaos, van natuur naar esthetica.<br />

En ze verzoende beide, wat ook<br />

een verdienste is, want kunst is<br />

gedramatiseerde reflectie op de mens en zijn<br />

wereld. Die synthese vond ze.<br />

Graal théâtre voor viool en orkest (1994),<br />

openingsstuk van het Saariaho Festival, is een<br />

van de stukken die haar terecht beroemd maakten.<br />

Er is beweging, er is spanning, maar die<br />

voelt zich vrij ad libitum links- of rechtsaf te<br />

slaan. Er zijn geen dwingende verplichtingen.<br />

<strong>De</strong> vioolsolo is meteen ornamentaal. Hij hoeft<br />

nergens heen. Hij dwaalt. Het orkest dwaalt<br />

mee met belletjestover en paukengespook. Er<br />

is drama. Er zijn vulkaanuitbarstingen. Maar<br />

wat blijft is de beeldenstroom, een overtrekkend<br />

wolkendek, door een uitverkorene gezien<br />

en vastgelegd. Het trekt voorbij als landschappen<br />

vanuit de auto. <strong>De</strong> vraag wie daar precies<br />

beweegt ten opzichte van wat is even actueel<br />

als in de toelichting op HUSH. <strong>De</strong> vaart van<br />

het tweede deel is tijdelijk. Het knalt, het escaleert.<br />

Maar het omniversum blijft overeind als<br />

een onverwoestbare bunker.<br />

Hoe moeilijk, zei Couperus, over je eigen tijd<br />

te oordelen. Maar dit is hem. Tijd van kijken, tijd<br />

van zwerven. Er is geen heilig doel, en God is<br />

er alleen voor anderen. <strong>De</strong> zuilen zijn gevallen,<br />

de doctrines opgeheven, alles ligt open, alles is<br />

mogelijk. We zijn nergens meer.<br />

<strong>De</strong> klappen van Beethoven verstoorden een<br />

stilte die hij met muziek nog kon verbreken. Ze<br />

verbeeldden nieuwe wetten, nieuwe orde, nieuwe<br />

hoop, een utopische marsroute. In Stravinsky’s<br />

Sacre du printemps hoor je dat geweld ruim<br />

een eeuw later blijvend actueel zijn. <strong>De</strong> moderne<br />

tijd is nog in aanbouw, het systeem kan nog<br />

kantelen – wat het zou doen, en hoe. Nu is de<br />

wereld zelf de Sacre, genormaliseerde kakofonie<br />

van gewelddadige overvloed, een oorverdovende<br />

werkelijkheid, een kluwen van prikkels waaraan<br />

geen mens ontsnapt. Gemurmel van terrassen,<br />

de ruis van de stad, claxonnerende auto’s, bonkende<br />

trams, gillende gekken, gierende remmen,<br />

hanige vogels, de druk van de smartphone, de<br />

onverstaanbare stem van een beller, het geweld<br />

van dood en verderf, van oorlog en onmenselijkheid,<br />

van klimaatmoord en morele schande, te<br />

veel om aan te pakken, te veel om op te lossen –<br />

en dan de stilte van een binnenplaats, heel even.<br />

Dit is een eindtijd. <strong>De</strong> romantische symfonie<br />

dreef een uur lang naar een hoogtepunt. Er was<br />

nog een weg. <strong>De</strong> vraag is of het apotheotische<br />

nog het verschil kan maken. <strong>De</strong> wereld is groter,<br />

hoger en genadelozer dan de wreedste climax.<br />

Voor een nieuwe Strauss, Mahler of Bruckner is<br />

het misschien wel te laat. Zo kan en wil muziek<br />

de wereld niet meer buigen. Dus vlucht de muze<br />

maar in de magie van de verwondering, in esoterische<br />

capitulatie. Dat hoor je bij Saariaho.<br />

Haar spiegel is de jouwe. Je hoort het klimaat.<br />

<strong>De</strong> mens is het voldongen feit dat in de spiegel<br />

kijkt en vraagt: wie ben ik, waar was ik, wat moet<br />

ik? En er is geen antwoord. <br />

DE GROENE AMSTERDAMMER 5.9.<strong>2024</strong><br />

15


Elena Rykova<br />

‘Als je dit doet,<br />

wat gebeurt<br />

er dan?’<br />

Elena Rykova is een componist die exact weet<br />

wat ze wil horen, en tegelijkertijd de uitvoerder<br />

alle ruimte geeft voor een eigen interpretatie.<br />

Juist die combinatie maakt dat musici uit<br />

alle hoeken van Europa en de Verenigde Staten<br />

graag met haar werken. Jacqueline Oskamp<br />

Elena Rykova tekent haar<br />

partituren met de hand.<br />

Hier een deel van de partituur<br />

van Whispering to the Stars<br />

5.9.<strong>2024</strong><br />

DE GROENE AMSTERDAMMER<br />

Speaking objects animated by a curious<br />

ear and an uncertain eye; the joy of discovery<br />

– the discovery of a joy.<br />

Zo luiden de eerste regels van het poëtische<br />

statement waarmee de Russische componiste<br />

Elena Rykova (33) haar oeuvre introduceert. Wat<br />

een woordspelletje kan lijken is in haar geval de<br />

kern van haar artistieke praktijk: Rykova heeft<br />

een speelse geest en is getalenteerd in verschillende<br />

disciplines. Geluid, beweging, beeld en<br />

tekst – ze staan bij haar in een open verbinding<br />

en vormen samen een rijk universum, waarin ze<br />

de verbeelding de vrije loop laat.<br />

Het plezier waarmee ze onderzoekt en creëert,<br />

verraadt de kunstenaar in Rykova. Of zoals<br />

trompettist Marco Blaauw, die haar opdracht gaf<br />

voor een nieuwe compositie voor zijn ensemble<br />

Monochrome Project, het formuleert: ‘Muziek<br />

ontstaat bij haar vanuit nieuwsgierigheid, vanuit<br />

vragen stellen. Niet: “Ik heb een idee en jullie<br />

moeten precies doen wat ik wil”, maar: “Als je<br />

dit doet, wat gebeurt er dan?’’’<br />

Elena Rykova is een componist die exact<br />

weet wat ze wil horen en tegelijkertijd de uitvoerder<br />

alle ruimte geeft voor een eigen interpretatie.<br />

Juist die combinatie maakt dat musici<br />

uit alle hoeken van Europa en de Verenigde Staten<br />

graag met haar werken. Vanuit haar huidige<br />

woonplaats Lausanne vertelt ze in een Zoom-gesprek<br />

hoe ze die artistieke vrijheid – nu haar<br />

visitekaartje – heeft moeten bevechten. Opvallend<br />

genoeg komt Rykova, die in 1991 werd geboren<br />

in de Russische industriestad Oefa, zo’n 1500<br />

kilometer ten oosten van Moskou, uit een gezin<br />

waarin ‘helemaal niemand’ naar muziek luisterde.<br />

Rykova: ‘Ik heb begrepen dat mijn vader een<br />

goede stem had en dat hij van zingen hield, maar<br />

hij is overleden toen ik vijf jaar was, dus ik heb<br />

daar zelf weinig herinneringen aan. Omdat mijn<br />

vader muzikaal was, wilde mijn moeder graag dat<br />

ik een instrument leerde spelen. <strong>De</strong> eerste jaren op<br />

de muziekschool waren dus een soort eerbetoon<br />

aan mijn vader; tegelijkertijd heeft het Russische<br />

onderwijssysteem veel negatieve kanten en vergt<br />

het nogal wat van kinderen. <strong>De</strong> “gewone” muziekschool<br />

duurt zeven jaar en de meesten raken hun<br />

instrument daarna nooit meer aan.’<br />

Elena Rykova was een begaafd pianiste en op<br />

haar dertiende stroomde ze door naar de ‘bijzondere’<br />

muziekschool, die regulier en muziekonderwijs<br />

combineert en de kinderen klaarstoomt voor<br />

‘Ik ontdekte wat<br />

nieuwe muziek kan<br />

zijn, dat elk geluid<br />

muziek kan worden’<br />

een loopbaan als professioneel musicus. Daar<br />

haalde ze haar diploma ‘uitvoerend musicus’ en<br />

volgde lessen directie en compositie. Toch ervoer<br />

ze de situatie in Oefa als beknellend. Ze werd<br />

gedrild in de Russische pianoschool die precies<br />

voorschreef wat mooi en lelijk is, door een leraar<br />

die haar tot de grond toe afbrak als ze niet speelde<br />

wat hij wilde horen; in een muzikale omgeving<br />

waarin moderne muziek was blijven steken<br />

bij de door de autoriteiten geliefde componist<br />

Rodion Sjtsjedrin (1932), een eigentijdse representant<br />

van de Russische romantische traditie;<br />

en ten slotte had Elena Rykova weinig perspectief<br />

op een carrière als concertpianist, legt ze uit:<br />

‘Oefa is de hoofdstad van Basjkirostan en in die<br />

tijd kreeg de Basjkierse bevolking een voorkeursbehandeling.<br />

Een comité van de school ging elk<br />

jaar de provincie in op zoek naar jong talent. Ik<br />

ben deels van Tataarse afkomst en heb een Russische<br />

naam en voornaam. Mijn toekomst daar<br />

was een baan aan een muziekschool.’<br />

Ze besloot zich aan te melden bij de compositieafdeling<br />

van het conservatorium in Moskou en<br />

wordt leerling van Joeri Kasparov. Rykova: ‘Dat<br />

was een heerlijke tijd, soms hoorde ik zes concerten<br />

per week. Er waren veel ensembles, ook<br />

uit het buitenland. Alles was zo open. Ik ontdekte<br />

wat nieuwe muziek kan zijn, dat elk geluid<br />

muziek kan worden. In Moskou onderging ik een<br />

16


Elena Rykova<br />

explosie van indrukken. We hadden ook een interessant<br />

programma hedendaagse muziek in de<br />

Studio voor Nieuwe Muziek, maar desondanks<br />

worstelde iedereen in Moskou met die Russische<br />

traditie: hoe het materiaal te ontwikkelen, wat<br />

de juiste opvatting is over ritme, wat wel en niet<br />

mag. Ik heb er veel geleerd, maar de context van<br />

het conservatorium bleef benauwend. Ik vormde<br />

met andere componisten een groep waarmee we<br />

vrije improvisatie deden. We verkenden andere<br />

benaderingen van muziek, maar er waren aanvaringen<br />

met sommige leden van de compositieafdeling,<br />

omdat zij onze muziek niet wilden<br />

erkennen. Ik realiseerde me dat als ik mijn diploma<br />

wilde halen ik iets moest componeren toegesneden<br />

op de examens.’<br />

In diezelfde tijd maakt ze het muziektheatrale<br />

werk The Mirror of Galadriel (2012), een experiment<br />

op het kruispunt van beeldende kunst en<br />

geluidskunst. Een man en een vrouw staan tegenover<br />

elkaar aan een tafeltennistafel, terwijl hun<br />

geabstraheerde silhouetten in real time worden<br />

geprojecteerd op de muur achter hen. Beiden<br />

hebben een tiental dennenappels die ze laten<br />

stuiteren, rollen of over het tafelblad schrapen –<br />

geluiden die, net als de ademhaling, versterkt uit<br />

de speakers klinken. <strong>De</strong> interactie tussen de twee<br />

spelers wordt bepaald door een ijzingwekkende<br />

spanning, extreme contrasten en het onvermogen<br />

elkaar te bereiken.<br />

Met The Mirror of Galadriel reist Rykova af naar<br />

Nederland, waar ze deelneemt aan de Internationale<br />

Gaudeamus Muziekweek 2013, een belangrijke<br />

ontmoetingsplaats voor jonge componisten<br />

wereldwijd. Ze is de jongste componist ooit die<br />

de finale van de Muziekweek bereikt, maar voor<br />

haarzelf is het contact met geestverwanten het<br />

belangrijkst: het is de opmaat voor vele trips naar<br />

moderne muziekfestivals in het Westen.<br />

Rykova: ‘Er ging een wereld voor me open toen<br />

ik hoorde hoe buitenlandse componisten over<br />

muziek praatten en wat voor muziek ze maakten.<br />

Ze hoefden niet in gevecht te gaan met hun leraren,<br />

ze hoefden niet hun mening te verdedigen<br />

tegenover een vijandige omgeving, ze konden de<br />

kunst maken waarin zij geloofden. Tegelijkertijd<br />

viel onze groep in Moskou uiteen, want een deel<br />

studeerde af. Ook in politiek opzicht ging het niet<br />

goed in Rusland: protesten werden neergeslagen,<br />

verenigingen werden verboden, waaronder<br />

Platform van de bekende theaterregisseur Kirill<br />

Serebrennikov. Dat was een ongelooflijk<br />

inspirerende plek, met niet<br />

alleen voorstellingen en concerten<br />

maar ook allerlei masterclasses en<br />

educatieve programma’s voor jonge<br />

componisten en kunstenaars.’<br />

In 2015 besluit Rykova Rusland<br />

te verlaten en kiest voor de<br />

Hochschule für Musik und Tanz in<br />

The Monochrome<br />

Project brengt het<br />

nieuwe werk van<br />

Elena Rykova op<br />

4 april 2025, om 20.15<br />

uur. Info en kaarten:<br />

<strong>muziekgebouw</strong>.nl<br />

Keulen, waar ze een jaar studeert bij de Duitse<br />

componist Johannes Schöllhorn. Het is in dat<br />

jaar dat Marco Blaauw, trompettist in het ensemble<br />

Musikfabrik, zijn eerste ervaring met de jonge<br />

Rykova opdoet tijdens een workshop voor compositiestudenten.<br />

‘Ze stak er met kop en schouders<br />

bovenuit’, herinnert hij zich. Keulen is de<br />

springplank voor een steeds verder uitdijend<br />

werkterrein: Rykova krijgt opdrachten in Spanje,<br />

Duitsland, Oostenrijk, Nederland en Engeland,<br />

terwijl ze verhuist naar Boston en aan Harvard<br />

aan haar PhD werkt.<br />

Voordat ze naar de Verenigde Staten verhuist<br />

schrijft ze 101% mind uploading (2015), dat achteraf<br />

een sleutelwerk in haar oeuvre blijkt te zijn.<br />

Voor het eerst sinds ze is geswitcht van piano<br />

naar compositie schrijft ze voor ‘haar’ instrument,<br />

de piano, haar oude liefde. Rykova: ‘Ik was<br />

opgeleid tot concertpianist, ik speelde Prokofjev,<br />

Sjostakovitsj, het grote Romantische repertoire.<br />

Het was een groot trauma voor mij om niet meer<br />

te spelen, want ik was gewend om<br />

acht tot tien uur per dag te studeren.<br />

Dat kon niet meer omdat ik zo veel<br />

andere dingen te doen had en daardoor<br />

ging mijn niveau snel omlaag.<br />

Ik moest er gewoon mee stoppen.’<br />

In de toelichting op 101% mind<br />

uploading memoreert Rykova dat<br />

DE GROENE AMSTERDAMMER 5.9.<strong>2024</strong><br />

17


5.9.<strong>2024</strong><br />

DE GROENE AMSTERDAMMER<br />

de piano voor haar verbonden is met fysieke pijn<br />

(overbelaste spieren) en mentale pijn (veroorzaakt<br />

door een ‘incompetente Russische docent<br />

die me jarenlang uitschold en vernederde’). Maar<br />

de piano is ook symbool van haar wedergeboorte:<br />

haar laatste pianoleraar Lev Frank leerde haar<br />

‘hoe mijn handen te genezen, hoe te luisteren naar<br />

de resonantie van de geluiden, hoe kracht te vinden<br />

in de muziek zelf en hoe zelfs de meest krakkemikkige<br />

tingeltangel kan stralen en bloeien als<br />

ík het wil’. Ze noemt het ‘de kracht van de intentie’:<br />

je innerlijk een voorstelling maken van de klank,<br />

dat wat voorafgaat aan wat er in de realiteit klinkt.<br />

In 101% mind uploading duiken drie musici,<br />

gekleed als artsen in de operatiekamer, in het<br />

binnenste van de vleugel. <strong>De</strong> snaren zijn geprepareerd<br />

met kleine magneten en de musici gaan<br />

met elektrische strijkstokken, pianosnaren en<br />

(slagwerk)stokken op zoek naar ‘Het Geluid’.<br />

Met chirurgische precisie onderzoeken ze het<br />

instrument: een rauw spectrum van aan snaar,<br />

hout en metaal onttrokken klanken. En zo valt in<br />

dit stuk alles samen: Rykova’s verleden als concertpianist,<br />

haar preoccupatie met klank, en een<br />

nauwgezette choreografie die ze met de levendigheid<br />

van een stripverhaal heeft vastgelegd in een<br />

grafische partituur – dit alles resulterend in een<br />

theatrale performance.<br />

Vanaf dit moment tekent Rykova haar partituren<br />

met de hand. Niet alleen heeft ze meer<br />

en andere symbolen nodig dan het traditionele<br />

notenschrift, in toenemende mate gaat ze de<br />

partituur zien als een intermediair om de musici<br />

te inspireren. Zoals ze in een recent interview<br />

zei: ‘Een partituur is niet louter een functioneel<br />

object, ik wil dat mijn partituren de essentie van<br />

een stuk, zijn sfeer en karakter communiceren.<br />

Aangezien elk muziekstuk anders is, zien mijn<br />

partituren er ook heel verschillend uit.’<br />

Met deze levendige klankscenario’s zijn diverse<br />

exposities ingericht, zoals bijvoorbeeld in<br />

2022 gedurende het Festival de Cordes sur Ciel<br />

in Zuid-Frankrijk, waar het lokale museum voor<br />

moderne en hedendaagse kunst haar partituren<br />

tentoonstelde. ‘<strong>De</strong> mensen die naar het concert<br />

kwamen, konden overdag de grafische partituren<br />

bekijken. Tijdens het concert wil ik geen<br />

beeld projecteren, omdat onze visuele perceptie<br />

zo dominant is. Ik wil de aandacht van het<br />

publiek naar de muziek leiden.’<br />

Voor bijna elke nieuwe compositie gaat Rykova<br />

samen met de musici op ontdekkingstocht.<br />

Op een YouTube-filmpje is te zien hoe ze met de<br />

Spaanse pianist Ricardo <strong>De</strong>scalzo de binnenkant<br />

van zijn vleugel aftast op zoek naar interessante<br />

geluiden, research voor het pianostuk Cositas<br />

Diminutas (2017). Als het even kan haalt ze<br />

het betreffende instrument in huis om het zich<br />

eigen te maken. ‘In het geval van hout- en koperblazers<br />

is dat lastig,’ geeft ze toe. ‘Ik heb bij vrienden<br />

wel masterclasses fluit en klarinet gedaan,<br />

maar het kost zoveel tijd voordat je een behoorlijke<br />

toon kunt produceren – dat vergt nu eenmaal<br />

een jarenlange training van de lipspieren –<br />

dat ik in die gevallen op de musici af ga.’<br />

Elena Rykova – ‘Ik heb geëxperimenteerd met beweging’<br />

‘Elk mens bestaat uit<br />

verschillende persona<br />

die soms tegengestelde<br />

dingen willen’<br />

Trompettist Marco Blaauw, die een paar stukken<br />

van Elena Rykova heeft gespeeld, vindt haar<br />

manier van werken en noteren heel stimulerend.<br />

‘Ze schreef in 2022 Whispering to the Stars voor<br />

trio – trompet, hoorn, tuba en elektronica – dat<br />

deels streng is genoteerd, deels intuïtief met grafische<br />

lijnen. Die lijnen waren voor ons duidelijk.<br />

Het was heel bevrijdend om een grafisch beeld te<br />

krijgen waarin je zelf mag bewegen. Je bent niet<br />

uren bezig met toonhoogtes te oefenen, maar je<br />

richt je op het maken van bewegingen.’<br />

Een buitenmuzikale leidraad vormt de psychologische<br />

methode Internal Family Systems (ifs),<br />

waarbij de geest wordt opgevat als een meervoudige<br />

persoonlijkheid. Rykova: ‘Elk mens bestaat<br />

uit verschillende persona die soms tegengestelde<br />

dingen willen. Er kunnen conflicten ontstaan<br />

tussen die verschillende stemmen, soms clashen<br />

ze en ervaren we een gevoel van besluiteloosheid<br />

– een situatie die heel menselijk is. Je kunt ook de<br />

vergelijking maken met een kristal met verschillende<br />

facetten. Steeds als je de steen een beetje<br />

draait zie je een ander perspectief en daar doorheen<br />

zie je weer een ander facet. Het voelt natuurlijk<br />

om op die manier naar een ander persoon te<br />

kijken. En dat helpt mij om iemand te begrijpen<br />

en niet te reduceren tot “goed” of “slecht”. Vanuit<br />

muzikaal opzicht is ifs een andere manier<br />

om polyfonie en contrapunt te onderzoeken. Dat<br />

speelt zich niet alleen af tussen de instrumenten,<br />

maar ook binnen één instrument. Je kunt altijd<br />

op één aspect inzoomen en dat uitvergroten.<br />

Het is een methode die zich goed leent voor een<br />

ensemble dat uit identieke instrumenten bestaat,<br />

Miri Davidovitz<br />

zoals het Oefa Sextet (vernoemd naar Rykova’s<br />

geboorteplaats) dat in 2021 Asymptotic Freedom<br />

voor zes elektrische gitaren uitvoerde. Toen het<br />

concertleven stillag vanwege de covidpandemie<br />

werkte Rykova een vol jaar aan dit een uur durende<br />

stuk, waardoor ze nog meer dan anders de<br />

diepte in kon gaan. Thuis dook ze in de klankwereld<br />

van een met elastiekjes geprepareerde elektrische<br />

gitaar, terwijl ze via Zoom contact hield<br />

met de musici.<br />

Ook bij de opdracht voor het uit acht trompetten<br />

bestaande Monochrome Project van Marco<br />

Blaauw zal Rykova de ifs-methode gebruiken.<br />

Een andere referentie is de compositie Thousand<br />

Splinters of a Human Eye die ze in 2017 schreef<br />

voor het Nederlandse rietkwintet Calefax plus<br />

vocaal ensemble. Het is een theatraal werk waarin<br />

de nodige humoristische elementen zijn verwerkt:<br />

een ‘bevroren’ en mooi uitgelicht toneelbeeld<br />

wordt verstoord door een fietser die<br />

laconiek het podium op rijdt.<br />

Rykova: ‘Ik heb toen veel geëxperimenteerd<br />

met beweging op het podium. Ik wil nu terug<br />

naar dat stuk en de theatraliteit van de trompet<br />

in de ruimte exploreren. Het wordt een choreografie<br />

voor trompetten – zowel visueel als<br />

akoestisch, want het is spannend om het geluid<br />

steeds in verschillende richtingen te projecteren.<br />

In workshops met de musici ga ik uitproberen<br />

hoe het klinkt als ze dicht bij elkaar staan en<br />

hoe het geluid verandert als er een grote afstand<br />

ontstaat. Er wordt tegenwoordig veel gesproken<br />

over nieuwe opstellingen in de concertzaal, toch<br />

blijft het uitgangspunt dat wij als publiek zitten<br />

en dat het geluid naar ons toe komt onveranderd.<br />

Vaak is het lastig voor musici om met instrument<br />

en partituur te bewegen, maar trompettisten<br />

zijn mobiel. Misschien doen we het stuk wel in<br />

de foyer van het Muziekgebouw zodat de musici<br />

vlak bij de luisteraars kunnen komen.’<br />

Recentelijk is Elena Rykova van Boston naar<br />

Lausanne verhuisd. Ze vindt het fijn om terug te<br />

zijn in Europa (‘Hier voel ik me thuis’), maar sinds<br />

het begin van de oorlog is ze niet meer in Rusland<br />

geweest. ‘Eerlijk gezegd ben ik bang om daarheen<br />

te gaan. Voor de autoriteiten is het niet moeilijk<br />

om mijn standpunten te achterhalen en van tijd<br />

tot tijd horen we verhalen over de grenspolitie die<br />

paspoorten inneemt of ongeldig maakt. Of erger:<br />

dat iemand wordt vastgezet. Gelukkig kan mijn<br />

familie zich redden. Ik probeer mijn moeder één<br />

keer per jaar een week te zien, op een plek waarvoor<br />

zij geen visum nodig heeft en waar ik zonder<br />

gevaar heen kan reizen. Het is verdrietig om<br />

elkaar zo weinig te zien. Ik ben haar enige kind.<br />

Het eerste en laatste concert in Rusland sinds<br />

mijn verhuizing naar Duitsland was in 2021,<br />

twee maanden voor de oorlog. <strong>De</strong> Aksenov stichting<br />

in Moskou geeft elk jaar onder de titel “Russische<br />

Muziek” opdracht aan een paar componisten.<br />

Het was leuk om vrienden en naaste collega’s<br />

van vroeger terug te zien. Met sommigen heb ik<br />

dagelijks contact per chat – we wonen allemaal<br />

ergens anders en dat project bracht ons weer<br />

even samen.’ <br />

18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!