Werken aan Inclusie - editie 2024/01
Waarom inclusief onderwijs?
Waarom inclusief onderwijs?
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Werken aan
inclusie
hét tijdschrift voor inclusief onderwijs
November 2024, nummer 1
Thema
Waarom
Thema inclusief
Diversiteit onderwijs?
en Inclusie
Achtergrond Praktijk
Het Wijkteam inclusieve op school droombeeld werkt
Buitenland
Wetgeving
Van school naar Lessen duurzaam uit Portugal werk
Regel Juridisch & recht
Wat Handreiking is inclusief OPP onderwijs? vernieuwd
Uit Praktijk de praktijk
Lia’s Thuiszitters eerste wenmoment
AZC: gecompliceerd
Omdat
hij de best opgeleide
begeleider verdient…
Als begeleider helpt u voorkomen dat kinderen buiten de boot vallen
en managet u de onderwijszorg binnen uw school. Dankbaar, maar
verantwoordelijk werk dus, waarin het belangrijk is alle innovatie bij te
houden. Dat stelt hoge eisen aan het verwerven en bijhouden van
uw vakkennis. Hoe vindt u de beste opleiding uit het grote aanbod?
Antwoord: kies een opleiding die is opgenomen in het Register
van het Centrum voor Post-Initieel Onderwijs Nederland. CPION
toetst, registreert en diplomeert het cursusaanbod voor postinitiële
opleidingen. Alleen als deze voldoen aan de strengste
kwaliteitscriteria krijgen ze het predikaat Registeropleiding. Zie het
als een garantie voor de waarde van uw diploma of certificaat. En
voor de best mogelijke onderwijszorg aan kinderen die het nodig
hebben.
…verdienen alle
deelnemers aan
deze opleidingen
een felicitatie:
CPION feliciteert iedereen die zich via
de opleidingen hiernaast (nog beter)
voorbereiden op hun dankbare werk.
Al deze Post-HBO Registeropleidingen zijn
inhoudelijk getoetst op inhoud en niveau
en voldoen aan de strenge kwaliteitseisen van
de Stichting PHBO Nederland.
Bureau Meesterschap, Intern Begeleider
Driestar Hogeschool, Intern Begeleider
ECNO, Intern Begeleider
Marnix Academie,
Intern Begeleider als kwaliteitscoördinator Basis
Onderwijs Maak Je Samen,
Intern begeleider als kwaliteitscoördinator
Bureau Meesterschap,
Van intern begeleider naar kwaliteitscoördinator
Academica University of Applied Sciences,
Kwaliteitscoördinator
Iselinge Hogeschool Intern Begeleider als
kwaliteitscoördinator
Marnix Academie,
Intern begeleider als kwaliteitscoördinator Top
Bureau Meesterschap, Jonge Kind Specialist
Driestar Hogeschool, Jonge Kind Specialist
ECNO, Jonge Kind Specialist
Fontys Hogeschool Kind en Educatie,
Jonge Kind Specialist
Hanzehogeschool Groningen
Jonge Kind Specialist
Hogeschool IPABO, Jonge Kind Specialist
Hogeschool KPZ, Jonge Kind Specialist
Hogeschool Utrecht, Jonge Kind Specialist
Hogeschool de Kempel, Jonge Kind Specialist
Marnix Academie, Jonge Kind Specialist
Onderwijs Maak Je Samen,
Jonge Kind Specialist
Thomas More Hogeschool, Jonge Kind Specialist
ECNO, Basisopleiding Gedragsspecialist
Hogeschool de Kempel,
Basisopleiding Gedragsspecialist
Iselinge Hogeschool, Gedragsspecialist
Marnix Academie, Basisopleiding Gedragsspecialist
Thomas More Hogeschool,
Basisopleiding Gedragsspecialist
Marnix Academie,
Leer- en gedragsspecialist Top-opleiding
Wizz Scholing, Specialist Onderbouw / Jonge Kind
CPION Keurmerk Registeropleidingen
Alleen voor post-initiële opleidingen die er écht toe doen.
2 Werken aan inclusie CPION I nummer Postbus 1 I 701 20243000 AS Rotterdam tel: +31 Werkenaaninclusie.nl (0)10 899 74 30 www.cpion.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Inhoud
Waarom inclusief onderwijs?
Het inclusieve droombeeld
07
Alle kinderen welkom binnen het reguliere onderwijs, waar ze dichtbij
huis samen leren en participeren. Die mooie droom ligt aan de basis
van de ‘Werkagenda Route naar Inclusief onderwijs 2035’. Hoe realistisch
is het? Waar staan we nu en wat staat ons te doen? Over de
routekaart en de stappen die jij kunt zetten om de droom te helpen
verwezenlijken.
De kracht van de context
Ieder kind verdient het om anders te mogen en kunnen zijn, vindt
samenwerkingsverband PO Zuidoost-Utrecht. Een sterke basis op de
reguliere scholen én lokale samenwerking zijn wat hen betreft belangrijke
sleutels naar inclusief onderwijs. Hoe krijgt dat concreet vorm?
Een kijkje achter de schermen.
26
Victor gaat naar (een gewone) school
44
Voor JaapJan Boer en zijn vrouw was het duidelijk: hun zoon
Victor zou gewoon starten op dezelfde school als zijn broer en
zussen. Ook al heeft hij het syndroom van down. In een drieluik
neemt deze vader ons mee in wat hem raakt en bezighoudt op
de weg naar inclusief onderwijs. Deel 1: over de start van Victors
leven en de bewuste keuze voor de school om de hoek.
& verder... 04 Nieuws 10 Ontmoeting en verbinding in Zwolse wijken 13 Themacolumn
14 Waarom inclusief onderwijs? 17 Regel & recht 20 Redactioneel 23 Blik vanuit de leerling
24 In de klas 28 Infographic 31 In het buitenland 34 Aan de slag 37 Column ONSvw
38 Boeken en meer 40 Effecten van zittenblijven
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
3
Voorwoord
Nieuws
Het gaat om
het nawoord
Als we nadenken over inclusief onderwijs dan gaat
het over veel. Over de verbinding tussen onderwijs en
jeugdhulp, over allerlei inspiratie ver bij ons vandaan
en over tal van zaken die geregeld moeten worden
om inclusief onderwijs mogelijk te maken. Dat het
nodig is, blijkt wel uit de uitspraak van het mensenrechtencomité
van de Verenigde Naties: Nederland
moet meer haast maken met het bereiken van inclusief
onderwijs. Onze kinderen én onze samenleving
verdienen het dat we hier met elkaar de komende
jaren flink op inzetten.
Dit gloednieuwe magazine Werken aan Inclusie wil
deze ontwikkeling ondersteunen. Fijn dat jij de eerste
editie in handen hebt, van harte welkom! In dit blad
vind je voorbeelden, inzichten en goede praktijken.
We hopen dat het je inspireert en verder brengt op
de weg naar inclusie in jouw (school)praktijk.
Laten we echter één ding niet vergeten. Bij inclusief
onderwijs gaat het allereerst om het ‘nawoord’: het
gaat over gewoon heel goed onderwijs.
Bert Wienen
Gasthoofdredacteur
Ouders worden moedeloos
van leerlingenvervoer
In 2022 voerde Ouders & Onderwijs voor het eerst
een onderzoek uit over het leerlingenvervoer.
De conclusies waren niet zo positief. Een nieuw
onderzoek van het Landelijk Ouderpanel onder
227 ouders laat zien dat de situatie twee jaar
later nog niet verbeterd is.
Hoe tevreden
ouders zijn
over het leerlingenvervoer,
wisselt sterk.
Sommige
ouders zijn erg
tevreden, anderen
totaal niet. Ouders zijn voornamelijk ontevreden
over de reistijd; ongeveer tachtig procent van
de leerlingen die leerlingenvervoer nodig hebben,
zijn op een schooldag een uur of meer onderweg.
Dit wordt als erg vermoeiend ervaren. Ouders zijn
ook ontevreden over de wisseling van chauffeurs
en over het feit dat vervoer vaak te laat of te vroeg
komt. Hierdoor komen leerlingen te laat op school.
Soms worden ze ook helemaal niet opgehaald.
Een vaste chauffeur en een goede sfeer zorgen er
aan de andere kant voor dat ouders tevredener zijn
en minder moeite hebben met een lange reistijd.
67,4% van de respondenten geeft aan wel eens een
klacht ingediend te hebben over het leerlingenvervoer.
Een aanzienlijk deel hiervan heeft klachten
ingediend bij meerdere partijen, zoals de gemeente
en de vervoerder. Ouders zeggen dat het frustrerend
is om een klacht in te dienen: ze weten niet wat
ermee gedaan wordt of het lost het probleem niet
op. Wanneer ouders de huidige situatie vergelijken
met die van twee jaar geleden, geeft 35,2 procent
aan dat het leerlingenvervoer slechter is geworden.
Het maakt leerlingenvervoer iets om moedeloos
van te worden.
4
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Bron Ouders & Onderwijs
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Praktijkonderwijs:
een golf van positiviteit
Op 11 september sprak de vaste Kamercommissie OCW over het praktijkonderwijs. De Kamerleden en de
staatssecretaris waren vooral positief over het praktijkonderwijs en de belangrijke bijdrage die leerlingen
vanuit het praktijkonderwijs aan de maatschappij bieden. Ook gaven Kamerleden aan dat praktijkonderwijs
een volwaardige onderwijssoort moet worden.
De financiering en toelating tot het praktijkonderwijs gaat nu via het
samenwerkingsverband. Leerlingen hebben een toelaatbaarheidsverklaring
(TLV) nodig. De staatssecretaris werd gevraagd of zij
deze route kan afschaffen. Daar reageerde de staatssecretaris
terughoudend op.
Ook zien Kamerleden problemen in het basisschooladvies
en de doorstroomtoets. Leerlingen binnen het praktijkonderwijs
doen vaak niet mee aan de doorstroomtoets
omdat zij onder de uitzonderingscriteria vallen. Ook is
er geen enkelvoudig advies praktijkonderwijs mogelijk.
De staatssecretaris heeft toegezegd te onderzoeken
of de doorstroomtoets beter geschikt gemaakt kan
worden voor deze leerlingen en of een enkelvoudig
advies mogelijk is.
Een ander punt waar Kamerleden aandacht voor
vroegen, is de termijn van één jaar voor nazorg na het
praktijkonderwijs. Zij zouden graag zien dat deze wordt
uitgebreid naar twee jaar. De staatssecretaris heeft toegezegd
hier in het wetsvoorstel ‘Van school naar duurzaam
werk naar te kijken’.
Er zijn drie moties aangenomen:
• een verkenning naar afschaffing van de toelaatbaarheidsverklaring.
De motie is ingediend door GroenLinks-PvdA, D66 en BBB en is Kamerbreed
aangenomen.
• een ‘praktijkonderwijscheck’ bij nieuwe onderwijswet- en regelgeving. De motie is ingediend door
GroenLinks-PvdA, D66 en BBB en is met brede steun van de Tweede Kamer aangenomen.
• een pilot met gecombineerde pro-vmbo-klassen openstellen voor meer scholen openstellen. De motie is
ingediend door D66, VVD en GroenLinks-PvdA en is met brede steun van de Tweede Kamer aangenomen.
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 5
Nieuws
Sterkere positie thuisfront bij passend onderwijs
In 2025 treedt de ‘Wet versterking positie ouders en
leerlingen in passend onderwijs’ in werking. Wat betekent
dit voor scholen en samenwerkingsverbanden?
Vanaf januari 2025
moeten ouders en
leerlingen volgens de
nieuwe wet terechtkunnen
bij een ouder- en
jeugdsteunpunt van
het samenwerkingsverband.
Dit steunpunt kan ouders en leerlingen
onafhankelijke informatie verstrekken over passend
onderwijs. Voor samenwerkingsverbanden is het
zaak nu na te gaan hoe het ouder- en jeugdsteunpunt
ervoor staat. Waarvoor kunnen ouders en
leerlingen er terecht en weten ze het te vinden? Per
1 augustus 2025 komt vervolgens het schoolondersteuningsprofiel
te vervallen. Alle informatie over de
basisondersteuning en extra ondersteuning staat
vanaf het schooljaar 2025 -2026 in de schoolgids, zodat
ouders en leerlingen deze informatie niet meer in
een apart document hoeven op te zoeken. Daarnaast
krijgen leerlingen per 1 augustus 2025 hoorrecht over
het ontwikkelingsperspectief. Scholen moeten al hun
leerlingen met een ontwikkelingsperspectief (OPP)
vragen mee te praten over het OPP, hun eigen ontwikkeling
en de ondersteuning die ze nodig hebben.
Bron: OCW
Scan de QR-code om meer
te lezen over de wet, de
gevolgen ervan en de te
treffen voorbereidingen.
Grote ambities, minder geld
Op Prinsjesdag zijn de plannen van de nieuwe
regering voor 2025 bekendgemaakt. De gevolgen
voor het onderwijs op een rij.
Het kabinet gaat in 2025 430 miljoen euro bezuinigen
op de OCW-begroting. Dat loopt zelfs op tot bijna
2 miljard euro in 2028. De meeste bezuinigingen
zitten in het hoger onderwijs, maar ook het basis- en
voortgezet onderwijs ontkomen er niet aan.
• Het programma School & Omgeving, dat is
opgezet om kinderen een ‘rijke schooldag’ te
geven met bijvoorbeeld sport en cultuur, wordt
met 155 miljoen euro gekort.
• De subsidie voor brede brugklassen, waar leerlingen
van verschillende niveaus bij elkaar in de
klas zitten, wordt volledig afgeschaft.
Daarnaast moet in de komende jaren 100 miljoen
euro bezuinigd worden op subsidies in het primair
en voortgezet onderwijs. Welke subsidies worden
gekort, is nog onbekend.
Het programma Schoolmaaltijden wordt wel doorgezet
in 2025. Daarnaast worden scholen gecompenseerd
voor de btw-verhoging van 9 naar 21
procent op boeken. Die compensatie geldt voor het
po, vo en mbo waar het gaat om leermiddelen voor
de basisvaardigheden, en alleen voor studenten
onder de achttien jaar. Voor die studenten en die
specifieke vakken moet de mbo-instelling namelijk
in de leermiddelen voorzien. Het kabinet neemt in de
begroting geen extra geld op voor grote onderwijsambities
zoals het voorgenomen Herstelplan onderwijskwaliteit,
het vergroten van de zij-instroom en de
bonus voor leraren die meer uren willen werken.
Bron: OCW
6 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Achtergrond
Rond de zomer van 2022 presenteerden
de ministeries van OCW en VWS hun
droombeeld richting inclusief onderwijs.
Een
haalbare
droom?
Dat leidde tot de publicatie die
inmiddels bekend is als de ‘Werkagenda
Route naar inclusief onderwijs 2035’.
Hoe realistisch is deze werkagenda?
Is het een droom die uit kan komen?
Of blijft het bij een droombeeld?
Laten we bij het begin beginnen. Het droombeeld van
de overheid richting inclusief onderwijs komt voort uit
de ratificatie van de Salamanca verklaring. Die zegt
dat kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte
naar school moeten met alle andere kinderen. Hoe
ziet dat droombeeld eruit? In de werkagenda 2035
staat het volgende citaat:
Zoals het ministerie van OCW het zelf formuleert is
“inclusief onderwijs geen nieuw doel. Het bouwt voort
op een ontwikkeling, die al twee decennia in gang is”.
Op diverse plekken in Nederland wordt al inclusiever
gewerkt. Tegelijk vermeldt de werkagenda dat op dit
moment slechts vijf procent van de scholen in po en
vo zegt te werken aan inclusie. Daar is dus nog veel
winst te behalen.
“In de ambitie wordt uitgesproken dat jongeren en hun ouders dichtbij huis een school
kunnen kiezen die bij ze past en waar de jongere zich thuis voelt. De brede ontwikkeling
van de jongere staat centraal, waarbij iedere jongere zich naar zijn of haar mogelijkheden
kan ontwikkelen. Alle jongeren (met en zonder extra ondersteuningsbehoefte) leren en
spelen samen in dezelfde klas. De leraren zijn voldoende toegerust en bieden flexibel en
groepsgericht onderwijs voor alle jongeren. Extra ondersteuning wordt zoveel mogelijk in
een groep aangeboden en is beschikbaar voor jongere én leraar. De school kan een beroep
doen op ondersteuning en expertise uit het gespecialiseerd onderwijs, jeugdhulp en zorg
om aan de ontwikkelingsmogelijkheden van de jongeren tegemoet te komen.
Het gespecialiseerd onderwijs blijft beschikbaar voor jongeren die (tijdelijk of voor
langere tijd) intensievere ondersteuning nodig hebben.”
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
7
Achtergrond
De Onderwijsraad gaf in 2020 in haar notitie ‘Steeds
inclusiever’ al een omschrijving van inclusiever onderwijs
en roept scholen op daar naartoe te werken. De
vraag werpt zich op wie hierop tegen kan zijn. Immers,
thuisnabij onderwijs, gun je elk kind. Het is simpelweg
onze opdracht, denk nog even aan het VN-verdrag.
En er is zoveel winst te behalen! Bijvoorbeeld als je kijkt
naar de op veel plekken nog onvoldoende samenwerking
tussen onderwijs, jeugdzorg en de voorschool.
Taxi’s rijden elke dag tienduizenden kilometers van en
naar school, wat elk jaar ook nog eens minstens tweemiljoen
miljoen euro kost. Wat staat ons te doen?
Op weg in vier fasen
De routekaart naar inclusief onderwijs is opgedeeld
in vier fasen:
• Fase 1: tot eind 2022. Uitgaan van wat er al
gebeurt. Er wordt aangesloten op de lopende
ontwikkelingen van voorlopers en men wil
kijken hoe die verder kunnen worden gebracht.
Deze fase is nu achter ons.
• Fase 2: 2023-2025. Met diverse partijen wordt
ingezet op het stimuleren van inclusief onderwijs,
het ondersteunen van voorlopers en het
opbouwen en delen van kennis. In deze fase
zitten we nu.
• Fase 3: 2026 – 2028. Schoolleiders, schoolbesturen,
samenwerkingsverbanden en gemeenten
die - nog altijd op vrijwillige basis - na 2025
op weg gaan naar inclusief onderwijs, hebben
met de opgebouwde kennis meer houvast en
richting voor hun ontwikkeling naar inclusief
onderwijs. Het is belangrijk dat over uitvoering
hiervan concrete afspraken worden gemaakt
met gemeenten en zorgpartners.
• Fase 4: 2029 – 2035. Deze fase kun je definiëren
als het einde van de vrijwillige fasen. Als de
noodzakelijke voorwaarden zijn gerealiseerd
en de (wettelijke) kaders zijn aangepast, kan
fase 4 ingaan (zie ook het artikel over inclusief
onderwijs in Portugal op pagina 31).
De droom realiseren
Het droombeeld is nog wat diffuus en nog niet in
marmer gebeiteld. Maar uiteindelijk lijkt er richting
2035 geen ontkomen meer aan. Wat is er nodig om de
droom te realiseren? Dat begint, zoals veel veranderingen,
bij visie en een gevoel voor noodzaak en urgentie.
Een andere mindset dus. In de eerste plaats bij leraren,
directeuren en beslissers. Het moet normaal worden
dat alle kinderen welkom zijn op jouw school. We weten
uit onderzoek en good practices dat inclusief onderwijs
een grotere kans van slagen heeft als er gewerkt wordt
vanuit een gezamenlijk gedragen visie.
Ook herinrichting van ons onderwijs is noodzakelijk.
Inclusief onderwijs vraagt immers veel van leerkrachten
en scholen. Het is essentieel hen goed te ondersteunen,
waarbij ruimte is voor ontwikkeling. Begin dus niet
meteen bij de meest complexe leerlingen, maar bij wat
nu haalbaar is. Ook helpt het om vanuit onderwijs- en
ondersteuningsbehoeften van leerlingen te denken en
te werken. Omgaan met verschillen is niet genoeg, we
moeten uitgaan van deze verschillen.
Van droombeeld naar realiteit: welke stappen
kan je morgen zetten?
Versterk de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg
en welzijn.
Eén op de zeven kinderen in Nederland ontvangt een
vorm van jeugdzorg. Eén op de zes leeft in een gezin
met geldzorgen. Uit diverse voorbeelden uit het hele
land blijkt dat waar scholen de samenwerking met
jeugdzorg goed organiseren, dit leidt tot verbetering van
zowel de schoolresultaten als het welbevinden. Het gescheiden
houden van alle budgetten werkt deze samenwerking
tegen; het kan slimmer en beter als we krachten
en middelen bundelen.
Organiseer het onderwijs anders.
Het klassikale onderwijsmodel verdient een kritische blik,
evenals de stap naar vervolgonderwijs als een kind elf
jaar is. Het kan anders. Er zijn genoeg voorbeelden van
inclusieve scholen waar bijvoorbeeld in units wordt gewerkt,
of vanuit de principes van mediërend leren. Ook
brede brugklassen vergroten kansen van kinderen.
8 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Leer van de aanpak van cluster 1 en 2.
Daar worden op gebied van inclusie stappen gezet,
vooral omdat de inhuur van expertise hier voor het
regulier onderwijs kostenloos is. In diverse regio’s zien
we steeds meer kinderen met bijvoorbeeld een taalontwikkelingsachterstand
of gehoorproblemen toch in het
regulier onderwijs, met goede begeleiding.
Cluster 2 bouwt op steeds
meer plekken het vso af.
Inhuur van expertise uit
cluster 3 en 4 kost besturen,
scholen of samenwerkingsverbanden
echter geld. De samenwerking
tussen regulier
onderwijs en cluster 3
en 4 kan in veel regio’s
verstevigd worden.
Sta open voor leerlingen met een
niet-Nederlandse thuistaal.
Deze leerlingen worden vaak niet vanzelfsprekend
aangenomen op de reguliere school in de wijk. Recent
onderzoek (Broekhuizen et al, 2024) leert dat in het
speciaal onderwijs de instroom van niet-Nederlandse
leerlingen hoog is; in sommige regio’s heeft tachtig
procent van de leerlingen een niet-Nederlandse thuistaal.
Het is helpend als het aannemen van leerlingen
met een andere thuistaal in iedere regio een vanzelfsprekend
onderdeel is van het realiseren van een dekkend
aanbod voor álle leerlingen.
Leidt leerkrachten inclusief op.
"Het moet
normaal worden
dat alle kinderen
welkom zijn op
jouw school."
Inclusief onderwijs vergt qua kennis en vaardigheden
veel van leerkrachten. Goede ondersteuning en het
faciliteren van de ontwikkeling van leerkrachten is
daarom van groot belang. Vooral bij de opleidingen is
er werk aan de winkel: passend/inclusief onderwijs is
lang niet altijd een structureel onderdeel van de opleiding.
Kennis over complex gedrag is vaak een minor
of keuzemodule en bijvoorbeeld autisme of hoogbegaafdheid
zit maar beperkt in het curriculum. Handelingsverlegenheid
is dan vaak groot en dit is één van
de oorzaken dat zo veel leraren het vak binnen vijf jaar
opgeven. Dat tij kunnen we samen keren! Dat begint bij
de leraar in opleiding op jouw school.
Maak werk van terugplaatsingen.
Momenteel gaat minder dan één procent van de leerlingen
die in cluster 3 of 4 van het geïntegreerd onderwijs
terechtkomt, terug naar het regulier onderwijs. In cluster
2 ligt dat een heel stuk hoger. Zeker bij de overgang
van so naar vo gaan steeds meer leerlingen,
met ondersteuning, naar het regulier onderwijs.
Kijk naar de factoren die maken dat
het daar wel lukt. Zoals een sterke structuur,
pedagogisch goede leraren en een
mindset die kijkt vanuit wat een kind kan.
Klein beginnen
Samenwerking ontstaat tussen scholen in
een wijk, tussen mensen die een plan hebben.
Droombeelden zijn prachtig, groot en meeslepend.
Maar wat als we nu eens klein beginnen? Leren van die
succesvolle vijf procent en daar tien of twintig procent
van maken? Op weg naar inclusief onderwijs in álle
scholen. Intussen kan het ministerie dan de wettelijke
belemmeringen opruimen, inclusieve schoolgebouwen
realiseren en zorgen voor passende bekostiging. Dan
bestaat de kans dat het droombeeld stap voor stap
realiteit wordt.
Scan de QR-code voor de
‘Werkagenda Route naar
inclusief onderwijs 2025’.
Auteur: Hilbert de Vries
Bestuurder Ssoe,
redactielid Werken aan Inclusie
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
9
Interview
Over schoolmuren
heen
Zwolse scholen
investeren in wijkaanbod
voor álle kinderen
Samen timmeren, koken of musiceren:
in de Zwolse wijk Holtenbroek komen
kinderen van verschillende scholen elkaar
tegen bij leuke en leerzame activiteiten.
Scholen in de wijk besteden een deel van
hun subsidie ‘School en omgeving 2023-
2025’ aan een verrijkend buitenschools
aanbod voor álle kinderen. Projectleider
Francien Schipper-Modderman en
schooldirecteur Aafke Straat vertellen.
“Een bredere kijk op de wereld, de kans om talenten te
ontdekken en ontwikkelen: ieder kind heeft er evenveel
recht op. Hoe je thuissituatie ook is, op welke school je
ook zit”, vindt Aafke Straat, directeur van basisschool
De Toonladder in de Zwolse wijk Holtenbroek. Daarom
neemt De Toonladder, samen met drie andere scholen
in de wijk (twee po en één vo) en partners in de
domeinen welzijn en jeugdzorg, deel aan het project
Abby D. De coalitie achter dit project werd gevormd
naar aanleiding van de subsidie ‘School en Omgeving
2023-2025’. “Wij krijgen deze subsidie omdat we een
relatief hoog percentage leerlingen hebben met een
achterstandsrisico”, aldus Aafke. “We gebruiken het om
een bredere talentontwikkeling te initiëren voor onze
leerlingen. Daarnaast leggen we een deel van de subsidie
in voor een activiteitenaanbod voor de hele wijk.
Zodat ieder kind uit de buurt kan profiteren.”
En zo nodigt de vrolijke mascotte Abby D. (soms jongen,
soms meisje en met wisselende huids- en haarkleuren)
kinderen in heel Holtenbroek uit voor tal van
leuke en uitdagende buitenschoolse activiteiten. Van
muziek tot theater, van sport tot koken, van techniek
tot fotograferen. Het brengt kinderen in aanraking
met dingen die ze thuis niet zo snel tegenkomen.
Ook hulp bij huiswerk, typles of zwemles valt binnen
het aanbod en in de vakanties is er een programma.
Niet alleen in Holtenbroek, ook in drie andere wijken
in Zwolle is Abby D. actief. In totaal doen er in de stad
twaalf scholen mee. Het project wordt ondersteund
vanuit de Campus Kind en Educatie, een ontwikkelplaats
voor interprofessionele samenwerking. Francien
Schipper-Modderman is er projectleider: “Ik jaag de
boel aan, breng mensen en kennis bij elkaar. Samen
met een projectgroep - met daarin een afgevaardigde
van de verschillende partners - zorg ik er in opdracht
van de scholen voor dat Abby D. met hun subsidiegeld
optimaal wordt ingezet.”
Inclusie als bonus
Francien is enthousiast over het project. “Ik vind het
fantastisch dat scholen ervoor kiezen om over hun
eigen schoolmuren heen te kijken en een deel van het
subsidiegeld te geven voor het grotere geheel.” Het is
wel een beetje een vrije invulling van de regels, geeft
10 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
ze toe. Want de subsidie is zo niet bedoeld. “Maar het
draagt wel degelijk bij aan kansengelijkheid. En heeft
als extra bonus dat kinderen in de wijk elkaar ontmoeten.”
Dat laatste vindt ook Aafke een belangrijke
meerwaarde van het project. “In de oude kern van Holtenbroek
wonen veel mensen met een niet-Nederlandse
achtergrond. Daar omheen staan nieuwbouwwijken
met vooral blanke, hoogopgeleide gezinnen. Veel van
die ouders kiezen ervoor hun kinderen in een andere
wijk naar school te laten gaan. Deze verschillende kinderen
komen dus nauwelijks met elkaar in aanraking.
Terwijl ze veel van elkaar kunnen leren! Door activiteiten
te organiseren voor kinderen uit de hele wijk,
komen groepen met elkaar in contact en ontstaan er
cultuur overstijgende vriendschappen.”
Die onderlinge ontmoeting geeft kinderen een bredere
kijk op de wereld, zijn Francien en Aafke het eens. “Kinderen
zijn van nature geen hokjes-denkers”, stelt Aafke.
“En dat zullen ze ook niet worden als we hen van jongs
af aan zo breed mogelijk laten kennismaken met onze
diverse maatschappij. Laten we dus nu de nieuwsgierigheid
naar elkaar aanwakkeren.” “In de basis is dat
ook de opdracht van het onderwijs: kinderen voorbereiden
op hun plek in de maatschappij”, vult Francien
aan. “Ik zie Abby D. als een oefenplek die kinderen in
staat stelt straks een betekenisvolle, inclusieve bijdrage
Aafke Straat
(links) en Francien
Schipper-Modderman
gaan voor inclusie met een
verrijkend naschools aanbod
voor álle kinderen
in de wijk.
te leveren aan de samenleving.” Aafke knikt instemmend:
“Eigenlijk is dit gewoon burgerschapsonderwijs.”
Successen en aandachtspunten
Het project is sinds voorjaar 2023 in de lucht met
activiteiten. Francien: “Het is fantastisch om te zien
wat er allemaal gebeurt in de wijk. Tienermeiden die
samen kleding ontwerpen. Groep 4-leerlingen die mét
hun ouders en onder begeleiding van een hogeschoolstudent
een tekstloos prentenboek maken. Fietslessen,
djembé spelen, zaalvoetbal, kookworkshops…” Successen
te over, en die worden gevierd. Maar er zijn ook
aandachtspunten. Zo bereikt Abby D. nog niet álle
kinderen. “Daarom gaan we op sommige scholen de
klassen langs om te laten zien wat er allemaal te doen
is. En te benadrukken dat het gratis is, want dat besef
is er nog niet overal.” Uitdaging is ook het betrekken
van kinderen van het speciaal onderwijs die met busjes
naar school komen. “De taxi een uurtje verzetten gaat
niet zomaar, daar zit een heel systeem achter. Ik heb
daar al heel wat uren inzitten, maar de oplossing nog
niet gevonden”, zegt Francien.
Grote succesfactor in het project is de interprofessio-
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 11
Interview
nele samenwerking met Travers Welzijn, Sportservice
Zwolle en de Stadskamer (de Zwolse bibliotheek). “Het
zijn fantastische partners, want zij kennen de gezinnen
en komen bij de kinderen thuis. We kunnen elkaars
expertise goed benutten”, vertelt Aafke. Zo kunnen
jeugdwerkers passende activiteiten rechtstreeks bij
ouders onder de aandacht brengen. Of eens doorvragen
als kinderen in een gezin niet lijken aan te haken.
“Je kan moeilijk van een leerkracht vragen bij ouders
thuis langs te gaan”, vult Francien aan. “Laat ieder de
focus houden op zijn eigen taak, dat waar hij goed in is.
In het gezamenlijke midden kunnen we elkaar opzoeken
en versterken. Super toch, als er een kort lijntje is
tussen bijvoorbeeld een ib’er en een schoolmaatschappelijk
werker?” Aafke vult aan: “Op sommige plekken
gebeurt dat al, maar er is ook nog veel in te winnen.
Het vraagt om visie: wat is van jou, wat is van mij en
wat van ons? Dat is tof om samen te verkennen.” Ook
de gemeente is betrokken. Hun visie op bepaalde
wijken of de problematieken die naar voren komen uit
bijvoorbeeld buurtonderzoek, kunnen mede richting
geven aan de activiteiten van Abby D. “Zo is dit project
dienend aan een groter plaatje.”
Extra stap
De wijksamenwerking vraagt om gezamenlijke visie en
het lef verder te durven kijken dan je eigen opdracht of
organisatie. Daarnaast is het natuurlijk ook een tijdsinvestering.
Toch raadt Aafke het alle scholen aan. “Meedraaien
in een breed team dat gáát voor de wijk en de
doelgroep, dat geeft veel energie. Met elkaar dragen
we bij aan een mooiere omgeving voor de kinderen.
Daar wil je als school toch aan meedoen? Ook al valt
het niet precies in je takenpakket.” Alle partners in de
coalitie zetten die extra stap, merkt ze. “De sportcoaches
zetten zich bijvoorbeeld ook in de vakantie in voor
uitjes, al is dat helemaal niet hun core business.
En onze conciërge speelt een fantastische rol door
kinderen na schooltijd op te vangen met wat eten en
drinken, voordat een activiteit begint.” Heel belangrijk,
vinden Francien en Aafke, is het om bij het ontwikkelen
van het naschoolse aanbod aan te sluiten bij wat al
loopt. “Partners in de domeinen welzijn en jeugdzorg
hebben vaak al veel goede initiatieven. Net als de Stadskamer,
waar we intensief mee samenwerken. Kijk alsjeblieft
naar al de rijkdom en wijsheid die er in de wijk al is,
en hoe je dat kunt opschalen of toegankelijker maken.”
Wat doet zo’n wijksamenwerking met de concurrentie
tussen scholen onderling? Aafke: “In onze wijk zitten
maar twee reguliere basisscholen, elk aan één kant
van de wijk. Dus concurrentie speelt hier niet zo. Maar
ik weet van andere wijken dat er onder scholen best
wat jaloezie is vanwege die subsidie.” Ook Francien ziet
dat terug. “We mogen blij zijn met die subsidies, laat ik
dat vooropstellen. Maar ergens is het ook krom dat het
bepaalde scholen bereikt en anderen uitsluit. Ik hoop
dat wij met deze wijksamenwerking inspirerend kunnen
zijn om zo’n subsidie creatief in te zetten. Zodat toch
alle scholen en kinderen er baat bij hebben.” Toch is
de selecte regeling ook weer niet voor niets, vult Aafke
aan. “Gemeente Zwolle kiest er ook voor sommige
wijken extra aandacht te geven, met als slogan: ‘Niets
is zo ongelijk als ongelijke gevallen gelijk behandelen.’
Ik vind dat een sterke uitspraak. En ik denk dat we een
mooie middenweg bereiken juist door deze subsidie
dubbel in te zetten: in school voor onze leerlingen én
breder voor de wijk.”
Meer weten?
Auteur: Carolien Drijfhout
Journalist, eindredacteur
Werken aan Inclusie
Meer weten over de wijksamenwerking in Zwolle?
Kijk op abbyd.nl. Met deze wijkgerichte aanpak
zijn we ook in andere gemeenten actief. Interesse?
Mail naar: fschipper@mensoalting.net.
12 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Column
Waarom? Daarom!
Als we echt samen willen leven, moeten we elkaar ontmoeten. Hoe verschillend
we ook zijn. Dat begint al jong. Een kind groeit op in een gezin en krijgt de
normen en waarden mee die daar gelden. Met alle culturele verschillen in ons
land, zijn dat heel verschillende normen en waarden. Daarbovenop gaat elk kind
een eigen pad in zijn of haar ontwikkeling. Ouders sluiten hierbij aan en geven
hun kind wat het nodig heeft. Vervolgens gaat een kind op familiebezoek, naar
een kinderdagverblijf, een sport, een school. Elke keer verhoudt het kind zich
tot de grote(re) wereld om hem heen. Het zoekt waar die wereld aansluit bij
zijn of haar behoeftes en interesses.
Wanneer kinderen naar school gaan, ontmoeten zij
meer andere kinderen. Ze spelen en ontwikkelen zich
met elkaar, in de wijk. Ze leren en ervaren samenleven.
Op een school die openstaat voor iedereen, waar elk
kind zich thuis voelt en waar kinderen met verschillende
talenten naast elkaar en met elkaar opgroeien. Met
toegankelijke scholen creëren we een gevarieerde
samenleving waarin iedereen welkom is en volwaardig
participeert.
Tenminste, dat is hoe het zou moeten zijn... Als ouder
wil ik niets liever dan die basisschool om de hoek.
Waar ons kind onderdeel wordt van die samenleving
in de wijk. Toch wordt hij opgehaald door de taxi. Door
reistijd en afstand komt hij later thuis. Als hij dan naar
het trapveldje gaat, zijn de voetbalteams al gemaakt.
Daar kennen alle kinderen elkaar via school, maar hij
moet zich nog bewijzen. Als moeder zie ik dat mijn kind
extra hordes moet nemen. Waarom? Omdat school
hem niet kon bieden wat hij nodig had. Ik zie dat hij zich
buitengesloten voelt, terwijl hij gewoon is wie hij is en
machteloos staat. Hij kan het onderwijs niet verbeteren,
heeft er geen invloed op. ‘Hij is anders dan de rest’,
wordt gezegd. Natuurlijk is hij dat. Wie niet? Wie is die
‘rest’ en wat maakt hen meer normaal dan hij?
Naast moeder ben ik ook onderwijsprofessional. Ook
in die rol wil ik dolgraag de diversiteit omarmen. Ieder
kind kan en mag er zijn. We hebben toch één samenleving
en geen verschillende samenlevingen voor verschillende
groepen mensen? Een school is de samenleving
in het klein. Laten we daar beginnen.
De Franse president Emmanuel Macron zei eens:
“Het is denkbaar het ondenkbare te denken.” Waarop ik
me afvraag: is het doenbaar het ondoenbare te doen?
Inclusief onderwijs voelt soms misschien ondoenbaar.
Maar laten we klein beginnen. In opleidingen, lezingen
en inspiratiemiddagen kom ik steeds hetzelfde beginpunt
tegen: het stellen van een vraag. Stel een vraag
aan een kind, een ouder, een onderwijsmedewerker,
een bestuurder. Stel een vraag en je opent de communicatie.
Stel een vraag en je toont interesse. Stel een
vraag en er ontstaat verbinding. Stel een vraag en je
perspectief verbreedt zich. Stel een vraag en je kan het
kind in jouw school de juiste ondersteuning geven. Zo
hoort elk kind erbij. Want er is maar één maatschappij.
Esther Schepers
Ambassadeur Inclusief
onderwijs bij S.K.P.O.,
redactielid Werken aan Inclusie
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
13
Thema
6
redenen
voor
inclusief
onderwijs
‘Inclusief onderwijs is onderwijs waarbij
alle kinderen en jongeren dichtbij huis,
volwaardig en gelijkwaardig toegang
hebben tot een inclusieve leeromgeving
waarin zij zich samen ontwikkelen en
samen leren en participeren.’ Zo luidt
de Nederlandse definitie. Maar waarom
eigenlijk? Zes redenen op een rij.
01
02
EFFICIËNT GEBRUIK VAN ONDERWIJS-
EN ZORGPROFESSIONALS
Eén van de meest dringende problemen in het
onderwijs is het toenemende lerarentekort,
zowel in het reguliere als in het speciaal onderwijs.
Wanneer leerlingen met verschillende
behoeften in het reguliere onderwijs hun plek
vinden, vermindert de druk op speciaal onderwijs
en zorginstellingen. Schaars onderwijs- en
zorgpersoneel kan dan effectiever worden
ingezet.
TOEGANKELIJKE, PASSENDE
LEERMIDDELEN
Inclusief onderwijs vraagt om toegankelijke en
passende leermiddelen die voor alle leerlingen
werken. Dit stimuleert innovatie in lesmateriaal
en digitale hulpmiddelen. Zo verbetert niet
alleen de toegankelijkheid, maar tegelijk de
kwaliteit van het onderwijs voor álle leerlingen.
03
VERMINDEREN VAN WACHTLIJSTEN
Zowel in het speciaal onderwijs als in de zorg nemen wachtlijsten toe. Wanneer meer leerlingen binnen
het reguliere onderwijs de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben, vermindert de druk op het
speciaal onderwijs. Ook zullen minder kinderen worden doorverwezen naar gespecialiseerde instellingen.
Wachtlijsten worden korter en kinderen krijgen sneller de juiste zorg en begeleiding.
14 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
04
OPLOSSINGEN VOOR HUISVESTING EN LEERLINGENVERVOER
Duizenden leerlingen reizen dagelijks lange afstanden om speciaal onderwijs te volgen. Dat is praktisch
en logistiek onhandig, kost deze kinderen veel van hun vrije tijd en is duur. Zoveel mogelijk inclusief
onderwijs dichtbij huis lost dit vervoersproblemen op én creëert meer stabiliteit en betrokkenheid in de
eigen wijk.
05
06
LERAREN KUNNEN MEER FOCUSSEN
OP HUN KERNTAAK
Leraren ervaren vaak een hoge werkdruk,
onder andere door de toenemende zorgbehoeften
van leerlingen. Inclusief onderwijs kan
hen juist ontlasten. Wanneer scholen zorgen
voor een goed netwerk van ondersteuners in
de school (zoals zorgprofessionals, onderwijsassistenten
en gespecialiseerde begeleiders),
kunnen leraren zich volledig richten op het
didactische aspect van hun werk. De kern van
inclusief onderwijs ligt in het aanbieden van
de juiste ondersteuning aan leerlingen, zodat
de leerkracht zich kan concentreren op waar
hij of zij het beste in is: onderwijs geven.
HET IS EEN INVESTERING IN DE
TOEKOMST
Een inclusieve school is niet alleen een plek
waar kinderen samen leren, maar ook een
omgeving waarin begrip, respect en samenwerking
centraal staan. Wanneer leerlingen
met verschillende achtergronden, capaciteiten,
talenten en uitdagingen samen opgroeien,
ontstaat een generatie die van jongs af aan
gewend is aan diversiteit en omgaan met
verschillen. Zij ontwikkelen zich tot positieve,
inclusieve burgers in een diverse samenleving.
Grote uitdaging of kleine stap?
Inclusief onderwijs vraagt om een duidelijke visie en gedurfde keuzes. Scholen zijn aan zet om een cultuur
van inclusie te creëren, waarin alle leerlingen zich welkom en gewaardeerd voelen. Om beleid te ontwikkelen
waarin het mogelijk wordt flexibel in te spelen op de behoeften van leerlingen. Dat vraagt om
maatwerk en innovatie. Maar tegelijk gaat het bij inclusief onderwijs ook om dat ene kleine stapje. Net die
paar minuutjes extra tijd voor een kind dat ergens moeite mee heeft. Die goede vraag bij lastig gedrag.
De hoge verwachtingen waarmee je ieder kind stimuleert het beste uit zichzelf te halen. De zaken die je
bespreekbaar maakt in de klas. Inclusief onderwijs zit in grote maar ook in kleine dingen. En daar kunnen
we vandaag al mee beginnen.
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
15
Thema
Waarom inclusief onderwijs?
Een aantal uitspraken vanuit dit magazine.
“Met toegankelijke scholen
creëren we een gevarieerde
samenleving waarin iedereen
welkom is en volwaardig
participeert.”
- pagina 13 -
“Inclusief onderwijs maakt dat ieder
kind en iedere jongere zich welkom
en thuis voelt. Samen spelen en leren
in dezelfde klas.”
- pagina 7 -
“Voor ons was het helder: Victor
gaat naar dezelfde school als
zijn zussen en broer. Voor hem
al vertrouwd, in de buurt en met
veel bekende gezichten.”
- pagina 45 -
“Thuisnabij onderwijs gun je elk
kind. Zodat er tijd overblijft om
te spelen en te sporten.”
- pagina 8 -
“Ieder kind verdient het om
gezien en gehoord te worden.
Ieder kind moet anders
mogen en kunnen zijn.”
- pagina 26 -
“Het biedt kansen bij de
aanpak van grote onderwijsuitdagingen.
Bijvoorbeeld
op het gebied van
personeel, wachtlijsten,
leermiddelen, huisvesting
en leerlingenvervoer.”
- pagina 17 -
“In een tijd waarin mensen
elkaar steeds minder lijken
te verstaan, is het
cruciaal dat kinderen leren
om te gaan met verschillen.
En die verschillen leren
te waarderen. Inclusie kan
de beste les in burgerschap
zijn voor kinderen
van vandaag.”
- pagina 20 -
“Het biedt leraren de kans om zich (weer)
meer te focussen op hun kerntaak.”
- pagina 17 -
16 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Regel & recht
Wat is
inclusief
onderwijs?
We spreken steeds meer over inclusief
onderwijs, maar wat houdt dat eigenlijk
in? Wat verstaan we er precies onder?
Een duiding aan de hand van het op
19 april 2024 gepubliceerde beleidskader
‘Met elkaar voor alle kinderen en
jongeren’ van het ministerie van OCW.
‘Werken aan een inclusieve leeromgeving’: het is niet
voor niets de ondertitel van het beleidskader ‘Met elkaar
voor alle kinderen en jongeren’ dat het ministerie
van OCW op 19 april 2024 publiceerde. In dit beleidskader
is de ambitie voor inclusief onderwijs, zoals
beschreven in de ‘Contouren werkagenda Route naar
inclusief onderwijs 2035’, verder uitgewerkt en geconcretiseerd.
De werkagenda uit 2023 schetst de contouren
van inclusief onderwijs in het primair en voortgezet
onderwijs in 2035 in Nederland. Het beleidskader
concretiseert de definitie van inclusief onderwijs die
in de werkagenda is geformuleerd. Onder meer wordt
ingegaan op wat inclusief onderwijs inhoudt en wat de
kenmerken zijn van een inclusieve leeromgeving. Bij het
opstellen van het beleidskader zijn zowel de nationale
beleidsontwikkeling als de internationale ontwikkelingen
op dit gebied betrokken.
Waarom inclusief onderwijs?
Het beleidskader is een uitwerking van het VN-Verdrag
Handicap (2016), het Internationale Verdrag inzake
de Rechten van het Kind (1989) en de Verklaring van
Salamanca (1994). Uit deze verdragen en nationale
wetgeving volgt dat de overheid verplicht is zich in te
spannen voor inclusief onderwijs en ervoor te zorgen
dat alle kinderen welkom zijn binnen het reguliere onderwijs.
Inclusief onderwijs biedt kansen bij de aanpak
van een aantal uitdagingen binnen het onderwijs, zoals
het tekort aan onderwijs- en zorgpersoneel, groeiende
wachtlijsten voor de zorg en het gespecialiseerd
onderwijs, toegankelijke en passende leermiddelen,
huisvesting en leerlingenvervoer.
Door zoveel mogelijk kinderen dichtbij huis inclusief
onderwijs te bieden, waarbinnen ze de juiste ondersteuning
krijgen en ze hun leerpotentieel volledig
kunnen benutten, zijn uiteindelijk veel minder kinderen
aangewezen op gespecialiseerd onderwijs verder weg
van huis. Daarnaast biedt inclusief onderwijs met de
juiste ondersteuning leraren de kans om zich weer
meer te focussen op hun kerntaak.
De beweging naar inclusief onderwijs is niet nieuw.
Door de jaren heen is met wetgeving en beleidsinterventies
geprobeerd kinderen gelijke ontwikkelkansen
te bieden en samen naar school te laten gaan. Ook
omringende landen hebben de beweging naar inclusief
onderwijs al ingezet.
Definities
De Nederlandse definitie van inclusief onderwijs is gebaseerd
op de definitie en begripsbepaling van inclusie
van Unesco en in lijn met de internationale verdragen.
De definitie luidt:
“Inclusief onderwijs is onderwijs waarbij alle
kinderen en jongeren dichtbij huis, volwaardig en
gelijkwaardig toegang hebben tot een inclusieve
leeromgeving waarin zij zich samen ontwikkelen
en samen leren en participeren.”
Bij inclusief onderwijs wordt vanuit een multidisciplinair
schoolteam, in samenwerking met partners, een inclu-
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
17
Regel & recht
sieve leeromgeving gecreëerd. De definitie van een
inclusieve leeromgeving luidt:
“Binnen een inclusieve leeromgeving zijn alle
kinderen welkom op een school dichtbij huis.
Er wordt vanuit een pedagogische basis gewerkt
aan de brede ontwikkeling van alle kinderen.
Elk kind ontwikkelt zich, wordt gezien en
hoort erbij. De kinderen leren met en van
elkaar. Het schoolteam is multidisciplinair
en biedt de ondersteuning die nodig is om
alle kinderen onderwijs te bieden.
De inclusieve leeromgeving is toegankelijk
voor alle kinderen, leraren en ouders.”
Uitwerking in kernelementen
De definitie van een inclusieve leeromgeving is verder
uitgewerkt aan de hand van drie kernelementen. Het
eerste kernelement richt zich op de cultuur binnen een
inclusieve leeromgeving, de andere kernelementen
zijn gericht op de inclusieve onderwijspraktijk. De drie
kernelementen zijn:
1. Iedereen is welkom, ontwikkelt zich en hoort erbij:
alle kinderen kunnen dichtbij huis onderwijs volgen
en zo zelfstandig en gelijkwaardig mogelijk meedoen
aan het onderwijs en de activiteiten van de
school.
2. Er is goede ondersteuning voor iedereen: vanuit het
multidisciplinaire schoolteam wordt goede ondersteuning
geboden aan de leraren en de kinderen.
18 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
3. Alle kinderen participeren en leren: het schoolteam
biedt een inclusief onderwijsaanbod met
differentiatie in de lesvorm, instructie en verwerking,
gericht op de brede ontwikkeling van ieder
kind.
In de beweging naar inclusief onderwijs zal er voor
zowel het reguliere onderwijs als voor het gespecialiseerde
onderwijs het een en ander gaan veranderen.
De expertise van het gespecialiseerde onderwijs wordt
breed ingezet binnen het funderend onderwijs om kinderen
zoveel mogelijk binnen hun eigen school
de benodigde ondersteuning te geven.
Dit betekent dat de focus verschuift
van een dekkend aanbod binnen
het samenwerkingsverband naar
onderwijs voor alle kinderen in
de eigen wijk/woonplaats (po)
of regio (vo). Uitgangspunt is
dat alle scholen voor funderend
onderwijs een inclusieve leeromgeving
gaan bieden voor kinderen
met en zonder ondersteuningsbehoeften.
Binnen elke school komt een multidisciplinair
schoolteam dat aansluit bij de leerlingenpopulatie
van de school. Zowel kinderen als leraren krijgen
de benodigde ondersteuning vanuit het schoolteam. Dit
betekent dat er naast de leraar structureel ondersteuning
betrokken en beschikbaar is.
De overgang naar inclusief onderwijs vraagt om een
aantal aanpassingen en nadere uitwerkingen. In ieder
geval op het gebied van wet- en regelgeving, toezicht,
bekostiging, huisvesting, samenwerking tussen onderwijs,
jeugdhulp en zorg, regie, rollen en verantwoordelijkheden
rondom de school, het opleiden van leraren en
schoolleiders en de toegankelijkheid van het curriculum
en leermiddelen. Dit is niet limitatief, er zal zeker nog
meer nodig zijn om inclusief onderwijs te realiseren.
“Leerlingen
leren verschillen
te respecteren.”
waarbij recht wordt gedaan aan de eigen persoonlijkheid,
talenten, creativiteit en mentale en fysieke mogelijkheden.
Alle kinderen worden voorbereid op volwaardige
en gelijkwaardige deelname aan de samenleving.
De ambitie is dat alle scholen in het funderend onderwijs
inclusief onderwijs gaan bieden, waarbij kinderen
zich samen ontwikkelen. Zij leren tolerant met elkaar
om te gaan en verschillen te respecteren. Met inclusief
onderwijs is bovendien elk kind en elke ouder onderdeel
van de gemeenschap op school.
Om het recht op onderwijs voor alle leerlingen te realiseren,
is de beweging naar inclusief onderwijs
noodzakelijk. Het beleidskader biedt een
fundament en geeft richting aan landelijk,
regionaal en lokaal beleid voor
het creëren van inclusief onderwijs.
De volgende stap is dat de regering,
nu de definitie van inclusief onderwijs
is geconcretiseerd, overgaat tot de
verdere uitvoering van de werkagenda
voor inclusief onderwijs. Het VN-comité
handicap, dat internationaal toezicht houdt
op de uitvoering van het VN-verdrag handicap,
liet zich in een onlangs gepubliceerd rapport kritisch uit
over onder meer de toegankelijkheid van het onderwijs
voor mensen met een beperking. Het comité uit onder
meer zorgen over het grote aantal kinderen in Nederland
dat naar speciaal onderwijs gaat en over de lange
wachtlijsten voor speciaal onderwijs. Volgens het rapport
is het reguliere onderwijs onvoldoende toegankelijk
voor kinderen met een beperking en zijn leerkrachten
onvoldoende opgeleid voor het bieden van inclusief onderwijs.
Als belangrijke aanbeveling zegt de VN dat er
landelijke normen en richtlijnen moeten komen zodat de
afspraken in het VN-verdrag effectief kunnen worden
nagekomen. De overheid is nu aan zet.
Ambitie
Het uitgangspunt is dat samen met partners van binnen
en buiten het onderwijs toe wordt gewerkt naar scholen
waar kwalitatief goed onderwijs wordt gegeven.
Alle kinderen krijgen er de kans om zich te ontwikkelen,
Auteur: Anne Dekkers
Jurist bij Leeuwendaal,
redactielid Werken aan Inclusie
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 19
Redactioneel
Het begint
bij stevig
onderwijs
Niet alleen leerlingen zijn divers, ook
scholen kunnen van elkaar verschillen
als dag en nacht. De kunst is die
verschillen te benutten en waarderen.
En dat vraagt allereerst stevige scholen
en schoolteams.
In het onderwijs klinkt de roep om inclusie steeds luider.
Beleidsplannen zijn er vol van en een groeiend aantal
scholen en schoolbesturen bijt zich vast in deze uitdaging.
Deze ontwikkeling is niet alleen begrijpelijk, maar
ook noodzakelijk. In een tijd waarin mensen elkaar
steeds minder lijken te verstaan, is het niet alleen cruciaal
dat we kinderen leren omgaan met verschillen, maar
hen leren deze ook te waarderen. Inclusie kan de beste
les in burgerschap zijn voor kinderen van vandaag.
Wanneer we over inclusie spreken, denken we vaak
primair aan het kindniveau: alle kinderen moeten kunnen
meedoen of onder hetzelfde dak naar school gaan.
Maar inclusie reikt verder. Het principe zou ook moeten
gelden op schoolniveau: alle scholen doen mee.
De vraag is: kunnen we omgaan met de verschillen
tussen scholen of kunnen we deze verschillen waarderen
en er ons voordeel mee doen?
Scholen verschillen
Het is belangrijk om hier even bij stil te staan. We
spreken gemakkelijk over ‘het onderwijs’ alsof het een
homogeen geheel is. En ja, tot op zekere hoogte is dat
ook zo. Er wordt niet voor niets toegezien op de minimale
vereisten van een school door de inspectie. Maar
iedereen die enige tijd in het onderwijs rondloopt, weet
dat scholen kunnen verschillen als dag en nacht. Je
merkt het vaak al snel als je een school binnenkomt.
Hoe ziet het eruit? Hoe ruikt het? Hoor je veel of weinig
stemgeluiden? Is er veel of weinig glas? Word je als
bezoeker gezien en begroet? Vervelen kinderen zich op
het plein, of zijn ze actief bezig? Deze lijst kunnen we
eindeloos uitbreiden, maar het punt is duidelijk: scholen
verschillen onderling enorm. Er bestaat altijd een wisselwerking
tussen een school en de populatie leerlingen en
ouders die de school bezoeken. In zekere zin vormt deze
populatie de school, en vormt de school op haar beurt
weer de populatie. Er is dus altijd samenhang tussen die
twee. Tegelijkertijd heeft het onderwijs een duidelijke
bedoeling: het moet leerlingen inwijden in de cultuur en
hen motiveren daar actief aan deel te nemen. Dit vraagt
van scholen een scherpe blik op hun positie in de cultuur
in en rondom de school. Als deze blik ontbreekt, dan
gaat de cultuur van de populatie de koers van de school
bepalen. Je bent dan dus eigenlijk geen school meer,
omdat je kinderen niet inwijdt in de bredere cultuur.
Stevig in de schoenen
Die opdracht vraagt van scholen heldere verwachtingen
van externe professionals die in de school komen
werken. Dit is een belangrijk aandachtspunt. Inclusief
onderwijs wordt vaak uitgelegd als samenwerken met
anderen: gemeenten, jongerenwerkers en jeugdhulp.
Hoewel samenwerking belangrijk is, moeten scholen
een duidelijke visie behouden op hun rol in de samenleving.
Anders bepalen anderen, hoe goedbedoeld ook,
20 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
wat een school zou moeten zijn. Denk aan gemeenten
die in hun beleid opschrijven: ‘de school is het voorliggend
veld’ of aan de focus op het ‘welbevinden’ van
leerlingen waarbij de school vanuit het perspectief van
een welzijnsinstelling wordt bekeken. Scholen moeten
daarom steviger in hun schoenen staan, met een helder
idee over hun plaats in de cultuur en de manier waarop
ze cultuur willen overdragen.
Deze stevigheid is nodig, gezien de vele invloeden op
het onderwijs. Schoolteams en -leiders moeten weten
waar ze voor staan en gaan. Wellicht is dát de grote uitdaging:
hoe creëren we nog steviger onderwijs,
en hoe zorgen overheden voor
de juiste ruimte hiervoor? Als
we deze stevigheid hebben
bereikt, kunnen we met
nog meer enthousiasme
spreken over inclusief
onderwijs.
Hierbij wil ik een opvallend
aspect belichten
dat ik leerde tijdens
mijn onderzoek vanuit het
Instituut voor Inclusief Onderwijs.
Het viel me op hoe scholen
verschillen in hun opvattingen en aanpak.
Scholen verwijzen binnen een schoolbestuur, maar ook
binnen een wijk, niet of nauwelijks naar elkaar. Terwijl
scholen zo sterk van elkaar verschillen. Het waarderen
van verschillen tussen scholen kan ons hier juist helpen.
Daarnaast viel mij nog iets op. Er lijkt een verband te
zijn tussen wat scholen belangrijk vinden en de redenen
waarom leerlingen uitstromen naar gespecialiseerd onderwijs.
Een school die ‘lekker in je vel zitten’ benadrukt,
verwijst vaker leerlingen die zich niet prettig en gezond
voelen. Een ‘rustige school’ verwijst eerder leerlingen
met ordeverstorend gedrag. De sterke punten van een
school kunnen dus ook hun achilleshiel vormen.
"Schoolteams
en -leiders
moeten weten
waar ze
voor staan
en gaan."
samenleving en de cultuuroverdracht. Aan de andere
kant moeten deze scholen flexibel genoeg zijn om met
verschillen om te gaan en deze zelfs te omarmen. Het
gaat erom een omgeving te creëren waarin alle leerlingen
zich kunnen ontwikkelen, ongeacht hun achtergrond
of capaciteiten. De weg naar inclusief onderwijs
is er één van voortdurend leren en aanpassen. Het
vereist een open dialoog tussen scholen, ouders, leerlingen
en externe partners. Het vraagt om creativiteit
in het vinden van oplossingen voor uitdagingen die zich
voordoen. En bovenal vraagt het om een blijvende toewijding
aan het ideaal van een onderwijssysteem dat
werkelijk voor iedereen toegankelijk is. Aan de basis van
deze weg liggen stevige scholen en stevige schoolteams.
Het is in het belang van ons allemaal dat
we aan die basis werken.
Terwijl we deze weg bewandelen, moeten
we de waarde van diversiteit - zowel
onder leerlingen als onder scholen - blijven
erkennen en benutten. Door van elkaar
te leren in successen en uitdagingen. Door
verhalen over lukken en mislukken te delen,
kunnen we gezamenlijk werken aan een onderwijssysteem
dat inclusiever is voor alle leerlingen.
Daarbij wil dit blad een hulpmiddel zijn. Om deze
verhalen te delen, om inzichten te verspreiden maar
ook als inspiratie. Niet door alleen het ideaal te benadrukken
en elke keer weer dezelfde ‘inclusieve’ scholen
aan het woord te laten. Maar juist ook door in dit blad
het verschil naar voren te brengen. Want dat is waar
inclusie begint: bij de mate van stevigheid die maakt
dat het daadwerkelijk lukt om verschillen te waarderen.
Niet alleen de verschillen tussen kinderen, maar ook de
verschillen tussen scholen.
Auteur: Bert Wienen
Werken aan de basis
Inclusief onderwijs vraagt om een delicate balans. Aan
de ene kant hebben we scholen nodig die stevig in hun
schoenen staan, met een duidelijke visie op hun rol in de
Senior onderzoeker,
oprichter Instituut voor
Inclusief Onderwijs,
gasthoofdredacteur
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 21
Het ultieme kerstgeschenk!
De praktische boekenserie voor onderwijsprofessionals
Met inmiddels 50 uitgaves kunnen we dit met recht de meest succesvolle boekenreeks voor
intern begeleiders in het onderwijs noemen. Elke TIBtool is gegarandeerd:
elk hoofdstuk bevat een tool, aanrader, checklist of tabel
geen dikke pil, maar gemakkelijk te vertalen naar jouw praktijk
weet wat er speelt & houd je kennis up to date
01
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Omgaan met
weerstand
RON BENJAMINS
ISBN 978-90-79564-67-5
Veel onderwerpen in TIB vragen om wat verdere uitwerking
en verdieping. Met de praktische reeks ‘TIBtools’ kun je als
IB’er morgen al aan de slag op de werkvloer.
Deze TIBtool gaat over ‘Omgaan met weerstand’.
Als IB’er ben je vaak de kartrekker van vernieuwingen
op school. Soms zien je collega’s veranderingen
helemaal niet zitten. Ze reageren onverschillig, worden
verontwaardigd of zelfs boos. Kortom: ze vertonen
weerstand. Hoe moet je daarmee omgaan?
Praktijkdeskundige Ron Bernjamins behandelt in deze
TIBtool zeven manieren waarop je kunt reageren op
weerstand van collega’s. In elk hoofdstuk lees je wat je
kunt doen, waarom het zou kunnen werken en krijg je
praktisch voorbeelden. En als toegift lees je ook nog drie
reacties op weerstand die bijna iedereen heeft, maar die
meestal niet goed werken.
Voor elke IB’er een leerzame ‘proof of the pudding’.
tools
TIBtools voor IB’ers
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
Omgaan met weerstand 7 aanraders - 3 afraders Ron Benjamins
7 aanraders - 3 afraders
Ron Benjamins is adviseur organisatieontwi keling, communicatie en pa send
onderwijs en leidt IB’ers op aan de Inschool Academie.
Ron Benjamins
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Met de invoering van passend onderwijs
‘arrangeren’ we ondersteuning voor
leerlingen die iets extra’s nodig hebben.
Vanuit de vraag ‘Wat heeft dit kind nodig
om deze … doelen te behalen’, bedenken
school, ouders en de leerling, met waar nodig
ondersteuning van aanvullende expertise,
gezamenlijk een passende aanpak en
voeren deze uit. Arrangeren is: doen wat
nodig is, zodat de leerling zich optimaal kan
ontwikkelen.
Om te kunnen arrangeren, moet een
schoolteam de basis op orde hebben. Denk
aan de kwaliteit van het begeleiden van leerkrachten en leerlingen, en de samenwerking
met ouders en externen. Het schoolteam moet zich voortdurend bewust zijn van de
effecten die het heeft op het leren van hun leerlingen. De kwaliteit van lesgeven maakt
immers het verschil. De onderwijskundige aansturing van dit proces op school en het
voeren van de regie over het arrangeren, vraagt van IB’ers en directeuren toewijding,
een groot zelfbewustzijn en specifieke kennis en vaardigheden.
Simone van Dijk en Sofie Rijnberg bieden in deze TIBtool adviezen, tips en tools aan
intern begeleiders, directeuren en schoolbegeleiders, als handreiking bij het arrangeren.
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
4 e druk
Simone van Dijk werkt als zelfstandig gevestigd onderwijsadviseur, HGW-specialist, trainer en coach.
Als gastdocent verzorgt ze modules en cursussen aan diverse Hbo-opleidingen.
Sofie Rijnberg werkt als adviseur bij OOG onderwijs en jeugd. De afgelopen jaren heeft zij zich voor
verschillende samenwerkingsverband bezig gehouden met de voorbereiding en implementatie van passend
onderwijs. Nu werkt zij o.a. als projectleider voor Hello Monday; een begeleidingstraject voor professionals
uit het onderwijs en jeugdhulp, waarin de nieuwe manier van werken en arrangeren centraal staat.
Simone van Dijk en
Sofie Rijnberg
Arrangeer
samen
SIMONE VAN DIJK
SOFIE RIJNBERG
4 e druk
Arrangeer samen 8 aanraders
8 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Gedrag betekent op zich niet veel. Met je gedrag verhoud
je je tot de omgeving. Door regie te versterken zorg je
ervoor dat de ander meer invloed krijgt op het handelen en
denken. Daar krijg je zelfbewustzijn en zelfvertrouwen van.
In deze TIBtool wordt beschreven hoe je als IB’er van
invloed bent en vaardigheden of ‘regiefuncties’ van
leerkrachten en leerlingen doelgericht kan versterken.
Ook wordt besproken hoe belangrijk zinvolle relaties in
de school zijn en hoe ze kunnen worden vormgegeven.
Aan de hand van praktische hulpmiddelen maken Elena en
Karina Carmona van Loon zichtbaar hoe de basishouding,
het talent en het plezier van de leerkracht kan worden
versterkt en ingezet. Dit verbetert het pedagogischdidactische
klimaat in de school en maakt onderlinge
samenwerking en goed en passend onderwijs mogelijk!
tools
Elena Carmona van Loon is als orthopedagoog-generalist behandelaar en onderzoekster.
Ze geeft trainingen regieversterkend handelen aan onderwijsprofessionals. Haar eerste boek
‘Regie versterken in het onderwijs; worden wie je bent’ kwam onlangs uit.
Karina Carmona van Loon werkt als IB’er in het regulier en het speciaal onderwijs.
Daarnaast begeleidt zij leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs om regie te versterken.
Elena Carmona
van Loon
Karina Carmona
van Loon
Versterk de regie
van leerkracht
en leerling
Versterk de regie van leerkracht en leerling
8 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
ELENA & KARINA CARMONA VAN LOON
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Cover_TIBtools_22.indd 1 04-07-17 10:05
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Zet je collega’s
in beweging
ARIETTE RIEZEBOS-DE GROOT & PETER LAROS
9 789079 564811
Het turbulente onderwijsland wordt continu uitgedaagd in
beweging te blijven. Momenteel zijn diverse scholen bezig met
de implementatie van handelingsgericht werken, opstellen van
ontwikkelperspectieven en ondersteuningsplannen. Dit betekent
meestal dat de IB’er vanuit haar functie als kartrekker voor
veranderingen, flink aan de bak moet om zo’n proces in gang te
krijgen bij het team. En het in gang te houden! Gelukkig is het
mogelijk om je collega’s in beweging te zetten. De wetenschap
dat je de eigen situatie kunt beïnvloeden, zet aan tot een
actieve houding. Elk teamlid kan eigen krachtbronnen inzetten
in het onderwijskundig proces en de IB’er kan gebruik maken
van deze krachtbronnen.
In ‘Zet je collega’s in beweging’ beschrijven Ariette Riezebos-
De Groot en Peter Laros 10 manieren om aan te sluiten bij de
leerkracht of het team van je school. De aangereikte strategieën
om te motiveren en te inspireren helpen om je collega’s in
beweging te brengen. Kies de best passende strategie en ga er
direct mee aan de slag in je school.
tools
TIBtools voor IB’ers
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
Zet je collega’s in beweging 10 aanraders
10 aanraders
Arie te Riezebos-De Groot is hogeschooldocent en toetsdeskundige bij Fontys
Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg.
Peter Laros is hogeschooldocent en lid van het Managemen team bij Fontys
Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg.
Peter Laros
Arie te Riezebos-
De Groot
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Een school is voortdurend in ontwikkeling en op alle niveaus
een lerend organisatie. Het is daarom van belang dat teams
en leerlingen in beweging blijven en zodoende het beste uit
zichzelf halen. De mindsettheorie van Carol Dweck verklaart
waarom ontwikkeling soms hapert en biedt vooral ook tips en
tools om groei te faciliteren.
In deze TIBtool kom je te weten wat het verschil is tussen
een vaste mindset en een groeimindset. Je ontdekt hoe deze
overtuigingen bepalend zijn voor de manier waarop je omgaat
met uitdagingen, hindernissen, inspanningen, kritiek en succes
van anderen. Je krijgt antwoord op vragen als: Hoe stel je
uitdagende doelen in je leerzone? Hoe zet je procesgerichte
feedback in om ontwikkeling te stimuleren? Waarom is het van
belang je focus te verschuiven van presteren naar leren? Hoe
dragen fouten bij aan groei? Wat zijn leerkuilen en hoe kom
je erdoorheen? Hoe help je jezelf en anderen bij frustrerende
leermomenten? En hoe creëer je door middel van ‘groeitaal’
een groeigericht pedagogisch klimaat binnen je school?
tools
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Floor Raeijmaekers is Specialist in Gifted Education (ECHA) en mede-eigenaar van Het TalentenLab
en Platform Mindset. Ze spreekt op congressen, geeft trainingen en workshops, begeleidt scholen
en coacht (hoogbegaafde) kinderen. Floor (‘Miss Mindset’) is de bedenker van Fixie en Growie en
ontwikkelde o.a. het Werkboek Mindset, het Werkboek Lef, de Groeikaarten en het Mindset Kwartet.
Floor
Raeijmaekers
Groeien met
mindset
Groeien met mindset 9 aanraders
9 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
FLOOR RAEIJMAEKERS
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Belangrijke
zaken eerst
PIETER DIEHL & JACQUES VAN DEN BORN
Onze dagelijkse drang om prioriteiten te stellen, wordt
gekarakteriseerd door het contrast tussen twee belangrijke
instrumenten die ons richting geven: de klok en het kompas.
De worsteling ontstaat wanneer er een kloof is tussen klok en
kompas. Dat gebeurt als de dingen die je doet geen bijdrage
leveren aan wat voor ons belangrijk is. Sommige collega’s
voelen zich opgesloten en overladen met werk. Zij reageren altijd
op crises, hebben het gevoel dat hun leven wordt geleid door
anderen en komen niet tot de dingen die echt belangrijk zijn.
Ze genieten dan ook niet van wat ze wel willen en doen. Anderen
voelen zich verward en hebben werkelijk geen besef meer wat
hun eigen prioriteiten of die van de school zijn. En de IB’er krijgt
doorgaans het meeste op haar bord.
In ‘Belangrijke zaken eerst’ geven Pieter Diehl en Jacques van
den Born in een aantal stappen aan hoe je prioriteiten kunt
stellen en de juiste balans vindt tussen werk en privé. Zoals
gebruikelijk bij TIB met allerlei praktische tips, veel voorbeelden,
checklists en handige samenvattingen.
tools
TIBtools voor IB’ers
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
Belangrijke zaken eerst 10 aanraders
10 aanraders
Organisatieadviseur Pieter Diehl begeleidt besturen, directeuren en teams in het proces van visie,
strategie en uitvoering. Opbrengst: profe sionalisering teams en result atgericht leiderschap.
Jacques van den Born, directeur WSNS en senior adviseur Pa send Onderwijs, verbonden an
Edux Onderwijsadvies Breda
Pieter Diehl
Jacques
van den Born
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
ISBN 978 94 63170 04 8
Ouders besteden hun kinderen (verplicht) uit aan de school
om hen te helpen in de voorbereiding op de samenleving van
vandaag en morgen. Het zou niet goed zijn als kinderen zich
thuis anders voordoen en anders ontwikkelen dan op school.
Dat vraagt om een heldere afstemming en een gezamenlijke
aanpak. Een aanpak die niet eenzijdig door de school wordt
bedacht, maar samen met ouders. Zodat ieders kennis, kunde
en ervaring wordt aangewend in het belang van het kind. Dat
betekent dat leerkrachten en ouders elkaar als gelijkwaardig
zien en dus met verschillende rollen en verantwoordelijkheden.
Volgens expert Peter de Vries is een school de professionele
instelling die ervoor verantwoordelijk is dat ze alle ouders in
hun kracht zet. In het belang van het kind en voor zover dit
past binnen haar invloedssfeer. Ook ouders die zich minder
competent voelen of die zich juist afzijdig lijken te houden.
Daarom spreekt men over ‘ouderbetrokkenheid’: de school die
ouders betrekt. Prima. Maar hoe zet je ouders in hun kracht?
Daarover gaat dit boek.
tools
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Peter de Vries was leerkracht in het basis- en speciaal basisonderwijs. Daarna werkte hij als
locatiemanager op een orthopedagogisch dagcentrum voor kinderen met een verstandelijke en
lichamelijke beperking. Sinds 2003 werkt De Vries als consultant bij CPS Onderwijsontwikkeling en advies
Peter de Vries
Zet ouders
in hun kracht
Zet ouders in hun kracht 8 aanraders
8 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
PETER DE VRIES
In het relatief jonge onderzoek naar autisme worden
telkens meer lagen gevonden van waaruit je autisme zou
kunnen verklaren naar oorsprong, oorzaak en evolutie. Voor
onderwijsprofessionals betekent dit: beseffen dat er geen
eenduidige werkwijze is. Het is belangrijk dat je zicht krijgt
op die verschillende lagen, En dat je beseft dat mensen met
autisme meer zijn dan alleen hun autisme.
In samenwerking met de leerling kun je de beeldvorming
van de leerling inzetten als vertrekpunt in de onderwijs-
leersituatie.
Ilonka van der Sommen bespreekt aan de hand van
‘transparanten’ hoe je bij leerlingen met autisme van
beeldvorming tot begeleiden kunt komen. Wat komt erbij
kijken en welke tools zijn voor jou ondersteunend?
In deze TIBtool geeft ze praktische handreikingen die als
basis kunnen dienen en de samenwerking tussen leerling,
leerkracht en begeleider kunnen versterken.
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
tools
Ilonka van der Sommen is docent in de Master EN bij FontysOSO. Zij is autismespecialist, studie- en
onderzoeksbegeleider. Tevens is zij coördinator van de practitioner autisme en zet zij storytelling in
bij lezingen en workshops. Ilonka is medeorganisator van de Inservice.
Ilonka van der
Sommen
Autisme,
samen aan de slag!
Autisme, samen aan de slag! 9 aanraders
9 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
ILONKA VAN DER SOMMEN
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Cover_TIBtools_23.indd 1 05-03-18 14:44
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Voer een
opbrengstgerichte
leerlingbespreking
WIM MEIJER
3 e druk
ISBN 978 90 79564 972
Stoom afblazen, informatie uitwisselen, vorderingen
registreren en interventies bedenken. Dat gebeurt allemaal
tijdens gesprekken over leerlingen. IB’ers vervullen vaak
een spilfunctie als leerlingen extra aandacht nodig
hebben. Bij incidenten, in contacten met ouders en tijdens
groepsbesprekingen. Wat leveren al die leerlingbesprekingen
eigenlijk op voor de leerkracht? Dit boek daagt IB’ers uit
om leerlingbesprekingen zo te voeren dat leerkrachten zich
gesteund weten bij het creëren van een veilige, humane
omgeving waarin de leerlingen onderwijsdoelen bereiken op een
manier die bij hun kwaliteiten past. We kijken daarbij kritisch
naar de gegroeide praktijk waarin IB’ers de contacten met de
buitenwereld verzorgen, leiding geven aan het afnemen van
toetsen en het opstellen van groeps- en handelingsplannen.
In ‘Voer een opbrengstgerichte leerlingbespreking’ beschrijft
Wim Meijer wat IB’ers kunnen doen om te zorgen dat het
initiatief en de verantwoordelijkheid voor leerlingen bij
leerkrachten blijft liggen. En om stapsgewijs de kwaliteit van al
die besprekingen te verbeteren. Zoals gebruikelijk bij TIB met
allerlei praktische tips, veel voorbeelden, checklists en handige
samenvattingen. En speciaal: 3 aanraders voor leerkrachten!
tools
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
3 e druk
Voer een opbrengstgerichte leerlingbespreking 10 aanraders
7 aanraders voor IB’ers
3 aanraders voor leerkrachten
Wim Meijer is specialist op he te rein onderwijsbegeleiding en pa send onderwijs.
Hij ontwierp de methodiek van consultatieve l erlingbegeleiding. Na zijn loopbaan aan de
Rijksuniversiteit Groningen verzorgt hij voorlichting en trainingen en hij is als zelfstandig
adviseur actief bij uit enlopende onderwijsinste lingen.
Wim Meijer
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
Opbrengstgericht coachen is gebaseerd op oplossingsgericht
coachen, met op onderdelen een eigen vertaling. Deze
methodiek is toekomstgericht en afgestemd op het realiseren
van een zo goed mogelijke opbrengst.
Belangrijk is om niet dogmatisch gebruik te maken van
een vaste methodiek, maar van een die strookt met je
persoonlijke stijl en daardoor in het gebruik effectief is. Want
daar gaat het om: de persoon die vertrouwt op hulp door
jouw coaching staat centraal.
Coachen gebeurt in alledaagse situaties. We zijn allemaal
wel eens coach. Effectief coachen gebeurt voor een deel
methodisch, maar daarnaast ook op gevoel. Allemaal
onderwerpen die aan de orde komen. “Neem ze zoals je ze
kunt gebruiken en sta open voor nieuwe uitwerkingen.”
De theorie vormt een uitstekende basis om je eigen ideeën
te ontwikkelen.
Deze TIB-tool is vooral bedoeld voor de IB’er, vakspecialist,
directeur, bestuurder, bouwcoördinator en teamleider.
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
tools
Bert van Hoek is voormalig bestuurder primair onderwijs, momenteel coach en Registerpsycholoog
NIP / Arbeid en Organisatie.
Jacques van den Born is directeur passend onderwijs en zelfstandig gevestigd onderwijsadviseur
en orthopedagoog.
Bert van Hoek
Coach
opbrengstgericht
Coach opbrengstgericht 10 aanraders
10 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
BERT VAN HOEK EN JACQUES VAN DEN BORN
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Jaques van den
Born
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Aan de slag met
slimme kleuters
ELEONOOR VAN GERVEN
ISBN 978 90 79564 996
Onderwijs afstemmen door te kijken naar kinderen is het
uitgangspunt van deze nieuwe TIBtool. Daarom begint
expert Eleonoor van Gerven met het verkennen van
het begrip ‘begaafdheid bij kleuters’ en kenmerkende
leer- en persoonlijkheidseigenschappen van begaafde
leerlingen. Met praktijkvoorbeelden vertaalt ze leer- en
persoonlijkheidseigenschappen naar concreet waarneembaar
gedrag. Ze maakt duidelijk hoe je als IB’er samen met de
groepsleerkracht op systematische, veranderingsgerichte
wijze educatieve behoeften van slimme kleuters in kaart kunt
brengen. Het accent ligt niet op toetsen en diagnosticeren,
maar praktijkgericht aansluiten op wat de slimme kleuter in
jouw groep nodig heeft.
Verder vind je in dit boek concrete tips hoe jij je collega’s
kunt helpen om voor de slimme kleuters hun leerstofaanbod
te verrijken. Er is aandacht voor het verrijken van lessen door
in te zetten op het creatief en kritisch denken. Tot slot is er
ruimte voor drie duivelse dilemma’s: vervroegde doorstroming,
vervroegde instroom én de begeleiding van de sociaalemotionele
ontwikkeling van slimme kleuters. Wat kun jij doen
als IB’er en waar moet je rekening mee houden?
tools
TIBtools voor het onderwijs
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
Aan de slag met slimme kleuters 8 aanraders
8 aanraders voor IB’ers
Eleonoor van Gerven is pedagoog en gespecialis erd in het opleiden van l erkrachten en
het begeleiden van scholen bij het onderwijs aan begaafde l erlingen. Zij h eft en eigen
praktijk Slim! Educatief en is ontwi kelaar van de énjarige Post-HBO registeropleiding
Specialist Begaafdheid SE/ZOO®.
Eleonoor van Gerven
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Kenmerkend voor samenwerkend of coöperatief leren is de
noodzaak voor leerlingen om bij het uitvoeren van een leertaak
met elkaar samen te werken. Ondanks het feit dat onderzoek
positieve effecten aantoont en er in Nederland sinds 2000 al
veel over gepubliceerd is, zien we dat samenwerkend leren op
veel scholen nog geen structurele plek heeft in de dagelijkse
onderwijspraktijk. Toch wordt samenwerking genoemd als een
belangrijke 21e-eeuwse vaardigheid. Tijd dus om hier verandering
in aan te brengen!
Bij veel kinderen zie je de behoefte om samen te werken. Hier
kan je met samenwerkend leren prachtig op aansluiten. Ook
is samenwerken een belangrijke vaardigheid die later in veel
beroepen wordt gevraagd. Het is echter geen vaardigheid die je
vanzelf leert, sommige kinderen vinden samenwerken zelfs erg
moeilijk.
Corrine Bleecke en Suzan Valstar geloven dat samenwerkend leren
goede leerkansen en ervaringen biedt voor zowel leerlingen als
leerkrachten. Wanneer je vertrouwen hebt in je collega’s, de taken
zorgvuldig verdeelt en ieder teamlid haar verantwoordelijkheid
neemt, heb je een mooie basis om dit ook aan de leerlingen over
te brengen. Uitgaan van verschillen, kleine stappen en durven
uitproberen is het motto voor een succesvolle start waarmee je
veel actieve betrokkenheid en plezier in je lessen genereert!
tools
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactieTIB
www.instondo.nl
Corrine Bleecke en Suzan Valstar zijn beiden leerkracht in het basisonderwijs geweest en waren ook
een tijd collega’s bij een onderwijsbegeleidingsdienst. Op dit moment zijn zij zelfstandig adviseur.
Corrine bij Co-creaties en Suzan bij Living Motion.
Corrine Bleecke
Suzan Valstar
Samen leren
samenwerken
Samen leren samenwerken 8 aanraders
8 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
CORRINE BLEECKE EN SUZAN VALSTAR
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
ISBN 978 94 91725 13 5
Leerkrachten vormen het menselijk kapitaal van de school. Zij
doen er het meeste toe. Echter, ook leerkrachten verschillen in wie
ze zijn, hoe ze denken, wat ze kunnen en wat ze nodig hebben om
een zo krachtig mogelijk passend onderwijsaanbod te realiseren.
Handelingsgericht begeleiden (HGB) houdt in dat je als IB’er
doelgericht kunt afstemmen op die verschillen, gericht op het
versterken van motivatie, zelfvertrouwen en competenties.
Het is een werkwijze die de kwaliteit van het onderwijs en de
begeleiding van álle leerkrachten beoogt te verbeteren.
In deze TIBtool geven Sonja de Lange en Tijn Nuyens concrete
tips hoe je kunt afstemmen op de leerkrachten zonder de doelen
uit het oog te verliezen. Het motto is: stimuleren en steunen waar
het kan, sturen waar het moet. De kunst is om dat op maat te
doen, zonder het eigenaarschap van de leerkracht over te nemen.
Handelingsgericht begeleiden is er juist op gericht de eigen kracht
van leerlingen, leerkrachten en ouders te versterken. Daarbij gaat
het om gespreksvaardigheden, maar ook om coaching on the job,
e-learning en hoe je het leren van en met elkaar kunt stimuleren.
Aan de hand van praktijkvoorbeelden, aanraders en tools worden
begeleiders uitgedaagd om er in de eigen praktijk mee aan
de slag te gaan. Het heet niet voor niets ‘Handelingsgericht
begeleiden’, want ook hierbij geldt: waarnemen, begrijpen,
plannen en dan realiseren.
tools
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
2 e druk
Sonja de Lange is als trainer en ontwi kel ar werkz am bij NTO-E fekt. Zij h eft v el expertise op
het gebied van Handelingsgericht Werken, Begeleiden en A rangeren, Constructieve Communicatie
en Teamcoaching.
Tijn Nuyens is directeur en trainer bij NTO-E fekt. Hij ondersteunt het ontwi kelen van profe sion el
kapit al van de begeleiders en leiders in de sch ol en het SWV Pa send Onderwijs.
Sonja de Lange
Tijn Nuyens
Begeleid
handelingsgericht
SONJA DE LANGE & TIJN NUYENS
2 e druk
Begeleid handelingsgericht 8 aanraders
8 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
9 789463 170499
Steeds meer schoolteams gaan heel bewust vorm geven aan
het onderwijs aan begaafde leerlingen. Net als bij alle andere
pedagogisch-didactische vraagstukken komen verschillende
dilemma’s in zo’n proces bovendrijven. Soms lijken er daarbij meer
vragen dan antwoorden te zijn. Sommige vragen zijn eenvoudig af
te tikken, andere kunnen een ethisch dilemma zichtbaar maken.
In alle gevallen is het vertrekpunt de opvatting van het team over
‘goed onderwijs’. Is dat onderwijs ook goed voor de begaafde
leerlingen? Welk perspectief op begaafdheid heeft het team? Alle
kinderen hebben gaven, maar toch zijn niet alle leerlingen begaafd.
Hoe kan begaafd zijn zich vertalen in educatieve behoeften?
Hoe zorgen we ervoor dat we die educatieve behoeften op vijf
domeinen blijven formuleren: cognitief, schoolse vaardigheden,
interpersoonlijk, intrapersoonlijk en motorisch? En als je dan gaat
inspelen op die behoeften, waar moet je dan rekening mee houden?
Wat zijn bijvoorbeeld de grootste valkuilen als je aanpassingen in de
leerstof gaat verzorgen? Als je uitgaat van de inclusieve gedachte,
betekent dit dan ook dat de plusklas uit den boze is of kun je die
vraag alleen vanuit een bredere context beantwoorden? En wie en
wat bepaalt welke leerling mag deelnemen aan zo’n alternatief
onderwijsarrangement?
Deze TIBtool van expert Eleonoor van Gerven zet aandachtspunten
voor goed onderwijs voor begaafde leerlingen in het spotlicht en
helpt je om met je team je eigen plan te trekken.
tools
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Eleonoor van Gerven is pedagoog en gespecialiseerd in het opleiden van leerkrachten en het begeleiden
van scholen bij het onderwijs aan begaafde leerlingen. Zij heeft een opleidingsinstituut Slim! Educatief
en is ontwikkelaar van de Post-HBO registeropleiding Specialist Begaafdheid SE/ZOO® en van de Post-
HBO registeropleiding Specialist Begaafd & Speciaal (over leerlingen met een dubbele diagnose).
Eleonoor van
Gerven
Goed onderwijs voor
begaafde leerlingen
Goed onderwijs voor begaafde leerlingen 7 aanraders
7 aanraders
en 1 heet hangijzer
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
ELEONOOR VAN GERVEN
Bij ‘gedrag’ wordt in de samenleving veel te vaak gedacht
aan iets wat negatief is of ordeverstorend. Gedrag moet zijn
ware betekenis terugkrijgen, zeker in het onderwijs.
Onder gedrag verstaan we datgene wat je ziet en
hoort. Kortom, wat je kunt observeren. De gedachtes of
beweegredenen van de leerling die hieraan ten grondslag
liggen, zijn aan interpretatie van de leerkracht onderhevig.
Om gedrag goed te kunnen begrijpen zul je als professional
moeten onderzoeken welke behoefte onder dit gedrag
verborgen zit. Met welk doel handelt de leerling op de manier
waarop hij het op dat moment doet?
In deze TIBtool wordt de essentie van de interactie tussen
leerling en leerkracht ontrafeld: actie-reactie. We belichten
het kijken naar gedrag vanuit de invalshoek van de
verschillende behoeftes van het kind. Dit doen we bewust
los van diagnoses, omdat deze kunnen leiden tot een
gestandaardiseerde aanpak, terwijl interactie maatwerk is.
Welke preventieve of directe actie is wanneer passend?
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
tools
Marcel van As is werkzaam als onderwijsadviseur. Hij richt zich op het bewaken van de balans
tussen aandacht voor pedagogiek en didactiek. Marcel heeft werkervaring in het po, so en vso als
leerkracht, teamleider zorg en directeur. Deze verschillende perspectieven dragen bij aan het zoeken
naar verbinding tussen onderzoek en praktijk.
Marcel van As
Gedragsbenadering
bij leerlingen: onderneem
passende acties
Gedragsbenadering bij leerlingen: onderneem passende acties
8 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
MARCEL VAN AS
www.tijdschriftib.nl
n Instondo Intern Begeleiders
t @Instondo_bv
f @InstondoIB
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Sociale media
slim inzetten
op school
GUUS BEENHAKKER
ISBN 978 94 91725 27 2
Steeds meer mensen, bedrijven en instellingen maken gebruik
van sociale media. Ze krijgen een steeds grotere rol bij veel
leerlingen en leerkrachten van basisscholen. Sociale media
maken veel mogelijk, maar het is wel handig om te weten hoe
ze het best kunnen worden ingezet. Bijvoorbeeld in je eigen
netwerk of dat van de school. Ze zijn helemaal aan te passen
naar eigen inzicht, doel en gebruik. Dat maakt sociale media
zo aantrekkelijk!
Guus Beenhakker beschrijft in deze TIBtool hoe IB’ers en
leerkrachten sociale media productief kunnen gebruiken op
school. Wat werkt en wat niet? Wat zijn de do’s en don’ts?
Kun je iets doen tegen pesten via sociale media? Doordat
mensen verschillende opvattingen hebben over sociale media
en ze op verschillende manieren te gebruiken zijn, geeft hij
verschillende soorten praktijkvoorbeelden. Door te praten
met IB’ers en leerkrachten is het boek perfect op de praktijk
afgestemd. Vanwege het grote verschil in kennis en ervaring
met sociale media bevat deze TIBtool basale informatie
voor beginners en ook veel interessante toepassingen voor
gevorderden. Op de website www.instondo.nl/socialemedia
vind je praktische online ondersteuning.
tools
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: @redactieTIB
Sociale media slim inzetten op school 7 aanraders en 1 afrader
7 aanraders en 1 afrader
Guus Beenhakker is journalist en historicus. Tijdens zijn journalistieke studie is hij zich
gaan verdiepen in het gebruik van sociale media. De link met onderwijs komt voort uit
zijn plek in de redacties van TIB en Pa send Onderwijs Magazine.
Guus Beenhakker
Extra:
online tips
en advies
Extra:
online tips
en advies
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Cognitieve functies zijn de bouwstenen die leerlingen nodig
hebben om te kunnen denken en handelen. Niet alleen op
cognitief, maar ook op emotioneel en sociaal niveau. De
kwantiteit en kwaliteit van hun cognitieve functies beïnvloedt
in sterke mate het functioneren van leerlingen, zowel op
school als daarbuiten. Voorbeelden van cognitieve functies
zijn: nauwkeurig zijn, gegevens verzamelen, relaties leggen,
classificeren, plannen en veronderstellingen maken.
Leerlingen ontwikkelen de cognitieve functies gedurende
alledaagse activiteiten en interacties. Meestal gebeurt dit
onbewust. Soms zijn er echter situaties waarin het van belang
is de cognitieve functies bewust te stimuleren. In die situaties
biedt ‘de omgekeerde piramide’ een handvat. Dit analyse- en
begeleidingsinstrument staat centraal in deze Tibtool.
Het kan worden gebruikt in groeps- en klassensituaties,
en tijdens één-op-één begeleiding.
De omgekeerde piramide behoort tot het
ontwikkelingspsychologische concept ‘Mediërend Leren’.
Dit concept is gestoeld op de idee dat elke leerling
ontwikkelmogelijkheden heeft. Ook richt het zich op de
kwaliteiten van de leerlingen, zonder hun beperkingen te
negeren. Mediërend Leren is nadrukkelijk geen methodiek.
Dat maakt het mogelijk om het concept te combineren met
diverse onderwijsmethoden en begeleidingsprogramma’s.
tools
Emiel van Doorn (1960) en Floor van Loo (1980) zijn werkzaam bij StiBCO. Eén van Emiels
favoriete uitspraken is: ‘Als de leerkracht/IB’er niet voor de kwaliteiten van de leerling gaat, dan
moet ze van zijn gebreken afblijven!’. Het motto van Floor is: ‘Ontwikkelen doe je van, met én door
elkaar!’.
Emiel van Doorn
Zet in op de
ontwikkeling van
cognitieve functies!
Zet in op de ontwikkeling van cognitieve functies!
7 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
FLOOR VAN LOO EN EMIEL VAN DOORN
2 e druk
Floor van Loo
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
2 e druk
Leerkrachten moeten geregeld hun energie steken in het balanceren
tussen groepsdynamiek en het omgaan met leerlingen die probleem-
gedrag laten zien. Hoe zorg je ervoor dat je in zulke situaties je gezag
vergroot, zonder dat vanuit een klassieke topdown-benadering te
doen? Hoe sluit je de-escalerend aan bij een leerling die bepaald
gedrag vertoont en hoe werk je hierbij samen met je team en de
omgeving van de leerling? En hoe kun je hiermee een bijdrage leveren
aan het verbeteren van het pedagogisch klimaat op school?
Door te werken vanuit de Nieuwe Autoriteit stel je grenzen op een
kalme, vastberaden, geweldloze manier. Niet vanuit macht, maar
vanuit verbinding.
Deze TIBtool biedt handvatten voor de houding van de leerkracht en
geeft je als IB’er tools hoe je haar als co-regulator kunt ondersteunen.
Zo help je ‘het ijzer te smeden als het koud is’. Belangrijke pijlers
die in deze TIBtool beschreven worden, zijn ‘de-escalerend werken’,
‘waakzame zorg’ en ‘wij werken samen’.
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
tools
Ilse van den Heuvel heeft 20 jaar ervaring binnen de specialistische jeugdzorg. Ze is zelfstandig
ondernemer en geeft de training Nieuwe Autoriteit en Geweldloos Verzet binnen (speciaal)
basisonderwijs en voortgezet onderwijs.
Colette Montens werkt 19 jaar binnen de specialistische jeugdzorg. Daarnaast geeft ze de training
Nieuwe Autoriteit en Geweldloos Verzet. Tevens is zij HBO-docent Social Work.
Colette Montens
Handel
geweldloos
Handel geweldloos 9 aanraders
9 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
ILSE VAN DEN HEUVEL & COLETTE MONTENS
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Ilse van den Heuvel
Cover_TIBtools_27.indd 1 09-05-19 13:41
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
In Arrangeer samen en WUG- een beter OT voor leerkracht en
leerling kun je alles lezen over de basis van handelingsgericht
arrangeren, hoe je een OT voorbereidt en leerlingen,
leerkrachten, ouders en externe partners wederkerig betrekt
in het nadenken over en vinden van passende oplossingen die
werken op school en thuis.
Arrangeren voor gevorderden maakt deze serie van drie af en
zet de IB’er in positie als regisseur in het arrangeren. Via de
methodiek van de drie fases: Van overzicht naar inzicht naar
uitzicht regisseer je een OT naar diepgang, relevante afspraken
en duurzame uitkomsten. Als bonus vind je in deze TIBtool alles
over online overleggen via een video-verbinding.
Simone van Dijk biedt in deze TIBtool wederom rake adviezen en handige tools. Ze
onderbouwt deze met inzichten uit onderzoek en levendige voorbeelden uit haar
jarenlange praktijkervaring.
Simone van Dijk
Arrangeren voor
gevorderden
SIMONE VAN DIJK
Arrangeren voor gevorderden 7 aanraders
7 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
Simone van Dijk is zelfstandig gevestigd docent, coach, trainer en HGW-HGA-specialist. Ze werkt in
opdracht van scholen en samenwerkingsverbanden aan goed onderwijs en effectieve communicatie,
en specifiek ook aan het verbeteren van OT’s. Zie www.simonetraint.nl. Simone schreef eerder de
TIBtool ‘Arrangeer samen’ (2015 / 4 e druk), ‘Meester in de klas’ (2018 / 4 e druk) en ‘WUG-een beter
OT voor leerkracht en leerling’ (2021/1 e druk).
www.tijdschriftib.nl
n Instondo Intern Begeleiders
t @Instondo_bv
f @InstondoIB
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
ISBN 978 94 91725 28 9
Op iedere basisschool of SBO-scholen houden directieleden,
IB’ers, RT’ers en leerkrachten zich bezig met de begeleiding
van leerlingen met dyslexie. In het kader van passend
onderwijs en de Referentiekaders Taal is er extra aandacht
voor maatregelen die ervoor moeten zorgen dat leerlingen
met dyslexie over het vereiste taalniveau kunnen beschikken
bij het verlaten van de basisschool.
In deze TIB-tool beschrijft dyslexiespecialist Mieke Urff in acht
aanraders hoe IB’ers dyslexiebeleid vanuit de verschillende
protocollen kunnen omzetten in activiteiten binnen de groep
en de school. Wie moet eigenlijk welke kennis over dyslexie
hebben? Hoe kun je leerlingen ondersteunen bij het uitvoeren
van taken in de groep? De aanraders werken goed voor alle
leerlingen. Ook zijn er tips en tools die inspiratie bieden voor
een goede samenwerking met ouders. Verschillende tools
nodigen uit tot reflectie: sta bijvoorbeeld eens stil bij de
motivatie van leerlingen met dyslexie en hoe jullie daar op
school aan werken. In de aanrader over de overstap naar
het VO vind je handige tips die je helpen om leerlingen met
dyslexie goed voor te bereiden op het spannende brugklasjaar.
tools
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Mieke Ur f is dyslexiespecialist en onderwijskundige op het gebied van Special Educational N eds.
Ze is ervan overtuigd dat de begeleiding van l erlingen met dyslexie v oral pl ats moet vinden in
de klas d or l erkrachten die pa sende methodieken en mi delen in ku nen ze ten. W ar nodig met
ondersteuning van en specialist.
Mieke Ur f
Dyslexie:
werk in uitvoering!
MIEKE URFF
Dyslexie: werk in uitvoering! 8 aanraders
8 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
ISBN 978 94 91725 59 3
Veel kwesties in het onderwijs zijn op te lossen met stevig
doorwerken: plannen opstellen, lessen voorbereiden, nieuwe
methodieken eigen maken. Maar of dat ergens toe gaat
leiden, hangt vaak af van goede communicatie.
Voor leraren en IB’ers is het vaak lastig om te praten over
de professionele afwegingen die je maakt, en is het moeilijk
om uit te leggen hoe je naar de ontwikkeling van leerlingen
kijkt.
Hoe praat je met ouders die een heel andere kijk op hun
kind hebben dan school? Hoe kun je in een multidisciplinair
overleg met hulpverleners ervoor zorgen dat de kennis
en ervaring van school goed uit de verf komt? En hoe
kun je bereiken dat je met je eigen collega’s goed blijft
communiceren over wat er op school gebeurt?
In deze TIBtool maakt Ron Benjamins duidelijk dat
helder communiceren niet alleen vraagt om goede
gesprekstechnieken, maar ook om een aandachtige, open
houding waarmee je met elkaar contact maakt.
tools
Ron Benjamins werkt als adviseur voor organisatie en communicatie in het onderwijs. Hij is
verbonden aan B&T en hoofdredacteur van Passend Onderwijs Magazine. Eerder schreef hij de
TIBtool ‘Omgaan met weerstand’.
Ron Benjamins
Helder
communiceren
Helder communiceren 8 aanraders
8 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
RON BENJAMINS
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Gedrag is meer dan wat je ziet en meer dan dat we zelfs
met twee personen kunnen waarnemen. Leren lezen, met
poppen spelen, ruzie zoeken of een leertaak maken. Gedrag
is in al zijn mogelijke gedaanten altijd aanwezig. Leerlingen
laten wisselend gedrag zien onder invloed van aanleg, de
onderwijsleeromgeving en de thuissituatie. Voor het beoordelen
van gedrag en het ontwerpen van een plan voor ondersteuning
op sociale en emotionele competentieontwikkeling (‘seco’)
wordt in deze TIBtool de metafoor van de puzzel gebruikt.
IB’ers leggen die puzzel samen met de leerkracht, de leerling
en de ouders. Zij verkennen beschermende factoren, risicovol
gedrag of belemmerende situaties. Ze zoeken samen naar een
patroon en werken handelingsgericht aan gedragsverandering
in een gewenste richting. Bij het waarnemen, onderzoeken,
begrijpen en aanpakken van gedragsvraagstukken krijgt de
factor taak-/werkhouding extra aandacht. In deze TIBtool biedt
Erik van Meersbergen een kader voor ondersteuning van de
leerling, de leerkracht en de school. Daaruit volgen concrete
tips hoe je kunt kijken naar gedrag en kunt afstemmen op de
onderwijsbehoeften op seco en werkhouding. Aan de hand
van praktijkvoorbeelden, aanraders en tools worden IB’ers,
leerkrachten en gedragsspecialisten uitgedaagd om met alle
betrokkenen de gedragsvraagstukken op te lossen.
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
tools
Orthopedagoog Erik van Meersbergen is lerarenopleider bij Fontys hogescholen OSO. Bij de
hbo-master SEN coördineert hij het curriculumdomein gedrag. Hij is ook verbonden aan het Fontys
kenniscentrum Gedrag en SWPBS en aan de Beroepsveldcommissie Social Studies van het LOI.
Van Meersbergen publiceert geregeld over gedragsvraagstukken in onderwijs en opvoeding.
Erik van
Meersbergen
Gedragsvraagstukken:
zo pak je ze aan!
Gedragsvraagstukken: zo pak je ze aan! 8 aanraders
8 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
ERIK VAN MEERSBERGEN
2 e druk
www.tijdschriftib.nl
n Instondo Intern Begeleiders
t @redactieTIB
f @InstondoIB
www.instondo.nl
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
In steeds meer scholen nemen leerkrachten zelf
verantwoordelijkheid voor het verbeteren van het onderwijs.
In de praktijk blijkt echter dat ze het moeilijk vinden om
een goede focus te behouden en planmatig te werken.
Een onderzoekende houding is daarbij noodzakelijk. De
intern begeleider kan daarbij een belangrijke rol spelen
door leerkrachten te ondersteunen bij de ontwikkeling en
versterking van een onderzoekende houding. Die vormt een
belangrijke sleutel tot onderwijsverbetering en voortgezette
professionalisering. Leerkrachten met een onderzoekende
houding werken planmatig en systematisch, maken gebruik
van allerlei gegevens en van literatuur en leren van en met
collega’s.
Hoe stimuleer je deze onderzoekende houding bij je
teamleden? Hoe kun je hen helpen om elkaar feedback te
geven? Hoe zorg je voor gesprekken met diepgang, waarin
leerkrachten ook literatuur en (eigen) onderzoeksresultaten
met elkaar bespreken? En vooral; hoe pas je dit toe in de
dingen die je al doet, in plaats van iets nieuws op te starten?
tools
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Linda van den Bergh is hoofddocent en onderzoeker bij Fontys Opleidingscentrum Speciale
Onderwijszorg. Daarnaast is zij hoofdcoördinator van het Partnerschap Opleiden in de School.
Anje Ros is lector Leren en Innoveren bij de Fontys Hogeschool Kind en Educatie. Ze is daarnaast
academic director van de Master leadership in Education.
Linda van den
Bergh
Beter onderwijs?
Zoek het uit!
Beter onderwijs? Zoek het uit! 8 aanraders
8 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
LINDA VAN DEN BERGH EN ANJE ROS
Anje Ros
Voorkom
(ernstige)
rekenproblemen
CECIEL BORGHOUTS
10 e druk
Veel leerlingen kampen met rekenproblemen. Daarbij
spelen zowel kindkenmerken als onderwijsfactoren een
rol. Hoe minder aanleg voor rekenen je hebt, hoe harder
je het onderwijs nodig hebt. Met goed rekenonderwijs zijn
veel rekenproblemen binnen de perken te houden. Kleine
problemen worden dan niet groter en lopen niet uit de hand.
In deze TIBtool ontdek je hoe je dit voor elkaar kunt krijgen.
Expert Ceciel Borghouts geeft concrete tips hoe de
leerkracht nauwkeurig kan observeren. In vaak herkenbare
praktijkvoorbeelden wordt ze samen met de IB’er uitgedaagd
om anders te signaleren. Niet meer leunen op resultaten
van methodetoetsen, maar meer op eigen observaties.
Zelf blokdoelen gaan beoordelen met het drieslagmodel.
Groepsoverzichten gaan er heel anders uitzien dan na
afname van de methodetoetsen! Dat zal leiden tot vroeger
en specifieker ingrijpen. Het doel is preventie, oftewel:
voorkomen dat kleine problemen groter worden.
De leerkracht wordt met deze manier van werken meer
bepalend. Het is niet nodig en zelfs onwenselijk de
methode strak te volgen. Dat vraagt wel de nodige kennis.
Elke Aanrader bevat tips en tools die de IB’er en leerkracht
daarbij ondersteunen.
Voorkom (ernstige) rekenproblemen 7 aanraders
7 aanraders
Rekenspecialist Ceciel Borghouts h eft en eigen adviesbureau: Borghouts Rekenadvies.
Zij is (mede) ontwi kel ar van het protocol ERWD, diagnostiek met het protocol ERWD,
en van rekenmethoden. Zij g ef trainingen op en br ed te rein van het rekenen en de
opleiding rekencoördinator. Borghouts public ert regelmatig over rekenonderwerpen.
Ceciel Borghouts
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
9 789491 725500
ISBN 9789491725500
www.tijdschriftib.nl
n Instondo Intern Begeleiders
l instondo.bv
f @InstondoIB
www.instondo.nl
TIJDSCH RIFT I NTER N B E GEL EID E R S
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS
Er zijn steeds meer scholen die vanuit hun visie op goed
onderwijs een combinatiegroep 2/3 formeren. Zulke scholen
zien kansen voor zowel de kleuters als de kinderen in groep
3. Wie van een combinatiegroep 2/3 meer wil maken dan
een verlegenheidsoplossing, vindt in deze TIBtool concrete
antwoorden op vragen zoals: Hoe maak ik van twee groepen
één groep? Heeft een combinatiegroep 2/3 een ideale
samenstelling? Hoe verdeel ik mijn aandacht goed? Hoe ga
ik om met methoden? Kan ik nog thematisch werken zoals
in een kleutergroep? Hoe bewaak ik de einddoelen? Hoe
instrueer ik direct en effectief? Hoe kan ik nog bewuster
plannen en organiseren? Hoe ziet mijn weekplanning eruit?
Hoe zorg ik voor een rijke speelleeromgeving?
Leerkrachten en intern begeleiders vinden volop handvatten
om met de collega’s van de groepen 1 tot en met 4 na te
denken over een voor hen meest kansrijke aanpak om een
combinatiegroep 2/3 te vormen. Zodat deze leidt tot een
doorgaande lijn in aangrenzende groepen en tot maximale
opbrengsten. Zo wordt de combinatiegroep 2/3 succesvol.
tools
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Cobi Visser en Frida Meints zijn senior specialist Het Jonge Kind met veel ervaring in de praktijk.
Beiden zijn docent nascholing en opleidingen.
Cobi Visser heeft een eigen onderwijsadviesbureau: VisActiva.
Frida Meints is directeur van een basisschool en heeft een eigen weblog over rekenspelletjes.
Cobi Visser
Combinatiegroep 2/3.
Doen!
Combinatiegroep 2/3. Doen! 8 aanraders
8 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
COBI VISSER EN FRIDA MEINTS
Frida Meints
Cover_TIBtools_21.indd 1 22-06-17 15:04
Lorem Ipsum is slechts een proeftekst uit het drukkerij- en
zetterijwezen. Lorem Ipsum is de standaard proeftekst in
deze bedrijfstak sinds de 16e eeuw, toen een onbekende
drukker een zethaak met letters nam en ze door elkaar
husselde om een font-catalogus te maken. Het heeft
niet alleen vijf eeuwen overleefd maar is ook, vrijwel
onveranderd, overgenomen in elektronische letterzetting.
Het is in de jaren ‘60 populair geworden met de introductie
van Letraset vellen met Lorem Ipsum passages en meer
recentelijk door desktop publishing software zoals Aldus
PageMaker die versies van Lorem Ipsum bevatten.
Lorem Ipsum is slechts een proeftekst uit het drukkerij- en
zetterijwezen. Lorem Ipsum is de standaard proeftekst in
deze bedrijfstak sinds de 16e eeuw, toen een onbekende
drukker een zethaak met letters nam en ze door elkaar
husselde om een font-catalogus te maken. Het heeft
niet alleen vijf eeuwen overleefd maar is ook, vrijwel
onveranderd, overgenomen in elektronische letterzetting.
www.tijdschriftib.nl
LinkedIn: TIB
Twitter: #redactie TIB
www.instondo.nl
Marcel van As
Doe meer met data
LEERLINGENPOPULATIE ALS
SLEUTEL VOOR BETER ONDERWIJS
Doe meer met data 7 aanraders
7 aanraders
TIBtools voor
onderwijsprofessionals
VIVIAN VAN ALEM EN MIEKE MICHIELS
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDEN
Marcel van As is werkzaam als onderwijsadviseur. Hij richt zich op het bewaken van de balans
tussen aandacht voor pedagogiek en didactiek. Marcel heeft werkervaring in het po, so en vso als
leerkracht, teamleider zorg en directeur. Deze verschillende perspectieven dragen bij aan het zoeken
naar verbinding tussen onderzoek en praktijk.
TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDEN
PRAKTISCH
HANDZAAM
ACTUEEL
Word lid & profiteer!
Ontvang automatisch de nieuwste TIBtools voor een sterk
gereduceerd tarief dankzij het TIBtool-abonnement.
Meer informatie & alle extra’s: www.tibtools.nl
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Blik vanuit een leerling
“Laat me los!”
“Aan de kant meester! Laat me erlangs!” Met een verwilderde blik staat
Allison voor me in de gang. Donkere ogen, warrig lang haar. Boos op twee
leerlingen van de bovenbouw. Ik versper met wijde armen de doorgang.
Ze is twaalf en heeft bijna mijn lengte. “Laat me los!” schreeuwt ze, terwijl ze
zélf mijn pols vastpakt. Ze draait m’n hand een kwartslag, kijkt me aan, maar
er gebeurt niets in mijn gezicht en ze laat weer los. “Ik heb je niet vast”, zeg ik,
“maar we gaan naar ons eigen lokaal.”
Er was ruzie geweest. Flinke ruzie. Allison is de hele ochtend
al wispelturig. Wat zeg ik: ze is nu bijna twee jaar
onze leerling en al die tijd is haar vluchtige, instabiele
en vaak ongrijpbare gedrag een afspiegeling van haar
intens beschadigde bestaan. Een relatie is niet op te
bouwen, daar is ze téveel in getraumatiseerd. Ze woont
in een instelling, haar zoveelste woonplek.
Het blijft de hele dag onrustig. Allison loopt weg, ik haal
haar weer op. Ik tik makkelijk de zesduizend stappen
aan (speciaal onderwijs houdt je fit). Na schooltijd
weigert Allison de taxi in te stappen. “Ik wil m’n voogd
bellen!” zegt ze. Ik zoek contact met de voogd en bel de
begeleidster van de instelling. “Ik heb zo een meeting
in het lokaal”, zeg ik, “maar ik laat m’n telefoon aan
oké?” “Wil je de bank dan op de gang zetten meester?”
Ik versleep de kleine bank, maar Allison gaat toch aan
tafel zitten.
Na een half uur komt haar begeleidster. Ik haal warme
chocolademelk en thee en ga verder met m’n meeting.
Na verloop van tijd komt Allison zeggen dat ze gaan. Dikke
wallen onder haar ogen. Ik geef haar haar jas en tas.
Of iets… het vraagt een mindset-shift:
Het besef dat gedrag misschien op jou is gerícht, maar
niet per se voor jou is bedóéld. De interne vraag ‘Wat
heb jij meegemaakt?’ in plaats van ‘Wat is er mis met
jou?’ De kunst niet boos te worden maar neutraal te
reageren, want boosheid is jouw emotie en een emotioneel
neutrale reactie geeft ruimte voor de emoties van
het kind. Het vraagt ook om de acceptatie dat veel van
je handreikingen worden afgewezen. En om geloven in
geduld, wetende dat je inspanningen nú vaak nog geen
zichtbaar effect hebben, maar bijdragen aan een basis
van toekomstig vertrouwen.
Tot slot vraagt het om de juiste houding. Een houding
die uitstraalt dat een kind bij jou geen slachtoffer is,
maar een volwaardige leerling. Evenveel waard als ieder
ander. Als leraar kan ik Allisons problemen niet oplossen.
Maar ik kan haar wel meegeven dat ze belangrijk is en
bestaansrecht heeft. Zo kan ik hét verschil maken.
Wat er aan de hand was? Ik weet het niet. Dat hoeft
ook niet. Mijn taak is te zorgen voor haar veiligheid
en welbevinden. Het is van onschatbare waarde een
ontregeld of zelfs getraumatiseerd kind vanuit rust en
kalmte bij te staan. Dat vraagt wel iets van jezelf.
Bart Heeling
Leerkracht en
gedragsspecialist
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
23
In de klas
Inclusie, hoe doe je dat in de klas?
We volgen Jenny Wishaupt, leerkracht
Lia’s eerste
wenmoment in de
kleuterklas verliep
niet helemaal zoals
leerkracht Jenny
had gehoopt.
van groep 1-2 op basisschool
‘t Slingertouw in Eindhoven. Als startende
onderwijsprofessional neemt ze ons mee
in haar leer- en succesmomentjes, haar
observaties en overwegingen. Deel 1:
Lia’s eerste wenmoment.
Daar is
ze dan
Het schooljaar gaat bijna beginnen. Ik rommel wat aan
in mijn nieuwe lokaal. Dit jaar start ik met 23 kinderen
in groep 1-2 en neem ik het stokje over van een zeer ervaren
collega. Vorig jaar ben ik afgestudeerd; dit is mijn
eerste jaar als volwaardig leerkracht. Waar moet alles,
wat heb ik allemaal nodig en waar ga ik beginnen?
Het is twee uur. De kleuters die vandaag een eerste
kijkje komen nemen in de klas, druppelen binnen. Daar
is ze dan. Bij papa en mama aan de hand. Ik groet de
ouders en ga op mijn hurken voor haar zitten. “Hallo,
ik ben juf Jenny en ik denk dat jij Lia heet.” Lia wordt
deze maand vier en komt dan bij mij in de klas.
24 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Lia komt over als een klein, stil meisje. Op haar hoede.
Ik weet vanuit de kennismakingsgesprekken dat daar
een verhaal achter zit. Lia’s ouders zochten een tijd
geleden al hulp vanwege haar opvallende gedrag
bij onder andere de kinderopvang. Ze kwamen uit
bij Kentalis, een school voor kinderen die doof of
slechthorend zijn of een taalontwikkelingsstoornis
(TOS) hebben. Uit een breed onderzoek bleek dat Lia,
ondanks dat ze weinig tot niet spreekt, wel een goed
taalbegrip heeft. Buitenshuis voelt ze zich snel onveilig
en overprikkeld; ze kan overspoeld raken door angst.
Lia is vaak hyperalert als de omgeving haar geen
veiligheid biedt. Ze kan dan dichtklappen. Thuis zien
haar ouders ook een andere kant: een vrolijke Lia die
leuk kan spelen.
De schoolkeuze is zoeken voor Lia’s ouders. Ze weten
dat hun dochter baat heeft bij één-op-één begeleiding.
Bij Kentalis krijgt Lia die al en heeft ze laten zien dat ze,
als ze zich veilig voelt, grote sprongen kan maken. Hierdoor
zijn er vermoedens van TOS of autisme, waarvoor
Lia is doorverwezen naar Herlaarhof, een centrum
voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Maar diagnoses zijn
er nog niet, daar is Lia ook nog te jong voor.
de klas weer uit te gaan. We spreken af dat, als het
niet gaat, ik hen kom halen.
De deur gaat dicht, Lia ziet haar ouders weglopen.
Angst, verwarring en onrust vullen haar ogen. Tranen
beginnen over haar wangen te rollen. En dan rent ze
krijsend naar de deur. Ik zoek toenadering om haar te
troosten, maar Lia duikt weg. Ze verstopt zich in een
hoekje bij de deur. Ik besluit haar even te laten en ga
verder met de les. Misschien kalmeert ze vanzelf.
Nee. Dat gebeurt niet. Een paar minuten later heeft
Lia nog steeds diezelfde angstige blik in haar ogen,
staat ze nog net zo hard huilend en bonkend bij de
deur. Oké, wat moet ik nu doen? Ook bij mijn tweede
poging tot toenadering, duikt ze weg. Maar als ik niks
doe, verandert de situatie niet en voelt ze zich alleen
maar onveilig. Wil ik nu al opgeven en haar ouders
halen?
Opgeven? Ik betrap mezelf op dat woord in mijn
gedachten. Ergens voelt het dus zo, als ik nu haar ouders
haal. Als falen. Want waarom kan ik haar niet dat
veilige gevoel geven? Maakt mij dat niet goed genoeg
als juf?
Lia’s ouders besluiten hun dochter in ieder geval een
kans te bieden binnen het reguliere onderwijs. Als juf
sta ik daar volledig achter. Samen willen we ervoor
zorgen dat Lia haar eigen plekje in de wereld kan
vinden. Het is aan mij om, met alle informatie die ik
vanuit de onderzoeken en haar ouders heb gekregen,
te kijken hoe ik dit meisje de veiligheid kan bieden die
ze nodig heeft. Onze ib’er Frederique ondersteunt me
daarin.
Twee weken later...
De eerste schoolweken zijn achter de rug en Lia is
afgelopen weekend vier geworden. Vandaag is het
zover: haar eerste echte wenmoment in de klas. Alle
kinderen zijn aan het werk als Frederique met Lia en
haar ouders de klas in komt. Met grote ogen kijkt Lia
om zich heen, dicht bij haar ouders. Ik begroet hen.
Frederique neemt de klas over terwijl ik met Lia en
haar ouders een rondje loop door het lokaal. Daarna
zeggen de ouders Lia gedag om samen met Frederique
Nee, besluit ik. Als ik haar ouders ga halen, heb ik niet
opgegeven of gefaald. Ik moet mijn trots aan de kant
zetten en doen wat goed is voor Lia, waar zij zich het
veiligst bij voelt. Als ik dat nu niet doe, kan ze nooit
wennen op het tempo dat goed voor haar is.
Nadat ze tien minuten bij de deur heeft staan huilen,
besluit ik haar ouders te halen. Ze nemen haar mee
naar huis. De volgende keer proberen we het
opnieuw.
Auteur: Jenny Wishaupt
Leerkracht groep 1-2
bs ‘t Slingertouw
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
25
Visie & draagvlak
Gedrag is maar oppervlakte. Waar
De kracht
van de
context
komt het vandaan en welke behoefte
zit daarachter? Dat is telkens weer
de belangrijke zoektocht op weg naar
inclusie. Samenwerkingsverband PO
Zuidoost-Utrecht (SWV PO ZOUT) zet
concrete stappen om de inclusiegedachte
praktisch vorm te geven.
Ieder kind verdient het om gezien en gehoord te worden,
dat is de kern van inclusief onderwijs. Gedrag staat nooit
los van zijn context. De visie om de individueel-medische
benadering (labeling en kindgerichte benadering) los
te laten, krijgt steeds meer wind onder de vleugels in
onderwijs en jeugdzorg. Vaak zorgt een contextbenadering
en contextinterventie - bijvoorbeeld ander gedrag
van een leerkracht of ouders - er namelijk voor dat een
kind ander gedrag laat zien. Gedrag is maar oppervlakte.
Belangrijker is de prachtige, complexe zoektocht
naar het signaal dat met dit gedrag afgegeven wordt en
de behoefte die eronder ligt. Iedereen is zo’n ‘kijk achter
gedrag-bril’ gegund, maar de kinderen toch het meest.
Opdat zij binnen de reguliere context maar zoveel mogelijk
‘anders’ mogen en kunnen zijn.
Visie
We staan met elkaar voor de uitdaging om het onderwijs
in Nederland inclusiever te maken. Regulier en thuisnabij
onderwijs waar kan en gespecialiseerd onderwijs waar
nodig. Sleutels op deze weg zijn: een stevig fundament,
‘gewoon’ goed onderwijs en een goede samenwerking
met ouders. Bij SWV PO ZOUT geloven wij dat een sterke
basis op de reguliere scholen en lokale samenwerking
zullen leiden naar inclusiever onderwijs. In ons ondersteuningsplan
2022-2026 hebben we afgesproken om samen
te werken aan stevige fundamenten op de scholen. De
aankomende jaren willen we samen met de besturen en
scholen expliciet kijken naar kind én context. Wat valt er
bijvoorbeeld te leren van de ontwikkelingsperspectieven
(OPP’s) die worden opgesteld voor kinderen met een
extra ondersteuningsbehoefte? Of van de plaatsingen bij
Rebound (een tijdelijke school voor kinderen die vanwege
sociaal-emotionele problematiek niet op hun eigen
school terechtkunnen), de TLV-aanvragen en de vragen
die scholen stellen aan ons Team Zout op het gebied van
advies en begeleiding? Deze informatie kun je zien als
spiegels van je onderwijskwaliteit.
Praktisch
Mooie woorden en idealen krijgen pas meerwaarde als
het concreet vorm krijgt en praktisch draait. Daarom
richten we bij SWV PO ZOUT duidelijke processen in,
zodat de inhoud maximaal tot z’n recht kan komen.
Wat we dan concreet doen? Een aantal voorbeelden:
Leerteam MHB
Met de subsidie vanuit OCW hebben we een leerteam
meer- en hoogbegaafdheid (MHB) geformeerd. Dit
team heeft als doel de scholen sterker te maken in het
(vroeg)signaleren en bedienen van de MHB-ondersteuningsbehoefte.
In fase 1 is, in samenwerking met de regio,
een professionele standaard ontwikkeld. Fase 2, die
dit schooljaar van start is gegaan, volgt met de praktische
implementatie op de scholen. Aan elke gemeente
in onze regio is een MHB-leerteamlid gekoppeld.
Coördinatoren passend onderwijs
Aan elke gemeente is sinds kort ook een coördinator
passend onderwijs van ons samenwerkingsverband
gekoppeld. Deze coördinatoren zijn in de gemeentes de
spil voor de praktische doorvertaling van het ondersteu-
26
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
ningsplan, de samenwerking met voorschoolse voorzieningen
en de gemeente. Daarnaast hebben zij een stimulerende
rol in de lokale samenwerking. Het is belangrijk
dat reguliere scholen in een gemeente elkaars profiel
goed kennen en elkaar laagdrempelig weten te vinden.
Zodat eerst horizontaal wordt gekeken of een andere
reguliere context een kind passend onderwijs kan bieden,
voordat er verwezen wordt naar speciaal onderwijs.
Norm basisondersteuning
In het ondersteuningsplan is een ambitieuze norm voor
de basisondersteuning opgesteld. Dit vanuit de visie dat
een sterke basis op de scholen gaat leiden tot inclusiever
onderwijs. Met een digitale enquête hebben scholen
afgelopen schooljaar zelf beoordeeld in hoeverre zij al
voldoen aan deze norm. De coördinatoren passend onderwijs
gaan vervolgens in dialoog met de scholen over
de opgehaalde data. Voor schooljaar ‘24-’25 focussen
we op een vijftal punten uit deze norm basisondersteuning:
MHB, moeilijk lerend, dyslexie, dyscalculie en gedrag.
Het vormgeven van het handelingsgericht werken
(HGW) loopt hier als een rode draad doorheen.
Plan- en doelmatig werken
Na analyse van TLV-aanvragen en hulpvragen die binnenkomen
bij Team ZOUT, blijkt dat er winst te behalen
valt in het vormgeven van het plan- en doelmatig werken.
In de visie van het HGW staat ook contextinzet: welke rol
is er voor leerkracht en welke voor de ouder? Dit hebben
we verwerkt in het format OPP dat we vanuit het
samenwerkingsverband als suggestie aanbieden aan
de scholen, zodat de OPP’s zich ook op kind én context
richten. Daarnaast hebben we ib’ers uitgenodigd voor de
landelijke OPP-training die het werken met het OPP en
dus het HGW een kwalitatieve boost gaat geven.
Leren van s(b)o
We stimuleren de samenwerking tussen het reguliere en
het gespecialiseerde onderwijs. Welke kennis en kunde
kunnen de reguliere scholen ophalen bij het gespecialiseerde
onderwijs (sbo en so), zodat ze een leerling
onderwijs kunnen blijven geven in de reguliere, thuisnabije
context? Welke inhoud kunnen de reguliere scholen
toevoegen aan hun context, zodat leerlingen daarvan
profiteren? Denk bijvoorbeeld aan een teamscholing
op traumasensitief lesgeven. Er is een digitaal matchdocument
opgesteld, waarin reguliere scholen met een
hulpvraag gekoppeld worden aan één van onze zeven
so-scholen.
Kracht van verbinding
In oktober 2023 is op initiatief van ons samenwerkingsverband
en dat van PO-VO Dordrecht, een SWV kennisnetwerk
opgericht. Samenwerkingsverbanden kunnen
zich hier kosteloos voor aanmelden. Want er spelen
veel generieke thema’s, waarom zouden we steeds het
wiel opnieuw uitvinden? In de digitale omgeving van het
SWV kennisnetwerk kunnen documenten gehaald en
gebracht worden. Onlangs hebben we er vanuit SWV PO
ZOUT bijvoorbeeld een poster ingezet waar de procesmatige
opschalingslijn van basisondersteuning naar
gespecialiseerd onderwijs visueel duidelijk op staat.
Bruikbaar voor alle samenwerkingsverbanden. Ook
organiseren we (digitale) bijeenkomsten waarin good
practices worden gedeeld.
ZOUT & Coldplay
Sinds vorig schooljaar starten
wij grote regiobijeenkomsten
met een nummer
van de band Coldplay. Los
van dat we zo beginnen met
een goede sfeer, hechten
wij ook veel waarde aan de
boodschap van inclusie en
gelijkwaardigheid die deze
band uitdraagt. Als we met
elkaar deze inclusiegedachte
praktisch gaan uitleven,
wordt de wereld een stuk
mooier.
Scan de QR-code voor
meer informatie over het
SWV Kennisnetwerk of
meld je als samenwerkingsverband
aan via
info@swvkennisnetwerk.nl.
Auteur: Maaike Klinkenberg,
namens het MT van
SWV PO Zout
Programmamanager
passend onderwijs
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 27
Infographic
Een inclusieve
Een kind is altijd samen met anderen.
Een mens onder de mensen. Wat
we afwijkend of normaal vinden, is
een uitkomst van de keuzes die we
maken. Hoe meer we dat beseffen,
hoe inclusiever we worden. We
omarmen élk kind. In verschillende
contexten kunnen we verschillende
dingen doen, voelen en denken om
inclusief te zijn. Niet alleen in het
onderwijs, maar juist heel breed in
onze inclusieve samenleving.
samenleving
Klas
samen zijn
Kind
zelfbewust
School
samen leren
Verschillen zijn
de norm
Ik hoor erbij
Iedereen is welkom
Wijk
samen spelen
Gezamenlijk
Solidariteit
28 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Internationaal
wereldburgers
Nederland
samen leven
VN verdrag
Salamanca statement 1994
Het Salamanca statement verklaart
dat ieder kind een fundamenteel recht
heeft op onderwijs en in staat moet
worden gesteld om een acceptabel
niveau van leren te bereiken en op
peil te houden. Alle kinderen, ook die
met speciale onderwijsbehoeften,
moeten toegang hebben tot reguliere
scholen die hen opnemen in een
kindgericht pedagogisch klimaat dat
aan hun behoeften tegemoet komt.
Iedereen werkt mee
Swv/regio
samen werken
Gemeente
saamhorigheid
Inclusief onderwijs
Burgerschap
Collectief
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Naar idee van Jos Gerards en Esther Schepers. Visual Studio TokTok.
29
LANDELIJKE
8e EDITIE
IB/KC-DAG 2025
EEN BEGRIP VOOR DE IB’ER & KC’ER!
Met dit jaar als thema:
VAKSPECIALISTISCH BEGELEIDEN
Als IB’er of KC’er speel jij een cruciale rol in het ondersteunen van leerkrachten
bij het verdiepen van hun vakinhoudelijke kennis en vaardigheden.
Tijdens dit congres ga jij aan de slag met hoe jij deze rol optimaal kunt invullen.
Met bijdragen van onder anderen:
Anna Bosman
De fietstocht:
kennisverwerving in
het basisonderwijs
LANDELIJKE
2
OOK VOOR KWALITEITSCOÖRDINATOREN!
Mirella van Minderhout Barend Last
dagIB-CONFERENTIE
Effectief (intern) begeleiden,
hoe ondersteun je
de leerkracht?
Dat doe je toch niet
alleen? Over co-regulatie
en netwerkleren
Je bent van harte welkom op:
DINSDAG 11 MAART 2025 IN DE REEHORST IN EDE
KAARTEN & MEER INFORMATIE: WWW.IBDAG.NL
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
In het buitenland
Lessen uit
Portugal
De invoering van inclusief onderwijs
komt met uitdagingen. Hoe gaan andere
landen hiermee om en wat kunnen wij
daarvan leren? Deze keer: een kijkje in
Portugal.
Op korte termijn naar een
inclusief systeem
024
Als het droombeeld van het ministerie van OCW uitkomt,
zijn er in 2035 geen scholen meer voor speciaal onderwijs
in ons land. Tegelijk is er nog een lange weg te
gaan. Op dit moment zegt vijf procent van de circa zesduizend
basisscholen inclusief te zijn en tien procent is
onderweg om inclusiever te worden. Bij de grote meerderheid
is het geen speerpunt in het beleid. Ondertussen
groeit het gespecialiseerd onderwijs elk jaar harder en
zitten er meer kinderen thuis dan ooit. Ondanks alle inspanningen
en goede bedoelingen blijft er een tweedeling
bestaan tussen regulier en speciaal onderwijs. Hoe
gaan andere landen om met deze uitdaging? De
inspectie van het onderwijs noemt in haar jaarlijkse
‘Staat van...’ verschillende voorbeelden ter inspiratie.
In deze rubriek nemen we steeds een kijkje bij landen
waar we van kunnen leren, om te beginnen bij Portugal.
Het Portugese onderwijssysteem heeft in korte tijd een
volledig inclusief systeem gerealiseerd. Alle leerlingen
worden er, ongeacht hun beperkingen of talenten, opgenomen
in reguliere scholen. Welke waardevolle lessen
kunnen we hieruit trekken voor Nederland?
Wetgeving en beleidsvorming: meer
dwingende verplichtingen
Inclusief onderwijs begint met wetgeving. De Wet passend
onderwijs die in Nederland in 2014 is ingevoerd,
Portugal
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
31
In het buitenland
heeft als doel leerlingen met speciale onderwijsbehoeften
zoveel mogelijk een plek in het reguliere onderwijs
te geven. Maar, er is veel ruimte voor escape. Als het
niet lukt, mogen scholen leerlingen verwijzen of weigeren.
In Portugal is het wettelijk kader veel strikter: sinds
de invoering van ‘Decreto-Lei 54/2018’ zijn scholen
simpelweg verplicht om alle leerlingen op te nemen,
ongeacht hun beperkingen. Dit benadrukt het recht op
inclusief onderwijs en dwingt scholen aanpassingen te
maken waar dat nodig is. Nederland kan overwegen
de wettelijke verplichtingen aan te scherpen, zodat regulier
onderwijs altijd het uitgangspunt is en een leerling
alleen in zeer uitzonderlijke gevallen naar speciaal
onderwijs wordt verwezen. Kanttekening is wel dat de
‘vrije schoolkeuze van ouders’ in artikel 23 deze stap in
ons land nog niet zo eenvoudig maakt.
Ondersteuning en aanpassingen: op maat
gemaakt onderwijs voor iedereen
Eén van de grote voordelen van het Portugese systeem
is de mogelijkheid tot individuele aanpassingen van
het programma. Scholen worden ondersteund door
gespecialiseerde leraren en krijgen de middelen om
individuele onderwijsplannen (IOP’s) op te stellen voor
leerlingen met speciale behoeften. In Nederland bestaat
de mogelijkheid om IOP’s te gebruiken ook, maar binnen
het regulier onderwijs is de ruimte om te differentiëren
toch beperkter dan in het speciaal onderwijs. Door meer
te investeren in gepersonaliseerde ondersteuning binnen
reguliere scholen, zou Nederland inclusie kunnen versterken.
Dit vraagt om een verdere professionalisering
van leraren en een uitgebreidere samenwerking met
ondersteunend personeel zoals logopedisten, psychologen
en sociaal werkers. Hierop zouden samenwerkingsverbanden
en besturen grote stappen kunnen zetten. De
expertise die nu in het so zit, moet naar de scholen in de
wijk worden gebracht. Dit staat nu haaks op het in stand
houden van speciale expertisecentra waar kinderen elke
dag naartoe moeten.
Infrastructuur en toegankelijkheid: een
toegankelijke school voor iedereen
De infrastructuur van scholen speelt een cruciale rol
in het succes van inclusief onderwijs. In Portugal zijn
scholen wettelijk verplicht hun gebouwen toegankelijk
te maken voor alle leerlingen, inclusief fysieke aanpassingen
zoals rolstoeltoegankelijke ingangen en aangepaste
leermiddelen. In Nederland zijn er geen uniforme
standaarden voor toegankelijkheid, wat leidt tot grote
verschillen tussen scholen en gemeentes. Nederland
zou kunnen leren van het Portugese systeem door
landelijke toegankelijkheidsnormen in te voeren, zodat
elke school geschikt is voor leerlingen met uiteenlopende
behoeften. Dit vereist investeringen in zowel fysieke
als digitale toegankelijkheid, maar het is een noodzakelijke
stap op weg naar echt inclusief onderwijs.
Cultuur en inclusie: een verandering in
denkwijze
Een belangrijke uitdaging voor Nederland ligt in de
cultuur rondom onderwijs. In Portugal is het idee van
inclusie diep verankerd in het onderwijssysteem; leerlingen
met verschillende capaciteiten zitten doorgaans
samen in de klas. In Nederland blijft er een duidelijke
scheiding tussen regulier en speciaal onderwijs. De
onderverdeling van het vo in de vele niveaus van
pro tot vwo is ook niet erg inclusief. In Portugal is het
keuzemoment voor vervolgonderwijs rond de leeftijd
van vijftien jaar gelegd. Tot die tijd zitten alle leerlingen
bij elkaar op school. Het bevorderen van een cultuur
van inclusie, waarin diversiteit wordt omarmd en alle
leerlingen worden gezien als volwaardige leden van de
schoolgemeenschap, is cruciaal. Dit kan worden bereikt
door leraren, schoolbesturen en de bredere samenleving
(ouders, gemeenschap) bewuster te maken van
de voordelen van inclusief onderwijs. Voordelen die niet
alleen gelden voor leerlingen met speciale behoeften,
maar voor alle leerlingen.
Randvoorwaarden en kosten: investeren
in de toekomst
Infrastructuurverbeteringen, training van leraren en
de ontwikkeling van ondersteunende systemen: het
implementeren van een inclusief onderwijssysteem
zoals in Portugal, brengt aanzienlijke kosten met zich
mee. Deze investeringen lijken hoog, maar kunnen
we zien als een investering in de toekomst. Door
alle leerlingen gelijke kansen te bieden en in staat
32 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
te stellen om samen te leren in een inclusieve omgeving,
werken we aan een meer rechtvaardige en
samenhangende samenleving. Het ministerie heeft al
duidelijk laten weten dat de overgang naar inclusief
onderwijs in principe kostenneutraal moet plaatsvinden.
Dat wordt lastig. Maar door breder te kijken naar
de middelen, is er hier en daar wel financiële ruimte te
vinden. Met thuisnabij onderwijs kunnen we jaarlijks
bijvoorbeeld een kleine tweehonderdmiljoen euro aan
leerlingenvervoer besparen. Ook de budgetten voor
jeugdzorg kunnen in de scholen beter en efficiënter
worden ingezet. Voorbeelden daarvan zijn er genoeg.
Het collectief inzetten van budgetten (dus zonder individuele
beschikkingen) is dan voorwaardelijk.
Dan natuurlijk de hamvraag: is het
onderwijs in Portugal beter geworden?
Allereerst gaan bijna alle kinderen (98,9 procent) in
Portugal thuisnabij naar school, tegen ca 94 procent
Succesfactoren: wat Nederland
kan leren van Portugal
Als we de succesvolle implementatie van inclusief
onderwijs in Portugal leggen naast wat er in ons
land in deze lijn zou moeten gebeuren, zijn er enkele
cruciale factoren:
1. Een sterk beleidskader: heldere en dwingende
wetgeving is nodig om inclusie als recht te
waarborgen.
2. Professionalisering van leraren: leraren
moeten worden uitgerust met de kennis en
vaardigheden om diverse groepen leerlingen
te ondersteunen.
3. Toegankelijkheid: scholen moeten zowel fysiek
als digitaal toegankelijk zijn voor alle leerlingen.
4. Multidisciplinaire teams: actieve betrokkenheid
van ouders en de gemeenschap is essentieel
voor de acceptatie en effectiviteit van inclusief
onderwijs.
in ons land. Elke school heeft toegang tot een ondersteuningsnetwerk
van specialisten in de school voor
de ondersteuning. Een ander succespunt is dat leraren
steeds beter worden voorbereid om met diverse leerlingengroepen
te werken. Er is meer training beschikbaar
gekomen voor het omgaan met leerlingen met speciale
behoeften, inclusief sociale en emotionele ondersteuning.
Inclusief onderwijs heeft verder geholpen om stigma’s
rond handicaps en leerproblemen te verminderen.
Omdat inclusief onderwijs pas een jaar of zes geleden
is ingevoerd, zijn er nog geen onderzoeken bekend over
het effect op de kwaliteit van onderwijs. Uiteraard zijn
er ook uitdagingen en knelpunten. Sommige scholen
en leraren hebben nog steeds moeite met het bieden
van adequate ondersteuning, vooral vanwege beperkte
financiële middelen. Want in vergelijking met Nederland
besteedt Portugal per hoofd van de bevolking
significant minder geld aan onderwijs. In Portugal is de
bekostiging van onderwijs sterk gecentraliseerd en dit
wordt grotendeels door de overheid beheerd, met een
belangrijke nadruk op het ondersteunen van inclusief
onderwijs.
De weg vooruit in Nederland
Inclusief onderwijs gaat niet alleen over het veranderen
van regels en wetten, maar ook over het veranderen
van de manier waarop we denken over onderwijs
en diversiteit. Door te leren van de Portugese aanpak,
kan Nederland stappen zetten naar een meer inclusief
onderwijssysteem waarin elke leerling een plek heeft
en gelijke kansen krijgt. Dit vraagt om investeringen,
samenwerking en een verandering in cultuur.
Wordt vervolgd, in IJsland.
Bronnen: OESO en UNESCO rapporten; Developing Inclusive
Education in Portugal: Evidence and Challenges; Prospects:
Quarterly Review of Comparative Education, 2020-Nov;
gesprekken met diverse Portugese schoolleiders.
Auteur: Hilbert de Vries
Bestuurder Ssoe,
redactielid Werken aan Inclusie
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
33
Inhoudsopgave
Visie Aan de & draagvlak slag
Hoor de stem
van het kind
Inclusiever onderwijs vraagt van scholen dat ze leerlingen zo goed mogelijk
ondersteunen. Maar als een leerkracht moeilijkheden ervaart, verschuift de aandacht
vaak naar wat er niet goed gaat. En kan een leerkracht zich soms best alleen voelen.
In dit artikel bespreken we een concrete manier om die negatieve spiraal te
doorbreken: de inzet van een ‘ambassadeur van de leerling’ binnen het schoolteam.
34 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Als een leerkracht het moeilijk heeft met een leerling,
gaat het al snel over wat er niet goed gaat of
niet lukt. De aandacht vernauwt zich tot het problematische
gedrag. De focus op onwenselijk gedrag
overschaduwt de onderwijsdoelen, er wordt steeds
meer óver de leerling gesproken in plaats van mét de
leerling en de verwachtingen worden naar beneden
bijgesteld. Deze benadering kan leiden tot een selffulfilling
prophecy, waarbij de leerling zich gaat gedragen
naar de lagere verwachtingen die voor hem of
haar zijn gesteld.
Het kan maar zo gebeuren dat
onze verwachtingen voor
een leerling lager worden
of dat we vooral kijken
naar kindfactoren. Dat
kan er juist toe leiden
dat een leerling nog
minder goed presteert,
wat deze ontwikkeling
verder versnelt. Inclusief
onderwijs vraagt van
schoolteams om alert te
zijn op deze logica en daar iets
tegenover te stellen.
Stem van het kind
Een goede manier om dat te doen, is door iemand in
het team aan te wijzen die kritisch is op deze patronen.
Een soort ‘ambassadeur van de leerling’. Deze
stopt niet met vertellen waarom het wel goed gaat
met de leerling, wijst steeds op de momenten waarop
het onwenselijke gedrag niet plaatsvindt. Deze ambassadeur
is bovendien de bewaker van twee elementaire
dingen in het onderwijs: een sterke pedagogische
relatie en daarbinnen hoge verwachtingen. In
plaats van alleen naar het gedrag van de leerling te
kijken, stelt de ambassadeur vragen als: “Wat zegt dit
gedrag over hoe wij lesgeven? Over ons pedagogisch
klimaat? Wat kunnen wij anders doen? En op welke
momenten lukt het wel?” Hij of zij spreekt de stem
van het kind, juist op plekken waar het kind er niet bij
is en er over hem of haar wordt gesproken.
"Het is
belangrijk dat
de ambassadeur
reële problemen
niet uit de
weg gaat."
Zo richt de aandacht zich op de bredere context waarin
de leerling functioneert. Bovendien leren we zo doorlopend
van kinderen waarbij het ‘niet lukt’, om zo elke
dag te werken aan inclusief onderwijs. Nu zullen veel
schoolteams zeggen: “Dat hebben wij geregeld, dat is
het werk van onze ib’er of de zorgcoördinator.” Dat zou
natuurlijk kunnen, maar in talloze TLV-onderzoeken die
wij op dit moment uitvoeren, zien we ook iets anders.
Namelijk dat ook deze functionarissen gevoelig zijn
voor het versterken van het negatieve patroon.
Laten we een voorbeeld nemen
Stel, de leerkracht van Sarah uit groep 5 ervaart vaak
storend gedrag tijdens de rekenles. De eerste
gedachte is misschien om een plan te maken
om het storende gedrag aan te pakken.
Maar de ambassadeur zou een andere
vraag stellen: “Sarah lijkt vooral moeite
te hebben met abstracte rekentaken.
Als we meer werken met praktische
voorbeelden of rekenspellen, doet ze
juist goed mee. Zegt dit iets over onze
aanpak? Kunnen we ons onderwijs op dat
vlak verbeteren, zodat ook andere leerlingen
hiervan profiteren?” In plaats van te focussen op
Sarah’s ‘probleemgedrag’, richt het team zich nu op
het aanpassen van de rekenles, zodat die beter aansluit
bij haar manier van leren.
Nog een voorbeeld: Liam uit groep 8 heeft regelmatig
conflicten met andere leerlingen, vooral tijdens pauzes.
De ambassadeur merkt op: “Liam heeft moeite
met ongestructureerde momenten, maar tijdens
groepsopdrachten laat hij juist sterk leiderschap
zien. Kunnen we hem beter begeleiden tijdens vrije
momenten en zijn sterke punten inzetten om hem én
andere leerlingen te helpen in minder gestructureerde
situaties?” Ook hier ligt de nadruk niet alleen op het
gedrag van Liam, maar wordt gekeken naar hoe de
school de situatie kan verbeteren.
Wie is de ambassadeur
De rol van ambassadeur kan op verschillende manieren
worden ingevuld. Je kunt de rol laten rouleren
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 35
Aan de slag
Kijk eens in
de spiegel
Door de positieve kanten van een
leerling centraal te zetten, krijgt het
team een completer beeld van
de leerling.
De ambassadeur helpt om de
verwachtingen hoog te houden en
behoud een positieve relatie met de
leerling, deze voelt zich meer gezien.
Breed blijven kijken, vergroot de
professionele vaardigheden van
teamleden. Zij leren om vanuit
verschillende invalshoeken naar
leerlingen te kijken, ook op andere
momenten van de dag.
onder teamleden, zodat iedereen ervaring opdoet
met het kijken door de bril van een ambassadeur.
Daarmee werk je gelijk aan een cultuur van hoge
verwachtingen, juist ook als dat voor leerlingen ingewikkeld
lijkt. Of je wijst één ambassadeur voor langere
tijd aan een leerling toe voor meer continuïteit. Een
andere optie is om twee teamleden samen als ambassadeurs
voor een leerling te laten optreden, zodat
er ruimte is voor reflectie en uitwisseling van ideeën.
Nog een extra taak?
Natuurlijk vraagt dit extra tijd en aandacht, iets waar leraren
vaak al weinig van hebben. Daarom is het belangrijk
om de ambassadeursrol te integreren in bestaande
overlegmomenten, denk bijvoorbeeld aan de leerling- of
groepsbesprekingen. Door te beginnen met een kleine
groep enthousiaste collega’s en duidelijke afspraken te
maken, kun je eventuele weerstand verminderen. Het is
belangrijk dat de ambassadeur reële problemen niet uit
de weg gaat, of ze bagatelliseert, maar ze plaatst in een
bredere context.
Kortom, de rol van deze ambassadeur van de leerling
is een voorbeeld van kleine stappen die je morgen kunt
zetten. Kijken naar wat er goed gaat en hoe dat steeds
verder versterkt kan worden. Het is een praktische
manier om als team de leerlingen en elkaar te ondersteunen.
Door regelmatig te reflecteren op
eigen aannames ontstaat een
praktische benadering van leerlingenondersteuning.
Dat is namelijk
van ons allemaal!
Auteur: Willeke Doornbos
Oprichter Instituut voor
Inclusief Onderwijs
Auteur: Bert Wienen
Senior onderzoeker,
oprichter Instituut voor
Inclusief Onderwijs,
gasthoofdredacteur
36 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Column ONSwv
Samen kilometers
maken
Een column voor dit nieuwe magazine? Als nieuw bestuur van Overkoepelend
Netwerk Samenwerkingsverbanden (ONSwv) zeiden we daar dankbaar ja op.
Elke editie zal één van de bestuursleden de pen ter hand nemen. Als kersverse
voorzitter trap ik graag af.
Inclusief onderwijs. Het is een flinke uitdaging waar
samenwerkingsverbanden samen met schoolbesturen
invulling aan moeten gaan geven. Eerder deze maand
organiseerden we een 24-uursbijeenkomst voor samenwerkingsverbanden.
Daarin verbonden we inclusief
onderwijs aan de ‘big 5’ van het NJI: support, school,
inkomen, een goede woonsituatie en stevig mentaal
welzijn. Een kind heeft alle vijf nodig om zich goed te
kunnen ontwikkelen. Nu zijn we goed in polderen, maar
bezien vanuit deze big 5 hebben we op het gebied van
inclusief onderwijs verbindingen te leggen die vergelijkbaar
zijn met de Deltawerken. Stevige dammen
en bruggen tussen gemeenten, welzijnsorganisaties,
woningbouw en andere maatschappelijke organisaties
zijn onmisbaar.
Ook binnen het funderend onderwijs hebben we bruggen
te slaan. Als ONSwv staan we daar graag voor aan
de lat. Wanneer we alle uitdagingen in het onderwijs
willen realiseren, waaronder inclusief onderwijs, hoe
geven we daar als funderend onderwijs dan invulling
aan? Kamerdebatten die aansluiten op inclusief onderwijs
of inclusief opgroeien, kunnen rekenen op minstens
vijf uiteenlopende beleidsreacties van diverse belangen-
en/of beroepsverenigingen. Dit maakt dat beleid
ook gaat ‘polderen’. Wij zien het als uitdaging om, vanuit
kinderopvang, po en vo, juist samen tot stappen te
komen. Laten we ons verenigen en samen een verhaal
vertellen in plaats van via deelfragmenten.
De semantische discussie over de definitie van inclusief
onderwijs gaat ons niet helpen om te verenigen.
Als we het mensbeeld hebben dat er geen kinderen
worden buitengesloten, weten we wat ons doel is. We
gaan op studierezen om te zien hoe (bijna) alle kinderen
elders geïncludeerd worden en daar lijken we allen
enthousiast van te worden. Echter, terug in Nederland
verliezen we onszelf weer in de routekaart over het
hoe. Dat mag niet afleiden van een dieper verlangen
om kinderen er volledig bij te laten horen. Natuurlijk,
er zijn nog uitdagingen genoeg op de routekaart naar
inclusiever onderwijs. We moeten alleen geen afslagen
terug nemen. Polderen heeft voordelen, maar alleen als
we er Deltawerken of hele provincies voor terugkrijgen.
Ondanks de weerstand die er ook bij die projecten was,
heeft men altijd het einddoel voor ogen gehouden.
We begrijpen allemaal dat ons onderwijssysteem geen
polder is en dat we deze reis zorgvuldig moeten lopen.
Inclusief onderwijs geven we dagelijks vorm en dat
zijn heel veel kleine stapjes. Laten we samen kilometers
aan kleine stapjes zetten. Het bestuur van ONSwv
en alle collega’s van samenwerkingsverbanden voor
passend onderwijs zien ernaar uit om zo, samen met
de kinderen, docenten, scholen, schoolbesturen en alle
andere partners, op weg te gaan.
Guillermo Holman
Voorzitter ONSvw,
directeur-bestuurder
SWV de Meierij PO
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
37
Literatuur
Lees je
inclusief
Meer weten en in gesprek
over inclusie. Vier tips!
Het streven naar inclusiviteit in het Nederlandse onderwijs brengt veel vragen met zich
mee, ook zeker rondom de organisatie ervan. Want waar begin je bij het bouwen aan
inclusief onderwijs? Hiervoor hebben Ariane van Dijk, Hanne touw en Sofie Sergeant
van de Hogeschool Utrecht een kaartenspel ontwikkelt. Aan de hand van tien thema’s
helpen ze jou en je organisatie de dialoog aan te gaan. Zo krijgen onderwijsprofessionals
en schoolteams zicht op wat ze al doen, waar ze sterk in zijn en wat ze nog te doen
staat. Om dat vervolgens om te kunnen zetten naar een visie.
1DIALOOGKAARTEN INCLUSIEF ONDERWIJS
Ariane van Dijk, Hanne Touw & Sofie Sergeant : Dialoogkaarten inclusief onderwijs -
ruimte voor het vertraagde gesprek.
Uitgeverij Gompel & Svacina, 2023. Prijs: 24,00 euro. ISBN 978 94 6371 486 0
HET KINDCENTRUM: INTEGRAAL EN INCLUSIEF?!
De weg naar inclusief onderwijs is lang nog niet uitgestippeld. Ondanks de vele
voorbeelden van scholen die dit pad al bewandelen, zijn er nog geen landelijke
afspraken die er richting aan kunnen geven. Ook op kleinere schaal heerst er nog
genoeg onduidelijkheid. Zo zijn bijvoorbeeld de verschillenden afstemmingskaders
voor gemeenten nog een raadsel. Frank Studulski benadert deze en meer
uitdagingen vanuit het perspectief van het integraal kindcentrum (IKC) en
onderzoekt hoe zij kunnen werken aan hun inclusiviteit. Hierbij benadrukt hij het
belang van een positieve houding richting alle leerlingen, waarbij hun diversiteit wordt omarmd.
Eveneens erkent hij de soms nog oncomfortabele randvoorwaarden. Wat deze toch al moeilijke opgave
zeker niet makkelijker maakt, is dat volgens de auteur een inclusief kindcentrum niet 2zonder een inclusieve
kinderopvang kan. Toch moedigt Studulski aan de uitdaging aan te gaan, want inclusief onderwijs is noodzakelijk
voor een inclusieve samenleving.
Frank Studulski: Het kindcentrum: integraal en inclusief?!
Uitgeverij SWP. 2023. 168p. Prijs: 28,90 euro. ISBN 978 90 8560 260 6
38 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Traumasensitief onderwijs vormt een uitkomst voor kinderen die kampen met een
trauma, iets wat niet altijd aan de buitenkant zichtbaar is. Leerlingen die te maken
hebben gehad met ingrijpende jeugdervaringen (ACE’s – Adverse Childhood
Experiences) kan je bijstaan door hen structuur te bieden en door nadruk te leggen
op Sociaal en emotioneel leren (SEL) en zelfregulatie. Om jou hierin te helpen, zet
Anton Horeweg in dit boek het whole child approach uiteen, dé weg naar traumasensitief onderwijs.
Hij neemt je mee in het opbouwen van een warme band met je leerlingen en legt je uit hoe te kijken
door een traumabril. Door als school beleid te voeren op traumasensitief onderwijs, ondersteun je deze groep
en gelijk ook ál je leerlingen in hun leerweg. In deze nieuwe editie (verschenen in juni 2024) gaat Horeweg
nog wat uitgebreider in op al deze aspecten. Zo komt hij met meer praktische tools en oefeningen en neemt
hij een kijkje bij nog meer traumasensitieve scholen dan hij in de eerste versie van 2018 al deed.
3DE TRAUMASENSITIEVE SCHOOL
Anton Horeweg: De traumasensitieve school. Anders kijken naar gedrag.
Lannoo Campus. 2024. 512p. Prijs: 39,99 euro. ISBN 978 94 0142 948 1
PERSPECTIEVEN OP INCLUSIEF ONDERWIJS
Om inclusief onderwijs te realiseren, moet het huidige onderwijs flink op de
schop. Onderwijsprofessionals, onderzoekers, ouders en natuurlijk leerlingen
zelf zijn hiermee gemoeid. In dit boek behandelen Sergeant en De Vries al
deze verschillende kanten; perspectieven die ook kunnen botsen. Hierbij wordt
de lezer blootgesteld aan de complexiteit van inclusief onderwijs en aangemoedigd
om het ongemak dat dit met zich mee kan brengen, niet uit de weg
te gaan. Dat de lezer deze strijd aan durft te gaan, is volgens de auteurs belangrijk. Want het uiteindelijke
streven achter inclusiever onderwijs gaat verder dan het klaslokaal. Een inclusieve school vormt ‘slechts’
4
een middel voor kinderen om met verschillende manieren van denken en doen in aanraking te komen,
wat van toegevoegde waarde is voor hun ontwikkeling en de ontwikkeling van een inclusievere samenleving.
Voor wie zich bij die gedachte aansluit, is dit boek zeker het lezen waard.
Sofie Sergeant & Peter de Vries (red.): Perspectieven op inclusief onderwijs.
Uitgeverij Gompel & Svacina, 2023. Prijs: 39,50 euro. ISBN 978 94 6371 444 0
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
39
Achtergrond
Doub(af)leren
De route naar meer inclusie wordt regelmatig geblokkeerd door ‘system says no’.
Neem nu het fenomeen zittenblijven. Meerdere wetenschappelijke onderzoeken
hebben aangetoond dat doubleren op langere termijn vooral negatief uitpakt
voor leerlingen. Scholen verkiezen bovendien een ‘ononderbroken ontwikkeling’
en schrijven bijna allemaal in hun schoolgids te streven naar zo min mogelijk
zittenblijvers. Toch is het aantal zittenblijvers in 2022 wéér toegenomen. Waarom
blijkt de praktijk zo weerbarstig en hoe zorgen we voor minder doublures?
In de jaren 2018-2020 bleef ongeveer tien procent van
de leerlingen op de basisschool en ongeveer zes procent
van de leerlingen in het vo een jaartje zitten (bron:
Onderwijs in cijfers). In 2020 en 2021 was dat percentage
opeens een flink stuk lager; vermoedelijk doordat
docenten tijdens de coronacrisis leerlingen met
tegenvallende leerresultaten vaker het voordeel van
de twijfel gaven. Helaas bleek dit slechts een tijdelijke
trendbreuk. Inmiddels zijn de percentages zittenblijvers
op alle schoolsoorten gestegen boven het niveau van
2018. De Staat van het Onderwijs (2023) vermeldt dat
in havo-4 het gemiddelde percentage zittenblijvers van
vijftien procent in 2018 is gestegen naar gemiddeld negentien
procent in 2022, en in vwo-5 van elf naar dertien
procent. In het vmbo is een vergelijkbare stijging te
zien: bijvoorbeeld in vmbo-g/t van acht procent in 2018
naar tien procent in 2022. Volgens de inspectie van het
onderwijs bleven in 2022 in totaal 13.707 kinderen in het
funderend onderwijs zitten.
Zittenblijven helpt niet
Dat is ernstig, want wetenschappelijk onderzoek toont
aan dat zittenblijven over het algemeen geen positieve
effecten heeft. Het is voor leerlingen ingrijpend als ze
een jaar over moeten doen. Ze raken hun jaargroep en
vrienden kwijt, halen niet per se betere prestaties, raken
mogelijk gedemotiveerd en stromen zelfs af naar
een lager niveau óf verlaten de school zonder diploma
(bron: NRO Onderwijskennis, 2021). Slechts in een
uitzonderingsgeval kan zittenblijven wel een gunstige
optie zijn, zoals bij langdurige ziekte of een complexe
thuissituatie.
We willen graag evidence-based werken. Waarom
laten we dan toch zoveel leerlingen een jaartje overdoen?
Dat heeft vooral te maken met de nadruk
op prestaties in ons traditionele onderwijssysteem:
het werken in schooljaren (leerstofjaarklassen) en
schoolsoorten, met profielen, centrale eindexamens en
het onderwijsresultatenmodel waarmee we veronderstellen
‘onderwijskwaliteit’ te meten. De meeste scholen
(84,6 procent) hebben nog steeds een strak overgangsbeleid
(bron: Onderwijsinspectie, mei 2024). Er is
overigens wel verschil tussen onder- en bovenbouw.
40 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
In de onderbouw vinden scholen kansrijk bevorderen
een bruikbaar instrument. Soms geldt zelfs de regel dat
niemand blijft zitten in het eerste en tweede leerjaar
of in de brede brugklas. Daarna komt het eindexamen
en afstuderen meer in beeld. Omdat scholen worden
afgerekend op slagingspercentages, wordt daar vaak
stevig teruggegrepen op klassieke overgangsnormen.
Er zijn geen wettelijke regels die bepalen of een leerling
over gaat of blijft zitten. Daarom stellen scholen
hun eigen overgangsnormen op. In de praktijk blijken
die nogal overeen te komen. Meestal betreft het in
alle leerjaren van vmbo tot vwo drie bepalingen. Als
eerste dat alle cijfers gemiddeld iets van een 5,5 of 6,0
moeten zijn. De tweede bepaling gaat over het aantal
toegestane onvoldoendes of tekorten. Vaak zijn twee
vijven toegestaan, maar bij een vier en een vijf wordt
het lastig. En bij de kernvakken geldt: maximaal één
tekort. Ten derde mag een leerling maximaal één keer
doubleren. Bij een tweede keer niet overgaan, stroomt
de leerling verplicht af naar een ‘lager’ niveau. Gebeurt
dit in een examenjaar, dan betekent dit vaak dat een
leerling óók doubleert: van vwo-4 naar havo-4.
Leerlingen die aan de normen voldoen, worden zonder
meer bevorderd en leerlingen die zwaar ‘onderuitgaan’,
Uitspraak van een
docent rond een
overgangsbesluit tijdens
een rapportbespreking
blijven zitten of moeten afstromen. Bij twijfel bespreekt
de mentor een leerling met andere docenten, waarbij
eigenschappen als inzet, inzicht, tempo of zelfstandig
werken worden meegewogen in het overgangsbesluit.
Bericht hierover ontvangen leerlingen meestal laat in
het schooljaar. Het komt geregeld voor dat het voor
de leerling onduidelijk is waarom hij of zij moet blijven
zitten of afstromen. Overleg met elkaar, of in bezwaar
gaan, is zo vlak voor de zomervakantie vaak niet meer
mogelijk.
“Ik vind het
geen vwo-5 leerling,
maar kan niet
goed uitleggen
waarom.”
Door de cijfers het kind niet meer zien
Het is vanzelfsprekend dat dergelijke harde bepalingen
een instrumentele benadering in de hand werken;
soms zelfs tot twee cijfers achter de komma. Beslissingen
komen tot stand zonder dat wordt nagegaan hoe
docenten (eind)rapportcijfers bepalen en prestaties,
werkstukken, opdrachten en toetsen wegen. Ook wordt
er bij deze absolute werkwijze geen rekening gehouden
met ontvangen extra ondersteuning of maatwerk anderszins.
Dat is gek, want artikel 2.47 lid 2 van de Wet
Voortgezet Onderwijs schrijft voor dat leerlingen een
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
41
Inhoudsopgave
Achtergrond
VOORDELEN ZITTENBLIJVEN
NADELEN ZITTENBLIJVEN
• Op korte termijn merk je
leerwinst.
• De resultaten zijn meestal beter
dan bij (jongere) klasgenoten.
• De leerling heeft niet langer het
gevoel ‘niet mee te kunnen’.
• De leerling verliest oude jaargroep
en vrienden uit het oog.
• De leerling moet wennen aan de
nieuwe jaargroep.
• De leerwinst verdwijnt in de loop
van het schooljaar.
• De resultaten gaan na verloop van
tijd gelijklopen met de klasgenoten.
• Het etiket een ‘zittenblijver’ te zijn.
‘ononderbroken ontwikkelingsproces’ moeten kunnen
doorlopen. En dat willen scholen eigenlijk ook. Ondanks
hun strakke overgangsbeleid, geeft een ruime meerderheid
(82,4 procent) van de scholen aan het percentage
zittenblijvers te willen verminderen. Scholen kijken
liever naar de ontwikkeling en de mogelijkheden van
de leerling, om te proberen het maximale uit de leerling
te halen.
Ontwikkeling in plaats van zitten blijven
Zolang slagingspercentages onlosmakelijk gekoppeld
blijven met de definitie van onderwijskwaliteit, zullen er
leerlingen blijven zitten. Het is belangrijk dat stakeholders
van het onderwijsveld met elkaar in gesprek gaan over
mogelijke obstakels in ons stelsel, maar tegelijkertijd ook
onderzoeken welke alternatieven er te realiseren zijn.
Een aantal aanbevelingen:
Differentiatie
Zittenblijven hangt samen met het leerstofjaarklassensysteem.
Binnen dat systeem wordt vastgesteld
welke doelen leerlingen in een schooljaar moeten behalen
om door te stromen naar het volgende leerjaar.
Een jaar overdoen voorkomt dat de niveaus binnen
een klas te ver uit elkaar lopen. In sommige andere
Europese landen, zoals de Scandinavische landen,
wordt meer gedifferentieerd en komt zittenblijven in
het vo veel minder voor. Ook in Nederland kunnen
scholen leerlingen die afwijken van het gemiddelde,
meer mogelijkheden tot differentiatie bieden waarmee
wordt bevorderd dat alle leerlingen de basisstof leren
beheersen. Ook is het denkbaar dat kinderen per vak
afstuderen op het niveau waarop ze dat aankunnen;
bijvoorbeeld alle vakken op vwo-niveau en wiskunde
op havoniveau.
Ontwikkeling volgen en kansrijk bevorderen
Scholen kunnen zittenblijven tegengaan door de ontwikkeling
van de leerlingen nog beter te volgen. En bij
achterstand eerder in te grijpen. Ga, als mentor, tijdig
met ouders en leerling in gesprek over de resultaten.
Wacht niet tot de rapportbespreking in de week voor
de zomervakantie; dan is er geen tijd meer om samen
te kijken wat goed is voor de leerling en om eventuele
alternatieve mogelijkheden te onderzoeken.
Zomerschool
De zomerschool is een effectief instrument om zittenblijven
in het vo te voorkomen. Leerlingen die niet
voldoen aan de norm om over te gaan, krijgen op deze
manier extra onderwijstijd. Een zomerschool van enkele
weken kan al voldoende zijn om leerachterstanden
in te halen, mits de zomerschool gevuld is met leeractiviteiten,
verzorgd wordt door goed gekwalificeerd
personeel en gericht is op de inhoud van de vakken
waarvoor de leerling onvoldoende staat. Een aantal
scholen werken ook al met een lenteschool: een extra
lesprogramma in de twee weken van de meivakantie.
42 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Tijdens dit programma oefenen leerlingen met de
leerstof voor één of twee vakken waar zij moeite mee
hebben. Op die manier kunnen zij proberen hun cijfers
op te halen en alsnog over te gaan.
Minder harde overgangscriteria
Het werken met overgangsnormeringen en beslisregels
waar veel scholen traditioneel voor kiezen, lijkt
het grootste obstakel te zijn om serieus over mogelijke
alternatieven na te denken. Scholen zouden
de cijfercultuur kunnen terugdringen door minder
‘nauwkeurig’ het rapportoordeel te becijferen en de
uitkomst niet meer af te ronden op een heel getal. Dat
geeft al meer ruimte en nuance. Bovendien zouden de
criteria voor doubleren ruimer gesteld kunnen worden
en kan ook worden meegewogen of de prestaties
zelfstandig of met extra ondersteuning tot stand zijn
gekomen. Bovendien zouden soft skills in de rapportage
kunnen worden opgenomen en in het oordeel
meegewogen. Geef de twijfelgevallen in de bovenbouw
meer kans; bevorder ze mét extra ondersteuning
vanaf de eerste schooldag in het nieuwe jaar.
Inclusiever onderwijs vraagt om nieuwe mindset en
om flexibele organisatie van het leerproces in faciliterende
contexten. De systeemwereld en het huidig
bestel werkt dit steeds weer tegen; als een (oud) ecosysteem
dat zichzelf in stand wil houden. Totdat door
de buffer wordt geknald.
Auteur: Jos Gerards
Evident Interim Bestuur,
redactielid
Werken aan Inclusie
De leerling verliest
oude jaargroep en
vrienden uit het oog.
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
43
Inhoudsopgave
Visie Een ouder & draagvlak vertelt...
Sterkte,
uw kind heeft
het syndroom
van down
Victor heeft het syndroom van down
en zit sinds 2021 op de basisschool. Hoe
is dat voor hem, en voor zijn ouders?
JaapJan Boer deelt over wat hem als
vader raakt en bezighoudt op de weg
naar inclusief onderwijs. Deel 1: de start.
Ineens kwamen we in de medische molen. De hartafwijking
bleek ernstig en samen te hangen met de
aanwezigheid van een extra 21 e chromosoom; ook wel
bekend als het downsyndroom. De grond zakte onder
onze voeten weg. Downsyndroom. Dat was iets wat ver
bij ons vandaan stond. We kenden geen mensen met
het syndroom van down. We wisten niet wat het inhield,
maar gingen er vanuit dat ons leven er totaal anders
uit zou komen te zien. Een leven met intensieve zorg
en talrijke teleurstellingen, want dat lazen we in de foldertjes
die we in het ziekenhuis kregen. Kennelijk lopen
mensen met het syndroom van down een groter risico
op vanalles. Een periode van rouw brak aan, vooral
gevoed door al deze zorgverhalen.
Victor op zijn
eerste schooldag
Als vader van drie kinderen (waaronder een tweeling)
was het concept van de twintig wekenecho mij
redelijk bekend. Kijken naar een schermpje met wat
onduidelijke beelden, die zich uiteindelijk vormen tot
een minimensje. Zo ging het ook bij dit vierde kindje.
De inmiddels vertrouwde procedure ontvouwde zich…
totdat opeens de sfeer veranderde. “Er is iets mis met
het hartje”, fluisterde de verloskundige. Opeens stond
de wereld stil. Tegelijk was dat moment het begin van
een rollercoaster. Het vertrekpunt van een leven vol
verrassingen, strijd, teleurstellingen en overwinningen.
Nieuwe werelden
Na aantal weken kwam de acceptatie. En na de
acceptatie kwam de strijdlust. Want down of niet: dit
kind was meer dan welkom! Daarbij ontvingen we veel
steun vanuit ons familie en netwerk. De bevalling diende
zich onverwacht snel aan en op 1 januari 2017 werd
Victor geboren. Een prachtig ventje, dat er eigenlijk
heel normaal uitzag. Maar wél met een ernstige hartafwijking.
Na zes pittige maanden volgde een openhartoperatie.
Een wereld die onbekend was, werd opeens
vertrouwd. We leerden de gangen, de wetten van het
ziekenhuis kennen. De tl-verlichting, de witte jassen,
de medisch specialisten en de verpleegsters die oog
hadden voor hoe het met ons ging. En met de andere
kinderen: Victors grote zussen en broer die de situatie
zo makkelijk omarmden en doorgingen met hun leven.
44
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Nog geen week na deze zware operatie mochten we
naar huis. Het leven ging door. Maar, niet zonder verandering.
Want de geboorte van Victor was een directe
aanleiding voor mij om een andere baan te zoeken. Die
vond ik, bij een stichting die zich inzette voor het wegnemen
van stigma´s rond psychische aandoeningen in
(onder andere) het onderwijs. Op deze nieuwe plek kon ik
mijn ervaring rond vooroordelen met betrekking tot het
syndroom van down inzetten bij de ontwikkeling van een
schoolbrede aanpak. Na jaren in de jeugdzorg opende
zich een nieuwe werkdomein. Een domein
dat ik kende als leerling en ouder, maar
nog niet als professional. Een prachtig
werkveld, dat veel vragen opriep.
Scholen zijn de plek waar de
maatschappij samenkomt, maar
toch was daar eigenlijk weinig
aandacht voor het bespreekbaar
maken van alle zichtbare en onzichtbare
verschillen tussen mensen.
Als professional was het boeiend
daarmee aan de slag te gaan. Als vader
bleek het behoorlijk frustrerend.
Gesprekken en nog meer gesprekken
Voor ons was het vanaf het begin helder: onze Victor
zou gewoon starten op de basisschool waar zijn zussen
en broer ook op zaten. Dus gingen we in gesprek,
vanaf het moment dat Victor net twee jaar oud was.
Dat bleek geen dag te vroeg, want er moest blijkbaar
heel wat gebeuren om Victor de start te geven die bij
de andere kinderen zo soepel en vanzelfsprekend was
verlopen. Victor trok zich ondertussen nergens iets van
aan en ontwikkelde zich tot een vrolijk, nieuwsgierig
mannetje.
willen goede afspraken maken voor als het niet lukt.’
(Zeg je dat over elke leerling die wordt aangemeld?
Welke verwachting heb je dan aan de voorkant?) Of:
‘Hij kan zeker niet stilzitten of zelfstandig uit een beker
drinken?’ (Welke kleuter kan wel stilzitten?)
Ervoor gaan
"Wij
geloven in
een inclusieve
leeromgeving als
perfecte plek om tot
ontwikkeling
te komen."
Veel gesprekken gingen ook over de vraag wat zorg en
wat onderwijs is. (Je jas leren ophangen: is dat zorg of
onderwijs?) Of over financiering: pingpongen tussen
wijkteam, samenwerkingsverband en de
school. Vaak vroeg ik me af wat deze
gesprekken bij elkaar kostten en
of dat geld niet gewoon naar de
school kon om goede ondersteuning
te realiseren. Ik vroeg me af
waarom er zo nodig een onderscheid
gemaakt moest worden
tussen zorg en onderwijs. Ik vroeg
me af waarom het benodigde geld
uit verschillende potjes moest komen.
Ik vroeg me af waarom het zo ingewikkeld
was, terwijl ik vanuit de gemeente en de
school altijd hoorde dat inclusie zo belangrijk is.
Maar ik zag ook: een juf die er vrijwel zonder aarzeling
voor wilde gaan. Die zich ging verdiepen in wat nodig
was en vooral ook op ontdekkingstocht wilde gaan door
te doen en te ervaren. Die een hulpvraag voor zichzelf
formuleerde. Twee jaar na de eerste gesprekken was
het zover: Victor kon starten op de basissschool die
voor hem al zo vertrouwd was. In de buurt, met veel
bekende gezichten. Hij was er klaar voor. Een stap op
weg naar het waarmaken van de inclusieve gedachte
op deze school?
De directeur van de basisschool reageerde positief
op onze wens; het paste uitstekend in de visie van de
school. De ib’er ging aan de slag. Vele gesprekken volgden,
voor en achter de schermen. Gesprekken die soms
vragen en boosheid opriepen. Want ‘waarom zou je
deze route kiezen als er een goede school voor speciaal
onderwijs om de hoek zit?’ (Omdat wij geloven in een
inclusieve leeromgeving als perfecte plek om tot ontwikkeling
te komen?) Of: ‘We gaan het proberen, maar we
De volgende keer: de startperiode op de basisschool.
Auteur: JaapJan Boer
Vader en zelfstandig
adviseur/verbinder in
(inclusief) onderwijs en
jeugd(hulp)
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
45
Wist je dat...
Werken aan
inclusie
hét tijdschrift voor inclusief onderwijs
… je als abonnee toegang hebt tot de complete
digitale database van Werken aan Inclusie?
Zo kun je alle edities van het tijdschrift ook altijd digitaal lezen. Ben je op zoek naar informatie
over een specifiek onderwerp of thema? Gebruik dan de zoekfunctie of filters
en vind de kennis die je nodig hebt! Ook het complete archief van Ondersteuning in het
Onderwijs Magazine raadpleeg je hier!
Heb jij al een account op www.instondo.nl? Dan hebben wij jouw abonnement al
gekoppeld aan jouw digitale account. Heb je nog niet eerder ingelogd op de website?
Maak dan eenvoudig een gratis account aan en koppel jouw abonnementen
via www.instondo.nl/abonnementen-koppelen.
Of scan de QR-code!
Colofon
Gasthoofdredacteur: Bert Wienen
Eindredactie: Carolien Drijfhout
Redactie: Marieke Boon, Anne Dekkers, Vincent Fafieanie,
Jos Gerards, Neely Anne de Ronde, Esther Schepers en
Hilbert de Vries.
Uitgever: Janneke van Loon
Vormgeving: Vormvreters
Druk: Veldhuis Media BV
Fotografie: De Beeldredaktie (pagina 11), Shutterstock
(pagina’s cover, 4, 5, 6, 15, 18, 31, 36, 38, 42 en 43),
René Schotanus (pagina’s 3, 24, 34 en 41).
Voor informatie over advertentiemogelijkheden kunt u
zich richten tot uitgever Instondo: m.kok@instondo.nl.
Bijdragen aan Werken aan Inclusie? Mail naar hoofdredacteur
Esther Schepers: esther.schepers@outlook.com.
Tip een collega!
Werken aan Inclusie doen we samen!
Welke collega heeft ook baat bij informatie en
inspiratie over de weg naar inclusief onderwijs?
Geef het blad vooral door! Een tweede
abonnement (5 nummers per jaar) op
hetzelfde adres kost geen €135,
maar slechts €64!
Ga naar
www.werkenaaninclusie.nl/abonnement.
© Instondo B.V. Auteursrechten voorbehouden. Het is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van de uitgever artikelen, illustraties of schema’s
geheel of gedeeltelijk over te nemen. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is,
aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen en suggesties houden zij zich gaarne aanbevolen. Vanwege de
aard van de inhoud en het doel van dit vakblad, wordt de abonnee geacht het blad te ontvangen in verband met de uitvoering van een beroep of bedrijf.
46
Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Benut het
leerpotentieel van
álle leerlingen
Over het effect van hoge
verwachtingen in het
onderwijs
Redwane Bouttaouane
Onderwijskundigen zeggen het
allang: leerlingen benutten hun
leerpotentieel wanneer leraren
en ouders hoge, positieve
verwachtingen van hen hebben.
Daarnaast zorgt dit voor een
positief effect op hun welbevinden,
motivatie en op diverse
gedragsaspecten.
Hoe ziet onderwijs dat gegeven
wordt vanuit hoge verwachtingen
eruit in de praktijk? Hoe
vormen leraren (hoge en lage)
verwachtingen van leerlingen?
En welke pedagogische en
didactische handelingen leiden
tot de benutting van het volledige
leerpotentieel van alle
leerlingen?
Bestel direct!
Via www.instondoboeken.nl
of scan de QR-code
In dit boek worden de lezers
aan de hand van voorbeelden uit
de onderwijspraktijk en wetenschappelijk
onderzoek (evidenceinformed)
inzichten geboden.
Iedereen in het onderwijs kan
hiermee praktisch aan de slag.
Dit boek daagt uit tot ander
leerkrachtgedrag (wijze van
doen). Maar ook tot het kritisch
kijken naar hoe verwachtingen
worden gevormd en hoe je
die kunt bijstellen (wijze van
denken).
Zo leer je hoe je álle leerlingen
kunt helpen hun volledige leerpotentieel
te benutten.
Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024
Goede begeleiding krijgt
de erkenning die het verdient:
Onderstaande bureau’s kregen een Cedeo-erkenning
‘Onderwijsadvies’, ‘Onderwijsonderzoek en -advies’ of
‘Onderwijsbegeleiding’ na het met goed gevolg doorstaan
van een uitgebreid klanttevredenheidsonderzoek:
Cedeo George Hintzenweg 77, Rotterdam Postbus 701, 3000 AS Rotterdam
T. 010 - 899 74 40 cedeo.nl info@cedeo.nl