09.12.2024 Views

Werken aan Inclusie - editie 2024/01

Waarom inclusief onderwijs?

Waarom inclusief onderwijs?

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Werken aan

inclusie

hét tijdschrift voor inclusief onderwijs

November 2024, nummer 1

Thema

Waarom

Thema inclusief

Diversiteit onderwijs?

en Inclusie

Achtergrond Praktijk

Het Wijkteam inclusieve op school droombeeld werkt

Buitenland

Wetgeving

Van school naar Lessen duurzaam uit Portugal werk

Regel Juridisch & recht

Wat Handreiking is inclusief OPP onderwijs? vernieuwd

Uit Praktijk de praktijk

Lia’s Thuiszitters eerste wenmoment

AZC: gecompliceerd


Omdat

hij de best opgeleide

begeleider verdient…

Als begeleider helpt u voorkomen dat kinderen buiten de boot vallen

en managet u de onderwijszorg binnen uw school. Dankbaar, maar

verantwoordelijk werk dus, waarin het belangrijk is alle innovatie bij te

houden. Dat stelt hoge eisen aan het verwerven en bijhouden van

uw vakkennis. Hoe vindt u de beste opleiding uit het grote aanbod?

Antwoord: kies een opleiding die is opgenomen in het Register

van het Centrum voor Post-Initieel Onderwijs Nederland. CPION

toetst, registreert en diplomeert het cursusaanbod voor postinitiële

opleidingen. Alleen als deze voldoen aan de strengste

kwaliteitscriteria krijgen ze het predikaat Registeropleiding. Zie het

als een garantie voor de waarde van uw diploma of certificaat. En

voor de best mogelijke onderwijszorg aan kinderen die het nodig

hebben.

…verdienen alle

deelnemers aan

deze opleidingen

een felicitatie:

CPION feliciteert iedereen die zich via

de opleidingen hiernaast (nog beter)

voorbereiden op hun dankbare werk.

Al deze Post-HBO Registeropleidingen zijn

inhoudelijk getoetst op inhoud en niveau

en voldoen aan de strenge kwaliteitseisen van

de Stichting PHBO Nederland.

Bureau Meesterschap, Intern Begeleider

Driestar Hogeschool, Intern Begeleider

ECNO, Intern Begeleider

Marnix Academie,

Intern Begeleider als kwaliteitscoördinator Basis

Onderwijs Maak Je Samen,

Intern begeleider als kwaliteitscoördinator

Bureau Meesterschap,

Van intern begeleider naar kwaliteitscoördinator

Academica University of Applied Sciences,

Kwaliteitscoördinator

Iselinge Hogeschool Intern Begeleider als

kwaliteitscoördinator

Marnix Academie,

Intern begeleider als kwaliteitscoördinator Top

Bureau Meesterschap, Jonge Kind Specialist

Driestar Hogeschool, Jonge Kind Specialist

ECNO, Jonge Kind Specialist

Fontys Hogeschool Kind en Educatie,

Jonge Kind Specialist

Hanzehogeschool Groningen

Jonge Kind Specialist

Hogeschool IPABO, Jonge Kind Specialist

Hogeschool KPZ, Jonge Kind Specialist

Hogeschool Utrecht, Jonge Kind Specialist

Hogeschool de Kempel, Jonge Kind Specialist

Marnix Academie, Jonge Kind Specialist

Onderwijs Maak Je Samen,

Jonge Kind Specialist

Thomas More Hogeschool, Jonge Kind Specialist

ECNO, Basisopleiding Gedragsspecialist

Hogeschool de Kempel,

Basisopleiding Gedragsspecialist

Iselinge Hogeschool, Gedragsspecialist

Marnix Academie, Basisopleiding Gedragsspecialist

Thomas More Hogeschool,

Basisopleiding Gedragsspecialist

Marnix Academie,

Leer- en gedragsspecialist Top-opleiding

Wizz Scholing, Specialist Onderbouw / Jonge Kind

CPION Keurmerk Registeropleidingen

Alleen voor post-initiële opleidingen die er écht toe doen.

2 Werken aan inclusie CPION I nummer Postbus 1 I 701 20243000 AS Rotterdam tel: +31 Werkenaaninclusie.nl (0)10 899 74 30 www.cpion.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Inhoud

Waarom inclusief onderwijs?

Het inclusieve droombeeld

07

Alle kinderen welkom binnen het reguliere onderwijs, waar ze dichtbij

huis samen leren en participeren. Die mooie droom ligt aan de basis

van de ‘Werkagenda Route naar Inclusief onderwijs 2035’. Hoe realistisch

is het? Waar staan we nu en wat staat ons te doen? Over de

routekaart en de stappen die jij kunt zetten om de droom te helpen

verwezenlijken.

De kracht van de context

Ieder kind verdient het om anders te mogen en kunnen zijn, vindt

samenwerkingsverband PO Zuidoost-Utrecht. Een sterke basis op de

reguliere scholen én lokale samenwerking zijn wat hen betreft belangrijke

sleutels naar inclusief onderwijs. Hoe krijgt dat concreet vorm?

Een kijkje achter de schermen.

26

Victor gaat naar (een gewone) school

44

Voor JaapJan Boer en zijn vrouw was het duidelijk: hun zoon

Victor zou gewoon starten op dezelfde school als zijn broer en

zussen. Ook al heeft hij het syndroom van down. In een drieluik

neemt deze vader ons mee in wat hem raakt en bezighoudt op

de weg naar inclusief onderwijs. Deel 1: over de start van Victors

leven en de bewuste keuze voor de school om de hoek.

& verder... 04 Nieuws 10 Ontmoeting en verbinding in Zwolse wijken 13 Themacolumn

14 Waarom inclusief onderwijs? 17 Regel & recht 20 Redactioneel 23 Blik vanuit de leerling

24 In de klas 28 Infographic 31 In het buitenland 34 Aan de slag 37 Column ONSvw

38 Boeken en meer 40 Effecten van zittenblijven

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

3


Voorwoord

Nieuws

Het gaat om

het nawoord

Als we nadenken over inclusief onderwijs dan gaat

het over veel. Over de verbinding tussen onderwijs en

jeugdhulp, over allerlei inspiratie ver bij ons vandaan

en over tal van zaken die geregeld moeten worden

om inclusief onderwijs mogelijk te maken. Dat het

nodig is, blijkt wel uit de uitspraak van het mensenrechtencomité

van de Verenigde Naties: Nederland

moet meer haast maken met het bereiken van inclusief

onderwijs. Onze kinderen én onze samenleving

verdienen het dat we hier met elkaar de komende

jaren flink op inzetten.

Dit gloednieuwe magazine Werken aan Inclusie wil

deze ontwikkeling ondersteunen. Fijn dat jij de eerste

editie in handen hebt, van harte welkom! In dit blad

vind je voorbeelden, inzichten en goede praktijken.

We hopen dat het je inspireert en verder brengt op

de weg naar inclusie in jouw (school)praktijk.

Laten we echter één ding niet vergeten. Bij inclusief

onderwijs gaat het allereerst om het ‘nawoord’: het

gaat over gewoon heel goed onderwijs.

Bert Wienen

Gasthoofdredacteur

Ouders worden moedeloos

van leerlingenvervoer

In 2022 voerde Ouders & Onderwijs voor het eerst

een onderzoek uit over het leerlingenvervoer.

De conclusies waren niet zo positief. Een nieuw

onderzoek van het Landelijk Ouderpanel onder

227 ouders laat zien dat de situatie twee jaar

later nog niet verbeterd is.

Hoe tevreden

ouders zijn

over het leerlingenvervoer,

wisselt sterk.

Sommige

ouders zijn erg

tevreden, anderen

totaal niet. Ouders zijn voornamelijk ontevreden

over de reistijd; ongeveer tachtig procent van

de leerlingen die leerlingenvervoer nodig hebben,

zijn op een schooldag een uur of meer onderweg.

Dit wordt als erg vermoeiend ervaren. Ouders zijn

ook ontevreden over de wisseling van chauffeurs

en over het feit dat vervoer vaak te laat of te vroeg

komt. Hierdoor komen leerlingen te laat op school.

Soms worden ze ook helemaal niet opgehaald.

Een vaste chauffeur en een goede sfeer zorgen er

aan de andere kant voor dat ouders tevredener zijn

en minder moeite hebben met een lange reistijd.

67,4% van de respondenten geeft aan wel eens een

klacht ingediend te hebben over het leerlingenvervoer.

Een aanzienlijk deel hiervan heeft klachten

ingediend bij meerdere partijen, zoals de gemeente

en de vervoerder. Ouders zeggen dat het frustrerend

is om een klacht in te dienen: ze weten niet wat

ermee gedaan wordt of het lost het probleem niet

op. Wanneer ouders de huidige situatie vergelijken

met die van twee jaar geleden, geeft 35,2 procent

aan dat het leerlingenvervoer slechter is geworden.

Het maakt leerlingenvervoer iets om moedeloos

van te worden.

4

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Bron Ouders & Onderwijs

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Praktijkonderwijs:

een golf van positiviteit

Op 11 september sprak de vaste Kamercommissie OCW over het praktijkonderwijs. De Kamerleden en de

staatssecretaris waren vooral positief over het praktijkonderwijs en de belangrijke bijdrage die leerlingen

vanuit het praktijkonderwijs aan de maatschappij bieden. Ook gaven Kamerleden aan dat praktijkonderwijs

een volwaardige onderwijssoort moet worden.

De financiering en toelating tot het praktijkonderwijs gaat nu via het

samenwerkingsverband. Leerlingen hebben een toelaatbaarheidsverklaring

(TLV) nodig. De staatssecretaris werd gevraagd of zij

deze route kan afschaffen. Daar reageerde de staatssecretaris

terughoudend op.

Ook zien Kamerleden problemen in het basisschooladvies

en de doorstroomtoets. Leerlingen binnen het praktijkonderwijs

doen vaak niet mee aan de doorstroomtoets

omdat zij onder de uitzonderingscriteria vallen. Ook is

er geen enkelvoudig advies praktijkonderwijs mogelijk.

De staatssecretaris heeft toegezegd te onderzoeken

of de doorstroomtoets beter geschikt gemaakt kan

worden voor deze leerlingen en of een enkelvoudig

advies mogelijk is.

Een ander punt waar Kamerleden aandacht voor

vroegen, is de termijn van één jaar voor nazorg na het

praktijkonderwijs. Zij zouden graag zien dat deze wordt

uitgebreid naar twee jaar. De staatssecretaris heeft toegezegd

hier in het wetsvoorstel ‘Van school naar duurzaam

werk naar te kijken’.

Er zijn drie moties aangenomen:

• een verkenning naar afschaffing van de toelaatbaarheidsverklaring.

De motie is ingediend door GroenLinks-PvdA, D66 en BBB en is Kamerbreed

aangenomen.

• een ‘praktijkonderwijscheck’ bij nieuwe onderwijswet- en regelgeving. De motie is ingediend door

GroenLinks-PvdA, D66 en BBB en is met brede steun van de Tweede Kamer aangenomen.

• een pilot met gecombineerde pro-vmbo-klassen openstellen voor meer scholen openstellen. De motie is

ingediend door D66, VVD en GroenLinks-PvdA en is met brede steun van de Tweede Kamer aangenomen.

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 5


Nieuws

Sterkere positie thuisfront bij passend onderwijs

In 2025 treedt de ‘Wet versterking positie ouders en

leerlingen in passend onderwijs’ in werking. Wat betekent

dit voor scholen en samenwerkingsverbanden?

Vanaf januari 2025

moeten ouders en

leerlingen volgens de

nieuwe wet terechtkunnen

bij een ouder- en

jeugdsteunpunt van

het samenwerkingsverband.

Dit steunpunt kan ouders en leerlingen

onafhankelijke informatie verstrekken over passend

onderwijs. Voor samenwerkingsverbanden is het

zaak nu na te gaan hoe het ouder- en jeugdsteunpunt

ervoor staat. Waarvoor kunnen ouders en

leerlingen er terecht en weten ze het te vinden? Per

1 augustus 2025 komt vervolgens het schoolondersteuningsprofiel

te vervallen. Alle informatie over de

basisondersteuning en extra ondersteuning staat

vanaf het schooljaar 2025 -2026 in de schoolgids, zodat

ouders en leerlingen deze informatie niet meer in

een apart document hoeven op te zoeken. Daarnaast

krijgen leerlingen per 1 augustus 2025 hoorrecht over

het ontwikkelingsperspectief. Scholen moeten al hun

leerlingen met een ontwikkelingsperspectief (OPP)

vragen mee te praten over het OPP, hun eigen ontwikkeling

en de ondersteuning die ze nodig hebben.

Bron: OCW

Scan de QR-code om meer

te lezen over de wet, de

gevolgen ervan en de te

treffen voorbereidingen.

Grote ambities, minder geld

Op Prinsjesdag zijn de plannen van de nieuwe

regering voor 2025 bekendgemaakt. De gevolgen

voor het onderwijs op een rij.

Het kabinet gaat in 2025 430 miljoen euro bezuinigen

op de OCW-begroting. Dat loopt zelfs op tot bijna

2 miljard euro in 2028. De meeste bezuinigingen

zitten in het hoger onderwijs, maar ook het basis- en

voortgezet onderwijs ontkomen er niet aan.

• Het programma School & Omgeving, dat is

opgezet om kinderen een ‘rijke schooldag’ te

geven met bijvoorbeeld sport en cultuur, wordt

met 155 miljoen euro gekort.

• De subsidie voor brede brugklassen, waar leerlingen

van verschillende niveaus bij elkaar in de

klas zitten, wordt volledig afgeschaft.

Daarnaast moet in de komende jaren 100 miljoen

euro bezuinigd worden op subsidies in het primair

en voortgezet onderwijs. Welke subsidies worden

gekort, is nog onbekend.

Het programma Schoolmaaltijden wordt wel doorgezet

in 2025. Daarnaast worden scholen gecompenseerd

voor de btw-verhoging van 9 naar 21

procent op boeken. Die compensatie geldt voor het

po, vo en mbo waar het gaat om leermiddelen voor

de basisvaardigheden, en alleen voor studenten

onder de achttien jaar. Voor die studenten en die

specifieke vakken moet de mbo-instelling namelijk

in de leermiddelen voorzien. Het kabinet neemt in de

begroting geen extra geld op voor grote onderwijsambities

zoals het voorgenomen Herstelplan onderwijskwaliteit,

het vergroten van de zij-instroom en de

bonus voor leraren die meer uren willen werken.

Bron: OCW

6 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Achtergrond

Rond de zomer van 2022 presenteerden

de ministeries van OCW en VWS hun

droombeeld richting inclusief onderwijs.

Een

haalbare

droom?

Dat leidde tot de publicatie die

inmiddels bekend is als de ‘Werkagenda

Route naar inclusief onderwijs 2035’.

Hoe realistisch is deze werkagenda?

Is het een droom die uit kan komen?

Of blijft het bij een droombeeld?

Laten we bij het begin beginnen. Het droombeeld van

de overheid richting inclusief onderwijs komt voort uit

de ratificatie van de Salamanca verklaring. Die zegt

dat kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte

naar school moeten met alle andere kinderen. Hoe

ziet dat droombeeld eruit? In de werkagenda 2035

staat het volgende citaat:

Zoals het ministerie van OCW het zelf formuleert is

“inclusief onderwijs geen nieuw doel. Het bouwt voort

op een ontwikkeling, die al twee decennia in gang is”.

Op diverse plekken in Nederland wordt al inclusiever

gewerkt. Tegelijk vermeldt de werkagenda dat op dit

moment slechts vijf procent van de scholen in po en

vo zegt te werken aan inclusie. Daar is dus nog veel

winst te behalen.

“In de ambitie wordt uitgesproken dat jongeren en hun ouders dichtbij huis een school

kunnen kiezen die bij ze past en waar de jongere zich thuis voelt. De brede ontwikkeling

van de jongere staat centraal, waarbij iedere jongere zich naar zijn of haar mogelijkheden

kan ontwikkelen. Alle jongeren (met en zonder extra ondersteuningsbehoefte) leren en

spelen samen in dezelfde klas. De leraren zijn voldoende toegerust en bieden flexibel en

groepsgericht onderwijs voor alle jongeren. Extra ondersteuning wordt zoveel mogelijk in

een groep aangeboden en is beschikbaar voor jongere én leraar. De school kan een beroep

doen op ondersteuning en expertise uit het gespecialiseerd onderwijs, jeugdhulp en zorg

om aan de ontwikkelingsmogelijkheden van de jongeren tegemoet te komen.

Het gespecialiseerd onderwijs blijft beschikbaar voor jongeren die (tijdelijk of voor

langere tijd) intensievere ondersteuning nodig hebben.”

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

7


Achtergrond

De Onderwijsraad gaf in 2020 in haar notitie ‘Steeds

inclusiever’ al een omschrijving van inclusiever onderwijs

en roept scholen op daar naartoe te werken. De

vraag werpt zich op wie hierop tegen kan zijn. Immers,

thuisnabij onderwijs, gun je elk kind. Het is simpelweg

onze opdracht, denk nog even aan het VN-verdrag.

En er is zoveel winst te behalen! Bijvoorbeeld als je kijkt

naar de op veel plekken nog onvoldoende samenwerking

tussen onderwijs, jeugdzorg en de voorschool.

Taxi’s rijden elke dag tienduizenden kilometers van en

naar school, wat elk jaar ook nog eens minstens tweemiljoen

miljoen euro kost. Wat staat ons te doen?

Op weg in vier fasen

De routekaart naar inclusief onderwijs is opgedeeld

in vier fasen:

• Fase 1: tot eind 2022. Uitgaan van wat er al

gebeurt. Er wordt aangesloten op de lopende

ontwikkelingen van voorlopers en men wil

kijken hoe die verder kunnen worden gebracht.

Deze fase is nu achter ons.

• Fase 2: 2023-2025. Met diverse partijen wordt

ingezet op het stimuleren van inclusief onderwijs,

het ondersteunen van voorlopers en het

opbouwen en delen van kennis. In deze fase

zitten we nu.

• Fase 3: 2026 – 2028. Schoolleiders, schoolbesturen,

samenwerkingsverbanden en gemeenten

die - nog altijd op vrijwillige basis - na 2025

op weg gaan naar inclusief onderwijs, hebben

met de opgebouwde kennis meer houvast en

richting voor hun ontwikkeling naar inclusief

onderwijs. Het is belangrijk dat over uitvoering

hiervan concrete afspraken worden gemaakt

met gemeenten en zorgpartners.

• Fase 4: 2029 – 2035. Deze fase kun je definiëren

als het einde van de vrijwillige fasen. Als de

noodzakelijke voorwaarden zijn gerealiseerd

en de (wettelijke) kaders zijn aangepast, kan

fase 4 ingaan (zie ook het artikel over inclusief

onderwijs in Portugal op pagina 31).

De droom realiseren

Het droombeeld is nog wat diffuus en nog niet in

marmer gebeiteld. Maar uiteindelijk lijkt er richting

2035 geen ontkomen meer aan. Wat is er nodig om de

droom te realiseren? Dat begint, zoals veel veranderingen,

bij visie en een gevoel voor noodzaak en urgentie.

Een andere mindset dus. In de eerste plaats bij leraren,

directeuren en beslissers. Het moet normaal worden

dat alle kinderen welkom zijn op jouw school. We weten

uit onderzoek en good practices dat inclusief onderwijs

een grotere kans van slagen heeft als er gewerkt wordt

vanuit een gezamenlijk gedragen visie.

Ook herinrichting van ons onderwijs is noodzakelijk.

Inclusief onderwijs vraagt immers veel van leerkrachten

en scholen. Het is essentieel hen goed te ondersteunen,

waarbij ruimte is voor ontwikkeling. Begin dus niet

meteen bij de meest complexe leerlingen, maar bij wat

nu haalbaar is. Ook helpt het om vanuit onderwijs- en

ondersteuningsbehoeften van leerlingen te denken en

te werken. Omgaan met verschillen is niet genoeg, we

moeten uitgaan van deze verschillen.

Van droombeeld naar realiteit: welke stappen

kan je morgen zetten?

Versterk de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg

en welzijn.

Eén op de zeven kinderen in Nederland ontvangt een

vorm van jeugdzorg. Eén op de zes leeft in een gezin

met geldzorgen. Uit diverse voorbeelden uit het hele

land blijkt dat waar scholen de samenwerking met

jeugdzorg goed organiseren, dit leidt tot verbetering van

zowel de schoolresultaten als het welbevinden. Het gescheiden

houden van alle budgetten werkt deze samenwerking

tegen; het kan slimmer en beter als we krachten

en middelen bundelen.

Organiseer het onderwijs anders.

Het klassikale onderwijsmodel verdient een kritische blik,

evenals de stap naar vervolgonderwijs als een kind elf

jaar is. Het kan anders. Er zijn genoeg voorbeelden van

inclusieve scholen waar bijvoorbeeld in units wordt gewerkt,

of vanuit de principes van mediërend leren. Ook

brede brugklassen vergroten kansen van kinderen.

8 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Leer van de aanpak van cluster 1 en 2.

Daar worden op gebied van inclusie stappen gezet,

vooral omdat de inhuur van expertise hier voor het

regulier onderwijs kostenloos is. In diverse regio’s zien

we steeds meer kinderen met bijvoorbeeld een taalontwikkelingsachterstand

of gehoorproblemen toch in het

regulier onderwijs, met goede begeleiding.

Cluster 2 bouwt op steeds

meer plekken het vso af.

Inhuur van expertise uit

cluster 3 en 4 kost besturen,

scholen of samenwerkingsverbanden

echter geld. De samenwerking

tussen regulier

onderwijs en cluster 3

en 4 kan in veel regio’s

verstevigd worden.

Sta open voor leerlingen met een

niet-Nederlandse thuistaal.

Deze leerlingen worden vaak niet vanzelfsprekend

aangenomen op de reguliere school in de wijk. Recent

onderzoek (Broekhuizen et al, 2024) leert dat in het

speciaal onderwijs de instroom van niet-Nederlandse

leerlingen hoog is; in sommige regio’s heeft tachtig

procent van de leerlingen een niet-Nederlandse thuistaal.

Het is helpend als het aannemen van leerlingen

met een andere thuistaal in iedere regio een vanzelfsprekend

onderdeel is van het realiseren van een dekkend

aanbod voor álle leerlingen.

Leidt leerkrachten inclusief op.

"Het moet

normaal worden

dat alle kinderen

welkom zijn op

jouw school."

Inclusief onderwijs vergt qua kennis en vaardigheden

veel van leerkrachten. Goede ondersteuning en het

faciliteren van de ontwikkeling van leerkrachten is

daarom van groot belang. Vooral bij de opleidingen is

er werk aan de winkel: passend/inclusief onderwijs is

lang niet altijd een structureel onderdeel van de opleiding.

Kennis over complex gedrag is vaak een minor

of keuzemodule en bijvoorbeeld autisme of hoogbegaafdheid

zit maar beperkt in het curriculum. Handelingsverlegenheid

is dan vaak groot en dit is één van

de oorzaken dat zo veel leraren het vak binnen vijf jaar

opgeven. Dat tij kunnen we samen keren! Dat begint bij

de leraar in opleiding op jouw school.

Maak werk van terugplaatsingen.

Momenteel gaat minder dan één procent van de leerlingen

die in cluster 3 of 4 van het geïntegreerd onderwijs

terechtkomt, terug naar het regulier onderwijs. In cluster

2 ligt dat een heel stuk hoger. Zeker bij de overgang

van so naar vo gaan steeds meer leerlingen,

met ondersteuning, naar het regulier onderwijs.

Kijk naar de factoren die maken dat

het daar wel lukt. Zoals een sterke structuur,

pedagogisch goede leraren en een

mindset die kijkt vanuit wat een kind kan.

Klein beginnen

Samenwerking ontstaat tussen scholen in

een wijk, tussen mensen die een plan hebben.

Droombeelden zijn prachtig, groot en meeslepend.

Maar wat als we nu eens klein beginnen? Leren van die

succesvolle vijf procent en daar tien of twintig procent

van maken? Op weg naar inclusief onderwijs in álle

scholen. Intussen kan het ministerie dan de wettelijke

belemmeringen opruimen, inclusieve schoolgebouwen

realiseren en zorgen voor passende bekostiging. Dan

bestaat de kans dat het droombeeld stap voor stap

realiteit wordt.

Scan de QR-code voor de

‘Werkagenda Route naar

inclusief onderwijs 2025’.

Auteur: Hilbert de Vries

Bestuurder Ssoe,

redactielid Werken aan Inclusie

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

9


Interview

Over schoolmuren

heen

Zwolse scholen

investeren in wijkaanbod

voor álle kinderen

Samen timmeren, koken of musiceren:

in de Zwolse wijk Holtenbroek komen

kinderen van verschillende scholen elkaar

tegen bij leuke en leerzame activiteiten.

Scholen in de wijk besteden een deel van

hun subsidie ‘School en omgeving 2023-

2025’ aan een verrijkend buitenschools

aanbod voor álle kinderen. Projectleider

Francien Schipper-Modderman en

schooldirecteur Aafke Straat vertellen.

“Een bredere kijk op de wereld, de kans om talenten te

ontdekken en ontwikkelen: ieder kind heeft er evenveel

recht op. Hoe je thuissituatie ook is, op welke school je

ook zit”, vindt Aafke Straat, directeur van basisschool

De Toonladder in de Zwolse wijk Holtenbroek. Daarom

neemt De Toonladder, samen met drie andere scholen

in de wijk (twee po en één vo) en partners in de

domeinen welzijn en jeugdzorg, deel aan het project

Abby D. De coalitie achter dit project werd gevormd

naar aanleiding van de subsidie ‘School en Omgeving

2023-2025’. “Wij krijgen deze subsidie omdat we een

relatief hoog percentage leerlingen hebben met een

achterstandsrisico”, aldus Aafke. “We gebruiken het om

een bredere talentontwikkeling te initiëren voor onze

leerlingen. Daarnaast leggen we een deel van de subsidie

in voor een activiteitenaanbod voor de hele wijk.

Zodat ieder kind uit de buurt kan profiteren.”

En zo nodigt de vrolijke mascotte Abby D. (soms jongen,

soms meisje en met wisselende huids- en haarkleuren)

kinderen in heel Holtenbroek uit voor tal van

leuke en uitdagende buitenschoolse activiteiten. Van

muziek tot theater, van sport tot koken, van techniek

tot fotograferen. Het brengt kinderen in aanraking

met dingen die ze thuis niet zo snel tegenkomen.

Ook hulp bij huiswerk, typles of zwemles valt binnen

het aanbod en in de vakanties is er een programma.

Niet alleen in Holtenbroek, ook in drie andere wijken

in Zwolle is Abby D. actief. In totaal doen er in de stad

twaalf scholen mee. Het project wordt ondersteund

vanuit de Campus Kind en Educatie, een ontwikkelplaats

voor interprofessionele samenwerking. Francien

Schipper-Modderman is er projectleider: “Ik jaag de

boel aan, breng mensen en kennis bij elkaar. Samen

met een projectgroep - met daarin een afgevaardigde

van de verschillende partners - zorg ik er in opdracht

van de scholen voor dat Abby D. met hun subsidiegeld

optimaal wordt ingezet.”

Inclusie als bonus

Francien is enthousiast over het project. “Ik vind het

fantastisch dat scholen ervoor kiezen om over hun

eigen schoolmuren heen te kijken en een deel van het

subsidiegeld te geven voor het grotere geheel.” Het is

wel een beetje een vrije invulling van de regels, geeft

10 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


ze toe. Want de subsidie is zo niet bedoeld. “Maar het

draagt wel degelijk bij aan kansengelijkheid. En heeft

als extra bonus dat kinderen in de wijk elkaar ontmoeten.”

Dat laatste vindt ook Aafke een belangrijke

meerwaarde van het project. “In de oude kern van Holtenbroek

wonen veel mensen met een niet-Nederlandse

achtergrond. Daar omheen staan nieuwbouwwijken

met vooral blanke, hoogopgeleide gezinnen. Veel van

die ouders kiezen ervoor hun kinderen in een andere

wijk naar school te laten gaan. Deze verschillende kinderen

komen dus nauwelijks met elkaar in aanraking.

Terwijl ze veel van elkaar kunnen leren! Door activiteiten

te organiseren voor kinderen uit de hele wijk,

komen groepen met elkaar in contact en ontstaan er

cultuur overstijgende vriendschappen.”

Die onderlinge ontmoeting geeft kinderen een bredere

kijk op de wereld, zijn Francien en Aafke het eens. “Kinderen

zijn van nature geen hokjes-denkers”, stelt Aafke.

“En dat zullen ze ook niet worden als we hen van jongs

af aan zo breed mogelijk laten kennismaken met onze

diverse maatschappij. Laten we dus nu de nieuwsgierigheid

naar elkaar aanwakkeren.” “In de basis is dat

ook de opdracht van het onderwijs: kinderen voorbereiden

op hun plek in de maatschappij”, vult Francien

aan. “Ik zie Abby D. als een oefenplek die kinderen in

staat stelt straks een betekenisvolle, inclusieve bijdrage

Aafke Straat

(links) en Francien

Schipper-Modderman

gaan voor inclusie met een

verrijkend naschools aanbod

voor álle kinderen

in de wijk.

te leveren aan de samenleving.” Aafke knikt instemmend:

“Eigenlijk is dit gewoon burgerschapsonderwijs.”

Successen en aandachtspunten

Het project is sinds voorjaar 2023 in de lucht met

activiteiten. Francien: “Het is fantastisch om te zien

wat er allemaal gebeurt in de wijk. Tienermeiden die

samen kleding ontwerpen. Groep 4-leerlingen die mét

hun ouders en onder begeleiding van een hogeschoolstudent

een tekstloos prentenboek maken. Fietslessen,

djembé spelen, zaalvoetbal, kookworkshops…” Successen

te over, en die worden gevierd. Maar er zijn ook

aandachtspunten. Zo bereikt Abby D. nog niet álle

kinderen. “Daarom gaan we op sommige scholen de

klassen langs om te laten zien wat er allemaal te doen

is. En te benadrukken dat het gratis is, want dat besef

is er nog niet overal.” Uitdaging is ook het betrekken

van kinderen van het speciaal onderwijs die met busjes

naar school komen. “De taxi een uurtje verzetten gaat

niet zomaar, daar zit een heel systeem achter. Ik heb

daar al heel wat uren inzitten, maar de oplossing nog

niet gevonden”, zegt Francien.

Grote succesfactor in het project is de interprofessio-

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 11


Interview

nele samenwerking met Travers Welzijn, Sportservice

Zwolle en de Stadskamer (de Zwolse bibliotheek). “Het

zijn fantastische partners, want zij kennen de gezinnen

en komen bij de kinderen thuis. We kunnen elkaars

expertise goed benutten”, vertelt Aafke. Zo kunnen

jeugdwerkers passende activiteiten rechtstreeks bij

ouders onder de aandacht brengen. Of eens doorvragen

als kinderen in een gezin niet lijken aan te haken.

“Je kan moeilijk van een leerkracht vragen bij ouders

thuis langs te gaan”, vult Francien aan. “Laat ieder de

focus houden op zijn eigen taak, dat waar hij goed in is.

In het gezamenlijke midden kunnen we elkaar opzoeken

en versterken. Super toch, als er een kort lijntje is

tussen bijvoorbeeld een ib’er en een schoolmaatschappelijk

werker?” Aafke vult aan: “Op sommige plekken

gebeurt dat al, maar er is ook nog veel in te winnen.

Het vraagt om visie: wat is van jou, wat is van mij en

wat van ons? Dat is tof om samen te verkennen.” Ook

de gemeente is betrokken. Hun visie op bepaalde

wijken of de problematieken die naar voren komen uit

bijvoorbeeld buurtonderzoek, kunnen mede richting

geven aan de activiteiten van Abby D. “Zo is dit project

dienend aan een groter plaatje.”

Extra stap

De wijksamenwerking vraagt om gezamenlijke visie en

het lef verder te durven kijken dan je eigen opdracht of

organisatie. Daarnaast is het natuurlijk ook een tijdsinvestering.

Toch raadt Aafke het alle scholen aan. “Meedraaien

in een breed team dat gáát voor de wijk en de

doelgroep, dat geeft veel energie. Met elkaar dragen

we bij aan een mooiere omgeving voor de kinderen.

Daar wil je als school toch aan meedoen? Ook al valt

het niet precies in je takenpakket.” Alle partners in de

coalitie zetten die extra stap, merkt ze. “De sportcoaches

zetten zich bijvoorbeeld ook in de vakantie in voor

uitjes, al is dat helemaal niet hun core business.

En onze conciërge speelt een fantastische rol door

kinderen na schooltijd op te vangen met wat eten en

drinken, voordat een activiteit begint.” Heel belangrijk,

vinden Francien en Aafke, is het om bij het ontwikkelen

van het naschoolse aanbod aan te sluiten bij wat al

loopt. “Partners in de domeinen welzijn en jeugdzorg

hebben vaak al veel goede initiatieven. Net als de Stadskamer,

waar we intensief mee samenwerken. Kijk alsjeblieft

naar al de rijkdom en wijsheid die er in de wijk al is,

en hoe je dat kunt opschalen of toegankelijker maken.”

Wat doet zo’n wijksamenwerking met de concurrentie

tussen scholen onderling? Aafke: “In onze wijk zitten

maar twee reguliere basisscholen, elk aan één kant

van de wijk. Dus concurrentie speelt hier niet zo. Maar

ik weet van andere wijken dat er onder scholen best

wat jaloezie is vanwege die subsidie.” Ook Francien ziet

dat terug. “We mogen blij zijn met die subsidies, laat ik

dat vooropstellen. Maar ergens is het ook krom dat het

bepaalde scholen bereikt en anderen uitsluit. Ik hoop

dat wij met deze wijksamenwerking inspirerend kunnen

zijn om zo’n subsidie creatief in te zetten. Zodat toch

alle scholen en kinderen er baat bij hebben.” Toch is

de selecte regeling ook weer niet voor niets, vult Aafke

aan. “Gemeente Zwolle kiest er ook voor sommige

wijken extra aandacht te geven, met als slogan: ‘Niets

is zo ongelijk als ongelijke gevallen gelijk behandelen.’

Ik vind dat een sterke uitspraak. En ik denk dat we een

mooie middenweg bereiken juist door deze subsidie

dubbel in te zetten: in school voor onze leerlingen én

breder voor de wijk.”

Meer weten?

Auteur: Carolien Drijfhout

Journalist, eindredacteur

Werken aan Inclusie

Meer weten over de wijksamenwerking in Zwolle?

Kijk op abbyd.nl. Met deze wijkgerichte aanpak

zijn we ook in andere gemeenten actief. Interesse?

Mail naar: fschipper@mensoalting.net.

12 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Column

Waarom? Daarom!

Als we echt samen willen leven, moeten we elkaar ontmoeten. Hoe verschillend

we ook zijn. Dat begint al jong. Een kind groeit op in een gezin en krijgt de

normen en waarden mee die daar gelden. Met alle culturele verschillen in ons

land, zijn dat heel verschillende normen en waarden. Daarbovenop gaat elk kind

een eigen pad in zijn of haar ontwikkeling. Ouders sluiten hierbij aan en geven

hun kind wat het nodig heeft. Vervolgens gaat een kind op familiebezoek, naar

een kinderdagverblijf, een sport, een school. Elke keer verhoudt het kind zich

tot de grote(re) wereld om hem heen. Het zoekt waar die wereld aansluit bij

zijn of haar behoeftes en interesses.

Wanneer kinderen naar school gaan, ontmoeten zij

meer andere kinderen. Ze spelen en ontwikkelen zich

met elkaar, in de wijk. Ze leren en ervaren samenleven.

Op een school die openstaat voor iedereen, waar elk

kind zich thuis voelt en waar kinderen met verschillende

talenten naast elkaar en met elkaar opgroeien. Met

toegankelijke scholen creëren we een gevarieerde

samenleving waarin iedereen welkom is en volwaardig

participeert.

Tenminste, dat is hoe het zou moeten zijn... Als ouder

wil ik niets liever dan die basisschool om de hoek.

Waar ons kind onderdeel wordt van die samenleving

in de wijk. Toch wordt hij opgehaald door de taxi. Door

reistijd en afstand komt hij later thuis. Als hij dan naar

het trapveldje gaat, zijn de voetbalteams al gemaakt.

Daar kennen alle kinderen elkaar via school, maar hij

moet zich nog bewijzen. Als moeder zie ik dat mijn kind

extra hordes moet nemen. Waarom? Omdat school

hem niet kon bieden wat hij nodig had. Ik zie dat hij zich

buitengesloten voelt, terwijl hij gewoon is wie hij is en

machteloos staat. Hij kan het onderwijs niet verbeteren,

heeft er geen invloed op. ‘Hij is anders dan de rest’,

wordt gezegd. Natuurlijk is hij dat. Wie niet? Wie is die

‘rest’ en wat maakt hen meer normaal dan hij?

Naast moeder ben ik ook onderwijsprofessional. Ook

in die rol wil ik dolgraag de diversiteit omarmen. Ieder

kind kan en mag er zijn. We hebben toch één samenleving

en geen verschillende samenlevingen voor verschillende

groepen mensen? Een school is de samenleving

in het klein. Laten we daar beginnen.

De Franse president Emmanuel Macron zei eens:

“Het is denkbaar het ondenkbare te denken.” Waarop ik

me afvraag: is het doenbaar het ondoenbare te doen?

Inclusief onderwijs voelt soms misschien ondoenbaar.

Maar laten we klein beginnen. In opleidingen, lezingen

en inspiratiemiddagen kom ik steeds hetzelfde beginpunt

tegen: het stellen van een vraag. Stel een vraag

aan een kind, een ouder, een onderwijsmedewerker,

een bestuurder. Stel een vraag en je opent de communicatie.

Stel een vraag en je toont interesse. Stel een

vraag en er ontstaat verbinding. Stel een vraag en je

perspectief verbreedt zich. Stel een vraag en je kan het

kind in jouw school de juiste ondersteuning geven. Zo

hoort elk kind erbij. Want er is maar één maatschappij.

Esther Schepers

Ambassadeur Inclusief

onderwijs bij S.K.P.O.,

redactielid Werken aan Inclusie

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

13


Thema

6

redenen

voor

inclusief

onderwijs

‘Inclusief onderwijs is onderwijs waarbij

alle kinderen en jongeren dichtbij huis,

volwaardig en gelijkwaardig toegang

hebben tot een inclusieve leeromgeving

waarin zij zich samen ontwikkelen en

samen leren en participeren.’ Zo luidt

de Nederlandse definitie. Maar waarom

eigenlijk? Zes redenen op een rij.

01

02

EFFICIËNT GEBRUIK VAN ONDERWIJS-

EN ZORGPROFESSIONALS

Eén van de meest dringende problemen in het

onderwijs is het toenemende lerarentekort,

zowel in het reguliere als in het speciaal onderwijs.

Wanneer leerlingen met verschillende

behoeften in het reguliere onderwijs hun plek

vinden, vermindert de druk op speciaal onderwijs

en zorginstellingen. Schaars onderwijs- en

zorgpersoneel kan dan effectiever worden

ingezet.

TOEGANKELIJKE, PASSENDE

LEERMIDDELEN

Inclusief onderwijs vraagt om toegankelijke en

passende leermiddelen die voor alle leerlingen

werken. Dit stimuleert innovatie in lesmateriaal

en digitale hulpmiddelen. Zo verbetert niet

alleen de toegankelijkheid, maar tegelijk de

kwaliteit van het onderwijs voor álle leerlingen.

03

VERMINDEREN VAN WACHTLIJSTEN

Zowel in het speciaal onderwijs als in de zorg nemen wachtlijsten toe. Wanneer meer leerlingen binnen

het reguliere onderwijs de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben, vermindert de druk op het

speciaal onderwijs. Ook zullen minder kinderen worden doorverwezen naar gespecialiseerde instellingen.

Wachtlijsten worden korter en kinderen krijgen sneller de juiste zorg en begeleiding.

14 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


04

OPLOSSINGEN VOOR HUISVESTING EN LEERLINGENVERVOER

Duizenden leerlingen reizen dagelijks lange afstanden om speciaal onderwijs te volgen. Dat is praktisch

en logistiek onhandig, kost deze kinderen veel van hun vrije tijd en is duur. Zoveel mogelijk inclusief

onderwijs dichtbij huis lost dit vervoersproblemen op én creëert meer stabiliteit en betrokkenheid in de

eigen wijk.

05

06

LERAREN KUNNEN MEER FOCUSSEN

OP HUN KERNTAAK

Leraren ervaren vaak een hoge werkdruk,

onder andere door de toenemende zorgbehoeften

van leerlingen. Inclusief onderwijs kan

hen juist ontlasten. Wanneer scholen zorgen

voor een goed netwerk van ondersteuners in

de school (zoals zorgprofessionals, onderwijsassistenten

en gespecialiseerde begeleiders),

kunnen leraren zich volledig richten op het

didactische aspect van hun werk. De kern van

inclusief onderwijs ligt in het aanbieden van

de juiste ondersteuning aan leerlingen, zodat

de leerkracht zich kan concentreren op waar

hij of zij het beste in is: onderwijs geven.

HET IS EEN INVESTERING IN DE

TOEKOMST

Een inclusieve school is niet alleen een plek

waar kinderen samen leren, maar ook een

omgeving waarin begrip, respect en samenwerking

centraal staan. Wanneer leerlingen

met verschillende achtergronden, capaciteiten,

talenten en uitdagingen samen opgroeien,

ontstaat een generatie die van jongs af aan

gewend is aan diversiteit en omgaan met

verschillen. Zij ontwikkelen zich tot positieve,

inclusieve burgers in een diverse samenleving.

Grote uitdaging of kleine stap?

Inclusief onderwijs vraagt om een duidelijke visie en gedurfde keuzes. Scholen zijn aan zet om een cultuur

van inclusie te creëren, waarin alle leerlingen zich welkom en gewaardeerd voelen. Om beleid te ontwikkelen

waarin het mogelijk wordt flexibel in te spelen op de behoeften van leerlingen. Dat vraagt om

maatwerk en innovatie. Maar tegelijk gaat het bij inclusief onderwijs ook om dat ene kleine stapje. Net die

paar minuutjes extra tijd voor een kind dat ergens moeite mee heeft. Die goede vraag bij lastig gedrag.

De hoge verwachtingen waarmee je ieder kind stimuleert het beste uit zichzelf te halen. De zaken die je

bespreekbaar maakt in de klas. Inclusief onderwijs zit in grote maar ook in kleine dingen. En daar kunnen

we vandaag al mee beginnen.

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

15


Thema

Waarom inclusief onderwijs?

Een aantal uitspraken vanuit dit magazine.

“Met toegankelijke scholen

creëren we een gevarieerde

samenleving waarin iedereen

welkom is en volwaardig

participeert.”

- pagina 13 -

“Inclusief onderwijs maakt dat ieder

kind en iedere jongere zich welkom

en thuis voelt. Samen spelen en leren

in dezelfde klas.”

- pagina 7 -

“Voor ons was het helder: Victor

gaat naar dezelfde school als

zijn zussen en broer. Voor hem

al vertrouwd, in de buurt en met

veel bekende gezichten.”

- pagina 45 -

“Thuisnabij onderwijs gun je elk

kind. Zodat er tijd overblijft om

te spelen en te sporten.”

- pagina 8 -

“Ieder kind verdient het om

gezien en gehoord te worden.

Ieder kind moet anders

mogen en kunnen zijn.”

- pagina 26 -

“Het biedt kansen bij de

aanpak van grote onderwijsuitdagingen.

Bijvoorbeeld

op het gebied van

personeel, wachtlijsten,

leermiddelen, huisvesting

en leerlingenvervoer.”

- pagina 17 -

“In een tijd waarin mensen

elkaar steeds minder lijken

te verstaan, is het

cruciaal dat kinderen leren

om te gaan met verschillen.

En die verschillen leren

te waarderen. Inclusie kan

de beste les in burgerschap

zijn voor kinderen

van vandaag.”

- pagina 20 -

“Het biedt leraren de kans om zich (weer)

meer te focussen op hun kerntaak.”

- pagina 17 -

16 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Regel & recht

Wat is

inclusief

onderwijs?

We spreken steeds meer over inclusief

onderwijs, maar wat houdt dat eigenlijk

in? Wat verstaan we er precies onder?

Een duiding aan de hand van het op

19 april 2024 gepubliceerde beleidskader

‘Met elkaar voor alle kinderen en

jongeren’ van het ministerie van OCW.

‘Werken aan een inclusieve leeromgeving’: het is niet

voor niets de ondertitel van het beleidskader ‘Met elkaar

voor alle kinderen en jongeren’ dat het ministerie

van OCW op 19 april 2024 publiceerde. In dit beleidskader

is de ambitie voor inclusief onderwijs, zoals

beschreven in de ‘Contouren werkagenda Route naar

inclusief onderwijs 2035’, verder uitgewerkt en geconcretiseerd.

De werkagenda uit 2023 schetst de contouren

van inclusief onderwijs in het primair en voortgezet

onderwijs in 2035 in Nederland. Het beleidskader

concretiseert de definitie van inclusief onderwijs die

in de werkagenda is geformuleerd. Onder meer wordt

ingegaan op wat inclusief onderwijs inhoudt en wat de

kenmerken zijn van een inclusieve leeromgeving. Bij het

opstellen van het beleidskader zijn zowel de nationale

beleidsontwikkeling als de internationale ontwikkelingen

op dit gebied betrokken.

Waarom inclusief onderwijs?

Het beleidskader is een uitwerking van het VN-Verdrag

Handicap (2016), het Internationale Verdrag inzake

de Rechten van het Kind (1989) en de Verklaring van

Salamanca (1994). Uit deze verdragen en nationale

wetgeving volgt dat de overheid verplicht is zich in te

spannen voor inclusief onderwijs en ervoor te zorgen

dat alle kinderen welkom zijn binnen het reguliere onderwijs.

Inclusief onderwijs biedt kansen bij de aanpak

van een aantal uitdagingen binnen het onderwijs, zoals

het tekort aan onderwijs- en zorgpersoneel, groeiende

wachtlijsten voor de zorg en het gespecialiseerd

onderwijs, toegankelijke en passende leermiddelen,

huisvesting en leerlingenvervoer.

Door zoveel mogelijk kinderen dichtbij huis inclusief

onderwijs te bieden, waarbinnen ze de juiste ondersteuning

krijgen en ze hun leerpotentieel volledig

kunnen benutten, zijn uiteindelijk veel minder kinderen

aangewezen op gespecialiseerd onderwijs verder weg

van huis. Daarnaast biedt inclusief onderwijs met de

juiste ondersteuning leraren de kans om zich weer

meer te focussen op hun kerntaak.

De beweging naar inclusief onderwijs is niet nieuw.

Door de jaren heen is met wetgeving en beleidsinterventies

geprobeerd kinderen gelijke ontwikkelkansen

te bieden en samen naar school te laten gaan. Ook

omringende landen hebben de beweging naar inclusief

onderwijs al ingezet.

Definities

De Nederlandse definitie van inclusief onderwijs is gebaseerd

op de definitie en begripsbepaling van inclusie

van Unesco en in lijn met de internationale verdragen.

De definitie luidt:

“Inclusief onderwijs is onderwijs waarbij alle

kinderen en jongeren dichtbij huis, volwaardig en

gelijkwaardig toegang hebben tot een inclusieve

leeromgeving waarin zij zich samen ontwikkelen

en samen leren en participeren.”

Bij inclusief onderwijs wordt vanuit een multidisciplinair

schoolteam, in samenwerking met partners, een inclu-

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

17


Regel & recht

sieve leeromgeving gecreëerd. De definitie van een

inclusieve leeromgeving luidt:

“Binnen een inclusieve leeromgeving zijn alle

kinderen welkom op een school dichtbij huis.

Er wordt vanuit een pedagogische basis gewerkt

aan de brede ontwikkeling van alle kinderen.

Elk kind ontwikkelt zich, wordt gezien en

hoort erbij. De kinderen leren met en van

elkaar. Het schoolteam is multidisciplinair

en biedt de ondersteuning die nodig is om

alle kinderen onderwijs te bieden.

De inclusieve leeromgeving is toegankelijk

voor alle kinderen, leraren en ouders.”

Uitwerking in kernelementen

De definitie van een inclusieve leeromgeving is verder

uitgewerkt aan de hand van drie kernelementen. Het

eerste kernelement richt zich op de cultuur binnen een

inclusieve leeromgeving, de andere kernelementen

zijn gericht op de inclusieve onderwijspraktijk. De drie

kernelementen zijn:

1. Iedereen is welkom, ontwikkelt zich en hoort erbij:

alle kinderen kunnen dichtbij huis onderwijs volgen

en zo zelfstandig en gelijkwaardig mogelijk meedoen

aan het onderwijs en de activiteiten van de

school.

2. Er is goede ondersteuning voor iedereen: vanuit het

multidisciplinaire schoolteam wordt goede ondersteuning

geboden aan de leraren en de kinderen.

18 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


3. Alle kinderen participeren en leren: het schoolteam

biedt een inclusief onderwijsaanbod met

differentiatie in de lesvorm, instructie en verwerking,

gericht op de brede ontwikkeling van ieder

kind.

In de beweging naar inclusief onderwijs zal er voor

zowel het reguliere onderwijs als voor het gespecialiseerde

onderwijs het een en ander gaan veranderen.

De expertise van het gespecialiseerde onderwijs wordt

breed ingezet binnen het funderend onderwijs om kinderen

zoveel mogelijk binnen hun eigen school

de benodigde ondersteuning te geven.

Dit betekent dat de focus verschuift

van een dekkend aanbod binnen

het samenwerkingsverband naar

onderwijs voor alle kinderen in

de eigen wijk/woonplaats (po)

of regio (vo). Uitgangspunt is

dat alle scholen voor funderend

onderwijs een inclusieve leeromgeving

gaan bieden voor kinderen

met en zonder ondersteuningsbehoeften.

Binnen elke school komt een multidisciplinair

schoolteam dat aansluit bij de leerlingenpopulatie

van de school. Zowel kinderen als leraren krijgen

de benodigde ondersteuning vanuit het schoolteam. Dit

betekent dat er naast de leraar structureel ondersteuning

betrokken en beschikbaar is.

De overgang naar inclusief onderwijs vraagt om een

aantal aanpassingen en nadere uitwerkingen. In ieder

geval op het gebied van wet- en regelgeving, toezicht,

bekostiging, huisvesting, samenwerking tussen onderwijs,

jeugdhulp en zorg, regie, rollen en verantwoordelijkheden

rondom de school, het opleiden van leraren en

schoolleiders en de toegankelijkheid van het curriculum

en leermiddelen. Dit is niet limitatief, er zal zeker nog

meer nodig zijn om inclusief onderwijs te realiseren.

“Leerlingen

leren verschillen

te respecteren.”

waarbij recht wordt gedaan aan de eigen persoonlijkheid,

talenten, creativiteit en mentale en fysieke mogelijkheden.

Alle kinderen worden voorbereid op volwaardige

en gelijkwaardige deelname aan de samenleving.

De ambitie is dat alle scholen in het funderend onderwijs

inclusief onderwijs gaan bieden, waarbij kinderen

zich samen ontwikkelen. Zij leren tolerant met elkaar

om te gaan en verschillen te respecteren. Met inclusief

onderwijs is bovendien elk kind en elke ouder onderdeel

van de gemeenschap op school.

Om het recht op onderwijs voor alle leerlingen te realiseren,

is de beweging naar inclusief onderwijs

noodzakelijk. Het beleidskader biedt een

fundament en geeft richting aan landelijk,

regionaal en lokaal beleid voor

het creëren van inclusief onderwijs.

De volgende stap is dat de regering,

nu de definitie van inclusief onderwijs

is geconcretiseerd, overgaat tot de

verdere uitvoering van de werkagenda

voor inclusief onderwijs. Het VN-comité

handicap, dat internationaal toezicht houdt

op de uitvoering van het VN-verdrag handicap,

liet zich in een onlangs gepubliceerd rapport kritisch uit

over onder meer de toegankelijkheid van het onderwijs

voor mensen met een beperking. Het comité uit onder

meer zorgen over het grote aantal kinderen in Nederland

dat naar speciaal onderwijs gaat en over de lange

wachtlijsten voor speciaal onderwijs. Volgens het rapport

is het reguliere onderwijs onvoldoende toegankelijk

voor kinderen met een beperking en zijn leerkrachten

onvoldoende opgeleid voor het bieden van inclusief onderwijs.

Als belangrijke aanbeveling zegt de VN dat er

landelijke normen en richtlijnen moeten komen zodat de

afspraken in het VN-verdrag effectief kunnen worden

nagekomen. De overheid is nu aan zet.

Ambitie

Het uitgangspunt is dat samen met partners van binnen

en buiten het onderwijs toe wordt gewerkt naar scholen

waar kwalitatief goed onderwijs wordt gegeven.

Alle kinderen krijgen er de kans om zich te ontwikkelen,

Auteur: Anne Dekkers

Jurist bij Leeuwendaal,

redactielid Werken aan Inclusie

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 19


Redactioneel

Het begint

bij stevig

onderwijs

Niet alleen leerlingen zijn divers, ook

scholen kunnen van elkaar verschillen

als dag en nacht. De kunst is die

verschillen te benutten en waarderen.

En dat vraagt allereerst stevige scholen

en schoolteams.

In het onderwijs klinkt de roep om inclusie steeds luider.

Beleidsplannen zijn er vol van en een groeiend aantal

scholen en schoolbesturen bijt zich vast in deze uitdaging.

Deze ontwikkeling is niet alleen begrijpelijk, maar

ook noodzakelijk. In een tijd waarin mensen elkaar

steeds minder lijken te verstaan, is het niet alleen cruciaal

dat we kinderen leren omgaan met verschillen, maar

hen leren deze ook te waarderen. Inclusie kan de beste

les in burgerschap zijn voor kinderen van vandaag.

Wanneer we over inclusie spreken, denken we vaak

primair aan het kindniveau: alle kinderen moeten kunnen

meedoen of onder hetzelfde dak naar school gaan.

Maar inclusie reikt verder. Het principe zou ook moeten

gelden op schoolniveau: alle scholen doen mee.

De vraag is: kunnen we omgaan met de verschillen

tussen scholen of kunnen we deze verschillen waarderen

en er ons voordeel mee doen?

Scholen verschillen

Het is belangrijk om hier even bij stil te staan. We

spreken gemakkelijk over ‘het onderwijs’ alsof het een

homogeen geheel is. En ja, tot op zekere hoogte is dat

ook zo. Er wordt niet voor niets toegezien op de minimale

vereisten van een school door de inspectie. Maar

iedereen die enige tijd in het onderwijs rondloopt, weet

dat scholen kunnen verschillen als dag en nacht. Je

merkt het vaak al snel als je een school binnenkomt.

Hoe ziet het eruit? Hoe ruikt het? Hoor je veel of weinig

stemgeluiden? Is er veel of weinig glas? Word je als

bezoeker gezien en begroet? Vervelen kinderen zich op

het plein, of zijn ze actief bezig? Deze lijst kunnen we

eindeloos uitbreiden, maar het punt is duidelijk: scholen

verschillen onderling enorm. Er bestaat altijd een wisselwerking

tussen een school en de populatie leerlingen en

ouders die de school bezoeken. In zekere zin vormt deze

populatie de school, en vormt de school op haar beurt

weer de populatie. Er is dus altijd samenhang tussen die

twee. Tegelijkertijd heeft het onderwijs een duidelijke

bedoeling: het moet leerlingen inwijden in de cultuur en

hen motiveren daar actief aan deel te nemen. Dit vraagt

van scholen een scherpe blik op hun positie in de cultuur

in en rondom de school. Als deze blik ontbreekt, dan

gaat de cultuur van de populatie de koers van de school

bepalen. Je bent dan dus eigenlijk geen school meer,

omdat je kinderen niet inwijdt in de bredere cultuur.

Stevig in de schoenen

Die opdracht vraagt van scholen heldere verwachtingen

van externe professionals die in de school komen

werken. Dit is een belangrijk aandachtspunt. Inclusief

onderwijs wordt vaak uitgelegd als samenwerken met

anderen: gemeenten, jongerenwerkers en jeugdhulp.

Hoewel samenwerking belangrijk is, moeten scholen

een duidelijke visie behouden op hun rol in de samenleving.

Anders bepalen anderen, hoe goedbedoeld ook,

20 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


wat een school zou moeten zijn. Denk aan gemeenten

die in hun beleid opschrijven: ‘de school is het voorliggend

veld’ of aan de focus op het ‘welbevinden’ van

leerlingen waarbij de school vanuit het perspectief van

een welzijnsinstelling wordt bekeken. Scholen moeten

daarom steviger in hun schoenen staan, met een helder

idee over hun plaats in de cultuur en de manier waarop

ze cultuur willen overdragen.

Deze stevigheid is nodig, gezien de vele invloeden op

het onderwijs. Schoolteams en -leiders moeten weten

waar ze voor staan en gaan. Wellicht is dát de grote uitdaging:

hoe creëren we nog steviger onderwijs,

en hoe zorgen overheden voor

de juiste ruimte hiervoor? Als

we deze stevigheid hebben

bereikt, kunnen we met

nog meer enthousiasme

spreken over inclusief

onderwijs.

Hierbij wil ik een opvallend

aspect belichten

dat ik leerde tijdens

mijn onderzoek vanuit het

Instituut voor Inclusief Onderwijs.

Het viel me op hoe scholen

verschillen in hun opvattingen en aanpak.

Scholen verwijzen binnen een schoolbestuur, maar ook

binnen een wijk, niet of nauwelijks naar elkaar. Terwijl

scholen zo sterk van elkaar verschillen. Het waarderen

van verschillen tussen scholen kan ons hier juist helpen.

Daarnaast viel mij nog iets op. Er lijkt een verband te

zijn tussen wat scholen belangrijk vinden en de redenen

waarom leerlingen uitstromen naar gespecialiseerd onderwijs.

Een school die ‘lekker in je vel zitten’ benadrukt,

verwijst vaker leerlingen die zich niet prettig en gezond

voelen. Een ‘rustige school’ verwijst eerder leerlingen

met ordeverstorend gedrag. De sterke punten van een

school kunnen dus ook hun achilleshiel vormen.

"Schoolteams

en -leiders

moeten weten

waar ze

voor staan

en gaan."

samenleving en de cultuuroverdracht. Aan de andere

kant moeten deze scholen flexibel genoeg zijn om met

verschillen om te gaan en deze zelfs te omarmen. Het

gaat erom een omgeving te creëren waarin alle leerlingen

zich kunnen ontwikkelen, ongeacht hun achtergrond

of capaciteiten. De weg naar inclusief onderwijs

is er één van voortdurend leren en aanpassen. Het

vereist een open dialoog tussen scholen, ouders, leerlingen

en externe partners. Het vraagt om creativiteit

in het vinden van oplossingen voor uitdagingen die zich

voordoen. En bovenal vraagt het om een blijvende toewijding

aan het ideaal van een onderwijssysteem dat

werkelijk voor iedereen toegankelijk is. Aan de basis van

deze weg liggen stevige scholen en stevige schoolteams.

Het is in het belang van ons allemaal dat

we aan die basis werken.

Terwijl we deze weg bewandelen, moeten

we de waarde van diversiteit - zowel

onder leerlingen als onder scholen - blijven

erkennen en benutten. Door van elkaar

te leren in successen en uitdagingen. Door

verhalen over lukken en mislukken te delen,

kunnen we gezamenlijk werken aan een onderwijssysteem

dat inclusiever is voor alle leerlingen.

Daarbij wil dit blad een hulpmiddel zijn. Om deze

verhalen te delen, om inzichten te verspreiden maar

ook als inspiratie. Niet door alleen het ideaal te benadrukken

en elke keer weer dezelfde ‘inclusieve’ scholen

aan het woord te laten. Maar juist ook door in dit blad

het verschil naar voren te brengen. Want dat is waar

inclusie begint: bij de mate van stevigheid die maakt

dat het daadwerkelijk lukt om verschillen te waarderen.

Niet alleen de verschillen tussen kinderen, maar ook de

verschillen tussen scholen.

Auteur: Bert Wienen

Werken aan de basis

Inclusief onderwijs vraagt om een delicate balans. Aan

de ene kant hebben we scholen nodig die stevig in hun

schoenen staan, met een duidelijke visie op hun rol in de

Senior onderzoeker,

oprichter Instituut voor

Inclusief Onderwijs,

gasthoofdredacteur

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 21


Het ultieme kerstgeschenk!

De praktische boekenserie voor onderwijsprofessionals

Met inmiddels 50 uitgaves kunnen we dit met recht de meest succesvolle boekenreeks voor

intern begeleiders in het onderwijs noemen. Elke TIBtool is gegarandeerd:

elk hoofdstuk bevat een tool, aanrader, checklist of tabel

geen dikke pil, maar gemakkelijk te vertalen naar jouw praktijk

weet wat er speelt & houd je kennis up to date

01

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Omgaan met

weerstand

RON BENJAMINS

ISBN 978-90-79564-67-5

Veel onderwerpen in TIB vragen om wat verdere uitwerking

en verdieping. Met de praktische reeks ‘TIBtools’ kun je als

IB’er morgen al aan de slag op de werkvloer.

Deze TIBtool gaat over ‘Omgaan met weerstand’.

Als IB’er ben je vaak de kartrekker van vernieuwingen

op school. Soms zien je collega’s veranderingen

helemaal niet zitten. Ze reageren onverschillig, worden

verontwaardigd of zelfs boos. Kortom: ze vertonen

weerstand. Hoe moet je daarmee omgaan?

Praktijkdeskundige Ron Bernjamins behandelt in deze

TIBtool zeven manieren waarop je kunt reageren op

weerstand van collega’s. In elk hoofdstuk lees je wat je

kunt doen, waarom het zou kunnen werken en krijg je

praktisch voorbeelden. En als toegift lees je ook nog drie

reacties op weerstand die bijna iedereen heeft, maar die

meestal niet goed werken.

Voor elke IB’er een leerzame ‘proof of the pudding’.

tools

TIBtools voor IB’ers

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

Omgaan met weerstand 7 aanraders - 3 afraders Ron Benjamins

7 aanraders - 3 afraders

Ron Benjamins is adviseur organisatieontwi keling, communicatie en pa send

onderwijs en leidt IB’ers op aan de Inschool Academie.

Ron Benjamins

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Met de invoering van passend onderwijs

‘arrangeren’ we ondersteuning voor

leerlingen die iets extra’s nodig hebben.

Vanuit de vraag ‘Wat heeft dit kind nodig

om deze … doelen te behalen’, bedenken

school, ouders en de leerling, met waar nodig

ondersteuning van aanvullende expertise,

gezamenlijk een passende aanpak en

voeren deze uit. Arrangeren is: doen wat

nodig is, zodat de leerling zich optimaal kan

ontwikkelen.

Om te kunnen arrangeren, moet een

schoolteam de basis op orde hebben. Denk

aan de kwaliteit van het begeleiden van leerkrachten en leerlingen, en de samenwerking

met ouders en externen. Het schoolteam moet zich voortdurend bewust zijn van de

effecten die het heeft op het leren van hun leerlingen. De kwaliteit van lesgeven maakt

immers het verschil. De onderwijskundige aansturing van dit proces op school en het

voeren van de regie over het arrangeren, vraagt van IB’ers en directeuren toewijding,

een groot zelfbewustzijn en specifieke kennis en vaardigheden.

Simone van Dijk en Sofie Rijnberg bieden in deze TIBtool adviezen, tips en tools aan

intern begeleiders, directeuren en schoolbegeleiders, als handreiking bij het arrangeren.

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

4 e druk

Simone van Dijk werkt als zelfstandig gevestigd onderwijsadviseur, HGW-specialist, trainer en coach.

Als gastdocent verzorgt ze modules en cursussen aan diverse Hbo-opleidingen.

Sofie Rijnberg werkt als adviseur bij OOG onderwijs en jeugd. De afgelopen jaren heeft zij zich voor

verschillende samenwerkingsverband bezig gehouden met de voorbereiding en implementatie van passend

onderwijs. Nu werkt zij o.a. als projectleider voor Hello Monday; een begeleidingstraject voor professionals

uit het onderwijs en jeugdhulp, waarin de nieuwe manier van werken en arrangeren centraal staat.

Simone van Dijk en

Sofie Rijnberg

Arrangeer

samen

SIMONE VAN DIJK

SOFIE RIJNBERG

4 e druk

Arrangeer samen 8 aanraders

8 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Gedrag betekent op zich niet veel. Met je gedrag verhoud

je je tot de omgeving. Door regie te versterken zorg je

ervoor dat de ander meer invloed krijgt op het handelen en

denken. Daar krijg je zelfbewustzijn en zelfvertrouwen van.

In deze TIBtool wordt beschreven hoe je als IB’er van

invloed bent en vaardigheden of ‘regiefuncties’ van

leerkrachten en leerlingen doelgericht kan versterken.

Ook wordt besproken hoe belangrijk zinvolle relaties in

de school zijn en hoe ze kunnen worden vormgegeven.

Aan de hand van praktische hulpmiddelen maken Elena en

Karina Carmona van Loon zichtbaar hoe de basishouding,

het talent en het plezier van de leerkracht kan worden

versterkt en ingezet. Dit verbetert het pedagogischdidactische

klimaat in de school en maakt onderlinge

samenwerking en goed en passend onderwijs mogelijk!

tools

Elena Carmona van Loon is als orthopedagoog-generalist behandelaar en onderzoekster.

Ze geeft trainingen regieversterkend handelen aan onderwijsprofessionals. Haar eerste boek

‘Regie versterken in het onderwijs; worden wie je bent’ kwam onlangs uit.

Karina Carmona van Loon werkt als IB’er in het regulier en het speciaal onderwijs.

Daarnaast begeleidt zij leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs om regie te versterken.

Elena Carmona

van Loon

Karina Carmona

van Loon

Versterk de regie

van leerkracht

en leerling

Versterk de regie van leerkracht en leerling

8 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

ELENA & KARINA CARMONA VAN LOON

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Cover_TIBtools_22.indd 1 04-07-17 10:05

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Zet je collega’s

in beweging

ARIETTE RIEZEBOS-DE GROOT & PETER LAROS

9 789079 564811

Het turbulente onderwijsland wordt continu uitgedaagd in

beweging te blijven. Momenteel zijn diverse scholen bezig met

de implementatie van handelingsgericht werken, opstellen van

ontwikkelperspectieven en ondersteuningsplannen. Dit betekent

meestal dat de IB’er vanuit haar functie als kartrekker voor

veranderingen, flink aan de bak moet om zo’n proces in gang te

krijgen bij het team. En het in gang te houden! Gelukkig is het

mogelijk om je collega’s in beweging te zetten. De wetenschap

dat je de eigen situatie kunt beïnvloeden, zet aan tot een

actieve houding. Elk teamlid kan eigen krachtbronnen inzetten

in het onderwijskundig proces en de IB’er kan gebruik maken

van deze krachtbronnen.

In ‘Zet je collega’s in beweging’ beschrijven Ariette Riezebos-

De Groot en Peter Laros 10 manieren om aan te sluiten bij de

leerkracht of het team van je school. De aangereikte strategieën

om te motiveren en te inspireren helpen om je collega’s in

beweging te brengen. Kies de best passende strategie en ga er

direct mee aan de slag in je school.

tools

TIBtools voor IB’ers

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

Zet je collega’s in beweging 10 aanraders

10 aanraders

Arie te Riezebos-De Groot is hogeschooldocent en toetsdeskundige bij Fontys

Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg.

Peter Laros is hogeschooldocent en lid van het Managemen team bij Fontys

Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg.

Peter Laros

Arie te Riezebos-

De Groot

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Een school is voortdurend in ontwikkeling en op alle niveaus

een lerend organisatie. Het is daarom van belang dat teams

en leerlingen in beweging blijven en zodoende het beste uit

zichzelf halen. De mindsettheorie van Carol Dweck verklaart

waarom ontwikkeling soms hapert en biedt vooral ook tips en

tools om groei te faciliteren.

In deze TIBtool kom je te weten wat het verschil is tussen

een vaste mindset en een groeimindset. Je ontdekt hoe deze

overtuigingen bepalend zijn voor de manier waarop je omgaat

met uitdagingen, hindernissen, inspanningen, kritiek en succes

van anderen. Je krijgt antwoord op vragen als: Hoe stel je

uitdagende doelen in je leerzone? Hoe zet je procesgerichte

feedback in om ontwikkeling te stimuleren? Waarom is het van

belang je focus te verschuiven van presteren naar leren? Hoe

dragen fouten bij aan groei? Wat zijn leerkuilen en hoe kom

je erdoorheen? Hoe help je jezelf en anderen bij frustrerende

leermomenten? En hoe creëer je door middel van ‘groeitaal’

een groeigericht pedagogisch klimaat binnen je school?

tools

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Floor Raeijmaekers is Specialist in Gifted Education (ECHA) en mede-eigenaar van Het TalentenLab

en Platform Mindset. Ze spreekt op congressen, geeft trainingen en workshops, begeleidt scholen

en coacht (hoogbegaafde) kinderen. Floor (‘Miss Mindset’) is de bedenker van Fixie en Growie en

ontwikkelde o.a. het Werkboek Mindset, het Werkboek Lef, de Groeikaarten en het Mindset Kwartet.

Floor

Raeijmaekers

Groeien met

mindset

Groeien met mindset 9 aanraders

9 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

FLOOR RAEIJMAEKERS

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Belangrijke

zaken eerst

PIETER DIEHL & JACQUES VAN DEN BORN

Onze dagelijkse drang om prioriteiten te stellen, wordt

gekarakteriseerd door het contrast tussen twee belangrijke

instrumenten die ons richting geven: de klok en het kompas.

De worsteling ontstaat wanneer er een kloof is tussen klok en

kompas. Dat gebeurt als de dingen die je doet geen bijdrage

leveren aan wat voor ons belangrijk is. Sommige collega’s

voelen zich opgesloten en overladen met werk. Zij reageren altijd

op crises, hebben het gevoel dat hun leven wordt geleid door

anderen en komen niet tot de dingen die echt belangrijk zijn.

Ze genieten dan ook niet van wat ze wel willen en doen. Anderen

voelen zich verward en hebben werkelijk geen besef meer wat

hun eigen prioriteiten of die van de school zijn. En de IB’er krijgt

doorgaans het meeste op haar bord.

In ‘Belangrijke zaken eerst’ geven Pieter Diehl en Jacques van

den Born in een aantal stappen aan hoe je prioriteiten kunt

stellen en de juiste balans vindt tussen werk en privé. Zoals

gebruikelijk bij TIB met allerlei praktische tips, veel voorbeelden,

checklists en handige samenvattingen.

tools

TIBtools voor IB’ers

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

Belangrijke zaken eerst 10 aanraders

10 aanraders

Organisatieadviseur Pieter Diehl begeleidt besturen, directeuren en teams in het proces van visie,

strategie en uitvoering. Opbrengst: profe sionalisering teams en result atgericht leiderschap.

Jacques van den Born, directeur WSNS en senior adviseur Pa send Onderwijs, verbonden an

Edux Onderwijsadvies Breda

Pieter Diehl

Jacques

van den Born

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

ISBN 978 94 63170 04 8

Ouders besteden hun kinderen (verplicht) uit aan de school

om hen te helpen in de voorbereiding op de samenleving van

vandaag en morgen. Het zou niet goed zijn als kinderen zich

thuis anders voordoen en anders ontwikkelen dan op school.

Dat vraagt om een heldere afstemming en een gezamenlijke

aanpak. Een aanpak die niet eenzijdig door de school wordt

bedacht, maar samen met ouders. Zodat ieders kennis, kunde

en ervaring wordt aangewend in het belang van het kind. Dat

betekent dat leerkrachten en ouders elkaar als gelijkwaardig

zien en dus met verschillende rollen en verantwoordelijkheden.

Volgens expert Peter de Vries is een school de professionele

instelling die ervoor verantwoordelijk is dat ze alle ouders in

hun kracht zet. In het belang van het kind en voor zover dit

past binnen haar invloedssfeer. Ook ouders die zich minder

competent voelen of die zich juist afzijdig lijken te houden.

Daarom spreekt men over ‘ouderbetrokkenheid’: de school die

ouders betrekt. Prima. Maar hoe zet je ouders in hun kracht?

Daarover gaat dit boek.

tools

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Peter de Vries was leerkracht in het basis- en speciaal basisonderwijs. Daarna werkte hij als

locatiemanager op een orthopedagogisch dagcentrum voor kinderen met een verstandelijke en

lichamelijke beperking. Sinds 2003 werkt De Vries als consultant bij CPS Onderwijsontwikkeling en advies

Peter de Vries

Zet ouders

in hun kracht

Zet ouders in hun kracht 8 aanraders

8 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

PETER DE VRIES

In het relatief jonge onderzoek naar autisme worden

telkens meer lagen gevonden van waaruit je autisme zou

kunnen verklaren naar oorsprong, oorzaak en evolutie. Voor

onderwijsprofessionals betekent dit: beseffen dat er geen

eenduidige werkwijze is. Het is belangrijk dat je zicht krijgt

op die verschillende lagen, En dat je beseft dat mensen met

autisme meer zijn dan alleen hun autisme.

In samenwerking met de leerling kun je de beeldvorming

van de leerling inzetten als vertrekpunt in de onderwijs-

leersituatie.

Ilonka van der Sommen bespreekt aan de hand van

‘transparanten’ hoe je bij leerlingen met autisme van

beeldvorming tot begeleiden kunt komen. Wat komt erbij

kijken en welke tools zijn voor jou ondersteunend?

In deze TIBtool geeft ze praktische handreikingen die als

basis kunnen dienen en de samenwerking tussen leerling,

leerkracht en begeleider kunnen versterken.

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

tools

Ilonka van der Sommen is docent in de Master EN bij FontysOSO. Zij is autismespecialist, studie- en

onderzoeksbegeleider. Tevens is zij coördinator van de practitioner autisme en zet zij storytelling in

bij lezingen en workshops. Ilonka is medeorganisator van de Inservice.

Ilonka van der

Sommen

Autisme,

samen aan de slag!

Autisme, samen aan de slag! 9 aanraders

9 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

ILONKA VAN DER SOMMEN

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Cover_TIBtools_23.indd 1 05-03-18 14:44

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Voer een

opbrengstgerichte

leerlingbespreking

WIM MEIJER

3 e druk

ISBN 978 90 79564 972

Stoom afblazen, informatie uitwisselen, vorderingen

registreren en interventies bedenken. Dat gebeurt allemaal

tijdens gesprekken over leerlingen. IB’ers vervullen vaak

een spilfunctie als leerlingen extra aandacht nodig

hebben. Bij incidenten, in contacten met ouders en tijdens

groepsbesprekingen. Wat leveren al die leerlingbesprekingen

eigenlijk op voor de leerkracht? Dit boek daagt IB’ers uit

om leerlingbesprekingen zo te voeren dat leerkrachten zich

gesteund weten bij het creëren van een veilige, humane

omgeving waarin de leerlingen onderwijsdoelen bereiken op een

manier die bij hun kwaliteiten past. We kijken daarbij kritisch

naar de gegroeide praktijk waarin IB’ers de contacten met de

buitenwereld verzorgen, leiding geven aan het afnemen van

toetsen en het opstellen van groeps- en handelingsplannen.

In ‘Voer een opbrengstgerichte leerlingbespreking’ beschrijft

Wim Meijer wat IB’ers kunnen doen om te zorgen dat het

initiatief en de verantwoordelijkheid voor leerlingen bij

leerkrachten blijft liggen. En om stapsgewijs de kwaliteit van al

die besprekingen te verbeteren. Zoals gebruikelijk bij TIB met

allerlei praktische tips, veel voorbeelden, checklists en handige

samenvattingen. En speciaal: 3 aanraders voor leerkrachten!

tools

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

3 e druk

Voer een opbrengstgerichte leerlingbespreking 10 aanraders

7 aanraders voor IB’ers

3 aanraders voor leerkrachten

Wim Meijer is specialist op he te rein onderwijsbegeleiding en pa send onderwijs.

Hij ontwierp de methodiek van consultatieve l erlingbegeleiding. Na zijn loopbaan aan de

Rijksuniversiteit Groningen verzorgt hij voorlichting en trainingen en hij is als zelfstandig

adviseur actief bij uit enlopende onderwijsinste lingen.

Wim Meijer

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

Opbrengstgericht coachen is gebaseerd op oplossingsgericht

coachen, met op onderdelen een eigen vertaling. Deze

methodiek is toekomstgericht en afgestemd op het realiseren

van een zo goed mogelijke opbrengst.

Belangrijk is om niet dogmatisch gebruik te maken van

een vaste methodiek, maar van een die strookt met je

persoonlijke stijl en daardoor in het gebruik effectief is. Want

daar gaat het om: de persoon die vertrouwt op hulp door

jouw coaching staat centraal.

Coachen gebeurt in alledaagse situaties. We zijn allemaal

wel eens coach. Effectief coachen gebeurt voor een deel

methodisch, maar daarnaast ook op gevoel. Allemaal

onderwerpen die aan de orde komen. “Neem ze zoals je ze

kunt gebruiken en sta open voor nieuwe uitwerkingen.”

De theorie vormt een uitstekende basis om je eigen ideeën

te ontwikkelen.

Deze TIB-tool is vooral bedoeld voor de IB’er, vakspecialist,

directeur, bestuurder, bouwcoördinator en teamleider.

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

tools

Bert van Hoek is voormalig bestuurder primair onderwijs, momenteel coach en Registerpsycholoog

NIP / Arbeid en Organisatie.

Jacques van den Born is directeur passend onderwijs en zelfstandig gevestigd onderwijsadviseur

en orthopedagoog.

Bert van Hoek

Coach

opbrengstgericht

Coach opbrengstgericht 10 aanraders

10 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

BERT VAN HOEK EN JACQUES VAN DEN BORN

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Jaques van den

Born

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Aan de slag met

slimme kleuters

ELEONOOR VAN GERVEN

ISBN 978 90 79564 996

Onderwijs afstemmen door te kijken naar kinderen is het

uitgangspunt van deze nieuwe TIBtool. Daarom begint

expert Eleonoor van Gerven met het verkennen van

het begrip ‘begaafdheid bij kleuters’ en kenmerkende

leer- en persoonlijkheidseigenschappen van begaafde

leerlingen. Met praktijkvoorbeelden vertaalt ze leer- en

persoonlijkheidseigenschappen naar concreet waarneembaar

gedrag. Ze maakt duidelijk hoe je als IB’er samen met de

groepsleerkracht op systematische, veranderingsgerichte

wijze educatieve behoeften van slimme kleuters in kaart kunt

brengen. Het accent ligt niet op toetsen en diagnosticeren,

maar praktijkgericht aansluiten op wat de slimme kleuter in

jouw groep nodig heeft.

Verder vind je in dit boek concrete tips hoe jij je collega’s

kunt helpen om voor de slimme kleuters hun leerstofaanbod

te verrijken. Er is aandacht voor het verrijken van lessen door

in te zetten op het creatief en kritisch denken. Tot slot is er

ruimte voor drie duivelse dilemma’s: vervroegde doorstroming,

vervroegde instroom én de begeleiding van de sociaalemotionele

ontwikkeling van slimme kleuters. Wat kun jij doen

als IB’er en waar moet je rekening mee houden?

tools

TIBtools voor het onderwijs

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

Aan de slag met slimme kleuters 8 aanraders

8 aanraders voor IB’ers

Eleonoor van Gerven is pedagoog en gespecialis erd in het opleiden van l erkrachten en

het begeleiden van scholen bij het onderwijs aan begaafde l erlingen. Zij h eft en eigen

praktijk Slim! Educatief en is ontwi kelaar van de énjarige Post-HBO registeropleiding

Specialist Begaafdheid SE/ZOO®.

Eleonoor van Gerven

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Kenmerkend voor samenwerkend of coöperatief leren is de

noodzaak voor leerlingen om bij het uitvoeren van een leertaak

met elkaar samen te werken. Ondanks het feit dat onderzoek

positieve effecten aantoont en er in Nederland sinds 2000 al

veel over gepubliceerd is, zien we dat samenwerkend leren op

veel scholen nog geen structurele plek heeft in de dagelijkse

onderwijspraktijk. Toch wordt samenwerking genoemd als een

belangrijke 21e-eeuwse vaardigheid. Tijd dus om hier verandering

in aan te brengen!

Bij veel kinderen zie je de behoefte om samen te werken. Hier

kan je met samenwerkend leren prachtig op aansluiten. Ook

is samenwerken een belangrijke vaardigheid die later in veel

beroepen wordt gevraagd. Het is echter geen vaardigheid die je

vanzelf leert, sommige kinderen vinden samenwerken zelfs erg

moeilijk.

Corrine Bleecke en Suzan Valstar geloven dat samenwerkend leren

goede leerkansen en ervaringen biedt voor zowel leerlingen als

leerkrachten. Wanneer je vertrouwen hebt in je collega’s, de taken

zorgvuldig verdeelt en ieder teamlid haar verantwoordelijkheid

neemt, heb je een mooie basis om dit ook aan de leerlingen over

te brengen. Uitgaan van verschillen, kleine stappen en durven

uitproberen is het motto voor een succesvolle start waarmee je

veel actieve betrokkenheid en plezier in je lessen genereert!

tools

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactieTIB

www.instondo.nl

Corrine Bleecke en Suzan Valstar zijn beiden leerkracht in het basisonderwijs geweest en waren ook

een tijd collega’s bij een onderwijsbegeleidingsdienst. Op dit moment zijn zij zelfstandig adviseur.

Corrine bij Co-creaties en Suzan bij Living Motion.

Corrine Bleecke

Suzan Valstar

Samen leren

samenwerken

Samen leren samenwerken 8 aanraders

8 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

CORRINE BLEECKE EN SUZAN VALSTAR

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

ISBN 978 94 91725 13 5

Leerkrachten vormen het menselijk kapitaal van de school. Zij

doen er het meeste toe. Echter, ook leerkrachten verschillen in wie

ze zijn, hoe ze denken, wat ze kunnen en wat ze nodig hebben om

een zo krachtig mogelijk passend onderwijsaanbod te realiseren.

Handelingsgericht begeleiden (HGB) houdt in dat je als IB’er

doelgericht kunt afstemmen op die verschillen, gericht op het

versterken van motivatie, zelfvertrouwen en competenties.

Het is een werkwijze die de kwaliteit van het onderwijs en de

begeleiding van álle leerkrachten beoogt te verbeteren.

In deze TIBtool geven Sonja de Lange en Tijn Nuyens concrete

tips hoe je kunt afstemmen op de leerkrachten zonder de doelen

uit het oog te verliezen. Het motto is: stimuleren en steunen waar

het kan, sturen waar het moet. De kunst is om dat op maat te

doen, zonder het eigenaarschap van de leerkracht over te nemen.

Handelingsgericht begeleiden is er juist op gericht de eigen kracht

van leerlingen, leerkrachten en ouders te versterken. Daarbij gaat

het om gespreksvaardigheden, maar ook om coaching on the job,

e-learning en hoe je het leren van en met elkaar kunt stimuleren.

Aan de hand van praktijkvoorbeelden, aanraders en tools worden

begeleiders uitgedaagd om er in de eigen praktijk mee aan

de slag te gaan. Het heet niet voor niets ‘Handelingsgericht

begeleiden’, want ook hierbij geldt: waarnemen, begrijpen,

plannen en dan realiseren.

tools

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

2 e druk

Sonja de Lange is als trainer en ontwi kel ar werkz am bij NTO-E fekt. Zij h eft v el expertise op

het gebied van Handelingsgericht Werken, Begeleiden en A rangeren, Constructieve Communicatie

en Teamcoaching.

Tijn Nuyens is directeur en trainer bij NTO-E fekt. Hij ondersteunt het ontwi kelen van profe sion el

kapit al van de begeleiders en leiders in de sch ol en het SWV Pa send Onderwijs.

Sonja de Lange

Tijn Nuyens

Begeleid

handelingsgericht

SONJA DE LANGE & TIJN NUYENS

2 e druk

Begeleid handelingsgericht 8 aanraders

8 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

9 789463 170499

Steeds meer schoolteams gaan heel bewust vorm geven aan

het onderwijs aan begaafde leerlingen. Net als bij alle andere

pedagogisch-didactische vraagstukken komen verschillende

dilemma’s in zo’n proces bovendrijven. Soms lijken er daarbij meer

vragen dan antwoorden te zijn. Sommige vragen zijn eenvoudig af

te tikken, andere kunnen een ethisch dilemma zichtbaar maken.

In alle gevallen is het vertrekpunt de opvatting van het team over

‘goed onderwijs’. Is dat onderwijs ook goed voor de begaafde

leerlingen? Welk perspectief op begaafdheid heeft het team? Alle

kinderen hebben gaven, maar toch zijn niet alle leerlingen begaafd.

Hoe kan begaafd zijn zich vertalen in educatieve behoeften?

Hoe zorgen we ervoor dat we die educatieve behoeften op vijf

domeinen blijven formuleren: cognitief, schoolse vaardigheden,

interpersoonlijk, intrapersoonlijk en motorisch? En als je dan gaat

inspelen op die behoeften, waar moet je dan rekening mee houden?

Wat zijn bijvoorbeeld de grootste valkuilen als je aanpassingen in de

leerstof gaat verzorgen? Als je uitgaat van de inclusieve gedachte,

betekent dit dan ook dat de plusklas uit den boze is of kun je die

vraag alleen vanuit een bredere context beantwoorden? En wie en

wat bepaalt welke leerling mag deelnemen aan zo’n alternatief

onderwijsarrangement?

Deze TIBtool van expert Eleonoor van Gerven zet aandachtspunten

voor goed onderwijs voor begaafde leerlingen in het spotlicht en

helpt je om met je team je eigen plan te trekken.

tools

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Eleonoor van Gerven is pedagoog en gespecialiseerd in het opleiden van leerkrachten en het begeleiden

van scholen bij het onderwijs aan begaafde leerlingen. Zij heeft een opleidingsinstituut Slim! Educatief

en is ontwikkelaar van de Post-HBO registeropleiding Specialist Begaafdheid SE/ZOO® en van de Post-

HBO registeropleiding Specialist Begaafd & Speciaal (over leerlingen met een dubbele diagnose).

Eleonoor van

Gerven

Goed onderwijs voor

begaafde leerlingen

Goed onderwijs voor begaafde leerlingen 7 aanraders

7 aanraders

en 1 heet hangijzer

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

ELEONOOR VAN GERVEN

Bij ‘gedrag’ wordt in de samenleving veel te vaak gedacht

aan iets wat negatief is of ordeverstorend. Gedrag moet zijn

ware betekenis terugkrijgen, zeker in het onderwijs.

Onder gedrag verstaan we datgene wat je ziet en

hoort. Kortom, wat je kunt observeren. De gedachtes of

beweegredenen van de leerling die hieraan ten grondslag

liggen, zijn aan interpretatie van de leerkracht onderhevig.

Om gedrag goed te kunnen begrijpen zul je als professional

moeten onderzoeken welke behoefte onder dit gedrag

verborgen zit. Met welk doel handelt de leerling op de manier

waarop hij het op dat moment doet?

In deze TIBtool wordt de essentie van de interactie tussen

leerling en leerkracht ontrafeld: actie-reactie. We belichten

het kijken naar gedrag vanuit de invalshoek van de

verschillende behoeftes van het kind. Dit doen we bewust

los van diagnoses, omdat deze kunnen leiden tot een

gestandaardiseerde aanpak, terwijl interactie maatwerk is.

Welke preventieve of directe actie is wanneer passend?

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

tools

Marcel van As is werkzaam als onderwijsadviseur. Hij richt zich op het bewaken van de balans

tussen aandacht voor pedagogiek en didactiek. Marcel heeft werkervaring in het po, so en vso als

leerkracht, teamleider zorg en directeur. Deze verschillende perspectieven dragen bij aan het zoeken

naar verbinding tussen onderzoek en praktijk.

Marcel van As

Gedragsbenadering

bij leerlingen: onderneem

passende acties

Gedragsbenadering bij leerlingen: onderneem passende acties

8 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

MARCEL VAN AS

www.tijdschriftib.nl

n Instondo Intern Begeleiders

t @Instondo_bv

f @InstondoIB

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Sociale media

slim inzetten

op school

GUUS BEENHAKKER

ISBN 978 94 91725 27 2

Steeds meer mensen, bedrijven en instellingen maken gebruik

van sociale media. Ze krijgen een steeds grotere rol bij veel

leerlingen en leerkrachten van basisscholen. Sociale media

maken veel mogelijk, maar het is wel handig om te weten hoe

ze het best kunnen worden ingezet. Bijvoorbeeld in je eigen

netwerk of dat van de school. Ze zijn helemaal aan te passen

naar eigen inzicht, doel en gebruik. Dat maakt sociale media

zo aantrekkelijk!

Guus Beenhakker beschrijft in deze TIBtool hoe IB’ers en

leerkrachten sociale media productief kunnen gebruiken op

school. Wat werkt en wat niet? Wat zijn de do’s en don’ts?

Kun je iets doen tegen pesten via sociale media? Doordat

mensen verschillende opvattingen hebben over sociale media

en ze op verschillende manieren te gebruiken zijn, geeft hij

verschillende soorten praktijkvoorbeelden. Door te praten

met IB’ers en leerkrachten is het boek perfect op de praktijk

afgestemd. Vanwege het grote verschil in kennis en ervaring

met sociale media bevat deze TIBtool basale informatie

voor beginners en ook veel interessante toepassingen voor

gevorderden. Op de website www.instondo.nl/socialemedia

vind je praktische online ondersteuning.

tools

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: @redactieTIB

Sociale media slim inzetten op school 7 aanraders en 1 afrader

7 aanraders en 1 afrader

Guus Beenhakker is journalist en historicus. Tijdens zijn journalistieke studie is hij zich

gaan verdiepen in het gebruik van sociale media. De link met onderwijs komt voort uit

zijn plek in de redacties van TIB en Pa send Onderwijs Magazine.

Guus Beenhakker

Extra:

online tips

en advies

Extra:

online tips

en advies

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Cognitieve functies zijn de bouwstenen die leerlingen nodig

hebben om te kunnen denken en handelen. Niet alleen op

cognitief, maar ook op emotioneel en sociaal niveau. De

kwantiteit en kwaliteit van hun cognitieve functies beïnvloedt

in sterke mate het functioneren van leerlingen, zowel op

school als daarbuiten. Voorbeelden van cognitieve functies

zijn: nauwkeurig zijn, gegevens verzamelen, relaties leggen,

classificeren, plannen en veronderstellingen maken.

Leerlingen ontwikkelen de cognitieve functies gedurende

alledaagse activiteiten en interacties. Meestal gebeurt dit

onbewust. Soms zijn er echter situaties waarin het van belang

is de cognitieve functies bewust te stimuleren. In die situaties

biedt ‘de omgekeerde piramide’ een handvat. Dit analyse- en

begeleidingsinstrument staat centraal in deze Tibtool.

Het kan worden gebruikt in groeps- en klassensituaties,

en tijdens één-op-één begeleiding.

De omgekeerde piramide behoort tot het

ontwikkelingspsychologische concept ‘Mediërend Leren’.

Dit concept is gestoeld op de idee dat elke leerling

ontwikkelmogelijkheden heeft. Ook richt het zich op de

kwaliteiten van de leerlingen, zonder hun beperkingen te

negeren. Mediërend Leren is nadrukkelijk geen methodiek.

Dat maakt het mogelijk om het concept te combineren met

diverse onderwijsmethoden en begeleidingsprogramma’s.

tools

Emiel van Doorn (1960) en Floor van Loo (1980) zijn werkzaam bij StiBCO. Eén van Emiels

favoriete uitspraken is: ‘Als de leerkracht/IB’er niet voor de kwaliteiten van de leerling gaat, dan

moet ze van zijn gebreken afblijven!’. Het motto van Floor is: ‘Ontwikkelen doe je van, met én door

elkaar!’.

Emiel van Doorn

Zet in op de

ontwikkeling van

cognitieve functies!

Zet in op de ontwikkeling van cognitieve functies!

7 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

FLOOR VAN LOO EN EMIEL VAN DOORN

2 e druk

Floor van Loo

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

2 e druk

Leerkrachten moeten geregeld hun energie steken in het balanceren

tussen groepsdynamiek en het omgaan met leerlingen die probleem-

gedrag laten zien. Hoe zorg je ervoor dat je in zulke situaties je gezag

vergroot, zonder dat vanuit een klassieke topdown-benadering te

doen? Hoe sluit je de-escalerend aan bij een leerling die bepaald

gedrag vertoont en hoe werk je hierbij samen met je team en de

omgeving van de leerling? En hoe kun je hiermee een bijdrage leveren

aan het verbeteren van het pedagogisch klimaat op school?

Door te werken vanuit de Nieuwe Autoriteit stel je grenzen op een

kalme, vastberaden, geweldloze manier. Niet vanuit macht, maar

vanuit verbinding.

Deze TIBtool biedt handvatten voor de houding van de leerkracht en

geeft je als IB’er tools hoe je haar als co-regulator kunt ondersteunen.

Zo help je ‘het ijzer te smeden als het koud is’. Belangrijke pijlers

die in deze TIBtool beschreven worden, zijn ‘de-escalerend werken’,

‘waakzame zorg’ en ‘wij werken samen’.

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

tools

Ilse van den Heuvel heeft 20 jaar ervaring binnen de specialistische jeugdzorg. Ze is zelfstandig

ondernemer en geeft de training Nieuwe Autoriteit en Geweldloos Verzet binnen (speciaal)

basisonderwijs en voortgezet onderwijs.

Colette Montens werkt 19 jaar binnen de specialistische jeugdzorg. Daarnaast geeft ze de training

Nieuwe Autoriteit en Geweldloos Verzet. Tevens is zij HBO-docent Social Work.

Colette Montens

Handel

geweldloos

Handel geweldloos 9 aanraders

9 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

ILSE VAN DEN HEUVEL & COLETTE MONTENS

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Ilse van den Heuvel

Cover_TIBtools_27.indd 1 09-05-19 13:41

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

In Arrangeer samen en WUG- een beter OT voor leerkracht en

leerling kun je alles lezen over de basis van handelingsgericht

arrangeren, hoe je een OT voorbereidt en leerlingen,

leerkrachten, ouders en externe partners wederkerig betrekt

in het nadenken over en vinden van passende oplossingen die

werken op school en thuis.

Arrangeren voor gevorderden maakt deze serie van drie af en

zet de IB’er in positie als regisseur in het arrangeren. Via de

methodiek van de drie fases: Van overzicht naar inzicht naar

uitzicht regisseer je een OT naar diepgang, relevante afspraken

en duurzame uitkomsten. Als bonus vind je in deze TIBtool alles

over online overleggen via een video-verbinding.

Simone van Dijk biedt in deze TIBtool wederom rake adviezen en handige tools. Ze

onderbouwt deze met inzichten uit onderzoek en levendige voorbeelden uit haar

jarenlange praktijkervaring.

Simone van Dijk

Arrangeren voor

gevorderden

SIMONE VAN DIJK

Arrangeren voor gevorderden 7 aanraders

7 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

Simone van Dijk is zelfstandig gevestigd docent, coach, trainer en HGW-HGA-specialist. Ze werkt in

opdracht van scholen en samenwerkingsverbanden aan goed onderwijs en effectieve communicatie,

en specifiek ook aan het verbeteren van OT’s. Zie www.simonetraint.nl. Simone schreef eerder de

TIBtool ‘Arrangeer samen’ (2015 / 4 e druk), ‘Meester in de klas’ (2018 / 4 e druk) en ‘WUG-een beter

OT voor leerkracht en leerling’ (2021/1 e druk).

www.tijdschriftib.nl

n Instondo Intern Begeleiders

t @Instondo_bv

f @InstondoIB

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

ISBN 978 94 91725 28 9

Op iedere basisschool of SBO-scholen houden directieleden,

IB’ers, RT’ers en leerkrachten zich bezig met de begeleiding

van leerlingen met dyslexie. In het kader van passend

onderwijs en de Referentiekaders Taal is er extra aandacht

voor maatregelen die ervoor moeten zorgen dat leerlingen

met dyslexie over het vereiste taalniveau kunnen beschikken

bij het verlaten van de basisschool.

In deze TIB-tool beschrijft dyslexiespecialist Mieke Urff in acht

aanraders hoe IB’ers dyslexiebeleid vanuit de verschillende

protocollen kunnen omzetten in activiteiten binnen de groep

en de school. Wie moet eigenlijk welke kennis over dyslexie

hebben? Hoe kun je leerlingen ondersteunen bij het uitvoeren

van taken in de groep? De aanraders werken goed voor alle

leerlingen. Ook zijn er tips en tools die inspiratie bieden voor

een goede samenwerking met ouders. Verschillende tools

nodigen uit tot reflectie: sta bijvoorbeeld eens stil bij de

motivatie van leerlingen met dyslexie en hoe jullie daar op

school aan werken. In de aanrader over de overstap naar

het VO vind je handige tips die je helpen om leerlingen met

dyslexie goed voor te bereiden op het spannende brugklasjaar.

tools

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Mieke Ur f is dyslexiespecialist en onderwijskundige op het gebied van Special Educational N eds.

Ze is ervan overtuigd dat de begeleiding van l erlingen met dyslexie v oral pl ats moet vinden in

de klas d or l erkrachten die pa sende methodieken en mi delen in ku nen ze ten. W ar nodig met

ondersteuning van en specialist.

Mieke Ur f

Dyslexie:

werk in uitvoering!

MIEKE URFF

Dyslexie: werk in uitvoering! 8 aanraders

8 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

ISBN 978 94 91725 59 3

Veel kwesties in het onderwijs zijn op te lossen met stevig

doorwerken: plannen opstellen, lessen voorbereiden, nieuwe

methodieken eigen maken. Maar of dat ergens toe gaat

leiden, hangt vaak af van goede communicatie.

Voor leraren en IB’ers is het vaak lastig om te praten over

de professionele afwegingen die je maakt, en is het moeilijk

om uit te leggen hoe je naar de ontwikkeling van leerlingen

kijkt.

Hoe praat je met ouders die een heel andere kijk op hun

kind hebben dan school? Hoe kun je in een multidisciplinair

overleg met hulpverleners ervoor zorgen dat de kennis

en ervaring van school goed uit de verf komt? En hoe

kun je bereiken dat je met je eigen collega’s goed blijft

communiceren over wat er op school gebeurt?

In deze TIBtool maakt Ron Benjamins duidelijk dat

helder communiceren niet alleen vraagt om goede

gesprekstechnieken, maar ook om een aandachtige, open

houding waarmee je met elkaar contact maakt.

tools

Ron Benjamins werkt als adviseur voor organisatie en communicatie in het onderwijs. Hij is

verbonden aan B&T en hoofdredacteur van Passend Onderwijs Magazine. Eerder schreef hij de

TIBtool ‘Omgaan met weerstand’.

Ron Benjamins

Helder

communiceren

Helder communiceren 8 aanraders

8 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

RON BENJAMINS

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Gedrag is meer dan wat je ziet en meer dan dat we zelfs

met twee personen kunnen waarnemen. Leren lezen, met

poppen spelen, ruzie zoeken of een leertaak maken. Gedrag

is in al zijn mogelijke gedaanten altijd aanwezig. Leerlingen

laten wisselend gedrag zien onder invloed van aanleg, de

onderwijsleeromgeving en de thuissituatie. Voor het beoordelen

van gedrag en het ontwerpen van een plan voor ondersteuning

op sociale en emotionele competentieontwikkeling (‘seco’)

wordt in deze TIBtool de metafoor van de puzzel gebruikt.

IB’ers leggen die puzzel samen met de leerkracht, de leerling

en de ouders. Zij verkennen beschermende factoren, risicovol

gedrag of belemmerende situaties. Ze zoeken samen naar een

patroon en werken handelingsgericht aan gedragsverandering

in een gewenste richting. Bij het waarnemen, onderzoeken,

begrijpen en aanpakken van gedragsvraagstukken krijgt de

factor taak-/werkhouding extra aandacht. In deze TIBtool biedt

Erik van Meersbergen een kader voor ondersteuning van de

leerling, de leerkracht en de school. Daaruit volgen concrete

tips hoe je kunt kijken naar gedrag en kunt afstemmen op de

onderwijsbehoeften op seco en werkhouding. Aan de hand

van praktijkvoorbeelden, aanraders en tools worden IB’ers,

leerkrachten en gedragsspecialisten uitgedaagd om met alle

betrokkenen de gedragsvraagstukken op te lossen.

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

tools

Orthopedagoog Erik van Meersbergen is lerarenopleider bij Fontys hogescholen OSO. Bij de

hbo-master SEN coördineert hij het curriculumdomein gedrag. Hij is ook verbonden aan het Fontys

kenniscentrum Gedrag en SWPBS en aan de Beroepsveldcommissie Social Studies van het LOI.

Van Meersbergen publiceert geregeld over gedragsvraagstukken in onderwijs en opvoeding.

Erik van

Meersbergen

Gedragsvraagstukken:

zo pak je ze aan!

Gedragsvraagstukken: zo pak je ze aan! 8 aanraders

8 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

ERIK VAN MEERSBERGEN

2 e druk

www.tijdschriftib.nl

n Instondo Intern Begeleiders

t @redactieTIB

f @InstondoIB

www.instondo.nl

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

In steeds meer scholen nemen leerkrachten zelf

verantwoordelijkheid voor het verbeteren van het onderwijs.

In de praktijk blijkt echter dat ze het moeilijk vinden om

een goede focus te behouden en planmatig te werken.

Een onderzoekende houding is daarbij noodzakelijk. De

intern begeleider kan daarbij een belangrijke rol spelen

door leerkrachten te ondersteunen bij de ontwikkeling en

versterking van een onderzoekende houding. Die vormt een

belangrijke sleutel tot onderwijsverbetering en voortgezette

professionalisering. Leerkrachten met een onderzoekende

houding werken planmatig en systematisch, maken gebruik

van allerlei gegevens en van literatuur en leren van en met

collega’s.

Hoe stimuleer je deze onderzoekende houding bij je

teamleden? Hoe kun je hen helpen om elkaar feedback te

geven? Hoe zorg je voor gesprekken met diepgang, waarin

leerkrachten ook literatuur en (eigen) onderzoeksresultaten

met elkaar bespreken? En vooral; hoe pas je dit toe in de

dingen die je al doet, in plaats van iets nieuws op te starten?

tools

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Linda van den Bergh is hoofddocent en onderzoeker bij Fontys Opleidingscentrum Speciale

Onderwijszorg. Daarnaast is zij hoofdcoördinator van het Partnerschap Opleiden in de School.

Anje Ros is lector Leren en Innoveren bij de Fontys Hogeschool Kind en Educatie. Ze is daarnaast

academic director van de Master leadership in Education.

Linda van den

Bergh

Beter onderwijs?

Zoek het uit!

Beter onderwijs? Zoek het uit! 8 aanraders

8 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

LINDA VAN DEN BERGH EN ANJE ROS

Anje Ros

Voorkom

(ernstige)

rekenproblemen

CECIEL BORGHOUTS

10 e druk

Veel leerlingen kampen met rekenproblemen. Daarbij

spelen zowel kindkenmerken als onderwijsfactoren een

rol. Hoe minder aanleg voor rekenen je hebt, hoe harder

je het onderwijs nodig hebt. Met goed rekenonderwijs zijn

veel rekenproblemen binnen de perken te houden. Kleine

problemen worden dan niet groter en lopen niet uit de hand.

In deze TIBtool ontdek je hoe je dit voor elkaar kunt krijgen.

Expert Ceciel Borghouts geeft concrete tips hoe de

leerkracht nauwkeurig kan observeren. In vaak herkenbare

praktijkvoorbeelden wordt ze samen met de IB’er uitgedaagd

om anders te signaleren. Niet meer leunen op resultaten

van methodetoetsen, maar meer op eigen observaties.

Zelf blokdoelen gaan beoordelen met het drieslagmodel.

Groepsoverzichten gaan er heel anders uitzien dan na

afname van de methodetoetsen! Dat zal leiden tot vroeger

en specifieker ingrijpen. Het doel is preventie, oftewel:

voorkomen dat kleine problemen groter worden.

De leerkracht wordt met deze manier van werken meer

bepalend. Het is niet nodig en zelfs onwenselijk de

methode strak te volgen. Dat vraagt wel de nodige kennis.

Elke Aanrader bevat tips en tools die de IB’er en leerkracht

daarbij ondersteunen.

Voorkom (ernstige) rekenproblemen 7 aanraders

7 aanraders

Rekenspecialist Ceciel Borghouts h eft en eigen adviesbureau: Borghouts Rekenadvies.

Zij is (mede) ontwi kel ar van het protocol ERWD, diagnostiek met het protocol ERWD,

en van rekenmethoden. Zij g ef trainingen op en br ed te rein van het rekenen en de

opleiding rekencoördinator. Borghouts public ert regelmatig over rekenonderwerpen.

Ceciel Borghouts

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

9 789491 725500

ISBN 9789491725500

www.tijdschriftib.nl

n Instondo Intern Begeleiders

l instondo.bv

f @InstondoIB

www.instondo.nl

TIJDSCH RIFT I NTER N B E GEL EID E R S

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

Er zijn steeds meer scholen die vanuit hun visie op goed

onderwijs een combinatiegroep 2/3 formeren. Zulke scholen

zien kansen voor zowel de kleuters als de kinderen in groep

3. Wie van een combinatiegroep 2/3 meer wil maken dan

een verlegenheidsoplossing, vindt in deze TIBtool concrete

antwoorden op vragen zoals: Hoe maak ik van twee groepen

één groep? Heeft een combinatiegroep 2/3 een ideale

samenstelling? Hoe verdeel ik mijn aandacht goed? Hoe ga

ik om met methoden? Kan ik nog thematisch werken zoals

in een kleutergroep? Hoe bewaak ik de einddoelen? Hoe

instrueer ik direct en effectief? Hoe kan ik nog bewuster

plannen en organiseren? Hoe ziet mijn weekplanning eruit?

Hoe zorg ik voor een rijke speelleeromgeving?

Leerkrachten en intern begeleiders vinden volop handvatten

om met de collega’s van de groepen 1 tot en met 4 na te

denken over een voor hen meest kansrijke aanpak om een

combinatiegroep 2/3 te vormen. Zodat deze leidt tot een

doorgaande lijn in aangrenzende groepen en tot maximale

opbrengsten. Zo wordt de combinatiegroep 2/3 succesvol.

tools

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Cobi Visser en Frida Meints zijn senior specialist Het Jonge Kind met veel ervaring in de praktijk.

Beiden zijn docent nascholing en opleidingen.

Cobi Visser heeft een eigen onderwijsadviesbureau: VisActiva.

Frida Meints is directeur van een basisschool en heeft een eigen weblog over rekenspelletjes.

Cobi Visser

Combinatiegroep 2/3.

Doen!

Combinatiegroep 2/3. Doen! 8 aanraders

8 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

COBI VISSER EN FRIDA MEINTS

Frida Meints

Cover_TIBtools_21.indd 1 22-06-17 15:04

Lorem Ipsum is slechts een proeftekst uit het drukkerij- en

zetterijwezen. Lorem Ipsum is de standaard proeftekst in

deze bedrijfstak sinds de 16e eeuw, toen een onbekende

drukker een zethaak met letters nam en ze door elkaar

husselde om een font-catalogus te maken. Het heeft

niet alleen vijf eeuwen overleefd maar is ook, vrijwel

onveranderd, overgenomen in elektronische letterzetting.

Het is in de jaren ‘60 populair geworden met de introductie

van Letraset vellen met Lorem Ipsum passages en meer

recentelijk door desktop publishing software zoals Aldus

PageMaker die versies van Lorem Ipsum bevatten.

Lorem Ipsum is slechts een proeftekst uit het drukkerij- en

zetterijwezen. Lorem Ipsum is de standaard proeftekst in

deze bedrijfstak sinds de 16e eeuw, toen een onbekende

drukker een zethaak met letters nam en ze door elkaar

husselde om een font-catalogus te maken. Het heeft

niet alleen vijf eeuwen overleefd maar is ook, vrijwel

onveranderd, overgenomen in elektronische letterzetting.

www.tijdschriftib.nl

LinkedIn: TIB

Twitter: #redactie TIB

www.instondo.nl

Marcel van As

Doe meer met data

LEERLINGENPOPULATIE ALS

SLEUTEL VOOR BETER ONDERWIJS

Doe meer met data 7 aanraders

7 aanraders

TIBtools voor

onderwijsprofessionals

VIVIAN VAN ALEM EN MIEKE MICHIELS

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDEN

Marcel van As is werkzaam als onderwijsadviseur. Hij richt zich op het bewaken van de balans

tussen aandacht voor pedagogiek en didactiek. Marcel heeft werkervaring in het po, so en vso als

leerkracht, teamleider zorg en directeur. Deze verschillende perspectieven dragen bij aan het zoeken

naar verbinding tussen onderzoek en praktijk.

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDEN

PRAKTISCH

HANDZAAM

ACTUEEL

Word lid & profiteer!

Ontvang automatisch de nieuwste TIBtools voor een sterk

gereduceerd tarief dankzij het TIBtool-abonnement.

Meer informatie & alle extra’s: www.tibtools.nl

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Blik vanuit een leerling

“Laat me los!”

“Aan de kant meester! Laat me erlangs!” Met een verwilderde blik staat

Allison voor me in de gang. Donkere ogen, warrig lang haar. Boos op twee

leerlingen van de bovenbouw. Ik versper met wijde armen de doorgang.

Ze is twaalf en heeft bijna mijn lengte. “Laat me los!” schreeuwt ze, terwijl ze

zélf mijn pols vastpakt. Ze draait m’n hand een kwartslag, kijkt me aan, maar

er gebeurt niets in mijn gezicht en ze laat weer los. “Ik heb je niet vast”, zeg ik,

“maar we gaan naar ons eigen lokaal.”

Er was ruzie geweest. Flinke ruzie. Allison is de hele ochtend

al wispelturig. Wat zeg ik: ze is nu bijna twee jaar

onze leerling en al die tijd is haar vluchtige, instabiele

en vaak ongrijpbare gedrag een afspiegeling van haar

intens beschadigde bestaan. Een relatie is niet op te

bouwen, daar is ze téveel in getraumatiseerd. Ze woont

in een instelling, haar zoveelste woonplek.

Het blijft de hele dag onrustig. Allison loopt weg, ik haal

haar weer op. Ik tik makkelijk de zesduizend stappen

aan (speciaal onderwijs houdt je fit). Na schooltijd

weigert Allison de taxi in te stappen. “Ik wil m’n voogd

bellen!” zegt ze. Ik zoek contact met de voogd en bel de

begeleidster van de instelling. “Ik heb zo een meeting

in het lokaal”, zeg ik, “maar ik laat m’n telefoon aan

oké?” “Wil je de bank dan op de gang zetten meester?”

Ik versleep de kleine bank, maar Allison gaat toch aan

tafel zitten.

Na een half uur komt haar begeleidster. Ik haal warme

chocolademelk en thee en ga verder met m’n meeting.

Na verloop van tijd komt Allison zeggen dat ze gaan. Dikke

wallen onder haar ogen. Ik geef haar haar jas en tas.

Of iets… het vraagt een mindset-shift:

Het besef dat gedrag misschien op jou is gerícht, maar

niet per se voor jou is bedóéld. De interne vraag ‘Wat

heb jij meegemaakt?’ in plaats van ‘Wat is er mis met

jou?’ De kunst niet boos te worden maar neutraal te

reageren, want boosheid is jouw emotie en een emotioneel

neutrale reactie geeft ruimte voor de emoties van

het kind. Het vraagt ook om de acceptatie dat veel van

je handreikingen worden afgewezen. En om geloven in

geduld, wetende dat je inspanningen nú vaak nog geen

zichtbaar effect hebben, maar bijdragen aan een basis

van toekomstig vertrouwen.

Tot slot vraagt het om de juiste houding. Een houding

die uitstraalt dat een kind bij jou geen slachtoffer is,

maar een volwaardige leerling. Evenveel waard als ieder

ander. Als leraar kan ik Allisons problemen niet oplossen.

Maar ik kan haar wel meegeven dat ze belangrijk is en

bestaansrecht heeft. Zo kan ik hét verschil maken.

Wat er aan de hand was? Ik weet het niet. Dat hoeft

ook niet. Mijn taak is te zorgen voor haar veiligheid

en welbevinden. Het is van onschatbare waarde een

ontregeld of zelfs getraumatiseerd kind vanuit rust en

kalmte bij te staan. Dat vraagt wel iets van jezelf.

Bart Heeling

Leerkracht en

gedragsspecialist

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

23


In de klas

Inclusie, hoe doe je dat in de klas?

We volgen Jenny Wishaupt, leerkracht

Lia’s eerste

wenmoment in de

kleuterklas verliep

niet helemaal zoals

leerkracht Jenny

had gehoopt.

van groep 1-2 op basisschool

‘t Slingertouw in Eindhoven. Als startende

onderwijsprofessional neemt ze ons mee

in haar leer- en succesmomentjes, haar

observaties en overwegingen. Deel 1:

Lia’s eerste wenmoment.

Daar is

ze dan

Het schooljaar gaat bijna beginnen. Ik rommel wat aan

in mijn nieuwe lokaal. Dit jaar start ik met 23 kinderen

in groep 1-2 en neem ik het stokje over van een zeer ervaren

collega. Vorig jaar ben ik afgestudeerd; dit is mijn

eerste jaar als volwaardig leerkracht. Waar moet alles,

wat heb ik allemaal nodig en waar ga ik beginnen?

Het is twee uur. De kleuters die vandaag een eerste

kijkje komen nemen in de klas, druppelen binnen. Daar

is ze dan. Bij papa en mama aan de hand. Ik groet de

ouders en ga op mijn hurken voor haar zitten. “Hallo,

ik ben juf Jenny en ik denk dat jij Lia heet.” Lia wordt

deze maand vier en komt dan bij mij in de klas.

24 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Lia komt over als een klein, stil meisje. Op haar hoede.

Ik weet vanuit de kennismakingsgesprekken dat daar

een verhaal achter zit. Lia’s ouders zochten een tijd

geleden al hulp vanwege haar opvallende gedrag

bij onder andere de kinderopvang. Ze kwamen uit

bij Kentalis, een school voor kinderen die doof of

slechthorend zijn of een taalontwikkelingsstoornis

(TOS) hebben. Uit een breed onderzoek bleek dat Lia,

ondanks dat ze weinig tot niet spreekt, wel een goed

taalbegrip heeft. Buitenshuis voelt ze zich snel onveilig

en overprikkeld; ze kan overspoeld raken door angst.

Lia is vaak hyperalert als de omgeving haar geen

veiligheid biedt. Ze kan dan dichtklappen. Thuis zien

haar ouders ook een andere kant: een vrolijke Lia die

leuk kan spelen.

De schoolkeuze is zoeken voor Lia’s ouders. Ze weten

dat hun dochter baat heeft bij één-op-één begeleiding.

Bij Kentalis krijgt Lia die al en heeft ze laten zien dat ze,

als ze zich veilig voelt, grote sprongen kan maken. Hierdoor

zijn er vermoedens van TOS of autisme, waarvoor

Lia is doorverwezen naar Herlaarhof, een centrum

voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Maar diagnoses zijn

er nog niet, daar is Lia ook nog te jong voor.

de klas weer uit te gaan. We spreken af dat, als het

niet gaat, ik hen kom halen.

De deur gaat dicht, Lia ziet haar ouders weglopen.

Angst, verwarring en onrust vullen haar ogen. Tranen

beginnen over haar wangen te rollen. En dan rent ze

krijsend naar de deur. Ik zoek toenadering om haar te

troosten, maar Lia duikt weg. Ze verstopt zich in een

hoekje bij de deur. Ik besluit haar even te laten en ga

verder met de les. Misschien kalmeert ze vanzelf.

Nee. Dat gebeurt niet. Een paar minuten later heeft

Lia nog steeds diezelfde angstige blik in haar ogen,

staat ze nog net zo hard huilend en bonkend bij de

deur. Oké, wat moet ik nu doen? Ook bij mijn tweede

poging tot toenadering, duikt ze weg. Maar als ik niks

doe, verandert de situatie niet en voelt ze zich alleen

maar onveilig. Wil ik nu al opgeven en haar ouders

halen?

Opgeven? Ik betrap mezelf op dat woord in mijn

gedachten. Ergens voelt het dus zo, als ik nu haar ouders

haal. Als falen. Want waarom kan ik haar niet dat

veilige gevoel geven? Maakt mij dat niet goed genoeg

als juf?

Lia’s ouders besluiten hun dochter in ieder geval een

kans te bieden binnen het reguliere onderwijs. Als juf

sta ik daar volledig achter. Samen willen we ervoor

zorgen dat Lia haar eigen plekje in de wereld kan

vinden. Het is aan mij om, met alle informatie die ik

vanuit de onderzoeken en haar ouders heb gekregen,

te kijken hoe ik dit meisje de veiligheid kan bieden die

ze nodig heeft. Onze ib’er Frederique ondersteunt me

daarin.

Twee weken later...

De eerste schoolweken zijn achter de rug en Lia is

afgelopen weekend vier geworden. Vandaag is het

zover: haar eerste echte wenmoment in de klas. Alle

kinderen zijn aan het werk als Frederique met Lia en

haar ouders de klas in komt. Met grote ogen kijkt Lia

om zich heen, dicht bij haar ouders. Ik begroet hen.

Frederique neemt de klas over terwijl ik met Lia en

haar ouders een rondje loop door het lokaal. Daarna

zeggen de ouders Lia gedag om samen met Frederique

Nee, besluit ik. Als ik haar ouders ga halen, heb ik niet

opgegeven of gefaald. Ik moet mijn trots aan de kant

zetten en doen wat goed is voor Lia, waar zij zich het

veiligst bij voelt. Als ik dat nu niet doe, kan ze nooit

wennen op het tempo dat goed voor haar is.

Nadat ze tien minuten bij de deur heeft staan huilen,

besluit ik haar ouders te halen. Ze nemen haar mee

naar huis. De volgende keer proberen we het

opnieuw.

Auteur: Jenny Wishaupt

Leerkracht groep 1-2

bs ‘t Slingertouw

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

25


Visie & draagvlak

Gedrag is maar oppervlakte. Waar

De kracht

van de

context

komt het vandaan en welke behoefte

zit daarachter? Dat is telkens weer

de belangrijke zoektocht op weg naar

inclusie. Samenwerkingsverband PO

Zuidoost-Utrecht (SWV PO ZOUT) zet

concrete stappen om de inclusiegedachte

praktisch vorm te geven.

Ieder kind verdient het om gezien en gehoord te worden,

dat is de kern van inclusief onderwijs. Gedrag staat nooit

los van zijn context. De visie om de individueel-medische

benadering (labeling en kindgerichte benadering) los

te laten, krijgt steeds meer wind onder de vleugels in

onderwijs en jeugdzorg. Vaak zorgt een contextbenadering

en contextinterventie - bijvoorbeeld ander gedrag

van een leerkracht of ouders - er namelijk voor dat een

kind ander gedrag laat zien. Gedrag is maar oppervlakte.

Belangrijker is de prachtige, complexe zoektocht

naar het signaal dat met dit gedrag afgegeven wordt en

de behoefte die eronder ligt. Iedereen is zo’n ‘kijk achter

gedrag-bril’ gegund, maar de kinderen toch het meest.

Opdat zij binnen de reguliere context maar zoveel mogelijk

‘anders’ mogen en kunnen zijn.

Visie

We staan met elkaar voor de uitdaging om het onderwijs

in Nederland inclusiever te maken. Regulier en thuisnabij

onderwijs waar kan en gespecialiseerd onderwijs waar

nodig. Sleutels op deze weg zijn: een stevig fundament,

‘gewoon’ goed onderwijs en een goede samenwerking

met ouders. Bij SWV PO ZOUT geloven wij dat een sterke

basis op de reguliere scholen en lokale samenwerking

zullen leiden naar inclusiever onderwijs. In ons ondersteuningsplan

2022-2026 hebben we afgesproken om samen

te werken aan stevige fundamenten op de scholen. De

aankomende jaren willen we samen met de besturen en

scholen expliciet kijken naar kind én context. Wat valt er

bijvoorbeeld te leren van de ontwikkelingsperspectieven

(OPP’s) die worden opgesteld voor kinderen met een

extra ondersteuningsbehoefte? Of van de plaatsingen bij

Rebound (een tijdelijke school voor kinderen die vanwege

sociaal-emotionele problematiek niet op hun eigen

school terechtkunnen), de TLV-aanvragen en de vragen

die scholen stellen aan ons Team Zout op het gebied van

advies en begeleiding? Deze informatie kun je zien als

spiegels van je onderwijskwaliteit.

Praktisch

Mooie woorden en idealen krijgen pas meerwaarde als

het concreet vorm krijgt en praktisch draait. Daarom

richten we bij SWV PO ZOUT duidelijke processen in,

zodat de inhoud maximaal tot z’n recht kan komen.

Wat we dan concreet doen? Een aantal voorbeelden:

Leerteam MHB

Met de subsidie vanuit OCW hebben we een leerteam

meer- en hoogbegaafdheid (MHB) geformeerd. Dit

team heeft als doel de scholen sterker te maken in het

(vroeg)signaleren en bedienen van de MHB-ondersteuningsbehoefte.

In fase 1 is, in samenwerking met de regio,

een professionele standaard ontwikkeld. Fase 2, die

dit schooljaar van start is gegaan, volgt met de praktische

implementatie op de scholen. Aan elke gemeente

in onze regio is een MHB-leerteamlid gekoppeld.

Coördinatoren passend onderwijs

Aan elke gemeente is sinds kort ook een coördinator

passend onderwijs van ons samenwerkingsverband

gekoppeld. Deze coördinatoren zijn in de gemeentes de

spil voor de praktische doorvertaling van het ondersteu-

26

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


ningsplan, de samenwerking met voorschoolse voorzieningen

en de gemeente. Daarnaast hebben zij een stimulerende

rol in de lokale samenwerking. Het is belangrijk

dat reguliere scholen in een gemeente elkaars profiel

goed kennen en elkaar laagdrempelig weten te vinden.

Zodat eerst horizontaal wordt gekeken of een andere

reguliere context een kind passend onderwijs kan bieden,

voordat er verwezen wordt naar speciaal onderwijs.

Norm basisondersteuning

In het ondersteuningsplan is een ambitieuze norm voor

de basisondersteuning opgesteld. Dit vanuit de visie dat

een sterke basis op de scholen gaat leiden tot inclusiever

onderwijs. Met een digitale enquête hebben scholen

afgelopen schooljaar zelf beoordeeld in hoeverre zij al

voldoen aan deze norm. De coördinatoren passend onderwijs

gaan vervolgens in dialoog met de scholen over

de opgehaalde data. Voor schooljaar ‘24-’25 focussen

we op een vijftal punten uit deze norm basisondersteuning:

MHB, moeilijk lerend, dyslexie, dyscalculie en gedrag.

Het vormgeven van het handelingsgericht werken

(HGW) loopt hier als een rode draad doorheen.

Plan- en doelmatig werken

Na analyse van TLV-aanvragen en hulpvragen die binnenkomen

bij Team ZOUT, blijkt dat er winst te behalen

valt in het vormgeven van het plan- en doelmatig werken.

In de visie van het HGW staat ook contextinzet: welke rol

is er voor leerkracht en welke voor de ouder? Dit hebben

we verwerkt in het format OPP dat we vanuit het

samenwerkingsverband als suggestie aanbieden aan

de scholen, zodat de OPP’s zich ook op kind én context

richten. Daarnaast hebben we ib’ers uitgenodigd voor de

landelijke OPP-training die het werken met het OPP en

dus het HGW een kwalitatieve boost gaat geven.

Leren van s(b)o

We stimuleren de samenwerking tussen het reguliere en

het gespecialiseerde onderwijs. Welke kennis en kunde

kunnen de reguliere scholen ophalen bij het gespecialiseerde

onderwijs (sbo en so), zodat ze een leerling

onderwijs kunnen blijven geven in de reguliere, thuisnabije

context? Welke inhoud kunnen de reguliere scholen

toevoegen aan hun context, zodat leerlingen daarvan

profiteren? Denk bijvoorbeeld aan een teamscholing

op traumasensitief lesgeven. Er is een digitaal matchdocument

opgesteld, waarin reguliere scholen met een

hulpvraag gekoppeld worden aan één van onze zeven

so-scholen.

Kracht van verbinding

In oktober 2023 is op initiatief van ons samenwerkingsverband

en dat van PO-VO Dordrecht, een SWV kennisnetwerk

opgericht. Samenwerkingsverbanden kunnen

zich hier kosteloos voor aanmelden. Want er spelen

veel generieke thema’s, waarom zouden we steeds het

wiel opnieuw uitvinden? In de digitale omgeving van het

SWV kennisnetwerk kunnen documenten gehaald en

gebracht worden. Onlangs hebben we er vanuit SWV PO

ZOUT bijvoorbeeld een poster ingezet waar de procesmatige

opschalingslijn van basisondersteuning naar

gespecialiseerd onderwijs visueel duidelijk op staat.

Bruikbaar voor alle samenwerkingsverbanden. Ook

organiseren we (digitale) bijeenkomsten waarin good

practices worden gedeeld.

ZOUT & Coldplay

Sinds vorig schooljaar starten

wij grote regiobijeenkomsten

met een nummer

van de band Coldplay. Los

van dat we zo beginnen met

een goede sfeer, hechten

wij ook veel waarde aan de

boodschap van inclusie en

gelijkwaardigheid die deze

band uitdraagt. Als we met

elkaar deze inclusiegedachte

praktisch gaan uitleven,

wordt de wereld een stuk

mooier.

Scan de QR-code voor

meer informatie over het

SWV Kennisnetwerk of

meld je als samenwerkingsverband

aan via

info@swvkennisnetwerk.nl.

Auteur: Maaike Klinkenberg,

namens het MT van

SWV PO Zout

Programmamanager

passend onderwijs

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 27


Infographic

Een inclusieve

Een kind is altijd samen met anderen.

Een mens onder de mensen. Wat

we afwijkend of normaal vinden, is

een uitkomst van de keuzes die we

maken. Hoe meer we dat beseffen,

hoe inclusiever we worden. We

omarmen élk kind. In verschillende

contexten kunnen we verschillende

dingen doen, voelen en denken om

inclusief te zijn. Niet alleen in het

onderwijs, maar juist heel breed in

onze inclusieve samenleving.

samenleving

Klas

samen zijn

Kind

zelfbewust

School

samen leren

Verschillen zijn

de norm

Ik hoor erbij

Iedereen is welkom

Wijk

samen spelen

Gezamenlijk

Solidariteit

28 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Internationaal

wereldburgers

Nederland

samen leven

VN verdrag

Salamanca statement 1994

Het Salamanca statement verklaart

dat ieder kind een fundamenteel recht

heeft op onderwijs en in staat moet

worden gesteld om een acceptabel

niveau van leren te bereiken en op

peil te houden. Alle kinderen, ook die

met speciale onderwijsbehoeften,

moeten toegang hebben tot reguliere

scholen die hen opnemen in een

kindgericht pedagogisch klimaat dat

aan hun behoeften tegemoet komt.

Iedereen werkt mee

Swv/regio

samen werken

Gemeente

saamhorigheid

Inclusief onderwijs

Burgerschap

Collectief

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Naar idee van Jos Gerards en Esther Schepers. Visual Studio TokTok.

29


LANDELIJKE

8e EDITIE

IB/KC-DAG 2025

EEN BEGRIP VOOR DE IB’ER & KC’ER!

Met dit jaar als thema:

VAKSPECIALISTISCH BEGELEIDEN

Als IB’er of KC’er speel jij een cruciale rol in het ondersteunen van leerkrachten

bij het verdiepen van hun vakinhoudelijke kennis en vaardigheden.

Tijdens dit congres ga jij aan de slag met hoe jij deze rol optimaal kunt invullen.

Met bijdragen van onder anderen:

Anna Bosman

De fietstocht:

kennisverwerving in

het basisonderwijs

LANDELIJKE

2

OOK VOOR KWALITEITSCOÖRDINATOREN!

Mirella van Minderhout Barend Last

dagIB-CONFERENTIE

Effectief (intern) begeleiden,

hoe ondersteun je

de leerkracht?

Dat doe je toch niet

alleen? Over co-regulatie

en netwerkleren

Je bent van harte welkom op:

DINSDAG 11 MAART 2025 IN DE REEHORST IN EDE

KAARTEN & MEER INFORMATIE: WWW.IBDAG.NL

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


In het buitenland

Lessen uit

Portugal

De invoering van inclusief onderwijs

komt met uitdagingen. Hoe gaan andere

landen hiermee om en wat kunnen wij

daarvan leren? Deze keer: een kijkje in

Portugal.

Op korte termijn naar een

inclusief systeem

024

Als het droombeeld van het ministerie van OCW uitkomt,

zijn er in 2035 geen scholen meer voor speciaal onderwijs

in ons land. Tegelijk is er nog een lange weg te

gaan. Op dit moment zegt vijf procent van de circa zesduizend

basisscholen inclusief te zijn en tien procent is

onderweg om inclusiever te worden. Bij de grote meerderheid

is het geen speerpunt in het beleid. Ondertussen

groeit het gespecialiseerd onderwijs elk jaar harder en

zitten er meer kinderen thuis dan ooit. Ondanks alle inspanningen

en goede bedoelingen blijft er een tweedeling

bestaan tussen regulier en speciaal onderwijs. Hoe

gaan andere landen om met deze uitdaging? De

inspectie van het onderwijs noemt in haar jaarlijkse

‘Staat van...’ verschillende voorbeelden ter inspiratie.

In deze rubriek nemen we steeds een kijkje bij landen

waar we van kunnen leren, om te beginnen bij Portugal.

Het Portugese onderwijssysteem heeft in korte tijd een

volledig inclusief systeem gerealiseerd. Alle leerlingen

worden er, ongeacht hun beperkingen of talenten, opgenomen

in reguliere scholen. Welke waardevolle lessen

kunnen we hieruit trekken voor Nederland?

Wetgeving en beleidsvorming: meer

dwingende verplichtingen

Inclusief onderwijs begint met wetgeving. De Wet passend

onderwijs die in Nederland in 2014 is ingevoerd,

Portugal

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

31


In het buitenland

heeft als doel leerlingen met speciale onderwijsbehoeften

zoveel mogelijk een plek in het reguliere onderwijs

te geven. Maar, er is veel ruimte voor escape. Als het

niet lukt, mogen scholen leerlingen verwijzen of weigeren.

In Portugal is het wettelijk kader veel strikter: sinds

de invoering van ‘Decreto-Lei 54/2018’ zijn scholen

simpelweg verplicht om alle leerlingen op te nemen,

ongeacht hun beperkingen. Dit benadrukt het recht op

inclusief onderwijs en dwingt scholen aanpassingen te

maken waar dat nodig is. Nederland kan overwegen

de wettelijke verplichtingen aan te scherpen, zodat regulier

onderwijs altijd het uitgangspunt is en een leerling

alleen in zeer uitzonderlijke gevallen naar speciaal

onderwijs wordt verwezen. Kanttekening is wel dat de

‘vrije schoolkeuze van ouders’ in artikel 23 deze stap in

ons land nog niet zo eenvoudig maakt.

Ondersteuning en aanpassingen: op maat

gemaakt onderwijs voor iedereen

Eén van de grote voordelen van het Portugese systeem

is de mogelijkheid tot individuele aanpassingen van

het programma. Scholen worden ondersteund door

gespecialiseerde leraren en krijgen de middelen om

individuele onderwijsplannen (IOP’s) op te stellen voor

leerlingen met speciale behoeften. In Nederland bestaat

de mogelijkheid om IOP’s te gebruiken ook, maar binnen

het regulier onderwijs is de ruimte om te differentiëren

toch beperkter dan in het speciaal onderwijs. Door meer

te investeren in gepersonaliseerde ondersteuning binnen

reguliere scholen, zou Nederland inclusie kunnen versterken.

Dit vraagt om een verdere professionalisering

van leraren en een uitgebreidere samenwerking met

ondersteunend personeel zoals logopedisten, psychologen

en sociaal werkers. Hierop zouden samenwerkingsverbanden

en besturen grote stappen kunnen zetten. De

expertise die nu in het so zit, moet naar de scholen in de

wijk worden gebracht. Dit staat nu haaks op het in stand

houden van speciale expertisecentra waar kinderen elke

dag naartoe moeten.

Infrastructuur en toegankelijkheid: een

toegankelijke school voor iedereen

De infrastructuur van scholen speelt een cruciale rol

in het succes van inclusief onderwijs. In Portugal zijn

scholen wettelijk verplicht hun gebouwen toegankelijk

te maken voor alle leerlingen, inclusief fysieke aanpassingen

zoals rolstoeltoegankelijke ingangen en aangepaste

leermiddelen. In Nederland zijn er geen uniforme

standaarden voor toegankelijkheid, wat leidt tot grote

verschillen tussen scholen en gemeentes. Nederland

zou kunnen leren van het Portugese systeem door

landelijke toegankelijkheidsnormen in te voeren, zodat

elke school geschikt is voor leerlingen met uiteenlopende

behoeften. Dit vereist investeringen in zowel fysieke

als digitale toegankelijkheid, maar het is een noodzakelijke

stap op weg naar echt inclusief onderwijs.

Cultuur en inclusie: een verandering in

denkwijze

Een belangrijke uitdaging voor Nederland ligt in de

cultuur rondom onderwijs. In Portugal is het idee van

inclusie diep verankerd in het onderwijssysteem; leerlingen

met verschillende capaciteiten zitten doorgaans

samen in de klas. In Nederland blijft er een duidelijke

scheiding tussen regulier en speciaal onderwijs. De

onderverdeling van het vo in de vele niveaus van

pro tot vwo is ook niet erg inclusief. In Portugal is het

keuzemoment voor vervolgonderwijs rond de leeftijd

van vijftien jaar gelegd. Tot die tijd zitten alle leerlingen

bij elkaar op school. Het bevorderen van een cultuur

van inclusie, waarin diversiteit wordt omarmd en alle

leerlingen worden gezien als volwaardige leden van de

schoolgemeenschap, is cruciaal. Dit kan worden bereikt

door leraren, schoolbesturen en de bredere samenleving

(ouders, gemeenschap) bewuster te maken van

de voordelen van inclusief onderwijs. Voordelen die niet

alleen gelden voor leerlingen met speciale behoeften,

maar voor alle leerlingen.

Randvoorwaarden en kosten: investeren

in de toekomst

Infrastructuurverbeteringen, training van leraren en

de ontwikkeling van ondersteunende systemen: het

implementeren van een inclusief onderwijssysteem

zoals in Portugal, brengt aanzienlijke kosten met zich

mee. Deze investeringen lijken hoog, maar kunnen

we zien als een investering in de toekomst. Door

alle leerlingen gelijke kansen te bieden en in staat

32 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


te stellen om samen te leren in een inclusieve omgeving,

werken we aan een meer rechtvaardige en

samenhangende samenleving. Het ministerie heeft al

duidelijk laten weten dat de overgang naar inclusief

onderwijs in principe kostenneutraal moet plaatsvinden.

Dat wordt lastig. Maar door breder te kijken naar

de middelen, is er hier en daar wel financiële ruimte te

vinden. Met thuisnabij onderwijs kunnen we jaarlijks

bijvoorbeeld een kleine tweehonderdmiljoen euro aan

leerlingenvervoer besparen. Ook de budgetten voor

jeugdzorg kunnen in de scholen beter en efficiënter

worden ingezet. Voorbeelden daarvan zijn er genoeg.

Het collectief inzetten van budgetten (dus zonder individuele

beschikkingen) is dan voorwaardelijk.

Dan natuurlijk de hamvraag: is het

onderwijs in Portugal beter geworden?

Allereerst gaan bijna alle kinderen (98,9 procent) in

Portugal thuisnabij naar school, tegen ca 94 procent

Succesfactoren: wat Nederland

kan leren van Portugal

Als we de succesvolle implementatie van inclusief

onderwijs in Portugal leggen naast wat er in ons

land in deze lijn zou moeten gebeuren, zijn er enkele

cruciale factoren:

1. Een sterk beleidskader: heldere en dwingende

wetgeving is nodig om inclusie als recht te

waarborgen.

2. Professionalisering van leraren: leraren

moeten worden uitgerust met de kennis en

vaardigheden om diverse groepen leerlingen

te ondersteunen.

3. Toegankelijkheid: scholen moeten zowel fysiek

als digitaal toegankelijk zijn voor alle leerlingen.

4. Multidisciplinaire teams: actieve betrokkenheid

van ouders en de gemeenschap is essentieel

voor de acceptatie en effectiviteit van inclusief

onderwijs.

in ons land. Elke school heeft toegang tot een ondersteuningsnetwerk

van specialisten in de school voor

de ondersteuning. Een ander succespunt is dat leraren

steeds beter worden voorbereid om met diverse leerlingengroepen

te werken. Er is meer training beschikbaar

gekomen voor het omgaan met leerlingen met speciale

behoeften, inclusief sociale en emotionele ondersteuning.

Inclusief onderwijs heeft verder geholpen om stigma’s

rond handicaps en leerproblemen te verminderen.

Omdat inclusief onderwijs pas een jaar of zes geleden

is ingevoerd, zijn er nog geen onderzoeken bekend over

het effect op de kwaliteit van onderwijs. Uiteraard zijn

er ook uitdagingen en knelpunten. Sommige scholen

en leraren hebben nog steeds moeite met het bieden

van adequate ondersteuning, vooral vanwege beperkte

financiële middelen. Want in vergelijking met Nederland

besteedt Portugal per hoofd van de bevolking

significant minder geld aan onderwijs. In Portugal is de

bekostiging van onderwijs sterk gecentraliseerd en dit

wordt grotendeels door de overheid beheerd, met een

belangrijke nadruk op het ondersteunen van inclusief

onderwijs.

De weg vooruit in Nederland

Inclusief onderwijs gaat niet alleen over het veranderen

van regels en wetten, maar ook over het veranderen

van de manier waarop we denken over onderwijs

en diversiteit. Door te leren van de Portugese aanpak,

kan Nederland stappen zetten naar een meer inclusief

onderwijssysteem waarin elke leerling een plek heeft

en gelijke kansen krijgt. Dit vraagt om investeringen,

samenwerking en een verandering in cultuur.

Wordt vervolgd, in IJsland.

Bronnen: OESO en UNESCO rapporten; Developing Inclusive

Education in Portugal: Evidence and Challenges; Prospects:

Quarterly Review of Comparative Education, 2020-Nov;

gesprekken met diverse Portugese schoolleiders.

Auteur: Hilbert de Vries

Bestuurder Ssoe,

redactielid Werken aan Inclusie

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

33


Inhoudsopgave

Visie Aan de & draagvlak slag

Hoor de stem

van het kind

Inclusiever onderwijs vraagt van scholen dat ze leerlingen zo goed mogelijk

ondersteunen. Maar als een leerkracht moeilijkheden ervaart, verschuift de aandacht

vaak naar wat er niet goed gaat. En kan een leerkracht zich soms best alleen voelen.

In dit artikel bespreken we een concrete manier om die negatieve spiraal te

doorbreken: de inzet van een ‘ambassadeur van de leerling’ binnen het schoolteam.

34 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Als een leerkracht het moeilijk heeft met een leerling,

gaat het al snel over wat er niet goed gaat of

niet lukt. De aandacht vernauwt zich tot het problematische

gedrag. De focus op onwenselijk gedrag

overschaduwt de onderwijsdoelen, er wordt steeds

meer óver de leerling gesproken in plaats van mét de

leerling en de verwachtingen worden naar beneden

bijgesteld. Deze benadering kan leiden tot een selffulfilling

prophecy, waarbij de leerling zich gaat gedragen

naar de lagere verwachtingen die voor hem of

haar zijn gesteld.

Het kan maar zo gebeuren dat

onze verwachtingen voor

een leerling lager worden

of dat we vooral kijken

naar kindfactoren. Dat

kan er juist toe leiden

dat een leerling nog

minder goed presteert,

wat deze ontwikkeling

verder versnelt. Inclusief

onderwijs vraagt van

schoolteams om alert te

zijn op deze logica en daar iets

tegenover te stellen.

Stem van het kind

Een goede manier om dat te doen, is door iemand in

het team aan te wijzen die kritisch is op deze patronen.

Een soort ‘ambassadeur van de leerling’. Deze

stopt niet met vertellen waarom het wel goed gaat

met de leerling, wijst steeds op de momenten waarop

het onwenselijke gedrag niet plaatsvindt. Deze ambassadeur

is bovendien de bewaker van twee elementaire

dingen in het onderwijs: een sterke pedagogische

relatie en daarbinnen hoge verwachtingen. In

plaats van alleen naar het gedrag van de leerling te

kijken, stelt de ambassadeur vragen als: “Wat zegt dit

gedrag over hoe wij lesgeven? Over ons pedagogisch

klimaat? Wat kunnen wij anders doen? En op welke

momenten lukt het wel?” Hij of zij spreekt de stem

van het kind, juist op plekken waar het kind er niet bij

is en er over hem of haar wordt gesproken.

"Het is

belangrijk dat

de ambassadeur

reële problemen

niet uit de

weg gaat."

Zo richt de aandacht zich op de bredere context waarin

de leerling functioneert. Bovendien leren we zo doorlopend

van kinderen waarbij het ‘niet lukt’, om zo elke

dag te werken aan inclusief onderwijs. Nu zullen veel

schoolteams zeggen: “Dat hebben wij geregeld, dat is

het werk van onze ib’er of de zorgcoördinator.” Dat zou

natuurlijk kunnen, maar in talloze TLV-onderzoeken die

wij op dit moment uitvoeren, zien we ook iets anders.

Namelijk dat ook deze functionarissen gevoelig zijn

voor het versterken van het negatieve patroon.

Laten we een voorbeeld nemen

Stel, de leerkracht van Sarah uit groep 5 ervaart vaak

storend gedrag tijdens de rekenles. De eerste

gedachte is misschien om een plan te maken

om het storende gedrag aan te pakken.

Maar de ambassadeur zou een andere

vraag stellen: “Sarah lijkt vooral moeite

te hebben met abstracte rekentaken.

Als we meer werken met praktische

voorbeelden of rekenspellen, doet ze

juist goed mee. Zegt dit iets over onze

aanpak? Kunnen we ons onderwijs op dat

vlak verbeteren, zodat ook andere leerlingen

hiervan profiteren?” In plaats van te focussen op

Sarah’s ‘probleemgedrag’, richt het team zich nu op

het aanpassen van de rekenles, zodat die beter aansluit

bij haar manier van leren.

Nog een voorbeeld: Liam uit groep 8 heeft regelmatig

conflicten met andere leerlingen, vooral tijdens pauzes.

De ambassadeur merkt op: “Liam heeft moeite

met ongestructureerde momenten, maar tijdens

groepsopdrachten laat hij juist sterk leiderschap

zien. Kunnen we hem beter begeleiden tijdens vrije

momenten en zijn sterke punten inzetten om hem én

andere leerlingen te helpen in minder gestructureerde

situaties?” Ook hier ligt de nadruk niet alleen op het

gedrag van Liam, maar wordt gekeken naar hoe de

school de situatie kan verbeteren.

Wie is de ambassadeur

De rol van ambassadeur kan op verschillende manieren

worden ingevuld. Je kunt de rol laten rouleren

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 35


Aan de slag

Kijk eens in

de spiegel

Door de positieve kanten van een

leerling centraal te zetten, krijgt het

team een completer beeld van

de leerling.

De ambassadeur helpt om de

verwachtingen hoog te houden en

behoud een positieve relatie met de

leerling, deze voelt zich meer gezien.

Breed blijven kijken, vergroot de

professionele vaardigheden van

teamleden. Zij leren om vanuit

verschillende invalshoeken naar

leerlingen te kijken, ook op andere

momenten van de dag.

onder teamleden, zodat iedereen ervaring opdoet

met het kijken door de bril van een ambassadeur.

Daarmee werk je gelijk aan een cultuur van hoge

verwachtingen, juist ook als dat voor leerlingen ingewikkeld

lijkt. Of je wijst één ambassadeur voor langere

tijd aan een leerling toe voor meer continuïteit. Een

andere optie is om twee teamleden samen als ambassadeurs

voor een leerling te laten optreden, zodat

er ruimte is voor reflectie en uitwisseling van ideeën.

Nog een extra taak?

Natuurlijk vraagt dit extra tijd en aandacht, iets waar leraren

vaak al weinig van hebben. Daarom is het belangrijk

om de ambassadeursrol te integreren in bestaande

overlegmomenten, denk bijvoorbeeld aan de leerling- of

groepsbesprekingen. Door te beginnen met een kleine

groep enthousiaste collega’s en duidelijke afspraken te

maken, kun je eventuele weerstand verminderen. Het is

belangrijk dat de ambassadeur reële problemen niet uit

de weg gaat, of ze bagatelliseert, maar ze plaatst in een

bredere context.

Kortom, de rol van deze ambassadeur van de leerling

is een voorbeeld van kleine stappen die je morgen kunt

zetten. Kijken naar wat er goed gaat en hoe dat steeds

verder versterkt kan worden. Het is een praktische

manier om als team de leerlingen en elkaar te ondersteunen.

Door regelmatig te reflecteren op

eigen aannames ontstaat een

praktische benadering van leerlingenondersteuning.

Dat is namelijk

van ons allemaal!

Auteur: Willeke Doornbos

Oprichter Instituut voor

Inclusief Onderwijs

Auteur: Bert Wienen

Senior onderzoeker,

oprichter Instituut voor

Inclusief Onderwijs,

gasthoofdredacteur

36 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Column ONSwv

Samen kilometers

maken

Een column voor dit nieuwe magazine? Als nieuw bestuur van Overkoepelend

Netwerk Samenwerkingsverbanden (ONSwv) zeiden we daar dankbaar ja op.

Elke editie zal één van de bestuursleden de pen ter hand nemen. Als kersverse

voorzitter trap ik graag af.

Inclusief onderwijs. Het is een flinke uitdaging waar

samenwerkingsverbanden samen met schoolbesturen

invulling aan moeten gaan geven. Eerder deze maand

organiseerden we een 24-uursbijeenkomst voor samenwerkingsverbanden.

Daarin verbonden we inclusief

onderwijs aan de ‘big 5’ van het NJI: support, school,

inkomen, een goede woonsituatie en stevig mentaal

welzijn. Een kind heeft alle vijf nodig om zich goed te

kunnen ontwikkelen. Nu zijn we goed in polderen, maar

bezien vanuit deze big 5 hebben we op het gebied van

inclusief onderwijs verbindingen te leggen die vergelijkbaar

zijn met de Deltawerken. Stevige dammen

en bruggen tussen gemeenten, welzijnsorganisaties,

woningbouw en andere maatschappelijke organisaties

zijn onmisbaar.

Ook binnen het funderend onderwijs hebben we bruggen

te slaan. Als ONSwv staan we daar graag voor aan

de lat. Wanneer we alle uitdagingen in het onderwijs

willen realiseren, waaronder inclusief onderwijs, hoe

geven we daar als funderend onderwijs dan invulling

aan? Kamerdebatten die aansluiten op inclusief onderwijs

of inclusief opgroeien, kunnen rekenen op minstens

vijf uiteenlopende beleidsreacties van diverse belangen-

en/of beroepsverenigingen. Dit maakt dat beleid

ook gaat ‘polderen’. Wij zien het als uitdaging om, vanuit

kinderopvang, po en vo, juist samen tot stappen te

komen. Laten we ons verenigen en samen een verhaal

vertellen in plaats van via deelfragmenten.

De semantische discussie over de definitie van inclusief

onderwijs gaat ons niet helpen om te verenigen.

Als we het mensbeeld hebben dat er geen kinderen

worden buitengesloten, weten we wat ons doel is. We

gaan op studierezen om te zien hoe (bijna) alle kinderen

elders geïncludeerd worden en daar lijken we allen

enthousiast van te worden. Echter, terug in Nederland

verliezen we onszelf weer in de routekaart over het

hoe. Dat mag niet afleiden van een dieper verlangen

om kinderen er volledig bij te laten horen. Natuurlijk,

er zijn nog uitdagingen genoeg op de routekaart naar

inclusiever onderwijs. We moeten alleen geen afslagen

terug nemen. Polderen heeft voordelen, maar alleen als

we er Deltawerken of hele provincies voor terugkrijgen.

Ondanks de weerstand die er ook bij die projecten was,

heeft men altijd het einddoel voor ogen gehouden.

We begrijpen allemaal dat ons onderwijssysteem geen

polder is en dat we deze reis zorgvuldig moeten lopen.

Inclusief onderwijs geven we dagelijks vorm en dat

zijn heel veel kleine stapjes. Laten we samen kilometers

aan kleine stapjes zetten. Het bestuur van ONSwv

en alle collega’s van samenwerkingsverbanden voor

passend onderwijs zien ernaar uit om zo, samen met

de kinderen, docenten, scholen, schoolbesturen en alle

andere partners, op weg te gaan.

Guillermo Holman

Voorzitter ONSvw,

directeur-bestuurder

SWV de Meierij PO

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

37


Literatuur

Lees je

inclusief

Meer weten en in gesprek

over inclusie. Vier tips!

Het streven naar inclusiviteit in het Nederlandse onderwijs brengt veel vragen met zich

mee, ook zeker rondom de organisatie ervan. Want waar begin je bij het bouwen aan

inclusief onderwijs? Hiervoor hebben Ariane van Dijk, Hanne touw en Sofie Sergeant

van de Hogeschool Utrecht een kaartenspel ontwikkelt. Aan de hand van tien thema’s

helpen ze jou en je organisatie de dialoog aan te gaan. Zo krijgen onderwijsprofessionals

en schoolteams zicht op wat ze al doen, waar ze sterk in zijn en wat ze nog te doen

staat. Om dat vervolgens om te kunnen zetten naar een visie.

1DIALOOGKAARTEN INCLUSIEF ONDERWIJS

Ariane van Dijk, Hanne Touw & Sofie Sergeant : Dialoogkaarten inclusief onderwijs -

ruimte voor het vertraagde gesprek.

Uitgeverij Gompel & Svacina, 2023. Prijs: 24,00 euro. ISBN 978 94 6371 486 0

HET KINDCENTRUM: INTEGRAAL EN INCLUSIEF?!

De weg naar inclusief onderwijs is lang nog niet uitgestippeld. Ondanks de vele

voorbeelden van scholen die dit pad al bewandelen, zijn er nog geen landelijke

afspraken die er richting aan kunnen geven. Ook op kleinere schaal heerst er nog

genoeg onduidelijkheid. Zo zijn bijvoorbeeld de verschillenden afstemmingskaders

voor gemeenten nog een raadsel. Frank Studulski benadert deze en meer

uitdagingen vanuit het perspectief van het integraal kindcentrum (IKC) en

onderzoekt hoe zij kunnen werken aan hun inclusiviteit. Hierbij benadrukt hij het

belang van een positieve houding richting alle leerlingen, waarbij hun diversiteit wordt omarmd.

Eveneens erkent hij de soms nog oncomfortabele randvoorwaarden. Wat deze toch al moeilijke opgave

zeker niet makkelijker maakt, is dat volgens de auteur een inclusief kindcentrum niet 2zonder een inclusieve

kinderopvang kan. Toch moedigt Studulski aan de uitdaging aan te gaan, want inclusief onderwijs is noodzakelijk

voor een inclusieve samenleving.

Frank Studulski: Het kindcentrum: integraal en inclusief?!

Uitgeverij SWP. 2023. 168p. Prijs: 28,90 euro. ISBN 978 90 8560 260 6

38 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Traumasensitief onderwijs vormt een uitkomst voor kinderen die kampen met een

trauma, iets wat niet altijd aan de buitenkant zichtbaar is. Leerlingen die te maken

hebben gehad met ingrijpende jeugdervaringen (ACE’s – Adverse Childhood

Experiences) kan je bijstaan door hen structuur te bieden en door nadruk te leggen

op Sociaal en emotioneel leren (SEL) en zelfregulatie. Om jou hierin te helpen, zet

Anton Horeweg in dit boek het whole child approach uiteen, dé weg naar traumasensitief onderwijs.

Hij neemt je mee in het opbouwen van een warme band met je leerlingen en legt je uit hoe te kijken

door een traumabril. Door als school beleid te voeren op traumasensitief onderwijs, ondersteun je deze groep

en gelijk ook ál je leerlingen in hun leerweg. In deze nieuwe editie (verschenen in juni 2024) gaat Horeweg

nog wat uitgebreider in op al deze aspecten. Zo komt hij met meer praktische tools en oefeningen en neemt

hij een kijkje bij nog meer traumasensitieve scholen dan hij in de eerste versie van 2018 al deed.

3DE TRAUMASENSITIEVE SCHOOL

Anton Horeweg: De traumasensitieve school. Anders kijken naar gedrag.

Lannoo Campus. 2024. 512p. Prijs: 39,99 euro. ISBN 978 94 0142 948 1

PERSPECTIEVEN OP INCLUSIEF ONDERWIJS

Om inclusief onderwijs te realiseren, moet het huidige onderwijs flink op de

schop. Onderwijsprofessionals, onderzoekers, ouders en natuurlijk leerlingen

zelf zijn hiermee gemoeid. In dit boek behandelen Sergeant en De Vries al

deze verschillende kanten; perspectieven die ook kunnen botsen. Hierbij wordt

de lezer blootgesteld aan de complexiteit van inclusief onderwijs en aangemoedigd

om het ongemak dat dit met zich mee kan brengen, niet uit de weg

te gaan. Dat de lezer deze strijd aan durft te gaan, is volgens de auteurs belangrijk. Want het uiteindelijke

streven achter inclusiever onderwijs gaat verder dan het klaslokaal. Een inclusieve school vormt ‘slechts’

4

een middel voor kinderen om met verschillende manieren van denken en doen in aanraking te komen,

wat van toegevoegde waarde is voor hun ontwikkeling en de ontwikkeling van een inclusievere samenleving.

Voor wie zich bij die gedachte aansluit, is dit boek zeker het lezen waard.

Sofie Sergeant & Peter de Vries (red.): Perspectieven op inclusief onderwijs.

Uitgeverij Gompel & Svacina, 2023. Prijs: 39,50 euro. ISBN 978 94 6371 444 0

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

39


Achtergrond

Doub(af)leren

De route naar meer inclusie wordt regelmatig geblokkeerd door ‘system says no’.

Neem nu het fenomeen zittenblijven. Meerdere wetenschappelijke onderzoeken

hebben aangetoond dat doubleren op langere termijn vooral negatief uitpakt

voor leerlingen. Scholen verkiezen bovendien een ‘ononderbroken ontwikkeling’

en schrijven bijna allemaal in hun schoolgids te streven naar zo min mogelijk

zittenblijvers. Toch is het aantal zittenblijvers in 2022 wéér toegenomen. Waarom

blijkt de praktijk zo weerbarstig en hoe zorgen we voor minder doublures?

In de jaren 2018-2020 bleef ongeveer tien procent van

de leerlingen op de basisschool en ongeveer zes procent

van de leerlingen in het vo een jaartje zitten (bron:

Onderwijs in cijfers). In 2020 en 2021 was dat percentage

opeens een flink stuk lager; vermoedelijk doordat

docenten tijdens de coronacrisis leerlingen met

tegenvallende leerresultaten vaker het voordeel van

de twijfel gaven. Helaas bleek dit slechts een tijdelijke

trendbreuk. Inmiddels zijn de percentages zittenblijvers

op alle schoolsoorten gestegen boven het niveau van

2018. De Staat van het Onderwijs (2023) vermeldt dat

in havo-4 het gemiddelde percentage zittenblijvers van

vijftien procent in 2018 is gestegen naar gemiddeld negentien

procent in 2022, en in vwo-5 van elf naar dertien

procent. In het vmbo is een vergelijkbare stijging te

zien: bijvoorbeeld in vmbo-g/t van acht procent in 2018

naar tien procent in 2022. Volgens de inspectie van het

onderwijs bleven in 2022 in totaal 13.707 kinderen in het

funderend onderwijs zitten.

Zittenblijven helpt niet

Dat is ernstig, want wetenschappelijk onderzoek toont

aan dat zittenblijven over het algemeen geen positieve

effecten heeft. Het is voor leerlingen ingrijpend als ze

een jaar over moeten doen. Ze raken hun jaargroep en

vrienden kwijt, halen niet per se betere prestaties, raken

mogelijk gedemotiveerd en stromen zelfs af naar

een lager niveau óf verlaten de school zonder diploma

(bron: NRO Onderwijskennis, 2021). Slechts in een

uitzonderingsgeval kan zittenblijven wel een gunstige

optie zijn, zoals bij langdurige ziekte of een complexe

thuissituatie.

We willen graag evidence-based werken. Waarom

laten we dan toch zoveel leerlingen een jaartje overdoen?

Dat heeft vooral te maken met de nadruk

op prestaties in ons traditionele onderwijssysteem:

het werken in schooljaren (leerstofjaarklassen) en

schoolsoorten, met profielen, centrale eindexamens en

het onderwijsresultatenmodel waarmee we veronderstellen

‘onderwijskwaliteit’ te meten. De meeste scholen

(84,6 procent) hebben nog steeds een strak overgangsbeleid

(bron: Onderwijsinspectie, mei 2024). Er is

overigens wel verschil tussen onder- en bovenbouw.

40 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


In de onderbouw vinden scholen kansrijk bevorderen

een bruikbaar instrument. Soms geldt zelfs de regel dat

niemand blijft zitten in het eerste en tweede leerjaar

of in de brede brugklas. Daarna komt het eindexamen

en afstuderen meer in beeld. Omdat scholen worden

afgerekend op slagingspercentages, wordt daar vaak

stevig teruggegrepen op klassieke overgangsnormen.

Er zijn geen wettelijke regels die bepalen of een leerling

over gaat of blijft zitten. Daarom stellen scholen

hun eigen overgangsnormen op. In de praktijk blijken

die nogal overeen te komen. Meestal betreft het in

alle leerjaren van vmbo tot vwo drie bepalingen. Als

eerste dat alle cijfers gemiddeld iets van een 5,5 of 6,0

moeten zijn. De tweede bepaling gaat over het aantal

toegestane onvoldoendes of tekorten. Vaak zijn twee

vijven toegestaan, maar bij een vier en een vijf wordt

het lastig. En bij de kernvakken geldt: maximaal één

tekort. Ten derde mag een leerling maximaal één keer

doubleren. Bij een tweede keer niet overgaan, stroomt

de leerling verplicht af naar een ‘lager’ niveau. Gebeurt

dit in een examenjaar, dan betekent dit vaak dat een

leerling óók doubleert: van vwo-4 naar havo-4.

Leerlingen die aan de normen voldoen, worden zonder

meer bevorderd en leerlingen die zwaar ‘onderuitgaan’,

Uitspraak van een

docent rond een

overgangsbesluit tijdens

een rapportbespreking

blijven zitten of moeten afstromen. Bij twijfel bespreekt

de mentor een leerling met andere docenten, waarbij

eigenschappen als inzet, inzicht, tempo of zelfstandig

werken worden meegewogen in het overgangsbesluit.

Bericht hierover ontvangen leerlingen meestal laat in

het schooljaar. Het komt geregeld voor dat het voor

de leerling onduidelijk is waarom hij of zij moet blijven

zitten of afstromen. Overleg met elkaar, of in bezwaar

gaan, is zo vlak voor de zomervakantie vaak niet meer

mogelijk.

“Ik vind het

geen vwo-5 leerling,

maar kan niet

goed uitleggen

waarom.”

Door de cijfers het kind niet meer zien

Het is vanzelfsprekend dat dergelijke harde bepalingen

een instrumentele benadering in de hand werken;

soms zelfs tot twee cijfers achter de komma. Beslissingen

komen tot stand zonder dat wordt nagegaan hoe

docenten (eind)rapportcijfers bepalen en prestaties,

werkstukken, opdrachten en toetsen wegen. Ook wordt

er bij deze absolute werkwijze geen rekening gehouden

met ontvangen extra ondersteuning of maatwerk anderszins.

Dat is gek, want artikel 2.47 lid 2 van de Wet

Voortgezet Onderwijs schrijft voor dat leerlingen een

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

41


Inhoudsopgave

Achtergrond

VOORDELEN ZITTENBLIJVEN

NADELEN ZITTENBLIJVEN

• Op korte termijn merk je

leerwinst.

• De resultaten zijn meestal beter

dan bij (jongere) klasgenoten.

• De leerling heeft niet langer het

gevoel ‘niet mee te kunnen’.

• De leerling verliest oude jaargroep

en vrienden uit het oog.

• De leerling moet wennen aan de

nieuwe jaargroep.

• De leerwinst verdwijnt in de loop

van het schooljaar.

• De resultaten gaan na verloop van

tijd gelijklopen met de klasgenoten.

• Het etiket een ‘zittenblijver’ te zijn.

‘ononderbroken ontwikkelingsproces’ moeten kunnen

doorlopen. En dat willen scholen eigenlijk ook. Ondanks

hun strakke overgangsbeleid, geeft een ruime meerderheid

(82,4 procent) van de scholen aan het percentage

zittenblijvers te willen verminderen. Scholen kijken

liever naar de ontwikkeling en de mogelijkheden van

de leerling, om te proberen het maximale uit de leerling

te halen.

Ontwikkeling in plaats van zitten blijven

Zolang slagingspercentages onlosmakelijk gekoppeld

blijven met de definitie van onderwijskwaliteit, zullen er

leerlingen blijven zitten. Het is belangrijk dat stakeholders

van het onderwijsveld met elkaar in gesprek gaan over

mogelijke obstakels in ons stelsel, maar tegelijkertijd ook

onderzoeken welke alternatieven er te realiseren zijn.

Een aantal aanbevelingen:

Differentiatie

Zittenblijven hangt samen met het leerstofjaarklassensysteem.

Binnen dat systeem wordt vastgesteld

welke doelen leerlingen in een schooljaar moeten behalen

om door te stromen naar het volgende leerjaar.

Een jaar overdoen voorkomt dat de niveaus binnen

een klas te ver uit elkaar lopen. In sommige andere

Europese landen, zoals de Scandinavische landen,

wordt meer gedifferentieerd en komt zittenblijven in

het vo veel minder voor. Ook in Nederland kunnen

scholen leerlingen die afwijken van het gemiddelde,

meer mogelijkheden tot differentiatie bieden waarmee

wordt bevorderd dat alle leerlingen de basisstof leren

beheersen. Ook is het denkbaar dat kinderen per vak

afstuderen op het niveau waarop ze dat aankunnen;

bijvoorbeeld alle vakken op vwo-niveau en wiskunde

op havoniveau.

Ontwikkeling volgen en kansrijk bevorderen

Scholen kunnen zittenblijven tegengaan door de ontwikkeling

van de leerlingen nog beter te volgen. En bij

achterstand eerder in te grijpen. Ga, als mentor, tijdig

met ouders en leerling in gesprek over de resultaten.

Wacht niet tot de rapportbespreking in de week voor

de zomervakantie; dan is er geen tijd meer om samen

te kijken wat goed is voor de leerling en om eventuele

alternatieve mogelijkheden te onderzoeken.

Zomerschool

De zomerschool is een effectief instrument om zittenblijven

in het vo te voorkomen. Leerlingen die niet

voldoen aan de norm om over te gaan, krijgen op deze

manier extra onderwijstijd. Een zomerschool van enkele

weken kan al voldoende zijn om leerachterstanden

in te halen, mits de zomerschool gevuld is met leeractiviteiten,

verzorgd wordt door goed gekwalificeerd

personeel en gericht is op de inhoud van de vakken

waarvoor de leerling onvoldoende staat. Een aantal

scholen werken ook al met een lenteschool: een extra

lesprogramma in de twee weken van de meivakantie.

42 Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Tijdens dit programma oefenen leerlingen met de

leerstof voor één of twee vakken waar zij moeite mee

hebben. Op die manier kunnen zij proberen hun cijfers

op te halen en alsnog over te gaan.

Minder harde overgangscriteria

Het werken met overgangsnormeringen en beslisregels

waar veel scholen traditioneel voor kiezen, lijkt

het grootste obstakel te zijn om serieus over mogelijke

alternatieven na te denken. Scholen zouden

de cijfercultuur kunnen terugdringen door minder

‘nauwkeurig’ het rapportoordeel te becijferen en de

uitkomst niet meer af te ronden op een heel getal. Dat

geeft al meer ruimte en nuance. Bovendien zouden de

criteria voor doubleren ruimer gesteld kunnen worden

en kan ook worden meegewogen of de prestaties

zelfstandig of met extra ondersteuning tot stand zijn

gekomen. Bovendien zouden soft skills in de rapportage

kunnen worden opgenomen en in het oordeel

meegewogen. Geef de twijfelgevallen in de bovenbouw

meer kans; bevorder ze mét extra ondersteuning

vanaf de eerste schooldag in het nieuwe jaar.

Inclusiever onderwijs vraagt om nieuwe mindset en

om flexibele organisatie van het leerproces in faciliterende

contexten. De systeemwereld en het huidig

bestel werkt dit steeds weer tegen; als een (oud) ecosysteem

dat zichzelf in stand wil houden. Totdat door

de buffer wordt geknald.

Auteur: Jos Gerards

Evident Interim Bestuur,

redactielid

Werken aan Inclusie

De leerling verliest

oude jaargroep en

vrienden uit het oog.

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

43


Inhoudsopgave

Visie Een ouder & draagvlak vertelt...

Sterkte,

uw kind heeft

het syndroom

van down

Victor heeft het syndroom van down

en zit sinds 2021 op de basisschool. Hoe

is dat voor hem, en voor zijn ouders?

JaapJan Boer deelt over wat hem als

vader raakt en bezighoudt op de weg

naar inclusief onderwijs. Deel 1: de start.

Ineens kwamen we in de medische molen. De hartafwijking

bleek ernstig en samen te hangen met de

aanwezigheid van een extra 21 e chromosoom; ook wel

bekend als het downsyndroom. De grond zakte onder

onze voeten weg. Downsyndroom. Dat was iets wat ver

bij ons vandaan stond. We kenden geen mensen met

het syndroom van down. We wisten niet wat het inhield,

maar gingen er vanuit dat ons leven er totaal anders

uit zou komen te zien. Een leven met intensieve zorg

en talrijke teleurstellingen, want dat lazen we in de foldertjes

die we in het ziekenhuis kregen. Kennelijk lopen

mensen met het syndroom van down een groter risico

op vanalles. Een periode van rouw brak aan, vooral

gevoed door al deze zorgverhalen.

Victor op zijn

eerste schooldag

Als vader van drie kinderen (waaronder een tweeling)

was het concept van de twintig wekenecho mij

redelijk bekend. Kijken naar een schermpje met wat

onduidelijke beelden, die zich uiteindelijk vormen tot

een minimensje. Zo ging het ook bij dit vierde kindje.

De inmiddels vertrouwde procedure ontvouwde zich…

totdat opeens de sfeer veranderde. “Er is iets mis met

het hartje”, fluisterde de verloskundige. Opeens stond

de wereld stil. Tegelijk was dat moment het begin van

een rollercoaster. Het vertrekpunt van een leven vol

verrassingen, strijd, teleurstellingen en overwinningen.

Nieuwe werelden

Na aantal weken kwam de acceptatie. En na de

acceptatie kwam de strijdlust. Want down of niet: dit

kind was meer dan welkom! Daarbij ontvingen we veel

steun vanuit ons familie en netwerk. De bevalling diende

zich onverwacht snel aan en op 1 januari 2017 werd

Victor geboren. Een prachtig ventje, dat er eigenlijk

heel normaal uitzag. Maar wél met een ernstige hartafwijking.

Na zes pittige maanden volgde een openhartoperatie.

Een wereld die onbekend was, werd opeens

vertrouwd. We leerden de gangen, de wetten van het

ziekenhuis kennen. De tl-verlichting, de witte jassen,

de medisch specialisten en de verpleegsters die oog

hadden voor hoe het met ons ging. En met de andere

kinderen: Victors grote zussen en broer die de situatie

zo makkelijk omarmden en doorgingen met hun leven.

44

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024 Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Nog geen week na deze zware operatie mochten we

naar huis. Het leven ging door. Maar, niet zonder verandering.

Want de geboorte van Victor was een directe

aanleiding voor mij om een andere baan te zoeken. Die

vond ik, bij een stichting die zich inzette voor het wegnemen

van stigma´s rond psychische aandoeningen in

(onder andere) het onderwijs. Op deze nieuwe plek kon ik

mijn ervaring rond vooroordelen met betrekking tot het

syndroom van down inzetten bij de ontwikkeling van een

schoolbrede aanpak. Na jaren in de jeugdzorg opende

zich een nieuwe werkdomein. Een domein

dat ik kende als leerling en ouder, maar

nog niet als professional. Een prachtig

werkveld, dat veel vragen opriep.

Scholen zijn de plek waar de

maatschappij samenkomt, maar

toch was daar eigenlijk weinig

aandacht voor het bespreekbaar

maken van alle zichtbare en onzichtbare

verschillen tussen mensen.

Als professional was het boeiend

daarmee aan de slag te gaan. Als vader

bleek het behoorlijk frustrerend.

Gesprekken en nog meer gesprekken

Voor ons was het vanaf het begin helder: onze Victor

zou gewoon starten op de basisschool waar zijn zussen

en broer ook op zaten. Dus gingen we in gesprek,

vanaf het moment dat Victor net twee jaar oud was.

Dat bleek geen dag te vroeg, want er moest blijkbaar

heel wat gebeuren om Victor de start te geven die bij

de andere kinderen zo soepel en vanzelfsprekend was

verlopen. Victor trok zich ondertussen nergens iets van

aan en ontwikkelde zich tot een vrolijk, nieuwsgierig

mannetje.

willen goede afspraken maken voor als het niet lukt.’

(Zeg je dat over elke leerling die wordt aangemeld?

Welke verwachting heb je dan aan de voorkant?) Of:

‘Hij kan zeker niet stilzitten of zelfstandig uit een beker

drinken?’ (Welke kleuter kan wel stilzitten?)

Ervoor gaan

"Wij

geloven in

een inclusieve

leeromgeving als

perfecte plek om tot

ontwikkeling

te komen."

Veel gesprekken gingen ook over de vraag wat zorg en

wat onderwijs is. (Je jas leren ophangen: is dat zorg of

onderwijs?) Of over financiering: pingpongen tussen

wijkteam, samenwerkingsverband en de

school. Vaak vroeg ik me af wat deze

gesprekken bij elkaar kostten en

of dat geld niet gewoon naar de

school kon om goede ondersteuning

te realiseren. Ik vroeg me af

waarom er zo nodig een onderscheid

gemaakt moest worden

tussen zorg en onderwijs. Ik vroeg

me af waarom het benodigde geld

uit verschillende potjes moest komen.

Ik vroeg me af waarom het zo ingewikkeld

was, terwijl ik vanuit de gemeente en de

school altijd hoorde dat inclusie zo belangrijk is.

Maar ik zag ook: een juf die er vrijwel zonder aarzeling

voor wilde gaan. Die zich ging verdiepen in wat nodig

was en vooral ook op ontdekkingstocht wilde gaan door

te doen en te ervaren. Die een hulpvraag voor zichzelf

formuleerde. Twee jaar na de eerste gesprekken was

het zover: Victor kon starten op de basissschool die

voor hem al zo vertrouwd was. In de buurt, met veel

bekende gezichten. Hij was er klaar voor. Een stap op

weg naar het waarmaken van de inclusieve gedachte

op deze school?

De directeur van de basisschool reageerde positief

op onze wens; het paste uitstekend in de visie van de

school. De ib’er ging aan de slag. Vele gesprekken volgden,

voor en achter de schermen. Gesprekken die soms

vragen en boosheid opriepen. Want ‘waarom zou je

deze route kiezen als er een goede school voor speciaal

onderwijs om de hoek zit?’ (Omdat wij geloven in een

inclusieve leeromgeving als perfecte plek om tot ontwikkeling

te komen?) Of: ‘We gaan het proberen, maar we

De volgende keer: de startperiode op de basisschool.

Auteur: JaapJan Boer

Vader en zelfstandig

adviseur/verbinder in

(inclusief) onderwijs en

jeugd(hulp)

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

45


Wist je dat...

Werken aan

inclusie

hét tijdschrift voor inclusief onderwijs

… je als abonnee toegang hebt tot de complete

digitale database van Werken aan Inclusie?

Zo kun je alle edities van het tijdschrift ook altijd digitaal lezen. Ben je op zoek naar informatie

over een specifiek onderwerp of thema? Gebruik dan de zoekfunctie of filters

en vind de kennis die je nodig hebt! Ook het complete archief van Ondersteuning in het

Onderwijs Magazine raadpleeg je hier!

Heb jij al een account op www.instondo.nl? Dan hebben wij jouw abonnement al

gekoppeld aan jouw digitale account. Heb je nog niet eerder ingelogd op de website?

Maak dan eenvoudig een gratis account aan en koppel jouw abonnementen

via www.instondo.nl/abonnementen-koppelen.

Of scan de QR-code!

Colofon

Gasthoofdredacteur: Bert Wienen

Eindredactie: Carolien Drijfhout

Redactie: Marieke Boon, Anne Dekkers, Vincent Fafieanie,

Jos Gerards, Neely Anne de Ronde, Esther Schepers en

Hilbert de Vries.

Uitgever: Janneke van Loon

Vormgeving: Vormvreters

Druk: Veldhuis Media BV

Fotografie: De Beeldredaktie (pagina 11), Shutterstock

(pagina’s cover, 4, 5, 6, 15, 18, 31, 36, 38, 42 en 43),

René Schotanus (pagina’s 3, 24, 34 en 41).

Voor informatie over advertentiemogelijkheden kunt u

zich richten tot uitgever Instondo: m.kok@instondo.nl.

Bijdragen aan Werken aan Inclusie? Mail naar hoofdredacteur

Esther Schepers: esther.schepers@outlook.com.

Tip een collega!

Werken aan Inclusie doen we samen!

Welke collega heeft ook baat bij informatie en

inspiratie over de weg naar inclusief onderwijs?

Geef het blad vooral door! Een tweede

abonnement (5 nummers per jaar) op

hetzelfde adres kost geen €135,

maar slechts €64!

Ga naar

www.werkenaaninclusie.nl/abonnement.

© Instondo B.V. Auteursrechten voorbehouden. Het is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van de uitgever artikelen, illustraties of schema’s

geheel of gedeeltelijk over te nemen. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is,

aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen en suggesties houden zij zich gaarne aanbevolen. Vanwege de

aard van de inhoud en het doel van dit vakblad, wordt de abonnee geacht het blad te ontvangen in verband met de uitvoering van een beroep of bedrijf.

46

Werken aan inclusie I nummer 1 I 2024

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Benut het

leerpotentieel van

álle leerlingen

Over het effect van hoge

verwachtingen in het

onderwijs

Redwane Bouttaouane

Onderwijskundigen zeggen het

allang: leerlingen benutten hun

leerpotentieel wanneer leraren

en ouders hoge, positieve

verwachtingen van hen hebben.

Daarnaast zorgt dit voor een

positief effect op hun welbevinden,

motivatie en op diverse

gedragsaspecten.

Hoe ziet onderwijs dat gegeven

wordt vanuit hoge verwachtingen

eruit in de praktijk? Hoe

vormen leraren (hoge en lage)

verwachtingen van leerlingen?

En welke pedagogische en

didactische handelingen leiden

tot de benutting van het volledige

leerpotentieel van alle

leerlingen?

Bestel direct!

Via www.instondoboeken.nl

of scan de QR-code

In dit boek worden de lezers

aan de hand van voorbeelden uit

de onderwijspraktijk en wetenschappelijk

onderzoek (evidenceinformed)

inzichten geboden.

Iedereen in het onderwijs kan

hiermee praktisch aan de slag.

Dit boek daagt uit tot ander

leerkrachtgedrag (wijze van

doen). Maar ook tot het kritisch

kijken naar hoe verwachtingen

worden gevormd en hoe je

die kunt bijstellen (wijze van

denken).

Zo leer je hoe je álle leerlingen

kunt helpen hun volledige leerpotentieel

te benutten.

Werkenaaninclusie.nl - WAI nummer 1 © Instondo 2024


Goede begeleiding krijgt

de erkenning die het verdient:

Onderstaande bureau’s kregen een Cedeo-erkenning

‘Onderwijsadvies’, ‘Onderwijsonderzoek en -advies’ of

‘Onderwijsbegeleiding’ na het met goed gevolg doorstaan

van een uitgebreid klanttevredenheidsonderzoek:

Cedeo George Hintzenweg 77, Rotterdam Postbus 701, 3000 AS Rotterdam

T. 010 - 899 74 40 cedeo.nl info@cedeo.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!