15.01.2025 Views

Operatie Energiewijken

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

operatie

energie

wijken

dec

2024



Kom binnen. Wij stellen onze

workroom open om samen te

werken aan maatschappelijke

opgaven die niemand alleen,

binnen zijn eigen discipline of

domein, opgelost kan krijgen.

De energietransitie in bestaande wijken is er zo één: ingenieurs

ontwikkelen slimme systemen, lokale besturen tekenen

warmteplannen en stadsvernieuwingsprojecten uit, economen

geven een tax shift vorm, socio-culturele organisaties horen

wat kwetsbare gezinnen nodig hebben, ontwikkelaars denken

een woon- en energieaanbod uit. Maar als hun inspanningen

niet verbonden raken tot één logica, loopt elk van hen

vast. Dat is wat er vandaag gebeurt: tussen plannen en

uitvoering ligt een gapende implementatiekloof. Die kunnen

we alleen overbruggen als we samen, in het midden tussen

de verschillende disciplines en actoren, nieuwe verbindingen

ontwerpen. Dat is één van de grootste creatieve opgaven van

onze tijd. Daarvoor dient deze werkruimte.

In OPERATIE ENERGIEWIJKEN gaan we op de schouders staan

van internationaal vergelijkend onderzoek en van vele lokale

experimenten in Vlaanderen, Brussel en daarbuiten. Zij testen

verschillende benaderingen voor de energietransitie van onze

bestaande buurten. Deze tentoonstelling brengt hun lopende

werkzaamheden in kaart en formuleert op basis daarvan zeven

gelijktijdige actiefronten voor ‘Energiewijken’. Samen vormen ze

een raamwerk voor implementatie dat technische met sociale,

juridische, financiële en beleidsmatige doorbraken verbindt.

Maar deze actie-agenda is niet af. Neem een boekje en pak een

pen vast! Op basis van jouw amendementen en aanvullingen

herschrijven we hem eind februari. We presenteren hem als een

gedeeld voorstel aan de politiek, aan verschillende sectoren,

aan burgers. Het is tijd voor een georganiseerd initiatief vanuit

het midden.

Tijd voor een operatie!


‘Winners vs. losers’, Gent Muide-Meulestede

© Bob Van Mol


Van een

huisper-huis

energietransitie

die op z’n

grenzen

botst ...


We staan voor een enorme opgave

om CO 2

-en andere broeikasgasemissies

tot nul te reduceren. Daarin

speelt de (bestaande) gebouwde

omgeving een belangrijke rol.

Evolutie van de broeikasgasemissies in België (-16% sinds 2020) en de bandbreedte tussen het vooruitzicht als

we het huidige beleid doorzetten en de vooropgestelde doelen (tot 2050)

MTCO 2

eq

150

-16%

100

-40%

1990 2023 2030

0

2050

36%

van alle energiegerelateerde

emissies in de EU

is verbonden met

gebouwen

40%

van alle energieconsumptie

in

de EU gaat naar

gebouwen

75%

van de bestaande

gebouwen in de

EU is onvoldoende

efficiënt

16%

van het primair

energieverbruik

van woningen in

de EU moeten we

reduceren tegen

2030


De huidige renovatieaanpak, die

huis per huis verloopt, gaat te

traag. Tegelijkertijd wordt de

stap naar fossielvrije verwarming

daarbij te weinig gemaakt.

Huidige verdeling van de EPC-labels in Vlaanderen (links) en het monitoringspad dat toelaat om per

legislatuur de voortgang aan af te meten

25,2%

99%

11%

F

E

D

15%

C

20%

B

21%

A

A

7,8%

2023

2050

4%

1%

9%

471

van alle woningen

in België heeft

een A-label (7% in

Vlaanderen, 2%

in Wallonië, 1% in

Brussel)

of minder van de

Belgische woningen

wordt elk jaar

gerenoveerd,

in plaats van de

noodzakelijke 3%

van de verwarming

en koeling

van Belgische

gebouwen gebeurt

op basis van nietfossiele

systemen

woningen zouden

elke dag gerenoveerd

moeten worden in

België


Bovendien is niet iedereen

vanzelf mee in deze aanpak.

De energietransitie dreigt de

sociale kloof zelfs te vergroten.

Absolute (staafjes) en cumulatieve (lijn) verdeling van het aantal woningeigenaars in Vlaanderen die een

bepaald financieel tekort of overschot hebben voor een energetische renovatie (zonder comfortrenovatie)

100%

90%

80%

51%

70%

60%

27%

23%

50%

40%

13%

30%

9%

6%

3%

3%

5%

4%

7%

20%

10%

-∞

-50K

-25K

-12,5K

-6,3K

0

12,5K

25K

50K

100K

51%

van de Vlaamse

woningeigenaars kan

een energetische

renovatie niet

betalen (50% in

Wallonië, 39% in

Brussel)

4%

van de Belgische

woningeigenaars

heeft voldoende

aan de huidige

premies voor

een energetische

renovatie

20%

van de Belgische

gezinnen

bevindt zich in

energie-armoede

65%

van de

energiepremies

komt terecht bij

huishoudens die

zonder premie ook

kunnen renoveren


... naar

de

belofte

van een

wijkaanpak


Een wijkaanpak is energieefficiënter.

P2

P3

P4

toevoer

leiding

boorveld

G

WP

WR2

V1

TZC

toevoer

TZCs

WR1

TZC

retour

retour

leiding

Verschillende lokale warmtebronnen kunnen op wijkschaal

in één systeem aan elkaar geschakeld worden. Daardoor

wordt op elk moment de meest efficiënte bron aangesproken.

Warmte- en koudevragers kunnen elkaar uitbalanceren.

En in een collectief systeem is per afnemer

minder buffercapaciteit nodig, waardoor minder warmte

verloren gaat. Maar ook elektriciteit kan lokaal uitgewisseld

en opgeslagen worden, waardoor minder energie

langs het regionale net moet.

Het hydraulisch schema toont de warmteproductie

van De Schipjes in Brugge (BE).

Hier zorgt de combinatie van een boorveld,

thermische zonnepanelen en luchtwaterwarmtepompen

voor een optimale

energiebalans.


Een wijkaanpak is goedkoper.

0 jaar

50 jaar 100 jaar

riolering

N+60 jaar

wegdek asfalt

N+50 jaar

wegdek kassei

N+80 jaar

verlichting

N+40 jaar

Eén collectieve investering is interessanter dan allemaal

kleintjes. Het laat toe om te investeren in systemen met een

langere levensduur. Die kosten initieel meer, maar zijn op

lange termijn goedkoper. Bovendien kunnen maatregelen,

zoals de aanleg van een warmtenet, de vervanging van

riolering en de klimaatrobuuste heraanleg van de straat,

gebundeld worden uitgevoerd. Hierdoor hoeven kosten,

zoals die voor het openleggen van de straat of administratie,

slechts één keer te worden gemaakt.

In Leiden (NL) worden de cycli waarmee

verschillende investeringen in de publieke

ruimte gebeuren op elkaar afgestemd

waardoor de werken gelijktijdig kunnen

plaatsvinden en een kostenbesparing van 30%

mogelijk is.


Een wijkaanpak is inclusiever.

In een appartementsgebouw, straat, bouwblok of wijk

wonen buren met allerlei achtergronden en wensen

samen. Sommigen zijn huurder, hebben niet de tijd of

middelen om zelf stappen te zetten in de energietransitie,

of hebben niet de ruimte voor zonnepanelen of een

warmtepomp. Binnen een collectieve aanpak kunnen we

ons richten op het meenemen van deze mensen, zowel

via gerichte ondersteuning als door hen op collectieve

energiesystemen aan te takken.

De kaart duidt de gebouwen in de

Brusselse Noordwijk (BE) aan met een hoog

energieverbruik, hoog warmteverlies en hoge

kans op energiearmoede. Een wijk als deze

vraagt om een inclusieve, collectieve aanpak.


Een wijkaanpak maakt maatwerk

en integratie mogelijk.

bio

water

geo

De wijk is meer dan de optelsom van bakstenen, isolatiemateriaal,

energiesystemen en andere infrastructuren.

Het is een leefomgeving en een leefgemeenschap

met specifieke kenmerken, uitdagingen en ambities. In

tegenstelling tot generieke regels en stimuli maakt een

collectieve aanpak op wijkschaal maatwerk mogelijk.

Door verder te bouwen op specifieke kenmerken, sociale

netwerken en lokale dynamieken worden investeringen

in de energie- en klimaattransitie een hefboom voor het

bredere toekomstproject van en voor de buurt.

In Bospolder-Tussendijken in Rotterdam (NL)

wordt het potentieel voor lokale

warmtebronnen gekruist met de aanwezige

sociale netwerken. Het zijn allebei bouwstenen

van het geïntegreerd toekomstproject BoTu

2018–2028.


Een groeiend

aantal tests voor

energiewijken...

De kaart toont het toenemend aantal ‘Energiewijken’

in onze Eurodelta. Netwerkorganisaties, kenniscentra

en adviesorganen maken een pleidooi voor collectieve,

plekgebaseerde oplossingen. Lokale besturen,

ontwikkelaars en burgercoöperaties testen stukjes

ervan in de praktijk. Die geïntegreerde en collectieve

benadering verkennen ze niet vanuit ideologisch

standpunt. Het is een pragmatische keuze en een

noodzaak: om alle investeringen te doen passen in

beperkte ruimte en budgetten, en om iedereen mee te

krijgen. Er komt een beweging op gang!

14

30

Klimaatwijk Ter Elst,

Leuven (BE)

1 18

Constantin Meunierstraat,

Leuven (BE)

2 19

Energie in de Parkwijk,

Turnhout (BE)

3 20

Klimaatwijk Sint-Gillis,

Brugge (BE)

4 21

Muide-Meulestede Fossielvrij,

Gent (BE)

5 22

6 23

Wonderland,

Temse (BE)

7 24

Bloemenwijk,

Zoersel (BE)

8 25

Warmte Verzilverd,

Mortsel (BE)

9 26

Collectieve wijkrenovatie

Oude Cité, Beringen (BE)

10 27

Klimaatcontract Linkeroever

2030, Antwerpen (BE)

11 28

Klimaatwijk Mechelse Vesten,

Mechelen (BE)

12 29

Warmtenet Oostende,

Oostende (BE)

13 30

14

oPEN Lab Nieuw Texas and

Waterschei-Noord, Genk (BE)

Georgian District, Limerick (IE)

Renovatie Broek,

Vilvoorde (BE)

De Schipjes,

Brugge (BE)

Vaartwarmte Marie Thumas,

Leuven (BE)

31

15 32

16 33

17

Smart Block Geblergasse,

Wenen (AT)

Dampoort KnapT OP!,

Gent (BE)

Warmtenetwerk Antwerpen

Noord, Antwerpen (BE)

SUNSUD, Brussel (BE)

Klimaatbedrijf Blankenberge,

Blankenberge (BE)

Wijkmotor Egelsvennen,

Mol (BE)

Energiewijk Bospolder-

Tussendijken, Rotterdam (NL)

BE-SHARE Noordwijk,

Brussel (BE)

Energiegemeenschap

Otterbeek, Mechelen (BE)

Warmtenet Kortrijk Weide,

Kortrijk (BE)

Energiepositief Bergeveld,

Holsbeek (BE)

PHW Power Coalition Park

Haagseweg, Amsterdam (NL)

Oldham Energy Futures,

Oldham (UK)

Éco-quartier Lyon Confluence,

Lyon (FR)

Wijkrenovatie Nekkerspoel,

Mechelen (BE)

Energie Lab Zuidoost,

Amsterdam (NL)


29

33

24

12

22

4

27

5

19

20

10

6

7 3

8

23

32 26

11

15

25 1

21

17

2

28 9

13

18

31


EnergyVille • Thor Park 8310-8320, 3600 Genk - Belgium • info@energyville.be • energyville.be

Essaybundel | Aardgasvrijewijken |

1

POWERING

THE ENERGY

TRANSITION AT

THE

DISTRICT

LEVEL

Nieuwe energie

eerlijk verdeeld

A

practical

guide

for local

initiators

Dirk Sijmons

FABRICations

H+N+S Landschapsarchitecten

POSAD spatial strategies

Studio Marco Vermeulen

NRGlab/Wageningen Universiteit

Vereniging Deltametropool

EEN NATIONAAL PERSPECTIEF

HANDLEIDING VOOR DE RENOVATIE

VAN APPARTEMENTSGEBOUWEN

Eindrapport gepubliceerd op 22 juni 2024

Beknopt Kennisdocument Energietransitie Gebouwen in Vlaanderen

Doelmatig naar klimaatneutraal

Reflectienota in opdracht van de Minaraad

“ De opgave waar

we voor staan

is groot

en complex”

Essaybundel over aardgasvrije wijken

door negen professoren

Januari 2020

LIFE IP CA 2016 BE-REEL!

BE REEL! Action - C5 Innovative Business Models for renovation

Code of the deliverable: C5D3.3

Title of the deliverable: Guidelines for Renovation of Appartment Buildings

Associated Partner: VEKA

AUTEUR:

Han Vandevyvere

LIFE IP CA 2016 BE_REEL!

Met steun van het financieringsinstrument

LIFE van de Europese Gemeenschap

pag. 1

www.aardgasvrijewijken.nl

Wat ’

Hoe en Wie?

OPPORTUNITIES AND

COMMITMENTS

climate

neutral

Irene Bronsvoort Jesse Hoffman

en Maarten Hajer ’

Urban Futures Studio ’

Universiteit Utrecht

RAPPORT

COLLECTIEVE PROJECTEN:

COLLECTIEVE WARME DEKENS PROJECTEN: VOOR DE ENERGIETRANSITIE

COLLECTIEVE WARME DEKENS PROJECTEN: VOOR DE ENERGIETRANSITIE

WARME DEKENS VOOR DE ENERGIETRANSITIE

Gids voor de versnelling van de

energietransitie in stadswijken

en dorpskernen

ITINERA INSTITUTE ANALYSE

December 2021

VIJF

VOOR

DOORBRAAK-

PROJECTEN

ENERGIE-

WIJKEN

KEY MESSAGES

Renovatiebeleid in België;

weinig impact en (te)

veel ‘free riders’

Uit Europees onderzoek blijkt dat 65% van de renovatiesubsidies terecht

komt bij de hogere inkomens die ook zonder de subsidies gerenoveerd zouden

hebben;

Een grondige evaluatie van het renovatiebeleid dringt zich op;

Hierbij moet ook de vraag gesteld worden in welke mate de renovatiesubsidies

kunnen leiden tot hogere marktprijzen voor inefficiënte woningen.

Johan Albrecht

Empowering you

to act on climate change

June 2022

Pre-financing mechanisms for climate renovations

accessible to all Flemish homeowners

CLIMACT’s report intends to inform BBL. It is strictly for internal use at BBL. It cannot be directly used as

communication material by BBL without prior written consent from CLIMACT. The study reflects the views of the

authors.

CLIMACT: Quentin Jossen, Elise Sungurtekin, Vadim Lacroix, Marion

Latiers, Pieter-Willem Lemmens, Pascal Vermeulen.

EnergInvest: Jean-François Marchand, Lieven Vanstraelen.


Sint-Gillis Brugge

Muide-Meulestede Gent

Wonderland Temse

Linkeroever Antwerpen

Warmtenet Mortsel

Mechelse Vesten

Bloemenwijk Zoersel

Ter Elst Leuven

Parkwijk Turnhout

Mijncité Beringen

OOGSTNOTA

VRAGEN EN AANBEVELINGEN

RICHTING VLAAMS BELEID,

VANUIT DE PRAKTIJK VAN TIEN

VLAAMSE PIONIERSPROJECTEN

Deze Oogstnota bundelt de praktijkgebaseerde

vragen en aanbevelingen vanuit tien lopende

pioniersprojecten in verschillende steden en

gemeenten in Vlaanderen. Binnen het 100 Wijken

Platform delen en ontwikkelen deze pioniers de

doorbraken en methodieken voor een versnelde,

geïntegreerde en inclusieve realisatie van de

energietransitie, mobiliteitstransitie en klimaatadaptatie

in bestaande buurten.

Juli 2024

Van klimaatakkoord

naar keukentafel

Organisatie van de wijkgerichte energietransitie

CLIMATE CITY CONTRACT

Investment plan Left Bank Climate

Neutral 2030

Version 21/6/2024

0

... en een steeds

steviger pleidooi en

onderbouwing.


Tijd voor

een

operatie!


Maar… die beweging is pas impactvol als we de omslag op

alle fronten tegelijk maken: beleid, financiering, sociaal werk,

technische innovatie en juridische kaders moeten in elkaar

passen binnen een coherente systeemaanpak. Zo niet, dan zal de

business case altijd op één of andere manier tegenzitten, zullen

woningeigenaars niet op het juiste moment klaarstaan of blijven

overheden en private ondernemers op elkaar wachten.

De tijd dringt! Hoe langer we een systemische oplossing

uitstellen, hoe meer lock-ins er ontstaan. Nu is er

een momentum: de herziene Europese Richtlijn voor

Energieprestaties (EPBD) moet omgezet worden in regionaal

beleid en het Europees verhandelingssysteem van emissies

wordt uitgebreid naar gebouwen (ETS2). En er treden nieuwe

beleidsploegen aan op regionaal, provinciaal en lokaal niveau

die nu bezig zijn met het opmaken van hun beleidsagenda.

Dat allemaal terwijl we observeren dat de uitvoeringspraktijk

klaarstaat voor de volgende versnelling.

OPERATION ENERGY NEIGHBOURHOODS is als tentoonstelling

geen eindpunt, maar het is een workroom om met z’n allen vorm

te geven aan de nodige actie-agenda. De zeven actiefronten die

hierna volgen, schetsen hoe de inzet van uiteenlopende actoren

als een puzzel in elkaar zou kunnen vallen. Ze zijn geformuleerd

als voorstellen; het zijn keuzes die binnen handbereik liggen en

waarvoor we ons kunnen engageren. Vanuit een gedeeld midden.

Welke voorstellen onderschrijf jij? Welke acties ontbreken er of

kunnen juister worden geformuleerd?

Geef samen met ons vorm

aan de gedeelde actie-agenda

en zet de operatie mee in.


POLITIEBURE

OLITIEBUREAU

...

LE MEDI

PARK 1943

SCHIEDAMSEWEG

3. BOUWKEET

VISSERIJPLEIN

BOSPOLDERPLEIN

SCHIEDAMSEWEG

2. MIDDEN

TA

ART

DRIEHOEKSPLEIN

VALENTIJN

SCHOOL

2E SCHAN

CHANSSTRAAT

AT

HUDSONPLEIN

AT

SCHIEDAMSEWEG

1. HISTORISCH

SCHANS /

WA

ATE

RGEUS

(-PLEIN)

MOLENSTOMP OMP /

MIDDENKOUS

DE

HISTORISCH

DELFSHAVEN

Supermarkt

1,84 GWh (30-45 °C)

POTENTIE WARMTEBRONNEN

GFT (biogas, HT)

12 kg/inwoners (85 kg) , 169,86 ton = 56 dagen (3 ton/dag) 0,4 GWh/jaar

500-1000 m Afstand tussen water en woningen

TEO/TEA/TED (LT)

4,2 + 1,1 + 0,86 GWh/jaar

Restwarmte (MT)

Chocoladefabriek

5,7 GWh (30-45 °C)

17,0 GWh/jaar

1.5 km Afstand tussen boring

Supermarkt

7,87 GWh (30-45 °C)

Geothermie (HT)

1 ha ‘covered area’

De ingeschatte potentie voor een

geothermie doublet (op basis van 4.000 vollast uren):

in de Delftzandsteen is 40.000 MWht

in de reservoirs in de Rijnland groep is 24.000 MWht

Bakkerij

1,58 GWh (30-45 °C)

Woning

typen:

V

IV

II - III

I

Legenda

Warmte temperatuur per brom

en gebruikers

Lage temperatuur

Lage - Midden temperatuur

Midden temperatuur

Hoge temperatuur

ENERGIEWIJK BOSPOLDER-TUSSENDIJKEN | 25 JULI 2019

35

KOP M

ATHENE

SSERWEG

MATHENE

SSE

SERWEG

MARCONIPLEIN

MIDDEN MATHENE

SSERWEG

GROTE VISSERIJSTRAAT AT

MATHENE

SSERDIJK

INITIATIEVEN

BUURTHUISKAMERS

SOCIAAL

CULTUREEL

RELIGIEUS

SCHOLEN

SPEELTUINEN

SPORT

DE FABRIEK

ABRIEK

DAKPARK HU DSONS

SPAN

JAARDSTRAAT

DAKPARK

P STA

ART 1.1

ART 1.2

We vertrekken steeds van de innovaties die nu al in de

betrokken steden en wijken getest worden, te beginnen

met Leiden.

Voor Leiden werd door de dienst stadsbeheer een planning

gemaakt van de geschatte wijkvervangingen voor de

komende 30 jaar.


Zeven

actiefronten

Een wijkactieplan

voor elke wijk

ACTIE 1

SITUATIE

VOORSTEL

ART 1.1

ART 1.2

In de huidige ad hoc, projectgebaseerde aanpak van de energietransitie handelt

iedereen apart, zonder goed te weten hoeveel impact hun acties hebben richting

een uiteindelijk doel. Verschillende beleidsdomeinen projecteren hun ambities

op dezelfde plek. Zo zorgt het ene project voor oponthoud, of neemt het fysieke

ruimte in van het andere. Tegelijkertijd stranden verschillende ‘papieren’ klimaaten

warmteplannen omdat ze onvoldoende vanuit uitvoeringslogica’s bedacht zijn.

In elke wijk wordt een operationeel en gedragen wijkactieplan

opgemaakt samen met bewoners en verschillende stakeholders

waarin deelprojecten met elkaar in verband worden gebracht.

In plaats van aparte plannen te maken voor energie, mobiliteit,

klimaatadaptatie, wonen of armoede wordt op schaal van

de wijk een geïntegreerd gebiedsproces georganiseerd. Het

wijkactieplan zet tussentijdse mijlpalen in een logische volgorde

uit. Zo zijn taken en doelen voor alle betrokkenen helder en

kunnen ze doorheen de hele transformatie van de wijk samen

opgevolgd worden.

We indexeren lokale energiebronnen en projectkansen

Kansen voor lokale geothermie, aquathermie, riothermie of restwarmte

worden maximaal ingezet om alle woningen fossielvrij te

kunnen verwarmen tegen 2040. Ook het lokaal potentieel voor

elektriciteitsproductie wordt in kaart gebracht. Nieuwe ontwikkelingen,

publieke gebouwen en sociale woningen vervullen een

rol op wijkschaal, als katalysatoren van wijkbrede projecten.

We koppelen investeringen en planningen uit verschillende domeinen

Geïntegreerde investeringsplannen laten toe om efficiënter

te werken. Door een warmtesysteem gelijktijdig uit te voeren

met de aanleg van een nieuw rioleringsnetwerk en op dat

moment ook nog in te zetten op het plaatselijk bufferen en

infiltreren van regenwater en het aanleggen van het fietspad,

drukt dat de kostprijs gemakkelijk met 30% en wordt ruimte

strategisch ingezet.

In Bospolder-Tussendijken in Rotterdam (NL)

maakte Posad-Maxwan een technische

kansenkaart die gestapeld werd met

antropologische mapping van sociale netwerken

en noden en kansen van bewoners.

© IABR

Voor Leiden (NL) werd door de dienst

Stadsbeheer een planning gemaakt van

de geschatte vervangingen van riolering

en bestrating voor de komende 30 jaar als

aanleiding om ook de energietransitie en

klimaatadaptatie geïntegreerd uit te voeren.

© Gemeente Leiden


PV cells, and 100% electrification of the household

energy supply system. Qualitatively, it is about a

sense of belonging, economic perspective, increased

self-sufficiency, outdoor play areas for children,

healthier lifestyles, home comfort and a more

beautiful living environment.

© Based on OOZE, IABR, Rotterdam (NL)

social organization with roots in the neighbourhood can b

broker in a PED development). It’s up to you to evaluate t

them and combine them until you have a coordination mo

your neighbourhood.

ART 1.3

136

2020 2023

2025

2030

Many loose initiatives,

1 energy cooperative

0.02% local energy production

14% of surface area is green

Current CO2 emissions

Many loose initiatives,

4 coalitions with TES,

1 energy cooperative

10% local energy production

17% of surface area is green

Fewer CO2 emissions

Many loose initiatives,

15 coalitions including 7 with TES,

1 energy cooperative

20% local energy production

27% of surface area is green

Fewer CO2 emissions

20 coalitions whose

TESs are interconnected,

3 energy cooperatives

40% local energy production

50% of surface area is green

Fewer CO2 emissions

As a city administration, we co-defined

the targets for our first carbon-neutral district,

but we wanted local coalitions to come up with

ideas on how to achieve them and to take action.

We decided to launch an open call for proposals.

It was inspiring to see how the proposals managed

to address not just one but several of the targets

we set. For example, a coalition involving the local

154

5.A Development unit in the city administration

The development of a PED can be coordinated

by a dedicated unit within the municipal administration. This

team of people has the capacity to work across and integrate

different policy domains and stakeholders. It may be housed

within a single department but have a specific mission to work

closely with other departments and outside stakeholders.

It can also be a transversal unit with its own mission, cutting

across departments. Or a collaboration between different

municipal departments, bringing together administrators in

a joint team. The advantages of a municipal development unit

are that it operates directly from the city’s long-term sustainability

targets and that (other) policy departments with a stake

in the PED process can easily be involved. It guarantees the

representation of the public interest, the long-term and largescale

vision, and the link with urban services such as energy

ART 1.4infrastructure, mobility or the design and maintenance of

public spaces.

Mobility

department

Energy

department

DEVELOPMENT ADMINISTRATION

Sustainability

team

Sustainability

strategists

Project team

STOCKHOLM ROYAL SEAPORT

The devel

Stockholm

a dedicate

departme

Developm

mission is

and depa

ability str

Developm

manages

500 urban

including

Seaport.

projects,

its own de

fifteen pe

team of 1

outside th

is respons

sales and

ment of p

the projec

Administ

sustainab

ledge tran

and depa

Royal Sea

sustainab

the only p

ment to h

team. The

in this tea

ability req

in develop

the city’s

results, ev

up to oth

Having th

within th

big differ

and invol

© Based on

ART 2.2

ART 2.1


ART 1.3

We bieden tools en kaders om de wijktransitie op te volgen

De warmteprojectontwikkelaar, de verschillende stadsdiensten,

wijkopbouworganisaties, scholen, cultuurhuizen en bewonersverenigingen

krijgen de taak om in gesprek met elkaar een

wijkactieplan op te stellen. Daar worden ze bij ondersteund met

procestools en begeleiding. Ze stellen ook een team samen dat

verantwoordelijk is om het plan op te volgen en bij te sturen

tijdens de meerjarige transformatie van de wijk.

In Bospolder-Tussendijken in Rotterdam (NL)

werd samen met lokale actoren een Local Energy

Action Plan (LEAP) uitgewerkt waarbij in de hele

wijk 61% CO2 kan gereduceerd worden tegen

2030 © OOZE architects & urbanists, IABR

ART 1.4

We passen de interne stedelijke organisatie daarop aan

Stadsambtenaren werken veel meer in wijkteams met elkaar

samen en pakken uiteenlopende doelen rond energie, publieke

ruimte, wonen, mobiliteit, sociaal beleid, water en economie op

het terrein samen op. Capaciteit wordt herverdeeld waardoor

de stad projectleiders kan aanstellen die in partnerschap met

burgers, nutsmaatschappijen, lokale organisaties en private

ontwikkelaars het wijkactieplan mee vormgeven en uitvoeren.

De stad Stockholm (SE) heeft een eigen

‘Sustainability team’ waarin experts uit

verschillende diensten samenwerken.

© Stockholms Stad

Een gesterkte

buurtgemeenschap met een

actieve rol

ACTIE 2

SITUATIE

VOORSTEL

De energietransitie wordt vandaag vaak op een zeer technische manier geprojecteerd op

bestaande buurten. Maar een energiewijk is geen toestel dat geïnstalleerd wordt. Het is

een levend ecosysteem waar mensen, hun gedragingen en hun sociale netwerken een

aanzienlijke impact hebben op de keuze voor en het functioneren van energiemaatregelen

en -systemen. Als wijkbewoners afhaken of de boot missen, halen we de doelen niet,

blijven noodzakelijke private investeringen achterwege en groeit de sociale kloof.

Wijkregisseurs, buurtwerkers en lokale organisaties zoals

de school, de bib of het lokaal dienstencentrum krijgen

de opdracht en het mandaat om een lokale dynamiek

rond de energietransitie op gang te brengen en de

aanwezige buurtgemeenschap te versterken. Er gaat

specifieke aandacht naar moeilijk te bereiken doelgroepen:

energie is een hefboom om hun omstandigheden beter

te maken. Iedereen – eigenaars, huurders, verhuurders,

winkeleigenaars en bezoekers – krijgt de kans om bij te

dragen aan het wijkactieplan, op maat van hun eigen wensen

en mogelijkheden. Hoe sterker hun gevoel van betrokkenheid

en fierheid, hoe duurzamer de wijkenergietransformatie.

ART 2.1

We nemen kwetsbare groepen serieus

Voor (sociale) huurders, bewoners met een migratieachtergrond,

mensen in armoede of alleenstaande ouders is de

energietransitie vaak niet de eerste zorg. Vroeg genoeg naar

hen luisteren, in veilige omgevingen op hun maat, laat toe om

de vraag mee door hen te laten bepalen. Hun bezorgdheden en

ideeën komen centraal te staan in het wijkactieplan.

SAAMO organiseert een maandelijkse

samenkomst met de Experten: mensen

in energiearmoede die vanuit hun

ervaringsexpertise input leveren op

energiebeleid en -projecten. © SAAMO

ART 2.2

We verzamelen verhalen en wensen via terreinwerk

Als bewoners de kans krijgen om te schrijven aan een gedeeld

narratief over (de toekomst van) hun wijk, ontstaat intrinsieke

motivatie om mee te bouwen aan de realisatie ervan.

Spelelementen en prototypes werken daarvoor als toegankelijke

entrée. Een fysieke uitvalsbasis in de wijk stimuleert

ontmoeting en zorgt voor nabijheid tussen bewoners en stadsdiensten.

Het narratief groeit mee met het wijkactieplan.

Elk van de zes wijken waarin Bologna (IT) is

opgedeeld, heeft een ‘wijklaboratorium’ waar

professionals (o.a. architecten, wijkwerkers)

aanwezig zijn om samen met bewoners ideeën

om te zetten in actie. © Fondazione Innovazione

Urbana


ART 2.3

ART 3.2

ART 3.1

Posters als leidraad voor gesprek met de bewoners

42 43


ART 2.3

We organiseren een diversiteit aan instapmogelijkheden

Een buurtgemeenschap kan op verschillende manieren

mede-eigenaarschap opnemen van de veranderingen in

haar omgeving. Een belangrijke eerste stap is dat mensen

toegang hebben tot kennis, informatie en uitwisseling. Via

energieworkshops, bijvoorbeeld, bouwen bewoners inzicht

en competenties op. Dat laat hen toe om mee beslissingen

te nemen en richting te geven aan de transformatie van hun

wijk tijdens een inspraakmoment, een co-creatiesessie of als

aandeelhouder in een (lokale) coöperatie.

Stad Eeklo (BE) voorfinanciert een aantal ‘sociale

aandelen’ bij energiecoöperatie Ecopower die

ze ter beschikking stelt van kwetsbare gezinnen.

© POWERUP

Iedereen aan boord

in een collectief renovatieprogramma

ACTIE 3

SITUATIE

VOORSTEL

ART 3.1

ART 3.2

Renoveren wordt nog steeds als een louter individuele kost en last gezien. Daar zit

ons versnipperd eigendomsmodel voor iets tussen. Maar niet iedereen heeft de tijd en

capaciteit om zich te verdiepen in een renovatie. Stimulansen voor verhuurders zijn

beperkt en omgekeerd dreigen huurders zichzelf met hogere huurprijzen in de voet te

schieten als ze een renovatie bepleiten. Terugverdientijden van investeringen zijn erg

lang. En bij rijwoningen en appartementsgebouwen hangt de energie-efficiëntie van je

woning nog eens af van of je buur meedoet.

Het ontzorgingsaanbod voor renovatie wordt proactiever

en collectief georganiseerd. Energiehuizen richten samen

met stadsdiensten wijkgerichte programma’s op en slaan de

handen in elkaar met architecten, aannemers, bouwbedrijven

en materialenproducenten. Via groepsaankopen,

aannemerskorting, gestandaardiseerde bouwpakketten en

renovatie as a service wordt renoveren haalbaarder. Door het

aanbod gericht naar mensen toe te brengen en dankzij het

gecreëerde momentum, stappen ook meer unusual suspects

in. Dat leidt tot een inclusiever aanbod.

We ontwikkelen een wijkgericht renovatieaanbod

Het energiehuis komt naar jouw wijk. Hun werking wordt aanbodgestuurd

in plaats van vraaggestuurd. Met een motiverende

campagne worden zo veel mogelijk bewoners toegeleid naar

gratis renovatie-advies en -ondersteuning. Hiervoor maakt

het energiehuis gebruik van nieuwe instrumenten, zoals de

wijkrenovatietool of warmteverliesscans van alle woningen.

In golven (bijvoorbeeld in 2025, 2028, 2032, … richting 2040)

worden voordelige pakketten aangeboden, waardoor renovaties

zo veel mogelijk geclusterd gebeuren.

We innoveren met materialen en all-in-one bouwpakketten

Collectieve renovatie gaat samen met innovatie in de bouwsector.

Nieuwe materialen worden ontwikkeld waardoor renovaties

met minder impact op het dagelijkse leven van bewoners of

op de kwaliteit van ruimtes worden uitgevoerd. Delen van het

renovatieproces kunnen worden gestandaardiseerd. Materialen

of gebouwpakketten worden via een deal met producenten en

leveranciers veel goedkoper vervaardigd. Zowel zelfbouwers

als aannemingsbedrijven kunnen er gebruik van maken.

Voor de ‘Scandinaviëblokken’ in Gent (BE)

onderzochten Studio Tuin en Wereld, AgwA en

Domus Mundi hoe een collectieve renovatie van

het appartementsgebouw op een inclusieve

manier kan gebeuren. © Studio Tuin en Wereld

Een rijwoning in te slechte staat die niet kan

gerenoveerd worden, wordt vervangen door

een modulair, geprefabriceerd ‘inschuifhuis’.

© Mobble, Labland vzw


NIEUWS SPORT SHOWBIZZ NINA REGIO VIDEO PUZZEL PODCAST

Wijzig Roeselare Nieuws Eten en drinken Uit-tips Lezersbijdragen

NET BINNEN

16:44 Dertigste veroordeling levert man

(37) nu ook in de politierechtbank zes…

ART 3.4

15:30 Twee twintigers riskeren celstraf na

vechtpartij in café in Roeselare: “Hij wou…

15:29 Man (51) die met pick-up truck

boven op rotonde tegen boom botst, had …

14:54 Voorzitterswissel bij K.H. Het

Gildemuziek

13:32 Dinsdagmarkt wijkt in kerstperiode

deels uit

MEER BERICHTEN

ONZE BUURT RENOVEREN

Hoe pakken we dat aan?

Samen isoleren, stap voor stap. Met de hulp van de Stad.

015 29 80 15 of energiepunt@mechelen.be

10%

ART 3.3

Sylvie Wybo (Buurt & Co), Stijn Cottenier (Opstap), schepenen José Debels en Michèle Hostekint en

Lode Demey van de stad Roeselare (vooraan rechts) komen de zolder van Ine Lobelle (vooraan links)

opruimen. © Foto Joke Couvreur

Stad komt je zolder opruimen (als jij

je dak laat isoleren)

ROESELARE Nog steeds geen werk gemaakt van het isoleren van je dak,

omdat je het niet ziet zitten om eerst je overvolle zolder op te ruimen?

Geen probleem. De stad Roeselare komt nu, in samenwerking met

onder meer Buurt en Co vzw, met de oplossing.

Redactie 22-02-18, 02:29 Laatste update: 22-02-18, 02:30

STAP

STAP

STAP

STAP

STAP

1

2

3

4

5

DE WARMTESCAN

Weet jij hoeveel warmte je woning verliest?

Check je warmtescan.

GRATIS RENOVATIEADVIES EN ONDERSTEUNING

Wat pak je best eerst aan? Samen met onze

renovatiebegeleider maak je een stappenplan op.

SAMEN RENOVEREN MET DE WIJKAANNEMER

1 wijkaannemer voor de hele buurt, die je kan inzetten voor

dakisolatie, gevelisolatie, en nieuwe ramen en deuren. De

aannemer stelt een offerte op, zonder verplichtingen.

FINANCIERING

Aan het loket bekijken we samen wat de mogelijkheden zijn

voor jouw woning en budget.

OMGEVINGSVERGUNNING

Samen met je buren wordt 1 collectieve vergunningsaanvraag

ingediend.

20%

Wie zich voor eind april inschrijft op de groepsaankoop voor dak- en

spouwmuurisolatie die de Stad samen met Test Aankoop organiseert, krijgt

gratis hulp bij het opruimen van de zolder. "We merken dat stimuleren en

faciliteren efficiënter is dan subsidiëren", vertelt schepen Michèle Hostekint

(sp.a). "Bovendien gebeurt de zolderopruiming, die wordt uitgevoerd door

mensen tewerkgesteld binnen de sociale economie, via een circulair systeem.

Herbruikbare spullen krijgen een tweede leven via een geefplein dat we in juni

organiseren, de reststromen worden via verwerking door Mirom herbenut als

warmte voor het warmtenet."

ART 4.1

STAP

STAP

6

7

UITVOERING WERKEN

De wijkaannemer voert al jouw goedgekeurde werken uit.

De Stad beantwoordt al je vragen.

PREMIES

Wij zoeken voor je uit op welke premies je recht hebt en

dienen samen de aanvraag in.

"Mooi meegenomen"

Zo'n 200 mensen schreven zich in voor de groepsaankoop. Ook Ine Lobelle uit

de Diksmuidsesteenweg. "Zeven jaar geleden vernieuwden we ons dak maar

omdat we niet van plan waren de zolder te gebruiken, kozen we toen voor

MEEST GELEZEN

https://archive.ph/gI3n7 1/5

ART 4.2


ART 3.3

We ondersteunen burenacties

Collectief renoveren krijgt een boost wanneer buren elkaar

helpen. Vaak zijn het ogenschijnlijk kleine dingen die mensen

ervan weerhouden om te renoveren. Bijvoorbeeld: de klus om de

zolder op te ruimen zit de installatie van dakisolatie in de weg.

Samen met de wijkregisseur worden acties opgezet om dit soort

karweitjes samen uit te voeren. Vele handen maken licht werk!

Stad Roeselare (BE) werkt samen met een

sociale tewerkstellingsorganisatie om zolders

leeg te maken, op voorwaarde dat mensen hun

dak laten isoleren. Herbruikbare spullen krijgen

een tweede leven via een geefplein. © HLN

ART 3.4

We introduceren collectieve vergunningen

Als verschillende woningen tegelijk gerenoveerd worden, houdt

het steek om stedenbouwkundige afwegingen – bijvoorbeeld

over een verschuivende rooilijn of gevellijst – op straat- of

wijkniveau te evalueren. Daarom kunnen buren nu in het kader

van een wijkrenovatieprogramma collectieve vergunningsaanvragen

indienen.

In de wijk Nekkerspoel hanteert het energiepunt

van de stad Mechelen (BE) zeven stappen om de

energietransitie op wijkschaal aan te pakken.

© Stad Mechelen

Collectieve

energieprojecten met wijkimpact

ACTIE 4

SITUATIE

VOORSTEL

ART 4.1

ART 4.2

Om voldoende snel tastbare resultaten te kunnen tonen, worden nu vaak de meest

winstgevende en haalbare hernieuwbare energieprojecten gerealiseerd. Grote

zonnedaken, nieuwbouwprojecten of de renovatie van gebouwen met een hoog en

stabiel verbruik zoals woonzorgcentra geraken projectmatig wel rondgerekend. Maar

de omschakeling naar fossielvrije verwarming voor individuele rijwoningen loopt stuk.

De kansrijke en rendabele energieprojecten lostrekken van de wijkaanpak, maakt de

energietransitie van de overblijvende delen nóg moeilijker.

Als onderdeel van het wijkactieplan wordt een portfolio

opgemaakt van systemische projecten die, bij elkaar opgeteld,

de vooropgestelde wijkdoelen realiseren. Financiële, technische,

sociale, juridische en stedenbouwkundige experts bundelen

hun kennis om voorbij de marktconforme logica’s van vandaag

te denken en mee te bouwen aan de investeringslogica’s die

we nodig hebben en willen. Lokale en bovenlokale overheden

durven deze projecten gelijke kansen te geven omdat ze zien dat

anders de moeilijkere delen blijven liggen en bevolkingsgroepen

achtergelaten worden.

We bouwen een gelijk speelveld voor collectieve

energiesystemen

Gedeelte warmtesystemen en zonnedaken in plaats van iedereen

z’n eigen warmtepomp en PV-installatie: we weten dat ze

efficiënter en op lange termijn goedkoper kunnen zijn, maar we

hebben er nog niet de regelgeving, begeleiding, de juridische en

financiële kaders voor. In een wereld gebouwd rond individuele

systemen, worden de steunkaders verbouwd om decentrale,

collectieve energie-infrastructuur écht te testen. Nieuwe aanbieders

worden ondersteund om hun model te optimaliseren.

We zetten maximaal in op wijkgebaseerde business cases

Potentieel dat ongelijk verdeeld is – lokale warmtebronnen,

grote zonnedaken, kansen om te verdichten – wordt in een

wijkaanpak herverdeeld door voorbij de schaal van de kavel te

kijken. Zo wordt de best mogelijke balans tussen energieverbruik

en -productie gerealiseerd. Combinaties van meer en minder

risicovolle projecten tellen samen op tot een evenwichtig

wijkportfolio.

In Cornwall (GB) ontwikkelt

warmtepompfabrikant Kensa een aanbod

waarbij woningen met hun individuele

boosterwarmtepomp aansluiten op een

collectief warmtenetwerk op basis van

grondboringen. © Kensa Heat Pumps

In Muide-Meulestede in Gent (BE) wordt

bekeken of zonnepanelen op de daken van grote

bedrijven mee inkomsten kunnen genereren

om zonnepanelen op residentiële daken voor te

financieren. © Architecture Workroom Brussels


4.B Collective projects as parts of a larger puzzle

Another logic we recognize is when a neighbourhood

strategy is broken down into smaller, manageable

sub-projects, for example around a street, square, block or

school. These are small-scale collaborations between residents,

owners, shopkeepers, organizations and/or public bodies.

They seize a local opportunity, such as drilling boreholes to

supply a number of buildings with sustainable heat in one go.

Local, social dynamics and economic opportunities persuade

residents to participate: enthusiastic neighbours convince each

other and change is visible in people’s immediate surroundings.

Altogether, these subsystems form a large mosaic. When

choosing this approach, it’s important to realize that there are

places where there are far fewer opportunities or where the

dynamics fail to materialize. The boundaries of each puzzle

piece must be defined in such a way that the whole neighbourhood

is covered and no one is left behind.

The block-by-block strategy in

Limerick (IE) aims to support

and accelerate the regeneration

of its inner-city neighbourhoods.

Within the historic Georgian

Quarter, this transformation is

being achieved by identifying a

number of anchor buildings, such

as the Post Office, the Arts Centre

and the Chamber of Commerce

(Limerick City and County

Council, 2019). By investing in the

refurbishment of these buildings,

they act as an entry point to

start conversations and engage

neighbouring owners within the

block to join in the refurbishment

one at a time. The public investment

is a catalyst for individuals and

private companies to surf along

on the value creation. ART 4.4 This is the

city’s way of tackling the whole

y block.

project,

145

ART 4.3

DS02 Limerick Youth Services

DS01 Gardens International

DS04 General Post Office

DS05 Rooney Auctioneers

DS03 Chamber of Commerce

DS06 The Engine

DS08 University of Limerick

DS09 University Hospital

Limerick

DS10 Limerick Institute

of Technology

DS11 Narrative 4

DS12 Belltable Arts Centre

DS15 Limerick City Gallery of Art

DS07 Colbert Railway Station

DS14 Limerick Georgian

House & Garden

DS13 The Crescent

4.C Centralized, cooperative approach

At the other end of the spectrum, we

see neighbourhood approaches that take a more radical

collective approach. The organizational model and the energy

approach are designed and set up at the scale of the whole

neighbourhood. This makes it possible to rethink energy

production and consumption, but also public space, mobility

and social inclusion in an integral way. Imagine that the

entire PED development is driven by a neighbourhood energy

cooperative in which both local residents and organizations,

public authorities and private investors are shareholders. The

available private spaces (think of roof space to install solar

panels) and public spaces (for example, to drill geothermal

boreholes) are identified and managed by this cooperative,

and the locally produced energy is redistributed evenly

throughout the neighbourhood. The energy system can thus

be technically optimized and organized in an inclusive way.

De Nieuwe Dokken in Ghent (BE)

is a large, newly developed residential

neighbourhood in the

city’s harbour area. A cooperative

operates a heat and water network

with closed loops for heat, water

and waste. The technology is called

Zawent (Zero Waste Water with

Energy and Nutrient Recovery).

It is an innovative combination of

existing technologies. Waste water

from vacuum toilets is collected

separately, along with ground

kitchen waste, and converted

into biogas in a digester. Heat is

recovered from the grey water on

site. The water itself is purified and

reused by the neighbouring soap

company. Low-temperature waste

heat from the factory returns to the

residential area. By buying a house

in this new development, residents

automatically become shareholders

CHAPTER 2. Keys for realizing PEDs

KEY 4 – How to co-design the step-by-step strategy

ART 5.1

Mod PDF 19.01

Luik B

In de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekend te maken kopie

na neerlegging van de akte ter griff

ie

ART 4.5

Voorbehouden

aan het

Belgisch

Staatsblad

*24347872*

Neergelegd

29-01-2024

Griff

ie

Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad - 31/01/2024 - Annexes du Moniteur belge

Op de laatste blz. van Luik B vermelden :

Ondernemingsnr : 1005329180

Naam

(voluit) : Klimaatbedrijf Blankenberge

(verkort) :

Rechtsvorm : Coöperatieve vennootschap

Volledig adres v.d. zetel J.F. Kennedyplein 1

: 8370 Blankenberge

Onderw

rwerp akte :

OPRICHTING

Uit een akte verleden voor notaris Jean-Louis Sabbe te Blankenberge op 26 januari 2024, te

registreren, blijkt dat:

° De STAD BLANKENBERGE, gevestigd te 8370 Blankenberge, J.F. Kennedyplein 1,

° Het “OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN BLANKENBERGE”,

afgekort “OCMW BLANKENBERGE”, gevestigd te 8370 Blankenberge, Jordaenslaan 34,

° De vereniging zonder winstoogmerk “LOKALE ECONOMIE”, gevestigd te 8370 Blankenberge, J.F.

Kennedyplein 1,

een coöperatieve vennootschap genaamd "Klimaatbedrijf Blankenberge", gevestigd te 8370

Blankenberge, J.F. Kennedyplein 1 hebben opgericht met een aanvangsvermogen van

NEGENHONDERDDUIZEND VIJFHONDERD EURO (€ 900.500,00).

Op de 3.602 aandelen werd onmiddellijk in geld ingetekend ten belope van € 250,00 per aandeel als

volgt:

° STAD BLANKENBERGE: titularis van 3.600 aandelen soort C, hetzij voor € 900.000,00, volstort ten

belope van € 150.000,00,

° OCMW BLANKENBERGE: titularis van één (1) aandeel soort C, hetzij voor € 250,00, volledig

volstort,

° VZW LOKALE ECONOMIE: titularis van één (1) aandeel soort B, hetzij voor € 250,00, volledig

volstort.

Het bedrag van de volstorte inbrengen ten belope van € 150.500,00 werd gedeponeerd op een

bijzondere rekening geopend namens de vennootschap in oprichting bij de bank KBC Bank.

Ondergetekende Notaris bevestigt dat deze deponering heeft plaatsgevonden overeenkomstig de

bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna ook genaamd “WVV”).

De statuten van de vennootschap luiden bij uittreksel als volgt:

Titel I. Rechtsvorm - naam - zetel - voorw

rwerp - duur

Artikel 1: RECHTSVORM EN NAA

AAM

De vennootschap neemt de vorm van een erkende coöperatieve vennootschap-sociale onderneming

aan. Zij draagt de naam “Klimaatbedrijf Blankenberge”.

De vennootschap is zowel een erkende coöperatieve vennootschap in toepassing van de wet van 20

juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor Coöperatie, het Sociaal

Ondernemerschap en de Landbouwonderneming en haar uitvoeringsbesluiten, zoals bedoeld in

artikel 8:4 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, als een sociale onderneming,

erkend in toepassing van voormelde wet van 20 juli 1955, zoals bedoeld in artikel 8:5 van het

Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Zij zal in haar statuten en in haar werking de

voorwaarden van beide erkenningen naleven.

Aan de rechtsvorm worden de woorden “erkend” en “sociale onderneming” toegevoegd, afgekort als

“erkende CVSO”.

De woorden “erkende coöperatieve vennootschap-sociale onderneming” of de afkorting ”erkende

CVSO” moeten in alle akten, facturen en documenten, al dan niet in elektronische vorm uitgaande

van de vennootschap die naam onmiddellijk voorafgaan of volgen.

Artikel 2: ZETEL

Voorkant : Naam en hoedanigheid van de instrumenterende notaris, hetzij van de perso(o)n(en)

bevoegd de rechtspersoon ten aanzien van derden te vertegenwoordigen

Achterkant : Naam en handtekening (dit geldt niet voor akten van het type "Mededelingen").


ART 4.3

ART 4.4

We realiseren structuren voor stapsgewijze transformatie

In bestaande wijken zullen niet alle woningen van de ene op

de andere dag omschakelen op een nieuw energiesysteem.

Projecten bouwen structuren die inherent met dit evolutief karakter

omgaan zonder dat het hun business case onderuithaalt.

Bijvoorbeeld: wanneer voldoende grote afnemers voor een

collectief warmtesysteem gegarandeerd zijn vanaf het begin,

kunnen kleinere woningen ertussen in de loop der tijd mee

aansluiten. Of: micro-warmtenetten beginnen klein en breiden

uit wanneer de volgende cluster woningen er klaar voor is.

We positioneren projecten als locomotieven voor verandering

Strategische projecten dragen mee verantwoordelijkheid voor

de hele buurt. Publieke gebouwen zoals scholen, postkantoren,

cultuurhuizen, sportfaciliteiten of sociale woningen zijn echte

voortrekkers van de energietransitie, niet omdat ze als eerste

gerenoveerd geraken, maar omdat ze de transformatie van het

omliggende gebouwde weefsel mee op gang trekken. Via juridische

bepalingen wordt vastgelegd dat nieuwe private ontwikkelingen

kick-starters worden van collectieve energiesystemen.

In Mortsel (BE) onderzoeken ZuidtrAnt-W,

Ecopower en Kelvin Solutions of het bestaande

warmtenet met restwarmte van de Agfa-

Gevaertfabriek, dat nu al nieuwbouwwijk

Minerve verwarmt, kan uitgebreid worden naar

enkele omliggende straten met bestaande,

individuele woningen. © Stad Mortsel

In het historisch centrum van Limerick (IR) wordt

de renovatie bouwblok per bouwblok gepland op

basis van de bestaande publieke gebouwen.

© +CityxChange

ART 4.5

We richten een buurtfonds op

In plaats van rendement te herverdelen tussen deelprojecten,

kan het ook beheerd en geïnvesteerd worden via een fonds

voor de wijk. Bewoners kunnen zo mee beslissen over lokale,

maatschappelijke projecten, die gericht zijn op wat hen nauw

aan het hart ligt – zelfs al heeft dat niets met energie te maken.

In BoTu in Rotterdam (NL) stopt de Delfshaven

Coöperatie winst uit zonneprojecten in een

wijkfonds, waarmee o.a. de speelplaats van

de school werd onthard. © Delfshaven Energie

Coöperatie

Een publiek-privaatciviel

energiebedrijf 2.0

ACTIE 5

SITUATIE

VOORSTEL

ART 5.1

Grote energieleveranciers en netbeheerders, meestal gegroeid uit publieke organisaties

en ondertussen geprivatiseerd, hebben lange tijd een monopolie gehad op het

energielandschap. Maar de energietransitie van onze bestaande wijken luidt een

decentralisatie in en speelt zich af op de brug tussen het maatschappelijk belang en private

investering. Deze transitie kan niet in z’n geheel ‘door de markt opgenomen worden’, maar

kan ook niet integraal gedragen worden door de publieke overheid. De onduidelijkheid

over wie nu de publieke ruimte mag gebruiken of wie er verwacht wordt te investeren in

collectieve infrastructuren zorgt voor vertraging die we ons niet kunnen veroorloven.

Er wordt een ondernemend klimaat gemaakt voor burgers,

bedrijven en overheden om krachten te bundelen in lokale

energie- en klimaatbedrijven. Deze zijn verantwoordelijk voor

het stapsgewijs en integraal realiseren van de wijkactieplannen.

Ze werken op schaal van een wijk, stad of regio, waar ze de

geïntegreerde en collectieve energieprojecten realiseren en

beheren. Het vergt een stimulerend kader op gewestelijk niveau

opdat deze energie- en klimaatbedrijven kunnen gemandateerd

en ondersteund worden.

We richten een publiek-privaat-civiele organisatie op

In een energiewijk ontstaan heel wat nieuwe rollen: van bewo-ners

en lokale organisaties betrekken tot planningen op elkaar afstemmen,

tot renovatie-ondersteuning bieden, tot nieuwe projecten

en businessmodellen ontwikkelen, tot fondsen werven. Een lokaal

energiebedrijf kan elk van deze rollen zelf spelen of de taken verdelen

in partnerschappen. Dat kan volgens een diversiteit aan bedrijfsvormen:

het ‘energiebedrijf’ kan de huidige netbeheerder zijn, het kan

een nieuw publiek-privaat-civiel vehikel zijn, het kan een stadsdienst

zijn die een raamcontract aangaat met een lokale coöperatie, ...

Stad Blankenberge (BE) heeft samen met enkele

lokale organisaties waaronder het OCMW een

coöperatief Klimaatbedrijf opgericht waarvan

inwoners aandelen kunnen kopen. © Stad

Blankenberge


Institutionele partijen

Gemeente

Corporatie

Verhuurder

Institutionele partijen investeren in

het behoud en de doorontwikkeling

van de sociale infrastructuur

Basisprincipes

wijkbedrijf

Institutionele partijen investeren

middelen in het wijkbedrijf

Het wijkbedrijf realiseert in

samenwerking met andere

Wijkbedrijf

Wijkbedrijf

Bestaande

initiatieven

Duurzame

energie

Besparing

Bestaande initiatieven bundelen

hun krachten in het wijkbedrijf

Het wijkbedrijf isoleert

woningen in samenwerking met

lokale aannemers, opleidingen,

Bestaande

infrastructuur

Voorzieningen

Horeca

Winkels

Overig

partijen een lokaal

sociale werkplaatsen en

lagetemperatuurwarmtenet

buurtbewoners

De gemeenschap

Het warmtenet wordt gevoed

door lokale bronnen van

laagwaardige wamte

Aanleg

eigen warmtenet

investeert tijd,

kennis, arbeid en

middelen in het

wijkbedrijf

Isolatie

van woningen

De sociale

infrastructuur

biedt ruimte als

zogeheten ‘third

Lokale warmtebronnenRestwarmte

Aquathermie

Geothermie

Het met lokale rest- en

omgevingswarmte gevoede

warmtenet levert warmte aan

de gemeenschap

Gemeenschap

Gemeenschap

Isolatie van woningen levert

direct meer comfort en een

besparing aan energielasten

voor bewoners

gelijkwaardig

gesprek tussen

institutionele

partijen en de

gemeenschap

place’ voor een

ART 5.3

ART 5.2

Bestuur

Dienstenbureau

Ontwikkelingsbedrijf

Vertegenwoordiging en

netwerkvorming

Projectbeheer- en

administratie

BV ? BV ?

Leveren aan

de leden

Stadscoöperatie

Wijkcoöperatie

Projectcoöperatie

Annex 1 Lijst van Warmteclusters op het ogenblik van

aanname van dit Stedelijk Reglement

Warmtecluster – Noorderlaan/Luithagen

ART 5.4


ART 5.2

We investeren in lokale publieke werkkracht

Omdat het uitvoeren van het wijkactieplan van groot maatschappelijk

belang is, investeren publieke overheden mee in

de nodige capaciteit hiervoor (vergelijkbaar aan hoe dat in een

stadsontwikkelingsbedrijf gaat). De personele inzet tijdens de

opstart- en beheerfase van de energietransitie in bestaande

wijken past namelijk niet in een private business case. De verhoging

van die plekgebaseerde capaciteit is te verantwoorden

vanuit de stapeling van beleidsdoelen die op een doeltreffende

en kostenefficiënte manier worden gerealiseerd.

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat

(NL) wil via de Wet Collectieve Warmte de warmteinfrastructuur

verplicht in publieke regie en

eigendom brengen. © BRIGHT in: Nu aan de buurt.

Nieuwe energie eerlijk verdeeld.

ART 5.3

ART 5.4

We ontwerpen interactie tussen schaalniveaus

Niet elke wijk moet alle expertise zelf ontwikkelen. Het energiebedrijf

2.0 kan ook op stedelijke of regionale schaal opereren en

in elke wijk een partnerschap met lokale organisaties sluiten.

Of wijkbedrijven kunnen ondersteund worden door een organisatie

of samenwerking op niveau van de hele stad of regio.

We geven het juridisch en ruimtelijk kader daarvoor vorm

Wie waar welke bevoegdheid heeft voor het gebruik van het

openbaar domein en publiek eigendom voor energie-infrastructuur

wordt vastgelegd in duidelijke juridische afspraken.

Partners krijgen zo de tijd om de haalbaarheid van projecten

na te gaan tijdens de ontwikkelfase, zonder dat de grond van

onder hun voeten wegglipt, maar kunnen ook rollen verdelen

in de bouwfase en het onderhoud.

De coöperatie Energie voor Rotterdam verenigt

alle Rotterdamse wijkcoöperaties in één werking,

waardoor ze expertise kunnen bundelen en politiek

sterker doorwegen. © Energie voor Rotterdam

Met haar Stedelijk Reglement Warmtenetten

biedt Stad Antwerpen (BE) een juridisch kader

waarbinnen ontwikkelaars van warmtenetten

domeinreserveringen kunnen aanvragen.

© Stad Antwerpen

Architectuur en

wetgeving voor gebouwprestatie

ACTIE 6

SITUATIE

VOORSTEL

Vandaag worden de prestaties van onze gebouwen gemeten aan de hand van principes

die doordrongen zijn van het idee van centrale verwarming. Elke kamer in elk huis moet

voldoen aan de hoogste efficiëntienormen. Maar die benadering vindt haar oorsprong

pas 100 jaar geleden, sinds we schijnbaar ongelimiteerde toegang hebben tot fossiele

brandstoffen. Het vasthouden aan dit principe duwt huishoudens richting erg dure

investeringen in gebouwschilrenovaties. Hoewel het EPC-label verbetert, blijkt in veel

gevallen het energieverbruik niet of weinig te dalen omwille van het rebound effect:

bewoners gaan kwistiger om met warmte wanneer ze er veel van hebben.

Bij de vertaling van de nieuwe Europese EPBD-richtlijn

naar nationale en gewestelijke regelgeving komt de

nadruk sterker te liggen op fossielvrij verwarmen dan op

de (theoretische) gebouwefficiëntie. Dat betekent niet dat

comfort erop achteruitgaat. Architecten laten zien dat een

breed spectrum aan gebouwtypologieën en renovaties met

passieve maatregelen mogelijk is, waarbij zowel de reële

energie-efficiëntie erop vooruitgaat als de woonkwaliteit.

Het herontwerp van die typologieën vormt een cruciaal

instrument om de beleidskaders en -stimulansen op het

niveau van gebouwprestaties te herdenken.


CONTEXT

1

3

2

4

ART 6.2

balcon jardin d'hiver logement

ART 6.3

HOOFDVORM

CONFIGURATIE

SCHIL

BINNENKLIMAAT

ADD-ONS

INDEX

IABR 2018+2020 - T H E M I S S I N G L I N K

05

ENERGIE-

LANDSCHAP

04

GELUIDS-

BELASTING

01

ZONNE-

STANDEN

02

SCHADUW-

WERKING

03

WIND-

KLIMAAT

06

COMPACTE

BOUWVORM

10

VENTILATIE-

ZONES

07

GEBOUW-

ORIËNTATIE

08

WIND-

HINDER

09

KOPPELEN

VAN FUNCTIES

13

BUFFER-

ZONES

11

TEMPERATUUR-

ZONES

12

DAGLICHT-

ZONES

14

ISOLEREN

15

ISOLERENDE

PANELEN

ART 6.4

16

OPEN-DICHT

VERHOUDING

17

SCHEIDING

VAN SCHILLEN

18

ATRIUM

19

TWEEDE HUID

FAÇADE

20

WINTER-

TUIN

Pour signer la carte blanche //

21

ZONNE-

SCHOORSTEEN

22

GEVEL-

UITKRAGING

23

BUITEN-

ZONWERING

24

RAAMVORM

25

DAGLICHT

DOORVOER

Les limites à la PEB

Bruxelles, 2024

26

PV

28

KRUIS-

VENTILATIE

27

ZONNE-

BOILER

29

SCHOORSTEEN-

EFFECT

30

VENTILEREN

VIA MASSA

La réduction des émissions de gaz à effet de serre est devenue un enjeu collectif majeur. Dans ce contexte, l’UE a

adopté des directives qui ont conduit entre autres au Certificat PEB 1 et qui en font l’alpha et l’oméga de la politique

environnementale au niveau des bâtiments. Nous soutenons que cette idée ne met pas la focale au bon endroit ; que,

ce faisant, elle manque les cibles tant écologiques que sociales ; que, par ailleurs, elle abîme l’économie et le paysage.

32

MECHANISCHE

VENTILATIE

33

BREATHING

WINDOW

34

WARMTE-

POMP

31

BALANS-

VENTILATIE

35

SEIZOENS-

OPSLAG

Théorie vs Réalité : le label PEB

influence-t-il la consommation ?

L’écart entre consommations théoriques et

consommations réelles peut avoir plusieurs causes,

dont le fait que les modèles sous-estiment la vraie

performance des bâtiments anciens, en usant

involontairement d’hypothèses qui leur sont

défavorables. Mais une grande partie de l’écart entre

ces consommations théoriques et réelles tient à la

possibilité d’action des personnes occupantes. Car c’est

36

BODEM

WARMTE

37

MASSA

ALS BUFFER

38

VLAK-

VERWARMING

39

INPANDING

GROEN

40

PHASE CHANGE

MATERIALS

un fait : une fois construits, les bâtiments ne

consomment pas d’énergie. Leur constitution physique

a bien une influence sur la vitesse à laquelle l’énergie va

être dissipée, mais elle n’est pas le moteur de cette

consommation. À l’inverse, les usages jouent un rôle

prépondérant : Vais-je laisser les fenêtres ouvertes en

ART 6.1

ADD-ONS

BINNENKLIMAAT

SCHIL

CONFIGURATIE

HOOFDVORM

CONTEXT

41

VOCHT

REGULEREND

MATERIAAL

42

PARABOLISCHE

ZONNEBOILERS

44

DAKKAS

43

WIND-

ENERGIE

45

VENTURI-

DAK

Données issues de : Relatie tussen energielabel, werkelijk

energiegebruik en CO2-uitstoot van Amsterdamse

corporatiewoningen - D Majcen, LCM Itard – TU Delft

Le graphique ci-dessus est éloquent et montre la

faiblesse de la stratégie actuelle. Tiré d’une étude

finalisée il y a dix ans déjà et portant sur près de 50.000

logements à Amsterdam, il compare les

consommations réelles avec les consommations

théoriques eu égard à la catégorie PEB des logements 2 .

hiver ? Vais-je mettre le thermostat à 23°C ou à 17°C ?

Vais-je chauffer uniquement lorsque je suis là, dans les

pièces que j’occupe, ou partout en permanence ? etc.

Une part significative de l’écart entre consommations

théoriques et réelles tient à l’attention des personnes

occupantes et à la configuration de leur logement 4 .

De fait, en effaçant les personnes qui habitent, la

politique actuelle nous donne un chèque en blanc : tant

que nous isolons, nous pouvons consommer sans

modération tout en profitant des subsides. Et c’est bien

ce que nous faisons, comme le mettent en évidence

plusieurs études concernant les effets rebond après

isolation 5 .

Les chiffres sont cinglants : alors que la consommation

réelle devrait chuter drastiquement au fur et à mesure

que le score PEB glisse de G vers A, on observe au

contraire que cette consommation réelle se maintient à

un niveau relativement constant. La conclusion est

problématique : l’évolution vers un meilleur score PEB

ne se traduit pas par une réduction automatique des

consommations. Ces résultats ont depuis lors été

confirmés par d’autres études, dont une récente

recherche menée en Région bruxelloise, en

collaboration avec la KULeuven et la VUB 3 . Il est temps

de prendre ces conclusions au sérieux.

Rappelons l’évidence : l’enjeu écologique, c’est de faire

baisser la somme de nos consommations, et de le faire

dans le monde réel plutôt que théorique.

http://peb.limited Les limites à la PEB • 1 sur 4


ART 6.1

We zetten prioritair in op fossielvrije wijken

De huidige energieprestatieregelgeving (EPB) wordt uitgebreid.

Dat leidt tot een duidelijk doel: zo snel mogelijk naar fossielvrij

en stapsgewijs naar bijna-energieneutraal. De focus verschuift

zo van gemeten naar geleefde performantie, in lijn met de doelstelling

uit de Europese Richtlijn Energieprestatie Gebouwen

(EPBD) die stelt dat in 2040 alle fossiele verwarmingssystemen

uitgefaseerd zijn en in 2050 alle gebouwen emissievrij zijn.

Op 28 mei 2024 ging de herziene Energy

Performance of Buildings Directive (EPBD) van

kracht in alle EU-landen. © European Commission

ART 6.2

We stimuleren innovatie rond nieuwe

gebouwtypologieën en gebruik

In plaats van alle kamers van een woning op dezelfde temperatuur

te verwarmen, laten architecten zien hoe kleinere

verwarmde kernen, kamers op een tussenklimaat en onverwarmde

zones kwaliteit en comfort brengen. De bouwschil van

een woning is gelaagd en gezoneerd. Ontwerpend onderzoek

en wedstrijden activeren de kracht van ontwerpers om deze

alternatieve klimaatregimes ook in rijwoningen en collectieve

renovaties toe te passen.

Architecten Lacaton & Vassal pasten hun

ondertussen beroemde wintergevel in

samenwerking met 51N4E toe op een van de

woontorens van Peterbos in Anderlecht (BE).

Deze werkt hele jaar door als een klimatologische

bufferruimte creëert tussen de buiten- en

binnenkant van de woning. © 51N4E

ART 6.3

ART 6.4

We houden rekening met gebouw- en stedelijke morfologie

De plek waar woningen staan, beïnvloedt hoeveel en hoe licht

binnenvalt. Omliggende gebouwen, begroeiing of buitenluchtcirculatie

bieden warmte of koelte. Rekening houden met die

gebouw- en stedelijke morfologie levert makkelijke energiewinsten.

Bijvoorbeeld: een centrale liftkoker net iets noordelijker

positioneren, laat grotere ruimtes toe langs de zuidelijke zijde

van een gebouw toe om meer warmte te vangen.

We passen stimulansen en kaders daarop aan

Regelgeving en kaders worden heropgebouwd op basis van de

ingrepen die in de praktijk effect blijken te hebben. Gebouwen

krijgen een gedifferentieerd of zelfs gebruiksgebonden EPClabel

en een renovatiepaspoort. Efficiënt energiegedrag wordt

gestimuleerd, bijvoorbeeld via progressieve energietarieven per

bewoner, aangepaste premiestelsels, renovatieverplichting of

fiscale stimulansen.

CIVIC bundelde onderzoek naar nieuwe

gebouwtypologieën voor de energietransitie in een

lexicon, uitgevoerd als onderdeel van IABR– Atelier

Rotterdam en in het kader van IABR–2018+2020–

THE MISSING LINK. © CIVIC

In een opiniestuk pleit Inter-Environnement

Bruxelles, een netwerkorganisatie van Brusselse

bewonersgroepen, voor open debat over de

relevantie van de Europese strategie die gericht is

op het EPB-concept, en over de manier waarop dit

moet worden omgezet in gewestelijke wetgeving.

© iEB

Een kader dat

wijktransformatie stimuleert

ACTIE 7

SITUATIE

VOORSTEL

Een huis-per-huis energietransitie gericht op individuele woningeigenaren lijkt voor velen de enige

weg voorwaarts, omdat die aansluit bij de bestaande cultuur, eigendomsstructuur en beleid. Maar

die volstaat niet om de transitie voldoende snel, betaalbaar en inclusief te realiseren. Lokale besturen

ervaren dat het geïntegreerd aanpakken van verschillende doelen in een gebiedsproces op wijkschaal

een pragmatische oplossing biedt die bovendien de financiële haalbaarheid vergroot. Maar zij missen

de heldere richting, het mandaat, de kaders en de ondersteuning om een regierol op te nemen.

De gewestelijke en federale regeringen maken geïntegreerde,

fossielvrije wijken tot hun missie voor de komende

legislatuur. Ze leggen daarvoor de regierol bij de lokale

besturen en intercommunales, die ze op verschillende

manieren ondersteunen om hun taken zo goed mogelijk

uit te voeren. In partnerschap met netwerkorganisaties,

kenniscentra en investeringsfondsen kondigen de lokale en

bovenlokale overheden een ‘operatie energiewijken’ af. Met

dat programma vertalen ze het doel om in 2040 fossielvrij te

verwarmen en in 2050 emissievrij te zijn naar wijkprojecten op

vele concrete plekken tegelijk.


ART 7.1

ART 7.3

ART 7.5

ART 7.4


ART 7.1

ART 7.2

ART 7.3

ART 7.4

ART 7.5

We stellen heldere gemeenschappelijke doelen

Door te communiceren welke wijken wanneer van het gas af

gaan, weet het praktijkveld – zowel lokale besturen, burgers als

industriële spelers – in welke richting en timings we de transitie

realiseren. Op bovenlokaal niveau wordt een duidelijke koers

richting collectieve energiesystemen gevaren en wordt in kaart

gebracht op welke plekken deze meest kansrijk zijn en de voorkeur

krijgen. Het opleggen van een deadline, vergroot vanzelf

de ontwikkeling van een afzetmarkt voor nieuwe oplossingen.

We hertekenen het bovenlokaal wetgevend kader

Lokale besturen krijgen het mandaat om vast te leggen op welke termijn fossiele systemen op specifieke

locaties uitgefaseerd worden. Ze moeten een wijkactieplan opmaken voor iedere wijk en vastleggen welk

energiebedrijf 2.0 de uitvoering ervan op zich zal nemen. Subsidiekaders worden hertekend waardoor de

subsidies gaan naar de gezinnen die ze het meeste nodig hebben. Hogere inkomens kunnen in plaats daarvan

beroep doen op voordelige leningen (voorfinanciering).

We richten een investerings- en garantiefonds op

Er wordt een regionaal fonds opgericht waarin budgetten uit

verschillende departementen en privaat kapitaal, bijvoorbeeld

uit pensioenfondsen, worden gepoold. Daarmee worden families

van geïntegreerde wijkprojecten lokaal ondersteund. Dat

kan deels via subsidiëring gebeuren, maar ook door voorfinanciering

met lange terugverdientijden of door garanties te

bieden in functie van marktontwikkeling.

We voorzien ondersteuning en uitvoeringscapaciteit

op regionaal niveau

Op regionaal niveau wordt een uitvoeringsgericht agentschap

voor de gebouwde omgeving opgericht, naar analogie met

de open ruimte. Hun opdracht en bevoegdheid is om lokale

actoren te ondersteunen bij het opmaken van geïntegreerde

gebiedsprocessen op schaal van de wijk. Wijkprojecten leren

van elkaar via een regionaal platform. Hier worden er strategieën

en kennis ontwikkeld die iedereen nodig heeft. Regionale

beleidsmakers uit verschillende departementen zitten mee

aan tafel en passen de beleidskaders aan op de lessen die

worden getrokken.

We voeren transformatief innovatiebeleid via Living Labs

Onderzoeksprojecten worden gericht op de complexiteit

van de maatschappelijke transitie: ze combineren Research

& Development, beleidsinnovatie en maatschappelijke innovatie.

Onderzoekers, beleidsmakers en maatschappelijke actoren

werken samen in langjarige Living Labs.

In het Vlaamse regeerakkoord 2024-2029

wordt het verdere verstrengingspad van de

renovatieplicht on hold gezet. Experts pleiten

ervoor om zulk toekomstperspectief terug hard

te maken. © Vlaamse Overheid

In het Programma Aardgasvrije Wijken

(NL) krijgen 64 wijken een bijdrage van de

Rijksoverheid waarbij gemeenten zelf kiezen hoe

ze hun wijk van het aardgas halen.

© Programma Aardgasvrije Wijken

De kerntaken van het Nationaal Programma

Lokale Warmtetransitie (NL) zijn het

ondersteunen van gemeenten met uitleg,

praktische voorbeelden en hulpmiddelen;

het signaleren en agenderen van kansen en

belemmeringen bij uitvoering en beleid; en

het monitoren van voortgang van de lokale

warmtetransitie. © Nationaal Programma Lokale

Warmtetransitie

Innovatiebeleid voor maatschappelijke

uitdagingen moet worden uitgevoerd met nieuwe

beleidsinstrumenten die zijn gebaseerd op

‘cocreatie’ van innovatie. © Rathenau Instituut


Een wijkaanpak als samenspel

van acties

Een transitie realiseren we niet met één ingreep. Het vergt een

coherent geheel van acties in elke buurt. De zeven actiefronten

staan dus niet los van elkaar. Ze haken in elkaar en tellen op tot

een impactvolle operatie. In deze tentoonstelling tonen we voor

elk van de zeven actiefronten één object. Elk van deze stukken

geeft inkijk in een levensecht experiment. Maar net als de acties

staan ze niet los van elkaar. Pas als we deze experimenten samen

denken in één wijk krijgen we een concreet beeld van hoe we

aan de slag kunnen om de energietransitie van onze gebouwde

omgeving te realiseren.

INITIATION LEARNING-BY-DOING MAINSTREAMING

KEY 4

HOW TO CO-DESIGN

THE STEP-BY-STEP STRATEGY

INITIATION LEARNING-BY-DOING MAINSTREAMING

KEY 5

WHO COORDINATES THE

MULTI-STAKEHOLDER PROCESS

KEY 1

HOW TO ANALYSE

THE LOCAL CONTEXT

KEY 2

HOW TO EMPOWER

LOCAL STAKEHOLDERS

KEY 1

HOW TO ANALYSE

THE LOCAL CONTEXT

1

KEY 6

WHICH PROJECTS CAN

BECOME CATALYSTS

PED Toolkit Spelbord

KEY 2

HOW TO EMPOWER

LOCAL STAKEHOLDERS

KEY 4

HOW TO CO-DESIGN

THE STEP-BY-STEP STRATEGY

KEY 5

WHO COORDINATES THE

MULTI-STAKEHOLDER PROCESS

Dit spelbord maakt deel uit van de PED Toolkit:

Powering the Energy Transition at the District level.

Samen met de spelkaarten stelt het initiatiefnemers

in staat om een geïntegreerd stappenplan voor de

wijktransformatie co-creatief uit te tekenen.

KEY 6

WHICH PROJECTS CAN

BECOME CATALYSTS

© Architecture Workroom voor JPI Urban Europe Cities4PEDs

2

Raketstoof Wafelijzer

City Mine(d)

Brussel (BE)

Met het ‘rocket stove-wafelijzer’ ging City Mine(d)

in de Brussel Noordwijk in gesprek met bewoners:

‘Hoe houden we warmte in de winter binnen en in

zomer buiten?’ Het rocket stove wafelijzer toont de

voordelen van isolatie aan op een speelse, culinaire

en toegankelijke manier.

© Gemaakt door kunstenaar Daniel Partnitzk, City Mine(d)

3

Warmtescan

Mechelen (BE)

Mechelaars kunnen beroep doen op de Warmtescan

om goed geïnformeerd aan een energetische

renovatie te kunnen beginnen. Een thermografische

camera detecteert warmteverliezen van de

woning met infraroodtechnologie. Vervolgens

kunnen bewoners beroep doen op individueel

renovatieadvies, maar ook van voordelen genieten

wanneer ze collectief renoveren met de hele buurt.

“Nederland Aarzelt, Vlaanderen Handelt:

Energietransitie in Stroomversnelling”

© Stad Mechelen

A B C D E F


“Nederland Aarzelt, Vlaanderen Handelt:

Energietransitie in Stroomversnelling”

5

BoTu Wijkinstrumenten

OOZE

Rotterdam (NL)

Bij het opmaken van een Local Energy

Action Plan (LEAP) voor de Rotterdamse

wijk Bospolder-Tussendijken ontwierp OOZE

verschillende tools om bewoners te betrekken

bij de energietransitie in hun wijk. Deze

pionnen verbeelden mogelijke financierings- en

organisatiemodellen. Op deze manier worden

complexe concepten zoals governance tastbaar.

© OOZE architects & urbanists voor IABR

A B C D E F

4

“Nederland Aarzelt, Vlaanderen Handelt:

Energietransitie in Stroomversnelling”

Smart Block Geblergasse

Zeininger Architekten

Wenen (AT)

In Geblergasse in Wenen werden twee 19de-eeuwse

appartementsgebouwen gerenoveerd tot 25

units en aangesloten op een lokaal hernieuwbaar

warmtesysteem. Thermische zonnepanelen en

18 geothermische boringen zorgen samen voor

een stabiele warmtebalans. Het systeem is zo

ontworpen dat het in de toekomst kan worden

uitgebreid naar het volledige bouwblok.

© Zeininger Architekten

“Nederland Aarzelt, Vlaanderen Handelt:

Energietransitie in Stroomversnelling”

6

A B C D E F

Project Verbiest

AgwA

Sint-Jans-Molenbeek (BE)

In plaats van de hele bouwschil volledig in

polyurethaan in te pakken, werd voor de renovatie

van deze woning met bijhorend magazijn in

Molenbeek zorgvuldig ontworpen in functie van de

warmtenoden en passieve energiewinsten. Enkel

een aantal essentiële leefruimtes worden verwarmd,

terwijl andere delen evolueren met de seizoenen: de

industriële bureauruimte biedt koelte in de zomer,

de serre is lekker warm in de lente en herfst.

© AgwA

7

Wet Collectieve Warmte

De Wet Collectieve Warmte (NL) is goedgekeurd

door de Nederlandse ministerraad en ligt nu op tafel

bij de Raad van State en de Tweede Kamer. De wet

zal bepalen dat warmtebedrijven voor meer dan 50%

in handen komen van overheden, zoals gemeenten

of provincies. De uitrol van betrouwbare collectieve

warmte, wat voor ongeveer een derde van de gebouwen

in Nederland de optie is die de samenleving

het minste geld kost, wordt zo vergemakkelijkt.

© Nederlandse Rijksoverheid


INITIATION LEARNING-BY-DOING MAINSTREAMING

KEY 2

HOW TO EMPOWER

LOCAL STAKEHOLDERS

KEY 1

HOW TO ANALYSE

THE LOCAL CONTEXT

KEY 5

KEY 4

WHO COORDINATES THE

HOW TO CO-DESIGN

MULTI-STAKEHOLDER PROCESS

THE STEP-BY-STEP STRATEGY

ACTIE 1

Wijkactieplan

1

KEY 6

WHICH PROJECTS CAN

BECOME CATALYSTS

3

ACTIE 3

Renovatieprogramma

6

A B C D

2

ACTIE 2

Buurtgemeenschap


ACTIE 7

Stimulerend ka

7

“Nederland Aarzelt, Vlaanderen Handelt:

Energietransitie in Stroomversnelling”

5

ACTIE 5

Energiebedrijf 2.0

ACTIE 6

Gebouwprestatie

4

E

F

ACTIE 4

Energieprojecten


OPERATIE ENERGIEWIJKEN is een initiatief en een

productie van Architecture Workroom Brussels (AWB),

innovatiehuis voor transformatie. Het is de eerste editie

van een reeks ‘open workrooms’ rond de maatschappelijke

transformaties waarvoor de AWB zich engageert in

2023-2026: energiewijken, sponslandschappen en

maatschappelijke infrastructuur. Deze tentoonstelling

en het publieksprogramma zijn een bijdrage aan het

100 Wijken Platform, een leer- en ontwikkelplatform

van en voor pioniersprojecten, en aan

De Grote Verbouwing 2020–2030.

CURATOR- & ONDERZOEKSTEAM

Chiara Cicchianni

Joachim Declerck

Lene De Vrieze

Hanne Mangelschots

Hannah Nelis

Bram Vandemoortel

PRODUCTIECOÖRDINATIE

Roeland Dudal

Caroline Van Eccelpoel

PROGRAMMA

Chiara Cicchianni

Joachim Declerck

Roeland Dudal

Hanne Mangelschots

COMMUNICATIE

Joline Vermeulen

GRAFISCHE VORMGEVING

studio de Ronners

VERTALING & COPY-EDITING

Patrick Lennon

DRUKWERK

Antilope De Bie

Shannon

VERLICHTING

Chris Pype, licht

CREDITS

Kaart © gebaseerd op Corine

Land Cover en data van de

European Environment Agency

and Geofabrik

Grafiek 1 © gebaseerd op

EUROSTAT via De Tijd, cijfer uit

de European Performance of

Buildings Directive recast (2024)

Grafiek 2 © gebaseerd op

SWECO, cijfers uit ALBRECHT, J.

(2023) Renovatiegraad reageert

amper op uitzonderlijk hoge

energieprijzen; EUROSTAT via ODE

Grafiek 3 en cijfers © gebaseerd

op ALBRECHT, J., HAMELS,

S. (2020) The financial barrier

to climate and comfort

renovations; (2022) De financiële

barrière voor klimaat- en

comfortrenovaties in Brussel;

(2022) Les obstacles financiers

aux rénovations climatiques et

de confort en Wallonie; KONING

BOUDEWIJNSTICHTING (2024)

Barometer Energiearmoede;

ALBRECHT, J. (2021)

Renovatiebeleid in België: weinig

impact en (te) veel ‘free riders’.

INSTALLATIE

Anton Parys

Kasper Parys

Jochem Van den Ecker

MET DE STEUN VAN

Vlaamse Overheid,

Department Cultuur

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!