18.02.2025 Views

2025 02 19 In Exile - Collegium Vocale Gent + Het Collectief

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

Wo 19 feb 2025

Grote Zaal

20.15 uur

Donderdag

avondserie

In Exile

Collegium Vocale Gent

+ Het Collectief

Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale

programmaboekje is een extra service

ter voorbereiding op het concert. Het is

uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie

tijdens het concert te raadplegen via je mobiele

telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de

andere concertbezoekers.

Bij voorbaat dank.


Programma

In Exile

Collegium Vocale Gent

+ Het Collectief

James Wood dirigent

Katalin Károlyi mezzosopraan

Donderdag

avondserie

Wo 19 feb 2025

Grote Zaal

20.15 – 22.00 uur

ca. 40 minuten voor de pauze

ca. 45 minuten na de pauze

Inleiding

Foyerdeck 1

19.15 – 19.45 uur

Thea Derks in gesprek met

dirigent James Wood en

pianist Thomas Dieltjens

Staat je mobiele telefoon al uit?

Dank je wel.

2


Programma

Kurt Weill (1900 - 1950)

Zu Potsdam unter den Eichen (1928)

Hanns Eisler (1898 - 1962)

Uit Kantaten aus dem Exil (1937)

Kriegskantate

Die römische Kantate

Alexander Zemlinsky (1871 - 1942)

Aurikelchen (ca. 1920)

Stefan Wolpe (1902 - 1972)

Musik zu Hamlet (1929)

Arnold Schönberg (1874 - 1951)

Drei Satiren (1925)

1. Am Scheideweg

2. Vielseitigkeit

3. Der neue Klassizismus

Pauze

Béla Bartók (1881 - 1945)

Contrasts (1938)

Verbunkos

Pihenő

Sebes

Paul Hindemith (1895 - 1963)

Six chansons (1939)

I. La biche

II. Un bygne

III. Puisque tout passe

IV. Printemps

V. En hiver

VI. Verger

Igor Stravinsky (1882 - 1971)

Zes Russische liederen (arr. James Wood)

1. De woerd

2. Tel-lied

3. De mus

4. Een Russische spiritual

5. Ganzen en zwanen

6. Tilim-bon

Béla Bartók

Vier Slowakische Volkslieder

(1916, arr. James Wood)

1. Zadala mamka

2. Na holi, na holi

3. Rada pila, rada jedla

4. Gajdujte, gajdence

3


Toelichting

Immigratiestromen zijn er altijd al geweest. Mensen verlaten hun geboortegrond al sinds

mensenheugenis en dat om heel uiteenlopende redenen: oorlog, vervolging, maar ook

ontbering of klimaatverandering. In het interbellum van de 20e eeuw kozen een hele

schare topcomponisten het hazenpad, op de vlucht voor de nazi’s.

De eindbestemming was vaak de Verenigde

Staten; velen kozen ervoor een nieuw

leven uit te bouwen in Los Angeles of New

York. Hun artistieke leven kreeg daardoor

een nieuwe wending, hun ballingschap

veranderde hun kijk op zichzelf en de wereld.

De folklore van het achtergelaten thuisland

werd bijvoorbeeld een te koesteren element,

het pacifisme kwam op een geestdriftige

manier naar voren, terwijl Europa verscheurd

werd door fascisme en communisme.

Collegium Vocale en Het Collectief zoemen

in op deze boeiende, soms beklijvende

thematiek en willen met deze voorstelling

ook een licht werpen op de individuele,

steevast tragische verhalen van de grote

hordes mensen die vandaag hun thuisland

verlaten.

Kurt Weill

Zu Potsdam unter den Eichen

Het mannenkoor opent het concert met Zu

Potsdam unter den Eichen, een protestlied

tegen de oorlog van Kurt Weill op tekst van

Bertolt Brecht.

Het lied beschrijft een begrafenisprocessie

voor een anonieme soldaat die in een kist

ligt met het opschrift: Jedem Krieger sein

Heim (Elke soldaat zijn thuis). Het cynisme

van deze spreuk legt de hypocrisie van

de Duitse samenleving ten tijde van de

Weimarrepubliek op een pijnlijke manier

bloot. Het graf blijkt immers de enige, bittere

beloning voor het patriottisme van de

soldaat.

Hanns Eisler

Kriegskantate / Die römische Kantate

Met zijn Kantaten aus dem Exil, een reeks

van negen ‘kamerkantates’ voor solostem

en vier instrumenten, maakte Hanns

Eisler in 1937 tijdens zijn ballingschap in

Denemarken een soortgelijk pacifistisch

statement.

Als marxist klaagde hij niet enkel de gruwel

van de oorlog op zich aan, maar vooral de

benarde positie van ‘de kleine man’, die het

meest te lijden had onder de grote conflicten

van de geschiedenis. De teksten zijn van de

romanschrijver Ignazio Silone, medeoprichter

van de Italiaanse Communistische Partij.

De directe, militante boodschap van deze

teksten komt mooi tot zijn recht door

de sobere bezetting en de economische

componeerstijl, die Eisler – ondanks zijn

opleiding bij Arnold Schönberg – meer en

meer zou gaan hanteren.

4


Toelichting

Alexander Zemlinsky

Aurikelchen

Het vrouwenkoor keert met Aurikelchen

van Alexander von Zemlinsky enkele

decennia terug naar het Weense fin de

siècle.

Dit charmante koorwerk uit 1898, dat de

schoonheid van de aurikelbloem bezingt,

staat op tekst van Richard Dehmel. Deze

dichter was in die tijd in de mode en leverde

ook de inspiratie voor Schönbergs Verklärte

Nacht. Zemlinsky, die later bekend werd

om zijn bijdragen aan de laatromantische

en vroegmodernistische muziek, leefde een

leven vol uitdagingen. Zijn Joodse afkomst

dwong hem in de jaren 1930 tot ballingschap,

eerst naar Praag en later naar de Verenigde

Staten.

Stefan Wolpe

Musik zu Hamlet

Ook Stefan Wolpe ging in 1933, als Jood

en politiek geëngageerd kunstenaar,

op de loop voor het nazisme. Na Wenen en

Palestina vestigde hij zich uiteindelijk in de

Verenigde Staten.

Daar werd hij een invloedrijk componist en

docent. Musik zu Hamlet schreef hij net

voor zijn vlucht als toneelmuziek voor een

theaterproductie in Berlijn. Wolpes muziek

vertrekt vanuit Schönbergs dodecafonie en

klinkt radicaal expressionistisch. In de VS

voelde Wolpe zich dan ook verwant met de

abstract expressionistische schilders. Hij was

compositieleraar van onder meer Morton

Feldman.

Arnold Schönberg

Drei Satiren

Arnold Schönbergs Drei Satiren is een

humoristisch en scherpzinnig werk dat

kritiek levert op de muziekwereld en de

spanningen tussen traditie en moderniteit

die haar verdelen.

Schönberg schreef het werk toen hij 51 jaar

oud was en zich op het hoogtepunt van

zijn carrière bevond. Toch bleef hij gevoelig

over zijn artistieke zelfbeeld. ‘Ik schreef dit

werk toen ik erg boos was over aanvallen

van enkele jongere tijdgenoten en ik wilde

hen waarschuwen dat het niet goed is om

mij aan te vallen.’ In de inleiding van de Drei

Satiren noemt hij vier groepen die hij wilde

aanspreken: ten eerste degenen ‘die hun

persoonlijke heil zoeken op een middenpad’.

Verder allen die zich op het verleden

oriënteren, achterom kijken in plaats van

vooruit, ten derde de ‘folkloristen’ en ten

vierde ‘alle ‘... ismen’ waarin ik alleen maar

maniërisme kan zien.’

Het eerste deel, Am Scheideweg,

reflecteert over de keuze tussen oude en

nieuwe muzikale wegen, en speelt met

5


Toelichting

de paradox van vrijheid en dogma’s in de

kunst. In het tweede deel, Vielseitigkeit,

introduceert Schönberg het personage

Modernski. Volgens sommigen wordt hier

overduidelijk Stravinsky bedoeld, een

karikatuur van de oppervlakkige modernist

die de modes van de tijd volgt zonder

authentieke diepgang. Het slotdeel, Der

neue Klassizismus, combineert vocale en

instrumentale elementen om de ironie van

het neoclassicisme te onthullen: terwijl

klassieke structuren worden gevierd, tonen

ze hun beperkingen in een veranderende tijd.

In deze satirische meesterwerkjes verenigt

Schönberg een vernieuwende muzikale taal,

vol van compositorische spitsvondigheden

en kwinkslagen, met intellectuele en speelse

kritiek.

Béla Bartók

Contrasts

Nadat de nazi’s in 1933 de muziek van Béla

Bartók gebrandmerkt hadden als ‘entartete

Musik’ duurde het nog zeven jaar voordat

hij vluchtte naar de Verenigde Staten.

In 1938 was hij daar wel al op concertreis

geweest, en voor die gelegenheid

componeerde hij zijn Contrasts. Dit bijzonder

originele werk werd besteld door twee goede

vrienden, de jazzklarinettist Benny Goodman

en violist Joseph Szigeti, met wie Bartók ook

de wereldcreatie speelde. Bartók verzoent

zijn eigen modernistische componeerstijl met

elementen uit de Hongaarse volksmuziek

en subtiele verwijzingen naar de jazz. De

titel maakt duidelijk dat Bartók niet naar

een symbiotische eenheid op zoek was: we

horen energieke dansritmes afgewisseld

met introspectieve melodieën, scherpe

dissonanten versus lyrische momenten.

Maar het grootste contrast zit in de

combinatie van drie uitermate verschillende

instrumenten, die, ondanks hun specifieke

klank en expressieve taal, toch proberen een

boeiende conversatie tot stand te brengen.

Paul Hindemith

Six chansons

Ook Paul Hindemith belandde uiteindelijk

in de VS, na enkele jaren ballingschap

in Vevey, Zwitserland. Zijn muziek werd

eveneens in 1936 door de nazi’s verboden,

maar vooral de Joodse afkomst van zijn

vrouw maakte het leven in Duitsland

onhoudbaar.

Omgeven door de serene schoonheid van

het meer van Genève en de omliggende

natuur componeerde Hindemith zijn Six

chansons voor gemengd koor. Hindemith

vond inspiratie in zes Franstalige gedichten

van Rainer Maria Rilke. Elk stuk uit de cyclus

schetst een poëtisch beeld van de natuur

en het menselijk bestaan, variërend van de

gracieuze beweging van een zwaan tot de

introspectieve stilte van de winter. Wellicht

zocht Hindemith naar houvast in deze

verfijnde lyriek om de turbulente tijden het

hoofd te kunnen bieden.

6


Toelichting

Igor Stravinsky

Zes Russische liederen

Igor Stravinsky verbleef bij het begin van

de Eerste Wereldoorlog in Zwitserland en

besliste tijdens de Russische revolutie in

1917 niet terug te keren naar zijn thuisland.

Uit die periode stammen twee bundels

liederen met piano: de Three Tales for

Children en de Four Russian Songs.

Enkele van deze liederen bracht Stravinsky

in de jaren ‘50 samen onder de titel Four

Songs, heel eigenzinnig geïnstrumenteerd

met fluit, harp en gitaar. James Wood maakte

op zijn beurt, speciaal voor deze productie,

transcripties van zes van deze liederen,

ditmaal begeleid door fluit, klarinet, viool,

cello en piano. De teksten zijn nonsensicale

aftelrijmpjes voor kinderen, waarin dieren

vaak de hoofdrol spelen of gaan over het

leven op het Russische platteland. Stravinsky

hield de gezongen lijnen heel eenvoudig en

de harmonie heel tonaal, maar maakte het

metrum en het ritme grillig en onvoorspelbaar.

Béla Bartók

Gebaseerd op authentieke melodieën

die hij verzamelde tijdens zijn veldwerk

in Slowakije, combineert Bartók deze

traditionele thema’s met subtiele moderne

harmonieën en een meesterlijke koorklank.

Elk van de vier delen vertelt een verhaal

uit het Slowaakse plattelandsleven, met

thema’s als liefde, verlies, vreugde en traditie.

Ondanks de eenvoud van de oorspronkelijke

melodieën, transformeert Bartók ze tot

een kunstmuzikaal werk vol expressie en

emotionele diepgang. Deze liederen zijn niet

alleen een eerbetoon aan de volksmuziek,

maar ook een krachtig voorbeeld van hoe

traditie en moderniteit harmonieus kunnen

samensmelten.

Thomas Dieltjens

Vier Slowakische Volkslieder

James Wood maakte nog een tweede

arrangement van de Vier Slowaakse

Volksliederen voor gemengd koor en

piano van Béla Bartók. Dit werk uit 1917

weerspiegelt Bartóks diepe fascinatie voor

de volksmuziek van Centraal-Europa.

7


Toelichting

Anti-oorlogsdemonstratie van de Roten-Frontkämpfer-Bundes passeert de Lange Brücke in Potsdam (1 augustus 1926).

In het midden van de foto dragen soldaten een kist met de tekst Jedem Krieger sein eigen Heim!

Deze foto inspireerde Kurt Weill en Bertolt Brecht tot het lied Zu Potsdam unter den Eichen.

8


Liedteksten

Kurt Weill

Zu Potsdam unter den Eichen

Tekst: Bertolt Brecht

Zu Potsdam unter den Eichen

Im hellen Mittag ein Zug

Vorn eine Trommel und hinten eine Fahn

In der Mitte einen Sarg man trug.

Zu Potsdam unter den Eichen

Im hundertjährigen Staub

Da trugen sechse einen Sarg

Mit Helm und Eichenlaub

Und auf dem Sarg mit Mennigerot

Da war geschrieben ein Reim

Die Buchstaben sahen häßlich aus:

‘Jedem Krieger sein Heim!’

Das war zum Angedenken

An manchen toten Mann

Geboren in der Heimat

Gefallen am Chemin des Damen.

Gekrochen einst mit Herz und Hand

Dem Vaterland auf den Leim

Belohnt mit dem Sarge vom Vaterland:

Jedem Krieger sein Heim!

So zogen sie durch Potsdam

Für den Mann am Chemim des Dames

Da kam die grüne Polizei

Und haute sie zusamm’.

Onder de eiken in Potsdam

Onder de eiken in Potsdam

In de heldere middag een stoet,

Voorop een trommel en achteraan een vlag,

In het midden droeg men een kist mee.

Onder de eiken in Potsdam

In honderd jaar oud stof,

Droegen zes een kist,

Met helm en eikenloof.

En op de kist, in menierood,

Stond een rijm geschreven:

De letters zagen er lelijk uit:

‘Voor elke strijder een thuis!’

Het was ter nagedachtenis

Aan vele dode mannen,

Geboren in het vaderland,

Gevallen aan de Chemin des Dames.

Ooit met hart en hand gekropen,

In de val gelokt door het vaderland,

Beloond met de kist van het vaderland:

Voor elke strijder een thuis!

Zo trokken ze door Potsdam,

Voor de man bij de Chemin des Dames.

Toen kwam de groene politie,

En sloeg hen in elkaar.

9


Liedteksten

Hanns Eisler

Kantaten aus dem Exil

Tekst: Ignazio Silone

Kriegskantate

Das land ist nicht mehr das alte Land,

Sondern ein fremdes Land der Propaganda.

Auf den Zugen, auf den bahnhöfen, auf den

Telegraphenstangen,

Auf den Mauern, auf den Strassenpflaster,

auf den Aborten,

Auf der Kirchtürmen, längs der Gartenzäune,

an den Schulen,

An den kasernen wiederholen sich die

Parolen der Regierung für den Krieg.

Alles ist noch unterdrückter, verschüchterter,

ergebener als gewönnlich:

Auch die Stadt ist kaum wieder zu erkennen

unter den Fahnen und Inschriften

Die den krieg und den Sieg verherrlichen.

Armes Volk, dessen Leidensfähigkeit

wahrlich keine grenzen kennt,

gewohnt, jeder für sich in Unwissenheit, im

Misstrau’n,

Im unfruchtbaren hass aller gegen alle zu

leben.

Jeder einzelne gewohnt, betrogen,

Jeder einzelne gewohnt, ausgenützt,

Jeder einzelne gewohnt, gekränkt, getreten

zu werden.

Und jetzt will das Regime am Rande des

bankrotts

Es mit der blutigen Ablenkung durch den

Krieg versuchen.

Oorlogskantate

Het land is niet meer het oude land,

Maar een vreemd land van propaganda.

Op de treinen, op de stations, op de

telegraafpalen,

Op de muren, op het straatklinker, op de

openbare toiletten,

Op de kerktorens, langs de tuinhekken, bij de

scholen,

Bij de kazernes herhalen zich de leuzen van

de regering voor de oorlog.

Alles is nog onderdrukter, angstiger,

onderdaniger dan gewoonlijk:

Zelfs de stad is nauwelijks herkenbaar onder

de vlaggen en opschriften

Die de oorlog en de overwinning verheerlijken.

Arm volk, wiens lijdzaamheid werkelijk geen

grenzen kent,

Gewend om ieder voor zich in onwetendheid,

in wantrouwen,

In de vruchteloze haat van allen tegen allen

te leven.

Ieder individu gewend om bedrogen,

Ieder individu gewend om uitgebuit,

Ieder individu gewend om vernederd en

vertrapt te worden.

En nu wil het regime, op de rand van

faillissement,

Het proberen met de bloedige afleiding van

de oorlog.

10


Liedteksten

Aber um dies zu tun, muss es sie einberufen,

aus ihrer Einsamkeit herausreissen,

Zusammensperren, mobilisieren und

bewaffnen.

Man weiss, wie eine Mobilisierung von

Ausgehungerten anfängt,

Man weiss aber nicht, wie sie aufhört.

Vielleicht nähert sich unsre Stunde.

Maar om dat te doen, moet het hen

oproepen, uit hun eenzaamheid rukken,

Opsluiten, mobiliseren en bewapenen.

Men weet hoe een mobilisatie van

uitgehongerden begint,

Maar men weet niet hoe ze eindigt.

Misschien nadert ons uur.

Die römische Kantate

1. Das grosse Rom

Das grosse rom ist unertrâglich geworden,

Jeder Tag bringt ein anderes, jeder Tag

bringt ein neues Gesetz.

Seit vielen Jahrhunderten regierten die

Päpste mit fünf Gesetzen,

Auf den Zuge der Tausend brauchte garibaldi

nur drie gesetze,

Aber das neue regime braucht für alles ein

eig’nes Gesetz.

Es gibt ein’s, das verbietet von bestimmten

Dingen zu reden,

An die Mauern zu pissen, nachts zu singen,

die Trambahn vorne zu besteigen;

Es gibt ein Gesetz für Ehegegner, für

bestimmte Berufe, für versammlungslokale,

Und für Streitfälle zwischen Arbeitern und

Arbeitgebern.

Je mehr solche Gesetze, um so mehr Elend.

Je mehr Elend, um so mehr solche gesetze.

Wahrhaftig! Das grosse Rom ist unerträglich.

Die Luft ist verpestet. Rom stinkt.

De Romeinse Kantate

Het grote Rome

Het grote Rome is ondraaglijk geworden,

Elke dag brengt iets anders, elke dag een

nieuwe wet.

Eeuwenlang regeerden de pausen met vijf

wetten,

Op zijn tocht van duizend dagen had

Garibaldi slechts drie wetten nodig,

Maar het nieuwe regime heeft voor alles een

aparte wet nodig.

Er is een wet die het verbiedt over bepaalde

zaken te spreken,

Tegen muren te urineren, ‘s nachts te zingen,

vooraan in de tram in te stappen;

Er is een wet voor tegenstanders van het

huwelijk, voor bepaalde beroepen, voor

vergaderlokalen,

En voor geschillen tussen arbeiders en

werkgevers.

Hoe meer van zulke wetten, hoe meer

ellende.

Hoe meer ellende, hoe meer van zulke

wetten.

Waarachtig! Het grote Rome is ondraaglijk.

De lucht is vergiftigd. Rome stinkt.

11


Liedteksten

2. Der Gestank

Einer sagte: Der Gestank kommt vielleicht

von den Mäusen.

Der Rat erklärte den Mäusen den Krieg, und

tausende wurden vernichtet.

Aber der gestank Blieb.

Ein ander sagte: Der Gestank kommt

vielleicht von den Fliegen.

Der Rat erklärte den Fliegen den Krieg,

Millionen worden vernichtet.

Aber der gestank Blieb.

Ein dritter meinte: Vielleicht kommt der

gestank von den katzen.

Da erklärte den rat den katzen den Krieg,

und tausende wurden getötet.

Aber der gestank Blieb.

In gewissen Stunden ist er so stark, dass man

sich erbrechen muss.

Woher kommt er wirklich?

Vielleicht von den Schmutz?

3. Woher kommt er?

Niemand hat den Ursprung des römischen

gestanks entdecken können.

In den Volksvierteln ist er weniger stark,

Im Beamtenviertel ist er schon auffallend.

In der gegend der Ministerien und um Sanct

peter ist er unerträglich.

Woher er kommt? Wer weiss es?

Man hört sagen, er komme von dem Alter der

Stadt.

Eine ewige Stadt muss eine stinkende sein.

Man hört auch sagen, er käme von den

Stoffen, von den Kleidern,

Von den Federn, von den helmen, von den

Panzern,

Die die neue Regierung aus den Museen

geholt hat

2. De stank

Iemand zei: De stank komt misschien van de

muizen.

De raad verklaarde de muizen de oorlog, en

duizenden werden vernietigd.

Maar de stank bleef.

Een ander zei: De stank komt misschien van

de vliegen.

De raad verklaarde de vliegen de oorlog,

miljoenen werden vernietigd.

Maar de stank bleef.

Een derde dacht: Misschien komt de stank

van de katten.

Toen verklaarde de raad de katten de oorlog,

en duizenden werden gedood.

Maar de stank bleef.

Op bepaalde momenten is hij zo sterk dat

men moet overgeven.

Waar komt hij echt vandaan?

Misschien van het vuil?

3. Waar komt hij vandaan?

Niemand heeft de oorsprong van de

Romeinse stank kunnen ontdekken.

In de volkswijken is hij minder sterk,

In de ambtenarenwijken valt hij al op.

In de buurt van de ministeries en rond Sint-

Pieter is hij ondraaglijk.

Waar komt hij vandaan? Wie weet het?

Men hoort zeggen dat hij komt door de

ouderdom van de stad.

Een eeuwige stad moet stinkend zijn.

Men hoort ook zeggen dat hij komt van de

stoffen, van de kleren,

Van de veren, van de helmen, van de

harnassen

Die de nieuwe regering uit de musea heeft

gehaald

12


Liedteksten

Für die Uniformen der Minister, der

Gesandten und der Türsteher.

Man erzählt sich vieles. Aber der Gestank

bleibt.

Dabei entdeckt die Polizei jede Woche neue

Verschwörungen.

Ganze Arbeiternvierteln werden nachts

umstellt,

Hunderte werden verhaftet, keiner weiss den

Grund.

Jeden kann’s erwischen.

Vielen haben Angst.

4. Die Angst

Die Angst in Rom ist zu einer Krankheit

geworden.

Sie überfällt menschen und schüttelt sie von

oben bis unten.

Es fürchten sich nicht nur die Feinde des

Regimes, nein,

Die Faschisten fürchten sich noch viel mehr.

Auch sie wissen, dass es nicht so weitergeh’n

kann. Und haben Angst!

Warum ermorden sie ihre Gegner?

Aus Angst!

Warum vergrössern sie die Polizei?

Aus Angst!

Warum vernichten sie tausende? Aus Angst

Mit ihrer Angst wachsen ihre Verbrechen.

Mit ihre Verbrechen wächst Ihre Angst.

Wahrhaftig! Das grosse Rom ist unerträglich.

Die Luft is verpestet.

Voor de uniformen van de ministers, de

gezanten en de portiers.

Er wordt veel verteld. Maar de stank blijft.

Ondertussen ontdekt de politie elke week

nieuwe samenzweringen.

Hele arbeiderswijken worden ‘s nachts

omsingeld,

Honderden worden gearresteerd, niemand

weet waarom.

Iedereen kan het treffen.

Velen zijn bang.

4. De angst

De angst in Rome is een ziekte geworden.

Ze overvalt mensen en schudt hen van top

tot teen.

Niet alleen de vijanden van het regime zijn

bang, nee,

De fascisten zijn nog veel banger.

Ook zij weten dat het zo niet door kan gaan.

En hebben angst!

Waarom vermoorden ze hun tegenstanders?

Uit angst!

Waarom vergroten ze het politieleger?

Uit angst!

Waarom vernietigen ze duizenden? Uit angst!

Met hun angst groeien hun misdaden.

Met hun misdaden groeit hun angst.

Waarachtig! Het grote Rome is ondraaglijk.

De lucht is vergiftigd.

13


Liedteksten

Alexander Zemlinsky

Aurikelchen

Tekst: Richard Dehmel

Aurikelchen, Aurikelchen

stehn auf meinem Beet,

und sehn den blauen Himmel an,

wo schon den ganzen Morgen

die goldne Sonne steht.

Aurikelchen, Aurikelchen,

was kuckt ihr denn so sehr?

Ihr seid ja selbst so gelb wie Gold,

und habt ein hellrot Herzchen,

was wollt ihr denn noch mehr!

Aurikelbloempjes

Aurikelbloempjes, aurikelbloempjes,

Staan in mijn bloembed stil,

En kijken naar de blauwe hemel,

Waar al sinds de ochtenduren

De gouden zon staat, mild.

Aurikelbloempjes, aurikelbloempjes,

Wat staart ge toch zo zeer?

Gij zijt zelf al geel als goud,

Met een lichtrood hartje stralend –

Wat wilt ge dan nog meer?

14


Liedteksten

Arnold Schönberg

Drei Satiren

1. Am Scheideweg

Arnold Schönberg

Tonal oder atonal?

Nun sagt einmal

in welchem Stall

in diesem Fall

die größre Zahl,

daß man sich halten,

halten kann am sichern Wall.

2. Vielseitigkeit

Ja, wer tommerlt denn da?

Das ist ja der kleine Modernsky!

Hat sich ein Bubizopf schneiden lassen;

sieht ganz gut aus!

Wie echt falsches Haar!

Wie eine Perücke!

(Ganz wie sich ihn der kleine Modernsky

vorstellt),

ganz der Papa Bach!

Drie Satiren

1. Op de splitsing

Arnold Schönberg

Tonaal of atonaal?

Nu zeg het eens gewoon:

Waar vindt men meer,

Waar deze keer

Een schare weer,

Om zich te houden,

Stevig aan de veilige muur?

2. Veelzijdigheid

Maar wie trommelt daar zo?

Dat is toch onze kleine Modernski!

Heeft zich een hippe kuif laten knippen;

ziet er best goed uit!

Net echt vals haar!

Zoals een pruik!

(Precies zoals kleine Modernski zichzelf

voorstelt),

helemaal zijn Papa Bach!

15


Liedteksten

3. Der neue Klassizismus

Tenor:

Nicht mehr romantisch blieb ich,

Romantisch hass ich;

von morgen an schon

schreib ich nur reinstes Klassisch!

Bas:

Dem kann die Macht der Zeiten

nichts mehr anhaben,

Sopraan en alt:

Siehe Riemann!

Bas:

den Kunstgesetze leiten nach dem Buchstaben.

Sopraan en allt:

Buchstaben? Wenn man die kann!

Bas:

Ich staun, wie rasch die Wendung:

von heut auf morgen besitzt man

Formvollendung?

Kann man die borgen?

Sopraan en alt:

...nur borgen!

Koor:

Die Hauptsache ist der Entschluß.

Doch der ist leicht gefaßt.

Die Technik macht manchem Verdruss,

drum wird sie gern gehaßt.

Man läßt sie ganz einfach beiseiten,

Vollendung ist doch das Panier!

Sie zeitigt den Einfall beizeiten,

wenn auch nur auf dem Papier.

3. Het nieuwe classicisme

Tenor:

Niet meer romantisch blijf ik,

Romantisch haat ik;

vanaf morgen al

schrijf ik slechts het zuiverste klassiek!

Bas:

Daarmee kan de macht der tijden

geen vat meer krijgen.

Sopraan en alt:

Zie Riemann!

Bas:

Geleid door kunstwetten volgens de letter.

Sopraan en alt:

Letters? Als je die kan!

Bas:

Ik sta versteld hoe snel de ommekeer:

van vandaag op morgen bezit men volmaakte

vorm?

Kan men die lenen?

Sopraan en alt:

...alleen lenen!

Koor:

Het belangrijkste is het besluit.

En dat is snel genomen.

De techniek maakt velen vermoeid,

dus wordt ze vaak verworpen.

Men legt haar gewoon terzijde,

Volmaaktheid is toch de banier!

Ze brengt de inspiratie op tijd,

al is het maar op papier.

16


Liedteksten

Schlussfuge:

Klassische Vollendung,

streng in jeder Wendung,

sie komm woher sie mag,

danach ist nicht die Frag,

sie geh wohin sie will:

das ist der neue Stil.

Slotfuga:

Klassieke volmaaktheid,

streng in elke wending,

zij komt vanwaar ze wil,

dat doet er niet toe,

zij gaat waarheen ze wil:

dat is de nieuwe stijl.

Paul Hindemith

Six Chansons

Tekst: Rainer Maria Rilke

1. La biche

Ô la biche : quel bel intérieur

d’anciennes forêts dans tes yeux abonde ;

combien de confiance ronde

mêlée à combien de peur.

Tout cela, porté par la vive

gracilité de tes bonds.

Mais jamais rien n’arrive

à cette impossessive

ignorance de ton front.

Zes Liederen

1. Het hert

O hert, welk innig rijk van oude bossen

blinkt overvloedig in je ogen op;

hoeveel ronde vertrouwen

vermengd met hoeveel angst.

Alles wordt gedragen door de levendige,

gracieuze sprongen van je tred.

Maar niets raakt ooit

de onaantastbare onwetendheid

van je voorhoofd aan.

17


Liedteksten

2. Un cygnet

Un cygne avance sur l’eau

tout entouré de lui-même,

comme un glissant tableau ;

ainsi à certains instants

un être que l’on aime

est tout un espace mouvant.

Il se rapproche, doublé,

comme ce cygne qui nage,

sur notre âme troublée...

qui à cet être ajoute

la tremblante image

de bonheur et de doute.

3. Puisque tout passe

Puisque tout passe, faisons

la mélodie passagère ;

celle qui nous désaltère,

aura de nous raison.

Chantons ce qui nous quitte

avec amour et art ;

soyons plus vite

que le rapide départ.

4. Printemps

Ô mélodie de la sève

qui dans les instruments

de tous ces arbres s’élève –,

accompagne le chant

de notre voix trop brève.

C’est pendant quelques mesures

seulement que nous suivons les multiples

figures

de ton long abandon,

ô abondante nature.

2. Een zwaan

Een zwaan glijdt voort op het water,

volledig omsloten door zichzelf,

als een glijdend schilderij.

Zo is soms een geliefde,

een wezen dat we aanbidden,

een hele bewegende ruimte.

Hij nadert, verdubbeld,

zoals de zwaan die zwemt,

op onze verontruste ziel…

die aan dit wezen toevoegt

het trillende beeld

van geluk en twijfel.

3. Omdat alles voorbijgaat

Omdat alles voorbijgaat, laat ons zingen

de melodie van het vergankelijke;

die welke ons verkwikt,

zal ons overwinnen.

Zingen we wat ons verlaat

met liefde en kunst;

laat ons sneller zijn

dan het snelle vertrek.

4. Lente

O melodie van het sap,

dat in de instrumenten

van al deze bomen opstijgt –

begeleid de zang

van onze te korte stem.

Slechts een paar maten lang

volgen wij de veelvuldige figuren

van je lange overgave,

o overvloedige natuur.

18


Liedteksten

Quand il faudra nous taire,

d’autres continueront...

Mais à présent comment faire pour te rendre

mon grand coeur complémentaire ?

5. En hiver

En hiver, la mort meurtrière

entre dans les maisons ;

elle cherche la soeur, le père,

et leur joue du violon.

Mais quand la terre remue,

sous la bêche du printemps,

la mort court dans les rues

et salue les passants.

6. Verger

Jamais la terre n’est plus réelle

que dans tes branches, ô verger blond,

ni plus flottante que dans la dentelle

que font les ombres sur le gazon.

Là se rencontre ce qui nous reste,

ce qui pèse et ce qui nourrit,

avec le passage manifeste

de la tendresse infinie.

Mais à ton centre la calme fontaine,

presque dormant en son ancien rond,

de ce contraste parle à peine,

tant en elle il se confond.

Wanneer wij stil moeten zijn,

zullen anderen voortgaan...

Maar hoe kan ik je nu geven

mijn grote, aanvullende hart?

5. In de winter

In de winter, de moordende dood

komt de huizen binnen;

zij zoekt de zuster, de vader,

en speelt voor hen viool.

Maar wanneer de aarde beweegt

onder de schop van de lente,

rent de dood door de straten

en groet de voorbijgangers.

6. Boomgaard

Nooit is de aarde meer werkelijk

dan in jouw takken, o blonde boomgaard,

noch zwevender dan in het kantwerk

dat schaduwen maken op het gras.

Daar ontmoeten wat ons blijft,

wat zwaar weegt en voedt,

het onmiskenbare voorbijgaan

van oneindige tederheid.

Maar in je midden de stille fontein,

bijna sluimerend in haar oude kring,

spreekt nauwelijks over dit contrast,

zo volledig wordt het in haar verenigd.

19


Liedteksten

Igor Stravinsky

Six Russian Songs

1. Selezen’

Селезень, селезень,

сиз голубчик селезень,

Хохлатый селезень!

Ты выйди селезень, селезень,

Ты посмотри, селезень,

Где утушка твоя,

Где семеро утей.

Селезень, догоняй утку,

Молодой, догоняй утку.

Поди, утушка домой,

Поди, серая домой!

У те семеро утей,

Осьмой селезень.

Будет утушка нырять

По полям, по норям,

По кустам, по избам,

По чужим селезням,

По заезжим гостям.

2. Zapevnaya

На комомне,

на во ломне,

На Божьей росе,

На поповой полосе,

Пашет дьякон чёрным углем.

Чарка горелка, Медок сострок,

Чарка горелка, Турбан вон,

Чарка горелка, На Николкин двор...

Футка Марфутка, Связень Андрюшка,

Алёшка Бог!

1. De woerd

Woerd, woerd, mooie woerd,

Prachtige woerd met de kuif!

Ga, woerd, woerd,

Kijk, woerd,

Waar is jouw vrouwtje,

Waar zijn de zeven eendjes.

Woerd, achtervolg haar,

Jonge woerd, achtervolg haar,

Ga, dame, ga, dame,

Ga, grijze dame,

Ga naar je huis.

Bij jou zijn zeven eendjes,

De achtste is de woerd.

Het vrouwtje zal duiken,

Door de velden, door de holen,

Door de struiken, door de huizen,

Bij vreemde mannelijke eenden,

Bij de voorbijgangers.

2. Tel-lied

Op de smeerwortel,

op de ossenboog,

op God’s dauw,

op de priester’s laan,

De diaken ploegt met zwarte kolen.

Bakje-vodka, zoete vodka,

Bakje-vodka, Turban uit,

Bakje-vodka, Naar Nikolkin’s erf…

Futka-Marfutka, Sint Andryushka,

Alyoshka God!

20


Liedteksten

3. Podblyudnaya

Сидит вoрoбей на чужой гарадьбе.

Славна, славна.

Глядит вoрoбей на чужу сторану.

Славна, славна!

Курoчка ряба на завалинки навоз грeбла.

Славна, славна! Славна, славна!

Eщe погрeбла, кoлечико выгрeбла.

Славна, славна!

За дежой сижу, пятерей вoжу. Славна,

славна!

Лежит волчиша на поветиша, oткинул

хвост на пятнадцать вёрст.

Славна, славна, славна, славна!

4. Sektantskaya

Ялица, мятелица,

Завыла, завыла, замeтелила

Все пути мои дороженьки.

Нельзя пройти и проехати

К рoдимoму батюшке,

К мoему царю небеснoму. У рoдимoгo,

У рoдимoгo, у батюшки

Все сестры и все братья любовные,

Все любовные и духовные,

Святым Богом избранные.

Богу, Богу слава,

Исусу Христу держава,

Богу слава, Богу слава

Вo веки веков, Aминь. Тебя Господи

благадарим.

3. De mus

De mus zit op een vreemde heg,

Het gaat goed, het gaat goed.

De mus spiedt waar hij niet thuis is,

Het gaat goed, het gaat goed

De kip, in de tuin, scharrelt in het gras,

Het gaat goed, het gaat goed! het gaat goed,

het gaat goed!

Scharrelt en krabt aan de ring,

Het gaat goed, het gaat goed

En ik, naast de deur, beweeg mijn vijf vingers,

Het gaat goed, het gaat goed

De wolf ligt op een stapel hout en kwispelt

met zijn staart, ziet mij niet

Het gaat goed, het gaat goed, het gaat goed,

het gaat goed!

4. Een Russische spiritual

Wind, sneeuw, duisternis,

Al mijn paden zijn gesloten, al mijn paden

naar jouw koninkrijk.

Geen pad is vrij voor mens of paard,

Alle paden zijn gesloten, gesloten voor

mensen en paarden,

Aan mijn Vader, aan mijn Vader, die in de

hemel is.

Voor mijn zussen, mijn geliefde broers.

Broeders in liefde, broeders in de geest,

Hij kiest zusters en broeders in liefde en in

geest.

Maar glorie, glorie aan Hem

En eer ook aan Jezus Christus,

En glorie aan de Vader, glorie aan de Zoon,

Glorie en dankbaarheid voor jou,

Koningen van de hemel, voor eeuwig en

altijd, Amen.

21


Liedteksten

5. Gusi Lebedi

Гуси лебеди летели,

в чисто поле залетели,

в поле банюшку доспели

Воробей дрова колол,

таракан баню топил,

мышка водушку носила,

вошка парилася,

приушмарилася;

бела гнида подхватила,

на рогож ку повалила;

сера блошка подскочила,

ножку подломила,

в передбанок вошку выносила.

5. Ganzen en zwanen

Ganzen en zwanen,

Vlogen eens laag over de velden,

En zagen een plek waar ze allen neerstreken.

De mus hakte hout,

de kakkerlak verwarmde het bad,

de muis droeg water,

de luis zweette,

de luis zweette;

een witte vlieg pikte hem op

en gooide hem op de rogge;

een zwavelvlo sprong op

en brak zijn poot,

en droeg de luis de voorschuur in.

22


Liedteksten

6. Tilim-bom

Тилим-бом, тилим-бом,

Загорелся козий дом.

Коза выскочила,

Глаза выпучила,

Коза хвостиком трясёт,

Помогать людей зовёт,

Котик в колокол звонит,

На пожар бежать велит.

Тилим-бом, тилим-бом,

Вы спасайте козий дом!

Бежит курица с ведром,

Заливать козий дом.

А за нею петушок,

Золотой гребешок,

Тащит лесенку,

Поёт песенку.

Тилим-бом, тилим-бом,

Мы потушим козий дом.

Люди выскочили,

Глаза выпучили,

Бородою все трясут,

Помогать козе бегут,

Люди в колокол звонят,

За собой бежать велят.

Тилим-бом, тилим-бом,

Поливайте козий дом.

А коза с котиком котом,

С курицей, с петухом

На траве сидят рядком,

Поют громким голоском,

Тилим-бом, тилим-бом,

Потушили козий дом.

6. Tilim-bon

Tilim-bon, Tilim-bon,

Red de geitenstal van zijn ondergang!

Moedergeit tijdens het grazen,

Ziet haar huis in vuur en vlam,

Zwaait met haar kleine staartje,

Roept om water, emmer op emmer.

Poesje springt naar het beltouw

En met macht en kracht luidt ze de bel.

Tilim-bon, Tilim-bon,

Red de geitenstal van zijn ondergang!

Mevrouw Hen brengt een emmer,

Snel gooit zij het water,

Met haar volgt meneer Haan,

Bij de pomp vult hij een kruik;

Trots loopt hij langs,

Zingt een wellustig lied:

Tilim-bon, Tilim-bon,

Red de geitenstal van zijn ondergang!

Zie, het volk komt aangerend,

Schreeuwend, duwend, starend.

Nooit werd zo’n grote menigte gezien.

Hoor de brandklok luiden.

Kom, goed volk, blijf niet staan.

Help de felle vlammen te doven

Tilim-bon, Tilim-bon,

Red de geitenstal van zijn ondergang!

Nu ook geit en kip en poes,

Met Haan-a-doodle-doo,

Op het gras in een rij zitten,

En het lied dat ze zingen gaat zo:

Tilim-bon, Tilim-bon,

Moeder Geit, we hebben je huis gered!

23


Liedteksten

Belá Bartók

Štyry Slovenské národné piesnié

(Four Slovak Folksongs)

1. Zadala Mamka

Zadala mamka, zadala dcéru

Daleko od sebe,

Zakazala jej, prikázala jej:

Nechod’ deéro ku mne!

Ja sa, udelám ptáčkom jarabým,

Poletím k mamičke.

A sadnem sitam na zahradečku,

Na bielu laliju.

Vyjde mamička: čotoza ptáčka,

čo tak smutne spieva?

Ej, hešu, ptačku jaraby,

Nelámaj laliju!

Ta daly ste mňa za chlapa zlého

Do kaja cudzieho;

Veru mne je zle, mamička milá,

So zlým mužom byti.

2. Na holi

Na holi, na holi,

Na tej ši ročine

Ved’ som sa vyspala,

Ako na perine.

Už sme pohrabaly,

Čo budeme robit› ?

S višku do doliny

Budeme sa vodit’.

1. Zadala Mamka

Mamka gaf het bevel, gaf haar dochter

Ver weg van haar huis,

Ze zei tegen haar, beval haar:

‘Ga niet, mijn meisje, naar mij toe!’

Ik zal een hazenvogel worden,

Vliegen naar mijn moeder,

En ik zal gaan zitten op de tuinbank,

Op de witte lelie.

Moeder komt naar buiten: ‘Wie is dat, de

vogel,

Die zo treurig zingt?

Ach, lieve vogel,

Breek de lelie niet!’

Want jullie gaven me aan een slechte man,

In een vreemd huis,

En ik voel me zo slecht, lieve moeder,

Met een slechte man leven is zwaar.

2. Na holi

Op de wei, op de wei,

Op diezelfde weide,

Ik sliep daar,

Alsof ik op een donsbed lag.

We hebben het gras geharkt,

Wat moeten we nu doen?

Van de top van de heuvel

Zullen we elkaar begeleiden.

24


Liedteksten

3. Rada pila

Rada pila, rada jedla

Rada tancovala,

Rada tancovala,

Rada tancovala,

Ani si len tú kytličku

Neobranclovala,

Neobranclovala,

Neobranclovala,

Nedala si štri groše

Ako som ja dala,

Ako som ja dala,

Ako som ja dala,

Žeby si ty tancovala,

A ja žeby stála,

A ja žeby stála,

A ja žeby stála.

4. Gajdujte, gajdence

Gajdujte, gajdence,

Pôjde-me k frajerce!

Ej gajdujte vesele,

Ej, že pôjdeme smele!

Zagajduj gajdoše!

Ešte mám dva groše:

Ej, jedon gajdošovi,

A druhý krčmárovi.

To bola kozička,

Čo predok vodila,

Ej, ale už nebude,

Ej nôžky si zlomila.

3. Rada pila

Ze dronk graag, ze at graag,

Ze danste graag,

Ze danste graag,

Ze danste graag,

Ze beschermde de bloemetjes niet,

Ze beschermde ze niet,

Ze beschermde ze niet,

Ze gaf geen drie grošes,

Zoals ik dat deed,

Zoals ik dat deed,

Zoals ik dat deed,

Dat jij zou dansen,

En ik zou staan,

En ik zou staan,

En ik zou staan.

4. Gajdujte, gajdence

Speel de gaida, speel de gaida,

Ik ga naar mijn geliefde!

O, speel vrolijk,

O, we gaan dapper!

Speel de gaida!

Ik heb nog twee grošes:

O, één voor de gaidaman,

En de andere voor de kroegbaas.

Dat was een geitje,

Die voorop liep,

O, maar dat zal niet meer,

O, haar pootjes heeft ze gebroken.

Vertaling: Jens van Durme / AI - Collegium Vocale

Gent / Ilona Tamilina / Evert De Cock

25


Biografieën

Componisten

verkreeg hij het Amerikaans

staatsburgerschap. In

1947 bezocht hij Europa

en Palestina, maar naar

Duitsland kwam hij nooit

meer terug. In de veertiger

jaren componeerde hij

muziek voor een aantal

Broadway-musicals.

in de Verenigde Staten. In

1948 werd hij vanwege zijn

politieke opvattingen het

land uitgezet en keerde hij

terug naar Duitsland. Daar

componeerde hij onder

andere het Oost-Duitse

volkslied.

De Duitse componist Kurt

Weill (1900 - 1950) studeerde

aan de Hochschule für Musik

in Berlijn, waar hij onder meer

les had van de componist

Engelbert Humperdinck.

Voor het muziekfestival in

Baden-Baden schreef hij in

1927 een eenakter. Op zijn

zoektocht naar een libretto

kwam hij in aanraking met

Bertolt Brecht. Een gevolg

van hun samenwerking was

Das kleine Mahagonny,

waarin Lotte Lenya zong, zijn

toekomstige vrouw. Met hun

Dreigroschenoper werd de

combinatie Brecht-Weill in

een klap wereldberoemd. In

1935 emigreerde hij naar New

York, waar inmiddels ook

Brecht terecht was gekomen.

Daar zou hij tot zijn dood

werkzaam blijven. In 1943

26

De Duits-Oostenrijkse

componist Hanns Eisler

(1898 - 1962) studeerde

vanaf 1919 tot 1924 bij

Arnold Schönberg en

maakte in zijn vroege werken

gebruik van Schönbergs

twaalftoonstechniek. Onder

invloed van Marxistische

sympathieën begon Eisler

meer geëngageerde muziek

te schrijven en jazz- en

cabaretinvloeden toe te laten.

Hij raakte goed bevriend met

Bertolt Brecht en ging net als

Brecht gedurende de Tweede

Wereldoorlog in ballingschap

Alexander Zemlinsky (1871-

1942), geboren in Wenen,

ontpopte zich al jong als

een muzikaal talent. Op

dertienjarige leeftijd ging

hij naar het Gesellschaft

der Musikfreunde

Konservatorium om piano

en compositie te studeren.

Zemlinsky werd daar zeer

beïnvloed door het werk

van Johannes Brahms,

destijds de president

van het Gesellschaft der

Musikfreunde. In 1911 vertrok

hij naar Praag waar hij als

dirigent van het Deutsches

Landestheater uitgroeide


Biografieën

tot een belangwekkend

interpreet van het werk

van Richard Wagner, Anton

Bruckner, Gustav Mahler en

Arnold Schönberg. Vlak voor

de Tweede Wereldoorlog

emigreerde hij naar de

Verenigde Staten waar hij

min of meer anoniem stierf.

Pas de laatste decennia

groeit de waardering voor

zijn composities gestaag.

Stefan Wolpe (1902 - 1972)

was een Amerikaanse

componist van Joods-

Duitse komaf. Hij

schreef socialistische

strijdliederen, was de

belangrijkste componist

van de kunstenaarsschool

Bauhaus, was een van

de grondleggers van het

muziekleven in Israël en

boegbeeld van de avantgarde

in het naoorlogse

Amerika. Wolpe studeerde

onder anderen bij Franz

Schreker en Ferruccio

Bussoni in Berlijn. Zijn

eerste composities waren

atonaal, gebaseerd op

de twaalftoonstechniek

van Arnold Schönberg.

Hij werd echter steeds

meer beïnvloed door de

‘gebruiksmuziek’ van Paul

Hindemith en schreef

muziek voor vakbonden

en communistische

theatergroepen. Toen de

nazi’s aan de macht kwamen

in Duitsland vluchtte Wolpe

via Oostenrijk, Roemenië

en Rusland naar Palestina

en gaf in Jeruzalem nog

een aantal jaren les aan

het conservatorium. In

1938 vertrok Wolpe naar de

Verenigde Staten, New York,

waar hij muziekdirecteur aan

het Black Mountain College

werd.

Arnold Schönberg (1874 –

1951) werd in een joods

gezin geboren in Wenen. Hij

speelde vanaf zijn achtste

viool en leerde zichzelf cello

spelen. Hij trad toe tot het

orkest van Alexander von

Zemlinsky, die de eerste

en enige compositiedocent

werd van de verder

autodidacte Schönberg. Hij

componeerde aanvankelijk

in een stijl verwant aan

Johannes Brahms, maar

met een werk als Verklärte

Nacht (1899) bewandelde hij

avontuurlijker wegen. In 1904

gaf hij zelf compositieles

en meldden Anton Webern

en Alban Berg zich als zijn

leerlingen. Gezamenlijk

onderzochten zij de grenzen

van de (a)tonaliteit, die

werden bereikt met Pierrot

Lunaire.

Na een stilte van bijna

twaalf jaar presenteerde

hij de twaalftoonstechniek.

Hiermee werd hij een van

de grote vernieuwers en

denkers van de 20e-eeuwse

muziekpraktijk. In 1933

verliet hij zijn vaderland

vanwege het opkomend

nazisme en vertrok hij naar

de Verenigde Staten. Daar

was hij tot op hoge leeftijd

actief als compositiedocent.

27


Biografieën

Béla Bartók (1881 - 1945)

werd geboren in het

Hongaarse Nagyszentmiklós.

Hij begon in 1899 zijn studie

compositie en piano aan

de Muziekacademie van

Boedapest. Hij was een

begenadigd pianist en nam

in 1907 de docentenpraktijk

aan de Muziekacademie

van zijn leraar István

Thoman over. Als componist

begon zijn ontwikkeling

pas echt toen hij in 1905

componist Zoltán Kodály

ontmoette. De twee gingen

op ontdekking naar de ware

Hongaarse volksmuziek,

maakten er een omvangrijke

etnomusicologische studie

van en de muzikale taal

van Bartók veranderde

snel. Bij het uitbreken van

de Tweede Wereldoorlog

emigreerde Bartók naar

de Verenigde Staten. Daar

bleef hij ondanks een zware

28

tijd – zowel financieel als

fysiek – componeren. In

september 1945 stierf hij aan

een vorm van leukemie.

Na zijn conservatoriumstudie

speelde de Duitse componist

Paul Hindemith (1895 -

1963) als altviolist in het

orkest van een kuuroord. In

1915 werd hij concertmeester

in de Opera van Frankfurt.

Zes jaar later brak hij

met het Amar-Hindemith

Kwartet door als componist

en altviolist tijdens de

eerste Donaueschinger

Musiktage. Als componist

is Hindemith veelzijdig. Hij

schreef voor ongewone

instrumenten, zoals een

sonate voor contrabas,

werken voor Trautonium

(een vroeg elektronisch

instrument) en een trio

voor altviool, heckelfoon

(een dubbelriet) en piano.

Daarnaast schreef hij

zogeheten ‘Gebrauchsmusik’

– muziek met een sociale of

politieke boodschap, soms

bedoeld om door amateurs

gespeeld te worden. Tot zijn

bekendste werken hoort

de opera Mathis der Maler

uit 1935, over een schilder

uit de renaissance die zich

tegen de gevestigde orde

keert. Nazi- Duitsland was

daar niet blij mee. Hij vertrok

in 1938 naar Zwitserland,

emigreerde twee jaar later

naar de Verenigde Staten,

maar keerde in 1953 terug

naar Europa.

Igor Stravinsky (1882 - 1971)

wordt beschouwd als een

van de meest invloedrijke

componisten van de 20e

eeuw. Hij werd in Rusland

opgeleid door Nikolaj Rimski-

Korsakov en zijn eerste

werken klinken in de geest


Biografieën

van zijn leermeester. Met

revolutionaire partituren

voor Les Ballets russes zoals

Petroesjka en Sacre du

printemps sloeg Stravinsky

onder invloed van de

Russische volksmuziek

nieuwe wegen in. Na de

jaren twintig werd zijn werk

soberder en na de jaren

vijftig hield hij zich bezig met

twaalftoonstechnieken. De

Russische volksmuziek en

de ritmische energie bleven

de constante factoren in

zijn werk. Na de Russische

Revolutie woonde Stravinsky

in Frankrijk en later in de

Verenigde Staten, waar

hij in 1945 Amerikaans

staatsburger werd.

Stravinsky bleef actief tot op

hoge leeftijd en overleed in

1971 in New York.

Uitvoerenden

Katalin Károlyi

Mezzosopraan

De Hongaarse mezzosopraan

Katalin Károlyi

(1968) heeft zich

gespecialiseerd in barokopera,

kamermuziek en

hedendaagse muziek. Ze

trad op onder dirigenten

zoals Yehudi Menuhin,

William Christie, Philippe

Herreweghe en David

Robertson.

Haar optredens brachten

haar naar prestigieuze podia

en festivals wereldwijd,

waaronder het Ravinia

Festival in Chicago, het

Festival d’Aix-en-Provence,

Carnegie Hall en de Opéra

National de Paris. In 2000

componeerde György

Ligeti voor haar en voor

de Amadinda Percussion

Group de cyclus Sippal,

Dobbal, Nádihegyedüvel.

Ze nam het werk op

met Teldec en is tevens

wereldwijd ambassadrice

voor de cyclus. Naast haar

uitvoerende carrière is

Károlyi actief als docent.

Sinds 2018 is ze verbonden

aan de Faculteit der Kunsten

van de Universiteit van

Pécs als zangdocent en

vanaf 2019 is ze zangcoach

voor het koor van de

Hongaarse Staatsopera.

Haar discografie omvat

opnames van werken van

onder andere Charpentier,

Vivaldi en Rameau, evenals

hedendaagse componisten

zoals Ligeti en Sáry László.

Károlyi is gepassioneerd

door nieuwe werken en

kamermuziek, en werkt

regelmatig samen met

Gyorgy Kurtág, Peter

Eötvös en Steve Reich,

en met onder meer het

Ensemble intercontemporain,

Asko|Schönberg en de

London Sinfonietta.

29


Biografieën

James Wood

Dirigent

Dirigent en componist

James Wood (1953)

studeerde compositie

bij Nadia Boulanger en

directie en percussie aan

de Royal Academy of Music

in Londen. Daarna had hij

een drievoudige loopbaan

als componist, dirigent en

solist op slagwerk.

In 1981 richtte hij het New

London Chamber Choir

op, gespecialiseerd in

eigentijdse muziek. Dat

leidde hij tot zijn vertrek

naar Duitsland in 2007. Hij

was ook slagwerkdocent in

Darmstadt en oprichter en

directeur van het Centre for

Microtonal Music in London.

Vanaf het midden van de

jaren 90 ging hij zich meer

toeleggen op dirigeren en

componeren, en werkte hij

met ensembles als Ensemble

Musikfabrik, London

Sinfonietta, Ensemble

intercontemporain en Champ

d’Action. Als componist

schreef hij in vrijwel ieder

denkbaar genre. Hij staat

vooral bekend om zijn werk

30

met elektronica en speciaal

ontworpen instrumenten.

Als musicoloog heeft hij

gewijde gezangen van Carlo

Gesualdo gereconstrueerd

en er opnamen van verzorgd.

Hij publiceerde in 2022 het

boek Tapping the Source,

over de invloed van oude

muziektheorieën op de

muziek van de voorbije 150

jaar.

foto: Béla Gabor


Biografieën

Collegium Vocale

Gent

Collegium Vocale Gent

werd opgericht in 1970

op initiatief van Philippe

Herreweghe samen met een

groep bevriende studenten.

Het ensemble paste als een

van de eerste de nieuwe

inzichten rond de uitvoering

van barokmuziek toe op

vocale muziek.

Het ensemble verwierf al

snel wereldfaam en was te

gast op belangrijke podia en

muziekfestivals. Sinds 2017

organiseert het ensemble

in Toscane een eigen

zomerfestival: Collegium

Vocale Crete Senesi. Het

ensemble brengt voor

elk project een optimale

bezetting bijeen. Zo voert

een solistisch ensemble

muziek uit de renaissance

uit. Collegium Vocale Gent

heeft een eigen barokorkest,

maar werkt daarnaast samen

met andere ensembles op

het gebied van historische

muziek, zoals het Orchestre

des Champs Élysées, het

Freiburger Barockorchester

en de Akademie für Alte

Musik Berlin. Verder

treedt het op met

vooraanstaande orkesten

als het Antwerp Symphony

Orchestra, het Koninklijk

Concertgebouworkest, het

Budapest Festival Orchestra

en de Staatskapelle Dresden.

Collegium Vocale Gent

bracht op diverse labels

meer dan 100 opnamen uit.

Sopraan I

Ulrike Barth, Hannah Ely,

Malena Napal

Sopraan II

Aisling Kenny, Elisabeth

Rapp, Charlotte Schoeters

Alt I

Stephanie Dillon, Sophia

Faltas, Laura Kriese

foto: Eric de Mildt

Alt II

Sterre Decru, Cécile Pilorger,

Julia Spies

Tenor I

Stephan Gähler, Tomas

Lajtkep, Thomas Köll*

Tenor II

Malcolm bennett, Carlos

Negrin-Lopez, Randol

Rodriguez

Bas I

Philipp Kaven, Julian Millán*,

Martin Schicketanz

Bas II

Eric Ander*, Roland Faust,

Joachim Höchbauer

* solisten in Drei Satiren van

Arnold Schönberg

31


Biografieën

Het Collectief

Het Collectief is een

kamermuziekensemble

dat in 1998 in Brussel werd

opgericht. Door consequent

met een vaste kern van

vijf muzikanten te werken

bouwde de groep een

intrigerende eigen sound

op, gekenmerkt door een

heterogene mix van blazers,

strijkers en piano.

In zijn repertoire keert Het

Collectief terug naar de

roots van het modernisme:

de Tweede Weense School.

Vanuit deze solide basis

worden zowel de grote

20e-eeuwse composities

als de allernieuwste

experimentele stromingen

verkend. Ook maakt

de groep furore met

spraakmakende cross-overs

tussen het hedendaagse en

het traditionele repertoire

en met adaptaties van

historische muziek. Naast

de vele concerten in België

is Het Collectief ook

internationaal aanwezig in

Nederland, Frankrijk, het

Verenigd Koninkrijk, Spanje,

Duitsland, Oostenrijk, Malta,

Cyprus, Litouwen, Letland,

32

Oekraïne, Polen en in Zuid-

Amerika (Peru en Brazilië) en

in Azië (Hong Kong).

Wibert Aerts viool/altviool

Thomas Dieltjens piano

Toon Fret fluit

Julien Hervé klarinet

Joana Lima klarinet

Martijn Vink cello

foto: Eduardus Lee


Verwacht

Lachenmann

Mark Simpson, Jean-Guihen

Queyras + Pierre-Laurent

Aimard

Serie

Kamermuziek

internationaal

Donderdag

avondserie

Do 20 feb 2025

Grote Zaal

20.15 uur

Simpson, Queyras en Aimard zijn drie absolute topmusici

die het avontuur niet schuwen. Zij bundelen hun krachten

voor een uniek concert met muziek van de laatst levende

modernist, Helmut Lachenmann. Vijftig jaar geleden

gold zijn experimentele muziek al als een opwindend

toekomstvisioen. Een visioen dat nog steeds geldt voor

wie bereid is om oude luistergewoonten los te laten.

Lachenmanns mysterieuze wereld betovert met niets meer

dan klank en muzikale fantasie, en biedt zo ongehoorde

nieuwe perspectieven.

In Lachenmanns muziek vind je dwarsverbanden en

klankschoonheid in zeer diverse kleurschakeringen, die

verder gaan dan alleen abstracte structuur. Lachenmann

bouwt geheimzinnig ruisende luchtkastelen in klank die niets

met de aardse werkelijkheid te maken hebben, maar wel tot

nadenken stemmen. Zoals in Allegro Sostenuto, het centrale

werk van dit concert met heldere contouren en een heel scala

aan klankkleuren voor klarinet, cello en piano.

Helmut Lachenmann

Programma: Helmut Lachenmann Wiegenmusik voor piano

solo / Pression voor cello solo / Dal niente voor klarinet solo /

Allegro Sostenuto voor klarinet, cello en piano

33


Verwacht

Februari

do 20 feb / 20.15 uur

Lachenmann

Mark Simpson, Jean-Guihen

Queyras + Pierre-Laurent

Aimard

vr 21 feb / 20.15 uur

Baroque

MILOŠ + Arcangelo

za 22 feb / 20.15 uur

Schumanns pianokwartet

én kwintet

Elisabeth Leonskaja +

Streichquartett der

Staatskapelle Berlin

Dag van de Engelse

barok

zo 23 feb

10.30 uur / Kleine Zaal

Engelse Barok Scratch

Onder leiding van Helen

Ashby

14.00 uur

Vurige virginalisten

Skip Sempé

16.00 uur

Polyfonie voor drie

Phantasm

18.00 uur / Kleine Zaal

Lezing Dr. Mimi Mitchell

Over de uitvoeringspraktijk

van Engelse barokmuziek

19.30 uur

Purcells The Fairy Queen

Vox Luminis

zo 23 feb / 15.00 uur /

Atriumzaal

SoundLAB

Workshop voor volwassenen

wo 26 feb / 20.15 uur

Het mooiste van Bach

Nederlandse Bachvereniging

do 27 feb / 20.15 uur

Fin de siècle

SWR Vokalensemble

vr 28 feb / 20.15 uur

Het barre land

Amsterdam Sinfonietta +

ISH Dance Collective

Maart

za 1 mrt / 9.30 + 11.00 +

12.30 uur / Kleine Zaal

Koro Koro (6-18 maanden)

Wonderland Collectief

za 1 mrt / 20.15 uur

Het barre land

Amsterdam Sinfonietta + ISH

Dance Collective

SoundLAB Workshop

Maak je eigen muziek met de

wonderlijkste instrumenten.

Voor kinderen (7+) met

volwassenen in de Atriumzaal

om 13.00 uur op verschillende

zondagen. Kaartjes via

muziekgebouw.nl/soundlab

WannaSwing

Op de kade voor het

Muziekgebouw staat de

interactieve muziekinstallatie

WannaSwing van theatermaakster

Caecilia Thunissen

en scenograaf Jan Boiten. Acht

schommels sturen composities

aan van hedendaagse

componisten als Joey Roukens,

Mayke Nas en Rob Zuidam.

Zie voor meer informatie

muziekgebouw.nl/wannaswing

Huil van de Wolff

Elke 22e van de maand

klinkt om 20.00 uur het

geluidsmonument Huil van

de Wolff van Martijn Padding

ter herinnering aan oprichter

van het Muziekgebouw

Jan Wolff (1941 - 2012).

muziekgebouw. nl/

huilvandewolff

Geheimtips

Bijzondere concerten

die je niet mag missen.

muziekgebouw.nl/geheimtips

34


Foto: Erik van Gurp

Op de hoogte blijven?

Mis geen enkel concert en schrijf je

in voor onze nieuwsbrief! Scan de

QR-code of ga naar muziekgebouw.

nl/nieuwsbrief. Of volg ons via

Facebook, LinkedIn of Instagram.

Dudok aan ‘t IJ

Kom voor of na het concert eten

in Dudok aan ‘t IJ. Reserveren:

020 788 2090 of dudokaanhetij.nl.

Rondom het concert

- Na aanvang van het concert heb je

geen toegang meer tot de zaal.

- Zet je mobiele telefoon uit voor

aanvang van het concert.

- Het maken van beeld- of

geluidsopnamen in de zaal alleen

met schriftelijke toestemming.

- Algemene Bezoekersvoorwaarden

zijn na te lezen op muziekgebouw.nl

Bij de prijs inbegrepen

Reserveringskosten zijn bij de

kaartprijs inbegrepen.

Ook een drankje, tenzij anders

vermeld op je concertkaartje.

Word Vriend

Inkomsten uit kaartverkoop dekken

ten dele onze kosten.

Word vriend: met jouw steun

kunnen we concerten op het

hoogste niveau blijven organiseren.

Meer informatie:

muziekgebouw.nl/wordvriend

Dank!

Wij kunnen niet zonder de steun van

onze vaste subsidiënten en Vrienden

van het Muziekgebouw. Wij zijn hen

daarvoor zeer erkentelijk.

Druk binnenwerk

druk & printservice

35


Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!