Fietsverkeer 26 - Fietsberaad
Fietsverkeer 26 - Fietsberaad
Fietsverkeer 26 - Fietsberaad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Fietsverkeer</strong><br />
I nummer <strong>26</strong> I jaargang 9 I oktober 2010 I<br />
> ‘Met de fiets minder file’: succesvolle lobby<br />
Komende jaren worden tientallen regionale fietsroutes verbeterd. En dat is een goede<br />
zaak. Ook al levert investeren in dergelijke middellangeafstandroutes niet de meeste<br />
nieuwe fietsers op, het geeft wel een nieuwe impuls aan het interlokale fietsbeleid.<br />
> Hardenberg: De geleidelijke weg naar<br />
een prettig fietsklimaat<br />
De gemeente Hardenberg bestrijkt een uitgebreid gebied.<br />
De fiets krijgt er geen speciale aandacht maar er is wel<br />
sprake van consistent beleid. En dat vertaalt zich in een<br />
prettig fietsklimaat.<br />
> pagina 24<br />
> pagina 16<br />
> Fiets-en-Win: Fietsers verleiden nieuwe stijl<br />
Gemeenten beschikken over weinig echte marketinginstrumenten<br />
voor de fiets. Met Fiets-en-Win halen ze dat in huis.<br />
Apeldoorn en Eindhoven bijten het spits af.<br />
> pagina 29
Het <strong>Fietsberaad</strong> ondersteunt decentrale overheden<br />
bij de uitvoering van het fietsbeleid door:<br />
> nieuwe kennis te ontwikkelen en te verspreiden<br />
> bestaande kennis beter te ontsluiten en<br />
> kennisuitwisseling te organiseren.<br />
colofon<br />
oktober 2010 - nummer <strong>26</strong> > ISSN: 1872-0870 |<br />
| uitgave: <strong>Fietsberaad</strong> | verschijning: driemaal per jaar |<br />
| oplage: 4500 |<br />
redactie en productie > Reith | Hendriks & partners |<br />
vormgeving > Verkeer en Vorm |<br />
redactieadres > <strong>Fietsverkeer</strong> / <strong>Fietsberaad</strong>, Leeuwen steingebouw,<br />
Jaarbeursplein 15, 3521 AM Utrecht |<br />
vaste medewerkers > Otto van Boggelen | Dirk<br />
Ligtermoet | Karin Broer | Ron Hendriks |<br />
Artikelen uit <strong>Fietsverkeer</strong> mogen zonder toestemming,<br />
met bronvermelding, worden overgenomen.<br />
<strong>Fietsverkeer</strong> wordt kosteloos toegezonden aan iedereen<br />
die is betrokken bij de ontwikkeling, voorbereiding of<br />
uitvoering van fietsverkeersbeleid.<br />
U kunt zich opgeven op www.fietsberaad.nl.<br />
coördinator van het <strong>Fietsberaad</strong> ><br />
Otto van Boggelen | <strong>Fietsberaad</strong>, Leeuwensteingebouw,<br />
Jaarbeursplein 15, 3521 AM Utrecht |<br />
| telefoon 030 291 82 17 | website www.fietsberaad.nl |<br />
| e-mail vanboggelen@fietsberaad.nl |<br />
Leden <strong>Fietsberaad</strong> ><br />
Victor Molkenboer voorzitter<br />
Charlotte van Barneveld Mobycon<br />
Bas Braakman gemeente Eindhoven<br />
Ruud Ditewig gemeente Utrecht<br />
Louis Eggen gemeente Den Haag<br />
Monique de Jong gemeente Winterswijk<br />
Cor van der Klaauw provincie Groningen<br />
Dick de Korte Stadsgewest Haaglanden<br />
Martijn te Lintelo gemeente Nijmegen<br />
Kees Miedema NS Commercie<br />
Wim Mulder gemeente Apeldoorn<br />
Eric Nijland Stichting Landelijk<br />
Fietsplatform<br />
Wim Salomons gemeente Enschede<br />
Paul van Weenen provincie Utrecht<br />
Kees Slabbekoorn waterschap Zeeuwse<br />
Eilanden<br />
Hillie Talens CROW<br />
Wim Bot Fietsersbond<br />
Bo Boormans DTV Consultants<br />
Henk van Zeijl Goudappel Coffeng<br />
Bert Zinn Verkeer en Waterstaat<br />
2<br />
inhoud<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
> kort nieuws 3<br />
Dordtse Doos en Alphense Appel > 10<br />
Het fietsbeleid is echt ‘geland’ > 12<br />
‘Met de fiets minder file’ vooral een succesvolle lobby > 16<br />
Roelof Wittink: ‘De stad teruggeven aan de mensen’ > 21<br />
Hardenberg: De geleidelijke weg naar een prettig fietsklimaat > 24<br />
Fiets-en-win: Fietsers verleiden nieuwe stijl > 29<br />
Fietspaden met twee richtingen op kruispunten onveiliger 32<br />
> achterop 36<br />
> Zie voor achtergrondinformatie bij de artikelen: fietsberaad.nl/fietsverkeer<br />
bijeenkomsten<br />
> Inspiratiesessies ‘Fiets in de Versnelling’ en Conferentie ‘Fiets in de Versnelling’<br />
| 10 november 2010 | | Locatie: ‘s-Hertogenbosch | | Aanvang: 09:30 | | Kosten: gratis |<br />
> Meer info: fietsberaad.nl/bijeenkomsten<br />
nieuw bij het <strong>Fietsberaad</strong><br />
> Wim Bot volgt Theo Zeegers op<br />
Het <strong>Fietsberaad</strong> bestaat grotendeels uit praktijkdeskundigen<br />
die werkzaam zijn in het fiets- en verkeersbeleid.<br />
Theo Zeegers van de Fietsersbond (links) ruilde onlangs<br />
zijn plaats binnen het <strong>Fietsberaad</strong> in voor Wim Bot<br />
(rechts), eveneens werkzaam bij de Fietsersbond.<br />
Wim Bot: ‘Als medewerker landelijke beleidsbeïnvloeding van de Fietsersbond houd<br />
ik me bezig met onderwerpen als fietsparkeren bij stations, fietsdiefstal en regionale<br />
snelfietsroutes. Juist in deze tijd van bezuinigingen is het extra belangrijk om op alle<br />
niveaus luid en duidelijk te verkondigen dat investeren in de fiets effectief en efficiënt is.<br />
In het <strong>Fietsberaad</strong> kan ik ervaringen van de vrijwilligers van de Fietsersbond inbrengen<br />
en leren van de ervaringen en inzichten van de overige leden.’<br />
Nieuwsbrief <strong>Fietsberaad</strong> > De e-mailnieuwsbrief van het <strong>Fietsberaad</strong> is<br />
een makkelijke en snelle manier om op de hoogte te blijven van de actuele<br />
ontwikkelingen in het fietsbeleid. De nieuwsbrief verschijnt elke maand.<br />
> U kunt zich gratis abonneren via fietsberaad.nl
kort nieuws<br />
Ride2scool wil VMBO-ers op de fiets te krijgen<br />
Aan de vooravond van de start van de Tour de France in Rotterdam<br />
deden zo’n 500 brugklassers van zeven scholen mee<br />
aan een vier weken durende wedstrijd om zoveel mogelijk<br />
kilometers op de fiets af te leggen. Uiteindelijk trapten ze<br />
54.000 kilometer bijeen.<br />
Met dit project, Ride2scool genaamd, wil de gemeente Rotterdam<br />
zowel bijdragen aan verkeerseducatie voor deze groep,<br />
het fietsgebruik promoten, als de leerlingen aanzetten tot meer<br />
lichaamsbeweging.<br />
Iedere school die meedeed kreeg twintig fietsen, bedoeld voor<br />
leerlingen zonder fiets. Uit een eerdere inventarisatie bleek dat<br />
op sommige scholen één op de vijf leerlingen (waaronder veel<br />
van allochtone afkomst) geen fiets heeft. Leerlingen die wel<br />
over een fiets beschikten, konden meedoen op het eigen rijwiel.<br />
Alle deelnemers kregen een fietscomputertje dat de kilometers<br />
telde. En er werden fietsvaardigheidslessen gegeven.<br />
Het project was vooral gericht op VMBO-ers, zes van de zeven<br />
scholen waren van dit onderwijstype. Uit onderzoek onder<br />
brugklassers in Amsterdam is bekend dat er grote verschillen<br />
zijn in het fietsgebruik door middelbare schoolleerlingen. Van<br />
de VMBO-ers komt maar 29 procent naar school op de fiets,<br />
terwijl van de VWO-ers 91 procent fietst. Het gedrag van klasgenoten<br />
lijkt dus van grote invloed.<br />
Daar is bij Ride2scool op ingespeeld. Zo zijn op de bijbehorende<br />
posters leerlingen uit de eigen klas afgebeeld. Sander<br />
Buningh van DTV Consultants, coördinator van het project:<br />
‘Het idee is dat brugklassers zich het meest aantrekken van rolmodellen<br />
uit hun eigen omgeving’. Met behulp van de sportdocenten<br />
was gepoogd vooral populaire leerlingen op de posters<br />
te zetten.<br />
DTV enquêteerde voor en na de campagne de leerlingen. Uiteindelijk<br />
bleek het fietsgebruik vlak na de actie met zo’n 10 pro-<br />
Frankrijk verplicht fietsenstalling bij de<br />
woning<br />
Vanaf 2012 moeten nieuwe woningen in Frankrijk<br />
voorzien zijn van een fietsenstalling. Ook laadvoorzieningen<br />
voor elektrische fietsen worden verplicht.<br />
> Lees verder: fietsberaad.nl/nieuws<br />
Reflecterend fietspad moet bijdragen aan<br />
verkeersveiligheid<br />
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier<br />
en bouwbedrijf Dura Vermeer hebben een<br />
proefvak aangelegd met asfalt met bijzondere<br />
reflecterende eigenschappen.<br />
cent te zijn gestegen. 61 procent van de leerlingen is van plan<br />
vaker te gaan fietsen naar school. De vraag of dit effect beklijft,<br />
wordt over een half jaar beantwoord na een tweede nameting.<br />
Bij scholen en leerlingen was veel enthousiasme over het project.<br />
De gemeente Rotterdam gaat kijken hoe het project te vervolgen.<br />
Men denkt erover fietsen tot vast onderdeel van het<br />
sportstimuleringsprogramma Lekker Fit te maken.<br />
Naast de gemeente Rotterdam waren de Milieudienst Rijnmond<br />
en de Fietsersbond betrokken bij het project. Het project<br />
in deze vorm kostte ongeveer een ton. Volgens adviseur<br />
Buningh kunnen vervolgprojecten goedkoper.<br />
KB<br />
Gezondheidsvoordelen fietsen door stad wegen<br />
zwaarder dan de risico’s<br />
Ondanks alle gevaren die je als fietser tegen kunt<br />
komen in het stadsverkeer is het toch een stuk gezonder<br />
om de auto te laten staan en met de fiets te gaan.<br />
Dat stelt het IRAS-instituut van de Universiteit Utrecht.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 3
kort nieuws<br />
Weesfietsenteam biedt gemeenten structuur<br />
De adviseurs van Bureau Berenschot die het weesfietsenteam<br />
vormen, zijn nu bijna een jaar bezig. In totaal hebben ze<br />
23 gemeenten bijgestaan. Wat doen ze? Kennis faciliteren, het<br />
proces structureren en juridisch de puntjes op de i zetten.<br />
In Schiedam startte staatssecretaris Huizinga vorig jaar<br />
november officieel de weesfietsenaanpak. De gemeente was<br />
een van de eerste waar het weesfietsenteam over de vloer<br />
kwam. ‘Toen Huizinga kwam, waren we eigenlijk al begonnen’,<br />
vertelt Robert van Waardenberg, hoofd toezicht en handhaving.<br />
Hebben ze dan nog geprofiteerd van het weesfietsenteam?<br />
‘We hebben de APV laten nakijken door Berenschot, daarin zijn<br />
nog een paar dingetjes veranderd. We hebben samen de hele<br />
procesgang nog een keer doorgelopen. Maar eigenlijk waren<br />
we al op de goede weg.’<br />
Op een goede manier de weesfietsen opruimen, is niet zo<br />
heel ingewikkeld, maar in de praktijk hebben veel gemeenten<br />
er moeite mee. Er zijn veel gemeentelijke afdelingen bij<br />
betrokken, vaak zijn er wijzigingen in de APV noodzakelijk,<br />
en het praktische gedeelte, het ophalen en beheren van de<br />
Kennis over weesfietsenaanpak verspreid via<br />
het <strong>Fietsberaad</strong><br />
Het weesfietsenteam blijft de komende maanden nog actief,<br />
maar er is geen geld meer om nog nieuwe gemeenten bij te<br />
staan. Alle informatie die verzameld is door de adviseurs van<br />
Berenschot zal toegankelijk worden via de website van het <strong>Fietsberaad</strong>.<br />
Daarop is nu al de nodige informatie te vinden, zoals het<br />
Handboek weesfietsen. Meer informatie over het opzetten van<br />
een fietsdepot is te vinden op de website van het Centrum Fietsdiefstal,<br />
www.centrumfietsdiefstal.nl.<br />
Opheffen overwegen alleen na overleg met belangenorganisaties<br />
Het is belangrijk dat vroegtijdig wordt nagedacht over het voorkomen<br />
van barrièrevorming, bijvoorbeeld wanneer gelijkvloerse<br />
spoorwegovergangen dreigen te verdwijnen. De betrokken<br />
organisaties hebben hier met Prorail afspraken over gemaakt.<br />
4<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
fietsen, moet goed worden geregeld. Rolf Schooleman van het<br />
weesfietsenteam: ‘Onze taak is in veel gevallen vooral het structureren<br />
van het proces. Per gemeente verschilt onze bijdrage: sommige<br />
gemeenten zijn al een heel eind, daar zetten we alleen de<br />
puntjes op de i. En bij andere gemeenten begin je bij nul. Dan ga je<br />
samen met een contactpersoon inventariseren welke afdelingen we<br />
er bij moeten hebben: iemand van de juridische afdeling, de beleidsmedewerker<br />
verkeer, iemand van handhaving en toezicht, enzovoort.<br />
Het contact met de wethouder is belangrijk, want er moet<br />
natuurlijk budget voor zijn.’<br />
Veel automobilisten willen wel fietsen<br />
Een Stichting Fietsparkeren zou meer lijn kunnen brengen in<br />
het parkeren rond het station.<br />
De groep potentiële fietsers onder automobilisten<br />
is groot. Met een beetje duwen en trekken<br />
zijn die wellicht over de streep te helpen.<br />
De portemonnee is daarbij de gevoelige plek,<br />
zo blijkt uit een studie van TNO.<br />
Veluwefietsplan in voorbereiding<br />
Park de Hoge Veluwe kent al sinds mensenheugenis<br />
witte fietsen om gratis mee rond<br />
te fietsen binnen het park. Als het aan de<br />
Stichting Veluwefiets ligt, wordt de Veluwefiets<br />
in 2011 uitgerold over de hele Veluwe.
Bureau Berenschot: fietsparkeren rond stations anders organiseren<br />
Breng per station de kosten en de baten van het fietsparkeren in beeld en<br />
geef één partij de verantwoordelijkheid voor het fietsparkeren. Dat zijn de<br />
belangrijkste adviezen in een rapport van Bureau Berenschot in opdracht<br />
van NS, Prorail, het ministerie van Verkeer en Waterstaat en samenwerkingsverband<br />
Stedenbaan.<br />
In het rapport roepen de adviseurs betrokken<br />
overheden en organisaties op met een<br />
‘andere mindset’ naar het fietsparkeren te<br />
kijken. Zij adviseren per station een business<br />
case fietsparkeren op te stellen. Dat wil<br />
zeggen, alle kosten en baten op een rijtje te<br />
zetten. Voor een aantal stations in Delft en<br />
Leiden is dat in het rapport gedaan. Daaruit<br />
blijkt dat er verschillende partijen, zoals het<br />
Rijk, gemeente, Prorail, meebetalen aan de<br />
investeringen voor stallingen, onderhoud,<br />
handhaving, schoonmaak, toezicht. Baten<br />
komen vaak alleen uit de bewaakte stalling<br />
of de verkoop van weesfietsen.<br />
Met een business case kunnen de mogelijkheden<br />
voor het verbeteren van de kostendekkendheid<br />
duidelijker in beeld worden<br />
gebracht. De adviseurs doen een groot aantal<br />
Broken window<br />
Het doel van de weesfietsenaanpak is vaak de fietsparkeer-<br />
capaciteit bij stations vergroten. Volgens schattingen van het<br />
<strong>Fietsberaad</strong> houden weesfietsen op sommige stations 20 procent<br />
van de rekken bezet. Daarnaast gaat het om het veiliger<br />
maken van de openbare ruimte en de bestrijding van fietsdiefstal.<br />
In Sittard-Geleen is de weesfietsenaanpak onderdeel van de<br />
campagne ‘Houd je fiets’. Tom Bindels van Team Veiligheid van<br />
de gemeente: ‘We doen dat vanuit de zogenaamde broken<br />
window-theorie: als het er ergens rommelig uitziet, is er meer<br />
vandalisme en wordt er meer gestolen. Dus moeten we als<br />
gemeente voor een ordelijke omgeving zorgen.’ Sittard-Geleen<br />
wil in ieder geval één keer per kwartaal te lang geparkeerde<br />
fietsen op gaan halen. De eerste acties hebben effect gehad:<br />
half juli werden er 117 fietsen opgehaald, twee weken later<br />
waren het er 41 en nog weer twee weken later 22.<br />
Fietsdepot<br />
De opening van het Fietsdepot, begin juli, de plek waar de<br />
opgehaalde fietsen dertien weken worden bewaard, was voor<br />
Haarlem start proef zelfservice OV-fiets in binnenstad<br />
In Haarlem is de eerste zelfservice straatstalling van OV-fiets in<br />
gebruik genomen. Haarlem beschikt nu over twee van dergelijke<br />
straatstallingen, bestaande uit vier fietsenstandaards met<br />
elk twee fietsen.<br />
> Lees verder: fietsberaad.nl/nieuws<br />
suggesties om de inkomsten te verhogen. Bijvoorbeeld<br />
extra diensten bij de stalling aanbieden<br />
(bagageopslag, kinderopvang), adverteerders<br />
aantrekken of de fietser (meer) laten<br />
betalen. De kosten reduceren kan door maatregelen<br />
als het beheer en de handhaving te<br />
verbeteren of een subsidie in te stellen om<br />
de onrendabele top van het fietsparkeren te<br />
financieren door het Rijk of de regio.<br />
Stichting Fietsparkeren<br />
Opmerkelijk is de suggestie om het beheer<br />
van de fietsparkeervoorzieningen meer langs<br />
‘privaat-rechterlijke wijze’ te regelen. Daartoe<br />
zou het stationsgebied niet meer als openbare<br />
ruimte (waar de APV geldt) worden aangemerkt.<br />
In zo’n geval kan de beheerder huisregels<br />
opstellen, en is niet meer gebonden<br />
Nieuwe dodehoekoplossing getest<br />
In de Duitse stad Flensburg wordt een<br />
nieuw waarschuwingssysteem tegen dodehoekongevallen<br />
getest. Een knipperlicht<br />
waarschuwt rechtsafslaande automobilisten<br />
als er fietsers van achteren naderen.<br />
aan lastige wettelijke eisen als het 13 weken<br />
bewaren van weesfietsen.<br />
Omdat er zoveel partijen betrokken zijn bij<br />
het fietsparkeren, adviseren de opstellers van<br />
het rapport een organisatie per station aan<br />
te wijzen die de ‘procesverantwoordelijkheid’<br />
op zich neemt. Dat kan een van de betrokken<br />
organisaties zijn, in dat geval is de gemeente<br />
de meest logische optie. Meer nog zien de<br />
adviseurs in het oprichten van een Stichting<br />
Fietsparkeren per station of per gemeente.<br />
Een dergelijke stichting, waar betrokken partijen<br />
via een samenwerkingsconvenant aan<br />
zijn verbonden, heeft dan de nodige onpartijdigheid<br />
om ‘over de eigen financiële kaders’<br />
heen te kijken.<br />
Het rapport zal door het Ministerie van Verkeer<br />
en Waterstaat gebruikt worden bij het<br />
ontwikkelen van een vervolg op het programma<br />
Ruimte voor de Fiets dat officieel in<br />
2012 afloopt.<br />
de gemeente een belangrijke stap. Voor het opzetten daarvan<br />
kreeg de gemeente hulp van het Centrum Fietsdiefstal, waar<br />
het weesfietsenteam mee samenwerkt. Inmiddels zijn er in<br />
Nederland 13 fietsdepots, waarvan de Amsterdamse AFAC de<br />
bekendste is. Het Centrum Fietsdiefstal organiseert de samenwerking<br />
tussen deze depots, zodat kennis gedeeld kan worden.<br />
Een van de laatste initiatieven is het gezamenlijk laten ontwikkelen<br />
van software voor het beheer van opgehaalde fietsen.<br />
Naast weesfietsen zijn dit vaak ook verkeerd geparkeerde<br />
fietsen en wrakken.<br />
Dat het hebben van een goed fietsdepot cruciaal is voor de<br />
weesfietsenaanpak wordt duidelijk in Woerden. Daar zijn afgelopen<br />
zomer de eerste ophaalacties gehouden. De eerste keer<br />
haalden toezichthouders maar liefst 380 fietsen op. Dat scheelt<br />
op een station waar voortdurend een tekort is aan fietsenrekken.<br />
Toch ligt in de winterperiode de weesfietsenaanpak<br />
stil. De reden: de ruimte waar de opgehaalde fietsen worden<br />
gebracht is maar de helft van het jaar te gebruiken. De overige<br />
tijd is het de plek waar jonge beukenhaagjes en ander<br />
gemeentegroen wachten tot ze de grond in gaan.<br />
KB<br />
München scoort met FietsSter campagne<br />
‘Radlstar’ heet de eigentijdse campagne waarmee<br />
de stad München de fiets weer een wat<br />
cooler imago heeft gegeven. Fietsers konden zich<br />
door een professionele fotograaf laten vereeuwigen<br />
en het publiek mocht de winnaar kiezen.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 5
kort nieuws<br />
Gladheidbestrijders bereiden zich voor<br />
Breda gebruikt vooral borstels om fietspaden schoon te krijgen.<br />
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft voortrekkersrol<br />
Het is volgens René de Rijk, hoogheemraadschap Hollands<br />
Noorderkwartier, clusterhoofd wegen en ’s winters in de rol<br />
van gladheidcoördinator, opvallend dat zijn organisatie heel<br />
veel met gemeenten doet en in Noord-Holland de rol van provincie<br />
oppakt. Gemeenten zoeken het hoogheemraadschap op<br />
om mee samen te werken en niet de provincie, aldus De Rijk.<br />
Bij het hoogheemraadschap zijn 80 medewerkers van de afdeling<br />
Onderhoud betrokken bij de gladheidbestrijding. Er zijn 41<br />
Fietsers in Capelle blijven uit de voorrang<br />
Het plan om in Capelle aan den IJssel alle rotondes<br />
om te bouwen naar ‘fietsers in de voorrang’<br />
is van de baan. Te duur, en fietsers zouden een<br />
gevoel van schijnveiligheid krijgen, aldus de<br />
Raad.<br />
6<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
Personeel kan vaak prima op de fiets naar het<br />
ziekenhuis<br />
Bij gezondheidsinstellingen reizen veel medewerkers met<br />
de auto naar het werk, terwijl de fiets een prima alternatief<br />
vormt. Er is naar gezondheidsinstellingen namelijk vaak<br />
goede fietsinfrastructuur beschikbaar, aldus Agentschap NL.<br />
Na de voor Nederlandse begrippen afgelopen extreme winter<br />
bereiden gladheidbestrijders zich extra goed voor. Kunnen<br />
strooiroutes efficiënter, moet er meer en anders samengewerkt,<br />
voldoen de strooitechnieken? Breda heeft extra oog<br />
voor fietsers.<br />
Op het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2010 in september<br />
presenteerden drie gladheidsbestrijders (gemeente,<br />
provincie en hoogheemraadschap) hun winterdraaiboeken.<br />
Sinds 2005 kent de gemeente Breda een beleidsplan gladheidbestrijding,<br />
met daarin voor fietspaden een aantal belangrijke<br />
zaken. Zo zitten de fietspaden die behoren tot de hoofdfietsstructuur<br />
in het plan, in totaal <strong>26</strong>0 km. Fietspaden en hoofdwegen<br />
in dit plan hebben dezelfde status, dus deze worden<br />
altijd tegelijkertijd gestrooid. Vóór 2005 werden de fietspaden<br />
geregeld overgeslagen. “Ook fietspaden dienen preventief<br />
gestrooid te worden”, aldus Adrie Pijpers, gladheidscoördinator<br />
gemeente Breda, die daarbij opmerkt dat de vloot vanaf 2005<br />
is vernieuwd en/of omgebouwd naar nat zout strooitechniek.<br />
“Met nat zout strooien treedt het dooiproces sneller in dan<br />
strooiroutes om alle 1500 km wegen te strooien. “Recreatieve<br />
fietspaden strooien wij niet. Maar daarentegen<br />
strooien we wel doodlopende wegen die toegang geven aan<br />
bebouwing of overgaan in een utilitair fietspad. Wij strooien<br />
preventief waardoor we geen keuze hoeven te maken in<br />
prioritering. Wij maken geen onderscheid tussen wegen en<br />
fietspaden en strooien dus ook alle fietspaden mee in onze<br />
strooiactie.”<br />
Venray start met ‘fietscirculatieplan’<br />
In Venray is het centrum nu definitief fietsvrij.<br />
In de winkelstraten mag niet meer<br />
worden gefietst én geparkeerd. Daar staat<br />
tegenover dat de gemeente de fietser alternatieven<br />
biedt.
Lees verder: fietsberaad.nl/nieuws<br />
Alkmaar: eerst schuiven, dan borstelen<br />
In de evaluatie gladheidbestrijding 2009/2010 van de gemeente Alkmaar staat dat vooral het niet sneeuw-<br />
vrij maken van de fietspaden en de gladheid als gevolg daarvan vaak het onderwerp was van klachten van<br />
burgers. Wat ging er niet goed? De evaluatie meldt dat de sneeuw op de fietspaden werd weggeschoven<br />
maar dat bij dit wegschuiven een dunne laag achterblijft. Dit restant kan bij vorst opvriezen. Als dit meerdere<br />
keren gebeurt, kan dit een ijslaag opleveren die met strooizout niet voldoende is te bestrijden. De<br />
gemeente Alkmaar heeft voor dit probleem twee maatregelen geformuleerd. Ten eerste moeten de fietspaden<br />
geborsteld worden als het sneeuwschuiven niet het gewenste effect heeft. Met grote borstels op de<br />
voertuigen wordt de harde sneeuwlaag kapotgemaakt en daarna verwijderd. Ten tweede moet op plaatsen<br />
waar het gladheidbestrijdingsvoertuig niet (goed) kan komen, zoals bij wegversmallingen bij fietspaden en<br />
bij rotondes, met de hand de gladheid bestreden worden.<br />
met droog zout. Dit komt de bestrijding van gladheid op fietspaden<br />
ten goede. Zeker bij op- of aanvriezen, wat het meeste<br />
voorkomt. Strooien wil niet zeggen dat het dan niet meer glad<br />
is of kan worden. Het dooimiddel moet verreden worden en<br />
dat gaat met autobanden beter dan met fietsbanden. Verder:<br />
fietspaden met een gekleurde asfaltlaag zijn gevoeliger voor<br />
op- of aanvriezen. Er zijn omstandigheden dat deze wel glad<br />
worden en de overige fietspaden met zwart asfalt of andere<br />
bestrating niet. Als alleen de gekleurde een risico vormen,<br />
strooien we voor de eenduidigheid toch het gehele plan.<br />
Sneeuwruimen op fietspaden doen we in Breda met borstels,<br />
daar dit ook bij geringe sneeuwval een zeer goed resultaat<br />
geeft.”<br />
Noodplan stelt fietsers voorop<br />
De Bredase strooivloot bestaat uit <strong>26</strong> strooiunits voorzien van<br />
schuiven, waarvan 13 fietspadstrooiers die zijn te voorzien<br />
van borstels. Pijpers: “Borstels zijn naar mijn mening ideaal<br />
voor het sneeuwvrij maken van fietspaden. Deze winter is<br />
echter gebleken dat schuiven ook noodzakelijk kan zijn. De<br />
knelpuntenstrooier (kleine strooier) zetten we in op moeilijk<br />
bereikbare plaatsen in de routes, met name op fietspaden. De<br />
inrichting van de Nederlandse fietspaden met daarop allerlei<br />
voorzieningen maken echter een effectieve gladheidsbestrijding<br />
niet eenvoudig, zeker niet bij sneeuwval. Er is menig<br />
ploeg beschadigd door drempels en verhoogde wegversmallingen.”<br />
Breda beschikt over één strooier op een zeer klein voertuig<br />
(multicar) om zo veel mogelijk knelpunten te behandelen waar<br />
andere voertuigen door hun afmetingen niet of zeer moeilijk<br />
kunnen komen. “We zouden eigenlijk meer van dit soort<br />
kleine voertuigen moeten hebben, maar gelet op de kosten<br />
Traumacentra vragen aandacht voor fietshelm<br />
Helmgebruik leidt volgens de traumacentra tot een<br />
vermindering van het risico op hoofdletsel met 63%<br />
tot 88%. De centra benadrukken dat de helm hoofd- en<br />
hersenletsel met name bij kinderen kan terugdringen.<br />
per voertuig van € 80.000 (exclusief kosten van de strooier)<br />
zou dat een onverantwoorde investering zijn. Want je gebruikt<br />
ze bij een gemiddelde winter slechts 75 uur.”<br />
Het noodplan bij zouttekort voorziet in het terugschroeven van<br />
het strooien van <strong>26</strong>0 km naar 150 km fietspad, op hoofdwegen<br />
van 650 km naar 150 km. “Een reden dat we in dat geval toch<br />
relatief meer kilometers fietspaden blijven doen, is het grotere<br />
risico dat fietsers lopen en dat mogelijk meer mensen met de<br />
fiets gaan omdat het met de auto te risicovol is.”<br />
MR<br />
Waar weinig ruimte is gebruikt men in Breda een kleine knelpuntenstrooier/borstelaar.<br />
Betonnen fietspaden moeten wilde zwijnen<br />
weerstaan<br />
Rond Ede, Rheden en Wageningen zijn onlangs<br />
weer enkele kilometers nieuw fietspad in gebruik<br />
genomen. Uitgevoerd in beton moeten ze boomwortels<br />
en wilde zwijnen weten te weerstaan.<br />
Meldsysteem bewegwijzering fietsroutenetwerken<br />
online<br />
Het Fietsplatform heeft een Meldsysteem Bewegwijzering<br />
Fietsroutenetwerken ontwikkeld.<br />
Fietsers kunnen bijvoorbeeld ontbrekende bordjes<br />
hier melden.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 7
kort nieuws<br />
8<br />
Meeste boodschappen passen in het<br />
Samen met de gemeente Wenen heeft de winkelketen Spar<br />
zijn filialen voorzien van fietsstandaards. Bij elkaar gaat het<br />
om 650 fietsparkeerplaatsen. Daarnaast wordt een aantal<br />
filialen voorzien van oplaadpalen voor de e-fiets.<br />
De Spar plaatste in Wenen bij 114 grote en kleine filialen<br />
fietsstandaards, soms ten koste van autoplaatsen.<br />
Zevenaar koppelt betaald autoparkeren aan<br />
gratis bewaakt fietsen stallen<br />
Vanaf deze maand moet er in het centrum van<br />
Zevenaar betaald worden voor parkeren. Als alternatief<br />
is er nu de mogelijkheid om gratis gebruik te<br />
maken van de stalling onder het gemeentehuis.<br />
Bezoek bouwmarkt<br />
(locatie: Graz)<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
Geen inkopen<br />
17%<br />
Fiets 56%<br />
Optimaal fietsgebruik<br />
Fietsvoorzieningen vaak sluitpost bij<br />
basisscholen<br />
Fietsparkeren is vaak een sluitpost is bij de bouw<br />
van basisscholen. En ook de bouwvoorschriften<br />
op dit terrein bieden nauwelijks een stimulans om<br />
te kiezen voor kwalitatief goede voorzieningen.<br />
Auto 12%<br />
Fietsaanhanger<br />
15%<br />
Fiets 4%<br />
Werkelijk fietsgebruik<br />
Voetganger 8%<br />
Auto 88%<br />
De fiets kan veel vaker worden gebruikt om naar de supermarkt te<br />
gaan. En trouwens ook voor een bezoek aan de bouwmarkt. Dat is<br />
de conclusie van een Oostenrijks onderzoek naar de mogelijkheden<br />
die de fiets biedt voor het boodschappen doen. Het onderzoek werd<br />
uitgevoerd bij levensmiddelenwinkels en bouwmarkten in het Oostenrijkse<br />
Graz.<br />
De onderzoekers van de fietsbelangenorganisatie ARGUS Steiermark<br />
keken bij 1635 bezoekers in het winkelmandje. Eindconclusie:<br />
bij 6% van alle inkopen is een auto onmisbaar en bij 14% is minimaal<br />
een fietsaanhanger nodig. Maar voor de grootste groep, zo’n<br />
70%, had een fiets met mandje kunnen volstaan.<br />
Als alleen wordt gekeken naar de levensmiddelenwinkels had<br />
slechts 1% een auto echt nodig voor het vervoer. 12% van de bezoekers<br />
zou geholpen zijn met een fietsaanhanger om de aankopen<br />
thuis te brengen. Bij 84% kon alles mee in het fietsmandje. In werkelijkheid<br />
kwam 66% met de auto naar de supermarkt.<br />
Spar<br />
De cijfers waren voor supermarktketen Spar - in Oostenrijk een van<br />
de marktleiders - mede aanleiding om zich nadrukkelijker te richten<br />
op de fiets. Onder meer door bij circa 114 filialen in Wenen fietsstandaards<br />
te plaatsen, plaats biedend aan 650 fietsen. Daar is zo’n<br />
€ 150.000 voor uitgetrokken. De standaards verschenen bij afzonderlijke<br />
winkels (20%), maar vaak ook bij winkelcentra (80%).<br />
Dat plaatsen ging overigens niet altijd zonder slag of stoot. De<br />
ruimte was soms beperkt en lokale bestuurders moesten nogal<br />
wennen aan het idee om bijvoorbeeld autoparkeerplaatsen in te<br />
ruilen voor fietsparkeerplaatsen. Argument dat daarvoor werd<br />
gehanteerd, is dat vier fietsbeugels, met plaats voor acht fietsen,<br />
minder ruimte in beslag nemen dan één autoparkeerplaats. Toch<br />
lukte het om het hele project binnen acht maanden rond te krijgen.<br />
Het zogenaamde Bike & Buy initiatief werd ondersteund door de<br />
Fietsen tegen zwaarlijvigheid<br />
De bewijzen dat fietsen goed is voor de gezondheid<br />
stapelen zich op. Ook een recente publicatie in the<br />
American Journal of Public Health onderstreept dit<br />
nog eens. Hoe meer wandel- en fietsverplaatsingen,<br />
hoe lager het aantal mensen met obesitas.
Bezoek supermarkt<br />
(locatie: Graz)<br />
Geen inkopen<br />
3%<br />
fietsmandje<br />
Fietspad in de sloot<br />
Het is inmiddels meer dan een idee. Het eerste prototype van de<br />
Fietscaisson is realiteit en verschillende wegbeheerders hebben<br />
al belangstelling getoond. De vinding maakt het mogelijk een<br />
fietspad aan te leggen in een bestaande sloot zonder de waterhuishouding<br />
te verstoren.<br />
Met de Fietscaisson van de Nijmeegse ontwerper Jean-Paul de<br />
Garde is het mogelijk een fietspad aan te leggen waar anders door<br />
ruimtegebrek bomen gekapt zouden moeten worden of grond<br />
moet worden aangekocht. De caisson met bovenop het fietspad<br />
wordt eenvoudigweg in de aanwezige sloot geplaatst.<br />
Maar de prefab betonelementen kunnen meer functies vervullen.<br />
Het concept leent zich met een waterdoorlatende bestrating voor<br />
waterberging in stedelijk gebied, aldus De Garde. En men kan er<br />
ook kabels en leidingen in kwijt.<br />
Volgens de Garde hebben wegbeheerders in binnen- en buitenland<br />
al belangstelling getoond voor de vinding, hoewel men ook<br />
wel haken en ogen ziet. Bijvoorbeeld rijst de vraag hoe asverspringingen<br />
en bochten worden uitgevoerd. Volgens De Garde hoeft dat<br />
geen probleem te zijn. ‘Met onze mallen kunnen wij de segmenten<br />
een curve meegeven. Zo kunnen we het voorhanden tracé volgen.’<br />
Beloning helpt om gebruik fietshelm op te voeren<br />
Zes Zeeuwse basisschoolleerlingen ontvingen een prijs<br />
van de provincie omdat ze op weg naar school regelmatig<br />
een fietshelm dragen. Die is gratis verstrekt in het<br />
kader van de campagne ‘Coole kop, helm op!’.<br />
> Lees verder: fietsberaad.nl/nieuws<br />
Optimaal fietsgebruik Werkelijk fietsgebruik<br />
Auto 1%<br />
Fietsaanhanger<br />
12%<br />
Voetganger 29%<br />
Fiets 84%<br />
Fiets 5%<br />
verkoop van fietsaccessoires, zoals fietsmanden en fietssloten. Maar<br />
ook verkoopt de Spar elektrische fietsen die voor een schijntje (rond<br />
€ 400) de deur uitgaan, mede dankzij een overheidssubsidie van € 180.<br />
Daarvoor worden ook 30 Spar-oplaadstations geplaatst die worden<br />
gevoed met groene stroom. Ook de werknemers kunnen meeprofiteren.<br />
Ze krijgen nog eens € 100 extra korting op een elektrische fiets.<br />
RH<br />
Actieplannen voor de fiets<br />
Dit najaar zijn enkele actieplannen te verwachten<br />
waarin de positie van de fietser een belangrijke plaats<br />
zal innemen, zowel wat betreft de verkeersveiligheid<br />
als het fietsparkeren. Dat valt af te leiden uit de toelichting<br />
op de begroting van Verkeer en Waterstaat.<br />
Auto 66%<br />
Met betonnen caissons is een sloot om te vormen tot een fietspad.<br />
Ook over de milieu-effecten is het laatste woord nog niet gezegd.<br />
‘Vooral als het op grote schaal gaat worden toegepast kan dit<br />
effect hebben op de flora- en faunahuishouding. Immers, er leeft<br />
van alles in de sloten. Behalve de invloed op plant en dier is er<br />
dan ook nog de natuurbeleving van de fietsers die door het ontbreken<br />
van zicht op water, -planten en -dieren minder gevarieerd<br />
gaat worden’, aldus een reactie op de website van <strong>Fietsberaad</strong>.<br />
De Garde: ‘Wij zijn de eerste om toe te geven dat dit systeem zich<br />
niet leent voor een ecologische sloot. Het gaat om een afweging<br />
tussen veiligheid en milieu. Wij zijn nog op zoek naar een pilot<br />
tracé en samen met Arcadis willen wij het Fietscaisson fietspad<br />
daar kant-en-klaar opleveren.‘<br />
RH<br />
Pech onderweg geen probleem meer<br />
voor woon-werkfietsers<br />
In het kader van de campagne rij2op5 is in<br />
de regio Amersfoort een pech-onderwegservice<br />
gestart in samenwerking met een<br />
taxibedrijf en plaatselijke fietshandelaren.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 9
Een enorme fiets siert de ingang van de nieuwe fietsenstalling<br />
bij station Dordrecht. Een strak en efficiënt ogend rechthoekig<br />
gebouw met wanden van aluminium en glas. Dordrecht werkt<br />
druk aan de stationsomgeving. Eind vorig jaar is de nieuwe<br />
stalling in gebruik genomen, de rest volgt binnenkort.<br />
Beneden biedt de stalling plaats aan 1220 bewaakte en<br />
betaalde plekken in twee lagen. De man van Bike Totaal houdt<br />
daar alles nauwlettend in de gaten en repareert tussendoor<br />
menige fiets. Hij doet dat kennelijk naar tevredenheid, want de<br />
stalling is verkozen tot de fietsenstalling met de beste service<br />
10<br />
Twee stallingen in beeld die onlangs in gebruik zijn genomen. De nieuwe stalling bij station Dordrecht en<br />
de opzienbarende Fietsappel in Alphen aan den Rijn. Uitdagende architectuur die de fiets nadrukkelijk op<br />
de voorgrond plaatst. Of doe maar gewoon, want dat is de fiets ook.<br />
> Dordtse Doos en Alphense Appel<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
van 2010 in een onderzoek van de Fietsersbond onder klanten<br />
van OV-fiets.<br />
De stalling is goed gevuld met overwegend de betere fietsen.<br />
Ongeveer de helft is van abonnementhouders. Voor de gratis<br />
plaatsen moet men het dak op via een helling. Daar is plek<br />
voor 1350 fietsen en die staan er dan ook.<br />
Kosten voor 2570 plaatsen: € 2,9 miljoen. Dat bedrag is inclusief<br />
het Rayonkantoor NS Reizigers en exclusief sloopkosten,<br />
bouwrijp maken en de aankoop en plaatsing van alle fietsrekken.
Alphen steelt de show met de Fietsappel die in augustus in<br />
gebruik is genomen. Een opvallende driedimensionale transparante<br />
stalen constructie in de vorm van een appel biedt<br />
plaats aan 970 fietsen. Technisch een huzarenstukje waar architecten,<br />
ontwerpers en aannemers het nodige mee te stellen<br />
hebben gehad.<br />
De appel die pal naast het station staat, heeft een doorsnede<br />
van 27,5 meter en een hoogte van 15,5 meter. De fietsers lopen<br />
beneden en op de eerste verdieping de appel binnen om op<br />
de rondlopende hellingbaan een gratis plaatsje voor de fiets<br />
te vinden. Voorlopig lukt dat wel want kort na de opening is de<br />
stalling nog matig gevuld.<br />
Alles is speciaal aan de appel. Van de staalconstructie die<br />
met 18.000 bouten gemonteerd is, de gaasmatten aan de<br />
buitenzijde met ingeweven vlinderpatroon tot de speciaal<br />
ontwikkelde fietsrekken met gootjes om je fiets op zijn plaats<br />
te rijden.<br />
De kosten voor 970 plaatsen volgens opgave van de<br />
gemeente bedragen € 2,3 miljoen.<br />
RH<br />
> Reageren? Doen op www.fietsberaad.nl/fietsverkeer.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 11
Budgetten in Nederland fors toegenomen:<br />
> Het fietsbeleid is echt ‘geland’<br />
Dirk Ligtermoet, Ligtermoet & Partners<br />
Kleine gemeenten geven per jaar 11 euro per inwoner uit<br />
aan fietsverkeer, grote gemeenten het dubbele. En dat is<br />
aanzienlijk meer dan een aantal jaren geleden, zo blijkt uit<br />
een inventarisatie van overheidsuitgaven voor de fiets.<br />
Najaar 2009 werd in de Tweede Kamer gevraagd wat decentrale<br />
overheden uitgeven aan fietsbeleid. Voor Verkeer & Waterstaat<br />
was deze vraag aanleiding om een poging te doen alle<br />
fietsbudgetten van alle Nederlandse overheidspartijen zo goed<br />
mogelijk in beeld te brengen. Daaruit blijkt dat er door de<br />
gezamenlijke overheden per jaar in totaal minstens € 410 mln<br />
aan fietsverkeer wordt uitgegeven. Vooral aan investeringen -<br />
meest in veilige directe en comfortabele infrastructuur - voor<br />
de rijdende fiets (57%), maar ook in fietsparkeren (inmiddels<br />
al 13% van het totaal) (tabel 1). Per overheidslaag zijn er uiteraard<br />
verschillen in deze verdeling over soorten fietsmaatregelen.<br />
Vooral omdat de ene wel en de andere geen wegbeheerder<br />
is. Wat dat betreft is vooral de verdeling in maatre-<br />
12<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
x mln euro procent<br />
algemeen (incl. onderzoek en monitoring) 3,4 1<br />
promotie, informatie en educatie<br />
(incl. veiligheid)<br />
aanleg en verbetering fietsroutes<br />
(incl. infra-maatregelen verkeersveiligheid)<br />
10,3 2<br />
232,5 57<br />
fietsparkeervoorzieningen 54,4 13<br />
beheer: exploitatie en onderhoud 109,4 27<br />
totaal 410,0 100<br />
Tabel 1<br />
Uitgaven per maatregelgroep in fietsbeleid, van alle overheidsorganisaties<br />
samen, in mln euro per jaar.<br />
gelsoorten bij gemeenten interessant. Die kunnen en mogen<br />
immers ‘alles’ doen. En dat blijken ze ook te doen: gemeenten<br />
besteden 8% van hun fietsuitgaven aan fietsparkeervoorzieningen,<br />
30% aan beheer, exploitatie en onderhoud en 60% aan<br />
aanleg en verbetering van fietsroutes.<br />
Gemeenten grootste uitgevers<br />
Bij deze becijferingen dreigen vaak dubbeltellingen, vanwege<br />
bijdragen van de ene overheid aan de andere overheid. Dan<br />
staan die bijdragen namelijk bij beide partijen in de boeken.<br />
Dubbeltellingen voorkomen betekent heel systematisch tellen:<br />
ófwel ‘initiële budgetten’, ófwel ‘uiteindelijke bestedingen’. Uit<br />
praktische overwegingen is in het onderzoek voor het laatste
Alle overheden<br />
We hebben de cijfers verzameld en geanalyseerd van:<br />
• 441 gemeenten, via een naar inwonertal gewogen steekproef<br />
van 52 gemeenten;<br />
• 6 wegbeherende waterschappen, door plannen en rapportages<br />
van alle 6 te analyseren;<br />
• 7 stadsregio’s, door een overzicht dat SKVV met de stadsregio’s<br />
al gemaakt had, te checken en te systematiseren;<br />
• 12 provincies, door hetzelfde te doen met een overzicht van IPO<br />
en de provincies;<br />
• 1 rijksoverheid, door mee te werken aan een overzicht dat V&W<br />
zelf vervaardigde.<br />
gerangschikt naar<br />
uiteindelijke bestedingen<br />
gerangschikt naar<br />
initiële budgetten<br />
x mln euro procent x mln euro procent<br />
Rijk 34,7 8 49,0 12<br />
12 provincies 58,5 14 97,0 24<br />
7 stadsregio’s 3,4 1 50,0 12<br />
6 wegbeherende<br />
waterschappen<br />
7,6 2 7,0 2<br />
441 gemeenten 305,8 75 207,0 50<br />
totaal 410,0 100 410,0 100<br />
Tabel 2<br />
Totaaloverzicht van de uitgaven van overheidsorganisaties aan fietsverkeer,<br />
met budgetten toegedeeld aan de uiteindelijke besteder of aan de initiële<br />
budgetverdeler, in mln euro per jaar.<br />
gekozen: bestedingen rangschikken naar de overheid die het<br />
project echt uitvoert. Waar het om infrastructuur gaat, is het<br />
dan in principe de wegbeheerder. Overheden die weinig of<br />
geen eigen wegen/fietspaden hebben en wel veel subsidies<br />
aan andere partijen verstrekken, lijken in zulke overzichten<br />
relatief weinig aan fietsbeleid te doen. Dat betreft Rijk, provincies<br />
en vooral stadsregio’s. Om het beeld eerlijk te houden,<br />
geven we in tabel 2 de verdeling van fietsbestedingen over alle<br />
overheden in beide berekeningen.<br />
Het grootste deel van de € 410 mln (75%) wordt uiteindelijk<br />
door gemeenten uitgegeven, maar dan wel met inbegrip van<br />
aanzienlijke subsidiebedragen van vooral provincies en stadsregio’s<br />
(BDU-geld). Beschouwd naar initieel budgetbesteder is<br />
het aandeel van gemeenten, als voornaamste subsidieontvangers,<br />
beduidend kleiner (50%) en het aandeel van Rijk (12%),<br />
provincies (24%) en vooral stadsregio’s (12%) veel groter.<br />
Grote gemeenten besteden meer<br />
Het verschil tussen kleine en grote gemeenten is opvallend.<br />
Tabel 3 laat zien dat kleine gemeenten ook per inwoner veel<br />
Verschillende overheden hanteren verschillende financiële systematieken. Dat<br />
maakt cijfers lastig vergelijkbaar en dat betekent ook dat de ultieme waarheid<br />
niet echt te achterhalen is. De werkwijze en regels die we hanteerden, zorgen<br />
voor enkele overschattingen en vooral veel onderschattingen. De belangrijkste<br />
overschatting is waarschijnlijk dat we nogal eens bouwden op vooruitblikkende<br />
financiële overzichten, omdat die veel inzichtelijker waren dan<br />
terugblikkende overzichten. Maar niet alles wat voorgenomen is, wordt gerealiseerd.<br />
Grote onderschattingen zitten vooral in twee punten: niet expliciet<br />
maken van fietsinfrastructuur in nieuwbouwwijken (gefinancierd binnen het<br />
bouwproject, uit de grondexploitatie) en niet expliciet meeliften van fietsvoorzieningen<br />
in bredere projecten van herinrichting en groot onderhoud. Al met al<br />
staat wel vast dat genoemde cijfers voorzichtige ondergrenzen zijn.<br />
grote gemeenten:<br />
100.000+ inw.<br />
middelgrote<br />
gemeenten:<br />
25-100.000 inw.<br />
kleine gemeenten:<br />
< 25.000 inw.<br />
uitgaven fietsverkeer per jaar<br />
(x 1000 euro)<br />
per gemiddelde<br />
totaal<br />
gemeente<br />
uitgaven<br />
fietsverkeer per<br />
inwoner per jaar<br />
114.800 4.592 € 21,97<br />
150.800 838 € 19,46<br />
40.200 170 € 11,46<br />
totaal 305.800 694 € 18,55<br />
Tabel 3<br />
Uitgaven van gemeenten aan fietsverkeer, per grootteklasse en inwoner.<br />
minder aan fietsbeleid besteden. Wellicht is dit niet zo verrassend.<br />
Er is nu eenmaal minder noodzaak voor specifieke en<br />
dure voorzieningen voor fietsers bij die kleinere gemeenten.<br />
Ook de verdeling van uitgaven naar maatregelgroep laat dat<br />
zien: bij kleine gemeenten gaat het veel minder om specifieke<br />
fietsinfrastructuur en meer om algemene herinrichtingen met<br />
veel aandacht voor fiets en fietsveiligheid. Verder zien we logischerwijs<br />
ook veel minder bestedingen aan fietsparkeren bij de<br />
kleinere gemeenten.<br />
Meer dan in het buitenland<br />
Internationale vergelijkingen zijn beperkt relevant, omdat<br />
we nu eenmaal weten dat fietsverkeer en fietsbeleid in vele<br />
andere Europese landen een veel geringer rol spelen. Desondanks<br />
twee vergelijkingen, met andere Europese koplopers.<br />
Denemarken, met eenderde van het inwonertal van Neder-<br />
land, wil vanuit de rijksoverheid jaarlijks € 22 mln investeren<br />
in fietsbeleid. Grotendeels via 30%-subsidies op lokale projecten,<br />
zodat het totale bedrag richting € 70 mln per jaar gaat.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 13
De stad Kopenhagen geeft jaarlijks € 10 à 15 mln uit aan fietsbeleid,<br />
maar daar zit dan al het nodige subsidiegeld in verwerkt.<br />
Verder bepaalt die ene stad Kopenhagen veel meer<br />
het totaal dan in Nederland. Heel voorzichtig kan men stellen<br />
dat de fietsuitgaven in Denemarken mogelijkerwijs naar rato<br />
in de buurt komen van de Nederlandse bedragen (33% van<br />
€ 410 mln = € 135 mln), maar zeker niet gelijk of hoger zijn.<br />
Vlaanderen (6,2 mln inwoners: 37% van Nederland) kende de<br />
laatste jaren een zeer intensief fietsbeleid, met budgetten van<br />
het Vlaams Gewest van € 60 mln per jaar. Voor Vlaanderen<br />
geldt echter dat er aan provinciale bijdragen niet echt veel bij<br />
komt (€ 10 mln per jaar), en aan gemeentelijke uitgaven ook<br />
niet veel (subsidies vanuit Gewest zijn meestal 90%-100%,<br />
omdat het vooral om fietspaden langs gewestwegen gaat).<br />
Het totaal voor investeringen in fietsroute-infra zal hoogstens<br />
€ 75 mln per jaar zijn. Daar moeten dan de uitgaven<br />
aan fietsparkeervoorzieningen en onderhoud nog bij opgeteld<br />
worden. Maar dat zal er niet toe leiden dat het een evenredige<br />
37% van de Nederlandse budgetten is (wat € 152 mln<br />
zou zijn).<br />
14<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
analyse Fluitsma 1992 (ongerekend naar euro<br />
en met waarde van nu via prijsindex GWW)<br />
(x 1000 euro)<br />
nieuwe analyse, 2010<br />
(x 1000 euro)<br />
V&W als wegbeheerder rijkswegen 7.767 500<br />
V&W/spoorinfra niet meegeteld 28.200<br />
Rijk als coördinator fietsbeleid 146 6.000<br />
provincies<br />
58.500<br />
69.952<br />
stadsregio’s 3.400<br />
waterschappen niet meegeteld 7.600<br />
gemeenten 156.022 305.800<br />
totaal 233.887 410.000<br />
Tabel 4<br />
Vergelijking van de jaarlijkse directe uitgaven van overheidsorganisaties aan<br />
fietsverkeer, 1992 en 2010, in euro.<br />
Relatief gezien lijken zo de Nederlandse uitgaven aan fietsverkeer<br />
nog steeds ongeëvenaard.<br />
Meer uit de BDU<br />
Een tweede vergelijkingsmogelijkheid is er met het Nederlandse<br />
verleden. In de afgelopen 15 jaar is af en toe gekeken<br />
hoe het ging met de bestedingen van de GDU en later de BDU<br />
aan fietsvoorzieningen. Dit omdat de introductie van de GDU/<br />
BDU enerzijds een decentralisatie betekende (van V&W naar<br />
provincies en stadsregio’s), maar anderzijds ook een ontschotting.<br />
Specifieke budgetten voor onder andere fietsvoorzieningen<br />
kwamen samen in een grote pot. Zou het onderwerp<br />
fietsverkeer zich dan in de concurrentie met andere beleidsonderwerpen<br />
wel staande houden?<br />
Terdege, zo blijkt. Want van de GDU/BDU-budgetten werd<br />
sinds 1996 steeds meer aan fietsverkeer besteed: van zo’n<br />
€ 23-30 mln naar € 45 mln rond 2000. En nu naar onze berekening<br />
rond € 90 mln per jaar BDU-subsidiegeld bij gemeenten,<br />
plus nog BDU-geld dat provincies aan eigen fietsinfra<br />
besteden. In totaal zal het inmiddels richting € 100 mln per jaar<br />
BDU-geld voor de fiets gaan.<br />
In Kopenhagen wordt veel gefietst maar er<br />
wordt in Nederland meer geld besteed aan<br />
fietsen dan in Denemarken.
Totaalbedrag: 2010 versus 1992<br />
Over de totaalbedragen die alle overheden samen ook uit<br />
eigen middelen aan fietsverkeer besteden, is weinig vergelijkingsmateriaal<br />
uit het verleden beschikbaar. De enige goede<br />
raming die in het verleden gemaakt is, dateert uit 1993: een<br />
doctoraalscriptie van Floris Fluitsma. De gegevens uit die<br />
studie in vergelijking met 2010 laten een toename zien - in<br />
dezelfde euro’s gerekend - van het totaal aan fietsbudgetten<br />
van maar liefst 75%. In deze tabel 4 zijn de uitgaven weer<br />
toegedeeld aan de uiteindelijke ‘uitgever’; het gaat hier om<br />
directe, eigen uitgaven en niet om verstrekte subsidies, omdat<br />
dat ook de werkwijze van Fluitsma in 1992 was. De vergelijking<br />
laat zien dat V&W/Rijk veel meer is gaan steken in fietsverkeer<br />
buiten de subsidies aan decentrale overheden om. Ander<br />
opvallende punt is de 96% reële toename in fietsuitgaven bij<br />
gemeenten.<br />
Literatuur<br />
- Dit artikel is een samenvatting van het onderzoeksrapport: Dirk Ligtermoet, Overheidsuitgaven aan fietsverkeer:<br />
Inventarisatie van hoogte en verdeling van budgetten van fietsbeleid, L&P/Gouda, 25 maart 2010.<br />
- Dirk Ligtermoet, Het fietsbeleid van de Europese toppers: langdurig en integraal, <strong>Fietsberaad</strong>-publicatie 7,<br />
december 2009, pag. 97.<br />
- Floris Fluitsma, Overheidsuitgaven aan de Nederlandse fietsinfrastructuur, doctoraalscriptie UvA, 1993.<br />
> Zie: www.fietsberaad.nl/kennisbank<br />
Gemeenten besteden 8% van hun fietsuitgaven aan fietsparkeervoorzieningen.<br />
Conclusies<br />
1 Het gaat goed met de fietsbudgetten in vergelijking met<br />
andere toplanden. Er wordt meer geld besteed dan in<br />
Denemarken en Vlaanderen.<br />
2 Het gaat goed met overheidsbestedingen aan fietsverkeer<br />
in vergelijking met 15 en 20 jaar geleden. Steeds meer<br />
BDU-geld gaat naar fietsverkeer en alle overheden samen<br />
geven meer uit aan fietsverkeer.<br />
3 De cijfers geven een indruk van stabiliteit en volwassenheid<br />
in fietsbeleid als we zien dat de helft van alle bestedingen<br />
het eigen geld van gemeenten betreft. Dan is fietsbeleid<br />
toch echt ‘geland’!<br />
4 Datzelfde mag gezegd worden gezien het feit dat alle<br />
(soorten) overheden, in al hun specifieke posities in fietsbeleid,<br />
het nodige aan fietsbeleid doen. Het is zeker niet<br />
van één type actor afhankelijk.<br />
5 En misschien is de volwassenheid nog wel het meest sprekend<br />
in de uitgaven met betrekking tot de verschillende<br />
maatregelgroepen: er gaat niet alleen veel naar aanleg van<br />
fietsroutes, maar ook naar fietsparkeren, onderhoud en<br />
promotie.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 15
Doorgaans ligt het zwaartepunt in het Nederlandse fietsbeleid<br />
op de korte afstanden. Terecht, want ruim 80 procent van alle<br />
fietsverplaatsingen is korter dan 5 km. Bovendien valt er op de<br />
korte afstanden nog veel winst te halen. Voor bijna een derde<br />
van alle korte verplaatsingen stapt de Nederlanders nog steeds<br />
in de auto. De korte afstanden blijven kortom prioriteit verdienen,<br />
maar om verschillende redenen was en is meer aandacht<br />
voor de middellange afstanden (5 tot 20 km) gewenst.<br />
Om er een paar te noemen:<br />
• Nu al wordt de fiets redelijk veel gebruikt op de middellange<br />
afstanden. In de afstandsklasse 7,5 tot 10 km heeft de<br />
fiets een marktaandeel van 17 procent (ter vergelijking: het<br />
aandeel ov op deze afstand is 8 procent). De huidige fietsers<br />
verdienen ook veilige en comfortabele voorzieningen.<br />
• Op de middellange afstand is de fiets vaak het enige alternatief<br />
voor de auto. De bus is te omslachtig en de afstand<br />
is veelal te kort voor de trein.<br />
• Het autoverkeer op de middellange afstanden veroorzaakt<br />
veel files op de wegen rond de steden en op de invalswegen<br />
van de grote steden.<br />
• Door de opkomst van de elektrische fiets wordt ‘fietsen’<br />
voor meer mensen ook een serieus alternatief op de mid-<br />
16<br />
> ‘Met de fiets minder file’<br />
vooral een succesvolle lobby<br />
Otto van Boggelen - coördinator <strong>Fietsberaad</strong><br />
Regionale snelfietsroutes staan de laatste tijd sterk in de<br />
belangstelling. Dat is grotendeels te danken aan het project<br />
‘Met de fiets minder file’, dat de Fietsersbond en het<br />
ministerie van Verkeer en Waterstaat in 2007 startte. Vijf<br />
routes werden geselecteerd, met als ambitie 5 procent<br />
minder middellange autoritten op de snelweg. Inmiddels<br />
zijn verschillende evaluatiestudies verschenen. Een analyse<br />
van de bevindingen.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
dellange afstand. Iets sneller en minder bezweet.<br />
• Door de focus op de korte afstanden ontbreekt samenhang<br />
in de regionale routes. Een regionale fietsroute passeert<br />
vaak één of enkele gemeentegrenzen.<br />
De inspanningen van de Fietsersbond en het ministerie van<br />
Verkeer en Waterstaat verdienen dus alle lof. Vanaf het begin<br />
zijn echter wel erg hoge verwachtingen gewekt. Met het optimaliseren<br />
van de routes zou het aantal middellange autoritten<br />
op de parallelle snelwegen met 5 procent verminderen. En de<br />
filevertragingen met 2 tot 6 procent. Misschien zijn dergelijke<br />
ambities noodzakelijk om politici en beleidsmakers te enthousiasmeren,<br />
maar erg realistisch zijn ze niet.<br />
Stated preference onderzoek<br />
De hooggespannen verwachtingen komen uit een studie die<br />
het bureau MuConsult aan het begin van het project heeft uitgevoerd.<br />
Met behulp van een zogenaamd stated preference<br />
onderzoek heeft het bureau geprobeerd te achterhalen hoeveel<br />
automobilisten overstappen als de routes verbeterd worden.<br />
In zo’n onderzoek worden allerlei mogelijke verbeteringen<br />
voorgelegd aan automobilisten uit de doelgroep. Bijvoorbeeld:<br />
stel dat de reistijd per fiets 10 procent korter wordt, zou u dan<br />
de fiets nemen naar uw werk of de auto? Op deze manier is de<br />
invloed van een aantal verbeteringen ingeschat (zie tabel 1).
De magische 7,5 km<br />
Vaak wordt 7,5 kilometer als een soort magische grens gehanteerd.<br />
Tot 7,5 kilometer is de fiets een alternatief, daarboven<br />
niet meer. Die grens is echter niet hard. Het is een glijdende<br />
schaal. Naarmate de afstand toeneemt, is de fiets voor steeds<br />
minder mensen een serieuze optie. Voor veel mensen houdt<br />
het al op bij 4 kilometer, anderen verheugen zich op een ritje<br />
van 14 kilometer. Bovendien verschilt de fietsbare afstand per<br />
motief. Als je je kinderen naar de basisschool moet brengen is<br />
vijf kilometer erg ver, maar voor een bezoekje aan oma is het<br />
goed te doen.<br />
bron: MON<br />
Op zich een interessante exercitie, bovendien veel geavanceerder<br />
dan hier geschetst, maar de geprognosticeerde<br />
effecten van verschillende maatregelen zijn wel onwaarschijnlijk<br />
groot. Een kwart meer fietsgebruik als de route volledig<br />
wordt voorzien van openbare verlichting? 10 procent meer fietsers<br />
als een beperkt aantal bobbels en drempels wordt gladgestreken?<br />
Let wel: het gaat hier louter om de toename van het fietsgebruik<br />
doordat automobilisten overstappen. In werkelijkheid<br />
zou de toename van het fietsgebruik nog aanzienlijk groter<br />
moeten zijn, omdat dergelijke verbeteringen doorgaans vooral<br />
leiden tot meer ‘andere’ fietsers, zoals OV-reizigers die overstappen<br />
of bestaande fietsers die vaker gaan fietsen.<br />
Gezien de gebruikte methode is het niet verwonderlijk dat<br />
MuConsult grote maximale effecten verwacht van het project<br />
‘Met de fiets minder file’. De auto-intensiteit op het relevante<br />
hoofdwegennet zal met 6 procent dalen en het fietsgebruik zal<br />
bijna verdubbelen!<br />
Het zou mooi zijn als het fietsgebruik zo makkelijk gestimuleerd<br />
kan worden, maar het lijkt toch meer de welwillendheid<br />
van de geënquêteerden weer te geven. Zeggen is nog geen<br />
doen.<br />
Evaluatie<br />
Ruim twee jaar na de start van het project heeft MuConsult een<br />
evaluatie gepubliceerd over de effecten van de vijf regionale<br />
fietsroutes. Ditmaal zijn de fietsers op de regionale fietsroutes<br />
Tabel 1<br />
Voorgestelde verbeteringen en de wijze waarop automobilisten<br />
hierop - naar eigen zeggen - zouden reageren.<br />
Voorgestelde maatregel of verbetering<br />
Toename fietsgebruik<br />
doordat automobilisten<br />
overstappen<br />
Volledig verlicht i.p.v. voor de helft verlicht <strong>26</strong>%<br />
Egaal, geen hobbels/drempels i.p.v. beperkt<br />
aantal hobbels/drempels<br />
15%<br />
Fietstijd 10 procent korter 14%<br />
Geheel vrijliggend fietspad i.p.v. fietsstrook 10%<br />
Geen grote onderbrekingen i.p.v. 1 tot 3<br />
onderbrekingen<br />
8%<br />
aantal verplaatsingen per persoon per dag<br />
0,7<br />
0,6<br />
0,5<br />
0,4<br />
0,3<br />
0,2<br />
0,1<br />
0<br />
Gebruik vervoerwijze naar afstandklasse.<br />
0 tot 5 km 5 tot 10 km 10 tot 15 km 15 tot 20 km<br />
Auto Fiets OV<br />
Voor de snelfietsroute Den Haag-Leiden ging onlangs met feestvertoon de<br />
eerste schop de grond in. Belangrijk winstpunt van ‘Met de fiets minder file’ is<br />
dat de samenwerking tussen gemeenten en stadsregio’s aanzienlijk verbeterd is.<br />
geënquêteerd. Zoals te verwachten zijn de hoge ambities niet<br />
gehaald. Volgens de evaluatie is ruim 1 procent van de automobilisten<br />
op de parallelle snelwegen overgestapt op de fiets<br />
(in plaats van 5 procent). Toch zou ook dat een heel mooi resultaat<br />
zijn, gezien de beperkte omvang van de verbeteringen.<br />
Er zijn echter wederom grote vraagtekens te zetten bij de<br />
betrouwbaarheid van deze berekeningen. Op de trajecten Rotterdam-Delft<br />
en Utrecht-Breukelen worden bijvoorbeeld de<br />
minste overstappers gemeld (respectievelijk 41 en 122 automobilisten<br />
per dag gingen fietsen), terwijl hier juist de meeste<br />
verbeteringen zijn gerealiseerd. Op het traject Zoetermeer-Den<br />
Haag zouden daarentegen relatief veel automobilisten overgestapt<br />
zijn (206 per dag), terwijl daar eerder sprake is van een<br />
verslechtering van de fietsinfrastructuur door de afsluiting van<br />
een cruciale tunnel bij het ADO-stadion. De berekeningsmethode<br />
kent een aantal zwakke punten, waardoor sterk betwijfeld<br />
moet worden of de cijfers enige meerwaarde hebben. Bijvoorbeeld:<br />
• Het aantal ingevulde enquêtes van overgestapte automobilisten<br />
is zeer klein, variërend van 6 tot 21 per route. Deze<br />
aantallen liggen wel aan de basis van de berekeningen.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 17
• In de enquête ontbreken de voormalige fietsers die inmid-<br />
dels overgestapt zijn op de auto. Dit wordt ook onderkend<br />
in de evaluatie.<br />
• Het is te kort door de bocht om te veronderstellen dat alle<br />
overgestapte automobilisten voorheen van de snelweg<br />
gebruik maakten. Waarschijnlijk reed een groot deel van<br />
hen via het onderliggende wegennet.<br />
• In de berekeningen is het percentage overgestapte automobilisten<br />
uit de enquête vermenigvuldigd met het aantal<br />
fietsers uit de tellingen. De locatie van de telpunten heeft<br />
daardoor grote invloed op de uitkomsten. Zo liggen de telpunten<br />
soms tegen de grote stad aan (bijvoorbeeld bij Zoetermeer-Den<br />
Haag op de kruisingen met de A4), waar de<br />
aantallen fietsers natuurlijk veel groter zijn dan ergens halverwege<br />
Delft en Schiedam.<br />
De cijfers over het aantal overgestapte automobilisten kunnen<br />
we dus maar het beste naar de prullenbak verwijzen. Dat geldt<br />
helemaal voor de berekende afname van de filedruk. Het is<br />
begrijpelijk dat Verkeer en Waterstaat wil weten wat het effect<br />
is op de files op de snelwegen, maar foutenmarges in de berekeningen<br />
zijn vele malen grotere dan het effect dat verwacht<br />
mag worden.<br />
Op de route Breukelen-Utrecht steeg de waardering van een 5,9 naar een 6,5.<br />
18<br />
Van ‘Met de fiets minder file’ naar ‘Fiets Filevrij’<br />
Voor het project ‘Met de fiets minder file’ werden in 2007 vijf routes<br />
geselecteerd: Apeldoorn-Deventer, Zoetermeer-Den Haag, Delft-Rotterdam,<br />
Zaandam-Amsterdam en Breukelen-Utrecht. Gemeenschappelijk<br />
kenmerk van de routes is dat ze min of meer parallel lopen aan<br />
snelwegen uit de file-top-50, over het grondgebied van verschillende<br />
wegbeheerders gaan en zo’n 10 tot 20 kilometer lang zijn. Op de routes<br />
Delft-Rotterdam en Breukelen-Utrecht zijn de afgelopen jaren de meeste<br />
maatregelen uitgevoerd. Het betreft vooral verbetering van de bestaande<br />
routes, zoals het vervangen van klinkers door asfalt en het verbeteren<br />
van de verlichting. De betrokken regio’s moesten de infrastructurele<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
maatregelen zelf betalen. Verkeer en Waterstaat heeft de procesbegeleiding<br />
door de Fietsersbond en enkele onderzoeken gefinancierd.<br />
Na ruim een jaar is het project omgedoopt tot ‘Fiets Filevrij’. Mede op<br />
aandringen van de Tweede Kamer maakte het ministerie van Verkeer en<br />
Waterstaat vervolgens ook budgetten vrij voor infrastructurele maatregelen<br />
op (andere) regionale fietsroutes. Eerst 10 miljoen euro voor de routes<br />
Arnhem-Nijmegen en Leiden-Den Haag. Daarna reserveerde het ministerie<br />
21 miljoen euro voor nieuwe voorstellen uit het land. Dit voorjaar dienden<br />
de regio’s 24 voorstellen in. De meest kansrijke plannen krijgen maximaal<br />
1,5 miljoen financiële ondersteuning.<br />
Betere rapportcijfers<br />
Andere onderdelen van de evaluatie zijn nuttiger en interessanter.<br />
Zo is aan gebruikers van de regionale routes gevraagd<br />
rapportcijfers te geven voor de routes, zowel in 2007 als in<br />
2009 (fig. 1). Op de routes Breukelen-Utrecht en Delft-Rotterdam<br />
zijn de meeste maatregelen genomen en hier zijn de<br />
gemiddelde rapportcijfers ook gestegen. Op het traject Breukelen-Utrecht<br />
van een 5,9 naar een 6,5. En bij Delft-Rotterdam<br />
van een 6,7 naar 6,9. De beoordeling blijft steken bij een ruime<br />
voldoende, maar de gebruikers hebben de verbeteringen in<br />
ieder geval opgemerkt en stellen deze op prijs. Het vernieuwde<br />
wegdek en de verbetering van de verlichting worden het<br />
vaakst genoemd.<br />
Ook in de telcijfers is terug te zien dat op de routes Breukelen-<br />
Utrecht en Delft-Rotterdam de meeste verbeteringen zijn aangebracht.<br />
Het fietsgebruik stijgt hier het sterkst. Voor een klein<br />
deel zal het om overgestapte automobilisten gaan. Het kunnen<br />
ook fietsers zijn die hun route hebben aangepast of geheel<br />
nieuwe forensen.<br />
De dynamiek onder de gebruikers van de fietsroutes is<br />
sowieso aanzienlijk (fig. 2). Ruim een kwart van de mensen<br />
die in 2009 over de regionale routes fietste is nieuw, de zogenaamde<br />
starters. In 2007 maakten ze nog geen gebruik van de<br />
fietsroute. De reden is meestal een verandering in de persoonlijke<br />
situatie: een nieuw huis of een andere baan. In enkele<br />
jaren verandert het ‘klantenbestand’ aanzienlijk. Om het fietsgebruik<br />
op peil te houden, moeten dus steeds weer nieuwe<br />
‘mobilisten’ verleid worden om de fiets te pakken. Het biedt<br />
ook kansen. Mensen die van huis of baan veranderen staan<br />
meer open voor verandering van vervoermiddel, omdat ze hun<br />
gewoonte moeten doorbreken.<br />
Gezondheid hoofdargument<br />
Verder is aan de nieuwe gebruikers van fietsroutes gevraagd<br />
waarom men van de regionale fietsroute gebruik is gaan<br />
maken (fig. 3). Veruit de belangrijkste reden is gezondheid.<br />
Dagelijks een portie lichaamsbeweging. Dit sluit aan bij eerdere<br />
onderzoeken, zoals het marktonderzoek ‘Uit de auto. Op
Gemiddeld rapportcijfer<br />
7,1<br />
6,9<br />
6,7<br />
6,5<br />
6,3<br />
6,1<br />
5,9<br />
5,7<br />
Enthousiasme in regio<br />
Op vele locaties worden voorbereidingen getroffen voor<br />
nieuwe snelfietsroutes. Een paar voorbeelden:<br />
Rotterdam – Den Haag: Alternatief voor de file<br />
Stadsregio Rotterdam brengt de 23 km lange Hofpleinfietsroute<br />
in, die geprojecteerd is langs het tracé<br />
van de Hofpleinlijn (RandstadRail) en aansluit op<br />
diverse bestaande maar ook nieuwe woonwijken en<br />
bedrijventerreinen. De fietsroute zal de nieuwe grote<br />
woonkernen in de tussenliggende gemeenten Lansingerland<br />
en Pijnacker-Nootdorp verbinden met Rotterdam<br />
en Den Haag. Het voorstel bevat een breed<br />
palet aan maatregelen, waaronder asfalteren en het<br />
aanbrengen van verlichting om bestaande gedeeltes<br />
te verbeteren. Daarnaast ook de aanleg van nieuwe<br />
fietspaden door een natuurgebied en over een oude<br />
spoorbrug.<br />
de fiets!’ (<strong>Fietsberaad</strong>, 2009). Op de wat langere afstanden is<br />
gezondheid relatief belangrijker dan snelheid. Enerzijds is het<br />
gezondheidseffect groter vanwege de kilometers. Anderzijds is<br />
het voor de fiets op middellange afstand toch relatief moeilijk<br />
om te concurreren op reistijd.<br />
Zaken die direct te maken hebben met de verbeteringen in de<br />
route worden door nieuwe gebruikers relatief weinig genoemd<br />
als reden. Bijvoorbeeld: ‘wegdek verbeterd’ door 2 procent,<br />
‘veiligheid verbeterd’ door 1 procent en ‘verlichting verbeterd’<br />
door 1 procent. Hoewel uit de rapportcijfers blijkt dat fietsers<br />
Figuur 1<br />
Gemiddeld rapportcijfer voor en na aanleg route. Fietsers<br />
waarderen de verbeteringen.<br />
Rotterdam-Delft Amsterdam-<br />
Zaandam<br />
voor na<br />
Utrecht-<br />
Breukelen<br />
Apeldoorn-<br />
Deventer<br />
Den Haag-<br />
Zoetermeer<br />
de verbeteringen op prijs stellen, is het slechts voor een enkeling<br />
ook een reden om meer te gaan fietsen. Dit staat haaks op<br />
de uitkomsten van het stated preference onderzoek uit de nulmeting.<br />
Lobbyinstrument<br />
De belangrijkste winstpunten van ‘Met de fiets minder file’<br />
zijn niet op straat zichtbaar en hebben te maken met samenwerken,<br />
draagvlak en lobby. Het project heeft veel losgemaakt.<br />
De geselecteerde regionale routes hadden bij de start nauwe-<br />
Figuur 2<br />
Dynamiek in de gebruikersgroep van de regionale fietsroute in 2009 ten<br />
opzichte van 2007. 28 procent van de gebruikers in 2009 is ‘starter’. Twee<br />
jaar eerder maakten ze nog geen gebruik van de route. Vier procent<br />
betreft overgestapte automobilisten. Het is onduidelijk hoeveel fietsers<br />
uit 2007 de route niet meer gebruiken (de verlaters).<br />
starters, voorheen<br />
ander vervoermiddel<br />
3%<br />
starters, voorheen auto<br />
4%<br />
blijvers, fietst meer,<br />
minder auto<br />
1%<br />
starters, nieuwe<br />
reisroute<br />
21%<br />
blijvers, fietst meer<br />
2%<br />
blijvers, fietst<br />
evenveel<br />
69%<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 19
Eindhoven – Valkenswaard: Oude spoorlijn wordt snelle fietsroute<br />
De belangrijkste maatregel op de 8 kilometer lange route van Valkenswaard<br />
naar Eindhoven is de aanleg van een geheel nieuw fietspad (4,5<br />
km) over het oude tracé van een spoorlijn. Het plan biedt verschillende<br />
voordelen voor fietsers. Momenteel moeten fietsers nog grotendeels de<br />
N69 volgen, een oude rijksstraatweg uit België met veel files, stank en<br />
lawaai. De nieuwe route is niet alleen korter, maar ook veel aantrekkelijker:<br />
een eigen tracé door het bos, zonder stank en lawaai. Aan de route<br />
liggen verschillen bestemmingen, zoals Waalre, Aalst en de Hightech<br />
Campus.<br />
lijks prioriteit bij de betrokken gemeenten. De routes staan nu<br />
op de agenda van wethouders en ambtenaren. De samenwerking<br />
tussen gemeenten en stadsregio’s is verbeterd.<br />
Ook politiek Den Haag heeft de regionale fietsroutes ontdekt.<br />
In de Tweede Kamer zijn verschillende moties aangenomen en<br />
er zijn enkele tientallen miljoenen vrijgemaakt voor de verbetering<br />
van de regionale fietsroutes. In de huidige tijd van decentralisatie<br />
is dat toch uniek te noemen. Voor een groot aantal<br />
regio’s was het vooruitzicht op extra financiering weer aanleiding<br />
om nieuwe plannen te ontwikkelen voor regionale fietsroutes,<br />
inclusief ‘eigen’ geld.<br />
Samenvattend: het project ‘Met de fiets minder file’ heeft duidelijk<br />
zijn vruchten afgeworpen. Het heeft geleid tot extra geld<br />
en nieuwe plannen. De fietsers zijn bovendien blij met de gerealiseerde<br />
verbeteringen, ook al zijn die relatief beperkt. Vanaf<br />
het begin zijn echter te hoge verwachtingen gewekt ten aanzien<br />
van de reductie van de files op de snelwegen. En de evaluaties<br />
zijn niet geschikt om de effecten op files vast te stellen.<br />
Rest wel de vraag of je überhaupt mag verwachten dat fietsbeleid<br />
voor de middellange afstanden kan resulteren in een<br />
relevante reductie van het aantal autoritten. Na enkele globale<br />
berekeningen met de mobiliteitsstatistieken, luidt het antwoord:<br />
ja, een afname van het aantal autoverplaatsingen in<br />
deze afstandsklasse met enkele procenten in pakweg 10 jaar<br />
moet mogelijk zijn. En ja, dat kan substantieel zijn. De effecten<br />
zullen echter niet zozeer merkbaar zijn op de snelwegen met<br />
vele tienduizenden auto’s per etmaal. Maar veel eerder op toegangswegen<br />
tot de steden, rondwegen en afritten.<br />
Op basis van de evaluaties van MuConsult en eerdere onder-<br />
zoeken kunnen de volgende aanbevelingen gedaan worden<br />
om het effect te optimaliseren:<br />
• Houd rekening met de afstandsgevoeligheid van de fiets.<br />
Een investering op een fietsroute van 7,5 kilometer heeft<br />
vijf keer meer effect dan een zelfde investering op een<br />
route van 15 kilometer. Door de opkomst van de elektrische<br />
fiets zal de afstandgevoeligheid afnemen, maar ook voor<br />
20<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
Venlo – Horst-Sevenum: Floriade biedt kansen<br />
In 2012 wordt de Floriade in de regio Venlo georganiseerd. Na de<br />
Floriade wordt het evenemententerrein een bedrijventerrein. Een<br />
mooie gelegenheid om infrastructurele maatregelen door te voeren,<br />
waaronder een regionale fietsroute tussen Venlo en Horst-Sevenum.<br />
De route verbindt de stations Venlo, Blerick en Horst-Sevenum, hetgeen<br />
ook extra kansen biedt voor OV-fiets. In het plan wordt een<br />
ladderstructuur voorgesteld: twee parallel lopende fietsverbindingen<br />
met dwarsverbindingen. Het zuidelijke deel van de route is<br />
circa 12 kilometer lang. Het noordelijke deel ongeveer 15 kilometer.<br />
meer lichaamsbeweging<br />
wijziging woon-werkadres<br />
vanwege files<br />
route is sneller geworden<br />
benzine is duurder<br />
persoonlijke situatie<br />
wegdek verbeterd<br />
veiligheid verbeterd<br />
verlichting verbeterd<br />
Figuur 3<br />
Redenen van starters om gebruik te maken van de regionale<br />
fietsroute. Gezondheid is dominant, kenmerken van de route<br />
ondergeschikt.<br />
2%<br />
1%<br />
1%<br />
5%<br />
10%<br />
13%<br />
19%<br />
42%<br />
de e-fiets geldt dat het makkelijker is om automobilisten op<br />
een afstand van 7,5 kilometer te verleiden.<br />
• Zorg dat de infrastructurele verbeteringen ook echt zoden<br />
aan de dijk zetten, met name voor de reistijd en de aantrekkelijkheid.<br />
Beter één nieuwe brug waardoor er een korter<br />
en aantrekkelijker alternatief ontstaat, dan een nieuwe<br />
asfaltlaag over een bestaand fietspad langs een drukke<br />
weg.<br />
• Communiceer de infrastructurele verbeteringen, maar leg<br />
vooral de nadruk op de gezondheidseffecten en de beleving<br />
(lekker even buiten). Promoot daarnaast het gebruik<br />
van de elektrische fiets. Werkgevers kunnen daarin een<br />
belangrijke rol spelen.<br />
• Een combinatie met sturend parkeerbeleid en (in de verre<br />
toekomst) rekeningrijden vergroot het effect van verbeteringen<br />
in de fietsinfrastructuur aanzienlijk.<br />
Voor literatuur zie het tabblad ‘gerelateerde items’ bij de digitale<br />
versie van dit artikel op de website. Hier is tevens een<br />
reactie van MuConsult te vinden en onderbouwingen van een<br />
tweetal stellingen aan het eind van dit artikel.<br />
56%<br />
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%
Roelof Wittink van Interface for Cycling<br />
> ‘De stad teruggeven<br />
aan de mensen’<br />
Ron Hendriks<br />
De uitreiking van de Leadership Award aan Roelof Wittink<br />
tijdens Velo-city in Kopenhagen illustreert treffend<br />
de omslag. Wat ooit gezien werd als een klein clubje<br />
gedrevenen dat ontwikkelingshulp aan de fiets koppelde,<br />
is de laatste jaren uitgegroeid tot organisatie met<br />
internationaal aanzien. Maar nog steeds moet Interface<br />
for Cycling vechten voor zijn bestaan.<br />
Het is wat paradoxaal. Juist nu wereldwijd de fiets terrein<br />
wint en de vraag naar ondersteuning door gerenommeerde<br />
fietslanden sterk toeneemt, dreigt de geldkraan dichtgedraaid<br />
te worden. Want nadat Interface for Cycling (ICE) acht<br />
jaar lang gesubsidieerd werd door de minister van Ontwikkelingssamenwerking,<br />
is het nog lang niet zeker dat ICE ook<br />
de komende jaren van subsidie-inkomsten verzekerd is. Een<br />
gerichte lobby van directeur Roelof Wittink heeft in ieder geval<br />
de nodige steun in de Kamer opgeleverd, zodat het misschien<br />
allemaal nog enigszins goed komt. Maar het zijn woelige tijden<br />
voor ICE, dat rond 1996 begon als vrijetijdsinitiatief van onder<br />
andere Jaap Rijnsburger, André Pettinga en van de huidige<br />
directeur Roelof Wittink.<br />
Doel van ICE was om de wereld te laten zien dat Nederland<br />
kennis te bieden heeft met haar fietsbeleid en dat de fiets ook<br />
in ontwikkelingslanden een belangrijke rol kan vervullen. Als<br />
Fietsen gaat over leefklimaat, over de stedelijke omgeving,<br />
over mobiliteit van mensen, van kinderen en ouderen.<br />
goedkoop transportmiddel en daardoor ook bij de bestrijding<br />
van armoede. Dat sloot goed aan bij de persoonlijke ambities<br />
van Wittink, toen nog als psycholoog werkzaam bij de SWOV:<br />
‘Ik wilde mijn aandacht graag verbreden. Verkeersveiligheid<br />
gaat over het terugdringen van slachtoffers. Maar fietsen gaat<br />
over veel meer. Over leefklimaat, over de stedelijk omgeving,<br />
over mobiliteit van mensen, van kinderen en ouderen. En dus<br />
over het welzijn van mensen.’ Toen zich steeds meer projecten<br />
aandienden, kwam er een echt bureau en werd Wittink aangesteld<br />
als directeur. Inmiddels telt het bureau zeven medewerkers<br />
en is ICE actief met projecten in tientallen landen in Zuid-<br />
Amerika, Afrika en Azië.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 21
Social Inclusion<br />
ICE hielp de stad Pune in India bij het opzetten van het Centrumverkeersplan.<br />
In Gabarone (Botswana) ondersteunde<br />
ICE de overheid bij het implementeren van een fietsnetwerk.<br />
In Kaapstad (Zuid-Afrika) droeg ICE er aan bij dat de stad en<br />
de lokale belangengroepering meer kennis kregen over het<br />
opzetten van fietsbeleid. En in Santiago (Chili) ondersteunde<br />
ICE de stad met het opstellen van een Fiets Ontwerpwijzer. De<br />
organisatie richt zich vooral op kennisoverdracht. Een enkele<br />
keer gaan er ook fietsen de oceaan over, zoals de OV-fietsen<br />
die mede dankzij ICE een tweede leven krijgen in Afrika.<br />
Het lokale zendingswerk voor de fiets werpt kennelijk zijn<br />
vruchten af. Maar ook erkennen wereldwijd steeds meer organisaties<br />
en overheden dat de fiets een belangrijke bijdrage<br />
kan leveren aan het mobiliteitsbeleid én het klimaatbeleid,<br />
aldus Wittink. ‘Ik denk dat we daaraan een belangrijke bijdrage<br />
hebben geleverd. Neem bijvoorbeeld de Wereldbank. Ook die<br />
vindt dat er een radicale omslag moet komen van autogericht<br />
beleid naar personengericht beleid. Van een technische benadering<br />
naar een maatschappelijke benadering. Men ziet in dat<br />
de ontwikkeling van mobiliteit direct verband houdt met de<br />
ontwikkeling van mensen.’<br />
‘Je zag dat al vroeg in Bogota, waar ICE min of meer begon<br />
en meehielp fietsbeleid vorm te geven. Het gemeentebestuur<br />
is daar bezig een hele andere invulling te geven aan de stad.<br />
Niet het autoverkeer staat centraal, maar de kwaliteit van de<br />
openbare ruimte. Men wil de stad teruggeven aan de mensen.<br />
Werken aan social inclusion en aan armoedebestrijding. De<br />
fiets helpt daar op een geweldige manier bij. Dat je daar aan<br />
kunt bijdragen, vind ik heel inspirerend.’<br />
‘De laatste jaren is daar natuurlijk de klimaatagenda bijgekomen.<br />
Je moet zien te voorkomen dat de ontwikkelingslanden<br />
dezelfde weg op gaan als de ontwikkelde landen ten<br />
aanzien van motorisering. Avoid, Shift and Improve zijn daarvoor<br />
de instrumenten. Met alleen technische verbeteringen<br />
aan voertuigen redden we het niet. Het vermijden van onnodige<br />
mobiliteit en de introductie van andere vervoerwijzen is<br />
noodzakelijk. Daarom kijkt men nadrukkelijk naar de aanpak<br />
in Nederland hoe daarin de fiets een goede positie te geven<br />
is. Dat past ook in de gedachte van co-benefits. Want de fiets<br />
22<br />
Op de fiets op de Copacabana met de directeur van<br />
de fietsbelangenorganisatie Rio Transporte Ativo, die<br />
ICE vertegenwoordigt in Rio de Janeiro.<br />
Je moet voorkomen dat de ontwikkelingslanden<br />
dezelfde weg op gaan als de ontwikkelde landen ten<br />
aanzien van motorisering.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
draagt zowel bij aan mobiliteitsoplossingen als aan milieuoplossingen.<br />
En dat tegen lage investeringen. Dat is ook van<br />
belang voor ontwikkelingslanden. Het is in de praktijk overigens<br />
wel lastig om klimaatbeleid en transportbeleid aan elkaar<br />
te koppelen. Het gaat om totaal andere financieringstrajecten.<br />
Daar is nog een lange weg te gaan.’<br />
Olympische Spelen<br />
Netwerken en lobbyen is een vereiste om als ICE dingen<br />
voor elkaar te krijgen en financieel het hoofd boven water te<br />
houden. In Nederland trekt Wittink alle ministeries langs om<br />
geld of projecten los te krijgen, behalve Ontwikkelingssamenwerking<br />
ook V&W, EZ en VROM. En zo vier tot zes keer per<br />
jaar gaat hij naar het buitenland om lokale bestuurders van<br />
de voordelen van de fiets te overtuigen. Maar ook reisde Wittink<br />
mee met een delegatie die werkte aan het Olympisch Plan<br />
naar Zuid-Afrika om in de slipstream de activiteiten van ICE<br />
voor stedelijk transport bij de voorbereiding op het WK Voetbal<br />
in beeld te brengen. Dat resulteerde weer in contacten met de<br />
KNVB. Wittink: ‘Er bleek voor het bidbook voor het komende<br />
WK Voetbal waar Nederland kandidaat voor is nog geen mobiliteitsparagraaf<br />
te liggen. In gesprekken met de KNVB hebben<br />
we de suggestie gedaan om de fiets daar een prominente<br />
rol in te geven en dat hebben we met Goudappel Coffeng en<br />
bureau Mint uit België uitgewerkt.’
Samen met de Universiteit Twente en onderwijsorganisatie<br />
ITC werd in 2007 een universitair netwerk vormgegeven:<br />
het Cycling Academic Network. ‘Dat stimuleert onderwijs en<br />
onderzoek op werkvelden die ook relevant zijn voor de fiets,<br />
zoals mobiliteit en ruimtelijke ordening. Er zijn daaruit inmiddels<br />
al zes Phd-studies voortgekomen in Zuid Afrika, Brazilië<br />
en India.’<br />
En onlangs is in Kopenhagen de Global Cycling Coalition<br />
opgericht, waar de belangenorganisaties wereldwijd zich bundelen<br />
om onder VN-vlag een bijdrage te leveren aan de klimaatproblemen.<br />
ICE voert het secretariaat.<br />
Kansen voor bedrijfsleven<br />
Wittink timmert ook nadrukkelijk aan de weg op symposia en<br />
congressen, zoals onlangs op Velo-city waar hij bedeeld werd<br />
met de Leadership Award vanwege zijn verdiensten in het<br />
ondersteunen van lokale organisaties en initiatieven. Hij geniet<br />
er nog duidelijk van als hij op die gebeurtenis terugkijkt. Maar<br />
er is meer nodig om de continuïteit van ICE zeker te stellen.<br />
En volgens Wittink kunnen ook de Nederlandse adviesbureaus<br />
daaraan bijdragen. ‘Je ziet in wereldsteden dat er een enorme<br />
Vijf jaar geleden mocht de verkeersplanner in Delhi de<br />
fiets niet noemen. Nu moet die verplicht in de plannen<br />
worden opgenomen.<br />
omslag plaatsvindt. Vijf jaar geleden mocht de verkeersplanner<br />
in Delhi de fiets niet noemen. Nu moet die verplicht<br />
in de plannen worden opgenomen. Er is dus geweldig veel<br />
behoefte aan expertise. Dat is een enorme markt voor Nederlandse<br />
bureaus. Die raken langzamerhand steeds meer geïnteresseerd.<br />
Uit het perspectief van maatschappelijk verantwoord<br />
En aan tafel met Julio Lopes, minister van<br />
transport van de staat Rio de Janeiro.<br />
ondernemen (MVO). En met het idee dat er in de toekomst<br />
werk in zit. Neem Rio de Janeiro. Die stad gaat grote investeringen<br />
doen voor de Olympische Spelen in 2016 en het WK<br />
Voetbal in 2018. Er ligt de vraag om daarvoor een duurzaam<br />
concept te ontwikkelen. Wij zitten daar al sinds 2007. We ondersteunen<br />
daar de belangenorganisatie en de stad. Hier liggen<br />
grote kansen voor Nederland. Minister Eurlings stond daar in<br />
ieder geval erg positief tegenover, toen hij onlangs een werkbezoek<br />
bracht aan Rio.’<br />
Je zou kunnen zeggen dat bijna alle wereldsteden<br />
ontwikkelingslanden zijn als het gaat om fietsen.<br />
Dutch Embassy<br />
‘Eigenlijk zou je als Nederland de krachten moeten bundelen in<br />
één platform’, vindt Wittink. ‘Zoals op Velo-city waar één grote<br />
stand was met alle Nederlandse fietsorganisaties. De Denen<br />
doen dat al in de Bicycle Embassy waar overheid en private<br />
partijen de krachten bundelen. Die timmeren behoorlijk aan de<br />
weg.’<br />
‘V&W zou ook meer kunnen doen. <strong>Fietsberaad</strong> Internationaal<br />
is een stap in de goede richting. We hebben daarmee goede<br />
contacten. Maar <strong>Fietsberaad</strong> Internationaal richt zich vooral op<br />
economisch ontwikkelde landen, ICE op ontwikkelingslanden.<br />
Wij wachten ook niet tot er iemand komt met een vraag over<br />
fietsbeleid. We zijn altijd proactief geweest. Onze missie is dat<br />
de hele wereld moet profiteren van de voordelen van de fiets.<br />
Dat kunnen we met kennis uit Nederland ondersteunen. Er is<br />
nu alle aanleiding om die scheiding tussen meer en minder<br />
ontwikkelde landen niet meer zo stringent te handhaven. Je<br />
zou kunnen zeggen dat bijna alle wereldsteden ontwikkelingslanden<br />
zijn als het gaat om fietsen.’<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 23
Hardenberg centrumgemeente.<br />
Hardenberg is wellicht geen erg bekende gemeente. Wel een<br />
bijzondere. Een hele grote gemeente in oppervlakte. Van oost<br />
naar west, van Staphorst naar Duitsland, meet de fusiegemeente<br />
hemelsbreed liefst 30 km. Een combinatie van veenkolonies<br />
en Vechtdal. Met veel toerisme in dat Vechtdal met de<br />
stad Hardenberg als het centrum. De 60.000 burgers wonen<br />
in een groot aantal kernen. Veel buurtschappen met een paar<br />
honderd, maar ook diverse dorpen met enkele duizenden<br />
inwoners. En als grotere kernen Dedemsvaart (12.000 inwoners)<br />
en Hardenberg (19.000 inwoners).<br />
De stad Hardenberg is dus niet echt groot, ook voor Nederlandse<br />
begrippen niet, maar desondanks interessant om het<br />
fietsbeleid te beschouwen. Vooral omdat het in die noordoost<br />
hoek van Overijssel als ‘kern met een streekfunctie’ een verzorgingskern<br />
is met veel werkgelegenheid en veel scholen en<br />
24<br />
Hardenbergs fietsbeleid ligt op straat<br />
> De geleidelijke weg naar een<br />
prettig fietsklimaat<br />
Dirk Ligtermoet, Ligtermoet & Partners<br />
Hardenberg, gelegen in de noordoost hoek van Overijssel en grenzend aan Duitsland,<br />
is een uitgestrekte gemeente met bijna 60.000 inwoners. Met de kleine stad Hardenberg<br />
als kern. Ogenschijnlijk krijgt de fiets niet zo veel aandacht in verkeersnota’s. Dat<br />
neemt niet weg dat het er prettig is om te fietsen.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
andere voorzieningen. Daarbij komen dan nog de vele toeristen<br />
die jaarlijks in de omgeving van de kern Hardenberg verblijven.<br />
Hoe fietst het, in de stad Hardenberg en tussen de vele kernen<br />
van de gemeente? We spraken met Jan Korsaan, de verkeersambtenaar<br />
van Hardenberg.<br />
Stabiliteit en consistentie<br />
‘Sinds 1987’, antwoordt Jan Korsaan wat terughoudend op de<br />
vraag hoe lang hij al in Hardenberg werkt. In eerste instantie<br />
ging het nog niet alleen om verkeer maar ook breder om civiele<br />
werken; sinds 2001 (de fusie van Hardenberg met de gemeenten<br />
Avereest en Gramsbergen) werkt Jan volledig aan het verkeersbeleid<br />
van Hardenberg. Deze ambtelijke stabiliteit is wellicht<br />
een van de verklaringen voor de verkeerssituatie in Hardenberg.<br />
Want daar straalt consistentie in verkeersbeleid vanaf.
Jan Korsaan:<br />
‘Weinig fietsknelpunten in de gemeente.’<br />
Korsaan werkte die 23 jaar in een politieke omgeving met bijna<br />
evenveel stabiliteit. De huidige wethouder verkeer, Jannes<br />
Janssen van de ChristenUnie, is pas de 4e verkeerswethouder<br />
die hij meemaakt. Het collegeakkoord van B&W van Hardenberg<br />
toont, vergeleken met de gebruikelijke formuleringen in<br />
dergelijke documenten, indirect evenzeer die consistentie en<br />
het succes van vroeger beleid. Want dit collegeakkoord mist<br />
de bekende dramatische formuleringen over infarcten op de<br />
hoofdwegen en dreigende onbereikbaarheid voor het autoverkeer.<br />
Het gaat in de paragraaf infrastructuur vooral over de<br />
trein en over veilige fietsroutes naar scholen! Waar alle investeringswensen<br />
in een politieke prioriteitsvolgorde zijn gezet,<br />
scoren álle verkeersprojecten laag. En fietsinfra ontbreekt<br />
bijna geheel; onderaan de lijst gaat het alleen even over ‘ontbrekende<br />
schakels fietspaden’ (door één van de zes politieke<br />
partijen genoemd). Zelfs die formulering moet Jan Korsaan<br />
nog nuanceren. ‘Veel meer dan twee ontbrekende schakels<br />
zijn het niet. Vanuit het noorden van de gemeente kan een<br />
Nieuw fietspad langs Grote Beltenweg.<br />
bestaande fietsroute nog met een paar honderd meter verkort<br />
worden. Maar of de baten daarvan dan opwegen tegen de<br />
kosten betwijfelen we. Verder leeft nog de wens van een fietsverbinding<br />
tussen Sibculo en Mariënberg, in het zuiden van de<br />
gemeente. En dat is het dan wel.’<br />
Niet alleen voor fietsinfrastructuur is de politieke agenda kort.<br />
Voor auto-infrastructuur, en dan vooral op regionale schaal,<br />
geldt het nog veel sterker. Kaart 1 laat zien dat de wegenstructuur<br />
rond Hardenberg aan alle kanten verbeterd wordt of is. De<br />
N36 naar Almelo is aangepakt; naar en in Duitsland kwamen er<br />
snelwegen bij. De zogenaamde omleiding Ommen (doortrekking<br />
van de N36 naar de N48) is eind juni in gebruik genomen<br />
en er wordt hard gewerkt aan de plannen voor de ombouw<br />
van de N340 (Ommen-Zwolle) en de N34 (Drentse grens-N36)<br />
tot regionale stroomwegen.<br />
Buitengebied<br />
Buiten de kom gaat het wat de fietsroutes betreft nu eigenlijk<br />
alleen nog om onveilige wegvakken en kruispunten en<br />
nog veel meer om gevoelens van onveiligheid. ‘Onder druk<br />
van de bevolking wordt soms een kruispunt aangepakt of een<br />
fietsoversteek en dat zal met enige regelmaat wel zo blijven.<br />
Soms ook een wegvak, als te veel fietsers zich onveilig voelen.<br />
Zoiets speelt op dit moment bijvoorbeeld ten noorden van<br />
Gramsbergen: toch maar een fietspad erlangs omdat burgers<br />
blijven aandringen. Maar het is dan niet dat er echt slachtoffers<br />
vallen.’<br />
In Hardenberg is het fietsnetwerk in het uitgestrekte buitengebied<br />
belangrijk, meer dan in een gemiddelde gemeente. Enerzijds<br />
door de vele dorpen en buurtschappen, op fietsafstanden<br />
van de centrumkernen Hardenberg en Dedemsvaart. Anderzijds<br />
door het toerisme in het Vechtdal. Hardenberg heeft vele<br />
jaren aan de interlokale fietsroutes gewerkt. Nadrukkelijk ook<br />
de op toeristen gerichte routes tussen de kern Hardenberg en<br />
het westelijker campinggebied. Zowel voor het utilitaire als<br />
het recreatieve deel was het Raamplan Fietspaden van de provincie<br />
Overijssel een belangrijk hulpmiddel. Via de gemeentelijke<br />
betrokkenheid bij dit plan werden routes benoemd, geprioriteerd<br />
en gesubsidieerd. Korsaan: ‘We zijn juist klaar met<br />
een belangrijke verbetering in het recreatieve net: een fietspad<br />
langs de Grote Beltenweg, direct aan de westkant van Hardenberg.<br />
Op die campingweg kan het erg druk zijn; voor de veiligheid<br />
was een vrijliggend fietspad al lange tijd gewenst.’<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 25
Vanuit de nieuwbouwwijk Marslanden loopt een rechtstreekse route naar de Markt.<br />
Fietsbaar Hardenberg<br />
Zijn er binnen de kom, binnen de kern Hardenberg dan misschien<br />
nog grote knelpunten voor fietsers? Jan Korsaan schudt<br />
bedachtzaam zijn hoofd, maar formuleert het uiteindelijk klip<br />
en klaar: ‘Nee, ook in Hardenberg zelf denken we het voor fietsers<br />
goed op orde te hebben. We krijgen trouwens ook weinig<br />
klachten. Natuurlijk, het is niet overal zondermeer veilig, maar<br />
dat kan ook niet en zeker niet via infrastructuur. Er blijven<br />
alleen al door de sterke intensiteitsschommelingen lastige situaties.<br />
Maar nergens is een kruispunt of wegvak waarvan we<br />
denken dat er echt snel wat aan gedaan moet worden voor<br />
directheid, veiligheid of comfort van fietsverkeer.’<br />
Dat er zo weinig knelpunten zijn heeft verschillende redenen,<br />
die vooral met de eerder genoemde continuïteit en lange<br />
adem te maken hebben. In de eerste plaats is de autostructuur<br />
in en rond Hardenberg een pluspunt voor fietsverkeer. Autoverkeer<br />
wordt in sterke mate gebundeld op diverse hoofdwegen<br />
die woonwijken mijden en voor fietsverkeer ook geen<br />
barrières vormen: de N34 bovenlangs Hardenberg en meer<br />
nog de N343 aan de westkant en de JC Kellerlaan aan de oostkant.<br />
In de tweede plaats zijn ook de woonwijken, vooral uit<br />
de jaren zeventig en tachtig daterend, direct al tamelijk fietsvriendelijk<br />
ontworpen: weinig drukke autoroutes in de wijken<br />
zelf en vaak fietsroutes die los staan van de autostructuren. De<br />
nieuwste wijk is wat dat betreft al helemaal een visitekaartje.<br />
Korsaan is trots: ‘Vanuit Marslanden brengt de nieuwe tunnel<br />
onder de N34 en de fietsbrug over de Vecht je direct op de<br />
Markt; autoverkeer moet een heel eind omrijden. En in de wijk<br />
zelf zijn doorgaande autoroutes minimaal.’<br />
In de derde plaats heeft Hardenberg al decennia gewerkt<br />
aan het oplossen van de knelpunten voor fietsers die er wél<br />
kwamen of bleven. De N34 kreeg extra ongelijkvloerse kruisingen.<br />
Vanuit de zuidwestelijke woonwijken werd een nieuwe<br />
fietsroute aangelegd met een tunnel onder de N343, een brug<br />
over de Vecht en een brug over de Vecht-stuw.<br />
<strong>26</strong><br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
Centrumgebied<br />
En in de vierde plaats is Hardenberg juist deze jaren hard aan<br />
de slag in het stadscentrum. Een heus Masterplan overkoepelt<br />
bijna 30 bouwprojecten in en rond het centrum. Waarbij ook<br />
het verkeer een belangrijk onderwerp is. Kort gezegd is een<br />
oost-west route net ten noorden van de hoofdwinkelstraat van<br />
Hardenberg geknipt, ter hoogte van de Markt. De website van<br />
Hardenberg overdrijft niet: ‘Waar vroeger de auto’s af en aan<br />
reden over de Markt, flaneert nu het winkelend publiek langs<br />
de goedgevulde etalages van de talrijke (mode)zaken in het<br />
centrum van Hardenberg. De noordelijke centrumroute is verdwenen<br />
en dat heeft de nodige consequenties voor het verkeer.<br />
Daarom is er gekozen voor de aanleg van een nieuwe<br />
centrumroute ten zuiden van het winkelcentrum.’<br />
De Witte de Withstraat, onderdeel van de centrumring. De oude inrichting<br />
- per straat nog wel wat verschillend - en de nieuwe gestandaardiseerde<br />
inrichting van de centrumring.
Het Masterplan gaat vooral over een aantrekkelijker centrum<br />
voor voetgangers, met veel aandacht voor het (betaald) autoparkeren<br />
aan de rand van het winkelgebied. De nu autovrije<br />
Markt is de icoon van het plan. En zonder dat er al te veel<br />
woorden aan vuil werden en worden gemaakt, kan men het<br />
totaal aan projecten zeker ook zien als een fietsverkeermaatregel.<br />
Want het autovrije centrum is volledig toegankelijk voor<br />
fietsers. De geknipte noordelijke route (Havenweg) maakt een<br />
omvangrijke zone, tegelijk de verbinding met Marslanden aan<br />
de overkant van de Vecht, fietsvriendelijk. En aan de andere<br />
kanten van het winkelhart worden de resterende straten van<br />
de centrumring heringericht met fietsstroken erop, terwijl er<br />
voorheen helemaal geen fietsvoorziening was.<br />
In het overzicht van het fietsgebruik per gemeente dat het <strong>Fietsberaad</strong> heeft samengesteld<br />
staat Hardenberg op nummer 150, tussen gemeenten als Deventer en Assen.<br />
Het fietsaandeel in de modal split ligt op van 25% en op afstanden tot 7,5 km op 37%.<br />
> Zie www.fietsberaad.nl/kennisbank - Cijfers over fietsgebruik per gemeente.<br />
Centrumring<br />
De realisatie van een nieuwe centrumring is een omvangrijk<br />
project. Veel herinrichting, maar op verschillende delen ook<br />
een geheel nieuwe weg. De nieuwe centrumring zal nog beter<br />
aansluiten op de radiale hoofdwegen en zo nog meer bundeling<br />
van autoverkeer geven. Vanuit fietsersoptiek is van belang<br />
dat de centrumring enige fietsvoorziening krijgt. Wel een<br />
beperkte: aan beide zijden een suggestiestrook in rood van<br />
1,40-1,50 m, naast een rijloper van 4 m of 5 m. Waarom geen<br />
‘echte’ fietsvoorzieningen? Korsaan: ‘Ruimtegebrek en kosten<br />
spelen een rol. Maar daarnaast ook het idee dat we hier nu<br />
eenmaal aan dit soort suggestiestroken gewend zijn. Veel meer<br />
vragen de fietsers ook niet; dit is al een sterke verbetering.’<br />
De centrumring van Hardenberg is aan de noordkant, ‘op’ de Markt, geknipt.<br />
Daardoor is er ook een noord-zuid as in het voetgangersgebied gekomen. Die ook<br />
fietsroute is, met de nieuwe Amaliabrug aan de noordkant, richting Marslanden.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 27
Temidden van al het moois dat Hardenberg voor fietsers doet,<br />
zou men dit als een minder fietsvriendelijke keuze kunnen zien:<br />
tegen zeer hoge kosten een centrumring realiseren en dan de<br />
fietsers slechts een asfaltkleurtje geven?<br />
Misschien is het toch niet zo gek. Die strook is prettig voor de<br />
alleenrijdende fietser. Snelheden van autoverkeer zullen lager<br />
zijn dan bij een volwaardige 6 m rijloper tussen de fietsdomeinen<br />
in en daar hebben vooral de grotere aantallen kruisende<br />
fietsers baat bij. En sowieso past een brede weg met<br />
vrijliggende fietspaden hier niet goed bij de wat bochtige centrumring<br />
met vele aanpalende functies (waaronder langsparkeren).<br />
Het is feitelijk ook meer een erftoegangsweg dan een<br />
gebiedsontsluitingsweg. Of minstens ‘allebei’ en daarmee<br />
een nogal ‘grijze’ weg. Waar de halfwas-fietsbescherming misschien<br />
dan wel het beste past.<br />
Fietsen in het voetgangersgebied<br />
Het vergrote autovrije voetgangersgebied van Hardenberg<br />
staat volledig open voor fietsers. De afgelopen jaren is<br />
daar wel enige discussie over geweest. Terecht ook, als je de<br />
breedtes van de winkelstraten ziet en de intensiteiten van voetgangers<br />
en fietsers. Hardenberg heeft uitgebreid gemeten,<br />
aan de hand van de <strong>Fietsberaad</strong>/BRO-methodiek (<strong>Fietsberaad</strong>publicatie<br />
8). Met als conclusie dat het op enkele locaties op<br />
de drukste momenten echt wel op de grens zit van wat nog<br />
kan. Desondanks is besloten dat de fiets overal mag blijven<br />
komen. Mede omdat juist in die drukte en krapte het aantal<br />
conflicten beperkt blijft, doordat fietsers zich aanpassen (langzaam<br />
rijden, afstappen, omrijden). Jan Korsaan: ‘De fiets wordt<br />
vaak gebruikt om boodschappen te doen in één of enkele winkels;<br />
dan past een verbod slecht. En sowieso hebben we heel<br />
bewust met de nieuwe Amaliabrug een noord-zuid fietsas<br />
door het winkelgebied gecreëerd, die her en der wel door wat<br />
krappe straatjes móet. We vertrouwden en vertrouwen erop<br />
dat met het aanbieden van veel fietsparkeerplaatsen aan de<br />
randen en het optimaliseren van fietsroutes om het centrum,<br />
fietsers niet door de winkelstraten gaan fietsen als ze het niet<br />
erg nodig achten en dat ze zich bij drukte aanpassen. Er is<br />
eigenlijk nog steeds geen reden om dat anders te zien. De fiets<br />
hoort erbij in het centrum.’ B&W onderschrijft dit en beschouwt<br />
de discussie rond fietsen in het voetgangersgebied voor de<br />
komende vijf jaren (als er nog diverse bouwactiviteiten zijn) als<br />
afgedaan. Daarna vindt een evaluatie plaats.<br />
28<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
Fietsers hebben vrij toegang tot het winkelgebied.
Fiets-en-Win start in Apeldoorn en Eindhoven<br />
> Fietsers verleiden nieuwe stijl<br />
Karin Broer<br />
Een loterij voor fietsers die gemeenten een middel biedt<br />
om het gebruik van de stalling te sturen. Het systeem<br />
Fiets-en-Win kan verrassend veel. En mensen vinden het<br />
leuk, zo werd duidelijk tijdens de officiële start in Apeldoorn.<br />
Vrijdagmiddag 20 augustus. Het is een prachtige zonnige dag<br />
in Apeldoorn. En dat is te merken bij de fietsenstalling in de<br />
Marktstraat, er vormt zich een rij. De gratis stalling met een<br />
capaciteit van ongeveer 200 plekken loopt deze middag snel<br />
vol. Sinds anderhalve maand is hier het systeem Fiets-en-<br />
Win operationeel. Mensen krijgen een sticker met barcode op<br />
de fiets en een sleutelhanger met barcode voor aan de fietssleutel.<br />
Met een scanner worden de barcodes gekoppeld en zo<br />
is bij vertrek te controleren of fiets en fietser bij elkaar horen.<br />
Wie zich geregistreerd heeft op internet, doet mee aan een<br />
loterij, met prijzen als een ballonvaart, een theaterkaartje of<br />
een dinerbon.<br />
Een van de doelen van Fiets-en-Win is mensen te verleiden<br />
vaker gebruik te maken van de stalling. Maar deze middag<br />
treffen we vooral vaste klanten. Mevrouw Van Aerden: ‘Een<br />
loterij hoeft van mij niet. Ik kom altijd al op de fiets en ik zet<br />
dan mijn fiets in de stalling, dat deed ik altijd al. Ik vind wel dat<br />
dit lekker vlot gaat.’<br />
Toch zijn de eerste tekenen dat dankzij de loterij de stalling<br />
meer gebruikers trekt. Beheerder Frans van Engeland weet het<br />
zeker: ‘De stalling staat voller dan voorheen, dat komt door die<br />
prijzen.’<br />
Meedoen met Fiets-en-Win?<br />
Gemeenten die geïnteresseerd zijn om ook het Fiets-en-Win-systeem<br />
in te voeren, zijn van harte welkom. Het <strong>Fietsberaad</strong> vraagt een bijdrage<br />
in de ontwikkeling van de instrumenten van 5.000 euro per<br />
jaar en een gemeente moet zelf scanapparatuur aanschaffen en het<br />
overige materiaal, zoals de stickers en de labels. Dat kost ongeveer<br />
4.000 euro per stalling. Meer informatie is te vinden op de site van<br />
het <strong>Fietsberaad</strong> en op de site www.fiets-en-win.nl.<br />
Flinke toeloop<br />
Wim Mulder, beleidsmedewerker verkeer van de gemeente<br />
Apeldoorn, wacht nog op de eerste cijfers maar ook zijn eerste<br />
indruk is dat er dankzij Fiets-en-Win meer toeloop is. ‘Ik had<br />
25.000 labels laten drukken en die ben ik nu al kwijt.’<br />
Er komt een bewoner van Apeldoorn die voor het eerst kennismaakt<br />
met het nieuwe systeem en dus nu een sticker op<br />
de zadelbuis krijgt en een label voor de fietssleutel. Beheerder<br />
Frans van Engeland is even in paniek. De stickers zijn zoek. Van<br />
Engeland werkt al veertien jaar in de stalling. ‘Ik heb alle veranderingen<br />
meegemaakt. Toen de stalling gratis werd, en nu<br />
met die pasjes.’ Het nieuwe systeem is wennen, vindt hij. Hij<br />
verwacht dat op termijn het afhandelen van een fiets sneller<br />
zal gaan dan in het oude systeem, maar nu is dat nog niet zo,<br />
onder andere dankzij aanloopproblemen. Zo bleek dat een barcodesticker<br />
die te dicht bij de reflector zit niet goed te scannen<br />
is. Van Engeland: ‘Weet je wat het is, het duurt nu door het<br />
uitdelen van die pasjes allemaal iets langer. Maar mensen<br />
hebben geen geduld, vooral op zaterdag.’<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 29
Geen e-mailadres<br />
Gerrie Leurink, leidinggevende van het team beheerders, is<br />
tevreden over de eerste weken: ‘Het gaat goed, maar hier<br />
werken allemaal mensen met een beperking en dan is zo’n<br />
nieuw systeem echt een hele grote verandering: geen bonnetjes<br />
meer maar een scanner, alles is anders.’ De volgende dag<br />
zal het systeem ook worden ingevoerd in de andere vijf gratis<br />
stallingen van Apeldoorn. Voor Leurink betekent dat opperste<br />
staat van paraatheid, want ook daar zal het wennen zijn voor<br />
het personeel.<br />
Fietsers, de gebruikers van de stalling, reageren voornamelijk<br />
positief op de veranderingen.<br />
Om mee te doen aan de loterij moet je je via internet registreren.<br />
Voor stallingklanten die niet goed overweg kunnen<br />
met internet, de zogenaamde digibeten, kan dat een belemmering<br />
zijn om mee te doen. Mulder: ‘Daar hebben we een oplossing<br />
voor gevonden: ze kunnen zich gewoon met een papieren<br />
formuliertje aanmelden. We hebben deze mensen een fake-emailadres<br />
gegeven en dat gekoppeld aan een e-mailadres hier<br />
op het stadhuis. Als één van hen een prijs wint, bellen we ze<br />
op. Zo kunnen mensen toch meedoen.’ Ongeveer vier procent<br />
van de deelnemers valt in de categorie digibeet.<br />
Stadspas<br />
Fiets&Win is in twee gemeenten gestart: Eindhoven en Apeldoorn.<br />
In Apeldoorn is de toegangscontrole en de loterij<br />
gecombineerd in één systeem, in Eindhoven is dat niet het<br />
geval. Paul van Loon van Lock ’n Go, een van de technische<br />
mannen achter het systeem: ‘In Eindhoven heeft iedereen een<br />
stadspas die je in de stalling kunt scannen en zo doe je mee<br />
30<br />
Feiten na 3 weken Fiets-en-Win Apeldoorn<br />
• Ruim 30.000 stallingshandelingen in vijf stallingen<br />
• Ongeveer 15.000 verschillende gebruikers<br />
• Ongeveer 15 procent heeft zich geregistreerd als deelnemer van Fiets-en-<br />
Win (sterk stijgende lijn)<br />
• 70 procent van de deelnemers heeft zich geabonneerd op de digitale<br />
nieuwsbrief<br />
• Een kleine 4 procent van de deelnemers is digibeet<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
Stallingsfrequentie van de gebruikers van de gratis bewaakte<br />
stallingen in Apeldoorn tijdens de eerste drie weken van<br />
Fiets-en-Win.<br />
1 x per<br />
week<br />
9%<br />
2 x in de 3 weken<br />
21%<br />
> 1 x per<br />
week<br />
9%<br />
1 x in de 3 weken<br />
61%<br />
aan de loterij.’<br />
Reden om het zo te doen is dat de gemeente Eindhoven de<br />
stadspas meerwaarde wil geven. Bovendien is het eenvoudiger<br />
te realiseren. Daar staat tegenover dat de gemeente Apeldoorn<br />
veel meer informatie over het stallen krijgt dankzij de gecombineerde<br />
loterij met toegangscontrole. Het gebruik van een stalling<br />
kan per dag, per uur worden bekeken. Ook de gemiddelde<br />
verblijfsduur is te berekenen en hoeveel mensen vaker komen.<br />
Johan Kuiper, de andere technische man: ‘Eerder wisten we bijvoorbeeld<br />
dat er jaarlijks 600.000 stallingsbewegingen zijn, maar<br />
we wisten niet of dat om individuele klanten ging of dat het<br />
steeds dezelfde mensen waren.’<br />
Meer stallingklanten dan gedacht<br />
De eerste gegevens van Fiets-en-Win Apeldoorn geven al een<br />
aardig beeld van de gebruikers. In de eerste drie weken na 20<br />
augustus zijn er ruim 30.000 stallingshandelingen geregistreerd<br />
in de verschillende stallingen van Apeldoorn. Volgens de Fietsen-Win-registratie<br />
gaat het om 15.000 verschillende mensen.<br />
Hieruit blijkt dat de groep gebruikers groter is dan aanvankelijk<br />
gedacht. Interessant voor de politiek en het bestuur om te weten<br />
dat zoveel verschillende mensen gebruik maken van de stalling.<br />
Interessant voor de binnenstadsondernemers die gevraagd<br />
worden prijzen te leveren voor de loterij. En ook interessant:<br />
enkele tienduizenden Apeldoorners hebben een Fiets-en-Winsleutelhanger<br />
aan hun fietssleutel. Elke keer als zij hun fiets op<br />
slot zetten worden ze (bewust of onbewust) herinnerd aan de<br />
gratis bewaakte fietsenstallingen van Apeldoorn.<br />
Otto van Boggelen, coördinator van <strong>Fietsberaad</strong> en een van de<br />
bedenkers van het systeem: ‘De combinatie met toegangscon-
aantal fietsen<br />
Stalling Oranjerie op zaterdag 21 augustus: tussen 9.00 en 10.00 uur stroomt de<br />
stalling vol (aantal inchecken) en na 15.00 uur neemt de toestroom van het aantal<br />
stallers sterk af. In het drukste uur staan er ongeveer 200 fietsen in de stalling. De<br />
turnover is 3,7. Dat wil zeggen dat elke plek op een dag 3,7 keer gebruikt wordt.<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19<br />
uur<br />
aantal inchecken<br />
aantal uitchecken<br />
bezetting<br />
trole biedt gemeenten de meeste informatie en de meeste<br />
mogelijkheden. Je zou bijvoorbeeld zelfs kunnen variëren met<br />
tarieven: we maken de eerste dag in de stalling gratis en vanaf<br />
de tweede dag moeten mensen betalen.’<br />
Ook voor de aanpak van weesfietsen is het systeem nuttig. In<br />
de stalling is makkelijk met de scanner na te gaan hoe lang een<br />
fiets er al staat. Als een fiets blijft staan, kan hij apart worden<br />
gezet, zodat hij niet in de weg staat.<br />
Via de loterij kunnen gemeenten proberen het stallingsgedrag<br />
te beïnvloeden. Het systeem is zo in te stellen dat stallen op de<br />
rustige dagen of in een minder goed gebruikte stalling meer<br />
‘winkansen’ oplevert, dat wil zeggen meer virtuele loten en dus<br />
meer kans om een prijs te winnen. In Apeldoorn en Eindhoven<br />
wordt er al gewerkt met deze gradaties in winkansen, maar het<br />
is nog te vroeg om te zeggen of fietsers zich laten beïnvloeden.<br />
Fietser belonen<br />
Voor Apeldoorn ging het in de eerste plaats om het belonen<br />
van fietsers. Wethouder Rob Metz denkt dat een loterij mensen<br />
kan verleiden. ‘Ik denk dat een loterij net die prikkel kan zijn<br />
om toch de fiets te pakken. Er is een groep mensen die altijd<br />
op de fiets komt - met die groep zijn we heel blij en het is<br />
leuk hen te belonen - maar er is ook een groep die twijfelt: zal<br />
ik vandaag op de fiets? Het regent niet, nou. Voor hen is die<br />
loterij misschien wel net doorslaggevend. We willen graag dat<br />
mensen fietsen en de stalling gebruiken. Dat betekent minder<br />
diefstal en de openbare ruimte wordt er beter van.’<br />
Net als in Apeldoorn is het systeem ook in Eindhoven goed<br />
ontvangen, vertelt Robert Teunissen van de afdeling verkeer<br />
en openbare ruimte. ‘We hebben veel aandacht gekregen in de<br />
media, mensen reageren er heel positief op.’<br />
Naast de twee gemeenten is het <strong>Fietsberaad</strong> de drijvende<br />
kracht achter het nieuwe systeem. Coördinator Otto van<br />
Boggelen zocht naar nieuwe, op het verhogen van fietsgebruik<br />
gericht marketinginstrumenten. ‘Wij constateerden dat<br />
er voor gemeenten weinig marketinginstrumenten zijn, terwijl<br />
er in de beleidsplannen vaak een paragraaf is gewijd aan promotie.<br />
Er is wel het een en ander gericht op werknemers, zoals<br />
Trappers, maar niet voor het grote publiek. Daarom hebben we<br />
dit ontwikkeld.’ Van Boggelen hoopt dat Fiets-en-Win echt ver-<br />
Bij de introductie werd zowel in Eindhoven als<br />
Apeldoorn flink publicitair aan de weg getimmerd.<br />
In Eindhoven kan de fietser zijn stadspas langs een scanner in<br />
de stalling halen om zo mee te dingen naar prijzen.<br />
schuivingen teweeg zal brengen. ‘Van de ene drukke stalling<br />
naar een minder goed gebruikte stalling, van drukke dagen<br />
naar minder drukke uren, van op straat parkeren naar stallen<br />
in de stalling en uiteindelijk van auto naar fiets.’ Van Boggelen<br />
benadrukt dat nu een basis is gelegd die in de toekomst verder<br />
benut moet worden. ‘Fiets-en-Win biedt veel mogelijkheden<br />
voor allerlei doelgroepgerichte acties. Je kunt het klantenbestand<br />
bijvoorbeeld segmenteren naar gebruiksfrequentie.<br />
Vooral de groep die af en toe gebruik maakt van de stalling is<br />
interessant. Bij deze groep is nog groei mogelijk. Je weet wanneer<br />
en in welke stalling deze mensen komen. Vaak hebben ze<br />
zich geabonneerd op de digitale nieuwsbrief. Je kunt ze dus<br />
heel gericht benaderen.’<br />
Stalling Oranjerie op zaterdag 21 augustus: tussen 9.00 en<br />
10.00 uur stroomt de stalling vol (aantal inchecken) en na 15.00<br />
uur neemt de toestroom van het aantal stallers sterk af. In het<br />
drukste uur staan er ongeveer 200 fietsen in de stalling. De<br />
turnover is 3,7. Dat wil zeggen dat elke plek op een dag 3,7 keer<br />
gebruikt wordt.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 31
Fietspaden met<br />
twee richtingen op<br />
kruispunten onveiliger<br />
Paul Schepers - Rijkswaterstaat DVS<br />
Dick de Waard - Rijksuniversiteit Groningen<br />
Tweerichtingsfietspaden brengen op kruispunten meer risico’s<br />
met zich mee dan eenrichtingsfietspaden omdat automobilisten<br />
niet rekenen op de fietsers die uit onverwachte richting<br />
komen. Als het niet anders kan, zijn de risico’s wel terug te<br />
dringen met speciale maatregelen.<br />
Rijkswaterstaat heeft het afgelopen jaar een uitgebreid onderzoek<br />
laten uitvoeren naar ongevallen met fietsers op 540 voorrangskruispunten<br />
op verkeersaders in zeven steden. Daarbij<br />
is gekeken naar de geregistreerde ongevallen vanaf 2005 tot<br />
en met 2008. Er is onderscheid gemaakt tussen langsongevallen<br />
en dwarsongevallen. Bij langsongevallen rijdt de fietser<br />
op het fietspad of de fietsstrook van de verkeersader en wordt<br />
deze aangereden door autoverkeer dat de zijstraat in of uitrijdt.<br />
De fietser heeft meestal voorrang. Bij dwarsongevallen wil de<br />
fietser de verkeersader oversteken, maar wordt de fietser aangereden<br />
door autoverkeer op de verkeersader. Hier heeft de<br />
automobilist meestal voorrang. Verder is met behulp van tellingen<br />
ook een inschatting gemaakt van de fiets- en auto-intensiteiten.<br />
Hierdoor is het mogelijk risico’s per miljoen passerende<br />
fietsers te berekenen. Met name de correctie voor verkeersintensiteiten<br />
maakt dit onderzoek uniek.<br />
Tabel 1 geeft een overzicht van de fietsongevallen en de risico’s<br />
van de onderzochte kruispunten.<br />
Hieruit blijkt dat het oversteken van een verkeersader gemiddeld<br />
riskanter is voor een fietser dan het passeren van een<br />
zijweg. Fietsers passeren echter veel vaker een zijweg, dan<br />
dat ze een verkeersader oversteken. Daardoor gebeuren er<br />
in absolute zin toch meer langsongevallen met fietsers dan<br />
dwarsongevallen. In dit artikel ligt de nadruk op de langsongevallen.<br />
Hoe kan het aantal langsongevallen met fietsers<br />
beperkt worden?<br />
Uit het onderzoek blijkt dat er duidelijke verbanden zijn tussen<br />
het aantal langsongevallen en het type fietsvoorziening (zie<br />
grafiek 1). Op kruispunten met eenrichtingsfietspaden is de<br />
kans op langsongevallen het kleinst. Fietsstroken scoren iets<br />
32<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
Tabel 1<br />
Aantallen oversteekongevallen per miljoen passerende<br />
fietsers in de zeven onderzochte steden.<br />
Manoeuvre van<br />
de fietser<br />
slechter, maar dat verschil is niet significant. Tweerichtingsfietspaden<br />
doen het daarentegen veel slechter. De kans dat<br />
een fietser op een kruispunt met een tweerichtingsfietspad<br />
wordt aangereden door een auto op de zijweg is circa is twee<br />
keer zo groot in vergelijking tot een fietser op een eenrichtingsfietspad.<br />
grafiek 1<br />
Het gemiddelde relatieve risico voor fietsers in de langsrichting<br />
bij verschillende voorzieningen. Het risico voor fietsers op een<br />
eenrichtingsfietspad met drempel is op 1 gesteld.<br />
tweerichtingsfietspad zonder drempel<br />
fietsstrook* zonder drempel<br />
tweerichtingsfietspad met drempel<br />
eenrichtingsfietspad zonder drempel<br />
fietsstrook* met drempel<br />
eenrichtingsfietspad met drempel<br />
Geregistreerde<br />
ongevallen 2005-2008<br />
Langsrichting 183 0,17<br />
Dwarsrichting 156 0,24<br />
1,0<br />
1,42 2,7<br />
1,4<br />
0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0<br />
2,0<br />
1,9<br />
Aantal ongevallen<br />
per miljoen<br />
passerende fietsers<br />
* Bij fietsstroken gaat het vaak om een snelheidsremmer of uitritconstructie.<br />
2,7<br />
3,8
De belangrijkste oorzaak voor het verhoogde risico<br />
voor fietsers die aan de linkerzijde van de weg fietsen<br />
ligt in de kijkstrategie van automobilisten. Een automobilist<br />
die vanuit een zijweg rechtsaf slaat, let met<br />
name op verkeer van links om in te schatten of de<br />
weg vrij is. Een bestuurder die linksaf slaat moet<br />
daarentegen behalve naar links ook naar rechts kijken<br />
om te beoordelen of de weg vrij is. Daardoor is de<br />
kans kleiner dat een fietser van rechts over het hoofd<br />
gezien wordt.<br />
Een recent onderzoek door de Rijksuniversiteit Groningen<br />
naar het kijkgedrag van automobilisten en<br />
fietsers in de stad Groningen bevestigt dit beeld. Het<br />
onderzoek werd uitgevoerd op T-kruisingen waarbij<br />
de fietser over een fietspad langs een verkeersader<br />
rijdt en de auto uit de zijstraat komt. Van de rechtsafslaande<br />
automobilisten kijkt 27% niet naar rechts,<br />
ondanks de aanwezigheid van een tweerichtings-<br />
Soms niet te vermijden<br />
De conclusie dat tweerichtingsfietspaden onveiliger zijn, is<br />
zeker niet nieuw. In de CROW –Ontwerpwijzer <strong>Fietsverkeer</strong><br />
wordt dan ook aanbevolen om bij voorkeur eenrichtingsfietspaden<br />
toe te passen. In de praktijk blijkt dat wegbeheerders<br />
deze aanbeveling vaak naast zich neer leggen. In veel situaties<br />
worden tweerichtingsfietspaden aangelegd, zonder dat<br />
de noodzaak aanwezig is. Natuurlijk, gebrek aan ruimte en de<br />
kosten van grondverwerving kunnen redenen zijn om toch<br />
maar voor tweerichtingsfietspaden te kiezen. De veiligheidsnadelen<br />
moeten dan wel expliciet in de afwegingen meegenomen<br />
worden.<br />
En soms is een tweerichtingsfietspad veiliger. Veel hangt af<br />
van de plaatselijke situatie. Waar komen de fietsers vandaan<br />
Rechtsafslaande automobilist kijkt niet naar links<br />
Hier is het tweerichtingsfietspad de juiste keuze. Op een deel van de route ligt een<br />
gesloten bedrijventerrein waar verkeer niet in conflict komt met fietsers. Bij het<br />
verblijfsgebied ligt het fietspad tegen de groenstrook, waar geen zijwegen zijn.<br />
fietspad. En van de fietsers die langs een verkeersader<br />
rijden (in beide richtingen op een tweerichtingsfietspad)<br />
kijkt bijna driekwart de zijstraat niet in als er<br />
een auto nadert. De combinatie van dit kijkgedrag van<br />
automobilisten en fietsers verhoogt het risico.<br />
Het probleem met de kijkstrategie van automobilisten<br />
uit een zijstraat wordt nog verder vergroot bij zichtbelemmeringen<br />
aan de rechterzijde van de zijstraat<br />
(vanuit het perspectief van een bestuurder uit een<br />
zijstraat) of een dode hoek. Deze ontnemen bestuurders<br />
de mogelijkheid om fietsers in hun ooghoeken te<br />
zien aankomen bij het naderen van de voorrangsweg.<br />
Uit het recent ongevallenonderzoek in zeven steden<br />
blijkt dat een zichtbeperking aan de linkerzijde van<br />
de zijweg niet leidt tot een risicoverhoging, maar een<br />
zichtbeperking aan de rechterzijde van de zijweg wel.<br />
en waar moeten ze naartoe? Door de aanleg van een tweerichtingsfietspad<br />
kan in bepaalde gevallen voorkomen worden dat<br />
veel fietsers tweemaal een drukke weg moeten oversteken.<br />
Soms wordt de route voor fietsers korter en logischer door de<br />
aanleg van een tweerichtingsfietspad.<br />
Als in dergelijke situaties toch gekozen wordt voor een eenrichtingsfietspad,<br />
span je het paard achter de wagen. Veel fietsers<br />
zullen clandestien tegen de richting in over het eenrichtingsfietspad<br />
rijden en dat is nog weer gevaarlijker. Uit het<br />
onderzoek blijkt dat clandestien links rijdende fietsers 5,5 maal<br />
meer risico lopen dan rechtsrijdende fietsers. Ter vergelijking:<br />
op een tweerichtingsfietspad ligt het risico voor een fietsers uit<br />
de tegenrichting 4 maal hoger. De voordelen van eenrichtingsfietspaden<br />
worden dus tenietgedaan als veel fietsers illegaal<br />
links van de weg fietsen.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 33
Tijdig zichtbare markering<br />
Als gekozen wordt voor tweerichtingsfietspaden, vergt de<br />
vormgeving van het kruispunt extra aandacht. Uit het onderzoek<br />
blijkt dat de aanleg van een drempel op de zijweg of uitritconstructie<br />
het aantal langsongevallen bijna halveert. Een<br />
rode kleur op het fietspad helpt daarentegen niet of werkt zelfs<br />
averechts, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Dit is waarschijnlijk<br />
te verklaren doordat de ‘rode loper’ over de zijweg<br />
vooral voor de fietsers goed zichtbaar is. Voor automobilisten<br />
34<br />
Zicht naar rechts (vanuit de zijweg) Auto-intensiteiten op de zijweg Compenserende maatregelen<br />
Goed < 1.000 mvt per etmaal Onderbord volstaat<br />
Goed 1.000 tot 4.000 mvt per etmaal<br />
Beperkt 1<br />
Beperkt 1<br />
Ook verkeersbordenfabrikanten spelen in op de<br />
vraag naar knipperende waarschuwingsborden.<br />
Tabel 2<br />
Bebordingskeuze om automobilisten op een tweerichtingsfietspad te attenderen<br />
(ervan uitgaande dat andere maatregelen genomen zijn, zoals snelheidsremmers en markering).<br />
< 4.000 mvt per etmaal<br />
> 4.000 mvt etmaal<br />
1 De zichthoek op circa 15 m voor het fietspad is minder is dan 45°.<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I<br />
uit de zijweg is dit veel minder opvallend. Een waarschuwingsdriehoek<br />
op een aantal meters vóór het kruispunt werkt beter.<br />
Met een fietssymbool en twee pijlen kan worden gewezen op<br />
de mogelijkheid van fietsers uit de onverwachte richting. Daarnaast<br />
kan men automobilisten uit de zijstraat met borden en<br />
markering attenderen op de mogelijkheid van fietsers van<br />
rechts. In tabel 2 zijn de belangrijkste maatregelen samengevat.<br />
Onderborden en waarschuwingsdriehoek op de verharding vóór<br />
het kruispunt<br />
Waarschuwingsbord met fluorescerend achtergrondschild of<br />
stopbord met onderbord om te waarschuwen voor fietsers van<br />
rechts plus waarschuwingsdriehoek op de verharding vóór het<br />
kruispunt<br />
Altijd een waarschuwingsbord met fluorescerend<br />
achtergrondschild of stopbord met onderbord toepassen plus een<br />
waarschuwingsdriehoek op de verharding vóór het kruispunt.<br />
Daarnaast kan een actief (knipperend) waarschuwingsbord worden<br />
overwogen.<br />
Voorbeeld van een voor de veiligheid ongunstige keuze voor<br />
tweerichtingsfietspaden: de meeste fietsers hebben een<br />
herkomst en bestemming aan verschillende zijden; door het<br />
tweerichtingsfietspad wordt onnodig links van de weg gefietst.
Hoger risico door botsingen van fietsers met (brom-/snor)fietsers<br />
Los van de langsongevallen op kruispunten, is er<br />
nog een reden waarom tweerichtingsfietspaden<br />
meer risico’s met zich meebrengen. Jaarlijks<br />
belanden enkele honderden fietsers in het ziekenhuis<br />
door botsingen tussen fietsers onderling en<br />
botsingen van fietsers met brom-/snorfietsers op<br />
tweerichtings(brom)fietspaden. Dat zijn er zeker<br />
zo veel als de langsongevallen. Hoe kan het aantal<br />
conflicten tussen de gebruikers onderling verminderd<br />
worden? Bij solitaire fietspaden zou alleen<br />
een rijrichtingscheiding het probleem volledig<br />
Knipperend waarschuwingsbord verbetert kijkgedrag<br />
In een studie in Groningen naar het kijkgedrag van automobilisten<br />
en fietsers (zie kader) is geëxperimenteerd met een<br />
actief waarschuwingsbord. Dit bord knippert wanneer een<br />
fietser de kruising nadert om zo het kijkgedrag van automobilisten<br />
te verbeteren. Het bord is op twee locaties geplaatst en<br />
getest in een passieve en een actieve conditie. In grafiek 2 is<br />
te zien dat een passief (niet-knipperend) bord er toe leidt dat<br />
meer automobilisten naar rechts kijken en dat dit percentage<br />
verder toeneemt als het bord geactiveerd wordt. Vanwege het<br />
beperkte aantal observaties zijn de verschillen echter niet significant.<br />
Er is slechts sprake van een hoopgevende trend. Het<br />
is daarom van belang om een eventuele toepassing van het<br />
bord goed te evalueren. Hiervoor kan contact worden opgenomen<br />
met de Rijksuniversiteit Groningen.<br />
> Voor een uitgebreide versie van dit artikel en de literatuurlijst<br />
zie de digitale versie van dit artikel op www.fietsberaad.nl.<br />
Bord dat bij nadering van een fietser automatisch<br />
waarschuwt voor fietsers uit twee richtingen.<br />
kunnen verhelpen, maar deze oplossing is in de<br />
meeste gevallen onhaalbaar en/of onrendabel.<br />
In ieder geval kan men de maatregel ‘Bromfiets<br />
op de Rijbaan’ zo ver mogelijk door voeren. Dit<br />
voorkomt botsingen met bromfietsers. Daarnaast<br />
is het zaak tweerichtingsfietspaden voldoende<br />
breed uit te voeren, te voorzien van een middenmarkering<br />
en van een overrijdbare berm met een<br />
minimaal hoogteverschil tussen de berm en de<br />
verharding. Dit schept een veiligheidsmarge en<br />
ruimte voor uitwijkmanoeuvres.<br />
Percentage Automobilisten<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
grafiek 2<br />
Kijkgedrag van automobilisten bij een tweerichtingsfietspad<br />
voordat het bord is opgehangen, bij een passief bord en bij<br />
een knipperend bord.<br />
wel niet<br />
Kijkt naar rechts<br />
Geen bord<br />
Passief bord<br />
Knipperend bord<br />
I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>26</strong> I oktober 2010 I 35
Lichtgevende fietsbanden<br />
Impressie van<br />
achterop<br />
In de tachtiger jaren van de vorige eeuw waren er<br />
verhitte discussies over zijreflectie op fietsen. Het<br />
ging toen onder meer over de vraag wat beter is:<br />
spaakreflectoren of een reflecterende strip in de<br />
band? Zijreflectie is nog steeds verplicht, maar niemand<br />
lijkt zich er nog echt druk over te maken.<br />
Heel misschien kan de CYGLO daar verandering<br />
in brengen. Een fietsband met ingebouwde leds.<br />
Zodra de fiets in beweging komt, lichten de leds op<br />
en vormen ze een lichtgevend cirkel. Over de voeding<br />
doet de uitvinder nog wat geheimzinnig maar<br />
de beweging zorgt kennelijk voor de nodige elektrische<br />
energie om de leds te laten branden. Toegestaan<br />
in Nederland? Wel cool!<br />
Esther Mosselman<br />
Toptien aandeel fietsgebruik < 7,5 km<br />
Vlieland<br />
Schiermonnikoog<br />
Scherpenzeel<br />
Opmeer<br />
Zwolle<br />
Brummen<br />
Harlingen<br />
Culemborg<br />
Groningen<br />
Kampen<br />
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%<br />
De fiets van Hare Majesteit<br />
bron: <strong>Fietsberaad</strong>: Overzicht<br />
cijfers over fietsgebruik<br />
Sociologe prof. dr. Giselinde Kuipers aanvaardde<br />
onlangs een leeropdracht aan de<br />
Erasmusuniversiteit naar langetermijnprocessen.<br />
Haar oratie droeg als titel ‘De fiets van<br />
Hare Majesteit: Over nationale habitus en<br />
sociologische vergelijking.’<br />
Waar staat ‘De fiets van Hare Majesteit’ voor?<br />
De oratie ging over de vraag hoe het komt dat bepaalde sociologische<br />
patronen ophouden bij de landsgrens. Hoe is dat te verklaren? Dat zit<br />
vooral in de nationale habitus, de cultureel en sociaal bepaalde ‘tweede<br />
natuur’.<br />
Het fietsgebruik is daar een mooi voorbeeld van. Er bestaat in Nederland<br />
weinig afstand tussen de hogere en lagere klassen. En Nederlanders<br />
pronken ook niet graag met hun status. De fiets geeft dan distinctie via<br />
‘gewoonheid’. De koningin op de fiets is daar een mooi voorbeeld van.<br />
Hoog fietsgebruik is dus vooral een gevolg van ingesleten patronen?<br />
Het hoge fietsgebruik is in ieder geval maar ten dele een gevolg van<br />
beleid. Dat wil niet zeggen dat fietsbeleid niet helpt. Maar er werd al veel<br />
gefietst. Fietsbeleid is daarom het meest kansrijk als het inspeelt op wat er<br />
al is. Daarom is promotie van fietsgebruik in het buitenland ook zo lastig.<br />
Er zijn daar geen patronen.<br />
Allochtonen volgen de nationale habitus niet?<br />
Allochtonen fietsen minder. Maar je ziet dat ze wel aansluiten op de<br />
Nederlandse habitus. Ze fietsen in Nederland al meer dan in het land van<br />
herkomst. En ook veel meer dan in andere landen waar geen fietstraditie<br />
is, zoals Turken in Duitsland of Marokkanen in Frankrijk. Daar gaat nu eenmaal<br />
tijd overheen.<br />
Over de grens zie je wel steeds vaker de leenfiets<br />
De invloed van de nationale habitus wordt minder. De afstand tussen<br />
hoger en lager opgeleiden neemt toe. Er ontstaat een nieuwe middenklasse:<br />
een kosmopolitische ‘creatieve klasse’. Om deze klasse te lokken<br />
starten steeds meer steden bicycle sharing programma’s. Dat is het symbool<br />
voor status-zonder-opsmuk, macht die niet wil weten dat het macht<br />
is, dat we in Nederland allang kennen. De fiets.