Amsterdamse markten - Theo Bakker's Domein
Amsterdamse markten - Theo Bakker's Domein
Amsterdamse markten - Theo Bakker's Domein
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Amsterdamse</strong> <strong>markten</strong><br />
nen-Amstel. Eind 17 e eeuw werd het recht marktgelden te innen<br />
aan het Besjeshuis vergeven. Ligplaatsen voor de hooischepen<br />
waren in de Leprozengracht (foto p.34) en Nieuwe<br />
Herengracht. De verkoop vond aan de Besjesgracht (=Amstel<br />
voor het Besjeshuis) plaats. In de 18 e eeuw is de hooihandel<br />
verplaatst naar de Leprozengracht en Pl.Muidergracht tot de<br />
Nieuwe Herengracht, tot die beiden in 1873-74 gedempt werden.<br />
Toen was ook meteen de grote behoefte aan hooi tanende.<br />
Boven: De hooimarkt voor het ‘Besjeshuis’, nu Amstelhof.<br />
Rechts: De jaar<strong>markten</strong> die in september op de Botermarkt werden gehouden<br />
was zowel beroemd als berucht door wangedrag. De markt duurde<br />
veertien dagen, een paar jaar zelfs drie weken. Iedere koopman<br />
mocht er verkopen, maar de Amsterdammers hadden de eerste keus.<br />
Over de Botermarkt:<br />
“Zo levendig en druk als het op de week<strong>markten</strong> was, wanneer de boeren<br />
en boerinnen uit de omtrek erheen kwamen, zo kalm was het er op de<br />
gewone dagen. Dan klonken er de orgels, de stemmen der straatventers,<br />
het geroep van de scharenslijpers, in het voorjaar de langgerekte in falset<br />
eindigende uithaal van muilenk-o-o-p der Brabantse vrouwen in haar<br />
eigenaardige klederdracht en met de lange tenen korven op den rug, en<br />
de kort uitgestoten roep van hoedenkoop door mannen uit het Brabantse,<br />
met gelijksoortige korven. Dan ging het zeer rustig toe aan de hier en<br />
daar staande groen geverfde zuurkraampjes en rookte de man voor zijn<br />
kar met planken gezeten heel kalm uit een gutta percha pijp door een<br />
fles water heen de gehele dag oliekoppen door tot ze half grijs waren,<br />
en verkochten ‘s avonds bij de olielamp enige vrouwen mosselen, die de<br />
mannen met een klein kopje azijn in één teug doorslikten”.<br />
35