Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
die in den Hout door de Broeders Pelikanisten of de Kamer: <strong>Trou</strong>w <strong>moet</strong> blijken werd opgewacht.<br />
Na eenig vertoeven en het regelen <strong>van</strong> den trein, deden zij, in staatsiekleederen en sommigen<br />
gemaskerd, met de blazoenen en teekenen der orden, bij fluit en trom haren plechtigen intocht<br />
binnen Haarlem.<br />
Aan het hoofd <strong>van</strong> den trein bevonden zich de Rector 3) benevens de overige Leeraren der<br />
Latijnsche scholen; daarop volgden de leden der oudste Kamer: <strong>Trou</strong>w <strong>moet</strong> Blijken en daarna de<br />
twaalf <strong>van</strong> elders gekomen Kamers, terwijl de trein door de Broeders <strong>van</strong> het Wit Angierken, of de<br />
Vlaamscbe Kamer <strong>van</strong> Haarlem, besloten werd.<br />
Op de hoogte <strong>van</strong> het tegenwoordig Proveniersbuis hield de stoet stil, en werd daar <strong>van</strong><br />
wege de stad door de Maagd <strong>van</strong> Haarlem, omringd door een aantal meisjes, verwelkomd. Hierop<br />
begaf zich de trein naar de Groote Markt, die met stellages en kramen bezet was, en alwaar aan elk<br />
der kamerbroeders <strong>van</strong> stadswege een verblijfplaats werd aangewezen.<br />
Daags daarna nam de eigenlijke plechtigheid op de Groote Markt een aan<strong>van</strong>g. De godin<br />
Rhetorica zat daar, te midden <strong>van</strong> een aantal zangeressen, op een troon en begroette in dichtmaat de<br />
vergaderde Kamers, 't welk door elk <strong>van</strong> haar beantwoord werd. Vervolgens namen de wedstrijden<br />
of spelen een aan<strong>van</strong>g, die gedurende acht dagen onafgebroken voortduurden en steeds in het<br />
openbaar op de Markt plaats hadden, terwijl een en ander door vuurwerken werd besloten.<br />
Aan dit feest hebben wij de dertien blazoenen <strong>van</strong> vreemde Kamers en een der beide onzer<br />
eigen Kamer te danken; onder deze zijn wel is waar een paar fraaie schilderstukken, doch de<br />
meeste ontleenen hunne waarde alleen aan hun oude afkomst. 4) Bij die gelegenheid werden prijzen,<br />
bestaande in zilveren bekers <strong>van</strong> verschillende zwaarte (<strong>van</strong> 4 tot 24 lood) toegekend voor:<br />
Bij de intrede, voor het schoonste blazoen, voor het spel <strong>van</strong> sinne, voor het beste spelen,<br />
voor het best gestelde refrein, voor oratorie, voor het beste liedeken, voor het beste zingen, voor het<br />
schoonst sinrijckste vierwerck, voor het verste komen, voor het meest inleggen, en aan die Camers<br />
die constich en vlijtigh verthoont hadden. 5)<br />
Voor de goede diensten door de Camer ten bate <strong>van</strong> den bouw <strong>van</strong> het Oude Mannenhuis<br />
verleend, werd haar door Burgemeesteren, jaarlijks 6o manden turf toegezegd.<br />
Bijna drie jaren later gaf de Camer <strong>Trou</strong> <strong>moet</strong> blijcken op nieuw teeken <strong>van</strong> leven en wel ter<br />
eere <strong>van</strong> het sluiten <strong>van</strong> het Twaalfjarig bestand in 1609.<br />
Ook bij die gelegenheid werd op de markt een tooneel opgericht versierd met de wapens der<br />
zeventien gewesten, en waarop personen voorstellende de Aartshertog ALBERTUS en Prins<br />
MAURITS gezeten waren, elk met een gouden kroon op het hoofd.<br />
Vandaar werd een door den factor JACOB JOCHEMS vervaardigden proloog voorgelezen in<br />
tegenwoordigheid <strong>van</strong> alle autoriteiten, die beurtelings werden toegesproken nadat eerst hulde was<br />
gebracht aan d'Almogende Godt, den Stadhouder en de Heeren Staten dezer landen.<br />
Daarop werd een spel <strong>van</strong> sinnen opgevoerd toepasselijk op de groote gebeurtenis waarin de<br />
volgende personages optraden:<br />
d'Oorloch<br />
Medogentheyt<br />
Gemeen Borger<br />
Gemeen Huysman<br />
Hollant<br />
Brabant<br />
de Faam.<br />
Holland en Brabant die het woord mede voerden, vergezeld <strong>van</strong> de overige provinces,<br />
werden voorgesteld door jonge maagden, "yeder was op het cierlyckst gecleet met goude ketenen<br />
Om tlijff, yeder na sy presenteerden als hartochdommen en Graeffschappen en Heerlicheden, yeder<br />
<strong>van</strong> desen hadden haer eygen wapen in de handt twelck sy toonden", zegt de kroniek.<br />
Verder geschiedde een vertooning boven op het tooneel, alwaar d'oorloch leght onder de<br />
voeten <strong>van</strong> de Eertshartoch ALBERTUS en syn Princelyck Excellentie Graeff MAURITS, welcke<br />
5