'40 -'45 Voetbal - Zwaar Water
'40 -'45 Voetbal - Zwaar Water
'40 -'45 Voetbal - Zwaar Water
- TAGS
- voetbal
- zwaar
- water
- zwaarwater.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Inhoud<br />
<strong>Voetbal</strong> gaat door 4<br />
Oorlogsgeweld 12<br />
Schaarste 16<br />
Jodenvervolging 22<br />
Collaboratie 28<br />
Arbeidsinzet 34<br />
Verzet 42<br />
Hongerwinter 50<br />
Bevrijding 56<br />
Nederland-Duitsland 66<br />
Landskampioenen ’40-’45 72
Colofon<br />
Seizoen ’40-’45. <strong>Voetbal</strong> tijdens de Tweede Wereldoorlog is een uitgave bij de<br />
gelijknamige tentoonstelling in het Verzetsmuseum Amsterdam 2009/2010.<br />
www.verzetsmuseum.org<br />
ISBN 978-90-71944-13-0<br />
Tekst en samenstelling<br />
Verzetsmuseum Amsterdam / Martha Bakker, Liesbeth van der Horst, Gerard Mensink<br />
met medewerking van Micha Peters<br />
Grafische vormgeving<br />
<strong>Zwaar</strong> <strong>Water</strong> creatief bureau / Esther Mosselman<br />
Tekeningen<br />
Hypsos<br />
Druk<br />
Drukkerij Kedde BV, Amsterdam<br />
De tentoonstelling is mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van<br />
Stichting DOEN<br />
Prins Bernhard Cultuurfonds<br />
Ministerie van VWS<br />
Mondriaan Stichting<br />
Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg<br />
VSBfonds<br />
voorwoord<br />
Veel mensen zijn verbaasd als ze horen dat er tijdens de Tweede<br />
Wereldoorlog werd gevoetbald. De oorlogsjaren worden vooral<br />
geassocieerd met onderdrukking, verzet, vervolging, armoede en<br />
honger. En dat terwijl het voetbal in Nederland een ware opleving<br />
kende tijdens de Duitse bezetting. Tienduizenden Nederlanders<br />
sloten zich aan bij een voetbalvereniging en de stadions zaten<br />
voller dan ooit. <strong>Voetbal</strong> had een belangrijke maatschappelijke<br />
functie: het gaf afleiding. Juist in bezettingstijd was er behoefte<br />
aan ontspanning en vermaak.<br />
De Duitse bezetters lieten het voetbal doorgaan. Het motto van<br />
rijkscommissaris Seyss-Inquart was: ‘Wer Sport treibt, sündigt niet.’<br />
Sport was bovendien een belangrijke basis voor de nationaalsocialistische<br />
opvoeding. De bezetter maakte een eind aan de<br />
verschillende, verzuilde voetbalbonden. De neutrale KNVB, die er<br />
in de jaren dertig niet in was geslaagd de verschillende bonden te<br />
laten fuseren, werd in 1940 de nieuwe eenheidsbond. De ‘K’ van<br />
Koninklijk verdween uiteraard uit de naam.<br />
De NVB moest medewerking verlenen aan de uitsluiting van de<br />
joden uit de sport. Binnen andere sectoren zijn er verenigingen<br />
geweest die zichzelf ophieven toen joden werden uitgesloten, en<br />
hun activiteiten clandestien hebben voortgezet. Maar clandestien<br />
voetballen was niet mogelijk. Er werd dan ook gewoon door<br />
gevoetbald; verzet tegen de inmenging van de bezetters in de<br />
sport was er nauwelijks.<br />
Dit boek, uitgegeven bij de familietentoonstelling Seizoen ‘40 - ‘45.<br />
<strong>Voetbal</strong> tijdens de Tweede Wereldoorlog, georganiseerd door<br />
het Verzetsmuseum Amsterdam in 2009, geeft aan de hand van<br />
vele korte en bewust eenvoudig geformuleerde voetbalanekdotes<br />
een beeld van het dagelijks leven in bezettingstijd. Een leven dat<br />
doorging ondanks luchtbeschermingsmaatregelen, schaarste,<br />
jodenvervolging en de verplichte tewerkstelling in Duitsland.<br />
Pas na september 1944 kwam er door de Spoorwegstaking en de<br />
hongerwinter een einde aan de voetbalcompetitie.<br />
Liesbeth van der Horst,<br />
directeur Verzetsmuseum Amsterdam<br />
3
<strong>Voetbal</strong> gaat door<br />
‘Tijdens de Tweede Wereldoorlog was voetbal populairder<br />
dan ooit. <strong>Voetbal</strong> leidde af van de oorlogsellende.<br />
Dat begrijp ik wel. Ik ben geboren in Joegoslavië waar<br />
jarenlang een oorlog woedde. Mijn geboorte plaats Belgrado<br />
werd gebombardeerd. Zelfs als de bommen vielen, wilde ik<br />
met mijn vader naar buiten om te gaan trainen. Zo vergaten<br />
we onze zorgen en kon ik verder werken aan de vervulling<br />
van mijn droom.’<br />
Miralem Sulejmani, voetballer<br />
<strong>Voetbal</strong> geeft afl eiding in<br />
de moeilijke oorlogs jaren.<br />
De wedstrijden zijn voor<br />
veel mensen het wekelijkse<br />
hoogte punt. De Duitse<br />
bezetters laten het voetbal<br />
doorgaan. Wie aan sport doet,<br />
komt niet in verzet, denken ze.<br />
Om greep te krijgen op de verschillende<br />
voetbalbonden en clubs komt er<br />
één voetbalbond. De KNVB wordt de<br />
nieuwe eenheidsbond onder de naam<br />
Nederlandsche <strong>Voetbal</strong>bond (NVB).<br />
De K van ‘Koninklijk’ wordt door de<br />
Duitsers verboden.<br />
Karel Lotsy, al jaren een belangrijke<br />
man in het Nederlandse voetbal,<br />
wordt in mei 1942 voorzitter. Hij<br />
krijgt bij de Duitsers veel gedaan.<br />
Douwe Wagenaar van De Vole wijckers<br />
vertelt: ‘Je had in de oorlog nu<br />
eenmaal bepaalde gunsten van de<br />
Duitsers nodig om te kunnen voetballen,<br />
zoals schoenen, ballen, olie<br />
voor grasmaai machines. En voor dat<br />
soort zaken heeft hij goed gezorgd.’<br />
4<br />
f o t o Het Olympisch Stadion<br />
in Amsterdam wordt tijdens<br />
de bezetting druk bezocht.<br />
5
Het bestuur van de<br />
Nederlandsche <strong>Voetbal</strong> bond<br />
met Karel Lotsy als tweede<br />
van links aan tafel.<br />
‘We proberen weer gewoon te doen.<br />
We gáán allemaal weer gewoon doen.<br />
We gaan dus ook aan sport doen,<br />
we gaan weer … voetballen.’<br />
Ad van Emmenes, sportjournalist van de Sportkroniek,<br />
in het officiële blad van de Nederlandsche <strong>Voetbal</strong>bond, mei 1940.<br />
Karel Lotsy schrijft in 1941 samen met Joris van den Bergh het<br />
boek De mysterieuze krachten in de sport. Het is het eerste<br />
standaard werk over sport, dat vooral over voetbal gaat.<br />
‘De Duitsers hebben in het begin van de<br />
oorlog alle bonden in één organisatie<br />
verenigd, zodat ze precies wisten wat zich<br />
in de voetballerij afspeelde. Ze waren blij<br />
dat we voetbalden. Als we in 1943 of 1944<br />
in het Olympisch Stadion speelden zaten<br />
er vijftigduizend mensen.’<br />
Jaap van der Leck (foto rechts), trainer van De Volewijckers<br />
<strong>Voetbal</strong>lers moeten altijd een identiteitskaart van de<br />
Nederlandsche <strong>Voetbal</strong>bond bij zich dragen en op verzoek<br />
laten zien.<br />
‘We voetbalden voor onszelf. Je moet je voorstellen dat je de hele week werd geconfronteerd<br />
met de oorlog (…). En een krant was er ook niet, ja, met Duitse propaganda.’<br />
Wim Koek, keeper van ADO Den Haag<br />
6 Sportjournalist Ad van Emmenes met rechts van hem Karel Lotsy.<br />
7
‘Wij gingen altijd op de fiets naar<br />
Hilversum om voetbal te kijken,<br />
‘Hilversum’ had je en ‘’t Gooi’,<br />
toen allebei eerste klas. Er was de<br />
tribune, maar dat was alleen voor de<br />
rijkaards, en verder staanplaatsen,<br />
alle supporters door elkaar, gewoon<br />
gezellig. Het was een fikse herrie en<br />
kabaal tijdens de wedstrijden. Dat<br />
kwam ook door de ratels waarmee we<br />
de voetballers aanmoedigden.’<br />
Arie Bos, supporter van SC ‘t Gooi<br />
f o t o Een bomvolle Kuip bij de wedstrijd ADO - Hermes DVS, seizoen ‘42-’43<br />
8 9
Propagandafoto uit de Nederlandse kranten.<br />
Van 10 tot 15 mei 1940 vecht het Nederlandse<br />
leger tegen de Duitsers. Met de<br />
overgave op 15 mei 1940 wordt elke<br />
Nederlandse soldaat krijgs gevangene.<br />
De bezetters organiseren al snel vriendschappelijke<br />
wedstrijden tussen Duitse<br />
en Nederlandse soldaten. De bezetters<br />
benadrukken zo de broederschap<br />
tussen het Duitse en Nederlandse volk.<br />
Na een paar weken laten ze de Nederlandse<br />
soldaten zelfs vrij. Ze hopen dat<br />
de Nederlanders de kant van Hitler-<br />
Duitsland zullen kiezen.<br />
Duitse soldaten in het Feyenoord-stadion De Kuip. Ze mogen voor half geld naar de wedstrijden.<br />
Ook het schoolvoetbal gaat door. In seizoen ’41-’42 wint<br />
het team van de Amster damse Grafische School (AGS).<br />
10 11
f o t o Het gebombardeerde centrum van Rotterdam, mei 1940.<br />
Oorlogsgeweld<br />
‘Op 11 september 1944 – ik was nog een baby – werd ons dorp,<br />
Breskens in Zeeland, door de geallieerden gebombardeerd.<br />
We waren gewaarschuwd door het luchtalarm, en zaten veilig in<br />
een boerderij buiten het dorp. Mijn vader en mijn broer gingen<br />
nog even terug om wat spullen op te halen, toen de bommen<br />
vielen. Met dorpsgenoten zochten ze dekking in een pakhuis.<br />
Mijn vader boog zich over een baby om het kindje te beschermen.<br />
Na het bombardement bleken mijn vader en broertje dodelijk<br />
getroffen. De baby heeft het overleefd.’<br />
Willem van Hanegem, trainer<br />
Loeiende sirenes van het<br />
luchtalarm waarschuwen voor<br />
bombardementen. Iedereen<br />
moet dan een veilige plek zoeken.<br />
Ook tijdens voetbal wedstrijden.<br />
Vaak is het loos alarm en daarom<br />
reageren veel mensen er niet meer<br />
op. De Amsterdamse club De<br />
Volewijckers speelt op 26 maart<br />
1944 tegen Heerenveen in het Ajaxstadion.<br />
Supporter Tip de Bruin:<br />
‘Elf minuten na het begin van de<br />
wedstrijd gingen de sirenes (…),<br />
maar het publiek bleef zitten. Een<br />
rustige stem verzocht het publiek<br />
de tribunes te ontruimen. Men bleef<br />
zitten (…) en toen werd de wedstrijd<br />
afgelast.’<br />
12 13
Op 14 mei wordt Rotterdam door de Duitsers<br />
zwaar gebombardeerd; er vallen meer dan<br />
800 doden. Tijdens de bezetting vallen er ook<br />
geallieerde bommen op Nederland: op belangrijke<br />
doelen zoals Schiphol en de Amsterdamse<br />
haven, en per ongeluk op steden dicht bij de<br />
Duitse grens.<br />
Fotoalbum van voetballer Jan Schubert<br />
‘Ajax moest spelen tegen Excelsior. Toen<br />
we in Rotterdam met de trein aankwamen<br />
kregen we te horen dat we niet meteen naar<br />
het stadion zouden gaan. Er was een bus<br />
geregeld, waarmee we naar het verwoeste<br />
centrum zijn gaan kijken. Iedereen was erg<br />
aangedaan door de verwoestingen die we te<br />
zien kregen. Onze jongens hadden niet veel<br />
zin meer in de wedstrijd. Ook op de tribunes<br />
was het doodstil. Die wedstrijd hebben we<br />
toen verloren, ik weet niet meer met hoeveel.<br />
Terug in de trein hing niet de uitgelaten<br />
sfeer die normaal was bij een uitwedstrijd.<br />
De jongens kaartten niet en er werd weinig<br />
gepraat.’<br />
Frieda Schubert, vrouw van Jan Schubert,<br />
speler in het eerste van Ajax<br />
‘Bij luchtalarm tijdens wedstrijden was ik altijd<br />
behoorlijk bang. Er brak toch vaak lichte paniek uit.’<br />
Bob Janse, rechtsbuiten bij Hermes DVS uit Schiedam<br />
Uit: Officieel Programma Ajax-stadion<br />
Het is moeilijk om naar avond trainingen<br />
te gaan, want het is pikkedonker<br />
op straat. Als het donker is kunnen<br />
geallieerde piloten zich boven Nederland<br />
slecht oriënteren. Daarom is<br />
straat verlichting verboden en moeten<br />
ramen worden verduisterd met dikke<br />
gordijnen of zwart papier. Afgeschermde<br />
fietslampen laten maar een klein beetje<br />
licht door. Ajax-speler Gé van Dijk:<br />
‘Door de verduisterings maat regelen<br />
was het lastig om ’s avonds de deur uit<br />
te gaan. Ik bezocht de clubavonden van<br />
Ajax in café Suisse niet zo vaak, want<br />
het was een hele toer om er te komen.’<br />
14 15
Schaarste<br />
‘Door het voetbal heb ik het financieel veel beter gekregen.<br />
We waren thuis zeker niet rijk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog<br />
verdiende niemand geld met voetballen. Betaald voetbal bestond<br />
nog niet. <strong>Voetbal</strong>lers waren toen al blij met de extra maaltijd die<br />
ze soms bij de training kregen.’<br />
Ruud Gullit, trainer<br />
Tijdens de bezetting is aan allerlei spullen gebrek.<br />
Veel producten zijn op de bon. Alleen als je bonnen<br />
hebt kun je bijvoorbeeld levensmiddelen en kleding<br />
kopen. Die bonnen worden onder de bevolking<br />
verdeeld. <strong>Voetbal</strong>lers hebben geluk.<br />
Jan Bens, tijdens de oorlog speler in het eerste van<br />
Feyenoord, vertelt: ‘Je was bevoorrecht. Na het<br />
trainen kregen we altijd te eten, want daar zorgde<br />
Feyenoord voor. Ik heb in de oorlog geen honger<br />
gekend, terwijl er mensen waren die stierven<br />
van de honger. Wij als Feyenoorders hadden<br />
een streepje voor. De bakker en de<br />
slager – die fan van Feyenoord waren –<br />
gaven ons vaak wat extra’s.’<br />
f o t o Een lange rij mensen wacht voor de sportwinkel van Quick in Nijmegen. De voetbalschoenenfabrikant<br />
mag van de Duitse bezetters geen leren schoenen meer maken. Quick krijgt als enige in de omgeving een<br />
vergunning om klompen te verkopen.<br />
16 17
Mededelingen en maatregelen van<br />
de Nederlandsche <strong>Voetbal</strong>bond in<br />
verband met de schaarste<br />
1940<br />
• NVB regelt distributie van voetbalschoenen. Per 100 spelers zijn<br />
er 33 paar schoenen waarmee men minimaal drie jaar moet doen .<br />
1941<br />
• NVB regelt distributie van voetbalkleding. <strong>Voetbal</strong>broekjes en<br />
shirts zijn te koop tegen inlevering van een textielkaart: 8 punten<br />
voor een broekje, 20 voor een voetbalshirt.<br />
• Vanwege de papierschaarste mogen er geen clubbladen meer<br />
verschijnen.<br />
• Iedereen moet van de Duitse bezetter zijn metalen voorwerpen<br />
inleveren, omdat metaal nodig is voor de oorlogsindustrie. De<br />
NVB deelt mee dat de inlevering van metalen niet geldt voor<br />
sportprijzen, zoals medailles en bekers.<br />
• De Duitse bezetter vordert grond om te gebruiken voor voedselproductie.<br />
De NVB laat weten dat dat niet zal gebeuren met<br />
voetbalvelden.<br />
1942<br />
• De afdeling Amsterdam krijgt geen toestemming doelnetten<br />
te vervangen door kippengaas want dat is gevaarlijk. De netten<br />
moeten zo lang mogelijk worden gerepareerd; anders moet er<br />
zonder net worden gespeeld.<br />
• In verband met het ‘nijpende ballenvraagstuk’ regelt de NVB een<br />
reparateur.<br />
1943<br />
• De NVB geeft vanwege verzwakking van de spelers toestemming<br />
te spelen met een kleinere en lichtere bal: een viertje in plaats van<br />
een vijfje.<br />
1944<br />
• De voetbalcompetitie stopt door de Spoorwegstaking en de<br />
hongerwinter.<br />
‘Door het vele fluiten kreeg ik vaak extra voedsel,<br />
boter bonnen, broodbonnen, soms ging ik met<br />
vijf kilo aardappels naar huis.’<br />
Dirk Nijs, scheidsrechter uit Rotterdam<br />
18 19
‘Ik wilde op de schoenenbon echte<br />
voetbal schoenen kopen. Je had nog van<br />
die ouderwetse kicksen met een stalen<br />
neus. Daar zaten leren noppen onder<br />
met drie spijkertjes. Mijn ouders vonden<br />
het maar niets, maar de schoenmaker<br />
gaf me toch kicksen op die schoenenbon.<br />
Ik kon nu geen gewone schoenen<br />
meer kopen, maar dat maakte mij niet<br />
uit, dan liep ik wel op klompen.’<br />
Jan Hobby (middelste rij, eerste van rechts op<br />
de foto), jeugdlid van DWS uit Amsterdam<br />
Sportjournalist Ed van Opzeeland herinnert zich nog<br />
goed hoe hij als kind voetbalde met ‘die loodzware<br />
bal met zijn irritante altijd uitstekende veter die zo<br />
vaak in je ogen kwam’.<br />
‘Er was bijna niets te koop. Als bal gebruikten we<br />
opgeblazen varkensblazen, die we haalden bij<br />
slagerij Keuning. Pas een paar jaar na de bevrijding<br />
speelden we met een echte leren bal met veters.’<br />
Thom Mercuur, Heerenveen<br />
‘Mijn vader was tijdens de oorlog<br />
een van de oprichters van Sportclub<br />
Emmeloord. De eerste bal werd<br />
gekocht voor vijf pond boter die toen<br />
op de bon was. Hij was ook materiaalman<br />
van de club. Na de wedstrijd<br />
werden de ballen te drogen gehangen<br />
aan het plafond boven de kachel. Het<br />
kwam regelmatig voor dat een bal<br />
lek was. De binnenbal werd er dan<br />
uitgehaald, gerepareerd, teruggestopt<br />
en weer opgepompt. Ook werd de<br />
buitenbal genaaid als het stiksel kapot<br />
was.’<br />
Guus Avis, Emmeloord<br />
20 21
22<br />
f o t o <strong>Voetbal</strong>team Kamp Westerbork, met op de bovenste rij links Louis de Wijze.<br />
‘Joden mochten tijdens de Tweede Wereldoorlog steeds minder. Ze mochten vanaf 1941 niet meer<br />
voetballen bij een club. Het werd voor joden zelfs verboden om naar voetbalwedstrijden te gaan<br />
kijken. Als ik toen had geleefd was het afgelopen geweest met mijn carrière, want ik ben joods.’<br />
Daniël de Ridder, voetballer<br />
‘In 1941 kreeg ik van de ene op de andere dag van Quick in<br />
Nijmegen te horen dat ik daar als jood niet meer kon voetballen.<br />
Mijn lidmaatschap werd ingetrokken. Dat vond ik<br />
verschrikkelijk’, vertelt Louis de Wijze. In 1942 wordt Louis<br />
opgesloten in doorgangskamp Westerbork in Drenthe.<br />
Van daaruit worden meer dan 100.000 Nederlandse<br />
joden met de trein in overvolle vee wagons vervoerd<br />
naar kampen in Oost- Europa. De meesten<br />
worden vermoord in de gaskamers van Auschwitz<br />
en Sobibor. Anderen moeten werken en worden<br />
zo slecht behandeld dat ze vaak ook omkomen.<br />
‘ Vernietiging door arbeid’ noemen de nazi’s dat.<br />
Toch wordt er zelfs in de kampen gevoetbald.<br />
Louis: ‘In Auschwitz moest ik zakken cement sjouwen.<br />
Het werk was zwaar (…). Ik hoorde dat er een voetbalwedstrijd<br />
zou worden gespeeld. Ik kon mijn oren niet geloven.<br />
Ik regelde dat ik mee kon spelen. Voor het eerst sinds lange tijd<br />
voelde ik me geen nummer. Geen kleurloos kudde dier.<br />
Ik maakte twee goals en we wonnen met 3-2.’
‘Ik ben zolang mogelijk bij Ajax blijven<br />
komen, totdat het te gevaarlijk werd.<br />
Er stond op een gegeven moment een<br />
bord ‘Voor Joden verboden’ en omdat<br />
ik toevallig tot het zeer uitverkoren volk<br />
behoor, kon ik er toen niet meer heen.<br />
David van Minden, lid van Wilhelmina Vooruit en fan van Ajax<br />
De belangrijkste maat regelen<br />
tegen joden in de sport<br />
30 augustus 1941<br />
Joodse scheidsrechters mogen geen sportwedstrijden<br />
meer fluiten.<br />
15 september 1941<br />
Joden mogen niet meer op sportgelegenheden<br />
komen. Iedere voetbalclub moet van<br />
de NVB een bordje ‘Verboden voor joden’<br />
ophangen.<br />
1 november 1941<br />
Joden mogen geen lid meer zijn van (sport)<br />
verenigingen of naar sportwedstrijden gaan.<br />
‘Ik weet nog dat ik een briefje van de NVB<br />
kreeg, onder tekend door Karel Lotsy.<br />
Die stuurde een briefje aan alle joodse<br />
scheidsrechters. In de brief stond dat ik<br />
als jood niet als scheidsrechter mocht<br />
fungeren.’<br />
Leo Horn (links), joodse scheidsrechter<br />
‘Mijn joodse vader was een groot<br />
fan van Ajax. Wij gingen elke zondag<br />
samen naar het stadion. Toen joden<br />
geen wedstrijden meer mochten<br />
bezoeken, ging ik alleen. Dat vond ik<br />
verschrikkelijk. Als Ajax had gewonnen<br />
floot ik als ik onze straat in kwam<br />
het clublied. Als ik het niet floot,<br />
hadden we verloren. Mijn vader stond<br />
altijd voor het raam met spanning te<br />
wachten op de uitslag. Als we hadden<br />
verloren at hij ’s avonds slecht.’<br />
Pelle Mug, fan van Ajax<br />
De joodse Herman Menco uit Winterswijk<br />
is in 1942-1943 onder gedoken bij voetballer<br />
Sjaak de Bruin in Rotterdam. Soms<br />
wordt hij met gebleekte haren tussen het<br />
voetbal publiek mee gesmokkeld De Kuip<br />
in. Een geweldig uitje, maar vanwege de<br />
eventuele razzia’s ook heel gevaarlijk.<br />
‘Er was angst, dat ze onze club te pakken zouden nemen. Want de Duitsers wisten<br />
ook wel dat er bij ons veel joden voetbalden. Van onze vereniging zijn tientallen<br />
mensen opgepakt in de jodenbuurt. Soms moest je spelen, maar dan kwamen er een<br />
heleboel niet opdagen en dan ging het niet door. Mensen durfden niet meer.<br />
Er was voortdurend angst voor wat er zou gebeuren. Niemand vond het erg dat het<br />
voetbal voor joden plotseling verboden was.’<br />
Michél Agsteribbe, lid van HEDW<br />
24 25<br />
Team van HEDW
De voetbalclubs met veel joodse leden, zoals HEDW uit Amsterdam<br />
en De Ooievaars uit Den Haag, moeten zich terugtrekken uit de<br />
competitie. Ze hebben te weinig spelers om op te stellen. Ook<br />
andere clubs moeten spelers missen. Onze Revue, het clubblad<br />
van Wilhelmina Vooruit, schrijft in 1941: ‘ Zondag j.l. is wel een<br />
zwarte bladzijde in de WVgeschiedenis: nederlagen en spelers<br />
die wegbleven. (…) Zoowel bij de juniores als bij de aspiranten<br />
bleven wederom verschillende spelers eenvoudig weg.’<br />
HEDW-elftal. Op de achterkant van de foto schreef Barend Noordberger,<br />
geknield rechtsonder: ‘Alle joodse voetbalvriendjes voor de oorlog.’<br />
Ledenlijst Wilhelmina Vooruit voor het seizoen 1941-1942. Na de oorlog heeft de secretaris kruisjes gezet<br />
voor de namen van de leden die de oorlog niet hebben overleefd.<br />
De joodse Han Hollander is voetbalverslaggever<br />
voor de AVRO-radio. Hij duikt<br />
niet onder, want hij denkt dat hij buiten<br />
schot zal blijven vanwege een certificaat<br />
met de handtekening van Hitler dat hij<br />
kreeg tijdens de Olympische Spelen van<br />
1936 in Berlijn. Toch wordt Hollander<br />
opgepakt en met zijn vrouw en dochtertje<br />
vermoord in kamp Sobibor.<br />
Joop Levi stuurt vanuit<br />
Westerbork brieven aan zijn<br />
oom Jacob. Hij wil graag op<br />
de hoogte worden gehouden<br />
van de uitslagen van de<br />
Haagse voetbalclubs. Op<br />
13 juli 1943 wordt hij met<br />
zijn ouders naar Sobibor<br />
gedeporteerd en vermoord.<br />
26 27
Collaboratie<br />
‘Tijdens de bezetting<br />
waren er mensen die de<br />
kant van de vijand kozen.<br />
Zij werden lid van de NSB,<br />
de Nationaal-Socialistische<br />
Beweging, die voor de<br />
Duitsers was.’<br />
ADO Den Haag staat tijdens<br />
de oorlog bekend als een<br />
NSB-club. De meeste Nederlanders<br />
vinden dat NSB’ers<br />
land verraders zijn. Herman<br />
Choufoer, toen linksachter van<br />
ADO: ‘Soms merkte je aan hatelijke<br />
opmerkingen van tegenstanders dat ze<br />
ADO als een NSB-club beschouwden.<br />
Dat kwam omdat bij ons in het eerste<br />
elftal een speler openlijk zijn sympathie<br />
begon te betuigen voor de NSB. Dat was<br />
Gerrit Vreken. Soms reisde hij gehuld in<br />
een uniform naar uitwedstrijden. Ik zie hem<br />
nu nog voor me met zijn zwarte laarzen.’<br />
28<br />
f o t o ADO kent tijdens de bezetting zijn grootste successen. In seizoen ‘40-’41 wint de club<br />
de afdelingstitel en de daarop volgende twee seizoenen wordt de club landskampioen.<br />
Blije supporters na het behalen van het afdelingskampioenschap, 1941.<br />
29
Poster voor de Arbeidsdienst<br />
Gerrit Vreken heeft geen werk<br />
en wordt in 1940 opgeroepen<br />
voor werk in Duitsland. Zijn oom<br />
die lid is van de NSB, zegt dat<br />
hij zich beter kan melden voor<br />
de Arbeidsdienst. Dan kan hij in<br />
Nederland blijven. De Arbeidsdienst<br />
is door de Duitsers opgericht<br />
om de werkloosheid te<br />
bestrijden én om de Nederlanders<br />
te laten zien hoe goed het<br />
nationaal- socialisme is. Vreken:<br />
‘Ik was achttien jaar en wist<br />
niets van politiek. Op die manier<br />
kon ik in Nederland blijven en<br />
dus blijven voetballen bij ADO.<br />
(…) Als je na het eerste jaar in<br />
de Arbeidsdienst wilde blijven<br />
moest je sympathiserend lid<br />
worden van de NSB. Daar heb ik<br />
lang over nagedacht. Maar ik zat<br />
in moeilijkheden, wat moest ik<br />
doen? Voor mij was en bleef het<br />
een ontsnappingsroute.’<br />
<strong>Voetbal</strong> elftal ADO, seizoen ‘42-‘43. Staand linksboven Herman Choufoer, rechts van hem Gerrit Vreken en zittend linksonder keeper Dolf Niezen.<br />
‘Op een club van meer dan honderd mensen hebben er drie<br />
een foute keuze gemaakt: speler Gerrit Vreken, de secretaris<br />
en een erevoorzitter. Tot ver na de oorlog is ons team van<br />
ADO uitgemaakt voor Hitlerelftal, maar dat gaat echt te ver.<br />
Als medespelers hadden we soms ook moeite met Vreken.<br />
Er viel vaak een ijzige stilte als hij binnenkwam in uniform.<br />
We speelden hem dan niet graag de bal toe.’<br />
Dolf Niezen, keeper van ADO<br />
‘Een keer zijn een paar supporters van ons mee naar Den Haag<br />
gereisd met de bedoeling om een stel ADOsupporters van<br />
wie ze wisten dat ze NSB’ers waren in elkaar te slaan. Dat heeft<br />
geleid tot hevige vechtpartijen op de tribune.’<br />
Douwe Wagenaar, voorzitter van De Volewijckers uit Amsterdam<br />
Gerrit Vreken scoort in de wedstrijd ADO - Eindhoven (2-2), 17 mei 1942.<br />
30 31
ADO komt bekend te staan als NSB-club, maar er spelen ook<br />
NSB’ers bij andere clubs. Harry Pelser bijvoorbeeld, die van<br />
1939 tot 1944 voetbalt in het eerste elftal van Ajax. Zijn vader<br />
Joop speelde voor de oorlog bij Ajax en is er bestuurslid. De<br />
Pelsers zijn een echt NSB-gezin. Vader Joop werkt vanaf 1942<br />
bij de Duitse bank Lippman Rosenthal & Co, opgericht door<br />
de bezetter om de joden te beroven van hun bezittingen. Ook<br />
Harry is lid van de NSB. Een ploeggenoot vertelt: ‘Hij was lid<br />
van de partij en ik heb hem wel eens de NSBkrant Volk en<br />
Vaderland zien lezen.’ Maar zegt de ploeggenoot erbij: ‘Harry<br />
heeft geen mensen verraden.’ Harry vertelt later dat het in<br />
zijn gezin logisch was dat hij lid werd van de NSB. Zijn moeder<br />
meldde hem aan.<br />
Het eerste elftal van Ajax. Joop Pelser staat derde van rechts op de achterste rij.<br />
Gejus van der Meulen, keeper van het Haarlemse HFC,<br />
is voor de oorlog heel populair. Tussen 1924 en 1934<br />
komt hij meer dan vijftig keer uit voor het Nederlands<br />
elftal. Naast voetballer is hij arts. In de oorlogsjaren<br />
raakt hij zijn populariteit snel kwijt. Al in de eerste<br />
bezettingsmaanden zijn joodse patiënten niet meer<br />
welkom in zijn praktijk. In september 1940 wordt<br />
Van der Meulen lid van de NSB. In 1941 neemt hij dienst<br />
in het Vrijwilligers Legioen Nederland om voor de<br />
Duitsers te gaan vechten. Na een training in Duitsland<br />
wordt hij legerarts aan het oostfront. Veel Nederlandse<br />
vrijwilligers sneuvelen; Van der Meulen overleeft.<br />
f o t o r e c h t s Het Haarlemse HFC met Gejus van der Meulen,<br />
achterste rij derde van links.<br />
32 33
34<br />
f o t o Het Nederlands elftal van dwang arbeiders tijdens de wedstrijd Nederland- Vlaanderen (4-5), 14 juni 1943 in Berlijn.<br />
‘Het is tegenwoordig heel<br />
normaal dat een voetballer of<br />
coach in Duitsland werkt, zoals ik<br />
zelf jarenlang voor onder meer<br />
Schalke 04 en HSV.<br />
Tijdens de Tweede Wereldoorlog<br />
voetbalden er ook Nederlanders<br />
in Duitsland. Hoe kan dat, want<br />
Duitsland was toch de vijand?’<br />
Huub Stevens, trainer<br />
Alle Nederlandse mannen tussen de 17 en<br />
40 jaar worden in 1943 opgeroepen om<br />
in Duitsland te werken voor de oorlogsindustrie.<br />
Ook voetballers. Een van de<br />
populairste is Bram Appel. ‘Ik kreeg een<br />
briefje dat ik mijn koffers moest pakken en<br />
de volgende dag op station Hollands Spoor<br />
moest verschijnen voor transport naar Berlijn.<br />
Als ik niet zou komen, zouden mijn ouders<br />
worden gearresteerd.’<br />
Bram Appel vertrekt. In Duitsland worden<br />
voetbal competities georganiseerd tussen de<br />
arbeiders van verschillende fabrieken. Later<br />
worden er zelfs interlands georganiseerd tussen<br />
de dwangarbeiders uit verschillende landen. Bram<br />
Appel: ‘Die interlandwedstrijden in Duitsland<br />
trokken ongelooflijk veel publiek, waren bijna altijd<br />
uitverkocht. (…) Voor de jongens die daar werkten<br />
vormden de wedstrijden een enorme afleiding. (…)<br />
In 1944 heb ik 57 doelpunten gemaakt.’
Oproep voor de Arbeidsinzet<br />
Veel mannen melden zich niet als ze worden opgeroepen voor de<br />
arbeidsinzet. Vanaf 1943 houden de Duitsers daarom razzia’s om jonge<br />
mannen op te pakken en naar Duitsland te sturen. <strong>Voetbal</strong> stadions zijn<br />
geschikte plekken voor een razzia; er zijn veel mannen en ze kunnen niet<br />
makkelijk vluchten.<br />
‘Het ergste van het voetballen heb ik die razzia’s<br />
gevonden. Die waren vreselijk, vooral omdat het<br />
op een gegeven moment gevaarlijk werd om<br />
naar het voetballen te gaan.’<br />
Wim Koek, keeper bij ADO Den Haag<br />
f o t o r e c h t s ‘Onze straat was de route naar het Olympisch Stadion. Het was altijd een<br />
gezellige drukte op de zondagen dat er gevoetbald werd. Op een zondag in 1943 kwamen<br />
Duitse sol daten en SS’ers de Stadionweg afsluiten. Een razzia! Vanuit de huiskamer,<br />
tussen de vitrages door, zagen we de Duitsers aan de overkant van de straat een mitrailleur<br />
neerzetten.<br />
Ik pakte het fotoboxje van mijn vader, en toen zo’n soldaat zich had omgekeerd maakte ik<br />
een foto. Mijn moeder huilde van angst, want als de man omgekeken had, hadden ze me<br />
kunnen oppakken voor spionage.’<br />
Jules Schweppe<br />
f o t o l i n k s e n o n d e r Na afloop van de wedstrijd PSV-Longa houden de Duitsers een razzia onder de<br />
20.000 toeschouwers die het stadion verlaten, 27 februari 1944.<br />
36 37
‘Je gaat naar een land dat in oorlog is, toch wel een beetje angstig. […]<br />
In mijn tas had ik mijn voetbal schoenen zitten. Ik zei tegen mijn vader:<br />
Die neem ik mee. Groot gelijk jongen, zei die. Een shirt en een broekje<br />
had ik ook bij me. En kousen, die blauwwitte van Eindhoven.<br />
Ik dacht bij mezelf, als ik de gelegenheid<br />
krijg om te voetballen dan pak ik die aan.’<br />
Noud Bierings, voetballer bij Eindhoven<br />
Het Nederlandsche Arbeidsfront organiseert<br />
de voetbalwedstrijden en andere activiteiten<br />
voor de Nederlandse arbeiders in Duitsland,<br />
ook interlands tussen teams van dwangarbeiders<br />
uit verschillende landen.<br />
‘<strong>Voetbal</strong> betekende alles voor mij. Het was<br />
het enigste wat we hadden daar in Duitsland’,<br />
vertelt Cor van Tongeren. Hij wordt<br />
uitgenodigd voor een interland tegen Servië.<br />
Ook van de buitenlandse teams wordt<br />
verwacht dat ze de Hitlergroet brengen.<br />
Gelukkig wordt er niet streng op toegezien.<br />
Van Tongeren: ‘Je had al een hekel aan de<br />
Duitsers en dan ga je toch geen Hitlergroet<br />
doen, dat bestaat toch niet.’<br />
Interlands gespeeld door het Nederlands team<br />
van dwangarbeiders in Duitsland<br />
11 maart 1943 Nederland - Vlaanderen 2 - 4<br />
14 juni 1943 Nederland - Vlaanderen 4 - 5<br />
25 juli 1943 Nederland - Vlaanderen 6 - 5<br />
29 augustus 1943 Nederland - Servië 3 - 1<br />
18 september 1943 Nederland - Wallonië 13 - 0<br />
19 september 1943 Nederland - Servië 3 - 0<br />
19 september 1943 Nederland - Tsjechië 2 - 1<br />
31 oktober 1943 Nederland - Frankrijk 3 - 2<br />
mei 1944 Nederland - Servië 4 - 1<br />
11 juni 1944 Nederland - Servië 7 - 1<br />
9 juli 1944 Nederland - Frankrijk 3 - 3<br />
6 augustus 1944 Nederland - Tsjechië 3 - 4<br />
17 juli 1944 Nederland - Vlaanderen 4 - 1<br />
12 november 1944 Nederland - Tsjechië 1 - 5<br />
3 december 1944 Nederland - Frankrijk 2 - 1<br />
38 39
Buitenlandse dwangarbeiders die<br />
goed kunnen voetballen worden<br />
gevraagd om in de Duitse competitie<br />
te spelen. Dat betekent beter<br />
eten en betere voetba lwedstrijden.<br />
Maar aan het begin van de wedstrijden<br />
moeten de spelers de<br />
Hitlergroet brengen. Noud Bierings<br />
speelt bij Hertha BSC in Berlijn:<br />
‘Je wist dat die Hitlergroet zou<br />
komen, ik zat wel in mijn piepzak.<br />
Ik besloot dat ik eerst zou kijken<br />
wat Appel deed. Die deed het<br />
zo’n beetje half, alleen met z’n<br />
onderarm. Dat heb ik toen ook<br />
gedaan. Ik geloof dat die Duitsers<br />
daar best begrip voor hadden,<br />
want ik heb ze er nooit over<br />
gehoord.’<br />
40 41
f o t o Elftal van voetbalclub De Volewijckers uit Amsterdam-Noord, die bekend wordt als verzetsclub.<br />
Verzet<br />
‘Er was vrijwel geen georganiseerd verzet<br />
tegen de Duitse maatregelen in het voetbal.<br />
Wel waren er individuele voetballers die zich<br />
aansloten bij het verzet, zoals mijn vader,<br />
voetballer bij SC Varsseveld. Hij werkte als<br />
hoofd van het distributiekantoor. Zo heeft hij<br />
honderden onderduikers van voedselbonnen<br />
kunnen voorzien.’<br />
Guus Hiddink, trainer<br />
De Volewijckers uit Amsterdam- Noord wordt bekend als<br />
verzets club. Dat komt vooral door de broers Gerben en<br />
Douwe Wagenaar. Gerben, linkshalf en aanvoerder, wordt een<br />
belangrijke leider van het verzet. Hij wordt door de Duitsers<br />
gezocht en kan daardoor niet meer voet ballen. Onder leiding<br />
van zijn broer Douwe, die voorzitter is, laten De Volewijckers<br />
zien dat ze anti-Duits zijn. Op 3 augustus 1943 voetballen ze<br />
tegen VUC in oranje shirts in plaats van de groen-witte clubshirts.<br />
Douwe vertelt: ‘ Meteen na de wedstrijd werd ik afgevoerd. (…)<br />
Na drie dagen kwam ik weer vrij.’ De club regelt dat de voetballers niet<br />
in Duitsland hoeven te werken. Douwe: ‘Een lid van ons werkte op het<br />
arbeidsbureau. Als jongens van ons dreigden te worden opgeroepen voor<br />
de Arbeidsinzet zette hij ze in de kaartenbak naar achteren.’ Trainer Jaap<br />
van der Leck herinnert zich dat na een wedstrijd tegen ADO in 1944 een<br />
jongen de kleedkamer binnenkwam. ‘Er was een plotselinge razzia en hij<br />
was bang opgepakt te worden. We hebben hem toen via de wasmand in<br />
veiligheid gebracht.’<br />
42 43
‘Echt georganiseerd verzet vond je niet in de sportwereld.<br />
Jaap van der Leck, trainer van De Volewijckers<br />
f o t o Elftal van De Volewijckers met op de bovenste rij derde van links de belangrijke verzetsman Gerben Wagenaar.<br />
‘Als wel eens werd geopperd dat we moesten stoppen<br />
met spelen als teken van verzet kwamen er meteen<br />
protesten van de spelers. Het voetballen vormde het<br />
enige verzetje dat ze hadden.’<br />
Bob Janse, rechtsbuiten bij Hermes DVS<br />
Jan Wijnbergen (boven) voetbalt bij<br />
het eerste elftal van Ajax. In 1941 raakt<br />
hij betrokken bij het verzet. ‘Nadat ik,<br />
naar later bleek, de oproep tot de<br />
Februari staking rondgebracht had,<br />
werd ik vaker gevraagd om wat weg te<br />
brengen of contacten te leggen.<br />
Toen speelde ik nog bij Ajax.<br />
Die combinatie werd uiteindelijk<br />
onhoudbaar. Ik moest vaak afbellen<br />
voor trainingen. Daar was Ajax natuurlijk<br />
niet blij mee.’ Uiteindelijk stopt<br />
Wijnbergen met voetballen. ‘Ik was<br />
ervan overtuigd dat het verzetswerk<br />
belangrijker was dan voetballen.’<br />
Arie de Jong is de penningmeester van<br />
voetbalclub Unitas in Gorinchem. Als hij<br />
lid wordt van de NSB, wordt hij in september<br />
1941 door de Unitas-leden niet<br />
herkozen. Unitas-lid Huub Sterkenburg<br />
zet zich in voor een andere kandidaat,<br />
en die wordt met grote meerderheid<br />
gekozen. De NSB-toezichthouder van<br />
de verenigingen in de regio bepaalt dat<br />
Unitas toch De Jong moet aanstellen<br />
en dat Sterkenburg uit de club moet<br />
worden gezet. Karel Lotsy, de hoogste<br />
man in het voetbal in de bezettingsjaren,<br />
waarschuwt Unitas dat de club<br />
moet gehoorzamen als ze wil blijven<br />
bestaan. Maar Unitas gehoorzaamt<br />
niet. In april 1942 herhaalt de NSBtoezichthouder<br />
zijn eisen, maar Unitas<br />
houdt voet bij stuk. Dan wordt Arie de<br />
Jong aangesteld als ‘gevolmachtigde’<br />
van de club. Dat betekent dat hij alles te<br />
zeggen krijgt. Uit protest zeggen bijna<br />
alle Unitas-leden hun lidmaatschap op.<br />
Brochure uit 1947 over het verzet van Unitas, en een reactie daarop van de KNVB:<br />
‘Mijne Heeren, Een woord van hulde voor de fiere en dappere houding van uw bestuur en leden<br />
gedurende de bezetting, waarvan uw brochure blijk geeft.’<br />
44 45
Leo Horn mocht in 1941 als jood geen<br />
scheidsrechter meer zijn. Hij neemt<br />
een valse identiteit aan en wordt actief<br />
in het verzet. Als dokter Van Dongen,<br />
met op zijn fiets een esculaap, brengt<br />
hij tien tallen onderduikers in veiligheid.<br />
Later sluit hij zich aan bij de<br />
Amsterdamse gewapende verzetsgroep<br />
Stanz. Met die groep neemt hij deel<br />
aan een spectaculaire overval op een<br />
Duitse munitiewagen. De buit bestaat<br />
uit geweren, handgranaten, uniformen<br />
en duizenden patronen.<br />
f o t o Verzetsgroep Stanz uit Amsterdam-<br />
Zuid tijdens een instructie met kneedbom.<br />
Leo Horn zit in het midden.<br />
De meeste sportjournalisten gaan gewoon door met hun werk<br />
tijdens de Duitse bezetting. Kick Geudeker, in 1940 oprichter<br />
van het weekblad ‘Sport in en om Amsterdam’, is een van<br />
weinigen die zich verzet. Hij werkt voor de illegale krant Het<br />
Parool. Hij wordt geholpen door de half-Duitse sportkarikaturist<br />
Bob Uschi, tekenaar voor Het Volk en later De Telegraaf, die met<br />
zijn Duitse paspoort goed koerierswerk kan doen.<br />
46 47
De Volewijckers – bekend als verzetsclub – kent<br />
zijn grootste bloeiperiode tijdens de oorlogsjaren.<br />
De voetbalclub promoveert in 1941 van de<br />
derde naar de eerste klasse, bereikt in 1943 de<br />
hoogste voetbalklasse en wordt in 1944 niet alleen<br />
afdelings kampioen, maar ook landskampioen, en<br />
stoot daarmee zijn grootste concurrent ADO van<br />
de troon.<br />
Foto en karikatuur van Daan de Jongh, spits van<br />
De Volewijckers. De tekening is in 1944 gemaakt door<br />
Bob Uschi, die betrokken was bij verzetskrant Het Parool.<br />
f o t o r e c h t s Kampioenswedstrijd<br />
De Volewijckers - Heerenveen,<br />
29 mei 1944, met rechts spits<br />
Daan de Jongh.<br />
Fanmail voor ‘voetbalkampioen’<br />
Daan de Jongh.<br />
48 49
‘Tijdens de laatste oorlogswinter was er grote<br />
hongersnood in het westen van Neder land.<br />
Veel mensen zijn gestorven door de honger.<br />
Ook veel kinderen. De voetbalcompetitie lag<br />
vrijwel stil. Mijn voetbalclub, Heerenveen, heeft<br />
toen tientallen voet ballertjes uit Amsterdam<br />
uitgenodigd. Ze kwamen naar Friesland om aan<br />
te sterken bij gastgezinnen.’<br />
Foppe de Haan, trainer<br />
Tijdens de hongerwinter wordt er<br />
nauwe lijks meer gevoetbald.<br />
De com petitie stopt. De mensen hebben als<br />
grootste zorg hoe ze aan voedsel en brandstof<br />
kunnen komen. Er worden zelfs doelpalen en<br />
tribunes als brandhout gebruikt.<br />
Jan Hobby van DWS gaat naar Friesland om<br />
aan te sterken. In Heerenveen worden de<br />
Amsterdamse voetballertjes met een bord pap<br />
opgevangen, dat ze verslinden. Het stevige<br />
Friese eten is voor veel spelertjes in het begin<br />
te zwaar. Jan Hobby vertelt: ‘Nadat ik een lepel<br />
jus had gehad zat ik meteen met diarree op<br />
de WC, omdat dat voor mij veel te vet was. En<br />
één keer ben ik weggelopen van tafel, omdat<br />
pleegbroer Piet klaagde tijdens de maaltijd. (…)<br />
Ik wist wat het was om honger te hebben.’<br />
50 51
In september 1944 roept de Nederlandse regering in Londen op tot<br />
een spoorwegstaking. Het vervoer van Duitse soldaten moet worden<br />
lamgelegd omdat de geallieerden luchtlandingen willen uitvoeren bij<br />
Arnhem. Voor straf voeren de Duitsers geen voedsel meer aan.<br />
En er kan niet meer worden gereisd. Ad van Emmenes, hoofd redacteur<br />
van het blad van de Nederlandsche <strong>Voetbal</strong> bond: ‘Voor mij waren de<br />
reisjes naar wedstrijden afgelopen. De spoorwegen boden verzet<br />
en toen was er niets meer.’ De Vole wijckers trekken nog enige tijd met<br />
paard en wagen door het land om als landskampioen vriendschappelijke<br />
wedstrijden te spelen. Maar door de hongerwinterellende wil bijna<br />
niemand meer voetballen.<br />
De Duitse propaganda benadrukt dat de<br />
Spoorwegstaking alleen maar ellende en honger<br />
veroorzaakt voor de Nederlandse bevolking.<br />
De Duitsers hebben er niet veel last van want de<br />
soldaten worden met Duitse treinen vervoerd.<br />
De staking wordt toch voortgezet tot aan de<br />
bevrijding.<br />
‘Je kon niet meer reizen.<br />
Het gekke was dat er toen<br />
ook niet meer op landjes of<br />
op straat werd gevoetbald,<br />
alsof er daarvoor ook nooit<br />
was gevoetbald.’<br />
Bob Janse, rechtsbuiten bij Hermes DVS<br />
‘Toen ik naar Heerenveen vertrok, zaten we midden in de<br />
hongerwinter. Op straat vielen de mensen flauw, er was<br />
bijna niets te eten. We kregen thuis soms tulpenbollensoep<br />
voorgezet en mijn moeder bakte van suikerbietenpulp<br />
koeken, het smaakte afschuwelijk, zelfs als je honger had.’<br />
Robbie Been, jeugdspeler van Ajax<br />
Transport van kinderen tijdens de hongerwinter.<br />
Ze reizen in het ruim van vrachtschepen<br />
over het IJsselmeer naar Friesland<br />
en Groningen.<br />
Het restant van de ADO tribune na de hongerwinter. De doelpalen en de tribune zijn als brandhout gebruikt.<br />
52 53<br />
Suikerbietenrasp<br />
Verwijsbriefje van de huisarts<br />
voor een van de voetballertjes<br />
die naar Heerenveen zijn uitgezonden:<br />
‘Willem Kuppers<br />
is ondervoed, doch overigens<br />
gezond. Uitzending naar buiten<br />
is dringend noodzakelijk.’
‘We hadden een officieel Amsterdams elftal van Cjunioren, dat regelmatig<br />
tegen een selectie van de Bjunioren uit Heerenveen voetbalde. (…) De samensteller<br />
en coach van het Amsterdamse elftal was Abe Lenstra. (…) Wij keken<br />
vreselijk tegen hem op, want al in 1942, toen ik bij Ajax lid werd, was hij heel<br />
bekend. Hij was een supervedette die alles kon. (…) Ondanks zijn aanwijzingen<br />
ver loren we altijd van die Heerenveenjongens, wel op het nippertje. (…) Dat<br />
had vooral fysieke oorzaken, we waren sterk vermagerd toen we in Heerenveen<br />
arriveerden. We moesten echt weer op krachten komen.’<br />
Robbie Been, jeugdspeler van Ajax<br />
Bertus Moehring van voetbalclub Blauw-Wit is een van de uit verkoren<br />
spelertjes die naar Heerenveen mogen. Ze logeren bij spelers van<br />
Heerenveen. Bertus logeert bij Jan Lenstra, de broer van de beroemde<br />
voetballer Abe Lenstra. Als ze zijn aangesterkt, wordt er weer gevoetbald.<br />
Bertus speelt een wedstrijd tegen het vierde jeugdelftal van Heerenveen.<br />
In een brief aan zijn ouders schrijft hij: ‘We hebben die met 32<br />
gewonnen en ik heb ook nog een goal gezet.’<br />
Jan en Jeltje Lenstra met hun dochter Minnie voor de boerderij waar<br />
Bertus Moehring onderdak krijgt.<br />
Robbie Been met zijn broertje Otto, Amsterdam 1940.<br />
Als dank voor het onderbrengen van de jonge spelers schenken de Amsterdamse clubs<br />
vlak na de oorlog een tegeltableau aan voetbalclub Heerenveen. De Friese pleegouders<br />
Abe Lenstra, stervoet baller van Heeren veen en trainer van de Amster damse voetballertjes.<br />
krijgen er een afdruk van.<br />
54 55
Bevrijding<br />
‘Ik ben op 4 mei 1945 geboren. De laatste, zware maanden van<br />
de oorlog werd er niet meer gevoetbald: er was zoveel honger<br />
en tekort aan alles. Maar na de bevrijding op 5 mei – ik lag te<br />
juichen in de wieg – werden er meteen weer teams gevormd die<br />
gingen spelen tegen de geallieerde bevrijders.’<br />
Jan Mulder, voetbalanalyticus<br />
In juni 1945 is de eerste<br />
naoorlogse interland tussen<br />
Nederland en een Engels<br />
militair elftal in De Kuip. Er<br />
waren 60.000 toe schouwers.<br />
Topvoetballer Faas Wilkes:<br />
‘Nu is het doodgewoon<br />
dat het stadion volzit. Maar<br />
toen, in 1945! Er reed nog<br />
geen tram en maar een<br />
enkele trein. Auto’s zag je<br />
nog nauwelijks. De hele stad<br />
Rotterdam lag in de vernieling.<br />
Te voet en op fietsen<br />
zonder banden of hoe dan<br />
ook kwamen de mensen naar<br />
De Kuip. Het was een wedstrijd<br />
om nooit te vergeten.’<br />
56 57
Direct na de bevrijding van heel Neder land<br />
op 5 mei 1945 wordt er weer gevoetbald<br />
tegen teams van geallieerden. Robbie Been<br />
is in de honger winter naar Heerenveen<br />
gebracht. Hij wordt daar bevrijd. ‘Ik herinner<br />
me uit die tijd wedstrijden tussen<br />
Heerenveen en Engelse teams van de<br />
Royal Navy, de Highlanders en de RAF.<br />
Vaak speelden daar echte profs in, maar<br />
Abe stak er altijd met kop en schouders<br />
boven uit. Pas in juli keerde ik met de<br />
Lemmerboot terug naar Amsterdam.’<br />
Op 13 mei 1945 speelt een elftal van geallieerden tegen een Leeuwarder elftal in Sportpark<br />
Cambuur. De Friezen winnen met 3-2. Op de foto het elftal van de geallieerden.<br />
l i n k s Karel Lotsy, voorzitter van de Nederlandsche <strong>Voetbal</strong>bond, woont<br />
de eerste naoorlogse centrale training van het Nederlands elftal bij, op<br />
Frans Appels, supporter van<br />
Feyenoord, woont de eerste na -<br />
oorlogse interland met Faas Wilkes<br />
in De Kuip bij. Vooral het spelen van<br />
het Wilhelmus zal hij nooit vergeten.<br />
‘Iedereen ging staan en zong mee.<br />
Het was tenslotte de eerste keer<br />
sinds vijf jaar dat dat ongestraft<br />
kon. Bij mij stonden de tranen in<br />
de ogen. Ja, je kunt je dat nu bijna<br />
niet meer voorstellen dat dat zo<br />
belangrijk was.’<br />
Faas Wilkes, na de bevrijding.<br />
het veld van VUC in Den Haag.<br />
58 59
In mei 1945 spelen Amsterdamse voetbal clubs een competitie in het Olympisch Stadion.<br />
De winnaars krijgen van de Bols-fabriek een flesje jenever in een oranje klompje aangeboden.<br />
In augustus 1945 wordt een voetbalwedstrijd georganiseerd in Amster dam ten<br />
behoeve van het verwoeste Arnhem. De toegangsprijs moet in goederen worden<br />
betaald.<br />
Nog tot lang na de bevrijding blijft er schaarste. Het eerste elftal van Ajax poseert op 15 mei 1947 gekleed in oude shirts<br />
van de Engelse club Arsenal. Zittend links: Rinus Michels.<br />
60 61
NSB’ers en SS’ers worden na de oorlog door de rechter gestraft. Vaak worden<br />
ze ook uit hun voetbalclub gezet. Speciale zuiveringscommissies beoordelen<br />
het gedrag van de voetballers. Ze kunnen leden en bestuurders schorsen of<br />
het lidmaatschap ontnemen. Ook de voetballers uit dit boek moeten verantwoording<br />
afleggen:<br />
Keeper van het Nederlands elftal, Gejus van der Meulen, SS-arts tijdens de<br />
oorlog, verschijnt op 21 juni 1947 voor het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam.<br />
Hij wordt veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf. De voetbalwereld wil niets<br />
meer met hem te maken hebben.<br />
Ajax-bestuurder Joop Pelser, NSB-lid en werkzaam bij de bank die beslag legt<br />
op de joodse bezittingen, wordt op 6 maart 1947 door het speciaal voor oorlogsmisdaden<br />
opgerichte Tribunaal veroordeeld tot ruim drie jaar gevangenisstraf.<br />
De zuiveringscommissie van Ajax ontneemt hem zijn lidmaatschap.<br />
Ajax-speler Harry Pelser, zoon van Joop, wordt met vele NSB’ers opgesloten aan<br />
de Amsterdamse Levantkade. Daarna moet hij 14 maanden aardappels rooien in<br />
de Noordoostpolder, al die tijd in dezelfde trui en broek. ‘Mijn rechterschoen<br />
was kapot. Die heb ik met touwtjes moeten vastzetten. Verder ben ik goed<br />
behandeld, de bewakers hebben me niet geslagen.’ Door de zuiveringscommissie<br />
van Ajax wordt Harry niet gestraft. Met zijn vader durft hij nooit meer over de<br />
oorlog te praten. ‘Die tijd heeft wonden geslagen, die nooit meer zijn geheeld.’<br />
Gerrit Vreken wordt met vele tientallen Haagse NSB’ers opgesloten in het<br />
gebouw van de christelijke ambachtsschool. Na een maand wordt hij verhoord.<br />
‘Toen kon ik duidelijk maken dat ik niemand iets kwaads had gedaan en ben ik<br />
vrij gelaten.’ Hij wordt door ADO geschorst en mag tien jaar niet stemmen.<br />
Net als alle andere in Duitsland tewerkgestelde arbeiders die in een Duits team<br />
hebben gespeeld wordt Bram Appel geschorst tot 1 januari 1947. ‘Daar ben ik<br />
woedend om geworden. Ik kreeg een berisping terwijl Lotsy zelf gewoon in<br />
Duitsland naar wedstrijden ging kijken.’<br />
Op 27 oktober verschijnt Karel Lotsy voor de landelijke zuiveringcommissie<br />
voor sport. In een uitgebreid verweerschrift legt hij uit dat hij juist nationaalsocialistische<br />
invloed in het voetbal heeft willen voorkomen. De commissie raakt<br />
overtuigd van zijn ‘goed Vaderlanderschap’. Veel later menen historici dat Lotsy,<br />
die toch actief heeft meegewerkt aan de uitsluiting van joden uit de sport, erg<br />
mild is beoordeeld.<br />
De joodse scheidsrechter en verzetsman<br />
Leo Horn maakt tijdens de bevrijdingsfeesten<br />
een rondrit met leden van zijn<br />
verzetsgroep. Hij staat voor in de auto<br />
op de rechterfoto. Na de bevrijding is hij<br />
bewaker van het interneringskamp voor<br />
NSB’ers in Amsterdam waar Harry Pelser<br />
wordt opgesloten. Op de foto boven<br />
staat Leo Horn tweede van rechts, met<br />
helm.<br />
f o t o Gejus van der Meulen op 21 juni 1947 voor het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam.<br />
62 63
Naoorlogse herdenking van de omgekomen clubgenoten van HEDW bij het voor hen opgerichte monument.<br />
Een paar joodse overlevenden besluiten om<br />
voetbalclub HEDW voort te zetten.<br />
Al in kamp Auschwitz was er over<br />
gesproken. Maurits van Thijn vertelt: ‘In<br />
Auschwitz schopte ik tegen een steentje<br />
aan. Bert Thal ziet het en zegt: “Ik zie dat<br />
jij gevoetbald hebt of kan voetballen.”<br />
Ik antwoord: “Ja.” Hij zegt: “Nou, als we<br />
het kamp uit komen, dan kom je bij ons<br />
voetballen. In HEDW.”’<br />
Michél Agsteribbe vertelt over de<br />
oprichtingsvergadering: ‘Het was een<br />
bijeenkomst waar veel mensen zaten te<br />
huilen. Veel jongens waren weg natuurlijk.<br />
Negentig procent was weg. Maar we<br />
hebben de club toch weer opgericht, met<br />
heel veel nieuwe mensen.’<br />
Ook de zestienjarige Jacques Granaat sluit<br />
zich aan: ‘Alle jongens die nog over waren,<br />
gingen naar HEDW. Dat was de club als je<br />
een joodse jongen was.’ Zo wordt HEDW<br />
groter en joodser dan ooit voor de oorlog.<br />
Voor de vermoorde club genoten wordt een<br />
monument opgericht.<br />
Nooit uitgevoerd ontwerp voor een herdenkingssteen voor de vanwege verzetswerk<br />
in de concentratiekampen omgekomen clubgenoten van Unitas in Gorinchem.<br />
64 65
‘<strong>Voetbal</strong>wedstrijden tussen Nederland en Duitsland waren tot lang na de bevrijding zeer<br />
beladen. Dat had alles te maken met de Tweede Wereldoorlog. Mede door het trauma<br />
van 1974 had het beslissende doelpunt van Marco van Basten tijdens het EK van 1988 een<br />
grote symbolische waarde.’<br />
Frits Barend, programmamaker<br />
In 1956 wordt<br />
in Duitsland een<br />
vriendschappelijke<br />
voetbalwedstrijd gespeeld tussen<br />
Nederland en Duitsland. Een bijzondere<br />
wedstrijd, want het is de eerste keer<br />
na de oorlog en Duitsland is op dat<br />
moment wereldkampioen. Er zitten<br />
40.000 toeschouwers in het stadion.<br />
Abe Lenstra: ‘Toen het Wilhelmus werd<br />
gespeeld, ging er iets door ons heen.<br />
Roel Wiersma stond naast me. Hij greep<br />
mijn hand, kneep erin. Abe, we winnen<br />
vandaag, zei hij. Ik begreep waarom<br />
Roel dat zei. Ik wist, wat hij voelde. Wat<br />
er in hem, in ons omging. We waren<br />
geladen.’<br />
Nederland wint met 2-1. Abe Lenstra,<br />
een van de beroemdste voetballers<br />
van Nederland, scoort beide doelpunten.<br />
Duizenden meegereisde<br />
Nederlandse supporters roepen zijn<br />
naam: A-be, A-be, A-be. Een historische<br />
over winning: de voormalige vijand is<br />
verslagen.<br />
66 67
1956 Tijdens<br />
Nederlands elftal, voorafgaand aan de wedstrijd Nederland-Duitsland,<br />
14 maart 1956 in Düsseldorf. Abe Lenstra staat vijfde van links.<br />
Het eerste doelpunt van Abe Lenstra (niet op de foto) tegen de Duitsers,<br />
14 maart 1956.<br />
Na afloop van de wedstrijd Nederland-Duitsland gaan de Nederlandse spelers op de schouders. In het midden Abe Lenstra.<br />
1974<br />
het wereldkampioenschap van<br />
1974 in Duitsland speelt Nederland in de<br />
finale tegen Duitsland. Net als in 1956<br />
is de wedstrijd beladen. Minister Tjerk<br />
Westerterp zit in het stadion. ‘Bij de<br />
Nederlanders op de ere tribune merkte<br />
ik een sfeer van, vanmiddag gaan we<br />
de Tweede Wereldoorlog rechtzetten.’<br />
Via het voetbal hopen veel Nederlanders<br />
te bereiken wat tijdens de oorlog<br />
niet is gelukt: de Duitsers verslaan.<br />
Willem van Hanegem die meespeelt,<br />
vertelt hierover: ‘Wat mij betreft kun je<br />
die Duitsers niet diep genoeg onder<br />
de zooien spitten. (…) Die haat, die is<br />
er altijd geweest. Dat heeft achtergronden,<br />
die iedereen kent, en die<br />
nog altijd niet weg zijn.’ Nederland<br />
verliest met 2-1.<br />
Hans van Breukelen, de latere keeper<br />
van het Nederlands elftal, herinnert<br />
zich dat hij vol wraakgevoelens in een<br />
oranje shirt voor de televisie heeft zitten<br />
huilen, wat ook te maken had met ‘de<br />
verschrikkingen en de terreur van de<br />
Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog<br />
in Nederland’.<br />
Het Nederlands elftal, WK 1974. Willem van Hanegem staat derde van links.<br />
68 69
70<br />
1988<br />
In 1988 komen de twee aarts rivalen weer<br />
tegenover elkaar te staan: in de halve<br />
finale van het Europees Kampioen schap op<br />
21 juni in Hamburg. De Nederlanders willen<br />
revanche, op 1974 én op de oorlog. Oranjesupporters<br />
in het stadion zingen luid:<br />
‘In 1940 kwamen zij, in ’88 komen wij,<br />
holadijee, holadijoo.’<br />
Keeper Hans van Breukelen vertelt over<br />
wat hij de mooiste wedstrijd in zijn voetbalcarrière<br />
noemt: ‘Er moest iets recht<br />
gezet worden voor mijn gevoel. (…) We<br />
waren gebrand om nu eens winnend van<br />
het veld te stappen en dat lukte. In de<br />
laatste minuut schoot Marco van Basten<br />
de winnende 21 op het scorebord en<br />
gingen we uit ons dak. Nog nooit heb ik<br />
een spelersgroep zo blij en uitgelaten<br />
zien reageren. Samen met 30.000 Oranjesupporters<br />
in het stadion werd er feest<br />
gevierd. In één keer waren we bevrijd van<br />
onze onlustgevoelens.’<br />
Journalist Simon Kuper: ‘De dinsdagavond<br />
dat Nederland in de halve finale met<br />
12 van WestDuitsland won, vierden<br />
miljoenen Nederlanders de morele overwinning<br />
op straat. Het was waarschijnlijk<br />
de grootste publieke bijeenkomst sinds de<br />
bevrijding.’<br />
Marco van Basten in actie tijdens de halve finale<br />
Nederland-Duitsland, EK 1988.<br />
Het Nederlands elftal, EK 1988, met Marco van Basten (derde van links) en<br />
Hans van Breukelen (uiterst rechts).
Landskampioenen ’40-’45<br />
Tijdens de bezetting is de voetbalcompetitie<br />
verdeeld in vijf districten:<br />
• West I<br />
• West II<br />
• Oost<br />
• Zuid<br />
• Noord<br />
De winnaars van de districten, de<br />
afdelings kampioenen, strijden in een<br />
onderlinge kampioenscompetitie om het<br />
landskampioenschap.<br />
In seizoen ‘44-’45 stopt de competitie<br />
door de Spoorwegstaking en de<br />
hongerwinter.<br />
73
1. Feyenoord<br />
2. Heracles<br />
3. Blauw-Wit<br />
4. Juliana<br />
5. GVAV<br />
74 75<br />
1.<br />
2.<br />
3.<br />
4.<br />
5.<br />
Heracles<br />
PSV<br />
ADO<br />
Be Quick<br />
VSV
1. ADO<br />
2. Feyenoord<br />
3. Wil lem I I<br />
4. Enschede<br />
5. Heerenveen<br />
76 77<br />
1.<br />
2.<br />
3.<br />
4.<br />
5.<br />
ADO<br />
Feyenoord<br />
Wil lem I I<br />
Enschede<br />
Heerenveen
78<br />
1. De Volewijckers<br />
2. VUC<br />
3. Longa<br />
4. Heerenveen<br />
5. Heracles
Illustratieverantwoording<br />
Instellingen<br />
ANP pagina 66, 70 boven, 70 onder<br />
ANP Photo/Freek van Asperen pagina 66 inzet<br />
ANP Photo/Victor Decolongon pagina 16 inzet<br />
ANP Photo/Jeroen Mantel pagina 56 inzet<br />
ANP Photo/Ed Oudenaarden pagina 42 inzet, 50 inzet<br />
ANP Photo/Miquel Villagran pagina 34 inzet<br />
Charles Breijer/Nederlands Fotomuseum pagina 21, 63 links<br />
Dagblad voor Noord-Limburg/Van Kollem pagina 68 linksboven<br />
Gemeentearchief Rotterdam pagina 10/11, 14 links<br />
Herinneringscentrum Kamp Westerbork pagina 23 inzet rechts, 27 linksonder, 27 rechtsonder<br />
Cees van Hooghalem/<strong>Voetbal</strong> International pagina 12 inzet<br />
Infostrada Sports pagina 7 links<br />
Koninklijke Nederlandse <strong>Voetbal</strong>bond (KNVB) pagina 58 linksonder, 58 rechtsonder<br />
Nationaal Archief /Fotocollectie Anefo/900-5559 pagina 61 links<br />
Nationaal Archief/Fotocollectie Anefo/906-1250 pagina 24<br />
Nationaal Archief/ Fotocollectie KNVB/3292 pagina 27 linksboven<br />
Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie pagina 6 boven, 10 boven, 30 links, 32 rechts,<br />
36 onder, 37 links, 50, 53 rechtsboven, 60 boven<br />
Bernard Platt/Wigan FC pagina 23 inzet links<br />
Quick pagina 16<br />
Spaarnestad Photo pagina 31, 33, 75 inzet<br />
Spaarnestad Photo/ANP pagina 6 links, 28, 75, 76, 77 rechts<br />
Spaarnestad Photo/fotograaf onbekend pagina 54 links, 69 inzet<br />
Spaarnestad Photo/C. Kramer pagina 74<br />
Spaarnestad Photo/’t Sticht pagina 68 rechtsonder<br />
Spaarnestad Photo/NA/Anefo pagina 62<br />
Spaarnestad Photo/NFP pagina 68 rechts<br />
G.V.V. Unitas pagina 45 midden, 45 rechts, 65<br />
A.V.V. De Volewijckers pagina 15 rechtsboven, 20 linksonder, 38 linksonder, 43 inzet<br />
Verzetsmuseum Amsterdam pagina 6 onder, 7 midden, 8, 10 midden, 10 onder, 15 links,<br />
15 rechtsonder, 18 boven, 19 links, 19 rechts, 20 rechtsonder, 22, 27 rechtsboven, 32 boven, 36 boven,<br />
39 boven, 39, 40 links, 40, 41 links, 41 rechts, 47 links, 47 rechts, 52 links, 52 rechts,<br />
53 linksboven, 53 linksonder, 55 links, 59 links, 60 inzet<br />
Verzetsmuseum Friesland pagina 56, 58 linksboven<br />
Louis van der Vuurst/AFC Ajax pagina 4 inzet<br />
WV HEDW pagina 25 rechts, 26 rechts, 64<br />
Het Verzetsmuseum heeft al het mogelijke gedaan om het auteursrecht van anderen niet te schenden.<br />
Wie desondanks meent door deze publicatie geschaad te zijn, wende zich tot het museum.<br />
Particulieren<br />
S. Bakker pagina 55 rechts<br />
Robbie Been pagina 54 rechts<br />
Jan Bens pagina 17 inzet<br />
Pieter de Bruin pagina 13 inzet<br />
Dirk van der Burgh pagina 61 rechts<br />
Henny Cruyff pagina 18 onder<br />
Hans Deerenberg pagina 32 linksonder<br />
Jan Delfgouw pagina 58 rechtsboven<br />
Con Frank pagina 59 midden<br />
Mw. Gorter-Veenendaal pagina 11 boven, 11 onder<br />
Jan Hobby pagina 20 boven, 51 inzet<br />
George Horn pagina 46, 63 rechts<br />
Hans de Jager pagina 19 inzet links, 19 inzet rechts, 21 inzet, 24 inzet, 52 links<br />
Ferry de Jongh pagina 4, 7 rechts, 42, 44, 48 linksboven, 48 linksonder, 48 rechts, 49, 78<br />
Frank van Kolfschooten pagina 5 inzet<br />
J. Kulkens pagina 38 linksboven<br />
Mw. Menco-Schweers pagina 25 onder<br />
Pelle Mug pagina 25 boven<br />
Dolf Niezen pagina 2/3, 8/9, 29 inzet, 30 rechts, 79 links<br />
Bert Noordberger pagina 26 links<br />
Frieda Schubert-van Nigtevegt pagina 12, 14 rechtsboven<br />
Jules Schweppe pagina 37 rechts<br />
André Swijtink pagina 24 boven<br />
Mw. Van Tongeren pagina 38 rechtsboven, 38 rechtsonder<br />
Kees Volkers pagina 34, 35 inzet, 39<br />
F. Waalberg pagina 53 rechtsonder<br />
Mw. Wilkes pagina 57 inzet, 59 rechts<br />
Jan Wijnbergen pagina 45 links