21.04.2016 Views

VO-magazine-mei-2016

VO-magazine-mei-2016

VO-magazine-mei-2016

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Digibeet of digiprof?<br />

Docent Richard van Dijk:<br />

‘Alles draait om het effect<br />

op leerlingen’<br />

MAGAZINE<br />

Brussel in de klas? In gesprek met Margalith Kleijwegt /<br />

Na zomerschool komt lenteschool / Dossier: digitale<br />

leermiddelen / Jay Marino over verbetering<br />

Magazine voor voortgezet onderwijs<br />

Mei <strong>2016</strong> / jaargang 10 6


ADVERTENTIE<br />

Cursussen<br />

In Arnhem, Gouda of op locatie<br />

Persoonlijk budget<br />

Wetgeving, registratie en relatie<br />

met formatieplanning.<br />

Starterscursus<br />

Inrichten van programma, tips en<br />

trucs in het gebruik.<br />

Vervangingen<br />

Het registreren van de vervanger<br />

en berekenen van de eventuele<br />

uitbreiding.<br />

Financiën en formatieplanning<br />

Van begroting naar lessen en<br />

taken.<br />

Lesplanning<br />

Van de eerste prognose tot aan<br />

het basisrooster.<br />

Voor direct inschrijven of vragen<br />

over cursussen op maat, kijk op:<br />

www.foleta.nl<br />

Specialist in formatieplanning,<br />

les- en taaktoedeling<br />

Sprint & Kurzweil<br />

dyslexiesoftware<br />

Lexima,<br />

unieke expertise<br />

in dyslexie<br />

Met Sprint of Kurzweil dyslexiesoftware kunt u het verschil maken!<br />

Veel leerlingen met dyslexie redden het niet zonder compenserende software.<br />

Scholen hebben een zorgplicht. Tienduizenden leerlingen krijgen al de beste<br />

ondersteuning met Sprint (Plus) of Kurzweil.<br />

Succes bij dyslexie staat of valt met een professionele aanpak. Lexima werkt al<br />

samen met duizenden scholen. Voor de meest passende oplossing met<br />

de beste prijs-kwaliteitsverhouding. Ook als bovenschools arrangement.<br />

Doet uw school al mee?<br />

www.lexima.nl/producten<br />

info@lexima.nl | tel: 033 - 434 8000<br />

[19-03-<strong>2016</strong>] <strong>VO</strong> Magazine - Sprint&Kurzweil.indd 1 22-2-<strong>2016</strong> 14:52:55


IN DIT NUMMER<br />

6 Margalith<br />

Kleijwegt<br />

Docenten weten zich<br />

geen raad met de<br />

toenemende maatschappelijke<br />

spanningen in<br />

de klas, signaleert<br />

journaliste Margalith<br />

Kleijwegt. Hoe overbruggen<br />

we de kloof?<br />

18 Lenteschool<br />

Voortbouwend op het<br />

succes van de zomerschool<br />

bieden steeds<br />

meer scholen ook in<br />

de <strong>mei</strong>vakantie een<br />

bijspijkertraject aan.<br />

14 Digiprof of<br />

digibeet<br />

De een kan (bijna) niet<br />

zonder, de ander wil<br />

(liever) niet mét. Drie<br />

docenten over hun<br />

verhouding tot ict.<br />

24 Digitale<br />

leermiddelen<br />

Waar blijven de digitale<br />

leermiddelen voor<br />

maatwerk? Die bal ligt<br />

bij de scholen. ‘Zet je<br />

behoefte beter in de<br />

markt.’<br />

En verder<br />

4 Kort / agenda<br />

5 1 Minuutje<br />

10 <strong>VO</strong>-congres in beeld<br />

13 Bestuurders over de <strong>VO</strong>2020-scan<br />

22 <strong>VO</strong> in beeld<br />

30 Goois Lyceum: excellent en regelluw<br />

32 Doorlopend leren op het Tiener College<br />

36 Waarom leerlabs inspireren<br />

38 Professionalisering: pak de regie!<br />

40 Jay Marino over verbetering<br />

42 Wie werkt waar / Colofon<br />

PAUL ROSENMÖLLER / <strong>VO</strong>ORZITTER<br />

Nieuwe cao biedt ruimte<br />

Het heeft even geduurd, maar nu ligt er na zestien<br />

maanden een onderhandelaarsakkoord voor een nieuwe<br />

cao. Wij zijn er, alles afwegend, positief over maar het<br />

laatste woord is aan u. Een loonsverhoging, hervorming<br />

van de sociale zekerheid en meer flexibiliteit in het<br />

opnemen van het persoonlijk budget zijn de hoofdpunten.<br />

Met een looptijd tot 1 oktober 2017 lijkt er voorlopig rust<br />

aan het cao-front te ontstaan. Rust die ruimte biedt om,<br />

ook met de vakbonden, het overleg voort te zetten over<br />

de onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen. Hoe kunnen<br />

we ons actieplan voor het versterken van het leraarschap<br />

realiseren? Hoe kunnen we middels meer ruimte en<br />

flexibiliteit het onderwijs op een hoger niveau brengen?<br />

Hoe kunnen we met voldoende beleefd eigenaarschap<br />

in de scholen het curriculum moderniseren zodat het<br />

onderwijs meer gaat boeien?<br />

Alsof deze vragen niet voldoende werk opleveren, kwam<br />

de Onderwijsinspectie in De Staat van het Onderwijs<br />

met de analyse dat de kansenongelijkheid van leerlingen<br />

in het funderend onderwijs is toegenomen. Dat kan onderwijs<br />

mensen niet onberoerd laten. Dat je afkomst nog<br />

steeds een rol speelt, zal voor velen als een ongemakkelijke<br />

realiteit voelen. Maar nu de verschillen groeien, vraagt<br />

dat om effectieve en gezamenlijke actie. Dat is echter<br />

gemakkelijker gezegd dan gedaan. Dragen de breed<br />

gedragen nieuwe regels voor de overgang po-vo onbewust<br />

bij aan dit fenomeen en welke conclusie trekken we<br />

daaruit? Versterkt de ‘categoralisering’ van het onderwijs,<br />

waar ik velen kritisch over hoor praten, onbewust de<br />

toename van de kansenongelijkheid? En als dat zo is,<br />

hoe keren we dan de trend? Wat betekent dit voor ons<br />

stelsel? Blijft dat een taboe of is het onvermijdelijk hier<br />

toch eens kritisch naar te kijken? Vragen die lastig genoeg<br />

zijn, maar rust op het cao-front kan ruimte en inspiratie<br />

geven voor het gezamenlijke antwoord.<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

3


KORT<br />

Jubileumactie voor Haïti<br />

De <strong>VO</strong>-raad bestaat in <strong>2016</strong> 10 jaar. Ter gelegen heid<br />

van ons jubileum zamelen wij geld in voor rampbestendige<br />

schoolgebouwen in Haïti. Voor 80.000<br />

euro maakt het Rode Kruis scholen in de gemeente<br />

Côtes-de-Fer rampbestendig en helpt het zo een hele<br />

gemeenschap aan een veilige schuilplaats tijdens<br />

natuurgeweld. Help levens redden en geef gul!<br />

jubileumactie.vo-raad.nl<br />

Conferentie Leren Verbeteren<br />

Wat moet u doen als de kwaliteit van uw onderwijs<br />

onder druk staat en u snel moet verbeteren?<br />

Het project Leren verbeteren heeft na acht jaar<br />

scherp in beeld wat er nodig is als het erop<br />

aankomt. Meer weten? Kom naar de conferentie<br />

‘School ontwikkeling: Als het erop aankomt’ op<br />

vrijdag 10 juni a.s. in het PEC Zwolle stadion.<br />

Meld u nu aan:<br />

www.projectlerenverbeteren.nl/conferentie/<br />

De Staat van de Schoolleider<br />

De <strong>VO</strong>-raad en Algemene Vereniging Schoolleiders<br />

(AVS) publiceerden onlangs ‘De Staat van de<br />

Schoolleider’, waarin vijf schoolleiders een beeld<br />

geven van de ontwikkelingen in hun beroepsgroep.<br />

www.vo-raad.nl/themas/professionaliseringschoolleiders-en-bestuurders/vo-raad-en-avspubliceren-de-staat-van-de-schoolleider-<br />

<strong>VO</strong>2020-SCAN<br />

Wim Kokx, directeur-bestuurder Openbare<br />

Scholengroep Vlaardingen Schiedam:<br />

‘Belangrijk voor behoud<br />

beleidsruimte’<br />

“Mijn schoolleiders en ik realiseren ons dat<br />

het nodig is een verantwoordings document<br />

in te vullen. Het is niet meer dan logisch als<br />

we van de overheid ruimte vragen om<br />

zelfstandig beleid uit te mogen voeren.<br />

Natuurlijk moeten we daarover verantwoording<br />

afleggen. De scan is in die zin een<br />

belangrijk middel om de beleids ruimte te<br />

houden; niet alleen in het sector akkoord,<br />

maar in het algemeen. We hebben zo hard<br />

gevochten voor de lumpsum en om daar<br />

geen discussie over te krijgen, moeten we de<br />

scan invullen.<br />

Behalve uit deze strategisch-politieke overweging,<br />

vul ik de scan ook in omdat ik daarmee<br />

een frisse blik krijg op hoe we het als<br />

school doen en hoe ik het als bestuurder doe.<br />

Het helpt om mijzelf vragen te blijven stellen<br />

als ‘hoe actief ga ik om met mijn jaarverslag?’<br />

of ‘hoe gaan we om met onze stakeholders?’.<br />

Dat is voor mij de inhoude lijke reden om de<br />

<strong>VO</strong>2020-scan in te vullen.”<br />

k<br />

Meer goede redenen om de <strong>VO</strong>2020-scan in<br />

te vullen? Kijk op p.13. Lees alles over de scan<br />

op www.vo2020.nl/vo2020-scan.<br />

AGENDA<br />

10<br />

MEI<br />

Pilotbijeenkomst data bevoegdheid<br />

Scholenopdekaart.nl<br />

Wie Bestuurders en schoolleiders<br />

Waar Utrecht<br />

12<br />

MEI<br />

Masterclass <strong>VO</strong>-academie ‘Leidinggeven<br />

aan gedragsverandering’<br />

Wie Schoolleiders<br />

Waar Amersfoort<br />

11<br />

MEI<br />

Masterclass <strong>VO</strong>-academie<br />

‘Governance in tijden van krimp’<br />

Wie Bestuurders<br />

Waar Utrecht<br />

25<br />

MEI<br />

Werkconferentie Elk talent telt!<br />

Wie Schoolleiders, bestuurders<br />

en docenten<br />

Waar Amsterdam<br />

4 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


1 MINUUTJE<br />

‘Stap 2’ helpt scholen bij het maken van een<br />

kwaliteitsslag naar een professionele organisatie.<br />

Daar is shrm een belangrijk onderdeel van. Hierbij<br />

horen twee nieuwe digitale instrumenten: ‘Spiegel<br />

Personeel & School’ en vijf praktische handleidingen.<br />

Met behulp hiervan kunnen scholen een betere<br />

verbinding tot stand brengen tussen hun ambities,<br />

organisatiedoelstellingen en personeelsbeleid.<br />

Hoe werkt de Spiegel Personeel & School?<br />

Genio Ruesen, lid van de centrale directie van het<br />

Bonhoeffer College in Enschede: “De schoolleiding en<br />

de medewerkers worden apart bevraagd over de stand van<br />

zaken rondom het hrm-beleid. Zo wordt de welbekende<br />

kloof zichtbaar tussen de beleidsmaker die van bovenaf<br />

tevreden toekijkt, en de medewerkers op de werkvloer,<br />

wier beleving van dat beleid vaak heel anders is. De spiegel<br />

maakt dat heel helder zichtbaar.”<br />

Wat hebben jullie door de Spiegel ontdekt?<br />

“Ik vond dat wij helder beleid geformuleerd hadden rond<br />

de invoering van de functiemix. Naar mijn weten hadden<br />

we dat ook goed op de schoollocaties kenbaar gemaakt; we<br />

hebben nog een rondje gemaakt om uit te leggen hoe het<br />

zit. Maar wat bleek: mensen vragen zich toch af hoe het in<br />

elkaar steekt. Onze uitleg is kennelijk onvoldoende geweest.<br />

Wat mee kan spelen, is dat er veel nieuwe lb-docenten<br />

zijn binnengekomen. Zij hebben deze uitleg nog niet gehad.<br />

Wij concluderen in elk geval dat we in onze introductie<br />

voor nieuwe docenten ook aandacht moeten besteden aan<br />

ons ontwikkelbeleid.”<br />

De vijf praktische handreikingen gaan over<br />

begeleiding startende leraren, bevoegd aan de slag,<br />

meer differen tiatie in de klas, meer masteropgeleide<br />

docenten en ICT-vaardigheden en e-didactiek.<br />

Levert dat geen enorme administratie op?<br />

“Zo ervaren wij het niet. Het is eerder een handige checklist<br />

die je gebruikt bij het uitvoeren van je hrm-beleid. Die houd<br />

je er gewoon even bij wanneer je op hrm-gebied iets nieuws<br />

gaat doen. Zo weet je zeker dat je niets belangrijks vergeet.”<br />

31<br />

MEI<br />

Congres Steunpunt<br />

Opleidingsscholen<br />

Wie Schoolleiders en bestuurders<br />

Waar Vianen<br />

15<br />

JUN<br />

Masterclass <strong>VO</strong>-academie ‘Verandering<br />

in de school: de rol van bestuurders’<br />

Wie Bestuurders<br />

Waar Eindhoven<br />

2<br />

JUN<br />

Algemene ledenvergadering (ALV)<br />

Wie Leden <strong>VO</strong>-raad<br />

Waar Nog niet bekend<br />

Kijk voor meer informatie op<br />

www.vo-raad.nl/bijeenkomsten<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

5


INTERVIEW<br />

STEUN SCHOOLLEIDING<br />

BELANGRIJK <strong>VO</strong>OR<br />

DOCENTEN<br />

BOTSENDE<br />

WERELDEN<br />

6 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


Of het nu gaat over 9/11, de moord op Theo van Gogh of de<br />

bomaanslagen in Parijs en Brussel: steeds vaker botsen maatschappelijke<br />

opvattingen in de klas. Margalith Kleijwegt sprak in opdracht van OCW<br />

met directeuren, docenten en leerlingen. Een docent: ‘Ineens stond er een<br />

heel grote muur tussen mij en mijn leerlingen.’<br />

Tekst: Marguerite Irrgang / Foto’s: Fred van Diem<br />

In haar rapport ‘2 werelden, 2 werkelijkheden. Hoe ga<br />

je daar als docent mee om?’ constateert Kleijwegt na<br />

een rondgang langs zeventien scholen dat de actualiteit<br />

een grote impact heeft op het dagelijkse leven op<br />

scholen. Leerlingen met totaal verschillende denkbeelden<br />

zitten bij elkaar in de klas en zijn niet echt in elkaar<br />

geïnteresseerd. De een stemt PVV en de ander is vroom<br />

moslim. Allochtone studenten hebben het gevoel dat ze<br />

worden achtergesteld en gediscrimineerd. Bij autochtone<br />

studenten leeft een gevoel van onveiligheid. Ze voelen<br />

zich bedreigd en vragen zich af hoe het verder moet als<br />

ze straks misschien in de minderheid zijn. ”In sommige<br />

klassen mengen de leerlingen totaal niet. De een komt<br />

uit een gezin uit de Kop van Noord-Holland en de<br />

ander komt uit een gezin dat net naar Mekka is geweest.<br />

Dat zijn totaal tegenovergestelde werelden en dat is<br />

lastig”, vertelt Kleijwegt.<br />

‘Ineens stond er een heel grote muur<br />

tussen mij en mijn leerlingen’<br />

Onveilig<br />

De zorg om radicalisering op school, Kleijwegt noemt<br />

het ‘mentale segregatie’, leeft bij veel docenten in het<br />

hele land. Het maakt niet uit of het nu gaat om een<br />

school in de Randstad of de Achterhoek: overal zijn<br />

maatschappelijke issues doorgedrongen in het klaslokaal.<br />

In haar rapport schrijft Kleijwegt over Ruud, een gewone<br />

Nederlandse jongen die moslim was geworden en opeens<br />

gratis korans stond uit te delen op school. “Hij had in de<br />

moskee een stapel korans meegekregen om weg te geven<br />

en probeerde zieltjes te winnen. Tot die tijd was hij op<br />

school niet opgevallen. Ook thuis bleek dat hij<br />

veranderde; misschien kwam het omdat zijn vader net<br />

was overleden. Zijn moeder moest van hem opeens een<br />

hoofddoek dragen en hij riep thuis regelmatig ‘Allah<br />

akbar’. De teamleider van Ruuds school zocht hulp bij<br />

de politie. Die stuurde een artikel dat ook op internet te<br />

vinden was en bood weinig steun. Wat erin stond, had<br />

de docent zelf ook kunnen bedenken. Intussen is Ruud<br />

helemaal uit beeld verdwenen. Mogelijk is hij naar Syrië<br />

afgereisd.”<br />

Veilig<br />

Kleijwegt legt uit dat dit niet dagelijks op scholen<br />

gebeurt. “Er zijn ook heel veel jongeren die leuk met<br />

elkaar omgaan en het fijn hebben. Er ontstaan op school<br />

ook multiculturele vriendschappen. Op veel scholen<br />

heerst over het algemeen een goede sfeer. Toch zijn er<br />

wel problemen waar docenten mee tobben. De aanslagen<br />

in Parijs in januari 2015 waren een soort kantelmoment.<br />

Ik bezocht toen samen met vicepremier Lodewijk<br />

Asscher een paar scholen en besefte dat de wereld steeds<br />

complexer is geworden en dat dat doordringt op scholen.<br />

Het is voor sommige docenten moeilijk om het gesprek<br />

met hun leerlingen aan te gaan. Veel docenten vinden<br />

dat het wel nodig is dat er over die kwesties en<br />

spanningen wordt gesproken, maar ze worstelen met de<br />

manier waarop. Zelf weten ze soms ook niet wat ze van<br />

de actuele ontwikkelingen vinden of ze zijn zelf bezorgd<br />

over de toekomst. Bij dit soort moeilijke gesprekken<br />

zoekt de docent ondersteuning en in mijn rondgang zag<br />

ik dat ondersteuning vanuit de opleiding heel essentieel<br />

is. Op scholen waar de schooldirectie of het bestuur<br />

aangeeft dat het de docenten ondersteunt, heerst een<br />

bepaalde sfeer. Een sfeer die meer open is. Het feit dat<br />

het probleem een bepaalde legitimiteit of erkenning<br />

wordt gegeven, biedt de docenten al een veiliger gevoel.<br />

Ze voelen zich op die manier beschermd”, verklaart<br />

Kleijwegt.<br />

‘Jongeren moeten worden binnen- in<br />

plaats van buitengesloten’<br />

Kritisch nadenken<br />

Tijdens haar rondgang heeft Kleijwegt geen enkele<br />

docent gezien die niet van goede wil is. Wel ontbreekt<br />

soms de kennis en ervaring voor het voeren van een<br />

moeilijk gesprek. Leerlingen helpen bij het kritisch<br />

nadenken over maatschappelijke ontwikkelingen is<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

7


INTERVIEW<br />

‘Studenten zitten tussen twee vuren; die<br />

van school waar je je volgens regels moet<br />

gedragen en die van de straat waar andere<br />

normen gelden’<br />

belangrijk in deze complexe wereld. “Leerlingen kunnen<br />

elkaar beter begrijpen als ze empathie voor elkaar<br />

kunnen opbrengen.”<br />

Daarnaast zag Kleijwegt dat dé waarheid niet meer<br />

bestaat. “Leerlingen bekijken de wereld vanuit een<br />

verschillend perspectief. Leer docenten hoe ze om<br />

moeten gaan met al die verschillende wereldbeelden.<br />

Wat doe je als er wordt gezegd dat de dood van het<br />

Syrische jongentje Aylan, die met zijn gezicht op het<br />

strand lag aan de Turkse kust, door de media in scene<br />

is gezet? Of als leerlingen beweren dat de aanslag op het<br />

Franse <strong>magazine</strong> Charlie Hebdo geen daad is van IS,<br />

maar van zionisten? Voor een docent is het heel moeilijk<br />

om hiermee om te gaan. Voor dit soort dilemma’s zou<br />

meer aandacht moeten zijn. De docent moet op zo’n<br />

moment doorvragen en uitvinden waar de leerling die<br />

wijsheid vandaan haalt. Extra ondersteuning is hierbij<br />

geen overbodige luxe”, vertelt Kleijwegt.<br />

‘We mogen burgerschap nu zelf<br />

invullen, met als gevolg dat dat heel<br />

verschillend gebeurt, terwijl het zo<br />

verschrikkelijk belangrijk is!’<br />

Handelingsverlegen<br />

Adviezen van deskundigen zijn zeer welkom. Wanneer is<br />

iets een gedragsprobleem en wanneer is er sprake van<br />

radicalisering? Op een hogeschool in Rotterdam is een<br />

oud-politieman als veiligheidscoördinator aangesteld.<br />

Hij probeert met docenten oplossingen te vinden voor<br />

studenten die geen aansluiting meer vinden. “‘Toenemend<br />

zorgelijk gedrag’ is de term die hij gebruikt<br />

wanneer er zich incidenten voordoen. De veiligheidscoördinator<br />

zegt dat blijven praten het allerbelangrijkste<br />

is. Het valt hem op dat de tegenstellingen binnen het<br />

onderwijs groeien. Hij ziet bij veel docenten ‘handelingsverlegenheid’.<br />

Een eufemisme voor je geen raad weten<br />

met de situatie en dus maar helemaal niets doen.<br />

Hij vindt dat docenten en directies beter moeten<br />

worden toegerust om met onwelgevallige meningen en<br />

onverwachte situaties om te gaan”, verklaart Kleijwegt.<br />

Uit het onderzoek blijkt ook dat docenten vaak een<br />

afstand voelen tussen zichzelf en hun leerlingen.<br />

Kleijwegt geeft een voorbeeld uit de dagelijkse praktijk.<br />

“Ik hoorde een verhaal over leerlingen die filmpjes<br />

lieten zien waarin de aanslagen op de Twin Towers in<br />

een heel ander daglicht werden gesteld. Hoe ga je om<br />

met een leerling die zegt dat de vliegtuigen die in de<br />

torens vlogen, niet bemand waren? Hoe ga je om met<br />

welke complottheorie dan ook? Dit zijn lastige situaties<br />

waarin docenten terechtkomen. Je moet als docent<br />

nadenken hoe je hierin staat en of je wel of niet gaat<br />

meebuigen. Hoe je denkt over een bepaalde kwestie en<br />

of je jouw eigen mening erin laat meespelen of niet.”<br />

Gevoelens en feiten<br />

Sinds 2006 moeten scholen aandacht besteden aan<br />

burgerschap. De lessen burgerschap zijn bij uitstek de<br />

gelegenheid om dit soort maatschappelijke kwesties<br />

bespreekbaar te maken. In deze lessen kunnen leerlingen<br />

leren om onderscheid te maken tussen gevoelens en<br />

feiten. Kleijwegt: “Het zou nog mooier zijn wanneer<br />

burgerschap geen apart vak was en dat ‘kritisch nadenken’<br />

in alle lessen zat. Regelmatig kwam er bij een discussie in<br />

de klas ook een veelbelovende reactie. In een les burgerschap<br />

vertelde een docent dat het voor allochtone<br />

jongeren vaak erg moeilijk is om een stageplek te vinden.<br />

In die klas zaten veel leerlingen die het PVV-gedachtegoed<br />

aanhingen. Aan het eind van de les vroeg de leraar<br />

aan de klas of iemand iets nieuws had geleerd of anders<br />

was gaan denken. Een <strong>mei</strong>sje stak haar hand op en zei<br />

dat ze dit niet wist dat het vinden van een stageplaats zo<br />

moeilijk was en dat haar blik hierdoor was veranderd.<br />

Dan zie je hoe belangrijk feiten zijn; dingen bespreekbaar<br />

maken kan een ander gezichtspunt opleveren.”<br />

Allochtone docenten<br />

Niet alleen de leerlingen zouden meer begrip voor<br />

elkaar moeten hebben. Soms staat de wereld van de<br />

docent ver van die van de leerling. “De ene docent is<br />

beter in het opbouwen van een relatie met een leerling<br />

als de andere. De aanstelling van meer allochtone<br />

docenten zou kunnen helpen in deze ingewikkelde tijd.<br />

Zij kunnen beter aansluiting vinden bij de allochtone<br />

doelgroep en een rolmodel zijn. In de moslimwereld<br />

is op dit moment bovendien veel aan de hand. Als een<br />

docent zelf uit die wereld komt, dan kan het fijn zijn<br />

als iemand snapt in wat voor positie die leerling zit.<br />

8 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


Hoe zijn wereld in elkaar zit”, aldus<br />

Kleijwegt.<br />

‘Gelijkwaardigheid is<br />

zo belangrijk, het is de<br />

basis voor een gevoel van<br />

veiligheid’<br />

Soms komen er verzoeken die door<br />

een opleiding niet worden ingewilligd.<br />

Op de Hogeschool van Amsterdam<br />

zaten twee moslima’s die vroegen om<br />

een gebedsruimte. Ze reisden elke dag<br />

een heel eind en hadden onderweg niet<br />

de mogelijkheid om te bidden. De<br />

school voldeed niet aan dit verzoek.<br />

Een docente heeft hen toen meegenomen<br />

naar een moskee die vlakbij is. Daarheen<br />

gaan, was ook een oplossing. Doordat de<br />

docente inzag dat dit belangrijk was en<br />

meedacht, voelden de studenten zich<br />

gehoord. Kleijwegt: “Zulke mensen<br />

hebben we hard nodig in het onderwijs.<br />

Op scholen waar meer allochtone<br />

docenten werken, is de sfeer is beter.<br />

We hebben in deze tijd op scholen<br />

mensen nodig met verschillende culturele<br />

achtergronden. Leer van elkaar en laat<br />

leerlingen en docenten zich nog meer in<br />

elkaar gaan verdiepen. Veel aandacht<br />

voor geschiedenis, religie, cultuur en<br />

het onderbouwen van meningen aan<br />

de hand van feiten is daarbij belangrijk.<br />

Daar kunnen scholen niet vroeg genoeg<br />

mee beginnen. Ik ging vijftien jaar<br />

geleden al bij scholen op bezoek. Ik<br />

maakte me toen al zorgen en dat doe<br />

ik nu nog. Toen werd er veel geschreven<br />

over moeilijkheden bij het geven van<br />

lessen over de Tweede Wereldoorlog<br />

aan een bepaalde groep leerlingen. Dat<br />

probleem lijkt nu minder te bestaan,<br />

maar we zijn er nog niet.”<br />

CV MARGALITH KLEIJWEGT<br />

Margalith Kleijwegt (64) is sinds 2012<br />

zelfstandig onderzoeker, schrijfster en<br />

journalist. Ze schrijft verhalen over onderwijs,<br />

opvoeding en de multiculturele samenleving.<br />

In 2005 verscheen bij uitgeverij Atlas-Contact<br />

haar boek Onzichtbare ouders. Ze sprak<br />

voor dit boek met kinderen en vooral de<br />

ouders van een zwarte vmbo-klas in<br />

Amsterdam-West. De buurt waar Mohammed<br />

B. opgroeide, de moordenaar van Theo van<br />

Gogh. In 2014 verscheen het boek Familie is<br />

alles, het vervolg op Onzichtbare ouders.<br />

Daarnaast zijn van haar hand veel publicaties<br />

verschenen over maatschappelijke ontwikkelingen.<br />

Het onderzoek ‘2 werelden, 2 werkelijkheden’<br />

is te downloaden van rijksoverheid.nl<br />

(zoek op ‘2 werelden’).<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

9


<strong>VO</strong>-CONGRES <strong>2016</strong><br />

MEER TIJD EN RUIMTE<br />

<strong>VO</strong>OR ONTWIKKELING<br />

Er moet meer tijd en ruimte komen voor leraren<br />

om te kunnen werken aan hun professionele<br />

ontwikkeling en de gewenste ontwikkeling van<br />

het onderwijs. Dat stelde Paul Rosenmöller op het<br />

<strong>VO</strong>-congres <strong>2016</strong>, dat op 31 maart plaatsvond<br />

in Nieuwegein.<br />

Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

Op het congres, dat geheel in het teken stond van<br />

‘de professionele school’ en ‘professionele ruimte<br />

voor de leraar’, presenteerde de <strong>VO</strong>-raad een<br />

actieplan met zeven concrete punten om het<br />

lerarenberoep aantrekkelijker te maken. Een van<br />

de voorstellen was dat scholen per jaar per voltijds<br />

leraar 100 uren extra krijgen om ontwikkeltijd<br />

voor leraren te creëren.<br />

In zijn speech ging Rosenmöller daarnaast in<br />

op de ontwikkelingen rondom maatwerk en het<br />

maatwerkdiploma, waarbij hij ook het woord gaf<br />

aan Ludciëlla, vmbo-leerlinge op het Maarten<br />

van Rossem. Met haar verhaal over het volgen van<br />

vakken op een hoger niveau toonde zij nogmaals<br />

het belang van dit maatwerk(diploma) aan.<br />

De wijze waarop het onderwijs op de huidige<br />

vluchtelingenstroom anticipeert, werd onderstreept<br />

door Amina, een 15-jarige leerlinge die vorig jaar<br />

uit Syrië naar Nederland vluchtte en in goed<br />

Nederlands haar verhaal deed. Op het congres was<br />

ook staatssecretaris Dekker aanwezig. Hij toonde<br />

zich positief over het gepresenteerde actieplan.<br />

Staande ovatie<br />

Om tot veranderingen te kunnen komen, is<br />

gedragsverandering van medewerkers nodig,<br />

benadrukten ook gastsprekers Wiebe Draijer<br />

(McKinsey, SER, Rabobank) en Jay Marino<br />

(onderwijsvernieuwer uit de VS, zie ook pagina<br />

40). Schoolleiders hebben een belangrijke rol bij<br />

10 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


het bewerkstellingen van deze gedragsverandering.<br />

“Zij zijn cruciaal om mensen<br />

anders te laten denken en handelen en hen<br />

mee te krijgen met veranderingen”, aldus<br />

Marino.<br />

Na een middagprogramma vol lezingen<br />

(van onder meer neuropsycholoog Margriet<br />

Sitskoorn en PSV-directeur Toon Gerbrands),<br />

workshops en expertmeetings zorgde<br />

cabaretier en oud-leraar Peter Heerschop<br />

voor een humorvolle afsluiting. Het eindwoord<br />

was aan Isabella, leerlinge van het<br />

Haarlemmermeer Lyceum. Haar inspirerende<br />

betoog over het belang van onderwijs –<br />

‘Onderwijs is de verlichting in ons leven’ –<br />

leverde een staande ovatie op.<br />

Een uitgebreide impressie met video’s,<br />

foto’s en samenvattingen vindt u in het<br />

online <strong>magazine</strong> over het <strong>VO</strong>-congres:<br />

voraad.ccreader.nl.<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

11


ADVERTENTIE<br />

<br />

Voor vertrouwen, veiligheid,<br />

rust en wederzijds respect<br />

<br />

<br />

• <br />

• <br />

• <br />

• <br />

• Preventief en curatief<br />

Opleiding voor individuele docenten en teams<br />

• Gratis volgsysteem, door COTAN positief beoordeeld<br />

• Aanpak van pesten, erkend effectief (NJi)<br />

Ouders, docenten en leerlingen verlangen een school<br />

die goede leerresultaten weet te behalen en de<br />

veiligheid weet te waarborgen.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

(036) 548 94 05<br />

info@kanjertraining.nl<br />

kanjertraining.nl<br />

MASTER INTEGRAAL LEIDERSCHAP<br />

NVAO-erkend<br />

Deze master-studie biedt leidinggevenden in<br />

het onderwijs verdieping om leerprocessen<br />

op alle niveaus van de schoolorganisatie<br />

duurzaam te verbeteren.<br />

IK GA VERDER MET ONDERWIJS, U OOK?<br />

De naadloze aansluiting bij de praktijk was voor mij een<br />

belangrijke reden om te kiezen voor de Master Integraal<br />

Leiderschap bij CNA Leiderschapsacademie.<br />

Wat ik in de opleiding leer, kan ik direct toepassen op<br />

mijn school. Daarnaast merk ik dat ik kritischer ben<br />

geworden en meer evidence based te werk ga.<br />

Heb je nog vragen? Aarzel<br />

niet en neem contact met<br />

ons op. We beantwoorden<br />

je vragen graag!<br />

CNA LEIDERSCHAPSACADEMIE<br />

020 - 568 20 33<br />

info@cna-leiderschapsacademie.nl<br />

WWW.CNA-LEIDERSCHAPSACADEMIE.NL<br />

CNA Leiderschapsacademie is onderdeel van NSO-CNA, toonaangevend in opleidingen voor onderwijsleiderschap en schoolontwikkeling.


<strong>VO</strong>2020-SCAN<br />

INVULLEN LOONT!<br />

Weinig mensen zullen het invullen van vragenlijsten in hun lijst met<br />

favoriete bezigheden hebben staan. Maar de <strong>VO</strong>2020-scan is de<br />

moeite waard, zeggen drie vo-bestuurders. ‘Het geeft me een frisse blik<br />

op hoe wij het als school doen en hoe ik het als bestuurder doe.’<br />

Tekst: Hanneke van der Linden / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

Bart de Grunt, rector/bestuurder Rembrandt College<br />

Veenendaal:<br />

‘Scan corrigeert navelstaren’<br />

Romain Rijk, bestuursvoorzitter Stichting Carmelcollege:<br />

‘Nodig voor politieke borging sectorakkoord’<br />

“Als de sector bij elkaar komt is het, op een paar<br />

vertrouwe lijke gesprekken na, één en al halleluja. Alles is<br />

mooi en goed, niemand heeft last van krimp of wat dan<br />

ook en iedere school draait fantastisch. De <strong>VO</strong>2020-scan<br />

corrigeert en geeft een objectief beeld. Laatst heb ik de<br />

meting van onze school bijgewerkt. Vergeleken met de<br />

benchmark hebben we een leuke en goeie school. Dat is<br />

fijn om te weten, want ik wil als rector en bestuurder niet<br />

achteraan hobbelen. Dit geeft rust, dat onze school goed<br />

op weg is en dat bloedspoed niet nodig is. Daar zijn onze<br />

docenten dan ook weer blij mee. De scan doen is een<br />

moment van reflectie. Je toetst dat wat je zelf aan het<br />

doen bent aan het bredere kader dat we met elkaar<br />

hebben afgesproken in de sector. Het richt mijn blik naar<br />

buiten en laat mij nadenken over onder meer de<br />

maatschappelijke opdracht van het onderwijs. Op deze<br />

manier corrigeert de scan navelstaren en draagt hij bij aan<br />

openheid en transpa rantie, zodat we echt kunnen leren en<br />

groeien met elkaar.”<br />

‘De scan draagt bij aan openheid,<br />

zodat we echt kunnen groeien met elkaar’<br />

“De <strong>VO</strong>2020-scan wordt door een aantal van onze scholen<br />

en schoolleiders ingevuld. Dat voelt voor hen wellicht als<br />

het afleggen van een dubbele verant woording omdat we ook<br />

een intern document hebben dat Koers 2020 heet. Toch doe<br />

ik een steeds dringender oproep om ook de <strong>VO</strong>2020-scan in<br />

te vullen. Niet omdat we over de scan op zich nou zo enorm<br />

enthousiast zijn, maar omdat het een belangrijk verantwoordings<br />

document is naar het ministerie over de stand van<br />

zaken rond het sectorakkoord op scholen, en samenhangend<br />

daarmee, over de financiering van het sectorakkoord. Dat<br />

is belangrijk omdat we niet willen dat de politiek bij gebrek<br />

aan verantwoording van onze kant de lumpsumfinanciering<br />

(ook van het sectorakkoord) ter discussie stelt. We willen de<br />

Tweede Kamer en de staats secretaris natuurlijk geen munitie<br />

geven. De scan is dus ook een middel om de financiering<br />

van het sectorakkoord te borgen.”<br />

‘We willen de Tweede Kamer geen<br />

munitie geven’<br />

Lees alles over de scan op www.vo2020.nl/vo2020-scan.<br />

Vul de <strong>VO</strong>2020-scan in op mijn.vensters.nl<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

13


<strong>VO</strong>2020<br />

HELE-<br />

MAAL<br />

VAN<br />

DEZE<br />

Ze schijnen nog te bestaan,<br />

docenten die getypte s.o.’tjes<br />

kopiëren, thuis alleen een<br />

vaste telefoon hebben en niet<br />

kunnen appen. Hun leerlingen<br />

kunnen terecht bij het LAKSmeldpunt<br />

‘Help! Mijn docent is<br />

digibeet!’. De drie docenten<br />

in deze portretten verhouden<br />

zich elk op een andere manier<br />

tot digitale media. Hoe<br />

relateren zij ict-vaardigheid<br />

aan hun docentschap?<br />

Tekst: Martijn Laman / Fotografie: Josje Deekens<br />

TIJD<br />

‘IEDERE SECTIE EEN KEY USER’<br />

Jorrit de Boer is docent levensbeschouwing en<br />

collega van Sjoerd Visser op het Eerste Christelijk<br />

Lyceum in Haarlem. Sinds begin van dit schooljaar<br />

wordt hij ingewerkt als ict-coördinator van de<br />

school, waar het vaak gaat over ‘het leren van<br />

morgen’.<br />

“Binnen onze scholengemeenschap zijn we intensief<br />

bezig met ‘het leren van morgen’. Bij de inzet van<br />

digitale middelen is ons uitgangspunt dat docenten<br />

professioneel genoeg zijn om zelf te bepalen hoe zij<br />

het hoogste rendement behalen. In die ‘leven en laten<br />

leven’-situatie komt nu wel beweging. We merken<br />

dat leerlingen tegenwoordig echt anders omgaan<br />

met informatie. Ze zijn gewend om op hun wenken<br />

bediend te worden: als ze een vraag hebben, zoeken<br />

ze online het antwoord meteen op.<br />

We richten ons hier steeds meer op blended learning.<br />

De methode is een basis, maar als docent probeer je<br />

zoveel mogelijk extra materiaal beschik baar te stellen<br />

om recht te doen aan verschillen: verwerkingsopdrachten,<br />

diagnostische toetsen, noem maar op.<br />

14 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


‘LESGEVEN DRAAIT OM<br />

INTERACTIE’<br />

Sjoerd Visser geeft nu veertig jaar fulltime<br />

geschiedenis op het Eerste Christelijk Lyceum<br />

in Haarlem. Hij ervaart dat je het boeien<br />

en onderwijzen van je leerlingen niet kunt<br />

overlaten aan digitale leermiddelen.<br />

“Je moet als docent een entertainer zijn. Kinderen<br />

kunnen boeien, dat is heel belangrijk. Voor docenten<br />

die dat niet goed onder de knie hebben, zijn tablets<br />

of iPads misschien een oplossing. Persoonlijk vind ik<br />

dat niks. Lesgeven draait om contact met je leerlingen<br />

en dat moet je op verschillende manieren tot stand<br />

kunnen brengen, elke les weer. Dat vergt wel ervaring.<br />

Wat ik nu doe, had ik veertig jaar geleden niet gekund.<br />

Ik vind leerlingen de afgelopen decennia veel minder<br />

veranderd dan docenten. Van de zeventig docenten<br />

hier zijn er nog maar vijf voltijds, dat zegt wel iets. Al<br />

hebben we hier ook onder de jonge docenten zonder<br />

meer pareltjes.<br />

‘Ik heb totaal niet het gevoel dat ze<br />

denken: ‘we moeten weer naar die<br />

ouwe vent’’<br />

Hoewel ook ik docent ben, is de afstand<br />

tussen mij als ict-coördinator en docenten met<br />

ict-vragen best groot. Soms speelt schaamte<br />

een rol: ‘Dat had ik eigenlijk al moeten weten.’<br />

Vanaf volgend jaar leiden we binnen iedere<br />

vaksectie een key user op; een docent die net<br />

iets meer van ict weet en het eerste aanspreekpunt<br />

wordt bij ict-ontwikkelings vragen. Die key<br />

users kunnen het ict-perspec tief structureel<br />

meenemen in sectievergaderingen. Zo krijgt<br />

ons toekomstige onderwijs steeds meer vorm.”<br />

Lezen is een van de belangrijkste maar moeilijkste<br />

vaardigheden voor leerlingen. Ik vind het doodzonde<br />

dat dit in het voortgezet onderwijs slecht gedaan wordt.<br />

Ik lees altijd met mijn leerlingen en ik heb totaal niet<br />

het gevoel dat ze denken ‘we moeten weer naar die<br />

ouwe vent’. Ook ik zie de voordelen van internet; ik<br />

gebruik films als Elizabeth en dergelijke. Maar alléén als<br />

onderdeel van het entertainment, en ik leg er altijd bij<br />

uit. Ik denk niet dat YouTube het lezen kan vervangen.<br />

Je ziet nu dat zelfs scholen in Silicon Valley weer<br />

teruggrijpen naar boeken.<br />

Lesgeven vind ik nog steeds ontzettend leuk, al heb<br />

ik door de bredere exameneisen gewoon de tijd niet<br />

meer voor lessenseries over China of India. Ik probeer<br />

leerlingen vooral te laten ervaren hoe leuk het leren op<br />

zichzelf al is; het communiceren, het debatteren, het<br />

beredeneren. Dat wordt nogal eens uit het oog verloren.<br />

Leerlingen mogen bij mij trouwens gewoon hun<br />

mobieltje mee de klas in nemen. Ze nemen mijn lessen<br />

bijvoorbeeld op. Ik hoor zelfs van leerlingen die zo’n<br />

opname dan bij het avondeten afspelen, waarbij er hele<br />

discussies ontstaan over het onderwerp. Dan heb ik<br />

toch mooi bereikt wat ik wilde bereiken.”<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

15


‘HET DRAAIT OM HET<br />

EFFECT OP LEERLINGEN’<br />

Richard van Dijk, van oorsprong biologiedocent,<br />

geeft tegenwoordig wiskunde op<br />

locatie Thomas a Kempis van het Arentheem<br />

College in Arnhem. Van Dijk geeft twaalf uur<br />

les, leidt een project rond verrijkingsprogramma’s<br />

voor intelligente leerlingen en is samen<br />

met collega Lennart Becking kartrekker waar<br />

het gaat om digitale didactiek.<br />

“Lennart en ik hebben vooral drie taken. Ten eerste<br />

onderzoeken we op welk niveau docenten nu digitale<br />

hulpmiddelen inzetten en wat wij of anderen daaraan<br />

kunnen bijdragen. Een aantal collega’s neemt<br />

bijvoorbeeld deel aan een leerlab van de <strong>VO</strong>-raad, waar<br />

we de resultaten van ons werk ook mee delen. Ten<br />

tweede bekijken we hoe we een device in de klas kunnen<br />

introduceren, uitgaand van de behoefte bij docenten en<br />

leerlingen. Ten slotte zijn we bezig met de vormgeving<br />

van docentontwikkelteams die gezamenlijk specifieke<br />

digitale problemen aanpakken. Op onze school werkte<br />

ik als een van de eerste docenten met het digibord en<br />

software als Geogebra. Tegenwoordig richt ik me steeds<br />

meer op de vraag hoe docenten dergelijke instrumenten<br />

kunnen inzetten ten behoeve van hun onderwijs. Met<br />

programma’s als Socrative kun jij zien of je leerlingen<br />

de vakinhoud echt snappen en met de app Mentimeter<br />

kun je na afloop van een les zien welke begrippen het<br />

best zijn blijven hangen. Maar ook: hoe kun je een klas<br />

vol tablets managen? Dat zijn interessante onderwerpen.<br />

‘Als ik zo’n kubus met een schaar uit<br />

papier knip, is het effect hetzelfde’<br />

Het moet wel draaien om het effect op leerlingen. Voor<br />

ruimtelijk inzicht kan ik best een app gebruiken om een<br />

kubus te bouwen, maar als ik zo’n kubus met een schaar<br />

uit papier knip, is het effect hetzelfde. Ik heb wel het<br />

idee dat bepaalde leerlingen door zo’n digitale component<br />

wat meer gefocust zijn op de stof: ze ‘mogen’ hun<br />

mobiele telefoon gebruiken in de les. Soms kun je<br />

leerlingen er echt dichter mee op een onderwerp<br />

brengen. Lennart had pas zijn mobiele telefoon<br />

gekoppeld aan een 3D-viewer met een Virtual Realityfilmpje<br />

over het leven van een vluchteling. Daarmee<br />

duiken leerlingen echt in de belevingswereld van<br />

vluchtelingen. Daar kan geen verhaal tegenop, toch?<br />

Ik begrijp wel waarom het LAKS een meldpunt heeft<br />

ingericht, maar betrek leerlingen dan liever direct<br />

bij het verbeteren van de kwaliteit van de lessen op<br />

digitaal gebied! Daar kan best uit komen dat een groep<br />

docenten écht achterloopt, maar als school kun je daar<br />

dan goed op inspelen, bijvoorbeeld met scholing.”<br />

16 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


‘DE KEUZE IS ENORM<br />

VERRIJKEND’<br />

Stefan van der Weide is docent geschiedenis<br />

en maatschappijleer op scholengemeenschap<br />

Stad en Esch in Meppel. Hij schreef interactieve<br />

iBooks en maakt al jaren filmpjes over talloze<br />

onderwerpen binnen zijn vakgebied. Op<br />

YouTube worden die soms duizenden keren<br />

bekeken.<br />

“Dat ik filmpjes met uitleg maak, begon vanuit de<br />

vraag van leerlingen zelf. Rond 2008 voerden we het<br />

werken met laptops in en kwamen digitale schoolborden<br />

de school binnen. Ik ontdekte hoe efficiënt<br />

het was om mijn uitleg in digitale presentaties te zetten.<br />

Van leerlingen kreeg ik al snel de vraag of ik die<br />

presentaties via de elo wilde delen, als ondersteuning bij<br />

het leren. Dat deed ik. Maar mijn presentaties bevatten<br />

weinig tekst. Dus kreeg ik meer vragen: ‘Wat betekent<br />

dit? Hoe zat dat ook weer?’ Waarop ik het idee kreeg<br />

om van die presentaties video’s te maken en de uitleg in<br />

te spreken. Gewoon om het delen makkelijker te<br />

maken, heb ik er toen voor het eerst eentje op YouTube<br />

gezet. Daar kreeg ik tweets over: ‘Goh, bezig met<br />

flipping the classroom?’. Maar daar had ik op dat<br />

‘Onze rol is misschien nog wel<br />

belangrijker dan vroeger’<br />

moment nog nooit van gehoord. Ik heb vanaf 2004 nog<br />

jaren met krijtborden gewerkt. Het computerlokaal<br />

moest je speciaal reserveren. Ik verlang daar niet naar<br />

terug. Visueel is het onderwijs nu veel aantrekkelijker<br />

voor leerlingen. Vroeger was je als docent ook de<br />

belangrijkste informatiebron voor je vakgebied. Koning<br />

in eigen klas. Maar als een leerling mijn uitleg nu niet<br />

goed vindt, kan hij of zij online zo de uitleg van iemand<br />

anders bekijken. Onze rol als docent is misschien nog<br />

wel belangrijker dan vroeger, juist door de wereld aan<br />

informatie die leerlingen binnen handbereik hebben.<br />

Wie zoekt op ‘Tweede Wereldoorlog’, krijgt miljoenen<br />

hits. Hoe sorteer je die informatie, waar let je op? Het<br />

is mijn taak om leerlingen daarin te begeleiden. Voor<br />

docenten zelf kan al die keuze enorm verrijkend zijn.<br />

We kunnen lesstof nu veel makkelijker op verschillende<br />

manieren aanbieden. Daar ligt absoluut de kracht van<br />

ict. En als je daar als docent hier op Stad en Esch<br />

vragen over hebt, kun je óók terecht bij een van onze<br />

jonge ict-coaches. Dat zijn leerlingen met veel feeling<br />

voor ict. Maar de grootste groep leerlingen gebruikt de<br />

smartphone toch vooral voor Whatsapp en Facebook.<br />

Een Word-document opmaken, blijkt vaak nog best<br />

moeilijk.”<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

17


ZITTENBLIJVEN<br />

LENTESCHOOL OP<strong>VO</strong>LGER ZOMERSCHOOL?<br />

BLIJVEND EEN<br />

TANDJE BIJZETTEN<br />

Na het volgen van een zomerschool gaan de meeste leerlingen alsnog<br />

over. Wel blijkt een goed nazorgtraject belangrijk om te zorgen dat<br />

leerlingen het prestatieniveau vasthouden. Nieuw is dat de subsidieregeling<br />

is uitgebreid met de mogelijkheid voor lentescholen. Langzaam<br />

ontwikkelt zich zo een perspectief op een structurele aanpak.<br />

Tekst: Jacq Zinken / Fotografie: Bram Muller<br />

De zomerschool werd een paar jaar geleden gelanceerd<br />

in een poging het zittenblijven tot een minimum te<br />

beperken. Dat lijkt een succes. Van de leerlingen die<br />

in 2014 de zomerschool hebben gevolgd, is meer dan<br />

80 procent alsnog overgegaan naar het volgende leerjaar,<br />

blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen.<br />

Naast de zomerscholen ging vorig jaar een pilot met<br />

lente scholen van start; dit jaar gaan daar weer meer<br />

scholen mee aan de slag. Voor <strong>2016</strong> zijn er 202 subsidieaanvragen<br />

gedaan: 105 voor een zomerschool, 67 voor<br />

een lenteschool en 30 voor beide. Hiermee zal het<br />

complete gereserveerde subsidiebedrag worden benut.<br />

Mooi meegenomen<br />

Een van de vele deelnemende scholen is het Van<br />

Lodenstein College in Kesteren. Deze school meldde<br />

zich in 2015 halsoverkop aan. Zoals op iedere school<br />

worstelden schoolleiding en docenten met het gegeven<br />

dat zittenblijven voor veel leerlingen feitelijk een verloren<br />

jaar betekent. Als die leerlingen met een zomer school<br />

alsnog bevorderd zouden kunnen worden, zou dat mooi<br />

meegenomen zijn.<br />

“Er zijn altijd wel leerlingen die in de bespreekzone<br />

vallen”, zegt Jo-an Sanders, teammanager havo 4/5.<br />

“Ze voldoen nog niet volledig aan de overgangsregels,<br />

ze komen nog net een punt tekort of ze zijn door ziekte<br />

achterop geraakt. Zeg maar het soort leerlingen dat je<br />

soms toch maar laat overgaan met een of andere taak.”<br />

Daarnaast zag Sanders in de havo-bovenbouw nog een<br />

specifieke groep kandidaten: “Daar heb je soms leerlingen<br />

die blijven zitten terwijl de toetsen die ze in klas<br />

4 hebben gemaakt en die ze mee kunnen nemen naar<br />

klas 5, wél goed gemaakt zijn. Als je alleen naar de<br />

school examentoetsen kijkt, zouden ze op slagen staan,<br />

maar ze hebben toevallig niet aan de overgangsregels<br />

voldaan.”<br />

‘Op de zomerscholen heerst een<br />

ongekend gemotiveerde sfeer’<br />

In de paasrapportperiode moest iedere teammanager<br />

op het Van Lodenstein College in Kesteren het aantal<br />

leerlingen opgeven dat in het grijze gebied zat. Op grond<br />

daarvan werd subsidie aangevraagd. Maar bij de overgangs<br />

vergadering eind juni bleek merkwaardig genoeg<br />

dat veel minder leerlingen in aanmerking kwamen. Van<br />

de duizend leerlingen met een overgangsrapport, bleven<br />

uiteindelijk slechts vijftien leerlingen over voor de<br />

zomerschool.<br />

Hard gewerkt<br />

Sanders sluit niet uit dat alleen al de ‘dreiging’ met de<br />

zomerschool het effect had dat jongelui harder zijn gaan<br />

werken: “Ik had een leerling die op zittenblijven stond<br />

en het gerucht gehoord had. Dat <strong>mei</strong>sje zei: ‘Als ik nu<br />

hard werk en ik kan met die en die cijfers de zomervakantie<br />

in, dan kan ik dus nog via de zomerschool<br />

over’. Na afloop bleek dat ze zo hard had gewerkt, dat<br />

ze zonder zomerschool gewoon over ging. En dat was<br />

blijkbaar op alle niveaus zo.”<br />

18 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


Van de leerlingen die in 2014 de zomerschool<br />

hebben gevolgd, is meer dan 80 procent<br />

alsnog overgegaan<br />

De zomerschool zelf werd uitbesteed aan een huiswerken<br />

begeleidingsinstituut. De enige bemoeienis van het<br />

van Lodenstein College was de dagopening met bijbellezing<br />

en gebed en de dagsluiting. Jo-an Sanders:<br />

“De mensen van het instituut die de training kwamen<br />

verzorgen, waren bijna allemaal jonge studenten die<br />

hier voor een speciale training gevolgd hadden. Ze waren<br />

heel toegankelijk, ook voor onze leerlingen. Er werd echt<br />

geleerd; ze waren goed getraind. Er waren bijvoorbeeld<br />

ook concentratieoefeningen om de leerlingen iets te<br />

leren van planning en discipline.”<br />

In eerste instantie overtrof de zomerschool alle verwachtingen.<br />

Alle vijftien deelnemers voldeden na die<br />

twee weken aan de eisen en gingen dus alsnog over.<br />

“Alleen”, vervolgt Sanders, “bij onze vijftien leerlingen<br />

ging die studievoortgang in de eerste helft van het nieuwe<br />

studiejaar niet vanzelf. Je zou denken dat ze een tandje<br />

harder gaan werken nu ze alsnog over zijn, maar nee.”<br />

De school heeft daarom een nazorgtraject in het leven<br />

geroepen. Opnieuw onder leiding het instituut worden<br />

leerlingen veertien weken lang twee middagen per week<br />

geholpen als een soort huiswerkbegeleiding. “Wij<br />

vonden dat leerlingen die de zomerschool hadden<br />

gedaan daarvoor in aanmerking kwamen.” De nazorg<br />

van het instituut is in januari gestart.<br />

Meerwaarde<br />

Per saldo bracht de deelname aan de zomerschool<br />

Sanders tot een aantal conclusies. Ten eerste moeten<br />

ouders beter geïnformeerd worden over de zomerschool:<br />

“We hebben nu op onze site iets toegevoegd over de<br />

overgangsregels, waardoor leerlingen en ouders kunnen<br />

zien hoe je onder bepaalde voorwaarden via de zomerschool<br />

alsnog kunt overgaan.”<br />

Ook verdient het aanbeveling goed in de gaten te<br />

houden waar de zomerschool echt een meerwaarde heeft,<br />

zegt Sanders: “Een collega-school kwam tot de conclusie<br />

dat het alleen effect had in de voorexamenklassen, dus<br />

van de derde naar vierde vmbo, van vierde naar vijfde<br />

havo en van de vijfde naar zesde vwo. Dan kwamen de<br />

leerlingen tot hun opluchting in het examenjaar en<br />

wilden ze wel een extra inspanning leveren om ook<br />

dat examen te halen.”<br />

Een vraag is wel of de zomerschool niet te laat komt.<br />

Het is om die reden dat steeds meer scholen kiezen voor<br />

een lenteschool: die zijn in de <strong>mei</strong>vakantie aan de slag<br />

gegaan. Volgens Sanders speelt daarbij mee dat ouders<br />

het als ‘meten met twee maten’ ervaren dat sommige<br />

leerlingen wel de kans krijgen op de zomerschool en<br />

andere niet. “Als je in <strong>mei</strong> iets doet, scheer je straks bij<br />

de finish iedereen over dezelfde kam.”<br />

De laatste conclusie van Sanders is dat er op school een<br />

nazorgtraject moet komen: leerlingen moeten direct na<br />

de zomervakantie opgevangen en begeleid worden.<br />

Toekomstperspectief<br />

Ook directeur Mark Daalderop van Titus Brandsma,<br />

onderdeel van het Arentheem College in Velp, zet de<br />

stap naar de lenteschool. Hij geldt op dit vlak als een<br />

ervaringsdeskundige. “Wij bieden zelf nu voor het eerst<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

19


ADVERTENTIE<br />

JUBILEUMACTIE<br />

<strong>VO</strong>-RAAD 10 JAAR<br />

De <strong>VO</strong>-raad bestaat in <strong>2016</strong> 10 jaar. En dat vieren we! We hebben in die tien jaar als<br />

vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs veel bereikt. Als jubilaris krijg je vaak<br />

iets, een cadeau, felicitaties. Wij vinden het mooi om ons tienjarig bestaan te vieren<br />

door ook iets te geven aan anderen die het hard nodig hebben. Daarom zamelen wij<br />

tijdens dit jubileumjaar geld in voor rampbestendige schoolgebouwen in Haïti.<br />

GA NAAR<br />

JUBILEUMACTIE.<strong>VO</strong>-RAAD.NL<br />

EN DONEER<br />

RAMPBESTENDIGE SCHOLEN <strong>VO</strong>OR HAÏTI<br />

Haïti kampt regelmatig met orkanen en aardbevingen. In de afgelegen gebieden is de lokale<br />

school vaak de enige plek waar mensen kunnen schuilen. Helaas zijn deze gebouwen vaak<br />

totaal ongeschikt als veilig onderkomen. Voor 80.000 euro maakt het Rode Kruis scholen in de<br />

gemeente Côtes-de-Fer rampbestendig en helpt zo een gemeenschap van 60.000 mensen aan<br />

een veilige schuilplaats tijdens natuurgeweld.<br />

Dit project wordt uitgevoerd door het Rode Kruis samen met het Prinses Margriet Fonds.


LEERNETWERKEN<br />

De <strong>VO</strong>-raad organiseert dit jaar twee leernetwerken<br />

met als thema ‘Voorkomen van zittenblijven in 2020’.<br />

Binnen de leernetwerken gaan schoolleiders en<br />

bestuurders op zoek naar manieren waarop leerlingen<br />

door het jaar heen zodanig worden begeleid dat<br />

zittenblijven niet meer aan de orde is en staat het delen<br />

van ervaringen, lessen en expertise – de dialoog –<br />

centraal. Elk leernetwerk komt in <strong>2016</strong> ten minste<br />

viermaal bijeen. Per leernetwerk kunnen maximaal 10<br />

scholen deelnemen. Kijk op: www.vo-raad.nl/themas/<br />

maatwerk/startbijeenkomst-leernetwerken-voorkomenvan-zittenblijven-in-2020<br />

de lenteschool aan met twee scholen in de regio”,<br />

zegt Daalderop. “We hebben op zichzelf heel goede<br />

ervaringen met de zomerschool. Maar we zijn eigenlijk<br />

op zoek naar een manier waarop je leerlingen door het<br />

jaar heen zodanig kunt begeleiden dat zittenblijven<br />

gewoon niet meer aan de orde is.”<br />

Zittenblijven betekent voor veel<br />

leerlingen feitelijk een verloren jaar<br />

Op weg naar dat wenkend perspectief heeft Daalderop<br />

hoge verwachtingen van de lenteschool: “We hopen om<br />

te beginnen dat de leerlingen eenzelfde motivatie aan de<br />

dag gaan leggen als we bij de zomerscholen zien: er heerst<br />

daar een ongekend gemotiveerde sfeer. En als ze inderdaad<br />

de achterstanden weten weg te werken, hebben<br />

we een middel gevonden om dat in een eerder stadium<br />

effectief aan te pakken. Dan kun je verder denken en<br />

het door het hele jaar heen structureel in gaan bouwen.”<br />

Qua tijdsbeslag is er geen verschil tussen de zomerschool<br />

en de lenteschool. De zomerschool duurt twee weken.<br />

Bij de lenteschool zijn die uren uitgesmeerd over een<br />

aantal dagen in de <strong>mei</strong>vakantie en daarna nog een aantal<br />

weken twee middagen per week op school. Het traject<br />

loopt dus wat langer en is wat minder gecomprimeerd.<br />

Omdat de deelnemende scholen naast de lenteschool<br />

ook nog de zomerschool aanbieden, is de keus aan de<br />

leerlingen. Ze mogen ze echter niet allebei doen.<br />

Als projectleider van de zomerschool in zijn regio<br />

(een samenwerkingsverband van zestien scholen) zoekt<br />

Daalderop tot nu toe steeds organisaties van buiten aan<br />

om het onderwijs in de lente- en zomerscholen te geven.<br />

“We hebben voor de lentescholen wel eigen docenten<br />

gevraagd, maar die hadden er toch niet zo’n trek in.”<br />

Ook Daalderop acht in de huidige constructie nazorg<br />

noodzakelijk. “Die bestaat er nu uit dat je in het nieuwe<br />

schooljaar met leerlingen om tafel gaat zitten en vraagt<br />

‘wat heb je ervan geleerd en wat ga je nu anders doen?’.<br />

Daarna kom je nog een keer of twee bij elkaar om de<br />

vinger aan de pols te houden.”<br />

Bekostiging<br />

Het ideaalbeeld van Mark Daalderop is een systeem<br />

waarin de begeleiding en extra ondersteuning zodanig<br />

van opzet zijn dat ze structureel worden aangeboden en<br />

er geen zittenblijven meer is: “Misschien moet het wel<br />

heel anders: je gaat bijvoorbeeld altijd over, maar moet<br />

de vakken waar je geen voldoende voor had, alsnog<br />

inhalen. Maar zo ver zijn we nog niet.”<br />

Of in de structuur van de toekomst ook nog hulp van<br />

buiten nodig is, is de vraag. “Je zou de inzet van eigen<br />

docenten gewoon kunnen inbouwen. Maar je kunt ook<br />

een constructie maken met studenten die bijna klaar zijn<br />

met hun opleiding.”<br />

En hoe moet dat alles dan bekostigd worden? “We<br />

werken nu met een subsidieregeling die in principe<br />

voldoende is. Als die regeling verdwijnt, wordt het<br />

opeens een stuk lastiger om al deze extra´s aan te bieden.<br />

Maar als je het zittenblijven kunt terugdringen, bespaart<br />

dat de overheid dermate veel geld dat zij best een deel<br />

daarvan hiervoor kan inzetten.”<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

21


22 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


<strong>VO</strong> IN BEELD<br />

Waar Stad & Esch, Meppel<br />

Wanneer Vrijdag 8 april, 11.50 uur<br />

Wat Alle 500 brugklasleerlingen van Stad & Esch doen mee aan de<br />

kick-off van IRun2BFit.<br />

Fotografie: Josje Deekens<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

23


VAN DE JUISTE VR<br />

NAAR HET BESTE A<br />

360°<br />

Spannende ontwikkelingen op de digitale leermiddelenmarkt<br />

Vraag en aanbod van digitale leermiddelen: het is een ingewikkelde dans<br />

van scholen met leveranciers, waarbij de leidende partij nogal eens wisselt.<br />

Nu worden de scholen bijvoorbeeld weer uitgedaagd om hun behoefte aan<br />

digitale leermiddelen voor maatwerk goed in de markt te zetten. Hoe doe je dat?<br />

Tekst: Carolien Nout / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

Spotify, Blendle of belminuten, maar dan voor digitaal<br />

lesmateriaal – flexibiliteit en maatwerk zijn kernwoorden<br />

in de discussie over digitale leermiddelen. Is dat wat<br />

scholen echt willen en nodig hebben om goed en<br />

inspirerend onderwijs te bieden aan hun leerlingen?<br />

En zijn leveranciers in staat om dat te leveren?<br />

De afgelopen jaren zijn er grote stappen gezet, zowel<br />

door scholen en docenten als door leveranciers, in de<br />

ontwikkeling van vraag en aanbod op de leermiddelenmarkt.<br />

Er is behoorlijk wat beweging in gekomen.<br />

Willem-Jan van Elk, strategisch adviseur van Kennisnet,<br />

ziet een positieve ontwikkeling: “Scholen hebben twee<br />

jaar geleden met hun Programma van Eisen de leveranciers<br />

meer richting gegeven. Er is sindsdien veel<br />

veranderd: uitgeverijen bieden niet alleen veel meer<br />

verschillende digitale leermiddelen aan, maar ook meer<br />

mogelijkheden om leermiddelen te combineren. Veel<br />

lesmateriaal is nu tevens geschikt voor tablets en laptops.<br />

Er is hard gewerkt om de privacy van leerlinggegevens en<br />

data te waarborgen. Ik zie onmiskenbaar een constructief<br />

gesprek tussen scholen en leveranciers.”<br />

‘Wat is het dat je nodig hebt en wat<br />

kan de markt je bieden?’<br />

Ook op het gebied van de elektronische leeromgeving<br />

en techniek zijn grote verbeteringen te zien. Zowel<br />

Somtoday als Magister biedt bijvoorbeeld steeds meer<br />

rapportagemogelijkheden die differentiatie in het<br />

onderwijs ondersteunen. Ook draaien beide producten<br />

nu op alle gangbare browsers en devices.<br />

Marktkennis<br />

Toch is er nog genoeg te wensen over. Scholen geven<br />

aan, meer flexibiliteit te willen in het gebruik van folio<br />

en digitale leermiddelen: ze willen meer kunnen combineren<br />

uit verschillende bronnen. Biedt het inkoopproces<br />

de oplossing om dat voor elkaar te brengen?<br />

De afgelopen jaren hebben scholen ervaring opgedaan<br />

met het Europees aanbesteden van leermiddelen om alle<br />

aanbieders een gelijke kans te geven en om een goed<br />

aanbod voor de beste prijs te krijgen. In een workshop<br />

op het onlangs gehouden <strong>VO</strong>-congres waren over dit<br />

fenomeen gemengde geluiden te horen. Sommigen<br />

vinden het een bureaucratisch gedoe; veel scholen laten<br />

zich bijstaan door aanbestedingsbureaus. Anouschka<br />

Zwart, projectleider Inkoop van het Doorbraakproject<br />

Onderwijs & ICT, loodste de deelnemers aan de sessie<br />

over digitale leermiddelen langs zeven kenmerken om<br />

effectief leermiddelen in te kopen - gebaseerd op de<br />

theorie van Stephen Covey. “Essentieel in het inkoop-<br />

24 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


AAG<br />

ANBOD<br />

MARKTCONSULTATIES:<br />

PRIKKEL DE MARKT<br />

Marktconsultaties zijn een goede manier om<br />

innovatieve oplossingen aan te wakkeren bij<br />

marktpartijen. Scholen maken er bij de inkoop<br />

van leermiddelen nog niet veel gebruik van. Ze<br />

zouden er echter veel profijt van kunnen hebben<br />

als ze leveranciers prikkelen om innovatieve oplossingen<br />

aan te dragen voor vragen of problemen<br />

op onderwijsgebied. Dat kan op verschil lende<br />

manieren: gesloten of open, mondeling of schriftelijk,<br />

interactief of niet-interactief. In principe kan<br />

een opdrachtgever het best de markt consulteren<br />

voordat een uitvraag wordt gedaan, zo staat in<br />

de Handreiking Marktconsultatie van PIANOo,<br />

het kenniscentrum voor Inkopen en aanbesteden<br />

van de overheid. De <strong>VO</strong>-raad vindt het belangrijk<br />

om het instrument marktconsultatie verder uit te<br />

werken voor scholen. In het Doorbraakproject<br />

Onderwijs & ICT is dat opgepakt: een specifiek<br />

op scholen gerichte handreiking is nu in de<br />

maak. Kijk op www.doorbraakonderwijsenict.nl<br />

of www.pianoo.nl<br />

proces is de juiste vraag aan de marktpartij te<br />

stellen: wat is het dat je nodig hebt en wat kan de<br />

markt je bieden?”, legt Zwart uit. “Als je vraagt om<br />

flexibiliteit omdat je eigenlijk niet weet welke<br />

leermiddelen je gaat gebruiken, stel je eigenlijk je<br />

keuze uit. Het is voordeliger om alleen te kopen<br />

wat je echt gebruikt. Die keuze komt idealiter<br />

voort uit de visie die je als school hebt op het<br />

onderwijs dat je wilt aanbieden, met docenten die<br />

weten wat ze nodig hebben en wat er te koop is.<br />

Met goede evaluaties van de inkoop en het gebruik<br />

van leermiddelen en korte contractperiodes kun je<br />

ook flexibiliteit waarborgen.” Zwart wijst verder op<br />

het grote belang van markt oriëntatie: weten wat er<br />

te koop is. “Gezamenlijk inkopen is geen must; bij<br />

leermiddelen is dat zelfs lastig. Wel is het belangrijk<br />

dat scholen hun kennis over de markt delen.”<br />

Aanbesteding<br />

Het Isendoorn College in Warnsveld bracht die<br />

kennis deling in de praktijk met een Europese<br />

aanbesteding voor leermiddelen waarin flexibiliteit<br />

een belangrijke rol speelt. Dertien scholen sloten<br />

zich aan bij deze school voor regulier en tweetalig<br />

onderwijs in mavo, havo en vwo. Nadat een eerdere<br />

aanbesteding vorig jaar door de rechter werd<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

25


EDUCATIEVE GAMES: SPELEND LEREN<br />

• Docenten en lesontwikkelaars komen met de gids<br />

Gamification misschien op ideeën om zelf spellen<br />

te ontwikkelen, zo is het idee van Sem van Geffen,<br />

trainer en ontwikkelaar bij het Koning Willem I<br />

College in ‘s-Hertogenbosch. Game-elementen<br />

kunnen bijdragen aan de intrinsieke en extrinsieke<br />

motivatie van leerlingen om iets te leren, stelt hij.<br />

In het kort kent een goede game keuzevrijheid<br />

en bewegingsvrijheid van de speler, competitie,<br />

beloningsmomenten en ook: een goed verhaal. De<br />

gids bevat een stappenplan waarmee een format<br />

van een spelconcept kan worden ontwikkeld.<br />

• Bart Giethoorn, docent natuurkunde op het Lentiz<br />

Reviuslyceum in Maassluis, schrijft op zijn blog over<br />

zijn fascinatie voor games. Bij het ontwerpen van<br />

lessen introduceert hij bewust speelse en fysieke<br />

elementen. Hij deelt zijn lessen graag met collega’s<br />

en geeft inmiddels ook trainingen over dit<br />

onderwerp. Zie www.playbookgamification.nl<br />

• Het digitale tijdschrift Homo Ludens Magazine is<br />

een verzamelplaats van artikelen vanuit<br />

verschillende disciplines over de spelende en<br />

lerende mens, met interessante bijdragen van<br />

onderzoekers en makers van spellen voor het<br />

onderwijs. homoludens<strong>magazine</strong>.nl/<br />

afgekeurd, moest het proces opnieuw. “We hebben een<br />

korte looptijd als eis gesteld. En we willen om het jaar<br />

kunnen wisselen tussen folio en digitaal. Er zijn immers<br />

zo veel snelle veranderingen; op die manier kunnen we<br />

daar beter op inspelen”, licht rector Erwin Lutteke toe.<br />

“Ook kleine, innovatieve leveranciers willen we de<br />

ruimte geven. Eventueel kunnen zij in een pilotvorm<br />

hun product uit proberen op de scholen. Ik denk dat de<br />

markt dit ook nodig heeft om te kunnen innoveren.”<br />

Onlangs is de opdracht gegund aan Van Dijk Educatie.<br />

Lutteke is opgetogen dat na drie jaar het aanbestedingstraject<br />

nu is afgerond, met een goed resultaat. Het<br />

contract heeft een looptijd van drie jaar met opties voor<br />

verlenging. Er is een mantel contract voor alle scholen,<br />

die gedurende de looptijd samen gaan optrekken om<br />

de innovatie vorm te geven. Lutteke: “Wij krijgen een<br />

basispakket met een vast bedrag per leerling. En er is een<br />

pluspakket, waarin we het aanbod van de markt kunnen<br />

combineren met eigen materiaal, of met materiaal van<br />

start-ups. Het mooie is dat Van Dijk ons daarin ook<br />

ondersteunt. Het is niet alleen dat zij ons dozen met<br />

boeken leveren; ze zoeken samen met ons naar het<br />

ideale leermiddelen plaatje.”<br />

Tijd<br />

Eén trend is onmiskenbaar in het onderwijs: de toename<br />

van het aantal open en gesloten leermiddelen voor het<br />

onderwijs en de wens goed en verantwoord te variëren<br />

en te combineren. De basis van die sturende kracht ligt<br />

deels in handen van de docent. Hoewel uiteraard niet<br />

iedere docent zijn eigen materiaal hoeft te ontwikkelen,<br />

zijn er veel actieve docenten die op verschillende<br />

plaatsen digitale lessen halen en brengen. Sommige<br />

scholen, ook in de leerlabs (zie kader), ontwikkelen<br />

zelf hun curriculum. Docenten maken keuzes uit de<br />

leermiddelen, ontwerpen of ontwikkelen zelf<br />

combinaties.<br />

‘Samen zoeken naar het ideale<br />

leermiddelenplaatje’<br />

De vraag is wel hoe je bij dat grote aanbod van digitale<br />

leermiddelen kunt weten wat werkt en wat niet.<br />

Hendrianne Wilkens, directeur van het Leermiddelen<br />

Adviescentrum CLU, is daar duidelijk over: “Ik merk<br />

dat er een grote behoefte is aan een keurmerk. In mijn<br />

optiek moet leerzaamheid van leermiddelen bovenaan<br />

staan. Dat betekent dat leermiddelen de juiste cocktail<br />

zijn van goede selectie van betekenisvolle leerstof,<br />

effectieve didactische strategieën, uitdagende werkvormen<br />

en sturingsmogelijkheden. Het kost tijd en geld om die<br />

kwaliteit te ontwikkelen.”<br />

Kleinere partijen, zoals <strong>VO</strong>-content, andere stichtingen<br />

en scholen zelf zijn druk bezig om materiaal te verzamelen<br />

of te ontwikkelen. Dat is een goede zaak, vindt Wilkens:<br />

“Als een leermiddel veel ‘likes’ krijgt van collegadocenten,<br />

is dat mooi. Maar het zegt niet alles: uit onze<br />

onderzoeken blijkt dat er veel winst is te behalen als<br />

leerdoelen goed geformuleerd worden en de opdrachten<br />

daar precies op aansluiten.”<br />

Er is veel behoefte aan adaptieve digitale programma’s,<br />

maar ook op dat gebied is er nog een lange weg te gaan:<br />

“Het huidige aanbod voor gepersonaliseerd leren is nog<br />

mager. Leerlingen oefenen bijvoorbeeld reken- of taalvaardig<br />

heden vanuit een bepaald niveau, waarbij ze<br />

steeds een stapje hoger komen. Maar hogere cognitieve<br />

vaardigheden worden niet aangesproken. Het vergt veel<br />

creativiteit van ontwikkelaars om dit mogelijk te maken.”<br />

26 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


360°<br />

‘Gezamenlijk inkopen is geen must,<br />

kennis over de markt delen wel’<br />

Wilkens vindt het belangrijk dat docenten zelf aan<br />

de slag gaan om vanuit de leerlijnen lessen te<br />

ontwikkelen en te arrangeren. Het maakt ze minder<br />

afhankelijk van de methodes. “Maar het is een niet<br />

te onderschatten klus. Meer aandacht voor deze<br />

kant van het vak op de lerarenopleidingen is<br />

dringend nodig. Daarnaast moeten scholen hun<br />

docenten professionalisering aanbieden op dit<br />

terrein en voldoende tijd vrij maken voor het<br />

ontwikkelwerk.”<br />

Nieuwe leerlabs<br />

In het Doorbraakproject Onderwijs & ICT wordt<br />

in de leerlabs (zie kader) hard gewerkt om juist op<br />

die punten waar een doorbraak nodig is, verdere<br />

stappen te zetten. Gepersonaliseerd leren met ict<br />

is een van die punten, evenals de kwaliteit van<br />

digitale leermiddelen.<br />

Onlangs is een tweede serie leerlabs van start gegaan.<br />

Verdeeld over twaalf leerlabs gaan 82 scholen tot<br />

en met juni 2018 met elkaar aan de slag met een<br />

vraagstuk over gepersonaliseerd leren met ict. Ze<br />

werken aan thema’s zoals de veranderende rol van<br />

de docent, gepersonali seerd leren in de klassikale<br />

context en de mogelijkheden van digitale didactiek.<br />

In elk leerlab staat de professio nalisering van de<br />

docent centraal. Een aantal nieuwe leerlabs sluit<br />

aan bij een bestaand netwerk, zoals <strong>VO</strong>‐content,<br />

Zo.Leer.Ik! en Pleion.<br />

Slim vragen<br />

Deze spannende ontwikkelingen op het terrein<br />

van leermiddelen betekenen dat scholen op dit<br />

moment realistisch moeten zijn, maar ook slim,<br />

meent Willem-Jan van Elk van Kennisnet.<br />

“Scholen, uitgeverijen en distributeurs moeten<br />

nu meer samen optrekken. Het is belangrijk dat zij<br />

van elkaar begrijpen waar ze mee te maken hebben.<br />

Leveranciers bevinden zich in een veranderingsproces<br />

waarin zij maatwerk mogelijk moeten<br />

maken. Hun dienst verlening is niet alleen content<br />

leveren of distributie, maar groeit uit tot uit<br />

een ander, integraal concept. Scholen moeten<br />

realistisch zijn in wat ze vragen van de markt.<br />

Ideeën over Spotify of Blendle-achtige producten<br />

zijn wat mij betreft op dit moment een stap te ver.<br />

Het punt is dat je elkaar nodig hebt. Scholen<br />

moeten marktpartijen niet uitsluitend als<br />

tegenstander zien.”<br />

VR: VEELBELOVEND,<br />

MAAR HEFTIG<br />

VR, op zijn Engels uitgesproken als<br />

‘vie-ahr’, staat voor virtual reality.<br />

Mensen voelen zich met dat duikbrilachtige<br />

apparaat onderdeel van een<br />

virtuele werkelijkheid. Fans wachten<br />

met spanning tot Sony dit najaar een<br />

goed betaalbare VR-bril op de markt<br />

brengt met meer mogelijk heden dan<br />

ooit. Ook andere fabrikanten werken<br />

aan verbetering van hun VR-bril. Het<br />

zal spelmakers inspireren nieuwe<br />

toepassingen te ontwikkelen. Welke<br />

mogelijkheden biedt dat op educatief<br />

gebied? Kennisnet bracht onlangs een<br />

brochure uit met een antwoord op die<br />

vraag. Virtual reality is een nieuw<br />

medium dat leerlingen aanschouwelijk<br />

onderwijs kan bieden. Rondlopen in<br />

een virtueel museum of in de ruimte:<br />

de mogelijkheden zijn eindeloos.<br />

Simulaties zijn in principe een goed<br />

instrument om te leren; artsen en<br />

piloten zijn er al ruimschoots mee<br />

bekend. Deskundigen denken dat het<br />

ook voor socialisatie nuttig kan zijn,<br />

omdat leerlingen hun empathisch<br />

vermogen ermee kunnen ontwikkelen.<br />

Voor (jonge) leerlingen kan virtual<br />

reality echter ook te veel informatie en<br />

prikkels met zich meebrengen.<br />

Vooralsnog kan het een interessante<br />

toevoeging zijn aan een les. De docent<br />

blijft echter onverminderd belangrijk bij<br />

de inzet van VR in de les, zo staat in<br />

de brochure Virtual reality in het<br />

onderwijs (te vinden op<br />

www.kennisnet.nl).<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

27


ADVERTENTIE<br />

Kom naar de<br />

gratis seminar<br />

op 19 <strong>mei</strong> !<br />

info@interteach.nl www.interteach.nl |<br />

Ontdek hoe innovatieve software kan bijdragen<br />

aan een werkbare oplossing voor de WWZ<br />

Meld u aan, verneem hoe eenvoudig dit binnen uw eigen organisatie toegepast kan worden en<br />

ontdek de talrijke vernieuwende mogelijkheden. Graag vernemen wij via info@interteach.nl met<br />

hoeveel personen u aanwezig zal zijn en wij verwelkomen u graag op 19 <strong>mei</strong> a.s. in Hotel van der<br />

Valk te Vianen. Aanvang 14.00 uur tot 15.30 uur. Uiteraard sluiten we af met een informele borrel.


360°<br />

LEERLAB DIGITALE DIDACTIEK: ADAPTIEVE TOOLS<br />

Een van de leerlabs in Leerling 2020 van het<br />

Doorbraakproject Onderwijs & ICT is gewijd aan<br />

digitale didactiek. Scholen werken hierin onder andere<br />

samen aan de vragen hoe je een visie op digitale<br />

didactiek kunt ontwikkelen en hoe docenten goed<br />

ondersteund kunnen worden als ze digitale tools<br />

inzetten. Vooral bij adaptief onderwijs is ict een<br />

fantastisch hulpmiddel. In het Leerlab Digitale didactiek<br />

is een serie ‘Kickstarters digitale tools’ in de maak.<br />

Het zijn korte introducties waarmee docenten<br />

gemakkelijk nieuwe, digitale tools in hun lessen kunnen<br />

gebruiken. Een voorbeeld daarvan is Kahoot, een<br />

gratis webtool voor een digitale quiz, waarmee een<br />

docent snel kan zien welke voorkennis leerlingen<br />

hebben over een bepaald onderwerp. De docent kan<br />

zelf het tempo van de les bepalen en is er ruimte om<br />

de vragen en antwoorden te bespreken met de klas.<br />

Een quiz is snel te maken en leerlingen vinden het<br />

spelelement vaak erg leuk. Deze en andere Kickstarts<br />

zijn te vinden op www.Leerling2020.nl/resultaten.<br />

‘We moeten niet meer zoveel over<br />

digitale ontwikkelingen praten, maar<br />

per onderdeel kijken wat werkt’<br />

Enerzijds moeten scholen dus hun vragen slim en<br />

realistisch in de markt zetten; anderzijds moeten ze de<br />

hand in eigen boezem steken. “Het gebeurt jammer<br />

genoeg ook dat scholen dat wat ze ingekocht hebben,<br />

niet goed uitnutten. Je kunt marktpartijen daarbij best<br />

om hulp vragen. Goede voor beelden en kennisdeling<br />

met anderen zijn belangrijk. Aan de ene kant moet je<br />

de markt genoeg ruimte geven om innovatieve dingen te<br />

ontwikkelen, maar wel vanuit de vraagsturing, zonder<br />

daarbij de zorg voor publieke taken zoals marktwerking<br />

uit het oog te verliezen. We moeten waakzaam blijven<br />

dat ook kleine partijen toegang houden tot deze markt”,<br />

meent Van Elk.<br />

‘Er mag ook best eens wat mislukken:<br />

dat hoort bij een experiment’<br />

Issuegroep<br />

Erwin Lutteke van het Isendoorn is tevreden dat zijn<br />

complexe aanbesteding na drie jaar is afgerond. Hij is<br />

zeer betrokken bij de ontwikkelingen op het speelveld<br />

van leveranciers en scholen. Behalve rector van het<br />

Isendoorn is hij voorzitter van de Issuegroep Onderwijs<br />

en ICT. Deze groep adviseert de <strong>VO</strong>-raad over ict in het<br />

primaire onderwijsproces. Zo werken de leden mee aan<br />

het vernieuwde Programma van Eisen van scholen, dat<br />

wordt aangepast aan de nieuwste ontwikkelingen en dat<br />

deze zomer zal uitkomen. “Wij zijn een klankbord voor<br />

de <strong>VO</strong>-raad en voor de leerlabs in Leerling 2020. We<br />

moeten eigenlijk niet meer zoveel over digitale ontwikkelingen<br />

praten, maar in de leerlabs, in een laboratorium<br />

achtige setting, per onderdeel kijken wat wel en wat<br />

niet werkt. Er mag ook best eens wat mislukken, want<br />

dat hoort bij een experiment. We willen collega-scholen<br />

uitdagen om de voordelen van ict te benutten. Ik roep<br />

scholen daarom op om mee te doen in de regiovergaderingen<br />

als het onderwerp leermiddelen aan de<br />

orde is. Ik vind het belangrijk dat in elke regio schoolleiders<br />

reageren op ideeën om de vraag naar leermiddelen<br />

uit te zetten. Op die manier creëren we massa in de<br />

uitvraag. Dus doe mee met die discussie!”<br />

MEER INSPIRATIE<br />

• Op 15 juni organiseren Kennisnet en<br />

NRO de Onderzoeks conferentie <strong>2016</strong><br />

met de nieuwste onderzoeks resultaten<br />

over wat wel en niet werkt op het gebied<br />

van onderwijs en ict. www.kennisnet.nl<br />

• In gesprek met de markt? De<br />

Gezamenlijke Educatieve Uitgeverijen<br />

(GEU) organiseren op 18 <strong>mei</strong> het congres<br />

‘Samen aan de slag met<br />

onderwijsvernieuwing’, exclusief voor<br />

schoolbestuurders, directies en<br />

beleidsmakers. www.geucongres.nl<br />

• Kijk voor interessante werksessies en<br />

themabijeenkomsten voor scholen op<br />

www.leerling2020.nl/bijeenkomsten<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

29


REGELLUWE SCHOLEN<br />

GOOIS LYCEUM MAAKT AMBITIEUS SCHOOLPLAN<br />

VERRIJKING<br />

<strong>VO</strong>OR IEDEREEN<br />

Scholen die al twee jaar het predicaat ‘excellent’ kregen van de<br />

onderwijsinspectie, mogen zes jaar lang afwijken van bepaalde weten<br />

regelgeving. Een van die scholen is het Goois Lyceum, dat<br />

leerlingen zelf hun leerstof wil laten managen. Rector Ajolt Elsakkers:<br />

‘We gunnen alle leerlingen deze manier van leren.’<br />

Tekst: Marguerite Irrgang / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

“We zijn niet over één nacht ijs gegaan. We doen mee<br />

aan het experiment, maar hebben ervoor gekozen om<br />

niet gelijk allerlei maatregelen te nemen en ons van<br />

regels te ontdoen.”<br />

Ajolt Elsakkers (37) is sinds vorig jaar rector van het<br />

Goois Lyceum in Bussum: een van de drieëntwintig<br />

excellente vo-scholen die meedoen aan het experiment<br />

Regelluwe scholen van staatssecretaris Dekker. In<br />

Bussum wordt hard gewerkt aan een ambitieus schoolplan<br />

voor de komende jaren, want de school zit midden<br />

in een dynamisch veranderproces, zegt de rector.<br />

“Alle stappen doen we samen met het hele team. Het<br />

personeel, de leerlingen, de ouders, het bestuur en nog<br />

veel meer betrokkenen is gevraagd om mee te denken.<br />

We hebben in groepen gebrainstormd, ‘expertgroepen’<br />

ingericht die met adviezen kwamen. Daarna hebben we<br />

met de schoolleiding over alle uitkomsten uitgebreid<br />

vergaderd op de hei”, aldus Elsakkers.<br />

Inspectie<br />

“Het veranderproces is iets voor de langere termijn.<br />

We zijn blij dat we het predicaat ‘excellent’ hebben<br />

en vinden het een vooruitgang dat we nu zelf kunnen<br />

bepalen hoe we omgaan met regels en bepaalde<br />

wetgeving. Toch ging het ons in eerste instantie niet<br />

om het predicaat en het regelluwe traject. We waren<br />

vooral benieuwd naar de visie van de onderwijsinspectie<br />

op ons onderwijs. De inspectie kijkt in eerste instantie<br />

naar het hele onderwijsklimaat en dat vonden wij heel<br />

belangrijk. De school moet veilig zijn voor iedereen en<br />

er moet niet alleen extra uitdaging worden geboden,<br />

maar ook passend onderwijs. Met de uitkomsten van<br />

het onderzoek van de inspectie konden wij verbeteringen<br />

aanbrengen. Daarna zijn we aan de slag gegaan met het<br />

schoolplan.”<br />

Onderwijstijd<br />

“Het schoolplan is nog niet helemaal af. We weten al<br />

wel wat we belangrijk vinden. Onderwijstijd is een van<br />

de belangrijkste speerpunten. We zouden die tijd vaker<br />

los willen laten: meer maatwerktrajecten voor leerlingen.<br />

Op dit moment wordt er in de lessen veel tijd besteed<br />

aan klassikale uitleg. Sommige leerlingen hebben die<br />

uitleg niet nodig en andere leerlingen hebben meer<br />

uitleg nodig. We willen kijken of we hier flexibeler<br />

mee om kunnen gaan.<br />

GOOIS LYCEUM<br />

Het Goois Lyceum is een school voor havo, atheneum<br />

en gymnasium in Bussum met meer dan twaalfhonderd<br />

leerlingen. Binnen atheneum en havo kunnen de leerlingen<br />

kiezen uit stromen zoals technasium en kunst & media.<br />

Er is een uitgebreid programma voor leerlingen die meer<br />

aankunnen. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld binnen het<br />

U-Talentprogram ma modules volgen aan de Universiteit van<br />

Utrecht, een Cambridge-certificaat halen of improvisatielessen<br />

drama volgen.<br />

30 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


EXCELLENTE SCHOLEN<br />

Scholen in het basis- en voortgezet onderwijs<br />

die al meer dan twee jaar uitblinken en<br />

van de onderwijsinspectie het predicaat<br />

‘excellent’ hebben ontvangen, mogen vanaf<br />

dit jaar afwijken van regels en wetgeving.<br />

Het doel van dit experiment is te onderzoeken<br />

wat het effect is van extra ruimte<br />

en of dit leidt tot betere kwaliteit of grotere<br />

doelmatigheid van het onderwijs.<br />

Deelnemende scholen hoeven bijvoorbeeld<br />

niet het standaardaantal lesuren te geven en<br />

mogen verplichte vakken anders invullen.<br />

Op dit moment doen drieëntwintig scholen<br />

mee. De leerlingen, ouders en docenten<br />

moeten via de medezeggenschapsraad<br />

wel instemmen met het experiment.<br />

In een nieuwe serie artikelen kijken we in<br />

het <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> hoe deze groep scholen<br />

experimenteert en de nieuwe ruimte invult.<br />

www.regelluwescholen.nl<br />

Ajolt Elsakkers: ‘Onderwijstijd is een van de belangrijkste speerpunten’<br />

We willen graag dat leerlingen zelf hun leerstof kunnen<br />

gaan managen. Onze stelregel is dat de basis niet in<br />

gevaar mag komen. Als een leerling liever een module<br />

sterren kunde volgt in plaats van de les Engels, dan<br />

moet dat kunnen; mits die leerling zijn leerstof zelf doorneemt<br />

en voldoendes blijft halen voor het vak Engels.<br />

We gunnen alle leerlingen deze manier van leren. Het<br />

hoeven heus niet allemaal uitmuntende leerlingen te zijn<br />

die zo gaan werken. Haalt een leerling allemaal zessen en<br />

voor één vak altijd een negen, dan kan die leerling al in<br />

aanmerking komen voor extra uitdaging op dat ene vak.<br />

Zo krijgt iedereen de kans om zichzelf op bepaalde<br />

vlakken te verrijken.<br />

‘Haalt een leerling voor één vak altijd<br />

een negen, dan komt die leerling in<br />

aanmerking voor extra uitdaging op<br />

dat ene vak’<br />

We denken er ook over om het derde jaar van havo<br />

en vwo anders in te richten. Leerlingen moeten dan<br />

een profiel kiezen, maar maken die keuze vaak niet op<br />

basis van ervaring. We willen meer ervaringsmomenten<br />

aanbieden. Door zo te denken laten we de onderwijstijd<br />

los en zijn we meer bezig met inhoud, want daar gaat<br />

het uiteindelijk om.”<br />

Cultuurverandering<br />

“Een ander speerpunt is onze manier van toetsen.<br />

We willen een onderscheid gaan maken tussen summatief<br />

toetsen (gericht op meten, red.) en formatief<br />

toetsen. Dat laatste moet echt een feedbackmoment<br />

worden waar de leerling iets van leert. Dat is een<br />

cultuur verandering en dat kost tijd. Niet alleen bij<br />

leerlingen, maar ook bij docenten.<br />

Organisatorisch zijn onze wensen lastig uit te voeren.<br />

Daarnaast krijg je als school niet opeens meer geld<br />

omdat je excellent bent. Daarom gaan we eerst<br />

onderzoeken of sommige plannen echt mogelijk zijn.<br />

Daarbij gaan we uit van mogelijkheden en niet van<br />

onmogelijkheden. Bij verandering is flexibiliteit nodig.<br />

Niet alleen roostertechnisch.”<br />

Transparantie<br />

“Dit meerjarenplan is een uitdaging. Autonomie en<br />

vertrouwen vind ik heel erg belangrijk en daarom vind<br />

ik het ook belangrijk dat alle veranderingen door de<br />

hele school worden gedragen. We doen dit echt met<br />

z’n allen. Niemand kan zeggen dat-ie niet betrokken<br />

was. De belangrijkste speerpunten moeten helemaal<br />

uitgerold zijn in 2020. We nemen dus echt de tijd om<br />

veranderingen in te voeren. Het blijft een spannend<br />

proces, waarvan we hopen dat onze keuzes binnen onze<br />

school meer vrijheid en diversiteit opleveren. Zo mengen<br />

wij visie met het experiment van OCW.”<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

31


IN DE PRAKTIJK<br />

Op het Tiener College werk je aan je eigen leervraag<br />

WEL SPARTELEN,<br />

NIET VERDRINKEN<br />

Hoe maak je een vloeiende overgang<br />

tussen primair en voortgezet<br />

onderwijs? Hoe stel je selectie uit<br />

voor leerlingen die nog niet toe<br />

zijn aan het voortgezet onderwijs?<br />

En hoe bied je meer uitdaging aan<br />

leerlingen die halverwege groep 8<br />

al zitten te wachten tot het in de<br />

brugklas weer spannend gaat<br />

worden? Met een Tiener College<br />

bijvoorbeeld.<br />

Tekst: Mirjam van Teeseling / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

Zoë wil weten hoe de kleur van je ogen ontstaat. “Bij<br />

kleine kinderen kan het nog veranderen, ik wil uitzoeken<br />

hoe dat werkt.” Cindy is nieuwsgierig of tandpasta kankerverwekkend<br />

is, vanwege de fluoride die er in zit. “Er is<br />

weinig over te vinden, op alle websites staat een beetje<br />

hetzelfde.” Biek is bezig te kijken of hij zelf een luchtdrukgeweer<br />

kan maken. Daar is genoeg over te vinden: “Op<br />

YouTube staan gewoon instructiefilmpjes. Maar ik heb<br />

geen compressor, dus kan ik hem niet zelf maken.”<br />

Het Tiener College in Gorinchem biedt onderwijs aan<br />

kinderen van tien tot veertien jaar. Leerlingen van groep 7<br />

en 8 uit het basisonderwijs en van klas 1 en 2 van het<br />

voortgezet onderwijs volgen een programmalijn die het<br />

begrip ‘doorlopende leerlijn’ handen en voeten geeft.<br />

‘Het is hier een beetje losser dan op<br />

een gewone middelbare school’<br />

“Je bent hier heel vrij om te kiezen wat je wilt doen,” zegt<br />

Cindy. “Je moet goed zelfstandig kunnen werken en goed<br />

kunnen plannen.” “Er zijn ook wel een paar jongens die<br />

moeilijk om kunnen gaan met de vrijheid om te kiezen,”<br />

merkt Zoë op. Biek: “Het is een beetje losser hier dan op<br />

een gewone middelbare school. Ik wil hierna naar het<br />

gymnasium.” Cindy en hij volgen daar al Latijn, Biek ook<br />

biologie. “Het niveau is daar hoger en het is een beetje<br />

minder rumoerig,” vindt Biek. Cindy: “Het is heel anders<br />

daar. Het is een grotere school. Hier vind ik het wel fijn<br />

dat je in het lokaal blijft zitten en niet naar andere vakken<br />

en docenten hoeft.”<br />

32 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


Leerlingen Zoë, Biek en Cindy: ‘Je bent hier heel vrij om te kiezen wat je wilt doen. Wel moet je goed zelfstandig kunnen werken’<br />

Geruisloos<br />

Op het Tiener College werken de leerlingen werken<br />

met een persoonlijk leerplan, waarin alle kerndoelen aan<br />

bod komen en veel ruimte is voor eigen leervragen. Het<br />

onder wijs is georganiseerd rond thematische projecten,<br />

opgehangen aan zes kernconcepten, en buitenschools leren<br />

heeft een grote plaats. Daarnaast biedt het Tiener College<br />

leerlingen uitstel van selectie. Pas na het tweede leerjaar<br />

in het voortgezet onderwijs vindt met het oog op de uitstroom<br />

in het derde jaar de definitieve schoolkeuze plaats.<br />

Projectleider Mariska van Wijngaarden: “Feitelijk bestaat<br />

het Tiener College uit twee scholen: één tot twaalf jaar en<br />

één vanaf twaalf jaar. Onze leerlingen zijn ingeschreven<br />

bij het primair óf het voortgezet onderwijs. Ingewikkeld,<br />

want we hebben te maken met twee wetgevers, twee cao’s,<br />

twee bevoegdheden, twee OR’en, twee geldstromen, twee<br />

besturen. Maar de structuur staat, we hebben een fysieke<br />

omgeving gecreëerd waar onderwijs wordt geboden aan<br />

tien- tot veertienjarigen. We zijn na een gedegen voorbereiding<br />

in augustus 2012 van start gegaan, dit is ons<br />

vierde jaar. Er zijn nu zestig leerlingen en de eerste lichting<br />

leerlingen stroomt over enkele maanden uit.”<br />

‘We hebben te maken met twee wetgevers,<br />

twee cao’s, twee OR’en,<br />

twee besturen. Ingewikkeld, maar<br />

de structuur staat’<br />

Het Tiener College is een initiatief van twee schoolbesturen<br />

in Gorinchem en omstreken, het po-bestuur<br />

LOGOS en het vo-bestuur CS De Hoven. Docent<br />

Nederlands Pieter Snel is er vanaf het eerste uur als<br />

ontwikkelaar en regisseur bij betrokken. “Als je bezig bent<br />

met de vraag: op welke manier kan ik mijn school voor<br />

voortgezet onderwijs beter afstemmen op basisscholen, is<br />

dit een mooi voorbeeld. Hier werken leraren primair en<br />

voortgezet onderwijs nauw samen en stemmen hun<br />

didactiek af. Hoe kun je dat wat de leerling heeft bereikt<br />

in groep 8, geruisloos laten doorlopen en daar echt mee<br />

verder gaan? Hier brengen we de doorlopende leerlijn<br />

basis- en voortgezet onderwijs echt in praktijk.”<br />

Kruisbestuiving<br />

Van Wijngaarden is een groot voorstander van uitgestelde<br />

selectie voor sommige leerlingen. “Er zijn grote verschillen<br />

in cognitieve ontwikkeling en toch moeten kinderen allemaal<br />

tegelijk die stap zetten van basis- naar voortgezet<br />

onderwijs. Dat zijn twee heel verschillende werelden.<br />

Wat gebeurt er dan met die kinderen? Negens worden<br />

zeventjes. Een grote groep leerlingen zit na drie jaar niet<br />

meer in het oorspronkelijk geadviseerde schooltype. Opof<br />

afstroom wordt steeds lastiger, het kost veel geld en is<br />

voor kinderen ingrijpend. Wij kiezen voor een systeem<br />

waarin je wel voorsorteert op uitstroomperspectief, maar<br />

kinderen de gelegenheid geeft om nog twee jaar door te<br />

ontwikkelen in hun eigen tempo. Laat leerlingen meer<br />

eigenaar zijn van hun eigen leren, zorg dat ze beter gaan<br />

snappen wat voor hen belangrijk is. Dat is zowel goed<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

33


Docent Nederlands Pieter Snel (links), met leerlingen Cindy, Zoë en<br />

Biek: ‘Hier brengen we de doorlopende leerlijn basis- en voortgezet<br />

onderwijs echt in praktijk’<br />

voor kinderen in de hoogste klassen van het basisonderwijs<br />

die toe zijn aan meer uitdaging, als voor kinderen die<br />

nog wat langer de tijd nodig hebben om door te groeien.”<br />

De samenwerking tussen leerkrachten basisonderwijs en<br />

vakspecialisten voortgezet onderwijs binnen het Tiener<br />

College leidt tot een vruchtbare kruisbestuiving. Snel:<br />

“Heel gedifferentieerd lesgeven, in groepjes werken, zelf je<br />

werk inplannen: dat is bij ons behoorlijk sterk ontwikkeld<br />

en dat komt door de aanwezigheid van het primair onderwijs.<br />

Het gebeurt bij ons weinig dat je voor een hele groep<br />

leerlingen staat les te geven. We werken heel flexibel.<br />

Kinderen hebben geleerd intensief samen te werken in<br />

groepen en dat gaan we niet weer afleren doordat ik als<br />

docent Nederlands voor een hele groep ga staan met<br />

hetzelfde aanbod voor iedereen. Andersom stimuleert de<br />

aanwezigheid van een wiskundedocent het basisonderwijs<br />

tot een verrijkt aanbod voor die leerling in groep 8 die<br />

heel makkelijk rekent en meer aan zou kunnen.”<br />

‘Eigen leervragen omvatten alles waar<br />

leerlingen maar nieuwsgierig naar zijn’<br />

Persoonlijk leerplan<br />

Het Tiener College wil onderwijs op maat bieden vanuit<br />

de overtuiging dat iedereen eigenaar wil en kan zijn van<br />

zijn eigen leerproces, wanneer de eigen talenten en passies<br />

daarin sturend zijn. Voor elk kind wordt drie keer per jaar<br />

een persoonlijk leerplan opgesteld, waarbij de interesse van<br />

de leerling het startpunt is. Mariska van Wijngaarden:<br />

“Eigen leervragen omvatten alles waar ze maar nieuwsgierig<br />

naar zijn. Als ze jong binnenkomen is dat de cavia,<br />

het sterrenstelsel, de dinosaurus; als ze ouder worden gaat<br />

dat vanzelf meer richting loopbaanoriëntatie en maatschappelijk<br />

relevante thema’s als klimaatverandering en<br />

El Niño. Zoë wil bijvoorbeeld actrice worden. Haar leervraag<br />

is: welke lijn moet ik volgen, naar welke school moet<br />

ik gaan? Wat ze hebben ontdekt, presenteren ze aan elkaar<br />

en – elke laatste vrijdag van de maand – aan ouders.”<br />

“Het persoonlijk leerplan is het hart van dit onderwijsconcept,”<br />

zegt Pieter Snel. “Het doel is dat leerlingen zich<br />

ontwikkelen tot een grote zelfstandigheid en reflectievaardigheid.<br />

Ze zijn dan niet afhankelijk van een docent<br />

die de beoordeling geeft, maar kunnen ook heel goed<br />

zichzelf vragen stellen: hoe leer ik?, hoe zou het anders<br />

kunnen? Ze leren goed terugkijken op het proces, met<br />

feedback van de docent, van medeleerlingen en ouders.”<br />

Aan het eind van elk blok heb je met je ouders en begeleider<br />

een gesprek over je persoonlijk leerplan, vertelt<br />

Cindy. “Dan maak je afspraken over wat je gaat doen;<br />

dat is bij iedereen anders: ‘Dit gaat goed, daar moet je<br />

extra aan werken.’ Je hebt veel eigen inbreng.” Zij wilde<br />

bij voorbeeld liever meer met boeken werken dan met de<br />

iPad.<br />

Snel: “We willen het leren zoveel mogelijk personaliseren,<br />

waarbij we voldoen aan de kerndoelen. Hoe kunnen we<br />

34 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


IN DE PRAKTIJK<br />

Projectleider Mariska van Wijngaarden: ‘Laat leerlingen meer<br />

eigenaar zijn van hun eigen leren’<br />

jouw volledige potentieel bereiken op een manier die echt<br />

bij jou past, die jou continu stimuleert en prikkelt om te<br />

leren? Dat is de voornaamste drijfveer waarmee we hier<br />

elke dag van start gaan. Soms schuurt het en zit je een<br />

leer ling op de huid. Soms is het ook confronterend op het<br />

gebied van eigenaarschap, of in de zin van: ik kan hier<br />

geen genoegen mee nemen, jij kunt beter dan dit. Het<br />

maakt leerlingen uiteindelijk steviger. Doordat we<br />

werken met een leerlingportfolio, denken we vanuit<br />

bewijs stukken. Dat is veel rijker dan een beoordeling<br />

op basis van alleen cijfers en toetsen.”<br />

Van Wijngaarden vult aan: “Je kunt hier leren wat je wilt.<br />

We geven kinderen ruimte, maar er zit bar veel organisatie<br />

onder. We leren ze zwemmen zonder te verdrinken, maar<br />

soms moeten ze wel even spartelen.”<br />

Ouderparticipatie<br />

Het Tiener College hecht grote waarde aan ouderparticipatie.<br />

In bijeenkomsten en via nieuwsbrieven, blogs<br />

en sociale media worden ouders intensief betrokken bij het<br />

onderwijs. Snel: “We vragen ouders of ze ons programma<br />

rondom kernconcepten kunnen verrijken met hun netwerk<br />

en ervaring. Zo kun je het aanbod breder maken,<br />

je hebt dit niet allemaal binnen je team in huis.”<br />

Van Wijngaarden: “Wij zijn een school voor ieder kind,<br />

maar niet voor iedere ouder. Als ouder moet je onze visie<br />

volledig kunnen onderschrijven. Die moet versterken wat<br />

jij met je opvoeding voor ogen hebt. Mensen die kiezen<br />

voor ons onderwijs, willen hun kind zelf verantwoordelijk<br />

laten zijn, een volwaardig burger maken, en hebben het<br />

ook over de mensvormende aspecten van onderwijs in<br />

plaats van alleen: ‘Ik wil dat ze goed Engels leren spreken’.<br />

Al willen we vanzelfsprekend óók dat onze leerlingen een<br />

zo hoog mogelijk diploma halen.”<br />

Toekomst<br />

“Wij hebben laten zien dat we bestaansrecht hebben;<br />

dit lijkt ons een mooi moment om te zorgen dat er meer<br />

bestuurlijke krachtenbundeling komt, om wellicht ook de<br />

stap te zetten naar verdere legitimering,” vervolgt Van<br />

Wijngaarden. “We willen uiteindelijk naar een school toe<br />

van twee tot achttien jaar. Als voorloper van het Tiener<br />

College zijn we nu het Junior College verder aan het<br />

inrichten, waarmee we de doorlopende leerlijn naar<br />

beneden toe uitbreiden. Er draait nu al een groep 5-6,<br />

volgend jaar wordt daar groep 4 aan toegevoegd. En met<br />

ingang van volgend schooljaar start ook een groep 1 tot<br />

en met 3.”<br />

En Zoë? Zij is bezig zich voor te bereiden op de overstap<br />

naar een nieuwe school. Na vier jaar Tiener College<br />

gaat ze komend schooljaar naar de derde klas van het<br />

vmbo-gt.<br />

www.tienercollege.nl<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

35


LEERLAB<br />

Derde en laatste serie in september van start<br />

SAMEN VERNIEUWEN<br />

IN HET LEERLAB<br />

Hoe maak je leerlingen eigenaar van het leerproces? Op die vraag<br />

zoeken zeven vo-scholen samen antwoorden. Het leerlab is de plek<br />

waar ze samen sparren over hun plannen om het onderwijs op de<br />

eigen school te vernieuwen. ‘Je zet samen doelen uit, geeft elkaar<br />

terugkoppeling. Je gaat op een hoger niveau naar dingen kijken.’<br />

Tekst Marijke Nijboer / Fotografie: Dirk Kreijkamp<br />

Prima, we willen leerlingen leren luisteren. Maar hoe<br />

maken we duidelijk wat we concreet van hen verwachten?<br />

Laten we het opbreken in niveaus: het begint ermee dat<br />

iemand die luistert, je aankijkt en af en toe knikt. Een<br />

stapje hoger vat hij samen en vraagt hij door. Op een<br />

nog hoger niveau stelt hij kritische tegenvragen.<br />

Zo concreet wordt er vaak gesproken binnen het Leerlab<br />

‘Leerlingen eigenaar leerproces’. Aan dit leerlab doen<br />

zeven scholen mee: het Amadeus Lyceum uit Vleuten,<br />

het Corlaer College uit Nijkerk, De Nieuwste School<br />

uit Tilburg, het Mundium College (locatie Niekée) uit<br />

Roermond, het Talentencollege Noord (OSG Sevenwolden)<br />

uit Heerenveen, UniC uit Utrecht en het<br />

Amersfoortse Vathorst College.<br />

‘De coach is je eerste publiek’<br />

“We hebben eerst met elkaar de richting afgesproken”,<br />

vertelt Teijl van Beest, leraar wiskunde en geschiedenis<br />

op die laatste school. “Wat willen we bereiken en welke<br />

tools en welke gemeenschappelijke taal willen we<br />

ontwikkelen? En kunnen we bepaalde vaardigheden<br />

specifiek maken? Neem het begrip ‘samenwerkend<br />

leren’: bedoel je dan samenwerken als vaardigheid,<br />

of bedoel je dat er samenwerkend wordt geleerd?”<br />

Meerwaarde<br />

Het Vathorst College, een vernieuwingsschool, is lid<br />

van het netwerk Pleion (Platform Eigentijds Onderwijs).<br />

Vanuit een gezamenlijke visie wordt gewerkt aan de<br />

ontwikkeling van de leerlingen en de school. Van Beest<br />

coördineert samen met collega Loes Karsten de onderwijs<br />

pijler ‘zelfverantwoordelijk leren’. Vanuit de richting<br />

die Van Beest en Karsten samen met de schoolleiding<br />

en collega’s hebben opgesteld, richten zij de pijler in<br />

en vertalen die met collega’s naar het dagelijks handelen,<br />

evalueren, borgen en bijstellen. “Die ontwikkeling willen<br />

wij versterken door onze deelname aan het leerlab.”<br />

De zeven scholen komen sinds een jaar ongeveer eens<br />

in de zes weken bij elkaar. “We halen en brengen dingen<br />

bij elkaar”, zegt Van Beest. “We spreken met elkaar af<br />

wat we onderzoeken en verzamelen elk ons eigen materiaal.<br />

Volgend jaar is het tijd voor de implementatie: dan<br />

proberen we onze ideeën op de scholen vorm te geven.”<br />

Wat is de meerwaarde van het werken aan onderwijsvernieuwing<br />

met zeven scholen? Van Beest: “Dat je<br />

allemaal tegen dezelfde dingen aanloopt en zoekt naar<br />

antwoorden op dezelfde vragen. Hoe diep moet je gaan?<br />

Wat leg je als basis en hoe bouw je op? Wat de samenwerking<br />

vergemakkelijkt, is dat we elkaars scholen<br />

bezoeken. We kennen elkaar en kunnen elkaar heel<br />

goed ondersteunen.”<br />

De docent ziet nog een voordeel in de samenwerking.<br />

“Voor alle scholen geldt dat je er veel serieuzer mee aan<br />

de slag gaat omdat je er tijd voor vrijmaakt. Je committeert<br />

je. Je reserveert tijd, die je vervolgens ook echt aan deze<br />

zaak wijdt.”<br />

Eén lijn<br />

Elk leerlab heeft een coach, die fungeert als gespreksleider<br />

en procesbegeleider. “Dit zijn heel ervaren mensen die<br />

ook een interventie kunnen doen wanneer het proces<br />

niet helemaal lekker loopt”, zegt Van Beest. “Ook<br />

36 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


Meedoen aan een Leerling 2020-leerlab?<br />

Laatste serie in september van start<br />

In september <strong>2016</strong> start de derde en laatste serie<br />

leerlabs in het kader van Leerling 2020 waarin<br />

scholen gezamenlijk aan de slag gaan met een<br />

vraagstuk rondom gepersonaliseerd leren. In deze<br />

serie is ruimte voor 10 leerlabs. De eerste serie,<br />

bestaande uit 10 leerlabs en 60 scholen, ging in<br />

maart 2015 van start. De tweede, bestaande uit<br />

12 leerlabs en 82 scholen, in april <strong>2016</strong>.<br />

Resultaten uit de leerlabs worden geplaatst op<br />

leerling2020.nl/resultaten.<br />

leerling2020.nl/inschrijvenleerlabs<br />

houden ze de groep die aan het werk is, een spiegel voor.<br />

Dat kan heel stimulerend werken. De coach is je eerste<br />

publiek. Als je hem weet te overtuigen, zit je op een<br />

goed spoor.”<br />

‘Je gaat er veel serieuzer mee aan de<br />

slag omdat je er tijd voor vrijmaakt’<br />

Wat wil Vathorst College met deelname aan het leerlab<br />

bereiken? “Wij hadden al eerder bedacht dat we onze<br />

onderwijskundige pijlers willen versterken en beter<br />

zichtbaar willen maken. Bij ons heeft elk onderwijsfocusgebied<br />

een eigen coördinator. Mijn collega Loes<br />

en ik zijn twee van deze coördinatoren. Wij zouden de<br />

vaardigheden die wij onze leerlingen aanleren, heel<br />

graag beter in een lijn willen kunnen zetten. Straks moet<br />

helder zijn: wat heb je in welk leerjaar geleerd, in welke<br />

volgorde, welk materiaal bieden we je daarvoor aan, en<br />

hoe maken we dat door de hele school heen zichtbaar?<br />

Als dat eenmaal staat, kunnen we ook de verschillende<br />

vakken beter op elkaar laten aansluiten. De leerling<br />

moet dat als één doorlopende lijn gaan ervaren.”<br />

Druk<br />

Hij zou andere scholen zeker aanraden met een leerlab<br />

mee te doen. “Wat je aandacht geeft, groeit. Je kunt niet<br />

met lege handen naar zo’n bijeenkomst komen. Het zet<br />

voor jezelf een beetje druk op de ketel. Je zet met elkaar<br />

doelen uit, geeft elkaar terugkoppeling. Je wapent jezelf<br />

ook enigszins door te beslissen welke dingen je niet<br />

doet.” En, ook een belangrijk winstpunt: “Je gaat op een<br />

hoger niveau naar dingen kijken. Soms zit je op school<br />

enorm in de waan van de dag. Dit trekt je daar even<br />

uit.”<br />

Natuurlijk brengt deelname aan een leerlab een extra<br />

taak met zich mee. “Dat is zo. Maar voor mij maakt dat<br />

werk onderdeel uit van een taak die ik toch al heb als<br />

coördinator. Het leerlab helpt mij zelfs om aan die taak<br />

een heel mooie invulling te geven.” Bovendien: “De<br />

vraag is niet alleen wat jouw eigen school hieraan heeft.<br />

De opbrengst van het leerlab komt ten goede aan het<br />

hele veld. Dat verplicht je om met een nog beter verhaal<br />

te komen: opdat anderen je product ook begrijpen en<br />

kunnen toepassen.”<br />

MEEDOEN AAN EEN<br />

LEERLING 2020-LEERLAB?<br />

In september <strong>2016</strong> start de derde en laatste<br />

serie leerlabs in het kader van Leerling 2020<br />

waarin scholen gezamenlijk aan de slag gaan<br />

met een vraagstuk rondom gepersonaliseerd<br />

leren. In deze serie is ruimte voor 10 leerlabs.<br />

De eerste serie, bestaande uit 10 leerlabs en<br />

60 scholen, ging in maart 2015 van start.<br />

De tweede, bestaande uit 12 leerlabs en 82<br />

scholen, in april <strong>2016</strong>. Resultaten uit de leerlabs<br />

worden geplaatst op leerling2020.nl/resultaten.<br />

leerling2020.nl/inschrijvenleerlabs<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

37


<strong>VO</strong>‐ACADEMIE<br />

Bestuurders voelen weinig voor afvinklijstjes<br />

PROFESSIONALISERING:<br />

PAK DE REGIE!<br />

Bestuurders in het voortgezet onderwijs doen er goed aan zelf achter het stuur van<br />

hun professionalisering te gaan zitten, zeggen Bertruke Wein, Rob Willems en<br />

Jos Lubberman van ITS-Radboud Universiteit. Hun onderzoek wijst uit dat<br />

bestuurders, interne toezichthouders en schoolleiders dit inderdaad belangrijk<br />

vinden. Maar of een beroepsstandaard de geëigende vorm is?<br />

Tekst: Bertruke Wein, Rob Willems en Jos Lubberman<br />

Wat is de professionaliseringsbehoefte van een bestuurder<br />

in het voortgezet onderwijs? Wat zijn ingrediënten voor<br />

een eventuele beroepsstandaard voor bestuurders? Deze<br />

twee vragen lagen ten grondslag aan een inventariserend<br />

onderzoek dat ITS-Radboud Universiteit heeft uitgevoerd<br />

in opdracht van de <strong>VO</strong>-academie.<br />

In het onderzoek zeggen bestuurders, interne toezichthouders<br />

en schoolleiders het belangrijk te vinden dat<br />

de bestuurder in het voortgezet onderwijs zich professionaliseert.<br />

De bestuurder opereert immers in een<br />

omgeving waarin continu (toekomstige) belangen<br />

moeten worden afgewogen: individuele en collectieve<br />

belangen, publieke belangen en belangen van de<br />

organisatie. Het reflectie vermogen van de bestuurder<br />

bepaalt voor een groot deel zijn bestuurlijke effectiviteit<br />

en legitimiteit.<br />

Bestuurders onderschrijven<br />

het belang van eigenaarschap<br />

Daar vloeit een professionaliseringsbehoefte uit voort<br />

die deels een meer thematische insteek heeft: bestuurders<br />

willen leren over maatschappelijke ontwikkelingen<br />

en de betekenis hiervan voor de onderwijsorganisatie<br />

(onderwijs kundige visie, verbinding tussen beleid van<br />

het ministerie en het schoolbeleid, krimp, doordecentralisatie<br />

huis vesting). Zij hebben echter ook meer<br />

persoonlijke professio nalisering behoeften: de ontwikkeling<br />

van specifieke persoonlijke competenties (kennis<br />

en kunde) en de invulling van hun bestuurlijke rol<br />

en leiderschap (rolopvatting, rolvastheid).<br />

Richting geven<br />

Inzetten op verdere professionele ontwikkeling is wenselijk<br />

en noodzakelijk. Allereerst geven de ondervraagden<br />

aan dat het goed is als er ‘iets’ zou zijn dat richting geeft<br />

(zelfreflectie). Voorts gaat het om het afleggen van (maatschappelijke)<br />

verantwoordelijkheid naar stakeholders<br />

over de wijze van besturen en de wijze waarop bestuurders<br />

professionalisering vormgeven.<br />

De literatuur benadrukt in dit verband het belang van<br />

eigenaarschap: bestuurders die zelf vorm en inhoud<br />

geven aan hun professionalisering. Ook wordt in de<br />

literatuur aangegeven dat het voor de hand ligt om voor<br />

de individuele bestuurder een professionele standaard te<br />

ontwik kelen: een standaard die de kennis, vaardigheden,<br />

ervaring en ethiek van bestuurders in goede banen te leidt.<br />

Maar als we kijken wat de geïnterviewde bestuurders en<br />

toezichthouders aangeven, hebben zij daar vooralsnog<br />

twijfels bij. Zij vragen zich af of een standaard wel de<br />

meest geëigende vorm is, met name vanwege de negatieve<br />

associaties die de term oproept: angst voor verdere bureaucratisering<br />

en afvinklijstjes. Wel onderschrijven zij dat<br />

bestuurlijke professionalisering nuttig en nodig is en onder -<br />

strepen ze het belang van eigenaarschap en eigen regie.<br />

Vijf rollen<br />

Als houvast voor verdere professionalisering en als<br />

richtsnoer voor ontwikkeling zouden, gebaseerd op<br />

literatuur, gesprekken en observaties bij besturen,<br />

vooral de verschil lende rollen moeten dienen die<br />

een bestuurder in het vo zowel intern als extern kan<br />

vervullen. Deze rollen staan met elkaar in verbinding.<br />

38 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


RICHTING<br />

Richtinggever<br />

RUIMTE<br />

Ruggesteuner<br />

Taak<br />

Strategisch positioneren<br />

van de organisatie<br />

Vermogen<br />

Zaken van buiten naar<br />

binnen vertalen<br />

Stevige verbinding met<br />

stakeholders onderhouden<br />

Taak<br />

Waarborgen van de<br />

onderwijskwaliteit, vormgeven<br />

goed werkgeverschap<br />

Vermogen<br />

Proactieve houding, taken<br />

en rollen expliciteren<br />

REKENSCHAP<br />

Rentmeester<br />

Relatiebeheerder<br />

Verbindingen aangaan en<br />

onderhouden, beheersen<br />

van de (interne)<br />

bestuurlijke dynamiek<br />

RESULTAAT<br />

Regievoerder<br />

Taak<br />

Bedrijfsvoering op<br />

orde hebben<br />

Taak<br />

(Financieel) beleid en beheer<br />

van de organisatie bewaken<br />

Vermogen<br />

Zaken van binnen naar<br />

buiten vertalen<br />

Vermogen<br />

Taken en rollen expliciteren,<br />

proactieve houding<br />

De vijf rollen van bestuurders in<br />

het voortgezet onderwijs<br />

Een bestuurder die ze kan hanteren, heeft in verschillende<br />

situaties de beschikking over een handelingsrepertoire.<br />

Pakken bestuurders het niet op,<br />

dan is de kans groot dat het voor<br />

hen geregeld gaat worden<br />

Op basis van een vrije interpretatie van de publicatie<br />

van Joost van der Stoep (‘Het 5R Analysemodel.<br />

Leiderschap tussen Hiërarchie en Netwerken’, 2014)<br />

zijn vijf bestuurlijke rollen te definiëren: de bestuurder<br />

als richtinggever, ruggesteuner, rentmeester, regievoerder<br />

en relatiebeheerder (zie figuur). Professionalisering van<br />

de bestuur der op deze rollen moet ertoe leiden dat diens<br />

besturend vermogen wordt versterkt. Het besturend<br />

vermogen wordt dan, in navolging van het advies van de<br />

commissie-Meurs voor het primair onderwijs, gedefinieerd<br />

als ‘com petenties, vaardigheden en houding van de<br />

bestuurder’. In combinatie met de bestuurlijke taak (het<br />

borgen van onderwijskwaliteit, goed werkgever schap en<br />

financieel beleid & beheer), zorgt dit besturend vermogen<br />

ervoor dat bestuurders in staat zijn om contextgebonden<br />

richting te geven aan hun bestuurlijke opgave: de<br />

visie op de (toekomstige) positie van hun organisatie.<br />

Excelleren<br />

In beginsel moet een bestuurder vanuit zijn competenties,<br />

houding en vaardigheden in staat zijn al deze rollen te<br />

vervullen. Het is de combinatie van de context en de<br />

kenmerken van de bestuurder zelf die bepaalt waar de<br />

bestuurder moet en/of kan excelleren. In het schema zijn<br />

de rollen met elkaar in verband gebracht, waarbij voor<br />

elke rol de specifieke bestuurlijke taak en het bestuurlijk<br />

vermogen staat aangegeven.<br />

Dit schema kan gebruikt worden om de professionalisering<br />

van bestuurders in het vo verder vorm te geven.<br />

Het dient als spiegel (waar sta ik in mijn professionele<br />

ontwikkeling en op welke rol zou ik me nog moeten<br />

ontwikkelen?), als entree voor een bestuurder in een<br />

organisatie en als leidraad voor een kritische, reflexieve<br />

dialoog met toezichthouders en schoolleiders.<br />

Bestuurders moeten zelf de ruimte nemen om vruchtbare<br />

discussies te voeren over leren én verantwoorden.<br />

Pakken bestuurders dit niet zelf op, dan is de kans groot<br />

dat het voor hen geregeld gaat worden.<br />

Reageren? b.wein@maw.ru.nl en<br />

r.willems@maw.ru.nl<br />

SAVE THE DATE<br />

Naar aanleiding van het ITS-onderzoek organiseert<br />

de <strong>VO</strong>‐academie op 22 juni in Amersfoort voor<br />

bestuurders de discussie bijeenkomst ‘Besturen met<br />

impact, wat vraagt dat van bestuurders in het voortgezet<br />

onder wijs?’ Het exacte programma en de<br />

spreker zijn nog niet bekend. Als u uw interesse aan<br />

ons kenbaar maakt, stellen we u daarvan zo snel<br />

mogelijk op de hoogte. Mail naar info@vo-academie.nl<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

39


BLIK VAN BUITEN<br />

‘SCHOOLLEIDERS KUNNEN<br />

HET NIET ALLEEN’<br />

Naam k dr. Jay Marino<br />

Achtergrond k opgeleid als leraar, gepromoveerd in onderwijskundig leiderschap aan de Western Illinois University,<br />

superintendent of schools (toezichthouder), consultant; helpt scholen in de VS en Europa bij het implementeren van het<br />

Continuous Improvement-model; adviseur bij Expertis.<br />

Gespreksonderwerp k kwaliteitsverbetering<br />

Standpunt k reflecteer op veranderingen.<br />

Tekst: Emmanuel Naaijkens / Fotografie Dirk Kreijkamp<br />

Hoe was uw tijd op de middelbare<br />

school?<br />

“Ik zat in de jaren zeventig op een<br />

katholieke highschool in Iowa, VS en<br />

had het naar mijn zin. Al was het sociale<br />

aspect misschien wel belangrijker dan<br />

het leren. In die tijd hadden scholen<br />

nog niet zoveel te bieden als nu, bijvoorbeeld<br />

op het gebied van wetenschap<br />

en techniek. Ik zou daarvan genoten<br />

hebben. Ik was een gemiddelde leerling<br />

en moest hard werken voor mijn cijfers.<br />

Mijn voorbeeld was een leraar Engels.<br />

Die inspireerde mij en moedigde mij<br />

aan om naar de lerarenopleiding te gaan.<br />

Die raad heb ik opgevolgd, ik ben<br />

uiteindelijk gepromoveerd op het<br />

thema onderwijskundig leiderschap.”<br />

U bent al zestien keer in Nederland<br />

geweest om uw model Continuous<br />

Improvement uit te dragen. Hoe<br />

kijkt u tegen ons onderwijssysteem<br />

aan, in vergelijking met de VS?<br />

“Wat Nederland beter doet, is dat het<br />

onderwijs breed is. Leerlingen krijgen<br />

niet alleen kernvakken maar bijvoorbeeld<br />

ook muziek en kunst. En er is oog voor<br />

sociale vaardigheden; het gaat om het<br />

hele kind. In de VS we zijn we erg gefocust<br />

geraakt op theorie, data en testen.”<br />

Er is in de VS ook een groot verschil<br />

in kwaliteit van scholen.<br />

“De reden is dat van alle kinderen<br />

wordt verwacht dat zij een vrije, publieke<br />

opvoeding nodig hebben. Elk kind<br />

moet naar de school in zijn eigen regio.<br />

Daardoor hoeven scholen niet hun best<br />

te doen. Ouders hebben, anders dan<br />

in Nederland, toch geen keus.”<br />

Noemt u nog eens een verschil?<br />

“Nederland kent een onderwijsinspectie.<br />

Die hebben wij niet. Een inspecteur is<br />

iemand van buiten die in de school kijkt<br />

en er een waardeoordeel over geeft. Er is<br />

in de VS ook geen algemeen niveau waar<br />

scholen aan moeten voldoen. Ik weet dat<br />

niet elke leraar in Nederland blij is dat<br />

er een inspectie is die zegt: dat is juist<br />

en dat is verkeerd. Maar een leraar heeft<br />

hier wel flexibiliteit in de manier van<br />

lesgeven. Wat wij ook niet hebben, is<br />

dat leerlingen voortgezet onderwijs op<br />

verschillende niveaus volgen. Bij ons<br />

zitten de slimste leerling en de zorgleerling<br />

bij elkaar, en die doen allemaal<br />

dezelfde test. Het is one size fits all, er is<br />

geen maatwerk.”<br />

Uw aanpak is, samengevat: de school<br />

is een gemeenschap, dus alle actoren<br />

moeten samenwerken om tot een goed<br />

resultaat te komen. Leerlingen, leraren,<br />

schoolleiders, bestuurders. Je moet<br />

continu bezig zijn met verbetering. Het<br />

lijkt zo simpel - wat zijn de obstakels<br />

die ons verhinderen het zo te doen?<br />

“Het moeilijkste van een veranderingsproces<br />

is de plek waar je nu staat te<br />

verlaten en naar de toekomst bewegen.<br />

Mijn masterclasses zijn allemaal<br />

gebaseerd op het accepteren van<br />

verandering. Als we niet de vaardigheden<br />

hebben om naar het veranderingsproces<br />

toe te werken, kunnen we ook niet<br />

anders denken en doen.”<br />

Veranderingen maken mensen een<br />

beetje zenuwachtig.<br />

“Ja. Onderzoek naar de emotionele<br />

reacties op veranderen laat zien dat ze<br />

echt zijn. Wanneer je mensen vraagt om<br />

anders te denken en te doen, creëer je<br />

onzekerheid. Nieuwe vaardigheden zijn<br />

nodig, nieuwe training. Een nieuwe<br />

manier van denken, een paradigmashift.”<br />

En wat is de rol van de schoolleider<br />

in dat proces?<br />

“Ze moeten het model van gedeeld<br />

leiderschap omarmen. Zij kunnen het<br />

niet in hun eentje. Het oude model<br />

40 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


‘In landen die met<br />

onderwijs aan de top<br />

staan, zie je dat de<br />

ouderbetrokkenheid<br />

groot is’<br />

dat de persoon met de hoogste titel de<br />

mensen vertelt wat ze moeten doen, is<br />

achterhaald. Ze moeten nu als partners<br />

met de leraren werken en het proces<br />

faciliteren. Niet autoritair leidinggeven,<br />

maar inspireren.”<br />

U pleit voor verandering in het onderwijs.<br />

Wat doen we nu dan verkeerd?<br />

“In het model van continue verbetering<br />

reflecteer je constant op je onderwijs en<br />

de resultaten. Wat kunnen we anders<br />

doen om het onderwijs beter te maken,<br />

zodat ouders en leerlingen meer tevreden<br />

zijn en de resultaten beter? Het gaat dus<br />

niet zozeer over wat we verkeerd doen,<br />

maar over het doorgaan met het transformeren<br />

van het onderwijs. In de samenleving<br />

zijn er continu veranderingen,<br />

daar moet je je onderwijs op aanpassen.<br />

Dat iets vroeger goed was, wil niet<br />

zeggen dat het nu ook nog voldoet.”<br />

In uw model is eigenaarschap een<br />

pijler, ook waar het om leerlingen<br />

gaat. Maar kunnen pubers wel<br />

zelfstandig leren?<br />

“Er moet een balans zijn, er is niet één<br />

aanpak. Er is plaats voor directe instructie,<br />

voor ontdekken, voor samenwerken en<br />

zelfstandig werken. Balans zorgt voor<br />

alomvattend onderwijs. De balans moet<br />

je altijd in de gaten houden; het tegenoverstelde<br />

is het extreme. Als je dan de<br />

verkeerde kant uitgaat, dan zit je ook<br />

extreem verkeerd. In het model van<br />

continue verbetering ga je voortdurend<br />

na of iets werkt. En als het niet werkt,<br />

hoe komt dat dan en kan het ook<br />

anders? Balans zorgt ervoor dat je nooit<br />

te ver gaat in een bepaalde richting<br />

zonder dat je weet wat het effect is.<br />

Balans geeft mensen de mogelijkheid<br />

om te zeggen: ik ben het er niet<br />

helemaal mee eens, maar ik kan er wel<br />

in meegaan. Als je gaat voor een extreme<br />

richting, lukt dat niet. Noch bij leraren,<br />

noch bij ouders.”<br />

‘Dat iets vroeger goed was,<br />

wil niet zeggen dat het nu<br />

ook nog voldoet’<br />

U pleit voor opbrengstgericht werken.<br />

Maar veel leraren zijn daar huiverig<br />

voor. Ze zijn bang voor een afrekencultuur<br />

en een te grote nadruk op de<br />

resultaten. Hebben ze gelijk?<br />

“Wat ik heb gehoord in mijn gesprekken<br />

met Nederlandse onderwijsmensen is<br />

dat het model continue verbetering erg<br />

Amerikaans overkomt, vanwege de<br />

nadruk op resultaten. Maar dan doe je<br />

Gert Biesta tekort: zijn benadering gaat<br />

over het hele kind. Over socialiseren,<br />

kwalificeren en subjectiveren. Dat zit in<br />

het model. Door een betere communicatie<br />

gaan we dat misverstand wegnemen.”<br />

U vindt ouders belangrijke partners<br />

van de school. Waarom?<br />

“Als je kijkt naar landen die aan de top<br />

staan met onderwijs, zoals Finland en<br />

Zuid-Korea, dan zie je dat de ouderbetrokkenheid<br />

daar groot is. Ouders die<br />

hun kinderen helpen bij het huiswerk<br />

en zich verantwoordelijk voelen. Leraren<br />

worden er als topprofessionals gezien; ze<br />

verdienen bovendien goed. In de VS<br />

wordt neergekeken op het beroep van<br />

leraar, dat is niet populair. En ouders<br />

zijn niet betrokken omdat ze het druk<br />

hebben, of vinden dat onderwijs de<br />

verantwoordelijkheid van de school is.<br />

Dat heeft ook impact op de kwaliteit<br />

van het onderwijs.”<br />

www.jaymarino.me<br />

<strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong><br />

41


WIE WERKT WAAR<br />

STICHTING OPENBAAR <strong>VO</strong>ORTGEZET<br />

ONDERWIJS HOEKSCHE WAARD<br />

Actief College, Oud-Beijerland<br />

Rianne Koole is gestart als nieuwe directeur van het<br />

Actief College uit Oud-Beijerland. Zij volgt Peter<br />

de Weijer op, die na dit schooljaar met pensioen<br />

gaat. Koole werkte als onderwijsadviseur bij de<br />

KPC Groep. Daarvoor heeft zij als adjunct-directeur<br />

leiding gegeven aan een vmbo-school in Maassluis.<br />

LENTIZ ONDERWIJSGROEP<br />

Lentiz | LIFE College<br />

Rianne de Graaf wordt de nieuwe directeur van<br />

Lentiz | LIFE College. Per 1 april volgt zij Paul<br />

Lakens op, die vanaf 2009 leiding heeft gegeven<br />

aan de school. De Graaf is sinds september 2013<br />

binnen de directie vmbo en mbo werkzaam op het<br />

LIFE College.<br />

Da Capo College, Sittard<br />

Maurice Groten is de nieuwe bestuursvoorzitter<br />

van het Da Capo College in Sittard. Hij volgt op<br />

1 <strong>mei</strong> Jan van Nierop op. Groten werkte onder<br />

meer als zelfstandig ondernemer, bij de Technische<br />

Universiteit (TU) Eindhoven, Ballast Nedam en<br />

Philips. Van Nierop gaat als kwartiermaker aan<br />

de slag van de drie techniekcolleges die in Zuid-<br />

Limburg beginnen.<br />

STICHTING SCHOLENGROEP<br />

SPINOZA<br />

Gymnasium Novum, Voorburg<br />

Thijs Veraart van het Sint Maartenscollege in<br />

Voorburg stapt over naar Gymnasium Novum in<br />

diezelfde gemeente. Hij begint daar per 1 augustus<br />

als rector.<br />

STICHTING CONFESSIONEEL<br />

ONDERWIJS LEIDEN (SCOL)<br />

Visser ‘t Hooft Lyceum, Leiden<br />

Ron Onderwater is per 1 juli <strong>2016</strong> de nieuwe<br />

directeur van Visser ‘t Hooft Lyceum in Leiden.<br />

Onderwater werkt op dit moment als plv.<br />

rector aan het Kennemer Lyceum te Overveen.<br />

Hiervoor werkte hij onder andere als hoofd van<br />

de beleidsafdeling van de <strong>VO</strong>-raad.<br />

Singelland VHS, Drachten<br />

Per 1 juli <strong>2016</strong> zal Annemarie Kingma aantreden<br />

als nieuwe locatiedirecteur van vmbo-school<br />

Singelland Van Haersmasingel in Drachten.<br />

Kingma is sinds 2011 werkzaam als vestigingsdirecteur<br />

vmbo bovenbouw van het Bornego<br />

College in Heerenveen. Kingma volgt Peter<br />

van Helmont op, die een andere functie binnen<br />

Singelland gaat vervullen.<br />

ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS<br />

(OMO)<br />

Carolus Borromeus College, Helmond<br />

Eveline Vermeule is per 1 augustus <strong>2016</strong><br />

benoemd tot afdelingsleider vwo aan het<br />

Carolus Borromeus College. Vermeulen werkt<br />

sinds 2012 als teamleider bovenbouw aan Lyceum<br />

de Grundel te Hengelo (O). Hiervoor werkte<br />

zij onder andere als docent klassieke talen aan<br />

Het Erasmus te Almelo.<br />

Colofon <strong>VO</strong>‐<strong>magazine</strong> is een uitgave van de<br />

<strong>VO</strong>‐raad, vereniging van scholen in het voortgezet<br />

onderwijs. <strong>VO</strong>‐<strong>magazine</strong> verschijnt 7 keer per jaar<br />

in een oplage van 7.000 exemplaren.<br />

Redactie Cindy Curré, Ingrid Janssen, Stan Termeer<br />

Suzanne Visser (eind redactie), Linda Zeegers.<br />

Medewerkers: Martijn Laman, Hanneke van der<br />

Linden, Carolien Nout, Mirjam van Teeseling en Jacq<br />

Zinken.<br />

Redactieadres <strong>VO</strong>‐raad, Postbus 8282,<br />

3503 RG UTRECHT, T 030 232 48 00,<br />

redactie@vo‐raad.nl, www.vo‐raad.nl.<br />

Fotografie Josje Deekens (ook voorpagina),<br />

Fred van Diem, Dirk Kreijkamp, iStockphoto,<br />

Bram Muller<br />

Ontwerp OSAGE / communicatie en ontwerp, Utrecht<br />

Druk Drukkerij Damen, Werkendam<br />

Advertenties Uitgeverij Recent Amsterdam,<br />

T 020 330 89 98 (Ray Aronds), www.recent.nl.<br />

Issn 1873-1163<br />

Abonnementen Besturen en de daarbij horende<br />

scholen, die lid zijn van de <strong>VO</strong>‐raad ontvangen het<br />

<strong>VO</strong>‐<strong>magazine</strong> gratis. Een abonnement kost € 75,-<br />

per jaar. Beëindiging van het abon ne ment dient<br />

schriftelijk te geschieden voor 1 juli.<br />

42 <strong>VO</strong>-<strong>magazine</strong> 6 / Mei <strong>2016</strong>


ADVERTENTIE<br />

100% van de vorige<br />

deelnemers raadt dit<br />

congres aan!<br />

Goed mentorschap<br />

Een gezellige werksfeer creëren in uw mentorgroep is een<br />

mooie uitdaging. In welke fases van het groepsvormingsproces<br />

heeft u de meeste invloed? Hoe zorgt u voor een veilige<br />

Kijk eens verder op<br />

sfeer<br />

www.medilexonderwijs.nl<br />

waarin leerlingen u in vertrouwen nemen? En wat is<br />

uw verantwoordelijkheid als mentor in de verhouding tussen<br />

leerling, ouders en school?<br />

Het effectief en zorgvuldig<br />

begeleiden van uw<br />

mentorklas<br />

Locatie:<br />

Antropia, Driebergen<br />

Datum:<br />

Woensdag 31 augustus<br />

Leer hoe u uw mentorklas optimaal begeleidt vanaf de start<br />

van het schooljaar!<br />

Inschrijven:<br />

www.medilexonderwijs.nl/mentor<br />

Medilex Onderwijs - Congressen en cursussen voor het onderwijs T. (030) - 700 12 20 E. info@medilexonderwijs.nl<br />

MEDIIN_<strong>VO</strong>MAGAZINE_179,5x265,5.indd 1 4-4-<strong>2016</strong> 17:40:25


ADVERTENTIE<br />

Met scholingscertificaat<br />

De nieuwe<br />

cursusdata<br />

voor<br />

<strong>2016</strong> - 2017<br />

<strong>2016</strong>-2017<br />

Professionalisering<br />

financieel<br />

schoolmanagement<br />

Bezuinigingen, onderwijsvernieuwingen en horizontale verantwoording stellen<br />

nieuwe eisen aan de onderwijsmanager. Om bestuurders, bovenschools managers,<br />

schooldirecteuren, beleidsadviseurs en beleidsmedewerkers een handreiking te<br />

bieden bij het vormgeven van het financieel schoolmanagement organiseert<br />

Comeet de leergang onderwijsfinanciën.<br />

In deze leergang worden alle facetten van het financieel management behandeld.<br />

De leergang bestaat uit 4 modules van elk 2 cursusdagen. U kunt per module inschrijven.<br />

Module 1: Elementaire financiële kennis<br />

<strong>2016</strong> dinsdag 8 en woensdag 9 november in Utrecht: Business Centre NL Utrecht CS<br />

<strong>2016</strong> dinsdag 22 en woensdag 23 november in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />

2017 donderdag 19 en vrijdag 20 januari in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />

Module 2: Financiële kennis<br />

<strong>2016</strong> dinsdag 29 en woensdag 30 november in Utrecht: Business Centre NL Utrecht CS<br />

2017 dinsdag 10 en woensdag 11 januari in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />

2017 dinsdag 7 en woensdag 8 maart in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />

Module 3: Verdiepingscursus financiële kennis<br />

2017 donderdag 12 en vrijdag 13 januari in Utrecht: Business Centre NL Utrecht CS<br />

2017 donderdag 9 en vrijdag 10 maart in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />

2017 dinsdag 4 en woensdag 5 april in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />

Module 4: Het maken van uw eigen financieel beleidsplan<br />

2017 dinsdag 14 en woensdag 15 maart in Utrecht: Business Centre NL Utrecht CS<br />

2017 donderdag 6 en vrijdag 7 april in Zwolle: Bilderberg Grand Hotel Wientjes<br />

2017 dinsdag 12 en woensdag 13 september in Eindhoven: Zalencentrum Aristo<br />

1 daagse opfriscursus Leergang Onderwijsfinanciën<br />

2017 vrijdag 24 maart in Utrecht: Business Centre NL Utrecht CS<br />

MR cursussen<br />

MR 1: donderdag 3 en vrijdag 4 november <strong>2016</strong> in Utrecht: Business Centre NL Utrecht CS<br />

MR 2: donderdag 24 en vrijdag 25 november <strong>2016</strong> in Utrecht: Business Centre NL Utrecht CS<br />

www.comeet.nl<br />

De kosten van deelname aan deze tweedaagse modules zijn e 590,00 (per module);<br />

module 4 e 640,00; de Opfriscursus e 315,00.<br />

Prijs incl. lesmaterialen, koffie/thee, lunch en excl. BTW.<br />

De cursussen kunnen ook op verzoek incompany worden uitgevoerd.<br />

Voor nadere informatie over deze cursussen verwijzen wij u naar onze website: www.comeet.nl<br />

Direct inschrijven: op www.comeet.nl<br />

of stuur een e-mail naar secretariaat@comeet.nl of Telefonisch via 010-2424200<br />

Zwolseweg 27, 2994 LB Barendrecht T: 010-2424200 E: secretariaat@comeet.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!